advertisement
▼
Scroll to page 2
of 23
ARCTIS Congélateur Diepvrieskast Congelatore Notice d’utilisation Gebruiksaanwijzing Istruzioni per l’uso PERFEKT IN FORM UND FUNKTION Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kunnen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op uw apparaat betrekking hebben. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten. ☞1. Dit symbool leidt u stap voor stap door de bediening van het apparaat. 2. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het praktisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze service-afdeling u te allen tijde ter beschikking. Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier wie ecologisch denkt, handelt ook zo ... 23 Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Het apparaat heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Beschrijving van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Vooraanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Bedienings- en controle-inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Apparaat uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Invriezen en diepvriesproducten bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 IJsblokjes maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Magnetische deursluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Hulp bij storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Bepalingen, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Vaktermen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 24 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Toepassing volgens de voorschriften • Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schade. • Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het apparaat op transportschade. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. • Overtuig u er van dat het apparaat na de installatie niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Het aansluitsnoer mag alleen door vakmensen vervangen worden; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij onze service-afdeling. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof isobutaan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. folies, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventueel aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor 25 Veiligheid wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties. • Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen. In het dagelijks gebruik • Bussen of flessen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen bussen of flessen met brandbare stoffen zoals spuitbussen, aanstekers, navullingen voor aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Waarschuwing - Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Waarschuwing - Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te beïnvloeden, mogen de ventilatie-openingen van het apparaat of het inbouwmeubel niet worden afgedekt of versperd. • Waarschuwing - Gebruik m.u.v. de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen hulpmiddelen geen mechanische of kunstmatige hulpmiddelen om het ontdooiproces te bespoedigen. • Waarschuwing - Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf verder geen werkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. • Koelapparaten mogen alleen door vakmensen gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze service-afdeling. 26 Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat Gooi het verpakkingsmateriaal van uw apparaat op de juiste wijze weg. Alle gebruikte materialen zijn niet schadelijk voor het milieu en kunnen hergebruikt worden! De materialen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, volkomen CFK-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en moeten ook weer in een container voor oud papier gedeponeerd worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen is te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of het gemeentehuis. Transportbescherming verwijderen Het apparaat en de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. 1. Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken. 2. Alle plakband en bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. ☞ 27 Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ontworpen. De klimaatklasse staat op het typeplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort: Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +18 tot +38 °C T +18 tot +43 °C Montage direct onder een kookplaat is niet toegestaan. De temperaturen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het apparaat beschadigen. Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt, dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke inbouwsituaties is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te verschaffen. Men dient te voorkomen dat het apparaat warm wordt, door voldoende afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het gebruik van een geschikte isolatieplaat. Een correcte ventilatie van het apparaat dient gegarandeerd te worden. 28 Opstellen Het apparaat heeft lucht nodig Integreerbare modellen (i-apparaten) De geïntegreerde deur van de meubelkast sluit de inbouwnis bijna geheel af. Daarom moet bij i-apparaten de ventilatie volgens afb. door een opening in de meubelsokkel plaatsvinden. De verwarmde lucht moet door de luchtschacht aan de achterzijde van het meubel naar boven weg kunnen. De ventilatie-openingen moeten minimaal 200 cm2 bedragen. Attentie! Om het functioneren van het apparaat niet nadelig te beïnvloeden, ventilatieopeningen niet afdekken of blokkeren. min. 200 cm2 50 min. 200 cm2 Inbouw Zie meegeleverde montage-aanwijzing. Controleer na het inbouwen van het apparaat, vooral na overzetten van het deurscharnier, of de deurafdichting rondom goed afdicht. Een ondichte deurafdichting kan tot versterkte rijpvorming en daardoor tot hoger energieverbruik leiden (zie ook hoofdstuk „Wat te doen als ...“). Elektrische aansluiting ☞ Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde vereist. Het stopcontact moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker altijd uit het stopcontact kan worden getrokken. Het voor de aansluiting van het apparaat benodigde stopcontact moet zich links of rechts naast de inbouwnis bevinden. De elektrische zekering dient minstens 10/16 ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. 29 Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of 220 ... 240 V ~50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. Beschrijving van het apparaat Vooraanzicht ➀ ➁ ➂ ➅ ➃ ➄ ➆ ➀ = Bedieningspaneel ➁ = Lade (voor bewaren en invriezen) ➂ = Lade (voor bewaren en invriezen) ➃ = Lade (alleen voor bewaren) ➄ = Lade (alleen voor bewaren) ➅ = Temperatuurindicatie ➆ = Typeplaatje De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eindstop. Daardoor kunt u diepvriesproducten makkelijk en veilig rangschikken en uitnemen. Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop naar buiten trekken, optillen en naar voren uitnemen. 30 Voor ingebruikname ☞ Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). Bedienings- en controle-inrichting Attentie! Het apparaat alleen gebruiken als het ingebouwd is! ➀ ➁➂➃ ➄ ➅ 1 Snelvriesschakelaar/schakelaar om het temperatuursignaal uit te zetten 2 Lampje voor ingeschakelde snelvries-functie (geel) 3 Waarschuwingslampje (rood) 4 Lichtnetcontrolelampje (groen) 5 Schakelaar AAN/UIT 6 Temperatuurregelaar Om de temperatuurregelaar te kunnen draaien is een munt nodig. Daardoor wordt het per ongeluk verstellen van de temperatuurinstelling bemoeilijkt (kinderbeveiliging). Met de temperatuurregelaar (6) kan de energiezuinigste bewaartemperatuur traploos worden ingesteld. De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de temperatuur controleren. De bedienings- en controle-inrichting omvat: Het groene controlelampje (4) brandt als het apparaat aan netspanning aangesloten, de schakelaar AAN/UIT (5) ingeschakeld is en de temperatuurregelaar uit de stand „ “ is. In deze schakelstand is het koelaggregaat automatisch in bedrijf. Met de temperatuurregelaar (6) kan de energiezuinigste bewaartemperatuur traploos worden ingesteld. • 31 Bedienings- en controle-inrichting Snelvriesschakelaar (1) met geel controlelampje (2). Het gele lampje brandt als de schakelaar (1) is ingeschakeld. Het koelaggregaat werkt dan continu. – bij in gebruik nemen van het apparaat, als de bewaartemperatuur nog niet bereikt is – als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing) – als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast worden gelegd – als de deur van het toestel te lang open staat. Het rode waarschuwingslampje (3) brandt als de temperatuur in de vriesruimte hoger wordt dan –12°C. Het stijgen van de temperatuur in de vriesruimte kan eventueel veroorzaakt worden door – vaak en lang de deur te openen; – het opslaan van grotere hoeveelheden warme levensmiddelen; – hoge omgevingstemperatuur; – een functiestoring aan het koelsysteem. Akoestisch temperatuursignaal Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal is uitgerust, klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (3) een akoestisch signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog resp. te warm is. Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat het rode lampje uitgaat of u door inschakelen van de snelvriesschakelaar het signaal uitschakelt. De snelvriesschakelaar kunt u uitschakelen als het rode lampje uitgaat. Aanwijzing: Nadat het apparaat in bedrijf is genomen slaan waarschuwingslampje en waarschuwingstoon alarm omdat de noodzakelijke bewaartemperatuur in de vriesruimte nog niet bereikt is. 32 In gebruik nemen en temperatuurregeling Met de temperatuurregelaar kan de gewenste bewaartemperatuur (-18°C of kouder) worden ingesteld. De volgende zaken zijn van invloed op de binnentemperatuur: – Omgevingstemperatuur; – Hoeveelheid en temperatuur van de opgeslagen levensmiddelen; – Vaak of lang openen van de deur. Daarom kunnen de volgende instellingen van de temperatuurregelaar slechts als aanbevelingen gezien worden die eventueel aan de diverse invloeden aangepast moeten worden. Stand „ “betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur. Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Aanbevolen stand: „2-3“. • ☞1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Op de AAN/UIT-schakelaar drukken. Het groene lichtnetcontrolelampje brandt. 3. Temperatuurregelaar met behulp van een munt op de gewenste stand draaien. De compressor wordt gestart en werkt dan automatisch. Het groene lichtnetcontrolelampje en het rode lampje gaan branden, het akoestische temperatuursignaal voorzover aanwezig klinkt. 4. Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (1) in, het gele lampje gaat branden, het akoestische signaal wordt uitgeschakeld en het koelaggregaat werkt continu. 5. Pas als het rode lampje (3) niet meer brandt, schakelt u de snelvriesschakelaar uit, het gele lampje (2) gaat uit, het akoestische signaal is weer geactiveerd. Attentie! Met het opslaan van diepvriesartikelen wachten tot de temperatuur in de diepvriesruimte –18°C bereikt heeft of tot het rode waarschuwingslampje uit is. Aanwijzing: controleert u regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-controlelampje (3) en van het temperatuurindicatie of de bewaartemperatuur laag genoeg is. 33 Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen sprake van een storing. Apparaat uitschakelen het apparaat uit te schakelen de temperatuurregelaar op ☞1. Om stand “ ” draaien en de schakelaar AAN/UIT indrukken. • Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: 1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen. 2. Apparaat uitschakelen, daartoe de temperatuurregelaar op stand “ ” draaien en de schakelaar AAN/UIT indrukken. 3. Stekker uit het stopcontact trekken of zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 4. Apparaat ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”). 5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen. ☞ • Invriezen en diepvriesproducten bewaren 34 In uw diepvrieskast kunt u diepvriesproducten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18°C of lager te zijn. • Let op het op het typeplaatje aangegeven invriesvermogen. Het invriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kan worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesproducten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. Invriezen en diepvriesproducten bewaren • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden. 1. Om het maximale invriesvermogen te benutten, dient u 24 uur voor het invriezen de snelvriesschakelaar in te drukken. Het gele lampje brandt. Voor het invriezen van hoeveelheden tot 3 kg hoeft u de snelvriesfunctie niet in te schakelen. 2. Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere diepvriesproducten overgebracht wordt. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. 3. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levensmiddelen in de twee bovenste laden (1), (2) van het apparaat plaatsen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien. De laden (3) en (4) dienen alleen voor het bewaren van diepvriesproducten gebruikt te worden. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen. 4. Nadat de vereiste bewaartemperatuur bereikt is opnieuw op de snelvriesschakelaar drukken. Het gele lampje gaat uit. Tips: • Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn: – diepvrieszakken en -folie van polyethyleen; – speciale diepvriesdozen; – aluminiumfolie, extra sterk. • Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt: plastic klemmen, elastiekjes of plakband. • Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert. • Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller. • Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half) vloeibare diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet. ☞ 35 IJsblokjes maken voor 3/4 met koud water vullen, in de diepvrieskast plaatsen ☞1. IJsbakje en laten bevriezen. 2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje verdraaien of kort onder stromend water houden. Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje nooit met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper. Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender • De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde. Ontdooien ☞ 36 Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken. Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen. Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvriesproducten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het apparaat op snelvriezen, om een koudereserve in de diepvriesproducten te scheppen. Waarschuwing! • Geen elektrische verwarmingsapparaten en geen andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen, met uitzondering van de hulpmiddelen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. • Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die kunststof aantasten. Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. 1. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wikkelen en op een koele plaats leggen. 2. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 3. Alle laden er uit halen. Gebruik de kunststof schraper als verlenggootje en plaats daar een opvangschaal onder. Het laatje uittrekken en de ijsschraper plaatsen als verlenggootje voor de opvang van het dooiwater. Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ontdooien verwijderen. 4. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken (zie hoofdstuk “Reiniging en onderhoud” ). ☞ Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het elektriciteitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Schakel voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit. • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunststof onderdelen beschadigen. • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik genomen wordt. 37 Let op! • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. – sap van citroen– of sinaasappelschillen; – boterzuur; – schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderdelen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. 1. Bevroren artikelen er uit halen en in meerdere lagen krantenpapier pakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen. 2. Apparaat voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”). 3. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitschakelen. 4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. 5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Opdat de vrieskast zo goed mogelijk werkt, één keer per jaar het rooster van het voetstuk verwijderen en de ventilatiekanalen schoonmaken met een borstel of stofzuiger met borstel. Stof belemmert de warmte-afgifte en verhoogt zodoende het energieverbruik. 6. Als alles droog is, snelvriesschakelaar inschakelen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen weer in de vriezer plaatsen en het apparaat weer in bedrijf nemen. ☞ Magnetische deursluiting Als de deur van de ingeschakelde diepvrieskast wordt gesloten, kan hij alleen met veel kracht dadelijk weer geopend worden, omdat er eerst een vacuüm ontstaat dat de deur gesloten houdt, tot de druk gecompenseerd is. Na enkele minuten kan de deur weer zonder moeite geopend worden. 38 Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstemperatuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende ventilatie van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt. 39 Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door vakmensen uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd tot onze service-afdeling. Indien het koelaggregaat niet meer werkt, kan de koudereserve in de diepvriesproducten bij volle belading een periode van ca. 20 uur overbruggen. Storing Mogelijke oorzaken Apparaat is niet aangezet. Apparaat werkt niet, geen enkel controlelampje brandt. Temperatuur is te koud ingesteld. Gele lampje brandt niet bij ingeschakelde snelvriesGele lampje defect. functie, apparaat werkt. 40 Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stop- Stekker in stopcontact steken. contact of zit los. Zekering controleren, evenZekering is los of kapot. tueel vernieuwen. Storingen in het lichtnet door uw elektrovakman Stopcontact is kapot. laten verhelpen. Groene lampje brandt niet, gele lampje brandt bij Groene lampje defect. ingeschakelde snelvriesfunctie. Het apparaat koelt te sterk. Oplossing Contact opnemen met onze service-afdeling. Temperatuurregelaar tijdelijk op warmere instelling draaien. Contact opnemen met onze service-afdeling. Wat te doen als ... Storing De temperatuur in de vriesruimte is niet voldoende, rode lampje brandt, akoestisch temperatuursisgnaal klinkt. Mogelijke oorzaken Oplossing Temperatuur is niet juist ingesteld. Zie hoofdstuk “Ingebruikname”. Deur heeft te lang opengestaan. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. snelvriesschakelaar indrukken. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen. Snelvriesschakelaar indrukken. Het apparaat staat naast een warmtebron. Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. Storing aan het apparaat. Snelvriesschakelaar indrukken. Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting. Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een haardroger Deurafdichting is ondicht verwarmen (niet heter dan (eventueel na het overzet- ca. 50 °C). ten van het deurscharnier). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Ongewone geluiden. Apparaat staat niet recht. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. Na het wijzigen van de Dit is normaal, het betreft temperatuurinstelling start geen storing. de compressor niet direct. Instelvoetjes bijstellen. Apparaat iets wegtrekken Dit onderdeel voorzichtig wegbuigen. De compressor start na enige tijd automatisch. Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuurcontrolelampje en de thermometer de bewaartemperatuur. 41 Geluiden tijdens de werking De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: • Klikken Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik. • Zoemen Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem. • Borrelen/klotsen Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen. Bepalingen, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van apparaten (GSG), de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EG van 19.2.1973 - laagspanningsrichtlijn – 89/336/EG van 3.5.1989 (met inbegrip van wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn. – 94/2/EG van 21. 01. 1994 - richtlijn voor energie-etikettering – 96/57 EG van 3. 9. 1996 - vereiste met betrekking tot de energieefficiëntie van elektrische huishoudelijke koel- en vriesapparaten en de betreffende combinaties. 42 Vaktermen • Koelmiddel Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor koudeproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kookpunt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot verdampen kan brengen. • Koelmiddelkringloop Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofdzakelijk uit verdamper, compressor, condensor en leidingen. • Verdamper In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelapparaat, de ruimte koelt daardoor af. Daarom is de verdamper in de binnenruimte geplaatst of gelijk direct de binnenwand ingeschuimd en daardoor niet zichtbaar. • Compressor De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het dampvormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt. • Condensor De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat, aangebracht. 43 AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg http://www.aeg.hausgeraete.de © Copyright by AEG 2222 737-97 -02- 0504 Sous réserve de modifications Wijzigingen voorbehouden Con riserva di modifiche
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project