Golmar Alpha Plus VTi 01 de handleiding

Add to My manuals
40 Pages

advertisement

Golmar Alpha Plus VTi 01 de handleiding | Manualzz

Universele parlofooninterface

Deurposten – telefoonlijn

Vs6

I. Voor de gehaaste installateur

Configuratie met 1 ALPHA+ Stand-Alone

1 deurpost met 1 belknop

Netlijnen

Telefooncentrale

(PABX)

Deurpost

Deurslot

Intern analoog, netlijn, ...

Fig. I.1 : ALPHA+ - Principieel bekabelingschema – 1 deurpost met 1 belknop

JP4

POLARITEIT

MiC

MiC

MiC

3

1

6

2

5

1

1

B3

GEMEENSCHAP.

13.8 VDC

12 Vac

SW1

PROG.

Werking

Programmatie

JP2

LS

6 5

3

2 1

Standaard:

1-2, 4-6

ALPHA+

-01.04-Vs6

GEMEENSCHAP.=GND (BUS)

TEL RJ11

(2 middenstecontacten)

Fig. I.2 ALPHA+ - Bekabeling

N.O.

COM.

N.C.

B2

1

CONNECTOR

<DEURSLOT>

2A / 24VDC

1A / 120 Vac

<ALPHA+> - 1

1. Aansluiting van de ALPHA+ module

Zie fig I.1 en I.2 pagina 1.

• Bekabeling <Voeding>, 2 draden : 12Vac door met de ALPHA+ geleverde module (of een batterij 13,8 VDC)

• Bekabeling <deurpost>, 4 draden :

◊ < GND BUS > : gemeenschappelijk

< BUS > : belknop

< LS > : luidspreker

< MiC > : micro

• Checken of de deurpost zijn eigen voeding moet hebben (tabel-1), gebruik een originele voeding

• Volgens het model van het deurstation, plaats de volgende jumpers in de juiste positie (tabel-1) :

<JP4> : <MiC+> of <MiC->

<JP2> : niveau luidspreker (als men in de behuizing een jumper toevoegt, gaat dit het geluidsniveau verhogen)

2. Programmatie van een telefoonnummer (per telefoon)

Programmatie van een telefoonnummer

• < 1 TT nnnn nnnn nnnn nn > < ZZ >

◊ TT =verkort nr, 2 cijfers van 00 t/m 99

◊ nnnn... =telefoonnummers, max 14 cijfers : 0 t/m 9,

ZZ= < * * > : om het nummer te valideren

* , #

◊ Pause in het nummer (w) = <##>

2.1. Programmatie van een telefoonnummer, de ALPHA+ is op een netlijn aangesloten

Voorbeeld van nr : <0 477.12.34.56>

• Plaats SW1 in positie <PROG.> (ON)

• Roep de ALPHA+ module via de telefoonlijn

• Na de 2 biepen : vorm :

◊ <1 00 0477 12 34 56> < ** >

◊ Haak in

• Plaats SW1 terug in positie <USE> (OFF)

2.2. Programmatie van een telefoonnummer, de ALPHA+ is op een binnenlijn van een telefooncentrale aangesloten

Voorbeeld van nr : < 0 477.12.34.56>, men moet <0>, gevolgd door een pause <##> (w), vormen om een buitenlijn te nemen via de PABX

• Plaats SW1 in positie <PROG.> (ON)

• Roep de ALPHA+ module via de telefoonlijn

• Na de 2 biepen : vorm :

◊ <1 00 0 ## 0477 12 34 56> < ** >

◊ Haak in

• Plaats SW1 terug in positie <USE> (OFF)

2.3. Programmatie van een intern telefoonnummer, de ALPHA+ is op een binnenlijn van een telefooncentrale aangesloten

Voorbeeld van nr : < 41>

• Plaats SW1 in positie <PROG.> (ON)

• Roep de ALPHA+ module via de telefoonlijn

• Na de 2 biepen : vorm :

◊ <1 00 41> < ** >

◊ Haak in

• Plaats SW1 terug in positie <USE> (OFF)

2 - <ALPHA+>

3. Opmerkingen betreffende de programmatie

Elke programmatie code die gevormd wordt per telefoon wordt door de AL-

PHA+ met een dubbele biep bevestigd. Een geldige programmatie wordt ook door een dubbele biep bevestigd .

Een geluidssignaal van het type 'bipbop' waarschuwt van een fout : de programmatie van de parameter moet herbegonnen worden.

4. Gebruik

Om de ALPHA+ in gebruiksmode te plaatsen :

• Plaats SW1 in positie <USE> (OFF) : < Werking >; de led blijft branden

In gebruiksmode , telkens als men een belknop activeert, zendt de ALPHA+ 2 bevestigingsbiepen naar de luidspreker van de deurpost, vóór hij het telefoonnummer vormt :

• Zendt 2 biepen (dtmf ** ) in de luidspreker van de deurpost

• Vormt het telefoonnummer

Verschillende verrichtingen zijn mogelijk via het telefoontoestel : activatie van het deurslot, selectie van het communicatietype…

4.1 Activatie van het deurslot – Opening van de deur : < ** >, < * #>

De operator kan het deurslot activeren door < ** > of < * # > op zijn telefoon te vormen.

4.2 Communicatie beëindigen : < * 0 >

Waaneer de ALPHA+ module een <inhaak> tonaliteit detecteert beschouwt hij de communicatie als beëindigd en maakt hij de lijn vrij.

De operator kan nochtans de communicatie beëindigen door < * 0 > te vormen : in dit geval maakt de ALPHA+ de lijn onmiddellijk vrij, zonder op de

<inhaak> tonaliteit te wachten.

4.3 Selectie van de communicatiemode : half-duplex, full-duplex of simplex : < * 1 >, < * 2 > of <#>

De communicatiemode half-duplex of full-duplex wordt door de programmatie van de belknop bepaald (zie II.13). De operator heeft nochtans de mogelijkheid de op dat moment gebruikte communicatiemode te wijzigen om een aanvaardbaar gesprekscomfort aan te bieden, volgens het niveau van het omringende geruis :

• Half-duplex : < * 1 >

• Full-duplex : < * 2 >

• Simplex : <#>

In half duplex mode, werkt de ALPHA + in balans : <degene die het luidst spreekt geeft de richting van de communicatie aan>.

De simplex mode werkt ook in balans, maar de richting van de communicatie wordt via een toets gecontroleerd.

De hiervoor gebruikte telefoontoets is <#> : telkens deze toets geactiveerd wordt, verandert de richting van de communicatie .

In tegenstelling met de 2 andere modes, kan de simplex mode niet geprogrammeerd worden. Hij kan geselecteerd worden (voor het aan de gang zijnde gesprek) in extreme gevallen van zeer luidruchtige omgevingen, zoals het binnenrijden van camions, tractors ,... .

4.4 De ALPHA+ oproepen van de telefoonlijn ( ontvangst oproep )

Indien men de ALPHA+ oproept vanaf de telefoonlijn ( ontvangst oproep ), nadat de correspondent de 2 biepen (dtmf ** ) gehoord heeft, is hij met de deurpost verbonden.

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 3

II. Voor de gevorderde installateur

Configuratie met 1 ALPHA+ Stand-Alone

1 deurpost met 1 belknop

1. Bekabeling van de ALPHA+

Zie fig I.1 en I.2 pagina 1, en paragraaf I.1 pagina 2.

2. Parameters : algemeen overzicht

De ALPHA+ kan voor de meest gevarieerde toepassingen geregeld worden dankzij de talrijke parameters :

• Module nr : dankzij dit nummer kan men op de bus een module van de

ALPHA+ familie herkennen

• Telefoon parameters :

100 verkorte nummers

Overeenkomstige oproepduur

◊ Overeenkomstige gespreksduur

• Parameters in <oproepontvangst> , specifieke parameters wanneer een oproep van de telefoonlijn komt :

◊ Communicatiemode half-duplex of full-duplex

Overeenkomstige gespreksduur

Aantal belsignalen vóór lijnopname

• Parameters van de belknoppen :

◊ Nummer van de belknop

Nummer van het te vormen verkorte nummer

Communicatiemode

Openingsduur deurslot

Toekenning aan de uitbreidingsmodules van de bus

… ... half-duplex of full-duplex

• Parameters <audio> : voor de aanpassing aan de deurpost, onafhankelijk van het type en merk (versterking micro en luidspreker, …)

• Toegangscode : een toegangscode van 4 cijfers kan bepaald worden

Een groot aantal van die parameters kunnen slechts via PC geprogrammeerd worden (hoofdstuk XI).

3. Communicatiemode : half-duplex , full-duplex en simplex

De ALPHA + kan in 3 communicatiemodes werken : half-duplex , full-duplex en simplex .

• In half-duplex mode, werkt de ALPHA + in balans ("toggle") : <de persoon die het luidst spreekt geeft de richting van de communicatie aan>. De keuze tussen de ene of de andere communicatiemode kan nodig zijn om een aanvaardbaar luistercomfort aan te bieden, afhankelijk van de omgeving (omgevingsgeruis, ligging van de deurpost, ... ).

• De full-duplex mode kan in sommige gevallen een gevoel geven van een lichte echo.

De communicatiemode half-duplex of full-duplex kan afzonderlijk geprogrammeerd worden voor de belknoppen en voor de oproepen van de telefoonlijn.

• De mode simplex is een communicatiemode gelijksoortig aan de half-duplex , maar de richting van het gesprek wordt door een toets beheerd. Voor het telefoontoestel is dit de toets ( # ) . Die communicatiemode kan niet geprogrammeerd worden, maar wordt geselecteerd

(slechts voor het gesprek in gang) door de operator die de telefoon opneemt, in geval van zeer luidruchtige omgeving : intreden van vrachtwagens, tractors ,... .

4 - <ALPHA+>

4. Communicatie EENHEID

De <communicatie eenheid > (UC) is gebonden aan de parameter

<communicatieduur> :

• Indien <communicatie eenheid> =0, wordt de waarde van de communicatieduur in minuten uitgedrukt

• Indien <communicatie eenheid> een waarde heeft van 1 tot en met 15, gaat het hier om de factor waarmee de duur vermenigvuldigd moet worden, om de communicatieduur in seconden te krijgen .

Na een <reset> (zie volgende paragrafen), is de communicatie eenheid 10.

5. Oproep EENHEID

De parameter <oproep eenheid > (UA) is gebonden aan de parameter

<oproepsduur>.

• Indien <oproep eenheid > =0, wordt de waarde van de oproepsduur in minuten uitgedrukt

• Indien <oproep eenheid > een waarde heeft van 1 tot en met 15, gaat het hier om de factor waarmee de duur vermenigvuldigd moet worden, om de duur in seconden te krijgen .

Na een <reset> (zie volgende paragrafen), is de oproep eenheid 10.

Voorbeelden

• Met : Oproep eenheid =10, oproepsduur =06, heeft men :

◊ Oproepsduur= 6 x 10 (seconden) =60 sec.

• Met : Oproep eenheid=Communicatie eenheid=0, oproepsduur=01 en communicatieduur=02, heeft men :

Oproepsduur=1 min.

Communicatieduur=2 min.

• Met : Communicatie eenheid=10, communicatieduur=15, heeft men :

◊ Communicatieduur=15 x 10 (seconden) =150 sec. (=2 min 30 sec.)

6. <Inhaak> tonaliteit

Na het infhaken, kan de ALPHA+ automatisch de karakteristieke tonaliteit herkennen (<inhaak> tonaliteit) en de lijn vrij maken. De herkenning gebeurt op een signaal waarvan de periode (T) regelmatig is en tussen 400 en 1000 msec inbegrepen is. De lijn is vrij na 5-6 tonaliteiten.

Periode T

T

T

T

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 5

7. <Reset>

Via een <reset> kunnen bepaalde parameters geïnitialiseerd worden in een enkele operatie :

• De voeding van de ALPHA+ uitschakelen

• SW1 in PROG. plaatsen (ON) : < Programmatie >

• Een brug maken tussen klemmen <BUS> (4) en <GND> (3)

• De voeding aanschakelen

• Wachten tot wanneer de led begint te knipperen

• De brug verwijderen

Bij het onder spanning zetten (in programmatie- of in gebruiksmode), gaat de led 5 keer dubbel knipperen (initialisatie).

De <reset> :

• Is effectief wanneer de brug verwijderd wordt GEDURENDE de dubbele knippering

• Is geannuleerd wanneer de brug verwijderd wordt NA de dubble knippering

De parameters worden geïnitialiseerd als aangeduid in tabel hieronder.

• Module nr = 1000

• <versterking LS> FULL-duplex =2

• <versterking MiC> FULL-duplex =15

• <versterking LS> HALF-duplex =6

• <versterking MiC> HALF-duplex =45

• Oproep- en communicatieeenheid =10 seconden

• <Ontvangst oproep> :

◊ Communicatieduur =6 eenheden

Full-duplex

Aantal belsignalen vóór lijnopname =4

• De toegangscode = **** (wat GEEN code betekent)

• Alle verkorte nummers zijn uitgewist

• Alle telefoonnummers : oproepsduur =4 eenheden

• Alle telefoonnummers : communicatieduur =6 eenheden

• Alle parameters van de belknoppen zijn uitgewist

• De oproepen van alle belknoppen :

◊ full-duplex en NIET prioritair

Alle belknoppen vormen het verkorte nummer N° <00>

Alle belknoppen hebben een slotopening duur =2 sec. (0)

.

<Reset>

8. Programmatie van de parameters : in de programmatiemode geraken

Om in programmatiemode te geraken :

• Plaats SW1 in positie <PROG.> (ON) : < Programmatie >; de led knippert vlug en regelmatig

De module blijft in programmatie zolang SW1 in positie <PROG> (zie fig. I.1) blijft.

Om de programmatie mode te verlaten en de module in de gebruiksmode te plaatsen :

• Plaats SW1 in positie <USE> (OFF) : < Werking >; de led blijft branden

De programmatie van de voornaamste parameters kan via de telefoonlijn uitgevoerd worden, met de dtmf (tone) toetsen :

• Plaats SW1 in positie <PROG.> (ON)

6 - <ALPHA+>

• Roep de ALPHA+ module op via de telefoonlijn

• de ALPHA+ zendt 2 biepen (dtmf ** ) bij het nemen van de lijn

Voor een volledige en comfortabele programmatie, namelijk voor de installaties met meerdere modules (meerdere deurposten, telefoonlijnen, camera's, domotica, ...), is het sterk aangeraden de PC software ALPROG met de specifieke interface module te gebruiken (zie hoofdstuk XI).

De ALPHA+ bevestigt met een dubbele biep elke programmatie code die op het toetsenbord van het telefoontoestel gevormd wordt. De correcte programmatie van een parameter wordt ook door een dubbele biep bevestigd.

Een geluidsignaal van het type 'bipbop' waarschuwt de gebruiker van een programmatie fout; hij moet dan de programmatie van die parameter herbeginnen.

In de volgende paragrafen veronderstelt men dat de ALPHA+ reeds aangesloten is in <Programmatiemode> (zie hoofdstuk. I. 2).

9. Programmatie van verkorte telefoonnummers : < 1 >.

100 verkorte telefoonnummers (00 tot en met 99) kunnen in de ALPHA+ geprogrammeerd worden. De karakters * en # kunnen in een telefoonnummer geprogrammeerd worden als dtmf codes.

De maximale lengte van een telefoonnummer bedraagt 14 karakters .

Het invoeren van elk telefoonnummer moet gevalideerd worden door een

<terminator>.

De <terminator> is een combinatie van 2 karakters namelijk * en #.

De opeenvolgende verkorte nummers (van 00 naar 01, 02 naar 03, ...) kunnen in cascade geprogrammeerd worden , zodat een tweede nummer gevormd wordt in geval het eerste nummer niet zou antwoorden (bezette lijn of overschreden oproepduur). Meerdere nummers kunnen natuurlijk in cascade geprogrammeerd worden.

9.1. <Terminator>

Gewoonlijke <Terminator> : <ZZ> = < ** >

<Terminator> voor de cascade programmatie van de nummers :

Indien <ZZ> = < * # > , en indien geen antwoord, gaat het systeem het volgende nummer van de lijst vormen.

Gedurende het invoeren van een < Terminator > code, moeten de speciale karakters * en # zich binnen de 3 sec. volgen.

9.2. <Pause>

Een tussenpause (1 sec.) wordt gecodeerd door <# #> . Gedurende het invoeren van een tussenpause, moeten de 2 karakters # zich binnen de 3 sec. volgen.

9.3. Speciale karakters * en #

Om de speciale karakters * en # in het telefoonnummer als dtmf codes in te voeren :

◊ 3 sec. wachten NA het invoeren van het karakter : een toonsignaal ’ bop ’ betekent dat het karakter gevalideerd werd als dtmf code en dat het volgende karakter of cijfer mag ingevoerd worden

Idem, om combinaties zoals < * * > , < * # >, <# #>, <# * > … als dtmf codes in te voeren : 3 sec. wachten NA het invoeren van ELK speciaal karakter (toonsignaal ‘ bop ’).

9.4. Fouten

• Een toonsignaal van het type 'bipbop' waarschuwt voor een fout

◊ Bvb, als de invoertijd overschreden is (4 sec.)

• Het ingevoerde nummer wordt door een dubbele biep gevalideerd, wanneer :

De <terminator> gedetecteerd wordt

Het 14de cijfer gedetecteerd wordt

• In geval van vergissing wordt het ingevoerde nummer geweigerd

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 7

9.5. Opmerkingen

• De <terminator> maakt niet deel uit van de 14 karakters van het telefoonnummer

• De <pause> wordt beschouwd als één enkel karakter van het telefoonnummer

Vooraleer men begint te programmeren, is het sterk aangeraden de sequentie van de in te voeren cijfers zorgvuldig te noteren.

9.6. Programmatie voorbeelden

De pause wordt vertegenwoordigd door w :

• Verkort nummer <00> : <0 w 021234567>, pause (w=##) na de eerste 0

◊ <1 00 0 ## 021234567 sen de cijfers

** > invoeren met minder dan 3 sec. tus-

• Verkort nummer <00> : <0 w 021234567>, pause (##) na de eerste

0, cascade programmatie met het volgende nummer van de lijst

(01)

◊ <1 00 0 ## 021234567 * #> invoeren met minder dan 3 sec. tussen de cijfers

• Verkort nummer <01> : <0 w ## 61> , geen cascade

<1 01 0 ## #> invoeren, 3 sec. wachten ('bop')

<#> invoeren, 3 sec. wachten ('bop')

◊ <61 ** > invoeren met minder dan 3 sec. tussen de cijfers

9.7 Specifieke functies <# * x>

Specifieke functies (gebonden aan de verkorte nummers) kunnen gebruikt worden door het invoeren, in plaats van het telefoonnummer, van een combinatie van karakters met volgende structuur :

<# * x>, waar x = 1 cijfer van 0 tot en met 9

9.7.1 De telefoonlijn niet opnemen : <# * 0>

Gebruiksvoorbeeld

Wanneer de ALPHA+ op een systeem aangesloten is met interne deurpost (of videofoon) en een telefoonnummer moet vormen alléén wanneer men binnen de gewenste duur op de interne post niet antwoordt .

• Gewenste duur = oproepsduur , terminator = < * #> :

◊ Verkort nummer <00> : invoeren : <1 00 # * 0 * #>

◊ De terminator < * #> betekent : volgend verkort nummer van de lijst vormen indien geen antwoord

Oproepsduur van het nummer <00> : gewenste duur

Verkort nummer <01> : het telefoonnummer invoeren dat gevormd zal worden in geval er binnen de gewenste duur op de interne deurpost niet geantwoord wordt (oproepsduur van het nummer <00>)

• De gewenste duur om op de interne post te antwoorden kan bepaald worden door pauzen (w) in te voeren en door de oproepsduur als = 0 te bepalen, terminator = < * #> :

◊ Verkort nummer <00> : invoeren : <1 00 # * 0 w w w * #>

◊ De terminator < * #> betekent : volgend verkort nummer van de lijst vormen indien geen antwoord

In dit voorbeeld, is de gewenste duur voor het antwoord op de interne post is van 3 pauzen <w w w>

Verkort nummer <01> : het telefoonnummer invoeren dat gevormd zal worden in geval er binnen de gewenste duur

(3 pauzen) op de interne deurpost niet geantwoord wordt

8 - <ALPHA+>

Programmatie van een telefoonnummer

< 1 TT nnnn nnnn nnnn nn > < ZZ >

TT =verkort nr, 2 cijfers van 00 t/m 99 nnnn ... =telefoonnummers, max 14 cijfers : 0 t/m 9, * , #

ZZ = < * * > : geen cascade

ZZ = < * #> : cascade : vormt het volgende verkorte nummer indien geen aantwoord (overschreden oproepsduur)

Pause (1 sec.) in het nummer (w) = <##>

Speciale karakters * en # als dtmf codes in het nr : 3 sec. wachten na het invoeren van ELK speciaal karakter (toonsignaal ' bop ')

Functie < # * 0> ( i.p.v. het nummer nnnn ... ) : telefoonlijn NIET opnemen

10. Programmatie van het aantal belsignalen wanneer men de ALPHA+ opbelt ( ontvangst oproep ) : < 4 >

Bij ontstentenis (<reset>) neemt de ALPHA+ de lijn op na 4 belsignalen.

Programmatie : < 4 NN > NN=aantal belsignalen, 2 cijfers,

00 tot en met 99

11. Programmatie van de communicatieduur : < 6 >

De communicatieduur is de gesprekstijd tussen correspondenten. Boven de geprogrammeerde waarde haakt de ALPHA+ in. Bij ontstentenis : 6.

Deze parameter wordt voor elk verkorte nummer bepaald.

Programmatie : < 6 TT dd > TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd=duur in eenheden , 2 cijfers, 01 t/m 15

duur in sec.=ddxUC

12. Programmatie van de oproepsduur : < 7 >

Bij een deuroproep is de oproepsduur de tijd tussen de lijnopname en het antwoord van de correspondent. Boven de geprogrammeerde waarde, haakt de ALPHA + in. Indien de aangepaste programmatie ingevoerd werd (nr terminator : < *# >) vormt de ALPHA+ het volgende telefoonnummer. Bij ontstentenis is de oproepsduur 4.

Deze parameter wordt voor elk verkorte telefoonnummer bepaald.

Programmatie : < 7 TT dd > TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd=duur in eenheden , 2 cijfers, 01 t/m 15

duur in sec.=ddxUA

Voorbeelden voor het verkorte nummer <00>

• Met de communicatie eenheid=oproepeenheid=10, een oproepduur=50 sec en een communicatieduur =90 sec. programmeren :

Oproepduur =50/10 =5

Communicatieduur =90/10 =9

<7 00 05>, <6 00 09> vormen

• Met de communicatie eenheid=oproepeenheid=0, een oproepduur=60 sec. en een communicatieduur =120 sec. programmeren :

Oproepduur =60sec.=1 min

Communicatieduur =120 sec.=2 min

<7 00 01>, <6 00 02> vormen

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 9

13. Programmatie van de communicatiemode voor de enige belknop, half-duplex, full-duplex : < 2 >

Voor elke belknop moeten de communicatiemode en de karakteristiek prioritair/niet-prioritair geprogrammeerd worden.

In het specifieke geval van de installatie met één enkele ALPHA+ module :

• Draagt de knop van de ALPHA+ altijd het nummer <00>

• Heeft de prioriteitskarakteristiek geen zin

De programmatie wordt hiervan dus vereenvoudigd.

Programmatie : < 2 00 0 > FULL-duplex

< 2 00 1 > HALF-duplex

14. Programmatie van de deurslot openingsduur : < 8 >

De openingsduur van het slot is de activatietijd van het slotrelais. Deze parameter wordt in seconden uitgedrukt. Bij ontstentenis (<reset>) : 2 seconden.

Deze parameter wordt voor elke knop bepaald. In het geval van een installatie met één enkele ALPHA+ module, bestaat er slechts één belknop nr

<00> .

Programmatie : < 8 00 dd > dd=duur in sec.

, 2 cijfers, 01 t/m 15

(dd=00 betekent 2 sec.)

15. Programmatie van de toegangscode : < 3 >

Om het systeem te beveiligen, is het mogelijk een toegangscode te programmeren. Die code bevat altijd 4 cijfers : 0,1, ... 9, * en #.

Om die code inactief te maken, volstaat het dat het 1ste karakter < * > is .

In programmatiemode ( SW1 in positie <PROG.> (ON) ), is de toegangscode altijd inactief .

In gebruiksmode , indien de toegangscode actief is, kan de connectie met de ALPHA+ enkel werken na het invoeren van de code (de eerste uit te voeren handeling, na het horen van de 2 bevestigingsbiepen, is het invoeren van de toegangscode).

Na <reset>, is de code inactief : < **** >.

Programmatie : < 3 0 ABCD > ABCD=code, 4 karakters: 0 à 9, * en #

16. Programmatie van de <Audio> parameters (versterkingen)

De <audio> karakteristieken worden in de ALPHA+ opgenomen, onder de vorm van verschillende parameters, waaronder :

• < versterking MiC full > en< versterking HP full >, versterkingen micro en luispreker in communicatiemode full-duplex

• < versterking MiC half > en < versterking HP half >, versterkingen micro en luidspreker in communicatiemode half-duplex

• Detectie niveaus

Om de ALPHA+ aan de gekozen deurpost aan te passen, volstaat het de audio parameters met de in tabel-1 uitgehaalde waarden te programmeren.

Altijd 3 cijfers invoeren. De invoertijd tussen 2 opeenvolgende cijfers is 4 sec. Een toonsignaal ' bipbop ' waarschuwt van een fout (overschreden tijd, waarde boven 255, ...); men moet dan de programmatie herbeginnen.

10 - <ALPHA+>

xyz = parameter uit tabel-1

• Programmatie van de versterking MiC in HALF-duplex

< * 1>, wacht de 2 bieps, < ** xyz>

• Programmatie van de versterking LS in HALF-duplex

< * 1>, wacht de 2 bieps, < * # xyz>

• Programmatie van de versterking MiC in FULL-duplex

< * 2>, wacht de 2 bieps, < ** xyz>

• Programmatie van de versterking LS in FULL-duplex

< * 2>, wacht de 2 bieps, < * # xyz> xyz : altijd 3 cijfers, 000 t/m 255

17. Onthaal boodschappen

Wanneer de ALPHA+ uitgerust is met de gepaste elektronische kaarten (zie fig II.1), kan men een onhaal boodschap zenden naar de deurpost en/of het telefoontoestel (1 elektronische kaart ALPHAVOICE per boodschap). fig. II.1

Kaarten

ALPHAVOICE

Onthaal boodschap

BOODSCHAP

NAAR DE

DEUR-

POSTEN

1

B3

ALPHA+

B2

1

BOODSCHAP

NAAR DE

TELEFOON

• Opnemen van een boodschap bestemd voor de deurposten < * 4 >

Vorm < * 4 >. Wacht op de bevestigings biep , en spreek de boodschap in. De opname stopt automatisch na 1 sec. stilte. De minimale opnameduur is 3 sec. De maximale duur van een boodschap is 20 sec.

Om de opname te valideren : ophouden met spreken en wachten op de bevestiging van 2 bieps.

• Opname van de boodschap bestemd voor de telefoon <

Vorm <

* 5 >

* 5 >. De procedure is dezelfde als die voor de deurposten.

• Een boodschap beluisteren

◊ <

◊ <

* 6 > : beluisteren van de boodschap bestemd voor de deurposten

* 7 > : beluisteren van de boodschap bestemd voor de telefoon

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 11

18. Functies in programmatiemode

In programmatie mode zijn volgende functies beschikbaar :

• <

• <

* 0 > : aan de gang zijnde communicatie onderbreken

* 1 > : aan de gang zijnde communicatie in HALF-duplex dwingen

• <

• <

*

*

2

3

> : aan de gang zijnde communicatie in

> : audio test van de tonaliteiten

FULL-duplex dwingen

Dankzij deze test kan men checken of men zich wel degelijk in

<programmatie> mode bevindt.

19. Functies in gebruiksmode

In gebruik mode zijn volgende functies beschikbaar :

• <

• <

• <

* * > : het deurslot activeren

* 0 > : aan de gang zijnde communicatie onderbreken

* 1 > : aan de gang zijnde communicatie in HALF-duplex dwingen

• <

• <

*

*

2

#

> : aan de gang zijnde communicatie in FULL-duplex

> : aan de gang zijnde communicatie in simplex richting van de communicatie veranderen (toggle) dwingen dwingen en de

20. Aansluiting op een systeem met interne parlofoon en/of videofoon

De ALPHA+ kan ook aangesloten worden op systemen met een interne videofoon.

De module detecteert de spanningswisselingen op de luidspreker lijn en herkent :

• Een oproep (<spanning van oproep>) :

◊ Er is een deuroproep binnengekomen

◊ De ALPHA+ moet dus een telefoonnummer vormen

• Een einde oproep (<spanning van einde oproep>) :

◊ De videofoon heeft ingehaakt

◊ De ALPHA+ moet de lijn vrij maken

Om de ALPHA+ aan het gewenste systeem aan te passen, volstaat het de 2 volgende parameters met de in tabel-1 (type en merk) uitgehaalde waarden te programmeren.

• <Oproep> : <0 * 0044> <vvv>

• <Einde oproep> : <0 * 0045> <vvv>

vvv = waarde uit tabel-1, altijd 3 cijfers 000 t/m 255.

____________________

12 - <ALPHA+>

IN PROGRAMMATIE

MODE GERAKEN :

SW1 in positie <PROG.> (ON)

De ALPHA+ oproepen

De 2 biepen ontvangen (dtmf :

AANTAL BELSIGNALEN

Ontvangst oproep

<4 NN> NN=van 00 t/m 99

* * )

De eventuele toegangscode invoeren

De bevestiging van de code ontvangen

VERKORTE TELEFOON-

NUMMERS

Programmatie

<1 TT nnnn nnnn nnnn nn> <ZZ>

Zie tabel op pagina 9

<6 TT dd> TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd=duur in eenheden , 2 cijfers, 01 t/m 15

COMMUNICATIEDUUR

OPROEPSDUUR

BELKNOP

HALF/FULL-duplex

<7 TT dd> TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd=duur in eenheden , 2 cijfers, 01 t/m 15

<2 00 0> : FULL-duplex

<2 00 1> : HALF-duplex

SLOT OPENINGSDUUR <8 00 dd> dd : duur in sec., 01 t/m15, (00=2 sec.)

TOEGANGSCODE

AUDIO

BOODSCHAPPEN

<

<

<

<

<3 0 ABCD> ABCD : code 4 cijfers (0,1,... * en #)

<

<

<

<

* 1> < ** xyz> : versterk. MiC HALF-duplex , 000 t/m 255

* 1> < * # xyz> : versterk. LS HALF-duplex , 000 t/m 255

*

*

2> <

2> <

**

*

xyz> : versterk. MiC

# xyz> : versterk. LS

FULL-duplex

FULL-duplex

, 000 t/m 255

, 000 t/m 255

* 4> : opnemen naar deurposten

* 5> : opnemen naar telefoon

*

*

6> : beluisteren vd boodschap naar deurposten

7> : beluisteren vd boodschap naar telefoon

VERSCHILLENDE

FUNCTIES

IN GEBRUIK

< * 0> : communicatie onderbreken

< * 1> : HALF-duplex

< * 2> : FULL-duplex

<#> : SIMPLEX

< ** >, < * #> : het deurslot openen

Activatie/deactivatie van de AUTOMATISCHE deurslot opening voor de drukknoppen uitgerust met die functie :

<

<

* 9> : activatie

* 8> : deactivatie

Overzichtstabel : programmatie per telefoon, configuratie met een ALPHA+ Stand-Alone, 1 belknop

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 13

III. Uitbreidingsmodule ALPHA4P, 4 deurposten : bekabeling

Netlijnen

Bus Flexicom-Control-System®

LS, Micro

Deursloten

PABX

1

ALPHA 4P

2 3 4

Intern analoog, netlijn, ...

Fig. III.1 : ALPHA4P – Principiële bekabeling

naar ALPHA+ (bus) CONNECTOR <DEURSLOTEN>

(N.O. CONTACTEN)

2A / 24VDC - 1A / 120Vac

SLOT 1 SLOT 3

SLOT 4

SLOT 2

Deurposten

B9-10

B8 B7 B6 B5

P1

ALPHA 4P

P2 P3 P4

Fig. III.2

Bekabeling ALPHA4P

BLCK JP1 (PROG.)

3

PROG.

1 1

3

... 1 4 3 2 1 L

GEMEENSCHAP.

DEURPOST 1

DEURPOST

2

DEURPOST

3

DEURPOST

4

14 - <ALPHA+>

Met de ALPHA4P module kan men 4 deurposten met één ALPHA+ module verbinden (multiplexerend). Elke deurpost connector beschikt over de aansluitingen voor luidspreker, micro en belknop (fig III.2).

Ieder van de 4 posten van de ALPHA4P module beschikt over een slot relais met een N.O

.

droog contact.

De ALPHA4P module wordt gecontroleerd door de centrale ALPHA+ module via de bus (fig V.2 en V.3), met de 5 volgende aansluitingen :

LS

MiCRO

GEMEENSCHAPPELIJK (GND BUS)

BUS (DATA)

+12VDC

De uitgang <+VDC OUT> van de centrale ALPHA+ module kan maximum

10 modules voeden . Wanneer meer dan 10 modules op de bus aangesloten zijn, moet een aparte voeding gebruikt worden, zoals de <FLAL> module van het Flexicom-Control-System® .

____________________

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 15

IV. Programmatie van belknoppen per telefoon in een configuratie met :

1 ALPHA+ module en 1 ALPHA4P module

Laat ons een installatie met een ALPHA+ module en één ALPHA4P uitbreidingsmodule bekijken (fig IV.1).

ON

.

OG

E US

PR

S)

UT

BU

S

D (

C O

BU

GN

VD

LS

MiC

(2 middenste- contacten)

16 - <ALPHA+>

Fig. IV.1 – Bekabeling ALPHA+ en ALPHA4P

Voor elke aangesloten belknop moet men verschillende parameters programmeren :

• Een belknop nummer

• Een verkort nummer

• Een deurpost van een ALPHA4P module

• Een camera van een ALPHA4C module

• Een telefoonlijn van een ALPHA4T module

Alhoewel het aangeraden is de belknop programmatie per PC uit te voeren, kan men dankzij een verrichting, leermode van de belknoppen genoemd, dezelfde programmatie per telefoon invoeren.

In de leermode , heeft de ALPHA4P module de hoofdrol, daar die module beslist welke deurpost moet geactiveerd worden : luidspreker en micro.

1. Voorbeeld 1 : 1 deurpost met 1 belknop

De deurpost en de belknop worden op P1 aangesloten :

• Ga in de programmatie mode en roep de ALPHA+ op (zie II.8)

• Vorm < * 9> : men beschikt over 4 minuten om de volgende operaties uit te voeren (fig IV.2)

• Activeer 2x in een korte tijd (600 msec.) de knop P1 op de behuizing zelf van de ALPHA4P module (1)

◊ Wacht op bevestiging : 1 biep

• Activeer de belknop (2) : bevestiging door 2 biepen

• Verlaten : vorm < * 0> of haak in

De belknop wordt automatisch genummerd met nr <00> :

• Vormt het verkort telefoonnummer <00>

• Wordt toegekend aan post P1

Men kan nu het telefoonnummer <00> programmeren (zie par. I.2 en II.9).

Bus Flexicom-Control-System®

LS, Micro

Deursloten

Fig. IV.2

Leermode van de belknoppen

Voorbeeld 1

P1

2

ALPHA 4P

P1 P2 P3 P4

1

2x

Deurposten

<ALPHA+> - 17 -01.04-Vs6

2. Voorbeeld 2 : 2 deurposten met elk 1 belknop

De 1ste deurpost met zijn belknop op P1, de 2de op P2 :

• Ga in de programmatie mode en roep de ALPHA+ op (zie II.8)

• Vorm < * 9> : men beschikt over 4 minuten om de volgende operaties uit te voeren (fig IV.2)

• Activeer 2x in een korte tijd (600 msec.) de knop P1 op de behuizing zelf van de ALPHA4P (1)

◊ Wacht op bevestiging : 1 biep

• Activeer de belknop van P1 (2) : bevestiging door 2 biepen

• Activeer 2x in een korte tijd (600 msec.) de knop P2 op behuizing zelf van de ALPHA4P (3) : wacht op bevestiging : 1 biep

• Activeer de belknop van P2 (2) : bevestiging door 2 biepen

• Verlaten : vorm < * 0> of haak in

Bus Flexicom-Control-System®

De belknop van P1 wordt automatisch genummerd met nr <00> :

LS, Micro

Deursloten

ALPHA 4P

P1 P2

1

2x

P3

3

2x

P4

• Vormt het verkort telefoonnummer <00>

• Wordt toegekend aan post P1

De belknop van P2 wordt automatisch genummerd met nr <01> :

• Vormt het verkort telefoonnummer <01>

• Wordt toegekend aan post P2

Men kan nu de telefoonnummers <00> en <01> programmeren (zie par. I.2 en II.9).

P1

Deurposten

P2

2

4

Fig. IV.3

Leermode van de belknoppen. Voorbeeld 2

3. Voorbeeld 3 : 1 deurpost met 3 belknoppen

De deurpost (LS, MiC, GEMEENSCHAP.) wordt op P1 aangesloten, de belknoppen worden op P1, P2 en P3 aangesloten (GEMEENSCHAP. en N.O. drukknop) :

• Ga in de programmatie mode en roep de ALPHA+ op (zie II.8)

• Vorm < * 9> : 4 minuten om de volgende operaties uit te voeren

• Activeer 2x in een korte tijd (600 msec.) de knop P1 op de behuizing zelf van de ALPHA4P module

◊ Wacht op bevestiging : 1 biep

• Activeer de belknop van P1 : bevestiging door 2 biepen

• Activeer de belknop van P2 : bevestiging door 2 biepen

18 - <ALPHA+>

• Activeer de belknop van P3 : bevestiging door 2 biepen

• Verlaten : vorm < * 0> of haak in

De 3 belknoppen, hoewel ze op connectoren P1, P2 en P3 aangesloten zijn, worden toegekend aan deurpost P1 : zie tabel hieronder.

Programmeer dan de telefoonnummers <00> t/m <02> (zie I.2 en II.9). op P1 op P2 op P3

00

01

02

P1

P1

P1

Verkort Tel. Nr

00

01

02

4. Voorbeeld 4 : voeg aan voorbeeld 1 één deurpost met 1 belknop bij

Sluit de bijkomende deurpost op P2 aan (fig IV.4) :

• Ga in de programmatie mode en roep de ALPHA+ op (zie II.8)

• Vorm < * 8> : 4 minuten om de volgende operaties uit te voeren

• Activeer de laatste reeds geprogrammeerde knop (noteer de positie en het nummer van de belknoppen in elke leermode ) : die op P1 (1)

• Activeer een tweede keer de belknop (1)

• Toepassen de nieuwe deurpost :

• Activeer 2x in een korte tijd (600 msec.) de knop P1 op de behuizing zelf van de ALPHA4P module (2)

◊ Wacht op bevestiging : 1 biep

• Activeer de nieuwe belknop op P2 : bevestiging door 2 biepen

Bus Flexicom-Control-System®

LS, Micro

Deursloten

Fig. IV.4

Leermode van de belknoppen

Voorbeeld 4

P1

P1

ALPHA 4P

P2 P3 P4

2

2x

Deurposten

1

P2

3

<ALPHA+> - 19 -01.04-Vs6

• Verlaten : vorm < * 0> of haak in

De nieuwe belknop van P2 word automatisch genummerd met nr <01> :

• Vormt het verkort telefoonnummer <01>

• Wordt toegekend aan post P2

Men kan nu het telefoonnummer <01> programmeren (zie par. I.2 en II.9).

5. Programmatie van de karakteristieken van de belknoppen

Zodra de belknoppen hun nummer gekregen hebben via de leermode , kan men de programmatie van de andere parameters van de belknoppen uitvoeren, altijd per telefoon : half/full-duplex , prioritair, openingsduur slot, ... een ander verkort nummer toekennen (overzichtstabel pagina 25).

Het belknopnummer is gesymboliseerd door bb, 2 cijfers van 00 t/m 99.

5.1. <Prioriteit>

In zulke installaties, met deurposten die geplaatst zijn op verschillende locaties, kan het gebeuren dat een van de belknoppen geactiveerd wordt gedurende een gesprek. De vraag is : heeft die nieuwe oproep prioriteit op het aan het gang zijnde gesprek en moet dit gesprek onderbroken worden, of heeft die oproep geen prioriteit en moet hij in wachtstand blijven ? Dit wordt vertegenwoordigd door de parameter <prioriteit>.

Een < prioritaire > belknop onderbreekt het aan de gang zijnde gesprek met een < niet prioritaire > belknop, of met een belknop van lagere prioriteit .

Het prioriteitsniveau wordt bepaald door het nr van de belknop zelf :

• N° <00> : hoogste prioriteitsniveau

• N° <99> : laagste prioriteitsniveau

De < niet prioritaire > belknoppen onderbreken nooit een gesprek.

5.2. Half/full-duplex

Voor elke belknop moet de communicatiemode half/full-duplex geprogrammeerd wordt.

5.3. Programmatie van <Prioriteit>, half/full-duplex

< 2 bb 0 > FULL-duplex en NIET-prioritair

< 2 bb 1 > HALF-duplex en NIET-prioritair

< 2 bb 2 > FULL-duplex en prioritair

< 2 bb 3 > HALF-duplex en prioritair

5.4. Programmatie van de <Deurslot openingsduur>

Voor elke belknop moet de deurslot openingsduur geprogrammeerd wordt.

< 8 bb dd > dd=duur in sec.

, 2 cijfers van 01 t/m 15

(dd=00 betekent 2 sec.)

5.5. Een verkort telefoonnummer aan een bepaalde belknop toeschrijven

Na de programmatie van de belknoppen, wordt elke belknop automatisch toegeschreven aa n het telefoontoestel met hetzelfde verkorte nummer :

• knop <00> vormt verkort telefoonnummer <00>

• knop <01> vormt verkort telefoonnummer <01> ... ...

Onafhankelijk is het mogelijk aan elke belknop eender welk verkort nummer toe te schrijven door de volgende programmatie :

< 5 bb TT > TT=verkort nummer, 2 cijfers van 00 t/m 99

6. Andere parameters

De programmatie van de parameters zoals :

• Gespreksduur, oproepsduur

• Parameters in <ontvangst oproep>

• <audio> parameters, ... ...

volgt dezelfde procedures als die beschreven in hoofdstuk II, voor de installaties met één enkele deurpost (zie overzichtstabellen pagina's 13 en 25).

20 - <ALPHA+>

V. Installatie met meerdere uitbreidingsmodules

naar een analoge lijn

-01.04-Vs6

Fig. V.1 Installatie met meersere uitbreidingsmodules

<ALPHA+> - 21

1. Bus

Met het ALPHA+ systeem kunnen uitbreidingsmodules van verschillende types op eenzelfde bus aangesloten worden (fig. IV.1 en IV.2); die modules worden door de centrale module ALPHA+ gecontroleerd :

◊ ALPHA4P : multiplexor 4 deurposten naar ALPHA+

◊ ALPHA4T : multiplexor 4 telefoonlijnen naar 1 lijn

(de lijn van de ALPHA+ of een andere)

ALPHA4C

ALPHA8b

... ...

: multiplexor 4 camera's naar 1 monitor

: uitbreiding 8 belknoppen

De data-bus is compatibel met Flexicom-Control-System®; domotica modules van dezelfde fabrikant < Electronic Design > kunnen er ook op aangesloten worden.

De aansluitingen van de data-bus zijn :

GND BUS (GEMEENSCHAPPELIJK)

BUS (DATA)

+VDC

De uitgang <+VDC OUT> van de centrale ALPHA+ module kan een maximum van 10 modules voeden . Wanneer meer dan 10 modules aangesloten zijn, moet een aparte bus voeding gebruikt worden, zoals <FLAL> van het

Flexicom-Control-System® .

2. Aansluiting van meerdere uitbreidingsmodules van hetzelfde type op de bus :

ALPHA4P, ALPHA4C en ALPHA4T (module nr)

Wanneer meerdere uitbreidingsmodules van hetzelfde type, ALPHA4P,

ALPHA4C of ALPHA4T , op de bus aangesloten zijn, moet het systeem ze kunnen onderscheiden. Een eenvoudige procedure, op de werf te gebruiken, laat toe tot 5 modules van hetzelfde type te onderscheiden :

• Plaats jumper JP1 in positie 1 (PROG.) om te programmeren (fig V.2,

V.3 en V.4)

• Activeer simultaan de 4 knoppen (kanalen) die zich op de behuizing zelf van de module ( ALPHA4P , -4C ou 4T ) bevinden

• Laat los zodra u de relais hoort trillen

• In de 3 sec. :

◊ Voor de 1ste module : geen knop activeren

◊ Voor de 2de module : knop van kanaal <1> activeren

Voor de 3de module : knop van kanaal <2> activeren

Voor de 4de module : knop van kanaal <3> activeren

◊ Voor de 5de module : knop van kanaal <4> activeren

• Plaats jumper JP1 terug in positie 3 (BLCK)

De programmatie voor de 1ste module (van eenzelfde type) is niet nodig, behalve als er een twijfel bestaat (bvb.: indien de module van een andere installatie komt, ... ).

Opmerkingen : alle parameters van de belknoppen worden opgenomen in de centrale module ALPHA+ .

3. Programmatie van de karakteristieken van de belknoppen

Na een <reset>, wordt het verkorte telefoonnummer <00> aan alle belknoppen van de installatie toegekend : alle belknoppen zullen hetzelfde verkorte nummer vormen.

Voor elke belknop moet men de opdrachten bepalen ( leermode : IV en IX)

• Welke deurpost moet geactiveerd worden (HP, micro) - ALPHA4P

• Welke camera moet geactiveerd worden - ALPHA4C

• Welke telefoonlijn moet geactiveerd worden - ALPHA4T

Zie overzichtstabel pagina 25.

22 - <ALPHA+>

-01.04-Vs6

Fig. V.2

ALPHA4P naar ALPHA+ (bus) CONNECTOR <DEURSLOTEN>

(N.O. CONTACTEN)

2A / 24VDC - 1A / 120Vac

SLOT 1

SLOT 2

SLOT 3

SLOT 4

B9-10

B8 B7 B6 B5

P1

ALPHA 4P

P2 P3 P4

BLCK JP1 (PROG.)

3

PROG.

1 1

3

... 1 4 3 2 1

L

Fig. V.3

ALPHA4C

Naar een

TV monitor

SIGNAAL

GEMEENSCHAP.

DEURPOST 1

DEURPOST

2

DEURPOST

3

DEURPOST

4 bus ALPHA+

GND (BUS)

BUS

+12VDC

B9-10

B8 B7 B6 B5

C1

ALPHA 4C

C2 C3 C4

BLCK JP1 (PROG.)

3

PROG.

1 1

3

CAMERA 1

... 1 4 3 2 1

L

CAMERA 2

CAMERA 3

CAMERA 4

<ALPHA+> - 23

Multiplexed

Telefoonlijn bus ALPHA+

GND (BUS)

BUS

+12VDC

B9-10

B8 B7 B6 B5

T1

ALPHA 4T

T2 T3 T4

Fig. V.4

ALPHA4T

BLCK

JP1 (PROG.)

3

PROG.

1

1

3

TEL

LIJN 1

TEL

LIJN 2

TEL

LIJN 3

... 1 4 3 2 1

L

TEL

LIJN 4

3.1. <Prioriteit>, half/full-duplex

Zie IV.5.1-2-3.

Het belknopnummer is gesymboliseerd door bb, 2 cijfers van 00 t/m 99.

< 2 bb 0 > FULL-duplex en NIET-prioritair

< 2 bb 1 > HALF-duplex en NIET-prioritair

< 2 bb 2 > FULL-duplex en prioritair

< 2 bb 3 > HALF-duplex en prioritair

3.2. <Deurslot openingsduur>

Voor elke belknop moet de deurslot openingsduur geprogrammeerd wordt. Het belknopnummer is gesymboliseerd door bb, 2 cijfers van 00 t/ m 99.

< 8 bb dd > dd=duur in sec.

, 2 cijfers van 01 t/m 15

(dd=00 betekent 2 sec.)

3.3. Een <verkort telefoonnummer> aan een bepaalde belknop toeschrijven

Zie IV.5.5.

Het belknopnummer is gesymboliseerd door bb, 2 cijfers van 00 t/m 99.

< 5 bb TT > TT=verkort nummer, 2 cijfers van 00 t/m 99

4. Andere parameters

De programmatie van de parameters zoals :

• Gespreksduur, oproepsduur

• Parameters in <ontvangst oproep>

• <audio> parameters, ... ...

volgt dezelfde procedures als die beschreven in hoofdstuk II (installaties met een ALPHA+ Stand-Alone). Zie overzichtstabellen pagina's 13 en 25.

24 - <ALPHA+>

IN PROGRAMMATIE

MODE GERAKEN :

SW1 in positie <PROG.> (ON)

De ALPHA+ oproepen

De 2 biepen ontvangen (dtmf :

AANTAL BELSIGNALEN

Ontvangst oproep

<4 NN> NN=van 00 t/m 99

* * )

De eventuele toegangscode invoeren

De bevestiging van de code ontvangen

VERKORTE TELEFOON-

NUMMERS Programmatie

<1 TT nnnn nnnn nnnn nn> <ZZ>

Zie tabel op pagina 9

COMMUNICATIEDUUR <6 TT dd> TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd=duur in eenheden , 2 cijfers, 01 t/m 15

OPROEPSDUUR <7 TT dd> TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd=duur in eenheden , 2 cijfers, 01 t/m 15

BELKNOPPEN

LEERMODE

VANAF Nr <00> : < * 9>

1. Activeer 2 x het kanaal van de ALPHA4P module

2. Activeer het kanaal van de ALPHA4C module

3. Activeer het kanaal van de ALPHA4T module

4. Activeer de belknop(pen) waaraan de parameters van punten 1 t/m 3 moeten gekoppeld worden

BELKNOPPEN

HALF/FULL-duplex

PRIORITEIT

<2 bb 0> : FULL-duplex , NIET-prioritair

<2 bb 1> : HALF-duplex , NIET-prioritair

<2 bb 2> : FULL-duplex , PRIORITAIR

<2 bb 3> : HALF-duplex , PRIORITAIR

bb : belknopnummer, 2 cijfers, 00 t/m 99

BELKNOPPEN

VERKORT TELEFOONNr.

<5 bb TT> bb : belknopnummer, 2 cijfers, 00 t/m 99

TT=verkort nr, 2 cijfers, 00 t/m 99

BELKNOPPEN

SLOT OPENINGSDUUR

TOEGANGSCODE

<8 bb dd> bb : belknopnummer, 2 cijfers, 00 t/m 99

dd : duur in sec., 01 t/m15 (00=2 sec.)

<3 0 ABCD> ABCD : code 4 cijfers (0,1,... * en #)

AUDIO < * 1> < ** xyz> : versterk. MiC HALF-duplex, 000 t/m 255

< * 1> < * # xyz> : versterk. LS HALF-duplex, 000 t/m 255

< * 2> < ** xyz> : versterk. MiC FULL-duplex, 000 t/m 255

< * 2> < * # xyz> : versterk. LS FULL-duplex, 000 t/m 255

< * 4> : opnemen naar deurposten

< * 5> : opnemen naar telefoon

< * 6> : beluisteren vd boodschap naar deurposten

< * 7> : beluisteren vd boodschap naar telefoon

BOODSCHAPPEN

VERSCHILLENDE

FUNCTIES

IN GEBRUIK

<

<

<

<

* 0> : communicatie onderbreken

* 1> : HALF-duplex

* 2> : FULL-duplex

<#> : SIMPLEX

** >, < * #> : het deurslot openen

Activatie/deactivatie van de AUTOMATISCHE deurslot opening voor de drukknoppen uitgerust met die functie :

<

<

* 9> : activatie

* 8> : deactivatie

Overzichtstabel : programmatie per telefoon, configuratie met uitbreidingsmodules

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 25

VI. Uitbeidingsmodule ALPHA4C, 4 camera's

1. Bekabeling van de ALPHA4C

Met de ALPHA4C module kan men 4 camera's naar een monitor beheren

(multiplexerend). Hij beschikt over geen slotrelais .

De ALPHA4C module wordt gecontroleerd door de centrale ALPHA+ module via de bus (fig VI.1), met de volgende aansluitingen :

◊ GND BUS

(GEMEEN-

SCHAPPELIJK)

◊ BUS (DATA)

◊ +12VDC

Multiplexed

Telefoonlijn bus ALPHA+

GND (BUS)

BUS

+12VDC

Fig. VI.1

Bekabeling ALPHA4C

B9-10

B8 B7 B6 B5

T1

ALPHA 4T

T2 T3 T4

BLCK

JP1 (PROG.)

3

PROG.

1

1

3

TEL

LIJN 1

TEL

LIJN 2

TEL

LIJN 3

... 1 4 3 2 1

L

TEL

LIJN 4

De uitgang <+VDC OUT> van de centrale ALPHA+ module kan maximum

10 modules voeden .

Wanneer meer dan 10 modules op de bus aangesloten zijn, moet een aparte bus voeding gebruikt worden, zoals de <FLAL> module van het Flexicom-

Control-System® systeem.

2. Aansluiting van meerdere ALPHA4C (module nr) op de bus

Wanneer meerdere ALPHA4C modules op de bus aangesloten zijn, moet het systeem in staat zijn die modules te onderscheiden.

Met een eenvoudige procedure, identiek als deze gebruikt voor de AL-

PHA4P , kan men tot 5 verschillende modules ALPHA4C onderscheiden

(zie hoofdstuk V.2 ).

26 - <ALPHA+>

VII. Uitbreidingsmodule ALPHA4T, 4 telefoonlijnen

1

ALPHA 4T

2 3 4

Bus Flexicom-Control-System®

LS, Micro Deursloten

1

ALPHA 4P

2 3 4

Intern analoog, netlijnen,

...

Naar een analoge lijn

Fig. VII.1 : ALPHA4T – Principiële bekabeling

Naar een

TV monitor

SIGNAAL

GND (BUS)

BUS

+12VDC

Deurposten bus ALPHA+

Fig. VII.2

Bekabeling ALPHA4T

B9-10

B8 B7 B6 B5

C1

ALPHA 4C

C2 C3 C4

BLCK JP1 (PROG.)

3

PROG.

1 1

3

CAMERA 1

... 1 4 3 2 1

CAMERA 2

CAMERA 3

CAMERA 4

L

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 27

1. Bekabeling van de ALPHA4T

Met de ALPHA4T module kan men 4 telefoonlijnen naar één enkele lijn aansluiten (multiplexerend). Die is meestal aangesloten op de telefoonlijn van de

ALPHA+ module.

De ALPHA4T module beschikt over geen slotrelais .

De ALPHA4T module wordt door de centrale ALPHA+ module gecontroleerd, via de bus (fig VII.2), met volgende aansluitingen :

GND BUS (GEMEENSCHAPPELIJK)

BUS (DATA)

+12VDC

De uitgang <+VDC OUT> van de centrale ALPHA+ module kan maximum

10 modules voeden . Indien meer dan 10 modules op de bus aangesloten zijn, moet een aparte bus voeding gebruikt worden, zoals de <FLAL> module van het Flexicom-Control-System® systeem.

2. Aansluiting van meerdere ALPHA4T (module nr) op de bus

Wanneer meerdere ALPHA4T modules op de bus aangesloten zijn, moet het systeem in staat zijn die te onderscheiden.

Met een eenvoudige procedure, identiek aan die gebruikt voor de ALPHA4P , kan men tot 5 verschillende modules ALPHA4T onderscheiden (zie hoofdstuk V.2).

____________________

28 - <ALPHA+>

VIII. Uitbreidingsmodule ALPHA8b, 8 belknoppen

bus ALPHA+

GND (BUS)

BUS

+12VDC

Fig. VIII.1

Bekabeling ALPHA8b

ALPHA8b

GEMEENSCHAPPELIJK BELKNOPPEN

1. Bekabeling van de ALPHA8b

Met de ALPHA8b module kan men 8 belknoppen aansluiten.

De ALPHA8b module beschikt over geen slotrelais .

De ALPHA8b module wordt door de centrale ALPHA+ module gecontroleerd, via de bus (fig VIII.1), met volgende aansluitingen :

GND BUS (GEMEENSCHAPPELIJK)

BUS (DATA)

+12VDC

De uitgang <+VDC OUT> van de centrale ALPHA+ module kan maximum

10 modules voeden . Indien meer dan 10 modules op de bus aangesloten zijn, moet een aparte bus voeding gebruikt worden, zoals de <FLAL> module van het Flexicom-Control-System® systeem.

2. Aansluiting van meerdere ALPHA8b op de bus

Meerdere ALPHA4T modules kunnen op de bus aangesloten zijn zonder speciale procedure : ze zijn al geprogrammeerd (fabrieksinstelling).

3. Programmatie van de belknoppen : Leermode belknoppen

Zie hoofdstuk IX.

____________________

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 29

IX. Programmatie van belknoppen per telefoon in een algemene configuratie met meerdere uitbreidingsmodules

Enkele voorbeelden betreffende de installaties met één enkele uitbreidingsmodule ALPHA4P werden bekeken in hoofdstuk IV. Laat ons nu installaties bekijken met meerdere uitbreidingsmodules van verschillende types : AL-

PHA4P, ALPHA4C, ALPHA4T , ALPHA8b (fig IX.1).

Via de programmatie van de belknoppen, of <Leermode van de belknoppen>, worden aan elke aangesloten belknop verschillende parameters toegekend, zoals :

• Een belknop nummer

• Een verkort nummer

• De te activeren deurpost - ALPHA4P

• De te activeren camera - ALPHA4C

• De te activeren telefoonlijn - ALPHA4T

1. Leermode van de belknoppen : algemene informaties

De leermode van de belknoppen per telefoon heeft 2 functies :

• < * 9> : leermode voor een nieuwe installatie

• < * 8> : leermode om belknoppen aan de al met < meerde installatie te wijzigen of toe te voegen

* 9> geprogram-

Men verlaat de < leermode> via < * 0>, of door in te haken.

Wanneer men in leermode geraakt, beschikt men over 4 minuten programmatie. Telkens men < * 9> of < * 8> vormt, verlengt men de beschikbare programmatietijd met 4 minuten.

In de paragrafen hieronder veronderstelt men dat men zich in

<Programmatie> mode bevindt (zie II.8).

2. Leermode van de belknoppen < * 9 > : nieuwe installatie

Opgelet : de functie < * 9 > herbegint de programmatie vanaf de belknop

<00>, en kan dus de vorige programmatie van de belknoppen uitwissen.

• Vorm < * 9> om in leermode te geraken (fig IX.1)

• 1. Activeer 2x in een korte tijd (600 msec.) het kanaal (knop op de behuizing zelf) van de ALPHA4P module die overeenkomt met de te selecteren deurpost (1) , wacht op de bevestiging door 1 biep

• 2. Activeer het kanaal (knop op de behuizing zelf) van de AL-

PHA4C die (eventueel) geactiveerd moet worden (2)

◊ Bevestiging door 1 biep

• 3. Activeer het kanaal (knop op de behuizing zelf) van de AL-

PHA4T die (eventueel) geactiveerd moet worden (3)

◊ Bevestiging door 1 biep

• 4. Activeer DE BELKNOP(PEN) (4) waaraan de parameters van punten 1, 2 en 3 moeten toegekend worden

◊ Bevestiging door 2 biepen

• Herhaal punten 1 tot en met 4 voor alle belknoppen

• Verlaten : vorm <

Na de functie < * 9> :

* 0> of haak in.

• De belknoppen worden automatisch genummerd vanaf nr <00> : een eventuele vorige programmatie is verloren.

• Elke belknop wordt automatisch toegekend aan het telefoontoestel met hetzelfde verkorte nummer :

• Belknop N° <00> naar telefoon nr <00>

• Belknop N° <01> naar telefoon nr <01> ... ...

• Belknop N° <99> naar telefoon nr <99>

30 - <ALPHA+>

-01.04-Vs6

Fig. IX.1 – Leermode van de belknoppen

<ALPHA+> - 31

Opmerkingen :

◊ Punten 1 t/m 3 niet uitvoeren indien de kanalen niet gewijzigd moeten

◊ worden ten opzichte van de vorige belknop

Punt 2 niet uitvoeren indien geen <camera> kanaal geactiveerd moet

◊ worden

Punt 3 niet uitvoeren indien geen <telefoonlijn> kanaal geactiveerd

◊ moet worden

De betrokken telefoonlijn betreft de ALPHA4T module(s) (en is onafhankelijk van de telefoonlijn van de ALPHA+ )

Door de belknop te activeren (punt 4) valideert men de programmatie van de lijn ( ALPHA4P,-4C,-4T ) ; de volgende lijn is klaar met dezelfde gegevens.

Raad : schrijf eerst op papier de lijst van de belknoppen die geactiveerd moeten worden, en voer dan de leermode uit; op dit manier worden hun nummer en plaats zonder fout genoteerd.

Voorbeeld 1

• P : kanaal van de ALPHA4P module (deurpost), knop op de behuizing

• C : kanaal van de ALPHA4C module (camera), knop op de behuizing

• T : kanaal van de ALPHA4T module (tel. lijn), knop op de behuizing

• b : belknop, ALPHA8b of ALPHA4P module

Men heeft een installatie met 1 module ALHA4P (kanalen P1, P2 en P3) en 7 belknoppen. Men heeft volgende knoppen opeenvolgend geactiveerd :

P1, C1, T1, b1, b2, b3

P1, b4, b5

P2, C2, b6

P3, T2, b7

In de tabel hieronder, komt elke lijn overeen met punten 1 tot en met 4 van de leermode < * 9>.

P

2 x

Activeren

C

P1 C1

T

T1 b b1

-

-

P1

-

-

-

-

-

- b2 b3 b4

- -

P2 C2

-

- b5 b6

P3 - T2 b7

⇒ Automatische toekenning

Commentaar Knop nummer

Verkort nummer

Deurpost P1

Camera C1

Telefoonlijn T1

Idem b1

00 00

Idem b2

Deurpost P1

Geen camera

Geen telefoonlijn

Idem b4

01

02

03

04

05

01

02

03

04

05 Deurpost P2

Camera C2

Geen telefoonlijn

Deurpost P3

Geen camera

Telefoonlijn T2

06 06

32 - <ALPHA+>

Voorbeeld 2

Laat ons een installatie met één enkele uitbreid i n g s m o d u l e A L -

PHA4P bekijken:

• P, ALPHA4P : kanaal van de module

(deurpost), knop op de behuizing

• b : belknoppen

De 4 belknoppen (b1 t/ m b4) behoren tot de module zelf.

Knoppen b1 en b2 zij aan deurpost 1 toegekend (kanaal P1); de 2 andere knoppen, b3 en b4, zijn aan deurpost 3 toegekend (kanaal P3).

De tabel hieronder toont de programmatie van de 4 knoppen.

P1 P2 P3

ALPHA 4P

P4

... 1 4 3 2 1

L b1

DEURPOST 1 b2 b3

DEURPOST 3 b4

P

2 x

P1

-

P3

-

Activeren

C T

-

-

-

-

-

-

-

- b b1 b2 b3 b4

⇒ Automatische toekenning

Commentaar Belknop nummer

Verkort nummer

00 Deurpost 1

Idem b1

Deurpost 3

Idem b3

00

01

02

03

01

02

03

3. Leermode van de belknoppen < * 8> : wijzigingen en toevoegingen

Wanneer de leermode < * 9> uitgevoerd werd, kan men een verbetering of een toevoeging brengen aan de belknoppen via de mode < * 8>.

Het is daarvoor noodzakelijk de positie en het nummer van de reeds geïnstalleerde knoppen te noteren, en voornamelijk van degene die als laatste geïnstalleerd werd.

Met de functie < * 8> kan men zich op de lijn van de te verbeteren knop plaatsen, door die knop te activeren zodra men zich in die functie bevindt.

3.1 Om een belknop te wijzigen (b)

• Vorm < * 8>, zelfs als men zich al in < * 9> bevindt

• Activeer de te wijzigen knop (b)

Men komt op de lijn van die knop (b)

• Punten 1 t/m 3 uitvoeren als voor <

◊ Vorm < * 0> of haak in

* 9>

• NIET EINDIGEN door knop te activeren, maar :

Bij elke verbetering is het nodig de mode te verlaten (om de volgende programmatie lijn niet te wijzigen).

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 33

Voorbeeld 1

Laat ons een installatie met 4 reeds geprogrammeerde knoppen bekijken : b1=nr <00>, b2 =nr <01>, ... b4=nr <03>

Men wil knop b2 verbeteren. Procedure :

• Vorm < * 8>

• Activeer b2

• 1. Activeer 2x het kanaal (knop op behuizing zelf) van de ALPHA4P module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 2. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4C module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 3. Activeer het kanaal (knop op de behuizing zelf) van de ALPHA4T module , wacht op bevestiging : 1 biep

• Eindig door <

Voorbeeld 2

* 0> te vormen of door in te haken

Laat ons een installatie met 4 reeds geprogrammeerde knoppen bekijken : b1=nr <00>, b2 =nr <01>, ... b4=nr <03>

Men wil knoppen b2 en b4 verbeteren.

Procedure :

• Vorm < * 8>

• Activeer b2, men komt op de lijn van b2

• 1. Activeer 2x het kanaal (knop op behuizing zelf) van de ALPHA4P module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 2. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4C module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 3. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4T module , wacht op bevestiging : 1 biep

• Vorm < * 8>

• Activeer b4, men komt op de lijn van b4

• 1. Activeer 2x het kanaal (knop op behuizing zelf) van de ALPHA4P module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 2. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4C module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 3. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4T module , wacht op bevestiging : 1 biep

• Eindig door <

Voorbeeld 3

* 0> te vormen of door in te haken

Laat ons een installatie met 4 reeds geprogrammeerde knoppen bekijken : b1=nr <00>, b2 =nr <01>, ... b4=nr <03>

Men wil knoppen b2 en b3 met dezelfde karakteristieken verbeteren.

Procedure :

• Vorm < * 8>

• Activeer b2, men komt op de lijn van b2

• 1. Activeer 2x het kanaal (knop op behuizing zelf) van de ALPHA4P module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 2. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4C module , wacht op bevestiging : 1 biep

• 3. Activeer het kanaal (knop op behuizing zelf) van de

ALPHA4T module , wacht op bevestiging : 1 biep

• Activeer b2, men komt op de lijn van het volgende knopnummer, met , automatisch, dezelfde data’s.

• Eindig door < * 0> te vormen of door in te haken

34 - <ALPHA+>

3.2. Om nieuwe belknoppen toe te voegen

• Vorm < * 8>, zelfs als men zich al in < * 9> bevindt

• Activeer de laatste reeds geprogrammeerde belknop (noteer de positie en het nummer van de belknoppen in elke leermode )

Men komt op de lijn van de betrokken knop

• Activeer een tweede keer de belknop

Door de belknop te activeren (punt 4) valideert men de programmatie van de lijn ( ALPHA4P,-4C,-4T ) zonder wijziging en bereidt men de volgende lijn met dezelfde data’s voor.

• Voer punten 1 t/m 3 uit als voor < nieuwe belknoppen

* 9> (parag. 2) voor alle

• Eindig door < * 0> te vormen of door in te haken

4. Programmatie van de karakteristieken van de belknoppen

Zodra de belknoppen hun nummer gekregen hebben via de leermode , kan men de programmatie van de andere parameters van de belknoppen uitvoeren, altijd per telefoon : half/full-duplex , prioritair, openingsduur slot, ... een ander verkort nummer toekennen (Zie IV en overzichtstabellen pagina's 13 en 25).

Het knopnummer is gesymboliseerd door bb, 2 cijfers van 00 t/m 99.

4.1. <Prioriteit>, half/full-duplex

Zie IV.5.1-2-3 pagina20.

< 2 bb 0 > FULL-duplex en NIET-prioritair

< 2 bb 1 > HALF-duplex en NIET-prioritair

< 2 bb 2 > FULL-duplex en prioritair

< 2 bb 3 > HALF-duplex en prioritair

4.2. <Deurslot openingsduur>

< 8 bb dd > dd=duur in sec.

, 2 cijfers van 01 t/m 15

(dd=00 betekent 2 sec.)

4.3. Een <verkort telefoonnummer> aan een bepaalde belknop toeschrijven

Zie IV.5.5 pagina20.

< 5 bb TT > TT=verkort nummer, 2 cijfers van 00 t/m 99

5. Andere parameters

De programmatie van de parameters zoals :

• Gespreksduur, oproepsduur

• Parameters in <ontvangst oproep>

• <audio> parameters

• ... volgt dezelfde procedures als die beschreven in hoofdstuk II (installaties met een ALPHA+ Stand-Alone).

Zie overzichtstabellen pagina's 13 en 25.

____________________

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 35

X. Gebruik van de ALPHA+

Om de ALPHA+ in gebruiksmode te plaatsen :

• Plaats SW1 in positie <USE> (OFF) : < Werking >; de led blijft branden

In gebruiksmode, telkens als men een belknop activeert, zendt de ALPHA+ 2 bevestigingsbiepen naar de luidspreker van de deurpost, vóór hij het telefoonnummer vormt :

• Zendt 2 biepen (dtmf ** ) in de luidspreker van de deurpost

• Vormt het telefoonnummer

In ontvangst oproep , zendt de ALPHA+ 2 biepen ( dtmf ** ) naar het telefoontoestel, bij de lijnopname.

Verschillende verrichtingen zijn mogelijk via het telefoontoestel : de deurposten selecteren, het slot activeren, …

1. Selectie van deurpost : < 00 > tot < 99 >

De operator selecteert de deurpost waarmee hij wil communiceren door het overeenkomstige nummer op zijn telefoon te vormen. De nummers van de deurposten gaan van <00> tot <99>, en bevatten altijd 2 cijfers. Hun nummer is verbonden aan het nummer van hun belknoppen.

Bvb : om met de deurpost te communiceren waaraan men belknoppen nr

<01> en <02> toegekend heeft, kan men even goed <01> als <02> vormen.

In het geval van een basisinstallatie met enkel een ALPHA+ module, wordt de selectie van de deurpost natuurlijk overbodig.

2. Activatie van het deurslot – Opening van de deur : < ** >, < * #>

De operator kan het slot activeren dat verbonden is met de deurpost waarmee hij in communicatie is, door < ** > of < * # > op zijn telefoon te vormen. Om een specifiek slot te activeren, moet de operator eerst in communicatie zijn met de betrokken deurpost.

Voorbeeld

• Deurslot 4 activeren wanneer men in communicatie is met deurpost nr <00> :

◊ Vorm <04>, vorm < ** >, terugkomen naar deurpost Nr 0 door

<00> te vormen

3. Communicatie beëindigen : < * 0 >

Wanneer de ALPHA+ module een <inhaak> tonaliteit detecteert (deze tonaliteit is een signaal wiens periode (T) regelmatig is en van 400 tot 1000 msec. gaat), beschouwt hij de communicatie als beëindigd en maakt hij de lijn vrij.

De lijn wordt gewoonlijk vrijgemaakt na 5-6 tonaliteiten.

De operator kan nochtans de communicatie beëindigen door < * 0 > te vormen : in dit geval maakt de ALPHA+ de lijn onmiddellijk vrij, zonder op de

<inhaak> tonaliteit te wachten.

4. Selectie van het communicatiemode : half-duplex, full-duplex of simplex :

< * 1 >, < * 2 > of <#>

De communicatiemode half-duplex of full-duplex wordt door de programmatie bepaald :

• Voor elk belknop

• Voor een telefoonoproep ( ontvangst oproep )

De operator heeft nochtans de mogelijkheid de op dat moment gebruikte communicatiemode te wijzigen om een aanvaardbaar gesprekscomfort aan te bieden, volgens het niveau van het omringende geruis :

36 - <ALPHA+>

• Half-duplex : < * 1 >

• Full-duplex : < * 2

• Simplex : <#>

>

In half duplex mode, werkt de ALPHA + in balans : <degene die het luidst spreekt geeft de richting van de communicatie aan>.

De simplex mode werkt ook in balans, maar de richting van de communicatie wordt via een toets gecontroleerd.

De hiervoor gebruikte telefoontoets is <#> : telkens deze toets geactiveerd wordt, verandert de richting van de communicatie.

In tegenstelling met de 2 andere modes, kan de simplex mode niet geprogrammeerd worden. Hij kan geselecteerd worden (voor het aan de gang zijnde gesprek) in extreme gevallen van zeer luidruchtige omgevingen, zoals het binnenrijden van camions, tractors ,... .

5. De ALPHA+ oproepen van de telefoonlijn ( ontvangst oproep )

Indien men de ALPHA+ oproept vanaf de telefoonlijn ( ALPHA+ in

<ontvangst oproep>), nadat hij de 2 bieps (dtmf ** ) gehoord heeft, moet de correspondent het nummer van de deurpost vormen (2 cijfers) waarmee hij in verbinding wil komen (zie hierboven 1).

In het geval van een basis installatie met enkel een ALPHA+ module, wordt de selectie van de deurpost natuurlijk overbodig .

6. Automatische deurslot opening : aan ( * 9 ) / uit ( * 8 )

Elke drukknop kan geprogrammeerd worden om het correspondende deurslot automatisch te openen in geval van een oproep : functie “bel en kom binnen” . Een dergelijke PROGRAMMATIE dient noodzakelijk via de software ALPROG te gebeuren, maar de functie kan geactiveerd of gedeactiveerd worden via het telefoontoestel van de gebruiker :

• Aan (activatie) : < * 9 >

• Uit (deactivatie) : < * 8>

____________________

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 37

XI. PC Software <ALPROG>

In de installaties met meerdere uitbreidingsmodules ( ALPHA4P , ALPHA4T ,

ALPHA4C , ALPHA8b , domotica, ...) is het sterk aangeraden de programmatie per PC uit te voeren, met de software ALPROG ( Windows® omgeving ) en de RS232 verbinding via de specifieke interface module FLRSP (fig XI.1 en

XI.2).

1. Aansluiting RS232

RS232 Interface

Deurslot

Fig. XI.1 : ALPHA+ - Principiële bekabeling RS232

13.8 VDC

12 Vac

SW1

GND BUS

DATA BUS

+VDC OUT

Werking

1

B3

Programmatie

ALPHA+

B2

1

38 - <ALPHA+>

TEL RJ11

(2 middenstecontacten)

Fig. XI.2 : ALPHA+ - Bekabeling bus

2. PC software : < ALPROG >

Anderzijds kunnen sommige parameters slechts met de software ALPROG geprogrammeerd worden.

De programmatie per PC geeft ook meer comfort en flexibiliteit dan de programmatie per telefoon :

• Ondervraging van de busmodules

• Checken van de geprogrammeerde parameters

• Opslaan op schijf van de gepersonaliseerde programmaties

• Gebruik van standaard programmaties

• ... ...

Voor de ALPHA+ vs 6, gebruik ALPROG vs 1.15 (of hoger).

In de figuren hieronder worden enkele vensters van de software ALPROG kort voorgesteld.

-01.04-Vs6 <ALPHA+> - 39

40 - <ALPHA+>

advertisement

Related manuals

advertisement