advertisement
▼
Scroll to page 2
of 178
Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Gebruikershandleiding Andere opnamestanden NEDERLANDS P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte “Veiligheidsmaatregelen” (= 13), voordat u de camera in gebruik neemt. ●● Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te gebruiken. ●● Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen. Wi-Fi-functies ●● Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina's te openen. : Volgende pagina Menu Instellingen : Vorige pagina : Pagina voordat u op een koppeling klikte Accessoires ●● Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant. Bijlage Index © CANON INC. 2015 CEL-SV6ZA280 1 Vóór gebruik Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● SD-geheugenkaarten*1 Informatie om te beginnen Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier. Basishandelingen van de camera ●● SDHC-geheugenkaarten*1*2 ●● SDXC-geheugenkaarten*1*2 Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden *1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking in deze camera geverifieerd. *2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Camera Menu Instellingen Batterij NB-6LH* Accessoires Bijlage Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE Index Polsriem * Verwijder het stickerlabel niet van een batterij. ●● De verpakking bevat ook gedrukt materiaal. ●● Een geheugenkaart is niet bijgesloten (= 2). 2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie ●● Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten. ●● De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden. ●● Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd. ●● Hoewel de LCD-monitor onder productieomstandigheden voor uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties, kunnen pixels in zeldzame gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op de opgenomen beelden. ●● Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag voordat u de camera gaat gebruiken. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt ●● In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met de volgende pictogrammen aangeduid. Nummers aangegeven tussen haakjes geven de nummers weer van de overeenkomstige bedieningselementen in “Onderdeelnamen” (= 4). [ ] Knop omhoog (12) aan de achterkant [ ] Knop links (8) aan de achterkant [ ] Knop rechts (13) aan de achterkant [ ] Knop omlaag (15) aan de achterkant [ ] Controleknop (7) aan de achterkant Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Opnamestanden en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen haakjes weergegeven. ●● : Wat u beslist moet weten ●● : Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● =xx: Pagina's met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor een paginanummer) Accessoires ●● De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de standaardinstellingen is ingesteld. ●● Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde geheugenkaarten. Bijlage Index ●● De symbolen “ Foto's” en “ Films” onder titels geven aan of de functie wordt gebruikt voor foto's of films. ●● De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging. 3 Vóór gebruik Onderdeelnamen (4) (5) (6)(7) (8) Basishandleiding (9) (10) (11)(12) (1) (2) Handleiding voor gevorderden (3) (4) Basishandelingen van de camera (1) (2) Auto-modus/Modus Hybride automatisch (5) (3) (7) (8) (13) (14) (15) (16) (10) (1)Microfoon (9)Flitser (2)Lamp (10) (N-teken)* (1) Scherm (LCD-monitor) (2)Luidspreker (3)Lens (11) Schakelaar [ (Flitser omhoog)] (4)Zoomknop (telelens)] / Opnemen:[ (groothoek)] [ Afspelen:[ (vergroten)] / (index)] [ (Framing Assist – (12) Knop [ Zoeken)] (4)HDMITM-aansluiting (13) Serienummer (bodynummer) (5)Programmakeuzewiel (14) Aansluiting statief (6) (5)Filmknop (6)Ontspanknop (7)ON/OFF-knop (8) Antenne voor Wi-Fi * Gebruikt bij NFC-functies (= 108). (3) AV OUT (audio/video-uitgang) / DIGITAL-aansluiting Knop [ (Afspelen)] (15) Klepje gelijkstroomkoppeling (7)Controleknop (16) Klepje van geheugenkaart / batterijhouder (8) (17)Riembevestigingspunt (10) Knop [ Knop [ (Macro)] / (Handmatige [ scherpstelling)] / Links P-modus (13) (14) (15) (16) (9) (17) Andere opnamestanden (11) (12) (6) Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus (Weergave)] Wi-Fi-functies (11) Knop [ (Mobiele apparaatverbinding)] Menu Instellingen (12)Knop [ (Belichtingscompensatie)] / (Wi-Fi)] / Omhoog [ Accessoires (13) Knop [ (Flitser)] / Rechts Bijlage (14) Knop FUNC. (functie) / SET (15) Knop [ (Zelfontspanner)] / (Story Highlights)] / Omlaag [ (16)[ Index ]-knop (9)Indicator ●● Aan de controleknop draaien is één van de mogelijkheden om verschillende instellingen te kiezen, van beeld naar beeld te gaan en andere handelingen uit te voeren. Het merendeel van deze handelingen kunt u ook uitvoeren met de knoppen [ ][ ][ ][ ]. 4 Inhoudsopgave Vóór gebruik Informatie om te beginnen................................................ 2 Inhoud van de verpakking......................................................... 2 Compatibele geheugenkaarten................................................. 2 Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie............................ 3 Conventies die in deze handleiding worden gebruikt................ 3 Onderdeelnamen...................................................................... 4 Algemene bediening camera...................................................11 Veiligheidsmaatregelen........................................................... 13 Basishandleiding Basishandelingen............................................................ 16 Voordat u begint...................................................................... 16 De riem bevestigen.....................................................................16 De camera vasthouden..............................................................16 De batterij opladen.....................................................................17 De batterij en uw geheugenkaart plaatsen.................................17 De batterij en geheugenkaart verwijderen..............................18 De datum en tijd instellen...........................................................19 De datum en tijd wijzigen.......................................................19 Weergavetaal.............................................................................20 De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen........................ 21 De camera testen.................................................................... 22 Opnamen maken (Smart Auto)...................................................22 Bekijken......................................................................................23 Beelden wissen......................................................................24 Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera.................................. 25 Aan/Uit.................................................................................... 25 Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)........................................26 Spaarstand in de opnamemodus...........................................26 Spaarstand in de afspeelmodus.............................................26 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Ontspanknop........................................................................... 26 Opnamestanden...................................................................... 27 Opties opnameweergave........................................................ 27 Het menu FUNC. gebruiken.................................................... 28 Het menuscherm gebruiken.................................................... 29 Toetsenbord op het scherm..................................................... 30 Indicatorweergave................................................................... 31 Klok......................................................................................... 31 Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Auto-modus/Modus Hybride automatisch..................... 32 Afspeelmodus Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen.............................................................................. 32 Opnamen maken (Smart Auto)...................................................32 Opnamen maken in de modus Hybride automatisch..................34 Digest-film afspelen................................................................35 Foto's/films.............................................................................35 Foto's......................................................................................35 Films.......................................................................................35 Compositiepictogrammen...........................................................36 Scènes voor continue opname...............................................37 Pictogrammen voor beeldstabilisatie..........................................37 Kaders op het scherm................................................................38 Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Algemene, handige functies.................................................... 38 Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom)...................38 Gemakkelijk terughalen van onderwerpen die na het handmatig zoomen zijn verdwenen (Framing Assist – Zoeken)...................39 5 Automatisch zoomen als reactie op beweging van het onderwerp (Auto zoom)..............................................................40 Het formaat waarin gezichten constant worden weergegeven wijzigen............................................................41 Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met automatisch zoomen (Hulp vragen)................................................................41 De zelfontspanner gebruiken......................................................42 Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner..............42 De zelfontspanner aanpassen................................................43 Continue opname.......................................................................43 Beelden weergeven tijdens het afspelen................................44 Gezichts-ID gebruiken............................................................. 44 Persoonlijke gegevens...............................................................44 Gezichts-ID-gegevens registreren..............................................45 Opnamen maken........................................................................46 Geregistreerde gegevens controleren en bewerken..................47 Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen.....................47 Geregistreerde gegevens wissen...........................................48 Functies voor de beeldaanpassing......................................... 49 De verhouding wijzigen..............................................................49 Het aantal opnamepixels wijzigen (beeldgrootte).............................................................................49 Richtlijnen voor het kiezen van de opnamepixelinstelling op basis van het papierformaat (voor 4:3-beelden)................49 Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren...............50 Beeldkwaliteit van films wijzigen.................................................50 Handige opnamefuncties........................................................ 51 Raster weergeven......................................................................51 Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten....................51 Controleren op gesloten ogen....................................................52 Instellingen van de IS-modus wijzigen.......................................52 Beeldstabilisatie uitschakelen................................................52 Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop ze voor het filmen worden weergegeven.............53 De camerabewerkingen aanpassen........................................ 53 Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat.......................................53 Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie aangaat.........54 De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen................54 De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen..........54 Het weergegeven scherm na de opname wijzigen.................55 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Andere opnamestanden.................................................. 56 Helderheid/kleur aanpassen (Directe effecten)....................... 56 Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname)................................................................ 57 Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Effecten kiezen...........................................................................57 Bewegende onderwerpen (Sport)........................................... 58 Specifieke scènes................................................................... 58 Beeldeffecten (Creatieve filters).............................................. 60 P-modus Tv-, Av- en M-modus Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect)...........................................................................60 Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect)..........61 Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips van één minuut)....................................................61 Opnamen maken met een speels effect (Speels effect).............62 Opnamen met een soft-focuseffect............................................62 Opnamen maken in monochroom..............................................63 Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Speciale modi voor andere doeleinden................................... 63 Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie (Smart Shutter)...........................................................................63 Automatisch opnamen maken na lachdetectie (Glimlach).....63 Automatisch opnamen maken na knipoogdetectie (Knipoogdetectie)...................................................................64 Automatisch opnamen maken nadat een nieuwe persoon wordt gedetecteerd (Gezicht-zelfontspanner)........................64 Bijlage Index Verschillende films opnemen.................................................. 65 Films maken in de standaardmodus...........................................65 Films met vloeiendere beweging maken................................65 Belichting vergrendelen of wijzigen voordat u een film maakt...............................................................................66 6 Grote camerabewegingen corrigeren.....................................66 Films maken in de Korte clip-modus..........................................66 Afspeeleffecten.......................................................................67 iFrame-films maken....................................................................67 P-modus............................................................................ 68 Opnamen maken met programma AE ([P]-modus)................. 68 Helderheid van het beeld (Belichting)..................................... 69 De helderheid van het beeld aanpassen (Belichtingscompensatie)...........................................................69 Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock).......69 De meetmethode wijzigen..........................................................69 De ISO-waarde wijzigen.............................................................70 De helderheid corrigeren (i-Contrast).........................................70 Beeldkleuren........................................................................... 71 Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans)................................71 Aangepaste witbalans............................................................71 De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)......................71 Custom Kleur..........................................................................72 Opnamebereik en scherpstellen............................................. 73 Close-ups maken (macro)..........................................................73 Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen...........73 Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking)........74 Digitale telelens..........................................................................74 De modus AF Frame wijzigen.....................................................74 Centrum..................................................................................75 Gezichts-AiAf..........................................................................75 Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking)..........................................................................75 Opnamen maken met Servo AF.............................................76 De focusinstelling veranderen....................................................77 Opnamen maken met AF lock....................................................77 Continue opnamen maken terwijl de camera op het onderwerp blijft scherpstellen.....................................................78 Flitser...................................................................................... 78 Flitsermodus wijzigen.................................................................78 Automatisch............................................................................78 Aan.........................................................................................78 Slow sync...............................................................................79 Uit...........................................................................................79 De flitsbelichtingscompensatie aanpassen.................................79 Opnamen maken met FE-lock....................................................80 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Overige instellingen................................................................. 80 De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit)...................80 Instellingen van de IS-modus wijzigen.......................................80 Andere opnamestanden Tv-, Av- en M-modus........................................................ 81 P-modus Specifieke sluitertijden (Modus [Tv])....................................... 81 Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av])............................ 82 Specifieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]).... 82 Tv-, Av- en M-modus De flitsoutput aanpassen............................................................83 Afspeelmodus Afspeelmodus.................................................................. 84 Bekijken................................................................................... 84 Van weergavemodus wisselen...................................................85 Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden).................................................................................86 Histogram...............................................................................86 GPS-informatieweergave.......................................................86 Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van foto's (digest-films).....................................................................86 Op datum weergeven.............................................................87 Personen controleren die met Gezichts-ID zijn gedetecteerd....87 Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Door beelden bladeren en beelden filteren............................. 87 Bladeren door beelden in een index...........................................87 Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden.......88 Afzonderlijke beelden in een groep weergeven.........................88 Gezichts-ID-gegevens bewerken............................................ 89 Namen wijzigen..........................................................................89 Namen wissen............................................................................90 7 Opties voor het weergeven van foto's..................................... 90 Beelden vergroten......................................................................90 Diavoorstellingen bekijken..........................................................91 Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen...........................91 Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle).....92 Beelden beveiligen.................................................................. 92 Via het menu..............................................................................92 Afzonderlijke beelden selecteren................................................93 Een reeks selecteren..................................................................93 Alle beelden in één keer beveiligen............................................94 Alle beveiligingen in één keer opheffen..................................94 Beelden wissen....................................................................... 94 Meerdere beelden tegelijk wissen..............................................95 Een selectiemethode selecteren............................................95 Afzonderlijke beelden selecteren...........................................95 Een reeks selecteren..............................................................95 Alle beelden in één keer opgeven..........................................96 Beelden roteren....................................................................... 96 Via het menu..............................................................................96 Automatisch draaien uitschakelen..............................................97 Beelden markeren als favoriet................................................ 97 Via het menu..............................................................................98 Foto's bewerken...................................................................... 98 Het formaat van beelden wijzigen..............................................98 Trimmen.....................................................................................99 De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)....................100 De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast)................100 Rode ogen corrigeren...............................................................101 Films bewerken..................................................................... 102 Bestandsgroottes verkleinen....................................................103 Digest-films bewerken..............................................................103 Albums bekijken (Story Highlights)....................................... 104 Thema's voor albums kiezen................................................104 Achtergrondmuziek toevoegen aan albums.............................105 Uw eigen albums maken..........................................................106 Wi-Fi-functies................................................................. 107 Beschikbare Wi-Fi-functies................................................... 107 Beelden naar een smartphone verzenden............................ 108 Beelden verzenden naar een smartphone die NFC ondersteunt......................................................................108 Verbinding maken via NFC wanneer de camera uit staat of in de opnamemodus staat..................................108 Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de afspeelmodus staat.............................................................. 110 Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop.............................................................................. 110 Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu..................... 111 Een ander toegangspunt gebruiken......................................... 113 Eerdere toegangspunten.......................................................... 113 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Beelden opslaan op een computer........................................114 Voorbereidingen voor het registreren van een computer......... 114 De computeromgeving controleren...................................... 114 De software installeren......................................................... 114 De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding (alleen Windows).................................................................. 115 Beelden opslaan op een aangesloten computer...................... 115 Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen................. 115 WPS-compatibele toegangspunten gebruiken..................... 116 Verbinding maken met toegangspunten in de lijst................ 118 Eerdere toegangspunten...................................................... 119 Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice......119 Webservices registreren........................................................... 119 CANON iMAGE GATEWAY registreren................................120 Andere webservices registreren...........................................121 Beelden uploaden naar webservices........................................122 Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Beelden draadloos afdrukken met een verbonden printer.................................................................................... 123 Beelden naar een andere camera verzenden....................... 124 8 Opties voor het verzenden van beelden............................... 125 Meerdere beelden verzenden...................................................125 Afzonderlijke beelden selecteren.........................................125 Een reeks selecteren............................................................126 Favoriete beelden verzenden...............................................126 Opmerkingen over het verzenden van beelden........................127 Het aantal opnamepixels kiezen (beeldgrootte)...........................................................................127 Opmerkingen toevoegen..........................................................127 Beelden automatisch verzenden (beeldsynchronisatie)........ 128 Voordat u begint.......................................................................128 De camera voorbereiden......................................................128 De computer voorbereiden...................................................128 Beelden verzenden...................................................................129 Beelden die via Beeldsynchronisatie zijn verzonden op een smartphone bekijken................................................129 Een smartphone gebruiken om camerabeelden te bekijken en de camera te bedienen...................................... 130 Beelden op de camera geotaggen...........................................130 Opnamen maken op afstand....................................................130 Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen.................................. 131 Verbindingsinformatie bewerken..............................................131 De bijnaam van een apparaat wijzigen................................132 Verbindingsinformatie wissen...............................................132 De bijnaam van het apparaat wijzigen.................................132 De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen........................133 Menu Instellingen........................................................... 134 Basisfuncties van de camera aanpassen.............................. 134 Camerageluiden dempen.........................................................134 Het volume aanpassen.............................................................134 Hints en tips verbergen.............................................................135 Datum en tijd............................................................................135 Wereldklok................................................................................135 Timing voor het intrekken van de lens......................................136 Eco-modus gebruiken...............................................................136 De spaarstand aanpassen........................................................136 Schermhelderheid....................................................................137 Het opstartscherm verbergen...................................................137 Geheugenkaarten formatteren.................................................137 Low Level Format.................................................................138 Bestandsnummering.................................................................138 Beelden opslaan op datum.......................................................138 Metrische/Niet-metrische weergave.........................................139 Certificatielogo's controleren....................................................139 Weergavetaal...........................................................................139 Andere instellingen aanpassen................................................139 Standaardinstellingen van de camera herstellen......................140 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Accessoires.................................................................... 141 Tv-, Av- en M-modus Systeemoverzicht.................................................................. 141 Optionele accessoires........................................................... 142 Afspeelmodus Voedingen.................................................................................142 Overige accessoires.................................................................143 Printers.....................................................................................143 Wi-Fi-functies Optionele accessoires gebruiken.......................................... 143 Menu Instellingen Afspelen op een tv....................................................................143 Afspelen op een hdtv............................................................143 Afspelen op een sdtv............................................................144 De camera voeden via het lichtnet...........................................145 De software gebruiken.......................................................... 146 Verbinding maken met een computer via een kabel.................146 De computeromgeving controleren......................................146 De software installeren.........................................................146 Beelden opslaan op een computer...........................................146 Accessoires Bijlage Index Beelden afdrukken................................................................ 147 Eenvoudig afdrukken................................................................147 Afdrukinstellingen configureren................................................148 Beelden bijsnijden vóór het afdrukken.................................149 9 Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken..............................................................................149 Beschikbare indelingsopties.................................................150 Id-foto's afdrukken................................................................150 Filmscènes afdrukken...............................................................150 Afdrukopties voor films.........................................................150 Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)............................151 Afdrukinstellingen configureren............................................151 Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden......................151 Afdrukinstellingen voor een reeks beelden..........................152 Afdrukinstellingen voor alle beelden.....................................152 Alle beelden in de printlijst wissen........................................152 Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst (DPOF).................................................................................152 Beelden toevoegen aan een fotoboek......................................153 Een selectiemethode selecteren..........................................153 Afzonderlijke beelden toevoegen.........................................153 Alle beelden toevoegen aan een fotoboek...........................153 Alle beelden verwijderen uit een fotoboek............................153 Bijlage............................................................................. 154 Problemen oplossen............................................................. 154 Berichten op het scherm....................................................... 158 Informatie op het scherm...................................................... 160 Opname (informatieweergave).................................................160 Batterijniveau........................................................................160 Afspelen (uitgebreide informatieweergave)..............................161 Overzicht van filmbedieningspaneel.....................................161 Voorzorgsmaatregelen.......................................................... 170 Specificaties.......................................................................... 170 Cameraspecificaties.................................................................170 Wi-Fi.....................................................................................171 Brandpuntsafstand digitale zoom (equivalent aan 35 mm)..........................................................................171 Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd..............................171 Aantal opnamen per geheugenkaart....................................172 Opnametijd per geheugenkaart............................................172 Flitsbereik.............................................................................172 Opnamebereik......................................................................173 Snelheid van continue opname............................................173 Sluitertijd...............................................................................173 Diafragma.............................................................................173 Batterij NB-6LH....................................................................174 Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE.............................................174 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Index..................................................................................... 175 Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)..................... 177 Afspeelmodus Wi-Fi-functies Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven...............177 Veiligheidsmaatregelen............................................................177 Handelsmerken en licenties.................................................178 Vrijwaring..............................................................................178 Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Functies en menutabellen..................................................... 162 Beschikbare functies per opnamemodus.................................162 Menu FUNC..............................................................................163 Opnametabblad........................................................................164 Tabblad Instellen.......................................................................168 Tabblad Afspelen......................................................................169 Tabblad Print.............................................................................169 10 Speciale effecten toepassen Algemene bediening camera Vóór gebruik Basishandleiding Levendige kleuren (= 60) Opnamen maken ●● Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus, modus Hybride automatisch) -- = 32, = 34 ●● Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname met behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve opname) -- = 57 Goede opnamen van mensen maken Poster-effect (= 60) Fisheye-effect (= 60) Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Miniatuureffect (= 61) Speels effect (= 62) Auto-modus/Modus Hybride automatisch Soft focus (= 62) Andere opnamestanden P-modus Monochroom (= 63) Tv-, Av- en M-modus ●● Scherpstellen op gezichten -- = 32, = 58, = 75 Portretten (= 58) In de sneeuw (= 58) Specifieke scènes afstemmen Sport (= 58) Nachtscènes (= 58) Weinig licht (= 58) Vuurwerk (= 58) Afspeelmodus ●● Zonder gebruik van de flitser (Flitser Uit) -- = 32 Wi-Fi-functies ●● Een foto maken met uzelf erbij (Zelfontspanner) -- = 42, = 64 Menu Instellingen ●● Filmclips en foto's combineren (Filmsynopsis) -- = 34 Accessoires Bijlage Index 11 Weergeven ●● Beelden bekijken (Afspeelmodus) -- = 84 ●● Automatisch afspelen (Diavoorstelling) -- = 91 ●● Op een tv -- = 143 ●● Op een computer -- = 146 ●● Snel door beelden bladeren -- = 87 ●● Beelden wissen -- = 94 Opslaan ●● Beelden opslaan op een computer via een kabel -- = 146 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Wi-Fi-functies gebruiken Basishandelingen van de camera ●● Beelden naar een smartphone verzenden -- = 108 Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Beelden online delen -- = 119 Andere opnamestanden ●● Beelden naar een computer verzenden -- = 128 P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Automatisch een album maken -- = 104 Afspeelmodus Wi-Fi-functies Films opnemen/bekijken Menu Instellingen ●● Films opnemen -- = 32, = 65 Accessoires ●● Films bekijken (Afspeelmodus) -- = 84 Afdrukken Bijlage Index ●● Foto's afdrukken -- = 147 12 Veiligheidsmaatregelen ●● Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze. ●● De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te voorkomen. ●● Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u gebruikt. Waarschuwing Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar. ●● Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. ●● Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen. Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking. Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt. ●● Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening. ●● Demonteer, wijzig of verwarm het product niet. ●● Verwijder het stickerlabel van de batterij niet, als de batterij een stickerlabel heeft. ●● Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten. ●● Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan als het kapot is, bijvoorbeeld wanneer het is gevallen. ●● Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont. ●● Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of thinner om het product schoon te maken. ●● Voorkom contact met vloeistoffen en laat geen vloeistoffen of vreemde objecten in de camera binnendringen. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als het product nat wordt of als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, verwijdert u meteen de batterij/batterijen of haalt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Kijk niet door de zoeker (als uw model een zoeker heeft) naar een sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron. Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het stopcontact zit. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product. Andere opnamestanden P-modus ●● Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen. ●● Plaats de batterij/batterijen niet in de buurt van of in open vuur. Dit kan ervoor zorgen dat de batterij/batterijen exploderen of lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid of kleding met lekkende batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water. ●● Als het product een batterijlader gebruikt, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen. -- Verwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen weg met een droge doek. -- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte handen. -- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker beschadigd is of als deze niet volledig in het stopcontact is gestoken. -- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) niet in contact komen met de contactpunten of stekker. -- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw product een netsnoer heeft. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is toegestaan. De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen. 13 ●● Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid. Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren. Gebruik een statief op warme plekken, of als u een slechte bloedsomloop of ongevoelige huid hebt. Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel. ●● Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u het aan de polsriem draagt. ●● Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt. Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen. ●● Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld. Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken. ●● Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt wanneer u een foto maakt. Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben. ●● Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen: -- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan; -- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C; -- vochtige of stoffige plaatsen. Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/ batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. Oververhitting en schade kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. ●● Door langdurig naar overgangen voor diavoorstelling te kijken, kunt u zich onprettig gaan voelen. ●● Wanneer u optionele lenzen, lensfilters of filteradapters (indien van toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires goed vastzitten. Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken. ●● Let er bij producten die automatisch de flitser in- en opklappen op dat uw vinger niet bekneld raakt door de flitser als deze wordt ingeklapt. Dit kan letsel veroorzaken. Voorzichtig Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan eigendommen. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron. Hierdoor kunnen de beeldsensor of interne onderdelen beschadigd raken. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige plek, dient u erop te letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt. ●● Druk de flitser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten die automatisch de flitser in- en opklappen. Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Veeg eventueel stof, vuil of ander materiaal dat niet op de flitser thuishoort weg met een wattenstaafje of doek. De warmte die de flitser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet op de flitser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product verstoord raken. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Verwijder de batterij/batterijen en berg deze op wanneer u het product niet gebruikt. Als de batterij lekt kan het product beschadigd worden. ●● Breng, voordat u de batterij/batterijen weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/batterijen. Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie. Accessoires Bijlage Index ●● Haal een batterijlader die u voor het product gebruikt, uit het stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt. Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan. ●● Laat batterijen voor het product niet in de buurt van huisdieren liggen. Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, met schade aan het product of brand als gevolg. 14 ●● Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt. Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt. Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm. Basishandelingen van de camera ●● Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat ingeklapt kan worden. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Bevestig geen harde voorwerpen aan het product. Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm. P-modus Andere opnamestanden Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 15 Basishandleiding Voordat u begint Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden De riem bevestigen Basishandelingen Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Steek het uiteinde van de riem door het riembevestigingspunt (1) en haal het andere uiteinde van de riem door het oog aan het draadeinde (2). (2) Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus (1) Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen De camera vasthouden Accessoires ●● Doe de riem om uw pols. ●● Houd bij het maken van opnamen uw armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat uw vingers niet op de uitgeklapte flitser rusten. Bijlage Index 16 De batterij opladen Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt. (1) (2) 1 Plaats de batterij. ●● Zorg eerst dat de -markering op de batterij overeenkomt met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen (1) en naar beneden (2) te drukken. 2 Laad de batterij op. (2 ) (1) CB-2LY CB-2LYE ●● CB-2LY: kantel de stekker naar buiten (1) en steek de oplader in een stopcontact (2). ●● CB-2LYE: sluit het netsnoer aan op de oplader en steek het andere uiteinde in een stopcontact. ●● Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (= 171) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij. ●● Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor. ●● De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen. (2) Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar). Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd, moet de geheugenkaart met deze camera worden geformatteerd (= 137). (1) ●● Wanneer het opladen is voltooid, wordt het lampje groen. (1) (2) Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Schuif het klepje naar buiten (1) en open het (2). 2 ●● Haal het netsnoer van de batterijlader uit het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen (1) en omhoog (2) te drukken. Afspeelmodus 1 Open het klepje. (2) ●● Het oplaadlampje gaat oranje branden en het opladen begint. ●● Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij te beschermen en in goede staat te houden. ●● Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben. Basishandleiding De batterij en uw geheugenkaart plaatsen 3 Verwijder de batterij. (1) Vóór gebruik Accessoires Bijlage Plaats de batterij. ●● Houd de batterij vast met de aansluitpunten in de getoonde positie. Duw de batterijvergrendeling richting (1) en plaats de batterij richting (2) totdat de vergrendeling vastklikt. Index ●● Als u de batterij verkeerd om plaatst, kan deze niet in de juiste positie worden vergrendeld. Controleer altijd of de batterij in de juiste richting is geplaatst en wordt vergrendeld. 17 (1) (2) 3 Controleer het schuifje voor schrijfbeveiliging van uw kaart en plaats de geheugenkaart. ●● Bij geheugenkaarten met een schuifje voor schrijfbeveiliging kunt u geen opnamen maken als het schuifje is ingesteld op vergrendeld. Verschuif het schuifje naar (1). ●● Plaats de geheugenkaart met de aansluitpunten (2) in de getoonde richting totdat deze vastklikt. ●● Controleer altijd of de geheugenkaart in de juiste richting geplaatst wordt. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen. De batterij en geheugenkaart verwijderen Verwijder de batterij. ●● Open het klepje en duw de batterijvergrendeling in de richting van de pijl. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● De batterij wipt nu omhoog. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Verwijder de geheugenkaart. ●● Duw de geheugenkaart naar binnen tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● De geheugenkaart wipt nu omhoog. 4 Sluit het klepje. (1) (2) Afspeelmodus ●● Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes aan terwijl u het naar binnen schuift, totdat het vastklikt (2). Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires ●● Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 172) voor richtlijnen over hoeveel foto's of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen. Bijlage Index 18 De datum en tijd instellen Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met de datum erop. 1 Schakel de camera in. ●● Druk op de ON/OFF-knop. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie te selecteren. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de datum en tijd op te geven. ]. ●● Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ bij stap 2. Kies vervolgens [ ] door op de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien. Basishandelingen van de camera ] Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 1 P-modus Open het menuscherm. ●● Druk op de knop [ Tv-, Av- en M-modus ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Kies [Datum/Tijd]. Menu Instellingen ●● Beweeg de zoomknop om het tabblad [ ] te selecteren. Accessoires ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Datum/Tijd] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Geef uw thuistijdzone op. 3 Wijzig de datum en tijd. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om de tijdzone thuis te selecteren. 4 Voltooi de instellingsprocedure. ●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, wordt het instellingenscherm niet meer weergegeven. Handleiding voor gevorderden Wijzig de datum en tijd als volgt. 2 Stel de datum en tijd in. 3 Basishandleiding De datum en tijd wijzigen ●● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt. ●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ Vóór gebruik ●● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op. ]. ●● Druk op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Bijlage Index ●● Volg stap 2 bij “De datum en tijd instellen” (= 19) om de instellingen aan te passen. ] om het ●● Druk op de knop [ menuscherm te sluiten. 19 ●● Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datum- en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is verwijderd. ●● De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, = 142), zelfs als de camera is uitgeschakeld. ●● Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij “De datum en tijd instellen” (= 19). Vóór gebruik Weergavetaal Basishandleiding U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. 1 Open de afspeelmodus. ●● Druk op de knop [ Handleiding voor gevorderden ]. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Open het instellingenscherm. Andere opnamestanden ●● Houd de knop [ ] ingedrukt en druk direct op de knop [ ]. P-modus Tv-, Av- en M-modus 3 Stel de taal van het LCD-scherm in. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een taal te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus ●● Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt ingesteld, wordt het instellingenscherm niet langer weergegeven. Menu Instellingen Wi-Fi-functies Accessoires Bijlage Index ●● De huidige tijd wordt weergegeven als u bij stap 2, nadat u op de knop [ ] hebt gedrukt, te lang wacht voordat u op ] drukt. Druk in dat geval op [ ] om de de knop [ tijdweergave verwijderen en herhaal stap 2. ●● U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop [ ] te selecteren op het tabblad [ ]. te drukken en [Taal ] 20 De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften. 1 Draai de schroeven van de behuizing los en verwijder de klep van de achterkant. ●● Draai de schroeven van de behuizing aan de zijkanten en onderkant los. 4 Verwijder de printplaat. Vóór gebruik ●● Draai de schroeven los en houd de plaat tegen de camera. Basishandleiding ●● Trek de lintkabel naar buiten en verwijder de plaat. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 5 Trek de lintkabels naar buiten. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ●● Verwijder de achterkant zoals aangegeven in de afbeelding. P-modus 2 Trek de lintkabel naar buiten en draai de schroeven los. Tv-, Av- en M-modus 6 Verwijder de oplaadbare Afspeelmodus lithiumbatterij. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Raak dit gedeelte nooit aan! Accessoires 3 Verwijder de klepjes van de voorkant en de bovenkant. ●● Verwijder het klepje van de voorkant. ●● Draai de schroef los en verwijder het klepje van de bovenkant. Bijlage ●● Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan om de interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling, wanneer u de camera afdankt. Index ●● Raak het op de afbeelding gemarkeerde gedeelte nooit aan. Anders kunt u een elektrische schok krijgen door het hoge voltage. 21 De camera testen Foto's Films Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te maken en deze daarna te bekijken. Opnamen maken (Smart Auto) Maak de opname. Foto's maken 4 Vóór gebruik 1) Stel scherp. Basishandleiding ●● Druk de ontspanknop half in. Nadat is scherpgesteld, hoort u tweemaal een pieptoon en worden kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. Andere opnamestanden P-modus 1 Schakel de camera in. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de ON/OFF-knop. ●● Het opstartscherm wordt weergegeven. 2 Open de modus [ ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. ●● Richt de camera op het onderwerp. Terwijl de camera de compositie bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid. ●● De pictogrammen die de modus voor composities en de beeldstabilisatiemodus aanduiden worden linksboven in het scherm weergegeven. ●● Kaders rond gedetecteerde onderwerpen geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. 3 Kies de compositie. ●● Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar [ ] (groothoek). ●● Als [Flitser Opklappen] wordt weergegeven, verschuift u de schakelaar [ ] om de flitser uit te klappen. De flitser flitst wanneer u een opname maakt. Als u liever geen flitser gebruikt, drukt u de flitser met uw vinger omlaag. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen 2) Maak de opname. Accessoires ●● Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. ●● Wanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser, als u deze hebt uitgeklapt, automatisch af. Bijlage Index ●● Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt. ●● Nadat de opname is weergegeven, schakelt de camera weer over naar het opnamescherm. 22 Films opnemen 1) Start de opname. (1) ●● Druk op de filmknop. Zodra de camera met opnemen begint, hoort u één pieptoon en verschijnen [ REC] en de verstreken tijd op het scherm (1). ●● Er verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd. ●● Kaders rond gedetecteerde gezichten geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. ●● Zodra de opname is begonnen, haalt u uw vinger van de filmknop. 2) Beëindig de opname. ●● Druk nogmaals op de filmknop om de filmopname te stoppen. De camera piept tweemaal als de opname stopt. Vóór gebruik Bekijken Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. 1 Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Open de afspeelmodus. ●● Druk op de knop [ Basishandelingen van de camera ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Uw laatste opname wordt weergegeven. Andere opnamestanden 2 Selecteer de beelden. ●● Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] tegen de klok in. Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] met de klok mee. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Houd de knoppen [ ][ ] ingedrukt om snel door beelden te bladeren. Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● U kunt dit scherm (modus Beeld scrollen) openen door snel aan de knop [ ] te draaien. Draai in deze modus aan de knop [ ] om door beelden te bladeren. ●● Druk op de knop [ ] om terug te keren naar de enkelvoudige weergave. Accessoires Bijlage Index ●● Films zijn herkenbaar aan het pictogram [ ]. Ga naar stap 3 als u films wilt afspelen. 23 3 Speel films af. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ]. ●● Het afspelen begint en na de film ]. verschijnt [ ●● Om het volume aan te passen, drukt u tijdens het afspelen op de knoppen [ ][ ]. ●● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in. Beelden wissen Vóór gebruik U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. 1 Selecteer het beeld dat u wilt Basishandleiding Handleiding voor gevorderden wissen. Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Wis het beeld. Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ]. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Het huidige beeld wordt nu gewist. Menu Instellingen ●● Om het wissen te annuleren, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [Annuleer] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. Accessoires Bijlage ●● U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen (= 95). Index 24 Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen Vóór gebruik Aan/Uit Opnamemodus ●● Druk op de ON/OFF-knop om de camera in te schakelen en gereed te maken om op te nemen. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de camera uit te schakelen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ ] om de camera in te schakelen en uw foto's te bekijken. P-modus ●● Om de camera uit te schakelen drukt ]. u opnieuw op de knop [ Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt ]. u op de knop [ ●● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in (= 26). ●● Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl ] te drukken. de lens is ingetrokken door op de knop [ Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 25 Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) Om de batterij te sparen worden het scherm (Display Uit) en de camera automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode. Spaarstand in de opnamemodus Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (= 26). Spaarstand in de afspeelmodus De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld. ●● U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display Uit aanpassen (= 136). ●● De spaarstand is niet actief wanneer de camera via Wi-Fi op andere apparaten is aangesloten (= 107) of als deze is aangesloten op een computer (= 146). Vóór gebruik Ontspanknop Om de scherpte van uw foto's te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken. In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Druk half in. (Licht indrukken om scherp te stellen.) Andere opnamestanden ●● Druk de ontspanknop half in. De camera piept twee keer en er worden kaders weergegeven rond de beeldgebieden waarop is scherpgesteld. P-modus Tv-, Av- en M-modus 2 Druk helemaal in. (Druk, vanaf de positie halverwege, helemaal in om de opname te maken.) Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● De camera maakt de opname en er klinkt een sluitergeluid. Menu Instellingen ●● Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt. ●● De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt zonder eerst de ontspanknop half in te drukken. ●● Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt) voordat het geluid van de sluiter stopt. Accessoires Bijlage Index 26 Opnamestanden Opties opnameweergave Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen. (8) (1) (2) Basishandelingen van de camera Modus voor directe effecten De helderheid en kleuren van het beeld aanpassen tijdens het maken van opnamen (= 56). Auto-modus/modus Hybride automatisch Volledig automatische opnamen met door de camera bepaalde instellingen (= 22, = 32, = 34). Modus Creatieve opname Zie hoe automatisch allerlei effecten worden toegepast op elke foto (= 57). (4) Modus Sport Maak continue opnamen terwijl de camera scherpstelt op bewegende onderwerpen (= 58). (5) Modus voor speciale composities Opnamen maken met de optimale instellingen voor de specifieke scènes (= 58). Andere opnamestanden (7) (6) (5) (3) Handleiding voor gevorderden Weergave 1 (4) (2) Basishandleiding Auto-modus/Modus Hybride automatisch (3) (1) Druk op de knop [ ] om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (= 160) voor meer informatie over de weergegeven gegevens. Vóór gebruik (6) Tv-, Av- en M-modus Modus voor creatieve filters Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen (= 60). (7)Filmmodus Voor het maken van films (= 65). Als u op de filmknop drukt, kunt u ook een film maken zonder het programmakeuzewiel in te stellen op de filmmodus. (8) P-modus P-, Tv-, Av- en M-modus Verschillende soorten opnamen maken met behulp van uw voorkeursinstellingen (= 68, = 81). Afspeelmodus Weergave 2 Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires ●● Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto's niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden. ●● Zie “Van weergavemodus wisselen” (= 85) voor weergaveopties. Bijlage Index 27 Het menu FUNC. gebruiken Configureer veelgebruikte opnamefuncties als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 163). 1 Open het Menu FUNC. ●● Druk op de knop [ ]. 4 Voltooi de instellingsprocedure. ●● Druk op de knop [ ]. ●● Het scherm voordat u in stap 1 op de knop [ ] drukte, wordt opnieuw weergegeven en toont de optie die u hebt geconfigureerd. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (= 140). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Selecteer een menu-item. (1) (2) ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een menu-item (1) te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ] of [ ]. P-modus ●● De beschikbare opties (2) worden naast menu-items weergegeven, aan de rechterkant. Afspeelmodus Tv-, Av- en M-modus Wi-Fi-functies ●● Afhankelijk van het menu-item kunnen functies eenvoudig worden opgegeven door op de knop [ ] of [ ] te drukken, of er wordt een ander scherm weergegeven om de functie te configureren. Menu Instellingen Accessoires Bijlage 3 Selecteer een optie. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een optie te selecteren. Index ] kunnen ●● Opties met het pictogram [ worden geconfigureerd door op de knop [ ] te drukken. ●● Druk op de knop [ ] om terug te gaan naar de menu-items. 28 4 Selecteer een optie. Het menuscherm gebruiken Configureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken [ ], afspelen [ ], enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (= 164 – = 169). 1 Open het menuscherm. ●● Druk op de knop [ ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie te selecteren. 5 Voltooi de instellingsprocedure. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Druk op de knop [ ] om terug te gaan naar het scherm dat werd weergegeven voordat u bij stap 1 op de knop [ ] drukte. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. 2 Selecteer een tabblad. ●● Beweeg de zoomknop om een tabblad te selecteren. Andere opnamestanden P-modus ●● Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (= 140). Tv-, Av- en M-modus ●● Nadat u eerst op de knoppen [ ][ ] hebt gedrukt of aan de knop [ ] hebt gedraaid om een tabblad te selecteren, kunt u van tabblad wisselen door op de koppen [ ][ ] te drukken. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires 3 Selecteer een menu-item. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een menu-item te selecteren. Bijlage Index ●● Bij menu-items met opties die niet worden weergegeven, drukt u eerst op de knop [ ] of [ ] om van scherm te wisselen. Daarna drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om het menu-item te selecteren. ] om terug te ●● Druk op de knop [ keren naar het vorige scherm. 29 Invoer bevestigen en terugkeren naar het vorige scherm Toetsenbord op het scherm ●● Druk op de knop [ Gebruik het toetsenbord op het scherm om informatie in te voeren voor Gezichts-ID (= 44), Wi-Fi-verbindingen (= 115), enzovoort. De lengte en het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt. (1 ) ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Tekens invoeren ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een teken te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ] om het in te voeren. ●● De hoeveelheid informatie die u in kunt voeren (1) hangt af van de functie die u gebruikt. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Cursor verplaatsen ●● Selecteer [ knop [ ]. ] of [ Afspeelmodus ] en druk op de Wi-Fi-functies Regeleindes invoeren ●● Selecteer [ ] en druk op de knop [ ]. Menu Instellingen Van invoerstand wisselen ●● Om over te schakelen naar getallen of symbolen kiest u [ ] en drukt u op de knop [ ]. ●● Om te wisselen tussen hoofdletters en kleine letters kiest u [ ] en drukt u op de knop [ ]. ●● De beschikbare invoermethodes zijn afhankelijk van de functie die u gebruikt. Accessoires Bijlage Index Tekens verwijderen ●● Selecteer [ ] en druk op de knop [ ]. Het vorige karakter wordt gewist. ] selecteert en de ●● Als u de knop [ knop [ ] ingedrukt houdt, worden er vijf tekens tegelijk verwijderd. 30 Indicatorweergave De indicator op de achterkant van de camera (= 4) brandt of knippert afhankelijk van de status van de camera. Kleur Indicatorstatus Aan Groen Knippert Camerastatus Aangesloten op een computer (= 146) of het scherm is uitgeschakeld (= 26, = 136, = 136) Bezig met opstarten, opnemen/lezen/ verzenden van beelden, het maken van opnamen met lange sluitertijd (= 81, = 82) of verbonden met/ verzenden via Wi-Fi ●● Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen, het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden, camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken. Vóór gebruik Klok Basishandleiding U kunt kijken hoe laat het is. ●● Houd de knop [ Handleiding voor gevorderden ] ingedrukt. ●● De huidige tijd verschijnt. Basishandelingen van de camera ●● Als u de camera verticaal houdt wanneer u de klokfunctie gebruik, schakelt het scherm over naar verticale weergave. Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de weergavekleur te wijzigen. ●● Druk nogmaals op de knop [ klokweergave te annuleren. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus ] om de Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop [ ] ingedrukt en drukt u op de ON/OFF-knop om de klok weer te geven. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 31 Vóór gebruik Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen Auto-modus/Modus Hybride automatisch Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen Basishandleiding Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke composities. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Opnamen maken (Smart Auto) Foto's Andere opnamestanden Films P-modus 1 Schakel de camera in. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de ON/OFF-knop. ●● Het opstartscherm wordt weergegeven. 2 Open de modus [ Afspeelmodus ]. Wi-Fi-functies ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. Menu Instellingen ●● Richt de camera op het onderwerp. Terwijl de camera de compositie bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid. ●● De pictogrammen die de modus voor composities en de beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden linksboven in het scherm weergegeven (= 36, = 37). Accessoires Bijlage Index ●● Kaders rond gedetecteerde onderwerpen geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. 32 3 Kies de compositie. (1) 2) Maak de opname. ●● Om in te zoomen en het onderwerp te vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar [ ] (groothoek). (Op het scherm verschijnt een zoombalk (1) die de zoompositie aangeeft, samen met het scherpstelbereik (2).) ●● Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. ●● Wanneer de camera de opname maakt, hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de flitser, als u deze hebt uitgeklapt, automatisch af. ●● Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt. ●● Nadat de opname is weergegeven, schakelt de camera weer over naar het opnamescherm. (2) Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 1) Start de opname. Foto's maken 1) Stel scherp. ●● Als [Flitser Opklappen] wordt weergegeven, verschuift u de schakelaar [ ] om de flitser uit te klappen. De flitser flitst wanneer u een opname maakt. Als u liever geen flitser gebruikt, drukt u de flitser met uw vinger omlaag. Basishandleiding Films opnemen 4 Maak de opname. ●● Druk de ontspanknop half in. Nadat is scherpgesteld, hoort u tweemaal een pieptoon en worden kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld. ●● Wanneer op meer dan één gebied is scherpgesteld, worden meerdere kaders weergegeven. Vóór gebruik (1) P-modus ●● Druk op de filmknop. Zodra de camera met opnemen begint, hoort u één pieptoon en verschijnen [ REC] en de verstreken tijd op het scherm (1). ●● Er verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd. ●● Kaders rond gedetecteerde gezichten geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld. ●● Zodra de opname is begonnen, haalt u uw vinger van de filmknop. 2) Pas de grootte van het onderwerp aan en wijzig zo nodig de compositie van de opname. ●● Om de grootte van het onderwerp te wijzigen, herhaalt u de bewerkingen van stap 3. Denk er echter wel aan dat het geluid van de camerabewerkingen ook wordt opgenomen. Houd er rekening mee dat films die worden opgenomen met zoomfactoren die blauw worden weergegeven, er korrelig uit zullen zien. ●● Als u tijdens de opname de compositie wijzigt, worden de focus, helderheid en kleurtoon automatisch aangepast. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 33 3 Maak de opname. 3) Beëindig de opname. ●● Druk nogmaals op de filmknop om de filmopname te stoppen. De camera piept tweemaal als de opname stopt. ●● Volg stap 4 bij “Opnamen maken (Smart Auto)” (= 32) om een foto te maken. ●● De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt. ●● De camera maakt zowel een foto als een filmclip. De clip, die wordt beëindigd met de foto en een sluitergeluid, is één hoofdstuk in de digest-film. ●● Wanneer de flitser tijdens de opname afgaat, geeft dat aan dat de camera automatisch heeft geprobeerd te zorgen voor optimale kleuren in het hoofdonderwerp en de achtergrond (Witbalans voor meerdere gebieden). Opnamen maken in de modus Hybride automatisch Foto's Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de ], omdat er voor iedere opname digest-films worden modus [ opgenomen. ●● Een digest-film wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto ] maakt direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus [ hebt geselecteerd of de camera op andere wijze bedient. ●● Geluid en trillingen veroorzaakt door de bediening van de camera worden opgenomen in digest-films. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Films U kunt eenvoudig een korte film van de dag maken door foto's te maken. De camera neemt voor elke opname clips van 2 – 4 seconden op van scènes, die later worden gecombineerd in een digest-film. Clips die op deze manier worden opgenomen, kunnen door de camera worden geselecteerd voor Story Highlights-albums (= 104). 1 Open de modus [ Vóór gebruik ]. ●● Volg stap 2 bij “Opnamen maken (Smart Auto)” (= 32) en kies [ ]. 2 Kies de compositie. ●● Volg stap 3 – 4 bij “Opnamen maken (Smart Auto)” (= 32) om de compositie te kiezen en scherp te stellen. ●● Voor indrukwekkendere digest-films richt u de camera ongeveer vier seconden op onderwerpen voordat u foto's maakt. ●● De kwaliteit van digest-films is [ ] en kan niet worden gewijzigd. ●● Er worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt of de zelfontspanner instelt (= 134). ●● In de volgende gevallen worden digest-films opgeslagen als aparte filmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt ]. met de modus [ -- Het digest-filmbestand is ongeveer 4 GB groot of er is in totaal ongeveer 16 minuten en 40 seconden lang opgenomen. -- De digest-film is beveiligd (= 92). -- De instellingen voor zomertijd (= 19) of tijdzone (= 135) worden gewijzigd. -- Er wordt een nieuwe map gemaakt (= 138). ●● Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of gewist. ●● Als u liever digest-films opneemt zonder foto's, kunt u de instelling van tevoren aanpassen. Kies MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Digest-type] ► [Geen foto's]. ●● De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (= 103). Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 34 Digest-film afspelen Geef een foto weer in de modus [ ] om de digest-film af te spelen die op dezelfde dag is vastgelegd, of geef de datum op van de digest-film die u wilt afspelen (= 87). Foto's/films ●● Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop [ ] wordt ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft ] te drukken geluiden opnieuw weer door op de knop [ en [Mute] te kiezen op het tabblad [ ]. Druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om [Uit] kiezen. ●● U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergegeven na opnamen (= 54). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Films Basishandelingen van de camera ●● Kom tijdens het opnemen van films niet met uw vingers aan de microfoon (1). Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen dat het geluid wordt opgenomen of het opgenomen geluid klinkt daardoor gedempt. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden (1 ) P-modus Foto's ●● Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden. ●● Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan dichter naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (= 172) voor meer informatie over het flitsbereik. ●● Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie over het scherpstelbereik (opnamebereik). ●● Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken, kan de lamp worden ingeschakeld bij opnamen in omgevingen met weinig licht. ●● Als een knipperend [ ]-pictogram wordt weergegeven als u een opname probeert te maken, geeft dat aan dat u pas een opname kunt maken als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer opnemen zodra de flitser gereed is. U kunt nu de ontspanknop helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de ontspanknop opnieuw in. ●● Het geluid van de sluiter is niet te horen wanneer de pictogrammen voor Slapen en Baby's (Slapen) (= 36) worden weergegeven. ●● Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het opnamescherm wordt weergegeven, worden de gebruikte focus, helderheid en kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname. Tv-, Av- en M-modus ●● Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de geluiden van de camera ook worden opgenomen. ●● Wanneer de filmopname begint, verandert het beeldgebied en worden onderwerpen vergroot om te zorgen dat sterke camerabewegingen worden gecorrigeerd. Als u onderwerpen wilt filmen met hetzelfde formaat als waarop ze vóór het filmen worden weergegeven, stelt u Dynamic IS in op [Laag] (= 53). ●● Het geluid wordt in stereo opgenomen. ●● De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Als er geen harde wind staat, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Wind Filter] ► [Uit]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 35 ●● De achtergrondkleur van [ ], [ ], [ ], [ en de achtergrondkleur van [ ] is oranje. Compositiepictogrammen Foto's Films In de standen [ ] en [ ] wordt de door de camera vastgestelde compositie aangeduid met een pictogram op het scherm. De bijbehorende instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het onderwerp worden automatisch geselecteerd. Afhankelijk van de compositie worden er mogelijk continu beelden vastgelegd (= 37). Achtergrond Onderwerp Normaal Tegenlicht Donker*1 Zonsondergangen Spotlights Mensen *2 *3 Bewegende mensen *3 *3 Schaduwen op gezicht *2 Glimlach * Slapen – – – – – – 3 – – – *2 *3 – – – Baby's *3 *3 – – – Lachende baby's *3 *3 – – – Slapende baby's * 2 *3 – – – Bewegende kinderen *3 *3 – – – Overige onderwerpen *2 *3 *3 *3 – – *2 *3 – – Overige bewegende onderwerpen Overige onderwerpen van dichtbij 3 – – * – ], en [ ] is donkerblauw Vóór gebruik ●● Bij films worden alleen de pictogrammen Mensen, Overige onderwerpen en Overige onderwerpen van dichtbij weergegeven. Basishandleiding ●● In de modus [ ] worden alleen de pictogrammen Mensen, Schaduwen op gezicht, Overige onderwerpen en Overige onderwerpen van dichtbij weergegeven. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Bij opnamen met de zelfontspanner worden voor de volgende onderwerpen geen pictogrammen weergegeven: bewegende, glimlachende of slapende personen, lachende of slapende baby's, bewegende kinderen en overige bewegende onderwerpen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ●● Wanneer de transportmodus niet is ingesteld op [ ] (= 37, = 43) en wanneer [Hg lampcorr.] is ingesteld op [Aan] en composities automatisch worden gecorrigeerd (= 50), worden geen pictogrammen weergegeven voor glimlachende of slapende onderwerpen en bewegende kinderen. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Als de flitser is ingesteld op [ ], worden de tegenlichtpictogrammen voor bewegende kinderen en glimlachende mensen niet weergegeven. Afspeelmodus ●● Pictogrammen voor baby's (waaronder lachende en slapende baby's) en bewegende kinderen worden weergegeven wanneer [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan] en gezichten van geregistreerde baby's (jonger dan twee jaar) of kinderen (van twee tot twaalf jaar) worden gedetecteerd (= 45). Controleer vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld (= 19). Wi-Fi-functies ●● Probeer om op te nemen in de modus [ ] (= 68) als het compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de effecten, kleuren of helderheid die u verwacht. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index *1 Met statief *2 De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond een blauwe lucht is, donkerblauw wanneer de achtergrond donker is en grijs bij alle overige achtergronden. *3 De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond een blauwe lucht is en grijs bij alle overige achtergronden. 36 Scènes voor continue opname Als het pictogram voor een van de volgende scènes (in de linkerkolom van de tabel) wordt weergegeven wanneer u een foto maakt, maakt de camera continue opnamen. Als het pictogram voor een van de volgende scènes (in de linkerkolom van de tabel) wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt een van de pictogrammen [ ], [ ] of [ ] weergegeven om u te informeren dat de camera continue opnamen maakt. Glimlach (inclusief baby's) Slapen (inclusief baby's) Kinderen Opeenvolgende beelden worden vastgelegd, en de camera analyseert details, zoals gezichtsexpressie, om de beste foto op te kunnen slaan. Mooie opnamen van slapende gezichten doordat opeenvolgende foto's worden gecombineerd om camerabeweging en beeldruis te verminderen. Het AF-hulplicht en de flitser gaan niet af en het sluitergeluid klinkt niet. De camera legt voor elke opname drie opeenvolgende beelden vast, zodat u geen fraaie foto van bewegende kinderen hoeft te missen. ●● In sommige scènes worden de verwachte beelden mogelijk niet opgeslagen en kunnen beelden er anders uitzien dan verwacht. ●● Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld. ●● Als u alleen losse foto's wilt maken, drukt u op de knop [ ] en ]. selecteert u [ ] in het menu. Selecteer vervolgens [ Vóór gebruik Pictogrammen voor beeldstabilisatie Foto's Films Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden (Intelligent IS) wordt automatisch toegepast en de volgende pictogrammen worden weergegeven. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Beeldstabilisatie voor foto's (Normaal) Auto-modus/Modus Hybride automatisch Beeldstabilisatie voor foto's tijdens pannen (Pan)* Beeldstabilisatie voor macro-opnamen. Tijdens filmopname wordt [ ] weergegeven en wordt beeldstabilisatie voor macrofilmopname gebruikt (Hybrid IS) Andere opnamestanden P-modus Beeldstabilisatie voor films, vermindering van sterke camerabeweging, zoals wanneer u lopend opneemt (Dynamisch) Beeldstabilisatie voor subtiele camerabeweging, zoals bij het opnemen van films met de telelens (Powered) Geen beeldstabilisatie, omdat de camera op een statief is bevestigd of op een andere manier stil wordt gehouden. Tijdens filmopname wordt [ ] echter weergegeven en wordt beeldstabilisatie gebruikt om trillingen door wind of andere oorzaken tegen te gaan (Statief IS) * Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst, heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (= 80). In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven. ] wordt geen pictogram [ ] weergegeven. ●● In de modus [ 37 Kaders op het scherm Vóór gebruik Algemene, handige functies Foto's Basishandleiding Films Zodra de camera in de modus [ ] onderwerpen waarneemt waarop u de camera richt, worden verschillende kaders weergegeven. ●● Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden. Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen het witte kader op het scherm staan. Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) Foto's Basishandelingen van de camera Films Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 120x te vergroten. 1 Duw de zoomknop naar [ Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ]. ●● Houd de zoomknop vast totdat het zoomen stopt. ●● Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF). ●● Probeer in de [ ]-modus (= 68) op te nemen als er geen kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden weergegeven op de achtergrond of dergelijke gebieden. Handleiding voor gevorderden P-modus ●● Het inzoomen stopt wanneer de grootst mogelijke zoomfactor voordat het beeld merkbaar korrelig wordt, is bereikt. Dit wordt vervolgens weergegeven op het scherm. (1) Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Duw de zoomknop nogmaals naar [ Menu Instellingen ]. ●● De camera zoomt nog verder in op het onderwerp. Accessoires ●● (1) is de huidige zoomfactor. Bijlage Index 38 ●● Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik. -- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt. -- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar korrelig wordt (ZoomPlus). -- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt. ●● Omdat het blauwe bereik bij bepaalde opnamepixelinstellingen (= 49) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor bereiken door stap 1 te volgen. ●● Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Digitale Zoom] ► [Uit]. Films Als u een onderwerp tijdens het inzoomen uit het oog verliest, kunt u het gemakkelijker terugvinden door even uit te zoomen. 1 Kijk waar het verdwenen onderwerp zich bevindt. ●● Houd de knop [ ●● Richt de camera zo dat het onderwerp binnen het witte kader valt en druk daarna op de knop [ ]. ●● De eerdere vergroting wordt nu hersteld, zodat het gebied binnen het witte kader het scherm weer vult. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Bepaalde opname-informatie verschijnt niet op het scherm als de camera is uitgezoomd. ●● Tijdens het opnemen van films wordt het witte kader niet weergegeven als u op de knop [ ] drukt. Houd er rekening mee dat de geluiden van een gewijzigde zoomfactor en van bediening van de camera ook worden opgenomen. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Gemakkelijk terughalen van onderwerpen die na het handmatig zoomen zijn verdwenen (Framing Assist – Zoeken) Foto's 2 Haal het onderwerp weer terug. ] ingedrukt. ●● Als u er de voorkeur aan geeft op te nemen met de zoomfactor van het scherm in stap 1, druk de ontspanknop dan helemaal in. ●● U kunt aanpassen naar welke zoomfactor de camera terugkeert wanneer u de knop [ ] loslaat. U doet dit door de zoomknop te bewegen om het formaat van het witte kader te wijzigen, terwijl u de knop [ ] ingedrukt houdt. ●● Om aan te passen welk gebied wordt weergegeven wanneer de knop [ ] wordt ingedrukt, opent u MENU (= 29) ► Beeldgebied]. Kies vervolgens een van de tabblad [ ] ► [ drie opties. ●● De zoomfactor kan niet met de knop [ ] worden gewijzigd nadat u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt in de zelfontspannermodus (= 42). Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● De camera zoomt uit en er verschijnt een wit kader om het gebied dat werd weergegeven voordat u op de knop [ ] drukte. 39 Automatisch zoomen als reactie op beweging van het onderwerp (Auto zoom) Foto's Films De camera zoomt automatisch in en uit om de grootte van gedetecteerde gezichten (= 75) constant te houden. Als de persoon dichterbij komt, zoomt de camera automatisch uit. Omgekeerd geldt hetzelfde. De grootte van de weergave kan naar wens worden aangepast. 1 Open modus [ ] Automatisch. ●● Druk op de knop [ weer los. ●● [ ] en laat deze snel ] wordt weergegeven. ●● Er wordt een wit kader weergegeven rond het gedetecteerde gezicht en de camera zoomt in en uit om het onderwerp op het scherm te houden. ●● Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd, wordt een wit kader weergegeven rond het gezicht van het hoofdonderwerp en maximaal twee grijze kaders rond andere gezichten terwijl de camera in- en uitzoomt om deze onderwerpen op het scherm te houden. 2 Maak de opname. ●● Automatisch zoomen gaat door zelfs nadat de opname is gemaakt en de kaders worden nog steeds weergegeven. ●● Een gezicht wordt bij sommige zoomfactoren mogelijk niet weergegeven met een formaat dat in een constante verhouding tot het scherm staat, of wanneer de persoon het hoofd schuin houdt of niet recht naar de camera kijkt. ●● Tijdens filmopname wordt het geluid van een gewijzigde zoomfactor en van bediening van de camera opgenomen. ●● Sommige opname-informatie wordt niet weergegeven Automatisch ingeschakeld is, en sommige wanneer opname-instellingen kunnen niet worden ingesteld. ●● Automatisch zoomen om meerdere onderwerpen op het scherm te houden wordt niet uitgevoerd tijdens het maken van films, zelfs niet wanneer gezichten worden gedetecteerd. ●● U kunt in- of uitzoomen met de zoomknop, maar de oorspronkelijk zoomfactor wordt enkele seconden nadat u de knop loslaat, hersteld. ●● Als meerdere gezichten worden gedetecteerd in stap 1, kunt u het gezicht van het hoofdonderwerp dat wordt gebruikt voor automatisch zoomen, wisselen door op de knop [ ] te drukken. ●● Als een gedetecteerd gezicht dichtbij de rand van het scherm komt, zoomt de camera uit om het onderwerp in beeld te houden. ●● De zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt in de zelfontspannermodus (= 42). ●● De camera zal prioriteit geven aan zoomen om onderwerpen in beeld te houden. Daarom is het misschien niet mogelijk om het formaat van gezichten even groot te houden, afhankelijk van de beweging van het onderwerp en de opnameomstandigheden. ●● Als er geen gezicht is gedetecteerd, zoomt de camera naar een bepaald niveau en stopt het zoomen wanneer een gezicht is gedetecteerd. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Om automatisch zoomen te annuleren, drukt u nogmaals op de knop [ ]. [ Automatisch: Uit] wordt weergegeven. 40 Het formaat waarin gezichten constant worden weergegeven wijzigen ●● Als Automatisch is ingeschakeld, drukt u op de knoppen [ ][ ] om de gewenste optie te kiezen. ●● De camera zoomt automatisch om gezichten op de ingestelde grootte te houden. Automatisch Gezicht Bovenlichaam Lichaam Handmatig Zoom automatisch in en uit om te voorkomen dat onderwerpen buiten het scherm vallen. Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd, zoomt de camera in en uit om deze onderwerpen op het scherm te houden. Houdt gezichten groot genoeg om gezichtsuitdrukkingen duidelijk te kunnen zien. Houdt gezichten klein genoeg om het bovenlichaam van een persoon te zien. Houdt gezichten klein genoeg om het hele lichaam van een persoon te zien. Houdt gezichten op de grootte die is ingesteld door de zoomknop te bewegen. Laat de zoomknop los zodra de gewenste grootte bereikt is. ●● De gezichtsgrootte kan ook worden aangepast in Automatische MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [ Auto zoom]. U kunt [Uit] selecteren om deze instellingen] ► [ functie te deactiveren en alleen de functie gebruiken die wordt beschreven bij “Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met automatisch zoomen (Hulp vragen)” (= 41). ●● U kunt in- of uitzoomen met de zoomknop wanneer [Gezicht], [Bovenlichaam] of [Lichaam] geselecteerd is, maar de oorspronkelijk zoomfactor wordt enkele seconden nadat u de knop loslaat, hersteld. ●● U kunt uw opgegeven gezichtsgrootte wissen tijdens filmopname door op de knop [ ] te drukken. ●● De grootte van gezichten kan niet worden gewijzigd tijdens filmopname. Vóór gebruik Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met automatisch zoomen (Hulp vragen) Foto's Basishandleiding Films Handleiding voor gevorderden Als een onderwerp uit beeld verdwijnt terwijl u hebt ingezoomd en u de camera beweegt om ernaar te zoeken, detecteert de camera deze beweging en zoomt de camera automatisch uit. Zo kunt u het onderwerp gemakkelijker terugvinden. 1 Open modus [ (= 40) Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ] Automatisch Andere opnamestanden 2 Kijk waar het verdwenen onderwerp P-modus zich bevindt. Tv-, Av- en M-modus ●● Als u de camera beweegt om het onderwerp te zoeken, zoomt de camera uit om u te helpen het onderwerp te vinden. Afspeelmodus Wi-Fi-functies 3 Haal het onderwerp weer terug. Menu Instellingen ●● Zodra u het onderwerp gevonden hebt en de camera niet meer beweegt, zoomt de camera weer in. Accessoires Bijlage Index 4 Maak de opname. ●● Om deze modus te annuleren, drukt u nogmaals op de knop [ ]. [ Automatisch: Uit] wordt weergegeven. 41 2 Maak de opname. ●● De camera zoomt niet automatisch uit terwijl [ ] wordt weergegeven rond een gedetecteerd gezicht, zelfs niet als u de camera beweegt. ●● Als de functie die wordt beschreven bij “Automatisch zoomen als reactie op beweging van het onderwerp (Auto zoom)” (= 40) wordt uitgeschakeld, wordt [ ] weergegeven rond een gedetecteerd gezicht en zoomt de camera automatisch uit als deze bewogen wordt. ●● Zoomen is niet mogelijk terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. ●● Om deze functie uit te schakelen en alleen de functie te gebruiken die wordt beschreven bij “Automatisch zoomen als reactie op beweging van het onderwerp (Auto zoom)” (= 40), kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► Automatische instellingen] ► [Hulp vragen] ► [Uit]. [ Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Zodra u de zelfontspanner start, gaat het lampje knipperen en speelt de camera het geluid van de zelfontspanner af. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Twee seconden voor de opname versnellen het knipperen en het geluid. (In het geval dat de flitser afgaat, blijft de lamp branden.) Andere opnamestanden P-modus ●● Om het maken van opnamen met de zelfontspanner te annuleren nadat u deze hebt ingesteld, drukt u op de knop [ ]. Films Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de ontspanknop indrukt. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, selecteert u [ ] bij stap 1. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner Foto's 1 Configureer de instelling. ] Accessoires Films Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. Basishandleiding ●● Voor films: druk op de filmknop. De zelfontspanner gebruiken Foto's Vóór gebruik ●● Voor foto's: druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna helemaal naar beneden. Bijlage Index ●● Voer stap 1 bij “De zelfontspanner gebruiken” uit (= 42) en kies [ ]. ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ] weergegeven. ●● Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner gebruiken” (= 42) om de opname te maken. 42 De zelfontspanner aanpassen Foto's Films U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen (1 – 10 opnamen) aangeven. 1 Selecteer [ Foto's Films Houd in de modus [ ] de ontspanknop volledig ingedrukt om continue opnamen te maken. Zie “Snelheid van continue opname” (= 173) voor meer informatie over de snelheid van continue opnamen. ]. ●● Voer stap 1 uit bij “De zelfontspanner gebruiken” (= 42), kies [ ] en druk daarna op de knop [ ]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Configureer de instelling. 2 Configureer de instelling. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens [ (= 28). ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om de vertraging of het aantal opnamen te selecteren. Andere opnamestanden ] ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een waarde te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. Vóór gebruik Continue opname P-modus ] Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ] ●● Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner gebruiken” (= 42) om de opname te maken. ●● Voor films die worden opgenomen met behulp van de zelfontspanner, begint de opname na de door u opgegeven vertraging, maar het opgeven van het aantal opnamen heeft geen enkel effect. ●● Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig als de flitser afgaat of als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt maken. De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt. ●● Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname. (In het geval dat de flitser afgaat, blijft de lamp branden.) Wi-Fi-functies 2 Maak de opname. Menu Instellingen ●● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continue opnamen te maken. ●● Tijdens continue opnamen zijn de focus, belichting en kleuren vergrendeld op de positie die of het niveau dat wordt vastgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. ●● Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (= 42). ●● Opnamen kunnen tijdelijk onderbroken worden of continue opnamen kunnen langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie. ●● Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen worden gemaakt. ●● Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen. ●● Witbalans voor meerdere gebieden (= 32) is niet beschikbaar. Ook [Hg lampcorr.] (= 50) is ingesteld op [Uit] en kan niet worden gewijzigd. Accessoires Bijlage Index 43 Beelden weergeven tijdens het afspelen Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep, en alleen het eerste beeld dat is opgenomen in de groep wordt weergegeven. Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep, wordt [ ] weergegeven linksboven in het scherm. ●● Als u een gegroepeerd beeld wist (= 94), worden alle andere beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden. ●● Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (= 88) en nietgegroepeerd (= 88) worden afgespeeld. ●● Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (= 92), worden alle beelden in de groep beveiligd. ●● Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (= 87) of Smart Shuffle (= 92), kunnen beelden afzonderlijk worden bekeken. In dit geval worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd. ●● De volgende acties zijn niet beschikbaar voor gegroepeerde beelden: gezichts-ID-gegevens bewerken (= 89), vergroten (= 90), als favoriet markeren (= 97), bewerken (= 98), afdrukken (= 147), afzonderlijk beelden afdrukken instellen (= 151) of aan een fotoboek toevoegen (= 153). Speel de gegroepeerde beelden afzonderlijk af (= 88) of annuleer de groepering (= 88) om deze bewerkingen uit te voeren. Gezichts-ID gebruiken Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij het maken van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. In modus [ ] kan de camera baby's en kinderen waarnemen op basis van geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de optimale instellingen opnamen van hen maken. Deze functie is ook nuttig wanneer u in een groot aantal foto's naar een specifieke geregistreerde persoon zoekt (= 88). Als u personen vooraf registreert, kunt u ze gemakkelijker toevoegen wanneer u Story Highlights-albums maakt (= 104). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Persoonlijke gegevens Tv-, Av- en M-modus ●● Gegevens zoals beelden van een gezicht (gezichtsinfo) die middels de gezichts-ID zijn geregistreerd en persoonlijke gegevens (naam, verjaardag) worden op de camera opgeslagen. Wanneer er geregistreerde personen worden gedetecteerd, worden hun namen bovendien in de foto's vastgelegd. Wees bij het gebruik van de functie Gezichts-ID voorzichtig als u de camera of beelden met anderen deelt en als u beelden online plaatst waar vele anderen ze kunnen bekijken. ●● Wanneer u de camera afdankt of aan een andere persoon overdraagt nadat u Gezichts-ID hebt gebruikt, zorg dan dat u alle gegevens (geregistreerde gezichten, namen en verjaardagen) van de camera wist (= 48). Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 44 Gezichts-ID-gegevens registreren U kunt voor maximaal twaalf personen gegevens (gezichtsinfo, namen en verjaardagen) registreren voor gebruik met Gezichts-ID. 1 Open het instellingenscherm. ●● Druk op de knop [ ], kies [Inst. gezichts-ID] op het tabblad [ en druk vervolgens op de knop [ ] (= 29). ] ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Toev. regst.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Nieuw gezicht toev.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Als [Registreren?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik ●● Het scherm [Profiel bew.] wordt weergegeven. Handleiding voor gevorderden Basishandleiding Basishandelingen van de camera 3 Registreer de naam en verjaardag Auto-modus/Modus Hybride automatisch van de persoon. ●● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord te openen en voer vervolgens de naam in (= 30). Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Als u een verjaardag wilt registreren, kiest u [Verjrdag] in het scherm [Profiel bew.] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]). Druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie te selecteren. Accessoires ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de datum op te geven. 2 Registreer gezichtsgegevens. ●● Richt de camera zodanig dat het gezicht van de persoon die u wilt registreren zich binnen het grijze kader midden op het scherm bevindt. ●● Een wit kader over het gezicht van de persoon geeft aan dat het gezicht is herkend. Zorg dat er een wit kader rond het gezicht van de persoon wordt weergegeven en maak een foto. ●● Als het gezicht niet wordt herkend, kunt u geen gezichtsgegevens registreren. ●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ Bijlage ]. 4 Sla de instellingen op. Index ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Opslaan] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Nadat er een bericht wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop [ ]. 45 5 Ga verder met gezichtsgegevens registreren. ●● Voor het registreren van maximaal vier extra punten met gezichtsinformatie (uitdrukkingen of hoeken) herhaalt u stap 2. ●● Geregistreerde gezichten worden sneller herkend als u diverse gezichtsgegevens toevoegt. Voeg naast een rechte invalshoek bijvoorbeeld een enigszins schuine hoek, een opname van een glimlach en binnen- en buitenopnames toe. ●● De flitser gaat niet af wanneer u stap 2 volgt. ●● Als u bij stap 3 geen verjaardag registreert, worden de pictogrammen Baby's of Kinderen (= 36) niet weergegeven in ]. de modus [ ●● U kunt geregistreerde gezichtsinformatie overschrijven of deze later toevoegen als u nog niet alle 5 velden met gezichtsinfo hebt ingevuld (= 45). Opnamen maken Als u een persoon van tevoren registreert, zal de camera bij het maken van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. ●● Als u de camera op mensen richt, worden de namen van maximaal drie geregistreerde personen weergegeven wanneer zij worden gedetecteerd. ●● Maak de opname. ●● De weergegeven namen worden in de foto's vastgelegd. De namen van detecteerde personen (maximaal 5 in totaal) worden vastgelegd, zelfs als hun namen niet worden weergegeven. ●● Het is mogelijk dat andere dan de geregistreerde personen als de geregistreerde persoon worden gedetecteerd indien zij vergelijkbare gezichtskenmerken hebben. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct gedetecteerd als het vastgelegde beeld of de compositie aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde gezichtsgegevens. ●● Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of niet snel wordt gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde gegevens met de nieuwe gezichtsgegevens. Door voorafgaand aan het maken van foto's de gezichtsinfo te registreren, worden geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd. ●● Als een persoon onterecht als een andere persoon wordt gedetecteerd en u gaat door met het maken van foto's, kunt u de in het beeld vastgelegde naam tijdens het afspelen van het beeld wijzigen of wissen (= 89). ●● Omdat gezichten van baby's of kinderen snel veranderen naarmate ze opgroeien, moet u hun gezichtsgegevens regelmatig bijwerken (= 45). ●● Als u geen namen in foto's wilt vastleggen, selecteert u [Inst. gezichts-ID] op het tabblad [ ], selecteert u [Gezichts-ID] en vervolgens [Uit]. ●● U kunt de in de beelden vastgelegde namen controleren bij het afspelen (korte informatieweergave) (= 85). ] worden namen niet weergegeven op het ●● In de modus [ opnamescherm, maar wel op de foto's vastgelegd. ●● Namen die werden opgenomen tijdens continue opnamen (= 43, = 78) worden verder op dezelfde positie opgenomen als bij de eerste opname, zelfs als de onderwerpen bewegen. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 46 Geregistreerde gegevens controleren en bewerken 1 Open het scherm [Info cntr./bew.]. ●● Voer stap 1 uit bij “Gezichts-ID-gegevens registreren” (= 45), kies [Info cntr./ bew.] en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer een persoon van wie u gegevens wilt controleren of bewerken. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de naam van een persoon te kiezen van wie u gegevens wilt controleren of bewerken. Druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Controleer of bewerk desgewenst de geregistreerde gegevens. ●● Om een naam of verjaardag te controleren, kiest u [Profiel bew.] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]). Druk vervolgens op de knop [ ]. In het weergegeven scherm kunt u de naam of verjaardag bewerken zoals wordt beschreven bij stap 3 van “GezichtsID-gegevens registreren” (= 45). ●● Als u gezichtsgegevens wilt controleren, kiest u [Gezicht info lijst] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]). Druk vervolgens op de knop [ ]. Druk op de knop [ ] die op het scherm wordt weergegeven. Kies de gezichtsinformatie die u wilt wissen door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] te drukken of door aan de knop [ ] te draaien. Druk vervolgens op de knop [ ]. Wanneer [Wissen ?] verschijnt, kiest u [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]). Vervolgens drukt u op de knop [ ]. ●● Zelfs als u namen in [Profiel bew.] wijzigt blijven de namen die in eerdere opnamen werden vastgelegd, ongewijzigd. Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden U kunt bestaande gezichtsgegevens met nieuwe overschrijven. Omdat gezichten van met name baby's of kinderen snel veranderen naarmate ze opgroeien, moet u gezichtsgegevens regelmatig bijwerken. U kunt ook gezichtsgegevens toevoegen wanneer nog niet alle vijf gezichtsinfovelden zijn ingevuld. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 1 Open het scherm [Gezichtsinfo toevoegen]. P-modus ●● Voer stap 1 uit bij “Gezichts-ID-gegevens registreren” (= 45), kies [Gezichtsinfo toevoegen] en druk op de knop [ ]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 2 Selecteer een persoon van Wi-Fi-functies wie u gezichtsinformatie wilt overschrijven. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de naam van de persoon te kiezen van wie u gezichtsinformatie wilt overschrijven. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Wanneer u al gezichtsgegevens voor vijf personen hebt geregistreerd, wordt er een bericht weergegeven. Selecteer [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]). Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Als er minder dan vijf items met gezichtsinfo zijn geregistreerd, voert u stap 4 uit om gezichtsinformatie toe te voegen. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 47 3 Selecteer de te overschrijven gezichtsinfo. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de gezichtsgegevens te selecteren die u wilt overschrijven en druk vervolgens op de knop [ ]. 4 Registreer gezichtsgegevens. ●● Volg stap 2 in “Gezichts-ID-gegevens registreren” (= 45) om foto's te maken en registreer daarna de nieuwe gezichtsgegevens. ●● Geregistreerde gezichten worden sneller herkend als u diverse gezichtsgegevens toevoegt. Voeg naast een rechte invalshoek bijvoorbeeld een enigszins schuine hoek, een opname van een glimlach en binnen- en buitenopnames toe. ●● U kunt geen gezichtsgegevens toevoegen als alle vijf gezichtsinfovelden zijn ingevuld. Volg de bovenstaande stappen om de gezichtsgegevens te overschrijven. ●● U kunt de bovenstaande stappen volgen om nieuwe gezichtsgegevens te registreren wanneer er ten minste één veld ongebruikt is, maar u kunt geen gezichtsgegevens overschrijven. In plaats van gezichtsinformatie te overschrijven, wist u eerst de ongewenste bestaande informatie (= 47). Vervolgens kunt u nieuwe gezichtsinformatie registreren (= 45). Geregistreerde gegevens wissen U kunt gegevens (gezichtsinfo, namen en verjaardagen) wissen die in Gezichts-ID zijn geregistreerd. Namen die in eerder genomen beelden zijn vastgelegd, worden echter niet gewist. 1 Open het scherm [Info wissen]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens registreren” (= 45) en kies [Info wissen]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Selecteer een persoon van wie P-modus u gegevens wilt wissen. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de naam te kiezen van de persoon die u wilt wissen en druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Als u de gegevens van een geregistreerde persoon wist, is het niet mogelijk om hun naam weer te geven (= 87), hun gegevens te overschrijven (= 89) of naar beelden van die personen te zoeken (= 88). Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● U kunt ook alleen namen in beeldgegevens wissen (= 90). 48 Vóór gebruik Het aantal opnamepixels wijzigen (beeldgrootte) Functies voor de beeldaanpassing Basishandleiding Foto's De verhouding wijzigen Foto's Films Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt: Films Handleiding voor gevorderden Kies als volgt uit 4 niveaus het aantal opnamepixels van het beeld. Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 172) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke opnamepixelinstelling op een geheugenkaart passen. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt de verhouding van het scherm gewijzigd. ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. P-modus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ]. ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [ ]. Tv-, Av- en M-modus Andere opnamestanden Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld-hdtv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur. Dezelfde verhouding als 35-mm film, die wordt gebruikt voor het afdrukken van beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat. Normale verhouding van het camerascherm. Wordt gebruikt voor de weergave op SD-tv's of vergelijkbare weergaveapparatuur. Wordt ook gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten. Accessoires Bijlage A2 (420 x 594 mm) A3 – A5 (297 x 420 – 148 x 210 mm) Index 90 x 130 mm, 130 x 180 mm, briefkaartformaat Voor e-mail en vergelijkbare doeleinden Vierkante verhouding. ●● Niet beschikbaar in de modus [ Richtlijnen voor het kiezen van de opnamepixelinstelling op basis van het papierformaat (voor 4:3-beelden) ]. ●● Niet beschikbaar in de modus [ ]. 49 Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren Foto's Vóór gebruik Beeldkwaliteit van films wijzigen Foto's Films In de modus [ ] kunnen de onderwerpen of de achtergrond bij opnamen van avondscènes die door kwiklampen worden verlicht een groenige zweem vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden gecorrigeerd door opnamen te maken met behulp van Witbalans voor meerdere gebieden. Er zijn drie instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per geheugenkaart” (= 172) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ●● Druk op de knop [ ], kies [Hg lampcorr.] op het tabblad [ ] en kies vervolgens [Aan] (= 29). ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. Films ] Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Andere opnamestanden ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze ]. procedure, maar selecteert u [ P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Beeldkwaliteit ●● Nadat u het opnemen onder kwiklampen hebt voltooid, moet u [Hg lampcorr.] weer op [Uit] zetten. Anders worden groene tinten die niet door kwiklampen zijn veroorzaakt, per vergissing gecorrigeerd. ●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. ●● Bij continue opnamen (= 43) is deze instelling ingesteld op [Uit]. Deze instelling kan niet worden gewijzigd. Aantal opnamepixels Framesnelheid Details 1920 x 1080 30 fps Voor opnamen in Full-HD-kwaliteit 1280 x 720 30 fps Voor opnamen in HD 640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● In de modi [ ] en [ ] geven zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd. ] ook beschikbaar, wat vloeiendere ●● In de modus [ ] is [ beweging mogelijk maakt (= 65). 50 Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten Handige opnamefuncties Foto's Films Controleer de scherpstelling door de ontspanknop half in te drukken, zodat het gedeelte van het beeld in het AF-kader wordt vergroot. Raster weergeven Foto's Films Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het scherm rasterlijnen worden weergegeven. ●● Druk op de knop [ ], selecteer [Raster] op het tabblad [ ] en selecteer vervolgens [Aan] (= 29). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Configureer de instelling. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Druk op de knop [ ], selecteer [AF-Punt Zoom] op het tabblad [ ] en selecteer vervolgens [Aan] (= 29). Andere opnamestanden P-modus ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt het raster op het scherm weergegeven. Tv-, Av- en M-modus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Controleer de scherpstelling. Menu Instellingen ●● Druk de ontspanknop half in. Het gezicht dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is, wordt nu uitvergroot. ●● Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname. Accessoires ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, selecteert u [Uit] in stap 1. Bijlage Index ●● Het gebied dat is scherpgesteld wordt in de volgende gevallen niet vergroot wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. -- Als er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon zich te dicht op de camera bevindt en zijn of haar gezicht te groot is voor het scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt -- Als digitale zoom wordt gebruikt (= 38) -- Als AF Tracking wordt gebruikt (= 75) -- Als een tv als scherm wordt gebruikt (= 143) ]. ●● Niet beschikbaar in de modus [ 51 Controleren op gesloten ogen Vóór gebruik Instellingen van de IS-modus wijzigen Foto's Films Foto's [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien hun ogen dicht hebben. 1 Configureer de instelling. ●● Druk op de knop [ ], selecteer [Knipperdetectie] op het tabblad [ ] en selecteer daarna [Aan] (= 29). Films Beeldstabilisatie uitschakelen Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Als de camera wordt stilgehouden (bijvoorbeeld wanneer deze op een statief staat), stelt u beeldstabilisatie in op [Uit] om deze functie uit te schakelen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Open het instellingenscherm. Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ], selecteer [IS-instellingen] op het tabblad [ ] en druk daarna op de knop [ ] (= 29). P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 2 Configureer de instelling. 2 Maak de opname. ●● [ ] knippert wanneer de camera iemand waarneemt die zijn/haar ogen dicht heeft. ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, selecteert u [Uit] in stap 1. ●● Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [ ], dan is deze functie alleen beschikbaar voor de laatste opname. ●● Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd bij [Weergavetijd] (= 54), worden personen van wie de ogen zijn gesloten in een kader weergegeven. ●● Deze functie is niet beschikbaar tijdens continue opname in de modus [ ] (= 37). ●● Deze functie is niet beschikbaar in de modus voor continue opnamen (= 43, = 78). Wi-Fi-functies ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [IS modus] te selecteren. Kies vervolgens [Uit] door op de knoppen [ ][ ] te drukken. Continu Uit Menu Instellingen Accessoires Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch toegepast (Intelligent IS) (= 37). Schakelt de beeldstabilisatie uit. Bijlage Index 52 Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop ze voor het filmen worden weergegeven Foto's Films Zodra de filmopname begint, wijzigt normaal gesproken het beeldgebied dat wordt weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze manier worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan door een sterk bewegende camera. Als u films wilt maken met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop ze voor het filmen worden weergegeven, kunt u de beeldstabilisatie verminderen. ●● Voer de stappen bij “Instellingen van de IS-modus wijzigen” (= 52) uit om het scherm [IS-instellingen] te openen. ●● Kies [Dynamic IS] en kies vervolgens de gewenste optie (= 29). ●● U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op hetzelfde formaat worden opgenomen als waarop ze voor het filmen worden weergegeven. ●● [Dynamic IS] is niet mogelijk als [IS modus] is ingesteld op [Uit] (= 52). ●● Alleen [Standaard] is beschikbaar als de filmkwaliteit is ingesteld ]. op [ De camerabewerkingen aanpassen Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [ ] van het menuscherm. Zie “Het menuscherm gebruiken” (= 29) voor instructies over menufuncties. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat Foto's Films Andere opnamestanden U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig licht. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ], kies [AF-hulplicht] op het tabblad [ ] en kies vervolgens [Uit] (= 29). Afspeelmodus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Aan]. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 53 Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie aangaat Foto's Films U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht. De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen Foto's Films U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en welke informatie wordt weergegeven. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen 1 Open het scherm [Afbeelding direct 1 Open het scherm [Flits Instellingen]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch bekijken]. Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ], kies [Afbeelding direct bekijken] op het tabblad [ ] en druk daarna op de knop [ ] (= 29). ●● Druk op de knop [ ], selecteer [Flits Instellingen] op het tabblad [ ] endruk daarna op de knop [ ] (= 29). 2 Configureer de instelling. P-modus Tv-, Av- en M-modus 2 Configureer de instelling. ●● Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit] (= 29). ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Aan]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Weergavetijd] te selecteren. Druk op de knoppen [ ][ ] om de gewenste optie te kiezen. Afspeelmodus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Snel]. Menu Instellingen Wi-Fi-functies Accessoires Bijlage Index Snel 2 sec., 4 sec., 8 sec. Vastzetten Uit Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt fotograferen. Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven. Zelfs wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de ontspanknop al half indrukken om een volgende foto te maken. Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt. Na de opname worden geen beelden weergegeven. 54 Het weergegeven scherm na de opname wijzigen Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven. 1 Stel [Weergavetijd] in op [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] (= 54). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 2 Configureer de instelling. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Scherminfo] te selecteren. Druk op de knoppen [ ][ ] om de gewenste optie te kiezen. Andere opnamestanden P-modus ●● Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze procedure, maar selecteert u [Uit]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Uit Geeft alleen het beeld weer. Details Geeft details van de opname weer (= 161). ●● Wanneer [Weergavetijd] (= 54) is ingesteld op [Uit] of [Snel], is [Scherminfo] ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd. ] ●● U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop [ te drukken terwijl na de opname een beeld wordt weergegeven. De instellingen van [Scherminfo] worden niet gewijzigd. U kunt de volgende handelingen uitvoeren door op de knop [ ] te drukken. -- Beveilig (= 92) -- Favorieten (= 97) -- Wissen (= 94) Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 55 Vóór gebruik Helderheid/kleur aanpassen (Directe effecten) Basishandleiding Foto's Andere opnamestanden Films Handleiding voor gevorderden U kunt de beeldhelderheid en -kleuren eenvoudig op de volgende manier tijdens het opnemen aanpassen. 1 Open de modus [ Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. Andere opnamestanden P-modus 2 Configureer de instelling. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ] om het instellingenscherm te openen. Druk op de knoppen [ ][ ] om een instellingsoptie te selecteren. Druk vervolgens terwijl u naar het scherm kijkt op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de waarde aan te passen. ●● Druk op de knop [ Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires ]. 3 Maak de opname. Helderheid Kleur Tint Pas het niveau aan naar rechts voor helderder beelden en naar links voor donkerder beelden. Pas het niveau aan naar rechts voor levendiger beelden en naar links voor meer ingetogen beelden. Pas het niveau aan naar rechts voor een warme, rode kleur en naar links voor een koele, blauwe kleur. Bijlage Index 56 Foto's Foto's Films ●● Nadat u de stand [ ] gekozen hebt, drukt u op de knop [ ]. ]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het effect te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ 2 Films U kunt effecten kiezen voor beelden die zijn vastgelegd in de modus [ De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden. Daarbij worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie van de opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke opnamen worden zes foto's opgeslagen. U kunt meerdere foto's met effecten vastleggen met door de camera bepaalde instellingen. 1 Open de modus [ Vóór gebruik Effecten kiezen Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname) ]. Maak de opname. ●● Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. Terwijl u de opname maakt, hoort u driemaal het sluitergeluid. ●● Nadat de zes beelden achter elkaar zijn weergegeven, worden ze gedurende circa twee seconden tegelijkertijd weergegeven. ●● Om de beelden weergegeven te houden totdat u de ontspanknop half indrukt, drukt u op de knop [ ]. Als u op volledig scherm wilt weergeven in deze stand, selecteert u een beeld door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien en vervolgens op de knop [ ] te drukken. P-modus Automatisch Alle effecten Retro Beelden die lijken op oude foto's Tv-, Av- en M-modus Monochroom Beelden die in één kleur zijn gegenereerd Afspeelmodus Speciaal Natuurlijk Stoere beelden met een bijzondere uitstraling Ingetogen beelden met een natuurlijke uitstraling Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ] om terug te ●● Druk op de knop [ keren naar de oorspronkelijke weergave. ●● Opnamen maken kan even duren als de flitser wordt geactiveerd, maar houd de camera stil totdat het sluitergeluid drie keer wordt afgespeeld. ●● De zes beelden worden samen als een groep beheerd (= 88). ●● Gelijktijdige weergave van de zes beelden, zoals getoond bij stap 2, is alleen direct na de opname beschikbaar. 57 Bewegende onderwerpen (Sport) Foto's Films Maak continue opnamen terwijl de camera scherpstelt op bewegende onderwerpen. 1 Open de modus [ Vóór gebruik Specifieke scènes 1 Open de modus [ ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. 2 Stel scherp. ●● Terwijl u de ontspanknop half indrukt, blijft de camera de focus en beeldhelderheid aanpassen waar het blauwe kader wordt weergegeven. 3 Maak de opname. ●● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continue opnamen te maken. Handleiding voor gevorderden ]. Basishandelingen van de camera ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Selecteer een opnamemodus. P-modus ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en kies een opnamemodus (= 28). Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies 3 Maak de opname. Menu Instellingen Portretopnamen maken (Portret) Foto's ●● In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat de ISO-waarde (= 70) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen. ●● Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie over het opnamebereik in de modus [ ]. ●● Na het maken van continue opnamen kan een vertraging optreden voordat u opnieuw opnamen kunt maken. Door sommige typen geheugenkaarten kan er zelfs een nog grotere vertraging optreden voor uw volgende opname. ●● Afhankelijk van de opnameomstandigheden, de camerainstellingen en de zoompositie kan de opnamesnelheid afnemen. ●● Continue opname is niet mogelijk in de modus [ ] Automatisch (= 40). Basishandleiding Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt automatisch de instellingen voor optimale foto's. Accessoires Films ●● Mensen fotograferen met een verzachtend effect. Bijlage Index 58 Avondcomposities maken zonder statief (Nachtscène handmatig) Foto's Films ●● Fraaie opnamen van composities of portretten in avondlicht, zonder dat u de camera heel stil hoeft te houden (zoals met een statief). ●● Eén beeld wordt gemaakt door opeenvolgende foto's te combineren, waardoor camerabeweging en beeldruis worden verminderd. Opnamen maken bij weinig licht (Weinig licht) Foto's O pnamen maken in sneeuwlandschappen (Sneeuw) Films ●● Heldere foto's met natuurlijke kleuren van mensen tegen een besneeuwde achtergrond. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Films ●● Opnamen maken met minimale beweging van de camera en het onderwerp, zelfs in omstandigheden met weinig licht. Foto's ●● Onderwerpen lijken in de modus [ ] groter dan in andere standen. ●● In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat de ISO-waarde (= 70) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen. ●● Stabiliseer de camera, aangezien deze in de modus [ ] continue opnamen maakt. ●● In de modus [ ] kunnen overmatige onscherpte door beweging of bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk niet het verwachte resultaat verkrijgt. ●● Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de modus [ ]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden (= 80). Afspeelmodus ●● Wanneer u een statief gebruikt voor avondscènes, krijgt u betere ] in plaats resultaten als u opnamen maakt in de modus [ van de modus [ ] (= 32). ●● De opnamepixelinstelling van de modus [ ] is [ ] (2592 x 1944) en kan niet worden gewijzigd. ●● In de modus [ ] wordt de optimale scherpstelling nog steeds bepaald, ook al worden er geen kaders weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Vuurwerk fotograferen (Vuurwerk) Foto's Films ●● Levendige foto's van vuurwerk. 59 Beeldeffecten (Creatieve filters) Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen. 1 Open de modus [ Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. Opnamen maken met het effect van een visooglens (Fisheye-effect) Basishandelingen van de camera Foto's 2 Selecteer een opnamemodus. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en kies een opnamemodus (= 28). 3 Vóór gebruik ●● In de modus [ ] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Films Andere opnamestanden Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens. 1 Selecteer [ P-modus ]. ●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 60) en kies [ Tv-, Av- en M-modus ]. 2 Kies een effectniveau. Maak de opname. O pnamen maken in levendige kleuren (Extra levendig) Foto's Films ●● Opnamen met rijke, levendige kleuren. Foto's Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires ●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname. Foto's met postereffect (Poster-effect) Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ ], kies een effectniveau (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk nogmaals op de knop [ ]. Bijlage Index ●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. Films ●● Foto's die lijken op oude posters of illustraties. 60 Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips van één minuut) Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) Foto's Films Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en onder uw geselecteerde gebied te vervagen. U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen en onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het geluid wordt niet opgenomen. 1 Selecteer [ ]. ●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 60) en kies [ ]. ●● Op het scherm verschijnt een wit kader dat het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft. 2 Kies het gebied waarop u wilt scherpstellen. ●● Druk op de knop [ ]. ●● Beweeg de zoomknop om de afmetingen van het kader te wijzigen en druk op de knoppen [ ][ ] om het kader te verplaatsen. 3 Selecteer voor films de afspeelsnelheid van de film. Snelheid Afspeeltijd Circa 12 sec. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Circa 6 sec. Basishandelingen van de camera Circa 3 sec. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Films worden op 30 fps afgespeeld. Andere opnamestanden ●● De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van films. Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start. ●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. ●● Als u bij stap 2 op de knop [ ] drukt, verandert u de richting van het kader (van horizontaal naar verticaal of vice versa). U kunt het kader in verticale richting verplaatsen door op de knoppen [ ][ ] te drukken. ●● Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen. ●● De beeldkwaliteit van films is [ ] bij een verhouding ] en [ ] bij een verhouding van [ ] (= 49). van [ Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet worden gewijzigd. ●● De zoomfactor kan niet worden gewijzigd met de knop [ ] op de schermen bij stap 2 en 3 of tijdens het maken van filmopnamen. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Druk op de knop [ ] en kies de snelheid door op de knoppen [ ][ ] te drukken of door aan de knop [ ] te draaien. 4 Ga terug naar het opnamescherm en maak de opname. ●● Druk op de knop [ ] om terug te keren naar het opnamescherm en maak de opname. 61 Opnamen maken met een speels effect (Speels effect) Foto's Foto's Films Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele kleur wordt aangepast. 1 Selecteer [ ]. ●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 60) en kies [ ]. 2 Vóór gebruik Opnamen met een soft-focuseffect Selecteer een kleurtoon. ●● Druk op de knop [ ], kies een kleurtoon (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk nogmaals op de knop [ ]. ●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname. Standaard Foto's die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera. Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard]. Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard]. Films Met deze functie kunt u opnamen maken alsof er een soft-focusfilter op de camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen. 1 Selecteer [ Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 60) en kies [ ]. 2 Kies een effectniveau. Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ], kies een effectniveau (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk nogmaals op de knop [ ]. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Wi-Fi-functies Maak de opname. Menu Instellingen ●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. Accessoires Bijlage Index ●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt. 62 Opnamen maken in monochroom Speciale modi voor andere doeleinden Foto's Films Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit. 1 Selecteer [ Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie (Smart Shutter) ]. ●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten (Creatieve filters)” (= 60) en kies [ Foto's ]. 2 Selecteer een kleurtoon. ●● Druk op de knop [ ], kies een kleurtoon (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk nogmaals ]. op de knop [ ●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het effect is toegepast. 3 Maak de opname. Zwart/wit Sepia Blauw Zwart-witfoto's. Sepiakleurige foto's. Foto's in blauw en wit. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Films Auto-modus/Modus Hybride automatisch Automatisch opnamen maken na lachdetectie (Glimlach) Foto's Films Andere opnamestanden Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt. 1 Selecteer [ P-modus ]. Tv-, Av- en M-modus ●● Voer stap 1 – 2 uit bij “Specifieke scènes” (= 58) en kies [ ]. Druk daarna op de knop [ ]. Afspeelmodus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● De camera gaat nu in stand-by voor opname en op het scherm verschijnt [Lachdetectie aan]. Accessoires Bijlage 2 Richt de camera op een persoon. ●● Elke keer als de camera een glimlach detecteert, gaat het lampje branden en wordt een foto gemaakt. Index ●● Druk op de knop [ ] om de lachdetectie te pauzeren. Druk nogmaals op de knop [ ] om de detectie te hervatten. ●● Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de camera opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach. 63 ●● U kunt ook foto's maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in te drukken. ●● Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn. ●● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen [ ][ ] nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1. [Knipperdetectie] (= 52) is alleen beschikbaar voor de laatste opname. ●● Automatisch opnemen is niet beschikbaar wanneer u de knop [ ] ingedrukt houdt. Automatisch opnamen maken na knipoogdetectie (Knipoogdetectie) Foto's Films Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd. 1 Selecteer [ ]. ●● Voer stap 1 – 2 uit bij “Specifieke scènes” (= 58) en kies [ ]. Druk daarna op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 2 Kies de compositie en druk de ontspanknop half in. ●● Controleer of een groen kader wordt weergegeven rond het gezicht van de persoon die gaat knipogen. 3 Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. ●● De camera gaat nu in de stand-bystand voor opname en op het scherm verschijnt [Glimlach voor foto]. ●● Het lampje knippert en u hoort het geluid van de zelfontspanner. 4 Kijk naar de camera en knipoog. ●● Ongeveer twee seconden nadat een knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera een foto van de persoon wiens gezicht in het kader valt. ●● Om het maken van opnamen met de zelfontspanner te annuleren nadat u deze hebt ingesteld, drukt u op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam en opzettelijk. ●● Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren, een hoed of een bril. ●● Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook gedetecteerd als een knipoog. ●● Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer 15 seconden later een foto. ●● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen [ ][ ] nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1. [Knipperdetectie] (= 52) is alleen beschikbaar voor de laatste opname. ●● Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een persoon in het opnamegebied komt en knipoogt. ●● U kunt de zoomfactor niet wijzigen met de knop [ ] nadat u de ontspanknop helemaal naar beneden hebt gedrukt. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Automatisch opnamen maken nadat een nieuwe persoon wordt gedetecteerd (Gezicht-zelfontspanner) Foto's Films De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt (= 75). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een vergelijkbare foto wilt staan. 1 Selecteer [ Bijlage Index ]. ●● Voer stap 1 – 2 uit bij “Specifieke scènes” (= 58) en kies [ ]. Druk daarna op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 64 2 Kies de compositie en druk de ontspanknop half in. ●● Controleer of een groen kader wordt weergegeven rond het gezicht waarop is scherpgesteld en of er witte kaders rond de andere gezichten worden weergegeven. Foto's ●● De camera gaat nu in stand-bystand voor de opname en op het scherm verschijnt [Kijk recht naar camera om aftellen te starten]. ●● Het lampje knippert en u hoort het geluid van de zelfontspanner. 4 Ga bij de anderen staan in het opnamegebied en kijk naar de camera. ●● Nadat de camera een nieuw gezicht detecteert, knippert het lampje en het geluid van de zelfontspanner versnelt. (Wanneer de flitser afgaat, blijft de lamp branden.) Ongeveer twee seconden later maakt de camera een foto. ●● Om het maken van opnamen met de zelfontspanner te annuleren nadat u deze hebt ingesteld, drukt u op de ]. knop [ ●● Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname. ●● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen [ ][ ] nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1. [Knipperdetectie] (= 52) is alleen beschikbaar voor de laatste opname. ●● U kunt de zoomfactor niet wijzigen met de knop [ ] nadat u de ontspanknop helemaal naar beneden hebt gedrukt. Films Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Films maken in de standaardmodus Basishandelingen van de camera 3 Druk de ontspanknop helemaal naar beneden. Vóór gebruik Verschillende films opnemen Foto's 1 Open de modus [ Films Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ Andere opnamestanden ]. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens [ ] (= 28). P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Er verschijnen zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd. Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Configureer de instellingen zo dat Menu Instellingen ze passen bij de film (= 162). 3 Maak de opname. Accessoires ●● Druk op de filmknop. ●● Druk nogmaals op de filmknop om de filmopname te stoppen. Bijlage Index Films met vloeiendere beweging maken Maak als volgt films met vloeiendere beweging met een bijna dubbele framesnelheid. ●● Volg de stappen in “Beeldkwaliteit van films wijzigen” (= 50) en selecteer [ ]. 65 Belichting vergrendelen of wijzigen voordat u een film maakt Foto's Films Voor of tijdens een opname kunt u de belichting vergrendelen of aanpassen met stappen van 1/3 stop in een bereik van –2 tot +2 stops. 1 Vergrendel de belichting. ●● Druk op de knop [ ] om de belichting te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk wordt weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ belichting te ontgrendelen. ] om de 2 Pas de belichting aan. ●● Kijk naar het scherm en draai aan de knop [ ] om de belichting aan te passen. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Films maken in de Korte clip-modus Foto's Auto-modus/Modus Hybride automatisch Films Pas afspeeleffecten toe op korte clips van een paar seconden, zoals fast motion, slow motion of replay. Clips die in deze modus worden opgenomen, kunnen worden toegevoegd aan Story Highlights-albums (= 104). 1 Open de modus [ Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens [ ] (= 28). 3 Maak de opname (= 65). Wi-Fi-functies ●● Zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. Grote camerabewegingen corrigeren Foto's Vóór gebruik ●● [Dynamic IS] is niet mogelijk als [IS modus] is ingesteld op [Uit] (= 52). ●● Alleen [Standaard] is beschikbaar als de filmkwaliteit is ingesteld ]. op [ Films Stop grote camerabewegingen, zoals wanneer u films maakt terwijl u zich verplaatst. Het gedeelte van beelden dat wordt weergegeven wijzigt meer dan bij [Standaard] en onderwerpen worden verder uitvergroot. ●● Volg de stappen in “Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop ze voor het filmen worden weergegeven” (= 53) om [Hoog] te selecteren. Menu Instellingen Accessoires 2 Geef de opnametijd en het Bijlage afspeeleffect op. ●● Druk op de knop [ ]. Index ●● Draai aan de knop [ ] om de opnametijd (4 – 6 sec.) in te stellen en druk op de knoppen [ ][ ] om het afspeeleffect in te stellen zoals hieronder beschreven. 3 Maak de opname (= 65). ●● Een balk met de verstreken tijd wordt weergegeven. 66 Afspeeleffecten Vóór gebruik 2x Neem een clip op die wordt afgespeeld in fast motion. Basishandleiding 1x Neem een clip op die wordt afgespeeld aan de normale snelheid. Handleiding voor gevorderden 1/2x Neem een clip op die wordt afgespeeld in slow motion. Basishandelingen van de camera Neem een clip op die normaal wordt afgespeeld voordat het lijkt alsof deze twee seconden wordt teruggedraaid om een replay van het laatste gedeelte te tonen. Tijdens de opname wordt een teken die de laatste twee seconden aangeeft, aan de balk toegevoegd om de verstreken tijd weer te geven. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus ●● Het geluid wordt niet opgenomen in deze clips. ] (= 50) en kan niet worden gewijzigd. ●● De filmkwaliteit is [ Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus iFrame-films maken Wi-Fi-functies Foto's Films Menu Instellingen Maak films die kunnen worden bewerkt met software of apparaten die compatibel zijn met iFrame. 1 Selecteer [ Accessoires ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ Bijlage ]. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens [ ] (= 28). Index ●● Zwarte balken aan de boven- en onderkant van het scherm geven aan welke gebieden niet worden opgenomen. 2 Maak de opname (= 65). ●● iFrame is een videoformaat dat ontwikkeld is door Apple Inc. ] (= 50) en kan niet worden gewijzigd. ●● De filmkwaliteit is [ 67 Vóór gebruik Opnamen maken met programma AE ([P]-modus) Basishandleiding Foto's P-modus Meer veeleisende foto's in de opnamestijl van uw voorkeur ●● [ ]: Programma AE; AE: Automatische belichting ●● Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan [ ], dient u te controleren of de functie in die modus beschikbaar is (= 162). Handleiding voor gevorderden U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl. 1 Open de modus [ Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ]. 2 ●● In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is ingesteld op de modus [ ]. Films Andere opnamestanden Pas de instellingen naar wens aan (= 69 – = 80) en maak een opname. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Als de optimale belichting niet kan worden verkregen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarde in het oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen (= 70) of de flitser te activeren (bij donkere onderwerpen, = 78) om zo de optimale belichting te verkrijgen. ●● U kunt ook films opnemen in de modus [ ] door op de filmknop te drukken. Sommige FUNC.- (= 28) en MENU-instellingen (= 29) kunnen echter automatisch worden aangepast voor filmopnamen. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 68 2 Kies de compositie en maak een Helderheid van het beeld (Belichting) opname. ●● Na één opname wordt AE ontgrendeld en wordt [ ] niet langer weergegeven. De helderheid van het beeld aanpassen (Belichtingscompensatie) Foto's Films ●● Het correctieniveau dat u hebt opgegeven wordt nu weergegeven. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden De meetmethode wijzigen P-modus Foto's Films Tv-, Av- en M-modus U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden. Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 2 8). Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock) Foto's Basishandleiding ●● AE: Automatische belichting ●● Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen door aan de knop [ ] te draaien (Program Shift). U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld, aanpassen in stappen van 1/3 stop in een bereik van –2 tot +2. ●● Druk op de knop [ ]. Kijk naar het scherm en draai aan de knop [ ] om de helderheid aan te passen. Druk nogmaals op de knop [ ] wanneer u klaar bent. Vóór gebruik Wi-Fi-functies ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Films Menu Instellingen Accessoires Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt de focus en belichting afzonderlijk instellen. 1 Vergrendel de belichting. ●● Richt de camera met vergrendelde belichting op het onderwerp waarvan u een opname wilt maken. Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop [ ]. ●● [ ] wordt weergegeven en de belichting wordt vergrendeld. ●● Om AE te ontgrendelen laat u de ontspanknop los en drukt u opnieuw op de knop [ ]. In dit geval wordt [ ] niet meer weergegeven. Deelmeting Gem. centrum meeting Spot Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch aangepast aan de opnameomstandigheden. Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied. Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als het belangrijkste te behandelen. Bijlage Index Meting wordt beperkt tot het [ ] (spotmetingpuntkader) dat wordt weergegeven in het midden van het scherm. 69 De ISO-waarde wijzigen Foto's Films ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. AUTO 80, 100, 200 400, 800 1600, 3200 Vóór gebruik De helderheid corrigeren (i-Contrast) Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de opnamemodus en – omstandigheden. Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer. Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering. Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere kamers. Kies een hogere ISO-waarde voor meer gevoeligheid of een lagere waarde voor minder gevoeligheid. Foto's Films Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Druk op de knop [ ], kies [i-Contrast] op het tabblad [ ] en kies [Automatisch] (= 29). ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. Andere opnamestanden ] P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken. Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● U kunt ook bestaande beelden corrigeren (= 100). Accessoires ●● Druk de ontspanknop half in als u de automatisch bepaalde ISO-waarde wilt bekijken wanneer de ISO-waarde is ingesteld op [AUTO]. ●● Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt de kans op een onscherp onderwerp en bewogen beelden toe. ●● De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat onscherpe en bewogen onderwerpen vermindert en het flitserbereik vergroot. Foto's kunnen er echter wel korrelig uitzien. Bijlage Index 70 Aangepaste witbalans Beeldkleuren Vóór gebruik Foto's Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten. Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans) Foto's Films Films Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt. ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. Automatisch Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor de opnameomstandigheden. Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer. Bewolkt Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering. Lamplicht Voor opnamen bij normale gloeilampen. TL licht Voor opnamen bij tl-licht. TL licht H Voor opnamen bij daglichtlampen. Custom Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans (= 71). Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Voer de stappen in “Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans)” (= 71) uit om [ ] te selecteren. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Richt de camera op een effen wit onderwerp, zodat het hele scherm wit is. ]. Druk op de knop [ Andere opnamestanden ●● De schermtint verandert nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camerainstellingen wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd. Afspeelmodus Wi-Fi-functies De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) Foto's Menu Instellingen Films U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden converteren naar sepia of zwart-wit. ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). Accessoires Bijlage Index ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. 71 My Colors Uit Levendig Neutraal – De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor scherpere beelden. Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, voor zachte beelden. Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden. Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto's Positief Film Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia's. Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter. Donkerder huidtint Hiermee maakt u huidtinten donkerder. Levendig Blauw Levendig Groen Levendig Rood Custom Kleur Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger. Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden groene onderwerpen, zoals bergen en flora, levendiger. Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden rode onderwerpen levendiger. U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort aanpassen aan uw voorkeur (= 72). Custom Kleur Vóór gebruik Foto's Films Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1 – 5. 1 Open het instellingenscherm. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Voer de stappen bij “De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)” (= 71) uit om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Configureer de instelling. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item te selecteren. Voer vervolgens de waarde in door op de knoppen [ ][ ] te drukken of door aan de knop [ ] te draaien. P-modus ●● Pas de waarde naar rechts aan voor sterkere/intensere effecten (of donkerdere huidtinten), en pas de waarde naar links aan voor zwakkere/ lichtere effecten (of lichtere huidtinten). Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ te voltooien. Tv-, Av- en M-modus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ] om de instelling Accessoires Bijlage Index ●● U kunt de witbalans (= 71) niet instellen in de modus [ ] of [ ]. ●● Met de modus [ ] of [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het verwachte resultaat met sommige huidtinten. 72 Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen Opnamebereik en scherpstellen Foto's Close-ups maken (macro) Foto's Films Stel de camera in op [ ] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie over het scherpstelbereik. Films Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen in AF-stand niet mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven en dan de ontspanknop half indrukken om de camera de optimale scherpstelpositie te laten vastleggen die het dichtst bij de door u opgegeven positie ligt. Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie over het scherpstelbereik. 1 Selecteer [ ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ] weergegeven. P-modus Tv-, Av- en M-modus ] en de MF-indicator worden ●● [ weergegeven. Afspeelmodus 2 Geef de algemene focuspositie op. ●● Als u flitst, kan vignetvorming optreden. ●● Als de zoompositie zich binnen het bereik van de gele balk onder de zoombalk bevindt, wordt [ ] grijs en kan de camera niet scherpstellen. ●● Om camerabeweging te voorkomen, plaatst u de camera op een statief en maakt u opnamen met de camera ingesteld op [ ] (= 42). (1) Wi-Fi-functies ●● Let op de MF-indicator op het scherm (1, die de afstand en de scherpstelpositie aangeeft) en de vergrote weergave en druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om de algemene scherpstelpositie aan te geven. Druk vervolgens op de knop [ ]. ] om de ●● Druk op de knop [ vergroting aan te passen. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 3 Pas de focus verder aan. ●● Druk de ontspanknop half in om de camera de focuspositie verder te laten afstellen (Veiligheids MF). 73 ●● Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF-kader (= 74) ingesteld op [Centrum] en de afmeting van het AF-kader (= 74) op [Normaal]. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd. ●● Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (= 38) of de digitale telelens (= 74), of bij gebruik van een tv als beeldscherm (= 143), maar de vergrote weergave zal niet verschijnen. ●● U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren en nauwkeuriger scherp te stellen. ●● U kunt het vergrote weergavegebied vergroten of verbergen door instellingen aan te passen via MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [MF-Punt Zoom]. ●● Om automatisch scherpstellen verder afstellen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt uit te schakelen, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Veiligheids MF] ► [Uit]. Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking) Foto's Films Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld worden in kleur weergegeven om handmatig scherpstellen te vereenvoudigen. U kunt de kleuren en de gevoeligheid (niveau) van de randdetectie aanpassen. 1 Open het instellingenscherm. ●● Druk op de knop [ ], selecteer [MF-peaking-instellingen] op het tabblad [ ] en selecteer vervolgens [Aan] (= 29). 2 Configureer de instelling. ●● Kies het menu-item dat u wilt configureren en kies de gewenste optie (= 29). Vóór gebruik Digitale telelens Foto's Films De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,6x of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in dezelfde zoomfactor. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knop [ ], kies [Digitale Zoom] op het tabblad [ ] en kies de gewenste optie (= 29). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ●● Het beeld wordt vergroot en de zoomfactor verschijnt op het scherm. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop ] duwt voor een maximale telelensinstelling en helemaal naar [ wanneer u inzoomt om het onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 van “Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (= 38). Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires De modus AF Frame wijzigen Foto's Bijlage Films Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de opnameomstandigheden aan. Index ●● Druk op de knop [ ], kies [AF Frame] op het tabblad [ ] en kies de gewenste optie (= 29). ●● Kleuren die worden weergegeven voor MF-peaking worden niet opgeslagen in uw afbeeldingen. 74 Centrum Foto's Films Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar scherpstellen. ●● Een geel AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt. ●● Druk op de knop [ ] en stel [AF kader afm.] op het tabblad [ ] in op [Klein] (= 29) om de afmetingen van het AF-kader te verkleinen. ●● De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de digitale zoom (= 38) of de digitale telelens (= 74) gebruikt, en in de modus voor handmatig scherpstellen (= 73). ●● Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek, richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling). ●● De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de ontspanknop half indrukt als [AF-Punt Zoom] (= 51) is ingesteld op [Aan]. Gezichts-AiAf Foto's Films ●● Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen. ●● Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten. ●● Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik. ●● Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt. ●● Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt. ●● Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF (= 76) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt. ●● Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd: -- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij -- Onderwerpen die donker of licht zijn -- Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen ●● De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als gezichten. ●● Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking) Foto's Films Afspeelmodus Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop moet worden scherpgesteld. Wi-Fi-functies 1 Selecteer [AF Tracking]. Menu Instellingen ●● Voer de stappen bij “De modus AF Frame wijzigen” (= 74) uit om [AF Tracking] te selecteren. ●● [ ] wordt weergegeven in het midden van het scherm. 2 Kies een onderwerp waarop u wilt Accessoires Bijlage Index scherpstellen. ●● Richt de camera zo dat [ ] op het gewenste onderwerp valt en druk op de knop [ ]. 75 ●● De camera piept en [ ] verschijnt zodra het onderwerp is gedetecteerd. De camera blijft het onderwerp binnen een bepaald bereik volgen, zelfs als het onderwerp beweegt. ●● [ ] wordt weergegeven wanneer geen onderwerp is gedetecteerd. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] om het volgen te stoppen. 3 Maak de opname. ●● Druk de ontspanknop half in. [ ] verandert in een blauw [ ] dat het onderwerp volgt terwijl de scherpstelling en belichting worden aangepast (Servo AF) (= 76). ●● Druk de ontspanknop helemaal naar beneden om de opname te maken. ●● Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt [ ] nog steeds weergegeven en blijft de camera het onderwerp volgen. ●● [Servo AF] (= 76) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden gewijzigd. ●● Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te klein is. ●● [AF-Punt Zoom] op het tabblad [ ] (= 29) is niet beschikbaar. ●● [ ] is niet beschikbaar. ●● De camera kan zelfs onderwerpen detecteren wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt zonder op de knop [ ] te drukken. Nadat u de opname hebt gemaakt, wordt [ ] weergegeven in het midden van het scherm. ●● Houd de knop [ ] minstens een seconde ingedrukt als u opnamen ] (= 73). maakt in de modus [ ●● Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet weergegeven wanneer er geregistreerde personen worden gedetecteerd, maar de namen worden wel in de foto's vastgelegd (= 44). Als u echter een geregistreerd persoon kiest als het onderwerp, wordt de naam van deze persoon weergegeven. Opnamen maken met Servo AF Vóór gebruik Foto's Films Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 Configureer de instelling. Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knop [ ], selecteer [Servo AF] op het tabblad [ ] en selecteer vervolgens [Aan] (= 29). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Stel scherp. ●● De focus en belichting blijven behouden als het blauwe AF-kader wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt. ●● In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. ●● In omstandigheden met weinig licht wordt Servo AF mogelijk niet geactiveerd (en worden de AF-kaders mogelijk niet blauw) wanneer u de ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame. ●● Als de optimale belichting niet kan worden verkregen, worden de sluitertijd en de diafragmawaarde in het oranje weergegeven. Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in. ●● Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar. ●● [AF-Punt Zoom] op het tabblad [ ] (= 29) is niet beschikbaar. ●● Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (= 42). P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 76 De focusinstelling veranderen Foto's Films U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop half indrukt. ●● Druk op de knop [ ], kies [Continu] op het tabblad [ ] en kies vervolgens [Uit] (= 29). Aan Uit Vóór gebruik Opnamen maken met AF lock Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist, doordat de camera continu scherpstelt op onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt. De camera stelt niet continu scherp, zodat de batterij minder snel leeg is. Foto's Films U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Vergrendel de focus. ●● Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● De scherpstelling is nu vergrendeld ] en de MF-indicator verschijnen en [ op het scherm. Andere opnamestanden P-modus ●● Als u de scherpstelling wilt ontgrendelen nadat u de ontspanknop hebt losgelaten, drukt u opnieuw op de knop [ ] en kiest u [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]). Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 2 Kies de compositie en maak een Wi-Fi-functies opname. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 77 Continue opnamen maken terwijl de camera op het onderwerp blijft scherpstellen Foto's Vóór gebruik Flitser Films Maak continue opnamen terwijl de camera op het onderwerp blijft scherpstellen. Zie “Snelheid van continue opname” (= 173) voor meer informatie over de snelheid van continue opnamen. Handleiding voor gevorderden Flitsermodus wijzigen Foto's Basishandelingen van de camera Films U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie. Zie “Flitsbereik” (= 172) voor meer informatie over het flitsbereik. 1 Configureer de instelling. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Klap de flitser uit. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens [ ] (= 28). ●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ weergegeven. Basishandleiding Andere opnamestanden ●● Verschuif de schakelaar [ ]. 2 ] Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ], kies een flitsmodus (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. 2 Maak de opname. ●● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continue opnamen te maken. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu weergegeven. ●● De beelden worden samen als een groep beheerd (= 88). ●● In de modus [ ] (= 58), bij handmatig scherpstellen (= 73) of wanneer AF is vergrendeld (= 77), wordt [ ] gewijzigd in [ ]. ●● Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (= 42). ●● Opnamen kunnen tijdelijk onderbroken worden of continue opnamen kunnen langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie. ●● Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen worden gemaakt. ●● Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen. ●● Continue opname is niet mogelijk in de modus [ ] Automatisch (= 40), zelfs wanneer u [ ] selecteert. P-modus Configureer de instelling. Menu Instellingen ●● Als de flitser is ingeklapt, kan het instellingenscherm niet worden geopend door op de knop [ ] te drukken. Verschuif de schakelaar [ ] om de flitser uit te klappen en configureer de instelling. Accessoires Bijlage Index Automatisch Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst. Aan Er wordt bij elke opname geflitst. 78 Slow sync Er wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen) te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het flitsbereik verlicht wordt. ●● Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de modus [ ]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden (= 80). ●● In de modus [ ] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat het geluid van de ontspanknop stopt, zelfs nadat de flitser geflitst heeft. Uit Voor het maken van opnamen zonder flitser. ●● Als bij omstandigheden die ervoor zorgen dat de camera bewogen wordt of bij situaties met weinig licht een knipperend pictogram [ ] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt, plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen om de camera stil te houden. Vóór gebruik De flitsbelichtingscompensatie aanpassen Foto's Films Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 69) kunt u de flitsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Druk op de knop [ ], selecteer [ ] in het menu en pas de instelling aan door op de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien (= 28). Basishandelingen van de camera ●● Het correctieniveau dat u hebt opgegeven wordt nu weergegeven. Andere opnamestanden Auto-modus/Modus Hybride automatisch P-modus ●● Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera voor opnamen met de flitser automatisch de sluitertijd of diafragmawaarde aan om vervaagde highlights te verminderen en opnamen te maken met een optimale belichting. U kunt automatische aanpassing van de sluitertijd en diafragmawaarde echter uitschakelen door MENU (= 29) te openen en tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ► [Veiligheids FE] ► [Uit] te selecteren. ●● U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen door MENU (= 29) te openen en tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ► [Flitsbel. comp.] te kiezen. ●● U kunt het scherm [Flits Instellingen] (= 29) ook openen als de flitser is uitgeklapt, door op de knop [ ] te drukken en direct ] te drukken. daarna op de knop [ Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 79 Opnamen maken met FE-lock Vóór gebruik Overige instellingen Foto's Basishandleiding Films Net als met AE lock (= 69) kunt u de belichting vergrendelen voor het maken van opnamen met de flitser. 1 Klap de flitser uit en stel deze in op [ ] (= 78). 2 Vergrendel de flitsbelichting. ●● Richt de camera met vergrendelde belichting op het onderwerp waarvan u een opname wilt maken. Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de knop [ ]. De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit) Foto's Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Films Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen, [ ] (Superfijn) en [ ] (Fijn): Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 172) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een geheugenkaart passen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● De flitser gaat af en wanneer [ ] wordt weergegeven, blijf het flitsuitvoerniveau behouden. ●● Om FE te ontgrendelen laat u de ontspanknop los en drukt u opnieuw op de knop [ ]. In dit geval wordt [ ] niet meer weergegeven. 3 Kies de compositie en maak een opname. ●● Na één opname wordt FE ontgrendeld en wordt [ ] niet meer weergegeven. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Instellingen van de IS-modus wijzigen Menu Instellingen Foto's Films Accessoires Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname. ●● Volg stappen 1 – 2 in “Beeldstabilisatie uitschakelen” (= 52) en selecteer [Opname]. Bijlage Index ●● FE: flitsbelichting ●● Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen, plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld op [Uit]. ●● De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor filmopnamen. 80 Vóór gebruik Specifieke sluitertijden (Modus [Tv]) Foto's Tv-, Av- en M-modus Films Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd. Zie “Sluitertijd” (= 173) voor informatie over de beschikbare sluitertijden. 1 Open de modus [ Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ Maak slimmer geraffineerde opnamen en pas de camera aan uw favoriete opnamestijl aan Basishandleiding ]. Andere opnamestanden 2 Stel de sluitertijd in. ●● Draai aan de knop [ te stellen. P-modus ] om de sluitertijd in Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de betreffende modus. ●● Bij opnameomstandigheden met langere sluitertijden treedt mogelijk een vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt maken. Dit komt doordat de camera de beelden verwerkt om ruis te voorkomen. ●● Stel [IS modus] in op [Uit] wanneer u een langere sluitertijd gebruikt en opnamen maakt met een statief (= 80). ●● De kortste sluitertijd voor het maken van opnamen met een flitser is 1/2.000 seconde. Als u een kortere sluitertijd selecteert, wordt de sluitertijd voordat u opnamen kunt maken automatisch ingesteld op 1/2.000 seconde. ●● Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of langer gebruikt, is de ISO-waarde [80]. Deze waarde kan niet worden gewijzigd. ●● Als de optimale belichting niet is bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de diafragmawaarde oranje weergegeven. Pas de sluitertijd aan totdat de diafragmawaarde wit wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken (= 82). ●● [ Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ]: tijdwaarde 81 Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av]) Foto's Films Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen. Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde. Zie “Diafragma” (= 173) voor informatie over de beschikbare diafragmawaarden. 1 Open de modus [ Foto's 1 Open de modus [ ]. ]. 2 Configureer de instelling. ●● Draai aan de knop [ ] om de diafragmawaarde in te stellen. (1) (2) (3) (4) ●● [ ]: Diafragmawaarde (de grootte van de irisopening in de lens) ] en [ ] op de knop [ ] en stel ●● Druk in de modi [ [Safety Shift] op het tabblad [ ] in op [Aan] (= 29) om de sluitertijd en de diafragmawaarde van de camera automatisch aan te passen wanneer er belichtingsproblemen zijn, zodat u opnamen kunt maken met een optimale belichting. Safety Shift is echter uitgeschakeld wanneer de flitser flitst. Films ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ 2 Stel de diafragmawaarde in. ●● Als de optimale belichting niet is bereikt wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de sluitertijd oranje weergegeven. Pas de diafragmawaarde aan totdat de sluitertijd wit wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken (zie hieronder). Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen van de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste belichting krijgt. Zie “Sluitertijd” (= 173) en “Diafragma” (= 173) voor informatie over beschikbare sluitertijden en diafragmawaarden. ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ Vóór gebruik Specifieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]) Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ]. P-modus ●● Druk op de knop [ ] om de sluitertijd (1) of diafragmawaarde (2) te kiezen en draai aan de knop [ ] om een waarde in te voeren. ●● Het belichtingsniveauteken (4), gebaseerd op de door u opgegeven waarden, wordt weergegeven op de indicator van het belichtingsniveau ter vergelijking met de optimale belichting (3). ●● Als het verschil ten opzichte van de optimale belichting groter is dan 2 stops, wordt het belichtingsniveauteken oranje weergegeven. ●● Na het instellen van de sluitertijd en de diafragmawaarde kan het belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe compositie voor de opname maakt. ●● Afhankelijk van de ingestelde sluitertijd en diafragmawaarde, wordt de helderheid van het scherm mogelijk aangepast. De helderheid van het scherm wijzigt echter niet als de flitser is uitgeklapt en de modus [ ] is ingesteld. ●● Als u de instelling die u niet hebt gekozen bij stap 2 (sluitertijd of diafragmawaarde), automatisch wilt laten aanpassen aan de optimale belichting, drukt u op de knop [ ] terwijl u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Optimale belichting is in combinatie met bepaalde instellingen niet mogelijk. ●● Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of langer gebruikt, is de ISO-waarde [80]. Deze waarde kan niet worden gewijzigd. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 82 Vóór gebruik ●● [ ]: Handmatig ●● De optimale belichting wordt berekend op basis van de opgegeven meetmethode (= 69). Basishandleiding Handleiding voor gevorderden De flitsoutput aanpassen Basishandelingen van de camera Foto's Maak een keuze uit de drie flitsniveaus in modus [ 1 Open de modus [ Auto-modus/Modus Hybride automatisch Films ]. Andere opnamestanden ]. ●● Stel het programmakeuzewiel in op [ P-modus ]. 2 Configureer de instelling. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ], selecteer [ ] in het menu en pas de instelling aan door op de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien (= 28). Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Als de instelling is voltooid, wordt het flitsuitvoerniveau weergegeven. ]: Minimum, [ ]: Medium, [ [ ]: Maximum ●● U kunt het flitsniveau ook instellen door MENU (= 29) te openen en tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ► [Flits output] te selecteren. ] of [ ] instellen ●● U kunt het flitsniveau in de modus [ door MENU (= 29) te openen en tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ► [Flits mode] ► [Handmatig] te selecteren. ●● U kunt het scherm [Flits Instellingen] (= 29) ook openen als de flitser is uitgeklapt, door op de knop [ ] te drukken en direct ] te drukken. daarna op de knop [ Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 83 Vóór gebruik Bekijken Foto's Films Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken. Afspeelmodus Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken ] om de afspeelmodus te openen en de camera ●● Druk op de knop [ voor te bereiden op deze handelingen. ●● Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Open de afspeelmodus. ●● Druk op de knop [ ]. ●● Uw laatste opname wordt weergegeven. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Selecteer de beelden. P-modus ●● Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] tegen de klok in. Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] met de klok mee. ●● Houd de knoppen [ ][ ] ingedrukt om snel door beelden te bladeren. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● U kunt dit scherm (modus Beeld scrollen) openen door snel aan de knop [ ] te draaien. Draai in deze modus aan de knop [ ] om door beelden te bladeren. ●● Druk op de knop [ ] om terug te keren naar de enkelvoudige weergave. ●● Druk in de modus Beeld scrollen op de knoppen [ ][ ] om door beelden te bladeren die per opnamedatum gegroepeerd zijn. ●● Films zijn herkenbaar aan het pictogram [ ]. Ga naar stap 3 als u films wilt afspelen. Accessoires Bijlage Index 84 3 Speel films af. ●● Druk op de knop [ ], selecteer [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ] om het afspelen te starten. 4 Pas het volume aan. ●● Druk op de knoppen [ ][ volume aan te passen. (1) Vóór gebruik Van weergavemodus wisselen Foto's Films Druk op de knop [ ] om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide informatieweergave)” (= 161) voor meer informatie over de weergegeven gegevens. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ] om het ●● Om het volume aan te passen wanneer de volumeaanduiding (1) niet langer wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ]. Andere opnamestanden Geen informatieweergave P-modus Tv-, Av- en M-modus 5 Onderbreek het afspelen. ●● Druk op de knop [ ] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten. ●● Na de film verschijnt [ ]. ●● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de ontspanknop half in. ●● Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 29) ► ] ► [Beeld scrollen] ► [Uit]. tabblad [ ●● Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de afspeelmodus geopend wordt, kiest u MENU (= 29) ► ] ► [Ga verder] ► [Laatste f.]. tabblad [ ●● Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent u MENU (= 29) en vervolgens kiest u het door u gewenste ] ► [Overgangseff.]. effect op het tabblad [ Afspeelmodus Beknopte informatieweergave Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Uitgebreide informatieweergave Index 85 Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden) Foto's Films In de uitgebreide informatieweergave (= 85) knipperen de vervaagde highlights van het beeld op het scherm. Histogram Foto's Films ●● De grafiek die verschijnt in de uitgebreide informatieweergave (= 85) is een histogram dat de distributie van de helderheid in het beeld toont. Op de horizontale as staat de helderheidsgraad en de verticale geeft aan welk gedeelte van het beeld zich op elk helderheidsniveau bevindt. Het histogram bekijken is een manier om de belichting te controleren. Vóór gebruik ●● UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met Greenwich Mean Time. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van foto's (digest-films) Foto's Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Films U kunt als volgt een filmsynopsis bekijken met digest-films die automatisch zijn opgenomen in de modus [ ] (= 34) op een dag waarop u foto's hebt genomen. Andere opnamestanden P-modus 1 Selecteer een beeld. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een foto met de aanduiding [ ] te selecteren. Afspeelmodus Wi-Fi-functies GPS-informatieweergave Foto's Films ●● Met een smartphone die via Wi-Fi is verbonden met de camera kunt u beelden op de camera geotaggen en informatie toevoegen, zoals breedtegraad, lengtegraad en hoogte (= 130). U kunt deze informatie controleren in de GPS-informatieweergave. ●● Van boven naar onder worden breedtegraad, lengtegraad, hoogte en UTC (opnamedatum en –tijd) getoond. ●● De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden waarvoor deze informatie ontbreekt. ●● [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die niet juist zijn vastgelegd. Menu Instellingen 2 Speel de digest-film af. ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ in het menu (= 28). ●● De digest-film die automatisch is opgenomen op de dag dat de foto's zijn gemaakt, wordt vanaf het begin afgespeeld. ] Accessoires Bijlage Index ●● Na een kort moment wordt [ ] niet meer weergegeven wanneer u de camera gebruikt met uitgeschakelde informatieweergave (= 85). 86 Op datum weergeven Door beelden bladeren en beelden filteren Digest-films kunnen op datum worden bekeken. 1 Selecteer een film. ●● Druk op de knop [ ], kies [Digest-films weerg./afsp.] op het tabblad [ ] en kies vervolgens een datum (= 29). 2 Speel de film af. ●● Druk op de knop [ wilt starten. ] als u het afspelen Personen controleren die met Gezichts-ID zijn gedetecteerd Foto's Films Als u de camera overschakelt naar de korte informatieweergave (= 85), worden de namen weergegeven van maximaal vijf personen die zijn geregistreerd in Gezichts-ID (= 44). ] ●● Druk meerdere keren op de knop [ totdat de eenvoudige informatieweergave wordt geactiveerd en druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. ●● De namen worden op gedetecteerde personen weergegeven. ●● Als u liever geen namen wilt weergeven in foto's die met behulp van Gezichts-ID zijn gemaakt, kiest u MENU (= 29) ► ] ► [Info gezichts-ID] ► [Naam weerg.] ► [Uit]. tabblad [ Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Bladeren door beelden in een index Foto's Basishandelingen van de camera Films U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index weer te geven. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Geef beelden weer in een index. Andere opnamestanden ●● Verschuif de zoomknop naar [ ] als u beelden in een index wilt weergeven. Als u de zoomknop nogmaals verschuift, worden meer beelden weergegeven. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Verschuif de zoomknop naar [ ] om minder beelden weer te geven. Het aantal beelden neemt elke keer af wanneer u de zoomknop verschuift. Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Selecteer een beeld. Menu Instellingen ●● Draai aan de knop [ ] om door de beelden te bladeren. Accessoires ●● Druk op de knoppen [ ][ een beeld te selecteren. Bijlage ][ ][ ] om ●● Er wordt een oranje kader rond het geselecteerde beeld weergegeven. Index ●● Druk op de knop [ ] om het geselecteerde beeld in de enkelvoudige weergave te bekijken. ●● Als u het 3D-weergave-effect wilt uitschakelen (wordt weergegeven als u de knoppen [ ][ ] ingedrukt houdt of snel aan de knop [ ] draait), kiest u MENU (= 29) ► ] ► [Indexeffect] ► [Uit]. tabblad [ 87 Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden Foto's Films Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de beeldweergave te filteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (= 92) of verwijderen (= 94). Naam Mensen Opnamedatum Favorieten Foto/film Geeft beelden van een geregistreerde persoon weer (= 45). Hiermee worden beelden weergegeven met gedetecteerde gezichten. Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen. Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet (= 97). Geeft foto's, films of films die zijn opgenomen in de modus [ ] weer (= 34). ●● Druk op de knop [ ] bij stap 2 om andere informatie weer te geven of te verbergen. ●● Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn “Bladeren door beelden in een index” (= 87), “Beelden vergroten” (= 90) en “Diavoorstellingen bekijken” (= 91). U kunt ook beeldbewerkingen toepassen op alle gevonden beelden, door [Alle beelden in zoekopdr. bev.] te selecteren in “Beelden beveiligen” (= 92) of [Alle beelden zoekopdr. sel.] in “Meerdere beelden tegelijk wissen” (= 95), “Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (= 151) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek” (= 153). ●● Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (= 98 – = 103) wordt een bericht weergegeven en worden de gevonden beelden niet meer weergegeven. 2 Bekijk de gefilterde beelden. ●● Beelden die voldoen aan uw voorwaarden, worden in gele kaders weergegeven. Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om alleen deze beelden te bekijken. ●● Kies [ ] in stap 1 om gefilterd afspelen te stoppen. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afzonderlijke beelden in een groep weergeven 1 Kies een zoekvoorwaarde. ●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het menu en selecteer vervolgens een voorwaarde (= 28). ●● Wanneer u [ ], [ ] of [ ] hebt geselecteerd, kiest u de voorwaarde door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] op het weergegeven scherm te drukken. Druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik Foto's Afspeelmodus Films Wi-Fi-functies Beelden die continu zijn opgenomen (= 43, = 58, = 78) en beelden die zijn opgenomen in de modus [ ] (= 57), worden gegroepeerd en alleen het eerste beeld wordt weergegeven. U kunt de beelden echter ook afzonderlijk bekijken. Menu Instellingen Accessoires 1 Kies een gegroepeerd beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld met de aanduiding [ ] te selecteren. 2 Selecteer [ Bijlage Index ]. ●● Druk op de knop [ het menu (= 28). ] en selecteer [ ] in ●● Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar. 88 3 Geef de beelden in de groep afzonderlijk weer. ●● Als u op de knoppen [ ][ ] drukt of aan de knop [ ] draait, worden alleen de beelden in de groep weergegeven. ●● Om gegroepeerd afspelen te stoppen, drukt u op de knop [ ], kiest u [ ] in het menu en drukt u nogmaals op de knop [ ] (= 28). ●● Bij afspelen in een groep (stap 3) kunt u snel door beelden bladeren “Bladeren door beelden in een index” (= 87) en deze vergroten “Beelden vergroten” (= 90). Door [Alle beelden in groep bev.] in “Beelden beveiligen” (= 92) of [Alle beelden in zoekopdr. bev.] in “Meerdere beelden tegelijk wissen” (= 95) of “Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (= 151) of [Alle beelden groeperen] in “Beelden toevoegen aan een fotoboek” (= 153) te selecteren, kunnen alle beelden in de groep in één keer worden bewerkt. ●● Als u de groepering voor beelden wilt opheffen zodat ze worden weergegeven als losse foto's, kiest u MENU (= 29) ► ] ► [Beelden groep.] ► [Uit]. Het groeperen van tabblad [ gegroepeerde beelden kan echter tijdens het afspelen van afzonderlijke beelden niet worden opgeheven. ] wordt de gelijktijdige weergave na ●● In de modus [ stap 2 bij “Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname)” (= 57) alleen weergegeven direct nadat u een opname maakt. Vóór gebruik Gezichts-ID-gegevens bewerken Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze wijzigen of wissen. U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven) en voor personen waarvan de naam is gewist. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Namen wijzigen Andere opnamestanden 1 Open het instellingenscherm. ●● Druk op de knop [ ] en kies [Info gezichts-ID] op het tabblad [ (= 29). P-modus Tv-, Av- en M-modus ] Afspeelmodus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ID-info bew.] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Wi-Fi-functies 2 Selecteer een beeld. Menu Instellingen ●● Volg de procedure bij “Personen controleren die met Gezichts-ID zijn gedetecteerd” (= 87), kies een beeld en druk op de knop [ ]. ●● Er wordt een oranje kader rond het geselecteerde gezicht weergegeven. Wanneer er meerdere namen in een beeld worden weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om de naam te selecteren die u wilt wijzigen. Druk vervolgens op de knop [ ]. Accessoires Bijlage Index 89 3 Kies de optie om te bewerken. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Overschrijven] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Opties voor het weergeven van foto's 4 Selecteer de naam van de persoon Foto's Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Verschuif de zoomknop naar [ ] als u wilt inzoomen op het beeld en het beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot een factor van 10x. Namen wissen ●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Basishandelingen van de camera Films 1 Vergroot een beeld. ●● Voer stap 2 in “Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen” (= 47) uit en kies de naam van de persoon die u wilt overschrijven. ●● Op het scherm dat wordt weergegeven bij stap 3 van “Namen wijzigen” (= 89) kiest u [Wissen] en drukt u op de knop [ ]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Beelden vergroten die u wilt overschrijven. Vóór gebruik Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Voor de duidelijkheid wordt het weergegeven gebied (1) bij benadering getoond. (1) Afspeelmodus ●● Verschuif de zoomknop naar [ ] om uit te zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt, keert u terug naar de enkelvoudige weergave. Wi-Fi-functies Menu Instellingen 2 Verschuif de weergavelocatie Accessoires en schakel indien nodig tussen beelden. ●● Als u de weergavepositie wilt verschuiven, drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ]. Bijlage Index ●● Draai tijdens het inzoomen aan de knop [ ] van beeld wilt wisselen. ●● U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige ] te drukken. weergave gaan door op de knop [ 90 Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen Diavoorstellingen bekijken Foto's Films Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. ●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het menu. Kies vervolgens de gewenste optie (= 28). ●● De diavoorstelling begint nadat [Laden van beeld] enkele seconden wordt weergegeven. ] om de ●● Druk op de knop [ diavoorstelling te beëindigen. ●● De spaarstandfuncties van de camera (= 26) werken niet tijdens diavoorstellingen. ●● Druk op de knop [ ] als u het afspelen van diavoorstellingen wilt onderbreken of hervatten. ●● Tijdens het afspelen kunt u naar andere beelden gaan als u op de knoppen [ ][ ] drukt of aan de knop [ ] draait. Houd voor vooruitspoelen of achteruitspoelen de knoppen [ ][ ] ingedrukt. ●● Bij gefilterde weergave (= 88) worden alleen beelden afgespeeld die overeenkomen met de zoekvoorwaarden. U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen. 1 Open het instellingenscherm. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Druk op de knop [ ] en kies vervolgens [Diavoorstelling] op het tabblad [ ] (= 29). Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Configureer de instellingen. Andere opnamestanden ●● Kies het menu-item dat u wilt configureren en kies de gewenste optie (= 29). P-modus ●● Selecteer [Start] en druk op de knop [ ] als u de diavoorstelling volgens uw instellingen wilt starten. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ] om terug te ●● Druk op de knop [ gaan naar het menuscherm. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 91 Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle) Foto's Films Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die u wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen. Foto's Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ ] in het menu (= 28). [Beveiligd] wordt weergegeven. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Als u de beveiliging wilt annuleren, herhaalt u deze procedure en selecteert ] nogmaals. Druk vervolgens op u [ de knop [ ]. ] ●● Vier beelden worden weergegeven als mogelijke optie. Films Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk kunnen worden gewist (= 94). 1 Selecteer Smart Shuffle. ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ in het menu (= 28). Vóór gebruik Beelden beveiligen Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de kaart formatteert (= 137). Afspeelmodus 2 Selecteer een beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om het beeld te selecteren dat u wilt weergeven. ●● Het geselecteerde beeld wordt in het midden weergegeven, omgeven door de volgende vier mogelijke beelden. ●● Als u op de knop [ ] drukt, verschijnt het middelste beeld op volledige grootte. Druk nogmaals op de knop [ ] om terug te keren naar de oorspronkelijke weergave. ] om terug te ●● Druk op de knop [ keren naar de enkelvoudige weergave. Wi-Fi-functies ●● Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera. Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Via het menu 1 Open het instellingenscherm. Index ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [Beveilig] op het tabblad [ ] (= 29). ●● Smart Shuffle is niet beschikbaar in de volgende situaties: -- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt -- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven -- Beelden worden weergegeven in gefilterde weergave (= 88) -- Tijdens groep afspelen (= 88) 92 2 Selecteer een selectiemethode. ●● Kies de gewenste optie (= 29). ] om terug te ●● Druk op de knop [ gaan naar het menuscherm. Vóór gebruik Een reeks selecteren Basishandleiding 1 Selecteer [Select. reeks]. ●● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 92), kies [Select. reeks] en druk op de knop [ ]. Afzonderlijke beelden selecteren 1 Selecteer [Selectie]. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Selecteer het eerste beeld. ●● Druk op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus ●● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 92), kies [Selectie] en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer een beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. [ ] wordt weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. ●● Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. 3 Beveilig het beeld. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de beelden niet beveiligd. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires 3 Selecteer het laatste beeld. ●● Druk op de knop [ ] om [Laatste beeld] te selecteren en druk op de knop [ ]. ●● Druk op de knop [ ]. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Bijlage Index ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet als het laatste beeld selecteren. 93 4 Beveilig de beelden. ●● Druk op de knop [ ] om [Beveilig] te kiezen en druk op de knop [ ]. Vóór gebruik Beelden wissen Foto's Films U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 92) kunnen echter niet worden gewist. ●● U kunt ook het eerste of het laatste beeld kiezen door aan de knop [ ] te draaien terwijl het bovenste scherm bij stap 2 en 3 wordt weergegeven. ●● Selecteer [Beveilig. uit] in stap 4 als u de beveiliging wilt opheffen voor groepen beelden. Alle beelden in één keer beveiligen 1 Selecteer [Alle beelden beveiligen]. ●● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 92), kies [Alle beelden beveiligen] en druk op de knop [ ]. 2 Beveilig de beelden. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Selecteer het beeld dat u wilt wissen. Andere opnamestanden ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. 2 P-modus Wis het beeld. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ ] in het menu (= 28). Afspeelmodus ●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [Wissen] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Het huidige beeld wordt nu gewist. Accessoires ●● Om het wissen te annuleren, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [Annuleer] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. Bijlage Index Alle beveiligingen in één keer opheffen U kunt de beveiliging van alle beelden tegelijk opheffen. Om de beveiliging op te heffen, selecteert u [Beveiliging alle beelden oph.] bij stap 1 van “Alle beelden in één keer beveiligen”. Voer vervolgens stap 2 uit. 94 Meerdere beelden tegelijk wissen U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (= 92) kunnen echter niet worden gewist. Een selectiemethode selecteren 1 Open het instellingenscherm. ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [Wissen] op het tabblad [ ] (= 29). 2 Selecteer een selectiemethode. ●● Kies de gewenste optie (= 29). ] om terug te ●● Druk op de knop [ gaan naar het menuscherm. Afzonderlijke beelden selecteren 1 Selecteer [Selectie]. ●● Volg stap 2 bij “Een selectiemethode selecteren” (= 95) om [Selectie] te selecteren en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer een beeld. ●● Nadat u een beeld hebt gekozen in stap 2 in “Afzonderlijke beelden selecteren” (= 93), wordt [ ] weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 3 Wis de beelden. Andere opnamestanden ●● Druk op de knop [ ]. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. P-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Een reeks selecteren Wi-Fi-functies 1 Selecteer [Select. reeks]. Menu Instellingen ●● Volg stap 2 bij “Een selectiemethode selecteren” (= 95) om [Select. reeks] te selecteren en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer de beelden. ●● Voer de stappen 2 – 3 in “Een reeks selecteren” (= 93) uit om beelden op te geven. Accessoires Bijlage Index 3 Wis de beelden. ●● Druk op de knop [ ] om [Wissen] te kiezen en druk vervolgens op de knop [ ]. 95 Alle beelden in één keer opgeven 1 Selecteer [Sel. alle beelden]. ●● Voer stap 2 uit bij “Een selectiemethode selecteren” (= 95), kies [Sel. alle beelden] en druk op de knop [ ]. 2 Vóór gebruik Beelden roteren Foto's Films Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op. 1 Selecteer [ Wis de beelden. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ]. Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ ] in het menu (= 28). ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus 2 Draai het beeld. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ] of [ ], afhankelijk van de gewenste richting. Het beeld wordt telkens als u op de knop drukt 90° geroteerd. Druk op de knop [ ] om de instelling te voltooien. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Via het menu Accessoires 1 Bijlage Selecteer [Roteren]. ●● Druk op de knop [ ] en kies [Roteren] op het tabblad [ ] (= 29). Index 96 2 Draai het beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. ●● Het beeld wordt telkens als u op de knop [ ] drukt 90° gedraaid. ] om terug te ●● Druk op de knop [ gaan naar het menuscherm. ●● Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit] (= 97). Automatisch draaien uitschakelen Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk van de huidige oriëntatie van de camera. ●● Druk op de knop [ ] om [Autom. draaien] te selecteren op het tabblad [ ]. Selecteer vervolgens [Uit] (= 29). Vóór gebruik Beelden markeren als favoriet Foto's Films U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u een categorie kiest in gefilterd afspelen kunt u de volgende handelingen beperken tot die beelden. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● “Bekijken” (= 84), “Diavoorstellingen bekijken” (= 91), “Beelden beveiligen” (= 92), “Beelden wissen” (= 94), “Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (= 151), “Beelden toevoegen aan een fotoboek” (= 153) ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ in het menu (= 28). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ] P-modus ●● [Gemarkeerd als favoriet] wordt weergegeven. Tv-, Av- en M-modus ●● Als u de markering van het beeld wilt opheffen, herhaalt u deze procedure en selecteert u [ ] nogmaals. Druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage ●● Beelden kunnen niet worden geroteerd (= 96) als u [Autom. draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven. ●● In de modus Smart Shuffle (= 92) worden beelden die verticaal zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide stand. Index 97 Via het menu Vóór gebruik Foto's bewerken 1 Selecteer [Favorieten]. ●● Druk op de knop [ ] en kies [Favorieten] op het tabblad [ ] (= 29). Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Beeldbewerking (= 98 – = 101) is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Het formaat van beelden wijzigen 2 Selecteer een beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. [ ] wordt weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] om de markering van het beeld op te heffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. ●● Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren. 3 Voltooi de instellingsprocedure. ●● Druk op de knop [ ]. Er verschijnt een bevestigingsbericht op het scherm. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de beelden niet gemarkeerd als favoriet. ●● Door beelden als favoriet te markeren, kunt u ze bij het maken van albums gemakkelijker toevoegen (= 104). ●● Als u Windows 8 of Windows 7 gebruikt en favoriete beelden overdraagt naar de computer, wordt aan deze beelden een ) toegewezen. waardering van drie sterren ( (Geldt niet voor films.) Foto's Andere opnamestanden Films Bewaar een kopie van beelden met een lager aantal opnamepixels. P-modus 1 Selecteer [Veranderen]. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knop [ ] en kies [Veranderen] op het tabblad [ ] (= 29). Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Selecteer een beeld. Menu Instellingen ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Selecteer een beeldformaat. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het formaat te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Accessoires Bijlage Index ●● [Nieuw beeld opslaan?] wordt weergegeven. 98 2 Selecteer een beeld. 4 Sla het nieuwe beeld op. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. 5 Bekijk het nieuwe beeld. ●● Druk op de knop [ ]. [Nieuw beeld weergeven?] wordt weergegeven. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Het opgeslagen beeld wordt nu weergegeven. ●● Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling van [ ] (= 49) kunnen niet worden bewerkt. ●● Beelden kunnen niet worden voorzien van een hoger aantal opnamepixels. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. (1) (2) (3) 3 Pas het bijsnijgebied aan. ●● Er verschijnt een kader rond het gedeelte van het beeld dat u wilt bijsnijden (1). ●● Het oorspronkelijke beeld wordt linksboven in het scherm weergegeven en een voorbeeld van het bijgesneden beeld (2) wordt rechtsonder weergegeven. U kunt ook het aantal opnamepixels na bijsnijden (3) zien. ●● Om de grootte van het kader te wijzigen, beweegt u de zoomknop. ●● Als u het kader wilt verplaatsen, drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ]. ●● Als u de richting van het kader wilt wijzigen, drukt u op de knop [ ]. ●● Gezichten die op het beeld zijn gedetecteerd, worden weergegeven in grijze kaders in het beeld linksboven. Draai aan de knop [ ] om te wisselen van kader dat het bijsnijdgebied aangeeft. ●● Druk op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld Trimmen en bekijk dit. Foto's Films U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk afbeeldingsbestand op te slaan. 1 Selecteer [Trimmen]. ●● Druk op de knop [ ] en selecteer ] vervolgens [Trimmen] op het tabblad [ (= 29). ●● Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat van beelden wijzigen” (= 98) uit. Bijlage Index ●● Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling van [ ] (= 49) of waarvan het formaat gewijzigd is in [ ] (= 98) kunnen niet worden bewerkt. ●● Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde verhouding na het bijsnijden. ●● Bijgesneden beelden hebben een lager aantal opnamepixels dan niet-bijgesneden beelden. ●● Als u foto's die zijn opgenomen met Gezichts-ID (= 44) bijsnijdt, blijven alleen de namen behouden van de personen die nog steeds in het bijgesneden beeld voorkomen. 99 De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) Foto's Films U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)” (= 71) voor meer informatie over elke optie. 1 Selecteer [My Colors]. ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [My Colors] op het tabblad [ ] (= 29). 2 Selecteer een beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Selecteer een optie. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een optie te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. ●● Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat van beelden wijzigen” (= 98) uit. ●● Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur. ●● De kleuren van RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt. ●● De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (= 71). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast) Foto's Basishandelingen van de camera Films Auto-modus/Modus Hybride automatisch Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden) kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het beeld vervolgens op als een apart bestand. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus 1 Selecteer [i-Contrast]. Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ ] en kies [i-Contrast] op het tabblad [ ] (= 29). Wi-Fi-functies Menu Instellingen 2 Selecteer een beeld. Accessoires ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Selecteer een optie. Bijlage Index ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een optie te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. ●● Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat van beelden wijzigen” (= 98) uit. 100 ●● Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan korrelige beelden veroorzaken. ●● Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt bewerkt met behulp van deze functie. ●● Als met [Automatisch] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog]. 4 Sla het beeld op als een nieuw beeld en bekijk dit. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Voer stap 5 in “Het formaat van beelden wijzigen” (= 98) uit. Rode ogen corrigeren Foto's Films Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand. 1 Selecteer [Rode-Ogen Corr.]. Andere opnamestanden ●● Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd. ●● Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist. ●● Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [ ] (= 29). Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires 2 Selecteer een beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. 3 Corrigeer het beeld. ●● Druk op de knop [ Bijlage Index ]. ●● Het gebied met rode ogen dat door de camera wordt gedetecteerd, wordt nu gecorrigeerd en er worden kaders weergegeven om de gecorrigeerde gedeelten op het beeld. ●● Vergroot of verklein de beelden naar wens. Volg de stappen in “Beelden vergroten” (= 90). 101 3 Bekijk de bewerkte film. Films bewerken Foto's Films U kunt onnodige delen aan het begin en einde van films verwijderen (met uitzondering van digest-films, = 34). 1 Selecteer [ ]. ●● Volg stap 1 – 5 bij “Bekijken” (= 84), kies [ ] en druk op de knop [ ]. ●● Het filmbewerkingspaneel en de bewerkingsbalk worden nu weergegeven. (1) 2 Geef aan welke delen u eruit wilt knippen. ●● (1) is het filmbewerkingspaneel en (2) is de bewerkingsbalk. ●● Druk op de knoppen [ selecteer [ ] of [ ]. (2) ][ ] en ●● Als u de delen wilt weergeven die u kunt afsnijden (aangegeven met [ ] op het scherm), drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [ ] te verschuiven. Snijd het begin van de film af (vanaf [ ]) door [ ] te selecteren en snijd het einde van de film af met behulp van [ ]. ●● Als u [ ] verplaatst naar een andere markering dan [ ], wordt bij [ ] alleen het gedeelte voor het dichtstbijzijnde [ ] aan de linkerzijde afgesneden en wordt bij [ ] alleen het gedeelte na het dichtstbijzijnde [ ] aan de rechterzijde afgesneden. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. De bewerkte film wordt nu afgespeeld. ●● Herhaal stap 2 als u de film nog een keer wilt bewerken. ●● Om het bewerken te annuleren, drukt u op de knop [ ]. Selecteer [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. 4 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Sla de bewerkte film op. P-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Nieuw bestand] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Selecteer [Opsl. -compr.] en druk op de knop [ ]. ●● De film wordt nu opgeslagen als een nieuw bestand. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke film overschreven door de ingekorte film. De oorspronkelijke film wordt dan gewist. ●● Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen [Overschrijven] beschikbaar. ●● Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt worden films mogelijk niet opgeslagen. ●● Gebruik tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, = 142). 102 Bestandsgroottes verkleinen Het formaat van bestanden kan worden verkleind door films als volgt te comprimeren. ●● Kies in het scherm in stap 2 van “Films bewerken” de optie [ ]. Selecteer [Nieuw bestand] en druk op de knop [ ]. ●● Selecteer [Compr. & Opsl.] en druk op de knop [ ]. ●● Gecomprimeerde films worden opgeslagen in de indeling [ ]. ] kunnen niet worden gecomprimeerd. ●● Films van het type [ ●● Bewerkte films kunnen niet worden opgeslagen in gecomprimeerd formaat als u [Overschrijven] kiest. Vóór gebruik Digest-films bewerken Foto's Films Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (= 34) die zijn opgenomen in de modus [ ] kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Selecteer de clip die u wilt wissen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Voer de stappen 1 – 2 uit bij “Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van foto's (digest-films)” (= 86) om een film af te spelen die is gemaakt in de modus [ ] en druk vervolgens op de knop [ ] om het filmbedieningspaneel te openen. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] of [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 2 Selecteer [ Afspeelmodus Wi-Fi-functies ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires ●● De geselecteerde clip wordt meerdere malen afgespeeld. 3 Bevestig het wissen. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Bijlage Index ●● De clip wordt gewist en de korte film wordt overschreven. ●● [ ] wordt niet weergegeven als u een hoofdstuk selecteert wanneer de camera is aangesloten op een printer. 103 Albums bekijken (Story Highlights) Foto's Films U kunt thema's zoals een datum of de naam van een persoon kiezen om een album met automatisch geselecteerde beelden te maken die overeenkomen met het thema. Deze beelden worden samengevoegd tot een diavoorstelling die kan worden opgeslagen als een korte film van circa 2 – 3 minuten. Controleer voordat u deze functie gebruikt of de batterij volledig is opgeladen. Voor het maken van albums is ook vrije ruimte op de geheugenkaart nodig. Hanteer hierbij als richtlijn het gebruik van een geheugenkaart met een capaciteit van 16 GB of meer en ten minste 1 GB vrije ruimte. Thema's voor albums kiezen Druk op de knop [ ] om het beginscherm te openen en kies welk thema de camera gaat gebruiken bij het selecteren van albumelementen. Merk op dat de camera waarschijnlijk beelden die gemarkeerd zijn als favoriet (= 97) aan albums toevoegt. Datum Naam van persoon Gelegenh. Custom Hiermee maakt u een album van beelden die op dezelfde dag zijn opgenomen. Er worden beelden geselecteerd uit de beelden die op dezelfde datum zijn gemaakt als het beeld dat werd weergegeven voordat u het beginscherm opende. Hiermee kunt u maandelijkse albums van personen maken, bijvoorbeeld voor kinderen terwijl ze opgroeien. Onderwerpen voor wie u gezichts-ID-gegevens hebt geregistreerd alvorens opnamen te maken, kunnen voor albums worden geselecteerd. De beelden die zijn geselecteerd zijn de beelden die hetzelfde onderwerp hebben en in dezelfde maand zijn gemaakt als het beeld dat werd weergegeven voordat u het beginscherm opende. Een goede keuze voor albums van vakanties, feesten of andere gelegenheden. Er worden beelden geselecteerd uit de beelden die op de gelegenheid zijn gemaakt vóór en na het beeld dat werd weergegeven voordat u het beginscherm opende. Bevat beelden die zijn gebaseerd op de door u opgegeven foto's, datums of personen die zijn geregistreerd in Gezichts-ID. 1 Selecteer een beeld. ●● Selecteer een beeld in de enkelvoudige weergave. ●● Welke thema's in stap 3 beschikbaar zijn, is afhankelijk van de opnamedatum en gezichts-ID-gegevens voor beelden. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 2 Open het beginscherm. ●● Druk op de knop [ Auto-modus/Modus Hybride automatisch ]. ●● [Bezig] wordt weergegeven, waarna het beginscherm wordt geopend. Andere opnamestanden 3 Bekijk een voorbeeld van een P-modus album. Tv-, Av- en M-modus ●● Kies een persoon, [Datum] of [Gelegenh.] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) als het albumthema en druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● [Laden] wordt enkele seconden weergegeven en vervolgens wordt het album afgespeeld. Menu Instellingen 4 Sla het album op. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Album opslaan als film] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Accessoires Bijlage Index ●● Als het album is opgeslagen, wordt [Opgeslagen] weergegeven. 5 Speel het album af (= 84). 104 ●● Albums kunnen de volgende beelden die door de camera worden opgenomen, bevatten. -- Foto’s -- Digest-films (= 34) -- Korte clips met een afspeelduur van twee seconden of meer (= 66) ●● Albums kunnen alleen worden opgeslagen als er genoeg ruimte op de geheugenkaart is. ●● U kunt een kleureffect bij stap 4 opgeven door [Kleureffecten wijzigen] te selecteren en op de knop [ ] te drukken. Om een voorbeeld te bekijken van hoe het album eruitziet met het door u geselecteerde effect, selecteert u [Album nogmaals weergeven] op het scherm in stap 4 nadat u op de knoppen [ ][ ] hebt gedrukt om een kleureffect te selecteren en op de knop [ ] hebt gedrukt. ●● Als u de opgeslagen albums wilt afspelen, selecteert u [Lijst met albums] op het beginscherm van Story Highlights, drukt u op de knop [ ], selecteert u een album in de lijst en drukt u opnieuw op de knop [ ]. Achtergrondmuziek toevoegen aan albums Foto's Films Kies uit drie typen achtergrondmuziek om af te spelen tijdens het afspelen van albums. 1 Registreer achtergrondmuziek op een geheugenkaart. ●● Volg stap 1 – 4 in “Albums bekijken (Story Highlights)” (= 104), kies [Muziekinstel.] en druk op de knop [ ]. ●● Het scherm links wordt weergegeven wanneer u een nieuwe of onlangs geformatteerde geheugenkaart gebruikt. Selecteer [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]), druk op de knop [ ] en wacht ongeveer anderhalve minuut totdat de drie typen muziek op de kaart zijn geregistreerd. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Als u een geheugenkaart gebruikt waarop al muziek is geregistreerd, gaat u naar stap 2. Andere opnamestanden 2 Maak het album. P-modus ●● Volg stap 1 – 4 in “Albums bekijken (Story Highlights)” (= 104) om een album te maken. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 3 Configureer de instellingen voor de achtergrondmuziek. Wi-Fi-functies ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het gewenste item te selecteren. Wijzig vervolgens de instelling door te drukken op de knoppen [ ][ ]. Menu Instellingen Accessoires Bijlage 4 Sla het album op. ●● Volg stap 4 in “Albums bekijken (Story Highlights)” (= 104) om albums op te slaan. Index ●● Zodra albums zijn opgeslagen, kunt u er later geen achtergrondmuziek meer aan toevoegen. Achtergrondmuziek in albums kan niet worden verwijderd of gewijzigd. ●● Hoofdstukken van albums met achtergrondmuziek kunnen niet worden bewerkt (= 103). 105 ●● Als u geen achtergrondmuziek wilt toevoegen, stelt u [Muziek toev.] in op [Nee] op het scherm in stap 3. ●● Als u alleen achtergrondmuziek wilt instellen in plaats van filmgeluid, stelt u [Audiomixer] in op [Alleen muz.] op het scherm in stap 3. ●● Als u wilt luisteren naar een voorbeeld van de achtergrondmuziek die is geselecteerd in [Nummer], selecteert u [Voorbeeld] op het scherm in stap 3 en drukt u op de knop [ ]. Uw eigen albums maken Foto's Films Maak uw eigen albums door de gewenste beelden te selecteren. 1 Kies voor het maken van een aangepast album. ●● Volg stap 1 – 3 in “Albums bekijken (Story Highlights)” (= 104), kies [Custom] en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer een selectiemethode. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een selectiemethode te selecteren. 3 Selecteer albumelementen. ●● Zodra u de elementen voor uw album hebt geselecteerd en op de knop [ ] hebt gedrukt, worden uw geselecteerde elementen gemarkeerd met [ ]. ●● Druk op de knop [ ] nadat u het selecteren van foto's, digest-films en korte clips in [Beeldselectie], datums in [Datumselectie] of personen in [Selectie van persoon] hebt voltooid. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Weergeven] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 4 Kies de achtergrondmuziek. ●● Wanneer het scherm links wordt weergegeven, selecteert u [Muziekinstel.]. Voeg achtergrondmuziek toe zoals beschreven in “Achtergrondmuziek toevoegen aan albums” (= 105) en druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 5 Selecteer een kleureffect. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Kies in het scherm in stap 4 van “Albums bekijken (Story Highlights)” (= 104) de optie [Kleureffecten wijzigen]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een kleureffect te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus 6 Sla het album op. Tv-, Av- en M-modus ●● Volg stap 4 in “Albums bekijken (Story Highlights)” (= 104) om albums op te slaan. ●● Als u [Beeldselectie] kiest, kunnen maximaal 40 beelden worden geselecteerd. De tweede keer dat u een aangepast album maakt, wordt [Selecteer beelden op basis van eerdere instellingen?] weergegeven. Selecteer [Ja] als u het album op basis van eerder geselecteerde beelden wilt maken. De eerdere beelden zijn voorzien van de aanduiding [ ] en er worden meerdere beelden tegelijk weergegeven. ●● Als u [Datumselectie] kiest, kunnen maximaal 15 datums worden geselecteerd. ●● Het kleureffect wordt mogelijk niet op alle beelden toegepast. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 106 Beschikbare Wi-Fi-functies U kunt beelden versturen en ontvangen of de camera op afstand bedienen door de camera via Wi-Fi aan te sluiten op deze apparaten en diensten. Wi-Fi-functies U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en de camera gebruiken met webservices Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Smartphones en tablets Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met Wi-Fi-functionaliteit. Met een smartphone of tablet kunt u ook op afstand opnamen maken of uw opnamen geotaggen. Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets en andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de term “smartphones”. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus ●● Computer Gebruik software om beelden van de camera op te slaan op een computer die via Wi-Fi verbonden is. Tv-, Av- en M-modus ●● Webservices Voeg uw accountgegevens toe aan de camera voor de online fotografieservice CANON iMAGE GATEWAY of voor andere webservices om camerabeelden naar deze webservices te versturen. Niet-verzonden beelden op de camera kunnen ook naar een computer of webservice worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Printers U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-compatibele printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af te drukken. ●● Andere camera Verzend beelden draadloos tussen Wi-Fi-compatibele Canoncamera's. Accessoires Bijlage Index 107 Beelden naar een smartphone verzenden Er zijn meerdere manieren om de camera met een smartphone te verbinden en beelden te versturen. ●● Verbinding maken via NFC (= 108) Houd gewoon een Android-smartphone die NFC ondersteunt (besturingssysteem versie 4.0 of hoger) tegen de camera om de apparaten met elkaar te verbinden. ●● Verbinding maken met een apparaat dat is toegewezen aan de knop [ ] (= 110) Druk gewoon op de knop [ ] om de apparaten met elkaar te verbinden. Zo wordt beelden naar een smartphone verzenden eenvoudiger (= 110). Houd er rekening mee dat u slechts één smartphone kunt toewijzen aan de knop [ ]. ●● Verbinding maken via het Wi-Fi-menu (= 111) U kunt de camera aansluiten op een smartphone net zoals u dat zou doen met een computer of ander apparaat. Er kunnen meerdere smartphones worden toegevoegd. Voordat u verbinding maakt met de camera, dient u eerst de speciale gratis app Camera Connect op de smartphone te installeren. Raadpleeg de website van Canon voor details over deze toepassing (ondersteunde smartphones en functies). ●● Gebruikers van Wi-Fi-compatibele Canon-camera's die hun camera via Wi-Fi aansluiten op een smartphone kunnen overwegen om van de mobiele CameraWindow-app over te schakelen naar de mobiele Camera Connect-app. Beelden verzenden naar een smartphone die NFC ondersteunt Gebruik de NFC van een Android-smartphone (OS-versie 4.0 of hoger) om de procedure om Camera Connect te installeren en verbinding te maken met de camera te vereenvoudigen. Bediening zodra de apparaten via NFC zijn verbonden is afhankelijk van de cameramodus op het moment dat de apparaten elkaar aanraken. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Wanneer de camera uit staat of in de opnamemodus staat wanneer de apparaten elkaar aanraken, kunt u beelden kiezen en verzenden op het scherm voor beeldselectie. Zodra de apparaten verbonden zijn, kunt u ook op afstand opnamen maken of uw opnamen geotaggen (= 130). Het is erg eenvoudig om opnieuw verbinding te maken met recente apparaten, die in een lijst in het Wi-Fi-menu worden weergegeven. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Als de camera zich in de afspeelmodus bevindt wanneer de apparaten elkaar raken, kunt u beelden selecteren en verzenden in de indexweergave die wordt weergegeven voor beeldselectie. De verbinding wordt automatisch beëindigd nadat het beeld verzonden is. Volg de instructies in het volgende gedeelte voor een verbinding die via NFC tot stand wordt gebracht met een camera die uit staat of die in de opnamemodus staat. Tv-, Av- en M-modus Andere opnamestanden P-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Verbinding maken via NFC wanneer de camera uit staat of in de opnamemodus staat 1 Installeer Camera Connect. Bijlage Index ●● Activeer NFC op de smartphone en houd het N-teken ( ) van de apparaten tegen elkaar. Google Play wordt vervolgens automatisch op de smartphone geopend. Zodra de downloadpagina van Camera Connect wordt weergegeven, downloadt en installeert u de app. 108 2 Breng de verbinding tot stand. ●● Zorg dat de camera is uitgeschakeld of in de opnamemodus staat. ●● Houd het N-teken ( ) op de smartphone waarop Camera Connect geïnstalleerd is, tegen het N-teken van de camera. ●● De camera gaat automatisch aan. ●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop [ ]. ●● Camera Connect wordt geopend op de smartphone. ●● De apparaten worden automatisch met elkaar verbonden. 3 Pas de privacyinstelling aan. ●● Nadat dit scherm wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop [ ]. ●● U kunt de smartphone nu gebruiken om door beelden op de camera te bladeren, om beelden te importeren of te geotaggen, of om op afstand opnamen te maken. 4 Verzend een beeld. ●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden. Druk op de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens het overbrengen van beelden wordt het scherm donker. ●● Nadat het beeld is verzonden, wordt [Transfer gereed] weergegeven en wordt het scherm voor beeldoverdracht opnieuw weergegeven. ●● Om de verbinding te beëindigen, drukt u op de knop [ ]. Selecteer in het bevestigingsscherm [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. U kunt ook de smartphone gebruiken om de verbinding te verbreken. ●● Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt. -- Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar slaat. Dit kan de apparaten beschadigen. -- Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval de apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden. Als er geen verbinding tot stand wordt gebracht, houdt u de apparaten tegen elkaar totdat het camerascherm wordt bijgewerkt. -- Al u probeert verbinding te maken wanneer de camera is uitgeschakeld, kan er een bericht op de smartphone worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de camera dient in te schakelen. Als dit het geval is, schakelt u de camera aan en houdt u de apparaat opnieuw tegen elkaar. -- Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en smartphone. Houd er ook rekening mee dat camera- of smartphonehoezen of gelijksoortige accessoires de communicatie kunnen blokkeren. ●● Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 3. Als u de camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 3. ●● Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de bijbehorende privacyinstelling op de camera aanpassen (= 131). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 109 ●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de camera zitten. ●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in stap 2 (= 132). ●● Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een N-teken ( ). Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie. ●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (= 125). ●● Om NFC-verbindingen uit te schakelen, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [NFC] ► [Uit]. Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de afspeelmodus staat ●● Druk op de knop [ te zetten. ] om de camera aan ●● Houd de smartphone waarop Camera Connect geïnstalleerd is (= 108) tegen het N-teken van de camera ( ). ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om een beeld dat u wilt verzenden te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. [ ] wordt weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. ●● Herhaal deze procedure als u meerdere beelden wilt selecteren. ●● Wanneer u klaar bent met het selecteren van beelden, drukt u op de ]. knop [ ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Verzenden] te kiezen en druk daarna op de knop [ ]. ●● De beelden worden nu verzonden. De verbinding wordt automatisch beëindigd nadat het beeld verzonden is. ●● Als u in een bericht op de camera gevraagd wordt om de bijnaam in te voeren, volgt u stap 2 bij “Beelden verzenden naar een smartphone die NFC ondersteunt” (= 108) om deze in te voeren. ●● De camera houdt niet bij met welke smartphones via NFC verbinding is gemaakt in de afspeelmodus. ●● U kunt vooraf instellen dat beelden worden overgedragen met een door u gewenste grootte (= 125). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop Andere opnamestanden Nadat u de eerste keer verbinding hebt gemaakt met een smartphone door op de knop [ ] te drukken, kunt u daarna gewoon weer op de knop [ ] drukken om camerabeelden te bekijken en op te slaan op uw verbonden apparaat. Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken (= 113). P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 1 Installeer Camera Connect. Wi-Fi-functies ●● Voor een iPhone of iPad vindt u Camera Connect in de App Store en downloadt en installeert u de app. Menu Instellingen Accessoires ●● Voor Android-smartphones vindt u Camera Connect in Google Play en downloadt en installeert u de app. 2 Druk op de knop [ ]. ●● Druk op de knop [ ]. Bijlage Index ●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop [ ]. 110 3 Selecteer [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De SSID van de camera wordt weergegeven. 4 Verbind de smartphone met het netwerk. ●● Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen van de smartphone de SSID (netwerknaam) die op de camera wordt weergegeven om de verbinding tot stand te brengen. 5 Start Camera Connect. ●● Start Camera Connect op de smartphone. ●● Nadat de camera de smartphone herkent, wordt een scherm weergegeven waarmee het apparaat kan worden geselecteerd. 6 Kies de smartphone waarmee u verbinding wilt maken. ●● Kies de smartphone (door op de knoppen [ ][ ] te drukken of door aan knop [ ] te draaien) en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Nadat een verbinding met de smartphone tot stand is gebracht, wordt de naam van de smartphone weergegeven op de camera. (Dit scherm sluit na ongeveer een minuut.) 7 Importeer afbeeldingen. ●● Gebruik de smartphone om beelden vanaf de camera naar de smartphone te importeren. ●● Gebruik de smartphone om de verbinding te beëindigen. De camera wordt automatisch uitgeschakeld. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de camera zitten. ●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in stap 2 (= 132). ●● Voor betere beveiliging kunt u een wachtwoord laten weergeven op het scherm bij stap 3. U doet dit door MENU (= 29) te openen en tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Wachtwoord] ► [Aan] te selecteren. Voer in dit geval bij stap 4 in het wachtwoordveld op de smartphone het wachtwoord in dat wordt weergegeven op de camera. ●● Er kan één smartphone worden toegewezen aan de knop [ ]. Als u een andere smartphone wilt toewijzen, wist u eerst de huidige via MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Mobiele apparaatverbinding]. ●● Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een N-teken ( ). Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken (= 113). Index 1 Installeer Camera Connect. ●● Voor een iPhone of iPad vindt u Camera Connect in de App Store en downloadt en installeert u de app. ●● Voor Android-smartphones vindt u Camera Connect in Google Play en downloadt en installeert u de app. 111 2 Open het Wi-Fi-menu. ●● Druk op de knop [ te zetten. ●● Druk op de knop [ ] om de camera aan ]. ●● Als het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, selecteert u [OK] (= 110). 3 Selecteer [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 4 Kies [Apparaat toevoegen]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De SSID van de camera wordt weergegeven. ●● Kies de smartphone waarmee u verbinding wilt maken, zoals beschreven bij stap 4 – 6 van “Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop” (= 110). 5 Pas de privacyinstelling aan. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● U kunt de smartphone nu gebruiken om door beelden op de camera te bladeren, om beelden te importeren of te geotaggen, of om op afstand opnamen te maken. 6 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Verzend een beeld. Andere opnamestanden ●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden. Druk op de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens het overbrengen van beelden wordt het scherm donker. Afspeelmodus ●● Nadat het beeld is verzonden, wordt [Transfer gereed] weergegeven en wordt het scherm voor beeldoverdracht opnieuw weergegeven. ●● Om de verbinding te beëindigen, drukt u op de knop [ ]. Selecteer in het bevestigingsscherm [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. U kunt ook de smartphone gebruiken om de verbinding te verbreken. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Om meerdere smartphones toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande procedure vanaf stap 1. ●● Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 5. Als u de camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 5. ●● Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de bijbehorende privacyinstelling op de camera aanpassen (= 131). 112 ●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de camera zitten. ●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken. Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en vervolgens de instelling te configureren. ●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Doelhistorie] ► [Uit]. ●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (= 125). Een ander toegangspunt gebruiken Als u de camera met een smartphone verbindt met behulp van de knop [ ] of via het Wi-Fi-menu, kunt u ook een bestaand toegangspunt gebruiken. 1 Bereid de verbinding voor. ●● Open het scherm [Wachten op verbinding] door stap 1 – 3 te doorlopen van “Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop” (= 110) of stap 1 – 4 van “Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu” (= 111). 2 Verbind de smartphone met het toegangspunt. 3 Selecteer [Ander netwerk]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Ander netwerk] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Er wordt een lijst met waargenomen toegangspunten weergegeven. 4 Maak verbinding met het toegangspunt en selecteer de smartphone. ●● Bij toegangspunten die WPS ondersteunen, maakt u verbinding met het toegangspunt en selecteert u de smartphone zoals wordt beschreven bij stap 5 – 8 van “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Bij toegangspunten die WPS niet ondersteunen, volgt u stap 2 – 4 van “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (= 118) om verbinding te maken met het toegangspunt en de smartphone te kiezen. Andere opnamestanden P-modus 5 Configureer de privacyinstellingen Tv-, Av- en M-modus en verzend de beelden. Afspeelmodus ●● Volg stap 5 – 6 bij “Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu” (= 111) om de privacyinstellingen te configureren en de beelden te verzenden. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Eerdere toegangspunten Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder toegangspunt, volgt u stap 3 bij “Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop” (= 110) of stap 4 bij “Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu” (= 111). Accessoires Bijlage Index ●● Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus]. ●● Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder toegangspunt, volgt u de procedure bij “Een ander toegangspunt gebruiken” (= 113) vanaf stap 5. ●● Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en volgt u de procedure bij “Een ander toegangspunt gebruiken” (= 113) vanaf stap 4. 113 Beelden opslaan op een computer Voorbereidingen voor het registreren van een computer De computeromgeving controleren De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de volgende besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon. ●● Windows 8/8.1 ●● Windows 7 SP1 ●● Mac OS X 10.9 ●● Mac OS X 10.8.2 of later ●● De Windows 7-edities Starter en Home Basic worden niet ondersteund. ●● Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse versie) is een afzonderlijke download en installatie van Windows Media Feature Pack vereist. Raadpleeg de volgende website voor meer informatie. http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730 De software installeren Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt. 1 Download de software. ●● Ga met een computer met internetverbinding naar http://www.canon.com/icpd/. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Ga naar de site voor uw land of regio. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Download de software. 2 Installeer de bestanden. Andere opnamestanden ●● Klik op [Easy Installation/Eenvoudige installatie] en volg de instructies op het scherm om verder te gaan met de installatie. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● De installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de computer en de internetverbinding. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/ Herstarten] op het scherm dat na de installatie wordt getoond. Menu Instellingen Accessoires ●● Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en kosten voor internettoegang moeten apart worden betaald. Bijlage Index ●● Volg deze stappen om de software te verwijderen. -- Windows: Selecteer het [Start]-menu ► [Alle programma's] ► [Canon Utilities] en kies vervolgens de software die u wilt verwijderen. -- Mac OS: Sleep in de map [Canon Utilities] in de map [Programma's] de map van de software die u wilt verwijderen naar de prullenmand en maak de prullenmand leeg. 114 De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding (alleen Windows) Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de computer. 1 Controleer of de computer verbonden is met een toegangspunt. ●● Raadpleeg de handleiding van de computer voor instructies voor het controleren van de netwerkverbinding. 2 Configureer de instelling. ●● Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu ► [Alle programma's] ► [Canon Utilities] ► [CameraWindow] ► [Wi-Fi connection setup/Wi-Fi-verbinding instellen]. ●● Configureer in de toepassing die wordt geopend de instellingen volgens de instructies op het scherm. ●● Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de volgende Windows-instellingen geconfigureerd. -- Schakel mediastreaming in. Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien (vinden). -- Schakel netwerkdetectie in. Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden). -- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol). Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk. -- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in. Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen detecteren. ●● Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier beschreven instellingen invoert. Controleer de instellingen van uw beveiligingssoftware. Beelden opslaan op een aangesloten computer Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi. Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen Basishandelingen van de camera Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-normen bij “Wi-Fi” (= 171). Er zijn verschillende verbindingsmethoden, afhankelijk van of het toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup, = 116) ondersteunt of niet (= 118). Bij toegangspunten die WPS niet ondersteunen controleert u de volgende gegevens. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus ●● Netwerknaam (SSID/ESSID) De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt. Dit wordt ook wel de “naam van het toegangspunt” of de “netwerknaam” genoemd. Tv-, Av- en M-modus ●● Netwerkverificatie/gegevenscodering (coderingsmethode/ coderingsmodus) De methode om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending. Controleer welke beveiligingsinstelling gebruikt wordt: WPA2-PSK (AES), WPA2-PSK (TKIP), WPA-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP), WEP (open systeemauthenticatie) of geen beveiliging. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Wachtwoord (versleutelingscode/netwerksleutel) De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending. Ook wel “versleutelingscode” of “netwerksleutel” genoemd. ●● Sleutelindex (verzendsleutel) De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor netwerkverificatie/gegevenscodering. Gebruik “1” als instelling. Accessoires Bijlage Index ●● Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder voor meer informatie. ●● Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging. Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt. 115 ●● Raadpleeg de handleiding van het toegangspunt voor informatie over WPS-compatibiliteit en instructies voor het controleren van de netwerkinstellingen. ●● Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router” genoemd. ●● In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations “toegangspunten” genoemd. ●● Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt als u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres van uw camera controleren door MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [MAC-adres controleren] te kiezen. WPS-compatibele toegangspunten gebruiken Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten via Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode gebruiken of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS ondersteunt. 1 Controleer of de computer verbonden is met een toegangspunt. ●● Raadpleeg de gebruikshandleidingen van het toegangspunt en het apparaat voor instructies om de verbinding te controleren. 2 Open het Wi-Fi-menu. ●● Druk op de knop [ te zetten. ●● Druk op de knop [ 3 Selecteer [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 4 Kies [Apparaat toevoegen]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus 5 Kies [WPS-verbinding]. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [WPS-verbinding] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen 6 Kies [PBC-methode]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [PBC-methode] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ] om de camera aan ●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop [ ]. Vóór gebruik Accessoires Bijlage Index 7 Breng de verbinding tot stand. ●● Houd op het toegangspunt de WPS-verbindingsknop enkele seconden ingedrukt. 116 ●● Druk op de camera op de knop [ naar de volgende stap te gaan. ] om ●● De camera maakt verbinding met het toegangspunt en geeft op het scherm [Apparaat selecteren] een overzicht van apparaten die ermee verbonden zijn. 8 Kies het doelapparaat. ●● Kies de naam van het doelapparaat (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. 9 Installeer een stuurprogramma (alleen bij eerste Windowsverbinding). ●● Wanneer dit scherm wordt weergegeven op de camera, klikt u op het menu Start op de computer, vervolgens op [Configuratiescherm] en op [Een apparaat toevoegen]. ●● Dubbelklik op het pictogram van de verbonden camera. ●● Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd. 10 Geef CameraWindow weer. ●● Windows: open CameraWindow door op [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] te klikken. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Mac OS: CameraWindow wordt automatisch weergegeven als er een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en de computer. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 11 Importeer afbeeldingen. Andere opnamestanden ●● Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-verzonden afbeeldingen importeren]. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● De beelden worden nu in afzonderlijke mappen op datum op de computer opgeslagen in de map Afbeeldingen. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Klik op [OK] in het scherm dat wordt weergegeven nadat het importeren van afbeeldingen is voltooid. ●● Als u de beelden die u op een computer hebt opgeslagen, wilt bekijken, gebruikt u vooraf geïnstalleerde of in de handel verkrijgbare software die compatibel is met de beelden die door de camera worden opgenomen. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd en de camera en computer met elkaar verbonden zijn, wordt het AutoPlay-scherm weergegeven. Er wordt niets weergegeven op het camerascherm. 117 ●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken. Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en vervolgens de instelling te configureren. ●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Doelhistorie] ► [Uit]. ●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in stap 2 (= 132). ●● Wanneer de camera verbonden is met een computer is het camerascherm leeg. ●● Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [CameraWindow] in het dock. ●● Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken. ●● Als u [PIN-methode] kiest bij stap 6 wordt een pincode op het scherm weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat in het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding die is meegeleverd met uw toegangspunt. Verbinding maken met toegangspunten in de lijst 1 Bekijk de lijst met toegangspunten. ●● Geef de lijst met netwerken (toegangspunten) weer, zoals wordt beschreven bij stap 1 – 4 in “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116). 2 Kies een toegangspunt. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een netwerk (toegangspunt) te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Voer het wachtwoord in voor het toegangspunt. ●● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord te openen en voer vervolgens het wachtwoord in (= 30). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Volgende] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 4 Kies [Auto]. Andere opnamestanden ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Auto] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. P-modus ●● Om beelden op te slaan op een verbonden computer, volgt u de procedure bij “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116) vanaf stap 8. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als u het wachtwoord van het toegangspunt wilt vaststellen. ●● Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven. Als er geen toegangspunten worden gevonden, zelfs niet nadat u bij stap 2 [Vernieuwen] hebt gekozen om de lijst bij te werken, kiest u [Handmatige instellingen] om handmatig instellingen in te voeren voor het toegangspunt. Volg de instructies op het scherm en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in. ●● Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent gebruikt om verbinding te kunnen maken met een ander apparaat, wordt [*] weergegeven voor het wachtwoord bij stap 3. Als u hetzelfde wachtwoord wilt gebruiken, selecteert u [Volgende] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en drukt u op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 118 Eerdere toegangspunten U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met een eerder toegangspunt als u stap 4 volgt bij “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116). ●● Om verbinding te maken met een apparaat via een toegangspunt, controleert u eerst of het doelapparaat al verbonden is met het toegangspunt. Doorloop vervolgens de procedure bij “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116) vanaf stap 8. ●● Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat getoond wordt nadat een verbinding tot stand is gebracht. Vervolgens volgt u de procedure bij “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116) vanaf stap 5 of de procedure bij “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (= 118) vanaf stap 2. Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Webservices registreren Auto-modus/Modus Hybride automatisch Gebruik een smartphone of computer om de camera toe te voegen aan webservices die u wilt gebruiken. Andere opnamestanden ●● Een smartphone of computer met browser en internettoegang is nodig om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere webservices in te voeren. P-modus ●● Raadpleeg de CANON iMAGE GATEWAY-website voor meer informatie over de browservereisten (Microsoft Internet Explorer, enzovoort), inclusief instellingen en versiegegevens. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Voor informatie over landen en regio's waar CANON iMAGE GATEWAY beschikbaar is, raadpleegt u de website van Canon (http://www.canon.com/cig/). Wi-Fi-functies ●● U moet een account hebben bij andere webservices dan CANON iMAGE GATEWAY als u deze wilt gebruiken. Voor meer informatie gaat u naar de website van elke webservice die u wilt registreren. Menu Instellingen Accessoires ●● Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een internetverbinding en het gebruik van een toegangspunt. Bijlage Index 119 4 Selecteer [ CANON iMAGE GATEWAY registreren Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt u CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de camera. 1 Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en open de pagina met cameralinkinstellingen. ●● Ga op een computer of smartphone naar http://www.canon.com/cig/ om naar CANON iMAGE GATEWAY te gaan. ●● Wanneer het aanmeldscherm wordt weergegeven, voert u uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden. Als u nog geen CANON iMAGE GATEWAY-account hebt, volgt u de instructies om de lidmaatschapsregistratie te voltooien (gratis). 2 Selecteer het type camera. ●● Op dit cameramodel wordt [ ] weergegeven in het Wi-Fi-menu. ●● Zodra u [ ] hebt geselecteerd, wordt een pagina weergegeven waar u de verificatiecode kunt invoeren. Op deze pagina in stap 7 voert u de verificatiecode in die wordt weergegeven op de camera na stap 3 – 6. 3 Open het Wi-Fi-menu. ●● Druk op de knop [ te zetten. ●● Druk op de knop [ ] om de camera aan ]. ●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Vervolgens drukt u op de knop [ ]. ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 5 Selecteer [Verifiëren]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Verifiëren] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus 6 Maak verbinding met een toegangspunt. Afspeelmodus ●● Maak verbinding met het toegangspunt zoals wordt beschreven bij stap 5 – 7 van “WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116) of stap 2 – 4 van “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (= 118). Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires ●● Zodra de camera is verbonden met CANON iMAGE GATEWAY via het toegangspunt, wordt een verificatiecode weergegeven. ●● Sluit dit scherm niet totdat u stap 7 hebt voltooid. Bijlage Index 7 Voer de authenticatiecode in. ●● Voer op de smartphone of computer de verificatiecode in die wordt weergegeven op de camera en ga verder met de volgende stap. ●● Er verschijnt een zescijferig bevestigingsnummer op het scherm. 120 8 Controleer het bevestigingsnummer om het instellingsproces te voltooien. ●● Controleer het bevestigingsnummer op het tweede scherm in stap 6 (wordt weergegeven nadat u op de [ ][ ] hebt gedrukt of aan de knop [ ] hebt gedraaid om [OK] te selecteren en u vervolgens op de knop [ ] hebt gedrukt). ●● Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer op de camera overeenkomt met het nummer op de smartphone of computer. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 Open het scherm waarmee u instellingen voor webservices invoert. Basishandelingen van de camera ●● Volg stap 1 bij “CANON iMAGE GATEWAY registreren” (= 120) om in te loggen bij CANON iMAGE GATEWAY en open vervolgens het scherm voor instellingen van webservices. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus 2 Stel de webservice in die u wilt gebruiken. Tv-, Av- en M-modus ●● Volg de instructies die op de computer of smartphone worden weergegeven om de webservice te configureren. ●● Voltooi het instelproces op de smartphone of computer. ●● [ ] (= 128) en CANON iMAGE GATEWAY zijn nu toegevoegd als bestemmingen en het pictogram [ wordt gewijzigd in [ ]. Andere webservices registreren U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY toevoegen aan de camera. CANON iMAGE GATEWAY dient eerst te worden geregistreerd op de camera (= 120). 3 Selecteer [ ] ●● Er wordt een bericht weergegeven op de smartphone of computer om aan te geven dat dit proces is voltooid. U kunt andere webservices naar wens toevoegen. In dit geval volgt u de instructies vanaf stap 2 in “Andere webservices registreren” (= 121). ●● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten. ●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in stap 3 (= 132). ●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het menu opent. Druk op de knoppen [ ][ ] om het scherm voor apparaatselectie te openen. Configureer vervolgens de instelling. Afspeelmodus Wi-Fi-functies ]. ●● Druk in de afspeelmodus op de knop [ om het Wi-Fi-menu te openen. ] Menu Instellingen ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De instellingen voor de webservice zijn nu bijgewerkt. Accessoires Bijlage Index ●● Als geconfigureerde instellingen worden gewijzigd, voert u deze stappen nogmaals uit om de camera-instellingen bij te werken. 121 Beelden uploaden naar webservices 1 Open het Wi-Fi-menu. ●● Druk op de knop [ te zetten. ●● Druk op de knop [ ] om de camera aan ]. 2 Kies de bestemming. ●● Kies het pictogram van de webservice waarmee u verbinding wilt maken (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten. ●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden, het formaat van beelden wijzigen en opmerkingen toevoegen voordat u beelden verzendt (= 125). ●● Als u beelden die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt geüpload, wilt bekijken op een smartphone, probeert u de speciale Canon Online Photo Album-app. Download en installeer de Canon Online Photo Album-app voor iPhones of iPads van de App Store of voor Android-apparaten van Google Play. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Als meerdere ontvangers of opties om te delen worden gebruikt voor een webservice, kiest u het gewenste item op het scherm [Ontvanger selecteren] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en vervolgens drukt u op de knop [ ]. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen 3 Verzend een beeld. ●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden. Druk op de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Accessoires Bijlage Index ●● Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord] en drukt u op de knop [ ]. ●● De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens het overbrengen van beelden wordt het scherm donker. ●● Nadat het beeld is verzonden, wordt [OK] weergegeven. Druk op de knop [ ] om terug te keren naar het afspeelscherm. 122 Beelden draadloos afdrukken met een verbonden printer Verbind de camera als volgt met een printer via Wi-Fi. Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken (= 113). 1 Open het Wi-Fi-menu. ●● Open het Wi-Fi-menu zoals wordt beschreven bij stap 2 van “Een smartphone toevoegen met het Wi-Fimenu” (= 111). 2 Selecteer [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Kies [Apparaat toevoegen]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De SSID van de camera wordt weergegeven. 4 Laat de printer verbinding maken met het netwerk. ●● Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen van de printer de SSID (netwerknaam) die op de camera wordt weergegeven om de verbinding tot stand te brengen. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 5 Selecteer de printer. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Kies de naam van de printer (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus 6 Selecteer een beeld om af te Tv-, Av- en M-modus drukken. Afspeelmodus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. ●● Druk op de knop [ Wi-Fi-functies ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Print] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires ●● Zie “Beelden afdrukken” (= 147) voor gedetailleerde instructies voor afdrukken. ●● Om de verbinding te beëindigen, drukt u op de knop [ ]. Selecteer in het bevestigingsscherm [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. Bijlage Index 123 ●● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten. ●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken. Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en vervolgens de instelling te configureren. ●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Doelhistorie] ► [Uit]. ●● Om een ander toegangspunt te gebruiken, volgt u stap 3 – 4 bij “Een ander toegangspunt gebruiken” (= 113). Beelden naar een andere camera verzenden U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de twee camera's verzenden. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera's van Canon met een Wi-Fi-functie. U kunt geen verbinding maken met een camera van het merk Canon die niet beschikt over een Wi-Fi-functie, zelfs niet als deze camera Eye-Fi-kaarten ondersteunt. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Open het Wi-Fi-menu. Andere opnamestanden ●● Open het Wi-Fi-menu zoals wordt beschreven bij stap 2 van “Een smartphone toevoegen met het Wi-Fimenu” (= 111). 2 Selecteer [ P-modus Tv-, Av- en M-modus ]. Afspeelmodus ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Wi-Fi-functies Menu Instellingen 3 Kies [Apparaat toevoegen]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Apparaat toevoegen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Accessoires Bijlage Index ●● Volg stap 1 – 3 ook op de doelcamera. ●● Er wordt informatie over de verbinding met de camera toegevoegd als [Verbinding op doel- camera starten] wordt weergegeven op beide cameraschermen. 124 4 Verzend een beeld. ●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren dat u wilt verzenden. Druk op de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens het overbrengen van beelden wordt het scherm donker. ●● Nadat het beeld is verzonden, wordt [Transfer gereed] weergegeven en wordt het scherm voor beeldoverdracht opnieuw weergegeven. ●● Om de verbinding te beëindigen, drukt ]. Selecteer in het u op de knop [ bevestigingsscherm [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna op de knop [ ]. ●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de camera zitten. ●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken. Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en vervolgens de instelling te configureren. ●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Doelhistorie] ► [Uit]. ●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (= 125). Opties voor het verzenden van beelden U kunt meerdere beelden selecteren om in een keer te verzenden en de opnamepixelinstelling van het beeld (het formaat) wijzigen voordat u verzendt. Met sommige webservices is het ook mogelijk om opmerkingen toe te voegen aan de beelden die u wilt verzenden. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Meerdere beelden verzenden Andere opnamestanden 1 Kies [Select. en verz.]. P-modus ●● Druk op het scherm voor beeldoverdracht op de knoppen [ ][ ] om [Select. en verz.] te kiezen en druk daarna op de knop [ ]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Selecteer een selectiemethode. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een selectiemethode te selecteren. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Afzonderlijke beelden selecteren Index 1 Selecteer [Selectie]. ●● Volg stap 2 bij “Meerdere beelden verzenden” (= 125), kies [Selectie] en druk op de knop [ ]. 125 2 Selecteer de beelden. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om een beeld dat u wilt verzenden te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. [ ] wordt weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer weergegeven. ●● Als u meerdere beelden wilt selecteren, herhaalt u deze stap vanaf het begin. ●● Wanneer u klaar bent met het selecteren van beelden, drukt u op de knop [ ]. 3 Verzend de beelden. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Verzenden] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● U kunt ook beelden bij stap 2 selecteren door de zoomknop twee keer naar [ ] te bewegen om de enkelvoudige weergave te openen en vervolgens op de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien. Een reeks selecteren 1 Selecteer [Select. reeks]. ●● Volg stap 2 bij “Meerdere beelden verzenden” (= 125), kies [Select. reeks] en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer de beelden. ●● Voer de stappen 2 – 3 in “Een reeks selecteren” (= 93) uit om beelden op te geven. ●● Als u films wilt toevoegen, drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om [Incl. movies] te selecteren en vervolgens drukt u op de knop [ ] om de optie als geselecteerd te markeren ( ). ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om [OK] te kiezen en druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Verzend de beelden. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Verzenden] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Favoriete beelden verzenden Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Verzendt alleen beelden die gemarkeerd zijn als favoriet (= 97). 1 Selecteer [Favoriete foto's]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Volg stap 2 bij “Meerdere beelden verzenden” (= 125), kies [Favoriete foto's] en druk op de knop [ ]. ●● Er wordt een scherm voor de selectie van favoriete beelden weergegeven. Als u een beeld niet wilt opnemen, selecteert u het beeld en drukt u op de knop [ ] om [ ] te verwijderen. ●● Wanneer u klaar bent met het selecteren van beelden, drukt u op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 2 Verzend de beelden. Wi-Fi-functies ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Verzenden] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires ●● In stap 1 is [Favoriete foto's] niet beschikbaar tenzij u beelden als favoriet hebt gemarkeerd. Bijlage Index 126 Opmerkingen over het verzenden van beelden ●● Raak het antenne voor Wi-Fi (= 4) niet aan met uw vingers of met andere voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht vertraagd worden. ●● Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het lang duren om films te verzenden. Houd het batterijniveau van de camera in het oog. ●● Webservices kunnen het aantal beelden dat of de lengte van films die u kunt versturen beperken. ●● Voor films die u niet comprimeert (= 103), wordt een apart, gecomprimeerd bestand verzonden in plaats van het originele bestand. Houd er rekening mee dat dit het verzenden kan vertragen en dat het bestand alleen wordt verzonden wanneer er genoeg ruimte voor is op de geheugenkaart. ●● Houd er rekening mee dat wanneer u films verzendt naar smartphones, de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk van de smartphone. Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie. ●● Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met de volgende pictogrammen. [ ] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak ●● Afbeeldingen verzenden naar webservices kost minder tijd wanneer u beelden opnieuw verzendt die al eerder zijn verzonden en die nog op de CANON iMAGE GATEWAY-server staan. Het aantal opnamepixels kiezen (beeldgrootte) Vóór gebruik Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen [ ][ ] te drukken. Druk daarna op de knop [ ]. Op het getoonde scherm kiest u de opnamepixelinstelling (beeldgrootte) door op de knoppen [ ][ ] te drukken. Druk vervolgens op de knop [ ]. Handleiding voor gevorderden Basishandleiding Basishandelingen van de camera ●● Als u beelden met het oorspronkelijke formaat wilt verzenden, selecteert u [Nee] als optie voor het wijzigen van het formaat. ●● Als u [ ] selecteert, wordt het formaat van beelden die groter zijn dan het geselecteerde formaat, gewijzigd voordat ze worden verzonden. ●● De grootte van films kan niet worden aangepast. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus ●● De grootte van beelden kan ook worden ingesteld in MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Vergr./verkl. voor versturen]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Opmerkingen toevoegen Wi-Fi-functies U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u naar e-mailadressen, sociale netwerkservices en dergelijke verzendt. Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, is afhankelijk van de webservice. Menu Instellingen Accessoires 1 Open het scherm om opmerkingen Bijlage toe te voegen. ●● Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] te drukken. Druk daarna op de knop [ ]. Index 2 Voeg een opmerking toe (= 30). 3 Verzend het beeld. ●● Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de opmerking verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld. ●● U kunt ook meerdere beelden van een opmerking voorzien voordat u ze verzendt. Dezelfde opmerking wordt toegevoegd aan alle beelden die samen worden verzonden. 127 Beelden automatisch verzenden (beeldsynchronisatie) Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet kunnen ook naar een computer of webservices worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY. Houd er rekening mee dat beelden niet alleen naar webservices kunnen worden verzonden. Voordat u begint De camera voorbereiden Registreer [ ] als de bestemming. U kunt ook [ ] toewijzen aan de knop [ ]. Zo kunt u door gewoon op de knop [ ] te drukken beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn verzonden, naar een computer verzenden via CANON iMAGE GATEWAY. 1 Voeg [ ] toe als bestemming. ●● Voeg [ ] toe als bestemming, zoals wordt beschreven bij “CANON iMAGE GATEWAY registreren” (= 120). ●● Als u een webservice wilt opnemen als de bestemming, meldt u zich aan bij CANON iMAGE GATEWAY (= 119), selecteert u uw cameramodel, opent u het scherm waarmee u instellingen voor webservices invoert en selecteert u de webservice die u als de bestemming wilt gebruiken in de instellingen voor beeldsynchronisatie. Voor meer informatie raadpleegt u de Help bij CANON iMAGE GATEWAY. 2 Kies het type beelden dat u wilt verzenden (alleen wanneer u ook films verzendt). ●● Druk op de knop [ ] en kies [Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [ ] (= 29). ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Beeldsync.] te selecteren en druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om [Foto's/films] te selecteren. 3 Wijs [ ] toe aan de knop [ ] (alleen bij het verzenden van beelden door op de knop [ ] te drukken). ●● Wis de instelling voor de knop [ ] indien er al een smartphone is toegewezen aan de knop (= 110). ●● Druk op de knop [ ] om het scherm voor mobiele verbindingen te openen. Selecteer [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna nogmaals op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden De computer voorbereiden P-modus Installeer en configureer de software op de doelcomputer. Tv-, Av- en M-modus 1 Installeer de software. ●● Installeer de software op een computer met internetverbinding (= 114). Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Registreer de camera. ●● Windows: klik met de rechtermuisknop in de taakbalk op [ ] en klik op [Add new camera/Nieuwe camera toevoegen]. ●● Mac OS: klik in de menubalk op [ ] en klik vervolgens op [Add new camera/ Nieuwe camera toevoegen]. ●● Er wordt een lijst weergegeven met camera's die zijn gekoppeld aan CANON iMAGE GATEWAY. Kies de camera waar u beelden vandaan wilt sturen. ●● Zodra de camera is geregistreerd en de computer gereed is om beelden te ontvangen, wordt het pictogram gewijzigd in [ ]. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 128 Beelden verzenden Beelden die worden verzonden vanaf de camera, worden automatisch opgeslagen op de computer. Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld, worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat. 1 Verzend de beelden. ●● Als u [ ] al hebt toegewezen aan de knop [ ], drukt u op de knop [ ]. ●● Als u de knop nog niet op deze manier hebt toegewezen, kiest u [ ] zoals wordt beschreven bij stap 1 – 2 van “Beelden uploaden naar webservices” (= 122). ●● Er wordt een pictogram [ ] bij de verzonden beelden geplaatst. 2 Beelden opslaan op de computer. ●● Beelden worden automatisch op de computer opgeslagen wanneer u deze aanzet. ●● Beelden worden automatisch verzonden naar webservices vanaf de CANON iMAGE GATEWAY-server, zelfs als de computer is uitgeschakeld. ●● Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, = 142). ●● Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd, worden alle beelden naar de computer verzonden die niet via CANON iMAGE GATEWAY naar de computer zijn verzonden. ●● Het verzenden wordt sneller uitgevoerd als de bestemming op een computer is op hetzelfde netwerk als de camera, omdat beelden worden verzonden via het toegangspunt in plaats van via CANON iMAGE GATEWAY. Beelden die worden opgeslagen op de computer worden verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY, daarom dient de computer verbonden te zijn met internet. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Beelden die via Beeldsynchronisatie zijn verzonden op een smartphone bekijken Andere opnamestanden P-modus Door de Canon OPA-app (Canon Online Photo Album) te installeren, kunt u uw smartphone gebruiken om beelden die via Beeldsynchronisatie zijn verzonden, te bekijken en downloaden terwijl deze tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server worden opgeslagen. Ter voorbereiding schakelt u de toegang tot de smartphone als volgt in. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● Zorg ervoor dat u de instellingen die beschreven zijn in “De computer voorbereiden” (= 128) hebt voltooid. Wi-Fi-functies ●● Download en installeer de Canon Online Photo Album-app voor iPhones of iPads van de App Store of voor Android-apparaten van Google Play. Menu Instellingen ●● Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY (= 120), selecteer uw cameramodel, open het scherm waarmee u instellingen voor webservices invoert en schakel het bekijken en downloaden vanaf een smartphone in in de instellingen voor beeldsynchronisatie. Voor meer informatie raadpleegt u de Help bij CANON iMAGE GATEWAY. Accessoires Bijlage Index ●● Zodra beelden die tijdelijk worden opgeslagen op de CANON iMAGE GATEWAY-server zijn verwijderd, kunnen deze niet meer worden bekeken. ●● Beelden die u hebt verzonden voordat u het bekijken en downloaden vanaf een smartphone hebt ingeschakeld in de instellingen voor beeldsynchronisatie, kunnen niet op deze manier worden geopend. ●● Voor Canon Online Photo Album-instructies raadpleegt u de Help bij Canon Online Photo Album. 129 Een smartphone gebruiken om camerabeelden te bekijken en de camera te bedienen Met de speciale smartphoneapp Camera Connect kunt u het volgende doen. ●● Door beelden op de smartphone bladeren en ze op de smartphone opslaan ●● Beelden op de camera geotaggen (= 130) ●● Opnamen maken op afstand (= 130) ●● Om beelden op de smartphone te kunnen bekijken, moeten vooraf privacyinstellingen worden geconfigureerd (= 110, = 111, = 131). Beelden op de camera geotaggen GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale toepassing Camera Connect, kunnen worden toegevoegd aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie, waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte. ●● Voordat u opnamen maakt, zorgt u ervoor dat de datum en tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld, zoals wordt beschreven bij “De datum en tijd instellen” (= 19). Volg ook de stappen bij “Wereldklok” (= 135) om eventuele opnamebestemmingen in andere tijdzones aan te geven. ●● Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto's of films zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen of uw locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen ze kunnen bekijken. Opnamen maken op afstand Terwijl u een opnamescherm bekijkt op uw smartphone, kunt u de smartphone gebruiken om op afstand een opname te maken. 1 Selecteer een opnamemodus. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Draai aan het programmakeuzewiel om [ ], [ ], [ ] of [ ] te selecteren als de modus. Basishandelingen van de camera ●● Zodra er begonnen wordt met opnamen maken op afstand, wordt de lens van de camera uitgeschoven. De camera kan ook verplaatst worden door lensbewegingen als gevolg van zoomen. Om de camera stil te houden, plaatst u deze op een statief of neemt u andere maatregelen. Andere opnamestanden Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Zet de camera vast. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 3 Verbind de camera en de smartphone (= 110, = 111). Wi-Fi-functies ●● Kies [Ja] in de privacyinstellingen. 4 Selecteer opnamen maken op Menu Instellingen afstand. ●● Selecteer opnamen maken op afstand in Camera Connect op de smartphone. ●● De lens van de camera wordt uitgeschoven. Druk niet in de buurt van de lens en zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de weg van de lens zitten. ●● Zodra de camera klaar is voor opnamen maken op afstand, wordt een livebeeld van de camera weergegeven op de smartphone. ●● Er wordt dan een bericht weergegeven op de camera en alle bedieningsfuncties worden uitgeschakeld. De ON/OFF-knop kan wel worden ingedrukt. Accessoires Bijlage Index 5 Maak de opname. ●● Gebruik de smartphone om een opname te maken. 130 ●● De modus [ ] wordt gebruikt voor het maken van opnamen in ], [ ] en [ ]. Sommige FUNC.- en andere modi dan [ ], [ MENU-instellingen die u vooraf hebt geconfigureerd, kunnen echter automatisch worden aangepast. ●● Filmopnamen maken is niet beschikbaar. ●● Eventuele schokkerige bewegingen die op de smartphone worden getoond en die het gevolg zijn van de verbindingskwaliteit, hebben geen invloed op vastgelegde beelden. ●● Vastgelegde beelden worden niet overgebracht naar de smartphone. Gebruik de smartphone om door beelden te bladeren en vanaf de camera te importeren. Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen. Verbindingsinformatie bewerken Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Open het Wi-Fi-menu en kies een Auto-modus/Modus Hybride automatisch apparaat dat u wilt bewerken. ●● Druk op de knop [ ] om de camera aan te zetten. ●● Druk op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het pictogram te selecteren van een apparaat dat u wilt bewerken. Druk vervolgens op de knop [ ]. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus 2 Kies [Apparaat bewerken]. Wi-Fi-functies ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Apparaat bewerken] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires 3 Kies het apparaat dat u wilt bewerken. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het apparaat te selecteren dat u wilt bewerken. Druk vervolgens op de knop [ ]. Bijlage Index 4 Kies het item dat u wilt bewerken. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het item te selecteren dat u wilt bewerken. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Welke items u kunt wijzigen, hangt af van het apparaat of de service. 131 De bijnaam van het apparaat wijzigen Verbinding Configureerbare items Webservices [Bijnaam apparaat veranderen] (= 132) O O O O – [Instell. tonen] (= 110) – O – – – [Verbindingsinfo wissen] (= 132) O O O O – O : Configureerbaar – : Niet configureerbaar De bijnaam van een apparaat wijzigen U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera wordt weergegeven, wijzigen. ●● Voer stap 4 bij “Verbindingsinformatie bewerken” (= 131) uit, kies [Bijnaam apparaat veranderen] en druk op de knop [ ]. ●● Selecteer het invoerveld en druk op de knop [ ]. Gebruik het weergegeven toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te voeren (= 30). Vóór gebruik Wijzig naar wens de bijnaam van de camera (weergegeven op aangesloten apparaten). Basishandleiding 1 Kies [Instellingen Wi-Fi]. ●● Druk op de knop [ ] en kies [Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [ (= 29). Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ] Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Selecteer [Bijnaam apparaat veranderen]. P-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Bijnaam apparaat veranderen] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ] (= 29). Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies 3 Wijzig de bijnaam. ●● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord te openen (= 30) en voer vervolgens de bijnaam in. Menu Instellingen Accessoires Verbindingsinformatie wissen Bijlage U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt gemaakt) als volgt wissen. ●● Voer stap 4 bij “Verbindingsinformatie bewerken” (= 131) uit, kies [Verbindingsinfo wissen] en druk op de knop [ ]. ●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert, met een symbool of spatie begint. Druk op de knop [ ] en voer een andere bijnaam in. ●● U kunt ook de bijnaam die in het scherm [Bijnaam apparaat] wordt weergegeven, wijzigen wanneer u Wi-Fi voor de eerste keer gebruikt. In dit geval selecteert u het tekstvak, drukt u op de knop [ ] om het toetsenbord te openen en voert u vervolgens een nieuwe bijnaam in. Index ●● De verbindingsinformatie wordt gewist. 132 Vóór gebruik De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent van de camera of als u deze weggooit. Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten dat u alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera 1 Kies [Instellingen Wi-Fi]. ●● Druk op de knop [ ] en kies [Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [ (= 29). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ] P-modus Tv-, Av- en M-modus 2 Kies [Instellingen resetten]. Afspeelmodus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Instellingen resetten] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Wi-Fi-functies Menu Instellingen 3 Herstel de standaardinstellingen. Accessoires ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn nu gereset. Bijlage Index ●● Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi), kiest u [Reset alle] op het tabblad [ ] (= 140). 133 Basisfuncties van de camera aanpassen Basisfuncties van de camera worden ingesteld op het tabblad [ ] van het MENU (= 29). Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens aanpassen. Menu Instellingen Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Camerageluiden dempen Auto-modus/Modus Hybride automatisch U dempt camerageluiden en films als volgt. Andere opnamestanden ●● Selecteer [Mute] en kies vervolgens [Aan]. P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop [ ] ingedrukt te houden terwijl u de camera inschakelt. ●● Als u de camerageluiden dempt worden films afgespeeld zonder geluid (= 84). Om films weer af te spelen met geluid, drukt u op de knop [ ]. Pas het volume naar wens aan met de knoppen [ ][ ]. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Het volume aanpassen Index U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan. ●● Selecteer [Volume] en druk op de knop [ ]. ●● Kies een item en druk op de knoppen [ ][ ] om het volume aan te passen. 134 Vóór gebruik Hints en tips verbergen Wereldklok Er verschijnen normaal gesproken hints en tips wanneer u items kiest in FUNC. (= 28) of MENU (= 29). U kunt deze informatie desgewenst uitschakelen. Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto's de juiste lokale tijd en datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen. Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen” (= 19). ●● Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Geef uw bestemming op. Andere opnamestanden ●● Selecteer [Tijdzone] en druk op de knop [ ]. P-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ Wereld] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. Datum en tijd Wijzig de datum en tijd als volgt. ●● Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie te kiezen en wijzig vervolgens de instelling door op de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de knop [ ] te draaien. Tv-, Av- en M-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om de bestemming te selecteren. Afspeelmodus ●● Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] door op de knoppen [ ][ ] te drukken of door aan de knop [ ] te draaien. Kies vervolgens [ ] door op de knoppen [ ][ ] te drukken. Wi-Fi-functies ●● Druk op de knop [ Menu Instellingen Accessoires ]. 2 Schakel over naar de tijdzone van uw bestemming. Bijlage Index ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ Wereld] te kiezen. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● [ ] verschijnt nu op het opnamescherm (= 160). ●● Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (= 19), worden de datum en tijd voor de optie [ Thuis] automatisch bijgewerkt. 135 Timing voor het intrekken van de lens De spaarstand aanpassen Nadat u op de knop [ ] hebt gedrukt in de opnamemodus (= 25) wordt om veiligheidsredenen na ongeveer een minuut de lens ingetrokken. Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop [ ] drukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.]. U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display Uit) aanpassen (= 26). ●● Selecteer [Lens intrekken] en selecteer vervolgens [0 sec.]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Selecteer [Spaarstand] en druk op de knop [ ]. Basishandelingen van de camera ●● Nadat u een item hebt geselecteerd, drukt u op de knoppen [ ][ ] om dit item aan te passen. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Eco-modus gebruiken Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus. Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het batterijverbruik te beperken. 1 Configureer de instelling. ●● Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan]. ●● Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch Uit] en [1 min] of minder voor [Display Uit]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus ●● De instelling van [Display Uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit] instelt op [Uit]. ●● Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u Eco-modus (= 136) op [Aan] hebt gezet. Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● [ ] verschijnt nu op het opnamescherm (= 160). Accessoires ●● Het scherm wordt donkerder wanneer de camera gedurende ongeveer twee seconden niet wordt gebruikt. Daarna gaat het scherm na ongeveer tien seconden uit. De camera wordt na ongeveer drie minuten inactiviteit uitgeschakeld. Bijlage Index 2 Maak de opname. ●● Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken. 136 Schermhelderheid Geheugenkaarten formatteren Pas de helderheid van het scherm als volgt aan. Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart formatteren met deze camera. Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig. ●● Selecteer [LCD Helderheid] en druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om de helderheid aan te passen. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 1 Open het scherm [Formatteren]. ●● Selecteer [Formatteren] en druk op de knop [ ]. ●● Voor maximale helderheid houdt u de knop [ ] minstens een seconde ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven of wanneer de enkelvoudige weergave is ingeschakeld. (Hiermee negeert u de instelling van [LCD Helderheid] op het tabblad [ ].) ] of Druk nogmaals minstens een seconde op de knop [ herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van het scherm te herstellen. Het opstartscherm verbergen U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de camera inschakelt, deactiveren. ●● Selecteer [Opstart scherm] en selecteer vervolgens [Uit]. Andere opnamestanden 2 Kies [OK]. P-modus ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Annuleer] te selecteren, selecteer [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk vervolgens op de knop [ ]. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies 3 Formatteer de geheugenkaart. ●● Om het formatteren te starten, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk daarna op de knop [ ]. ●● Als het formatteren is voltooid, verschijnt de melding [Geheugenkaart is geformatteerd]. Druk op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid. ●● De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit. 137 Low Level Format Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continue opnamen gaat langzamer of het opnemen van een film wordt plotseling afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere manier veilig. ●● Druk op het scherm in stap 2 van “Geheugenkaarten formatteren” (= 137) op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Low Level Format] te kiezen. Druk daarna op de knoppen [ ][ ] om deze optie te kiezen. Het pictogram [ ] wordt weergegeven. ●● Voer de stappen 2 – 3 in “Geheugenkaarten formatteren” (= 137) uit om door te gaan met het formatteren. ●● Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren” (= 137), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart worden gewist. ●● U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door [Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de geheugenkaart normaal blijven gebruiken. Vóór gebruik Bestandsnummering Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 – 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Continu Auto reset Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met het nummer 9999. Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden, als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde, = 137) geheugenkaart. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Beelden opslaan op datum Index U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen maakt. ●● Selecteer [Maak folder] en selecteer vervolgens [Dagelijks]. ●● Beelden worden nu opgeslagen in mappen die op de opnamedatum worden gemaakt. 138 Vóór gebruik Metrische/Niet-metrische weergave Weergavetaal Desgewenst kunt u de maateenheden, die op de zoombalk (= 32), de MF-indicator (= 73) en op andere plaatsen worden weergegeven, wijzigen van m/cm in ft/in. U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen. ●● Selecteer [Taal knop [ ]. ●● Selecteer [Maateenheden] en selecteer vervolgens [ft/in]. Basishandleiding ] en druk op de Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een taal te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Certificatielogo's controleren Sommige logo's voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet, kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo's staan in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de camerabehuizing. ●● Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en druk op de knop [ ]. P-modus ●● U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de ] knop [ ] ingedrukt te houden en meteen op de knop [ te drukken. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Andere instellingen aanpassen U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [ Wi-Fi-functies ]. Menu Instellingen ●● [Video Systeem] (= 144) ●● [Instellingen Wi-Fi] (= 107) Accessoires ●● [Mobiele apparaatverbinding] (= 110) Bijlage Index 139 Standaardinstellingen van de camera herstellen Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen. 1 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Open het scherm [Reset alle]. Basishandelingen van de camera ●● Selecteer [Reset alle] en druk op de knop [ ]. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Herstel de standaardinstellingen. Andere opnamestanden ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. P-modus ●● De standaardinstellingen zijn nu hersteld. Tv-, Av- en M-modus ●● De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen. -- Informatie die met Gezichts-ID is vastgelegd (= 44) -- [ ]-tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (= 135), [Tijdzone] ] (= 139) en [Video Systeem] (= 144) (= 135), [Taal -- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd (= 71) ] -- De opnamemodus die is geselecteerd in de modus [ (= 58) en [ ] (= 60) -- Filmmodus (= 65) -- Instellingen Wi-Fi (= 107) Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 140 Vóór gebruik Systeemoverzicht Basishandleiding Meegeleverde accessoires Accessoires Polsriem Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires Handleiding voor gevorderden Batterij NB-6LH*1 Basishandelingen van de camera Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE*1 Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden USB-kabel (op het uiteinde voor de camera: mini-B)*2 P-modus Geheugenkaart Kaartlezer Tv-, Av- en M-modus Computer PictBridge-compatibele printers Voeding Afspeelmodus Wi-Fi-functies HDMI-kabel (op het uiteinde voor de camera: type D)*3 Menu Instellingen Kabels Accessoires Voedingsadapterset ACK-DC40 Stereo AV-kabel AVC-DC400ST Bijlage Tv-/ videosysteem Index *1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar. *2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel IFC-400PCU). *3 Gebruik een in de winkel verkrijgbare kabel die niet langer is dan 2,5 m. 141 Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/ of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren. Optionele accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Voedingen Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Batterij NB-6LH ●● Oplaadbare lithium-ionbatterij P-modus Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE Tv-, Av- en M-modus ●● Lader voor batterij NB-6LH Afspeelmodus ●● De batterij is voorzien van een handig klepje dat u kunt bevestigen om zo de batterijstatus in een oogopslag te kunnen zichtbaar is op een opgeladen zien. Bevestig het klepje zo dat niet zichtbaar is op een niet-opgeladen batterij. batterij en ●● Batterij NB-6L wordt ook ondersteund. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Voedingsadapterset ACK-DC40 ●● Hiermee kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact. Dit wordt aanbevolen wanneer u de camera gedurende langere tijd wilt gebruiken of wanneer u de camera aansluit op een printer of computer. U kunt op deze manier niet de batterij in de camera opladen. Bijlage Index 142 ●● De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). ●● Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen. Foto's Interfacekabel IFC-400PCU ●● Om de camera op een computer of printer aan te sluiten. Films Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Afspelen op een tv Basishandelingen van de camera Foto's Overige accessoires Vóór gebruik Optionele accessoires gebruiken Films Auto-modus/Modus Hybride automatisch Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op een groter scherm. Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de aansluiting en over het wijzigen van de ingangen. Andere opnamestanden P-modus ●● Sommige gegevens zijn mogelijk niet beschikbaar als u een tv gebruikt voor weergave (= 161). Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Stereo AV-kabel AVC-DC400ST ●● Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen afspelen op een groter scherm. Printers Afspelen op een hdtv Foto's U kunt uw foto's weergeven op een tv door de camera aan te sluiten op een hdtv met een in de winkel verkrijgbare HDMI-kabel (maximaal 2,5 meter met een type D-aansluiting aan de kant van de camera). Films die zijn opgenomen met een beeldkwaliteit van [ ], [ ] of [ ] kunnen in HD-kwaliteit worden bekeken. 1 Zorg dat de camera en de tv zijn uitgeschakeld. PictBridge-compatibele printers van Canon ●● Zelfs zonder een computer te gebruiken, kunt u beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een printer. Ga voor meer informatie naar een Canon-verkoper bij u in de buurt. Wi-Fi-functies Films Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 2 Sluit de camera aan op de tv. ●● Steek de kabelstekker volledig in de HDMI-aansluiting van de tv zoals weergegeven. 143 ●● Open het klepje van de cameraaansluiting en steek de kabelstekker er volledig in. Afspelen op een sdtv Vóór gebruik Foto's Films Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter scherm terwijl u de camera bedient. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 1 Zorg dat de camera en de tv zijn 3 Zet de tv aan en stel deze in op externe invoer. ●● Stel de tv-ingang in op de externe ingang waarop u in stap 2 de kabel hebt aangesloten. 4 Schakel de camera in. ●● Druk op de knop [ te zetten. ] om de camera aan ●● De camerabeelden worden nu weergegeven op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.) Basishandelingen van de camera uitgeschakeld. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Sluit de camera aan op de tv. Andere opnamestanden ●● Steek de kabelstekker volledig in de video-ingangen van de tv, zoals weergegeven. P-modus ●● Zorg ervoor dat de kabelstekkers in video-ingangen met dezelfde kleur zitten. Tv-, Av- en M-modus ●● Open het klepje van de cameraaansluiting en steek de kabelstekker er volledig in. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Als u klaar bent, schakelt u de camera en de tv uit en verwijdert u daarna de kabel. ●● De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera is aangesloten op een hdtv. Accessoires 3 Geef beelden weer. ●● Voer de stappen 3 – 4 bij “Afspelen op een hdtv” (= 143) uit om beelden weer te geven. Bijlage Index ●● Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie. Om het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op ] en selecteert u [Video Systeem] op het de knop [ tabblad [ ]. 144 ●● Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt op dezelfde manier als via het camerascherm. AF-Punt Zoom (= 51), MF-Punt Zoom (= 73) en MF-peaking (= 74) zijn echter niet beschikbaar. 4 Sluit het netsnoer aan. ●● Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in een stopcontact. ●● Schakel de camera in en gebruik deze zoals u wilt. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Als u klaar bent, schakelt u de camera uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact. De camera voeden via het lichtnet Foto's Films Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC40, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading. 1 Zorg dat de camera is uitgeschakeld. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden ●● Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera beschadigen. ●● Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben. P-modus Tv-, Av- en M-modus 2 Plaats de koppeling. (1) Afspeelmodus ●● Voer stap 1 bij “De batterij en uw geheugenkaart plaatsen” (= 17) uit om het klepje te openen. ●● Houd het koppelstuk met de aansluitpunten (1) in de aangegeven richting en plaats het koppelstuk alsof het een batterij is (doorloop stap 2 bij “De batterij en uw geheugenkaart plaatsen” (= 17)). ●● Voer stap 4 bij “De batterij en uw geheugenkaart plaatsen” (= 17) uit om het klepje te sluiten. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 3 Sluit de adapter aan op de gelijkstroomkoppeling. ●● Open het klepje en steek de stekker van de adapter helemaal in de koppeling. 145 De software gebruiken Om de functies van de volgende software te kunnen gebruiken, downloadt u de software op de website van Canon en installeert u deze op uw computer. Met behulp van een USB-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar; op het uiteinde voor de camera: mini-B) kunt u de camera op de computer aansluiten en beelden opslaan op de computer. (2) ●● Image Transfer Utility -- Beeldsynchronisatie instellen (= 128) en beelden ontvangen ●● Als u beelden op een computer wilt bekijken en bewerken, gebruikt u vooraf geïnstalleerde of in de handel verkrijgbare software die compatibel is met de beelden die door de camera worden opgenomen. Verbinding maken met een computer via een kabel De computeromgeving controleren (1) Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies 2 Zet de camera aan om CameraWindow te openen. ●● Druk op de knop [ te zetten. Menu Instellingen ] om de camera aan ●● Windows 8/8.1 ●● Windows: volg de onderstaande stappen. ●● Windows 7 SP1 ●● In het scherm dat wordt weergegeven, klikt u op de koppeling om het programma te wijzigen van [ ]. ●● Mac OS X 10.8 Basishandelingen van de camera ●● Steek de grote stekker van de USB-kabel in de USB-poort van de computer. Raadpleeg de computerhandleiding voor meer informatie over USB-aansluitingen op de computer. ●● Mac OS: CameraWindow wordt weergegeven als er een verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en de computer. Controleer de systeemvereisten bij “De computeromgeving controleren” (= 114) wanneer u beelden naar een computer verzendt via Wi-Fi. Handleiding voor gevorderden ●● Open het klepje terwijl de camera is uitgeschakeld (1). Steek de kleinste stekker van de USB-kabel in de aangegeven richting helemaal in de aansluiting van de camera (2). De software kan op de volgende computers gebruikt worden. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon. ●● Mac OS X 10.9 Basishandleiding 1 Sluit de camera aan op de computer. ●● CameraWindow -- Beelden importeren naar uw computer ●● Map Utility -- Gebruik een kaart om GPS-informatie die aan beelden is toegevoegd, weer te geven Vóór gebruik Beelden opslaan op een computer Accessoires Bijlage Index ●● Kies [Downloads Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden] en klik op [OK]. De software installeren Zie “De software installeren” (= 114) voor instructies om de software te installeren. 146 ●● Dubbelklik op [ ]. Vóór gebruik Beelden afdrukken Foto's 3 Beelden opslaan op de computer. ●● Klik op [Import Images from Camera/ Beelden importeren van camera] en vervolgens op [Import Untransferred Images/Niet-verzonden afbeeldingen importeren]. ●● De beelden worden nu in afzonderlijke mappen op datum op de computer opgeslagen in de map Afbeeldingen. ●● Wanneer de beelden zijn opgeslagen, sluit u CameraWindow en drukt u op de knop [ ] om de camera uit te schakelen. Koppel vervolgens de kabel los. ●● Als u de beelden die u op een computer hebt opgeslagen, wilt bekijken, gebruikt u vooraf geïnstalleerde of in de handel verkrijgbare software die compatibel is met de beelden die door de camera worden opgenomen. ●● Windows 7: als het scherm bij stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [ ] in de taakbalk. ●● Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven na stap 2, klikt u op het pictogram [CameraWindow] in het dock. ●● U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de volgende beperkingen. -- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele minuten duren voordat u beelden kunt openen. -- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal opgeslagen. -- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden op de computer worden verwijderd. -- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden. Films U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie, bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of beelden afdrukken voor fotoboeken. Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van de printer voor aanvullende informatie. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Eenvoudig afdrukken Foto's Tv-, Av- en M-modus Films Druk uw foto's af door uw camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibele printer met behulp van een USB-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar; op het uiteinde voor de camera: mini-B). Afspeelmodus Wi-Fi-functies 1 Zorg dat de camera en de printer Menu Instellingen zijn uitgeschakeld. Accessoires 2 Sluit de camera aan op de printer. ●● Open het aansluitingenklepje. Houd de kleinste kabelstekker in de getoonde richting, en steek de stekker volledig in de aansluiting op de camera. Bijlage Index ●● Sluit de grote kabelstekker aan op de printer. Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie over de aansluiting. 147 3 Schakel de printer in. 4 Schakel de camera in. ●● Druk op de knop [ te zetten. Foto's ] om de camera aan Films 1 Open het afdrukscherm. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Voer stap 1 – 6 bij “Eenvoudig afdrukken” (= 147) uit om dit scherm te openen. 5 Selecteer een beeld. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Configureer de instellingen. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een item te selecteren. Kies vervolgens een optie door op de knoppen [ ][ ] te drukken. 6 Open het afdrukscherm. ●● Druk op de knop [ ], kies [ nogmaals op de knop [ ]. Vóór gebruik Afdrukinstellingen configureren ] en druk 7 Druk het beeld af. Default ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [Print] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Datum ●● Het afdrukken start nu. File No. ●● Om andere beelden af te drukken, herhaalt u na het afdrukken de bovenstaande procedures vanaf stap 5. Beiden ●● Wanneer u klaar bent met afdrukken, schakelt u de camera en de printer uit en verwijdert u de kabel. Default Uit Uit Aan ●● Zie “Printers” (= 143) voor PictBridge-compatibele printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar). R-Ogen1 Aantal exemplaren Trimmen – Papier inst. – Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum. Hiermee worden de beelden afgedrukt met een bestandsnummer. Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum en een bestandsnummer. – Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. – Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de afdrukinstellingen te optimaliseren. Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd. Hiermee selecteert u het aantal af te drukken exemplaren. Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt afdrukken (= 149). Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en andere gegevens op (= 149). Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 148 Beelden bijsnijden vóór het afdrukken Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken Foto's Films Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld. Foto's Films 1 Selecteer [Papier inst.] 1 Selecteer [Trimmen]. ●● Voer eerst stap 1 bij “Afdrukinstellingen configureren” (= 148) uit om het afdrukscherm te openen, kies [Trimmen] en druk op de knop [ ]. ●● Voer eerst stap 1 bij “Afdrukinstellingen configureren” (= 148) uit om het afdrukscherm te openen, kies [Papier inst.] en druk op de knop [ ]. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden 2 Selecteer een papierformaat. ●● Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat het af te drukken beeldgebied aanduidt. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een optie te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 2 Pas het kader naar wens aan. P-modus Tv-, Av- en M-modus ●● Om de grootte van het kader te wijzigen, beweegt u de zoomknop. ●● Als u het kader wilt verplaatsen, drukt u op de knoppen [ ][ ][ ][ ]. 3 Selecteer een papiersoort. ●● Om het kader te draaien, drukt u op de ]. knop [ ●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ Afspeelmodus ]. Wi-Fi-functies ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een optie te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires 3 Druk het beeld af. ●● Voer stap 7 in “Eenvoudig afdrukken” (= 147) uit om af te drukken. ●● Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij bepaalde verhoudingen. Bijlage 4 Selecteer een indeling. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een optie te selecteren. Index ●● Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u op de knoppen [ ][ ] om het aantal beelden per vel op te geven. ●● Druk op de knop [ ]. 5 Druk het beeld af. 149 Beschikbare indelingsopties Default Randen Randloos N-plus ID Foto Vaste afm. Vóór gebruik Filmscènes afdrukken Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt. Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen. Hiermee maakt u randloze afdrukken. Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op. Hiermee drukt u foto's af voor identiteitsbewijzen. Alleen beschikbaar voor beelden met opnamepixelinstelling L en een verhouding van 4:3. Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd. U kunt kiezen uit 90 x 130 mm, briefkaart en brede afdrukformaten. Foto's 1 Open het afdrukscherm. ●● Voer stap 1 – 4 bij “Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken” (= 149) uit, kies [ID Foto] en druk op de knop [ ]. 2 Selecteer de lengte van de lange en de korte zijde. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een item te selecteren. Om de lengte te kiezen, drukt u op de knoppen [ ][ ]. Druk vervolgens op de knop [ ]. 3 Selecteer het afdrukgebied. Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch 2 Selecteer een afdrukmethode. Andere opnamestanden ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [ ] te kiezen. Druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om de afdrukmethode te kiezen. P-modus Tv-, Av- en M-modus 3 Druk het beeld af. Films 1 Selecteer [ID Foto] Basishandleiding ●● Voer stap 1 – 6 in “Eenvoudig afdrukken” (= 147) uit om een film te kiezen. Het scherm links wordt weergegeven. Id-foto's afdrukken Foto's Films Afspeelmodus Afdrukopties voor films Enkel Reeks Wi-Fi-functies Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto. Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval afgedrukt op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u ook het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het kader afdrukken. ●● Om printen te onderbreken, drukt u op de knop [ ]. Selecteer [OK] en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ]. ●● [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridgecompatibele printermodellen CP720/CP730 en ouder van het merk Canon. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index ●● Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór het afdrukken” (= 149) uit om het afdrukgebied te selecteren. 4 Druk het beeld af. 150 Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) Foto's Films U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (= 152) en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt, voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format). Afdrukinstellingen configureren Foto's Films U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven. Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst. ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [Print instellingen] op het tabblad [ ]. Selecteer en configureer de gewenste items (= 29). ●● Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken. ●● [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel [Datum] als [File No.]. ●● Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridgecompatibele printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar). ●● De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [ ] (= 19). Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden Foto's Wi-Fi-functies Films Menu Instellingen 1 Selecteer [Sel. beeld & aantal]. Standaard Afdruktype Index Beide Datum Aan Uit File No. Aan Uit Wis DPOF data Aan Uit Hiermee drukt u één foto per vel af. Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per vel af. Hiermee worden zowel standaard- als indexformaten afgedrukt. Hiermee worden de beelden afgedrukt met de opnamedatum. – Hiermee worden de beelden afgedrukt met het bestandsnummer. – Alle instellingen voor printlijsten worden na het afdrukken verwijderd. – Accessoires ●● Druk op de knop [ ] en selecteer [Sel. beeld & aantal] op het tabblad [ ]. Druk vervolgens op de knop [ ]. 2 Selecteer een beeld. Bijlage Index ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● U kunt nu het aantal af te drukken exemplaren opgeven. ●● Als u indexafdrukken opgeeft voor het beeld, wordt hierbij een pictogram [ ] geplaatst. Druk nogmaals op de knop [ ] om indexafdrukken te annuleren voor het beeld. [ ] wordt niet meer weergegeven. 151 3 Geef het aantal afdrukken op. Alle beelden in de printlijst wissen ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om het aantal afdrukken op te geven (maximaal 99). ●● Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van andere beelden in te stellen en het aantal afdrukken van elk beeld op te geven. ●● Voor indexafdrukken kunt u het aantal afdrukken niet instellen. U kunt alleen via stap 2 de af te drukken beelden selecteren. ●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ] om terug te keren naar het menuscherm. Afdrukinstellingen voor een reeks beelden Foto's Films ●● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 151) uit om [Select. reeks] te kiezen en druk op de knop [ ]. ●● Voer stappen 2 – 3 in “Een reeks selecteren” (= 93) uit om beelden op te geven. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [Opdracht] te kiezen en druk op de knop [ ]. Vóór gebruik ●● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 151) uit om [Wis alle selecties] te selecteren en druk op de knop [ ]. Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst (DPOF) Foto's Andere opnamestanden Films P-modus ●● Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn toegevoegd (= 151 – = 152), wordt dit scherm weergegeven wanneer u de camera aansluit op een PictBridge-compatibele printer. Druk op de knoppen [ ][ ] om [Print nu] te selecteren en druk vervolgens op de knop [ ] om de beelden in de printlijst af te drukken. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk onderbreekt, wordt hervat bij het volgende beeld. Accessoires Bijlage Index Afdrukinstellingen voor alle beelden Foto's Films ●● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden” (= 151) uit om [Sel. alle beelden] te kiezen en druk op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 152 2 Selecteer een beeld. Beelden toevoegen aan een fotoboek Foto's Films U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer. Vóór gebruik ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om een beeld te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. ●● [ Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ] wordt weergegeven. ●● Druk nogmaals op de knop [ ] om het beeld te verwijderen uit het fotoboek. [ ] wordt niet meer weergegeven. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch ●● Herhaal deze procedure om andere beelden op te geven. Een selectiemethode selecteren ●● Druk op de knop [ ], selecteer [Fotoboek instellen] op het tabblad [ ] en bepaal hoe u de beelden wilt selecteren. Afzonderlijke beelden toevoegen Foto's Films 1 Selecteer [Selectie]. ●● Selecteer [Selectie] volgens de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 153) en druk op de knop [ ]. P-modus Tv-, Av- en M-modus Alle beelden toevoegen aan een fotoboek Foto's ●● [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven. Andere opnamestanden ●● Als u klaar bent, drukt u op de ] om terug te keren naar het knop [ menuscherm. Films Afspeelmodus ●● Volg de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 153), selecteer [Sel. alle beelden] en druk op de knop [ ]. Wi-Fi-functies Menu Instellingen ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. Alle beelden verwijderen uit een fotoboek Foto's Films Accessoires Bijlage Index ●● Volg de procedure bij “Een selectiemethode selecteren” (= 153), selecteer [Wis alle selecties] en druk op de knop [ ]. ●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ] om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ]. 153 Problemen oplossen Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice. Bijlage Nuttige informatie over het gebruik van de camera Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Voeding Auto-modus/Modus Hybride automatisch Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt. ●● Controleer of de batterij is opgeladen (= 17). ●● Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (= 17). ●● Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (= 17). ●● Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus De batterij raakt snel leeg. Afspeelmodus ●● Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in contact komen met metalen voorwerpen. ●● Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw. ●● Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur verstreken. Koop dan een nieuwe batterij. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires De lens wordt niet ingetrokken. ●● Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat. Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (= 17). De batterij is opgezwollen. ●● Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op te nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice. Bijlage Index Weergave op een tv De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven op een tv (= 143). 154 Opnamen maken Er kunnen geen opnamen worden gemaakt. ●● Druk in de afspeelmodus (= 84) de ontspanknop half in (= 26). Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (= 27). Vreemde weergave op het scherm bij opnamen. ●● Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen. -- Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren en kan een horizontale band verschijnen. Weergave op het volledige scherm is tijdens het opnemen niet beschikbaar (= 49). [ ] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en opnemen is niet mogelijk (= 35). [ ●● ●● ●● ●● ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (= 35). Stel [IS modus] in op [Continu] (= 80). Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 78). Verhoog de ISO-waarde (= 70). Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te houden. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden (= 80). De opnamen zijn niet scherp. ●● Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop daarna volledig in om een opname te maken (= 26). ●● Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (= 173). ●● Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (= 53). ●● Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld. ●● Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (= 75, = 77). Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp wanneer de ontspanknop half wordt indrukt. ●● Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te drukken. De onderwerpen in de opnamen zijn te donker. ●● ●● ●● ●● Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 78). Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 69). Pas het contrast aan met i-Contrast (= 70, = 100). Gebruik AE lock of spotmeting (= 69, = 69). De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd. ●● ●● ●● ●● Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [ ] (= 32). Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 69). Gebruik AE lock of spotmeting (= 69, = 69). Verminder de belichting van het onderwerp. De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (= 35). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 172). ●● Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het flitsuitvoerniveau te wijzigen (= 79, = 83). ●● Verhoog de ISO-waarde (= 70). Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd. Andere opnamestanden ●● Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 172). ●● Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [ ] (= 32). ●● Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het flitsuitvoerniveau te wijzigen (= 79, = 83). P-modus Tv-, Av- en M-modus Er verschijnen witte vlekken in geflitste opnamen. ●● Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere deeltjes in de lucht. Afspeelmodus Opnamen zien er korrelig uit. ●● Verlaag de ISO-waarde (= 70). ●● Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamestanden leiden tot korrelige beelden (= 58). Wi-Fi-functies Menu Instellingen De onderwerpen hebben rode ogen. ●● Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (= 54). Het licht voor rode-ogenreductie (= 4) gaat branden bij foto's die met de flitser worden gemaakt. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter bij het onderwerp te gaan. ●● Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (= 101). Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van continue opnamen gaat langzamer. Accessoires Bijlage Index ●● Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (= 138). Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar. ●● Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnametabblad” (= 162 – = 168). Het pictogram voor baby's of kinderen wordt niet weergegeven. ●● De pictogrammen voor baby's en kinderen worden niet weergegeven als de verjaardag niet is ingesteld bij de gezichtsinformatie (= 44). Als de pictogrammen ook niet worden weergegeven wanneer de verjaardag wel is opgegeven, registreert u de gezichtsinformatie opnieuw (= 45) of controleert u of de datum/tijd correct is ingesteld (= 135). 155 Het beginscherm van Story Highlights kan niet worden geopend door op de knop [ ] te drukken. Films opnemen De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt onderbroken. ●● Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart overeenstemt met de werkelijke opnametijd (= 137, = 172). [ ] verschijnt en de opname stopt automatisch. ●● De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen: -- Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (= 138). -- Verlaag de beeldkwaliteit (= 50). -- Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (= 172). In- en uitzoomen is niet mogelijk. ●● In- en uitzoomen is niet mogelijk als u films opneemt in de modus [ ] (= 61). Onderwerpen lijken vervormd. ●● Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing. Afspelen Afspelen is niet mogelijk. ●● U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Het afspelen stopt of het geluid hapert. ●● Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt uitgevoerd (= 138). ●● Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u films afspeelt die zijn gekopieerd naar geheugenkaarten met trage leessnelheden. ●● Als u films afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er kaders wegvallen en kan het geluid haperen. Geluid wordt niet weergegeven tijdens films. ●● Pas het volume aan (= 134) als [Mute] is geactiveerd (= 134) of als het geluid van de film zwak is. ●● Bij films die zijn opgenomen in de modus [ ] (= 61) wordt geen geluid weergegeven, omdat in deze modus geen geluid wordt opgenomen. ●● Het beginscherm kan niet worden weergegeven als de camera op een printer is aangesloten. Ontkoppel de camera van de printer. ●● Het beginscherm kan niet worden weergegeven als een Wi-Fi-verbinding actief is. Verbreek de Wi-Fi-verbinding. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Een gewenst onderwerppictogram voor een album wordt niet weergegeven op het beginscherm van Story Highlights. Basishandelingen van de camera ●● Selecteer in de korte informatieweergave (= 85) een beeld met de naam van de persoon voor het album voordat u het beginscherm van Story Highlights opent (= 104). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Geheugenkaart P-modus De geheugenkaart wordt niet herkend. ●● Herstart de camera met de geheugenkaart erin (= 25). Tv-, Av- en M-modus Computer Afspeelmodus Kan geen beelden overdragen naar een computer. Wi-Fi-functies ●● Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de overdrachtssnelheid te verlagen: ] om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de -- Druk op de knop [ ] ingedrukt terwijl u tegelijkertijd op de knoppen [ ] en [ ] knop [ drukt. Druk in het volgende scherm op de knoppen [ ][ ] om [B] te selecteren. Druk daarna op de knop [ ]. Menu Instellingen Accessoires Bijlage Wi-Fi Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend door op de knop [ drukken. ] te Index ●● Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus en probeer het opnieuw. ●● In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden geopend tijdens vergrote weergave of indexweergave. Ga naar de enkelvoudige weergave en probeer het opnieuw. Het Wi-Fi-menu kan ook niet worden geopend in de groepsweergave of gefilterde beeldweergave op basis van opgegeven voorwaarden. Annuleer het gegroepeerd of gefilterd afspelen van beelden. ●● Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los. 156 Kan geen apparaat/bestemming toevoegen. ●● Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (= 131). ●● Gebruik een computer of smartphone om webservices te registreren (= 119). ●● Om een smartphone toe te voegen, installeert u eerst de toepassing Camera Connect op uw smartphone (= 110). ●● Om een computer toe te voegen, installeert u eerst de software CameraWindow op uw computer. Controleer ook de omgeving en instellingen van uw computer en Wi-Fi (= 114, = 115). ●● Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken. ●● Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn. Wis de gegevens van de Wi-Fi-verbinding voordat u de camera weggooit of aan iemand anders geeft. ●● Reset de instellingen voor Wi-Fi (= 133). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Kan geen verbinding maken met het toegangspunt. P-modus ●● Controleer of het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat wordt ondersteund door de camera (= 171). In plaats van automatisch kanaaltoewijzing kunt u het beste handmatig een ondersteund kanaal toewijzen. Tv-, Av- en M-modus Kan geen beelden verzenden. ●● Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw. ●● Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera staat in de vergrendelde positie. Verschuif het schuifje voor schrijfbeveiliging naar de ontgrendelde positie. ●● Beelden worden niet verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of andere webservices als u beeldbestanden of mappen verplaatst of een andere naam geeft op de computer waarop beelden zijn ontvangen die zijn verzonden met beeldsynchronisatie via een toegangspunt (= 128). Voordat u deze beeldbestanden of mappen verplaatst of hernoemt op de computer, dient u te controleren of de beelden al zijn verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of andere webservices. Kan de beeldgrootte niet wijzigen voor verzending. ●● De afbeeldingsgrootte kan niet worden aangepast naar een opnamepixelinstelling die hoger is dan de oorspronkelijke instelling. ●● De grootte van films kan niet worden aangepast. Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Het verzenden van beelden duurt lang./De draadloze verbinding is verbroken. ●● Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de beeldgrootte te wijzigen om het verzenden te versnellen (= 127). ●● Het kan lang duren om films te verzenden. ●● Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als ] wordt weergegeven. [ ●● Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn. 157 Berichten op het scherm Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt. Opnamen maken of afspelen Geen geheugenkaart ●● Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (= 17). Geheugenkaart op slot ●● Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld. Verschuif het schuifje voor schrijfbeveiliging naar de ontgrendelde positie (= 17). Kan niet opnemen ●● U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (= 17). Geheugenkaart fout (= 138) ●● Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenservice als dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde geheugenkaart (= 2) hebt geformatteerd en correct hebt geplaatst (= 17). Te weinig kaartruimte ●● Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken (= 32, = 56, = 68, = 81) of beelden te bewerken (= 98). Wis overbodige beelden (= 94) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (= 17). Laad de accu op (= 17) Geen beeld. ●● De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven. Beveiligd! (= 92) Onbekend beeld/Incompatible JPEG/Beeld te groot./Kan geen MOV afspelen/Kan geen MP4 afspelen ●● Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven. ●● Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld. Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/ Kan beeld niet wijzigen/Kan Niet Wijzigen/Kan niet aan Cat. toekennen/ Niet selecteerbaar beeld./Geen ID-info ●● De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films. ID-info bewerken* (= 89), Vergroten* (= 90), Smart Shuffle* (= 92), Roteren* (= 96), Favorieten (= 97), Bewerken* (= 98), Printlijst* (= 151) en Fotoboek instellen* (= 153). Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Ongeldig selectiebereik ●● U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (= 93, = 95, = 152) en u probeerde als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of omgekeerd. Andere opnamestanden P-modus Selectielimiet bereikt ●● U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (= 151) of fotoboekinstellingen (= 153). Selecteer 998 beelden of minder. ●● De instellingen voor de printlijst (= 151) of voor de fotoboekinstellingen (= 153) konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden en probeer het opnieuw . ●● U probeerde 500 beelden of meer te kiezen bij Beveilig (= 92), Wissen (= 94), Favorieten (= 97), Printlijst (= 151) of Fotoboek instellen (= 153). Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Fout in benaming. ●● De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en het maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig op het tabblad [ ] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (= 138) of formatteer de geheugenkaart (= 137). Lens fout Accessoires Bijlage Index ●● Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht. ●● Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera. Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning. Camerafout gedetecteerd (foutnummer) ●● Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren. ●● Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera. Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning. 158 Bestandsfout ●● Foto's die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (= 147), zelfs als de camera is aangesloten op de printer. Print fout ●● Controleer de instelling voor het papierformaat (= 149). Als dit bericht wordt weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de instellingen opnieuw op de camera. Absorptiekussen inkt vol ●● Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om een vervangend inktabsorptiekussen. Wi-Fi Verbinding mislukt ●● Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de toegangspunten (= 115). ●● Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer opnieuw verbinding te maken. ●● Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om verbinding te maken. Kan toegangspunt niet bepalen ●● De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt. Probeer opnieuw verbinding te maken. Geen toegangspunten gevonden ●● Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld. ●● Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met een toegangspunt. Wachtwoord is onjuist/Onjuiste beveiligingsinstellingen Wi-Fi ●● Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (= 115). IP-adresconflict Bestand(en) niet verzonden Geheugenkaart fout ●● Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart correct hebt geplaatst. Bestand(en) niet ontvangen Te weinig kaartruimte Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de doelcamera om beelden te ontvangen. Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart of plaats een geheugenkaart met voldoende ruimte. Auto-modus/Modus Hybride automatisch Bestand(en) niet ontvangen Geheugenkaart op slot Andere opnamestanden ●● Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat in de vergrendelde positie. Verschuif het schuifje voor schrijfbeveiliging naar de ontgrendelde positie. P-modus Bestand(en) niet ontvangen Fout in benaming. Tv-, Av- en M-modus ●● Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen. Afspeelmodus Onvoldoende ruimte op server Wi-Fi-functies ●● Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt geüpload om ruimte vrij te maken. ●● Sla de beelden die via Beeldsynchronisatie (= 128) zijn verzonden op uw computer op. Menu Instellingen Accessoires Controleer netwerkinstellingen ●● Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken met internet. Bijlage Index ●● Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conflict is met een ander IP-adres. Verbinding verbroken/Bestand(en) niet ontvangen/Bestand(en) niet verzonden ●● Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd. ●● Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken. ●● Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn. ●● Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn. 159 Informatie op het scherm (28) (27) (27) Modus Hybride automatisch (= 34) Vóór gebruik (21) AE lock (= 69), FE-lock (= 80) (28) Zoombalk (= 32) Basishandleiding (29) (22) Sluitertijd (= 81, = 82) Opname (informatieweergave) (11)(12)(13) (14)(15) (20) AF frame (= 74), Spotmetingpuntkader (= 69) (16) (17) (18) (19) (1) (2) (3) ( ) (5) 4 (6) (7) (8) (9) (10) (29) (23)Diafragmawaarde (= 82, = 82) (20) (30) (31) (32) (25) ISO-waarde (= 70) (23) (26) Raster (= 51) (10) Waarschuwing: camera beweegt (= 35) (2) Flitsmodus (= 78) (11) Pictogram IS-modus (= 37) (3) Flitsbelichtingscompensatie / Flitsuitvoerniveau (= 79, = 83) (12) Batterijniveau (= 160) Meetmethode (= 69) Eco-modus (= 136) (6) Transport mode (= 78) (7) Kwiklampcorrectie (= 50), Witbalans (= 71) (8) My Colors (= 71) (9) Zelfontspanner (= 42) Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Batterijniveau Tv-, Av- en M-modus Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende niveau van de batterij aangeeft. (33) Opnamemodus (= 162), Compositiepictogram (= 36) (5) (33) MF-indicator (= 73) Afspeelmodus Details Voldoende opgeladen (1) (4) Basishandelingen van de camera (32) Beeldstabilisatie (= 80) ] het aantal beschikbare opnamen aan. (24) (25) (26) (34) Handleiding voor gevorderden (34)Belichtingscompensatieniveau (= 69) Scherm (21) (22) (30) Windfilter (= 35) (31) Tijdzone (= 135) (24) Belichtingsniveau (= 82) * Geeft in de modus [ Automatisch (= 40) (13) Fotocompressie (= 80), Opnamepixelinstelling (= 49) (Knippert rood) [Laad de accu op] Wi-Fi-functies Iets leger, maar nog voldoende opgeladen Bijna leeg; batterij moet worden opgeladen Leeg; batterij moet onmiddellijk worden opgeladen Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index (14) Resterende opnamen (= 172)* (15) Filmkwaliteit (= 50) (16) Resterende tijd (= 172) (17) Zoomvergroting (= 38), Digitale telelens (= 74) (18) Scherpstelbereik (= 73, = 73), AF lock (= 77) (19) Knipperdetectie (= 52) 160 (27) Compressie (beeldkwaliteit) (= 80) / Opnamepixelinstelling (= 49, = 50), Digest-films (= 34), MP4 (films), Albums (= 104) Afspelen (uitgebreide informatieweergave) (2) (3) (4) (5)(6)(7)(8)(9) (10) (11) (1) (12) (13) (14) (17) (18) (19) (20) (15) (16) (21) (22) (28) Foto's: Opnamepixelinstelling (= 172) Films: Afspeeltijd (= 172) Vóór gebruik Basishandleiding (29)Bestandsgrootte Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera ●● Sommige gegevens zijn mogelijk niet beschikbaar als u een tv gebruikt voor weergave (= 143). Auto-modus/Modus Hybride automatisch Overzicht van filmbedieningspaneel (23) (25) (27) (24) (1) Films (= 32, = 84) (2) Nummer huidig beeld/ totaal aantal beelden (28) (26) (15)Belichtingscompensatieniveau (= 69) (16) ISO-waarde (= 70) (3) Histogram (= 86) (17) Meetmethode (= 69) (4) Batterijniveau (= 160) (5) Wi-Fi-signaalsterkte (= 127) (18) Flitser (= 78), Flitsbelichtingscompensatie (= 79) (6) Beeldsynchronisatie (= 128) (7) Beeldbewerking (= 98), Filmcompressie (= 103) (8) Favorieten (= 97) (9) Beveiligen (= 92) (10) Mapnummer – bestandnummer (= 138) (11) Opnamedatum/-tijd (= 19) (12) Opnamemodus (= 162) (13) Sluitertijd (= 81, = 82) (14)Diafragmawaarde (= 82, = 82) (29) Slow motion (Om de afspeelsnelheid aan te passen, drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ]. Er wordt geen geluid afgespeeld.) Wi-Fi-functies Menu Instellingen ] Vooruit springen* of Volgende clip (= 103) (Om verder vooruit te springen, houdt u de knop [ ] ingedrukt.) (24) i-Contrast (= 70) (25)Beeldkwaliteit/Framesnelheid (films) (= 49, = 50) (26) Groep afspelen (= 88) Afspeelmodus Eerder beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop [ ingedrukt.) (20) Kwiklampcorrectie (= 50), Creatieve opname-effect (= 57) (23) Rode-ogencorrectie (= 101), Afspeeleffect korte clip (= 66) Tv-, Av- en M-modus Achteruit springen* of Vorige clip (= 103) (Om verder terug te springen, houdt u de knop [ ] ingedrukt.) Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop [ ingedrukt.) (22)Scherpstelbereik (= 73, = 73) P-modus Afspelen (19) Witbalans (= 71) (21) My Colors (= 71, = 100) Andere opnamestanden De volgende handelingen zijn beschikbaar op het filmbedieningspaneel, dat geopend kan worden volgens de beschrijving bij “Bekijken” (= 84). ] Clip wissen (verschijnt alleen wanneer u een digest-film (= 103) hebt geselecteerd) Accessoires Bijlage Index Bewerken (= 102) Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (= 147). * Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer. ●● Tijdens het afspelen van films kunt u vooruit of achteruit springen (of naar de vorige of volgende clip) door op de knoppen [ ][ ] te drukken. 161 Vóór gebruik Functies en menutabellen Beschikbare functies per opnamemodus Pictogrammen in het zwart, zoals , geven aan dat de functie beschikbaar is of automatisch wordt ingesteld in die opnamemodus. Grijze pictogrammen, zoals , geven aan dat de functie niet beschikbaar is in die opnamemodus. Belichtingscompensatie (= 69) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Vertraging*1 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *3 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *3 / / / / / / / / / / / / / / *3 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding Handleiding voor gevorderden / Basishandelingen van de camera / / / / / / / / / Auto-modus/Modus Hybride automatisch Diafragmawaarde (= 82) / / / / / / / / / / / Andere opnamestanden / / / / / P-modus / / / / / / / / / / / / / / Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Program Shift (= 69) / / / / / / / / / / / / / / Wi-Fi-functies / Menu Instellingen AE lock/FE-lock (= 69, = 80)*4 / / / / / / / / / / / / / / / Accessoires AE lock (film)/Belichting (= 66)*2 / / / / / / / / / / / / / Bijlage / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Index Scherpstelbereik (= 73, = 73, = 77) / / Flitser (= 78) / / / / / Instellingen voor zelfontspanner (= 43) / / / / / Beelden*2 / Sluitertijd (= 82) Zelfontspanner (= 42) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / 162 / Witbalans (= 71) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / AF Tracking onderwerpselectie (= 75) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *1 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in standen zonder selectie van het aantal opnamen. *2 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in standen zonder selectie van het aantal opnamen. *3 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [ ]. *4 FE-lock is niet beschikbaar in de flitsmodus [ ]. / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Handleiding voor gevorderden / / / / / / / / Basishandleiding / / Basishandelingen van de camera / Auto-modus/Modus Hybride automatisch ISO-waarde (= 70) AUTO / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Andere opnamestanden / P-modus Tv-, Av- en M-modus Flitsbelichtingscompensatie (= 79) / / Meetmethode (= 69) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / 80 / 100 / 200 / 400 / 800 / 1600 / 3200 Menu FUNC. / / / / / / / Display wijzigen (= 27) / / Vóór gebruik / / / / / / / / / / / / / / / / / / Afspeelmodus / / / / / / / / / / Wi-Fi-functies Flitsuitvoerniveau (= 83) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Menu Instellingen Accessoires Transport mode (= 78) Bijlage / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / My Colors (= 71) / / / / / / / / / / / / *1 / / / / / *1 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *2 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Index 163 *3 / / Filmkwaliteit (= 50) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Hoogte/breedte foto (= 49) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *4 / / / / / / / / / *4 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Opnamepixels (= 49) / / / / / / / Vóór gebruik / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / *4 / / / / *4 / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding Handleiding voor gevorderden / / Basishandelingen van de camera / / / / / Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus *1 Witbalans is niet beschikbaar. *2 Instellen in een bereik van 1 – 5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen, blauw en huidtinten. ], AF lock of [ ]. *3[ ] wordt ingesteld bij [ *4 Synchroniseert met de ingestelde beeldverhouding en wordt automatisch ingesteld (= 61). Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Opnametabblad Accessoires / / / / / / / / / / / / / / Compressie (= 80) / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / AF Frame (= 74) Gezichts-AiAf*1 / / / / / AF Tracking / / / / / / Centrum / / / / / / / Bijlage / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Index 164 Uit AF kader afm. (= 74)*2 Normaal / / / / / Klein / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Servo AF (= 76) Aan / / / / / / / / / / *3 / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding / / / / / Handleiding voor gevorderden / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandelingen van de camera / / / / / / / / / / / / / / Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden AF-hulplicht (= 53) Aan / / / / / / / P-modus / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Tv-, Av- en M-modus / / / / / / / / / / / / / / Wi-Fi-functies / / / / / 2x/4x / / / / / / / / / / / / Menu Instellingen / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Accessoires Bijlage Index Veiligheids MF (= 73) Aan / Afspeelmodus MF-Punt Zoom (= 73) Uit Uit / / / / Uit / AF-Punt Zoom (= 51) Aan / / / / Uit Uit / / / / / 1.6x/2.0x / / Continu (= 77) Aan / Digitale Zoom (= 38) Standaard / / / Vóór gebruik / / / / 165 Uit Flitsbel. comp. / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / MF-peaking-instellingen (= 74) Peaking Aan/Uit / / / / / Level Laag/Hoog / / / / / / / / / Kleur Rood/Blauw/Geel / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Flits Instellingen (= 54, = 79, = 83) Flits mode Automatisch / / / / / Handmatig / / / / / / Lamp Aan Aan/Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Vóór gebruik / / / / / Flits output / / / / / / Veiligheids FE Aan / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding / Basishandelingen van de camera / / / / / / / Andere opnamestanden Uit / / / / / / / / / / / P-modus Tv-, Av- en M-modus i-Contrast (= 70) Automatisch / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Afspeelmodus / Wi-Fi-functies Uit / / / / / / / Auto-modus/Modus Hybride automatisch / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Menu Instellingen Hg lampcorr. (= 50) Aan/Uit / / / / / / / Accessoires / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Bijlage / Index Safety Shift (= 82) Aan / Handleiding voor gevorderden / 166 Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Wind Filter (= 35) Automatisch/Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Afbeelding direct bekijken (= 54) Weergavetijd Uit/Snel / / / / / / / / / / / / / 2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten / / / / / Scherminfo Uit / / / / / / Details / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Continu / / / / / / Opname / / / / / / / / / Dynamic IS Laag / / / / / / / / Standaard / / / / / / / / / Hoog / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Auto-modus/Modus Hybride automatisch / / / / / / / / / / / / / / / / P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies / / / Andere opnamestanden / / / IS-instellingen (= 80) IS modus Uit / Uit / / Vóór gebruik / Knipperdetectie (= 52) Aan / / Raster (= 51) Aan/Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Menu Instellingen Accessoires Bijlage / / / / / / Index Beeldgebied (= 39) Groot/Medium/Klein / / / / / / / / / / / / 167 Automatische instellingen (= 40, = 41) Hulp vragen Aan / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Basishandleiding / / / / / / / / / / / / / / / / Uit / / / / / / / / / / / / / / Auto zoom Gezicht/Bovenlichaam/Lichaam/Handmatig/Automatisch / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Uit / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Digest-type (= 34) Met foto's/Geen foto's / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / Inst. gezichts-ID (= 45) Aan/Uit / / / / / / / / / / / / / / / / Vóór gebruik Tabblad Instellen / / / / / / / / / *1 De werking wanneer er geen gezichten zijn gedetecteerd, verschilt per opnamemodus. *2 Beschikbaar wanneer het AF-kader is ingesteld op [Centrum]. *3 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd in de ]. modus [ -In sommige standen of met sommige instellingen waarbij u Gezichts-ID gebruikt (= 44), worden namen van mensen mogelijk in beelden vastgelegd, zelfs als ze niet worden weergegeven. / Item Referentiepagina Mute = 134 Volume = 134 Hints en tips = 135 Datum/Tijd = 135 Auto-modus/Modus Hybride automatisch Tijdzone = 135 Andere opnamestanden Lens intrekken = 136 Eco-modus = 136 Spaarstand = 26, = 136 LCD Helderheid = 137 Opstart scherm = 137 Formatteren = 137 Bestandnr. = 138 Maak folder = 138 Maateenheden = 139 Video Systeem = 144 Instellingen Wi-Fi = 107 Mobiele apparaatverbinding = 110 Certificaatlogo weergeven = 139 Taal = 139 Reset alle = 140 Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 168 Tabblad Afspelen Vóór gebruik Tabblad Print Basishandleiding Item Referentiepagina = 104 Item Print Referentiepagina – Album afspelen Digest-films weerg./afsp. = 87 Sel. beeld & aantal = 151 Diavoorstelling = 91 Select. reeks = 152 Wissen = 94 Sel. alle beelden = 152 Beveilig = 92 Wis alle selecties = 152 Roteren = 96 Print instellingen = 151 Favorieten = 97 Fotoboek instellen = 153 i-Contrast = 100 Rode-Ogen Corr. = 101 Trimmen = 99 Veranderen = 98 My Colors = 100 Info gezichts-ID = 87 Overgangseff. = 84 Indexeffect = 87 Beeld scrollen = 84 Beelden groep. = 88 Autom. draaien = 97 Ga verder = 84 Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 169 Voorzorgsmaatregelen ●● De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. ●● Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan leiden tot storing of verlies van beeldgegevens. ●● Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje. Niet hard wrijven of hard drukken. Specificaties Cameraspecificaties Effectieve pixels in de camera (max.) Focuslengte lens ●● Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camera of het scherm schoon te maken. LCD-monitor ●● Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk van Canon Klantenservice. Bestandsformaat ●● Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de camera uit de tas haalt. ●● Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt. ●● Bewaar ongebruikte batterijen in een plastic zak of een vergelijkbare verpakking. Om ervoor te zorgen dat de prestaties van de batterij behouden blijven wanneer u de batterij gedurende langere tijd niet gaat gebruiken, laadt u de batterij circa een keer per jaar op en gebruikt u de resterende lading op voordat u de batterij opbergt. Gegevenstype Interface Stroombron Afmetingen (gebaseerd op CIPA-normen) Gewicht (gebaseerd op CIPA-normen) Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Ongeveer 20,3 miljoen pixels Auto-modus/Modus Hybride automatisch 30x zoom: 4.5 (G) – 135.0 (T) mm (equivalent aan 35 mm-film: 25 (G) – 750 (T) mm) Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in) Effectieve pixels: circa 922.000 pixels. Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF (versie 1.1) Foto's: Exif 2.3 (JPEG) Films: MP4 (Video: MPEG-4 AVC/H.264; Audio: MPEG-4 AAC-LC (stereo)) Hi-speed USB HDMI-uitgang Analoge audio-uitgang (stereo) Analoge video-uitgang (NTSC/PAL) Batterij NB-6LH Voedingsadapterset ACK-DC40 Andere opnamestanden 112,7 x 65,8 x 34,8 mm P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Circa 269 g (inclusief batterij en geheugenkaart) Circa 245 g (alleen camerabody) 170 Wi-Fi Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd IEEE 802.11b/g/n* * Alleen 2,4 GHz-band OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n) Verzendmethoden DSSS-modulatie (IEEE 802.11b) Infrastructuurmodus*1, Ad-hocmodus*2 Communicatiestanden *1 Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup *2 Wi-Fi-gecertificeerde IBSS Ondersteunde kanalen 1 – 11 WEP, WPA-PSK (AES/TKIP), Beveiliging WPA2-PSK (AES/TKIP) Normen Brandpuntsafstand digitale zoom (equivalent aan 35 mm) Digitale zoom [Standaard] Digitale telelens 1.6x Digitale telelens 2.0x 25 – 3000 mm (Staat voor de gecombineerde brandpuntsafstand van de optische en digitale zoomfunctie.) 40,0 – 1200 mm 50,0 – 1500 mm Aantal opnamen Circa 230 Aantal opnamen (Eco-modus aan) Opnametijd film*1 Opnametijd film (Continue opname*2) Afspeelduur*3 Circa 315 Circa 45 minuten Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Circa 1 uur en 15 minuten Basishandelingen van de camera Circa 4 uur Auto-modus/Modus Hybride automatisch *1Tijd onder deze omstandigheden. - Modus [ ] ] - Kwaliteit: [ - Met herhaaldelijk opnemen, stoppen, zoomen en de camera in- en uitschakelen *2Tijd onder deze omstandigheden. - Modus [ ] ] - Kwaliteit: [ - Zonder zoomen of andere bewerkingen - Het opnemen wordt hervat onmiddellijk nadat automatisch is gestopt bij een bestandsgrootte van 4 GB of een tijd van circa 29:59 *3Tijd bij het afspelen van een diavoorstelling van foto's. Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies ●● Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association). Menu Instellingen ●● Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd lager dan hierboven is aangegeven. Accessoires ●● Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij. Bijlage Index 171 Aantal opnamen per geheugenkaart Opnametijd per geheugenkaart Het aantal opnamen bij een beeldverhouding (= 49) van 4:3 per geheugenkaart is als volgt. Houd er rekening mee dat het aantal beschikbare opnamen varieert afhankelijk van de beeldverhouding. Aantal opnamepixels Compressieverhouding Aantal opnamen per geheugenkaart (aantal opnamen bij benadering) 16 GB (Groot) 20M/5184x3888 1680 2729 (Medium 1) 10M/3648x2736 3217 (Medium 2) 3M/2048x1536 9344 (Klein) 0.3M/640x480 5061 16755 53992 80988 ●● De waarden in de tabel zijn gebaseerd op meetomstandigheden van Canon en kunnen variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen. Opnametijd per geheugenkaart Beeldkwaliteit 16 GB Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden 59 min. 30 sec. Basishandelingen van de camera 1 uur 26 min. 5 sec.* 4 uur 5 min. 15 sec. Auto-modus/Modus Hybride automatisch 10 uur 22 min. 35 sec. * 52 min. 12 sec. voor iFrame-films (= 67). Andere opnamestanden ●● De waarden in de tabel zijn gebaseerd op meetomstandigheden van Canon en kunnen variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen. P-modus ●● De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip 4 GB is of wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en ], [ ] of [ ], of na circa 59 seconden is bij opnemen in [ 1 uur opnemen in [ ]. Tv-, Av- en M-modus ●● Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 10-geheugenkaarten of hoger gebruiken. Wi-Fi-functies Afspeelmodus Menu Instellingen Flitsbereik Accessoires Maximale groothoek ( Maximale telelens ( ) ) 50 cm – 3,5 m 1,4 – 2,0 m Bijlage Index 172 Opnamebereik Opnamemodus Sluitertijd Scherpstelbereik – 1 cm – oneindig – Andere standen Maximale groothoek ( ) * * Maximale telelens ( ) 1,4 m – oneindig 1,0 m – oneindig 8,0 m – oneindig 5 cm – oneindig 1,4 m – oneindig 1 – 50 cm 1 cm – oneindig – 1 – 1/3200 sec. Beschikbare waarden in de modus [ ] (sec.) 15, 13, 10, 8, 6, 5, 4, 3.2, 2.5, 2, 1.6, 1.3, 1, 0.8, 0.6, 0.5, 0.4, 0.3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/8, 1/10, 1/13, 1/15, 1/20, 1/25, 1/30, 1/40, 1/50, 1/60, 1/80, 1/100, 1/125, 1/160, 1/200, 1/250, 1/320, 1/400, 1/500, 1/640, 1/800, 1/1000, 1/1250, 1/1600, 1/2000, 1/2500, 1/3200 Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Diafragma Snelheid van continue opname Modus Continue opname [ ]-modus, automatisch ingesteld bereik 1,4 m – oneindig * Niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden. Vóór gebruik Snelheid Circa 6,0 beelden/sec. Circa 4,5 beelden/sec. f/nummer Beschikbare waarden in de modus [ ]* P-modus f/3.2 – f/8.0 (G), f/6.9 – f/8.0 (T) Tv-, Av- en M-modus F3.2, F3.5, F4.0, F4.5, F5.0, F5.6, F6.3, F6.9, F7.1, F8.0 Afspeelmodus * Afhankelijk van de zoompositie zijn mogelijk niet alle diafragmawaarden beschikbaar. Wi-Fi-functies Menu Instellingen Circa 4,5 beelden/sec. Accessoires ●● Snelheid bij gebruik van een 8 GB UHS-I-geheugenkaart, zoals vastgelegd in teststandaarden van Canon. Het aantal opnamen is afhankelijk van onderwerpen, het merk van de geheugenkaart en andere factoren. Bijlage Index 173 Batterij NB-6LH Type: Nominale spanning: Nominale capaciteit: Oplaadcycli: Bedrijfstemperatuur: Vóór gebruik Oplaadbare lithium-ionbatterij 3,7 V gelijkstroom 1.060 mAh Circa 300 keer 0 – 40 °C Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE Auto-modus/Modus Hybride automatisch Nominale invoer: 100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz), 0,085 A (100 V) – 0,05 A (240 V) Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,7 A Oplaadduur: Circa 2 uur (bij gebruik van NB-6LH) Oplaadlampje: Opladen: oranje / Volledig opgeladen: groen (systeem met twee indicatielampjes) Bedrijfstemperatuur: 0 – 40 °C Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index 174 C Index A Aangepaste witbalans 71 Aansluiting 144, 147 Accessoires 142 AE lock 69 Afdrukken 147 AF-kaders 74 AF lock 77 Afspelen → Bekijken AF Tracking 75 Auto-modus (opnamemodus) 22, 32 Av (opnamemodus) 82 AV-kabel 144 B Batterij Eco-modus 136 Niveau 160 Opladen 17 Spaarstand 26 Batterijen → Datum/tijd (datum/tijd-batterij) Batterijlader 2, 142 Beelden Afspelen → Bekijken Beveiligen 92 Weergaveduur 54 Wissen 94 Beelden geotaggen 130 Beelden opslaan op een computer 146 Beelden verzenden 124 Beelden verzenden naar een andere camera 124 Beelden verzenden naar een smartphone 108 Beelden verzenden naar webservices 119 Beeldkwaliteit → Compressieverhouding (beeldkwaliteit) Beeldstabilisatie 80 Beeldsynchronisatie 128 Beeldverhouding 49 Bekijken 23 Beeld zoeken 88 Diavoorstelling 91 Eén beeld weergeven 23 Indexweergave 87 Smart Shuffle 92 Tv-weergave 143 Vergrote weergave 90 Belichting AE lock 69 Compensatie 69 FE-lock 80 Bestandsnummering 138 Beveiligen 92 Bewerken Bijsnijden 99 Formaat wijzigen 98 i-Contrast 100 My Colors 100 Rode-ogencorrectie 101 Bijsnijden 99, 149 Camera Reset alle 140 Camera Connect 108 CameraWindow 146 CANON iMAGE GATEWAY 119 Centrum (modus AF Frame) 75 Compressieverhouding (beeldkwaliteit) 80 Continue opname 37, 43 Creatieve filters (opnamemodus) 60 Creatieve opname 57 D Datum/tijd Datum/tijd-batterij 20 Instellingen 19 Vervangen 19 Wereldklok 135 DC-koppelstuk 145 De Witbalans voor meerdere gebieden corrigeren 50 Diavoorstelling 91 Digitale telelens 74 Digitale Zoom 38 Directe effecten (opnamemodus) 56 DPOF 151 E Eco-modus 136 Extra levendig (opnamemodus) 60 F Favorieten 97 FE-lock 80 Films Beeldkwaliteit (opnamepixels/ beeldsnelheid) 49, 50 Bewerken 102 Opnametijd 172 Fisheye-effect (opnamemodus) 60 Flitser Aan 78 Flitsbelichtingscompensatie 79 Flitser uitschakelen 79 Slow sync 79 Focusvergrendeling 75 Formaat wijzigen 98 Fotoboek instellen 153 Foutmeldingen 158 Framing Assist 39 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies G Geheugenkaarten 2 Opnametijd 172 Geluiden 134 Gezichts-AiAf (modus AF Frame) 75 Gezichts-ID 44 Gezicht-zelfontspanner (opnamemodus) 64 Glimlach (opnamemodus) 63 GPS-informatieweergave 86 Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index H Handmatig scherpstellen (scherpstelbereik) 73 HDMI-kabel 143 Hybride automatisch (opnamemodus) 34 175 I i-Contrast 70, 100 iFrame-films (filmmodus) 67 Indicator 31, 53, 54 Inhoud van de verpakking 2 ISO-waarde 70 K Kleur (witbalans) 71 Klok 31 Knipoogdetectie (opnamemodus) 64 Knipperdetectie 52 Korte clips (filmmodus) 66 Kwiklampcorrectie 50 L Lichtnet 145 M M (opnamemodus) 82 Macro (scherpstelbereik) 73 Meetmethode 69 Menu Basishandelingen 29 Tabel 162 Menu FUNC. Basishandelingen 28 Tabel 163 Miniatuureffect (opnamemodus) 61 Mobiele apparaatverbinding 110 Modus Camera toegangspunt 113 Monochroom (opnamemodus) 63 My Colors 71, 100 N Nachtscène handmatig (opnamemodus) 59 O Opname Opnamedatum/-tijd → Datum/tijd Opname-informatie 160 Opnamen maken op afstand 130 Opnamepixels (beeldgrootte) 49 P P (opnamemodus) 68 PictBridge 143, 147 Polsriem → Riem Portret (opnamemodus) 58 Postereffect (opnamemodus) 60 Problemen oplossen 154 Programma AE 68 R Raster 51 Recyclen de interne oplaadbare lithiumbatterij 21 Reizen met de camera 135 Reset alle 140 Riem 2, 16 Rode-ogencorrectie 101 Roteren 96 S Scherm Menu → Menu FUNC., Menu Pictogrammen 160, 161 Weergavetaal 20 Scherpstelbereik Handmatig scherpstellen 73 Macro 73 Scherpstellen AF-kaders 74 AF lock 77 AF-Punt Zoom 51 MF-peaking 74 Servo AF 76 Sepiakleurige beelden 72 Servo AF 76 Smart Shuffle 92 Smart Shutter (opnamemodus) 63 Sneeuw (opnamemodus) 59 Softfocus (opnamemodus) 62 Software Beelden opslaan op een computer 146 Installatie 114, 146 Spaarstand 26 Speels effect (opnamemodus) 62 Standaard (filmmodus) 65 Standaardwaarden → Reset alle Stereo AV-kabel 143, 144 Story Highlights 104 T Tv (opnamemodus) 81 Tv-weergave 143 Vergrote weergave 90 Voeding 142 → Batterij → Batterijlader → Voedingsadapterset Voedingsadapterset 142, 145 Vuurwerk (opnamemodus) 59 Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera W Auto-modus/Modus Hybride automatisch Weergavetaal 20 Weinig licht (opnamemodus) 59 Wereldklok 135 Wi-Fi-functies 107 Wi-Fi-menu 111 Windfilter 35 Wissen 94 Witbalans (kleur) 71 Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Z Zelfontspanner 42 2 seconden zelfontspanner 42 Gezicht-zelfontspanner (opnamemodus) 64 Knipoogdetectie (opnamemodus) 64 Zelfontspanner aanpassen 43 Zoeken 88 Zoomen 22, 33, 38 Zwart-witfoto’s 72 Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index V Verbinden via een toegangspunt 115 Verbindingsinformatie bewerken of wissen 131 176 Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN) ●● Landen en regio's waar WLAN-gebruik is toegestaan -- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s, en illegaal gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften. Om te voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN schendt, controleert u op de website van Canon waar het gebruik is toegestaan. Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN in andere landen en regio's. ●● Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit juridische gevolgen hebben: -- Het product wijzigen of aanpassen -- De certificeringslabels van het product verwijderen ●● Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services (waaronder dit product) uit Japan te exporteren. ●● Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop een VS-handelsembargo van toepassing is. ●● Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt. De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen kunnen worden gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het product, de gevolgen van radiogolven of statische elektriciteit, of een ongeval of fout. Noteer de draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel. Houd er rekening mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor directe of indirecte schade of verlies van inkomsten als gevolg van het verslechteren of verdwijnen van inhoud. ●● Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling. ●● Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal van dit product. Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen. ●● Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding. Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk voor schade of verlies als de functie en het product op een andere manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden ●● Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische apparatuur of andere elektronische apparatuur. Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze apparaten beïnvloeden. Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven P-modus ●● Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken. Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Veiligheidsmaatregelen Wi-Fi-functies Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel gebruikt. Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt. Menu Instellingen ●● Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken. Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt (onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven. Als u probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze probeert te gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden beschouwd. Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer geen verbinding te maken met andere onbekende netwerken. Bijlage Accessoires Index 177 Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de volgende problemen voordoen. ●● Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt. ●● Ongeoorloofde netwerktoegang Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie) of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in andere systemen inbreken). Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te vermijden. Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis van Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en gemak wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast. De camera kan via Wi-Fi afdrukken naar PictBridgecompatibele printers. Dankzij de technische PictBridgenormen kunnen digitale camera's, printers en andere apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar verbinding maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS over IP PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen mogelijk. De camera is ook compatibel met deze norm. Handelsmerken en licenties ●● Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. ●● Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de U.S. en andere landen. ●● App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc. ●● Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. ●● HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC. ●● Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van Apple Inc. ●● Wi-Fi®, Wi-Fi Alliance®, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™ zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. ●● Het N-teken is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen. ●● Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. ●● Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door Microsoft. ●● This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video. No license is granted or implied for any other use for MPEG-4 standard. * Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist. Vóór gebruik Basishandleiding Handleiding voor gevorderden Basishandelingen van de camera Auto-modus/Modus Hybride automatisch Andere opnamestanden P-modus Tv-, Av- en M-modus Afspeelmodus Wi-Fi-functies Menu Instellingen Accessoires Bijlage Index Vrijwaring ●● Onrechtmatige verveelvoudiging van deze handleiding is verboden. ●● Alle metingen zijn gebaseerd op teststandaarden van Canon. ●● Informatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd, evenals productspecificaties en het uiterlijk. ●● De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen enigszins afwijken van het werkelijke apparaat. ●● Niettegenstaande het bovenstaande kan Canon niet aansprakelijk worden gehouden voor eventuele schade die ontstaat door het gebruik van dit product. 178
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Key Features
- Compact camera 20.3 MP BSI CMOS Red
- Image sensor size: 1/2.3"
- Image stabilizer
- Optical zoom: 30x Digital zoom: 10x
- TTL Smile detection
- ISO sensitivity (min): 80 ISO sensitivity (max): 3200 Fastest camera shutter speed: 1/3200 s Slowest camera shutter speed: 15 s ± 2EV (1/3EV step)
- Video recording 1920 x 1080 pixels Full HD
- Built-in microphone PictBridge Mini-USB B HDMI Wi-Fi Near Field Communication (NFC)
- Lithium-Ion (Li-Ion) 3.7 V