Miller MAXSTAR 150 S Handleiding

Add to my manuals
24 Pages

advertisement

Miller MAXSTAR 150 S Handleiding | Manualzz
OM-2246/dut
208 727F
2006−03
Processen
Beklede-elektrodelassen
(SMAW)
Beschrijving
Lasstroombron
Maxstar 150 S
R
met Auto-Linet
en niet-CE-modellen
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
www.MillerWelds.com
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
1-1. De betekenis van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
1-2. De risico’s van het booglassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
1-4. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
1-5. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV-informatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2-2. Symbolen en definities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE GEGEVENS EN INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3-1. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3-2. Inschakelduur en oververhitting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3-3. Stroom-spanning grafieklijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
3-4. De schouderband aanbrengen, een locatie bepalen en de voeding aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
3-5. Keuze van de verlengkabel (zo kort mogelijk kiezen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
HOOFDSTUK 4 − WERKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5-1. Routineonderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5-2. Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
HOOFDSTUK 7 − ONDERDELENLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
GARANTIE
Verklaring van conformiteit voor
producten voor de Europese
Gemeenschap (CE)
OPMERKING
Deze informatie wordt verschaft voor apparaten met een CE−certificatie (zie het
gegevenslabel op het apparaat).
Fabrikant::
Contactpersoon voor Europa:
Miller Electric Mg. Co.
1635 W. Spencer St.
Appleton, WI 54914 USA
Phone: (920) 734-9821
Mr. Danilo Fedolfi,
Managing Director
ITW Welding Products Italy S.r.l.
Via Privata Iseo 6/E
20098 San Giuliano
Milanese, Italy
Phone: 39(02)98290-1
Fax: 39(02)98290203
Contactpersoon voor Europa (Handtekening):
Verklaart dat het product::
Maxstar R 150 S
in overeenstemming is met de volgende richtlijnen en normen:
Richtlijnen
Laagspanningsrichtlijn: 73/23/EEC
Richtlijnen voor Elektromagnetische Compatibiliteit: 89/336/EEC, 92/31/EEC
Machine Richtlijnen: 98/37/EEC, 91/368/EEC, 92/31/EEC, 133/04, 93/68/EEC
Normen
Uitrusting voor booglassen − Deel 10: Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC), eisen.
IEC 60974-10 augustus 2002
Booglasapparatuur deel I: Lasstroombronnen: IEC 60974-1 Ed. 2.1
Beschermingsniveaus geboden door de omhulsels (IP-code): IEC 60529 Ed. 2.1
Isolatie-coördinatie voor onderdelen met laagspanningssystemen:
Deel 1: Principes, vereisten en testen: IEC 60664-1 Ed 1.1
De technische producten file wordt bijgehouden door de verantwoordelijke Business Unit(s) in de locatie waar de productie
plaatsvindt.
dec_stat_dut6/05
Aantekeningen
SECTIE 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK
som dut_2/05
Y Waarschuwing: Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.
1-1. De betekenis van de symbolen
Dit betekent waarschuwing! Kijk uit! Er zijn risico’s tijdens
deze procedure! De mogelijke risico’s worden getoond in
de begeleidende symbolen.
Y Dit symbool geeft een speciale veiligheidsboodschap aan.
. Betekent “Opmerking”; heeft geen betrekking op de veiligheid.
1-2. De risico’s van het booglassen
Deze groep symbolen betekent Waarschuwing! Kijk uit! Mogelijke
ELEKTRISCHE SCHOK EN BEWEGENDE OF HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om
deze risico’s te vermijden.
Y Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt
om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s aan te
geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig en
volg de bijbehorende instructies op om problemen te voorkomen.
De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samenvatting
van de veiligheidsvoorschriften in Sectie 1-5. Lees en volg alle
veiligheidsvoorschriften.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende
bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is −
openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden
kabels.
Y Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel. Gebruik hiervoor niet de massaklem of de massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk, de
grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang
beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals
beschreven staat in de handleiding.
D Draag een lasoverall als u boven grondniveau werkt.
Y Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens
het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk zijn.
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de uitgangsspanning aan staat. De
invoerspanning en de interne circuits van de machine staan eveneens
onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of
automatisch draadlassen staan het draad, de spoel, de ruimte waar het
lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in
aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of
onvoldoende randgeaarde installaties kunnen gevaren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan.
D Draag droge, geïsoleerde handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten.
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes
of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de
grond of het werkstuk te voorkomen.
D Gebruik geen wissel- (AC) uitgangsspanning in een vochtige
omgeving als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen.
D Gebruik ALLEEN wissel- (AC) uitgangsspanning als het lasproces dit
vereist.
D Als er wissel- (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de
afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de
volgende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen
constructies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi-automatisch
gelijkstroom (draad-) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode-) lasapparaat, of 3) een
wisselstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom
lasapparaat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften).
D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor
gebruikers en nationale of locale codes.
D Controleer altijd de randgeaarde aanvoer en wees er zeker van dat de
randgeaarde invoerspanningskabel goed aangesloten is op de
randgeaarde aansluitklem van het apparaat en of dat de stekker van
de kabel aangesloten is op een correct randgeaarde contactdoos.
D Als u ingangspanningsaansluitingen maakt, verbind dan eerst de
randgeaarde geleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de werkkabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed
metaal-op-metaal contact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen.
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele
lasbron.
Er staat na het afsluiten van de ingangsspanning nog een
AANZIENLIJKE GELIJKSTROOMSPANNING op lasstroombronnen van het omzettertype.
D Zet de gelijkstroom- wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker
los en ontlaad de invoercondensatoren overeenkomstig de aanwijzingen
in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeel aanraakt.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat uw niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat de
lasdamp en -gassen worden afgezogen met behulp van actieve
ventilatie ter plekke.
D Als er een slechte ventilatie is, draag dan goedgekeurde
beademingsapparatuur.
D Lees de Materiaalveiligheid Informatiebladen en de instructies van de
fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een besloten ruimte als deze goed geventileerd wordt,
of als u een gasmasker draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren
persoon toekijkt. Lasrook en gassen kunnen lucht verdringen en het
zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op uw
lichaam en zelfs dodelijk zijn.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen
reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen.
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het
gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt
en u beademingsapparatuur draagt. De bekledingen en metalen die
deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze
gelast worden.
OM-2246 Pagina 1
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden.
Boogstralen van het lasproces produceren zichtbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag een goedgekeurde lashelm voorzien van goede lasglazen met
de juiste tint om uw gezicht en ogen te beschermen tijdens het lassen
of toekijken tijdens het lassen (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de
Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw
helm.
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen
flitsen, verblindend licht en vonken te beschermen; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding gemaakt van duurzaam, brandwerend
materiaal (leer, zware katoen of wol) en beschermend schoeisel.
LASSEN kan brand of explosies
veroorzaken.
Als er gelast wordt in besloten ruimtes zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden.
Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De
rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken.
Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u begint met lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10,7 m van de
lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende
materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal
kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het lassen
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes
kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt.
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren,
scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde kant.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn.
D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of
gebruik
goedgekeurde
beademingsapparatuur.
HETE
ONDERDELEN
kunnen
ernstige brandwonden veroorzaken.
D Hete onderdelen niet met blote handen
aanraken.
D Laat een pistool of een toorts altijd afkoelen,
voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete
onderdelen beet te pakken en/of draag zware
geïsoleerde lashandschoenen en -kleding om
brandwonden te voorkomen.
MAGNETISCHE VELDEN
invloed zijn op pacemakers.
kunnen
van
D Personen met die een pacemaker dragen
wegblijven.
D Pacemakerdragers moeten hun dokter
raadplegen voordat ze in de buurt komen van
activiteiten die met booglassen, gutsen of
puntlassen te maken hebben.
LAWAAI kan het gehoor aantasten.
Lawaai van bepaalde werkwijzen of apparatuur kan
uw gehoor aantasten.
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is.
D Las niet in besloten ruimtes zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij ze
voldoende
voorbereid
zijn
volgens
AWS
F4.1
(zie
Veiligheidsvoorschriften).
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden.
D Verbind de werkkabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats
waar gelast moet worden, zodat de lasstroom zo direct mogelijk
verplaatst kan worden en elektrische schokken, vonken en
brandrisico’s vermeden kunnen worden.
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen
normaal gesproken een onderdeel zijn van de
lasprocedure, moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of snij de lasdraad los bij het
uiteinde als ze niet gebruikt worden.
D Draag olievrije beschermende kledingstukken zoals leren
handschoenen, leren schort, broek zonder omslagen, hoge schoenen
en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder
aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL kan de
ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van
draadborstels en slijpen kunnen vonken en
rondvliegende metaalschilfers ontstaan. Als
lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten
rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met
zijschermen, zelfs onder uw lashelm.
OM-2246 Pagina 2
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, fysieke beschadigingen, slak, open vuur, vonken en
vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit buurt van alle las- of andere stroomkringen.
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk. − een explosie zal het gevolg zijn.
D Gebruik alleen flessen met beschermd gas, reduceerventielen,
slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde
toepassing; onderhoud deze en bijbehorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw hoofd weg van het
reduceerventiel van de gasfles.
D Laat de beschermende dop over het ventiel zitten, behalve als de fles
gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoende
aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA (Compressed Gas Association)
publicatie P-1 die in de Veiligheidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
verwondingen veroorzaken.
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Houd alle deuren, panelen, afdekplaten en
beschermingsplaten op hun plaats.
D Laat
deuren,
panelen,
deksels
en
beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd
personeel voor onderhoud en wanneer nodig.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en
beschermplaten weer aan na afloop van het
onderhoud en sluit pas dan de voeding weer aan.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet − controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aankan.
EEN VALLEND APPARAAT kan letsel
veroorzaken.
LEES DE INSTRUCTIES
D Gebruik het alleen het hijsoog om het apparaat
op te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of
andere accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit
om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te
verplaatsen, zorg er dan voor dat de vorken zo
lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het
apparaat uitsteken.
D Lees de handleiding voordat u het systeem
gebruikt of onderhoudt.
D Gebruik alleen vervangende onderdelen van
Miller/Hobart.
H.F.-straling kan interferentie veroorzaken.
D Hoogfrequente (H.F.) straling kan interferentie
veroorzaken bij radionavigatie, veiligheidsdiensten,
computers
en communicatie
apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn
met elektronische apparatuur deze installatie
uitvoeren.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan de
nominale inschakelduur.
D Verminder
de
stroomsterkte
of
de
inschakelduur voordat u opnieuw begint met
lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het
apparaat niet.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij interferentieproblemen als gevolg
van de installatie.
D Als u van overheidswege klachten krijgt over interferentie, stop
dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
STATISCHE ELEKTRICITEIT (ESD) kan
PC-printplaten beschadigen.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentiebronnen stevig
dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg
voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van
interferentie tot een minimum te beperken.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede antistatische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of verschepen
van PC printplaten.
BOOGLASSEN
veroorzaken.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken.
D Haal de schakelaar van het pistool pas over als
u de aanwijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel,
andere mensen of op enig metaal wanneer u
lasdraad snijdt.
interferentie
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur
zoals
computers
en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied
elektromagnetisch compatibel is.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
verwondingen veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals
aandrijfrollen.
kan
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Y Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die
chemicaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend
is dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Y Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw
handen na aanraking.
Benzinemotoren:
Y Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan het
de
Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker,
geboorteafwijkingen of andere voortplantingsproblemen
veroorzaken.
Dieselmotoren:
Y Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde
bestanddelen ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze
kanker, geboorteafwijkingen en andere voortplantings
problemen veroorzaken.
OM-2246 Pagina 3
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Veiligheid bij lassen, snijden en aanverwante processen, ANSI-norm
Z49.1, van Global Engineering Documents (telefoon: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
Veiligheidsvoorschriften), Standards Sales, 178 Rexdale Boulevard,
Rexdale, Ontario, Canada M9W 1R3 (telefoon: 800−463−6727 of in
Toronto 416−747−4044, website: www.csa−international.org).
Aanbevolen veilige praktijken voor het voorbereiden van het lassen en
snijden van houders en buizen, American Welding Society-norm AWS
F4.1 van Global Engineering Documents (telefoon: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
Praktijk voor beroepsmatige en onderwijskundige bescherming van
ogen en gezicht, ANSI norm Z87.1 van het American National
Standards Institute, 11 West 42nd Street, New York, NY 10036−8002
USA (telefoon: 212−642−4900, website: www.ansi.org).
National Electrical Code, NFPA Veiligheidsvoorschriften 70, van de
National Fire Protection Association (Nationale Vereniging voor
Brandbescherming), Postbus 9101, 1 Battery March Park, Quincy, MA,
02269−9101 USA (telefoon: 617−770−3000, website: www.nfpa.org).
Norm voor brandpreventie tijdens lassen, snijden en ander werk bij
hoge temperaturen, NFPA norm 51B van de National Fire Protection
Association, Postbus 9101, 1 Battery March Park, Quincy, MA
02269−9101 USA (telefoon: 617−770−3000, website: www.nfpa.org).
Veilig omgaan met gecomprimeerd gas in gasflessen, CGA pamflet
P-1, van de Compressed Gas Association (Vereniging van
Gecomprimeerd Gas), 1735 Jefferson Davis Highway, Suite 1004,
Arlington, VA 22202−4102 USA (telefoon: 703−412−0900, website:
www.cganet.com).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General
Industry, (Amerikaanse voorschriften voor veiligheid en gezondheid op
het werk, industrie algemeen) Titel 29, Code of Federal Regulations
(CFR), Deel 1910, Onderdeel Q en Deel 1926, Onderdeel J van de U.S.
Government Printing Office, Superintendent of Documents, Postbus
371954, Pittsburgh, PA 15250 USA (er zijn 10 regionale kantoren −−
telefoon voor regio 5, Chicago, is 312−353−2220, website:
www.osha.gov).
Veiligheidsvoorschriften voor lassen en snijden, CSA norm W117.2,
van de Canadian Standards Association (Canadese Vereniging van
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Beschouwingen over lassen en de effecten van lage frequentie
elektrische en magnetische velden
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te draaien of vast
te plakken.
Lasstroom die door laskabels stroomt veroorzaakt elektromagnetische
velden. Deze velden zijn altijd reden tot bezorgdheid geweest. Echter,
na bestudering van meer dan 500 onderzoeken, uitgevoerd tijdens een
periode van 17 jaar, is een speciaal comité van deskundigen van de
National Research Council tot de volgende conclusie gekomen: “Naar
het oordeel van het comité is niet aangetoond dat blootstelling aan
hoogfrequente elektrische en magnetische velden gevaar oplevert voor
de gezondheid van de mens.” Er wordt echter nog verder onderzoek op
dit gebied verricht en ook blijft men bewijzen bestuderen. Totdat er uit
het onderzoek definitieve conclusies kunnen worden getrokken, raden
we aan de blootstelling aan elektromagnetische velden tijdens het
lassen en snijden tot een minimum te beperken.
2. Leg de kabels aan een kant uit de buurt van de lasser.
Neem de volgende maatregelen om magnetische velden te
verminderen in de werkplaats:
OM-2246 Pagina 4
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd de lasstroombron en de kabels zo ver mogelijk uit de buurt
van de lasser.
5. Verbind de massaklem met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
Over pacemakers:
Dragers van pacemakers moeten eerst contact opnemen met hun arts
voordat ze gaan lassen of in de buurt van laswerkzaamheden komen.
Als die toestemming geeft, is het aan te bevelen bovenstaande
procedures te volgen.
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels
A. Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
zoals door de symbolen wordt aangegeven.
1
Een elektrische schok van een
laselektrode of de bedrading kan dodelijk
zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde handschoenen.
De elektrode niet met de blote hand
aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische
schokken door uzelf te isoleren van het
werk en de aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact of zet de machine af, voordat
u aan de machine gaat werken.
2
2.1
2.2
2.3
3
3.1
3.2
Het inademen van lasdampen kan
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
Zorg ervoor dat u niet in de dampen staat.
Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
Gebruik een ventilator om de dampen af te
voeren.
Lasvonken kunnen ontploffingen of brand
veroorzaken.
Houd brandbare stoffen uit de buurt van
het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare
stoffen.
Lasvonken kunnen brand veroorzaken.
Zorg dat er een brandblusapparaat in de
A
buurt is en zorg dat er een toezichthouder
is die klaarstaat om dit gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen ogen en
huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en knoop de kraag
van uw overhemd dicht. Gebruik een
lashelm met de juiste filtersterkte. Draag
bescherming voor uw hele lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de machine
gaat werken of gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het ook niet
over en dek het niet af.
A
A
OM-2246 Pagina 5
2-2. Symbolen en definities
A
Ingangsspanning
Volt
Toename/afname
kwantiteit
Uitgangsspanning
Negatief
Positief
Maximale
effectieve
voedingsstroom
Hoge temperatuur
Gelijkstroom
V
I1eff
S
Geschikt op plaatsen met verhoogd
electrocutiegevaar
Ampère
Percent
Wisselstroom
Aan
OM-2246 Pagina 6
X
U0
Inschakelduur
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
Uit
Beklede electrode−
lassen
Eenfase statische
frequentieomzetter−transformator−gelijkrichter
U1
I1max
Hz
Lijnverbinding
Primaire spanning
U2
Maximale nominale
voedingsstroom
I2
Het label bevindt
zich aan de onderzijde van de unit
Hertz
Conventionele
belastingsspanning
Nominale lasstroom
HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE GEGEVENS EN INSTALLATIE
3-1. Technische gegevens
Ingangsvermogen
eenfase
wisselstroom
(AC)
Nominale
lasspanning
bij 40%
inschakelduur
Lasstroombereik
Max. spanning Ingaande stroom
open circuit
bij nominale uitgelijkspanning gangsbelasting,
(OCV / DC)
50/60Hz, eenfase
70A, 22,8 Volt DC,
100%
inschakelduur
115 Volt
vuldraad
20 − 100A
100 A, 24,0 Volt
DC, 35%
inschakelduur
KW
17.4
2.0
1.9
26.4
3.0
3.0
Afmetingen
*12-16
H: 229 mm
B: 140 mm
20 − 150A
150 A, 26,0 Volt
DC, 30%
inschakelduur
Gewicht
90V
100 A, 24 Volt DC,
100%
inschakelduur
230 Volt
vuldraad
KVA bij
inschakelduur
13.1
3.0
2.8
21.6
4.9
4.7
6,0
, kg
g
L: 337 mm
90V
*12-16
* Voelspanning voor vuldraad
3-2. Inschakelduur en oververhitting
Uitgaande stroomsterkte
250
De inschakelduur is het percentage van
10 minuten dat het apparaat kan lassen op
nominale belasting zonder oververhit te
raken.
200
Als het systeem oververhit raakt, stopt de
uitgangsspanning, het oververhittingslampje gaat branden en de koelventilator
draait. Laat het systeem vijftien minuten
afkoelen. Verlaag de spanning of de
inschakelduur voor u weer gaat lassen.
Y Door overschrijding van de
inschakelduur kan het apparaat
beschadigen en daarmee komt de
garantie te vervallen.
100
150
Vuldraad (230V)
100
50
0
Vuldraad (115V)
10
% inschakelduur
208 733-C
3-3. Stroom-spanning grafieklijnen
100
De stroom−spanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke
uitgangsspanning
en
-stroom aan van de voedingsbron voor
het lasapparaat. De grafieklijnen van
de andere instellingen vallen tussen de
aangegeven krommen.
80
Volt
60
230V vuldraad max.
40
115V vuldraad
max.
115/230V
vuldraad min.
20
0
0
50
100
Ampère
150
200
208 732-B
OM-2246 Pagina 7
3-4. De schouderband aanbrengen, een locatie bepalen en de voeding aansluiten
Y Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
1
Schouderband voor
lasstroombron
Til het systeem op met behulp
van de band.
2 Technische gegevens
Het label bevindt zich op de
onderzijde van het apparaat.
Gebruik het identificatielabel om
het benodigde invoervermogen
te bepalen.
3 Voedingskabel voor de
ingaande stroom
4 Geaarde contrastekker, 115
of 230 V/AC
4
460 mm
. Het
Auto-Line-circuit in dit
apparaat
verbindt
de
voedingsbron automatisch
met de gebruikte primaire
spanning: 115 of 230 V/AC.
Het wordt aanbevolen om een
afzonderlijk
aftakcircuit
te
gebruiken dat 30A aankan en is
beschermd met zekeringen of
een automatische zekering. De
aanbevolen sterkte van de
zekering of de automatische
zekering is 30 ampère.
Y Het
apparaat
wordt
geleverd met een 115 V/AC
stekker
(CE-modellen
worden geleverd zonder
stekker voor de stroomsnoer). Als u het apparaat
gebruikt met 230 V/AC, laat
een vakman er dan de
juiste stekker op zetten die
aan alle toepasselijke
normen
voldoet
en
installeer
de
stekker
conform de aanwijzingen
van de fabrikant.
Sluit de stekker van de
voedingskabel aan op een goed
stopcontact.
Y Mogelijk is een speciale
installatie nodig, wanneer
er benzine of vluchtige
vloeistoffen aanwezig zijn
− zie NEC artikel 511 of
CEC Hoofdstuk 20.
3
Vereisten voor
de afstand van
de luchtstroom
460 mm
2
1
Naar achterpaneel
Voorpaneel
Ref. 803 351-C / 212 874-C
3-5.
Keuze van de verlengkabel (zo kort mogelijk kiezen)
Kabelsectie − AWG [mm2]*
Eenfase AC
ingangsspanning
4 [21.2]
6 [13.3]
8 [8.4]
10 [5.3]
12 [3.3]
Maximaal toegestane kabellengte in ft (m)
115
160 (49)
107 (33)
71 (22)
47 (14)
29 (9)
230
471 (144)
321 (98)
215 (66)
146 (45)
90 (27)
* Kabelsectie is gebaseerd op een spanningsval van maximaal 3%
OM-2246 Pagina 8
HOOFDSTUK 4 − WERKING
4-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
1
2
6
3
Ma x sta r 1 5 0 S
1
’Gereed’-lampje
5
4
Dit lampje gaat branden circa twee seconden
nadat de hoofdschakelaar op de stand On (I) is
gezet. Het lampje geeft aan dat er stroom op
het apparaat staat en dat het gereed is om
ermee te lassen. Knippert het lampje, dan
betekent dit dat het apparaat niet gereed is of
dat iets niet goed werkt.
Ref. 803 375 /208 672-A
. De
motor van de ventilator wordt 3 Stroomsterkteregeling
thermostatisch bestuurd.
Met deze regeling stelt u de lasstroom bij.
2 Oververhittingslampje
Dit lampje gaat branden als het apparaat 4 Contrastekker positieve
lasuitgangsspanning
oververhit raakt. Als het apparaat weer is
afgekoeld, kunt u verder gaan met lassen.
Knippert dit lampje, breng het apparaat dan Sluit voor vuldraadlassen de elektrodekabel
aan op deze contrastekker.
naar een erkend servicebedrijf.
5
Contrastekker negatieve
lasuitgangsspanning
Sluit voor vuldraadlassen de werkkabel aan op
deze contrastekker.
6
Aan/uit schakelaar
Zet de schakelaar op On (I) of Off (0), al naar
behoefte.
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD EN
PROBLEEMOPLOSSING
5-1. Routineonderhoud
Y Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint.
. Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
3 maanden
Vervang
onleesbare
labels
Vervang
beschadigde
gasslangen
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
6 maanden
Y De kast niet verwijderen als u de binnenzijde van het apparaat schoon blaast.
De binnenzijde uitblazen. Leid de luchtstroom door de
ventilatiekanalen voor en achter.
OM-2246 Pagina 9
5-2. Storingen
Probleem
Geen lasspanning;
p
g; het apparaat
pp
werkt
t t l niet;
totaal
i t ’gereed’-lampje
’
d’ l
j uit.
it
Oplossing
Zet de lijnscheidingsschakelaar op Aan.
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk, of reset de stroomonderbreker.
Zorg dat de voedingskabel correct is aangesloten en dat de contrastekker voeding krijgt.
Geen lasspanning; ’Gereed’-lampje
brandt.
Controleer of de laskabels stevig in de contrastekkers zitten en maak eventueel loszittende kabels
goed vast.
Controleer de aansluiting van de werkklem op het lasobject en herstel een eventuele slechte
aansluiting.
Geen lasspanning;
oververhittingslampje
g
pj brandt.
Het apparaat is oververhit, waardoor het zichzelf thermisch heeft uitgeschakeld. Laat het apparaat
afkoelen met de ventilator aan (zie Hoofdstuk 3-2).
Verkort de inschakelduur of verlaag de stroomsterkte.
Controleer of de luchtstroom naar het apparaat geblokkeerd/slecht is en herstel dit
(zie Hoofdstuk 3-4).
Geen lasspanning;
oververhittingslampje knippert.
Zet de hoofdschakelaar op Off en vervolgens weer op On. Als het lampje blijft knipperen, neem dan
contact op met een door de fabriek erkend servicebedrijf.
Geen lasspanning. Het blauwe lampje De lijnspanning is te hoog of te laag. De lijnspanning moet binnen de grens van ±10% blijven.
knippert onafgebroken,
onafgebroken het gele LED
LEDHet apparaat moet worden gereset. Zet de hoofdschakelaar op Off en vervolgens weer op On. Als het
lampje is uit.
probleem hiermee niet is opgelost, neem dan contact op met een door de fabriek erkend servicebedrijf.
Geen lasspanning. Het blauwe lampje De afstandsbediende trekker is nog geactiveerd. Schakel de afstandsbediende trekker uit, wacht
knippert steeds 3 maal, het gele LED- 5 seconden en start opnieuw.
lampje is uit.
Onregelmatige
g
g of onjuiste
j
lasboog
g of
uitgangsspanning.
it
i
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (raadpleeg uw leverancier).
De lashulpstukken schoonmaken en vastzetten.
Controleren en de polariteit omkeren; controleer op slechte aansluitingen op het lasobject en herstel
deze.
De ventilator werkt niet.
Het apparaat is niet voldoende opgewarmd voor ventilatorkoeling.
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek aangewezen onderhoudsmonteur de ventilatormotor en het besturingscircuit
nakijken.
Problemen met vuldraadlassen: moeilijk
j Gebruik het juiste type elektrode van het juiste formaat.
starten;
t t
slechte
l ht laskenmerken;
l k
k
onge- Controleer de polariteit van de elektrode en keer hem om; nakijken op slechte aansluitingen en
bruikelijk spatten.
herstellen.
Zorg dat er geen afstandsbediening is aangesloten.
OM-2246 Pagina 10
Aantekeningen
OM-2246 Pagina 11
HOOFDSTUK 6 − ELECTRISCH SCHEMA
208 601-G
Figuur 6-1. Stroomkringschema voor lasstroombronnen (niet-CE-modellen)
OM-2246 Pagina 12
Figuur 6-2. Stroomkringschema voor lasstroombronnen (CE-modellen)
219 160-A
OM-2246 Pagina 13
HOOFDSTUK 7 − ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn
32
33
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
803 475-E
OM-2246 Pagina 14
Item
No.
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
1
2
3
4
4
5
5
6
7
7
8
9
9
10
10
11
12
13
13
14
15
16
16
18
20
21
22
23
24
25
26
27
27
28
28
29
29
30
31
32
33
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Quantity
. . . . . . . . . . 208 701 . . Insulator w/label . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 146 549 . . Fastener, push-in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 622 . . Label, warning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . PC1 . . 222 765 . . Kit, pcb assy (windtunnel w/cmpnts) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . PC1 . . 222 766 . . Kit, pcb assy (windtunnel w/cmpnts) (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 627 . . Label, warning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 219 674 . . Label, warning (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 195 666 . . Screw, 010-32x .50 torx . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 700 . . Wrapper w/label . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 219 979 . . Wrapper w/label (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 558 . . Term, friction .250 x .032 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 705 . . Panel, rear w/label . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 219 983 . . Panel, rear w/label (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 674 . . Nameplate, rear . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 219 881 . . Nameplate, rear (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 550 . . Switch, rocker dpst 16A 250 VAC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 536 . . Screw, K50 x 25 rnd washer, hd-trx . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 687 . . Cable, power . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 219 167 . . Cable, power (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 548 . . Strap, shoulder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . FM . . 208 496 . . Fan w/leads and plug . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
L1, L2, T1 208 538 . . Windtunnel, magnetics w/cmpnt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
L1, L2, T1 219 168 . . Windtunnel, magnetics w/cmpnt (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Base w/label, order by serial number . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 561 . . Work Cable . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 596 . . Holder, electrode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 535 . . Screw, k50 x 12 rnd washer hd-trx . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 612 . . Receptacle, twist lock power/gas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 591 . . Screw, m5-.8 x 12 soc hd -torx . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 498 . . Receptacle, twist lock power . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 174 992 . . Knob, pointer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 609 . . Nameplate, front . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 672 . . Nameplate, front (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 525 . . Panel, front w/nameplate . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 219 170 . . Panel, front w/nameplate (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . PC2 . . 212 905 . . Circuit board, operator interface . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . PC2 . . 218 779 . . Circuit board, operator interface (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 556 . . Insualtor, heat sink . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . 208 497 . . Nut, m08-1.2 13 mm hex 8.3 mm t semi cone washer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . L3 . . 219 078 . . Core, toroidal (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . T3 . . 219 076 . . Core ferrite (CE models) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1
1
1
1
1
1
1
2
1
1
2
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
4
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2246 Pagina 15
Aantekeningen
Aantekeningen
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2006
(Installaties waarvan het serienummer begint met “LG” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg.
Co., Appleton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe
Miller installaties die verkocht zijn na de geldende datum van
deze beperkte garantie geen materiaal- en/of
fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT
UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen
schriftelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke
fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over de
garantieclaim-procedure die hierop volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met
garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden
gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de
erkende verdeler, of achttien maanden nadat de installatie
naar een internationale distributeur gezonden is.
1.
5 jaar onderdelen − 3 jaar arbeidsloon
* Originele hoofdgelijkrichters
2.
3 jaar — onderdelen en arbeidsloon
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoereenheden
* Stroomvoorziening ondulatoren (tenzij anders vastgesteld)
* Waterkoelingssystemen (geïntegreerde)
* Intellitig
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder aparte garantie bij de fabrikant van de motor.)
3.
1 jaar — onderdelen en arbeidsloon tenzij anders gespecifieerd
* Motoraangedreven pistolen (uitgezonderd de Spoolguns)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Automatisch bewegende apparatuur
* RFCS Voetbediening
* IPKS stroombronnen, koeler, en opname apparatuur.
* Waterkoelingssystemen (niet-geïntegreerde)
* Gasontspanners en debietregelaars (geen arbeidsloon)
* HF apparaat
* Weerstandskasten
* Puntlasapparaten
* Elektrische belastingsbanken
* Stiftlasmachine en stiftlaspistool
* Laskar
* Laskarren/trailers
* Plasmasnijtoortsen (behalve APT, & SAF modellen)
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt onder True
Blue® voor de resterende garantieperiode van het
produkt waarin ze in geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de
twee het langste duurt.)
* MIG-pistool - Bernard (geen arbeidsloon)
* TIG-lastoortsen - Weldcraft (geen arbeidsloon)
* Draadaanvoer-systemen voor het OP-lassen.
4.
6 maanden — accu’s
5.
90 dagen — onderdelen en arbeidsloon
* MIG-pistolen/Tig-lastoortsen sen laskoppen voor
het OP-lassen.
* Windingen en dekens voor inductieverwarming, kabels en handmatige bedieningen
* APT-, SAF-modellen plasmasnijtoortsen
* Afstandsbedieningen
* Toebehoren
*
*
*
Miller’s
Vervangende onderdelen (niet het werkloon)
Spoolmate Spoolguns
Beschermzeil
True Blue® Beperkte garantie geldt niet voor:
1.
Elektrodepunten, snijmondstukken, schakelaars, borstels, sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer werken als gevolg van normale slijtage (Uitzondering: borstels, sleepringen en relais zijn wel onder garantie op de modellen Bobcat, Trailblazer en Legend)
6.
Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen vallen onder de
eventuele garanties door de fabrikanten.
7.
Installaties die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of installaties die
gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP
EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE
GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze
garantie, zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1)
repareren; of (2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller
is toegestaan in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten
van repareren of vervangen bij een goedgekeurd Miller
onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de
aankoopprijs (redelijke waardevermindering op basis van
het eigenlijke gebruik) bij het retourneren van de goederen
op risico en kosten van de klant. Miller’s optie van repareren
of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip van vervoerskosten
tot in de boot), naar de fabriek in Appleton, Wisconsin of f.o.b.
naar een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals
bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of
terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN
ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN
DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL
ZAL MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN
BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE
GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT,
ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET
VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF
VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP
GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT
ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE
BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN
VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK
WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN
ELKE
GEÏMPLICEERDE
GARANTIE
M.B.T.
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met
betrekking tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van
bijkomende schade, indirecte schade, speciale schade of
gevolgschade, dus bovenstaande beperking kan mogelijk
niet van toepassing zijn voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere
rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat
verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde
extra garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk niet van toepassing,
voorzover er niet van mag worden afgezien. Deze Beperkte
Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen
eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per
provincie verschillen.
miller warr_dut 2006−01
Papieren van de eigenaar
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Naam van het model
Aankoopdatum
Serie-/typenumber
(datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat
Postcode
Beschikbare middelen
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Miller Electric Mfg. Co.
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
European Headquarters −
United Kingdom
Phone: 44 (0) 1204-593493
FAX: 44 (0) 1204-598066
www.MillerWelds.com
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims.
PRINTED IN USA
© 2006 Miller Electric Mfg. Co 2006−01

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Download PDF

advertisement