Extech Instruments EX320 8 Function Mini MultiMeter Non-Contact Voltage Detector Handleiding


Add to my manuals
15 Pages

advertisement

Extech Instruments EX320 8 Function Mini MultiMeter   Non-Contact Voltage Detector Handleiding | Manualzz

Gebruiksaanwijzing

Mini-multimeter

Met contactloze spanningsdetector (NVC)

Model EX320

Inleiding

Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Extech EX320 Meter. De EX320 bied metingen van AC/DCspanning, AC/DC-stroom, weerstand, diodetest, continuïteit, en contactloze spanningsdetectie. Bij een juist gebruik en goed onderhoud zal deze meter u jarenlang van dienst zijn met betrouwbare metingen.

Veiligheid

WAARSC

VOORZI

MAX

600V

Dit symbool naast een ander symbool, terminal of bedieningselement duidt aan dat de gebruiker de uitleg in de gebruiksaanwijzing dient te raadplegen om persoonlijke verwondingen of schade aan de meter te voorkomen.

Dit WAARSCHUWINGSSYMBOOL geeft een potentieel gevaarlijke toestand aan die, als deze niet vermeden wordt, tot de dood of tot ernstige verwonding kan leiden.

Dit VOORZICHTIGHEIDSSYMBOOL geeft een potentieel gevaarlijke toestand aan die, als deze niet vermeden wordt, schade aan het product kan veroorzaken.

Dit symbool wijst de gebruiker erop dat de zo gemarkeerde terminal(s) niet aangesloten mogen worden op een circuitpunt waar de spanning met betrekking tot de aarding meer dan 600V bedraagt.

Dit symbool naast één of meerdere terminals geeft aan dat deze terminals bijzonder gevaarlijke spanningen kunnen bevatten bij normaal gebruik. Voor optimale veiligheid mogen de meter en de testsnoeren niet gebruikt worden wanneer deze terminals onder spanning staan.

Dit symbool duidt aan dat een apparaat integraal beveiligd is door middel van dubbele of versterkte isolatie.

2 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

Deze meter is ontworpen om veilig gebruikt te kunnen worden. Toch moet u de grootste voorzichtigheid in acht nemen.

De onderstaande aanwijzing moeten nauwkeurig opgevolgd worden voor de grootst mogelijke veiligheid.

Veiligheidsgrenzen invoer

V DC or V AC mA AC/DC

A AC/DC

Resistance, Diode Test, Continuity

600V AC en DC

500mA DC/AC

10A DC/AC (max. 30 seconden lang om de 15 minuten)

250V DC/AC

2. WEES BIJZONDER VOORZICHTIG wanneer u met hoge spanningen werkt.

3. Meet de spanning NIET wanneer de spanning op de "COM"-ingang groter is dan 600V t.o.v de aarde.

4. Sluit de testsnoeren NOOIT aan boven een spanningsbron terwijl de functieschakelaar in de stroom-, weerstand- of diodemodus staat. Dit kan de meter beschadigen. een weerstand- of diodetest uitvoert. zekering of de batterijen te vervangen.

7. Gebruik de meter NOOIT zonder dat de klep aan de achterzijde en de kleppen van de batterij- en zekeringscompartementen op hun plaats zitten en goed bevestigd zijn.

8. Als dit apparaat gebruikt wordt op een manier die niet door de fabrikant aanbevolen wordt, kan de beveiliging van de apparatuur beschadigd raken.

3 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

VOORZICHTIG

 Onjuist gebruik van deze meter kan schade, electrische schokken, verwonding of dood veroorzaken.

 Zorg dat u deze gebruiksaanwijzing goed leest en begrijpt voordat u de meter in gebruik neemt.

 Verwijder altijd de testsnoeren vordat u de batterijen of zekeringen vervangt.

 Controleer de testsnoeren en de meter op tekenen van beschadiging voordat u de meter in gebruik neemt.

 Waarschuwing! Het betreft hier een klasse A apparaat. Dit apparaat kan in een woonomgeving radiostoringen veroorzaken; in dat geval kan van de gebruiker ervan worden geëist, passende maatregelen te treffen om het apparaat te ontstoren.

 Wees bijzonder voorzichtig wanneer u metingen verricht bij spanningen hoger dan 25VAC of

35VDC. Bij deze spanningen bestaat het gevaar op elektrische schokken.

 Ontlaad altijd de condensators en sluit de stroom af van het apparaat dat u wilt testen voordat u diode-, weerstand of continuïteitstesten uitvoert .

 Spanningsmetingen op elektrische stopcontacten kunnen moeilijk en misleidend zijn omdat het niet altijd zeker is dat de diepliggende contacten aangeraakt worden. U moet in dit geval op een andere manier nagaan dat er geen stroom op de terminals staat.

 Als dit apparaat gebruikt wordt op een manier die niet door de fabrikant aanbevolen wordt, kan de beveiliging van de apparatuur beschadigd raken.

 Dit apparaat is geen speelgoed en moet buiten bereik van kinderen gehouden worden. Het bevat gevaarlijke voorwerpen en kleine onderdelen dat kinderen kunnen inslikken.

 Als een onderdeel door een kind ingeslikt wordt, bel dan onmiddellijk de dokter.

 Laat batterijen en verpakkingsmateriaal niet rondslingeren; deze kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen als zij ermee gaan spelen.

 Als u dit apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterijen om te voorkomen dat deze gaan lekken. Oude of beschadigde batterijen kunnen verbrandingen veroorzaken als ze in contact komen met de huid.

 Gebruik in deze gevallen daarom altijd geschikte handschoenen.

 Let op dat de batterijen geen kortsluiting genereren.

4 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

Bedieningstoetsen en ingangen

3. LCD-scherm

5. MODE-toets

7. Functie-draaiknop

8. 10 ampere testsnoeringang

10. Testsnoeringang voor spanning, milli-amp, micro-amp, weerstand

11. RANGE-toets

7

8

12. HOLD-toets

13. Rubberen beschermingshoes (moet verwijderd worden om het batterijvak aan de achterkant te kunnen bereiken.)

4

5

6

Display Symbols and Annunciators

1

2

3

9

13

12

11

10

AC Wisselstroom

DC Gelijkstroom

•))) Continuïteit

Diodetest

Status batterij

A Ampère

 Ohm

V Volt

5 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

Bedieningsinstructies

WAARSCHUWING: Risico op elektrische schokken. Hoogspanningscircuits, zowel AC als DC, zijn erg gevaarlijk en moeten met grote voorzichtigheid gemeten worden.

1. Draai ALTIJD de functieschakelaar op de UIT-stand wanneer de meter niet in gebruik is.

2. Druk op de HOLD-toets om de aflezing op het scherm vast te zetten.

OPMERKING: Bij sommige lage AC en DC spanningsbereiken, als de testsnoeren niet aangesloten zijn op een apparaat, kan het scherm een willekeurige, veranderlijke aflezing tonen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt door de hoge ingangsgevoeligheid. De aflezing stabiliseert en geeft een correcte meting wanneer het apparaat aangesloten wordt op een circuit.

CONTACTLOZE WISSELSPANNINGSDETECTOR

De EX310 kan de aanwezigheid van wisselspanning (van 100 tot 600VAC) eenvoudig meten door het apparaat vlakbij een spanningsbron te houden.

WAARSCHUWING: Probeer de wisselspanningsdetector voor elk gebruik uit op een circuit waarvan u weet dat er spanning op staat.

WAARSCHUWING: Controleer voordat u de meter in de wisselspanningsdetector-modus gebruikt dat de batterij vol is, door te kijken of er tekens op het scherm verschijnen wanneer de functie-draaiknop op een willekeurige stand gezet wordt. Probeer de meter niet als wisselspanningsdetector te gebruiken als de batterij leeg is of niet goed functioneert.

De NCV-functie werkt in elke stand van de draaiknop.

1. Probeer de detector voor gebruik uit op een circuit waarvan u weet dat er spanning op staat.

2. Houd tijdens de test de NCV-toets ingedrukt. De meter piept één keer wanneer de toets ingedrukt wordt.

3. Houd de bovenkant van de meter heel dichtbij de spanningsbron, zoals in het voorbeeld.

4. Als er spanning aanwezig is, licht de rand van het LCD-scherm feloranje op en knippert, terwijl er een waarschuwingssignaal klinkt.

6 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

WISSELSPANNINGSMETINGEN (AC)

WAARSCHUWING: Risico op electrische schokken. e testpunten zijn mogelijk niet lang genoeg om de delen waar spanning op staat in sommige 240V stopcontacten aan te raken, omdat de contactpunten te diep in het stopcontact gelegen zijn. Daarom kan het zijn dat het apparaat een voltage van 0 volt aangeeft terwijl er wel spanning op het stopcontact staat. Controleer dat de testpunten de metalen contacten binnenin het stopcontact aanraken voordat u aanneemt dat er geen spanning aanwezig is.

VOORZICHTIG: Meet geen wisselspanningen wanneer er een motor op het circuit AAN of UIT wordt geschakeld. Er kunnen zich hoge spanningspieken voordoen die de meter kunnen beschadigen.

1. Zet de functieschakelaar op de VAC-stand.

2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang. Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve V-ingang.

3. Raak met de zwarte testpunt de neutrale kant van het circuit aan.

4. Raak met de rode testpunt de “warme” kant van het circuit aan.

5. Lees de spanning af van het scherm.

GELIJKSPANNINGSMETINGEN (DC)

VOORZICHTIG: Meet geen gelijkspanningen wanneer er een motor op het circuit AAN of UIT wordt geschakeld. Er kunnen zich hoge spanningspieken voordoen die de meter kunnen beschadigen.

1. Zet de functieschakelaar op de VCD-stand.

2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang. Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve V-ingang.

3. Raak met de zwarte testpunt de negatieve kant van het circuit aan. Raak met de rode testpunt de positieve kant van het circuit aan.

4. Lees de spanning af van het scherm.

7 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

WISSELSTROOM/GELIJKSTROOMMETINGEN (AC/DC)

VOORZICHTIG: Meet geen stroom op de 10 Amp-schaal gedurende langer dan 30 seconden.

Het overschrijden van deze 30 seconden kan schade aan de meter en/of de testsnoeren veroorzaken.

1. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang.

2. Voor stroommetingen tot aan 4000µ zet u de functieschakelaar op de µA-stand en steekt u de banaanstekker van het rode testsnoer in de µA/mA-ingang.

3. Voor stroommetingen tot aan 400mA zet u de functieschakelaar op de mA-stand en steekt u de banaanstekker van het rode testsnoer in de µA/mA-ingang.

4. Voor stroommetingen tot aan 10A zet u de functieschakelaar op de 10A-stand en steekt u de banaanstekker van het rode testsnoer in de 10A-ingang.

5. Gebruik de MODE-toets om wisselstroom (AC) of gelijkstroom (DC) te kiezen. Het scherm toont uw keuze.

6. Schakel de stroom naar het te meten circuit uit, en open vervolgens het circuit op het punt waar u de stroom wenst te meten.

7. Raak met de zwarte testpunt de negatieve kant van het circuit aan. Raak met de rode testpunt de positieve kant van het circuit aan.

8. Zet het circuit onder stroom.

9. Lees de stroom af op het scherm.

8 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

WEERSTANDSMETINGEN

WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te voorkomen schakelt u de stroom op het apparaat dat u wilt meten uit en ontlaad u alle condensators voordat u een weerstandsmeting uitvoert. Verwijder de batterijen en trek de kabels uit het stopcontact.

1. Zet de functieschakelaar op de -stand.

2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang.

Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve  ingang.

3. Raak met de testpunten het circuit dat u wilt meten aan. Het is het beste om één kant van het te meten circuit uit te schakelen, zodat de rest van het circuit de weerstandstest niet hindert.

4. Lees de weerstand af op het scherm.

CONTINUÏTEITSTEST

WAARSCHUWING: Meet nooit de continuïteit van circuits of draden die onder spanning staan, om elektrische schokken te voorkomen.

1. Zet de functieschakelaar op de positie.

2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang.

3. Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve  ingang.

4. Druk op de MODE-toets totdat het icoon op het scherm verschijnt.

5. Raak met de testpunten het circuit of de draad die u wilt testen aan.

6. Als de weerstand minder is dan ongeveer 100 , klinkt er een geluidssignaal. Als het circuit open is verschijnt de aanduiding "OL" op het scherm.

9 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

DIODETEST

1. Zet de functieschakelaar op de positie.

2. Steek de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve COM-ingang. Steek de banaanstekker van het rode testsnoer in de positieve ingang.

3. Druk op de MODE-toets totdat het icoon op het scherm verschijnt.

4. Raak met de testpunten de diode die u wilt testen aan. De doorlaatspanning bedraagt meestal 0.400 tot 0.700V. Bij sperspanning wordt meestal “OL” aangegeven. Kortgesloten apparaten geven een waarde van rond de OV aan en open apparaten geven "OL" aan in beide polariteiten.

AUTOMATISCHE/HANDMATIGE BEREIKKEUZE

Wanneer de meter voor de eerste keer ingeschakeld wordt, wordt hij automatisch in de automatische bereikkeuze-modus gezet. Deze stand selecteert automatisch het beste bereik voor de metingen die uitgevoerd worden, en is over het algemeen de beste stand voor de meeste metingen. Volg de volgende aanwijzingen op voor metingen waarvoor het bereik handmatig ingesteld moet worden:

1. Druk op de RANGE-toets. De AUTO-indicator verdwijnt van het scherm.

2. Druk op RANGE totdat u het gewenste bereik kunt selecteren.

3. Om de handmatige bereikkeuze-modus uit te zetten en terug te keren naar de automatische bereikkeuze, houdt u de RANGE-toets 2 seconden lang ingedrukt.

MAX-MODUS

Druk op de MAX-toets (Het MAX-icoon verschijn op het LCD-scherm). De meter toont nu alleen de hoogste waarde tijdens een meting. Steeds wanneer er een hogere waarde waargenomen wordt, verandert de aflezing op het scherm. Druk weer op de MAX-toets om deze modus uit te zetten.

AUTOMATISCH UITSCHAKELEN

De meter schakelt automatisch uit na 15 minuten inactiviteit. Dit bespaart de energie van de batterijen.

Om de meter aan te zetten nadat hij automatisch is uitgeschakeld, zet u de draaiknop op OFF en dan terug op de gewenste instelling.

10 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

Onderhoud

WAARSCHUWING: Koppel de testsnoeren los van spanningsbronnen voordat u de klep aan de achterzijde of de kleppen van de batterij- en zekeringscompartementen verwijdert, om elektrische schokken te voorkomen.

WAARSCHUWING: Gebruik de meter niet totdat de kleppen van de batterij- en zekeringscompartementen op hun plaats zitten en goed bevestigd zijn.

Deze Multimeter is ontworpen om u jarenlang van dienst te zijn met betrouwbare metingen, als u de volgende onderhoudsinstructies opvolgt:

1. HOUD DE METER DROOG. Droog het apparaat onmiddellijk af als het nat wordt.

2. GEBRUIK EN BEWAAR DE METER BIJ NORMALE TEMPERATUREN. Extreme temperaturen kunnen de levensduur van de elektronische onderdelen verkorten en kunnen de plastic onderdelen doen vervormen of smelten.

3. GEBRUIK DE METER VOORZICHTIG EN ZORGVULDIG. Als u de meter laat vallen kunnen de elektronische onderdelen of de behuizing beschadigd raken.

4. HOUD DE METER SCHOON. Maak de buitenkant regelmatig schoon met een vochtige doek.

Gebruik GEEN chemicaliën, oplosmiddelen of schoonmaakmiddelen.

5. GEBRUIK ALLEEN NIEUWE BATTERIJEN VAN HET AANBEVOLEN FORMAAT EN TYPE.

Verwijder oude of lege batterijen zodat ze niet gaan lekken en het apparaat beschadigen.

6. ALS DE METER VOOR LANGERE TIJD OPGESLAGEN WORDT, moeten de batterijen verwijderd worden om schade aan het product te voorkomen.

11 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

BTTERIJPLAATSING en INDICATIE VAN LEGE BATTERIJEN

WAARSCHUWING: Ontkoppel de testsnoeren van spaningsbronnen voordat u de klep van het batterijcompartement verwijdert, om elektrische schokken te voorkomen.

Indicatie van lege batterijen

Wanneer de batterij leegraakt verschijnt het icoon in de linkerbenedenhoek van het

scherm. Vervang de batterij wanneer dit icoon verschijnt.

VERVANGING BATTERIJ

1. Koppel de testsnoeren los van de meter.

2. Verwijder de rubberen beschermhoes zoals getoond in het diagram.

3. Verwijder de kruiskopschroef aan de achterkant van het instrument.

4. Open het klepje van het zekerings/batterijcompartement om de batterijen te kunnen vervangen.

5. Verwijder de batterijen voorzichtig en plaats twee nieuwe 1.5V ‘AAA’ batterijen. Houd daarbij rekening met de polariteiten.

6. Sluit het klepje van het zekerings/batterijcompartement goed af.

7. Plaats de rubberen beschermhoes weer op de meter.

Niemals verbrauchte Batterien oder Akkus in den Hausmüll.

Als Verbraucher werden die Benutzer gesetzlich verpflichtet, gebrauchte Batterien entsprechenden Sammelstellen, der Einzelhandel, wo die Batterien gekauft wurden, oder dort, wo Batterien verkauft werden nehmen.Entsorgung: Nicht dieses Instrument verfügen in den Hausmüll. Der Benutzer ist verpflichtet, end-of-life-Geräte an einer dafür vorgesehenen Sammelstelle zur Entsorgung von elektrischen und elektronischen Geräten zu nehmen.

Andere Battery Safety Reminders o Batterien niemals in ein Feuer. Akkus können explodieren oder auslaufen. o Niemals Akkutypen. Immer neue Batterien des gleichen Typs

WAARSCHUWING: Gebruik de meter niet totdat de klep van het batterij-compartement op zijn plaats zit en goed bevestigd is.

2. Meter

3. Batterij

4. Zekeringen

12 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

VERVANGING ZEKERINGEN

WAARSCHUWING: Ontkoppel de testsnoeren van spaningsbronnen voordat u de klep van het zekeringscompartement verwijdert, om elektrische schokken te voorkomen.

1. Koppel de testsnoeren los van de meter.

2. Verwijder de rubberen beschermhoes zoals getoond in het diagram.

3. Verwijder de kruiskopschroef aan de achterkant van het instrument.

4. Open het klepje van het zekerings/batterijcompartement om de zekeringen te kunnen vervangen.

5. Verwijder de zekering(en) voorzichtig en plaats de nieuwe zekering(en) in de houder(s).

6. Gebruik altijd zekeringen van het juiste formaat en met de juiste waarde (200mA/250V snelsmeltzekering voor de mA / µA bereiken, 10A/250V snelsmeltzekering voor het A bereik).

Beide zekeringen 5x20mm in grootte.

7. Sluit de klep van het zekering/batterij-compartement goed af.

8. Plaats de rubberen beschermhoes weer terug op de meter.

13 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

Specificaties

Contactloze wisselspanningsdetector

Gelijkspanning

(V DC)

Wisselspanning

(V AC)

(50 / 60Hz)

Gelijkstroom

(A DC)

Wisselstroom

(A AC)

(50 / 60Hz)

Weerstand

100 tot

600VAC

Resolutie & nauwkeurigheid zijn niet van toepassing omdat de meter in deze modus de spanning niet toont. De lamp bovenaan het scherm van de meter knippert wanneer er spanning waargenomen wordt, en er klinkt een geluidssignaal.

200mV 0.1mV (0.5% aflezing + 2 digits)

2V 0.001V

20V 0.01V (1.0% aflezing + 2 digits)

200V 0.1V

600V 1V

200mV 0.1mV

(1.5% aflezing + 2 digits)

(1.0% aflezing + 30 digits)

2V 0.001mV

20V 0.01V (1.5% aflezing + 3 digits)

200V 0.1V

600V 1V (2.0% aflezing + 4 digits

200 A 0.1A

2000 A 1 A

(1.0% aflezing + 3 digits)

20mA 0.01mA (1.5% aflezing + 3 digits)

200mA 0.1mA

10A 0.01A (2.5% aflezing + 5 digits)

200 A 0.1A (1.5% aflezing + 5 digits)

2000 A 1 A

20mA 0.01mA (1.8% aflezing + 5 digits)

200mA 0.1mA

10A 0.01A (3.0% aflezing + 7 digits)

200  0.1

2k  1 

(1.2% aflezing + 4 digits)

20k  0.01k

200k  0.1k

2M  0.001M

20M  0.01M

(1.2% aflezing + 2 digits)

(2.0% aflezing + 3 digits)

OPMERKING:

Nauwkeurigheidsspecificaties bestaan uit twee onderdelen:

 (% aflezing) - Dit is de nauwkeurigheid van het meetcircuit.

 (+ digits) - Dit is de nauwkeurigheid van de analoog-digitaalomzetter.

De nauwkeurigheid wordt weergeven voor een bereik van 18oC tot 28oC (65oF tot 83oF) en minder dan 75% RH.

14 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

Algemene specificaties

Diodetest Teststroom: max. 0.3mA, open spanningscircuit: typisch 1.5V DC.

Continuïteitstest Er klinkt een geluidssignaal als de weerstand minder dan 100  is.

Ingangsimpedantie 10MΩ (VDC & VAC)

ACV-bandbreedte

Scherm

Indicatie overschrijding

bereik Voor alle functies wordt “OL” weergegeven

Automatische uitschakelfunctie

Polariteit

Meetsnelheid

50 / 60Hz

2000 tellingen (0 tot 1999 digits) LCD-scherm met schermverlichting

Na (ongeveer) 15 minuten inactiviteit

Geen indicatie voor positief; min (-) teken voor negatief

2 keer per seconde, nominaal

Indicatie lage spanning batterij

Batterij

Zekeringen

wordt weergegeven als de spanning van de batterij te laag wordt

Twee (2) 1.5V ‘AAA’ batterijen mA, µA bereiken: 200mA/250V snelsmeltende zekering;

’A’ bereik: 10A/250V snelsmeltende zekering;

Beide zekeringen 5x20mm in grootte

Bedrijfstemperatuur 0ºC tot 50ºC (32ºF tot 122ºF)

Bewaartemperatuur -20 o C tot 60 o C (-4 o F tot 140 o F)

Luchtvochtigheid bij gebruik

Luchtvochtigheid bij opslag

Gebruiks hoogte

Gewicht

Afmetingen

Goedkeuringen

Veiligheid

<70% RH

<80% RH

Max. 2000 meter (7000ft)

260g (9.17 oz) (inclusief hoezen).

147 x 76 x 42mm (5.8” x 2.9” x 1.6”) (inclusief hoezen)

CE

Deze meter is bedoeld voor gebruik binnenshuis en wordt beveiligd door dubbele isolatie volgens EN61010-1 en IEC61010-1 2 de Uitgave (2001) tot

Categorie IV 600V en Categorie III 1000V; Vervuilingsgraad 2. The meter voldoet ook aan UL 61010-1, 2e Editie (2004), CAN/CSA C22.2 No. 61010-1

2e Edititie (2004), en UL 61010B-2-031, 1e Editie (2003)

OVERSPANNINGSCATEGORIE VOLGENS IEC1010

OVERSPANNINGSCATEGORIE l

Apparatuur van OVERSPANNINGSCATEGORIE l is geschikt voor aansluiting aan circuits waarbij maatregelen zijn genomen om de overspanningen tot een laag niveau te beperken.

Opmerking – Voorbeelden hiervan zijn beveiligde elektronische circuits.

OVERSPANNINGSCATEGORIE II

Apparatuur van OVERSPANNINGSCATEGORIE II is energieverbruikende apparatuur die van stroom voorzien worden door de vaste stroomvoorziening.

Opmerking – Voorbeelden hiervan zijn huishoudelijke apparaten, kantoor- en laboratoriumapparatuur

OVERSPANNINGSCATEGORIE III

Apparatuur van OVERSPANNINGSCATEGORIE III is apparatuur in de vaste stroomvoorziening.

Opmerking - Voorbeelden hiervan zijn schakelaars van de vaste stroomvoorziening en sommige apparaten voor industrieel gebruik met een permanente aansluiting aan de vaste stroomvoorziening.

OVERSPANNINGSCATEGORIE IV

Apparatuur van OVERSPANNINGSCATEGORIE IV zijn bedoeld voor gebruik aan de stroombron.

Opmerking - Voorbeelden hiervan zijn elektriciteitsmeters en apparatuur met primaire overspanningsbeveiliging.

Kopierecht © 2014‐2015 FLIR Systems, Inc. 

Alle rechten voorbehouden met inbegrip van de volledige of gedeeltelijke reproductie in gelijk welke vorm. 

ISO‐9001 Certified 

www.extech.com 

15 EX320-nl-NL_V5.5 4/15

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement