- No category
advertisement
Installatie- bedienings -
& onderhoudshandleiding
FLEXY
Providing indoor climate comfort
FLEXY-IOM-0704-D
INHOUD
INSTALLATIE
WERKING
ONDERHOUD
Ref. FLEXY-IOM-0704-D
Deze handleiding is van toepassing op de volgende ROOFTOP-versies:
FCA 85 - FCA 100 - FCA 120 - FCA 140 - FCA 160 - FCA 190
FCK 85 - FCK 100 - FCK 120 - FCK 140 - FCK 160 - FCK 190
FHA 85 - FHA 100 - FHA 120 - FHA 140 - FHA 160 - FHA 190
FHK 85 - FHK 100 - FHK 120 - FHK 140 - FHK 160 - FHK 190
FDA 85 - FDA 100 - FDA 120 - FDA 140 - FDA 160 - FDA 190
FDK 85 - FDK 100 - FDK 120 - FDK 140 - FDK 160 - FDK 190
FGA 85 - FGA 100 - FGA 120 - FGA 140 - FGA 160 - FGA 190
FGK 85 - FGK 100 - FGK 120 - FGK 140 - FGK 160 - FGK 190
FXA 25 - FXA 30 - FXA 35 - FXA 40 - FXA 55 - FXA 70 - FXA 85 - FXA 100 - FXA 110 - FXA 140 - FXA 170
FXK 25 - FXK 30 - FXK 35 - FXK 40 - FXK 55 - FXK 70 - FXK 85 - FXK 100 - FXK 110 - FXK 140 - FXK 170
OPMERKINGEN VOOR EEN UNIT DIE IS UITGERUST MET EEN GASBRANDER:
DE UNIT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD CONFORM DE LOKALE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -REGELS EN MAG UITSLUITEND
WORDEN GEBRUIKT IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.
LEES DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT AANDACHTIG VOORDAT
U DEZE UNIT START.
DEZE HANDLEIDING IS ALLEEN GELDIG VOOR UNITS WAAROP DE VOLGENDE CODES
WORDEN WEERGEGEVEN:
GB IR GR DA NO FI IS
Als deze symbolen niet op de unit worden weergegeven, raadpleegt u de technische documentatie waarin wordt vermeld welke eventuele wijzigingen noodzakelijk zijn voor de installatie van deze unit in een bepaald land.
De technische informatie en specificaties in deze handleiding dienen uitsluitend ter informatie. De fabrikant behoudt zich het recht voor deze zonder kennisgeving te wijzigen en is niet verplicht reeds geleverde apparatuur overeenkomstig te wijzigen.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 1
INHOUD
INHOUD
BELANGRIJKE KENNISGEVING ....................................................................... 3
INSTALLATIE
TRANSPORT - VERPLAATSEN ........................................................................................ 4
INSTALLATIE .................................................................................................................. 12
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME ............................................................... 13
INSTALLATIE OP PALEN ................................................................................................ 15
INGEBRUIKSTELLING ................................................................................................... 16
WERKING
VENTILATIE .................................................................................................................... 21
LUCHTSTROOM BALANCEREN ................................................................................... 23
FILTERS ......................................................................................................................... 39
WERKING AIR SOCK REGELING .................................................................................. 40
FX LUCHTSTROOM BALANCEREN .............................................................................. 41
WARMWATERBATTERIJEN ........................................................................................... 44
GASBRANDERS ............................................................................................................ 45
BEDIENINGSFUNCTIES
GEBRUIK VAN HET KP 17 COMFORT-DISPLAY ........................................................... 57
GEBRUIK VAN HET KP02-ONDERHOUDSDISPLAY .................................................... 58
GEBRUIK VAN HET KP07 GRAFISCHE AFSTANDSDISPLAY ....................................... 72
BMS-CONTACTSET ....................................................................................................... 81
CLIMATIC™ PARAMETERS ............................................................................................ 82
BESTURINGSINTERFACE CLIMALINK/CLIMALOOK .................................................... 88
BEDRADINGSSCHEMA
ITEMOVERZICHT ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S ......................................... 96
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S .................................................................... 100
PROBLEMEN OPLOSSEN
BEVEILIGINGS- EN FOUTCODES ............................................................................... 117
ONDERHOUDSDIAGNOSE ......................................................................................... 123
ONDERHOUDSPLAN .................................................................................................. 126
GARANTIE .................................................................................................................... 129
CERTIFICATEN
ISO 9001-CERTIFICATIE .............................................................................................. 130
PED-CONFORMITEITSVERKLARING ......................................................................... 131
GLASWOLBRANDKLASSE .......................................................................................... 132
CE CONFORMITEITSVERKLARING 33 kW GASBRANDER ....................................... 133
CE CONFORMITEITSVERKLARING 60 kW GASBRANDER ....................................... 134
CE CONFORMITEITSVERKLARING 120 kW GASBRANDER ..................................... 135
CE CONFORMITEITSVERKLARING 180 kW GASBRANDER ..................................... 136
BRANDKLASSE ISOLATIE ........................................................................................... 137
Pagina 2 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BELANGRIJKE KENNISGEVING
BELANGRIJKE KENNISGEVING
Alle werkzaamheden aan deze unit moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde en bevoegde werknemer.
Als de volgende instructies niet worden opgevolgd, kan dat leiden tot verwonding of ernstige ongelukken.
Werkzaamheden aan de unit:
• De unit moet worden geïsoleerd van de stroomvoorziening door verbreking van de verbinding en vergrendeling met behulp van de hoofdscheidingsschakelaar.
• Werkers dienen een geschikte beschermende uitrusting te dragen (helm, handschoenen, bril enzovoort).
Werkzaamheden aan het elektrische systeem:
• Werkzaamheden aan elektrische onderdelen moeten worden uitgevoerd terwijl de stroom is uitgeschakeld (zie hierna) door werknemers met een elektrotechnisch diploma en de juiste machtigingen.
Werkzaamheden aan de koelcircuits:
• Werkzaamheden, zoals het controleren van de druk, het aftappen en het vullen van het systeem onder druk, dienen te worden uitgevoerd met aansluitingen die voor dit doel zijn geleverd en met geschikt gereedschap.
• Om een explosie als gevolg van het verstuiven van koelmiddel en olie te voorkomen dient het relevante circuit te worden afgetapt bij nuldruk voordat onderdelen voor de koeling kunnen worden ontmanteld of soldeernaden kunnen worden losgemaakt.
• Er is een kleine kans dat de druk wordt opgebouwd door het ontgassen van de olie of door het verwarmen van de warmtewisselaars nadat het circuit is afgetapt. De nuldruk dient te
worden gehandhaafd door de aftapaansluiting te ontluchten in de atmosfeer aan de lagedrukzijde.
• Het hardsolderen dient te worden gedaan door een gekwalificeerde soldeerder. Het werk moet worden uitgevoerd volgens de standaard NF EN1044 voor hardsolderen (minimaal 30% zilver).
Onderdelen vervangen:
• De unit blijft alleen voldoen aan de eisen die gelden voor CE-certificatie, als onderdelen worden vervangen door reserveonderdelen of onderdelen die door Lennox zijn goedgekeurd.
• Alleen het koelmiddel dat op het naamplaatje van de fabrikant is weergegeven, mag worden gebruikt. Het is niet toegestaan andere producten (zoals mengsels van koelmiddelen, koolwaterstoffen enzovoort) te gebruiken.
WAARSCHUWING:
bij brand kunnen de koelcircuits een explosie veroorzaken en koelmiddelgas en olie spuiten.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 3
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
Site details / Details van de site
Site / Site
Unit Ref / Unit ref.
Installer / Installer
………………………………………
……………………………………....
………………………………………
Controller / Controller
Model / Model
Serial No / Serienr.
Refrigerant / Koudemiddel
………………………………….
……………….…………………
…………………………………
…………………………………
(1) ROOF INSTALLATION / DAKMONTAGE
Voldoende toegang OK
Yes / Ja No / Nee
Condensate drain fitted /
Condensaatafvoer geïnstalleerd
Roofcurb / Daksokkel
OK Not OK / Niet OK
Yes / Ja No / Nee
(2) CONNECTIONS CHECK / CONTROLE VERBINDINGEN
Phase check / Vérification des Phases
Yes / Ja No / Nee
Voltage between
Phases / Spanning tussen fasen
1 / 2
……………….
2 / 3
……………….
1 / 3
……………….
(3)CLIMATIC CONFIGURATION CHECK / CONTROLE CLIMATIC-CONFIGURATIE
CLIMATIC 50 Configured according to the Options and Specifications / CLIMATIC 50 geconfigureerd volgens de opties en specificaties: Yes / Ja No / Nee
(4) SUPPLY BLOWER SECTION / GEDEELTE TOEVOERVENTILATOR
Type / Type:
Power displayed on plate / Vermogen weergegeven op plaat:
Voltage displayed on plate / Spanning weergegeven op plaat:
Current displayed on plate / Stroom weergegeven op plaat:
KW
V
A
Nr.1
……………………
……………………
……………………
Nr.2
……………………
……………………
……………………
Fan Type / Ventilatortype: Forward / Voorwaarts
Backward / Achterwaarts
Forward / Voorwaarts
Backward / Achterwaarts
Displayed Belt Length / Zichtbare riemlengte:
Tension Checked / Riemspanning gecontroleerd: mm …………………… ……………………
Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee
Alignment Checked / Uitlijning gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee
Motor Pulley Dia / Diam. riemschijfmotor: D
M
mm ……………………
Fan Pulley Dia / Diam. ventilatorriemschijf: D
P mm …………………… ……………………
Fan Speed / Ventilatorsnelheid = Motor tpm x D
M
/ D
P
Averaged Measured Amps / Gemiddelde gemeten Amps:
Shaft Mechanical Power (Refer to airflow balancing) /
Mechanische vermogen as (raadpleeg luchtstroom balanceren)
Operating point checked / Bedrijfspunt gecontroleerd: tpm
A
……………………
……………………
……………………
……………………
W …………………… ……………………
Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee
Estimated Airflow / Geschatte luchtstroom m
3
/u …………………… ……………………
(5) AIRFLOW PRESS. SENSOR CHECK / LUCHTSTROOMDRUK SENSORCONTROLE
Measured pressure drop /
Gemeten drukverlies
…………………………… mbar
Yes / Ja No / Nee
If Yes enter new values / Indien Ja, geef nieuwe waarden op:
3410: ………… 3411: ………… 3412: …………
(6) EXTERNAL SENSOR CHECKS / EXTERNE SENSORCONTROLE
Yes / Ja No / Nee
Supply Temperature / Toevoertemperatuur
Return Temperature / Retourtemperatuur in menu 2110: Yes / Ja No / Nee
100% Fresh Air / 100% verse lucht 100% return Air / 100% retourlucht
………………………..°C ………………………..°C
………………………..°C ………………………..°C
Outdoor Temperature / Buitentemperatuur ………………………..°C ………………………..°C
(7) MIXING AIR DAMPERS CHECKS / CONTROLE MENGLUCHTKLEPPEN
Dampers open & close freely /
Kleppen sluiten & openen probleemloos OK
% Minimum FA:
% minimum FA:
Power exhaust checked /
Afzuigstroom gecontroleerd
Enthalpy sensor(s) checked /
Enthalpie-sensor(en) gecontr
Yes / Ja No / Nee ……………..% / Yes / Ja No / Nee
Pagina 4 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
(8) REFRIGERATION SECTION / KOELSYSTEEMGEDEELTE
Motor 1 / Motor 1
Motor 2 / Motor 2
Motor 3 / Motor 3
Motor 4 / Motor 4
L1 ……..A
L1 ……..A
L1 ……..A
L1 ……..A
Motor 5 / Motor 5
Motor 6 / Motor 6
L1 ……..A
L1 ……..A
Compressor Amps COOLING /
Amps compressor KOELING
L2 ……..A
L2 ……..A
L2 ……..A
L2 ……..A
L2 ……..A
L2 ……..A
L3 ……A
L3 ……A
L3 ……A
L3 ……A
L3 ……A
L3 ……A
Yes / Ja No / Nee
Yes / Ja No / Nee
/ Spanning
compressor.
Yes / Ja No / Nee Comp1: …….. V
Yes / Ja No / Nee Comp2: …….. V
Yes / Ja No/ Nee Comp3: …….. V
Yes / Ja No/ Nee Comp4: …….. V
Pressures & Temperatures / Druk & temperatuur
Temperatures / Temperaturen Pressures / Druk
Fase 1 Fase 2 Fase 3
Suction / Zuigkracht
Comp 1
Comp 2
Comp 3
Comp 4
…..… A …..… A
…..… A …..… A …..… A
…..… A …..… A …..… A
…..… A …..… A …..… A
Check Reversing valves. /
Controle omschakelkleppen:
…..… A ……… °C
……… °C
……… °C
……… °C
Valve1 / Klep1: Yes / Ja
Valve2 / Klep2: Yes / Ja
No / Nee
No / Nee
Disch / Pers
……… °C
……… °C
……… °C
……… °C
LP/ LP
……… Bar
……… Bar
……… Bar
……… Bar
Valve3 / Klep3: Yes / Ja
Valve4 / Klep4: Yes / Ja
HP / HP
……… Bar
……… Bar
……… Bar
……… Bar
No / Nee
No / Nee
Compressor Amps HEATING /
Amps compressor VERWARMING
Pressures & Temperatures / Druk & temperatuur
Temperatures / Temperaturen Pressures / Druk
Fase 1 Fase 2 Fase 3
Comp 1 …..… A …..… A …..… A
Suction / Zuigkracht
……… °C
Disch / Pers
……… °C
LP/ LP
……… Bar
HP / HP
……… Bar
Comp 2 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar
Comp 3
Comp 4
…..… A …..… A …..… A
…..… A …..… A …..… A
HP cut out / Hogedruk uitschakeling ……Bar
Refrigerant charge / Koudemiddel vulling
……… °C
……… °C
……… °C
……… °C
LP cut out / Lagedruk uitschakeling
C1 : ………..kg C2 : ………..kg
……… Bar
……… Bar
……… Bar
……… Bar
………..…... Bar
C3 : ………..kg C4 : ………..kg
(8)ELECTRIC HEATER SECTION / GEDEELTE ELEKTRISCHE VERWARMING
Type / Type: ………………………………………………….
AMPS 1 st
stage (Baltic) / AMPS 1 e
trap (Baltic)
1 ………………. 2 ………………. 3 ……………….
Serial No / Serienr.:………………………..
AMPS 2 nd
stage (Baltic) / AMPS 2 e
trap (Baltic)
1 ………………. 2 ……………….
(9) HOT WATER COIL SECTION / GEDEELTE WARMWATERBATTERIJ
3 ……………….
Check Three Way Valve Movement / Controle beweging van de driewegklep: Yes / Ja No / Nee
(10) GAS HEATING SECTION / GEDEELTE GASVERWARMING
Gas Burner N°1 / Gasbrander nr.1
Size / Maat:
……………………….
Pipe size / Leidingmaat:
Valve type / Type klep:
…………………….
Gas type / Type gas: G…….
Gas Burner N°2 / Gasbrander nr.2
Size / Maat:
……………………….
Pipe size / Leidingmaat:
Valve type / Type klep:
…………………….
Gas type / Type gas : G…….
Line press./ Leidingdruk:
………………………
Drop test / Drukverliestest
Yes / Ja No / Nee line press./ Leidingdruk:
………………………
Drop test / Drukverliestest
Yes / Ja No / Nee
Check manifold pressure / Controle druk gasverdeelstuk:
High fire / Hoog vuur …….…Low fire / Laag vuur ………..
Pressure cut out airflow press switch / Drukuitschakeling lagedrukschakelaar: ……………………mbar / Pa
Motor amps /
Amps motor:
……….A
Flue temp /
Temp rookgas
……… °C
CO2 %:
………%
CO ppm:
………%
Check manifold pressure / Controle druk gasverdeelstuk:
High fire / Hoog vuur …….…... Low fire / Laag vuur ………..
Pressure cut out airflow press switch / Drukuitschakeling lagedrukschakelaar: ……………………mbar / Pa
Motor Amps /
Amps motor:
……….A
Flue temp /
Temp rookgas
………. °C
CO2 %:
………%
CO ppm:
………%
(11) REMOTE CONTROL BMS CHECK / CONTROLE AFSTANDSBEDIENING BMS
Type / Type:
…………………………..
Sensor type / Type sensor
………………………………..
KP07 KP/17 checked / gecontroleerd:
Yes / Ja No / Nee
Bedrading gecontroleerd:
Yes / Ja No / Nee
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 5
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
It is recommended that you fill the two tables below before transferring the zone settings to the Climatic controller.
Het is raadzaam dat u de onderstaande twee tabellen invult voordat u de zone-instellingen naar de Climatic-controller verstuurt.
Refer to control section page 55 / Raadpleeg de sectie over de bediening op pagina 55
Time Zones / Tijdzones
Tijd
0 1 2 3 4 5 6 7 8
Voorbeeld
UNO
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
7:15u ZA 11:00u ZB 14:00u
ZC
19:00u
UNO
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Variables to adjust for each time zone / Variabelen die voor elke tijdzone kunnen worden ingesteld
Start z.A Start z.B Start z.C Start UNO
uur (3211) min (3212) uur (3213) min (3214) uur (3215) min (3216) uur (3217) min (3218)
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Omschrijving
Sp Room
Unit
°C
Menu
3311
Min
8
Max
35
Zone A Zone B Zone C UNOC
Sp Dyna
Sp Cool
Sp Heat
Swap Heater
Activation
Swap Heater
°C
°C
3321
3322
0
8
99.9
35
°C 3323 8 35
Aan / Uit 3324 ~ ~
Aan / Uit 3331 ~ ~
Aan / Uit 3332 ~ ~
Fan On/Off
Fan Dead
F.Air
CO2
Comp.Cool.
Comp.Heat.
AuxHeat
Humidif.
Low Noise
Aan / Uit 3351 ~ ~
Aan / Uit 3352 ~ ~
Aan / Uit 3353 ~ ~
Aan / Uit 3354 ~ ~
Aan / Uit 3355 ~ ~
Aan / Uit 3356 ~ ~
Aan / Uit 3357 ~ ~
Aan / Uit 3358 ~ ~
Aan / Uit 3359 ~ ~ N.V.T. N.V.T.
Pagina 6 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
OPMERKINGEN ......................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................................
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 7
TRANSPORT - VERPLAATSEN
CONTROLE BIJ LEVERING
Controleer bij ontvangst van nieuwe apparatuur de volgende punten. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om te controleren of de producten in goede staat verkeren:
- De buitenkant is op geen enkele wijze beschadigd.
- Het materiaal voor hijsen en verplaatsen is geschikt voor de apparatuur en is overeenkomstig de specificaties van bijgesloten instructies voor het verplaatsen.
- De accessoires die zijn besteld voor installatie op locatie, zijn geleverd en in goede staat.
- De apparatuur is conform order en paklijst afgeleverd.
Indien het product beschadigd is, dient u dit binnen 48 uur
(werkdagen) na levering per aangetekende post te melden aan de vervoerder. Geef een uitvoerige beschrijving van het probleem. Een kopie van dit schrijven dient u ter informatie aan Lennox en de leverancier of distributeur te sturen. Indien u in gebreke blijft, vervalt iedere claim jegens de vervoerder.
TYPEPLAATJE
OPSLAG
De units worden niet altijd direct na aflevering operationeel en worden soms opgeslagen. Indien ze voor middellange of lange termijn worden opgeslagen, raden wij u aan de volgende procedures te volgen:
- Controleer of er geen water in de hydraulische systemen zit.
- Verwijder de hoezen van de warmtewisselaars
(AQUILUX-hoezen) niet.
- Verwijder de beschermende folie niet.
- Houd elektrische panelen gesloten.
- Bewaar alle geleverde onderdelen en opties op een schone en droge plaats tot u ze voor ingebruikstelling van de apparatuur monteert.
ONDERHOUDSSLEUTEL
Wij raden u aan de sleutel die is bevestigd aan een oogbout, op een veilige en toegankelijke plaats te bewaren. Met deze sleutel kunt u de panelen ten behoeve van onderhouds- en installatiewerkzaamheden openen.
U dient de sloten een kwartslag te draaien en vervolgens vaster te zetten (afbeelding 2).
Op het typeplaatje staan de volledige gegevens van het model vermeld. Deze dienen overeen te komen met de gegevens van de door u bestelde unit. Ook worden op het typeplaatje het stroomverbruik bij starten, het nominaal vermogen en de voedingsspanning vermeld. De voedingsspanning mag maximaal +10/-15 % afwijken. Het startvermogen is de maximale waarde die met de gespecificeerde voedingsspanning kan worden bereikt. De cliënt moet zorgdragen voor de benodigde stroomvoorziening. U dient dan ook te controleren of de voedingsspanning als vermeld op het typeplaatje overeenkomt met die van de netvoeding.
Ook wordt op het typeplaatje het productiejaar vermeld en wordt per compressorcircuit aangegeven welk type koelmiddel wordt gebruikt en hoeveel koelmiddel is vereist.
Afb. 1
CONDENSAATAFVOEREN
De condensaatafvoeren zijn niet in elkaar gezet bij levering en zijn met hun klemkragen opgeslagen in het elektrische paneel.
U kunt ze in elkaar zetten door ze in de afvoer van de condensaatbak te steken en met een schroevendraaier de kragen vast te zetten (afbeelding 3).
085°N2N3M
2004
Afbeelding 2
Pagina 8 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
GEWICHT (kg)
Condensatie Luchtstroomconfiguratie std
Standaard Centrifugaal
1 2 3 4 5 6 7 8
FC/FH 085 - alleen koeling en warmtepompunits.
X
X
X
-
-
-
X
-
-
-
-
X
-
-
X
X
-
-
-
X
-
-
X
X
-
X
-
-
3785
3785
3785
2255
2255
2285
1495
1495
1495
630
630
630
1220
1270
1275
-
-
-
X
X
X
X
-
-
-
-
X
-
-
X
-
X
-
-
-
X
-
-
X
-
X
-
X
-
-
3835
3835
3835
2255
2255
2285
2080
2080
2080
630
630
630
FC/FH 085 - GAS
X
-
-
X
X X 3785 2255 1495 630
X -
FC/FH 100 - alleen koeling en warmtepompunits.
X 3835 2255 2080 630
1435
1485
1490
-
-
X
-
X
X
-
-
-
-
-
X
X
X
FC/FH 100 - GAS
X -
X
X
X
-
-
-
-
X
X
X
-
-
-
-
X
-
-
X
-
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
X
-
-
-
X
-
-
-
-
X
-
-
X
-
-
-
-
X
-
-
-
X
-
-
X
-
-
-
X
X
-
-
-
-
X
X
3785
3785
3785
3835
3835
3835
3785
3835
2255
2255
2285
2255
2255
2285
2255
2255
1495
1495
1495
2080
2080
2080
1495
2080
630
630
630
630
630
630
630
630
1280
1320
1320
1495
1545
1545
-
std high
gas gas
1320 1390 2830 2330 -
1535 1605 3230 2430 1870
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
HIJSBAND
2 3
2830 2330
2830 2330
2830 2330
-
-
-
3230 2430 1870
3230 2430 1870
3230 2430 1870
2830 2330
2830 2330 -
-
2830 2330 -
3230 2430 1870
3230 2430 1870
3230 2430 1870
1380 1450 2830 2330 -
1595 1665 3230 2430 1870
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 9
TRANSPORT - VERPLAATSEN
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
GEWICHT (kg)
Condensatie Luchtstroomconfiguratie std
Standaard Centrifugaal
1 2 3 4 5 6 7 8
FC/FH 120 - alleen koeling en warmtepompunits.
X
X
X -
-
X X 3585 2255 1470 630 1530
X X 3585 2255 1470 630 1580
X X X X 3585 2285 1470 630 1600
-
-
-
X
X
X
X
-
-
-
-
X
-
-
X
-
X
-
-
-
X
-
-
X
-
X
-
X
-
-
3635
3635
3635
2255
2255
2285
1930
1930
1930
630
630
630
FG 120 - GAS
X
-
-
X
X
X
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
FC/FH 140 - alleen koeling en warmtepompunits.
X
X
4035
4085
2255
2255
1470
1930
630
630
1805
1855
1875
-
-
X
-
X
X
-
-
-
-
-
X
X
X
X
X
-
-
-
-
X
-
-
-
-
X
X
-
-
-
-
X
-
X
-
-
X
-
X
-
-
-
-
X
X
-
-
-
-
X
-
X
-
-
X
-
X
X
-
-
-
-
3585
3585
3585
3635
3635
3635
2255
2255
2285
2255
2255
2285
1470
1470
1470
1930
1930
1930
630
630
630
630
630
630
1630
1680
1700
1905
1955
1975
FG 140 - GAS
X X X 4035 2255 1470 630
X X X 4085 2255 1930 630
FC/FH 160 - alleen koeling en warmtepompunits.
X
X -
-
-
-
X X 3595 2255 2070 900 2050
X X 3595 2255 2070 900 2120
X
-
-
-
X
-
X
X
-
X
-
-
-
X
-
X
-
-
-
-
X
3595
3645
2285
2255
2070
2070
900
900
2140
2275
-
FG 160 - GAS
X
X
X -
-
X
-
X
X
-
-
X
-
X
X
-
-
-
3645
3645
2255
2285
2070
2070
900
900
2345
2365
X
-
-
X X 4045 2255 2070 900
X X X 4095 2255 2070 900
FC/FH 190 - alleen koeling en warmtepompunits.
-
-
X X 3595 2255 2070 900 2175
X
X
-
-
-
X
-
-
X
X
-
-
X
-
X
-
X
-
-
X
-
X
-
-
-
-
X
3595
3595
3645
2255
2285
2255
2070
2070
2070
900
900
900
2245
2265
2400
-
-
FG 190 - GAS
X
-
X
X
-
X
X X 3645 2255 2070 900 2470
X X X X 3645 2285 2070 900 2490
X
X
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
X
X
4045
4095
2255
2255
2070
2070
900
900
-
std high
gas gas
-
-
-
-
-
-
2700
2700
2700
2700
2700
2700
-
-
-
-
-
-
3
1840 1890 3000 2310
2115 2165 3300 2700 2080
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2700
2700
2700
2700
2700
2700
2700
2700
2700 -
-
2080
2080
2080
3000 2410 1880
3000 2410 1880
3000 2410 1880
2700
2700 -
2080
2080
2700 2080
3000 2410 1880
3000 2410 1880
3000 2410 1880
1920 1970 3000 2310
2000 2050 3300 2700 2080
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2410 2460 3000
2635 2685 3000
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2540 2600 3000
2765 2825 3000
HIJSBAND
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2320
2320
2090
2090
2090
2090
2090
2090
2320
2320
2090
2090
2090
2090
2090
2090
Pagina 10 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
MODELLEN
FX 025
FX 030
FX 035
FX 040
FX 055
FX 070
FX 085
FX 100
FX 110
FX 140
FX 170
LENGTE
mm
4070
4070
4750
4750
4750
5050
5050
5050
5650
5650
5650
HOOGTE
mm
1635
1635
2255
2255
2255
2255
2255
2255
2255
2255
2255
BREEDTE
mm
1055
1055
1290
1290
1290
1725
1725
1725
2000
2000
2000 lateraal mm
490
490
490
490
490
890
890
890
860
860
860
KAP
ventil mm
600
600
600
600
600
600
600
600
-
-
-
GEWICHT (kg)
standaard kg
950
980
1400
1450
1600
1800
1900
2000
2620
2620
2650
VERPLAATSEN
Voor verplaatsing van de apparatuur kunt u gebruik maken van de hijsgaten aan de bovenkant van de unit.
De lengte van de "hijsband" is de waarde die we aanraden voor het veilig verplaatsen van de apparatuur.
Enkele units kunnen uitsluitend aan vier haakse hijsbanden gehesen worden. Voor andere units hebt u een afwijkende lengte nodig (zie afbeelding 4).
Ter voorkoming van schade aan de apparatuur is het van belang dat alle hijsogen worden gebruikt en dat alle hijsbanden dezelfde lengte hebben.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 11
TRANSPORT - VERPLAATSEN
Afbeelding met alle verplaatsingsillustraties
Hijsband = 2830 mm voor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD.../FG... 085 & 100
Hijsband = 2330 mm voor een hoek van = 64,5°C
FC.../FH.../FD.../FG... 085 & 100 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 3230 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2430 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 1870 mm voor een hoek van = 45°C
Pagina 12 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD... 120 & 140
Hijsband = 2080 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 3000 mm voor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD... 120 & 140 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 2410 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 1880 mm voor een hoek van = 45°C
FG... 120 & 140 met gasbrander
Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2080 mm voor een hoek van = 45°C
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 13
TRANSPORT - VERPLAATSEN
FG... 120 & 140 met gasbrander en centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 3300 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2080 mm voor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD... 160 & 190
FC.../FH.../FD... 160 & 190 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 2090 mm voor een hoek van = 45°C
Hijsband = 3000 mm voor een hoek van = 45°C
FG... 160 & 190
FG... 160 & 190 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 2320 mm voor een hoek van = 45°C
Pagina 14 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
FX 25 & 30
Hijsband 1 = 3000 mm
Hijsband 2 = 2350 mm
FX 35 - 40 - 55
Hijsband 1 = 3700 mm
Hijsband 2 = 2850 mm
1
2
1
1
2
1
FX 70 - 85 - 100
Hijsband 1 = 3900 mm
Hijsband 2 = 3000 mm
1
2
1
FX 110 - 140 - 170
Hijsband 1 = 4300 mm
Hijsband 2 = 3250 mm
1
2
1
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 15
INSTALLATIE
CONTROLE VOORAF
Voordat u de apparatuur installeert, MOET u de volgende punten te controleren:
- Zijn de vorkheftruckbeschermers verwijderd?
- Is er voldoende ruimte voor de apparatuur?
- Kan het oppervlak waarop de apparatuur wordt geïnstalleerd, het gewicht van de apparatuur houden?
U dient het frame op voorhand goed te bekijken.
- Wordt de structuur door de aan- en afvoerkanalen verzwakt?
- Wordt de werking van de apparatuur door iets verhinderd?
- Is de stroomvoorziening ter plaatse conform de elektrische specificaties van de apparatuur?
- Kan het condensaat worden afgevoerd?
- Is er voldoende ruimte voor onderhoud?
- Bij de installatie van de apparatuur kunnen verschillende hijsmethoden worden gebruikt, bijvoorbeeld een helikopter of kraan. Dit kan per installatie verschillen. Is hier rekening mee gehouden?
- Installeer de unit conform de instructies voor installatie en de geldende lokale voorschriften.
- Controleer of de koelleidingen niet in aanraking komen met de kast of andere koelleidingen.
Zorg dat de aansluitingen van de luchtkanalen niet geblokkeerd worden door muren, bomen of dakranden en dat montage- en onderhoudswerkzaamheden mogelijk zijn.
INSTALLATIE VEREISTEN
Het oppervlak waarop de apparatuur wordt geplaatst moet schoon zijn en vrij van obstakels die de luchtstroom naar de condensors kunnen belemmeren:
- Vermijd oneffen oppervlakken
- Plaats twee units niet naast elkaar of te dicht bij elkaar, aangezien daardoor de luchtstroom naar de condensors kan worden belemmerd.
Voordat u een omkaste Rooftop-unit installeert, moet u op de hoogte zijn van:
- De heersende windrichting.
- De richting en positie van de luchtstromen.
- De uitwendige afmetingen van de unit en de afmetingen van de aansluitingen voor de toevoer- en retourlucht.
- De opstelling van de deuren en de ruimte die nodig is ze te openen zodat u tot de diverse onderdelen toegang heeft.
DOORVOEREN
- Zorg dat alle leidingen die door muren of daken worden getrokken, goed vastzitten en gekit en geïsoleerd zijn.
- Om condensatieproblemen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle pijpen zijn geïsoleerd in overeenstemming met het temperatuurverschil tussen de vloeistoffen en de ruimte waardoorheen deze lopen.
OPMERKING: de AQUILUX-beschermplaten die zijn bevestigd op de ribben, moeten worden verwijderd voordat de unit wordt gestart.
MODELLEN
FC/FH/FG/FD
85
!
140
160 & 190
FX
25 & 30
85
!
140
70
!
100
110
!
170
* : op basis van de aansluiting
Pagina 16 - IOM - FLEXY - 0704 -D
A
1400
2000
*
*
*
*
B
2000
2000
1100
1300
1700
2000
C
1400
2000
*
*
*
*
D
2300
2300
1700
2300
2300
2300
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME
Aangezien niveaus kunnen worden versteld, moet u de volgende aanbevelingen in acht nemen voor een juiste installatie van de apparatuur.
Zorg allereerst dat alle verstelbare retourluchtopeningen naar buiten wijzen (1-afbeelding 3). Deze zijn gewoonlijk binnenstebuiten gekeerd voor transport.
1
Afbeelding 3
Plaats het dakmontageframe op de raveelbalk door eerst de inlaat en vervolgens de uitlaat op elkaar uit te lijnen. (2 - zie afbeelding 4).
2
Als het frame waterpas is, zet u de flappen vast aan de raveelbalk (afbeelding 5).
Afbeelding 4
Afbeelding 5
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 17
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME
Als het frame juist is geplaatst, is het van essentieel belang dat het geheel wordt vastgezet met een lasnaad (20 tot 30 mm. voor elke 200 mm.) langs de buitenzijde, of met een alternatieve methode (1 - afbeelding 6).
1
Afbeelding 6
2
1
3
Montageverbinding (1 - afbeelding 7)
Isoleer het frame voordat u het installeert. Wij raden een minimale toepassing van 25 mm dik isolatiemateriaal aan.
Controleer of de bedekking continu en waterdicht is (2 - afbeelding 7).
WAARSCHUWING: Om effectief te zijn, moet deze achter de opstaande rand eindigen (3 - afbeelding 7)
Afbeelding 7
Voordat u de apparatuur installeert moet u ervoor zorgen dat de afdichtingen niet zijn beschadigd.
Eenmaal in positie, moet de onderkant van de apparatuur horizontaal en tegen de roofcurb liggen, zoals in afbeelding 8 is aangeduid.
De installateur moet voldoen aan de standaarden en specificaties van de plaatselijke verordeningen.
Afbeelding 8
Pagina 18 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INSTALLATIE OP POTEN
De eenheid kan op hoekpoten worden geïnstalleerd met behulp van het bijgeleverde frame. De mininumhoogte van de poten moet 400mm zijn.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 19
INGEBRUIKSTELLING
DEZE WERKZAAMHEDEN MOGEN
UITSLUITEND DOOR OPGELEIDE
KOELMONTEURS UITGEVOERD TE
WORDEN.
VUL HET INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
IN TERWIJL U BEZIG BENT
DE UNIT STARTEN
Op dit punt moeten de stroomonderbrekers open zijn
U hebt een DS50-onderhoudsregelaar of Climalook met een geschikte interface nodig.
De jumpers zijn in de fabriek ingesteld en de
VÓÓR AANSLUITING OP NETSPANNING:
- Controleer of de stroomvoorziening tussen het gebouw en de unit voldoet aan de lokale verordeningen en of de kabel voldoet aan de opstart- en bedrijfsvoorwaarden.
CONTROLEER OF DE STROOMVOORZIENING
BESTAAT UIT 3 FASEN EN EEN NUL-LEIDER
ALS DE UNIT IS UITGERUST MET EEN
AFZUIGVENTILATOR.
- Controleer of de volgende kabelverbindingen stevig vast zitten: hoofdschakelaarverbindingen, netstroomkabels die zijn gekoppeld aan de schakelaars en stroomonderbrekers en de kabels in het 24-volts stuurstroomcircuit.
Language
or
configuratieschakelaars worden afgesteld op het type unit.
Sluit de CLIMATIC-diplays aan.
PRELIMINARY CHECKS
- Controleer of de aandrijfmotoren goed vastzitten.
- Controleer of de instelbare takelblokken vastzitten en of de snaar met de juiste transmissie is gespannen.
Raadpleeg de volgende sectie voor gedetailleerde informatie.
- Controleer aan de hand van het schema van de elektrische bedrading de conformiteit van de elektrische beveiligingen (instellingen van de stroomonderbreker en de aanwezigheid en nominale waarde van zekeringen).
- Controleer de verbindingen met de temperatuursensor.
Sluit de 24-volts stuurstroomonderbrekers aan.
De CLIMATIC 50 start na 30 seconden.
Pagina 20 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INGEBRUIKSTELLING
Reset de DAD photo (indien aanwezig).
Controleer de bedieningsinstellingen en pas ze aan.
Raadpleeg de sectie over de bediening in deze handleiding om de verschillende parameters in te stellen.
DE UNIT VAN STROOM VOORZIEN
- Schakel de stroom van de unit in door de scheidingsschakelaar te sluiten (indien aanwezig). - Op dit punt moet u de ventilator starten tenzij de Climatic de schakelaar niet van stroom voorziet. In dit speciale geval kan de ventilator worden geforceerd door een brugverbinding te maken tussen poort NO7 en C7 op aansluiting J14 op de Climatic. Als de ventilator eenmaal draait, controleert u of de draairichting klopt. Kijk om dit te controleren naar de draaipijl die zich op de ventilor bevindt.
- De draairichting van de ventilatoren en compressoren wordt na productie getest. Ze draaien daarom allemaal of in de goede, of in de verkeerde draairichting.
NB: een compressor die in de verkeerde richting draait, werkt niet.
- Draait de ventilator in de verkeerde richting (de juiste richting wordt getoond in afbeelding nr. 9), sluit dan de stroomtoevoer naar de machine af met de hoofdschakelaar in het gebouw, verwissel twee fasen en herhaal de voorgaande procedure.
. 9
- Sluit alle stroomonderbrekers en schakel de stroom van de unit in, verwijder de brugverbinding op aansluiting J14, als deze is aangebracht.
Afbeelding
- Als nu slechts één van de onderdelen in de verkeerde richting draait, schakelt u de stroom uit met de scheidingsschakelaar van de unit (indien aanwezig) en verwisselt u twee van de fasen van het onderdeel op het aansluitblok in het elektrische paneel.
- Controleer of de hoeveelheid stroom die wordt gebruikt, overeenstemt met de waarde op het typeplaatje. Doe dit met name voor de toevoerventilator (kijk op pagina 24).
- Indien de waarden op de ventilator buiten de gespecificeerde limieten vallen, wijst dit gewoonlijk op een abnormaal sterke luchtstroom die de levensduur en de thermodynamische werking van de unit nadelig zal beïnvloeden. Hierdoor wordt ook de kans groter dat er water in de unit binnenkomt. Lees in de sectie "De luchtstroom balanceren" hoe u dit probleem kunt oplossen.
Bevestig nu de manometers op het koelcircuit
TEST UITVOEREN
Start de unit in de koelingsmodus
HOGEDRUKAAN-
SLUITING
CIRCUIT N°2
LAGEDRUKAAN-
SLUITING
CIRCUIT N°2
Thermodynamische waarden op manometers en veel voorkomende omgevingsomstandigheden
Hier worden geen waarden vermeld. De waarden zijn afhankelijk van de klimatologische omstandigheden in en buiten het gebouw op het moment van werking. Een ervaren koelmonteur ziet echter wanneer de machine niet goed functioneert.
Veiligheidstest
- Controleer de detectietest "Dirty filter" (Vuil filter) voor de luchtdrukschakelaar (indien gemonteerd): verander de instellingswaarde (menupagina 3413 op de DS50) met betrekking tot de luchtdrukwaarde. Kijk hoe de CLIMATIC reageert.
- Dezelfde procedure kan worden gebruikt voor de detectie van een "Missing Filter" (Ontbrekend filter) (menupagina
3412) of voor "Air Flow Detection" (Luchtstroomdetectie)
(menupagina 3411).
- Controleer de rookdetectiefunctie (indien gemonteerd)
- Druk op de testknop om de Brandmelder te controleren
(indien gemonteerd).
- Koppel de stroomonderbrekers van de condensorventilatoren los en controleer de hogedrukonderbrekingspunten op verschillende koelcircuits.
Omgekeerde draaitest
Deze test is ontworpen om te controleren of de
4-wegomschakelkleppen van omkeerbare warmtepompsystemen goed werken. Start de omgekeerde cyclus door de drempelwaarden voor warm of koud aan te passen overeenkomstig de omstandigheden binnen en buiten op het moment van testen (menu 3320).
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 21
VENTILATIE
SNAARSPANNING
Bij levering zijn de riemschijven nieuw en correct gespannen. Na de eerste
50 draaiuren moet de spanning worden gecontroleerd en bijgesteld. 80% van de totale uitrekking van riemen vindt voornamelijk plaats gedurende de eerste
15 draaiuren.
Voordat u de spanning bijstelt, moet u controleren of de riemschijven correct zijn uitgelijnd.
Als u de snaar wilt spannen, stelt u de hoogte van de motorsteunplaat in met de plaatafstelschroeven.
De aanbevolen doorbuiging is 16 mm per meter van midden tot midden.
Controleer of volgens het onderstaande diagram (afbeelding 10) de volgende verhouding hetzelfde blijft.
A (mm)
P (m)
= 20
De riemen moeten altijd worden vervangen als:
- de schijf op de maximum stand staat,
- het rubber van de riem is versleten of de draad zichtbaar is.
Vervangende riemen moeten van hetzelfde nominale formaat zijn als de riemen die u vervangt.
Als een transmissiesysteem verschillende riemen heeft, moeten ze allemaal van dezelfde fabricagegroep zijn (vergelijk de serienummers).
A
P
NB:
Een onderspannen snaar slipt, wordt heet en slijt vroegtijdig. Indien de snaar daarentegen te strak gespannen is, zal deze door de druk op de lagers oververhit raken en vroegtijdig slijten. Ook slechte uitlijning is de oorzaak van vroegtijdige slijtage.
Afbeelding 10
Pagina 22 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VENTILATIE: RIEMSCHIJVEN
RIEMSCHIJVEN MONTEREN EN
AFSTELLEN
Ventilatorriemschijven verwijderen
Verwijder de twee schroeven en plaats er een in de extractieschroefdraad.
Schroef deze volledig in. De naaf en de snaarschijf komen los.
Verwijder de naaf en de snaarschijf met de hand, zonder de machine te beschadigen.
Ventilatorriemschijven installeren
Maak de as, naaf en kegelvormige kern van de snaarschijf schoon en vetvrij. Smeer de schroeven en installeer de naaf en snaarschijf. Zet de schroeven terug zonder ze aan te draaien.
Plaats de eenheid op de as zet de schroeven om en om, en gelijkmatig vast. Tik met een houten hamer op de voorkant van de naaf om het geheel op zijn plaats te houden. Draai de schroeven aan tot 30 Nm.
Neem de naaf in beide handen en beweeg deze krachtig heen en weer, om ervoor te zorgen dat alles op zijn plaats zit.
Vul de gaten met vet ter bescherming.
NB: Tijdens de installatie mag de sleutel nooit uit de groef steken.
Controleer na 50 draaiuren of de schroeven nog op hun plaats zitten.
Snaarschijfmotor installeren en verwijderen
De snaarschijf wordt op zijn plaats gehouden door de sleutel en een schroef in de groef. Verwijder na het ontgrendelen deze schroef door aan de asstang te trekken (indien nodig, gebruik een houten hamer en tik gelijkmatig op de naaf om deze te verwijderen)
U zet alles weer in omgekeerde volgorde in elkaar, nadat u de motoras en de snaarschijfkern schoon en vetvrij hebt gemaakt.
Riemschijven uitlijnen
Na het afstellen van een of beide riemschijven, controleert u de uitlijning van de aandrijving met een liniaal aan de binnenzijde van de twee riemschijven.
OPMERKING: De garantie kan worden beïnvloedt als de transmissie wordt gewijzigd zonder dat u daarvoor eerst toestemming hebt verkregen.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 23
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
De daadwerkelijke weerstand van kanaalsystemen is niet altijd identiek aan de berekende theoretische waarden. Om dit te rectificeren, kan het nodig zijn om de snaarschijf en de rieminstelling aan te passen. Hiertoe zijn de motoren uitgerust met variabele riemschijven.
Meet de hoeveelheid geabsorbeerde ampères
Als de hoeveelheid geabsorbeerde ampères hoger is dan de vermelde waarden, heeft uw systeem een lagere drukval dan is voorzien. Maak de luchtstroom kleiner door het aantal toeren per minuut (tpm) te verminderen. Als de systeemweerstand beduidend lager is dan normaal, bestaat de kans dat de motor oververhit raakt en er een stroomstoring optreedt.
Als de hoeveelheid geabsorbeerde ampères lager is dan de vermelde waarden, heeft uw systeem een hogere drukval dan is voorzien. Maak de luchtstroom groter door het aantal toeren per minuut (tpm) te verhogen. Tegelijkertijd wordt het geabsorbeerde vermogen verhoogd, wat tot gevolg kan hebben dat een grotere motor moet worden geïnstalleerd.
Als u de aanpassing wilt uitvoeren en geen tijd wilt verliezen met opnieuw opstarten, stopt u de machine en vergrendelt u eventueel de hoofdschakelaar.
Maak de 4 inbus schroeven op de snaarschijf los (zie afbeelding 11).
Externe type
8450 /
D8450
8550 /
D8550
8670
D8670
Externe diameter van
Min Ø
/
Min afst.
Max Ø
/
Max afst.
aantal omwentelingen vanaf volledig gesloten tot volledig geopend
120
136
171
95
20,2
110
20,6
145
20,5
116
28,0
131
31,2
166
31,1
5
5
5
5
5
5
Actual Ø (DM) or distance between faces for a given number of turns from fully closed with SPA belt in (mm)
0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5,0 5,5
113,9 111,8 109,7 107,6 105,5 103,4 101,3 99,2 97,1 95,0
21,0 21,8 22,5 23,3 24,1 24,9 25,7 26,4 27,2 28,0
128,9 126,8 124,7 122,6 120,5 118,4 116,3 114,2 112,1 110,0
-
-
21,6 22,7 23,8 24,8 25,9 26,9 28,0 29,1 30,1 31,2
163,9 161,8 159,7 157,6 155,5 153,4 151,3 149,2 147,1 145,0 -
-
21,5 22,7 23,8 24,8 25,7 26,9 27,9 29,0 30,0 31,1 -
U kunt de rotatiesnelheid van de ventilator het gemakkelijkste meten met een tachometer. Als zo’n meter niet beschikbaar is, kan het tpm van de ventilator worden geschat met de volgende twee methoden.
Eerste methode terwijl de snaarschijf op zijn plaats vastzit:
L
INBUSSLEUTEL 4
Meet de afstand tussen de twee buitenvlakken van de snaarschijf.
Aan de hand van tabel 1 kan de daadwerkelijke diameter van de snaarschijfmotor worden geschat
Pagina 24 - IOM - FLEXY - 0704 -D
Afbeelding 11
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
Tweede methode bij het afstellen van de snaarschijf:
- Sluit de snaarschijf volledig en tel het aantal omwentelingen vanaf de volledig gesloten positie.
Bepaal aan de hand van tabel 2 de daadwerkelijke diameter van de snaarschijfmotor.
- Leg de diameter van de vaste ventilatorsnaarschijf (DF) vast.
- Bepaal de rotatiesnelheid van de ventilator aan de hand van de volgende formule: tpm VENTILATOR = tpm MOTOR x DM / DF
LUCHTSTROOM EN ESP CONTROLEREN
Aan de hand van de ventilatorcurven op pagina 25, 26 en 27 kunnen nu de luchtstroom, de totale beschikbare druk (P
TOT
) en de corresponderende dynamische druk (Pd) worden geschat voor een specifiek instelpunt;
De volgende stap bestaat uit het schatten van het drukverlies voor de hele unit.
Deze schatting kan worden gemaakt met behulp van de
"vuil-filter-druksensor" en de tabel met drukvalwaarden voor accessoires:
Ook kan worden aangenomen dat de drukval als gevolg van de kanaalinlaat in de unit op het dak 20 tot 30 Pa is.
Waarbij: tpm MOTOR : ........ vanaf de motorplaat of uit tabel 2
DM : ....................... uit tabel 2
DF: ........................ van de machine
Zijn de riemschijven eenmaal afgesteld en is de riem gecontroleerd en gespannen, start dan de ventilatormotor en leg het aantal ampères en het voltage vast tussen de fasen:
Uitgaande van de gemeten waarden en tabel 2
- Theoretisch mechanisch vermogen bij de as van de ventilator:
∆
P
INT
=
∆
P filter
+ batterij + P
Inlaat
+
∆
P
Opties
Op basis van de bovenstaande resultaten kan de externe statische druk (External Static Pressure, ESP) worden geschat:
ESP = P
TOT
- Pd -
∆
P
INT
P meca ventilator
P meca ventilator
P meca ventilator
P
= P
= P meca Motor elec
x
η
x
η
Transmissie meca motor
x
η
Transmissie
= V x I x
√
3 x cos ϕ
x
η meca motor meca ventilator x
η
This formula can be approximated in this way
Transmissie
= V x I x 1.73 x 0.85 x 0.76 x 0.9
Tabel 3
-
Informatie motor
Motorgrootte Nom. Snelheid
0,75°kW 1400 tpm
1,1°kW
1,5°kW
2,2°kW
1425°rpm
1430 tpm
1430 tpm
3,0°kW
4°kW
5,5°kW
1425°rpm
1425°rpm
1430 tpm
Cos
0,77
0,82
0,81
0,81
0,78
0,79
0,82
Met de waarde voor "tpm" van de ventilator en het mechanisch vermogen bij de as van de ventilator kunnen een instelpunt en de geleverde luchtstroom worden geschat aan de hand van de ventilator curven.
Tabel 4 -
Drukvalwaarden voor accessoires
MAAT
85
100
120
140
160
190
Luchtstroom (m 3 /u)
Min.
14 000
Economiser EU7
100% open Filter
(Pa)
8
(Pa)
73
Nom.
16 000
Max.
22 000
Min.
16 000
Nom.
Max.
20 000
22 000
10
16
10
14
16
113
159
93
135
159
Min.
18 000
Nom.
Max.
22 000
24 000
Min.
20 000
Nom.
Max.
24 000
25 000
Min.
22 000
Nom.
28 000
Max.
32 000
Min.
24 000
Nom.
33 000
Max.
36 000
18
19
16
22
12
16
18
14
26
18
27
30
113
159
184
135
184
197
87
132
165
101
174
201
21
22
9
13
13
18
21
15
17
10
18
21
Warmwater batterij
Elektrisch verwarmingselement
Roofcurb Horizontaal
S H S H Basisframe Roofcurb
(Pa)
8
(Pa)
16
(Pa)
5
(Pa)
8
(Pa)
18
(Pa)
44
13
18
10
15
18
25
36
20
30
36
8
8
8
10
13
8
10
10
13
15
26
32
26
32
38
57
109
57
90
109
41
44
18
27
25
36
41
30
34
20
36
41
15
15
8
8
10
13
15
10
13
10
13
13
18
20
8
10
13
15
18
15
13
10
13
15
46
50
24
30
32
38
44
35
34
34
41
48
58
63
49
79
33
49
58
40
103
58
109
130 meca motor
0,70
0,77
0,75
0,76
0,77
0,80
0,82
Gas
H
(Pa)
7
10
12
10
12
15
40
43
45
56
29
35
40
31
64
64
77
89
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 25
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
VOORBEELD
De unit die in dit voorbeeld wordt gebruikt, is een FHK 120N met standaardtoevoer en retourluchtstroomconfiguratie. Tevens uitgerust met een economiser en een elektrisch verwarmingselement van type H.
Uitgerust met 2 AT 18-18 -ventilatoren, waarvan de curve op pagina 35 wordt weergegeven, en twee 2,2 kW-motoren.
Elke motor beschikt over:
- Toeren per minuut motor: 1430 tpm
- cos ϕ
= 0,81
- Spanning = 400 V
- Vermogen = 4,68A
P mech vent
= V x I x
√√√√√
3 x cos
ϕ
x
ηηηηη
mech motor
x
ηηηηη
Transmissie
De unit is ook uitgerust met 2 transmissiesets 1
= 400 x 4.68 x
√√√√√
3 x 0.81 x 0.76 x 0.9 = 1,79 kW
- Vaste ventilatorsnaarschijf: 250 mm
- Motorinstelbare snaarschijf type "8450" geopend na 1 omwenteling vanuit volledig gesloten positie of gemeten afstand tussen eindplaten van snaarschijf is 21,8 mm: aan de hand van tabel xxx kan worden vastgesteld dat de motorsnaarschijf een diameter van 111,8 mm heeft.
rpm
VENTILATOR
= rpm
MOTOR
x D
M
/ D
F
= 1430 x 118,2 / 250 = 640 tpm
Met behulp van de ventilatorcurve hieronder kan het instelpunt worden gelokaliseerd.
Voor een eenvoudige berekening is het niet fout om ervan uit te gaan dat de beschikbare externe statische druk bestaat uit
één ventilator die de helft van de nominale stroming verschaft (in dit geval 11.000 m3/u)
Vast kan worden gesteld dat elke ventilator ongeveer 11.000 m3/u levert met een totale druk van P TOT = 400 Pa.
AT 18-18
400
640
Het drukverlies in de unit is de som van alle drukverliezen in de verschillende onderdelen van een unit:
- Batterij en filter (gemeten) = 105 Pa
- Inlaat in de unit = 30 Pa
- Opties = 16 Pa voor de economiser en 13 Pa voor het elektrische verwarmingselement H
∆
P = 105 + 16 + 13 + 30 = 163 Pa
De dynamische druk bij 11.000 m
3
/u wordt onder aan de ventilatorcurve gegeven (pagina 26)
Pd = 85 Pa
De beschikbare externe statische druk is derhalve
ESP = P
TOT
- Pd -
∆
PI
NT
= 400 - 85 - 163 = 152 Pa
11
85 Pa
Afbeelding 24
Pagina 26 - IOM - FLEXY - 0704 -D
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FC/FH/FD... 085 - Standaard
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
K11
K12
K13
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
-
AT 15-15 G2L
-
AT 15-15 G2L
-
DUBBEL
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 15-15 S
-
AT 15-15 S
-
AT 15-15 S
FC/FH/FD... 100 - Standaard
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
AT 15-15 G2L
-
AT 15-15 G2L
-
AT 15-15 G2L
-
-
-
-
-
AT 15-15 S
-
AT 15-15 S
-
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
33 (*)
33 (*)
33
(*)
33
(*)
33 (*)
33
33 (*)
33 (*)
33
(*)
33 (*)
33
33 (*)
33
33 (*)
33
(*)
33
(*)
33
33 (*)
33
(*)
33 (*)
33 (*)
33 (*)
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FC/FH/FD... 120 - Standaard
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
-
-
-
-
-
-
-
-
-
DUBBEL
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
FFC/FH/FD... 140 - Standaard
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
-
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
FC/FH/FD... 160 - Standaard
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
FC/FH/FD... 190 - Standaard
K5
K6
K7
K8
K1
K2
K3
K4
K9
K10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
(*)
De prestaties van dubbele ventilatorunits kunnen worden berekend op basis van het overeenkomstige instellingspunt voor één ventilator (zie de volgende afbeelding) en de toepassing van de onderstaande formules.
- druk: PTwin = P x 1
- volume doorstroomsnelheid: Qb = Q x 2
- bladvermogen: Wb = W x 2,15
- ventilatorsnelheid: Nb = N x 1,05
- Lws: Lwsb = Lws + 3 dB
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 27
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG DUBBEL
FC/FH/FD... 085 - afvoer aan de zijkant
K14
K15
K16
K17
K18
K19
K20
K21
-
-
-
-
-
-
-
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
FC/FH/FD... 100 - afvoer aan de zijkant
K10
K11
K12
K13
K14
K15
K16
K17
K18
K19
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
FC/FH/FD... 120 - afvoer aan de zijkant
K10
K11
K12
K13
K14
K15
K16
K17
K18
-
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
FC/FH/FD... 140 - afvoer aan de zijkant
K10
K11
K12
K13
K14
K15
K16
K17
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
AT 18-13 S
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
34
Pagina 28 - IOM - FLEXY - 0704 -D
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FG... 085 - Gas
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
K11
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
DUBBEL
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
ADN 355L
AT 15-15 S
ADN 355L
AT 15-15 S
AT 15-15 S
ADN 355L
ADN 355L
FG... 100 - Gas
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
ADN 355L
AT 15-15 S
AT 15-15 S
ADN 355L
AT 15-15 S
ADN 355L
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
33
37
33
37
33
33
33
33
33
37
37
33
33
33
33
37
33
33
37
33
37
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FG... 120 - Gas
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
-
-
-
-
-
-
-
-
DUBBEL
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
FG... 138 - Gas
K1
K2
K3
K4
K5
FG... 160 - Gas
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
FG... 190 - Gas
K5
K6
K7
K8
K1
K2
K3
K4
K9
K10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 400
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
ADN 450 L
RDN 450 K
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
38
38
38
38
38
38
38
38
38
38
38
38
38
39
39
39
39
39
39
39
39
39
36
39
39
39
39
39
39
39
39
39
39
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 29
LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FX... 025 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
DUBBEL
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
FX.. 030 Binnen
K5
K6
K7
K8
K1
K2
K3
K4
K9
K10
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
FX... 035 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
FX... 040 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
FX... 055 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
32
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
FX... 110 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
FX... 140 Binnen
K5
K6
K7
K8
K1
K2
K3
K4
FX... 170 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FX... 070 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
K10
K11
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
DUBBEL
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
FX... 085 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
K8
K9
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
FX... 0100 Binnen
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
Pagina 30 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FX... 025 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
K6
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
DUBBEL
-
-
-
-
-
-
FX... 030 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
AT 12-12 S
FX... 035 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
FX... 040 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
K6
K7
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
FX... 055 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
FX... 070 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
K6
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
32
32
32
32
32
32
35
35
35
35
35
35
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
33
32
32
32
32
32
KIT
NR
TYPE VENTILATOR
ENKELVOUDIG
FX... 085 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
DUBBEL
-
-
-
-
-
FX... 100 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
-
-
-
-
-
FX... 110 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
K6
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
FX... 140 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
FX... 170 Buiten
K1
K2
K3
K4
K5
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 18-18 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
AT 15-15 S
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
CURVE
AFBEELDING
OP PAGINA
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
35
33
33
33
33
33
35
35
35
35
35
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 31
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 12-12 VENTILATOR
Pagina 32 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 15-15 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 33
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 18-13
Pagina 34 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 18-18 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 35
LUCHTSTROOM BALANCEREN
RDN 450 VENTILATOR
Pagina 36 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
ADN 355 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 37
LUCHTSTROOM BALANCEREN
ADN 400 VENTILATOR
Pagina 38 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
ADN 450 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 39
filters
FILTER VERVANGEN
Nadat u het inspectieluik van de filters hebt geopend, tilt u de borghendel op.
Vervolgens kunt u de filters heel gemakkelijk verwijderen en vervangen: u schuift de vuile filters uit hun houders en u schuift de schone filters in de houders.
De CLIMATIC-controller kan het drukverlies controleren in het filter (als de optie aanwezig is).
De volgende instellingen kunnen afhankelijk van de installatie worden aangepast.
"Airflow" (Luchtstroom)op pagina 3411 = 25 Pa standaard
"No filter" (Geen filter) op pagina 3412 = 50 Pa standaard
"Dirty Filter" (Vuil filter) op pagina 3413 = 250 Pa standaard
Het daadwerkelijke drukverlies dat is gemeten in de batterij, kan worden afgelezen op het Climatic-display
DS50 in menu 2131.
De volgende fouten kunnen worden opgespoord:
-Foutcode 0001 AIRFLOW FAILURE (storing in de luchtstroom), indien de gemeten
∆
P in het filter en de batterij onder de waarde ligt die is ingesteld op pagina 3411.
-Foutcode 0004 DIRTY FILTERS (vuile filters), indien de gemeten
∆
P in het filter en de batterij boven de waarde ligt die is ingesteld op pagina 3413.
-Foutcode 0005 MISSING FILTERS (filters ontbreken), indien de gemeten
∆
P in het filter en de batterij onder de waarde ligt die is ingesteld op pagina 3412
Pagina 40 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VENTILATIE: AIRSOCK REGELING
AIRSOCK REGELING
Werking van de AIRSOCK REGELING
Door het gebruik van luchtzakken voor airconditioning kunnen grote luchtvolumes met een lage snelheid worden verdeeld. Deze optie wordt steeds vaker gebruikt in veel toepassingen. Om met deze trend mee te gaan zijn de units uitgerust met een airsock regeling die ervoor zorgt dat de luchtzakken langzaam worden gevuld tijdens het opstarten. BALTIC is uitgebreid met een elektronisch apparaat om de ventilator langzaam te laten starten. Het duurt maximaal 1 minuut om van 0% luchtstroming tot de volledige luchtstroming te komen.
OPSTARTEN
Phase rotation check
Fasedraaicontrole
Als de fasedraai niet juist is, geeft de AIRSOCK REGELING een fout weer (rode LED). Twee van de fasen moeten in dat geval worden omgekeerd waarna de opstartcyclus opnieuw kan worden gestart.
De regelaar van de AIRSOCK REGELING geeft in twee gevallen een voortdurend brandende rode
LED weer:
- Motor niet-aanwezig (6s)
- Ontbrekende fase (6s)
Elke aanpassing van de AIRSOCK REGELING moet worden gedaan met de voeding uitgeschakeld.
De thermische overbelastingslimiet voor de motor legt een stroombeperking op tijdens het versnellingsstadium. Als daarom de geselecteerde helling te steil is, kan de vooraf gedefinieerde limiet worden bereikt: bij een knipperend rood lampje past u de potentiometer P3 aan, waarna de regelaar op basis daarvan automatisch de spanningsinstelling vermindert. Als de stroom vervolgens weer onder de limiet komt, wordt de opstartcyclus hervat.
Het groene lampje schakelt zichzelf uit aan het einde van de AIRSOCK REGELING.
Veiligheid
Limiet voor overmatige vertraging
In de versnellingsfase van de motor, gaat bij een knipperend rood lampje de motor zeer sterk langzamer draaien en stopt deze bij een storing na 80s (rode lampje blijft branden).
Stroombeveiliging van de Thyristor
De AIRSOCK REGELING geeft een fout weer (rode lampje) als de stroom de stroomlimieten van de thyristor overschrijdt:
125 A gedurende 0,4 sec.
87,4 A gedurende 2 sec.
75 A gedurende 6 sec.
62, 5 A gedurende 20 sec.
Deze tijd is onderverdeeld in verscheidene stadia:
- Deze eerste spanningsinvoer is bedoeld voor het "verwijderen van de riemen van de riemschijven": 0,5s ("BOOST")
- In het tweede stadium wordt de luchtzak opgeblazen: gedurende 30s op ongeveer halve nominale snelheid
- Tot slot wordt de druk in de luchtzak geleidelijk opgevoerd gedurende de laatste
30 seconden. De motor bereikt de nominale snelheid en de regelaar wordt kortgesloten. De motor wordt on line gevoed door de spanning van het elektrische netwerk.
Huidige
Afb. 42
Overstroomlimiet
1 st spanning
"Boost"-invoer
Luchtzak
Opblazen
30s (5s)
Versnelling 15 tot
30 sec.
A
IRSOCK
REGELING
uit
De motorsnelheid wordt geregeld via het variëren van de voedingsspanning van elke fase bij een constante frequentie.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 41
VENTILATIE: AIRSOCK REGELING
De opstartprocedure duurt te lang.
Indien na 80s de airsock regeling niet de motor heeft gelijkgericht aan het elektrische netwerk, stopt de motor: rood lampje blijft branden.
Opmerking: in het geval van een weigerende luchtzak, kan de vooropblaasfase met 5 seconden worden teruggebracht (dankzij de schakelaar, afb. 12)
AIRSOCK
REGELING
UIT
Regelaar uit V=0
MOTOR UIT
Groene lampje = 0
Rode lampje = 0
MOTOR UIT
Groene lampje = 1
Rode lampje = 1
Stroom + regelaar
AAN
Groene lampje = 1
Rode lampje = 0
Regelaar AAN
Stroom UIT
T°C Fout
Thyristor
FASE-
DRAAIING
CONTROLE
NIET OK
OK
OPBLAZEN
Groen lampje = 1
Rode lampje = 0
I > I max.
Snelheid = 0
T > 1 min.
20 sec.
I < Imin.
VERSNELLING
Groene lampje = 1
Rode lampje = 0
(Als stroomregelaar
ON)
I > I max.
Snelheid = 0
T > 1 min.
20 sec.
I < Imin.
REGELAAR UIT
motor aangesloten op netvoeding
Afb. 12
Rood lampje
Groen lampje
P1: vooropblazen
P2: Versnelling
P1: Imax
Schakelaar
Pagina 42 - IOM - FLEXY - 0704 -D
WARMWATERBATTERIJEN
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
Het verwarmingselement wordt aangesloten op de isolatieafsluiters. Twee sleutels zijn nodig om de verbindingen vast te zetten, waarbij een van de sleutels de afsluiterbehuizing vasthoudt. Als niet beide sleutels worden gebruikt, kunnen de pijpen worden beschadigd waardoor de garantie vervalt.
Ga als volgt te werk:
- Open de afsluitkranen en zet de driewegafsluiter in de middelste stand (draai het duimwiel naar de middelste stand).
- Vul het hydraulisch systeem en ontlucht de batterij via de luchtopening
(afbeelding 13).
- Controleer de aansluitingen op mogelijke lekken.
- Zet de driewegafsluiter op automatisch.
Afbeelding 13
ELEKTROLYTISCHE CORROSIE
Let goed op corrosievorming als gevolg van een elektrolytische reactie die ontstaat door ongebalanceerde randaarde.
EEN BATTERIJ DIE DOOR EEN
ELEKTROLYTISCHE REACTIE BESCHADIGD
IS, VALT NIET ONDER DE GARANTIE.
ANTIVRIESBEVEILIGING
1) Gebruik glycolwater
GLYCOL IS DE ENIGE
EFFECTIEVE BESCHERMING TEGEN BEVRIEZING
Antivries moet de unit beschermen en ijsvorming in de winter voorkomen.
Waarschuwing: antivries op basis van monoethyleenglycol heeft in combinatie met lucht een corrosieve werking.
2) Tap de installatie af
U moet ervoor zorgen dat op alle hoge punten in het systeem handmatige of automatische ontluchtingskleppen zitten.
Controleer voor u het systeem aftapt of op alle lage punten van het systeem aftapkranen zijn aangebracht.
Om af te tappen, opent u alle kleppen en moet u niet vergeten om de unit in lucht te plaatsen.
EEN VERWARMINGSELEMENT DAT ALS GEVOLG
VAN EEN LAGE OMGEVINGSTEMPERATUUR IS
BEVROREN, VALT NIET ONDER DE GARANTIE.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 43
VERWARMING: gasbrander
CONTROLES VOORAFGAANDE AAN HET OPSTARTEN
GASSTROOM (voor G20 bij 20 mbar en 15°C) m
3
/u
OPMERKING:
WERKZAAMHEDEN AAN HET GASSYSTEEM DIENEN UITSLUITEND
DOOR HIERVOOR OPGELEID PERSONEEL TE WORDEN UITGEVOERD.
DEZE UNIT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD CONFORM DE LOKALE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN - REGELS EN MAG UITSLUITEND
WORDEN GEBRUIKT IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.
LEES DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT AANDACHTIG
VOORDAT U EEN UNIT START.
VOORDAT U EEN UNIT MET EEN GASBRANDER IN GEBRUIK NEEMT,
BENT U VERPLICHT TE CONTROLEREN OF HET
GASDISTRIBUTIESYSTEEM (type gas, beschikbare druk…)
COMPATIBEL IS MET DE AFSTELLING EN INSTELLINGEN VAN DE UNIT.
Controleer of er voldoende ruimte is rond de unit en of u overal bij kunt.
- Controleer of u zich zonder problemen rond de unit kunt bewegen.
- Er moet een ruimte van minimaal één meter worden vrijgelaten vóór de uitlaatpijp voor verbrand gas.
- De verbrandingsluchtinlaat en de uitlaat (of uitlaten) voor verbrand gas mogen op geen enkele manier worden geblokkeerd.
Maten van toevoerleidingen in het netwerk
STEKKERAANSLUITING VOOR GASBRANDER: 3/4"
Controleer of de gastoevoerleiding de branders van voldoende druk en gas kan voorzien om de nominale verwarmingsuitvoer te bieden.
Stekkeraansluiting voor gasbrander: 3/4"
UNITGROOTTE 85
S-STROOM
H-STROOM
5,7
11,5
100
5,7
11,5
120
11,5
17,2
140
11,5
17,2
160
11,5
17,2
190
11,5
17,2
Voor modulerend gas is er slechts H-vermogen voor kast
C, D & E
- De gastoevoer naar een Rooftop-gasunit moet worden aangelegd volgens correcte technische procedures en conform de lokale veiligheidsregels en -verordeningen.
- In elk geval moet de diameter van de pijpleiding die op elke Rooftop-unit is aangesloten, niet kleiner zijn dan de diameter van de aansluiting op de Rooftop-unit.
- Zorg dat er een afsluiter is geïnstalleerd voordat ELKE
Rooftop wordt geïnstalleerd.
- Controleer of de voedingsspanning naar de uitgang van de stroomvoorziening transformator T3 van de brander: deze moet tussen 220 en 240V liggen.
DE GASBRANDER STARTEN
UNITGROOTTE 85
S-STROOM 1
H-STROOM 2
Tabel 4 -
100
1
2
120
2
4
Standaard-opstartchronologie
140
2
4
160
2
4
190
2
4
Ontlucht de leiding vlak bij de aansluiting op de ontstekingsregelafsluiter een paar seconden.
- Controleer of de behandelings"ventilator" in de unit draait.
- Stel de regelaar in op "AAN". Hierdoor wordt de gasbrander gebruikt.
- Verhoog de ingestelde temperatuur
(kamertemperatuurinstelling) tot een temperatuur die hoger ligt dan de daadwerkelijke kamertemperatuur.
Tijd in seconden
Acties
Regeling van de reeks acties
Afzuigventilator
Rookafzuigventilator "AAN"
Ontstekingsvonk-elektrode 4 sec.
Fire-up spark electrode 4s
Opening van de gasklep
"Hoge warmte"
Vlamvoortplanting richting de ionisatiesensor
Als ionisatie plaatsvindt binnen
5 sec.: normale werking
Zo niet dan wordt er een fout gemeld op
de bedieningskast voor de ontsteking
Na 5 minuten wordt een fout gemeld op de Climatic-controller
If incorrect sequence refer to the fault analysis table to identify the problem.
Pagina 44 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VERWARMING: gasbrander
DRUKAANPASSINGEN OP DE HONEYWELL
DRUKREGULERENDE KLEP TYPE VK 4105 P
Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van
300 mbar:
Controle van de injectiedruk bij hoge warmte
- Plaats het slangetje van een "nauwkeurige" manometer op de uitlaat poort (afbeelding 17) van de gasregelklep nadat u de schroef met één draaiing hebt losgemaakt.
Afb. 14
- De brander moet voor deze controle in de modus Hoge warmte werken.
- Plaats het slangetje van een "nauwkeurige" manometer op de inlaat drukpoort (afbeelding 14) van de gasregelklep nadat u de schroef met één draaiing hebt losgemaakt.
POORT VOOR
METING
LAGE
WARMTE
AANPASSEN
AFSTELLING
HOGE WARMTE
HIERONDER
Afb. 15
- Controleer de Inlaat druk en stel deze, indien nodig, bij tot
20,0 mbar (G20) of 25,0 mbar voor Groningen (G25), of
37,0 mbar voor propaan (G31) na ontsteking van de gasbrander.
(afbeelding 15)
Afb. 16
- Controleer de UITLAAT druk op de klep en stel deze, indien nodig, bij tot 8,4 mbar (G 20) / 12,3mbar voor
Groningen (G25) en 31,4 mbar voor propaan (G31)
(afbeelding 16).
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 45
VERWARMING: gasbrander
Controle van de injectiedruk bij lage warmte
- Schakel de regelaar naar Lage warmte
- Controleer de Uitlaat druk en stel deze, indien nodig, bij tot 3,5 mbar (G20) en 5 mbar voor Groningen (G25), of 14 mbar voor propaan (G31) (afbeelding 17).
Tabel met drukaanpassingen voor elk type gas
Categorie Toevoerdruk
G20 20.0 +/-1
G25
(Groningue)
25.0 +/-1.3
G31 (GPL) 37.0 +/-1.9
Injectie bij Injectie bij lage warmte hoge warmte
3.5 +/-0.1
5.0 +/-0.1
14.0 +/-0.3
8.4 +/-0.2
12.3 +/-0.2
31.4 +/-0.6
Elektrische geleiding
Afb. 17
2,90K
- Check these values with an Ohmmeter..
1,69K
Afb. 18
- Na het aanpassen van de lage warmte, moet u de hoge warmte opnieuw controleren
- plaats de stoppers opnieuw en sluit de drukpoorten.
Pagina 46 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VERWARMING: gasbrander
VEILIGHEIDSCONTROLES BRANDER
Test van de drukschakelaar van de rookafzuiging.
- Maak, terwijl de gasbrander werkt, de flexibele slang los die is aangesloten op het drukaftakpunt op de drukschakelaar (afb. 19).
- De vlam moet verdwijnen en de afzuigventilator moet blijven draaien.
- Er wordt echter GEEN fout weergegeven op de bedieningskast voor de gasontsteking of op de CLIMATIC.
Afb. 19
Test ionisatiesensor
-Koppel, terwijl de brander werkt, de terminalaansluiting van de ionisatiesensor los op de bedieningskast voor de gasontsteking.
- Nadat u de slang weer hebt aangesloten, wordt de brander opnieuw gestart na een periode van 30 tot
45 seconden van voorventilatie.
Test van de gasdrukschakelaar
- Sluit, terwijl de gasbrander werkt, de hoofdafsluiter die zich vóór de rooftop bevindt (afb. 20).
Afb. 20
- De vlam dooft.
- De ventilator loopt nog en er wordt geprobeerd de brander opnieuw te ontsteken (cyclus voor hernieuwde ontsteking bedraagt 30 tot 45 seconden).
- Als de ontstekingssensor aan het einde van de ontstekingsvolgorde niet opnieuw is aangesloten, stopt de brander helemaal.
- Het foutlampje op de bedieningskast voor de gasontsteking is AAN.
- Stel de bedieningskast voor de gasontsteking handmatig opnieuw in om de fout op te heffen.
RAADPLEEG IN GEVAL VAN PROBLEMEN HET
STROOMDIAGRAM MET DE OPSTARTVOLGORDE OP DE
VOLGENDE PAGINA
- De brander stopt helemaal.
- Er wordt echter GEEN fout weergegeven op de bedieningskast voor de gasontsteking. Na 6 minuten geeft de CLIMATIC een fout weer.
- Reset de CLIMATIC.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 47
VERWARMING: gasbrander
OPSTARTVOLGORDE BIJ HET ONTSTEKEN VAN DE GASBRANDER
Bediening vanaf de bedieningskast
Thermostaat GAS = Gesloten
NEE
NEE
Thermostaatlimiet opgeven?
(Automatisch resetten)
JA
Lagedrukgasschakelaar?
JA
Signaal bedieningskast gasontsteking
Afzuigventilator AAN
Luchtdrukschakelaar AAN
Thermostaat naontsteking AAN?
JA
Voorventilatie 30 seconden
Ontstekingselektrode 4 sec.
Gasafsluiter open
Ionisatie 1 seconde na het einde van de ontstekingsvonk?
JA
Gasafsluiter blijft open
Normale werking
Luchtdrukschakelaar AAN of thermostaat naontsteking?
JA
Signaal van ionisatiesensor nog steeds AAN?
NEE
NEE
NEE
NEE
JA
Gasafsluiter wordt gesloten
BRANDER STOPT
Fout op gasbedieningskast
Gasafsluiter wordt gesloten
BRANDER
STOPT
6 minuten vertraging
FOUT OP CLIMATIC
Pagina 48 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VERWARMING: gasbrander
PROBLEMEN OPLOSSEN MET DE GASBRANDER
Als er fouten worden weergegeven op de CLIMATIC
- Reset de CLIMATIC.
- Controleer het voltage: 230 V na stroomonderbreker.
- Controleer of de GASafsluiters geopend zijn.
- Controleer de GASdruk bij de inlaat van de GASafsluiters. Deze druk moet >20 mbar zijn als de branders zijn uitgeschakeld.
- Pas de instellingen aan voor de brander. Verhoog de kamertemperatuurinstelling tot een temperatuur die hoger is dan de daadwerkelijke kamertemperatuur.
Tabel 6
TRAP NORMALE
WERKING
MOGELIJKE
FOUT ACTIE
Alle lampjes UIT
= fout in de ventilatorthermostaat
Geel & rood
Verwarming Groen, geel & Lampje UIT
Gevraagde rode lampje AAN = onvoldoende gas toevoer
+ Controle verbindingen
in de ventilator thermostaat
+ Controleer klep opening
& toevoerdruk rode lampje UIT
= fout in de oververhitting thermostaat op de gasbrander steunbalk
+ Controleer thermostaat bediening na handmatig opnieuw instellen
Na 10 seconden wordt uit veiligheid
+ Controleer de aansluitingen van de regelaar blokering op de gasklep uitgeschakeld zijn gestart + Controleer impedantie van elektra voor de ontsteking wordt bedieningskast elektronische klep:
(1) = 2,90k; ;
(2) = 1.69k (afb. nr. 18, p 46)
Lampje AAN Afzuigventilatoren Er gebeurt niets + Controleer de vrije beweging van het ventilatorwiel
+ Controleer elektrische verbinding
van de gasontsteking in bedieningskast en op EF-aansluitbord
+ Controleer voedingsspanning ventilator.
MOGELIJKE
OPLOSSING
+ Vervang thermostaat
+ Herstel gastoevoer
+ Vervang thermostaat
+ Opnieuw plaatsen van de regeling op de gasklep
+ Vervang klep
+ Vervang ventilator
+ Vervang EF-
aansluit-
bord , indien nodig
Na 30 tot 45 seconden:
Afzuigventilator voorventilatie. De is ON ontstekingselektrode moet vonken
Voortdurende ventilatie Na een paar
Voortdurende
Ventilatie zonder vonken van ontstekingselektrode
Na 4 seconden
wordt de gasbrander nog steeds niet en wordt bij de bedieningskast uit veiligheid uitgeschakeld uit veiligheid de ontsteking uitgeschakeld
+ Controleer de ontstekingselektrode
+ Controleer het drukverlies bij de luchtdrukschakelaar:
Deze moet hoger zijn dan 165 Pa
+ Controleer de juiste werking van de luchtdrukschakelaar met een Ohmmeter en door kunstmatig de slang in de slang te verlagen
+ Controleer druk gasinjectie tijdens het opstarten
(waarde voor hoge warmte)
+ Vervang de bedieningskast van het gasblok en vonken seconden wordt Na 4 seconden van ontstekings- de gasbrander gaat de gasbrander elektrode ontstoken ontstoken MAAR wordt uit veiligheid uitgeschakeld vanaf de bedienings- kast
+ Controleer positie en aansluiting van de ionisatiesensor. Deze mag niet geaard zijn (230V)
+ Controleer of R.C.-circuit van de transformator van
de gasbrander goed is aangesloten op de 0-pool
+ Meet de ionisatiestroom: deze moet hoger zijn
dan 1,5 microampère.
+ Controleer het type gas.
+ Plaats de slang van de drukschakelaar opnieuw
+ Vervang de drukschakelaar
+ Verwijder de lucht uit de gasleidingen
+ Stel voor de injectiedruk
een hoger waarde in
+ Vervang de bedieningskast als de gasklep
OK is
+ Controleer de hele elektrische voeding.
+ Pas de toevoer en injectiedruk indien gas anders is dan aardgas
G20 :( G25 Gas uit
Groningen bijvoorbeeld).
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 49
VERWARMING: gasbrander
DE GASBRANDER DEMONTEREN VOOR
ONDERHOUDSDOELEINDEN
Aanbevolen voorzorgsmaatregelen
- Isoleer de unit met behulp van de scheidingsschakelaar.
- Sluit de scheidingsgasafsluiter voor de unit af.
- Koppel de leidingen los. Bewaar de afdichtingen.
De rookgasafvoer demonteren
- Koppel de elektrische aansluiting van de ventilator los en verwijder de schroeven die de ventilator op zijn plaats houden.
- Zorg ervoor dat er geen losse moeren in de rookafvoer terechtkomen.
LET OP: Controleer of de drukslang die door de drukschakelaar voor de rookafvoer wordt gebruikt, in de juiste positie is geplaatst.
De "steunbalk van de brander" demonteren
- Koppel de elektrische aansluiting op het elektrische aansluitbord EF 49 los
- Verwijder de twee schroeven die de gasblok op zijn plaats houden.
- Verwijder voorzichtig de "steunbalk van de gasbrander" en zorg ervoor dat de elektroden niet beschadigd raken.
Lijst met de vereiste uitrusting voor het onderhoud en het opstarten
- Een nauwkeurige manometer van 0 tot 3500 Pa (0 tot 350 mbar): 0,1% volledige schaal.
- Een multimeter met een ohmmeter en een microampèremeter
- Een bahco
- Dopsleutelset: 8, 9, 10 en 13.
- Schroevendraaiers, diameter 3 en 4, kruiskopschroevendraaier nr. 1
- Stofzuiger
- Verfkwast
STEUNBALK GASINJECTORS
Pagina 50 - IOM - FLEXY - 0704 -D
GASBRANDERS
60 KW BRANDER VOOR FGX 85- EN 100-MODELLEN
1
2
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 51
GASBRANDER
120 KW BRANDER VOOR FGX 85-,100-,120-,140-,160- & 190-MODELLEN
1
2
3
Pagina 52 - IOM - FLEXY - 0704 -D
GASBRANDER
180 KW BRANDER VOOR FGX 120-,140-,160- & 190-MODELLEN
1
2
3
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 53
functies softwarebesturing
SOFTWAREFUNCTIES EN LOGICA VAN DE CLIMATIC 50
Standaard is de CLIMATIC™50 voorzien van 4 programmeerbare tijdzones per dag op 7 dagen. In elk van de 4 tijdzones kunnen de verwarmingsinstellingen, de koelinstellingen, de minimale toevoer van verse lucht, de vochtigheidsinstellingen hoog en omhoog, en zelfs de verschillende autorisaties voor het koelen of verwarmen worden aangepast.
De CLIMATIC™ 50 biedt een aantal verschillende externe displayvensters, afhankelijk van de vereisten van de klant en de toepassing van het systeem. Het is mogelijk om standaard een alarm in te stellen (met instelbare lage en hoge waarde) op basis van de ruimtetemperatuur en vochtigheidsgraad.
LOGICA VAN DE BESTURINGSSOFTWARE
In de CLIMATIC™ 50 gebruikt Lennox niet langer meer de traditionele stapsgewijze besturing
Voorbeeld:
De kamerinstelling is 25°C met een unit met
3 compressoren.
Delta vs kamerinstellingsKamer Cap.
COMP COMP COMP instellingspunt temperatuur factor 1 2 3
+0 Hoger 0% UIT UIT UIT
+1
+2
+3
+2
+1
0
-1
0
Hoger
Hoger
Hoger
Lager
Lager
Lager
Lager
Hoger
35%
70%
100%
100%
100%
100%
60%
60%
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
Capaciteitsfactor
Deze wordt gebruikt om de exacte capaciteit vast te stellen die op een bepaald moment is vereist om sneller en nauwkeuriger te kunnen reageren op een grotere of kleinere vraag.
De capaciteitsfactor is een percentage van de totale capaciteit van de koeling of de verwarming.
Reactiviteit.
De reactiviteit bepaalt hoe snel de capaciteitsfactor moet worden gewijzigd.
Hiervoor wordt de volgende berekening gebruikt:
Percentage van de capaciteit / Graden °C (kamertemp. VS instelling) / minuut
Voorbeeld:
Een rooftop-unit met drie circuits waarvan twee van drie compressoren werken, heeft een capaciteitsfactor van 66%
Zo heeft een rooftop met drie circuits met een modulerend elektrisch verwarmingselement dat op 20% van zijn capaciteit werkt, een CF van:
Capaciteitsfactor = 25%+25%+25%+5% = 80%
Voorbeeld:
Als de reactiviteit is ingesteld op 3% / °C / min geldt deze berekening: de capaciteitsfactor kan van 0 naar 30% gaan in
10 minuten indien Delta Kamertemp. VS Instelling is 1°C
Of capaciteitsfactor kan van 0 naar 60% gaan in 4 minuten indien Delta Kamertemp. VS Instelling is 5°C
De reactiviteit kan worden gewijzigd met de
CLIMATIC™ 50. Hoe groter de reactiviteit, des te sneller de rooftop op een verandering zal reageren.
De capaciteitsfactor wordt hoger, lager, of blijft gelijk, afhankelijk van het temperatuurverschil tussen de instelling en de kamertemperatuur, maar ook afhankelijk van de mate waarin de kamertemperatuur zich wijzigt:
∆
Kamertemperatuur/instelling
In de volgende tabel wordt aangegeven wat het effect is van een wijziging van de reactiviteit op de capaciteitsfactor:
Dit geeft aan dat door de reactiviteit te vergroten, de unit de instelling sneller bereikt, maar dat het energieverbruik
(capaciteitsfactor) groter is.
+4
+2
CAPACITEIT
FACTOR IS
GELIJK
0
-2
-4
CAPACITEITSFACTOR
IS LAGER
(VERMINDER DE
CAPACITEIT)
CAPACITEITSFACTOR
IS HOGER
(VERHOOG DE
CAPACITEIT)
CAPACITEIT
FACTOR IS
GELIJK
Kamertemperatuur/ wordt lager
Pagina 54 - IOM - FLEXY - 0704 -D
Kamertemperatuur/ wordt hoger
REACTIVITEIT: 3
DELTA +5
DELTA +3
DELTA +1
15%
9%
1%
1 MIN.
75%
45%
15%
100%
90%
30%
5 MIN.
10 MIN.
REACTIVITEIT: 6
DELTA +5
DELTA +3
DELTA +1
30%
18%
2%
1MIN
100%
90%
30%
100%
100%
60%
5 MIN.
10 MIN.
functies softwarebesturing
OVERIGE FUNCTIES
Dynamische instelling
Met deze functie kan de instelling worden gewijzigd op basis van de buitentemperatuur.
Voorbeeld:
Als de instelling 25°C is
En de dynamische instelling is ingesteld op 6°C
Geldt bij de volgende buitentemperatuur het volgende: Bij
31°C (25°C + 6°C) volgt de instelling de buitentemperatuur met een temperatuurverschil van 6°C.
Instellingspunt
28˚C
27˚C
26˚C
25˚C
24˚C
23˚C
22˚C
Dynamische instelling: 6°C
26˚C 27˚C 28˚C 29˚C 30˚C 31˚C 32˚C 33˚C 34˚C
Buitentemperatuur
LIJST MET INSTELLINGEN CODE COMFORT SERVICE
PER ZONE DISPLAY DISPLAY
BUITENTEMPERATUUR
Gemiddelde instelling 3311
Dynamische instelling 3321
Instelling koeling 3322
Instelling verwarming 3323
Prioriteit bij verwarming 3324
Ja
Ja
0
0
0
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
OPNIEUW VERWARMEN
VAN VERSE LUCHT
geactiveerd 3331
Prioriteit bij verwarming 3332
0
0
Ja
Ja
VOCHTIGHEID :
Luchtontvochtiging 3341
Luchtbevochtiging 3342
AUTORISATIE
Vrije koeling
Verse lucht op CO2 3354
Mechanische koeling 3355
Mechanische verwarming 3356
Aanvullende verwarming 3357
Luchtbevochtiging: AAN/UIT 3358
Low Noise 3359
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
OVERIG
Ventilatormodus: Aan / Uit 3351
Ventilator Dode zone 3352
Minimale verse lucht (%) 3353
PLANNING
Begin van elke zone voor elke dag
Start Uno 3211
Start.Uno
3212
Start z.A
3213
Start.z.A
3214
Start z.B
3215
Start.z.B
3216
Start z.C
3217
Start.z.C
3218
0
0
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Als u deze functie niet wilt gebruiken, stelt u de dynamische instelling in op 99
Tijdzones en planning
Bij de Climatic50 is de planning volledig veranderd:
* De eerste dag van de week is maandag.
* Er wordt automatisch overgeschakeld van wintertijd naar zomertijd.
* Er kan een standby-modus worden ingesteld van één tot en met zeven dagen.
* Er kunnen per dag drie zones worden ingesteld als de unit in bedrijf is en één als de unit zich in de standby-modus bevindt.
Voor elke zone kan een reeks instellingen en functies worden gewijzigd of geselecteerd, afhankelijk van het type display dat wordt gebruikt.
Voorbeeld van zone-instelling:
08:00 uur12:00 uur14:00u 20:00 uur
Maandag
Standby
ZA
Zaterdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Geforceerde modi
ZB ZC
Standby
Elke zone wordt bepaald door de starttijd van de zone.
3 uur opheffen
Op de CLIMATIC TM 50 kan een periode van drie uur worden geforceerd waarin de instellingen worden opgeheven:
Met deze functie kan een nieuwe instelling voor de kamertemperatuur en de vereiste verse lucht worden ingesteld voor een periode van drie uur. Na deze periode of eerder wordt de oorspronkelijke instelling weer van kracht door het indrukken van "esc".
Geforceerde standby-zone (of ZA, ZB, ZC)
De instellingen voor de standby-zone (of ZA, ZB, ZC) kunnen worden geforceerd voor een periode van maximaal zeven dagen. Vervolgens worden de oorspronkelijke instellingen weer van kracht aan het einde van de gedefinieerde periode of eerder door op "esc" te drukken.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 55
functies softwarebesturing
Prioriteiten bij verwarming
Het is mogelijk om prioriteiten voor de verwarming in te stellen, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Voor compressoren: lees deze instructies 3611, 3612, 3613 aandachtig door.
Voor elektrische verwarmer: lees de instructies 3721 aandachtig door.
T toevoerlucht
= T retourlucht
x %
Retourlucht
+ T verse lucht
x % verse lucht
De kalibratieprocedure vindt periodiek plaats als alle ingangen voor koelen of verwarmen zijn uitgeschakeld. Met de instructie 3516 kunt u de kalibratie voorkomen.
Dynamisch ontdooien
Voorbeeld:
Voor de verwarming kan bijvoorbeeld worden ingesteld dat op basis van energiekosten op een unit met een dubbele brandstoftoevoer deze moet lopen in de warmtepompmodus als de temperatuur boven de 0°C komt en onder die temperatuur moet overschakelen op de gasbrander.
Temperatuur verschil tussen batterij en buiten
Batterij
Schoon
Batterij bevriest
Start ontdooicyclus
Batterij bevroren
Stapsgewijze start
Na een stroomstoring kunnen de units opnieuw een voor een worden gestart om een eventuele overspanning te voorkomen.
De units hoeven niet gekoppeld te zijn. Aan de units moet alleen een adres zijn toegewezen tijdens de inbedrijfstelling. Ze worden na 10 seconden x hun
"adresnummer" opnieuw gestart op het moment dat de stroom weer wordt ingeschakeld.
Voorbeeld:
Als een unit het adresnummer 3 krijgt toegewezen, wordt de unit ingeschakeld 30 seconden (3 x 10 seconden) nadat de stroom weer is ingeschakeld.
Wijziging van de verse lucht en kalibratie op de
Economiser
Het werkelijke volume verse lucht dat in het systeem wordt gebracht, is niet altijd in verhouding met het percentage waarmee de klep voor verse lucht wordt geopend. Dat geldt met name als het retourluchtkanalensysteem is aangepast voor een overmatig drukverlies.
Dit heeft vaak tot gevolg dat er een extreme hoeveelheid verse lucht het systeem in wordt geleid, waardoor de gebruikskosten van het systeem toenemen.
De toevoer van verse lucht wordt nu beheerd door het gebruik van drie temperatuursensors: Eén in de toevoerluchtstroom, één in de retourlucht en één voor de buitentemperatuur.
Huidige verse lucht
100%
Huidige
Vereist
80%
60%
40%
20%
20% 40% 60%
Kleppositie
80% 100%
Met deze drie sensors berekent en onthoudt de
Climatic50 het exacte percentage verse lucht voor elke positie van de luchtklep.
Pagina 56 - IOM - FLEXY - 0704 -D
0ppm
Hoogste gradiënt
Tijd
Met deze nieuwe functie die is gepatenteerd onder nummer INPI 91.033.063, start de unit de ontdooiprocedure alleen als dit is vereist.
Dit wordt bereikt door het verschil te meten tussen de temperatuur van de batterij en de buitentemperatuur.
Het ontdooien wordt gestart, kort nadat de Climatic 50 de positie van de grootste gradiënt in de curve heeft gevonden.
De ontdooicyclus wordt beëindigd op het moment dat aan een van de volgende twee voorwaarden is voldaan:
+ Drie ontdooicycli.
+ 6 minuten
Ontdooien afwisselen
Alle Baltic-units met een dubbel circuit beschikken standaard over de voorziening voor het "afwisselend ontdooien".
Als één circuit een ontdooicyclus doorloopt, is in het tweede circuit de warmtepompmodus actief. Hierdoor hoeft er minder vaak een duur verwarmingselement te worden gebruikt om de temperatuur van de toevoerlucht op een acceptabel niveau te houden tijdens de ontdooicyclus.
CO²-sensor
Indien een CO²-sensor op de unit is aangesloten, wordt de waarde van het minimum aan verse lucht aan de hand van de CO²-ratio berekend. De waarde die door de sensor wordt gemeten, kunt u in variabele 2132 aflezen.
Instelling 3514 definieert het aantal ppm die het minimum aan verse lucht al hebben bereikt.
Instelling 3515 definieert het aantal ppm op basis waarvan
100% verse lucht zal worden gebruikt.
Instelling
3514
Instelling
3515
100%
CO2
200ppm
BEDIENINGSINTERFACE DC50
BEDIENINGSINTERFACES EN SCHERMEN
DC50 COMFORT-DISPLAY
Dit is een extern bedieningsdisplay voor de niettechnische klant. Deze display geeft informatie, zoals de status van de uitvoermodus van de ventilator, ingestelde temperatuur, percentage verse lucht en buitenluchttemperatuur.
Het bedieningsdisplay kan worden gebruikt om de verschillende tijdzones, de temperatuur en het percentage verse lucht voor elke zone in te stellen of te wijzigen.
Bovendien kunt u via het bedieningsdisplay gedurende
3 uur de instellingen opheffen en gedurende maximaal
7 dagen de standby-modus forceren. Op het bedieningsdisplay worden de werkelijke tijd en verschillende foutsignalen weergegeven.
Display
Type FSTN grafische display
Achtergrondverlichting: Groene lampjes
Resolutie 120x32 pixels
Elektrische voeding
Spanning van Climatic-hoofdkaart.
Max. vermogen: 0,8W
Installatie
De DC50 is ontworpen voor montage aan de muur.
* Sluit de kabel van de DT50-kaart aan door het achterstuk
* Bevestig het achterstuk aan de muur met de meegeleverde schroeven met ronde koppen
* Sluit de kabel van de hoofdkaart aan op de RJ12-stekker aan de achterkant van het DC50-display
* Bevestig het voorpaneel aan het achterstuk met behulp van de meegeleverde platte kopschroeven.
Klik ten slotte het frame vast
Jumpers:
"Displays" worden rechtstreeks door de Climatic-kaart voorzien van 30Vdc. Let vooral op het pad dat deze 30V volgt, wanneer meerdere kaarten worden gebruikt.
J14 en J15 kunnen de rechtstreekse stroom van de netvoeding in- of uitschakelen:
J14 en J15 ingesteld tussen 1-2
Aansluitingen A, B, C en schroefaansluiting SC zijn parallel geschakeld. Stroomvoorziening beschikbaar voor alle aansluitingen.
J14 en J15 ingesteld tussen 2-3
Aansluitingen B en C zijn parallel geschakeld, maar lijn 1 en 6 bereiken aansluiting A en schroefaansluiting SC niet.
"Displays" die op deze poorten zijn aangesloten, worden niet voorzien van stroom.
Indien J14 en J15 in een andere stand staan, werkt de
"terminalaansluitingenkaart" DT50 NIET.
OPMERKING:
Wanneer een afgeschermde draad wordt gebruikt, moet de metalen behuizing van de "terminalaansluitingenkast"
DT50 geaard zijn.
6 0
SC
A
1
J 14
2 3
J 15
1 2 3
3
4
5
1
2
6
B
DT50
RJ12 PIN-aansluiting
C
Omschrijving
0 +
1 1
2 2
3 3
4 4
5 5
6 6 afgeschermd / aarde
+VRL=30V
AARDE
Rx- / Tx-
Rx+ / Tx+
AARDE
+VRL=30V
DS50 DC50
DC50
OF
A
6
J14/J15 op 1-2
B
C
0
BM 50
Installatiegids terminalaansluitingenkaart DT50
De kaart beschikt over drie RJ12-"telefoon" stekkers.
Controleer of de kaart op de juiste wijze is aangesloten.
Standaardconfiguratie is:
* Climatic op aansluiting C
* DC50 op aansluiting A
* DS50 op aansluiting B
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 57
BEDIENINGSINTERFACE DC50
Adresconfiguratie terminaldisplay
Het adres van de terminal moet worden gecontroleerd nadat de kaart van stroom is voorzien.
- Voor toegang tot de configuratiemodus drukt u
!"#
samen in en houdt u deze ten minste 5 seconden ingedrukt.
- Het scherm in Afb. 21 wordt weergegeven met een knipperende cursor in de linker bovenhoek.
- U kunt het adres van de terminaldisplay wijzigen door één keer op de toets
# te drukken.
- Met de toetsen
!" kunt u de gewenste waarde selecteren en bevestigen met
#
.
- Als het adres is gewijzigd, wordt het scherm weergegeven zoals in Afb. 22.
D i s p l a y a d r e s s settings ....: 17
Afb. 23
D i s p l a y a d r e s s settings ....: nn
Press ENTER
To continue
Afb. 21
Afb. 24
D i s p l a y a d r e s s changed
Afb. 22
P12:Adr Priv/
Shared
Trm1 17 pr
Trm2 32 sh
Trm3 None —OK? NO
Terminaldisplays toewijzen aan bedieningspanelen.
- Voor toegang tot de configuratiemodus houdt u
!"#
ten minste
5 seconden ingedrukt.
OPMERKING: Voor toegang tot het kaartadresmenu moet u rechtstreeks naar de onderkant van het eerste scherm gaan (zie
afb. 23) zonder eerst het terminaladres te wijzigen, zoals hierboven is uitgelegd.
- Druk op de toets
# totdat de cursor naar het veld "I/O Board address :XX" (I/O-kaartadres) gaat. Afb. 23
- Met de toets
!" kunt u de juiste Climatic-kaart selecteren.(Nr van de unit)
- Als u nogmaals op
# drukt, wordt het scherm in afb. 24 weergegeven.
- Als u nogmaals op
# drukt, wordt het scherm in afb. 25 weergegeven.
- In het veld "P:XX" wordt het adres van de geselecteerde kaart weergegeven. In het voorbeeld is de waarde "12" geselecteerd.
- Het veld onder de kolom "Adr" geeft de adressen van de terminaldisplays weer, die zijn gekoppeld aan de kaart met het adres "12", terwijl de kolom onder "Priv/Shared" het type terminal aangeeft dat is geselecteerd.
Ph : Private
Sh : Shared
Sp : Shared Printer (N/A)
- U kunt de configuratieprocedure afsluiten en de gegevens opslaan door het veld "OK?NO" te selecteren. Kies "Yes" met behulp van de toetsen
!" en bevestig door op
# te drukken.
Indien de terminal 30 seconden lang inactief blijft (er wordt geen toets ingedrukt), wordt de configuratieprocedure automatisch afgebroken.
Toetsen
Tijd instellen
Tijdzone instellingen
24.2°C ON
BL:20%
DynFan:Auto
Ext:40.0°C Z:A
Koel
Terug naar het hoofdscherm of "Opheffen" annuleren
Afb. 25
Een waarde verhogen of naar het
"Opheffingsmenu" gaan
Veld wijzigen of valideren
Een waarde verlagen of naar het
"Opheffingsmenu" gaan
Pagina 58 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BEDIENINGSINTERFACE DC50
Kamertemperatuur
Huidige verse lucht
Dynamische instelling geactiveerd
Ventilator status
Fan auto houdt in dat de ventilator stopt als er geen vraag is naar koeling of verwarming.
Als u in het hoofdscherm op de return-toets drukt, wordt het volgende bericht weergegeven:
BL:20% DynFan:Auto
Ext:40.0°C Z:A Koel
Buitenluchttemperatuur
Huidige tijdzone
Z:A
Z:B
Z:C
Sby
Ove
BMS
Bedrijfsmodus unit:
Koelen of verwarmen
3 uur opheffen:
Druk vanuit het hoofdscherm op een van de twee pijltoetsen, zoals hieronder is weergegeven:
Hoofdscherm:
Met de RETURN-toets bevestigt u de keuze en gaat u naar het volgende veld
De pijlen omhoog en omlaag geven u de keuze tussen verschillende dingen
Als u "YES" kiest bij de eerste vraag, wordt de unit
UITGESCHAKELD en kunt u het ophefmenu niet activeren.
WAARSCHUWING: Met het uitschakelen van de unit
worden alle beveiligingen uitschakeld
Als u het machinenummer 12 stopzet in het vorige scherm, zal het volgende scherm worden weergegeven.
BL:20%
DynFan:Auto
Ext:40.0°C Z:A
Koel
12.0 OFF
Ophefmenu:
Verhogen
Valideren/
Ga naar volgende regel
Geldig ga naar hoofdscherm
Verlagen
U keert vanuit dit menu terug naar het hoofdscherm als er gedurende 15 seconden geen activiteiten hebben plaatsgevonden.
De unit IN- of UITschakelen of een geselecteerde tijdzone forceren voor een periode van maximaal 7 dagen
U kunt de unit weer IN schakelen door opnieuw op de return-toets te drukken.
Indien de eerste keuze "NO" is, hebt u in een bepaalde tijdzone toegang tot het ophefscherm, wat maximaal 7 dagen kan worden geforceerd, vanaf de dag "TODAY" (Vandaag).
In dit menu kunt het aantal dagen instellen, dat u in de geselecteerde tijdzone wilt opheffen.
U kunt het aantal dagen verhogen met behulp van de toetsen omhoog en omlaag.
Stel Handmatig In:
Sby
M D W D V Z Z
+1 dag standby
Valideren
-1 dag standby
Klokmenu:
Druk vanuit het hoofdscherm op de kloktoets. Het volgende menu verschijnt:
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 59
BEDIENINGSINTERFACE DC50
Klokmenu:
Druk vanuit het hoofdscherm op de kloktoets. Het volgende menu verschijnt:
Verhogen
Alarmscherm
Filteralarm: Alle toetsen worden vergrendeld en u kunt dit scherm alleen afsluiten door het filter te reinigen.
ROOD
ORANJE
Valideren
Verlagen
Terug naar het hoofdscherm
"Tijdzone"-menu
Druk vanuit het hoofdscherm op de toets "Prg". Het volgende menu verschijnt:
Programmeren
Verhogen
Belangrijk alarm
ORANJE
Alarm : Filter
Maak Filter
Schoon
ROOD
Tijdzone wijzigen
Valideren/
Ga naar volgende regel
Alarm: GROOT
Bel Voor Service
Details alarmen
Terug naar het hoofdscherm
Verlagen
Menu met alarmhistorie
ROOD
ORANJE
U keert vanuit dit menu terug naar het hoofdmenu als er gedurende 15 seconden geen activiteiten hebben plaatsgevonden.
Menu "Planning"
U krijgt toegang tot het planningmenu vanuit het tijdzonemenu door opnieuw op "Prg" te drukken.
Verhogen
Tijdzone wijzigen
Terug naar het hoofdscherm
0 1 - 0 3 / 0 3 . 1 2 h 1 0 * 1 2 7
0 3 / 0 3 . 1 2 h 0 5 * 1 2 7
Details van het alarm
Valideren/
Ga naar volgende regel
U kunt in dit menu met de pijltoetsen naar beneden schuiven en een van de alarmberichten selecteren door op de return-toets te drukken.
Verlagen
Details van het alarm
In dit menu kunt u details weergeven over de geselecteerde foutmelding, zoals hieronder is weergegeven:
ROOD
ORANJE
Pagina 60 - IOM - FLEXY - 0704 -D
besturingsinterface dS50
DS50 SERVICE-DISPLAY
Deze nieuwe servicedisplaybesturing is een plug-andplay-functie, maar kan ook extern worden geïnstalleerd
Bij het aansluiten van de DS50 wordt een DC50 gedeactiveerd.
Toetsen
Sneltoets naar het alarmmenu
Naar boven schuiven in een menu of een waarde verhogen
Door de menu’s bladeren
Met de pijltoetsen gaat u naar boven en naar beneden in de menustructuur. Als u een item selecteert, wordt het in
HOOFDLETTERS weergegeven. U kunt het item vervolgens selecteren door op de "return"- of "selectie"-toets te drukken.
(0000)01 ZoneA
2 - D a t a D i n s d a g
Omlaag
Tijdzone wijzigen
Invoeren
Geldig
Selecteren
Terug naar scherm (1)
Startscherm of scherm (1)
Naar beneden schuiven in een menu of een waarde verlagen
1
-
2 - R u i m t e 2 4 . 5 ° C
SELECTEREN
Submenugegevens (2000)
Menuverwijzing
Start:
Toets Prg.
Scherm (2) taalselectie
1ALGEMEEN
Geeft de onderliggende andere menu’s aan
Start
Als het menu GENERAL is geselecteerd, geeft de controller een submenu weer.
Naast het Engels zijn er vijf talen beschikbaar. De vereiste taal moet bij het bestellen worden gespecificeerd.
In dit menu kan de gespecificeerde taal worden geselecteerd met de pijltoetsen. Met de "Prg"-toets valideert u uw keuze en start u de bediening.
Als u het item TEMPERATURE selecteert en op de
"return"-toets drukt, verschijnt er een pagina op het derde niveau, zoals in de volgende afbeelding:
1TEMPERATUUR
Hoofdmenu (0000)
Item selecteren hoofdletters
Rooftopnummer
Huidige tijd-zone
(0000)01
1-ALARM
2-Data
3-Setting
ZoneA
12h44
Dinsdag
April 03
3 x
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 61
besturingsinterface dS50
Door op "ESC" te drukken gaat u één niveau in het menu omhoog. In dit voorbeeld moet er drie keer op "ESC" worden gedrukt om weer in het hoofdmenu (0000) terecht te komen.
Als u op "ESC" drukt, worden de eventuele wijzigingen die u op een instellingenpagina hebt aangebracht, niet opgeslagen.
ROOD
Alarmen
Klokinstellingen
Het menu voor de klokinstellingen kan worden geopend via het hoofdmenu door het menu "SETTING" te selecteren en vervolgens door de submenu’s naar de pagina (3120) te gaan.
Selecteer met de pijltoetsen het alarmmenu en druk op de "return"-toets.
Het foutenoverzicht wordt vervolgens weergegeven op de pagina (1000):
ROOD
Nummer van actief alarm
Selecteer HOUR om de hieronderstaande pagina 3121 weer te geven:
Minimuminstelling
Controleren en
één niveau terug
Eén niveau omhoog
RESET
02
03/03.12h05*125
Geselecteerd alarm
Datum en tijd van alarm
Actief * of
Inactief =
Alarm code
Als u op de "ALARM"-toets drukt, worden alle alarmen opnieuw ingesteld.
Het aantal actieve alarmen wordt weer op nul ingesteld, in het menu staat geen actief alarm en de "bell"-toets is uitgeschakeld.
Huidige instelling
Fabriek instelling
Maximuminstelling
Zone-instellingen
Ga vanuit het hoofdmenu (0000) naar het submenu
"INSTELLINGEN" met de zone-instellingen (3310).
"prg" wijzigt de tijdzone
Geselecteerde tijdzone
1-
RUIMTE SP
:24.0°C
02
SELECTEER
Op deze pagina wijzigt u de tijdzone door op de "prg"-toets te drukken. Als "ROOM SET" is geselecteerd, wordt de kamerinstelling voor de opgegeven tijdzone bovenaan weergegeven.
U geeft de details van het geselecteerde alarm weer door op de "return"-toets te drukken.
Als u op de "prg"-toets drukt, worden de aangebrachte wijzigingen gecontroleerd waarna u naar de volgende tijdzone gaat. De "ESC"-toets controleert de wijzigingen niet en gaat één stap terug in de menustructuur.
Pagina 62 - IOM - FLEXY - 0704 -D
communicatieverbindingen besturing
COMMUNICATIEVERBINDINGEN
Master/slave
U kunt nu rooftops op elkaar aansluiten (maximaal 12) via een afgeschermde kabel (0,75 mm2, wordt niet geleverd door
Lennox) en verschillende activeringsmodi gebruiken zonder meerprijs.
LAN
AWG24
BM 50
J11 J10
RT1
BM 50
J11 J10
RT2
AWG24
BM 50
J11 J10
RT3
A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C
AWG24
A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C
AWG24
A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C
BM 50
J11 J10
RT12
LAN
AWG24
A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C
6 5 4 3 2 1
DC50
DS50
6 5 4 3 2 1
DC50
DS50
6 5 4 3 2 1
DC50
DS50
6 5 4 3 2 1
DC50
DS50
1. DC50
2. DC50-temperatuur
3 DC50 Gemiddeld
4. Temperatuur master/slave
5. Master/slave-modus gemiddeld
6. Master/slave-modus koeling/verwarming
7. Back-up
8. Rotatieback-up
VENTILATOR
MASTER
MASTER
MASTER
STAND-ALONE
STAND-ALONE
STAND-ALONE
INSTELLING
MASTER
STAND ALONE
STAND ALONE
STAND-ALONE
STAND-ALONE
STAND-ALONE
KAMER-TEMP KOEL-/VERWARM-MODUS
N.V.T.
MASTER
GEMIDDELD
MASTER
GEMIDDELD
:
:
STAND-ALONE
N.V.T.
N.V.T.
N.V.T.
N.V.T.
N.V.T.
MASTER
Alle units zijn stand-alone, één unit wacht op een fout voordat de unit wordt gestart
Alle units zijn stand-alone; één unit wacht op een fout voordat de unit wordt gestart.
Deze back-upunit wordt elke dinsdag gewijzigd
_ 1 : DC50: Master/slave-modus "totaal"
De master geeft de opdracht tot ventilatie, en de instellingswaarde door aan alle andere rooftops.
_ 2 : DC50-temperatuur: Master/slave-modus "temperatuur"
De master geeft de opdracht tot ventilatie en de kamertemperatuur/vochtigheidsgraad door aan alle andere rooftops, maar deze beschikken over hun eigen instellingswaarde.
_ 3 : DC50 Gemiddeld: Master/slave-modus "gemiddeld"
De master geeft de opdracht tot ventilatie en de kamertemperatuur/vochtigheidsgraad die voor alle rooftops wordt gebruikt, is het gemiddelde van alle rooftops. Elke rooftop heeft zijn eigen instelling.
_ 4 : Temperatuur master/slave: Master/slave-modus
"temperatuur"
De master geeft de kamertemperatuur/vochtigheidsgraad door aan alle andere rooftops, maar deze beschikken over hun eigen ventilatie en instellingswaarde.
_ 5 : Master/slave-modus gemiddeld: Master/slave-modus
"gemiddeld"
De kamertemperatuur/vochtigheidsgraad die door alle rooftops worden gebruikt, vormen het gemiddelde van alle rooftops. Elke rooftop heeft zijn eigen ventilatievolgorde & instelling.
_ 6 : Master/slave-modus verwarming / koeling: Master/ slave-modus "koeling/verwarming"
Alle rooftops zijn zelfstandig, maar de slaves hebben dezelfde uitvoeringsmodus als de master (koeling of verwarming).
_ 7 : Back-upmodus
Eén rooftop is de back-upunit en wordt geactiveerd als er bij een andere rooftop een fout optreedt.
_ 8 : Rotatieback-upmodus
Hetzelfde als hierboven, behalve dat de "back-up"-unit elke dinsdag een andere is. Daarnaast kan de buitentemperatuur/vochtigheidsgraad die aan alle rooftops wordt doorgegeven het gemiddelde van alle rooftops of de externe buitentemperatuur/vochtigheidsgraad van de master zijn, waardoor het mogelijk is om één "weerstation" te gebruiken voor de hele locatie.DS50 Comfort-display /
DC50 Service-display
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 63
communicatieverbindingen besturing
DS 50 : SERVICEDISPLAY / DC 50 : COMFORT-DISPLAY
11 12
AWG24
BM 50
J10
RT1
AWG24
BM 50
J10
RT2
AWG24
BM 50
J10
RT3
AWG24
BM 50
J10
RT12
A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C A
6
-DT50
1
J14
2 3 1
J15
2 3
B
0
C
6 5 4 3 2 1
DC50 DS50
6 5 4 3 2 1
DC50 DS50
6 5 4 3 2 1
DC50 DS50
6 5 4 3 2 1
DC50 DS50
CLIMALINK / CLIMALOOK
25
BM 50
RT1
BM 50
RT2
BM 50
RT3
BM 50
RT12
BM50
RS485 MODBUS
LON WORKS FTT 10A
230V
RS485
RS232
CLIMALOOK
CLIMALINK
AWG20/22
Pagina 64 - IOM - FLEXY - 0704 -D
RS485 MODBUS
LON WORKS FTT 10A
menustructuur besturingsinterfaces ds50
Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving
1-Alarm 1000 # 1100 #
2-Data 2000 1-General
Code Omschrijving
1110 #
2100 1-Temperature 2110 Outside
Room
Supply
Return
2-Humidity 2120 Outside
Room
Outside
Room
Code
1111
2111
2112
2113
2114
2121
2122
2123
2124
Eenh Min
°c
°c
°c
°c
%.
%.
g/Kg g/Kg
Fabriek Max
2-Control
3-Other 2130 Air Pres.
CO2
Sw On/Off
Sw Reset
Sw Unoc.
4-Out. Custom.
2140 BM50.1
BE50.1
BE50.2
BE50.3
BE50.4
5-In. Custom.
2150 BM50.1
BM50.2
BE50.1
BE50.2
BE50.3
BE50.4
2131
2132
2133
2134
2135 pa ppm
On/Off
On/Off
On/Off
2141 On/Off
2142 On/Off
2143 On/Off
2144 On/Off
2145 On/Off
2151 On/Off
2152 On/Off
2153 On/Off
2154 On/Off
2155 On/Off
2156 On/Off
6-In.% Custom.
2160 BE50.1
BE50.2
BE50.3
BE50.4
BE50.1
BE50.2
BE50.3
BE50.4
2200 1-Room
2-Reheat
3-Humidity
4-TCB
2161
2162
2163
2164
2165
°c
°c
°c
°c
%.
2166 %.
2167 %.
2168 %.
2210 Sp Cool
Sp Heat
Capa Cool
Capa Heat
2211
2212
2213
2214
°c
°c
%
%
Sw Dis.Cool
2215 On/Off
Sw Dis.Heat
2216 On/Off
2220 Set Point
Capacity
2221 °c
2222 %
2230 Sp Dehu
Sp Humi
Capa Dehu
Capa Humi
2240 Sw G
Sw Y1
Sw Y2
Sw W1
Sw W2
Sw B
2231 %
2232 %
2233 %
2234 %
2241 On/Off
2242 On/Off
2243 On/Off
2244 On/Off
2245 On/Off
2246 On/Off
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 65
Hoofdscherm Code
3-Fan
Omschrijving
4-Cooler
Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschr
2300 1-Ventilation
2-Extraction
2310 Config.
State
Sw State
Fire/Smoke
Relay
Low Speed
Sw Speed
2320 State
Relay
2311 List
2312 List
2313 On/Off
2314 On/Off
2315
2316
2317
2321
2322
On/Off
On/Off
On/Off
List
On/Off
[No / 500pa / 100pa]
[Stopped / Schedule / Fault / Start]
[Stopped / Schedule / Fault / Start]
3-Condenser 1 [No / Yes]
[Stopped / Schedule / Fault / Start]
4-Condenser 2
5-Condenser 3
2330 Config.
State
Sw State
Relay
2340 Config.
State
Sw State
Relay
2350 Config.
State
Sw State
Relay
2331 List
2332 List
2333 On/Off
2334 On/Off
2341 List
2342 List
2343 On/Off
2344 On/Off
2351 List
2352 List
2353 On/Off
2354 On/Off
No / Yes]
[Stopped / Schedule / Fault / Start]
[No / Yes]
[Stopped / Schedule / Fault / Start]
6-Condenser 4
2400 1-Fresh Air
2360 Config.
State
Sw State
Relay
2410 Config.
State
2361 List
2362 List
2363 On/Off
2364 On/Off
2411 List
2412 List
[No / Yes]
[Stopped / Schedule / Fault / Start]
[No / 0%-50% / Modulation / 100%]
[Stopped / Air Flow / Start / Enthalpy /
Outside T. / Schedule / Defrost]
Mini.Air
Modulat.
Opening
Calib.
2413 %
2414 %
2415 %
2416 Yes/No
Hoofdscherm Code
5-Compressor
Omschrijving Code
2500
Omschrijving
2-Cold W/Coil
1-Compressor 1
2-Compressor 2
3-Compressor 3
Code
2420
2510
2520
2530
Defrost T
Sw State
Sw Low P.
Relay
H.Pump
Sw Disable
Run Time
Config.
State
Defrost T.
Sw State
Sw Low P.
Relay
H.Pump
Sw Disable
Run Time
Config.
State
Defrost T.
Sw State
Sw Low P.
Relay
H.Pump
Sw Disable
Run Time
Omschrijving
Config.
State
Opening
Config.
State
Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
2421
2422
List
List
2423 %
2511 List
2512 List
[No / Modulation]
[Stopped / Air Flow / Start]
[No / C. only / H.only]
[Stopped / Air Flow /
Outside T. / Schedule/
Switch / Fault (2) / Fault (1)
/ Ant-Sho-Cy/ Start / Start
Heat / Defrost]
2513 °c
2514 On/Off
2515 On/Off
2516 On/Off
2517 On/Off
2518 On/Off
2519 h
2521 List
2522 List
2523 °c
2524 On/Off
2525 On/Off
2526 On/Off
2527 On/Off
2528 On/Off
2529 h
2531 List
2532 List
2533 °c
2534 On/Off
2535 On/Off
2536 On/Off
2537 On/Off
2538 On/Off
2539 h
Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving
4-Compressor 4
Code
2540
6-Heater 2600
5-Other
1-Gas
2-Elec. H.
2550
2610
2620
Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
Config.
State
Defrost T.
Sw State
Sw Low P.
Relay
H.Pump
Sw Disable
Run Time
2541 List
2542 List
2543 °c
2544 On/Off
2545 On/Off
2546 On/Off
2547 On/Off
2548 On/Off
2549 h
Low Amb.
W/Cond.1
W/Cond.2
Config.
State
2551 On/Off
2552 °c
2553 °c
2611 List
2612 List
[No / 2 steps / 4steps / Modulation]
[Stopped / Air Flow / Schedule / Switch
/ Fault (1) / Fault (2)]
Sw State 1
Sw State 2
Relay 1
Relay 2
High
Modulat.
Sw Disable
Config.
State
2613 On/Off
2614 On/Off
2615 On/Off
2616 On/Off
2617 On/Off
2618 %
2619 On/Off
2621 List
2622 List
[No / Yes / 2 steps / Modulation]
[Stopped / Air Flow / Outside T. / Schedule
/ Switch / Fault (1) / Start]
Sw State 1
Sw State 2
Relay 1
Relay 2
Modulat.
Sw Disable
2623 On/Off
2624 On/Off
2625 On/Off
2626 On/Off
2627 %
2628 On/Off
Hoofdscherm Code
7-Humidif.
Omschrijving Code
3-Hot W/Coil
Omschrijving Code
2630
8-Com. 2800
4-Pump
2700
1-Outside
2-Room
2640
2710
2810
2820
Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
Config.
State
2631
2632
List
List
[No / Modulation]
[Stopped / Air Flow / Start / Schedule
/ Switch / Fault (1) / Fault (2)]
Opening
Sw Freeze
2633
2634
%
On/Off
Sw Disable 2635 On/Off
Config.
State
Sw State
Relay
2641
2642
2643
2644
List
List
On/Off
On/Off
Config.
State
Sw State
Modulat.
Value
Sensor
Link
BMS
Value
Sensor
Link
BMS
Value
Sensor
Link
BMS
Value
Sensor
Link
BMS
2711
2712
2713
2714
2811
List
List
On/Off
%
°c
2812 °c
2813 °c
2814 °c
2815 %.
2816 %.
2817 %.
2818 %.
2821
2822
2827
2828
°c
°c
2823 °c
2824 °c
2825 %.
2826 %.
%.
%.
[No / Yes]
[Stopped / Air Flow / Fault (1) / Start]
[No / Modulation]
[Stopped / Air Flow / Schedule / Fault (1) / Start]
Hoofdscherm
3-Setting
Code
3000
2-Schedule
Omschrijving
1-General
Code
3100
2-Clock
3200
Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
1-Order 3110 On/Off
Reset Al.
Resume
Test
3111
3112
3113
3114
On/Off
List
~
Yes/No ~
Yes/No ~
0
No
No
No
0
~
~
~
6
[On / Off] Unit
[Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen
[Override] Alle acties opheffen die zijn ingesteld met de DC50 annuleren
[Quickly / Defrost / Gas 1 Low /
Gas 1 High/ Gas 2 / 24/24 7/7 /
Lennox] Testpunt Lennox
1-Time
2-Anticipation
3120 Tijd
Minute
Day
Month
Year
Win/Sum
3210
3220
Start Uno
Start.Uno
Start z.A
Start.z.A
Start z.B
Start.z.B
Start z.C
Start.z.C
Foot
Gradient
3121 h
3122 m
3123 ~
3124 ~
3125 ~ 2
3126 Yes/No ~
1
1
0
0
3211
3212
3213
3214
3215
3216
3217
3218
3221
3222 h m h m h m h m
°c m/°c
0
0
0
0
0
0
0
0
-10
0
~
~
~
~
~
Yes
22
0
6
0
22
0
22
0
10
0 100
23
59
31
12
99
~
23
59
23
59
23
59
23
59
20
[Clock] Klokinstelling "Hour"
[Clock] Klokinstelling "Minute"
[Clock] Klokinstelling "Day"
[Clock] Klokinstelling "Month"
[Clock] Klokinstelling "Year"
Automatische bediening van Winter- &
Zomer-zone of Niet
[Zone Setting] Starttijd
"Hour" voor "Unoccupied" zone
[Zone Setting] Starttijd
"Minutes" voor "Unoccupied" zone
[Zone Setting] Starttijd "Hour" voor "Zone A"
[Zone Setting] Starttijd "Minutes" voor "Zone A"
[Zone Setting] Starttijd "Hour" voor "Zone B"
[Zone Setting] Starttijd "Minutes" voor "Zone B"
[Zone Setting] Starttijd "Hour" voor "Zone C"
[Zone Setting] Starttijd "Minutes" voor "Zone C"
[Anticipation Function] onder aan de helling in
°C. Beperking van activering functie. Hiermee kan een geanticipeerde start ‘s morgens toegestaan, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur. Alleen voor "Zone-A"
[Anticipation Function] Helling in
"Minutes van anticipatie in graden".
Hiermee is een geanticipeerde start ‘s morgens toegestaan, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur. Alleen voor "Zone-A"
Hoofdscherm Code Omschrijving
3-Control
Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
3300 1-Customer
2-Room
3-Reheat
4-Humidity
5-Enable
3310
3320
3330
3340
3350
Sp Room
Mini.Air
Sp Dyna
Sp Cool
Sp Heat
Swap Heater
Activation
Swap Heater
Sp Dehu
Sp Humi
Fan On/Off
Fan Dead
F.Air
CO2
Comp.Cool.
Comp.Heat.
AuxHeat
Humidif.
Low Noise
3311 °c
3312 %
3321 °c
3322 °c
3323 °c
3341 %
3342 %
8
0
0
8
8
3324 Yes/No ~
3331 Yes/No ~
3332 Yes/No ~
0
0
3351 Yes/No ~
3352 Yes/No ~
3353 Yes/No ~
3354 Yes/No ~
3355 Yes/No ~
3356 Yes/No ~
3357 Yes/No ~
3358 Yes/No ~
3359 Yes/No ~
20
20
99.9
21
19
No
No
No
100
0
Yes
Yes
Yes
Yes
Yes
Yes
Yes
Yes
No
35
100
35
35
~
~
~
100
100
~
~
~
~
~
~
~
~
~
[Room SP] Vereiste instelling kamertemperatuur in
°C. Midden van de dode zone.
[Room SP] Vereiste verhouding in % minimale verse lucht kamer. Midden van de dode zone.
99.9 [Room SP] Vereiste waarde voor dynamische instellingspunt. Voor het wijzigen van het kamerinstellingspunt op basis van de buitentemperatuur
[Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C. Cooling set point
[Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. Heating set point
[OFF] Verwarmingspomp en vervolgens verwarming
[ON] Verwarming en vervolgens verwarmingspomp
[F-Air Reheat] Opnieuw verwarmen van verse lucht in de dode zone om toevoertemperatuur te behouden.
[F-Air Reheat] Prioriteit verlenen aan de verwarmingsmodus voor opnieuw verwarmen verwarmen van verse lucht. [OFF] Verwarmingspomp en vervolgens verwarming verwarming [ON]
Verwarming en vervolgens verwarmingspomp
[Humidity] Gewenste maximale relatieve in de ruimte (in %). - Instelling ontvochtiging.
[Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). - Instelling bevochtiging.
[Enable] Stoppen en draaien van de ventilator [OFF] de ventilator is uitgeschakeld, [ON] the ventilator draait.
[Enable] Stoppen en draaien van de ventilator in de
"dode besturingszone" [OFF] de ventilator is uitgeschakeld, [ON] the ventilator draait.
[Enable] Eco uitvoeren: [ON] de Economiser wordt uitgevoerd, [OFF] de Economiser is stopgezet.
[Enable] CO2-sensor uitvoeren: [ON]
CO2-sensor inschakelen voor een zone,
[OFF]De CO2-sensor stoppen voor een zone.
[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de koelmodus forceren.
[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de verwarmingsmodus forceren.
[Enable] [OFF] Uitladen van de verwarmingsmodule forceren (elektrisch, gas of warmwaterbatterij)
[Enable] [OFF] Uitladen van de vochtigheidsregeling forceren.
[Enable] Geluidsreductie forceren. [ON] 50% van de compressoren zijn uitgeladen de "standby"-zone
Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving Code
6-Capacity 3360
7-Safety 3370
Omschrijving
Room
Reheat
Dehu.
Humi.
Room Low
Room High
Sup.Lo.1
4-Ventilation
.
.
3400 3410
Sup.Lo.2
Sup.Lo.3
Sup.Hi.1
Sup.Hi.2
Room Low
Room High
Air Flow
No Filter
Dirty Fil.
Code Eenh Min Fabriek Max
3361 ~ 1 4 50
3362
3363
3364
~
~
~
1
1
1
4
4
4
50
50
50
3371
3372
3373
°c
°c
°c
3374 °c
3375 °c
3376 °c
3377 °c
3378
3379
%
%
3411 pa
3412 pa
3413 pa
5
20
5
40
9of5 10of8
20
40
19
7 of 3 8 of 6 17
5 of 1 6 of 2 15
20
20
0
0
0
0
0
40
60
0
1000
25
50
250
70
70
1000
1000
1000
1000
1000
Omschrijving
[Capacity Factor] Reactiviteit: Raadpleeg
"Functies softwarebesturing" p 54
[Capacity Factor] Reactiviteit: Raadpleeg
"Functies softwarebesturing" p 54
[Capacity Factor] Reactiviteit:
Raadpleeg "Functies softwarebesturing" p 54
[Capacity Factor] Reactiviteit:
Raadpleeg "Functies softwarebesturing" p 54
[Safety Limit] "Lage limiet" kamertemperatuur in °C
Activeringsdrempel voor een alarm
[Safety Limit] "Hoge limiet" kamertemperatuur in °C.
Activeringsdrempel voor een alarm
[Safety Limit] Lage limiet toeleveringstemperatuur
(in °C) - Activeringsdrempel van het 1ste veiligheidsniveau: Verminder de capaciteitsfactor met één compressorfase. en schakel over naar minimale verse lucht.
[Safety Limit] Lage limiet toeleveringstemperatuur (in °C)
- Activeringsdrempel van het 2de veiligheidsniveau:
Verminder de capaciteitsfactor tot nul en schakel over naar 0% verse lucht, open de HWC-klep.
[Safety Limit] Lage limiet toeleveringstemperatuur (in °C)
- Activeringsdrempel van het 3de veiligheidsniveau.
- Alarmdrempel, de unit is uitgeschakeld.
[Safety Limit] Hoge limiet toeleveringstemperatuur (in °C)
Activeringsdrempel van het 1ste veiligheidsniveau: verminder de capaciteitsfactor met één compressorfase. Sluit de HWC-klep.
[Safety Limit] Hoge limiet toeleveringstemperatuur (in °C)
- Activeringsdrempel van het 2de veiligheidsniveau:
Alarmdrempel: Verminder de capaciteitsfactor tot 0
[Safety Limit] Lage limiet relatieve kamervochtigheid
(in %) - Activeringsdrempel voor het alarm
[Safety Limit] Hoge limiet kamervochtigheid (in %)
- Activeringsdrempel voor het alarm
[Safety Limit] Luchtstroomdetectiedrempel van het drukverschil in Pa, waarmee de Lage luchtstroomwaarde wordt aangeduid. Indien het drukverschil in het filter lager is dan deze drempel, wordt de beveiliging geactiveerd.
[Safety Limit] Ontbrekende filters. Drempelwaarde van het drukverschil in Pa, waarmee de afwezigheid van filters wordt aangeduid. Indien het drukverschil in het filter lager is dan deze drempel, wordt de beveiliging geactiveerd.
[Safety Limit] Vuile filters. Drempelwaarde van het drukverschil in Pa, waarmee wordt aangeduid of de filters vuil zijn. Indien het drukverschil in het filter hoger is dan deze drempel, wordt de beveiliging geactiveerd.
Hoofdscherm Code Omschrijving
5-Fresh Air
6-Compressor
Code Omschrijving
3500 ..
..
..
..
..
..
..
3600 1-Out.Limit
Code
3510
3610
Omschrijving Code
Out.Limit
Maximum
Start Ext
Mini.Co2
Maxi.Co2
Calib.
Recovery
Cool: 50
Cool.100
Heat.100
3511
3512
3513
3514
3515
3516
Min
-20
3517 Yes/No ~
3611 °c
3612
3613
Eenh
°c
%
% ppm ppm
Yes/No
°c
°c
0
0
0
0
~
Fabriek Max Omschrijving
-20
100
40 [Fresh air Damper] minimumlimiet buitentemperatuur in °C. Indien de buitentemperatuur lager is dan deze limiet, is de bediening van de vrije koeling niet toegestaan. De verse-luchtklep wordt dan ingesteld op de minimumstand.
100 [Fresh air Damper] Maximum toelaatbare opening van de verse-luchtklep in %
30 100 [Extraction] Activeringsdrempel van de afzuigventilator op basis van de positie van de
Economiser-klep in %.
1000 2000 [CO2] Minimale openingsdrempel van de verse-luchtklep in ppm
1500 2000 [CO2] Maximale openingslimiet van de verse-
Yes ~ luchtklep in ppm
De kalibratie van de minimale hoeveelheid
No
-10 of 10 20
-10 of 10 12
-50 -20
~
40
40
40 verse lucht toestaan.
[NO/YES] Warmteherstel
[ Limit of Regulation ] * 1° indien optie
Regulering alle seizoenen - Stopzetten van de condensor ventilatoren
- Drempel buitentemperatuur (in °c). - Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, werkt de condensor van de ventilatoren in lage snelheid 2° in andere gevallen - 50% van de compressoren ontladen in koelen - Drempel buitentemperatuur (in °c).
- Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, wordt 50% van de compressoren gebruikt door de Regulering
[ Limit of Regulation ] * 1° indien optie
Regulering alle seizoenen - Stopzetten van de condensor ventilatoren - Drempel buitentemperatuur (in °c). - Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, wordt de condensor van de ventilatoren stopgezet *2* in andere gevallen - 100% van de compressoren ontladen in Koudestand -
Drempel buitentemperatuur (in °c).
- Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, worden de compressoren niet gebruikt door de Regulering
[ Limit of Regulation ] 100% van de compressoren ontladen in Verwarmingsmodus - Drempel buitentemperatuur (in °C). - Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, worden de compressoren niet gebruikt door de Regulering.
Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
2-Defrost 3620 Type
Outside
Coil
Time Limit
Time Fc
3621 List
3622 °c
3623 °c
3624 m
3625 ~
0
8
-10
30
1
0
10
-2
45
3
1
20
10
90
5
[ Function Defrost ] Keuze ontdooiingsmethode:
1 = "cyclerend" of 0 = dynamisch
[ Function Defrost ] Ontdooiingsauthorisatie -
Drempel buitentemperatuur (in °c)
[ Function Defrost ] Ontdooiingsauthorisatie -
Drempel batterijtemperatuur (in °c)
[ Function Defrost ] Tijdslimiet voor ijsvorming (in minuten) -Voor de dynamische ontdooicyclus zal de unit deze minimale tijd draaien. Bij cyclerend ontdooien is dit de tijdsvertraging waarna het ontdooien wordt gestart zodra aan de temperatuurvoorwaarden is voldaan.
[ Function Defrost ] Aantal opstartpogingen condensorventilator voordat ontdooicyclus wordt stopgezet. Indien het aantal opstartpogingen niet wordt behaald binnen de 4min, wordt het ontdooien stopgezet.
3-Safety 3630 W/Cd Mini
W/Cd Maxi
3631 °c
3632 °c
4
20
5
45
20
46
[Safety Limit] Lage-temperatuurlimiet warmtewisselaaruitvoer (in °c) -
Activeringsdrempel van de veiligheidslimiet.
[Safety limit] Hoge-temperatuurlimiet warmtewisselaaruitvoer (in °c) -
Activeringsdrempel van de veiligheidslimiet.
7-Heater 3700 1-Gas
2-Elec. H.
3710 .
3720 Out.Limit
3711
3721 °c -20 10 40 [ Limit of Regulation ] 100% ontladen van de verwarming
- Drempel buitentemperatuur (in °c). Indien de buitentemperatuur hoger is dan deze drempel wordt de verwarming uitgeschakeld.
3-Hot W/Coil
Sp Mixing
Maximum
3722 °c
3723 %
0
0
5
100
10
100
[ Electrical heater ] Regulering alle seizoenen van
FLEXY FX - Drempel van mengseltemperatuur
(in °c) - Indien de temperatuur van het mengsel lager is dan deze drempel, wordt de elektrische verwarming geactiveerd
[ Electrical heater ] Voor elektrische verwarming met
Triac: Maximum vermogen van gebruik elektrische verwarming (in %)
Een lekstroom toestaan
4-Pump
3730 Out.Limit
Opening
A.Freeze
3740 Mode
3731 °c
3732 %
3733 List
3741 List
-20
0
0
0
10
0
0
0
40
50
?
?
[0% / 100%] De V3V openen of sluiten
[No/Frost.Al./Start heat/Start] Opstartmodus voor de pomp kiezen
Hoofdscherm Code Omschrijving
8-Config.
Code Omschrijving
3800 1-Unit
Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
3810 Range 3811 List 0 6 ?
Type unit: BC, BH, BGN, BG, BD, FC, FH, FGN,
FG, FD, FX of FW
Size
Hu. Pack
TCB
3812 List 0
3813 Yes/No ~
3814 Yes/No ~
0
No
No
?
~
~
Zie tabel nr. 5
[ Configuration ] Activering van de vochtigheidsbeheeroptie
[Configuration] Configuratie van de thermostaatbesturingskaart.
2-Compressor 3820 LAK 3821 Yes/No ~ No ~ [ Configuration ] Lage temperatuurkit "regeling alle seizoenen"
Wat/Cond
085/100 +
3822 Yes/No ~
3823 Yes/No ~
No
No
~
~ [ Configuration ] Activering van de optie
"Geoptimaliseerd ontdooien". Alleen voor Flexy
85_100 met gedeelde luchtstroom.
3-Option 3830 AuxHeat
F.Air
P. Air
3831 List
3832
3833
List
List
0
0
0
0
0
0
6
3
2
[ Configuration ] Configuratie van de verwarmingsinvoer: HWC; Elektrische verwarming S/M/H of
Gas 2/4/2 pro. /4 pro. Voor 20kW ‘ 60kW, kies
"gas 2"; voor 120kW ‘ 180kW, kies "gas 4";
"pro." betekent modulerend gas
[Configuration] Configuratie van de verse lucht / economiser: NO, 100% vast of 0-50% of 0-100% modulerend.
[ Configuration ] Configuratie van de differentieeldruksensor: 0Pa; 500Pa; 1000Pa
Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving
4-Out. Custom.
3840 BM50.1
3841 List 0 0 6 [Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing in
BE50.1
3842 List 0 0 6 de BM50
[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing
(eerste uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)
BE50.2
3843 List 0 0 6
BE50.3
BE50.4
3844
3845
List
List
0
0
0
0
6
6
[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing
(tweede uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)
[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing
(derde uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)
[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing
(vierde uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)
5-In. Custom.
3850 BM50.1
3851 List 0 0 8
BM50.2
BE50.1
BE50.2
BE50.3
BE50.4
3852
3853
3854
3855
3856
List
List
List
List
List
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8
8
8
8
8
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)
6-In.% Custom.
3860 BE50.1
BE50.2
BE50.3
BE50.4
3861 List 0
3862
3863
3864
List
List
List
0
0
0
0
0
0
0
4
4
4
4
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)
[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)
Hoofdscherm Code Omschrijving
9-Com.
Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max
3900 1-Display 3910 Sp Mini.
3911 °c 8 17 21
Sp Maxi.
Offset
3912
3913
°c
°c
21
-5
Standard Sp 3914 Yes/No ~
27
0
No
35
5
~
Omschrijving
[ Mode] Minimumtemperatuur voor de vereiste kamertemperatuurinstelling in het midden van de dode zone.
[ Mode] Maximumtemperatuur voor de vereiste kamertemperatuurinstelling in het midden van de dode zone.
Waardeverschuiving, gemeten door de buitentemperatuursensor
Hiermee kunnen ALLE instellingen opnieuw worden ingesteld op de beginwaarden (indien beschikbaar). Niet mogelijk voor configuraties en klok omdat hiervoor geen beginwaarden voorhanden zijn.
2-Link
3-BMS
3920
3930
ID
Number
Type.
Type
ID
Type
Baud
Watchdog
BMS Unoc.
Snelheid
3921
3922
3923
3924
3931
~
~
List
List
~
3932 List
3933 List
3934 ~
1
1
0
0
1
0
3
0
3935 On/Off ~
3936 On/Off ~
1
1
0
0
1
2
4
0
Off
Off
12
12
6
2
[ Configuration ] Identificatieadres voor de unit van 1 t/m 12.
[ Configuration ] Aantal units op de BUS.
Unit met adres N°1 is altijd de master.
Master / Slave-relatie: raadpleeg
"Besturing communicatieverbindingen" p 63
Configuratie van de deling van de buitenvochtigheid en -temperatuur.
200
~
~
[ Configuration ] Identificatienummer van de 485 Bus
Climatic, ModBus of LonWorks
1200, 2400, 4800, 9600 of 19200
1000 [ BMS ] Activering van de regeling door een computer of automaat - BMS-modus is geactiveerd indien deze waarde niet nul is, Deze waarde wordt elke seconde verminderd
[BMS] Opheffing stand-by modus annuleren
Ventilatorsnelheidsregeling in de dode zone:
[ON] de unit wordt in de lage-snelheidsmodus uitgevoerd, [OFF] de unit wordt in de hogesnelheidsmodus uitgevoerd
BALTIC
BCK BHK BGK BDK BGN
BCK020NS BHK020NS BGK020SS BDK020SS BGN001S
BCK025NS BHK025NS BGK025SS BDK025SS BGN001H
BCK030NS BHK030NS BGK030SS BDK030SS
BCK035NS BHK035NS BGK035SS BDK035SS
BCK040NS BHK040NS BGK040SS BDK040SS
BCK045NS BHK045NS BGK045SS BDK045SS
BCK030ND BHK030ND BGK030SD BDK030SD
BCK035ND BHK035ND BGK035SD BDK035SD
BCK040ND BHK040ND BGK040SD BDK040SD
BCK045ND BHK045ND BGK045SD BDK045SD
BCK050ND BHK050ND BGK050SD BDK050SD
BCK060ND BHK060ND BGK060SD BDK060SD
BCK070ND BHK070ND BGK070SD BDK070SD
BGK020HS BDK020HS
BGK025HS BDK025HS
BGK030HS BDK030HS
BGK035HS BDK035HS
BGK040HS BDK040HS
BGK045HS BDK045HS
BGK030HD BDK030HD
BGK035HD BDK035HD
BGK040HD BDK040HD
BGK045HD BDK045HD
BGK050HD BDK050HD
BGK060HD BDK060HD
BGK070HD BDK070HD
FCK
FCK085
FCK100
FCK120
FCK140
FCK160
FCK190
FHK
FHK085
FHK100
FHK120
FHK140
FHK160
FHK190
FGK FDK
FGK085S FDK085S
FGK100S FDK100S
FGK120S FDK120S
FGK140S FDK140S
FGK160S FDK160S
FGK190S FDK190S
FGK085H FDK085H
FGK100H FDK100H
FGK120H FDK120H
FGK140H FDK140H
FGK160H FDK160H
FGK190H FDK190H
FLEXY
FXK
FXK025
FXK030
FXK035
FXK040
FXK055
FXK070
FXK085
FXK100
FXK110
FXK140
FXK170
FGN FWN
FGN002S FWN002S
FGN003S FWN003S
FGN004S FWN004S
FGN005S FXN005S
FGN002H FWN002H
FGN003H FWN003H
FGN004H FWN004H
FGN005H FWN005H
VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE
MODBUS
Instellingen en waarden
@ (hexa) @ (deci)
01H
02H
1
2
03H 3
R/W
R/W
R/W
L
L
L
04H 4 R/W L
05H
06H
5
6
R/W
R/W
L
L
07H
08H
7
8
09H
0AH
0BH
0CH
11
12
9
10
R/W L
R/W L
R/W L
R/W L
0DH
0EH
0FH
10H
R = Read
W = Write
L = Logical
15
16
13
14
R/W L
R/W L
R/W
R/W
L
L
R/W L
R/W L
DS50
[On / Off] Unit
[Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen
[Enable] Stopzetten en draaien van de ventilator.[OFF] de ventilator is uitgeschakeld,
[ON] de ventilator draait.
[Enable] Stopzetten en draaien van de ventilator in de "dode besturingszone".
[Off] de ventilator is uitgeschakeld, [On] de ventilator draait.
[BMS] Activering van de standby-modus [Off] bedrijfsmodus -
[On] standby-modus
[Room regulation] Keuzemogelijkheden van prioriteitsregeling verwarming -
[Off] Warmtepomp dan warmwaterbatterij of elektrisch of gas
[On] Warmwaterbatterij of elektrisch of gas, dan warmtepomp
[F-Air Reheat] Opnieuw verwarmen van verse lucht in de dode zone
3324
(BMS)
3331
(BMS) om toevoertemperatuur te behouden.
[F-Air Reheat] Keuzemogelijkheden van prioriteitsregeling verwarming -
[Off] Warmtepomp dan warmwaterbatterij of elektrisch of gas
[Off] CO2-besturing uitschakelen voor een zone,
[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de koelmodus forceren.
[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de verwarmingsmodus forceren.
3332
[On] Warmwaterbatterij of elektrisch of gas, dan warmtepomp (BMS)
[Enable] Eco uitvoeren: [On] de Economiser wordt uitgevoerd, [Off] de Economiser is stopgezet.
3353
[Enable] CO2-sensor uitvoeren: [On] CO2-besturing inschakelen voor een zone,
(BMS)
3354
(BMS)
3355
(BMS)
3356
3111
3112
3351
(BMS)
3352
(BMS)
3933
(BMS)
[Enable] [OFF] Uitladen van de verwarmingsmodule forceren (elektrisch, gas of warmwaterbatterij) 3357
[Enable] [OFF] Uitladen van de vochtigheidsregeling forceren.
(BMS)
3358
(BMS) niet in gebruik
[Clock] [OFF] uur & minuut lezen [ON] uur & minuut schrijven …
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 79
VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE
MODBUS
Instellingen en waarden
Pagina 80 - IOM - FLEXY - 0704 -D
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
R
R
R
R
R
R
R
R
R/W
R/W
R/W
R
R
R
R
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
25H
26H
27H
28H
29H
2AH
2BH
2CH
1EH
1FH
20H
21H
22H
23H
24H
@ (hexa) @ (deci)
11H
12H
17
18
13H
14H
15H
19
20
21
16H
17H
18H
19H
1AH
1BH
1CH
1DH
26
27
28
29
22
23
24
25
41
42
43
44
37
38
39
40
30
31
32
33
34
35
36
39H
3AH
3BH
3CH
3DH
3EH
3FH
40H
2DH
2EH
2FH
30H
31H
32H
33H
34H
35H
36H
37H
38H
57
58
59
60
61
62
63
64
49
50
51
52
53
45
46
47
48
54
55
56
[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 1, BM50-J17-NO12
[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 2, BE50-J5-NO1
[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 3, BE50-J6-NO2
[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 4, BE50-J7-NO3
[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 5, BE50-J8-NO4 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik
[Alarm] Algemeen
[On/Off] Ventilator, Blower
[On/Off] Ventilator, Afzuiging
[On/Off] Compressor, 1
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 1
[On/Off] Compressor, 2
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 2
[On/Off] Compressor, 3
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 3
[On/Off] Compressor, 4
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 4
[On/Off] Gas, Brander, 1
[On/Off] Gas, Brander, 2
[On/Off] Gas, Brander, Hoog vermogen, 1
[On/Off] Elektrische verwarming, 1
[On/Off] Elektrische verwarming, 2
[Dry contact] Digitale invoer, vrij 1, BM50-J8-ID13
[Dry contact] Digitale invoer, vrij 2, BM50-J8-ID14
[Dry contact] Digitale invoer, vrij 3, BE50-J4-ID1
[Dry contact] Digitale invoer, vrij 4, BE50-J4-ID2
[Dry contact] Digitale invoer, vrij 5, BE50-J4-ID3
[Dry contact] Digitale invoer, vrij 6, BE50-J4-ID4 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik
DC50
2141
2142
2143
2144
2145
1000
2315
2321
2516
2517
2526
2527
2536
2537
2546
2547
2615
2616
2617
2625
2626
2151
2152
2153
2154
2155
2156
VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE
MODBUS
Instellingen en waarden
10H
11H
12H
13H
14H
15H
16H
17H
18H
09H
0AH
0BH
0CH
0DH
0EH
0FH
19H
1AH
1BH
1CH
1DH
1EH
1FH
20
21
22
23
24
16
17
18
19
9
10
11
12
13
14
15
25
26
27
28
29
30
31
@ (hexa) @ (deci)
01H 1
02H
03H
04H
05H
06H
07H
08H
2
3
4
5
6
7
8
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
DS50
R/W
R/W
1 = 1 s
10 = 1.0°c
[ BMS ] Activering van de regeling door een computer of een automaat -
BMS-modus is geactiveerd indien deze waarde niet nul is,
Deze waarde wordt elke seconde verminderd
[Occupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C.
Instelling koeling
3932
3322
(BMS)
R/W 10 = 1.0°c [Occupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. Instelling verwarming
R/W 1 = 1% [Room SP] Vereiste verhouding kamer minimale verse lucht in % Midden van de dode zone.
3323
(BMS)
3312
(BMS)
R/W 10 = 1.0°c [Inoccupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C. Instelling koeling
R/W 10 = 1.0°c [Inoccupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. Instelling verwarming
R/W 1 = 1%
R/W 1 = 1%
3322
(Uno)
3323
(Uno)
[Humidity] Gewenste maximale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %).
3341
– Instelling ontvochtiging.
(BMS)
[Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %).
3342
(BMS)
R/W
R/W
R/W
– Instelling bevochtiging.
niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
R/W
1 = 1h
1 = 1m
1 = 1
1 = 1
1 = 2001
10 = 1.0°c
10 = 1.0%
10 = 1.0°c
[Clock] Uur
[Clock] Minuut
[Clock] Dag van de maand
[Clock] Maand
[Clock] Jaar
[BMS] Kamertemperatuur vanaf de BMS
[BMS] Kamervochtigheid vanaf de BMS
[BMS] Buitentemperatuur vanaf de BMS
R/W 10 = 1.0% [BMS] Buitenvochtigheid vanaf de BMS
R/W niet in gebruik
R/W
R/W
R/W niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik
3121
3122
3123
3124
3125
2824
2828
2814
2818 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 81
VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE
MODBUS
Instellingen en waarden
31H
32H
33H
34H
35H
36H
37H
38H
39H
2BH
2CH
2DH
2EH
2FH
30H
3AH
3BH
3CH
3DH
3EH
3FH
40H
@ (hexa) @ (deci)
20H 32
21H
22H
23H
33
34
35
24H
25H
26H
27H
28H
29H
2AH
39
40
41
42
36
37
38
52
53
54
55
49
50
51
56
57
43
44
45
46
47
48
62
63
64
58
59
60
61
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R/W
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
1 = 1
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0% niet in gebruik
[Alarm] Foutcode
[Temperature] Kamer
[Temperature] Buiten
[Temperature] Toevoer
[Temperature] Retour
[Relative Humidity] Kamer
10 = 1.0 g/Kg [Absolute Humidity] Kamer
10 = 1.0% [Relative Humidity] Buiten
10 = 1.0 g/Kg [Absolute Humidity] Buiten
1 = 1 pa [Flow] Drukverschil van de lucht, in pascal
1 = 1 ppm
1 = 1%
1 = 1%
1 = 1%
1 = 1%
1 = 1%
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0%
10 = 1.0%
10 = 1.0%
10 = 1.0%
[CO²] Niveau in ppm
[% of opening] Registratie van verse lucht
[% of opening] Gasafsluiter
[% of opening] Elektrische verwarming (Triac)
[% of opening] Warmwaterbatterij
[% of opening] Bevochtiger
[Dry contact] Temperatuur, vrij 1, BE50-J9-B1
[Dry contact] Temperatuur, vrij 2, BE50-J9-B2
[Dry contact] Temperatuur, vrij 3, BE50-J10-B3
[Dry contact] Temperatuur, vrij 4, BE50-J10-B4
[Dry contact] Vochtigheid, vrij 1, BE50-J9-B1
[Dry contact] Vochtigheid, vrij 2, BE50-J9-B2
[Dry contact] Vochtigheid, vrij 3, BE50-J10-B3
[Dry contact] Vochtigheid, vrij 4, BE50-J10-B4 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik
DS50
2161
2162
2163
2164
2165
2166
2167
2168
2132
2413
2618
2627
2633
2714
1000
2112
2111
2113
2114
2122
2124
2121
2123
2131
Pagina 82 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LONWORKS MENUSTRUCTUUR - BEDIENINGSvariabelen
LONWORKS
Instellingen en waarden
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R/W
R/W
R/W
R/W
R
R
R
R
R
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
[On / Off] Unit
[Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen
[BMS] Activering van de standby-modus [Off] bedrijfsmodus - [On] standby-modus
[Clock] [OFF] uur & minuut lezen [ON] uur & minuut schrijven
[Alarm] Algemeen
[On/Off] Ventilator, Blower
[On/Off] Compressor, 1
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 1
[On/Off] Compressor, 2
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 2
[On/Off] Compressor, 3
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 3
[On/Off] Compressor, 4
[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 4
[On/Off] Gas, Brander, 1
[On/Off] Gas, Brander, 2
[On/Off] Gas, Brander, Hoog vermogen, 1
[On/Off] Elektrische verwarming, 1
[On/Off] Elektrische verwarming, 2
R/W 1 = 1 s
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
1 = 1%
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
1 = 1%
1 = 1%
1 = 1h
1 = 1m
1 = 1
1 = 1
1 = 1
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0°c
10 = 1.0%
10 = 1.0 g/Kg
10 = 1.0%
10 = 1.0 g/Kg
1 = 1%
1 = 1%
1 = 1%
1 = 1%
R/W
R/W
R/W
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R/W
R/W
R/W
R/W
R
R/W
R/W
R/W
R/W
DS50
[ BMS ] Activering van de regeling door een computer of automaat -
BMS-modus is geactiveerd indien deze waarde niet nul is,
Deze waarde wordt elke seconde verminderd
[Occupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C.
Instelling koeling
[Occupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C.
Instelling verwarming
[Room SP] Vereiste verhouding kamer minimale verse lucht in %.
Midden van de dode zone.
[Inoccupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C.
Instelling koeling
[Inoccupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C.
Instelling verwarming
[Humidity] Gewenste maximale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). –
Instelling ontvochtiging.
[Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). –
Instelling bevochtiging.
[Clock] Uur
[Clock] Minuut
[Clock] Dag van de maand
[Clock] Maand
[Alarm] Foutcode
[Temperature] Kamer
[Temperature] Buiten
[Temperature] Toevoer
[Relative Humidity] Buiten
[Absolute Humidity] Buiten
[Relative Humidity] Kamer
[Absolute Humidity] Kamer
[% of opening] Registratie van verse lucht
[% of opening] Gasafsluiter
[% of opening] Elektrische verwarming (Triac)
[% of opening] Warmwaterbatterij
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 83
3932
3322
(BMS)
3323
(BMS)
3312
(BMS)
3322
(Uno)
3323
(Uno)
3341
(BMS)
3342
(BMS)
3121
3122
3123
3124
1000
2112
2111
2113
2121
2123
2122
2124
2413
2618
2627
2633
2527
2536
2537
2546
2547
2615
2616
2617
2625
2626
DS50
3111
3112
3933
…
1000
2315
2516
2517
2526
control climatic tm
50 foutcodes
88
90
91
92
93
84
85
86
87
80
81
82
83
72
73
74
75
31
32
33
40
41
42
70
71
11
12
13
14
4
5
CODE
1
15
22
23
94
95
96
97
98
99
111
112
114
115
117
BESCHRIJVING REGEL1
Flow
Filters
Filters
Electrical Heater
Outlet or Supply T.
Inlet or Room T.
Gas Burner, 1
Gas Burner, 2
Outlet or Supply T.
Inlet or Room T.
Humidifier
Room Humidity
Room Humidity
Flow, Pump
Pump, 1
Pump, 2
Real Time Clock
BE50, 1
BE50, 2
BE50, 3
BE50, 4
BE50, 5
Remote S.Point
Inlet or Room T.
Room Humidity
Outside Temperature
Outside Humidity
Outlet or Supply T.
Inlet, Recovery
Outlet, Recovery
Return or Mixing T.
Air, Condenser
Blower, Fan
Air, Condenser
Air, Condenser
Air, Condenser
Air, Condenser
Water, Condenser
Water, Condenser
Water, Condenser
Fire / Smoke
Condensor
Suction
Circuit 1
Circuit 1
Circuit 1
Faulty
Faulty
Faulty
Faulty
Faulty
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty Sensor
Faulty
Faulty
Faulty, System 1
Faulty, System 2
BESCHRIJVING REGEL2
Failure
Dirty
Missing
Faulty
Over Temp.
Temp. Too Low
Faulty
Faulty
Temp. To Below
Temp. Too High
Faulty
Humidity Too Low
Humidity Too High
Failure
Faulty
Faulty
Faulty
Faulty
Faulty, System 3
Faulty, System 4
Temp. To Below
Temp. Too High
Faulty, Flow
Faulty
Faulty Sensor, 1
Faulty Sensor, 1
Elec. power
Cut High Pressure
Cut Low Pressure
Pagina 84 - IOM - FLEXY - 0704 -D
control climatic tm
50 foutcodes
214
215
216
217
218
219
220
141
144
145
147
210
211
212
213
221
222
223
224
225
226
227
228
229
128
131
134
135
137
CODE
118
121
122
124
125
127
BESCHRIJVING REGEL1
Circuit 1
Condensor
Suction
Circuit 2
Circuit 2
Circuit 2
Circuit 2
Condensor
Circuit 3
Circuit 3
Circuit 3
Condensor
Circuit 4
Circuit 4
Circuit 4
P.Lan
Low Superheat
High Suction T.
MOP
LOP
Valve Not Closed
Probe
Motor
EEPROM
Battery
P.Lan
Low Superheat
High Suction T.
MOP
LOP
Valve Not Closed
Probe
Motor
EEPROM
Battery
BESCHRIJVING REGEL2
Risk of Frosting
Faulty Sensor, 2
Faulty Sensor, 2
Elec. power
Cut High Pressure
Cut Low Pressure
Risk of Frosting
Faulty Sensor, 3
Elec. power
Cut High Pressure
Cut Low Pressure
Faulty Sensor, 4
Elec. power
Cut High Pressure
Cut Low Pressure
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 1, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
EEV 2, Error
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 85
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Er kunnen maximaal 12 CLIMATIC50 met
Climalook2 of 8 rooftops die zijn uitgerust met CLIMATIC2 en 12 op CLIMATIC 50 worden aangesloten, wanneer Climalook 3 of Climalink is geïnstalleerd.
toetsenbord waarmee de installatie lokaal kan worden gevolgd. De Climalook2 kan via een RS485-interface op maximaal 12 CL50-controllers worden aangesloten.
CLIMALINK 2
Dit product bestaat uit een centrale unit en een communicatie-interface.
Deze unit is ontworpen om te worden aangesloten op maximaal 12 rooftops die zijn uitgerust met CLIMATIC 50controllers via een RS485-interface. In de doos zit een aansluitschema.
De centrale unit moet op een droge en veilige plaats worden geïnstalleerd. Nadat de unit is aangesloten en ingeschakeld, verloopt alles verder volledig automatisch. Er is dus geen scherm, toetsenbord of muis nodig. Na een stroomstoring moet de centrale unit opnieuw worden gestart met de aan/uit-knop.
OM dit te voorkomen raadt Lennox aan de centrale unit op een UPS aan te sluiten. Lennox kan niet verantwoordelijk worden gesteld als aan deze voorwaarde niet is voldaan.
CLIMALOOK 2
Dit product is identiek aan de CLIMALINK 2, maar is voorzien van een 15-inch TFT-scherm, een muis en een numeriek
CLIMALOOK 3
Climalook 3 beschikt over dezelfde functies als Climalook 2 en kan worden aangesloten op 12 rooftops die zijn voorzien van een CLIMATIC 50-controller, maar ook op 8 rooftops die zijn voorzien van een CLIMATIC2-controller en een KP01-kaart
(Flexy en Linea zijn reeds ter plekke aanwezig).
OPMERKING: Om een unit met CLIMATIC2 aan te sluiten, moet de versie van het programma minimaal versie 20 zijn.
Als dat niet zo is, moet het programma worden bijgewerkt naar LF20 voordat er wordt aangesloten op Climalook 3
Voor de lokale bediening van de Climalook wordt Internet
Explorer gebruikt. De lokale bedieningsmodus is volledig automatisch en hoeft niet te worden ingesteld. Net zoals
Climalink kan Climalook via een interne modem en een analoge telefoonlijn op afstand vragen ontvangen.
Climalook en Climalink werken niet met een
ISDN-telefoonlijn.
KP 01-kaart
KP 14-interface
Details van de aansluiting
Knipperend lampje
tijdens communicatie met de PC
OPMERKING: Om goed te kunnen functioneren moet voor elke RTU een adres met behulp van een KP02
(instelling 91) worden ingesteld.
De stroom naar de climatic moet twee keer na het invoeren van de waarde worden uitgeschakeld om de waarde in de climatic te kunnen registreren.
Nadat de stroom is ingeschakeld, moet u nadat de welkomstpagina wordt weergegeven, vijf minuten wachten om de software volledig te laten bijwerken.
AANSLUITING OP CLIMATIC2 EN
KP01-KAART
Voor de aansluitingen tussen de Climalink/ Climalook moet een dubbel afgeschermde kabel worden gebruikt (deze wordt niet geleverd door Lennox). De kabel moet een metalen buitenmantel hebben en de binnenkabel mag minimaal
0,5mm2 en maximaal 1mm2 zijn.
Elke kabel wordt aangesloten op de COM B-poort en de
KP01-kaart. Er moet vooral op de volgorde van de aansluitingen worden gelet. De kabel die uit de KP14 komt en aan het uiteinde een BD9-stekker heeft, wordt aangesloten op de seriële poort aan de achterkant van de centrale unit.
Pagina 86 - IOM - FLEXY - 0704 -D
De kabel die uit de KP14 komt en aan het uiteinde een BD9-stekker heeft, wordt aangesloten op de seriële poort aan de achterkant van de centrale unit.
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Stekker voor telefoonkoppeling RJ11.
De kabel wordt bij de unit geleverd.
AANSLUITING OP DE CLIMATICTM 50 VIA
INTERFACE 435/232
RS 485-dochterkaart
Na het opstarten van de centrale unit van de Climalook 3, begint het lampje naast de B-POORT op de CLIMATIC KP01kaart te knipperen. De CPU wordt achtereenvolgens op alle kaarten aangesloten waarbij het normaal is dat het lampje even stopt met knipperen.
Bij gebruik van een Climalook 3 kunnen maximaal
12 rooftops worden aangesloten die zijn uitgerust met
CLIMATIC 50.
Voor de aansluitingen tussen de Climalink/ Climalook moet een dubbel afgeschermde kabel worden gebruikt (deze wordt niet geleverd door Lennox). De kabel moet een metalen buitenmantel hebben en de binnenkabel mag minimaal
0,5mm2 en maximaal 1mm2 zijn.
Wanneer alle aansluitingen tot stand zijn gebracht, drukt u op de aan/uit-knop. De programma’s worden automatisch gestart en het lampje rechts van de Com B op de CLIMATIC
KP01-kaart moet knipperen.
Met het telefoonnummer van de site kunt u op afstand vragen stellen.
De draden worden op elke CLIMATIC50 485-poort aangesloten. U moet erop letten dat de aansluitvolgorde als volgt is:
+ aan +,
- aan -, en aarde aan aarde.
Met het telefoonnummer van de site kunt u op afstand vragen stellen.
De kabel die wordt afgesloten door een DB9stekker en die uit de 485/
232-interface komt, wordt aangesloten op de seriële poort van de centrale unit van de Climalook.
Stekker voor telefoonkoppeling RJ11.
De kabel wordt bij de unit geleverd.
Nadat de opstartprocedure is uitgevoerd, gaat het lampje op de INTERFACE knipperen.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 87
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
INSTELLINGEN VOOR DE
VERBINDINGEN
Gebruik de optie "Nieuwe verbinding maken", afhankelijk van de versie van Windows waarmee u werkt.
Klik op Volgende
Voer het telefoonnummer in van de modem van de ClimaLook.
Klik op
Klik
Pagina 88 - IOM - FLEXY - 0704 -D
Klik op Volgende
Klik op
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Voer de naam van de site in
Klik op Voltooien.
Typ "Beheerder"
Typ "http:// Lennox" in het veld Adres.
De eerste keer dat u zich aanmeldt, wordt u gevraagd uw aanmeldgegevens in te voeren.
- Voer Beheerder in bij Gebruiker
Beheerder
- Voer als wachtwoord
VISION in.
- Laat het werkgroepveld leeg.
Hierna hebt u toegang tot:
DE PAGINA WELKOM
Eerst moet u het virtuele toetsenbordvenster laten zakken
voordat u de taal gaat kiezen.
OPMERKING: Om het programma te kunnen gebruiken moet het virtuele toetsenbord worden geminimaliseerd.
Vervolgens klikt u op de vlag van de gewenste taal.
Klik op
De modem belt het nummer waarna de twee modems verbinding met elkaar maken.
Typ "VISION"
Op de taakbalk naast de klok staat nu het symbool dat de verbinding met de externe computer aangeeft.
In sommige versies van Windows moet u het wachtwoord nogmaals invoeren. Als dat zo is, doet u het volgende:
- Voer Beheerder in bij Gebruiker
- Voer als wachtwoord VISION in
- Laat het werkgroepveld leeg.
U kunt nu Internet Explorer starten.
Voer uw toegangscode in en bevestig deze code. De toegangscode 999 is een tijdelijke code die u moet wijzigen in een eigen veiligheidscode.
Als de code geldig is, wordt het volgende menu geopend.
Is de code niet geldig, dan blijft u op dezelfde pagina.
Er zijn drie toegangsniveaus:
1ste niveau: toegang tot de pagina’s
Gebruiker, Schema, Macro en
Algemeen overzicht.
2de niveau:
3de niveau: de pagina’s van het eerste niveau plus de pagina Service.
de pagina’s van het eerste en het tweede niveau plus de pagina Toegang.
Als de uitvoering niet werkt, kan het zijn dat u op dezelfde pagina blijft, ook als uw toegangscode geldig is. In dat geval moet u eerst de lokale centrale unit opnieuw opstarten voordat u verdergaat.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 89
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
DE PAGINA ALGEMEEN
Dag en tijd van de unit
De kleur rond de rooftop-unit en de bedrijfstemperaturen geven de status van de unit aan:
Groen:
Wit:
Oranje :
Bedrijfsstand,
Stopstand,
Nachtstand,
Rood: Foutstand.
Op deze pagina staat basisinformatie over de werking van de installatie. Het nummer van de rooftop-unit komt overeen met het EPROM-nummer.
Uitlaat temperatuur
Omgeving temperatuur
Plaats voor informatie over de status van deze unit de muisaanwijzer op de betreffende unit.
Als de unit niet bestaat, niet is ingeschakeld of er kan niet met de unit worden gecommuniceerd, staat het pictogram van die unit niet op het scherm. Het programma probeert om de tien minuten met niet-aanwezige units te communiceren.
Als u informatie over de werking van een unit wilt bekijken, moet u op die unit klikken.
Na elke 20 seconden wordt dit scherm automatisch vernieuwd.
Onder aan de pagina staat de unit die wordt opgezocht. Op deze pagina kunt u de unit ook wijzigen. In dat geval gaat u naar de pagina Gebruiker.
Als de unit niet bestaat, niet is ingeschakeld of er kan niet met de unit worden gecommuniceerd, staat het pictogram van die unit niet op het scherm. Het programma probeert om de tien minuten met niet-aanwezige units te communiceren.
U kunt meerdere instellingen tegelijk wijzigen.
De instellingen worden alleen gewijzigd als u op de optie "verzenden" klikt.
Als er zich een fout heeft voorgedaan bij uw unit, wordt dit met rood op de pagina Algemeen aangegeven. In de foutmodus kunt u de fout oplossen.
Als de fout hiermee niet is verholpen, wordt die nog op deze pagina weergegeven.
DE PAGINA GEBRUIKER
Deze pagina wordt het meest gebruikt. U kunt er een aantal instellingen van de unit mee bekijken en wijzigen.
Met de optie Vernieuwen kunt u de waarden up-to-date houden.
Niet alle instellingen kunnen worden gewijzigd.
Alleen-lezen instelling:
De optie voor het resetten van fouten wordt gebruikt om indien mogelijk de fouten van de unit te wissen. De fout blijft zich voordoen als het probleem niet is opgelost.
De optie voor het wissen wordt gebruikt om het programmageheugen weer op de standaardinstellingen in te stellen. De fouten van de unit worden met deze optie niet gewist.
Pagina 90 - IOM - FLEXY - 0704 -D
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Voor sommige instellingen staat er een klein pictogram aan het einde van de regel.
Door erop te klikken krijgt u een overzicht van die instelling te zien.
De lege velden komen overeen met situaties waarin de
CLIMALOOK / CLIMALINK unit is gestopt
Met de optie Vernieuwen kunt u de waarden up-to-date houden.
- U opent de pagina Service voor een andere unit door op die unit te klikken.
- U keert terug naar de pagina Gebruiker door op het menu Gebruiker te klikken.
- U opent de pagina Schema door op het menu Schema te klikken.
+ Toevoertemperatuur / Kamertemperatuur / Temperatuur buitenlucht + Fouten (afgelopen 10 dagen)
De menu’s
De pagina Welkom
De pagina Algemeen
De pagina Macro
De pagina Algemeen overzicht
De pagina Toegangscodes
DE PAGINA SCHEMA
Op deze pagina worden alle configuratie-instellingen voor elke zone van het bedrijfsschema van een unit weergegeven en gewijzigd.
Met de optie Vernieuwen kunt u de waarden up-to-date houden.
Waarden vernieuwen
De pagina Service of ervaren gebruiker
In de pagina Schema worden alle instellingen voor de verschillende standen weergegeven.
DE PAGINA SERVICE
De pagina Service is bedoeld voor technische gebruikers die precies weten hoe zij airconditioning-units moeten afstellen. Deze pagina wordt beveiligd met een wachtwoord op het tweede niveau.
De units zijn onderverdeeld in groepen. U kunt net zoals op de pagina Gebruiker meerdere instellingen weergeven en wijzigen.
De instellingen worden alleen gewijzigd als u op de optie
"verzenden" klikt.
Ook kunt u alle weergegeven instellingen naar een andere unit kopiëren.
De instellingen worden alleen gewijzigd als u op de optie
"verzenden" klikt.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 91
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
DE PAGINA MACRO
Met deze pagina kunt u alle units op uw plaats in een enkele handeling wijzigen.
U kunt een of meer handelingen uitvoeren.
Wijzig de waarde of waarden die u wilt versturen.
DE PAGINA TOEGANG
Met deze pagina kunnen gebruikers met een toegangscode voor het derde niveau toegangscodes aan andere gebruikers toewijzen.
De toegangscode 999 is uw eerste toegangscode. Verwijder deze code nadat u uw eigen toegangscode hebt opgegeven.
Klik op "Verzenden"
Selecteer "Volledige site"
De standaardmacro’s zijn:
- Aanpassen van de Comfort-thermostaat
- Instellen van de Nachtstand
- Instellen van frisse lucht op het minimum
- Instellen van de tijd op de Climatic-kaarten.
U maakt als volgt een nieuwe gebruiker: Klik op naam
DE PAGINA ALGEMEEN OVERZICHT
Deze pagina is een aanvulling op het overzicht dat u op de pagina Gebruiker kunt bekijken. Met dit overzicht kunt u zien wanneer de lokale communicatie is gestart en gestopt en wat de toegangscodes van de gebruikers zijn.
Gebruik het virtuele toetsenbord op de taakbalk.
Voer hiermee de naam, het wachtwoord (maximaal 4 cijfers) en het toegangsniveau in.
1 = toegang tot de pagina’s Gebruiker, Schema, Macro en
Algemeen overzicht.
2 = de pagina’s van het eerste niveau plus de pagina
Service.
3 = de pagina’s van het eerste en het tweede niveau plus de pagina Toegang.
Deze pagina kan alleen worden gelezen en niet worden gewijzigd. Het overzicht wordt automatisch gewist zodat het vernieuwen ervan niet te lang duurt.
Ook staan de fouten van de unit op deze pagina.
Pagina 92 - IOM - FLEXY - 0704 -D
besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK
Verplaats het toetsenbord op de taakbalk door te klikken op het minteken rechtsboven op het toetsenbord.
Bevestig door op "Verzenden" te klikken.
PROBLEEMOPLOSSING
Ik kan mijn toegangscode niet invoeren en ik blijf op de welkomstpagina.
De lokale communicatie is verbroken. U moet de lokale unit opnieuw opstarten.
Nadat u de unit opnieuw hebt opgestart, moet u 5 tot 10 minuten wachten voordat u het opnieuw probeert.
De gelezen waarden veranderen niet.
De waarden worden niet automatisch vernieuwd. Voor alle pagina’s moet u de functie Vernieuwen gebruiken om de meest recente waarden te kunnen bekijken.
Het toetsenbord staat niet meer op de taakbalk.
Klik op Start / Programma’s / Opstarten.
Hoe controleert u of de ClimaLink na te zijn geïnstalleerd goed functioneert:
Sluit de unit en de KP14 aan.
Sluit de kabels op de J18-ingangen en de Climatic-kaarten aan.
Na enkele minuten zou de centrale unit de dialoog moeten starten. Het lampje op de Climatic-kaart rechts van de J18-ingang zou moeten knipperen.
Als dit niet het geval is, moet u de bedrading controleren.
De enige manier om het probleem uitgebreider te controleren is door contact op te nemen met de Lennox-servicedienst.
Hiervoor hebt u een monitor en een muis nodig.
Nadat u de centrale ClimaLook- of ClimaLink-unit hebt geïnstalleerd, is het van belang dat u de telefoonaansluitingen test.
Pak een testtelefoon en zorg ervoor dat u verbinding hebt.
Noteer het telefoonnummer waarmee de centrale unit is verbonden.
De lokale unit beantwoordt de telefoon niet.
De lokale unit is of was uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop.
Zie de aanbevelingen aan het begin van het document.
De unit is niet aangesloten op een directe, analoge telefoonlijn.
Verbind de centrale unit en vraag aan iemand aan de andere kant om de communicatie te testen.
Alleen de centrale unit moet op de telefoonlijn zijn aangesloten. Er mag geen fax of een andere modem op de telefoonlijn zijn aangesloten.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 93
ELEKTRISCHE GEGEVENS
De stroomkabel moet zijn aangesloten op de hoofschakelaar en wordt vanuit de onderzijde van de unit in het elektrische paneel gevoerd.
Raadpleeg de algemene tekeningen in de documentatie om de exacte ingangspositie te vinden.
direct is gerelateerd aan het type kabel dat u gebruikt, de afstand tussen de apparatuur en de bron, maar ook de verschillende factoren met betrekking tot het installeren van de kabel.
De omvang van de stroomkabel moet worden berekend met verwijzing naar de elektrische kenmerken van uw machine.
Wij kunnen niet de doorsnede van de kabel vermelden, omdat deze
FC-type:
Fh-type:
Op de volgende pagina’s vindt u verwijzingen naar elektrische schema’s waarmee u de bedrading voor uw apparatuur kunt selecteren.
Aangezien de schema’s gelden voor de volledige lijn, kunnen ze verwijzen naar items die geen onderdeel van uw levering vormen.
Fx-type:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Modulerend elektrisch verwarmingselement
Warmwater batterij
Economiser
Roofcurb met extractieventilator
Brandmelder
Rookmelder
Advanced Control Pack
DS50
DC50
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
100% verse lucht
LP-HP-drukmeter
Lage-omgevingstemperatuurkit
Watergekoelde condensor
TCB
Climalook/Climalink
Centrifugaal condensorventilator
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Warmtepomp
Modulerend elektrisch verwarmingselement
Economiser
Roofcurb met extractieventilator
Brandmelder
Rookmelder
Advanced Control Pack
DS50
DC50
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
100% verse lucht
LP-HP-drukmeter
Lage-omgevingstemperatuurkit
Watergekoelde condensor
TCB
Climalook/Climalink
Centrifugaal condensorventilator
Warmtepomp (standaard)
Modulerend elektrisch verwarmingselement
-
Warmwater batterij
-
Economiser
Roofcurb met extractieventilator
Brandmelder
Rookmelder
Advanced Control Pack
DS50
DC50
-
-
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
-
-
-
LP-HP-drukmeter
-
100% verse lucht
-
TCB
-
-
-
Climalook/Climalink
Pagina 94 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE GEGEVENS
FG-type:
-
-
-
Gasbrander 33/60kW
Gasbrander 120kW
Gasbrander 180kW
-
Economiser
Roofcurb met extractieventilator
Brandmelder
Rookmelder
ACP (Advanced Control Pack)
DS 50
DC 50
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
-
100% verse lucht
-
-
LP-HP-drukmeter
-
-
Lage-omgevingstemperatuurkit
Watergekoelde condensor
TCB
Climalook/Climalink
Centrifugaal condensorventilato
Fd-type:
-
-
-
Gasbrander 33/60kW
Gasbrander 120kW
Gasbrander 180kW
-
Economiser
Roofcurb met extractieventilator
Brandmelder
Rookmelder
ACP (Advanced Control Pack)
DS 50
DC 50
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
-
100% verse lucht
-
-
LP-HP-drukmeter
-
Lage-omgevingstemperatuurkit
Dynamisch ontdooien
Watergekoelde condensor
TCB
Climalook/Climalink
Centrifugaal condensorventilator
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 95
ELEKTRISCHE GEGEVENS
FGN-type:
-
-
-
Gasbrander 33/60kW
-
Gasbrander 120kW
Gasbrander 180kW
Economiser
-
Brandmelder
-
Rookmelder
DS 50
DC 50
-
-
-
-
-
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
-
-
-
-
-
-
TCB
-
Climalook/Climalink
Fwn-type:
-
-
-
Gasbrander 33/60kW
-
Gasbrander 120kW
Gasbrander 180kW
Economiser
Roofcurb met extractieventilator
Brandmelder
Rookmelder
ACP (Advanced Control Pack)
DS 50
DC 50
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
-
100% verse lucht
-
-
LP-HP-drukmeter
-
Lage-omgevingstemperatuurkit
Dynamisch ontdooien
-
-
Watergekoelde condensor
TCB
Climalook/Climalink
Centrifugaal condensorventilator
Pagina 96 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE GEGEVENS
FXA / FXK
= Rooftop warmtepomp
Warmtepomp
Elektrisch verwarmingselement TRIAC
-
Warmwater batterij
Economiser
-
-
Firestat
Rookmelder
ACP (Advanced Control Pack) (FC: koeling- FH: warmtepomp)
Digitale console KP02
Consoles KP17
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Air Sock regeling
Vrije contactenset (KP12.2)
RS232 KP14
CL06
KP07
-
-
-
Alle verse lucht
Instelling op afstand (KP05)
KP12.3 (TCB)
KP12.4 (Adaptvision)
Climalink/Climalook
VERKLARING VERWIJZINGEN IN SCHEMA
-A1-A2
-B1
-B2
-B4-B5
-B6-B7
-B11
-B13
-B14
-B15
-B16
-B17-B18
Air Sock regeling
Uitwendige luchtthermostaat
Rookmelderkop
Ionisatiesensor gasverdeelstuk
Ontstekingselektrode gasverdeelstuk
Controller waterstroomsnelheid
Verschildrukschakelaar/doorstroomsnelheid verstopt luchtfilter
Antivriesthermostaat warmwaterbatterij
Antivriesthermostaat warmwaterbatterij
Brandthermostaat
Minimumgasdrukschakelaar rookafvoer gasverdeelstuk
-B19-B20
-B21-B22
-B23-B24
-B25-B26
-B27
-B29-B30
-B32-B33
-B41-B42
-B43-B44
-B45-B46
-B51-B52
-B53-B54
-B61-B62
-B63-B64
-B71-B72
-B73-B74
-B81-B82
-B83-B84
-BE50
-BG10
-BH10
-BH11
-BM50
-BT10
-BT11
-BT12
Ventilatormotor -MS1-MS2 stoptherme
Luchtdrukschakelaar gasverdeelstuk
Afzuigventilatormotor -ME1-ME2 stoptherme
Elektrische batterij -E1-E2 veiligheids-klixon
Elektrische batterij -E3 veiligheids-klixon
Doorstroomsnelheid gasverdeelstuk veiligheids-klixon
Flashback gasverdeelstuk veiligheids-klixon
Compressor -MG1-MG2 hogedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG3-MG4 hogedruk veiligheidsschakelaar
Gasverdeelstuk 1 / gasverdeelstuk 2 regulering-klixon
Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG3-MG4 lagedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar
Compressor -MG3-MG4 hogedruk bedieningsschakelaar
Condensor -MC1-MC2 ventilatormotor stoptherme
Condensor -MC3-MC4 ventilatormotor stoptherme
Scrollcompressor -MG1-MG2 beveiligingsmodule
Scrollcompressor -MG3-MG4 beveiligingsmodule
Uitbreidingskaart
Luchtkwaliteitssensor (CO2)
Regelaar enthalpie sensor
Uitwendige enthalpie sensor
Climatic 50
Regelaar temperatuursensor
Uitwendige temperatuursensor
Ventilatortemperatuursensor
-BT16-BT18 Warmtewisselaaruitlaatsensor
-BT17 Retourtemperatuursensor
-BT91-BT92 Ontdooitemperatuursensor compressor 1-2
-BT93-BT94 Ontdooitemperatuursensor compressor 3-4
-BX50.1.2
-DT 50
Multiplexer Climatic 50
Aansluitbord
-E1-E2-E3
-E4
-E9-E10
-E11
-E14
Verwarmingselement -E1-E2-E3
Stoombevochtiger
Antivriesverwarmingskabels
Printplaat rookmelder
Bedieningskast brander
-EF49
-E51-E52
-E53-E54
Gasbranderkaart
Weerstand behuizing compressor -MG1-MG2
Weerstand behuizing compressor -MG3-MG4
-KE1-KE2
-KE3
Schakelaar verwarmingselement -E1-E2
Verwarmingselement -E3 contactor
-KM1-KM2
-KM5-KM6
Schakelaar ventilatormotor -MS1-MS2
Schakelaar afzuigventilatormotor -ME1-ME2
-KM9-KM10 Schakelaar condensor 1 / condensor 2 ventilatormotor
-KM11-KM12 Schakelaar compressor -MG1-MG2
-KM13-KM14 Schakelaar compressor -MG3-MG4
-MC1,2
-MC3,4
-ME1-ME2
Schakelaar -MC1-MC2 ventilatormotor
Schakelaar -MC3-MC4 ventilatormotor
Schakelaar afzuigventilatormotor -ME1-ME2
-MG1-MG2 Schakelaar compressor -MG1-MG2
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 97
ELEKTRISCHE GEGEVENS
-MG3-MG4 Schakelaar compressor -MG3-MG4
-MR1
-MR3
-MR4
Motor economiserklep
Motor verse luchtklep
Motor afzuigklep
-MS1-MS2 Ventilatormotor -MS1-MS2
-Q25
-QF1
-QF2
-QF4
-QG
-Q1-Q2
-Q5-Q6
-Q9
-Q10
-Q11-Q12
-Q13-Q14
Beveiliging ventilatormotor -MS1-MS2
Beveiliging afzuigventilatormotor -ME1-ME2
Beveiliging -MC1-MC2 ventilatormotor condensor
Beveiliging -MC3-MC4 ventilatormotor condensor
Beveiliging compressor -MG1-MG2
Beveiliging compressor -MG3-MG4
Beveiliging weerstand behuizing
Primaire circuitbeveiliging -T1
Primaire circuitbescherming -T3
Secundaire circuitbeveiliging -T1
Hoofdschakelaar
-QE1-QE2
-QE3
Beveiliging verwarmingselement -E1-E2
Verwarmingselement -E3 beveiliging
-T1
-T3
-TCB
UF
UT
Transformator bedieningscircuit 400v / 24v
Transformator netvoeding brander 400 / 230v thermostaatregelaar
Koelunit
Luchtbehandelingsunit
-V1.2.3
-YV2
Statische schakelaar elektrische batterij
3-wegafsluiter heet water
-YV11-YV12 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG1-MG2
-YV13-YV14 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG3-MG4
-YV31-YV32 Brander elektromagnetische gasafsluiter
-YV41-YV42 Elektromagnetische veiligheidsafsluiter gasverdeelstuk
-YV51-YV52 Elektromagnetische hoofdafsluiter gasverdeelstuk
-Z* Capaciteit weerstandcircuit
-BCD1.2
-BEC
Condensorbatterij
Warmwaterbatterij
-CA 1.2.3.4
Keerklep
-DT1.2.3.4
Thermostatisch expansieventiel
-FD 1.2.3.4
Filter Drier (Filter/droger)
-B14-B15
-BT12
-BT17
-B41-B42
-B43-B44
-B51-B52
-B53-B54
-B61-B62
-B63-B64
Antivriesthermostaat warmwaterbatterij
Ventilatortemperatuursensor
Temperatuursensor retourregelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG3-MG4 hogedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar
-EE1.2
Waterwarmtewisselaar
-MC1-MC2 Condensor MC1 / condensor MC2 ventilatormotor
-MC3-MC4 Condensor MC3 / condensor MC4 ventilatormotor
-MG1-MG2 Condensor MG1 - MG2
-MG3-MG4 Condensor MG3 - MG4
-MS1
VAM1.2
VRM
Ventilatormotor -MS1
Handbediende keerklep
Verstelbare handbediende klep
BCD1.2
-BEC
Condensorbatterij
Warmwaterbatterij
-BEV 1.2
Verdamperbatterij
-CA 1.2.3.4
Keerklep
-DT 1.2.3.4
Thermostatisch expansieventiel
-FD 1.2.3.4
Filter Drier (Filter/droger)
-B14-B15
-BT12
-BT17
-B41-B42
Antivriesthermostaat warmwaterbatterij
Ventilatortemperatuursensor
Temperatuursensor retourregelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk veiligheidsschakelaar
-B43-B44
-B51-B52
-B53-B54
-B61-B62
-B63-B64
-EE1.2
Compressor -MG3-MG4 hogedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar
Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar
Waterwarmtewisselaar
-MC1-MC2 Condensor MC1 / condensor MC2 ventilatormotor
-MC3-MC4 Condensor MC3 / condensor MC4 ventilatormotor
-MG1-MG2 Condensor MG1 - MG2
-MG3-MG4 Condensor MG3 - MG4
-MS1
VAM1.2
VRM
Ventilatormotor -MS1
Handbediende keerklep
Verstelbare handbediende klep
-YV2 3-wegafsluiter heet water
-YV11-YV12 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG1-MG2
-YV13-YV14 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG3-MG4
Pagina 98 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE GEGEVENS
FCA / FCK
= Alleen koeling
FXA/FXK
= Rooftop warmtepomp
HOOFDSTROOMSCHEMA
FHA / FHK
= Rooftop warmtepomp
PE
L3
L2
L1
5
3
1
6
4
2
PA: ** kW
IN: ** A
ID: ** A
400/24V
T1
***VA
-QF4
6A
-Q1
-KM1
-A1
-MS1
PE
T
14
01 02
-X1 02
-X1 01
-KM1
FC-FH-FX -MS1 < 1x7.5kW
-Q1 -Q5
14
-KM1
-A1
-MS1
PE
T
-MS2
PE
T
14
14
-KM5
-ME1
PE
-B23
<
T
-KM1
FC-FH-FX -MS1-MS2 < 2x7.5kW
07 FC-FH -ME1 < 1x7.5kW
-X3
20
FOLIO
04/7
22
L13
L12
L11
L13
L12
L11
-Q5 -Q5 -Q6 -QE1 -QE2 -QE3
-KM5 -KM5 -KM6
-KE1
-KE2 -KE3
-ME1
PE
-B23
<
T
-ME2
PE
-B24
<
T
07 FC-FH -ME1-ME2 < 2x5.5kW
FOLIO
04/7
-X3
20 21 22
-ME1
PE
07
-B23
<
T
-ME2
PE
-B24
<
T
-X3
20 21 22
FC-FH -ME1-ME2 = 2x7.5kW-2x9kW
PE
-E1 -E2
PE
-E3
PE
1 2
-V1
3+ 4-
1 2
-V1
3+ 4-
FOLIO
3/11
1 2
-V2
3+ 43+ 4-
FOLIO
3/11
1 2
-V2
1 2
-V3
3+ 4-
3/11
1 2
-V3
3+ 4-
FOLIO
02
22
02
TRIAC 18 kW
TRIAC 27kW
22
TRIAC 36 kW.............72kW
22
TRIAC ........................................................................................108kW
FC-FH-FX-FW
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 99
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
FGA / FGK
= Alleen koeling met gasverwarmingselement
FDA / FDK
= Rooftop warmtepomp met gasverwarming
HOOFDSTROOMSCHEMA
PE
L3
L2
L1
5
3
1
6
4
2
PA: ** kW
IN: ** A
ID: ** A
400/24V
T1
***VA
-QF4
6A
-Q1
-QF2
1A
-KM1
15 16
-T3
400/230V
***VA
22nF
PE
-A1
-MS1
PE
T
14
-MS2
PE
T
09 10
14
-Q1
-KM1
PE -A1
-MS1
PE
T
01 02
-KM1
-X1 02
-X1 01
FG-FD -MS1-MS2 < 2x7.5kW
-Q2
-KM2
PE
-MS2
PE
FG-FD -MS1-MS2 = 2x11kW
-A1
T
-Q1
-KM1
-MS1
PE
-A1
T
14
-Q2
-KM2
-MS2
PE
-KM1
FG-FD -MS1-MS2 = 2x9-2x11kW
-A1
T
14
L13
L12
L11
L13
L12
L11
-Q5
-KM5
-ME1
PE
-B23
<
T
-Q5 -Q5 -Q6
FOLIO
04/7
-X3
20 21 22
-KM5
-ME1
PE
-B23
<
T
-KM5
-ME2
PE
-B24
<
T
FOLIO
04/7
-X3
20 21 22
-ME1
PE
-B23
<
T
-KM6
-ME2
PE
T
-X3
20 21 22
07 FG-FD -ME1 < 1x7.5kW
07 FG-FD -ME1-ME2 < 2x5.5kW
07 FG-FD -ME1-ME2 = 2x7.5kW-2x9kW
Pagina 100 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
HOOFDSTROOMSCHEMA
L13
L12
L11
-Q11 -Q12 -Q13 -Q14
-KM11 -KM12 -KM13 -KM14
-MG1
PE
-E51
-MG2
PE
-E52
-MG3
PE
-E53
-MG4
PE
-E54
-Q11 -Q12 -Q13 -Q14
-KM11 -KM12 -KM13 -KM14
-MG1
PE
-B81
1 2
-MG2
-B82
PE
1 2
-MG3
-B83
PE
1 2
-MG4
-B84
PE
1 2
26
FC-FH-FG-FD
FX SZ185
FOLIO
4/5
FOLIO
4/5
FOLIO
4/13
FOLIO
4/13
MT125-160
L13
L12
L11
-Q9
-KM9
-Q10
-KM10
-Q9
-KM9
-Q9 -Q10 -Q9
-KM9 -KM10 -KM9
-MC1
PE
T
-MC2
PE
-B72
<
T
-MC3
PE
-B73
<
T
-MC4
PE
-B74
<
T
-MC1
PE
T
-MC2
PE
-B72
<
T
-MC3
PE
-B73
<
T
-MC1
PE
T
-MC2
PE
-B72
<
T
-MC1
PE
T
FX-100
FC-FH-FG-FD-085-100
FC-FH-FG-FD-160-190
FC-FH-FG-FD-085-100
FC-FH-FG-FD-120-140-160-190
26
26
21
FC-FH-FG-FD-085-100
FX140-160-170
FC-FH-FG-FD-120-140
FC-FH-FG-FD-085-100
26
21
26
FX-025 a 085
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 101
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
HOOFDSTROOMSCHEMA
BE50
BM50
24V.D
02
-X1
155
-B73
T
<
-B74
T
<
-X1
157
-KM10
-B63
P
<
-X1
132
-X1
155
20
FC/FH120.........190 (HELICOIDE)
-B64
P
<
-X1
132
-X1
155
20
FC/FH160./190 (HELICOIDE)
-KA9
14
11
12
130
-KM91
20
FC/FH085......190 (HELICOIDE)
-KM101
131
-KA9
-B73
T
<
-X1
57
-X1
58
-X1
55
-B71
T
<
-B72
T
<
-X1
56
-X1
132
-B61
P
<
-X1
55
20
FC/FH 085/100
-B62
P
<
-X1
132
-X1
55
20
FC/FH 085......190 (HELICOIDE)
24V.C
01
-KM9
L13
L12
L11
-Q9 -Q9 -Q10
-KM91
-KM9
C1
C1
C1
-MC1
PE
T
-MC2
PE
-B72
<
T
-KM91
-KM9
C1
C1
C1
-MC1
PE
T
-MC2
PE
-B72
<
T
-MC3
PE
-B73
<
T
-KM101 C1
C1
C1
-KM10
-MC3
PE
-B73
<
T
-MC4
PE
-B74
<
T
20
FC/FH120.........190 (HELICOIDE)
20
FC/FH120.........190 (HELICOIDE)
20
FC/FH085/100.........(HELICOIDE)
Pagina 102 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
CLIMATIC 50 CONTROLLER
GO
G
J1
B1
B2
B3
B4
+VDC
GND
B5
B6
GND
J3
J2
ID14
IDC13
ID13
ID13H
ID14H
ID9
ID10
ID12
ID11
IDC9
B8
GND
B7
GND
ID1
ID2
ID4
ID3
ID6
ID5
ID8
ID7
IDC1
VG
VGO
Y1
Y2
Y4
Y3
J8
J7
J6
J5
J4
1
2 +
3 -
GND
GND
TLAN
J11
J9
J10
+5V ref
GND
+V Term
Rx+/Tx+
Rx-/Tx-
GND
J16
J17
J18
C12
NO12
NC12
C9
NO9
NO10
NO11
C9
C13
NO13
NC13
J15
J14
J13
J12
NO3
C1
NO2
NO1
C1
NO4
C4
NO5
NO6
C4
C8
NO8
NC8
NO7
C7
C7
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 103
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
CLIMATIC 50-INGANG
OUT1
OUT2
M
GO
G+
+IN
OUT
-GND
B2
G
GO
B1
J1
B3
B4
+VDC
B5
GND
B6
GND
J3
J2
FOLIO 6 FOLIO 6
13 14
5/14
FOLIO
02 44
-X4
13 14
13 14
FOLIO 1/13
FOLIO 7/17
FOLIO 7/18
M ntc ntc
FOLIO 6 FOLIO 6
FOLIO 1/13
13 14
13 14
FOLIO 1/13
FOLIO 6 FOLIO 6
0/10V - FOLIO 1/12
Y4
VG
VGO
Y1
Y2
Y3
J4
FOLIO 7/19
Pagina 104 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ID4
ID3
ID2
ID1
ID7
ID8
ID6
IDC1
ID5
B7
GND
B8
GND
J6
J5
ID9
ID10
ID11
ID12
IDC9
J7
ID13
IDC13
ID14
ID14H
ID13H
J8
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
CLIMATIC 50-UITGANG
J13
NO5
NO6
C4
C1
C4
NO4
J12
C1
NO1
NO2
NO3
J11
J9
GND
+5V ref
+V Term
J10
GND
Rx+/Tx+
Rx-/Tx-
63 63 64 64
FOLIO 6 FOLIO 6
FOLIO 6 FOLIO 6
FOLIO 6 FOLIO 6
J15
A1 A2
A1 A2
J16
NO10
NO9
C9
NO11
C9
C8
NC8
NO8
J14
NO7
C7
C7
14 11
5/15
FOLIO
22 24
-X4
J17
A1 A2
A1 A2
J18
NC13
C13
NO13
NC12
C12
NO12
53 54
A1 A2
A1 A2
A1 A2
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 105
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
‘DAD’-ROOKDETECTIE
24V.D 02
24V.C 01
13 14
13 14
09
Pagina 106 - IOM - FLEXY - 0704 -D
G
GO
J1
E11
F1
5x20
160mAT
230V
N P
M
BBG
-
Cde
+
R
DIST.
DETECTION
+ no
REPORT
C no C
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
-X4 02 44 22 24
24
22
44
02
196
197
FOLIO
4/9
FOLIO
3/14
-B2
+S
2
R
1/2 W
3
+E
+ -
1
-IA
4
-
5
J9
-5VRef
+Vdc
B1
B2
GND
ID2
ID1
ID3
ID4
IDC1
J4
-5VRef
+Vdc
B3
B4
GND
J10
RESET
W2
W1
B
Y2
Y1
G
4
ID4
3
ID3
2
ID2
ID1
1
4
ID4
3
ID3
2
ID2
ID1
1
8
OUT
7
GND
6
GO
G
5
8
OUT
7
GND
6
GO
G
5
VG
Y1
VGO
J2
T+
T-
GND
J3
1
2
4
3
J5
J6
J7
J8
C4
NO4
NC3
NC4
C3
NC2
NO3
C2
NC1
NO2
C1
NO1
A1 A2
A1 A2
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA'S
INGANG UITGANG UITBREIDINGSKAART - ADC
Cable c.sect.(mm2) mini maxi
0.5
2.5
HUMIDIFIER 10V
Cable c.sect.(mm2) mini maxi
0.5
2.5
tLAN
Serial Adress
-BE 50
ON
Cable c.sect.(mm2) mini 0.5
maxi 2.5
-X5
142
-X5
137
142
+
137
-
Cable c.sect.(mm2)
1twisted pair
50m
100m
AWG
0.25
0.5
F120-F140
CUSTOM
F160-F190
FX110-140-170
CUSTOM CUSTOM DO2
CUSTOM DO3
CUSTOM DO4
CUSTOM DO5
CUSTOM
* CUSTOM
* if not lak option
F120-F140
* CUSTOM
F160-F190
FX110-140-170
CUSTOM DI3
CUSTOM DI4
CUSTOM DI5
CUSTOM DI6
CUSTOM
CUSTOM
F120-F140
F160-F190
FX110-140-170
AI3
AI4 CUSTOM
CTN
B3-B4
Cable c.sect.(mm2)
1twisted pair
50m
100m
AWG
0.5
1
4/20mA
Cable c.sect.(mm2)
1twisted pair
50m
100m
AWG
0.25
0.5
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 107
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
INGANG UITGANG UITBREIDINGSKAART - TCB
Cable c.sect.(mm2) mini maxi
0.5
2.5
tLAN
Serial Adress
-BE 50
ON
-BX 50.2
-BX 50.1
F120-F140
CUSTOM
F160-F190
FX110-140-170
CUSTOM CUSTOM DO2
CUSTOM DO3
CUSTOM DO4
CUSTOM DO5
CUSTOM
* CUSTOM
* if not lak option
F120-F140
* CUSTOM
F160-F190
FX110-140-170
CUSTOM DI3
CUSTOM DI4
CUSTOM DI5
CUSTOM DI6
CUSTOM
CUSTOM
F120-F140
F160-F190
FX110-140-170
AI3
AI4 CUSTOM
CTN
B3-B4
Cable c.sect.(mm2)
1twisted pair
50m
100m
AWG
0.5
1
4/20mA
Cable c.sect.(mm2)
1twisted pair
50m
100m
AWG
0.25
0.5
Cable c.sect.(mm2) mini 0.5
maxi 2.5
Cable c.sect.(mm2) mini 0.5
maxi 2.5
-TCB
Pagina 108 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
GASBRANDER 33 / 60 / 120 Kw
GAZ 33/60kW
04.1
E1
L12
L11
-QF2
1A
15 16
-T3 400V
160VA
230V
0 230
22nF
09 10
PE
PE
VIN 1
230V
1
M
-B21
P
E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2
-E14
-B6
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4 3
X5
2
-B4
1
EF49.1
N L
F1
0.5AT
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
-X7
01
-X7
02
26 30 71 40 173
T
<
-B45
P <
-B17
T
<
-B32
-BM50
E1
L12
L11
-QF2
1A
-T3 400V
250VA
230V
15 16
0 230
22nF
09 10
PE
PE
VIN 1
230V
1
M
-B21
P
E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2
-E14 -B6
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4 3
X5
2
-B4
1
EF49.1
PE
VIN 2
230V
1
M
-B22
P
04.2
GAZ 120kW
-E14 -B7 -B5
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4 3
X5
2 1
230V+TERRE
09 10 PE
E1 E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2
EF49.2
N L
F1
0.5AT
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
A1 A2
01 26
A3 A4
71
A5
02
A6
40
A7
01 26 30 71 02 40 173
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
-X7
01
-BM50
-X7
02
N L
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
T
<
-B45
P <
-B17
T
<
-B32
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
01 30 71 02 173
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
T
<
-B46
P <
-B18
T
<
-B33
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 109
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
GASBRANDER 180 kW
E1
L12
L11
-QF2
1A
-T3 400V
250VA
230V
15 16
0
230
22nF
09 10
PE
PE
VIN 1
230V
1
M
-B21
P
E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2
-E14
-B6 -B4
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4 3
X5
2 1
EF49.1
-B22
P
04.1
-E14
-B7
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4 3
X5
2
-B5
1
230V+TERRE
PE 09
E1 E2
10
E3
PE
F1 F2 F3 C1 C2
EF49.2
N L
F1
0.5AT
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
01526 71 02 40
01 530 526
H1 H2
A1
-X7
01
T
<
-B45
H1 H2
02
A2 A3 A4 A5 A6 A7
26 30 71 40 173
-BM50
-X7
02
P <
-B17
T
<
-B32
PE
VIN 2
230V
1
M
-B21.1
P
-E14
-B6.1
-B4.1
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4
X5
3 2 1
N L
F1
0.5AT
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
01 526 71 02 40
-B22.1
P
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
P <
-B18
T
<
-B33
-E14
-B7.1
12 11 10 9 8
X2
7 6 5 4
X5
3 2
-B5.1
1
230V+TERRE
PE 09
E1 E2
10
E3 F1 F2 F3 C1 C2
EF49.3
N L
F1
0.5AT
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
01 530 71 02 173
530
J1 J2
J1 J2
T
<
-B46
26
A2
30 71 40 173
-BM50
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
P <
-B17.1
T
<
-B32.1
230V+TERRE
PE 09
E1 E2
10
E3
PE
F1 F2 F3 C1 C2
EF49.4
N L
F1
0.5AT
D1 D2 D3 D4
D1 D2 D3 D4
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
01 530 71 02 173
Ld1 Ld2 Ld3
G1 G2
G1 G2
P <
-B18.1
T
<
-B33.1
Pagina 110 - IOM - FLEXY - 0704 -D
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
L13
L12
L11
VOLLEDIG MODULEREND ELEKTRISCH VERWARMINGSELEMENT
03
L13
L12
L11
3
2
1 3
2
1
F160_190+FX110aFX170
3
0...10V
DC
2
24V
AC
-YV2
1
24V
-KE1
-B25
T
<
-X7
26
-X7
27
-QE1
-KE1
-E1
PE
-X7
71
1 2
-V1
3+ 4-
1 2
-V1
3+ 4-
-X7
01
-KE1
9kW-18kW-FX025-030
18kW-FX035-040-055
27kW-FX025-030-100% AIR NEUF
02
L13
L12
L11
108kW-FX070-085-100-110-140-170-100% AIR NEUF
02
-QE1 -QE2 -QE3
-KE1
-KE1 -KE2 -KE3
-E1
PE
-X7
71
-X7
01
-E2
PE
-E3
PE
1 2
-V1
3+ 4-
1 2
-V1
3+ 4-
1 2
-V2
3+ 4-
1 2
-V2
3+ 4-
1 2
-V3
3+ 4-
1 2
-V3
3+ 4-
-KE2
34
-KE1
33
-X7
26
-B25
<
T
-X7
27
-B26
T
<
-X7
28
-B27
T
<
-X7
29
-KE3 -KE2 -KE1
02
-QE1 -QE2
-KE1
-KE1
38
-X7
26
-B25
T
<
-X7
27
-B26
T
<
-X7
28
-KE1 -KE2
-E1
PE
-E2
PE
1 2
-V1
3+ 4-
1 2
-V1
3+ 4-
1 2
-V2
3+ 4-
1 2
-V2
3+ 4-
-X7
71
-X7
01
-KE2 -KE1
54kW-FW
36kW-72kW-FC-FH-FW
36kW-FX035-040-055-070-085-100-110-140-170
72kW-FX070-085-100-110-140-170
54kW-FX035-040-055-100% AIR NEUF
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 111
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
ALGEMEEN AANSLUITSCHEMA
Kabel c.sect.(mm 2 ) mini 0.5
2.5
maxi
AFVOER ROOFCURB
-MR4.2
24V
Y
24V 24V
Y
24V
-X3
01 72 02
-X3
01 72 02
Kabel c.sect (mm 2 )
1 twisted-pair
50m
100m
AWG
0.5
1
T
Kabel c.sect (mm 2 )
1 twisted-pair
50m
100m
AWG
0.25
0.5
Kabel c.sect.(mm
2
) mini
0.5
maxi 2.5
-X5
83 02 138
-X2
303
304
-X3
24 25
-X5
02 46 47 02 174 175
ZEKERING
BM50
PE
PE
-QG
PE
-KM5
PE
-ME1
-B23
<
T
PE
-X1
20
22
-ME2
-B24
<
T
PE
AFVOER ROOFCURB
Kabel c.sect.(mm
2
) mini
0.5
maxi 2.5
Pagina 112 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BASISDIAGRAMMEN
FC 085
FC 100
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 113
BASISDIAGRAMMEN
FC 120
FC 140
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
Pagina 114 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BASISDIAGRAMMEN
FC 160
FC 190
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 115
BASISDIAGRAMMEN
FH 085
FH 100
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
Pagina 116 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BASISDIAGRAMMEN
FH 120
FH 140
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 117
BASISDIAGRAMMEN
FH 160
FH 190
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
Pagina 118 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BASISDIAGRAMMEN
FX 025 - FX 030
FX 035 - FX 085
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 119
BASISDIAGRAMMEN
FX 110 - FX 140 - FX 170
FX 100
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
LEIDINGDIAMETERS
Afvoerleiding
Aanzuigleiding
Vloeistofleiding
GEÏSOLEERDE LEIDINGEN
NIET-GEÏSOLEERDE
LEIDINGEN
STEK-OPTIE
R407C-OPTIE
Pagina 120 - IOM - FLEXY - 0704 -D
onderhoudsdiagnose
KOELING
FOUT
LAGEDRUK
PROBLEMEN en
LAGEDRUK
UITSCHAKELINGEN
HD-PROBLEMEN
EN HD-
UITSCHAKELINGEN
MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN
Te weinig koelmiddel
In de warmtepompmodus is het temperatuurverschil tussen T buiten en Tevap.
(condensatie) te hoog
5°C < Delta T < 10°C uitstekend
10°C < Delta T < 15°C acceptabel
15°C < Delta T < 25°C te hoog
Koelcircuit is geblokkeerd in de distributie
OPLOSSING
Meet de oververhitting en de nakoeling:
Goed bij 5°C<SC<10°C en 5°C<SH<10°C
Slecht bij SC>10°C en SH te laag
Controleer de afstelling van de oververhitting en de vul-unit (er moet ook op lekkages worden gecontroleerd)
Bij oververhitting moet u controleren of de batterijen schoon zijn of controleren of de interne druk tussen de vloeistoflijn en de aanzuiglijn niet zakt.
Goed bij < 3bar
Te hoog bij > 3bar (geblokkeerde batterij)
Zet de ventilator stil en maak ijsvorming op de batterij.
Controleer of alle circuits gelijkmatig over het gehele oppervlak van de batterij bevriezen.
Als sommige delen van de batterij niet bevriezen, kan dit een gevolg zijn van een fout in de distributie.
Vloeistoflijn in de droger is geblokkeerd. Een te groot temperatuurverschil tussen de inlaat en de uitlaat van de droger.
Vervang het filter van de droger.
Vervuiling in het expansieventiel
Het expansieventiel is niet goed afgesteld
IJsstekker in het expansieventiel
Verkeerde isolatie van de thermostatische bol in het expansieventiel
Afschakelinstelling van de lagedrukschakelaar staat te hoog
LD-uitschakeling vanwege te weinig ontdooiing op de warmtepompen
Verkeerde luchtstroomwaarden
Vocht of vuil in het systeem
Probeer het afstelelement voor de klep vrij te maken door de klep te bevriezen en vervolgens het thermostatische element te verhitten. Vervang indien nodig de klep.
Stel het expansieventiel af.
Verwarm de behuizing van de klep. Als de LD hoger en vervolgens geleidelijk aan lager wordt, moet u het circuit leegmaken en de droger vervangen.
De oververhitting is te laag: pas de oververhitting aan.
Verplaats het thermostatische element langs de leiding.
Isoleer het thermostatische element van de klep.
Controleer de afschakeldruk van de lagedrukschakelaar: Deze moet 0,7+/- 0,2 bar zijn en moet sluiten op 2,24 +/- 0,2 bar
Pas de CLIMATIC-instellingen hoger dan de ontdooicycli aan of maak de tijd tussen het ontdooien korter.
Warmtepompmodus:
Controleer het filter voordat de verdamperbatterij wordt gemeten en schat de luchtstroomwaarde.
Verhoog de snelheid van de ventilator.
Koelingmodus:
Controleer de condenserventilator (ampères)
Zomerwerking
Enkele uren nadat de unit is gestopt, controleert u de overeenkomst tussen de gemeten druk en de buitentemperatuur.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 121
onderhoudsdiagnose
KOELING
FOUT
HD-PROBLEMEN
EN HD-
UITSCHAKELINGEN
MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN
Vocht of vuil in het systeem
Condenserbatterij is geblokkeerd.
OPLOSSING
Als de circuitdruk hoger is (<1bar) dan de verzadigde druk die overeenkomt met de gemeten buitentemperatuur, bestaat de mogelijkheid dat er vuil in het systeem zit.
Verwijder het koelmiddel en maak het circuit vacuüm (maak de R407c langzaam en grotendeels vacuüm).
Vul de unit.
Controleer de olie in de condensor en reinig indien nodig.
Controleer of er voldoende ruimte is rond de condensor.
Hergebruikte hete lucht
Grote verschillende in de druk ( 2 tot 3 bar). Het thermostatische het expansieventiel
"jaagt"
Verkeerde afstelling van het expansieventiel.
Koelvloeistof staat op een laag peil.
Filter van droger is bij de inlaat van het expansieventiel verstopt met gasbelletjes.
Vocht in het systeem
Zie het gedeelte over de LD-problemen en de
LD-uitschakeling.
Zeer hoge afvoertemperatuur.
Hoge ampères gemeten bij de compressor.
Zeer hoge oververhitting, zeer hete compressor.
Vierwegomschakelklep is mogelijk geblokkeerd, vreemd geluid bij de klep, lage
LD en toenemende HD.
Open op het expansieventiel de afstelling voor de oververhitting.
Controleer de drukval op de filter/droger in de aanvoerleiding.
Controleer de bewerking van de klep door door de cyclusinversies te gaan. Wijzig indien nodig.
Zie de LD-problemen.
BLOWER BINNENVENTILATOR
FOUT MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN
Hoge ampères op werkende ventilatormotor
Drukval in de kanalen is te laag.
Hoge ampères op reagerende ventilatormotor.
Drukval in de kanalen is te hoog.
Motor loopt onregelmatig en trilt erg.
Ventilator gaat van het ene bedrijfspunt naar een ander bedrijfspunt.
OPLOSSING
Verlaag de draaisnelheid van de ventilator
Meet en schat de luchtstroom en de druk en vergelijk deze met de specificaties van de klant.
Verlaag de draaisnelheid van de ventilator
Meet en schat de luchtstroom en de druk en vergelijk deze met de specificaties van de klant.
Wijzig de draaisnelheid van de ventilator.
Pagina 122 - IOM - FLEXY - 0704 -D
onderhoudsdiagnose
AXIALE BUITENVENTILATOR
FOUT MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN OPLOSSING
Hoge ampères door een lage voltage van de hoofdvoeding.
Controleer de terugval in het voltage wanneer alle onderdelen werken.
Vervang de stroomonderbreker door een stroomonderbreker met een hogere waarde.
Warmtepompmodus:
Stroomonderbreker open
Hoge ampères door het bevriezen van de batterij.
Controleer de instelbare ampères op de motorstarter.
Pas de instellingen van de ontdooicyclus aan.
Flexy: Er zit water in de motoraansluiting.
Vervang het onderdeel.
ELEKTRISCHE VERWARMER
FOUT MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN
Uitschakeling elektrisch verwarmingselement vanwege hoge temperatuur
Lage luchtstroomwaarde.
Verkeerde stand van de Klixon.
OPLOSSING
Meet en schat de luchtstroom en de druk en vergelijk deze met de specificaties van de klant.
Controleer of de Klixon in de luchtstroom staat en corrigeer indien nodig.
Controleer of er geen warmte vanaf de Klixonsteun afkomt.
ELEKTRISCHE VERWARMER
FOUT
Water in het ventilatiegedeelte
MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN
Koelingmodus:
Er stroomt water van de batterij weg door de grote luchtstroom en de snelheid op de batterij.
Lage luchtdruk in het compartiment wordt veroorzaakt door een hoge luchtstroomwaarde of een terugval in de hoge druk voor de ventilator.
Er zit water in het filtercompartiment
Controleer de afdichtingen rond het ventilatiegedeelte.
OPLOSSING
Schat de luchtstroom en controleer of de snelheid lager is dan 2,8 m/s.
Controleer het filter.
Verlaag de luchtstroom.
Controleer de klepafdichting.
Controleer of er in de hoeken van de klep en onder aan het koelgedeelte siliconen afdichtingen zitten.
Er komt water door een verse-luchtkap of bij
100% verse lucht.
Controleer de afdichtingen en flensen van de verse-luchtkap.
Verlaag indien nodig de luchtstroom.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 123
ONDERHOUDSPLAN
0
∆∆∆∆∆
Rooftops worden over het algemeen op een dak geplaatst, maar ze kunnen ook in technische ruimten worden geïnstalleerd.
Deze units zijn robuust en hebben zeer weinig onderhoud nodig. Sommige bewegende onderdelen (riemen) in de units kunnen slijten en moeten regelmatig worden gecontroleerd. Andere onderdelen (luchtfilters) kunnen verstopt raken door vuil en moeten worden gereinigd of vervangen.
Deze units kunnen een ruimte koelen of verwarmen door middel van een koelstroomcompressiesysteem. Het is daarom belangrijk dat de druk in het koelsysteem en de leidingen op lekken worden gecontroleerd.
In de volgende tabel vindt u een mogelijk onderhoudsplan, inclusief alle handelingen die moeten worden uitgevoerd en de frequentie waarmee deze handelingen dienen te worden uitgevoerd. Het is raadzaam een onderhoudsplan uit te voeren om rooftop-units goed te kunnen laten werken. U verlengt de levensduur van de rooftop en verkleint de kans op storingen wanneer u regelmatig onderhoud laat uitvoeren.
Symbolen en legenda:
Onderhoud dat ter plekke kan worden uitgevoerd door onderhoudsmonteurs.
Onderhoud moet worden uitgevoerd door personeel dat is opgeleid om dit type apparatuur te onderhouden.
OPMERMING:
- De tijden worden allen ter informatie gegeven en kunnen verschillen per unit en type installatie.
- De batterij mag alleen worden gereinigd door daarvoor opgeleide onderhoudmonteurs en volgens de juiste methoden om te voorkomen dat de koelribben of de leidingen beschadigd raken.
- Het wordt aangeraden een aantal reserveonderdelen (bijvoorbeeld filters) in voorraad te hebben, zodat het onderhoud zonder probleem kan worden uitgevoerd. Hiervoor kunt u contact opnemen met een vertegenwoordiger van Lennox die voor elk type apparaat een lijst met de benodigde onderdelen kan samenstellen.
- De toegangspoorten van de koelcircuits moeten steeds op lekkage worden gecontroleerd, wanneer de meters op de servicepoorten worden aangesloten.
Pagina 124 - IOM - FLEXY - 0704 -D
UIT TE VOEREN WERK
Filters reinigen of vervangen: Wegwerpfilters of metalen framefilters.
Visuele controle van het oliepeil
Controle van de positie van de compressor van de carterverwarming.
Controle van de riemspanning.
Controle van lagers van de centrifugale ventilator
Controle van de geabsorbeerde ampères
Controle van de rookdetector
Controle van de Climatic-besturing, instelpunten en variabelen
Controle van de klokinstellingen
Controle van de positie en de stevigheid van de koelonderdelen
BEDRIJFSSTANDEN
Vervang de wegwerpfilters. Verwijder het vuil met een stofzuiger. Reinig de filters met water en laat ze goed drogen. Vervang ze indien nodig.
Een verstopt filter heeft nadelige gevolgen voor de werking van de unit.
DE UNIT MAG NIET ZONDER FILTERS WORDEN GEBRUIKT.
6 ELK JAAR GESCHAT
ELKE MAAND ELK KWARTAAL ELKE MAAND B4 TIJD
WINTER (mn)
0
20
Controleer het oliepeil door het kijkglas aan de zijkant van de compressor.
0
2
Controleer of de hitteweerstand goed en strak rond de behuizing van de compressor is aangebracht.
Controleer de riemspanning (info in de IOM) en vervang indien noodzakelijk de riem.
Koppel de unit van de hoofdvoeding los. Draai de rotor van de ventilator met de hand rond en controleer op afwijkende geluiden.
De lagers hoeven nooit te worden gesmeerd maar moeten wel na
10.000 uur worden vervangen.
Controleer de geabsorbeerde ampères op alle drie de fasen.
Vergelijk de waarden met de nominale waarde in het schema van de elektrische bedrading.
Start de unit. Activeer de rookdetector door met een magneet rond de kop van de detector te gaan. Stel de unit opnieuw in en regel deze af.
Zie het ingebruikstellingsrapport. Controleer of alle instellingen conform dit document zijn ingesteld.
Controleer de tijd en datum van de besturing.
Controleer systematisch alle aansluitingen en bevestigingen van het koelcircuit. Controleer op olie en controleer altijd op olielekkage. Controleer of de werkdruk overeenkomt met de waarden op het ingebruikstellingsrapport.
Sluit de toevoer van de ventilator af. De fout moet binnen 5 seconden worden opgespoord.
0
0
0
∆
∆
∆
0
∆
0
2
10
10
15
5
15
5
30
Controle van de (eventuele) veiligheidsschakelaar van de luchtstroomwaarde
Controle van de vorstbescherming van de warmwaterbatterij
Controle van de driewegklep op de warmwaterbatterij
Controle van de werking van de aandrijving economiser
Controle van de vierwegklep van het koelsysteem
Controle van de stevigheid van de elektrische aansluitingen
Stel de instellingen voor de kamertemperatuur 10°C hoger in dan de werkelijke kamertemperatuur. Controleer de werking van de zuiger.
Deze moet van de klepkop afgaan. Stel de bediening opnieuw in.
Controleer alle bevestigingen en de transmissie. Stop de unit met de bediening. De verse-luchtklep moet zich sluiten. Start de unit waarna de verse-luchtklep zich moet openen.
Verhoog de instelling voor de kamertemperatuur met 10°C wanneer de unit in de koelingmodus draait. De unit moet overschakelen naar de warmtepompmodus. Stel de bediening opnieuw in.
Schakel de unit uit en controleer of alle schroeven nog goed zijn aangedraaid, controleer de aansluitpunten en de elektrische aansluitingen en let vooral goed op de stroomkabels en de laagspanningsdraden van de bediening.
∆
∆
∆
∆
∆
5
5
5
5
30
UIT TE VOEREN WERK
BEDRIJFSSTANDEN
Controle van de HD/LD-veiligheidsschakelaars
Controle van de buitenventilatoren en de ventilatorbescherming
Controle van de plaats van alle sensoren
Controle en indien nodig reinigen van alle buitenluchtroosters
Controle van verdamper- en condensorbatterijen
Controle van elektrisch verwarmingselement op ongewenste roestvorming
Controle van anti-trillingsmontagepunten op slijtage
Controle van aanwezigheid van zuur in de olie van het koelcircuit
Controle van concentratie glycol in het HWCcircuit
Controle van ontdooicyclus met vierwegklepinversie
Controle van gasbrandermodule op roestvorming
Schoonborstelen en reinigen van de gasbrander
Controles van de druk van de gastoevoer en de aansluitingen
Instellingen van de gasreguleringsklep
Controle van de veiligheidsschakelaars van de gasbrander
De geïnstalleerde verdeelstukmeters in het circuit moeten worden gecontroleerd. Sluit de axiale ventilatoren af en wacht totdat de HDschakelaar de compressor heeft uitgeschakeld: 29 bar (+1 / -0) autoreset 22 bar (+ - 0,7) Sluit de ventilatoren opnieuw aan. Schakel de centrifugale toevoerventilator uit en wacht totdat de LD-schakelaar wordt uitgeschakeld: 0,5 bar (+ - 0,5) reset 1,5 bar (+-0,5).
Controleer de bladen van de ventilator en alle bedekkingen en beschermingen van de ventilator.
Controleer of alle sensoren goed zijn geplaatst en goed werken. Controleer de waarden in het besturingssysteem.
Vervang indien nodig de sensoren die niet goed werken.
Controleer de roosters (indien aanwezig) voor de buitenlucht.
Als deze vuil of beschadigd zijn, moet u de roosters losmaken van de unit en onder hoge druk met water schoonmaken.
Plaats de schone roosters pas weer terug als ze droog zijn.
Controleer batterijen op vuil. Als ze niet te vuil zijn, kunt u de batterijen schoonmaken met een klein borsteltje. (WAARSCHUWING: De ribben en koperen buizen zijn erg kwetsbaar! Elke schade heeft gevolgen voor de werking van de unit.) Als de batterijen erg vuil zijn, moeten ze worden gereinigd met professionele reinigingsmiddelen waarvoor u een gespecialiseerd bedrijf zult moeten inhuren.
Isoleer de unit. Trek de elektrische verwarming uit de verwarmingsmodule en controleer de weerstanden op roestvorming. Vervang indien nodig weerstanden.
Controleer de anti-trillingsmontagepunten van de compressoren en de centrifugale ventilator. Vervang indien nodig de beschadigde onderdelen.
Haal een beetje olie uit het koelcircuit.
Controleer de glycolconcentratie in de drukwatercircuit. (Bij een concentratie van 30% vermindert de bescherming met ongeveer -15°C.) Controleer het drukcircuit.
Zet de unit in de warmtepompmodus. Stel de instellingen in op de standaard ontdooistand en stel de cyclustijd op de minimumwaarde in. Controleer de werking van de ontdooicyclus.
Trek de brander eruit om de leidingen te kunnen controleren
(zie het gedeelte over de gasbrander in de IOM).
Reinig de «inshot»-branders en de blower voorzichtig met een borsteltje. Maak de rookgasafvoer en de rookkast schoon.
Veeg het stof van de motorbehuizing. Reinig de verbrandingsluchtinlaatlamellen. Trek de uitlaten uit de leidingen en maak de leidingen schoon.
CONTROLEER DE PAKKING VAN DE ROOKKAST.
Zie voor meer informatie het gedeelte over de gasbrander in de IOM.
Zie voor meer informatie het gedeelte over de gasbrander in de IOM.
Zie voor meer informatie het gedeelte over de gasbrander in de IOM.
6 ELK JAAR GESCHAT
ELKE MAAND ELK KWARTAAL ELKE MAAND B4 TIJD
WINTER (mn)
∆
0
0
0
0 /
0
0
∆
∆
∆
∆
∆
∆
∆
∆
15
5
5
5
∆
1u bij reinigen
1u bij
vervangen
1u bij
vervangen
30
30
30
30
15
30
30
Garantie
LEVERINGSVOORWAARDEN
Behoudens een andere schriftelijke overeenkomst is garantie uitsluitend van toepassing op constructiefouten die zich binnen 12 maanden openbaren (garantieperiode).
De garantieperiode vangt aan op de datum van inbedrijfstelling of maximaal zes maanden na levering van de Rooftop.
ANTI-ROESTGARANTIE
10 jaar garantiebepalingen en -voorwaarden tegen roestvorming voor de Rooftop omkasting:
Lennox garandeert de omkasting van de Rooftop units, die zijn gefabriceerd vanaf mei 1991, tegen roest gedurende een periode van 10 jaar vanaf de leveringsdatum van het materiaal.
VERWAR DEZE GARANTIE NIET MET
ONDERHOUD
De garantie is alleen geldig als een onderhoudscontract is getekend vanaf de inbedrijfstelling datum, en als het onderhoudscontract ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Het onderhoudscontract moet zijn afgesloten met een specialistisch, bekwaam bedrijf.
Het enige doel van een reparatie, modificatie of vervanging van een item gedurende de garantieperiode mag alleen het verlengen van de garantieperiode op het materiaal zijn.
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd in overeenstemming met de reguleringen.
Als een reserveonderdeel wordt geleverd na het verstrijken van de garantieperiode, zal dit onderdeel worden gegarandeerd voor een periode die gelijk is aan de oorspronkelijke garantieperiode en zal dit onderhevig zijn aan dezelfde voorwaarden.
De garantie is in de volgende gevallen niet van toepassing:
1. Als de roestvorming op de behuizing is veroorzaakt door externe schade aan de beschermende laag, zoals krassen, deuken, schuren, botsingen, enz…
2. Als de behuizing niet regelmatig is gereinigd als onderdeel van het onderhoud of door een specialistisch bedrijf.
3. Als de behuizing niet is gereinigd en onderhouden in overeenstemming met de reguleringen.
4. Als de Rooftop units zijn geïnstalleerd op een locatie of in een omgeving waarvan bekend is dat deze gevoelig is voor roestvorming, behalve als een speciale beschermende laag wordt aangebracht door de eigenaar van deze apparatuur, die is aanbevolen door een erkend orgaan dat geen verplichtingen heeft aan de eigenaar en na een grondige bestudering van de locatie.
5. Ondanks dat de LENNOX-coating een bijzonder hoge weerstand biedt tegen roest, is de garantie toch niet geldig voor rooftops die op minder dan 1000m van de zee zijn geïnstalleerd.
Voor een contract raden wij vier inspecties per jaar aan (om de drie maanden), vóór de start van elk seizoen, om de werking van de apparatuur in de verschillende werkingsmodi te controleren.
NB: Met uitzondering van de behuizing, valt de rest van de machine onder de garantie van onze algemene verkoopbepalingen.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 127
Longvic-site - ISO 9001 (2000)-CERTIFICAAT
Pagina 128 - IOM - FLEXY - 0704 -D
PED-CONFORMITEITSVERKLARING
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 129
BRANDKLASSE GLASWOL
Pagina 130 - IOM - FLEXY - 0704 -D
CE CONFORMITEITSVERKLARING 60 kW GASBRANDER
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 131
CE CONFORMITEITSVERKLARING 120 kW GASBRANDER
Pagina 132 - IOM - FLEXY - 0704 -D
CE CONFORMITEITSVERKLARING 180 kW GASBRANDER
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 133
DAD lotus-certificaat
Pagina 134 - IOM - FLEXY - 0704 -D
DAD lotus-certificaat
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 135
BRANDKLASSE ISOLATIE
Pagina 136 - IOM - FLEXY - 0704 -D
BRANDKLASSE ISOLATIE
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 137
www.lennoxeurope.com
BELGIËN, LUXEMBURG www.lennoxbelgium.com
REPUBLIEKEN TSCJECHIË www.lennox.cz
FRANKRIJK www.lennoxfrance.com
DUITSLAND www.lennoxdeutschland.com
GROOT-BRITTANNIË www.lennoxuk.com
IERLAND www.lennoxireland.com
NEDERLAND www.lennoxnederland.com
POLEN www.lennoxpolska.com
PORTUGAL www.lennoxportugal.com
RUSLAND www.lennoxrussia.com
SLOVAKIJE www.lennoxdistribution.com
SPANJE www.lennoxspain.com
OEKRAÏNE www.lennoxrussia.com
ANDERE LANDEN www.lennoxdistribution.com
Omdat Lennox altijd uitgaat van de nieuwste kwaliteitseisen, kunnen specificaties, waarden en afmetingen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd zonder dat Lennox daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld.
Ondeskundige installatie, aanpassing, wijziging, s e r v i c e o f o n d e r h o u d k a n s c h a d e a a n eigendommen of persoonlijk letsel veroorzaken.
I n s t a l l a t i e e n s e r v i c e m o e t e n w o r d e n uitgevoerd door deskundige installateurs en servicepersoneel.
FLEXY-IOM-0704-D
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 10 TRANSPORT - VERPLAATSEN
- 18 INSTALLATIE
- 19 INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME
- 21 INSTALLATIE OP PALEN
- 22 INGEBRUIKSTELLING
- 27 VENTILATIE
- 29 LUCHTSTROOM BALANCEREN
- 45 FILTERS
- 46 WERKING AIR SOCK REGELING
- 47 FX LUCHTSTROOM BALANCEREN
- 50 WARMWATERBATTERIJEN
- 51 GASBRANDERS
- 63 GEBRUIK VAN HET KP 17 COMFORT-DISPLAY
- 64 GEBRUIK VAN HET KP02-ONDERHOUDSDISPLAY
- 78 GEBRUIK VAN HET KP07 GRAFISCHE AFSTANDSDISPLAY
- 87 BMS-CONTACTSET
- 88 CLIMATIC™ PARAMETERS
- 94 BESTURINGSINTERFACE CLIMALINK/CLIMALOOK
- 102 ITEMOVERZICHT ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
- 106 ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S
- 123 BEVEILIGINGS- EN FOUTCODES
- 129 ONDERHOUDSDIAGNOSE
- 132 ONDERHOUDSPLAN
- 135 GARANTIE
- 136 ISO 9001-CERTIFICATIE
- 137 PED-CONFORMITEITSVERKLARING
- 138 GLASWOLBRANDKLASSE
- 139 CE CONFORMITEITSVERKLARING 33 kW GASBRANDER
- 140 CE CONFORMITEITSVERKLARING 60 kW GASBRANDER
- 141 CE CONFORMITEITSVERKLARING 120 kW GASBRANDER
- 142 CE CONFORMITEITSVERKLARING 180 kW GASBRANDER