Roland KR-570 de handleiding
Add to my manualsadvertisement
◉
Touch to zoom
KR-570 Digital Intelligent Piano Handleiding KR-570 Handleiding 1. Inleiding Bedankt voor uw aankoop van de Roland KR-570 Digital Piano. Een uitstekend klavier, een eenvoudige bediening en automatische begeleidingsmogelijkheden maken van de KR-570 een instrument voor mensen die “spelplezier” hoog in hun vaandel schrijven. Dat plezier wordt er alleen maar groter op wanneer u even de tijd neemt om deze handleiding door te lezen, teneinde grondig kennis te maken met de uitgebreide mogelijkheden van dit instrument. 1.1 Voornaamste kenmerken ☛ One Touch Program functies voor een snelle configuratie Via de PIANO knop kunt u alle instellingen oproepen die u nodig hebt om gezellig piano te kunnen spelen. Hetzelfde geldt voor de ORGAN knop wanneer u zin hebt om orgel te spelen. De ARRANGER knop tenslotte roept alle voor het gebruik van de automatische begeleidingen belangrijke instellingen op. ☛ 270 Tones (klanken) en 120 Styles (begeleidingen) “Tones” slaat op de klanken van de KR-570 – en het aantal mag echt wel indrukwekkend worden genoemd. Ook op het vlak van de Styles (automatische begeleidingen) bent u niet zo snel uitgeteld: u kunt er namelijk ook van diskette laden en zo het aantal onbeperkt uitbreiden. ☛ Stereo piano-samples met digitale effecten De pianoklanken voor de KR-570 hebben we in stereo opgenomen, wat sterk bijdraagt tot hun realisme. Dat laatste kan ook worden gezegd van de ingebouwde digitale effecten. ☛ “Hammer-action” klavier Het klavier is opgebouwd rond een hamermechaniek, die u het gevoel geeft op een echte piano te spelen. Meer bepaald komen de toetsen onder invloed van een tegengewicht weer omhoog – net zoals bij een akoestische piano. ☛ 64 stemmen De KR-570 kan tot 64 stemmen tegelijk weergeven. Ook hier geen reden tot klagen dus! ☛ Ingebouwde Composer, eenvoudig en toch veelzijdig Met de ingebouwde Composer kunt u eenvoudige opnames maken, in de handel verkrijgbare muziekdata weergeven, en daarnaast nog een en ander, getuige de opties uit het Composer menu: 16 Track 2 Sequencer, Chord Sequencer, Song Edit, Style Composer, Style Converter (Geïntrigeerd? Het hele verhaal leest u uiteraard verderop in de handleiding.) ☛ Microfooningang U kunt een microfoon rechtstreeks op de KR-570 aansluiten en het signaal daarvan voorzien van echo. ☛ GM/GS-compatibel MIDI mag dan wel een standaard zijn, maar dat betekent nog lang niet dat echt alles gestandaardiseerd is. Eén van de meest storende problemen was tot voor kort dat de geheugenstructuur van de instrumenten sterk verschilde. Niet alleen varieerde het aantal klanken van instrument tot instrument, maar ook de aard van de klanken en de rangschikking ervan was moeilijk onder een norm te vatten. Het probleem dat je dus bij het weergeven van sequences kreeg, was dat je met een bepaald programmanummer op één instrument een piano koos, terwijl dat op een ander instrument toevallig een trombone was enz. Ook de manier waarop de controlecommando’s uitgevoerd werden, verschilde sterk. Dat heeft Roland aan het denken gezet, en dus kwam men met een aanvullende standaard op de proppen: GS. Het GS formaat biedt u een garantie dat data die u op één GS instrument aangemaakt hebt, ook op een ander GS instrument kunnen worden afgespeeld –zonder dat u wat dan ook moet aanpassen. Op GS compatibele instrumenten pronkt het GS logo. Dit logo vindt u ook op software (meestal SMF bestanden) met data die volgens het GS formaat geprogrammeerd zijn. Uiteindelijk heeft dit het voordeel dat uw instrument niet binnen afzienbare tijd achterhaald is (omdat er weer een nieuwe klankbron uitkomt met alweer een andere geheugenindeling). Inleiding, Voornaamste kenmerken De bedoeling van Roland was natuurlijk de GS standaard ook aan de andere fabrikanten voor te stellen, wat ook gebeurd is. Alleen vonden sommige de standaardisering een beetje ver gaan en stelden daarom een iets simpelere versie van het GS formaat voor: General MIDI System Level 1 (kortweg GM). De compatibiliteit van sommige controlecommando’s werd achterwege gelaten en ook de gedeeltelijke vervanging van SysEx data door controlecommando’s haalde het niet. Roland bleef echter vasthouden aan zijn formaat, in de overtuiging dat het eigenlijk het gebruiksvriendelijkere is. U hoeft daar niet echt van wakker te liggen omdat GS alles kan wat GM kan – en nog een beetje meer. Wat dus voor een GM instrument geprogrammeerd is, kunt u zonder problemen op de KR-570 weergeven. Andersom lukt het niet altijd. 3 KR-570 Handleiding Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding ................................................................................................................ 2 1.1 Voornaamste kenmerken ................................................................................................. 2 Hoofdstuk 2. Voorzorgsmaatregelen ...................................................................................... 8 Hoofdstuk 3. Voordat u aan de slag gaat ............................................................................. 9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 Muziekstandaard installeren ............................................................................................ 9 Klep openen of sluiten ..................................................................................................... 9 Stroomkabel aansluiten .................................................................................................... 9 Inschakelen .................................................................................................................... 10 Hoofdtelefoons gebruiken .............................................................................................. 10 Microfoon gebruiken ..................................................................................................... 10 KR-570 met externe geluidsapparatuur verbinden ........................................................ 11 Hoofdstuk 4. Voorzieningen op de panelen ....................................................................... 12 4.1 Frontpaneel .................................................................................................................... 12 4.2 Achterpaneel .................................................................................................................. 14 Hoofdstuk 5. Basiswerking/display-informatie ................................................................. 15 5.1 Over de typografie in deze handleiding ......................................................................... 15 5.2 Het basisscherm ............................................................................................................. 15 5.3 Werken met en via het display ....................................................................................... 15 Terugkeren naar het vorige scherm of naar het basis-scherm ........................................ 16 Hoofdstuk 6. Overzicht van de KR-570 ............................................................................... 17 6.1 Voorstelling van de verschillende functies .................................................................... 17 Even de klanken beluisteren .......................................................................................... 17 Taal kiezen (<Language> functie) ................................................................................. 17 <Game> functie ............................................................................................................. 17 Hoofdstuk 7. Spelen op de KR-570 ...................................................................................... 18 7.1 One Touch Program ....................................................................................................... 18 Piano spelen - One Touch Program [Piano] ................................................................... 18 Klep openen en sluiten.................................................................................................... 18 Metronoom inschakelen.................................................................................................. 18 Functies van de pedalen .................................................................................................. 19 Functie menu <Func…> ................................................................................................. 19 7.2 Orgel spelen - One Touch Program [Organ] .................................................................. 19 Rotary effect (roterende luidspreker) bedienen .............................................................. 20 Type orgel kiezen............................................................................................................ 20 Functie menu <Func…> ................................................................................................. 20 7.3 Spelen met begeleiding - One Touch Program [Arranger] ............................................ 20 Werkwijze ....................................................................................................................... 20 7.4 Drum- en effectklanken ................................................................................................. 23 Drums of geluidseffecten ............................................................................................... 23 Drum Set Type kiezen ................................................................................................... 23 7.5 Songs van diskette weergeven ....................................................................................... 23 Slechts één song weergeven .......................................................................................... 23 Alle songs weergeven .................................................................................................... 24 Voor- en terugspoelen .................................................................................................... 24 7.6 Microfoon aansluiten ..................................................................................................... 24 Hoofdstuk 8. Tones ................................................................................................................... 25 8.1 Tones kiezen .................................................................................................................. 25 Tone groep kiezen .......................................................................................................... 25 4 Inhoud, Tone kiezen ....................................................................................................................25 8.2 Tones van effecten voorzien ...........................................................................................26 Reverb (galm) .................................................................................................................26 Andere effecten (DSP) ...................................................................................................26 8.3 Octaafligging kiezen (in octaven transponeren) .............................................................26 8.4 Eén Tone over het volledige klavier spelen (Whole) .....................................................27 8.5 Verschillende Tones met de linker- en rechterhand spelen (Split) .................................27 Split instellen ..................................................................................................................27 Tones kiezen ...................................................................................................................28 8.6 Twee Tones tegelijk spelen (Layer) ...............................................................................28 Hoofdstuk 9. Spelen met begeleiding (Style Play) ...........................................................29 9.1 One Touch Program functie ............................................................................................29 Akkoordherkenning over het volledige klavier ..............................................................29 Wat is een Music Style? .................................................................................................29 9.2 Styles kiezen ....................................................................................................................29 Style groep kiezen ..........................................................................................................29 9.3 Style starten en stoppen ...................................................................................................30 Starten .............................................................................................................................30 Stoppen ...........................................................................................................................31 9.4 Tempo aanpassen.............................................................................................................31 9.5 Volumebalans aanpassen.................................................................................................31 9.6 Andere Style arrangementen kiezen ...............................................................................31 Arrangement kiezen.........................................................................................................31 Begeleidingspatroon kiezen.............................................................................................32 9.7 Akkoorden spelen met eenvoudige vingerzetting (Chord Intelligence) .........................32 9.8 Style diskettes .................................................................................................................33 Styles van een diskette laden met de [DISK/USER] knop .............................................34 Styles kiezen die u met de [Disk/User] knop hebt geladen ............................................34 9.9 Harmonieën toevoegen ...................................................................................................34 9.10 Volume van de parts wijzigen ........................................................................................35 Begeleidingspartijen ........................................................................................................35 Partijen die u op het klavier speelt ..................................................................................35 Hoofdstuk 10. Opnemen en weergeven ...............................................................................37 10.1 Opname ...........................................................................................................................37 Opnemen .........................................................................................................................37 Opname overdoen ...........................................................................................................38 10.2 Weergave .........................................................................................................................38 Weergave van bepaalde sporen tijdelijk uitschakelen ....................................................38 Minus One Play opnemen ..............................................................................................39 Weergave zonder tempoverandering ..............................................................................39 10.3 Opname wissen................................................................................................................39 10.4 Opnamen op diskette bewaren.........................................................................................39 10.5 Songs in het SMF formaat opslaan..................................................................................40 10.6 User Styles op diskette bewaren......................................................................................41 Hoofdstuk 11. Composer menu ..............................................................................................42 Hoe werkt het Composer menu? ....................................................................................42 11.1 16trk Sequencer ...............................................................................................................42 Sporen uitschakelen of soleren .......................................................................................42 11.2 Chord Sequencer .............................................................................................................43 11.3 Opnamemethode kiezen .................................................................................................44 Opnamemethode (Rec Mode) .........................................................................................44 Methode om de opname te stoppen (Rec Stop) ..............................................................44 11.4 Diskettes formateren........................................................................................................44 11.5 Interne Styles combineren tot nieuwe Styles – Style Composer .....................................45 User Style wijzigen .........................................................................................................45 5 KR-570 Handleiding Parts binnen een divisie uitschakelen ............................................................................ 46 11.6 Eigen Styles maken......................................................................................................... 46 11.7 Opnames editen – Song Edit........................................................................................... 47 Tempo en volume aanpassen ......................................................................................... 47 Noten quantiseren (Quantize) ........................................................................................ 48 Data van een spoor wissen (Erase) ................................................................................ 48 Maten kopiëren (Copy) .................................................................................................. 48 Maten wissen (Delete) ................................................................................................... 49 Lege maten toevoegen (Insert) ...................................................................................... 49 Toonaard wijzigen (Transpose) ..................................................................................... 49 Sporen uitwisselen en kopiëren – Track Exchange/Track Copy ................................... 49 Hoofdstuk 12. Functie menu .................................................................................................. 51 12.1 Functies op het piano scherm.......................................................................................... 51 Maatsoort en volume van de metronoom aanpassen ..................................................... 51 Aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen ............................................................ 51 Stemming van het klavier wijzigen – Tuning ................................................................ 51 Markeerpunten: herhaling van bepaalde passages ......................................................... 52 12.2 Functies in het orgel scherm ........................................................................................... 53 Arranger functie ............................................................................................................. 53 Lower Tone in- en uitschakelen/splitpunt kiezen .......................................................... 54 12.3 Functies op het basisscherm ........................................................................................... 54 Arranger-instellingen wijzigen ...................................................................................... 54 Akkoord- en basklank wijzigen ..................................................................................... 54 Hoofdstuk 13. Instellingen van de KR-570 bewaren ...................................................... 56 13.1 Registraties opslaan: User Programs .............................................................................. 56 Instellingen oproepen met de [User Program] knop ...................................................... 56 Naam van een User Program wijzigen .......................................................................... 56 13.2 User Programs op diskette bewaren................................................................................ 56 User Programs laden ...................................................................................................... 57 13.3 Functies aan de Pad knoppen toewijzen ......................................................................... 57 13.4 Functie van de pedalen kiezen ........................................................................................ 58 Hoofdstuk 14. Utility menu ..................................................................................................... 59 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7 14.8 14.9 14.10 14.11 14.12 14.13 14.14 Hoe werkt het Utility menu? .......................................................................................... 59 Stemmen (Master Tune) ................................................................................................. 59 Aanslaggevoeligheid/Transponeren................................................................................ 59 Maatsoort en volume van de metronoom aanpassen ...................................................... 60 Reverb en Chorus type kiezen ........................................................................................ 60 Expansion Tones kiezen ................................................................................................. 61 Contrast van het display aanpassen ................................................................................ 61 Afbeelding van teksten uitschakelen .............................................................................. 61 Pitch Bend bereik instellen ............................................................................................. 61 Klanken kiezen op een extern MIDI-instrument (PC).................................................... 62 MIDI-zendkanaal/Local Control instellen ...................................................................... 62 MIDI-zendkanaal kiezen ................................................................................................ 62 Local Control ................................................................................................................. 62 Arranger Update-snelheid voor User Programs.............................................................. 63 Memory Backup ............................................................................................................. 63 Fabrieksinstellingen laden .............................................................................................. 63 Link ................................................................................................................................. 64 Hoofdstuk 15. KR-570 aansluiten op een MIDI-instrument of computer ................. 65 15.1 KR-570 op een MIDI-instrument aansluiten .................................................................. 65 MIDI-connectors ............................................................................................................ 65 15.2 Aansluiten op een computer ........................................................................................... 65 Werkwijze ...................................................................................................................... 65 6 Inhoud, Hoofdstuk 16. Mogelijke problemen ....................................................................................67 Hoofdstuk 17. Foutmeldingen ................................................................................................69 Hoofdstuk 18. Overzicht van de Tones ................................................................................71 18.1 Rechtstreeks selecteerbare Tones ...................................................................................71 18.2 Expansion Tones ............................................................................................................72 18.3 Drum Sets .......................................................................................................................74 Hoofdstuk 19. Overzicht van DSP effecten .........................................................................76 Hoofdstuk 20. Demosongs .......................................................................................................77 Specificaties .................................................................................................................................78 Hoofdstuk 21. MIDI Implementatie .......................................................................................80 Hoofdstuk 22. Index ..................................................................................................................81 7 KR-570 Handleiding 2. Voorzorgsmaatregelen Voeding • Schakel de KR-570 en de overige instrumenten altijd uit voordat u ze op elkaar aansluit. • Sluit het netsnoer van de KR-570 nooit aan op een stopcontact waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten. • Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op het voltage. • Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen. • Als u de KR-570 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u best de aansluiting op het lichtnet. • Het zou kunnen gebeuren dat de KR-570 niet naar behoren werkt wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt. Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt. vensduur van deze batterij bedraagt ongeveer 5 jaar. Het zou iets langer kunnen zijn, maar het verdient aanbeveling de batterij om de 5 jaar te laten vervangen. • Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat dit werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat de data in het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat is met name het geval als het geheugen of een daarmee samenhangend onderdeel wordt hersteld of niet meer werkt. Andere voorzorgsmaatregelen • Behandel de KR-570 zachtjes. • Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige terechtkomen. • Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst voordat u de KR-570 in het buitenland gebruikt. • Als de KR-570 niet naar behoren werkt, schakel hem dan onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Roland hersteldienst. Plaatsing Behandeling van diskettes • Om problemen te vermijden, dient u de KR-570 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof. • • Plaats de KR-570 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei fouten kan veroorzaken. Gebruik de drive nooit op vochtige plaatsen omdat een hoge vochtigheidsgraad de werking van de drive in de war kan brengen. Soms leidt dit zelf tot een beschadiging van de diskette. • Wacht, wanneer u de KR-570 van een koude plaats (bv. een auto) naar een warme brengt, ongeveer één uur voordat u de drive gebruikt. Stel de KR-570 niet bloot aan overmatige trillingen terwijl de disk drive werkt. • Verwijder de diskette nooit uit de drive wanneer de indicator van de drive oplicht. • Haal de diskette uit de drive voordat de KR-570 in- of uitschakelt. • Diskettes zijn heel gevoelig voor vet en stof. Raak daarom nooit het magnetisch oppervlak aan en open nooit zelf het metalen klepje. • Diskettes kunnen na verloop van tijd onleesbaar worden. Sla uw belangrijke data daarom altijd op twee verschillende floppies op en bewaar één van de twee op een veilige plaats. • Stel uw floppies nooit bloot aan temperaturen beneden de 10° en boven de 50°C. • Kleef altijd de bijgeleverde sticker op de daarvoor voorziene plaats en noteer er de inhoud van de floppy op om uw data zo snel mogelijk terug te kunnen vinden. • Onderhoud • • Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de KR-570 daarna droog met een zachte doek. Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen. Geheugenbatterij • 8 Dit instrument is uitgerust met een batterij die ervoor zorgt dat de opgeslagen data ook na uitschakelen niet gewist worden. De le- Voordat u aan de slag gaat, Muziekstandaard installeren 3. Voordat u aan de slag gaat 3.1 Muziekstandaard installeren Til de muziekstandaard op en plooi de drie houders naar beneden, zoals in de onderstaande afbeelding staat aangegeven. Om de klep weg te bergen houdt u ze stevig vast, klapt u de houders naar omhoog en laat u ze vervolgens zachtjes zakken. (1) (2) (2) (2) 3.2 Klep openen of sluiten Bij het openen neemt u de klep met beide handen in het midden vast, licht u ze een beetje op en schuift u ze vervolgens naar achter. Bij het sluiten trekt u de klep langzaam naar u toe tot ze niet meer verder kan, dan laat u ze lichtjes zakken. Opmerking: Neem de klep steeds in het midden vast, zodat u niet met uw vingers in de sleuven aan de zijkanten blijft steken! Kleine kinderen laat u deze klus best niet alleen klaren. Opmerking: Om ongelukken te voorkomen sluit u best steeds de klep voor u de piano verplaatst. 3.3 Stroomkabel aansluiten 1 Zorg dat de [POWER] schakelaar is uitgeschakeld. 2 Verbind de bijgeleverde stroomkabel met de AC ingang op de achterzijde van de piano en steek de stekker in een stopcontact. Opmerking: Gebruik alleen de stroomkabel die bij het instrument wordt geleverd. Opmerking: Verbreek de verbinding met het lichtnet als u van plan bent de piano een tijdlang niet te gebruiken. 9 KR-570 Handleiding 3.4 Inschakelen Vóór u de piano inschakelt moet u de [Volume] regelaar links op het frontpaneel in de minimumstand zetten. Daarna mag u op de [POWER] schakelaar links op het frontpaneel drukken. Enkele seconden later is het instrument beschikbaar en hoort u geluid als u op het klavier speelt. Reverb Min Part Volume Max Accomp Brilliance Mellow Volume Min Keyboard Bright Max Accomp Balance Keyboard Als de schakelaar ingedrukt is, is de KR-570 ingeschakeld. AAN UIT In de UIT stand is de KR-570 uitgeschakeld. Opmerking: De KR-570 is uitgerust met een beveiligingscircuit. Vandaar dat u pas enkele seconden na het inschakelen geluid hoort. 3.5 Hoofdtelefoons gebruiken Helemaal links onder het klavier vindt u de hoofdtelefoonuitgangen. We hebben er gelijk twee voorzien, zodat u ook met een partner ongestoord kunt oefenen. Zodra u een hoofdtelefoon aansluit komt er geen geluid meer uit de luidsprekers. Op die manier kunt u met een hoofdtelefoon op ieder gewenst (en ongewenst) moment spelen, zonder anderen te storen. Het volume van de hoofdtelefoon regelt u met de [VOLUME] regelaar. 2 hoofdtelefoonaansluitingen Gebruik best een stereo-hoofdtelefoon. Opmerking: U mag een hoofdtelefoon nooit overdreven luid zetten en er ook niet te lang ononderbroken naar luisteren, anders riskeert u tijdelijk of permanent gehoorverlies. 3.6 Microfoon gebruiken Rechts onder het klavier vindt u nog een jack-ingang. Daar kunt u een microfoon op aansluiten. De microfoon kunt u gebruiken om mee te zingen/praten met muziek van diskette of met muziek die u zelf speelt, u verzint het maar… Microfoonaansluiting 10 Voordat u aan de slag gaat, KR-570 met externe geluidsapparatuur verbinden Het volume van de microfoon regelt u met de [VOLUME] regelaar. Daarnaast is er nog een [ECHO] regelaar, waarmee u het microfoongeluid van echo kunt voorzien. Opmerking: Houd altijd het volume van uw KR-570 in de gaten. Dat is met name noodzakelik wanneer u laat op de avond of ‘s nachts nog graag zingt terwijl u op de KR-570 speelt. Tenslotte kan het volume van uw (niet versterkte) stem niet zomaar worden verminderd. Opmerking: Als u speciaal voor de KR-570 een microfoon wilt aanschaffen, neem dan best eens contact op met uw Roland dealer. Hij kan u vertellen welk type het best geschikt is. Opmerking: Zet het volume van de microfoon pas open nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al open staat terwijl u de microfoon aansluit levert dat doorgaans onaangename kraakgeluiden op. Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen (“fluiten”). Als dat gebeurt moet u de microfoon verplaatsen (hij mag niet naar de luidsprekers gericht zijn) of het microfoonvolume wat zachter zetten. 3.7 KR-570 met externe geluidsapparatuur verbinden U kunt het geluid van uw KR-570 versterken via een externe installatie. Bovendien kunt u externe geluidsbronnen, zoals een CD-speler of een synthesizer, beluisteren via de KR-570. Om storingen of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen moet u steeds het volume naar omlaag regelen en alle instrumenten uitschakelen voor u aansluitingen gaat maken. Geluid van de KR-570 naar externe apparatuur sturen Om het geluid van de KR-570 via externe luidsprekers te versterken of om het op te nemen op een band-/cassetterecorder moet u de Output L/R connectors op het achterpaneel van de piano verbinden met de AUX IN of LINE IN connectors van de externe mixer/versterker. Extern apparaat via de KR-570 versterken Om het geluid van een CD-speler, een andere synthesizer of nog een ander instrument via de luidsprekers van de KR-570 te versterken moet u de Input L/ R connectors op het achterpaneel van de piano verbinden met de LINE OUT connectors van het externe apparaat. Input Input R R L(Mono) R L(Mono) R L(Mono) L(Mono) Stereo Stereo Output Output Stereo Stereo Opmerking: Gaat het om mono-apparatuur, sluit dan enkel de Output L (Mono) connector van de KR-570 aan. Zodra u alles hebt aangesloten mag u de verschillende apparaten in de hieronder beschreven volgorde inschakelen. Respecteer wel deze volgorde, anders riskeert u storingen of schade aan luidsprekers of andere apparaten. 1 Schakel de KR-570 in. 2 Schakel het externe apparaat in. Bij het uitschakelen keert u deze volgorde om. Opmerking: Gaat het om mono-apparatuur, sluit dan enkel de Input L (Mono) connector van de KR-570 aan. Zodra u alles hebt aangesloten mag u de verschillende apparaten in de hieronder beschreven volgorde inschakelen. Respecteer wel deze volgorde, anders riskeert u storingen of schade aan luidsprekers of andere apparaten. 1 Schakel het externe apparaat in. 2 Schakel de KR-570 in. Bij het uitschakelen keert u deze volgorde om. 11 KR-570 Handleiding 4. Voorzieningen op de panelen 4.1 Frontpaneel Power 1 2 Min Reverb 3 Part Volume Max Accomp Mellow Min Brilliance Volume 4 7 5 Pop Piano Style Ballad Country Big Band Swing Latin Waltz Kidsl March Trad World Disk User Accomp Balance 6 Keyboard 1 User Program 9 1 [Power] schakelaar Hiermee schakelt u het instrument in en uit (zie blz. 10). 2 [Reverb] regelaar Hiermee bepaalt u het volume van het galmeffect (zie blz. 25). 3 [Brilliance] regelaar Hiermee bepaalt u de helderheid van het geluid. Beweeg de regelaar naar rechts voor een helderder, naar links voor een doffer geluid. 4 [Volume] regelaar Hiermee bepaalt u het totaalvolume van het instrument. 5 Part Volume knop Deze knop gebruikt u om het volume van individuele Parts in een Performance te regelen. 6 [Balance] regelaar Hiermee bepaalt u de volumebalans tussen de melodie en de begeleiding (zie blz. 31). 7 [Demo] knop Als u op deze knop drukt vertoont het display een inleiding tot de functies van de KR-570 en een geanimeerde cursus klank- en akkoordherkenning (zie blz. 17). 8 [Utility] knop Deze knop biedt u toegang tot verschillende functies die nergens anders thuishoren (zie blz. 59). 9 [User Program] knop Deze knop gebruikt u om zelfgemaakte instellingen op te slaan en achteraf weer te laden (zie blz. 56). 12 Rock Utility Bright Max Music Style Demo Keyboard 11 10 8 2 To Variation To Original Tempo Pad Fill In 12 13 14 Sync 15 Intro Start Ending Stop 16 17 0 Style groep knoppen. Hiermee kiest u de Music Style groep (zie blz. 29). A [Disk/User] knop Hiermee kiest en laadt u Music Styles. Dat kunnen zowel Styles van diskette als eigen creaties zijn (zie blz. 33). B [Tempo] knoppen Hiermee bepaalt u het weergave- of opnametempo (zie blz. 31). C Pad knoppen Deze knoppen kunnen verschillende functies hebben, die u zelf kunt definiëren. D Fill In [To Variation] en [To Original] knoppen Hiermee kiest u het begeleidingspatroon voor een Music Style (zie blz. 32). Anderzijds dienen deze knoppen ook om tijdens de weergave een overgang (Fill In) in te lassen (zie blz. 32). E [Sync] knop Als u op deze knop drukt start de begeleiding in het tempo waarmee u op het klavier begint te spelen (zie blz. 30). F [Intro/Ending] knop Hiermee kunt u de weergave laten beginnen met een intro en laten eindigen met een slot. (zie blz. 30) G [Start/Stop] knop Hiermee start of stopt u de weergave van een Music Style (zie blz. 30). Voorzieningen op de panelen, Frontpaneel 3 1 4 Tone Piano E.Piano Vibes Organ Whole Guitar Strings Sax Fantasia Lower Piano Hold Arranger 5 19 2 1 Display Hierin leest u nuttige informatie af omtrent de bediening van de KR-570. 2 Telindicators Deze indicators lichten op in de maat van de geselecteerde Music Style (of van de opname die u maakt/weergeeft). 3 Tone groep knoppen. Hiermee kiest u de Tone groep (zie blz. 25). 4 Part knoppen De indicators op deze knoppen geven aan welke Part op dit moment is geselecteerd. [Whole] knop Druk op deze knop als u over het volledige klavier wilt spelen (zie blz. 27). De knop heeft ook een functie in de Piano Style Arranger Mode (zie blz. 29). 8 BassI Accomp Lower B 7 C D Microphone Song Volume Upper 6 [Lower] knop Druk op deze knop als u het klavier in twee delen wilt splitsen. Met deze knop kiest u een Tone voor de linkerhand (zie blz. 27). [Upper] knop Druk op deze knop om een Tone voor de rechterhand te kiezen (zie blz. 27). 5 One Touch Program knoppen Eén druk op één van deze knoppen volstaat om de KR-570 voor een bepaalde situatie te configureren (zie blz. 18). 6 [Drums/SFX] knop Door op deze knop te drukken kunt u drum- en effectklanken op het klavier spelen (zie blz. 23). 7 [Melody Intelligence] knop Hiermee voegt u een tweede stem toe aan de melodie (zie blz. 34). 9 0 A Composer Whole DrumsI SFX Upper Split One Touch Program Exit Rhythm Organ Melody Intelligence Echo Menu Save R 1 2 3 4 16 track Min Reset Stop E F Play Rec Bwd Max Min Max Fwd G H I J K 8 Spoorknoppen Hiermee kiest u welke sporen u wilt opnemen (zie blz. 37). 9 [Menu] knop Hiermee opent u de menu’s die aan verschillende opnamefuncties (bijvoorbeeld 16 Track Sequencer, Style Composer, Edit) zijn gekoppeld (zie blz. 42). 0 [Song] knop Hiermee kiest u songs van een diskette (zie blz. 23). A [Save] knop Druk op deze knop om uw opnames op diskette te zetten (zie blz. 39). L B [Reset] knop Met een druk op deze knop keert u terug naar het begin van de Song. 3 Microphone [Volume] regelaar Hiermee bepaalt u het volume van de microfoon die u op de KR-570 aansluit (zie blz. 24). 4 Microphone [Echo] regelaar Hiermee bepaalt u in welke mate het microfoonsignaal van echo wordt voorzien (zie blz. 24). E Disk Drive Deze dient om opgenomen materiaal op diskette te zetten, of om songs van diskette weer te geven. 13 KR-570 Handleiding F Uitwerpknop Druk op deze knop om een diskette uit de drive te halen. G [Stop] knop Hiermee stopt u de weergave of opname. H [Play] knop Hiermee start u de weergave. I [Rec] knop Hiermee start u de opname. J [Bwd] knop Hiermee spoelt u terug. K [Fwd] knop Hiermee spoelt u vooruit. a [] en [] knoppen Hiermee kiest u een andere toonaard (zie blz. 24). 4.2 Achterpaneel 41 2 1 40 3 42 4 43 5 44 6 45 Pedal Input Output 7 46 MIDI Out Computer In AC Mac PC-1 PC-2 R L(Mono) AC L(Mono) MIDI Stereo 2 Computer schakelaar Deze schakelaar moet u in de juiste stand zetten voor u de KR-570 aansluit op externe MIDI-instrumenten of computers (zie blz. 65). 3 Computer connector Via deze connector kunt u de KR-570 (door middel van een speciale kabel) met een computer verbinden en op die manier informatie tussen de twee uitwisselen (zie blz. 65). 4 MIDI-connectors Via deze connectors kunt u de KR-570 verbinden met andere MIDI-instrumenten (zie blz. 65). 14 R Stereo 5 Pedal ingang Op deze ingang moet u de kabel aansluiten die van de pedalen in het statief van de KR-570 komt. 6 Input [R] en [L(Mono)] ingangen Cassettespelers, CD-spelers en dergelijke die u met deze ingangen verbindt kunt u door de luidsprekers van de KR-570 beluisteren. (zie blz. 11) 7 Output [R] en [L(Mono)] uitgangen Deze connectors dienen om het uitgangssignaal van de KR-570 naar een externe versterker of een bandopnemer te sturen (zie blz. 11). 8 AC ingang (onderaan de KR-570) Op deze ingang moet u de bijgeleverde stroomkabel aansluiten (zie blz. 10). Basiswerking/display-informatie, Over de typografie in deze handleiding 5. Basiswerking/display-informatie 5.1 Over de typografie in deze handleiding Even een paar afspraken maken over de manier waarop we één en ander typografisch onderscheiden: [ ]: Hiermee duiden we een knop of regelaar aan die zich op het bedieningspaneel bevindt. Bijvoorbeeld: “Druk op de Tone groep [Piano] knop.” < >: Hiermee duiden we items aan die in het display worden afgebeeld. Om zo’n item te kiezen drukt u op de overeenkomstige knop die zich (eventueel schuin) onder de afgebeelde functie bevindt. Een item dat u selecteert wordt geïnverteerd afgebeeld. Bijvoorbeeld: Druk op <To: Basic> in het display. 5.2 Het basisscherm Meestal bevindt u zich in het basisscherm, dat er als volgt uitziet: Tempo Gekozen Style Maatsoort Huidige maat Metronoom aan/uit Naam van de Tone (Upper en Whole) Keuze van een ander Arrangement Registreren van de Twee Tones die speelfuncties onder de samen klinken [Pad] knoppen en pedalen Instellen van een hele reeks functies die het spelen aangenamer maken 5.3 Werken met en via het display Naar de vorige pagina Naar de volgende pagina Display-pagina’s kiezen Een aantal schermen bestaan uit meerdere pagina’s. Deze kiest u met <Page®®> (volgende pagina) en <√√ Page> (vorige pagina). Scherm “vergrendelen” Heel wat schermen worden slechts tijdelijk afgebeeld; na enkele seconden keert u terug naar de vorige pagina. U kunt dit vermijden (dus op de huidige pagina blijven) door de [Hold] knop te drukken. 15 KR-570 Handleiding Terugkeren naar het vorige scherm of naar het basis-scherm Door op de [EXIT] knop te drukken keert u terug naar het vorige scherm of naar het basis-scherm. 16 Opmerking: U kunt ook de helderheid van het display aanpassen. Zie “Contrast van het display aanpassen” op blz. 61. Overzicht van de KR-570, Voorstelling van de verschillende functies 6. Overzicht van de KR-570 6.1 Voorstelling van de verschillende functies Het display van de KR-570 kan u een rondleiding geven langs de verschillende functies van de KR-570. Dat gaat als volgt: 1 Druk op de [Demo] knop. U komt nu op de Demo pagina terecht, dat uit drie pagina’s bestaat. 2 Met de ▲ en ▼ knoppen rechts van het display kunt u naar andere pagina’s gaan. De verschillende pagina’s geven u een omschrijving van het gebruik van verschillende functies. 3 Kies met de knoppen onder het display de gewenste functie. U komt nu terecht op een pagina waar functie en werking van het geselecteerde item worden gedemonstreerd. 4 Druk nogmaals op de [Demo] knop om de Demo pagina te verlaten. Even de klanken beluisteren U kunt de KR-570 ook een stukje muziek laten spelen om een indruk te krijgen van de klanken die zich aan boord bevinden. 1 Druk op de Demo pagina op <Sound>. 2 Druk op <Demo> rechtsonder in het display. 3 Kies met de knoppen naast het display het gewenste instrument. U krijgt nu een stukje muziek te horen dat gebruik maakt van de geselecteerde instrumentklank. Hoeveel demosongs er beschikbaar zijn hangt een beetje af van het gekozen instrument (zie “Demosongs” op blz. 77). 4 Door nogmaals op de <Demo> knop te drukken kunt u naar de tweede demosong luisteren. Bij iedere druk op deze knop gaat u naar de volgende song. De weergave stopt automatisch aan het einde van alle songs. Taal kiezen (<Language> functie) Het Basic menu en een deel van het Demo menu kunnen in verschillende talen worden afgebeeld. 1 Druk op de Demo pagina op <Language>. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste taal. Na enkele seconden keert het display terug naar de oorspronkelijke pagina. Opmerking: Nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld wordt opnieuw de originele taal gekozen. Wilt u dat de taal die u hebt gekozen na het uitschakelen bewaard blijft, zie dan “Memory Backup” op blz. 63. <Game> functie Door <Game> te selecteren kunt u een spelletje noten-raden of akkoorden-raden spelen. 1 Kies op de Demo pagina de optie <Game>. 2 Kies met de knoppen onder het display het gewenste spelletje. De opties zijn, van links naar rechts: “noten raden”, “akkoorden raden” en “akkoorden oefenen”. Noten raden Probeer te raden welke noten de KR-570 voor u speelt. Akkoorden raden Probeer te raden uit welke noten het akkoord bestaat dat de KR-570 voor u speelt. Akkoorden oefenen Bekijk het akkoord en probeer het te spelen. De spelletjes werken als volgt: 3 Kies met de knoppen onder het display “Beginner” (beginner) of “Advanced” (gevorderd). • Het display beeldt de opdracht af. • Enkele seconden later verschijnt de eerste tip (in het midden van het display). • Weer enkele seconden later krijgt u een tweede tip. • Probeer te antwoorden voordat uw tijd op is. • Hoe sneller u het juiste antwoord geeft, hoe hoger uw score. 17 KR-570 Handleiding 7. Spelen op de KR-570 7.1 One Touch Program Met de One Touch Program knoppen kunt u op ieder gewenst moment ogenblikkelijk de juiste instellingen kiezen voor een aantal gebruikssituaties. We gaan even kijken wat dat voor elk van de drie knoppen inhoudt. Piano spelen - One Touch Program [Piano] De instellingen die u met de One Touch Program [Piano] knop kiest zijn ook de standaardinstellingen die de KR-570 kiest na het inschakelen. 1 Druk op de One Touch Program [Piano] knop. Piano Organ Arranger DrumsI SFX One Touch Program In het display verschijnt een afbeelding van een piano, u kunt nu over het volledige klavier piano spelen met de klank “Grand Piano 1”. Metronoom Openen en sluiten van de klep Functie Klep openen en sluiten We hebben het hier niet over de klep waarmee u het klavier van de KR-570 afschermt, maar over de “virtuele” klep van de vleugelpiano die door de KR-570 wordt nagebootst. Het openen of sluiten van de klep bij een vleugelpiano heeft een grote invloed op de klank van het instrument. Deze klankkleurverschillen kunt u in de KR-570 nabootsen. 1 Druk op de One Touch Program [Piano] knop om naar het pianoscherm te gaan. Met de ▲Open en ▼Close knoppen kunt u de klep van de vleugel openen en sluiten. Bij iedere druk op de ▲Open knop gaat de klep in het display iets verder open en wordt de pianoklank iets helderder. Bij iedere druk op de ▼Close knop gaat de klep in het display iets verder dicht en wordt de pianoklank iets doffer. Metronoom inschakelen De KR-570 beschikt over een ingebouwde metronoom. Die kunt u gebruiken om bij het oefenen de maat te houden. In het display ziet u een afbeelding van een metronoom. Met de knop rechts daarvan schakelt u hem in en uit. Het tempo kunt u aanpassen met de Tempo [+] en [-] knoppen. Door tegelijk op de Tempo [+] en [-] knoppen te drukken kiest u opnieuw het standaardtempo. Opmerking: U kunt ook het volume en de maatsoort van de metronoom aanpassen. Hoe dat in zijn werk gaat leggen we uit op blz. 60. Opmerking: Op dit moment zijn maatsoort en tempo van de metronoom gelijk aan die van de huidig geselecteerde Style. 18 Spelen op de KR-570, Orgel spelen - One Touch Program [Organ] Functies van de pedalen Dit zijn de standaardfuncties van de drie pedalen (ze hebben deze functies steeds wanneer u de KR-570 inschakelt of wanneer u op de One Touch Program [Piano] knop drukt). Zacht pedaal Demperpedaal Sostenuto pedaal Zacht pedaal Als u op dit pedaal drukt wordt de klank doffer. Sostenuto pedaal Als u dit pedaal indrukt blijven alle noten die u op dat moment hebt aangeslagen doorklinken. Noten die u daarna speelt blijven niet doorklinken. Demper pedaal Als u dit pedaal indrukt blijven alle noten doorklinken. Opmerking: In de Split en Style modes hebben de pedalen andere functies. Functie menu <Func…> Dit menu groepeert verschillende functies die verband houden met piano spelen. Meer gedetailleerde informatie vindt u onder “Functie menu” op blz. 51. Naast de pianoklank waarmee we op dit moment werken biedt de KR-570 natuurlijk nog veel meer klanken. Hoe u die kunt kiezen leest u onder “Tones kiezen” op blz. 25. 7.2 Orgel spelen - One Touch Program [Organ] 1 Druk op de One Touch Program [Organ] knop. Piano Organ Arranger DrumsI SFX One Touch Program In het display verschijnt een afbeelding van een orgel en het klavier van de KR-570 wordt verdeeld in een onder(linkerhand) en een bovenmanuaal (rechterhand). Snelheid van de draaibeweging veranderen Metronoom aan/uit Ander type orgel kiezen Functie Op de onderste klavierhelft kunt u de klank “Lower Organ 1” spelen, terwijl de standaardkeuze voor de bovenste klavierhelft het “Jazz Organ 1” is. 19 KR-570 Handleiding Rotary effect (roterende luidspreker) bedienen De Jazz Organ klank is voorzien van een Rotary effect. Dit effect bootst de klank na van een ronddraaiende luidspreker die voor de typische klank van het orgel zorgt. Er is ook een knop waarmee u tussen twee draaisnelheden (langzaam en snel) kunt kiezen. Type orgel kiezen Met de <√ Type> en <Type ®> knoppen kiest u het gewenste type orgelklank. Telkens wanneer u op de One Touch Program [Organ] knop drukt kunt u met dit type orgelklank spelen, tot u de KR-570 uitschakelt. Nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld wordt opnieuw het type “Jazz Organ 1” gekozen. Functie menu <Func…> Dit menu groepeert verschillende functies die verband houden met orgel spelen. Meer gedetailleerde informatie vindt u onder “Functie menu” op blz. 51. 7.3 Spelen met begeleiding - One Touch Program [Arranger] De KR-570 is uitgerust met een krachtige begeleidingsautomaat, die uw klavierspel kan voorzien van aangepaste orkestarrangementen. Die arrangementen noemen we Styles. Er zijn Styles voor zowat alle muziekgenres en de Arranger verandert de toonaard van de gekozen Style steeds in functie van de akkoorden die u speelt. Werkwijze Voordat de begeleidingsfuncties in detail gaan bekijken laten we u even kennismaken met de Styles. 1 Druk op de One Touch Program [Arranger] knop. Het klavier is nu verdeeld in twee helften. De grens ligt op de noot F#3. 2 Kies een Style. 3 Speel een akkoord op de linker klavierhelft om de begeleiding te starten. Eerst hoort u een intro, daarna begint de “normale” begeleiding waarover u de melodie kunt spelen. Met de TEMPO knoppen kunt u het tempo van de begeleiding aanpassen. Het spelen van akkoorden kunt u op de volgende manier vereenvoudigen: • Desgewenst kunt u akkoorden met één vinger (zie blz. 32) spelen. • Eens u een akkoord hebt gespeeld, mag u het loslaten. De begeleiding gaat dan op basis van het gespeelde akkoord door tot u het volgende akkoord aanslaat. 4 Zodra het stuk is afgelopen drukt u op de [Intro/Ending] knop. De begeleiding wordt beëindigd met een muzikaal slot. ■ Praktijkvoorbeeld Om een en ander wat duidelijker te maken gaan we When The Saints Go Marching In proberen te spelen met een aangepaste begeleiding. 1 Druk op de One Touch Program [Arranger] knop. 20 Spelen op de KR-570, Spelen met begeleiding - One Touch Program [Arranger] U komt nu in het Basic scherm terecht. Tijdens het spelen met begeleiding kunt u hier zien hoe de akkoorden heten die u speelt. Naam van het gespeelde akkoord 2 Druk op de [Big Band] knop uit de Style groep. 3 In de lijst met Styles die in het display wordt afgebeeld kiest u de optie <Jazz Band>. U hebt nu de Style “Jazz Band” gekozen. Na enkele seconden keert u terug naar het basisscherm. 4 Zodra u nu een noot in de linker klavierhelft aanslaat, begint de begeleiding. Speel de noot C (do), omdat dat de grondnoot is van het eerste akkoord uit “When The Saints…”. Eerst hoort u een intro van acht maten, daarna mag u de melodie beginnen spelen. U merkt dat onder partituur (zie hieronder) informatie voor “rechts” en links staat afgebeeld. Rechts staan de melodienoten die u met de rechterhand moet spelen, links de noten waarmee u de begeleiding moet aansturen. F 3 C G F Links Rechts Het tempo kunt u aanpassen met de Tempo [+] en [–] knoppen. Door tegelijk op de Tempo [+] en [–] knoppen te drukken kiest u opnieuw het standaardtempo. 5 Zodra het stuk is afgelopen drukt u op de [Intro/Ending] knop. Wilt u het stuk nog een keer spelen, druk dan op de [Sync] knop. Zodra u dan op de linker klavierhelft een toets aanslaat begint de begeleiding opnieuw te spelen. Opmerking: U kunt de begeleiding op verschillende manieren starten en stoppen (zie blz. 30). 21 KR-570 Handleiding When The Saints Go Marching In American Traditional Rechts Links (Acht maten Intro) C E F C E F Rechts G Links G C E F E E D F E F 1. C Rechts C Links Do C Do C C F Rechts G Links Fa E G C E E G C Rechts D Links Sol G Do G E C Sol D 2. C C E F C Do To Variation ■ Variatie in de begeleiding brengen Probeer eens op de plaatsen waar in de partituur “To Variation” staat aangeduid op de Fill In [To Variation] knop te drukken en luister hoe de begeleiding verandert. ■ Andere Style kiezen Laten we even een paar andere begeleidingen uitproberen en luisteren welke goed past bij de song die we spelen. 22 G Do Intro/Ending Bijvoorbeeld: “March 4/4”, “March 6/8”, (Style groep: Kid’s/March) Meer informatie over het kiezen van Styles vindt u onder “Styles kiezen” op blz. 29. Opmerking: Als u wilt weten hoe u een andere Tone moet kiezen voor de bovenste klavierhelft moet u er “Tones kiezen” op blz. 25 eens op nalezen. Spelen op de KR-570, Drum- en effectklanken 7.4 Drum- en effectklanken Als u op de [Drums/SFX] knop drukt kunt u een reeks drum- en effectklanken op het klavier spelen. Piano Organ Arranger DrumsI SFX One Touch Program 1 Druk op de [Drums/SFX] knop. U komt nu op de Drum pagina terecht. Met de verschillende toetsen op het klavier kunt u verschillende drumklanken aansturen. In het display ziet u afbeeldingen van de verschillende slagwerkinstrumenten. Opmerking: Een overzicht van de slagwerkklanken de effectgeluiden aansturen. In het display ziet u afbeeldingen van de verschillende effecten. Als u nu op <Drums> drukt keert u terug naar het Drum scherm. Zoals u intussen hebt begrepen kunt u met één knop wisselen tussen drum- en effectgeluiden. zoals ze over het klavier verspreid liggen vindt u op xx. Om terug te keren naar de vorige pagina drukt u nogmaals op de [Drums/SFX] knop of op de [EXIT] knop. Drums of geluidseffecten 1 Druk op <SFX>. U komt nu in het SFX scherm terecht. Met de verschillende toetsen op het klavier kunt u verschillen- Drum Set Type kiezen 1 Druk op √ Type of Type ®. Bij iedere druk op één van deze twee knoppen kiest u een andere drum set, wat ook in het display wordt aangegeven. Opmerking: Een overzicht van de drum sets vindt u op xx. 7.5 Songs van diskette weergeven Met de ingebouwde disk drive van de KR-570 kunt u niet enkel uw eigen muziek opnemen en weergeven, want de KR-570 weet ook weg met talloze in de handel verkrijgbare vooropgenomen muziekdiskettes. Of u nu zelfgemaakte of gekochte opnames weergeeft, de werkwijze blijft hetzelfde. Opmerking: Lees voor u met diskettes aan de slag gaat best nog eens “Behandeling van diskettes” op blz. 8 er op na. 1 Steek een diskette met muziekdata in de drive. 2 Druk op de [Song] knop. U komt nu in het “Song Select” scherm terecht. Opmerking: Opnames die u in de KR-570 hebt gemaakt worden gewist zodra u een song van diskette laadt. Als er een opname in de KR-570 aanwezig is die nog niet werd opgeslagen krijgt u zodra u op de [Song] knop drukt het onderstaande scherm. Druk op <OK> als u de song wilt wissen. Wilt u die opname bewaren, druk dan op <Cancel> en zie “Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39. Slechts één song weergeven 3 Kies met knoppen naast het display de song die u wilt horen. Zijn er meer songs te kiezen dan op één scherm passen, gebruik dan Page ®® en √√ Page om naar de overige pagina’s te gaan. 4 Druk <Play ®> of op de [Play] knop om de weergave van die Song te starten. Na enkele seconden komt u terug in het vorige scherm terecht. Opmerking: Als de song in het midden van een maat begint beeldt het display eerst “PU” (pickup) af en vervolgens het huidige maatnummer. 5 De weergave stopt automatisch aan het einde van de song. Wilt u eerder stoppen, druk dan op de <Stop■> knop of de [Reset] knop. Als u op de [Reset] knop 23 KR-570 Handleiding drukt, wordt niet alleen de opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld naar het begin (de eerste maat). Opmerking: Na de weergave van sommige Songs zal u niets meer horen wanneer u op het klavier speelt. Druk in dat geval op de [Song] knop en kies de song <U: User Song>, of wis de zonet weergegeven song (zie blz. 39). Alle songs weergeven Na stap 1 en 2 hierboven: 3 Druk op de <All Song> knop. Alle songs van de diskette worden in volgorde weergegeven. De weergave wordt bovendien herhaald tot u ze stopt. 4 Druk op <Stop■> of [Reset] om de weergave te stoppen. Als u op de [Reset] knop drukt, wordt niet alleen de opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld naar het begin (de eerste maat). Voor- en terugspoelen Met de [Fwd] of [Bwd] knoppen kunt u vooruit- en terugspoelen door de maten van de song. Bij iedere druk op één van deze knoppen gaat u één maat vooruit of terug. Door één van de knoppen ingedrukt te houden stapt u doorlopend vooruit of terug. Opmerking: Soms neemt het voor- en terugspoelen nogal wat tijd in beslag, afhankelijk van de data die u weergeeft. Opmerking: U kunt de weergave van bepaalde instrumenten (sporen) uitschakelen en daar zelf iets voor in de plaats spelen. Zie blz. 38. Opmerking: Als er data werden gemarkeerd kunt u enkel het gemarkeerde gedeelte herhalen. Meer gedetailleerde informatie onder “Markeerpunten: herhaling van bepaalde passages” op blz. 52. 7.6 Microfoon aansluiten Door een microfoon op de KR-570 aan te sluiten kunt u de piano omtoveren in een rasechte karaoke-machine. Daarbij kunt u de toonhoogte van de begeleiding aanpassen en het microfoonsignaal van echo voorzien. In de onderstaande uitleg laten we ook zien hoe u met in de handel verkrijgbare muziek kunt meezingen. 1 Sluit een microfoon aan op de Mic ingang op het frontpaneel. 2 Stel met de Microphone [Volume] en [Echo] regelaars het volume en de hoeveelheid echo voor de microfoon in. 3 Steek een diskette met muziekdata in de disk drive. 4 Druk op de [Song] knop. U komt dan op de Song Select pagina terecht. 5 Kies met de knoppen naast het display de gewenste Song. 6 Druk op de Composer [Upper] knop zodat de indicator dooft. Op die manier zorgt u dat de melodie niet wordt weergegeven (die gaat u namelijk zelf zingen!). 7 Druk op de [Play] knop om de weergave (zonder melodie) te starten. U kunt nu meezingen met de muziek. 24 8 Ligt de toonaard van de begeleiding u niet, dan kunt u deze verhogen of verlagen met de [#] en [] knoppen. Bij iedere druk op de [#] knop gaat de toonaard een halve stap omhoog, bij iedere druk op de [] knop gaat hij een halve stap omlaag. Door tegelijk op deze twee knoppen te drukken kiest u opnieuw de originele toonaard van de Song. 9 De weergave stopt automatisch zodra de begeleiding is afgelopen. Wilt u de weergave voor het einde van de begeleiding stoppen, druk dan op de <Stop■> knop of de [Reset] knop. Opmerking: Zet het volume van de microfoon pas open nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al open staat, terwijl u de microfoon aansluit, levert dat doorgaans onaangename kraakgeluiden op. Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen (“fluiten”). Als dat gebeurt moet u de microfoon verplaatsen (hij mag niet naar de luidsprekers gericht zijn) of het microfoonvolume wat zachter zetten. Tones, Tones kiezen 8. Tones 8.1 Tones kiezen De KR-570 heeft verschillende Tones (klanken) aan boord. Deze Tones zijn onderverdeeld in acht groepen (volgens het type Tone), die elk een eigen knop op het frontpaneel hebben, zoals hieronder staat afgebeeld. Tone Piano E.Piano Piano Vibes Organ Organ Guitar Arranger Strings DrumsI SFX Sax Fantasia Melody Intelligence One Touch Program Hold Tone groep kiezen 1 Druk op de gewenste Tone groep knop. In het display verschijnt nu het Tone Select scherm. Na enkele seconden keert u terug naar het basisscherm. Tone kiezen Iedere groep bevat een groot aantal Tones, zodat u steeds de mogelijkheid hebt om een Tone te kiezen die past bij de song die u speelt. Om binnen een bepaalde Tone groep een Tone te kiezen doet u het volgende: Exit 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste Tone. De naam van de geselecteerde Tone wordt geïnverteerd afgebeeld. Speel enkele noten op het klavier om de gekozen Tone te beluisteren. Er zijn uiteraard nog meer Tones binnen deze groep dan de vier die u nu in het display ziet. Met de Page ®® en √√ Page knoppen kunt u andere pagina’s kiezen. Na enkele seconden keert u steeds terug naar het basisscherm. Opmerking: Wilt u verschillende Tones uit één groep de revue laten passeren, druk dan op de [Hold] knop om het Tone Select scherm te “vergrendelen”, zodat u niet steeds opnieuw op de groep knop hoeft te drukken. Opmerking: Het aantal Tones is niet voor alle groepen hetzelfde. Op xx vindt u een overzicht van de nummers en namen van de Tones. Opmerking: Naast de “standaard” Tones kunt u ook nog Expansion Tones kiezen (zie blz. 61). 8.2 Tones van effecten voorzien Reverb (galm) Het reverb effect voorziet het geluid van nagalm, wat u de indruk geeft dat u in een concertzaal aan het spelen bent. Min Reverb Max Part Volume Accomp Keyboard 1 Stel met de [Reverb] regelaar de gewenste hoeveelheid galm in. 25 KR-570 Handleiding Als u de regelaar helemaal naar rechts zet hoort u de galm op het maximumvolume. Zet u de regelaar helemaal naar links, dan hoort u geen galm. Opmerking: U kunt kiezen uit verschillende types Reverb (zie blz. 60). Opmerking: Het Reverb effect werkt enkel op de geselecteerde Tone (die u op het klavier speelt). Met andere woorden: u kunt geen Reverb toevoegen aan de begeleiding of aan de klanken die door de Composer worden aangestuurd. Andere effecten (DSP) Onder “DSP” (Digital Signal Processing) zitten een aantal effecten gegroepeerd die een interessante aanvulling vormen op het Reverb effect. Een volledig overzicht van de DSP effecten vindt u op blz. 76. rechts van het display de gewenste effect-diepte in. Wilt u geen DSP effect gebruiken, kies dan “OFF” voor het DSP Type. Opmerking: Het is niet mogelijk om verschillende DSP effecten tegelijk te gebruiken. Opmerking: Als u het Rotary effect kiest kunt u de snelheid van het effect regelen met de knop linksboven in het display. ■ Chorus Het Chorus effect maakt het geluid breder en “vetter”. 1 Nadat u in het Tone Select scherm op <DSP…> hebt gedrukt kiest u <Chorus>. U krijgt nu de onderstaande pagina te zien. 1 Kies in het Tone Select scherm <DSP…>. U krijgt nu het onderstaande scherm te zien. 2 Kies met de knoppen links van het display het gewenste effect-type en stel met de knoppen 2 Met de knoppen links van het display schakelt u het effect in en uit en met de knoppen rechts van het display stelt u de gewenste effect-diepte in. Na enkele seconden keert u terug naar de vorige pagina. Opmerking: U kunt kiezen uit verschillende types chorus (zie blz. 60). 8.3 Octaafligging kiezen (in octaven transponeren) We hebben het hier over een functie waarmee u de toonhoogte van Tones in stappen van één octaaf kunt transponeren. Dat is handig wanneer u bijvoorbeeld het klavier in twee helften hebt gesplitst (zie verderop) en met de linkerhand akkoorden wilt spelen. U kunt dan de Tone waarmee u akkoorden wilt spelen een octaaf naar omhoog transponeren, zodat u wat meer “ruimte” krijgt om uw akkoorden te spelen. 1 Kies op de Tone Select pagina de Tone waarvoor u de octaafligging wilt wijzigen. 2 Druk op <Octave> om de gewenste octaafligging te kiezen. Opmerking: U kunt door het octaaf te verschuiven geen U kunt de toonhoogte met maximum twee octaven noten ten gehore brengen die buiten het bereik van de 88 verhogen of verlagen. Na enkele seconden keert u klaviertoetsen vallen. Noten die hoger dan de hoogst terug naar de vorige pagina. mogelijke noot vallen worden een octaaf lager weergegeOpmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 krijgt iedere Tone opnieuw zijn oorspronkelijke octaafligging toebedeeld. U kunt de octaafliggingen die u zelf hebt gekozen echter wel opslaan. Zie hiervoor blz. 63. 26 ven, terwijl noten die beneden de laagst mogelijke noot terechtkomen een octaaf hoger worden weergegeven. Opmerking: In de Whole Keyboard Play mode kunt u de octaafligging niet wijzigen. Tones, Eén Tone over het volledige klavier spelen (Whole) 8.4 Eén Tone over het volledige klavier spelen (Whole) Als u één Tone over het volledige klavier speelt spreken we van Whole Keyboard Play. Tijdens Whole Keyboard Play hoort u de Tone die op dit moment is geselecteerd voor de rechterhandpartij. Whole Keyboard Play wordt overigens steeds gekozen als u de KR-570 inschakelt. U komt dan namelijk in de One Touch Program [Piano] mode terecht, wat een vorm van Whole Keyboard Play is. Tone Piano E.Piano Vibes Organ Whole Guitar Strings Sax Fantasia Lower Piano Organ Arranger DrumsI SFX Melody Intelligence Upper Split One Touch Program 1 Druk op de [Whole] knop. Opmerking: Als u tijdens Whole Keyboard Play een Tone kiest wordt dat ook meteen de Tone voor de rechterhand in de andere modes. Opmerking: Door tijdens Style Play op de [Whole] knop te drukken kiest u de Piano Style Arranger (zie blz. 29). 8.5 Verschillende Tones met de linker- en rechterhand spelen (Split) U kunt het klavier vanaf een bepaalde (vrij te kiezen) toets in een linker- en rechterhelft splitsen en in iedere helft een andere Tone spelen. Die verdeling noemen we een split, en de toets die op de grens tussen de helften ligt noemen we het splitpunt. Vanuit de fabriek is het splitpunt van de KR-570 ingesteld op F#3 (het splitpunt zelf hoort nog bij het linker klaviergedeelte (Lower)). Split instellen 1 Druk op de [Lower] of [Upper] knop. De indicators van de Split [Upper] en [Lower] knoppen lichten op en het klavier wordt in twee helften gesplitst. De Upper Tone is aanvankelijk de Tone die u het laatst in de Whole Keyboard mode hebt gekozen. Als Lower Tone wordt in eerste instantie “Strings” gekozen. Opmerking: Desgewenst kunt u een ander splitpunt kiezen. (zie blz. 54) Tones kiezen C3 D3 E3 Lower Part F3 G3 F 3 A3 B3 C4 D4 E4 Upper Part Als u nu op het klavier speelt, hoort u verschillende Tones voor de linker- en rechterhandpartijen. De Tones die voor Lower (LW) en Upper (UP) zijn geselecteerd worden in het display afgebeeld. 1 Druk op de knop van de Part (Lower of Upper) waarvoor u een Tone wilt kiezen. Uw keuze wordt aangeduid door het ®. 2 Druk op de gewenste Tone groepknop. In het display verschijnt de Tone Select pagina. 3 Kies de gewenste Tone. Na enkele seconden keert u terug naar het basisscherm. Opmerking: Als het ® zich reeds bevindt op de Part waarvoor u een Tone wilt kiezen, dan hoeft u niet meer op de overeenkomstige Part knop te drukken. 27 KR-570 Handleiding Opmerking: Tijdens Split Play kunt u in de linker- of rechterhand soms andere toonhoogtes horen dan u speelt. Dat is omdat de KR-570 steeds de meeste geschikte akkoord- en octaafligging kiest voor de geselecteerde Tone. 8.6 Twee Tones tegelijk spelen (Layer) U kunt niet alleen twee Tones naast elkaar spelen (Split Play), maar u kunt ze ook op elkaar stapelen. Dat noemen we dan Layer Play. Op die manier kunt u bijvoorbeeld pianospelen met een “strijkerstapijt” eronder. Om een Layer te maken moet u in het basisscherm op <Layer> drukken. Druk hier nogmaals op om Layer Play te verlaten. In de Layer mode blijft de Lower Tone buiten gebruik. We gaan even het voorbeeld van daarnet aanhouden en proberen een piano- en strijkersklank op elkaar te stapelen. 1 Druk op de [Piano] knop. 2 Druk in het basisscherm op <Layer>. Upper Tone Layer Tone 3 Druk op de [Strings] knop. De indicators op de knoppen van de geselecteerde Tone groepen lichten op. Als u op het klavier speelt hoort u de twee Tones tegelijk. De Tones worden in het display afgebeeld als “Upper Tone” en “Layer Tone”. Opmerking: In Layer Play dienen de Tone knoppen om een Layer Tone te kiezen. Wilt u in Layer Play een andere Upper Tone kiezen, verlaat dan eerst Layer Play, kies de gewenste Tone, en druk vervolgens nogmaals op <Layer>. Opmerking: U kunt Layer Play ook activeren door tegelijk op de twee Tone groep knoppen te drukken die u wilt stapelen. 28 Spelen met begeleiding (Style Play), One Touch Program functie 9. Spelen met begeleiding (Style Play) 9.1 One Touch Program functie Eén van de meest gebruiksvriendelijke functies op uw KR-570 is de One Touch Program [Arranger] knop. Met één druk op deze knop kiest u de juiste instellingen voor de Music Style die u hebt geselecteerd. 1 Als u op de One Touch Program [Arranger] knop drukt licht de indicator van de knop op. Voor de geselecteerde Music Style worden dan de volgende instellingen gemaakt: • De Sync Start functie wordt geactiveerd (de Music Style is klaar voor weergave, zie blz. 30). • Het klavier wordt gesplitst op de toets F#3. Met de toetsen links daarvan stuurt u de begeleiding aan, met de toetsen rechts ervan speelt u de melodie. • Er wordt een geschikt tempo gekozen, alsook een Tone die bij de rechterhandpartij past. Opmerking: Tijdens Style Play hoort u voor de linkerhand geen Tone. Opmerking: U kunt het splitpunt ook op een andere noot leggen. (zie blz. 54) Wat is een Music Style? Er zijn heel wat verschillende soorten muziek in de wereld, die allemaal hun eigen typische kenmerken hebben. Zo zeggen we dat jazz “jazzy” klinkt en klassieke muziek “klassiek”. Met die adjectieven verwijzen we eigenlijk naar een combinatie van ritme, tempo, orkestratie en frasering. De som van al deze elementen is een muziekstijl, en die som ziet er voor alle Music Styles in de KR-570 anders uit. Binnen iedere Style kunt u het ritme, de bas en de akkoorden van de begeleiding wijzigen. Desgewenst kunt u bijvoorbeeld ook enkel het ritme aanpassen. 9.2 Styles kiezen De KR-570 heeft verschillende Styles (begeleidingen) aan boord. Deze Styles zijn onderverdeeld in twaalf groepen, volgens genre). Opmerking: Tijdens Style Play zal u in de linkerhand soms andere toonhoogtes horen dan u speelt. Dat is omdat de KR-570 steeds de meeste geschikte akkoord- en octaafligging kiest voor de geselecteerde Tone. Wilt u een andere octaafligging kiezen, zie dan “Octaafligging kiezen (in octaven transponeren)” op blz. 26. Opmerking: U kunt een andere Style kiezen met behoud van Tones en tempo. Hoe dat gaat leest u onder “Arranger-instellingen wijzigen” op blz. 54. Style groep kiezen 1 Druk op de gewenste Style groep knop (indicator licht op). In het display verschijnt nu het Style Select scherm. Akkoordherkenning over het volledige klavier Door tijdens het gebruik van de One Touch Arranger functie op de [Whole] knop te drukken zorgt u dat de KR-570 akkoorden over de volledige breedte van het klavier herkent. Op die manier kunt u pianospelen zoals u dat normaal doet, zonder rekening te houden met het splitpunt, en toch een automatische begeleiding aansturen. Dit noemen we Piano Style Arranger Play. Opmerking: Houd er wel rekening mee dat in deze mode iedere drie toetsen die u tegelijk op het klavier speelt als een akkoord worden beschouwd en geanalyseerd. Het weze hier nog opgemerkt dat u in deze mode geen vereenvoudigde vingerzettingen (Chord Intelligence, zie blz. 32) kunt gebruiken. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste Style. De naam van de geselecteerde Style wordt geïnverteerd afgebeeld. Speel enkele noten op het klavier om de gekozen Style te beluisteren. Er zijn uiteraard nog meer Styles binnen deze groep dan de vier die u nu in het display ziet. Met de Page ®® en √√ Page knoppen kunt u andere pagina’s kiezen. Na enkele seconden keert u steeds terug naar het basisscherm. 3 Speel op de linker klavierhelft. De begeleiding begint te lopen. 29 KR-570 Handleiding Opmerking: Wilt u verschillende Styles uit één groep de revue laten passeren, druk dan op de [HOLD] knop om de Style Select pagina te “vergrendelen”, zodat u niet steeds opnieuw op de groep knop hoeft te drukken. Opmerking: Telkens wanneer u - bij geactiveerde One Touch Arranger - een andere Style kiest, schakelt de KR-570 de Sync Start functie in (dit wilt zeggen dat hij klaarstaat om de weergave, voorafgegaan door een intro, te starten) (zie blz. 30). Opmerking: Het aantal Styles is niet voor alle groepen hetzelfde. In de xx vindt u een overzicht van de nummers en namen van de Styles. Opmerking: Als de weergave van de Style niet loopt hoort u akkoorden wanneer u op de linker klavierhelft speelt. Zonder Intro To Variation Fill In C3 D3 E3 F3 G3 Intro Start Ending Stop Sync To Original A3 B3 C4 D4 E4 F3 Druk op de [START/STOP] knop om de Style te starten. ■ Starten met de linker klaviertoetsen (Sync Start) Met Intro 9.3 Style starten en stoppen U kunt het begin en het einde van de begeleiding laten voorafgaan door een intro en/of afsluiten door een slot. Daarvoor dient de Intro/Ending functie, die steeds een gepast(e) intro/slot levert voor de geselecteerde Style. U kunt een Style ook starten door een aantal toetsen in de linkerhelft van het klavier tegelijk in te drukken. Dit noemen we Sync Start. Opmerking: Als u een Style start zonder de Arranger functie te gebruiken, hoort u enkel het ritme van die Style. Starten ■ Starten met een knopdruk Met Intro To Variation To Original Fill In Sync Intro Start Ending Stop Druk op de [INTRO/ENDING] knop. De Style start met een intro. Tijdens de intro licht de [INTRO/ ENDING] indicator op. Zodra de intro is afgelopen dooft deze indicator. 30 1 Druk op de [SYNC] knop. De indicator op de [Sync] knop licht op en de telindicators onder het display en de [INTRO/ENDING] indicator beginnen te knipperen. Opmerking: Om de Sync Start functie alsnog uit te schakelen drukt u nogmaals op de [Sync] knop. 2 Zodra u toetsen aanslaat op de linker klavierhelft wordt de intro weergegeven, waarna de Style begint te lopen. Tijdens de intro licht de [INTRO/ENDING] indicator op. Zodra de intro is afgelopen dooft deze indicator. Wilt u een korte en eenvoudige intro? Ga dan als volgt te werk: 1 Druk op de [SYNC] knop (de indicator licht op). 2 Druk op de Fill In [To Original] knop (de indicator begint te knipperen). 3 Zodra u toetsen aanslaat op de linker klavierhelft begint de Style, na een korte intro, te lopen. Zonder Intro 1 Druk op de [SYNC] knop. De indicator op de [SYNC] knop licht op en de telindicators onder het display en de [INTRO/ ENDING] indicator beginnen te knipperen. 2 Druk op de [INTRO/ENDING] knop (de indicator dooft). 3 Zodra u toetsen aanslaat op de linker klavierhelft begint de Style te lopen. Spelen met begeleiding (Style Play), Tempo aanpassen 9.4 Tempo aanpassen Stoppen To Variation To Original Sync Fill In Intro Start Ending Stop Met coda Zodra u het tempo wijzigt verschijnt de nieuwe tempowaarde linksboven in het display. U kunt het tempo ook volgen aan de hand van de telindicators onder het display. y Stopt meteen Pop Piano Style Ballad Rock Country Big Band Swing Latin ■ Met coda (Ending) 1 Druk op de [INTRO/ENDING] knop. De Style stopt nu met een muzikale slotfrase, een Ending. Tijdens die slotfrase licht de [INTRO/ ENDING] indicator op. Deze dooft zodra de slotfrase is afgelopen. Wilt u een kort en eenvoudig slot? Ga dan als volgt te werk: 1 Druk op de Fill In [To Original] knop (de indicator begint te knipperen). 2 Druk, terwijl de [To Original] indicator knippert, op de [START/STOP] knop. 1 Tempo 2 To Variation Pad To Fill In 1 Door op de Tempo [+] knop te drukken versnelt u het tempo, door op de [-] te drukken vertraagt u het. Om opnieuw het originele tempo van de geselecteerde Style te kiezen drukt u tegelijk op de [+] en [-] knoppen. ■ Zonder slot 1 Druk gewoon op de [START/STOP] knop. De Style stopt dan onmiddellijk. Opmerking: Het aantal maten van de intro en Ending 9.5 Volumebalans aanpassen hangt af van de geselecteerde Style. Opmerking: U kunt de Style ook langzaam laten “infaden” aan het begin en “uitfaden” aan het einde. Als u dat wilt doen moet u hier wel een pedaal voor configureren. (Zie blz. 58.) Met de [BALANCE] regelaar kunt u de volumebalans tussen de begeleiding en de melodie (die u in het Upper klaviergedeelte speelt) aanpassen. Volume van de melodie neemt af Accomp Balance Keyboard Volume van de begeleiding neemt af 9.6 Andere Style arrangementen kiezen Iedere Style laat bepaalde opties open wat betreft de orkestratie en de partijen van de begeleiding. Die opties kunt u zowel vóór als tijdens de weergave van een Style aanspreken. Arrangement kiezen Er zijn twee types arrangementen: Advanced en Basic. Bij het inschakelen van de KR-570 wordt steeds “Advanced” gekozen. Bij iedere druk op de betreffende knop kiest u afwisselend Advanced en Basic. Bij Advanced hoort u een complexer arrangement met meer instrumenten. Basic staat voor een eenvoudiger arrangement met minder instrumenten. 31 KR-570 Handleiding 1 Druk in het basisscherm op de knop waarnaast <To Advanced> of <To Basic> staat. Display Arrangement type <To: Advanced> Verschijnt wanneer het Basic arrangement is geselecteerd. Druk op de knop om naar het Advanced arrangement te gaan. <To Basic> Verschijnt wanneer het Advanced arrangement is geselecteerd. Druk op de knop om naar het Basic arrangement te gaan. Begeleidingspatroon kiezen De KR-570 biedt voor iedere Style twee begeleidingspatronen: Original en Variation. U kunt één van deze twee kiezen voor u de Style start. Bij het inschakelen wordt het Original patroon gekozen. Ook in de loop van een song kunt u andere begeleidingspatronen kiezen, bijvoorbeeld om een brug of een nieuwe melodie extra in de verf te zetten. Om naar een ander patroon toe te gaan gebruikt u een zogenaamde Fill-in. Dat is een overgangsfrase die aangepast is aan de geselecteerde Style. Rock Country Big Band Swing 1 2 Pad Latin To Variation Waltz To Original Fill In Kidsl March Sync Trad ■ <To Variation> Door deze knop vóór het begin van de weergave in te drukken (de indicator licht op) kiest u het Variation begeleidingspatroon. Drukt u tijdens de weergave op deze knop, dan hoort u een fill-in die uitmondt in het Variation patroon. Als u was vertrokken met het Original patroon hoort u na de fill-in dus een ander patroon. ■ <To Original> Door deze knop vóór het begin van de weergave in te drukken (de indicator licht op) kiest u het Original begeleidingspatroon. Drukt u tijdens de weergave op deze knop, dan hoort u een fill-in die uitmondt in het Original patroon. Als u was vertrokken met het Variation patroon hoort u na de fill-in dus een ander patroon. Opmerking: Als u de One Touch Arranger gebruikt keert de KR-570 zodra u de Style stopt terug naar de Original begeleiding. 9.7 Akkoorden spelen met eenvoudige vingerzetting (Chord Intelligence) Tijdens het gebruik van een Style speelt u akkoorden met de linkerhand. De KR-570 biedt u daarbij de mogelijkheid om zeven basis-akkoordtypes met een vereenvoudigde vingerzetting te spelen. Bijvoorbeeld: een C akkoord speelt u normaal met de noten (do), E (mi) en G (sol). Op de KR-570 hoeft u echter enkel de grondnoot van het akkoord (do) te spelen, de overige twee toetsen mag u vergeten. Deze functie noemen we Chord Intelligence. Hieronder ziet u een overzicht van de vingerzettingen voor verschillende akkoordtypes. Alle afbeeldingen gaan uit van de grondnoot C (do). Voor andere akkoorden verwijzen we u naar xx. Opmerking: De Chord Intelligence functie blijft normaal steeds ingeschakeld, maar u kunt ze ook uitschakelen. (zie “Chord Intelligence in-/uitschakelen” op blz. 54) 32 Spelen met begeleiding (Style Play), Style diskettes ■ Majeur akkoorden (maj) Het volstaat dat u één toets aanslaat in de laagste octaven van het klavier om het gelijknamige majeur akkoord weer te geven. Speelt u dus een C, dan hoort u C majeur. Speelt u een G, dan hoort u G majeur, enz. ■ Mineur zeven akkoorden (min7) Mineur akkoorden kunt u spelen door de grondnoot samen met de noot die een kleine terts (drie toetsen) hoger ligt en de noot die een hele toon (twee toetsen) lager ligt aan te slaan. Chord Intelligence Mode Chord Intelligence Mode ■ Mineur akkoorden (min) Mineur akkoorden kunt u spelen door de grondnoot samen met de noot die een kleine terts (drie toetsen) hoger ligt aan te slaan. Chord Intelligence Mode Normale mode ■ Dominant (zeven) akkoorden (7) Dominant akkoorden speelt u door de grondnoot samen met de noot die een hele toon (twee toetsen) lager ligt aan te slaan. Chord Intelligence Mode Normale mode ■ Majeur zeven akkoorden (maj7) Majeur zeven akkoorden kunt u spelen door de grondnoot (zoals bij majeur akkoorden) in combinatie met de noot onmiddellijk links daarvan aan te slaan. Chord Intelligence Mode Normale mode Normale mode ■ Verminderde akkoorden (dim) Verminderde akkoorden speelt u door de grondnoot in combinatie met de noot die een tritonus (zes toetsen) hoger ligt aan te slaan. Zie de onderstaande afbeelding. Chord Intelligence Mode Normale mode ■ Mineur majeur zeven akkoorden (mM7) Speel de grondnoot, de noot die een halve toon (één toets) lager ligt en de noot die een grote terts (drie toetsen) hoger ligt. Chord Intelligence Mode Normale mode Opmerking: Ook in de Chord Intelligence mode kunt u de akkoorden op de gewone manier spelen. In dat geval kan het echter gebeuren dat de afgebeelde naam niet meer klopt (of wel klopt, maar op een ander akkoord slaat). Normale mode 9.8 Style diskettes Naast de ingebouwde Styles van de KR-570 worden er ook nog zo’n twintig Styles bijgeleverd op diskette (de Style Disk). Deze Styles kunt u laden door op de [Disk/User] knop te drukken. Vervolgens kunt u ze op dezelfde manier als de interne Styles gebruiken. Een overzicht van de namen en nummers van de Styles vindt u op xx. Opmerking: Als u een User Style uit de interne bank met Styles hebt geselecteerd en u laadt vervolgens een Style van diskette, dan wordt die User Style overschreven! Houd hier rekening mee en bewaar eventueel de User Style, zie “User Styles op diskette bewaren” op blz. 41. 33 KR-570 Handleiding Opmerking: Bij stroomuitval worden de Styles die u Styles van een diskette laden met de [DISK/USER] knop Latin Waltz Kidsl March Trad World met de [DISK/USER] knop hebt geladen gewist. Bij het inschakelen wordt automatisch de Style “Easy Listen 1” gekozen. Opmerking: Als u een Style van diskette gebruikt, kunt u geen Tone voor de rechterhandpartij kiezen. Disk 4 Speel iets op de toetsen van de linker klavierhelft. U kunt de Style starten op de manieren die we onder “Starten” op blz. 30 hebben beschreven. User 1 Steek de Style Disk in de disk drive. 2 Druk op de [DISK/USER] knop. De namen van de Styles worden in het display afgebeeld. 3 Kies met de knoppen naast het display de gewenste Style. De naam van de geselecteerde Style wordt geïnverteerd afgebeeld. Eens de Style is geladen blijft de [DISK/USER] indicator branden. Druk op de [DISK/USER] knop als u nog meer Styles van diskette wilt laden. Styles kiezen die u met de [Disk/User] knop hebt geladen 1 Druk op de [Disk/User] knop. De namen van de Styles die u voordien hebt geladen worden in het display afgebeeld. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste Style. 3 Speel iets op de toetsen van de linker klavierhelft. Hiermee start u de weergave van de Style. 9.9 Harmonieën toevoegen We hebben het hier over de zogenaamde Melody Intelligence functie, waarmee u een tweede en eventueel een derde stem kunt toevoegen aan de melodie die u met de rechterhand speelt. Deze extra stemmen worden gebaseerd op de akkoorden die u met de linkerhand speelt. Tone Piano E.Piano Vibes Organ Whole Guitar Strings Sax Fantasia Lower Piano Organ Arranger DrumsI SFX Melody Intelligence Upper Split One Touch Program 1 Met de [MELODY INTELLIGENCE] knop schakelt u de harmonie (of tweede stem) in en uit. Als de harmonie is ingeschakeld brandt de indicator op de knop, anders niet. Zodra u de functie inschakelt krijgt u het onderstaande display te zien: 2 Kies met de knoppen naast het display het gewenste type harmonie. 34 Dit scherm bestaat uit twee pagina’s, die u kunt kiezen met de Page ®® en √√ Page knoppen. Dit zijn de opties voor de harmonie (u merkt het al: er bestaan heel wat mogelijkheden): Duet, Organ, Combo, Strings, Choir, Block, Big Band, Country, Traditional, Broadway, Gospel, Romance, Latin, Country Guitar, Country Ballad, Waltz Organ, Octave Type 1, Octave Type 2. Na enkele seconden keert u terug naar de vorige pagina. Spelen met begeleiding (Style Play), Volume van de parts wijzigen Opmerking: Als u de “Full Auto” of “Tempo Lock” Opmerking: Voor sommige Melody Intelligence opties wordt automatisch een bepaalde Tone gekozen, of wordt het speelbare deel van een Tone tot een bepaald gedeelte van het Upper klavier beperkt. opties hebt geactiveerd (zie blz. 54), dan kan het gebeuren dat de Melody Intelligence optie bij het kiezen van een andere Style plots verandert. 9.10 Volume van de parts wijzigen We hebben al gezien hoe we met de [BALANCE] regelaar de volumebalans tussen alle begeleidingspartijen enerzijds en de melodieklank anderzijds kunnen regelen. U kunt echter ook het volume van individuele Parts binnen de begeleiding aanpassen, daarvoor dienen de Part Volume knoppen [ACCOMP] en [KEYBOARD]. De [ACCOMP] knop verschaft u toegang tot de volumes van de begeleidingspartijen, terwijl de [KEYBOARD] knop u naar de volumes van de partijen die u op het klavier speelt brengt. Min Reverb Part Volume Max Accomp Mellow Min Brilliance Volume Keyboard Bright Max Begeleidingspartijen 1 Druk op de Part Volume [Accomp] knop. U krijgt nu voor iedere Part in het display een niveaumeter en een numerieke waarde te zien. De namen in het display stemmen overeen met de volgende partijen: <Rhythm> Slagwerkpartijen <Bass> Bas van de begeleiding en de geselecteerde bas Tone (zie blz. 54). <Accomp> Overige partijen van de begeleiding. <Chord> De Tone waarmee akkoorden worden weergegeven. 2 Kies met de knoppen onder het display de Part waarvoor u het volume wilt aanpassen. 3 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste volume. Met de ▲ knop verhoogt u het volume, met de ▼ knop verlaagt u het. Partijen die u op het klavier speelt 1 Druk op de Part Volume [Keyboard] knop. U krijgt nu voor iedere Part in het display een niveaumeter en een numerieke waarde te zien. De namen in het display stemmen overeen met de volgende partijen: <Drs/SFX> Drums en SFX <Lower> Lower <Layer> Layer <Upper> Upper 35 KR-570 Handleiding 2 Kies met de knoppen onder het display de Part waarvoor u het volume wilt aanpassen. 3 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste volume. Met de ▲ knop verhoogt u het volume, met de ▼ knop verlaagt u het. 36 Opnemen en weergeven, Opname 10. Opnemen en weergeven 10.1 Opname De KR-570 beschikt over een ingebouwde opnamemogelijkheid, de Composer. Deze werkt ongeveer zoals een bandopnemer: u kunt opnemen wat u zelf speelt of in de handel verkrijgbare muziek weergeven. De KR-570 biedt plaats aan één Song, die u dan wel op diskette kunt zetten. Tijdens de opname wordt wat u speelt automatisch verdeeld over vijf sporen en het wordt ook in die vorm op een diskette geschreven. In de onderstaande afbeelding ziet u de vijf sporen en hun bijbehorende knoppen: Rhythm Ritme (drums) BassI Accomp Whole Lower Begeleiding (Style) en basnoten Whole, Layer ■ Wat zijn “sporen”? Bij een gewone stereo-bandopnemer neemt u het geluid voor het linker- en het rechterkanaal apart op, op twee “sporen” (tracks in het Engels). Analoog met dit principe worden de vijf partijen van de KR-570 op vijf sporen opgenomen (we hebben het bij de KR-570 uiteraard wel over het opslaan van computercommando’s, in tegenstelling tot het optekenen van spanningsverschillen op magneetband bij een bandopnemer!). Upper Upper Lower Opmerking: Indien er een diskette in de drive steekt of indien u uw eigen muziek opneemt nadat u muziek van een diskette hebt weergegeven, druk dan op de [Song] knop om naar de Song Select pagina te gaan. Kies daar <U: User Song>, linksboven in het display. Deze Song is namelijk gereserveerd om uw eigen muziek op te nemen. Eens u deze song hebt gekozen mag u op de [REC] knop drukken en naar de volgende stap gaan. 2 Start de opname. Als u opneemt terwijl er een Style meeloopt wordt de opname gestart zodra u de Style start. Opnemen 1 Druk op de [REC] knop om de KR-570 klaar voor opname te maken. De indicator van de [REC] knop licht nu op en die van de [PLAY] knop begint te knipperen. Ook de sporen die u gaat opnemen worden automatisch geselecteerd, wat u merkt aan de knipperende indicators op de spoorknoppen. Wilt u slechts één bepaald spoor (uitgezonderd het ritmespoor) opnemen? Dat kan, maar enkel in de Whole Keyboard mode. Het spoor dat in deze mode het laatst werd geselecteerd wordt het spoor voor opname. C3 D3 E3 F3 Begeleiding G3 A3 B3 Upper Part Neemt u op zonder begeleiding, dan moet u op de [PLAY] knop drukken. U hoort de metronoom dan twee maten aftellen, waarna de opname begint. Zodra de opname loopt blijft de indicator van de [PLAY] knop branden (houdt op met knipperen). 3 Zodra u klaar bent met opnemen drukt u op de [STOP] of [RESET] knop. Als u op de [RESET] knop drukt, wordt niet alleen de opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld naar het begin (de eerste maat). De indicators van de spoorknoppen waarvoor u iets hebt opgenomen knipperen nu niet meer, ze blijven branden. 37 KR-570 Handleiding Opmerking: De opname stopt ook als u de weergave van Opmerking: U bent natuurlijk niet verplicht om de de Style onderbreekt door op [Intro/Ending] of [START/ STOP] te drukken. Opmerking: Misschien hebt u liever niet dat de opname begint zodra u iets op het klavier speelt, of misschien wilt u dat opname blijft lopen nadat u ophoudt met spelen. Dat is allemaal mogelijk, zie “Opnamemethode kiezen” op blz. 44. Opmerking: Nadat u een Song in de KR-570 hebt opgenomen kunt u geen Songs meer van diskette laden. Daarvoor moet u eerst het interne geheugen vrij maken. Hoe u dat doet leggen we uit onder “Opname wissen” op blz. 39. Opmerking: Zoals u weet kunt u verschillende types DSP effecten niet combineren. Wees dus niet verbaasd als het originele effect dat bij een Tone hoorde plots niet meer opduikt wanneer u op meerdere sporen opneemt of wanneer u een partij meespeelt met de weergave van een song. opname bij het begin te starten. U kunt ook met de [BWD] en [FWD] knoppen naar een andere maat gaan waarop u de opname wilt starten. Daar aangekomen drukt u op [PLAY]. De opname begint na één maat aftel. Opmerking: Normaal wordt de vorige opname gewist (overschreven) door de nieuwe opname. U kunt echter ook de nieuwe opname “bovenop” de oude stapelen, zodat ze uiteindelijk allebei te horen zijn (zie “Opnamemethode kiezen” op blz. 44). ■ Opmerkingen in verband met de opname Als u de KR-570 na de opname uitschakelt, verliest u alles wat u reeds hebt opgenomen: Wilt u de gemaakt opnames op diskette bewaren, lees er dan “Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39 op na. Opname overdoen Foutje gespeeld? Geen probleem, op de volgende manier kunt u de gemaakte opname overdoen: Composer Rhythm Whole BassI Accomp Lower Upper Menu R 1 2 3 4 16 track Reset Stop Play Rec Bwd Fwd 1 Druk op de [REC] knop (de indicator licht op). 2 Druk op de knop van het spoor dat u opnieuw wilt opnemen (de indicators van die knop en van de [PLAY] beginnen te knipperen). 3 Druk op de [PLAY] knop. Na twee maten aftel start de opname. 4 Druk op de [STOP] of [RESET] knop zodra u klaar bent met opnemen. Opmerking: Als de opname die u nu maakt korter is dan de originele opname, dan blijft het resterende deel van het origineel op het betreffende spoor aanwezig. Wilt u dat resterende deel kwijt, dan rest er u niets dan de volledige opname te wissen en over te doen. (Hieronder leggen we u uit hoe dat moet.) 38 10.2 Weergave Reset Stop Play Rec Bwd Fwd 1 Druk op de [RESET] knop om terug te spoelen naar het begin van de eerste maat. 2 Druk op de [PLAY] knop om de weergave te starten. Het huidige maat nummer wordt afgebeeld in het display. Met de [FWD] en [BWD] knoppen kunt u vooruiten terugspoelen in de Song. 3 De weergave stopt automatisch aan het einde van de Song. Wilt u eerder stoppen, druk dan op de [STOP] knop of de [RESET] knop. Opmerking: Als u bij het starten van de weergave de [STOP] knop ingedrukt houdt terwijl u op de [PLAY] knop drukt, dan telt de metronoom twee maten af vóór het begin van de weergave. Weergave van bepaalde sporen tijdelijk uitschakelen U kunt de weergave van individuele sporen tijdelijk uitschakelen, zodat u bijvoorbeeld die partij zelf kunt meespelen. Deze mogelijkheid is vooral interessant als u kanten-klare muziekdiskettes hebt gekocht en daarvan bepaalde partijen zelf wilt instuderen. U schakelt dan gewoon het spoor waarop de betreffende partij staat uit en u speelt er zelf iets voor in de plaats. Deze manier van werken noemen we bij Roland Minus One Play. De partij die u hierbij speelt kunt u ook opnemen, zie “Minus One Play opnemen” op blz. 39. 1 Druk op de knop van het spoor dat u wilt uitschakelen (de indicator dooft). Opnemen en weergeven, Opname wissen Zolang de indicator uit is wordt het spoor niet weergegeven. Door nogmaals op de spoorknop te drukken doet u de indicator opnieuw branden en hoort u het spoor weer. Minus One Play opnemen 1 Steek de diskette met muziekdata in de drive. 2 Druk op de [Song] knop. U komt nu in het Song Select scherm terecht. 3 Kies met de knoppen naast het display de gewenste song. 4 Druk op de [REC] knop (de indicator licht op). 5 Welke sporen u kunt opnemen hangt van de mode waarin u zich bevindt. De onderstaande tabel helpt u bij het kiezen van de juiste mode voor de op te nemen sporen. Sporen Wat u moet doen [Whole] Druk op de One Touch Program [Piano] knop om Whole Keyboard Play te activeren. [Lower] en [Upper] Druk op de Split [Lower] knop om Split Play te activeren. [Rhythm] Druk op [Drums/SFX] om Drum Play in te schakelen. Weergave zonder tempoverandering Heel wat Songs van in de handel verkrijgbare diskettes bevatten tempoveranderingen. Als u nog niet precies weet waar die zitten kan dat storend werken bij het opnemen van een Minus-One partij. U kunt die tempoveranderingen dan best even uitschakelen, zodat u rustig uw opname kunt maken. Dat gaat als volgt: 1 Houd de [STOP] knop van de Composer ingedrukt en druk op de Tempo [+] of [-] knop. Het tempo in het display wordt geïnverteerd afgebeeld. Opmerking: Kiest u nu een andere song, of voert u de bovenstaande stap nogmaals uit, dan zijn de tempoveranderingen opnieuw actief. 10.3 Opname wissen Met de procedure die we hieronder uitleggen wist u alle opgenomen data. Composer Song Rhythm Whole BassI Accomp Lower Upper Menu R 1 2 3 4 16 track Save Opmerking: Het Bass/Accomp spoor kunt u niet opnemen. Opmerking: Als u een spoor kiest dat niet in de tabel staat wordt er niets opgenomen, maar de bestaande data voor dat spoor worden dan wel gewist. Opletten dus! 6 Druk op de knop van het spoor dat u wilt opnemen (indicator begint te knipperen). 7 Druk op de [Play] knop. De metronoom tikt twee maten af, daarna begint de opname. 8 Zodra u klaar bent met opnemen drukt u op [STOP] of [RESET]. Als u op de [RESET] knop drukt wordt niet alleen de opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld naar het begin (de eerste maat). De indicator van het spoor waarvoor u iets hebt opgenomen knippert nu niet meer maar blijft branden. Opmerking: Hoe u de opgenomen data op diskette kunt schrijven leest u hieronder, “Opnamen op diskette bewaren”. Opmerking: Als u bepaalde soorten data op het [Whole] spoor opneemt kan het gebeuren dat de Tone die voor dat spoor was opgeslagen wordt vervangen door de Tone die u hebt gekozen. 1 Druk op de [SONG] knop. Als de data nog niet op diskette werden geschreven verschijnt er een prompt die u vraagt of u wel degelijk de songdata wilt wissen. Druk op <OK> als u dat wilt, druk op <Cancel> als u dat niet wilt. Nadat de data zijn gewist komt u in het Song Select scherm terecht. 2 Druk op <U: User Song> linksboven in het display. 10.4 Opnamen op diskette bewaren De muziek die u opneemt gaat verloren zodra u de KR-570 uitschakelt. Om uw opname op diskette te zetten moet u de onderstaande stappen uitvoeren. Het aantal Songs dat u op een diskette kwijt kan hangt af van de hoeveelheid data in elk van de Songs. Het maximum aantal Songs dat u kunt opslaan is 99. 39 KR-570 Handleiding Opmerking: Een nieuwe diskette of een diskette die reeds op een ander apparaat werd gebruikt kunt u niet zomaar in de KR-570 gebruiken. U moet die diskette eerst formateren. Hoe dat in zijn werk gaat leggen we uit onder “Diskettes formateren” op blz. 44. Composer Song Rhythm Whole BassI Accomp Lower Upper Menu R 1 2 3 4 16 track Save 1 Zorg dat het wisbeveiligingsnokje van de diskette in de stand “WRITE” staat (zie blz. 8) en steek de diskette in de drive. 2 Druk op de [SAVE] knop. U komt in het Song Save scherm terecht. 3 Kies met de ▲>en ▼ knoppen het songnummer waaronder u de data wilt opslaan. Het Song nummer wordt in het display afgebeeld. U kunt gelijk welk Song nummer van 1 tot 99 kiezen. Song nummers waarvoor er reeds data op de diskette staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één van deze nummers, dan worden de aanwezige data overschreven. Wilt u de hele procedure annuleren zonder iets op te slaan, druk dan op de [FUNCTION] knop, zodat de indicator dooft. 4 Gebruik de √ en ® knoppen onder het display en de ▲ en ▼ knoppen naast het display om een naam voor de song te kiezen. U kunt de volgende karakters gebruiken: spatie ! “ # % & ‘ ( ) * + - , . / 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 : ; < = > ? @ ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_ `abcdefghijklmnopqrstuvwxyz{}|~ 5 Om de Song op te slaan drukt u op <Save>. Zodra de Song is opgeslagen keert u terug naar het vorige display. U kunt de Song die u op diskette hebt gezet nu beluisteren, zie “Songs van diskette weergeven” op blz. 23. Opmerking: Als u tijdens deze procedure een foutmelding te zien krijgt, ga dan even naar “Foutmeldingen” op blz. 69 en probeer erachter te komen wat het probleem is. 40 10.5 Songs in het SMF formaat opslaan Het is mogelijk dat u Songs die u met de KR-570 hebt opgenomen niet op een ander instrument kunt weergeven. In dat geval kan de mogelijkheid om Song data in het SMF formaat te converteren vaak soelaas bieden. De hoeveelheid Songs die u op een diskette kwijt kunt hangt af van de hoeveelheid data in elk van de Songs. 1 Als de KR-570 Song die u wilt converteren zich op een diskette bevindt, steek dan die diskette in de disk drive. Druk op de [SONG] knop om naar het Song Select display te gaan. Kies de gewenste song en druk vervolgens op de [PLAY] knop om hem weer te geven. 2 Haal de diskette uit de drive en steek de diskette in die de SMF data moet bevatten. 3 Druk op de [Save] knop. 4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen links van het display de Song die u wilt wegschrijven. Het Song nummer wordt in het display afgebeeld. U kunt gelijk welk Song nummer van 1 tot 99 kiezen. Songnummers waarvoor er reeds data op de diskette staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één van deze nummers, dan worden de aanwezige data overschreven. 5 Gebruik de √ en ® knoppen onder het display en de ▲ en ▼ knoppen naast het display om een naam voor de Song te kiezen. 6 Om de song effectief op te slaan drukt u op <As SMF>. Zodra de Song is opgeslagen keert u terug naar het vorige display. Opmerking: Om de operatie te annuleren drukt u op [EXIT]. 7 Om de Song daadwerkelijk op te slaan drukt u nogmaals op de [PIANO] knop (de indicator blijft branden). Opmerking: U kunt enkel op de KR-570 opgenomen data in het SMF formaat converteren. Opmerking: Om een Song op een GS klankbron weer te geven hoeft u hem niet te converteren. Afhankelijk van de GS klankbron die u gebruikt kan het wel zijn dat bepaalde klanken wegvallen of worden gewijzigd. Opmerking: Als u tijdens deze procedure een foutmelding te zien krijgt, ga dan even naar “Foutmeldingen” op blz. 69 en probeer erachter te komen wat het probleem is. Opmerking: Data van in de handel verkrijgbare diskettes kunt u soms niet als SMF data opslaan omdat ze auteursrechtelijk zijn beveiligd. Opnemen en weergeven, User Styles op diskette bewaren Opmerking: Als u diskettes die u in de KR-570 hebt geformateerd in andere instrumenten wilt gebruiken zet u best het wisbeveiligingsnokje in de stand “Protect”. 10.6 User Styles op diskette bewaren De Styles die u zelf maakt kunt u opslaan op een diskette. Achteraf kunt u ze dan op dezelfde manier laden als u Styles van Style diskettes laadt (zie blz. 33). 1 Steek de diskette waarop u uw Style wilt opslaan in de drive. 2 Druk op de [DISK/USER] knop. 3 Druk op de [SAVE] knop. 4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen links van het display het nummer waaronder u de User Style wilt wegschrijven. Het nummer wordt in het display afgebeeld. U kunt gelijk welk nummer van 1 tot 99 kiezen. Nummers waarvoor er reeds data op de diskette staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één van deze nummers, dan worden de aanwezige data overschreven. 5 Gebruik de √ en ® knoppen onder het display en de ▲ en ▼ knoppen naast het display om een naam voor de Style te kiezen. De lijst met beschikbare karakters vindt u onder “Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39. 6 Om de Style effectief op te slaan drukt u op <Save>. Zodra de Style is opgeslagen keert u terug naar het vorige display. Opmerking: Om de operatie te annuleren drukt u op [EXIT]. 41 KR-570 Handleiding 11. Composer menu Hoe werkt het Composer menu? 1 Druk op de Composer [Menu] knop. U komt nu in een Composer Menu scherm terecht, zoals dat hieronder. Het Composer menu bevat zeven opties: 16trk Sequencer, Chord Sequencer, Recording Mode, Disk Format, Style Composer, Style Converter en Song Edit. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste optie. De opties zijn verdeeld over twee display-pagina’s, waartussen u kiest met de Page ®® en √√ Page knoppen. Druk op [EXIT] om het menu te verlaten en terug te keren naar het originele scherm. Het geselecteerde spoor wordt geïnverteerd afgebeeld. Opmerking: Drum of SFX partijen kunt u enkel opnemen op “D” of “S” sporen. 3 Maak de nodige voorbereidingen voor de opname. Kies de gewenste Tone. Pas eventueel de volumes van de sporen aan met de VOL+ en VOL– knoppen links van het display. Opmerking: U kunt de gewijzigde volumes opslaan door op de [RESET] knop te drukken terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt. 4 Druk op [REC] en vervolgens op [PLAY]. Er wordt twee maten afgeteld en daarna start de opname. 5 Druk op [STOP] zodra u de opname hebt voltooid. Naast het opgenomen spoor verschijnt een “❐”. 6 Herhaal stap 2-5 als u nog meer sporen wilt opnemen. De data van het geselecteerde spoor kunt u wissen door op <CLR> te drukken. Wilt u de opname vanaf een bepaalde maat starten, gebruik dan de [BWD] en [FWD] knoppen om naar die maat te gaan. 11.1 16trk Sequencer Sporen uitschakelen of soleren De Composer van de KR-570 heeft een ingebouwde 16-sporen sequencer, die u in staat stelt om tot 16 onafhankelijke partijen op evenveel sporen op te nemen. Op die manier kunt u Part voor Part opnemen en zo geleidelijk aan een complex arrangement bij elkaar “stapelen”. De sequencer werkt op een Tone-per-spoor basis, wat tot gevolg heeft dat u niet in Split of Layer Play kunt opnemen. 1 Druk in het Composer Menu scherm op <16trk Sequencer>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. De Part [Whole] knop licht op, de KR-570 bevindt zich in de Whole Keyboard mode. 2 Kies met de √ en ® knoppen rechts onder het display het spoor dat u wilt opnemen. 42 ■ <Mute> (uitschakelen) Als u een spoor kiest en op Mute drukt, dan wordt de weergave van dat spoor uitgeschakeld. Naast het uitgeschakelde spoor verschijnt dan een vierkant in stippellijn. Bij iedere druk op Mute schakelt u het spoor afwisselend in en uit. ■ <Solo> Nadat u op Solo hebt gedrukt hoort u enkel nog de weergave van het geselecteerde spoor, alle andere sporen worden uitgeschakeld. Bij iedere druk op Solo schakelt u de solo-functie afwisselend in en uit. Opmerking: Zoals u weet kunt u verschillende types DSP effecten niet combineren. Wees dus niet verbaasd als het originele effect dat bij een Tone hoorde plots niet meer opduikt wanneer u op meerdere sporen opneemt. Opmerking: De overeenkomst tussen sporen en MIDIkanalen ziet er als volgt uit: Composer menu, Chord Sequencer Spoor: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 D S 12 13 14 15 16 MIDI-kanaal: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Opmerking: Als u de 16trk Sequencer functie gebruikt, verliezen de vijf spoorknoppen van de Composer hun functie. Opmerking: Kies voor de u 16trk Sequencer functie activeert de gewenste maatsoort voor de metronoom. De sequencer neemt namelijk steeds de laatstgekozen maatsoort van de metronoom over. 11.2 Chord Sequencer De Chord Sequencer functie stelt u in staat om een reeks akkoorden één voor één in te voeren en deze dan op te nemen in een begeleiding. Achteraf kunt u dan de melodie over de aldus ontstane begeleiding inspelen. Op die manier kunt u complexe arrangementen maken, zelfs als u klaviertechnisch niet zo goed uit de voeten kunt. 1 Druk in het Composer Menu scherm op <Chord Sequencer>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. Huidige maat Naam van het gespeelde akkoord Divisie (begeleidingspatroon) (Meer informatie over divisies vindt u onder “Parts binnen een divisie uitschakelen” op blz. 46) 2 Kies met de Style groep knoppen de gewenste Style. Na enkele seconden keert u terug naar het Chord Sequencer scherm. 3 Maak met <INS> het gewenste aantal maten aan waarin u akkoorden wilt plaatsen. 4 Plaats met de <√> en <®> knoppen rechts onder het display of met de [Bwd] en [Fwd] knoppen de cursor (▲) op de plaats waar u een akkoord of een divisie wilt invoeren. 5 Speel het akkoord dat u wilt invoeren op de linker klavierhelft. In het display wordt het akkoord dat u speelt afgebeeld, zodat u kunt controleren of u wel het juiste akkoord aanslaat. Wat u wilt invoeren Wat u moet doen Intro of Ending Druk op de [INTRO/ENDING] knop Arrangement-type Druk op <To: Basic> of op <To: Advanced> Fill-in Druk op de Fill In knop. Opmerking: Divisies zoals “Break” kunt u invoeren wanneer ze koppelt aan een pedaal of pad. Met de <INS>, <DEL> en <CLR> knoppen naast het display kunt u maten invoegen en wissen. <INS> Hiermee voegt u op de plaats van de cursor een lege maat in. <DEL> Hiermee wist u de maat op de plaats van de cursor. De daaropvolgende maten schuiven één plaatsje naar voor. <CLR> Hiermee wist u de informatie (akkoorden en divisies) op de plaats van de cursor, de maat zelf blijft echter bestaan. Opmerking: Om akkoorden zoals “Fm/C” in te voeren moet u de Leading Bass functie (zie blz. 58) gebruiken. 6 Druk op de [PLAY] knop van de Composer om het resultaat te beluisteren. U hoort nu de begeleiding die u hebt gemaakt, te beginnen vanaf de plaats van de cursor. Zodra u genoeg hebt gehoord drukt u op [STOP]. 7 Eens u de begeleiding hebt afgewerkt drukt u op <EXEC> rechts van het display. Na enkele seconden keert u terug naar het Composer Menu. 8 Druk op de [PLAY] knop van de Composer. U hoort nu de begeleiding die u hebt gemaakt, dus kunt u nu proberen de melodie erbij te spelen. Opmerking: Eens u op <EXEC> hebt gedrukt kunt u wat u hebt ingevoerd niet meer wijzigen. Zorg dus dat alles klopt voor u op <EXEC> drukt. Opmerking: Een Intro kunt u enkel invoeren aan het begin van een song, terwijl u een Ending enkel aan het einde kunt plaatsen. Opmerking: Wanneer u een Intro invoert worden automatisch het aantal maten ingevoegd die nodig zijn om deze Intro te plaatsen. 43 KR-570 Handleiding 11.3 Opnamemethode kiezen U kunt kiezen op welke manier er wordt opgenomen en hoe u de opname kunt stoppen. 1 Druk in het Composer Menu scherm op <Recording Mode>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de knoppen links van het display de gewenste opnamemethode (Rec Mode) en kies met de knoppen rechts van het display hoe u de opname wilt eindigen. Opnamemethode (Rec Mode) Replace Dit is de normale opnamemethode. Bestaande opnames worden hierbij steeds overschreven door nieuwe opnames op hetzelfde spoor. Mix De data van de nieuwe opname worden hierbij samengevoegd met de aanwezige data op het spoor. Dit is de aangewezen methode om bijvoorbeeld een slagwerkpartij op te nemen. Punch In/Out Tijdens de weergave van een stuk kunt u op de gewenste plaats in opname gaan door op een pedaal (of een Pad knop) te drukken. Door nogmaals op het pedaal (of de Pad knop) te drukken gaat u weer uit opname. Op die manier kunt u een stukje van een opname overdoen (bijvoorbeeld wanneer u een foutje hebt gemaakt). Voorwaarde voor deze manier van opnemen is wel dat u “Punch In/Out” hebt gekozen als functie voor het pedaal (of de Pad knop). Dat moet u dus doen voor u aan de opname begint. De volledige gang van zaken hieromtrent kunt u nalezen onder “Functie van de pedalen kiezen” op blz. 58 en “Functies aan de Pad knoppen toewijzen” op blz. 57. Voor alle duidelijkheid: bij een punch-in opname worden de data waar u overheen gaat gewist. Methode om de opname te stoppen (Rec Stop) Arranger Stop De opname eindigt zodra de Arranger stopt. Composer Stop De opname eindigt zodra u op de [Stop] knop van de Composer drukt. Tot dat moment kunt u opnemen, zelfs als de Style reeds is afgelopen. 11.4 Diskettes formateren Nieuwe diskettes of diskettes die reeds in andere apparaten/instrumenten werden gebruikt moet u eerst formateren voordat u ze in de KR-570 kunt gebruiken. Tijdens het formateren gaan alle op de diskette aanwezige data verloren. Kies dus enkel diskettes waarvan u zeker bent dat u de inhoud kunt missen! 1 Zorg dat het wisbeveiligingsnokje van de diskette in de stand “WRITE” staat (zie blz. 8) en steek de diskette in de drive. 2 Druk in het Composer menu op <Disk Format>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 3 Om de diskette te formateren drukt u op <OK>. De diskette wordt nu geformateerd, het verloop kunt u volgen aan de hand van de aftelling in het display. Om het formateren te annuleren drukt u op Cancel of op [EXIT]. Opmerking: Als u tijdens deze procedure een foutmelding te zien krijgt, ga dan even naar blz. 69 en probeer erachter te komen wat het probleem is. Opmerking: Probeer nooit tijdens het formateren de diskette te verwijderen, want dat kan schade opleveren. 44 Composer menu, Interne Styles combineren tot nieuwe Styles – Style Composer 11.5 Interne Styles combineren tot nieuwe Styles – Style Composer Alle Styles aan boord van de KR-570 zijn opgebouwd uit vijf Parts: “Rhythm”, “Bass”, “Accompaniment 1”, “Accompaniment 2” en “Accompaniment 3”. Met de Style Composer functie kunt u Parts uit verschillende Styles combineren tot een nieuwe Style. Een Style die u op die manier maakt noemen we een User Style. Het tempo van zo’n User Style wordt bepaald door het Style tempo van de Rhythm Part. Druk op de [Tempo] knop als u dit tempo wilt wijzigen. Opmerking: Zodra u de KR-570 uitschakelt gaat uw User Style verloren. Onder “User Styles op diskette bewaren” op blz. 41 leest u hoe u hem kunt bewaren. 1 Druk in het Composer menu op Style Composer. Het ritme voor de huidig geselecteerde Style wordt weergegeven en u komt nu in het onderstaande scherm terecht. De namen van de Parts worden in het midden van het scherm afgebeeld. De huidig geselecteerde Part wordt geïnverteerd afgebeeld. De overeenkomst tussen spoorknoppen en Parts ziet er als volgt uit: Part Rhythm Bass Display R Bass Spoorknop [Rhythm] [Bass/Accomp] Accompaniment 1 A1 [Upper] Accompaniment 2 A2 [Lower] Accompaniment 3 A3 [Whole] 2 Kies met de Style groepknoppen en de knoppen naast het display de gewenste Rhythm Style. Telkens wanneer u een andere Style kiest hoort u het nieuwe ritme. Na enkele seconden keert u terug naar het Style Composer scherm. 3 Eens u het ritme hebt gekozen kiest u met de √ en ® knoppen rechts onder het display de Part die u wilt wijzigen. U kunt de Part ook kiezen door op de overeenkomstige spoorknop te drukken. Naast het ritme hoort u nu ook de zonet geselecteerde Part. 4 Herhaal stap 2 en 3 om de overige Parts in te stellen (met andere woorden: kies voor iedere Part, die u toevoegt, de gewenste Style). Met de <VOL+> en <VOL–> knoppen links van het display kunt u het volume van ieder spoor aanpassen. U kunt ook kiezen of u een Basic of Advanced arrangement wilt. Dat doet u met de knop links onder het display. 5 Zodra de Style naar uw wens klinkt drukt u op de <EXEC> knop. De User Style is nu vastgelegd onder de [Disk/User] knop en u keert terug naar het basisscherm. U kunt de gemaakte Style opslaan door op de Composer [Rec] knop te drukken. Wilt u terugkeren zonder de Style vast te leggen, druk dan op [EXIT]. Opmerking: Bij de keuze van een Style voor een Part moet u wel “binnen de familie” blijven. U kunt bijvoorbeeld geen baspartij toewijzen aan “A1”. Opmerking: Onthoud ook dat niet elke Style altijd van alle Parts gebruik maakt. Soms bevat een Part dus geen data. Opmerking: U kunt enkel Parts recruteren uit interne Styles (dus niet van diskette). User Style wijzigen Opmerking: Welke spoorknoppen met welke Parts overeenkomen kunt u aflezen in de tabel hierboven. 1 Druk in het Composer menu op <Style Composer>. U hoort nu de weergave van de User Style, waarbij de indicators op de spoorknoppen aanduiden welke Parts actief zijn. 2 Kies met de √ en ® knoppen rechts onder het display de Part die u wilt wijzigen. U kunt de Part ook kiezen door op de overeenkomstige spoorknop te drukken (de indicator licht op). 3 Kies met de Style groep knoppen en de knoppen naast het display de gewenste Style. Telkens wanneer u een andere Style kiest hoort u de nieuwe Part. 4 Kies met de √ en ® knoppen rechts onder het display de volgende Part die u wilt wijzigen. 5 Herhaal stap 2~4 om de overige Parts in te stellen. Met de <CLR> knop kunt u de geselecteerde Part uitschakelen. 45 KR-570 Handleiding 6 Zodra de Style naar uw wens klinkt drukt u op de <EXEC> knop. U kunt de gemaakte Style opslaan door op de Composer [Rec] knop te drukken. 4 Zodra de Style naar uw wens klinkt drukt u op de <EXEC> knop. U kunt de gemaakte Style opslaan door op de Composer [Rec] knop te drukken. Parts binnen een divisie uitschakelen We hebben het al enkele keren over divisies gehad. We bedoelen daarmee de verschillende onderdelen van een Style-arrangement, te weten: Intro De inleiding van het arrangement. Original Het “normale” begeleidingspatroon. Variation Een variatie op het normale patroon. Fill-in to Variation Een overgang om van de Original naar de Variation begeleiding te gaan. Fill-in to Original Een overgang om van de Variation naar de Original begeleiding te gaan. Ending De slotfrase van het arrangement. De KR-570 biedt u de mogelijkheid om voor iedere divisie van een User Style bepaalde Parts uit te schakelen (zodat u ze niet meer hoort). Laten we bij wijze van voorbeeld eens zorgen dat tijdens de Variation begeleiding de Accompaniment 1 partij niet meer te horen is. 1 Druk in het Composer menu op <Style Composer>. U hoort nu de weergave van de User Style, waarbij de indicators op de spoorknoppen aanduiden welke Parts actief zijn. 2 Druk op de Fill In [To Variation] knop om naar de Variation begeleiding te gaan. Gaat het om een divisie van korte duur (Intro, Ending of Fill-in), dan moet u er snel bij zijn en de volgende stap nog tijdens de weergave van de divisie uitvoeren. Aangezien het in ons voorbeeld om de “Variation” gaat kunt u nu echter de tijd nemen. 3 Kies met de <√> en <®> knoppen rechts onder het display de “A1” Part en druk op <Mute>. De Accompaniment 1 partij wordt nu uitgeschakeld, de indicator op de [Upper] knop dooft. Bij iedere druk op <Mute> schakelt u de geselecteerde Part afwisselend in en uit. Een alternatieve werkwijze bestaat erin van de Composer [FWD] knop ingedrukt te houden en dan op de spoorknop te drukken die overeenkomt met de Part die u wilt uitschakelen. Bij iedere druk op die spoorknop schakelt u de Part afwisselend in (indicator brandt) en uit (indicator brandt niet). 46 11.6 Eigen Styles maken Zonet hebben we laten zien hoe u op basis van bestaande Styles een nieuwe Style kunt maken. U kunt echter ook een stukje knippen uit een opname die u zelf hebt gemaakt met de 16trk Sequencer en daarvan een nieuwe Style maken! Deze functie noemen we “Style Converter”. 1 Neem met de 16trk Sequencer een stukje muziek op met een majeur, mineur of septiemakkoord. Opmerking: Gedetailleerde instructies omtrent het gebruik van de 16trk Sequencer vindt u op blz. 42. Niet alle sporen kunnen als bron voor Style data dienen, houd u daarom aan de onderstaande spoorverdeling. Spoor Style Part 2 Bass 7 Accomp1 8 Accomp2 9 Accomp3 D Rhythm Om een boeiende Style te creëren neemt u best ook partijen op die als Intro, Ending en Fill-in kunnen dienen. 2 Druk in het Composer menu op <Style Converter>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 3 Kies voor iedere divisie de maten die u uit de opname wilt knippen, de toonaard (Key), het akkoordtype (Type), enz. Kies met de <√> en <®> knoppen onderaan het display welk item u wilt instellen en stel met de knoppen links van het display de gewenste waarde in. Composer menu, Opnames editen – Song Edit Druk op <CLR> om een bepaalde parameter uit te schakelen. Division Type begeleidingspatroon From Maat waarop het te knippen fragment moet beginnen. For Aantal maten dat vanaf de startmaat moet worden geknipt. Key Toonaard van het geknipte fragment. Type Akkoordtype van het geknipte fragment (Major, Minor of Seventh). 4 Druk op [PLAY] om het geknipte fragment te beluisteren. 5 Eens u alle divisies hebt gemaakt die u in de Style wou onderbrengen drukt u op <EXEC>. Opmerking: Voor meer uitleg over divisies kunt u terecht op blz. 46. Opmerking: We hebben daarnet gezien dat slechts bepaalde sporen als bron voor Style data kunnen dienen. Gaat het om een opname die u met de Composer hebt gemaakt, of bevinden de data zich niet op de juiste sporen, gebruik dan de Track Exchange functie (zie blz. 49) om op de data te verplaatsen. Opmerking: Als u voor de “Division” parameter “Fill to Variation” of “Fill to Original” hebt gekozen kunt u slechts één maat knippen. Opmerking: Divisies waarvoor u niets selecteert gebruiken standaardpatronen. Opmerking: Converteer enkel de volgende soorten data als Style data (als u andere soorten gebruikt kan dat tot onvoorspelbare resultaten leiden): Data die u met het klavier hebt ingespeeld; Reverb diepte; Chorus diepte. Opmerking: Eens u op <EXEC> hebt gedrukt kunt u de vorige instellingen niet meer terughalen. ■ Algemene werkwijze 1 Druk in het Composer menu op <Style Converter>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste editfunctie. De opties zijn verdeeld over twee display-pagina’s, waartussen u kiest met de Page ®® en √√ Page knoppen. Dit zijn de functies waaruit u kunt kiezen: • Tempo en volume van opgenomen muziek aanpassen. • Noten quantiseren (timing aanpassen). • Alle data van een spoor wissen. • Een maat kopiëren. • Een maat wissen. • Lege maten invoegen. • Transponeren. • Sporen verwisselen en kopiëren. Opmerking: Druk op [EXIT] als u een editfunctie wilt verlaten. Ga als volgt te werk als u data van diskette wilt editen: steek de betreffende diskette in de disk drive en start de weergave door op de [PLAY] knop te drukken. U kunt nu beginnen editen. Tempo en volume aanpassen 11.7 Opnames editen – Song Edit Om opnames die u met de KR-570 hebt gemaakt te editen staan er acht functies tot uw beschikking: Opmerking: Het is niet altijd mogelijk om wijzigingen in de data op te heffen en weer naar de originele data te gaan. Daar moet u mee uitkijken, want vooral als u data edit die met de Arranger werden opgenomen kan het resultaat al eens tegenvallen (de timing van de begeleiding klopt bijvoorbeeld niet meer, of de begeleiding zelf is onherstelbaar gewijzigd). We raden u daarom aan om de data die u wilt editen steeds eerst op diskette te bewaren. Hiermee kunt u het tempo en volume van een opname wijzigen. 1 Stel, voordat u naar het Song Edit scherm gaat, het gewenste tempo in met de TEMPO knop. 2 Stel in het 16trk Sequencer scherm het volume in van het spoor dat u wilt wijzigen. 3 Druk in het Edit scherm op <Setup>. U komt dan in het onderstaande scherm terecht. 4 Druk op <Execute>. Het tempo en het volume dat u daarnet hebt gekozen worden nu vastgelegd. 47 KR-570 Handleiding Opmerking: In plaats van stap 3 en 4 kunt u ook op de [RESET] knop drukken terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt. Opmerking: Het voordeel van tempo en volume via de editfuncties in te stellen zit hem in het feit dat deze instellingen deel worden van de opname en als dusdanig bewaard blijven. Dat is niet het geval wanneer u deze instellingen enkel met de Tempo en Part Volume knoppen of Balance regelaar maakt. Noten quantiseren (Quantize) U kunt de timing van de noten in een opname achteraf nog wijzigen. Dat noemen we quantiseren. De bedoeling van deze functie is in eerste instantie om noten die u iets “naast de tijd” hebt gespeeld recht te trekken. Bij het quantiseren kiest u een nootwaarde die overeenkomt met de waarde van de noten die u wilt rechttrekken. U kunt met deze functie de timing van alle sporen onder handen nemen. 1 Druk op <Quantize>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. dit hebt gedaan kunt u de originele data niet meer herstellen. 1 Druk op <Erase>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de gewenste waarde in. Track Spoornummer. From Startmaat For Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de Song. Event Welk soort data u wilt wissen: “All”: alle data “Note”: enkel nootinformatie “Except Note”: alle data uitgezonderd nootdata (dus wel: pedaalbewegingen, enz.) “Tempo”: tempowijzigingen 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. 2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de juiste waarde in. Track Spoornummer; met “All” kiest u alle sporen. From Startmaat For Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song. Resolution Nootwaarde volgens dewelke de timing van de noten wordt “rechtgetrokken”. Kies de lengte van de kortste noot (of zelfs korter) uit de opname die u wilt bewerken. 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. Data van een spoor wissen (Erase) Met de hieronder beschreven procedure wist u alle data van het gespecifieerde spoor. Let wel: eens u 48 Maten kopiëren (Copy) U kunt data uit een bepaalde maat naar een andere maat in hetzelfde spoor kopiëren. Dat is vooral interessant wanneer u een bepaalde frase een aantal keer wilt herhalen. Let wel: de eventueel aanwezige data op de kopieerbestemming worden tijdens het kopiëren gewist. 1 Druk op <Copy>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. Composer menu, Opnames editen – Song Edit 2 Kies met de <√> en <®> knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de juiste waarde in. Track Spoornummer; met “All” kiest u alle sporen. From Startmaat For Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song. To De maat waarop de eerste van de gekopieerde maten moet terechtkomen. Met “End” kiest u het einde van de song. Time s Het aantal kopies dat u wilt maken. 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. Maten wissen (Delete) Met deze functie kunt u bepaalde maten uit een opname wissen. De data die op de gewiste maat/maten volgen worden naar voren geschoven om “het gat te vullen”. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de gewenste waarde in. Track Spoornummer.; met “All” kiest u alle sporen. From Startmaat For Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song. 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. Toonaard wijzigen (Transpose) U kunt de toonaard van ieder spoor aanpassen in stappen van een halve toon. 1 Druk op <Delete>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 1 Druk op <Transpose>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de gewenste waarde in. 2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de gewenste waarde in. Track Spoornummer.; met “All” kiest u alle sporen. From Startmaat For Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song. 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. Track Spoornummer.; met “All” kiest u alle sporen. From Startmaat For Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song. Bias Aantal halve tonen dat u wilt transponeren (-24 tot +24). 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. Lege maten toevoegen (Insert) Met deze functie kunt u lege maten invoegen in een bestaande opname. Dat gebeurt steeds voor alle sporen tegelijk. 1 Druk op <Insert>. Sporen uitwisselen en kopiëren – Track Exchange/Track Copy U kunt sporen een ander nummer geven of de inhoud van een spoor naar een ander spoor kopiëren. 49 KR-570 Handleiding 1 Druk op <Trk Exchng/Copy>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de <√> en <®> knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de gewenste waarde in. Mode Hiermee kiest u of u sporen wilt uitwisselen (Track Exchange) of kopiëren (Track Copy). Track Hiermee kiest u bron- en bestemmingsspoor. 3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt ingesteld. Opmerking: Eventueel aanwezige data op de kopieerbestemming worden tijdens het kopiëren gewist. 50 Functie menu, Functies op het piano scherm 12. Functie menu Voor de Basis, Piano en Orgel schermen staan nog een reeks functies ter beschikking die u waarschijnlijk ook kunnen helpen. 1 Druk op <Func…>. U komt nu in het functiemenu terecht. 2 Kies met de knoppen onder het display de gewenste functie. 3 Stel met de knoppen naast het display de parameters van de functie in. Wilt u opnieuw de originele instellingen kiezen, druk dan tegelijk op de ▲ en ▼ knoppen. Enkele seconden nadat u een functie hebt ingesteld keert u automatisch terug naar het vorige scherm. U kunt ook sneller terugkeren door op [EXIT] te drukken. Terugkeren zonder iets te wijzigen kan enkel wanneer u op [EXIT] drukt voor u de parameters hebt ingesteld. Aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen Het klavier van de KR-570 reageert op de kracht waarmee u de toetsen aanslaat door het volume van de klanken die u speelt te variëren. U kunt de gevoeligheid van het klavier voor uw aanslag in vijf stappen variëren. 1 Druk op <Key Touch>. U komt in het onderstaande scherm terecht. Rechts wordt de gekozen aanslaggevoeligheid afgebeeld. Het metertje links geeft de kracht aan waarmee u de toetsen aanslaat. U kunt dit gebruiken als referentie om de rechter parameter in te stellen. 12.1 Functies op het piano scherm Maatsoort en volume van de metronoom aanpassen 1 Druk op <Metronome>. U krijgt nu de metronoom te horen en de “Volume” en “Beat” (maatsoort) parameters verschijnen in het display. Het volume kunt u instellen van 1-10. 2 Met de knoppen naast het display kunt u het volume en de maatsoort kiezen. Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 wordt automatisch het volume “5” gekozen. Als u na het instellen van de parameters de metronoom wilt uitschakelen moet u terugkeren naar het basisscherm en daar de metronoom uitschakelen. Opmerking: U kunt de maatsoort niet wijzigen tijdens Style Play of tijdens het gebruik van de Composer. Opmerking: Zodra u een Style start maakt de maatsoort die u hebt ingesteld plaats voor de maatsoort die bij die Style hoort. 2 Plaats “▼” met de knoppen rechts van het scherm op de gewenste aanslaggevoeligheid. In de onderstaande tabel ziet u waar de vijf opties van Light tot Heavy voor staan. Light U hoeft niet zo hard aan te slaan als op een echte piano om fortissimo te spelen, wat deze optie onder andere geschikt maakt voor kinderen die (nog) niet veel kracht in de vingers hebben. Mediu m Met deze optie kiest u een aanslag die het dichtst bij die van een akoestische piano ligt. Heavy U moet harder aanslaan dan normaal om fortissimo te kunnen spelen. Het klavier voelt dus “zwaarder” aan. Opmerking: U kunt de aanslaggevoeligheid ook instellen vanuit het Utility menu (zie blz. 59). Stemming van het klavier wijzigen – Tuning U kunt kiezen volgens welke methode u het klavier van de KR-570 wilt stemmen. 51 KR-570 Handleiding Stretch tuning: Met de Stretch Tuning functie kunt u de werkwijze nabootsen die een pianostemmer volgt wanneer hij een akoestische piano stemt. Het komt er op neer dat de lage tonen iets “te laag” en de hoge tonen iets “te hoog” worden gestemd. Dat “te” laag/hoog bedoelen we in vergelijking met de absolute toonhoogte die de betreffende noten mathematisch gezien zouden moeten hebben. Door deze “afwijkingen” gaan akkoorden en dergelijke echter zuiverder klinken, wat uw muziek uiteraard ten goede komt. Bij het inschakelen van de KR-570 wordt automatisch voor “Stretch Tuning” gekozen. Temperament: Uw nieuwe piano stelt u in staat om klassieke muziek (bijvoorbeeld barok) te spelen met de stemming die in de periode waaruit de muziek stamt gangbaar was. Bij het componeren en uitvoeren van hedendaagse muziek wordt steeds uitgegaan van de gelijkzwevende stemming. Enkele eeuwen geleden werden echter ook andere stemmingen gebruikt. Door de muziek uit die tijd met de oorspronkelijk bedoelde stemming te spelen hoort u opnieuw de natuurlijke kleur van de akkoorden en krijgt u inzicht in de manier waarop de betreffende stukken in feite bedoeld waren te klinken. 1 Druk op <Tuning>. U komt in het onderstaande scherm terecht. ■ Stretch Tuning 2 Schakel met de knoppen links van het display de Stretch Tuning in (ON) of uit (OFF). ■ Temperament 2 Kies met de knoppen rechts van het display de gewenste stemming. U kunt kiezen uit de volgende stemmingen: Stemming Omschrijving EQUAL Deze stemming verdeelt het octaaf in 12 gelijke intervallen. Alle toonhoogtes wijken daarbij in dezelfde, lichte, mate af van hun “absolute” toonhoogte. PYTHAGOREAN Deze stemming werd oorspronkelijk bedacht door de beroemde filosoof Pythagoras. Ze lost de ambiguïteit van kwarten en kwinten op. De terts wijkt weliswaar lichtjes af, toch klinken melodieën in deze stemming erg zuiver. JUST (MAJOR) Deze stemming lost de ambiguïteit van kwarten en tertsen op. Akkoorden klinken daarom erg mooi, maar voor melodieën is deze stemming minder geschikt, om dat de toonzetting uit balans is. JUST (MINOR) Heeft dezelfde voor- en nadelen als de vorige, maar ditmaal geoptimaliseerd voor mineur. MEAN TONE Deze stemming voegt een aantal compromissen toe aan de JUST stemming, waardoor ze makkelijker te transponeren is. WERCKMEISTER Deze stemming combineert MEAN TONE en WERCKMEISTER en is daarom in iedere toonaard te gebruiken. KIRNBERGER Dit is in feite het resultaat van verbeteringen aan de MEAN TONE en JUST stemmingen. Deze stemming kunt u in alle toonaarden gebruiken, want ze laat zich relatief probleemloos transponeren. Als u met een andere stemming dan de gelijkzwevende speelt moet u de grondnoot (“C” voor majeur en “A” voor mineur) aanpassen, in functie van de toonaard waarin u wilt spelen. Houd hier ook rekening mee wanneer u met andere instrumenten samenspeelt: zorg dat ieder instrument vanuit dezelfde grondnoot is gestemd, anders kunnen de toonhoogtes nooit kloppen. 3 Om de grondnoot in te stellen drukt u op Key terwijl u de <Tuning> knop ingedrukt houdt (enkel wanneer u een andere stemming dan EQUAL kiest). Opmerking: De alternatieve stemming die u kiest wordt toegepast op alle klanken, ook die van diskette. Markeerpunten: herhaling van bepaalde passages U kunt een punt in de Song markeren. Eens u dat hebt gedaan kunt u de weergave vanaf dat punt laten starten. U kunt ook stukken tussen twee markeerpunten herhaald laten weergeven. Markeerpunten komen steeds terecht aan het begin van een maat. Deze functie bewijst ook zijn nut wanneer u tijdens Minus-One Play een moeilijk stukje keer op keer 52 Functie menu, Functies in het orgel scherm wilt laten voorbijkomen, tot u het onder de knie hebt. 1 Druk op <Marker>. U komt dan in het onderstaande scherm terecht. 5 Druk op <Repeat>. U komt nu terecht aan het begin van maat 5, de plaats van Mark A. Deze maat is aan A toegewezen Deze maat is aan B toegewezen Dit gedeelte wordt herhaald. Measure ■ Weergeven vanaf een gemarkeerd punt U kunt twee punten in een Song markeren en de weergave vanaf één van deze punten laten beginnen. Een voorbeeld: we willen de weergave vanaf maat 5 laten beginnen. 2 Ga met de [FWD] en [BWD] knoppen naar het begin van de maat die u wilt markeren. Het nummer van de huidige maat verschijnt rechtsboven in het display. 3 Zodra u bij de vijfde maat bent aanbeland drukt u op <Mark A>. In plaats van <Mark A> ziet u nu “A:5” staan. 4 Druk op [Play]. De weergave begint nu vanaf maat vijf. 5 Druk op <A:5>. De weergave wordt herhaald vanaf maat vijf. Opmerking: Als u twee markeerpunten in een Song plaatst, kan <Mark B> zich nooit eerder in de Song bevinden dan <Mark A>. Opmerking: Met een beetje oefening zou u in staat moeten zijn om tijdens de weergave van een Song op <Mark A> en <Mark B> te drukken op het moment dat het te markeren punt voorbijkomt. Zo heel precies hoeft u trouwens niet te mikken, aangezien het markeerpunt steeds op de eerste tel van de huidige maat terechtkomt. ■ Herhaald weergeven Bijvoorbeeld: maat 5-8 herhaald weergeven. 2 Ga met de [Fwd] en [Bwd] knoppen naar het begin van de maat die u wilt markeren. Het nummer van de huidige maat verschijnt rechtsboven in het display. 3 Zodra u bij de maat vijf bent aanbeland drukt u op <Mark A>. In het display verschijnt “A:5”. 4 Zodra u bij de maat negen bent aanbeland drukt u op <Mark B>. In het display verschijnt “B:9”. Mark A bevindt zich nu op maat 5, terwijl Mark B zich op maat 9 bevindt. 6 Druk op [PLAY]. Maat vijf tot en met acht worden nu herhaald weergegeven. Opmerking: Hebt u enkel Mark A gedefinieerd, dan zorgt de <Repeat> functie voor een herhaalde weergave tussen Mark A en het einde van de song. Hebt u enkel Mark B gedefinieerd, dan wordt het stuk tussen het begin van de song en Mark B herhaald. ■ Markeringen wissen Houd <Clear> ingedrukt en druk op <A:(maatnummer)> of <B:(maatnummer)>. 12.2 Functies in het orgel scherm Ook in dit scherm kunt u de markeerfunctie gebruiken, maar daar bent u hierboven alles over te weten gekomen. Arranger functie Als u in het Orgel scherm op de [Start/Stop] of [Intro/Ending] knoppen drukt hoort u normaal enkel het ritme van de Style. Desgewenst kunt u echter ook met een volledige begeleiding spelen. 1 Druk op <Arranger>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Schakel met de knoppen naast het display de Arranger in of uit. Bij het inschakelen is de Arranger steeds uitgeschakeld (OFF). 53 KR-570 Handleiding Lower Tone in- en uitschakelen/splitpunt kiezen 1 Druk op <Split> om het onderstaande scherm op te roepen. ■ Lower Tone in-/uitschakelen 2 Schakel met de knop links van het display de Lower Tone in of uit. ■ Splitpunt instellen 2 Kies met de knop rechts van het display het gewenste splitpunt. Bij iedere druk op deze knop schuift het splitpunt één toets op. Opmerking: U kunt ook in stap 1 hierboven de <Split> knop ingedrukt houden en op de toets drukken waarvan u het splitpunt wilt maken. ■ Automatische keuzes bepalen 2 Kies met de knop links van het display de gewenste optie uit de onderstaande lijst. Full Auto Als u een Style kiest worden automatisch de optimale Upper tone, tempo en andere functies gekozen. Tone Lock Als u een Style kiest blijft de huidige Tone behouden. Tempo Lock Als u een Style kiest blijft het huidige Tempo behouden. Tone, Tempo Lock Als u een Style kiest blijven de huidige Tone en het huidige Tempo behouden. OFF Als u een Style kiest worden er verder geen automatische keuzes gemaakt. Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 wordt steeds de optie “Full Auto” gekozen. ■ Chord Intelligence in-/uitschakelen 2 Schakel met de knop rechts van het display de Chord Intelligence in of uit. Opmerking: Volgens de standaardinstellingen is de Chord Intelligence functie steeds ingeschakeld. Uitgebreide informatie over deze functie vindt u op blz. 32. 12.3 Functies op het basisscherm Opmerking: De uitleg over de split- en markeerfuncties is ook hier van toepassing. Arranger-instellingen wijzigen Als u een Style kiest wordt normaal automatisch het juiste tempo en de juiste Upper Tone geselecteerd en wordt de Chord Intelligence functie ingeschakeld. Indien u dat wilt kunt u al deze automatische keuzes echter ook uitschakelen. Dat gaat als volgt: 1 Druk op <Auto> om het onderstaande scherm op te roepen. Akkoord- en basklank wijzigen Als u zich in de Arranger mode bevindt, maar de weergave van de Style loopt niet, dan kunt u met de linkerhand akkoorden spelen. De klank die u dan hoort noemen we de Chord Tone. De grondnoot van het akkoord dat u speelt wordt in dat geval weergegeven met de Bass Tone. Deze Tones maken deel uit van de Style die u kiest, maar via de onderstaande stappen kunt u er uw eigen klankkeuzes voor in de plaats zetten. 1 Druk op <Chord> om het onderstaande scherm op te roepen. 2 Kies met de knoppen links van het display de gewenste Bass Tone en met de knoppen rechts van het display de gewenste Chord Tone. Wilt u één van deze Tones (of beide) niet horen, kies dan “OFF”. Opmerking: Voor een aantal Tones kunt u de Hold functie gebruiken. Als u dat doet worden de laatstgespeelde noten aangehouden tot u de volgende noten speelt. 54 Functie menu, Functies op het basisscherm Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 wordt als Chord Tone steeds “Soft E.Piano” en als Bass Tone steeds “Fingered Bs.” gekozen. 55 KR-570 Handleiding 13. Instellingen van de KR-570 bewaren 13.1 Registraties opslaan: User Programs U kunt de instellingen die u op het frontpaneel van de KR-570 maakt bewaren in een zogenaamd User Program. Deze instellingen kunt u achteraf erg eenvoudig opnieuw oproepen. Voor instellingen die u vaak nodig hebt maakt u dan ook best van deze mogelijkheid gebruik. 1 Maak de instellingen zoals u ze wilt opslaan. 2 Druk op de [USER PROGRAM] knop. U komt nu in het User Program scherm terecht. 3 Houd <Write> ingedrukt en kies met de knoppen naast het display het gewenste User Program nummer. Na enkele seconden keert u terug naar de vorige pagina. Opmerking: Onder <Manual> kunt u geen instellingen opslaan. Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 worden enkele User programma’s geladen als voorbeelden. Opmerking: U kunt de naam van een User programma wijzigen (zie hieronder). Opmerking: Schakel de KR-570 niet uit voor u alle bovenstaande stappen hebt afgewerkt, want dan bent u de instellingen kwijt. Instellingen oproepen met de [User Program] knop Naam van een User Program wijzigen 1 Houd in het User Program scherm de [USER PROGRAM] knop ingedrukt en kies het User programmanummer. U komt dan in het onderstaande scherm terecht. 2 Gebruik de √ en ® knoppen onderaan het display en de ▲ en ▼ knoppen links van het display om de gewenste naam te definiëren. Een lijst met alle beschikbare karakters vindt u op blz. 40. 3 Druk op <Execute>. 13.2 User Programs op diskette bewaren In de KR-570 kunt u 32 User Programs kwijt (inclusief de Manual instellingen). Deze 32 programma’s vormen één “set”. Een diskette biedt plaats aan 99 dergelijke sets. 1 Zorg dat het wisbeveiligingsnokje op de diskette in de stand “Write” staat (zie blz. 8) en steek de diskette in de drive. 2 Druk op de [User Program] knop. U komt nu in het User Program scherm terecht. 3 Druk op <Disk>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 1 Druk op de [User/Program] knop. U komt nu in het User Program scherm (zie afbeelding hierboven) terecht. Opmerking: Met <Manual> kiest u de instellingen die de KR-570 had voor u een User Program koos. Opmerking: De snelheid waarmee instellingen voor een Style worden geladen kunt u variëren (zie blz. 63). 56 4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste nummer. U kunt gelijk welk nummer van 1 tot 99 kiezen. Nummers waarvoor er reeds data op de diskette staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één Instellingen van de KR-570 bewaren, Functies aan de Pad knoppen toewijzen van deze nummers, dan worden de aanwezige data overschreven. 5 Gebruik de √ en ® knoppen onderaan het display en de ▲ en ▼ knoppen links van het display om de gewenste naam te definiëren. Een lijst met alle beschikbare karakters vindt u op blz. 40. 6 Druk op <Save> rechtsonder in het display. Opmerking: Druk op [EXIT] om het opslaan af te breken. User Programs laden 1 Steek de diskette waarop de instellingen zich bevinden in de drive. 2 Druk op de [User Program] knop. U komt nu in het User Program scherm terecht. 3 Druk op <Disk>. 4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste nummer. 5 Om de instellingen effectief te laden drukt u op <Load> onderaan het display. Opmerking: Druk op [EXIT] als u toch liever niets wilt laden. 13.3 Functies aan de Pad knoppen toewijzen Aan de twee Pad knoppen op het frontpaneel kunt u functies toewijzen die u tijdens het spelen vaak nodig hebt. Als u een functie hebt toegewezen, volstaat een simpele knopdruk om ze te activeren. 1 Druk in het basisscherm op <PAD/PEDAL>. U komt nu in het onderstaande scherm terecht. 2 Kies met de ▲ en ▼ knoppen naast het display de functies voor “Pad 1” en “Pad 2”. Hieronder krijgt u een overzicht van de mogelijke functies: hoe ze in het display worden afgebeeld en waar ze voor dienen. 1 Leading Bass Schakelt de Leading Bass functie in of uit (zie hieronder). 2 Break Als u tijdens Style Play op de Pad knop drukt wordt de weergave gedurende één maat onderbroken. 3 Fill In To Variation De Pad knop waarvoor u deze functie kiest krijgt dezelfde werking als de Fill In [To Variation] knop (zie blz. 32). 4 Fill In To Original De Pad knop waarvoor u deze functie kiest krijgt dezelfde werking als de Fill In [To Original] knop (zie blz. 32). 5 Fill In Hiermee stuurt u een Fill-in aan die uitmondt in dezelfde begeleiding als voor de Fill-in. 6 Original/Variation U wisselt tussen Original en Variation zonder dat er een Fill-in wordt tussengelast. 7 Basic/Advanced Heeft hetzelfde effect als wanneer u op <To: Advanced> of <To: Basic> drukt. 8 Simple Intro/Ending Door op de Pad knop te drukken kiest u een eenvoudige intro of slot. 9 Melody Intelligence Heeft hetzelfde effect als de [Melody Intelligence] knop (zie blz. 34). 0 Arranger Intro/Ending Heeft hetzelfde effect als de [Intro/Ending] knop. Arranger Start/Stop Heeft hetzelfde effect als de [Start/Stop] knop. A Fade In/Out Deze functie kunt u gebruiken om een Style te beginnen met een fade-in (geleidelijk stijgend volume) of hem te laten eindigen in een fade-out (geleidelijk dalend volume). Om met een fade-in te beginnen moet u eerst op de [Sync] knop en vervolgens op de Pad knop drukken. Om te eindigen met een fade-out volstaat het dat u tijdens Style Play op de Pad knop drukt. B Chorus ON/OFF Hiermee schakelt u het chorus effect voor de Whole of Upper Tone in of uit. C Rotary Speed Fast/Slow Hiermee wijzigt u de snelheid van het Rotary effect. D DSP ON/OFF Hiermee schakelt u het DSP effect in of uit. E Glide Zodra u op de knop drukt gaat de toonhoogte even naar omlaag en om daarna geleidelijk naar de originele toonhoogte te stijgen. Dit effect werkt vooral goed op Hawaïaanse gitaarklanken en dergelijke. 57 KR-570 Handleiding F Composer Play/Stop Dezelfde functie als de [Play] of [Stop] knoppen. G Metronome ON/OFF Hiermee schakelt u de metronoom in of uit. H Punch In/Out U kunt de Pad knop gebruik om in opname te gaan. Zie “Opnamemethode kiezen” op blz. 44. ■ Wat is de Leading Bass functie? Tijdens Style Play gebruikt de begeleiding normaal de grondnoot van het akkoord dat u speelt als basnoot. Schakelt u de Leading Bass functie in, dan wordt de laagste noot die u op het linker klaviergedeelte aanslaat gebruikt als basnoot. Telkens als u een andere inversie van het akkoord speelt krijgt u dus een andere basnoot te horen. Opmerking: Tijdens Style Play werkt de Leading Bass functie zolang u de Pad knop ingedrukt houdt. 13.4 Functie van de pedalen kiezen U kunt de functie van het linker- en het middenpedaal van de KR-570 wijzigen. 1 Druk in het basisscherm op <Pad/Pdl>. 2 Druk op <Page>. 3 Kies met de ▲ en ▼ knoppen naast het display de gewenste functie voor het linker- (Left) en het middenpedaal (Center). 58 Naast de functies die in de tabel onder “Functies aan de Pad knoppen toewijzen” aan bod kwamen kunnen de pedalen ook nog de volgende functies hebben. Soft for Upper Het pedaal wordt een Soft pedaal (dat werkt op de Upper Part of de Whole Part). Sostenuto for Upper Het pedaal wordt een Sostenuto pedaal (dat werkt op de Upper Part of de Whole Part). Damper for Lower Het pedaal wordt een demper-pedaal (dat enkel werkt op de Lower Part). Bend Up Met het pedaal verhoogt u de toonhoogte van de Upper, Layer of Whole Part. (U kunt ook het bereik waarover de toonhoogte verandert aanpassen, zie blz. 61). Bend Down Met het pedaal verlaagt u de toonhoogte van de Upper, Layer of Whole Part. (U kunt ook het bereik waarover de toonhoogte verandert aanpassen, zie blz. 61). Na enkele seconden keert u terug naar de vorige pagina. Opmerking: Zodra u op de One Touch Program [Piano] knop drukt krijgt het linkerpedaal de functie “Soft”, terwijl het rechterpedaal de functie “Sostenuto” krijgt. Utility menu, Stemmen (Master Tune) 14. Utility menu Dit menu herbergt een aantal functies die tot nu toe nog niet aan bod zijn gekomen. Hoe werkt het Utility menu? 1 Druk op de [UTILITY] knop. U komt nu in het Utility Menu scherm terecht. Het Utility menu bevat veertien opties, verdeeld over evenveel pagina’s. 2 Kies met de Page ®® en √√ Page knoppen de gewenste pagina (en dus functie). 3 Maak met de knoppen naast en onder het display de gewenste instellingen voor de gekozen functie. Om opnieuw de originele instellingen van een functie te kiezen drukt u tegelijk op de ▲ en ▼ knoppen naast het display. Zodra u enkele seconden niets meer verandert aan de instellingen keert het display automatisch terug naar het originele scherm. Wilt u sneller terugkeren, druk dan op [EXIT]. Terugkeren zonder iets te wijzigen kan enkel wanneer u op [EXIT] drukt voor u de parameters hebt ingesteld. 14.1 Stemmen (Master Tune) Als u de KR-570 gebruikt om andere instrumenten te begeleiden, zal u de toonhoogte misschien lichtjes moeten bijregelen om niet “vals” te staan ten opzichte van uw medemuzikanten. (In feite zijn zij het dan die vals staan, want de KR-570 is op de referentietoonhoogte 440.0 Hz gecalibreerd) Dat “bijregelen” noemen we uiteraard stemmen en het gebeurt normaal op basis van een referentietoonhoogte in Hz, meestal de middenste A (die 440.0 Hz van daarnet). 1 Ga in het Utility Menu met de Page ®® en √√ Page knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste standaardtoonhoogte. U kunt dit doen binnen het bereik 415.3~466.2 Hz. Opmerking: De referentietoonhoogte geldt voor alle klanken, ook voor de partijen die u van diskette weergeeft. 14.2 Aanslaggevoeligheid/ Transponeren 1 Ga in het Utility Menu met de Page ®® en √√ Page knoppen naar de onderstaande pagina. ■ Aanslaggevoeligheid wijzigen U kunt de mate bepalen waarin het klavier reageert op de kracht waarmee u de toetsen aanslaat. Dat gaat in vijf stappen. 2 Kies met de knoppen links van het display de gewenste aanslaggevoeligheid. In de onderstaande tabel ziet u waar de vijf opties van voor staan. Super Light Bij deze optie volstaat een vederlichte aanslag om fortissimo te spelen. Light U hoeft niet zo hard aan te slaan als op een echte piano om fortissimo te spelen, wat deze optie onder andere geschikt maakt voor kinderen die (nog) niet veel kracht in de vingers hebben. Medium Met deze optie kiest u een aanslag die het dichtst bij die van een akoestische piano ligt. Heavy U moet harder aanslaan dan normaal om fortissimo te kunnen spelen. Het klavier voelt dus “zwaarder” aan. Super Heavy U moet enorm hard aanslaan om fortissimo te kunnen spelen. Dat levert u wel meer dynamiek op. Deze optie is aan te bevelen als u gewend bent om erg hard aan te slaan of als u wat meer kracht in uw vingers wilt krijgen. 59 KR-570 Handleiding Opmerking: In het Piano menu zit ook een functie waar- Opmerking: Zodra u een Style start maakt de maatsoort mee u de aanslaggevoeligheid van het klavier kunt wijzigen (zie blz. 51). die u hebt ingesteld plaats voor de maatsoort die bij die Style hoort. ■ Transponeren (Key Transpose) Door de toonhoogte van de KR-570 te transponeren kunt u een stuk in een andere toonaard spelen zonder dat u daarvoor een andere vingerzetting hoeft te gebruiken! Deze mogelijkheid kan bijvoorbeeld van pas komen als u wilt meespelen (Minus One Play) met SMF data in een moeilijke toonaard (eentje met veel mollen of kruisen). U kunt de begeleiding dan in de originele toonaard laten spelen en de partij die u meespeelt transponeren zodat u de vingerzetting van een makkelijke toonaard kunt gebruiken. 2 Kies met de knoppen links van het display de gewenste transpositie. Het display beeldt het huidige waarde (-6 tot 0 tot 5) af. U kunt transponeren in stappen van een halve toon. Bijvoorbeeld: u kiest de waarde “2” en u transponeert het volgende fragment: 14.4 Reverb en Chorus type kiezen U kunt kiezen welk type Reverb of Chorus effect u het best bevalt. 1 Ga in het Utility Menu met de Page ®® en √√ Page knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Kies met de knoppen links van het display het gewenste Reverb type en met de knoppen rechts van het display het gewenste Chorus type. ■ Reverb types Dit speelt u... Opmerking: Tijdens Style Play wordt de begeleiding naar dezelfde toonaard getransponeerd als de rechterhandpartij. 14.3 Maatsoort en volume van de metronoom aanpassen 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Kies met de knoppen links van het display het gewenste volume en de gewenste maatsoort. Als u na het instellen van de parameters de metronoom wilt uitschakelen moet u terugkeren naar het basisscherm en daar de metronoom uitschakelen. Opmerking: U kunt de maatsoort niet wijzigen tijdens Style Play of tijdens het gebruik van de Composer. 60 Room 1 galm van een vergaderzaal Room 2 galm van een kleine club Room 3 galm van een grote, open kamer Hall 1 galm van een grote concertzaal Hall 2 galm van een kleine concertzaal Plate heldere, metalige galm Delay delay met veel herhalingen Panning Delay Delay waarbij de herhalingen afwisselend van links en van rechts komen. ...en dit hoort u. ■ Chorus types Chorus 1 lichte chorus met trage zwevingen. Chorus 2 lichte chorus met snelle zwevingen. Chorus 3 vette chorus met trage zwevingen. Chorus 4 vette chorus met snelle zwevingen. Feedback Cho. zacht flanger effect. Flanger extreem flanger effect. Short Delay delay met korte vertragingstijd. Short Delay (FB) delay met lange vertragingstijd. Utility menu, Expansion Tones kiezen Opmerking: Het effect dat u op deze manier instelt wordt op alle Tones toegepast. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 14.5 Expansion Tones kiezen We hebben aan het begin van deze handleiding al gewag gemaakt van de zogenaamde Expansion Tones, dat is een extra verzameling van Tones die u kunt kiezen als aanvulling op de standaard Tones, waardoor het totaal op 270 wordt gebracht. De nummers en namen van deze extra Tones vindt u op blz. 72. Het mooie is dat u deze Tones ook kunt verwerken in uw opnames. Expansion Tones kunt u gebruiken in de Whole Keyboard mode en voor de rechterhandpartij (Upper Part). 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Kies met de knoppen naast het display het gewenste contrast. 14.7 Afbeelding van teksten uitschakelen Als u op de KR-570 muziekdata weergeeft die Song teksten bevatten, dan worden deze teksten in het display afgebeeld. Stelt u dat niet op prijs, dan kunt u die teksten op de volgende manier uit het display weren. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Kies met de knoppen naast het display de gewenste Tone. Opmerking: De keuze van een Expansion Tone is slechts tijdelijk. Als u een andere mode kiest (u gaat bijvoorbeeld van de Whole Keyboard naar de Split mode) dan wordt opnieuw de laatstgeselecteerde “standaard” Tone gekozen. Opmerking: Als u na het kiezen van Expansion Tones de instellingen van de KR-570 in een User Program schrijft (en eventueel op diskette zet), dan worden de laatstgekozen standaard Tones opgeslagen, niet de Expansion Tones. 2 Kies met de knoppen naast het display of u al (ON) dan niet (OFF) teksten wilt zien. 14.8 Pitch Bend bereik instellen Met deze functie bepaalt u de maximale toonhoogteverandering die u met de Bender functie kunt teweegbrengen. 14.6 Contrast van het display aanpassen 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. U kunt het contrast van het display aanpassen in 10 stappen. Dat kan van pas komen als u de KR-570 opstelt op een plaats waar het display moeilijk leesbaar blijkt te zijn. 2 Kies met de knoppen naast het display het gewenste bereik. U kunt het bereik instellen tussen 0 en 12 (in stappen van een halve toon, dus maximaal één octaaf). 61 KR-570 Handleiding 14.9 Klanken kiezen op een extern MIDI-instrument (PC) “Programmakeuze-commando’s” zijn het stukje MIDI-taal dat verantwoordelijk is voor het kiezen van klanken. De KR-570 kan dit soort commando’s zenden. Hebt u dus een extern MIDI-instrument met de KR-570 verbonden, dan kunt u vanuit uw Intelligent Piano klanken kiezen op dat externe instrument. 14.10 MIDI-zendkanaal/Local Control instellen Dit zijn parameters die u zeker moet instellen wanneer u een extern MIDI-instrument hebt aangesloten. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. MIDI-zendkanaal kiezen 2 Kies met de √ en ® knoppen links onder het display de gewenste parameter en stel met de ▲ en ▼ knoppen naast het display de gewenste waarde in. Display Parameter Waarde CC#OO Bankkeuze MSB 0 - 127 CC#2O Bankkeuze LSB 0 - 127 PC Programmakeuze 1 - 128 Twee instrumenten kunnen via het MIDI-systeem met elkaar communiceren op voorwaarde dat ze op hetzelfde MIDI-kanaal zijn ingesteld. Als dat het geval is, kunt u met het klavier van de KR-570 het klankgedeelte van een extern instrument aansturen, alsook klanken kiezen op dat instrument. 2 Kies met de knoppen links van het display het MIDI-zendkanaal. Het gekozen kanaal (1-16) wordt in het display afgebeeld. Opmerking: MIDI-commando’s van externe instrumenten worden door de KR-570 op alle kanalen ontvangen. Opmerking: Telkens als u met de √ of ® knop een waarde verandert wordt er een commando via MIDI gezonden. Opmerking: U kunt deze informatie niet naar de interne klankbron van de KR-570 zenden. Opmerking: Deze informatie wordt gezonden op het MIDI-kanaal dat u met de hieronder besproken functie instelt. Opmerking: Alle informatie van het klavier wordt steeds op één kanaal gezonden, ongeacht de Split en Layer instellingen. Opmerking: De Composer en Style Play partijen worden niet via MIDI verzonden. Local Control De instelling van Local Control is van belang wanneer u een ander MIDI-instrument aanstuurt. Local Control bepaalt of de nootinformatie van wat u op het klavier speelt al (ON) dan niet (OFF) naar het interne klankgedeelte van de KR-570 wordt gezonden. Deze nootinformatie wordt wél steeds naar de MIDI Out gezonden, ongeacht de instelling van Local Control. ■ In combinatie met een sequencer Als u de KR-570 in combinatie met een sequencer gebruikt, moet u Local Control op “Off” en de Soft Thru functie van de sequencer op “On” zetten. De informatie van uw klavier gaat dan naar de sequencer en van daaruit naar het klankgedeelte van de KR-570. Laat u echter in deze configuratie de Local 62 Utility menu, Arranger Update-snelheid voor User Programs Control ingeschakeld, dan worden de noten niet alleen via de sequencer, maar ook nog eens rechtstreeks naar het klankgedeelte gezonden. U hoort dan alle noten “dubbel” en dat is niet echt mooi. Opmerking: In de handleiding van de meeste sequenc- 14.12 Memory Backup ers vindt u uitgebreide informatie over de Soft Thru functie. ■ In combinatie met een synthesizer of klankmodule In deze configuratie moet u de Local Control inschakelen, anders hoort u geen geluid uit de KR-570. 2 Schakel met de knoppen rechts van het display de Local Control in of uit. Het display beeldt “ON” of “OFF” af. • • • • • • 14.11 Arranger Update-snelheid voor User Programs Heel wat parameters krijgen opnieuw hun fabriekswaarden nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld. Met de Memory Backup functie kunt u de instellingen van deze parameters wegschrijven, zodat u opnieuw over deze waarden kunt beschikken wanneer u de KR-570 een volgende keer gebruikt. De volgende parameters worden hierbij opgeslagen: Display contrast Taalkeuze in de basis en demo schermen Stretch Tuning, Temperament Octave Shift Types en effectdieptes van de DSP effecten voor iedere Tone. Aan/uit status van het chorus-effect voor iedere Tone. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. Met deze functie bepaalt u de snelheid waarmee de instellingen in een User Program naar de Arranger worden gestuurd, zodra u dat User Program selecteert. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Druk op <Execute>. 3 Druk op <OK>. Opmerking: Druk op <Cancel> als u de operatie wilt annuleren. Opmerking: Schakel de KR-570 nooit uit voor u de bovenstaande stappen hebt afgewerkt. 2 Kies met de knoppen links van het display de gewenste snelheid. INSTANT De Arranger-instellingen worden opgeroepen op het moment dat u het User Program nummer kiest. DELAYED De Arranger-instellingen worden opgeroepen nadat u de knop waarmee u het User Program nummer kiest enkele seconden blijft indrukken. Als u de tweede optie kiest kunt u, door de knop in te drukken en onmiddellijk weer los te laten, enkel de instellingen laden die geen verband houden met de Arranger. 14.13 Fabrieksinstellingen laden Met deze functie stelt u alle parameters van de KR-570 opnieuw in op de waarden die ze hadden toen u het instrument kocht. Opmerking: Ook de User Programs krijgen opnieuw hun originele instellingen. Zorg daarom dat User Programs die u dierbaar zijn intussen een plaatsje op een diskette hebben gevonden, anders bent u ze kwijt! 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Druk op <Execute>. 63 KR-570 Handleiding 3 Druk op <OK>. Alle parameters worden nu opnieuw op hun fabriekswaarden ingesteld. Opmerking: Druk op <Cancel> als u de operatie wilt annuleren. Opmerking: Schakel de KR-570 nooit uit voor u de bovenstaande stappen hebt afgewerkt. 14.14 Link Met deze functie kunt u zorgen dat de aan het klavier toegewezen klank via MIDI kan worden gekozen. 1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina. 2 Schakel met de knoppen naast het display de Link in of uit. Het display beeldt “ON” of “OFF” af. Opmerking: Het “gelinkte” MIDI-kanaal is het kanaal van het spoor dat u op de 16 Track Sequencer pagina geselcteerd hebt. 64 KR-570 aansluiten op een MIDI-instrument of computer, KR-570 op een MIDI-instrument aansluiten aansluiten op een MIDI15. KR-570 instrument of computer De KR-570 is uitgerust met MIDI- en Computer-connectors, die voor de communicatie met andere instrumenten kunnen zorgen. Voor u aansluitingen met deze connectors maakt moet u steeds alle volumes dichtzetten en alle apparaten uitschakelen, dit om schade aan uw luidsprekers of aan andere instrumenten te voorkomen. 15.1 KR-570 op een MIDIinstrument aansluiten De KR-570 heeft twee MIDI-connectors: MIDI In en MIDI Out. Als u deze met een MIDI-instrument verbindt kan dat instrument met uw KR-570 “praten”. Zo kunt u vanuit de KR-570 klanken kiezen op een extern instrument en deze klanken vervolgens spelen op het klavier. (doe dit enkel nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld!). Opmerking: In bepaalde gevallen kan één MIDI-kabel volstaan. Het hangt er van af hoe u de instrumenten wilt gebruiken (één- of tweerichtingsverkeer van data). Opmerking: In het geval u “serieus” met MIDI aan de slag wilt neemt u best eens contact op met Roland. We hebben dan voor u een boekje met de volledige “MIDIimplementatie” (alle MIDI-mogelijkheden in detail) van de KR-570 klaarliggen. MIDI Out Computer Mac PC-1 PC-2 In MIDI MIDI-connectors Op de KR-570 vindt u twee types MIDI-connectors, elk met een andere functie, zoals hieronder wordt uitgelegd. ■ MIDI Out connector Van hieruit wordt alle informatie die van de KR-570 komt naar andere instrumenten gezonden (bijvoorbeeld gegevens over wat u speelt). ■ MIDI In connector Ontvangt MIDI-commando’s die vanuit externe MIDI-instrumenten worden verzonden. De KR-570 zal op deze commando’s reageren door bijvoorbeeld bepaalde noten te spelen of een andere klank te kiezen. Op de onderstaande afbeelding ziet u hoe u de MIDI-connectors met elkaar moet verbinden (gebruik hiervoor enkel speciale MIDI-kabels). Zet eerst de Computer schakelaar in de stand “MIDI” 15.2 Aansluiten op een computer De KR-570 is uitgerust met een Computer connector. Als u deze connector verbindt met de seriële poort van uw computer, kunt u informatie uitwisselen tussen de piano en de computer. Opmerking: De computerkabel waarmee u de KR-570 en de computer verbindt mag niet langer zijn dan 3 meter. Gebruik van langere kabels kan voor problemen tijdens de data-uitwisseling zorgen. Werkwijze Volg de onderstaande richtlijnen wat betreft de baudsnelheid van de computer en de software. Opmerking: Schakel de KR-570 steeds uit voor u de stand van de Computer schakelaar wijzigt. ■ Aansluiten op een computer uit de Apple Macintosh familie Sluit de computerkabel (RSC-15APL; los verkrijgbaar) aan op de modem (of printer) poort van de Apple Macintosh en op de Computer connector van de KR-570. Zet de Computer schakelaar op de piano in de stand “Mac”. 65 KR-570 Handleiding Stel via de “Patch Bay” van de Macintosh het Interface Type in op “1 MHz” (de kloksnelheid van het MIDI-interface). MIDI Out Computer Mac PC-1 PC-2 In MIDI ■ Aansluiten op een IBM PC Sluit de kabel (RSC-15AT; los verkrijgbaar) aan op een seriële poort (COM 1 of COM 2) van de IBM PC en op de COMPUTER connector van de KR-570. Zet de Computer schakelaar in de stand “PC-1” of “PC-2”, naar gelang de baudsnelheid van de software die u gebruikt. De baudsnelheid is de snelheid waarmee de computer (of de software) gegevens uitwisselt met externe apparaten. Is deze baudsnelheid gelijk aan 31.25kHz, zet de Computer schakelaar dan op PC-1. Is de snelheid gelijk aan 38.4 kHz, kies dan PC-2. MIDI Out Computer Mac PC-1 PC-2 66 MIDI In Opmerking: Voor meer informatie over de baudsnelheid die uw systeem gebruikt raadpleegt u best eens de handleiding van de software die u gebruikt. Andere instellingen die u in dit verband misschien moet aanpassen zijn het MIDI-zendkanaal en de Local functie (zie blz. 62). Opmerking: Via de MIDI Out of de Computer connector wordt enkel informatie gezonden over wat u speelt (de toetsen die u indrukt). U kunt geen data van de Composer of van Style Play zenden. Opmerking: Zolang de Composer in werking is kunt u geen System Exclusive (SysEx) commando’s ontvangen via de MIDI In of de Computer connector. In bepaalde gevallen zult u waarschijnlijk het klankgedeelte van uw KR-570 vanuit het klavier, maar via een computer of een externe MIDI-instrument (eventueel een sequencer) willen aansturen. Dat is bijvoorbeeld nodig wanneer u een externe sequencer gebruikt om opnames te maken. Ga als volgt te werk. 1 Schakel de Local Control functie van de KR-570 uit (OFF). 2 Schakel de Soft Thru functie van de computer of het externe MIDI-instrument in (ON). 3 Verbind de MIDI OUT van de KR-570 met de MIDI IN van het externe instrument en de MIDI IN van de KR-570 met de MIDI OUT van het externe instrument. (Gaat het om een computer, dan hoeft u enkel een computerkabel op de Computer connector aan te sluiten). Mogelijke problemen, Aansluiten op een computer 16. Mogelijke problemen Lijkt uw KR-570 niet naar behoren te functioneren? Overloop dan eerst de onderstaande punten. Kunt u het probleem daarmee niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst. ■ • • • • de eerste tel van de eerste maat. Daarna wordt het maatnummer afgebeeld. U hoort geen geluid De [Volume] regelaar staat volledig dicht. U hebt een hoofdtelefoon op de piano aangesloten. De [BALANCE] regelaar staat volledig in de “Accomp” richting. Schuif hem een stukje in de “Keyboard” richting. De waarde onder de Part Volume knop staat op “0” (zie blz. 35). ■ U hoort geen geluid als u op het klavier speelt • Dat kan liggen aan de Song die u net hebt weergegeven. Druk op de [SONG] knop en kies <U: User Song> of probeer de opgenomen data te wissen. (zie “Opname wissen” op blz. 39) • Misschien staat Local Control op “Off”. Als dat het geval is kan de KR-570 geen geluid voortbrengen, want het klavier is dan losgekoppeld van het interne klankgedeelte. Probeer Local Control eens op “On” te zetten. (zie “MIDI-zendkanaal/Local Control instellen” op blz. 62) ■ U kunt geen Tone of Style kiezen • U bevindt zich in het Demo scherm. Druk op de [Demo] knop om dit scherm te verlaten. ■ Niet alle noten worden weergegeven • De KR-570 kan maximaal 64 noten tegelijk weergeven. Wordt dat aantal overschreden, dan vallen er noten weg. Dit kan gebeuren wanneer u op het klavier speelt terwijl u een song van diskette weergeeft, of wanneer u muziek speelt waarbij u veelvuldig gebruik maakt van het Damper pedaal. ■ Data van diskette worden niet onmiddellijk weergegeven • Er zijn twee soorten SMF muziekdata, Formaat 0 en Formaat 1. De weergave van Formaat 1 data gaat steeds met een kleine vertraging gepaard. Om te weten wat het formaat is van bepaalde SMF data raadpleegt u best het boekje dat bij die data wordt geleverd. ■ Als u SMF muziekdata weergeeft beeldt het display “PU” af • “PU” (pickup) verschijnt bij het begin van de weergave in het display voor songs die niet beginnen op ■ U drukt op de [Fwd] of [Bwd] knoppen, maar er wordt niet vooruit- of teruggespoeld • Bij bepaalde soorten data duurt het even voordat de vooruit- of terugspoelfunctie in werking treedt, omdat de muziek op dat moment wordt ingelezen. Als dat het geval is wordt het maatnummer geïnverteerd in het display afgebeeld. Even geduld dus… ■ U hoort plots een andere Tone • Als u in Style Play een andere Style kiest worden automatisch de Tone en het tempo aangepast aan de nieuwe Style. Wilt u een andere Style kiezen zonder automatisch Tone en tempo te wijzigen, lees dan “Arranger-instellingen wijzigen” op blz. 54 er eens op na. • De Tone is Whole-Keyboard Play is steeds gelijk aan de Tone van de rechterhandpartij in Split Play (en ook in Style Play). Als u op één van deze plaatsen een andere Tone kiest verandert hij op de andere plaats ook. • Als u in [Whole] mode bepaalde sporen opneemt kan het zijn dat de Tone die was opgeslagen verandert in de Tone die u hebt ingesteld. • Misschien hebt u een Expansion Tone gekozen; die keuze is steeds tijdelijk. Zodra u een andere mode kiest (u gaat bijvoorbeeld van Whole-Keyboard Play naar Split Play) worden opnieuw de originele Tones gekozen. ■ De Tone klinkt plots “anders” • U kunt niet meerdere DSP-effecten tegelijk toevoegen. Als u opneemt op meerdere sporen of meespeelt met de weergave van een song kan dat tot gevolg hebben dat het effect dat zo typerend was voor een Tone plots wegvalt, omdat de DSP door een andere Tone wordt opgeëist. ■ Whole-Keyboard Play werkt niet • Als u de Arranger gebruikt (de indicator op de One Touch Program [Arranger] knop licht op) kunt u Whole-Keyboard Play niet inschakelen, zelfs niet door op de [Whole] knop te drukken. De piano bevindt zich namelijk in Piano Style Arranger Play 67 KR-570 Handleiding mode, wat inhoudt dat akkoorden over het volledige klavier worden herkend en weergegeven. U kunt dus spelen zoals op een piano, maar dan met automatische begeleiding en zonder u over een splitpunt zorgen te maken. Om Whole-Keyboard Play in te schakelen moet u op de One Touch Program [Piano] knop drukken. ■ Chord Intelligence werkt niet • Zodra u in de Piano Style Arranger Play mode drie noten tegelijk speelt wordt dit als een akkoord herkend. • Misschien hebt u de Chord Intelligence functie uitgeschakeld (zie blz. 54). ■ Pedalen werkt niet • Misschien zijn ze niet goed aangesloten. Controleer of de kabels die van de pedalen komen wel degelijk met de juiste connectors op het achterpaneel zijn verbonden. • Tijdens Style Play of Split Play krijgen het linker en middenpedaal automatisch een andere functie. U kunt die functie trouwens zelf bepalen. (zie “Functie van de pedalen kiezen” op blz. 58) Bovendien wordt het linker pedaal een Soft pedaal en het middenpedaal een Sostenuto pedaal zodra u op de One Touch Program [Piano] knop drukt. ■ U drukt op de [Rec] knop om op te nemen maar de [Play] indi- cator begint niet te knipperen • 68 Als er een diskette in de drive steekt of als u net een song van diskette hebt weergegeven moet u op de [Song] knop drukken en in het Song Select scherm de <U: User Song> (bovenaan links) kiezen. Als u • • daarna op de [Rec] knop drukt begint de indicator van de [Play] knop te knipperen en kunt u gaan opnemen. Als u in een bestaande opname een bepaald spoor wilt overdoen moet u eerst op de [Rec] knop drukken, pas daarna kunt u het gewenste spoor voor opname selecteren. De indicators van de spoorknop waarop u hebt gedrukt en van de [Play] knop beginnen dan te knipperen en u kunt nu over het betreffende spoor opnemen. (zie “Opname overdoen” op blz. 38) U hebt Punch In Recording geselecteerd. In dat geval moet u de opname starten en stappen door op een pedaal (of een Pad knop) te drukken (zie blz. 44). ■ Er ontbreekt een partij in de song op de diskette • Brandt de indicator op de betreffende spoorknop wel? Als dat niet het geval is drukt u op deze knop, zodat de indicator oplicht. ■ Toonhoogte klopt niet • Controleer de transpositiewaarde en zet deze op “0”. (zie blz. 59) • Misschien werd de referentietoonhoogte van de piano gewijzigd en moet hem opnieuw stemmen. (zie blz. 59) ■ U kunt Layer Play of Split Play niet gebruiken • U maakt gebruik van de 16trk Sequencer. Daarbij wordt er steeds één Tone per spoor opgenomen, dus kunt u de Split en Layer modes niet gebruiken (zie blz. 42). Foutmeldingen, Aansluiten op een computer 17. Foutmeldingen Als er iets misgaat met de werking van uw KR-570 krijgt u een foutmelding te zien. Die melding verschijnt in het display en blijft daar staan, hoewel u vlak na het verschijnen weer met de piano kunt werken. Om de melding te doen verdwijnen drukt u op [EXIT]. E.12 E.00 U kunt op deze diskette niets opslaan omdat ze niet Omwille van de kopieerbeveiliging kunt u dit soort voor de KR-570 werd geformateerd. data enkel op de originele diskette opslaan. Oplossing: gebruik enkel diskettes die op de Oplossing: bewaar deze data enkel op de diskette KR-570 werden geformateerd. (zie blz. 44) waar ze vandaan komen. E.13 E.01 De diskette werd tijdens het schrijven of formateren Dit soort muziekdata kunt u niet op diskette zetten. uitgeworpen. Oplossing: u kunt deze data enkel weergeven. Oplossing: probeer het nog eens en wacht tot het E.02 schrijven of formateren is afgelopen voor u de disHet wisbeveiligingsnokje van de diskette staat in de kette uit de drive haalt. “PROTECT” stand. E.14 Oplossing: zet het nokje in de “WRITE” stand. (zie De diskette werd beschadigd. blz. 8) Oplossing: gebruik een lege diskette die voor de E.03 KR-570 werd geformateerd. U kunt niet formateren en u kunt ook niets op de E.15 master diskette opslaan. Op deze diskette kunt u deze data niet bewaren. Oplossing: gebruik enkel diskettes die op de Oplossing: gebruik enkel diskettes die op de KR-570 werden geformateerd. (zie blz. 44) KR-570 werden geformateerd. (zie blz. 44) E.04 E.20 Op dit type diskette kunt u deze data niet bewaren. De diskette is onleesbaar. Oplossing: de onderstaande soorten data moet u Oplossing: gebruik Roland SMF muziekdata. Hebt steeds opslaan op een aparte diskette, die enkel dat u een ongeformateerde diskette in de drive gestosoort data bevat: ken, gebruik deze dan pas nadat u ze voor de • Songs die u op de KR-570 hebt opgenomen. KR-570 hebt geformateerd. • Songs die u op de KR-570 naar SMF muziekdata E.21 hebt geconverteerd. De muziekdata zijn onleesbaar. • Styles die u op de KR-570 hebt gecreëerd. Oplossing: gebruik Roland SMF muziekdata. Gaat Al deze data moeten natuurlijk steeds worden opgehet om een diskette met instellingen, houd er dan slagen op diskettes die voor de KR-570 werden rekening mee dat u enkel instellingen kunt inlezen geformateerd. die op de KR-570 zijn gemaakt. E.05 E.22 U kunt niet over dit bestand schrijven. De diskette werd tijdens het lezen uitgeworpen. Oplossing: probeer de data onder een ander nummer Oplossing: probeer het nog eens en wacht tot het of op een andere diskette op te slaan. lezen is afgelopen voor u de diskette uit de drive E.10 haalt. U mag de diskette nooit uit de drive halen Er steekt geen diskette in de disk drive. zolang het lampje van de drive brandt. Oplossing: steek een diskette in de drive en probeer E.23 het nog eens. Er werden foute sectoren op de diskette gevonden. E.11 Oplossing: u kunt deze data niet gebruiken. Er is niet genoeg ruimte op de diskette om deze data E.24 op te slaan. De data van de diskette worden niet snel genoeg Oplossing: gebruik een lege diskette die voor de geladen om ze te kunnen weergeven. KR-570 werd geformateerd. 69 KR-570 Handleiding Oplossing: annuleer de procedure door op de [Stop] knop te drukken. Druk vervolgens op de [Reset] knop en daarna nogmaals op [Play]. E.25 Deze muziekdata kunnen niet worden weergegeven. Oplossing: deze data bevatten informatie die niet compatibel is met de KR-570. U kunt deze data niet gebruiken. E.30 Dit bestand is te groot, u kunt het enkel weergeven. Oplossing: u kunt in deze data niet opnemen, vooruit- of terugspoelen en u kunt ze ook niet opslaan. E.31 Dit bestand is te groot om in op te nemen. Oplossing: u kunt in deze data niet opnemen, vooruit- of terugspoelen en u kunt ze ook niet opslaan. Weergeven kan wel. E.32 De opname werd geannuleerd. Oplossing: u kunt geen data meer opnemen omdat de maximale geheugencapaciteit werd overschreden. E.34 Dit bestand is te groot om op te nemen of weer te geven. Oplossing: u kunt deze data niet in de KR-570 gebruiken. E.35 Er kunnen geen data meer in de KR-570 worden geladen. Oplossing: wis een stuk van de data in het interne geheugen (zie “Opname wissen” op blz. 39) of bewaar de data waaraan u werkt op een diskette (zie “Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39). 70 E.36 De totale omvang van de Style data is te groot om samen te worden opgeslagen. Of: de Style data die u van diskette probeert te laden zijn te omvangrijk om te worden ingelezen. Oplossing: wijzig de samenstelling van de data of kies een andere Style. E.40 De KR-570 kan zoveel MIDI-data niet in één keer verwerken. Oplossing: druk op de [Stop] knop om de foutmelding te doen verdwijnen. E.41 Er is een probleem met de data-uitwisseling (bijvoorbeeld een MIDI- of computerkabel die werd uitgetrokken). Oplossing: controleer of de MIDI- en computerkabels correct zijn aangesloten. E.42 Er worden te veel data tegelijk gezonden om te worden opgenomen. Oplossing: vertraag het tempo en neem de data nogmaals op. E.43 De Computer schakelaar op het achterpaneel staat in de verkeerde stand, of de instellingen van de computer kloppen niet. Oplossing: Schakel de KR-570 uit, zet de Computer schakelaar in de juiste stand en schakel vervolgens de KR-570 opnieuw in. Als dat niet werkt moet u de instellingen van de computer controleren. E.51 U kunt de instellingen niet in het interne geheugen schrijven. Oplossing: Probeer het nog een keer. Lukt het nog niet, neem dan contact op met een Roland hersteldienst. Overzicht van de Tones, Rechtstreeks selecteerbare Tones 18. Overzicht van de Tones 18.1 Rechtstreeks selecteerbare Tones Piano Grand Piano 1 Grand Piano 2 Upright Piano Rock Piano Honky-tonk 1 Honky-tonk 2 MIDI Piano 1 MIDI Piano 2 E.Piano E.Piano 1 Soft E.Piano E.Piano 2 Hard E.Piano 60’s E.Piano Clav. Harpsichord 1 Harpsichord 2 Vibes Vibraphone Celesta Marimba Xylophone Glockenspiel Music Box Tubular-bell Santur Steel Drums Kalimba Barafon Vibra Bells Organ Jazz Organ 1 Jazz Organ 2 Full Organ 1 Full Organ 2 Lower Organ 1 Lower Organ 2 Church Organ Organ Flute Theater Org. Trem.Flute Rock Organ 1 Rock Organ 2 Jazz Organ 3 Jazz Organ 4 Full Organ 3 Full Organ 4 Pop Organ VS Orgn Accordion Harmonica Guitar Nylon Guitar Gut Guitar Steel Guitar 12str Guitar Mandolin Banjo Hawaiian Gt. Muted Gt. JC E.Guitar Jazz Guitar Overdrive Gt. Distortion Gt. Power Guitar Rock Rhythm Shamisen Koto Strings Slow Strings Strings Violin Cello Choir Choir Oohs Pop Voice Syn Vox Harp Orchestra Syn.Strings 1 Warm Pad Saw Wave Saw Doctor Solo Syn.Calliope Charang Bass & Lead Pan Flute Shakuhachi Whistle Ocarina Metal Pad Sweep Pad Soundtrack Atmosphere Crystal Sitar Orchestra Hit Pizzicato Str. Acoustic Bs. A.Bass+Cymbl Fingered Bs. Picked Bass Fretless Bs. Slap Bass 1 Organ Bass Synth Bass 101 Sax Blow Sax Soprano Sax Alto Sax Oboe Bassoon Clarinet Flute Blow Pipe Trumpet Muted Trumpet Trombone Fr.Horn Solo Brass1 French Horn Synth Brass 1 Synth Brass 2 Fantasia Fantasia Brightness Harpvox Polysynth CC Solo Square Wave 71 KR-570 Handleiding 18.2 Expansion Tones Nr. Tone naam 72 *UDQG3LDQR *UDQG3LDQR 8SULJKW3LDQR 0,',3LDQR 0,',3LDQR 3LDQR 3LDQR 3LDQR (*5KRGHV (*5KRGHV 5RFN3LDQR +RQN\WRQN +RQN\WRQN (3LDQR (3LDQR (3LDQR +DUG5KRGHV 'HWXQHG(3 'HWXQHG(3 6RIW(3LDQR )06$(3 V(3LDQR +DUG(3LDQR 6W)0(3 +DUG)0(3 (3LDQR (3LDQRY *6(3LDQR (3LDQRY +DUSVLFKRUG +DUSVLFKRUG +DUSVLFKRUG &RXSOHG+SV +DUSVLR &ODY $QDORJ&ODY &HOHVWD *ORFNHQVSLHO 0XVLF%R[ 9LEUDSKRQH 0DULPED %DUDIRQ ;\ORSKRQH 7XEXODUEHOO 6DQWXU -D]]2UJDQ -D]]2UJDQ -D]]2UJDQ CC CC 0 32 PC# Nr. Tone naam -D]]2UJDQ )XOO2UJDQ )XOO2UJDQ )XOO2UJDQ )XOO2UJDQ /RZHU2UJDQ /RZHU2UJDQ 2UJDQ 2UJDQ 3RS2UJDQ 962UJDQ 0HWDOLF2UJ 'HWXQHG2U 'HWXQHG2U 5RFN2UJDQ 5RFN2UJDQ 5RWDU\2UJ6 5RWDU\2UJ) 2UJDQ)OXWH &KXUFK2UJDQ 'LJL&KXUFK 7KHDWHU2UJ 7UHP)OXWH 3LSH2UJ%V 2UJDQ%DVV $FFRUGLRQ $FFRUGLRQ)U $FFRUGLRQ,W +DUPRQLFD *6+DUPRQLFD %DQGRQHRQ 1\ORQ*XLWDU *XW*XLWDU *61\ORQ*W 8NXOHOH 1\ORQ*WR 6WHHO*XLWDU 6WHHOVWU*W VWU*XLWDU VWU*W 1\ORQ6WHHO 0DQGROLQ *60DQGROLQ -D]]*XLWDU 0HOORZ*W +DZDLLDQ*W *6+DZDLLDQ -&(*XLWDU CC CC 0 32 PC# Nr. Tone naam &OHDQ*W &KRUXV*W 0XWHG*W 0XWHG'LV*W )XQN*W )XQN*W 2YHUGULYH*W 'LVWRUWLRQ*W *6'LVW*W 'D]HG*XLWDU 5RFN5K\WKP 5RFN5K\WKP )HHGEDFN*W )HHGEDFN*W 3RZHU*XLWDU 3RZHU*W WK'LVW *W+DUPRQLFV $FRXVWLF%V $%DVV&\PEO *6$F%DVV )LQJHUHG%V *6)LQJ%DVV 3LFNHG%DVV *63LFNHG%V 0XWH3LFN%V )UHWOHVV%V 0U6PRRWK 6ODS%DVV 6ODS%DVV 6\QWK%DVV 6\QWK%DVV 6\QWK%DVV 6\QWK%DVV 6\QWK%DVV 5HVR6+%DVV 6+%DVV 9LROLQ *69LROLQ 6ORZ9LROLQ 9LROD &HOOR *6&HOOR &RQWUDEDVV 7UHPROR6WU 3L]]LFDWR6WU +DUS *6+DUS CC CC 0 32 PC# Overzicht van de Tones, Expansion Tones Nr. Tone naam 7LPSDQL 6WULQJV *66WULQJV 6ORZ6WULQJV *66O6WU :DUP6WULQJV 2UFKHVWUD &KRLU6WU 6\Q6WULQJV 6\Q6WULQJV 6\Q6WULQJV &KRLU 3RS9RLFH 6\Q9R[ &KRLU2RKV 2UFKHVWUD+LW 7UXPSHW *67UXPSHW 7URPERQH 7URPERQH 7XED 0XWHG7UXPSHW )UHQFK+RUQ )U+RUQ6ROR %UDVV %UDVV 6\QWK%UDVV 6\QWK%UDVV 6\QWK%UDVV 6\QWK%UDVV 6RIW%UDVV 6RSUDQR6D[ *66RS6D[ $OWR6D[ %ORZ6D[ 7HQRU6D[ %DULWRQH6D[ 2ERH *62ERH (QJOLVK+RUQ %DVVRRQ &ODULQHW 3LFFROR *6)OXWH )OXWH 5HFRUGHU 3DQ)OXWH %ORZ3LSH CC CC 0 32 PC# Nr. Tone naam %RWWOH%ORZ 6KDNXKDFKL :KLVWOH 2FDULQD 6TXDUH:DYH 6\Q6TXDUH &&6ROR 6TXDUH )0/HDG )0/HDG -36TXDUH 6DZ:DYH 6DZ 0J/HDG 36DZ/HDG 'RFWRU6ROR 5K\WKPLF6DZ :DVS\6\QWK 6\Q&DOOLRSH -33XOVH &KLIIHU/HDG &KHHVH6DZ &KDUDQJ 5HVR6DZ 6ROR9R[ 5$9(9R[ WK6DZ:DYH %DVV/HDG )DW3HUN\ )DQWDVLD )DQWDVLD :DUP3DG 6RIW3DG 3RO\V\QWK 33RO\ 6SDFH9RLFH +HDYHQ,, %RZHG*ODVV 0HWDO3DG +DOR3DG -36TU3DG 6ZHHS3DG 6ZHHS3DG &RQYHUJH ,FH5DLQ 6RXQGWUDFN &U\VWDO 9LEUD%HOOV CC CC 0 32 PC# Nr. Tone naam &OHDU%HOOV 6RIW&U\VWDO 'LJL%HOOV 6\Q0DOOHW $WPRVSKHUH +DUSYR[ 1\ORQ+DUS 1\ORQ5KRGHV %ULJKWQHVV *REOLQ (FKR'URSV (FKR%HOO %LJ3DQQHU $L\DLD (FKR%HOO (FKR3DQ (FKR3DQ %LJ3DQQHU 6WDU7KHPH 6LWDU %DQMR 6KDPLVHQ .RWR .DOLPED %DJSLSH )LGGOH 6KDQDL 7LQNOH%HOO 6WHHO'UXPV )DOOLQJ'RZQ CC CC 0 32 PC# GH]H 7RQH NRPW RRN LQ KHW ´QRUPDOHµOLMVWMHYRRU && ZDDUGH YRRU FRQWUROHFRP PDQGRQU && ZDDUGHYRRUFRQWUROHFRP PDQGRQU 3& SURJUDPPDQXPPHU 73 KR-570 Handleiding 18.3 Drum Sets ● Drum Set PC# CC32 Type 25 26 28 29 27 30 31 32 33 34 35 C2 36 37 38 40 41 39 42 43 44 45 46 47 C3 48 49 50 52 53 51 54 55 56 57 58 59 C4 60 61 62 64 65 63 66 67 68 69 70 71 C5 72 73 74 76 77 75 78 79 80 81 82 83 C6 84 85 86 88 74 87 1 64 STANDARD Bar Chime Finger Snap High Q Slap Scratch Push Scratch Pull Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Std Kick 2 Std Kick 1 Side Stick Std Snr 1 Hand Clap Std Snr 2 Low Tom 2 Closed Hi-hat 1 Low Tom 1 Pedal Hi-hat 1 Mid Tom 2 Open Hi-hat 1 Mid Tom 1 High Tom 2 Crash Cymbal1 High Tom 1 Ride Cymbal 1 Chinese Cymbal Ride Bell Tambourine Splash Cymbal Cowbell Crash Cymbal 2 Vibra-slap Ride Cymbal 2 High Bongo Low Bongo Mute High Conga Open High Conga Low Conga High Timbale Low Timbale High Agogo Low Agogo Cabasa Maracas Short Hi Whistle Long Low Whistle Short Guiro Long Guiro Claves High Wood Block Low Wood Block Mute Cuica Open Cuica Mute Triangle Open Triangle Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo ----- 17 0 POWER 9 64 ROOM --------- 25 0 ELECTRONIC 26 0 TR-808 [EXC7] [EXC7] Std Kick 1 Room Kick Kick 2 MONDO Kick Kick 2 Elec BD Room Snr 1 Gated SD Elec SD Std Snr 1 Room Low Tom 2 Snare 2 Room Mid Tom 1 Room Hi Tom 2 Open Hi-hat 2 [EXC1] Room Mid Tom 1 Room Hi Tom 2 Gated SD Elec Low Tom 2 Closed Hi-hat 2 [EXC1] Elec Low Tom 1 Pedal Hi-hat 2 [EXC1] Elec Mid Tom 2 Open Hi-hat 2 [EXC1] Elec Mid Tom 1 Elec Hi Tom 2 Room Hi Tom 1 Room Hi Tom 1 Elec Hi Tom 1 Closed Hi-hat 2 [EXC1] [EXC1] Room Low Tom 1 Pedal Hi-hat 2 [EXC1] [EXC1] Room Mid Tom 2 [EXC1] Kick 2 808 Bass Drum 1 808 Rim Shot 808 Snare Drum Snare 2 808 Low Tom 2 808 CHH [EXC1] 808 Low Tom 1 808 CHH [EXC1] 808 Mid Tom 2 808 OHH [EXC1] 808 Mid Tom 1 808 Hi Tom 2 808 Cymbal 808 Hi Tom 1 Reverse Cymbal 808 Cowbell 808 High Conga 808 Mid Conga 808 Low Conga 808 Maracas [EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3] 808 Claves [EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5] [EXC6] [EXC6] ----- ----- ----- ----- Overzicht van de Tones, Drum Sets ● Drum Set PC# CC32 Type ● SFX Set 41 64 BRUSH 26 64 DANCE 49 0 ORCHESTRA 25 40 26 28 29 Close Hi-hat [EXC1] Pedal Hi-hat [EXC1] Open Hi-hat [EXC1] Ride Cymbal 27 30 Dance Snr 1 31 37 40 41 42 44 45 46 47 C3 48 49 50 52 53 Std Kick 1 808 Bass Drum 2 808 Rim Shot TR-909 Snr 39 43 Dance Snr 2 808 Low Tom 2 808 CHH [EXC1] 808 Low Tom 1 808 CHH [EXC1] 808 Mid Tom 2 808 OHH [EXC1] 808 Mid Tom 1 808 Hi Tom 2 808 Cymbal 808 Hi Tom 1 Kick 2 Kick 1 Concert BD 2 Concert BD 1 Brush Tap Brush Slap Brush Swirl Brush Low Tom 2 Closed Hi-hat 2 [EXC1] Brush Low Tom 1 Pedal Hi-hat 2 [EXC1] Brush Mid Tom 2 Open Hi-hat 2 [EXC1] Brush Mid Tom 1 Brush Hi Tom 2 Concert SD Castanets Concert SD Timpani F Timpani F# Timpani G Timpani G# Timpani A Timpani A# Timpani B Timpani c Timpani c# Timpani d Timpani d# Timpani e Timpani f Brush Hi Tom 1 51 56 53 51 54 55 56 57 58 59 C4 60 61 62 64 65 63 66 67 70 808 Cowbell Concert Cymbal 2 58 Concert Cymbal 1 71 C5 72 73 74 61 62 63 76 808 High Conga 808 Mid Conga 808 Low Conga 77 75 78 79 80 66 81 67 82 68 83 69 70 71 C5 72 52 68 59 65 49 50 69 57 64 C3 48 54 55 C4 60 44 47 34 38 42 43 46 32 C2 36 41 39 45 33 35 PC# CC32 Type 808 Maracas C6 84 85 57 0 SFX High Q Slap Scratch Push [EXC7] Scratch Pull [EXC7] Sticks Square Click Metronome Click Metronome Bell Guitar sliding Finger Guitar cutting noise (down) Guitar cutting noise (up) String slap of double bass Fl.Key Click Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps1 Footsteps2 Applause Door Creaking Door Scratch Wind Chimes Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jetplane Helicopter Starship Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion Dog Horse-Gallop Birds Rain Thunder Wind Seashore Stream Bubble Cat 73 74 76 77 75 808 Claves PC# : Program Change Number CC32 : Value of Control Change 32 * Value of Control Change is set 0. 78 79 80 81 82 83 C6 84 85 86 88 87 ----- ----- Applause Brank : same percussion instruments as the Standard set ----: No sound [EXC] : will not sound simultaneously withother percussion instruments of the same Number 75 KR-570 Handleiding 19. Overzicht van DSP effecten 76 1 Overdrive Milde vervorming 2 Distortion Zware vervorming 3 Phaser Modulatie-effect (geeft een “waaierend” geluid) met een sterke kleuring. 4 Enhancer Versterkt de hoge tonen in het geluid en maakt het dus helderder. 5 Auto Wah Zorgt voor een cyclisch terugkerende klankkleurverandering. 6 Compressor Beperkt het dynamisch bereik door signaalpieken in te dijken. 7 Gate Reverb Een galm-effect dat niet geleidelijk uitsterft maar abrupt wordt afgesneden. 8 Rotary Het geluid van een roterende luidspreker. 9 Hexa Chorus Maakt het geluid vetter en breder; 10 Tremolo Chorus Voorziet het geluid van een tremolo-effect. 11 Stereo Chorus Een normale stereo-chorus. 12 Stereo Flanger Stereo modulatie-effect dat een metalige resonantie toevoegt aan het geluid. 13 Step Flanger Een flanger effect waarbij de toonhoogte stapsgewijs verandert; 14 Stereo Delay Een delay (echo) effect waarbij de herhaling zowel links als rechts te horen is. 15 Modulation Delay Een delay die het geluid ook nog eens van zwevingen voorziet. 16 Triple Tap Delay Een delay met drie vertragingslijnen. 17 Quadruple Tap Delay Een delay met vier vertragingslijnen. 18 2-Voice Pitch Shifter Voegt twee in toonhoogte verschoven signalen toe aan het originele signaal. 19 Feedback Pitch Shifter Voegt één in toonhoogte verschoven signaal toe aan het originele signaal. 20 Overdrive→ Chorus De Overdrive en Chorus effecten zijn in serie geschakeld. 21 Overdrive→ Flanger De Overdrive en Flanger effecten zijn in serie geschakeld. 22 Overdrive→ Delay De Overdrive en Delay effecten zijn in serie geschakeld. 23 Distortion→ Chorus De Distortion en Chorus effecten zijn in serie geschakeld. 24 Distortion→ Flanger De Distortion en Flanger effecten zijn in serie geschakeld. 25 Distortion→ Delay De Distortion en Delay effecten zijn in serie geschakeld. 26 Enhancer→ Chorus De Enhancer en Chorus effecten zijn in serie geschakeld. 27 Enhancer→ Flanger De Enhancer en Flanger effecten zijn in serie geschakeld. 28 Enhancer→ Delay De Enhancer en Delay effecten zijn in serie geschakeld. 29 Chorus→ Delay De Chorus en Delay effecten zijn in serie geschakeld. 30 Flanger→ Delay De Flanger en Delay effecten zijn in serie geschakeld. 31 Chorus→ Flanger De Chorus en Flanger effecten zijn in serie geschakeld. 32 Sympathetic Resonance Zodra u op het demper pedaal drukt hoort u een effect wat de resonantie van de snaren van een akoestische piano (bij ingedrukt pedaal) nabootst. Demosongs, Drum Sets 20.Demosongs Songnummer Componist Copyright Piano 1 Scott Tibbs ©1996, Buoy Music Piano 2 Scott Wilkie ©1996, Scott Wilkie for Beach House Piano 3 Roland ©1996 Roland Corporation Piano 4 J.S. Bach Organ 1 J.S. Bach Organ 2 Music Brains Organ 3 Jonas Nordwall Organ 4 Roland ©1996 Roland Corporation Strings 1 Music Brains ©1996 Roland Corporation Strings 2 ----- Spanish Traditional Strings 3 W.A. Mozart Strings 4 F. Chopin Strings 5 Music Brains ©1996 Roland Corporation Ensemble 1 Stewart Cary en Joe Millward ©1996 Roland Corporation U.S. Ensemble 2 E. Grieg ©1996 Roland Corporation 77 KR-570 Handleiding Specificaties Klavier 88 toetsen (hammer-action mechanisme) Keyboard Mode Whole, Split, Layer, Split Arranger (Style Play), Piano, Style Arranger, Manual Drum/SFX Aanslaggevoeligheid Super Light, Light, Medium, Heavy, Super Heavy Maximale Polyfonie 64 stemmen Tones 8 groepen, 124 variaties (Tone Expansion Mode: 270 variaties) Music Styles Intern: 120 Diskette: 32 (bijgeleverd) Extra Music Styles kunt u laden van Music Style Diskettes (MSA) Manual Drum/SFX sets Drum Set: 8/SFX Set: 1 Programmeerbare Music Styles ja Effecten Reverb (8 types), Chorus (8 types), Sympathetic Resonance, Rotary (langzaam/snel), enz. Melody Intelligence 18 types User Programs Intern: 32 geheugens Diskette: max. 99 sets Composer Sporen: 16 (Easy Mode: 5) Songs: 1 Nootcapaciteit: ongeveer 30.000 noten Tempo: kwartnoot= 20~250 Resolutie: 120 tikken per kwartnoot Opnamemethode: realtime of step (met de Chord Sequencer) Weergave: Standard MIDI File (Formaat 0/1), KR Songs Opslaan: Standard MIDI File (Formaat 0/1), KR Songs Edit Setup, Copy, Quantize, Erase, Delete, Insert, Transpose, Track Exchange, Track Copy Disk Drive/Opslagmedia 3.5” Micro Floppy Disk Drive Disketteformaat: 720 Kbytes (2DD), 1.44 Mbytes (2HD) Songs: maximaal 99 Nootcapaciteit: ongeveer 120.000 noten (2DD) ongeveer 240.000 noten (2HD) Songteksten ja Talen 4 talen (Engels, Duits, Frans en Japans) (Nederlands beschikbaar vanaf eind juni 1996. Als u dat graag hebt, kunt u gratis uw systeem laten aanpassen.) Display 240 x 64 dots grafisch LCD met CFL achtergrondverlichting Pedalen Damper, Soft, Sostenuto Half-ingedrukt pedaal wordt herkend voor Damper en Soft Soft en Sostenuto pedalen hebben een vrij toewijsbare functie Aansluitingen Audio-uitgangen (mono/stereo) Audio-ingangen (mono/stereo) Microfooningang (mono) Hoofdtelefoonuitgang (stereo) Pedaalingang (8-pin DIN type) MIDI-connectors (In, Out) Computer connector Vermogen 40 W x 2 Luidsprekers (20 cm x 2.5 cm) x 2 Stroomvoorziening AC117V/AC230V/AC240V Stroomverbruik 116W (117V)/92W (230V)/92W (240V) Afwerking Imitatie rozehout 78 Specificaties, Drum Sets Afmetingen KR-570: 1437 (B) x 525 (D) x 890 (H) mm Gewicht (inclusief onderstel) KR-570: 64.3 kg Toebehoren Handleiding (Engels en Nederlands) Music Style Disk (MSA) Lege diskette (MF-2HD) Stroomkabel Wijzigingen van de specificaties en de afwerking van dit instrument zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden. 79 KR-570 Handleiding 21. MIDI Implementatie KR-570 7 februari 1996 Functie Versie 1.00 Verzonden Ontvangen Opmerkingen Basiskanaal Fabrieksinstelling Veranderbaar 1 1~16 1~16 1~16 Mode Fabrieksinstelling Prompt Veranderbaar Mode 3 OMNI OFF, POLY ***** Mode 3 Mode 3, 4 (M= 1) Nootnummer Daadwerkelijk nummer 15~113 ***** 0~127 0~127 Aanslag Noot-aan Noot-uit 0 X 8n v= 64 0 X Aftertouch Polyfoon Kanaal X X 0 0 *1 *1 0 0 *1 O X X X O X X O X O O O O O X X O O O O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) O O *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 Daadwerkelijk nummer 0~127 ***** O 0~127 *1 X O Systeemcommando’s Song positie Song keuze Stemmen X X X X X X Realtime commando’s Clock commando’s X X X X Andere commando’s Alle klanken uit Initialisatie commando Local aan/uit Alle noten uit Active Sensing Systeem initialiseren X X X X O X O (120, 126, 127) O O O (123~127) O X Pitch Bend 0, 32 1 5 6, 38 7 10 11 64 65 66 67 84 91 93 98, 99 100, 101 Controlecommando’s Programmakeuze SysEx 80 Bank Select Modulation Portamento-tijd Data-ingave Volume Panpot Expression Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Portamento control Effect 1-diepte Effect 3-diepte NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB Programmanummers 1~128 *1: 0 en X is instelbaar *2: Wordt als M=1 herkend, ook als is M≠1 Opmerkingen Mode 1: OMNI ON, POLY Mode 3: OMNI OFF, POLY *2 Mode 2: OMNI ON, MONO Mode 4: OMNI OFF, MONO O: Ja X: Nee Index, 22.Index A Aanslaggevoeligheid, 51, 59 Accomp, 35 Advanced, 31 Akkoorden, 33 Akkoorden-Sequencer, 43 Akkoordherkenning, 29 Apple, 65 Arrangement, 31 Arranger, 20, 53 Intro, 57 Piano Style, 27 Update, 63 As SMF, 40 Auto, 54 B Backup, 63 Balance, 31 Basic, 31 Beat (metronoom), 60 Begeleiding, 20 Bend Up/Down, 58 Break, 57 Buigingsintervall, 61 C Chord Intelligence, 32 Sequencer, 43 Tone, 54 Chorus, 26, 60 Composer, 37, 42 Style, 45 Computer, 65 Contrast, 61 Copy, 48 Track, 49 D Damper, 58 Data Kopiëren, 48 Wissen, 48 Wissen (Delete), 49 Delayed, 63 Delete, 49 Disk Format, 44 Diskette, 33 Formateren, 44 Song opslaan, 39 User Programs opslaan, 56 User Styles opslaan, 41 DSP, 26, 57 E Editen Opname, 47 Effecten, 26 Eigen Styles, 46 Ending, 31, 46 Erase, 48 Event, 48 Except Note, 48 Expansion Tones, 61 F Fabrieksinstellingen, 63 Factory Preset, 63 Fade In/Out, 57 Fast, 57 Fill In, 32, 57 Fill-in, 46 For, 48, 49 Formateren, 44 From, 48 Full Auto, 54 Functies, 17 G Game, 17 Gelijkzwevend, 52 Glide, 57 H Harmonie, 34 Heavy, 59 Hold, 30 I Initialiseren, 63 Insert, 49 Instant, 63 Intelligence, 57 Intelligente akkoorden, 32 Intro, 30, 46 Invoegen, 49 J Just, 52 K Key Touch, 51, 59 Transpose, 60 Keyboard, 35 Keyboard Play Whole, 27 Kiezen Klanken, 25 Music Style, 29 Kirnberger, 52 Klank Kiezen via MIDI, 62 Klanken Kiezen, 25 Stapelen, 28 Klep, 9 Kopiëren, 48 Spoor, 49 L Laden User Program, 57 Language, 17 Layer, 28 Leading Bass, 57, 58 Light, 59 Link, 64 Local Control, 62 Lower aan/uit, 54 Lyric, 61 M Maatsoort, 51 Mark(er), 52 Master Tune, 59 Maten invoegen, 49 Melody Intelligence, 57 Melody Intelligence, 34 Memory Backup, 63 Metronoom, 38 Maatsoort, 51, 60 Volume, 51, 60 Microfoon, 24 81 KR-570 Handleiding MIDI Aansluiting, 65 Local, 62 Programmakeuze, 62 Tx Ch, 62 Minus One, 39 Music Style Algemeen, 29 Arrangement kiezen, 31 Diskette, 33 Kiezen, 29 Starten, 30 Stoppen, 31 Mute, 42 Muziekstandaard, 9 N Naam User Program, 56 O Octaveren, 26 One Touch Program, 18 Arranger, 20, 29 Opname, 37 Editen, 47 Methode kiezen, 44 Opslaan User Programs, 56 Original, 32, 46 P Pad, 57 Part Volume, 35 PC, 62 Pedalen (functie), 58 Piano Style, 29 Piano Style Arranger, 27 Pitch Bend Range, 61 Preset, 63 Programakeuze, 62 Q Quantize, 48 R Rec Mode, 44 Recording Mode, 44 82 Reverb, 26, 60 Rotary Speed, 57 S Save Song, 39 Sequencer, 42 Chord, 43 Simple Intro, 57 Slow, 57 SMF, 40 Soft, 58 Soft Thru, 62 Solo, 42 Song Edit, 47 Save, 39 SMF, 40 Sostenuto, 58 Split, 27 Splitpunt, 54 Sporen kopiëren, 49 Standard MIDI File, 40 Stemmen, 59 Stemming, 51 Stretch, 51 Stroomkabel, 9 Style, 20, 29 Composer, 45 Nieuwe maken, 45 Zelf maken, 46 Super Light, 59 Sync Start, 30 Tone Expansion, 61 Kiezen, 25 Tone Lock, 54 Tone, Tempo Lock, 54 Tones, 25 Toonaard wijzigen, 49 Track, 48 Copy, 49 Exchange, 49 Transponeren, 60 Octaafstappen, 26 Transpose, 49, 60 Tuning, 51 Tweede stem, 34 TX MIDI Ch, 62 U Uitwisselen, 49 Update, 63 User Program, 56 Arranger Update, 63 Laden, 57 Naam, 56 Save, 56 User Style Opslaan op diskette, 41 V Variation, 32, 46 Vingerzetting, 32 Volume, 35, 47 Metronoom, 51 Voorspoelen, 24 W T Taal, 17 Teksten, 61 Temperament, 52 Temperatuur, 51 Tempo, 20, 31, 47 Tempo Lock, 54 Terugspoelen, 24 Timing verbeteren, 48 To Original, 32 Variation, 32 Weergave, 38 Met Markers, 53 Werckmeister, 52 Whole, 27 Wissen Data, 48 Maten, 49 Z Zendkanaal, 62 16trk Sequencer, 42 Wijzigingen van de specificaties en het uiterlijk zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project