- No category
advertisement
Gebruiks- en montagehandleiding
Combi-stoomoven
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 09 590 150
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu............................................. 16
2
Inhoud
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen.......................................... 37
Verloop van een automatische bereiding.......................................................... 37
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken" ............................................................ 39
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen.......................................... 43
Verloop van een automatische bereiding.......................................................... 44
Bereidingsproces automatisch uitschakelen .................................................... 49
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen.......................................... 49
Verloop van een automatische bereiding.......................................................... 50
3
Inhoud
4
Inhoud
5
Inhoud
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen........................................................ 166
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Voor de combi-stoomoven worden in deze tekst ook de aanduidingen stoom‐ oven en oven gebruikt.
Dit toestel voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On‐ juist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montage‐ handleiding aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met be‐ trekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud. Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen. Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Juist gebruik
Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge‐ bruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.
Gebruik het toestel alleen voor de toepassingen die in deze ge‐ bruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn.
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld‐ heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de stoomoven niet in staat zijn de stoomoven veilig te bedienen, mogen het alleen onder toezicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die de stoomoven kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kunnen herkennen en begrijpen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Maak gebruik van de blokkering om te vermijden dat kinderen de stoomoven per ongeluk inschakelen.
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐ rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de stoomoven alleen zonder toe‐ zicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedie‐ nen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of on‐ derhouden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het toestel bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
Verbrandingsgevaar! De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de huid van volwassenen. Het apparaat wordt heet bij het deurglas, het bedieningspaneel en bij de openingen waar de ovenlucht vrijkomt. Zorg dat kinderen uit de buurt van het appa‐ raat blijven als het in gebruik is. Voorkom dat kinderen de deur van het apparaat openen als het wordt gebruikt. Houd kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen ver‐ brandingsgevaar meer bestaat.
Verwondingsgevaar! De deur mag met maximaal 10 kg worden belast. Kinderen kunnen zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of eraan gaan hangen.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.
Controleer voordat de stoomoven wordt geplaatst, of hij zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde oven mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
De stoomoven kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de stoomoven is uitsluitend gegaran‐ deerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol‐ gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda‐ mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek‐ trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje moeten met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de stoomoven te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Gebruik de stoomoven enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een veilige werking gegarandeerd.
Deze stoomoven mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) worden gebruikt.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐ trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de stoom‐ oven leiden.
Open nooit de behuizing van de stoomoven.
Het recht op garantie vervalt wanneer de stoomoven door een klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga‐ randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stek‐ ker heeft, mag het toestel uitsluitend door een vakman op het net worden aangesloten.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri‐ cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (pvc-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de stoomoven volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:
– schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
– draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
– als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Als het toestel achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de deur niet worden gesloten als u het toestel gebruikt. Achter een gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen het toe‐ stel, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur pas als het toestel volledig is afgekoeld.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Verbrandingsgevaar! Het apparaat wordt bij gebruik heet. U kunt zich branden aan de verwarmingselementen, de ovenruimte, het voedingsmiddel, de accessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het apparaat zet of eruit haalt of als u in het apparaat bezig bent.
Voorkom dat gerechten overstromen als u deze in de ovenruimte zet of eruit haalt.
In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op‐ warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de stoomoven niet voor het inmaken en verwarmen van conserven‐ blikken.
Kunststof serviesgoed dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge temperaturen, kan het apparaat beschadigen en vlam vatten.
Gebruik alleen kunststof serviesgoed dat ovenbestendig is. Neem de aanwijzingen van de betreffende fabrikant in acht. Als u voor een be‐ reiding met stoom kunststof serviesgoed wilt gebruiken, gebruik dan alleen serviesgoed dat bestand is tegen hoge temperaturen (tot
100 °C) en stoom. Het materiaal kan anders smelten, broos worden of gemakkelijk breken.
Gerechten die in de ovenruimte worden bewaard, kunnen uitdro‐ gen. Het vrijkomende vocht kan in het toestel corrosie veroorzaken.
Bewaar daarom geen klare gerechten in de oven en gebruik voor de bereiding geen voorwerpen die kunnen roesten.
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover struike‐ len.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
De deur mag met maximaal 10 kg worden belast. Ga nooit op de geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen zware voor‐ werpen op. Er mag ook niets tussen de deur en de ovenruimte vast‐ geklemd raken. De stoomoven kan anders beschadigd raken.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa‐ raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het apparaat uit en doof de vlammen door de deur gesloten te houden.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen door de hoge temperaturen vlam vatten.
Gebruik het apparaat nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
Bij te lange grilleertijden drogen de voedingsmiddelen uit. De voe‐ dingsmiddelen kunnen zelfs ontbranden.
Houdt u zich aan de aanbevolen bereidingstijden.
Sommige voedingsmiddelen drogen snel uit en kunnen door hoge grilleertemperaturen vlam vatten.
Gebruik ovenfuncties met grill daarom niet voor het afbakken van broodjes of brood en voor het drogen van bloemen of kruiden. Ge‐ bruik hiervoor de ovenfunctie "Hetelucht plus " of "Boven-On‐ derwarmte ".
Laat de toesteldeur dicht als de voedingsmiddelen in de oven‐ ruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden zo gedoofd.
Zet de stoomoven uit en trek de stekker uit het stopcontact. Open de deur pas als de rook is weggetrokken.
Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij ho‐ ge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontsteken.
Leg nooit aluminiumfolie of een andere beschermfolie op de bo‐ dem van het apparaat. Zet ook geen pannen, schalen of bakplaten op de bodem.
Grove voedingsresten kunnen de waterafvoer en de pomp ver‐ stoppen. Controleer daarom altijd of de bodemzeef correct geplaatst is.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar de spijzenthermometer (kerntemperatuurvoeler) niet in de oven. Gebeurt dat wel, dan bestaat het gevaar dat u de voeler ver‐ geet, als u de oven de volgende keer gebruikt. De voeler kan dan beschadigd raken.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt van het toestel gebruikt, mag de aansluitkabel niet tussen de deur van het toestel beklemd raken. De isolatie van de kabel kan bescha‐ digd raken.
Neem het apparaat niet zonder lampafdekking in gebruik. De stoom kan anders in aanraking komen met onder spanning staande delen en kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen elektrische on‐ derdelen hierdoor beschadigd raken.
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreini‐ ger.
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra‐ ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuur‐ middelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen schra‐ pers.
De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij‐ derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het toestel nooit zonder ingebouwde geleiderails.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat‐ ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ont‐ staat.
Accessoires
Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga‐ rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemon‐ teerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of pro‐ ductaansprakelijkheid.
Gebruik alleen de bijgeleverde Miele-spijzenthermometer. Wan‐ neer deze moet worden vervangen, bestel dan een originele Mielespijzenthermometer.
15
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende‐ lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri‐ aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmate‐ riaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.
Het oude toestel
Oude elektrische en elektronische toe‐ stellen bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw ou‐ de toestel bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
– de handelaar bij wie u het kocht of
– de firma Recupel, telefoon 02 706 86
10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus‐ sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
16
Overzicht
Aanzicht stoomoven a l g k f j i
4
3
2
1
b c d e j f h a
Bedieningselementen b
Wasemafvoer c
Deurdichting d
Vochtsensor e
Temperatuurvoeler f
Geleiderails met 4 niveaus g
Vetfilter h
Opvanggoot i
Afvoer j
Ovenverlichting k
Aansluitpunt voor de spijzenthermo‐ meter l
Verwarmingselement voor "Boven‐ warmte"/"Grilleren"
17
Overzicht m o n p m
Ruimte voor het condensreservoir n
Condensreservoir o
Ruimte voor het waterreservoir p
Waterreservoir
18
Overzicht
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie "Bij te bestellen acces‐ soires").
DGGL 20
Combirooster
1 combirooster voor bakken, braden en grilleren
Spijzenthermometer
1 ovenpan met gaten, inhoud 2,4 l / nuttige inhoud 1,8 l
450 x 190 x 40 mm (BxDxH)
DGG 20
1 spijzenthermometer, waarmee u tot op de graad nauwkeurig kunt werken.
De voeler meet de temperatuur in de kern van het voedingsmiddel (kerntem‐ peratuur).
DGClean
1 ovenpan zonder gaten, inhoud 2,4 l / nuttige inhoud 1,8 l
450 x 190 x 40 mm (BxDxH)
Universele bakplaat
1 universele bakplaat voor bakken, bra‐ den en grilleren
1 speciaal reinigingsmiddel voor ernsti‐ gere verontreinigingen in de ovenruim‐ te, met name na het braden.
Ontkalkingstabletten
Voor het ontkalken van de stoomoven
Bon kookboek
Bon om gratis Miele-kookboek aan te vragen.
19
Bedieningselementen a
Aan/Uit-toets
In- en uitschakelen b
Sensortoetsen
Het kiezen van de ovenfuncties, menupunten en instellingen c
Display
Voor de weergave van de dagtijd en van informatie voor de bediening d
Sensortoetsen 0-9
Cijferblok voor het invoeren van waarden e
Sensortoets
Kookwekkertijd instellen f
Sensortoets
Voor het in- en uitschakelen van de ovenverlichting g
Sensortoets
Voor het openen en sluiten van het bedieningspaneel h
Sensortoets
Voor stapsgewijs terugspringen i
Optische interface
(alleen voor Miele)(alleen voor de dienst Herstellingen aan huis van Miele)
20
Bedieningselementen
Sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op vingercontact. Elke aanraking wordt met een toets‐ geluid bevestigd. U kunt dat toetsgeluid uitschakelen (zie hoofdstuk "Instellingen –
Volume – Toetsgeluid").
Sensor‐ toets
Functie
Voor het kiezen van menupunten en het bladeren in een keuzelijst.
0–9 Cijferblok voor het instellen van waar‐ den.
Voor het instellen van een kookwek‐ kertijd.
Aanwijzingen
U kiest een menupunt door de verlichte sensor‐ toets naast het menupunt aan te tippen.
Met het cijferblok stelt u bijvoorbeeld temperatu‐ ren of tijden in.
Voor het in- en uit‐ schakelen van de verlichting
Als een keuzelijst in het display verschijnt of als een bereiding actief is, kunt u altijd een kookwek‐ kertijd instellen (bijvoorbeeld voor het koken van eieren).
Als het display donker is, moet u de stoomoven eerst inschakelen, voordat de sensortoets rea‐ geert.
Als er een menu in het display verschijnt of als een bereiding actief is, kunt u met de toets de ver‐ lichting in- en uitschakelen.
Als het display donker is, moet u de oven eerst in‐ schakelen, voordat de sensortoets reageert.
Afhankelijk van de gekozen instelling dooft de ver‐ lichting bij een bereiding na 15 seconden of blijft continu aan.
Voor het openen en sluiten van het bedieningspaneel
Voor stapsgewijs terugspringen
21
Bedieningselementen
Display
Op het display wordt de dagtijd weergegeven en kunt u informatie aflezen over de ovenfuncties, de temperaturen, de bereidingstijden, de automatische programma's en de instellingen. Afhankelijk van de gekozen functie verschijnen er informatie‐ vensters of keuzelijsten.
Na het inschakelen van de stoomoven met de Aan/Uit-toets verschijnt het hoofdmenu´.
Als een bereiding actief is, verschijnt na het kiezen van
Wijzigen
een keuzelijst met menupunten die u voor deze bereiding kunt instellen of wijzigen:
U kiest een menupunt door de verlichte sensortoets naast het menupunt aan te tippen.
U bevestigt uw keuze door de verlichte sensortoets naast " OK " aan te tip‐ pen.
Symbolen
In het display kunnen ook de volgende symbolen verschijnen:
Symbool
Betekenis
Dit symbool wijst aan een menupunt een verlichte sensortoets
toe. Dit menupunt kunt u kiezen.
Als er meer dan vier keuzemogelijkheden zijn, verschijnt er een balkje aan de rechter kant. Met de bijbehorende sensortoetsen bladert u door de keuzelijst.
Als u door een keuzelijst bladert, verschijnt aan het eind een on‐ derbroken streep. Daarna bent u weer bij het begin van de lijst.
/
Deze toetsen verschijnen alleen als een invoer mogelijk of vereist is (invoer van de datum / instellen van de grilleerstand).
Het vinkje geeft de actuele instelling aan.
Dit symbool geeft aan dat er extra informatie is of dat er aanwij‐ zingen zijn voor de bediening. Bevestig dergelijke informatieven‐ sters met "OK".
/ / Weergave waterniveau
Starttijd
Programma afgerond
Kookwekker
Instellingen, zoals de lichtsterkte van het display en het volume van de geluidssignalen, stelt u met behulp van een balkje in.
22
Functiebeschrijving
Bedieningspaneel
Achter het bedieningspaneel bevinden zich het waterreservoir en het condens‐ reservoir. U opent of sluit het paneel met de sensortoets . Het bedienings‐ paneel heeft een klembeveiliging. Als het paneel tijdens het openen of sluiten weerstand ondervindt, wordt de actie meteen afgebroken. Toch dient u tijdens het openen of sluiten van het bedieningspaneel niet de greep van de ovendeur aan te raken!
Waterreservoir
De maximale vulhoeveelheid is 1,4 liter, de minimale hoeveelheid 1,0 liter. Op het reservoir vindt u markeringen. De bovenste markering mag niet worden overschreden!
Het waterverbruik is afhankelijk van het voedingsmiddel en de bereidingstijd.
Als u de ovendeur tijdens het gebruik opent, neemt het waterverbruik toe.
Vul het waterreservoir voor elke berei‐ ding met stoom tot het aangegeven maximum.
Condensreservoir
Het apparaat pompt de condens die bij een bereiding ontstaat in het condens‐ reservoir. De maximale inhoud is 1,4 li‐ ter.
Vetfilter
De vetfilter in de achterwand moet bij braden worden geplaatst.
Bij stomen raden wij u aan de filter te verwijderen.
Bij bakken moet de filter worden verwij‐ derd, omdat het gebak anders onregel‐ matig bruin wordt (uitzonderingen: prui‐ mentaart en royaal belegde pizza's).
Spijzenthermometer
De spijzenthermometer (kerntempera‐ tuurvoeler) meet de temperatuur in de kern van het gerecht (de kerntempera‐ tuur). Met deze voeler kunt u het tem‐ peratuurverloop gedurende de berei‐ ding nauwkeurig volgen.
Temperatuur / kerntempera‐ tuur
Aan sommige ovenfuncties is een voor‐ geprogrammeerde temperatuur toege‐ wezen. U kunt deze voorgeprogram‐ meerde temperatuur voor een enkele bereiding of bereidingsstap wijzigen, dan wel binnen bepaalde grenzen defi‐ nitief (zie "Instellingen – Voorgepro‐ grammeerde temperaturen").
Ook de kerntemperatuur kunt u binnen bepaalde grenzen voor een enkele be‐ reiding of bereidingsstap wijzigen.
23
Functiebeschrijving
Vochtigheid
Bij de ovenfunctie
Combinatiegaren
en de speciale toepassing
Opwarmen
wordt een ovenfunctie gecombineerd met vocht. U kunt de vochtigheid binnen bepaalde grenzen voor een bereiding of bereidingsstap wijzigen.
Afhankelijk van de vochtinstelling wordt vocht of frisse lucht toegevoerd. Bij de instelling vochtigheid = 0 % wordt de maximale hoeveelheid frisse lucht toe‐ gevoerd en geen vocht. Bij de instelling vochtigheid = 100 % wordt geen frisse lucht toegevoerd en is de vochttoevoer maximaal.
Sommige voedingsmiddelen geven tijdens de bereiding vocht af. Ook dit vocht wordt voor de vochtregeling ge‐ bruikt. Als u een lage vochtigheid in‐ stelt, kan het voorkomen dat het stoomaggregaat zelf geen stoom pro‐ duceert.
Bereidingstijd
Afhankelijk van de ovenfunctie kunt u een bereidingstijd instellen tussen 1 minuut en 6, 10 dan wel 12 uur.
Voor de automatische programma's, de onderhoudsprogramma's en
Menukoken is de tijd in de fabriek vastgelegd. U kunt deze tijd niet veranderen.
Bij de ovenfunctie
Koken met stoom
, als‐ mede bij de programma's en toepas‐ singen waarbij alleen de stoomfunctie wordt gebruikt, begint de ingestelde bereidingstijd pas te lopen als de inge‐ stelde temperatuur is bereikt. Bij alle andere ovenfuncties, programma's en toepassingen begint de tijd meteen te lopen.
Geluiden
Na het inschakelen van de stoomoven, bij gebruik en na het uitschakelen hoort u een (brommend) geluid. Dit geluid duidt niet op een storing of een defect aan de stoomoven. Het geluid ontstaat bij het in- en afpompen van het water.
Als de stoomoven in gebruik is, hoort u een ventilatorgeluid.
24
Functiebeschrijving
Opwarmfase
Terwijl het apparaat tot de ingestelde temperatuur wordt opgewarmd, worden in het display de oplopende tempera‐ tuur en de tekst
Opwarmfase
weergege‐ ven (uitzonderingen:
Autom.programma's
,
Menukoken
,
Onderhoud
).
De duur van de opwarmfase is afhanke‐ lijk van de hoeveelheid voedingsmiddel en de temperatuur ervan. In het alge‐ meen duurt de opwarmfase ca. 7 minu‐ ten. Als u gekoelde of ingevroren voe‐ dingsmiddelen bereidt, neemt de tijd toe.
Bereidingsfase
Als de ingestelde temperatuur bereikt is, begint de bereidingsfase. Tijdens de bereidingsfase kunt u in het display de resttijd aflezen.
Stoomreductie
Als u bij stomen en combi-koken met een bepaald temperatuurbereik werkt, wordt na afloop van de bereiding auto‐ matisch de stoomreductie geactiveerd.
Door deze functie komt er minder stoom vrij als u de ovendeur opent. In het display verschijnen
Stoomreductie
en
Proces afgerond
.
U kunt deze functie uitzetten (zie "In‐ stellingen – Stoomreductie").
Ovenverlichting
Om energie te besparen, is de stoom‐ oven standaard zo ingesteld dat de ovenverlichting na de start uitgaat.
Als u wilt dat de ovenruimte tijdens het gebruik continu verlicht wordt, moet u de standaardinstelling wijzigen (zie "In‐ stellingen – Verlichting").
Als de deur na afloop van een bereiding geopend blijft, wordt de verlichting na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
De ovenverlichting geeft warmte af. Als u met temperaturen onder 50 °C werkt, wordt de ovenverlichting automatisch uitgeschakeld.
Als u op de toets op het bedienings‐ paneel drukt, wordt de verlichting ge‐ durende 15 seconden ingeschakeld.
25
Ingebruikneming van het toestel
Basisinstellingen
U mag de stoomoven alleen ge‐ bruiken als het is ingebouwd.
Als de stoomoven op de netspanning wordt aangesloten, wordt het automa‐ tisch ingeschakeld.
Welkomstscherm
In het display verschijnt een begroeting.
Daarna wordt u gevraagd enkele instel‐ lingen uit te voeren die voor de inge‐ bruikneming van de stoomoven nodig zijn.
Volg de instructies op het display.
Taal instellen
Blader in de keuzelijst, totdat de ge‐ wenste taal verschijnt.
Tip de verlichte sensortoets aan die zich naast de gewenste taal be‐ vindt.
Bevestig met OK.
Land instellen
Blader in de keuzelijst, totdat het ge‐ wenste land verschijnt.
Tip de verlichte sensortoets aan die zich naast het gewenste land be‐ vindt.
Bevestig met OK.
Datum instellen
Stel met
of
achtereenvolgens het jaar, de maand en de dag in.
Bevestig steeds met "OK".
Dagtijd instellen
Stel met het cijferblok de dagtijd in uren en minuten in (bijvoorbeeld
1-2-1-5 voor 12:15 uur).
Bevestig met OK.
U kunt de dagtijd ook in een 12-uursformaat laten weergeven (zie "Instel‐ lingen – Dagtijd – Tijdformaat)".
26
Ingebruikneming van het toestel
Dagtijdweergave
Stel ten slotte de weergave van de dag‐ tijd voor het uitgeschakelde toestel in
(zie "Instellingen - Dagtijd - Weergave").
–
Aan
De dagtijd wordt altijd in het display weergegeven.
–
Uit
Het display blijft donker om energie te besparen. Bepaalde functies zijn beperkt beschikbaar.
–
Nachtuitschakeling
De dagtijd verschijnt alleen van 5 tot
23 uur en is 's nachts uitgeschakeld om energie te besparen.
Kies het gewenste weergaveformaat.
Bevestig met OK.
Er verschijnt een melding over het ener‐ gieverbruik.
Bevestig met OK.
De melding
Eerste ingebruikname succesvol afgerond
verschijnt.
Bevestig met OK.
De stoomoven is klaar voor gebruik.
Als u per ongeluk een taal heeft geko‐ zen die u niet beheerst, volg dan de aanwijzingen onder "Instellingen - Taal
".
Kleef het typeplaatje dat bij de docu‐ mentatie bijgevoegd is, op de daar‐ voor bestemde plaats in het hoofd‐ stuk "Miele-Service, typeplaatje, ga‐ rantie".
Verwijder eventueel aanwezige be‐ schermfolies en stickers.
Het toestel wordt in de fabriek getest.
Tijdens transport kan daarom restwa‐ ter uit de leidingen in de ovenruimte lopen.
Stoomoven voor de eerste keer reinigen
Waterreservoir en condensreservoir
Klemgevaar!
Raak de greep van de deur niet aan als u het bedieningspaneel opent of sluit!
Druk op de toets om het bedie‐ ningspaneel te openen.
Haal het waterreservoir en het con‐ densreservoir uit het apparaat. Duw de reservoirs iets omhoog als u deze wilt verwijderen.
Reinig het waterreservoir en het con‐ densreservoir handmatig of in de af‐ wasautomaat.
27
Ingebruikneming van het toestel
Accessoires / ovenruimte
Haal alle accessoires uit de oven‐ ruimte.
Reinig de ovenpannen met de hand of in de afwasautomaat.
Voorkom beschadiging van de op‐ pervlakken van de universele bak‐ plaat en het combirooster!
De oppervlakken van de universele bakplaat en het combirooster zijn
PerfectClean-veredeld en mogen uit‐ sluitend handmatig worden gerei‐ nigd.
Zie ook "Reiniging en onderhoud –
PerfectClean".
Reinig de universele bakplaat en het combirooster met een schoon spons‐ doekje, afwasmiddel en warm water.
Het toestel is tijdens de productie met een onderhoudsmiddel behandeld.
Reinig de ovenruimte met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel en warm water om het onderhoudsmid‐ del te verwijderen.
Waterhardheid instellen
Het toestel is vanuit fabriek op water‐ hardheid
Hard
ingesteld. Om ervoor te zorgen dat de stoomoven correct func‐ tioneert en op het juiste moment wordt ontkalkt, moet u de stoomoven op de waterhardheid van uw regio instellen.
Hoe hoger het kalkgehalte, des te har‐ der is het water en des te vaker moet de stoomoven worden ontkalkt.
Controleer welke waterhardheid is in‐ gesteld en voer zo nodig de juiste waterhardheid in (zie "Instellingen –
Waterhardheid").
28
Ingebruikneming van het toestel
Kookpunt aanpassen
Voordat u voor het eerst voedingsmid‐ delen bereidt, moet u het toestel aan het kookpunt van het water aanpassen.
Het kookpunt is afhankelijk van de hoogteligging van de woonplaats.
Tijdens het justeren van het kookpunt worden ook de watervoerende delen doorgespoeld.
U moet het kookpunt beslist juste‐ ren. Alleen dan kan het toestel cor‐ rect functioneren.
Gebruik uitsluitend koud leiding‐ water (onder 20 °C), geen gedestil‐ leerd water, mineraalwater of andere vloeistoffen!
Haal het waterreservoir uit de stoom‐ oven en vul het tot aan de markering
"max".
Schuif het reservoir tot de aanslag in de stoomoven.
Zet de stoomoven vervolgens gedu‐ rende 15 minuten aan op de oven‐ functie
Koken met stoom
(100 °C). Ga daarbij te werk zoals beschreven in het hoofdstuk "Bediening: ovenfunc‐ tie 'Stomen'".
Kookpunt justeren (na verhuizing)
Na een verhuizing moet u het kookpunt ook op de nieuwe locatie justeren als het hoogteverschil minimaal 300 meter bedraagt. Voer daartoe het ontkalkings‐ programma uit (zie "Reiniging en onder‐ houd – Onderhoud – Ontkalken").
Stoomoven opwarmen
Om het ringvormige verwarmingsele‐ ment te ontvetten, schakelt u het ap‐ paraat leeg in met de ovenfunctie
Hetelucht Plus
(200 °C, gedurende
30 minuten).
Ga te werk zoals beschreven onder
"Bediening: ovenfuncties zonder stoom".
Als het verwarmingselement voor het eerst wordt verhit, kunnen er geurtjes ontstaan. Deze geurtjes en eventuele dampen verdwijnen na enige tijd en betekenen niet dat het apparaat ver‐ keerd is aangesloten of defect is.
Zorg voor een goede ventilatie van de keuken.
29
Hoofd- en submenu's
Ovenfuncties
Hetelucht Plus
Voor bakken op meerdere niveaus
Boven-onderwarmte
Voor het bakken van traditionele recepten en het bereiden van soufflés
Combinatiegaren
Voor braden, bakken en grilleren
Hetelucht Plus
Boven-onderwarmte
Grote grill
Koken met stoom
Voor het bereiden van alle voedingsmid‐ delen, voor inmaken, sap maken en specia‐ le toepassingen
Sous-vide
Koken van voedingsmiddelen in het vacu‐
ümzakje
Intens. bakken
Voor het bakken van taarten met vochtige bovenlaag
Onderwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de baktijd, als het product aan de onderkant bruiner moet worden.
Bovenwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de baktijd, als het product aan de bovenkant bruiner moet worden.
Voor het gratineren en bruineren van oven‐ schotels
Temperatuur‐ bereik/ microgolfver‐ mogens
Temperatuur‐ bereik
160°C
180°C
170°C
180°C
Stand 3
100 °C
65°C
180°C
190°C
190°C
30 - 225 °C
30 - 225 °C
30 - 225 °C
30 - 225 °C
Stand 1–3
40 - 100 °C
45 - 90 °C
50 - 225 °C
100 - 225 °C
100 - 225 °C
30
Hoofd- en submenu's
Temperatuur‐ bereik/ microgolfver‐ mogens
Temperatuur‐ bereik
Ovenfuncties
Grote grill
Voor het grilleren van grote hoeveelheden plat vlees en voor bruineren (grote vormen)
Kleine grill
Voor het grilleren van kleine hoeveelheden plat vlees en voor bruineren (kleine vormen)
Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met een re‐ latief grote doorsnede, zoals gevogelte of een rollade
Speciaal gebak
Voor roerdeeg en diepvries-krakelingen
Bruineren
Voor het bereiden van zoete en hartige ovenschotels en gratins
Stand 3
Stand 3
200°C
160°C
160°C
Stand 1–3
Stand 1–3
50 - 225 °C
30 - 225 °C
30 - 225 °C
Autom.programma's
De keuzelijst van beschikbare automatische programma's wordt opgeroepen
Speciale toepassingen
Menukoken
Voor het gelijktijdig bereiden van verschil‐ lende voedingsmiddelen
Pizza
–
180°C
60°C
–
180 - 225 °C
50 - 60 °C
Ontdooien
Voor het behoedzaam ontdooien van diep‐ vriesproducten
Opwarmen
Voor het verwarmen van reeds bereide ge‐ rechten
130°C 120 - 140 °C
31
Hoofd- en submenu's
Speciale toepassingen
Blancheren
Inmaken
Servies steriliseren
Drogen
Deeg laten rijzen
Sabbat-programma
Eigen programma's
Voor het samenstellen en opslaan van bereidingen
Instellingen
Voor het wijzigen van de standaardinstellingen
Onderhoud
Ontkalken
Inweken
Drogen
Spoelen
Temperatuur‐ bereik/ microgolfver‐ mogens
Temperatuur‐ bereik
–
90°C
–
60°C
–
180°C
–
–
–
–
–
80 - 100 °C
–
60 - 70 °C
–
30 - 225 °C
–
–
–
–
32
Bediening: ovenfunctie stomen
Storing door verstopte waterafvoer!
Controleer voor elke bereiding of de bodemzeef correct geplaatst is, om‐ dat grove voedingsresten de water‐ afvoer kunnen verstoppen.
Eenvoudige bediening
Schakel het toestel met de toets in.
In het display verschijnt het hoofdmenu.
Gebruik uitsluitend koud leiding‐ water (onder 20 °C), geen gedestil‐ leerd water, mineraalwater of andere vloeistoffen!
Vul het waterreservoir en schuif het vervolgens tot de aanslag in de stoomoven.
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
Kies
Ovenfuncties
.
Kies
Koken met stoom
.
In het display verschijnt
Stel de temperatuur in
.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram‐ meerde temperatuur.
Bevestig met OK.
De voorgeprogrammeerde tempera‐ tuur wordt binnen enkele seconden overgenomen.
Indien nodig kiest u om terug te keren naar de temperatuurinstelling.
In het display verschijnt
Stel de bereidingstijd in
.
Stel de bereidingstijd in. U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut en
10 uur.
Bevestig met OK.
De bereiding start. Het stoomaggre‐ gaat, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.
Voer eventuele verdere instellingen uit
(zie "Uitgebreide bediening – Meer bereidingstijden instellen").
33
Bediening: ovenfunctie stomen
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnen in het display
Stoomreductie
(alleen bij een temperatuur vanaf ca. 80 °C) en
Proces afgerond
,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– weerklinkt een geluidssignaal of een melodie (zie "Instellingen – Geluids‐ signalen").
U kunt uw instellingen als eigen pro‐ gramma opslaan (zie "Eigen program‐ ma's") of de bereiding via
Wijzigen
ver‐ lengen. Als u op drukt, verschijnt het hoofdmenu.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de oven‐ ruimte, het voedingsmiddel en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐ dingsmiddelen uit de oven haalt.
Wacht tot de melding
Stoomreductie verdwijnt, voordat u de deur opent en het voedingsmiddel verwijdert.
Na gebruik
Haal het waterreservoir en het con‐ densreservoir uit het apparaat en giet deze leeg.
Duw de reservoirs bij het uitnemen iets omhoog.
Schakel het toestel met de toets uit.
Nadat u de stoomoven heeft uitgescha‐ keld, verschijnt na een bereiding met stoom de melding
Het apparaat wordt gespoeld
in het display.
Voer dit programma altijd uit om eventueel aanwezige resten van voe‐ dingsmiddelen uit het systeem te spoelen.
Volg de instructies op het display.
Reinig het hele apparaat na elk ge‐ bruik, zoals beschreven in het hoofd‐ stuk "Reiniging en onderhoud". Wrijf alle onderdelen daarna weer droog.
Sluit de deur pas als de ovenruimte helemaal droog is.
Water bijvullen
Als tijdens een bereiding het water op‐ raakt, klinkt er een akoestisch signaal en verschijnt in het display het verzoek water bij te vullen.
Haal het waterreservoir uit het toestel en vul het met water.
Schuif het reservoir tot de aanslag in het toestel.
Sluit de deur.
De bereiding wordt voortgezet.
34
Bediening: ovenfunctie stomen
Bereiding onderbreken
De bereiding wordt onderbroken als u de deur opent. De verwarming wordt uitgeschakeld en de resttijd wordt op‐ geslagen.
Verbrandingsgevaar!
Er kan stoom vrijkomen als u de deur opent.
Doe een stap terug en wacht totdat de stoom is vervluchtigd.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de oven‐ ruimte, het voedingsmiddel, de ac‐ cessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐ dingsmiddelen in de oven zet of eruit haalt, of als u in de oven bezig bent.
De bereiding wordt voortgezet als u de deur sluit.
Het toestel wordt nu eerst weer op tem‐ peratuur gebracht. In het display ziet u de oplopende temperatuur in de oven‐ ruimte.
Als de ingestelde temperatuur is be‐ reikt, wisselt de displayweergave en loopt de resttijd af.
De bereiding wordt voortijdig beëin‐ digd als u de deur in de laatste minuut opent (55 seconden resttijd).
35
Bediening: ovenfunctie stomen
Uitgebreide bediening
Meer bereidingstijden instellen
U heeft het voedingsmiddel in de oven gezet, een temperatuur en een berei‐ dingstijd ingesteld.
Kies
Wijzigen
.
Er verschijnen meer menupunten die u voor een bereiding kunt instellen of wij‐ zigen:
–
Klaar om
–
Start om
–
Functie wijzigen
(zie "Instellingen tijdens de bereiding wijzigen – Ovenfunctie wijzigen")
Als u een waarde invoert bij
Klaar om
of
Start om
kunt u de stoomoven automa‐ tisch laten in- en uitschakelen.
–
Klaar om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet zijn beëin‐ digd.
–
Start om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet starten.
Het bereidingsresultaat kan negatief worden beïnvloed als tussen het in‐ schuiven van het gerecht en de starttijd veel tijd ligt. Verse voedings‐ middelen kunnen verkleuren en zelfs bederven.
U kunt deze functie niet gebruiken als de temperatuur in de ovenruimte te hoog is, bijvoorbeeld na het einde van een bereiding. De functies
Klaar om
en
Start om
worden in dit geval niet weer‐ gegeven. Laat de ovenruimte met ge‐ opende deur afkoelen.
Klaar om
kan niet worden ingesteld als u de spijzenthermometer gebruikt. Het einde van een bereiding is in dat geval afhankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur. U kunt alleen
Start om
kiezen.
36
Bediening: ovenfunctie stomen
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
Als u een bereidingsproces automa‐ tisch wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de tijden op verschillende manieren invoeren. Via:
–
Bereidingstijd
en
Klaar om
–
Bereidingstijd
en
Start om
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het ge‐ recht kan in 5 minuten gaar zijn en moet om 12:30 uur gereed zijn.
Kies
Wijzigen
.
Kies
Bereidingstijd
en stel "00:05" uur in.
Bevestig met OK.
Kies
Klaar om
en stel "12:30" in.
Bevestig met OK.
Start om
wordt automatisch berekend.
Aan de ingevoerde bereidingstijd wordt de door de stoomoven bere‐ kende opwarmtijd toegevoegd.
In het display verschijnt
Start om
12:18.
Op dit tijdstip start de bereiding auto‐ matisch.
Verloop van een automatische berei‐ ding
Tot aan de start verschijnen in het dis‐ play de ovenfunctie, de gekozen tem‐ peratuur,
Start om
en de starttijd.
Na de start kunt u de opwarmfase vol‐ gen, tot het bereiken van de ingestelde temperatuur. Als die temperatuur be‐ reikt is, hoort u een signaal of een me‐ lodie (zie "Instellingen – Akoestische signalen").
Na afloop van de opwarmfase kunt u het aflopen van de bereidingstijd vol‐ gen. De laatste minuut loopt in secon‐ den af.
Na afloop van de bereiding wordt het stoomaggregaat uitgeschakeld. Er klinkt een signaal of een melodie (zie
"Instellingen – Akoestische signalen").
In het display verschijnen
Stoomreductie
(alleen bij een temperatuur vanaf ca. 80 °C) en
Proces afgerond
.
U kunt uw instellingen als eigen pro‐ gramma opslaan (zie "Eigen program‐ ma's") of de bereiding via
Wijzigen
ver‐ lengen. Als u op drukt, verschijnt het hoofdmenu.
37
Bediening: ovenfunctie stomen
Instellingen tijdens de bereiding wij‐ zigen
Kies
Wijzigen
.
In het display verschijnen:
–
Temperatuur
–
Bereidingstijd
–
Klaar om
–
Start om
Als de temperatuur in de ovenruimte te hoog is, worden
Klaar om
en
Start om niet weergegeven.
–
Functie wijzigen
Temperatuur wijzigen
Kies
Temperatuur
.
Wijzig de temperatuur.
Bevestig met OK.
Het bereidingsproces gaat met de ge‐ wijzigde temperatuur verder.
U kunt de voorgeprogrammeerde tem‐ peratuur ook definitief aan uw per‐ soonlijke wensen aanpassen, zie "In‐ stellingen - Voorgeprogrammeerde temperaturen".
Bereidingstijd wijzigen
Kies
Bereidingstijd
.
Wijzig de tijd.
Bevestig met OK.
De bereiding start opnieuw met de ge‐ wijzigde bereidingstijd.
Einde bereidingstijd wissen
Kies
Klaar om
.
Kies
Herstellen
.
De eindtijd is gewist.
De bereiding start met de ingestelde bereidingstijd.
Ovenfunctie wijzigen
Kies
Functie wijzigen
.
Kies de gewenste functie.
In het display verschijnen de gewijzigde ovenfunctie en de bijbehorende voorge‐ programmeerde temperatuur.
Wijzig zo nodig de temperatuur.
Bevestig met OK.
Stel zo nodig een bereidingstijd in.
Bevestig met OK.
De ovenfunctie is gewijzigd.
Bereiding afbreken
Raak aan.
In het display verschijnt
Bereiding afbreken?
.
Kies
Ja
.
Het hoofdmenu verschijnt. Ingestelde bereidingstijden worden gewist.
38
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken"
De ovenfunctie
Combinatiegaren
werkt met een combinatie van droge hitte en stoom. U kunt maximaal tien berei‐ dingsstappen tot één bereiding combi‐ neren. Voor elke bereidingsstap kunt u een eigen temperatuur of grilleerstand instellen, een vochtigheid en een berei‐ dingstijd dan wel een kerntemperatuur
(bij gebruik van de spijzenthermometer).
Het bereidingsproces wordt afgewerkt in de volgorde waarin de afzonderlijke stappen zijn ingevoerd.
U kunt uit de volgende ovenfuncties kiezen:
–
Hetelucht Plus
–
Boven-onderwarmte
–
Grote grill
Voor de ovenfunctie
Grote grill
kunt u de spijzenthermometer niet gebruiken.
Na een bereidingsstap met de oven‐ functie
Grote grill
kunt u niet met een kerntemperatuur werken.
39
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken"
Storing door verstopte waterafvoer!
Controleer voor elke bereiding of de bodemzeef correct geplaatst is, om‐ dat grove voedingsresten de water‐ afvoer kunnen verstoppen.
Eenvoudige bediening
Als voorbeeld volgt hier een bereiding die uit 3 stappen bestaat.
Schakel het toestel met de toets in.
In het display verschijnt het hoofdmenu.
Gebruik uitsluitend koud leiding‐ water (onder 20 °C), geen gedestil‐ leerd water, mineraalwater of andere vloeistoffen!
Vul het waterreservoir en schuif het vervolgens tot de aanslag in de stoomoven.
Steek eventueel de spijzenthermome‐ ter in het voedingsmiddel (zie "spij‐ zenthermometer").
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
Als u het voedingsmiddel op het rooster bereidt, schuift u de universe‐ le bakplaat eronder in de oven.
Kies
Ovenfuncties
.
Kies
Combinatiegaren
.
Stap 1
Hetelucht Plus / Boven-Onderwarmte
Stel de temperatuur in.
Bevestig met OK.
Stel de vochtigheid in.
Bevestig met OK.
Kies
Stel de bereidingstijd in
of
Stel de kerntemper. in
.
Stel de bereidingstijd of kerntempera‐ tuur in. U kunt een tijd instellen tus‐ sen 1 minuut en 12 uur.
Bevestig met OK.
Kies
Bereidingsstap toevoegen
.
Grill groot
Stel de grilleerstand in.
Bevestig met OK.
Stel de vochtigheid in.
Bevestig met OK.
Stel de bereidingstijd in. U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut en 6 uur.
Bevestig met OK.
Kies
Bereidingsstap toevoegen
.
Stap 2
Kies de gewenste functie.
Voer de gewenste instellingen uit (zie bereidingsstap 1).
Bevestig met OK.
Kies
Bereidingsstap toevoegen
.
40
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken"
Stap 3
Kies de gewenste functie.
Voer de gewenste instellingen uit (zie bereidingsstap 1).
Bevestig met OK.
Kies
Combinatiegaren afsluiten
.
In het display verschijnt een samenvat‐ ting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig deze met
Overnemen
of kies
Wijzigen om de instellingen te corrigeren of meer bereidingsstappen toe te voe‐ gen.
Als u de instellingen heeft bevestigd, verschijnen in het display
–
Meteen starten
–
Opslaan
–
Klaar om
–
Start om
Klaar om
kan niet worden ingesteld als u de spijzenthermometer gebruikt. Het einde van een bereiding is in dat geval afhankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur. U kunt alleen
Later starten
kiezen.
–
Bereidingsstapp. wijzigen
Als u uw instellingen als eigen pro‐ gramma wilt opslaan, kiest u
Opslaan en voert u een programmanaam in
(zie "Eigen programma's").
Start de bereiding meteen of voer eventueel meer instellingen uit (zie
"Uitgebreide bediening").
Na afloop van de bereidingstijd
– verschijnen in het display
Stoomreductie
(alleen bij een temperatuur van ca. 80–100 °C en 100 % vochtigheid) en
Proces afgerond
,
– blijft de ventilator ingeschakeld,
– weerklinkt een geluidssignaal of een melodie (zie "Instellingen – Geluids‐ signalen").
U kunt uw instellingen als eigen pro‐ gramma opslaan (zie "Eigen program‐ ma's") of de bereiding via
Wijzigen
ver‐ lengen. Als u op drukt, verschijnt het hoofdmenu.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de oven‐ ruimte, het voedingsmiddel en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐ dingsmiddelen uit de oven haalt.
Wacht tot de melding
Stoomreductie verdwijnt, voordat u de deur opent en het voedingsmiddel verwijdert.
41
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken"
Na gebruik
Haal het waterreservoir en het con‐ densreservoir uit het apparaat en giet deze leeg.
Duw de reservoirs bij het uitnemen iets omhoog.
Schakel het toestel met de toets uit.
Nadat u de stoomoven heeft uitgescha‐ keld, verschijnt na een bereiding met stoom de melding
Het apparaat wordt gespoeld
in het display.
Voer dit programma altijd uit om eventueel aanwezige resten van voe‐ dingsmiddelen uit het systeem te spoelen.
Volg de instructies op het display.
Reinig het hele apparaat na elk ge‐ bruik, zoals beschreven in het hoofd‐ stuk "Reiniging en onderhoud". Wrijf alle onderdelen daarna weer droog.
Sluit de deur pas als de ovenruimte helemaal droog is.
Water bijvullen
Als tijdens een bereiding het water op‐ raakt, klinkt er een akoestisch signaal en verschijnt in het display het verzoek water bij te vullen.
Haal het waterreservoir uit het toestel en vul het met water.
Schuif het reservoir tot de aanslag in het toestel.
Sluit de deur.
De bereiding wordt voortgezet.
Bereiding onderbreken
De bereiding wordt onderbroken als u de deur opent. De verwarming wordt uitgeschakeld en de resttijd wordt op‐ geslagen.
Verbrandingsgevaar!
Er kan stoom vrijkomen als u de deur opent.
Doe een stap terug en wacht totdat de stoom is vervluchtigd.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de oven‐ ruimte, het voedingsmiddel, de ac‐ cessoires en de hete stoom.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐ dingsmiddelen in de oven zet of eruit haalt, of als u in de oven bezig bent.
De bereiding wordt voortgezet als u de deur sluit.
Het apparaat wordt nu eerst weer op temperatuur gebracht. In het display ziet u de oplopende temperatuur in de ovenruimte. Als de ingestelde tempera‐ tuur is bereikt, wisselt de displayweer‐ gave en loopt de resttijd af.
Alleen bij bereidingen met 100 % vochtigheid en temperaturen tot
100 °C:
De bereiding wordt voortijdig beëin‐ digd als u de deur in de laatste minuut opent (55 seconden resttijd).
42
Uitgebreide bediening
Meer bereidingstijden instellen
U heeft het voedingsmiddel in de oven gezet en de instellingen voor de berei‐ ding uitgevoerd.
Als u een waarde invoert bij
Klaar om
of
Start om
kunt u de stoomoven automa‐ tisch laten in- en uitschakelen.
–
Klaar om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet zijn beëin‐ digd.
–
Start om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet starten.
Het bereidingsresultaat kan negatief worden beïnvloed als tussen het in‐ schuiven van het gerecht en de starttijd veel tijd ligt. Verse voedings‐ middelen kunnen verkleuren en zelfs bederven.
U kunt deze functie niet gebruiken als de temperatuur in de ovenruimte te hoog is, bijvoorbeeld na het einde van een bereiding. De functies
Klaar om
en
Start om
worden in dit geval niet weer‐ gegeven. Laat de ovenruimte met ge‐ opende deur afkoelen.
Klaar om
kan niet worden ingesteld als u de spijzenthermometer gebruikt. Het einde van een bereiding is in dat geval afhankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur. U kunt alleen
Later starten
kiezen.
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken"
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
Als u een bereidingsproces automa‐ tisch wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de tijden op verschillende manieren invoeren. Via:
–
Bereidingstijd
en
Klaar om
–
Bereidingstijd
en
Start om
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het ge‐ recht kan in 5 minuten gaar zijn en moet om 12:30 uur gereed zijn.
Stel voor de 1e bereidingsstap een tijd in van 5 minuten (zie "Eenvoudige bediening").
Als u de instellingen voor de bereiding heeft uitgevoerd, gaat u als volgt te werk:
Kies
Klaar om
en stel "12:30" in.
Bevestig met OK.
Start om
wordt automatisch berekend.
In het display verschijnt
Start om
12:25.
Op dit tijdstip start de bereiding auto‐ matisch.
43
Bediening: ovenfunctie "Combi-koken"
Verloop van een automatische berei‐ ding
Tot aan de start verschijnen in het dis‐ play de ovenfunctie, de gekozen tem‐ peratuur, de vochtigheid,
Start om
en de starttijd.
Na de start kunt u de opwarmfase vol‐ gen, tot het bereiken van de ingestelde temperatuur. Als die temperatuur be‐ reikt is, hoort u een signaal of een me‐ lodie (zie "Instellingen – Akoestische signalen").
Na de opwarmfase verschijnt de reste‐ rende bereidingstijd (resttijd). U kunt het aflopen van de tijd op het display vol‐ gen. De laatste minuut loopt in secon‐ den af.
Na afloop van de bereiding worden het stoomaggregaat en de ovenverwar‐ ming uitgeschakeld. Er klinkt een sig‐ naal of een melodie (zie "Instellingen –
Akoestische signalen").
In het display verschijnen
Stoomreductie
(alleen bij een temperatuur vanaf ca. 80–100 °C en 100 % vochtigheid) en
Proces afgerond
.
U kunt uw instellingen als eigen pro‐ gramma opslaan (zie "Eigen program‐ ma's"). Als u op drukt, verschijnt het hoofdmenu.
Instellingen tijdens de bereiding wij‐ zigen
Kies
Wijzigen
.
In het display verschijnen:
– alle afzonderlijke bereidingsstappen
–
Bereidingsstap toevoegen
U kunt de instellingen van telkens een stap wijzigen of stappen toevoegen.
Kies de gewenste bereidingsstap of
Bereidingsstap toevoegen
.
Wijzig de bereiding naar uw wensen
(zie "Eenvoudige bediening") en be‐ vestig telkens met OK.
In het display verschijnt een samenvat‐ ting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig deze met
Overnemen
of kies
Wijzigen om meer bereidingsstappen te corri‐ geren of toe te voegen.
Bereiding afbreken
Raak aan.
In het display verschijnt
Bereiding afbreken?
.
Kies
Ja
.
De keuzelijst met de ovenfuncties ver‐ schijnt. De ingestelde bereidingstijden zijn gewist.
Als u opnieuw op drukt, verschijnt het hoofdmenu.
44
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
Het invoeren van een bereidingstijd is niet beslist nodig bij de ovenfuncties zonder stoom. Als u geen bereidingstijd invoert, start de bereiding automatisch, nadat u de temperatuur heeft bevestigd of na 15 seconden. Na maximaal 12 uur
(bij ovenfuncties met grill na maximaal
6 uur) wordt de stoomoven automatisch uitgeschakeld.
Als u een bereidingstijd invoert, begint deze vanaf de opwarmfase af te lopen.
U kunt een stoominjectie laten uitvoe‐ ren (in het display verschijnt ). De stoominjectie wordt meteen uitgevoerd en duurt ca. 1 minuut. Het aantal stoominjecties is niet beperkt.
U kunt uit de volgende ovenfuncties kiezen:
–
Hetelucht Plus
–
Boven-onderwarmte
–
Intensief bakken
–
Onderwarmte
–
Bovenwarmte
–
Grote grill
–
Kleine grill
–
Circulatiegrill
–
Speciaal gebak
–
Bruineren
Voor de ovenfuncties
Grote grill
en
Kleine grill
kunt u de spijzenthermometer niet gebruiken.
45
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
De vetfilter moet bij bakken worden verwijderd, omdat het gebak anders onregelmatig bruin wordt. Alleen als u een pruimentaart of een royaal be‐ legde pizza wilt bakken, moet u de vetfilter plaatsen.
Eenvoudige bediening
Haal zo nodig de vetfilter uit de ach‐ terwand.
Schakel het toestel met de toets in.
In het display verschijnt het hoofdmenu.
Als u met stoominjecties wilt werken, vult u het waterreservoir en schuift u het tot de aanslag in het apparaat.
Steek eventueel de spijzenthermome‐ ter in het voedingsmiddel (zie "spij‐ zenthermometer").
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
Kies
Ovenfuncties
.
Kies de gewenste functie.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram‐ meerde temperatuur/kerntemperatuur of de grilleerstand.
Bevestig met OK.
De voorgeprogrammeerde tempera‐ tuur wordt binnen enkele seconden overgenomen.
Indien nodig drukt u op
Wijzigen
|
Temperatuur
om terug te keren naar de temperatuurinstelling.
De bereiding start. De ovenverwarming, de verlichting en de ventilator worden ingeschakeld.
46
Voer eventuele verdere instellingen uit, zoals de invoer van een berei‐ dingstijd (zie "Uitgebreide bedie‐ ning").
Na de bereiding
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Reinig het hele apparaat na elk ge‐ bruik, zoals beschreven in het hoofd‐ stuk "Reiniging en onderhoud". Wrijf alle onderdelen daarna weer droog.
Schakel het toestel met de toets uit.
Sluit de deur pas als de ovenruimte helemaal droog is.
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
Bereiding onderbreken
De bereiding wordt onderbroken als u de deur opent. De verwarming wordt uitgeschakeld.
Verbrandingsgevaar!
U kunt zich branden aan de oven‐ ruimte, het voedingsmiddel en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u voe‐ dingsmiddelen in de oven zet of eruit haalt, of als u in de oven bezig bent.
De bereiding wordt voortgezet als u de deur sluit.
De verwarming wordt weer ingescha‐ keld en de stijgende temperatuur is in het display te zien.
47
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
Uitgebreide bediening
U heeft het voedingsmiddel in de oven gezet, een ovenfunctie gekozen en een temperatuur dan wel een grilleerstand ingesteld.
Kies
Wijzigen
.
Er verschijnen meer menupunten die u voor een bereiding kunt instellen of wij‐ zigen:
–
Bereidingstijd
–
Klaar om
Bereidingstijd
en
Klaar om
kunnen niet worden ingesteld als u de spijzenther‐ mometer gebruikt. Het einde van een bereiding is in dit geval afhankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur.
–
Start om
Verschijnt pas als u een waarde voor
Bereidingstijd
of
Klaar om
heeft inge‐ steld of wanneer u de spijzenthermo‐ meter gebruikt.
–
Opwarmfase
Verschijnt alleen als u bij de oven‐ functies
Hetelucht Plus
en
Boven-onderwarmte
een temperatuur boven
100 °C heeft ingesteld.
–
Functie wijzigen
Meer bereidingstijden instellen
Als u een waarde invoert bij
Bereidingstijd
,
Klaar om
of
Start om
kunt u het toe‐ stel automatisch laten uitschakelen of laten in- en uitschakelen.
–
Bereidingstijd
Hiermee stelt de bereidingstijd in.
U kunt een tijd instellen tussen
1 minuut en 12 uur. Bij de ovenfunc‐ ties met grill een tijd tussen 1 minuut en 6 uur.
–
Klaar om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet zijn beëin‐ digd.
–
Start om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet starten.
Als u een taart of brood wilt bakken, kunt u de bereiding beter niet te lang van tevoren programmeren. Het deeg kan uitdrogen en de werking van het rijsmiddel kan afnemen.
Het bereidingsresultaat kan negatief worden beïnvloed als tussen het in‐ schuiven van het gerecht en de starttijd veel tijd ligt. Verse voedings‐ middelen kunnen verkleuren en zelfs bederven.
48
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
Bereidingsproces automatisch uit‐ schakelen
Om een bereidingsproces automatisch te laten uitschakelen, kunt u een waar‐ de instellen voor
Bereidingstijd
of voor
Klaar om
.
Voorbeeld: Het is 11:45 uur. Het ge‐ recht kan in 30 minuten gaar zijn en moet om 12:15 uur gereed zijn.
Kies
Wijzigen
.
Kies
Bereidingstijd
en stel "00:30" in.
Bevestig met OK.
of
Kies
Wijzigen
.
Kies
Klaar om
en stel "12:15" in.
Bevestig met OK.
Na die tijd of op het ingestelde tijdstip wordt de oven automatisch uitgescha‐ keld.
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
Automatisch in- en uitschakelen is ideaal voor braden.
Als u een bereidingsproces automa‐ tisch wilt laten in- en uitschakelen, kunt u de tijden op verschillende manieren invoeren. Via:
–
Bereidingstijd
en
Klaar om
–
Bereidingstijd en
Start om
–
Klaar om en
Start om
Voorbeeld: Het is 11:30 uur. Het ge‐ recht kan in 30 minuten gaar zijn en moet om 12:30 uur gereed zijn.
Kies
Wijzigen
.
Kies
Bereidingstijd
en stel "00:30" uur in.
Bevestig met OK.
Kies
Klaar om
en stel "12:30" in.
Bevestig met OK.
Start om
wordt automatisch berekend.
In het display verschijnt
Start om
12:00.
Op dit tijdstip start de bereiding auto‐ matisch.
49
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
Verloop van een automatische berei‐ ding
Tot aan de start verschijnen in het dis‐ play de ovenfunctie, de gekozen tem‐ peratuur,
Start om
en de starttijd.
Na de start kunt u de opwarmfase vol‐ gen, tot het bereiken van de ingestelde temperatuur. Als die temperatuur be‐ reikt is, hoort u een signaal of een me‐ lodie (zie "Instellingen – Akoestische signalen").
Na de opwarmfase verschijnt de reste‐ rende bereidingstijd (resttijd). U kunt het aflopen van de tijd op het display vol‐ gen. De laatste minuut loopt in secon‐ den af.
Na afloop van de bereiding wordt de ovenverwarming uitgeschakeld. Er klinkt een signaal of een melodie (zie
"Instellingen – Akoestische signalen").
In het display verschijnt
Proces afgerond
.
U kunt uw instellingen als eigen pro‐ gramma opslaan (zie "Eigen program‐ ma's") of de bereiding via
Wijzigen
ver‐ lengen. Als u op drukt, verschijnt het hoofdmenu.
Snel opwarmen
Met de functie "Snel opwarmen" wordt de opwarmfase verkort.
Bij de ovenfuncties
Hetelucht Plus
en
Boven-onderwarmte
is deze functie auto‐ matisch ingeschakeld, als u een tempe‐ ratuur boven 100 °C instelt.
Pizza en kwetsbare deegsoorten (zo‐ als bij biscuit en koekjes) worden met de functie "Snel opwarmen" te snel bruin van boven.
Zet bij dergelijke producten de func‐ tie "Snel opwarmen" uit.
U kunt de functie "Snel opwarmen" voor een bereiding uitschakelen via het menupunt
Opwarmfase
.
Menupunt
Opwarmfase
–
Snel
Het verwarmingselement voor de bo‐ venwarmte/grill, het ringvormige ver‐ warmingselement en de ventilator worden tegelijk ingeschakeld, zodat het toestel zo snel mogelijk de ge‐ wenste temperatuur bereikt.
–
Normaal
Alleen de verwarmingselementen die bij de ovenfunctie horen, worden in‐ geschakeld.
50
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
"Snel opwarmen" uitschakelen.
Kies
Wijzigen
.
Kies
Opwarmfase
.
Kies
Normaal
.
Bevestig met OK.
De functie "Snel opwarmen" is uitge‐ schakeld. In het display verschijnt
Opwarmfase
.
Ovenfunctie wijzigen
U kunt de ovenfunctie tijdens een berei‐ ding wijzigen.
Kies
Wijzigen
.
Kies
Functie wijzigen
.
Kies de gewenste functie.
In het display verschijnen de gewijzigde ovenfunctie en de bijbehorende voorge‐ programmeerde temperatuur.
De ingestelde bereidingstijden worden overgenomen. Uitzondering: Als u naar de ovenfunctie
Koken met stoom of
Combinatiegaren
wisselt, moet u de tijd opnieuw invoeren.
Wijzig zo nodig de temperatuur en/of bereidingstijd.
Bevestig met OK.
De ovenfunctie is gewijzigd.
Instellingen tijdens de bereiding wij‐ zigen
Kies
Wijzigen
.
In het display verschijnen:
–
Temperatuur
of
Grillstand
–
Bereidingstijd
–
Kerntemperat.
Verschijnt alleen als u de spijzenther‐ mometer gebruikt.
–
Klaar om
Bereidingstijd
en
Klaar om
kunnen niet worden ingesteld als u de spijzenther‐ mometer gebruikt. Het einde van een bereiding is in dit geval afhankelijk van het bereiken van de kerntemperatuur.
–
Start om
Verschijnt pas als u een waarde voor
Bereidingstijd
of
Klaar om
heeft inge‐ steld of wanneer u de spijzenthermo‐ meter gebruikt.
–
Opwarmfase
Verschijnt alleen als u bij de oven‐ functies
Hetelucht Plus
en
Boven-onderwarmte
een temperatuur boven
100 °C heeft ingesteld.
–
Functie wijzigen
51
Bediening: ovenfuncties zonder stoom
Temperatuur wijzigen
Kies
Temperatuur
.
Wijzig de temperatuur.
Bevestig met OK.
De stoomoven wordt voor het bereiken van de gewijzigde temperatuur opge‐ warmd of afgekoeld.
U kunt de voorgeprogrammeerde tem‐ peratuur ook definitief aan uw per‐ soonlijke wensen aanpassen, zie "In‐ stellingen - Voorgeprogrammeerde temperaturen".
Kerntemperatuur wijzigen
Kies
Kerntemperat.
.
Wijzig de kerntemperatuur.
Bevestig met OK.
Grilleerstand wijzigen
Kies
Grillstand
.
Wijzig de stand.
Bevestig met OK.
Het bereidingsproces gaat met de ge‐ wijzigde grilleerstand verder.
Bereidingstijd wijzigen
Kies
Bereidingstijd
.
Wijzig de tijd.
Bevestig met OK.
De bereiding start opnieuw met de ge‐ wijzigde bereidingstijd.
Bereidingstijd wissen
Kies
Bereidingstijd
.
Kies
Herstellen
.
Het bereidingsproces gaat met de inge‐ stelde temperatuur verder.
Einde bereidingstijd wissen
Kies
Klaar om
.
Kies
Herstellen
.
De eindtijd is gewist.
De bereiding start met de ingestelde bereidingstijd.
Bereiding afbreken
Druk op als u geen bereidingstijd heeft ingesteld.
Het hoofdmenu verschijnt.
Als u een bereidingstijd heeft inge‐ steld of de spijzenthermometer ge‐ bruikt, drukt u op .
In het display verschijnt
Bereiding afbreken?
.
Kies
Ja
.
Het hoofdmenu verschijnt. De inge‐ stelde bereidingstijden of de kerntem‐ peratuur zijn gewist.
52
Automatische programma's
De stoomoven beschikt over vele auto‐ matische programma's voor de meest uiteenlopende gerechten. Met deze programma's bereikt u comfortabel en veilig een optimaal bereidingsresultaat.
Kies het bij uw gerecht passende pro‐ gramma en volg de aanwijzingen op het display.
Overzicht voedingsmiddelcate‐ gorieën
De automatische programma's roept u op via de functie
Autom.programma's
.
–
Groenten
–
Vis
–
Vlees
–
Brood
–
Broodjes
–
Taart / klein gebak
–
Pizza, quiche e.d.
–
Rijst
–
Granen
–
Deegwaren
–
Droge peulvruchten
–
Kippeneieren
–
Fruit
–
Paddestoelen
–
Worsten
–
Schaaldieren
–
Mosselen
–
Speciaal
53
Automatische programma's
Automatische programma's gebruiken
Kies
Autom.programma's
.
Er verschijnt een keuzelijst met voe‐ dingsmiddelcategorieën.
Kies de gewenste categorie.
De bij de categorie behorende automa‐ tische programma's verschijnen.
Kies het gewenste automatische pro‐ gramma.
De afzonderlijke stappen tot aan de start van een automatisch programma worden overzichtelijk in het display weergegeven.
Bij sommige programma's verschijnen aanwijzingen met betrekking tot het tijdstip van inschuiven.
Aanwijzingen voor het gebruik
– De gaarheid en de bruinering stelt u in via een balkje met zeven seg‐ menten. Standaard staat de marke‐ ring in het midden van de balk (ge‐ middelde instelling). U kiest de door u gewenste instelling door de marke‐ ring naar links of rechts te verschui‐ ven.
– De gewichtsaanduidingen betreffen het gewicht per stuk. U kunt dus één moot zalm van 250 g bereiden, maar ook tien moten van 250 g tegelijk.
– Laat de ovenruimte na een bereiding eerst tot kamertemperatuur afkoelen, voordat u een automatisch program‐ ma start.
– Open de deur voorzichtig als u het voedingsmiddel in een hete oven‐ ruimte plaatst. Er kan hete stoom vrij‐ komen. Doe een stap achteruit en wacht tot de stoom vervluchtigd is.
Voorkom dat u in aanraking komt met hete stoom of met de hete oven‐ wanden. U kunt zich anders branden!
– Gebruik voor het bakken de bak‐ vormen die in de recepten worden genoemd.
– Bij sommige automatische program‐ ma's kunt u de starttijd via
Start om
of
Klaar om
opschuiven.
– Als u een automatisch programma voortijdig wilt beëindigen, hoeft u de stoomoven niet helemaal uit te scha‐ kelen. Druk op .
De melding
Bereiding afbreken?
ver‐ schijnt. Als u
Ja
kiest, verschijnt in het display weer het hoofdmenu.
– Als een product na een automatisch programma nog niet helemaal gaar is, kiest u de functie
Nakoken
of
Nabakken
.
– Automatische programma's kunnen ook als
Eigen programma's
worden op‐ geslagen.
54
Eigen programma’s
U kunt maximaal 20 eigen programma's samenstellen en opslaan.
– U kunt maximaal tien bereidingsstap‐ pen combineren om het verloop van de bereiding van uw lievelingsrecep‐ ten vast te leggen. Voor elke berei‐ dingsstap kunt u individuele instel‐ lingen uitvoeren.
– Ten slotte kunt u voor uw recept een programmanaam invoeren.
Als u uw programma opnieuw oproept en start, wordt het automatisch uitge‐ voerd.
Andere mogelijkheden om eigen pro‐ gramma's samen te stellen:
– Sla na afloop een automatisch pro‐ gramma als eigen programma op.
– Sla na afloop een bereiding met de ingestelde bereidingstijd op.
Voer vervolgens een programmanaam in.
Eigen programma's samen‐ stellen
Kies
Eigen programma's
.
Als u nog geen eigen programma heeft samengesteld, verschijnt
Progr. samenstellen
.
Bevestig met OK.
Als u al eigen programma's heeft sa‐ mengesteld, verschijnen de program‐ manamen en daaronder
Programma bewerken
.
Kies
Programma bewerken
.
Kies
Progr. samenstellen
.
U kunt nu de instellingen voor de 1e bereidingsstap vastleggen.
Volg de aanwijzingen op het display.
Kies en bevestig de gewenste oven‐ functie, de temperatuur dan wel de grilleerstand, eventueel de vochtig‐ heid en de bereidingstijd of de kern‐ temperatuur.
Bij de ovenfuncties
Hetelucht Plus
en
Boven-onderwarmte
kunt u via
Meer parameters
vastleggen of u de functie
"Snel opwarmen" voor deze berei‐ dingsstap wilt gebruiken (zie "Bedie‐ ning: ovenfuncties zonder stoom –
Snel opwarmen").
Alle instellingen voor de 1e bereidings‐ stap zijn vastgelegd.
U kunt nog meer bereidingsstappen toevoegen, bijvoorbeeld omdat u na de eerste ovenfunctie nog een andere ovenfunctie wilt gebruiken:
55
Eigen programma’s
Kies
Bereidingsstap toevoegen
en han‐ del op dezelfde wijze als bij de eerste bereidingsstap.
Zodra u alle bereidingsstappen heeft vastgelegd, kiest u
Programma afsluiten
.
In het display verschijnt een samenvat‐ ting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig deze met
Overnemen
of kies
Wijzigen om de instellingen te corrigeren of meer bereidingsstappen toe te voe‐ gen.
Kies
Opslaan
.
Voer de programmanaam via het toetsenbord in.
Naast het alfabet vindt u de volgende symbolen:
Sym‐ bool
Betekenis
␣
Spatie
Alfabet in hoofdletters
Alfabet in kleine letters
Cijfers van 0 tot 9 en het ver‐ bindingsstreepje -
Druk op de sensortoetsen naast de symbolen, totdat het gewenste teken gemarkeerd is.
Kies
Kiezen
.
Het geselecteerde teken verschijnt in de bovenste regel.
Er zijn maximaal 10 tekens beschik‐ baar.
Met kunt u de tekens één voor één wissen.
Kies op dezelfde wijze de overige te‐ kens.
Als u de programmanaam heeft inge‐ voerd, kiest u
Opslaan
.
In het display verschijnt de bevestiging dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
U kunt het opgeslagen programma meteen of uitgesteld starten of de be‐ reidingsstappen wijzigen.
Het menupunt
Bereidingsstapp. wijzigen wordt beschreven onder "Eigen pro‐ gramma's wijzigen".
56
Eigen programma's starten
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
Kies
Eigen programma's
.
In het display verschijnen de program‐ manamen
Programma bewerken
.
Kies het gewenste programma.
U kunt het opgeslagen programma meteen of uitgesteld starten of de be‐ reidingsstappen wijzigen.
–
Meteen starten
Het programma wordt gestart. De ovenverwarming en/of het stoomag‐ gregaat worden ingeschakeld.
–
Later starten
Verschijnt alleen als u de spijzenther‐ mometer gebruikt. U bepaalt het tijd‐ stip waarop het programma moet starten.
–
Klaar om
Hiermee bepaalt u het tijdstip waar‐ op het programma moet eindigen.
–
Start om
Hiermee legt u het tijdstip vast waar‐ op een bereiding moet starten.
–
Bereidingsstapp. wijzigen
U kunt de instellingen van telkens een stap wijzigen of stappen toevoe‐ gen.
Kies de gewenste functie.
Afhankelijk van de gekozen start- of eindtijd wordt het programma gestart.
Eigen programma’s
Eigen programma's wijzigen
Stappen wijzigen
De bereidingsstappen van automa‐ tische programma's die u onder een eigen naam heeft opgeslagen, kunt u niet wijzigen.
Kies
Eigen programma's
.
In het display verschijnen de program‐ manamen
Programma bewerken
.
Kies het gewenste programma.
Kies
Bereidingsstapp. wijzigen
.
U kunt de instellingen van telkens een stap wijzigen of stappen toevoegen.
Kies de gewenste bereidingsstap of
Bereidingsstap toevoegen
.
Wijzig het programma (zie "Eigen programma's samenstellen").
In het display verschijnt een samenvat‐ ting van uw instellingen.
Controleer de instellingen en bevestig deze met
Overnemen
.
Kies
Opslaan
.
Wijzig de naam (zie "Eigen program‐ ma's samenstellen") en kies
Opslaan
.
In het display verschijnt de bevestiging dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
57
Eigen programma’s
Naam wijzigen
Kies
Eigen programma's
.
In het display verschijnen de program‐ manamen
Programma bewerken
.
Kies
Programma bewerken
.
Kies
Programma wijzigen
.
Kies het gewenste programma.
Kies
Naam wijzigen
.
Wijzig de naam (zie "Eigen program‐ ma's samenstellen") en kies
Opslaan
.
In het display verschijnt de bevestiging dat uw programmanaam is opgeslagen.
Bevestig met OK.
Eigen programma’s wissen
Kies
Eigen programma's
.
In het display verschijnen de program‐ manamen
Programma bewerken
.
Kies
Programma bewerken
.
Kies
Programma wissen
.
Kies het gewenste programma.
Bevestig de vraag of het programma moet worden gewist met
Ja
.
Het programma is gewist.
U kunt ook alle eigen programma's te‐ gelijk wissen (zie "Instellingen – Fa‐ brieksinstellingen – Eigen program‐ ma's").
58
De kookwekker kunt u onder meer ge‐ bruiken als u iets buiten de oven be‐ reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekkertijd ook ge‐ bruiken als u al tijden voor het automa‐ tisch in- of uitschakelen van de oven heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u er‐ aan te herinneren dat u na een be‐ paalde tijd kruiden wilt toevoegen of vlees wilt besprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi‐ maal 9 uur, 59 minuten en 59 seconden instellen.
Kookwekkertijd instellen
Als u voor de instelling
Tijd
|
Weergave
|
Uit
heeft gekozen, moet u eerst de oven inschakelen om een kookwek‐ kertijd te kunnen instellen. De aflo‐ pende kookwekkertijd wordt dan weergegeven, terwijl de oven uitge‐ schakeld is.
Voorbeeld: U wilt eieren koken en stelt een tijd in van 6 minuten en 20 secon‐ den.
Raak aan.
In het display verschijnt "0:00:00"
(uren:minuten:seconden).
Stel met het cijferblok de kookwek‐ kertijd in (6-2-0).
Bevestig met OK.
Als de oven uitgeschakeld is, verschijnt de aflopende kookwekkertijd op het display.
Als de oven in gebruik is, verschijnt de kookwekker in het onderste gedeelte van het display.
Kookwekker
Na afloop van de kookwekkertijd
– knippert in de display,
– begint de tijd op te lopen,
– weerklinkt een geluidssignaal of een melodie (zie "Instellingen – Geluids‐ signalen").
Kies of de verlichte toets naast kookwekkertijd om de akoestische en optische signalen uit te zetten.
Kookwekkertijd wijzigen
Druk op of op de verlichte sensor‐ toets naast de aflopende kookwek‐ kertijd.
De ingestelde kookwekkertijd ver‐ schijnt.
Stel met het cijferblok de nieuwe kookwekkertijd in.
Bevestig met OK.
De gewijzigde kookwekkertijd begint meteen af te lopen.
Kookwekkertijd wissen
Druk op of op de verlichte sensor‐ toets naast de aflopende kookwek‐ kertijd.
De ingestelde kookwekkertijd ver‐ schijnt.
Kies
Herstellen
.
De kookwekkertijd is gewist.
59
Belangrijke opmerkingen en informatie
In dit hoofdstuk vindt u algemene aan‐ wijzingen. Als u bij voedingsmiddelen en/of toepassingen bijzonderheden in acht moet nemen, wordt u hierop ge‐ wezen.
Het bijzondere van koken met stoom
Bij stomen gaan nauwelijks vitaminen en mineralen verloren, omdat het voe‐ dingsmiddel niet in het water ligt.
Bij stomen blijft de eigen smaak van het voedingsmiddel beter behouden dan bij gewoon koken. Voeg daarom geen zout toe of doe dat pas na de bereiding.
Daarnaast behouden de producten hun frisse, natuurlijke kleur.
Kookgerei
Stoomovenpannen
Het toestel wordt met roestvrijstalen kookgerei geleverd. Daarnaast kunt u nog andere ovenpannen bestellen, al dan niet met gaten en met een verschil‐ lende grootte (zie "Bij te bestellen ac‐ cessoires"). Zo kunt u voor elk gerecht de meest geschikte ovenpan gebruiken.
Gebruik voor stomen bij voorkeur ovenpannen met gaten. De stoom be‐ reikt dan van alle kanten het voedings‐ middel, waardoor het gelijkmatig gaar wordt.
Eigen serviesgoed
U kunt ook eigen serviesgoed ge‐ bruiken. Neem daarbij het volgende in acht:
– Het serviesgoed moet geschikt zijn voor gebruik in een oven en moet stoombestendig zijn. Als u voor sto‐ men kunststof serviesgoed wilt ge‐ bruiken, informeer dan bij de fabri‐ kant of het materiaal hiervoor ge‐ schikt is.
– Kookgerei met dikke wanden (bij‐ voorbeeld van porselein, keramiek of aardewerk) is minder geschikt voor stomen. Dikke wanden geleiden de warmte slecht, waardoor de aange‐ geven bereidingstijden aanzienlijk kunnen toenemen.
– Plaats het kookgerei op het inge‐ schoven rooster of in een ovenpan, niet op de bodem van het apparaat.
– Houd voldoende afstand tussen de rand van het kookgerei en de boven‐ wand van de ovenruimte. Zo is ge‐ waarborgd dat de stoom goed bij het voedingsmiddel kan.
60
Belangrijke opmerkingen en informatie
Niveau
U kunt elk niveau kiezen en tegelijk op meerdere niveaus koken. Een en ander is niet van invloed op de bereidingstijd.
Als u voor een bereiding tegelijk meer‐ dere hoge ovenpannen gebruikt, plaats deze dan niet recht boven elkaar. Laat tussen de ovenpannen bij voorkeur een niveau leeg.
Schuif de ovenpannen en het rooster altijd tussen de spijlen van de geleide‐ rails van een niveau, zodat de kantelbe‐ veiliging gewaarborgd is.
Diepvriesproducten
Bij diepvriesproducten is de opwarmtijd langer dan bij verse voedingsmiddelen.
Hoe groter de hoeveelheid, des te lan‐ ger de opwarmfase.
Temperatuur
Bij het stomen wordt een temperatuur van maximaal 100 °C bereikt. Op deze temperatuur kunt u bijna alle voedings‐ middelen bereiden. Bepaalde kwetsba‐ re voedingsmiddelen (zoals bessen) moet u op een lagere temperatuur be‐ reiden, omdat de voedingsmiddelen an‐ ders uiteenspatten. In de betreffende rubrieken wordt u hierop gewezen.
Bij combinatie met de culinaire
Bij gebruik van de warmhoudlade of cu‐ linaire lade kan de ovenruimte van de stoomoven een temperatuur van 40 °C bereiken. Als u in deze situatie een tem‐ peratuur van 40 °C instelt (stomen) of
30–40 °C en 100 % vochtigheid (com‐ bi-koken), zal de stoomoven geen stoom produceren, omdat de ovenruim‐ te te warm is.
Bereidingstijd
De bereidingstijden bij stomen komen in grote lijnen overeen met de berei‐ dingstijden in een kookpan. Als de be‐ reidingstijd door bepaalde factoren wordt beïnvloed, wordt u in de betref‐ fende rubrieken hierop gewezen.
De bereidingstijd is niet afhankelijk van de hoeveelheid voedingsmiddel. De be‐ reidingstijd voor bijvoorbeeld 1 kg aard‐ appelen is gelijk aan die voor 500 g.
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Bereiden met vloeistoffen
Vul ovenpannen hooguit voor ²/₃ als u gerechten met veel vocht bereidt. U voorkomt zo dat het gerecht over‐ stroomt als u het uit de oven haalt.
Eigen recepten – Stomen
Levensmiddelen en gerechten die in een kookpot worden bereid, kunnen ook in de stoomoven worden bereid.
De kooktijden komen overeen met die van de stoomoven. Vergeet echter niet dat de stoomoven niet kan bruineren.
61
Belangrijke opmerkingen en informatie
Combirooster / universele bak‐ plaat
Braad en grilleer vlees op het combi‐ rooster met eronder de universele bak‐ plaat. Het opgevangen vleessap kunt u later gebruiken voor het bereiden van jus of saus.
Als u het combirooster met de univer‐ sele bakplaat eronder gebruikt, schuif de universele bakplaat dan tussen de spijlen van een niveau van de geleide‐ rails in de oven. Het combirooster ligt er dan automatisch bovenop. Trek beide delen tegelijk uit de oven als u deze wilt verwijderen.
Uittrekbeveiliging
Het combirooster en de universele bak‐ plaat hebben een uittrekbeveiliging die voorkomt dat u de onderdelen per on‐ geluk helemaal uit de oven trekt, terwijl u ze slechts gedeeltelijk had willen uit‐ trekken. Om het rooster en de bakplaat te kunnen uitnemen, moet u deze iets optillen.
62
Stomen
Groente
Verse producten
Bereid verse groente voor zoals u dat normaal ook doet, bijvoorbeeld afspoe‐ len, reinigen en fijn snijden.
Diepvriesproducten
Diepvriesgroente hoeft u voor de berei‐ ding niet te ontdooien, behalve groente die als blok is ingevroren.
Diepvries- en verse groente met een gelijke bereidingstijd kunnen tegelijker‐ tijd worden bereid.
Maak grote, aan elkaar gevroren stuk‐ ken kleiner. De bereidingstijd vindt u op de verpakking.
Stoomovenpannen
Voedingsmiddelen met een kleine dia‐ meter (zoals erwten en asperges) vor‐ men nauwelijks holle ruimten, zodat de stoom nauwelijks kan binnendringen.
Voor een gelijkmatig bereidingsresultaat moet u voor dergelijke producten platte ovenpannen gebruiken. Vul de oven‐ pannen niet hoger dan 3-5cm. Verdeel grote hoeveelheden over meerdere platte ovenpannen.
Verschillende groentesoorten met de‐ zelfde bereidingstijd kunt u in één oven‐ pan bereiden.
Gebruik voor groente die in vocht wordt bereid (zoals rode kool) ovenpannen zonder gaten.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten groente bereidt die kleur afgeeft (zoals rode bie‐ ten), plaats dan geen andere voedings‐ middelen eronder. U voorkomt zo dat de andere voedingsmiddelen verkleu‐ ren.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is net als bij gewoon koken afhankelijk van de grootte van het voedingsmiddel en de gewenste gaarheid. Voorbeeld: vastkokende aardappelen, in vier stuk‐ ken: ca. 17 minuten vastkokende aardappelen, gehalveerd: ca. 21 minuten
Instellingen
Autom.programma's
|
Groenten
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
63
Stomen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse groente. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Groente
Artisjokken
Bloemkool, heel
Bloemkoolroosjes
Sperziebonen
Broccoliroosjes
Bospeentjes, heel
Bospeentjes, gehalveerd
Bospeentjes, fijngesneden
Witloof, gehalveerd
Chinese kool, gesneden
Erwten
Venkel, gehalveerd
Venkel, in reepjes
Boerenkool, gesneden
Aardappelen, vastkokend, geschild heel gehalveerd gevierendeeld
Aardappelen, redelijk vastkokend, geschild heel gehalveerd gevierendeeld
Aardappelen, kruimig, geschild heel gehalveerd gevierendeeld
Koolraap, in stiften gesneden
Pompoen, in blokjes
4
4–5
3
3
10–12
4–5
23–26
[min]
32–38
27–28
8
10–12
3–4
7–8
6–7
27–29
21–22
16–18
25–27
19–21
17–18
26–28
19–20
15–16
6–7
2–4
64
Groente
Maïs (kolf)
Snijbiet, gesneden
Paprika, blokjes of in reepjes
Aardappelen in schil, vastkokend
Paddestoelen
Prei, gesneden
Prei, gehalveerd
Romanesco, heel
Romanesco, roosjes
Spruitjes
Rode bieten, heel
Rode kool, gesneden
Schorseneren, heel, duimdik
Knolselderie, in stiften gesneden
Asperge, groen
Asperge, wit, duimdik
Winterwortels, fijngesneden
Spinazie
Spitskool, gesneden
Bleekselderij, gesneden
Knolrapen, gesneden
Witte kool, gesneden
Savooiekool, gesneden
Courgette, schijven
Suikererwten
Bereidingstijd
Stomen
22–25
5–7
10–12
53–57
23–26
9–10
6–7
7
[min]
30–35
2–3
2
30–32
2
4–5
6
9–10
6
1–2
10–11
4–5
6–7
12
10–11
2–3
5–7
65
Stomen
Vlees
Verse producten
Bereid het vlees voor zoals u dat nor‐ maal ook doet.
Diepvriesproducten
Ontdooi diepvriesvlees voordat u het bereidt (zie "Ontdooien").
Voorbereiding
Vlees dat bruin moet worden en dat u vervolgens wilt smoren, zoals goulash, moet u eerst op de kookplaat aanbra‐ den.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de hoedanigheid van het vlees, niet van het gewicht. Hoe dikker het vlees des te langer de bereidingstijd.
Een stuk vlees van 500 g dat 10 cm dik is, heeft een langere bereidingstijd dan een stuk van 500 g dat 5 cm dik is.
Tips
– Als u de aromastoffen wilt behou‐ den, bereid het vlees dan in een ovenpan met gaten. Schuif een oven‐ pan zonder gaten onder het vlees in de oven om het vrijkomende vocht op te vangen. U kunt het vocht dan later gebruiken om er bijvoorbeeld een sausje van te maken of om het in te vriezen.
– Voor een krachtige bouillon kunt u bijvoorbeeld een soepkip, een bout, borstvlees, dikke rib of een runderbot gebruiken. Doe het vlees met soep‐ groente en koud water in een oven‐ pan. Hoe langer de bereidingstijd, des te krachtiger de bouillon.
Instellingen
Autom.programma's
|
Vlees
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
66
Stomen
De in de tabel genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen. Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidingstijd na afloop nog verlengen.
Vlees
Bout (stuk), bedekt met water
Eisbein
Kippenborstfilet
Schenkel
Dikke rib, bedekt met water
Kalfsvlees in reepjes
Casselerrib, schijven
Lamsragout
Poularde
Kalkoenrollade
Kalkoenschnitzel
Ribstuk, bedekt met water
Rundergoulash
Soepkip, bedekt met water
Rundvlees, gekookt
Bereidingstijd
[min]
110–120
135–140
8–10
105–115
110–120
3–4
6–8
12–16
60–70
12–15
4–6
130–140
105–115
80–90
110–120
67
Stomen
Worstwaren
Instellingen
Autom.programma's
|
Worsten
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 90 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Worstwaren
Gekookte worst
Vleesworst
Witte worst
[min]
6–8
6–8
6–8
Bereidingstijd
Vis
Verse producten
Bereid verse vis voor zoals u dat nor‐ maal ook doet, bijvoorbeeld schubben en ingewanden verwijderen en reinigen.
Diepvriesproducten
Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐ maal te worden ontdooid. Het is vol‐ doende als de buitenkant zacht genoeg is om de kruiden op te nemen.
Voorbereiding
Besprenkel de vis voor de bereiding met bijvoorbeeld citroen- of limoensap.
Hierdoor wordt het vlees steviger.
U hoeft de vis niet te zouten, omdat het vlees bij stomen alle mineralen behoudt die voor een intensieve smaak zorgen.
Stoomovenpannen
Vet ovenpannen met gaten in.
Niveau
Als u in ovenpannen met gaten vis be‐ reidt en tegelijk in andere ovenpannen andere voedingsmiddelen wilt bereiden, kunt u smaakbeïnvloeding vermijden
(door omlaag druppelend vocht) door de vis meteen boven de opvangschaal in de oven te plaatsen.
68
Stomen
Temperatuur
85 - 90 °C
Voor het behoedzaam bereiden van kwetsbare vissoorten, zoals zeetong.
100 °C
Voor het bereiden van vissoorten met stevig vlees, zoals kabeljauw en zalm.
Voor het bereiden van vis in saus of bouillon.
Bereidingstijd
De bereidingstijd is afhankelijk van de dikte en de hoedanigheid van de vis, niet van het gewicht. Hoe dikker de vis des te langer de bereidingstijd. Een stuk vis van 500 g dat 3 cm dik is, heeft een langere bereidingstijd dan een stuk van 500 g dat 2 cm dik is.
Hoe langer u vis kookt des te steviger wordt het vlees. Houd de aangegeven bereidingstijden aan. Als u de vis niet gaar genoeg vindt, kunt u de bereiding verlengen, maar hooguit met enkele mi‐ nuten.
Verleng de aangegeven bereidingstijden met enkele minuten als u vis in saus of bouillon bereidt.
Tips
– Met specerijen en kruiden, zoals dille, kunt u de smaak van de vis intensive‐ ren.
– Bereid grote vissen in "zwemstand".
Voor de ondersteuning kunt u een klein kopje of iets dergelijks omge‐ keerd in de ovenpan zetten. Zet de vis met de geopende buik hierop.
– Met het visafval (graten, vinnen en viskoppen), soepgroente en koud wa‐ ter kunt u in een ovenpan visfond maken. Stel een temperatuur in van
100 °C en houd een bereidingstijd aan van 60 tot 90 minuten. Hoe lan‐ ger de bereidingstijd des te krach‐ tiger de fond.
– Voor blauw koken wordt de vis in water met azijn bereid (de vis wordt daarbij blauw). Voor de hoeveelheden water en azijn volgt u het recept. U mag voor deze bereidingswijze de huid van de vis niet beschadigen.
Geschikte vissoorten zijn karper, fo‐ rel, zeelt, paling en zalm.
Instellingen
Autom.programma's
|
Vis
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
69
Stomen
De in de tabellen genoemde tijden zijn slechts algemene richtlijnen voor verse vis.
Wij raden u aan om eerst de kortste bereidingstijd te kiezen. U kunt de bereidings‐ tijd na afloop nog verlengen.
Vis
Paling
Baarsfilet
Doradefilet
Forel, 250 g
Heilbotfilet
Kabeljauwfilet
Karper, 1,5 kg
Zalmfilet
Zalmsteak
Zalmforel
Pangasiusfilet
Roodbaarsfilet
Schelvisfilet
Scholfilet
Zeeduivelfilet
Zeetongfilet
Tarbotfilet
Tonijnfilet
Snoekbaarsfilet
[°C]
100
100
85
90
85
100
100
100
100
90
85
100
100
85
85
85
85
85
85
6–8
8–10
14–17
3
6–8
4–6
4–5
8–10
3
5–8
5–10
4
[min]
5–7
8–10
3
10–13
4–6
6
18–25
Temperatuur / bereidingstijd
70
Stomen
Schaaldieren
Voorbereiding
Laat ingevroren schaaldieren voor de bereiding ontdooien.
Maak de schaaldieren schoon, verwijder de darm en reinig ze.
Stoomovenpannen
Vet ovenpannen met gaten in.
Bereidingstijd
Hoe langer u schaaldieren kookt, des te steviger worden ze. Houdt u zich aan de aangegeven bereidingstijden.
Verleng de aangegeven bereidingstijden met enkele minuten als u schaaldieren in saus of bouillon bereidt.
Instellingen
Autom.programma's
|
Schaaldieren
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
Crevettes
Garnalen
Reuzengarnalen
Krabben
Langoesten
Shrimps
Temperatuur / bereidingstijd
[°C]
90
90
90
90
95
90
[min]
3
3
4
3
10–15
3
71
Stomen
Zoetwatermosselen
Verse producten
Vergiftigingsgevaar!
Bereid alleen gesloten mosselen.Mosselen die na de bereiding niet open zijn, mogen niet worden gegeten.
Zet verse mosselen voor de bereiding enkele uren in water, zodat ze eventueel aanwezig zand kunnen uitspoelen. Borstel de mosselen daarna goed schoon.
Diepvriesproducten
Ingevroren mosselen moeten voor de bereiding worden ontdooid.
Bereidingstijd
Hoe langer u mosselen kookt, des te harder wordt het vlees. Houdt u zich aan de aangegeven bereidingstijden.
Instellingen
Autom.programma's
|
Mosselen
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: zie tabel
Bereidingstijd: zie tabel
Eendenmosselen
Kokkels
Mosselen
Jakobsschelpen
Zwaardscheden
Venusschelpen
Temperatuur / bereidingstijd
[°C]
100
100
90
90
100
90
[min]
2
2
12
5
2–4
4
72
Stomen
Rijst
Rijst welt tijdens de bereiding en moet daarom in vocht worden bereid. Afhankelijk van de rijstsoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding rijst/vocht.
De rijst neemt het vocht compleet op en er gaan geen voedingsstoffen verloren.
Instellingen
Autom.programma's
|
Rijst
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Basmatirijst
Parboiled rijst
Rondkorrelrijst
Melkrijst
Risotto
Volkorenrijst
Wilde rijst
Bereidingstijd
Verhouding rijst : vocht
1 : 1,5
1 : 1,5
1 : 2,5
1 : 2,5
1 : 1,5
1 : 1,5
[min]
15
23–25
30
18–19
26–29
26–29
73
Stomen
Pasta / deegwaren
Droge pasta/deegwaren
Droge pasta en droge deegwaren wellen tijdens de bereiding. Deze producten moeten dan ook in vocht worden bereid. Het vocht moet de pasta goed bedek‐ ken. Als u heet vocht gebruikt, wordt het bereidingsresultaat beter.
Verleng de door de producent aangegeven bereidingstijd met ca. ¹/₃.
Verse producten
Verse pasta en verse deegwaren (bijvoorbeeld uit de koeling) hoeven niet te wel‐ len. Gebruik hiervoor een ovenpan met gaten.
Haal aan elkaar klevende pasta/deegwaren los en verdeel het voedingsmiddel ge‐ lijkmatig over de ovenpan.
Instellingen
Autom.programma's
|
Deegwaren
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Verse producten
Gnocchi
Knöpfli
Ravioli
Spätzle
Tortellini
Droge pasta/deegwaren, bedekt met water
Lintmacaroni
Vermicelli
Bereidingstijd
[min]
2
1
2
1
2
14
8
74
Stomen
Knoedels
Kant-en-klare knoedels in een kookbuiltje moeten goed met water worden bedekt, omdat zij anders niet voldoende vocht opnemen en uit elkaar vallen, ook als u ze voorheen in water heeft gezet.
Bereid verse knoedels in een ingevette ovenpan met gaten.
Instellingen
Autom.programma's
|
Deegwaren
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Gestoomde deegballetjes
Gistknoedels
Aardappelknoedels in kookbuiltje
Deegknoedels in kookbuiltje
Bereidingstijd
[min]
30
20
20
18–20
75
Stomen
Graan
Granen wellen tijdens de bereiding en moeten daarom in vocht worden bereid. Af‐ hankelijk van de graansoort is de vochtopname verschillend en daarmee ook de verhouding graan/vocht.
Granen kunnen met hele korrel of gebroken worden bereid.
Instellingen
Autom.programma's
|
Granen
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Amarant
Bulgur
Spelt, heel
Spelt, gebroken
Haver, heel
Haver, gebroken
Gierst
Polenta
Quinoa
Rogge, heel
Rogge, gebrokenRogge, ge‐ broken
Tarwe, heel
Tarwe, gebroken
Bereidingstijd
Verhouding graan : vocht
1 : 1,5
1 : 1,5
1 : 1
1 : 1
1 : 1
1 : 1
1 : 1,5
1 : 3
1 : 1,5
1 : 1
1 : 1
1 : 1
1 : 1
[min]
18
7
10
10
15–17
9
18–20
7
15
35
10
30
8
76
Stomen
Peulvruchten, gedroogd
Laat gedroogde peulvruchten voor het stomen minstens 10 uur in koud water we‐ ken. Door het weken kunnen peulvruchten beter worden verteerd en neemt de be‐ reidingstijd af. De geweekte peulvruchten moeten tijdens de bereiding met vocht zijn bedekt.
Linzen moeten niet worden geweekt.
Als de peulvruchten niet zijn geweekt, moet u (afhankelijk van de soort) een be‐ paalde verhouding peulvruchten/vocht aanhouden.
Instellingen
Autom.programma's
|
Droge peulvruchten
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Geweekt
[min]
Bonen
Kidneybonen
Rode bonen (azukibonen)
Zwarte bonen
Bonte bonen
Witte bonen
Erwten
Gele erwten
Groene erwten
Bereidingstijd
55–65
20–25
55–60
55–65
34–36
40–50
27
77
Stomen
Bonen
Kidneybonen
Rode bonen (azukibonen)
Zwarte bonen
Bonte bonen
Witte bonen
Linzen
Bruine linzen
Rode linzen
Erwten
Gele erwten
Groene erwten
Bereidingstijd
Niet geweekt
Verhouding peulvruchten : vocht
1 : 3
1 : 3
1 : 3
1 : 3
1 : 3
1 : 2
1 : 2
1 : 3
1 : 3
[min]
130–140
95–105
100–120
115–135
80–90
13–14
7
110–130
60–70
78
Stomen
Kippeneieren
Gebruik een ovenpan met gaten als u eieren wilt koken.
U hoeft de eieren voor de bereiding niet in te prikken. Omdat de eieren tijdens de opwarmfase langzaam worden verhit, barsten ze niet tijdens het stomen.
Vet ovenpannen zonder gaten in als u daarin eiergerechten wilt bereiden.
Instellingen
Autom.programma's
|
Kippeneieren
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
[min]
Grootte S
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte M
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte L
Zacht
Gemiddeld
Hard
Grootte XL
Zacht
Gemiddeld
Hard
Bereidingstijd
4
6
10
5
6–7
12
6
8
13
3
5
9
79
Stomen
Fruit
Om te voorkomen dat sap verloren gaat, kunt u fruit het best in een ovenpan zon‐ der gaten bereiden. Als u fruit in een ovenpan met gaten bereidt, schuif dan een ovenpan zonder gaten eronder in de oven. Ook dan blijft het sap behouden.
Tip: U kunt het opgevangen sap voor andere doeleinden gebruiken.
Instellingen
Autom.programma's
|
Fruit
| ... |
Stomen of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: zie tabel
Appels, in stukjes
Peren, in stukjes
Kersen
Mirabellen
Nectarines/perziken, in stukjes
Pruimen
Kweeappels/-peren, blokjes
Rabarber, in stukjes
Kruisbessen
Bereidingstijd
[min]
1–3
1–3
2–4
1–2
1–2
1–3
6–8
1–2
2–3
80
Stomen
Koken menu – handmatig
Schakel bij het koken van een menu de stoomreductie uit (zie "Instellingen
– Stoomreductie").
Met deze bereidingsfunctie kunt u een menu samenstellen dat uit verschil‐ lende voedingsmiddelen met verschil‐ lende bereidingstijden bestaat, bijvoor‐ beeld roodbaarsfilet met rijst en broc‐ coli. De voedingsmiddelen worden ach‐ tereenvolgens op verschillende mo‐ menten in de oven gezet en zijn dan te‐ gelijk klaar.
Niveau
Schuif druppelende voedingsmiddelen
(zoals vis) en kleur afgevende voedings‐ middelen (zoals rode bieten) meteen boven de opvangschaal / universele bakplaat (afhankelijk van het model) in de oven. U voorkomt zo smaakbeïn‐ vloeding en verkleuringen.
Temperatuur
De temperatuur bij het bereiden van menu's moet 100°C zijn, omdat de meeste voedingsmiddelen alleen bij die temperatuur gaar worden. Kies nooit de laagste temperatuur als voor voedings‐ middelen verschillende temperaturen worden aanbevolen, bijvoorbeeld voor doradefilet 85°C en voor aardappelen
100°C.
Als voor een voedingsmiddel bijvoor‐ beeld 85°C wordt aanbevolen, test dan eerst wat het resultaat zal zijn als u op
100°C gaat koken. Bij kwetsbare vis‐ soorten met een losse structuur, zoals zeetong en schol, wordt het vlees op
100°C erg stevig.
Bereidingstijd
Als u de temperatuur verhoogt, moet u de bereidingstijd met ca. ¹/₃ verkorten.
Voorbeeld:
Rijst
Roodbaarsfilet
Broccoli
20 minuten min 6 minuten = 14 minuten
(1e bereidingstijd: rijst)
6 minuten min 4 minuten = 2 minuten
(2e bereidingstijd: roodbaarsfilet)
Rest = 4 minuten (3e bereidingstijd: broccoli)
Berei‐ dingstij‐ den
20 minuten
6 minuten
4 minuten
Instel‐ ling
14 min
20 min. rijst
6 min. roodbaar‐ sfilet
2 min
4 min.
broccoli
4 min
81
Stomen
Werkwijze
Schakel de stoomreductie uit.
Zet eerst de rijst in de oven.
Stel de eerste tijd in, dus 14 minuten.
Zet na die 14 minuten de roodbaarsfi‐ let in de stoomoven.
Stel de tweede bereidingstijd in, dus
2 minuten.
Zet na die 2 minuten de broccoli in de stoomoven.
Stel de derde bereidingstijd in, dus 4 minuten.
82
Bij deze methode van toebereiding wor‐ den uw levensmiddelen in een vacuüm‐ verpakking langzaam en bij een lage, constante temperatuur bereid.
Dankzij het getrokken vacuüm ver‐ dampt tijdens het garen geen vocht en blijven alle voedingstoffen en smaken behouden.
Het resultaat is een smaakintensief en gelijkmatig toebereid levensmiddel.
Sous-vide
Vries uitsluitend verse levensmid‐ delen in perfecte staat in!
Let er op dat u hygiënisch verant‐ woord te werk gaat en zorg dat de levensmiddelen gekoeld blijven.
Gebruik uitsluitend tegen hitte be‐ stendige en kookvaste vacuümzak‐ jes.
Bereid geen levensmiddelen in hun verpakking, zoals vacuüm getrokken diepvriesartikelen, omdat wellicht geen geschikte vacuümzak werd ge‐ bruikt.
Gebruik de vacuümzak maar één keer, niet vaker.
Trek de zak met de te bereiden le‐ vensmiddelen uitsluitend met behulp een kamervacuümtoestel luchtledig, mits u daarmee een vacuüm van minstens 99,8% kunt realiseren.
83
Sous-vide
Belangrijke tips voor het ge‐ bruik
Neem onderstaande aanwijzingen in acht als u een optimaal bereidingsresul‐ taat wilt bereiken:
– Gebruik minder specerijen en kruiden dan u gewend bent te doen bij de traditionele manier van toebereiden, omdat bij het garen de invloed ervan op de smaak intensiever is.
U kunt de te bereiden levensmid‐ delen ook zonder specerijen koken en pas hierna uw eten kruiden.
– Door zout, suiker of vloeistoffen toe te voegen kunt u de bereidingstijd verkorten.
– De te bereiden levensmiddelen krij‐ gen meer beet door zuurhoudende levensmiddelen, zoals citroen of azijn, toe te voegen
– Gebruik geen alcohol of knoflook, omdat daardoor een onaangename bijsmaak kan ontstaan.
– Gebruik uitsluitend vacuümzakjes, die passen bij de maat van de te be‐ reiden levensmiddelen. Als het vacu‐
ümzakje te groot is, kan er teveel lucht in achterblijven.
– Wilt u een aantal levensmiddelen in een enkel vacuümzakje bereiden?
Leg dan die levensmiddelen naast el‐ kaar in het zakje.
– Wilt u de inhoud van een aantal va‐ cuümzakjes tegelijk bereiden? Leg dan die zakjes naast elkaar op het rooster.
– De bereidingstijden zijn afhankelijk van de dikte van het product.
84
– Bij hoge temperatuur en/of langere bereidingsduur kan tekort aan water optreden. Controleer tussendoor de indicatie op het display.
– Laat de deur tijdens het bereidings‐ proces gesloten. Door de deur te openen verlengt u het bereidingspro‐ ces en kan het resultaat anders zijn dan u verwacht.
Sous-vide
Tips
– Vries vloeistoffen, zoals marinade, in voordat u gaat vacuümtrekken. Zo voorkomt u dat uw marinade uit het vacuümzakje lekt.
– Sla de randen van het vacuümzakje na het vullen naar buiten toe om. Zo krijgt u schone en goede lasnaden.
– Wilt u de bereide levensmiddelen niet onmiddellijk na het bereiden nutti‐ gen? Leg ze dan onmiddellijk in ijs‐ water en bewaar die levensmiddelen vervolgens bij maximaal 3 °C. Zo be‐ houdt u kwaliteit en smaak en ver‐ lengt u de houdbaarheid.
– Snij het vacuümzakje na het bereiden aan alle kanten open om de bereide levensmiddelen gemakkelijk te kun‐ nen uitnemen.
– Braad vlees en stevige soorten vis
(zoals zalm) heel kort even aan alvo‐ rens te serveren. Zo kan de aromati‐ sche smaak van geroosterd vlees of vis zich goed ontwikkelen.
– Gebruik het kooknat of de marinade van groenten, vis of vlees voor het toebereiden van saus.
– Serveer de bereide levensmiddelen op voorverwarmde borden.
Werkwijze
Spoel het voedingsmiddel met koud water af en droog het af.
Leg de te bereiden levensmiddelen in een vacuümzakje; voeg zo nodig kruiden of vloeistoffen toe.
Trek met behulp van het kamerva‐ cuümtoestel het zakje luchtledig.
Voor een optimaal bereidingsresultaat schuift u het rooster op het 2e niveau van onderen in de oven.
Leg het gevacumeerde levensmiddel
(bij meerdere zakjes naast elkaar) op het rooster.
Kies
Ovenfuncties
.
Kies
Sous-vide
.
Wijzig zo nodig de voorgeprogram‐ meerde temperatuur.
Bevestig met OK.
Stel de bereidingstijd in. U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut en
10 uur.
Bevestig met OK.
Voer eventuele verdere instellingen uit
(zie "Bediening: ovenfunctie stomen –
Uitgebreide bediening").
85
Sous-vide
Mogelijke oorzaken van een slecht eindresultaat
Het vacuümzakje is opengegaan:
– de lasnaad was niet schoon of sterk genoeg en is opengegaan.
– het zakje is door een scherp botje beschadigd.
Het gerecht had een onaangename bij‐ smaak of een vreemde smaak:
– u hebt het voedingsmiddel verkeerd opgeslagen, de koelketen werd on‐ derbroken.
– uw handen of de werkbladen waren niet goed schoon.
– er zijn teveel ingrediënten (bijv. spe‐ cerijen) toegevoegd.
– het zakje of de lasnaad waren niet in goede staat.
– het vacuüm was ontoereikend.
– het gericht werd niet direct na de be‐ reiding genuttigd of gekoeld.
86
Gerecht
Vis
Kabeljauwfilet, 2,5 cm dik
Zalmfilet, 3 cm dik
Zeeduivelfilet
Snoekbaarsfilet, 2 cm dik
Groente
Bloemkoolroosjes, middel‐ groot tot groot
Hokkaido-pompoen, in schij‐ ven
Koolraap, in schijfjes
Asperge, wit, heel
Zoete aardappel, in plakjes
Fruit
Ananas, in schijven
Appel, in schijfjes
Babybananen, heel
Perziken, gehalveerd
Rabarber, in stukjes
Pruimen, gehalveerd
Diversen
Bonen, wit, geweekt in de ver‐ houding 1 : 2
(Bonen : vocht)
Garnalen, gepeld en schoon‐ gemaakt
Kippenei, geheel
Jakobsschelpen, geopend
Sjalot, heel
Temperatuur / bereidingstijd
Voorafje
Suiker zout x x x x x x x x x x x x x x x x x x
[°C]
Sous-vide
[min]
85
85
85
85
85
54
52
62
55
85
80
62
62
75
70
90
56
65–66
52
85
40
15
30
22–27
18
35
30
18
30
75
20
10
25–30
13
10–12
240
19–21
60
25
45–60
87
Sous-vide
Gerecht
Vlees
Eendenborst, geheel
Lamsrug met bot
Biefstuk van de haas, 4 cm dik
Biefstuk, 2,5 cm dik
Varkensfilet; volledig
Temperatuur / bereidingstijd
Voorafje
[°C]
Suiker zout medium* doorbak‐ ken* x x
66
58
56
56
63
72
62
61
–
67
[min]
35
50
120
120
60
* Gaarheid
De gaarheid "door" komt overeen met een gaarheid met een hogere kerntemperatuur dan
"medium", maar is niet 'door en door' gaar in de traditionele betekenis.
88
Speciale toepassingen
Verwarmen
Voedingsmiddelen kunnen in de stoom‐ oven behoedzaam worden verwarmd.
Ze drogen niet uit en worden niet gaar‐ der. Het product wordt gelijkmatig ver‐ hit en hoeft niet te worden doorgeroerd.
U kunt bordmaaltijden (vlees, groente, aardappelen) net zo verwarmen als af‐ zonderlijke voedingsmiddelen.
Kookgerei
Kleine hoeveelheden kunt u op een bord, grote hoeveelheden in een oven‐ pan verwarmen.
Tijd
Stel voor één bordmaaltijd 10–15 minu‐ ten in. Voor meerdere borden is een iets langere tijd nodig.
Als u meerdere hoeveelheden na elkaar wilt verwarmen, moet u voor de tweede en volgende hoeveelheid de tijd met ca. 5 minuten verkorten, omdat de ovenruimte nog warm is.
Vochtigheid
Hoe vochtiger het voedingsmiddel, des te lager is de in te stellen vochtigheid.
Tips
– U hoeft de voedingsmiddelen bij het verwarmen niet af te dekken.
– Verwarm grote stukken (zoals braad‐ vlees) niet als geheel, maar in porties als bordmaaltijd.
– Halveer compacte voedingsmiddelen, zoals gevulde paprika's of een rolla‐ de.
– Gepaneerde voedingsmiddelen, zoals schnitzels, blijven niet krokant.
– Verwarm sauzen apart. Uitzondering: voedingsmiddelen die in een saus worden bereid (zoals goulash).
Instellingen
Speciale toepassingen
|
Opwarmen of
Ovenfuncties
|
Combinatiegaren
|
Hetelucht
Plus
Temperatuur: zie tabel
Vochtigheid: zie tabel
Tijd: zie tabel
89
Speciale toepassingen
Voedingsmiddel
Groente
Wortels
Bloemkool
Koolrabi
Bonen
Bijgerechten
Pasta
Rijst
Aardappelen (in de lengte gehalveerd)
Knoedels
Aardappelpuree
Vlees en gevogelte
Braadvlees, gesneden, 1 ¹/₂ cm dik
Rollade, gesneden
Goulash
Lamsragout
Gehaktballen
Kipschnitzel
Kalkoenschnitzel, gesneden
Vis
Visfilet
Visrollade, gehalveerd
Bordmaaltijden
Spaghetti, tomatensaus
Varkensvlees, aardappelen, groente
Gevulde paprika (gehalveerd), rijst
Kippenragout, rijst
Groentesoep
Crèmesoep
Heldere soep
Eenpansgerecht
Temperatuur / Vochtigheid / Tijd
[°C]
120
[%]
[min]
70 8–10
120
140
140
70
70
70
8–10
18–20
11–13
140
120
70
70
10–12
10–12
90
Speciale toepassingen
Ontdooien
De ontdooitijden zijn aanzienlijk korter dan bij ontdooien op kamertempera‐ tuur.
Temperatuur
De optimale ontdooitemperatuur is 60
°C.
Uitzonderingen: Gehakt en wild: 50 °C.
Voor en na het ontdooien / de berei‐ ding
Verwijder bij ontdooien de verpakking.
Uitzonderingen:Ontdooi brood en ge‐ bak in de verpakking, omdat deze pro‐ ducten anders vocht opnemen en zacht worden.
Laat het ontdooide voedingsmiddel na afloop nog enige tijd bij kamertempera‐ tuur staan. Deze doorwarmtijd is nodig zodat de warmte zich gelijkmatig kan verdelen (van buiten naar binnen).
Stoomovenpannen
Gevaar voor salmonella!
Giet het vocht van vlees en gevogel‐ te weg. Gebruik het vocht nooit!
Gebruik bij het ontdooien van levens‐ middelen waarbij vocht vrijkomt, zoals gevogelte, een stoomovenpan met gaatjes en schuif de opvangschaal of universele bakplaat (afhankelijk van het model) eronder. Zo liggen de te ont‐ dooien levensmiddelen niet in het dooi‐ vocht.
Voedingsmiddelen die niet druppelen kunt u in een ovenpan zonder gaten ontdooien.
Tips
– Vis hoeft voor de bereiding niet hele‐ maal te worden ontdooid. Het is vol‐ doende als de buitenkant zacht ge‐ noeg is om de kruiden op te nemen.
Afhankelijk van de dikte is 2–5 minu‐ ten voldoende.
– Maak producten die aan elkaar kle‐ ven (zoals bessen en stukken vlees) na de helft van de ontdooitijd los en verdeel ze zo goed mogelijk.
– Vries eenmaal ontdooide voedings‐ middelen niet weer in.
– Ontdooi ingevroren kant-en-klaarge‐ rechten volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Instellingen
Speciale toepassingen
|
Ontdooien of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: zie tabel
Ontdooitijd: zie tabel
91
Speciale toepassingen
Ingevroren producten
Zuivelproducten
Kaas in plakken
Kwark
Room
Zachte kaas
Fruit
Appelmoes
Stukjes appel
Abrikozen
Aardbeien
Frambozen/rode bessen
Kersen
Perziken
Pruimen
Kruisbessen
Groente
Als blok ingevroren
Vis
Visfilets
Forellen
Kreeft
Krabben
Kant-en-klaargerechten
Vlees, groente, bijgerechten / eenpansgerecht / soepen
Vlees
Braadvlees in schijven
Gehakt
Gehakt
92
Hoeveelheid/ aantal
125 g
250 g
250 g
100 g
300 g
400 g
500 g
300 g
300 g
480 g elk 125–150 g
250 g
500 g
250 g
250 g
500 g
300 g
300 g
150 g
500 g
250 g
250 g
[°C]
60
50
50
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
[min]
[min]
8–10
15–20
20–30
15–20
10–15
10–15
15
20–25
20–25
15
20–25
20–25
25–28
8–10
8
15
25–28
20–25
20–22
20–25
15
15–18
25–30
4–6
20–25
10
10–15
10–15
10–15
10–15
10–15
15–20
10–12
10–12
10–15
15–20
10–15
10–15
10–15
10–15
10–15
10–15
5
10–15
Ingevroren producten
Goulash
Goulash
Lever
Hazenrug
Reerug
Schnitzel/kotelet/braadworst
Gevogelte
Haantje / kip
Kippenbout
Kipschnitzel
Kalkoenbout
Gebak
Blader-/gistdeeg
Roerdeeg
Brood/broodjes
Broodjes
Duits brood, gesneden
Volkorenbrood, gesneden
Witbrood, gesneden
Hoeveelheid/ aantal
500 g
1000 g
250 g
500 g
1000 g
800 g
1000 g
150 g
500 g
500 g
–
400 g
–
250 g
250 g
150 g
Temperatuur / ontdooitijd / doorwarmtijd
60
60
60
60
60
60
60
60
60
60
Speciale toepassingen
[°C]
60
60
60
50
50
60
[min]
30–40
50–60
20–25
30–40
40–50
25–35
[min]
10–15
10–15
10–15
10–15
10–15
15–20
40
20–25
25–30
40–45
10–12
15
15–20
10–15
10–15
10–15
10–15
10–15
30
40
65
30
2
15
15
20
93
Speciale toepassingen
Inmaken
Gebruik alleen verse voedingsmiddelen, zonder lelijke en rotte plekken.
Glazen
Gebruik alleen onbeschadigde, schone inmaakglazen en toebehoren. U kunt glazen met een twist-off-deksel ge‐ bruiken en glazen deksels met een rub‐ beren ring.
Gebruik alleen glazen die even groot zijn, zodat alles gelijkmatig wordt inge‐ maakt.
Reinig de rand van de glazen na het vullen met een schone doek en heet water en sluit de glazen.
Fruit
Selecteer het fruit zorgvuldig. Was het kort maar grondig en laat het goed uit‐ druppelen. Reinig bessen extra voor‐ zichtig. Bessen zijn zeer kwetsbaar en raken snel beschadigd.
Verwijder eventuele schillen, stelen, pit‐ ten, etc. Snijd groot fruit in kleinere stukken. Snijd appels bijvoorbeeld in partjes.
Prik grote steenvruchten met steen
(pruimen, abrikozen) verschillende ke‐ ren met een vork of een houten stokje, omdat ze anders kunnen barsten.
Groente
Groente rafspoelen, reinigen en fijn snijden.
Blancheer groenten voor het inmaken, zodat de kleur behouden blijft (zie ru‐ briek "Blancheren").
Hoeveelheid/Systeeminhoud
Vul het glas losjes tot maximaal 3 cm onder de rand. De celwanden raken be‐ schadigd als u het voedingsmiddel erin drukt. Tik met het glas voorzichtig op een doek, zodat de inhoud beter wordt verdeeld.
Gebruik voor fruit een suikeroplossing.
Voor groenten kunt u een zout- of azijn‐ oplossing gebruiken.
Vlees en worst
Braad of kook het vlees voor het inma‐ ken, zodat het net gaar wordt. Neem voor het opvullen de braadfond, die u met water kunt strekken, of de bouillon waarin het vlees is gekookt. Let op dat de rand van het glas vetvrij is.
Vul de potten met worst slechts tot de helft, omdat de worst tijdens het inma‐ ken omhoog komt.
Tips
– Maak gebruik van de restwarmte van de oven en haal de glazen pas 30 mi‐ nuten na het uitschakelen uit de ovenruimte.
– Laat de glazen ca. 24 uur langzaam afkoelen, afgedekt met een doek.
94
Speciale toepassingen
Werkwijze
Gebruik voor de ovenpan met gaten het onderste niveau.
Zet de (even grote) glazen in de ovenpan met gaten. Ze mogen elkaar niet raken.
Instellingen
Speciale toepassingen of
Ovenfuncties
|
Inmaken
|
Koken met stoom
Temperatuur: zie tabel
Tijd: zie tabel
In te maken product
Bessen
Rode bessen
Kruisbessen
Rode bosbessen
Steenvruchten
Kersen
Mirabellen
Pruimen
Perziken
Reine-claudes
Pitvruchten
Appels
Appelmoes
Kwee-appels/-peren
Groente
Bonen
[°C]
80
80
80
85
85
85
85
85
90
90
90
100
* [min]
50
55
55
55
55
55
55
55
50
65
65
120
95
Speciale toepassingen
In te maken product
Dikke bonen
Komkommers
Rode bieten
Vlees
Voorgekookt
Gebraden
[°C]
100
90
100
90
90
* [min]
120
55
60
90
90
Temperatuur / Inmaaktijd
* De aangegeven inmaaktijden hebben betrekking op potten van 1,0 l. Voor weckpotten van
0,5 l moet de inmaaktijd met 15 minuten worden verkort, voor potten van 0,25 l met 20 mi‐ nuten.
96
Speciale toepassingen
Taart/cake inmaken
Geschikt voor inmaken zijn roer-, biscuit- en gistdeeg. Het gebak is ca. 6 maanden houdbaar.
Gebak met fruit is niet geschikt. Dergelijk gebak moet binnen 2 dagen worden opgemaakt.
Glazen
Gebruik alleen onbeschadigde, schone inmaakglazen en toebehoren. De glazen moeten aan de onderkant smaller zijn dan aan de bovenkant. Het meest geschikt zijn 0,25 l-glazen.
De glazen moeten met een afdichtring, een glazen deksel en een klem kunnen worden afgesloten.
Gebruik alleen glazen die even groot zijn, zodat alles gelijkmatig wordt ingemaakt.
Werkwijze
Vet de glazen tot ca. 1 cm onder de rand in met boter.
Bestrooi de binnenkant van het glas met paneermeel.
Vul de glazen voor ¹/₂ of ²/₃ met deeg (afhankelijk van het recept). De rand van het glas moet schoon blijven.
Gebruik voor het rooster het tweede niveau van onderen.
Zet de open even grote glazen op het rooster. Ze mogen elkaar niet raken.
Sluit de glazen meteen na het inmaken met de afdichtring, het deksel en de klem. Het gebak mag niet afkoelen. Als het deeg iets over de rand is gekomen, kunt u het met het glazen deksel in het inmaakglas drukken.
Deegsoort Ovenfunc‐ tie
Roerdeeg
Biscuit
Gistdeeg
Stap
–
–
1
2
[°C]
160
160
30
160
[%]
–
–
100
30
[min]
25–45
50–55
10
30–35
Temperatuur / Vochtigheid / Inmaaktijd
Boven-Onderwarmte / Combi-koken - Boven-Onderwarmte
97
Speciale toepassingen
Sap bereiden
U kunt in uw oven van zacht en hard fruit sap maken.
Met rijp fruit kunt u het best sap maken.
Hoe rijper het fruit des te meer sap en des te aromatischer het sap.
Voorbereiding
Selecteer en reinig het fruit waarvan u sap wilt maken en verwijder bescha‐ digde plekken.
Verwijder de steeltjes van wijndruiven en zure kersen, omdat deze bittere stof‐ fen bevatten. De steeltjes van bessen hoeven niet te worden verwijderd.
Snijd grote vruchten (zoals appels) in ca. 2 cm dikke blokjes. Hoe harder het fruit of de groente, des te kleiner moet u deze producten snijden.
Tips
– Meng voor een nog fijnere smaak zoet met minder zoet fruit.
– Bij de meeste fruitsoorten neemt de saphoeveelheid toe en verbetert het aroma als u suiker toevoegt. Meng de suiker door het fruit en laat deze en‐ kele uren intrekken. Gebruik op 1kg zoet fruit 50–100 g suiker, op 1kg zuur fruit 100–150g.
– Wilt u het sap bewaren, doe het dan heet in schone flessen en sluit deze meteen.
Werkwijze
Doe het voorbereide fruit in een ovenpan met gaten.
Schuif een ovenpan zonder gaten of de universele bakplaat eronder om het vrijkomende vocht op te vangen.
Instellingen
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Tijd: 40–70 minuten
98
Speciale toepassingen
Menugaren
U kunt maximaal drie componenten kiezen, bijvoorbeeld vis met een bijge‐ recht en groente.
De verschillende componenten kunnen in willekeurige volgorde worden geko‐ zen. Het toestel sorteert de componen‐ ten automatisch op bereidingstijd. Het voedingsmiddel met de langste berei‐ dingstijd moet het eerst in de oven wor‐ den geplaatst.
De functies
Klaar om
en
Start om
wor‐ den bij Menugaren niet aangeboden.
Werkwijze
Schakel het toestel in.
Vul het waterreservoir en schuif het vervolgens tot de aanslag in de stoomoven.
Schuif de opvangschaal / universele plaat (afhankelijk van het model) in de oven.
Kies
Speciale toepassingen
|
Menukoken
.
Kies het gewenste voedingsmiddel.
Afhankelijk van het voedingsmiddel vol‐ gen na de keuze nog vragen over de grootte en de gewenste gaarheid van het product.
Kies de gewenste waarden en beves‐ tig deze met OK.
Kies
Voedingsmid. toevoeg.
.
Kies het gewenste voedingsmiddel en ga verder te werk zoals bij het eerste voedingsmiddel.
Herhaal de procedure voor het derde voedingsmiddel.
Na het bevestigen van
Menukoken starten
geeft het toestel aan welk voe‐ dingsmiddel u moet inschuiven. Na af‐ loop van de opwarmfase wordt aange‐ geven, wanneer het tweede voedings‐ middel in de oven moet. Voor het derde product geldt hetzelfde.
U kunt uiteraard ook een menu sa‐ menstellen van voedingsmiddelen die niet in de elektronica staan. Aanwij‐ zingen hiervoor vindt u in de rubriek
"Koken menu - handmatig".
99
Speciale toepassingen
Drogen
Gebruik voor drogen alleen de speciale toepassing
Drogen
of de ovenfunctie
Combinatiegaren
|
Hetelucht Plus
, zodat het vocht kan worden afgevoerd.
Werkwijze
Snijd de voedingsmiddelen in gelijke stukken.
Verdeel de stukken over het rooster waarop u bakpapier heeft gelegd.
Tip: Bananen en ananas zijn niet geschikt om te worden gedroogd.
Instellingen
Speciale toepassingen
|
Drogen
Temperatuur: zie tabel
Tijd: zie tabel of
Ovenfuncties
|
Combinatiegaren
|
Hetelucht Plus
Temperatuur: zie tabel
Tijd: zie tabel
Vochtigheid: 0 %
Voedingsmiddel
Appels, in ringen
Abrikozen, gehalveerd, zonder pit
Peren, in schijfjes
Kruiden
Paddestoelen
Tomaten, in schijfjes
Citrusvruchten, in schijfjes
Pruimen, zonder pit
Temperatuur / Zeit (Stunden)
[°C]
70
60–70
70
60
70
70
70
60–70
[h]
6–8
10–12
7–9
1,5–2,5
3–5
7–9
8–9
10–12
100
Speciale toepassingen
Yoghurt bereiden
Voor de yoghurtbereiding gebruikt u melk en als startcultuur yoghurt of yog‐ hurtferment, bijvoorbeeld uit een re‐ formwinkel.
Gebruik verse yoghurt met levende cul‐ turen zonder toevoegingen. Gepasteuri‐ seerde yoghurt is niet geschikt.
De yoghurt moet vers zijn. Bewaar de yoghurt niet te lang.
Voor de yoghurtbereiding kunt u onge‐ koelde houdbare melk of verse melk gebruiken. Houdbare melk kunt u met‐ een gebruiken. Verse melk moet u eerst tot 90 °C verhitten (niet koken!) en ver‐ volgens weer tot 35 °C laten afkoelen.
Als u verse melk gebruikt, wordt de yoghurt iets steviger dan met houdbare melk.
De yoghurt en de melk moeten hetzelf‐ de vetgehalte hebben.
Beweeg of schud de glazen niet tijdens het stollen.
Na de bereiding moet de yoghurt met‐ een in de koelkast worden afgekoeld.
De stevigheid, het vetgehalte en de ge‐ bruikte yoghurtculturen beïnvloeden de consistentie van de zelfgemaakte yog‐ hurt. Niet alle yoghurts zijn geschikt als
"startyoghurt".
Mogelijke oorzaken van een slecht eindresultaat
De yoghurt is niet stevig genoeg:
De startyoghurt is niet goed bewaard, de koelketen is onderbroken, de ver‐ pakking was beschadigd, de melk is niet voldoende verhit.
Er is vocht afgezet:
De glazen zijn bewogen, de yoghurt is niet snel genoeg afgekoeld.
De yoghurt is korrelig:
De melk is te heet gemaakt, de kwaliteit van de melk was niet optimaal, de melk en de startyoghurt zijn niet goed ge‐ mengd.
Tip: Bij gebruik van yoghurtferment kunt u de yoghurt met een mengsel van melk en room bereiden. Meng 3/4 liter melk met 1/4 liter room.
101
Speciale toepassingen
Werkwijze
Roer 100 g yoghurt door 1 liter melk of maak het mengsel met yoghurtfer‐ ment volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Vul het melkmengsel in portieglazen en sluit de glazen af.
Zet de gesloten glazen in een oven‐ pan met gaten. Ze mogen elkaar niet raken.
Zet de glazen meteen na afloop in de koelkast. Beweeg de glazen niet on‐ nodig.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Yoghurt bereiden of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 40 °C
Tijd: 5:00 uur
Gistdeeg laten rijzen
Werkwijze
Bereid het deeg volgens het recept.
Zet de open schaal met deeg in een ovenpan met gaten of op het rooster.
Instellingen
Speciale toepassingen
|
Deeg laten rijzen
Duur: zie recept of
Ovenfuncties
|
Combinatiegaren
|
Hetelucht
Plus
Vochtigheid: 100 %
Temperatuur: 30 °C
Tijd: volgens recept
102
Speciale toepassingen
Gelatine smelten
Werkwijze
Laat gelatinebladen 5 minuten in een schaal met water weken. De ge‐ latinebladen moeten goed met water bedekt zijn. Knijp de gelatinebladen uit en giet het water weg. Leg de uit‐ geknepen gelatinebladen weer in de schaal.
Doe gemalen gelatine in een schaal en voeg zoveel water toe als op de verpakking staat aangegeven.
Dek het serviesgoed af en zet het in een ovenpan met gaten.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Gelatine laten smelten of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 90 °C
Duur: 1 minuut
Chocolade smelten
U kunt alle soorten chocolade in het toestel smelten.
Werkwijze
Breek de chocolade in stukken.Vet‐ glazuur bereidt u bij voorkeur in de ongeopende verpakking in een oven‐ pan met gaten.
Doe grote hoeveelheden in een oven‐ pan zonder gaten en kleine hoeveel‐ heden in een kopje of schaal.
Dek de ovenpan of het serviesgoed af met hitte- (tot 100°C) en stoombe‐ stendige folie of met een deksel.
Roer grote hoeveelheden tussendoor een keer om.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Chocolade laten smelten of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 65 °C
Tijd: 20 minuten
103
Speciale toepassingen
Voedingsmiddelen pellen
Werkwijze
Snijd voedingsmiddelen zoals toma‐ ten, nectarines, etc. bij de steelvoet in (kruisvormig). U kunt het velletje dan gemakkelijker verwijderen.
Doe het voedingsmiddel in een oven‐ pan met gaten als u met stoom werkt. Gebruik de universele bakplaat als u de grill wilt gebruiken.
Laat amandelen meteen na het koken met koud water schrikken. U kunt ze anders niet pellen.
Instellingen
Ovenfuncties
|
Grote grill
Grilleerstand: 3
Tijd: zie tabel
Voedingsmiddel
Paprika
Tomaten
[min]
10
7
Tijd
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Tijd: zie tabel
Voedingsmiddel
Abrikozen
Amandelen
Nectarines
Paprika
Perziken
Tomaten
[min]
1
1
1
4
1
1
Tijd
104
Speciale toepassingen
Appels conserveren
U kunt onbehandelde appels langer houdbaar maken. De behandeling met stoom vermindert de schimmelvorming.
Bij opslag in een droge, koele, goed ge‐ ventileerde ruimte zijn appels dan 5 tot
6 maanden houdbaar. Dit kan alleen met appels, niet met andere pitvruch‐ ten.
Instellingen
Autom.programma's
|
Fruit
|
Appels
|
Heel
|
Inmaken of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 50 °C
Conserveringstijd: 5 minuten
Blancheren
Als u groente en fruit wilt invriezen, moet u de producten eerst blancheren.
De kwaliteit van de voedingsmiddelen blijft dan tijdens de opslag in de vriezer beter.
Bij groentesoorten die voor verdere ver‐ werking geblancheerd worden, blijft de kleur beter behouden.
Werkwijze
Doe de voorbereide groente (het fruit) in een ovenpan met gaten.
Dompel de groente (het fruit) na het blancheren in ijswater om het product snel af te koelen en laat het daarna goed uitdruppelen.
Instellingen
Speciale toepassingen
|
Blancheren of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Blancheertijd: 1 minuut
105
Speciale toepassingen
Uien fruiten/stoven
Bij stoven wordt een voedingsmiddel in het eigen sap bereid, eventueel met toevoeging van wat vet (fruiten).
Werkwijze
Snijd de uien fijn en doe de uien met wat boter in een ovenpan zonder ga‐ ten.
Dek de ovenpan of het serviesgoed af met hitte- (tot 100°C) en stoombe‐ stendige folie of met een deksel.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Uien smoren of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Bereidingstijd: 4 minuten
Spek uitsmelten
Het spek wordt niet bruin.
Werkwijze
Doe het spek (in blokjes, reepjes of plakjes) in een ovenpan zonder ga‐ ten.
Dek de ovenpan af met een hitte- (tot
100°C) en stoombestendige folie of met een deksel.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Spek laten uitzweten of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Duur: 4 minuten
106
Speciale toepassingen
Steriliseren
In het toestel kunt u ook serviesgoed en zuigflessen steriliseren. Na afloop van het programma zijn deze voorwerpen kiemvrij zoals bij het bekende uitkoken.
Controleer wel eerst of alle onderdelen
(ook de speen) bestand zijn tegen tem‐ peraturen tot 100 °C en tegen stoom.
Haal zuigflessen helemaal uit elkaar. Zet de zuigflessen pas weer in elkaar als deze helemaal droog zijn. Alleen zo voorkomt u dat er opnieuw kiemvor‐ ming optreedt.
Werkwijze
Leg alle onderdelen zo in een oven‐ pan met gaten dat deze elkaar niet raken (liggend of met de opening naar beneden). De hete stoom kan nu onbelemmerd alle delen bereiken.
Gebruik voor de ovenpan het tweede niveau van onderen.
Instellingen
Speciale toepassingen
|
Servies steriliseren
Tijd: 1 minuut tot 10 uur of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Tijd: 15 minuten
Vochtige handdoekjes verwar‐ men
Werkwijze
Maak de handdoekjes vochtig en rol ze stevig op.
Doe de handdoekjes in een ovenpan met gaten.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Vochtige handdoekjes of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 70 °C
Duur: 2 minuten
107
Speciale toepassingen
Honing vloeibaar maken
Werkwijze
Draai het deksel iets open en zet de pot in een ovenpan met gaten.
Roer de honing tussendoor een keer om.
Instellingen
Autom.programma's
|
Speciaal
|
Honing vloeib. maken of
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 60 °C
Tijd: 90 minuten (ongeacht de grootte van de pot of de hoeveelheid in de pot)
Pizza
Instellingen
Speciale toepassingen of
|
Pizza
Ovenfuncties
|
Hetelucht Plus
Temperatuur: 180–225 °C
Tijd: 1–20 minuten
Opmerking: rooster en bakpapier ge‐ bruiken
Eierstich (ei voor soep)
Werkwijze
Roer 6 eieren door 375 ml melk (niet tot schuim kloppen).
Kruid het ei-/melkmengsel en doe het in een met boter besmeerde ovenpan zonder gaten.
Instellingen
Ovenfuncties
|
Koken met stoom
Temperatuur: 100 °C
Tijd: 4 minuten
108
Speciale toepassingen
Vruchtenconfituur bereiden
Gebruik alleen verse voedingsmiddelen, zonder lelijke en rotte plekken.
Glazen
Gebruik alleen onbeschadigde, schone glazen met Twist-off-deksel met een in‐ houd van maximaal 250 ml.
Reinig de rand van het glas nadat u het met de massa heeft gevuld. Gebruik hiervoor een schone doek en heet wa‐ ter.
Voorbereiding
Selecteer het fruit zorgvuldig. Was het kort maar grondig en laat het goed uit‐ druppelen. Reinig bessen extra voor‐ zichtig. Bessen zijn zeer kwetsbaar en raken snel beschadigd.
Verwijder eventuele stelen en pitten.
Pureer het fruit, omdat de confiture an‐ ders niet stevig genoeg wordt. Voeg aan de puree de juiste hoeveelheid ge‐ leersuiker toe (volgens de aanwijzingen van de fabrikant). Roer de massa goed door.
Als u voor de bereiding zoete vruchten/ bessen gebruikt, adviseren wij citroen‐ zuur toe te voegen.
Werkwijze
Vul de glazen hooguit voor twee der‐ de.
Zet de open glazen in een ovenpan met gaten of op het rooster.
Haal de glazen na de bereidingstijd met ovenhandschoenen uit het appa‐ raat. Laat de glazen 1–2 minuten staan, sluit de glazen af met een dek‐ sel en laat ze afkoelen.
Instellingen
Ovenfuncties
Plus
|
Combinatiegaren
Temperatuur: 150 °C
Vochtigheid: 0 %
Tijd: 35 minuten
|
Hetelucht
109
Speciale toepassingen
Sabbatprogramma
Dit programma helpt de gebruiker bij religieuze gebruiken.
Het programma werkt met de oven‐ functie
Boven-onderwarmte
. U kunt geen ander programma kiezen.
Het programma wordt pas na het ope‐ nen en sluiten van de deur gestart:
– De oven wordt tot de door u inge‐ stelde temperatuur verwarmd en houdt deze temperatuur maximaal
72 uur vast.
– In het display verschijnt continu
Sabbat-programma
.
– De dagtijd wordt niet weergegeven.
– De ovenverlichting gaat niet aan (ook niet als u de deur opent).
Als u de instelling
Verlichting
|
Aan
heeft gekozen, blijft de verlichting na het kiezen van het sabbatprogramma in‐ geschakeld, gedurende het hele pro‐ grammaverloop.
Als er een kookwekkertijd loopt, kunt u het sabbatprogramma niet kiezen.
Werkwijze
Kies
Speciale toepassingen
.
Kies
Sabbat-programma
.
Stel de gewenste temperatuur in.
Bevestig met OK.
In het display verschijnen
Sabbat-programma
en de ingestelde temperatuur.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
Open de deur als u de bereiding wilt starten.
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
Sluit de deur.
Het programma start na 5 minuten.
U kunt een gestart sabbatprogramma niet wijzigen of onder
Eigen programma's
opslaan.
Als u het programma voortijdig wilt be‐
ëindigen, gaat u als volgt te werk:
Schakel de stoomoven uit.
110
Spijzenthermometer
Principe
U steekt de spijzenthermometer in het voedingsmiddel. In de metalen punt van de voeler bevindt zich een tempe‐ ratuursensor. Deze meet tijdens de be‐ reiding de zogenaamde kerntempera‐ tuur.
De in te stellen kerntemperatuur is af‐ hankelijk van de gewenste gaarheid en de vleessoort. U kunt een waarde in‐ stellen tussen 30 en 99 °C.
De bereidingstijd is afhankelijk van di‐ verse factoren: Hoe hoger de tempera‐ tuur in de ovenruimte en eventueel de vochtigheid en des te dunner het vlees, des te sneller wordt de ingestelde kern‐ temperatuur bereikt.
De bereiding wordt automatisch beëin‐ digd als de kerntemperatuur de inge‐ stelde waarde heeft bereikt. Behalve als bij de ovenfunctie
Combinatiegaren
of bij de eigen programma's een extra berei‐ dingsstap is ingesteld, bijvoorbeeld voor bruineren.
Beschadiging van de spijzenthermo‐ meter bij ondeskundig gebruik!
Haal de spijzenthermometer tijdens een bereiding uit de ovenruimte als u de voeler niet gebruikt.
Alleen in ingestoken toestand is de spijzenthermometer tegen overver‐ hitting beschermd.
Gebruiksmogelijkheden
De spijzenthermometer kan voor de volgende ovenfuncties worden ge‐ bruikt:
–
Combinatiegaren
|
Hetelucht Plus
–
Combinatiegaren
|
Boven-onderwarmte
–
Hetelucht Plus
–
Circulatiegrill
–
Boven-onderwarmte
–
Intensief bakken
–
Speciaal gebak
–
Koken met stoom
–
Opwarmen
111
Spijzenthermometer
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik
Breukgevaar!
Gebruik de spijzenthermometer niet om het voedingsmiddel te dragen.
De metalen punt van de voeler moet geheel in het gerecht worden gestoken en ongeveer de kern van het gerecht bereiken.
De metalen punt mag niet in aanraking komen met botten of zeer vetrijke de‐ len. Vetweefsel en botten kunnen ertoe leiden dat de oven te vroeg wordt uitge‐ schakeld.
Kies bij doorregen vlees de hoogste waarde van het kerntemperatuurbereik uit de tabel.
Bij gebruik van braadfolie of van een braadzak steekt u de spijzenthermome‐ ter door de folie tot in de kern van het voedingsmiddel.
U kunt de voeler ook ingestoken in het voedingsmiddel in de folie of zak doen.
Houdt u zich hierbij ook aan de aanwij‐ zingen van de betreffende fabrikant.
Als u vlees in aluminiumfolie wikkelt, moet u de spijzenthermometer door de folie heen tot in de kern van het vlees steken.
Werkwijze
Bereid het voedingsmiddel voor.
Steek de metalen punt van de voeler helemaal in het gerecht.
Plaats het voedingsmiddel in de oven.
Open het klepje van het aansluitpunt voor de spijzenthermometer. Steek de stekker van de voeler in het aan‐ sluitpunt. De stekker moet vastklik‐ ken.
Kies de gewenste functie.
Wijzig eventueel de voorgeprogram‐ meerde temperatuur en/of de kern‐ temperatuur.
Na de bereiding:
Verbrandingsgevaar!
De spijzenthermometer kan heet worden.
Trek de spijzenthermometer voorzich‐ tig uit het aansluitpunt, voordat u het voedingsmiddel uit de ovenruimte haalt.
112
Tips
– Als u meerdere stukken vlees tegelijk wilt bereiden, steek de spijzenther‐ mometer dan in het dikste stuk.
– Steek de spijzenthermometer op een andere plaats in het gerecht of verh‐ oog de kerntemperatuur en herhaal de procedure als het resultaat nog niet helemaal naar wens is.
Vlees
Kalfsgebraatd
Casselerrib
Lamsbout
Lamsrug
Ree-/hazenrug
Rundsgebraad
Runderfilet/ rosbief rood medium doorbakken
Braadvlees (var‐ ken)/nekstuk
Varkensfilet/kote‐ let
Wild/bout
[°C]
75–80
75
80–85
70–75
65–75
80–90
45
55
75
80–90
75
80–90
Kerntemperatuur
Spijzenthermometer
113
Braden
Aanwijzingen voor het braden
Plaats voor braden de vetfilter in de achterwand.
Braad vlees niet als het nog bevroren is, anders wordt het te droog.
Laat het vlees eerst ontdooien.
Verwijder voor het braden huid en pe‐ zen.
Kruid het vlees en leg er vlokjes boter op of bij wild plakjes spek.
Tip: Wild wordt extra mals als u het voor de bereiding een nacht in een ma‐ rinade (bijvoorbeeld karnemelk) legt.
Als u meerdere stukken vlees tegelijk wilt bereiden, gebruik dan stukken die ongeveer even dik zijn.
Braad het vlees op het rooster met eronder de universele bakplaat. Het opgevangen vleessap kunt u later ge‐ bruiken voor het bereiden van jus of saus.
Laat het vlees als het gaar is nog ca. 10 minuten "rusten". Zo kan het vleessap zich weer gelijkmatig verde‐ len.
Wij adviseren voor braden de ovenfunc‐ ties
Combinatiegaren
|
Hetelucht Plus
en
Combinatiegaren
|
Boven-onderwarmte
.
Als u andere ovenfuncties wilt ge‐ bruiken, kunt u uw bereidingsstappen als eigen programma invoeren (zie "Ei‐ gen programma's").
Combi-koken
Hoe lager de oventemperatuur des te langer duurt de bereiding en des te malser wordt het vlees.
Mager vlees
Mager vlees droogt door de stoomtoe‐ voer niet uit. Het vlees blijft extra mals als u het in 5 stappen bereidt.
– Bereidingsstap 1: Verwarm de oven‐ ruimte voor, alsmede het rooster met de eronder ingeschoven universele bakplaat.
– Bereidingsstap 2: Bruineer het vlees.
– Bereidingsstap 3: Breng de oven‐ ruimte op een geschikte temperatuur voor de behoedzame bereiding van het vlees.
– Bereidingsstap 4: Laat de behoedza‐ me bereiding plaatsvinden, zodat het vlees extra mals blijft.
– Bereidingsstap 5: Laat het vlees gaar worden.
Vet vlees met zwoerd
– Bereidingsstap 1: Bereid het vlees op een hoge temperatuur om het vet uit te smelten en het zwoerd te brui‐ neren.
– Bereidingsstap 2: Verlaag de tempe‐ ratuur en verhoog de vochtigheid.
– Bereidingsstap 3: Verhoog de tempe‐ ratuur, zodat het zwoerd lekker kro‐ kant wordt.
114
Stoofgerechten
– Bereidingsstap 1: Verwarm de oven‐ ruimte en de universele bakplaat voor.
– Bereidingsstap 2: Bruineer het vlees.
– Bereidingsstap 3: Smoor het vlees bij een temperatuur van 100 °C en een vochtigheid van 84 %.
Gevogelte
– Bereidingsstap 1: Bereid het voe‐ dingsmiddel op een hoge tempera‐ tuur en met een hoge vochtigheid om het vet uit te bakken.
– Bereidingsstap 2: Verlaag de tempe‐ ratuur.
– Bereidingsstap 3: Verhoog de tempe‐ ratuur en verlaag de vochtigheid, zo‐ dat de huid lekker knapperig wordt.
De details voor de instellingen vindt u in de volgende tabel.
Braden
115
Braden
Braadtabel
Product
Gevogelte
Eend tot 2 kg, gevuld
Stap
Eend tot 2 kg, niet gevuld
Eendenborst, roze
Eendenborst, door‐ bakken
Gans, 4,5 kg
Kip, heel
Kippenbouten
Kalkoenrollade, ge‐ vuld/niet gevuld
Kalkoenborst
1
2
3
1
2
1
2
3
1
2
3
1
2
3
3
4
1
2
1
2
3
1
2
3
1
2
3
Oven‐ functie
[°C]
[%]
[min]
[°C]
190
100
190
225
150
Stand 3
200
225
Stand 3
190
140
200
170
Stand 3
190
100
190
190
100
190
Stand 3
30
Stand 3
Stand 3
30
Stand 3
30
30
270
23
20
60
2–12
30–25
13–18
0–7
20
100
4–8
85
0–9
15
20
7–13
15
20
7–13
5
20
140
23
20
100
23
95
0
0
40
75
–
65
–
40
80
–
0
55
0
0
0
0
0
0
0
0
40
80
–
40
80
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
116
Product
Kalf
Filet/rug (braadvlees) rood medium doorbakken
Filet/rug (gourmetbraadvlees)
Rood*
Stap
–
–
– medium*
3
4
1
2
5
3
4
1
2
Filet (gourmet-braad‐ vlees) doorbakken*
3
4
1
2
5
6
Rug (gourmet-braad‐ vlees) doorbakken*
3
4
1
2
5
6
Oven‐ functie
65
90
[°C]
175
165
160
Stand 3
Stand 3
60
60
Stand 3
Stand 3
100
65
70
Stand 3
Stand 3
100
65
90
200
Stand 3
Stand 3
100
200
0
0
0
49
51
0
0
0
49
–
–
–
0
0
0
49
68
–
0
0
0
49
68
–
[%]
Braden
[min]
[°C]
10
10
20
60
60
10
8
30
30
10
10
20
60
80
5
10
10
20
60
50
5
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
45
55
75
–
–
–
–
–
–
–
–
–
117
Braden
Product
Schenkel
Stoofvlees*
Lam
Bout
Lamsrug/-kroon medium* doorbakken*
Varken
Filet
Casselerrib
Braadvlees met zwoerd
Kotelet
Rund
Filet (braadvlees) rood medium doorbakken
118
3
4
1
2
3
4
1
2
1
2
1
2
3
1
2
–
1
2
Stap
1
2
3
1
2
Oven‐ functie
[°C]
100
190
Stand 3
Stand 3
100
[%]
84
–
0
0
84
[min]
155
17
10
10
165
[°C]
–
–
–
–
Stand 3
100
Stand 3
Stand 3
30
75
Stand 3
Stand 3
30
100
–
57
–
–
0
57
–
–
0
47
18
190
10
8
30
40
10
10
30
100
200
200
130
225
100
165–185
180
130
–
0
100
54
84
–
50
30
–
30
–
40
120
20–25
30
–
–
–
–
–
75
75
–
75
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
175
170
165
–
–
–
–
–
–
45
55
75
Product
Filet (gourmet-braad‐ vlees)
Rood*
Stap medium*
3
4
1
2
5
3
4
1
2
Filet (gourmet-braad‐ vlees) doorbakken*
3
4
1
2
5
6
Rosbief (braadvlees) rood medium doorbakken
Rosbief (gourmetbraadvlees)
Rood*
–
–
– medium*
3
4
1
2
5
3
4
1
2
Oven‐ functie
[°C]
[%]
Stand 3
Stand 3
60
60
Stand 3
Stand 3
100
65
70
0
0
0
49
51
0
0
0
49
Stand 3
Stand 3
100
65
90
200
0
0
0
49
68
–
10
10
20
60
105
8
175
170
165
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
45
55
75
Stand 3
Stand 3
60
60
Stand 3
Stand 3
100
65
70
0
0
0
49
51
0
0
0
49
Braden
[min]
[°C]
10
10
30
30
10
10
20
60
60
10
10
30
30
10
10
20
60
60
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
119
Braden
Product doorbakken*
Rollade**
Stoofvlees**
Wild
Hertenrug medium* doorbakken*
Hertenbout
Reerug medium* doorbakken*
Stap
1
2
3
1
2
3
3
4
1
2
5
6
Oven‐ functie
[°C]
Stand 3
Stand 3
100
65
90
200
Stand 3
Stand 3
100
Stand 3
Stand 3
100
0
0
84
0
0
84
[%]
0
0
0
49
68
–
10
10
120
10
10
205
[min]
10
10
20
60
135
8
–
–
–
–
–
–
[°C]
–
–
–
–
–
–
1
2
3
3
4
1
2
3
4
1
2
1
2
3
4
1
2
Stand 3
Stand 3
30
75
Stand 3
Stand 3
30
100
Stand 3
100
–
–
0
47
–
–
0
52
–
57
10
13
30
107
10
7
30
40
20
160
Stand 3
Stand 3
30
75
Stand 3
Stand 3
100
–
–
0
47
–
–
47
10
10
15
55
10
10
84
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
120
Braden
Product
Reebout
Everzwijnbout
Stap
1
2
1
2
Oven‐ functie
[°C]
Stand 3
100
Stand 3
100
[%]
–
57
–
57
[min]
20
130
20
145
Diversen
Struisvogel
Rood* medium* doorbakken*
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
Stand 3
Stand 3
30
65
Stand 3
Stand 3
30
80
Stand 3
Stand 3
30
100
–
–
0
49
–
–
0
66
–
–
0
57
10
8
15
157
10
13
15
157
10
13
30
142
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Temperatuur/grilleerstand / Vochtigheid / Bereidingstijd / Kerntemperatuur
Combi-koken - Hetelucht plus / Combi-koken - Grill groot / Combikoken - Boven-Onderwarmte / Grill groot / Circulatiegrill
[°C]
–
–
–
–
* Plaats tijdens de eerste stap de universele bakplaat op het 2e niveau van onderen en het rooster zonder voedingsmiddel op het 3e niveau van onderen in de oven. Verwarm de oven voor. Leg bij begin van de tweede stap het voedingsmiddel op het voorverwarmde rooster.
** Plaats tijdens de eerste stap de universele bakplaat zonder voedingsmiddel op het 3e ni‐ veau van onderen in de oven. Verwarm de oven voor. Leg bij begin van de tweede stap het voedingsmiddel op de voorverwarmde universele bakplaat.
121
Bakken
Een behoedzame behandeling van levensmiddelen is belangrijk voor uw gezondheid.
Taart, pizza, frieten of dergelijke mo‐ gen slechts goudgeel worden gebak‐ ken, niet donkerbruin.
Hetelucht Plus
Voor bakken op meerdere niveaus.
Verlaag de temperaturen die voor
"Boven-Onderwarmte" worden aan‐ gegeven bij "Hetelucht plus" met
20 °C.
Boven-/onderwarmte
Voor het bakken van traditionele re‐ cepten en het bereiden van soufflés.
Gebruik voor het bakken niet meer dan één niveau.
Gebruik voor plaatkoek het derde ni‐ veau en voor taart/cake in een vorm het tweede niveau van onderen.
Als u een oud kookboek of een oud recept gebruikt, raden wij u aan de temperatuur 10 °C lager in te stellen dan in het recept staat aangegeven.
De bereidingstijd verandert niet.
Bovenwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de baktijd, als het product aan de bo‐ venkant bruiner moet worden.
Voor het gratineren en bruineren van ovenschotels
Onderwarmte
Kies deze functie tegen het einde van de baktijd, als het product aan de on‐ derkant bruiner moet worden.
Taart/cake speciaal
Voor roerdeeg en diepvries-krakelingen.
Intensief bakken
Voor het bakken van taarten met een vochtige vulling (bijvoorbeeld kwark‐ taart, pruimentaart of quiche) en ook voor taarten/gerechten met bovenlaag en niet-voorgebakken bodem (bijvoor‐ beeld pizza).
Gebruik voor het bakken het onder‐ ste niveau.
Combi-koken
Brood, broodjes en bladerdeeg krijgen een glanzend oppervlak als u deze pro‐ ducten tijdens de 1e stap bewasemt
(maximale vochthoeveelheid, lage tem‐ peratuur). Tijdens het bruineren moet de vochthoeveelheid groot en de tem‐ peratuur hoog zijn. Tijdens het drogen moet de vochthoeveelheid laag en de temperatuur hoog zijn.
122
Bakken
Aanwijzingen voor het bakken
Vetfilter
Haal als u wilt bakken de vetfilter uit de achterwand, omdat het gebak an‐ ders niet overal even bruin wordt (uit‐ zondering: pruimentaart en royaal be‐ legde pizza).
Bakvormen
Gebruik voor het bakken bij voorkeur donkere bakvormen. Dergelijke vor‐ men nemen de warmte goed op en geven deze snel door aan het deeg.
Blanke bakvormen daarentegen re‐ flecteren de warmte.
In blanke bakvormen neemt de berei‐ dingstijd toe.
Als u cakes en dergelijke in langwer‐ pige vormen bakt, plaats deze dan in lengterichting in de oven. Op die ma‐ nier is de warmteverdeling in de vorm optimaal en bereikt u een gelijkmatig bakresultaat.
Universele bakplaat
De universele bakplaat is PerfectCleanveredeld. Deze coating heeft uitste‐ kende anti-aanbakeigenschappen.
Hierdoor hoeft u de plaat voor het bak‐ ken niet in te vetten.
Bakpapier
Gebruik alleen bakpapier voor:
– Gebak waarbij tijdens de deegberei‐ ding natronloog is toegepast (harde krakelingen en dergelijke). Natron‐ loog kan het PerfectClean-veredelde oppervlak aantasten.
– Deegsoorten die vanwege hun hoge eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven, zoals deeg voor biscuit, schuimge‐ bak of makronen.
– Bladerdeeg
Diepvriesproducten
Stel voor het bakken van diepvries‐ producten (frieten, kroketten, taart, pizza, stokbrood, etc.) de laagste temperatuur in die de fabrikant aan‐ geeft.
Bak diepvriestaarten, -pizza's en stokbroden op het rooster, waarop u bakpapier heeft gelegd.
De universele bakplaat kan bij deze diepvriesproducten kromtrekken en mogelijk niet meer uit de oven wor‐ den gehaald als de plaat heet is.
Voor diepvriesproducten zoals patat, kroketten en dergelijke kunt u de uni‐ versele bakplaat wel gebruiken. Leg deze producten op bakpapier en be‐ reid ze behoedzaam. Keer de pro‐ ducten regelmatig om.
123
Bakken
Niveau
Bak maximaal op 2 niveaus. Als u op
2 niveaus tegelijk wilt bakken, volg dan de aanwijzingen van de automa‐ tische programma's.
Opmerkingen omtrent de bak‐ tabel
Houd in principe de laagste tempera‐ tuur uit de tabel aan.
Kies geen hogere temperatuur dan in de tabel staat aangegeven. Een hoge temperatuur verkort weliswaar de baktijd, maar het gebak wordt vaak niet gelijkmatig bruin en onder on‐ gunstige omstandigheden ook niet gaar.
Controleer na afloop van de kortste bereidingstijd of het gebak gaar is.
Prik daartoe met een houten stokje in het gebak. Als er geen deeg aan blijft zitten, is het gebak gaar.
124
Bakken
Baktabel
Product
Biscuitdeeg
Bakplaat
Springvorm:
Bladerdeeg
Gevuld
Klein gebak*
Soezendeeg
Soezen/éclairs
Gistdeeg
Bagels
Stokbrood, spelt‐ brood
Boterkoek
Croissants
Driegranenbrood
Plat brood
3
4
1
2
–
–
–
–
1
2
3
1
2
3
4
1
2
1
2
3
4
1
2
1
2
3
Stap Oven‐ functie
[°C]
150–180
160–170
100
190–210
190–210
190–210
180
150–185
100
200
40
50
210
180–210
160
120–165
90
160
160–190
30
150
150
40
50
210
155–190
[%] [min]
–
–
100
90
75
0
–
0
90
0
100
90
0
100
0
100
100
50
0
100
50
0
100
100
0
0
15
10
2
10
27
10
24
8
4
6
30
15
10
100
10
2
6
25
125
25
25–35
7
10
5
6
15
50
Bakken
Product
Gistkoek
Blikbrood (wit‐ brood in vorm)
Kruidenbroodjes
Meergranenbrood‐ jes
Pizza/pruimentaart
Schweizer Zopf
Kerstbrood
Kruimelkoek
Zoete broodjes
Volkorenbrood
Witbrood
Tarwebroodjes
126
Stap
3
4
1
2
3
4
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
–
3
4
1
2
1
2
3
3
4
1
2
1
2
3
4
1
2
[°C]
40
50
200
160–200
40
50
210
220
155
200
155
210
175–205
90
170–210
150
130–160
30
160
130–180
40
50
200
200
40
50
210
190–215
40
50
210
170–210
155
200
Oven‐ functie
[%]
100
100
50
0
100
100
50
0
100
50
100
0
90
0
90
0
–
100
90
0
100
100
50
0
100
100
50
0
100
100
50
0
90
0
[min]
8
2
10
12
8
4
6
25–50
9
15–25
9
20–30
35
6
45
30
30
30
25
10
8
2
10
8–13
8
4
6
30
8
4
6
30
9
20–30
Product
Tarwebrood
Uienbrood
Kneeddeeg
Klein gebak
Vorm met droog beleg
Vorm met vochtig beleg*
Plaat met beleg
Kwark-oliedeeg
Zoete broodjes
Pizza
Bakplaat
Roerdeeg
Bakvorm
Plaatkoek met vruchten
Klein gebak
–
–
–
–
–
1
2
3
Stap
3
4
1
2
–
1
2
–
1
2
–
Oven‐ functie
[°C]
40
50
210
180–220
190
[%]
100
100
50
0
–
Bakken
[min]
8
4
6
30
25–35
185
185
200
210
190
170–190
0
0
–
50
0
85
6
10–15
35
15
20–30
35–45
50
165
165
155–185
160–180
170–190
170–190
150–190
–
–
95
100
50
0
–
–
5
5
14–26
30
45–55
55
40
25
127
Bakken
Product
Laagjescake
Zuurdesem
Rogge-tarwe‐ brood
Roggebrood
Stap
–
1
2
3
1
2
Oven‐ functie
[°C]
Stand 3
210
190–210
210
210
155–170
[%]
–
50
0
60
0
0
[min]
2–3**
5
50
6
6
60
Appelstrudeldeeg
Appelstrudel 1
2
30
190
90
0
7
35–60
Temperatuur/grilleerstand / Vochtigheid / Bereidingstijd
Combi-koken - Hetelucht plus / Combi-koken - Boven-Onderwarmte /
Boven-Onderwarmte / Hetelucht plus / Intensief bakken / Taart/cake spe‐ ciaal / Grill groot
* Ovenruimte zonder voedingsmiddel voorverwarmen
** Per laag
128
Verbrandingsgevaar!
De deur van het apparaat moet tijdens het grilleren dicht zijn, omdat de bedieningselementen anders te heet worden.
Voor de ovenfuncties
Grote grill
,
Kleine grill
en
Combinatiegaren
|
Grote grill
kunt u de spijzenthermometer niet ge‐ bruiken.
Grill groot
Voor het grilleren van grote hoeveelhe‐ den plat vlees en voor bruineren (grote vormen)
Grill klein
Voor het grilleren van kleine hoeveelhe‐ den plat vlees en voor bruineren (kleine vormen)
Circulatiegrill
Voor het grilleren van gerechten met een relatief grote doorsnede, zoals ge‐ vogelte of een rollade
Grilleren
Aanwijzingen voor het grilleren
Leg het te grilleren product op het rooster met de universele bakplaat eronder.
Leg bij het grilleren van vis bakpapier onder de vis dat ongeveer even groot is als de vis.
Schuif het voedingsmiddel in de kou‐ de ovenruimte. Voor grilleren hoeft u de stoomoven niet voor te verwar‐ men.
Grilleer hoge voedingsmiddelen (zo‐ als halve kippen) op het middelste ni‐ veau. Grilleer vlakke voedingsmid‐ delen (zoals steaks) op het hoogste niveau.
Keer het voedingsmiddel na ²/₃ van de grilleertijd om. Uitzondering: Vis hoeft u niet om te keren.
129
Grilleren
Tips
– Marineer mager vlees of bestrijk het met olie. Andere soorten vet worden snel te donker of leiden tot rookont‐ wikkeling.
– Snijd braadworsten voor het grilleren dwars in.
– Gebruik ongeveer even dikke stuk‐ ken vlees of vis, zodat de grilleer‐ tijden niet te veel verschillen.
– Als tijdens het grilleren het vlees van buiten al een korstje krijgt, terwijl het van binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees op een lager niveau in de oven plaatsen of op een lagere stand verder grilleren.
– Als u wilt controleren of het vlees vol‐ doende gaar is, druk dan met een le‐ pel op het vlees.
– Als het nog veerkrachtig aanvoelt, is het vlees van binnen nog rood.
– Als het een beetje meegeeft, is het vlees van binnen roze ("medium").
– Als het bijna niet meegeeft, is het door en door gaar ("doorbakken").
130
Grilltabel
Product
Vis
Forel
Zalm
Makreel
Vlees/worst
Gehakt
Braadworst vers / voorge‐ kookt
Diversen
Toast brui‐ neren
Toast, belegd
Maïs (kolf)
Ovenfunctie
[°C]
Stand 3
180
Stand 3
Stand 3
Stand 3
Stand 3
Stand 3
Stand 3
[%]
–
–
–
–
–
–
–
30
Temperatuur/grilleerstand / Vochtigheid / Bereidingstijd
Grill groot / Circulatiegrill / Combi-koken - Grill groot
Grilleren
[min]
25–30
35
25
20
15–20
5–8
8–15
23
131
Instellingen
Menu "Instellingen" oproepen
Kies
Instellingen
.
Er verschijnt een keuzelijst met instel‐ lingen.
U kunt nu de instellingen controleren of wijzigen.
Het vinkje achter een menupunt geeft aan welke instelling actief is.
U kunt instellingen alleen wijzigen als op dat moment geen bereiding plaats‐ vindt.
Instellingen wijzigen en opslaan
Kies
Instellingen
.
Blader in de keuzelijst, totdat de ge‐ wenste instelling verschijnt.
Druk op de sensortoets naast de in‐ stelling. Kies eventueel de gewenste instelling uit een lager niveau.
Wijzig de instelling.
Bevestig met OK.
Druk op , totdat het hoofdmenu verschijnt of kies een andere instel‐ ling.
132
Overzicht van de instellingen
Menupunt
Taal
Tijd
Mogelijke instellingen
... / deutsch
/ english
/ ...
Land
Weergave
Aan
/
Uit
* /
Nachtuitschakeling
Tijdsformaat
24 uur
* /
12 uur
Instellen
Datum
Verlichting
Lichtsterkte display
Aan
/
15 seconden "Aan"
*
Akoestische aanwijzingen Melodie
Toetsgeluid
Solo-toon
Eenheden
Warmhouden
Automatisch spoelen
Stoomreductie
Gewicht g
* / lb
/ lb:oz
Temperatuur
°C
* /
°F
Aan
/
Uit *
Aan * / Uit
Aan
* /
Uit
Voorgeprogr. temp.
Veiligheid
Waterhardheid
Handelaar
Fabrieksinstellingen
Vergrendeling
Aan
/
Uit
*
Toetsenvergrendeling
Aan
/
Uit
*
Zacht
Gemiddeld
Hard
*
Demo-functie
Aan
/
Uit
*
Instellingen
Eigen programma's
Voorgeprogr. temp.
* Fabrieksinstelling
Instellingen
133
Instellingen
Taal
U kunt uw eigen taal en land instellen.
Nadat u uw keuze heeft gemaakt en be‐ vestigd, verschijnt in het display met‐ een de gekozen taal.
Tip: Tip: Als u per ongeluk een taal heeft gekozen die u niet beheerst, kunt u aan de hand van het symbool ge‐ makkelijk weer terug naar het submenu
Taal
.
Kloktijd
Weergave
Kies de gewenste weergave van de dagtijd voor de uitgeschakelde stoom‐ oven:
–
Aan
De dagtijd is altijd in het display te zien. Met de betreffende sensortoets kunt u meteen de verlichting inen uitschakelen, de kookwekker gebruiken of het bedieningspaneel
openen.
–
Uit
Het display is donker. U bespaart zo energie. U moet de oven inscha‐ kelen, voordat u deze kunt bedienen.
Dit geldt ook voor de "Verlichting
", de functie "Kookwekker " en het openen van het bedieningspa‐ neel .
–
Nachtuitschakeling
Om energie te besparen, is de dag‐ tijd alleen tussen 5 en 23 uur te zien.
De resterende tijd is het display don‐ ker.
Tijdformaat
U kunt het tijdformaat van de dagtijd kiezen:
–
24 uur
De dagtijd wordt in het 24-uurs-for‐ maat weergegeven.
–
12 uur
De dagtijd wordt in het 12-uurs-for‐ maat weergegeven.
Instellen
U stelt de uren en de minuten in.
Na een stroomstoring verschijnt de actuele dagtijd weer. De stoomoven bewaart de informatie ca. 200 uur in het geheugen.
Datum
Met deze functie stelt u de datum in.
De datum verschijnt bij uitgescha‐ kelde stoomoven alleen als u kiest voor de instelling
Tijd
|
Weergave
|
Aan
.
134
Instellingen
Verlichting
–
Aan
De ovenverlichting blijft tijdens de hele bereiding ingeschakeld.
–
15 seconden "Aan"
De verlichting wordt tijdens een be‐ reiding na 15 seconden uitgescha‐ keld. Als u op drukt, wordt de ver‐ lichting weer 15 seconden ingescha‐ keld.
Lichtsterkte display
De instelling van de lichtsterkte van het display kunt u aflezen op een balkje met zeven segmenten.
Kies
Donkerder
of
Lichter
, om de licht‐ sterkte te wijzigen.
Akoestische signalen
Melodieën
Als een functie is beëindigd, hoort u met tussenpozen meermaals een melo‐ die.
De instelling van het volume kunt u afle‐ zen op een balkje met zeven seg‐ menten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het maximale volume ingesteld. Is geen en‐ kel segment gevuld, dan is het signaal uitgezet.
Kies
Zachter
of
Harder
, om het volume te wijzigen.
Kies
Aan
of
Uit
om de geluidssignalen in of uit te schakelen.
Solo-toon
Als een functie is beëindigd, hoort u enige tijd een continu signaal.
De toonhoogte van dit signaal wordt weergegeven op een balkje.
Kies
Minder
of
Hoger
, om de licht‐ sterkte te wijzigen.
135
Instellingen
Toetssignaal
Telkens als u een toets aanraakt, klinkt er een akoestisch signaal.
De instelling van het volume kunt u afle‐ zen op een balkje met zeven seg‐ menten.
Als alle segmenten gevuld zijn, is het maximale volume ingesteld. Is geen en‐ kel segment gevuld, dan is het signaal uitgezet.
Kies
Zachter
of
Harder
, om het volume te wijzigen.
Kies
Aan
of
Uit
om het toetssignaal in of uit te schakelen.
Eenheden
Gewicht
– g
Bij de automatische programma's wordt het gewicht van de voedings‐ middelen in gram weergegeven.
– lb
Bij de automatische programma's wordt het gewicht van de voedings‐ middelen in pond weergegeven.
– lb:oz
Bij de automatische programma's wordt het gewicht van de voedings‐ middelen in pond/ounce weergege‐ ven.
Temperatuur
–
°C
De temperatuur wordt in graden Cel‐ sius weergegeven.
–
°F
De temperatuur wordt in graden Fah‐ renheit weergegeven.
136
Instellingen
Warmhouden
Houdt u er rekening mee dat bepaalde gerechten, zoals vis, door het warm‐ houden nog gaarder worden.
–
Aan
Bij de functie stomen
Koken met stoom
wordt ook een warmhoudfunc‐ tie geactiveerd, als u een tempera‐ tuur van minimaal. 80 °C instelt. Als u het gerecht na de bereiding niet uit de stoomoven haalt, wordt deze functie na ca. 5 minuten ingescha‐ keld. In het display verschijnt
Warmhouden
. Het gerecht wordt nu ca. 15 minuten warmgehouden op een tem‐ peratuur van 70 °C. Als u de deur opent of de verlichte toetsen aan‐ raakt of wordt de warmhoudfunc‐ tie afgebroken.
–
Uit
De warmhoudfunctie is uitgescha‐ keld.
Automatisch spoelen
Nadat u de stoomoven heeft uitgescha‐ keld, verschijnt na een bereiding met stoom de melding
Het apparaat wordt gespoeld
in het display.
Met deze functie worden eventueel aanwezige resten van voedingsmid‐ delen uit het systeem gespoeld.
U kunt het automatische spoelen uit- of inschakelen.
Stoomreductie
–
Aan
Als u met een temperatuur vanaf ca. 80 °C (stomen) werkt of met 80–
100 °C en 100 % vochtigheid (com‐ bi-koken), wordt na afloop van de bereiding automatisch de stoomre‐ ductie geactiveerd. Door deze functie komt er minder stoom vrij als u de ovendeur opent. In het display ver‐ schijnen
Stoomreductie
en
Proces afgerond
.
–
Uit
Als u de stoomreductie uitzet, wordt automatisch ook de functie
Warmhouden
uitgezet. Er komt veel stoom vrij als u de deur opent bij uitgescha‐ kelde stoomreductie.
137
Instellingen
Voorgeprogrammeerde tempe‐ raturen
Als u vaak met afwijkende temperaturen werkt, kan het zinvol zijn de voorgepro‐ grammeerde temperaturen te wijzigen.
Zodra u het menupunt heeft opgeroe‐ pen, verschijnt de keuzelijst met de ovenfuncties.
Kies de gewenste functie.
Als u een ovenfunctie kiest, licht de voorgeprogrammeerde temperatuur op.
Tegelijk verschijnt het bereik waaruit u kunt kiezen.
Wijzig de voorgeprogrammeerde temperatuur.
Bevestig met OK.
Veiligheid
Vergrendeling
De vergrendeling voorkomt dat de stoomoven onbedoeld wordt ingescha‐ keld.
Als de vergrendeling geactiveerd is, kunt u nog wel een kookwekkertijd in‐ stellen.
De vergrendeling blijft ook na een stroomstoring actief.
–
Aan
De vergrendeling wordt geactiveerd.
Voordat u de stoomoven kunt ge‐ bruiken, nadat u hem hebt ingescha‐ keld, houdt u het symbool minimaal
6 seconden ingedrukt.
–
Uit
De vergrendeling is gedeactiveerd. U kunt de stoomoven gewoon ge‐ bruiken.
138
Toetsenvergrendeling
Deze vergrendelingsfunctie voorkomt dat een bereidingproces onbedoeld wordt uitgeschakeld of dat instellingen worden gewijzigd.
–
Aan
De toetsenvergrendeling is geacti‐ veerd. Voordat u de sensortoetsen weer kunt gebruiken, moet u de sen‐ sortoets naast "OK" eerst minimaal 6 seconden ingedrukt houden. De ver‐ grendeling wordt dan voor korte tijd gedeactiveerd.
–
Uit
De toetsenvergrendeling is gedeacti‐ veerd. Alle sensortoetsen reageren bij aanraking meteen.
Instellingen
Waterhardheid
Het toestel is vanuit fabriek op water‐ hardheid
Hard
ingesteld. Om ervoor te zorgen dat de stoomoven correct func‐ tioneert en op het juiste moment wordt ontkalkt, moet u de stoomoven op de waterhardheid van uw regio instellen.
Hoe hoger het kalkgehalte, des te har‐ der is het water en des te vaker moet de stoomoven worden ontkalkt.
–
Zacht
< 8,4 °dH, < 1,5 mmol/l
–
Gemiddeld
8,4 - 14 °dH, 1,5 - 2,5 mmol/l
–
Hard
> 14 °dH, >2,5 mmol/l
139
Instellingen
Demomodus voor de vakhan‐ del
Met deze functie kan de vakhandel de stoomoven presenteren, zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld (demofunctie). Voor particulier gebruik is deze instelling niet relevant.
Demo-functie
Hebt u de demo-functie geactiveerd, dan verschijnt
Demo-functie ingeschakeld. De verwarming werkt niet
, zodra u de stoomoven inschakelt.
–
Aan
De demo-functie wordt geactiveerd als u de sensortoets naast "OK" mi‐ nimaal 4 seconden ingedrukt houdt.
–
Uit
De demo-functie wordt gedeacti‐ veerd als u het veld "OK" minimaal 4 seconden ingedrukt houdt. Daarna kunt u de stoomoven gewoon weer gebruiken.
Fabrieksinstellingen
–
Instellingen
Alle instellingen worden weer op de fabrieksinstellingen gezet.
–
Eigen programma's
Alle eigen programma's worden ge‐ wist.
–
Voorgeprogr. temp.
De gewijzigde voorgeprogrammeerde temperaturen worden weer op de fa‐ brieksinstellingen gezet.
140
Gegevens voor testinstellingen
Testgerechten stomen
Voer de tests uit, zoals beschreven in de daarvoor geldende (concept-) normen
(DIN EN 50304 / DIN EN 60350).
Testgerecht Stoomoven‐ pannen
Hoe‐ veel‐ heid [g]
Stoomtoevoer max.
2
Broccoli (8.1) 1 x DGGL 12
Erwten (8.3) 2x DGGL 12 Telkens
1500
1, 3
Broccoli (8.2) 1 x DGGL 20
Stoomverdeling
300 2
Vermogen bij maximale belading
[°C]
100
100
100
Niveau(s) van onderen / Temperatuur / Ovenfunctie / Stomen /
Bereidingstijd
[min]
3
3
**
* Plaats het testgerecht in de koude oven (voordat de opwarmfase begint).
** De test is beëindigd als de temperatuur op de koudste plek 85 °C is.
141
Gegevens voor testinstellingen
Testgerechten volgens EN 50304 / EN 60350 (ovenfuncties)
Testgerecht
Spritsen
Bakvorm
1 bakplaat
Ovenfunc‐ tie
3
[°C]
**
[min]
Voor‐ verwar‐ men nee
Smallcakes
Biscuittaart
Appeltaart, af‐ gedekt
Toast
Biefstuk
2 bakplaten
1 bakplaat
1 bakplaat
1 springvorm
26 cm (op roos‐ ter)
1 springvorm
20 cm (op roos‐ ter)
Rooster
Rooster op uni‐ versele bakplaat
1, 3 *
3
2
2
2
2
2
4
4
140
140
140
150
180
180
160
36–42
(36)
40–46
(41)
26–30
(28)
30–34
(30)
31–34
(31)
22–26
(24)
100–110
(105)
160 88–92
(90)
3 Stand 3
Stand 3 Kant 1
14
Kant 2
10 nee ja nee nee ja nee ja
6 min
5 min
ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee
Niveau van onderen / Temperatuur/grilleerstand / Bereidingstijd / "Snel op‐ warmen" kiezen
Hetelucht plus / Boven-Onderwarmte / Grill groot / Taart/cake speciaal
* Haal een bakplaat uit de oven, zodra het gebak voldoende bruin is, ook als de bereidings‐ tijd nog niet verstreken is.
** De waarde tussen haakjes is de optimale bereidingstijd.
Energie-efficiëntieklasse
De energie-efficiëntieklasse A+ van het apparaat is vastgesteld op basis van
EN 50304 en heeft betrekking op de meetwaarden bij de ovenfunctie
Bruineren
.
142
Reiniging en onderhoud
Letselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die on‐ der spanning staan en een kortslui‐ ting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de stoomoven nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen wanneer u onge‐ schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Vooral de voorzijde van de stoom‐ oven wordt door de ovenreiniger be‐ schadigd.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen krassen glasbreuk tot gevolg heb‐ ben.
Verwijder resten van reinigingsmid‐ delen onmiddellijk.
Door ernstige verontreinigingen kan de stoomoven beschadigd raken.
Reinig de ovenruimte, de binnenkant van de deur en de deurdichting, zo‐ dra deze zijn afgekoeld. Hoe langer u wacht, des te moeilijker wordt het om de verontreinigingen te verwij‐ deren. Soms lukt dat helemaal niet meer.
Gebruik voor de reiniging geen pro‐ fessionele afwasmiddelen, maar al‐ leen normale huishoudelijke afwas‐ middelen.
Gebruik geen aliphatische koolwa‐ terstofhoudende reinigings- of spoel‐ middelen. Daardor kunnen afdich‐ tingen zwellen.
Reiniging en onderhoud
Laat de stoomoven voor iedere reini‐ ging afkoelen.
Maak heel de stoomoven en alle toe‐ behoren na elk gebruik schoon en wrijf alles droog of laat alles drogen.
Sluit de ovendeur pas wanneer de ovenruimte droog is.
Als u het toestel gedurende een langere periode niet gebruikt (bijvoor‐ beeld tijdens vakanties), reinig het dan nog eens grondig om geurvorming, etc. te voorkomen. Laat de ovendeur daarna openstaan.
143
Reiniging en onderhoud
Ongeschikte reinigingsmidde‐ len
Om beschadigingen aan de oppervlak‐ ken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt:
– soda-, ammoniak-, zuur- en chloride‐ houdende reinigingsmiddelen,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloeibaar schuurmid‐ del en reinigingssteen,
– oplosmiddelhoudende reinigingsmid‐ delen,
– reinigingsmiddelen voor roestvrij staal,
– reinigingsmiddelen voor vaatwassers.
– glasreinigers,
– reinigingsmiddelen voor keramische kookplaten,
– schurende harde borstels en spons‐ jes (zoals pannensponsjes en ge‐ bruikte sponsjes die nog resten schuurmiddel bevatten),
– vlekkensponsjes,
– scherpe metaalschrapers,
– staalwol,
– speciale spiraalsponsjes,
– puntreiniging met mechanische reini‐ gingsmiddelen,
– ovensprays.
Stoomovenfront
Reinig de oppervlakken met een schone doek, lauwwarm water en rei‐ nigingsmiddel. U kunt ook een schoon, vochtig microvezeldoekje zonder reinigingsmiddel gebruiken.
Wrijf het front na elke reiniging droog met een zachte doek.
144
Reiniging en onderhoud
PerfectClean
De oppervlakken van de ovenruimte en de geleiderails zijn PerfectClean-ver‐ edeld. Door de veredeling krijgt het ma‐ teriaal een glanzende uitstraling.
PerfectClean-veredelde oppervlakken kenmerken zich door goede anti-aan‐ bakeigenschappen en een eenvoudige reiniging.
Voor een optimaal resultaat moet u de oppervlakken na elk gebruik reinigen.
Als het PerfectClean-oppervlak door eerdere verontreinigingen bedekt is, neemt de anti-aanbakwerking af. Bij herhaaldelijk gebruik zonder tussen‐ tijdse reiniging zijn verontreinigingen moeilijker te verwijderen.
Vruchtensap of deeg, dat bijvoorbeeld uit een slecht sluitende bakvorm is ge‐ lopen, kunt u het beste verwijderen als de ovenruimte nog warm is.
Overgelopen vruchtensap kan blijvende verkleuringen tot gevolg hebben. Der‐ gelijke verkleuringen hebben echter geen effect op de eigenschappen van de veredeling.
Verwijder alle resten van het reini‐ gingsmiddel. Resten reinigingsmid‐ del hebben een negatief effect op de anti-aanbakwerking.
Om PerfectClean-veredelde opper‐ vlakken niet te beschadigen, dient u bij de reiniging het volgende te ver‐ mijden:
– schurende reinigingsmiddelen, zoals schuurpoeder, vloeibaar schuurmid‐ del en reinigingssteen,
– reinigingsmiddelen voor keramische kookplaten,
– reinigingsmiddelen voor keramische platen en roestvrij staal,
– staalwol,
– schurende sponsjes (bijvoorbeeld schuursponsjes of gebruikte spons‐ jes die nog resten van een schuur‐ middel bevatten),
– ovensprays.
– reiniging in de afwasautomaat,
– puntreiniging met mechanische reini‐ gingsmiddelen,
145
Reiniging en onderhoud
Gebruik voor het reinigen van de ovenruimte nooit ovenspray, omdat bij dergelijke middelen bijna altijd resten achterblijven.
Ovenruimte
Het oppervlak van de ovenruimte is
PerfectClean-veredeld.
Houdt u zich aan de reinigings- en onderhoudsvoorschriften uit de ru‐ briek "PerfectClean".
Om de ovenruimte gemakkelijker te kunnen reinigen, kunt u de ovendeur
(zie de rubriek "Deur") en de geleide‐ rails verwijderen (zie de rubriek "Ge‐ leiderails").
Na een bereiding met stoom
Verwijder
– condens met een spons of spons‐ doekje.
– lichte vetresten met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel en warm water.
Spoel na elke reiniging met schoon water af, totdat alle resten reinigings‐ middel zijn verwijderd.
Wrijf de ovenruimte en de binnenkant van de deur vervolgens met een doek droog.
Tip: Daarna kunt u het apparaat auto‐ matisch laten drogen (zie "Onderhoud –
Drogen").
Na braden, grilleren of bakken
Reinig de ovenruimte na elk braden of bakken. Verontreinigingen bran‐ den anders in en zijn dan niet meer te verwijderen.
Reinig de ovenruimte en de binnen‐ kant van de deur met een schoon keukensponsje, heet water en afwas‐ middel. U kunt eventueel ook de har‐ de kant van het sponsje gebruiken.
Spoel na elke reiniging met schoon water af, totdat alle resten reinigings‐ middel zijn verwijderd.
Wrijf de ovenruimte en de binnenkant van de deur vervolgens met een doek droog.
Tip: Het reinigen gaat eenvoudiger als u verontreinigingen met een sopje van af‐ wasmiddel vochtig maakt en het geheel enkele minuten laat inweken. U kunt ook het programma
Onderhoud
|
Inweken instellen (zie "Onderhoud – Inweken").
146
Bodemzeef
Reinig de bodemzeef na elk gebruik en droog de zeef weer af.
Verkleuringen en kalkafzettingen op de zeef kunt u ook met azijn verwij‐ deren. Spoel de bodemzeef daarna met schoon water af.
Deurdichting
Reinig de deurdichting tussen de binnenkant van de deur en de oven‐ ruimte na elke bereiding met bakken en braden. Door vetresten kan de dichting brokkelig worden en breken.
Reinig de deurdichting met een schoon, vochtig microvezeldoekje zonder einigingsmiddel. U kunt ook een schoon sponsdoekje, afwasmid‐ del en warm water gebruiken.
Droog de dichting na elke reiniging met een zachte doek af.
Vervang de deurdichting als deze be‐ schadigd is of brokkelig is geworden.
U kunt de deurdichting bij Miele bestel‐ len (zie achter in deze gebruiksaanwij‐ zing).
Reiniging en onderhoud
Vetfilter
Reinig de vetfilter altijd na een berei‐ ding met braden.
De vetfilter is vaatwasmachinebe‐ stendig.
Trek het filter er naar boven toe uit.
Reinig de vetfilter in de afwasauto‐ maat of met een schoon sponsdoek‐ je, afwasmiddel en warm water.
In de afwasautomaat wordt de filter het schoonst als u het plat in het ap‐ paraat legt. Reinigingsmiddelen kun‐ nen het filteroppervlak blijvend ver‐ kleuren. Het functioneren van de filter wordt hierdoor niet beïnvloed.
147
Reiniging en onderhoud
Waterreservoir en condensre‐ servoir
Het water- en condensreservoir zijn vaatwasserbestendig.
Haal het waterreservoir en het con‐ densreservoir na elk gebruik uit het apparaat en giet deze leeg. Duw de reservoirs bij het uitnemen iets om‐ hoog.
Bij het uitnemen van het waterreser‐ voir en het condensreservoir kan wa‐ ter in de ruimte voor de reservoirs druppelen.
Maak de ruimte droog.
Reinig het waterreservoir en het con‐ densreservoir handmatig of in de af‐ wasautomaat.
Droog het waterreservoir en het con‐ densreservoir daarna af. U voorkomt zo kalkafzettingen.
Accessoires
Stoomovenpannen
De ovenpannen zijn vaatwasmachine‐ bestendig.
Reinig de ovenpannen na elk gebruik.
Droog de onderdelen vervolgens weer af.
Blauwe verkleuringen op de oven‐ pannen kunt u met azijn verwijderen.
Spoel de ovenpannen daarna met schoon water af.
Universele bakplaat en combirooster
De oppervlakken van de universele bakplaat en het combirooster zijn
PerfectClean-veredeld.
Reinig de universele bakplaat en het combirooster nooit in de afwasauto‐ maat!
Houdt u zich aan de reinigings- en onderhoudsvoorschriften uit de ru‐ briek "PerfectClean".
Verwijder
– lichte verontreinigingen met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel en warm water,
– grovere verontreinigingen met een schoon keukensponsje, heet water en afwasmiddel. U kunt eventueel ook de harde kant van het sponsje gebruiken.
Spoel na elke reiniging met schoon water af, totdat alle resten reinigings‐ middel zijn verwijderd.
Droog de oppervlakken van de uni‐ versele bakplaat en het combirooster met een doek af.
148
Spijzenthermometer
Leg de spijzenthermometer niet in water en reinig deze nooit in de af‐ wasautomaat. De voeler kan anders beschadigd raken.
Neem de voeler na elk gebruik met een vochtige doek af.
Geleiderails
Het oppervlak van de geleiderails is
PerfectClean-veredeld.
Reinig de geleiderails niet in de af‐ wasautomaat.
Houdt u zich aan de reinigings- en onderhoudsvoorschriften uit de ru‐ briek "PerfectClean".
Reiniging en onderhoud
Verwijder
– lichte verontreinigingen met een schoon sponsdoekje, afwasmiddel en warm water,
– grovere verontreinigingen met een schoon keukensponsje, heet water en afwasmiddel. U kunt eventueel ook de harde kant van het sponsje gebruiken.
Spoel na elke reiniging met schoon water af, totdat alle resten reinigings‐ middel zijn verwijderd.
Droog de geleiderails met een doek af.
Plaats de geleiderails na de reiniging correct terug (zie afbeelding). Druk de geleiderails stevig vast.
Als u de geleiderails niet correct te‐ rugplaatst, werkt de kantel- en uit‐ trekbeveiliging niet goed. Ook kan bij het inschuiven van ovenpannen de temperatuurvoeler beschadigd ra‐ ken.
Haal de geleiderails eerst aan de zij‐ kant los , en dan aan de achterkant
.
149
Reiniging en onderhoud
Onderhoud
De functies
Klaar om
en
Start om
wor‐ den bij
Onderhoud
niet aangeboden.
Inweken
Grovere verontreinigingen na het bra‐ den kunt u met dit programma inweken.
Laat de ovenruimte afkoelen.
Verwijder alle accessoires.
Vul het waterreservoir.
Kies
Onderhoud
|
Inweken
.
Het inweken duurt ca. 10 minuten.
Drogen
In de ovenruimte aanwezig vocht wordt geheel verwijderd, dus ook op ontoe‐ gankelijke plaatsen.
Maak de ovenruimte alvast met een doek droog.
Kies
Onderhoud
|
Drogen
.
Het drogen duurt ca. 20 minuten.
Spoelen
Met deze functie wordt het watersys‐ teem gespoeld. Eventueel aanwezige resten van voedingsmiddelen worden weggespoeld.
Kies
Onderhoud
|
Spoelen
.
Volg de instructies op het display.
Het spoelen duurt ca. 10 minuten.
Ontkalken
Wij adviseren het gebruik van Mieleontkalkingstabletten (zie "Bij te bestel‐ len accessoires"). Deze zijn speciaal voor Miele-apparatuur ontwikkeld, voor een optimaal ontkalkingsproces.
Andere ontkalkingsmiddelen die be‐ halve citroenzuur ook andere zuren bevatten en/of andere ongewenste in‐ houdsstoffen (zoals chloriden), kunnen het toestel beschadigen. Bovendien kan bij een niet juiste concentratie van de ontkalkingsoplossing het gewenste effect niet worden gegarandeerd.
Ontkalkingsoplossing is zuurhou‐ dend.
Als ontkalkingsoplossing op de deur‐ greep of de metalen panelen komt, kunnen vlekken ontstaan.
Veeg ontkalkingsoplossing dadelijk af.
U moet de stoomoven na een bepaalde gebruiksduur ontkalken. Als het mo‐ ment van ontkalken nadert, verschijnt er een melding op het display dat u de stoomoven nog enkele keren kunt ge‐ bruiken. Alleen de bereidingsprocessen met stoom worden geteld. Na de laatste keer wordt de stoomoven ge‐ blokkeerd.
Wij raden u aan de stoomoven te ont‐ kalken voordat hij geblokkeerd wordt.
Tijdens het ontkalkingsprogramma moet u het waterreservoir omspoelen en met vers water vullen. Het condens‐ reservoir moet worden geleegd.
Schakel de stoomoven in en kies
Onderhoud
|
Ontkalken
.
150
Reiniging en onderhoud
In het display verschijnt de melding
Even wachten a.u.b.
. Het ontkalkingspro‐ gramma wordt voorbereid. Dit kan en‐ kele minuten duren. Als de voorberei‐ ding afgesloten is, wordt u verzocht het waterreservoir te vullen.
Vul het waterreservoir tot aan de mar‐ kering en voeg vervolgens 2 Miele ontkalkingstabletten toe.
Schuif het reservoir tot de aanslag in het toestel.
Bevestig met OK.
Giet het condensreservoir leeg.
Bevestig met OK.
In het display verschijnt de resttijd. Het ontkalkingsprogramma start.
Het programma kan alleen in de eerste 6 minuten worden afgebroken.
Zet het toestel niet voor het einde van het ontkalkingsprogramma uit, omdat u het programma anders volledig moet herhalen.
Tijdens het programma moet u het wa‐ terreservoir twee keer omspoelen en met vers water vullen. Het condensre‐ servoir moet worden geleegd.
Volg de aanwijzingen in het display.
Bevestig steeds met "OK".
Na afloop van de resttijd verschijnt in het display
Giet het condens- reservoir leeg
.
Volg de aanwijzing op de display.
Bevestig met OK.
Het ontkalkingsprogramma is beëin‐ digd.
Na het ontkalken:
Verwijder het waterreservoir en het condensreservoir, giet de reservoirs leeg en maak ze weer droog.
Schakel de stoomoven uit.
Maak de ovenruimte droog.
Sluit de deur pas als de ovenruimte helemaal droog is.
151
Reiniging en onderhoud
Deur
Verwijderen
Bereid een plek voor waarop u de deur kunt neerleggen, bijv. een zach‐ te doek.
Open de deur met de greep.
Voordat u de deur kunt loshalen, moet u eerst de vergrendelingsbeugels van de beide scharnieren ontgrendelen.
Ontgrendel de beugels van de beide deurscharnieren. Draai de beugels daarvoor tot aan de aanslag. Ze staan dan schuin.
Letselrisico door de houders van de deur!
De houders van de deur klappen te‐ rug tegen de stoomoven.
Trek de deur nooit in horizontale stand van de houders.
Sluit de deur voorzichtig tot aan de aanslag.
De deur kan beschadigd raken.
De greep van de deur kan afbreken, waardoor de glasplaten van de deur worden beschadigd.
Trek de deur nooit aan de deurgreep omhoog.
Pas op dat de deur niet kantelt bij het uitnemen.
Open de deur helemaal.
152
Reiniging en onderhoud
De deur kan beschadigd raken.
De deur kan van de houders losra‐ ken en worden beschadigd, als de beugels niet zijn vergrendeld.
Vergrendel de beugel altijd na het te‐ rugplaatsen.
Pak de deur bij de zijkanten vast en trek de deur gelijkmatig schuin naar boven toe van de houders.
Leg de deur op de daarvoor be‐ stemde plaats.
Plaatsen
De deur kan beschadigd raken.
Pas op dat de deur niet kantelt bij het inzetten.
Open de deur helemaal.
Plaats de deur weer op de houders.
Vergrendel de beugels van de beide deurscharnieren. Draai de beugels daarvoor tot aan de aanslag. Ze staan dan horizontaal.
153
Nuttige tips
De meeste problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf verhelpen. Het volgende overzicht helpt u daarbij.
Neem contact op met Miele (zie omslag) als u de oorzaak van een probleem niet kunt vinden of als u het probleem niet kunt verhelpen.
Letselrisico! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repara‐ tiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hier‐ voor niet aansprakelijk worden gesteld.
Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vak‐ mensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd.
Open nooit de ommanteling van de stoomoven.
Probleem
De stoomoven kan niet worden ingeschakeld.
De stoomoven wordt niet verwarmd.
Na het uitschakelen van de oven hoort u nog een ventilatorgeluid.
Na het inschakelen van het toestel, tijdens het gebruik en na het uit‐ schakelen is een (brom‐ mend) geluid te horen.
Oorzaak en oplossing
De zekering heeft gereageerd.
Activeer de zekering (minimale sterkte: zie type‐ plaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Maak het toestel ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe dat als volgt:
– schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla‐ tie uit c.q. draai de desbetreffende zekering(en) eruit of
– schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het toestel dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact op met een elektricien of met Miele-Service.
De demo-functie is ingesteld.
Schakel de demo-functie uit (zie "Instellingen –
Handelaar").
De ventilator heeft een nalooptijd.
De oven heeft een ventilator die de wasem uit de ovenruimte afvoert. Als u het toestel uitschakelt, draait de ventilator nog enige tijd door. De ventilator wordt na enige tijd automatisch uitgeschakeld.
Dit geluid ontstaat bij het in- en afpompen van het water. Het geluid duidt niet op een storing of een de‐ fect.
154
Nuttige tips
Probleem
Het toestel gaat na een verhuizing niet meer over van de opwarmnaar de bereidingsfase.
Bij het koken komt on‐ gebruikelijk veel stoom vrij of op andere plaatsen dan normaal.
Het bedieningspaneel gaat niet open of sluit niet automatisch, ook niet als u meermaals op de sensortoets drukt.
De ovenverlichting functioneert niet.
De functies
Klaar om
Start om
worden niet aangeboden.
en
Oorzaak en oplossing
Het kookpunt van het water is veranderd, omdat het hoogteverschil tussen de oude en de nieuwe locatie meer dan 300 meter bedraagt.
Om het kookpunt te justeren, moet u het ont‐ kalkingsprogramma uitvoeren (zie "Reiniging en onderhoud – Ontkalken").
De deur is niet goed gesloten.
Sluit de deur.
De deurdichting zit niet goed.
Druk de dichting zo aan dat deze overal goed zit.
De deurdichting is beschadigd.
Vervang de deurdichting.
U kunt de deurdichting bij Miele bestellen (zie ach‐ ter in deze gebruiksaanwijzing).
Binnen het zwenkbereik van het bedieningspaneel bevindt zich een voorwerp.
Verwijder het voorwerp.
De klembeveiliging reageert te gevoelig. Daarom kan het soms voorkomen dat het bedieningspaneel niet opengaat of sluit.
Open of sluit het bedieningspaneel handmatig (zie de instructies verderop).
Mocht het probleem vaak optreden, neem dan contact op met Miele.
De lamp is defect.
Neem contact op met Miele als de lamp moet worden vervangen.
De temperatuur in de ovenruimte is te hoog, bijvoor‐ beeld na een bereiding.
Laat de stoomoven afkoelen, terwijl de deur geo‐ pend is.
Bij
Menukoken
en
Onderhoud
worden deze functies niet aangeboden.
155
F11
F20
F44
Nuttige tips
Probleem
Het gebak is na de in het recept aangegeven bereidingstijd nog niet gaar.
De bruinering van het gebak is zeer ongelijk‐ matig.
F10
Oorzaak en oplossing
De ingestelde temperatuur komt niet overeen met de temperatuur uit het recept.
Wijzig de temperatuur.
De vetfilter is in de achterwand geplaatst. Hierdoor neemt de baktijd toe.
Pas de bereidingstijd aan.
U heeft iets aan het recept veranderd. Als u bijvoor‐ beeld meer vocht of eieren toevoegt, neemt de berei‐ dingstijd toe.
Pas de temperatuur dan wel de bereidingstijd aan het gewijzigde recept aan.
Er was een te hoge temperatuur ingesteld.
De vetfilter in de achterwand is niet verwijderd.
Er is op meer dan twee niveaus gebakken.
Gebruik voor bakken maximaal twee niveaus.
De aanzuigslang in het waterreservoir is
– niet correct opgestoken.
– niet loodrecht geplaatst.
Corrigeer de positie van de aanzuigslang:
De afvoerslangen zijn verstopt.
Ontkalk het toestel (zie "Reiniging en onderhoud >
Ontkalken").
Verschijnt de foutmelding opnieuw, neem dan contact op met Miele.
Communicatiefout
Schakel het toestel uit. Wacht enkele minuten en schakel het weer in.
Als de foutmelding nog steeds wordt weergege‐ ven, neem dan contact op met Miele.
156
Probleem
F55
F196
Nuttige tips
Oorzaak en oplossing
De maximale bedrijfsduur voor een ovenfunctie is overschreden. De veiligheidsuitschakeling heeft gere‐ ageerd.
Schakel de stoomoven uit en weer in.
De stoomoven is meteen weer klaar voor gebruik.
Er is een storing opgetreden.
Schakel de stoomoven uit en weer in.
De zeef in de bodem van de ovenruimte is niet goed geplaatst.
Schakel de stoomoven uit.
Positioneer de zeef goed:
F
en andere cijfers
Schakel het apparaat weer in.
Neem contact op met Miele als u de oorzaak heeft weggenomen en de foutmelding verschijnt op‐ nieuw.
Een technisch defect.
Schakel de stoomoven uit en neem contact op met Miele.
157
Nuttige tips
Bedieningspaneel handmatig openen
Open de deur voorzichtig.
Bedieningspaneel handmatig sluiten
Pak het bedieningspaneel aan de bo‐ ven- en onderkant vast.
Pak het bedieningspaneel aan de bo‐ ven- en onderkant vast.
Trek het paneel naar voren.
Druk het paneel vervolgens voorzich‐ tig naar boven.
Druk het paneel vervolgens voorzich‐ tig naar beneden.
Schuif het bedieningspaneel naar binnen.
158
Speciaal voor uw toestellen levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebe‐ horen, alsmede reinigings- en onder‐ houdsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen:
Bij te bestellen accessoires
Stoomovenpannen
U kunt kiezen uit tal van ovenpannen met en zonder gaatjes en in diverse for‐ maten:
De ovenpannen met een breedte van
325 mm kunt u niet rechtstreeks in de geleiderails schuiven. Hiervoor moet u het draagframe gebruiken.
DGGL 1
De producten zijn ook verkrijgbaar bij
Miele-Service (zie einde van deze ge‐ bruiksaanwijzing) en bij uw Miele-han‐ delaar.
Ovenpan met gaten, inhoud 1,5 l / nuttige inhoud 0,9 l
325 x 175 x 40 mm (BxDxH)
DGG 2
Ovenpan zonder gaten, inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
325 x 175 x 65 mm (BxDxH)
DGG 3
Ovenpan zonder gaten, inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 3,1 l
325 x 265 x 65 mm (BxDxH)
159
Bij te bestellen accessoires
DGGL 4 DGGL 8
Ovenpan met gaten, inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 3,1 l
325 x 265 x 65 mm (BxDxH)
DGGL 5
Ovenpan met gaten, inhoud 2,0 l / nuttige inhoud 1,7 l
325 x 265 x 40 mm (BxDxH)
DGGL 12
Ovenpan met gaten, inhoud 2,5 l / nuttige inhoud 2,0 l
325x175x65 mm (BxDxH)
DGGL 6
Ovenpan met gaten, inhoud 5,4 l / nuttige inhoud 3,3 l
450 x 390 x 40 mm (BxDxH)
DGGL 20
Ovenpan met gaten, inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 2,8 l
325 x 175 x 100 mm (BxDxH)
DGG 7
Ovenpan met gaten, inhoud 2,4 l / nuttige inhoud 1,8 l
450 x 190 x 40 mm (BxDxH)
DGG 20
Ovenpan zonder gaten, inhoud 4,0 l / nuttige inhoud 2,8 l
325 x 175 x 100 mm (BxDxH)
Ovenpan zonder gaten, inhoud 2,4 l / nuttige inhoud 1,8 l
450 x 190 x 40 mm (BxDxH)
160
Deksel voor ovenpannen
DGD 1/3
Bij te bestellen accessoires
Reinigings- en onderhouds‐ middelen
DGClean (250 ml)
Deksel voor ovenpannen 325 x 175 mm
DGD 1/2
Speciaal reinigingsmiddel voor ernsti‐ gere verontreinigingen in de ovenruim‐ te, met name na het braden.
Ontkalkingstabletten (6 stuks)
Deksel voor ovenpannen 325 x 265 mm
Voor het ontkalken van de stoomoven
Microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdruk‐ ken en lichte verontreinigingen
161
Bij te bestellen accessoires
Diversen
Universele bakplaat
Draagframe
Universele bakplaat voor bakken, bra‐ den en grilleren
Combirooster
Voor het inhangen van ovenpannen met een breedte van 325 mm. Het draagfra‐ me wordt tussen de spijlen van een ni‐ veau van de geleiderails geschoven.
Ronde bakplaat
Combirooster voor bakken, braden en grilleren
Spijzenthermometer
Met de spijzenthermometer kunt u tot op de graad nauwkeurig werken. De voeler meet de temperatuur in de kern van het voedingsmiddel (kerntempera‐ tuur).
FlexiClip-geleiders
Deze vorm is ideaal voor pizza's, plat gebak van gist- of roerdeeg, zoete en hartige taarten, gegratineerde desserts, plat brood, quiche en dergelijke, alsme‐ de voor het afbakken van diepvriesge‐ bak en -pizza's.
Niet geschikt voor stomen!
U kunt de FlexiClip-geleiders op elk ni‐ veau aanbrengen. U kunt de geleiders helemaal uit de ovenruimte trekken.
162
Gourmet-pan
Speciale aluminium braadpan met antiaanbaklaag. Kan meteen in de geleide‐ rails worden geschoven. Ook geschikt voor de braadzone van inductiekook‐ platen.
Niet geschikt voor inductie- en gas‐ kookplaten!
HUB 5000-M
Bij te bestellen accessoires
Deksel voor gourmet-braadpan
Deksel van roestvrij staal
HBD 60-22
Geschikt voor de HUB 5000-M
HBD 60-35
Maximale inhoud ca. 5,0 kg
Diepte 22 cm
HUB 5000 XL
Geschikt voor de HUB 5000-XL
Miele@home
U kunt het Miele@home-systeem ook achteraf nog door Miele laten installe‐ ren.
Maximale inhoud ca. 8,0 kg
Diepte 35 cm
U kunt deze braadpan niet in de oven schuiven als het deksel is geplaatst!
163
Miele@home a
Huishoudelijke toestellen die op het Miele@home - systeem kunnen worden aangesloten b
Miele@home communicatiestick XKS3000Z en communicatiemodule
XKM3000Z c
Toestel dat op het Miele@home - systeem kan worden aangesloten en over de
SuperVision - functie beschikt d
Miele@home gateway XGW3000 e
WiFi-Router f
Aansluiting op home automation - systemen g
Smartphone, Tablet-PC, Laptop h
Aansluiting op Internet
164
Miele@home
Uw toestel / is een interactief appa‐ raat dat kan worden geïntegreerd in het
Miele@home-systeem via een commu‐ nicatie-module optioneel verkrijgbaar en eventueel een aanpassingsmodule.
In het Miele@home - systeem zenden de huishoudelijke toestellen met een communicatiemodule informatie en tips m.b.t. het programmaverloop naar een display-apparaat , bijv. een oven met
SuperVision - functie.
Het weergeven van informatie en het besturen van toestellen
– SuperVision toestel
Op het display van sommige linkbare toestellen, kan de status van andere linkbare toestellen worden weergege‐ ven.
– Mobiele eindapparaten
Met een PC, laptop, tablet of smart‐ phone kunnen in het WLAN-bereik binnenshuis gegevens over de status van de huishoudelijke toestel‐ len worden weergegeven en enkele besturingsbevelen worden uitge‐ voerd.
– Huisnetwerk
Met het Miele@home - systeem kunt u een huisnetwerk installeren. Met behulp van de Miele@home gateway
kunnen toestellen die met een communicatiemodule zijn uitgerust worden geïntegreerd in andere huis‐ netwerksystemen.
– In Duitsland kunnen de voor commu‐ nicatie geschikte huishoudelijke toe‐ stellen als alternatief voor de Mie‐ le@home gateway in het QIVICON
Smart Home platform worden geïnte‐ greerd (www.qivicon.de).
SmartStart (afhankelijk van toestel)
De huishoudelijke toestellen die ge‐ schikt zijn voor Smart Grid kunnen au‐ tomatisch worden gestart op een mo‐ ment dat de energieprijs gunstig is of wanneer er voldoende goedkope stroom (bijv. van het fotovoltaïsch zon‐ nesysteem) beschikbaar is.
Optionele accessoires (afhankelijk van toestel)
– Communicatiemodule XKM3000Z of communicatie Stick XKS3000Z
– Upgrade kit voor de communicatie voorbereiding XKV
– Miele@home gateway XGW3000
Deze accessoires worden geleverd met een installatie- en een gebruiksaanwij‐ zing.
Meer informatie
Meer informatie over Miele@home vindt u op de website van Miele en in de ge‐ bruiksaanwijzingen van de afzonderlijke
Miele@home - componenten.
165
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
Door ondeskundige inbouw kunnen gebruikers letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje moeten met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de stoomoven te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
De wandcontactdoos moet ook na het inbouwen van het toestel gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het toestel moet zodanig worden geplaatst dat de gebruiker de inhoud van de ovenpannen op het bovenste niveau kan zien. Alleen zo kan worden voorkomen dat de gebruiker zich brandt aan over‐ stromende gerechten of heet water.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
166
Front PureLine
Gedetailleerde afmetingen front
Front ContourLine
* glazen front / ** metalen front
167
Gedetailleerde afmetingen front
Zwenkbereik bedieningspaneel
Binnen het zwenkbereik van het be‐ dieningspaneel mag zich geen voor‐ werp bevinden (bijvoorbeeld een deurgreep) dat het openen en sluiten van het bedieningspaneel kan be‐ lemmeren.
*
Glazen front /
**
metalen front
168
Inbouwmaten
Inbouw in een hoge kast
Achter de inbouwnis mag zich geen achterwand van een kast bevinden.
a
Stoomoven b
Inbouwnis c
Aansluitkabel – Opening aan de stoomoven d
Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting e
Aansluitsnoer
* glazen front / ** metalen front
169
Inbouwmaten
Uitsparingen voor de beluchting van de stoomoven a
Uitsparing in de bovenkant van de kast b
Uitsparing in de tussenbodem boven de inbouwnis
170
Inbouwmaten
Inbouw in een onderkast
Achter de inbouwnis mag zich geen achterwand van een kast bevinden.
Als u de stoomoven onder een kookplaat wilt inbouwen, let dan op de aanwij‐ zingen voor het inbouwen van de kookplaat en op de inbouwhoogte van de kookplaat (zie montage-instructie kookveld).
a
Stoomoven b
Inbouwnis c
Aansluitkabel – Opening aan de stoomoven d
Aanbevolen plaats voor de elektrische aansluiting e
Aansluitsnoer
* glazen front / ** metalen front
171
Inbouwmaten
Uitsparingen voor de beluchting van de stoomoven a
Uitsparing in de tussenbodem onder de inbouwnis b
Uitsparing in de kastbodem
172
Stoomoven plaatsen
Storing door niet juist geplaatste stoomoven!
De stoomoven moet waterpas staan, zodat het stoomaggregaat goed kan functioneren. De afwijking mag niet meer dan 2° bedragen.
Schuif de stoomoven in de inbouwnis en justeer hem. De aansluitkabel en de waterslangen mogen niet inge‐ klemd of beschadigd raken.
Inbouwen
Bevestig de stoomoven met de bijge‐ voegde houtschroeven (3,5 x 25 mm) rechts en links aan de zijwanden van de kast.
Sluit de stoomoven aan op het elek‐ triciteitsnet.
Controleer alle functies van de stoomoven aan de hand van de ge‐ bruiksaanwijzing.
173
Elektrische aansluiting
Aansluiting op een geaard stopcontact wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van de technicus ge‐ makkelijker maakt. Het stopcontact moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn.
Letselrisico!
Door ondeskundige installatie- en onderhoudswerkzaamheden of repa‐ raties kunnen zeer gevaarlijke situa‐ ties voor de gebruiker ontstaan waarvoor Miele geen aansprakelijk‐ heid aanvaardt.
Miele kan niet verantwoordelijk wor‐ den gesteld voor (de gevolgen van) een ontbrekende of onderbroken aarding (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekker heeft, mag het toestel uitsluitend door een vakman op het net worden aangesloten.
Als bij aansluiting met een stekker na de inbouw de contactdoos niet meer toegankelijk is of een vaste aanslui‐ ting gepland is, moet het toestel via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losge‐ koppeld. De schakelaar moet een contactopening van minimaal 3 mm hebben. Geschikt zijn zelf-uitschake‐ laars, zekeringen en relais. De aan‐ sluitwaarden vindt u op het typepla‐ tje. De waarden op het typeplaatje en de waarden van het elektriciteits‐ net moeten beslist overeenkomen.
Na het inbouwen moet zijn gewaar‐ borgd dat onder spanning staande delen niet kunnen worden aange‐ raakt.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje
Aansluiting
AC 230 V / 50 Hz
Voordat u het toestel aansluit, dient u de aansluitgegevens (spanning en fre‐ quentie) op het typeplaatje te vergelij‐ ken met de waarden van het elektrici‐ teitsnet. Deze gegevens moeten beslist overeenkomen.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EUvoorschriften en -richtlijnen voor België geadviseerd om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien
(30 mA).
174
Spanningsvrij maken
Lichamelijk letsel door elek‐ trische schok!
Zorg dat de netspanning niet per on‐ geluk weer kan worden ingescha‐ keld.
Moet het toestel spanningsvrij worden gemaakt, ga dan, afhankelijk van de si‐ tuatie, als volgt te werk:
Zekeringen
Draai de zekering los en haal deze uit de houder.
Zekeringsautomaat
Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruitspringt.
Inbouwzekeringsautomaat
(Zelfuitschakelaar, min. type B of C!):
tuimelschakelaar van 1 (Aan) op 0
(Uit) zetten.
Aardlekschakelaar
(Aardlekschakelaar)
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan) op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Elektrische aansluiting
Vervangen van de aansluitka‐ bel
Lichamelijk letsel door elek‐ trische schok!
De aansluiting mag alleen door een elektricien worden vervangen.
De aansluitkabel mag alleen door een speciale kabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele-
Service.
Aansluitschema
175
Miele-Service, typeplaatje, garantie
Afdeling Klantcontacten
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
– uw Miele-handelaar of
– de afdeling Consumentenbelangen van Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiks- en monta‐ gehandleiding.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Miele-Service weten welk type toestel u heeft en welk fabricagenummer het heeft.
Typeplaatje
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typepla‐ tje overeenkomen met de gegevens op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing.
Garantietermijn en garantievoorwaarden
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden. Voor informatie over het Miele Service Verzekering Certificaat kunt u zich wenden tot uw Mielevakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
176
177
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
E-mail: [email protected]
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
DGC 6660
nl-BE M.-Nr. 09 590 150 / 03
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 7 Opmerkingen omtrent uw veiligheid
- 16 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
- 17 Overzicht
- 17 Aanzicht stoomoven
- 19 Bijgeleverde accessoires
- 20 Bedieningselementen
- 21 Sensortoetsen
- 22 Display
- 22 Symbolen
- 23 Functiebeschrijving
- 23 Bedieningspaneel
- 23 Waterreservoir
- 23 Condensreservoir
- 23 Vetfilter
- 23 Spijzenthermometer
- 23 Temperatuur / kerntemperatuur
- 24 Vochtigheid
- 24 Bereidingstijd
- 24 Geluiden
- 25 Opwarmfase
- 25 Bereidingsfase
- 25 Stoomreductie
- 25 Ovenverlichting
- 26 Ingebruikneming van het toestel
- 26 Basisinstellingen
- 27 Stoomoven voor de eerste keer reinigen
- 28 Waterhardheid instellen
- 29 Kookpunt aanpassen
- 29 Stoomoven opwarmen
- 30 Hoofd- en submenu's
- 33 Bediening: ovenfunctie stomen
- 33 Eenvoudige bediening
- 34 Na gebruik
- 35 Bereiding onderbreken
- 36 Uitgebreide bediening
- 37 Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
- 37 Verloop van een automatische bereiding
- 38 Instellingen tijdens de bereiding wijzigen
- 38 Bereiding afbreken
- 39 Bediening: ovenfunctie "Combi-koken
- 40 Eenvoudige bediening
- 42 Na gebruik
- 42 Bereiding onderbreken
- 43 Uitgebreide bediening
- 43 Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
- 44 Verloop van een automatische bereiding
- 44 Instellingen tijdens de bereiding wijzigen
- 44 Bereiding afbreken
- 45 Bediening: ovenfuncties zonder stoom
- 46 Eenvoudige bediening
- 47 Bereiding onderbreken
- 48 Uitgebreide bediening
- 49 Bereidingsproces automatisch uitschakelen
- 49 Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen
- 50 Verloop van een automatische bereiding
- 50 Snel opwarmen
- 51 Ovenfunctie wijzigen
- 51 Instellingen tijdens de bereiding wijzigen
- 52 Bereiding afbreken
- 53 Automatische programma's
- 53 Overzicht voedingsmiddelcategorieën
- 54 Automatische programma's gebruiken
- 55 Eigen programma’s
- 55 Eigen programma's samenstellen
- 57 Eigen programma's starten
- 57 Eigen programma's wijzigen
- 57 Stappen wijzigen
- 58 Naam wijzigen
- 58 Eigen programma’s wissen
- 59 Kookwekker
- 59 Kookwekkertijd instellen
- 59 Kookwekkertijd wijzigen
- 59 Kookwekkertijd wissen
- 60 Belangrijke opmerkingen en informatie
- 60 Het bijzondere van koken met stoom
- 60 Kookgerei
- 60 Stoomovenpannen
- 60 Eigen serviesgoed
- 61 Niveau
- 61 Diepvriesproducten
- 61 Temperatuur
- 61 Bereidingstijd
- 61 Bereiden met vloeistoffen
- 61 Eigen recepten – Stomen
- 62 Combirooster / universele bakplaat
- 63 Stomen
- 63 Groente
- 66 Vlees
- 68 Worstwaren
- 71 Schaaldieren
- 72 Zoetwatermosselen
- 73 Rijst
- 74 Pasta / deegwaren
- 75 Knoedels
- 76 Graan
- 77 Peulvruchten, gedroogd
- 79 Kippeneieren
- 80 Fruit
- 81 Koken menu – handmatig
- 83 Sous-vide
- 89 Speciale toepassingen
- 89 Verwarmen
- 91 Ontdooien
- 94 Inmaken
- 97 Taart/cake inmaken
- 98 Sap bereiden
- 99 Menugaren
- 100 Drogen
- 101 Yoghurt bereiden
- 102 Gistdeeg laten rijzen
- 103 Gelatine smelten
- 103 Chocolade smelten
- 104 Voedingsmiddelen pellen
- 105 Appels conserveren
- 105 Blancheren
- 106 Uien fruiten/stoven
- 106 Spek uitsmelten
- 107 Steriliseren
- 107 Vochtige handdoekjes verwarmen
- 108 Honing vloeibaar maken
- 108 Pizza
- 108 Eierstich (ei voor soep)
- 109 Vruchtenconfituur bereiden
- 110 Sabbatprogramma
- 111 Spijzenthermometer
- 114 Braden
- 122 Bakken
- 129 Grilleren
- 132 Instellingen
- 132 Menu "Instellingen" oproepen
- 132 Instellingen wijzigen en opslaan
- 133 Overzicht van de instellingen
- 134 Kloktijd
- 134 Weergave
- 134 Tijdformaat
- 134 Instellen
- 134 Datum
- 135 Verlichting
- 135 Lichtsterkte display
- 135 Akoestische signalen
- 135 Melodieën
- 135 Solo-toon
- 136 Toetssignaal
- 136 Eenheden
- 136 Gewicht
- 136 Temperatuur
- 137 Warmhouden
- 138 Voorgeprogrammeerde temperaturen
- 138 Veiligheid
- 138 Vergrendeling
- 139 Toetsenvergrendeling
- 139 Waterhardheid
- 140 Demomodus voor de vakhandel
- 140 Demo-functie
- 140 Fabrieksinstellingen
- 141 Gegevens voor testinstellingen
- 143 Reiniging en onderhoud
- 144 Stoomovenfront
- 145 PerfectClean
- 146 Ovenruimte
- 148 Waterreservoir en condensreservoir
- 148 Accessoires
- 149 Geleiderails
- 150 Onderhoud
- 150 Inweken
- 150 Drogen
- 150 Spoelen
- 150 Ontkalken
- 154 Nuttige tips
- 159 Bij te bestellen accessoires
- 159 Stoomovenpannen
- 161 Reinigings- en onderhoudsmiddelen
- 162 Diversen
- 164 Miele@home
- 166 Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
- 167 Gedetailleerde afmetingen front
- 169 Inbouwmaten
- 169 Inbouw in een hoge kast
- 171 Inbouw in een onderkast
- 173 Inbouwen
- 174 Elektrische aansluiting
- 176 Miele-Service, typeplaatje, garantie