Aeg KM8403101B Handleiding | Manualzz
NL
Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
KM8403101
2
www.aeg.com
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.............................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................... 8
4. BEDIENINGSPANEEL..................................................................................................... 9
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................... 11
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................... 11
7. MAGNETRONSTAND.................................................................................................. 15
8. KLOKFUNCTIES............................................................................................................ 19
9. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S............................................................................. 20
10. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES.............................................................................21
11. EXTRA FUNCTIES....................................................................................................... 22
12. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................................................... 24
13. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................. 44
14. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................ 45
15. TECHNISCHE GEGEVENS......................................................................................... 46
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
1.
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
•
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
1.2 Algemene veiligheid
•
•
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
4
www.aeg.com
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen
delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken
veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze
vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft
aangegeven dat het formaat en de vorm van het
metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de
magnetron.
Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat
niet worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een
vakkundig persoon.
Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de
afdekking moet worden verwijderd die beschermd
tegen blootstelling aan magnetronenergie.
Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen
in afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen.
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
•
•
•
•
5
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor
gebruik in de magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of
papieren houders op het apparaat vanwege de
mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van
voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen
of kleding en het opwarmen van warmhoudpads,
slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan
leiden tot letsel, zelfontbranding of brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit
of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur
gesloten om vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan
ertoe leiden dat het langer duurt voordat het
kookpunt wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de
magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding
moet worden geroerd of geschud en de temperatuur
moet voor consumptie worden gecontroleerd om
brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren
mogen niet in het apparaat worden opgewarmd
omdat ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de
magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden
tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer
een negatief effect kan hebben op de levensduur van
het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke
situatie.
6
www.aeg.com
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
• Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
•
•
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet
worden gebruikt om de oven voor te
verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– leg geen aluminiumfolie op de
bodem van het apparaat.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
• Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
• Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het
7
apparaat in werking is. Warmte en
vocht kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de
deur na elk gebruik worden
afgeveegd. Stoom geproduceerd
tijdens de werking van het apparaat
condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Vet en voedsel dat in het apparaat
achterblijft kan brand en een
vlamboog veroorzaken als de
magnetronfunctie in werking wordt
gezet.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
8
www.aeg.com
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
2.7 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1
2
3
4
4
8
5
6
3
2
1
1
2
3
4
5
6
7
8
Bedieningspaneel
Elektronische tijdschakelklok
Verwarmingselement
Magnetrongenerator
Lampje
Ventilator
Verwijderbare inschuifrail
Roosterhoogtes
7
3.2 Accessoires
Bakplaat
Bakrooster
Voor gebak en koekjes.
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
NEDERLANDS
9
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Elektronische tijdschakelklok
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tiptoets
1
2
-
Functie
Opmerking
Weergave
Toont de huidige instellingen van het apparaat.
AAN / UIT
Het apparaat in- en uitschakelen.
3
Verwarmingsfunc- Raak om een verwarmingsfunctie of het menu te
ties of Kook- en
kiezen de tiptoets eenmaal aan: Kook- en bakasbakassistent
sistent. Raak de tiptoets weer aan om tussen de
menu's te schakelen: Verwarmingsfuncties, Kooken bakassistent. Raak het veld 3 seconden aan om
het licht in of uit te schakelen.
4
Magnetronfunctie Het inschakelen van de magnetronfunctie. Te gebruiken als het apparaat is uitgeschakeld. Wanneer u de magnetron gebruikt met de functie:
Duur gedurende meer dan 7 minuten en in de
Combi-stand, kan het vermogen niet hoger zijn
dan 600 W.
5
6
7
8
Temperatuurkeuze
Om de temperatuur in te stellen of om de huidige
temperatuur in het apparaat te tonen. Raak het
veld 3 seconden aan om de functie in of uit te
schakelen: Snel opwarmen.
Toets omlaag
Omlaag gaan in het menu.
Toets omhoog
Omhoog gaan in het menu.
OK/Magnetron
snelle start
De selectie of instelling bevestigen. Het inschakelen van de magnetronfunctie. Te gebruiken als het
apparaat is uitgeschakeld.
10
www.aeg.com
Tiptoets
9
10
11
Functie
Opmerking
Toets op de achterkant
Om één niveau terug te gaan in het menu. Raak
het veld 3 seconden aan om het hoofdmenu weer
te geven.
Tijd en overige
functies
Verschillende functies instellen. Als een verwarmfunctie in werking is, raakt u de tiptoets aan om de
timer of de functies in te stellen: Toetsblokkering,
Favoriet, Heat+Hold, Set + Go.
Kookwekker
Om de volgende functie in te stellen: Kookwekker.
4.2 Display
A
B
C
E
D
A. Verwarmingsfunctie of
magnetronfunctie
B. Dagtijd
C. Controlelampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur of vermogen in de
magnetron
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool
Functie
Kookwekker
De functie werkt.
Dagtijd
Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur
Het display geeft de benodigde kooktijd weer.
Eindtijd
Het display geeft aan wanneer de
kooktijd voorbij is.
Temperatuur
Het display toont de temperatuur.
Tijdisindicatie
Er wordt weergegeven hoe lang een
verwarmingsfunctie in werking is. Druk
tegelijkertijd op
te resetten.
Controlelampje bij voorverwarmen
en
om de tijd
Het display geeft de temperatuur in
het apparaat aan.
Indicatielampje snelverhit- De functie is actief. Het verkort de opting
warmtijd.
Automatisch wegen
Het display geeft weer dat het automatische weegsysteem actief is of dat
het gewicht kan worden gewijzigd.
NEDERLANDS
Symbool
11
Functie
Heat+Hold
De functie is actief.
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.2 Eerste aansluiting
5.1 Eerste reiniging
Wanneer u het apparaat op het
stopcontact aansluit of na een
stroomstoring moet u de taal, het
contrast, de helderheid en de tijd
instellen.
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het
apparaat.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
1. Druk op
te stellen.
2. Druk op
Reinig het apparaat en de accessoires
voor het eerste gebruik.
of
om de waarde in
om te bevestigen.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
3. Druk op om naar het submenu te
gaan of de instelling te accepteren.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Door de menu's navigeren
U kunt te allen tijde
terugkeren naar het
hoofdmenu met
.
1. Schakel het apparaat in.
of
om de menu2. Druk op
optie te selecteren.
6.2 Een overzicht van de menu's
Hoofdmenu
Symbool
Menu-item
Applicatie
Verwarmingsfuncties
Bestaat uit een lijst met verwarmingsfuncties.
Kook- en bakassistent
Bestaat uit een lijst met automatische programma's.
Basis instellingen
Wordt gebruikt voor het instellen van andere instellingen.
Favoriet
Bestaat uit een lijst met favoriete bereidingsprogramma's die door de gebruiker zijn gemaakt.
12
www.aeg.com
Submenu voor: Basis instellingen
Symbool
Submenu
Beschrijving
Instellen dagtijd
Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie
Als het apparaat aan staat, geeft het display de
huidige tijd weer wanneer u het apparaat uitschakelt.
Set + Go
Om een functie in te stellen en later te activeren
door op een symbool op het bedieningspaneel te
drukken.
Heat+Hold
Houdt het bereide voedsel warm gedurende 30
minuten nadat de kookcyclus voltooid is.
Verleng tijd
Schakelt de functie Tijd verlengen in en uit.
Contrast
Pas het contrast van het display in stappen aan.
Helderheid
Pas de helderheid van het display in stappen aan.
Taal
Stelt de taal voor het display in.
Geluidsvolume
Pas het volume van de druktonen en signalen
stapsgewijs aan.
Toetsvolume
Schakelt de toon van de aanraakvelden aan en
uit. Het geluid van de tiptoets aan/uit kan niet
worden uitgeschakeld.
Alarmtoon
Schakelt de alarmtoon in en uit.
Service
Toont de softwareversie en -configuratie.
Fabrieksinstelling
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstelling.
6.3 Verwarmingsfuncties
Verwarmingsfunctie
Applicatie
Multi hetelucht
Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager
in dan voor de functie: Boven-/onderwarmte.
Pizza hetelucht
Om gerechten op één niveau te bakken met intensief bruineren en een krokantere korst. Stel de
temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor de functie: Boven-/onderwarmte.
Lage temperatuur garen Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
NEDERLANDS
Verwarmingsfunctie
13
Applicatie
Boven-/onderwarmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bevroren gerechten
Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardappelpartjes of loempia's krokant te maken.
Circulatiegrill
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op één niveau. Ook om te
gratineren en te bruinen.
Grill intens
Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden en voor het maken van toast.
Grill
Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Warmhouden
Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien
Deze functie kan gebruikt worden om bevroren
voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De
ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige
bodem en het inmaken van voedsel.
Deeg laten rijzen
Voor het beheerst laten rijzen van deeg voordat
het wordt gebakken.
Brood bakken
Om brood te bakken.
Gratineren
Voor maaltijden als lasagne of aardappelgratin.
Ook om te gratineren en te bruineren.
Inmaken
Voor de inmaak van groenten zoals augurken.
Drogen
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels,
pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten,
courgette of champignons).
Borden warmen
Om borden voor het serveren op te warmen.
ECO Braden
Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt
u het energieverbruik optimaliseren. Voor meer
informatie over de aanbevolen instellingen raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
ovenfunctie (Circulatiegrill).
14
www.aeg.com
De verlichting kan bij een
temperatuur onder de 60°C
tijdens sommige
ovenfuncties automatisch
uitschakelen.
6.4 Een verwarmingsfunctie
starten
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu:
Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op
om te bevestigen.
6.5 Controlelampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie
inschakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer
3 maal en knippert de balk om
vervolgens te verdwijnen.
6.6 Indicatielampje
snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u
3 seconden ingedrukt. Het
controlelampje voorverwarmen wisselt.
6.7 Restwarmte
Wanneer u het apparaat uitschakelt,
geeft het display de restwarmte aan. U
kunt de warmte gebruiken om het eten
warm te houden.
6.8 Energie besparen
Dit apparaat bevat functies
die u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd
de deur tijdens de bereiding zo veel
mogelijk gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen, maar alleen als u
geen magnetronfunctie gebruikt.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met selectie Duur of
Eindtijd in werking is en de
bereidingstijd langer is dan 30 minuten,
de verwarmingselementen automatisch
10% eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om restwarmte te
gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het display toont de
restwarmteaanduiding of -temperatuur.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Deactiveer de verlichting tijdens de
bereiding en activeer ze enkel indien
nodig.
NEDERLANDS
15
7. MAGNETRONSTAND
7.1 Magnetron
Algemeen:
LET OP!
Stel het apparaat nooit in
werking als er zich geen
voedsel in bevindt.
• Laat het voedsel na het uitschakelen
van het apparaat enkele minuten
rusten. Zie de
magnetronbereidingstabellen:
rusttijd.
• Verwijder de verpakking van
aluminiumfolie, metalen bakjes, enz.
voordat u het voedsel bereidt.
• Het wordt niet aanbevolen in de
magnetronstand meer dan een niveau
te gebruiken.
• Leg het voedsel op een bord en zet
het indien niet anders aangegeven op
de bodem van de ruimte.
• Roer, indien mogelijk, altijd het
voedsel door voor het opdienen.
Bakken:
• Kook het eten zo mogelijk bedekt
met materiaal dat geschikt is voor
gebruik in de magnetron. Bereid
voedsel slechts zonder het te
bedekken als u een korst wilt
behouden.
• Zorg dat u de gerechten niet te lang
kookt, door het vermogen en de tijd
te hoog in te stellen. Het voedsel kan
uitdrogen, verbranden of op
sommige plekken hard worden.
• Gebruik het apparaat niet om eieren
in hun schaal en slakken te bereiden,
omdat ze kunnen barsten. Bij
gebakken eieren, moet u het eigeel
eerst doorprikken.
• Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals
aardappelen, tomaten, worstjes, een
paar keer met een vork in voordat u
het in de magnetron plaatst, zodat
het eten niet barst.
• Voor gekoeld of bevroren eten is een
langere bereidingstijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd
tot tijd worden geroerd.
• Draai grotere stukken halverwege de
bereidingstijd om.
• Snij groenten zo mogelijk in stukjes
van gelijke grootte.
• Gebruik platte, brede schalen of
borden.
• Gebruik geen kookgerei gemaakt van
porselein, keramisch materiaal of
aardewerk met kleine gaatjes, bijv. op
handgrepen. Er kan vocht in de
openingen komen, waardoor het
kookgerei bij verhitting kan barsten.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
• Plaats het bevroren, uitgepakte
voedsel op een klein omgekeerd
bord met een bakje eronder of op
een ontdooirek of plastic zeef, zodat
de dooivloeistof kan weglopen.
• Draai het voedsel halverwege de
ontdooitijd om. Verdeel de stukken zo
mogelijk opnieuw en verwijder de
stukken die al zijn ontdooid.
Boter, gebakjes, kwark ontdooien:
• Ontdooi nooit volledig in het
apparaat, maar laat geheel ontdooien
bij kamertemperatuur. Dit geeft een
meer gelijkmatig resultaat. Verwijder
metalen of aluminium verpakking of
onderdelen volledig voordat u begint
te ontdooien.
Fruit, groenten ontdooien:
• Als fruit en groenten rauw moeten
blijven, ontdooi ze niet in het
apparaat maar laat ze geheel
ontdooien bij kamertemperatuur.
• U kunt een hoger
magnetronvermogen gebruiken om
fruit en groenten te bereiden zonder
ze eerst te ontdooien.
Kant-en-klaarmaaltijden:
• Kant-en-klaarmaaltijden in metalen
verpakking of plastic bakjes met
metalen afdekking mogen alleen in
de magnetron worden ontdooid of
verwarmd, als ze speciaal zijn
voorbestemd voor gebruik in de
magnetron.
• U moet de op de verpakking
afgedrukte instructies van de fabrikant
opvolgen (bijv. metalen afdekking
verwijderen en plastic folie
doorprikken).
16
www.aeg.com
7.2 Geschikt kookgerei en materialen
Materiaal van de pannen
Magnetron
Ontdooien
Grill
Opwarmen
Koken
X
X
Ovenbestendig glas en porselein
zonder metalen onderdelen, bijv. Pyrex, hittebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en porse-
X
lein1)
Grillrooster, glas en glaskeramiek gemaakt van ovenbestendig/vriesbestendig materiaal bijv. Arcoflam
Keramisch2), aardewerk2)
X
Hittebestendig plastic tot 200 °C3)
X
Karton, papier
X
X
X
Huishoudfolie
X
X
X
X
Bakpapier met magnetronveilige afdichting3)
Ovenschotels gemaakt van metaal,
d.w.z. emaille, gietijzer
X
X
X
Bakvormen, zwarte lak of siliconen-
X
X
X
Bakplaat
X
X
X
Bakrooster
X
X
X
Braadpannen, bijv. Crostino of
Crunch-bord
X
laag3)
Kant-en-klare maaltijden in de verpakking3)
1) Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen.
2) Zonder quartz of metalen onderdelen, of glas dat metalen bevat
3) U dient de instructies van de fabrikant over de maximum temperaturen na te leven.
X
NEDERLANDS
17
7.3 Tips voor de magnetron
Resultaat
Oplossing
U kunt de gegevens over de hoeveelheid voedselbereiding niet vinden.
Vind details voor gelijkaardige soorten voedsel.
Verhoog of verlaag de bereidingstijd aan de
hand van deze richtlijn: verdubbel de hoeveelheid - ca. verdubbeling van de bereidingstijd, halveer de hoeveelheid - halveer de tijd.
Het voedsel is na bereiding te droog.
Stel een kortere bereidingstijd in of selecteer een
lagere magnetronstand en bedek het voedsel
met een geschikt materiaal voor gebruik in een
magnetron.
Het eten is nog steeds niet ontdooid,
heet of gekookt nadat de bereidingstijd is verstreken.
Stel een langere bereidingstijd in of selecteer een
hoger magnetronvermogen. Denk eraan dat voor
grotere gerechten er een langere bereidingstijd
nodig is. Roer het voedsel om tijdens de bereiding.
Als de bereidingstijd is verstreken, is
het eten aan de rand verbrand, maar
in het midden nog steeds niet gaar.
Kies de volgende keer een lager vermogen en
een langere bereidingstijd. Roer vloeistoffen halverwege de bereidingstijd even door, bijv. soepen.
Overige zaken om rekening mee te
houden...
• Voedsel heeft verschillende vormen
en eigenschappen. Het wordt bereid
in verschillende hoeveelheden. Om
deze reden kan de benodigde tijd en
het vermogen voor ontdooien,
verwarmen of bereiden variëren. Als
grove richtlijn: dubbele hoeveelheid
- ca. dubbele bereidingstijd.
• De magnetron creëert de warmte
direct in het voedsel. Daarom kunnen
niet alle plaatsen tegelijkertijd worden
verwarmd. U dient de verwarmde
schotels te roeren en draaien, in het
bijzonder bij grotere hoeveelheden
voedsel.
• De rusttijd wordt in de tabellen
gegeven. Laat het eten rusten, in het
apparaat of erbuiten, zodat de
warmte gelijkmatiger wordt verdeeld.
• Pas het vermogen aan naargelang de
hoeveelheid voedsel. Een hoog
vermogen kan een kleine hoeveelheid
voedsel doen aanbranden of vonken
opwekken als u de accessoires
gebruikt.
• U krijgt betere resultaten met rijst als
u een platte, brede schaal gebruikt.
7.4 Magnetronfuncties
Functies
Omschrijving
Magnetron
Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor
het verwarmen van kant-en-klare maaltijden en drankjes, het ontdooien van vlees of fruit en het bereiden van groenten en vis.
Combi
Gebruik het om de verwarmingsfunctie en de magnetronmodus tegelijkertijd te gebruiken. Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te geven.
Het maximum vermogen voor deze functie is 600 W
18
www.aeg.com
Functies
Omschrijving
Snelle start
Voor het inschakelen van de magnetronfunctie wanneer het apparaat uit staat. Met een druk op het symbool wordt het maximale
vermogen van de magnetron gebruikt. Werkt: 30 seconden ingedrukt
7.5 De magnetronfunctie
instellen
1. Schakel het apparaat in.
2. Gebruik
om de magnetronfunctie
in te schakelen.
3. Tik op . De functie: Duur wordt
ingesteld op 30 seconden en de
magnetron gaat in werking.
Elke keer dat u aanraakt,
worden er 30 seconden aan
de duur van de magnetron
toegevoegd. Duur.
Als u niet aanraakt,
schakelt het apparaat na 20
seconden uit.
4. Tik op
om de volgende functie in
te stellen: Duur. Zie de paragraaf
"De klok instellen".
Wanneer de tijd van de
functie: Duur langer is dan 7
minuten, wordt het
vermogen van de
magnetron verlaagd naar
600 W.
De maximale tijdinstelling
van de functie: Duur is 90
minuten.
U kunt het
magnetronvermogen
wijzigen (tik op
of
en dan op
) en de functie:
als de magnetron in
Duur
werking is.
5. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, weerklinkt er gedurende 2
minuten een geluidssignaal. De
magnetronfunctie wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een symbool
om het geluidssignaal uit te zetten.
Raak om de
magnetronfunctie uit te
zetten
aan.
Als u
aanraakt of de deur
opent, stopt de functie. Raak
om deze weer te starten
aan.
7.6 De Combi-functie instellen
1. Schakel de verwarmfuntie in.
Raadpleeg “Verwarmingsfunctie
starten”.
aan en volg dezelfde
2. Raak
stappen als bij het instellen van de
magnetronfunctie.
Voor bepaalde functies start
de magnetronfunctie zodra
de ingestelde temperatuur
wordt bereikt.
Functies niet beschikbaar bij de Combifunctie: Favoriet, Eindtijd, Set + Go, Heat
+Hold.
7.7 De snelstartfunctie
instellen
1. Raak indien nodig
aan om het
apparaat uit te schakelen.
2. Raak aan om de snelle start-functie
in te schakelen.
Elke keer als u aanraakt, worden er 30
seconden aan de Duur toegevoegd.
U kunt het
magnetronvermogen
wijzigen (raadpleeg
“Magnetronfunctie
instellen”).
NEDERLANDS
3. Tik op
om de duurtijd in te stellen
voor de functie: Duur. Zie de
paragraaf "De klok instellen".
19
7.8 Voorbeelden van
kooktoepassingen voor de
instellingen van het vermogen
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Vermogeninstelling
Toepassing
•
•
•
•
Verwarmen van vloeistof
Dichtschroeien aan het begin van het kookproces
Koken van groenten
Smelten van gelatine en boter
1000 Watt
900 Watt
800 Watt
700 Watt
• 600 Watt
• 500 Watt
Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden
Een maaltijd op een bord verwarmen
Stoofpot sudderen
Eiergerechten koken
• 400 Watt
• 300 Watt
• 200 Watt
Maaltijden door laten koken
Delicaat voedsel koken
Babyvoeding verwarmen
Rijst laten sudderen
Delicaat voedsel verwarmen
Kaas smelten
• 100 Watt
Vlees, vis en brood ontdooien
Kaas, room en boter ontdooien
Fruit en cake ontdooien (gebak)
Gistdeeg laten rijzen
Koude gerechten en drankjes verwarmen
8. KLOKFUNCTIES
8.1 Tabel klokfuncties
Klokfunctie
Applicatie
Kookwekker
Om een afteltijd in te stellen (max. 2 uur en
30 minuten). Deze functie heeft geen invloed
op de werking van het apparaat. Ook te gebruiken als het apparaat is uitgeschakeld.
Gebruik
om de functie in te schakelen.
Druk op
of
len en op
om te starten.
om de minuten in te stel-
Duur
Om de lengte van een bepaalde actie te bepalen (max. 23h 59 min.).
Eindtijd
Voor het instellen van de uitschakeltijd van
een verwarmingsfunctie (max. 23 uur en 59
min).
20
www.aeg.com
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt,
begint het aftellen van de tijd na 5
seconden.
Als u de klokfuncties
gebruikt: Duur, Eindtijd,
schakelt het apparaat de
warmte-elementen na 90 %
van de ingestelde tijd uit.
Het apparaat gebruikt de
restwarmte om het
kookproces voor te zetten
totdat de tijd is verstreken (3
- 20 minuten).
8.2 De klokfuncties instellen
Alvorens u de functies: Duur,
Eindtijd gebruikt, moet u
een verwarmingsfunctie en
temperatuur instellen. Het
apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld.
U kunt de functies: Duur en
Eindtijd tegelijkertijd
gebruiken als u wilt dat het
apparaat op een later
tijdstip wordt geactiveerd of
juist uitgezet.
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
totdat het
2. Druk herhaaldelijk op
display de benodigde klokfunctie en
het bijhorende symbool weergeeft.
3. Druk op
of
tijd in te stellen.
om de gewenste
4. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er
een geluidssignaal. Het apparaat wordt
uitgeschakeld. Op het display verschijnt
een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal
uit te zetten.
• De ingestelde temperatuur is hoger
dan 80 °C.
• De functie: Duur wordt ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het
voorbereide gerecht gedurende 30
minuten warm op 80 °C. Deze functie
wordt ingeschakeld wanneer de bak- of
braadprocedure is geëindigd.
U kunt de functie in- of uitschakelen in
het menu: Basis instellingen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op
tot het
display toont: Heat+Hold.
5. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de functie is voltooid, klinkt er
een geluidssignaal.
De functie blijft aan staan als u de
verwarmingsfuncties verandert.
8.4 Verleng tijd
De functie: Verleng tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als
de Duur is geëindigd.
Van toepassing op alle
verwarmingsfuncties met
Duur of Automatisch wegen.
1. Wanneer de bereidingstijd is
voltooid, klinkt er een geluidssignaal.
Druk op een willekeurig symbool.
Op het display wordt het bericht
weergegeven.
om te activeren of
2. Druk op
om te annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op
8.3 Heat+Hold
Voorwaarden voor de functie:
9. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
.
NEDERLANDS
9.1 Online recepten
9.3 Kook- en bakassistent met
Automatisch wegen
Op onze website vindt u de
recepten voor de
automatische programma's
van dit apparaat. Om het
juiste Receptenboek te
vinden, controleer het
productnummer op het
classificatieplaatje op de
voorzijde van het frame van
de binnenkant van het
apparaat.
Deze functie berekent automatisch de
braadtijd. Als u de functie wilt gebruiken,
moet u het gewicht van het gerecht
instellen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu: Kook- en
bakassistent. Druk op om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
9.2 Kook- en bakassistent met
Receptenautomaat
Dit apparaat bevat een serie recepten
die u kunt gebruiken. De recepten
kunnen niet worden gewijzigd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu: Kook- en
om te
4. Een recept selecteren. Druk op
te bevestigen.
gerecht. Druk op
bevestigen.
4. Tik op
of
om te
om het gewicht van
het gerecht in te stellen. Druk op
om te bevestigen.
Het automatische programma start.
5. U kunt het gewicht te allen tijde
of
om het
wijzigen. Druk op
gewicht te veranderen.
6. Wanneer de tijd is verstreken, klinkt
er een geluidssignaal. Druk op een
symbool om het geluidsignaal uit te
zetten.
bakassistent. Druk op om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op
bevestigen.
21
om
Bij gebruik van de functie:
Handmatig, gebruikt het
apparaat de automatische
instellingen. U kunt ze
veranderen, net als bij
andere functies.
Bij sommige programma's
moet het voedsel na 30
minuten worden gekeerd.
Op het display verschijnt
een herinnering.
10. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 De accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei
en materiaal.
WAARSCHUWING!
Zie hoofdstuk
"magnetronmodus".
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
22
www.aeg.com
Bakrooster en bakplaat samen:
Plaats de bakplaat tussen de geleiders
van de inschuifrails en het bakrooster op
de geleiders erboven.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei wegglijdt.
11. EXTRA FUNCTIES
11.1 Favoriet
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie
opslaan. De instellingen zijn beschikbaar
in het menu: Favoriet. U kunt 20
programma's opslaan.
U kunt Magnetron- en
magnetron-combifuncties
niet opslaan als favorieten.
Een programma opslaan
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
herhaaldelijk aan totdat het
3. Raak
display het volgende weergeeft:
OPSLAAN.
4. Druk op om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije
geheugenpositie weer.
5. Druk op
om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Tik op
of
wijzigen.
om de letter te
8. Druk op .
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10. Druk op en houdt de knop
ingedrukt om op te slaan.
U kunt een geheugenpositie
overschrijven. Wanneer het display de
eerste vrije geheugenpositie aangeeft,
tik op
of
en druk op om een
bestaand programma te overschrijven.
U kunt de naam van een programma
wijzigen in het menu: Wijzig
programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3. Druk op
om te bevestigen.
NEDERLANDS
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5. Druk op
om te bevestigen.
Als het Kinderslot aanstaat, kan het
apparaat niet per ongeluk worden
geactiveerd.
1. Raak
aan om het display in te
schakelen.
en
totdat
2. Druk tegelijkertijd op
het display een bericht weergeeft.
Om het Kinderslot te deactiveren,
herhaal stap 2.
11.3 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat een
verwarmingsfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld. U kunt de functie alleen
inschakelen als het apparaat in werking
is.
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel de verwarmingsfunctie of instelling in.
tot het
3. Druk herhaaldelijk op
display toont: Toetsblokkering.
4. Druk op om te bevestigen.
Druk om de functie uit te schakelen op
. Op het display verschijnt een
melding. Druk herhaaldelijk op
vervolgens op
5. Druk herhaaldelijk op
tot het
display het volgende toont: Set +
Go.
6. Druk op
11.2 Gebruik van het
Kinderslot
en
om te bevestigen.
Als u het apparaat
uitschakelt, wordt de functie
ook uitgeschakeld.
11.4 Set + Go
Met deze functie kunt u een
verwarmingsfunctie (of programma)
instellen en later met een aanraking van
een symbool gebruiken.
1. Schakel het apparaat in.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
tot het
3. Druk herhaaldelijk op
display het volgende toont: Duur.
4. Stel de tijd in.
23
om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor )
om de functie te starten: Set + Go. De
ingestelde verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is
voltooid, klinkt er een geluidssignaal.
• Toetsblokkering is aan
wanneer de
verwarmingsfunctie actief
is.
• Het menu: Basis
instellingen stelt u in
staat de volgende functie
in en uit te schakelen: Set
+ Go.
11.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt het
apparaat na bepaalde tijd automatisch
uit als er een ovenfunctie in werking is en
u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C)
Uitschakeltijd (u)
30 - 115
12.5
120 - 195
8.5
200 - 230
5.5
De automatische
uitschakeling werkt niet met
de functies:
Binnenverlichting, Eindtijd,
Duur.
11.6 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
• Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid
van het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
• Helderheid overdag:
– als het apparaat aan staat.
24
www.aeg.com
– als u tijdens helderheid 's nachts
een symbool aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
– als het apparaat uit staat en u de
volgende functie hebt ingesteld:
Kookwekker. Wanneer de functie
eindigt, keert het display terug
naar helderheid voor 's nachts.
11.7 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
12. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
12.1 Nuttige tips voor speciale
opwarmfuncties van de oven
Warmhouden
Gebruik deze functie om voedsel warm
te houden.
De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 80°C.
Borden warmen
Voor het verwarmen van borden en
schalen.
Verdeel de borden en schalen
gelijkmatig over het ovenrek. Verplaats
de stapels halverwege de
verwarmingstijd (boven- en onderkant
omwisselen).
De automatische temperatuur is 70 °C.
Aanbevolen rekstand: 3.
Deeg laten rijzen
U kunt deze automatische functie
gebruiken voor elk gistdeeg. Het zorgt
voor de juiste atmosfeer om het te laten
rijzen. Plaats het deeg in een kom die
groot genoeg is voor het gerezen deeg
en bedek de kom met een natte
keukenhanddoek of plastic folie Plaats
een bakrooster op niveau één en schuif
de schaal erin. Sluit de deur en stel de
functie in op deeg rijzen. Deeg laten
rijzen. Stel de benodigde tijd in.
12.2 Bakken
• Het kan gebeuren dat uw oven anders
bakt of braadt dan het apparaat dat u
vroeger had. Pas de instellingen
(temperatuur, kooktijden) en de
rekstand die u gewoon was aan
volgens de waarden in de tabellen.
• De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te
stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen
kunt vinden voor een speciaal recept,
kijkt u bij een soortgelijk product.
• Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
• Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
NEDERLANDS
25
12.3 Baktips
Bakresultaat
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect.
Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktemperatuur hoger in.
De cake is te droog.
Te lange baktijd.
De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig De oventemperatuur is te
bruin.
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen.
De cake wordt ongelijkmatig Het deeg is niet gelijkmatig
bruin.
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin- De oventemperatuur is te
nen de aangegeven baktijd. laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktemperatuur een beetje hoger
in.
12.4 Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht
Functie
Tempera- Tijd (min)
tuur (°C)
Roosterhoogte
Tulband of brioche
Multi hetelucht
150 - 160
50 - 70
2
Moskovisch gebak/
vruchtencake
Multi hetelucht
140 - 160
70 - 90
2
Sponge cake / Cake,
zacht
Multi hetelucht
140 - 150
35 - 50
2
26
www.aeg.com
Gerecht
Functie
Tempera- Tijd (min)
tuur (°C)
Roosterhoogte
Sponge cake / Cake,
zacht
Boven-/onderwarmte
160
35 - 50
2
Taartbodem van zand-
Multi hetelucht
170 - 180
10 - 25
2
Taartbodem - zacht cakedeeg
Multi hetelucht
150 - 170
20 - 25
2
Apple pie / Appeltaart
(2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst)
Multi hetelucht
160
70 - 90
2
Apple pie / Appeltaart
(2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst)
Boven-/onderwarmte
180
70 - 90
1
Kwarktaart, bakplaat 2)
Boven-/onderwarmte
160 - 170
60 - 90
1
Functie
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Vlechtbrood/broodkrans Boven-/onderwarmte
170 - 190
30 - 40
2
Kerststol1)
Boven-/onderwarmte
160 - 180
50 - 70
2
Brood (roggebrood) 1)
Boven-/onderwarmte
taartdeeg 1)
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Gebak op bakplaat
Gerecht
2
eerst
230
20
vervolgens
160 - 180
30 - 60
Roomsoezen / Eclairs 1)
Boven-/onderwarmte
190 - 210
20 - 35
2
Biscuitrol 1)
Boven-/onderwarmte
180 - 200
10 - 20
2
Kruimeltaart (droog)
Multi hetelucht
150 - 160
20 - 40
3
Boter-/Suikerkoek 1)
Boven-/onderwarmte
190 - 210
20 - 30
2
NEDERLANDS
Gerecht
Functie
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Vruchtentaart (bereid
met gistdeeg/spons-
Multi hetelucht
150 - 160
35 - 55
3
Boven-/onderwarmte
170
35 - 55
1
Multi hetelucht
160 - 170
40 - 80
3
Plaatkoek met kwetsba- Boven-/onderre garnering (bijvoorwarmte
beeld kwark, room, pud-
160 - 180
40 - 80
2
deeg) 2)
Vruchtentaart (bereid
met gistdeeg/sponsdeeg) 2)
Vruchtentaart met kruimeldeeg
dingvulling) 1)
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht
Functie
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Zandkoekjes
Multi hetelucht
150 - 160
10 - 20
3
Short bread / Zandtaart- Multi hetelucht
deeg/ Deegreepjes
140
20 - 35
3
Short bread / Zandtaart- Boven-/onderwarmte
deeg/ Deegreepjes1)
160
20 - 30
2
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
Multi hetelucht
150 - 160
15 - 20
2
Eiwitgebak, schuimgebak
Multi hetelucht
80 - 100
120 - 150
1
Bitterkoekjes
Multi hetelucht
100 - 120
30 - 50
3
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
Multi hetelucht
150 - 160
20 - 40
3
Klein bladerdeegge-
Multi hetelucht
170 - 180
20 - 30
3
Broodjes1)
Boven-/onderwarmte
190 - 210
10 - 25
2
Small cakes Kleine ca-
Multi hetelucht
160
20 - 35
3
bak 1)
kes1)
27
28
www.aeg.com
Gerecht
Functie
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Small cakes Kleine ca-
Boven-/onderwarmte
170
20 - 35
2
kes1)
1) Oven voorverwarmen.
12.5 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht
Functie
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Pastaschotel
Boven-/onderwarmte
180 - 200
45 - 60
1
Lasagne
Boven-/onderwarmte
180 - 200
25 - 40
1
Groentegratin1)
Circulatiegrill
210 - 230
10 - 20
1
Stokbroden bedekt met gesmolten kaas
Multi hetelucht
160 - 170
15 - 30
1
Zoete ovenscho- Boven-/ondertels
warmte
180 - 200
40 - 60
1
Visschotels
Boven-/onderwarmte
180 - 200
30 - 60
1
Gevulde groente
Multi hetelucht
160 - 170
30 - 60
1
1) Oven voorverwarmen.
12.6 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie: Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht
Tijd (min)
Roosterhoogte
Roomsoezen / Eclairs 1) 160 - 180
25 - 45
1/3
Kruimeltaart
30 - 45
1/3
1) Oven voorverwarmen.
Temperatuur (°C)
150 - 160
NEDERLANDS
29
Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Zandkoekjes
150 - 160
20 - 40
1/3
Short bread / Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
140
25 - 45
1/3
Koekjes gemaakt van
roerdeeg
160 - 170
25 - 40
1/3
Eiwitgebak, schuimgebak
80 - 100
130 - 170
1/3
Bitterkoekjes
100 - 120
40 - 80
1/3
Koekjes gemaakt van
gistdeeg
160 - 170
30 - 60
1/3
12.7 Lage temperatuur garen
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees samen met de hete
braadpan in de oven op het
bakrooster.
3. Selecteer de functie: Lage
temperatuur garen.
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis.
Deze functie is niet geschikt voor
suddervlees of een vet varkensbraadstuk.
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C
en 150°C. De standaard is 90°C. Nadat
de temperatuur is ingesteld, blijft de
oven werken bij 80°C. Gebruik de
automatische lage temperatuur garen
niet voor gevogelte.
Altijd zonder deksel garen
als u gebruik maakt van de
functie.
Gerecht
Gewicht (kg)
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Biefstuk
1 - 1.5
150
120 - 150
1
Runderbiefstuk
1 - 1.5
150
90 - 110
1
Geroosterd kalfsvlees
1 - 1.5
150
120 - 150
1
Steak
0.2 - 0.3
120
20 - 40
1
30
www.aeg.com
12.8 Pizza hetelucht
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Pizza (dunne korst) 1)
200 - 230
15 - 20
3
Pizza (met veel garne-
180 - 200
20 - 30
3
Taarten
180 - 200
40 - 55
3
Spinazietaart
160 - 180
45 - 60
3
Quiche Lorraine (hartige
taart)
170 - 190
45 - 55
3
Zwitserse flan
170 - 190
45 - 55
3
Kwarktaart
140 - 160
60 - 90
3
Appeltaart, bedekt
150 - 170
50 - 60
3
Groentetaart
160 - 180
50 - 60
3
Ongedesemd brood 1)
230
10 - 20
3
Bladerdeegtaart 1)
160 - 180
45 - 55
3
Flammekuchen1)
230
12 - 20
3
15 - 25
3
ring)2)
Piroggen (Russische vari- 180 - 200
ant op calzone) 1)
1) Oven voorverwarmen.
2) Gebruik de braadpan.
12.9 Braden
• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de
fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan braden (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
• Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de
braadschaal zonder deksel braden.
• Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in het apparaat te bereiden.
• Giet een beetje vloeistof in de
braadpan om het aanbranden van
vleessap of vet te voorkomen.
• Indien nodig het braadstuk (na 1/2 2/3 van de gaartijd) keren.
• Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
Hiermee bereikt u een beter
braadresultaat.
• U kunt het apparaat ongeveer 10
minuten voor het einde van de
bereidingstijd uitschakelen om de
restwarmte te gebruiken.
NEDERLANDS
31
12.10 Tabel braadstukken
Rundsvlees
Gerecht
Functie
Stoofvlees Boven-/
onderwarmte
Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
1 - 1.5
200
230
60 - 80
1
Varkensrug
Gerecht
Functie
Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Schouderstuk, nekstuk, hamlap
Circulatiegrill
1 - 1.5
200
160 - 180
50 - 70
1
Gehaktbrood
Circulatiegrill
0.75 - 1
200
160 - 170
35 - 50
1
Varkensschenkel
(voorgekookt)
Circulatiegrill
0.75 - 1
200
150 - 170
60 - 75
1
Functie
Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
GerooCirculasterd kalfs- tiegrill
vlees
1
200
160 - 180
50 - 70
1
Kalfsschenkel
1.5 - 2
200
160 - 180
75 - 100
1
Kalfsvlees
Gerecht
Circulatiegrill
Lamsvlees
Gerecht
Functie Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
Circula- 1 - 1.5
tiegrill
200
150 - 170
50 - 70
1
32
www.aeg.com
Gevogelte
Gerecht
Functie
Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Stukken
gevogelte
Circulatiegrill
0,2 - 0,25
elk
200
200 - 220
20 - 35
1
Halve kip
Circulatiegrill
0,4 - 0,5
elk
200
190 - 210
25 - 40
1
Kip, haantje
Circulatiegrill
1 - 1.5
200
190 - 210
30 - 45
1
Eend
Circulatiegrill
1.5 - 2
200
180 - 200
45 - 65
1
Vis (gestoomd)
Gerecht
Functie Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Hele vis
Boven-/ 1 - 1.5
onderwarmte
200
210 - 220
30 - 45
1
Gerecht
Functie Gewicht
(kg)
Vermogen
(Watt)
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Zoete gerechten
Multi
hetelucht
-
200
160 - 180
20 - 35
1
Gekruide
gerechten
met gekookte ingrediënten
(noodles,
groente)
Multi
hetelucht
-
400 - 600
160 - 180
20 - 45
1
Gekruide
gerechten
met rauwe
ingrediënten (aardappelen,
groente)
Multi
hetelucht
-
400 - 600
160 - 180
30 - 45
2
Gerechten
12.11 Grill
• Grill alltijd met de maximale
temperatuurinstelling.
• Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in grilleertabel.
• Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste rekstand.
NEDERLANDS
• Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
• Lege oven met grilfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
33
LET OP!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
Grill
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
1e kant
2e kant
Biefstuk, medium
210 - 230
30 - 40
30 - 40
1
Runderfilet, medium
230
20 - 30
20 - 30
1
Varkensrug
210 - 230
30 - 40
30 - 40
1
Kalfsrug
210 - 230
30 - 40
30 - 40
1
Lamsrug
210 - 230
25 - 35
20 - 35
1
Hele vis, 500 1000 g
210 - 230
15 - 30
15 - 30
1
Grill intens
Gerecht
Tijd (min)
Roosterhoogte
1e kant
2e kant
Burgers / Burgers
9 - 13
8 - 10
3
Varkenshaas
10 - 12
6 - 10
2
Worstjes
10 - 12
6-8
3
Runderfilet / kalfsbiefstukken
7 - 10
6-8
3
Toast / Geroosterd
brood
1-3
1-3
3
Brood met iets erop
6-8
-
2
12.12 Bevroren gerechten
• Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
• Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Pizza, bevroren
200 - 220
15 - 25
3
American pizza, bevro- 190 - 210
ren
20 - 25
3
Pizza, gekoeld
13 - 25
3
210 - 230
34
www.aeg.com
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Pizza snacks, bevroren
180 - 200
15 - 30
3
Patat, dun1)
210 - 230
20 - 30
3
Patat, dik1)
210 - 230
25 - 35
3
Aardappelpartjes / -
210 - 230
20 - 35
3
Rösties
210 - 230
20 - 30
3
Lasagne/Cannelloni,
vers
170 - 190
35 - 45
2
Lasagne / Cannelloni,
bevroren
160 - 180
40 - 60
2
Kippenvleugels
190 - 210
20 - 30
3
kroketjes1)
1) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten
Gerecht
Functie
Pizza, bevroren1) Boven-/onderwarmte
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
volgens
aanwijzingen van de
fabrikant
volgens aanwijzingen van de fabrikant
2
Patates frites2)
(300 - 600 g)
Boven-/onderwarmte of Circulatiegrill
200 - 220
volgens aanwijzingen van de fabrikant
2
Baguettes3)
Boven-/onderwarmte
volgens
aanwijzingen van de
fabrikant
volgens aanwijzingen van de fabrikant
2
Vruchtencake
Boven-/onderwarmte
volgens
aanwijzingen van de
fabrikant
volgens aanwijzingen van de fabrikant
2
1) Oven voorverwarmen.
2) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren.
3) Oven voorverwarmen.
12.13 Ontdooien
• Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
• Gebruik het eerste roosterniveau
vanaf de bodem.
• Bedek het bord niet met een kom of
ander bord, aangezien het ontdooien
hierdoor langer kan duren.
NEDERLANDS
35
Gerecht
Gewicht
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip
1 kg
100 - 140
20 - 30
Kip op een omgedraaid schoteltje
in een groot bord leggen. Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Vlees
1 kg
100 - 140
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Vlees
500 g
90 - 120
20 - 30
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Forel
150 g
25 - 35
10 - 15
-
Aardbeien
300 g
30 - 40
10 - 20
-
Boter
250 g
30 - 40
10 - 15
-
Room
2 x 200 g
80 - 100
10 - 15
Klop de nog licht bevroren slagroom.
Gebak
1,4 kg
60
60
-
12.14 Inmaken
• Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
• Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
• Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
• Zet niet meer dan zes wekflessen van
1 liter op het bakrooster.
• Vul de glazen potten gelijkmatig en
sluit ze af met een klem.
• De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
• Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
• Als de vloeistof in de weckpotten
begint te borrelen (na ca. 35 - 60
minuten bij weckpotten van 1 liter),
stop de oven of verlaag de
temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de
tabel).
Zachte vruchten
Gerecht
Temperatuur (°C)
Aardbeien / bosbes- 160 - 170
sen / frambozen / rijpe kruisbessen
Inmaken/wecken
tot het parelen begint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
35 - 45
-
36
www.aeg.com
Steenvruchten
Gerecht
Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken
tot het parelen begint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170
35 - 45
10 - 15
Gerecht
Temperatuur (°C)
Inmaken/wecken
tot het parelen begint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen 1)
160 - 170
50 - 60
5 - 10
Komkommers
160 - 170
50 - 60
-
Gemengde augurken
160 - 170
50 - 60
5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170
50 - 60
15 - 20
Groenten
1) Na uitschakeling in de oven laten staan.
12.15 Drogen
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (u)
Roosterhoogte
Bonen
60 - 70
6-8
3
Paprika's
60 - 70
5-6
3
Soepgroenten
60 - 70
5-6
3
Paddenstoelen
50 - 60
6-8
3
Kruiden
40 - 50
2-3
3
Pruimen
60 - 70
8 - 10
3
Abrikozen
60 - 70
8 - 10
3
Schijfjes appel
60 - 70
6-8
3
Peren
60 - 70
6-9
3
12.16 Brood bakken
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Witbrood
180 - 200
40 - 60
2
Baguette
200 - 220
35 - 45
2
NEDERLANDS
Gerecht
Temperatuur (°C)
Tijd (min)
Roosterhoogte
Brioche
160 - 180
40 - 60
2
Ciabatta
200 - 220
35 - 45
2
Roggebrood
180 - 200
50 - 70
2
Bruin brood
180 - 200
50 - 70
2
Volkoren brood
170 - 190
60 - 90
2
37
12.17 Bereidingstabels voor
de magnetron
Zet indien niet anders
aangegeven het voedsel op
de bodemplaat in de ruimte
op een bord of in een
magnetronschaal.
Vlees ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Hele stukken
vlees
200
0.5
10 - 12
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Steak
200
0.2
3-5
5 - 10
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
verwijderen.
Half-om-half
gehakt
200
0.5
10 - 15
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
verwijderen.
Goulash
200
0.5
10 - 15
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
verwijderen.
38
www.aeg.com
Gevogelte ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Kip
200
1
25 - 30
10 - 20
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
met aluminiumfolie bedekken.
Kippenborst
200
0.1 - 0.2
3-5
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
met aluminiumfolie bedekken.
Kippenboutjes
200
0.1 - 0.2
3-5
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
met aluminiumfolie bedekken.
Eend
200
2
45 - 60
20 - 30
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien, ontdooide delen
met aluminiumfolie bedekken.
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Hele vis
100
0.5
10 - 15
15 - 20
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Visfilets
100
0.5
10 - 12
15 - 20
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Vis ontdooien
NEDERLANDS
39
Worstjes ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Gesneden
worst
100
0.1
20 - 40
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
2-4
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Kwark
100
0.25
10 - 15
25 - 30
Aluminiumdelen verwijderen, halverwege de
bereidingstijd omdraaien.
Boter
100
0.25
3-5
15 - 20
Aluminiumdelen verwijderen, halverwege de
bereidingstijd omdraaien.
Kaas
100
0.25
3-5
30 - 60
Aluminiumdelen verwijderen, halverwege de
bereidingstijd omdraaien.
Room
100
0.2
7 - 12
20 - 30
Aluminium
deksel verwijderen, halverwege de
bereidingstijd roeren.
Taart/koekjes ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht
Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Gistdeeg
100
1 stuk
2-3
15 - 20
Bord halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
40
www.aeg.com
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht
Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Kwarktaart
100
1 stuk
2-4
15 - 20
Bord halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Cake (gebak) 100
1 stuk
1-2
15 - 20
Bord halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Droge cake
100
1 stuk
2-4
15 - 20
Bord halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vruchtencake 100
1 stuk
1-2
15 - 20
Bord halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Brood
100
1 kg
15 - 20
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Gesneden
brood
100
0,5 kg
8 - 12
10 - 15
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Broodjes
100
4 broodjes
5-8
5 - 10
Halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Fruit ontdooien
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Aardbeien
100
0.3
8 - 12
10 - 15
Bedekt ontdooien, halverwege de
bereidingstijd roeren.
0.25
8 - 10
10 - 15
Bedekt ontdooien, halverwege de
bereidingstijd roeren.
Pruimen, ker- 100
sen, frambozen, bramen,
abrikozen
NEDERLANDS
41
Koken/smelten
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht (kg) Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Chocolade /
chocoladelaagje
600
0.15
2-3
-
Halverwege
de bereidingstijd roeren.
Boter
200
0.1
2-4
-
Halverwege
de bereidingstijd roeren.
Gewicht
Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Babyvoeding 300
in potjes
0,2 kg
2-3
-
Halverwege
de bereidingstijd roeren. Controleer de temperatuur.
Babymelk
(fles, 180 ml)
1000
0,2 kg
0:20 - 0:40
-
Lepel in de
fles steken,
roeren en
temperatuur
controleren.
Kant-enklaargerecht
600
0,4 – 0,5 kg
14 - 20
5
Aluminium
afdekking
verwijderen,
halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Bevroren
kant-enklaarmaaltijden
400
0,4 – 0,5 kg
4-6
5
Aluminium
afdekking
verwijderen,
halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
Melk
1000
1 kopje, ongeveer 200
ml
1:15 - 1:45
-
Lepel in het
bakje doen.
Water
1000
1 kopje, ongeveer 200
ml
1:30 - 2
-
Lepel in het
bakje doen.
Ontdooien, verwarmen
Gerecht
Vermogen
(Watt)
42
www.aeg.com
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht
Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Saus
600
200 ml
1-2
-
Halverwege
de bereidingstijd roeren.
Soep
600
300 ml
2-4
-
Halverwege
de bereidingstijd roeren.
Bereidingstabel
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht
Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Hele vis
500
0,5 kg
8 - 10
-
Afgedekt koken, het bakje tijdens het
bereiden
meerdere
malen omdraaien.
Visfilets
500
0,5 kg
6-8
-
Afgedekt koken, het bakje tijdens het
bereiden
meerdere
malen omdraaien.
Groenten
met een korte bereidingstijd,
600
0,5 kg
12 - 16
-
Ongeveer 50
ml water toevoegen, afgedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd
roeren.
Groenten
600
met een korte bereidingstijd, be-
0,5 kg
14 - 18
-
Ongeveer 50
ml water toevoegen, afgedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd
roeren.
vers 1)
vroren1)
NEDERLANDS
43
Gerecht
Vermogen
(Watt)
Gewicht
Tijd (min)
Rusttijd
(min)
Opmerkingen
Groenten
met een lange bereidingstijd,
600
0,5 kg
14 - 20
-
Ongeveer 50
ml water toevoegen, afgedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd
roeren.
Groenten
600
met een lange bereidingstijd, be-
0,5 kg
18 - 24
-
Ongeveer 50
ml water toevoegen, afgedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd
roeren.
Aardappelen 1000
in de schil
0,8 kg + 600
ml
5-7
300 W / 15 20
Bedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd
roeren.
Rijst
1000
0,3 kg + 600
ml
4-6
-
Bedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd
roeren.
Popcorn
1000
-
3-4
-
Doe de popcorn op een
bord op het
laagste niveau.
vers 1)
vroren 1)
1) Alle groenten afgedekt in de container koken.
Tabel voor de Combi-functie
• Uitsluitend voor bepaalde modellen.
• Gebruik de functies: Grill en
magnetron.
44
www.aeg.com
Gerecht
Ovengerei
VerTempe- Tijd
moratuur
(min)
gen
(°C)
(Watt
)
Roosterhoogte
Opmerkingen
2 kippenhelften (2 x 0,6
kg)
Glazen schotel met
zeef
300
220
40
2
Na 20 min.
omdraaien,
dan 5 min. laten rusten.
gratinaardap- Gratinschotel
pelen (1 kg)
300
200
40
2
10 min. laten
rusten.
Varkensbraadstuk,
nek (1,1 kg)
300
200
70
1
Regelmatig
omdraaien, 10
min. laten rusten.
Glazen schotel met
zeef
13. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Opmerkingen over
schoonmaken
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik. Vetophoping
of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken.
• Verwijder voedselresten en vetten
voorzichtig van de bovenkant van de
ovenruimte.
• Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek en een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
• Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
• Droog de oven als de ovenruimte nat
is na gebruik.
13.2 Verwijderen van de
geleiders
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld voordat u onderhoud verricht.
Gevaar voor brandwonden.
Om het apparaat te reinigen, verwijder
de inschuifrails.
1. Inschuifrails voorzichtig naar boven
toe uit de voorste ophanging
trekken.
1
3
2
2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
3. Geleiders uit de achterste ophanging
trekken.
Installeer de geleiders in de omgekeerde
volgorde.
13.3 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
NEDERLANDS
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
45
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
14. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Wat moet u doen als…
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
U kunt de oven niet inschakelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten Controleer of de oven goed
op een stopcontact of is niet is aangesloten op het stopgoed geïnstalleerd.
contact (zie het aansluitdiagram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm.
De oven is uitgeschakeld.
Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm.
De klok is niet ingesteld.
Stel de klok in.
De oven wordt niet warm.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn.
De oven wordt niet warm.
De automatische uitschakeling is actief.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
De oven wordt niet warm.
Het kinderslot is geactiveerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
De oven wordt niet warm.
De deur is niet goed gesloten.
Sluit de deur volledig.
De oven wordt niet warm.
De zekering is doorgeslagen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installateur.
46
www.aeg.com
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het lampje brandt niet.
Het lampje is stuk.
Vervang het lampje.
Het display toont een foutcode die niet in deze lijst
voorkomt.
Er is een elektrische fout.
• Schakel de oven uit via
de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
• Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
14.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.)
.........................................
Productnummer (PNC)
.........................................
Serienummer (S.N.)
.........................................
15. TECHNISCHE GEGEVENS
15.1 Technische gegevens
Spanning
220 – 240 V
Frequentie
50 Hz
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
*
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS
47
867326249-B-232016
www.aeg.com/shop
Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Download PDF

advertisement