FLEXY-IOM-0704


Add to my manuals
142 Pages

advertisement

FLEXY-IOM-0704 | Manualzz

Installatie- bedienings -

& onderhoudshandleiding

FLEXY

Providing indoor climate comfort

FLEXY-IOM-0704-D

INHOUD

INSTALLATIE

WERKING

ONDERHOUD

Ref. FLEXY-IOM-0704-D

Deze handleiding is van toepassing op de volgende ROOFTOP-versies:

FCA 85 - FCA 100 - FCA 120 - FCA 140 - FCA 160 - FCA 190

FCK 85 - FCK 100 - FCK 120 - FCK 140 - FCK 160 - FCK 190

FHA 85 - FHA 100 - FHA 120 - FHA 140 - FHA 160 - FHA 190

FHK 85 - FHK 100 - FHK 120 - FHK 140 - FHK 160 - FHK 190

FDA 85 - FDA 100 - FDA 120 - FDA 140 - FDA 160 - FDA 190

FDK 85 - FDK 100 - FDK 120 - FDK 140 - FDK 160 - FDK 190

FGA 85 - FGA 100 - FGA 120 - FGA 140 - FGA 160 - FGA 190

FGK 85 - FGK 100 - FGK 120 - FGK 140 - FGK 160 - FGK 190

FXA 25 - FXA 30 - FXA 35 - FXA 40 - FXA 55 - FXA 70 - FXA 85 - FXA 100 - FXA 110 - FXA 140 - FXA 170

FXK 25 - FXK 30 - FXK 35 - FXK 40 - FXK 55 - FXK 70 - FXK 85 - FXK 100 - FXK 110 - FXK 140 - FXK 170

OPMERKINGEN VOOR EEN UNIT DIE IS UITGERUST MET EEN GASBRANDER:

DE UNIT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD CONFORM DE LOKALE

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -REGELS EN MAG UITSLUITEND

WORDEN GEBRUIKT IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.

LEES DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT AANDACHTIG VOORDAT

U DEZE UNIT START.

DEZE HANDLEIDING IS ALLEEN GELDIG VOOR UNITS WAAROP DE VOLGENDE CODES

WORDEN WEERGEGEVEN:

GB IR GR DA NO FI IS

Als deze symbolen niet op de unit worden weergegeven, raadpleegt u de technische documentatie waarin wordt vermeld welke eventuele wijzigingen noodzakelijk zijn voor de installatie van deze unit in een bepaald land.

De technische informatie en specificaties in deze handleiding dienen uitsluitend ter informatie. De fabrikant behoudt zich het recht voor deze zonder kennisgeving te wijzigen en is niet verplicht reeds geleverde apparatuur overeenkomstig te wijzigen.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 1

INHOUD

INHOUD

BELANGRIJKE KENNISGEVING ....................................................................... 3

INSTALLATIE

TRANSPORT - VERPLAATSEN ........................................................................................ 4

INSTALLATIE .................................................................................................................. 12

INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME ............................................................... 13

INSTALLATIE OP PALEN ................................................................................................ 15

INGEBRUIKSTELLING ................................................................................................... 16

WERKING

VENTILATIE .................................................................................................................... 21

LUCHTSTROOM BALANCEREN ................................................................................... 23

FILTERS ......................................................................................................................... 39

WERKING AIR SOCK REGELING .................................................................................. 40

FX LUCHTSTROOM BALANCEREN .............................................................................. 41

WARMWATERBATTERIJEN ........................................................................................... 44

GASBRANDERS ............................................................................................................ 45

BEDIENINGSFUNCTIES

GEBRUIK VAN HET KP 17 COMFORT-DISPLAY ........................................................... 57

GEBRUIK VAN HET KP02-ONDERHOUDSDISPLAY .................................................... 58

GEBRUIK VAN HET KP07 GRAFISCHE AFSTANDSDISPLAY ....................................... 72

BMS-CONTACTSET ....................................................................................................... 81

CLIMATIC™ PARAMETERS ............................................................................................ 82

BESTURINGSINTERFACE CLIMALINK/CLIMALOOK .................................................... 88

BEDRADINGSSCHEMA

ITEMOVERZICHT ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S ......................................... 96

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S .................................................................... 100

PROBLEMEN OPLOSSEN

BEVEILIGINGS- EN FOUTCODES ............................................................................... 117

ONDERHOUDSDIAGNOSE ......................................................................................... 123

ONDERHOUDSPLAN .................................................................................................. 126

GARANTIE .................................................................................................................... 129

CERTIFICATEN

ISO 9001-CERTIFICATIE .............................................................................................. 130

PED-CONFORMITEITSVERKLARING ......................................................................... 131

GLASWOLBRANDKLASSE .......................................................................................... 132

CE CONFORMITEITSVERKLARING 33 kW GASBRANDER ....................................... 133

CE CONFORMITEITSVERKLARING 60 kW GASBRANDER ....................................... 134

CE CONFORMITEITSVERKLARING 120 kW GASBRANDER ..................................... 135

CE CONFORMITEITSVERKLARING 180 kW GASBRANDER ..................................... 136

BRANDKLASSE ISOLATIE ........................................................................................... 137

Pagina 2 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BELANGRIJKE KENNISGEVING

BELANGRIJKE KENNISGEVING

Alle werkzaamheden aan deze unit moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde en bevoegde werknemer.

Als de volgende instructies niet worden opgevolgd, kan dat leiden tot verwonding of ernstige ongelukken.

Werkzaamheden aan de unit:

• De unit moet worden geïsoleerd van de stroomvoorziening door verbreking van de verbinding en vergrendeling met behulp van de hoofdscheidingsschakelaar.

• Werkers dienen een geschikte beschermende uitrusting te dragen (helm, handschoenen, bril enzovoort).

Werkzaamheden aan het elektrische systeem:

• Werkzaamheden aan elektrische onderdelen moeten worden uitgevoerd terwijl de stroom is uitgeschakeld (zie hierna) door werknemers met een elektrotechnisch diploma en de juiste machtigingen.

Werkzaamheden aan de koelcircuits:

• Werkzaamheden, zoals het controleren van de druk, het aftappen en het vullen van het systeem onder druk, dienen te worden uitgevoerd met aansluitingen die voor dit doel zijn geleverd en met geschikt gereedschap.

• Om een explosie als gevolg van het verstuiven van koelmiddel en olie te voorkomen dient het relevante circuit te worden afgetapt bij nuldruk voordat onderdelen voor de koeling kunnen worden ontmanteld of soldeernaden kunnen worden losgemaakt.

• Er is een kleine kans dat de druk wordt opgebouwd door het ontgassen van de olie of door het verwarmen van de warmtewisselaars nadat het circuit is afgetapt. De nuldruk dient te

worden gehandhaafd door de aftapaansluiting te ontluchten in de atmosfeer aan de lagedrukzijde.

• Het hardsolderen dient te worden gedaan door een gekwalificeerde soldeerder. Het werk moet worden uitgevoerd volgens de standaard NF EN1044 voor hardsolderen (minimaal 30% zilver).

Onderdelen vervangen:

• De unit blijft alleen voldoen aan de eisen die gelden voor CE-certificatie, als onderdelen worden vervangen door reserveonderdelen of onderdelen die door Lennox zijn goedgekeurd.

• Alleen het koelmiddel dat op het naamplaatje van de fabrikant is weergegeven, mag worden gebruikt. Het is niet toegestaan andere producten (zoals mengsels van koelmiddelen, koolwaterstoffen enzovoort) te gebruiken.

WAARSCHUWING:

bij brand kunnen de koelcircuits een explosie veroorzaken en koelmiddelgas en olie spuiten.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 3

INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT

Site details / Details van de site

Site / Site

Unit Ref / Unit ref.

Installer / Installer

………………………………………

……………………………………....

………………………………………

Controller / Controller

Model / Model

Serial No / Serienr.

Refrigerant / Koudemiddel

………………………………….

……………….…………………

…………………………………

…………………………………

(1) ROOF INSTALLATION / DAKMONTAGE

Voldoende toegang OK

Yes / Ja No / Nee

Condensate drain fitted /

Condensaatafvoer geïnstalleerd

Roofcurb / Daksokkel

OK Not OK / Niet OK

Yes / Ja No / Nee

(2) CONNECTIONS CHECK / CONTROLE VERBINDINGEN

Phase check / Vérification des Phases

Yes / Ja No / Nee

Voltage between

Phases / Spanning tussen fasen

1 / 2

……………….

2 / 3

……………….

1 / 3

……………….

(3)CLIMATIC CONFIGURATION CHECK / CONTROLE CLIMATIC-CONFIGURATIE

CLIMATIC 50 Configured according to the Options and Specifications / CLIMATIC 50 geconfigureerd volgens de opties en specificaties: Yes / Ja No / Nee

(4) SUPPLY BLOWER SECTION / GEDEELTE TOEVOERVENTILATOR

Type / Type:

Power displayed on plate / Vermogen weergegeven op plaat:

Voltage displayed on plate / Spanning weergegeven op plaat:

Current displayed on plate / Stroom weergegeven op plaat:

KW

V

A

Nr.1

……………………

……………………

……………………

Nr.2

……………………

……………………

……………………

Fan Type / Ventilatortype: Forward / Voorwaarts

Backward / Achterwaarts

Forward / Voorwaarts

Backward / Achterwaarts

Displayed Belt Length / Zichtbare riemlengte:

Tension Checked / Riemspanning gecontroleerd: mm …………………… ……………………

Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee

Alignment Checked / Uitlijning gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee

Motor Pulley Dia / Diam. riemschijfmotor: D

M

mm ……………………

Fan Pulley Dia / Diam. ventilatorriemschijf: D

P mm …………………… ……………………

Fan Speed / Ventilatorsnelheid = Motor tpm x D

M

/ D

P

Averaged Measured Amps / Gemiddelde gemeten Amps:

Shaft Mechanical Power (Refer to airflow balancing) /

Mechanische vermogen as (raadpleeg luchtstroom balanceren)

Operating point checked / Bedrijfspunt gecontroleerd: tpm

A

……………………

……………………

……………………

……………………

W …………………… ……………………

Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee

Estimated Airflow / Geschatte luchtstroom m

3

/u …………………… ……………………

(5) AIRFLOW PRESS. SENSOR CHECK / LUCHTSTROOMDRUK SENSORCONTROLE

Measured pressure drop /

Gemeten drukverlies

…………………………… mbar

Yes / Ja No / Nee

If Yes enter new values / Indien Ja, geef nieuwe waarden op:

3410: ………… 3411: ………… 3412: …………

(6) EXTERNAL SENSOR CHECKS / EXTERNE SENSORCONTROLE

Yes / Ja No / Nee

Supply Temperature / Toevoertemperatuur

Return Temperature / Retourtemperatuur in menu 2110: Yes / Ja No / Nee

100% Fresh Air / 100% verse lucht 100% return Air / 100% retourlucht

………………………..°C ………………………..°C

………………………..°C ………………………..°C

Outdoor Temperature / Buitentemperatuur ………………………..°C ………………………..°C

(7) MIXING AIR DAMPERS CHECKS / CONTROLE MENGLUCHTKLEPPEN

Dampers open & close freely /

Kleppen sluiten & openen probleemloos OK

% Minimum FA:

% minimum FA:

Power exhaust checked /

Afzuigstroom gecontroleerd

Enthalpy sensor(s) checked /

Enthalpie-sensor(en) gecontr

Yes / Ja No / Nee ……………..% / Yes / Ja No / Nee

Pagina 4 - IOM - FLEXY - 0704 -D

INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT

(8) REFRIGERATION SECTION / KOELSYSTEEMGEDEELTE

Motor 1 / Motor 1

Motor 2 / Motor 2

Motor 3 / Motor 3

Motor 4 / Motor 4

L1 ……..A

L1 ……..A

L1 ……..A

L1 ……..A

Motor 5 / Motor 5

Motor 6 / Motor 6

L1 ……..A

L1 ……..A

Compressor Amps COOLING /

Amps compressor KOELING

L2 ……..A

L2 ……..A

L2 ……..A

L2 ……..A

L2 ……..A

L2 ……..A

L3 ……A

L3 ……A

L3 ……A

L3 ……A

L3 ……A

L3 ……A

Yes / Ja No / Nee

Yes / Ja No / Nee

/ Spanning

compressor.

Yes / Ja No / Nee Comp1: …….. V

Yes / Ja No / Nee Comp2: …….. V

Yes / Ja No/ Nee Comp3: …….. V

Yes / Ja No/ Nee Comp4: …….. V

Pressures & Temperatures / Druk & temperatuur

Temperatures / Temperaturen Pressures / Druk

Fase 1 Fase 2 Fase 3

Suction / Zuigkracht

Comp 1

Comp 2

Comp 3

Comp 4

…..… A …..… A

…..… A …..… A …..… A

…..… A …..… A …..… A

…..… A …..… A …..… A

Check Reversing valves. /

Controle omschakelkleppen:

…..… A ……… °C

……… °C

……… °C

……… °C

Valve1 / Klep1: Yes / Ja

Valve2 / Klep2: Yes / Ja

No / Nee

No / Nee

Disch / Pers

……… °C

……… °C

……… °C

……… °C

LP/ LP

……… Bar

……… Bar

……… Bar

……… Bar

Valve3 / Klep3: Yes / Ja

Valve4 / Klep4: Yes / Ja

HP / HP

……… Bar

……… Bar

……… Bar

……… Bar

No / Nee

No / Nee

Compressor Amps HEATING /

Amps compressor VERWARMING

Pressures & Temperatures / Druk & temperatuur

Temperatures / Temperaturen Pressures / Druk

Fase 1 Fase 2 Fase 3

Comp 1 …..… A …..… A …..… A

Suction / Zuigkracht

……… °C

Disch / Pers

……… °C

LP/ LP

……… Bar

HP / HP

……… Bar

Comp 2 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar

Comp 3

Comp 4

…..… A …..… A …..… A

…..… A …..… A …..… A

HP cut out / Hogedruk uitschakeling ……Bar

Refrigerant charge / Koudemiddel vulling

……… °C

……… °C

……… °C

……… °C

LP cut out / Lagedruk uitschakeling

C1 : ………..kg C2 : ………..kg

……… Bar

……… Bar

……… Bar

……… Bar

………..…... Bar

C3 : ………..kg C4 : ………..kg

(8)ELECTRIC HEATER SECTION / GEDEELTE ELEKTRISCHE VERWARMING

Type / Type: ………………………………………………….

AMPS 1 st

stage (Baltic) / AMPS 1 e

trap (Baltic)

1 ………………. 2 ………………. 3 ……………….

Serial No / Serienr.:………………………..

AMPS 2 nd

stage (Baltic) / AMPS 2 e

trap (Baltic)

1 ………………. 2 ……………….

(9) HOT WATER COIL SECTION / GEDEELTE WARMWATERBATTERIJ

3 ……………….

Check Three Way Valve Movement / Controle beweging van de driewegklep: Yes / Ja No / Nee

(10) GAS HEATING SECTION / GEDEELTE GASVERWARMING

Gas Burner N°1 / Gasbrander nr.1

Size / Maat:

……………………….

Pipe size / Leidingmaat:

Valve type / Type klep:

…………………….

Gas type / Type gas: G…….

Gas Burner N°2 / Gasbrander nr.2

Size / Maat:

……………………….

Pipe size / Leidingmaat:

Valve type / Type klep:

…………………….

Gas type / Type gas : G…….

Line press./ Leidingdruk:

………………………

Drop test / Drukverliestest

Yes / Ja No / Nee line press./ Leidingdruk:

………………………

Drop test / Drukverliestest

Yes / Ja No / Nee

Check manifold pressure / Controle druk gasverdeelstuk:

High fire / Hoog vuur …….…Low fire / Laag vuur ………..

Pressure cut out airflow press switch / Drukuitschakeling lagedrukschakelaar: ……………………mbar / Pa

Motor amps /

Amps motor:

……….A

Flue temp /

Temp rookgas

……… °C

CO2 %:

………%

CO ppm:

………%

Check manifold pressure / Controle druk gasverdeelstuk:

High fire / Hoog vuur …….…... Low fire / Laag vuur ………..

Pressure cut out airflow press switch / Drukuitschakeling lagedrukschakelaar: ……………………mbar / Pa

Motor Amps /

Amps motor:

……….A

Flue temp /

Temp rookgas

………. °C

CO2 %:

………%

CO ppm:

………%

(11) REMOTE CONTROL BMS CHECK / CONTROLE AFSTANDSBEDIENING BMS

Type / Type:

…………………………..

Sensor type / Type sensor

………………………………..

KP07 KP/17 checked / gecontroleerd:

Yes / Ja No / Nee

Bedrading gecontroleerd:

Yes / Ja No / Nee

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 5

INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT

It is recommended that you fill the two tables below before transferring the zone settings to the Climatic controller.

Het is raadzaam dat u de onderstaande twee tabellen invult voordat u de zone-instellingen naar de Climatic-controller verstuurt.

Refer to control section page 55 / Raadpleeg de sectie over de bediening op pagina 55

Time Zones / Tijdzones

Tijd

0 1 2 3 4 5 6 7 8

Voorbeeld

UNO

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

7:15u ZA 11:00u ZB 14:00u

ZC

19:00u

UNO

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Variables to adjust for each time zone / Variabelen die voor elke tijdzone kunnen worden ingesteld

Start z.A Start z.B Start z.C Start UNO

uur (3211) min (3212) uur (3213) min (3214) uur (3215) min (3216) uur (3217) min (3218)

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Omschrijving

Sp Room

Unit

°C

Menu

3311

Min

8

Max

35

Zone A Zone B Zone C UNOC

Sp Dyna

Sp Cool

Sp Heat

Swap Heater

Activation

Swap Heater

°C

°C

3321

3322

0

8

99.9

35

°C 3323 8 35

Aan / Uit 3324 ~ ~

Aan / Uit 3331 ~ ~

Aan / Uit 3332 ~ ~

Fan On/Off

Fan Dead

F.Air

CO2

Comp.Cool.

Comp.Heat.

AuxHeat

Humidif.

Low Noise

Aan / Uit 3351 ~ ~

Aan / Uit 3352 ~ ~

Aan / Uit 3353 ~ ~

Aan / Uit 3354 ~ ~

Aan / Uit 3355 ~ ~

Aan / Uit 3356 ~ ~

Aan / Uit 3357 ~ ~

Aan / Uit 3358 ~ ~

Aan / Uit 3359 ~ ~ N.V.T. N.V.T.

Pagina 6 - IOM - FLEXY - 0704 -D

INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT

OPMERKINGEN ......................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 7

TRANSPORT - VERPLAATSEN

CONTROLE BIJ LEVERING

Controleer bij ontvangst van nieuwe apparatuur de volgende punten. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om te controleren of de producten in goede staat verkeren:

- De buitenkant is op geen enkele wijze beschadigd.

- Het materiaal voor hijsen en verplaatsen is geschikt voor de apparatuur en is overeenkomstig de specificaties van bijgesloten instructies voor het verplaatsen.

- De accessoires die zijn besteld voor installatie op locatie, zijn geleverd en in goede staat.

- De apparatuur is conform order en paklijst afgeleverd.

Indien het product beschadigd is, dient u dit binnen 48 uur

(werkdagen) na levering per aangetekende post te melden aan de vervoerder. Geef een uitvoerige beschrijving van het probleem. Een kopie van dit schrijven dient u ter informatie aan Lennox en de leverancier of distributeur te sturen. Indien u in gebreke blijft, vervalt iedere claim jegens de vervoerder.

TYPEPLAATJE

OPSLAG

De units worden niet altijd direct na aflevering operationeel en worden soms opgeslagen. Indien ze voor middellange of lange termijn worden opgeslagen, raden wij u aan de volgende procedures te volgen:

- Controleer of er geen water in de hydraulische systemen zit.

- Verwijder de hoezen van de warmtewisselaars

(AQUILUX-hoezen) niet.

- Verwijder de beschermende folie niet.

- Houd elektrische panelen gesloten.

- Bewaar alle geleverde onderdelen en opties op een schone en droge plaats tot u ze voor ingebruikstelling van de apparatuur monteert.

ONDERHOUDSSLEUTEL

Wij raden u aan de sleutel die is bevestigd aan een oogbout, op een veilige en toegankelijke plaats te bewaren. Met deze sleutel kunt u de panelen ten behoeve van onderhouds- en installatiewerkzaamheden openen.

U dient de sloten een kwartslag te draaien en vervolgens vaster te zetten (afbeelding 2).

Op het typeplaatje staan de volledige gegevens van het model vermeld. Deze dienen overeen te komen met de gegevens van de door u bestelde unit. Ook worden op het typeplaatje het stroomverbruik bij starten, het nominaal vermogen en de voedingsspanning vermeld. De voedingsspanning mag maximaal +10/-15 % afwijken. Het startvermogen is de maximale waarde die met de gespecificeerde voedingsspanning kan worden bereikt. De cliënt moet zorgdragen voor de benodigde stroomvoorziening. U dient dan ook te controleren of de voedingsspanning als vermeld op het typeplaatje overeenkomt met die van de netvoeding.

Ook wordt op het typeplaatje het productiejaar vermeld en wordt per compressorcircuit aangegeven welk type koelmiddel wordt gebruikt en hoeveel koelmiddel is vereist.

Afb. 1

CONDENSAATAFVOEREN

De condensaatafvoeren zijn niet in elkaar gezet bij levering en zijn met hun klemkragen opgeslagen in het elektrische paneel.

U kunt ze in elkaar zetten door ze in de afvoer van de condensaatbak te steken en met een schroevendraaier de kragen vast te zetten (afbeelding 3).

085°N2N3M

2004

Afbeelding 2

Pagina 8 - IOM - FLEXY - 0704 -D

TRANSPORT - VERPLAATSEN

AFMETINGEN EN GEWICHTEN

GEWICHT (kg)

Condensatie Luchtstroomconfiguratie std

Standaard Centrifugaal

1 2 3 4 5 6 7 8

FC/FH 085 - alleen koeling en warmtepompunits.

X

X

X

-

-

-

X

-

-

-

-

X

-

-

X

X

-

-

-

X

-

-

X

X

-

X

-

-

3785

3785

3785

2255

2255

2285

1495

1495

1495

630

630

630

1220

1270

1275

-

-

-

X

X

X

X

-

-

-

-

X

-

-

X

-

X

-

-

-

X

-

-

X

-

X

-

X

-

-

3835

3835

3835

2255

2255

2285

2080

2080

2080

630

630

630

FC/FH 085 - GAS

X

-

-

X

X X 3785 2255 1495 630

X -

FC/FH 100 - alleen koeling en warmtepompunits.

X 3835 2255 2080 630

1435

1485

1490

-

-

X

-

X

X

-

-

-

-

-

X

X

X

FC/FH 100 - GAS

X -

X

X

X

-

-

-

-

X

X

X

-

-

-

-

X

-

-

X

-

-

-

-

X

-

-

-

X

-

-

X

-

-

-

X

-

-

-

-

X

-

-

X

-

-

-

-

X

-

-

-

X

-

-

X

-

-

-

X

X

-

-

-

-

X

X

3785

3785

3785

3835

3835

3835

3785

3835

2255

2255

2285

2255

2255

2285

2255

2255

1495

1495

1495

2080

2080

2080

1495

2080

630

630

630

630

630

630

630

630

1280

1320

1320

1495

1545

1545

-

std high

gas gas

1320 1390 2830 2330 -

1535 1605 3230 2430 1870

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

1

HIJSBAND

2 3

2830 2330

2830 2330

2830 2330

-

-

-

3230 2430 1870

3230 2430 1870

3230 2430 1870

2830 2330

2830 2330 -

-

2830 2330 -

3230 2430 1870

3230 2430 1870

3230 2430 1870

1380 1450 2830 2330 -

1595 1665 3230 2430 1870

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 9

TRANSPORT - VERPLAATSEN

AFMETINGEN EN GEWICHTEN

GEWICHT (kg)

Condensatie Luchtstroomconfiguratie std

Standaard Centrifugaal

1 2 3 4 5 6 7 8

FC/FH 120 - alleen koeling en warmtepompunits.

X

X

X -

-

X X 3585 2255 1470 630 1530

X X 3585 2255 1470 630 1580

X X X X 3585 2285 1470 630 1600

-

-

-

X

X

X

X

-

-

-

-

X

-

-

X

-

X

-

-

-

X

-

-

X

-

X

-

X

-

-

3635

3635

3635

2255

2255

2285

1930

1930

1930

630

630

630

FG 120 - GAS

X

-

-

X

X

X

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

FC/FH 140 - alleen koeling en warmtepompunits.

X

X

4035

4085

2255

2255

1470

1930

630

630

1805

1855

1875

-

-

X

-

X

X

-

-

-

-

-

X

X

X

X

X

-

-

-

-

X

-

-

-

-

X

X

-

-

-

-

X

-

X

-

-

X

-

X

-

-

-

-

X

X

-

-

-

-

X

-

X

-

-

X

-

X

X

-

-

-

-

3585

3585

3585

3635

3635

3635

2255

2255

2285

2255

2255

2285

1470

1470

1470

1930

1930

1930

630

630

630

630

630

630

1630

1680

1700

1905

1955

1975

FG 140 - GAS

X X X 4035 2255 1470 630

X X X 4085 2255 1930 630

FC/FH 160 - alleen koeling en warmtepompunits.

X

X -

-

-

-

X X 3595 2255 2070 900 2050

X X 3595 2255 2070 900 2120

X

-

-

-

X

-

X

X

-

X

-

-

-

X

-

X

-

-

-

-

X

3595

3645

2285

2255

2070

2070

900

900

2140

2275

-

FG 160 - GAS

X

X

X -

-

X

-

X

X

-

-

X

-

X

X

-

-

-

3645

3645

2255

2285

2070

2070

900

900

2345

2365

X

-

-

X X 4045 2255 2070 900

X X X 4095 2255 2070 900

FC/FH 190 - alleen koeling en warmtepompunits.

-

-

X X 3595 2255 2070 900 2175

X

X

-

-

-

X

-

-

X

X

-

-

X

-

X

-

X

-

-

X

-

X

-

-

-

-

X

3595

3595

3645

2255

2285

2255

2070

2070

2070

900

900

900

2245

2265

2400

-

-

FG 190 - GAS

X

-

X

X

-

X

X X 3645 2255 2070 900 2470

X X X X 3645 2285 2070 900 2490

X

X

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

X

X

4045

4095

2255

2255

2070

2070

900

900

-

std high

gas gas

-

-

-

-

-

-

2700

2700

2700

2700

2700

2700

-

-

-

-

-

-

3

1840 1890 3000 2310

2115 2165 3300 2700 2080

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

1

2700

2700

2700

2700

2700

2700

2700

2700

2700 -

-

2080

2080

2080

3000 2410 1880

3000 2410 1880

3000 2410 1880

2700

2700 -

2080

2080

2700 2080

3000 2410 1880

3000 2410 1880

3000 2410 1880

1920 1970 3000 2310

2000 2050 3300 2700 2080

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

2410 2460 3000

2635 2685 3000

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

2540 2600 3000

2765 2825 3000

HIJSBAND

2

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

2320

2320

2090

2090

2090

2090

2090

2090

2320

2320

2090

2090

2090

2090

2090

2090

Pagina 10 - IOM - FLEXY - 0704 -D

TRANSPORT - VERPLAATSEN

AFMETINGEN EN GEWICHTEN

MODELLEN

FX 025

FX 030

FX 035

FX 040

FX 055

FX 070

FX 085

FX 100

FX 110

FX 140

FX 170

LENGTE

mm

4070

4070

4750

4750

4750

5050

5050

5050

5650

5650

5650

HOOGTE

mm

1635

1635

2255

2255

2255

2255

2255

2255

2255

2255

2255

BREEDTE

mm

1055

1055

1290

1290

1290

1725

1725

1725

2000

2000

2000 lateraal mm

490

490

490

490

490

890

890

890

860

860

860

KAP

ventil mm

600

600

600

600

600

600

600

600

-

-

-

GEWICHT (kg)

standaard kg

950

980

1400

1450

1600

1800

1900

2000

2620

2620

2650

VERPLAATSEN

Voor verplaatsing van de apparatuur kunt u gebruik maken van de hijsgaten aan de bovenkant van de unit.

De lengte van de "hijsband" is de waarde die we aanraden voor het veilig verplaatsen van de apparatuur.

Enkele units kunnen uitsluitend aan vier haakse hijsbanden gehesen worden. Voor andere units hebt u een afwijkende lengte nodig (zie afbeelding 4).

Ter voorkoming van schade aan de apparatuur is het van belang dat alle hijsogen worden gebruikt en dat alle hijsbanden dezelfde lengte hebben.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 11

TRANSPORT - VERPLAATSEN

Afbeelding met alle verplaatsingsillustraties

Hijsband = 2830 mm voor een hoek van = 45°C

FC.../FH.../FD.../FG... 085 & 100

Hijsband = 2330 mm voor een hoek van = 64,5°C

FC.../FH.../FD.../FG... 085 & 100 met centrifugaal ventilatoren

Hijsband = 3230 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 2430 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 1870 mm voor een hoek van = 45°C

Pagina 12 - IOM - FLEXY - 0704 -D

TRANSPORT - VERPLAATSEN

Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C

FC.../FH.../FD... 120 & 140

Hijsband = 2080 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 3000 mm voor een hoek van = 45°C

FC.../FH.../FD... 120 & 140 met centrifugaal ventilatoren

Hijsband = 2410 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 1880 mm voor een hoek van = 45°C

FG... 120 & 140 met gasbrander

Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 2080 mm voor een hoek van = 45°C

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 13

TRANSPORT - VERPLAATSEN

FG... 120 & 140 met gasbrander en centrifugaal ventilatoren

Hijsband = 3300 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 2700 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 2080 mm voor een hoek van = 45°C

FC.../FH.../FD... 160 & 190

FC.../FH.../FD... 160 & 190 met centrifugaal ventilatoren

Hijsband = 2090 mm voor een hoek van = 45°C

Hijsband = 3000 mm voor een hoek van = 45°C

FG... 160 & 190

FG... 160 & 190 met centrifugaal ventilatoren

Hijsband = 2320 mm voor een hoek van = 45°C

Pagina 14 - IOM - FLEXY - 0704 -D

TRANSPORT - VERPLAATSEN

FX 25 & 30

Hijsband 1 = 3000 mm

Hijsband 2 = 2350 mm

FX 35 - 40 - 55

Hijsband 1 = 3700 mm

Hijsband 2 = 2850 mm

1

2

1

1

2

1

FX 70 - 85 - 100

Hijsband 1 = 3900 mm

Hijsband 2 = 3000 mm

1

2

1

FX 110 - 140 - 170

Hijsband 1 = 4300 mm

Hijsband 2 = 3250 mm

1

2

1

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 15

INSTALLATIE

CONTROLE VOORAF

Voordat u de apparatuur installeert, MOET u de volgende punten te controleren:

- Zijn de vorkheftruckbeschermers verwijderd?

- Is er voldoende ruimte voor de apparatuur?

- Kan het oppervlak waarop de apparatuur wordt geïnstalleerd, het gewicht van de apparatuur houden?

U dient het frame op voorhand goed te bekijken.

- Wordt de structuur door de aan- en afvoerkanalen verzwakt?

- Wordt de werking van de apparatuur door iets verhinderd?

- Is de stroomvoorziening ter plaatse conform de elektrische specificaties van de apparatuur?

- Kan het condensaat worden afgevoerd?

- Is er voldoende ruimte voor onderhoud?

- Bij de installatie van de apparatuur kunnen verschillende hijsmethoden worden gebruikt, bijvoorbeeld een helikopter of kraan. Dit kan per installatie verschillen. Is hier rekening mee gehouden?

- Installeer de unit conform de instructies voor installatie en de geldende lokale voorschriften.

- Controleer of de koelleidingen niet in aanraking komen met de kast of andere koelleidingen.

Zorg dat de aansluitingen van de luchtkanalen niet geblokkeerd worden door muren, bomen of dakranden en dat montage- en onderhoudswerkzaamheden mogelijk zijn.

INSTALLATIE VEREISTEN

Het oppervlak waarop de apparatuur wordt geplaatst moet schoon zijn en vrij van obstakels die de luchtstroom naar de condensors kunnen belemmeren:

- Vermijd oneffen oppervlakken

- Plaats twee units niet naast elkaar of te dicht bij elkaar, aangezien daardoor de luchtstroom naar de condensors kan worden belemmerd.

Voordat u een omkaste Rooftop-unit installeert, moet u op de hoogte zijn van:

- De heersende windrichting.

- De richting en positie van de luchtstromen.

- De uitwendige afmetingen van de unit en de afmetingen van de aansluitingen voor de toevoer- en retourlucht.

- De opstelling van de deuren en de ruimte die nodig is ze te openen zodat u tot de diverse onderdelen toegang heeft.

DOORVOEREN

- Zorg dat alle leidingen die door muren of daken worden getrokken, goed vastzitten en gekit en geïsoleerd zijn.

- Om condensatieproblemen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat alle pijpen zijn geïsoleerd in overeenstemming met het temperatuurverschil tussen de vloeistoffen en de ruimte waardoorheen deze lopen.

OPMERKING: de AQUILUX-beschermplaten die zijn bevestigd op de ribben, moeten worden verwijderd voordat de unit wordt gestart.

MODELLEN

FC/FH/FG/FD

85

!

140

160 & 190

FX

25 & 30

85

!

140

70

!

100

110

!

170

* : op basis van de aansluiting

Pagina 16 - IOM - FLEXY - 0704 -D

A

1400

2000

*

*

*

*

B

2000

2000

1100

1300

1700

2000

C

1400

2000

*

*

*

*

D

2300

2300

1700

2300

2300

2300

INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME

Aangezien niveaus kunnen worden versteld, moet u de volgende aanbevelingen in acht nemen voor een juiste installatie van de apparatuur.

Zorg allereerst dat alle verstelbare retourluchtopeningen naar buiten wijzen (1-afbeelding 3). Deze zijn gewoonlijk binnenstebuiten gekeerd voor transport.

1

Afbeelding 3

Plaats het dakmontageframe op de raveelbalk door eerst de inlaat en vervolgens de uitlaat op elkaar uit te lijnen. (2 - zie afbeelding 4).

2

Als het frame waterpas is, zet u de flappen vast aan de raveelbalk (afbeelding 5).

Afbeelding 4

Afbeelding 5

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 17

INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME

Als het frame juist is geplaatst, is het van essentieel belang dat het geheel wordt vastgezet met een lasnaad (20 tot 30 mm. voor elke 200 mm.) langs de buitenzijde, of met een alternatieve methode (1 - afbeelding 6).

1

Afbeelding 6

2

1

3

Montageverbinding (1 - afbeelding 7)

Isoleer het frame voordat u het installeert. Wij raden een minimale toepassing van 25 mm dik isolatiemateriaal aan.

Controleer of de bedekking continu en waterdicht is (2 - afbeelding 7).

WAARSCHUWING: Om effectief te zijn, moet deze achter de opstaande rand eindigen (3 - afbeelding 7)

Afbeelding 7

Voordat u de apparatuur installeert moet u ervoor zorgen dat de afdichtingen niet zijn beschadigd.

Eenmaal in positie, moet de onderkant van de apparatuur horizontaal en tegen de roofcurb liggen, zoals in afbeelding 8 is aangeduid.

De installateur moet voldoen aan de standaarden en specificaties van de plaatselijke verordeningen.

Afbeelding 8

Pagina 18 - IOM - FLEXY - 0704 -D

INSTALLATIE OP POTEN

De eenheid kan op hoekpoten worden geïnstalleerd met behulp van het bijgeleverde frame. De mininumhoogte van de poten moet 400mm zijn.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 19

INGEBRUIKSTELLING

DEZE WERKZAAMHEDEN MOGEN

UITSLUITEND DOOR OPGELEIDE

KOELMONTEURS UITGEVOERD TE

WORDEN.

VUL HET INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT

IN TERWIJL U BEZIG BENT

DE UNIT STARTEN

Op dit punt moeten de stroomonderbrekers open zijn

U hebt een DS50-onderhoudsregelaar of Climalook met een geschikte interface nodig.

De jumpers zijn in de fabriek ingesteld en de

VÓÓR AANSLUITING OP NETSPANNING:

- Controleer of de stroomvoorziening tussen het gebouw en de unit voldoet aan de lokale verordeningen en of de kabel voldoet aan de opstart- en bedrijfsvoorwaarden.

CONTROLEER OF DE STROOMVOORZIENING

BESTAAT UIT 3 FASEN EN EEN NUL-LEIDER

ALS DE UNIT IS UITGERUST MET EEN

AFZUIGVENTILATOR.

- Controleer of de volgende kabelverbindingen stevig vast zitten: hoofdschakelaarverbindingen, netstroomkabels die zijn gekoppeld aan de schakelaars en stroomonderbrekers en de kabels in het 24-volts stuurstroomcircuit.

Language

or

configuratieschakelaars worden afgesteld op het type unit.

Sluit de CLIMATIC-diplays aan.

PRELIMINARY CHECKS

- Controleer of de aandrijfmotoren goed vastzitten.

- Controleer of de instelbare takelblokken vastzitten en of de snaar met de juiste transmissie is gespannen.

Raadpleeg de volgende sectie voor gedetailleerde informatie.

- Controleer aan de hand van het schema van de elektrische bedrading de conformiteit van de elektrische beveiligingen (instellingen van de stroomonderbreker en de aanwezigheid en nominale waarde van zekeringen).

- Controleer de verbindingen met de temperatuursensor.

Sluit de 24-volts stuurstroomonderbrekers aan.

De CLIMATIC 50 start na 30 seconden.

Pagina 20 - IOM - FLEXY - 0704 -D

INGEBRUIKSTELLING

Reset de DAD photo (indien aanwezig).

Controleer de bedieningsinstellingen en pas ze aan.

Raadpleeg de sectie over de bediening in deze handleiding om de verschillende parameters in te stellen.

DE UNIT VAN STROOM VOORZIEN

- Schakel de stroom van de unit in door de scheidingsschakelaar te sluiten (indien aanwezig). - Op dit punt moet u de ventilator starten tenzij de Climatic de schakelaar niet van stroom voorziet. In dit speciale geval kan de ventilator worden geforceerd door een brugverbinding te maken tussen poort NO7 en C7 op aansluiting J14 op de Climatic. Als de ventilator eenmaal draait, controleert u of de draairichting klopt. Kijk om dit te controleren naar de draaipijl die zich op de ventilor bevindt.

- De draairichting van de ventilatoren en compressoren wordt na productie getest. Ze draaien daarom allemaal of in de goede, of in de verkeerde draairichting.

NB: een compressor die in de verkeerde richting draait, werkt niet.

- Draait de ventilator in de verkeerde richting (de juiste richting wordt getoond in afbeelding nr. 9), sluit dan de stroomtoevoer naar de machine af met de hoofdschakelaar in het gebouw, verwissel twee fasen en herhaal de voorgaande procedure.

. 9

- Sluit alle stroomonderbrekers en schakel de stroom van de unit in, verwijder de brugverbinding op aansluiting J14, als deze is aangebracht.

Afbeelding

- Als nu slechts één van de onderdelen in de verkeerde richting draait, schakelt u de stroom uit met de scheidingsschakelaar van de unit (indien aanwezig) en verwisselt u twee van de fasen van het onderdeel op het aansluitblok in het elektrische paneel.

- Controleer of de hoeveelheid stroom die wordt gebruikt, overeenstemt met de waarde op het typeplaatje. Doe dit met name voor de toevoerventilator (kijk op pagina 24).

- Indien de waarden op de ventilator buiten de gespecificeerde limieten vallen, wijst dit gewoonlijk op een abnormaal sterke luchtstroom die de levensduur en de thermodynamische werking van de unit nadelig zal beïnvloeden. Hierdoor wordt ook de kans groter dat er water in de unit binnenkomt. Lees in de sectie "De luchtstroom balanceren" hoe u dit probleem kunt oplossen.

Bevestig nu de manometers op het koelcircuit

TEST UITVOEREN

Start de unit in de koelingsmodus

HOGEDRUKAAN-

SLUITING

CIRCUIT N°2

LAGEDRUKAAN-

SLUITING

CIRCUIT N°2

Thermodynamische waarden op manometers en veel voorkomende omgevingsomstandigheden

Hier worden geen waarden vermeld. De waarden zijn afhankelijk van de klimatologische omstandigheden in en buiten het gebouw op het moment van werking. Een ervaren koelmonteur ziet echter wanneer de machine niet goed functioneert.

Veiligheidstest

- Controleer de detectietest "Dirty filter" (Vuil filter) voor de luchtdrukschakelaar (indien gemonteerd): verander de instellingswaarde (menupagina 3413 op de DS50) met betrekking tot de luchtdrukwaarde. Kijk hoe de CLIMATIC reageert.

- Dezelfde procedure kan worden gebruikt voor de detectie van een "Missing Filter" (Ontbrekend filter) (menupagina

3412) of voor "Air Flow Detection" (Luchtstroomdetectie)

(menupagina 3411).

- Controleer de rookdetectiefunctie (indien gemonteerd)

- Druk op de testknop om de Brandmelder te controleren

(indien gemonteerd).

- Koppel de stroomonderbrekers van de condensorventilatoren los en controleer de hogedrukonderbrekingspunten op verschillende koelcircuits.

Omgekeerde draaitest

Deze test is ontworpen om te controleren of de

4-wegomschakelkleppen van omkeerbare warmtepompsystemen goed werken. Start de omgekeerde cyclus door de drempelwaarden voor warm of koud aan te passen overeenkomstig de omstandigheden binnen en buiten op het moment van testen (menu 3320).

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 21

VENTILATIE

SNAARSPANNING

Bij levering zijn de riemschijven nieuw en correct gespannen. Na de eerste

50 draaiuren moet de spanning worden gecontroleerd en bijgesteld. 80% van de totale uitrekking van riemen vindt voornamelijk plaats gedurende de eerste

15 draaiuren.

Voordat u de spanning bijstelt, moet u controleren of de riemschijven correct zijn uitgelijnd.

Als u de snaar wilt spannen, stelt u de hoogte van de motorsteunplaat in met de plaatafstelschroeven.

De aanbevolen doorbuiging is 16 mm per meter van midden tot midden.

Controleer of volgens het onderstaande diagram (afbeelding 10) de volgende verhouding hetzelfde blijft.

A (mm)

P (m)

= 20

De riemen moeten altijd worden vervangen als:

- de schijf op de maximum stand staat,

- het rubber van de riem is versleten of de draad zichtbaar is.

Vervangende riemen moeten van hetzelfde nominale formaat zijn als de riemen die u vervangt.

Als een transmissiesysteem verschillende riemen heeft, moeten ze allemaal van dezelfde fabricagegroep zijn (vergelijk de serienummers).

A

P

NB:

Een onderspannen snaar slipt, wordt heet en slijt vroegtijdig. Indien de snaar daarentegen te strak gespannen is, zal deze door de druk op de lagers oververhit raken en vroegtijdig slijten. Ook slechte uitlijning is de oorzaak van vroegtijdige slijtage.

Afbeelding 10

Pagina 22 - IOM - FLEXY - 0704 -D

VENTILATIE: RIEMSCHIJVEN

RIEMSCHIJVEN MONTEREN EN

AFSTELLEN

Ventilatorriemschijven verwijderen

Verwijder de twee schroeven en plaats er een in de extractieschroefdraad.

Schroef deze volledig in. De naaf en de snaarschijf komen los.

Verwijder de naaf en de snaarschijf met de hand, zonder de machine te beschadigen.

Ventilatorriemschijven installeren

Maak de as, naaf en kegelvormige kern van de snaarschijf schoon en vetvrij. Smeer de schroeven en installeer de naaf en snaarschijf. Zet de schroeven terug zonder ze aan te draaien.

Plaats de eenheid op de as zet de schroeven om en om, en gelijkmatig vast. Tik met een houten hamer op de voorkant van de naaf om het geheel op zijn plaats te houden. Draai de schroeven aan tot 30 Nm.

Neem de naaf in beide handen en beweeg deze krachtig heen en weer, om ervoor te zorgen dat alles op zijn plaats zit.

Vul de gaten met vet ter bescherming.

NB: Tijdens de installatie mag de sleutel nooit uit de groef steken.

Controleer na 50 draaiuren of de schroeven nog op hun plaats zitten.

Snaarschijfmotor installeren en verwijderen

De snaarschijf wordt op zijn plaats gehouden door de sleutel en een schroef in de groef. Verwijder na het ontgrendelen deze schroef door aan de asstang te trekken (indien nodig, gebruik een houten hamer en tik gelijkmatig op de naaf om deze te verwijderen)

U zet alles weer in omgekeerde volgorde in elkaar, nadat u de motoras en de snaarschijfkern schoon en vetvrij hebt gemaakt.

Riemschijven uitlijnen

Na het afstellen van een of beide riemschijven, controleert u de uitlijning van de aandrijving met een liniaal aan de binnenzijde van de twee riemschijven.

OPMERKING: De garantie kan worden beïnvloedt als de transmissie wordt gewijzigd zonder dat u daarvoor eerst toestemming hebt verkregen.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 23

DE LUCHTSTROOM BALANCEREN

De daadwerkelijke weerstand van kanaalsystemen is niet altijd identiek aan de berekende theoretische waarden. Om dit te rectificeren, kan het nodig zijn om de snaarschijf en de rieminstelling aan te passen. Hiertoe zijn de motoren uitgerust met variabele riemschijven.

Meet de hoeveelheid geabsorbeerde ampères

Als de hoeveelheid geabsorbeerde ampères hoger is dan de vermelde waarden, heeft uw systeem een lagere drukval dan is voorzien. Maak de luchtstroom kleiner door het aantal toeren per minuut (tpm) te verminderen. Als de systeemweerstand beduidend lager is dan normaal, bestaat de kans dat de motor oververhit raakt en er een stroomstoring optreedt.

Als de hoeveelheid geabsorbeerde ampères lager is dan de vermelde waarden, heeft uw systeem een hogere drukval dan is voorzien. Maak de luchtstroom groter door het aantal toeren per minuut (tpm) te verhogen. Tegelijkertijd wordt het geabsorbeerde vermogen verhoogd, wat tot gevolg kan hebben dat een grotere motor moet worden geïnstalleerd.

Als u de aanpassing wilt uitvoeren en geen tijd wilt verliezen met opnieuw opstarten, stopt u de machine en vergrendelt u eventueel de hoofdschakelaar.

Maak de 4 inbus schroeven op de snaarschijf los (zie afbeelding 11).

Externe type

8450 /

D8450

8550 /

D8550

8670

D8670

Externe diameter van

Min Ø

/

Min afst.

Max Ø

/

Max afst.

aantal omwentelingen vanaf volledig gesloten tot volledig geopend

120

136

171

95

20,2

110

20,6

145

20,5

116

28,0

131

31,2

166

31,1

5

5

5

5

5

5

Actual Ø (DM) or distance between faces for a given number of turns from fully closed with SPA belt in (mm)

0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5,0 5,5

113,9 111,8 109,7 107,6 105,5 103,4 101,3 99,2 97,1 95,0

21,0 21,8 22,5 23,3 24,1 24,9 25,7 26,4 27,2 28,0

128,9 126,8 124,7 122,6 120,5 118,4 116,3 114,2 112,1 110,0

-

-

21,6 22,7 23,8 24,8 25,9 26,9 28,0 29,1 30,1 31,2

163,9 161,8 159,7 157,6 155,5 153,4 151,3 149,2 147,1 145,0 -

-

21,5 22,7 23,8 24,8 25,7 26,9 27,9 29,0 30,0 31,1 -

U kunt de rotatiesnelheid van de ventilator het gemakkelijkste meten met een tachometer. Als zo’n meter niet beschikbaar is, kan het tpm van de ventilator worden geschat met de volgende twee methoden.

Eerste methode terwijl de snaarschijf op zijn plaats vastzit:

L

INBUSSLEUTEL 4

Meet de afstand tussen de twee buitenvlakken van de snaarschijf.

Aan de hand van tabel 1 kan de daadwerkelijke diameter van de snaarschijfmotor worden geschat

Pagina 24 - IOM - FLEXY - 0704 -D

Afbeelding 11

DE LUCHTSTROOM BALANCEREN

Tweede methode bij het afstellen van de snaarschijf:

- Sluit de snaarschijf volledig en tel het aantal omwentelingen vanaf de volledig gesloten positie.

Bepaal aan de hand van tabel 2 de daadwerkelijke diameter van de snaarschijfmotor.

- Leg de diameter van de vaste ventilatorsnaarschijf (DF) vast.

- Bepaal de rotatiesnelheid van de ventilator aan de hand van de volgende formule: tpm VENTILATOR = tpm MOTOR x DM / DF

LUCHTSTROOM EN ESP CONTROLEREN

Aan de hand van de ventilatorcurven op pagina 25, 26 en 27 kunnen nu de luchtstroom, de totale beschikbare druk (P

TOT

) en de corresponderende dynamische druk (Pd) worden geschat voor een specifiek instelpunt;

De volgende stap bestaat uit het schatten van het drukverlies voor de hele unit.

Deze schatting kan worden gemaakt met behulp van de

"vuil-filter-druksensor" en de tabel met drukvalwaarden voor accessoires:

Ook kan worden aangenomen dat de drukval als gevolg van de kanaalinlaat in de unit op het dak 20 tot 30 Pa is.

Waarbij: tpm MOTOR : ........ vanaf de motorplaat of uit tabel 2

DM : ....................... uit tabel 2

DF: ........................ van de machine

Zijn de riemschijven eenmaal afgesteld en is de riem gecontroleerd en gespannen, start dan de ventilatormotor en leg het aantal ampères en het voltage vast tussen de fasen:

Uitgaande van de gemeten waarden en tabel 2

- Theoretisch mechanisch vermogen bij de as van de ventilator:

P

INT

=

P filter

+ batterij + P

Inlaat

+

P

Opties

Op basis van de bovenstaande resultaten kan de externe statische druk (External Static Pressure, ESP) worden geschat:

ESP = P

TOT

- Pd -

P

INT

P meca ventilator

P meca ventilator

P meca ventilator

P

= P

= P meca Motor elec

x

η

x

η

Transmissie meca motor

x

η

Transmissie

= V x I x

3 x cos ϕ

x

η meca motor meca ventilator x

η

This formula can be approximated in this way

Transmissie

= V x I x 1.73 x 0.85 x 0.76 x 0.9

Tabel 3

-

Informatie motor

Motorgrootte Nom. Snelheid

0,75°kW 1400 tpm

1,1°kW

1,5°kW

2,2°kW

1425°rpm

1430 tpm

1430 tpm

3,0°kW

4°kW

5,5°kW

1425°rpm

1425°rpm

1430 tpm

Cos

0,77

0,82

0,81

0,81

0,78

0,79

0,82

Met de waarde voor "tpm" van de ventilator en het mechanisch vermogen bij de as van de ventilator kunnen een instelpunt en de geleverde luchtstroom worden geschat aan de hand van de ventilator curven.

Tabel 4 -

Drukvalwaarden voor accessoires

MAAT

85

100

120

140

160

190

Luchtstroom (m 3 /u)

Min.

14 000

Economiser EU7

100% open Filter

(Pa)

8

(Pa)

73

Nom.

16 000

Max.

22 000

Min.

16 000

Nom.

Max.

20 000

22 000

10

16

10

14

16

113

159

93

135

159

Min.

18 000

Nom.

Max.

22 000

24 000

Min.

20 000

Nom.

Max.

24 000

25 000

Min.

22 000

Nom.

28 000

Max.

32 000

Min.

24 000

Nom.

33 000

Max.

36 000

18

19

16

22

12

16

18

14

26

18

27

30

113

159

184

135

184

197

87

132

165

101

174

201

21

22

9

13

13

18

21

15

17

10

18

21

Warmwater batterij

Elektrisch verwarmingselement

Roofcurb Horizontaal

S H S H Basisframe Roofcurb

(Pa)

8

(Pa)

16

(Pa)

5

(Pa)

8

(Pa)

18

(Pa)

44

13

18

10

15

18

25

36

20

30

36

8

8

8

10

13

8

10

10

13

15

26

32

26

32

38

57

109

57

90

109

41

44

18

27

25

36

41

30

34

20

36

41

15

15

8

8

10

13

15

10

13

10

13

13

18

20

8

10

13

15

18

15

13

10

13

15

46

50

24

30

32

38

44

35

34

34

41

48

58

63

49

79

33

49

58

40

103

58

109

130 meca motor

0,70

0,77

0,75

0,76

0,77

0,80

0,82

Gas

H

(Pa)

7

10

12

10

12

15

40

43

45

56

29

35

40

31

64

64

77

89

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 25

DE LUCHTSTROOM BALANCEREN

VOORBEELD

De unit die in dit voorbeeld wordt gebruikt, is een FHK 120N met standaardtoevoer en retourluchtstroomconfiguratie. Tevens uitgerust met een economiser en een elektrisch verwarmingselement van type H.

Uitgerust met 2 AT 18-18 -ventilatoren, waarvan de curve op pagina 35 wordt weergegeven, en twee 2,2 kW-motoren.

Elke motor beschikt over:

- Toeren per minuut motor: 1430 tpm

- cos ϕ

= 0,81

- Spanning = 400 V

- Vermogen = 4,68A

P mech vent

= V x I x

√√√√√

3 x cos

ϕ

x

ηηηηη

mech motor

x

ηηηηη

Transmissie

De unit is ook uitgerust met 2 transmissiesets 1

= 400 x 4.68 x

√√√√√

3 x 0.81 x 0.76 x 0.9 = 1,79 kW

- Vaste ventilatorsnaarschijf: 250 mm

- Motorinstelbare snaarschijf type "8450" geopend na 1 omwenteling vanuit volledig gesloten positie of gemeten afstand tussen eindplaten van snaarschijf is 21,8 mm: aan de hand van tabel xxx kan worden vastgesteld dat de motorsnaarschijf een diameter van 111,8 mm heeft.

rpm

VENTILATOR

= rpm

MOTOR

x D

M

/ D

F

= 1430 x 118,2 / 250 = 640 tpm

Met behulp van de ventilatorcurve hieronder kan het instelpunt worden gelokaliseerd.

Voor een eenvoudige berekening is het niet fout om ervan uit te gaan dat de beschikbare externe statische druk bestaat uit

één ventilator die de helft van de nominale stroming verschaft (in dit geval 11.000 m3/u)

Vast kan worden gesteld dat elke ventilator ongeveer 11.000 m3/u levert met een totale druk van P TOT = 400 Pa.

AT 18-18

400

640

Het drukverlies in de unit is de som van alle drukverliezen in de verschillende onderdelen van een unit:

- Batterij en filter (gemeten) = 105 Pa

- Inlaat in de unit = 30 Pa

- Opties = 16 Pa voor de economiser en 13 Pa voor het elektrische verwarmingselement H

P = 105 + 16 + 13 + 30 = 163 Pa

De dynamische druk bij 11.000 m

3

/u wordt onder aan de ventilatorcurve gegeven (pagina 26)

Pd = 85 Pa

De beschikbare externe statische druk is derhalve

ESP = P

TOT

- Pd -

PI

NT

= 400 - 85 - 163 = 152 Pa

11

85 Pa

Afbeelding 24

Pagina 26 - IOM - FLEXY - 0704 -D

DE LUCHTSTROOM BALANCEREN

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FC/FH/FD... 085 - Standaard

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

K11

K12

K13

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

-

AT 15-15 G2L

-

AT 15-15 G2L

-

DUBBEL

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 15-15 S

-

AT 15-15 S

-

AT 15-15 S

FC/FH/FD... 100 - Standaard

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

AT 15-15 G2L

-

AT 15-15 G2L

-

AT 15-15 G2L

-

-

-

-

-

AT 15-15 S

-

AT 15-15 S

-

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

33 (*)

33 (*)

33

(*)

33

(*)

33 (*)

33

33 (*)

33 (*)

33

(*)

33 (*)

33

33 (*)

33

33 (*)

33

(*)

33

(*)

33

33 (*)

33

(*)

33 (*)

33 (*)

33 (*)

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FC/FH/FD... 120 - Standaard

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

-

-

-

-

-

-

-

-

-

DUBBEL

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

FFC/FH/FD... 140 - Standaard

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

-

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

FC/FH/FD... 160 - Standaard

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

FC/FH/FD... 190 - Standaard

K5

K6

K7

K8

K1

K2

K3

K4

K9

K10

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

(*)

De prestaties van dubbele ventilatorunits kunnen worden berekend op basis van het overeenkomstige instellingspunt voor één ventilator (zie de volgende afbeelding) en de toepassing van de onderstaande formules.

- druk: PTwin = P x 1

- volume doorstroomsnelheid: Qb = Q x 2

- bladvermogen: Wb = W x 2,15

- ventilatorsnelheid: Nb = N x 1,05

- Lws: Lwsb = Lws + 3 dB

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 27

DE LUCHTSTROOM BALANCEREN

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG DUBBEL

FC/FH/FD... 085 - afvoer aan de zijkant

K14

K15

K16

K17

K18

K19

K20

K21

-

-

-

-

-

-

-

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

FC/FH/FD... 100 - afvoer aan de zijkant

K10

K11

K12

K13

K14

K15

K16

K17

K18

K19

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

FC/FH/FD... 120 - afvoer aan de zijkant

K10

K11

K12

K13

K14

K15

K16

K17

K18

-

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

FC/FH/FD... 140 - afvoer aan de zijkant

K10

K11

K12

K13

K14

K15

K16

K17

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

AT 18-13 S

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

34

Pagina 28 - IOM - FLEXY - 0704 -D

DE LUCHTSTROOM BALANCEREN

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FG... 085 - Gas

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

K11

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

DUBBEL

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

ADN 355L

AT 15-15 S

ADN 355L

AT 15-15 S

AT 15-15 S

ADN 355L

ADN 355L

FG... 100 - Gas

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

ADN 355L

AT 15-15 S

AT 15-15 S

ADN 355L

AT 15-15 S

ADN 355L

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

33

37

33

37

33

33

33

33

33

37

37

33

33

33

33

37

33

33

37

33

37

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FG... 120 - Gas

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

-

-

-

-

-

-

-

-

DUBBEL

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

FG... 138 - Gas

K1

K2

K3

K4

K5

FG... 160 - Gas

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

FG... 190 - Gas

K5

K6

K7

K8

K1

K2

K3

K4

K9

K10

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 400

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

ADN 450 L

RDN 450 K

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

38

38

38

38

38

38

38

38

38

38

38

38

38

39

39

39

39

39

39

39

39

39

36

39

39

39

39

39

39

39

39

39

39

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 29

LUCHTSTROOM BALANCEREN

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FX... 025 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

DUBBEL

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

FX.. 030 Binnen

K5

K6

K7

K8

K1

K2

K3

K4

K9

K10

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

FX... 035 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

FX... 040 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

FX... 055 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

32

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

FX... 110 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

FX... 140 Binnen

K5

K6

K7

K8

K1

K2

K3

K4

FX... 170 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FX... 070 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

K10

K11

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

DUBBEL

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

FX... 085 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

K8

K9

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

FX... 0100 Binnen

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

Pagina 30 - IOM - FLEXY - 0704 -D

LUCHTSTROOM BALANCEREN

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FX... 025 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

K6

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

DUBBEL

-

-

-

-

-

-

FX... 030 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

AT 12-12 S

FX... 035 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

FX... 040 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

K6

K7

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

FX... 055 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

FX... 070 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

K6

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

32

32

32

32

32

32

35

35

35

35

35

35

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

33

32

32

32

32

32

KIT

NR

TYPE VENTILATOR

ENKELVOUDIG

FX... 085 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

DUBBEL

-

-

-

-

-

FX... 100 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

-

-

-

-

-

FX... 110 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

K6

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

FX... 140 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

FX... 170 Buiten

K1

K2

K3

K4

K5

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 18-18 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

AT 15-15 S

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

CURVE

AFBEELDING

OP PAGINA

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

35

33

33

33

33

33

35

35

35

35

35

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 31

LUCHTSTROOM BALANCEREN

AT 12-12 VENTILATOR

Pagina 32 - IOM - FLEXY - 0704 -D

LUCHTSTROOM BALANCEREN

AT 15-15 VENTILATOR

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 33

LUCHTSTROOM BALANCEREN

AT 18-13

Pagina 34 - IOM - FLEXY - 0704 -D

LUCHTSTROOM BALANCEREN

AT 18-18 VENTILATOR

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 35

LUCHTSTROOM BALANCEREN

RDN 450 VENTILATOR

Pagina 36 - IOM - FLEXY - 0704 -D

LUCHTSTROOM BALANCEREN

ADN 355 VENTILATOR

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 37

LUCHTSTROOM BALANCEREN

ADN 400 VENTILATOR

Pagina 38 - IOM - FLEXY - 0704 -D

LUCHTSTROOM BALANCEREN

ADN 450 VENTILATOR

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 39

filters

FILTER VERVANGEN

Nadat u het inspectieluik van de filters hebt geopend, tilt u de borghendel op.

Vervolgens kunt u de filters heel gemakkelijk verwijderen en vervangen: u schuift de vuile filters uit hun houders en u schuift de schone filters in de houders.

De CLIMATIC-controller kan het drukverlies controleren in het filter (als de optie aanwezig is).

De volgende instellingen kunnen afhankelijk van de installatie worden aangepast.

"Airflow" (Luchtstroom)op pagina 3411 = 25 Pa standaard

"No filter" (Geen filter) op pagina 3412 = 50 Pa standaard

"Dirty Filter" (Vuil filter) op pagina 3413 = 250 Pa standaard

Het daadwerkelijke drukverlies dat is gemeten in de batterij, kan worden afgelezen op het Climatic-display

DS50 in menu 2131.

De volgende fouten kunnen worden opgespoord:

-Foutcode 0001 AIRFLOW FAILURE (storing in de luchtstroom), indien de gemeten

P in het filter en de batterij onder de waarde ligt die is ingesteld op pagina 3411.

-Foutcode 0004 DIRTY FILTERS (vuile filters), indien de gemeten

P in het filter en de batterij boven de waarde ligt die is ingesteld op pagina 3413.

-Foutcode 0005 MISSING FILTERS (filters ontbreken), indien de gemeten

P in het filter en de batterij onder de waarde ligt die is ingesteld op pagina 3412

Pagina 40 - IOM - FLEXY - 0704 -D

VENTILATIE: AIRSOCK REGELING

AIRSOCK REGELING

Werking van de AIRSOCK REGELING

Door het gebruik van luchtzakken voor airconditioning kunnen grote luchtvolumes met een lage snelheid worden verdeeld. Deze optie wordt steeds vaker gebruikt in veel toepassingen. Om met deze trend mee te gaan zijn de units uitgerust met een airsock regeling die ervoor zorgt dat de luchtzakken langzaam worden gevuld tijdens het opstarten. BALTIC is uitgebreid met een elektronisch apparaat om de ventilator langzaam te laten starten. Het duurt maximaal 1 minuut om van 0% luchtstroming tot de volledige luchtstroming te komen.

OPSTARTEN

Phase rotation check

Fasedraaicontrole

Als de fasedraai niet juist is, geeft de AIRSOCK REGELING een fout weer (rode LED). Twee van de fasen moeten in dat geval worden omgekeerd waarna de opstartcyclus opnieuw kan worden gestart.

De regelaar van de AIRSOCK REGELING geeft in twee gevallen een voortdurend brandende rode

LED weer:

- Motor niet-aanwezig (6s)

- Ontbrekende fase (6s)

Elke aanpassing van de AIRSOCK REGELING moet worden gedaan met de voeding uitgeschakeld.

De thermische overbelastingslimiet voor de motor legt een stroombeperking op tijdens het versnellingsstadium. Als daarom de geselecteerde helling te steil is, kan de vooraf gedefinieerde limiet worden bereikt: bij een knipperend rood lampje past u de potentiometer P3 aan, waarna de regelaar op basis daarvan automatisch de spanningsinstelling vermindert. Als de stroom vervolgens weer onder de limiet komt, wordt de opstartcyclus hervat.

Het groene lampje schakelt zichzelf uit aan het einde van de AIRSOCK REGELING.

Veiligheid

Limiet voor overmatige vertraging

In de versnellingsfase van de motor, gaat bij een knipperend rood lampje de motor zeer sterk langzamer draaien en stopt deze bij een storing na 80s (rode lampje blijft branden).

Stroombeveiliging van de Thyristor

De AIRSOCK REGELING geeft een fout weer (rode lampje) als de stroom de stroomlimieten van de thyristor overschrijdt:

125 A gedurende 0,4 sec.

87,4 A gedurende 2 sec.

75 A gedurende 6 sec.

62, 5 A gedurende 20 sec.

Deze tijd is onderverdeeld in verscheidene stadia:

- Deze eerste spanningsinvoer is bedoeld voor het "verwijderen van de riemen van de riemschijven": 0,5s ("BOOST")

- In het tweede stadium wordt de luchtzak opgeblazen: gedurende 30s op ongeveer halve nominale snelheid

- Tot slot wordt de druk in de luchtzak geleidelijk opgevoerd gedurende de laatste

30 seconden. De motor bereikt de nominale snelheid en de regelaar wordt kortgesloten. De motor wordt on line gevoed door de spanning van het elektrische netwerk.

Huidige

Afb. 42

Overstroomlimiet

1 st spanning

"Boost"-invoer

Luchtzak

Opblazen

30s (5s)

Versnelling 15 tot

30 sec.

A

IRSOCK

REGELING

uit

De motorsnelheid wordt geregeld via het variëren van de voedingsspanning van elke fase bij een constante frequentie.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 41

VENTILATIE: AIRSOCK REGELING

De opstartprocedure duurt te lang.

Indien na 80s de airsock regeling niet de motor heeft gelijkgericht aan het elektrische netwerk, stopt de motor: rood lampje blijft branden.

Opmerking: in het geval van een weigerende luchtzak, kan de vooropblaasfase met 5 seconden worden teruggebracht (dankzij de schakelaar, afb. 12)

AIRSOCK

REGELING

UIT

Regelaar uit V=0

MOTOR UIT

Groene lampje = 0

Rode lampje = 0

MOTOR UIT

Groene lampje = 1

Rode lampje = 1

Stroom + regelaar

AAN

Groene lampje = 1

Rode lampje = 0

Regelaar AAN

Stroom UIT

T°C Fout

Thyristor

FASE-

DRAAIING

CONTROLE

NIET OK

OK

OPBLAZEN

Groen lampje = 1

Rode lampje = 0

I > I max.

Snelheid = 0

T > 1 min.

20 sec.

I < Imin.

VERSNELLING

Groene lampje = 1

Rode lampje = 0

(Als stroomregelaar

ON)

I > I max.

Snelheid = 0

T > 1 min.

20 sec.

I < Imin.

REGELAAR UIT

motor aangesloten op netvoeding

Afb. 12

Rood lampje

Groen lampje

P1: vooropblazen

P2: Versnelling

P1: Imax

Schakelaar

Pagina 42 - IOM - FLEXY - 0704 -D

WARMWATERBATTERIJEN

HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN

Het verwarmingselement wordt aangesloten op de isolatieafsluiters. Twee sleutels zijn nodig om de verbindingen vast te zetten, waarbij een van de sleutels de afsluiterbehuizing vasthoudt. Als niet beide sleutels worden gebruikt, kunnen de pijpen worden beschadigd waardoor de garantie vervalt.

Ga als volgt te werk:

- Open de afsluitkranen en zet de driewegafsluiter in de middelste stand (draai het duimwiel naar de middelste stand).

- Vul het hydraulisch systeem en ontlucht de batterij via de luchtopening

(afbeelding 13).

- Controleer de aansluitingen op mogelijke lekken.

- Zet de driewegafsluiter op automatisch.

Afbeelding 13

ELEKTROLYTISCHE CORROSIE

Let goed op corrosievorming als gevolg van een elektrolytische reactie die ontstaat door ongebalanceerde randaarde.

EEN BATTERIJ DIE DOOR EEN

ELEKTROLYTISCHE REACTIE BESCHADIGD

IS, VALT NIET ONDER DE GARANTIE.

ANTIVRIESBEVEILIGING

1) Gebruik glycolwater

GLYCOL IS DE ENIGE

EFFECTIEVE BESCHERMING TEGEN BEVRIEZING

Antivries moet de unit beschermen en ijsvorming in de winter voorkomen.

Waarschuwing: antivries op basis van monoethyleenglycol heeft in combinatie met lucht een corrosieve werking.

2) Tap de installatie af

U moet ervoor zorgen dat op alle hoge punten in het systeem handmatige of automatische ontluchtingskleppen zitten.

Controleer voor u het systeem aftapt of op alle lage punten van het systeem aftapkranen zijn aangebracht.

Om af te tappen, opent u alle kleppen en moet u niet vergeten om de unit in lucht te plaatsen.

EEN VERWARMINGSELEMENT DAT ALS GEVOLG

VAN EEN LAGE OMGEVINGSTEMPERATUUR IS

BEVROREN, VALT NIET ONDER DE GARANTIE.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 43

VERWARMING: gasbrander

CONTROLES VOORAFGAANDE AAN HET OPSTARTEN

GASSTROOM (voor G20 bij 20 mbar en 15°C) m

3

/u

OPMERKING:

WERKZAAMHEDEN AAN HET GASSYSTEEM DIENEN UITSLUITEND

DOOR HIERVOOR OPGELEID PERSONEEL TE WORDEN UITGEVOERD.

DEZE UNIT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD CONFORM DE LOKALE

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN - REGELS EN MAG UITSLUITEND

WORDEN GEBRUIKT IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.

LEES DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT AANDACHTIG

VOORDAT U EEN UNIT START.

VOORDAT U EEN UNIT MET EEN GASBRANDER IN GEBRUIK NEEMT,

BENT U VERPLICHT TE CONTROLEREN OF HET

GASDISTRIBUTIESYSTEEM (type gas, beschikbare druk…)

COMPATIBEL IS MET DE AFSTELLING EN INSTELLINGEN VAN DE UNIT.

Controleer of er voldoende ruimte is rond de unit en of u overal bij kunt.

- Controleer of u zich zonder problemen rond de unit kunt bewegen.

- Er moet een ruimte van minimaal één meter worden vrijgelaten vóór de uitlaatpijp voor verbrand gas.

- De verbrandingsluchtinlaat en de uitlaat (of uitlaten) voor verbrand gas mogen op geen enkele manier worden geblokkeerd.

Maten van toevoerleidingen in het netwerk

STEKKERAANSLUITING VOOR GASBRANDER: 3/4"

Controleer of de gastoevoerleiding de branders van voldoende druk en gas kan voorzien om de nominale verwarmingsuitvoer te bieden.

Stekkeraansluiting voor gasbrander: 3/4"

UNITGROOTTE 85

S-STROOM

H-STROOM

5,7

11,5

100

5,7

11,5

120

11,5

17,2

140

11,5

17,2

160

11,5

17,2

190

11,5

17,2

Voor modulerend gas is er slechts H-vermogen voor kast

C, D & E

- De gastoevoer naar een Rooftop-gasunit moet worden aangelegd volgens correcte technische procedures en conform de lokale veiligheidsregels en -verordeningen.

- In elk geval moet de diameter van de pijpleiding die op elke Rooftop-unit is aangesloten, niet kleiner zijn dan de diameter van de aansluiting op de Rooftop-unit.

- Zorg dat er een afsluiter is geïnstalleerd voordat ELKE

Rooftop wordt geïnstalleerd.

- Controleer of de voedingsspanning naar de uitgang van de stroomvoorziening transformator T3 van de brander: deze moet tussen 220 en 240V liggen.

DE GASBRANDER STARTEN

UNITGROOTTE 85

S-STROOM 1

H-STROOM 2

Tabel 4 -

100

1

2

120

2

4

Standaard-opstartchronologie

140

2

4

160

2

4

190

2

4

Ontlucht de leiding vlak bij de aansluiting op de ontstekingsregelafsluiter een paar seconden.

- Controleer of de behandelings"ventilator" in de unit draait.

- Stel de regelaar in op "AAN". Hierdoor wordt de gasbrander gebruikt.

- Verhoog de ingestelde temperatuur

(kamertemperatuurinstelling) tot een temperatuur die hoger ligt dan de daadwerkelijke kamertemperatuur.

Tijd in seconden

Acties

Regeling van de reeks acties

Afzuigventilator

Rookafzuigventilator "AAN"

Ontstekingsvonk-elektrode 4 sec.

Fire-up spark electrode 4s

Opening van de gasklep

"Hoge warmte"

Vlamvoortplanting richting de ionisatiesensor

Als ionisatie plaatsvindt binnen

5 sec.: normale werking

Zo niet dan wordt er een fout gemeld op

de bedieningskast voor de ontsteking

Na 5 minuten wordt een fout gemeld op de Climatic-controller

If incorrect sequence refer to the fault analysis table to identify the problem.

Pagina 44 - IOM - FLEXY - 0704 -D

VERWARMING: gasbrander

DRUKAANPASSINGEN OP DE HONEYWELL

DRUKREGULERENDE KLEP TYPE VK 4105 P

Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van

300 mbar:

Controle van de injectiedruk bij hoge warmte

- Plaats het slangetje van een "nauwkeurige" manometer op de uitlaat poort (afbeelding 17) van de gasregelklep nadat u de schroef met één draaiing hebt losgemaakt.

Afb. 14

- De brander moet voor deze controle in de modus Hoge warmte werken.

- Plaats het slangetje van een "nauwkeurige" manometer op de inlaat drukpoort (afbeelding 14) van de gasregelklep nadat u de schroef met één draaiing hebt losgemaakt.

POORT VOOR

METING

LAGE

WARMTE

AANPASSEN

AFSTELLING

HOGE WARMTE

HIERONDER

Afb. 15

- Controleer de Inlaat druk en stel deze, indien nodig, bij tot

20,0 mbar (G20) of 25,0 mbar voor Groningen (G25), of

37,0 mbar voor propaan (G31) na ontsteking van de gasbrander.

(afbeelding 15)

Afb. 16

- Controleer de UITLAAT druk op de klep en stel deze, indien nodig, bij tot 8,4 mbar (G 20) / 12,3mbar voor

Groningen (G25) en 31,4 mbar voor propaan (G31)

(afbeelding 16).

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 45

VERWARMING: gasbrander

Controle van de injectiedruk bij lage warmte

- Schakel de regelaar naar Lage warmte

- Controleer de Uitlaat druk en stel deze, indien nodig, bij tot 3,5 mbar (G20) en 5 mbar voor Groningen (G25), of 14 mbar voor propaan (G31) (afbeelding 17).

Tabel met drukaanpassingen voor elk type gas

Categorie Toevoerdruk

G20 20.0 +/-1

G25

(Groningue)

25.0 +/-1.3

G31 (GPL) 37.0 +/-1.9

Injectie bij Injectie bij lage warmte hoge warmte

3.5 +/-0.1

5.0 +/-0.1

14.0 +/-0.3

8.4 +/-0.2

12.3 +/-0.2

31.4 +/-0.6

Elektrische geleiding

Afb. 17

2,90K

- Check these values with an Ohmmeter..

1,69K

Afb. 18

- Na het aanpassen van de lage warmte, moet u de hoge warmte opnieuw controleren

- plaats de stoppers opnieuw en sluit de drukpoorten.

Pagina 46 - IOM - FLEXY - 0704 -D

VERWARMING: gasbrander

VEILIGHEIDSCONTROLES BRANDER

Test van de drukschakelaar van de rookafzuiging.

- Maak, terwijl de gasbrander werkt, de flexibele slang los die is aangesloten op het drukaftakpunt op de drukschakelaar (afb. 19).

- De vlam moet verdwijnen en de afzuigventilator moet blijven draaien.

- Er wordt echter GEEN fout weergegeven op de bedieningskast voor de gasontsteking of op de CLIMATIC.

Afb. 19

Test ionisatiesensor

-Koppel, terwijl de brander werkt, de terminalaansluiting van de ionisatiesensor los op de bedieningskast voor de gasontsteking.

- Nadat u de slang weer hebt aangesloten, wordt de brander opnieuw gestart na een periode van 30 tot

45 seconden van voorventilatie.

Test van de gasdrukschakelaar

- Sluit, terwijl de gasbrander werkt, de hoofdafsluiter die zich vóór de rooftop bevindt (afb. 20).

Afb. 20

- De vlam dooft.

- De ventilator loopt nog en er wordt geprobeerd de brander opnieuw te ontsteken (cyclus voor hernieuwde ontsteking bedraagt 30 tot 45 seconden).

- Als de ontstekingssensor aan het einde van de ontstekingsvolgorde niet opnieuw is aangesloten, stopt de brander helemaal.

- Het foutlampje op de bedieningskast voor de gasontsteking is AAN.

- Stel de bedieningskast voor de gasontsteking handmatig opnieuw in om de fout op te heffen.

RAADPLEEG IN GEVAL VAN PROBLEMEN HET

STROOMDIAGRAM MET DE OPSTARTVOLGORDE OP DE

VOLGENDE PAGINA

- De brander stopt helemaal.

- Er wordt echter GEEN fout weergegeven op de bedieningskast voor de gasontsteking. Na 6 minuten geeft de CLIMATIC een fout weer.

- Reset de CLIMATIC.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 47

VERWARMING: gasbrander

OPSTARTVOLGORDE BIJ HET ONTSTEKEN VAN DE GASBRANDER

Bediening vanaf de bedieningskast

Thermostaat GAS = Gesloten

NEE

NEE

Thermostaatlimiet opgeven?

(Automatisch resetten)

JA

Lagedrukgasschakelaar?

JA

Signaal bedieningskast gasontsteking

Afzuigventilator AAN

Luchtdrukschakelaar AAN

Thermostaat naontsteking AAN?

JA

Voorventilatie 30 seconden

Ontstekingselektrode 4 sec.

Gasafsluiter open

Ionisatie 1 seconde na het einde van de ontstekingsvonk?

JA

Gasafsluiter blijft open

Normale werking

Luchtdrukschakelaar AAN of thermostaat naontsteking?

JA

Signaal van ionisatiesensor nog steeds AAN?

NEE

NEE

NEE

NEE

JA

Gasafsluiter wordt gesloten

BRANDER STOPT

Fout op gasbedieningskast

Gasafsluiter wordt gesloten

BRANDER

STOPT

6 minuten vertraging

FOUT OP CLIMATIC

Pagina 48 - IOM - FLEXY - 0704 -D

VERWARMING: gasbrander

PROBLEMEN OPLOSSEN MET DE GASBRANDER

Als er fouten worden weergegeven op de CLIMATIC

- Reset de CLIMATIC.

- Controleer het voltage: 230 V na stroomonderbreker.

- Controleer of de GASafsluiters geopend zijn.

- Controleer de GASdruk bij de inlaat van de GASafsluiters. Deze druk moet >20 mbar zijn als de branders zijn uitgeschakeld.

- Pas de instellingen aan voor de brander. Verhoog de kamertemperatuurinstelling tot een temperatuur die hoger is dan de daadwerkelijke kamertemperatuur.

Tabel 6

TRAP NORMALE

WERKING

MOGELIJKE

FOUT ACTIE

Alle lampjes UIT

= fout in de ventilatorthermostaat

Geel & rood

Verwarming Groen, geel & Lampje UIT

Gevraagde rode lampje AAN = onvoldoende gas toevoer

+ Controle verbindingen

in de ventilator thermostaat

+ Controleer klep opening

& toevoerdruk rode lampje UIT

= fout in de oververhitting thermostaat op de gasbrander steunbalk

+ Controleer thermostaat bediening na handmatig opnieuw instellen

Na 10 seconden wordt uit veiligheid

+ Controleer de aansluitingen van de regelaar blokering op de gasklep uitgeschakeld zijn gestart + Controleer impedantie van elektra voor de ontsteking wordt bedieningskast elektronische klep:

(1) = 2,90k; ;

(2) = 1.69k (afb. nr. 18, p 46)

Lampje AAN Afzuigventilatoren Er gebeurt niets + Controleer de vrije beweging van het ventilatorwiel

+ Controleer elektrische verbinding

van de gasontsteking in bedieningskast en op EF-aansluitbord

+ Controleer voedingsspanning ventilator.

MOGELIJKE

OPLOSSING

+ Vervang thermostaat

+ Herstel gastoevoer

+ Vervang thermostaat

+ Opnieuw plaatsen van de regeling op de gasklep

+ Vervang klep

+ Vervang ventilator

+ Vervang EF-

aansluit-

bord , indien nodig

Na 30 tot 45 seconden:

Afzuigventilator voorventilatie. De is ON ontstekingselektrode moet vonken

Voortdurende ventilatie Na een paar

Voortdurende

Ventilatie zonder vonken van ontstekingselektrode

Na 4 seconden

wordt de gasbrander nog steeds niet en wordt bij de bedieningskast uit veiligheid uitgeschakeld uit veiligheid de ontsteking uitgeschakeld

+ Controleer de ontstekingselektrode

+ Controleer het drukverlies bij de luchtdrukschakelaar:

Deze moet hoger zijn dan 165 Pa

+ Controleer de juiste werking van de luchtdrukschakelaar met een Ohmmeter en door kunstmatig de slang in de slang te verlagen

+ Controleer druk gasinjectie tijdens het opstarten

(waarde voor hoge warmte)

+ Vervang de bedieningskast van het gasblok en vonken seconden wordt Na 4 seconden van ontstekings- de gasbrander gaat de gasbrander elektrode ontstoken ontstoken MAAR wordt uit veiligheid uitgeschakeld vanaf de bedienings- kast

+ Controleer positie en aansluiting van de ionisatiesensor. Deze mag niet geaard zijn (230V)

+ Controleer of R.C.-circuit van de transformator van

de gasbrander goed is aangesloten op de 0-pool

+ Meet de ionisatiestroom: deze moet hoger zijn

dan 1,5 microampère.

+ Controleer het type gas.

+ Plaats de slang van de drukschakelaar opnieuw

+ Vervang de drukschakelaar

+ Verwijder de lucht uit de gasleidingen

+ Stel voor de injectiedruk

een hoger waarde in

+ Vervang de bedieningskast als de gasklep

OK is

+ Controleer de hele elektrische voeding.

+ Pas de toevoer en injectiedruk indien gas anders is dan aardgas

G20 :( G25 Gas uit

Groningen bijvoorbeeld).

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 49

VERWARMING: gasbrander

DE GASBRANDER DEMONTEREN VOOR

ONDERHOUDSDOELEINDEN

Aanbevolen voorzorgsmaatregelen

- Isoleer de unit met behulp van de scheidingsschakelaar.

- Sluit de scheidingsgasafsluiter voor de unit af.

- Koppel de leidingen los. Bewaar de afdichtingen.

De rookgasafvoer demonteren

- Koppel de elektrische aansluiting van de ventilator los en verwijder de schroeven die de ventilator op zijn plaats houden.

- Zorg ervoor dat er geen losse moeren in de rookafvoer terechtkomen.

LET OP: Controleer of de drukslang die door de drukschakelaar voor de rookafvoer wordt gebruikt, in de juiste positie is geplaatst.

De "steunbalk van de brander" demonteren

- Koppel de elektrische aansluiting op het elektrische aansluitbord EF 49 los

- Verwijder de twee schroeven die de gasblok op zijn plaats houden.

- Verwijder voorzichtig de "steunbalk van de gasbrander" en zorg ervoor dat de elektroden niet beschadigd raken.

Lijst met de vereiste uitrusting voor het onderhoud en het opstarten

- Een nauwkeurige manometer van 0 tot 3500 Pa (0 tot 350 mbar): 0,1% volledige schaal.

- Een multimeter met een ohmmeter en een microampèremeter

- Een bahco

- Dopsleutelset: 8, 9, 10 en 13.

- Schroevendraaiers, diameter 3 en 4, kruiskopschroevendraaier nr. 1

- Stofzuiger

- Verfkwast

STEUNBALK GASINJECTORS

Pagina 50 - IOM - FLEXY - 0704 -D

GASBRANDERS

60 KW BRANDER VOOR FGX 85- EN 100-MODELLEN

1

2

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 51

GASBRANDER

120 KW BRANDER VOOR FGX 85-,100-,120-,140-,160- & 190-MODELLEN

1

2

3

Pagina 52 - IOM - FLEXY - 0704 -D

GASBRANDER

180 KW BRANDER VOOR FGX 120-,140-,160- & 190-MODELLEN

1

2

3

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 53

functies softwarebesturing

SOFTWAREFUNCTIES EN LOGICA VAN DE CLIMATIC 50

Standaard is de CLIMATIC™50 voorzien van 4 programmeerbare tijdzones per dag op 7 dagen. In elk van de 4 tijdzones kunnen de verwarmingsinstellingen, de koelinstellingen, de minimale toevoer van verse lucht, de vochtigheidsinstellingen hoog en omhoog, en zelfs de verschillende autorisaties voor het koelen of verwarmen worden aangepast.

De CLIMATIC™ 50 biedt een aantal verschillende externe displayvensters, afhankelijk van de vereisten van de klant en de toepassing van het systeem. Het is mogelijk om standaard een alarm in te stellen (met instelbare lage en hoge waarde) op basis van de ruimtetemperatuur en vochtigheidsgraad.

LOGICA VAN DE BESTURINGSSOFTWARE

In de CLIMATIC™ 50 gebruikt Lennox niet langer meer de traditionele stapsgewijze besturing

Voorbeeld:

De kamerinstelling is 25°C met een unit met

3 compressoren.

Delta vs kamerinstellingsKamer Cap.

COMP COMP COMP instellingspunt temperatuur factor 1 2 3

+0 Hoger 0% UIT UIT UIT

+1

+2

+3

+2

+1

0

-1

0

Hoger

Hoger

Hoger

Lager

Lager

Lager

Lager

Hoger

35%

70%

100%

100%

100%

100%

60%

60%

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

UIT

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

AAN

UIT

UIT

AAN

AAN

AAN

AAN

UIT

UIT

Capaciteitsfactor

Deze wordt gebruikt om de exacte capaciteit vast te stellen die op een bepaald moment is vereist om sneller en nauwkeuriger te kunnen reageren op een grotere of kleinere vraag.

De capaciteitsfactor is een percentage van de totale capaciteit van de koeling of de verwarming.

Reactiviteit.

De reactiviteit bepaalt hoe snel de capaciteitsfactor moet worden gewijzigd.

Hiervoor wordt de volgende berekening gebruikt:

Percentage van de capaciteit / Graden °C (kamertemp. VS instelling) / minuut

Voorbeeld:

Een rooftop-unit met drie circuits waarvan twee van drie compressoren werken, heeft een capaciteitsfactor van 66%

Zo heeft een rooftop met drie circuits met een modulerend elektrisch verwarmingselement dat op 20% van zijn capaciteit werkt, een CF van:

Capaciteitsfactor = 25%+25%+25%+5% = 80%

Voorbeeld:

Als de reactiviteit is ingesteld op 3% / °C / min geldt deze berekening: de capaciteitsfactor kan van 0 naar 30% gaan in

10 minuten indien Delta Kamertemp. VS Instelling is 1°C

Of capaciteitsfactor kan van 0 naar 60% gaan in 4 minuten indien Delta Kamertemp. VS Instelling is 5°C

De reactiviteit kan worden gewijzigd met de

CLIMATIC™ 50. Hoe groter de reactiviteit, des te sneller de rooftop op een verandering zal reageren.

De capaciteitsfactor wordt hoger, lager, of blijft gelijk, afhankelijk van het temperatuurverschil tussen de instelling en de kamertemperatuur, maar ook afhankelijk van de mate waarin de kamertemperatuur zich wijzigt:

Kamertemperatuur/instelling

In de volgende tabel wordt aangegeven wat het effect is van een wijziging van de reactiviteit op de capaciteitsfactor:

Dit geeft aan dat door de reactiviteit te vergroten, de unit de instelling sneller bereikt, maar dat het energieverbruik

(capaciteitsfactor) groter is.

+4

+2

CAPACITEIT

FACTOR IS

GELIJK

0

-2

-4

CAPACITEITSFACTOR

IS LAGER

(VERMINDER DE

CAPACITEIT)

CAPACITEITSFACTOR

IS HOGER

(VERHOOG DE

CAPACITEIT)

CAPACITEIT

FACTOR IS

GELIJK

Kamertemperatuur/ wordt lager

Pagina 54 - IOM - FLEXY - 0704 -D

Kamertemperatuur/ wordt hoger

REACTIVITEIT: 3

DELTA +5

DELTA +3

DELTA +1

15%

9%

1%

1 MIN.

75%

45%

15%

100%

90%

30%

5 MIN.

10 MIN.

REACTIVITEIT: 6

DELTA +5

DELTA +3

DELTA +1

30%

18%

2%

1MIN

100%

90%

30%

100%

100%

60%

5 MIN.

10 MIN.

functies softwarebesturing

OVERIGE FUNCTIES

Dynamische instelling

Met deze functie kan de instelling worden gewijzigd op basis van de buitentemperatuur.

Voorbeeld:

Als de instelling 25°C is

En de dynamische instelling is ingesteld op 6°C

Geldt bij de volgende buitentemperatuur het volgende: Bij

31°C (25°C + 6°C) volgt de instelling de buitentemperatuur met een temperatuurverschil van 6°C.

Instellingspunt

28˚C

27˚C

26˚C

25˚C

24˚C

23˚C

22˚C

Dynamische instelling: 6°C

26˚C 27˚C 28˚C 29˚C 30˚C 31˚C 32˚C 33˚C 34˚C

Buitentemperatuur

LIJST MET INSTELLINGEN CODE COMFORT SERVICE

PER ZONE DISPLAY DISPLAY

BUITENTEMPERATUUR

Gemiddelde instelling 3311

Dynamische instelling 3321

Instelling koeling 3322

Instelling verwarming 3323

Prioriteit bij verwarming 3324

Ja

Ja

0

0

0

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

OPNIEUW VERWARMEN

VAN VERSE LUCHT

geactiveerd 3331

Prioriteit bij verwarming 3332

0

0

Ja

Ja

VOCHTIGHEID :

Luchtontvochtiging 3341

Luchtbevochtiging 3342

AUTORISATIE

Vrije koeling

Verse lucht op CO2 3354

Mechanische koeling 3355

Mechanische verwarming 3356

Aanvullende verwarming 3357

Luchtbevochtiging: AAN/UIT 3358

Low Noise 3359

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

OVERIG

Ventilatormodus: Aan / Uit 3351

Ventilator Dode zone 3352

Minimale verse lucht (%) 3353

PLANNING

Begin van elke zone voor elke dag

Start Uno 3211

Start.Uno

3212

Start z.A

3213

Start.z.A

3214

Start z.B

3215

Start.z.B

3216

Start z.C

3217

Start.z.C

3218

0

0

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Als u deze functie niet wilt gebruiken, stelt u de dynamische instelling in op 99

Tijdzones en planning

Bij de Climatic50 is de planning volledig veranderd:

* De eerste dag van de week is maandag.

* Er wordt automatisch overgeschakeld van wintertijd naar zomertijd.

* Er kan een standby-modus worden ingesteld van één tot en met zeven dagen.

* Er kunnen per dag drie zones worden ingesteld als de unit in bedrijf is en één als de unit zich in de standby-modus bevindt.

Voor elke zone kan een reeks instellingen en functies worden gewijzigd of geselecteerd, afhankelijk van het type display dat wordt gebruikt.

Voorbeeld van zone-instelling:

08:00 uur12:00 uur14:00u 20:00 uur

Maandag

Standby

ZA

Zaterdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Geforceerde modi

ZB ZC

Standby

Elke zone wordt bepaald door de starttijd van de zone.

3 uur opheffen

Op de CLIMATIC TM 50 kan een periode van drie uur worden geforceerd waarin de instellingen worden opgeheven:

Met deze functie kan een nieuwe instelling voor de kamertemperatuur en de vereiste verse lucht worden ingesteld voor een periode van drie uur. Na deze periode of eerder wordt de oorspronkelijke instelling weer van kracht door het indrukken van "esc".

Geforceerde standby-zone (of ZA, ZB, ZC)

De instellingen voor de standby-zone (of ZA, ZB, ZC) kunnen worden geforceerd voor een periode van maximaal zeven dagen. Vervolgens worden de oorspronkelijke instellingen weer van kracht aan het einde van de gedefinieerde periode of eerder door op "esc" te drukken.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 55

functies softwarebesturing

Prioriteiten bij verwarming

Het is mogelijk om prioriteiten voor de verwarming in te stellen, afhankelijk van de buitentemperatuur.

Voor compressoren: lees deze instructies 3611, 3612, 3613 aandachtig door.

Voor elektrische verwarmer: lees de instructies 3721 aandachtig door.

T toevoerlucht

= T retourlucht

x %

Retourlucht

+ T verse lucht

x % verse lucht

De kalibratieprocedure vindt periodiek plaats als alle ingangen voor koelen of verwarmen zijn uitgeschakeld. Met de instructie 3516 kunt u de kalibratie voorkomen.

Dynamisch ontdooien

Voorbeeld:

Voor de verwarming kan bijvoorbeeld worden ingesteld dat op basis van energiekosten op een unit met een dubbele brandstoftoevoer deze moet lopen in de warmtepompmodus als de temperatuur boven de 0°C komt en onder die temperatuur moet overschakelen op de gasbrander.

Temperatuur verschil tussen batterij en buiten

Batterij

Schoon

Batterij bevriest

Start ontdooicyclus

Batterij bevroren

Stapsgewijze start

Na een stroomstoring kunnen de units opnieuw een voor een worden gestart om een eventuele overspanning te voorkomen.

De units hoeven niet gekoppeld te zijn. Aan de units moet alleen een adres zijn toegewezen tijdens de inbedrijfstelling. Ze worden na 10 seconden x hun

"adresnummer" opnieuw gestart op het moment dat de stroom weer wordt ingeschakeld.

Voorbeeld:

Als een unit het adresnummer 3 krijgt toegewezen, wordt de unit ingeschakeld 30 seconden (3 x 10 seconden) nadat de stroom weer is ingeschakeld.

Wijziging van de verse lucht en kalibratie op de

Economiser

Het werkelijke volume verse lucht dat in het systeem wordt gebracht, is niet altijd in verhouding met het percentage waarmee de klep voor verse lucht wordt geopend. Dat geldt met name als het retourluchtkanalensysteem is aangepast voor een overmatig drukverlies.

Dit heeft vaak tot gevolg dat er een extreme hoeveelheid verse lucht het systeem in wordt geleid, waardoor de gebruikskosten van het systeem toenemen.

De toevoer van verse lucht wordt nu beheerd door het gebruik van drie temperatuursensors: Eén in de toevoerluchtstroom, één in de retourlucht en één voor de buitentemperatuur.

Huidige verse lucht

100%

Huidige

Vereist

80%

60%

40%

20%

20% 40% 60%

Kleppositie

80% 100%

Met deze drie sensors berekent en onthoudt de

Climatic50 het exacte percentage verse lucht voor elke positie van de luchtklep.

Pagina 56 - IOM - FLEXY - 0704 -D

0ppm

Hoogste gradiënt

Tijd

Met deze nieuwe functie die is gepatenteerd onder nummer INPI 91.033.063, start de unit de ontdooiprocedure alleen als dit is vereist.

Dit wordt bereikt door het verschil te meten tussen de temperatuur van de batterij en de buitentemperatuur.

Het ontdooien wordt gestart, kort nadat de Climatic 50 de positie van de grootste gradiënt in de curve heeft gevonden.

De ontdooicyclus wordt beëindigd op het moment dat aan een van de volgende twee voorwaarden is voldaan:

+ Drie ontdooicycli.

+ 6 minuten

Ontdooien afwisselen

Alle Baltic-units met een dubbel circuit beschikken standaard over de voorziening voor het "afwisselend ontdooien".

Als één circuit een ontdooicyclus doorloopt, is in het tweede circuit de warmtepompmodus actief. Hierdoor hoeft er minder vaak een duur verwarmingselement te worden gebruikt om de temperatuur van de toevoerlucht op een acceptabel niveau te houden tijdens de ontdooicyclus.

CO²-sensor

Indien een CO²-sensor op de unit is aangesloten, wordt de waarde van het minimum aan verse lucht aan de hand van de CO²-ratio berekend. De waarde die door de sensor wordt gemeten, kunt u in variabele 2132 aflezen.

Instelling 3514 definieert het aantal ppm die het minimum aan verse lucht al hebben bereikt.

Instelling 3515 definieert het aantal ppm op basis waarvan

100% verse lucht zal worden gebruikt.

Instelling

3514

Instelling

3515

100%

CO2

200ppm

BEDIENINGSINTERFACE DC50

BEDIENINGSINTERFACES EN SCHERMEN

DC50 COMFORT-DISPLAY

Dit is een extern bedieningsdisplay voor de niettechnische klant. Deze display geeft informatie, zoals de status van de uitvoermodus van de ventilator, ingestelde temperatuur, percentage verse lucht en buitenluchttemperatuur.

Het bedieningsdisplay kan worden gebruikt om de verschillende tijdzones, de temperatuur en het percentage verse lucht voor elke zone in te stellen of te wijzigen.

Bovendien kunt u via het bedieningsdisplay gedurende

3 uur de instellingen opheffen en gedurende maximaal

7 dagen de standby-modus forceren. Op het bedieningsdisplay worden de werkelijke tijd en verschillende foutsignalen weergegeven.

Display

Type FSTN grafische display

Achtergrondverlichting: Groene lampjes

Resolutie 120x32 pixels

Elektrische voeding

Spanning van Climatic-hoofdkaart.

Max. vermogen: 0,8W

Installatie

De DC50 is ontworpen voor montage aan de muur.

* Sluit de kabel van de DT50-kaart aan door het achterstuk

* Bevestig het achterstuk aan de muur met de meegeleverde schroeven met ronde koppen

* Sluit de kabel van de hoofdkaart aan op de RJ12-stekker aan de achterkant van het DC50-display

* Bevestig het voorpaneel aan het achterstuk met behulp van de meegeleverde platte kopschroeven.

Klik ten slotte het frame vast

Jumpers:

"Displays" worden rechtstreeks door de Climatic-kaart voorzien van 30Vdc. Let vooral op het pad dat deze 30V volgt, wanneer meerdere kaarten worden gebruikt.

J14 en J15 kunnen de rechtstreekse stroom van de netvoeding in- of uitschakelen:

J14 en J15 ingesteld tussen 1-2

Aansluitingen A, B, C en schroefaansluiting SC zijn parallel geschakeld. Stroomvoorziening beschikbaar voor alle aansluitingen.

J14 en J15 ingesteld tussen 2-3

Aansluitingen B en C zijn parallel geschakeld, maar lijn 1 en 6 bereiken aansluiting A en schroefaansluiting SC niet.

"Displays" die op deze poorten zijn aangesloten, worden niet voorzien van stroom.

Indien J14 en J15 in een andere stand staan, werkt de

"terminalaansluitingenkaart" DT50 NIET.

OPMERKING:

Wanneer een afgeschermde draad wordt gebruikt, moet de metalen behuizing van de "terminalaansluitingenkast"

DT50 geaard zijn.

6 0

SC

A

1

J 14

2 3

J 15

1 2 3

3

4

5

1

2

6

B

DT50

RJ12 PIN-aansluiting

C

Omschrijving

0 +

1 1

2 2

3 3

4 4

5 5

6 6 afgeschermd / aarde

+VRL=30V

AARDE

Rx- / Tx-

Rx+ / Tx+

AARDE

+VRL=30V

DS50 DC50

DC50

OF

A

6

J14/J15 op 1-2

B

C

0

BM 50

Installatiegids terminalaansluitingenkaart DT50

De kaart beschikt over drie RJ12-"telefoon" stekkers.

Controleer of de kaart op de juiste wijze is aangesloten.

Standaardconfiguratie is:

* Climatic op aansluiting C

* DC50 op aansluiting A

* DS50 op aansluiting B

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 57

BEDIENINGSINTERFACE DC50

Adresconfiguratie terminaldisplay

Het adres van de terminal moet worden gecontroleerd nadat de kaart van stroom is voorzien.

- Voor toegang tot de configuratiemodus drukt u

!"#

samen in en houdt u deze ten minste 5 seconden ingedrukt.

- Het scherm in Afb. 21 wordt weergegeven met een knipperende cursor in de linker bovenhoek.

- U kunt het adres van de terminaldisplay wijzigen door één keer op de toets

# te drukken.

- Met de toetsen

!" kunt u de gewenste waarde selecteren en bevestigen met

#

.

- Als het adres is gewijzigd, wordt het scherm weergegeven zoals in Afb. 22.

D i s p l a y a d r e s s settings ....: 17

Afb. 23

D i s p l a y a d r e s s settings ....: nn

Press ENTER

To continue

Afb. 21

Afb. 24

D i s p l a y a d r e s s changed

Afb. 22

P12:Adr Priv/

Shared

Trm1 17 pr

Trm2 32 sh

Trm3 None —OK? NO

Terminaldisplays toewijzen aan bedieningspanelen.

- Voor toegang tot de configuratiemodus houdt u

!"#

ten minste

5 seconden ingedrukt.

OPMERKING: Voor toegang tot het kaartadresmenu moet u rechtstreeks naar de onderkant van het eerste scherm gaan (zie

afb. 23) zonder eerst het terminaladres te wijzigen, zoals hierboven is uitgelegd.

- Druk op de toets

# totdat de cursor naar het veld "I/O Board address :XX" (I/O-kaartadres) gaat. Afb. 23

- Met de toets

!" kunt u de juiste Climatic-kaart selecteren.(Nr van de unit)

- Als u nogmaals op

# drukt, wordt het scherm in afb. 24 weergegeven.

- Als u nogmaals op

# drukt, wordt het scherm in afb. 25 weergegeven.

- In het veld "P:XX" wordt het adres van de geselecteerde kaart weergegeven. In het voorbeeld is de waarde "12" geselecteerd.

- Het veld onder de kolom "Adr" geeft de adressen van de terminaldisplays weer, die zijn gekoppeld aan de kaart met het adres "12", terwijl de kolom onder "Priv/Shared" het type terminal aangeeft dat is geselecteerd.

Ph : Private

Sh : Shared

Sp : Shared Printer (N/A)

- U kunt de configuratieprocedure afsluiten en de gegevens opslaan door het veld "OK?NO" te selecteren. Kies "Yes" met behulp van de toetsen

!" en bevestig door op

# te drukken.

Indien de terminal 30 seconden lang inactief blijft (er wordt geen toets ingedrukt), wordt de configuratieprocedure automatisch afgebroken.

Toetsen

Tijd instellen

Tijdzone instellingen

24.2°C ON

BL:20%

DynFan:Auto

Ext:40.0°C Z:A

Koel

Terug naar het hoofdscherm of "Opheffen" annuleren

Afb. 25

Een waarde verhogen of naar het

"Opheffingsmenu" gaan

Veld wijzigen of valideren

Een waarde verlagen of naar het

"Opheffingsmenu" gaan

Pagina 58 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BEDIENINGSINTERFACE DC50

Kamertemperatuur

Huidige verse lucht

Dynamische instelling geactiveerd

Ventilator status

Fan auto houdt in dat de ventilator stopt als er geen vraag is naar koeling of verwarming.

Als u in het hoofdscherm op de return-toets drukt, wordt het volgende bericht weergegeven:

BL:20% DynFan:Auto

Ext:40.0°C Z:A Koel

Buitenluchttemperatuur

Huidige tijdzone

Z:A

Z:B

Z:C

Sby

Ove

BMS

Bedrijfsmodus unit:

Koelen of verwarmen

3 uur opheffen:

Druk vanuit het hoofdscherm op een van de twee pijltoetsen, zoals hieronder is weergegeven:

Hoofdscherm:

Met de RETURN-toets bevestigt u de keuze en gaat u naar het volgende veld

De pijlen omhoog en omlaag geven u de keuze tussen verschillende dingen

Als u "YES" kiest bij de eerste vraag, wordt de unit

UITGESCHAKELD en kunt u het ophefmenu niet activeren.

WAARSCHUWING: Met het uitschakelen van de unit

worden alle beveiligingen uitschakeld

Als u het machinenummer 12 stopzet in het vorige scherm, zal het volgende scherm worden weergegeven.

BL:20%

DynFan:Auto

Ext:40.0°C Z:A

Koel

12.0 OFF

Ophefmenu:

Verhogen

Valideren/

Ga naar volgende regel

Geldig ga naar hoofdscherm

Verlagen

U keert vanuit dit menu terug naar het hoofdscherm als er gedurende 15 seconden geen activiteiten hebben plaatsgevonden.

De unit IN- of UITschakelen of een geselecteerde tijdzone forceren voor een periode van maximaal 7 dagen

U kunt de unit weer IN schakelen door opnieuw op de return-toets te drukken.

Indien de eerste keuze "NO" is, hebt u in een bepaalde tijdzone toegang tot het ophefscherm, wat maximaal 7 dagen kan worden geforceerd, vanaf de dag "TODAY" (Vandaag).

In dit menu kunt het aantal dagen instellen, dat u in de geselecteerde tijdzone wilt opheffen.

U kunt het aantal dagen verhogen met behulp van de toetsen omhoog en omlaag.

Stel Handmatig In:

Sby

M D W D V Z Z

+1 dag standby

Valideren

-1 dag standby

Klokmenu:

Druk vanuit het hoofdscherm op de kloktoets. Het volgende menu verschijnt:

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 59

BEDIENINGSINTERFACE DC50

Klokmenu:

Druk vanuit het hoofdscherm op de kloktoets. Het volgende menu verschijnt:

Verhogen

Alarmscherm

Filteralarm: Alle toetsen worden vergrendeld en u kunt dit scherm alleen afsluiten door het filter te reinigen.

ROOD

ORANJE

Valideren

Verlagen

Terug naar het hoofdscherm

"Tijdzone"-menu

Druk vanuit het hoofdscherm op de toets "Prg". Het volgende menu verschijnt:

Programmeren

Verhogen

Belangrijk alarm

ORANJE

Alarm : Filter

Maak Filter

Schoon

ROOD

Tijdzone wijzigen

Valideren/

Ga naar volgende regel

Alarm: GROOT

Bel Voor Service

Details alarmen

Terug naar het hoofdscherm

Verlagen

Menu met alarmhistorie

ROOD

ORANJE

U keert vanuit dit menu terug naar het hoofdmenu als er gedurende 15 seconden geen activiteiten hebben plaatsgevonden.

Menu "Planning"

U krijgt toegang tot het planningmenu vanuit het tijdzonemenu door opnieuw op "Prg" te drukken.

Verhogen

Tijdzone wijzigen

Terug naar het hoofdscherm

0 1 - 0 3 / 0 3 . 1 2 h 1 0 * 1 2 7

0 3 / 0 3 . 1 2 h 0 5 * 1 2 7

Details van het alarm

Valideren/

Ga naar volgende regel

U kunt in dit menu met de pijltoetsen naar beneden schuiven en een van de alarmberichten selecteren door op de return-toets te drukken.

Verlagen

Details van het alarm

In dit menu kunt u details weergeven over de geselecteerde foutmelding, zoals hieronder is weergegeven:

ROOD

ORANJE

Pagina 60 - IOM - FLEXY - 0704 -D

besturingsinterface dS50

DS50 SERVICE-DISPLAY

Deze nieuwe servicedisplaybesturing is een plug-andplay-functie, maar kan ook extern worden geïnstalleerd

Bij het aansluiten van de DS50 wordt een DC50 gedeactiveerd.

Toetsen

Sneltoets naar het alarmmenu

Naar boven schuiven in een menu of een waarde verhogen

Door de menu’s bladeren

Met de pijltoetsen gaat u naar boven en naar beneden in de menustructuur. Als u een item selecteert, wordt het in

HOOFDLETTERS weergegeven. U kunt het item vervolgens selecteren door op de "return"- of "selectie"-toets te drukken.

(0000)01 ZoneA

2 - D a t a D i n s d a g

Omlaag

Tijdzone wijzigen

Invoeren

Geldig

Selecteren

Terug naar scherm (1)

Startscherm of scherm (1)

Naar beneden schuiven in een menu of een waarde verlagen

1

-

2 - R u i m t e 2 4 . 5 ° C

SELECTEREN

Submenugegevens (2000)

Menuverwijzing

Start:

Toets Prg.

Scherm (2) taalselectie

1ALGEMEEN

Geeft de onderliggende andere menu’s aan

Start

Als het menu GENERAL is geselecteerd, geeft de controller een submenu weer.

Naast het Engels zijn er vijf talen beschikbaar. De vereiste taal moet bij het bestellen worden gespecificeerd.

In dit menu kan de gespecificeerde taal worden geselecteerd met de pijltoetsen. Met de "Prg"-toets valideert u uw keuze en start u de bediening.

Als u het item TEMPERATURE selecteert en op de

"return"-toets drukt, verschijnt er een pagina op het derde niveau, zoals in de volgende afbeelding:

1TEMPERATUUR

Hoofdmenu (0000)

Item selecteren hoofdletters

Rooftopnummer

Huidige tijd-zone

(0000)01

1-ALARM

2-Data

3-Setting

ZoneA

12h44

Dinsdag

April 03

3 x

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 61

besturingsinterface dS50

Door op "ESC" te drukken gaat u één niveau in het menu omhoog. In dit voorbeeld moet er drie keer op "ESC" worden gedrukt om weer in het hoofdmenu (0000) terecht te komen.

Als u op "ESC" drukt, worden de eventuele wijzigingen die u op een instellingenpagina hebt aangebracht, niet opgeslagen.

ROOD

Alarmen

Klokinstellingen

Het menu voor de klokinstellingen kan worden geopend via het hoofdmenu door het menu "SETTING" te selecteren en vervolgens door de submenu’s naar de pagina (3120) te gaan.

Selecteer met de pijltoetsen het alarmmenu en druk op de "return"-toets.

Het foutenoverzicht wordt vervolgens weergegeven op de pagina (1000):

ROOD

Nummer van actief alarm

Selecteer HOUR om de hieronderstaande pagina 3121 weer te geven:

Minimuminstelling

Controleren en

één niveau terug

Eén niveau omhoog

RESET

02

03/03.12h05*125

Geselecteerd alarm

Datum en tijd van alarm

Actief * of

Inactief =

Alarm code

Als u op de "ALARM"-toets drukt, worden alle alarmen opnieuw ingesteld.

Het aantal actieve alarmen wordt weer op nul ingesteld, in het menu staat geen actief alarm en de "bell"-toets is uitgeschakeld.

Huidige instelling

Fabriek instelling

Maximuminstelling

Zone-instellingen

Ga vanuit het hoofdmenu (0000) naar het submenu

"INSTELLINGEN" met de zone-instellingen (3310).

"prg" wijzigt de tijdzone

Geselecteerde tijdzone

1-

RUIMTE SP

:24.0°C

02

SELECTEER

Op deze pagina wijzigt u de tijdzone door op de "prg"-toets te drukken. Als "ROOM SET" is geselecteerd, wordt de kamerinstelling voor de opgegeven tijdzone bovenaan weergegeven.

U geeft de details van het geselecteerde alarm weer door op de "return"-toets te drukken.

Als u op de "prg"-toets drukt, worden de aangebrachte wijzigingen gecontroleerd waarna u naar de volgende tijdzone gaat. De "ESC"-toets controleert de wijzigingen niet en gaat één stap terug in de menustructuur.

Pagina 62 - IOM - FLEXY - 0704 -D

communicatieverbindingen besturing

COMMUNICATIEVERBINDINGEN

Master/slave

U kunt nu rooftops op elkaar aansluiten (maximaal 12) via een afgeschermde kabel (0,75 mm2, wordt niet geleverd door

Lennox) en verschillende activeringsmodi gebruiken zonder meerprijs.

LAN

AWG24

BM 50

J11 J10

RT1

BM 50

J11 J10

RT2

AWG24

BM 50

J11 J10

RT3

A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C

AWG24

A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C

AWG24

A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C

BM 50

J11 J10

RT12

LAN

AWG24

A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C

6 5 4 3 2 1

DC50

DS50

6 5 4 3 2 1

DC50

DS50

6 5 4 3 2 1

DC50

DS50

6 5 4 3 2 1

DC50

DS50

1. DC50

2. DC50-temperatuur

3 DC50 Gemiddeld

4. Temperatuur master/slave

5. Master/slave-modus gemiddeld

6. Master/slave-modus koeling/verwarming

7. Back-up

8. Rotatieback-up

VENTILATOR

MASTER

MASTER

MASTER

STAND-ALONE

STAND-ALONE

STAND-ALONE

INSTELLING

MASTER

STAND ALONE

STAND ALONE

STAND-ALONE

STAND-ALONE

STAND-ALONE

KAMER-TEMP KOEL-/VERWARM-MODUS

N.V.T.

MASTER

GEMIDDELD

MASTER

GEMIDDELD

:

:

STAND-ALONE

N.V.T.

N.V.T.

N.V.T.

N.V.T.

N.V.T.

MASTER

Alle units zijn stand-alone, één unit wacht op een fout voordat de unit wordt gestart

Alle units zijn stand-alone; één unit wacht op een fout voordat de unit wordt gestart.

Deze back-upunit wordt elke dinsdag gewijzigd

_ 1 : DC50: Master/slave-modus "totaal"

De master geeft de opdracht tot ventilatie, en de instellingswaarde door aan alle andere rooftops.

_ 2 : DC50-temperatuur: Master/slave-modus "temperatuur"

De master geeft de opdracht tot ventilatie en de kamertemperatuur/vochtigheidsgraad door aan alle andere rooftops, maar deze beschikken over hun eigen instellingswaarde.

_ 3 : DC50 Gemiddeld: Master/slave-modus "gemiddeld"

De master geeft de opdracht tot ventilatie en de kamertemperatuur/vochtigheidsgraad die voor alle rooftops wordt gebruikt, is het gemiddelde van alle rooftops. Elke rooftop heeft zijn eigen instelling.

_ 4 : Temperatuur master/slave: Master/slave-modus

"temperatuur"

De master geeft de kamertemperatuur/vochtigheidsgraad door aan alle andere rooftops, maar deze beschikken over hun eigen ventilatie en instellingswaarde.

_ 5 : Master/slave-modus gemiddeld: Master/slave-modus

"gemiddeld"

De kamertemperatuur/vochtigheidsgraad die door alle rooftops worden gebruikt, vormen het gemiddelde van alle rooftops. Elke rooftop heeft zijn eigen ventilatievolgorde & instelling.

_ 6 : Master/slave-modus verwarming / koeling: Master/ slave-modus "koeling/verwarming"

Alle rooftops zijn zelfstandig, maar de slaves hebben dezelfde uitvoeringsmodus als de master (koeling of verwarming).

_ 7 : Back-upmodus

Eén rooftop is de back-upunit en wordt geactiveerd als er bij een andere rooftop een fout optreedt.

_ 8 : Rotatieback-upmodus

Hetzelfde als hierboven, behalve dat de "back-up"-unit elke dinsdag een andere is. Daarnaast kan de buitentemperatuur/vochtigheidsgraad die aan alle rooftops wordt doorgegeven het gemiddelde van alle rooftops of de externe buitentemperatuur/vochtigheidsgraad van de master zijn, waardoor het mogelijk is om één "weerstation" te gebruiken voor de hele locatie.DS50 Comfort-display /

DC50 Service-display

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 63

communicatieverbindingen besturing

DS 50 : SERVICEDISPLAY / DC 50 : COMFORT-DISPLAY

11 12

AWG24

BM 50

J10

RT1

AWG24

BM 50

J10

RT2

AWG24

BM 50

J10

RT3

AWG24

BM 50

J10

RT12

A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C A

6

-DT50

1

J14

2 3 1

J15

2 3

B

0

C

6 5 4 3 2 1

DC50 DS50

6 5 4 3 2 1

DC50 DS50

6 5 4 3 2 1

DC50 DS50

6 5 4 3 2 1

DC50 DS50

CLIMALINK / CLIMALOOK

25

BM 50

RT1

BM 50

RT2

BM 50

RT3

BM 50

RT12

BM50

RS485 MODBUS

LON WORKS FTT 10A

230V

RS485

RS232

CLIMALOOK

CLIMALINK

AWG20/22

Pagina 64 - IOM - FLEXY - 0704 -D

RS485 MODBUS

LON WORKS FTT 10A

menustructuur besturingsinterfaces ds50

Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving

1-Alarm 1000 # 1100 #

2-Data 2000 1-General

Code Omschrijving

1110 #

2100 1-Temperature 2110 Outside

Room

Supply

Return

2-Humidity 2120 Outside

Room

Outside

Room

Code

1111

2111

2112

2113

2114

2121

2122

2123

2124

Eenh Min

°c

°c

°c

°c

%.

%.

g/Kg g/Kg

Fabriek Max

2-Control

3-Other 2130 Air Pres.

CO2

Sw On/Off

Sw Reset

Sw Unoc.

4-Out. Custom.

2140 BM50.1

BE50.1

BE50.2

BE50.3

BE50.4

5-In. Custom.

2150 BM50.1

BM50.2

BE50.1

BE50.2

BE50.3

BE50.4

2131

2132

2133

2134

2135 pa ppm

On/Off

On/Off

On/Off

2141 On/Off

2142 On/Off

2143 On/Off

2144 On/Off

2145 On/Off

2151 On/Off

2152 On/Off

2153 On/Off

2154 On/Off

2155 On/Off

2156 On/Off

6-In.% Custom.

2160 BE50.1

BE50.2

BE50.3

BE50.4

BE50.1

BE50.2

BE50.3

BE50.4

2200 1-Room

2-Reheat

3-Humidity

4-TCB

2161

2162

2163

2164

2165

°c

°c

°c

°c

%.

2166 %.

2167 %.

2168 %.

2210 Sp Cool

Sp Heat

Capa Cool

Capa Heat

2211

2212

2213

2214

°c

°c

%

%

Sw Dis.Cool

2215 On/Off

Sw Dis.Heat

2216 On/Off

2220 Set Point

Capacity

2221 °c

2222 %

2230 Sp Dehu

Sp Humi

Capa Dehu

Capa Humi

2240 Sw G

Sw Y1

Sw Y2

Sw W1

Sw W2

Sw B

2231 %

2232 %

2233 %

2234 %

2241 On/Off

2242 On/Off

2243 On/Off

2244 On/Off

2245 On/Off

2246 On/Off

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 65

Hoofdscherm Code

3-Fan

Omschrijving

4-Cooler

Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschr

2300 1-Ventilation

2-Extraction

2310 Config.

State

Sw State

Fire/Smoke

Relay

Low Speed

Sw Speed

2320 State

Relay

2311 List

2312 List

2313 On/Off

2314 On/Off

2315

2316

2317

2321

2322

On/Off

On/Off

On/Off

List

On/Off

[No / 500pa / 100pa]

[Stopped / Schedule / Fault / Start]

[Stopped / Schedule / Fault / Start]

3-Condenser 1 [No / Yes]

[Stopped / Schedule / Fault / Start]

4-Condenser 2

5-Condenser 3

2330 Config.

State

Sw State

Relay

2340 Config.

State

Sw State

Relay

2350 Config.

State

Sw State

Relay

2331 List

2332 List

2333 On/Off

2334 On/Off

2341 List

2342 List

2343 On/Off

2344 On/Off

2351 List

2352 List

2353 On/Off

2354 On/Off

No / Yes]

[Stopped / Schedule / Fault / Start]

[No / Yes]

[Stopped / Schedule / Fault / Start]

6-Condenser 4

2400 1-Fresh Air

2360 Config.

State

Sw State

Relay

2410 Config.

State

2361 List

2362 List

2363 On/Off

2364 On/Off

2411 List

2412 List

[No / Yes]

[Stopped / Schedule / Fault / Start]

[No / 0%-50% / Modulation / 100%]

[Stopped / Air Flow / Start / Enthalpy /

Outside T. / Schedule / Defrost]

Mini.Air

Modulat.

Opening

Calib.

2413 %

2414 %

2415 %

2416 Yes/No

Hoofdscherm Code

5-Compressor

Omschrijving Code

2500

Omschrijving

2-Cold W/Coil

1-Compressor 1

2-Compressor 2

3-Compressor 3

Code

2420

2510

2520

2530

Defrost T

Sw State

Sw Low P.

Relay

H.Pump

Sw Disable

Run Time

Config.

State

Defrost T.

Sw State

Sw Low P.

Relay

H.Pump

Sw Disable

Run Time

Config.

State

Defrost T.

Sw State

Sw Low P.

Relay

H.Pump

Sw Disable

Run Time

Omschrijving

Config.

State

Opening

Config.

State

Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

2421

2422

List

List

2423 %

2511 List

2512 List

[No / Modulation]

[Stopped / Air Flow / Start]

[No / C. only / H.only]

[Stopped / Air Flow /

Outside T. / Schedule/

Switch / Fault (2) / Fault (1)

/ Ant-Sho-Cy/ Start / Start

Heat / Defrost]

2513 °c

2514 On/Off

2515 On/Off

2516 On/Off

2517 On/Off

2518 On/Off

2519 h

2521 List

2522 List

2523 °c

2524 On/Off

2525 On/Off

2526 On/Off

2527 On/Off

2528 On/Off

2529 h

2531 List

2532 List

2533 °c

2534 On/Off

2535 On/Off

2536 On/Off

2537 On/Off

2538 On/Off

2539 h

Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving

4-Compressor 4

Code

2540

6-Heater 2600

5-Other

1-Gas

2-Elec. H.

2550

2610

2620

Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

Config.

State

Defrost T.

Sw State

Sw Low P.

Relay

H.Pump

Sw Disable

Run Time

2541 List

2542 List

2543 °c

2544 On/Off

2545 On/Off

2546 On/Off

2547 On/Off

2548 On/Off

2549 h

Low Amb.

W/Cond.1

W/Cond.2

Config.

State

2551 On/Off

2552 °c

2553 °c

2611 List

2612 List

[No / 2 steps / 4steps / Modulation]

[Stopped / Air Flow / Schedule / Switch

/ Fault (1) / Fault (2)]

Sw State 1

Sw State 2

Relay 1

Relay 2

High

Modulat.

Sw Disable

Config.

State

2613 On/Off

2614 On/Off

2615 On/Off

2616 On/Off

2617 On/Off

2618 %

2619 On/Off

2621 List

2622 List

[No / Yes / 2 steps / Modulation]

[Stopped / Air Flow / Outside T. / Schedule

/ Switch / Fault (1) / Start]

Sw State 1

Sw State 2

Relay 1

Relay 2

Modulat.

Sw Disable

2623 On/Off

2624 On/Off

2625 On/Off

2626 On/Off

2627 %

2628 On/Off

Hoofdscherm Code

7-Humidif.

Omschrijving Code

3-Hot W/Coil

Omschrijving Code

2630

8-Com. 2800

4-Pump

2700

1-Outside

2-Room

2640

2710

2810

2820

Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

Config.

State

2631

2632

List

List

[No / Modulation]

[Stopped / Air Flow / Start / Schedule

/ Switch / Fault (1) / Fault (2)]

Opening

Sw Freeze

2633

2634

%

On/Off

Sw Disable 2635 On/Off

Config.

State

Sw State

Relay

2641

2642

2643

2644

List

List

On/Off

On/Off

Config.

State

Sw State

Modulat.

Value

Sensor

Link

BMS

Value

Sensor

Link

BMS

Value

Sensor

Link

BMS

Value

Sensor

Link

BMS

2711

2712

2713

2714

2811

List

List

On/Off

%

°c

2812 °c

2813 °c

2814 °c

2815 %.

2816 %.

2817 %.

2818 %.

2821

2822

2827

2828

°c

°c

2823 °c

2824 °c

2825 %.

2826 %.

%.

%.

[No / Yes]

[Stopped / Air Flow / Fault (1) / Start]

[No / Modulation]

[Stopped / Air Flow / Schedule / Fault (1) / Start]

Hoofdscherm

3-Setting

Code

3000

2-Schedule

Omschrijving

1-General

Code

3100

2-Clock

3200

Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

1-Order 3110 On/Off

Reset Al.

Resume

Test

3111

3112

3113

3114

On/Off

List

~

Yes/No ~

Yes/No ~

0

No

No

No

0

~

~

~

6

[On / Off] Unit

[Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen

[Override] Alle acties opheffen die zijn ingesteld met de DC50 annuleren

[Quickly / Defrost / Gas 1 Low /

Gas 1 High/ Gas 2 / 24/24 7/7 /

Lennox] Testpunt Lennox

1-Time

2-Anticipation

3120 Tijd

Minute

Day

Month

Year

Win/Sum

3210

3220

Start Uno

Start.Uno

Start z.A

Start.z.A

Start z.B

Start.z.B

Start z.C

Start.z.C

Foot

Gradient

3121 h

3122 m

3123 ~

3124 ~

3125 ~ 2

3126 Yes/No ~

1

1

0

0

3211

3212

3213

3214

3215

3216

3217

3218

3221

3222 h m h m h m h m

°c m/°c

0

0

0

0

0

0

0

0

-10

0

~

~

~

~

~

Yes

22

0

6

0

22

0

22

0

10

0 100

23

59

31

12

99

~

23

59

23

59

23

59

23

59

20

[Clock] Klokinstelling "Hour"

[Clock] Klokinstelling "Minute"

[Clock] Klokinstelling "Day"

[Clock] Klokinstelling "Month"

[Clock] Klokinstelling "Year"

Automatische bediening van Winter- &

Zomer-zone of Niet

[Zone Setting] Starttijd

"Hour" voor "Unoccupied" zone

[Zone Setting] Starttijd

"Minutes" voor "Unoccupied" zone

[Zone Setting] Starttijd "Hour" voor "Zone A"

[Zone Setting] Starttijd "Minutes" voor "Zone A"

[Zone Setting] Starttijd "Hour" voor "Zone B"

[Zone Setting] Starttijd "Minutes" voor "Zone B"

[Zone Setting] Starttijd "Hour" voor "Zone C"

[Zone Setting] Starttijd "Minutes" voor "Zone C"

[Anticipation Function] onder aan de helling in

°C. Beperking van activering functie. Hiermee kan een geanticipeerde start ‘s morgens toegestaan, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur. Alleen voor "Zone-A"

[Anticipation Function] Helling in

"Minutes van anticipatie in graden".

Hiermee is een geanticipeerde start ‘s morgens toegestaan, afhankelijk van de buitenluchttemperatuur. Alleen voor "Zone-A"

Hoofdscherm Code Omschrijving

3-Control

Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

3300 1-Customer

2-Room

3-Reheat

4-Humidity

5-Enable

3310

3320

3330

3340

3350

Sp Room

Mini.Air

Sp Dyna

Sp Cool

Sp Heat

Swap Heater

Activation

Swap Heater

Sp Dehu

Sp Humi

Fan On/Off

Fan Dead

F.Air

CO2

Comp.Cool.

Comp.Heat.

AuxHeat

Humidif.

Low Noise

3311 °c

3312 %

3321 °c

3322 °c

3323 °c

3341 %

3342 %

8

0

0

8

8

3324 Yes/No ~

3331 Yes/No ~

3332 Yes/No ~

0

0

3351 Yes/No ~

3352 Yes/No ~

3353 Yes/No ~

3354 Yes/No ~

3355 Yes/No ~

3356 Yes/No ~

3357 Yes/No ~

3358 Yes/No ~

3359 Yes/No ~

20

20

99.9

21

19

No

No

No

100

0

Yes

Yes

Yes

Yes

Yes

Yes

Yes

Yes

No

35

100

35

35

~

~

~

100

100

~

~

~

~

~

~

~

~

~

[Room SP] Vereiste instelling kamertemperatuur in

°C. Midden van de dode zone.

[Room SP] Vereiste verhouding in % minimale verse lucht kamer. Midden van de dode zone.

99.9 [Room SP] Vereiste waarde voor dynamische instellingspunt. Voor het wijzigen van het kamerinstellingspunt op basis van de buitentemperatuur

[Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C. Cooling set point

[Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. Heating set point

[OFF] Verwarmingspomp en vervolgens verwarming

[ON] Verwarming en vervolgens verwarmingspomp

[F-Air Reheat] Opnieuw verwarmen van verse lucht in de dode zone om toevoertemperatuur te behouden.

[F-Air Reheat] Prioriteit verlenen aan de verwarmingsmodus voor opnieuw verwarmen verwarmen van verse lucht. [OFF] Verwarmingspomp en vervolgens verwarming verwarming [ON]

Verwarming en vervolgens verwarmingspomp

[Humidity] Gewenste maximale relatieve in de ruimte (in %). - Instelling ontvochtiging.

[Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). - Instelling bevochtiging.

[Enable] Stoppen en draaien van de ventilator [OFF] de ventilator is uitgeschakeld, [ON] the ventilator draait.

[Enable] Stoppen en draaien van de ventilator in de

"dode besturingszone" [OFF] de ventilator is uitgeschakeld, [ON] the ventilator draait.

[Enable] Eco uitvoeren: [ON] de Economiser wordt uitgevoerd, [OFF] de Economiser is stopgezet.

[Enable] CO2-sensor uitvoeren: [ON]

CO2-sensor inschakelen voor een zone,

[OFF]De CO2-sensor stoppen voor een zone.

[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de koelmodus forceren.

[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de verwarmingsmodus forceren.

[Enable] [OFF] Uitladen van de verwarmingsmodule forceren (elektrisch, gas of warmwaterbatterij)

[Enable] [OFF] Uitladen van de vochtigheidsregeling forceren.

[Enable] Geluidsreductie forceren. [ON] 50% van de compressoren zijn uitgeladen de "standby"-zone

Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving Code

6-Capacity 3360

7-Safety 3370

Omschrijving

Room

Reheat

Dehu.

Humi.

Room Low

Room High

Sup.Lo.1

4-Ventilation

.

.

3400 3410

Sup.Lo.2

Sup.Lo.3

Sup.Hi.1

Sup.Hi.2

Room Low

Room High

Air Flow

No Filter

Dirty Fil.

Code Eenh Min Fabriek Max

3361 ~ 1 4 50

3362

3363

3364

~

~

~

1

1

1

4

4

4

50

50

50

3371

3372

3373

°c

°c

°c

3374 °c

3375 °c

3376 °c

3377 °c

3378

3379

%

%

3411 pa

3412 pa

3413 pa

5

20

5

40

9of5 10of8

20

40

19

7 of 3 8 of 6 17

5 of 1 6 of 2 15

20

20

0

0

0

0

0

40

60

0

1000

25

50

250

70

70

1000

1000

1000

1000

1000

Omschrijving

[Capacity Factor] Reactiviteit: Raadpleeg

"Functies softwarebesturing" p 54

[Capacity Factor] Reactiviteit: Raadpleeg

"Functies softwarebesturing" p 54

[Capacity Factor] Reactiviteit:

Raadpleeg "Functies softwarebesturing" p 54

[Capacity Factor] Reactiviteit:

Raadpleeg "Functies softwarebesturing" p 54

[Safety Limit] "Lage limiet" kamertemperatuur in °C

Activeringsdrempel voor een alarm

[Safety Limit] "Hoge limiet" kamertemperatuur in °C.

Activeringsdrempel voor een alarm

[Safety Limit] Lage limiet toeleveringstemperatuur

(in °C) - Activeringsdrempel van het 1ste veiligheidsniveau: Verminder de capaciteitsfactor met één compressorfase. en schakel over naar minimale verse lucht.

[Safety Limit] Lage limiet toeleveringstemperatuur (in °C)

- Activeringsdrempel van het 2de veiligheidsniveau:

Verminder de capaciteitsfactor tot nul en schakel over naar 0% verse lucht, open de HWC-klep.

[Safety Limit] Lage limiet toeleveringstemperatuur (in °C)

- Activeringsdrempel van het 3de veiligheidsniveau.

- Alarmdrempel, de unit is uitgeschakeld.

[Safety Limit] Hoge limiet toeleveringstemperatuur (in °C)

Activeringsdrempel van het 1ste veiligheidsniveau: verminder de capaciteitsfactor met één compressorfase. Sluit de HWC-klep.

[Safety Limit] Hoge limiet toeleveringstemperatuur (in °C)

- Activeringsdrempel van het 2de veiligheidsniveau:

Alarmdrempel: Verminder de capaciteitsfactor tot 0

[Safety Limit] Lage limiet relatieve kamervochtigheid

(in %) - Activeringsdrempel voor het alarm

[Safety Limit] Hoge limiet kamervochtigheid (in %)

- Activeringsdrempel voor het alarm

[Safety Limit] Luchtstroomdetectiedrempel van het drukverschil in Pa, waarmee de Lage luchtstroomwaarde wordt aangeduid. Indien het drukverschil in het filter lager is dan deze drempel, wordt de beveiliging geactiveerd.

[Safety Limit] Ontbrekende filters. Drempelwaarde van het drukverschil in Pa, waarmee de afwezigheid van filters wordt aangeduid. Indien het drukverschil in het filter lager is dan deze drempel, wordt de beveiliging geactiveerd.

[Safety Limit] Vuile filters. Drempelwaarde van het drukverschil in Pa, waarmee wordt aangeduid of de filters vuil zijn. Indien het drukverschil in het filter hoger is dan deze drempel, wordt de beveiliging geactiveerd.

Hoofdscherm Code Omschrijving

5-Fresh Air

6-Compressor

Code Omschrijving

3500 ..

..

..

..

..

..

..

3600 1-Out.Limit

Code

3510

3610

Omschrijving Code

Out.Limit

Maximum

Start Ext

Mini.Co2

Maxi.Co2

Calib.

Recovery

Cool: 50

Cool.100

Heat.100

3511

3512

3513

3514

3515

3516

Min

-20

3517 Yes/No ~

3611 °c

3612

3613

Eenh

°c

%

% ppm ppm

Yes/No

°c

°c

0

0

0

0

~

Fabriek Max Omschrijving

-20

100

40 [Fresh air Damper] minimumlimiet buitentemperatuur in °C. Indien de buitentemperatuur lager is dan deze limiet, is de bediening van de vrije koeling niet toegestaan. De verse-luchtklep wordt dan ingesteld op de minimumstand.

100 [Fresh air Damper] Maximum toelaatbare opening van de verse-luchtklep in %

30 100 [Extraction] Activeringsdrempel van de afzuigventilator op basis van de positie van de

Economiser-klep in %.

1000 2000 [CO2] Minimale openingsdrempel van de verse-luchtklep in ppm

1500 2000 [CO2] Maximale openingslimiet van de verse-

Yes ~ luchtklep in ppm

De kalibratie van de minimale hoeveelheid

No

-10 of 10 20

-10 of 10 12

-50 -20

~

40

40

40 verse lucht toestaan.

[NO/YES] Warmteherstel

[ Limit of Regulation ] * 1° indien optie

Regulering alle seizoenen - Stopzetten van de condensor ventilatoren

- Drempel buitentemperatuur (in °c). - Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, werkt de condensor van de ventilatoren in lage snelheid 2° in andere gevallen - 50% van de compressoren ontladen in koelen - Drempel buitentemperatuur (in °c).

- Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, wordt 50% van de compressoren gebruikt door de Regulering

[ Limit of Regulation ] * 1° indien optie

Regulering alle seizoenen - Stopzetten van de condensor ventilatoren - Drempel buitentemperatuur (in °c). - Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, wordt de condensor van de ventilatoren stopgezet *2* in andere gevallen - 100% van de compressoren ontladen in Koudestand -

Drempel buitentemperatuur (in °c).

- Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, worden de compressoren niet gebruikt door de Regulering

[ Limit of Regulation ] 100% van de compressoren ontladen in Verwarmingsmodus - Drempel buitentemperatuur (in °C). - Indien de buitentemperatuur lager is dan deze drempel, worden de compressoren niet gebruikt door de Regulering.

Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

2-Defrost 3620 Type

Outside

Coil

Time Limit

Time Fc

3621 List

3622 °c

3623 °c

3624 m

3625 ~

0

8

-10

30

1

0

10

-2

45

3

1

20

10

90

5

[ Function Defrost ] Keuze ontdooiingsmethode:

1 = "cyclerend" of 0 = dynamisch

[ Function Defrost ] Ontdooiingsauthorisatie -

Drempel buitentemperatuur (in °c)

[ Function Defrost ] Ontdooiingsauthorisatie -

Drempel batterijtemperatuur (in °c)

[ Function Defrost ] Tijdslimiet voor ijsvorming (in minuten) -Voor de dynamische ontdooicyclus zal de unit deze minimale tijd draaien. Bij cyclerend ontdooien is dit de tijdsvertraging waarna het ontdooien wordt gestart zodra aan de temperatuurvoorwaarden is voldaan.

[ Function Defrost ] Aantal opstartpogingen condensorventilator voordat ontdooicyclus wordt stopgezet. Indien het aantal opstartpogingen niet wordt behaald binnen de 4min, wordt het ontdooien stopgezet.

3-Safety 3630 W/Cd Mini

W/Cd Maxi

3631 °c

3632 °c

4

20

5

45

20

46

[Safety Limit] Lage-temperatuurlimiet warmtewisselaaruitvoer (in °c) -

Activeringsdrempel van de veiligheidslimiet.

[Safety limit] Hoge-temperatuurlimiet warmtewisselaaruitvoer (in °c) -

Activeringsdrempel van de veiligheidslimiet.

7-Heater 3700 1-Gas

2-Elec. H.

3710 .

3720 Out.Limit

3711

3721 °c -20 10 40 [ Limit of Regulation ] 100% ontladen van de verwarming

- Drempel buitentemperatuur (in °c). Indien de buitentemperatuur hoger is dan deze drempel wordt de verwarming uitgeschakeld.

3-Hot W/Coil

Sp Mixing

Maximum

3722 °c

3723 %

0

0

5

100

10

100

[ Electrical heater ] Regulering alle seizoenen van

FLEXY FX - Drempel van mengseltemperatuur

(in °c) - Indien de temperatuur van het mengsel lager is dan deze drempel, wordt de elektrische verwarming geactiveerd

[ Electrical heater ] Voor elektrische verwarming met

Triac: Maximum vermogen van gebruik elektrische verwarming (in %)

Een lekstroom toestaan

4-Pump

3730 Out.Limit

Opening

A.Freeze

3740 Mode

3731 °c

3732 %

3733 List

3741 List

-20

0

0

0

10

0

0

0

40

50

?

?

[0% / 100%] De V3V openen of sluiten

[No/Frost.Al./Start heat/Start] Opstartmodus voor de pomp kiezen

Hoofdscherm Code Omschrijving

8-Config.

Code Omschrijving

3800 1-Unit

Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

3810 Range 3811 List 0 6 ?

Type unit: BC, BH, BGN, BG, BD, FC, FH, FGN,

FG, FD, FX of FW

Size

Hu. Pack

TCB

3812 List 0

3813 Yes/No ~

3814 Yes/No ~

0

No

No

?

~

~

Zie tabel nr. 5

[ Configuration ] Activering van de vochtigheidsbeheeroptie

[Configuration] Configuratie van de thermostaatbesturingskaart.

2-Compressor 3820 LAK 3821 Yes/No ~ No ~ [ Configuration ] Lage temperatuurkit "regeling alle seizoenen"

Wat/Cond

085/100 +

3822 Yes/No ~

3823 Yes/No ~

No

No

~

~ [ Configuration ] Activering van de optie

"Geoptimaliseerd ontdooien". Alleen voor Flexy

85_100 met gedeelde luchtstroom.

3-Option 3830 AuxHeat

F.Air

P. Air

3831 List

3832

3833

List

List

0

0

0

0

0

0

6

3

2

[ Configuration ] Configuratie van de verwarmingsinvoer: HWC; Elektrische verwarming S/M/H of

Gas 2/4/2 pro. /4 pro. Voor 20kW ‘ 60kW, kies

"gas 2"; voor 120kW ‘ 180kW, kies "gas 4";

"pro." betekent modulerend gas

[Configuration] Configuratie van de verse lucht / economiser: NO, 100% vast of 0-50% of 0-100% modulerend.

[ Configuration ] Configuratie van de differentieeldruksensor: 0Pa; 500Pa; 1000Pa

Hoofdscherm Code Omschrijving Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max Omschrijving

4-Out. Custom.

3840 BM50.1

3841 List 0 0 6 [Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing in

BE50.1

3842 List 0 0 6 de BM50

[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing

(eerste uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)

BE50.2

3843 List 0 0 6

BE50.3

BE50.4

3844

3845

List

List

0

0

0

0

6

6

[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing

(tweede uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)

[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing

(derde uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)

[Configuration] Vrije uitvoer voor aanpassing

(vierde uitvoer van de uitbreidingskaart BE50)

5-In. Custom.

3850 BM50.1

3851 List 0 0 8

BM50.2

BE50.1

BE50.2

BE50.3

BE50.4

3852

3853

3854

3855

3856

List

List

List

List

List

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

8

8

8

8

8

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)

6-In.% Custom.

3860 BE50.1

BE50.2

BE50.3

BE50.4

3861 List 0

3862

3863

3864

List

List

List

0

0

0

0

0

0

0

4

4

4

4

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing in de BM50

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)

[Configuration] Vrije invoer voor aanpassing (invoer op de uitbreidingskaart BE50)

Hoofdscherm Code Omschrijving

9-Com.

Code Omschrijving Code Omschrijving Code Eenh Min Fabriek Max

3900 1-Display 3910 Sp Mini.

3911 °c 8 17 21

Sp Maxi.

Offset

3912

3913

°c

°c

21

-5

Standard Sp 3914 Yes/No ~

27

0

No

35

5

~

Omschrijving

[ Mode] Minimumtemperatuur voor de vereiste kamertemperatuurinstelling in het midden van de dode zone.

[ Mode] Maximumtemperatuur voor de vereiste kamertemperatuurinstelling in het midden van de dode zone.

Waardeverschuiving, gemeten door de buitentemperatuursensor

Hiermee kunnen ALLE instellingen opnieuw worden ingesteld op de beginwaarden (indien beschikbaar). Niet mogelijk voor configuraties en klok omdat hiervoor geen beginwaarden voorhanden zijn.

2-Link

3-BMS

3920

3930

ID

Number

Type.

Type

ID

Type

Baud

Watchdog

BMS Unoc.

Snelheid

3921

3922

3923

3924

3931

~

~

List

List

~

3932 List

3933 List

3934 ~

1

1

0

0

1

0

3

0

3935 On/Off ~

3936 On/Off ~

1

1

0

0

1

2

4

0

Off

Off

12

12

6

2

[ Configuration ] Identificatieadres voor de unit van 1 t/m 12.

[ Configuration ] Aantal units op de BUS.

Unit met adres N°1 is altijd de master.

Master / Slave-relatie: raadpleeg

"Besturing communicatieverbindingen" p 63

Configuratie van de deling van de buitenvochtigheid en -temperatuur.

200

~

~

[ Configuration ] Identificatienummer van de 485 Bus

Climatic, ModBus of LonWorks

1200, 2400, 4800, 9600 of 19200

1000 [ BMS ] Activering van de regeling door een computer of automaat - BMS-modus is geactiveerd indien deze waarde niet nul is, Deze waarde wordt elke seconde verminderd

[BMS] Opheffing stand-by modus annuleren

Ventilatorsnelheidsregeling in de dode zone:

[ON] de unit wordt in de lage-snelheidsmodus uitgevoerd, [OFF] de unit wordt in de hogesnelheidsmodus uitgevoerd

BALTIC

BCK BHK BGK BDK BGN

BCK020NS BHK020NS BGK020SS BDK020SS BGN001S

BCK025NS BHK025NS BGK025SS BDK025SS BGN001H

BCK030NS BHK030NS BGK030SS BDK030SS

BCK035NS BHK035NS BGK035SS BDK035SS

BCK040NS BHK040NS BGK040SS BDK040SS

BCK045NS BHK045NS BGK045SS BDK045SS

BCK030ND BHK030ND BGK030SD BDK030SD

BCK035ND BHK035ND BGK035SD BDK035SD

BCK040ND BHK040ND BGK040SD BDK040SD

BCK045ND BHK045ND BGK045SD BDK045SD

BCK050ND BHK050ND BGK050SD BDK050SD

BCK060ND BHK060ND BGK060SD BDK060SD

BCK070ND BHK070ND BGK070SD BDK070SD

BGK020HS BDK020HS

BGK025HS BDK025HS

BGK030HS BDK030HS

BGK035HS BDK035HS

BGK040HS BDK040HS

BGK045HS BDK045HS

BGK030HD BDK030HD

BGK035HD BDK035HD

BGK040HD BDK040HD

BGK045HD BDK045HD

BGK050HD BDK050HD

BGK060HD BDK060HD

BGK070HD BDK070HD

FCK

FCK085

FCK100

FCK120

FCK140

FCK160

FCK190

FHK

FHK085

FHK100

FHK120

FHK140

FHK160

FHK190

FGK FDK

FGK085S FDK085S

FGK100S FDK100S

FGK120S FDK120S

FGK140S FDK140S

FGK160S FDK160S

FGK190S FDK190S

FGK085H FDK085H

FGK100H FDK100H

FGK120H FDK120H

FGK140H FDK140H

FGK160H FDK160H

FGK190H FDK190H

FLEXY

FXK

FXK025

FXK030

FXK035

FXK040

FXK055

FXK070

FXK085

FXK100

FXK110

FXK140

FXK170

FGN FWN

FGN002S FWN002S

FGN003S FWN003S

FGN004S FWN004S

FGN005S FXN005S

FGN002H FWN002H

FGN003H FWN003H

FGN004H FWN004H

FGN005H FWN005H

VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE

MODBUS

Instellingen en waarden

@ (hexa) @ (deci)

01H

02H

1

2

03H 3

R/W

R/W

R/W

L

L

L

04H 4 R/W L

05H

06H

5

6

R/W

R/W

L

L

07H

08H

7

8

09H

0AH

0BH

0CH

11

12

9

10

R/W L

R/W L

R/W L

R/W L

0DH

0EH

0FH

10H

R = Read

W = Write

L = Logical

15

16

13

14

R/W L

R/W L

R/W

R/W

L

L

R/W L

R/W L

DS50

[On / Off] Unit

[Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen

[Enable] Stopzetten en draaien van de ventilator.[OFF] de ventilator is uitgeschakeld,

[ON] de ventilator draait.

[Enable] Stopzetten en draaien van de ventilator in de "dode besturingszone".

[Off] de ventilator is uitgeschakeld, [On] de ventilator draait.

[BMS] Activering van de standby-modus [Off] bedrijfsmodus -

[On] standby-modus

[Room regulation] Keuzemogelijkheden van prioriteitsregeling verwarming -

[Off] Warmtepomp dan warmwaterbatterij of elektrisch of gas

[On] Warmwaterbatterij of elektrisch of gas, dan warmtepomp

[F-Air Reheat] Opnieuw verwarmen van verse lucht in de dode zone

3324

(BMS)

3331

(BMS) om toevoertemperatuur te behouden.

[F-Air Reheat] Keuzemogelijkheden van prioriteitsregeling verwarming -

[Off] Warmtepomp dan warmwaterbatterij of elektrisch of gas

[Off] CO2-besturing uitschakelen voor een zone,

[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de koelmodus forceren.

[Enable] [OFF] Uitladen van de compressoren in de verwarmingsmodus forceren.

3332

[On] Warmwaterbatterij of elektrisch of gas, dan warmtepomp (BMS)

[Enable] Eco uitvoeren: [On] de Economiser wordt uitgevoerd, [Off] de Economiser is stopgezet.

3353

[Enable] CO2-sensor uitvoeren: [On] CO2-besturing inschakelen voor een zone,

(BMS)

3354

(BMS)

3355

(BMS)

3356

3111

3112

3351

(BMS)

3352

(BMS)

3933

(BMS)

[Enable] [OFF] Uitladen van de verwarmingsmodule forceren (elektrisch, gas of warmwaterbatterij) 3357

[Enable] [OFF] Uitladen van de vochtigheidsregeling forceren.

(BMS)

3358

(BMS) niet in gebruik

[Clock] [OFF] uur & minuut lezen [ON] uur & minuut schrijven …

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 79

VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE

MODBUS

Instellingen en waarden

Pagina 80 - IOM - FLEXY - 0704 -D

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

R

R

R

R

R

R

R

R

R/W

R/W

R/W

R

R

R

R

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

25H

26H

27H

28H

29H

2AH

2BH

2CH

1EH

1FH

20H

21H

22H

23H

24H

@ (hexa) @ (deci)

11H

12H

17

18

13H

14H

15H

19

20

21

16H

17H

18H

19H

1AH

1BH

1CH

1DH

26

27

28

29

22

23

24

25

41

42

43

44

37

38

39

40

30

31

32

33

34

35

36

39H

3AH

3BH

3CH

3DH

3EH

3FH

40H

2DH

2EH

2FH

30H

31H

32H

33H

34H

35H

36H

37H

38H

57

58

59

60

61

62

63

64

49

50

51

52

53

45

46

47

48

54

55

56

[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 1, BM50-J17-NO12

[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 2, BE50-J5-NO1

[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 3, BE50-J6-NO2

[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 4, BE50-J7-NO3

[Dry contact] Digitale uitvoer, vrij 5, BE50-J8-NO4 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik

[Alarm] Algemeen

[On/Off] Ventilator, Blower

[On/Off] Ventilator, Afzuiging

[On/Off] Compressor, 1

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 1

[On/Off] Compressor, 2

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 2

[On/Off] Compressor, 3

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 3

[On/Off] Compressor, 4

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 4

[On/Off] Gas, Brander, 1

[On/Off] Gas, Brander, 2

[On/Off] Gas, Brander, Hoog vermogen, 1

[On/Off] Elektrische verwarming, 1

[On/Off] Elektrische verwarming, 2

[Dry contact] Digitale invoer, vrij 1, BM50-J8-ID13

[Dry contact] Digitale invoer, vrij 2, BM50-J8-ID14

[Dry contact] Digitale invoer, vrij 3, BE50-J4-ID1

[Dry contact] Digitale invoer, vrij 4, BE50-J4-ID2

[Dry contact] Digitale invoer, vrij 5, BE50-J4-ID3

[Dry contact] Digitale invoer, vrij 6, BE50-J4-ID4 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik

DC50

2141

2142

2143

2144

2145

1000

2315

2321

2516

2517

2526

2527

2536

2537

2546

2547

2615

2616

2617

2625

2626

2151

2152

2153

2154

2155

2156

VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE

MODBUS

Instellingen en waarden

10H

11H

12H

13H

14H

15H

16H

17H

18H

09H

0AH

0BH

0CH

0DH

0EH

0FH

19H

1AH

1BH

1CH

1DH

1EH

1FH

20

21

22

23

24

16

17

18

19

9

10

11

12

13

14

15

25

26

27

28

29

30

31

@ (hexa) @ (deci)

01H 1

02H

03H

04H

05H

06H

07H

08H

2

3

4

5

6

7

8

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

DS50

R/W

R/W

1 = 1 s

10 = 1.0°c

[ BMS ] Activering van de regeling door een computer of een automaat -

BMS-modus is geactiveerd indien deze waarde niet nul is,

Deze waarde wordt elke seconde verminderd

[Occupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C.

Instelling koeling

3932

3322

(BMS)

R/W 10 = 1.0°c [Occupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. Instelling verwarming

R/W 1 = 1% [Room SP] Vereiste verhouding kamer minimale verse lucht in % Midden van de dode zone.

3323

(BMS)

3312

(BMS)

R/W 10 = 1.0°c [Inoccupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C. Instelling koeling

R/W 10 = 1.0°c [Inoccupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C. Instelling verwarming

R/W 1 = 1%

R/W 1 = 1%

3322

(Uno)

3323

(Uno)

[Humidity] Gewenste maximale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %).

3341

– Instelling ontvochtiging.

(BMS)

[Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %).

3342

(BMS)

R/W

R/W

R/W

– Instelling bevochtiging.

niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

R/W

1 = 1h

1 = 1m

1 = 1

1 = 1

1 = 2001

10 = 1.0°c

10 = 1.0%

10 = 1.0°c

[Clock] Uur

[Clock] Minuut

[Clock] Dag van de maand

[Clock] Maand

[Clock] Jaar

[BMS] Kamertemperatuur vanaf de BMS

[BMS] Kamervochtigheid vanaf de BMS

[BMS] Buitentemperatuur vanaf de BMS

R/W 10 = 1.0% [BMS] Buitenvochtigheid vanaf de BMS

R/W niet in gebruik

R/W

R/W

R/W niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik

3121

3122

3123

3124

3125

2824

2828

2814

2818 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 81

VARIABELEN ELEKTRISCHE GEGEVENSCONTROLE

MODBUS

Instellingen en waarden

31H

32H

33H

34H

35H

36H

37H

38H

39H

2BH

2CH

2DH

2EH

2FH

30H

3AH

3BH

3CH

3DH

3EH

3FH

40H

@ (hexa) @ (deci)

20H 32

21H

22H

23H

33

34

35

24H

25H

26H

27H

28H

29H

2AH

39

40

41

42

36

37

38

52

53

54

55

49

50

51

56

57

43

44

45

46

47

48

62

63

64

58

59

60

61

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R/W

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

1 = 1

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0% niet in gebruik

[Alarm] Foutcode

[Temperature] Kamer

[Temperature] Buiten

[Temperature] Toevoer

[Temperature] Retour

[Relative Humidity] Kamer

10 = 1.0 g/Kg [Absolute Humidity] Kamer

10 = 1.0% [Relative Humidity] Buiten

10 = 1.0 g/Kg [Absolute Humidity] Buiten

1 = 1 pa [Flow] Drukverschil van de lucht, in pascal

1 = 1 ppm

1 = 1%

1 = 1%

1 = 1%

1 = 1%

1 = 1%

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0%

10 = 1.0%

10 = 1.0%

10 = 1.0%

[CO²] Niveau in ppm

[% of opening] Registratie van verse lucht

[% of opening] Gasafsluiter

[% of opening] Elektrische verwarming (Triac)

[% of opening] Warmwaterbatterij

[% of opening] Bevochtiger

[Dry contact] Temperatuur, vrij 1, BE50-J9-B1

[Dry contact] Temperatuur, vrij 2, BE50-J9-B2

[Dry contact] Temperatuur, vrij 3, BE50-J10-B3

[Dry contact] Temperatuur, vrij 4, BE50-J10-B4

[Dry contact] Vochtigheid, vrij 1, BE50-J9-B1

[Dry contact] Vochtigheid, vrij 2, BE50-J9-B2

[Dry contact] Vochtigheid, vrij 3, BE50-J10-B3

[Dry contact] Vochtigheid, vrij 4, BE50-J10-B4 niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik niet in gebruik

DS50

2161

2162

2163

2164

2165

2166

2167

2168

2132

2413

2618

2627

2633

2714

1000

2112

2111

2113

2114

2122

2124

2121

2123

2131

Pagina 82 - IOM - FLEXY - 0704 -D

LONWORKS MENUSTRUCTUUR - BEDIENINGSvariabelen

LONWORKS

Instellingen en waarden

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R/W

R/W

R/W

R/W

R

R

R

R

R

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

L

[On / Off] Unit

[Reset] De veiligheidsvoorzieningen van de unit worden ontladen

[BMS] Activering van de standby-modus [Off] bedrijfsmodus - [On] standby-modus

[Clock] [OFF] uur & minuut lezen [ON] uur & minuut schrijven

[Alarm] Algemeen

[On/Off] Ventilator, Blower

[On/Off] Compressor, 1

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 1

[On/Off] Compressor, 2

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 2

[On/Off] Compressor, 3

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 3

[On/Off] Compressor, 4

[On/Off] Compressor, Warmtepomp, 4

[On/Off] Gas, Brander, 1

[On/Off] Gas, Brander, 2

[On/Off] Gas, Brander, Hoog vermogen, 1

[On/Off] Elektrische verwarming, 1

[On/Off] Elektrische verwarming, 2

R/W 1 = 1 s

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

1 = 1%

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

1 = 1%

1 = 1%

1 = 1h

1 = 1m

1 = 1

1 = 1

1 = 1

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0°c

10 = 1.0%

10 = 1.0 g/Kg

10 = 1.0%

10 = 1.0 g/Kg

1 = 1%

1 = 1%

1 = 1%

1 = 1%

R/W

R/W

R/W

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R

R/W

R/W

R/W

R/W

R

R/W

R/W

R/W

R/W

DS50

[ BMS ] Activering van de regeling door een computer of automaat -

BMS-modus is geactiveerd indien deze waarde niet nul is,

Deze waarde wordt elke seconde verminderd

[Occupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C.

Instelling koeling

[Occupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C.

Instelling verwarming

[Room SP] Vereiste verhouding kamer minimale verse lucht in %.

Midden van de dode zone.

[Inoccupation][Room SP] Vereiste maximum kamertemperatuur in °C.

Instelling koeling

[Inoccupation][Room SP] Vereiste minimum kamertemperatuur in °C.

Instelling verwarming

[Humidity] Gewenste maximale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). –

Instelling ontvochtiging.

[Humidity] Gewenste minimale relatieve vochtigheid in de ruimte (in %). –

Instelling bevochtiging.

[Clock] Uur

[Clock] Minuut

[Clock] Dag van de maand

[Clock] Maand

[Alarm] Foutcode

[Temperature] Kamer

[Temperature] Buiten

[Temperature] Toevoer

[Relative Humidity] Buiten

[Absolute Humidity] Buiten

[Relative Humidity] Kamer

[Absolute Humidity] Kamer

[% of opening] Registratie van verse lucht

[% of opening] Gasafsluiter

[% of opening] Elektrische verwarming (Triac)

[% of opening] Warmwaterbatterij

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 83

3932

3322

(BMS)

3323

(BMS)

3312

(BMS)

3322

(Uno)

3323

(Uno)

3341

(BMS)

3342

(BMS)

3121

3122

3123

3124

1000

2112

2111

2113

2121

2123

2122

2124

2413

2618

2627

2633

2527

2536

2537

2546

2547

2615

2616

2617

2625

2626

DS50

3111

3112

3933

1000

2315

2516

2517

2526

control climatic tm

50 foutcodes

88

90

91

92

93

84

85

86

87

80

81

82

83

72

73

74

75

31

32

33

40

41

42

70

71

11

12

13

14

4

5

CODE

1

15

22

23

94

95

96

97

98

99

111

112

114

115

117

BESCHRIJVING REGEL1

Flow

Filters

Filters

Electrical Heater

Outlet or Supply T.

Inlet or Room T.

Gas Burner, 1

Gas Burner, 2

Outlet or Supply T.

Inlet or Room T.

Humidifier

Room Humidity

Room Humidity

Flow, Pump

Pump, 1

Pump, 2

Real Time Clock

BE50, 1

BE50, 2

BE50, 3

BE50, 4

BE50, 5

Remote S.Point

Inlet or Room T.

Room Humidity

Outside Temperature

Outside Humidity

Outlet or Supply T.

Inlet, Recovery

Outlet, Recovery

Return or Mixing T.

Air, Condenser

Blower, Fan

Air, Condenser

Air, Condenser

Air, Condenser

Air, Condenser

Water, Condenser

Water, Condenser

Water, Condenser

Fire / Smoke

Condensor

Suction

Circuit 1

Circuit 1

Circuit 1

Faulty

Faulty

Faulty

Faulty

Faulty

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty Sensor

Faulty

Faulty

Faulty, System 1

Faulty, System 2

BESCHRIJVING REGEL2

Failure

Dirty

Missing

Faulty

Over Temp.

Temp. Too Low

Faulty

Faulty

Temp. To Below

Temp. Too High

Faulty

Humidity Too Low

Humidity Too High

Failure

Faulty

Faulty

Faulty

Faulty

Faulty, System 3

Faulty, System 4

Temp. To Below

Temp. Too High

Faulty, Flow

Faulty

Faulty Sensor, 1

Faulty Sensor, 1

Elec. power

Cut High Pressure

Cut Low Pressure

Pagina 84 - IOM - FLEXY - 0704 -D

control climatic tm

50 foutcodes

214

215

216

217

218

219

220

141

144

145

147

210

211

212

213

221

222

223

224

225

226

227

228

229

128

131

134

135

137

CODE

118

121

122

124

125

127

BESCHRIJVING REGEL1

Circuit 1

Condensor

Suction

Circuit 2

Circuit 2

Circuit 2

Circuit 2

Condensor

Circuit 3

Circuit 3

Circuit 3

Condensor

Circuit 4

Circuit 4

Circuit 4

P.Lan

Low Superheat

High Suction T.

MOP

LOP

Valve Not Closed

Probe

Motor

EEPROM

Battery

P.Lan

Low Superheat

High Suction T.

MOP

LOP

Valve Not Closed

Probe

Motor

EEPROM

Battery

BESCHRIJVING REGEL2

Risk of Frosting

Faulty Sensor, 2

Faulty Sensor, 2

Elec. power

Cut High Pressure

Cut Low Pressure

Risk of Frosting

Faulty Sensor, 3

Elec. power

Cut High Pressure

Cut Low Pressure

Faulty Sensor, 4

Elec. power

Cut High Pressure

Cut Low Pressure

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 1, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

EEV 2, Error

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 85

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

Er kunnen maximaal 12 CLIMATIC50 met

Climalook2 of 8 rooftops die zijn uitgerust met CLIMATIC2 en 12 op CLIMATIC 50 worden aangesloten, wanneer Climalook 3 of Climalink is geïnstalleerd.

toetsenbord waarmee de installatie lokaal kan worden gevolgd. De Climalook2 kan via een RS485-interface op maximaal 12 CL50-controllers worden aangesloten.

CLIMALINK 2

Dit product bestaat uit een centrale unit en een communicatie-interface.

Deze unit is ontworpen om te worden aangesloten op maximaal 12 rooftops die zijn uitgerust met CLIMATIC 50controllers via een RS485-interface. In de doos zit een aansluitschema.

De centrale unit moet op een droge en veilige plaats worden geïnstalleerd. Nadat de unit is aangesloten en ingeschakeld, verloopt alles verder volledig automatisch. Er is dus geen scherm, toetsenbord of muis nodig. Na een stroomstoring moet de centrale unit opnieuw worden gestart met de aan/uit-knop.

OM dit te voorkomen raadt Lennox aan de centrale unit op een UPS aan te sluiten. Lennox kan niet verantwoordelijk worden gesteld als aan deze voorwaarde niet is voldaan.

CLIMALOOK 2

Dit product is identiek aan de CLIMALINK 2, maar is voorzien van een 15-inch TFT-scherm, een muis en een numeriek

CLIMALOOK 3

Climalook 3 beschikt over dezelfde functies als Climalook 2 en kan worden aangesloten op 12 rooftops die zijn voorzien van een CLIMATIC 50-controller, maar ook op 8 rooftops die zijn voorzien van een CLIMATIC2-controller en een KP01-kaart

(Flexy en Linea zijn reeds ter plekke aanwezig).

OPMERKING: Om een unit met CLIMATIC2 aan te sluiten, moet de versie van het programma minimaal versie 20 zijn.

Als dat niet zo is, moet het programma worden bijgewerkt naar LF20 voordat er wordt aangesloten op Climalook 3

Voor de lokale bediening van de Climalook wordt Internet

Explorer gebruikt. De lokale bedieningsmodus is volledig automatisch en hoeft niet te worden ingesteld. Net zoals

Climalink kan Climalook via een interne modem en een analoge telefoonlijn op afstand vragen ontvangen.

Climalook en Climalink werken niet met een

ISDN-telefoonlijn.

KP 01-kaart

KP 14-interface

Details van de aansluiting

Knipperend lampje

tijdens communicatie met de PC

OPMERKING: Om goed te kunnen functioneren moet voor elke RTU een adres met behulp van een KP02

(instelling 91) worden ingesteld.

De stroom naar de climatic moet twee keer na het invoeren van de waarde worden uitgeschakeld om de waarde in de climatic te kunnen registreren.

Nadat de stroom is ingeschakeld, moet u nadat de welkomstpagina wordt weergegeven, vijf minuten wachten om de software volledig te laten bijwerken.

AANSLUITING OP CLIMATIC2 EN

KP01-KAART

Voor de aansluitingen tussen de Climalink/ Climalook moet een dubbel afgeschermde kabel worden gebruikt (deze wordt niet geleverd door Lennox). De kabel moet een metalen buitenmantel hebben en de binnenkabel mag minimaal

0,5mm2 en maximaal 1mm2 zijn.

Elke kabel wordt aangesloten op de COM B-poort en de

KP01-kaart. Er moet vooral op de volgorde van de aansluitingen worden gelet. De kabel die uit de KP14 komt en aan het uiteinde een BD9-stekker heeft, wordt aangesloten op de seriële poort aan de achterkant van de centrale unit.

Pagina 86 - IOM - FLEXY - 0704 -D

De kabel die uit de KP14 komt en aan het uiteinde een BD9-stekker heeft, wordt aangesloten op de seriële poort aan de achterkant van de centrale unit.

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

Stekker voor telefoonkoppeling RJ11.

De kabel wordt bij de unit geleverd.

AANSLUITING OP DE CLIMATICTM 50 VIA

INTERFACE 435/232

RS 485-dochterkaart

Na het opstarten van de centrale unit van de Climalook 3, begint het lampje naast de B-POORT op de CLIMATIC KP01kaart te knipperen. De CPU wordt achtereenvolgens op alle kaarten aangesloten waarbij het normaal is dat het lampje even stopt met knipperen.

Bij gebruik van een Climalook 3 kunnen maximaal

12 rooftops worden aangesloten die zijn uitgerust met

CLIMATIC 50.

Voor de aansluitingen tussen de Climalink/ Climalook moet een dubbel afgeschermde kabel worden gebruikt (deze wordt niet geleverd door Lennox). De kabel moet een metalen buitenmantel hebben en de binnenkabel mag minimaal

0,5mm2 en maximaal 1mm2 zijn.

Wanneer alle aansluitingen tot stand zijn gebracht, drukt u op de aan/uit-knop. De programma’s worden automatisch gestart en het lampje rechts van de Com B op de CLIMATIC

KP01-kaart moet knipperen.

Met het telefoonnummer van de site kunt u op afstand vragen stellen.

De draden worden op elke CLIMATIC50 485-poort aangesloten. U moet erop letten dat de aansluitvolgorde als volgt is:

+ aan +,

- aan -, en aarde aan aarde.

Met het telefoonnummer van de site kunt u op afstand vragen stellen.

De kabel die wordt afgesloten door een DB9stekker en die uit de 485/

232-interface komt, wordt aangesloten op de seriële poort van de centrale unit van de Climalook.

Stekker voor telefoonkoppeling RJ11.

De kabel wordt bij de unit geleverd.

Nadat de opstartprocedure is uitgevoerd, gaat het lampje op de INTERFACE knipperen.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 87

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

INSTELLINGEN VOOR DE

VERBINDINGEN

Gebruik de optie "Nieuwe verbinding maken", afhankelijk van de versie van Windows waarmee u werkt.

Klik op Volgende

Voer het telefoonnummer in van de modem van de ClimaLook.

Klik op

Klik

Pagina 88 - IOM - FLEXY - 0704 -D

Klik op Volgende

Klik op

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

Voer de naam van de site in

Klik op Voltooien.

Typ "Beheerder"

Typ "http:// Lennox" in het veld Adres.

De eerste keer dat u zich aanmeldt, wordt u gevraagd uw aanmeldgegevens in te voeren.

- Voer Beheerder in bij Gebruiker

Beheerder

- Voer als wachtwoord

VISION in.

- Laat het werkgroepveld leeg.

Hierna hebt u toegang tot:

DE PAGINA WELKOM

Eerst moet u het virtuele toetsenbordvenster laten zakken

voordat u de taal gaat kiezen.

OPMERKING: Om het programma te kunnen gebruiken moet het virtuele toetsenbord worden geminimaliseerd.

Vervolgens klikt u op de vlag van de gewenste taal.

Klik op

De modem belt het nummer waarna de twee modems verbinding met elkaar maken.

Typ "VISION"

Op de taakbalk naast de klok staat nu het symbool dat de verbinding met de externe computer aangeeft.

In sommige versies van Windows moet u het wachtwoord nogmaals invoeren. Als dat zo is, doet u het volgende:

- Voer Beheerder in bij Gebruiker

- Voer als wachtwoord VISION in

- Laat het werkgroepveld leeg.

U kunt nu Internet Explorer starten.

Voer uw toegangscode in en bevestig deze code. De toegangscode 999 is een tijdelijke code die u moet wijzigen in een eigen veiligheidscode.

Als de code geldig is, wordt het volgende menu geopend.

Is de code niet geldig, dan blijft u op dezelfde pagina.

Er zijn drie toegangsniveaus:

1ste niveau: toegang tot de pagina’s

Gebruiker, Schema, Macro en

Algemeen overzicht.

2de niveau:

3de niveau: de pagina’s van het eerste niveau plus de pagina Service.

de pagina’s van het eerste en het tweede niveau plus de pagina Toegang.

Als de uitvoering niet werkt, kan het zijn dat u op dezelfde pagina blijft, ook als uw toegangscode geldig is. In dat geval moet u eerst de lokale centrale unit opnieuw opstarten voordat u verdergaat.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 89

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

DE PAGINA ALGEMEEN

Dag en tijd van de unit

De kleur rond de rooftop-unit en de bedrijfstemperaturen geven de status van de unit aan:

Groen:

Wit:

Oranje :

Bedrijfsstand,

Stopstand,

Nachtstand,

Rood: Foutstand.

Op deze pagina staat basisinformatie over de werking van de installatie. Het nummer van de rooftop-unit komt overeen met het EPROM-nummer.

Uitlaat temperatuur

Omgeving temperatuur

Plaats voor informatie over de status van deze unit de muisaanwijzer op de betreffende unit.

Als de unit niet bestaat, niet is ingeschakeld of er kan niet met de unit worden gecommuniceerd, staat het pictogram van die unit niet op het scherm. Het programma probeert om de tien minuten met niet-aanwezige units te communiceren.

Als u informatie over de werking van een unit wilt bekijken, moet u op die unit klikken.

Na elke 20 seconden wordt dit scherm automatisch vernieuwd.

Onder aan de pagina staat de unit die wordt opgezocht. Op deze pagina kunt u de unit ook wijzigen. In dat geval gaat u naar de pagina Gebruiker.

Als de unit niet bestaat, niet is ingeschakeld of er kan niet met de unit worden gecommuniceerd, staat het pictogram van die unit niet op het scherm. Het programma probeert om de tien minuten met niet-aanwezige units te communiceren.

U kunt meerdere instellingen tegelijk wijzigen.

De instellingen worden alleen gewijzigd als u op de optie "verzenden" klikt.

Als er zich een fout heeft voorgedaan bij uw unit, wordt dit met rood op de pagina Algemeen aangegeven. In de foutmodus kunt u de fout oplossen.

Als de fout hiermee niet is verholpen, wordt die nog op deze pagina weergegeven.

DE PAGINA GEBRUIKER

Deze pagina wordt het meest gebruikt. U kunt er een aantal instellingen van de unit mee bekijken en wijzigen.

Met de optie Vernieuwen kunt u de waarden up-to-date houden.

Niet alle instellingen kunnen worden gewijzigd.

Alleen-lezen instelling:

De optie voor het resetten van fouten wordt gebruikt om indien mogelijk de fouten van de unit te wissen. De fout blijft zich voordoen als het probleem niet is opgelost.

De optie voor het wissen wordt gebruikt om het programmageheugen weer op de standaardinstellingen in te stellen. De fouten van de unit worden met deze optie niet gewist.

Pagina 90 - IOM - FLEXY - 0704 -D

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

Voor sommige instellingen staat er een klein pictogram aan het einde van de regel.

Door erop te klikken krijgt u een overzicht van die instelling te zien.

De lege velden komen overeen met situaties waarin de

CLIMALOOK / CLIMALINK unit is gestopt

Met de optie Vernieuwen kunt u de waarden up-to-date houden.

- U opent de pagina Service voor een andere unit door op die unit te klikken.

- U keert terug naar de pagina Gebruiker door op het menu Gebruiker te klikken.

- U opent de pagina Schema door op het menu Schema te klikken.

+ Toevoertemperatuur / Kamertemperatuur / Temperatuur buitenlucht + Fouten (afgelopen 10 dagen)

De menu’s

De pagina Welkom

De pagina Algemeen

De pagina Macro

De pagina Algemeen overzicht

De pagina Toegangscodes

DE PAGINA SCHEMA

Op deze pagina worden alle configuratie-instellingen voor elke zone van het bedrijfsschema van een unit weergegeven en gewijzigd.

Met de optie Vernieuwen kunt u de waarden up-to-date houden.

Waarden vernieuwen

De pagina Service of ervaren gebruiker

In de pagina Schema worden alle instellingen voor de verschillende standen weergegeven.

DE PAGINA SERVICE

De pagina Service is bedoeld voor technische gebruikers die precies weten hoe zij airconditioning-units moeten afstellen. Deze pagina wordt beveiligd met een wachtwoord op het tweede niveau.

De units zijn onderverdeeld in groepen. U kunt net zoals op de pagina Gebruiker meerdere instellingen weergeven en wijzigen.

De instellingen worden alleen gewijzigd als u op de optie

"verzenden" klikt.

Ook kunt u alle weergegeven instellingen naar een andere unit kopiëren.

De instellingen worden alleen gewijzigd als u op de optie

"verzenden" klikt.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 91

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

DE PAGINA MACRO

Met deze pagina kunt u alle units op uw plaats in een enkele handeling wijzigen.

U kunt een of meer handelingen uitvoeren.

Wijzig de waarde of waarden die u wilt versturen.

DE PAGINA TOEGANG

Met deze pagina kunnen gebruikers met een toegangscode voor het derde niveau toegangscodes aan andere gebruikers toewijzen.

De toegangscode 999 is uw eerste toegangscode. Verwijder deze code nadat u uw eigen toegangscode hebt opgegeven.

Klik op "Verzenden"

Selecteer "Volledige site"

De standaardmacro’s zijn:

- Aanpassen van de Comfort-thermostaat

- Instellen van de Nachtstand

- Instellen van frisse lucht op het minimum

- Instellen van de tijd op de Climatic-kaarten.

U maakt als volgt een nieuwe gebruiker: Klik op naam

DE PAGINA ALGEMEEN OVERZICHT

Deze pagina is een aanvulling op het overzicht dat u op de pagina Gebruiker kunt bekijken. Met dit overzicht kunt u zien wanneer de lokale communicatie is gestart en gestopt en wat de toegangscodes van de gebruikers zijn.

Gebruik het virtuele toetsenbord op de taakbalk.

Voer hiermee de naam, het wachtwoord (maximaal 4 cijfers) en het toegangsniveau in.

1 = toegang tot de pagina’s Gebruiker, Schema, Macro en

Algemeen overzicht.

2 = de pagina’s van het eerste niveau plus de pagina

Service.

3 = de pagina’s van het eerste en het tweede niveau plus de pagina Toegang.

Deze pagina kan alleen worden gelezen en niet worden gewijzigd. Het overzicht wordt automatisch gewist zodat het vernieuwen ervan niet te lang duurt.

Ook staan de fouten van de unit op deze pagina.

Pagina 92 - IOM - FLEXY - 0704 -D

besturingsinterface CLIMALINK / CLIMALOOK

Verplaats het toetsenbord op de taakbalk door te klikken op het minteken rechtsboven op het toetsenbord.

Bevestig door op "Verzenden" te klikken.

PROBLEEMOPLOSSING

Ik kan mijn toegangscode niet invoeren en ik blijf op de welkomstpagina.

De lokale communicatie is verbroken. U moet de lokale unit opnieuw opstarten.

Nadat u de unit opnieuw hebt opgestart, moet u 5 tot 10 minuten wachten voordat u het opnieuw probeert.

De gelezen waarden veranderen niet.

De waarden worden niet automatisch vernieuwd. Voor alle pagina’s moet u de functie Vernieuwen gebruiken om de meest recente waarden te kunnen bekijken.

Het toetsenbord staat niet meer op de taakbalk.

Klik op Start / Programma’s / Opstarten.

Hoe controleert u of de ClimaLink na te zijn geïnstalleerd goed functioneert:

Sluit de unit en de KP14 aan.

Sluit de kabels op de J18-ingangen en de Climatic-kaarten aan.

Na enkele minuten zou de centrale unit de dialoog moeten starten. Het lampje op de Climatic-kaart rechts van de J18-ingang zou moeten knipperen.

Als dit niet het geval is, moet u de bedrading controleren.

De enige manier om het probleem uitgebreider te controleren is door contact op te nemen met de Lennox-servicedienst.

Hiervoor hebt u een monitor en een muis nodig.

Nadat u de centrale ClimaLook- of ClimaLink-unit hebt geïnstalleerd, is het van belang dat u de telefoonaansluitingen test.

Pak een testtelefoon en zorg ervoor dat u verbinding hebt.

Noteer het telefoonnummer waarmee de centrale unit is verbonden.

De lokale unit beantwoordt de telefoon niet.

De lokale unit is of was uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop.

Zie de aanbevelingen aan het begin van het document.

De unit is niet aangesloten op een directe, analoge telefoonlijn.

Verbind de centrale unit en vraag aan iemand aan de andere kant om de communicatie te testen.

Alleen de centrale unit moet op de telefoonlijn zijn aangesloten. Er mag geen fax of een andere modem op de telefoonlijn zijn aangesloten.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 93

ELEKTRISCHE GEGEVENS

De stroomkabel moet zijn aangesloten op de hoofschakelaar en wordt vanuit de onderzijde van de unit in het elektrische paneel gevoerd.

Raadpleeg de algemene tekeningen in de documentatie om de exacte ingangspositie te vinden.

direct is gerelateerd aan het type kabel dat u gebruikt, de afstand tussen de apparatuur en de bron, maar ook de verschillende factoren met betrekking tot het installeren van de kabel.

De omvang van de stroomkabel moet worden berekend met verwijzing naar de elektrische kenmerken van uw machine.

Wij kunnen niet de doorsnede van de kabel vermelden, omdat deze

FC-type:

Fh-type:

Op de volgende pagina’s vindt u verwijzingen naar elektrische schema’s waarmee u de bedrading voor uw apparatuur kunt selecteren.

Aangezien de schema’s gelden voor de volledige lijn, kunnen ze verwijzen naar items die geen onderdeel van uw levering vormen.

Fx-type:

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Modulerend elektrisch verwarmingselement

Warmwater batterij

Economiser

Roofcurb met extractieventilator

Brandmelder

Rookmelder

Advanced Control Pack

DS50

DC50

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

100% verse lucht

LP-HP-drukmeter

Lage-omgevingstemperatuurkit

Watergekoelde condensor

TCB

Climalook/Climalink

Centrifugaal condensorventilator

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Warmtepomp

Modulerend elektrisch verwarmingselement

Economiser

Roofcurb met extractieventilator

Brandmelder

Rookmelder

Advanced Control Pack

DS50

DC50

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

100% verse lucht

LP-HP-drukmeter

Lage-omgevingstemperatuurkit

Watergekoelde condensor

TCB

Climalook/Climalink

Centrifugaal condensorventilator

Warmtepomp (standaard)

Modulerend elektrisch verwarmingselement

-

Warmwater batterij

-

Economiser

Roofcurb met extractieventilator

Brandmelder

Rookmelder

Advanced Control Pack

DS50

DC50

-

-

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

-

-

-

LP-HP-drukmeter

-

100% verse lucht

-

TCB

-

-

-

Climalook/Climalink

Pagina 94 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE GEGEVENS

FG-type:

-

-

-

Gasbrander 33/60kW

Gasbrander 120kW

Gasbrander 180kW

-

Economiser

Roofcurb met extractieventilator

Brandmelder

Rookmelder

ACP (Advanced Control Pack)

DS 50

DC 50

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

-

100% verse lucht

-

-

LP-HP-drukmeter

-

-

Lage-omgevingstemperatuurkit

Watergekoelde condensor

TCB

Climalook/Climalink

Centrifugaal condensorventilato

Fd-type:

-

-

-

Gasbrander 33/60kW

Gasbrander 120kW

Gasbrander 180kW

-

Economiser

Roofcurb met extractieventilator

Brandmelder

Rookmelder

ACP (Advanced Control Pack)

DS 50

DC 50

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

-

100% verse lucht

-

-

LP-HP-drukmeter

-

Lage-omgevingstemperatuurkit

Dynamisch ontdooien

Watergekoelde condensor

TCB

Climalook/Climalink

Centrifugaal condensorventilator

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 95

ELEKTRISCHE GEGEVENS

FGN-type:

-

-

-

Gasbrander 33/60kW

-

Gasbrander 120kW

Gasbrander 180kW

Economiser

-

Brandmelder

-

Rookmelder

DS 50

DC 50

-

-

-

-

-

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

-

-

-

-

-

-

TCB

-

Climalook/Climalink

Fwn-type:

-

-

-

Gasbrander 33/60kW

-

Gasbrander 120kW

Gasbrander 180kW

Economiser

Roofcurb met extractieventilator

Brandmelder

Rookmelder

ACP (Advanced Control Pack)

DS 50

DC 50

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

-

100% verse lucht

-

-

LP-HP-drukmeter

-

Lage-omgevingstemperatuurkit

Dynamisch ontdooien

-

-

Watergekoelde condensor

TCB

Climalook/Climalink

Centrifugaal condensorventilator

Pagina 96 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE GEGEVENS

FXA / FXK

= Rooftop warmtepomp

Warmtepomp

Elektrisch verwarmingselement TRIAC

-

Warmwater batterij

Economiser

-

-

Firestat

Rookmelder

ACP (Advanced Control Pack) (FC: koeling- FH: warmtepomp)

Digitale console KP02

Consoles KP17

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Air Sock regeling

Vrije contactenset (KP12.2)

RS232 KP14

CL06

KP07

-

-

-

Alle verse lucht

Instelling op afstand (KP05)

KP12.3 (TCB)

KP12.4 (Adaptvision)

Climalink/Climalook

VERKLARING VERWIJZINGEN IN SCHEMA

-A1-A2

-B1

-B2

-B4-B5

-B6-B7

-B11

-B13

-B14

-B15

-B16

-B17-B18

Air Sock regeling

Uitwendige luchtthermostaat

Rookmelderkop

Ionisatiesensor gasverdeelstuk

Ontstekingselektrode gasverdeelstuk

Controller waterstroomsnelheid

Verschildrukschakelaar/doorstroomsnelheid verstopt luchtfilter

Antivriesthermostaat warmwaterbatterij

Antivriesthermostaat warmwaterbatterij

Brandthermostaat

Minimumgasdrukschakelaar rookafvoer gasverdeelstuk

-B19-B20

-B21-B22

-B23-B24

-B25-B26

-B27

-B29-B30

-B32-B33

-B41-B42

-B43-B44

-B45-B46

-B51-B52

-B53-B54

-B61-B62

-B63-B64

-B71-B72

-B73-B74

-B81-B82

-B83-B84

-BE50

-BG10

-BH10

-BH11

-BM50

-BT10

-BT11

-BT12

Ventilatormotor -MS1-MS2 stoptherme

Luchtdrukschakelaar gasverdeelstuk

Afzuigventilatormotor -ME1-ME2 stoptherme

Elektrische batterij -E1-E2 veiligheids-klixon

Elektrische batterij -E3 veiligheids-klixon

Doorstroomsnelheid gasverdeelstuk veiligheids-klixon

Flashback gasverdeelstuk veiligheids-klixon

Compressor -MG1-MG2 hogedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG3-MG4 hogedruk veiligheidsschakelaar

Gasverdeelstuk 1 / gasverdeelstuk 2 regulering-klixon

Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG3-MG4 lagedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar

Compressor -MG3-MG4 hogedruk bedieningsschakelaar

Condensor -MC1-MC2 ventilatormotor stoptherme

Condensor -MC3-MC4 ventilatormotor stoptherme

Scrollcompressor -MG1-MG2 beveiligingsmodule

Scrollcompressor -MG3-MG4 beveiligingsmodule

Uitbreidingskaart

Luchtkwaliteitssensor (CO2)

Regelaar enthalpie sensor

Uitwendige enthalpie sensor

Climatic 50

Regelaar temperatuursensor

Uitwendige temperatuursensor

Ventilatortemperatuursensor

-BT16-BT18 Warmtewisselaaruitlaatsensor

-BT17 Retourtemperatuursensor

-BT91-BT92 Ontdooitemperatuursensor compressor 1-2

-BT93-BT94 Ontdooitemperatuursensor compressor 3-4

-BX50.1.2

-DT 50

Multiplexer Climatic 50

Aansluitbord

-E1-E2-E3

-E4

-E9-E10

-E11

-E14

Verwarmingselement -E1-E2-E3

Stoombevochtiger

Antivriesverwarmingskabels

Printplaat rookmelder

Bedieningskast brander

-EF49

-E51-E52

-E53-E54

Gasbranderkaart

Weerstand behuizing compressor -MG1-MG2

Weerstand behuizing compressor -MG3-MG4

-KE1-KE2

-KE3

Schakelaar verwarmingselement -E1-E2

Verwarmingselement -E3 contactor

-KM1-KM2

-KM5-KM6

Schakelaar ventilatormotor -MS1-MS2

Schakelaar afzuigventilatormotor -ME1-ME2

-KM9-KM10 Schakelaar condensor 1 / condensor 2 ventilatormotor

-KM11-KM12 Schakelaar compressor -MG1-MG2

-KM13-KM14 Schakelaar compressor -MG3-MG4

-MC1,2

-MC3,4

-ME1-ME2

Schakelaar -MC1-MC2 ventilatormotor

Schakelaar -MC3-MC4 ventilatormotor

Schakelaar afzuigventilatormotor -ME1-ME2

-MG1-MG2 Schakelaar compressor -MG1-MG2

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 97

ELEKTRISCHE GEGEVENS

-MG3-MG4 Schakelaar compressor -MG3-MG4

-MR1

-MR3

-MR4

Motor economiserklep

Motor verse luchtklep

Motor afzuigklep

-MS1-MS2 Ventilatormotor -MS1-MS2

-Q25

-QF1

-QF2

-QF4

-QG

-Q1-Q2

-Q5-Q6

-Q9

-Q10

-Q11-Q12

-Q13-Q14

Beveiliging ventilatormotor -MS1-MS2

Beveiliging afzuigventilatormotor -ME1-ME2

Beveiliging -MC1-MC2 ventilatormotor condensor

Beveiliging -MC3-MC4 ventilatormotor condensor

Beveiliging compressor -MG1-MG2

Beveiliging compressor -MG3-MG4

Beveiliging weerstand behuizing

Primaire circuitbeveiliging -T1

Primaire circuitbescherming -T3

Secundaire circuitbeveiliging -T1

Hoofdschakelaar

-QE1-QE2

-QE3

Beveiliging verwarmingselement -E1-E2

Verwarmingselement -E3 beveiliging

-T1

-T3

-TCB

UF

UT

Transformator bedieningscircuit 400v / 24v

Transformator netvoeding brander 400 / 230v thermostaatregelaar

Koelunit

Luchtbehandelingsunit

-V1.2.3

-YV2

Statische schakelaar elektrische batterij

3-wegafsluiter heet water

-YV11-YV12 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG1-MG2

-YV13-YV14 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG3-MG4

-YV31-YV32 Brander elektromagnetische gasafsluiter

-YV41-YV42 Elektromagnetische veiligheidsafsluiter gasverdeelstuk

-YV51-YV52 Elektromagnetische hoofdafsluiter gasverdeelstuk

-Z* Capaciteit weerstandcircuit

-BCD1.2

-BEC

Condensorbatterij

Warmwaterbatterij

-CA 1.2.3.4

Keerklep

-DT1.2.3.4

Thermostatisch expansieventiel

-FD 1.2.3.4

Filter Drier (Filter/droger)

-B14-B15

-BT12

-BT17

-B41-B42

-B43-B44

-B51-B52

-B53-B54

-B61-B62

-B63-B64

Antivriesthermostaat warmwaterbatterij

Ventilatortemperatuursensor

Temperatuursensor retourregelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG3-MG4 hogedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar

-EE1.2

Waterwarmtewisselaar

-MC1-MC2 Condensor MC1 / condensor MC2 ventilatormotor

-MC3-MC4 Condensor MC3 / condensor MC4 ventilatormotor

-MG1-MG2 Condensor MG1 - MG2

-MG3-MG4 Condensor MG3 - MG4

-MS1

VAM1.2

VRM

Ventilatormotor -MS1

Handbediende keerklep

Verstelbare handbediende klep

BCD1.2

-BEC

Condensorbatterij

Warmwaterbatterij

-BEV 1.2

Verdamperbatterij

-CA 1.2.3.4

Keerklep

-DT 1.2.3.4

Thermostatisch expansieventiel

-FD 1.2.3.4

Filter Drier (Filter/droger)

-B14-B15

-BT12

-BT17

-B41-B42

Antivriesthermostaat warmwaterbatterij

Ventilatortemperatuursensor

Temperatuursensor retourregelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk veiligheidsschakelaar

-B43-B44

-B51-B52

-B53-B54

-B61-B62

-B63-B64

-EE1.2

Compressor -MG3-MG4 hogedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 lagedruk veiligheidsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar

Compressor -MG1-MG2 hogedruk bedieningsschakelaar

Waterwarmtewisselaar

-MC1-MC2 Condensor MC1 / condensor MC2 ventilatormotor

-MC3-MC4 Condensor MC3 / condensor MC4 ventilatormotor

-MG1-MG2 Condensor MG1 - MG2

-MG3-MG4 Condensor MG3 - MG4

-MS1

VAM1.2

VRM

Ventilatormotor -MS1

Handbediende keerklep

Verstelbare handbediende klep

-YV2 3-wegafsluiter heet water

-YV11-YV12 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG1-MG2

-YV13-YV14 Cyclusomkeerafsluiter compressor -MG3-MG4

Pagina 98 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE GEGEVENS

FCA / FCK

= Alleen koeling

FXA/FXK

= Rooftop warmtepomp

HOOFDSTROOMSCHEMA

FHA / FHK

= Rooftop warmtepomp

PE

L3

L2

L1

5

3

1

6

4

2

PA: ** kW

IN: ** A

ID: ** A

400/24V

T1

***VA

-QF4

6A

-Q1

-KM1

-A1

-MS1

PE

T

14

01 02

-X1 02

-X1 01

-KM1

FC-FH-FX -MS1 < 1x7.5kW

-Q1 -Q5

14

-KM1

-A1

-MS1

PE

T

-MS2

PE

T

14

14

-KM5

-ME1

PE

-B23

<

T

-KM1

FC-FH-FX -MS1-MS2 < 2x7.5kW

07 FC-FH -ME1 < 1x7.5kW

-X3

20

FOLIO

04/7

22

L13

L12

L11

L13

L12

L11

-Q5 -Q5 -Q6 -QE1 -QE2 -QE3

-KM5 -KM5 -KM6

-KE1

-KE2 -KE3

-ME1

PE

-B23

<

T

-ME2

PE

-B24

<

T

07 FC-FH -ME1-ME2 < 2x5.5kW

FOLIO

04/7

-X3

20 21 22

-ME1

PE

07

-B23

<

T

-ME2

PE

-B24

<

T

-X3

20 21 22

FC-FH -ME1-ME2 = 2x7.5kW-2x9kW

PE

-E1 -E2

PE

-E3

PE

1 2

-V1

3+ 4-

1 2

-V1

3+ 4-

FOLIO

3/11

1 2

-V2

3+ 43+ 4-

FOLIO

3/11

1 2

-V2

1 2

-V3

3+ 4-

3/11

1 2

-V3

3+ 4-

FOLIO

02

22

02

TRIAC 18 kW

TRIAC 27kW

22

TRIAC 36 kW.............72kW

22

TRIAC ........................................................................................108kW

FC-FH-FX-FW

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 99

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

FGA / FGK

= Alleen koeling met gasverwarmingselement

FDA / FDK

= Rooftop warmtepomp met gasverwarming

HOOFDSTROOMSCHEMA

PE

L3

L2

L1

5

3

1

6

4

2

PA: ** kW

IN: ** A

ID: ** A

400/24V

T1

***VA

-QF4

6A

-Q1

-QF2

1A

-KM1

15 16

-T3

400/230V

***VA

22nF

PE

-A1

-MS1

PE

T

14

-MS2

PE

T

09 10

14

-Q1

-KM1

PE -A1

-MS1

PE

T

01 02

-KM1

-X1 02

-X1 01

FG-FD -MS1-MS2 < 2x7.5kW

-Q2

-KM2

PE

-MS2

PE

FG-FD -MS1-MS2 = 2x11kW

-A1

T

-Q1

-KM1

-MS1

PE

-A1

T

14

-Q2

-KM2

-MS2

PE

-KM1

FG-FD -MS1-MS2 = 2x9-2x11kW

-A1

T

14

L13

L12

L11

L13

L12

L11

-Q5

-KM5

-ME1

PE

-B23

<

T

-Q5 -Q5 -Q6

FOLIO

04/7

-X3

20 21 22

-KM5

-ME1

PE

-B23

<

T

-KM5

-ME2

PE

-B24

<

T

FOLIO

04/7

-X3

20 21 22

-ME1

PE

-B23

<

T

-KM6

-ME2

PE

T

-X3

20 21 22

07 FG-FD -ME1 < 1x7.5kW

07 FG-FD -ME1-ME2 < 2x5.5kW

07 FG-FD -ME1-ME2 = 2x7.5kW-2x9kW

Pagina 100 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

HOOFDSTROOMSCHEMA

L13

L12

L11

-Q11 -Q12 -Q13 -Q14

-KM11 -KM12 -KM13 -KM14

-MG1

PE

-E51

-MG2

PE

-E52

-MG3

PE

-E53

-MG4

PE

-E54

-Q11 -Q12 -Q13 -Q14

-KM11 -KM12 -KM13 -KM14

-MG1

PE

-B81

1 2

-MG2

-B82

PE

1 2

-MG3

-B83

PE

1 2

-MG4

-B84

PE

1 2

26

FC-FH-FG-FD

FX SZ185

FOLIO

4/5

FOLIO

4/5

FOLIO

4/13

FOLIO

4/13

MT125-160

L13

L12

L11

-Q9

-KM9

-Q10

-KM10

-Q9

-KM9

-Q9 -Q10 -Q9

-KM9 -KM10 -KM9

-MC1

PE

T

-MC2

PE

-B72

<

T

-MC3

PE

-B73

<

T

-MC4

PE

-B74

<

T

-MC1

PE

T

-MC2

PE

-B72

<

T

-MC3

PE

-B73

<

T

-MC1

PE

T

-MC2

PE

-B72

<

T

-MC1

PE

T

FX-100

FC-FH-FG-FD-085-100

FC-FH-FG-FD-160-190

FC-FH-FG-FD-085-100

FC-FH-FG-FD-120-140-160-190

26

26

21

FC-FH-FG-FD-085-100

FX140-160-170

FC-FH-FG-FD-120-140

FC-FH-FG-FD-085-100

26

21

26

FX-025 a 085

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 101

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

HOOFDSTROOMSCHEMA

BE50

BM50

24V.D

02

-X1

155

-B73

T

<

-B74

T

<

-X1

157

-KM10

-B63

P

<

-X1

132

-X1

155

20

FC/FH120.........190 (HELICOIDE)

-B64

P

<

-X1

132

-X1

155

20

FC/FH160./190 (HELICOIDE)

-KA9

14

11

12

130

-KM91

20

FC/FH085......190 (HELICOIDE)

-KM101

131

-KA9

-B73

T

<

-X1

57

-X1

58

-X1

55

-B71

T

<

-B72

T

<

-X1

56

-X1

132

-B61

P

<

-X1

55

20

FC/FH 085/100

-B62

P

<

-X1

132

-X1

55

20

FC/FH 085......190 (HELICOIDE)

24V.C

01

-KM9

L13

L12

L11

-Q9 -Q9 -Q10

-KM91

-KM9

C1

C1

C1

-MC1

PE

T

-MC2

PE

-B72

<

T

-KM91

-KM9

C1

C1

C1

-MC1

PE

T

-MC2

PE

-B72

<

T

-MC3

PE

-B73

<

T

-KM101 C1

C1

C1

-KM10

-MC3

PE

-B73

<

T

-MC4

PE

-B74

<

T

20

FC/FH120.........190 (HELICOIDE)

20

FC/FH120.........190 (HELICOIDE)

20

FC/FH085/100.........(HELICOIDE)

Pagina 102 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

CLIMATIC 50 CONTROLLER

GO

G

J1

B1

B2

B3

B4

+VDC

GND

B5

B6

GND

J3

J2

ID14

IDC13

ID13

ID13H

ID14H

ID9

ID10

ID12

ID11

IDC9

B8

GND

B7

GND

ID1

ID2

ID4

ID3

ID6

ID5

ID8

ID7

IDC1

VG

VGO

Y1

Y2

Y4

Y3

J8

J7

J6

J5

J4

1

2 +

3 -

GND

GND

TLAN

J11

J9

J10

+5V ref

GND

+V Term

Rx+/Tx+

Rx-/Tx-

GND

J16

J17

J18

C12

NO12

NC12

C9

NO9

NO10

NO11

C9

C13

NO13

NC13

J15

J14

J13

J12

NO3

C1

NO2

NO1

C1

NO4

C4

NO5

NO6

C4

C8

NO8

NC8

NO7

C7

C7

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 103

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

CLIMATIC 50-INGANG

OUT1

OUT2

M

GO

G+

+IN

OUT

-GND

B2

G

GO

B1

J1

B3

B4

+VDC

B5

GND

B6

GND

J3

J2

FOLIO 6 FOLIO 6

13 14

5/14

FOLIO

02 44

-X4

13 14

13 14

FOLIO 1/13

FOLIO 7/17

FOLIO 7/18

M ntc ntc

FOLIO 6 FOLIO 6

FOLIO 1/13

13 14

13 14

FOLIO 1/13

FOLIO 6 FOLIO 6

0/10V - FOLIO 1/12

Y4

VG

VGO

Y1

Y2

Y3

J4

FOLIO 7/19

Pagina 104 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ID4

ID3

ID2

ID1

ID7

ID8

ID6

IDC1

ID5

B7

GND

B8

GND

J6

J5

ID9

ID10

ID11

ID12

IDC9

J7

ID13

IDC13

ID14

ID14H

ID13H

J8

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

CLIMATIC 50-UITGANG

J13

NO5

NO6

C4

C1

C4

NO4

J12

C1

NO1

NO2

NO3

J11

J9

GND

+5V ref

+V Term

J10

GND

Rx+/Tx+

Rx-/Tx-

63 63 64 64

FOLIO 6 FOLIO 6

FOLIO 6 FOLIO 6

FOLIO 6 FOLIO 6

J15

A1 A2

A1 A2

J16

NO10

NO9

C9

NO11

C9

C8

NC8

NO8

J14

NO7

C7

C7

14 11

5/15

FOLIO

22 24

-X4

J17

A1 A2

A1 A2

J18

NC13

C13

NO13

NC12

C12

NO12

53 54

A1 A2

A1 A2

A1 A2

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 105

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

‘DAD’-ROOKDETECTIE

24V.D 02

24V.C 01

13 14

13 14

09

Pagina 106 - IOM - FLEXY - 0704 -D

G

GO

J1

E11

F1

5x20

160mAT

230V

N P

M

BBG

-

Cde

+

R

DIST.

DETECTION

+ no

REPORT

C no C

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

-X4 02 44 22 24

24

22

44

02

196

197

FOLIO

4/9

FOLIO

3/14

-B2

+S

2

R

1/2 W

3

+E

+ -

1

-IA

4

-

5

J9

-5VRef

+Vdc

B1

B2

GND

ID2

ID1

ID3

ID4

IDC1

J4

-5VRef

+Vdc

B3

B4

GND

J10

RESET

W2

W1

B

Y2

Y1

G

4

ID4

3

ID3

2

ID2

ID1

1

4

ID4

3

ID3

2

ID2

ID1

1

8

OUT

7

GND

6

GO

G

5

8

OUT

7

GND

6

GO

G

5

VG

Y1

VGO

J2

T+

T-

GND

J3

1

2

4

3

J5

J6

J7

J8

C4

NO4

NC3

NC4

C3

NC2

NO3

C2

NC1

NO2

C1

NO1

A1 A2

A1 A2

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA'S

INGANG UITGANG UITBREIDINGSKAART - ADC

Cable c.sect.(mm2) mini maxi

0.5

2.5

HUMIDIFIER 10V

Cable c.sect.(mm2) mini maxi

0.5

2.5

tLAN

Serial Adress

-BE 50

ON

Cable c.sect.(mm2) mini 0.5

maxi 2.5

-X5

142

-X5

137

142

+

137

-

Cable c.sect.(mm2)

1twisted pair

50m

100m

AWG

0.25

0.5

F120-F140

CUSTOM

F160-F190

FX110-140-170

CUSTOM CUSTOM DO2

CUSTOM DO3

CUSTOM DO4

CUSTOM DO5

CUSTOM

* CUSTOM

* if not lak option

F120-F140

* CUSTOM

F160-F190

FX110-140-170

CUSTOM DI3

CUSTOM DI4

CUSTOM DI5

CUSTOM DI6

CUSTOM

CUSTOM

F120-F140

F160-F190

FX110-140-170

AI3

AI4 CUSTOM

CTN

B3-B4

Cable c.sect.(mm2)

1twisted pair

50m

100m

AWG

0.5

1

4/20mA

Cable c.sect.(mm2)

1twisted pair

50m

100m

AWG

0.25

0.5

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 107

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

INGANG UITGANG UITBREIDINGSKAART - TCB

Cable c.sect.(mm2) mini maxi

0.5

2.5

tLAN

Serial Adress

-BE 50

ON

-BX 50.2

-BX 50.1

F120-F140

CUSTOM

F160-F190

FX110-140-170

CUSTOM CUSTOM DO2

CUSTOM DO3

CUSTOM DO4

CUSTOM DO5

CUSTOM

* CUSTOM

* if not lak option

F120-F140

* CUSTOM

F160-F190

FX110-140-170

CUSTOM DI3

CUSTOM DI4

CUSTOM DI5

CUSTOM DI6

CUSTOM

CUSTOM

F120-F140

F160-F190

FX110-140-170

AI3

AI4 CUSTOM

CTN

B3-B4

Cable c.sect.(mm2)

1twisted pair

50m

100m

AWG

0.5

1

4/20mA

Cable c.sect.(mm2)

1twisted pair

50m

100m

AWG

0.25

0.5

Cable c.sect.(mm2) mini 0.5

maxi 2.5

Cable c.sect.(mm2) mini 0.5

maxi 2.5

-TCB

Pagina 108 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

GASBRANDER 33 / 60 / 120 Kw

GAZ 33/60kW

04.1

E1

L12

L11

-QF2

1A

15 16

-T3 400V

160VA

230V

0 230

22nF

09 10

PE

PE

VIN 1

230V

1

M

-B21

P

E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2

-E14

-B6

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4 3

X5

2

-B4

1

EF49.1

N L

F1

0.5AT

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

-X7

01

-X7

02

26 30 71 40 173

T

<

-B45

P <

-B17

T

<

-B32

-BM50

E1

L12

L11

-QF2

1A

-T3 400V

250VA

230V

15 16

0 230

22nF

09 10

PE

PE

VIN 1

230V

1

M

-B21

P

E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2

-E14 -B6

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4 3

X5

2

-B4

1

EF49.1

PE

VIN 2

230V

1

M

-B22

P

04.2

GAZ 120kW

-E14 -B7 -B5

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4 3

X5

2 1

230V+TERRE

09 10 PE

E1 E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2

EF49.2

N L

F1

0.5AT

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

A1 A2

01 26

A3 A4

71

A5

02

A6

40

A7

01 26 30 71 02 40 173

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

-X7

01

-BM50

-X7

02

N L

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

T

<

-B45

P <

-B17

T

<

-B32

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

01 30 71 02 173

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

T

<

-B46

P <

-B18

T

<

-B33

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 109

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

GASBRANDER 180 kW

E1

L12

L11

-QF2

1A

-T3 400V

250VA

230V

15 16

0

230

22nF

09 10

PE

PE

VIN 1

230V

1

M

-B21

P

E2 E3 F1 F2 F3 C1 C2

-E14

-B6 -B4

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4 3

X5

2 1

EF49.1

-B22

P

04.1

-E14

-B7

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4 3

X5

2

-B5

1

230V+TERRE

PE 09

E1 E2

10

E3

PE

F1 F2 F3 C1 C2

EF49.2

N L

F1

0.5AT

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

01526 71 02 40

01 530 526

H1 H2

A1

-X7

01

T

<

-B45

H1 H2

02

A2 A3 A4 A5 A6 A7

26 30 71 40 173

-BM50

-X7

02

P <

-B17

T

<

-B32

PE

VIN 2

230V

1

M

-B21.1

P

-E14

-B6.1

-B4.1

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4

X5

3 2 1

N L

F1

0.5AT

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

01 526 71 02 40

-B22.1

P

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

P <

-B18

T

<

-B33

-E14

-B7.1

12 11 10 9 8

X2

7 6 5 4

X5

3 2

-B5.1

1

230V+TERRE

PE 09

E1 E2

10

E3 F1 F2 F3 C1 C2

EF49.3

N L

F1

0.5AT

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

01 530 71 02 173

530

J1 J2

J1 J2

T

<

-B46

26

A2

30 71 40 173

-BM50

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

P <

-B17.1

T

<

-B32.1

230V+TERRE

PE 09

E1 E2

10

E3

PE

F1 F2 F3 C1 C2

EF49.4

N L

F1

0.5AT

D1 D2 D3 D4

D1 D2 D3 D4

A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7

01 530 71 02 173

Ld1 Ld2 Ld3

G1 G2

G1 G2

P <

-B18.1

T

<

-B33.1

Pagina 110 - IOM - FLEXY - 0704 -D

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

L13

L12

L11

VOLLEDIG MODULEREND ELEKTRISCH VERWARMINGSELEMENT

03

L13

L12

L11

3

2

1 3

2

1

F160_190+FX110aFX170

3

0...10V

DC

2

24V

AC

-YV2

1

24V

-KE1

-B25

T

<

-X7

26

-X7

27

-QE1

-KE1

-E1

PE

-X7

71

1 2

-V1

3+ 4-

1 2

-V1

3+ 4-

-X7

01

-KE1

9kW-18kW-FX025-030

18kW-FX035-040-055

27kW-FX025-030-100% AIR NEUF

02

L13

L12

L11

108kW-FX070-085-100-110-140-170-100% AIR NEUF

02

-QE1 -QE2 -QE3

-KE1

-KE1 -KE2 -KE3

-E1

PE

-X7

71

-X7

01

-E2

PE

-E3

PE

1 2

-V1

3+ 4-

1 2

-V1

3+ 4-

1 2

-V2

3+ 4-

1 2

-V2

3+ 4-

1 2

-V3

3+ 4-

1 2

-V3

3+ 4-

-KE2

34

-KE1

33

-X7

26

-B25

<

T

-X7

27

-B26

T

<

-X7

28

-B27

T

<

-X7

29

-KE3 -KE2 -KE1

02

-QE1 -QE2

-KE1

-KE1

38

-X7

26

-B25

T

<

-X7

27

-B26

T

<

-X7

28

-KE1 -KE2

-E1

PE

-E2

PE

1 2

-V1

3+ 4-

1 2

-V1

3+ 4-

1 2

-V2

3+ 4-

1 2

-V2

3+ 4-

-X7

71

-X7

01

-KE2 -KE1

54kW-FW

36kW-72kW-FC-FH-FW

36kW-FX035-040-055-070-085-100-110-140-170

72kW-FX070-085-100-110-140-170

54kW-FX035-040-055-100% AIR NEUF

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 111

ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S

ALGEMEEN AANSLUITSCHEMA

Kabel c.sect.(mm 2 ) mini 0.5

2.5

maxi

AFVOER ROOFCURB

-MR4.2

24V

Y

24V 24V

Y

24V

-X3

01 72 02

-X3

01 72 02

Kabel c.sect (mm 2 )

1 twisted-pair

50m

100m

AWG

0.5

1

T

Kabel c.sect (mm 2 )

1 twisted-pair

50m

100m

AWG

0.25

0.5

Kabel c.sect.(mm

2

) mini

0.5

maxi 2.5

-X5

83 02 138

-X2

303

304

-X3

24 25

-X5

02 46 47 02 174 175

ZEKERING

BM50

PE

PE

-QG

PE

-KM5

PE

-ME1

-B23

<

T

PE

-X1

20

22

-ME2

-B24

<

T

PE

AFVOER ROOFCURB

Kabel c.sect.(mm

2

) mini

0.5

maxi 2.5

Pagina 112 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BASISDIAGRAMMEN

FC 085

FC 100

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 113

BASISDIAGRAMMEN

FC 120

FC 140

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

Pagina 114 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BASISDIAGRAMMEN

FC 160

FC 190

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 115

BASISDIAGRAMMEN

FH 085

FH 100

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

Pagina 116 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BASISDIAGRAMMEN

FH 120

FH 140

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 117

BASISDIAGRAMMEN

FH 160

FH 190

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

Pagina 118 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BASISDIAGRAMMEN

FX 025 - FX 030

FX 035 - FX 085

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 119

BASISDIAGRAMMEN

FX 110 - FX 140 - FX 170

FX 100

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

LEIDINGDIAMETERS

Afvoerleiding

Aanzuigleiding

Vloeistofleiding

GEÏSOLEERDE LEIDINGEN

NIET-GEÏSOLEERDE

LEIDINGEN

STEK-OPTIE

R407C-OPTIE

Pagina 120 - IOM - FLEXY - 0704 -D

onderhoudsdiagnose

KOELING

FOUT

LAGEDRUK

PROBLEMEN en

LAGEDRUK

UITSCHAKELINGEN

HD-PROBLEMEN

EN HD-

UITSCHAKELINGEN

MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN

Te weinig koelmiddel

In de warmtepompmodus is het temperatuurverschil tussen T buiten en Tevap.

(condensatie) te hoog

5°C < Delta T < 10°C uitstekend

10°C < Delta T < 15°C acceptabel

15°C < Delta T < 25°C te hoog

Koelcircuit is geblokkeerd in de distributie

OPLOSSING

Meet de oververhitting en de nakoeling:

Goed bij 5°C<SC<10°C en 5°C<SH<10°C

Slecht bij SC>10°C en SH te laag

Controleer de afstelling van de oververhitting en de vul-unit (er moet ook op lekkages worden gecontroleerd)

Bij oververhitting moet u controleren of de batterijen schoon zijn of controleren of de interne druk tussen de vloeistoflijn en de aanzuiglijn niet zakt.

Goed bij < 3bar

Te hoog bij > 3bar (geblokkeerde batterij)

Zet de ventilator stil en maak ijsvorming op de batterij.

Controleer of alle circuits gelijkmatig over het gehele oppervlak van de batterij bevriezen.

Als sommige delen van de batterij niet bevriezen, kan dit een gevolg zijn van een fout in de distributie.

Vloeistoflijn in de droger is geblokkeerd. Een te groot temperatuurverschil tussen de inlaat en de uitlaat van de droger.

Vervang het filter van de droger.

Vervuiling in het expansieventiel

Het expansieventiel is niet goed afgesteld

IJsstekker in het expansieventiel

Verkeerde isolatie van de thermostatische bol in het expansieventiel

Afschakelinstelling van de lagedrukschakelaar staat te hoog

LD-uitschakeling vanwege te weinig ontdooiing op de warmtepompen

Verkeerde luchtstroomwaarden

Vocht of vuil in het systeem

Probeer het afstelelement voor de klep vrij te maken door de klep te bevriezen en vervolgens het thermostatische element te verhitten. Vervang indien nodig de klep.

Stel het expansieventiel af.

Verwarm de behuizing van de klep. Als de LD hoger en vervolgens geleidelijk aan lager wordt, moet u het circuit leegmaken en de droger vervangen.

De oververhitting is te laag: pas de oververhitting aan.

Verplaats het thermostatische element langs de leiding.

Isoleer het thermostatische element van de klep.

Controleer de afschakeldruk van de lagedrukschakelaar: Deze moet 0,7+/- 0,2 bar zijn en moet sluiten op 2,24 +/- 0,2 bar

Pas de CLIMATIC-instellingen hoger dan de ontdooicycli aan of maak de tijd tussen het ontdooien korter.

Warmtepompmodus:

Controleer het filter voordat de verdamperbatterij wordt gemeten en schat de luchtstroomwaarde.

Verhoog de snelheid van de ventilator.

Koelingmodus:

Controleer de condenserventilator (ampères)

Zomerwerking

Enkele uren nadat de unit is gestopt, controleert u de overeenkomst tussen de gemeten druk en de buitentemperatuur.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 121

onderhoudsdiagnose

KOELING

FOUT

HD-PROBLEMEN

EN HD-

UITSCHAKELINGEN

MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN

Vocht of vuil in het systeem

Condenserbatterij is geblokkeerd.

OPLOSSING

Als de circuitdruk hoger is (<1bar) dan de verzadigde druk die overeenkomt met de gemeten buitentemperatuur, bestaat de mogelijkheid dat er vuil in het systeem zit.

Verwijder het koelmiddel en maak het circuit vacuüm (maak de R407c langzaam en grotendeels vacuüm).

Vul de unit.

Controleer de olie in de condensor en reinig indien nodig.

Controleer of er voldoende ruimte is rond de condensor.

Hergebruikte hete lucht

Grote verschillende in de druk ( 2 tot 3 bar). Het thermostatische het expansieventiel

"jaagt"

Verkeerde afstelling van het expansieventiel.

Koelvloeistof staat op een laag peil.

Filter van droger is bij de inlaat van het expansieventiel verstopt met gasbelletjes.

Vocht in het systeem

Zie het gedeelte over de LD-problemen en de

LD-uitschakeling.

Zeer hoge afvoertemperatuur.

Hoge ampères gemeten bij de compressor.

Zeer hoge oververhitting, zeer hete compressor.

Vierwegomschakelklep is mogelijk geblokkeerd, vreemd geluid bij de klep, lage

LD en toenemende HD.

Open op het expansieventiel de afstelling voor de oververhitting.

Controleer de drukval op de filter/droger in de aanvoerleiding.

Controleer de bewerking van de klep door door de cyclusinversies te gaan. Wijzig indien nodig.

Zie de LD-problemen.

BLOWER BINNENVENTILATOR

FOUT MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN

Hoge ampères op werkende ventilatormotor

Drukval in de kanalen is te laag.

Hoge ampères op reagerende ventilatormotor.

Drukval in de kanalen is te hoog.

Motor loopt onregelmatig en trilt erg.

Ventilator gaat van het ene bedrijfspunt naar een ander bedrijfspunt.

OPLOSSING

Verlaag de draaisnelheid van de ventilator

Meet en schat de luchtstroom en de druk en vergelijk deze met de specificaties van de klant.

Verlaag de draaisnelheid van de ventilator

Meet en schat de luchtstroom en de druk en vergelijk deze met de specificaties van de klant.

Wijzig de draaisnelheid van de ventilator.

Pagina 122 - IOM - FLEXY - 0704 -D

onderhoudsdiagnose

AXIALE BUITENVENTILATOR

FOUT MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN OPLOSSING

Hoge ampères door een lage voltage van de hoofdvoeding.

Controleer de terugval in het voltage wanneer alle onderdelen werken.

Vervang de stroomonderbreker door een stroomonderbreker met een hogere waarde.

Warmtepompmodus:

Stroomonderbreker open

Hoge ampères door het bevriezen van de batterij.

Controleer de instelbare ampères op de motorstarter.

Pas de instellingen van de ontdooicyclus aan.

Flexy: Er zit water in de motoraansluiting.

Vervang het onderdeel.

ELEKTRISCHE VERWARMER

FOUT MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN

Uitschakeling elektrisch verwarmingselement vanwege hoge temperatuur

Lage luchtstroomwaarde.

Verkeerde stand van de Klixon.

OPLOSSING

Meet en schat de luchtstroom en de druk en vergelijk deze met de specificaties van de klant.

Controleer of de Klixon in de luchtstroom staat en corrigeer indien nodig.

Controleer of er geen warmte vanaf de Klixonsteun afkomt.

ELEKTRISCHE VERWARMER

FOUT

Water in het ventilatiegedeelte

MOGELIJKE OORZAAK EN SYMPTOMEN

Koelingmodus:

Er stroomt water van de batterij weg door de grote luchtstroom en de snelheid op de batterij.

Lage luchtdruk in het compartiment wordt veroorzaakt door een hoge luchtstroomwaarde of een terugval in de hoge druk voor de ventilator.

Er zit water in het filtercompartiment

Controleer de afdichtingen rond het ventilatiegedeelte.

OPLOSSING

Schat de luchtstroom en controleer of de snelheid lager is dan 2,8 m/s.

Controleer het filter.

Verlaag de luchtstroom.

Controleer de klepafdichting.

Controleer of er in de hoeken van de klep en onder aan het koelgedeelte siliconen afdichtingen zitten.

Er komt water door een verse-luchtkap of bij

100% verse lucht.

Controleer de afdichtingen en flensen van de verse-luchtkap.

Verlaag indien nodig de luchtstroom.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 123

ONDERHOUDSPLAN

0

∆∆∆∆∆

Rooftops worden over het algemeen op een dak geplaatst, maar ze kunnen ook in technische ruimten worden geïnstalleerd.

Deze units zijn robuust en hebben zeer weinig onderhoud nodig. Sommige bewegende onderdelen (riemen) in de units kunnen slijten en moeten regelmatig worden gecontroleerd. Andere onderdelen (luchtfilters) kunnen verstopt raken door vuil en moeten worden gereinigd of vervangen.

Deze units kunnen een ruimte koelen of verwarmen door middel van een koelstroomcompressiesysteem. Het is daarom belangrijk dat de druk in het koelsysteem en de leidingen op lekken worden gecontroleerd.

In de volgende tabel vindt u een mogelijk onderhoudsplan, inclusief alle handelingen die moeten worden uitgevoerd en de frequentie waarmee deze handelingen dienen te worden uitgevoerd. Het is raadzaam een onderhoudsplan uit te voeren om rooftop-units goed te kunnen laten werken. U verlengt de levensduur van de rooftop en verkleint de kans op storingen wanneer u regelmatig onderhoud laat uitvoeren.

Symbolen en legenda:

Onderhoud dat ter plekke kan worden uitgevoerd door onderhoudsmonteurs.

Onderhoud moet worden uitgevoerd door personeel dat is opgeleid om dit type apparatuur te onderhouden.

OPMERMING:

- De tijden worden allen ter informatie gegeven en kunnen verschillen per unit en type installatie.

- De batterij mag alleen worden gereinigd door daarvoor opgeleide onderhoudmonteurs en volgens de juiste methoden om te voorkomen dat de koelribben of de leidingen beschadigd raken.

- Het wordt aangeraden een aantal reserveonderdelen (bijvoorbeeld filters) in voorraad te hebben, zodat het onderhoud zonder probleem kan worden uitgevoerd. Hiervoor kunt u contact opnemen met een vertegenwoordiger van Lennox die voor elk type apparaat een lijst met de benodigde onderdelen kan samenstellen.

- De toegangspoorten van de koelcircuits moeten steeds op lekkage worden gecontroleerd, wanneer de meters op de servicepoorten worden aangesloten.

Pagina 124 - IOM - FLEXY - 0704 -D

UIT TE VOEREN WERK

Filters reinigen of vervangen: Wegwerpfilters of metalen framefilters.

Visuele controle van het oliepeil

Controle van de positie van de compressor van de carterverwarming.

Controle van de riemspanning.

Controle van lagers van de centrifugale ventilator

Controle van de geabsorbeerde ampères

Controle van de rookdetector

Controle van de Climatic-besturing, instelpunten en variabelen

Controle van de klokinstellingen

Controle van de positie en de stevigheid van de koelonderdelen

BEDRIJFSSTANDEN

Vervang de wegwerpfilters. Verwijder het vuil met een stofzuiger. Reinig de filters met water en laat ze goed drogen. Vervang ze indien nodig.

Een verstopt filter heeft nadelige gevolgen voor de werking van de unit.

DE UNIT MAG NIET ZONDER FILTERS WORDEN GEBRUIKT.

6 ELK JAAR GESCHAT

ELKE MAAND ELK KWARTAAL ELKE MAAND B4 TIJD

WINTER (mn)

0

20

Controleer het oliepeil door het kijkglas aan de zijkant van de compressor.

0

2

Controleer of de hitteweerstand goed en strak rond de behuizing van de compressor is aangebracht.

Controleer de riemspanning (info in de IOM) en vervang indien noodzakelijk de riem.

Koppel de unit van de hoofdvoeding los. Draai de rotor van de ventilator met de hand rond en controleer op afwijkende geluiden.

De lagers hoeven nooit te worden gesmeerd maar moeten wel na

10.000 uur worden vervangen.

Controleer de geabsorbeerde ampères op alle drie de fasen.

Vergelijk de waarden met de nominale waarde in het schema van de elektrische bedrading.

Start de unit. Activeer de rookdetector door met een magneet rond de kop van de detector te gaan. Stel de unit opnieuw in en regel deze af.

Zie het ingebruikstellingsrapport. Controleer of alle instellingen conform dit document zijn ingesteld.

Controleer de tijd en datum van de besturing.

Controleer systematisch alle aansluitingen en bevestigingen van het koelcircuit. Controleer op olie en controleer altijd op olielekkage. Controleer of de werkdruk overeenkomt met de waarden op het ingebruikstellingsrapport.

Sluit de toevoer van de ventilator af. De fout moet binnen 5 seconden worden opgespoord.

0

0

0

0

0

2

10

10

15

5

15

5

30

Controle van de (eventuele) veiligheidsschakelaar van de luchtstroomwaarde

Controle van de vorstbescherming van de warmwaterbatterij

Controle van de driewegklep op de warmwaterbatterij

Controle van de werking van de aandrijving economiser

Controle van de vierwegklep van het koelsysteem

Controle van de stevigheid van de elektrische aansluitingen

Stel de instellingen voor de kamertemperatuur 10°C hoger in dan de werkelijke kamertemperatuur. Controleer de werking van de zuiger.

Deze moet van de klepkop afgaan. Stel de bediening opnieuw in.

Controleer alle bevestigingen en de transmissie. Stop de unit met de bediening. De verse-luchtklep moet zich sluiten. Start de unit waarna de verse-luchtklep zich moet openen.

Verhoog de instelling voor de kamertemperatuur met 10°C wanneer de unit in de koelingmodus draait. De unit moet overschakelen naar de warmtepompmodus. Stel de bediening opnieuw in.

Schakel de unit uit en controleer of alle schroeven nog goed zijn aangedraaid, controleer de aansluitpunten en de elektrische aansluitingen en let vooral goed op de stroomkabels en de laagspanningsdraden van de bediening.

5

5

5

5

30

UIT TE VOEREN WERK

BEDRIJFSSTANDEN

Controle van de HD/LD-veiligheidsschakelaars

Controle van de buitenventilatoren en de ventilatorbescherming

Controle van de plaats van alle sensoren

Controle en indien nodig reinigen van alle buitenluchtroosters

Controle van verdamper- en condensorbatterijen

Controle van elektrisch verwarmingselement op ongewenste roestvorming

Controle van anti-trillingsmontagepunten op slijtage

Controle van aanwezigheid van zuur in de olie van het koelcircuit

Controle van concentratie glycol in het HWCcircuit

Controle van ontdooicyclus met vierwegklepinversie

Controle van gasbrandermodule op roestvorming

Schoonborstelen en reinigen van de gasbrander

Controles van de druk van de gastoevoer en de aansluitingen

Instellingen van de gasreguleringsklep

Controle van de veiligheidsschakelaars van de gasbrander

De geïnstalleerde verdeelstukmeters in het circuit moeten worden gecontroleerd. Sluit de axiale ventilatoren af en wacht totdat de HDschakelaar de compressor heeft uitgeschakeld: 29 bar (+1 / -0) autoreset 22 bar (+ - 0,7) Sluit de ventilatoren opnieuw aan. Schakel de centrifugale toevoerventilator uit en wacht totdat de LD-schakelaar wordt uitgeschakeld: 0,5 bar (+ - 0,5) reset 1,5 bar (+-0,5).

Controleer de bladen van de ventilator en alle bedekkingen en beschermingen van de ventilator.

Controleer of alle sensoren goed zijn geplaatst en goed werken. Controleer de waarden in het besturingssysteem.

Vervang indien nodig de sensoren die niet goed werken.

Controleer de roosters (indien aanwezig) voor de buitenlucht.

Als deze vuil of beschadigd zijn, moet u de roosters losmaken van de unit en onder hoge druk met water schoonmaken.

Plaats de schone roosters pas weer terug als ze droog zijn.

Controleer batterijen op vuil. Als ze niet te vuil zijn, kunt u de batterijen schoonmaken met een klein borsteltje. (WAARSCHUWING: De ribben en koperen buizen zijn erg kwetsbaar! Elke schade heeft gevolgen voor de werking van de unit.) Als de batterijen erg vuil zijn, moeten ze worden gereinigd met professionele reinigingsmiddelen waarvoor u een gespecialiseerd bedrijf zult moeten inhuren.

Isoleer de unit. Trek de elektrische verwarming uit de verwarmingsmodule en controleer de weerstanden op roestvorming. Vervang indien nodig weerstanden.

Controleer de anti-trillingsmontagepunten van de compressoren en de centrifugale ventilator. Vervang indien nodig de beschadigde onderdelen.

Haal een beetje olie uit het koelcircuit.

Controleer de glycolconcentratie in de drukwatercircuit. (Bij een concentratie van 30% vermindert de bescherming met ongeveer -15°C.) Controleer het drukcircuit.

Zet de unit in de warmtepompmodus. Stel de instellingen in op de standaard ontdooistand en stel de cyclustijd op de minimumwaarde in. Controleer de werking van de ontdooicyclus.

Trek de brander eruit om de leidingen te kunnen controleren

(zie het gedeelte over de gasbrander in de IOM).

Reinig de «inshot»-branders en de blower voorzichtig met een borsteltje. Maak de rookgasafvoer en de rookkast schoon.

Veeg het stof van de motorbehuizing. Reinig de verbrandingsluchtinlaatlamellen. Trek de uitlaten uit de leidingen en maak de leidingen schoon.

CONTROLEER DE PAKKING VAN DE ROOKKAST.

Zie voor meer informatie het gedeelte over de gasbrander in de IOM.

Zie voor meer informatie het gedeelte over de gasbrander in de IOM.

Zie voor meer informatie het gedeelte over de gasbrander in de IOM.

6 ELK JAAR GESCHAT

ELKE MAAND ELK KWARTAAL ELKE MAAND B4 TIJD

WINTER (mn)

0

0

0

0 /

0

0

15

5

5

5

1u bij reinigen

1u bij

vervangen

1u bij

vervangen

30

30

30

30

15

30

30

Garantie

LEVERINGSVOORWAARDEN

Behoudens een andere schriftelijke overeenkomst is garantie uitsluitend van toepassing op constructiefouten die zich binnen 12 maanden openbaren (garantieperiode).

De garantieperiode vangt aan op de datum van inbedrijfstelling of maximaal zes maanden na levering van de Rooftop.

ANTI-ROESTGARANTIE

10 jaar garantiebepalingen en -voorwaarden tegen roestvorming voor de Rooftop omkasting:

Lennox garandeert de omkasting van de Rooftop units, die zijn gefabriceerd vanaf mei 1991, tegen roest gedurende een periode van 10 jaar vanaf de leveringsdatum van het materiaal.

VERWAR DEZE GARANTIE NIET MET

ONDERHOUD

De garantie is alleen geldig als een onderhoudscontract is getekend vanaf de inbedrijfstelling datum, en als het onderhoudscontract ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

Het onderhoudscontract moet zijn afgesloten met een specialistisch, bekwaam bedrijf.

Het enige doel van een reparatie, modificatie of vervanging van een item gedurende de garantieperiode mag alleen het verlengen van de garantieperiode op het materiaal zijn.

Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd in overeenstemming met de reguleringen.

Als een reserveonderdeel wordt geleverd na het verstrijken van de garantieperiode, zal dit onderdeel worden gegarandeerd voor een periode die gelijk is aan de oorspronkelijke garantieperiode en zal dit onderhevig zijn aan dezelfde voorwaarden.

De garantie is in de volgende gevallen niet van toepassing:

1. Als de roestvorming op de behuizing is veroorzaakt door externe schade aan de beschermende laag, zoals krassen, deuken, schuren, botsingen, enz…

2. Als de behuizing niet regelmatig is gereinigd als onderdeel van het onderhoud of door een specialistisch bedrijf.

3. Als de behuizing niet is gereinigd en onderhouden in overeenstemming met de reguleringen.

4. Als de Rooftop units zijn geïnstalleerd op een locatie of in een omgeving waarvan bekend is dat deze gevoelig is voor roestvorming, behalve als een speciale beschermende laag wordt aangebracht door de eigenaar van deze apparatuur, die is aanbevolen door een erkend orgaan dat geen verplichtingen heeft aan de eigenaar en na een grondige bestudering van de locatie.

5. Ondanks dat de LENNOX-coating een bijzonder hoge weerstand biedt tegen roest, is de garantie toch niet geldig voor rooftops die op minder dan 1000m van de zee zijn geïnstalleerd.

Voor een contract raden wij vier inspecties per jaar aan (om de drie maanden), vóór de start van elk seizoen, om de werking van de apparatuur in de verschillende werkingsmodi te controleren.

NB: Met uitzondering van de behuizing, valt de rest van de machine onder de garantie van onze algemene verkoopbepalingen.

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 127

Longvic-site - ISO 9001 (2000)-CERTIFICAAT

Pagina 128 - IOM - FLEXY - 0704 -D

PED-CONFORMITEITSVERKLARING

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 129

BRANDKLASSE GLASWOL

Pagina 130 - IOM - FLEXY - 0704 -D

CE CONFORMITEITSVERKLARING 60 kW GASBRANDER

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 131

CE CONFORMITEITSVERKLARING 120 kW GASBRANDER

Pagina 132 - IOM - FLEXY - 0704 -D

CE CONFORMITEITSVERKLARING 180 kW GASBRANDER

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 133

DAD lotus-certificaat

Pagina 134 - IOM - FLEXY - 0704 -D

DAD lotus-certificaat

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 135

BRANDKLASSE ISOLATIE

Pagina 136 - IOM - FLEXY - 0704 -D

BRANDKLASSE ISOLATIE

IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 137

www.lennoxeurope.com

BELGIËN, LUXEMBURG www.lennoxbelgium.com

REPUBLIEKEN TSCJECHIË www.lennox.cz

FRANKRIJK www.lennoxfrance.com

DUITSLAND www.lennoxdeutschland.com

GROOT-BRITTANNIË www.lennoxuk.com

IERLAND www.lennoxireland.com

NEDERLAND www.lennoxnederland.com

POLEN www.lennoxpolska.com

PORTUGAL www.lennoxportugal.com

RUSLAND www.lennoxrussia.com

SLOVAKIJE www.lennoxdistribution.com

SPANJE www.lennoxspain.com

OEKRAÏNE www.lennoxrussia.com

ANDERE LANDEN www.lennoxdistribution.com

Omdat Lennox altijd uitgaat van de nieuwste kwaliteitseisen, kunnen specificaties, waarden en afmetingen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd zonder dat Lennox daarvoor aansprakelijk kan worden gesteld.

Ondeskundige installatie, aanpassing, wijziging, s e r v i c e o f o n d e r h o u d k a n s c h a d e a a n eigendommen of persoonlijk letsel veroorzaken.

I n s t a l l a t i e e n s e r v i c e m o e t e n w o r d e n uitgevoerd door deskundige installateurs en servicepersoneel.

FLEXY-IOM-0704-D

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals