- Industrial & lab equipment
- Electrical equipment & supplies
- Electrical connection
- Power extensions
- Handleiding
advertisement
USER MANUAL
INSTALLATION MANUAL
GEBRUIKERSHANDLEIDING
INSTALLATIEHANDLEIDING
MANUEL D'UTILISATION
MANUEL D'INSTALLATION
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTALLATIONSANLEITUNG
Phoenix Multi Compact
12 / 800 / 35 24 / 800 / 16
12 / 1200 / 50 24 / 1200 / 25 48 / 1200 / 12
12 / 1600 / 70 24 / 1600 / 35 48 / 1600 / 20
Phoenix MultiPlus Compact
12 / 1200 / 50 24 / 1200 / 25
12 / 1600 / 70 24 / 1600 / 35 48 / 1600 / 20
Phoenix Inverter Compact
12 / 1200 24 / 1200 48 / 1200
12 / 1600 24 / 1600 48 / 1600
Copyrights
2004 Victron Energy B.V.
All Rights Reserved
This publication or parts thereof, may not be reproduced in any form, by any method, for any purpose.
For conditions of use and permission to use this manual for publication in other than the
English language, contact Victron Energy B.V.
VICTRON ENERGY B.V. MAKES NO WARRANTY, EITHER EXPESSED OR IMPLIED,
INCLUDING BUT NOT LIMITED TO ANY IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE, REGARDING
THESE VICTRON ENERGY PRODUCTS AND MAKES SUCH VICTRON ENERGY
PRODUCTS AVAILABLE SOLELY ON AN “AS IS” BASIS.
IN NO EVENT SHALL VICTRON ENERGY B.V. BE LIABLE TO ANYONE FOR SPECIAL,
COLLATERAL, INCIDENTAL, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES IN CONNECTION WITH
OR ARISING OUT OF PURCHASE OR USE OF THESE VICTRON ENERGY PRODUCTS.
THE SOLE AND EXCLUSIVE LIABILITY TO VICTRON ENERGY B.V., REGARDLESS OF
THE FORM OF ACTION, SHALL NOT EXCEED THE PURCHASE PRICE OF THE
VICTRON ENERGY PRODUCTS DESCRIBED HERE IN.
Victron Energy B.V. reserves the right to revise and improve its products as it sees fit. This publication describes the state of this product at the time of its publication and may not reflect the product at all times in the future.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij) Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de batterij uit voor het plegen van onderhoud.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in -en/ of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander type. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratieinstellingen van het product zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, herladen en verwijderen van de batterij.
1
1 BESCHRIJVING
1.1 Algemeen
Multi Compact -functioneel (alleen Multi Compact/ MultiPlus Compact)
De basis van de Multi Compact is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de Multi Compact/
MultiPlus Compact een groot aantal vaak unieke mogelijkheden, o.a. PowerControl en
PowerAssist.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen (alleen Multi Compact/
MultiPlus Compact)
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de
Multi Compact overschakelen van lader bedrijf op omvormer bedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren. De maximale stroom die geschakeld kan worden bedraagt 16 A Multi Compact.
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom (alleen Multi Compact/
MultiPlus Compact)
De Multi Compact kan enorm veel laadstroom leveren en dus grote accubatterijen laden. Dat betekent een zware belasting (ca. 1 kW of bijna 5 A per Multi Compact) voor de wal aansluiting of het aggregaat. Met het Phoenix Multi Control (bedieningspaneel) kan een maximale wal- of aggregaatstroom ingesteld worden. De Multi Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie van de MultiPlus Compact
Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen.
Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee! Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt de walstroom in met een simpele 0 tot 12 A draaiknop op het Phoenix Multi Control.
Opmerking: per MultiPlus Compact moet minimaal 4 A walstroom of 2,5 kW aggregaat vermogen beschikbaar zijn.
2
1.2 Acculader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact)
Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk – absorption – float – opslag
Het microprocessor gestuurde ‘adaptieve’ accu management systeem kan afgeregeld worden voor verschillende soorten accu’s. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan het gebruik van de accu.
De juiste hoeveelheid lading: aangepaste absorptie tijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptie tijd automatisch verlengd teneinde de accu volledig te laden.
Beperking van veroudering door overmatig gassen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen in de eindfase van de laadcyclus voorkomen.
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet gebruikt wordt: de opslag functie
De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact schakelt over op ‘opslag’ wanneer er gedurende meer dan 24 uur geen ontlading plaatsvindt. De spanning wordt dan verlaagd tot
2,2 V/cel (13,2 V voor een 12 V accu). De accu zal dan nauwelijks meer gassen en corrosie van de positieve platen wordt zoveel mogelijk beperkt. Eens per week wordt de spanning verhoogd tot absorptie niveau om de accu weer bij te laden; dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering.
Twee uitgangen om 2 accu’s te laden
De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact heeft 2 uitgangen waarvan er 1 de volle uitgangsstroom kunnen leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een startaccu, is begrensd op 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Verhogen van de levensduur van de accubatterij: temperatuur compensatie
Bij iedere Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact wordt een temperatuursensor meegeleverd. De temperatuur sensor zorgt ervoor dat de laadspanning afneemt wanneer de accutemperatuur stijgt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen.
Meer over accu’s en acculaden
In ons boekje ‘Elektriciteit aan boord’ kan U meer lezen over accu’s en het laden van accu’s
(gratis verkrijgbaar bij Victron Energy en beschikbaar op www.victronenergy.com) Voor de adaptieve laadkarakteristiek zie ook onder Technical Information op onze website.
3
1.3 Overzicht artikelnummers accessoires
Phoenix Multi control
Phoenix Inverter control
Temperatuursensor
REC020002000
REC030001000
ASS000001000
UTP Patch lead 5 m
UTP Patch lead 10 m
UTP Patch lead 15 m
MK1 / software VE-configure
ASS030065000
ASS030065010
ASS030065020
4
2 BEDIENING
2.1 On/off/charger only schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. Als er op de “ACin” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de gele
LED “charger” zal branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de gele LED branden (bulk en of absorption) of de gele
LED knippert (float).
Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de
Phoenix Multi Compact aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting.
TIP: Als u uw Phoenix Multi Compact gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken.
2.2 Afstandsbediening
De Phoenix Multi Compact kan optioneel met een afstandsbediening worden bediend. Dit bedieningspaneel heet het Phoenix Multi control. Met dit paneel kunt u status en of alarmen van Multi Compact aflezen.
Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale laadstroom instellen. De Phoenix Multi Compact beperkt het eigen verbruik voor het laden wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan.
Het laadgedeelte van de Phoenix Multi Compact kan buiten werking worden gesteld. Dit kan door middel van een instelling (VE-configure) of door gebruik te maken van het Phoenix Multi
Control.
Voor de Phoenix Inverter Compact dient u het Phoenix Inverter Control te gebruiken.
2.3 Speciale laad-modi Equalizing
Het dient de aanbeveling dat bepaalde type batterijen eens in de maand extra nageladen te worden. In de Equalizing modus gaat de Phoenix Multi Compact gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde.
Indien er een Multi Control aangesloten heeft zal het “bulk” en “absorption” LED afwisselend gaan knipperen.
De Equalizing modus geeft een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld voordat er extra wordt nageladen.
5
6
Forced absorption
In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een
Absorption spanning te laden. In de Forced Absorption modus gaat de Phoenix Multi
Compact gedurende de ingestelde maximale absorption tijd met de normale Absorption spanning laden. De gele led Charger brandt.
De Phoenix Multi Compact is zowel vanaf het remote control, als met de frontschakelaar in deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote control ) op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat.
Om de Phoenix Multi Compact in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna beschreven.
LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote control is dit geen probleem.
1. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote control schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan.
2. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi Compact laadt. (Er dient dus een ACingangsspanning te zijn, controleer of de gele LED “charger” brandt.)
3. Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”.
Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden.
4. De groene LED “on= bulk”, gele LED “charger=absorption” en rode LED
“alarm=float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de
“bulk”, “absorption” en “float” LED elk gedurende 2 seconden branden.
•
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “groen=bulk” naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Equalizing' gezet.
•
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “geel=absorption” naar
“on” gezet wordt, wordt de lader in 'Forced Absorption' gezet.
•
Indien er niet geschakeld wordt in voorgaande lader gaat over op “float” mode.
Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat “on” kan de schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden naar “charger only”.
Dit zal de laadtoestand niet wijzigen.
2.4 LED aanduidingen en hun betekenis
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer
inverter on charger off
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en levert vermogen aan de belasting. alarm
charger only inverter on charger alarm inverter off
charger only on
The inverter is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting.
Voor alarm: Overbelast
Batterijspanning te laag
Omvormer temperatuur hoog charger alarm off
charger only
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: Batterij spanning te laag
Omvormer temperatuur te hoog
Overbelast
Batterij rimpelspanning was te hoog
(slechte verbinding!).
inverter on charger alarm off
De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de bulk mode en of absorption mode.
charger only inverter on charger off
De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de float mode. alarm
charger only
7
alarm inverter charger alarm alarm inverter charger alarm inverter charger inverter charger alarm inverter charger on off
charger only on off
charger only on off
charger only on off
charger only on off
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de en de lader is uitgeschakeld.
De lader kan niet in een bepaalde tijd zijn eindwaarde (accu spanning) bereiken.
Lader staat in protection Mode.
De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in bulk of absorption mode.
De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in float mode.
De netspanning is doorgeschakeld en er is een vooralarm: overbelast of de lader is warm.
De omvormer/lader is uitgeschakeld en er is geen uitgangsspanning aanwezig.
8
Phoenix Remote Control indicatie (optioneel)
PowerControl inverter on mains on overload low battery temperature bulk absorption float off
9
3 INSTALLATIE
De Phoenix Multi Compact mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden geïnstalleerd.
Indien de omvormer op batterijbedrijf werkt:uitgang N is dan aan aarde doorgeschakeld!
3.1 Inhoud van de doos
De doos van de Phoenix Multi Compact bevat de volgende zaken:
Phoenix Multi Compact
Gebruikershandleiding&Installatiehandleiding.
Zakje met aansluitmateriaal met daarin:
Temperatuursensor.
Vijf bevestigingsschroeven.
Bevestigingsplaat
Waarschuwingssticker laadstroom.
3.2 Locatie
De Phoenix Multi Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 50mm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De Phoenix Multi Compact is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie appendix A.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd de afstand tussen de Phoenix Multi Compact en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving.
10
3.3 Benodigdheden
Een kruiskop schroevendraaier (PH 2) voor het verwijderen van het front.
Drie-aderige kabel.
3.4 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van de Phoenix Multi Compact volledig te kunnen benutten dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel.
24/800 24/1200 12/800 12/1200 12/1600
Aanbevolen kabeldikte (mm
2
)
(1,5
1
! 6 m)
48/1600
48/1200
24/1600
50 70
1) standaard voorzien van 1,5m kabel.
24/800 24/1200
48/1600
12/800
24/1600
12/1200 12/1600
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
48/1200
40 – 200 40 – 400 100 – 400 150 – 700
200 – 700
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als U werkt met lage capacitiet accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit onze boek “electriciteit aan boord”, downloadbaar van onze website.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Sluit de accukabel aan: de + (rood) aan (linkerzijde).
Sluit de accukabel aan: de - (zwart) aan (rechterzijde), zie appendix A.
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
11
3.5 Aansluiten AC kabels
Ten behoeve van de veiligheid dient de behuizing van de Phoenix Multi
Compact te worden verbonden met aarde. Hiervoor bevindt zich een aardschroef aan de onderzijde van de behuizing. Indien de omvormer op batterijbedrijf werkt:uitgang N is dan aan aarde doorgeschakeld!
Phoenix Multi Compact is voorzien van in en uitgang connector en bevinden zich aan de onderkant van de Multi Compact, zie appendix A. De wal -of netaansluiting dient met behulp van een drie-aderige kabel op de G-ST18i connector te worden aangesloten. Maak gebruik van een drie-aderige kabel met een soepele kern en een doorsnede van 1,5 mm² (800VA) en
2,5mm²(1600VA) (type H05RN-F).
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
De AC apparatuur kan direct op G-ST18i Male-connector worden aangesloten
Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts: “N” (nulleider) ,aarde, en “L1” (fase)
De AC netspanning kan direct worden aangesloten op G0st18i Female-connector. Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts
“L1” (fase) ,aarde, “N” (nulleider).
Druk de netspannings-connector ST18 Female-connector in de contra Male-connector
(achterste).
Druk de belastings-connectorST18 Male-connector in de contra Female-connector (voorste).
3.6 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten.
3.6.1 Startaccu
De Phoenix Multi Compact heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten Bijlage A.
12
3.6.2 Temperatuursensor (Multi Compact/ MultiPlus Compact)
Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten (zie appendix A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 20°C.
Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt
Absorptie spanning. In de aanpassingsmode werkt de temperatuur compensatie niet.
15.0
14.5
14.0
13.5
13.0
Volts
12.5
12.0
11.5
11.0
10.5
10.0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
30
29
28
27
26
25
24
23
22
21
20
Volts
Battery temperature
3.6.3 Afstandsbediening
De Phoenix Multi Compact is op twee manieren op afstand te bedienen.
Met alleen een externe schakelaar.
Met een “remote Control ” ofwel afstandsbedieningspaneel.
Voor het aansluiten van de schakelaar zie Bijlage A.
Indien gebruik wordt gemaakt van alleen een externe schakelaar dient u met het volgende rekening te houden:
Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat.
Mag niet worden aangesloten als er een afstandsbedieningspaneel is aangesloten.
Voor het aansluiten van een afstandsbedieningspaneel zie Bijlage A.
Indien gebruik wordt gemaakt van een afstandsbedieningspaneel dient u met het volgende rekening te houden:
Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat.
3.6.4 Extern Alarm Relais
De maximale stroom kan worden geschakeld (open collector transistor) 33V 40mA.
13
4 INSTELLINGEN
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Geen niet-oplaadbare accu’s gebruiken.
Deze Phoenix Multi Compact heeft een fabrieksinstelling voor het laden van
Sonnenschein Dryfit A200 gel accu’s. Zie voor de aanbevolen accucapaciteit website www.victronenergy.com. Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
4.1 Instelling algemeen
Standaard instellingen (zijn alleen te wijzigen door software VE-configure)
Omvormer spanning 230 Vac
Lader aan of uit
Laadstroom aan = on
75%
Absorption spanning
Absorption Tijd/ Maximale Absorption tijd
Float spanning
Repeated Absorption Tijd
Repeated Absorption Interval
14.4V / 28.8V / 57.6 Vdc
4 uur
13.8V / 27.6V / 55.2 Vdc
1 uur
7 dagen
Bulk Beveiliging aan/uit
Mains Waveform Check
Generator/ Shore Support on on off
12A Generator/ Shore Current
4.2 Instellingen die gewijzigd kunnen worden (dipswitch)
Het wijzigen van de instellingen kan worden gedaan d.m.v. dipswitches.
Accu laadstroom Type 1
Absorption spanning
Float spanning Maximum absorption tijd
1
Sonnenschein
Dryfit A200 Gel
14
14.4
V
4 uur
2 Tractie 15.0
V
30.0
V
60.0V 13.8 V/
13.2V
27.6 V/
26.4V
55.4V
52.8V
6 uur
Tractie
4 Victory
1
1
14.4
V
14.8
V
28.8
V
29.6
V
57.6V 14.0 V/
13.2V
59.2V 14.0 V/
13.2V
28.0 V/
26.4V
28.0 V/
26.4V
56V
52.8V
56V
52.8V
5 uur
5 uur
1
De optimale absorption spanning van vlakke plaat loodzuur accu’s hang af van mechanische en chemische eigenschappen. Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen in het algemeen geladen worden met een lagere absorption spanning dan accu's met een laag antimoon gehalte, zoals de
Victron koolstofvezel accu. (Zie het boek "Electriciteit aan boord van jachten" op www.victronenergy.com
).De lader staat standaard afgeregeld voor het laden van gel accu’s zoals de
Sonnenschein Dryfit A200 accu. Vraag bij gebruik van andere typen accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de Phoenix Multi Compact hierop (VE-configure)aanpassen. De
Laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale laadstroom.Voor veel applicaties en batterijen is dit voldoende.
28.8
V
57.6V 13.8 V/
13.2V
27.6 V/
26.4V
55.2V
52.8V
Systeem frequentie Multi Compact/ MultiPlus Compact = Auto
Inverter = 50 Hz (50 Hz/60Hz)
Economy mode off
Generator/Walstroom 12A
Dipswitch instellingen
DS-1 off
DS-2
DS-3
DS-1 off
DS-2
←
on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-6
DS-7
DS-8
DS-8
DS1=off
Remote Control
DS-2 = off
DS-1 wordt niet gebruikt moet altijd op Off staan.
Accu laad type
DS-1 off
DS-2
DS-3 off on
DS-4 off
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS-1 off
DS-2 on
DS-3 x x
DS-4 x x
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
! "
DS3=off,DS4=off = type 1 (gel)
DS3=on,DS4=off = type 2
DS3=off,DS4=on = type 3
DS3=on,DS4=on = type 4
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off. De instelling van DS3-DS4 is nu actief.
15
Omvormer frequentie
DS-1 off
DS-2
DS-3 on
DS-4
DS-5 off
DS-6
DS-7
DS-8
DS5=off = 50Hz
DS5=on = 60Hz
Economy
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6 off
DS-7
DS-8
DS6=off = normaal
DS6=on = economy
Generator/ Walstroom
DS-1 off
DS-2
DS-3
DS-4 on
DS-5
DS-6
DS-7 off
DS-8
DS7=off = MainsLimit 12 Amp
DS7=on = MainsLimit 4 Amp
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5 x x
DS-6
DS-7
DS-8
! "
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off. De instelling van DS5 is nu actief.
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6 x x
DS-7
DS-8
! "
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off.De instelling van DS6 is nu actief.
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7 x x
DS-8 ! "
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off. De instelling van DS7 is nu actief.
16
4.3 Laad karakteristieken
C h a rg e c u rre n t
A m p s
1 2 0 %
1 0 0 %
8 0 %
6 0 %
4 0 %
2 0 %
0 %
V o l ts
T im e
C h a rg e v o lta g e
56 28
52 26
48 24
64 32
60 30
44 22
40 20
64 32
1 6
60 30
1 5
56 28
1 4
52 26
1 3
48 24
1 2
44 22
1 1
40 20
1 0
Bulk uren
4-laad karakteristieken:
Battery Safe mode
5 x Bulk-uren of
Max. Absorption time
Absorptie
1 dag float
7 dagen reduced float
7 dagen reduced
T i m e
1 uur Repeated Absorption
Bulk-mode: Eerste laad karakteristiek als het laden begint. Constante stroom wordt toegevoerd totdat de nominale accu spanning is bereikt, afhankelijk van de temperatuur en ingangsspanning, nadat het constante vermogen is toegevoerd tot het punt dat overmatige gassen begint. (14.4V resp. 28.8V, temperatuur gecompenseerd)
Battery Safe Mode: De toegevoerde spanning naar de accu wordt geleidelijk opgeheven totdat de Absorptie spanning is bereikt.
De Battery Safe Mode is een deel van de berekende absorptie tijd.
Absorptie-mode: Absorptie spanning is toegevoerd totdat {actuele-Bulk-Ah*5 / max.ingestelde-Bulk-stroom} (in uren) is bereikt.
Doorgaans {actuele-Bulk-Ah*5} = {max.ingestelde-Bulk-stroom * Bulk-uren *5}, maar de actuele-Bulk-stroom kan worden begrenst door de omgevingstempatuur, of remote paneel. De maximale tijd in de Absorptie-mode is de maximale ingestelde
Absorptie tijd.
Float-mode: Float spanning wordt toegevoerd om de accu volledig geladen te houden en ter bescherming van zelf-ontlading.
Reduced Float: Na een dag Float laden wordt een reduced Float stroom toegevoerd. Deze is 13,2V resp. 26,4V. (voor 12V en 24V laders) Dit voorkomt water verlies tot een minimum als de accu op de winterstalling wordt gezet.
Na een ingestelde tijd (standaard = 7 dagen) zal de lader overgaan in de Repeated Absorption-mode voor een ingestelde tijd.
(standaard = 4 kwartieren)
17
4.4 Instelling lader (Multi Compact / MultiPlus Compact)
Instellingen wijzigen m.b.v Computer, MK en VE-Configure software
Lader aan/ uit
De lader van de Phoenix Multi Compact kan desgewenst ook uitgeschakeld worden.
De standaard instelling is aan.
Laadkarakteristiek
De Phoenix Multi Compact is voorzien van 3 laadkarakteristieken.
De Fixed laadkarakteristiek biedt de absorptionspanning voor een bepaalde (vast instelbare) tijd aan. Na de absorptionfase wordt een bepaalde (wederom vast instelbare) tijd de floatspanning aangeboden, om daarna een (meestal kortere) tijd weer de absorptionspanning aan te bieden.
De Adaptieve laadkarakteristiek biedt de absorptionspanning aan gedurende een tijd afhankelijk van de lading die tijdens bulk is geleverd. Daarna volgt een floatfase van 24 uur, waarna naar 13/ 26V (gereduceerd float) wordt teruggeschakeld. Net als bij de Fixed laadkarakteristiek wordt ook hier periodiek een absorptionfase aangehouden.
In de Accu-beschermingsmodus wordt ook de adaptieve laadkarakteristiek gebruikt, maar wordt een hogere absorptionspanning aan de accu aangeboden. De spanningsverhoging gebeurt geleidelijk en beschermt daardoor uw accu tegen een defect als gevolg van overladen.
De laadstroom is standaard ingesteld op 75% van de maximale laadstroom. Voor de meeste toepassingen zal deze stroom te hoog zijn. Om te voorkomen dat de accu’s defect raken is het noodzakelijk om de laadstroom aan te passen naar 0,1-0,2x de accucapaciteit.
De stapgrootte is 1A.
18
Absorptionspanning
De absorptionspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V. De stapgrootte is 0,05 V
Absorptiontijd/ maximale absorptiontijd
Deze instelling bepaalt bij de fixed laadkarakteristiek hoelang de lader de absorptionspanning aanbiedt. Bij de adaptieve laadkarakteristiek bepaalt deze instelling wat de maximale tijd is dat de lader de absorptionspanning aanbiedt.
De (maximale) absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 8 uur.
De stapgrootte is 1 uur.
Floatspanning
De floatspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V De stapgrootte is 0,05 V.
Herhaald absorption
Na iedere laadcyclus zal de lader na de floatfase na een ingestelde tijd terugschakelen naar de hoge laadspanning. Dit terugschakelen heet de ‘herhaald absorptionfase’.
Herhaald absorptiontijd
De herhaald absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 72 kwartier.
De stapgrootte is 1 kwartier Herhaald absorptioninterval.
Het herhaald absorptioninterval, ook wel reduced float genoemd, kan worden ingesteld van 1 tot 45 dagen. De stapgrootte is 1 dag.
19
4.5 Bijzondere instellingen
Bulkbescherming aan/ uit
Als de lader na 10 uur in de bulkfase te hebben geladen de absorption spanning nog niet heeft bereikt kan het zijn dat de accu defect is. Om verdere schade te voorkomen zal de lader na 10 uur bulk automatisch worden uitgeschakeld. De rode LED ”alarm” gaat dan branden.
Deze beveiliging is uit te schakelen.
Net Sinus Check
De Phoenix Multi Compact controleert of the netspanning niet alleen de juiste voltage heeft, maar ook de juiste sinus vorm. Als de Phoenix Multi Compact niet juist functioneert op een generator kan deze functie worden uitgeschakeld De dan aangeboden spanning zal direct doorgeschakeld worden naar de verbruikers. De omschakeltijd zal nu langer dan 20 msec bedragen.
Generator/ walstroom
Ter bescherming van de generator of van de walstroomaansluiting wordt de laadstroom zodanig ingesteld dat de gezamenlijk afgenomen stroom door de lader en de AC verbruikers niet boven de ingestelde stroom komt.
Als het AC verbruik boven de ingestelde stroom komt, zal de lader uitschakelen en de “mains on” LED gaan knipperen. Het is nu mogelijk dat de walzekering doorslaat of de generator door overbelasting uitschakelt. In dat geval zal de Multi Compact proberen om te schakelen naar omvormerbedrijf.
De generator/ walstroom kan worden ingesteld van 1 tot 12A.
De stapgrootte is 1A.
Bij gebruik van het Remote Control wordt de walstroom instelling bepaald door het Remote
Control (afstandsbedieningspaneel).
Wanneer de aan de Phoenix Multi Compact aangeboden spanningsvorm niet zuiver sinusvorming is, bestaat de kans dat de Phoenix Multi Compact deze niet zal accepteren. U kunt deze detectie uitschakelen door de shore current limiter naar “0” te draaien.
Generator/ wal support
MultiPlus
Als de generator of walaansluiting te weinig vermogen levert kan de Phoenix MultiPlus
Compact dit aanvullen. Op deze manier wordt de accu gespaard doordat de accu niet het volledige vermogen hoeft te leveren, maar slechts hoeft aan te vullen.
Deze mogelijkheid kan ingeschakeld worden.
4.6 Onderhoud
De Phoenix Multi Compact vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Multi Compact vochtig wordt en houd het apparaat zo schoon mogelijk
20
5 FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord.
Voordat testen met de omvormer en/ of acculader worden uitgevoerd dienen de DCbelastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden losgekoppeld van de omvormer.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
Probleem
De omvormer werkt niet wanneer deze wordt ingeschakeld.
De omvormer werkt niet
Oorzaak
De accuspanning is te hoog of te laag.
Processor staat in uit-mode
Oplossing
Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is.
De LED “alarm
” knippert.
De LED “alarm” brandt.
De accuspanning is laag.
Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer aan.
Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen.
Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen.
De LED “alarm” knippert.
De LED “alarm” brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning te laag is.
De belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting.
De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge belasting.
Ontkoppel een deel van de belasting.
Ontkoppel een deel van de belasting.
21
Probleem
De LED “alarm” knippert.
De LED “alarm” knippert.
De LED “lalarm” brandt.
Oorzaak
Lage accuspanning en te hoge belasting.
Rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge rimpelspanning op de ingang.
Oplossing
Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
Controleer de accukabels en accuaansluitingen. Wees er zeker van dat de accucapaciteit voldoende is, verhoog deze eventueel.
Plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels en reset de omvormer (uit- en weer inschakelen)
22
Probleem
Een alarm LED brandt en de tweede knippert
Oorzaak
De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van de alarmering van de brandende LED. De knipperende LED geeft aan dat de omvormer bijna uitgeschakeld is als gevolg van het betreffende alarm.
De lader werkt niet De netspanning of –frequentie is buiten het bereik.
Oplossing
Controleer deze tabel om acties te nemen overeenkomstig het alarm.
De accu wordt niet volledig opgeladen.
De thermische onderbreker is geactiveerd.
Verkeerde laadstroom.
Een slechte accuaansluiting.
De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld.
De floatspanning is op een verkeerde waarde ingesteld.
De capaciteit van de accu is te groot.
De accu wordt overladen.
De DC is kapot.
De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld.
De floatspanning is op een verkeerde waarde ingesteld.
Een slechte accu.
Zorg dat de netspanning tussen
185 Vac en 265 Vac komt te liggen en dat de frequentie overeenkomt met de instelling.
Reset de 16 A thermische onderbreker.
Stel de laadstroom in tussen 0,1 en 0,2x de accucapaciteit.
Controleer de accuaansluitingen.
Regel de absorptionspanning af op een goede waarde.
Regel de floatspanning af op een goede waarde.
Sluit een accu aan met een kleinere capaciteit en verhoog de laadstroominstelling.
Omvormer is defect.
Regel de absorptionspanning af op een goede waarde.
Regel de floatspanning af op een goede waarde.
Vervang de accu.
Een te kleine accu.
De accu staat te warm.
Reduceer de laadstroom of gebruik een accu met een hogere capaciteit.
Sluit een temperatuursensor aan.
23
6.1 ALGEMEEN
Ventilatie
Temperatuurbereik
- Tijdens werking
- Bij opslag
Beveiligd
Relatieve vochtigheid
EMC
Emissie
6 TECHNISCHE SPECIFICATIES
Geforceerde convectie (intern)
0 – +40 °C
-25 – +60 °C
Uitgang kortsluitvast
Overbelasting
Accuspanning te hoog
Accuspanning te laag
230V netspanning op de uitgang van de omvormer
DC Ingangsrimpel te hoog
Temperatuur beveiligd transformator
Electronic & Powerstage
Batterij (als de sensor is aangesloten)
0-95%
Elektromagneticaal compatibiliteit volgens EMC richtlijn
EMC 89/336 EEC
EN 55014 (1993) en EN50081-1
EN61000-3-2
EN61000-3-3 voltage-norm:
73/23/EEG en 93/68/EEG
EN60335-1 en EN60335-2-29
Automotive 95/54/EC
24
6.2 Omvormer
Ingangsspanningbereik (Vdc)
Inschakelspanning
(Vdc)
Uitschakelspanninglaag
(Vdc)
Uitschakelspanning hoog
(Vdc) rimpelspanning
(Vrms)
Ingangsstroom
Nominaal (A)
12/800
/ 35
12/1200
/ 50
12/800 12/1200 12/1600 24/800 24/1200 24/1600
9,5 -16,1
12/1600
/ 70
24/800
/ 16
24/1200
/ 25
19,0 - 32,2
24/1600
/ 35
48/1200
/ 12
48/1600
/ 20
48/1200 48/1600
38,0 - 64,4
10,9 21,8
9,0 18,0
16,1 32,2
Max. 1,25Vrms
65 100 130 35 50 65
43,6
56
64,4
25 35
Ingangsstroom
Maximaal (A)
Vermogensverbruik onbelast
(W)
85 130 170 40 65 85 30 40
8 8 8 12 12 12 15 15
Economy 5 5 5 9 9 9 12 12
DC veiligheids- zekering (A)
200 250 250 150 200 200 150 150
Output (Vac)
Output Voltage
Range (Vac)
Frequentie (Hz)
230 ± 1%
185–245
50/60 ±0,01% (kristal)
Economy DS6=on
load < +/- 25W
Geen lineaire belasting, crest factor 3:1 (VA)
25ºC)
145VAC top=300V speciaal aangepast voor SL- PL- and TL lampen (normale lichtsterkte) and klokken
800 1200 1600 800 1200 1600 1200 1600
Nominaal vermogen (W)
(cos ϕ
= 1,0; 25ºC)
Nominaal vermogen (W)
(cos ϕ
= 1,0; 40ºC)
Opstart vermogen
(W)
650 1000 1300 650 1000 1300 1000 1300
600 900 1100 600 900 1100 900 1100
1900 2000 2300 1900 2600 3000 2600 3000
Inschakelgedrag
Rendement Pnom 87%
De nominale uitgangsspanning is aanwezig binnen 20mS
86% 84% 88% 87% 86% 87% 86% efficiency
½ Pnom
90% 88% 87% 90% 89% 87% 90% 88%
13 15
25
6.3 Accu lader
Ingangsspanning
(Vac)
Afschakel spanning
(Vac)
Frequentie(Hz)
Maximale ingangstroom (A)
Ingangs-zekering
(TCB) 250 Vac
Cos ϕ
/ power factor
Absorption
Laadspanning default (Vdc)
Float laadspanning default (Vdc)
Uitgang oplaadspanning
(Vdc)
Min./max.
Laad karakteristiek
Nominale startaccustroom (A)
Toegestane accurimpel (Vrms)
Acculekstroom, wanneer de Multi
Compact is uitgeschakeld (mA)
12/800
/ 35
12/1200
/ 50
12/1600
/ 70
24/800
/ 16
24/1200
/ 25
200–250
24/1600
/ 35
48/1200
/ 12
48/1600
/ 20
<180 en >270
2,7A 3,9A 5,6A
45 – 55 of 55 – 65
Bij 230 Vac (AC uit onbelast)
2,5A 3,8A 6,3A
16A 16A 16A 16A 16A 16A 16A 16A
1,0
14,40 28,80 57,6
13,80 27,60 55,2
8 – 16 11 - 32 22 - 64
4-staps automatisch
4
Max. 1,25
≤
1mA
26
6.4 Mains switch
Maximaal doorgeschakeld vermogen
(begrensd door een 16 A Thermal Circuit Breaker)
Omschakeltijd van omvormer naar netspanning
Omschakeltijd van netspanning naar omvormer
(U batt >10,5V)
Netspanningfout detectie tijd.
Omschakelspanning netspanning naar omvormer.
Omschakelspanning van omvormer naar netspanning
3600W
0 mS
1
0 mS
1
4ms tot 20ms
180Vac
187Vac
Min. - Max. frequentie bereik (50Hz/60Hz) 45 – 55Hz of 55 – 65Hz
1
Doordat de omvormer en netspanning een korte tijd parallel werken is er geen omschakeltijd.
6.5 Mechanisch
12/800
/ 35
12/1200
/ 50
12/1600
/ 70
24/800
/ 16
24/1200
/ 25
24/1600
/ 35
12/800 12/1200 12/1600 24/800 24/1200 24/1600
48/1200
/ 12
48/1600
/ 20
48/1200 48/1600
kleur
Afmetingen (H x W x D) gewicht (kg)
Batterij aansluitkabel
AC in/out aansluiting
Startbatterij aansluiting:
Externe connection: sensing, remote switch
Seriële interface 8polige UTP connector blue RAL 5012
375 mm x 215 mm x 115mm (zie appendix A)
9
1,5 mm
2
10 10 9
2 * G-ST18i connector 2,5 mm²
(connector geschikt voor 1 mm
10
draden Aansluitingen op printplaat
2
draden)
Remote switch (connector voor 3 draden Ø 1mm
2
Alarm: transistor, open collector 33V 40mA
(connector voor 2 draden Ø 0,5 mm
2
)
Voor Phoenix Remote Control
Voor MK met VE-configure software
)
10
Batterij temperatuur sensor (connector for 2 wire Ø 1mm
2
)
10 10
27
28
Remote Control
(VE-configure UTP)
Terminals left to right:
Temperature sensor plus and minus
Alarm 1= open collector
2=gnd (33V 40mA)
Remote switch
1=charger only
2=middle terminal (gnd!)
3=on
Plus battery
Starter battery
1 = plus
2 = minus
Minus battery
APPENDIX A
215mm
Mains input fuse
375mm
Load connection GST 18
N=neutral
ground L=phase .
Shore supply GST18 (mains) connection: N=neutral
ground L=phase .
Mounting plate position
115mm
Mounting holes
Serial number:
Distributor:
Victron Energy B.V.
The Netherlands
General phone: +31 (0)36 535 97 00
Customer support desk: +31 (0)36 535 97 77
General and Service fax: +31 (0)36 531 16 66
Sales fax: +31 (0)36 535 97 40
E-mail: [email protected] http://www.victronenergy.com Internet site:
Article number: ISM001003000
Version: 00
Date: 18-02-2004
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project