Roland KR-570 de handleiding

Add to my manuals

advertisement

Roland KR-570 de handleiding | Manualzz
KR-570
Digital Intelligent Piano
Handleiding
KR-570 Handleiding
1.
Inleiding
Bedankt voor uw aankoop van de Roland KR-570 Digital Piano.
Een uitstekend klavier, een eenvoudige bediening en automatische begeleidingsmogelijkheden maken van de
KR-570 een instrument voor mensen die “spelplezier” hoog in hun vaandel schrijven. Dat plezier wordt er alleen
maar groter op wanneer u even de tijd neemt om deze handleiding door te lezen, teneinde grondig kennis te maken
met de uitgebreide mogelijkheden van dit instrument.
1.1 Voornaamste kenmerken
☛ One Touch Program functies voor een snelle
configuratie
Via de PIANO knop kunt u alle instellingen oproepen die u nodig hebt om gezellig piano te kunnen
spelen. Hetzelfde geldt voor de ORGAN knop wanneer u zin hebt om orgel te spelen. De ARRANGER
knop tenslotte roept alle voor het gebruik van de
automatische begeleidingen belangrijke instellingen op.
☛ 270 Tones (klanken) en 120 Styles (begeleidingen)
“Tones” slaat op de klanken van de KR-570 – en het
aantal mag echt wel indrukwekkend worden
genoemd. Ook op het vlak van de Styles (automatische begeleidingen) bent u niet zo snel uitgeteld: u
kunt er namelijk ook van diskette laden en zo het
aantal onbeperkt uitbreiden.
☛ Stereo piano-samples met digitale effecten
De pianoklanken voor de KR-570 hebben we in stereo opgenomen, wat sterk bijdraagt tot hun realisme. Dat laatste kan ook worden gezegd van de ingebouwde digitale effecten.
☛ “Hammer-action” klavier
Het klavier is opgebouwd rond een hamermechaniek, die u het gevoel geeft op een echte piano te
spelen. Meer bepaald komen de toetsen onder
invloed van een tegengewicht weer omhoog – net
zoals bij een akoestische piano.
☛ 64 stemmen
De KR-570 kan tot 64 stemmen tegelijk weergeven.
Ook hier geen reden tot klagen dus!
☛ Ingebouwde Composer, eenvoudig en toch veelzijdig
Met de ingebouwde Composer kunt u eenvoudige
opnames maken, in de handel verkrijgbare muziekdata weergeven, en daarnaast nog een en ander,
getuige de opties uit het Composer menu: 16 Track
2
Sequencer, Chord Sequencer, Song Edit, Style
Composer, Style Converter (Geïntrigeerd? Het hele
verhaal leest u uiteraard verderop in de handleiding.)
☛ Microfooningang
U kunt een microfoon rechtstreeks op de KR-570
aansluiten en het signaal daarvan voorzien van
echo.
☛ GM/GS-compatibel
MIDI mag dan wel een standaard zijn, maar dat
betekent nog lang niet dat echt alles gestandaardiseerd is. Eén van de meest storende problemen
was tot voor kort dat de geheugenstructuur van de
instrumenten sterk verschilde. Niet alleen varieerde
het aantal klanken van instrument tot instrument,
maar ook de aard van de klanken en de rangschikking ervan was moeilijk onder een norm te vatten.
Het probleem dat je dus bij het weergeven van
sequences kreeg, was dat je met een bepaald programmanummer op één instrument een piano koos,
terwijl dat op een ander instrument toevallig een
trombone was enz.
Ook de manier waarop de controlecommando’s uitgevoerd werden, verschilde sterk. Dat heeft Roland
aan het denken gezet, en dus kwam men met een
aanvullende standaard op de proppen: GS. Het GS
formaat biedt u een garantie dat data die u op één
GS instrument aangemaakt hebt, ook op een ander
GS instrument kunnen worden afgespeeld –zonder
dat u wat dan ook moet aanpassen.
Op GS compatibele instrumenten pronkt het GS
logo. Dit logo vindt u ook op software (meestal
SMF bestanden) met data die volgens het GS formaat geprogrammeerd zijn. Uiteindelijk heeft dit
het voordeel dat uw instrument niet binnen afzienbare tijd achterhaald is (omdat er weer een nieuwe
klankbron uitkomt met alweer een andere geheugenindeling).
Inleiding, Voornaamste kenmerken
De bedoeling van Roland was natuurlijk de GS standaard ook aan de andere fabrikanten voor te stellen,
wat ook gebeurd is. Alleen vonden sommige de
standaardisering een beetje ver gaan en stelden
daarom een iets simpelere versie van het GS formaat voor: General MIDI System Level 1 (kortweg
GM).
De compatibiliteit van sommige controlecommando’s werd achterwege gelaten en ook de gedeeltelijke vervanging van SysEx data door controlecommando’s haalde het niet. Roland bleef echter vasthouden aan zijn formaat, in de overtuiging dat het
eigenlijk het gebruiksvriendelijkere is.
U hoeft daar niet echt van wakker te liggen omdat
GS alles kan wat GM kan – en nog een beetje meer.
Wat dus voor een GM instrument geprogrammeerd
is, kunt u zonder problemen op de KR-570 weergeven. Andersom lukt het niet altijd.
3
KR-570 Handleiding
Inhoud
Hoofdstuk 1. Inleiding ................................................................................................................ 2
1.1 Voornaamste kenmerken ................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2. Voorzorgsmaatregelen ...................................................................................... 8
Hoofdstuk 3. Voordat u aan de slag gaat ............................................................................. 9
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
Muziekstandaard installeren ............................................................................................ 9
Klep openen of sluiten ..................................................................................................... 9
Stroomkabel aansluiten .................................................................................................... 9
Inschakelen .................................................................................................................... 10
Hoofdtelefoons gebruiken .............................................................................................. 10
Microfoon gebruiken ..................................................................................................... 10
KR-570 met externe geluidsapparatuur verbinden ........................................................ 11
Hoofdstuk 4. Voorzieningen op de panelen ....................................................................... 12
4.1 Frontpaneel .................................................................................................................... 12
4.2 Achterpaneel .................................................................................................................. 14
Hoofdstuk 5. Basiswerking/display-informatie ................................................................. 15
5.1 Over de typografie in deze handleiding ......................................................................... 15
5.2 Het basisscherm ............................................................................................................. 15
5.3 Werken met en via het display ....................................................................................... 15
Terugkeren naar het vorige scherm of naar het basis-scherm ........................................ 16
Hoofdstuk 6. Overzicht van de KR-570 ............................................................................... 17
6.1 Voorstelling van de verschillende functies .................................................................... 17
Even de klanken beluisteren .......................................................................................... 17
Taal kiezen (<Language> functie) ................................................................................. 17
<Game> functie ............................................................................................................. 17
Hoofdstuk 7. Spelen op de KR-570 ...................................................................................... 18
7.1 One Touch Program ....................................................................................................... 18
Piano spelen - One Touch Program [Piano] ................................................................... 18
Klep openen en sluiten.................................................................................................... 18
Metronoom inschakelen.................................................................................................. 18
Functies van de pedalen .................................................................................................. 19
Functie menu <Func…> ................................................................................................. 19
7.2 Orgel spelen - One Touch Program [Organ] .................................................................. 19
Rotary effect (roterende luidspreker) bedienen .............................................................. 20
Type orgel kiezen............................................................................................................ 20
Functie menu <Func…> ................................................................................................. 20
7.3 Spelen met begeleiding - One Touch Program [Arranger] ............................................ 20
Werkwijze ....................................................................................................................... 20
7.4 Drum- en effectklanken ................................................................................................. 23
Drums of geluidseffecten ............................................................................................... 23
Drum Set Type kiezen ................................................................................................... 23
7.5 Songs van diskette weergeven ....................................................................................... 23
Slechts één song weergeven .......................................................................................... 23
Alle songs weergeven .................................................................................................... 24
Voor- en terugspoelen .................................................................................................... 24
7.6 Microfoon aansluiten ..................................................................................................... 24
Hoofdstuk 8. Tones ................................................................................................................... 25
8.1 Tones kiezen .................................................................................................................. 25
Tone groep kiezen .......................................................................................................... 25
4
Inhoud,
Tone kiezen ....................................................................................................................25
8.2 Tones van effecten voorzien ...........................................................................................26
Reverb (galm) .................................................................................................................26
Andere effecten (DSP) ...................................................................................................26
8.3 Octaafligging kiezen (in octaven transponeren) .............................................................26
8.4 Eén Tone over het volledige klavier spelen (Whole) .....................................................27
8.5 Verschillende Tones met de linker- en rechterhand spelen (Split) .................................27
Split instellen ..................................................................................................................27
Tones kiezen ...................................................................................................................28
8.6 Twee Tones tegelijk spelen (Layer) ...............................................................................28
Hoofdstuk 9. Spelen met begeleiding (Style Play) ...........................................................29
9.1 One Touch Program functie ............................................................................................29
Akkoordherkenning over het volledige klavier ..............................................................29
Wat is een Music Style? .................................................................................................29
9.2 Styles kiezen ....................................................................................................................29
Style groep kiezen ..........................................................................................................29
9.3 Style starten en stoppen ...................................................................................................30
Starten .............................................................................................................................30
Stoppen ...........................................................................................................................31
9.4 Tempo aanpassen.............................................................................................................31
9.5 Volumebalans aanpassen.................................................................................................31
9.6 Andere Style arrangementen kiezen ...............................................................................31
Arrangement kiezen.........................................................................................................31
Begeleidingspatroon kiezen.............................................................................................32
9.7 Akkoorden spelen met eenvoudige vingerzetting (Chord Intelligence) .........................32
9.8 Style diskettes .................................................................................................................33
Styles van een diskette laden met de [DISK/USER] knop .............................................34
Styles kiezen die u met de [Disk/User] knop hebt geladen ............................................34
9.9 Harmonieën toevoegen ...................................................................................................34
9.10 Volume van de parts wijzigen ........................................................................................35
Begeleidingspartijen ........................................................................................................35
Partijen die u op het klavier speelt ..................................................................................35
Hoofdstuk 10. Opnemen en weergeven ...............................................................................37
10.1 Opname ...........................................................................................................................37
Opnemen .........................................................................................................................37
Opname overdoen ...........................................................................................................38
10.2 Weergave .........................................................................................................................38
Weergave van bepaalde sporen tijdelijk uitschakelen ....................................................38
Minus One Play opnemen ..............................................................................................39
Weergave zonder tempoverandering ..............................................................................39
10.3 Opname wissen................................................................................................................39
10.4 Opnamen op diskette bewaren.........................................................................................39
10.5 Songs in het SMF formaat opslaan..................................................................................40
10.6 User Styles op diskette bewaren......................................................................................41
Hoofdstuk 11. Composer menu ..............................................................................................42
Hoe werkt het Composer menu? ....................................................................................42
11.1 16trk Sequencer ...............................................................................................................42
Sporen uitschakelen of soleren .......................................................................................42
11.2 Chord Sequencer .............................................................................................................43
11.3 Opnamemethode kiezen .................................................................................................44
Opnamemethode (Rec Mode) .........................................................................................44
Methode om de opname te stoppen (Rec Stop) ..............................................................44
11.4 Diskettes formateren........................................................................................................44
11.5 Interne Styles combineren tot nieuwe Styles – Style Composer .....................................45
User Style wijzigen .........................................................................................................45
5
KR-570 Handleiding
Parts binnen een divisie uitschakelen ............................................................................ 46
11.6 Eigen Styles maken......................................................................................................... 46
11.7 Opnames editen – Song Edit........................................................................................... 47
Tempo en volume aanpassen ......................................................................................... 47
Noten quantiseren (Quantize) ........................................................................................ 48
Data van een spoor wissen (Erase) ................................................................................ 48
Maten kopiëren (Copy) .................................................................................................. 48
Maten wissen (Delete) ................................................................................................... 49
Lege maten toevoegen (Insert) ...................................................................................... 49
Toonaard wijzigen (Transpose) ..................................................................................... 49
Sporen uitwisselen en kopiëren – Track Exchange/Track Copy ................................... 49
Hoofdstuk 12. Functie menu .................................................................................................. 51
12.1 Functies op het piano scherm.......................................................................................... 51
Maatsoort en volume van de metronoom aanpassen ..................................................... 51
Aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen ............................................................ 51
Stemming van het klavier wijzigen – Tuning ................................................................ 51
Markeerpunten: herhaling van bepaalde passages ......................................................... 52
12.2 Functies in het orgel scherm ........................................................................................... 53
Arranger functie ............................................................................................................. 53
Lower Tone in- en uitschakelen/splitpunt kiezen .......................................................... 54
12.3 Functies op het basisscherm ........................................................................................... 54
Arranger-instellingen wijzigen ...................................................................................... 54
Akkoord- en basklank wijzigen ..................................................................................... 54
Hoofdstuk 13. Instellingen van de KR-570 bewaren ...................................................... 56
13.1 Registraties opslaan: User Programs .............................................................................. 56
Instellingen oproepen met de [User Program] knop ...................................................... 56
Naam van een User Program wijzigen .......................................................................... 56
13.2 User Programs op diskette bewaren................................................................................ 56
User Programs laden ...................................................................................................... 57
13.3 Functies aan de Pad knoppen toewijzen ......................................................................... 57
13.4 Functie van de pedalen kiezen ........................................................................................ 58
Hoofdstuk 14. Utility menu ..................................................................................................... 59
14.1
14.2
14.3
14.4
14.5
14.6
14.7
14.8
14.9
14.10
14.11
14.12
14.13
14.14
Hoe werkt het Utility menu? .......................................................................................... 59
Stemmen (Master Tune) ................................................................................................. 59
Aanslaggevoeligheid/Transponeren................................................................................ 59
Maatsoort en volume van de metronoom aanpassen ...................................................... 60
Reverb en Chorus type kiezen ........................................................................................ 60
Expansion Tones kiezen ................................................................................................. 61
Contrast van het display aanpassen ................................................................................ 61
Afbeelding van teksten uitschakelen .............................................................................. 61
Pitch Bend bereik instellen ............................................................................................. 61
Klanken kiezen op een extern MIDI-instrument (PC).................................................... 62
MIDI-zendkanaal/Local Control instellen ...................................................................... 62
MIDI-zendkanaal kiezen ................................................................................................ 62
Local Control ................................................................................................................. 62
Arranger Update-snelheid voor User Programs.............................................................. 63
Memory Backup ............................................................................................................. 63
Fabrieksinstellingen laden .............................................................................................. 63
Link ................................................................................................................................. 64
Hoofdstuk 15. KR-570 aansluiten op een MIDI-instrument of computer ................. 65
15.1 KR-570 op een MIDI-instrument aansluiten .................................................................. 65
MIDI-connectors ............................................................................................................ 65
15.2 Aansluiten op een computer ........................................................................................... 65
Werkwijze ...................................................................................................................... 65
6
Inhoud,
Hoofdstuk 16. Mogelijke problemen ....................................................................................67
Hoofdstuk 17. Foutmeldingen ................................................................................................69
Hoofdstuk 18. Overzicht van de Tones ................................................................................71
18.1 Rechtstreeks selecteerbare Tones ...................................................................................71
18.2 Expansion Tones ............................................................................................................72
18.3 Drum Sets .......................................................................................................................74
Hoofdstuk 19. Overzicht van DSP effecten .........................................................................76
Hoofdstuk 20. Demosongs .......................................................................................................77
Specificaties .................................................................................................................................78
Hoofdstuk 21. MIDI Implementatie .......................................................................................80
Hoofdstuk 22. Index ..................................................................................................................81
7
KR-570 Handleiding
2.
Voorzorgsmaatregelen
Voeding
•
Schakel de KR-570 en de overige instrumenten altijd uit voordat
u ze op elkaar aansluit.
•
Sluit het netsnoer van de KR-570 nooit aan op een stopcontact
waar andere apparaten, die brom of ruis veroorzaken (b.v. dimmers, motoren enz.) of veel vermogen trekken, op zijn aangesloten.
•
Let, bij het aansluiten van het netsnoer op het lichtnet, op het voltage.
•
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en zorg dat er niemand over kan struikelen. Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker zelf en nooit aan het netsnoer om de draden niet te beschadigen.
•
Als u de KR-570 lange tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u
best de aansluiting op het lichtnet.
•
Het zou kunnen gebeuren dat de KR-570 niet naar behoren werkt
wanneer u hem onmiddellijk na uitschakelen weer inschakelt.
Wacht dus telkens een paar seconden voordat u hem weer inschakelt.
vensduur van deze batterij bedraagt ongeveer 5 jaar. Het zou iets
langer kunnen zijn, maar het verdient aanbeveling de batterij om
de 5 jaar te laten vervangen.
•
Probeer nooit zelf de geheugenbatterij te vervangen. Laat dit
werk over aan de Roland hersteldienst. Denk eraan dat de data in
het interne geheugen kunnen worden gewist. Dat is met name het
geval als het geheugen of een daarmee samenhangend onderdeel
wordt hersteld of niet meer werkt.
Andere voorzorgsmaatregelen
•
Behandel de KR-570 zachtjes.
•
Laat geen voorwerpen (muntstukken, metalen draad enz.) of
vloeistoffen (water, alcohol, sap enz.) in het inwendige terechtkomen.
•
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst
voordat u de KR-570 in het buitenland gebruikt.
•
Als de KR-570 niet naar behoren werkt, schakel hem dan onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer of de Roland hersteldienst.
Plaatsing
Behandeling van diskettes
•
Om problemen te vermijden, dient u de KR-570 te beschermen
tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
•
•
Plaats de KR-570 niet te dicht in de buurt van een neonlicht, een
fluorescerende lamp, een TV-toestel of ander, gelijkaardig materiaal dat enerzijds ruis door interferentie, en anderzijds allerlei
fouten kan veroorzaken.
Gebruik de drive nooit op vochtige plaatsen omdat een hoge
vochtigheidsgraad de werking van de drive in de war kan brengen. Soms leidt dit zelf tot een beschadiging van de diskette.
•
Wacht, wanneer u de KR-570 van een koude plaats (bv. een auto)
naar een warme brengt, ongeveer één uur voordat u de drive gebruikt.
Stel de KR-570 niet bloot aan overmatige trillingen terwijl de
disk drive werkt.
•
Verwijder de diskette nooit uit de drive wanneer de indicator van
de drive oplicht.
•
Haal de diskette uit de drive voordat de KR-570 in- of uitschakelt.
•
Diskettes zijn heel gevoelig voor vet en stof. Raak daarom nooit
het magnetisch oppervlak aan en open nooit zelf het metalen
klepje.
•
Diskettes kunnen na verloop van tijd onleesbaar worden. Sla uw
belangrijke data daarom altijd op twee verschillende floppies op
en bewaar één van de twee op een veilige plaats.
•
Stel uw floppies nooit bloot aan temperaturen beneden de 10° en
boven de 50°C.
•
Kleef altijd de bijgeleverde sticker op de daarvoor voorziene
plaats en noteer er de inhoud van de floppy op om uw data zo
snel mogelijk terug te kunnen vinden.
•
Onderhoud
•
•
Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte,
droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de
KR-570 daarna droog met een zachte doek.
Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze
kunnen de behuizing beschadigen.
Geheugenbatterij
•
8
Dit instrument is uitgerust met een batterij die ervoor zorgt dat de
opgeslagen data ook na uitschakelen niet gewist worden. De le-
Voordat u aan de slag gaat, Muziekstandaard installeren
3.
Voordat u aan de slag gaat
3.1 Muziekstandaard installeren
Til de muziekstandaard op en plooi de drie houders naar beneden, zoals in de onderstaande afbeelding staat aangegeven. Om de klep weg te bergen houdt u ze stevig vast, klapt u de houders naar omhoog en laat u ze vervolgens
zachtjes zakken.
(1)
(2)
(2)
(2)
3.2 Klep openen of sluiten
Bij het openen neemt u de klep met beide handen in het midden vast, licht u ze een beetje op en schuift u ze vervolgens naar achter.
Bij het sluiten trekt u de klep langzaam naar u toe tot ze niet meer verder kan, dan laat u ze lichtjes zakken.
Opmerking: Neem de klep steeds in het midden vast, zodat u niet met uw vingers in de sleuven aan de zijkanten blijft steken!
Kleine kinderen laat u deze klus best niet alleen klaren.
Opmerking: Om ongelukken te voorkomen sluit u best steeds de klep voor u de piano verplaatst.
3.3 Stroomkabel aansluiten
1 Zorg dat de [POWER] schakelaar is uitgeschakeld.
2 Verbind de bijgeleverde stroomkabel met de AC ingang op de achterzijde van de piano en steek de stekker
in een stopcontact.
Opmerking: Gebruik alleen de stroomkabel die bij het instrument wordt geleverd.
Opmerking: Verbreek de verbinding met het lichtnet als u van plan bent de piano een tijdlang niet te gebruiken.
9
KR-570 Handleiding
3.4 Inschakelen
Vóór u de piano inschakelt moet u de [Volume] regelaar links op het frontpaneel in de minimumstand zetten.
Daarna mag u op de [POWER] schakelaar links op het frontpaneel drukken. Enkele seconden later is het instrument
beschikbaar en hoort u geluid als u op het klavier speelt.
Reverb
Min
Part Volume
Max
Accomp
Brilliance
Mellow
Volume
Min
Keyboard
Bright
Max
Accomp
Balance
Keyboard
Als de schakelaar ingedrukt is, is de KR-570 ingeschakeld.
AAN
UIT
In de UIT stand is de KR-570 uitgeschakeld.
Opmerking: De KR-570 is uitgerust met een beveiligingscircuit. Vandaar dat u pas enkele seconden na het inschakelen geluid
hoort.
3.5 Hoofdtelefoons gebruiken
Helemaal links onder het klavier vindt u de hoofdtelefoonuitgangen. We hebben er gelijk twee voorzien, zodat u
ook met een partner ongestoord kunt oefenen. Zodra u een hoofdtelefoon aansluit komt er geen geluid meer uit de
luidsprekers. Op die manier kunt u met een hoofdtelefoon op ieder gewenst (en ongewenst) moment spelen, zonder
anderen te storen.
Het volume van de hoofdtelefoon regelt u met de [VOLUME] regelaar.
2 hoofdtelefoonaansluitingen
Gebruik best een stereo-hoofdtelefoon.
Opmerking: U mag een hoofdtelefoon nooit overdreven luid zetten en er ook niet te lang ononderbroken naar luisteren, anders
riskeert u tijdelijk of permanent gehoorverlies.
3.6 Microfoon gebruiken
Rechts onder het klavier vindt u nog een jack-ingang. Daar kunt u een microfoon op aansluiten. De microfoon kunt
u gebruiken om mee te zingen/praten met muziek van diskette of met muziek die u zelf speelt, u verzint het maar…
Microfoonaansluiting
10
Voordat u aan de slag gaat, KR-570 met externe geluidsapparatuur verbinden
Het volume van de microfoon regelt u met de [VOLUME] regelaar. Daarnaast is er nog een [ECHO] regelaar,
waarmee u het microfoongeluid van echo kunt voorzien.
Opmerking: Houd altijd het volume van uw KR-570 in de gaten. Dat is met name noodzakelik wanneer u laat op de avond of
‘s nachts nog graag zingt terwijl u op de KR-570 speelt. Tenslotte kan het volume van uw (niet versterkte) stem niet zomaar
worden verminderd.
Opmerking: Als u speciaal voor de KR-570 een microfoon wilt aanschaffen, neem dan best eens contact op met uw Roland
dealer. Hij kan u vertellen welk type het best geschikt is.
Opmerking: Zet het volume van de microfoon pas open nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al open staat terwijl u
de microfoon aansluit levert dat doorgaans onaangename kraakgeluiden op. Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen
(“fluiten”). Als dat gebeurt moet u de microfoon verplaatsen (hij mag niet naar de luidsprekers gericht zijn) of het microfoonvolume wat zachter zetten.
3.7 KR-570 met externe geluidsapparatuur verbinden
U kunt het geluid van uw KR-570 versterken via een externe installatie. Bovendien kunt u externe geluidsbronnen,
zoals een CD-speler of een synthesizer, beluisteren via de KR-570.
Om storingen of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen moet u steeds het volume naar omlaag
regelen en alle instrumenten uitschakelen voor u aansluitingen gaat maken.
Geluid van de KR-570 naar externe apparatuur sturen
Om het geluid van de KR-570 via externe luidsprekers te versterken of om het op te nemen op een
band-/cassetterecorder moet u de Output L/R connectors op het achterpaneel van de piano verbinden
met de AUX IN of LINE IN connectors van de
externe mixer/versterker.
Extern apparaat via de KR-570 versterken
Om het geluid van een CD-speler, een andere synthesizer of nog een ander instrument via de luidsprekers van de KR-570 te versterken moet u de Input L/
R connectors op het achterpaneel van de piano verbinden met de LINE OUT connectors van het externe apparaat.
Input
Input
R
R
L(Mono)
R
L(Mono)
R
L(Mono)
L(Mono)
Stereo
Stereo
Output
Output
Stereo
Stereo
Opmerking: Gaat het om mono-apparatuur, sluit dan
enkel de Output L (Mono) connector van de KR-570 aan.
Zodra u alles hebt aangesloten mag u de verschillende apparaten in de hieronder beschreven volgorde
inschakelen. Respecteer wel deze volgorde, anders
riskeert u storingen of schade aan luidsprekers of
andere apparaten.
1 Schakel de KR-570 in.
2 Schakel het externe apparaat in.
Bij het uitschakelen keert u deze volgorde om.
Opmerking: Gaat het om mono-apparatuur, sluit dan
enkel de Input L (Mono) connector van de KR-570 aan.
Zodra u alles hebt aangesloten mag u de verschillende apparaten in de hieronder beschreven volgorde
inschakelen. Respecteer wel deze volgorde, anders
riskeert u storingen of schade aan luidsprekers of
andere apparaten.
1 Schakel het externe apparaat in.
2 Schakel de KR-570 in.
Bij het uitschakelen keert u deze volgorde om.
11
KR-570 Handleiding
4.
Voorzieningen op de panelen
4.1 Frontpaneel
Power
1
2
Min
Reverb
3
Part Volume
Max
Accomp
Mellow
Min
Brilliance
Volume
4
7
5
Pop Piano Style Ballad
Country Big Band Swing
Latin
Waltz
Kidsl
March
Trad
World
Disk
User
Accomp
Balance
6
Keyboard
1
User Program
9
1 [Power] schakelaar
Hiermee schakelt u het instrument in en uit (zie
blz. 10).
2 [Reverb] regelaar
Hiermee bepaalt u het volume van het galmeffect
(zie blz. 25).
3 [Brilliance] regelaar
Hiermee bepaalt u de helderheid van het geluid.
Beweeg de regelaar naar rechts voor een helderder,
naar links voor een doffer geluid.
4 [Volume] regelaar
Hiermee bepaalt u het totaalvolume van het instrument.
5 Part Volume knop
Deze knop gebruikt u om het volume van individuele Parts in een Performance te regelen.
6 [Balance] regelaar
Hiermee bepaalt u de volumebalans tussen de melodie en de begeleiding (zie blz. 31).
7 [Demo] knop
Als u op deze knop drukt vertoont het display een
inleiding tot de functies van de KR-570 en een
geanimeerde cursus klank- en akkoordherkenning
(zie blz. 17).
8 [Utility] knop
Deze knop biedt u toegang tot verschillende functies die nergens anders thuishoren (zie blz. 59).
9 [User Program] knop
Deze knop gebruikt u om zelfgemaakte instellingen
op te slaan en achteraf weer te laden (zie blz. 56).
12
Rock
Utility
Bright
Max
Music Style
Demo
Keyboard
11
10
8
2
To Variation
To Original
Tempo
Pad
Fill In
12
13
14
Sync
15
Intro
Start
Ending
Stop
16
17
0 Style groep knoppen.
Hiermee kiest u de Music Style groep (zie blz. 29).
A [Disk/User] knop
Hiermee kiest en laadt u Music Styles. Dat kunnen
zowel Styles van diskette als eigen creaties zijn (zie
blz. 33).
B [Tempo] knoppen
Hiermee bepaalt u het weergave- of opnametempo
(zie blz. 31).
C Pad knoppen
Deze knoppen kunnen verschillende functies hebben, die u zelf kunt definiëren.
D Fill In [To Variation] en [To Original] knoppen
Hiermee kiest u het begeleidingspatroon voor een
Music Style (zie blz. 32).
Anderzijds dienen deze knoppen ook om tijdens de
weergave een overgang (Fill In) in te lassen (zie
blz. 32).
E [Sync] knop
Als u op deze knop drukt start de begeleiding in het
tempo waarmee u op het klavier begint te spelen
(zie blz. 30).
F [Intro/Ending] knop
Hiermee kunt u de weergave laten beginnen met een
intro en laten eindigen met een slot. (zie blz. 30)
G [Start/Stop] knop
Hiermee start of stopt u de weergave van een Music
Style (zie blz. 30).
Voorzieningen op de panelen, Frontpaneel
3
1
4
Tone
Piano
E.Piano
Vibes
Organ
Whole
Guitar
Strings
Sax
Fantasia
Lower
Piano
Hold
Arranger
5
19
2
1 Display
Hierin leest u nuttige informatie af omtrent de
bediening van de KR-570.
2 Telindicators
Deze indicators lichten op in de maat van de geselecteerde Music Style (of van de opname die u
maakt/weergeeft).
3 Tone groep knoppen.
Hiermee kiest u de Tone groep (zie blz. 25).
4 Part knoppen
De indicators op deze knoppen geven aan welke
Part op dit moment is geselecteerd.
[Whole] knop
Druk op deze knop als u over het volledige klavier
wilt spelen (zie blz. 27). De knop heeft ook een
functie in de Piano Style Arranger Mode (zie
blz. 29).
8
BassI
Accomp
Lower
B
7
C
D
Microphone
Song
Volume
Upper
6
[Lower] knop
Druk op deze knop als u het klavier in twee delen
wilt splitsen. Met deze knop kiest u een Tone voor
de linkerhand (zie blz. 27).
[Upper] knop
Druk op deze knop om een Tone voor de rechterhand te kiezen (zie blz. 27).
5 One Touch Program knoppen
Eén druk op één van deze knoppen volstaat om de
KR-570 voor een bepaalde situatie te configureren
(zie blz. 18).
6 [Drums/SFX] knop
Door op deze knop te drukken kunt u drum- en
effectklanken op het klavier spelen (zie blz. 23).
7 [Melody Intelligence] knop
Hiermee voegt u een tweede stem toe aan de melodie (zie blz. 34).
9 0 A
Composer
Whole
DrumsI SFX
Upper
Split
One Touch Program
Exit
Rhythm
Organ
Melody
Intelligence
Echo
Menu
Save
R
1
2
3
4
16 track
Min
Reset
Stop
E F
Play
Rec
Bwd
Max
Min
Max
Fwd
G H I J
K
8 Spoorknoppen
Hiermee kiest u welke sporen u wilt opnemen (zie
blz. 37).
9 [Menu] knop
Hiermee opent u de menu’s die aan verschillende
opnamefuncties (bijvoorbeeld 16 Track Sequencer,
Style Composer, Edit) zijn gekoppeld (zie blz. 42).
0 [Song] knop
Hiermee kiest u songs van een diskette (zie blz. 23).
A [Save] knop
Druk op deze knop om uw opnames op diskette te
zetten (zie blz. 39).
L
B [Reset] knop
Met een druk op deze knop keert u terug naar het
begin van de Song.
3 Microphone [Volume] regelaar
Hiermee bepaalt u het volume van de microfoon die
u op de KR-570 aansluit (zie blz. 24).
4 Microphone [Echo] regelaar
Hiermee bepaalt u in welke mate het microfoonsignaal van echo wordt voorzien (zie blz. 24).
E Disk Drive
Deze dient om opgenomen materiaal op diskette te
zetten, of om songs van diskette weer te geven.
13
KR-570 Handleiding
F Uitwerpknop
Druk op deze knop om een diskette uit de drive te
halen.
G [Stop] knop
Hiermee stopt u de weergave of opname.
H [Play] knop
Hiermee start u de weergave.
I [Rec] knop
Hiermee start u de opname.
J [Bwd] knop
Hiermee spoelt u terug.
K [Fwd] knop
Hiermee spoelt u vooruit.
a [] en [] knoppen
Hiermee kiest u een andere toonaard (zie blz. 24).
4.2 Achterpaneel
41
2
1
40
3
42
4
43
5
44
6
45
Pedal
Input
Output
7
46
MIDI
Out
Computer
In
AC
Mac
PC-1
PC-2
R
L(Mono)
AC
L(Mono)
MIDI
Stereo
2 Computer schakelaar
Deze schakelaar moet u in de juiste stand zetten
voor u de KR-570 aansluit op externe MIDI-instrumenten of computers (zie blz. 65).
3 Computer connector
Via deze connector kunt u de KR-570 (door middel
van een speciale kabel) met een computer verbinden
en op die manier informatie tussen de twee uitwisselen (zie blz. 65).
4 MIDI-connectors
Via deze connectors kunt u de KR-570 verbinden
met andere MIDI-instrumenten (zie blz. 65).
14
R
Stereo
5 Pedal ingang
Op deze ingang moet u de kabel aansluiten die van
de pedalen in het statief van de KR-570 komt.
6 Input [R] en [L(Mono)] ingangen
Cassettespelers, CD-spelers en dergelijke die u met
deze ingangen verbindt kunt u door de luidsprekers
van de KR-570 beluisteren. (zie blz. 11)
7 Output [R] en [L(Mono)] uitgangen
Deze connectors dienen om het uitgangssignaal van
de KR-570 naar een externe versterker of een bandopnemer te sturen (zie blz. 11).
8 AC ingang (onderaan de KR-570)
Op deze ingang moet u de bijgeleverde stroomkabel
aansluiten (zie blz. 10).
Basiswerking/display-informatie, Over de typografie in deze handleiding
5.
Basiswerking/display-informatie
5.1 Over de typografie in deze handleiding
Even een paar afspraken maken over de manier waarop we één en ander typografisch onderscheiden:
[ ]: Hiermee duiden we een knop of regelaar aan die zich op het bedieningspaneel bevindt.
Bijvoorbeeld: “Druk op de Tone groep [Piano] knop.”
< >: Hiermee duiden we items aan die in het display worden afgebeeld. Om zo’n item te kiezen drukt u op de overeenkomstige knop die zich (eventueel schuin) onder de afgebeelde functie bevindt. Een item dat u selecteert wordt
geïnverteerd afgebeeld.
Bijvoorbeeld: Druk op <To: Basic> in het display.
5.2 Het basisscherm
Meestal bevindt u zich in het basisscherm, dat er als volgt uitziet:
Tempo
Gekozen Style
Maatsoort
Huidige maat
Metronoom aan/uit
Naam van de Tone
(Upper en Whole)
Keuze van een
ander Arrangement
Registreren van de
Twee Tones die
speelfuncties onder de
samen klinken
[Pad] knoppen en pedalen
Instellen van een hele reeks
functies die het spelen aangenamer maken
5.3 Werken met en via het display
Naar de vorige pagina Naar de volgende pagina
Display-pagina’s kiezen
Een aantal schermen bestaan uit meerdere pagina’s.
Deze kiest u met <Page®®> (volgende pagina) en
<√√ Page> (vorige pagina).
Scherm “vergrendelen”
Heel wat schermen worden slechts tijdelijk afgebeeld; na enkele seconden keert u terug naar de
vorige pagina. U kunt dit vermijden (dus op de huidige pagina blijven) door de [Hold] knop te drukken.
15
KR-570 Handleiding
Terugkeren naar het vorige scherm of naar
het basis-scherm
Door op de [EXIT] knop te drukken keert u terug
naar het vorige scherm of naar het basis-scherm.
16
Opmerking: U kunt ook de helderheid van het display
aanpassen. Zie “Contrast van het display aanpassen” op
blz. 61.
Overzicht van de KR-570, Voorstelling van de verschillende functies
6.
Overzicht van de KR-570
6.1 Voorstelling van de verschillende functies
Het display van de KR-570 kan u een rondleiding geven langs de verschillende functies van de KR-570. Dat gaat
als volgt:
1 Druk op de [Demo] knop.
U komt nu op de Demo pagina terecht, dat uit drie
pagina’s bestaat.
2 Met de ▲ en ▼ knoppen rechts van het display
kunt u naar andere pagina’s gaan.
De verschillende pagina’s geven u een omschrijving van het gebruik van verschillende functies.
3 Kies met de knoppen onder het display de
gewenste functie.
U komt nu terecht op een pagina waar functie en
werking van het geselecteerde item worden gedemonstreerd.
4 Druk nogmaals op de [Demo] knop om de Demo
pagina te verlaten.
Even de klanken beluisteren
U kunt de KR-570 ook een stukje muziek laten spelen om een indruk te krijgen van de klanken die zich
aan boord bevinden.
1 Druk op de Demo pagina op <Sound>.
2 Druk op <Demo> rechtsonder in het display.
3 Kies met de knoppen naast het display het
gewenste instrument.
U krijgt nu een stukje muziek te horen dat gebruik
maakt van de geselecteerde instrumentklank.
Hoeveel demosongs er beschikbaar zijn hangt een
beetje af van het gekozen instrument (zie “Demosongs” op blz. 77).
4 Door nogmaals op de <Demo> knop te drukken
kunt u naar de tweede demosong luisteren.
Bij iedere druk op deze knop gaat u naar de volgende song. De weergave stopt automatisch aan het einde van alle songs.
Taal kiezen (<Language> functie)
Het Basic menu en een deel van het Demo menu
kunnen in verschillende talen worden afgebeeld.
1 Druk op de Demo pagina op <Language>.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste taal.
Na enkele seconden keert het display terug naar de
oorspronkelijke pagina.
Opmerking: Nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld
wordt opnieuw de originele taal gekozen. Wilt u dat de
taal die u hebt gekozen na het uitschakelen bewaard blijft,
zie dan “Memory Backup” op blz. 63.
<Game> functie
Door <Game> te selecteren kunt u een spelletje
noten-raden of akkoorden-raden spelen.
1 Kies op de Demo pagina de optie <Game>.
2 Kies met de knoppen onder het display het
gewenste spelletje.
De opties zijn, van links naar rechts: “noten raden”,
“akkoorden raden” en “akkoorden oefenen”.
Noten raden
Probeer te raden welke noten de
KR-570 voor u speelt.
Akkoorden raden
Probeer te raden uit welke noten het
akkoord bestaat dat de KR-570 voor
u speelt.
Akkoorden oefenen
Bekijk het akkoord en probeer het te
spelen.
De spelletjes werken als volgt:
3 Kies met de knoppen onder het display “Beginner” (beginner) of “Advanced” (gevorderd).
• Het display beeldt de opdracht af.
• Enkele seconden later verschijnt de eerste tip (in
het midden van het display).
• Weer enkele seconden later krijgt u een tweede tip.
• Probeer te antwoorden voordat uw tijd op is.
• Hoe sneller u het juiste antwoord geeft, hoe hoger
uw score.
17
KR-570 Handleiding
7.
Spelen op de KR-570
7.1 One Touch Program
Met de One Touch Program knoppen kunt u op ieder gewenst moment ogenblikkelijk de juiste instellingen kiezen
voor een aantal gebruikssituaties. We gaan even kijken wat dat voor elk van de drie knoppen inhoudt.
Piano spelen - One Touch Program [Piano]
De instellingen die u met de One Touch Program [Piano] knop kiest zijn ook de standaardinstellingen die de
KR-570 kiest na het inschakelen.
1 Druk op de One Touch Program [Piano] knop.
Piano
Organ
Arranger
DrumsI SFX
One Touch Program
In het display verschijnt een afbeelding van een piano, u kunt nu over het volledige klavier piano spelen met de
klank “Grand Piano 1”.
Metronoom
Openen en
sluiten van
de klep
Functie
Klep openen en sluiten
We hebben het hier niet over de klep waarmee u het klavier van de KR-570 afschermt, maar over de “virtuele” klep
van de vleugelpiano die door de KR-570 wordt nagebootst. Het openen of sluiten van de klep bij een vleugelpiano
heeft een grote invloed op de klank van het instrument. Deze klankkleurverschillen kunt u in de KR-570 nabootsen.
1 Druk op de One Touch Program [Piano] knop om naar het pianoscherm te gaan.
Met de ▲Open en ▼Close knoppen kunt u de klep van de vleugel openen en sluiten. Bij iedere druk op de ▲Open
knop gaat de klep in het display iets verder open en wordt de pianoklank iets helderder. Bij iedere druk op de ▼Close knop gaat de klep in het display iets verder dicht en wordt de pianoklank iets doffer.
Metronoom inschakelen
De KR-570 beschikt over een ingebouwde metronoom. Die kunt u gebruiken om bij het oefenen de maat te houden.
In het display ziet u een afbeelding van een metronoom. Met de knop rechts daarvan schakelt u hem in en uit. Het
tempo kunt u aanpassen met de Tempo [+] en [-] knoppen. Door tegelijk op de Tempo [+] en [-] knoppen te drukken
kiest u opnieuw het standaardtempo.
Opmerking: U kunt ook het volume en de maatsoort van de metronoom aanpassen. Hoe dat in zijn werk gaat leggen we uit
op blz. 60.
Opmerking: Op dit moment zijn maatsoort en tempo van de metronoom gelijk aan die van de huidig geselecteerde Style.
18
Spelen op de KR-570, Orgel spelen - One Touch Program [Organ]
Functies van de pedalen
Dit zijn de standaardfuncties van de drie pedalen (ze hebben deze functies steeds wanneer u de KR-570 inschakelt
of wanneer u op de One Touch Program [Piano] knop drukt).
Zacht pedaal
Demperpedaal
Sostenuto pedaal
Zacht pedaal
Als u op dit pedaal drukt wordt de klank doffer.
Sostenuto pedaal
Als u dit pedaal indrukt blijven alle noten die u op dat moment hebt aangeslagen doorklinken. Noten die u daarna speelt blijven niet doorklinken.
Demper pedaal
Als u dit pedaal indrukt blijven alle noten doorklinken.
Opmerking: In de Split en Style modes hebben de pedalen andere functies.
Functie menu <Func…>
Dit menu groepeert verschillende functies die verband houden met piano spelen. Meer gedetailleerde informatie
vindt u onder “Functie menu” op blz. 51.
Naast de pianoklank waarmee we op dit moment werken biedt de KR-570 natuurlijk nog veel meer klanken. Hoe
u die kunt kiezen leest u onder “Tones kiezen” op blz. 25.
7.2 Orgel spelen - One Touch Program [Organ]
1 Druk op de One Touch Program [Organ] knop.
Piano
Organ
Arranger
DrumsI SFX
One Touch Program
In het display verschijnt een afbeelding van een orgel en het klavier van de KR-570 wordt verdeeld in een onder(linkerhand) en een bovenmanuaal (rechterhand).
Snelheid van de
draaibeweging
veranderen
Metronoom aan/uit
Ander type orgel kiezen
Functie
Op de onderste klavierhelft kunt u de klank “Lower Organ 1” spelen, terwijl de standaardkeuze voor de bovenste
klavierhelft het “Jazz Organ 1” is.
19
KR-570 Handleiding
Rotary effect (roterende luidspreker) bedienen
De Jazz Organ klank is voorzien van een Rotary effect. Dit effect bootst de klank na van een ronddraaiende luidspreker die voor de typische klank van het orgel zorgt. Er is ook een knop waarmee u tussen twee draaisnelheden
(langzaam en snel) kunt kiezen.
Type orgel kiezen
Met de <√ Type> en <Type ®> knoppen kiest u het gewenste type orgelklank. Telkens wanneer u op de One Touch
Program [Organ] knop drukt kunt u met dit type orgelklank spelen, tot u de KR-570 uitschakelt. Nadat u de KR-570
hebt uitgeschakeld wordt opnieuw het type “Jazz Organ 1” gekozen.
Functie menu <Func…>
Dit menu groepeert verschillende functies die verband houden met orgel spelen. Meer gedetailleerde informatie
vindt u onder “Functie menu” op blz. 51.
7.3 Spelen met begeleiding - One Touch Program [Arranger]
De KR-570 is uitgerust met een krachtige begeleidingsautomaat, die uw klavierspel kan voorzien van aangepaste
orkestarrangementen. Die arrangementen noemen we Styles. Er zijn Styles voor zowat alle muziekgenres en de
Arranger verandert de toonaard van de gekozen Style steeds in functie van de akkoorden die u speelt.
Werkwijze
Voordat de begeleidingsfuncties in detail gaan bekijken laten we u even kennismaken met de Styles.
1 Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
Het klavier is nu verdeeld in twee helften. De grens ligt op de noot F#3.
2 Kies een Style.
3 Speel een akkoord op de linker klavierhelft om de begeleiding te starten.
Eerst hoort u een intro, daarna begint de “normale” begeleiding waarover u de melodie kunt spelen.
Met de TEMPO knoppen kunt u het tempo van de begeleiding aanpassen.
Het spelen van akkoorden kunt u op de volgende manier vereenvoudigen:
• Desgewenst kunt u akkoorden met één vinger (zie blz. 32) spelen.
• Eens u een akkoord hebt gespeeld, mag u het loslaten. De begeleiding gaat dan op basis van het gespeelde akkoord
door tot u het volgende akkoord aanslaat.
4 Zodra het stuk is afgelopen drukt u op de [Intro/Ending] knop.
De begeleiding wordt beëindigd met een muzikaal slot.
■ Praktijkvoorbeeld
Om een en ander wat duidelijker te maken gaan we When The Saints Go Marching In proberen te spelen met een
aangepaste begeleiding.
1 Druk op de One Touch Program [Arranger] knop.
20
Spelen op de KR-570, Spelen met begeleiding - One Touch Program [Arranger]
U komt nu in het Basic scherm terecht. Tijdens het spelen met begeleiding kunt u hier zien hoe de akkoorden heten
die u speelt.
Naam van het
gespeelde
akkoord
2 Druk op de [Big Band] knop uit de Style groep.
3 In de lijst met Styles die in het display wordt afgebeeld kiest u de optie <Jazz Band>.
U hebt nu de Style “Jazz Band” gekozen. Na enkele seconden keert u terug naar het basisscherm.
4 Zodra u nu een noot in de linker klavierhelft aanslaat, begint de begeleiding. Speel de noot C (do), omdat
dat de grondnoot is van het eerste akkoord uit “When The Saints…”.
Eerst hoort u een intro van acht maten, daarna mag u de melodie beginnen spelen. U merkt dat onder partituur (zie
hieronder) informatie voor “rechts” en links staat afgebeeld. Rechts staan de melodienoten die u met de rechterhand
moet spelen, links de noten waarmee u de begeleiding moet aansturen.
F 3
C
G
F
Links
Rechts
Het tempo kunt u aanpassen met de Tempo [+] en [–] knoppen. Door tegelijk op de Tempo [+] en [–] knoppen te
drukken kiest u opnieuw het standaardtempo.
5 Zodra het stuk is afgelopen drukt u op de [Intro/Ending] knop.
Wilt u het stuk nog een keer spelen, druk dan op de [Sync] knop. Zodra u dan op de linker klavierhelft een toets
aanslaat begint de begeleiding opnieuw te spelen.
Opmerking: U kunt de begeleiding op verschillende manieren starten en stoppen (zie blz. 30).
21
KR-570 Handleiding
When The Saints Go Marching In
American Traditional
Rechts
Links
(Acht maten Intro)
C
E
F
C
E
F
Rechts G
Links
G
C
E
F
E
E
D
F
E
F
1. C
Rechts C
Links Do
C
Do
C
C
F
Rechts G
Links Fa
E
G
C
E
E
G
C
Rechts D
Links Sol
G
Do
G
E
C
Sol
D
2. C
C
E
F
C
Do
To Variation
■ Variatie in de begeleiding brengen
Probeer eens op de plaatsen waar in de partituur “To
Variation” staat aangeduid op de Fill In [To Variation] knop te drukken en luister hoe de begeleiding
verandert.
■ Andere Style kiezen
Laten we even een paar andere begeleidingen uitproberen en luisteren welke goed past bij de song
die we spelen.
22
G
Do
Intro/Ending
Bijvoorbeeld: “March 4/4”, “March 6/8”, (Style
groep: Kid’s/March)
Meer informatie over het kiezen van Styles vindt u
onder “Styles kiezen” op blz. 29.
Opmerking: Als u wilt weten hoe u een andere Tone
moet kiezen voor de bovenste klavierhelft moet u er
“Tones kiezen” op blz. 25 eens op nalezen.
Spelen op de KR-570, Drum- en effectklanken
7.4 Drum- en effectklanken
Als u op de [Drums/SFX] knop drukt kunt u een reeks drum- en effectklanken op het klavier spelen.
Piano
Organ
Arranger
DrumsI SFX
One Touch Program
1 Druk op de [Drums/SFX] knop.
U komt nu op de Drum pagina terecht. Met de verschillende toetsen op het klavier kunt u verschillende drumklanken aansturen. In het display ziet u
afbeeldingen van de verschillende slagwerkinstrumenten.
Opmerking: Een overzicht van de slagwerkklanken
de effectgeluiden aansturen. In het display ziet u
afbeeldingen van de verschillende effecten.
Als u nu op <Drums> drukt keert u terug naar het
Drum scherm.
Zoals u intussen hebt begrepen kunt u met één knop
wisselen tussen drum- en effectgeluiden.
zoals ze over het klavier verspreid liggen vindt u op xx.
Om terug te keren naar de vorige pagina drukt u
nogmaals op de [Drums/SFX] knop of op de [EXIT]
knop.
Drums of geluidseffecten
1 Druk op <SFX>.
U komt nu in het SFX scherm terecht. Met de verschillende toetsen op het klavier kunt u verschillen-
Drum Set Type kiezen
1 Druk op √ Type of Type ®.
Bij iedere druk op één van deze twee knoppen kiest
u een andere drum set, wat ook in het display wordt
aangegeven.
Opmerking: Een overzicht van de drum sets vindt u op
xx.
7.5 Songs van diskette weergeven
Met de ingebouwde disk drive van de KR-570 kunt u niet enkel uw eigen muziek opnemen en weergeven, want de
KR-570 weet ook weg met talloze in de handel verkrijgbare vooropgenomen muziekdiskettes. Of u nu zelfgemaakte of gekochte opnames weergeeft, de werkwijze blijft hetzelfde.
Opmerking: Lees voor u met diskettes aan de slag gaat
best nog eens “Behandeling van diskettes” op blz. 8 er op
na.
1 Steek een diskette met muziekdata in de drive.
2 Druk op de [Song] knop.
U komt nu in het “Song Select” scherm terecht.
Opmerking: Opnames die u in de KR-570 hebt gemaakt
worden gewist zodra u een song van diskette laadt. Als er
een opname in de KR-570 aanwezig is die nog niet werd
opgeslagen krijgt u zodra u op de [Song] knop drukt het
onderstaande scherm. Druk op <OK> als u de song wilt
wissen. Wilt u die opname bewaren, druk dan op <Cancel> en zie “Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39.
Slechts één song weergeven
3 Kies met knoppen naast het display de song die u
wilt horen.
Zijn er meer songs te kiezen dan op één scherm passen, gebruik dan Page ®® en √√ Page om naar de
overige pagina’s te gaan.
4 Druk <Play ®> of op de [Play] knop om de weergave van die Song te starten.
Na enkele seconden komt u terug in het vorige
scherm terecht.
Opmerking: Als de song in het midden van een maat
begint beeldt het display eerst “PU” (pickup) af en vervolgens het huidige maatnummer.
5 De weergave stopt automatisch aan het einde van
de song.
Wilt u eerder stoppen, druk dan op de <Stop■>
knop of de [Reset] knop. Als u op de [Reset] knop
23
KR-570 Handleiding
drukt, wordt niet alleen de opname gestopt maar
wordt er ook teruggespoeld naar het begin (de eerste
maat).
Opmerking: Na de weergave van sommige Songs zal u
niets meer horen wanneer u op het klavier speelt. Druk in
dat geval op de [Song] knop en kies de song <U: User
Song>, of wis de zonet weergegeven song (zie blz. 39).
Alle songs weergeven
Na stap 1 en 2 hierboven:
3 Druk op de <All Song> knop.
Alle songs van de diskette worden in volgorde
weergegeven. De weergave wordt bovendien herhaald tot u ze stopt.
4 Druk op <Stop■> of [Reset] om de weergave te
stoppen.
Als u op de [Reset] knop drukt, wordt niet alleen de
opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld
naar het begin (de eerste maat).
Voor- en terugspoelen
Met de [Fwd] of [Bwd] knoppen kunt u vooruit- en
terugspoelen door de maten van de song.
Bij iedere druk op één van deze knoppen gaat u één
maat vooruit of terug. Door één van de knoppen
ingedrukt te houden stapt u doorlopend vooruit of
terug.
Opmerking: Soms neemt het voor- en terugspoelen nogal wat tijd in beslag, afhankelijk van de data die u weergeeft.
Opmerking: U kunt de weergave van bepaalde instrumenten (sporen) uitschakelen en daar zelf iets voor in de
plaats spelen. Zie blz. 38.
Opmerking: Als er data werden gemarkeerd kunt u
enkel het gemarkeerde gedeelte herhalen. Meer gedetailleerde informatie onder “Markeerpunten: herhaling van
bepaalde passages” op blz. 52.
7.6 Microfoon aansluiten
Door een microfoon op de KR-570 aan te sluiten kunt u de piano omtoveren in een rasechte karaoke-machine.
Daarbij kunt u de toonhoogte van de begeleiding aanpassen en het microfoonsignaal van echo voorzien. In de
onderstaande uitleg laten we ook zien hoe u met in de handel verkrijgbare muziek kunt meezingen.
1 Sluit een microfoon aan op de Mic ingang op het
frontpaneel.
2 Stel met de Microphone [Volume] en [Echo]
regelaars het volume en de hoeveelheid echo
voor de microfoon in.
3 Steek een diskette met muziekdata in de disk drive.
4 Druk op de [Song] knop. U komt dan op de Song
Select pagina terecht.
5 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste Song.
6 Druk op de Composer [Upper] knop zodat de
indicator dooft.
Op die manier zorgt u dat de melodie niet wordt
weergegeven (die gaat u namelijk zelf zingen!).
7 Druk op de [Play] knop om de weergave (zonder
melodie) te starten.
U kunt nu meezingen met de muziek.
24
8 Ligt de toonaard van de begeleiding u niet, dan
kunt u deze verhogen of verlagen met de [#] en []
knoppen.
Bij iedere druk op de [#] knop gaat de toonaard een
halve stap omhoog, bij iedere druk op de [] knop
gaat hij een halve stap omlaag.
Door tegelijk op deze twee knoppen te drukken
kiest u opnieuw de originele toonaard van de Song.
9 De weergave stopt automatisch zodra de begeleiding is afgelopen.
Wilt u de weergave voor het einde van de begeleiding stoppen, druk dan op de <Stop■> knop of de
[Reset] knop.
Opmerking: Zet het volume van de microfoon pas open
nadat u hem hebt aangesloten. Als het volume al open
staat, terwijl u de microfoon aansluit, levert dat doorgaans
onaangename kraakgeluiden op. Let erop dat de microfoon niet gaat rondzingen (“fluiten”). Als dat gebeurt
moet u de microfoon verplaatsen (hij mag niet naar de
luidsprekers gericht zijn) of het microfoonvolume wat
zachter zetten.
Tones, Tones kiezen
8.
Tones
8.1 Tones kiezen
De KR-570 heeft verschillende Tones (klanken) aan boord. Deze Tones zijn onderverdeeld in acht groepen (volgens het type Tone), die elk een eigen knop op het frontpaneel hebben, zoals hieronder staat afgebeeld.
Tone
Piano
E.Piano
Piano
Vibes
Organ
Organ
Guitar
Arranger
Strings
DrumsI SFX
Sax
Fantasia
Melody
Intelligence
One Touch Program
Hold
Tone groep kiezen
1 Druk op de gewenste Tone groep knop.
In het display verschijnt nu het Tone Select scherm.
Na enkele seconden keert u terug naar het basisscherm.
Tone kiezen
Iedere groep bevat een groot aantal Tones, zodat u
steeds de mogelijkheid hebt om een Tone te kiezen
die past bij de song die u speelt.
Om binnen een bepaalde Tone groep een Tone te
kiezen doet u het volgende:
Exit
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste Tone.
De naam van de geselecteerde Tone wordt geïnverteerd afgebeeld. Speel enkele noten op het klavier
om de gekozen Tone te beluisteren.
Er zijn uiteraard nog meer Tones binnen deze groep
dan de vier die u nu in het display ziet. Met de Page
®® en √√ Page knoppen kunt u andere pagina’s kiezen. Na enkele seconden keert u steeds terug naar
het basisscherm.
Opmerking: Wilt u verschillende Tones uit één groep de
revue laten passeren, druk dan op de [Hold] knop om het
Tone Select scherm te “vergrendelen”, zodat u niet steeds
opnieuw op de groep knop hoeft te drukken.
Opmerking: Het aantal Tones is niet voor alle groepen
hetzelfde. Op xx vindt u een overzicht van de nummers en
namen van de Tones.
Opmerking: Naast de “standaard” Tones kunt u ook nog
Expansion Tones kiezen (zie blz. 61).
8.2 Tones van effecten voorzien
Reverb (galm)
Het reverb effect voorziet het geluid van nagalm,
wat u de indruk geeft dat u in een concertzaal aan
het spelen bent.
Min
Reverb
Max
Part Volume
Accomp
Keyboard
1 Stel met de [Reverb] regelaar de gewenste hoeveelheid galm in.
25
KR-570 Handleiding
Als u de regelaar helemaal naar rechts zet hoort u de
galm op het maximumvolume. Zet u de regelaar
helemaal naar links, dan hoort u geen galm.
Opmerking: U kunt kiezen uit verschillende types
Reverb (zie blz. 60).
Opmerking: Het Reverb effect werkt enkel op de geselecteerde Tone (die u op het klavier speelt). Met andere
woorden: u kunt geen Reverb toevoegen aan de begeleiding of aan de klanken die door de Composer worden aangestuurd.
Andere effecten (DSP)
Onder “DSP” (Digital Signal Processing) zitten een
aantal effecten gegroepeerd die een interessante
aanvulling vormen op het Reverb effect. Een volledig overzicht van de DSP effecten vindt u op
blz. 76.
rechts van het display de gewenste effect-diepte
in.
Wilt u geen DSP effect gebruiken, kies dan “OFF”
voor het DSP Type.
Opmerking: Het is niet mogelijk om verschillende DSP
effecten tegelijk te gebruiken.
Opmerking: Als u het Rotary effect kiest kunt u de snelheid van het effect regelen met de knop linksboven in het
display.
■ Chorus
Het Chorus effect maakt het geluid breder en “vetter”.
1 Nadat u in het Tone Select scherm op <DSP…>
hebt gedrukt kiest u <Chorus>.
U krijgt nu de onderstaande pagina te zien.
1 Kies in het Tone Select scherm <DSP…>.
U krijgt nu het onderstaande scherm te zien.
2 Kies met de knoppen links van het display het
gewenste effect-type en stel met de knoppen
2 Met de knoppen links van het display schakelt u
het effect in en uit en met de knoppen rechts van
het display stelt u de gewenste effect-diepte in.
Na enkele seconden keert u terug naar de vorige
pagina.
Opmerking: U kunt kiezen uit verschillende types chorus (zie blz. 60).
8.3 Octaafligging kiezen (in octaven transponeren)
We hebben het hier over een functie waarmee u de toonhoogte van Tones in stappen van één octaaf kunt transponeren. Dat is handig wanneer u bijvoorbeeld het klavier in twee helften hebt gesplitst (zie verderop) en met de linkerhand akkoorden wilt spelen. U kunt dan de Tone waarmee u akkoorden wilt spelen een octaaf naar omhoog
transponeren, zodat u wat meer “ruimte” krijgt om uw akkoorden te spelen.
1 Kies op de Tone Select pagina de Tone waarvoor u de octaafligging wilt wijzigen.
2 Druk op <Octave> om de gewenste octaafligging te kiezen.
Opmerking: U kunt door het octaaf te verschuiven geen
U kunt de toonhoogte met maximum twee octaven
noten ten gehore brengen die buiten het bereik van de 88
verhogen of verlagen. Na enkele seconden keert u
klaviertoetsen vallen. Noten die hoger dan de hoogst
terug naar de vorige pagina.
mogelijke noot vallen worden een octaaf lager weergegeOpmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 krijgt
iedere Tone opnieuw zijn oorspronkelijke octaafligging
toebedeeld. U kunt de octaafliggingen die u zelf hebt
gekozen echter wel opslaan. Zie hiervoor blz. 63.
26
ven, terwijl noten die beneden de laagst mogelijke noot
terechtkomen een octaaf hoger worden weergegeven.
Opmerking: In de Whole Keyboard Play mode kunt u de
octaafligging niet wijzigen.
Tones, Eén Tone over het volledige klavier spelen (Whole)
8.4 Eén Tone over het volledige klavier spelen (Whole)
Als u één Tone over het volledige klavier speelt spreken we van Whole Keyboard Play.
Tijdens Whole Keyboard Play hoort u de Tone die op dit moment is geselecteerd voor de rechterhandpartij. Whole
Keyboard Play wordt overigens steeds gekozen als u de KR-570 inschakelt. U komt dan namelijk in de One Touch
Program [Piano] mode terecht, wat een vorm van Whole Keyboard Play is.
Tone
Piano
E.Piano
Vibes
Organ
Whole
Guitar
Strings
Sax
Fantasia
Lower
Piano
Organ
Arranger
DrumsI SFX
Melody
Intelligence
Upper
Split
One Touch Program
1 Druk op de [Whole] knop.
Opmerking: Als u tijdens Whole Keyboard Play een Tone kiest wordt dat ook meteen de Tone voor de rechterhand in de andere modes.
Opmerking: Door tijdens Style Play op de [Whole] knop te drukken kiest u de Piano Style Arranger (zie blz. 29).
8.5 Verschillende Tones met de linker- en rechterhand spelen (Split)
U kunt het klavier vanaf een bepaalde (vrij te kiezen) toets in een linker- en rechterhelft splitsen en in iedere helft
een andere Tone spelen. Die verdeling noemen we een split, en de toets die op de grens tussen de helften ligt noemen we het splitpunt. Vanuit de fabriek is het splitpunt van de KR-570 ingesteld op F#3 (het splitpunt zelf hoort
nog bij het linker klaviergedeelte (Lower)).
Split instellen
1 Druk op de [Lower] of [Upper] knop.
De indicators van de Split [Upper] en [Lower]
knoppen lichten op en het klavier wordt in twee
helften gesplitst.
De Upper Tone is aanvankelijk de Tone die u het
laatst in de Whole Keyboard mode hebt gekozen.
Als Lower Tone wordt in eerste instantie “Strings”
gekozen.
Opmerking: Desgewenst kunt u een ander splitpunt kiezen. (zie blz. 54)
Tones kiezen
C3 D3
E3
Lower
Part
F3
G3
F 3
A3
B3
C4
D4
E4
Upper
Part
Als u nu op het klavier speelt, hoort u verschillende
Tones voor de linker- en rechterhandpartijen. De
Tones die voor Lower (LW) en Upper (UP) zijn
geselecteerd worden in het display afgebeeld.
1 Druk op de knop van de Part (Lower of Upper)
waarvoor u een Tone wilt kiezen.
Uw keuze wordt aangeduid door het ®.
2 Druk op de gewenste Tone groepknop.
In het display verschijnt de Tone Select pagina.
3 Kies de gewenste Tone.
Na enkele seconden keert u terug naar het basisscherm.
Opmerking: Als het ® zich reeds bevindt op de Part
waarvoor u een Tone wilt kiezen, dan hoeft u niet meer op
de overeenkomstige Part knop te drukken.
27
KR-570 Handleiding
Opmerking: Tijdens Split Play kunt u in de linker- of
rechterhand soms andere toonhoogtes horen dan u speelt.
Dat is omdat de KR-570 steeds de meeste geschikte
akkoord- en octaafligging kiest voor de geselecteerde
Tone.
8.6 Twee Tones tegelijk spelen (Layer)
U kunt niet alleen twee Tones naast elkaar spelen (Split Play), maar u kunt ze ook op elkaar stapelen. Dat noemen
we dan Layer Play. Op die manier kunt u bijvoorbeeld pianospelen met een “strijkerstapijt” eronder.
Om een Layer te maken moet u in het basisscherm op <Layer> drukken. Druk hier nogmaals op om Layer Play te
verlaten. In de Layer mode blijft de Lower Tone buiten gebruik.
We gaan even het voorbeeld van daarnet aanhouden en proberen een piano- en strijkersklank op elkaar te stapelen.
1 Druk op de [Piano] knop.
2 Druk in het basisscherm op <Layer>.
Upper Tone
Layer Tone
3 Druk op de [Strings] knop.
De indicators op de knoppen van de geselecteerde Tone groepen lichten op. Als u op het klavier speelt hoort u de
twee Tones tegelijk. De Tones worden in het display afgebeeld als “Upper Tone” en “Layer Tone”.
Opmerking: In Layer Play dienen de Tone knoppen om een Layer Tone te kiezen. Wilt u in Layer Play een andere Upper Tone
kiezen, verlaat dan eerst Layer Play, kies de gewenste Tone, en druk vervolgens nogmaals op <Layer>.
Opmerking: U kunt Layer Play ook activeren door tegelijk op de twee Tone groep knoppen te drukken die u wilt stapelen.
28
Spelen met begeleiding (Style Play), One Touch Program functie
9.
Spelen met begeleiding (Style Play)
9.1 One Touch Program functie
Eén van de meest gebruiksvriendelijke functies op
uw KR-570 is de One Touch Program [Arranger]
knop. Met één druk op deze knop kiest u de juiste
instellingen voor de Music Style die u hebt geselecteerd.
1 Als u op de One Touch Program [Arranger]
knop drukt licht de indicator van de knop op.
Voor de geselecteerde Music Style worden dan
de volgende instellingen gemaakt:
• De Sync Start functie wordt geactiveerd (de Music
Style is klaar voor weergave, zie blz. 30).
• Het klavier wordt gesplitst op de toets F#3. Met de
toetsen links daarvan stuurt u de begeleiding aan,
met de toetsen rechts ervan speelt u de melodie.
• Er wordt een geschikt tempo gekozen, alsook een
Tone die bij de rechterhandpartij past.
Opmerking: Tijdens Style Play hoort u voor de linkerhand geen Tone.
Opmerking: U kunt het splitpunt ook op een andere noot
leggen. (zie blz. 54)
Wat is een Music Style?
Er zijn heel wat verschillende soorten muziek in de
wereld, die allemaal hun eigen typische kenmerken
hebben. Zo zeggen we dat jazz “jazzy” klinkt en
klassieke muziek “klassiek”. Met die adjectieven
verwijzen we eigenlijk naar een combinatie van ritme, tempo, orkestratie en frasering.
De som van al deze elementen is een muziekstijl, en
die som ziet er voor alle Music Styles in de KR-570
anders uit.
Binnen iedere Style kunt u het ritme, de bas en de
akkoorden van de begeleiding wijzigen. Desgewenst kunt u bijvoorbeeld ook enkel het ritme aanpassen.
9.2 Styles kiezen
De KR-570 heeft verschillende Styles (begeleidingen) aan boord. Deze Styles zijn onderverdeeld in
twaalf groepen, volgens genre).
Opmerking: Tijdens Style Play zal u in de linkerhand
soms andere toonhoogtes horen dan u speelt. Dat is omdat
de KR-570 steeds de meeste geschikte akkoord- en
octaafligging kiest voor de geselecteerde Tone. Wilt u een
andere octaafligging kiezen, zie dan “Octaafligging kiezen (in octaven transponeren)” op blz. 26.
Opmerking: U kunt een andere Style kiezen met behoud
van Tones en tempo. Hoe dat gaat leest u onder “Arranger-instellingen wijzigen” op blz. 54.
Style groep kiezen
1 Druk op de gewenste Style groep knop (indicator
licht op).
In het display verschijnt nu het Style Select scherm.
Akkoordherkenning over het volledige klavier
Door tijdens het gebruik van de One Touch Arranger functie op de [Whole] knop te drukken zorgt u
dat de KR-570 akkoorden over de volledige breedte
van het klavier herkent. Op die manier kunt u pianospelen zoals u dat normaal doet, zonder rekening te
houden met het splitpunt, en toch een automatische
begeleiding aansturen. Dit noemen we Piano Style
Arranger Play.
Opmerking: Houd er wel rekening mee dat in deze
mode iedere drie toetsen die u tegelijk op het klavier
speelt als een akkoord worden beschouwd en geanalyseerd. Het weze hier nog opgemerkt dat u in deze mode
geen vereenvoudigde vingerzettingen (Chord Intelligence, zie blz. 32) kunt gebruiken.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste Style.
De naam van de geselecteerde Style wordt geïnverteerd afgebeeld. Speel enkele noten op het klavier
om de gekozen Style te beluisteren.
Er zijn uiteraard nog meer Styles binnen deze groep
dan de vier die u nu in het display ziet. Met de Page
®® en √√ Page knoppen kunt u andere pagina’s kiezen. Na enkele seconden keert u steeds terug naar
het basisscherm.
3 Speel op de linker klavierhelft.
De begeleiding begint te lopen.
29
KR-570 Handleiding
Opmerking: Wilt u verschillende Styles uit één groep de
revue laten passeren, druk dan op de [HOLD] knop om de
Style Select pagina te “vergrendelen”, zodat u niet steeds
opnieuw op de groep knop hoeft te drukken.
Opmerking: Telkens wanneer u - bij geactiveerde One
Touch Arranger - een andere Style kiest, schakelt de
KR-570 de Sync Start functie in (dit wilt zeggen dat hij
klaarstaat om de weergave, voorafgegaan door een intro,
te starten) (zie blz. 30).
Opmerking: Het aantal Styles is niet voor alle groepen
hetzelfde. In de xx vindt u een overzicht van de nummers
en namen van de Styles.
Opmerking: Als de weergave van de Style niet loopt
hoort u akkoorden wanneer u op de linker klavierhelft
speelt.
Zonder Intro
To Variation
Fill In
C3 D3
E3
F3
G3
Intro
Start
Ending
Stop
Sync
To Original
A3
B3
C4
D4
E4
F3
Druk op de [START/STOP] knop om de Style te
starten.
■ Starten met de linker klaviertoetsen (Sync Start)
Met Intro
9.3 Style starten en stoppen
U kunt het begin en het einde van de begeleiding
laten voorafgaan door een intro en/of afsluiten door
een slot. Daarvoor dient de Intro/Ending functie, die
steeds een gepast(e) intro/slot levert voor de geselecteerde Style.
U kunt een Style ook starten door een aantal toetsen
in de linkerhelft van het klavier tegelijk in te drukken. Dit noemen we Sync Start.
Opmerking: Als u een Style start zonder de Arranger
functie te gebruiken, hoort u enkel het ritme van die Style.
Starten
■ Starten met een knopdruk
Met Intro
To Variation
To Original
Fill In
Sync
Intro
Start
Ending
Stop
Druk op de [INTRO/ENDING] knop. De Style start
met een intro. Tijdens de intro licht de [INTRO/
ENDING] indicator op. Zodra de intro is afgelopen
dooft deze indicator.
30
1 Druk op de [SYNC] knop.
De indicator op de [Sync] knop licht op en de telindicators onder het display en de [INTRO/ENDING]
indicator beginnen te knipperen.
Opmerking: Om de Sync Start functie alsnog uit te schakelen drukt u nogmaals op de [Sync] knop.
2 Zodra u toetsen aanslaat op de linker klavierhelft wordt de intro weergegeven, waarna de
Style begint te lopen.
Tijdens de intro licht de [INTRO/ENDING] indicator op. Zodra de intro is afgelopen dooft deze indicator.
Wilt u een korte en eenvoudige intro? Ga dan als
volgt te werk:
1 Druk op de [SYNC] knop (de indicator licht op).
2 Druk op de Fill In [To Original] knop (de indicator begint te knipperen).
3 Zodra u toetsen aanslaat op de linker klavierhelft begint de Style, na een korte intro, te lopen.
Zonder Intro
1 Druk op de [SYNC] knop.
De indicator op de [SYNC] knop licht op en de
telindicators onder het display en de [INTRO/
ENDING] indicator beginnen te knipperen.
2 Druk op de [INTRO/ENDING] knop (de indicator dooft).
3 Zodra u toetsen aanslaat op de linker klavierhelft begint de Style te lopen.
Spelen met begeleiding (Style Play), Tempo aanpassen
9.4 Tempo aanpassen
Stoppen
To Variation
To Original
Sync
Fill In
Intro
Start
Ending
Stop
Met coda
Zodra u het tempo wijzigt verschijnt de nieuwe tempowaarde linksboven in het display. U kunt het tempo ook volgen aan de hand van de telindicators
onder het display.
y
Stopt meteen
Pop Piano Style Ballad
Rock
Country Big Band Swing
Latin
■ Met coda (Ending)
1 Druk op de [INTRO/ENDING] knop.
De Style stopt nu met een muzikale slotfrase, een
Ending. Tijdens die slotfrase licht de [INTRO/
ENDING] indicator op. Deze dooft zodra de slotfrase is afgelopen.
Wilt u een kort en eenvoudig slot? Ga dan als volgt
te werk:
1 Druk op de Fill In [To Original] knop (de indicator begint te knipperen).
2 Druk, terwijl de [To Original] indicator knippert, op de [START/STOP] knop.
1
Tempo
2
To Variation
Pad
To
Fill In
1 Door op de Tempo [+] knop te drukken versnelt
u het tempo, door op de [-] te drukken vertraagt
u het.
Om opnieuw het originele tempo van de geselecteerde Style te kiezen drukt u tegelijk op de [+] en
[-] knoppen.
■ Zonder slot
1 Druk gewoon op de [START/STOP] knop. De
Style stopt dan onmiddellijk.
Opmerking: Het aantal maten van de intro en Ending
9.5 Volumebalans aanpassen
hangt af van de geselecteerde Style.
Opmerking: U kunt de Style ook langzaam laten
“infaden” aan het begin en “uitfaden” aan het einde. Als
u dat wilt doen moet u hier wel een pedaal voor configureren. (Zie blz. 58.)
Met de [BALANCE] regelaar kunt u de volumebalans tussen de begeleiding en de melodie (die u in
het Upper klaviergedeelte speelt) aanpassen.
Volume van
de melodie
neemt af
Accomp
Balance
Keyboard
Volume van
de begeleiding
neemt af
9.6 Andere Style arrangementen kiezen
Iedere Style laat bepaalde opties open wat betreft de orkestratie en de partijen van de begeleiding. Die opties kunt
u zowel vóór als tijdens de weergave van een Style aanspreken.
Arrangement kiezen
Er zijn twee types arrangementen: Advanced en Basic. Bij het inschakelen van de KR-570 wordt steeds “Advanced” gekozen. Bij iedere druk op de betreffende knop kiest u afwisselend Advanced en Basic. Bij Advanced hoort
u een complexer arrangement met meer instrumenten. Basic staat voor een eenvoudiger arrangement met minder
instrumenten.
31
KR-570 Handleiding
1 Druk in het basisscherm op de knop waarnaast <To Advanced> of <To Basic> staat.
Display
Arrangement type
<To: Advanced>
Verschijnt wanneer het Basic arrangement is geselecteerd. Druk op de knop om naar het Advanced
arrangement te gaan.
<To Basic>
Verschijnt wanneer het Advanced arrangement is geselecteerd. Druk op de knop om naar het Basic
arrangement te gaan.
Begeleidingspatroon kiezen
De KR-570 biedt voor iedere Style twee begeleidingspatronen: Original en Variation. U kunt één
van deze twee kiezen voor u de Style start.
Bij het inschakelen wordt het Original patroon
gekozen.
Ook in de loop van een song kunt u andere begeleidingspatronen kiezen, bijvoorbeeld om een brug of
een nieuwe melodie extra in de verf te zetten. Om
naar een ander patroon toe te gaan gebruikt u een
zogenaamde Fill-in. Dat is een overgangsfrase die
aangepast is aan de geselecteerde Style.
Rock
Country Big Band Swing
1
2
Pad
Latin
To Variation
Waltz
To Original
Fill In
Kidsl
March
Sync
Trad
■ <To Variation>
Door deze knop vóór het begin van de weergave in
te drukken (de indicator licht op) kiest u het Variation begeleidingspatroon.
Drukt u tijdens de weergave op deze knop, dan
hoort u een fill-in die uitmondt in het Variation
patroon. Als u was vertrokken met het Original
patroon hoort u na de fill-in dus een ander patroon.
■ <To Original>
Door deze knop vóór het begin van de weergave in
te drukken (de indicator licht op) kiest u het Original begeleidingspatroon.
Drukt u tijdens de weergave op deze knop, dan
hoort u een fill-in die uitmondt in het Original
patroon. Als u was vertrokken met het Variation
patroon hoort u na de fill-in dus een ander patroon.
Opmerking: Als u de One Touch Arranger gebruikt
keert de KR-570 zodra u de Style stopt terug naar de Original begeleiding.
9.7 Akkoorden spelen met eenvoudige vingerzetting (Chord Intelligence)
Tijdens het gebruik van een Style speelt u akkoorden met de linkerhand. De KR-570 biedt u daarbij de mogelijkheid om zeven basis-akkoordtypes met een vereenvoudigde vingerzetting te spelen.
Bijvoorbeeld: een C akkoord speelt u normaal met de noten (do), E (mi) en G (sol). Op de KR-570 hoeft u echter
enkel de grondnoot van het akkoord (do) te spelen, de overige twee toetsen mag u vergeten. Deze functie noemen
we Chord Intelligence.
Hieronder ziet u een overzicht van de vingerzettingen voor verschillende akkoordtypes. Alle afbeeldingen gaan uit
van de grondnoot C (do). Voor andere akkoorden verwijzen we u naar xx.
Opmerking: De Chord Intelligence functie blijft normaal steeds ingeschakeld, maar u kunt ze ook uitschakelen. (zie “Chord
Intelligence in-/uitschakelen” op blz. 54)
32
Spelen met begeleiding (Style Play), Style diskettes
■ Majeur akkoorden (maj)
Het volstaat dat u één toets aanslaat in de laagste
octaven van het klavier om het gelijknamige majeur
akkoord weer te geven. Speelt u dus een C, dan
hoort u C majeur. Speelt u een G, dan hoort u G
majeur, enz.
■ Mineur zeven akkoorden (min7)
Mineur akkoorden kunt u spelen door de grondnoot
samen met de noot die een kleine terts (drie toetsen)
hoger ligt en de noot die een hele toon (twee toetsen) lager ligt aan te slaan.
Chord Intelligence Mode
Chord Intelligence Mode
■ Mineur akkoorden (min)
Mineur akkoorden kunt u spelen door de grondnoot
samen met de noot die een kleine terts (drie toetsen)
hoger ligt aan te slaan.
Chord Intelligence Mode
Normale mode
■ Dominant (zeven) akkoorden (7)
Dominant akkoorden speelt u door de grondnoot
samen met de noot die een hele toon (twee toetsen)
lager ligt aan te slaan.
Chord Intelligence Mode
Normale mode
■ Majeur zeven akkoorden (maj7)
Majeur zeven akkoorden kunt u spelen door de
grondnoot (zoals bij majeur akkoorden) in combinatie met de noot onmiddellijk links daarvan aan te
slaan.
Chord Intelligence Mode
Normale mode
Normale mode
■ Verminderde akkoorden (dim)
Verminderde akkoorden speelt u door de grondnoot
in combinatie met de noot die een tritonus (zes toetsen) hoger ligt aan te slaan. Zie de onderstaande
afbeelding.
Chord Intelligence Mode
Normale mode
■ Mineur majeur zeven akkoorden (mM7)
Speel de grondnoot, de noot die een halve toon (één
toets) lager ligt en de noot die een grote terts (drie
toetsen) hoger ligt.
Chord Intelligence Mode
Normale mode
Opmerking: Ook in de Chord Intelligence mode kunt u
de akkoorden op de gewone manier spelen. In dat geval
kan het echter gebeuren dat de afgebeelde naam niet meer
klopt (of wel klopt, maar op een ander akkoord slaat).
Normale mode
9.8 Style diskettes
Naast de ingebouwde Styles van de KR-570 worden er ook nog zo’n twintig Styles bijgeleverd op diskette (de Style
Disk). Deze Styles kunt u laden door op de [Disk/User] knop te drukken. Vervolgens kunt u ze op dezelfde manier
als de interne Styles gebruiken.
Een overzicht van de namen en nummers van de Styles vindt u op xx.
Opmerking: Als u een User Style uit de interne bank met Styles hebt geselecteerd en u laadt vervolgens een Style van diskette,
dan wordt die User Style overschreven! Houd hier rekening mee en bewaar eventueel de User Style, zie “User Styles op diskette
bewaren” op blz. 41.
33
KR-570 Handleiding
Opmerking: Bij stroomuitval worden de Styles die u
Styles van een diskette laden met de
[DISK/USER] knop
Latin
Waltz
Kidsl
March
Trad
World
met de [DISK/USER] knop hebt geladen gewist. Bij het
inschakelen wordt automatisch de Style “Easy Listen 1”
gekozen.
Opmerking: Als u een Style van diskette gebruikt, kunt
u geen Tone voor de rechterhandpartij kiezen.
Disk
4 Speel iets op de toetsen van de linker klavierhelft.
U kunt de Style starten op de manieren die we onder
“Starten” op blz. 30 hebben beschreven.
User
1 Steek de Style Disk in de disk drive.
2 Druk op de [DISK/USER] knop.
De namen van de Styles worden in het display afgebeeld.
3 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste Style.
De naam van de geselecteerde Style wordt geïnverteerd afgebeeld. Eens de Style is geladen blijft de
[DISK/USER] indicator branden. Druk op de
[DISK/USER] knop als u nog meer Styles van diskette wilt laden.
Styles kiezen die u met de [Disk/User]
knop hebt geladen
1 Druk op de [Disk/User] knop.
De namen van de Styles die u voordien hebt geladen
worden in het display afgebeeld.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste Style.
3 Speel iets op de toetsen van de linker klavierhelft.
Hiermee start u de weergave van de Style.
9.9 Harmonieën toevoegen
We hebben het hier over de zogenaamde Melody Intelligence functie, waarmee u een tweede en eventueel een derde stem kunt toevoegen aan de melodie die u met de rechterhand speelt. Deze extra stemmen worden gebaseerd op
de akkoorden die u met de linkerhand speelt.
Tone
Piano
E.Piano
Vibes
Organ
Whole
Guitar
Strings
Sax
Fantasia
Lower
Piano
Organ
Arranger
DrumsI SFX
Melody
Intelligence
Upper
Split
One Touch Program
1 Met de [MELODY INTELLIGENCE] knop
schakelt u de harmonie (of tweede stem) in en uit.
Als de harmonie is ingeschakeld brandt de indicator
op de knop, anders niet. Zodra u de functie inschakelt krijgt u het onderstaande display te zien:
2 Kies met de knoppen naast het display het
gewenste type harmonie.
34
Dit scherm bestaat uit twee pagina’s, die u kunt kiezen met de Page ®® en √√ Page knoppen. Dit zijn
de opties voor de harmonie (u merkt het al: er
bestaan heel wat mogelijkheden):
Duet, Organ, Combo, Strings, Choir, Block, Big
Band, Country, Traditional, Broadway, Gospel,
Romance, Latin, Country Guitar, Country
Ballad, Waltz Organ, Octave Type 1, Octave
Type 2.
Na enkele seconden keert u terug naar de vorige
pagina.
Spelen met begeleiding (Style Play), Volume van de parts wijzigen
Opmerking: Als u de “Full Auto” of “Tempo Lock”
Opmerking: Voor sommige Melody Intelligence opties
wordt automatisch een bepaalde Tone gekozen, of wordt
het speelbare deel van een Tone tot een bepaald gedeelte
van het Upper klavier beperkt.
opties hebt geactiveerd (zie blz. 54), dan kan het gebeuren
dat de Melody Intelligence optie bij het kiezen van een
andere Style plots verandert.
9.10 Volume van de parts wijzigen
We hebben al gezien hoe we met de [BALANCE] regelaar de volumebalans tussen alle begeleidingspartijen enerzijds en de melodieklank anderzijds kunnen regelen. U kunt echter ook het volume van individuele Parts binnen
de begeleiding aanpassen, daarvoor dienen de Part Volume knoppen [ACCOMP] en [KEYBOARD]. De
[ACCOMP] knop verschaft u toegang tot de volumes van de begeleidingspartijen, terwijl de [KEYBOARD] knop
u naar de volumes van de partijen die u op het klavier speelt brengt.
Min
Reverb
Part Volume
Max
Accomp
Mellow
Min
Brilliance
Volume
Keyboard
Bright
Max
Begeleidingspartijen
1 Druk op de Part Volume [Accomp] knop.
U krijgt nu voor iedere Part in het display een niveaumeter en een numerieke waarde te zien. De namen in het display stemmen overeen met de volgende partijen:
<Rhythm>
Slagwerkpartijen
<Bass>
Bas van de begeleiding en de geselecteerde bas Tone (zie blz. 54).
<Accomp>
Overige partijen van de begeleiding.
<Chord>
De Tone waarmee akkoorden worden weergegeven.
2 Kies met de knoppen onder het display de Part waarvoor u het volume wilt aanpassen.
3 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste volume.
Met de ▲ knop verhoogt u het volume, met de ▼ knop verlaagt u het.
Partijen die u op het klavier speelt
1 Druk op de Part Volume [Keyboard] knop.
U krijgt nu voor iedere Part in het display een niveaumeter en een numerieke waarde te zien.
De namen in het display stemmen overeen met de volgende partijen:
<Drs/SFX>
Drums en SFX
<Lower>
Lower
<Layer>
Layer
<Upper>
Upper
35
KR-570 Handleiding
2 Kies met de knoppen onder het display de Part waarvoor u het volume wilt aanpassen.
3 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste volume.
Met de ▲ knop verhoogt u het volume, met de ▼ knop verlaagt u het.
36
Opnemen en weergeven, Opname
10. Opnemen en weergeven
10.1 Opname
De KR-570 beschikt over een ingebouwde opnamemogelijkheid, de Composer. Deze werkt ongeveer zoals een
bandopnemer: u kunt opnemen wat u zelf speelt of in de handel verkrijgbare muziek weergeven.
De KR-570 biedt plaats aan één Song, die u dan wel op diskette kunt zetten. Tijdens de opname wordt wat u speelt
automatisch verdeeld over vijf sporen en het wordt ook in die vorm op een diskette geschreven. In de onderstaande
afbeelding ziet u de vijf sporen en hun bijbehorende knoppen:
Rhythm
Ritme (drums)
BassI
Accomp
Whole
Lower
Begeleiding (Style)
en basnoten
Whole, Layer
■ Wat zijn “sporen”?
Bij een gewone stereo-bandopnemer neemt u het
geluid voor het linker- en het rechterkanaal apart op,
op twee “sporen” (tracks in het Engels). Analoog
met dit principe worden de vijf partijen van de
KR-570 op vijf sporen opgenomen (we hebben het
bij de KR-570 uiteraard wel over het opslaan van
computercommando’s, in tegenstelling tot het optekenen van spanningsverschillen op magneetband bij
een bandopnemer!).
Upper
Upper
Lower
Opmerking: Indien er een diskette in de drive steekt of
indien u uw eigen muziek opneemt nadat u muziek van
een diskette hebt weergegeven, druk dan op de [Song]
knop om naar de Song Select pagina te gaan. Kies daar
<U: User Song>, linksboven in het display. Deze Song is
namelijk gereserveerd om uw eigen muziek op te nemen.
Eens u deze song hebt gekozen mag u op de [REC] knop
drukken en naar de volgende stap gaan.
2 Start de opname.
Als u opneemt terwijl er een Style meeloopt wordt
de opname gestart zodra u de Style start.
Opnemen
1 Druk op de [REC] knop om de KR-570 klaar
voor opname te maken.
De indicator van de [REC] knop licht nu op en die
van de [PLAY] knop begint te knipperen.
Ook de sporen die u gaat opnemen worden automatisch geselecteerd, wat u merkt aan de knipperende
indicators op de spoorknoppen.
Wilt u slechts één bepaald spoor (uitgezonderd het
ritmespoor) opnemen? Dat kan, maar enkel in de
Whole Keyboard mode. Het spoor dat in deze mode
het laatst werd geselecteerd wordt het spoor voor
opname.
C3 D3
E3
F3
Begeleiding
G3
A3
B3
Upper Part
Neemt u op zonder begeleiding, dan moet u op de
[PLAY] knop drukken. U hoort de metronoom dan
twee maten aftellen, waarna de opname begint.
Zodra de opname loopt blijft de indicator van de
[PLAY] knop branden (houdt op met knipperen).
3 Zodra u klaar bent met opnemen drukt u op de
[STOP] of [RESET] knop.
Als u op de [RESET] knop drukt, wordt niet alleen
de opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld
naar het begin (de eerste maat).
De indicators van de spoorknoppen waarvoor u iets
hebt opgenomen knipperen nu niet meer, ze blijven
branden.
37
KR-570 Handleiding
Opmerking: De opname stopt ook als u de weergave van
Opmerking: U bent natuurlijk niet verplicht om de
de Style onderbreekt door op [Intro/Ending] of [START/
STOP] te drukken.
Opmerking: Misschien hebt u liever niet dat de opname
begint zodra u iets op het klavier speelt, of misschien wilt
u dat opname blijft lopen nadat u ophoudt met spelen. Dat
is allemaal mogelijk, zie “Opnamemethode kiezen” op
blz. 44.
Opmerking: Nadat u een Song in de KR-570 hebt opgenomen kunt u geen Songs meer van diskette laden. Daarvoor moet u eerst het interne geheugen vrij maken. Hoe u
dat doet leggen we uit onder “Opname wissen” op blz. 39.
Opmerking: Zoals u weet kunt u verschillende types
DSP effecten niet combineren. Wees dus niet verbaasd als
het originele effect dat bij een Tone hoorde plots niet
meer opduikt wanneer u op meerdere sporen opneemt of
wanneer u een partij meespeelt met de weergave van een
song.
opname bij het begin te starten. U kunt ook met de [BWD]
en [FWD] knoppen naar een andere maat gaan waarop u
de opname wilt starten. Daar aangekomen drukt u op
[PLAY]. De opname begint na één maat aftel.
Opmerking: Normaal wordt de vorige opname gewist
(overschreven) door de nieuwe opname. U kunt echter
ook de nieuwe opname “bovenop” de oude stapelen,
zodat ze uiteindelijk allebei te horen zijn (zie “Opnamemethode kiezen” op blz. 44).
■ Opmerkingen in verband met de opname
Als u de KR-570 na de opname uitschakelt, verliest
u alles wat u reeds hebt opgenomen:
Wilt u de gemaakt opnames op diskette bewaren,
lees er dan “Opnamen op diskette bewaren” op
blz. 39 op na.
Opname overdoen
Foutje gespeeld? Geen probleem, op de volgende
manier kunt u de gemaakte opname overdoen:
Composer
Rhythm
Whole
BassI
Accomp
Lower
Upper
Menu
R
1
2
3
4
16 track
Reset
Stop
Play
Rec
Bwd
Fwd
1 Druk op de [REC] knop (de indicator licht op).
2 Druk op de knop van het spoor dat u opnieuw
wilt opnemen (de indicators van die knop en van
de [PLAY] beginnen te knipperen).
3 Druk op de [PLAY] knop.
Na twee maten aftel start de opname.
4 Druk op de [STOP] of [RESET] knop zodra u
klaar bent met opnemen.
Opmerking: Als de opname die u nu maakt korter is dan
de originele opname, dan blijft het resterende deel van het
origineel op het betreffende spoor aanwezig. Wilt u dat
resterende deel kwijt, dan rest er u niets dan de volledige
opname te wissen en over te doen. (Hieronder leggen we
u uit hoe dat moet.)
38
10.2 Weergave
Reset
Stop
Play
Rec
Bwd
Fwd
1 Druk op de [RESET] knop om terug te spoelen
naar het begin van de eerste maat.
2 Druk op de [PLAY] knop om de weergave te
starten.
Het huidige maat nummer wordt afgebeeld in het
display.
Met de [FWD] en [BWD] knoppen kunt u vooruiten terugspoelen in de Song.
3 De weergave stopt automatisch aan het einde van
de Song.
Wilt u eerder stoppen, druk dan op de [STOP] knop
of de [RESET] knop.
Opmerking: Als u bij het starten van de weergave de
[STOP] knop ingedrukt houdt terwijl u op de [PLAY]
knop drukt, dan telt de metronoom twee maten af vóór het
begin van de weergave.
Weergave van bepaalde sporen tijdelijk
uitschakelen
U kunt de weergave van individuele sporen tijdelijk
uitschakelen, zodat u bijvoorbeeld die partij zelf
kunt meespelen.
Deze mogelijkheid is vooral interessant als u kanten-klare muziekdiskettes hebt gekocht en daarvan
bepaalde partijen zelf wilt instuderen. U schakelt
dan gewoon het spoor waarop de betreffende partij
staat uit en u speelt er zelf iets voor in de plaats.
Deze manier van werken noemen we bij Roland
Minus One Play. De partij die u hierbij speelt kunt
u ook opnemen, zie “Minus One Play opnemen” op
blz. 39.
1 Druk op de knop van het spoor dat u wilt uitschakelen (de indicator dooft).
Opnemen en weergeven, Opname wissen
Zolang de indicator uit is wordt het spoor niet weergegeven. Door nogmaals op de spoorknop te drukken doet u de indicator opnieuw branden en hoort u
het spoor weer.
Minus One Play opnemen
1 Steek de diskette met muziekdata in de drive.
2 Druk op de [Song] knop.
U komt nu in het Song Select scherm terecht.
3 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste song.
4 Druk op de [REC] knop (de indicator licht op).
5 Welke sporen u kunt opnemen hangt van de
mode waarin u zich bevindt. De onderstaande
tabel helpt u bij het kiezen van de juiste mode
voor de op te nemen sporen.
Sporen
Wat u moet doen
[Whole]
Druk op de One Touch Program [Piano]
knop om Whole Keyboard Play te activeren.
[Lower] en
[Upper]
Druk op de Split [Lower] knop om Split
Play te activeren.
[Rhythm]
Druk op [Drums/SFX] om Drum Play in te
schakelen.
Weergave zonder tempoverandering
Heel wat Songs van in de handel verkrijgbare diskettes bevatten tempoveranderingen. Als u nog niet
precies weet waar die zitten kan dat storend werken
bij het opnemen van een Minus-One partij. U kunt
die tempoveranderingen dan best even uitschakelen, zodat u rustig uw opname kunt maken. Dat gaat
als volgt:
1 Houd de [STOP] knop van de Composer ingedrukt en druk op de Tempo [+] of [-] knop.
Het tempo in het display wordt geïnverteerd afgebeeld.
Opmerking: Kiest u nu een andere song, of voert u de
bovenstaande stap nogmaals uit, dan zijn de tempoveranderingen opnieuw actief.
10.3 Opname wissen
Met de procedure die we hieronder uitleggen wist u
alle opgenomen data.
Composer
Song
Rhythm
Whole
BassI
Accomp
Lower
Upper
Menu
R
1
2
3
4
16 track
Save
Opmerking: Het Bass/Accomp spoor kunt u niet opnemen.
Opmerking: Als u een spoor kiest dat niet in de tabel
staat wordt er niets opgenomen, maar de bestaande data
voor dat spoor worden dan wel gewist. Opletten dus!
6 Druk op de knop van het spoor dat u wilt opnemen (indicator begint te knipperen).
7 Druk op de [Play] knop.
De metronoom tikt twee maten af, daarna begint de
opname.
8 Zodra u klaar bent met opnemen drukt u op
[STOP] of [RESET].
Als u op de [RESET] knop drukt wordt niet alleen
de opname gestopt maar wordt er ook teruggespoeld
naar het begin (de eerste maat).
De indicator van het spoor waarvoor u iets hebt
opgenomen knippert nu niet meer maar blijft branden.
Opmerking: Hoe u de opgenomen data op diskette kunt
schrijven leest u hieronder, “Opnamen op diskette bewaren”.
Opmerking: Als u bepaalde soorten data op het [Whole]
spoor opneemt kan het gebeuren dat de Tone die voor dat
spoor was opgeslagen wordt vervangen door de Tone die
u hebt gekozen.
1 Druk op de [SONG] knop.
Als de data nog niet op diskette werden geschreven
verschijnt er een prompt die u vraagt of u wel degelijk de songdata wilt wissen. Druk op <OK> als u
dat wilt, druk op <Cancel> als u dat niet wilt.
Nadat de data zijn gewist komt u in het Song Select
scherm terecht.
2 Druk op <U: User Song> linksboven in het display.
10.4 Opnamen op diskette
bewaren
De muziek die u opneemt gaat verloren zodra u de
KR-570 uitschakelt. Om uw opname op diskette te
zetten moet u de onderstaande stappen uitvoeren.
Het aantal Songs dat u op een diskette kwijt kan
hangt af van de hoeveelheid data in elk van de
Songs. Het maximum aantal Songs dat u kunt
opslaan is 99.
39
KR-570 Handleiding
Opmerking: Een nieuwe diskette of een diskette die
reeds op een ander apparaat werd gebruikt kunt u niet
zomaar in de KR-570 gebruiken. U moet die diskette eerst
formateren. Hoe dat in zijn werk gaat leggen we uit onder
“Diskettes formateren” op blz. 44.
Composer
Song
Rhythm
Whole
BassI
Accomp
Lower
Upper
Menu
R
1
2
3
4
16 track
Save
1 Zorg dat het wisbeveiligingsnokje van de diskette in de stand “WRITE” staat (zie blz. 8) en steek
de diskette in de drive.
2 Druk op de [SAVE] knop.
U komt in het Song Save scherm terecht.
3 Kies met de ▲>en ▼ knoppen het songnummer
waaronder u de data wilt opslaan.
Het Song nummer wordt in het display afgebeeld.
U kunt gelijk welk Song nummer van 1 tot 99 kiezen. Song nummers waarvoor er reeds data op de
diskette staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest
u één van deze nummers, dan worden de aanwezige
data overschreven.
Wilt u de hele procedure annuleren zonder iets op te
slaan, druk dan op de [FUNCTION] knop, zodat de
indicator dooft.
4 Gebruik de √ en ® knoppen onder het display en
de ▲ en ▼ knoppen naast het display om een
naam voor de song te kiezen.
U kunt de volgende karakters gebruiken:
spatie ! “ # % & ‘ ( ) * + - , . / 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 : ; < = > ? @
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ[\]^_
`abcdefghijklmnopqrstuvwxyz{}|~
5 Om de Song op te slaan drukt u op <Save>.
Zodra de Song is opgeslagen keert u terug naar het
vorige display.
U kunt de Song die u op diskette hebt gezet nu
beluisteren, zie “Songs van diskette weergeven” op
blz. 23.
Opmerking: Als u tijdens deze procedure een foutmelding te zien krijgt, ga dan even naar “Foutmeldingen” op
blz. 69 en probeer erachter te komen wat het probleem is.
40
10.5 Songs in het SMF formaat
opslaan
Het is mogelijk dat u Songs die u met de KR-570
hebt opgenomen niet op een ander instrument kunt
weergeven. In dat geval kan de mogelijkheid om
Song data in het SMF formaat te converteren vaak
soelaas bieden.
De hoeveelheid Songs die u op een diskette kwijt
kunt hangt af van de hoeveelheid data in elk van de
Songs.
1 Als de KR-570 Song die u wilt converteren zich
op een diskette bevindt, steek dan die diskette in
de disk drive.
Druk op de [SONG] knop om naar het Song Select
display te gaan. Kies de gewenste song en druk vervolgens op de [PLAY] knop om hem weer te geven.
2 Haal de diskette uit de drive en steek de diskette
in die de SMF data moet bevatten.
3 Druk op de [Save] knop.
4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen links van het display de Song die u wilt wegschrijven.
Het Song nummer wordt in het display afgebeeld.
U kunt gelijk welk Song nummer van 1 tot 99 kiezen. Songnummers waarvoor er reeds data op de
diskette staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest
u één van deze nummers, dan worden de aanwezige
data overschreven.
5 Gebruik de √ en ® knoppen onder het display en
de ▲ en ▼ knoppen naast het display om een
naam voor de Song te kiezen.
6 Om de song effectief op te slaan drukt u op <As
SMF>.
Zodra de Song is opgeslagen keert u terug naar het
vorige display.
Opmerking: Om de operatie te annuleren drukt u op
[EXIT].
7 Om de Song daadwerkelijk op te slaan drukt u
nogmaals op de [PIANO] knop (de indicator
blijft branden).
Opmerking: U kunt enkel op de KR-570 opgenomen
data in het SMF formaat converteren.
Opmerking: Om een Song op een GS klankbron weer te
geven hoeft u hem niet te converteren. Afhankelijk van de
GS klankbron die u gebruikt kan het wel zijn dat bepaalde
klanken wegvallen of worden gewijzigd.
Opmerking: Als u tijdens deze procedure een foutmelding te zien krijgt, ga dan even naar “Foutmeldingen” op
blz. 69 en probeer erachter te komen wat het probleem is.
Opmerking: Data van in de handel verkrijgbare diskettes kunt u soms niet als SMF data opslaan omdat ze
auteursrechtelijk zijn beveiligd.
Opnemen en weergeven, User Styles op diskette bewaren
Opmerking: Als u diskettes die u in de KR-570 hebt
geformateerd in andere instrumenten wilt gebruiken zet u
best het wisbeveiligingsnokje in de stand “Protect”.
10.6 User Styles op diskette
bewaren
De Styles die u zelf maakt kunt u opslaan op een
diskette. Achteraf kunt u ze dan op dezelfde manier
laden als u Styles van Style diskettes laadt (zie
blz. 33).
1 Steek de diskette waarop u uw Style wilt opslaan
in de drive.
2 Druk op de [DISK/USER] knop.
3 Druk op de [SAVE] knop.
4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen links van het display het nummer waaronder u de User Style wilt
wegschrijven.
Het nummer wordt in het display afgebeeld.
U kunt gelijk welk nummer van 1 tot 99 kiezen.
Nummers waarvoor er reeds data op de diskette
staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één
van deze nummers, dan worden de aanwezige data
overschreven.
5 Gebruik de √ en ® knoppen onder het display en
de ▲ en ▼ knoppen naast het display om een
naam voor de Style te kiezen.
De lijst met beschikbare karakters vindt u onder
“Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39.
6 Om de Style effectief op te slaan drukt u op
<Save>.
Zodra de Style is opgeslagen keert u terug naar het
vorige display.
Opmerking: Om de operatie te annuleren drukt u op
[EXIT].
41
KR-570 Handleiding
11. Composer menu
Hoe werkt het Composer menu?
1 Druk op de Composer [Menu] knop.
U komt nu in een Composer Menu scherm terecht,
zoals dat hieronder.
Het Composer menu bevat zeven opties:
16trk Sequencer, Chord Sequencer, Recording
Mode, Disk Format, Style Composer, Style Converter en Song Edit.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste optie.
De opties zijn verdeeld over twee display-pagina’s,
waartussen u kiest met de Page ®® en √√ Page
knoppen.
Druk op [EXIT] om het menu te verlaten en terug te
keren naar het originele scherm.
Het geselecteerde spoor wordt geïnverteerd afgebeeld.
Opmerking: Drum of SFX partijen kunt u enkel opnemen op “D” of “S” sporen.
3 Maak de nodige voorbereidingen voor de opname.
Kies de gewenste Tone. Pas eventueel de volumes
van de sporen aan met de VOL+ en VOL– knoppen
links van het display.
Opmerking: U kunt de gewijzigde volumes opslaan
door op de [RESET] knop te drukken terwijl u de [REC]
knop ingedrukt houdt.
4 Druk op [REC] en vervolgens op [PLAY].
Er wordt twee maten afgeteld en daarna start de
opname.
5 Druk op [STOP] zodra u de opname hebt voltooid.
Naast het opgenomen spoor verschijnt een “❐”.
6 Herhaal stap 2-5 als u nog meer sporen wilt
opnemen.
De data van het geselecteerde spoor kunt u wissen
door op <CLR> te drukken.
Wilt u de opname vanaf een bepaalde maat starten,
gebruik dan de [BWD] en [FWD] knoppen om naar
die maat te gaan.
11.1 16trk Sequencer
Sporen uitschakelen of soleren
De Composer van de KR-570 heeft een ingebouwde
16-sporen sequencer, die u in staat stelt om tot 16
onafhankelijke partijen op evenveel sporen op te
nemen. Op die manier kunt u Part voor Part opnemen en zo geleidelijk aan een complex arrangement
bij elkaar “stapelen”. De sequencer werkt op een
Tone-per-spoor basis, wat tot gevolg heeft dat u niet
in Split of Layer Play kunt opnemen.
1 Druk in het Composer Menu scherm op <16trk
Sequencer>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
De Part [Whole] knop licht op, de KR-570 bevindt
zich in de Whole Keyboard mode.
2 Kies met de √ en ® knoppen rechts onder het display het spoor dat u wilt opnemen.
42
■ <Mute> (uitschakelen)
Als u een spoor kiest en op Mute drukt, dan wordt
de weergave van dat spoor uitgeschakeld. Naast het
uitgeschakelde spoor verschijnt dan een vierkant in
stippellijn. Bij iedere druk op Mute schakelt u het
spoor afwisselend in en uit.
■ <Solo>
Nadat u op Solo hebt gedrukt hoort u enkel nog de
weergave van het geselecteerde spoor, alle andere
sporen worden uitgeschakeld.
Bij iedere druk op Solo schakelt u de solo-functie
afwisselend in en uit.
Opmerking: Zoals u weet kunt u verschillende types
DSP effecten niet combineren. Wees dus niet verbaasd als
het originele effect dat bij een Tone hoorde plots niet
meer opduikt wanneer u op meerdere sporen opneemt.
Opmerking: De overeenkomst tussen sporen en MIDIkanalen ziet er als volgt uit:
Composer menu, Chord Sequencer
Spoor:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 D S 12 13 14 15 16
MIDI-kanaal: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Opmerking: Als u de 16trk Sequencer functie gebruikt,
verliezen de vijf spoorknoppen van de Composer hun
functie.
Opmerking: Kies voor de u 16trk Sequencer functie
activeert de gewenste maatsoort voor de metronoom. De
sequencer neemt namelijk steeds de laatstgekozen maatsoort van de metronoom over.
11.2 Chord Sequencer
De Chord Sequencer functie stelt u in staat om een
reeks akkoorden één voor één in te voeren en deze
dan op te nemen in een begeleiding. Achteraf kunt
u dan de melodie over de aldus ontstane begeleiding
inspelen. Op die manier kunt u complexe arrangementen maken, zelfs als u klaviertechnisch niet zo
goed uit de voeten kunt.
1 Druk in het Composer Menu scherm op <Chord
Sequencer>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
Huidige maat
Naam van het
gespeelde akkoord
Divisie (begeleidingspatroon)
(Meer informatie over divisies vindt u onder “Parts
binnen een divisie uitschakelen” op blz. 46)
2 Kies met de Style groep knoppen de gewenste
Style.
Na enkele seconden keert u terug naar het Chord
Sequencer scherm.
3 Maak met <INS> het gewenste aantal maten aan
waarin u akkoorden wilt plaatsen.
4 Plaats met de <√> en <®> knoppen rechts onder
het display of met de [Bwd] en [Fwd] knoppen de
cursor (▲) op de plaats waar u een akkoord of
een divisie wilt invoeren.
5 Speel het akkoord dat u wilt invoeren op de linker klavierhelft.
In het display wordt het akkoord dat u speelt afgebeeld, zodat u kunt controleren of u wel het juiste
akkoord aanslaat.
Wat u wilt
invoeren
Wat u moet doen
Intro of Ending
Druk op de [INTRO/ENDING] knop
Arrangement-type
Druk op <To: Basic> of op <To: Advanced>
Fill-in
Druk op de Fill In knop.
Opmerking: Divisies zoals “Break” kunt u invoeren
wanneer ze koppelt aan een pedaal of pad.
Met de <INS>, <DEL> en <CLR> knoppen naast
het display kunt u maten invoegen en wissen.
<INS>
Hiermee voegt u op de plaats van de cursor een lege maat in.
<DEL>
Hiermee wist u de maat op de plaats van de cursor. De daaropvolgende maten schuiven één plaatsje naar voor.
<CLR>
Hiermee wist u de informatie (akkoorden en divisies) op de
plaats van de cursor, de maat zelf blijft echter bestaan.
Opmerking: Om akkoorden zoals “Fm/C” in te voeren
moet u de Leading Bass functie (zie blz. 58) gebruiken.
6 Druk op de [PLAY] knop van de Composer om
het resultaat te beluisteren.
U hoort nu de begeleiding die u hebt gemaakt, te
beginnen vanaf de plaats van de cursor. Zodra u
genoeg hebt gehoord drukt u op [STOP].
7 Eens u de begeleiding hebt afgewerkt drukt u op
<EXEC> rechts van het display.
Na enkele seconden keert u terug naar het Composer Menu.
8 Druk op de [PLAY] knop van de Composer.
U hoort nu de begeleiding die u hebt gemaakt, dus
kunt u nu proberen de melodie erbij te spelen.
Opmerking: Eens u op <EXEC> hebt gedrukt kunt u
wat u hebt ingevoerd niet meer wijzigen. Zorg dus dat
alles klopt voor u op <EXEC> drukt.
Opmerking: Een Intro kunt u enkel invoeren aan het
begin van een song, terwijl u een Ending enkel aan het
einde kunt plaatsen.
Opmerking: Wanneer u een Intro invoert worden automatisch het aantal maten ingevoegd die nodig zijn om
deze Intro te plaatsen.
43
KR-570 Handleiding
11.3 Opnamemethode kiezen
U kunt kiezen op welke manier er wordt opgenomen
en hoe u de opname kunt stoppen.
1 Druk in het Composer Menu scherm op
<Recording Mode>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de knoppen links van het display de
gewenste opnamemethode (Rec Mode) en kies
met de knoppen rechts van het display hoe u de
opname wilt eindigen.
Opnamemethode (Rec Mode)
Replace
Dit is de normale opnamemethode. Bestaande opnames
worden hierbij steeds overschreven door nieuwe opnames op hetzelfde spoor.
Mix
De data van de nieuwe opname worden hierbij samengevoegd met de aanwezige data op het spoor. Dit is de
aangewezen methode om bijvoorbeeld een slagwerkpartij op te nemen.
Punch In/Out
Tijdens de weergave van een stuk kunt u op de
gewenste plaats in opname gaan door op een pedaal (of
een Pad knop) te drukken. Door nogmaals op het pedaal
(of de Pad knop) te drukken gaat u weer uit opname. Op
die manier kunt u een stukje van een opname overdoen
(bijvoorbeeld wanneer u een foutje hebt gemaakt).
Voorwaarde voor deze manier van opnemen is wel dat u
“Punch In/Out” hebt gekozen als functie voor het pedaal
(of de Pad knop). Dat moet u dus doen voor u aan de
opname begint. De volledige gang van zaken hieromtrent kunt u nalezen onder “Functie van de pedalen kiezen” op blz. 58 en “Functies aan de Pad knoppen
toewijzen” op blz. 57.
Voor alle duidelijkheid: bij een punch-in opname worden
de data waar u overheen gaat gewist.
Methode om de opname te stoppen (Rec
Stop)
Arranger Stop
De opname eindigt zodra de Arranger stopt.
Composer Stop
De opname eindigt zodra u op de [Stop] knop van de
Composer drukt. Tot dat moment kunt u opnemen,
zelfs als de Style reeds is afgelopen.
11.4 Diskettes formateren
Nieuwe diskettes of diskettes die reeds in andere
apparaten/instrumenten werden gebruikt moet u
eerst formateren voordat u ze in de KR-570 kunt
gebruiken.
Tijdens het formateren gaan alle op de diskette aanwezige data verloren. Kies dus enkel diskettes
waarvan u zeker bent dat u de inhoud kunt missen!
1 Zorg dat het wisbeveiligingsnokje van de diskette in de stand “WRITE” staat (zie blz. 8) en steek
de diskette in de drive.
2 Druk in het Composer menu op <Disk Format>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
3 Om de diskette te formateren drukt u op <OK>.
De diskette wordt nu geformateerd, het verloop
kunt u volgen aan de hand van de aftelling in het
display.
Om het formateren te annuleren drukt u op Cancel
of op [EXIT].
Opmerking: Als u tijdens deze procedure een foutmelding te zien krijgt, ga dan even naar blz. 69 en probeer
erachter te komen wat het probleem is.
Opmerking: Probeer nooit tijdens het formateren de diskette te verwijderen, want dat kan schade opleveren.
44
Composer menu, Interne Styles combineren tot nieuwe Styles – Style Composer
11.5 Interne Styles combineren
tot nieuwe Styles – Style
Composer
Alle Styles aan boord van de KR-570 zijn opgebouwd uit vijf Parts: “Rhythm”, “Bass”, “Accompaniment 1”, “Accompaniment 2” en “Accompaniment 3”.
Met de Style Composer functie kunt u Parts uit verschillende Styles combineren tot een nieuwe Style.
Een Style die u op die manier maakt noemen we een
User Style.
Het tempo van zo’n User Style wordt bepaald door
het Style tempo van de Rhythm Part. Druk op de
[Tempo] knop als u dit tempo wilt wijzigen.
Opmerking: Zodra u de KR-570 uitschakelt gaat uw
User Style verloren. Onder “User Styles op diskette
bewaren” op blz. 41 leest u hoe u hem kunt bewaren.
1 Druk in het Composer menu op Style Composer.
Het ritme voor de huidig geselecteerde Style wordt
weergegeven en u komt nu in het onderstaande
scherm terecht.
De namen van de Parts worden in het midden van
het scherm afgebeeld. De huidig geselecteerde Part
wordt geïnverteerd afgebeeld.
De overeenkomst tussen spoorknoppen en Parts ziet
er als volgt uit:
Part
Rhythm
Bass
Display
R
Bass
Spoorknop
[Rhythm]
[Bass/Accomp]
Accompaniment 1
A1
[Upper]
Accompaniment 2
A2
[Lower]
Accompaniment 3
A3
[Whole]
2 Kies met de Style groepknoppen en de knoppen
naast het display de gewenste Rhythm Style.
Telkens wanneer u een andere Style kiest hoort u
het nieuwe ritme. Na enkele seconden keert u terug
naar het Style Composer scherm.
3 Eens u het ritme hebt gekozen kiest u met de √ en
® knoppen rechts onder het display de Part die u
wilt wijzigen.
U kunt de Part ook kiezen door op de overeenkomstige spoorknop te drukken.
Naast het ritme hoort u nu ook de zonet geselecteerde Part.
4 Herhaal stap 2 en 3 om de overige Parts in te stellen (met andere woorden: kies voor iedere Part,
die u toevoegt, de gewenste Style).
Met de <VOL+> en <VOL–> knoppen links van het
display kunt u het volume van ieder spoor aanpassen.
U kunt ook kiezen of u een Basic of Advanced
arrangement wilt. Dat doet u met de knop links
onder het display.
5 Zodra de Style naar uw wens klinkt drukt u op
de <EXEC> knop.
De User Style is nu vastgelegd onder de [Disk/User]
knop en u keert terug naar het basisscherm.
U kunt de gemaakte Style opslaan door op de Composer [Rec] knop te drukken.
Wilt u terugkeren zonder de Style vast te leggen,
druk dan op [EXIT].
Opmerking: Bij de keuze van een Style voor een Part
moet u wel “binnen de familie” blijven. U kunt bijvoorbeeld geen baspartij toewijzen aan “A1”.
Opmerking: Onthoud ook dat niet elke Style altijd van
alle Parts gebruik maakt. Soms bevat een Part dus geen
data.
Opmerking: U kunt enkel Parts recruteren uit interne
Styles (dus niet van diskette).
User Style wijzigen
Opmerking: Welke spoorknoppen met welke Parts
overeenkomen kunt u aflezen in de tabel hierboven.
1 Druk in het Composer menu op <Style Composer>.
U hoort nu de weergave van de User Style, waarbij
de indicators op de spoorknoppen aanduiden welke
Parts actief zijn.
2 Kies met de √ en ® knoppen rechts onder het display de Part die u wilt wijzigen.
U kunt de Part ook kiezen door op de overeenkomstige spoorknop te drukken (de indicator licht op).
3 Kies met de Style groep knoppen en de knoppen
naast het display de gewenste Style.
Telkens wanneer u een andere Style kiest hoort u de
nieuwe Part.
4 Kies met de √ en ® knoppen rechts onder het display de volgende Part die u wilt wijzigen.
5 Herhaal stap 2~4 om de overige Parts in te stellen.
Met de <CLR> knop kunt u de geselecteerde Part
uitschakelen.
45
KR-570 Handleiding
6 Zodra de Style naar uw wens klinkt drukt u op
de <EXEC> knop.
U kunt de gemaakte Style opslaan door op de Composer [Rec] knop te drukken.
4 Zodra de Style naar uw wens klinkt drukt u op
de <EXEC> knop.
U kunt de gemaakte Style opslaan door op de Composer [Rec] knop te drukken.
Parts binnen een divisie uitschakelen
We hebben het al enkele keren over divisies gehad.
We bedoelen daarmee de verschillende onderdelen
van een Style-arrangement, te weten:
Intro
De inleiding van het arrangement.
Original
Het “normale” begeleidingspatroon.
Variation
Een variatie op het normale patroon.
Fill-in to Variation
Een overgang om van de Original naar de Variation begeleiding te gaan.
Fill-in to Original
Een overgang om van de Variation naar de Original begeleiding te gaan.
Ending
De slotfrase van het arrangement.
De KR-570 biedt u de mogelijkheid om voor iedere
divisie van een User Style bepaalde Parts uit te
schakelen (zodat u ze niet meer hoort).
Laten we bij wijze van voorbeeld eens zorgen dat
tijdens de Variation begeleiding de Accompaniment
1 partij niet meer te horen is.
1 Druk in het Composer menu op <Style Composer>.
U hoort nu de weergave van de User Style, waarbij
de indicators op de spoorknoppen aanduiden welke
Parts actief zijn.
2 Druk op de Fill In [To Variation] knop om naar
de Variation begeleiding te gaan.
Gaat het om een divisie van korte duur (Intro,
Ending of Fill-in), dan moet u er snel bij zijn en de
volgende stap nog tijdens de weergave van de divisie uitvoeren. Aangezien het in ons voorbeeld om de
“Variation” gaat kunt u nu echter de tijd nemen.
3 Kies met de <√> en <®> knoppen rechts onder
het display de “A1” Part en druk op <Mute>.
De Accompaniment 1 partij wordt nu uitgeschakeld, de indicator op de [Upper] knop dooft.
Bij iedere druk op <Mute> schakelt u de geselecteerde Part afwisselend in en uit.
Een alternatieve werkwijze bestaat erin van de
Composer [FWD] knop ingedrukt te houden en dan
op de spoorknop te drukken die overeenkomt met de
Part die u wilt uitschakelen. Bij iedere druk op die
spoorknop schakelt u de Part afwisselend in (indicator brandt) en uit (indicator brandt niet).
46
11.6 Eigen Styles maken
Zonet hebben we laten zien hoe u op basis van
bestaande Styles een nieuwe Style kunt maken. U
kunt echter ook een stukje knippen uit een opname
die u zelf hebt gemaakt met de 16trk Sequencer en
daarvan een nieuwe Style maken! Deze functie noemen we “Style Converter”.
1 Neem met de 16trk Sequencer een stukje muziek
op met een majeur, mineur of septiemakkoord.
Opmerking: Gedetailleerde instructies omtrent het
gebruik van de 16trk Sequencer vindt u op blz. 42.
Niet alle sporen kunnen als bron voor Style data dienen, houd u daarom aan de onderstaande spoorverdeling.
Spoor
Style Part
2
Bass
7
Accomp1
8
Accomp2
9
Accomp3
D
Rhythm
Om een boeiende Style te creëren neemt u best ook
partijen op die als Intro, Ending en Fill-in kunnen
dienen.
2 Druk in het Composer menu op <Style Converter>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
3 Kies voor iedere divisie de maten die u uit de
opname wilt knippen, de toonaard (Key), het
akkoordtype (Type), enz.
Kies met de <√> en <®> knoppen onderaan het display welk item u wilt instellen en stel met de knoppen links van het display de gewenste waarde in.
Composer menu, Opnames editen – Song Edit
Druk op <CLR> om een bepaalde parameter uit te
schakelen.
Division
Type begeleidingspatroon
From
Maat waarop het te knippen fragment moet beginnen.
For
Aantal maten dat vanaf de startmaat moet worden geknipt.
Key
Toonaard van het geknipte fragment.
Type
Akkoordtype van het geknipte fragment (Major, Minor of
Seventh).
4 Druk op [PLAY] om het geknipte fragment te
beluisteren.
5 Eens u alle divisies hebt gemaakt die u in de Style
wou onderbrengen drukt u op <EXEC>.
Opmerking: Voor meer uitleg over divisies kunt u
terecht op blz. 46.
Opmerking: We hebben daarnet gezien dat slechts
bepaalde sporen als bron voor Style data kunnen dienen.
Gaat het om een opname die u met de Composer hebt
gemaakt, of bevinden de data zich niet op de juiste sporen,
gebruik dan de Track Exchange functie (zie blz. 49) om
op de data te verplaatsen.
Opmerking: Als u voor de “Division” parameter “Fill to
Variation” of “Fill to Original” hebt gekozen kunt u
slechts één maat knippen.
Opmerking: Divisies waarvoor u niets selecteert gebruiken standaardpatronen.
Opmerking: Converteer enkel de volgende soorten data
als Style data (als u andere soorten gebruikt kan dat tot
onvoorspelbare resultaten leiden):
Data die u met het klavier hebt ingespeeld; Reverb diepte;
Chorus diepte.
Opmerking: Eens u op <EXEC> hebt gedrukt kunt u de
vorige instellingen niet meer terughalen.
■ Algemene werkwijze
1 Druk in het Composer menu op <Style Converter>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste editfunctie.
De opties zijn verdeeld over twee display-pagina’s,
waartussen u kiest met de Page ®® en √√ Page
knoppen.
Dit zijn de functies waaruit u kunt kiezen:
• Tempo en volume van opgenomen muziek aanpassen.
• Noten quantiseren (timing aanpassen).
• Alle data van een spoor wissen.
• Een maat kopiëren.
• Een maat wissen.
• Lege maten invoegen.
• Transponeren.
• Sporen verwisselen en kopiëren.
Opmerking: Druk op [EXIT] als u een editfunctie wilt
verlaten.
Ga als volgt te werk als u data van diskette wilt
editen: steek de betreffende diskette in de disk drive
en start de weergave door op de [PLAY] knop te
drukken. U kunt nu beginnen editen.
Tempo en volume aanpassen
11.7 Opnames editen – Song Edit
Om opnames die u met de KR-570 hebt gemaakt te
editen staan er acht functies tot uw beschikking:
Opmerking: Het is niet altijd mogelijk om wijzigingen
in de data op te heffen en weer naar de originele data te
gaan. Daar moet u mee uitkijken, want vooral als u data
edit die met de Arranger werden opgenomen kan het
resultaat al eens tegenvallen (de timing van de begeleiding klopt bijvoorbeeld niet meer, of de begeleiding zelf
is onherstelbaar gewijzigd). We raden u daarom aan om
de data die u wilt editen steeds eerst op diskette te bewaren.
Hiermee kunt u het tempo en volume van een opname wijzigen.
1 Stel, voordat u naar het Song Edit scherm gaat,
het gewenste tempo in met de TEMPO knop.
2 Stel in het 16trk Sequencer scherm het volume in
van het spoor dat u wilt wijzigen.
3 Druk in het Edit scherm op <Setup>. U komt dan
in het onderstaande scherm terecht.
4 Druk op <Execute>. Het tempo en het volume
dat u daarnet hebt gekozen worden nu vastgelegd.
47
KR-570 Handleiding
Opmerking: In plaats van stap 3 en 4 kunt u ook op de
[RESET] knop drukken terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt.
Opmerking: Het voordeel van tempo en volume via de
editfuncties in te stellen zit hem in het feit dat deze instellingen deel worden van de opname en als dusdanig
bewaard blijven. Dat is niet het geval wanneer u deze
instellingen enkel met de Tempo en Part Volume knoppen
of Balance regelaar maakt.
Noten quantiseren (Quantize)
U kunt de timing van de noten in een opname achteraf nog wijzigen. Dat noemen we quantiseren. De
bedoeling van deze functie is in eerste instantie om
noten die u iets “naast de tijd” hebt gespeeld recht te
trekken. Bij het quantiseren kiest u een nootwaarde
die overeenkomt met de waarde van de noten die u
wilt rechttrekken.
U kunt met deze functie de timing van alle sporen
onder handen nemen.
1 Druk op <Quantize>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
dit hebt gedaan kunt u de originele data niet meer
herstellen.
1 Druk op <Erase>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de
gewenste waarde in.
Track
Spoornummer.
From
Startmaat
For
Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle
maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de Song.
Event
Welk soort data u wilt wissen:
“All”: alle data
“Note”: enkel nootinformatie
“Except Note”: alle data uitgezonderd nootdata (dus wel:
pedaalbewegingen, enz.)
“Tempo”: tempowijzigingen
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de
juiste waarde in.
Track
Spoornummer; met “All” kiest u alle sporen.
From
Startmaat
For
Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle
maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song.
Resolution
Nootwaarde volgens dewelke de timing van de noten
wordt “rechtgetrokken”. Kies de lengte van de kortste noot
(of zelfs korter) uit de opname die u wilt bewerken.
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
Data van een spoor wissen (Erase)
Met de hieronder beschreven procedure wist u alle
data van het gespecifieerde spoor. Let wel: eens u
48
Maten kopiëren (Copy)
U kunt data uit een bepaalde maat naar een andere
maat in hetzelfde spoor kopiëren. Dat is vooral interessant wanneer u een bepaalde frase een aantal keer
wilt herhalen. Let wel: de eventueel aanwezige data
op de kopieerbestemming worden tijdens het kopiëren gewist.
1 Druk op <Copy>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
Composer menu, Opnames editen – Song Edit
2 Kies met de <√> en <®> knoppen onderaan het
display de gewenste parameter en stel met + en –
de juiste waarde in.
Track
Spoornummer; met “All” kiest u alle sporen.
From
Startmaat
For
Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle maten
vanaf de startmaat tot aan het einde van de song.
To
De maat waarop de eerste van de gekopieerde maten moet
terechtkomen. Met “End” kiest u het einde van de song.
Time
s
Het aantal kopies dat u wilt maken.
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
Maten wissen (Delete)
Met deze functie kunt u bepaalde maten uit een
opname wissen.
De data die op de gewiste maat/maten volgen worden naar voren geschoven om “het gat te vullen”.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de
gewenste waarde in.
Track
Spoornummer.; met “All” kiest u alle sporen.
From
Startmaat
For
Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle
maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song.
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
Toonaard wijzigen (Transpose)
U kunt de toonaard van ieder spoor aanpassen in
stappen van een halve toon.
1 Druk op <Delete>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
1 Druk op <Transpose>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de
gewenste waarde in.
2 Kies met de √ en ® knoppen onderaan het display de gewenste parameter en stel met + en – de
gewenste waarde in.
Track
Spoornummer.; met “All” kiest u alle sporen.
From
Startmaat
For
Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle
maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song.
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
Track
Spoornummer.; met “All” kiest u alle sporen.
From
Startmaat
For
Aantal maten vanaf de startmaat; met “All” kiest u alle
maten vanaf de startmaat tot aan het einde van de song.
Bias
Aantal halve tonen dat u wilt transponeren (-24 tot +24).
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
Lege maten toevoegen (Insert)
Met deze functie kunt u lege maten invoegen in een
bestaande opname. Dat gebeurt steeds voor alle
sporen tegelijk.
1 Druk op <Insert>.
Sporen uitwisselen en kopiëren – Track
Exchange/Track Copy
U kunt sporen een ander nummer geven of de
inhoud van een spoor naar een ander spoor kopiëren.
49
KR-570 Handleiding
1 Druk op <Trk Exchng/Copy>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de <√> en <®> knoppen onderaan het
display de gewenste parameter en stel met + en –
de gewenste waarde in.
Mode
Hiermee kiest u of u sporen wilt uitwisselen (Track
Exchange) of kopiëren (Track Copy).
Track
Hiermee kiest u bron- en bestemmingsspoor.
3 Druk op <Execute> zodra u alle parameters hebt
ingesteld.
Opmerking: Eventueel aanwezige data op de kopieerbestemming worden tijdens het kopiëren gewist.
50
Functie menu, Functies op het piano scherm
12. Functie menu
Voor de Basis, Piano en Orgel schermen staan nog een reeks functies ter beschikking die u waarschijnlijk ook kunnen helpen.
1 Druk op <Func…>.
U komt nu in het functiemenu terecht.
2 Kies met de knoppen onder het display de
gewenste functie.
3 Stel met de knoppen naast het display de parameters van de functie in.
Wilt u opnieuw de originele instellingen kiezen,
druk dan tegelijk op de ▲ en ▼ knoppen.
Enkele seconden nadat u een functie hebt ingesteld
keert u automatisch terug naar het vorige scherm. U
kunt ook sneller terugkeren door op [EXIT] te drukken.
Terugkeren zonder iets te wijzigen kan enkel wanneer u op [EXIT] drukt voor u de parameters hebt
ingesteld.
Aanslaggevoeligheid van het klavier aanpassen
Het klavier van de KR-570 reageert op de kracht
waarmee u de toetsen aanslaat door het volume van
de klanken die u speelt te variëren. U kunt de gevoeligheid van het klavier voor uw aanslag in vijf stappen variëren.
1 Druk op <Key Touch>.
U komt in het onderstaande scherm terecht. Rechts
wordt de gekozen aanslaggevoeligheid afgebeeld.
Het metertje links geeft de kracht aan waarmee u de
toetsen aanslaat. U kunt dit gebruiken als referentie
om de rechter parameter in te stellen.
12.1 Functies op het piano scherm
Maatsoort en volume van de metronoom
aanpassen
1 Druk op <Metronome>.
U krijgt nu de metronoom te horen en de “Volume”
en “Beat” (maatsoort) parameters verschijnen in het
display. Het volume kunt u instellen van 1-10.
2 Met de knoppen naast het display kunt u het
volume en de maatsoort kiezen.
Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 wordt
automatisch het volume “5” gekozen.
Als u na het instellen van de parameters de metronoom wilt uitschakelen moet u terugkeren naar het
basisscherm en daar de metronoom uitschakelen.
Opmerking: U kunt de maatsoort niet wijzigen tijdens
Style Play of tijdens het gebruik van de Composer.
Opmerking: Zodra u een Style start maakt de maatsoort
die u hebt ingesteld plaats voor de maatsoort die bij die
Style hoort.
2 Plaats “▼” met de knoppen rechts van het
scherm op de gewenste aanslaggevoeligheid.
In de onderstaande tabel ziet u waar de vijf opties
van Light tot Heavy voor staan.
Light
U hoeft niet zo hard aan te slaan als op een
echte piano om fortissimo te spelen, wat deze
optie onder andere geschikt maakt voor kinderen die (nog) niet veel kracht in de vingers hebben.
Mediu
m
Met deze optie kiest u een aanslag die het
dichtst bij die van een akoestische piano ligt.
Heavy
U moet harder aanslaan dan normaal om fortissimo te kunnen spelen. Het klavier voelt dus
“zwaarder” aan.
Opmerking: U kunt de aanslaggevoeligheid ook instellen vanuit het Utility menu (zie blz. 59).
Stemming van het klavier wijzigen – Tuning
U kunt kiezen volgens welke methode u het klavier
van de KR-570 wilt stemmen.
51
KR-570 Handleiding
Stretch tuning: Met de Stretch Tuning functie kunt
u de werkwijze nabootsen die een pianostemmer
volgt wanneer hij een akoestische piano stemt. Het
komt er op neer dat de lage tonen iets “te laag” en
de hoge tonen iets “te hoog” worden gestemd. Dat
“te” laag/hoog bedoelen we in vergelijking met de
absolute toonhoogte die de betreffende noten
mathematisch gezien zouden moeten hebben. Door
deze “afwijkingen” gaan akkoorden en dergelijke
echter zuiverder klinken, wat uw muziek uiteraard
ten goede komt. Bij het inschakelen van de KR-570
wordt automatisch voor “Stretch Tuning” gekozen.
Temperament: Uw nieuwe piano stelt u in staat om
klassieke muziek (bijvoorbeeld barok) te spelen met
de stemming die in de periode waaruit de muziek
stamt gangbaar was.
Bij het componeren en uitvoeren van hedendaagse
muziek wordt steeds uitgegaan van de gelijkzwevende stemming. Enkele eeuwen geleden werden
echter ook andere stemmingen gebruikt. Door de
muziek uit die tijd met de oorspronkelijk bedoelde
stemming te spelen hoort u opnieuw de natuurlijke
kleur van de akkoorden en krijgt u inzicht in de
manier waarop de betreffende stukken in feite
bedoeld waren te klinken.
1 Druk op <Tuning>.
U komt in het onderstaande scherm terecht.
■ Stretch Tuning
2 Schakel met de knoppen links van het display de
Stretch Tuning in (ON) of uit (OFF).
■ Temperament
2 Kies met de knoppen rechts van het display de
gewenste stemming.
U kunt kiezen uit de volgende stemmingen:
Stemming
Omschrijving
EQUAL
Deze stemming verdeelt het octaaf in 12 gelijke
intervallen. Alle toonhoogtes wijken daarbij in
dezelfde, lichte, mate af van hun “absolute” toonhoogte.
PYTHAGOREAN
Deze stemming werd oorspronkelijk bedacht door de
beroemde filosoof Pythagoras. Ze lost de ambiguïteit
van kwarten en kwinten op. De terts wijkt weliswaar
lichtjes af, toch klinken melodieën in deze stemming
erg zuiver.
JUST (MAJOR)
Deze stemming lost de ambiguïteit van kwarten en
tertsen op. Akkoorden klinken daarom erg mooi,
maar voor melodieën is deze stemming minder
geschikt, om dat de toonzetting uit balans is.
JUST (MINOR)
Heeft dezelfde voor- en nadelen als de vorige, maar
ditmaal geoptimaliseerd voor mineur.
MEAN TONE
Deze stemming voegt een aantal compromissen toe
aan de JUST stemming, waardoor ze makkelijker te
transponeren is.
WERCKMEISTER
Deze stemming combineert MEAN TONE en WERCKMEISTER en is daarom in iedere toonaard te
gebruiken.
KIRNBERGER
Dit is in feite het resultaat van verbeteringen aan de
MEAN TONE en JUST stemmingen. Deze stemming
kunt u in alle toonaarden gebruiken, want ze laat
zich relatief probleemloos transponeren.
Als u met een andere stemming dan de gelijkzwevende speelt moet u de grondnoot (“C” voor majeur
en “A” voor mineur) aanpassen, in functie van de
toonaard waarin u wilt spelen. Houd hier ook rekening mee wanneer u met andere instrumenten
samenspeelt: zorg dat ieder instrument vanuit
dezelfde grondnoot is gestemd, anders kunnen de
toonhoogtes nooit kloppen.
3 Om de grondnoot in te stellen drukt u op Key
terwijl u de <Tuning> knop ingedrukt houdt
(enkel wanneer u een andere stemming dan
EQUAL kiest).
Opmerking: De alternatieve stemming die u kiest wordt
toegepast op alle klanken, ook die van diskette.
Markeerpunten: herhaling van bepaalde
passages
U kunt een punt in de Song markeren. Eens u dat
hebt gedaan kunt u de weergave vanaf dat punt laten
starten. U kunt ook stukken tussen twee markeerpunten herhaald laten weergeven. Markeerpunten
komen steeds terecht aan het begin van een maat.
Deze functie bewijst ook zijn nut wanneer u tijdens
Minus-One Play een moeilijk stukje keer op keer
52
Functie menu, Functies in het orgel scherm
wilt laten voorbijkomen, tot u het onder de knie
hebt.
1 Druk op <Marker>.
U komt dan in het onderstaande scherm terecht.
5 Druk op <Repeat>.
U komt nu terecht aan het begin van maat 5, de
plaats van Mark A.
Deze maat is aan A toegewezen
Deze maat is aan B
toegewezen
Dit gedeelte wordt herhaald.
Measure
■ Weergeven vanaf een gemarkeerd punt
U kunt twee punten in een Song markeren en de
weergave vanaf één van deze punten laten beginnen.
Een voorbeeld: we willen de weergave vanaf maat
5 laten beginnen.
2 Ga met de [FWD] en [BWD] knoppen naar het
begin van de maat die u wilt markeren.
Het nummer van de huidige maat verschijnt rechtsboven in het display.
3 Zodra u bij de vijfde maat bent aanbeland drukt
u op <Mark A>.
In plaats van <Mark A> ziet u nu “A:5” staan.
4 Druk op [Play].
De weergave begint nu vanaf maat vijf.
5 Druk op <A:5>.
De weergave wordt herhaald vanaf maat vijf.
Opmerking: Als u twee markeerpunten in een Song
plaatst, kan <Mark B> zich nooit eerder in de Song bevinden dan <Mark A>.
Opmerking: Met een beetje oefening zou u in staat moeten zijn om tijdens de weergave van een Song op <Mark
A> en <Mark B> te drukken op het moment dat het te
markeren punt voorbijkomt. Zo heel precies hoeft u trouwens niet te mikken, aangezien het markeerpunt steeds op
de eerste tel van de huidige maat terechtkomt.
■ Herhaald weergeven
Bijvoorbeeld: maat 5-8 herhaald weergeven.
2 Ga met de [Fwd] en [Bwd] knoppen naar het
begin van de maat die u wilt markeren.
Het nummer van de huidige maat verschijnt rechtsboven in het display.
3 Zodra u bij de maat vijf bent aanbeland drukt u
op <Mark A>.
In het display verschijnt “A:5”.
4 Zodra u bij de maat negen bent aanbeland drukt
u op <Mark B>.
In het display verschijnt “B:9”.
Mark A bevindt zich nu op maat 5, terwijl Mark B
zich op maat 9 bevindt.
6 Druk op [PLAY].
Maat vijf tot en met acht worden nu herhaald weergegeven.
Opmerking: Hebt u enkel Mark A gedefinieerd, dan
zorgt de <Repeat> functie voor een herhaalde weergave
tussen Mark A en het einde van de song. Hebt u enkel
Mark B gedefinieerd, dan wordt het stuk tussen het begin
van de song en Mark B herhaald.
■ Markeringen wissen
Houd <Clear> ingedrukt en druk op <A:(maatnummer)> of <B:(maatnummer)>.
12.2 Functies in het orgel scherm
Ook in dit scherm kunt u de markeerfunctie gebruiken, maar daar bent u hierboven alles over te weten
gekomen.
Arranger functie
Als u in het Orgel scherm op de [Start/Stop] of
[Intro/Ending] knoppen drukt hoort u normaal enkel
het ritme van de Style. Desgewenst kunt u echter
ook met een volledige begeleiding spelen.
1 Druk op <Arranger>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Schakel met de knoppen naast het display de
Arranger in of uit.
Bij het inschakelen is de Arranger steeds uitgeschakeld (OFF).
53
KR-570 Handleiding
Lower Tone in- en uitschakelen/splitpunt
kiezen
1 Druk op <Split> om het onderstaande scherm op
te roepen.
■ Lower Tone in-/uitschakelen
2 Schakel met de knop links van het display de
Lower Tone in of uit.
■ Splitpunt instellen
2 Kies met de knop rechts van het display het
gewenste splitpunt.
Bij iedere druk op deze knop schuift het splitpunt
één toets op.
Opmerking: U kunt ook in stap 1 hierboven de <Split>
knop ingedrukt houden en op de toets drukken waarvan u
het splitpunt wilt maken.
■ Automatische keuzes bepalen
2 Kies met de knop links van het display de
gewenste optie uit de onderstaande lijst.
Full Auto
Als u een Style kiest worden automatisch de optimale Upper tone, tempo en andere functies gekozen.
Tone Lock
Als u een Style kiest blijft de huidige Tone behouden.
Tempo Lock
Als u een Style kiest blijft het huidige Tempo
behouden.
Tone, Tempo Lock
Als u een Style kiest blijven de huidige Tone en het
huidige Tempo behouden.
OFF
Als u een Style kiest worden er verder geen automatische keuzes gemaakt.
Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 wordt
steeds de optie “Full Auto” gekozen.
■ Chord Intelligence in-/uitschakelen
2 Schakel met de knop rechts van het display de
Chord Intelligence in of uit.
Opmerking: Volgens de standaardinstellingen is de
Chord Intelligence functie steeds ingeschakeld. Uitgebreide informatie over deze functie vindt u op blz. 32.
12.3 Functies op het basisscherm
Opmerking: De uitleg over de split- en markeerfuncties
is ook hier van toepassing.
Arranger-instellingen wijzigen
Als u een Style kiest wordt normaal automatisch het
juiste tempo en de juiste Upper Tone geselecteerd
en wordt de Chord Intelligence functie ingeschakeld. Indien u dat wilt kunt u al deze automatische
keuzes echter ook uitschakelen. Dat gaat als volgt:
1 Druk op <Auto> om het onderstaande scherm op
te roepen.
Akkoord- en basklank wijzigen
Als u zich in de Arranger mode bevindt, maar de
weergave van de Style loopt niet, dan kunt u met de
linkerhand akkoorden spelen. De klank die u dan
hoort noemen we de Chord Tone. De grondnoot van
het akkoord dat u speelt wordt in dat geval weergegeven met de Bass Tone.
Deze Tones maken deel uit van de Style die u kiest,
maar via de onderstaande stappen kunt u er uw
eigen klankkeuzes voor in de plaats zetten.
1 Druk op <Chord> om het onderstaande scherm
op te roepen.
2 Kies met de knoppen links van het display de
gewenste Bass Tone en met de knoppen rechts
van het display de gewenste Chord Tone.
Wilt u één van deze Tones (of beide) niet horen,
kies dan “OFF”.
Opmerking: Voor een aantal Tones kunt u de Hold functie gebruiken. Als u dat doet worden de laatstgespeelde
noten aangehouden tot u de volgende noten speelt.
54
Functie menu, Functies op het basisscherm
Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 wordt
als Chord Tone steeds “Soft E.Piano” en als Bass Tone
steeds “Fingered Bs.” gekozen.
55
KR-570 Handleiding
13. Instellingen van de KR-570 bewaren
13.1 Registraties opslaan: User
Programs
U kunt de instellingen die u op het frontpaneel van
de KR-570 maakt bewaren in een zogenaamd User
Program. Deze instellingen kunt u achteraf erg eenvoudig opnieuw oproepen. Voor instellingen die u
vaak nodig hebt maakt u dan ook best van deze
mogelijkheid gebruik.
1 Maak de instellingen zoals u ze wilt opslaan.
2 Druk op de [USER PROGRAM] knop.
U komt nu in het User Program scherm terecht.
3 Houd <Write> ingedrukt en kies met de knoppen naast het display het gewenste User Program
nummer.
Na enkele seconden keert u terug naar de vorige
pagina.
Opmerking: Onder <Manual> kunt u geen instellingen
opslaan.
Opmerking: Bij het inschakelen van de KR-570 worden
enkele User programma’s geladen als voorbeelden.
Opmerking: U kunt de naam van een User programma
wijzigen (zie hieronder).
Opmerking: Schakel de KR-570 niet uit voor u alle
bovenstaande stappen hebt afgewerkt, want dan bent u de
instellingen kwijt.
Instellingen oproepen met de [User Program] knop
Naam van een User Program wijzigen
1 Houd in het User Program scherm de [USER
PROGRAM] knop ingedrukt en kies het User
programmanummer.
U komt dan in het onderstaande scherm terecht.
2 Gebruik de √ en ® knoppen onderaan het display en de ▲ en ▼ knoppen links van het display
om de gewenste naam te definiëren.
Een lijst met alle beschikbare karakters vindt u op
blz. 40.
3 Druk op <Execute>.
13.2 User Programs op diskette
bewaren
In de KR-570 kunt u 32 User Programs kwijt (inclusief de Manual instellingen). Deze 32 programma’s
vormen één “set”. Een diskette biedt plaats aan 99
dergelijke sets.
1 Zorg dat het wisbeveiligingsnokje op de diskette
in de stand “Write” staat (zie blz. 8) en steek de
diskette in de drive.
2 Druk op de [User Program] knop.
U komt nu in het User Program scherm terecht.
3 Druk op <Disk>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
1 Druk op de [User/Program] knop.
U komt nu in het User Program scherm (zie afbeelding hierboven) terecht.
Opmerking: Met <Manual> kiest u de instellingen die
de KR-570 had voor u een User Program koos.
Opmerking: De snelheid waarmee instellingen voor een
Style worden geladen kunt u variëren (zie blz. 63).
56
4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste nummer.
U kunt gelijk welk nummer van 1 tot 99 kiezen.
Nummers waarvoor er reeds data op de diskette
staan worden geïnverteerd afgebeeld. Kiest u één
Instellingen van de KR-570 bewaren, Functies aan de Pad knoppen toewijzen
van deze nummers, dan worden de aanwezige data
overschreven.
5 Gebruik de √ en ® knoppen onderaan het display en de ▲ en ▼ knoppen links van het display
om de gewenste naam te definiëren.
Een lijst met alle beschikbare karakters vindt u op
blz. 40.
6 Druk op <Save> rechtsonder in het display.
Opmerking: Druk op [EXIT] om het opslaan af te breken.
User Programs laden
1 Steek de diskette waarop de instellingen zich
bevinden in de drive.
2 Druk op de [User Program] knop.
U komt nu in het User Program scherm terecht.
3 Druk op <Disk>.
4 Kies met de ▲ en ▼ knoppen het gewenste nummer.
5 Om de instellingen effectief te laden drukt u op
<Load> onderaan het display.
Opmerking: Druk op [EXIT] als u toch liever niets wilt
laden.
13.3 Functies aan de Pad knoppen
toewijzen
Aan de twee Pad knoppen op het frontpaneel kunt u
functies toewijzen die u tijdens het spelen vaak
nodig hebt. Als u een functie hebt toegewezen, volstaat een simpele knopdruk om ze te activeren.
1 Druk in het basisscherm op <PAD/PEDAL>.
U komt nu in het onderstaande scherm terecht.
2 Kies met de ▲ en ▼ knoppen naast het display de
functies voor “Pad 1” en “Pad 2”.
Hieronder krijgt u een overzicht van de mogelijke
functies: hoe ze in het display worden afgebeeld en
waar ze voor dienen.
1 Leading Bass
Schakelt de Leading Bass functie in of uit (zie hieronder).
2 Break
Als u tijdens Style Play op de Pad knop drukt wordt
de weergave gedurende één maat onderbroken.
3 Fill In To Variation
De Pad knop waarvoor u deze functie kiest krijgt
dezelfde werking als de Fill In [To Variation] knop
(zie blz. 32).
4 Fill In To Original
De Pad knop waarvoor u deze functie kiest krijgt
dezelfde werking als de Fill In [To Original] knop
(zie blz. 32).
5 Fill In
Hiermee stuurt u een Fill-in aan die uitmondt in
dezelfde begeleiding als voor de Fill-in.
6 Original/Variation
U wisselt tussen Original en Variation zonder dat er
een Fill-in wordt tussengelast.
7 Basic/Advanced
Heeft hetzelfde effect als wanneer u op <To:
Advanced> of <To: Basic> drukt.
8 Simple Intro/Ending
Door op de Pad knop te drukken kiest u een eenvoudige intro of slot.
9 Melody Intelligence
Heeft hetzelfde effect als de [Melody Intelligence]
knop (zie blz. 34).
0 Arranger Intro/Ending
Heeft hetzelfde effect als de [Intro/Ending] knop.
Arranger Start/Stop
Heeft hetzelfde effect als de [Start/Stop] knop.
A Fade In/Out
Deze functie kunt u gebruiken om een Style te
beginnen met een fade-in (geleidelijk stijgend volume) of hem te laten eindigen in een fade-out (geleidelijk dalend volume).
Om met een fade-in te beginnen moet u eerst op de
[Sync] knop en vervolgens op de Pad knop drukken.
Om te eindigen met een fade-out volstaat het dat u
tijdens Style Play op de Pad knop drukt.
B Chorus ON/OFF
Hiermee schakelt u het chorus effect voor de Whole
of Upper Tone in of uit.
C Rotary Speed Fast/Slow
Hiermee wijzigt u de snelheid van het Rotary effect.
D DSP ON/OFF
Hiermee schakelt u het DSP effect in of uit.
E Glide
Zodra u op de knop drukt gaat de toonhoogte even
naar omlaag en om daarna geleidelijk naar de originele toonhoogte te stijgen. Dit effect werkt vooral
goed op Hawaïaanse gitaarklanken en dergelijke.
57
KR-570 Handleiding
F Composer Play/Stop
Dezelfde functie als de [Play] of [Stop] knoppen.
G Metronome ON/OFF
Hiermee schakelt u de metronoom in of uit.
H Punch In/Out
U kunt de Pad knop gebruik om in opname te gaan.
Zie “Opnamemethode kiezen” op blz. 44.
■ Wat is de Leading Bass functie?
Tijdens Style Play gebruikt de begeleiding normaal
de grondnoot van het akkoord dat u speelt als basnoot. Schakelt u de Leading Bass functie in, dan
wordt de laagste noot die u op het linker klaviergedeelte aanslaat gebruikt als basnoot. Telkens als u
een andere inversie van het akkoord speelt krijgt u
dus een andere basnoot te horen.
Opmerking: Tijdens Style Play werkt de Leading Bass
functie zolang u de Pad knop ingedrukt houdt.
13.4 Functie van de pedalen
kiezen
U kunt de functie van het linker- en het middenpedaal van de KR-570 wijzigen.
1 Druk in het basisscherm op <Pad/Pdl>.
2 Druk op <Page>.
3 Kies met de ▲ en ▼ knoppen naast het display de
gewenste functie voor het linker- (Left) en het
middenpedaal (Center).
58
Naast de functies die in de tabel onder “Functies aan
de Pad knoppen toewijzen” aan bod kwamen kunnen de pedalen ook nog de volgende functies hebben.
Soft for Upper
Het pedaal wordt een Soft pedaal (dat werkt op de
Upper Part of de Whole Part).
Sostenuto for Upper
Het pedaal wordt een Sostenuto pedaal (dat werkt
op de Upper Part of de Whole Part).
Damper for Lower
Het pedaal wordt een demper-pedaal (dat enkel
werkt op de Lower Part).
Bend Up
Met het pedaal verhoogt u de toonhoogte van de
Upper, Layer of Whole Part. (U kunt ook het bereik
waarover de toonhoogte verandert aanpassen, zie
blz. 61).
Bend Down
Met het pedaal verlaagt u de toonhoogte van de
Upper, Layer of Whole Part. (U kunt ook het bereik
waarover de toonhoogte verandert aanpassen, zie
blz. 61).
Na enkele seconden keert u terug naar de vorige
pagina.
Opmerking: Zodra u op de One Touch Program [Piano]
knop drukt krijgt het linkerpedaal de functie “Soft”, terwijl het rechterpedaal de functie “Sostenuto” krijgt.
Utility menu, Stemmen (Master Tune)
14. Utility menu
Dit menu herbergt een aantal functies die tot nu toe nog niet aan bod zijn gekomen.
Hoe werkt het Utility menu?
1 Druk op de [UTILITY] knop.
U komt nu in het Utility Menu scherm terecht.
Het Utility menu bevat veertien opties, verdeeld
over evenveel pagina’s.
2 Kies met de Page ®® en √√ Page knoppen de
gewenste pagina (en dus functie).
3 Maak met de knoppen naast en onder het display
de gewenste instellingen voor de gekozen functie.
Om opnieuw de originele instellingen van een functie te kiezen drukt u tegelijk op de ▲ en ▼ knoppen
naast het display.
Zodra u enkele seconden niets meer verandert aan
de instellingen keert het display automatisch terug
naar het originele scherm. Wilt u sneller terugkeren,
druk dan op [EXIT].
Terugkeren zonder iets te wijzigen kan enkel wanneer u op [EXIT] drukt voor u de parameters hebt
ingesteld.
14.1 Stemmen (Master Tune)
Als u de KR-570 gebruikt om andere instrumenten
te begeleiden, zal u de toonhoogte misschien lichtjes moeten bijregelen om niet “vals” te staan ten
opzichte van uw medemuzikanten. (In feite zijn zij
het dan die vals staan, want de KR-570 is op de referentietoonhoogte 440.0 Hz gecalibreerd) Dat “bijregelen” noemen we uiteraard stemmen en het gebeurt
normaal op basis van een referentietoonhoogte in
Hz, meestal de middenste A (die 440.0 Hz van daarnet).
1 Ga in het Utility Menu met de Page ®® en √√
Page knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste standaardtoonhoogte.
U kunt dit doen binnen het bereik 415.3~466.2 Hz.
Opmerking: De referentietoonhoogte geldt voor alle
klanken, ook voor de partijen die u van diskette weergeeft.
14.2 Aanslaggevoeligheid/
Transponeren
1 Ga in het Utility Menu met de Page ®® en √√
Page knoppen naar de onderstaande pagina.
■ Aanslaggevoeligheid wijzigen
U kunt de mate bepalen waarin het klavier reageert
op de kracht waarmee u de toetsen aanslaat. Dat
gaat in vijf stappen.
2 Kies met de knoppen links van het display de
gewenste aanslaggevoeligheid.
In de onderstaande tabel ziet u waar de vijf opties
van voor staan.
Super
Light
Bij deze optie volstaat een vederlichte aanslag
om fortissimo te spelen.
Light
U hoeft niet zo hard aan te slaan als op een echte piano om fortissimo te spelen, wat deze
optie onder andere geschikt maakt voor kinderen die (nog) niet veel kracht in de vingers hebben.
Medium
Met deze optie kiest u een aanslag die het
dichtst bij die van een akoestische piano ligt.
Heavy
U moet harder aanslaan dan normaal om fortissimo te kunnen spelen. Het klavier voelt dus
“zwaarder” aan.
Super
Heavy
U moet enorm hard aanslaan om fortissimo te
kunnen spelen. Dat levert u wel meer dynamiek op. Deze optie is aan te bevelen als u
gewend bent om erg hard aan te slaan of als u
wat meer kracht in uw vingers wilt krijgen.
59
KR-570 Handleiding
Opmerking: In het Piano menu zit ook een functie waar-
Opmerking: Zodra u een Style start maakt de maatsoort
mee u de aanslaggevoeligheid van het klavier kunt wijzigen (zie blz. 51).
die u hebt ingesteld plaats voor de maatsoort die bij die
Style hoort.
■ Transponeren (Key Transpose)
Door de toonhoogte van de KR-570 te transponeren
kunt u een stuk in een andere toonaard spelen zonder dat u daarvoor een andere vingerzetting hoeft te
gebruiken!
Deze mogelijkheid kan bijvoorbeeld van pas komen
als u wilt meespelen (Minus One Play) met SMF
data in een moeilijke toonaard (eentje met veel mollen of kruisen). U kunt de begeleiding dan in de originele toonaard laten spelen en de partij die u meespeelt transponeren zodat u de vingerzetting van een
makkelijke toonaard kunt gebruiken.
2 Kies met de knoppen links van het display de
gewenste transpositie.
Het display beeldt het huidige waarde (-6 tot 0 tot 5)
af. U kunt transponeren in stappen van een halve
toon. Bijvoorbeeld: u kiest de waarde “2” en u transponeert het volgende fragment:
14.4 Reverb en Chorus type kiezen
U kunt kiezen welk type Reverb of Chorus effect u
het best bevalt.
1 Ga in het Utility Menu met de Page ®® en √√
Page knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Kies met de knoppen links van het display het
gewenste Reverb type en met de knoppen rechts
van het display het gewenste Chorus type.
■ Reverb types
Dit speelt u...
Opmerking: Tijdens Style Play wordt de begeleiding
naar dezelfde toonaard getransponeerd als de rechterhandpartij.
14.3 Maatsoort en volume van de
metronoom aanpassen
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Kies met de knoppen links van het display het
gewenste volume en de gewenste maatsoort.
Als u na het instellen van de parameters de metronoom wilt uitschakelen moet u terugkeren naar het
basisscherm en daar de metronoom uitschakelen.
Opmerking: U kunt de maatsoort niet wijzigen tijdens
Style Play of tijdens het gebruik van de Composer.
60
Room 1
galm van een vergaderzaal
Room 2
galm van een kleine club
Room 3
galm van een grote, open kamer
Hall 1
galm van een grote concertzaal
Hall 2
galm van een kleine concertzaal
Plate
heldere, metalige galm
Delay
delay met veel herhalingen
Panning
Delay
Delay waarbij de herhalingen afwisselend van links en
van rechts komen.
...en dit hoort u.
■ Chorus types
Chorus 1
lichte chorus met trage zwevingen.
Chorus 2
lichte chorus met snelle zwevingen.
Chorus 3
vette chorus met trage zwevingen.
Chorus 4
vette chorus met snelle zwevingen.
Feedback Cho.
zacht flanger effect.
Flanger
extreem flanger effect.
Short Delay
delay met korte vertragingstijd.
Short Delay (FB)
delay met lange vertragingstijd.
Utility menu, Expansion Tones kiezen
Opmerking: Het effect dat u op deze manier instelt
wordt op alle Tones toegepast.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
14.5 Expansion Tones kiezen
We hebben aan het begin van deze handleiding al
gewag gemaakt van de zogenaamde Expansion
Tones, dat is een extra verzameling van Tones die u
kunt kiezen als aanvulling op de standaard Tones,
waardoor het totaal op 270 wordt gebracht. De nummers en namen van deze extra Tones vindt u op
blz. 72. Het mooie is dat u deze Tones ook kunt verwerken in uw opnames.
Expansion Tones kunt u gebruiken in de Whole
Keyboard mode en voor de rechterhandpartij
(Upper Part).
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Kies met de knoppen naast het display het
gewenste contrast.
14.7 Afbeelding van teksten
uitschakelen
Als u op de KR-570 muziekdata weergeeft die Song
teksten bevatten, dan worden deze teksten in het
display afgebeeld. Stelt u dat niet op prijs, dan kunt
u die teksten op de volgende manier uit het display
weren.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Kies met de knoppen naast het display de
gewenste Tone.
Opmerking: De keuze van een Expansion Tone is
slechts tijdelijk. Als u een andere mode kiest (u gaat bijvoorbeeld van de Whole Keyboard naar de Split mode)
dan wordt opnieuw de laatstgeselecteerde “standaard”
Tone gekozen.
Opmerking: Als u na het kiezen van Expansion Tones
de instellingen van de KR-570 in een User Program
schrijft (en eventueel op diskette zet), dan worden de
laatstgekozen standaard Tones opgeslagen, niet de
Expansion Tones.
2 Kies met de knoppen naast het display of u al
(ON) dan niet (OFF) teksten wilt zien.
14.8 Pitch Bend bereik instellen
Met deze functie bepaalt u de maximale toonhoogteverandering die u met de Bender functie kunt
teweegbrengen.
14.6 Contrast van het display
aanpassen
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
U kunt het contrast van het display aanpassen in 10
stappen. Dat kan van pas komen als u de KR-570
opstelt op een plaats waar het display moeilijk leesbaar blijkt te zijn.
2 Kies met de knoppen naast het display het
gewenste bereik.
U kunt het bereik instellen tussen 0 en 12 (in stappen van een halve toon, dus maximaal één octaaf).
61
KR-570 Handleiding
14.9 Klanken kiezen op een extern
MIDI-instrument (PC)
“Programmakeuze-commando’s” zijn het stukje
MIDI-taal dat verantwoordelijk is voor het kiezen
van klanken. De KR-570 kan dit soort commando’s
zenden. Hebt u dus een extern MIDI-instrument met
de KR-570 verbonden, dan kunt u vanuit uw Intelligent Piano klanken kiezen op dat externe instrument.
14.10 MIDI-zendkanaal/Local
Control instellen
Dit zijn parameters die u zeker moet instellen wanneer u een extern MIDI-instrument hebt aangesloten.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
MIDI-zendkanaal kiezen
2 Kies met de √ en ® knoppen links onder het display de gewenste parameter en stel met de ▲ en
▼ knoppen naast het display de gewenste waarde in.
Display
Parameter
Waarde
CC#OO
Bankkeuze MSB
0 - 127
CC#2O
Bankkeuze LSB
0 - 127
PC
Programmakeuze
1 - 128
Twee instrumenten kunnen via het MIDI-systeem
met elkaar communiceren op voorwaarde dat ze op
hetzelfde MIDI-kanaal zijn ingesteld. Als dat het
geval is, kunt u met het klavier van de KR-570 het
klankgedeelte van een extern instrument aansturen,
alsook klanken kiezen op dat instrument.
2 Kies met de knoppen links van het display het
MIDI-zendkanaal.
Het gekozen kanaal (1-16) wordt in het display
afgebeeld.
Opmerking: MIDI-commando’s van externe instrumenten worden door de KR-570 op alle kanalen ontvangen.
Opmerking: Telkens als u met de √ of ® knop een waarde verandert wordt er een commando via MIDI gezonden.
Opmerking: U kunt deze informatie niet naar de interne
klankbron van de KR-570 zenden.
Opmerking: Deze informatie wordt gezonden op het
MIDI-kanaal dat u met de hieronder besproken functie
instelt.
Opmerking: Alle informatie van het klavier wordt
steeds op één kanaal gezonden, ongeacht de Split en
Layer instellingen.
Opmerking: De Composer en Style Play partijen worden niet via MIDI verzonden.
Local Control
De instelling van Local Control is van belang wanneer u een ander MIDI-instrument aanstuurt. Local
Control bepaalt of de nootinformatie van wat u op
het klavier speelt al (ON) dan niet (OFF) naar het
interne klankgedeelte van de KR-570 wordt gezonden. Deze nootinformatie wordt wél steeds naar de
MIDI Out gezonden, ongeacht de instelling van
Local Control.
■ In combinatie met een sequencer
Als u de KR-570 in combinatie met een sequencer
gebruikt, moet u Local Control op “Off” en de Soft
Thru functie van de sequencer op “On” zetten. De
informatie van uw klavier gaat dan naar de sequencer en van daaruit naar het klankgedeelte van de
KR-570. Laat u echter in deze configuratie de Local
62
Utility menu, Arranger Update-snelheid voor User Programs
Control ingeschakeld, dan worden de noten niet
alleen via de sequencer, maar ook nog eens rechtstreeks naar het klankgedeelte gezonden. U hoort
dan alle noten “dubbel” en dat is niet echt mooi.
Opmerking: In de handleiding van de meeste sequenc-
14.12 Memory Backup
ers vindt u uitgebreide informatie over de Soft Thru functie.
■ In combinatie met een synthesizer of klankmodule
In deze configuratie moet u de Local Control
inschakelen, anders hoort u geen geluid uit de
KR-570.
2 Schakel met de knoppen rechts van het display
de Local Control in of uit.
Het display beeldt “ON” of “OFF” af.
•
•
•
•
•
•
14.11 Arranger Update-snelheid
voor User Programs
Heel wat parameters krijgen opnieuw hun fabriekswaarden nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld.
Met de Memory Backup functie kunt u de instellingen van deze parameters wegschrijven, zodat u
opnieuw over deze waarden kunt beschikken wanneer u de KR-570 een volgende keer gebruikt.
De volgende parameters worden hierbij opgeslagen:
Display contrast
Taalkeuze in de basis en demo schermen
Stretch Tuning, Temperament
Octave Shift
Types en effectdieptes van de DSP effecten voor
iedere Tone.
Aan/uit status van het chorus-effect voor iedere
Tone.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
Met deze functie bepaalt u de snelheid waarmee de
instellingen in een User Program naar de Arranger
worden gestuurd, zodra u dat User Program selecteert.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Druk op <Execute>.
3 Druk op <OK>.
Opmerking: Druk op <Cancel> als u de operatie wilt
annuleren.
Opmerking: Schakel de KR-570 nooit uit voor u de
bovenstaande stappen hebt afgewerkt.
2 Kies met de knoppen links van het display de
gewenste snelheid.
INSTANT
De Arranger-instellingen worden opgeroepen op het
moment dat u het User Program nummer kiest.
DELAYED
De Arranger-instellingen worden opgeroepen nadat u de
knop waarmee u het User Program nummer kiest enkele
seconden blijft indrukken.
Als u de tweede optie kiest kunt u, door de knop in
te drukken en onmiddellijk weer los te laten, enkel
de instellingen laden die geen verband houden met
de Arranger.
14.13 Fabrieksinstellingen laden
Met deze functie stelt u alle parameters van de
KR-570 opnieuw in op de waarden die ze hadden
toen u het instrument kocht.
Opmerking: Ook de User Programs krijgen opnieuw
hun originele instellingen. Zorg daarom dat User Programs die u dierbaar zijn intussen een plaatsje op een diskette hebben gevonden, anders bent u ze kwijt!
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Druk op <Execute>.
63
KR-570 Handleiding
3 Druk op <OK>.
Alle parameters worden nu opnieuw op hun fabriekswaarden ingesteld.
Opmerking: Druk op <Cancel> als u de operatie wilt
annuleren.
Opmerking: Schakel de KR-570 nooit uit voor u de
bovenstaande stappen hebt afgewerkt.
14.14 Link
Met deze functie kunt u zorgen dat de aan het klavier toegewezen klank via MIDI kan worden gekozen.
1 Ga in het Utility Menu met de √√ Page ®® knoppen naar de onderstaande pagina.
2 Schakel met de knoppen naast het display de
Link in of uit.
Het display beeldt “ON” of “OFF” af.
Opmerking: Het “gelinkte” MIDI-kanaal is het kanaal
van het spoor dat u op de 16 Track Sequencer pagina
geselcteerd hebt.
64
KR-570 aansluiten op een MIDI-instrument of computer, KR-570 op een MIDI-instrument aansluiten
aansluiten op een MIDI15. KR-570
instrument of computer
De KR-570 is uitgerust met MIDI- en Computer-connectors, die voor de communicatie met andere instrumenten
kunnen zorgen.
Voor u aansluitingen met deze connectors maakt moet u steeds alle volumes dichtzetten en alle apparaten uitschakelen, dit om schade aan uw luidsprekers of aan andere instrumenten te voorkomen.
15.1 KR-570 op een MIDIinstrument aansluiten
De KR-570 heeft twee MIDI-connectors: MIDI In
en MIDI Out. Als u deze met een MIDI-instrument
verbindt kan dat instrument met uw KR-570 “praten”. Zo kunt u vanuit de KR-570 klanken kiezen op
een extern instrument en deze klanken vervolgens
spelen op het klavier.
(doe dit enkel nadat u de KR-570 hebt uitgeschakeld!).
Opmerking: In bepaalde gevallen kan één MIDI-kabel
volstaan. Het hangt er van af hoe u de instrumenten wilt
gebruiken (één- of tweerichtingsverkeer van data).
Opmerking: In het geval u “serieus” met MIDI aan de
slag wilt neemt u best eens contact op met Roland. We
hebben dan voor u een boekje met de volledige “MIDIimplementatie” (alle MIDI-mogelijkheden in detail) van
de KR-570 klaarliggen.
MIDI
Out
Computer
Mac
PC-1
PC-2
In
MIDI
MIDI-connectors
Op de KR-570 vindt u twee types MIDI-connectors,
elk met een andere functie, zoals hieronder wordt
uitgelegd.
■ MIDI Out connector
Van hieruit wordt alle informatie die van de KR-570
komt naar andere instrumenten gezonden (bijvoorbeeld gegevens over wat u speelt).
■ MIDI In connector
Ontvangt MIDI-commando’s die vanuit externe
MIDI-instrumenten worden verzonden. De KR-570
zal op deze commando’s reageren door bijvoorbeeld bepaalde noten te spelen of een andere klank
te kiezen.
Op de onderstaande afbeelding ziet u hoe u de
MIDI-connectors met elkaar moet verbinden
(gebruik hiervoor enkel speciale MIDI-kabels). Zet
eerst de Computer schakelaar in de stand “MIDI”
15.2 Aansluiten op een computer
De KR-570 is uitgerust met een Computer connector. Als u deze connector verbindt met de seriële
poort van uw computer, kunt u informatie uitwisselen tussen de piano en de computer.
Opmerking: De computerkabel waarmee u de KR-570
en de computer verbindt mag niet langer zijn dan 3 meter.
Gebruik van langere kabels kan voor problemen tijdens
de data-uitwisseling zorgen.
Werkwijze
Volg de onderstaande richtlijnen wat betreft de
baudsnelheid van de computer en de software.
Opmerking: Schakel de KR-570 steeds uit voor u de
stand van de Computer schakelaar wijzigt.
■ Aansluiten op een computer uit de Apple Macintosh familie
Sluit de computerkabel (RSC-15APL; los verkrijgbaar) aan op de modem (of printer) poort van de
Apple Macintosh en op de Computer connector van
de KR-570. Zet de Computer schakelaar op de piano in de stand “Mac”.
65
KR-570 Handleiding
Stel via de “Patch Bay” van de Macintosh het Interface Type in op “1 MHz” (de kloksnelheid van het
MIDI-interface).
MIDI
Out
Computer
Mac
PC-1
PC-2
In
MIDI
■ Aansluiten op een IBM PC
Sluit de kabel (RSC-15AT; los verkrijgbaar) aan op
een seriële poort (COM 1 of COM 2) van de IBM
PC en op de COMPUTER connector van de
KR-570. Zet de Computer schakelaar in de stand
“PC-1” of “PC-2”, naar gelang de baudsnelheid van
de software die u gebruikt.
De baudsnelheid is de snelheid waarmee de computer (of de software) gegevens uitwisselt met externe
apparaten. Is deze baudsnelheid gelijk aan
31.25kHz, zet de Computer schakelaar dan op
PC-1. Is de snelheid gelijk aan 38.4 kHz, kies dan
PC-2.
MIDI
Out
Computer
Mac
PC-1
PC-2
66
MIDI
In
Opmerking: Voor meer informatie over de baudsnelheid die uw systeem gebruikt raadpleegt u best eens de
handleiding van de software die u gebruikt.
Andere instellingen die u in dit verband misschien
moet aanpassen zijn het MIDI-zendkanaal en de
Local functie (zie blz. 62).
Opmerking: Via de MIDI Out of de Computer connector wordt enkel informatie gezonden over wat u speelt (de
toetsen die u indrukt). U kunt geen data van de Composer
of van Style Play zenden.
Opmerking: Zolang de Composer in werking is kunt u
geen System Exclusive (SysEx) commando’s ontvangen
via de MIDI In of de Computer connector.
In bepaalde gevallen zult u waarschijnlijk het klankgedeelte van uw KR-570 vanuit het klavier, maar
via een computer of een externe MIDI-instrument
(eventueel een sequencer) willen aansturen. Dat is
bijvoorbeeld nodig wanneer u een externe sequencer gebruikt om opnames te maken. Ga als volgt te
werk.
1 Schakel de Local Control functie van de KR-570
uit (OFF).
2 Schakel de Soft Thru functie van de computer of
het externe MIDI-instrument in (ON).
3 Verbind de MIDI OUT van de KR-570 met de
MIDI IN van het externe instrument en de MIDI
IN van de KR-570 met de MIDI OUT van het
externe instrument. (Gaat het om een computer,
dan hoeft u enkel een computerkabel op de Computer connector aan te sluiten).
Mogelijke problemen, Aansluiten op een computer
16. Mogelijke problemen
Lijkt uw KR-570 niet naar behoren te functioneren? Overloop dan eerst de onderstaande punten. Kunt u het probleem daarmee niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde Roland hersteldienst.
■
•
•
•
•
de eerste tel van de eerste maat. Daarna wordt het
maatnummer afgebeeld.
U hoort geen geluid
De [Volume] regelaar staat volledig dicht.
U hebt een hoofdtelefoon op de piano aangesloten.
De [BALANCE] regelaar staat volledig in de
“Accomp” richting. Schuif hem een stukje in de
“Keyboard” richting.
De waarde onder de Part Volume knop staat op “0”
(zie blz. 35).
■ U hoort geen geluid als u op het klavier speelt
• Dat kan liggen aan de Song die u net hebt weergegeven. Druk op de [SONG] knop en kies <U: User
Song> of probeer de opgenomen data te wissen. (zie
“Opname wissen” op blz. 39)
• Misschien staat Local Control op “Off”. Als dat het
geval is kan de KR-570 geen geluid voortbrengen,
want het klavier is dan losgekoppeld van het interne
klankgedeelte. Probeer Local Control eens op “On”
te zetten. (zie “MIDI-zendkanaal/Local Control
instellen” op blz. 62)
■ U kunt geen Tone of Style kiezen
• U bevindt zich in het Demo scherm. Druk op de
[Demo] knop om dit scherm te verlaten.
■ Niet alle noten worden weergegeven
• De KR-570 kan maximaal 64 noten tegelijk weergeven. Wordt dat aantal overschreden, dan vallen er
noten weg. Dit kan gebeuren wanneer u op het klavier speelt terwijl u een song van diskette weergeeft,
of wanneer u muziek speelt waarbij u veelvuldig
gebruik maakt van het Damper pedaal.
■ Data van diskette worden niet onmiddellijk weergegeven
• Er zijn twee soorten SMF muziekdata, Formaat 0 en
Formaat 1. De weergave van Formaat 1 data gaat
steeds met een kleine vertraging gepaard. Om te
weten wat het formaat is van bepaalde SMF data
raadpleegt u best het boekje dat bij die data wordt
geleverd.
■ Als u SMF muziekdata weergeeft beeldt het display “PU” af
• “PU” (pickup) verschijnt bij het begin van de weergave in het display voor songs die niet beginnen op
■ U drukt op de [Fwd] of [Bwd] knoppen, maar er wordt niet
vooruit- of teruggespoeld
•
Bij bepaalde soorten data duurt het even voordat de
vooruit- of terugspoelfunctie in werking treedt,
omdat de muziek op dat moment wordt ingelezen.
Als dat het geval is wordt het maatnummer geïnverteerd in het display afgebeeld. Even geduld dus…
■ U hoort plots een andere Tone
• Als u in Style Play een andere Style kiest worden
automatisch de Tone en het tempo aangepast aan de
nieuwe Style. Wilt u een andere Style kiezen zonder
automatisch Tone en tempo te wijzigen, lees dan
“Arranger-instellingen wijzigen” op blz. 54 er eens
op na.
• De Tone is Whole-Keyboard Play is steeds gelijk
aan de Tone van de rechterhandpartij in Split Play
(en ook in Style Play). Als u op één van deze plaatsen een andere Tone kiest verandert hij op de andere
plaats ook.
• Als u in [Whole] mode bepaalde sporen opneemt
kan het zijn dat de Tone die was opgeslagen verandert in de Tone die u hebt ingesteld.
• Misschien hebt u een Expansion Tone gekozen; die
keuze is steeds tijdelijk. Zodra u een andere mode
kiest (u gaat bijvoorbeeld van Whole-Keyboard
Play naar Split Play) worden opnieuw de originele
Tones gekozen.
■ De Tone klinkt plots “anders”
• U kunt niet meerdere DSP-effecten tegelijk toevoegen. Als u opneemt op meerdere sporen of meespeelt met de weergave van een song kan dat tot
gevolg hebben dat het effect dat zo typerend was
voor een Tone plots wegvalt, omdat de DSP door
een andere Tone wordt opgeëist.
■ Whole-Keyboard Play werkt niet
• Als u de Arranger gebruikt (de indicator op de One
Touch Program [Arranger] knop licht op) kunt u
Whole-Keyboard Play niet inschakelen, zelfs niet
door op de [Whole] knop te drukken. De piano
bevindt zich namelijk in Piano Style Arranger Play
67
KR-570 Handleiding
mode, wat inhoudt dat akkoorden over het volledige
klavier worden herkend en weergegeven. U kunt
dus spelen zoals op een piano, maar dan met automatische begeleiding en zonder u over een splitpunt
zorgen te maken.
Om Whole-Keyboard Play in te schakelen moet u
op de One Touch Program [Piano] knop drukken.
■ Chord Intelligence werkt niet
• Zodra u in de Piano Style Arranger Play mode drie
noten tegelijk speelt wordt dit als een akkoord herkend.
• Misschien hebt u de Chord Intelligence functie uitgeschakeld (zie blz. 54).
■ Pedalen werkt niet
• Misschien zijn ze niet goed aangesloten. Controleer
of de kabels die van de pedalen komen wel degelijk
met de juiste connectors op het achterpaneel zijn
verbonden.
• Tijdens Style Play of Split Play krijgen het linker en
middenpedaal automatisch een andere functie. U
kunt die functie trouwens zelf bepalen. (zie “Functie van de pedalen kiezen” op blz. 58)
Bovendien wordt het linker pedaal een Soft pedaal
en het middenpedaal een Sostenuto pedaal zodra u
op de One Touch Program [Piano] knop drukt.
■ U drukt op de [Rec] knop om op te nemen maar de [Play] indi-
cator begint niet te knipperen
•
68
Als er een diskette in de drive steekt of als u net een
song van diskette hebt weergegeven moet u op de
[Song] knop drukken en in het Song Select scherm
de <U: User Song> (bovenaan links) kiezen. Als u
•
•
daarna op de [Rec] knop drukt begint de indicator
van de [Play] knop te knipperen en kunt u gaan
opnemen.
Als u in een bestaande opname een bepaald spoor
wilt overdoen moet u eerst op de [Rec] knop drukken, pas daarna kunt u het gewenste spoor voor
opname selecteren. De indicators van de spoorknop
waarop u hebt gedrukt en van de [Play] knop beginnen dan te knipperen en u kunt nu over het betreffende spoor opnemen. (zie “Opname overdoen” op
blz. 38)
U hebt Punch In Recording geselecteerd. In dat
geval moet u de opname starten en stappen door op
een pedaal (of een Pad knop) te drukken (zie
blz. 44).
■ Er ontbreekt een partij in de song op de diskette
• Brandt de indicator op de betreffende spoorknop
wel? Als dat niet het geval is drukt u op deze knop,
zodat de indicator oplicht.
■ Toonhoogte klopt niet
• Controleer de transpositiewaarde en zet deze op
“0”. (zie blz. 59)
• Misschien werd de referentietoonhoogte van de piano gewijzigd en moet hem opnieuw stemmen. (zie
blz. 59)
■ U kunt Layer Play of Split Play niet gebruiken
• U maakt gebruik van de 16trk Sequencer. Daarbij
wordt er steeds één Tone per spoor opgenomen, dus
kunt u de Split en Layer modes niet gebruiken (zie
blz. 42).
Foutmeldingen, Aansluiten op een computer
17. Foutmeldingen
Als er iets misgaat met de werking van uw KR-570 krijgt u een foutmelding te zien. Die melding verschijnt in het
display en blijft daar staan, hoewel u vlak na het verschijnen weer met de piano kunt werken. Om de melding te
doen verdwijnen drukt u op [EXIT].
E.12
E.00
U kunt op deze diskette niets opslaan omdat ze niet
Omwille van de kopieerbeveiliging kunt u dit soort
voor de KR-570 werd geformateerd.
data enkel op de originele diskette opslaan.
Oplossing: gebruik enkel diskettes die op de
Oplossing: bewaar deze data enkel op de diskette
KR-570 werden geformateerd. (zie blz. 44)
waar ze vandaan komen.
E.13
E.01
De diskette werd tijdens het schrijven of formateren
Dit soort muziekdata kunt u niet op diskette zetten.
uitgeworpen.
Oplossing: u kunt deze data enkel weergeven.
Oplossing: probeer het nog eens en wacht tot het
E.02
schrijven of formateren is afgelopen voor u de disHet wisbeveiligingsnokje van de diskette staat in de
kette uit de drive haalt.
“PROTECT” stand.
E.14
Oplossing: zet het nokje in de “WRITE” stand. (zie
De diskette werd beschadigd.
blz. 8)
Oplossing: gebruik een lege diskette die voor de
E.03
KR-570 werd geformateerd.
U kunt niet formateren en u kunt ook niets op de
E.15
master diskette opslaan.
Op deze diskette kunt u deze data niet bewaren.
Oplossing: gebruik enkel diskettes die op de
Oplossing: gebruik enkel diskettes die op de
KR-570 werden geformateerd. (zie blz. 44)
KR-570 werden geformateerd. (zie blz. 44)
E.04
E.20
Op dit type diskette kunt u deze data niet bewaren.
De diskette is onleesbaar.
Oplossing: de onderstaande soorten data moet u
Oplossing: gebruik Roland SMF muziekdata. Hebt
steeds opslaan op een aparte diskette, die enkel dat
u een ongeformateerde diskette in de drive gestosoort data bevat:
ken, gebruik deze dan pas nadat u ze voor de
• Songs die u op de KR-570 hebt opgenomen.
KR-570 hebt geformateerd.
• Songs die u op de KR-570 naar SMF muziekdata
E.21
hebt geconverteerd.
De muziekdata zijn onleesbaar.
• Styles die u op de KR-570 hebt gecreëerd.
Oplossing: gebruik Roland SMF muziekdata. Gaat
Al deze data moeten natuurlijk steeds worden opgehet om een diskette met instellingen, houd er dan
slagen op diskettes die voor de KR-570 werden
rekening mee dat u enkel instellingen kunt inlezen
geformateerd.
die op de KR-570 zijn gemaakt.
E.05
E.22
U kunt niet over dit bestand schrijven.
De diskette werd tijdens het lezen uitgeworpen.
Oplossing: probeer de data onder een ander nummer
Oplossing: probeer het nog eens en wacht tot het
of op een andere diskette op te slaan.
lezen is afgelopen voor u de diskette uit de drive
E.10
haalt. U mag de diskette nooit uit de drive halen
Er steekt geen diskette in de disk drive.
zolang het lampje van de drive brandt.
Oplossing: steek een diskette in de drive en probeer
E.23
het nog eens.
Er werden foute sectoren op de diskette gevonden.
E.11
Oplossing: u kunt deze data niet gebruiken.
Er is niet genoeg ruimte op de diskette om deze data
E.24
op te slaan.
De data van de diskette worden niet snel genoeg
Oplossing: gebruik een lege diskette die voor de
geladen om ze te kunnen weergeven.
KR-570 werd geformateerd.
69
KR-570 Handleiding
Oplossing: annuleer de procedure door op de [Stop]
knop te drukken. Druk vervolgens op de [Reset]
knop en daarna nogmaals op [Play].
E.25
Deze muziekdata kunnen niet worden weergegeven.
Oplossing: deze data bevatten informatie die niet
compatibel is met de KR-570. U kunt deze data niet
gebruiken.
E.30
Dit bestand is te groot, u kunt het enkel weergeven.
Oplossing: u kunt in deze data niet opnemen, vooruit- of terugspoelen en u kunt ze ook niet opslaan.
E.31
Dit bestand is te groot om in op te nemen.
Oplossing: u kunt in deze data niet opnemen, vooruit- of terugspoelen en u kunt ze ook niet opslaan.
Weergeven kan wel.
E.32
De opname werd geannuleerd.
Oplossing: u kunt geen data meer opnemen omdat
de maximale geheugencapaciteit werd overschreden.
E.34
Dit bestand is te groot om op te nemen of weer te
geven.
Oplossing: u kunt deze data niet in de KR-570
gebruiken.
E.35
Er kunnen geen data meer in de KR-570 worden
geladen.
Oplossing: wis een stuk van de data in het interne
geheugen (zie “Opname wissen” op blz. 39) of
bewaar de data waaraan u werkt op een diskette (zie
“Opnamen op diskette bewaren” op blz. 39).
70
E.36
De totale omvang van de Style data is te groot om
samen te worden opgeslagen. Of: de Style data die
u van diskette probeert te laden zijn te omvangrijk
om te worden ingelezen.
Oplossing: wijzig de samenstelling van de data of
kies een andere Style.
E.40
De KR-570 kan zoveel MIDI-data niet in één keer
verwerken.
Oplossing: druk op de [Stop] knop om de foutmelding te doen verdwijnen.
E.41
Er is een probleem met de data-uitwisseling (bijvoorbeeld een MIDI- of computerkabel die werd
uitgetrokken).
Oplossing: controleer of de MIDI- en computerkabels correct zijn aangesloten.
E.42
Er worden te veel data tegelijk gezonden om te worden opgenomen.
Oplossing: vertraag het tempo en neem de data nogmaals op.
E.43
De Computer schakelaar op het achterpaneel staat
in de verkeerde stand, of de instellingen van de
computer kloppen niet.
Oplossing: Schakel de KR-570 uit, zet de Computer
schakelaar in de juiste stand en schakel vervolgens
de KR-570 opnieuw in. Als dat niet werkt moet u de
instellingen van de computer controleren.
E.51
U kunt de instellingen niet in het interne geheugen
schrijven.
Oplossing: Probeer het nog een keer. Lukt het nog
niet, neem dan contact op met een Roland hersteldienst.
Overzicht van de Tones, Rechtstreeks selecteerbare Tones
18. Overzicht van de Tones
18.1 Rechtstreeks selecteerbare Tones
Piano
Grand Piano 1
Grand Piano 2
Upright Piano
Rock Piano
Honky-tonk 1
Honky-tonk 2
MIDI Piano 1
MIDI Piano 2
E.Piano
E.Piano 1
Soft E.Piano
E.Piano 2
Hard E.Piano
60’s E.Piano
Clav.
Harpsichord 1
Harpsichord 2
Vibes
Vibraphone
Celesta
Marimba
Xylophone
Glockenspiel
Music Box
Tubular-bell
Santur
Steel Drums
Kalimba
Barafon
Vibra Bells
Organ
Jazz Organ 1
Jazz Organ 2
Full Organ 1
Full Organ 2
Lower Organ 1
Lower Organ 2
Church Organ
Organ Flute
Theater Org.
Trem.Flute
Rock Organ 1
Rock Organ 2
Jazz Organ 3
Jazz Organ 4
Full Organ 3
Full Organ 4
Pop Organ
VS Orgn
Accordion
Harmonica
Guitar
Nylon Guitar
Gut Guitar
Steel Guitar
12str Guitar
Mandolin
Banjo
Hawaiian Gt.
Muted Gt.
JC E.Guitar
Jazz Guitar
Overdrive Gt.
Distortion Gt.
Power Guitar
Rock Rhythm
Shamisen
Koto
Strings
Slow Strings
Strings
Violin
Cello
Choir
Choir Oohs
Pop Voice
Syn Vox
Harp
Orchestra
Syn.Strings 1
Warm Pad
Saw Wave
Saw
Doctor Solo
Syn.Calliope
Charang
Bass & Lead
Pan Flute
Shakuhachi
Whistle
Ocarina
Metal Pad
Sweep Pad
Soundtrack
Atmosphere
Crystal
Sitar
Orchestra Hit
Pizzicato Str.
Acoustic Bs.
A.Bass+Cymbl
Fingered Bs.
Picked Bass
Fretless Bs.
Slap Bass 1
Organ Bass
Synth Bass 101
Sax
Blow Sax
Soprano Sax
Alto Sax
Oboe
Bassoon
Clarinet
Flute
Blow Pipe
Trumpet
Muted Trumpet
Trombone
Fr.Horn Solo
Brass1
French Horn
Synth Brass 1
Synth Brass 2
Fantasia
Fantasia
Brightness
Harpvox
Polysynth
CC Solo
Square Wave
71
KR-570 Handleiding
18.2 Expansion Tones
Nr. Tone naam
72
*UDQG3LDQR
*UDQG3LDQR
8SULJKW3LDQR
0,',3LDQR
0,',3LDQR
3LDQR
3LDQR
3LDQR
(*5KRGHV
(*5KRGHV
5RFN3LDQR
+RQN\WRQN
+RQN\WRQN
(3LDQR
(3LDQR
(3LDQR
+DUG5KRGHV
'HWXQHG(3
'HWXQHG(3
6RIW(3LDQR
)06$(3
V(3LDQR
+DUG(3LDQR
6W)0(3
+DUG)0(3
(3LDQR
(3LDQRY
*6(3LDQR
(3LDQRY
+DUSVLFKRUG
+DUSVLFKRUG
+DUSVLFKRUG
&RXSOHG+SV
+DUSVLR
&ODY
$QDORJ&ODY
&HOHVWD
*ORFNHQVSLHO
0XVLF%R[
9LEUDSKRQH
0DULPED
%DUDIRQ
;\ORSKRQH
7XEXODUEHOO
6DQWXU
-D]]2UJDQ
-D]]2UJDQ
-D]]2UJDQ
CC CC
0 32 PC#
Nr. Tone naam
-D]]2UJDQ
)XOO2UJDQ
)XOO2UJDQ
)XOO2UJDQ
)XOO2UJDQ
/RZHU2UJDQ
/RZHU2UJDQ
2UJDQ
2UJDQ
3RS2UJDQ
962UJDQ
0HWDOLF2UJ
'HWXQHG2U
'HWXQHG2U
5RFN2UJDQ
5RFN2UJDQ
5RWDU\2UJ6
5RWDU\2UJ)
2UJDQ)OXWH
&KXUFK2UJDQ
'LJL&KXUFK
7KHDWHU2UJ
7UHP)OXWH
3LSH2UJ%V
2UJDQ%DVV
$FFRUGLRQ
$FFRUGLRQ)U
$FFRUGLRQ,W
+DUPRQLFD
*6+DUPRQLFD
%DQGRQHRQ
1\ORQ*XLWDU
*XW*XLWDU
*61\ORQ*W
8NXOHOH
1\ORQ*WR
6WHHO*XLWDU
6WHHOVWU*W
VWU*XLWDU
VWU*W
1\ORQ6WHHO
0DQGROLQ
*60DQGROLQ
-D]]*XLWDU
0HOORZ*W
+DZDLLDQ*W
*6+DZDLLDQ
-&(*XLWDU
CC CC
0 32 PC#
Nr. Tone naam
&OHDQ*W
&KRUXV*W
0XWHG*W
0XWHG'LV*W
)XQN*W
)XQN*W
2YHUGULYH*W
'LVWRUWLRQ*W
*6'LVW*W
'D]HG*XLWDU
5RFN5K\WKP
5RFN5K\WKP
)HHGEDFN*W
)HHGEDFN*W
3RZHU*XLWDU
3RZHU*W
WK'LVW
*W+DUPRQLFV
$FRXVWLF%V
$%DVV&\PEO
*6$F%DVV
)LQJHUHG%V
*6)LQJ%DVV
3LFNHG%DVV
*63LFNHG%V
0XWH3LFN%V
)UHWOHVV%V
0U6PRRWK
6ODS%DVV
6ODS%DVV
6\QWK%DVV
6\QWK%DVV
6\QWK%DVV
6\QWK%DVV
6\QWK%DVV
5HVR6+%DVV
6+%DVV
9LROLQ
*69LROLQ
6ORZ9LROLQ
9LROD
&HOOR
*6&HOOR
&RQWUDEDVV
7UHPROR6WU
3L]]LFDWR6WU
+DUS
*6+DUS
CC CC
0 32 PC#
Overzicht van de Tones, Expansion Tones
Nr. Tone naam
7LPSDQL
6WULQJV
*66WULQJV
6ORZ6WULQJV
*66O6WU
:DUP6WULQJV
2UFKHVWUD
&KRLU6WU
6\Q6WULQJV
6\Q6WULQJV
6\Q6WULQJV
&KRLU
3RS9RLFH
6\Q9R[
&KRLU2RKV
2UFKHVWUD+LW
7UXPSHW
*67UXPSHW
7URPERQH
7URPERQH
7XED
0XWHG7UXPSHW
)UHQFK+RUQ
)U+RUQ6ROR
%UDVV
%UDVV
6\QWK%UDVV
6\QWK%UDVV
6\QWK%UDVV
6\QWK%UDVV
6RIW%UDVV
6RSUDQR6D[
*66RS6D[
$OWR6D[
%ORZ6D[
7HQRU6D[
%DULWRQH6D[
2ERH
*62ERH
(QJOLVK+RUQ
%DVVRRQ
&ODULQHW
3LFFROR
*6)OXWH
)OXWH
5HFRUGHU
3DQ)OXWH
%ORZ3LSH
CC CC
0
32 PC#
Nr. Tone naam
%RWWOH%ORZ
6KDNXKDFKL
:KLVWOH
2FDULQD
6TXDUH:DYH
6\Q6TXDUH
&&6ROR
6TXDUH
)0/HDG
)0/HDG
-36TXDUH
6DZ:DYH
6DZ
0J/HDG
36DZ/HDG
'RFWRU6ROR
5K\WKPLF6DZ
:DVS\6\QWK
6\Q&DOOLRSH
-33XOVH
&KLIIHU/HDG
&KHHVH6DZ
&KDUDQJ
5HVR6DZ
6ROR9R[
5$9(9R[
WK6DZ:DYH
%DVV/HDG
)DW3HUN\
)DQWDVLD
)DQWDVLD
:DUP3DG
6RIW3DG
3RO\V\QWK
33RO\
6SDFH9RLFH
+HDYHQ,,
%RZHG*ODVV
0HWDO3DG
+DOR3DG
-36TU3DG
6ZHHS3DG
6ZHHS3DG
&RQYHUJH
,FH5DLQ
6RXQGWUDFN
&U\VWDO
9LEUD%HOOV
CC CC
0
32 PC#
Nr. Tone naam
&OHDU%HOOV
6RIW&U\VWDO
'LJL%HOOV
6\Q0DOOHW
$WPRVSKHUH
+DUSYR[
1\ORQ+DUS
1\ORQ5KRGHV
%ULJKWQHVV
*REOLQ
(FKR'URSV
(FKR%HOO
%LJ3DQQHU
$L\DLD
(FKR%HOO
(FKR3DQ
(FKR3DQ
%LJ3DQQHU
6WDU7KHPH
6LWDU
%DQMR
6KDPLVHQ
.RWR
.DOLPED
%DJSLSH
)LGGOH
6KDQDL
7LQNOH%HOO
6WHHO'UXPV
)DOOLQJ'RZQ
CC CC
0
32 PC#
GH]H 7RQH NRPW RRN LQ KHW
´QRUPDOHµOLMVWMHYRRU
&& ZDDUGH YRRU FRQWUROHFRP
PDQGRQU
&& ZDDUGHYRRUFRQWUROHFRP
PDQGRQU
3& SURJUDPPDQXPPHU
73
KR-570 Handleiding
18.3 Drum Sets
● Drum Set
PC#
CC32
Type
25
26
28
29
27
30
31
32
33
34
35
C2 36
37
38
40
41
39
42
43
44
45
46
47
C3 48
49
50
52
53
51
54
55
56
57
58
59
C4 60
61
62
64
65
63
66
67
68
69
70
71
C5 72
73
74
76
77
75
78
79
80
81
82
83
C6 84
85
86
88
74
87
1
64
STANDARD
Bar Chime
Finger Snap
High Q
Slap
Scratch Push
Scratch Pull
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Std Kick 2
Std Kick 1
Side Stick
Std Snr 1
Hand Clap
Std Snr 2
Low Tom 2
Closed Hi-hat 1
Low Tom 1
Pedal Hi-hat 1
Mid Tom 2
Open Hi-hat 1
Mid Tom 1
High Tom 2
Crash Cymbal1
High Tom 1
Ride Cymbal 1
Chinese Cymbal
Ride Bell
Tambourine
Splash Cymbal
Cowbell
Crash Cymbal 2
Vibra-slap
Ride Cymbal 2
High Bongo
Low Bongo
Mute High Conga
Open High Conga
Low Conga
High Timbale
Low Timbale
High Agogo
Low Agogo
Cabasa
Maracas
Short Hi Whistle
Long Low Whistle
Short Guiro
Long Guiro
Claves
High Wood Block
Low Wood Block
Mute Cuica
Open Cuica
Mute Triangle
Open Triangle
Shaker
Jingle Bell
Bell Tree
Castanets
Mute Surdo
Open Surdo
-----
17
0
POWER
9
64
ROOM
---------
25
0
ELECTRONIC
26
0
TR-808
[EXC7]
[EXC7]
Std Kick 1
Room Kick
Kick 2
MONDO Kick
Kick 2
Elec BD
Room Snr 1
Gated SD
Elec SD
Std Snr 1
Room Low Tom 2
Snare 2
Room Mid Tom 1
Room Hi Tom 2
Open Hi-hat 2 [EXC1]
Room Mid Tom 1
Room Hi Tom 2
Gated SD
Elec Low Tom 2
Closed Hi-hat 2 [EXC1]
Elec Low Tom 1
Pedal Hi-hat 2 [EXC1]
Elec Mid Tom 2
Open Hi-hat 2 [EXC1]
Elec Mid Tom 1
Elec Hi Tom 2
Room Hi Tom 1
Room Hi Tom 1
Elec Hi Tom 1
Closed Hi-hat 2 [EXC1]
[EXC1]
Room Low Tom 1
Pedal Hi-hat 2 [EXC1]
[EXC1]
Room Mid Tom 2
[EXC1]
Kick 2
808 Bass Drum 1
808 Rim Shot
808 Snare Drum
Snare 2
808 Low Tom 2
808 CHH [EXC1]
808 Low Tom 1
808 CHH [EXC1]
808 Mid Tom 2
808 OHH [EXC1]
808 Mid Tom 1
808 Hi Tom 2
808 Cymbal
808 Hi Tom 1
Reverse Cymbal
808 Cowbell
808 High Conga
808 Mid Conga
808 Low Conga
808 Maracas
[EXC2]
[EXC2]
[EXC3]
[EXC3]
808 Claves
[EXC4]
[EXC4]
[EXC5]
[EXC5]
[EXC6]
[EXC6]
-----
-----
-----
-----
Overzicht van de Tones, Drum Sets
● Drum Set
PC#
CC32
Type
● SFX Set
41
64
BRUSH
26
64
DANCE
49
0
ORCHESTRA
25
40
26
28
29
Close Hi-hat [EXC1]
Pedal Hi-hat [EXC1]
Open Hi-hat [EXC1]
Ride Cymbal
27
30
Dance Snr 1
31
37
40
41
42
44
45
46
47
C3 48
49
50
52
53
Std Kick 1
808 Bass Drum 2
808 Rim Shot
TR-909 Snr
39
43
Dance Snr 2
808 Low Tom 2
808 CHH [EXC1]
808 Low Tom 1
808 CHH [EXC1]
808 Mid Tom 2
808 OHH [EXC1]
808 Mid Tom 1
808 Hi Tom 2
808 Cymbal
808 Hi Tom 1
Kick 2
Kick 1
Concert BD 2
Concert BD 1
Brush Tap
Brush Slap
Brush Swirl
Brush Low Tom 2
Closed Hi-hat 2 [EXC1]
Brush Low Tom 1
Pedal Hi-hat 2 [EXC1]
Brush Mid Tom 2
Open Hi-hat 2 [EXC1]
Brush Mid Tom 1
Brush Hi Tom 2
Concert SD
Castanets
Concert SD
Timpani F
Timpani F#
Timpani G
Timpani G#
Timpani A
Timpani A#
Timpani B
Timpani c
Timpani c#
Timpani d
Timpani d#
Timpani e
Timpani f
Brush Hi Tom 1
51
56
53
51
54
55
56
57
58
59
C4 60
61
62
64
65
63
66
67
70
808 Cowbell
Concert Cymbal 2
58
Concert Cymbal 1
71
C5 72
73
74
61
62
63
76
808 High Conga
808 Mid Conga
808 Low Conga
77
75
78
79
80
66
81
67
82
68
83
69
70
71
C5 72
52
68
59
65
49
50
69
57
64
C3 48
54
55
C4 60
44
47
34
38
42
43
46
32
C2 36
41
39
45
33
35
PC#
CC32
Type
808 Maracas
C6 84
85
57
0
SFX
High Q
Slap
Scratch Push
[EXC7]
Scratch Pull
[EXC7]
Sticks
Square Click
Metronome Click
Metronome Bell
Guitar sliding Finger
Guitar cutting noise (down)
Guitar cutting noise (up)
String slap of double bass
Fl.Key Click
Laughing
Screaming
Punch
Heart Beat
Footsteps1
Footsteps2
Applause
Door Creaking
Door
Scratch
Wind Chimes
Car-Engine
Car-Stop
Car-Pass
Car-Crash
Siren
Train
Jetplane
Helicopter
Starship
Gun Shot
Machine Gun
Lasergun
Explosion
Dog
Horse-Gallop
Birds
Rain
Thunder
Wind
Seashore
Stream
Bubble
Cat
73
74
76
77
75
808 Claves
PC#
: Program Change Number
CC32 : Value of Control Change 32
* Value of Control Change is set 0.
78
79
80
81
82
83
C6 84
85
86
88
87
-----
-----
Applause
Brank : same percussion instruments
as the Standard set
----: No sound
[EXC] : will not sound simultaneously
withother percussion instruments
of the same Number
75
KR-570 Handleiding
19. Overzicht van DSP effecten
76
1
Overdrive
Milde vervorming
2
Distortion
Zware vervorming
3
Phaser
Modulatie-effect (geeft een “waaierend” geluid) met een sterke kleuring.
4
Enhancer
Versterkt de hoge tonen in het geluid en maakt het dus helderder.
5
Auto Wah
Zorgt voor een cyclisch terugkerende klankkleurverandering.
6
Compressor
Beperkt het dynamisch bereik door signaalpieken in te dijken.
7
Gate Reverb
Een galm-effect dat niet geleidelijk uitsterft maar abrupt wordt afgesneden.
8
Rotary
Het geluid van een roterende luidspreker.
9
Hexa Chorus
Maakt het geluid vetter en breder;
10
Tremolo Chorus
Voorziet het geluid van een tremolo-effect.
11
Stereo Chorus
Een normale stereo-chorus.
12
Stereo Flanger
Stereo modulatie-effect dat een metalige resonantie toevoegt aan het geluid.
13
Step Flanger
Een flanger effect waarbij de toonhoogte stapsgewijs verandert;
14
Stereo Delay
Een delay (echo) effect waarbij de herhaling zowel links als rechts te horen is.
15
Modulation Delay
Een delay die het geluid ook nog eens van zwevingen voorziet.
16
Triple Tap Delay
Een delay met drie vertragingslijnen.
17
Quadruple Tap Delay
Een delay met vier vertragingslijnen.
18
2-Voice Pitch Shifter
Voegt twee in toonhoogte verschoven signalen toe aan het originele signaal.
19
Feedback Pitch Shifter
Voegt één in toonhoogte verschoven signaal toe aan het originele signaal.
20
Overdrive→ Chorus
De Overdrive en Chorus effecten zijn in serie geschakeld.
21
Overdrive→ Flanger
De Overdrive en Flanger effecten zijn in serie geschakeld.
22
Overdrive→ Delay
De Overdrive en Delay effecten zijn in serie geschakeld.
23
Distortion→ Chorus
De Distortion en Chorus effecten zijn in serie geschakeld.
24
Distortion→ Flanger
De Distortion en Flanger effecten zijn in serie geschakeld.
25
Distortion→ Delay
De Distortion en Delay effecten zijn in serie geschakeld.
26
Enhancer→ Chorus
De Enhancer en Chorus effecten zijn in serie geschakeld.
27
Enhancer→ Flanger
De Enhancer en Flanger effecten zijn in serie geschakeld.
28
Enhancer→ Delay
De Enhancer en Delay effecten zijn in serie geschakeld.
29
Chorus→ Delay
De Chorus en Delay effecten zijn in serie geschakeld.
30
Flanger→ Delay
De Flanger en Delay effecten zijn in serie geschakeld.
31
Chorus→ Flanger
De Chorus en Flanger effecten zijn in serie geschakeld.
32
Sympathetic Resonance
Zodra u op het demper pedaal drukt hoort u een effect wat de resonantie van de snaren van
een akoestische piano (bij ingedrukt pedaal) nabootst.
Demosongs, Drum Sets
20.Demosongs
Songnummer
Componist
Copyright
Piano 1
Scott Tibbs
©1996, Buoy Music
Piano 2
Scott Wilkie
©1996, Scott Wilkie for Beach House
Piano 3
Roland
©1996 Roland Corporation
Piano 4
J.S. Bach
Organ 1
J.S. Bach
Organ 2
Music Brains
Organ 3
Jonas Nordwall
Organ 4
Roland
©1996 Roland Corporation
Strings 1
Music Brains
©1996 Roland Corporation
Strings 2
-----
Spanish Traditional
Strings 3
W.A. Mozart
Strings 4
F. Chopin
Strings 5
Music Brains
©1996 Roland Corporation
Ensemble 1
Stewart Cary en Joe Millward
©1996 Roland Corporation U.S.
Ensemble 2
E. Grieg
©1996 Roland Corporation
77
KR-570 Handleiding
Specificaties
Klavier
88 toetsen (hammer-action mechanisme)
Keyboard Mode
Whole, Split, Layer, Split Arranger (Style Play),
Piano, Style Arranger, Manual Drum/SFX
Aanslaggevoeligheid
Super Light, Light, Medium, Heavy, Super Heavy
Maximale Polyfonie
64 stemmen
Tones
8 groepen, 124 variaties
(Tone Expansion Mode: 270 variaties)
Music Styles
Intern: 120
Diskette: 32 (bijgeleverd)
Extra Music Styles kunt u laden van Music Style
Diskettes (MSA)
Manual Drum/SFX sets
Drum Set: 8/SFX Set: 1
Programmeerbare Music Styles
ja
Effecten
Reverb (8 types), Chorus (8 types), Sympathetic
Resonance, Rotary (langzaam/snel), enz.
Melody Intelligence
18 types
User Programs
Intern: 32 geheugens
Diskette: max. 99 sets
Composer
Sporen: 16 (Easy Mode: 5)
Songs: 1
Nootcapaciteit: ongeveer 30.000 noten
Tempo: kwartnoot= 20~250
Resolutie: 120 tikken per kwartnoot
Opnamemethode: realtime of step (met de Chord
Sequencer)
Weergave: Standard MIDI File (Formaat 0/1), KR
Songs
Opslaan: Standard MIDI File (Formaat 0/1), KR
Songs
Edit
Setup, Copy, Quantize, Erase, Delete, Insert, Transpose, Track Exchange, Track Copy
Disk Drive/Opslagmedia
3.5” Micro Floppy Disk Drive
Disketteformaat: 720 Kbytes (2DD), 1.44 Mbytes
(2HD)
Songs: maximaal 99
Nootcapaciteit: ongeveer 120.000 noten (2DD)
ongeveer 240.000 noten (2HD)
Songteksten
ja
Talen
4 talen (Engels, Duits, Frans en Japans)
(Nederlands beschikbaar vanaf eind juni 1996. Als
u dat graag hebt, kunt u gratis uw systeem laten aanpassen.)
Display
240 x 64 dots grafisch LCD met CFL achtergrondverlichting
Pedalen
Damper, Soft, Sostenuto
Half-ingedrukt pedaal wordt herkend voor Damper
en Soft
Soft en Sostenuto pedalen hebben een vrij toewijsbare functie
Aansluitingen
Audio-uitgangen (mono/stereo)
Audio-ingangen (mono/stereo)
Microfooningang (mono)
Hoofdtelefoonuitgang (stereo)
Pedaalingang (8-pin DIN type)
MIDI-connectors (In, Out)
Computer connector
Vermogen
40 W x 2
Luidsprekers
(20 cm x 2.5 cm) x 2
Stroomvoorziening
AC117V/AC230V/AC240V
Stroomverbruik
116W (117V)/92W (230V)/92W (240V)
Afwerking
Imitatie rozehout
78
Specificaties, Drum Sets
Afmetingen
KR-570: 1437 (B) x 525 (D) x 890 (H) mm
Gewicht (inclusief onderstel)
KR-570: 64.3 kg
Toebehoren
Handleiding (Engels en Nederlands)
Music Style Disk (MSA)
Lege diskette (MF-2HD)
Stroomkabel
Wijzigingen van de specificaties en de afwerking
van dit instrument zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
79
KR-570 Handleiding
21. MIDI Implementatie
KR-570
7 februari 1996
Functie
Versie 1.00
Verzonden
Ontvangen
Opmerkingen
Basiskanaal
Fabrieksinstelling
Veranderbaar
1
1~16
1~16
1~16
Mode
Fabrieksinstelling
Prompt
Veranderbaar
Mode 3
OMNI OFF, POLY
*****
Mode 3
Mode 3, 4 (M= 1)
Nootnummer
Daadwerkelijk nummer
15~113
*****
0~127
0~127
Aanslag
Noot-aan
Noot-uit
0
X 8n v= 64
0
X
Aftertouch
Polyfoon
Kanaal
X
X
0
0
*1
*1
0
0
*1
O
X
X
X
O
X
X
O
X
O
O
O
O
O
X
X
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O (Reverb)
O (Chorus)
O
O
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
Daadwerkelijk nummer
0~127
*****
O
0~127
*1
X
O
Systeemcommando’s
Song positie
Song keuze
Stemmen
X
X
X
X
X
X
Realtime commando’s
Clock commando’s
X
X
X
X
Andere commando’s
Alle klanken uit
Initialisatie commando
Local aan/uit
Alle noten uit
Active Sensing
Systeem initialiseren
X
X
X
X
O
X
O (120, 126, 127)
O
O
O (123~127)
O
X
Pitch Bend
0, 32
1
5
6, 38
7
10
11
64
65
66
67
84
91
93
98, 99
100, 101
Controlecommando’s
Programmakeuze
SysEx
80
Bank Select
Modulation
Portamento-tijd
Data-ingave
Volume
Panpot
Expression
Hold 1
Portamento
Sostenuto
Soft
Portamento control
Effect 1-diepte
Effect 3-diepte
NRPN LSB, MSB
RPN LSB, MSB
Programmanummers 1~128
*1: 0 en X is instelbaar
*2: Wordt als M=1 herkend, ook als is M≠1
Opmerkingen
Mode 1: OMNI ON, POLY
Mode 3: OMNI OFF, POLY
*2
Mode 2: OMNI ON, MONO
Mode 4: OMNI OFF, MONO
O: Ja
X: Nee
Index,
22.Index
A
Aanslaggevoeligheid, 51, 59
Accomp, 35
Advanced, 31
Akkoorden, 33
Akkoorden-Sequencer, 43
Akkoordherkenning, 29
Apple, 65
Arrangement, 31
Arranger, 20, 53
Intro, 57
Piano Style, 27
Update, 63
As SMF, 40
Auto, 54
B
Backup, 63
Balance, 31
Basic, 31
Beat (metronoom), 60
Begeleiding, 20
Bend Up/Down, 58
Break, 57
Buigingsintervall, 61
C
Chord
Intelligence, 32
Sequencer, 43
Tone, 54
Chorus, 26, 60
Composer, 37, 42
Style, 45
Computer, 65
Contrast, 61
Copy, 48
Track, 49
D
Damper, 58
Data
Kopiëren, 48
Wissen, 48
Wissen (Delete), 49
Delayed, 63
Delete, 49
Disk Format, 44
Diskette, 33
Formateren, 44
Song opslaan, 39
User Programs opslaan, 56
User Styles opslaan, 41
DSP, 26, 57
E
Editen
Opname, 47
Effecten, 26
Eigen Styles, 46
Ending, 31, 46
Erase, 48
Event, 48
Except Note, 48
Expansion Tones, 61
F
Fabrieksinstellingen, 63
Factory Preset, 63
Fade In/Out, 57
Fast, 57
Fill In, 32, 57
Fill-in, 46
For, 48, 49
Formateren, 44
From, 48
Full Auto, 54
Functies, 17
G
Game, 17
Gelijkzwevend, 52
Glide, 57
H
Harmonie, 34
Heavy, 59
Hold, 30
I
Initialiseren, 63
Insert, 49
Instant, 63
Intelligence, 57
Intelligente akkoorden, 32
Intro, 30, 46
Invoegen, 49
J
Just, 52
K
Key
Touch, 51, 59
Transpose, 60
Keyboard, 35
Keyboard Play
Whole, 27
Kiezen
Klanken, 25
Music Style, 29
Kirnberger, 52
Klank
Kiezen via MIDI, 62
Klanken
Kiezen, 25
Stapelen, 28
Klep, 9
Kopiëren, 48
Spoor, 49
L
Laden
User Program, 57
Language, 17
Layer, 28
Leading Bass, 57, 58
Light, 59
Link, 64
Local Control, 62
Lower aan/uit, 54
Lyric, 61
M
Maatsoort, 51
Mark(er), 52
Master Tune, 59
Maten invoegen, 49
Melody
Intelligence, 57
Melody Intelligence, 34
Memory Backup, 63
Metronoom, 38
Maatsoort, 51, 60
Volume, 51, 60
Microfoon, 24
81
KR-570 Handleiding
MIDI
Aansluiting, 65
Local, 62
Programmakeuze, 62
Tx Ch, 62
Minus One, 39
Music Style
Algemeen, 29
Arrangement kiezen, 31
Diskette, 33
Kiezen, 29
Starten, 30
Stoppen, 31
Mute, 42
Muziekstandaard, 9
N
Naam
User Program, 56
O
Octaveren, 26
One Touch Program, 18
Arranger, 20, 29
Opname, 37
Editen, 47
Methode kiezen, 44
Opslaan
User Programs, 56
Original, 32, 46
P
Pad, 57
Part
Volume, 35
PC, 62
Pedalen (functie), 58
Piano Style, 29
Piano Style Arranger, 27
Pitch Bend Range, 61
Preset, 63
Programakeuze, 62
Q
Quantize, 48
R
Rec Mode, 44
Recording Mode, 44
82
Reverb, 26, 60
Rotary
Speed, 57
S
Save
Song, 39
Sequencer, 42
Chord, 43
Simple Intro, 57
Slow, 57
SMF, 40
Soft, 58
Soft Thru, 62
Solo, 42
Song
Edit, 47
Save, 39
SMF, 40
Sostenuto, 58
Split, 27
Splitpunt, 54
Sporen kopiëren, 49
Standard MIDI File, 40
Stemmen, 59
Stemming, 51
Stretch, 51
Stroomkabel, 9
Style, 20, 29
Composer, 45
Nieuwe maken, 45
Zelf maken, 46
Super Light, 59
Sync
Start, 30
Tone
Expansion, 61
Kiezen, 25
Tone Lock, 54
Tone, Tempo Lock, 54
Tones, 25
Toonaard wijzigen, 49
Track, 48
Copy, 49
Exchange, 49
Transponeren, 60
Octaafstappen, 26
Transpose, 49, 60
Tuning, 51
Tweede stem, 34
TX MIDI Ch, 62
U
Uitwisselen, 49
Update, 63
User Program, 56
Arranger Update, 63
Laden, 57
Naam, 56
Save, 56
User Style
Opslaan op diskette, 41
V
Variation, 32, 46
Vingerzetting, 32
Volume, 35, 47
Metronoom, 51
Voorspoelen, 24
W
T
Taal, 17
Teksten, 61
Temperament, 52
Temperatuur, 51
Tempo, 20, 31, 47
Tempo Lock, 54
Terugspoelen, 24
Timing verbeteren, 48
To
Original, 32
Variation, 32
Weergave, 38
Met Markers, 53
Werckmeister, 52
Whole, 27
Wissen
Data, 48
Maten, 49
Z
Zendkanaal, 62
16trk Sequencer, 42
Wijzigingen van de specificaties en het uiterlijk zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

Download PDF

advertisement