Rosemount 3100 3101, 3102, 3105 vloeistofniveautransmitter Snelstartgids

Rosemount 3100 3101, 3102, 3105 vloeistofniveautransmitter Snelstartgids

Hieronder vindt u beknopte informatie voor vloeistofniveautransmitter 3100 3101, vloeistofniveautransmitter 3100 3102, vloeistofniveautransmitter 3100 3105. De Rosemount 3100-serie zijn 4–20 mA-niveautransmitters met kringvoeding, ontworpen voor continue vloeistofniveaumeting in tanks of open stromingskanalen. De transmitters kunnen direct op het besturingssysteem van de installatie worden aangesloten of worden gebruikt met een Rosemount 3490-serie regeleenheid voor programmeerbare regelfuncties. De Rosemount 3105 kan in een explosiegevaarlijke omgeving worden geïnstalleerd als hij via een beschermde voeding wordt gevoed.

advertisement

Assistant Bot

Need help? Our chatbot has already read the manual and is ready to assist you. Feel free to ask any questions about the device, but providing details will make the conversation more productive.

Rosemount 3100 3101, 3102, 3105 vloeistofniveautransmitter Snelstartgids | Manualzz
Snelstartgids
00825-0111-4840, Rev CA
Februari 2013
Rosemount 3101, 3102 en 3105
ultrasone vloeistofniveautransmitters
Snelstartgids
Maart 2013
MEDEDELING
Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de ultrasone niveautransmitters
3101, 3102 en 3105. De gids bevat geen gedetailleerde instructies voor configuratie,
diagnostiek, reparatie, onderhoud, probleemoplossing of installatie. Raadpleeg
naslaghandleiding 00809-0100-4840 voor nadere instructies. Deze handleidingen
zijn op www.rosemount.com ook in digitale vorm beschikbaar.
WAARSCHUWING
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn
De Rosemount 3101, Rosemount 3102 en Rosemount 3105 zijn ultrasone
vloeistofniveautransmitters. Ze mogen uitsluitend worden geïnstalleerd en aangesloten,
in gebruik worden genomen en worden gebruikt en onderhouden door daartoe opgeleid
personeel dat daarbij de eventueel geldende landelijke en plaatselijke voorschriften in acht
neemt
„ Gebruik de apparatuur uitsluitend volgens de specificaties. Als u dit niet doet, zal de
apparatuur mogelijk minder bescherming bieden
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
„ Bij installatie van de transmitters in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende
plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden
gevolgd. Raadpleeg de paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in
verband met een veilige installatie
„ Controleer voordat u een veldcommunicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer
of de instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en
niet-vonkende veldbedrading
„ Controleer of de bedrijfsatmosfeer van de transmitter overeenstemt met de
desbetreffende certificeringen voor explosiegevaarlijke zones
De buitenkant kan heet zijn
„ Wees voorzichtig om brandwonden te voorkomen
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
„ Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt
„ Draai de procesaansluitingen niet los en verwijder ze niet terwijl de transmitter in gebruik is
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
„ Zorg dat er geen stroom op de transmitter staat bij het maken van aansluitingen
„ Als de vloeistofniveauschakelaar in een omgeving met hoge spanning wordt geïnstalleerd
en er zich een storing of installatiefout voordoet, kan er hoge spanning op de draden en de
aansluitklemmen staan
„
2
Maart 2013
Snelstartgids
De Rosemount 3101, 3102 en 3105
De 3101, 3102 en 3105 zijn niveautransmitters op 4–20 mA met kringvoeding,
ontworpen voor continue vloeistofniveaumeting in tanks of open stromingskanalen.
De transmitters kunnen direct op het besturingssysteem van de installatie worden
aangesloten of worden gebruikt met een Rosemount 3490-serie regeleenheid voor
programmeerbare regelfuncties. De Rosemount 3105 kan in een explosiegevaarlijke
omgeving worden geïnstalleerd als hij via een beschermde voeding wordt gevoed.
Werkingsprincipe
De transmitter is ontworpen voor montage boven een vloeistof en meet met gebruik
van ultrasone golven continu de afstand tot het vloeistofoppervlak. De door een
microprocessor geregelde elektronica berekent de afstand tot het vloeistofniveau op
basis van de tijd die verstrijkt tussen het verzenden en ontvangen van de signalen.
Als de bodemreferentiewaarde voor de toepassing – meestal de bodem van een tank
(Afbeelding 1) – is geprogrammeerd, berekent de transmitter de diepte (het niveau)
van de vloeistof en verzendt hij deze niveau-informatie als een 4–20mA-signaal (en als
digitaal HART®-signaal bij de 3102 en 3105).
De 3101 meet alleen het niveau. De 3102 en 3105 kunnen de afstand tot het
oppervlak, de inhoud (het volume) en de stroming in een open kanaal berekenen
en het resultaat als 4–20mA-signaal en als digitaal HART-signaal verzenden.
De geselecteerde meetwaarde wordt op een lcd-scherm in de behuizing weergegeven.
De programmering geschiedt via integrale drukknoppen in de behuizing (alle
modellen) of door communicatie op afstand via HART (alleen op de 3102 en de 3105).
Afbeelding 1. Gebruikelijke toepassing
Opmerking: HART is beschikbaar op de
Rosemount 3102 en de Rosemount 3105
A
B
G
C
D
20 mA
E
D
E
F
4 mA
A. Transmitter Rosemount 3100-serie
B. Rosemount 3490-serie regeleenheid
C. 4–20mA-signaal
D. Relais
E. Pomp
F. Referentiewaarde bodem
G. 4–20mA- en HART-signaal
3
Snelstartgids
Maart 2013
Aandachtspunten vóór installatie
De Rosemount 3100-serie kan worden gebruikt voor niveau- en volumemetingen in
open en gesloten tanks of voor meting van de stroming in een open kanaal.
De transmitteruitvoering met de met glas gevulde nylonbehuizing moet worden
geïnstalleerd op een plaats waar deze beschermd is tegen ultraviolette straling om
aantasting van de gebruikte kunststof op lange termijn te voorkomen; m.a.w. de
transmitter moet tegen direct zonlicht worden beschermd.
Opmerking
„
Zie tevens “Productcertificeringen” op pagina 23 voor speciale voorwaarden
voor veilig gebruik
Veiligheidsoverwegingen
1. De installatie moet worden verricht door daartoe opgeleid personeel volgens de
plaatselijk van toepassing zijnde regelgeving.
2. Als de apparatuur gemakkelijk in contact kan komen met bijtende stoffen is het de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende maatregelen te treffen die
voorkomen dat de werking wordt aangetast en zo te garanderen dat het
beschermingstype geldig blijft.
Bijtende stoffen zijn zuurhoudende vloeistoffen of gassen die metaal kunnen
aantasten of oplosmiddelen die polymeren kunnen aantasten.
Passende voorzorgsmaatregelen omvatten regelmatige controles als onderdeel van
routinematig uitgevoerde inspecties of het aan de hand van hetmateriaalgegevensblad vaststellen dat de apparatuur bestand is tegen specifieke chemische stoffen.
3. De apparatuur mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd; geen
oplosmiddelen gebruiken.
4. De apparatuur is niet bedoeld om door de gebruiker te worden gerepareerd en
dient door een gelijkwaardige, gecertificeerd apparaat te worden vervangen.
Reparaties mogen uitsluitend door de fabrikant of een daartoe bevoegde
reparateur worden verricht.
5. De transmitter is dubbel geïsoleerd zodat aarding niet vereist is. De kabelafscherming hoeft slechts aan één kant te worden aangesloten op een geschikt aardpunt
(zie “De kabel(s) op de transmitter aansluiten” op pagina 6).
6. Als de apparatuur wordt gebruikt op een manier die niet door de fabrikant wordt
vermeld, kan dat betekenen dat de door de apparatuur geboden bescherming niet
wordt geleverd.
7. Om te zorgen voor elektromagnetische compatibiliteit mag dit product in geen
van de lidstaten van de EU worden geïnstalleerd in een woonomgeving.
Opmerking
„
4
Installatie van de transmitter vlakbij een bron van elektrische ruis, zoals een
aandrijving met variabel toerental of ander krachtig elektrisch apparaat,
wordt niet aanbevolen.
Maart 2013
Snelstartgids
Aandachtspunten met betrekking tot het milieu
1. De Rosemount 3105-transmitter heeft de goedkeuring Intrinsiek veilig
(intrinsically safe; IS) voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving.
2. De 3101, 3102 en 3105 zijn ontworpen voor installatie in open of gesloten tanks.
Ze zijn weerbestendig en beschermd tegen het binnendringen van stof.
3. Installeer de transmitters niet vlakbij warmtebronnen.
Afbeelding 2. Aandachtspunten met betrekking tot het milieu
OK
OK
OK
OK
OK
OK
Aandachtspunten voor montage
1. Monteer de transmitter boven de vloeistof met de meegeleverde schroefdraad
van 2 inch, maar niet dichter dan 0,3 m (12 inch) boven het oppervlak. De
transmitter kan geen vloeistofoppervlak detecteren dat minder dan 0,3 m
(12 inch) van het meetvlak van de transmitter is verwijderd.
2. De transmitter moet verticaal worden gemonteerd om een goede echo van het
vloeistofoppervlak te ontvangen. De halve hoek van de bundel is 6 graden (zie
Afbeelding 7 op pagina 10).
3. Obstructies in de tank of put kunnen een echo veroorzaken die kan worden verward
met de echo van het vloeistofoppervlak. Obstructies binnen de bundelhoek
veroorzaken een sterke valse echo. Waar mogelijk moet de transmitter zo worden
geplaatst dat valse echo’s worden vermeden.
4. Om detectie van ongewenste voorwerpen in de tank of put te vermijden,
wordt aangeraden om een zijwaartse afstand van ten minste 11 cm per meter
(1.3 inch per ft) tussen de middellijn van de transmitter en de obstructie aan te
houden (Afbeelding 7 op pagina 10).
5. Als de transmitter vlak bij de zijwand van de tank of put wordt gemonteerd en
deze wand glad is en geen uitsteeksels heeft, zullen er geen valse echo’s ontstaan.
De sterkte van de echo wordt echter wel kleiner. Het verdient aanbeveling om de
transmitter niet dichter dan 0,3 m (12 inch) bij de wand te monteren om een grote
afname van de sterkte van de echo te voorkomen.
6. Als de transmitter wordt gemonteerd in een gesloten tank met koepelvormige
bovenkant mag de transmitter niet in het midden van de tankkoepel worden
gemonteerd omdat deze als parabolische reflector kan werken en ongewenste
echo’s kan veroorzaken.
7. Vermijd toepassingen waar zich veel condensatie op de voorkant van de
transmitter kan afzetten.
5
Snelstartgids
Maart 2013
8. Als de transmitter wordt gemonteerd in een afstandsstuk of aansluitstuk moet het
meetvlak van de transmitter ten minste 5 mm (0.2 inch) in de tank uitsteken.
9. Als de transmitter wordt gebruikt op plaatsen waar blootgestelde oppervlakken
door het zonlicht erg warm kunnen worden, wordt gebruik van een zonnescherm
aanbevolen.
Elektrische installatie
De kabel(s) op de transmitter aansluiten
De Rosemount 3100-serie is een tweedraadstransmitter met kringvoeding die kan
worden gebruikt op de volgende voeding:
„
De 3101: 12 tot 30 V d.c.
„
De 3102: 12 tot 40 V d.c.
„
De 3105: 12 tot 40 V d.c. (niet-explosiegevaarlijk), 12 tot 30 V d.c.
(explosiegevaarlijk)
Belangrijk
„
„
Om te voldoen aan de eisen voor CSA-goedkeuring moeten de 3101 en 3102
worden gevoed via een Rosemount 3490-serie regeleenheid of een klasse 2- of
SELV- (separate extra low voltage-) bron
Als de transmitter wordt aangesloten op een multi-dropsysteem terwijl de kring
is ingeschakeld, kan het gebeuren dat andere apparaten worden gereset.
Schakel de kring uit om te voorkomen dat andere apparaten worden gereset.
Elke transmitter wordt geleverd met twee kabelingangen. Er moet een geschikt buissysteem of geschikte kabelwartel worden gebruikt om de kwalificatie weerbestendig
en de bescherming voor explosiegevaarlijke omgevingen te behouden. Elke ongebruikte ingang moet worden afgedicht met een blindstop met de juiste classificatie.
Voor de aansluitingen van de externe voeding en het uitgangssignaal is een tweedraads
afgeschermde/ommantelde kabel nodig. Deze kabel wordt niet meegeleverd.
Installatie in een explosiegevaarlijke omgeving (alleen Rosemount 3105)
Bij gebruik van de 3105 met een Rosemount 3490-serie regeleenheid zijn geen
verdere veiligheidsbarrières vereist. Als de 3105 op een andere manier wordt gevoed,
moet worden gezorgd dat er een geschikte, intrinsiek veilige (IS) barrière in de
niet-explosiegevaarlijke (veilige) zone is aangesloten. De barrière moet zo worden
gekozen dat de uitgangsparameters Uo, Io en Po kleiner zijn dan Ui, Ii and Pi van de
transmitter.
IS-parameters: Ui = 30 V, Ii = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 mH, Ci = 0 nF
De som van de elektrische capaciteit en de zelfinductie van de transmitter en de
verbindingskabel mag niet groter zijn dan het maximum dat is opgegeven voor de
gekozen barrière.
6
Maart 2013
Snelstartgids
Sluit de kabel(s) aan op de transmitter
1. Zorg dat de voeding is losgekoppeld.
2. Verwijder de drie schroeven van het deksel van de transmitterbehuizing en til het op.
Het deksel op de metalen behuizing kan op het scharnier blijven rusten. Plaats een
voorwerp op het deksel om te voorkomen dat de transmitter omvalt.
3. Haal de kabel door de kabelwartel/doorvoerbuis.
4. Sluit de kabeldraden aan:
a. Sluit de draden voor de 3101 aan volgens Afbeelding 3.
b. Sluit de draden voor de 3102 aan volgens Afbeelding 4.
c. Sluit de draden voor de 3105 aan volgens Afbeelding 5.
5. Sluit de kabelafscherming/mantel slechts aan één kant aan op een goed aardpunt.
6. Breng het deksel weer aan, draai de kabelwartel aan en sluit de voeding aan.
Belangrijk
„
„
De 3101 en 3102 zijn niet intrinsiek veilig en mogen alleen in niet-explosiegevaarlijke installaties (normale locatie) worden gebruikt
Als HART-communicatie is vereist (beschikbaar op de 3102 en 3105), moet er
in de kring een belastingsweerstand van 250 ohm (minimaal), 0,25 watt
worden aangebracht. Bij gebruik van de 3102- of 3105-transmitter met een
regeleenheid van de Rosemount 3490-serie is deze weerstand niet nodig.
Afbeelding 3. Bedradingsschema voor de 3101
C
3101
0 V d.c.
12 tot 30 V d.c.
E
D
B
A
A. De maximale kabellengte is 3000 m (9750 ft)
B. Verbind de afscherming/mantel van de kabel met de aarde in de regelkamer
C. Koperdoorsnede kabel: Ø 4 tot 8 mm (Ø 0.15 tot 0.31 inch)
D. Getwiste aderparen, ommanteld; Minimumgrootte: 0,22 mm2 (24 SWG/23 AWG);
Maximum: 1,5 mm2 (16 SWG/18 AWG)
E. Ten minste 12 V d.c. vereist bij de transmitter voor een goede werking
7
Maart 2013
Snelstartgids
Afbeelding 4. Bedradingsschema voor de 3102
A
3102
Transmitteraansluitklemmen:
1 (+): +24 V d.c.
2 (—): 0 V d.c.
3+4: Relais 1 (SPST)
5+6: Relais 2 (SPST)
7+8: Externe temperatuursensor
C
E
0 V d.c.
12 tot 40 V d.c.
D
B
A. De maximale kabellengte is 3000 m (9750 ft)
B. Sluit de afscherming/mantel van de kabel aan op de aarde in de regelkamer
C. Koperdoorsnede kabel: Ø 4 tot 8 mm (Ø 0.15 tot 0.31 inch)
D. Getwiste aderparen, ommanteld; Minimumgrootte: 0,22 mm2 (24 SWG/23 AWG);
Maximum: 1,5 mm2 (16 SWG/18 AWG)
E. Ten minste 12 V d.c. vereist bij de transmitter voor een goede werking
Afbeelding 5. Bedradingsschema voor de 3105
A
Transmitteraansluitklemmen:
1 (+): +24 V d.c.
2 (—): 0 V d.c.
7+8: Externe temperatuursensor
D
C
E
0 V d.c.
B
12 tot 40 V d.c. (niet intrinsiek veilige toepassing) OF
12 tot 30 V d.c. vanaf barrière (intrinsiek veilige toepassing)
A. De maximale kabellengte is 3000 m (9750 ft)
B. Sluit de afscherming/mantel van de kabel aan op de aarde in de regelkamer
C. Koperdoorsnede kabel: Ø 4 tot 8 mm (Ø 0.15 tot 0.31 inch)
D. Getwiste aderparen, ommanteld; Minimumgrootte: 0,22 mm2 (24 SWG/23 AWG);
Maximum: 1,5 mm2 (16 SWG/18 AWG)
E. Ten minste 12 V d.c. vereist bij de transmitter voor een goede werking
8
Maart 2013
Snelstartgids
Montage van de transmitter boven het
vloeistofoppervlak
Er is een draad van 2 inch meegeleverd waarmee de transmitter kan worden gemonteerd. De schroefdraadvorm is BSPT of NPT en staat duidelijk weergegeven op de
zeshoek van de transmitterromp.
Als steun bij de installatie zijn flensaccessoires en beugelsets verkrijgbaar van
Emerson Process Management. De meegeleverde flensaccessoires zijn vervaardigd
van pvc en zijn uitgevoerd zonder afdichtingslijst. Bij installatie op flenzen met
verhoogd raakoppervlak op de tank of het vat moet worden opgepast dat de pvc-flens
niet vervormd raakt door te ver aandraaien van de bouten (zie “Installatie-instructies”
op pagina 10).
Zie productgegevensblad 00813-0100-4840 op www.rosemount.com voor
informatie over het bestellen van accessoires.
Beugelmontage
De beugelset bevat een roestvaststalen hoekbeugel en pvc-ring met schroefdraad
(Afbeelding 6) die kunnen worden gebruikt om de transmitter op een steun boven het
vloeistofoppervlak te monteren.
Installatie-instructies
1. Bevestig de beugel met de drie meegeleverde schroeven aan de ring.
2. Bevestig de in elkaar gezette beugel en de ring op een vaste steun boven het
vloeistofoppervlak.
De beugel kan met bouten op een daarvoor geschikte steunbalk worden bevestigd.
Zorg dat de transmitter haaks op het vloeistofoppervlak komt te hangen om een
optimale echogrootte te verkrijgen.
3. Breng PTFE-tape aan op de schroefdraad van de transmitter.
4. Steek de transmitter in de ring.
5. Draai op de zeshoek van de transmitter aan tot een aanhaalmoment van 2 N-m
(1.5 ft-lb). Niet met behulp van de behuizing aandraaien.
Afbeelding 6. Beugelmontage
A
C
B
A. Roestvaststalen beugel
B. Nr. 4X13 lange, zelftappende schroeven (3 stuks) van koolstofstaal (verzinkt)
C. Pvc-ring
9
Maart 2013
Snelstartgids
Installatie in een tank met een afstandsstuk of aansluitstuk
Installatie-instructies
1. Breng PTFE-tape aan op de schroefdraad van de transmitter.
2. Als de tank een aansluitstuk of afstandsstuk met flens heeft:
a. Bevestig de transmitter via de draadverbinding op een niet-metalen
instrumentflens. Draai op de zeshoek van de transmitter aan tot een
aanhaalmoment van 2 N-m (1.5 lb-ft).
b. De door Emerson Process Management geleverde instrumentflenzen
(accessoireflenzen) zijn vervaardigd van pvc en zijn uitgevoerd zonder
afdichtingslijst. Bij installatie op flenzen met verhoogd raakoppervlak op de
tank of het vat moet worden opgepast dat de pvc-flens niet vervormd raakt
door te ver aandraaien van de bouten.
c. Zorg dat de pakking goed op de flens van de tank/tuit is geplaatst.
d. Laat de transmitter met de daarop aangebrachte instrumentflens op de
tankflens zakken en zet hem met geschikte bouten vast, met momentwaarden
die bij de flenzen passen.
Haal de bouten bij installatie op een flens met verhoogd raakoppervlak (RF) op
het aansluitstuk of het afstandsstuk aan tot maximaal 13,6 N-m (10 lb-ft ).
3. Als de tank een aansluitstuk of afstandsstuk met schroefdraad heeft:
a. Bevestig de transmitter op de schroefdraad van het aansluitstuk/het
afstandsstuk.
b. Draai op de zeshoek van de transmitter aan tot een aanhaalmoment van 2 N-m
(1.5 lb-ft).
Zie het gedeelte over installatie in naslaghandleiding 00809-0100-4840 voor nadere
informatie als het meetvlak van de transmitter niet in het vak uitsteekt.
Afbeelding 7. Flensmontage
A
B
C
D
A. Transmitter wordt verticaal gemonteerd (maximale afwijking van 3°)
B. Gebruik een niet-metalen fitting/flens
C. Halve bundelhoek max. 6°
D. 11 cm/m (1.3 inch/ft), ten minste 0,3 m (12 inch)
10
Maart 2013
Snelstartgids
Installaties voor stroming in een open kanaal
Monteer de ultrasone transmitter boven een plaats waar de vloeistof transparant is.
Monteer de transmitter niet direct boven een binnenkomende stroom. Hang de
transmitter nooit op aan de kabel.
De positie van de transmitter is van cruciaal belang. De transmitter moet op de juiste
afstand stroomopwaarts van de doorstromingsconstructie worden gemonteerd, zoals
voorgeschreven door de voor uw land relevante norm. Zo moet bijvoorbeeld volgens
de ISO-normen de afstand vier tot vijf keer de maximale hoogte van het water (Hmax)
zijn voor een dunwandige overloop of drie tot vier keer Hmax voor een stroomgoot.
Voor optimale nauwkeurigheid moet het meetvlak van de transmitter aangebracht
worden op een hoogte die gelijk is aan de som van de maximale stroomdiepte plus de
dode zone van de transmitter (300 mm; 12.2 inch) plus nog eens 50 mm (2 inch).
Afbeelding 8. Keuze van de hoogte boven een stroming
A
C
B
A. Voorzijde transmitter
B. Hmax
C. Bodemreferentie transmitter = Hmax + 300 mm (12.2 inch) + 50 mm (2 inch)
De bodemreferentie van de transmitter moet gerelateerd zijn aan de op het primaire
meetinstrument (Afbeelding 9) ingevoerde referentiewaarde.
Afbeelding 9. Bodemreferentie voor een stroomgoot of overloop
D
C
A. Bodemreferentie transmitter
B. Bodem van primair middel (bijv. stroomgoot, overloop)
A
B
C. Aanvoerkanaal
D. Stromingsrichting
11
Maart 2013
Snelstartgids
Bij het instellen van de bodemrefentiewaarde voor een V-vormige overloop
(Afbeelding 10) is het belangrijk de werkelijke bodemwaarde te gebruiken en
niet het meniscusniveau.
Afbeelding 10. Bodemreferentie voor een V-vormige overloop
B
A. Bodemreferentie transmitter (m.a.w. werkelijke bodem)
A
B. Meniscusniveau
Opmerking
„
„
„
De transmitter mag niet worden gemonteerd op een plaats waar hij kan
“verzuipen” (zie de relevante norm voor nadere informatie)
Monteer de transmitter in het stroomkanaal of de -kamer als de doorstromingsconstructie dit toelaat. Bescherm de transmitter tegen direct zonlicht voor een
maximale nauwkeurigheid en stabiliteit
De Rosemount 3102 en Rosemount 3105 hebben als optie een externe temperatuursensor (Remote Temperature Sensor; RTS). Deze temperatuursensor
moet worden gemonteerd op een plaats waar de luchttemperatuur accuraat
kan worden gemeten, buiten bereik van direct zonlicht. (Zie beknopte installatiegids 00825-0100-4842 voor verdere informatie over installatie van de RTS.)
De transmitter configureren
Elke transmitter kan met de daarop aanwezige knoppen worden geconfigureerd
en geverifieerd. De Rosemount 3102 en Rosemount 3105 kunnen ook worden geconfigureerd en geverifieerd met een veldcommunicator, Rosemount 3490-serie regeleenheid of een pc met daarop AMS: Intelligent Device Manager (zie Afbeelding 11).
De in dit hoofdstuk beschreven parameters zijn voldoende voor elementair gebruik.
Zie voor menuschema’s en configuraties voor meer geavanceerde toepassingen voor
niveau, inhoud (volume) of stroming in een open kanaal de naslaghandleiding
(00809-0100-4840) van de Rosemount 3100-serie.
Opmerking
„
12
De transmitters zijn vooraf geconfigureerd voor niveaumeting. U hoeft deze
stap alleen uit te voeren als u de instellingen moet controleren of wijzigen
Maart 2013
Snelstartgids
Afbeelding 11. Systeemarchitectuur
C
H
J
A
D
B
3490
F
G
Model type:
3491
Fn
.
1
2 3
4 5
6
7 8
9
0 -
E
A. Rosemount 3100-serie transmitter
B. Remote Temperature Sensor (optioneel, alleen voor de 3102 en 3105)
C. Twee relaisuitgangen (alleen op de 3102)
D. Rosemount 3490-serie controller
E. Veldcommunicator
F. HART-modem
G. AMS Suite: Intelligent Device Manager
H. Besturingssysteem
J. 751-display
13
Snelstartgids
Maart 2013
Basiseenheden voor de transmitter
De basiseenheden voor de Rosemount 3101 zijn altijd metrisch, maar door de
weergave-eenheden (Display Units) te wijzigen, wordt de niveaumeting herschaald
van meter naar foot, of van meter naar inch (zie pagina 18).
Wanneer de Rosemount 3102 en 3105 de fabriek verlaten, zijn de standaardinstellingen voor de basiseenheid (Base Units) “metric” (metrisch) of “imperial ft”
(Amerikaanse foot), afhankelijk van de bestelcode van het model.
Opmerking (alleen 3102/3105)
„
Documenteer de geprogrammeerde instellingen. Wanneer de basiseenheid
op de 3102 of 3105 wordt gewijzigd, start de transmitter automatisch
opnieuw op, net als een nieuw instrument wanneer dit voor het eerst wordt
ingeschakeld, maar nu wordt de gekozen basiseenheid ingesteld en worden
de standaardfabriekswaarden ingelezen.
Methode: Knoppen op de transmitter
(De 3101 werkt altijd in meter. Zie pagina 18 voor informatie over wijziging van de
weergave-eenheden [Display Units]).
De basiseenheid wijzigen op de 3102 en de 3105:
1. Druk vanuit de PV-display op de blauwe knop → om “DiAg” weer te geven.
2. Houd de blauwe knop → 2 seconden ingedrukt en laat hem dan los (“tESt” wordt
weergegeven).
3. Houd de blauwe knop → en de rode knop ↵ tegelijkertijd 2 seconden ingedrukt
(“Eng” wordt weergegeven).
4. Druk op de groene knop ↓ om de eerste optie in het technisch menu weer te
geven: “t.hoLd”.
5. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓ totdat “b.unit” wordt weergegeven.
6. Druk op de blauwe knop → om de op dat moment geselecteerde basiseenheden
weer te geven.
7. Als deze basiseenheden goed zijn, drukt u op de rode knop ↵. (Druk op ↓ voor het
volgende menu en sla stap 8 t/m 11 over).
8. Druk op de blauwe knop → om de bewerkingsmodus te starten (de huidige
basiseenheden knipperen).
9. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓ om de drie opties te doorlopen.
10. Druk op de blauwe knop → om de geselecteerde basiseenheden te bevestigen
(het knipperen stopt).
11. Druk op de rode knop ↵ om de instelling op te slaan. (De transmitter start
automatisch opnieuw op zoals een nieuw instrument wanneer dit voor het eerst
wordt ingeschakeld.) Druk op de blauwe knop → als u de instellingen niet wilt
opslaan.
14
Maart 2013
Methode: Veldcommunicator of AMS
De basiseenheden weergeven of wijzigen:
1. Selecteer vanuit het scherm Home de optie 3:
Service Tools (hulpmiddelen voor onderhoud
en reparatie).
2. Selecteer 4: Maintenance (onderhoud).
3. Selecteer 3: Utilities (hulpprogramma’s).
4. Selecteer 3: Set Base Units (basiseenheid
instellen).
5. Selecteer de nieuwe basiseenheid.
Snelstartgids
Set Base Units (ft)
m
ft
in
ABORT
ENTER
(Scherm van veldcommunicator
afgebeeld)
Methode: Rosemount 3490-serie regeleenheid
De basiseenheden weergeven of wijzigen:
1. Selecteer op het scherm Main Menu
(hoofdmenu) de optie SETUP.
2. Selecteer de transmitter (bijv. “Tx1: 3102”).
3. Selecteer SYSTEM (systeem) en selecteer
vervolgens Base Units (Basiseenheid).
4. Selecteer de nieuwe basiseenheid.
Base Units
metric
Esc=Quit
=Edit
(Scherm van Rosemount 3491
afgebeeld)
Om dezelfde basiseenheid op de regeleenheid te verkrijgen schakelt u de stroom
uit en weer in. De regeleenheid vraagt naar de waarde van de Bottom Reference
(Bodemreferentie) van de transmitter, in de nieuwe basiseenheid.
Bodemreferentie transmitter
Opmerking
Deze parameter is belangrijk voor de kalibratie en configuratie van de transmitter.
Op de 3101 is de instelling Bottom Reference (bodemreferentie) van de transmitter de
verticaal gemeten afstand langs het pad van de ultrasone bundel tussen de meetkant
van de transmitter en het nulniveau van een tank of een open kanaal (zie Afbeelding 12
op pagina 21).
Op de 3102 en 3105 is dit de verticaal gemeten afstand langs het pad van de ultrasone
bundel tussen het door de gebruiker gekozen sensorreferentiepunt (user preferred
sensor reference point; UPSRP) en het nulniveau van een tank of een open kanaal
(zie Afbeelding 13 op pagina 22).
Het nulniveau bepaalt waar de transmitter begint met het meten van de proceswaarde.
De uitgang van 4 mA hoeft niet bij het nulniveau te beginnen. Het beginpunt van 4 mA
kan worden gekozen op elke vloeistofhoogte boven of onder dit nulniveau.
15
Maart 2013
Snelstartgids
Methode: Knoppen op de transmitter
De instelling voor de bodemreferentie (b.rEF) wijzigen:
1. Druk vanaf de PV-display op de groene knop ↓ om “b.rEF” weer te geven.
2. Druk op de blauwe knop → om de op dat moment geldende b.rEF-waarde weer
te geven.
3. Als de waarde juist is, drukt u op de rode knop ↵ en dan op de groene knop ↓ om
naar het volgende menu te gaan. Ga anders naar stap (4).
4. Druk op de blauwe knop → om te beginnen met het wijzigen van de instelling
(het eerste cijfer knippert).
5. Wijzig het knipperende cijfer met de groene knop ↓.
6. Druk op de blauwe knop → om naar het volgende cijfer te gaan (dat cijfer knippert).
7. Herhaal stap (5) en (6) totdat het laatste cijfer knippert en naar wens is gewijzigd.
8. Druk op de blauwe knop → om de nieuwe b.rEF-waarde te bevestigen
(er knipperen geen cijfers meer).
9. Druk op de rode knop ↵ om de nieuwe waarde op te slaan of druk op de blauwe
knop → als u de waarde niet wilt opslaan. Afhankelijk van uw keuze wordt nu het
menu “b.rEF” of het volgende menu weergegeven.
Methode: Veldcommunicator of AMS
De bodemreferentie weergeven of
wijzigen:
Bottom Reference P010
36.000 ft
36.000 ft
q
w
e
r
t
y
u
i
o
Lock
a
s
d
f
g
h
j
k
l
Shift
z
x
c
v
b
n
m
*
/
7
8
9
4
5
6
1
2
3
- .
FN
1. Selecteer vanuit het scherm Home de
+
optie 2: Configure (configureren).
2. Selecteer 2: Manual Setup (handmatige
DEL
ENTER
ESC
HELP
configuratie).
(Scherm van veldcommunicator
3. Selecteer 1: Basic Setup (elementaire
afgebeeld)
configuratie).
4. Selecteer 2: Bottom Reference P010
(bodemreferentie P010).
5. Voer de nieuwe bodemreferentiewaarde in en druk op “ENTER” om hem op te slaan.
6. Druk op “SEND” (verzenden) om de transmitter bij te werken.
Methode: Rosemount 3490-serie
regeleenheid
De bodemreferentie weergeven
of wijzigen:
@&
áü
0
Bottom Ref.
P010
36.000ft
Esc=Quit
=Edit
(Scherm van Rosemount 3491
1. Selecteer op het scherm Main Menu
afgebeeld)
(hoofdmenu) de optie SETUP.
2. Selecteer de transmitter
(bijv. “Tx1: 3102”).
3. Selecteer DUTY (functie) en selecteer dan Bottom Ref (bodemref).
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de nieuwe instelling in te voeren en op
te slaan.
16
Maart 2013
Snelstartgids
Transmitterfunctie/tankvorm P011/niet-lineair profiel P011
Deze aanwijzingen gelden voor het selecteren van niveaumeting op de 3102 en 3105.
Op de 3101 is de functie altijd niveaumeting.
Zie voor geavanceerde toepassingen de naslaghandleiding van de Rosemount 3100-serie
(00809-0100-4840).
Methode: Knoppen op de transmitter
De functie wijzigen of weergeven:
1. Druk vanaf de PV-display op de groene knop ↓ om “dutY” weer te geven.
2. Druk op de blauwe knop → om de op dat moment geselecteerde functie weer te
geven.
3. Als de functie “LEVEL” (niveau) is, drukt u eerst op de rode knop ↵ en dan op de
groene knop ↓ om naar het volgende menu te gaan. Ga anders naar stap (4).
4. Druk op de blauwe knop → om de bewerkingsmodus te activeren (de functie
knippert).
5. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓ totdat “LEVEL” (niveau) wordt
weergegeven.
6. Druk op de blauwe knop → om de functie te bevestigen (het knipperen stopt).
7. Druk op de rode knop ↵ om de functie-instelling op te slaan of druk op de blauwe
knop → als u de instelling niet wilt opslaan. Afhankelijk van uw keuze wordt nu het
menu “dutY” of het volgende menu weergegeven.
Methode: Veldcommunicator of AMS
De tankvorm/het niet-lineaire profiel wijzigen:
1. Vanuit het Home-scherm:
Select Non-Linear Profile: (Linear)
Selecteer 2: Configure (configureren).
Linear
Linear
2. Selecteer 2: Manual Setup (handmatige
Special Plotted
Horizontal Cylinder Flat
configuratie).
Spherical
Horizontal Cylinder Domed
3. Selecteer 3: Profiling (profileren).
Flume/weir (3/2)
V notch (5/2)
4. Selecteer 2: Set Non-Linear Profile
ABORT ENTER
(niet-lineair profiel instellen).
(Scherm veldcommunicator)
5. Selecteer Linear (lineair) en druk dan
op “Enter” om de selectie op te slaan.
6. Druk op “SEND” (verzenden) om de
transmitter bij te werken.
7. Het geselecteerde profiel kan worden
weergegeven met sneltoetscombinatie 2, 2, 3, 3.
Opmerking
„
Als er berichten op het scherm verschijnen, verricht u waar nodig de vereiste
handeling. Druk vervolgens op “OK”.
17
Snelstartgids
Maart 2013
Methode: Rosemount 3490-serie regeleenheid
De tankvorm/het niet-lineaire profiel wijzigen:
1. Selecteer op het scherm Main Menu
(hoofdmenu) de optie SETUP (configuratie).
Tank Shape
P011
2. Selecteer de transmitter
Linear
Esc=Quit
=Edit
(bijv. “Tx1: 3102”).
3. Selecteer DUTY (functie) en selecteer dan
(Scherm van Rosemount 3491)
Tank Shape (tankvorm).
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om
“Linear” (lineair) te selecteren en de nieuwe instelling op te slaan.
Weergave-eenheden transmitter/eenheden primaire variabele (P012)
Op de Rosemount 3101 zijn de weergave-eenheden af te lezen aan de positie van
de decimale punt in de weergegeven PV-waarde, bijv. 8.000 (m), 26.24 (ft.) of
314.9 (inch). De 3101 meet en berekent in meter. De gemeten waarde wordt via een
voorgeprogrammeerde conversiefactor omgezet in de geselecteerde weergave-eenheid.
Op de 3102 en 3105 wordt de PV-waarde bij selectie van nieuwe weergave-eenheden
niet automatisch opnieuw geschaald. U kunt de parameter Transmitter Scale Factor
(schalingsfactor transmitter; pagina 19) gebruiken om de PV-waarde handmatig te
herschalen in de gewenste eenheden, of basiseenheden gebruiken waardoor de
weergave-eenheden automatisch worden gewijzigd in meter, foot of inch.
Methode: Knoppen op de transmitter
De weergave-eenheid wijzigen op de 3101:
1. Druk vanuit het PV-scherm op de blauwe knop → en houd deze ingedrukt.
Na 10 seconden verandert de weergegeven eenheid in de volgorde:
3101****SC**: meter naar foot, foot naar inch en inch naar meter
3101****RC**: foot naar inch, inch naar meter, en meter naar foot
2. Wanneer u de blauwe knop → blijft indrukken, verandert de eenheid om de
drie seconden.
3. Bevestig de weergave-eenheid door de blauwe knop → los te laten.
De weergave-eenheid wijzigen op de 3102 en de 3105:
1. Druk vanuit de PV-display herhaaldelijk op de groene knop ↓ totdat “b.unit”
wordt weergegeven.
2. Druk op de blauwe knop → om de op dat moment geselecteerde eenheden op de
onderste regel weer te geven.
3. Als de eenheid juist is, drukt u op de rode knop ↵ en dan op de groene knop ↓ om
naar het volgende menu te gaan. Ga anders naar stap (4).
4. Druk op de blauwe knop → om de bewerkingsmodus te starten (de huidige
eenheden knipperen).
5. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓ om de lijst met eenheden te doorlopen.
6. Druk op de blauwe knop → om de nieuwe eenheid te bevestigen. Het knipperen
stopt.
18
Maart 2013
Snelstartgids
7. Druk op de rode knop ↵ om de instelling op te slaan. (De display wordt leeg en
vervolgens worden alle segmenten op de display even weergegeven terwijl de
transmitter een softwarematige startprocedure uitvoert.) Druk op de blauwe
knop → als u de instellingen niet wilt opslaan.
8. Afhankelijk van uw keuze in stap (7) wordt nu het menu “b.unit” of het volgende
menu weergegeven.
Methode: Veldcommunicator of AMS
De PV-eenheid wijzigen:
Primary Variable Units P012
ft
Cum
Cum/h
Cum/s
ft
gal/min
Impgal
Impgal/d
ESC
1. Selecteer vanuit het scherm Home de
optie 2: Configure (configureren).
2. Selecteer 2: Manual Setup (handmatige
ENTER
configuratie) en selecteer vervolgens
3: Profiling (profileren).
(Scherm veldcommunicator)
3. Selecteer 1: Primary Variable Units P012
(eenheden voor primaire variabele P012).
4. Selecteer de nieuwe eenheid en druk dan op “Enter” om uw keuze op te slaan.
5. Druk op “SEND” (verzenden) om de transmitter bij te werken.
Methode: Rosemount 3490-serie regeleenheid
De PV-eenheid wijzigen:
1. Selecteer op het scherm Main Menu
PV Units
P012
ft
(hoofdmenu) de optie SETUP (configuratie).
Esc=Quit
=Edit
2. Selecteer de transmitter (bijv. “Tx1: 3102”).
(Scherm van Rosemount 3491)
3. Selecteer UNITS (eenheden) en selecteer
dan PV Units (PV-eenheden).
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de
nieuwe instelling te selecteren en te bevestigen.
Transmitterschalingsfactor P013/PV-schalingsfactor P013
Op de Rosemount 3102 en Rosemount 3105 zet deze parameter de niveaumeting om
in een andere eenheid voordat de meetwaarde wordt verzonden. Voer een waarde in
van 1,0, tenzij de basiseenheid verschilt van de weergave-eenheid, anders kan de
gewenste weergave-eenheid niet worden geselecteerd.
19
Maart 2013
Snelstartgids
Methode: Knoppen op de transmitter
De schalingsfactor weergeven of wijzigen:
1. Druk vanuit de PV-display herhaaldelijk op de groene knop ↓ totdat “SCALE”
(schaling) wordt weergegeven.
2. Druk op de blauwe knop → om de op dat moment geldende schalingsfactor weer
te geven.
3. Als de schalingsfactor juist is, drukt u op de rode knop ↵ en dan op de groene
knop ↓ om naar het volgende menu te gaan. Ga anders naar stap (4).
4. Druk op de blauwe knop → om de bewerkingsmodus te activeren (het eerste
cijfer knippert).
5. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓ om het knipperende cijfer te wijzigen.
6. Druk op de blauwe knop → om naar het volgende cijfer te gaan (dat cijfer
knippert).
7. Herhaal stap (5) en (6) totdat het laatste cijfer knippert en naar wens is gewijzigd.
8. Druk op de blauwe knop → om de nieuwe waarde te bevestigen (het knipperen
stopt).
9. Druk op de rode knop ↵ om de nieuwe waarde op te slaan of druk op de blauwe
knop → als u de waarde niet wilt opslaan. Afhankelijk van uw keuze wordt nu het
menu “SCALE” (schaling) of het volgende menu weergegeven.
Methode: Veldcommunicator of AMS
De schalingsfactor weergeven of
wijzigen:
Scale Factor P013
1
1
q
w
e
r
t
y
u
i
o
Lock
a
s
d
f
g
h
j
k
l
Shift
z
x
c
v
b
n
m
*
/
7
7
7
4
4
4
1
1
1
- .
FN
1. Selecteer vanuit het scherm Home de
+
optie 2: Configure (configureren).
2. Selecteer 2: Manual Setup (handmatige
DEL
ENTER
ESC
HELP
configuratie).
(Scherm veldcommunicator)
3. Selecteer 3: Profiling (profileren).
4. Selecteer 4: Scale Factor P013
(schalingsfactor P013).
5. Voer de factor in en druk op “ENTER” om hem op te slaan.
6. Druk op “SEND” (verzenden) om de transmitter bij te werken.
@&
áü
0
Methode: Rosemount 3490-serie regeleenheid
De schalingsfactor weergeven of wijzigen:
1. Selecteer op het scherm Main Menu
(hoofdmenu) de optie SETUP (configuratie).
2. Selecteer de transmitter (bijv. “Tx1: 3102”).
3. Selecteer DUTY (functie) en selecteer dan
PV Scale Factor (schaalfactor PV).
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de
nieuwe factor te bewerken en op te slaan.
20
PV Scale Factr P013
1.000
Esc=Quit
=Edit
(Scherm van Rosemount 3491
afgebeeld)
Maart 2013
Snelstartgids
4mA- en 20mA-uitgang (alleen op de 3101)
De proceswaarde (bijv. het vloeistofniveau) wordt weergegeven door het
uitgangssignaal van 4–20 mA.
Methode: Knoppen op de transmitter
Het niveau bij 4 mA wijzigen:
Afbeelding 12.
Referentiewaarde bodem
Vloeistof- Afstand (D910)
niveau
1. Druk vanuit de PV-display herhaaldelijk
Tankgeometrie (alleen op de 3101)
op de groene knop ↓ totdat “4” wordt
weergegeven.
Rosemount 3490-serie
2. Druk op de blauwe knop → om de op
regeleenheid
dat moment geldende waarde van het
Rosemount
4mA-niveau weer te geven.
3101
3. Als de waarde juist is, drukt u op de rode
knop ↵ en dan op de groene knop ↓ om
4—20 mA
naar het volgende menu te gaan.
Ga anders naar stap (4).
20mApunt
4. Druk op de blauwe knop → om te
beginnen met het wijzigen van de
instelling (het eerste cijfer knippert).
5. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓
4mAom het knipperende cijfer te wijzigen.
punt
6. Druk op de blauwe knop → om naar
het volgende cijfer te gaan (dat cijfer
knippert).
7. Herhaal stap (5) en (6) totdat het laatste
cijfer knippert en naar wens is gewijzigd.
8. Druk op de blauwe knop → om het
Opmerking
nieuwe 4mA-niveau te bevestigen
(geen knipperende cijfers).
Het 4mA-niveau kan boven of onder
9. Druk op de rode knop ↵ om het nieuwe
het 20mA-niveau worden ingesteld.
4mA-niveau op te slaan of druk op de
blauwe knop → als u de waarde niet wilt
opslaan. Afhankelijk van uw keuze wordt
nu het menu “4” of het volgende menu weergegeven.
Het niveau bij 20 mA wijzigen:
1. Druk vanuit de PV-display herhaaldelijk op de groene knop ↓ totdat “20” wordt
weergegeven.
2. Druk op de blauwe knop → om de op dat moment geldende waarde van het
20mA-niveau weer te geven.
3. Als de waarde juist is, drukt u op de rode knop ↵ en dan op de groene knop ↓ om
naar het volgende menu te gaan. Ga anders naar stap (4).
4. Druk op de blauwe knop → om te beginnen met het wijzigen van de instelling
(het eerste cijfer knippert).
5. Druk herhaaldelijk op de groene knop ↓ om het knipperende cijfer te wijzigen.
6. Druk op de blauwe knop → om naar het volgende cijfer te gaan (dat cijfer knippert).
21
Maart 2013
Snelstartgids
7. Herhaal stap (5) en (6) totdat het laatste cijfer knippert en naar wens is gewijzigd.
8. Druk op de blauwe knop → om het nieuwe 20mA-niveau te bevestigen
(geen knipperende cijfers).
9. Druk op de rode knop ↵ om het nieuwe 20mA-niveau op te slaan of druk op de
blauwe knop → als u de waarde niet wilt opslaan. Afhankelijk van uw keuze wordt
nu het menu “20” of het volgende menu weergegeven.
HART en 4–20mA-uitgang (alleen Rosemount 3102 en 3105)
De proceswaarde (m.a.w. het niveau) wordt weergegeven door de primaire variabele
(D900) van HART.
Afbeelding 13. Tankgeometrie (alleen Rosemount 3102 en 3105)
Rosemount 3490-serie
regeleenheid
Rosemount
3102 of 3105
4—20 mA/HART
SRP
Bovenste
onderdrukking (P023)
Niveau SV
(D901)
4mApunt
UPSRP
Afstand (D902)
20mApunt
Vloeistofniveau
Afstand (D910)
Afstand-offset (P060)
Bodemreferentie
(P010)
Onderste
onderdrukking (P063)
Nulniveau
Niveauoffset
(P069)
TRP
TRP = tankreferentiepunt. SRP = sensorreferentiepunt.
UPSRP = door gebruiker gewenst SRP.
22
Maart 2013
Snelstartgids
Tabel 1. Parameters voor de tankgeometrie (Afbeelding 12)
Parameter
Sneltoetsen
Lower Blanking
(onderste onderdrukking; P063)
Navigatie in het menu van de 3490-serie
2, 2, 5, 6
SETUP,[Tag], ENGINEERING, Lower Blanking
Upper Blanking
(bovenste onderdrukking; P023)
2, 2, 5, 5
SETUP,[Tag], ENGINEERING, Upper Blanking
Distance-offset
(afstand-offset; P060)
2, 2, 2, 2
SETUP,[Tag], DUTY, Distance Offset
Level Offset
(niveau-offset; P069)
2, 2, 2, 4
SETUP,[Tag], DUTY, Level Offset
20mA-punt1
2, 2, 1, 3
SETUP, [Tag], OUTPUT, CURRENT, Upper Range Val.
4mA-punt1
2, 2, 1, 4
SETUP, [Tag], OUTPUT, CURRENT, Lower Range Val.
Primary Variable
(primaire variabele; D900)
1, 2, 1
MONITOR,[Tag], READINGS, VARIABLES, Primary Variable
Level SV (niveau SV; D901)
1, 2, 2
MONITOR,[Tag], READINGS, VARIABLES, Level SV
Distance TV (afstand TV; D902)
Distance (afstand; D910)
3, 2, 1, 3
3, 1, 2, 1, 1
MONITOR,[Tag], READINGS, VARIABLES, Distance TV
MONITOR,[Tag], DIAGNOSTICS, Distance
1. Configureer deze parameter als u geen HART-variabelen (PV, SV, TV en FV) doorgeeft aan een host.
Productcertificeringen
Informatie over richtlijnen van de Europese Unie
De EG-verklaring van overeenstemming begint op pagina 28; de recentste herziening
is beschikbaar op www.rosemount.com, onder Documentation.
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
„
Emerson Process Management voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) (2004/108/EG)
„
EN 61326-1:2006
Opmerking
„
Voor intrinsieke veiligheid moet een veiligheidsisolator worden gebruikt,
zoals een zenerbarrière.
Waarschuwing
„
Gevaar van elektrostatische lading
Om het risico van elektrostatische vonken te voorkomen mag het oppervlak
van de met glas gevulde nylon (kunststof-) behuizing alleen met een vochtige
doek worden afgenomen. Niet direct installeren in processen waar de
behuizing geladen kan raken door snelle stroming van een niet-geleidend
medium.
23
Snelstartgids
Maart 2013
Goedkeuringen Factory Mutual (FM)
Factory Mutual (FM) goedkeuring normale locatie (alleen voor de 3101 en 3102)
G5 Project-ID: 3024095
De transmitter is door FM onderzocht en getest. Daarbij is vastgesteld dat het ontwerp
voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten.
FM is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized
testing laboratory; NRTL) dat is goedgekeurd door de Amerikaanse Occupational Safety
and Health Administration (OSHA).
Factory Mutual (FM) goedkeuring intrinsiek veilig (alleen voor 3105)
I5 Project-ID: 3024095
Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D
Zonemarkering: klasse I, zone 0, AEx ia IIC
Temperatuurcode: T6 (Tomg = 55 °C)
Temperatuurcode: T4 (Tomg = 60 °C)
Controletekening: 71097/1216
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF.
Goedkeuring Factory Mutual (FM) niet vonkend (alleen voor de 3105)
I5 Project-ID: 3024095
Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D
Zonemarkering: klasse I, zone 2, AEx nA IIC
Temperatuurcode: T6 (Tomg = 55 °C)
Temperatuurcode: T4 (Tomg = 60 °C)
Controletekening: 71097/1216
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF
Goedkeuringen Canadian Standards Association (CSA)
Goedkeuring Canadian Standards Association (CSA) normale omgeving
(alleen voor de 3101 en 3102)
Project-ID: 02 CSA 1871624
G6 De transmitter is door CSA onderzocht en getest waarbij is vastgesteld dat het ontwerp
voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandbeschermingsvereisten.
CSA is een nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing
laboratory; NRTL) dat is goedgekeurd door de Standards Council of Canada (SCC).
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik:
De 3101 en 3102 moeten worden gevoed via een Rosemount 3490-serie regeleenheid
of een voedingsbron met zeer lage veiligheidsspanning (SELV) van klasse 2.
Goedkeuring Canadian Standards Association (CSA) intrinsiek veilig (alleen voor de 3105)
I6 Project-ID: 02 CSA 1352094
Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D
Zonemarkering: klasse 1, zone 0, Ex ia IIC
Temperatuurcode: T4 (Tomg = –40 tot 60 °C)
Temperatuurcode: T6 (Tomg = –40 tot 55 °C)
Controletekening: 71097/1218
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF
24
Maart 2013
Snelstartgids
Goedkeuring Canadian Standards Association (CSA) niet-vonkend (alleen voor de 3105)
I6 Project-ID: 02 CSA 1352094
Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D
Zonemarkering: klasse I, zone 2, Ex nL IIC
Temperatuurcode: T4 (Tomg = –40 tot 60 °C)
Temperatuurcode: T6 (Tomg = –40 tot 55 °C)
Controletekening: 71097/1218
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF
Opmerking
„
Voor intrinsieke veiligheid moet een veiligheidsisolator worden gebruikt,
zoals een zenerbarrière.
Waarschuwing
„
Gevaar van elektrostatische lading
Om het risico van elektrostatische vonken te voorkomen mag het oppervlak
van de met glas gevulde nylon (kunststof-)behuizing alleen met een vochtige
doek worden afgenomen. Niet direct installeren in processen waar de
behuizing geladen kan raken door snelle stroming van een niet-geleidend
medium.
Goedkeuring ATEX intrinsiek veilig
(alleen voor de 3105)
I1 Certificaat: Sira 06ATEX2260X
ATEX intrinsieke veiligheid
II 1 G, Ex ia IIC T6 Ga (Tomg = –40 tot 55 °C)
II 1 G, Ex ia IIC T4 Ga (Tomg = –40 tot 60 °C)
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF
Goedkeuring NEPSI China intrinsiek veilig
(alleen voor de 3105)
I3 Certificaat: GYJ081008X
NEPSI intrinsieke veiligheid
Ex ia IIC T6 (Tomg = –40 tot 55 °C)
Ex ia IIC T4 (Tomg = –40 tot 60 °C)
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF
25
Snelstartgids
Maart 2013
Goedkeuring IECEx intrinsiek veilig
(alleen voor de 3105)
I7 Certificaat: IECEx SIR 06.0068X
IECEx intrinsieke veiligheid
Zone 0, Ex ia IIC T6 Ga (Tomg = –40 tot 55 °C)
Zone 0, Ex ia IIC T4 Ga (Tomg = –40 tot 60 °C)
Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 nF
Voorwaarden ATEX en IECEx voor veilig gebruik (I1 en I7):
Betrokken modelnummers: 3105*****I1**** en 3105*****I7****
(“*” staatvooroptiesinconstructie,functieenmateriaal.)
De volgende instructies gelden voor apparatuur die valt onder de certificaten
genummerd SIRA 06ATEX2260X en IECEx SIR 06.0068X:
1. De apparatuur mag worden gebruikt met brandgevaarlijke gassen en dampen
met apparatuurgroep IIA, IIB en IIC en temperatuurklasse T1, T2, T3, T4, T5 en T6.
2. Installatie van deze apparatuur dient te worden uitgevoerd door personeel met
een gepaste opleiding, in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving.
3. De apparatuur is niet bedoeld om door de gebruiker te worden gerepareerd en
dient door een gelijkwaardige, gecertificeerd apparaat te worden vervangen.
Reparaties mogen uitsluitend door de fabrikant of een daartoe bevoegde
reparateur worden verricht.
4. Als de apparatuur gemakkelijk in contact kan komen met bijtende stoffen, is het de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende maatregelen te treffen die
voorkomen dat de werking verslechtert en op die wijze te garanderen dat het type
bescherming niet wordt aangetast.
Bijtende stoffen: bijv. zuurhoudende vloeistoffen of gassen die metaal kunnen
aantasten of oplosmiddelen die polymeer kunnen aantasten.
Passende voorzorgsmaatregelen: bijv. regelmatige controles als onderdeel van
routinematig uitgevoerde inspecties of het aan de hand van het materiaalgegevensblad vaststellen dat de apparatuur bestand is tegen specifieke chemische
stoffen.
De metaallegering die als behuizingsmateriaal is gebruikt, kan aan het oppervlak
van deze apparatuur bereikbaar zijn. In het zeldzame geval van ongelukken
kunnen door stoot- of wrijvingsvonken ontstekingsbronnen ontstaan. Hiermee
moet rekening worden gehouden als de Rosemount 3105 wordt geïnstalleerd op
locaties die apparatuurbeschermingsniveau Ga (IECEx: zone 0) (ATEX: groep II,
categorie 1G) vereisen.
5. De elektronica in het apparaat is alleen gecertificeerd voor gebruik bij omgevingstemperaturen binnen het bereik van –40 tot 60 °C (T4) of –40 tot 55 °C (T6). Het
apparaat mag buiten dit bereik niet worden gebruikt.
6. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen:
a. dat de spannings- en stroomlimieten voor deze apparatuur niet worden
overschreden;
b. dat er uitsluitend kabelwartels met een geschikte certificering worden gebruikt
voor aansluiting van deze apparatuur;
c. dat alle ongebruikte kabelingangen worden afgedicht met geschikte
gecertificeerde stoppluggen.
26
Maart 2013
Snelstartgids
7. De 3105 voldoet aan de eisen van clausule 6.3.12 (isolatie stroomkringen van
aarde of frame) in IEC 60079-11:2006 (EN 60079-11:2007).
8. Technische gegevens:
a. Constructiematerialen:
Sonde: PVDF
Behuizing en deksel: roestvast staal, aluminiumlegering of met glas gevuld
nylon
Afdichting deksel: Silicone
Nylon kabelwartels en blindstoppen
b. Coderingen:
ATEX:
IECEx:
II 1 G, Ex ia IIC T4 Ga (Tomg = –40 tot 60 °C)
II 1 G, Ex ia IIC T6 Ga (Tomg = –40 tot 55 °C)
Ex ia IIC T6 Ga (Tomg = –40 tot 55 °C)
Ex ia IIC T4 Ga (Tomg = –40 tot 60 °C)
c. Elektrisch: Ui = 30 V, li = 120 mA, Pi = 0,82 W, Li = 108 μH, Ci = 0 μF
d. Productiejaar: op productetiket vermeld
9. Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
a. De apparatuur mag niet rechtstreeks worden geïnstalleerd in processen waar
de behuizing geladen kan raken door snelle stroming van een niet-geleidend
medium.
b. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
10. Fabrikant:
Mobrey Limited, 158 Edinburgh Avenue, Slough, Berkshire, SL1 4UE,
Verenigd Koninkrijk
27
Snelstartgids
Afbeelding 14. EG-verklaring van overeenstemming
28
Maart 2013
Maart 2013
Snelstartgids
29
Snelstartgids
30
Maart 2013
Maart 2013
Snelstartgids
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RMD 1062 v. D
Wij,
Mobrey Ltd.
158 Edinburgh Avenue
Slough, SL1 4UE
Groot-Brittannië
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat
Rosemount 3100-serie ultrasone niveautransmitter
(3101, 3102, 3105)
vervaardigd door
Mobrey Ltd.
158 Edinburgh Avenue
Slough, SL1 4UE
Groot-Brittannië
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de
richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen,
welke staan vermeld in bijgevoegd schema.
Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde
normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in
de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in onderstaand schema.
11 juli 2012
(datum van uitgifte)
David J. Ross-Hamilton
(naam – in blokletters)
Consulent mondiale goedkeuringen
(functie – in blokletters)
Documentnaam: CE-markering 8712
Pagina 1 van 3
3100_RMD1062-D_dut.doc
31
Maart 2013
Snelstartgids
Schema
Nr.: RMD 1062 v. D
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Model 3101L**F**NA**, 3102H**F**NA****, 3105H**F**I1****
EN 61326-1:2006, EN 61326-2.3:2006
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Model 3105H**F**I1****
Sira 06ATEX2260X – intrinsiek veilig
Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC T4/T6 Ga)
EN 60079-11:2012, EN 60079-26:2007
De volgende technische normen en specificaties zijn toegepast:
IEC 60079-0:2011
Documentnaam: CE-markering 8712
32
Pagina 2 van 3
3100_RMD1062-D_dut.doc
Maart 2013
Snelstartgids
Schema
Nr.: RMD 1062 v. D
Aangemelde ATEX-instantie voor onderzoekscertificaat, type EG
SIRA Certification Service [Nummer aangemelde instantie: 0518]
Rake Lane, Eccleston, Chester
Cheshire, CH4 9JN, Groot-Brittanië
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborging
SIRA Certification Service [Nummer aangemelde instantie: 0518]
Rake Lane, Eccleston, Chester
Cheshire, CH4 9JN, Groot-Brittanië
Documentnaam: CE-markering 8712
Pagina 3 van 3
3100_RMD1062-D_dut.doc
33
Snelstartgids
00825-0111-4840, Rev CA
Februari 2013
Emerson Process Management
Rosemount Inc.
Emerson Process Management bv
Emerson Process Management
Latijns-Amerika
Emerson Process Management nv/sa
8200 Market Boulevard
Chanhassen, MN 55317, VS
T (VS) (800) 999-9307
T (overige landen) (952) 906-8888
F (952) 906-8889
1300 Concord Terrace, Suite 400
Sunrise Florida 33323 VS
T +1 954 846 5030
Postbus 212
2280 AE Rijswijk
Nederland
T (31) 70 413 66 66
F (31) 70 390 68 15
E [email protected]
www.emersonprocess.nl
De Kleetlaan, 4
B-1831 Diegem
België
T (32) 2 716 7711
F (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
Emerson Process Management
Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
T (65) 6777 8211
F (65) 6777 0947/(65) 6777 0743
Emerson Process Management
GmbH & Co. OHG
Argelsrieder Feld 3
82234 Wessling, Duitsland
T 49 (8153) 9390
F 49 (8153) 939172
Beijing Rosemount Far East
Instrument Co., Limited
No. 6 North Street, Hepingli,
Dong Cheng District
Peking 100013, China
T (86) (10) 6428 2233
F (86) (10) 6422 8586
© 2013 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Alle merken eigendom van de merkhouder.
Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk
van Emerson Electric Co.
Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde
handelsmerken van Rosemount Inc.

advertisement

Key Features

  • Continue vloeistofniveaumeting
  • 4–20 mA-uitgang
  • Geschikt voor tanks en open kanalen
  • Compatibel met Rosemount 3490-serie regeleenheid
  • Intrinsiek veilige optie voor explosiegevaarlijke omgevingen

Frequently Answers and Questions

Hoe kan ik de basiseenheden van de transmitter wijzigen?
De basiseenheden kunnen worden gewijzigd met de knoppen op de transmitter of met een veldcommunicator, Rosemount 3490-serie regeleenheid of een pc met daarop AMS.
Hoe stel ik de bodemreferentie van de transmitter in?
De bodemreferentie is de verticaal gemeten afstand tussen het meetpunt van de transmitter en het nulniveau van de tank of het open kanaal.
Hoe stel ik het 4 mA-niveau van de transmitter in?
Het 4 mA-niveau kan worden ingesteld met de knoppen op de transmitter.

Related manuals

Download PDF

advertisement