Danfoss EKC 331T Compressor- of condensorcapaciteitsregeling, EKA 173, EKA 175 Datacommunicatiemodule Handleiding
Hieronder vindt u een korte beschrijving voor Compressor- of condensorcapaciteitsregeling EKC 331T, Datacommunicatiemodule EKA 173, Datacommunicatiemodule EKA 175. De EKC 331T is een capaciteitsregelaar voor compressoren of condensors in kleinere koelsystemen. Het apparaat heeft een aantal functies, waaronder een neutrale zone regeling, sequentieel of cyclisch schakelen van capaciteitsstappen, een alarmfunctie en een digitale ingang. De EKA 173 en EKA 175 zijn datacommunicatiemodules die worden gebruikt om de EKC 331T te verbinden met een netwerk.
PDF
Download
Document
Advertisement
Advertisement
Compressor- of condensorcapaciteitregeling EKC 331T REFRIGERATION AND AIR CONDITIONING Handleiding Introductie Toepassing De regelaar wordt toegepast voor capaciteitsregeling van compressoren of condensors in kleinere koelsystemen. Voordelen • Gepatenteerde neutrale zone regeling • Sequentieel of cyclisch schakelen van capaciteitsstappen Functies • Regeling Regelmogelijkheid tot maximaal vier relaisuitgangen. Regeling vindt plaats aan de hand van het ingestelde setpoint dat wordt vergeleken met een signaal afkomstig van een druktransmitter (AKS 32R/33) of een temperatuur-sensor (AKS 21A/W) • Relaismodule Het is mogelijk de regelaar als een relaismodule te gebruiken waarbij de stappen geschakeld worden d.m.v. een extern signaal (0-10 volt=). • Alarmfunctie Een relais schakelt in zodra een ingestelde alarmgrens wordt overschreden. • Digitale ingang De digitale ingang kan worden gebruikt voor: - Nachtstand waarbij de zuigdruk wordt verhoogd - Warmteterugwinning waarbij de condensatiedruk wordt verhoogd - Externe start/stop van de regeling - Monitoring van het beveiligingscicuit • Mogelijkheid tot datacommunicatie Display Het signaal van een drukopnemer zal altijd omgezet en getoond worden als een temperatuurwaarde. Instellingen worden gemaakt als temperatuurwaarden. Functie Capaciteitsregeling De ingeschakelde capaciteit wordt geregeld aan de hand van een signaal van een druktransmitter of temperatuursensor en het setpoint. Rondom het setpoint is een instelbare neutrale zone waarin geen capaciteit wordt in- of uitgeschakeld. Rondom de neutrale zone (het gearceerde gedeelte genaamd +zone en -zone) wordt capaciteit bij of afschakeld als de regeling een verandering registreert welke zich verwijderd van de neutrale zone. In- en uitschakelen vindt plaats met de ingestelde tijdvertragingen. Als de druk/ temperatuur zich echter weer richting neutrale zone begeeft, zal de regelaar geen capaciteit meer bij- afschakelen. Als de druk/temperatuur buiten het gearceerde gedeelte komt (genaamd ++ zone en — zone), wordt de inschakeltijd voor de capaciteit versnelt. Het inschakelen van de capaciteitsstappen kan naar wens sequentieel of cyclisch verlopen. Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 EKC 331T Sequentieel De relais worden in volgorde ingeschakeld - eerst relais 1, dan 2, etc. Utschakeling gebeurd in de tegenovergestelde volgorde. Het relais dat als laatste inschakelde, gaat als eerste uit. Cyclisch De relais zijn in deze situatie zodanig gekoppeld zodat de bedrijfsuren van de individuele relais gelijk gehouden worden. Bij iedere inschakeling scant de regelaar de timer van de individuele relais en wordt het relais met de minste draaiuren ingeschakeld. Bij iedere uitschakeling gebeurd hetzelfde. Het relais met de meeste draaiuren wordt als eerste uitgeschakeld. Rx = willekeurig relais h = aatal uren Als de installatie is uitgerust met 2 compressoren met elk 1 capaciteitsklep, moet de regelaars als volgt worden aangesloten: Relais 1 en 3 voor de compressormotorschakelaars. Relais 2 en 4 voor de capaciteitskleppen. Relais 1 en 3 werken zodanig dat de bedrijfsuren van deze relais gelijk blijven (bij cyclische keuze). C = compressor, L = Unloader Relaismodule De regelaar kan ook gebruikt worden als relaismodule waarbij de relaisuitgangen worden geregeld via een extern spanningssignaal. Het signaal moet aangesloten worden op klemmen 15-16 Afhankelijk van hoe het signaal gedefinieerd wordt en het aantal relais dat benodigd is, worden de relaisuitgangen gelijkmatig "verdeeld" over het signaal. Een hysterese rond ieder in- en uitschakelpunt voorkomt dat een relais wordt in- of uitgeschakeld wanneer dit niet zou moeten. EKC 331T Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 Functieoverzicht Functie Para- Parameter bij bediening via meter datacommunicatie Standaard display Pressure / Temp°C Standaard wordt het signaal van de drukopnemer/temperatuur sensor weergegeven. Als de regelaar als relaismodule wordt gebruikt, wordt Uin weergegeven. Drukregeling Setpoint Regeling wordt gebaseerd op de ingestelde waarde. De instelling van het setpoint kan begrensd/vastgezet worden door parameters r02 en r03 in te stellen. (Druk beide toetsen tegelijk in om het setpoint te veranderen) Referentie - Set point°C Neutrale zone Rond het ingestelde setpoint is een neutrale zone. Zie ook pagina 2. r01 Neutral zone Verschuiving van het setpoint Het ingestelde setpoint kan gewijzigd worden met een vaste waarde met behulp van een signaal op de DI ingang. De regeling wordt dan gebaseerd op het ingestelde setpoint plus de onder "r13" ingestelde waarde. Het resultaat wordt zichtbaar als u de onderste toets op het frontpaneel indrukt. (Zie ook Definitie van DI ingang). r13 Offset K De totale referentie wordt weergegeven door de onderste knop in te drukken - Reference Begrenzing setpoint instellen Het instelbereik van het setpoint kan begrensd worden om te voorkomen dat er per ongeluk een te hoge of te lage waarde wordt ingesteld wat tot schade van het systeem kan leiden. Door deze instelling kan het setpoint alleen tusen deze twee waarden worden ingesteld. Max. toegestane setpoint. r02 Max. set point Min. toegestane setpoint. r03 Min. set point Correctie van de temperatuurmeting De geregistreerde temperatuur kan gecorrigeerd worden. Deze functie kan gebruikt worden als de sensorkabel te lang is. r04 Adjust sensor Eenheid Hier kan geselecteerd worden of de display de temperatuur in °C of in °F weergeeft. Instelling = 'C-b' geeft °C Instelling = 'F-P' geeft °F r05 Unit 0: °C 1: °F (In AKM wordt alleen °C gebruikt, ongeacht deze instelling) Capacity Min. aantijd voor relais c01 Min.ON time Min. tijd tussen twee inschakelacties van hetzelfde relais. c07 Min recycle time Koppelen In- en uitschakelen kan op drie manieren plaastvinden: 1. Sequentieel: Relais 1 wordt ingeschakeld, dan relais 2, etc. Het uitschakelen gebeurd in de omgekeerde volgorde. 2. Cyclisch: Met deze instelling wordt een automatische draaitijdegalisatie verkregen. (Het relais met de minste bedrijfsuren wordt het eerst ingeschakeld). 3. Cyclisch met capactiteitsstap: Deze functie kan alleen worden toegepast bij twee compressoren met ieder één capaciteitsstap. De compressoren worden aangesloten op relaisuitgang 1 en 3. De capaciteitsstappen op relaisuitgangen 2 en 4 (relais 1 en 2 behoren tot compressor 1, relaisuitgang 3 en 4 tot compressor 2). de hierboven vermeldde "Min.aantijd voor relais" en "Min recycle time" worden niet gebruikt bij de twee capaciteitsstappen. De twee capacieitsstappen worden altijd uitgeschakeld voordat de compressoren worden uitgeschakeld. Capaciteitsstappen in- en uitschakelmodus (Alleen in verband met in- en uitschakelmodus 3. Zie boven). De relaisuitgangen kunnen ingesteld worden om in te schakelen bij vraag naar meer capaciteit (instelling = no), of om juist uit te schakelen bij meer benodigde capaciteit (instelling = nc). c08 Step mode c09 Unloader (switch on = 0) (switch off = 1) Capaciteit Draaitijd Om pendelen van compressoren te voorkomen moeten er schakeltijden worden ingesteld. Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 EKC 331T Instelling van de neutrale zone regeling Bandbreedte boven de neutrale zone c10 + Zone K Tijdvertraging voor inschakelen van stappen boven de neutrale zone c11 + Zone m Tijdvertraging voor inschakelen van stappen boven de '+ Zone band' . c12 + + Zone s Bandbreedte onder neutrale zone c13 - Zone K Tijdvertraging voor uitschakelen van stappen onder de neutrale zone c14 - Zone m Tijdvertraging voor uitschakelen van stappen onder de '- Zone band' c15 - - Zone s Alarm Alarm settings De regelaar kan alarm geven in diverse situaties. In geval van alarm gaan alle LED's op het frontpaneel van de regelaar, knipperen en het alarmrelais wordt bekrachtigd. Bovenste alarmgrens Hier stelt u in bij welke druk/temperatuur het 'hoge druk/temperatuur' alarm moet inkomen. Deze waarde is een absolute waarde. Zie ook noodprocedure op pagina 7. A10 Max. press / Temp. Onderste alarmgrens Hier stelt u in bij welke druk/temperatuur het 'lage druk/temperatuur' alarm moet inkomen. Deze waarde is een absolute waarde. Zie ook noodprocedure op pagina 7. A11 Min. press / Temp. Alarmvertraging Als één van de twee grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in werking. Het alarm wordt actief als de hier ingestelde tijdvertraging is verstreken. De tijdvertraging wordt ingesteld in minuten. A03 Alarm delay Druk de bovenste toets op het frontpaneel kort in om een alarm te bevestigen en de alarmcode zichtbaar te maken in het display. Reset alarm Deze functie reset alle alarmen indien ingesteld in pos."ON". Alarm relay Hier leest u de status af van het alarmrelais. ("ON" geeft aan dat er een alarm is) Met datacommunicatie kan de prioriteit van de individuele alarmen worden gedefinieerd. De instelling wordt gedaan in het "alarmbestemmingen" menu. Miscellaneous Diversen Extern signaal Hier stelt u in welk signaal aangesloten wordt op de regelaar. 0: Geen signaal/regeling gestopt (display laat "OFF" zien) 1: 4-20 mA van druktransmitter voor compressorregeling 2: 4-20 mA van druktransmitter voor condensorregeling 3: Druktransmitter, type AKS 32R voor compressorregeling 4: Druktransmitter, type AKS 32R voor condensorregeling 5: 0-10 V van externe regeling 6: 0-5 V van externe regeling 7: 5-10 V van externe regeling 8: Pt1000 Ohm temperatuursensor voor compressorregeling 9: Pt1000 Ohm temperatuursensor voor condensorregeling 10: PTC1000 Ohm temperatuursensor voor compressorregeling 11: PTC1000 Ohm temperatuursensor voor condensorregeling o10 Application mode Aantal relais Er kunnen maximaal vier relais worden gebruikt, afhankelijk van de toepassing. Dit aantal moet worden ingesteld in de regelaar. (De relaisuitgangen worden altijd gebruikt sequentieel geschakeld). o19 Number of steps Werkgebied van druktransmitter Het werkgebied van de gebruikte druktransmitter moet worden ingesteld in de regelaar (bijv.: -1 tot 12 Bar). De waarden moeten in Bar ingesteld worden als de weergave in °C is geselecteerd en in psig als °F is geselecteerd. Min. waarde Max. waarde EKC 331T Als de twee waarden vanuit AKM ingesteld worden, moeten ze in Bar worden ingesteld o20 o21 Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 Min. trans. press Max trans. press Gebruik van DI ingang De digitale ingang kan verbonden worden aan een contact met één van de volgende functies: Instelling / functie: 0: DI ingang wordt niet gebruikt 1: Setpoint wijzigt als contact is ingeschakeld 2: Regeling wordt gestart en gestopt bij respectievelijk in- en uitschakelen van het contact. 3: Monitoren van het beveiligingscircuit van de compressor. Zodra het contact wordt verbroken, worden alle relaisuitgangen meteen uitgeschakeld. Op hetzelfde moment wordt er een alarm gegenereerd. o22 Di input control Bedrijfsuren Het aantal bedrijfsuren van de vier relais kan worden uitgelezen in de volgende menu's. De uitgelezen waarde wordt vermenigvuldigd met factor 10 om het aantal uren te verkrijgen. Bij 999 uren stopt de teller en moet de urenteller op nul worden gezet. Er wordt géén alarm of foutmelding gegeven als de teller 999 heeft bereikt. Bedrijfstijd relais nummer 1 o23 DO 1 run hour Bedrijfstijd relais nummer 2 o24 DO 2 run hour Bedrijfstijd relais nummer 3 o25 DO 3 run hour Bedrijfstijd relais nummer 4 o26 DO 4 run hour Koudemiddelinstelling Voordat de koeling gestart kan worden, moet het koudemiddel geselecteerd zijn. U kunt hier kiezen uit de volgende koudemiddelen: 1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500. 10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=User defined. 14=R32. 15=R227. 16=R401A. 17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A. 24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. 30=R417A (Waarschuwing: Foutieve selectie van het koudemiddel kan beschadiging van de compressor tot gevolg hebben). Handmatige bediening Vanuit dit menu kunnen de relaisuitgangen handmatig in- en uitgeschakeld worden. OFF betekent geen handbediening, maar een nummer tussen 1 en 4 zal het bijbehorende relais inschakelen. In- en uitschakelen begint altijd vanaf relais nummer 1. Bij handmatige bediening laat het display "- - x" zien waarbij x is 0 - 4. Frequentie Instelling voor de netfrequentie o30 Refrigerant (In de AKM software is deze waarde niet vermenigvuldigd) o18 o12 Datacommunicatie Is de regelaar voorzien van datacommunicatie en ingebouwd in een netwerk dan moet de regelaar een adres krijgen. Deze instellingen kunnen alleen plaatsvinden als een datacommunicatiemodule is geplaatst in de regelaar en de datacommunicatiekabel is aangesloten. Voor installatie van de datacommunicatiekabel zie document "RC.8A.C”. Main freq (50=0, 60=1) M.b.v een datacommunicatiemodule kan de regelaar opgelijke wijze behandelt worden als andere regelaars in de ADAP-KOOL® groep. Een adres kan ingesteld worden tussen 1 en 60 Het adres wordt automatisch naar de gateway gestuurd zodra dit menu in positie "ON" wordt gezet. (Deze instelling keert automatisch terug naar "Off" na een paar seconden). o03 o04 Toegangscode De instellingen in de regelaar kunnen beveiligd worden met een numerieke code (voer een getal in tussen 0 en 100). In de stand "OFF" is de regelaar niet beveiligd. o05 Manual control Alleen indien “Manual control” in pos. ON staat, kunnen de relais individueel geschakeld worden: DO relais 1 DO relais 2 DO relais 3 DO relais 4 Alarm relais Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 EKC 331T Bedieningsstatus Er kunnen zich regelsituaties voordoen waarbij de regelaar staat te wachten voor de volgende stap in de regeling. Om deze ‘waarom gebeurt er niets?’ situaties zichtbaar te maken volstaat het om de bovenste druktoets kort (1sec) in te drukken. Hierdoor wordt de bedieningsstatus weergegeven in het display. Is er echter een alarm, dan wordt de alarmstatus weergegeven in het display i.p.v. de bedieningsstatus. De individuele statuscodes hebben de volgende betekenis: S2: Als een relais ingeschakeld is, moet het ingeschakeld blijven voor minimaal "x" minuten (zie C01) EKC state (0 = regeling) 2 S5: Een relais mag niet opnieuw inschakelen binnen een "x" aantal minuten (zie C07) 5 S8: Het volgende relais mag niet inschakelen voordat er "x" minuten zijn verstreken (zie C11 - C12) 8 S9: Het volgende relais mag niet inschakelen voordat er 'x' minuten zijn verstreken (zie C14 - C15) 9 S16: Regeling is gestopt door handbediening via o18 16 PS: Wachtwoord vereist. Stel wachtwoord in. PS Alarmmeldingen Alarms A1: Hoge temperatuur alarm (zie A10) High temp. alarm A2: Lage temperatuur alarm (zie A11) Low temp. alarm A11: Er is geen koudemiddel geselecteerd (zie o30) RFG not selected A12: Regeling is gestopt door onderbroken signaal op de DI ingang DI Alarm E1: Fout in de regelaar Controller fault E2: Regelsignaal buiten bereik (kortgesloten/onderbroken) Out of range Noodprocedure Als de regelaar onregelmatigheden ontdekt in de geregistreerde signalen wordt er een noodprocedure opgestart: Compressorregeling: - Als het signaal van de druktransmitter kleiner wordt dan gezien de regeling nodig is, zal de regelaar overgaan op een regeling uitgaande van een gemiddelde van de in de laatste 60 minuten gehanteerde capaciteit. De ingeschakelde capaciteit zal op deze manier langzaam aan steeds minder worden met het verstrijken van de tijd. - Als het signaal voor de zuigdruk kleiner wordt dan de ingestelde waarde van A11, wordt de capaciteit onmiddelijk uitgeschakeld. Condensorregeling: - Als het signaal van de temperatuur/drukopnemer kleiner wordt dan gezien de regeling nodig is, of de condensatiedruk wordt hoger dan ingesteld in menu A10, zal de gehele capaciteit onmiddellijk worden ingeschakeld. EKC 331T Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 Bediening Menuoverzicht Overzicht De waarden worden weergegeven met drie cijfers en afhankelijk van de instelling in °C of in °F. SW: 1.1x Functie ParaMin. meter Max. Fab. instel. Standaard weergave Weergave temperatuursensor / druktransmitter - °C Referentie Licht-emitterende diodes (LED) op frontpaneel Op het frontpaneel bevinden zich LED’s die oplichten wanneer het bijbehorende relais bekrachtigd is. Alle drie de LED’s gaan knipperen als er een fout in de regeling is opgetreden. In deze situatie kan de foutcode opgevraagd worden in het display en het alarm wordt bevestigd door kort de bovenste druktoets in te drukken. De regelaar kan de volgende berichten weergeven: E1 E2 Fouten in de regelaar Foutmelding Regeling buiten het ingestelde bereik of er is geen regelsignaal. A1 Hoge druk alarm A2 Lage druk alarm A11 Alarmbericht Geen koudemiddel geselecteerd A12 Regeling is gestopt door een onderbroken signaal van de DI ingang Druktoetsen Het veranderen van een instelling geschiedt met behulp van de twee druktoetsen. De bovenste toets zorgt voor een hogere waarde en de onderste toets voor een lagere waarde van de betreffende instelling. Voordat een waarde veranderd kan worden moet er echter eerst toegang worden verschaft tot het menu. Houdt voor toegang tot het menu de bovenste druktoets een aantal seconden ingedrukt totdat de eerste parametercode zichtbaar wordt. Zoek de parameter die u wilt wijzigen en druk gelijktijdig beide druktoetsen in. De wijziging van de betreffende parameter wordt opgeslagen door nogmaals beide toetsen gelijktijdig in te drukken. Geeft toegang tot het menu (of schakelt een alarm uit) Geeft toegang tot wijzigingen Slaat wijziging op Voorbeelden Instellen van het setpoint 1. Druk de twee toetsen gelijktijdig in 2. Selecteer met één van de toetsen de gewenste nieuwe waarde 3. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren Instellen van een parameter 1. Houdt de bovenste toets ingedrukt totdat een parameter zichtbaar wordt 2. "Blader" met behulp van de twee toetsen door het menu totdat de gewenste parameter verschijnt 3. Houdt beide toetsen ingedrukt totdat de parameterwaarde zichtbaar wordt 4. Wijzig de waarde met behulp van de twee toetsen 5. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren Setpoint van regeling - -60 °C 170 °C 3 Neutrale zone r01 0,1 K 20 K Begrenzing max. setpoint instelling r02 -60 °C 170 °C 50 Begrenzing min. setpoint instelling r03 -60 °C 50 °C -60 Correctie van sensorsignaal r04 -20 K 20 K 0.0 Selecteer eenheid (C-b=°C en F-P=°F) r05 C-b F-P C-b Referentieverschuiving bij signaal op DI ingang r13 -50 K 50 K 0 Minimale aantijd voor relais Min. tijd tussen opeenvolgende schakelactie van relais Definitie van regelmethode 1: Sequentieel 2: Cyclisch 3: Cyclisch met capaciteitsstappen Als regelmetode 2 geselecteerd is kunnen de relais voor de capaciteitsstapen ook worden gedefinieerd: no: Inschakelen bij meer capaciteitsvraag nc: Uitschakelen bij meer capaciteitsvraag c01 0 min. 30 min 2 60 0 min. 4 min. 4.0 Capaciteit c07 c08 1 3 1 c09 no nc no Instelling voor + zone c10 c11 Instelling voor ++ zone seconden c12 20 K 60 min. 180 s 3 Instelling voor + zone minuten 0,1 K 0,1 min. 1s Instelling voor - zone c13 c14 Instelling voor - - zone seconden c15 20 K 60 min. 180 s 3 Instelling voor - zone minuten 0K 0,1 min. 1s Alarm vertraging A03 1 min. Bovenste alarmgrens (absolute waarde) A10 -60 °C 90 30 min. 170 °C 50 Onderste alarmgrens (absolute waarde) A11 -60 °C 50 °C -60 Regelaaradres o03* 1 60 0 Aan/uit schakelaar (service-pin bericht) o04* - - - Toegangscode o05 off(-1) 100 - Definitie ingangssignaal en applicatie: 0: geen signaal / regeling gestopt 1: 4-20 mA druktransmitter - compressor reg. 2: 4-20 mA druktransmitter - condenser reg. 3: AKS 32R druktransmitter - compressor reg. 4: AKS 32R druktransmitter - condenser reg. 5: 0 - 10 V relaismodule 6: 0 - 5 V relaismodule 7: 5 - 10 V relaismodule 8: Pt 1000 ohm sensor - compressor reg. 9: Pt 1000 ohm sensor - condenser reg. 10: PTC 1000 ohm sensor - compressor reg. 11: PTC 1000 ohm sensor - condenser reg. o10 0 11 0 Instelling netspanningfrequentie o12 50 Hz 60 Hz 50 Handmatige bediening van "x" relais o18 0 4 0 Aantal relaisuitgangen o19 1 4 4 Werkbereik druktransmitter - min. waarde o20 -1 bar 0 bar -1 Werkbereik druktransmitter - max. waarde o21 1 bar 40 bar 12 2 30 1 30 Alarm Diversen Wordt vervolgd Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 EKC 331T Definitie DI ingang: 0: Niet in gebruik 1: Contact verschuift referentie 2: Contact start en stopt regeling 3: Onderbroken signaal schakelt alle capaciteit uit + genereert alarm Bedrijfstijd van relais 1 (waarde maal 10) o22 0 3 0 o23 0h 999 h 0 Bedrijfstijd van relais 2 (waarde maal 10) o24 0h 999 h 0 Bedrijfstijd van relais 3 (waarde maal 10) o25 0h 999 h 0 Fabrieksinstelling Om terug te keren naar de fabrieksinstellingen moet u de volgende stapen volgen: - Schakel de voeding uit - Houdt beide toetsen ingedrukt terwijl de voeding er weer opgezet wordt Bedrijfstijd van relais 4 (waarde maal 10) o26 0h 999 h 0 Selectie van koudemiddel 1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500. 10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=User defined. 14=R32. o30 0 30 0 15=R227. 16=R401A. 17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A. 24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. 30=R417A *) Deze instelling is alleen mogelijk indien de regelaar is voorzien van een datacommunicatiemodule. Data Voedingsspaning Ingangssignaal Relaisuitgang Alarmrelais Datacommunicatie Omgeving 230 V a.c. +/-15% 50/60 Hz, 5 VA Druktransmitter*) met 4-20 mA of temperatuursensor Pt 1000 ohm of temperatuursensor PTC 1000 ohm of spanningssignaal (0 - 5 V, 0 - 10 V of 5 - 10 V) Digitale ingang naar externe contactfunctie AC-1: 4 A (ohms) 4 st. SPST AC-15: 3 A (inductief ) AC-1: 4 A (ohms) 1 st. SPST AC-15: 1 A (inductief ) Mogelijkheid voor het aansluiten van een datacommunicatiemodule -10 - 55°C, tijdens bedrijf -40 - 70°C, tijdens transport 20 - 80% Rh, niet gecondenseerd Geen schokken / vibraties Omkasting IP 20 Gewicht 300 g Montage DIN rail Display LED, 3 karakters Klemmen max. 2.5 mm2 Keumerken EU Low voltage Directive en EMC eisen in overensstemming met CE-markering. LVD-getest volgens EN 60730-1 en EN 607302-9 EMC-getest volgens EN50081-1 en EN 50082-2 *) Druktransmitter Type EKC 331T Als druktransmitter kan een AKS 33 of een AKS 32R gebruikt worden. Zie catalogus RK0YG…….. EKC 331T Bestellen Functie Capaciteitsregelaar Code Nr. 084B7105 EKA 173 Datacommunicatiemodule (accesoire),(FTT10 module) 084B7092 EKA 175 Datacommunicatiemodule (accesoire),(RS485 module) 084B7093 Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 Noodzakelijke aansluitingen Klemmen: 25-26 Voedingsspanning 230 V a.c. 3- 10 Relais aansluitingen nr. 1, 2, 3 en 4 12-13 Alarmrelais Er is een verbinding tussen klemmen 12 en 13 in geval van een alarm en als de voedingsspanning wegvalt. Regelsignaal (zie ook parameter o10) Klemmen: 14-16 Spanningssignaal van AKS 32R of 17-18 Stroomsignaal van AKS 3000 of AKS 33 of 15-16 Sensorsignaal van AKS 21 of 15-16 Spanningssignaal van externe regeling. Externe contactfunctie, indien toegepast 19-20 Contactfunctie voor verschuiven van de referentie of start/ stop van de regeling of monitoren van beveiligingscircuit. Zwart Bruin Blauw Aansluitingen Datacommunicatie Datacommunicatie,indien toegepast 21-22 Alleen beschikbaar indien een communicatiekaart is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat de installatie van de datacommunicatiekabel correct wordt uitgevoerd. Zie hiervoor handleiding Nr. RC8AC... 10 Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 EKC 331T EKC 331T Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 11 12 Manual RS8CU410 © Danfoss 05-2006 DE-BD Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specifications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved. EKC 331T ">
Advertisement
Key features
- Neutrale zone regeling
- Sequentieel of cyclisch schakelen
- Alarmfunctie
- Digitale ingang
- Datacommunicatie
- Display met temperatuurweergave
Frequently asked questions
Houd de bovenste toets ingedrukt totdat het setpoint zichtbaar is, druk dan beide toetsen tegelijk in, verander de waarde met de toetsen en sla de instelling op door beide toetsen tegelijk in te drukken.
De digitale ingang kan worden gebruikt voor nachtstand, warmteterugwinning, externe start/stop, of monitoring van het beveiligingscircuit.
De datacommunicatiemodule is een accessoire dat u kunt aansluiten op de EKC 331T. Raadpleeg de handleiding Nr. RC8AC... voor instructies.
Als een alarmgrens wordt overschreden, treedt een tijdvertraging in werking. De alarmvertraging wordt ingesteld in minuten en bepaalt hoe lang het duurt voordat het alarm actief wordt.
De bedrijfstijd van de relais wordt gemeten in uren en kan worden uitgelezen in de menu's van de regelaar. De uitgelezen waarde wordt vermenigvuldigd met factor 10 om het aantal uren te verkrijgen.