Aeg KMK36100MM Handleiding

KMK36100MM USER MANUAL NL Gebruiksaanwijzing Combimagnetron 2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE......................................................................................... 2 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................5 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................8 4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT......................9 5. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................9 6. MAGNETRONSTAND...............................................................................................11 7. KLOKFUNCTIES.........................................................................................................14 8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES........................................................................... 16 9. EXTRA FUNCTIES......................................................................................................17 10. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 18 11. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................33 12. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................34 13. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................36 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com/webselfservice Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is NEDERLANDS 3 niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging, dan dient dit geactiveerd te worden. Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. 1.2 Algemene veiligheid • • • Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen. WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen. 4 www.aeg.com • • • • • • • • • • • Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in de ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken. Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor bereiding in de magnetron. Als de deur, scharnieren/handgrepen of deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat niet worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een vakkundig persoon. Alleen een vakkundig persoon kan onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor de afdekking moet worden verwijderd die beschermd tegen blootstelling aan magnetronenergie. Verwarm geen vloeistoffen of andere levensmiddelen in afgesloten houders. Deze kunnen dan ontploffen. Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in de magnetron. NEDERLANDS • • • • • • • • 5 Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren houders op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding. Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of brand. Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of trek de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om vlammen te doven. Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe leiden dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op als u de houder uit de magnetron haalt. De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet worden geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen. Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet in het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd. Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en voedselresten dienen te worden verwijderd. Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer kan leiden tot een gevaarlijke situatie. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd 6 www.aeg.com • • • • veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte. 2.2 Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. • Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat telkens na gebruik uit. • Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Oefen geen kracht uit op een geopende deur. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. NEDERLANDS • De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt om de oven voor te verwarmen. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Om schade of verkleuring van het email te voorkomen: – leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat. – plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires. • Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het apparaat. • Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. • Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten ovendeur. • Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat volledig afgekoeld is na gebruik. 2.4 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. 7 • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een erkend servicecentrum. • Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest veroorzaken. • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft kan brand en een vlamboog veroorzaken als de magnetronfunctie in werking wordt gezet. • Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Raadpleeg, als u een ovenspray gebruikt, eerst de aanwijzingen op de verpakking. • Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel. 2.5 Binnenverlichting WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! • De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. • Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen. • Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties. 8 www.aeg.com 2.6 Verwijdering huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. 2.7 Servicedienst • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. • Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Algemeen overzicht 1 2 3 4 7 8 9 4 12 5 6 3 10 2 1 11 3.2 Accessoires 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Bedieningspaneel Stroomlampje/symbool Knop voor de ovenfuncties Elektronische tijdschakelklok Temperatuurlampje en magnetronstroomlampje / symbool Temperatuurknop / magnetronvermogen Verwarmingselement Magnetrongenerator Lampje Ventilator Verwijderbare inschuifrail Roosterhoogtes Bakplaat Bakrooster Voor gebak en koekjes. Voor kookgerei, bak- en braadvormen. NEDERLANDS 9 4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Raadpleeg voor het instellen van de dagtijd het hoofdstuk "Klokfuncties". Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Reinig de oven en accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand. 4.1 Eerste reiniging Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit de oven. 5. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Verzonken knoppen Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt naar voren. oven automatisch aan met de standaard instellingen. 2. Draai de knop voor de temperatuur / magnetronvermogen om de temperatuur in te stellen. 3. Om de oven uit te schakene, draait u de knop voor de ovenfuncties naar de uitstand. 5.2 Het in- en uitschakelen van de oven. 1. Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie. Dit schakelt de 5.3 Ovenfuncties Ovenfunctie Applicatie Uit-stand Het apparaat staat uit. Binnenverlichting Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie. Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor het verwarmen van kant-en-klare maaltijden en drankjes, het ontdooien van vlees of fruit en het bereiden van groenten en vis. Hetelucht Om op twee ovenniveaus te bakken of om voedsel te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor Boven-/onderwarmte. 10 www.aeg.com Ovenfunctie Applicatie Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor boven-/onderwarmte. Boven + onderwarmte (Boven-/ Onderwarmte) Voor het bakken en braden op een ovenniveau. Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en het inmaken van voedsel. Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel. Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren. Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveelheden en voor het maken van toast. Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen. De verlichting kan tijdens sommige ovenfuncties automatisch uitschakelen als de temperatuur onder de 60 °C komt. 5.4 Weergave A G F B E C D A. B. C. D. Timer Opwarmen en restwarmte-indicatie Magnetronfunctie Vleesthermometer (alleen geselecteerde modellen) E. Deurslot (alleen geselecteerde modellen) F. Uren/minuten G. Klokfuncties 5.5 Toetsen Knop Functie Beschrijving MAGNETRON De magnetronfunctie instellen. NEDERLANDS Knop 11 Functie Beschrijving KLOK De klokfunctie instellen. TEMPERATUUR De oventemperatuur of de temperatuur van de vleesthermometer (indien van toepassing). Alleen gebruiken indien er een ovenfunctie in werking is. 5.6 Controlelampje bij voorverwarmen branden. De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt. Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display een voor een 6. MAGNETRONSTAND WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Geschikt kookgerei en materialen Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik onderstaande tabel als referentie. Materiaal van de pannen Magnetron Ontdooien Verwarming Meer Verwarmfunctie +magnetron X X X Ovenbestendig glas en porselein zonder metalen onderdelen, bijv. hittebestendig glas Niet-ovenbestendig glas en porselein1) Glas en glaskeramiek van ovenbestendig / diepvriesbestendig materiaal X Keramisch2), aardewerk2) Keramiek, porselein en aardewerk X met ongeglazuurde onderkant of met kleine gaatjes, bijv. op handvaten X X X Hittebestendig plastic tot 200 °C3) Karton, papier X X X X 12 www.aeg.com Materiaal van de pannen Magnetron Ontdooien Huishoudfolie Verwarming Meer Verwarmfunctie +magnetron X X X X Bakpapier met magnetronveilige afdichting3) Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z. emaille, gietijzer X X X Bakvormen, zwarte lak of siliconen- X X X Bakplaat X X X 4) Bakrooster X X X 5) Kookgerei voor magnetrongebruik, bijv. pan voor knapperige gerechten X laag3) X 1) Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen 2) Zonder quartz of metalen onderdelen, of glas dat metalen bevat 3) U dient de instructies van de fabrikant over de maximum temperaturen na te leven 4) Bereid op een bakplaatniveau. 5) Bereid op een bakplaatniveau. 6.2 Magnetronaanbevelingen LET OP! Stel de oven nooit in werking als er zich geen voedsel in bevindt. • Plaats het voedsel in de oven zonder enig verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-maaltijden kunnen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is (raadpleeg de informatie op de verpakking). • Leg het voedsel op een bord en zet het als u de magnetronfunctie gebruikt op de bodem van de ruimte. Meer • Bereid voedsel afgedekt. Bereid voedsel slechts zonder het te bedekken als u een korst wilt behouden. • Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door het vermogen en de tijd te hoog in te stellen. Het voedsel kan uitdrogen, aanbranden of brand veroorzaken. • Gebruik de oven niet om eieren in hun schaal en slakken met huisje te bereiden, omdat deze kunnen barsten. Prik het eigeel van gebakken eieren in voordat ze worden opgewarmd. • Prik voedsel met huid of schil diverse malen in met een vork voordat u het bereidt. • Snij groenten in stukjes van gelijke grootte. • Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door. • Roer het voedsel voor het opdienen door. • Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voedsel uit en laat u het een aantal minuten staan. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. Ontdooien • Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een klein omgekeerd NEDERLANDS bord met een bakje eronder of op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan weglopen. • Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid. • U kunt een hoger magnetronvermogen gebruiken om fruit en groenten te bereiden zonder ze eerst te ontdooien. 6.3 De functie instellen: Magnetron Verwijder alle accessoires. 1. Draai aan de functieknop van de oven om een functie te selecteren: Magnetron . Het display toont eerst een standaard magnetronvermogen en daarna een standaard tijdsduur voor: Duur. om te starten met de Druk op standaardwaarden voor het magnetronvermogen en voor: Duur. 2. Draai aan de knop voor temperatuur/ magnetronvermogen om het magnetronvermogen te wijzigen. Het vermogen kan worden gewijzigd in stappen van 100 W. en draai daarna de knop 3. Druk op voor de temperatuur / het magnetronvermogen naar links of rechts om te wijzigen.Duur. 4. Druk op: . Als de ingestelde tijd voor Duur eindigt, klinkt het geluidssignaal weer en stopt de functie Magnetron. 5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand. Als u de deur van de oven opent, stopt de functie Magnetron. Om het opnieuw te laten starten sluit u de deur en drukt u op . 6.4 De functie instellen: Combinatiemagnetron U kunt de magnetronfunctie combineren met iedere willekeurige verwarmingsfunctie. 13 1. Draai aan de knop voor de ovenfuncties om een ovenfunctie te selecteren. In het display verschijnt een standaardtemperatuur. 2. Draai de knop voor de temperatuur / magnetronvermogen om de temperatuur te wijzigen. 3. Druk op om de verwarmfunctie te combineren met de magnetronstand. Bij het gebruik van de combimagnetronfunctie kan de oven diverse geluiden maken. Dit is normaal voor deze functie. 4. Draai aan de knop voor instelling van temperatuur/magnetronvermogen om de instellingen van het magnetronvermogen te wijzigen. Het vermogen kan worden gewijzigd in stappen van 100 W. U kunt Duur instellen voor de combimagnetronfunctie. Bij het instellen van de tijd voor Duur gedurende meer dan 7 minuten en in de combistand, kan het magnetronvermogen niet hoger zijn dan 600 W. Ongeveer 5 graden voordat de ingestelde temperatuur is bereikt klinkt er een geluidsignaal. Als de ingestelde tijd voor Duur eindigt, klinkt het geluidssignaal weer en stopt de combimagnetronfunctie. 5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand. 6.5 Voorbeelden van kooktoepassingen voor de instellingen van het vermogen De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. 14 www.aeg.com Instelling vermogen Gebruik • • • • Verwarmen van vloeistof Dichtschroeien aan het begin van het kookproces Koken van groenten 1000 Watt 900 Watt 800 Watt 700 Watt • 600 Watt • 500 Watt Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden Verwarmen van een maaltijd op een bord Stoofpot sudderen Eiergerechten koken • 400 Watt • 300 Watt Maaltijden door laten koken Delicaat voedsel koken Verwarmen van babyvoeding Rijst laten sudderen Delicaat voedsel verwarmen Smelten van kaas, chocolade, boter • 200 Watt • 100 Watt Ontdooien van vlees, vis Ontdooien van kaas, room en boter Ontdooien van fruit en gebak Ontdooien van brood 7. KLOKFUNCTIES 7.1 Tabel met klokfuncties Klokfunctie Applicatie DAGTIJD Met deze functie kunt u de dagtijd weergeven of veranderen. U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven uitstaat. DUUR Instellen hoe lang de oven in werking is. Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld. EINDE Instellen als de oven uitstaat. Gebruik dit alleen wanneer de ovenfunctie is ingesteld. VERTRAGINGSTIJD Combinatie van de functies BEREIDINGSDUUR en EINDE. KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat. NEDERLANDS Klokfunctie 00:00 15 Applicatie TIMER MET OPTELFUNCTIE Als u geen andere klokfunctie instelt, zal de timer met optelfunctie automatisch bijhouden hoe lang de oven werkt. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen. De timer met optelfunctie kan niet gebruikt worden met de functies: BEREIDINGSDUUR, EINDE. 7.2 Instellen en wijzigen van de tijd Wacht na de eerste aansluiting op het stopcontact totdat het display en "12:00" weergeeft. "12" knippert. 1. Draai de knop voor de temperatuur/ magnetronvermogen naar links of rechts om de uren in te stellen. om te bevestigen en om 2. Druk op naar het instellen van de minuten te gaan. Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert. 3. Draai de knop voor de temperatuur/ magnetronvermogen naar links of rechts om de minuten in te stellen. 4. Druk op om te bevestigen of de ingestelde dagtijd zal na vijf seconden automatisch worden opgeslagen. Op het display verschijnt de nieuwe tijd. Druk om de dagtijd te wijzigen herhaaldelijk op tot het indicatielampje voor de dagtijd knippert op het display. 7.3 De functie BEREIDINGSDUUR 1. Ovenfunctie instellen. 2. Blijf op drukken totdat begint te knipperen. 3. Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de minuten in te stellen en bevestig met . Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de uren in te stellen en bevestig met . Wanneer de ingestelde tijdsduur eindigt, klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. De oven wordt automatisch uitgeschakeld 4. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand. 7.4 De functie BEREIDINGSEINDE 1. Ovenfunctie instellen. 2. Blijf op drukken totdat begint te knipperen. 3. Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de uren in te stellen en bevestig met . Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de minuten in te stellen en bevestig met . Op de ingestelde eindtijd klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal en de tijd in het en knipperen display. De oven wordt automatisch uitgeschakeld 4. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand. 7.5 De functie TIJDVERTRAGING instellen 1. Ovenfunctie instellen. drukken totdat 2. Blijf op te knipperen. begint 16 www.aeg.com 3. Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de minuten voor de tijdsDUUR in te stellen en bevestig met . Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de uren voor de tijdsDUUR in te stellen en bevestig met . . Op het display knippert 4. Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de minuten voor de EINDtijd in te stellen en bevestig met . Draai de knop voor temperatuur / magnetronvermogen naar rechts of links om de uren voor de EINDtijd in te stellen en bevestig met . De oven gaat later automatisch aan, werkt voor de ingestelde tijdsDUUR en stopt op de ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde EINDtijd klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal en knipperen en de tijd in het display. De oven gaat uit. 5. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 6. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand. tot op 1. Druk steeds opnieuw op het display verschijnt en "00" knippert. 2. Draai de knop voor de temperatuur/ magnetronvermogen naar links of rechts om de seconden in te stellen en daarna de minuten. Als de ingestelde tijd langer is dan op het 60 minuten knippert display. 3. Stel de uren in. 4. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf seconden. Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal. 5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. "00:00" en knipperen op het display. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten. 7.7 TIMER MET OPTELFUNCTIE 1. Druk herhaaldelijk op tot het display de tijd toont zonder symbolen. 2. Houd om de timer met optelfunctie en ingedrukt. De te resetten timer gaat weer optellen. 7.6 De KOOKWEKKER instellen De kookwekker kan zowel worden ingesteld bij een ingeschakelde of uitgeschakelde oven. 8. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 De accessoires plaatsen Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal. WAARSCHUWING! Zie hoofdstuk "magnetronmodus". Bakrooster: Plaats het rooster tussen de geleidestangen van de roostersteun en zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan. NEDERLANDS 17 Bakrooster en bakplaat samen: Plaats de bakplaat tussen de geleiders van de inschuifrails en het bakrooster op de geleiders erboven. Bakplaat : Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van de roostersteun. Kleine inkepingen bovenaan verhogen de veiligheid. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt. 9. EXTRA FUNCTIES 9.1 Gebruik van het kinderslot Als het kinderslot is ingeschakeld, kan de oven niet per ongeluk worden aangezet. 1. Zorg dat de knop voor de ovenfuncties in de uit-stand staat. 2. Druk tegelijkertijd op en gedurende 2 seconden.Druk op en draai tegelijkertijd de knop voor de temperatuur / het magnetronvermogen naar rechts. Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en verschijnt op het display. Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen. 9.2 Restwarmte-indicatie Als u de oven uitschakelt, toont het bij display de restwarmte-indicator een oventemperatuur van boven de 40 °C. 9.3 Automatische uitschakeling Om veiligheidsredenen schakelt het apparaat na bepaalde tijd automatisch uit als er een ovenfunctie in werking is en u geen instellingen wijzigt. Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u) 30 - 115 12.5 120 - 195 8.5 200 - 230 5.5 Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel opnieuw te activeren. De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, duur, einde. 18 www.aeg.com 9.4 Koelventilator Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van de oven koel te houden. Na het uitschakelen van de oven blijft de ventilatie doorgaan totdat de oven is afgekoeld. 10. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. 10.1 Bakken • Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen zoals temperatuur, gaartijd en ovenniveau aan de tabelwaarden aan. • Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur. • Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept. • Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn. • Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces. • Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de vervorming. 10.2 Baktips Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De onderkant van de cake is niet voldoende gebruind. De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rekstand. De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig. De oventemperatuur is te hoog. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in. De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig. Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de baktijd niet verlagen door een hogere temperatuur in te stellen. De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig. Er zit te veel vloeistof in het mengsel. Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenmachines. De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur hoger in. NEDERLANDS 19 Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een cake bakt, gebruikt u een kortere baktijd. De cake wordt ongelijkmatig De oventemperatuur is te bruin. hoog en de baktijd te kort. De baktemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen. De cake wordt ongelijkmatig Het deeg is niet gelijkmatig bruin. verdeeld. Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat. De cake wordt niet gaar bin- De oventemperatuur is te nen de aangegeven baktijd. laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur een beetje hoger in. 10.3 Bakken op één ovenniveau Bakken in een bakblik Gerecht Functie Tempera- Tijd (min) tuur (°C) Roosterhoogte Tulband of brioche Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1 Moskovisch gebak / vruchtencake Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1 Sponge cake / Cake, zacht Hetelucht 140 - 150 35 - 50 1 Sponge cake / Cake, zacht Boven-/Onderwarmte 160 35 - 50 2 170 - 180 10 - 25 1 Taartbodem - zandtaart- Hetelucht deeg 1) Taartbodem - zacht cakedeeg Hetelucht 150 - 170 20 - 25 1 Apple pie / Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst) Hetelucht 160 70 - 90 1 Apple pie / Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst) Boven-/Onderwarmte 180 70 - 90 1 Kwarktaart, bakplaat 2) Boven-/Onderwarmte 160 - 170 60 - 90 1 1) Oven voorverwarmen. 2) Gebruik de braadpan. 20 www.aeg.com Gebak / brood op bakplaat Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Vlechtbrood/broodkrans Boven-/Onderwarmte 170 - 190 30 - 40 2 Kerststol 1) Boven-/Onderwarmte 160 - 180 50 - 70 2 Brood (roggebrood) 1) Boven-/Onderwarmte 2 eerst 230 20 vervolgens 160 - 180 30 - 60 Roomsoezen / Eclairs1) Boven-/Onderwarmte 190 - 210 20 - 35 2 Biscuitrol 1) Boven-/Onderwarmte 180 - 200 10 - 20 2 Kruimeltaart (droog) Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1 Boter-/Suikerkoek 1) Boven-/Onderwarmte 190 - 210 20 - 30 2 Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roer- Hetelucht 150 - 160 35 - 55 1 Boven-/Onderwarmte 170 35 - 55 1 Hetelucht 160 - 170 40 - 80 1 160 - 180 40 - 80 2 deeg) 2) Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/roerdeeg) 2) Vruchtentaart met kruimeldeeg Plaatkoek met kwetsba- Boven-/Onderre garnering (bijvoorwarmte beeld kwark, room, puddingvulling) 1) 1) Oven voorverwarmen. 2) Gebruik de braadpan. Koekjes Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Zandkoekjes Hetelucht 150 - 160 10 - 20 1 140 20 - 35 1 Short bread / Zandtaart- Hetelucht deeg / Gebakreepjes NEDERLANDS Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Short bread / Zandtaart- Boven-/Onderdeeg / Gebakreepjes1) warmte 160 20 - 30 2 Koekjes gemaakt van sponsdeeg Hetelucht 150 - 160 15 - 20 1 Eiwitgebak / schuimgebak Hetelucht 80 - 100 120 - 150 1 Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50 1 Koekjes gemaakt van gistdeeg Hetelucht 150 - 160 20 - 40 1 Klein bladerdeegge- Hetelucht 170 - 180 20 - 30 1 Broodjes 1) Boven-/Onderwarmte 190 - 210 10 - 25 2 Small cakes / Kleine ca- Hetelucht 160 20 - 35 3 Boven-/Onderwarmte 170 20 - 35 2 21 bak 1) kes1) Small cakes / Kleine cakes1) 1) Oven voorverwarmen. 10.4 Ovenschotels en gegratineerde gerechten Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Pastaschotel Boven-/onderwarmte 180 - 200 45 - 60 1 Lasagne Boven-/onderwarmte 180 - 200 25 - 40 1 Groentegratin1) Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1 Stokbroden bedekt met gesmolten kaas Multi hetelucht 160 - 170 15 - 30 1 Zoete ovenscho- Boven-/ondertels warmte 180 - 200 40 - 60 1 Visschotels 180 - 200 30 - 60 1 Boven-/onderwarmte 22 www.aeg.com Gerecht Functie Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Gevulde groente Multi hetelucht 160 - 170 30 - 60 1 1) Oven voorverwarmen. 10.5 Bakken op meerdere niveaus Gebruik de functie Multi hetelucht. Gebak op bakplaat Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Roomsoezen /Eclairs 1) 160 - 180 25 - 45 1/3 Kruimeltaart 30 - 45 1/3 150 - 160 1) Oven voorverwarmen. Klein gebak/cakejes/gebak/broodjes Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1/3 Short bread / Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 1/3 Koekjes gemaakt van sponsdeeg 160 - 170 25 - 40 1/3 Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 1/3 Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1/3 Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 1/3 10.6 Pizza hetelucht Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Pizza (dunne korst) 1) 200 - 230 15 - 20 3 Pizza (met veel garne- 180 - 200 20 - 30 3 180 - 200 40 - 55 3 ring) 2) Taarten NEDERLANDS Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 3 Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 3 Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 3 Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 3 Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 3 Groentetaart 160 - 180 50 - 60 3 Ongedesemd brood 1) 230 10 - 20 3 Bladerdeegtaart 1) 160 - 180 45 - 55 3 Flammekuchen 1) 230 12 - 20 3 15 - 25 3 Piroggen (Russische vari- 180 - 200 23 ant op calzone) 1) 1) Oven voorverwarmen. 2) Gebruik de braadpan. 10.7 Roosteren • Gebruik voor het roosteren hittebestendige ovenschalen. Zie de instructies van de fabrikant van de ovenschalen. • Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan roosteren (indien aanwezig) of op een rooster boven de braadpan. • Schenk wat vloeistof in de braadpan om te voorkomen dat de vleessappen of het vet op het oppervlak inbranden. • Alle soorten vlees die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden. • Indien nodig het braadstuk na 1/2 2/3 van de gaartijd keren. • Om het vlees sappiger te houden: – braad mager vlees in een braadpan met deksel of gebruik een braadzak. – rooster vlees en vis in stukken die minimaal 1 kg wegen. – besprenkel grote braadstukken en gevogelte diverse keren tijdens het braden met het eigen vleessap. 10.8 Tabel braadstukken Rundvlees Gerecht Functie Stoofvlees Boven-/ onderwarmte Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte 1 - 1.5 200 230 60 - 80 1 24 www.aeg.com Varkensvlees Gerecht Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Schouderstuk, nekstuk, hamlap Circulatiegrill 1 - 1.5 200 160 - 180 50 - 70 1 Gehaktbrood Circulatiegrill 0.75 - 1 200 160 - 170 35 - 50 1 Varkensschenkel (voorgekookt) Circulatiegrill 0.75 - 1 200 150 - 170 60 - 75 1 Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte GerooCirculasterd kalfs- tiegrill vlees 1 200 160 - 180 50 - 70 1 Kalfsschenkel 1.5 - 2 200 160 - 180 75 - 100 1 Kalfsvlees Gerecht Circulatiegrill Lamsvlees Gerecht Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Lamsbout, geroosterd lamsvlees Circula- 1 - 1.5 tiegrill 200 150 - 170 50 - 70 1 Gerecht Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Stukken gevogelte Circulatiegrill 0,2 - 0,25 elk 200 200 - 220 20 - 35 1 Halve kip Circulatiegrill 0,4 - 0,5 elk 200 190 - 210 25 - 40 1 Kip, haantje Circulatiegrill 1 - 1.5 200 190 - 210 60 - 80 1 Gevogelte NEDERLANDS 25 Gerecht Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Eend Circulatiegrill 1.5 - 2 200 180 - 200 80 - 110 1 Vis (gestoomd) Gerecht Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Hele vis Boven-/ 1 - 1.5 onderwarmte 200 210 - 220 30 - 45 1 Gerecht Functie Gewicht (kg) Vermogen (Watt) Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Zoete gerechten Multi hetelucht - 200 160 - 180 20 - 35 1 Gekruide gerechten met gekookte ingrediënten (noodles, groente) Multi hetelucht - 400 - 600 160 - 180 20 - 45 1 Gekruide gerechten met rauwe ingrediënten (aardappelen, groente) Multi hetelucht - 400 - 600 160 - 180 30 - 45 2 Gerechten 10.9 Grill • Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling. • Rooster in de rekstand plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel. • Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste rekstand. • Alleen platte stukken vlees of vis grillen. • Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen. LET OP! Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn. 26 www.aeg.com Grill Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte 1e kant 2e kant Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1 Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 1 Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1 Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 1 Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 1 Hele vis, 500 1000 g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 1 Tweekrings grill Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte 1e kant 2e kant Burgers / Burgers 9 - 13 8 - 10 3 Varkenshaas 10 - 12 6 - 10 2 Worstjes 10 - 12 6-8 3 Runderfilet / kalfsbiefstukken 7 - 10 6-8 3 Toast / Geroosterd brood 1-3 1-3 3 Brood met iets erop 6-8 - 2 10.10 Bevroren gerechten Gebruik de functie Multi hetelucht. • Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord. • Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd. Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 3 American pizza, bevro- 190 - 210 ren 20 - 25 3 Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 3 Pizza snacks, bevroren 180 - 200 15 - 30 3 NEDERLANDS Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Patat, dun1) 210 - 230 20 - 30 3 Patat, dik1) 210 - 230 25 - 35 3 Aardappelpartjes / - 210 - 230 20 - 35 3 Rösties 210 - 230 20 - 30 3 Lasagne / Cannelloni, vers 170 - 190 35 - 45 2 Lasagne / Cannelloni, bevroren 160 - 180 40 - 60 2 Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 3 27 kroketjes1) 1) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren. Tabel voor diepvries- en kant-en-klaargerechten Gerecht Functie Pizza, bevroren1) Boven-/onderwarmte Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte volgens aanwijzingen van de fabrikant volgens aanwijzingen van de fabrikant 2 Patates frites2) (300 - 600 g) Boven-/onderwarmte of Circulatiegrill 200 - 220 volgens aanwijzingen van de fabrikant 2 Baguettes3) Boven-/onderwarmte volgens aanwijzingen van de fabrikant volgens aanwijzingen van de fabrikant 2 Vruchtencake Boven-/onderwarmte volgens aanwijzingen van de fabrikant volgens aanwijzingen van de fabrikant 2 1) Oven voorverwarmen. 2) Tussen het bakken door 2 tot 3 keer keren. 3) Oven voorverwarmen. 10.11 Ontdooien • Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het op een bord. • Gebruik het eerste roosterniveau vanaf de bodem. • Bedek het bord niet met een kom of ander bord, aangezien het ontdooien hierdoor langer kan duren. • Plaats voor grote porties voedsel een omgedraaid bord op de bodem van de ovenruimte. Leg het voedsel op een diep bord of schaal en zet deze bovenop het bord in de oven. 28 www.aeg.com Verwijder indien nodig de bakplaatsteunen. Gerecht Gewicht (kg) Ontdooitijd (min.) Nadooitijd (min) Opmerkingen Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in een groot bord leggen. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 - Aardbeien 0.3 30 - 40 10 - 20 - Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 - Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom. Gebak 1.4 60 60 - 10.12 Inmaken - Onderwarmte • Gebruik alleen weckpotten van dezelfde afmetingen. • Gebruik geen weckpotten met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken. • Gebruik het eerste rooster van de bodem van deze functie. • Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op het bakrooster. • Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af met een klem. • De weckpotten mogen elkaar niet raken. • Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat. • Als de vloeistof in de weckpotten begint te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten van 1 liter), stop de oven of verlaag de temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de tabel). Zachte vruchten Gerecht Temperatuur (°C) Aardbeien / bosbes- 160 - 170 sen / frambozen / rijpe kruisbessen Inmaken/wecken tot het parelen begint (min) Door blijven koken op 100 °C (min.) 35 - 45 - NEDERLANDS 29 Steenvruchten Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken tot het parelen begint (min) Door blijven koken op 100 °C (min.) Peren / kweeperen / pruimen 160 - 170 35 - 45 10 - 15 Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken tot het parelen begint (min) Door blijven koken op 100 °C (min.) Wortelen 1) 160 - 170 50 - 60 5 - 10 Komkommers 160 - 170 50 - 60 - Gemengde augurken 160 - 170 50 - 60 5 - 10 Koolrabi / erwten / asperges 160 - 170 50 - 60 15 - 20 Groenten 1) Na uitschakeling in de oven laten staan. 10.13 Drogen - Multi hetelucht Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Roosterhoogte Bonen 60 - 70 6-8 3 Paprika's 60 - 70 5-6 3 Soepgroenten 60 - 70 5-6 3 Paddenstoelen 50 - 60 6-8 3 Kruiden 40 - 50 2-3 3 Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 Schijfjes appel 60 - 70 6-8 3 Peren 60 - 70 6-9 3 10.14 Bereiding met magnetron Zet het bord met voedsel onderin de ruimte en draai het halverwege de bereidingstijd om. Roer het voedsel halverwege de bereiding of ontdooitijd door. Zet tijdens het verwarmen van dranken de lepel in de fles of het glas om de warmte beter te verdelen. Indien u het gewenste recept niet kunt vinden, kunt u soortgelijke gerechten in de tabellen raadplegen. Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af. 30 www.aeg.com Tips voor de magnetron Bereidings-/ ontdooiresultaten Mogelijke oorzaak oplossing Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog. Kies de volgende keer een lager verDe tijdsduur was te lang. mogen en een langere bereidingsHet voedsel werd niet afge- tijd. dekt. Het eten is nog De tijdsduur was te kort. steeds niet ontdooid, heet of gekookt nadat de bereidingstijd is verstreken. Het voedsel is oververhit aan de randen, maar is in het midden nog niet gaar. Stel een langere tijdsduur in. Het magnetronvermogen niet verhogen. Het vermogen was te hoog. Kies de volgende keer een lager verHet voedsel werd tijdens mogen en een langere bereidingsde bereidingscyclus niet tijd. omgedraaid. Vlees ontdooien Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Steak (0,2 kg) 100 5-7 5 - 10 Gehakt (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10 Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Kip (1 kg) 100 25 - 30 10 - 20 Kipfilet (0,15 kg) 100 3-5 10 - 15 Kippenpoten (0,15 kg) 100 3-5 10 - 15 Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Hele vis (0,5 kg) 100 10 - 15 5 - 10 Visfilets (0,5 kg) 100 12 - 15 5 - 10 Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Boter (0,25 kg) 100 3-4 5 - 10 Geraspte kaas (0,2 kg) 100 2-3 10 - 15 Gevogelte ontdooien Vis ontdooien Zuivelproducten ontdooien NEDERLANDS Taart/koekjes ontdooien Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Gistcake (1 stuks) 200 2-3 15 - 20 Cheesecake (1 stuks) 100 2-4 15 - 20 Droge cake (bijv. hotelcake) (1 stuks) 200 2-4 15 - 20 Brood (1 kg) 200 15 - 20 5 - 10 Gesneden brood (0,2 kg) 200 3-5 5 - 10 Broodjes (4 stuks) 200 2-4 2-5 Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Fruit (0,25 kg) 100 5 - 10 10 - 15 Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Babyvoeding in potjes (0,2 kg) 300 1-2 - Babymelk (180 ml); zet lepel in de fles 600 0:20 - 0:40 - Kant-en-klaarmaaltijd (0,5 kg) 600 6-9 2-5 Bevroren kant-en-klaarmaaltijden (0,5 kg) 400 10 - 15 2-5 Melk (200 ml) 1000 1 - 1:30 - Water (200 ml) 1000 1:30 - 2 - Saus (200 ml) 600 1-3 - Soep (300 ml) 600 3-5 - Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Chocolade / chocoladelaagje (0,15 kg) 300 2-4 - Boter (0,1 kg) 400 0:30-1:30 - Fruit ontdooien Opnieuw Verwarmen Smelten 31 32 www.aeg.com Meer Gerecht Vermogen (Watt) Tijd (min) Rusttijd (min) Hele vis (0,5 kg) 500 8 - 10 2-5 Visfilets (0,5 kg) 400 4-7 2-5 Groenten, vers (0,5 kg + 50 ml water) 600 5 - 15 - Groenten, bevroren (0,5 kg + 600 50 ml water) 10 - 20 - Gepofte aardappels (0,5 kg) 600 7 - 10 - Rijst (0,2 kg + 400 ml water) 600 15 - 18 - Popcorn 1000 1:30 - 3 - Combimagnetronfunctie Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te geven. Gerecht Ovengerei 2 kippenhelften (2 x 0,55 kg) Ronde glazen schaal, Ø 300 26 cm Combineer functies: Grill + ventilator en Magnetron. VerTempe- Tijd moratuur (min) gen (°C) (Watt ) Roosterhoogte Rusttijd (min) 220 40 2 5 Gegratineer- Gratinschotel de aardappelen (1 kg) 300 200 40 2 10 Varkensbraadstuk, hals (1,1 kg) 300 200 70 1 10 Glazen schotel met zeef 10.15 Aanwijzingen voor testinstituten Magnetronfunctie Testen volgens IEC 60705. Gerecht Taart Vermogen (Watt) Gewicht Rooster(kg) hoogte 600 0.475 Tijd (min) Opmerkingen 7-9 Draai halverwege de bereidingstijd de container 1/4 om. 1) Onderwarmte NEDERLANDS Gerecht Vermogen (Watt) Gewicht Rooster(kg) hoogte Tijd (min) Opmerkingen 33 1) Gehaktbrood 400 0.9 2 25 - 32 Draai halverwege de bereidingstijd de container 1/4 om. Eiervla 300 1 Onderwarmte 18 - Ontdooien van vlees 100 0.5 Onderwarmte 7-8 Draai het vlees halverwege de bereidingstijd om. 1) Gebruik het draadrek mits anders aangegeven. Combimagnetronfunctie Testen volgens IEC 60705. Gerecht Functie Vermogen (Watt) GeTempewicht ratuur (kg) (°C) Roosterhoogte Tijd (min) Opmerkingen 1) Cake Hetelucht + 100 magnetron 0.7 180 2 29 - 31 Draai halverwege de bereidingstijd de container 1/4 om. Aardap- Grill + hete pelgratin lucht + magnetron 300 1.1 180 2 40 - 45 Draai halverwege de bereidingstijd de container 1/4 om. Kip 200 1.1 230 1 45 - 55 Doe het vlees in een ronde kom en draai het halverwege de bereidingstijd om. Grill + hete lucht + magnetron 1) Gebruik het draadrek mits anders aangegeven. 11. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 11.1 Opmerkingen over schoonmaken • Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een mild reinigingsmiddel. 34 www.aeg.com • Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten kunnen brand veroorzaken. • Verwijder voedselresten en vetten voorzichtig van de bovenkant van de ovenruimte. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek met een warm sopje en een reinigingsmiddel. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen. • Droog de oven als de ovenruimte nat is na gebruik. 11.2 Verwijderen van de geleiders Zorg ervoor dat de oven is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er bestaat verbrandingsgevaar. Om het apparaat te reinigen, verwijder de inschuifrails. 1. Inschuifrails voorzichtig naar boven toe uit de voorste ophanging trekken. 1 3 2 12. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 2. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand. 3. Geleiders uit de achterste ophanging trekken. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. 11.3 Het lampje vervangen Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrocutie! Maak de zekering los voordat u de lamp vervangt. De lamp en het afdekglas kunnen heet zijn. LET OP! Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. Het bovenste lampje 1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C hittebestendige lamp. 4. Plaats het afdekglas terug. NEDERLANDS 35 12.1 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak oplossing U kunt de oven niet inschakelen of bedienen. De oven is niet aangesloten Controleer of de oven goed op een stopcontact of is niet is aangesloten op het stopgoed geïnstalleerd. contact (zie het aansluitdiagram indien beschikbaar). De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in. De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn. De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling is actief. Raadpleeg 'Automatisch uitschakelen'. De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg 'Het kinderslot gebruiken'. De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje. De bereiding van de gerech- De temperatuur is te laag of ten duurt te lang of de gete hoog. rechten worden te snel gaar. Pas indien nodig de temperatuur aan. Volg het advies in de handleiding op. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. Het display toont een foutcode die niet in deze tabel staat. Er is een elektrische fout. • Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in. • Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven. 12.2 Onderhoudgegevens Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich voor aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte. 36 www.aeg.com Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... 13. ENERGIEZUINIGHEID 13.1 Energiebesparing U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen. Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken. Houd de onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als u een aantal gerechten tegelijkertijd bereidt. Algemene tips Zorg ervoor dat de ovendeur goed gesloten is als u het apparaat in werking stelt. De deur niet openen tijdens de bereiding met stoom. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit. Gebruik metalen schalen om meer energie te besparen, maar alleen als u geen magnetronfunctie gebruikt. Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat u er voedsel in plaatst. Bereiding met hete lucht Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen. Restwarmte Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen automatisch eerder uitgeschakeld. De lamp en ventilator blijven wel werken. Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30 minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid. Eten warm houden Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het display. 14. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten * gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. NEDERLANDS 37 38 www.aeg.com NEDERLANDS 39 867343182-A-322017 www.aeg.com/shop
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
Download PDF
advertisement