Canon PowerShot SX710 HS Handleiding

Add to my manuals
178 Pages

advertisement

Canon PowerShot SX710 HS Handleiding | Manualzz
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Gebruikershandleiding
Andere opnamestanden
NEDERLANDS
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
“Veiligheidsmaatregelen” (= 13), voordat u de camera in gebruik
neemt.
●● Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct te
gebruiken.
●● Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de toekomst kunt
raadplegen.
Wi-Fi-functies
●● Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina's te openen.
: Volgende pagina
Menu Instellingen
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
Accessoires
●● Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op de
hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Bijlage
Index
© CANON INC. 2015
CEL-SV6ZA280
1
Vóór gebruik
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen,
ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● SD-geheugenkaarten*1
Informatie om te beginnen
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Basishandelingen van de
camera
●● SDHC-geheugenkaarten*1*2
●● SDXC-geheugenkaarten*1*2
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werking in deze camera geverifieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Camera
Menu Instellingen
Batterij
NB-6LH*
Accessoires
Bijlage
Batterijlader
CB-2LY/CB-2LYE
Index
Polsriem
* Verwijder het stickerlabel niet van een batterij.
●● De verpakking bevat ook gedrukt materiaal.
●● Een geheugenkaart is niet bijgesloten (= 2).
2
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
●● Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn
niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit
uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief
kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of
niet kan worden gelezen door apparaten.
●● De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld
voor persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van
opnamen dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan
dat, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het
fotograferen in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke
rechten op bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde
commerciële omstandigheden.
●● Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon
Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het
instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd.
●● Hoewel de LCD-monitor onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar
zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen
invloed op de opgenomen beelden.
●● Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt
●● In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de
bijbehorende cameraknoppen en controleknoppen, waarop de
pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden
met de volgende pictogrammen aangeduid. Nummers aangegeven
tussen haakjes geven de nummers weer van de overeenkomstige
bedieningselementen in “Onderdeelnamen” (= 4).
[ ] Knop omhoog (12) aan de achterkant
[ ] Knop links (8) aan de achterkant
[ ] Knop rechts (13) aan de achterkant
[ ] Knop omlaag (15) aan de achterkant
[ ] Controleknop (7) aan de achterkant
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Opnamestanden en pictogrammen en tekst op het scherm worden
tussen haakjes weergegeven.
●●
: Wat u beslist moet weten
●●
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● =xx: Pagina's met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx”
voor een paginanummer)
Accessoires
●● De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
●● Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
Bijlage
Index
●● De symbolen “  Foto's” en “  Films” onder titels geven aan of de
functie wordt gebruikt voor foto's of films.
●● De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
3
Vóór gebruik
Onderdeelnamen
(4)
(5) (6)(7) (8)
Basishandleiding
(9) (10) (11)(12)
(1) (2)
Handleiding voor gevorderden
(3) (4)
Basishandelingen van de
camera
(1)
(2)
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
(5)
(3)
(7)
(8)
(13)
(14) (15) (16)
(10)
(1)Microfoon
(9)Flitser
(2)Lamp
(10)
(N-teken)*
(1)
Scherm (LCD-monitor)
(2)Luidspreker
(3)Lens
(11) Schakelaar [ (Flitser omhoog)]
(4)Zoomknop
(telelens)] /
Opnemen:‌[
(groothoek)]
[
Afspelen:‌[ (vergroten)] /
(index)]
[
(Framing Assist –
(12) Knop [
Zoeken)]
(4)HDMITM-aansluiting
(13) Serienummer (bodynummer)
(5)Programmakeuzewiel
(14) Aansluiting statief
(6)
(5)Filmknop
(6)Ontspanknop
(7)ON/OFF-knop
(8)
Antenne voor Wi-Fi
* Gebruikt bij NFC-functies (= 108).
(3)
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
Knop [
(Afspelen)]
(15) Klepje gelijkstroomkoppeling
(7)Controleknop
(16) Klepje van geheugenkaart /
batterijhouder
(8)
(17)Riembevestigingspunt
(10) Knop [
Knop [ (Macro)] /
(Handmatige
[
scherpstelling)] / Links
P-modus
(13)
(14)
(15)
(16)
(9)
(17)
Andere opnamestanden
(11)
(12)
(6)
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
(Weergave)]
Wi-Fi-functies
(11) Knop [ (Mobiele
apparaatverbinding)]
Menu Instellingen
(12)Knop
[ (Belichtingscompensatie)] /
(Wi-Fi)] / Omhoog
[
Accessoires
(13) Knop [ (Flitser)] / Rechts
Bijlage
(14) Knop FUNC. (functie) / SET
(15) Knop [ (Zelfontspanner)] /
(Story Highlights)] / Omlaag
[
(16)[
Index
]-knop
(9)Indicator
●● Aan de controleknop draaien is één
van de mogelijkheden om verschillende
instellingen te kiezen, van beeld naar
beeld te gaan en andere handelingen
uit te voeren. Het merendeel van deze
handelingen kunt u ook uitvoeren met de
knoppen [ ][ ][ ][ ].
4
Inhoudsopgave
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen................................................ 2
Inhoud van de verpakking......................................................... 2
Compatibele geheugenkaarten................................................. 2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie............................ 3
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt................ 3
Onderdeelnamen...................................................................... 4
Algemene bediening camera...................................................11
Veiligheidsmaatregelen........................................................... 13
Basishandleiding
Basishandelingen............................................................ 16
Voordat u begint...................................................................... 16
De riem bevestigen.....................................................................16
De camera vasthouden..............................................................16
De batterij opladen.....................................................................17
De batterij en uw geheugenkaart plaatsen.................................17
De batterij en geheugenkaart verwijderen..............................18
De datum en tijd instellen...........................................................19
De datum en tijd wijzigen.......................................................19
Weergavetaal.............................................................................20
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen........................ 21
De camera testen.................................................................... 22
Opnamen maken (Smart Auto)...................................................22
Bekijken......................................................................................23
Beelden wissen......................................................................24
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera.................................. 25
Aan/Uit.................................................................................... 25
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)........................................26
Spaarstand in de opnamemodus...........................................26
Spaarstand in de afspeelmodus.............................................26
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Ontspanknop........................................................................... 26
Opnamestanden...................................................................... 27
Opties opnameweergave........................................................ 27
Het menu FUNC. gebruiken.................................................... 28
Het menuscherm gebruiken.................................................... 29
Toetsenbord op het scherm..................................................... 30
Indicatorweergave................................................................... 31
Klok......................................................................................... 31
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Auto-modus/Modus Hybride automatisch..................... 32
Afspeelmodus
Opnamen maken met door de camera bepaalde
instellingen.............................................................................. 32
Opnamen maken (Smart Auto)...................................................32
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch..................34
Digest-film afspelen................................................................35
Foto's/films.............................................................................35
Foto's......................................................................................35
Films.......................................................................................35
Compositiepictogrammen...........................................................36
Scènes voor continue opname...............................................37
Pictogrammen voor beeldstabilisatie..........................................37
Kaders op het scherm................................................................38
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Algemene, handige functies.................................................... 38
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom)...................38
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen die na het handmatig
zoomen zijn verdwenen (Framing Assist – Zoeken)...................39
5
Automatisch zoomen als reactie op beweging van het
onderwerp (Auto zoom)..............................................................40
Het formaat waarin gezichten constant worden
weergegeven wijzigen............................................................41
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met automatisch
zoomen (Hulp vragen)................................................................41
De zelfontspanner gebruiken......................................................42
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner..............42
De zelfontspanner aanpassen................................................43
Continue opname.......................................................................43
Beelden weergeven tijdens het afspelen................................44
Gezichts-ID gebruiken............................................................. 44
Persoonlijke gegevens...............................................................44
Gezichts-ID-gegevens registreren..............................................45
Opnamen maken........................................................................46
Geregistreerde gegevens controleren en bewerken..................47
Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen.....................47
Geregistreerde gegevens wissen...........................................48
Functies voor de beeldaanpassing......................................... 49
De verhouding wijzigen..............................................................49
Het aantal opnamepixels wijzigen
(beeldgrootte).............................................................................49
Richtlijnen voor het kiezen van de opnamepixelinstelling
op basis van het papierformaat (voor 4:3-beelden)................49
Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren...............50
Beeldkwaliteit van films wijzigen.................................................50
Handige opnamefuncties........................................................ 51
Raster weergeven......................................................................51
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten....................51
Controleren op gesloten ogen....................................................52
Instellingen van de IS-modus wijzigen.......................................52
Beeldstabilisatie uitschakelen................................................52
Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat
als waarop ze voor het filmen worden weergegeven.............53
De camerabewerkingen aanpassen........................................ 53
Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat.......................................53
Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie aangaat.........54
De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen................54
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen..........54
Het weergegeven scherm na de opname wijzigen.................55
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Andere opnamestanden.................................................. 56
Helderheid/kleur aanpassen (Directe effecten)....................... 56
Genieten van diverse beelden van elke opname
(Creatieve opname)................................................................ 57
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Effecten kiezen...........................................................................57
Bewegende onderwerpen (Sport)........................................... 58
Specifieke scènes................................................................... 58
Beeldeffecten (Creatieve filters).............................................. 60
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Opnamen maken met het effect van een visooglens
(Fisheye-effect)...........................................................................60
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect)..........61
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van één minuut)....................................................61
Opnamen maken met een speels effect (Speels effect).............62
Opnamen met een soft-focuseffect............................................62
Opnamen maken in monochroom..............................................63
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Speciale modi voor andere doeleinden................................... 63
Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie
(Smart Shutter)...........................................................................63
Automatisch opnamen maken na lachdetectie (Glimlach).....63
Automatisch opnamen maken na knipoogdetectie
(Knipoogdetectie)...................................................................64
Automatisch opnamen maken nadat een nieuwe persoon
wordt gedetecteerd (Gezicht-zelfontspanner)........................64
Bijlage
Index
Verschillende films opnemen.................................................. 65
Films maken in de standaardmodus...........................................65
Films met vloeiendere beweging maken................................65
Belichting vergrendelen of wijzigen voordat u een
film maakt...............................................................................66
6
Grote camerabewegingen corrigeren.....................................66
Films maken in de Korte clip-modus..........................................66
Afspeeleffecten.......................................................................67
iFrame-films maken....................................................................67
P-modus............................................................................ 68
Opnamen maken met programma AE ([P]-modus)................. 68
Helderheid van het beeld (Belichting)..................................... 69
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)...........................................................69
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock).......69
De meetmethode wijzigen..........................................................69
De ISO-waarde wijzigen.............................................................70
De helderheid corrigeren (i-Contrast).........................................70
Beeldkleuren........................................................................... 71
Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans)................................71
Aangepaste witbalans............................................................71
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)......................71
Custom Kleur..........................................................................72
Opnamebereik en scherpstellen............................................. 73
Close-ups maken (macro)..........................................................73
Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen...........73
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking)........74
Digitale telelens..........................................................................74
De modus AF Frame wijzigen.....................................................74
Centrum..................................................................................75
Gezichts-AiAf..........................................................................75
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen
(AF Tracking)..........................................................................75
Opnamen maken met Servo AF.............................................76
De focusinstelling veranderen....................................................77
Opnamen maken met AF lock....................................................77
Continue opnamen maken terwijl de camera op het
onderwerp blijft scherpstellen.....................................................78
Flitser...................................................................................... 78
Flitsermodus wijzigen.................................................................78
Automatisch............................................................................78
Aan.........................................................................................78
Slow sync...............................................................................79
Uit...........................................................................................79
De flitsbelichtingscompensatie aanpassen.................................79
Opnamen maken met FE-lock....................................................80
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Overige instellingen................................................................. 80
De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit)...................80
Instellingen van de IS-modus wijzigen.......................................80
Andere opnamestanden
Tv-, Av- en M-modus........................................................ 81
P-modus
Specifieke sluitertijden (Modus [Tv])....................................... 81
Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av])............................ 82
Specifieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]).... 82
Tv-, Av- en M-modus
De flitsoutput aanpassen............................................................83
Afspeelmodus
Afspeelmodus.................................................................. 84
Bekijken................................................................................... 84
Van weergavemodus wisselen...................................................85
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van
beelden).................................................................................86
Histogram...............................................................................86
GPS-informatieweergave.......................................................86
Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van
foto's (digest-films).....................................................................86
Op datum weergeven.............................................................87
Personen controleren die met Gezichts-ID zijn gedetecteerd....87
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Door beelden bladeren en beelden filteren............................. 87
Bladeren door beelden in een index...........................................87
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden.......88
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven.........................88
Gezichts-ID-gegevens bewerken............................................ 89
Namen wijzigen..........................................................................89
Namen wissen............................................................................90
7
Opties voor het weergeven van foto's..................................... 90
Beelden vergroten......................................................................90
Diavoorstellingen bekijken..........................................................91
Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen...........................91
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle).....92
Beelden beveiligen.................................................................. 92
Via het menu..............................................................................92
Afzonderlijke beelden selecteren................................................93
Een reeks selecteren..................................................................93
Alle beelden in één keer beveiligen............................................94
Alle beveiligingen in één keer opheffen..................................94
Beelden wissen....................................................................... 94
Meerdere beelden tegelijk wissen..............................................95
Een selectiemethode selecteren............................................95
Afzonderlijke beelden selecteren...........................................95
Een reeks selecteren..............................................................95
Alle beelden in één keer opgeven..........................................96
Beelden roteren....................................................................... 96
Via het menu..............................................................................96
Automatisch draaien uitschakelen..............................................97
Beelden markeren als favoriet................................................ 97
Via het menu..............................................................................98
Foto's bewerken...................................................................... 98
Het formaat van beelden wijzigen..............................................98
Trimmen.....................................................................................99
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)....................100
De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast)................100
Rode ogen corrigeren...............................................................101
Films bewerken..................................................................... 102
Bestandsgroottes verkleinen....................................................103
Digest-films bewerken..............................................................103
Albums bekijken (Story Highlights)....................................... 104
Thema's voor albums kiezen................................................104
Achtergrondmuziek toevoegen aan albums.............................105
Uw eigen albums maken..........................................................106
Wi-Fi-functies................................................................. 107
Beschikbare Wi-Fi-functies................................................... 107
Beelden naar een smartphone verzenden............................ 108
Beelden verzenden naar een smartphone die
NFC ondersteunt......................................................................108
Verbinding maken via NFC wanneer de camera
uit staat of in de opnamemodus staat..................................108
Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de
afspeelmodus staat.............................................................. 110
Verzenden naar een smartphone die is toegewezen
aan de knop.............................................................................. 110
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu..................... 111
Een ander toegangspunt gebruiken......................................... 113
Eerdere toegangspunten.......................................................... 113
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Beelden opslaan op een computer........................................114
Voorbereidingen voor het registreren van een computer......... 114
De computeromgeving controleren...................................... 114
De software installeren......................................................... 114
De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows).................................................................. 115
Beelden opslaan op een aangesloten computer...................... 115
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen................. 115
WPS-compatibele toegangspunten gebruiken..................... 116
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst................ 118
Eerdere toegangspunten...................................................... 119
Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice......119
Webservices registreren........................................................... 119
CANON iMAGE GATEWAY registreren................................120
Andere webservices registreren...........................................121
Beelden uploaden naar webservices........................................122
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden draadloos afdrukken met een verbonden
printer.................................................................................... 123
Beelden naar een andere camera verzenden....................... 124
8
Opties voor het verzenden van beelden............................... 125
Meerdere beelden verzenden...................................................125
Afzonderlijke beelden selecteren.........................................125
Een reeks selecteren............................................................126
Favoriete beelden verzenden...............................................126
Opmerkingen over het verzenden van beelden........................127
Het aantal opnamepixels kiezen
(beeldgrootte)...........................................................................127
Opmerkingen toevoegen..........................................................127
Beelden automatisch verzenden (beeldsynchronisatie)........ 128
Voordat u begint.......................................................................128
De camera voorbereiden......................................................128
De computer voorbereiden...................................................128
Beelden verzenden...................................................................129
Beelden die via Beeldsynchronisatie zijn verzonden
op een smartphone bekijken................................................129
Een smartphone gebruiken om camerabeelden te
bekijken en de camera te bedienen...................................... 130
Beelden op de camera geotaggen...........................................130
Opnamen maken op afstand....................................................130
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen.................................. 131
Verbindingsinformatie bewerken..............................................131
De bijnaam van een apparaat wijzigen................................132
Verbindingsinformatie wissen...............................................132
De bijnaam van het apparaat wijzigen.................................132
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen........................133
Menu Instellingen........................................................... 134
Basisfuncties van de camera aanpassen.............................. 134
Camerageluiden dempen.........................................................134
Het volume aanpassen.............................................................134
Hints en tips verbergen.............................................................135
Datum en tijd............................................................................135
Wereldklok................................................................................135
Timing voor het intrekken van de lens......................................136
Eco-modus gebruiken...............................................................136
De spaarstand aanpassen........................................................136
Schermhelderheid....................................................................137
Het opstartscherm verbergen...................................................137
Geheugenkaarten formatteren.................................................137
Low Level Format.................................................................138
Bestandsnummering.................................................................138
Beelden opslaan op datum.......................................................138
Metrische/Niet-metrische weergave.........................................139
Certificatielogo's controleren....................................................139
Weergavetaal...........................................................................139
Andere instellingen aanpassen................................................139
Standaardinstellingen van de camera herstellen......................140
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Accessoires.................................................................... 141
Tv-, Av- en M-modus
Systeemoverzicht.................................................................. 141
Optionele accessoires........................................................... 142
Afspeelmodus
Voedingen.................................................................................142
Overige accessoires.................................................................143
Printers.....................................................................................143
Wi-Fi-functies
Optionele accessoires gebruiken.......................................... 143
Menu Instellingen
Afspelen op een tv....................................................................143
Afspelen op een hdtv............................................................143
Afspelen op een sdtv............................................................144
De camera voeden via het lichtnet...........................................145
De software gebruiken.......................................................... 146
Verbinding maken met een computer via een kabel.................146
De computeromgeving controleren......................................146
De software installeren.........................................................146
Beelden opslaan op een computer...........................................146
Accessoires
Bijlage
Index
Beelden afdrukken................................................................ 147
Eenvoudig afdrukken................................................................147
Afdrukinstellingen configureren................................................148
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken.................................149
9
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het
afdrukken..............................................................................149
Beschikbare indelingsopties.................................................150
Id-foto's afdrukken................................................................150
Filmscènes afdrukken...............................................................150
Afdrukopties voor films.........................................................150
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)............................151
Afdrukinstellingen configureren............................................151
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden......................151
Afdrukinstellingen voor een reeks beelden..........................152
Afdrukinstellingen voor alle beelden.....................................152
Alle beelden in de printlijst wissen........................................152
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst
(DPOF).................................................................................152
Beelden toevoegen aan een fotoboek......................................153
Een selectiemethode selecteren..........................................153
Afzonderlijke beelden toevoegen.........................................153
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek...........................153
Alle beelden verwijderen uit een fotoboek............................153
Bijlage............................................................................. 154
Problemen oplossen............................................................. 154
Berichten op het scherm....................................................... 158
Informatie op het scherm...................................................... 160
Opname (informatieweergave).................................................160
Batterijniveau........................................................................160
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)..............................161
Overzicht van filmbedieningspaneel.....................................161
Voorzorgsmaatregelen.......................................................... 170
Specificaties.......................................................................... 170
Cameraspecificaties.................................................................170
Wi-Fi.....................................................................................171
Brandpuntsafstand digitale zoom (equivalent
aan 35 mm)..........................................................................171
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd..............................171
Aantal opnamen per geheugenkaart....................................172
Opnametijd per geheugenkaart............................................172
Flitsbereik.............................................................................172
Opnamebereik......................................................................173
Snelheid van continue opname............................................173
Sluitertijd...............................................................................173
Diafragma.............................................................................173
Batterij NB-6LH....................................................................174
Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE.............................................174
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Index..................................................................................... 175
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)..................... 177
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven...............177
Veiligheidsmaatregelen............................................................177
Handelsmerken en licenties.................................................178
Vrijwaring..............................................................................178
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Functies en menutabellen..................................................... 162
Beschikbare functies per opnamemodus.................................162
Menu FUNC..............................................................................163
Opnametabblad........................................................................164
Tabblad Instellen.......................................................................168
Tabblad Afspelen......................................................................169
Tabblad Print.............................................................................169
10
Speciale effecten toepassen
Algemene bediening camera
Vóór gebruik
Basishandleiding
Levendige kleuren
(= 60)
Opnamen maken
●● Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus, modus
Hybride automatisch)
-- = 32, = 34
●● Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname met
behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve
opname)
-- = 57
Goede opnamen van mensen maken
Poster-effect
(= 60)
Fisheye-effect
(= 60)
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Miniatuureffect
(= 61)
Speels effect
(= 62)
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Soft focus
(= 62)
Andere opnamestanden
P-modus
Monochroom
(= 63)
Tv-, Av- en M-modus
●● Scherpstellen op gezichten
-- = 32, = 58, = 75
Portretten
(= 58)
In de sneeuw
(= 58)
Specifieke scènes afstemmen
Sport
(= 58)
Nachtscènes
(= 58)
Weinig licht
(= 58)
Vuurwerk
(= 58)
Afspeelmodus
●● Zonder gebruik van de flitser (Flitser Uit)
-- = 32
Wi-Fi-functies
●● Een foto maken met uzelf erbij (Zelfontspanner)
-- = 42, = 64
Menu Instellingen
●● Filmclips en foto's combineren (Filmsynopsis)
-- = 34
Accessoires
Bijlage
Index
11
Weergeven
●● Beelden bekijken (Afspeelmodus)
-- = 84
●● Automatisch afspelen (Diavoorstelling)
-- = 91
●● Op een tv
-- = 143
●● Op een computer
-- = 146
●● Snel door beelden bladeren
-- = 87
●● Beelden wissen
-- = 94
Opslaan
●● Beelden opslaan op een computer via een kabel
-- = 146
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Wi-Fi-functies gebruiken
Basishandelingen van de
camera
●● Beelden naar een smartphone verzenden
-- = 108
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Beelden online delen
-- = 119
Andere opnamestanden
●● Beelden naar een computer verzenden
-- = 128
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Automatisch een album maken
-- = 104
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Films opnemen/bekijken
Menu Instellingen
●● Films opnemen
-- = 32, = 65
Accessoires
●● Films bekijken (Afspeelmodus)
-- = 84
Afdrukken
Bijlage
Index
●● Foto's afdrukken
-- = 147
12
Veiligheidsmaatregelen
●● Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
●● De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om
letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te
voorkomen.
●● Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico
van ernstig letsel of levensgevaar.
●● Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneer u de flitser gebruikt.
●● Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot
verstikking.
Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar
wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt.
●● Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor
stroomvoorziening.
●● Demonteer, wijzig of verwarm het product niet.
●● Verwijder het stickerlabel van de batterij niet, als de batterij een
stickerlabel heeft.
●● Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
●● Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan
als het kapot is, bijvoorbeeld wanneer het is gevallen.
●● Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een
vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
●● Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of
thinner om het product schoon te maken.
●● Voorkom contact met vloeistoffen en laat geen vloeistoffen of vreemde
objecten in de camera binnendringen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als het product nat wordt of als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen
in de camera komen, verwijdert u meteen de batterij/batterijen of haalt
u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Kijk niet door de zoeker (als uw model een zoeker heeft) naar een
sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of een sterke
kunstmatige lichtbron.
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het
stopcontact zit.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met
het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product.
Andere opnamestanden
P-modus
●● Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen.
●● Plaats de batterij/batterijen niet in de buurt van of in open vuur.
Dit kan ervoor zorgen dat de batterij/batterijen exploderen of lekken, wat
kan leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid
of kleding met lekkende batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze
onmiddellijk afspoelen met water.
●● Als het product een batterijlader gebruikt, dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
-- Verwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich
heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en
het gebied eromheen weg met een droge doek.
-- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte
handen.
-- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale
capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt
overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker beschadigd
is of als deze niet volledig in het stopcontact is gestoken.
-- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
niet in contact komen met de contactpunten of stekker.
-- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw product een
netsnoer heeft. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is
toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat
u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
13
●● Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid.
Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads
verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren.
Gebruik een statief op warme plekken, of als u een slechte bloedsomloop
of ongevoelige huid hebt.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van
letsel.
●● Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld
aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer
u het aan de polsriem draagt.
●● Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
●● Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
●● Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk
bedekt wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
●● Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
-- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan;
-- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C;
-- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/
batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
Oververhitting en schade kunnen leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
●● Door langdurig naar overgangen voor diavoorstelling te kijken, kunt
u zich onprettig gaan voelen.
●● Wanneer u optionele lenzen, lensfilters of filteradapters (indien van
toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires
goed vastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de
glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
●● Let er bij producten die automatisch de flitser in- en opklappen op dat
uw vinger niet bekneld raakt door de flitser als deze wordt ingeklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade
aan eigendommen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een
heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron.
Hierdoor kunnen de beeldsensor of interne onderdelen beschadigd raken.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige
plek, dient u erop te letten dat er geen zand of stof in het apparaat
terechtkomt.
●● Druk de flitser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten die
automatisch de flitser in- en opklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Veeg eventueel stof, vuil of ander materiaal dat niet op de flitser
thuishoort weg met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de flitser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet
op de flitser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product
verstoord raken.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Verwijder de batterij/batterijen en berg deze op wanneer u het product
niet gebruikt.
Als de batterij lekt kan het product beschadigd worden.
●● Breng, voordat u de batterij/batterijen weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Haal een batterijlader die u voor het product gebruikt, uit het
stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met
een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan
deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
●● Laat batterijen voor het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage,
oververhitting of een explosie, met schade aan het product of brand als
gevolg.
14
●● Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie
van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus.
Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het
plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Basishandelingen van de
camera
●● Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het
naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat
ingeklapt kan worden.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
P-modus
Andere opnamestanden
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
15
Basishandleiding
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
De riem bevestigen
Basishandelingen
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot
opnamen maken en afspelen
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Steek het uiteinde van de riem door het
riembevestigingspunt (1) en haal het
andere uiteinde van de riem door het
oog aan het draadeinde (2).
(2)
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
(1)
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
De camera vasthouden
Accessoires
●● Doe de riem om uw pols.
●● Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
op de uitgeklapte flitser rusten.
Bijlage
Index
16
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader.
Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom
voor dat u de batterij eerst oplaadt.
(1)
(2)
1 Plaats de batterij.
●● Zorg eerst dat de -markering op de
batterij overeenkomt met die op de
oplader en plaats dan de batterij door
deze naar binnen (1) en naar beneden
(2) te drukken.
2 Laad de batterij op.
(2 )
(1)
CB-2LY
CB-2LYE
●● CB-2LY: kantel de stekker naar
buiten (1) en steek de oplader in
een stopcontact (2).
●● CB-2LYE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
●● Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (= 171) voor
meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de
opnametijd met een volledig opgeladen batterij.
●● Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt
gebruiken op, of vlak daarvoor.
●● De lader kan worden gebruikt in gebieden met een
wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet
in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter
gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld
voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
(2)
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk
verkrijgbaar). Voordat u een nieuwe geheugenkaart gaat gebruiken of
een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd, moet de
geheugenkaart met deze camera worden geformatteerd (= 137).
(1)
●● Wanneer het opladen is voltooid, wordt
het lampje groen.
(1)
(2)
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Schuif het klepje naar buiten (1) en open
het (2).
2
●● Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen (1) en omhoog (2)
te drukken.
Afspeelmodus
1 Open het klepje.
(2)
●● Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
●● Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de
batterij te beschermen en in goede staat te houden.
●● Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan
defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
Basishandleiding
De batterij en uw geheugenkaart plaatsen
3 Verwijder de batterij.
(1)
Vóór gebruik
Accessoires
Bijlage
Plaats de batterij.
●● Houd de batterij vast met de
aansluitpunten in de getoonde positie.
Duw de batterijvergrendeling richting (1)
en plaats de batterij richting (2) totdat de
vergrendeling vastklikt.
Index
●● Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst en
wordt vergrendeld.
17
(1)
(2)
3 Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van uw kaart en
plaats de geheugenkaart.
●● Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld. Verschuif het
schuifje naar (1).
●● Plaats de geheugenkaart met de
aansluitpunten (2) in de getoonde richting
totdat deze vastklikt.
●● Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
●● Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting van
de pijl.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● De batterij wipt nu omhoog.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Verwijder de geheugenkaart.
●● Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● De geheugenkaart wipt nu omhoog.
4 Sluit het klepje.
(1)
(2)
Afspeelmodus
●● Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt (2).
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
●● Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 172) voor
richtlijnen over hoeveel foto's of uren aan opnamen op één
geheugenkaart passen.
Bijlage
Index
18
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer
u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt
opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en
wordt gebruikt bij het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met
de datum erop.
1 Schakel de camera in.
●● Druk op de ON/OFF-knop.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie
te selecteren.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om de datum en tijd op te
geven.
].
●● Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [
bij stap 2. Kies vervolgens [ ] door op de knoppen [ ][ ] te
drukken of aan de knop [ ] te draaien.
Basishandelingen van de
camera
]
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
1
P-modus
Open het menuscherm.
●● Druk op de knop [
Tv-, Av- en M-modus
].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Kies [Datum/Tijd].
Menu Instellingen
●● Beweeg de zoomknop om het
tabblad [ ] te selecteren.
Accessoires
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Datum/Tijd] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Geef uw thuistijdzone op.
3 Wijzig de datum en tijd.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
tijdzone thuis te selecteren.
4 Voltooi de instellingsprocedure.
●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [
Nadat een bevestigingsbericht is
weergegeven, wordt het
instellingenscherm niet meer
weergegeven.
Handleiding voor gevorderden
Wijzig de datum en tijd als volgt.
2 Stel de datum en tijd in.
3
Basishandleiding
De datum en tijd wijzigen
●● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [
Vóór gebruik
●● Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
].
●● Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
Bijlage
Index
●● Volg stap 2 bij “De datum en tijd instellen”
(= 19) om de instellingen aan te
passen.
] om het
●● Druk op de knop [
menuscherm te sluiten.
19
●● Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen
de datum- en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven
nadat de batterij is verwijderd.
●● De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat
u een opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt
aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar,
= 142), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
●● Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm
[Datum/Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en
tijd in zoals beschreven bij “De datum en tijd instellen” (= 19).
Vóór gebruik
Weergavetaal
Basishandleiding
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Open de afspeelmodus.
●● Druk op de knop [
Handleiding voor gevorderden
].
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Open het instellingenscherm.
Andere opnamestanden
●● Houd de knop [ ] ingedrukt en druk
direct op de knop [
].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
3 Stel de taal van het LCD-scherm in.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om een taal
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Afspeelmodus
●● Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
Menu Instellingen
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
●● De huidige tijd wordt weergegeven als u bij stap 2, nadat
u op de knop [ ] hebt gedrukt, te lang wacht voordat u op
] drukt. Druk in dat geval op [ ] om de
de knop [
tijdweergave verwijderen en herhaal stap 2.
●● U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop [
] te selecteren op het tabblad [ ].
te drukken en [Taal
]
20
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare
lithiumbatterij verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Draai de schroeven van de
behuizing los en verwijder de klep
van de achterkant.
●● Draai de schroeven van de behuizing aan
de zijkanten en onderkant los.
4 Verwijder de printplaat.
Vóór gebruik
●● Draai de schroeven los en houd de plaat
tegen de camera.
Basishandleiding
●● Trek de lintkabel naar buiten en verwijder
de plaat.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
5 Trek de lintkabels naar buiten.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
●● Verwijder de achterkant zoals
aangegeven in de afbeelding.
P-modus
2 Trek de lintkabel naar buiten en
draai de schroeven los.
Tv-, Av- en M-modus
6 Verwijder de oplaadbare
Afspeelmodus
lithiumbatterij.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Raak dit gedeelte nooit aan!
Accessoires
3 Verwijder de klepjes van de
voorkant en de bovenkant.
●● Verwijder het klepje van de voorkant.
●● Draai de schroef los en verwijder het
klepje van de bovenkant.
Bijlage
●● Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan
om de interne oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor
recycling, wanneer u de camera afdankt.
Index
●● Raak het op de afbeelding gemarkeerde gedeelte nooit aan.
Anders kunt u een elektrische schok krijgen door het hoge
voltage.
21
De camera testen
 Foto's  Films
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen
te maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Maak de opname.
Foto's maken
4
Vóór gebruik
1) Stel scherp.
Basishandleiding
●● Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld, hoort u tweemaal een
pieptoon en worden kaders weergegeven
om aan te geven op welke beeldgebieden
is scherpgesteld.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
Andere opnamestanden
P-modus
1 Schakel de camera in.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de ON/OFF-knop.
●● Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Open de modus [
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
].
●● Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
●● De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden worden linksboven in het
scherm weergegeven.
●● Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3 Kies de compositie.
●● Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ]
(telelens) en om uit te zoomen duwt u de
knop naar [ ] (groothoek).
●● Als [Flitser Opklappen] wordt
weergegeven, verschuift u de
schakelaar [ ] om de flitser uit te klappen.
De flitser flitst wanneer u een opname
maakt. Als u liever geen flitser gebruikt,
drukt u de flitser met uw vinger omlaag.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
2) Maak de opname.
Accessoires
●● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
●● Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de flitser, als u deze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
Bijlage
Index
●● Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
●● Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar het
opnamescherm.
22
Films opnemen
1) Start de opname.
(1)
●● Druk op de filmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [ REC] en de
verstreken tijd op het scherm (1).
●● Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
●● Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
●● Zodra de opname is begonnen, haalt
u uw vinger van de filmknop.
2) Beëindig de opname.
●● Druk nogmaals op de filmknop om de
filmopname te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
Vóór gebruik
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Open de afspeelmodus.
●● Druk op de knop [
Basishandelingen van de
camera
].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Uw laatste opname wordt weergegeven.
Andere opnamestanden
2 Selecteer de beelden.
●● Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop [ ] of draait u de knop [ ]
tegen de klok in. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop [ ] of
draait u de knop [ ] met de klok mee.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Houd de knoppen [ ][ ] ingedrukt om
snel door beelden te bladeren.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● U kunt dit scherm (modus Beeld scrollen)
openen door snel aan de knop [ ] te
draaien. Draai in deze modus aan de
knop [ ] om door beelden te bladeren.
●● Druk op de knop [ ] om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Films zijn herkenbaar aan het
pictogram [
]. Ga naar stap 3
als u films wilt afspelen.
23
3 Speel films af.
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op
de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ]) en druk vervolgens nogmaals
op de knop [ ].
●● Het afspelen begint en na de film
].
verschijnt [
●● Om het volume aan te passen,
drukt u tijdens het afspelen op de
knoppen [ ][ ].
●● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in.
Beelden wissen
Vóór gebruik
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
1 Selecteer het beeld dat u wilt
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
wissen.
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Wis het beeld.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op
de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ]) en druk vervolgens nogmaals
op de knop [ ].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om [Wissen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Het huidige beeld wordt nu gewist.
Menu Instellingen
●● Om het wissen te annuleren, drukt
u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [Annuleer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Accessoires
Bijlage
●● U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen
(= 95).
Index
24
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te
genieten, inclusief opties voor opnemen en afspelen
Vóór gebruik
Aan/Uit
Opnamemodus
●● Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [
] om de camera in te
schakelen en uw foto's te bekijken.
P-modus
●● Om de camera uit te schakelen drukt
].
u opnieuw op de knop [
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt
].
u op de knop [
●● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in (= 26).
●● Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één
minuut de lens ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl
] te drukken.
de lens is ingetrokken door op de knop [
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
25
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (Display Uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half
in te drukken (= 26).
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld.
●● U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van
Display Uit aanpassen (= 136).
●● De spaarstand is niet actief wanneer de camera via Wi-Fi
op andere apparaten is aangesloten (= 107) of als deze is
aangesloten op een computer (= 146).
Vóór gebruik
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto's te waarborgen, houdt u de ontspanknop
altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt
u de knop helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Druk half in. (Licht indrukken om
scherp te stellen.)
Andere opnamestanden
●● Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
2 Druk helemaal in. (Druk, vanaf de
positie halverwege, helemaal in om
de opname te maken.)
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Menu Instellingen
●● Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
●● De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
●● Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Accessoires
Bijlage
Index
26
Opnamestanden
Opties opnameweergave
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te
openen.
(8)
(1)
(2)
Basishandelingen van de
camera
Modus voor directe effecten
De helderheid en kleuren van
het beeld aanpassen tijdens het
maken van opnamen (= 56).
Auto-modus/modus Hybride
automatisch
Volledig automatische opnamen
met door de camera bepaalde
instellingen (= 22, = 32,
= 34).
Modus Creatieve opname
Zie hoe automatisch allerlei
effecten worden toegepast
op elke foto (= 57).
(4)
Modus Sport
Maak continue opnamen terwijl de
camera scherpstelt op bewegende
onderwerpen (= 58).
(5)
Modus voor speciale composities
Opnamen maken met de optimale
instellingen voor de specifieke
scènes (= 58).
Andere opnamestanden
(7)
(6)
(5)
(3)
Handleiding voor gevorderden
Weergave 1
(4)
(2)
Basishandleiding
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
(3)
(1)
Druk op de knop [
] om andere informatie weer te geven op het
scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm”
(= 160) voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Vóór gebruik
(6)
Tv-, Av- en M-modus
Modus voor creatieve filters
Diverse effecten toevoegen aan
uw opnamen (= 60).
(7)Filmmodus
Voor het maken van films
(= 65).
Als u op de filmknop drukt, kunt
u ook een film maken zonder het
programmakeuzewiel in te stellen
op de filmmodus.
(8)
P-modus
P-, Tv-, Av- en M-modus
Verschillende soorten opnamen
maken met behulp van uw
voorkeursinstellingen (= 68,
= 81).
Afspeelmodus
Weergave 2
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
●● Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt
met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm
automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen
gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid
op het scherm en de helderheid van uw foto's niet overeen.
Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige
bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op
vastgelegde beelden.
●● Zie “Van weergavemodus wisselen” (= 85) voor
weergaveopties.
Bijlage
Index
27
Het menu FUNC. gebruiken
Configureer veelgebruikte opnamefuncties als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (= 163).
1 Open het Menu FUNC.
●● Druk op de knop [
].
4 Voltooi de instellingsprocedure.
●● Druk op de knop [
].
●● Het scherm voordat u in stap 1 op
de knop [ ] drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die
u hebt geconfigureerd.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat
ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te
herstellen (= 140).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Selecteer een menu-item.
(1) (2)
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een menu-item (1)
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ] of [ ].
P-modus
●● De beschikbare opties (2) worden naast
menu-items weergegeven, aan de
rechterkant.
Afspeelmodus
Tv-, Av- en M-modus
Wi-Fi-functies
●● Afhankelijk van het menu-item kunnen
functies eenvoudig worden opgegeven
door op de knop [ ] of [ ] te drukken, of
er wordt een ander scherm weergegeven
om de functie te configureren.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
3 Selecteer een optie.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Index
] kunnen
●● Opties met het pictogram [
worden geconfigureerd door op de
knop [
] te drukken.
●● Druk op de knop [ ] om terug te gaan
naar de menu-items.
28
4 Selecteer een optie.
Het menuscherm gebruiken
Configureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen
maken [ ], afspelen [
], enzovoort. De beschikbare menu-items
verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus
(= 164 – = 169).
1 Open het menuscherm.
●● Druk op de knop [
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie
te selecteren.
5 Voltooi de instellingsprocedure.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Druk op de knop [
] om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u bij stap 1 op de
knop [
] drukte.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
2 Selecteer een tabblad.
●● Beweeg de zoomknop om een tabblad te
selecteren.
Andere opnamestanden
P-modus
●● Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat
ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te
herstellen (= 140).
Tv-, Av- en M-modus
●● Nadat u eerst op de knoppen [ ][ ]
hebt gedrukt of aan de knop [ ] hebt
gedraaid om een tabblad te selecteren,
kunt u van tabblad wisselen door op de
koppen [ ][ ] te drukken.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
3 Selecteer een menu-item.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een menu-item te
selecteren.
Bijlage
Index
●● Bij menu-items met opties die niet
worden weergegeven, drukt u eerst
op de knop [ ] of [ ] om van scherm
te wisselen. Daarna drukt u op de
knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om het menu-item te
selecteren.
] om terug te
●● Druk op de knop [
keren naar het vorige scherm.
29
Invoer bevestigen en terugkeren naar
het vorige scherm
Toetsenbord op het scherm
●● Druk op de knop [
Gebruik het toetsenbord op het scherm om informatie in te voeren
voor Gezichts-ID (= 44), Wi-Fi-verbindingen (= 115), enzovoort.
De lengte en het soort informatie dat u in kunt voeren hangt af van de
functie die u gebruikt.
(1 )
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Tekens invoeren
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om een teken
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ] om het in te voeren.
●● De hoeveelheid informatie die u in kunt
voeren (1) hangt af van de functie die
u gebruikt.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Cursor verplaatsen
●● Selecteer [
knop [ ].
] of [
Afspeelmodus
] en druk op de
Wi-Fi-functies
Regeleindes invoeren
●● Selecteer [
] en druk op de knop [
].
Menu Instellingen
Van invoerstand wisselen
●● Om over te schakelen naar getallen of
symbolen kiest u [ ] en drukt u op de
knop [ ].
●● Om te wisselen tussen hoofdletters en
kleine letters kiest u [ ] en drukt u op de
knop [ ].
●● De beschikbare invoermethodes zijn
afhankelijk van de functie die u gebruikt.
Accessoires
Bijlage
Index
Tekens verwijderen
●● Selecteer [
] en druk op de knop [ ].
Het vorige karakter wordt gewist.
] selecteert en de
●● Als u de knop [
knop [ ] ingedrukt houdt, worden er vijf
tekens tegelijk verwijderd.
30
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (= 4) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur
Indicatorstatus
Aan
Groen
Knippert
Camerastatus
Aangesloten op een computer (= 146)
of het scherm is uitgeschakeld (= 26,
= 136, = 136)
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/
verzenden van beelden, het maken
van opnamen met lange sluitertijd
(= 81, = 82) of verbonden met/
verzenden via Wi-Fi
●● Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Vóór gebruik
Klok
Basishandleiding
U kunt kijken hoe laat het is.
●● Houd de knop [
Handleiding voor gevorderden
] ingedrukt.
●● De huidige tijd verschijnt.
Basishandelingen van de
camera
●● Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om de weergavekleur te
wijzigen.
●● Druk nogmaals op de knop [
klokweergave te annuleren.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
] om de
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop [ ] ingedrukt
en drukt u op de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
31
Vóór gebruik
Opnamen maken met door de
camera bepaalde instellingen
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij
het maken van opnamen
Basishandleiding
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Opnamen maken (Smart Auto)
 Foto's Andere opnamestanden
 Films
P-modus
1 Schakel de camera in.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de ON/OFF-knop.
●● Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Open de modus [
Afspeelmodus
].
Wi-Fi-functies
●● Stel het programmakeuzewiel in
op [
].
Menu Instellingen
●● Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
●● De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden, worden linksboven in het
scherm weergegeven (= 36, = 37).
Accessoires
Bijlage
Index
●● Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
32
3 Kies de compositie.
(1)
2) Maak de opname.
●● Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ]
(telelens) en om uit te zoomen duwt u de
knop naar [ ] (groothoek). (Op het
scherm verschijnt een zoombalk (1) die
de zoompositie aangeeft, samen met het
scherpstelbereik (2).)
●● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
●● Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de flitser, als u deze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
●● Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
●● Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar het
opnamescherm.
(2)
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
1) Start de opname.
Foto's maken
1) Stel scherp.
●● Als [Flitser Opklappen] wordt
weergegeven, verschuift u de
schakelaar [ ] om de flitser uit te
klappen. De flitser flitst wanneer u een
opname maakt. Als u liever geen flitser
gebruikt, drukt u de flitser met uw vinger
omlaag.
Basishandleiding
Films opnemen
4 Maak de opname.
●● Druk de ontspanknop half in. Nadat is
scherpgesteld, hoort u tweemaal een
pieptoon en worden kaders weergegeven
om aan te geven op welke beeldgebieden
is scherpgesteld.
●● Wanneer op meer dan één gebied is
scherpgesteld, worden meerdere kaders
weergegeven.
Vóór gebruik
(1)
P-modus
●● Druk op de filmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [ REC] en de
verstreken tijd op het scherm (1).
●● Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
●● Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
●● Zodra de opname is begonnen, haalt
u uw vinger van de filmknop.
2)
Pas de grootte van het onderwerp
aan en wijzig zo nodig de
compositie van de opname.
●● Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen van
stap 3.
Denk er echter wel aan dat het geluid
van de camerabewerkingen ook wordt
opgenomen. Houd er rekening mee
dat films die worden opgenomen
met zoomfactoren die blauw worden
weergegeven, er korrelig uit zullen zien.
●● Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
33
3 Maak de opname.
3) Beëindig de opname.
●● Druk nogmaals op de filmknop om de
filmopname te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
●● Volg stap 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (= 32) om een foto te
maken.
●● De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart vol
raakt.
●● De camera maakt zowel een foto als
een filmclip. De clip, die wordt beëindigd
met de foto en een sluitergeluid, is één
hoofdstuk in de digest-film.
●● Wanneer de flitser tijdens de opname afgaat, geeft dat aan dat
de camera automatisch heeft geprobeerd te zorgen voor optimale
kleuren in het hoofdonderwerp en de achtergrond (Witbalans voor
meerdere gebieden).
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch
 Foto's Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de
], omdat er voor iedere opname digest-films worden
modus [
opgenomen.
●● Een digest-film wordt mogelijk niet opgenomen als u een foto
]
maakt direct nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus [
hebt geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
●● Geluid en trillingen veroorzaakt door de bediening van de camera
worden opgenomen in digest-films.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
 Films
U kunt eenvoudig een korte film van de dag maken door foto's te maken.
De camera neemt voor elke opname clips van 2 – 4 seconden op van
scènes, die later worden gecombineerd in een digest-film.
Clips die op deze manier worden opgenomen, kunnen door de camera
worden geselecteerd voor Story Highlights-albums (= 104).
1 Open de modus [
Vóór gebruik
].
●● Volg stap 2 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (= 32) en kies [ ].
2 Kies de compositie.
●● Volg stap 3 – 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (= 32) om de compositie
te kiezen en scherp te stellen.
●● Voor indrukwekkendere digest-films richt
u de camera ongeveer vier seconden op
onderwerpen voordat u foto's maakt.
●● De kwaliteit van digest-films is [
] en kan niet worden
gewijzigd.
●● Er worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop
half indrukt of de zelfontspanner instelt (= 134).
●● In de volgende gevallen worden digest-films opgeslagen als
aparte filmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt
].
met de modus [
-- Het digest-filmbestand is ongeveer 4 GB groot of er is in totaal
ongeveer 16 minuten en 40 seconden lang opgenomen.
-- De digest-film is beveiligd (= 92).
-- De instellingen voor zomertijd (= 19) of tijdzone (= 135)
worden gewijzigd.
-- Er wordt een nieuwe map gemaakt (= 138).
●● Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of
gewist.
●● Als u liever digest-films opneemt zonder foto's, kunt u de instelling
van tevoren aanpassen. Kies MENU (= 29) ► tabblad [ ] ►
[Digest-type] ► [Geen foto's].
●● De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (= 103).
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
34
Digest-film afspelen
Geef een foto weer in de modus [ ] om de digest-film af te spelen die
op dezelfde dag is vastgelegd, of geef de datum op van de digest-film die
u wilt afspelen (= 87).
Foto's/films
●● Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop [
]
wordt ingedrukt, maakt de camera geen geluid meer. U geeft
] te drukken
geluiden opnieuw weer door op de knop [
en [Mute] te kiezen op het tabblad [ ]. Druk vervolgens op de
knoppen [ ][ ] om [Uit] kiezen.
●● U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergegeven na
opnamen (= 54).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Films
Basishandelingen van de
camera
●● Kom tijdens het opnemen van films niet met uw vingers aan de
microfoon (1). Het blokkeren van de microfoon kan verhinderen
dat het geluid wordt opgenomen of het opgenomen geluid klinkt
daardoor gedempt.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
(1 )
P-modus
Foto's
●● Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de
beelden mogelijk onscherp worden door camerabewegingen.
Bevestig in dat geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden.
●● Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan
dichter naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (= 172) voor
meer informatie over het flitsbereik.
●● Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
●● Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan de lamp worden ingeschakeld bij opnamen
in omgevingen met weinig licht.
●● Als een knipperend [ ]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, geeft dat aan dat u pas een opname
kunt maken als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer
opnemen zodra de flitser gereed is. U kunt nu de ontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de
ontspanknop opnieuw in.
●● Het geluid van de sluiter is niet te horen wanneer de
pictogrammen voor Slapen en Baby's (Slapen) (= 36) worden
weergegeven.
●● Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het
opnamescherm wordt weergegeven, worden de gebruikte focus,
helderheid en kleuren mogelijk bepaald door uw vorige opname.
Tv-, Av- en M-modus
●● Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere
camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
●● Wanneer de filmopname begint, verandert het beeldgebied
en worden onderwerpen vergroot om te zorgen dat sterke
camerabewegingen worden gecorrigeerd. Als u onderwerpen
wilt filmen met hetzelfde formaat als waarop ze vóór het filmen
worden weergegeven, stelt u Dynamic IS in op [Laag] (= 53).
●● Het geluid wordt in stereo opgenomen.
●● De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan
worden beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid
bij gebruik van deze optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Als er
geen harde wind staat, kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ]
► [Wind Filter] ► [Uit].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
35
●● De achtergrondkleur van [ ], [ ], [ ], [
en de achtergrondkleur van [ ] is oranje.
Compositiepictogrammen
 Foto's  Films
In de standen [ ] en [
] wordt de door de camera vastgestelde
compositie aangeduid met een pictogram op het scherm. De bijbehorende
instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van
het onderwerp worden automatisch geselecteerd. Afhankelijk van de
compositie worden er mogelijk continu beelden vastgelegd (= 37).
Achtergrond
Onderwerp
Normaal Tegenlicht Donker*1 Zonsondergangen Spotlights
Mensen
*2
*3
Bewegende mensen
*3
*3
Schaduwen op gezicht
*2
Glimlach
*
Slapen
–
–
–
–
–
–
3
–
–
–
*2
*3
–
–
–
Baby's
*3
*3
–
–
–
Lachende baby's
*3
*3
–
–
–
Slapende baby's
*
2
*3
–
–
–
Bewegende kinderen
*3
*3
–
–
–
Overige onderwerpen
*2
*3
*3
*3
–
–
*2
*3
–
–
Overige bewegende
onderwerpen
Overige onderwerpen van
dichtbij
3
–
–
*
–
], en [
] is donkerblauw
Vóór gebruik
●● Bij films worden alleen de pictogrammen Mensen, Overige
onderwerpen en Overige onderwerpen van dichtbij weergegeven.
Basishandleiding
●● In de modus [ ] worden alleen de pictogrammen Mensen,
Schaduwen op gezicht, Overige onderwerpen en Overige
onderwerpen van dichtbij weergegeven.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Bij opnamen met de zelfontspanner worden voor de volgende
onderwerpen geen pictogrammen weergegeven: bewegende,
glimlachende of slapende personen, lachende of slapende baby's,
bewegende kinderen en overige bewegende onderwerpen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
●● Wanneer de transportmodus niet is ingesteld op [ ]
(= 37, = 43) en wanneer [Hg lampcorr.] is ingesteld op [Aan]
en composities automatisch worden gecorrigeerd (= 50), worden
geen pictogrammen weergegeven voor glimlachende of slapende
onderwerpen en bewegende kinderen.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Als de flitser is ingesteld op [ ], worden de tegenlichtpictogrammen
voor bewegende kinderen en glimlachende mensen niet weergegeven.
Afspeelmodus
●● Pictogrammen voor baby's (waaronder lachende en slapende
baby's) en bewegende kinderen worden weergegeven wanneer
[Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan] en gezichten van geregistreerde
baby's (jonger dan twee jaar) of kinderen (van twee tot twaalf jaar)
worden gedetecteerd (= 45). Controleer vooraf of de datum en tijd
correct zijn ingesteld (= 19).
Wi-Fi-functies
●● Probeer om op te nemen in de modus [ ] (= 68) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met de
effecten, kleuren of helderheid die u verwacht.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
*1 Met statief
*2 De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is, donkerblauw wanneer de achtergrond donker is en grijs bij
alle overige achtergronden.
*3 De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is en grijs bij alle overige achtergronden.
36
Scènes voor continue opname
Als het pictogram voor een van de volgende scènes (in de linkerkolom
van de tabel) wordt weergegeven wanneer u een foto maakt, maakt de
camera continue opnamen. Als het pictogram voor een van de volgende
scènes (in de linkerkolom van de tabel) wordt weergegeven wanneer
u de ontspanknop half indrukt, wordt een van de pictogrammen [ ],
[ ] of [ ] weergegeven om u te informeren dat de camera continue
opnamen maakt.
Glimlach
(inclusief baby's)
Slapen
(inclusief baby's)
Kinderen
Opeenvolgende beelden worden vastgelegd, en de
camera analyseert details, zoals gezichtsexpressie,
om de beste foto op te kunnen slaan.
Mooie opnamen van slapende gezichten doordat
opeenvolgende foto's worden gecombineerd om
camerabeweging en beeldruis te verminderen.
Het AF-hulplicht en de flitser gaan niet af en het
sluitergeluid klinkt niet.
De camera legt voor elke opname drie
opeenvolgende beelden vast, zodat u geen fraaie
foto van bewegende kinderen hoeft te missen.
●● In sommige scènes worden de verwachte beelden mogelijk niet
opgeslagen en kunnen beelden er anders uitzien dan verwacht.
●● Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname
vastgesteld.
●● Als u alleen losse foto's wilt maken, drukt u op de knop [ ] en
].
selecteert u [ ] in het menu. Selecteer vervolgens [
Vóór gebruik
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
 Foto's  Films
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden (Intelligent IS)
wordt automatisch toegepast en de volgende pictogrammen worden
weergegeven.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Beeldstabilisatie voor foto's (Normaal)
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Beeldstabilisatie voor foto's tijdens pannen (Pan)*
Beeldstabilisatie voor macro-opnamen. Tijdens filmopname
wordt [
] weergegeven en wordt beeldstabilisatie voor
macrofilmopname gebruikt (Hybrid IS)
Andere opnamestanden
P-modus
Beeldstabilisatie voor films, vermindering van sterke
camerabeweging, zoals wanneer u lopend opneemt (Dynamisch)
Beeldstabilisatie voor subtiele camerabeweging, zoals bij het
opnemen van films met de telelens (Powered)
Geen beeldstabilisatie, omdat de camera op een statief is
bevestigd of op een andere manier stil wordt gehouden.
Tijdens filmopname wordt [ ] echter weergegeven en wordt
beeldstabilisatie gebruikt om trillingen door wind of andere
oorzaken tegen te gaan (Statief IS)
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp
volgt dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging
door beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit]
(= 80). In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
] wordt geen pictogram [
] weergegeven.
●● In de modus [
37
Kaders op het scherm
Vóór gebruik
Algemene, handige functies
 Foto's Basishandleiding
 Films
Zodra de camera in de modus [
] onderwerpen waarneemt waarop
u de camera richt, worden verschillende kaders weergegeven.
●● Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft
alleen het witte kader op het scherm staan.
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom)
 Foto's Basishandelingen van de
camera
 Films
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 120x te vergroten.
1 Duw de zoomknop naar [
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
].
●● Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
●● Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven
en worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
●● Probeer in de [ ]-modus (= 68) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of dergelijke gebieden.
Handleiding voor gevorderden
P-modus
●● Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor voordat het beeld
merkbaar korrelig wordt, is bereikt.
Dit wordt vervolgens weergegeven op het
scherm.
(1)
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Duw de zoomknop nogmaals
naar [
Menu Instellingen
].
●● De camera zoomt nog verder in op het
onderwerp.
Accessoires
●● (1) is de huidige zoomfactor.
Bijlage
Index
38
●● Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de
zoombalk weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur
van de zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik.
-- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig
oogt.
-- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar
korrelig wordt (ZoomPlus).
-- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig
oogt.
●● Omdat het blauwe bereik bij bepaalde opnamepixelinstellingen
(= 49) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
●● Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, kiest
u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Digitale Zoom] ► [Uit].
 Films
Als u een onderwerp tijdens het inzoomen uit het oog verliest, kunt u het
gemakkelijker terugvinden door even uit te zoomen.
1
Kijk waar het verdwenen onderwerp
zich bevindt.
●● Houd de knop [
●● Richt de camera zo dat het onderwerp
binnen het witte kader valt en druk
daarna op de knop [ ].
●● De eerdere vergroting wordt nu hersteld,
zodat het gebied binnen het witte kader
het scherm weer vult.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Bepaalde opname-informatie verschijnt niet op het scherm als de
camera is uitgezoomd.
●● Tijdens het opnemen van films wordt het witte kader niet
weergegeven als u op de knop [ ] drukt. Houd er rekening mee
dat de geluiden van een gewijzigde zoomfactor en van bediening
van de camera ook worden opgenomen.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen die na het
handmatig zoomen zijn verdwenen (Framing Assist – Zoeken)
 Foto's 2 Haal het onderwerp weer terug.
] ingedrukt.
●● Als u er de voorkeur aan geeft op te nemen met de zoomfactor
van het scherm in stap 1, druk de ontspanknop dan helemaal in.
●● U kunt aanpassen naar welke zoomfactor de camera terugkeert
wanneer u de knop [ ] loslaat. U doet dit door de zoomknop te
bewegen om het formaat van het witte kader te wijzigen, terwijl
u de knop [ ] ingedrukt houdt.
●● Om aan te passen welk gebied wordt weergegeven wanneer
de knop [ ] wordt ingedrukt, opent u MENU (= 29) ►
Beeldgebied]. Kies vervolgens een van de
tabblad [ ] ► [
drie opties.
●● De zoomfactor kan niet met de knop [ ] worden gewijzigd
nadat u de ontspanknop helemaal hebt ingedrukt in de
zelfontspannermodus (= 42).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● De camera zoomt uit en er verschijnt
een wit kader om het gebied dat werd
weergegeven voordat u op de knop [ ]
drukte.
39
Automatisch zoomen als reactie op beweging van
het onderwerp (Auto zoom)
 Foto's  Films
De camera zoomt automatisch in en uit om de grootte van gedetecteerde
gezichten (= 75) constant te houden. Als de persoon dichterbij komt,
zoomt de camera automatisch uit. Omgekeerd geldt hetzelfde. De grootte
van de weergave kan naar wens worden aangepast.
1 Open modus [
] Automatisch.
●● Druk op de knop [
weer los.
●● [
] en laat deze snel
] wordt weergegeven.
●● Er wordt een wit kader weergegeven rond
het gedetecteerde gezicht en de camera
zoomt in en uit om het onderwerp op het
scherm te houden.
●● Als er meerdere gezichten worden
gedetecteerd, wordt een wit kader
weergegeven rond het gezicht van het
hoofdonderwerp en maximaal twee grijze
kaders rond andere gezichten terwijl
de camera in- en uitzoomt om deze
onderwerpen op het scherm te houden.
2 Maak de opname.
●● Automatisch zoomen gaat door zelfs
nadat de opname is gemaakt en de
kaders worden nog steeds weergegeven.
●● Een gezicht wordt bij sommige zoomfactoren mogelijk niet
weergegeven met een formaat dat in een constante verhouding
tot het scherm staat, of wanneer de persoon het hoofd schuin
houdt of niet recht naar de camera kijkt.
●● Tijdens filmopname wordt het geluid van een gewijzigde
zoomfactor en van bediening van de camera opgenomen.
●● Sommige opname-informatie wordt niet weergegeven
Automatisch ingeschakeld is, en sommige
wanneer
opname-instellingen kunnen niet worden ingesteld.
●● Automatisch zoomen om meerdere onderwerpen op het scherm
te houden wordt niet uitgevoerd tijdens het maken van films, zelfs
niet wanneer gezichten worden gedetecteerd.
●● U kunt in- of uitzoomen met de zoomknop, maar de oorspronkelijk
zoomfactor wordt enkele seconden nadat u de knop loslaat,
hersteld.
●● Als meerdere gezichten worden gedetecteerd in stap 1, kunt
u het gezicht van het hoofdonderwerp dat wordt gebruikt voor
automatisch zoomen, wisselen door op de knop [ ] te drukken.
●● Als een gedetecteerd gezicht dichtbij de rand van het scherm
komt, zoomt de camera uit om het onderwerp in beeld te houden.
●● De zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat u de ontspanknop
helemaal hebt ingedrukt in de zelfontspannermodus (= 42).
●● De camera zal prioriteit geven aan zoomen om onderwerpen in
beeld te houden. Daarom is het misschien niet mogelijk om het
formaat van gezichten even groot te houden, afhankelijk van de
beweging van het onderwerp en de opnameomstandigheden.
●● Als er geen gezicht is gedetecteerd, zoomt de camera naar een
bepaald niveau en stopt het zoomen wanneer een gezicht is
gedetecteerd.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Om automatisch zoomen te annuleren,
drukt u nogmaals op de knop [ ].
[ Automatisch: Uit] wordt weergegeven.
40
Het formaat waarin gezichten constant worden weergegeven wijzigen
●● Als
Automatisch is ingeschakeld, drukt
u op de knoppen [ ][ ] om de gewenste
optie te kiezen.
●● De camera zoomt automatisch om
gezichten op de ingestelde grootte te
houden.
Automatisch
Gezicht
Bovenlichaam
Lichaam
Handmatig
Zoom automatisch in en uit om te voorkomen dat
onderwerpen buiten het scherm vallen.
Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd,
zoomt de camera in en uit om deze onderwerpen
op het scherm te houden.
Houdt gezichten groot genoeg om
gezichtsuitdrukkingen duidelijk te kunnen zien.
Houdt gezichten klein genoeg om het bovenlichaam
van een persoon te zien.
Houdt gezichten klein genoeg om het hele lichaam
van een persoon te zien.
Houdt gezichten op de grootte die is ingesteld door
de zoomknop te bewegen. Laat de zoomknop los
zodra de gewenste grootte bereikt is.
●● De gezichtsgrootte kan ook worden aangepast in
Automatische
MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [
Auto zoom]. U kunt [Uit] selecteren om deze
instellingen] ► [
functie te deactiveren en alleen de functie gebruiken die wordt
beschreven bij “Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met
automatisch zoomen (Hulp vragen)” (= 41).
●● U kunt in- of uitzoomen met de zoomknop wanneer [Gezicht],
[Bovenlichaam] of [Lichaam] geselecteerd is, maar de
oorspronkelijk zoomfactor wordt enkele seconden nadat u de
knop loslaat, hersteld.
●● U kunt uw opgegeven gezichtsgrootte wissen tijdens filmopname
door op de knop [ ] te drukken.
●● De grootte van gezichten kan niet worden gewijzigd tijdens
filmopname.
Vóór gebruik
Gemakkelijk terughalen van onderwerpen met
automatisch zoomen (Hulp vragen)
 Foto's Basishandleiding
 Films
Handleiding voor gevorderden
Als een onderwerp uit beeld verdwijnt terwijl u hebt ingezoomd en u de
camera beweegt om ernaar te zoeken, detecteert de camera deze
beweging en zoomt de camera automatisch uit. Zo kunt u het onderwerp
gemakkelijker terugvinden.
1 Open modus [
(= 40)
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
] Automatisch
Andere opnamestanden
2 Kijk waar het verdwenen onderwerp
P-modus
zich bevindt.
Tv-, Av- en M-modus
●● Als u de camera beweegt om het
onderwerp te zoeken, zoomt de camera
uit om u te helpen het onderwerp te
vinden.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
3 Haal het onderwerp weer terug.
Menu Instellingen
●● Zodra u het onderwerp gevonden hebt en
de camera niet meer beweegt, zoomt de
camera weer in.
Accessoires
Bijlage
Index
4 Maak de opname.
●● Om deze modus te annuleren,
drukt u nogmaals op de knop [ ].
[ Automatisch: Uit] wordt weergegeven.
41
2 Maak de opname.
●● De camera zoomt niet automatisch uit terwijl [ ] wordt
weergegeven rond een gedetecteerd gezicht, zelfs niet als u de
camera beweegt.
●● Als de functie die wordt beschreven bij “Automatisch zoomen
als reactie op beweging van het onderwerp (Auto zoom)”
(= 40) wordt uitgeschakeld, wordt [ ] weergegeven rond een
gedetecteerd gezicht en zoomt de camera automatisch uit als
deze bewogen wordt.
●● Zoomen is niet mogelijk terwijl de ontspanknop half wordt
ingedrukt.
●● Om deze functie uit te schakelen en alleen de functie te
gebruiken die wordt beschreven bij “Automatisch zoomen
als reactie op beweging van het onderwerp (Auto zoom)”
(= 40), kiest u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ►
Automatische instellingen] ► [Hulp vragen] ► [Uit].
[
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(In het geval dat de flitser afgaat, blijft de
lamp branden.)
Andere opnamestanden
P-modus
●● Om het maken van opnamen met de
zelfontspanner te annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop [
].
 Films
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert
u [ ] bij stap 1.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner
 Foto's 1 Configureer de instelling.
]
Accessoires
 Films
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt
met een vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan
bewegen terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op
uw opname.
●● Druk op de knop [ ], kies [ ]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]) en druk vervolgens
op de knop [ ].
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
Basishandleiding
●● Voor films: druk op de filmknop.
De zelfontspanner gebruiken
 Foto's Vóór gebruik
●● Voor foto's: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal naar
beneden.
Bijlage
Index
●● Voer stap 1 bij “De zelfontspanner
gebruiken” uit (= 42) en kies [ ].
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
●● Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (= 42) om de opname te
maken.
42
De zelfontspanner aanpassen
 Foto's  Films
U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen
(1 – 10 opnamen) aangeven.
1 Selecteer [
 Foto's  Films
Houd in de modus [
] de ontspanknop volledig ingedrukt om continue
opnamen te maken.
Zie “Snelheid van continue opname” (= 173) voor meer informatie over
de snelheid van continue opnamen.
].
●● Voer stap 1 uit bij “De zelfontspanner
gebruiken” (= 42), kies [ ] en druk
daarna op de knop [
].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Configureer de instelling.
2 Configureer de instelling.
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in
het menu en selecteer vervolgens [
(= 28).
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
vertraging of het aantal opnamen te
selecteren.
Andere opnamestanden
]
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een waarde te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
Vóór gebruik
Continue opname
P-modus
]
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
]
●● Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (= 42) om de opname te
maken.
●● Voor films die worden opgenomen met behulp van de
zelfontspanner, begint de opname na de door u opgegeven
vertraging, maar het opgeven van het aantal opnamen heeft geen
enkel effect.
●● Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de
beeldhelderheid en witbalans bij de eerste opname vastgesteld.
Tussen de opnamen in is meer tijd nodig als de flitser afgaat of
als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt maken. De camera
stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt.
●● Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt,
versnellen het geluid en het lampje van de zelfontspanner twee
seconden voor de opname. (In het geval dat de flitser afgaat, blijft
de lamp branden.)
Wi-Fi-functies
2 Maak de opname.
Menu Instellingen
●● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt
om continue opnamen te maken.
●● Tijdens continue opnamen zijn de focus, belichting en kleuren
vergrendeld op de positie die of het niveau dat wordt vastgesteld
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●● Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (= 42).
●● Opnamen kunnen tijdelijk onderbroken worden of continue
opnamen kunnen langzamer worden, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie.
●● Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
●● Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
●● Witbalans voor meerdere gebieden (= 32) is niet beschikbaar.
Ook [Hg lampcorr.] (= 50) is ingesteld op [Uit] en kan niet
worden gewijzigd.
Accessoires
Bijlage
Index
43
Beelden weergeven tijdens het afspelen
Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep,
en alleen het eerste beeld dat is opgenomen in de groep wordt
weergegeven. Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een
groep, wordt [
] weergegeven linksboven in het scherm.
●● Als u een gegroepeerd beeld wist (= 94), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van
beelden.
●● Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (= 88) en nietgegroepeerd (= 88) worden afgespeeld.
●● Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (= 92), worden alle
beelden in de groep beveiligd.
●● Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (= 87)
of Smart Shuffle (= 92), kunnen beelden afzonderlijk worden
bekeken. In dit geval worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
●● De volgende acties zijn niet beschikbaar voor gegroepeerde
beelden: gezichts-ID-gegevens bewerken (= 89), vergroten
(= 90), als favoriet markeren (= 97), bewerken (= 98),
afdrukken (= 147), afzonderlijk beelden afdrukken instellen
(= 151) of aan een fotoboek toevoegen (= 153). Speel de
gegroepeerde beelden afzonderlijk af (= 88) of annuleer de
groepering (= 88) om deze bewerkingen uit te voeren.
Gezichts-ID gebruiken
Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij
het maken van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de
scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen.
In modus [
] kan de camera baby's en kinderen waarnemen
op basis van geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de optimale
instellingen opnamen van hen maken.
Deze functie is ook nuttig wanneer u in een groot aantal foto's naar een
specifieke geregistreerde persoon zoekt (= 88).
Als u personen vooraf registreert, kunt u ze gemakkelijker toevoegen
wanneer u Story Highlights-albums maakt (= 104).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Persoonlijke gegevens
Tv-, Av- en M-modus
●● Gegevens zoals beelden van een gezicht (gezichtsinfo) die
middels de gezichts-ID zijn geregistreerd en persoonlijke gegevens
(naam, verjaardag) worden op de camera opgeslagen. Wanneer er
geregistreerde personen worden gedetecteerd, worden hun namen
bovendien in de foto's vastgelegd. Wees bij het gebruik van de functie
Gezichts-ID voorzichtig als u de camera of beelden met anderen deelt
en als u beelden online plaatst waar vele anderen ze kunnen bekijken.
●● Wanneer u de camera afdankt of aan een andere persoon overdraagt
nadat u Gezichts-ID hebt gebruikt, zorg dan dat u alle gegevens
(geregistreerde gezichten, namen en verjaardagen) van de camera
wist (= 48).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
44
Gezichts-ID-gegevens registreren
U kunt voor maximaal twaalf personen gegevens (gezichtsinfo, namen en
verjaardagen) registreren voor gebruik met Gezichts-ID.
1 Open het instellingenscherm.
●● Druk op de knop [
], kies
[Inst. gezichts-ID] op het tabblad [
en druk vervolgens op de
knop [ ] (= 29).
]
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Toev. regst.] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Nieuw gezicht toev.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Als [Registreren?] verschijnt, drukt
u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
●● Het scherm [Profiel bew.] wordt
weergegeven.
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
Basishandelingen van de
camera
3 Registreer de naam en verjaardag
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
van de persoon.
●● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord
te openen en voer vervolgens de naam
in (= 30).
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Als u een verjaardag wilt
registreren, kiest u [Verjrdag] in
het scherm [Profiel bew.] (druk op
de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ]). Druk vervolgens op
de knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie
te selecteren.
Accessoires
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om de datum op te geven.
2 Registreer gezichtsgegevens.
●● Richt de camera zodanig dat het gezicht
van de persoon die u wilt registreren zich
binnen het grijze kader midden op het
scherm bevindt.
●● Een wit kader over het gezicht van
de persoon geeft aan dat het gezicht
is herkend. Zorg dat er een wit kader
rond het gezicht van de persoon wordt
weergegeven en maak een foto.
●● Als het gezicht niet wordt herkend, kunt
u geen gezichtsgegevens registreren.
●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [
Bijlage
].
4 Sla de instellingen op.
Index
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Opslaan] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Nadat er een bericht wordt weergegeven,
drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait
u aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop [ ].
45
5 Ga verder met gezichtsgegevens
registreren.
●● Voor het registreren van maximaal vier
extra punten met gezichtsinformatie
(uitdrukkingen of hoeken) herhaalt
u stap 2.
●● Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
●● De flitser gaat niet af wanneer u stap 2 volgt.
●● Als u bij stap 3 geen verjaardag registreert, worden de
pictogrammen Baby's of Kinderen (= 36) niet weergegeven in
].
de modus [
●● U kunt geregistreerde gezichtsinformatie overschrijven of deze
later toevoegen als u nog niet alle 5 velden met gezichtsinfo hebt
ingevuld (= 45).
Opnamen maken
Als u een persoon van tevoren registreert, zal de camera bij het maken
van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling,
helderheid en kleur voor die persoon instellen.
●● Als u de camera op mensen richt,
worden de namen van maximaal drie
geregistreerde personen weergegeven
wanneer zij worden gedetecteerd.
●● Maak de opname.
●● De weergegeven namen worden in
de foto's vastgelegd. De namen van
detecteerde personen (maximaal 5 in
totaal) worden vastgelegd, zelfs als hun
namen niet worden weergegeven.
●● Het is mogelijk dat andere dan de geregistreerde personen
als de geregistreerde persoon worden gedetecteerd indien zij
vergelijkbare gezichtskenmerken hebben.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct
gedetecteerd als het vastgelegde beeld of de compositie
aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde gezichtsgegevens.
●● Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of
niet snel wordt gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde
gegevens met de nieuwe gezichtsgegevens. Door voorafgaand
aan het maken van foto's de gezichtsinfo te registreren, worden
geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd.
●● Als een persoon onterecht als een andere persoon wordt
gedetecteerd en u gaat door met het maken van foto's, kunt u de
in het beeld vastgelegde naam tijdens het afspelen van het beeld
wijzigen of wissen (= 89).
●● Omdat gezichten van baby's of kinderen snel veranderen
naarmate ze opgroeien, moet u hun gezichtsgegevens regelmatig
bijwerken (= 45).
●● Als u geen namen in foto's wilt vastleggen, selecteert u [Inst.
gezichts-ID] op het tabblad [ ], selecteert u [Gezichts-ID] en
vervolgens [Uit].
●● U kunt de in de beelden vastgelegde namen controleren bij het
afspelen (korte informatieweergave) (= 85).
] worden namen niet weergegeven op het
●● In de modus [
opnamescherm, maar wel op de foto's vastgelegd.
●● Namen die werden opgenomen tijdens continue opnamen
(= 43, = 78) worden verder op dezelfde positie opgenomen
als bij de eerste opname, zelfs als de onderwerpen bewegen.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
46
Geregistreerde gegevens controleren en bewerken
1 Open het scherm [Info cntr./bew.].
●● Voer stap 1 uit bij “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (= 45), kies [Info cntr./
bew.] en druk op de knop [ ].
2 Selecteer een persoon van wie
u gegevens wilt controleren of
bewerken.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om de naam van een
persoon te kiezen van wie u gegevens wilt
controleren of bewerken. Druk vervolgens
op de knop [ ].
3 Controleer of bewerk desgewenst
de geregistreerde gegevens.
●● Om een naam of verjaardag te
controleren, kiest u [Profiel bew.]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]). Druk vervolgens op de
knop [ ]. In het weergegeven scherm kunt
u de naam of verjaardag bewerken zoals
wordt beschreven bij stap 3 van “GezichtsID-gegevens registreren” (= 45).
●● Als u gezichtsgegevens wilt controleren,
kiest u [Gezicht info lijst] (druk op
de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ]). Druk vervolgens op de
knop [ ]. Druk op de knop [ ] die op
het scherm wordt weergegeven. Kies de
gezichtsinformatie die u wilt wissen door
op de knoppen [ ][ ][ ][ ] te drukken
of door aan de knop [ ] te draaien.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Wanneer [Wissen ?] verschijnt, kiest
u [OK] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]). Vervolgens drukt u op
de knop [ ].
●● Zelfs als u namen in [Profiel bew.] wijzigt blijven de namen die in
eerdere opnamen werden vastgelegd, ongewijzigd.
Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
U kunt bestaande gezichtsgegevens met nieuwe overschrijven.
Omdat gezichten van met name baby's of kinderen snel veranderen
naarmate ze opgroeien, moet u gezichtsgegevens regelmatig bijwerken.
U kunt ook gezichtsgegevens toevoegen wanneer nog niet alle vijf
gezichtsinfovelden zijn ingevuld.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
1 Open het scherm [Gezichtsinfo
toevoegen].
P-modus
●● Voer stap 1 uit bij “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (= 45), kies [Gezichtsinfo
toevoegen] en druk op de knop [ ].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
2 Selecteer een persoon van
Wi-Fi-functies
wie u gezichtsinformatie wilt
overschrijven.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om de naam
van de persoon te kiezen van wie
u gezichtsinformatie wilt overschrijven.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Wanneer u al gezichtsgegevens voor vijf
personen hebt geregistreerd, wordt er een
bericht weergegeven. Selecteer [OK]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]). Druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Als er minder dan vijf items met
gezichtsinfo zijn geregistreerd, voert
u stap 4 uit om gezichtsinformatie toe te
voegen.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
47
3 Selecteer de te overschrijven
gezichtsinfo.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om de gezichtsgegevens
te selecteren die u wilt overschrijven en
druk vervolgens op de knop [ ].
4 Registreer gezichtsgegevens.
●● Volg stap 2 in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (= 45) om foto's te
maken en registreer daarna de nieuwe
gezichtsgegevens.
●● Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
●● U kunt geen gezichtsgegevens toevoegen als alle vijf
gezichtsinfovelden zijn ingevuld. Volg de bovenstaande stappen
om de gezichtsgegevens te overschrijven.
●● U kunt de bovenstaande stappen volgen om nieuwe
gezichtsgegevens te registreren wanneer er ten minste één veld
ongebruikt is, maar u kunt geen gezichtsgegevens overschrijven.
In plaats van gezichtsinformatie te overschrijven, wist u eerst de
ongewenste bestaande informatie (= 47). Vervolgens kunt
u nieuwe gezichtsinformatie registreren (= 45).
Geregistreerde gegevens wissen
U kunt gegevens (gezichtsinfo, namen en verjaardagen) wissen die in
Gezichts-ID zijn geregistreerd. Namen die in eerder genomen beelden zijn
vastgelegd, worden echter niet gewist.
1 Open het scherm [Info wissen].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (= 45) en kies [Info
wissen].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Selecteer een persoon van wie
P-modus
u gegevens wilt wissen.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om de naam te
kiezen van de persoon die u wilt wissen
en druk vervolgens op de knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Als u de gegevens van een geregistreerde persoon wist, is
het niet mogelijk om hun naam weer te geven (= 87), hun
gegevens te overschrijven (= 89) of naar beelden van die
personen te zoeken (= 88).
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● U kunt ook alleen namen in beeldgegevens wissen (= 90).
48
Vóór gebruik
Het aantal opnamepixels wijzigen
(beeldgrootte)
Functies voor de beeldaanpassing
Basishandleiding
 Foto's De verhouding wijzigen
 Foto's  Films
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
 Films
Handleiding voor gevorderden
Kies als volgt uit 4 niveaus het aantal opnamepixels van het beeld.
Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (= 172) voor richtlijnen over
hoeveel opnamen bij elke opnamepixelinstelling op een geheugenkaart
passen.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (= 28).
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 28).
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
P-modus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [ ].
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [ ].
Tv-, Av- en M-modus
Andere opnamestanden
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld-hdtv’s of
vergelijkbare weergaveapparatuur.
Dezelfde verhouding als 35-mm film, die wordt gebruikt voor het
afdrukken van beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm. Wordt gebruikt voor
de weergave op SD-tv's of vergelijkbare weergaveapparatuur.
Wordt ook gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen op
90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Accessoires
Bijlage
A2 (420 x 594 mm)
A3 – A5 (297 x 420 – 148 x 210 mm)
Index
90 x 130 mm, 130 x 180 mm, briefkaartformaat
Voor e-mail en vergelijkbare doeleinden
Vierkante verhouding.
●● Niet beschikbaar in de modus [
Richtlijnen voor het kiezen van de opnamepixelinstelling
op basis van het papierformaat (voor 4:3-beelden)
].
●● Niet beschikbaar in de modus [
].
49
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren
 Foto's Vóór gebruik
Beeldkwaliteit van films wijzigen
 Foto's  Films
In de modus [
] kunnen de onderwerpen of de achtergrond bij
opnamen van avondscènes die door kwiklampen worden verlicht een
groenige zweem vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch
worden gecorrigeerd door opnamen te maken met behulp van Witbalans
voor meerdere gebieden.
Er zijn drie instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd
per geheugenkaart” (= 172) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte
die bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knop [ ] en kies [
] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (= 28).
●● Druk op de knop [
], kies
[Hg lampcorr.] op het tabblad [ ]
en kies vervolgens [Aan] (= 29).
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
 Films
]
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Andere opnamestanden
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
].
procedure, maar selecteert u [
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt
u deze procedure, maar selecteert u [Uit].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Beeldkwaliteit
●● Nadat u het opnemen onder kwiklampen hebt voltooid, moet
u [Hg lampcorr.] weer op [Uit] zetten. Anders worden groene
tinten die niet door kwiklampen zijn veroorzaakt, per vergissing
gecorrigeerd.
●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van
te zijn dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
●● Bij continue opnamen (= 43) is deze instelling ingesteld op
[Uit]. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
Aantal
opnamepixels
Framesnelheid
Details
1920 x 1080
30 fps
Voor opnamen in
Full-HD-kwaliteit
1280 x 720
30 fps
Voor opnamen in HD
640 x 480
30 fps
Voor opnamen in
SD-kwaliteit
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● In de modi [
] en [
] geven zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm aan welke gebieden niet
worden vastgelegd.
] ook beschikbaar, wat vloeiendere
●● In de modus [ ] is [
beweging mogelijk maakt (= 65).
50
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten
Handige opnamefuncties
 Foto's  Films
Controleer de scherpstelling door de ontspanknop half in te drukken,
zodat het gedeelte van het beeld in het AF-kader wordt vergroot.
Raster weergeven
 Foto's  Films
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
●● Druk op de knop [
], selecteer
[Raster] op het tabblad [ ] en selecteer
vervolgens [Aan] (= 29).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
1 Configureer de instelling.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Druk op de knop [
], selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [ ]
en selecteer vervolgens [Aan] (= 29).
Andere opnamestanden
P-modus
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Tv-, Av- en M-modus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Controleer de scherpstelling.
Menu Instellingen
●● Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
●● Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Accessoires
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert
u [Uit] in stap 1.
Bijlage
Index
●● Het gebied dat is scherpgesteld wordt in de volgende gevallen
niet vergroot wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
-- Als er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon zich te dicht
op de camera bevindt en zijn of haar gezicht te groot is voor het
scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt
-- Als digitale zoom wordt gebruikt (= 38)
-- Als AF Tracking wordt gebruikt (= 75)
-- Als een tv als scherm wordt gebruikt (= 143)
].
●● Niet beschikbaar in de modus [
51
Controleren op gesloten ogen
Vóór gebruik
Instellingen van de IS-modus wijzigen
 Foto's  Films
 Foto's [ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Configureer de instelling.
●● Druk op de knop [
], selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad [ ] en
selecteer daarna [Aan] (= 29).
 Films
Beeldstabilisatie uitschakelen
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Als de camera wordt stilgehouden (bijvoorbeeld wanneer deze op een
statief staat), stelt u beeldstabilisatie in op [Uit] om deze functie uit te
schakelen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Open het instellingenscherm.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [
], selecteer
[IS-instellingen] op het tabblad [ ] en
druk daarna op de knop [ ] (= 29).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
2 Configureer de instelling.
2 Maak de opname.
●● [ ] knippert wanneer de camera iemand
waarneemt die zijn/haar ogen dicht heeft.
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert
u [Uit] in stap 1.
●● Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [ ],
dan is deze functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
●● Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd
bij [Weergavetijd] (= 54), worden personen van wie de ogen
zijn gesloten in een kader weergegeven.
●● Deze functie is niet beschikbaar tijdens continue opname in de
modus [ ] (= 37).
●● Deze functie is niet beschikbaar in de modus voor continue
opnamen (= 43, = 78).
Wi-Fi-functies
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [IS modus] te
selecteren. Kies vervolgens [Uit] door
op de knoppen [ ][ ] te drukken.
Continu
Uit
Menu Instellingen
Accessoires
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden
wordt automatisch toegepast (Intelligent IS) (= 37).
Schakelt de beeldstabilisatie uit.
Bijlage
Index
52
Films opnemen met onderwerpen op hetzelfde formaat
als waarop ze voor het filmen worden weergegeven
 Foto's  Films
Zodra de filmopname begint, wijzigt normaal gesproken het beeldgebied
dat wordt weergegeven en worden onderwerpen uitvergroot. Op deze
manier worden vervormingen gecorrigeerd die bijvoorbeeld ontstaan door
een sterk bewegende camera.
Als u films wilt maken met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop
ze voor het filmen worden weergegeven, kunt u de beeldstabilisatie
verminderen.
●● Voer de stappen bij “Instellingen van de
IS-modus wijzigen” (= 52) uit om het
scherm [IS-instellingen] te openen.
●● Kies [Dynamic IS] en kies vervolgens de
gewenste optie (= 29).
●● U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op
hetzelfde formaat worden opgenomen als waarop ze voor het
filmen worden weergegeven.
●● [Dynamic IS] is niet mogelijk als [IS modus] is ingesteld op [Uit]
(= 52).
●● Alleen [Standaard] is beschikbaar als de filmkwaliteit is ingesteld
].
op [
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [ ] van het
menuscherm.
Zie “Het menuscherm gebruiken” (= 29) voor instructies over
menufuncties.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Voorkomen dat het AF-hulplicht afgaat
 Foto's  Films
Andere opnamestanden
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat
branden als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden
met weinig licht.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [
], kies
[AF-hulplicht] op het tabblad [ ] en
kies vervolgens [Uit] (= 29).
Afspeelmodus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
53
Voorkomen dat de lamp voor rode-ogenreductie
aangaat
 Foto's  Films
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer
u opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht.
De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen
 Foto's  Films
U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en
welke informatie wordt weergegeven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen
1 Open het scherm [Afbeelding direct
1 Open het scherm [Flits Instellingen].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
bekijken].
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [
], kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [ ] en druk daarna op de
knop [ ] (= 29).
●● Druk op de knop [
], selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [ ]
endruk daarna op de knop [ ] (= 29).
2 Configureer de instelling.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
2 Configureer de instelling.
●● Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens
[Uit] (= 29).
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Weergavetijd] te
selecteren. Druk op de knoppen [ ][ ]
om de gewenste optie te kiezen.
Afspeelmodus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Menu Instellingen
Wi-Fi-functies
Accessoires
Bijlage
Index
Snel
2 sec.,
4 sec.,
8 sec.
Vastzetten
Uit
Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt
fotograferen.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd
weergegeven. Zelfs wanneer de foto nog op het
scherm staat, kunt u de ontspanknop al half indrukken
om een volgende foto te maken.
Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop
half indrukt.
Na de opname worden geen beelden weergegeven.
54
Het weergegeven scherm na de opname wijzigen
Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden
weergegeven.
1 Stel [Weergavetijd] in op [2 sec.],
[4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten]
(= 54).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
2 Configureer de instelling.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Scherminfo] te
selecteren. Druk op de knoppen [ ][ ]
om de gewenste optie te kiezen.
Andere opnamestanden
P-modus
●● Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Uit
Geeft alleen het beeld weer.
Details
Geeft details van de opname weer (= 161).
●● Wanneer [Weergavetijd] (= 54) is ingesteld op [Uit] of [Snel],
is [Scherminfo] ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd.
]
●● U kunt de scherminformatie wijzigen door op de knop [
te drukken terwijl na de opname een beeld wordt weergegeven.
De instellingen van [Scherminfo] worden niet gewijzigd. U kunt de
volgende handelingen uitvoeren door op de knop [ ] te drukken.
-- Beveilig (= 92)
-- Favorieten (= 97)
-- Wissen (= 94)
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
55
Vóór gebruik
Helderheid/kleur aanpassen
(Directe effecten)
Basishandleiding
 Foto's Andere opnamestanden
 Films
Handleiding voor gevorderden
U kunt de beeldhelderheid en -kleuren eenvoudig op de volgende manier
tijdens het opnemen aanpassen.
1 Open de modus [
Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere
opnamen met unieke beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
●● Stel het programmakeuzewiel in
op [
].
Andere opnamestanden
P-modus
2
Configureer de instelling.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [ ] om het
instellingenscherm te openen.
Druk op de knoppen [ ][ ] om
een instellingsoptie te selecteren.
Druk vervolgens terwijl u naar het
scherm kijkt op de knoppen [ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om de
waarde aan te passen.
●● Druk op de knop [
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
].
3 Maak de opname.
Helderheid
Kleur
Tint
Pas het niveau aan naar rechts voor helderder beelden
en naar links voor donkerder beelden.
Pas het niveau aan naar rechts voor levendiger
beelden en naar links voor meer ingetogen beelden.
Pas het niveau aan naar rechts voor een warme, rode
kleur en naar links voor een koele, blauwe kleur.
Bijlage
Index
56
 Foto's  Foto's  Films
●● Nadat u de stand [
] gekozen hebt,
drukt u op de knop [
].
].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om het effect te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
2
 Films
U kunt effecten kiezen voor beelden die zijn vastgelegd in de modus [
De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Daarbij worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie
van de opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke
opnamen worden zes foto's opgeslagen. U kunt meerdere foto's met
effecten vastleggen met door de camera bepaalde instellingen.
1 Open de modus [
Vóór gebruik
Effecten kiezen
Genieten van diverse beelden van
elke opname (Creatieve opname)
].
Maak de opname.
●● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. Terwijl u de opname maakt,
hoort u driemaal het sluitergeluid.
●● Nadat de zes beelden achter elkaar zijn
weergegeven, worden ze gedurende
circa twee seconden tegelijkertijd
weergegeven.
●● Om de beelden weergegeven te houden
totdat u de ontspanknop half indrukt,
drukt u op de knop [ ]. Als u op volledig
scherm wilt weergeven in deze stand,
selecteert u een beeld door op de
knoppen [ ][ ][ ][ ] te drukken of aan
de knop [ ] te draaien en vervolgens op
de knop [ ] te drukken.
P-modus
Automatisch
Alle effecten
Retro
Beelden die lijken op oude foto's
Tv-, Av- en M-modus
Monochroom
Beelden die in één kleur zijn gegenereerd
Afspeelmodus
Speciaal
Natuurlijk
Stoere beelden met een bijzondere
uitstraling
Ingetogen beelden met een natuurlijke
uitstraling
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
] om terug te
●● Druk op de knop [
keren naar de oorspronkelijke weergave.
●● Opnamen maken kan even duren als de flitser wordt geactiveerd,
maar houd de camera stil totdat het sluitergeluid drie keer wordt
afgespeeld.
●● De zes beelden worden samen als een groep beheerd (= 88).
●● Gelijktijdige weergave van de zes beelden, zoals getoond bij
stap 2, is alleen direct na de opname beschikbaar.
57
Bewegende onderwerpen (Sport)
 Foto's  Films
Maak continue opnamen terwijl de camera scherpstelt op bewegende
onderwerpen.
1 Open de modus [
Vóór gebruik
Specifieke scènes
1 Open de modus [
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
].
2 Stel scherp.
●● Terwijl u de ontspanknop half
indrukt, blijft de camera de focus en
beeldhelderheid aanpassen waar het
blauwe kader wordt weergegeven.
3 Maak de opname.
●● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt
om continue opnamen te maken.
Handleiding voor gevorderden
].
Basishandelingen van de
camera
●● Stel het programmakeuzewiel in
op [
].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Selecteer een opnamemodus.
P-modus
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en kies een opnamemodus
(= 28).
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
3 Maak de opname.
Menu Instellingen
Portretopnamen maken (Portret)
 Foto's ●● In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-waarde (= 70) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
●● Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie over het
opnamebereik in de modus [ ].
●● Na het maken van continue opnamen kan een vertraging
optreden voordat u opnieuw opnamen kunt maken.
Door sommige typen geheugenkaarten kan er zelfs een nog
grotere vertraging optreden voor uw volgende opname.
●● Afhankelijk van de opnameomstandigheden, de camerainstellingen en de zoompositie kan de opnamesnelheid afnemen.
●● Continue opname is niet mogelijk in de modus [ ] Automatisch
(= 40).
Basishandleiding
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto's.
Accessoires
 Films
●● Mensen fotograferen met een verzachtend
effect.
Bijlage
Index
58
Avondcomposities maken zonder
statief (Nachtscène handmatig)
 Foto's  Films
●● Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat
u de camera heel stil hoeft te houden
(zoals met een statief).
●● Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto's te combineren,
waardoor camerabeweging en beeldruis
worden verminderd.
Opnamen maken bij weinig licht
(Weinig licht)
 Foto's O
pnamen maken in
sneeuwlandschappen (Sneeuw)
 Films
●● Heldere foto's met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
 Films
●● Opnamen maken met minimale beweging
van de camera en het onderwerp, zelfs in
omstandigheden met weinig licht.
 Foto's ●● Onderwerpen lijken in de modus [ ] groter dan in andere
standen.
●● In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-waarde (= 70) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
●● Stabiliseer de camera, aangezien deze in de modus [ ] continue
opnamen maakt.
●● In de modus [ ] kunnen overmatige onscherpte door beweging
of bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat
u mogelijk niet het verwachte resultaat verkrijgt.
●● Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [ ]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (= 80).
Afspeelmodus
●● Wanneer u een statief gebruikt voor avondscènes, krijgt u betere
] in plaats
resultaten als u opnamen maakt in de modus [
van de modus [ ] (= 32).
●● De opnamepixelinstelling van de modus [ ] is [ ]
(2592 x 1944) en kan niet worden gewijzigd.
●● In de modus [ ] wordt de optimale scherpstelling nog steeds
bepaald, ook al worden er geen kaders weergegeven wanneer
u de ontspanknop half indrukt.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vuurwerk fotograferen (Vuurwerk)
 Foto's  Films
●● Levendige foto's van vuurwerk.
59
Beeldeffecten (Creatieve filters)
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Open de modus [
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
].
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Basishandelingen van de
camera
 Foto's 2 Selecteer een opnamemodus.
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en kies een opnamemodus
(= 28).
3
Vóór gebruik
●● In de modus [ ] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen
maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult
verkrijgen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
 Films
Andere opnamestanden
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer [
P-modus
].
●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten
(Creatieve filters)” (= 60) en kies [
Tv-, Av- en M-modus
].
2 Kies een effectniveau.
Maak de opname.
O
pnamen maken in levendige
kleuren (Extra levendig)
 Foto's  Films
●● Opnamen met rijke, levendige kleuren.
 Foto's Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Foto's met postereffect
(Poster-effect)
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [
], kies
een effectniveau (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk nogmaals
op de knop [
].
Bijlage
Index
●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
 Films
●● Foto's die lijken op oude posters of
illustraties.
60
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van één minuut)
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
 Foto's  Films
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en onder
uw geselecteerde gebied te vervagen.
U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de
afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen en
onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het geluid
wordt niet opgenomen.
1 Selecteer [
].
●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten
(Creatieve filters)” (= 60) en kies [
].
●● Op het scherm verschijnt een wit kader
dat het beeldgebied aangeeft dat scherp
blijft.
2 Kies het gebied waarop u wilt
scherpstellen.
●● Druk op de knop [
].
●● Beweeg de zoomknop om de afmetingen
van het kader te wijzigen en druk op
de knoppen [ ][ ] om het kader te
verplaatsen.
3 Selecteer voor films de
afspeelsnelheid van de film.
Snelheid
Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Circa 6 sec.
Basishandelingen van de
camera
Circa 3 sec.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Films worden op 30 fps afgespeeld.
Andere opnamestanden
●● De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van films.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
●● Als u bij stap 2 op de knop [ ] drukt, verandert u de richting van
het kader (van horizontaal naar verticaal of vice versa). U kunt het
kader in verticale richting verplaatsen door op de knoppen [ ][ ]
te drukken.
●● Houd de camera verticaal om de richting van het kader te
wijzigen.
●● De beeldkwaliteit van films is [ ] bij een verhouding
] en [ ] bij een verhouding van [
] (= 49).
van [
Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet worden gewijzigd.
●● De zoomfactor kan niet worden gewijzigd met de knop [ ] op de
schermen bij stap 2 en 3 of tijdens het maken van filmopnamen.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Druk op de knop [
] en kies de
snelheid door op de knoppen [ ][ ]
te drukken of door aan de knop [ ] te
draaien.
4 Ga terug naar het opnamescherm en
maak de opname.
●● Druk op de knop [
] om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
61
Opnamen maken met een speels effect
(Speels effect)
 Foto's  Foto's  Films
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een
speelgoedcamera doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage
hoeken) en de algehele kleur wordt aangepast.
1 Selecteer [
].
●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten
(Creatieve filters)” (= 60) en
kies [
].
2
Vóór gebruik
Opnamen met een soft-focuseffect
Selecteer een kleurtoon.
●● Druk op de knop [
], kies een
kleurtoon (druk op de knoppen [ ][ ] of
draai aan de knop [ ]) en druk nogmaals
op de knop [
].
●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Standaard
Foto's die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een
speelgoedcamera.
Warm
Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel
Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
 Films
Met deze functie kunt u opnamen maken alsof er een soft-focusfilter op de
camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen.
1 Selecteer [
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten
(Creatieve filters)” (= 60) en kies [ ].
2 Kies een effectniveau.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [
], kies
een effectniveau (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk nogmaals
op de knop [
].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3
Wi-Fi-functies
Maak de opname.
Menu Instellingen
●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
62
Opnamen maken in monochroom
Speciale modi voor andere doeleinden
 Foto's  Films
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer [
Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie (Smart Shutter)
].
●● Volg stap 1 – 2 bij “Beeldeffecten
(Creatieve filters)” (= 60) en kies [
 Foto's ].
2 Selecteer een kleurtoon.
●● Druk op de knop [
], kies een
kleurtoon (druk op de knoppen [ ][ ] of
draai aan de knop [ ]) en druk nogmaals
].
op de knop [
●● U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Zwart/wit
Sepia
Blauw
Zwart-witfoto's.
Sepiakleurige foto's.
Foto's in blauw en wit.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
 Films
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Automatisch opnamen maken na lachdetectie (Glimlach)
 Foto's  Films
Andere opnamestanden
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
1 Selecteer [
P-modus
].
Tv-, Av- en M-modus
●● Voer stap 1 – 2 uit bij “Specifieke scènes”
(= 58) en kies [ ]. Druk daarna op de
knop [
].
Afspeelmodus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
].
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Lachdetectie aan].
Accessoires
Bijlage
2 Richt de camera op een persoon.
●● Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een foto gemaakt.
Index
●● Druk op de knop [ ] om de lachdetectie
te pauzeren. Druk nogmaals op de
knop [ ] om de detectie te hervatten.
●● Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de
camera opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
63
●● U kunt ook foto's maken zoals gebruikelijk door gewoon de
ontspanknop in te drukken.
●● Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de
camera is gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de
tanden zichtbaar zijn.
●● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de
knoppen [ ][ ] nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1.
[Knipperdetectie] (= 52) is alleen beschikbaar voor de laatste
opname.
●● Automatisch opnemen is niet beschikbaar wanneer u de
knop [ ] ingedrukt houdt.
Automatisch opnamen maken na knipoogdetectie
(Knipoogdetectie)
 Foto's  Films
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
1 Selecteer [
].
●● Voer stap 1 – 2 uit bij “Specifieke scènes”
(= 58) en kies [ ]. Druk daarna op de
knop [
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
].
2 Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
●● Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
3 Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
●● De camera gaat nu in de stand-bystand
voor opname en op het scherm verschijnt
[Glimlach voor foto].
●● Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Kijk naar de camera en knipoog.
●● Ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd, maakt de
camera een foto van de persoon wiens
gezicht in het kader valt.
●● Om het maken van opnamen met de
zelfontspanner te annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop [
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals
langzaam en opzettelijk.
●● Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door
haren, een hoed of een bril.
●● Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook
gedetecteerd als een knipoog.
●● Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera
ongeveer 15 seconden later een foto.
●● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen [ ][ ]
nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1. [Knipperdetectie] (= 52)
is alleen beschikbaar voor de laatste opname.
●● Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer
de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt
nadat een persoon in het opnamegebied komt en knipoogt.
●● U kunt de zoomfactor niet wijzigen met de knop [ ] nadat u de
ontspanknop helemaal naar beneden hebt gedrukt.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Automatisch opnamen maken nadat een nieuwe
persoon wordt gedetecteerd (Gezicht-zelfontspanner)
 Foto's  Films
De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht
van een andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt
(= 75). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een
vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer [
Bijlage
Index
].
●● Voer stap 1 – 2 uit bij “Specifieke scènes”
(= 58) en kies [ ]. Druk daarna op de
knop [
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [
].
64
2 Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
●● Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
 Foto's ●● De camera gaat nu in stand-bystand voor
de opname en op het scherm verschijnt
[Kijk recht naar camera om aftellen te
starten].
●● Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Ga bij de anderen staan in het
opnamegebied en kijk naar de
camera.
●● Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneer de flitser afgaat, blijft de lamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
●● Om het maken van opnamen met de
zelfontspanner te annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
].
knop [
●● Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen
bent gaan staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een
opname.
●● Als u het aantal foto's wilt wijzigen, drukt u op de knoppen [ ][ ]
nadat u [ ] hebt gekozen bij stap 1. [Knipperdetectie] (= 52)
is alleen beschikbaar voor de laatste opname.
●● U kunt de zoomfactor niet wijzigen met de knop [ ] nadat u de
ontspanknop helemaal naar beneden hebt gedrukt.
 Films
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Films maken in de standaardmodus
Basishandelingen van de
camera
3 Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
Vóór gebruik
Verschillende films opnemen
 Foto's 1
Open de modus [
 Films
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
Andere opnamestanden
].
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en selecteer vervolgens [ ]
(= 28).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Configureer de instellingen zo dat
Menu Instellingen
ze passen bij de film (= 162).
3 Maak de opname.
Accessoires
●● Druk op de filmknop.
●● Druk nogmaals op de filmknop om de
filmopname te stoppen.
Bijlage
Index
Films met vloeiendere beweging maken
Maak als volgt films met vloeiendere beweging met een bijna dubbele
framesnelheid.
●● Volg de stappen in “Beeldkwaliteit
van films wijzigen” (= 50) en
selecteer [
].
65
Belichting vergrendelen of wijzigen voordat u een film
maakt
 Foto's  Films
Voor of tijdens een opname kunt u de belichting vergrendelen of
aanpassen met stappen van 1/3 stop in een bereik van –2 tot +2 stops.
1 Vergrendel de belichting.
●● Druk op de knop [ ] om de belichting te
vergrendelen. De belichtingsschuifbalk
wordt weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [
belichting te ontgrendelen.
] om de
2 Pas de belichting aan.
●● Kijk naar het scherm en draai aan de
knop [ ] om de belichting aan te passen.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Films maken in de Korte clip-modus
 Foto's Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
 Films
Pas afspeeleffecten toe op korte clips van een paar seconden, zoals
fast motion, slow motion of replay. Clips die in deze modus worden
opgenomen, kunnen worden toegevoegd aan Story Highlights-albums
(= 104).
1 Open de modus [
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
].
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en selecteer vervolgens [ ]
(= 28).
3 Maak de opname (= 65).
Wi-Fi-functies
●● Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Grote camerabewegingen corrigeren
 Foto's Vóór gebruik
●● [Dynamic IS] is niet mogelijk als [IS modus] is ingesteld op
[Uit] (= 52).
●● Alleen [Standaard] is beschikbaar als de filmkwaliteit is ingesteld
].
op [
 Films
Stop grote camerabewegingen, zoals wanneer u films maakt terwijl u zich
verplaatst. Het gedeelte van beelden dat wordt weergegeven wijzigt meer
dan bij [Standaard] en onderwerpen worden verder uitvergroot.
●● Volg de stappen in “Films opnemen
met onderwerpen op hetzelfde formaat
als waarop ze voor het filmen worden
weergegeven” (= 53) om [Hoog] te
selecteren.
Menu Instellingen
Accessoires
2 Geef de opnametijd en het
Bijlage
afspeeleffect op.
●● Druk op de knop [ ].
Index
●● Draai aan de knop [ ] om de opnametijd
(4 – 6 sec.) in te stellen en druk op de
knoppen [ ][ ] om het afspeeleffect in te
stellen zoals hieronder beschreven.
3 Maak de opname (= 65).
●● Een balk met de verstreken tijd wordt
weergegeven.
66
Afspeeleffecten
Vóór gebruik
2x
Neem een clip op die wordt afgespeeld in fast motion.
Basishandleiding
1x
Neem een clip op die wordt afgespeeld aan de normale
snelheid.
Handleiding voor gevorderden
1/2x
Neem een clip op die wordt afgespeeld in slow motion.
Basishandelingen van de
camera
Neem een clip op die normaal wordt afgespeeld voordat het
lijkt alsof deze twee seconden wordt teruggedraaid om een
replay van het laatste gedeelte te tonen. Tijdens de opname
wordt een teken die de laatste twee seconden aangeeft,
aan de balk toegevoegd om de verstreken tijd weer te
geven.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
●● Het geluid wordt niet opgenomen in deze clips.
] (= 50) en kan niet worden gewijzigd.
●● De filmkwaliteit is [
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
iFrame-films maken
Wi-Fi-functies
 Foto's  Films
Menu Instellingen
Maak films die kunnen worden bewerkt met software of apparaten die
compatibel zijn met iFrame.
1 Selecteer [
Accessoires
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
Bijlage
].
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en selecteer vervolgens [ ]
(= 28).
Index
●● Zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
2 Maak de opname (= 65).
●● iFrame is een videoformaat dat ontwikkeld is door Apple Inc.
] (= 50) en kan niet worden gewijzigd.
●● De filmkwaliteit is [
67
Vóór gebruik
Opnamen maken met
programma AE ([P]-modus)
Basishandleiding
 Foto's P-modus
Meer veeleisende foto's in de opnamestijl van uw voorkeur
●● [ ]: Programma AE; AE: Automatische belichting
●● Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een
andere modus dan [ ], dient u te controleren of de functie in die
modus beschikbaar is (= 162).
Handleiding voor gevorderden
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete
opnamestijl.
1 Open de modus [
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [ ].
2
●● In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat het programmakeuzewiel is
ingesteld op de modus [ ].
 Films
Andere opnamestanden
Pas de instellingen naar wens aan
(= 69 – = 80) en maak een
opname.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Als de optimale belichting niet kan worden verkregen wanneer
u de ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de
diafragmawaarde in het oranje weergegeven. Probeer in dit geval
de ISO-waarde aan te passen (= 70) of de flitser te activeren
(bij donkere onderwerpen, = 78) om zo de optimale belichting
te verkrijgen.
●● U kunt ook films opnemen in de modus [ ] door op de filmknop
te drukken. Sommige FUNC.- (= 28) en MENU-instellingen
(= 29) kunnen echter automatisch worden aangepast voor
filmopnamen.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
68
2 Kies de compositie en maak een
Helderheid van het beeld (Belichting)
opname.
●● Na één opname wordt AE ontgrendeld en
wordt [ ] niet langer weergegeven.
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
 Foto's  Films
●● Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
De meetmethode wijzigen
P-modus
 Foto's  Films
Tv-, Av- en M-modus
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 2 8).
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock)
 Foto's Basishandleiding
●● AE: Automatische belichting
●● Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de combinatie van
sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen door aan de knop [ ] te
draaien (Program Shift).
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 stop in een bereik van –2 tot +2.
●● Druk op de knop [ ]. Kijk naar het
scherm en draai aan de knop [ ] om de
helderheid aan te passen. Druk nogmaals
op de knop [ ] wanneer u klaar bent.
Vóór gebruik
Wi-Fi-functies
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
 Films
Menu Instellingen
Accessoires
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Vergrendel de belichting.
●● Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op de
knop [ ].
●● [ ] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
●● Om AE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop [ ]. In dit geval wordt [ ] niet
meer weergegeven.
Deelmeting
Gem.
centrum
meeting
Spot
Voor standaardomstandigheden, inclusief
onderwerpen die van achteren worden belicht.
De belichting wordt automatisch aangepast aan de
opnameomstandigheden.
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het
gehele beeldgebied. Dit wordt berekend door
de helderheid in het centrumgebied als het
belangrijkste te behandelen.
Bijlage
Index
Meting wordt beperkt tot het [ ]
(spotmetingpuntkader) dat wordt weergegeven in
het midden van het scherm.
69
De ISO-waarde wijzigen
 Foto's  Films
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 28).
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
AUTO
80, 100, 200
400, 800
1600, 3200
Vóór gebruik
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch
aangepast aan de opnamemodus en –
omstandigheden.
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de
schemering.
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in
donkere kamers.
Kies een hogere ISO-waarde voor meer gevoeligheid of een lagere waarde voor
minder gevoeligheid.
 Foto's  Films
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden
gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Druk op de knop [
], kies
[i-Contrast] op het tabblad [ ] en kies
[Automatisch] (= 29).
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
Andere opnamestanden
]
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● U kunt ook bestaande beelden corrigeren (= 100).
Accessoires
●● Druk de ontspanknop half in als u de automatisch bepaalde
ISO-waarde wilt bekijken wanneer de ISO-waarde is ingesteld op
[AUTO].
●● Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden,
maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt de kans op
een onscherp onderwerp en bewogen beelden toe.
●● De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd
verhogen, wat onscherpe en bewogen onderwerpen vermindert
en het flitserbereik vergroot. Foto's kunnen er echter wel korrelig
uitzien.
Bijlage
Index
70
Aangepaste witbalans
Beeldkleuren
Vóór gebruik
 Foto's Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Natuurlijke kleuren vastleggen (Witbalans)
 Foto's  Films
 Films
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 28).
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Automatisch
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch
ingesteld voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de
schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normale gloeilampen.
TL licht
Voor opnamen bij tl-licht.
TL licht H
Voor opnamen bij daglichtlampen.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste
witbalans (= 71).
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Voer de stappen in “Natuurlijke kleuren
vastleggen (Witbalans)” (= 71) uit om
[ ] te selecteren.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
].
Druk op de knop [
Andere opnamestanden
●● De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camerainstellingen wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
 Foto's Menu Instellingen
 Films
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(= 28).
Accessoires
Bijlage
Index
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
71
My Colors Uit
Levendig
Neutraal
–
De nadruk komt te liggen op contrast en
kleurverzadiging, voor scherpere beelden.
Hiermee worden het contrast en de
kleurverzadiging afgevlakt, voor zachte
beelden.
Sepia
Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit
Hiermee maakt u zwart-witfoto's
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig
Blauw, Levendig Groen en Levendig Rood
gecombineerd om intense maar natuurlijke
kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia's.
Lichtere huidtint
Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder
huidtint
Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Levendig Groen
Levendig Rood
Custom Kleur
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden.
Hierdoor worden blauwe onderwerpen, zoals
de lucht of de zee, levendiger.
Legt de nadruk op groene tinten in beelden.
Hierdoor worden groene onderwerpen, zoals
bergen en flora, levendiger.
Legt de nadruk op rode tinten in beelden.
Hierdoor worden rode onderwerpen
levendiger.
U kunt het contrast, de scherpte,
kleurverzadiging, enzovoort aanpassen aan uw
voorkeur (= 72).
Custom Kleur
Vóór gebruik
 Foto's  Films
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging
en rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1 – 5.
1 Open het instellingenscherm.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Voer de stappen bij “De kleurtoon van
een beeld wijzigen (My Colors)” (= 71)
uit om [ ] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop [
].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Configureer de instelling.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een item
te selecteren. Voer vervolgens de waarde
in door op de knoppen [ ][ ] te drukken
of door aan de knop [ ] te draaien.
P-modus
●● Pas de waarde naar rechts aan
voor sterkere/intensere effecten
(of donkerdere huidtinten), en pas de
waarde naar links aan voor zwakkere/
lichtere effecten (of lichtere huidtinten).
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [
te voltooien.
Tv-, Av- en M-modus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
] om de instelling
Accessoires
Bijlage
Index
●● U kunt de witbalans (= 71) niet instellen in de modus [ ]
of [ ].
●● Met de modus [ ] of [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan
huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk
niet het verwachte resultaat met sommige huidtinten.
72
Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen
Opnamebereik en scherpstellen
 Foto's Close-ups maken (macro)
 Foto's  Films
Stel de camera in op [ ] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
 Films
Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen
in AF-stand niet mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven
en dan de ontspanknop half indrukken om de camera de optimale
scherpstelpositie te laten vastleggen die het dichtst bij de door
u opgegeven positie ligt. Zie “Opnamebereik” (= 173) voor meer
informatie over het scherpstelbereik.
1 Selecteer [
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ])
en druk vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [ ], kies [
]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
] en de MF-indicator worden
●● [
weergegeven.
Afspeelmodus
2 Geef de algemene focuspositie op.
●● Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
●● Als de zoompositie zich binnen het bereik van de gele balk onder
de zoombalk bevindt, wordt [ ] grijs en kan de camera niet
scherpstellen.
●● Om camerabeweging te voorkomen, plaatst u de camera op een
statief en maakt u opnamen met de camera ingesteld op [ ]
(= 42).
(1)
Wi-Fi-functies
●● Let op de MF-indicator op het scherm
(1, die de afstand en de scherpstelpositie
aangeeft) en de vergrote weergave en
druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om de algemene
scherpstelpositie aan te geven.
Druk vervolgens op de knop [ ].
] om de
●● Druk op de knop [
vergroting aan te passen.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Pas de focus verder aan.
●● Druk de ontspanknop half in om de
camera de focuspositie verder te laten
afstellen (Veiligheids MF).
73
●● Wanneer u handmatig scherpstelt, is de modus AF-kader
(= 74) ingesteld op [Centrum] en de afmeting van het
AF-kader (= 74) op [Normaal]. Deze instellingen kunnen niet
worden gewijzigd.
●● Scherpstellen is mogelijk bij gebruik van digitale zoom (= 38)
of de digitale telelens (= 74), of bij gebruik van een tv als
beeldscherm (= 143), maar de vergrote weergave zal niet
verschijnen.
●● U kunt de camera op een statief plaatsen om deze te stabiliseren
en nauwkeuriger scherp te stellen.
●● U kunt het vergrote weergavegebied vergroten of verbergen door
instellingen aan te passen via MENU (= 29) ► tabblad [ ] ►
[MF-Punt Zoom].
●● Om automatisch scherpstellen verder afstellen wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt uit te schakelen, kiest u MENU
(= 29) ► tabblad [ ] ► [Veiligheids MF] ► [Uit].
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking)
 Foto's  Films
Randen van onderwerpen waarop is scherpgesteld worden in kleur
weergegeven om handmatig scherpstellen te vereenvoudigen. U kunt de
kleuren en de gevoeligheid (niveau) van de randdetectie aanpassen.
1 Open het instellingenscherm.
●● Druk op de knop [
], selecteer
[MF-peaking-instellingen] op het
tabblad [ ] en selecteer vervolgens
[Aan] (= 29).
2
Configureer de instelling.
●● Kies het menu-item dat u wilt
configureren en kies de gewenste optie
(= 29).
Vóór gebruik
Digitale telelens
 Foto's  Films
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer
1,6x of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd
hoger is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale
zoom) in dezelfde zoomfactor.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knop [
], kies
[Digitale Zoom] op het tabblad [ ]
en kies de gewenste optie (= 29).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
●● Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop
] duwt voor een maximale telelensinstelling en
helemaal naar [
wanneer u inzoomt om het onderwerp te vergroten tot hetzelfde
formaat door stap 2 van “Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom)” uit te voeren (= 38).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
De modus AF Frame wijzigen
 Foto's Bijlage
 Films
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
Index
●● Druk op de knop [
], kies
[AF Frame] op het tabblad [ ] en
kies de gewenste optie (= 29).
●● Kleuren die worden weergegeven voor MF-peaking worden niet
opgeslagen in uw afbeeldingen.
74
Centrum
 Foto's  Films
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor
betrouwbaar scherpstellen.
●● Een geel AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera
niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●● Druk op de knop [
] en stel [AF kader afm.] op het
tabblad [ ] in op [Klein] (= 29) om de afmetingen van het
AF-kader te verkleinen.
●● De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal]
wanneer u de digitale zoom (= 38) of de digitale telelens
(= 74) gebruikt, en in de modus voor handmatig scherpstellen
(= 73).
●● Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of
in een hoek, richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in
het AF kader ziet en vervolgens houdt u de ontspanknop half
ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop half ingedrukt blijft houden,
creëert u de gewenste compositie en vervolgens drukt u de
ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
●● De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de
ontspanknop half indrukt als [AF-Punt Zoom] (= 51) is
ingesteld op [Aan].
Gezichts-AiAf
 Foto's  Films
●● Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen,
en de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ])
instellen.
●● Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders
worden weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
●● Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
●● Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen
groene kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera
scherpstelt.
●● Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er
alleen grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven,
worden maximaal negen groene kaders weergegeven in de
scherpgestelde gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
●● Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo
AF (= 76) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
●● Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
-- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
-- Onderwerpen die donker of licht zijn
-- Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
●● De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als
gezichten.
●● Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Onderwerpen selecteren om op scherp te stellen (AF Tracking)
 Foto's  Films
Afspeelmodus
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
Wi-Fi-functies
1 Selecteer [AF Tracking].
Menu Instellingen
●● Voer de stappen bij “De modus AF Frame
wijzigen” (= 74) uit om [AF Tracking] te
selecteren.
●● [ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kies een onderwerp waarop u wilt
Accessoires
Bijlage
Index
scherpstellen.
●● Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op de
knop [ ].
75
●● De camera piept en [ ] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
●● [ ] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] om het
volgen te stoppen.
3 Maak de opname.
●● Druk de ontspanknop half in.
[ ] verandert in een blauw [ ] dat het
onderwerp volgt terwijl de scherpstelling
en belichting worden aangepast
(Servo AF) (= 76).
●● Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
●● Zelfs nadat de opname is gemaakt,
wordt [ ] nog steeds weergegeven en
blijft de camera het onderwerp volgen.
●● [Servo AF] (= 76) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden
gewijzigd.
●● Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
●● [AF-Punt Zoom] op het tabblad [ ] (= 29) is niet beschikbaar.
●● [ ] is niet beschikbaar.
●● De camera kan zelfs onderwerpen detecteren wanneer
u de ontspanknop half ingedrukt houdt zonder op de
knop [ ] te drukken. Nadat u de opname hebt gemaakt, wordt [ ]
weergegeven in het midden van het scherm.
●● Houd de knop [ ] minstens een seconde ingedrukt als u opnamen
] (= 73).
maakt in de modus [
●● Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet
weergegeven wanneer er geregistreerde personen worden
gedetecteerd, maar de namen worden wel in de foto's vastgelegd
(= 44). Als u echter een geregistreerd persoon kiest als het
onderwerp, wordt de naam van deze persoon weergegeven.
Opnamen maken met Servo AF
Vóór gebruik
 Foto's  Films
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1 Configureer de instelling.
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knop [
], selecteer
[Servo AF] op het tabblad [ ] en
selecteer vervolgens [Aan] (= 29).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Stel scherp.
●● De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
●● In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen.
●● In omstandigheden met weinig licht wordt Servo AF mogelijk
niet geactiveerd (en worden de AF-kaders mogelijk niet blauw)
wanneer u de ontspanknop half indrukt. In dat geval worden
de focus en belichting ingesteld overeenkomstig de opgegeven
modus voor AF Frame.
●● Als de optimale belichting niet kan worden verkregen, worden
de sluitertijd en de diafragmawaarde in het oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
●● Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
●● [AF-Punt Zoom] op het tabblad [ ] (= 29) is niet
beschikbaar.
●● Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (= 42).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
76
De focusinstelling veranderen
 Foto's  Films
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze
constant scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs
wanneer de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan
de camera beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de
ontspanknop half indrukt.
●● Druk op de knop [
], kies [Continu]
op het tabblad [ ] en kies vervolgens
[Uit] (= 29).
Aan
Uit
Vóór gebruik
Opnamen maken met AF lock
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist,
doordat de camera continu scherpstelt op onderwerpen
totdat u de ontspanknop half indrukt.
De camera stelt niet continu scherp, zodat de batterij minder
snel leeg is.
 Foto's  Films
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
1 Vergrendel de focus.
●● Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop [ ].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● De scherpstelling is nu vergrendeld
] en de MF-indicator verschijnen
en [
op het scherm.
Andere opnamestanden
P-modus
●● Als u de scherpstelling wilt ontgrendelen
nadat u de ontspanknop hebt losgelaten,
drukt u opnieuw op de knop [ ] en kiest
u [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]).
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
2 Kies de compositie en maak een
Wi-Fi-functies
opname.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
77
Continue opnamen maken terwijl de camera op
het onderwerp blijft scherpstellen
 Foto's Vóór gebruik
Flitser
 Films
Maak continue opnamen terwijl de camera op het onderwerp blijft
scherpstellen. Zie “Snelheid van continue opname” (= 173) voor meer
informatie over de snelheid van continue opnamen.
Handleiding voor gevorderden
Flitsermodus wijzigen
 Foto's Basishandelingen van de
camera
 Films
U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie “Flitsbereik” (= 172) voor meer informatie over het flitsbereik.
1 Configureer de instelling.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Klap de flitser uit.
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en selecteer vervolgens [ ]
(= 28).
●● Zodra de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
Basishandleiding
Andere opnamestanden
●● Verschuif de schakelaar [ ].
2
]
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [ ], kies een flitsmodus
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]) en druk daarna op de
knop [ ].
2 Maak de opname.
●● Houd de ontspanknop volledig ingedrukt
om continue opnamen te maken.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
●● De beelden worden samen als een groep
beheerd (= 88).
●● In de modus [ ] (= 58), bij handmatig scherpstellen
(= 73) of wanneer AF is vergrendeld (= 77), wordt [ ]
gewijzigd in [ ].
●● Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (= 42).
●● Opnamen kunnen tijdelijk onderbroken worden of continue
opnamen kunnen langzamer worden, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, camera-instellingen en zoompositie.
●● Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
●● Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
●● Continue opname is niet mogelijk in de modus [ ] Automatisch
(= 40), zelfs wanneer u [ ] selecteert.
P-modus
Configureer de instelling.
Menu Instellingen
●● Als de flitser is ingeklapt, kan het instellingenscherm niet
worden geopend door op de knop [ ] te drukken. Verschuif de
schakelaar [ ] om de flitser uit te klappen en configureer de
instelling.
Accessoires
Bijlage
Index
Automatisch
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst.
Aan
Er wordt bij elke opname geflitst.
78
Slow sync
Er wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp
(zoals mensen) te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met
een langere sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het flitsbereik verlicht
wordt.
●● Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [ ]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (= 80).
●● In de modus [ ] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat
het geluid van de ontspanknop stopt, zelfs nadat de flitser geflitst
heeft.
Uit
Voor het maken van opnamen zonder flitser.
●● Als bij omstandigheden die ervoor zorgen dat de camera
bewogen wordt of bij situaties met weinig licht een knipperend
pictogram [ ] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt, plaatst u de camera op een statief of neemt u andere
maatregelen om de camera stil te houden.
Vóór gebruik
De flitsbelichtingscompensatie aanpassen
 Foto's  Films
Net als bij de normale belichtingscompensatie (= 69) kunt u de
flitsbelichting aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Druk op de knop [ ], selecteer [ ] in het
menu en pas de instelling aan door op
de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de
knop [ ] te draaien (= 28).
Basishandelingen van de
camera
●● Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Andere opnamestanden
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
P-modus
●● Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera
voor opnamen met de flitser automatisch de sluitertijd of
diafragmawaarde aan om vervaagde highlights te verminderen
en opnamen te maken met een optimale belichting. U kunt
automatische aanpassing van de sluitertijd en diafragmawaarde
echter uitschakelen door MENU (= 29) te openen en
tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ► [Veiligheids FE] ► [Uit] te
selecteren.
●● U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen door MENU
(= 29) te openen en tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ►
[Flitsbel. comp.] te kiezen.
●● U kunt het scherm [Flits Instellingen] (= 29) ook openen als
de flitser is uitgeklapt, door op de knop [ ] te drukken en direct
] te drukken.
daarna op de knop [
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
79
Opnamen maken met FE-lock
Vóór gebruik
Overige instellingen
 Foto's Basishandleiding
 Films
Net als met AE lock (= 69) kunt u de belichting vergrendelen voor het
maken van opnamen met de flitser.
1 Klap de flitser uit en stel deze in
op [ ] (= 78).
2 Vergrendel de flitsbelichting.
●● Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op de
knop [ ].
De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit)
 Foto's Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
 Films
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen, [ ]
(Superfijn) en [ ] (Fijn): Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart”
(= 172) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke
compressieverhouding op een geheugenkaart passen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in
het menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (= 28).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● De flitser gaat af en wanneer [ ] wordt
weergegeven, blijf het flitsuitvoerniveau
behouden.
●● Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop [ ]. In dit geval wordt [ ] niet
meer weergegeven.
3 Kies de compositie en maak een
opname.
●● Na één opname wordt FE ontgrendeld en
wordt [ ] niet meer weergegeven.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Menu Instellingen
 Foto's  Films
Accessoires
Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname.
●● Volg stappen 1 – 2 in “Beeldstabilisatie
uitschakelen” (= 52) en selecteer
[Opname].
Bijlage
Index
●● FE: flitsbelichting
●● Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere
maatregelen om de camera stil te houden. In dit geval is de
[IS modus] ingesteld op [Uit].
●● De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor filmopnamen.
80
Vóór gebruik
Specifieke sluitertijden (Modus [Tv])
 Foto's Tv-, Av- en M-modus
 Films
Stel de gewenste sluitertijd in voordat u met het opnemen begint. Op de
camera wordt de diafragmawaarde automatisch aangepast aan de
ingestelde sluitertijd.
Zie “Sluitertijd” (= 173) voor informatie over de beschikbare sluitertijden.
1 Open de modus [
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
Maak slimmer geraffineerde opnamen en pas de camera aan uw favoriete
opnamestijl aan
Basishandleiding
].
Andere opnamestanden
2 Stel de sluitertijd in.
●● Draai aan de knop [
te stellen.
P-modus
] om de sluitertijd in
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de
betreffende modus.
●● Bij opnameomstandigheden met langere sluitertijden treedt
mogelijk een vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt
maken. Dit komt doordat de camera de beelden verwerkt om ruis
te voorkomen.
●● Stel [IS modus] in op [Uit] wanneer u een langere sluitertijd
gebruikt en opnamen maakt met een statief (= 80).
●● De kortste sluitertijd voor het maken van opnamen met een
flitser is 1/2.000 seconde. Als u een kortere sluitertijd selecteert,
wordt de sluitertijd voordat u opnamen kunt maken automatisch
ingesteld op 1/2.000 seconde.
●● Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of langer gebruikt, is de
ISO-waarde [80]. Deze waarde kan niet worden gewijzigd.
●● Als de optimale belichting niet is bereikt wanneer u de
ontspanknop half indrukt, wordt de diafragmawaarde oranje
weergegeven. Pas de sluitertijd aan totdat de diafragmawaarde
wit wordt weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken
(= 82).
●● [
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
]: tijdwaarde
81
Specifieke diafragmawaarden (Modus [Av])
 Foto's  Films
Stel de gewenste diafragmawaarde in voordat u begint met opnemen.
Op de camera wordt de sluitertijd automatisch aangepast aan de
ingestelde diafragmawaarde.
Zie “Diafragma” (= 173) voor informatie over de beschikbare
diafragmawaarden.
1
Open de modus [
 Foto's 1 Open de modus [
].
].
2 Configureer de instelling.
●● Draai aan de knop [ ] om de
diafragmawaarde in te stellen.
(1) (2)
(3)
(4)
●● [
]: Diafragmawaarde (de grootte van de irisopening in
de lens)
] en [
] op de knop [
] en stel
●● Druk in de modi [
[Safety Shift] op het tabblad [ ] in op [Aan] (= 29) om de
sluitertijd en de diafragmawaarde van de camera automatisch
aan te passen wanneer er belichtingsproblemen zijn, zodat
u opnamen kunt maken met een optimale belichting.
Safety Shift is echter uitgeschakeld wanneer de flitser flitst.
 Films
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
2 Stel de diafragmawaarde in.
●● Als de optimale belichting niet is bereikt wanneer u de
ontspanknop half indrukt, wordt de sluitertijd oranje weergegeven.
Pas de diafragmawaarde aan totdat de sluitertijd wit wordt
weergegeven. U kunt ook Safety Shift gebruiken (zie hieronder).
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Voer voordat u opnamen maakt de volgende stappen uit voor het instellen
van de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde, zodat u de gewenste
belichting krijgt.
Zie “Sluitertijd” (= 173) en “Diafragma” (= 173) voor informatie over
beschikbare sluitertijden en diafragmawaarden.
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
Vóór gebruik
Specifieke sluitertijden en
diafragmawaarden (Modus [M])
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
].
P-modus
●● Druk op de knop [ ] om de sluitertijd (1)
of diafragmawaarde (2) te kiezen en draai
aan de knop [ ] om een waarde in te
voeren.
●● Het belichtingsniveauteken (4),
gebaseerd op de door u opgegeven
waarden, wordt weergegeven op de
indicator van het belichtingsniveau
ter vergelijking met de optimale
belichting (3).
●● Als het verschil ten opzichte van de
optimale belichting groter is dan 2 stops,
wordt het belichtingsniveauteken oranje
weergegeven.
●● Na het instellen van de sluitertijd en de diafragmawaarde kan het
belichtingsniveau wijzigen als u de zoom aanpast of een nieuwe
compositie voor de opname maakt.
●● Afhankelijk van de ingestelde sluitertijd en diafragmawaarde,
wordt de helderheid van het scherm mogelijk aangepast.
De helderheid van het scherm wijzigt echter niet als de flitser is
uitgeklapt en de modus [ ] is ingesteld.
●● Als u de instelling die u niet hebt gekozen bij stap 2 (sluitertijd
of diafragmawaarde), automatisch wilt laten aanpassen aan
de optimale belichting, drukt u op de knop [ ] terwijl u de
ontspanknop half ingedrukt houdt. Optimale belichting is in
combinatie met bepaalde instellingen niet mogelijk.
●● Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of langer gebruikt, is de
ISO-waarde [80]. Deze waarde kan niet worden gewijzigd.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
82
Vóór gebruik
●● [ ]: Handmatig
●● De optimale belichting wordt berekend op basis van de
opgegeven meetmethode (= 69).
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
De flitsoutput aanpassen
Basishandelingen van de
camera
 Foto's Maak een keuze uit de drie flitsniveaus in modus [
1 Open de modus [
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
 Films
].
Andere opnamestanden
].
●● Stel het programmakeuzewiel in op [
P-modus
].
2 Configureer de instelling.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [ ], selecteer [ ] in het
menu en pas de instelling aan door op
de knoppen [ ][ ] te drukken of aan de
knop [ ] te draaien (= 28).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Als de instelling is voltooid, wordt het
flitsuitvoerniveau weergegeven.
]: Minimum, [
]: Medium,
[
[
]: Maximum
●● U kunt het flitsniveau ook instellen door MENU (= 29) te
openen en tabblad [ ] ► [Flits Instellingen] ► [Flits output] te
selecteren.
] of [
] instellen
●● U kunt het flitsniveau in de modus [
door MENU (= 29) te openen en tabblad [ ] ►
[Flits Instellingen] ► [Flits mode] ► [Handmatig] te selecteren.
●● U kunt het scherm [Flits Instellingen] (= 29) ook openen als
de flitser is uitgeklapt, door op de knop [ ] te drukken en direct
] te drukken.
daarna op de knop [
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
83
Vóór gebruik
Bekijken
 Foto's  Films
Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van
manieren doorbladeren en bewerken
] om de afspeelmodus te openen en de camera
●● Druk op de knop [
voor te bereiden op deze handelingen.
●● Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan
de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere
camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of
bewerkt.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
1 Open de afspeelmodus.
●● Druk op de knop [
].
●● Uw laatste opname wordt weergegeven.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Selecteer de beelden.
P-modus
●● Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop [ ] of draait u de knop [ ]
tegen de klok in. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop [ ] of
draait u de knop [ ] met de klok mee.
●● Houd de knoppen [ ][ ] ingedrukt om
snel door beelden te bladeren.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● U kunt dit scherm (modus Beeld scrollen)
openen door snel aan de knop [ ] te
draaien. Draai in deze modus aan de
knop [ ] om door beelden te bladeren.
●● Druk op de knop [ ] om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
●● Druk in de modus Beeld scrollen op
de knoppen [ ][ ] om door beelden
te bladeren die per opnamedatum
gegroepeerd zijn.
●● Films zijn herkenbaar aan het
pictogram [
]. Ga naar stap 3 als
u films wilt afspelen.
Accessoires
Bijlage
Index
84
3 Speel films af.
●● Druk op de knop [ ], selecteer [ ]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]) en druk vervolgens
nogmaals op de knop [ ] om het
afspelen te starten.
4 Pas het volume aan.
●● Druk op de knoppen [ ][
volume aan te passen.
(1)
Vóór gebruik
Van weergavemodus wisselen
 Foto's  Films
Druk op de knop [
] om andere informatie weer te geven op het
scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide
informatieweergave)” (= 161) voor meer informatie over de
weergegeven gegevens.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
] om het
●● Om het volume aan te passen wanneer
de volumeaanduiding (1) niet langer
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ].
Andere opnamestanden
Geen informatieweergave
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
5 Onderbreek het afspelen.
●● Druk op de knop [ ] als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
●● Na de film verschijnt [
].
●● Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in.
●● Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (= 29) ►
] ► [Beeld scrollen] ► [Uit].
tabblad [
●● Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de
afspeelmodus geopend wordt, kiest u MENU (= 29) ►
] ► [Ga verder] ► [Laatste f.].
tabblad [
●● Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent
u MENU (= 29) en vervolgens kiest u het door u gewenste
] ► [Overgangseff.].
effect op het tabblad [
Afspeelmodus
Beknopte informatieweergave
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Uitgebreide informatieweergave
Index
85
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden)
 Foto's  Films
In de uitgebreide informatieweergave (= 85) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Histogram
 Foto's  Films
●● De grafiek die verschijnt in de uitgebreide
informatieweergave (= 85) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk
gedeelte van het beeld zich op elk
helderheidsniveau bevindt. Het histogram
bekijken is een manier om de belichting
te controleren.
Vóór gebruik
●● UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel
overeen met Greenwich Mean Time.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto's (digest-films)
 Foto's Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
 Films
U kunt als volgt een filmsynopsis bekijken met digest-films die
automatisch zijn opgenomen in de modus [ ] (= 34) op een dag
waarop u foto's hebt genomen.
Andere opnamestanden
P-modus
1 Selecteer een beeld.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een foto met de
aanduiding [
] te selecteren.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
GPS-informatieweergave
 Foto's  Films
●● Met een smartphone die via Wi-Fi is
verbonden met de camera kunt u beelden
op de camera geotaggen en informatie
toevoegen, zoals breedtegraad,
lengtegraad en hoogte (= 130).
U kunt deze informatie controleren in
de GPS-informatieweergave.
●● Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en –tijd) getoond.
●● De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden
waarvoor deze informatie ontbreekt.
●● [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor
items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items
die niet juist zijn vastgelegd.
Menu Instellingen
2 Speel de digest-film af.
●● Druk op de knop [ ] en selecteer [
in het menu (= 28).
●● De digest-film die automatisch is
opgenomen op de dag dat de foto's
zijn gemaakt, wordt vanaf het begin
afgespeeld.
]
Accessoires
Bijlage
Index
●● Na een kort moment wordt [
] niet meer weergegeven
wanneer u de camera gebruikt met uitgeschakelde
informatieweergave (= 85).
86
Op datum weergeven
Door beelden bladeren en beelden filteren
Digest-films kunnen op datum worden bekeken.
1 Selecteer een film.
●● Druk op de knop [
], kies
[Digest-films weerg./afsp.] op het
tabblad [
] en kies vervolgens een
datum (= 29).
2 Speel de film af.
●● Druk op de knop [
wilt starten.
] als u het afspelen
Personen controleren die met Gezichts-ID zijn gedetecteerd
 Foto's  Films
Als u de camera overschakelt naar de korte informatieweergave
(= 85), worden de namen weergegeven van maximaal vijf personen
die zijn geregistreerd in Gezichts-ID (= 44).
]
●● Druk meerdere keren op de knop [
totdat de eenvoudige informatieweergave
wordt geactiveerd en druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]
om een beeld te selecteren.
●● De namen worden op gedetecteerde
personen weergegeven.
●● Als u liever geen namen wilt weergeven in foto's die met
behulp van Gezichts-ID zijn gemaakt, kiest u MENU (= 29) ►
] ► [Info gezichts-ID] ► [Naam weerg.] ► [Uit].
tabblad [
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Bladeren door beelden in een index
 Foto's Basishandelingen van de
camera
 Films
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Geef beelden weer in een index.
Andere opnamestanden
●● Verschuif de zoomknop naar [ ] als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Verschuif de zoomknop naar [ ] om
minder beelden weer te geven. Het aantal
beelden neemt elke keer af wanneer u de
zoomknop verschuift.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Selecteer een beeld.
Menu Instellingen
●● Draai aan de knop [ ] om door de
beelden te bladeren.
Accessoires
●● Druk op de knoppen [ ][
een beeld te selecteren.
Bijlage
][ ][ ] om
●● Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Index
●● Druk op de knop [ ] om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
●● Als u het 3D-weergave-effect wilt uitschakelen (wordt
weergegeven als u de knoppen [ ][ ] ingedrukt houdt of
snel aan de knop [ ] draait), kiest u MENU (= 29) ►
] ► [Indexeffect] ► [Uit].
tabblad [
87
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden
 Foto's  Films
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de
beeldweergave te filteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt deze
beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (= 92) of verwijderen (= 94).
Naam
Mensen
Opnamedatum
Favorieten
Foto/film
Geeft beelden van een geregistreerde persoon
weer (= 45).
Hiermee worden beelden weergegeven met
gedetecteerde gezichten.
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum
zijn opgenomen.
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als
favoriet (= 97).
Geeft foto's, films of films die zijn opgenomen in de
modus [ ] weer (= 34).
●● Druk op de knop [
] bij stap 2 om andere informatie weer te
geven of te verbergen.
●● Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2)
zijn “Bladeren door beelden in een index” (= 87), “Beelden
vergroten” (= 90) en “Diavoorstellingen bekijken” (= 91).
U kunt ook beeldbewerkingen toepassen op alle gevonden
beelden, door [Alle beelden in zoekopdr. bev.] te selecteren
in “Beelden beveiligen” (= 92) of [Alle beelden zoekopdr.
sel.] in “Meerdere beelden tegelijk wissen” (= 95), “Beelden
toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (= 151) of “Beelden
toevoegen aan een fotoboek” (= 153).
●● Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden
(= 98 – = 103) wordt een bericht weergegeven en worden
de gevonden beelden niet meer weergegeven.
2 Bekijk de gefilterde beelden.
●● Beelden die voldoen aan uw voorwaarden,
worden in gele kaders weergegeven.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om alleen deze beelden te
bekijken.
●● Kies [ ] in stap 1 om gefilterd afspelen te
stoppen.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
1 Kies een zoekvoorwaarde.
●● Druk op de knop [ ], kies [ ] in het
menu en selecteer vervolgens een
voorwaarde (= 28).
●● Wanneer u [ ], [ ] of [ ] hebt
geselecteerd, kiest u de voorwaarde
door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] op
het weergegeven scherm te drukken.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
 Foto's Afspeelmodus
 Films
Wi-Fi-functies
Beelden die continu zijn opgenomen (= 43, = 58, = 78) en
beelden die zijn opgenomen in de modus [
] (= 57), worden
gegroepeerd en alleen het eerste beeld wordt weergegeven. U kunt de
beelden echter ook afzonderlijk bekijken.
Menu Instellingen
Accessoires
1 Kies een gegroepeerd beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een beeld met de
aanduiding [
] te selecteren.
2 Selecteer [
Bijlage
Index
].
●● Druk op de knop [
het menu (= 28).
] en selecteer [
] in
●● Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen
overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden
niet beschikbaar.
88
3 Geef de beelden in de groep
afzonderlijk weer.
●● Als u op de knoppen [ ][ ] drukt of aan
de knop [ ] draait, worden alleen de
beelden in de groep weergegeven.
●● Om gegroepeerd afspelen te stoppen,
drukt u op de knop [ ], kiest u [ ] in
het menu en drukt u nogmaals op de
knop [ ] (= 28).
●● Bij afspelen in een groep (stap 3) kunt u snel door beelden
bladeren “Bladeren door beelden in een index” (= 87) en deze
vergroten “Beelden vergroten” (= 90). Door [Alle beelden in
groep bev.] in “Beelden beveiligen” (= 92) of [Alle beelden in
zoekopdr. bev.] in “Meerdere beelden tegelijk wissen” (= 95)
of “Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (= 151)
of [Alle beelden groeperen] in “Beelden toevoegen aan een
fotoboek” (= 153) te selecteren, kunnen alle beelden in de
groep in één keer worden bewerkt.
●● Als u de groepering voor beelden wilt opheffen zodat ze worden
weergegeven als losse foto's, kiest u MENU (= 29) ►
] ► [Beelden groep.] ► [Uit]. Het groeperen van
tabblad [
gegroepeerde beelden kan echter tijdens het afspelen van
afzonderlijke beelden niet worden opgeheven.
] wordt de gelijktijdige weergave na
●● In de modus [
stap 2 bij “Genieten van diverse beelden van elke opname
(Creatieve opname)” (= 57) alleen weergegeven direct nadat
u een opname maakt.
Vóór gebruik
Gezichts-ID-gegevens bewerken
Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze
wijzigen of wissen.
U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door
Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven) en voor
personen waarvan de naam is gewist.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Namen wijzigen
Andere opnamestanden
1 Open het instellingenscherm.
●● Druk op de knop [
] en kies
[Info gezichts-ID] op het tabblad [
(= 29).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
]
Afspeelmodus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ID-info bew.] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Wi-Fi-functies
2 Selecteer een beeld.
Menu Instellingen
●● Volg de procedure bij “Personen
controleren die met Gezichts-ID zijn
gedetecteerd” (= 87), kies een beeld
en druk op de knop [ ].
●● Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde gezicht weergegeven.
Wanneer er meerdere namen in een
beeld worden weergegeven, drukt u op
de knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om de naam te selecteren die
u wilt wijzigen. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Accessoires
Bijlage
Index
89
3 Kies de optie om te bewerken.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om [Overschrijven]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Opties voor het weergeven van foto's
4 Selecteer de naam van de persoon
 Foto's Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Verschuif de zoomknop naar [ ] als
u wilt inzoomen op het beeld en het
beeld wilt vergroten. Als u de zoomknop
vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot
een factor van 10x.
Namen wissen
●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Basishandelingen van de
camera
 Films
1 Vergroot een beeld.
●● Voer stap 2 in “Gezichtsgegevens
overschrijven en toevoegen” (= 47)
uit en kies de naam van de persoon
die u wilt overschrijven.
●● Op het scherm dat wordt weergegeven
bij stap 3 van “Namen wijzigen” (= 89)
kiest u [Wissen] en drukt u op de
knop [ ].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Beelden vergroten
die u wilt overschrijven.
Vóór gebruik
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Voor de duidelijkheid wordt het
weergegeven gebied (1) bij benadering
getoond.
(1)
Afspeelmodus
●● Verschuif de zoomknop naar [ ] om uit
te zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt,
keert u terug naar de enkelvoudige
weergave.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
2 Verschuif de weergavelocatie
Accessoires
en schakel indien nodig tussen
beelden.
●● Als u de weergavepositie wilt
verschuiven, drukt u op de
knoppen [ ][ ][ ][ ].
Bijlage
Index
●● Draai tijdens het inzoomen aan de
knop [ ] van beeld wilt wisselen.
●● U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige
] te drukken.
weergave gaan door op de knop [
90
Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen
Diavoorstellingen bekijken
 Foto's  Films
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als
volgt automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden
weergegeven.
●● Druk op de knop [ ] en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste
optie (= 28).
●● De diavoorstelling begint nadat
[Laden van beeld] enkele seconden wordt
weergegeven.
] om de
●● Druk op de knop [
diavoorstelling te beëindigen.
●● De spaarstandfuncties van de camera (= 26) werken niet
tijdens diavoorstellingen.
●● Druk op de knop [ ] als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
●● Tijdens het afspelen kunt u naar andere beelden gaan als u op
de knoppen [ ][ ] drukt of aan de knop [ ] draait. Houd voor
vooruitspoelen of achteruitspoelen de knoppen [ ][ ] ingedrukt.
●● Bij gefilterde weergave (= 88) worden alleen beelden
afgespeeld die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt
overgangen tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen.
1 Open het instellingenscherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Druk op de knop [
] en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [
] (= 29).
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Configureer de instellingen.
Andere opnamestanden
●● Kies het menu-item dat u wilt
configureren en kies de gewenste
optie (= 29).
P-modus
●● Selecteer [Start] en druk op de
knop [ ] als u de diavoorstelling
volgens uw instellingen wilt starten.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
] om terug te
●● Druk op de knop [
gaan naar het menuscherm.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
91
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle)
 Foto's  Films
Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die
u wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd,
worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat
u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze
functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende
omgevingen.
 Foto's Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knop [ ] en selecteer [
]
in het menu (= 28). [Beveiligd] wordt
weergegeven.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en selecteert
] nogmaals. Druk vervolgens op
u [
de knop [ ].
]
●● Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
 Films
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk kunnen worden
gewist (= 94).
1 Selecteer Smart Shuffle.
●● Druk op de knop [ ] en selecteer [
in het menu (= 28).
Vóór gebruik
Beelden beveiligen
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (= 137).
Afspeelmodus
2 Selecteer een beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om het
beeld te selecteren dat u wilt weergeven.
●● Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door de
volgende vier mogelijke beelden.
●● Als u op de knop [ ] drukt, verschijnt
het middelste beeld op volledige grootte.
Druk nogmaals op de knop [ ] om
terug te keren naar de oorspronkelijke
weergave.
] om terug te
●● Druk op de knop [
keren naar de enkelvoudige weergave.
Wi-Fi-functies
●● Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie
van de camera. Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet
u eerst de beveiliging opheffen.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Via het menu
1 Open het instellingenscherm.
Index
●● Druk op de knop [
] en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [
] (= 29).
●● Smart Shuffle is niet beschikbaar in de volgende situaties:
-- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
-- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt
weergegeven
-- Beelden worden weergegeven in gefilterde weergave (= 88)
-- Tijdens groep afspelen (= 88)
92
2 Selecteer een selectiemethode.
●● Kies de gewenste optie (= 29).
] om terug te
●● Druk op de knop [
gaan naar het menuscherm.
Vóór gebruik
Een reeks selecteren
Basishandleiding
1 Selecteer [Select. reeks].
●● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 92),
kies [Select. reeks] en druk op de
knop [ ].
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer [Selectie].
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Selecteer het eerste beeld.
●● Druk op de knop [
].
Andere opnamestanden
P-modus
●● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 92),
kies [Selectie] en druk op de knop [ ].
2 Selecteer een beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
[ ] wordt weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de
selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
●● Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilig het beeld.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera
uitschakelt voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt
voltooid, worden de beelden niet beveiligd.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
3 Selecteer het laatste beeld.
●● Druk op de knop [ ] om [Laatste beeld]
te selecteren en druk op de knop [ ].
●● Druk op de knop [
]. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Afspeelmodus
Bijlage
Index
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
93
4 Beveilig de beelden.
●● Druk op de knop [ ] om [Beveilig] te
kiezen en druk op de knop [ ].
Vóór gebruik
Beelden wissen
 Foto's  Films
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld. Beveiligde beelden (= 92) kunnen echter niet worden
gewist.
●● U kunt ook het eerste of het laatste beeld kiezen door aan de
knop [ ] te draaien terwijl het bovenste scherm bij stap 2 en
3 wordt weergegeven.
●● Selecteer [Beveilig. uit] in stap 4 als u de beveiliging wilt opheffen
voor groepen beelden.
Alle beelden in één keer beveiligen
1 Selecteer [Alle beelden beveiligen].
●● Volg stap 2 bij “Via het menu” (= 92),
kies [Alle beelden beveiligen] en druk op
de knop [ ].
2 Beveilig de beelden.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Selecteer het beeld dat u wilt
wissen.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
2
P-modus
Wis het beeld.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ ]
in het menu (= 28).
Afspeelmodus
●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om [Wissen] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Het huidige beeld wordt nu gewist.
Accessoires
●● Om het wissen te annuleren, drukt
u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [Annuleer] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Bijlage
Index
Alle beveiligingen in één keer opheffen
U kunt de beveiliging van alle beelden tegelijk opheffen.
Om de beveiliging op te heffen, selecteert u [Beveiliging alle beelden
oph.] bij stap 1 van “Alle beelden in één keer beveiligen”. Voer vervolgens
stap 2 uit.
94
Meerdere beelden tegelijk wissen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (= 92) kunnen echter niet worden gewist.
Een selectiemethode selecteren
1 Open het instellingenscherm.
●● Druk op de knop [
] en selecteer
[Wissen] op het tabblad [
] (= 29).
2 Selecteer een selectiemethode.
●● Kies de gewenste optie (= 29).
] om terug te
●● Druk op de knop [
gaan naar het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer [Selectie].
●● Volg stap 2 bij “Een selectiemethode
selecteren” (= 95) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop [ ].
2 Selecteer een beeld.
●● Nadat u een beeld hebt gekozen in stap
2 in “Afzonderlijke beelden selecteren”
(= 93), wordt [ ] weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de
selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
3 Wis de beelden.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knop [
]. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
P-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Een reeks selecteren
Wi-Fi-functies
1 Selecteer [Select. reeks].
Menu Instellingen
●● Volg stap 2 bij “Een selectiemethode
selecteren” (= 95) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop [ ].
2
Selecteer de beelden.
●● Voer de stappen 2 – 3 in “Een reeks
selecteren” (= 93) uit om beelden op
te geven.
Accessoires
Bijlage
Index
3 Wis de beelden.
●● Druk op de knop [ ] om [Wissen]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop [ ].
95
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer [Sel. alle beelden].
●● Voer stap 2 uit bij “Een selectiemethode
selecteren” (= 95), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop [ ].
2
Vóór gebruik
Beelden roteren
 Foto's  Films
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer [
Wis de beelden.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
].
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knop [ ] en selecteer [ ]
in het menu (= 28).
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
2 Draai het beeld.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [ ] of [ ], afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop [ ] om de
instelling te voltooien.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Via het menu
Accessoires
1
Bijlage
Selecteer [Roteren].
●● Druk op de knop [
] en kies
[Roteren] op het tabblad [
] (= 29).
Index
96
2 Draai het beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
●● Het beeld wordt telkens als u op de
knop [ ] drukt 90° gedraaid.
] om terug te
●● Druk op de knop [
gaan naar het menuscherm.
●● Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op
[Uit] (= 97).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
●● Druk op de knop [
] om
[Autom. draaien] te selecteren op het
tabblad [
]. Selecteer vervolgens
[Uit] (= 29).
Vóór gebruik
Beelden markeren als favoriet
 Foto's  Films
U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren.
Als u een categorie kiest in gefilterd afspelen kunt u de volgende
handelingen beperken tot die beelden.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● “Bekijken” (= 84), “Diavoorstellingen bekijken” (= 91), “Beelden
beveiligen” (= 92), “Beelden wissen” (= 94), “Beelden
toevoegen aan de printlijst (DPOF)” (= 151), “Beelden toevoegen
aan een fotoboek” (= 153)
●● Druk op de knop [ ] en selecteer [
in het menu (= 28).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
]
P-modus
●● [Gemarkeerd als favoriet] wordt
weergegeven.
Tv-, Av- en M-modus
●● Als u de markering van het beeld wilt
opheffen, herhaalt u deze procedure
en selecteert u [ ] nogmaals.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
●● Beelden kunnen niet worden geroteerd (= 96) als
u [Autom. draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds
geroteerde beelden ook in hun oorspronkelijke richting
weergegeven.
●● In de modus Smart Shuffle (= 92) worden beelden die
verticaal zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als
[Autom. draaien] is ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide
beelden in de gedraaide stand.
Index
97
Via het menu
Vóór gebruik
Foto's bewerken
1 Selecteer [Favorieten].
●● Druk op de knop [
] en kies
[Favorieten] op het tabblad [
]
(= 29).
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Beeldbewerking (= 98 – = 101) is alleen mogelijk als er op
de geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Het formaat van beelden wijzigen
2 Selecteer een beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
[ ] wordt weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] om de
markering van het beeld op te heffen.
[ ] wordt niet meer weergegeven.
●● Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
3 Voltooi de instellingsprocedure.
●● Druk op de knop [
]. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
●● Door beelden als favoriet te markeren, kunt u ze bij het maken
van albums gemakkelijker toevoegen (= 104).
●● Als u Windows 8 of Windows 7 gebruikt en favoriete beelden
overdraagt naar de computer, wordt aan deze beelden een
) toegewezen.
waardering van drie sterren (
(Geldt niet voor films.)
 Foto's Andere opnamestanden
 Films
Bewaar een kopie van beelden met een lager aantal opnamepixels.
P-modus
1 Selecteer [Veranderen].
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knop [
] en kies
[Veranderen] op het tabblad [
]
(= 29).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Selecteer een beeld.
Menu Instellingen
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
3 Selecteer een beeldformaat.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om het formaat te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Accessoires
Bijlage
Index
●● [Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
98
2 Selecteer een beeld.
4 Sla het nieuwe beeld op.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
5 Bekijk het nieuwe beeld.
●● Druk op de knop [
]. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
●● Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling
van [ ] (= 49) kunnen niet worden bewerkt.
●● Beelden kunnen niet worden voorzien van een hoger aantal
opnamepixels.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
(1)
(2)
(3)
3 Pas het bijsnijgebied aan.
●● Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden (1).
●● Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld (2) wordt rechtsonder
weergegeven. U kunt ook het aantal
opnamepixels na bijsnijden (3) zien.
●● Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
●● Als u het kader wilt verplaatsen, drukt
u op de knoppen [ ][ ][ ][ ].
●● Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop [
].
●● Gezichten die op het beeld zijn
gedetecteerd, worden weergegeven in
grijze kaders in het beeld linksboven.
Draai aan de knop [ ] om te wisselen
van kader dat het bijsnijdgebied aangeeft.
●● Druk op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
4 Sla het beeld op als een nieuw beeld
Trimmen
en bekijk dit.
 Foto's  Films
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer [Trimmen].
●● Druk op de knop [
] en selecteer
]
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [
(= 29).
●● Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat
van beelden wijzigen” (= 98) uit.
Bijlage
Index
●● Beelden die zijn vastgelegd met een opnamepixelinstelling
van [ ] (= 49) of waarvan het formaat gewijzigd is in [ ]
(= 98) kunnen niet worden bewerkt.
●● Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden
dezelfde verhouding na het bijsnijden.
●● Bijgesneden beelden hebben een lager aantal opnamepixels dan
niet-bijgesneden beelden.
●● Als u foto's die zijn opgenomen met Gezichts-ID (= 44)
bijsnijdt, blijven alleen de namen behouden van de personen die
nog steeds in het bijgesneden beeld voorkomen.
99
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
 Foto's  Films
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan
als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen (My
Colors)” (= 71) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer [My Colors].
●● Druk op de knop [
] en selecteer
[My Colors] op het tabblad [
]
(= 29).
2 Selecteer een beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
3 Selecteer een optie.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
4 Sla het beeld op als een nieuw beeld
en bekijk dit.
●● Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat
van beelden wijzigen” (= 98) uit.
●● Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
●● De kleuren van RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
●● De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan
licht afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen met de
functie My Colors (= 71).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast)
 Foto's Basishandelingen van de
camera
 Films
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla
het beeld vervolgens op als een apart bestand.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
1 Selecteer [i-Contrast].
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [
] en kies
[i-Contrast] op het tabblad [
]
(= 29).
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
2 Selecteer een beeld.
Accessoires
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
3 Selecteer een optie.
Bijlage
Index
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
4 Sla het beeld op als een nieuw beeld
en bekijk dit.
●● Voer de stappen 4 – 5 in “Het formaat
van beelden wijzigen” (= 98) uit.
100
●● Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
●● Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
●● Als met [Automatisch] niet de verwachte resultaten kunnen
worden bereikt, probeert u de beelden te corrigeren met [Laag],
[Middel] of [Hoog].
4 Sla het beeld op als een nieuw beeld
en bekijk dit.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om [Nieuw
bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Voer stap 5 in “Het formaat van beelden
wijzigen” (= 98) uit.
Rode ogen corrigeren
 Foto's  Films
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer [Rode-Ogen Corr.].
Andere opnamestanden
●● Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
●● Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het
oorspronkelijke beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld.
Het oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
●● Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Druk op de knop [
] en selecteer
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [
]
(= 29).
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
2 Selecteer een beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
3 Corrigeer het beeld.
●● Druk op de knop [
Bijlage
Index
].
●● Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
●● Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Volg de stappen in “Beelden
vergroten” (= 90).
101
3 Bekijk de bewerkte film.
Films bewerken
 Foto's  Films
U kunt onnodige delen aan het begin en einde van films verwijderen
(met uitzondering van digest-films, = 34).
1 Selecteer [
].
●● Volg stap 1 – 5 bij “Bekijken” (= 84),
kies [ ] en druk op de knop [ ].
●● Het filmbewerkingspaneel en de
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
(1)
2 Geef aan welke delen u eruit wilt
knippen.
●● (1) is het filmbewerkingspaneel en (2) is
de bewerkingsbalk.
●● Druk op de knoppen [
selecteer [ ] of [ ].
(2)
][
] en
●● Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [ ] op het
scherm), drukt u op de knoppen [ ][ ]
of draait u aan de knop [ ] om [ ] te
verschuiven. Snijd het begin van de film
af (vanaf [ ]) door [ ] te selecteren en
snijd het einde van de film af met behulp
van [ ].
●● Als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [ ], wordt bij [ ] alleen
het gedeelte voor het dichtstbijzijnde
[ ] aan de linkerzijde afgesneden en
wordt bij [ ] alleen het gedeelte na het
dichtstbijzijnde [ ] aan de rechterzijde
afgesneden.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ]. De bewerkte film wordt nu
afgespeeld.
●● Herhaal stap 2 als u de film nog een keer
wilt bewerken.
●● Om het bewerken te annuleren, drukt
u op de knop [
]. Selecteer [OK]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]) en druk daarna op de
knop [ ].
4
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Sla de bewerkte film op.
P-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om [Nieuw
bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Selecteer [Opsl. -compr.] en druk op de
knop [ ].
●● De film wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de
oorspronkelijke film overschreven door de ingekorte film.
De oorspronkelijke film wordt dan gewist.
●● Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen
[Overschrijven] beschikbaar.
●● Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt worden films
mogelijk niet opgeslagen.
●● Gebruik tijdens het bewerken van films een volledig
opgeladen batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk
verkrijgbaar, = 142).
102
Bestandsgroottes verkleinen
Het formaat van bestanden kan worden verkleind door films als volgt te
comprimeren.
●● Kies in het scherm in stap 2 van “Films
bewerken” de optie [ ]. Selecteer
[Nieuw bestand] en druk op de knop [ ].
●● Selecteer [Compr. & Opsl.] en druk op de
knop [ ].
●● Gecomprimeerde films worden opgeslagen in de indeling [
].
] kunnen niet worden gecomprimeerd.
●● Films van het type [
●● Bewerkte films kunnen niet worden opgeslagen in gecomprimeerd
formaat als u [Overschrijven] kiest.
Vóór gebruik
Digest-films bewerken
 Foto's  Films
Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (= 34) die zijn opgenomen in de
modus [ ] kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het
wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
1 Selecteer de clip die u wilt wissen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Voer de stappen 1 – 2 uit bij “Korte films
bekijken die zijn gemaakt bij het nemen
van foto's (digest-films)” (= 86) om
een film af te spelen die is gemaakt in de
modus [ ] en druk vervolgens op de
knop [ ] om het filmbedieningspaneel te
openen.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [ ] of [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
2 Selecteer [
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
●● De geselecteerde clip wordt meerdere
malen afgespeeld.
3 Bevestig het wissen.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Bijlage
Index
●● De clip wordt gewist en de korte film
wordt overschreven.
●● [ ] wordt niet weergegeven als u een hoofdstuk selecteert
wanneer de camera is aangesloten op een printer.
103
Albums bekijken (Story Highlights)
 Foto's  Films
U kunt thema's zoals een datum of de naam van een persoon kiezen
om een album met automatisch geselecteerde beelden te maken die
overeenkomen met het thema. Deze beelden worden samengevoegd
tot een diavoorstelling die kan worden opgeslagen als een korte film van
circa 2 – 3 minuten.
Controleer voordat u deze functie gebruikt of de batterij volledig is
opgeladen. Voor het maken van albums is ook vrije ruimte op de
geheugenkaart nodig. Hanteer hierbij als richtlijn het gebruik van een
geheugenkaart met een capaciteit van 16 GB of meer en ten minste 1 GB
vrije ruimte.
Thema's voor albums kiezen
Druk op de knop [ ] om het beginscherm te openen en kies welk thema
de camera gaat gebruiken bij het selecteren van albumelementen.
Merk op dat de camera waarschijnlijk beelden die gemarkeerd zijn als
favoriet (= 97) aan albums toevoegt.
Datum
Naam van
persoon
Gelegenh.
Custom
Hiermee maakt u een album van beelden die op
dezelfde dag zijn opgenomen.
Er worden beelden geselecteerd uit de beelden die op
dezelfde datum zijn gemaakt als het beeld dat werd
weergegeven voordat u het beginscherm opende.
Hiermee kunt u maandelijkse albums van personen
maken, bijvoorbeeld voor kinderen terwijl ze opgroeien.
Onderwerpen voor wie u gezichts-ID-gegevens hebt
geregistreerd alvorens opnamen te maken, kunnen voor
albums worden geselecteerd.
De beelden die zijn geselecteerd zijn de beelden die
hetzelfde onderwerp hebben en in dezelfde maand zijn
gemaakt als het beeld dat werd weergegeven voordat
u het beginscherm opende.
Een goede keuze voor albums van vakanties, feesten of
andere gelegenheden.
Er worden beelden geselecteerd uit de beelden die op
de gelegenheid zijn gemaakt vóór en na het beeld dat
werd weergegeven voordat u het beginscherm opende.
Bevat beelden die zijn gebaseerd op de door
u opgegeven foto's, datums of personen die zijn
geregistreerd in Gezichts-ID.
1 Selecteer een beeld.
●● Selecteer een beeld in de enkelvoudige
weergave.
●● Welke thema's in stap 3 beschikbaar zijn,
is afhankelijk van de opnamedatum en
gezichts-ID-gegevens voor beelden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
2 Open het beginscherm.
●● Druk op de knop [
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
].
●● [Bezig] wordt weergegeven, waarna het
beginscherm wordt geopend.
Andere opnamestanden
3 Bekijk een voorbeeld van een
P-modus
album.
Tv-, Av- en M-modus
●● Kies een persoon, [Datum] of [Gelegenh.]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) als het albumthema en druk
vervolgens op de knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● [Laden] wordt enkele seconden
weergegeven en vervolgens wordt het
album afgespeeld.
Menu Instellingen
4 Sla het album op.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Album opslaan als film]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Accessoires
Bijlage
Index
●● Als het album is opgeslagen, wordt
[Opgeslagen] weergegeven.
5 Speel het album af (= 84).
104
●● Albums kunnen de volgende beelden die door de camera worden
opgenomen, bevatten.
-- Foto’s
-- Digest-films (= 34)
-- Korte clips met een afspeelduur van twee seconden of meer
(= 66)
●● Albums kunnen alleen worden opgeslagen als er genoeg ruimte
op de geheugenkaart is.
●● U kunt een kleureffect bij stap 4 opgeven door [Kleureffecten
wijzigen] te selecteren en op de knop [ ] te drukken. Om een
voorbeeld te bekijken van hoe het album eruitziet met het door
u geselecteerde effect, selecteert u [Album nogmaals weergeven]
op het scherm in stap 4 nadat u op de knoppen [ ][ ] hebt
gedrukt om een kleureffect te selecteren en op de knop [ ] hebt
gedrukt.
●● Als u de opgeslagen albums wilt afspelen, selecteert u [Lijst met
albums] op het beginscherm van Story Highlights, drukt u op de
knop [ ], selecteert u een album in de lijst en drukt u opnieuw op
de knop [ ].
Achtergrondmuziek toevoegen aan albums
 Foto's  Films
Kies uit drie typen achtergrondmuziek om af te spelen tijdens het afspelen
van albums.
1 Registreer achtergrondmuziek op
een geheugenkaart.
●● Volg stap 1 – 4 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (= 104), kies [Muziekinstel.]
en druk op de knop [ ].
●● Het scherm links wordt weergegeven
wanneer u een nieuwe of onlangs
geformatteerde geheugenkaart
gebruikt. Selecteer [OK] (druk op
de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ]), druk op de knop [ ] en
wacht ongeveer anderhalve minuut totdat
de drie typen muziek op de kaart zijn
geregistreerd.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Als u een geheugenkaart gebruikt waarop
al muziek is geregistreerd, gaat u naar
stap 2.
Andere opnamestanden
2 Maak het album.
P-modus
●● Volg stap 1 – 4 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (= 104) om een album te
maken.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
3 Configureer de instellingen voor de
achtergrondmuziek.
Wi-Fi-functies
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om het gewenste item te
selecteren. Wijzig vervolgens de instelling
door te drukken op de knoppen [ ][ ].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
4 Sla het album op.
●● Volg stap 4 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (= 104) om albums op te
slaan.
Index
●● Zodra albums zijn opgeslagen, kunt u er later geen
achtergrondmuziek meer aan toevoegen. Achtergrondmuziek in
albums kan niet worden verwijderd of gewijzigd.
●● Hoofdstukken van albums met achtergrondmuziek kunnen niet
worden bewerkt (= 103).
105
●● Als u geen achtergrondmuziek wilt toevoegen, stelt u
[Muziek toev.] in op [Nee] op het scherm in stap 3.
●● Als u alleen achtergrondmuziek wilt instellen in plaats van
filmgeluid, stelt u [Audiomixer] in op [Alleen muz.] op het scherm
in stap 3.
●● Als u wilt luisteren naar een voorbeeld van de achtergrondmuziek die
is geselecteerd in [Nummer], selecteert u [Voorbeeld] op het scherm in
stap 3 en drukt u op de knop [ ].
Uw eigen albums maken
 Foto's  Films
Maak uw eigen albums door de gewenste beelden te selecteren.
1 Kies voor het maken van een
aangepast album.
●● Volg stap 1 – 3 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (= 104), kies [Custom] en
druk op de knop [ ].
2 Selecteer een selectiemethode.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een selectiemethode te
selecteren.
3 Selecteer albumelementen.
●● Zodra u de elementen voor uw album
hebt geselecteerd en op de knop [ ]
hebt gedrukt, worden uw geselecteerde
elementen gemarkeerd met [ ].
●● Druk op de knop [
] nadat u het
selecteren van foto's, digest-films en
korte clips in [Beeldselectie], datums
in [Datumselectie] of personen in
[Selectie van persoon] hebt voltooid.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Weergeven] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
4 Kies de achtergrondmuziek.
●● Wanneer het scherm links wordt
weergegeven, selecteert u [Muziekinstel.].
Voeg achtergrondmuziek toe zoals
beschreven in “Achtergrondmuziek
toevoegen aan albums” (= 105) en
druk vervolgens op de knop [
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
5 Selecteer een kleureffect.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Kies in het scherm in stap 4 van “Albums
bekijken (Story Highlights)” (= 104) de
optie [Kleureffecten wijzigen].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een
kleureffect te kiezen. Druk vervolgens op
de knop [ ].
Andere opnamestanden
P-modus
6 Sla het album op.
Tv-, Av- en M-modus
●● Volg stap 4 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (= 104) om albums op te
slaan.
●● Als u [Beeldselectie] kiest, kunnen maximaal 40 beelden worden
geselecteerd. De tweede keer dat u een aangepast album maakt,
wordt [Selecteer beelden op basis van eerdere instellingen?]
weergegeven. Selecteer [Ja] als u het album op basis van eerder
geselecteerde beelden wilt maken. De eerdere beelden zijn
voorzien van de aanduiding [ ] en er worden meerdere beelden
tegelijk weergegeven.
●● Als u [Datumselectie] kiest, kunnen maximaal 15 datums worden
geselecteerd.
●● Het kleureffect wordt mogelijk niet op alle beelden toegepast.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
106
Beschikbare Wi-Fi-functies
U kunt beelden versturen en ontvangen of de camera op afstand
bedienen door de camera via Wi-Fi aan te sluiten op deze apparaten en
diensten.
Wi-Fi-functies
U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele
apparaten verzenden en de camera gebruiken met webservices
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Smartphones en tablets
Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met
Wi-Fi-functionaliteit. Met een smartphone of tablet kunt u ook op
afstand opnamen maken of uw opnamen geotaggen.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets en
andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de term
“smartphones”.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
●● Computer
Gebruik software om beelden van de camera op te slaan op een
computer die via Wi-Fi verbonden is.
Tv-, Av- en M-modus
●● Webservices
Voeg uw accountgegevens toe aan de camera voor de online
fotografieservice CANON iMAGE GATEWAY of voor andere
webservices om camerabeelden naar deze webservices te versturen.
Niet-verzonden beelden op de camera kunnen ook naar een computer
of webservice worden verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Printers
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-compatibele
printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af te drukken.
●● Andere camera
Verzend beelden draadloos tussen Wi-Fi-compatibele Canoncamera's.
Accessoires
Bijlage
Index
107
Beelden naar een smartphone verzenden
Er zijn meerdere manieren om de camera met een smartphone te
verbinden en beelden te versturen.
●● Verbinding maken via NFC (= 108)
Houd gewoon een Android-smartphone die NFC ondersteunt
(besturingssysteem versie 4.0 of hoger) tegen de camera om de
apparaten met elkaar te verbinden.
●● Verbinding maken met een apparaat dat is toegewezen aan de
knop [ ] (= 110)
Druk gewoon op de knop [ ] om de apparaten met elkaar te
verbinden. Zo wordt beelden naar een smartphone verzenden
eenvoudiger (= 110). Houd er rekening mee dat u slechts één
smartphone kunt toewijzen aan de knop [ ].
●● Verbinding maken via het Wi-Fi-menu (= 111)
U kunt de camera aansluiten op een smartphone net zoals u dat zou
doen met een computer of ander apparaat. Er kunnen meerdere
smartphones worden toegevoegd.
Voordat u verbinding maakt met de camera, dient u eerst de speciale
gratis app Camera Connect op de smartphone te installeren. Raadpleeg
de website van Canon voor details over deze toepassing (ondersteunde
smartphones en functies).
●● Gebruikers van Wi-Fi-compatibele Canon-camera's die hun
camera via Wi-Fi aansluiten op een smartphone kunnen
overwegen om van de mobiele CameraWindow-app over te
schakelen naar de mobiele Camera Connect-app.
Beelden verzenden naar een smartphone die NFC ondersteunt
Gebruik de NFC van een Android-smartphone (OS-versie 4.0 of hoger)
om de procedure om Camera Connect te installeren en verbinding te
maken met de camera te vereenvoudigen.
Bediening zodra de apparaten via NFC zijn verbonden is afhankelijk van
de cameramodus op het moment dat de apparaten elkaar aanraken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Wanneer de camera uit staat of in de opnamemodus staat wanneer
de apparaten elkaar aanraken, kunt u beelden kiezen en verzenden
op het scherm voor beeldselectie. Zodra de apparaten verbonden zijn,
kunt u ook op afstand opnamen maken of uw opnamen geotaggen
(= 130). Het is erg eenvoudig om opnieuw verbinding te maken
met recente apparaten, die in een lijst in het Wi-Fi-menu worden
weergegeven.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Als de camera zich in de afspeelmodus bevindt wanneer de
apparaten elkaar raken, kunt u beelden selecteren en verzenden
in de indexweergave die wordt weergegeven voor beeldselectie.
De verbinding wordt automatisch beëindigd nadat het beeld
verzonden is.
Volg de instructies in het volgende gedeelte voor een verbinding die via
NFC tot stand wordt gebracht met een camera die uit staat of die in de
opnamemodus staat.
Tv-, Av- en M-modus
Andere opnamestanden
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Verbinding maken via NFC wanneer de camera uit
staat of in de opnamemodus staat
1 Installeer Camera Connect.
Bijlage
Index
●● Activeer NFC op de smartphone en houd
het N-teken ( ) van de apparaten tegen
elkaar. Google Play wordt vervolgens
automatisch op de smartphone geopend.
Zodra de downloadpagina van Camera
Connect wordt weergegeven, downloadt
en installeert u de app.
108
2 Breng de verbinding tot stand.
●● Zorg dat de camera is uitgeschakeld of in
de opnamemodus staat.
●● Houd het N-teken ( ) op de smartphone
waarop Camera Connect geïnstalleerd is,
tegen het N-teken van de camera.
●● De camera gaat automatisch aan.
●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om [OK] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop [ ].
●● Camera Connect wordt geopend op de
smartphone.
●● De apparaten worden automatisch met
elkaar verbonden.
3 Pas de privacyinstelling aan.
●● Nadat dit scherm wordt weergegeven,
drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait
u aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop [ ].
●● U kunt de smartphone nu gebruiken
om door beelden op de camera te
bladeren, om beelden te importeren of te
geotaggen, of om op afstand opnamen
te maken.
4 Verzend een beeld.
●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te
selecteren dat u wilt verzenden. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● De beeldoverdracht wordt gestart.
Tijdens het overbrengen van beelden
wordt het scherm donker.
●● Nadat het beeld is verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en
wordt het scherm voor beeldoverdracht
opnieuw weergegeven.
●● Om de verbinding te beëindigen, drukt
u op de knop [
]. Selecteer in het
bevestigingsscherm [OK] (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ])
en druk daarna op de knop [ ]. U kunt
ook de smartphone gebruiken om de
verbinding te verbreken.
●● Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt.
-- Voorkom dat u de camera en de smartphone hard tegen elkaar
slaat. Dit kan de apparaten beschadigen.
-- Afhankelijk van de smartphone kan het voorkomen dat de
apparaten elkaar niet meteen herkennen. Probeer in dat geval de
apparaten in iets andere posities tegen elkaar te houden. Als er
geen verbinding tot stand wordt gebracht, houdt u de apparaten
tegen elkaar totdat het camerascherm wordt bijgewerkt.
-- Al u probeert verbinding te maken wanneer de camera is
uitgeschakeld, kan er een bericht op de smartphone worden
weergegeven om u eraan te herinneren dat u de camera dient in
te schakelen. Als dit het geval is, schakelt u de camera aan en
houdt u de apparaat opnieuw tegen elkaar.
-- Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en
smartphone. Houd er ook rekening mee dat camera- of
smartphonehoezen of gelijksoortige accessoires de communicatie
kunnen blokkeren.
●● Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 3. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 3.
●● Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de bijbehorende
privacyinstelling op de camera aanpassen (= 131).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
109
●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de
camera zitten.
●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in
stap 2 (= 132).
●● Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een N-teken ( ).
Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (= 125).
●● Om NFC-verbindingen uit te schakelen, kiest u MENU (= 29) ►
tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [NFC] ► [Uit].
Verbinding maken via NFC wanneer de camera in de afspeelmodus staat
●● Druk op de knop [
te zetten.
] om de camera aan
●● Houd de smartphone waarop Camera
Connect geïnstalleerd is (= 108) tegen
het N-teken van de camera ( ).
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
om een beeld dat u wilt verzenden te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ]. [ ] wordt weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de
selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
●● Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
●● Wanneer u klaar bent met het
selecteren van beelden, drukt u op de
].
knop [
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Verzenden] te kiezen en druk daarna op
de knop [ ].
●● De beelden worden nu verzonden.
De verbinding wordt automatisch
beëindigd nadat het beeld verzonden is.
●● Als u in een bericht op de camera gevraagd wordt om de bijnaam
in te voeren, volgt u stap 2 bij “Beelden verzenden naar een
smartphone die NFC ondersteunt” (= 108) om deze in te voeren.
●● De camera houdt niet bij met welke smartphones via NFC
verbinding is gemaakt in de afspeelmodus.
●● U kunt vooraf instellen dat beelden worden overgedragen met een
door u gewenste grootte (= 125).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Verzenden naar een smartphone die is toegewezen aan de knop
Andere opnamestanden
Nadat u de eerste keer verbinding hebt gemaakt met een smartphone
door op de knop [ ] te drukken, kunt u daarna gewoon weer op de
knop [ ] drukken om camerabeelden te bekijken en op te slaan op uw
verbonden apparaat.
Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt
gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken
(= 113).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
1 Installeer Camera Connect.
Wi-Fi-functies
●● Voor een iPhone of iPad vindt u Camera
Connect in de App Store en downloadt en
installeert u de app.
Menu Instellingen
Accessoires
●● Voor Android-smartphones vindt
u Camera Connect in Google Play en
downloadt en installeert u de app.
2 Druk op de knop [
].
●● Druk op de knop [ ].
Bijlage
Index
●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om [OK] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop [ ].
110
3 Selecteer [
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● De SSID van de camera wordt
weergegeven.
4 Verbind de smartphone met het
netwerk.
●● Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de smartphone de SSID
(netwerknaam) die op de camera wordt
weergegeven om de verbinding tot stand
te brengen.
5 Start Camera Connect.
●● Start Camera Connect op de smartphone.
●● Nadat de camera de smartphone
herkent, wordt een scherm weergegeven
waarmee het apparaat kan worden
geselecteerd.
6
Kies de smartphone waarmee
u verbinding wilt maken.
●● Kies de smartphone (door op de
knoppen [ ][ ] te drukken of door aan
knop [ ] te draaien) en druk vervolgens
op de knop [ ].
●● Nadat een verbinding met de smartphone
tot stand is gebracht, wordt de naam
van de smartphone weergegeven op de
camera. (Dit scherm sluit na ongeveer
een minuut.)
7 Importeer afbeeldingen.
●● Gebruik de smartphone om beelden
vanaf de camera naar de smartphone te
importeren.
●● Gebruik de smartphone om de verbinding
te beëindigen. De camera wordt
automatisch uitgeschakeld.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in
stap 2 (= 132).
●● Voor betere beveiliging kunt u een wachtwoord laten weergeven
op het scherm bij stap 3. U doet dit door MENU (= 29) te
openen en tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Wachtwoord] ►
[Aan] te selecteren. Voer in dit geval bij stap 4 in het
wachtwoordveld op de smartphone het wachtwoord in dat wordt
weergegeven op de camera.
●● Er kan één smartphone worden toegewezen aan de knop [ ].
Als u een andere smartphone wilt toewijzen, wist u eerst de
huidige via MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Mobiele
apparaatverbinding].
●● Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een
N-teken ( ). Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor
meer informatie.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu
Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt
gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken
(= 113).
Index
1 Installeer Camera Connect.
●● Voor een iPhone of iPad vindt u Camera
Connect in de App Store en downloadt en
installeert u de app.
●● Voor Android-smartphones vindt u
Camera Connect in Google Play en
downloadt en installeert u de app.
111
2 Open het Wi-Fi-menu.
●● Druk op de knop [
te zetten.
●● Druk op de knop [
] om de camera aan
].
●● Als het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, selecteert u [OK]
(= 110).
3 Selecteer [
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ ] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
4
Kies [Apparaat toevoegen].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Apparaat toevoegen]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● De SSID van de camera wordt
weergegeven.
●● Kies de smartphone waarmee
u verbinding wilt maken, zoals
beschreven bij stap 4 – 6 van “Verzenden
naar een smartphone die is toegewezen
aan de knop” (= 110).
5 Pas de privacyinstelling aan.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● U kunt de smartphone nu gebruiken
om door beelden op de camera te
bladeren, om beelden te importeren of te
geotaggen, of om op afstand opnamen
te maken.
6
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Verzend een beeld.
Andere opnamestanden
●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te
selecteren dat u wilt verzenden. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● De beeldoverdracht wordt gestart.
Tijdens het overbrengen van beelden
wordt het scherm donker.
Afspeelmodus
●● Nadat het beeld is verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en
wordt het scherm voor beeldoverdracht
opnieuw weergegeven.
●● Om de verbinding te beëindigen, drukt
u op de knop [
]. Selecteer in het
bevestigingsscherm [OK] (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ])
en druk daarna op de knop [ ]. U kunt
ook de smartphone gebruiken om de
verbinding te verbreken.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Om meerdere smartphones toe te
voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedure vanaf stap 1.
●● Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 5. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 5.
●● Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de
bijbehorende privacyinstelling op de camera aanpassen (= 131).
112
●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in de
camera zitten.
●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken.
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te configureren.
●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest
u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ►
[Doelhistorie] ► [Uit].
●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (= 125).
Een ander toegangspunt gebruiken
Als u de camera met een smartphone verbindt met behulp van de knop [ ]
of via het Wi-Fi-menu, kunt u ook een bestaand toegangspunt gebruiken.
1 Bereid de verbinding voor.
●● Open het scherm [Wachten op verbinding]
door stap 1 – 3 te doorlopen van
“Verzenden naar een smartphone die is
toegewezen aan de knop” (= 110) of
stap 1 – 4 van “Een smartphone toevoegen
met het Wi-Fi-menu” (= 111).
2 Verbind de smartphone met het
toegangspunt.
3 Selecteer [Ander netwerk].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Ander netwerk]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Er wordt een lijst met waargenomen
toegangspunten weergegeven.
4 Maak verbinding met het
toegangspunt en selecteer de
smartphone.
●● Bij toegangspunten die WPS
ondersteunen, maakt u verbinding met
het toegangspunt en selecteert u de
smartphone zoals wordt beschreven
bij stap 5 – 8 van “WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken” (= 116).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Bij toegangspunten die WPS niet
ondersteunen, volgt u stap 2 – 4 van
“Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst” (= 118) om verbinding te
maken met het toegangspunt en de
smartphone te kiezen.
Andere opnamestanden
P-modus
5 Configureer de privacyinstellingen
Tv-, Av- en M-modus
en verzend de beelden.
Afspeelmodus
●● Volg stap 5 – 6 bij “Een smartphone
toevoegen met het Wi-Fi-menu” (= 111)
om de privacyinstellingen te configureren
en de beelden te verzenden.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Eerdere toegangspunten
Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder
toegangspunt, volgt u stap 3 bij “Verzenden naar een smartphone die
is toegewezen aan de knop” (= 110) of stap 4 bij “Een smartphone
toevoegen met het Wi-Fi-menu” (= 111).
Accessoires
Bijlage
Index
●● Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander
netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot
stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus].
●● Om automatisch opnieuw verbinding te maken met een eerder
toegangspunt, volgt u de procedure bij “Een ander toegangspunt
gebruiken” (= 113) vanaf stap 5.
●● Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand
wordt gebracht en volgt u de procedure bij “Een ander toegangspunt
gebruiken” (= 113) vanaf stap 4.
113
Beelden opslaan op een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer
De computeromgeving controleren
De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de
volgende besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over
systeemvereisten en compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe
besturingssystemen, gaat u naar de website van Canon.
●● Windows 8/8.1
●● Windows 7 SP1
●● Mac OS X 10.9
●● Mac OS X 10.8.2 of later
●● De Windows 7-edities Starter en Home Basic worden niet
ondersteund.
●● Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van Windows
Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
1 Download de software.
●● Ga met een computer met
internetverbinding naar
http://www.canon.com/icpd/.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Ga naar de site voor uw land of regio.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Download de software.
2 Installeer de bestanden.
Andere opnamestanden
●● Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met de
installatie.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● De installatie kan enige tijd duren,
afhankelijk van de prestaties van de
computer en de internetverbinding.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/
Herstarten] op het scherm dat na de
installatie wordt getoond.
Menu Instellingen
Accessoires
●● Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en
kosten voor internettoegang moeten apart worden betaald.
Bijlage
Index
●● Volg deze stappen om de software te verwijderen.
-- Windows: Selecteer het [Start]-menu ► [Alle programma's] ►
[Canon Utilities] en kies vervolgens de software die u wilt
verwijderen.
-- Mac OS: Sleep in de map [Canon Utilities] in de map
[Programma's] de map van de software die u wilt verwijderen
naar de prullenmand en maak de prullenmand leeg.
114
De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de
computer.
1 Controleer of de computer
verbonden is met een
toegangspunt.
●● Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Configureer de instelling.
●● Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu ►
[Alle programma's] ► [Canon Utilities] ►
[CameraWindow] ► [Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
●● Configureer in de toepassing die wordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
●● Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de
volgende Windows-instellingen geconfigureerd.
-- Schakel mediastreaming in.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien
(vinden).
-- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
-- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
-- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch
kunnen detecteren.
●● Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier
beschreven instellingen invoert. Controleer de instellingen van uw
beveiligingssoftware.
Beelden opslaan op een aangesloten computer
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen
Basishandelingen van de
camera
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de
Wi-Fi-normen bij “Wi-Fi” (= 171).
Er zijn verschillende verbindingsmethoden, afhankelijk van of het
toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup, = 116) ondersteunt of niet
(= 118). Bij toegangspunten die WPS niet ondersteunen controleert
u de volgende gegevens.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
●● Netwerknaam (SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt. Dit wordt ook
wel de “naam van het toegangspunt” of de “netwerknaam” genoemd.
Tv-, Av- en M-modus
●● Netwerkverificatie/gegevenscodering (coderingsmethode/
coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending.
Controleer welke beveiligingsinstelling gebruikt wordt: WPA2-PSK
(AES), WPA2-PSK (TKIP), WPA-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP),
WEP (open systeemauthenticatie) of geen beveiliging.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Wachtwoord (versleutelingscode/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending.
Ook wel “versleutelingscode” of “netwerksleutel” genoemd.
●● Sleutelindex (verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkverificatie/gegevenscodering. Gebruik “1” als instelling.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om
netwerkinstellingen aan te passen, moet u contact opnemen met
de systeembeheerder voor meer informatie.
●● Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
115
●● Raadpleeg de handleiding van het toegangspunt voor informatie
over WPS-compatibiliteit en instructies voor het controleren van
de netwerkinstellingen.
●● Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt
om meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router
die een interne draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router”
genoemd.
●● In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
“toegangspunten” genoemd.
●● Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het
toegangspunt als u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk.
U kunt het MAC-adres van uw camera controleren door MENU
(= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [MAC-adres
controleren] te kiezen.
WPS-compatibele toegangspunten gebruiken
Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten
via Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode
gebruiken of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS
ondersteunt.
1 Controleer of de computer
verbonden is met een
toegangspunt.
●● Raadpleeg de gebruikshandleidingen
van het toegangspunt en het apparaat
voor instructies om de verbinding te
controleren.
2 Open het Wi-Fi-menu.
●● Druk op de knop [
te zetten.
●● Druk op de knop [
3 Selecteer [
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om [ ] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
4 Kies [Apparaat toevoegen].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Apparaat toevoegen]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Andere opnamestanden
P-modus
5 Kies [WPS-verbinding].
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [WPS-verbinding]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
6 Kies [PBC-methode].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [PBC-methode]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
] om de camera aan
●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om [OK] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop [ ].
Vóór gebruik
Accessoires
Bijlage
Index
7 Breng de verbinding tot stand.
●● Houd op het toegangspunt de
WPS-verbindingsknop enkele
seconden ingedrukt.
116
●● Druk op de camera op de knop [
naar de volgende stap te gaan.
] om
●● De camera maakt verbinding met het
toegangspunt en geeft op het scherm
[Apparaat selecteren] een overzicht van
apparaten die ermee verbonden zijn.
8 Kies het doelapparaat.
●● Kies de naam van het doelapparaat
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ]) en druk daarna op de
knop [ ].
9 Installeer een stuurprogramma
(alleen bij eerste Windowsverbinding).
●● Wanneer dit scherm wordt weergegeven
op de camera, klikt u op het menu
Start op de computer, vervolgens op
[Configuratiescherm] en op [Een apparaat
toevoegen].
●● Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
●● Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
10 Geef CameraWindow weer.
●● Windows: open CameraWindow door
op [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] te klikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Mac OS: CameraWindow wordt
automatisch weergegeven als er een
Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht
tussen de camera en de computer.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
11 Importeer afbeeldingen.
Andere opnamestanden
●● Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid.
●● Als u de beelden die u op een computer
hebt opgeslagen, wilt bekijken, gebruikt
u vooraf geïnstalleerde of in de handel
verkrijgbare software die compatibel
is met de beelden die door de camera
worden opgenomen.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt
het AutoPlay-scherm weergegeven.
Er wordt niets weergegeven op het
camerascherm.
117
●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken.
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te configureren.
●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest
u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ►
[Doelhistorie] ► [Uit].
●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in
stap 2 (= 132).
●● Wanneer de camera verbonden is met een computer is het
camerascherm leeg.
●● Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven, klikt u op
het pictogram [CameraWindow] in het dock.
●● Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
●● Als u [PIN-methode] kiest bij stap 6 wordt een pincode op het
scherm weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt.
Kies een apparaat in het scherm [Apparaat selecteren].
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding die is
meegeleverd met uw toegangspunt.
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1
Bekijk de lijst met toegangspunten.
●● Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals
wordt beschreven bij stap 1 – 4 in
“WPS-compatibele toegangspunten
gebruiken” (= 116).
2 Kies een toegangspunt.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een netwerk
(toegangspunt) te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ].
3 Voer het wachtwoord in voor het
toegangspunt.
●● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord
te openen en voer vervolgens het
wachtwoord in (= 30).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Volgende] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
4 Kies [Auto].
Andere opnamestanden
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Auto] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
P-modus
●● Om beelden op te slaan op een
verbonden computer, volgt u de
procedure bij “WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken” (= 116)
vanaf stap 8.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als
u het wachtwoord van het toegangspunt wilt vaststellen.
●● Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven.
Als er geen toegangspunten worden gevonden, zelfs niet nadat
u bij stap 2 [Vernieuwen] hebt gekozen om de lijst bij te werken,
kiest u [Handmatige instellingen] om handmatig instellingen in te
voeren voor het toegangspunt. Volg de instructies op het scherm
en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in.
●● Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent
gebruikt om verbinding te kunnen maken met een ander
apparaat, wordt [*] weergegeven voor het wachtwoord bij
stap 3. Als u hetzelfde wachtwoord wilt gebruiken, selecteert
u [Volgende] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ]) en drukt u op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
118
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met een eerder
toegangspunt als u stap 4 volgt bij “WPS-compatibele toegangspunten
gebruiken” (= 116).
●● Om verbinding te maken met een apparaat via een toegangspunt,
controleert u eerst of het doelapparaat al verbonden is met
het toegangspunt. Doorloop vervolgens de procedure bij
“WPS-compatibele toegangspunten gebruiken” (= 116) vanaf stap 8.
●● Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk]
in het scherm dat getoond wordt nadat een verbinding tot stand is
gebracht. Vervolgens volgt u de procedure bij “WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken” (= 116) vanaf stap 5 of de procedure
bij “Verbinding maken met toegangspunten in de lijst” (= 118) vanaf
stap 2.
Beelden verzenden naar een
geregistreerde webservice
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Webservices registreren
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Gebruik een smartphone of computer om de camera toe te voegen aan
webservices die u wilt gebruiken.
Andere opnamestanden
●● Een smartphone of computer met browser en internettoegang is nodig
om de camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere
webservices in te voeren.
P-modus
●● Raadpleeg de CANON iMAGE GATEWAY-website voor meer
informatie over de browservereisten (Microsoft Internet Explorer,
enzovoort), inclusief instellingen en versiegegevens.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Voor informatie over landen en regio's waar CANON iMAGE
GATEWAY beschikbaar is, raadpleegt u de website van Canon
(http://www.canon.com/cig/).
Wi-Fi-functies
●● U moet een account hebben bij andere webservices dan CANON
iMAGE GATEWAY als u deze wilt gebruiken. Voor meer informatie
gaat u naar de website van elke webservice die u wilt registreren.
Menu Instellingen
Accessoires
●● Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een
internetverbinding en het gebruik van een toegangspunt.
Bijlage
Index
119
4 Selecteer [
CANON iMAGE GATEWAY registreren
Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt
u CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de
camera.
1 Meld u aan bij CANON iMAGE
GATEWAY en open de pagina met
cameralinkinstellingen.
●● Ga op een computer of smartphone
naar http://www.canon.com/cig/ om naar
CANON iMAGE GATEWAY te gaan.
●● Wanneer het aanmeldscherm
wordt weergegeven, voert u uw
gebruikersnaam en wachtwoord in
om u aan te melden. Als u nog geen
CANON iMAGE GATEWAY-account
hebt, volgt u de instructies om de
lidmaatschapsregistratie te voltooien
(gratis).
2
Selecteer het type camera.
●● Op dit cameramodel wordt [
]
weergegeven in het Wi-Fi-menu.
●● Zodra u [
] hebt geselecteerd, wordt
een pagina weergegeven waar u de
verificatiecode kunt invoeren. Op deze
pagina in stap 7 voert u de verificatiecode
in die wordt weergegeven op de camera
na stap 3 – 6.
3 Open het Wi-Fi-menu.
●● Druk op de knop [
te zetten.
●● Druk op de knop [
] om de camera aan
].
●● Nadat het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen [ ][ ] of draait u aan de
knop [ ] om [OK] te selecteren.
Vervolgens drukt u op de knop [ ].
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om [
] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
5 Selecteer [Verifiëren].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Verifiëren] te selecteren
en druk vervolgens op de knop [ ].
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
6 Maak verbinding met een
toegangspunt.
Afspeelmodus
●● Maak verbinding met het toegangspunt
zoals wordt beschreven bij stap 5 – 7
van “WPS-compatibele toegangspunten
gebruiken” (= 116) of stap 2 – 4 van
“Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst” (= 118).
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
●● Zodra de camera is verbonden met
CANON iMAGE GATEWAY via het
toegangspunt, wordt een verificatiecode
weergegeven.
●● Sluit dit scherm niet totdat u stap 7 hebt
voltooid.
Bijlage
Index
7 Voer de authenticatiecode in.
●● Voer op de smartphone of computer de
verificatiecode in die wordt weergegeven
op de camera en ga verder met de
volgende stap.
●● Er verschijnt een zescijferig
bevestigingsnummer op het scherm.
120
8 Controleer het bevestigingsnummer
om het instellingsproces te
voltooien.
●● Controleer het bevestigingsnummer
op het tweede scherm in stap 6
(wordt weergegeven nadat u op de [ ][ ]
hebt gedrukt of aan de knop [ ] hebt
gedraaid om [OK] te selecteren en
u vervolgens op de knop [ ] hebt
gedrukt).
●● Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer
op de camera overeenkomt met het
nummer op de smartphone of computer.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1 Open het scherm waarmee
u instellingen voor webservices
invoert.
Basishandelingen van de
camera
●● Volg stap 1 bij “CANON iMAGE
GATEWAY registreren” (= 120) om in
te loggen bij CANON iMAGE GATEWAY
en open vervolgens het scherm voor
instellingen van webservices.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
2 Stel de webservice in die u wilt
gebruiken.
Tv-, Av- en M-modus
●● Volg de instructies die op de computer of
smartphone worden weergegeven om de
webservice te configureren.
●● Voltooi het instelproces op de
smartphone of computer.
●● [ ] (= 128) en CANON iMAGE
GATEWAY zijn nu toegevoegd als
bestemmingen en het pictogram [
wordt gewijzigd in [
].
Andere webservices registreren
U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY
toevoegen aan de camera. CANON iMAGE GATEWAY dient eerst te
worden geregistreerd op de camera (= 120).
3 Selecteer [
]
●● Er wordt een bericht weergegeven op de
smartphone of computer om aan te geven
dat dit proces is voltooid. U kunt andere
webservices naar wens toevoegen. In dit
geval volgt u de instructies vanaf stap 2
in “Andere webservices registreren”
(= 121).
●● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een
geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten.
●● U kunt ook de bijnaam van de camera op het scherm wijzigen in
stap 3 (= 132).
●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het menu opent. Druk op de knoppen [ ][ ] om het
scherm voor apparaatselectie te openen. Configureer vervolgens
de instelling.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
].
●● Druk in de afspeelmodus op de knop [
om het Wi-Fi-menu te openen.
]
Menu Instellingen
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om [
] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
●● De instellingen voor de webservice zijn
nu bijgewerkt.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Als geconfigureerde instellingen worden gewijzigd, voert u deze
stappen nogmaals uit om de camera-instellingen bij te werken.
121
Beelden uploaden naar webservices
1 Open het Wi-Fi-menu.
●● Druk op de knop [
te zetten.
●● Druk op de knop [
] om de camera aan
].
2 Kies de bestemming.
●● Kies het pictogram van de webservice
waarmee u verbinding wilt maken
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een
geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten.
●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden, het formaat
van beelden wijzigen en opmerkingen toevoegen voordat
u beelden verzendt (= 125).
●● Als u beelden die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload, wilt bekijken op een smartphone, probeert u de
speciale Canon Online Photo Album-app. Download en installeer
de Canon Online Photo Album-app voor iPhones of iPads van de
App Store of voor Android-apparaten van Google Play.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Als meerdere ontvangers of opties
om te delen worden gebruikt voor een
webservice, kiest u het gewenste item
op het scherm [Ontvanger selecteren]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en vervolgens drukt u op de
knop [ ].
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
3 Verzend een beeld.
●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te
selecteren dat u wilt verzenden. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Accessoires
Bijlage
Index
●● Wanneer u uploadt naar YouTube,
leest u de servicevoorwaarden, kiest
u [Akkoord] en drukt u op de knop [ ].
●● De beeldoverdracht wordt gestart.
Tijdens het overbrengen van beelden
wordt het scherm donker.
●● Nadat het beeld is verzonden, wordt [OK]
weergegeven. Druk op de knop [ ] om
terug te keren naar het afspeelscherm.
122
Beelden draadloos afdrukken met
een verbonden printer
Verbind de camera als volgt met een printer via Wi-Fi.
Deze stappen leggen uit hoe u de camera als toegangspunt kunt
gebruiken, maar u kunt ook een bestaand toegangspunt gebruiken
(= 113).
1 Open het Wi-Fi-menu.
●● Open het Wi-Fi-menu zoals wordt
beschreven bij stap 2 van “Een
smartphone toevoegen met het Wi-Fimenu” (= 111).
2 Selecteer [
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om [ ] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
3
Kies [Apparaat toevoegen].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Apparaat toevoegen]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● De SSID van de camera wordt
weergegeven.
4 Laat de printer verbinding maken
met het netwerk.
●● Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de printer de SSID (netwerknaam)
die op de camera wordt weergegeven om
de verbinding tot stand te brengen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
5 Selecteer de printer.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Kies de naam van de printer (druk op
de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk daarna op de
knop [ ].
Andere opnamestanden
P-modus
6 Selecteer een beeld om af te
Tv-, Av- en M-modus
drukken.
Afspeelmodus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
●● Druk op de knop [
Wi-Fi-functies
].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Print] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
●● Zie “Beelden afdrukken” (= 147) voor
gedetailleerde instructies voor afdrukken.
●● Om de verbinding te beëindigen, drukt
u op de knop [ ]. Selecteer in het
bevestigingsscherm [OK] (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ])
en druk daarna op de knop [ ].
Bijlage
Index
123
●● Om verbinding te kunnen maken moet in de camera een
geheugenkaart met opgeslagen beelden zitten.
●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken.
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te configureren.
●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest
u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ►
[Doelhistorie] ► [Uit].
●● Om een ander toegangspunt te gebruiken, volgt u stap 3 – 4 bij
“Een ander toegangspunt gebruiken” (= 113).
Beelden naar een andere camera verzenden
U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera's verzenden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij
camera's van Canon met een Wi-Fi-functie. U kunt geen verbinding
maken met een camera van het merk Canon die niet beschikt over een
Wi-Fi-functie, zelfs niet als deze camera Eye-Fi-kaarten ondersteunt.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Open het Wi-Fi-menu.
Andere opnamestanden
●● Open het Wi-Fi-menu zoals wordt
beschreven bij stap 2 van “Een
smartphone toevoegen met het Wi-Fimenu” (= 111).
2 Selecteer [
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
].
Afspeelmodus
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ]
of draai aan de knop [ ] om [ ] te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
3 Kies [Apparaat toevoegen].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Apparaat toevoegen]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Accessoires
Bijlage
Index
●● Volg stap 1 – 3 ook op de doelcamera.
●● Er wordt informatie over de verbinding
met de camera toegevoegd als
[Verbinding op doel- camera starten]
wordt weergegeven op beide
cameraschermen.
124
4 Verzend een beeld.
●● Draai aan de knop [ ] om een beeld te
selecteren dat u wilt verzenden. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
●● De beeldoverdracht wordt gestart.
Tijdens het overbrengen van beelden
wordt het scherm donker.
●● Nadat het beeld is verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en
wordt het scherm voor beeldoverdracht
opnieuw weergegeven.
●● Om de verbinding te beëindigen, drukt
]. Selecteer in het
u op de knop [
bevestigingsscherm [OK] (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ])
en druk daarna op de knop [ ].
●● Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
●● Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [ ][ ] te drukken om
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [ ] te drukken.
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken en
vervolgens de instelling te configureren.
●● Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest
u MENU (= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ►
[Doelhistorie] ► [Uit].
●● U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt (= 125).
Opties voor het verzenden van beelden
U kunt meerdere beelden selecteren om in een keer te verzenden
en de opnamepixelinstelling van het beeld (het formaat) wijzigen
voordat u verzendt. Met sommige webservices is het ook mogelijk om
opmerkingen toe te voegen aan de beelden die u wilt verzenden.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Meerdere beelden verzenden
Andere opnamestanden
1 Kies [Select. en verz.].
P-modus
●● Druk op het scherm voor beeldoverdracht
op de knoppen [ ][ ] om [Select. en
verz.] te kiezen en druk daarna op de
knop [ ].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Selecteer een selectiemethode.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een selectiemethode te
selecteren.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Afzonderlijke beelden selecteren
Index
1 Selecteer [Selectie].
●● Volg stap 2 bij “Meerdere beelden
verzenden” (= 125), kies [Selectie] en
druk op de knop [ ].
125
2 Selecteer de beelden.
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om een
beeld dat u wilt verzenden te selecteren
en druk vervolgens op de knop [ ]. [ ]
wordt weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] als u de
selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet meer
weergegeven.
●● Als u meerdere beelden wilt selecteren,
herhaalt u deze stap vanaf het begin.
●● Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop [
].
3 Verzend de beelden.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ] om [Verzenden] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● U kunt ook beelden bij stap 2 selecteren door de zoomknop twee
keer naar [ ] te bewegen om de enkelvoudige weergave te
openen en vervolgens op de knoppen [ ][ ] te drukken of aan
de knop [ ] te draaien.
Een reeks selecteren
1 Selecteer [Select. reeks].
●● Volg stap 2 bij “Meerdere beelden
verzenden” (= 125), kies [Select. reeks]
en druk op de knop [ ].
2 Selecteer de beelden.
●● Voer de stappen 2 – 3 in “Een reeks
selecteren” (= 93) uit om beelden op
te geven.
●● Als u films wilt toevoegen, drukt u op de
knoppen [ ][ ][ ][ ] om [Incl. movies]
te selecteren en vervolgens drukt u op de
knop [ ] om de optie als geselecteerd te
markeren ( ).
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] om
[OK] te kiezen en druk vervolgens op de
knop [ ].
3 Verzend de beelden.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ] om [Verzenden] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Favoriete beelden verzenden
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Verzendt alleen beelden die gemarkeerd zijn als favoriet (= 97).
1 Selecteer [Favoriete foto's].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Volg stap 2 bij “Meerdere beelden
verzenden” (= 125), kies [Favoriete
foto's] en druk op de knop [ ].
●● Er wordt een scherm voor de selectie van
favoriete beelden weergegeven. Als u een
beeld niet wilt opnemen, selecteert u het
beeld en drukt u op de knop [ ] om [ ]
te verwijderen.
●● Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop [
].
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
2 Verzend de beelden.
Wi-Fi-functies
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de
knop [ ] om [Verzenden] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
●● In stap 1 is [Favoriete foto's] niet beschikbaar tenzij u beelden als
favoriet hebt gemarkeerd.
Bijlage
Index
126
Opmerkingen over het verzenden van beelden
●● Raak het antenne voor Wi-Fi (= 4) niet aan met uw vingers of
met andere voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht
vertraagd worden.
●● Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan
het lang duren om films te verzenden. Houd het batterijniveau van de
camera in het oog.
●● Webservices kunnen het aantal beelden dat of de lengte van films die
u kunt versturen beperken.
●● Voor films die u niet comprimeert (= 103), wordt een apart,
gecomprimeerd bestand verzonden in plaats van het originele
bestand. Houd er rekening mee dat dit het verzenden kan vertragen
en dat het bestand alleen wordt verzonden wanneer er genoeg ruimte
voor is op de geheugenkaart.
●● Houd er rekening mee dat wanneer u films verzendt naar
smartphones, de ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk
van de smartphone. Raadpleeg de handleiding van de smartphone
voor meer informatie.
●● Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven
met de volgende pictogrammen.
[ ] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
●● Afbeeldingen verzenden naar webservices kost minder tijd wanneer
u beelden opnieuw verzendt die al eerder zijn verzonden en die nog
op de CANON iMAGE GATEWAY-server staan.
Het aantal opnamepixels kiezen
(beeldgrootte)
Vóór gebruik
Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen [ ][ ]
te drukken. Druk daarna op de knop [ ]. Op het getoonde scherm kiest
u de opnamepixelinstelling (beeldgrootte) door op de knoppen [ ][ ] te
drukken. Druk vervolgens op de knop [ ].
Handleiding voor gevorderden
Basishandleiding
Basishandelingen van de
camera
●● Als u beelden met het oorspronkelijke formaat wilt verzenden,
selecteert u [Nee] als optie voor het wijzigen van het formaat.
●● Als u [ ] selecteert, wordt het formaat van beelden die groter zijn dan
het geselecteerde formaat, gewijzigd voordat ze worden verzonden.
●● De grootte van films kan niet worden aangepast.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
●● De grootte van beelden kan ook worden ingesteld in MENU
(= 29) ► tabblad [ ] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Vergr./verkl.
voor versturen].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Opmerkingen toevoegen
Wi-Fi-functies
U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u naar
e-mailadressen, sociale netwerkservices en dergelijke verzendt.
Hoeveel ruimte u voor uw opmerkingen hebt, is afhankelijk van de
webservice.
Menu Instellingen
Accessoires
1 Open het scherm om opmerkingen
Bijlage
toe te voegen.
●● Kies op het scherm voor beeldoverdracht
[ ] door op de knoppen [ ][ ][ ][ ] te
drukken. Druk daarna op de knop [ ].
Index
2 Voeg een opmerking toe (= 30).
3 Verzend het beeld.
●● Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de
opmerking verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld.
●● U kunt ook meerdere beelden van een opmerking voorzien voordat
u ze verzendt. Dezelfde opmerking wordt toegevoegd aan alle
beelden die samen worden verzonden.
127
Beelden automatisch verzenden
(beeldsynchronisatie)
Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet kunnen ook
naar een computer of webservices worden verzonden via CANON
iMAGE GATEWAY. Houd er rekening mee dat beelden niet alleen naar
webservices kunnen worden verzonden.
Voordat u begint
De camera voorbereiden
Registreer [ ] als de bestemming. U kunt ook [ ] toewijzen aan de
knop [ ]. Zo kunt u door gewoon op de knop [ ] te drukken beelden op de
geheugenkaart die nog niet zijn verzonden, naar een computer verzenden
via CANON iMAGE GATEWAY.
1 Voeg [
] toe als bestemming.
●● Voeg [ ] toe als bestemming, zoals
wordt beschreven bij “CANON iMAGE
GATEWAY registreren” (= 120).
●● Als u een webservice wilt opnemen als de
bestemming, meldt u zich aan bij CANON
iMAGE GATEWAY (= 119), selecteert
u uw cameramodel, opent u het scherm
waarmee u instellingen voor webservices
invoert en selecteert u de webservice die
u als de bestemming wilt gebruiken in
de instellingen voor beeldsynchronisatie.
Voor meer informatie raadpleegt u de
Help bij CANON iMAGE GATEWAY.
2 Kies het type beelden dat u wilt verzenden
(alleen wanneer u ook films verzendt).
●● Druk op de knop [
] en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [ ]
(= 29).
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Beeldsync.] te selecteren en druk
vervolgens op de knoppen [ ][ ] om
[Foto's/films] te selecteren.
3 Wijs [
] toe aan de knop [ ]
(alleen bij het verzenden van
beelden door op de knop [ ] te
drukken).
●● Wis de instelling voor de knop [ ] indien
er al een smartphone is toegewezen aan
de knop (= 110).
●● Druk op de knop [ ] om het scherm
voor mobiele verbindingen te openen.
Selecteer [ ] (druk op de knoppen [ ][ ]
of draai aan de knop [ ]) en druk daarna
nogmaals op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
De computer voorbereiden
P-modus
Installeer en configureer de software op de doelcomputer.
Tv-, Av- en M-modus
1 Installeer de software.
●● Installeer de software op een computer
met internetverbinding (= 114).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Registreer de camera.
●● Windows: klik met de rechtermuisknop in
de taakbalk op [ ] en klik op [Add new
camera/Nieuwe camera toevoegen].
●● Mac OS: klik in de menubalk op [ ] en
klik vervolgens op [Add new camera/
Nieuwe camera toevoegen].
●● Er wordt een lijst weergegeven met
camera's die zijn gekoppeld aan CANON
iMAGE GATEWAY. Kies de camera waar
u beelden vandaan wilt sturen.
●● Zodra de camera is geregistreerd en
de computer gereed is om beelden te
ontvangen, wordt het pictogram gewijzigd
in [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
128
Beelden verzenden
Beelden die worden verzonden vanaf de camera, worden automatisch
opgeslagen op de computer.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server
opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er
daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat.
1
Verzend de beelden.
●● Als u [ ] al hebt toegewezen aan de
knop [ ], drukt u op de knop [ ].
●● Als u de knop nog niet op deze manier
hebt toegewezen, kiest u [ ] zoals wordt
beschreven bij stap 1 – 2 van “Beelden
uploaden naar webservices” (= 122).
●● Er wordt een pictogram [ ] bij de
verzonden beelden geplaatst.
2 Beelden opslaan op de computer.
●● Beelden worden automatisch op de
computer opgeslagen wanneer u deze
aanzet.
●● Beelden worden automatisch verzonden
naar webservices vanaf de CANON
iMAGE GATEWAY-server, zelfs als de
computer is uitgeschakeld.
●● Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig
opgeladen batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk
verkrijgbaar, = 142).
●● Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn
geïmporteerd, worden alle beelden naar de computer verzonden die
niet via CANON iMAGE GATEWAY naar de computer zijn verzonden.
●● Het verzenden wordt sneller uitgevoerd als de bestemming op
een computer is op hetzelfde netwerk als de camera, omdat
beelden worden verzonden via het toegangspunt in plaats van via
CANON iMAGE GATEWAY. Beelden die worden opgeslagen op
de computer worden verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY,
daarom dient de computer verbonden te zijn met internet.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Beelden die via Beeldsynchronisatie zijn verzonden
op een smartphone bekijken
Andere opnamestanden
P-modus
Door de Canon OPA-app (Canon Online Photo Album) te installeren, kunt
u uw smartphone gebruiken om beelden die via Beeldsynchronisatie zijn
verzonden, te bekijken en downloaden terwijl deze tijdelijk op de CANON
iMAGE GATEWAY-server worden opgeslagen.
Ter voorbereiding schakelt u de toegang tot de smartphone als volgt in.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● Zorg ervoor dat u de instellingen die beschreven zijn in “De computer
voorbereiden” (= 128) hebt voltooid.
Wi-Fi-functies
●● Download en installeer de Canon Online Photo Album-app voor iPhones
of iPads van de App Store of voor Android-apparaten van Google Play.
Menu Instellingen
●● Meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY (= 120), selecteer
uw cameramodel, open het scherm waarmee u instellingen voor
webservices invoert en schakel het bekijken en downloaden vanaf een
smartphone in in de instellingen voor beeldsynchronisatie. Voor meer
informatie raadpleegt u de Help bij CANON iMAGE GATEWAY.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Zodra beelden die tijdelijk worden opgeslagen op de CANON
iMAGE GATEWAY-server zijn verwijderd, kunnen deze niet meer
worden bekeken.
●● Beelden die u hebt verzonden voordat u het bekijken en
downloaden vanaf een smartphone hebt ingeschakeld in de
instellingen voor beeldsynchronisatie, kunnen niet op deze manier
worden geopend.
●● Voor Canon Online Photo Album-instructies raadpleegt u de Help
bij Canon Online Photo Album.
129
Een smartphone gebruiken om camerabeelden
te bekijken en de camera te bedienen
Met de speciale smartphoneapp Camera Connect kunt u het volgende
doen.
●● Door beelden op de smartphone bladeren en ze op de smartphone
opslaan
●● Beelden op de camera geotaggen (= 130)
●● Opnamen maken op afstand (= 130)
●● Om beelden op de smartphone te kunnen bekijken, moeten
vooraf privacyinstellingen worden geconfigureerd (= 110,
= 111, = 131).
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing Camera Connect, kunnen worden toegevoegd aan beelden
op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie, waaronder de
breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
●● Voordat u opnamen maakt, zorgt u ervoor dat de datum en tijd en
uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld, zoals wordt beschreven
bij “De datum en tijd instellen” (= 19). Volg ook de stappen bij
“Wereldklok” (= 135) om eventuele opnamebestemmingen in
andere tijdzones aan te geven.
●● Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto's
of films zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen
of uw locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met
anderen deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele
anderen ze kunnen bekijken.
Opnamen maken op afstand
Terwijl u een opnamescherm bekijkt op uw smartphone, kunt u de
smartphone gebruiken om op afstand een opname te maken.
1 Selecteer een opnamemodus.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Draai aan het programmakeuzewiel om
[ ], [
], [
] of [ ] te selecteren als
de modus.
Basishandelingen van de
camera
●● Zodra er begonnen wordt met opnamen
maken op afstand, wordt de lens van
de camera uitgeschoven. De camera
kan ook verplaatst worden door
lensbewegingen als gevolg van zoomen.
Om de camera stil te houden, plaatst
u deze op een statief of neemt u andere
maatregelen.
Andere opnamestanden
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Zet de camera vast.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
3 Verbind de camera en de
smartphone (= 110, = 111).
Wi-Fi-functies
●● Kies [Ja] in de privacyinstellingen.
4 Selecteer opnamen maken op
Menu Instellingen
afstand.
●● Selecteer opnamen maken op afstand in
Camera Connect op de smartphone.
●● De lens van de camera wordt
uitgeschoven. Druk niet in de buurt
van de lens en zorg ervoor dat er geen
voorwerpen in de weg van de lens zitten.
●● Zodra de camera klaar is voor opnamen
maken op afstand, wordt een livebeeld
van de camera weergegeven op de
smartphone.
●● Er wordt dan een bericht weergegeven
op de camera en alle bedieningsfuncties
worden uitgeschakeld. De ON/OFF-knop
kan wel worden ingedrukt.
Accessoires
Bijlage
Index
5 Maak de opname.
●● Gebruik de smartphone om een opname
te maken.
130
●● De modus [ ] wordt gebruikt voor het maken van opnamen in
], [
] en [ ]. Sommige FUNC.- en
andere modi dan [ ], [
MENU-instellingen die u vooraf hebt geconfigureerd, kunnen
echter automatisch worden aangepast.
●● Filmopnamen maken is niet beschikbaar.
●● Eventuele schokkerige bewegingen die op de smartphone worden
getoond en die het gevolg zijn van de verbindingskwaliteit,
hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
●● Vastgelegde beelden worden niet overgebracht naar de
smartphone. Gebruik de smartphone om door beelden te
bladeren en vanaf de camera te importeren.
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
1 Open het Wi-Fi-menu en kies een
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
apparaat dat u wilt bewerken.
●● Druk op de knop [
] om de camera aan
te zetten.
●● Druk op de knop [ ].
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om het pictogram
te selecteren van een apparaat dat
u wilt bewerken. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
2 Kies [Apparaat bewerken].
Wi-Fi-functies
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Apparaat bewerken]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
3 Kies het apparaat dat u wilt
bewerken.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om het apparaat
te selecteren dat u wilt bewerken.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Bijlage
Index
4 Kies het item dat u wilt bewerken.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om het item te selecteren
dat u wilt bewerken. Druk vervolgens op
de knop [ ].
●● Welke items u kunt wijzigen, hangt af van
het apparaat of de service.
131
De bijnaam van het apparaat wijzigen
Verbinding
Configureerbare items
Webservices
[Bijnaam apparaat veranderen]
(= 132)
O
O
O
O
–
[Instell. tonen] (= 110)
–
O
–
–
–
[Verbindingsinfo wissen] (= 132)
O
O
O
O
–
O : Configureerbaar
– : Niet configureerbaar
De bijnaam van een apparaat wijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
●● Voer stap 4 bij “Verbindingsinformatie
bewerken” (= 131) uit, kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de
knop [ ].
●● Selecteer het invoerveld en druk op de
knop [ ]. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te
voeren (= 30).
Vóór gebruik
Wijzig naar wens de bijnaam van de camera (weergegeven op
aangesloten apparaten).
Basishandleiding
1 Kies [Instellingen Wi-Fi].
●● Druk op de knop [
] en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [
(= 29).
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
]
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Selecteer [Bijnaam apparaat
veranderen].
P-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [Bijnaam apparaat
veranderen] te selecteren en druk
vervolgens op de knop [ ] (= 29).
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
3 Wijzig de bijnaam.
●● Druk op de knop [ ] om het toetsenbord
te openen (= 30) en voer vervolgens
de bijnaam in.
Menu Instellingen
Accessoires
Verbindingsinformatie wissen
Bijlage
U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt
gemaakt) als volgt wissen.
●● Voer stap 4 bij “Verbindingsinformatie
bewerken” (= 131) uit, kies
[Verbindingsinfo wissen] en druk op de
knop [ ].
●● Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert,
met een symbool of spatie begint. Druk op de knop [ ] en voer
een andere bijnaam in.
●● U kunt ook de bijnaam die in het scherm [Bijnaam apparaat]
wordt weergegeven, wijzigen wanneer u Wi-Fi voor de eerste
keer gebruikt. In dit geval selecteert u het tekstvak, drukt u op de
knop [ ] om het toetsenbord te openen en voert u vervolgens
een nieuwe bijnaam in.
Index
●● De verbindingsinformatie wordt gewist.
132
Vóór gebruik
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor
webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten
dat u alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
1 Kies [Instellingen Wi-Fi].
●● Druk op de knop [
] en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [
(= 29).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
]
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
2 Kies [Instellingen resetten].
Afspeelmodus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Instellingen resetten]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
3 Herstel de standaardinstellingen.
Accessoires
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu gereset.
Bijlage
Index
●● Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi),
kiest u [Reset alle] op het tabblad [ ] (= 140).
133
Basisfuncties van de camera aanpassen
Basisfuncties van de camera worden ingesteld op het tabblad [ ] van
het MENU (= 29). Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en
veelgebruikte functies naar wens aanpassen.
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Camerageluiden dempen
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
U dempt camerageluiden en films als volgt.
Andere opnamestanden
●● Selecteer [Mute] en kies vervolgens
[Aan].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop [
]
ingedrukt te houden terwijl u de camera inschakelt.
●● Als u de camerageluiden dempt worden films afgespeeld zonder
geluid (= 84). Om films weer af te spelen met geluid, drukt
u op de knop [ ]. Pas het volume naar wens aan met de
knoppen [ ][ ].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Het volume aanpassen
Index
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
●● Selecteer [Volume] en druk op de
knop [ ].
●● Kies een item en druk op de
knoppen [ ][ ] om het volume aan
te passen.
134
Vóór gebruik
Hints en tips verbergen
Wereldklok
Er verschijnen normaal gesproken hints en tips wanneer u items kiest in
FUNC. (= 28) of MENU (= 29). U kunt deze informatie desgewenst
uitschakelen.
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto's de juiste lokale tijd en
datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en
naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig
om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone
thuis instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen”
(= 19).
●● Selecteer [Hints en tips] en selecteer
[Uit].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Geef uw bestemming op.
Andere opnamestanden
●● Selecteer [Tijdzone] en druk op de
knop [ ].
P-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [ Wereld] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
●● Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop [ ].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om een
optie te kiezen en wijzig vervolgens de
instelling door op de knoppen [ ][ ] te
drukken of aan de knop [ ] te draaien.
Tv-, Av- en M-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om de
bestemming te selecteren.
Afspeelmodus
●● Om de zomertijd in te stellen
(normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ]
door op de knoppen [ ][ ] te drukken
of door aan de knop [ ] te draaien.
Kies vervolgens [ ] door op de
knoppen [ ][ ] te drukken.
Wi-Fi-functies
●● Druk op de knop [
Menu Instellingen
Accessoires
].
2 Schakel over naar de tijdzone van
uw bestemming.
Bijlage
Index
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [ Wereld] te kiezen.
Druk vervolgens op de knop [
].
●● [ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(= 160).
●● Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (= 19), worden
de datum en tijd voor de optie [ Thuis] automatisch bijgewerkt.
135
Timing voor het intrekken van de lens
De spaarstand aanpassen
Nadat u op de knop [
] hebt gedrukt in de opnamemodus (= 25)
wordt om veiligheidsredenen na ongeveer een minuut de lens
ingetrokken. Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de
knop [
] drukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display Uit)
aanpassen (= 26).
●● Selecteer [Lens intrekken] en selecteer
vervolgens [0 sec.].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Selecteer [Spaarstand] en druk op de
knop [ ].
Basishandelingen van de
camera
●● Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen [ ][ ] om dit item
aan te passen.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om
het batterijverbruik te beperken.
1 Configureer de instelling.
●● Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan].
●● Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor
[Automatisch Uit] en [1 min] of minder voor [Display Uit].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
●● De instelling van [Display Uit] wordt ook toegepast als
u [Automatisch Uit] instelt op [Uit].
●● Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer
u Eco-modus (= 136) op [Aan] hebt gezet.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● [
] verschijnt nu op het opnamescherm
(= 160).
Accessoires
●● Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer
twee seconden niet wordt gebruikt.
Daarna gaat het scherm na ongeveer
tien seconden uit. De camera wordt
na ongeveer drie minuten inactiviteit
uitgeschakeld.
Bijlage
Index
2 Maak de opname.
●● Als het scherm is uitgeschakeld maar
de lens nog niet is ingetrokken, kunt
u het scherm weer inschakelen en
gereedmaken voor het maken van
opnamen door de ontspanknop half in te
drukken.
136
Schermhelderheid
Geheugenkaarten formatteren
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart
verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de
geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere
manier veilig.
●● Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen [ ][ ] om de
helderheid aan te passen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
1 Open het scherm [Formatteren].
●● Selecteer [Formatteren] en druk op de
knop [ ].
●● Voor maximale helderheid houdt u de knop [
] minstens een
seconde ingedrukt terwijl het opnamescherm wordt weergegeven
of wanneer de enkelvoudige weergave is ingeschakeld. (Hiermee
negeert u de instelling van [LCD Helderheid] op het tabblad [ ].)
] of
Druk nogmaals minstens een seconde op de knop [
herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van het
scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer
u de camera inschakelt, deactiveren.
●● Selecteer [Opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
Andere opnamestanden
2 Kies [OK].
P-modus
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Annuleer] te selecteren, selecteer [OK]
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ]) en druk vervolgens op de
knop [ ].
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
3 Formatteer de geheugenkaart.
●● Om het formatteren te starten, drukt
u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop [ ].
●● Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
●● De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren
wordt weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de
aangegeven capaciteit.
137
Low Level Format
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continue
opnamen gaat langzamer of het opnemen van een film wordt plotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
●● Druk op het scherm in stap 2 van
“Geheugenkaarten formatteren”
(= 137) op de knoppen [ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om [Low Level
Format] te kiezen. Druk daarna op de
knoppen [ ][ ] om deze optie te kiezen.
Het pictogram [ ] wordt weergegeven.
●● Voer de stappen 2 – 3 in
“Geheugenkaarten formatteren”
(= 137) uit om door te gaan met het
formatteren.
●● Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten
formatteren” (= 137), omdat de gegevens in alle
opslaggebieden van de geheugenkaart worden gewist.
●● U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren
door [Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist
maar kunt u de geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
Vóór gebruik
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd
(0001 – 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen
kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Continu
Auto reset
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden
de beelden oplopend genummerd totdat u een opname
maakt en opslaat met het nummer 9999.
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe
map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de
opnamen oplopend worden genummerd na het laatste nummer
van bestaande beelden, als u een andere geheugenkaart in
de camera plaatst. Als u opnamen wilt opslaan met nummers
vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde, = 137)
geheugenkaart.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Beelden opslaan op datum
Index
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop
u opnamen maakt.
●● Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
●● Beelden worden nu opgeslagen in
mappen die op de opnamedatum worden
gemaakt.
138
Vóór gebruik
Metrische/Niet-metrische weergave
Weergavetaal
Desgewenst kunt u de maateenheden, die op de zoombalk (= 32),
de MF-indicator (= 73) en op andere plaatsen worden weergegeven,
wijzigen van m/cm in ft/in.
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
●● Selecteer [Taal
knop [ ].
●● Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
Basishandleiding
] en druk op de
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of
draai aan de knop [ ] om een taal
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Certificatielogo's controleren
Sommige logo's voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet,
kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo's staan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
●● Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en
druk op de knop [ ].
P-modus
●● U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de
]
knop [ ] ingedrukt te houden en meteen op de knop [
te drukken.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Andere instellingen aanpassen
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [
Wi-Fi-functies
].
Menu Instellingen
●● [Video Systeem] (= 144)
●● [Instellingen Wi-Fi] (= 107)
Accessoires
●● [Mobiele apparaatverbinding] (= 110)
Bijlage
Index
139
Standaardinstellingen van de camera herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
1
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Open het scherm [Reset alle].
Basishandelingen van de
camera
●● Selecteer [Reset alle] en druk op de
knop [ ].
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Herstel de standaardinstellingen.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
P-modus
●● De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
Tv-, Av- en M-modus
●● De volgende functies worden niet hersteld naar de
standaardinstellingen.
-- Informatie die met Gezichts-ID is vastgelegd (= 44)
-- [ ]-tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (= 135), [Tijdzone]
] (= 139) en [Video Systeem] (= 144)
(= 135), [Taal
-- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt
vastgelegd (= 71)
]
-- De opnamemodus die is geselecteerd in de modus [
(= 58) en [ ] (= 60)
-- Filmmodus (= 65)
-- Instellingen Wi-Fi (= 107)
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
140
Vóór gebruik
Systeemoverzicht
Basishandleiding
Meegeleverde accessoires
Accessoires
Polsriem
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere
apart verkrijgbare, compatibele accessoires
Handleiding voor gevorderden
Batterij
NB-6LH*1
Basishandelingen van de
camera
Batterijlader
CB-2LY/CB-2LYE*1
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
USB-kabel (op het uiteinde voor de camera: mini-B)*2
P-modus
Geheugenkaart
Kaartlezer
Tv-, Av- en M-modus
Computer
PictBridge-compatibele printers
Voeding
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
HDMI-kabel
(op het uiteinde voor de camera: type D)*3
Menu Instellingen
Kabels
Accessoires
Voedingsadapterset
ACK-DC40
Stereo AV-kabel
AVC-DC400ST
Bijlage
Tv-/
videosysteem
Index
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel
IFC-400PCU).
*3 Gebruik een in de winkel verkrijgbare kabel die niet langer is dan 2,5 m.
141
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten
wanneer het wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het
merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/
of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door
de slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld
lekkage en/of explosie van een batterij). Houd er rekening mee dat deze
garantie niet van toepassing is op reparaties die voortvloeien uit een
slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn vervaardigd,
hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De
verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht
niet meer verkrijgbaar.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Voedingen
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Batterij NB-6LH
●● Oplaadbare lithium-ionbatterij
P-modus
Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE
Tv-, Av- en M-modus
●● Lader voor batterij NB-6LH
Afspeelmodus
●● De batterij is voorzien van een handig klepje dat u kunt
bevestigen om zo de batterijstatus in een oogopslag te kunnen
zichtbaar is op een opgeladen
zien. Bevestig het klepje zo dat
niet zichtbaar is op een niet-opgeladen batterij.
batterij en
●● Batterij NB-6L wordt ook ondersteund.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Voedingsadapterset ACK-DC40
●● Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken
of wanneer u de camera aansluit op
een printer of computer. U kunt op deze
manier niet de batterij in de camera
opladen.
Bijlage
Index
142
●● De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden
gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V
(50/60 Hz).
●● Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan
beschadigen.
 Foto's Interfacekabel IFC-400PCU
●● Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
 Films
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Afspelen op een tv
Basishandelingen van de
camera
 Foto's Overige accessoires
Vóór gebruik
Optionele accessoires gebruiken
 Films
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op
een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
Andere opnamestanden
P-modus
●● Sommige gegevens zijn mogelijk niet beschikbaar als u een tv
gebruikt voor weergave (= 161).
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
●● Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
Printers
Afspelen op een hdtv
 Foto's U kunt uw foto's weergeven op een tv door de camera aan te sluiten
op een hdtv met een in de winkel verkrijgbare HDMI-kabel (maximaal
2,5 meter met een type D-aansluiting aan de kant van de camera).
Films die zijn opgenomen met een beeldkwaliteit van [
], [
] of
[
] kunnen in HD-kwaliteit worden bekeken.
1 Zorg dat de camera en de tv zijn
uitgeschakeld.
PictBridge-compatibele printers van
Canon
●● Zelfs zonder een computer te gebruiken,
kunt u beelden afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een printer.
Ga voor meer informatie naar een
Canon-verkoper bij u in de buurt.
Wi-Fi-functies
 Films
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
2 Sluit de camera aan op de tv.
●● Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
143
●● Open het klepje van de cameraaansluiting en steek de kabelstekker er
volledig in.
Afspelen op een sdtv
Vóór gebruik
 Foto's  Films
Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de
camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter
scherm terwijl u de camera bedient.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
1 Zorg dat de camera en de tv zijn
3 Zet de tv aan en stel deze in op
externe invoer.
●● Stel de tv-ingang in op de externe
ingang waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakel de camera in.
●● Druk op de knop [
te zetten.
] om de camera aan
●● De camerabeelden worden
nu weergegeven op de tv.
(Het camerascherm blijft leeg.)
Basishandelingen van de
camera
uitgeschakeld.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Sluit de camera aan op de tv.
Andere opnamestanden
●● Steek de kabelstekker volledig in
de video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
P-modus
●● Zorg ervoor dat de kabelstekkers in
video-ingangen met dezelfde kleur zitten.
Tv-, Av- en M-modus
●● Open het klepje van de cameraaansluiting en steek de kabelstekker er
volledig in.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
●● De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld
als de camera is aangesloten op een hdtv.
Accessoires
3 Geef beelden weer.
●● Voer de stappen 3 – 4 bij “Afspelen op
een hdtv” (= 143) uit om beelden weer
te geven.
Bijlage
Index
●● Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de
televisie. Om het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op
] en selecteert u [Video Systeem] op het
de knop [
tabblad [ ].
144
●● Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook
opnamen maken terwijl u de beelden bekijkt op het grotere
tv-scherm. Opnamen maken werkt op dezelfde manier als via
het camerascherm. AF-Punt Zoom (= 51), MF-Punt Zoom
(= 73) en MF-peaking (= 74) zijn echter niet beschikbaar.
4 Sluit het netsnoer aan.
●● Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
●● Schakel de camera in en gebruik deze zoals
u wilt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Als u klaar bent, schakelt u de camera uit
en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
De camera voeden via het lichtnet
 Foto's  Films
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC40, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorg dat de camera is
uitgeschakeld.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
●● Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
●● Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere
voorwerpen. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg
hebben.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
2 Plaats de koppeling.
(1)
Afspeelmodus
●● Voer stap 1 bij “De batterij en uw
geheugenkaart plaatsen” (= 17) uit
om het klepje te openen.
●● Houd het koppelstuk met de
aansluitpunten (1) in de aangegeven
richting en plaats het koppelstuk alsof
het een batterij is (doorloop stap 2
bij “De batterij en uw geheugenkaart
plaatsen” (= 17)).
●● Voer stap 4 bij “De batterij en uw
geheugenkaart plaatsen” (= 17) uit
om het klepje te sluiten.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
3 Sluit de adapter aan op de
gelijkstroomkoppeling.
●● Open het klepje en steek de stekker van
de adapter helemaal in de koppeling.
145
De software gebruiken
Om de functies van de volgende software te kunnen gebruiken, downloadt
u de software op de website van Canon en installeert u deze op uw
computer.
Met behulp van een USB-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar; op het uiteinde
voor de camera: mini-B) kunt u de camera op de computer aansluiten en
beelden opslaan op de computer.
(2)
●● Image Transfer Utility
-- Beeldsynchronisatie instellen (= 128) en beelden ontvangen
●● Als u beelden op een computer wilt bekijken en bewerken,
gebruikt u vooraf geïnstalleerde of in de handel verkrijgbare
software die compatibel is met de beelden die door de camera
worden opgenomen.
Verbinding maken met een computer via een kabel
De computeromgeving controleren
(1)
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
2 Zet de camera aan om
CameraWindow te openen.
●● Druk op de knop [
te zetten.
Menu Instellingen
] om de camera aan
●● Windows 8/8.1
●● Windows: volg de onderstaande stappen.
●● Windows 7 SP1
●● In het scherm dat wordt weergegeven,
klikt u op de koppeling om het
programma te wijzigen van [
].
●● Mac OS X 10.8
Basishandelingen van de
camera
●● Steek de grote stekker van de
USB-kabel in de USB-poort van
de computer. Raadpleeg de
computerhandleiding voor meer
informatie over USB-aansluitingen op de
computer.
●● Mac OS: CameraWindow wordt
weergegeven als er een verbinding tot
stand is gebracht tussen de camera en
de computer.
Controleer de systeemvereisten bij “De computeromgeving controleren”
(= 114) wanneer u beelden naar een computer verzendt via Wi-Fi.
Handleiding voor gevorderden
●● Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (1). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (2).
De software kan op de volgende computers gebruikt worden.
Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit,
inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de
website van Canon.
●● Mac OS X 10.9
Basishandleiding
1 Sluit de camera aan op de computer.
●● CameraWindow
-- Beelden importeren naar uw computer
●● Map Utility
-- Gebruik een kaart om GPS-informatie die aan beelden is
toegevoegd, weer te geven
Vóór gebruik
Beelden opslaan op een computer
Accessoires
Bijlage
Index
●● Kies [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] en klik op [OK].
De software installeren
Zie “De software installeren” (= 114) voor instructies om de software te
installeren.
146
●● Dubbelklik op [
].
Vóór gebruik
Beelden afdrukken
 Foto's 3 Beelden opslaan op de computer.
●● Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
●● De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
●● Wanneer de beelden zijn opgeslagen,
sluit u CameraWindow en drukt u op de
knop [
] om de camera uit te schakelen.
Koppel vervolgens de kabel los.
●● Als u de beelden die u op een computer
hebt opgeslagen, wilt bekijken, gebruikt
u vooraf geïnstalleerde of in de handel
verkrijgbare software die compatibel
is met de beelden die door de camera
worden opgenomen.
●● Windows 7: als het scherm bij stap 2 niet wordt weergegeven,
klikt u op het pictogram [ ] in de taakbalk.
●● Mac OS: als CameraWindow niet wordt weergegeven na stap 2,
klikt u op het pictogram [CameraWindow] in het dock.
●● U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw
computer opslaan door uw camera op de computer aan te sluiten,
maar daarvoor gelden wel de volgende beperkingen.
-- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het
enkele minuten duren voordat u beelden kunt openen.
-- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk
horizontaal opgeslagen.
-- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan
van de beelden op de computer worden verwijderd.
-- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van
beelden of beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het
besturingssysteem, de gebruikte software of de grootte van de
beeldbestanden.
 Films
U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten
op een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken
in serie, bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen
voorbereiden of beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding
van de printer voor aanvullende informatie.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Eenvoudig afdrukken
 Foto's Tv-, Av- en M-modus
 Films
Druk uw foto's af door uw camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibele printer met behulp van een USB-kabel (afzonderlijk
verkrijgbaar; op het uiteinde voor de camera: mini-B).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
1 Zorg dat de camera en de printer
Menu Instellingen
zijn uitgeschakeld.
Accessoires
2 Sluit de camera aan op de printer.
●● Open het aansluitingenklepje. Houd de
kleinste kabelstekker in de getoonde
richting, en steek de stekker volledig in
de aansluiting op de camera.
Bijlage
Index
●● Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over de
aansluiting.
147
3 Schakel de printer in.
4 Schakel de camera in.
●● Druk op de knop [
te zetten.
 Foto's ] om de camera aan
 Films
1 Open het afdrukscherm.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Voer stap 1 – 6 bij “Eenvoudig afdrukken”
(= 147) uit om dit scherm te openen.
5 Selecteer een beeld.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Configureer de instellingen.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een item te selecteren.
Kies vervolgens een optie door op de
knoppen [ ][ ] te drukken.
6 Open het afdrukscherm.
●● Druk op de knop [ ], kies [
nogmaals op de knop [ ].
Vóór gebruik
Afdrukinstellingen configureren
] en druk
7 Druk het beeld af.
Default
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Print] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Datum
●● Het afdrukken start nu.
File No.
●● Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
Beiden
●● Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
Default
Uit
Uit
Aan
●● Zie “Printers” (= 143) voor PictBridge-compatibele printers van
het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
R-Ogen1
Aantal
exemplaren
Trimmen
–
Papier
inst.
–
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Hiermee worden de huidige
printerinstellingen gebruikt.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
een datum.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
een bestandsnummer.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
een datum en een bestandsnummer.
–
Hiermee worden de huidige
printerinstellingen gebruikt.
–
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt
om de afdrukinstellingen te optimaliseren.
Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Hiermee selecteert u het aantal af te
drukken exemplaren.
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven
dat u wilt afdrukken (= 149).
Hiermee geeft u het papierformaat, de
indeling en andere gegevens op (= 149).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
148
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het afdrukken
 Foto's  Films
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
 Foto's  Films
1 Selecteer [Papier inst.]
1 Selecteer [Trimmen].
●● Voer eerst stap 1 bij “Afdrukinstellingen
configureren” (= 148) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop [ ].
●● Voer eerst stap 1 bij “Afdrukinstellingen
configureren” (= 148) uit om
het afdrukscherm te openen, kies
[Papier inst.] en druk op de knop [ ].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
2 Selecteer een papierformaat.
●● Er verschijnt een kader voor bijsnijden
dat het af te drukken beeldgebied
aanduidt.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
2 Pas het kader naar wens aan.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
●● Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
●● Als u het kader wilt verplaatsen, drukt
u op de knoppen [ ][ ][ ][ ].
3 Selecteer een papiersoort.
●● Om het kader te draaien, drukt u op de
].
knop [
●● Als u klaar bent, drukt u op de knop [
Afspeelmodus
].
Wi-Fi-functies
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
3 Druk het beeld af.
●● Voer stap 7 in “Eenvoudig afdrukken”
(= 147) uit om af te drukken.
●● Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
Bijlage
4 Selecteer een indeling.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
Index
●● Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u op
de knoppen [ ][ ] om het aantal beelden
per vel op te geven.
●● Druk op de knop [
].
5 Druk het beeld af.
149
Beschikbare indelingsopties
Default
Randen
Randloos
N-plus
ID Foto
Vaste afm.
Vóór gebruik
Filmscènes afdrukken
Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege
ruimte eromheen.
Hiermee maakt u randloze afdrukken.
Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
Hiermee drukt u foto's af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met
opnamepixelinstelling L en een verhouding van 4:3.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
U kunt kiezen uit 90 x 130 mm, briefkaart en brede
afdrukformaten.
 Foto's 1 Open het afdrukscherm.
●● Voer stap 1 – 4 bij “Het papierformaat
en de indeling selecteren vóór het
afdrukken” (= 149) uit, kies [ID Foto] en
druk op de knop [ ].
2 Selecteer de lengte van de lange en
de korte zijde.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een item te selecteren.
Om de lengte te kiezen, drukt u op de
knoppen [ ][ ]. Druk vervolgens op de
knop [ ].
3 Selecteer het afdrukgebied.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
2 Selecteer een afdrukmethode.
Andere opnamestanden
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om [ ] te kiezen.
Druk vervolgens op de knoppen [ ][ ]
om de afdrukmethode te kiezen.
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
3 Druk het beeld af.
 Films
1 Selecteer [ID Foto]
Basishandleiding
●● Voer stap 1 – 6 in “Eenvoudig afdrukken”
(= 147) uit om een film te kiezen.
Het scherm links wordt weergegeven.
Id-foto's afdrukken
 Foto's  Films
Afspeelmodus
Afdrukopties voor films
Enkel
Reeks
Wi-Fi-functies
Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto.
Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval
afgedrukt op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt
op [Aan], kunt u ook het mapnummer, bestandsnummer en
de verstreken tijd voor het kader afdrukken.
●● Om printen te onderbreken, drukt u op de knop [ ].
Selecteer [OK] en druk vervolgens nogmaals op de knop [ ].
●● [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridgecompatibele printermodellen CP720/CP730 en ouder van het
merk Canon.
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
●● Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken” (= 149) uit om het
afdrukgebied te selecteren.
4 Druk het beeld af.
150
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)
 Foto's  Films
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (= 152)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op
een geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het
aantal exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze
voorbereidt, voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Afdrukinstellingen configureren
 Foto's  Films
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum
of bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven.
Deze instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
●● Druk op de knop [
] en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [ ].
Selecteer en configureer de gewenste
items (= 29).
●● Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
●● [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd
op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met
deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht
overschreven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen
voor zowel [Datum] als [File No.].
●● Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridgecompatibele printers van het merk Canon (afzonderlijk
verkrijgbaar).
●● De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met
de instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [ ] (= 19).
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden
 Foto's Wi-Fi-functies
 Films
Menu Instellingen
1 Selecteer [Sel. beeld & aantal].
Standaard
Afdruktype
Index
Beide
Datum
Aan
Uit
File No.
Aan
Uit
Wis DPOF
data
Aan
Uit
Hiermee drukt u één foto per vel af.
Hiermee drukt u meerdere verkleinde
beelden per vel af.
Hiermee worden zowel standaard- als
indexformaten afgedrukt.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
de opnamedatum.
–
Hiermee worden de beelden afgedrukt met
het bestandsnummer.
–
Alle instellingen voor printlijsten worden na
het afdrukken verwijderd.
–
Accessoires
●● Druk op de knop [
] en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [ ].
Druk vervolgens op de knop [ ].
2 Selecteer een beeld.
Bijlage
Index
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
●● Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [ ]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop [ ]
om indexafdrukken te annuleren voor het
beeld. [ ] wordt niet meer weergegeven.
151
3 Geef het aantal afdrukken op.
Alle beelden in de printlijst wissen
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om het aantal afdrukken op
te geven (maximaal 99).
●● Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken
van andere beelden in te stellen en het
aantal afdrukken van elk beeld op te
geven.
●● Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen
via stap 2 de af te drukken beelden
selecteren.
●● Als u klaar bent, drukt u op de
knop [
] om terug te keren naar het
menuscherm.
Afdrukinstellingen voor een reeks beelden
 Foto's  Films
●● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (= 151) uit om
[Select. reeks] te kiezen en druk op de
knop [ ].
●● Voer stappen 2 – 3 in “Een reeks
selecteren” (= 93) uit om beelden op
te geven.
●● Druk op de knoppen [ ][ ] om
[Opdracht] te kiezen en druk op de
knop [ ].
Vóór gebruik
●● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (= 151) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop [ ].
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst (DPOF)
 Foto's Andere opnamestanden
 Films
P-modus
●● Als er afbeeldingen aan de printlijst
zijn toegevoegd (= 151 – = 152),
wordt dit scherm weergegeven
wanneer u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Print nu] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ] om de beelden in de printlijst af
te drukken.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
Accessoires
Bijlage
Index
Afdrukinstellingen voor alle beelden
 Foto's  Films
●● Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (= 151) uit om
[Sel. alle beelden] te kiezen en druk op
de knop [ ].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
152
2 Selecteer een beeld.
Beelden toevoegen aan een fotoboek
 Foto's  Films
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software
op uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen.
Deze functie is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt
of wanneer u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Vóór gebruik
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
●● [
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] wordt weergegeven.
●● Druk nogmaals op de knop [ ] om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek.
[ ] wordt niet meer weergegeven.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
●● Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Een selectiemethode selecteren
●● Druk op de knop [
],
selecteer [Fotoboek instellen] op
het tabblad [
] en bepaal hoe u de
beelden wilt selecteren.
Afzonderlijke beelden toevoegen
 Foto's  Films
1 Selecteer [Selectie].
●● Selecteer [Selectie] volgens de procedure
bij “Een selectiemethode selecteren”
(= 153) en druk op de knop [ ].
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek
 Foto's ●● [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd
op een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met
deze camera, worden alle bestaande instellingen wellicht
overschreven.
Andere opnamestanden
●● Als u klaar bent, drukt u op de
] om terug te keren naar het
knop [
menuscherm.
 Films
Afspeelmodus
●● Volg de procedure bij “Een
selectiemethode selecteren” (= 153),
selecteer [Sel. alle beelden] en druk op
de knop [ ].
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
Alle beelden verwijderen uit een fotoboek
 Foto's  Films
Accessoires
Bijlage
Index
●● Volg de procedure bij “Een
selectiemethode selecteren” (= 153),
selecteer [Wis alle selecties] en druk op
de knop [ ].
●● Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop [ ].
153
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Voeding
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
●● Controleer of de batterij is opgeladen (= 17).
●● Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (= 17).
●● Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is
gesloten (= 17).
●● Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de
polen met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
De batterij raakt snel leeg.
Afspeelmodus
●● Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet
in contact komen met metalen voorwerpen.
●● Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de
polen met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
●● Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
De lens wordt niet ingetrokken.
●● Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera
aanstaat. Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (= 17).
De batterij is opgezwollen.
●● Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de
batterij echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient
u contact op te nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Bijlage
Index
Weergave op een tv
De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven op
een tv (= 143).
154
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
●● Druk in de afspeelmodus (= 84) de ontspanknop half in (= 26).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (= 27).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
●● Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
-- Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren en
kan een horizontale band verschijnen.
Weergave op het volledige scherm is tijdens het opnemen niet
beschikbaar (= 49).
[ ] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en
opnemen is niet mogelijk (= 35).
[
●●
●●
●●
●●
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (= 35).
Stel [IS modus] in op [Continu] (= 80).
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 78).
Verhoog de ISO-waarde (= 70).
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil
te houden. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een
statief of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden (= 80).
De opnamen zijn niet scherp.
●● Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de
knop daarna volledig in om een opname te maken (= 26).
●● Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (= 173).
●● Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (= 53).
●● Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
●● Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (= 75,
= 77).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp
wanneer de ontspanknop half wordt indrukt.
●● Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen,
probeert u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te
plaatsen voordat u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop
meerdere malen half in te drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
●●
●●
●●
●●
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 78).
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 69).
Pas het contrast aan met i-Contrast (= 70, = 100).
Gebruik AE lock of spotmeting (= 69, = 69).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
●●
●●
●●
●●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [ ] (= 32).
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 69).
Gebruik AE lock of spotmeting (= 69, = 69).
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (= 35).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 172).
●● Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitsuitvoerniveau te wijzigen (= 79, = 83).
●● Verhoog de ISO-waarde (= 70).
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn
vervaagd.
Andere opnamestanden
●● Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 172).
●● Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [ ] (= 32).
●● Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitsuitvoerniveau te wijzigen (= 79, = 83).
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Er verschijnen witte vlekken in geflitste opnamen.
●● Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Afspeelmodus
Opnamen zien er korrelig uit.
●● Verlaag de ISO-waarde (= 70).
●● Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamestanden leiden tot korrelige
beelden (= 58).
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
De onderwerpen hebben rode ogen.
●● Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (= 54). Het licht voor rode-ogenreductie (= 4)
gaat branden bij foto's die met de flitser worden gemaakt. U krijgt de beste
resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor rode-ogenreductie kijken.
Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter bij het
onderwerp te gaan.
●● Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (= 101).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continue opnamen gaat langzamer.
Accessoires
Bijlage
Index
●● Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (= 138).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar.
●● Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies
per opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnametabblad” (= 162 – = 168).
Het pictogram voor baby's of kinderen wordt niet weergegeven.
●● De pictogrammen voor baby's en kinderen worden niet weergegeven als
de verjaardag niet is ingesteld bij de gezichtsinformatie (= 44). Als de
pictogrammen ook niet worden weergegeven wanneer de verjaardag wel is
opgegeven, registreert u de gezichtsinformatie opnieuw (= 45) of controleert
u of de datum/tijd correct is ingesteld (= 135).
155
Het beginscherm van Story Highlights kan niet worden geopend door op
de knop [ ] te drukken.
Films opnemen
De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt
onderbroken.
●● Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnametijd (= 137, = 172).
[
] verschijnt en de opname stopt automatisch.
●● De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel
genoeg naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende
maatregelen:
-- Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (= 138).
-- Verlaag de beeldkwaliteit (= 50).
-- Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt
(= 172).
In- en uitzoomen is niet mogelijk.
●● In- en uitzoomen is niet mogelijk als u films opneemt in de modus [
] (= 61).
Onderwerpen lijken vervormd.
●● Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
Afspelen
Afspelen is niet mogelijk.
●● U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer.
Het afspelen stopt of het geluid hapert.
●● Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (= 138).
●● Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u films afspeelt die zijn gekopieerd naar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
●● Als u films afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er
kaders wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluid wordt niet weergegeven tijdens films.
●● Pas het volume aan (= 134) als [Mute] is geactiveerd (= 134) of als het geluid
van de film zwak is.
●● Bij films die zijn opgenomen in de modus [ ] (= 61) wordt geen geluid
weergegeven, omdat in deze modus geen geluid wordt opgenomen.
●● Het beginscherm kan niet worden weergegeven als de camera op een printer is
aangesloten. Ontkoppel de camera van de printer.
●● Het beginscherm kan niet worden weergegeven als een Wi-Fi-verbinding actief is.
Verbreek de Wi-Fi-verbinding.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Een gewenst onderwerppictogram voor een album wordt niet
weergegeven op het beginscherm van Story Highlights.
Basishandelingen van de
camera
●● Selecteer in de korte informatieweergave (= 85) een beeld met de naam van
de persoon voor het album voordat u het beginscherm van Story Highlights opent
(= 104).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Geheugenkaart
P-modus
De geheugenkaart wordt niet herkend.
●● Herstart de camera met de geheugenkaart erin (= 25).
Tv-, Av- en M-modus
Computer
Afspeelmodus
Kan geen beelden overdragen naar een computer.
Wi-Fi-functies
●● Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als
volgt de overdrachtssnelheid te verlagen:
] om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de
-- Druk op de knop [
] ingedrukt terwijl u tegelijkertijd op de knoppen [ ] en [ ]
knop [
drukt. Druk in het volgende scherm op de knoppen [ ][ ] om [B] te selecteren.
Druk daarna op de knop [ ].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Wi-Fi
Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend door op de knop [
drukken.
] te
Index
●● Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de
afspeelmodus en probeer het opnieuw.
●● In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden geopend tijdens vergrote
weergave of indexweergave. Ga naar de enkelvoudige weergave en probeer het
opnieuw. Het Wi-Fi-menu kan ook niet worden geopend in de groepsweergave
of gefilterde beeldweergave op basis van opgegeven voorwaarden. Annuleer het
gegroepeerd of gefilterd afspelen van beelden.
●● Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
156
Kan geen apparaat/bestemming toevoegen.
●● Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (= 131).
●● Gebruik een computer of smartphone om webservices te registreren (= 119).
●● Om een smartphone toe te voegen, installeert u eerst de toepassing Camera
Connect op uw smartphone (= 110).
●● Om een computer toe te voegen, installeert u eerst de software CameraWindow
op uw computer. Controleer ook de omgeving en instellingen van uw computer en
Wi-Fi (= 114, = 115).
●● Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die
op de 2,4 GHz band werken.
●● Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Wis de gegevens van de Wi-Fi-verbinding voordat u de camera weggooit
of aan iemand anders geeft.
●● Reset de instellingen voor Wi-Fi (= 133).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Kan geen verbinding maken met het toegangspunt.
P-modus
●● Controleer of het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat wordt ondersteund
door de camera (= 171). In plaats van automatisch kanaaltoewijzing kunt u het
beste handmatig een ondersteund kanaal toewijzen.
Tv-, Av- en M-modus
Kan geen beelden verzenden.
●● Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de
opslagruimte op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
●● Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de
bestemmingscamera staat in de vergrendelde positie. Verschuif het schuifje voor
schrijfbeveiliging naar de ontgrendelde positie.
●● Beelden worden niet verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of andere
webservices als u beeldbestanden of mappen verplaatst of een andere naam
geeft op de computer waarop beelden zijn ontvangen die zijn verzonden
met beeldsynchronisatie via een toegangspunt (= 128). Voordat u deze
beeldbestanden of mappen verplaatst of hernoemt op de computer, dient u te
controleren of de beelden al zijn verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of
andere webservices.
Kan de beeldgrootte niet wijzigen voor verzending.
●● De afbeeldingsgrootte kan niet worden aangepast naar een opnamepixelinstelling
die hoger is dan de oorspronkelijke instelling.
●● De grootte van films kan niet worden aangepast.
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Het verzenden van beelden duurt lang./De draadloze verbinding is
verbroken.
●● Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen om het verzenden te versnellen (= 127).
●● Het kan lang duren om films te verzenden.
●● Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die
op de 2,4 GHz band werken. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als
] wordt weergegeven.
[
●● Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
157
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Opnamen maken of afspelen
Geen geheugenkaart
●● Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (= 17).
Geheugenkaart op slot
●● Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld.
Verschuif het schuifje voor schrijfbeveiliging naar de ontgrendelde positie
(= 17).
Kan niet opnemen
●● U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (= 17).
Geheugenkaart fout (= 138)
●● Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenservice als dezelfde
foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde geheugenkaart (= 2)
hebt geformatteerd en correct hebt geplaatst (= 17).
Te weinig kaartruimte
●● Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken
(= 32, = 56, = 68, = 81) of beelden te bewerken (= 98).
Wis overbodige beelden (= 94) of plaats een geheugenkaart met voldoende
vrije ruimte (= 17).
Laad de accu op (= 17)
Geen beeld.
●● De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd! (= 92)
Onbekend beeld/Incompatible JPEG/Beeld te groot./Kan geen MOV
afspelen/Kan geen MP4 afspelen
●● Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
●● Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk
niet worden afgespeeld.
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/
Kan beeld niet wijzigen/Kan Niet Wijzigen/Kan niet aan Cat. toekennen/
Niet selecteerbaar beeld./Geen ID-info
●● De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die
met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met
een sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films.
ID-info bewerken* (= 89), Vergroten* (= 90), Smart Shuffle* (= 92),
Roteren* (= 96), Favorieten (= 97), Bewerken* (= 98), Printlijst*
(= 151) en Fotoboek instellen* (= 153).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Ongeldig selectiebereik
●● U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (= 93, = 95, = 152) en
u probeerde als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of
omgekeerd.
Andere opnamestanden
P-modus
Selectielimiet bereikt
●● U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (= 151) of
fotoboekinstellingen (= 153). Selecteer 998 beelden of minder.
●● De instellingen voor de printlijst (= 151) of voor de fotoboekinstellingen
(= 153) konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal
geselecteerde beelden en probeer het opnieuw .
●● U probeerde 500 beelden of meer te kiezen bij Beveilig (= 92),
Wissen (= 94), Favorieten (= 97), Printlijst (= 151) of Fotoboek instellen
(= 153).
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Fout in benaming.
●● De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt,
omdat het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de
kaart en het maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn
bereikt. Wijzig op het tabblad [ ] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (= 138)
of formatteer de geheugenkaart (= 137).
Lens fout
Accessoires
Bijlage
Index
●● Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als
u de camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
●● Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafout gedetecteerd (foutnummer)
●● Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het
beeld mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
●● Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk
van Canon Klantenondersteuning.
158
Bestandsfout
●● Foto's die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (= 147), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Print fout
●● Controleer de instelling voor het papierformaat (= 149). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekussen inkt vol
●● Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag
om een vervangend inktabsorptiekussen.
Wi-Fi
Verbinding mislukt
●● Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (= 115).
●● Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
●● Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is
om verbinding te maken.
Kan toegangspunt niet bepalen
●● De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt.
Probeer opnieuw verbinding te maken.
Geen toegangspunten gevonden
●● Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
●● Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met een
toegangspunt.
Wachtwoord is onjuist/Onjuiste beveiligingsinstellingen Wi-Fi
●● Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (= 115).
IP-adresconflict
Bestand(en) niet verzonden
Geheugenkaart fout
●● Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon
indien dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde
geheugenkaart correct hebt geplaatst.
Bestand(en) niet ontvangen
Te weinig kaartruimte
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de doelcamera om
beelden te ontvangen. Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart
of plaats een geheugenkaart met voldoende ruimte.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Bestand(en) niet ontvangen
Geheugenkaart op slot
Andere opnamestanden
●● Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat in
de vergrendelde positie. Verschuif het schuifje voor schrijfbeveiliging naar de
ontgrendelde positie.
P-modus
Bestand(en) niet ontvangen
Fout in benaming.
Tv-, Av- en M-modus
●● Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999)
zijn bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden
ontvangen.
Afspeelmodus
Onvoldoende ruimte op server
Wi-Fi-functies
●● Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
●● Sla de beelden die via Beeldsynchronisatie (= 128) zijn verzonden op uw
computer op.
Menu Instellingen
Accessoires
Controleer netwerkinstellingen
●● Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan
maken met internet.
Bijlage
Index
●● Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conflict is met een ander IP-adres.
Verbinding verbroken/Bestand(en) niet ontvangen/Bestand(en) niet
verzonden
●● Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
●● Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band
werken.
●● Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken
(zoals het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de
apparaten zijn.
●● Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
159
Informatie op het scherm
(28)
(27)
(27) Modus Hybride automatisch
(= 34)
Vóór gebruik
(21) AE lock (= 69), FE-lock
(= 80)
(28) Zoombalk (= 32)
Basishandleiding
(29)
(22) Sluitertijd (= 81, = 82)
Opname (informatieweergave)
(11)(12)(13) (14)(15)
(20) AF frame (= 74),
Spotmetingpuntkader (= 69)
(16) (17)
(18)
(19)
(1)
(2)
(3)
( )
(5) 4
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(29)
(23)Diafragmawaarde
(= 82, = 82)
(20)
(30) (31) (32)
(25) ISO-waarde (= 70)
(23)
(26) Raster (= 51)
(10) Waarschuwing: camera
beweegt (= 35)
(2)
Flitsmodus (= 78)
(11) Pictogram IS-modus (= 37)
(3)
Flitsbelichtingscompensatie /
Flitsuitvoerniveau
(= 79, = 83)
(12) Batterijniveau (= 160)
Meetmethode (= 69)
Eco-modus (= 136)
(6)
Transport mode (= 78)
(7)
Kwiklampcorrectie (= 50),
Witbalans (= 71)
(8)
My Colors (= 71)
(9)
Zelfontspanner (= 42)
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Batterijniveau
Tv-, Av- en M-modus
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
(33)
Opnamemodus (= 162),
Compositiepictogram (= 36)
(5)
(33) MF-indicator (= 73)
Afspeelmodus
Details
Voldoende opgeladen
(1)
(4)
Basishandelingen van de
camera
(32) Beeldstabilisatie (= 80)
] het aantal beschikbare opnamen aan.
(24) (25) (26)
(34)
Handleiding voor gevorderden
(34)Belichtingscompensatieniveau
(= 69)
Scherm
(21) (22)
(30) Windfilter (= 35)
(31) Tijdzone (= 135)
(24) Belichtingsniveau (= 82)
* Geeft in de modus [
Automatisch (= 40)
(13) Fotocompressie (= 80),
Opnamepixelinstelling (= 49)
(Knippert rood)
[Laad de accu op]
Wi-Fi-functies
Iets leger, maar nog voldoende
opgeladen
Bijna leeg; batterij moet worden
opgeladen
Leeg; batterij moet onmiddellijk
worden opgeladen
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
(14) Resterende opnamen (= 172)*
(15) Filmkwaliteit (= 50)
(16) Resterende tijd (= 172)
(17) Zoomvergroting (= 38),
Digitale telelens (= 74)
(18) Scherpstelbereik (= 73,
= 73), AF lock (= 77)
(19) Knipperdetectie (= 52)
160
(27) Compressie (beeldkwaliteit)
(= 80) / Opnamepixelinstelling
(= 49, = 50),
Digest-films (= 34),
MP4 (films), Albums (= 104)
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
(2) (3)
(4) (5)(6)(7)(8)(9) (10) (11)
(1)
(12)
(13)
(14)
(17) (18) (19) (20)
(15)
(16)
(21) (22)
(28) Foto's: Opnamepixelinstelling
(= 172)
Films: Afspeeltijd (= 172)
Vóór gebruik
Basishandleiding
(29)Bestandsgrootte
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
●● Sommige gegevens zijn mogelijk niet beschikbaar als u een tv
gebruikt voor weergave (= 143).
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Overzicht van filmbedieningspaneel
(23)
(25) (27)
(24)
(1)
Films (= 32, = 84)
(2)
Nummer huidig beeld/
totaal aantal beelden
(28)
(26)
(15)Belichtingscompensatieniveau
(= 69)
(16) ISO-waarde (= 70)
(3)
Histogram (= 86)
(17) Meetmethode (= 69)
(4)
Batterijniveau (= 160)
(5)
Wi-Fi-signaalsterkte (= 127)
(18) Flitser (= 78),
Flitsbelichtingscompensatie
(= 79)
(6)
Beeldsynchronisatie (= 128)
(7)
Beeldbewerking (= 98),
Filmcompressie (= 103)
(8)
Favorieten (= 97)
(9)
Beveiligen (= 92)
(10) Mapnummer – bestandnummer
(= 138)
(11) Opnamedatum/-tijd (= 19)
(12) Opnamemodus (= 162)
(13) Sluitertijd (= 81, = 82)
(14)Diafragmawaarde
(= 82, = 82)
(29)
Slow motion (Om de afspeelsnelheid aan te passen, drukt u op de
knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ]. Er wordt geen geluid
afgespeeld.)
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
]
Vooruit springen* of Volgende clip (= 103) (Om verder vooruit te
springen, houdt u de knop [ ] ingedrukt.)
(24) i-Contrast (= 70)
(25)Beeldkwaliteit/Framesnelheid
(films) (= 49, = 50)
(26) Groep afspelen (= 88)
Afspeelmodus
Eerder beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop [
ingedrukt.)
(20) Kwiklampcorrectie (= 50),
Creatieve opname-effect (= 57)
(23) Rode-ogencorrectie (= 101),
Afspeeleffect korte clip (= 66)
Tv-, Av- en M-modus
Achteruit springen* of Vorige clip (= 103) (Om verder terug te
springen, houdt u de knop [ ] ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop [
ingedrukt.)
(22)Scherpstelbereik
(= 73, = 73)
P-modus
Afspelen
(19) Witbalans (= 71)
(21) My Colors (= 71, = 100)
Andere opnamestanden
De volgende handelingen zijn beschikbaar op het filmbedieningspaneel,
dat geopend kan worden volgens de beschrijving bij “Bekijken” (= 84).
]
Clip wissen (verschijnt alleen wanneer u een digest-film (= 103)
hebt geselecteerd)
Accessoires
Bijlage
Index
Bewerken (= 102)
Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (= 147).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
●● Tijdens het afspelen van films kunt u vooruit of achteruit springen
(of naar de vorige of volgende clip) door op de knoppen [ ][ ]
te drukken.
161
Vóór gebruik
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Pictogrammen in het zwart, zoals , geven aan dat de functie
beschikbaar is of automatisch wordt ingesteld in die opnamemodus.
Grijze pictogrammen, zoals , geven aan dat de functie niet beschikbaar
is in die opnamemodus.
Belichtingscompensatie (= 69)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Vertraging*1
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*3 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*3 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*3 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
/
Basishandelingen van de
camera
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Diafragmawaarde (= 82)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Andere opnamestanden
/
/
/
/
/
P-modus
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Program Shift (= 69)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Wi-Fi-functies
/
Menu Instellingen
AE lock/FE-lock (= 69, = 80)*4
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Accessoires
AE lock (film)/Belichting (= 66)*2
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Bijlage
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Index
Scherpstelbereik (= 73, = 73, = 77)
/
/
Flitser (= 78)
/
/
/
/
/
Instellingen voor zelfontspanner (= 43)
/
/
/
/
/
Beelden*2
/
Sluitertijd (= 82)
Zelfontspanner (= 42)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
162
/
Witbalans (= 71)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
AF Tracking onderwerpselectie (= 75)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*1 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in standen zonder selectie van het
aantal opnamen.
*2 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in standen zonder selectie van het
aantal opnamen.
*3 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [ ].
*4 FE-lock is niet beschikbaar in de flitsmodus [ ].
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Handleiding voor gevorderden
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
/
/
Basishandelingen van de
camera
/
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
ISO-waarde (= 70)
AUTO
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Andere opnamestanden
/
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Flitsbelichtingscompensatie (= 79)
/
/
Meetmethode (= 69)
/
/
/
/
/
/
/
/ /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
80 / 100 / 200 / 400 / 800 / 1600 / 3200
Menu FUNC.
/
/
/
/
/
/
/
Display wijzigen (= 27)
/
/
Vóór gebruik
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Afspeelmodus
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Wi-Fi-functies
Flitsuitvoerniveau (= 83)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Menu Instellingen
Accessoires
Transport mode (= 78)
Bijlage
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
My Colors (= 71)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*1 /
/
/
/
/
*1 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*2
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Index
163
*3
/
/
Filmkwaliteit (= 50)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Hoogte/breedte foto (= 49)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*4 /
/
/
/
/
/
/
/
/
*4 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Opnamepixels (= 49)
/
/
/
/
/
/
/
Vóór gebruik
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*4 /
/
/
/
*4 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
/
/
Basishandelingen van de
camera
/
/
/
/
/
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
*1 Witbalans is niet beschikbaar.
*2 Instellen in een bereik van 1 – 5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood,
groen, blauw en huidtinten.
], AF lock of [ ].
*3[ ] wordt ingesteld bij [
*4 Synchroniseert met de ingestelde beeldverhouding en wordt automatisch
ingesteld (= 61).
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Opnametabblad
Accessoires
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Compressie (= 80)
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
AF Frame (= 74)
Gezichts-AiAf*1
/
/
/
/
/
AF Tracking
/
/
/
/
/
/
Centrum
/
/
/
/
/
/
/
Bijlage
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Index
164
Uit
AF kader afm. (= 74)*2
Normaal
/
/
/
/
/
Klein
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Servo AF (= 76)
Aan
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*3 /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
/
/
/
/
/
Handleiding voor gevorderden
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandelingen van de
camera
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
AF-hulplicht (= 53)
Aan
/
/
/
/
/
/
/
P-modus
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Tv-, Av- en M-modus
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Wi-Fi-functies
/
/
/
/
/
2x/4x
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Menu Instellingen
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Accessoires
Bijlage
Index
Veiligheids MF (= 73)
Aan
/
Afspeelmodus
MF-Punt Zoom (= 73)
Uit
Uit
/
/
/
/
Uit
/
AF-Punt Zoom (= 51)
Aan
/
/
/
/
Uit
Uit
/
/
/
/
/
1.6x/2.0x
/
/
Continu (= 77)
Aan
/
Digitale Zoom (= 38)
Standaard
/
/
/
Vóór gebruik
/
/
/
/
165
Uit
Flitsbel. comp.
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
MF-peaking-instellingen (= 74)
Peaking
Aan/Uit
/
/
/
/
/
Level
Laag/Hoog
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Kleur
Rood/Blauw/Geel
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Flits Instellingen (= 54, = 79, = 83)
Flits mode
Automatisch
/
/
/
/
/
Handmatig
/
/
/
/
/
/
Lamp Aan
Aan/Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Vóór gebruik
/
/
/
/
/
Flits output
/
/
/
/
/
/
Veiligheids FE
Aan
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
/
Basishandelingen van de
camera
/
/
/
/
/
/
/
Andere opnamestanden
Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
i-Contrast (= 70)
Automatisch
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Afspeelmodus
/
Wi-Fi-functies
Uit
/
/
/
/
/
/
/
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Menu Instellingen
Hg lampcorr. (= 50)
Aan/Uit
/
/
/
/
/
/
/
Accessoires
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Bijlage
/
Index
Safety Shift (= 82)
Aan
/
Handleiding voor gevorderden
/
166
Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Wind Filter (= 35)
Automatisch/Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Afbeelding direct bekijken (= 54)
Weergavetijd
Uit/Snel
/
/
/ /
/
/
/
/
/
/
/
/
/
2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten
/
/
/
/
/
Scherminfo
Uit
/
/
/
/
/
/
Details
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Continu
/
/
/
/
/
/
Opname
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Dynamic IS
Laag
/
/
/
/
/
/
/
/
Standaard
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Hoog
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
/
/
/
Andere opnamestanden
/
/
/
IS-instellingen (= 80)
IS modus
Uit
/
Uit
/
/
Vóór gebruik
/
Knipperdetectie (= 52)
Aan
/
/
Raster (= 51)
Aan/Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
/
/
/
/
/
/
Index
Beeldgebied (= 39)
Groot/Medium/Klein
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
167
Automatische instellingen (= 40, = 41)
Hulp vragen
Aan
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Basishandleiding
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Auto zoom
Gezicht/Bovenlichaam/Lichaam/Handmatig/Automatisch
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Digest-type (= 34)
Met foto's/Geen foto's
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Inst. gezichts-ID (= 45)
Aan/Uit
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
/
Vóór gebruik
Tabblad Instellen
/
/
/
/
/
/
/
/
/
*1 De werking wanneer er geen gezichten zijn gedetecteerd, verschilt per
opnamemodus.
*2 Beschikbaar wanneer het AF-kader is ingesteld op [Centrum].
*3 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd in de
].
modus [
-In sommige standen of met sommige instellingen waarbij u Gezichts-ID gebruikt
(= 44), worden namen van mensen mogelijk in beelden vastgelegd, zelfs als ze
niet worden weergegeven.
/
Item
Referentiepagina
Mute
= 134
Volume
= 134
Hints en tips
= 135
Datum/Tijd
= 135
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Tijdzone
= 135
Andere opnamestanden
Lens intrekken
= 136
Eco-modus
= 136
Spaarstand
= 26, = 136
LCD Helderheid
= 137
Opstart scherm
= 137
Formatteren
= 137
Bestandnr.
= 138
Maak folder
= 138
Maateenheden
= 139
Video Systeem
= 144
Instellingen Wi-Fi
= 107
Mobiele apparaatverbinding
= 110
Certificaatlogo weergeven
= 139
Taal
= 139
Reset alle
= 140
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
168
Tabblad Afspelen
Vóór gebruik
Tabblad Print
Basishandleiding
Item
Referentiepagina
= 104
Item
Print
Referentiepagina
–
Album afspelen
Digest-films weerg./afsp.
= 87
Sel. beeld & aantal
= 151
Diavoorstelling
= 91
Select. reeks
= 152
Wissen
= 94
Sel. alle beelden
= 152
Beveilig
= 92
Wis alle selecties
= 152
Roteren
= 96
Print instellingen
= 151
Favorieten
= 97
Fotoboek instellen
= 153
i-Contrast
= 100
Rode-Ogen Corr.
= 101
Trimmen
= 99
Veranderen
= 98
My Colors
= 100
Info gezichts-ID
= 87
Overgangseff.
= 84
Indexeffect
= 87
Beeld scrollen
= 84
Beelden groep.
= 88
Autom. draaien
= 97
Ga verder
= 84
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
169
Voorzorgsmaatregelen
●● De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of
stoten.
●● Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of
andere apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren.
Dit kan leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
●● Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm,
wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje.
Niet hard wrijven of hard drukken.
Specificaties
Cameraspecificaties
Effectieve pixels
in de camera
(max.)
Focuslengte lens
●● Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen
bevatten om de camera of het scherm schoon te maken.
LCD-monitor
●● Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens.
Als het schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de
helpdesk van Canon Klantenservice.
Bestandsformaat
●● Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat
u de camera uit de tas haalt.
●● Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan
deze beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en
wacht tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik
neemt.
●● Bewaar ongebruikte batterijen in een plastic zak of een vergelijkbare
verpakking. Om ervoor te zorgen dat de prestaties van de batterij
behouden blijven wanneer u de batterij gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, laadt u de batterij circa een keer per jaar op en
gebruikt u de resterende lading op voordat u de batterij opbergt.
Gegevenstype
Interface
Stroombron
Afmetingen
(gebaseerd op
CIPA-normen)
Gewicht
(gebaseerd op
CIPA-normen)
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Ongeveer 20,3 miljoen pixels
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
30x zoom: 4.5 (G) – 135.0 (T) mm
(equivalent aan 35 mm-film: 25 (G) – 750 (T) mm)
Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in)
Effectieve pixels: circa 922.000 pixels.
Design rule for Camera File system,
compatibel met DPOF (versie 1.1)
Foto's: Exif 2.3 (JPEG)
Films: MP4 (Video: MPEG-4 AVC/H.264;
Audio: MPEG-4 AAC-LC (stereo))
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (stereo)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
Batterij NB-6LH
Voedingsadapterset ACK-DC40
Andere opnamestanden
112,7 x 65,8 x 34,8 mm
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Circa 269 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 245 g (alleen camerabody)
170
Wi-Fi
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd
IEEE 802.11b/g/n*
* Alleen 2,4 GHz-band
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
Verzendmethoden
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
Infrastructuurmodus*1, Ad-hocmodus*2
Communicatiestanden *1 Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
*2 Wi-Fi-gecertificeerde IBSS
Ondersteunde kanalen 1 – 11
WEP, WPA-PSK (AES/TKIP),
Beveiliging
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Normen
Brandpuntsafstand digitale zoom (equivalent aan 35 mm)
Digitale zoom [Standaard]
Digitale telelens 1.6x
Digitale telelens 2.0x
25 – 3000 mm
(Staat voor de gecombineerde
brandpuntsafstand van de optische en
digitale zoomfunctie.)
40,0 – 1200 mm
50,0 – 1500 mm
Aantal opnamen
Circa 230
Aantal opnamen (Eco-modus aan)
Opnametijd film*1
Opnametijd film (Continue
opname*2)
Afspeelduur*3
Circa 315
Circa 45 minuten
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Circa 1 uur en 15 minuten
Basishandelingen van de
camera
Circa 4 uur
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
*1Tijd onder deze omstandigheden.
- Modus [ ]
]
- Kwaliteit: [
- Met herhaaldelijk opnemen, stoppen, zoomen en de camera in- en
uitschakelen
*2Tijd onder deze omstandigheden.
- Modus [ ]
]
- Kwaliteit: [
- Zonder zoomen of andere bewerkingen
- ‌Het opnemen wordt hervat onmiddellijk nadat automatisch is gestopt bij een
bestandsgrootte van 4 GB of een tijd van circa 29:59
*3Tijd bij het afspelen van een diavoorstelling van foto's.
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
●● Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op
richtlijnen voor metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products
Association).
Menu Instellingen
●● Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en
de opnametijd lager dan hierboven is aangegeven.
Accessoires
●● Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
Bijlage
Index
171
Aantal opnamen per geheugenkaart
Opnametijd per geheugenkaart
Het aantal opnamen bij een beeldverhouding (= 49) van 4:3 per
geheugenkaart is als volgt. Houd er rekening mee dat het aantal
beschikbare opnamen varieert afhankelijk van de beeldverhouding.
Aantal
opnamepixels
Compressieverhouding
Aantal opnamen per
geheugenkaart (aantal
opnamen bij benadering)
16 GB
(Groot)
20M/5184x3888
1680
2729
(Medium 1)
10M/3648x2736
3217
(Medium 2)
3M/2048x1536
9344
(Klein)
0.3M/640x480
5061
16755
53992
80988
●● De waarden in de tabel zijn gebaseerd op meetomstandigheden
van Canon en kunnen variëren naargelang het onderwerp,
de geheugenkaart en de camera-instellingen.
Opnametijd per geheugenkaart
Beeldkwaliteit
16 GB
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
59 min. 30 sec.
Basishandelingen van de
camera
1 uur 26 min. 5 sec.*
4 uur 5 min. 15 sec.
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
10 uur 22 min. 35 sec.
* 52 min. 12 sec. voor iFrame-films (= 67).
Andere opnamestanden
●● De waarden in de tabel zijn gebaseerd op meetomstandigheden
van Canon en kunnen variëren naargelang het onderwerp, de
geheugenkaart en de camera-instellingen.
P-modus
●● De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een
clip 4 GB is of wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en
], [
] of [
], of na circa
59 seconden is bij opnemen in [
1 uur opnemen in [
].
Tv-, Av- en M-modus
●● Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als
de maximale cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed
Class 10-geheugenkaarten of hoger gebruiken.
Wi-Fi-functies
Afspeelmodus
Menu Instellingen
Flitsbereik
Accessoires
Maximale groothoek (
Maximale telelens (
)
)
50 cm – 3,5 m
1,4 – 2,0 m
Bijlage
Index
172
Opnamebereik
Opnamemodus
Sluitertijd
Scherpstelbereik
–
1 cm – oneindig
–
Andere standen
Maximale
groothoek ( )
*
*
Maximale
telelens ( )
1,4 m – oneindig
1,0 m – oneindig
8,0 m – oneindig
5 cm – oneindig
1,4 m – oneindig
1 – 50 cm
1 cm – oneindig
–
1 – 1/3200 sec.
Beschikbare
waarden in de
modus [
] (sec.)
15, 13, 10, 8, 6, 5, 4, 3.2, 2.5, 2, 1.6, 1.3, 1, 0.8,
0.6, 0.5, 0.4, 0.3, 1/4, 1/5, 1/6, 1/8, 1/10, 1/13,
1/15, 1/20, 1/25, 1/30, 1/40, 1/50, 1/60, 1/80,
1/100, 1/125, 1/160, 1/200, 1/250, 1/320, 1/400,
1/500, 1/640, 1/800, 1/1000, 1/1250, 1/1600,
1/2000, 1/2500, 1/3200
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Diafragma
Snelheid van continue opname
Modus Continue
opname
[
]-modus,
automatisch
ingesteld bereik
1,4 m – oneindig
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamestanden.
Vóór gebruik
Snelheid
Circa 6,0 beelden/sec.
Circa 4,5 beelden/sec.
f/nummer
Beschikbare
waarden in de
modus [
]*
P-modus
f/3.2 – f/8.0 (G), f/6.9 – f/8.0 (T)
Tv-, Av- en M-modus
F3.2, F3.5, F4.0, F4.5, F5.0, F5.6, F6.3, F6.9,
F7.1, F8.0
Afspeelmodus
* Afhankelijk van de zoompositie zijn mogelijk niet alle diafragmawaarden
beschikbaar.
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Circa 4,5 beelden/sec.
Accessoires
●● Snelheid bij gebruik van een 8 GB UHS-I-geheugenkaart, zoals
vastgelegd in teststandaarden van Canon. Het aantal opnamen is
afhankelijk van onderwerpen, het merk van de geheugenkaart en
andere factoren.
Bijlage
Index
173
Batterij NB-6LH
Type: Nominale spanning: Nominale capaciteit: Oplaadcycli: Bedrijfstemperatuur: Vóór gebruik
Oplaadbare lithium-ionbatterij
3,7 V gelijkstroom
1.060 mAh
Circa 300 keer
0 – 40 °C
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Batterijlader CB-2LY/CB-2LYE
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Nominale invoer: 100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz),
0,085 A (100 V) – 0,05 A (240 V)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,7 A
Oplaadduur: Circa 2 uur (bij gebruik van NB-6LH)
Oplaadlampje: Opladen: oranje / Volledig opgeladen:
groen (systeem met twee indicatielampjes)
Bedrijfstemperatuur: 0 – 40 °C
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
174
C
Index
A
Aangepaste witbalans 71
Aansluiting 144, 147
Accessoires 142
AE lock 69
Afdrukken 147
AF-kaders 74
AF lock 77
Afspelen → Bekijken
AF Tracking 75
Auto-modus (opnamemodus) 22, 32
Av (opnamemodus) 82
AV-kabel 144
B
Batterij
Eco-modus 136
Niveau 160
Opladen 17
Spaarstand 26
Batterijen
→ Datum/tijd (datum/tijd-batterij)
Batterijlader 2, 142
Beelden
Afspelen → Bekijken
Beveiligen 92
Weergaveduur 54
Wissen 94
Beelden geotaggen 130
Beelden opslaan op
een computer 146
Beelden verzenden 124
Beelden verzenden naar een andere
camera 124
Beelden verzenden naar
een smartphone 108
Beelden verzenden naar
webservices 119
Beeldkwaliteit
→ Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
Beeldstabilisatie 80
Beeldsynchronisatie 128
Beeldverhouding 49
Bekijken 23
Beeld zoeken 88
Diavoorstelling 91
Eén beeld weergeven 23
Indexweergave 87
Smart Shuffle 92
Tv-weergave 143
Vergrote weergave 90
Belichting
AE lock 69
Compensatie 69
FE-lock 80
Bestandsnummering 138
Beveiligen 92
Bewerken
Bijsnijden 99
Formaat wijzigen 98
i-Contrast 100
My Colors 100
Rode-ogencorrectie 101
Bijsnijden 99, 149
Camera
Reset alle 140
Camera Connect 108
CameraWindow 146
CANON iMAGE GATEWAY 119
Centrum (modus AF Frame) 75
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit) 80
Continue opname 37, 43
Creatieve filters (opnamemodus) 60
Creatieve opname 57
D
Datum/tijd
Datum/tijd-batterij 20
Instellingen 19
Vervangen 19
Wereldklok 135
DC-koppelstuk 145
De Witbalans voor meerdere
gebieden corrigeren 50
Diavoorstelling 91
Digitale telelens 74
Digitale Zoom 38
Directe effecten (opnamemodus) 56
DPOF 151
E
Eco-modus 136
Extra levendig (opnamemodus) 60
F
Favorieten 97
FE-lock 80
Films
Beeldkwaliteit (opnamepixels/
beeldsnelheid) 49, 50
Bewerken 102
Opnametijd 172
Fisheye-effect (opnamemodus) 60
Flitser
Aan 78
Flitsbelichtingscompensatie 79
Flitser uitschakelen 79
Slow sync 79
Focusvergrendeling 75
Formaat wijzigen 98
Fotoboek instellen 153
Foutmeldingen 158
Framing Assist 39
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
G
Geheugenkaarten 2
Opnametijd 172
Geluiden 134
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) 75
Gezichts-ID 44
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) 64
Glimlach (opnamemodus) 63
GPS-informatieweergave 86
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
H
Handmatig scherpstellen
(scherpstelbereik) 73
HDMI-kabel 143
Hybride automatisch
(opnamemodus) 34
175
I
i-Contrast 70, 100
iFrame-films (filmmodus) 67
Indicator 31, 53, 54
Inhoud van de verpakking 2
ISO-waarde 70
K
Kleur (witbalans) 71
Klok 31
Knipoogdetectie (opnamemodus) 64
Knipperdetectie 52
Korte clips (filmmodus) 66
Kwiklampcorrectie 50
L
Lichtnet 145
M
M (opnamemodus) 82
Macro (scherpstelbereik) 73
Meetmethode 69
Menu
Basishandelingen 29
Tabel 162
Menu FUNC.
Basishandelingen 28
Tabel 163
Miniatuureffect (opnamemodus) 61
Mobiele apparaatverbinding 110
Modus Camera toegangspunt 113
Monochroom (opnamemodus) 63
My Colors 71, 100
N
Nachtscène handmatig
(opnamemodus) 59
O
Opname
Opnamedatum/-tijd → Datum/tijd
Opname-informatie 160
Opnamen maken op afstand 130
Opnamepixels (beeldgrootte) 49
P
P (opnamemodus) 68
PictBridge 143, 147
Polsriem → Riem
Portret (opnamemodus) 58
Postereffect (opnamemodus) 60
Problemen oplossen 154
Programma AE 68
R
Raster 51
Recyclen de interne oplaadbare
lithiumbatterij 21
Reizen met de camera 135
Reset alle 140
Riem 2, 16
Rode-ogencorrectie 101
Roteren 96
S
Scherm
Menu → Menu FUNC., Menu
Pictogrammen 160, 161
Weergavetaal 20
Scherpstelbereik
Handmatig scherpstellen 73
Macro 73
Scherpstellen
AF-kaders 74
AF lock 77
AF-Punt Zoom 51
MF-peaking 74
Servo AF 76
Sepiakleurige beelden 72
Servo AF 76
Smart Shuffle 92
Smart Shutter (opnamemodus) 63
Sneeuw (opnamemodus) 59
Softfocus (opnamemodus) 62
Software
Beelden opslaan op een
computer 146
Installatie 114, 146
Spaarstand 26
Speels effect (opnamemodus) 62
Standaard (filmmodus) 65
Standaardwaarden → Reset alle
Stereo AV-kabel 143, 144
Story Highlights 104
T
Tv (opnamemodus) 81
Tv-weergave 143
Vergrote weergave 90
Voeding 142
→ Batterij
→ Batterijlader
→ Voedingsadapterset
Voedingsadapterset 142, 145
Vuurwerk (opnamemodus) 59
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
W
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Weergavetaal 20
Weinig licht (opnamemodus) 59
Wereldklok 135
Wi-Fi-functies 107
Wi-Fi-menu 111
Windfilter 35
Wissen 94
Witbalans (kleur) 71
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Z
Zelfontspanner 42
2 seconden zelfontspanner 42
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) 64
Knipoogdetectie
(opnamemodus) 64
Zelfontspanner aanpassen 43
Zoeken 88
Zoomen 22, 33, 38
Zwart-witfoto’s 72
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
V
Verbinden via een toegangspunt 115
Verbindingsinformatie bewerken of
wissen 131
176
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN)
●● Landen en regio's waar WLAN-gebruik is toegestaan
-- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s,
en illegaal gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale
voorschriften. Om te voorkomen dat u de voorschriften met
betrekking tot WLAN schendt, controleert u op de website van
Canon waar het gebruik is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN
in andere landen en regio's.
●● Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit juridische
gevolgen hebben:
-- Het product wijzigen of aanpassen
-- De certificeringslabels van het product verwijderen
●● Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
●● Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het
onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus
niet worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land
waarop een VS-handelsembargo van toepassing is.
●● Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen
kunnen worden gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het
product, de gevolgen van radiogolven of statische elektriciteit,
of een ongeval of fout. Noteer de draadloze LAN-instellingen
als voorzorgsmaatregel. Houd er rekening mee dat Canon niet
verantwoordelijk is voor directe of indirecte schade of verlies van
inkomsten als gevolg van het verslechteren of verdwijnen van inhoud.
●● Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
●● Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal van
dit product.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van
ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit
product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen.
●● Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de
richtlijnen die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet
aansprakelijk voor schade of verlies als de functie en het product op
een andere manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt
beschreven.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
●● Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van
deze apparaten beïnvloeden.
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven
P-modus
●● Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die
radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product
zo ver mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de
apparaten niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Veiligheidsmaatregelen
Wi-Fi-functies
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel
gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
Menu Instellingen
●● Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de
resultaten op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen
toestemming hebt (onbekende netwerken), worden mogelijk ook
weergegeven. Als u probeert verbinding te maken met deze netwerken
of deze probeert te gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde
toegang worden beschouwd. Gebruik alleen netwerken die u mag
gebruiken en probeer geen verbinding te maken met andere
onbekende netwerken.
Bijlage
Accessoires
Index
177
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
●● Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
●● Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt
tot uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl
ze in andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te
vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis
van Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en
gemak wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
De camera kan via Wi-Fi afdrukken naar PictBridgecompatibele printers. Dankzij de technische PictBridgenormen kunnen digitale camera's, printers en
andere apparaten gemakkelijk rechtstreeks met
elkaar verbinding maken. Daarnaast maakt de
nieuwe norm DPS over IP PictBridge-verbindingen
in netwerkomgevingen mogelijk. De camera is ook
compatibel met deze norm.
Handelsmerken en licenties
●● Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/
of andere landen.
●● Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc.,
gedeponeerd in de U.S. en andere landen.
●● App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc.
●● Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
●● HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing, LLC.
●● Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van
Apple Inc.
●● Wi-Fi®, Wi-Fi Alliance®, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™
zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi
Alliance.
●● Het N-teken is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van
NFC Forum, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen.
●● Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve
eigenaren.
●● Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door
Microsoft.
●● This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or
decoding MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for
a personal and non-commercial purpose or (2) by a video provider
licensed under the AT&T patents to provide MPEG-4 compliant
video. No license is granted or implied for any other use for MPEG-4
standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Vrijwaring
●● Onrechtmatige verveelvoudiging van deze handleiding is verboden.
●● Alle metingen zijn gebaseerd op teststandaarden van Canon.
●● Informatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd, evenals
productspecificaties en het uiterlijk.
●● De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
●● Niettegenstaande het bovenstaande kan Canon niet aansprakelijk
worden gehouden voor eventuele schade die ontstaat door het gebruik
van dit product.
178

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Key Features

  • Compact camera 20.3 MP BSI CMOS Red
  • Image sensor size: 1/2.3"
  • Image stabilizer
  • Optical zoom: 30x Digital zoom: 10x
  • TTL Smile detection
  • ISO sensitivity (min): 80 ISO sensitivity (max): 3200 Fastest camera shutter speed: 1/3200 s Slowest camera shutter speed: 15 s ± 2EV (1/3EV step)
  • Video recording 1920 x 1080 pixels Full HD
  • Built-in microphone PictBridge Mini-USB B HDMI Wi-Fi Near Field Communication (NFC)
  • Lithium-Ion (Li-Ion) 3.7 V

Related manuals

Download PDF

advertisement