advertisement
▼
Scroll to page 2
of 10
GPSMAP 8400/8600 serie ® Installatie-instructies Belangrijke veiligheidsinformatie WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product. De nieuwe software op een geheugenkaart laden 1 Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer. 2 Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html. 3 Selecteer Downloaden naast GPSMAP serie met SD kaart. 4 Lees en accepteer de voorwaarden. 5 Selecteer Downloaden. 6 Selecteer Voer uit. 7 Selecteer het station van de geheugenkaart en selecteer vervolgens Volgende > Voltooi. De software van het toestel bijwerken Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste software zelf op een geheugenkaart laden. 1 Schakel de kaartplotter in. 2 Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart in de kaartsleuf. OPMERKING: De instructies voor de software-update verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat u de kaart plaatst. 3 Volg de instructies op het scherm. 4 Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid. 5 Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt gevraagd. 6 Verwijder de geheugenkaart. OPMERKING: Als de geheugenkaart wordt verwijderd voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de softwareupdate niet voltooid. Benodigd gereedschap VOORZICHTIG Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren. LET OP Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt. Om de beste prestaties te garanderen en om schade aan uw boot te voorkomen, moet u het toestel aan de hand van de volgende instructies installeren. Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren. • Boormachine en boren ◦ 3,2 mm (1/8 inch) boortje, bij gebruik van houtschroeven ◦ 3,6 mm (9/64 inch) boortje, bij gebruik van de moerplaat ◦ 7,2 mm (9/32 inch) boortje, bij gebruik van de moerplaat • Kruiskopschroevendraaier, nr. 2 • Decoupeerzaag of slijptol • Vijl en schuurpapier • Watervaste kit (aanbevolen) ® Het toestel registreren Vul de onlineregistratie nog vandaag in, zodat wij u beter kunnen helpen. • Ga naar http://my.garmin.com. • Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek. Contact opnemen met Garmin Product Support • Ga naar www.garmin.com/support voor supportinformatie voor uw land. • Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020. • Bel in het VK met 0808 238 0000. • Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241. Software-update Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel. Voordat u de software kunt bijwerken, hebt u een aparte kaartlezer nodig, zoals een Garmin kaartlezer of een andere Garmin kaartplotter met een kaartsleuf die is aangesloten op het Garmin Marine Network. September 2016 Aandachtspunten bij de montage LET OP Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie. Met de meegeleverde hardware en sjabloon kunt u het toestel verzonken monteren op het dashboard. Neem deze aandachtspunten in acht bij het kiezen van een montagelocatie. • De locatie moet optimaal zicht bieden tijdens het besturen van uw boot. • De locatie moet eenvoudig toegang bieden tot alle interfaces van het toestel, zoals de knoppen, het aanraakscherm en de kaartlezer, indien van toepassing. • De locatie moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het toestel te dragen en te beschermen tegen overmatige trillingen of schokken. Gedrukt in Taiwan 190-01978-75_0B • Teneinde interferentie met een magnetisch kompas te voorkomen, mag het toestel niet dichter bij een kompas worden geïnstalleerd dan op de kompasveilige afstand die is vermeld in de productspecificaties. • Op de locatie moet ruimte beschikbaar zijn voor het geleiden en aansluiten van alle kabels. Het toestel bevestigen LET OP Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om het toestel verzonken te monteren. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het toestel mogelijk niet stabiel worden bevestigd. Gebruik alleen de meegeleverde schroeven om het toestel op het montageoppervlak te bevestigen zodat de poedercoating niet beschadigd raakt. Als u andere schroeven gebruikt dan de meegeleverde schroeven, vervalt uw garantie. Verwijder de blauwe rubberen beschermrand pas na de installatie. De beschermrand helpt schade tijdens de installatie voorkomen. De meegeleverde sjabloon en het meegeleverde bevestigingsmateriaal kunnen worden gebruikt om het toestel verzonken te monteren op uw dashboard. Er zijn drie opties voor hardware, afhankelijk van het materiaal van het montageoppervlak. • U kunt montagegaten boren en de meegeleverde houtschroeven gebruiken. • U kunt gaten boren en de meegeleverde moerplaten en machineschroeven gebruiken. De moerplaten kunnen extra stabiliteit bieden aan een dunner oppervlak. • U kunt gaten drevelen, deze tappen en van M4 schroefdraad voorzien, en de meegeleverde machineschroeven gebruiken. 1 Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze past op de locatie waar u het toestel wilt monteren. 2 Bevestig de sjabloon op de gekozen locatie. 3 Maak met een boor van 3,6 mm (9/64 in.) een of meer gaten binnen de hoeken van de ononderbroken lijn op de sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen. 4 Zaag met een decoupeerzaag of roterend gereedschap het montageoppervlak uit langs de binnenkant van de ononderbroken lijn op de sjabloon. Plaats het toestel in de opening om te testen of dit past. 5 6 Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening heel precies op maat te krijgen. 7 Als het toestel goed in de opening past, dient u te controleren of de montagegaten op het toestel zijn uitgelijnd met de grotere gaten van 7,2 mm (9/32 in.) op de sjabloon. 8 Markeer de nieuwe locaties van de montagegaten als deze niet zijn uitgelijnd met het toestel. 9 Afhankelijk van het montageoppervlak kunt u de grotere gaten boren, drevelen of tappen: • Boor montagegaten van 3,2 mm (1/8 inch) voor de meegeleverde houtschroeven en ga naar stap 18. • Boor gaten van 7,2 mm (9/32 inch) voor de meegeleverde moerplaat en machineschroeven. • Drevel en tap M4-gaten voor de meegeleverde machineschroeven en ga naar stap 18. 10 Als u de moerplaten gebruikt, plaatst u vanaf één hoek van de sjabloon een moerplaat À over het grotere gat Á dat u in stap 9 hebt geboord. 2 Het kleinere gat  op de moerplaat moet worden uitgelijnd met het kleinere gat op de sjabloon. 11 Markeer de nieuwe locatie van het gat als het kleinere gat van 3,6 mm (9/64 inch) op de moerplaat niet is uitgelijnd met het kleinere gat op de sjabloon. 12 Herhaal de stappen 10 en 11 voor elke moerplaat. 13 Maak de kleinere gaten met een boortje van 3,6 mm (9/64 inch). 14 Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak. 15 Plaats vanaf één hoek van de montagelocatie een moerplaat à op de achterzijde van het montageoppervlak, waarbij u de grote en kleine gaten uitlijnt. Het hogere gedeelte van de moerplaat moet passen in het grotere gat. 16 Bevestig de moerplaat stevig aan het montageoppervlak door een meegeleverde M3-schroef Ä vast te draaien door het kleinere gat van 3,6 mm (9/64 inch). 17 Herhaal de stappen 15 en 16 voor elke moerplaat langs de boven- en onderkant van het toestel. 18 Als u geen toegang hebt tot de achterzijde van het toestel nadat u dit hebt gemonteerd, verbindt u alle benodigde kabels met het toestel voordat u dit in de opening plaatst. OPMERKING: Bedek ongebruikte aansluitingen met de bevestigde weerkapjes om te voorkomen dat de metalen contactpunten roesten. 19 Plaats het toestel in de opening. 20 Bevestig het toestel aan het montageoppervlak met de meegeleverde M4-schroeven Å of houtschroeven, afhankelijk van de montagemethode. 21 Verwijder voorzichtig de rubberen beschermrand en gooi deze weg. 22 Bevestig de sierrand door deze op zijn plaats te klikken rondom het toestel. Aandachtspunten bij de aansluiting Houd rekening met deze aandachtspunten wanneer u dit toestel op een voedingsbron en op andere Garmin toestellen aansluit. • De voedings- en aardingsverbindingen naar de accu moeten worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat deze veilig zijn en niet kunnen losraken. • De kabels zijn mogelijk verpakt zonder de aangebrachte borgringen zodat de kabels eenvoudig kunnen worden doorgevoerd. De kabels moeten worden doorgevoerd voordat de borgringen worden bevestigd. • Na het bevestigen van een borgring op een kabel, moet u ervoor zorgen dat de ring goed is vastgezet en de afdichtring is aangebracht, zodat de voedings- of gegevensverbinding niet kan losraken. Verbinden met voeding WAARSCHUWING Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of schade aan het product door brand of oververhitting te voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de garantie op het product. 1 Leid de voedingskabel naar de voedingsbron en het toestel. 2 Sluit de rode draad aan op de positieve pool van de accu (+) en de zwarte draad op de negatieve pool van de accu (-). 3 Plaats de borg- en O-ring aan het uiteinde van de voedingskabel. 4 Verbind de voedingskabel met het toestel door de borgring naar rechts te draaien. Overweging bij aanvullende aarding In de meeste installatie-situaties hoeft het chassis van dit toestel niet aanvullend te worden geaard. Als er interferentie optreedt, kunt u de aardingsschroef op de behuizing gebruiken om het toestel te verbinden met de wateraarding van de boot om interferentie te voorkomen. Voedingskabel verlengen Zo nodig kunt u de voedingskabel verlengen met een kabel van de juiste dikte en lengte. Onderdeel À Á  Beschrijving Zekering Batterij 1,8 m (6 ft.) geen verlenging Onderdeel Beschrijving Â Ã Ä Å Æ Zekering 20,3 cm (8 in.) Batterij 20,3 cm (8 in.) 11 m (36 ft.) maximale verlenging Overwegingen bij verbinding van station Dit toestel kan samen met andere compatibele Garmin toestellen worden ingesteld zodat ze samenwerken als station. Houd rekening met de volgende overwegingen wanneer u stations plant op uw boot. • Toestellen vóór de GPSMAP 8000 serie en GPSMAP 8500 serie kunnen niet worden gebruikt in een station. • Hoewel het niet nodig is, kunt u het beste alle toestellen die u in één station wilt gebruiken, naast elkaar installeren. • Er zijn geen speciale verbindingen nodig om een station te maken, zolang alle toestellen zijn verbonden met de Garmin Marine Network (Aandachtspunten Garmin Marine Network, pagina 3). • Stations worden gemaakt en gewijzigd met behulp van de toestelsoftware. Zie de gebruikershandleiding bij het toestel voor meer informatie. Aandachtspunten Garmin Marine Network LET OP Een Garmin Power over Ethernet (PoE) isolatiekoppeling (P/N 010-10580-10) moet worden gebruikt voor het aansluiten van een extern toestel, zoals een FLIR camera, op een Garmin Marine Network. Een PoE toestel direct aansluiten op een Garmin Marine Network kaartplotter beschadigt de Garmin kaartplotter en kan het PoE toestel beschadigen. Als u een extern toestel rechtstreeks aansluit op een Garmin Marine Network kaartplotter, leidt dit tot problemen met de Garmin toestellen, zoals problemen met uitschakelen of software die beschadigd raakt. ® Dit toestel kan worden verbonden met aanvullende Garmin Marine Network toestellen om gegevens te delen, zoals radar, sonar en gedetailleerde kaarten. Houd rekening met de volgende overwegingen wanneer u Garmin Marine Network toestellen verbindt met dit toestel. • Alle toestellen die zijn aangesloten op het Garmin Marine Network, moeten worden aangesloten op dezelfde aarde. • Er moet een Garmin Marine Network kabel worden gebruikt voor alle Garmin Marine Network aansluitingen. ◦ U mag geen CAT5-kabel en RJ45-stekkers van andere merken gebruiken voor Garmin Marine Network verbindingen. ◦ Andere Garmin Marine Network kabels en stekkers zijn verkrijgbaar bij uw Garmin dealer. • De NETWORK poorten op het toestel fungeren elk als netwerkswitch. U kunt elk compatibel toestel verbinden met elke NETWORK poort om gegevens te delen met alle toestellen op de boot die zijn verbonden via een Garmin Marine Network kabel. NMEA 2000 aandachtspunten ® Onderdeel Beschrijving À Á Verbinding • Verlengdraad van 5,26 mm² (10 AWG), maximaal 4,6 m (15 ft.) • Verlengdraad van 8,36 mm² (8 AWG), maximaal 7 m (23 ft.) • Verlengdraad van 13,29 mm² (6 AWG), maximaal 11 m (36 ft.) LET OP Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk, moet het NMEA 2000 netwerk reeds zijn aangesloten op de voeding. Sluit de NMEA 2000 voedingskabel niet op een bestaand NMEA 2000 netwerk aan omdat er slechts één voedingsbron mag worden aangesloten op een NMEA 2000 netwerk. Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk of motornetwerk van een andere fabrikant, moet u een NMEA 3 2000 Power Isolator (010-11580-00) tussen het bestaande netwerk en de Garmin toestellen installeren. Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel rechtstreeks is aangesloten op de accu. Het toestel kan worden verbonden met een NMEA 2000 netwerk op uw boot om gegevens van NMEA 2000 compatibele toestellen te delen, zoals een GPS-antenne of een marifoon. Met de meegeleverde NMEA 2000 kabels en connectors kunt u het toestel aansluiten op uw bestaande NMEA 2000 netwerk. Als u geen bestaand NMEA 2000 netwerk heeft, kunt u een basisnetwerk maken met de kabels van Garmin. Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, kunt u het beste het hoofdstuk 'NMEA 2000 Network Fundamentals' van de Technical Reference for NMEA 2000 Products lezen. U kunt dit document vinden via de koppeling Handleidingen op de productpagina van uw toestel op www.garmin.com. De poort met het label NMEA 2000 wordt gebruikt om het toestel te verbinden met een standaard NMEA 2000 netwerk. Onderdeel Beschrijving NMEA 0183 toestelverbindingen In dit diagram worden zowel verzendende als ontvangende verbindingen geïllustreerd. U kunt dit diagram ook voor eenrichtingscommunicatie gebruiken. Als u informatie wilt ontvangen van een NMEA 0183 toestel, raadpleegt u items Ê, Ë, Ì, Í en Î bij het aansluiten van het Garmin toestel. Als u informatie wilt verzenden naar een NMEA 0183 toestel, raadpleegt u items Ê, Ë, Ì, Ï en Ð bij het aansluiten van het Garmin toestel. NMEA 2000 compatibel Garmin toestel À Á Â Ã Ä Å Æ Ç È GPS-antenne Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar NMEA 2000 voedingskabel NMEA 2000 netwerkkabel Voedingsbron met 12 V gelijkstroom NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel NMEA 2000 T-connector Onderdeel Beschrijving NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel NMEA 0183 verbinding - overwegingen ® • Raadpleeg de installatie-instructies voor het NMEA 0183 toestel om de verzenddraden (Tx) A(+) en B(-) en de ontvangstdraden (Rx) A(+) en B(-) te bepalen. • Elke interne Rx en Tx poort heeft twee draden met het label A (+) en B (-) overeenkomstig de NMEA 0183 conventie. De corresponderende A(+) en B(-) draden van elke interne poort dienen te worden verbonden met de A(+) en B(-) draden van het NMEA 0183 toestel. Raadpleeg de tabel en bedradingsschema's wanneer u de gegevenskabel verbindt met NMEA 0183 toestellen. • U moet afgeschermde twisted-pair draden van 0,08 mm² (28 AWG) voor lange bedradingslengten gebruiken. Soldeer alle verbindingen en verzegel deze met krimpkousen. 4 • Zie NMEA 0183-informatie, pagina 8 voor een lijst met de goedgekeurde NMEA 0183 telegrammen die worden uitgevoerd vanaf en ingevoerd naar uw toestel. • De interne NMEA 0183 poorten en communicatieprotocollen worden geconfigureerd op het verbonden Garmin toestel. Zie het NMEA 0183 gedeelte in de gebruikershandleiding van de kaartplotter voor meer informatie. • De aardedraden van de NMEA 0183-gegevenskabel en uw NMEA 0183 toestel moeten beide zijn verbonden met aarde. • Wanneer u NMEA 0183 toestellen aansluit met twee zendende en twee ontvangende draden, is het niet nodig om de NMEA 0183 toestellen op een gemeenschappelijke aarding aan te sluiten. • Wanneer u een NMEA 0183 toestel aansluit met één zendende (Tx) draad of met één ontvangende (Rx) draad, moeten de NMEA 0183 toestellen worden verbonden met een gemeenschappelijke aarde. • Voor tweewegscommunicatie met een NMEA 0183 toestel worden de interne poorten op de NMEA 0183 gegevenskabel niet verbonden. Als bijvoorbeeld de invoer van het NMEA 0183 toestel is verbonden met de interne uitvoerpoort 1 op de gegevenskabel, kunt u de uitvoerpoort van uw NMEA 0183 toestel verbinden met een van de interne invoerpoorten (poort 1, 2, 3 of 4) op de kabel. • Er zijn vier interne NMEA 0183 invoerpoorten (Rx poorten) en twee interne NMEA 0183 uitvoerpoorten (Tx poorten) op de meegeleverde NMEA 0183 gegevenskabel. U kunt verbinding maken met één NMEA 0183 toestel per interne Rx poort om gegevens in te voeren naar uw Garmin toestel en u kunt maximaal drie NMEA 0183 toestellen in parallel verbinden met elke interne Tx-poort om gegevensuitvoer van uw Garmin toestel te ontvangen. Voedingsbron À Á  à Onderdeel Ê Ë Ì Í Î Voedingskabel NMEA 0183 toestel NMEA 0183 kabel Garmin draadfunctie Kleur van draad Garmin NMEA Functie van draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom Aarding gegevens Zwart Aarding gegevens RxA (+) Wit TxA (+) RxB (-) Oranje/wit TxB (-) Onderdeel Ï Ð Garmin draadfunctie Kleur van draad Garmin NMEA Functie van draad 0183 toestel Onderdeel Garmin draadfunctie TxA (+) Grijs RxA (+) Í Î TxB (-) Roze RxB (-) Asymmetrische NMEA 0183 toestelverbindingen Onderdeel Ê Ë Ì Í Î Ï Ð TxA (+) Grijs RxA TxB (-) Roze N.v.t. NMEA 0183 toestel gekoppeld met een enkele zendende draad In dit voorbeeld verzendt het NMEA 0183 toestel gegevens naar de kaartplotter. Beschrijving Voedingsbron À Á  à Onderdeel Kleur van NMEA Functie van draad Garmin draad 0183 toestel Onderdeel Voedingskabel NMEA 0183 toestel NMEA 0183 kabel Garmin draadfunctie Kleur van draad Garmin NMEA Functie van draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom Aarding gegevens Zwart Aarding gegevens RxB (-) Oranje/wit N.v.t. RxA (+) Wit Tx TxA (+) Grijs Rx TxB (-) Roze N.v.t. • Laat de roze draad onaangesloten als het NMEA 0183 toestel slechts één ontvangende (Rx) draad heeft (geen A, B, + of -). • Sluit de oranje/witte draad aan op aarde als het NMEA 0183 toestel slechts één verzendende draad (Tx) heeft (geen A, B, + of -). Beschrijving Voedingsbron À Á  à Voedingskabel NMEA 0183 toestel NMEA 0183 kabel Onderdeel Garmin draadfunctie Ê Ë Ì Í Î Kleur van NMEA Functie van draad Garmin draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom Aarding gegevens Zwart Aarding gegevens RxB (-) Oranje/wit N.v.t. RxA (+) Wit TxA (+) NMEA 0183 met audiokabel-pinout De NMEA 0183 met audiokabel bevat kale bedrading en een RCA-connector voor een audio uit-verbinding met een stereo, inclusief FUSION stereo's. Deze pinout-informatie is voor NMEA 0183 met audiokabel (010-12390-21). De kaartplotter is ook compatibel met NMEA 0183 schroefkabels die niet voorzien zijn van audio-verbindingen (010-11425-02 en 010-11425-05). Deze kabels worden niet bij de kaartplotter geleverd. ® NMEA 0183 toestel gekoppeld met een enkele ontvangende draad In dit voorbeeld ontvangt het NMEA 0183 toestel gegevens van de kaartplotter. Poort Draadfunctie Draadkleur Pinnummer Invoerpoort 1 Rx/A (+) Wit Rx/B (-) Oranje/wit Rx/A (+) Bruin Rx/B (-) Bruin/wit Rx/A (+) Paars Rx/B (-) Paars/wit Rx/A (+) Zwart/wit Rx/B (-) Rood/wit Invoerpoort 2 Onderdeel Voedingsbron À Á  à Voedingskabel Invoerpoort 4 NMEA 0183 toestel NMEA 0183 kabel Onderdeel Garmin draadfunctie Ê Ë Ì Invoerpoort 3 Beschrijving Kleur van NMEA Functie van draad Garmin draad 0183 toestel Vermogen Rood Vermogen Aarding stroom Zwart Aarding stroom Aarding gegevens Zwart Aarding gegevens Uitvoerpoort 1 Tx/A (+) Grijs Tx/B (-) Roze Uitvoerpoort 2 Tx/A (+) Tx/B (-) Blauw Blauw/wit 5 Poort Draadfunctie Draadkleur Pinnummer N.v.t. Audio algemeen Blauw/rood N.v.t. Audiokanaal rechts Rood N.v.t. Audiokanaal links Wit N.v.t. Alarm Geel N.v.t. Accessoire ingeschakeld Oranje N.v.t. Aarde (afscherming) Zwart N.v.t. Reserve N.v.t. U mag niet meer dan één kaartplotter op één motornetwerk aansluiten. Als u meer dan één kaartplotter op één motornetwerk aansluit, kan dit leiden tot onverwacht gedrag. De poort met het label ENGINE/J1939 wordt gebruikt om het toestel aan te sluiten op het bestaande motornetwerk. U moet de kabel binnen 6 m (20 ft.) leggen van de backbone van het motornetwerk. De Garmin GPSMAP J1939 accessoirekabel moet worden verbonden met een voedingsbron en vereist een juiste stekker. Voor meer informatie over het aansluiten op uw motornetwerk, raadpleegt u de documentatie van de motorfabrikant. Lamp- of hoornverbindingen Het toestel kan worden gebruikt met een lamp en/of hoorn om een geluid of visueel signaal weer te geven wanneer op de kaartplotter een bericht wordt weergegeven. Dit is optioneel en het toestel werkt ook zonder alarmdraad. Houd rekening met de volgende overwegingen wanneer u het toestel verbindt met een lamp of hoorn. • Het alarmcircuit schakelt over naar laagspanning wanneer het alarm afgaat. • De maximumstroom is 100 mA en u hebt een relais nodig om de stroom vanaf de kaartplotter te beperken tot 100 mA. • Als u handmatig wilt schakelen tussen visuele signalen en geluiden, kunt u eenpolige aan-uitschakelaars installeren. Pen À Á Â Ã Ä Draadkleur Beschrijving Gestript Afscherming Rood Voeding, positief Zwart Voeding, negatief Wit CAN hoog Blauw CAN laag Overwegingen bij HDMI video ® LET OP U moet een Garmin GPSMAP accessoirekabel gebruiken bij het aansluiten van de kaartplotter op de videobron of -display om corrosie als gevolg van vocht te voorkomen. Sluit geen mediaspelerstick rechtstreeks aan op de achterkant van de kaartplotter. Als u verschillende kabels gebruikt of een mediaspelerstick aansluit op de achterkant van de kaartplotter, vervalt de garantie. Onderdeel Beschrijving À Á Â Ã Ä Å Æ Onderdeel Ê Ë Ì Voedingsbron Voedingskabel Hoorn Lamp NMEA 0183 kabel Relais (spoelstroom van 100 mA) Schakelaars om lamp- of hoornsignalen in en uit te schakelen Draadkleur Draadfunctie Rood Vermogen Zwart Aarding Geel Alarm Overwegingen bij J1939 motornetwerkverbindingen LET OP U moet een Garmin GPSMAP J1939 accessoirekabel gebruiken bij het aansluiten van de kaartplotter op het J1939 motornetwerk om corrosie door middel van vocht te voorkomen. Als u een andere kabel gebruikt, vervalt uw garantie. Als u beschikt over een bestaand motornetwerk op uw boot, moet dit reeds zijn aangesloten op de voeding. Voeg geen extra voedingsbron toe. Deze kaartplotter kan worden aangesloten op een motornetwerk op uw boot om gegevens te lezen van compatibele toestellen zoals bepaalde motoren. Het motornetwerk voldoet aan een standaard en gebruikt eigen berichtgeving. 6 Deze kaartplotter is geschikt voor video-invoer van HDMI videobronnen, zoals een Chromecast™ toestel of een Blu-Ray™ speler. U kunt beveiligde HDMI inhoud (HDCP-inhoud) op het kaartplotterscherm bekijken. HDMI video wordt gedeeld via het Garmin Marine Network, maar wordt niet gedeeld via het NMEA 2000 netwerk. HDCP-inhoud wordt niet gedeeld via het Garmin Marine Network. Via de HDMI OUT poort kunt u het kaartplotterscherm dupliceren op een ander toestel, zoals een televisie of monitor. U kunt geen HDCP-inhoud op een gedupliceerd scherm bekijken. De Garmin GPSMAP HDMI accessoirekabel is 4,5 m (15 ft) lang. Als u een langere kabel nodig hebt, mag u alleen een actieve HDMI kabel gebruiken. U hebt een HDMI koppeling nodig om de twee HDMI kabels aan te sluiten. U hebt een Garmin GPSMAP USB OTG adapterkabel nodig om een mediaspelerstick aan te sluiten. De USB poort kan een mediaspelerstick voorzien van maximaal 2,5 W stroom. U moet alle kabels aansluiten in een droge omgeving. Onderdeel Beschrijving À Á Â Ã Ä Å Æ GPSMAP 8400/8600 kaartplotter Scherm met HDMI In poort, zoals een computer of televisie Specificaties Fysieke specificaties GPSMAP HDMI kabel (HDMI IN) Toestel GPSMAP USB OTG adapterkabel om de HDMI bron van stroom te voorzien, indien mogelijk (maximaal 2,5 W) Alle modellen Materiaal 8417/8617 Overwegingen bij composite video 8422/8622 U kunt de kaartplotter op een computer aansluiten om het computerscherm te bekijken en de computer te bedienen via het aanraakscherm. Als u het computerscherm wilt zien, moet u de computer aansluiten op de HDMI IN poort. Als u de computer wilt bedienen via het aanraakscherm van de kaartplotter, moet u de computer aansluiten op de USB poort. De Garmin GPSMAP HDMI accessoirekabel is 4,5 m (15 ft) lang. Als u een langere kabel nodig hebt, mag u alleen een actieve HDMI kabel gebruiken. U hebt een HDMI koppeling nodig om de twee HDMI kabels aan te sluiten. U moet alle kabels aansluiten in een droge omgeving. De Garmin GPSMAP USB accessoirekabel is 4,5 m (15 ft) lang. Als u een langere kabel nodig hebt, mag u alleen een USB-hub of een USB-repeaterverlengkabel gebruiken. U moet alle kabels aansluiten in een droge omgeving. Afmetingen (B × H × D) 419,3 × 307,7 × 69,2 mm (16 1/2 × 12 1/8 × 2 3/4 in.) Gewicht 5,2 kg (11,48 lbs.) Temperatuurbereik Van -15° tot 55°C (van 5° tot 131°F) Afmetingen (B × H × D) 528,9 × 349,9 × 69,2 mm (20 3 3 16 × 13 /4 × 2 /4 in.) 13/ Schermgrootte (B×H) 476,2 × 268,3 mm (18 3/4 × 10 9/ in.) 16 8424/8624 Bediening via het aanraakscherm voor een aangesloten computer LET OP U moet een Garmin GPSMAP accessoirekabel gebruiken bij het aansluiten van de kaartplotter op de computer om corrosie als gevolg van vocht te voorkomen. Als u andere kabels gebruikt, vervalt uw garantie. Gegoten aluminium en polycarbonaat-kunststof Schermgrootte (B×H) 366,8 × 229,6 mm (14 7/16 × 9 1/ in.) 16 Droge omgeving, beschermd tegen vocht Deze kaartplotter is geschikt voor invoer van composite videobronnen via de poort met het label CVBS IN. Houd rekening met deze overwegingen als u composite video aansluit. • De CVBS IN poort maakt gebruik van een BNC-connector. U kunt een BNC-naar-RCA-adapter gebruiken om een composite videobron met RCA-connectors aan te sluiten op de CVBS IN poort. • Video wordt gedeeld via het Garmin Marine Network, maar wordt niet gedeeld via het NMEA 2000 netwerk. Waarde Waterbestendigheid* IEC 60529 IPX7 GPSMAP HDMI kabel (HDMI OUT) HDMI bron, zoals een Blu-Ray speler of Chromecast toestel Specificatie Gewicht 7,1 kg (15,63 lbs.) Temperatuurbereik Van -15° tot 55°C (van 5° tot 131°F) Afmetingen (B × H × D) 578,9 × 408,9 × 69,2 mm (22 1 3 16 × 16 /8 × 2 /4 in.) 13/ Schermgrootte (B×H) 519,4 × 325,0 mm (20 7/16 × 12 13/ in.) 16 Gewicht 8,6 kg (18,95 lbs.) Temperatuurbereik Van -10° tot 55°C (van 14° tot 131°F) *Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating. Elektronische specificaties Toestel Specificatie Alle modellen Ingangsspanning 8417/8617 Afmetingen Van 10 tot 35 V gelijkstroom Zekering 15 A NMEA 2000 LEN 2 NMEA 2000 stroomverbruik Max. 75 mA Max. stroomverbruik 35 W Nominale opgenomen stroom 2,8 A bij 12 V gelijkstroom Nominale opgenomen stroom 1,4 A bij 24 V gelijkstroom 8422/8622 Max. opgenomen stroom 3,5 A Kompasveilige afstand Toestel: 53,34 cm (21 in.) Toestel en zonnekap: 99,06 cm (39 in.) Zonnekap: 48,26 cm (19 in.) Max. stroomverbruik 49 W Nominale opgenomen stroom 3,9 A bij 12 V gelijkstroom Nominale opgenomen stroom 1.8 A bij 24 V gelijkstroom Onderdeel À Á Â Ã Ä Beschrijving Max. opgenomen stroom 4,9 A Kompasveilige afstand Toestel: 68,58 cm (27 in.) Toestel en zonnekap: 111,76 cm (44 in.) Zonnekap: 43,18 cm (17 in.) Max. stroomverbruik 76 W GPSMAP 8400/8600 kaartplotter Computer GPSMAP USB kabel Droge omgeving, beschermd tegen vocht GPSMAP HDMI kabel (HDMI IN) 8424/8624 Nominale opgenomen stroom 6,1 A bij 12 V gelijkstroom 7 Toestel Specificatie Afmetingen Nominale opgenomen stroom 2,8 A bij 24 V gelijkstroom NMEA 0183-informatie Type Telegram Beschrijving Zenden GPAPB APB: Koers- of spoorcontrole (stuurautomaat) telegram "B" GPBOD BOD: Richting (vertrekpunt naar bestemming) GPBWC BWC: Richting en afstand tot waypoint GPGGA GGA: GPS-positiebepalingsgegevens GPGLL GLL: Geografische positie (breedtegraad en lengtegraad) GPGSA GSA: GNSS DOP en actieve satellieten 060928 ISO adresreservering GPGSV 126208 NMEA: Opdracht, aanvraag en bevestiging groepfunctie GSV: GNSS-satellieten in weergavemodus GPRMB 126464 PGN-lijst verzenden en ontvangen (groepfunctie) RMB: Aanbevolen minimum navigatie-informatie GPRMC RMC: Aanbevolen minimum specifieke GNSS-gegevens GPRTE RTE: Routes GPVTG VTG: Koers over de grond en snelheid over de grond 129540 GNSS satellieten in weergavemodus GPWPL WPL: Waypoint-locatie 130306 Windgegevens GPXTE XTE: Koersfout 130312 Temperatuur PGRME E: Geschatte fout 127250 Voorliggende koers van vaartuig PGRMM M: Kaartdatum 127258 Magnetische variatie PGRMZ Z: Hoogte 128259 Snelheid: Door het water SDDBT DBT: Diepte onder transducer 128267 Waterdiepte SDDPT DPT: Diepte 129025 Positie: Snelle update SDMTW MTW: Watertemperatuur 129283 Koersfout SDVHW VHW: Watersnelheid en koers DPT Diepte 129285 Navigatieroute en via-puntinformatie DBT Diepte onder de transducer 065030 Generator average basic AC quantities (GAAC) MTW Watertemperatuur VHW Watersnelheid en koers WPL Waypoint-locatie DSC Digital Selective Callinggegevens DSE Uitgebreide Digital Selective Calling-gegevens 127504 AC-uitvoerstatus HDG Koers, afwijking en variatie 127505 Vloeistofniveau HDM Koers, magnetisch 127508 Batterijstatus MWD Windrichting en snelheid 128259 Snelheid: Door het water MDA Meteorologische samenstelling 128267 Waterdiepte MWV Windsnelheid en -hoek 129025 Positie: Snelle update VDM AIS VHF data-link-bericht Max. opgenomen stroom 7,6 A Kompasveilige afstand Toestel: 73,66 cm (29 in.) Toestel en zonnekap: 124,46 cm (49 in.) Zonnekap: 43,18 cm (17 in.) NMEA 2000 PGN informatie Type PGN Beschrijving Zenden en ontvangen 059392 ISO bevestiging 059904 ISO aanvraag 126996 Productinformatie 129026 COG en SOG: Snelle update 129029 GNSS positiegegevens Zenden 129284 Navigatiegegevens Ontvangen Ontvangen 126992 Systeemtijd 127250 Voorliggende koers van vaartuig 127489 Motorparameters: Dynamisch 127488 Motorparameters: Snelle update 127493 Transmissieparameters: Dynamisch 129038 AIS klasse A positierapport 129039 AIS klasse B positierapport 129040 AIS klasse B uitgebreid positierapport 129539 GNSS DOP's 129794 AIS klasse A vaste gegevens en vaargegevens 129809 AIS klasse B “CS” rapport met vaste gegevens, deel A 8 U kunt de volledige informatie over NMEA (National Marine Electronics Association)-indeling en telegrammen aanschaffen bij: NMEA, Seven Riggs Avenue, Severna Park, MD 21146 USA (www.nmea.org) J1939 PGN informatie De kaartplotter kan J1939 PGN telegrammen ontvangen. De kaartplotter kan niet uitzenden via het J1939 netwerk. Telegram Beschrijving 129810 AIS klasse B “CS” rapport met vaste gegevens, deel B 61443 Elektronische motorcontroller 2 61444 Elektronische motorcontroller 1 130310 Omgevingsparameters 65031 Temperatuur van uitlaat 130311 Omgevingsparameters (verouderd) 65172 Ondersteunende koeling motor 130313 Vochtigheid 65252 Afzetten 130314 Actuele druk 65253 Motoruren en omwentelingen 65262 Motortemperatuur 1 Telegram Beschrijving 65263 Vochtniveau of druk motor 1 65270 Inlaat- of uitlaatcondities 1 65271 Elektrisch vermogen voertuig 65279 Water-in-brandstof-indicator 65272 Transmissievloeistoffen 1 65248 Vaartuigafstand 65266 Brandstofverbruik (vloeibaar) 65276 Dashdisplay 65226 Actieve diagnosestoringscodes Garmin , het Garmin logo en GPSMAP zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. ® ® NMEA , NMEA 2000 en het NMEA 2000-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de National Maritime Electronics Association. HDMI is een geregistreerd handelsmerk van HDMI Licensing, LLC. ® ® ® 9 © 2016 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen www.garmin.com/support
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project