Handleiding | alesis 16 bit stereo drum machine sr-16


Add to my manuals
17 Pages

advertisement

Handleiding | alesis 16 bit stereo drum machine sr-16 | Manualzz

Bestnr. 30 18 84

ALESIS

16 BIT STEREO DRUM MACHINE

SR-16™

Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V.

Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden.

© Copyright 2006 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V.

Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo

Internet : www.conrad.nl

of www.conrad.be

Belangrijk! Beslist lezen!

Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik.

Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk.

Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!

Introductie

Geachte klant,

Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.

Lees deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door, voordat u deze Drum Kit in gebruik neemt.

U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik.

Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl

of www.conrad.be

.

INHOUDSOPGAVE

Hoofdstuk 1: Inleiding

Overzicht

7 stappen voor directe ingebruikneming

Hoofdstuk 2: Opname –instellingen (Record Setup)

Kwantificeren

Swing Select

Click

Velocity (aanspreekdynamiek)

Toevoegen en verwijderen van slagen aan het eind van een pattern

Toevoegen en verwijderen van slagen aan het begin van een pattern

Offset

Step Mode

Invoegen en wissen van een noot

Naam geven aan een pattern

Hoofdstuk 3: afspelen en opname van patterns

Perform / Compose

De “Fill” patterns

Opname van een pattern

Wisfuncties

Kopiëren

Hoofdstuk 4: maken van drumsets

Keuze van de drumset

Toewijzing van sounds

Volume van een pad

Panorama

Stemming (tuning)

Trigger modus (ASN Mode)

Uitgangsbezetting (Output)

Opslaan en kopiëren van een drumset (Save Set)

Set mode

6

6

6

6

6

7

5

5

5

5

8

8

7

7

9

11

11

11

12

12

11

11

11

11 pagina

4

4

2

Hoofdstuk 5: Song modus

Basisprincipes

Naam geven aan een song

Maken van een song in realtime

Handmatig maken en bewerken van een song

Kopiëren van een song

Hoofdstuk 6: MIDI instellingen

MIDI kanaal (MIDI CH)

Drum In

Drum Out

Midinoten toewijzen (Note)

Clock In

Clock Out

MIDI THRU

PRG CHANGE

Note Map

Hoofdstuk 7: Backup

Send Out MIDI

Store to tape

Verify tape

Load in tape

Load in Patt

Load in Song

Free Mem

Wissen van de totale inhoud (RESET)

Software versie

16

16

16

17

17

15

15

16

16

14

14

15

15

15

14

14

14

14

12

12

12

13

14

3

Hoofdstuk 1: Inleiding

Welkom bij de SR-16 Drum Machine!

Als u nauwelijks kunt wachten om de eerste sounds aan deze machine te ontlokken, volg dan de verderop beschreven 7 stappen voor directe ingebruikneming. Als u meer over de

SR-16 wilt weten, gaat u daarna gewoon weer terug naar het begin van deze gebruiksaanwijzing.

Overzicht

De SR-16 biedt meer dan 230 16-bit gesamplede slagwerk - en percussie sounds die toegewezen kunnen worden aan de 12 dynamische pads. Met de geïntegreerde sequencer kunnen de voorgeprogrammeerde ritmes afgespeeld worden of u kunt eigen creaties opnemen en weer afspelen.

De data blijven ook na het uitschakelen van de SR-16 opgeslagen. Deze data kunnen extern op een cassette of Midi –System Exklusiv beheerd worden.

Over deze gebruiksaanwijzing

Deze gebruiksaanwijzing behandelt de volgende thema’s:

1. Introductie

2. Opname

3. Afspelen en opname van ritme patterns

4. Maken en veranderen van zogenoemde drum sets

5. De song modus

6. MIDI

7. Databeheer

8. Speciale toepassingen.

Basisregels

De SR-16 bestaat uit 2 componenten:

* Enerzijds de eigenlijke slagwerksounds, die met een resolutie van 16-bit (CD –kwaliteit) gesampled werden. De sounds zijn onderworpen aan de zogenaamde Dynamic Articulation, d.w.z. met de dynamiek verandert niet alleen het volume van een sound, maar ook de klank.

* Anderzijds de interne sequencer, die het mogelijk maakt de gespeelde ritmes en patterns te registreren, te editen en af te spelen.

7 stappen voor directe ingebruikneming

1. Sluit de Main Outputs, rechts of links voor mono, beide voor stereo, aan op een versterker, stereo installatie enz. Draai het volume naar nul.

2. Met de ON/OFF schakelaar aan de achterzijde van het apparaat schakelt u het apparaat in of uit.

3. Op het LCD rechtsboven moet “PATTERN” staan. Als dat niet het geval is, schakelt u met de “Pattern /Song” toets om tussen de Pattern - en de Song modus.

4. Speel met de SR-16 en probeer de sounds maar eens uit.

5. Om de demo te horen, houdt u de “Pattern / Song” toets ingedrukt, terwijl u gelijktijdig op de PLAY –toets drukt.

6. Druk op PLAY en luister naar de vooraf geprogrammeerde patterns. Op het display moet

“PATTERN”, “USER” en “PERFORM” staan. Met de desbetreffende toetsen

PATTERN/SONG, PRESET/USER en PERFORM/COMPOSE stelt u de juiste modus in.

7. Voer direct een tweecijferig getal 00 – 49 in en druk op PLAY.

Met de INC toets (bovenste pijltjestoets) kiest u het eerstvolgende hogere pattern, dat zal klinken aan het eind van het op dat moment actieve pattern.

Met de DEC –toets (onderste pijltjestoets) kiest u het eerstvolgende lagere pattern.

Met de A of B toets kiest u de variaties van het actieve pattern.

4

Met de FILL –toets wordt enerzijds een slagwerkfill geïntroduceerd, anderzijds wisselt een A naar een B pattern en omgekeerd.

Houd de FILL –toets ingedrukt, tot deze tot aan het einde afgespeeld is, het pattern blijft in de op dat moment actieve variatie.

Met de TEMPO / PAGE –toets verandert u het tempo.

Hoofdstuk 2: Opname –instellingen (Record setup)

Voor het opnemen van een pattern moeten eerst een paar instellingen uitgevoerd worden.

1. Druk op de toets RECORD/SETUP.

2. Met de PAGE UP/DOWN toets wisselt u tussen de verschillende pagina’s van de parameter.

3. Verander de waarden van de parameters naar behoefte.

4. Door nogmaals op de RECORD/SETUP toets te drukken verlaat u dit niveau weer.

Kwantificeren

Op het display staat “QUANTIZE SELECT” en onderaan links verschijnt de waarde in de vorm van een noot.

Een kleine 3 achter een noot duidt een triool aan. Met de toetsen kunt u de waarden direct invoeren.

Toets 1 = 1/4

Toets 2 = 1/4 triool

Toets 3 = 1/8 enz.

De instelling “OFF” schakelt de kwantificering uit en registreert de impulsen met een resolutie van 1/384 noot.

De SR-16 kwantificeert tijdens het inspelen, kies deze waarde dus vóór de opname. U kunt deze waarde echter ook nog tijdens de opname veranderen.

Swing Select

Met deze parameter geeft u uw opname swing.

De instellingen die u met de toetsen 1=54%, 2=58%, 3=62%, 4=Off uitvoert, betekenen niets anders, dan dat de eerste noot van een paar b.v. 62% en de tweede noot 38% van de lengte van beide noten nodig heeft. Daardoor wordt er een Swing – of Shuffle –Feeling geproduceerd.

Ook deze parameter beïnvloedt de invoeren tijdens de opname.

Click

Op het display verschijnt “CLICK SELECT, het Click -venster midden onder geeft de notenwaarde aan die u met de IND/DEC of cijfertoetsen invoert. De Click is alleen hoorbaar in de

Compose modus.

Click Volume

Kies het volume van de Click.

Velocity (aanspreekdynamiek)

Er zijn 11 verschillende instellingen voor het aanspreekgedrag van het pads. Met de

IND/DEC of de cijfertoetsen kunnen de volgende mogelijkheden gekozen worden:

Toetsen 1 – 8 = Fixed 1 – 8, 9 = Soft, 0 = Loud, Medium kan alleen met de pijltjestoetsen bereikt worden. Fixed betekent, dat alle pads aan een gemeenschappelijk, niet dynamisch volume onderworpen zijn, ongeacht hoe hard of zacht een pad gespeeld wordt.

5

Soft, Medium en Loud spreken het volume van de sounds dynamisch aan. Met Soft wordt de volle dynamiek bereikt door zachtere slagen dan met Medium of Loud.

Toevoegen en verwijderen van slagen aan het eind van een pattern

Display: 008.BEAT LENGTH

Hier worden aan het eind van een pattern slagen (kwartnoten) toegevoegd of verwijderd; daardoor wordt een pattern verlengd of verkort. Het verwijderen van slagen van een bestaand pattern heeft als effect dat alle noten die buiten de nieuwe maatlengte uitgaan, gewist worden. LET OP: de nieuwe lengte zal ook het afhankelijke fill –pattern in zijn lengte aanpassen aan het hoofd -pattern.

Druk op PLAY om de verandering te activeren. Er verschijnt “CHANGED LENGTH” op het display.

Toevoegen en verwijderen van slagen aan het begin van een pattern

Display: 008.Beat START

Hier gelden dezelfde aanduidingen als hierboven beschreven, alleen worden de slagen aan het begin van een pattern gewist of toegevoegd.

Offset

Met deze functie verschuift u een reeds opgenomen pattern, of alleen de data van een enkel pad, in extreem kleine stappen (tot 1/384 noot) om het pattern meer groove te geven.

1. Zet de SR-16 in de pattern modus en zet hem stop.

2. Druk op het pad (sound) die bewerkt moet worden. Als er geen specifieke pad gekozen wordt, wordt het hele pattern veranderd.

3. Voer nu een waarde in. Als u vooraf op de DEC –toets drukt, kunt u negatieve waarden invoeren (positief = richting einde beat, negatief = voor begin van de beat). Let op: een

16 e ren.

!

is 24/384, om een snare 1/16 e achter de beat te verschuiven moet u dus –24 invoe-

Offsets, die voor de eerste slag van het pattern getrokken worden, zijn dan aan het eind van het pattern te horen, de offsets na de laatste slag aan het begin.

Step modus

Als u de aanduiding op het display “STEP MODE?” beantwoordt met PLAY, verschijnt er een volgende pagina, waarin aparte “events” (noten) bewerkt of ingevoegd kunnen worden. De schriftgrootte, waarmee u van event naar event kunt schakelen, hangt af van de kwantificeringswaarde op de 1 e pagina. Als de swing op “ON” staat, worden de steps overeenkomstig aangepast.

Het display toont de beat en de sub -beat, het volume en rechts daarvan om welke pad het op dat moment gaat.

In de Step modus bedraagt de kleinste resolutie 1/96, d.w.z. er zijn maximaal 96 steps nodig om door een kwartnoot te bewegen. De sub –beat waarden zijn:

1/4 = 96

1/4t = 74

1/8 = 48

1/8t = 36

1/16 = 24

1/16t = 18

1/32 = 12

1/32t = 9

Invoegen en wissen van een noot

Kies met de PAGE toetsen, waar een nieuw event geplaatst moet worden. Druk dan op het pad (sound) die toegevoegd moet worden. Gelijktijdig wordt het volume geregistreerd. Als op dezelfde plek dezelfde sound al aanwezig is, dan wordt alleen het volume veranderd.

Het volume kan ook met de cijfertoetsen (1 – 8) gewijzigd worden.

Om een event te wissen, houdt u de ERASE ingedrukt en drukt u gelijktijdig op PLAY, de getoonde noot wordt gewist.

6

Door op de STOP, RECORD SETUP of PLAY toets te drukken verlaat u de Step modus.

Naam geven aan een pattern

Kies met de PAGE UP/DOWN toetsen de te bewerken letters en voer met INC/DEC het gewenste teken of letter in.

Hoofdstuk 3: afspelen en opnemen van een pattern

Belangrijk: Bij alle volgende aanduidingen moet de SR-16 zich in het pattern modus bevinden.

Perform/Compose

De SR-16 heeft niet echt een opnametoets. Druk op PLAY om het pattern te starten en dan op de PERFORM/COMPOSE toets om te schakelen tussen afspelen en opnemen. Met de

Compose modus wordt tevens automatisch de Click geactiveerd.

Hierbij kunnen alle parameters veranderd worden, zowel in Compose als in de Perform modus, zonder dat u de SR-16 stop moet zetten.

Belangrijk: als er een Preset pattern gekozen is, kan de Compose functie niet ingeschakeld worden, omdat deze patterns niet veranderd kunnen worden. Daarvoor moet u een Preset pattern kopiëren naar een User pattern en dan bewerken.

Tempokeuze

Het tempo kan ook tijdens het afspelen met de TEMPO UP/DOWN toetsen binnen het bereik van 20 – 255 slagen per minuut veranderd worden.

Druk voor het afspelen in het gewenste tempo op de STOP toets en de SR-16 past zijn tempo aan. Het indrukken van een pedaal aangesloten op de Count/A/B/Fill Jack heeft dezelfde functie.

Pattern keuze

1. Voer in de pattern modus een tweecijferig getal (00 – 49) in.

2. Kies Pattern, A, B of Fill.

3. Kies het Preset of User pattern.

Patterns kunnen ook tijdens het afspelen gekozen worden (cijfertoetsen of INC/DEC), de SR-

16 schakelt dan aan het einde van het actieve pattern over naar het gekozen pattern.

De start – en stopfunctie kan ook overgenomen worden met een voetpedaal.

De fill patterns

Deze patterns zijn de eigenlijke sleutel tot het expressieve spelen met de SR-16.

De fills zijn overgangspatterns, d.w.z. als bij een 8-beat B -pattern op beat 4 op de FILL toets gedrukt wordt, neemt het Fill pattern de laatste 4 slagen over en wisselt dan naar het A – pattern. Alleen als de FILL toets over de laatste slag van een pattern heen ingedrukt gehouden wordt, wordt het pattern niet gewisseld.

Let op: Fills kunnen niet beginnen op de downbeat (1 e slag), omdat een Fill steeds ergens in het hoofdpattern inzet. Alles wat echter op de downbeat van de Fill geprogrammeerd wordt, verschijnt daarom op de downbeat van het volgende pattern. In geluidstaal betekent dit, dat een crash op de 1 van de Fill klinkt op de eerste slag van het volgende pattern. Dit heeft als voordeel, dat deze crash niet klinkt bij elke herhaling van het hoofdpattern.

Fills zijn afhankelijk van hun hoofdpatterns. Ze gebruiken dezelfde drumsets en zijn even lang.

Een pedaal aangesloten op de Count/A/B/Fill ingang neemt dezelfde functies over.

7

Opname van een pattern

Een leeg User pattern heeft in de basisinstelling 8 slagen, kwantificeringswaarde 1/16, Swing

OFF. Veranderingen moeten voor de opname uitgevoerd worden. Druk op PLAY als u zich in de Compose modus bevindt en de opname kan beginnen. Het pattern wordt eerst in een lus afgespeeld en er kunnen continu noten toegevoegd worden.

De noten kunnen via het pads met de hand ingespeeld worden of via MIDI (zie verderop) ontvangen worden.

Denk er aan, dat de SR-16 bij opname de Velocity van binnenkomende midi –noten kwantificeert op de 8 volumetrappen. Als de SR-16 als Sound Expander gebruikt wordt, spreken de via Midi getriggerde noten 127 dynamische trappen aan.

Ook in de Compose modus kan tijdens het spelen (dus opname) het pattern gewisseld worden. Als er een fill gekozen wordt, leidt dit echter niet tot een overgang naar een ander pattern. De Fill wordt als een hoofdpattern net zo lang gespeeld, tot er een andere fill gekozen wordt. Dit dient ervoor dat u ook een fillpattern in een lus kunt opnemen.

FILL toets als repeteerfunctie

Als extra functie van de FILL toets biedt de SR-16 de mogelijkheid in het raster van de kwantificeringswaarde een serie van gelijke noten op te nemen.

1. Druk in de Compose modus op PLAY (opname).

2. Druk een pad op de beat die de eerste noot van een serie noten moet zijn en houd deze ingedrukt.

3. Onmiddellijk daarna drukt u op de FIILL toets en de sound wordt in de afstand van de kwantificeringswaarde zolang geproduceerd, tot één van de toetsen losgelaten wordt.

Toepassing: Snarewervel met 1/32T, Basedrum die op 1/8 doorloopt, enz.

Wisfuncties

Foutcorrectie tijdens de opname

Tijdens de opname kunnen fouten direct verwijderd worden.

1. De opname loopt.

2. Houd ERASE ingedrukt.

3. Druk nu op het pad van de sound die gewist moet worden, vlak voor de eerste noot die gewist moet worden en laat deze kort na de laatste van de te wissen noten weer los.

Als er maar één noot gewist hoeft te worden, verdient het aanbeveling het tempo zo te verlangzamen, dat de noot exact geraakt wordt.

Wissen van een pattern

1. U moet het te wissen pattern stoppen.

2. Druk op ERASE en de melding “Erase pattern?” verschijnt.

3. Druk op PLAY. De handeling wordt bevestigd met “Pattern erased”, gevolgd door “Fill

Erase?”.

4. Terwijl u nog steeds ERASE ingedrukt houdt, kunt u met PLAY ook de daarbijbehorende

Fill wissen.

Als een pattern gewist wordt, gaan alle parameter –instellingen, zoals drumset, record setup enz. verloren, behalve als het tweede pattern of het Fill pattern nog data bevat.

8

Wissen van een pad

Ook alle noten van een bepaald pad kunnen gewist worden.

1. U moet het pattern stoppen.

2. Houd ERASE ingedrukt.

3. Druk nu op het pad, waarvan de noten gewist moeten worden. Op het display verschijnt het nummer van het pad.

Met deze procedure is het mogelijk alle noten van een pattern te wissen zonder de parameters voor Drumsets, Record Setup enz. te verliezen.

Kopiëren

Bij het kopiëren van een pattern naar een ander pattern wordt het bijbehorende fill pattern mee gekopieerd en de data worden er aan toegevoegd; daardoor wordt het doelpattern verlengd.

Als een hoofd – of fill pattern binnen een totaal pattern (A + B) wordt gekopieerd naar een fill pattern of omgekeerd, dan wordt het doelpattern overschreven.

Het kopiëren van een Fill naar een andere Fill overschrijft de data van het doelpattern.

Alleen het kopiëren van een hoofdpattern naar een ander hoofdpattern breidt het doelpattern uit.

Kopiëren, uitbreiden en verdubbelen

1. De SR-16 bevindt zich in de pattern modus en op stop.

2. Kies het te kopiëren pattern

3. Houd COPY ingedrukt tot aan positie 6.

4. Voer het nummer van het doelpattern in (met de variatie A, B of Fill). Let op:

Het kopiëren naar een bestaand pattern breidt dat uit met de data van het bronpattern.

Als dit resulteert in een pattern van meer dan 128 slagen, verschijnt de melding: “TOO

MANY BEATS”.

Een pattern wordt verdubbeld, als men het naar zichzelf kopieert.

Drumbeat instellingen en naam worden alleen mee gekopieerd, als het doelpattern leeg is.

5. Druk op PLAY. De melding “COPY DONE” verschijnt.

6. Laat beide toetsen los.

Kopiëren van data van het ene pad naar een ander pad

De noteninformatie van een pad kan zonder moeite naar een ander pad gekopieerd worden, waardoor de sound verdubbeld wordt. Reeds aanwezige noten worden gemengd met nieuwe noten. Om een pad te vervangen, moet het doelpad eerst gewist worden.

1. Druk op COPY en houd deze toets ingedrukt tot positie 4.

2. Druk op het te kopiëren pad. Op het pad verschijnt het padnummer.

3. Druk op het doelpad, dat de data op moet nemen. Zolang u COPY ingedrukt houdt, kunt u het doelpad nog wisselen.

4. Druk op PLAY en de actie wordt bevestigd met “COPY DONE”.

Kopiëren van een pad naar een pad van een ander pattern

Deze handeling mengt de data van de beide pads. Om een pad te vervangen, moet het doelpad eerst gewist worden.

1. Druk op COPY en houd deze toets ingedrukt tot positie 5. Er verschijnt de melding

“COPY TO PATT”.

2. Voer het nummer van het doelpattern in die het pad moet ontvangen.

3. Druk op het te kopiëren pad. Op het pad verschijnt het padnummer.

9

4. Druk nu op het doelpad. Bij het kopiëren van een pad van het ene pattern naar een ander pattern, komt het vaak voor dat hetzelfde padnummer gekozen wordt.

Zolang COPY ingedrukt blijft, kan het doelpad nog gewisseld worden.

5. Beëindig de actie met PLAY. Op het display verschijnt “COPY DONE”.

Kopiëren van een pattern via MIDI

Als Systeem Exclusief data kunnen hoofd – en fillpatterns van een tweede SR-16 overgebracht worden.

1. De SR-16 bevindt zich in de USER PATTERN modus en staat op STOP.

2. Druk op COPY en houd deze toets ingedrukt.

3. Zonder een nummer in te voeren drukt u op PLAY. De data worden verzonden via MIDI.

Er verschijnt de melding “PATT OUT MIDI”.

4. De doel –SR-16 ontvangt het pattern op dezelfde positie vanwaar het bij de eerste SR-

16 verzonden werd.

Kopiëren van een pad via MIDI

Hetzelfde als hierboven beschreven kan ook gebruikt worden voor aparte pads en de noten daarvan.

1. Druk op COPY en houd deze toets ingedrukt.

2. Druk op het te kopiëren pad.

3. Druk bij de doel –SR-16 op het pad, dat de data moet ontvangen.

4. Met PLAY beëindigt u de procedure. Er verschijnt “DRUM OUT MIDI” op het display.

Kopiëren van een drumset via MIDI

Verzend de data van een drumset via MIDI van SR-16 naar SR-16.

1. Kies de te kopiëren drumset.

2. Druk op COPY en houd deze toets ingedrukt.

3. Druk op DRUMSET. De melding “SET OUT MIDI” bevestigt de procedure.

De gekopieerde data bevinden zich bij de doel –SR-16 nu in het tussengeheugen. Ze moeten nu zoals verderop wordt beschreven nog opgeslagen worden op een User pattern.

Hoofdstuk 4: het maken van drumsets

De pads kunnen toegewezen worden aan verschillende sounds en er kunnen verschillende instellingen uitgevoerd worden, zoals volume, stemming, panorama, triggermodus en uitgangsbezetting.

Let op: als een drumset veranderd wordt, heeft dat ook invloed op elk pattern, dat deze drumset gebruikt. Tip: maak voor elk pattern een eigen drumset, zodat set 00 voor patt 00, set 01 voor patt 01 enz. gebruikt wordt.

1. Druk op DRUMSET en blader met de TEMPO UP/DOWN toets door de verschillende parameters.

2. Voor de benodigde instellingen uit.

3. Sla de drumset op de 8 e pagina op, als u de veranderingen niet wilt verliezen.

10

Keuze van de drumset

1. Druk op DRUMSET, kies tussen USER en PRESET en voer een drumset –nummer in

(00 – 49).

2. Veranderingen kunnen alleen opgeslagen worden bij User Drumsets.

Toewijzing van sounds

Het display toont de naam en het nummer van een sound en daarbij het nummer van het pad die aan deze sound is toegewezen.

Elke pad, of verschillende pads tegelijkertijd, kan aan elke sound toegewezen worden.

1. Druk op het pad.

2. Kies met de IND/DEC of cijfertoetsen een sound.

3. Sla de drumset op pagina 8 op of voer verdere veranderingen uit.

Volume van een pad

Het volume van elk pad kan individueel ingesteld worden binnen een bereik van 00 – 99.

Panorama

De beide pijlen op het display geven de stereopositie van elk pad aan. Deze kan met de

IND/DEC – of de cijfertoetsen veranderd worden. De waarden zijn: (1) helemaal links, (2) half links, (3) midden links, (4) midden, (5) midden rechts, (6) half rechts, (7) helemaal rechts.

De instellingen “helemaal rechts” en “helemaal links” hebben als effect, dat het signaal alleen op één uitgang verschijnt. Er staan dus 4 aparte mono -kanalen tot uw beschikking (Main en

Aux).

Stemming (Tuning)

1. Druk op het te stemmen pad.

2. Kies met de IND/DEC –toetsen een waarde binnen het bereik van –4 (laag) tot +3

(hoog).

Tip: Neem 2 gelijke snares op 2 pads en verstem ze enigszins ten opzichte van elkaar. Bij een “snare –wervel” verdeelt u de slagen “Toevallig” over de beide snares. De wervel klinkt een beetje realistischer.

Trigger modus (ASN mode)

De verschillende instellingen hebben het volgende effect:

Multi: de sound duurt de gehele uitklinktijd, ook als de sound van tevoren een tweede keer getriggerd wordt (b.v. toms, bekken, snare).

Single: bij meerdere keren triggeren beëindigt elke nieuwe slag de reeds klinkende sound

(b.v. tamboerijn, agogo…).

Group 1 en 2: een getriggerde sound wisselt een nog klinkende sound van dezelfde groep af. Typisch voorbeeld: Open lost Closed HiHat af en omgekeerd.

De SR-16 kan 16 stemmen tegelijk spelen. Als er op hetzelfde moment nog een 17 wordt, dan ‘steelt’ hij de stem van de sound, die al het verst uitgeklonken is.

e verlangd

1. Druk op een pad.

2. Kies een modus met de toetsen 1 – 4 of IND/DEC.

Uitgangsbezetting (Output)

Hier heeft u de keuze tussen MAIN en AUX. Door een panorama –instelling helemaal links of helemaal rechts staan er vier mono –uitgangen tot uw beschikking, twee mono en een stereopaar, enz.

11

Opslaan en kopiëren van een drumset (Save Set)

Om alle veranderingen te behouden, moet een drumset tenslotte onder een drumset nummer opgeslagen worden.

Denk er hierbij aan, dat u een bewerkte Preset Set onder een user nummer moet opslaan.

Om een drumset te kopiëren, slaat u deze gewoon onder een ander nummer op.

Set Mode

Met deze parameter beslist u, of elk pattern zijn bijbehorende drumset moet oproepen

(PATT), of dat steeds dezelfde, handmatig gekozen, drumset moet klinken, ongeacht welk pattern er actief is (MANUAL).

Hoofdstuk 5: Song modus

Basisprincipes

Nadat u verschillende patterns gecreëerd heeft, zou u deze graag in een keten aan elkaar rijgen. Daarvoor is er de Song modus. Er zijn 2 manieren hoe u een song samenstelt:

1. Realtime.

Tijdens het afspelen in de Compose modus kiest u de patterns en fills in de gewenste volgorde en de song registreert de invoeren.

2. Handmatig. Voer de juiste volgorde van de patterns en fills in met de cijfertoetsen .

Natuurlijk kunnen deze twee manieren ook gecombineerd worden.

Tempo

Een song behoudt steeds het tempo, waarmee hij de laatste keer afgespeeld is.

Start, Stop, Continue

Als in de Compose modus een song gestopt wordt en u drukt daarna weer op PLAY, dan zal de song doorgaan en niet opnieuw beginnen.

In de Perform modus zou de song opnieuw gestart worden.

In beide modi zorgt het gebruik van PLAY tijdens het afspelen voor het vooruitspringen naar de volgende step (pattern).

Loopen van een song

Het ingedrukt houden van de Fill toets (of voetpedaal) in de Perform modus tot na het einde van een song step zorgt ervoor, dat deze step net zo lang herhaald wordt tot de toets losgelaten wordt.

Starten midden in een song

1. Kies in de Compose modus de step, waarmee u wilt beginnen.

2. Druk op PLAY en daarna op PERFORM , als u de song niet wilt veranderen.

Naam geven aan een song

Voer, net als bij de naamgeving van een pattern, onder RECORD SETUP de naam van de song in.

Maken van een song in realtime

De voorwaarde hiervoor is een lege song.

1. Zet de SR-16 in Song en Compose modus.

2. De aanwijzing “STEP 01 END” geeft aan, dat de song nog leeg is. Als er al een pattern nummer staat, is de song niet leeg meer.

12

3. Kies het pattern dat het eerste van de songs moet zijn (Preset, User, A of B, Fill).

4. Druk op PLAY en de song bevindt zich in “Opname”, waarbij het gekozen pattern als eerste geregistreerd wordt.

5. Als u een nieuw pattern kiest terwijl het eerste pattern nog speelt, wordt na afloop daarvan dit pattern gespeeld en als volgende songstep geregistreerd.

6. Als er een fill in het midden van een pattern gekozen wordt, dan wordt deze onmiddellijk geactiveerd en gaat over naar het volgende hoofdpattern of naar een ander willekeurig pattern, dat voor afloop van de fill gekozen wordt. Als de FILL toets tot na de laatste slag van het pattern ingedrukt gehouden wordt, dan wordt hetzelfde hoofdpattern weer actief en als volgende songstep geregistreerd.

Handmatig maken en bewerken van een song

Invoegen van een pattern

1. U bevindt zich in de Song Compose modus en op het display staat “STEP 01 END”, de song is dus leeg.

2. Voer met de cijfertoetsen een Preset/ User pattern nummer en de variatie A, B of Fill in.

3. Met de IND/DEC toets gaat u van step naar step.

Toevoegen van een fill

1. Kies de step waarin de fill moet starten.

2. Houd de FILL toets ingedrukt.

3. Om het startpunt van de fill te definiëren, voert u met de cijfertoetsen of IND/DEC de beat en sub -beat in.

Verwijderen van een fill

• Als u zich in de fill step bevindt, drukt u op A of B en de fill wordt vervangen resp. door de rest van het hoofdpattern overschreven.

• Als u in fill step bent, drukt u op FILL en ERASE.

Invoegen van een song step

1. Schakel in de Song modus naar Compose.

2. Kies de step die door de in te voegen step vervangen moet worden. Dat wil zeggen: als er na step 04 een nieuwe step ingevoegd moet worden, kiest u step 05.

3. Druk op COPY en houd deze toets ingedrukt, op het display verschijnt “INSERT”.

4. Kies het nummer van het in te voeren pattern.

5. Druk op PLAY en de step is ingevoegd. Alle volgende patterns zijn nu één step opgeschoven.

Wissen van een song step

1. Druk op ERASE als u bij de te wissen song step bent.

2. Beantwoord de melding ”ERASE STEP” met PLAY. Alle volgende steps worden nu één step verschoven.

Wissen van een complete song

1. Druk in de Compose modus op ERASE.

2. Beantwoord de melding ”SONG ERASE” met PLAY. Er verschijnt de melding “SONG

ERASED”.

13

Kopiëren van een song

1. Druk in de Perform modus op COPY en houd deze toets ingedrukt. Er verschijnt de melding: COPY TO SONG”.

2. Kies een song nummer.

* Als er een reeds bestaande song gekozen wordt, dan wordt de gekopieerde song simpelweg

aan de bestaande song gehangen.

* Als de te kopiëren song naar zichzelf gekopieerd wordt, dan wordt deze verdubbeld.

3. Nadat u op PLAY gedrukt heeft, verschijnt de melding “COPY DONE”.

Zenden van een song via MIDI

Een song kan van de ene naar een andere SR-16 gezonden worden.

1. Druk in de Compose modus op COPY en houd deze toets ingedrukt.

2. In plaats van een bestemmingsnummer in te voeren, drukt u op PLAY. De song wordt via MIDI overgebracht.

LET OP: alleen de song steps worden verzonden, niet de inhoud van de patterns.

Hoofdstuk 6: MIDI instellingen

Met de functie MIDI kunnen alle instellingen uitgevoerd worden die voor de SR-16 in samenhang met MIDI van belang zijn.

MIDI KANAAL (MIDI CH)

Kies met de INC/DEC toetsen of Omni of kanaal 1 – 16.

Drum in

Deze pagina biedt voor inkomende midinoten twee dynamische curven aan: V1 en V2.

V1 is de normale, lineaire dynamische curve. Voor oudere controllers, die niet de volle Midi

Velocity kunnen zenden (b.v. DX-7), compenseert de instelling V2 dit manco met een steilere curve.

Als de parameter OFF is, dan worden inkomende midinoten genegeerd.

Drum Out

Als deze parameter op ON staat, dan worden alle door de SR-16 gespeelde noten (patterns, songs of direct op het pads) als midinoten verzonden.

Midinoten toewijzen (Note)

Deze parameter bepaalt, welke midinoot een bepaalde sound triggert, resp. welke midinoot er verzonden wordt, als u een bepaalde sound speelt.

1. Druk op het pad die u wilt bewerken.

2. Voer de veranderingen met de IND/DEC toetsen uit.

3. Deze instellingen zijn globaal, d.w.z. ze betreffen alle drumsets!

Clock In

Stel deze waarde in op ON, als de SR-16 door een externe tempobron gestuurd moet worden (b.v. een sequencer).

Bij de instelling OFF worden externe Timing data genegeerd.

Clock Out

Bij “CLOCK OUT ON” zendt de SR-16 zijn Time Code via MIDI en kan zo een extern apparaat (sequencer, drum machine enz.) aansturen.

14

MIDI THRU

Als deze parameter op ON gezet wordt, worden alle inkomende data naar MIDI OUT doorgestuurd, en met de data die door de SR-16 zelf bij MIDI OUT komen gemengd (merge).

PRG CHANGE

Inkomende commando’s voor het wisselen van programma’s (Program Changes) kunnen op elk moment, ook tijdens het spelen, de drumsets verwisselen.

PrgCh 00-49 kiezen de User drumsets 00 – 49 en PrgCh 50-99 kiezen de Preset drumsets

00 – 49.

Note Map

De SR-16 kan in de volgende toepassing alleen dienen als sound Expander en moet in de pattern modus gestopt zijn.

Als de Prg Change parameter op “ON” staat (zie boven), dan kan hier nog een extra bijzonderheid van de SR-16 gekozen worden.

Normal: bij de instelling “NORMAL”, sturen programmawisselingen zoal hierboven beschreven de drumsets aan, waarbij Midi noten de 12 sounds van een set volgens de instelling onder “NOTE” triggeren.

MAP 00-09: deze instelling opent voor u de toegang tot meer dan 12 sounds tegelijkertijd:

De Midi noten van 000 – 119 triggeren nu alle 120 sounds van de drumsets User 00-09 aan

(Midinr. 00 = pad 1 uit set 00, midinr. 01 = pad 2 uit set 00 enz.).

MAP 10-19: de Midi noten van 000 – 119 triggeren alle 120 sounds van de drumsets User

10-19.

MAP 20-29: de Midi noten van 000 – 119 triggeren alle 120 sounds van de drumsets User

20-29.

MAP 30-39: de Midi noten van 000 – 119 triggeren alle 120 sounds van de drumsets User

30-39.

MAP 40-49: de Midi noten van 000 – 119 triggeren alle 120 sounds van de drumsets User

40-49.

Programmawissel –commando’s sturen in deze modi de bank aan; als de instelling MAP … luidt, dan roept b.v. een programmawissel 027 de map 20-29 op, een programmawissel 042 de map 40–49 enz.

De Midi noten zijn zo gezet, dat een set steeds op C begint. Met een 12 octaven toetsenbord kunnen dus alle 120 sounds naast elkaar gespeeld worden.

Hoofdstuk 7: back-up

Alle veranderingen en data van songs, patterns en drumsets kunnen extern opgeslagen worden. De SR-16 beschikt weliswaar over een groot geheugen, maar het is toch raadzaam van tijd tot tijd de inhoud op cassette of als MIDI System Exklusiv data op te slaan.

Send Out MIDI

1. Op de eerste pagina van de BACK-UP functie verschijnt de vraag “SEND OUT MIDI?”.

2. Als u deze vraag met “PLAY” bevestigt, wordt de totale inhoud van de SR-16 in de vorm van MIDI System Exklusiv data verzonden en kan door een overeenkomstig geheugenapparaat, b.v. de ALESIS DATADISK, beheerd worden.

Bij het laden van MIDI SYSEX data hoeft de SR-16 niet persé aangezet te worden, de data kunnen ten allen tijde ontvangen worden.

15

Store to Tape

Het externe databeheer kan ook op alle soorten tape, dus ook op gebruikelijke cassettes, gedaan worden.

Verbind hiertoe de TAPE IN/OUT bus met een ingang van een tapedeck, recorder, bandopnameapparaat, enz.

1. Schakel het cassette –apparaat op opname.

2. Beantwoord de vraag “STORE TO TAPE?” met “PLAY”.

3. Het display toont nu alle A/B patterns en songs op volgorde, zoals ze naar TAPE OUT verzonden worden. De procedure is klaar, als er “DONE” verschijnt.

De procedure kan onderbroken worden met STOP, het display geeft dit met “TAPE OUT

CANCEL” aan.

Verify Tape

De functie “Verify Tape” dient om op band opgenomen data te controleren op hun leesbaarheid. Verbind een (hoofdtelefoon -) uitgang van het opname –apparaat met de TAPE OUT bus.

1. Druk op “VERIFY”, op het display verschijnt ”START TAPE“.

2. Laat de band lopen. De zojuist gecontroleerde patterns en songs verschijnen op het display.

3. De procedure wordt als beëindigd gemeld met “DONE”.

Omdat de data hierbij alleen op hun kwaliteit gecontroleerd worden en niet vergeleken worden met de inhoud van de SR-16, kan deze procedure op elk moment uitgevoerd worden.

Met de STOP toets kan ook deze functie onderbroken worden.

Load In Tape

1. Druk op PLAY.

2. Laat de band lopen. Nu wordt een heel datablok (een complete SR-16 inhoud) van de band ingelezen. Op het display worden de zojuist ingelezen patterns en songs getoond.

3. De procedure wordt als beëindigd gemeld met “DONE”.

Load In Patt

Vanaf de band kan ook een enkel pattern geladen worden.

1. Voer het pattern nummer en A of B in. De bijbehorende fill wordt automatisch mee geladen.

2. Druk op PLAY.

3. Laat de band lopen en op het display wordt het pattern getoond dat op dat moment ingelezen wordt.

Load In Song

Hier kunnen aparte songdata ingelezen worden. Volg hierbij dezelfde stappen als onder

“Load in Patt”.

LET OP! Er worden alleen songdata ingelezen, niet de daarbij horende patterns!

Free Mem

Hier wordt aangegeven hoeveel procent van het totale SR-16 geheugen nog vrij is.

16

Wissen van de totale inhoud (RESET)

Nadat u nu de gehele inhoud opgeslagen heeft, zou u misschien alle parameters willen wissen en weer van voren af aan willen beginnen met de programmering.

1. Schakel de SR-16 uit. Wacht een paar seconden.

2. Druk op de PLAY en ERASE toetsen en houd deze ingedrukt, en schakel de SR-16 weer in.

3. Wacht ca. 3 seconden en laat de toetsen weer los.

Software versie

Als u zich in de Back-up functie bevindt, kunt u op elk moment op de FILL toets drukken, en de actuele software versie wordt getoond.

17

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement