advertisement
▼
Scroll to page 2
of 32
OM-180 670W/dut Juni 2003 Processen Multiproces Lassen Beschrijving Lasstroombron R XMT 304 (400 Volt Model) Bezoek onze website: www.MillerWelds.com HANDLEIDING Van Miller voor u Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders dan meteen goed te doen. Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was. Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in 1929 zijn vastgelegd. Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storingen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepaMiller was de allereerste len welk onderdeel u precies nodig hebt om het fabrikant van lasapparatuur in de VS die het ISO probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie 9001:2000-kwaliteitscertifien de onderhoudsinformatie voor uw specifieke caat behaalde. model bijgesloten. Miller Electric maakt een complete lijn lasapparaten en aanverwante lasproducten. Wilt u meer informatie over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke productleaflets voor u. Elke krachtbron van Miller gaat vergezeld de meest probleemloze garantie in onze bedrijfstak − u werkt er hard genoeg voor. INHOUDSOPGAVE SECTIE 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN - LEES DIT VÓÓR GEBRUIK . . 1-1. De betekenis van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2. De risico’s van het booglassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud . . . . . . 1-4. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV-informatie) . . SECTIE 2 − DEFINITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1. Definities voor de waarschuwingslabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2. Gegevenslabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3. Symbolen en definities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SECTIE 3 − INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2. Inschakelduur en oververhitting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3. Stroom-spanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4. Een locatie kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6. Informatie over de 14-pin contrastekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7. 110 Volt AC duplex contrastekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-8. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9. Aansluitinvoervermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SECTIE 4 − BEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1. Besturing van het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2. Meterfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3. Standen van de proceskeuzeschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-4. Lift-Arc TIG-startprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SECTIE 5 − ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN . . . . . . . . . . . . . . . 5-1. Routine-onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4. Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SECTIE 6 − ELECTRISCH SCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SECTIE 7 − ONDERDELENLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GARANTIE 1 1 1 3 4 4 5 5 7 8 9 9 9 10 11 12 13 13 14 15 16 16 17 18 19 20 20 20 21 22 23 24 Verklaring van conformiteit voor producten voor de Europese Gemeenschap (CE) Miller Electric Mfg. Co. Naam van de fabrikant: 1635 W. Spencer Street Appleton, WI 54914 USA Adres van de fabrikant: XMT 304 Verklaart dat het product: in overeenstemming is met de volgende richtlijnen en normen: Richtlijnen Laagspanningsrichtlijn: 73/23/EEC Richtlijnen voor Elektromagnetische Compatibiliteit: 89/336/EEC, 92/31/EEC Machine Richtlijnen: 89/392/EEC, 91/368/EEC, 93/C 133/04, 93/68/EEC Normen Elektromagnetische Compatibiliteits (EMC) Productnorm voor booglasapparatuur: EN50199: December 1995 Veiligheidsvoorschriften voor booglasapparatuur Deel 1: EN 60974-1: 1989 Beschermingsniveaus geboden door de omhulsels (IP-code): IEC 529: 1989 Isolatie-coördinatie voor onderdelen met laagspanningssystemen: Deel 1: Principes, vereisten en testen: IEC 664-1: 1992 Plasmasnijsystemen voor Manueel Gebruik; EN 50192: 1995 Europese contactpersoon: Telefoon: Fax: dec_con1_11/02 Dhr. Danilo Fedolfi, directeur ITW WELDING PRODUCTS ITALY S.r.l. Via Privata Iseo 6/E 20098 San Giuliano Milaan, Italië 39(02)98290-1 39(02)98290-203 SECTIE 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK som_dut 7/02 1-1. De betekenis van de symbolen Dit betekent waarschuwing! Kijk uit! Er zijn risico’s tijdens deze procedure! De mogelijke risico’s worden getoond in de begeleidende symbolen. Y Dit symbool geeft een speciale veiligheidsboodschap aan. . Betekent OPMERKING; heeft niets met de veiligheidsmaatregelen te maken. Deze groep symbolen betekent Waarschuwing! Kijk uit! Mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK EN BEWEGENDE OF HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om deze risico’s te vermijden. 1-2. De risico’s van het booglassen Y De onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s aan te geven. Als u een symbool ziet, wees dan voorzichtig en volg de bijbehorende instructies om problemen te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie 1-4. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften. Y Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren, bedienen, onderhouden en repareren. Y Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens het gebruik van dit apparaat. Een ELEKTRISCHE dodelijk zijn. SCHOK kan Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan onder stroom als de uitgangsspanning aan staat. Het voedingsgedeelte en de interne circuits van de machine staan eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch draadlassen staan het draad, de spoel, de ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren opleveren. D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan. D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming zonder gaten. D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de grond of het werkstuk te voorkomen. D Gebruik geen wissel- (AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen. D Gebruik ALLEEN wissel- (AC) uitgangsspanning als het lasproces dit vereist. D Als er wissel- (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR 1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften). D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor gebruikers en nationale of locale codes. D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten is op de geaarde aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos. D Als u het apparaat aansluit op het net verbind dan eerst de aardingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig. D Controleer de kabels regelmatig op beschadigingen of openliggende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is. D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt. D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden kabels. D Draag de kabels niet op uw lichaam. D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte kabel − gebruik niet de massaklem of de massakabel. D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk, de grond of een andere elektrode van een ander apparaat. D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals beschreven staat in de handleiding. D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt. D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats. D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaal contact op het werkstuk of werktafel. D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen. D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele lasborn. Na het afsluiten van de ingangsspanning staat er nog EEN AANZIENLIJKE DC SPANNING op gelijkstroom-wisselstroomomzetters (inverter). D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker los en ontlaad de invoercondensatoren overeenkomstig de aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeel aanraakt. ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn. Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in. D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat de lasrook en gassen afgezogen worden. D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker. D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen, schoonmaakmiddelen en ontvetters. D Werk alleen in een besloten ruimte als deze goed geventileerd wordt, of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op uw lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg ervoor dat de in te ademen lucht veilig is. OM-180 670 Pagina 1 D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende gassen vormen. D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood- of cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De bekledingen en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze gelast worden. De STRALEN UIT DE BOOG kunnen ogen en huid verbranden. Boogstralen van het lasproces produceren zichtbare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond. D Draag een lashelm voorzien van een goed lasglas met de juiste tint om uw gezicht en ogen de beschermen als u last of toekijkt (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften). D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw helm. D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen flitsen en verblindend licht te beschermen; waarschuw anderen om niet in de boog te kijken. D Draag beschermende kleding gemaakt van duurzaam, brandwerend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel. LASSEN kan brand of explosies veroorzaken. Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden. Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De rondvliegende vonken, de temperatuur van het werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u begint met lassen. D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende gensters en heet metaal. D Las niet op plaatsen waar rondvliegende gensters brandbaar materiaal kunnen raken. D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10,7 m (35 ft.) van de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende materialen. D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het lassen gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes kunnen vliegen. D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt. RONDVLIEGEND METAAL kan de ogen verwonden. D Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels en slijpen kunnen vonken en rondvliegende metaalschilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen. D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs onder uw lashelm. GASVORMING kan schadelijk voor de gezondheid of zelfs dodelijk zijn. D Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas gebruikt. D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik goedgekeurde beademingsapparatuur. HETE ONDERDELEN kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. D Hete onderdelen niet met blote handen aanraken. D Laat een pistool of een toorts altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken. MAGNETISCHE VELDEN kunnen van invloed zijn op pacemakers. D Personen die een pacemaker dragen moeten wegblijven. D Pacemakerdragers moeten hun dokter raadplegen voordat ze in de buurt komen van activiteiten die met booglassen, gutsen of puntlassen te maken hebben. LAWAAI kan het gehoor aantasten. Lawaai van bepaalde werkwijzen of apparatuur kan uw gehoor aantasten. D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als het geluidsniveau te hoog is. GASFLESSEN kunnen exploderen als ze beschadigd worden. Gasflessen met beschermend gas bevatten gas onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een onderdeel uitmaken van het lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan. D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen. D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegenovergestelde kant. D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet kunnen vallen of omkantelen. D Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie Veiligheidsvoorschriften). D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles. D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een directe en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s vermeden kunnen worden. D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg zijn. D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen. D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles. D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien. D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing; onderhoud deze en bijbehorende onderdelen goed. D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of snij de lasdraad af aan de contactbuis als niet gelast wordt. D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het reduceerventiel van de gasfles. D Draag olie-vrije beschermende kledingstukken zoals leren handschoenen, leren schort, broek zonder omslagen, hoge schoenen en een helm. D Laat de beschermende dop over het ventiel zitten, behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik. D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of lucifers bij u draagt als u gaat lassen. OM-180 670 Pagina 2 D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie P-1 die in de Veiligheidsvoorschriften staat. 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR. D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven of vlakbij ontbrandbare oppervlakken. D Het apparaat niet in de buurt van brandbare stoffen installeren. D Overbelast de bedrading van het gebouw niet − controleer of het voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat aankan. EEN VALLEND APPARAAT kan letsel veroorzaken. D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere accessoires. D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen. D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het apparaat uitsteken. TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden tot OVERVERHITTING D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan de nominale inschakelduur. D Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur voordat u opnieuw begint met lassen. D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen verwondingen veroorzaken. D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals ventilatoren. D Houd alle deuren, panelen, afdekplaten en beschermingsplaten op hun plaats. H.F.-straling veroorzaken. kan interferentie D Hoog-frequente (H.F.) straling kan interferentie veroorzaken bij radionavigatie, veiligheidsdiensten, computers en communicatie-apparatuur. D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische apparatuur deze installatie uitvoeren. D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door een bevoegd elektricien bij interferentieproblemen als gevolg van de installatie. D Als u van overheidswege klachten krijgt over interferentie, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur. D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden. D Houd deuren en panelen van hoogfrequentiebronnen stevig dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van interferentie tot een minimum te beperken. STATISCHE ELEKTRICITEIT (ESD) kan PC-kaarten beschadigen. D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u printplaten of onderdelen aanraakt. D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen voor het opslaan, verplaatsen of transporteren van PC printplaten. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen verwondingen veroorzaken. D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen. LASDRAAD kan letsel veroorzaken. D Haal de schakelaar van het pistool pas over als u de aanwijzing krijgt om dat te doen. D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere mensen of op enig metaal wanneer u lasdraad snijdt. BOOGLASSEN veroorzaken. kan interferentie D Elektromagnetische energie kan interferentie veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur zoals computers en computergestuurde apparatuur zoals robots. D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch compatibel is. D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer. D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard. D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra maatregelen te nemen, zoals het lasapparaat verplaatsen, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein. OM-180 670 Pagina 3 1-4. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1, van de American Welding Society (Amerikaanse Vereniging voor lassen), 550 N.W. LeJeune Rd, Miami FL 33126 (phone: 305-443-9353, website: www.aws.org). Recommended Safe Practices for the Preparation for Welding and Cutting of Containers and Piping, AWS Veiligheidsvoorschriften F4.1 van de American Welding Society, 550 N.W. LeJeune Rd, Miami, FL 33126 (phone: 305-443-9353, website: www.aws.org). National Electrical Code, NFPA Veiligheidsvoorschriften 70, van de National Fire Protection Association (Nationale Vereniging voor Brandbescherming), Batterymarch Park, Quincy, MA 02269−9101 (phone: 617−770−3000,website: www.nfpa.org and www. sparky.org). Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamflet P-1, van de Compressed Gas Association (Vereniging van Gecomprimeerd Gas), 1735 Jefferson Davis Highway, Suite 1004, Arlington, VA 22202−4102 (phone: 703−412−0900, website: www.cganet.com). Code for Safety in Welding and Cutting, CSA Standard W117.2 , van de Canadian Standards Association (Canadese Vereniging van Veilig- heidsvoorschriften), Standards Sales, 178 Rexdale Boulevard, Rexdale, Ontario, Canada M9W 1R3. (phone: 800−463−6727 or in Toronto 416−747−4044,website: www.csa−international.org). Safe Practices For Occupation And Educational Eye And Face Protection, ANSI Veiligheidsvoorschriften Z87.1, van het American National Standards Institute (Amerikaans Nationaal Instituut voor Veiligheidsvoorschriften), 11 West 42nd Street, New York, NY 10036−8002 (phone: 212−642−4900, website: www.ansi.org). Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association, P.O. Box 9101, 1 Battery March Park, Quincy, MA 02269−9101 (phone: 617−770−3000,website: www.nfpa.org and www. sparky.org). OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250 (there are 10 Regional Offices−−phone for Region 5, Chicago, is 312−353−2220,website: www.osha.gov). 1-5. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV-informatie) Beschouwingen over lassen en de effecten van lage frequentie elektrische en magnetische velden Lasstroom die door laskabels stroomt, veroorzaakt elektromagnetische velden. Er is altijd enige bezorgdheid geweest over dergelijke velden en die is er bij sommigen nog. Echter, na bestudering van meer dan 500 onderzoeken, uitgevoerd gedurende een onderzoeksperiode van 17 jaar, is een speciaal comité van deskundigen van de National Research Council tot de conclusie gekomen dat: “Het totaal aan bewijzen heeft naar het oordeel van het comité niet aangetoond dat blootstelling aan hoogfrequentie elektrische en magnetische velden gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid.” Er lopen echter nog steeds onderzoeken en bewijzen moeten bestudeerd blijven worden. Tot de eindconclusies van het onderzoek er zijn, is het mogelijk aan te raden om de blootstelling aan elektromagnetische velden tijdens lassen en snijden tot een minimum te beperken. Neem de volgende maatregelen om magnetische velden te verminderen in de werkplaats: OM-180 670 Pagina 4 1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te draaien of vast te plakken. 2. Leg de kabels aan 40 één kant en uit de buurt van de lasser. 3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam. 4. Houd de lasstroombron en de kabels zo ver uit de buurt van de lasser als kan. 5. Verbind de massaklem met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de las. Over pacemakers: Dragers van pacemakers moeten eerst contact opnemen met hun arts. Als die toestemming geeft, is het aan te bevelen bovenstaande procedures to volgen. SECTIE 2 − DEFINITIES 2-1. Definities voor de waarschuwingslabels Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). 1 1.1 1.2 1.3 1 1.1 1.2 1.3 2 2 2.1 2.1 2.2 2.3 2.2 2.3 3 3.1 3.2 3.3 3 3.1 4 4.1 + 5 + + 3.2 6 + 3.3 4 S−179 310 4.1 5 6 Een elektrische schok van een laselektrode of de bedrading kan dodelijk zijn. Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte handschoenen dragen. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact of uit de machine, voordat u aan de machine gaat werken. Het inademen van lasdampen kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren. Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren. Lasvonken kunnen ontploffingen of brand veroorzaken. Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen. Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken. Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen. De stralen uit de boog kunnen ogen en huid verbranden. Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam. Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen, voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen. Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af. 1/96 OM-180 670 Pagina 5 1 2 3 1 2 3 4 5 6 4 V V > 60 s V S-179 190-A 5 6 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). Een elektrische schok van de bedrading kan dodelijk zijn. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact of uit de machine, voordat u aan de machine gaat werken. Op de ingangscondensator blijft gevaarlijk onder spanning staan, ook als de machine is uitgeschakeld. Raak volledig opgeladen condensatoren nooit aan. Wacht altijd 60 seconden nadat de stroom is uitgeschakeld, voor u aan het apparaat gaat werken; OF controleer de spanning van de ingangscondensator en zorg dat u er zeker van bent dat deze bijna 0 is, voordat u enig onderdeel aanraakt. 4/96 1 2 1 2 3 4 5 3 4 S-179 304-A 5 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). Als er stroom komt te staan op defecte onderdelen, kunnen deze exploderen of andere onderdelen laten exploderen. Rondvliegende stukken van onderdelen kunnen letsel veroorzaken. Draag altijd een gezichtsscherm als u onderhoud pleegt aan een apparaat. Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat. Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u de eenheid aansluiten op de stroomvoorziening. 4/96 1 1 2 3 ∠ = <60 ° 4 ∠ 5 Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). Vallende apparatuur kan letsel veroorzaken en het apparaat beschadigen. Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het. Houd de hoek van het heftoestel altijd kleiner dan 60 graden. Gebruik een geschikte kar om het apparaat te verplaatsen. Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen. S−179 309−A 2 3 4 5 1/96 OM-180 670 Pagina 6 2-2. Gegevenslabel OM-180 670 Pagina 7 2-3. Symbolen en definities A Paneel Wisselstroom Uitgangsspanning Automatische zekering Van op afstand Aan Uit TIG−lassen Negatief Ingangsspanning Gelijkstroom Positief Inductantie Beschermende aarde (massa) Constante Stroom Constante Spanning Voetbediening Lijnverbinding Boogsterkte (Dig) Beklede electrode−lassen MIG/MAG lassen 3-fasen statische frequentieomzetter-transform ator-gelijkrichter U0 Nominale nullastspanning (gemiddeld) Hz Hertz I1max V Ampère U1 IP Primaire spanning Beschermingsgraad U2 I2 Conventionele belastingsspanning Nominale lasstroom X % Volt Inschakelduur Percent Pulserend 4-takt aanraakstart Monofase Driefasen Maximale nominale voedingsstroom Maximale effectieve voedingsstroom Toename/afname Lift−Arc (TIG) OM-180 670 Pagina 8 I1eff SECTIE 3 − INSTALLATIE 3-1. Technische gegevens Nominaal lasvermogen 300 A @ 32 VDC, 60% inschakelduur Spanningsbereik 10 − 35 Maximaal voltage DC open spanning Bereik lasstroom 5 − 400 90 IP klasse 23 Ingaande stroom bij nominale uitgangsbelasting, 50/60Hz 400 V KVA KW 17,0 (0,15*) 12,4 (0,09*) 11,5 (0,04*) *In stationaire toestand 3-2. Inschakelduur en oververhitting De inschakelduur is het percentage van 10 minuten dat het apparaat kan lassen op nominale belasting zonder oververhit te raken. STROOM Als het apparaat oververhit raakt, is er geen uitgangsspanning meer, verschijnt er een Help-melding (zie Sectie 5-3) en gaat de koelventilator draaien. Wacht vijftien minuten om het apparaat te laten afkoelen. Verlaag de stroomsterkte, de spanning of de inschakelduur voor u gaat lassen. Y Door overschrijding van de inschakelduur kan het apparaat beschadigen en daarmee komt de garantie te vervallen. % INSCHAKELDUUR 60% inschakelduur 6 minuten lassen 4 minuten rusten Oververhitting A 0 15 Minuten OF Verlaag de inschakelduur Ref. SA-178 651 OM-180 670 Pagina 9 3-3. Stroom-spanning De stroom−spanning grafieklijnen geven de minimaal en de maximaal mogelijke uitgangsspanning en -stroom aan van de voedingsbron voor het lasapparaat. De grafieklijnen van de andere instellingen vallen tussen de aangegeven krommen. A. CC Mode B. CV Mode ARC CONTROL va_curve1 4/95 − SA-178 652 / SA-178 653 OM-180 670 Pagina 10 3-4. Een locatie kiezen 610 mm Afmetingen en gewicht 39,5 kg 432 mm 318 mm Y Verplaats het apparaat niet naar en gebruik het niet op plaatsen waar het kan omvallen. Verplaatsing 1 1 Hefgrepen Gebruik de hefgrepen om het apparaat op te tillen. 2 Handkar Gebruik een kar of een soortgelijk vervoermiddel om het apparaat te verplaatsen. 1 2 3 Identificatielabel Gebruik het identificatielabel om het benodigde invoervermogen te bepalen. 4 Ljnscheidingsmechanisme Plaats het apparaat in de buurt van een stroombron die de juiste voeding biedt. Luchtstroom Y Mogelijk is een speciale installatie nodig, wanneer er benzine of vluchtige vloeistoffen aanwezig zijn − zie NEC artikel 511 of CEC sectie 20. 4 3 460 mm 460 mm loc_2 3/96 - ST-801 192 OM-180 670 Pagina 11 3-5. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen Y BOOGLASSEN kan elektromagnetische interferentie veroorzaken. Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer. Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard. Als dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra maatregelen te nemen, zoals het lasapparaat verplaatsen, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein. Maximale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring. 30 m of minder Aansluitklemmen van lasuitgangsspanning 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m Lasstroom 10 − 60% inschakelduur 60 − 100% inschakelduur 100 20 20 20 30 35 50 60 60 150 30 30 35 50 60 70 95 95 200 30 35 50 60 70 95 120 120 250 35 50 60 70 95 120 2x70 2x70 300 50 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95 350 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95 2x120 − 400 60 70 95 120 2x70 2x95 2x120 2x120 Output Receptacles 500 70 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x95 600 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x120 3x120 + 10 − 100% inschakelduur De laskabelsektie in mm2 is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder. OM-180 670 Pagina 12 S−0007−D 3-6. Informatie over de 14-pin contrastekker Pin* 24 VOLTS AC A B K A 24 volt AC. Beveiligd door CB2. B Contact met A voltooit 24 volt AC besturingscircuit. I 115 volt AC. Beveiligd door CB1. J Contact met I voltooit 115 volt AC besturingscircuit. C Uitgaande gelijkstroomspanning van 0 tot +10V naar afstandsbediening. D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van afstandsbediening. H Terugkoppeling spanning; +1V gelijkstroom per 10 V uitgangsspanning van de contrastekker. F Stroomterugkoppeling;+1 volt DC per 100 ampère. M CC/CV keuze G Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC circuits. K Normaal chassis. J I C L N D M E Pininformatie 115 VOLTS AC H G F UITGANGSSPANNING AFSTANDSBEDIENING A/V ST-801 192 STROOMSTERKTE (AMPERAGE) SPANNING (VOLTAGE) GND * De overige pinnen worden niet gebruikt. 3-7. 110 Volt AC duplex contrastekker 1 110 V 7A AC contrastekker De voeding wordt verdeeld tussen de duplex contrastekker en de “Remote 14”-contrastekker (zie Sectie 3-6). 2 3 1 Automatische zekering CB1 Automatische zekering CB2 CB1 beveiligt het 110-volt AC deel van de duplex contrastekker en de “Remote 14”-contrastekker tegen overbelasting. CB2 beveiligt het 24-volt AC deel van de “Remote 14”-contrastekker tegen overbelasting. Druk op de knop om de zekering terug te stellen. 2 3 Ref. ST-801 245-A OM-180 670 Pagina 13 3-8. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud OPMERKING De voedingsspanning mag niet meer dan 10% afwijken van de aanbevolen waarde. Indien de voedingsspanning buiten dit werkbereik valt, dan is geen lasvermogen beschikbaar. Ingaande spanning (V) 400 Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A) 17,0 Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van de zekering in ampères Reference: 1996 National Electrical Code (NEC). OM-180 670 Pagina 14 30 S-0092J 3-9. Aansluitinvoervermogen Controleer de invoerspanning die op de werkplek beschikbaar is. 1 2 Invoer- en aardingsconductoren Lijnscheidingsmechanisme Kies het type en het formaat van de overbelastingsbeveiliging aan de hand van Sectie 3-8. Y Sluit altijd de groengele draad aan op een voedingsmassaklem, nooit op een lijnklem. 2 L1 L2 L3 Groengeel 1 Y Altijd de aardingsconductor eerst aansluiten. = GND/PE 1 Benodigde gereedschappen Input_9_99 / Ref. ST-144 221 / ST-801 192 OM-180 670 Pagina 15 SECTIE 4 − BEDIENING 4-1. Besturing van het bedieningspaneel 2 1 7 3 5 4 6 ST-179 275 1 Hoofdschakelaar voeding . De motor van de ventilator wordt ther- mostatisch bestuurd en draait alleen wanneer er afkoeling nodig is. 2 Voltmeter (zie Sectie 4-2) 3 Ampèremeter (zie Sectie 4-2) 4 Spanning−/Stroomregelknop 5 Proceskeuzeschakelaar De positie van de keuzeschakelaar bepaald het lasproces en de output aan/uit (zie Sectie 4-3). De regeling van de lasparameter (paneel− of afstandsbediening) is bepaald door de V/A schakelaarstand. Voor het gutsen, de keuzeschakelaar in de Beklede Electrode−lasstand zetten en de Inductantie/Boogsterkte op maximale stand regelen. 6 V/A Schakelaar voor paneel− of afstandsbediening OM-180 670 Pagina 16 Voor de bediening via het frontpaneel, de knop in de panneelstand zetten (naar boven) en regelen met de spannings−/stroomregelknop. Voor afstandsbediening, de aansluiting op de 14-pin contrastekker maken en de schakelaar op afstandsbediening zetten (naar onder). In de meeste gevallen is de afstandsbediening een percentage van de instelling op het frontpaneel. De instelling op de lasbron is de maximale waarde beschikbaar op de afstandsbediening. In de MIG/MAG mode kan de waarde over het hele gamma geregeld worden met de afstandsbediening, onafhankelijk van de ingestelde waarde op de lasbron. 7 mum waarde, is de kortsluitstroom bij lage spanning gelijk aan de ingestelde stroom. Verhoogt men de boogsterkte, dan verhoogt de kortsluitstroom bij lage spanning om de boogontsteking te vergemakkelijken of om het plakken blijven tijdens het lassen te vermijden (zie de Stroom−/Spanningsgrafieken in Sectie 3-3). De geschikte instelling kiezen voor de toepassing. De knop regelt de inductantie indien de MIG/ MAG mode op de proceskeuzeschakelaar is gekozen. De inductantie is bepalend voor de “natheid” van het lasbad. Wanneer hij hoger wordt gedraaid, neemt de “natheid” (vloeibaarheid van het lasbad) toe. Inductantie/Boogsterkte regelknop Regelt de boogsterkte in de Beklede Electrode−lasstand. Indien geregeld op de mini- Indien op de proceskeuzeschakelaar pulserende MIG of een TIG proces is gekozen, is deze regeling niet functioneel. 4-2. Meterfuncties OPMERKING De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de werkelijke lasuitgangswaarden aan. Keuzestand (Mode) Digitale aflezing bij leegloop V TIG aanstrijkstart 80.0 85 Actuele open spanning Ingestelde Amp. V A Leeg Ingestelde Amp. V A 85 4−takt aanraakstart 85 TIG MIG A Leeg Ingestelde Amp. V A 24.5 Pulserend MIG Ingestelde Volt. Leeg V A PPP Pulsaanduiding Pulsaanduiding V A Leeg Ingestelde Amp. V A Aafstandsbediening BE Beklede Electr. lassen met paneelbediening Draadaanvoer met spanningsdetectie PPP 85 80.0 85 Actuele open spanning Ingestelde Amp. V A 80.0 Knippert (open spanning) en ingestelde waarde Leeg OM-180 670 Pagina 17 4-3. Standen van de proceskeuzeschakelaar OPMERKING De beklede electrode lasprocessen (SMAW) zijn voorzien van een ”Adaptif Hot Start”. T.t.z. de uitgangsstroom verhoogt automatisch indien bij de start of tijdens het lassen dit vereist is. Dit vermijdt het plakken blijven van de electrode. Keuzestand (Mode) Uitgangsregeling Kies: of Amp of Amp TIG aanstrijkstart Las: Kies: 4−takt aanraakstart Vereist: TIG met HF−unit, pulsgenerator of afstandsbediening Kies: Bediening of Amp Vereist: MIG Kies: Vereist: Pulserend MIG (Vereist een aparte pulsgenerator) Beklede Electr. lassen met afstandsbediening Kies: Bediening of Draadaanvoerkast Volt Vereist: Kies: Draadaanvoerkast en/of pulsgenerator of Vereist: Beklede Electr. lassen met paneelbediening Kies: Volt Amp Bediening of Amp of Volt Las Draadaanvoer met spanningsdetectie Kies: Vereist: OM-180 670 Pagina 18 Draadaanvoerkast 4-4. Lift-Arc TIG-startprocedure 1 TIG-elektrode 2 Lasobject . Procedure eist: bediening Startvolgorde: 1 2 • • • ”Aanraken” 1-2 seconden • Raak met de wolfraam elektrode het werkstuk bij het beginpunt. De toortsschakelaar tijdelijk indrukken. De wolfraam elektrode langzaam optillen − de vlamboog gaat aan. Om te stoppen, de toortsschakelaar tijdelijk indrukken. De vlamboog gaat uit. Opmerking: Als de toortsschakelaar tijdelijk ingedrukt wordt bij het starten en er wordt geen kontakt gemaakt tussen de wolfraam elektrode en het werkstuk: Geen kontakt maken tussen elektrode en werkstuk. NIET als een lucifer aansteken! Het lasvermogen stopt na 3 seconden. Einde startcyclus. Ref. S-156 279 OM-180 670 Pagina 19 SECTIE 5 − ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 5-1. Routine-onderhoud Y Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint. . Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt. 3 maanden Reparen of vervangen van kapotte kabels Vervang onleesbare labels Vervang behuizing waar scheurtjes in zitten Repareer of vervang kapotte kabels en snoeren De lasuitgangconnecties reinigen 6 maanden De binnenzijde schoonblazen 5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen Y De kast niet verwijderen als u de binnenzijde van het apparaat schoonblaast. Om het apparaat schoon te blazen moet u de luchtstroom op de afgebeelde wijze door het ventilatiekanaal blazen. ST-801 192 OM-180 670 Pagina 20 5-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter V A 1 HE.L P−0 V A 2 A HE.L P−5 V A HE.L P−6 V A HE.L P−7 V A HE.L P−8 V A HE.L P−9 7 HE.L P−1 V A 3 8 HE.L P−2 V A 4 9 HE.L P−3 V A 5 10 HE.L P−4 . Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van 1 V 6 het apparaat. Alle schakelingen waarnaar wordt verwezen bevinden zich in het apparaat. oververhit is. Het apparaat is gestopt om de ventilator de gelegenheid te geven om het af te koelen (zie Sectie 3-2). Wanneer het apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken. Hulpscherm 0 5 Hulpscherm 4 Geeft een kortsluiting aan van thermistor RT2 aan de linkerzijde van de machine. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant erkende service− agent. Geeft een storing aan in het thermische beveiligingscircuit links in het apparaat. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant erkende serviceagent. 2 6 Hulpscherm 1 Geeft een storing aan in de primaire stroomkring. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant erkende service-agent. 3 Hulpscherm 2 Geeft een storing aan in het thermische beveiligingscircuit links in het apparaat. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant erkende serviceagent. 4 Hulpscherm 3 Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat Hulpscherm 5 Geeft aan dat de rechterkant van het apparaat oververhit is. Het apparaat is gestopt om de ventilator de gelegenheid te geven om het af te koelen (zie Sectie 3-2). Wanneer het apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken. 7 Hulpscherm 6 Geeft aan dat de ingangsspanning te laag is en dat het apparaat automatisch is uitgeschakeld. De normale werking is gegarandeert als de ingangsspanning boven de minimale grens ligt (15% onder de aanbevolen voedingsspanning). Als dit scherm te zien is, laat een elektricien dan de ingangsspanning controleren. 8 Hulpscherm 7 Geeft aan dat de ingangsspanning te laag is en dat het apparaat automatisch is uitgeschakeld. De normale werking is gegarandeert als de ingangsspanning onder de maximale grens ligt (15% boven de aanbevolen voedingsspanning). Als dit scherm te zien is, laat een elektricien dan de ingangsspanning controleren. Help 7 kan ook aanduiden dat er onevenwicht is op de bus voltage. 9 Hulpscherm 8 Geeft een storing aan in de secundaire stroomkring van het apparaat. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant erkende service-agent. 10 Hulpscherm 9 Geeft een kortsluiting aan van thermistor RT1 aan de rechterzijde van de machine. Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant erkende service− agent. OM-180 670 Pagina 21 5-4. Storingen Probleem Geen uitgangsspanning voor het lassen; het apparaat werkt totaal niet. Oplossing Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Sectie 3-9). Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer in (zie Sectie 3-9). Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-9). Geen uitgangsspanning om te lassen; de meter staat op ON. Indien een afstandsbediening wordt gebruikt, zich verzekeren dat de V/A−schakelaar voor de keuze van paneel−/afstandsbediening in de juiste stand staat. Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem. Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-2). Onregelmatige of onjuiste lasuitgangsspanning. Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 3-5). Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast. Geen 110V AC uitgangsspanning bij de Stel de zekering CB1 opnieuw in (zie Sectie 3-7). duplex contrastekker, de “Remote 14”-contrastekker. Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij de “Remote 14”-contrastekker. OM-180 670 Pagina 22 Stel de zekering CB2 opnieuw in (zie Sectie 3-7). SECTIE 6 − ELECTRISCH SCHEMA 197 552 Figuur 6-1. Stroomkringschema voor lasstroombronnen OM-180 670 Pagina 23 SECTIE 7 − ONDERDELENLIJST 801 605-F Figuur 7-1. Hoofdassemblage OM-180 670 Pagina 24 Item No. Dia. Mkgs. Part No. Description Quantity Figuur 7-1. Hoofdassemblage . . . 1 . . . . . . . . . . . . . . +175 148 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175 256 . . . . . 2 . . . . . . . . . . . . . . . 195 585 . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . 179 309 . . . . . 4 . . . . . HD1 . . . . . 189 567 . . . . . . . . . . . . PLG9 . . . . 130 204 . . . . . 5 . . . . . . . . . . . . . . . 194 546 . . . . . 6 . . . . . . . . . . . . . . . 175 139 . . . . . 7 . . . . . . . . . . . . . . . 181 853 . . . . . 8 . . . . . D1,2 . . . . . 201 531 . . . . . 9 . . . . . PC6 . . . . . 185 697 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 219 . . . . . 10 . . . . . . . . . . . . . . . 187 146 . . . . . 11 . . . . . . . . . . . . . . . 179 276 . . . . . 12 . . . C5,6 R1 . . . 175 194 . . . . . 13 . . . . RT1,2 . . . . 173 632 . . . . . 14 . . . . . . . . . . . . . . . 185 836 . . . . . 15 . . . . . . . . . . . . . . +183 551 . . . . . 16 . . . . . . . . . . . . . . . 604 176 . . . . . 17 . . . . . . . . . . . . . . . 182 445 . . . . . 18 . . . . . CB1 . . . . . 161 078 . . . . . 18 . . . . . CB1 . . . . . 089 807 . . . . . 19 . . . . . CB2 . . . . . 083 432 . . . . . 20 . . . . . . . . . . . . . . . 206 460 . . . . . 20 . . . . . . . . . . . . . . . 175 147 . . . . . 21 . . . . . . . . . . . . . . . 186 440 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178 563 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186 439 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179 625 . . . . . 22 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 . . . . . . . . . . . . . . . 175 282 . . . . . 24 . . . . . . . . . . . . . . . 175 138 . . . . . 25 . . . . . . . . . . . . . . . 192 853 . . . . . 26 . . . . . PC1 . . . . . 203 319 . . . . . . . . . . . . PLG2 . . . . 131 056 . . . . . . . . . . . . PLG3 . . . . 130 203 . . . . . . . . . . . . PLG5 . . . . 115 091 . . . . . . . . . . . . PLG7 . . . . 115 093 . . . . . 27 . . . . RC10 . . . . 166 679 . . . . . 28 . . . . . . T2 . . . . . . 183 261 . . . . . 28 . . . . . . T2 . . . . . . 195 829 . . . . . 29 . . . . . . . . . . . . . . . 183 549 . . . . . 30 . . . . . . . . . . . . . . +207 727 . . . . . 31 . . . . . . . . . . . . . . . 153 403 . . . . . 32 . . . . . . . . . . . . . . . 177 547 . . . . . 33 . . . . . CT1 . . . . . 175 199 . . . . . 34 . . . . . . . . . . . . . . . 025 248 . . . . . 35 . . . . . C1 . . . . . 188 446 . . . . . 36 . . . . . C3,4 . . . . . 192 935 . . . . . 37 . . . . . PC2 . . . . . 212 210 . . . . . . . . . . . . PLG13 . . . . 131 204 . . . . . . . . . . PLG14,21 . . 115 093 . . . . . 38 . . . . . . T3 . . . . . . 182 108 . . . . . 39 . . . . . . . . . . . . . . . 175 140 . . . . . 40 . . . . . . . . . . . . . . . 175 482 . . . . . 41 . . . . . . . . . . . . . . . 109 056 . . . . . 42 . . . . . SR1 . . . . . 179 629 . . . . . 43 . . . . PM1,2 . . . . 208 173 . . WRAPPER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSULATOR, side . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HANDLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LABEL, caution falling equipment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TRANSDUCER, current 300A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & PINS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUS BAR, current sensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUS BAR, output rectifier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSULATOR, screw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KIT DIODE, power module . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CIRCUIT CARD, filter board . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SPACER, nylon .203 OD x .375 ID x .750 LG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BRACKET, mtg filter board . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUSHING, snap-in nyl 1.000 ID x 1.375mtg hole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RESISTOR/CAPACITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . THERMISTOR, NTC 30K ohm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LABEL, warning exploding parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . WINDTUNNEL, LH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RECEPTACLE, str dx grd 2P3W 15A 125V (with aux. power) . . . . . . . . NUT, 1.000 NPT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CIRCUIT BREAKER, man reset 1P 7A 250VAC (with aux. power) . . . . CIRCUIT BREAKER, man reset 1P 2.5A 250VAC (without aux. power) CIRCUIT BREAKER, man reset 1P 10A 250VAC . . . . . . . . . . . . . . . . . . PANEL, rear (without aux. power) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PANEL, rear (with aux. power) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUSHING, strain relief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NUT, nylon 1.000 NPT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FTG, Bushing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CABLE, pwr 6mm 4/c 60 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PLATE, ident rear (order by model and serial number) . . . . . . . . . . . . . . COVER, receptacle (with aux. power) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BOX, louver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BRACKET, mtg contactor/capacitor/PC Board . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CIRCUIT CARD, control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TRANSFORMER, control 200/400VAC (without aux. power) . . . . . . . . . TRANSFORMER, control 200/400VAC (with aux. power) . . . . . . . . . . . . BRACKET, mtg aux transformer (with aux. power) . . . . . . . . . . . . . . . . . . WINDTUNNEL, RH . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUSHING, snap-in nyl .750 ID x 1.000mtg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUSHING, snap-in nyl 1.125mtg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TRANSFORMER, current . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . STAND-OFF, insul . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CAPACITOR, polyp film .5uf 900VDC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CAPACITOR, elctlt 2700uf 450VDC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CIRCUIT CARD, interconnect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CHOKE, common mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BRACKET, DI/DT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . COIL, DI/DT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CORE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KIT DIODE, power module . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KIT, transistor IGBT module . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 2 2 2 1 1 1 1 4 2 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 2 1 1 2 2 1 1 OM-180 670 Pagina 25 Item No. Dia. Mkgs. Part No. Description Quantity Figuur 7-1. Hoofdassemblage (vervolg) . . . 44 . . . . . . Z1 . . . . . . 173 570 . . . . . 45 . . . . . . L1 . . . . . . 173 563 . . . . . 46 . . . . . . . . . . . . . . . 207 725 . . . . . 47 . . . . . . T1 . . . . . . 179 616 . . . . . 48 . . . . . . . . . . . . . . . 207 467 . . . . . 49 . . . . . . . . . . . . . . . 175 255 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175 969 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181 197 . . . . . 50 . . . . . . . . . . . . . . . 173 693 . . . . . 51 . . . . . . . . . . . . . . . 176 736 . . . . . 52 . . . . . . . . . . . . . . . 175 132 . . . . . 53 . . . . . PC3 . . . . . 190 707 . . . . . . . . . . . . PLG11 . . . . 115 091 . . . . . 54 . . . . . FM . . . . . 175 084 . . . . . 55 . . . . . RC1 . . . . . 186 706 . . . . . 56 . . . . . . . . . . . . . . . 178 548 . . . . . 57 . . . . . C7,8 . . . . . 186 543 . . . . . 58 . . . . . . . . . . . . . . . 185 732 . . . . . 59 . . . . . . . . . . . . . . . 129 525 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145 088 . . . . . 60 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 070 590 . . . . . 61 . . . . . . . . . . . . . . . 174 992 . . . . . 62 . . . . . . . . . . . . . . . 175 855 . . . . . 63 . . . . . . . . . . . . . . . 174 991 . . . . . 64 . . . . . . . . . . . . . . . 176 226 . . . . . 65 . . . . . . S1 . . . . . 128 756 . . . . . 66 . . . . . . . . . . . . . . . 179 310 . . . . . 67 . . . . . . . . . . . . . . . 199 840 . . STABILIZER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INDUCTOR, input . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HEAT SINK, power module . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TRANSFORMER, HF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HEAT SINK, rect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSULATOR, rectifier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSULATOR, PC card . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GASKET, DI/DT rubber . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FOOT, mtg unit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SCREW, mtg foot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BASE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CIRCUIT CARD, front panel display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CONNECTOR & SOCKETS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . FAN, muffin 24VDC 3000 RPM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RECEPTACLE, w/leads & plug . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . TERMINAL, connector friction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CAPACITOR, assembly . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PANEL, front . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RECEPTACLE, twlk insul fem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KIT, connection Dinse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NAMEPLATE, (order by model and serial number) . . . . . . . . . . . . . . . . . TUBING, gl acryl .325 (order by ft) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KNOB, pointer .840 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . DOOR, front . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . KNOB, pointer 1.250 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . INSULATOR, switch power . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . SWITCH, tgl 3PST 40A 600VAC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LABEL, warning general precautionary . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . BUS BAR, diode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered. BE SURE TO PROVIDE MODEL AND SERIAL NUMBER WHEN ORDERING REPLACEMENT PARTS. OM-180 670 Pagina 26 1 1 1 1 1 1 2 1 4 4 1 1 1 1 1 2 2 1 2 1 1 1ft 2 1 2 1 1 2 2 Geldig vanaf 1 januari 2002 (Installaties waarvan het serienummer begint met “LC” of nieuwer) Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties. BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Appleton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID. Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop volgt. In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of achttien maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur gezonden is. 1. 2. 3. 4. 5. 5 jaar onderdelen − 3 jaar arbeidsloon * Originele hoofdgelijkrichters * Ondulatoren (alleen ingangs- en uitgangsspanningsgelijkrichters) 3 jaar — onderdelen en arbeidsloon * Transformator/gelijkrichter stroombronnen * Stroombronnen plasmasnijders * Semi-automatische en automatische draadaanvoereenheden * Stroomvoorziening ondulatoren * Intellitig * Lasaggregaten met aandrijfmotor (OPMERKING: Motoren vallen onder aparte garantie bij de fabrikant van de motor.) 1 jaar — onderdelen en arbeidsloon tenzij anders gespecifieerd * Draadaanvoersysteem DS-2 * Motoraangedreven pistolen (uitgezonderd de Spoolguns) * Procesbeheersingsapparatuur * Positionerings- en regelapparatuur * Automatisch bewegende apparatuur * RFCS Foot Control * IPKS stroombronnen * Waterkoelingssystemen * Gasontspanners en debietregelaars (geen arbeidsloon) * HF units * Weerstandskasten * Maxstar 85, 140 * Puntlasapparaten * Elektrische belastingsbanken * Racks * Laskarren/trailers * Plasmasnijtoortsen (behalve APT, & SAF modellen) * Inbouwopties (OPMERKING: Field Options zijn gedekt onder True Blue voor de resterende garantieperiode van het produkt waarin ze in geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.) 6 maanden — accu’s 90 dagen — onderdelen en arbeidsloon * MIG-pistolen/Tig-lastoortsen * Windingen en dekens voor inductieverwarming * APT-, ZIPCUT- & PLAZCUT-modellen plasmasnijtoortsen * Afstandsbedieningen * Toebehoren * Vervangende onderdelen (niet het werkloon) * Spoolmate Spoolguns * Beschermzeil Miller’s True Blue Beperkte garantie geldt niet voor: 1. Elektrodepunten, snijmondstukken, schakelaars, borstels, sleepringen, relais of andere onderdelen die niet meer werken als gevolg van normale slijtage (Uitzondering: borstels, sleepringen en relais zijn wel onder garantie op de modellen Bobcat, Trailblazer en Legend) 6. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten. 7. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor de installatie. MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES. In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant. Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan. VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST). MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT. Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat verschillen. In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per provincie verschillen. miller_warr_dut 6/02 Papieren van de eigenaar S.v.p. volledig invullen en goed bewaren. Naam van het model Aankoopdatum Serie-/typenumber (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.) Leverancier Adres Plaats Staat Postcode Beschikbare middelen Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden Optionele apparatuur en accessoires Persoonlijke beschermingsmiddelen Service en reparaties Miller Electric Mfg. Co. Vervangende onderdelen Trainingen en opleidingen (scholen, videos, boeken) Technische handboeken (onderhoudsinformatie en onderdelen) Stroomkringschema’s Handboeken over lasprocessen An Illinois Tool Works Company 1635 West Spencer Street Appleton, WI 54914 USA International Headquarters−USA USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended USA & Canada FAX: 920-735-4134 International FAX: 920-735-4125 European Headquarters − United Kingdom Phone: 44 (0) 1204-593493 FAX: 44 (0) 1204-598066 www.MillerWelds.com Neem contact op met het vervoersbedrijf: Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of beschadiging tijdens verscheping, Neem contact op met de transportafdeling van uw distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims. PRINTED IN USA 2003 Miller Electric Mfg. Co 1/03
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project