advertisement
P-C3060 MFP
P-C3065 MFP
GEBRUIKERSHANDLEIDING
> Inleiding
Inleiding
Hartelijk dank voor de aankoop van de P-C3060 MFP/P-C3065 MFP.
Deze gebruikershandleiding is bedoeld om u te helpen het apparaat correct te bedienen, routine-onderhoud uit te voeren en storingen te voorkomen zodat het apparaat steeds in de optimale condities kan worden benut.
Gelieve deze gebruikershandleiding aandachtig door te nemen alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
Wij raden u aan vervangartikelen van ons eigen merk te gebruiken.
Gelieve onze originele tonercontainers te gebruiken die zijn onderworpen aan strenge kwaliteitscontroles en inspectieprocedures.
Het gebruik van niet-originele toners kan tot storingen leiden.
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van niet-originele artikelen voor dit apparaat.
i
Inhoud
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie .......................... 1-1
Energy Star (ENERGY STAR®) programma .......................................................... 1-14
Het apparaat installeren en configureren ............................................ 2-1
ii
Voorbereiding voor het gebruik ............................................................ 3-1
Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een PC ...... 3-13
De computernaam en de volledige computernaam noteren ................................... 3-13
De gebruikersnaam en de domeinnaam noteren .................................................... 3-14
Een gedeelde map aanmaken, een gedeelde map noteren ................................... 3-15
Venster afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma ...................................... 4-5
De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma wijzigen (Windows 7) ...... 4-7
Bediening van het apparaat .................................................................. 5-1
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) ................ 5-24
iii
Gebruik van de verschillende functies ................................................ 6-1
Verwisselbaar geheugen (Bestand opslaan, documenten afdrukken) ...................... 6-7
Problemen oplossen ............................................................................. 7-1
iv
> Overzicht
Overzicht
Dit apparaat is standaard uitgerust met kopieer- en printfuncties en kan een gescande afbeelding verzenden als bijlage bij een emailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Bij producten met een faxfunctie kan ook de faxfunctie worden gebruikt.
Origineel Elektronische gegevens USB geheugen Faxgegevens
Embedded Web Server RX
U kunt de status en de instellingen van dit apparaat controleren en wijzigen via een internetbrowser op uw computer
Embedded Web Server RX (pagina 2-38)
Embedded Web Server RX User
Guide
Outputgegevens
Beveiliging
U kunt de beveiligingsniveaus van het apparaat gebruiken naargelang uw behoeften.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Deze functie is handig voor tal van toepassingen, met inbegrip van het opslaan van gegevens in het apparaat en op een USBgeheugenstick.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Kopieerfuncties Printerfuncties Verzendfuncties USB geheugen Faxfuncties
Afdrukken vanaf PC (pagina 4-1)
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Gebruikershandleiding voor de fax
OPMERKING
• Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen, dient u het volgende te lezen:
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie (pagina 1-1)
• Voor de voorbereidingen voor het gebruik van het apparaat, zoals de kabelverbindingen en de installatie van software, raadpleeg:
Het apparaat installeren en configureren (pagina 2-1)
• Voor instructies over het plaatsen van papier, het aanmaken van gedeelde mappen en het toevoegen van adressen aan het adresboek, raadpleeg:
Voorbereiding voor het gebruik (pagina 3-1)
v
> Apparaatspecificaties
Apparaatspecificaties
Dit apparaat is uitgerust met vele handige functies.
Gebruik van de verschillende functies (pagina 6-1)
Hier volgen enkele voorbeelden.
Optimaliseer uw workflow op kantoor
Veelgebruikte functies oproepen met een druk op een toets (Programma)
Originelen met verschillende formaten tegelijk scannen (Originelen met verschillende formaten)
Een groot aantal originelen in verschillende batches scannen en als een taak produceren (Continu scannen)
1 11 21
1~10 11~20 21~30
1
1~30
U kunt veelgebruikte functies programmeren.
Door veelgebruikte instellingen als favorieten te registreren, kunt u de instellingen gemakkelijk oproepen. Het gebruik van deze favorieten levert ook dezelfde resultaten indien bediend door een andere persoon.
Dit is handig bij het voorbereiden van conferentiemateriaal.
U kunt de originelen met verschillende formaten in één keer tegelijk instellen, zodat u de originelen niet opnieuw hoeft in te stellen, ongeacht het formaat.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Dit is handig bij het voorbereiden van een groot aantal folders.
Wanneer een groot aantal originelen niet in de documenttoevoer tegelijk kan worden geplaatst, kunnen de originelen in afzonderlijke batches worden gescand en vervolgens worden gekopieerd of verzonden als een taak.
Optimaliseer uw workflow op kantoor
Eenmalig verzenden met meerdere verzendopties (Multi-versturen)
Veelgebruikte documenten in het apparaat opslaan (custom box)
Een fax vanaf een PC verzenden
(Een fax vanaf een PC verzenden)
U kunt een zelfde document naar de verschillende bestemmingen verzenden m.b.v. een andere methode.
U kunt meerdere bestemmingen met verschillende verzendmethoden opgeven, zoals e-mail, SMB en fax.
U kunt uw workflow reduceren door taken een voor een te versturen.
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multiversturen) (pagina 5-24)
U kunt veelgebruikte documenten in het apparaat opslaan en afdrukken wanneer dat nodig is.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
U kunt deze methode toepassen om faxen te verzenden en het papierverbruik te besparen.
U kunt een te faxen bestand vanaf de PC verzenden zonder het te hoeven afdrukken, zodat u het papierverbruik kunt reduceren en verzendtaken op doeltreffende wijze kunt uitvoeren.
Gebruikershandleiding voor de fax
vi
> Apparaatspecificaties
Bespaar energie en kosten
Bespaar de nodige energie
(Energiebesparende functie)
Tonerverbruik voor het afdrukken reduceren (EcoPrint)
Papierverbruik verminderen
(Zuinig afdrukken)
Off
Dit apparaat is uitgerust met een energiebesparingsfunctie die automatisch de slaapstand inschakelt.
Energiebesparingsfunctie (pagina 2-
U kunt besparen op het tonerverbruik met deze functie.
Als u alleen de gedrukte inhoud hoeft te controleren, zoals een proefafdruk of een kladversie, dan kunt u deze functie gebruiken om te besparen op het tonerverbruik.
Gebruik deze functie wanneer geen hoogwaardige afdrukkwaliteit is vereist.
U kunt originelen afdrukken op beide zijden van het papier. U kunt ook meerdere originelen op een vel afdrukken.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Bespaar energie en kosten
Lege pagina's overslaan tijdens het afdrukken (Lege pagina overslaan)
Een fax verzenden om op verbindingskosten te besparen
(Uitgestelde faxverzending)
Maak aantrekkelijke documenten
Doorschijnen van beelden voorkomen
(Doorschijnen voorkomen)
Als er lege pagina's in een gescand document zijn, dan worden met deze functie de lege pagina’s overgeslagen en alleen de niet lege pagina's afgedrukt.
Blanco pagina overslaan (pagina 6-
Met deze functie kunt u besparen op de verbindingskosten.
De verbindingskosten kunnen worden gereduceerd door het instellen van de timer op het tijdstip waarop de verbindingskosten laag/lager zijn.
Gebruikershandleiding voor de fax
U kunt voorkomen dat beelden op de achterzijde doorschijnen bij het scannen van dunne originelen.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
vii
> Apparaatspecificaties
Veiligheid verbeteren
Een PDF-bestand met wachtwoord beveiligen (PDF-encryptie functies)
Gegevens op de SSD beschermen
(Encryptie/ overschrijven)
Verlies van afgewerkte documenten voorkomen (Privé-afdruk/opgeslagen taak)
Gebruik het wachtwoord voor PDFformaten om de weergave, het afdrukken en het bewerken van een document te beperken.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
U kunt onnodige gegevens overschrijven die automatisch op de SSD blijven.
Om de gegevens vertrouwelijk te houden, kan het apparaat de gegevens coderen voordat ze op de SSD worden opgeslagen.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
U kunt een printer document tijdelijk opslaan in de machine. Door het document vanaf de machine af te drukken, voorkomt u dat iemand uw document kan nemen.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Veiligheid verbeteren
Inloggen met ID-kaart
(Kaartauthenticatie)
Veiligheid verbeteren
(Instellingen voor beheerder)
Functies efficiënter gebruiken
Het apparaat stiller maken
(Stille modus)
OK !
U kunt inloggen door gewoon een IDkaart aan te raken. U hoeft uw gebruikersnaam en wachtwoord niet in te voeren.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Voor meer veiligheid zijn voor beheerders diverse functies beschikbaar.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
U kunt het apparaat stiller maken door zijn geproduceerde geluid te verlagen. U kunt deze modus per taak configureren.
viii
> Apparaatspecificaties
Functies efficiënter gebruiken
Het apparaat installeren zonder netwerkkabels (Draadloos netwerk)
USB-geheugen gebruiken
(USB-geheugen)
Bestandsformaat opgeven
(Bestandsformaat)
In een omgeving waar het draadloze LAN wordt gebruikt, kunt u het apparaat installeren zonder netwerkkabels.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Dit is handig wanneer u een document buiten uw kantoor moet afdrukken of als u een document niet vanaf uw pc kunt afdrukken.
U kunt het document afdrukken vanaf het
USB-geheugen door het rechtstreeks op het apparaat aan te sluiten.
Ook originelen gescand op de machine kunnen worden opgeslagen op het USBgeheugen.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
U kunt verschillende bestandsformaten selecteren bij het verzenden/opslaan van afbeeldingen.
Functies efficiënter gebruiken
Werking op afstand
(Embedded Web Server RX)
U kunt toegang op afstand krijgen tot het apparaat voor het afdrukken, verzenden of downloaden van gegevens.
Beheerders kunnen het gedrag van het apparaat of de instellingen configureren.
Embedded Web Server RX (pagina
ix
> Functies kleur en beeldkwaliteit
Functies kleur en beeldkwaliteit
Het apparaat is uitgerust met diverse functies voor kleur- en beeldkwaliteit. U kunt de gescande afbeelding naar believen aanpassen.
Basis kleurstanden
De volgende basiskleurstanden zijn beschikbaar.
Kleurstand
Auto kleur
Beschrijving
Herkent automatisch of het gescande document in kleur of zwart-wit is.
Voor
Referentiebeeld
Na
Referentiepagina
Full Color
Scant het document in full color.
Grijstinten
Scant het document in grijstinten.
Zwart-Wit
Scant het document in zwart-wit.
Voor meer informatie, raadpleeg:
x
> Functies kleur en beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit en kleur aanpassen
Om de beeldkwaliteit of de kleur van een beeld aan te passen, gebruik de volgende functies.
Ik wil...
Voorbeeldafbeelding
Voor Na
Functie
De beeldkwaliteit nauwkeurig aanpassen.
De dichtheid aanpassen.
Dichtheid
Pagina
Kleurbalans ―
De kleur aanpassen door de blauwe of rode tinten te accentueren.
Voorbeeld: Accentuering van rood
De verzadiging aanpassen
De beeldkwaliteit nauwkeurig aanpassen
De beeldomlijning vervagen of accentueren.
Voorbeeld: De beeldomlijning accentueren.
Het verschil tussen donkere en lichte delen van het beeld aanpassen.
De achtergrond van een document donkerder of lichter maken (het gebied zonder tekst of afbeeldingen).
Voorbeeld: De achtergrond lichter maken
Doorschijnen voorkomen bij dubbelzijdige originelen.
De gescande afbeelding aanpassen
De bestandsgrootte reduceren en de tekens duidelijk weergeven
Verzadiging
Scherpte ―
Contrast ―
Dichtheid achtergrond ―
Doorschijnen voorkomen
Bestandsindeling
[PDF met hoge. compressive]
―
―
― xi
> Handleidingen meegeleverd met het apparaat
Handleidingen meegeleverd met het apparaat
Bij dit apparaat worden de volgende handleidingen geleverd. Raadpleeg elke handleiding wanneer nodig.
De inhoud van deze handleidingen kan zonder nadere kennisgeving worden aangepast wanneer de prestaties van het apparaat worden verbeterd.
Gedrukte handleidingen
Voor een snel gebruik van dit apparaat
Voor een veilig gebruik van dit apparaat
Quick Guide
Bevat de basisfuncties van de machine, instructies voor optimaal gebruik van de functies, instructies voor routineonderhoud en instructies voor het oplossen van storingen.
Safety Guide
Bevat informatie over veiligheid en waarschuwingen over installatieomgeving en gebruik van dit apparaat. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
Safety Guide (P-C3060 MFP/P-C3065 MFP)
Omvat de benodigde installatieruimte, de waarschuwingsetiketten en andere veiligheidsinformatie. Lees deze handleiding voor u het apparaat in gebruik neemt.
xii
> Handleidingen meegeleverd met het apparaat
Handleidingen (PDF) op de DVD (Product Library)
Voor een attent gebruik van het apparaat
Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Bevat instructies voor het laden van papier en het kopiëren, printen en scannen alsook de standaardinstellingen en overige informatie.
Gebruik van de faxfuncties
Gebruik van de IDkaart
Veiligheid verbeteren
Gebruikershandleiding voor de fax
Bevat instructies voor het gebruik van de faxfunctie.
Card Authentication Kit (B) Operation Guide
Bevat instructies over de authenticatie met behulp van de ID-kaart.
Data Security Kit (E) Operation Guide
Bevat instructies voor de invoer en het gebruik van de Data Security Kit (E), voor het overschrijven en coderen van gegevens.
Machine-informatie eenvoudig registreren en instellingen configureren
Embedded Web Server RX User Guide
Bevat instructies over toegang tot de machine vanaf een webbrowser op uw computer om de instellingen te controleren en te wijzigen.
Gegevens vanaf een computer afdrukken
Direct afdrukken van een PDF-bestand
Printing System Driver User Guide
Bevat instructies over de installatie van de printerdriver en het gebruik van de printerfunctie.
Network Tool for Direct Printing Operation Guide
Bevat instructies over het afdrukken van PDF-bestanden zonder Adobe Acrobat of Reader te moeten lanceren.
Toezicht houden op het apparaat en printers van het netwerk
NETWORK PRINT MONITOR User Guide
Bevat instructies over het toezicht op uw netwerkprinter systeem (het apparaat) met
NETWORK PRINT MONITOR.
De afdruk- of scanstand aanpassen
Maintenance Menu User Guide
Het menu onderhoud bevat instructies voor de configuratie van de printserver, het scannen en andere instellingen.
Installeer de volgende versies van Adobe Reader om de handleidingen op de DVD te bekijken.
Versie 8.0 of hoger xiii
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Overzicht van de handleiding
Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken.
Hoofdstuk
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie
Inhoud
Bevat voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het gebruik van het apparaat en informatie over handelsmerken.
Het apparaat installeren en configureren
Beschrijft de onderdeelnamen, kabelaansluitingen, installatie van de software, aanmelden, afmelden, en andere zaken met betrekking tot het beheer van het apparaat.
Voorbereiding voor het gebruik
Beschrijft de nodige voorbereidingen en instellingen voor gebruik van de machine, zoals het gebruik van het bedieningspaneel, papier laden, en een adresboek aanmaken.
Beschrijft de functies die beschikbaar zijn wanneer het apparaat als printer wordt gebruikt.
Beschrijft de basisinstructies voor gebruik van het apparaat, zoals het plaatsen van originelen, het maken van kopieën, het verzenden van documenten, en het gebruik van documentboxen.
Beschrijft handige functies die beschikbaar zijn op het apparaat.
Gebruik van de verschillende functies
Geeft instructies over wat te doen wanneer de toner op is, er een fout wordt weergegeven, of als het papier vastloopt of een ander probleem optreedt.
Beschrijft handige opties die beschikbaar zijn voor het apparaat. Biedt informatie over mediatypen en papierformaten, en bevat een verklarende woordenlijst. Bevat uitleg over het invoeren van tekens en een overzicht van de specificaties van het apparaat.
xiv
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Vormgevingselementen in deze handleiding
Adobe Reader XI wordt als voorbeeld genomen in de onderstaande uitleg.
Klik op een item in de inhoudsopgave om naar de bijbehorende pagina te gaan.
Klik om van de huidige pagina naar de vorige pagina te gaan. Dit is handig als u wilt terugkeren naar de pagina van waaruit je naar de huidige pagina bent gegaan.
BELANGRIJK
Geeft de operationele eisen en beperkingen aan om de machine correct te doen werken en om schade aan het apparaat of andere apparatuur te voorkomen.
OPMERKING
Geeft bijkomende verklaringen en referentie-informatie voor bewerkingen.
Raadpleeg
Klik op de onderstreepte tekst om naar de bijbehorende pagina te gaan.
VOORZICHTIG
Geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of materiële schade.
OPMERKING
De items die worden weergegeven in Adobe Reader variëren, afhankelijk van de gebruikswijze. Als de inhoudsopgave of de gereedschappen niet worden weergegeven, raadpleeg Adobe Reader Help.
Bepaalde items zijn in deze handleiding aangegeven met de onderstaande vormgevingselementen.
Vormgevings-
[
Vet
]
element
"Normaal"
Geeft toetsen en knoppen aan.
Geeft een bericht of instelling aan.
Beschrijving
xv
> Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
Vormgevingselementen bij procedures voor bediening van het apparaat
In deze gebruikershandleiding wordt de aaneensluitende bediening als volgt weergegeven:
Bedieningsprocedure
Druk op de toets [
Systeemmenu/Tellers
].
Druk op de toets [ ▲ ] of [ ] om [
Algemene instell
] te selecteren.
Druk op de toets [
OK
].
Procedure aangegeven in deze handleiding
Toets [
SysteemmenuTellers
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Algemene instell
] > toets [
OK
] xvi
> Menudiagram
Menudiagram
Hier volgt een lijst met menu's die op het berichtenscherm kunnen verschijnen. Afhankelijk van de instellingen, kunnen sommige menu's niet worden weergegeven. Sommige menunamen kunnen verschillen van de aangegeven titels.
)
)
)
Dubbelzijdig (
Zoomen (
Combin. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Richting orig. (
Vers.form.origi. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Origineel beeld (
)
Dichtheid (
)
)
Best.naam inv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Meld. taak. volt. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Priorit.onderdr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleurselectie (
Kleurbalans (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.)
Scherpte (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Contrast (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Dichth.achtergr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Verzadiging (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.)
D.sch.voorkomen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Blc.pag.oversl. (
xvii
> Menudiagram
Mij(E-mail) (
E-mail (
Map (SMB) (
Map (FTP) (
WSD-scan (
FAX (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
)
Kleurselectie (
Origineel beeld (
)
)
Verzendformaat (
Zoomen (
Richting orig. (
Vers.form.origi. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
)
)
Best.naam inv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
)
Meld. taak. volt. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Faxresolutie (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Uitgestelde fax (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Directe faxverz. (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
FAX Polling RX (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
FAX TX-rapport (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Dichtheid (
)
FTP-cod. ontv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
)
Scherpte (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Contrast (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Dichth.achtergr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
D.sch.voorkomen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Blc.pag.oversl. (
xviii
> Menudiagram
Custom box
(Bestandselectie)
Afdr. (Set Wijz.)
)
)
)
)
)
Best.naam inv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Meld. taak. volt. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Vak Subadres (Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax.)
Polling box (Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax.)
Taakvenster
Persoonlijk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Snelle kopie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
USBgeheugen
Bestand opslaan
)
Kleurselectie (
Priorit.onderdr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Verw. na afdruk. ( pagina 6-22
)
)
)
Opslagformaat (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
)
)
Vers.form.origi. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Continu scannen (
)
)
Best.naam inv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Meld. taak. volt. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Dichtheid (
Duplex (
Scherpte (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Contrast (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Dichth.achtergr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
D.sch.voorkomen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Blc.pag.oversl. (
xix
> Menudiagram
USBgeheugen
(Bestandselectie)
Afdrukken
)
)
)
)
)
Best.naam inv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Meld. taak. volt. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Priorit.onderdr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleurselectie (
Gecodeerde PDF (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
JPEG/TIFF-afdruk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
XPS pag. aanp. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xx
> Menudiagram
Programma oproepen (
)
Status afdr.taak (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taakstatus verst. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taakst. opslaan (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Geplande taak (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Status afdr.taak (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Log afdruktaak (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Takenlog opslaan (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
FAX taaklog (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Scanner (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Printer (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
FAX (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Tonerstatus (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Papierstatus (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
USB-geheugen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
SSD (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
USB-toetsenbord (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Netwerk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Optie netwerk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Draadloos netw. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxi
> Menudiagram
Rapport
Druk rapport af
Menu overzicht (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Statuspagina (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Lettertypes (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Opt NW Status (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Inst.beh.rapport (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Inst.result.rapp (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taakloggeschied.
Autom. verzenden (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Verzend geschied (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Bestemming (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Onderwerp (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Pers. info. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxii
> Menudiagram
Systeem/Netwerk Netwerk inst.
TCP/IP instel.
TCP/IP (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
IPv4 Instelling (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
IPv6 Instelling (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Bonjour (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Protocoldetail (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
WSD-scan (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
WSD-afdruk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
IPSec (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Veilige protocol (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Hostnaam (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
LAN-interface (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Ping (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Netw.opn.opstart (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Basis (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Option. netwerk
Draadloos netw.
Instellingen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Basis (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
NW InterfaceZend (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
I/F Vergr. Inst.
USB-host (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
USB-apparaat (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
USB-opslag (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Option. interf.1 (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Option. interf.2 (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Beveiligingsniv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Data beveiliging (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Herstart (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Optionele funct. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxiii
> Menudiagram
Aanm./Taakacc.
Inst. gebr.aanm.
Aanmelding gebr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Lijst lok.gebr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Lokale authoris. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Accountvergr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Instell.ID-kaart
Toets Aanmelden (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Aanv.Verificat. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Groepsautoris. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taakacc. inst.
GastMacht. inst. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Nw gebr.eigensch (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taakaccounting (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Toeg.accounting (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Accountrapport (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Totaal account (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Ind. taak. acc. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Accountlijst (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Stand.instelling
Limiet toepassen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Tell. kop./afdr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Tellerlimiet (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Onbek. ID taak (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Eigenschap gebr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.)
xxiv
> Menudiagram
Algemene instell
Taal (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Standaardscherm (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Geluid
Alarm (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Fax-speaker (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Fax-monitor (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Helderheid (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Inst. orig./pap.
Custom form.orig (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Stn orig. form. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Custom papierfmt (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 1 inst.
Cassette 1 frmt (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 1 soort (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 2 inst.
Cassette 3 inst.
Cassette 2 frmt (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 2 soort (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 3 frmt (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 3 soort (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 4 inst.
Cassette 4 frmt (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cassette 4 soort (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxv
> Menudiagram
Algemene instell Inst. orig./pap.
Vooringest. lim. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Maateenheid (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Foutafhandeling
Fout dubbelz pap (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Fout papiertype (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Datuminstelling
Zwart - wit (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Stand.papierbron (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Act. spec.papier (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Datum/tijd (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Datumnotatie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Tijdzone instell (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Zomertijd (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Timerinstelling
Inst. MF-lade
MP-lade form. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
MP-lade type (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Inst. mediatype (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Media voor Auto
Full Color (Raadpleeg de
gebruikershandleiding
.)
Engelse
Reset Inst Autom (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Schermtimer res. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Slaapstandniveau (modellen uitgez. voor Europa) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Regels slaapst. (modellen voor Europa) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Timer slaapstand (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Fouten aut. verw. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Fout wis timer (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Onbruikbare Tijd (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Ping Time-out (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxvi
> Menudiagram
Algemene instell Stand.inst.funct
Kleurselectie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Scanresolutie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Faxresolutie (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Orig.afbld.(Kop) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Orig.afbld.(Verz) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Zoomen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Sorteren (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Richting orig. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Achtergr(Kop.) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Achtergr(verz.) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
EcoPrint (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Voork.Doorschijn (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Voork.Doorschijn (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
BlcOversl(Kop) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
BlcOversl(Zend) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Best.naam inv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Onderwerp/tekst (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Con.scanBehFAX (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Cont.scn-FAX (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Bestandsformaat (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Best.scheiden (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
JPEG/TIFF-afdruk (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
XPS pag. aanp. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxvii
> Menudiagram
Algemene instell
Kopiëren
Stand.inst.funct
Detailinstelling
Aanmelding (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
RAM-disk mode (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
SSD formatteren (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
SD-kaart format. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Option. geheugen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Status/Log wrgv. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
USB-toetsenb.typ (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
PDF mt hog.cmpr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
BlcNiv.(Kopie) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
BlcNiv.(Zend) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Toneralarmniveau (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleur toner leeg (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Papierselectie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Autom.papiersel. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Aut. Priorit. % (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Prior.voorbeh. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
DP-leesactie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.)
Kies toetsenset. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
2-in-1 -lay-out (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
4-in-1 -lay-out (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kader (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Orig.binden (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Binden voltooien (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Beeldkwaliteit (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleur TIFF-comp. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
PDF/A (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxviii
> Menudiagram
Printer
Emulatie inst. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleurmodus (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
EcoPrint (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
A4/Lett override (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Duplex (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Exempl. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Afdrukrichting (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Glans mode (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Brede A4 (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Timeout doorvoer (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
LF-actie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
CR-actie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taaknaam (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Gebruikersnaam (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Priorit. MP-bak (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Verzend-
Papierinvoer (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Autom. cas. verw (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kies toetsenset. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Bestemm.contr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Nwe best.Invoer. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Nr.herh.bestemm. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Standaardscherm (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Verz. en doorst. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
FAX (Raadpleeg Gebruikershandleiding voor de fax.)
Documentbox
Custom box (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Vak Subadres (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Taakvenster
Snelkopie taken (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Taakbeh. wissen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Opslagmedia (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Polling box (Raadpleeg
Gebruikershandleiding voor de fax
.)
Kies toetsenset. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Bestemming wijz.
Adresboek (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Lijst afdr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
AdrBoekStand. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxix
> Menudiagram
Inst./Onderhoud
Stille modus (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Inst. kop. dichth. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Verz./boxdichth. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Contrast (Kopie) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Contrast (Verz) (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Dichth.achtergr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Aut. kleurcorr. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleurkalibratie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Kleurregistratie (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Corr. zw. lijnen (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
Service inst. (Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.)
xxx
1 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie
Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen.
1-1
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Mededeling
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven.
WAARSCHUWING
: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar.
VOORZICHTIG
: Dit geeft aan dat wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u zich niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging.
Symbolen
Symbool
geeft aan dat het betreffende gedeelte veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnenin het symbool aangegeven.
... [Algemene waarschuwing]
... [Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niet-toegestane handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling]
... [Demontage verboden]
Symbool geeft aan dat het betreffende gedeelte informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd.
Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnenin het symbool aangegeven.
... [Waarschuwing voor vereiste handeling]
... [Haal de stekker uit het stopcontact]
... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervangend exemplaar te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt (tegen betaling).
OPMERKING
Originele documenten die heel erg op een bankbiljet lijken kunnen mogelijkerwijs niet goed gekopieerd worden omdat dit apparaat voorzien is van een functie die valsmunterij voorkomt.
1-2
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Bedrijfsomgeving
De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is:
Temperatuur
Luchtvochtigheid
10 tot 32,5 °C
(Maar luchtvochtigheid moet 70% of minder bedragen bij temperatuur van 32,5 °C.)
10 tot 80%
(Maar temperatuur moet 30 °C of minder bedragen bij luchtvochtigheid van 80%.)
Vermijd de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat.
• Vermijd plaatsen in de buurt van een raam of direct in het zonlicht.
• Vermijd plaatsen met trillingen.
• Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen.
• Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht.
• Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Als de vloer niet bestand is tegen zwenkwieltjes, is het mogelijk dat de vloer beschadigd raakt wanneer het apparaat na de installatie wordt verplaatst.
Tijdens het kopiëren komen er kleine hoeveelheden ozon vrij, maar deze hoeveelheden vormen geen gezondheidsrisico. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de geur onaangenaam worden. Een geschikte omgeving voor kopieerwerk moet goed geventileerd zijn.
1-3
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Waarschuwingen bij het gebruik van verbruiksartikelen
VOORZICHTIG
Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
Houd onderdelen die toner bevatten buiten het bereik van kinderen.
Als er onverhoopt lekkage plaatsvindt uit delen die toner bevatten, voorkom dan inademing en inslikken en voorkom contact met uw ogen en huid.
• Als u toch toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met een arts.
• Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 glazen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
• Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als uw ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts.
• Als u toner op de huid krijgt, wast u uw huid met water en zeep.
Probeer geen onderdelen die toner bevatten open te breken of te vernietigen.
Overige voorzorgsmaatregelen
Lever de lege tonercontainer en de tonerafvalbak in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainer en tonerafvalbak worden gerecycled of verwijderd volgens de betreffende voorschriften.
Bewaar het apparaat op een plaats die niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
Bewaar het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet hoger wordt dan 40 ºC en waar zich geen sterke schommelingen in temperatuur of vochtigheid voordoen.
Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan het papier uit de cassette en de multifunctionele (MF) lade, leg het terug in de oorspronkelijke verpakking en maak deze weer dicht.
1-4
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Veiligheid van de laserstraal (Europa)
Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen.
Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van Class 1 volgens IEC/EN 60825-1:2007.
Voorzichtig
: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die toegankelijk is voor de gebruiker.
Voor wat betreft CLASS 1 laserproducten, wordt informatie op het typeplaatje verstrekt.
1-5
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen
Het kan verboden zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren/scannen zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht.
Het kopiëren/scannen van de volgende voorwerpen is verboden en kan beboet worden. Dit sluit andere voorwerpen niet uit. Maak niet bewust een kopie/scan van voorwerpen die niet gekopieerd/gescand mogen worden.
• Papiergeld
• Bankbiljetten
• Waardepapieren
• Stempels
• Paspoorten
• Certificaten
Plaatselijke wetten en bepalingen kunnen mogelijk het kopiëren/scannen van ander materiaal dan hierboven is vermeld verbieden of beperken.
EN ISO 7779
Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV, 06.01.2004: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB (A) oder weniger gemäß EN ISO 7779.
EK1-ITB 2000
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden.
1-6
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Wettelijke kennisgevingen
Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele handleiding of een deel daarvan zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-eigenaar is verboden.
Wat betreft handelsnamen
• PRESCRIBE is een geregistreerd handelsmerk van Kyocera Corporation.
• KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows Server 2008, Windows 7,
Windows Server 2012, Windows 8, Windows 8.1 en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• PCL is een handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
• Adobe Acrobat, Adobe Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
• Ethernet is een geregistreerd handelsmerk van Xerox Corporation.
• IBM en IBM PC/AT zijn handelsmerken van International Business Machines Corporation.
• AppleTalk, Bonjour, Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
• Alle Europese lettertypen die in dit apparaat zijn geïnstalleerd, worden gebruikt onder licentieovereenkomst met
Monotype Imaging Inc.
• Helvetica, Palatino en Times zijn geregistreerde handelsmerken van Linotype GmbH.
• ITC Avant Garde Gothic, ITC Bookman, ITC ZapfChancery en ITC ZapfDingbats zijn geregistreerde handelsmerken van International Typeface Corporation.
• ThinPrint is een handelsmerk van Cortado AG in Duitsland en andere landen.
• UFST™ MicroType® lettertypen van Monotype Imaging Inc. zijn geïnstalleerd in dit apparaat.
• Dit apparaat bevat software met modules die zijn ontwikkeld door de Independent JPEG Group.
• iPad, iPhone en iPod zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
• AirPrint en het AirPrint logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
• iOS is een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco in de V.S. en andere landen en wordt onder licentie door Apple Inc. gebruikt
• Google en Google Cloud Print™ zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken van Google Inc.
Alle overige merk- en productnamen zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven. De symbolen ™ en ® worden niet gebruikt in deze gebruikershandleiding.
1-7
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
GPL/LGPL
Dit product is voorzien van GPL- (http://www.gnu.org/licenses/gpl.html) en/of LGPL- (http://www.gnu.org/licenses/ lgpl.html) software als onderdeel van de firmware. U kunt de broncode verkrijgen en het is toegestaan het te kopiëren, te verspreiden en te wijzigen conform de voorwaarden van GPL/LGPL.
OpenSSL License
Copyright (c) 1998-2006 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit.
(http://www.openssl.org/)"
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission.
For written permission, please contact [email protected].
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment: "This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT "AS IS" AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED
WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR
ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON
ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Original SSLeay License
Copyright (C) 1995-1998 Eric Young ([email protected]) All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young ([email protected]). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are adhered to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the
SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson ([email protected]).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1-8
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young ([email protected])"
The word 'cryptographic' can be left out if the routines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must include an acknowledgement: "This product includes software written by Tim Hudson ([email protected])"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A
PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE
FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE,
DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
Monotype Imaging License Agreement
1
Software
shall mean the digitally encoded, machine readable, scalable outline data as encoded in a special format as well as the UFST Software.
2 You agree to accept a non-exclusive license to use the Software to reproduce and display weights, styles and versions of letters, numerals, characters and symbols (
Typefaces
) solely for your own customary business or personal purposes at the address stated on the registration card you return to Monotype Imaging. Under the terms of this License Agreement, you have the right to use the Fonts on up to three printers. If you need to have access to the fonts on more than three printers, you need to acquire a multiuser license agreement which can be obtained from
Monotype Imaging. Monotype Imaging retains all rights, title and interest to the Software and Typefaces and no rights are granted to you other than a License to use the Software on the terms expressly set forth in this Agreement.
3 To protect proprietary rights of Monotype Imaging, you agree to maintain the Software and other proprietary information concerning the Typefaces in strict confidence and to establish reasonable procedures regulating access to and use of the Software and Typefaces.
4 You agree not to duplicate or copy the Software or Typefaces, except that you may make one backup copy. You agree that any such copy shall contain the same proprietary notices as those appearing on the original.
5 This License shall continue until the last use of the Software and Typefaces, unless sooner terminated. This License may be terminated by Monotype Imaging if you fail to comply with the terms of this License and such failure is not remedied within thirty (30) days after notice from Monotype Imaging. When this License expires or is terminated, you shall either return to Monotype Imaging or destroy all copies of the Software and Typefaces and documentation as requested.
6 You agree that you will not modify, alter, disassemble, decrypt, reverse engineer or decompile the Software.
7 Monotype Imaging warrants that for ninety (90) days after delivery, the Software will perform in accordance with
Monotype Imaging-published specifications, and the diskette will be free from defects in material and workmanship.
Monotype Imaging does not warrant that the Software is free from all bugs, errors and omissions.
The parties agree that all other warranties, expressed or implied, including warranties of fitness for a particular purpose and merchantability, are excluded.
8 Your exclusive remedy and the sole liability of Monotype Imaging in connection with the Software and Typefaces is repair or replacement of defective parts, upon their return to Monotype Imaging.
In no event will Monotype Imaging be liable for lost profits, lost data, or any other incidental or consequential damages, or any damages caused by abuse or misapplication of the Software and Typefaces.
9 Massachusetts U.S.A. law governs this Agreement.
1-9
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
10 You shall not sublicense, sell, lease, or otherwise transfer the Software and/or Typefaces without the prior written consent of Monotype Imaging.
11 Use, duplication or disclosure by the Government is subject to restrictions as set forth in the Rights in Technical Data and Computer Software clause at FAR 252-227-7013, subdivision (b)(3)(ii) or subparagraph (c)(1)(ii), as appropriate.
Further use, duplication or disclosure is subject to restrictions applicable to restricted rights software as set forth in
FAR 52.227-19 (c)(2).
12 You acknowledge that you have read this Agreement, understand it, and agree to be bound by its terms and conditions. Neither party shall be bound by any statement or representation not contained in this Agreement. No change in this Agreement is effective unless written and signed by properly authorized representatives of each party.
By opening this diskette package, you agree to accept the terms and conditions of this Agreement.
Knopflerfish License
This product includes software developed by the Knopflerfish Project.
http://www.knopflerfish.org
Copyright 2003-2010 The Knopflerfish Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
- Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
- Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
- Neither the name of the KNOPFLERFISH project nor the names of its contributors may be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS AND CONTRIBUTORS "AS IS" AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE
COPYRIGHT OWNER OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF
SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION)
HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR
TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Apache License (Version 2.0)
Apache License
Version 2.0, January 2004 http://www.apache.org/licenses/
TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION
1. Definitions.
"License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document.
"Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
"Legal Entity" shall mean the union of the acting entity and all other entities that control, are controlled by, or are under common control with that entity. For the purposes of this definition, "control" means (i) the power, direct or indirect, to cause the direction or management of such entity, whether by contract or otherwise, or (ii) ownership of fifty percent (50%) or more of the outstanding shares, or (iii) beneficial ownership of such entity.
"You" (or "Your") shall mean an individual or Legal Entity exercising permissions granted by this License.
"Source" form shall mean the preferred form for making modifications, including but not limited to software source code, documentation source, and configuration files.
1-10
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
"Object" form shall mean any form resulting from mechanical transformation or translation of a Source form, including but not limited to compiled object code, generated documentation, and conversions to other media types.
"Work" shall mean the work of authorship, whether in Source or Object form, made available under the License, as indicated by a copyright notice that is included in or attached to the work (an example is provided in the Appendix below).
"Derivative Works" shall mean any work, whether in Source or Object form, that is based on (or derived from) the
Work and for which the editorial revisions, annotations, elaborations, or other modifications represent, as a whole, an original work of authorship. For the purposes of this License, Derivative Works shall not include works that remain separable from, or merely link (or bind by name) to the interfaces of, the Work and Derivative Works thereof.
"Contribution" shall mean any work of authorship, including the original version of the Work and any modifications or additions to that Work or Derivative Works thereof, that is intentionally submitted to Licensor for inclusion in the Work by the copyright owner or by an individual or Legal Entity authorized to submit on behalf of the copyright owner. For the purposes of this definition, "submitted" means any form of electronic, verbal, or written communication sent to the
Licensor or its representatives, including but not limited to communication on electronic mailing lists, source code control systems, and issue tracking systems that are managed by, or on behalf of, the Licensor for the purpose of discussing and improving the Work, but excluding communication that is conspicuously marked or otherwise designated in writing by the copyright owner as "Not a Contribution."
"Contributor" shall mean Licensor and any individual or Legal Entity on behalf of whom a Contribution has been received by Licensor and subsequently incorporated within the Work.
2. Grant of Copyright License. Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to
You a perpetual, worldwide, non-exclusive, no-charge, royalty-free, irrevocable copyright license to reproduce, prepare Derivative Works of, publicly display, publicly perform, sublicense, and distribute the Work and such
Derivative Works in Source or Object form.
3. Grant of Patent License. Subject to the terms and conditions of this License, each Contributor hereby grants to You a perpetual, worldwide, non-exclusive, no-charge, royalty-free, irrevocable (except as stated in this section) patent license to make, have made, use, offer to sell, sell, import, and otherwise transfer the Work, where such license applies only to those patent claims licensable by such Contributor that are necessarily infringed by their
Contribution(s) alone or by combination of their Contribution(s) with the Work to which such Contribution(s) was submitted. If You institute patent litigation against any entity (including a cross-claim or counterclaim in a lawsuit) alleging that the Work or a Contribution incorporated within the Work constitutes direct or contributory patent infringement, then any patent licenses granted to You under this License for that Work shall terminate as of the date such litigation is filed.
4. Redistribution. You may reproduce and distribute copies of the Work or Derivative Works thereof in any medium, with or without modifications, and in Source or Object form, provided that You meet the following conditions:
(a)You must give any other recipients of the Work or Derivative Works a copy of this License; and
(b)You must cause any modified files to carry prominent notices stating that You changed the files; and
(c)You must retain, in the Source form of any Derivative Works that You distribute, all copyright, patent, trademark, and attribution notices from the Source form of the Work, excluding those notices that do not pertain to any part of the Derivative Works; and
(d)If the Work includes a "NOTICE" text file as part of its distribution, then any Derivative Works that You distribute must include a readable copy of the attribution notices contained within such NOTICE file, excluding those notices that do not pertain to any part of the Derivative Works, in at least one of the following places: within a NOTICE text file distributed as part of the Derivative Works; within the Source form or documentation, if provided along with the
Derivative Works; or, within a display generated by the Derivative Works, if and wherever such third-party notices normally appear. The contents of the NOTICE file are for informational purposes only and do not modify the
License. You may add Your own attribution notices within Derivative Works that You distribute, alongside or as an addendum to the NOTICE text from the Work, provided that such additional attribution notices cannot be construed as modifying the License.
You may add Your own copyright statement to Your modifications and may provide additional or different license terms and conditions for use, reproduction, or distribution of Your modifications, or for any such Derivative Works as a whole, provided Your use, reproduction, and distribution of the Work otherwise complies with the conditions stated in this License.
1-11
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
5. Submission of Contributions. Unless You explicitly state otherwise, any Contribution intentionally submitted for inclusion in the Work by You to the Licensor shall be under the terms and conditions of this License, without any additional terms or conditions. Notwithstanding the above, nothing herein shall supersede or modify the terms of any separate license agreement you may have executed with Licensor regarding such Contributions.
6. Trademarks. This License does not grant permission to use the trade names, trademarks, service marks, or product names of the Licensor, except as required for reasonable and customary use in describing the origin of the Work and reproducing the content of the NOTICE file.
7. Disclaimer of Warranty. Unless required by applicable law or agreed to in writing, Licensor provides the Work (and each Contributor provides its Contributions) on an "AS IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF
ANY KIND, either express or implied, including, without limitation, any warranties or conditions of TITLE, NON-
INFRINGEMENT, MERCHANTABILITY, or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. You are solely responsible for determining the appropriateness of using or redistributing the Work and assume any risks associated with Your exercise of permissions under this License.
8. Limitation of Liability. In no event and under no legal theory, whether in tort (including negligence), contract, or otherwise, unless required by applicable law (such as deliberate and grossly negligent acts) or agreed to in writing, shall any Contributor be liable to You for damages, including any direct, indirect, special, incidental, or consequential damages of any character arising as a result of this License or out of the use or inability to use the Work (including but not limited to damages for loss of goodwill, work stoppage, computer failure or malfunction, or any and all other commercial damages or losses), even if such Contributor has been advised of the possibility of such damages.
9. Accepting Warranty or Additional Liability. While redistributing the Work or Derivative Works thereof, You may choose to offer, and charge a fee for, acceptance of support, warranty, indemnity, or other liability obligations and/or rights consistent with this License. However, in accepting such obligations, You may act only on Your own behalf and on
Your sole responsibility, not on behalf of any other Contributor, and only if You agree to indemnify, defend, and hold each Contributor harmless for any liability incurred by, or claims asserted against, such Contributor by reason of your accepting any such warranty or additional liability.
END OF TERMS AND CONDITIONS
APPENDIX: How to apply the Apache License to your work.
To apply the Apache License to your work, attach the following boilerplate notice, with the fields enclosed by brackets
"[]" replaced with your own identifying information. (Don't include the brackets!) The text should be enclosed in the appropriate comment syntax for the file format. We also recommend that a file or class name and description of purpose be included on the same "printed page" as the copyright notice for easier identification within third-party archives.
Copyright [yyyy] [name of copyright owner]
Licensed under the Apache License, Version 2.0 (the "License"); you may not use this file except in compliance with the
License. You may obtain a copy of the License at http://www.apache.org/licenses/LICENSE-2.0
Unless required by applicable law or agreed to in writing, software distributed under the License is distributed on an "AS
IS" BASIS, WITHOUT WARRANTIES OR CONDITIONS OF ANY KIND, either express or implied. See the License for the specific language governing permissions and limitations under the License.
1-12
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Energiebesparingsfunctie
Het apparaat is uitgerust met een
Slaapmodus
waarbij de printer- en faxfuncties in een wachtstand komen te staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt nadat er een bepaalde tijd is verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt.
Slaapstand
Het apparaat schakelt de slaapstand automatisch in wanneer er 1 minuut is verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten plaatsvinden voordat de slaapstand wordt geactiveerd, kan worden verlengd.
Slaapstand en automatische slaapstand (pagina 2-21)
Functie automatisch dubbelzijdig afdrukken
Dit apparaat heeft dubbelzijdig afdrukken als standaardfunctie. Bijvoorbeeld bij het afdrukken van twee originelen op een vel papier als dubbelzijdige afdruk, is het mogelijk om papierverbruik te verminderen.
Afdrukken in de duplexmodus vermindert papierverbruik en draagt bij aan het behoud van bossen. Duplexmodus vermindert tevens de hoeveelheid papier die ingekocht moet worden en vermindert daardoor de kosten. Het is daarom aan te bevelen dat machines die dubbelzijdig kunnen afdrukken, standaard worden ingesteld in de duplexmodus.
Energiezuinigheid - Papier
Voor het behoud en duurzaam gebruik van de bossen wordt aanbevolen om gerecycled en nieuw papier te gebruiken dat op de meest milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd of voorzien is van erkende milieukeurmerken, en die voldoen aan EN 12281:2002
*
of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard.
Deze apparatuur ondersteunt ook printen op papier van 64 g/m
2
. Wanneer dergelijk papier, dat minder ruwegrondstoffen bevat, gebruikt wordt, leidt dit tot meer besparingen van natuurlijke bronnen.
* : EN12281:2002 "Papier voor drukwerk en kantoor - Eisen aan kopieerpapier voor kopieerprocessen met droge toner"
Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
Om het stroomverbruik te beperken, is dit apparaat voorzien van een functie voor energiebeheer die automatisch de energiebesparende stand inschakelt wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet actief is.
Hoewel het de apparatuur enige tijd vergt weer terug te keren naar modus KLAAR vanuit de spaarstand, is eenbelangrijke vermindering in energieverbruik mogelijk. Het wordt aanbevolen de machine te gebruiken met deactiveringstijd voor de spaarstand in de standaardinstelling.
1-13
Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie > Mededeling
Energy Star (ENERGY STAR
®
) programma
Als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Star-programma hebben wij vastgesteld dat dit apparaat voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
ENERGY STAR
®
is een vrijwillig programma voor energie-efficiëntie met als doel het ontwikkelen en promoten van producten met een hoge energie-efficiëntie om zo het broeikaseffect te helpen voorkomen. Door ENERGY STAR
®
-gekwalificeerde producten aan teschaffen kunnen klanten helpen de emissies van broeikasgassen te verminderen tijdensgebruik van het product en te besparen op de energiegerelateerde kosten.
1-14
2 Het apparaat installeren en configureren
Dit hoofdstuk bevat informatie voor de beheerder van dit apparaat, zoals de onderdeelnamen, het aansluiten van kabels en het installeren van software.
Onderdeelnamen .......................................... 2-2
Buitenzijde apparaat ........................... 2-2
Aansluitingen/binnenzijde ................... 2-4
Met verbonden optionele apparatuur .. 2-6
Kabels aansluiten .......................................... 2-8
LAN-kabel aansluiten .......................... 2-8
USB-kabel aansluiten ......................... 2-9
Netvoedingskabel aansluiten .............. 2-9
Aan- en uitzetten ......................................... 2-10
Aanzetten .......................................... 2-10
Uitzetten ............................................ 2-10
Gebruik van het bedieningspaneel ............... 2-11
Werking paneeltoetsen ...................... 2-11
Bedieningswijze ................................ 2-12
Weergave voor originelen en papier . 2-13
Hulpscherm ....................................... 2-13
Aanmelden/afmelden .................................. 2-14
Aanmelden ........................................ 2-14
Afmelden ........................................... 2-15
Standaardinstellingen van het apparaat ...... 2-16
Datum en tijd instellen ...................... 2-16
Netwerk instellen (LAN-kabel aansluiten) ........................................ 2-18
Energiebesparingsfunctie ............................ 2-21
Slaapstand en automatische slaapstand ......................................... 2-21
Software installeren ..................................... 2-24
Software op DVD (Windows) ............ 2-24
Software in Windows installeren ....... 2-25
Software verwijderen ........................ 2-31
Software installeren op Mac-computers ........... 2-32
TWAIN-stuurprogramma instellen ..... 2-34
WIA-stuurprogramma instellen ......... 2-36
Teller controleren ........................................ 2-37
Embedded Web Server RX ......................... 2-38
Embedded Web Server RX openen .. 2-39
Beveiligingsinstellingen wijzigen ....... 2-40
Apparaatgegevens wijzigen .............. 2-42
2-1
Het apparaat installeren en configureren > Onderdeelnamen
Onderdeelnamen
Buitenzijde apparaat
1 Documenttoevoer
2 Binnenlade
3 Papierstopper
4 Cassette 1
5 Hoofdschakelaar
6 USB-geheugenslot
7 Hendel voor openen scannereenheid
8 Originelenstopper
9 Originelenuitvoer
10 Origineleninvoer
11 Breedtegeleiders voor originelen
12 Sleufglas
13 Hendels
14 Bedieningspaneel
15 Glasplaat
16 Aanduidingen origineelformaat
2-2
Het apparaat installeren en configureren > Onderdeelnamen
17 Hendels
18 Achterklep 1
2-3
Het apparaat installeren en configureren > Onderdeelnamen
Aansluitingen/binnenzijde
1 Netwerkinterface-aansluiting
2 USB-poort
3 USB-aansluiting
4 Optionele interface
5 LIJN-aansluiting
6 TEL-aansluiting
7 Invoerklep
8 Formaatknop
9 Papierlengtegeleider
10 Papierbreedtegeleiders
11 Multifunctionele lade
12 Papierbreedtegeleiders
13 Fuserklep
2-4
Het apparaat installeren en configureren > Onderdeelnamen
14 Tonercontainer (Black)
15 Tonercontainer (Magenta)
16 Tonercontainer (Cyan)
17 Tonercontainer (Yellow)
18 Tonercontainerontgrendeling
19 Klepje tonerafvalbak
20 Tonerafvalbak
2-5
Het apparaat installeren en configureren > Onderdeelnamen
Met verbonden optionele apparatuur
1 Cassette 2
2 Cassette 3
3 Cassette 4
4 Handmatige nietmachine
5 Achterklep 2
6 Achterklep 3
7 Achterklep 4
Optionele apparatuur (pagina 8-2)
2-6
Het apparaat installeren en configureren > Het apparaat en andere apparatuur aansluiten
Het apparaat en andere apparatuur aansluiten
Bereid de geschikte kabels voor de omgeving en het gebruiksdoel van het apparaat voor.
Het apparaat aansluiten op de pc via USB
MFP
USB
Het apparaat aansluiten op de pc op het netwerk
Netwerk
Netwerk
MFP
OPMERKING
Als u het apparaat gebruikt aangesloten op de optionele draadloze interface kit, hoeft u geen verbinding te maken met de LAN-kabel. Om een draadloos LAN te gebruiken, moeten de standaardinstellingen voor het apparaat worden gewijzigd met behulp van het Systeemmenu.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.
Te gebruiken kabels
Verbindingsomgeving
Sluit een LAN-kabel aan op het apparaat.
Sluit een USB-kabel aan op het apparaat.
Functie
Printer/scanner/netwerkfax
*1
Printer/Scanner (TWAIN/WIA)
*1 Enkel bij apparaten waarop de faxfunctie geïnstalleerd is.
Benodigde kabel
LAN-kabel (10BASE-T, 100BASE-TX,
1000BASE-T)
USB2.0 compatibele kabel (Hi-Speed USB,
Max. 5,0 m)
2-7
Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten
Kabels aansluiten
LAN-kabel aansluiten
BELANGRIJK
Als het apparaat is ingeschakeld, zet u de hoofdschakelaar uit.
1
Sluit de kabel op het apparaat aan.
1
Sluit de LAN-kabel aan op de netwerkpoort.
2
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de hub.
2
Schakel het apparaat in en configureer het netwerk.
Netwerk instellen (LAN-kabel aansluiten) (pagina 2-18)
2-8
Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten
USB-kabel aansluiten
BELANGRIJK
Als het apparaat is ingeschakeld, zet u de hoofdschakelaar uit.
1
Sluit de kabel op het apparaat aan.
1
Sluit de USB-kabel aan op de USB-interface-aansluiting, die zich aan de linkerzijde van het apparaat bevindt.
2
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de PC.
2
Zet het apparaat aan.
Netvoedingskabel aansluiten
1
Sluit de kabel op het apparaat aan.
Sluit een uiteinde van de meegeleverde stroomkabel aan op het apparaat en het andere uiteinde op een stopcontact.
BELANGRIJK
Gebruik uitsluitend de netvoedingskabel die bij het apparaat wordt geleverd.
2-9
Het apparaat installeren en configureren > Aan- en uitzetten
Aan- en uitzetten
Aanzetten
1
Zet de hoofdschakelaar aan.
BELANGRIJK
Wanneer u de hoofdschakelaar uitschakelt, mag u deze niet meteen weer inschakelen.
Wacht minstens 5 seconden voordat u de hoofdschakelaar weer inschakelt.
Uitzetten
BELANGRIJK
Als het lampje [Verwerken] of [Geheugen] brandt, dan is het apparaat bezig. Het uitschakelen van de hoofdschakelaar terwijl het apparaat bezig is, kan storingen veroorzaken.
1
Zet de hoofdschakelaar uit.
Controleer of de lampjes uit zijn.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt...
VOORZICHTIG
Als u dit apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld 's nachts), zet het dan uit met de hoofdschakelaar. Als u het apparaat nog langer niet gebruikt (bijvoorbeeld tijdens de vakantie), haal dan om veiligheidsredenen de stekker uit het stopcontact. Bij gebruik van producten met faxfunctie wordt bij het uitschakelen van het apparaat vanaf de hoofdschakelaar het verzenden en ontvangen van faxen uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Verwijder het papier uit de cassettes en berg het op in de afgesloten bewaarzak voor papier om het tegen vocht te beschermen.
2-10
Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Gebruik van het bedieningspaneel
Werking paneeltoetsen
Geeft het scherm Status/
Taak annuleren weer.
Geeft het scherm
Documentbox/USB weer.
Geeft het scherm
Systeemmenu/Tellers weer.
Geeft het scherm Kopiëren weer.
Geeft het scherm
Verzenden weer. U kunt dit wijzigen om het adresboekscherm weer te geven.
Geeft het scherm FAX weer.
Geeft het scherm functiemenu weer.
Verhoogt of verlaagt het aantal, of selecteert het menu in het berichtenscherm. Verplaatst tevens de cursor bij het invoeren van de tekens.
Bevestigt een functie of een menu, alsook de ingevoerde nummers.
Keert terug naar het vorige scherm.
Kiest de kleur automatisch.
Kiest kleur.
Kiest zwart-wit
Cijfertoetsen.
Om cijfers en symbolen in te voeren.
Wist ingevoerde nummers en karakters.
Zet de instellingen terug in hun oorspronkelijke stand.
Annuleert of onderbreekt de lopende taak.
Start het kopiëren en scannen en het verwerken van instellingen.
Berichtenscherm
:
Geeft het instellingenmenu, de status van het apparaat en foutmeldingen weer.
Geeft het scherm
Adresboek weer.
Roept de vorige bestemming op. Wordt ook gebruikt om een pauze in te voegen bij het invoeren van een faxnummer.
Bevestigt de bestemming of voegt een bestemming toe.
Schakelt tussen op de haak en van de haak wanneer u handmatig een fax verzendt.
Roept de bestemming op die onder de voorkiestoetsen zijn opgeslagen.
Keuzetoets
:
Selecteert het menu dat wordt weergegeven aan de onderkant van het berichtenscherm.
Verwerken
: Knippert tijdens het afdrukken of verzenden/ontvangen.
Geheugen
: Knippert terwijl het apparaat het apparaat-, fax- of USB-geheugen aanspreekt
(onderdeel voor algemeen gebruik).
Opgelet
: Brandt of knippert wanneer een fout optreedt en een taak wordt afgebroken.
Worden gebruikt om programma's te registreren en op te roepen.
Plaatst het apparaat in de
Slaapstand. Wekt uit de Slaap indien in Slaapstand.
Schakelt tussen verificatie gebruiker en verlaat de taak voor de huidige gebruiker (bv. afmelden).
2-11
Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Bedieningswijze
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingenmenu's op het berichtenscherm kunt bedienen.
De menu's weergeven en instellingen configureren
Druk op de toets [
Systeemmenu/Tellers
] of [
Functiemenu
] om de instellingenmenu's weer te geven. Druk op de toets
[
▲
], [
▼
], [
◄
], [
►
], [
OK
], of [
Terug
] om een menu te selecteren op deze pagina en de instellingen uit te voeren.
Gereed voor kopiëren.
Exempl.
1
A4 A4
Uit
Stil Papier
Normale scherm
Instellingenmenu's
Sys.menu/Teller
01
02
03
Rapport
Teller
Systeem/Netwerk
Einde
Sys.menu/Teller
04
05
06
Aanm./Taakacc.
Eigenschap gebr.
Algemene instell
Einde
Druk op de toets [
Systeemmenu/Tellers
] of [
Functiemenu
] om de instellingenmenu's weer te geven.
De richtingen van de bruikbare pijltjestoetsen worden op het scherm weergegeven.
Als de toets [
▲
] of [
▼
] wordt ingedrukt, wordt de selectie per regel verplaatst.
Als de toets [
◄
] of [
►
] wordt ingedrukt, wordt de selectie per pagina verplaatst.
Sys.menu/Teller
01
02
03
Rapport
Teller
Systeem/Netwerk
Einde
De menubediening afsluiten
Als [
Einde
] wordt weergegeven, druk dan op
[
Einde
] om het instellingenmenu te verlaten en terug te keren naar het normale scherm.
Als [
OK
] wordt weergegeven, druk dan op de toets [
OK
] om de selectie te bevestigen.
Druk op de toets [
OK
] om het geselecteerde menu weer te geven.
Algemene instell
01
02
03
Taal
Standaardscherm
Geluid
Einde
Het geselecteerde item wordt voorafgegaan met het teken [*]
(sterretje).
Taal
01
* English
02 Deutsch
03 Francais
Als de toets [
▲
] of [
▼
] wordt ingedrukt, wordt de selectie per regel verplaatst.
Taal
01
* English
02 Deutsch
03 Francais
Druk op de toets [
Terug
] om een
niveau hoger terug te keren.
Druk op de toets [
OK
] om de geselecteerde instelling te bevestigen.
2-12
Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Weergave voor originelen en papier
Op scherm kopiëren wordt de geselecteerde papierbron getoond.
Gereed voor kopiëren.
A4
Exempl.
A4
1
Uit
Stil Papier
1 Formaat origineel
2 Afdrukrichting origineel
3 Papierbron
4 Papierformaat
5 Papierrichting
Hulpscherm
Als u moeite hebt met de bediening van de machine, kunt u bedieningsinstructies raadplegen met behulp van het bedieningspaneel .
Als [
Help
] wordt weergegeven op het berichtenscherm, druk dan op [
Help
] om het hulpscherm weer te geven. Op het hulpscherm wordt de werking van het apparaat getoond.
Help
Papier vastgelopen in cassette 1.
JAM****
Corrig. actie
Maak Cassette 1 los.
Verwijder het vastgelopen papier.
OK
Druk op [
▼
] om de volgende stap weer te geven of druk op [
▲
] om de vorige stap weer te geven.
Druk op [
OK
] om het hulpscherm te verlaten.
2-13
Het apparaat installeren en configureren > Aanmelden/afmelden
Aanmelden/afmelden
Wanneer u een functie instelt die systeembeheerrechten vereist of wanneer verificatie voor aanmelden door gebruikers is ingeschakeld, dient u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in te voeren.
OPMERKING
De vooraf in de fabriek ingestelde gebruikersnaam en wachtwoord zijn hieronder getoond.
Aanmeld. gebr.nm: 3000
Aanmeld.wachtw.: 3000
Aanmelden is niet mogelijk als u uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord vergeten bent. Meld u zich in dit geval aan met de toegangsrechten van de beheerder en wijzig uw aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord.
Aanmelden
1
Voer de aanmeldingsgebruikersnaam in.
1
Als het aanmeldingsscherm verschijnt tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden, selecteer dan "Aanmeld. gebr.nm" en druk op de toets [
OK
].
OPMERKING
• Als [
Netwk.verificatie
] als methode voor gebruikersverificatie geselecteerd is, wordt
[
Menu
] weergegeven. Druk op [
Menu
] en selecteer [
Aanmeld.type
]; vervolgens is het mogelijk om de verificatiebestemming zoals [
Lokale verif.
] of [
Netw.verificatie
] te selecteren.
• Druk op [
Menu
] en selecteer [
Domein
]; vervolgens is het mogelijk om uit de geregistreerde domeinen te kiezen.
2
Voer de aanmeldingsgebruikersnaam met de cijfertoetsen in en druk op de toets [
OK
].
OPMERKING
Als “Aanmelding” [
Kies karakter
] is, dan wordt het scherm weergegeven om informatie in te voeren door uit de tekens op het berichtenscherm te kiezen.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Invoermethode voor tekens (pagina 8-3)
2
Voer het aanmeldingswachtwoord in.
1
Druk op "Aanmeld.wachtw." en druk op de toets [
OK
].
2
Voer het aanmeldingswachtwoord in en druk op de toets [
OK
].
Invoermethode voor tekens (pagina 8-3)
3
Druk op [Login].
2-14
Het apparaat installeren en configureren > Aanmelden/afmelden
Afmelden
U kunt zich afmelden bij het apparaat door op de toets [
Verificatie/Afmelden
] te drukken. Het invoerscherm voor de aanmeldingsgebruikersnaam en het aanmeldingswachtwoord verschijnt opnieuw.
Gebruikers worden automatisch afgemeld in de volgende situaties:
• Als het apparaat overschakelt naar de slaapstand.
• Als de automatische bedieningspaneel-reset wordt geactiveerd.
2-15
Het apparaat installeren en configureren > Standaardinstellingen van het apparaat
Standaardinstellingen van het apparaat
Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen, configureert u de instellingen zoals datum en tijd, netwerkconfiguratie en energiebesparende functies naargelang de behoeften.
OPMERKING
De standaardinstellingen van het apparaat kunnen worden gewijzigd vanaf Systeemmenu.
Voor instellingen die configureerbaar zijn vanaf het Systeemmenu, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Datum en tijd instellen
Volg de onderstaande stappen om de lokale datum en tijd op de plaats van installatie in te stellen.
Wanneer u een e-mail verzendt met de verzendfunctie, zullen de hier ingestelde datum en tijd in de kop van het e-mailbericht worden toegevoegd. Stel de datum, de tijd en het tijdsverschil met GMT in van de regio waar het apparaat wordt gebruikt.
OPMERKING
• Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de instellingen enkel wijzigen door aan te melden met de toegangsrechten van de beheerder.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [
Login
].
• De vooraf in de fabriek ingestelde gebruikersnaam en wachtwoord zijn hieronder getoond.
Aanmeld.gebr.nm: 3000
Aanmeld.wachtw.: 3000
• Stel het tijdsverschil in voor u de datum en de tijd instelt.
• De juiste tijd kan periodiek worden ingesteld door te synchroniseren met een tijdserver op het netwerk.
Embedded Web Server RX User Guide
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [
▼
] > [
Algemene instell
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ▼ ] > [
Datuminstelling
] > toets [
OK
]
2
Configureer de instellingen.
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] key > [
Tijdzone
] > toets [
OK
] > Selecteer de tijdzone > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ▼ ] > [
Datum/Tijd
] > toets [
OK
] > Stel de datum/tijd in > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] >
[
Datumnotatie
] > Toets [
OK
] > Selecteer de datumnotatie > toets [
OK
]
Tijdzone
Item
Date/tijd
Datumnotatie
Beschrijving
Stel het tijdsverschil met GMT in. Kies de dichtstbijzijnde locatie uit de lijst. Als u een tijdzone hebt geselecteerd die automatisch wordt aangepast aan zomer- en wintertijd, moet u de tijdzonegegevens instellen.
De datum en tijd instellen voor de locatie waar u het apparaat gebruikt.
Als u Verzenden als e-mail uitvoert, zullen de datum en de tijd van deze instelling aan de kop van het e-mailbericht worden toegevoegd.
Instelling : Jaar (2000 tot 2037), maand (1 tot 12), dag (1 tot 31),
Uur (00 tot 23), minuten (00 tot 59), seconden (00 tot 59)
Selecteer de weer te geven datumnotatie van dag, maand en jaar. Het jaar wordt weergegeven in het Westerse notatiesysteem.
Instelling : Maand/dag/jaar, Dag/maand/jaar, Jaar/maand/dag
2-16
Het apparaat installeren en configureren > Standaardinstellingen van het apparaat
OPMERKING
Druk op de toets [ ▲ ] of [ ▼ ] om een nummer in te voeren.
Gebruik de toets [ ◄ ] of [ ► ] om de zone voor gegevensinvoer te verplaatsen.
2-17
Het apparaat installeren en configureren > Standaardinstellingen van het apparaat
Netwerk instellen (LAN-kabel aansluiten)
Het apparaat is uitgerust met een netwerkinterface, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals TCP/IP (IPv4), TCP/
IP (IPv6), NetBEUI, en IPSec. Het maakt afdrukken via het netwerk op Windows, Macintosh, UNIX en andere platformen mogelijk.
Stel TCP/IP (IPv4) in om verbinding te maken met het Windows-netwerk.
De standaardinstellingen zijn "TCP/IP-protocol: Aan, DHCP: Aan, Auto-IP: Aan".
OPMERKING
Als gebruikersaanmeldingbeheer is ingeschakeld, dan kunt u alleen de instellingen wijzigen door u aan te melden met beheerdersbevoegdheden.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een aanmeldingsgebruikersnaam en wachtwoord in en druk op [
Login
].
De vooraf in de fabriek ingestelde gebruikersnaam en wachtwoord zijn hieronder getoond.
Login gebruikersnaam: 3000
Aanmeldingswachtwoord: 3000
TCP/IP-instellingen
IPv4-instelling
Stel TCP/IP (IPv4) in om verbinding te maken met het Windows-netwerk.
OPMERKING
Vraag vooraf het IP-adres aan uw netwerkbeheerder en houd deze bij de hand wanneer u deze instelling wenst te configureren.
In de volgende gevallen moet het IP-adres van de DNS-server worden ingesteld op de Embedded Web Server RX.
Het IP-adres van de DNS-server instellen, raadpleeg het volgende:
Embedded Web Server RX User Guide
• Bij gebruik van de hostnaam met de instelling "DHCP" ingesteld op "Uit"
• Bij gebruik van de DNS-server met IP-adres dat niet automatisch wordt toegewezen door DHCP.
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Systeem/Netwerk
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ] > [
Netwerkinstellingen
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
TCP/IP-instellingen
] > toets [
OK
]
> toets [ ▲ ] [ ] > [
IPv4 Instelling
] > toets [
OK
]
2
Configureer de instellingen.
Voor het instellen van het statische IP-adres
1
Toets [ ▲ ] [ ] > [
DHCP
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Uit
] > toets [
OK
]
2
Toets [ ▲ ] [ ] > [
IP-adres
] > toets [
OK
]
2-18
Het apparaat installeren en configureren > Standaardinstellingen van het apparaat
3
Stel het IP-adres in.
OPMERKING
U kunt een willekeurige waarde instellen tussen 000 en 255.
Gebruik de cijfertoetsen of druk op de toets [ ▲ ] of [ ▼ ] om een nummer in te voeren.
Gebruik de toets [ ◄ ] of [ ► ] om de zone voor gegevensinvoer te verplaatsen.
4
Druk op de toets [
OK
] .
5
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Subnetmasker
] > toets [
OK
]
6
Stel het subnetmasker in.
OPMERKING
U kunt een willekeurige waarde instellen tussen 000 en 255.
Gebruik de cijfertoetsen of druk op de toets [ ▲ ] of [ ▼ ] om een nummer in te voeren.
Gebruik de toets [ ◄ ] of [ ► ] om de zone voor gegevensinvoer te verplaatsen.
7
Druk op de toets [
OK
] .
8
Toets [ ▲ ] [
] > [
Default Gateway
] > toets [
OK
]
9
Stel de default Gateway in.
OPMERKING
U kunt een willekeurige waarde instellen tussen 000 en 255.
Gebruik de cijfertoetsen of druk op de toets [ ▲ ] of [ ▼ ] om een nummer in te voeren.
Gebruik de toets [ ◄ ] of [ ► ] om de zone voor gegevensinvoer te verplaatsen.
10
Druk op de toets [
OK
].
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw vanaf het Systeemmenu of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING
Het netwerk kan worden geconfigureerd vanaf de pc via Embedded Web Server RX.
Embedded Web Server RX User Guide
2-19
Het apparaat installeren en configureren > Standaardinstellingen van het apparaat
Instellingen draadloos netwerk
Als het optionele draadloos netwerk Interface Kit is geïnstalleerd op het apparaat en de verbindingsinstellingen zijn geconfigureerd, is het mogelijk om af te drukken in een draadloos netwerk (draadloze LAN)-omgeving. Hier volgt een inleiding tot het configureren van de instellingen voor de verbinding met behulp van Versnelde installatie.
De volgende vier instellingen kunnen worden geconfigureerd in Versnelde installatie.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Beschikbaar netwerk
Toont de toegangspunten waarop aansluiting van de machine mogelijk is.
Drukknop
Als het toegangspunt de drukknopmethode ondersteunt, kunnen draadloze instellingen worden geconfigureerd met de drukknop. Deze instelling voert de drukknop uit, en de verbinding wordt gestart door te drukken op de drukknop op het toegangspunt.
OPMERKING
De drukknopmethode ondersteunt alleen WPS.
PIN (Apparaat)
Start verbinding met behulp van de PIN-code van het apparaat. Voer de PIN-code in het toegangspunt in. De PIN-code van het apparaat wordt automatisch gegenereerd.
PIN (terminal)
Start verbinding met de PIN-code van het toegangspunt. Voer de PIN-code van het toegangspunt in.
2-20
Het apparaat installeren en configureren > Energiebesparingsfunctie
Energiebesparingsfunctie
Als een bepaalde tijd is verstreken nadat het apparaat het laatst is gebruikt, gaat het apparaat automatisch naar de slaapstand om het energieverbruik te verminderen. Als het apparaat niet wordt gebruikt in de slaapstand, dan wordt de stroom automatisch uitgeschakeld.
Slaapstand en automatische slaapstand
OPMERKING
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de instellingen enkel wijzigen door aan te melden met de toegangsrechten van de beheerder.
Als het gebruikersaanmeldingsbeheer uitgeschakeld is, dan verschijnt het gebruikersverificatiescherm. Voer een aanmeldingsgebruikersnaam en -wachtwoord in en druk op [
Login
].
De vooraf in de fabriek ingestelde gebruikersnaam en wachtwoord zijn hieronder getoond.
Aanmeld.gebr.nm: 3000
Aanmeld.wachtw.: 3000
Slaapstand
Om de slaapstand te activeren, druk op de [
Spaarstand
]-toets. Het berichtenscherm en alle lampjes op het bedieningspaneel gaan uit of zo veel mogelijk energie te besparen, met uitzondering van het lampje Spaarstand. Deze stand heet de slaapstand.
Lampje Spaarstand
Als tijdens de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan ontwaakt het apparaat automatisch en begint het met afdrukken.
Ook als in de slaapstand faxgegevens binnenkomen, ontwaakt het apparaat automatisch en begint het met afdrukken.
Ga als volgt te werk om verder te gaan.
• Druk op een willekeurige toets op het bedieningspaneel.
Het is apparaat is binnen 17 seconden gebruiksklaar.
Houd er rekening mee dat het apparaat door omgevingsfactoren zoals ventilatie langzamer kan reageren.
Automatische slaapstand
De automatische slaapstand schakelt het apparaat automatisch naar slaapstand als het een vooraf ingestelde tijd niet actief is geweest.
De standaard ingestelde tijdsduur is 1 minuut.
Om de ingestelde tijdsduur van de slaapstand te wijzigen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Volg de onderstaande stappen om de timer slaapstand in te stellen om de slaapstand in te schakelen wanneer het apparaat niet in gebruik is.
2-21
Het apparaat installeren en configureren > Energiebesparingsfunctie
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [
] > [
Algemene instell
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[
] > [
Timerinstelling
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [
] > [
Timer slaapstand
] > toets [
OK
]
2
Stel de slaapstandtijd in.
1
Voer de slaapstandtijd in.
OPMERKING
U kunt een willekeurige waarde instellen tussen 1 en 240.
Gebruik de cijfertoetsen of druk op de toets [ ▲ ] of [ ▼ ] om een nummer in te voeren.
2
Druk op de toets [
OK
].
Regels slaapstand (modellen voor Europa)
U kunt de slaapstand voor elke functie instellen. Als het apparaat in de slaapstand inschakelt, kan de ID-kaart niet worden herkend.
Voor meer informatie over het instellinen van de Regels slaapstand, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Slaapstandniveau (Energiebesp.stnd en Snel herstel) (modellen uitgezonderd voor Europa)
U kunt kiezen tussen twee verschillende slaapstandniveaus: Energiebesparingsstand en de modus Snel herstel. De standaardinstelling is energiebesparingsstand.
De energiebesparingsstand reduceert het stroomverbruik nog meer dan de modus Snel herstel, en biedt de mogelijkheid om het Slaapstandniveau voor elke functie in te stellen. De ID-kaart kan niet worden herkend.
OPMERKING
Als de optionele netwerk interface is geïnstalleerd, dan wordt deze functie niet weergegeven.
Om te hervatten, druk op de [
Spaarstand
]-toets op het bedieningspaneel. Als in de slaapstand afdrukgegevens worden ontvangen, dan ontwaakt het apparaat automatisch en begint het met afdrukken.
Raadpleeg voor meer informatie over de Slaapstandniveaus:
Engelse gebruikershandleiding
.
Volg onderstaande stappen om het slaapstandniveau te selecteren en de energiebesparende stand voor elke functie te gebruiken.
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Algemene instell
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ] > [
Timerinstelling
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Slaapstandniveau
] > toets [
OK
]
2
Selecteer het slaapstandniveau.
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Snel herstel
] of [
Energiebesp.stnd
] > toets [
OK
]
Als [
Energiebesp.stnd
] is ingesteld, gaan dan vervolgens door om in te stellen of de energiebesparende stand wel of niet voor elke functie gebruikt moet worden.
2-22
Het apparaat installeren en configureren > Energiebesparingsfunctie
3
Stel de slaapstandregel in.
1
Selecteer de functie die u wilt instellen en druk op de toets [
OK
].
[
Kaartlezer
] verschijnt als de optionele Card Authentication Kit geïnstalleerd is.
[
FAX
] wordt alleen getoond bij producten waarop de faxfunctie is geïnstalleerd.
2
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Uit
] of [
Aan
] > toets [
OK
]
Herhaal de stappen 3-1 t/m 3-2 om voor een andere functie in te stellen.
2-23
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
Software installeren
Installeer de benodigde software op uw pc van de bijgeleverde DVD (Product Library) als u de printerfunctie van dit apparaat wilt gebruiken of als u TWAIN/WIA-verzending of netwerkfaxverzending wilt gebruiken op uw pc.
Software op DVD (Windows)
U kunt een van de installatiemethoden [
Snel installeren
] of [
Aangepast installeren
] selecteren. [
Snel installeren
] is de standaard installatiemethode. Gebruik, om componenten te installeren die niet geïnstalleerd kunnen worden met [
Snel installeren
], [
Aangepast installeren
].
Voor meer informatie over Aangepast installeren, raadpleeg:
Aangepast installeren (pagina 2-28)
Software Beschrijving
Snel installeren
Printing System Driver
Printing System (XPS) Driver
KPDL mini-driver/PCL minidriver
FAX Driver
TWAIN Driver
WIA Driver
NETWORK PRINT MONITOR
Status Monitor
Network Tool for Direct Printing
FONTS
Dit printerstuurprogramma maakt het afdrukken van documenten vanaf een computer mogelijk. Door één enkel printerstuurprogramma worden meerdere talen voor pagina-omschrijvingen (PCL, XL, KPDL, etc.) ondersteund. Dit printerstuurprogramma biedt u de mogelijkheid om van alle functies van het apparaat gebruik te maken.
Gebruik dit stuurprogramma om PDF-bestanden aan te maken.
Dit printerstuurprogramma ondersteunt het XPS-formaat (XML papierspecificatie) zoals ontwikkeld door Microsoft Corporation.
Dit is een Microsoft MiniDriver die PCL en KPDL ondersteunt. Er zijn enkele beperkingen in de functies en optionele functies van het systeem die met dit stuurprogramma gebruikt kunnen worden.
Dit maakt het mogelijk een document dat in eenPC-softwaretoepassing gecreëerd is, als fax via het systeem te versturen.
Dit stuurprogramma maakt scannen met het systeem mogelijk via een
TWAIN-compliante softwaretoepassing.
WIA (Windows Imaging Acquisition) is een functie in Windows die tweerichtingscommunicatie tussen een afbeeldingsapparaat zoals een scanner en een softwaretoepassing voor afbeeldingsverwerking mogelijk maakt. Er kan een afbeelding verworven worden met een WIAcompliante softwaretoepassing, wat handig iswanneer er geen TWAIN-compliante softwaretoepassing op de PC geïnstalleerd is.
Dit is een hulpmiddel waarmee het mogelijk is het systeem in het netwerk te monitoren.
Dit is een hulpprogramma dat de status van de printer controleert en voorziet in een doorlopende rapportfunctie.
Dit maakt het mogelijk een PDF-bestand af te drukken zonder Adobe
Acrobat/Reader te starten.
Dit zijn de lettertypen die het mogelijk maken de in het systeem ingebouwde lettertypen te gebruiken in een softwaretoepassing.
-
-
-
-
-
-
OPMERKING
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met beheerdersbevoegdheden.
• De faxfuncties kunnen enkel worden gebruikt bij apparaten met faxmogelijkheden.
• WIA-driver en Printing System (XPS) Driver kunnen niet op Windows XP worden geïnstalleerd.
2-24
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
Software in Windows installeren
Snel installeren
De volgende procedure is een voorbeeld van het installeren van de software in Windows 7 met behulp van [
Snel installeren
].
Voor meer informatie over Aangepast installeren, raadpleeg:
Aangepast installeren (pagina 2-28)
1
Plaats de DVD.
OPMERKING
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met beheerdersbevoegdheden.
• Als het dialoogvenster "
De wizard Nieuwe hardware gevonden
" verschijnt, selecteer dan [
Annuleren
].
• Als het venster automatisch afspelen verschijnt, klik dan op [
Voer setup.exe uit
].
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op [
Ja
] ([
Toestaan
]).
2
Roep het scherm op.
1 Klik op [
Licentieovereenkomst weergeven
] en lees de licentieovereenkomst.
2 Klik op [
Accepteren
].
1
2
2-25
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
3
Installeren met [Snel installeren].
1
2
3
4
U kunt ook [
Hostnaam als poortnaam gebruiken
] kiezen en de hostnaam van de standaard
TCP/IP-poort instellen. (Een USB-verbinding kan niet worden gebruikt.)
OPMERKING
• Om Status Monitor te installeren, is het noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te hebben geïnstalleerd.
• Het apparaat kan niet worden gedetecteerd, tenzij het is ingechakeld. Als de computer er niet in slaagt om het apparaat te detecteren, controleer dan of het is aangesloten op de computer via een netwerk of USB-kabel en dat deze is ingeschakeld en klik op
(Vernieuwen).
• Als het venster Windows-beveiliging verschijnt, klikt u op [
Dit stuurprogramma toch installeren
].
2-26
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
4
Voltooi de installatie.
Als "
Uw software is gebruiksklaar
" verschijnt, dan kunt u de software gebruiken. Om een
testpagina af te drukken, vink het selectievakje "
Een testpagina afdrukken
" aan en selecteer het apparaat.
Klik op [
Voltooien
] om de wizard af te sluiten.
OPMERKING
Als u [
Apparaatinstellingen
] in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het instellen van het apparaat weergegeven na op [
Voltooien
] te hebben geklikt.
Configureer de instellingen voor opties die op de machine zijn geïnstalleerd.
Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Printing System Driver User Guide
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Zo wordt de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Als u het TWAIN-stuurprogramma installeert, ga dan door met het configureren van de:
TWAIN-stuurprogramma instellen (pagina 2-34)
2-27
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
Aangepast installeren
De volgende procedure is een voorbeeld van het installeren van de software onder Windows 7 met [
Aangepast installeren
].
1
Plaats de DVD.
OPMERKING
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met beheerdersbevoegdheden.
• Als het dialoogvenster "
De wizard Nieuwe hardware gevonden
" verschijnt, selecteer dan [
Annuleren
].
• Als het venster automatisch afspelen verschijnt, klik dan op [
Voer setup.exe uit
].
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op [
Ja
] ([
Toestaan
]).
2
Roep het scherm op.
1 Klik op [
Licentieovereenkomst weergeven
] en lees de licentieovereenkomst.
2 Klik op [
Accepteren
].
1
2
3
Installeren met [Aangepast installeren].
1
Selecteer het te installeren apparaat.
1
2
3
De volgende knoppen zijn beschikbaar.
: Gebruik deze knop om de weergave tussen pictogram en tekstweergave te wisselen.
: Gebruik deze knop om meerdere items te selecteren.
: Als het doelapparaat niet wordt weergegeven, druk dan op deze knop om het te gebruiken apparaat rechtstreeks te selecteren.
2-28
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
2
Selecteer het te installeren stuurprogramma.
1
2
3
3
Selecteer het te installeren hulpprogramma.
4
Klik op [
Installeren
].
1
2
OPMERKING
• Om Status Monitor te installeren, is het noodzakelijk om Microsoft .NET Framework 4.0 vooraf te hebben geïnstalleerd.
2-29
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
4
Voltooi de installatie.
Als "
Uw software is gebruiksklaar
" verschijnt, dan kunt u de software gebruiken. Om een
testpagina af te drukken, vink het selectievakje "
Een testpagina afdrukken
" aan en selecteer het apparaat.
Klik op [
Voltooien
] om de wizard af te sluiten.
OPMERKING
Als u [
Apparaatinstellingen
] in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster voor het instellen van het apparaat weergegeven na op [
Voltooien
] te hebben geklikt.
Configureer de instellingen voor opties die op de machine zijn geïnstalleerd.
Apparaatinstellingen kunnen worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid.
Printing System Driver User Guide
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Zo wordt de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Als u het TWAIN-stuurprogramma installeert, ga dan door met het configureren van de:
TWAIN-stuurprogramma instellen (pagina 2-34)
2-30
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
Software verwijderen
Voer de volgende procedure uit om de software van uw computer te verwijderen.
OPMERKING
De installatie onder Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met beheerdersbevoegdheden.
1
Roep het scherm op.
Klik op de [
Start
] knop op Windows en selecteer vervolgens [
Alle programma's
], [(Naam van softwarebedrijf)] en [
Verwijder Product Library
] om de wizard voor het verwijderen weer te geven.
OPMERKING
In Windows 8, klik op [
Zoeken
] in charms, en voer "Verwijder Product Library" in het zoekvak in. Kies [
Verwijder Product Library
] uit de zoeklijst.
2
Verwijder de software.
Plaats een vinkje in het vakje van de software die moet worden verwijderd.
1
2
3
Verwijderen voltooien.
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart dan de computer door de aanwijzingen op het scherm op te volgen. Hiermee is de procedure voor het verwijderen van de software voltooid.
OPMERKING
• De software kan ook worden verwijderd met behulp van de Product Library.
• In het installatiescherm Product Library, klik op [
Installatie verwijderen
] en volg de instructies op het scherm op om de software te verwijderen.
2-31
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
Software installeren op Mac-computers
De afdrukfunctie van het apparaat kan worden benut door een Mac-computer.
OPMERKING
• Het installeren onder MAC OS moet worden gedaan door een gebruiker die zich heeft aangemeld met beheerdersbevoegdheden.
• Wanneer u afdrukt vanaf een Macintosh-computer, moet de emulatiemodus het apparaat worden ingesteld op
[
KPDL
] of [
KPDL (Auto)
].
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding.
• Bij verbinding via Bonjour, activeer Bonjour via de netwerkinstellingen van het apparaat.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
• Geef in het scherm Identiteitscontrole de naam en het wachtwoord op die werden gebruikt om in te loggen op het besturingssysteem.
1
Plaats de DVD.
Dubbelklik op het [
GEN_LIB
] pictogram.
2
Roep het scherm op.
2
1
Dubbelklik op [(Merknaam)
OS X x.x
] afhankelijk van uw Mac OS-versie.
3
Installeer het printerstuurprogramma.
Installeer het printerstuurprogramma zoals aangegeven door de instructies in de installatiesoftware.
Hiermee is de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Bij gebruik van een USB-aansluiting, wordt het apparaat automatisch herkend en verbonden.
Indien een IP-verbinding wordt gebruikt, zijn de onderstaande instellingen vereist.
2-32
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
4
Configureer de printer.
1
Open Systeemvoorkeuren en voeg de printer toe.
1
2
2
Kies [
Standaard
] en klik op het item in het veld "Naam".
1
3 Selecteer het stuurprogramma in "Druk af via".
2
3
4
OPMERKING
Bij gebruik van een IP-verbinding, klik op het IP-icoon voor een IP-verbinding en voer vervolgens de hostnaam of het IP-adres in. De ingevoerde "Locatie" verschijnt automatisch in het veld "Naam". Wijzig deze waarde indien nodig.
3
Selecteer de beschikbare opties voor het apparaat.
1
2
4
Het geselecteerde apparaat is toegevoegd.
2-33
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
TWAIN-stuurprogramma instellen
Registreer dit apparaat bij het TWAIN-stuurprogramma. De instructies zijn gebaseerd op de gebruikersinterface zoals in
Windows 7.
1
Roep het scherm op.
1
Klik op de [
Start
]-knop van Windows, [
Alle programma's
], [(Merknaam)] en vervolgens op
[
TWAIN Driver Setting
]. Het scherm TWAIN-stuurprogramma verschijnt.
OPMERKING
In Windows 8, klik op [
Zoeken
] in Charms, en voer "TWAIN Driver Setting" in het zoekvak in. Kies [
TWAIN Driver Setting
] in de zoeklijst.
2
Klik op [
Toevoegen
].
2
Configureer het TWAIN-stuurprogramma.
(Netwerk)
1 Voer de apparaatnaam in.
1
2
4
2 Selecteer dit apparaat uit de lijst.
3 Voer het IP-adres en de hostnaam van het apparaat in.
3
4 Stel de eenheid in.
5 Bij gebruik van SSL, vink het selectievakje naast SSL aan.
5
1
2
(USB)
3
4
1 Voer de apparaatnaam in.
2 Selecteer dit apparaat uit de lijst.
3 Stel de eenheid in.
4 Stel het compressieniveau in.
2-34
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
OPMERKING
Als u het IP-adres van het apparaat niet kent, neem dan contact op met de beheerder.
3
Voltooi het registreren.
OPMERKING
Klik op [
Verwijderen
] om de toegevoegde apparaat te verwijderen. Klik op [
Bewerken
] om namen te wijzigen.
2-35
Het apparaat installeren en configureren > Software installeren
WIA-stuurprogramma instellen
Registreer dit apparaat bij het WIA-stuurprogramma. De instructies hebben betrekking op de interface-elementen van
Windows 7.
1
Roep het scherm op.
1
Klik op de knop [
Start
] in Windows en voer [
Scanner
] in [
Programma's en bestanden zoeken
]. Klik op [
Scanners en camera's weergeven
] in de zoeklijst en vervolgens verschijnt het venster Scanners en camera's.
OPMERKING
In Windows 8, klik op [
Zoeken
] in Charms, en voer "Scanners en camera's weergeven" in het zoekvak in. Kies [
Scanners en camera's weergeven
] en het scherm Scanners en camera's verschijnt.
2
Selecteer dezelfde naam als dit apparaat uit WIA-drivers en klik op [
Eigenschappen
].
1 2
2
Configureer het WIA-stuurprogramma.
(Netwerk)
1 Klik op tabblad [
Instellingen
].
1
2
3
2 Voer de IP-adressen of hostnaam van het apparaat in.
3 Bij gebruik van SSL, vink het selectievakje naast
SSL aan.
4
4 Stel de eenheid in.
5 Klik op [
OK
].
5
(USB)
2
1
1 Klik op tabblad [
Settings
].
2 Stel het compressieniveau in.
3 Stel de eenheid in.
4 Klik op [
OK
].
3
4
2-36
Het apparaat installeren en configureren > Teller controleren
Teller controleren
Controleer het aantal afgedrukte en gescande vellen.
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [
] > [
Teller
] > toets [
OK
]
2
Controleer de teller
Kies het te controleren item en druk op de toets [
OK
].
2-37
Het apparaat installeren en configureren > Embedded Web Server RX
Embedded Web Server RX
Als het apparaat is aangesloten op het netwerk, kunt u verschillende instellingen configureren met Embedded Web Server
RX.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u toegang krijgt tot Embedded Web Server RX en hoe u de beveiligingsinstellingen en de hostnaam kunt wijzigen.
Embedded Web Server RX User Guide
OPMERKING
Om volledig toegang te krijgen tot de functies van de Embedded Web Server RX pagina's, voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op [
Aanmelden
]. Door het vooraf gedefinieerde beheerderswachtwoord in te voeren krijgt de gebruiker toegang tot alle pagina's, waaronder Documentbox, Adresboek en Instellingen op het navigatiemenu. De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters
(hoofdlettergevoelig).)
Aanmelding gebruikersnaam: Admin
Aanmelding wachtwoord: Admin
Instellingen die de beheerder en de algemene gebruikers kunnen configureren in Embedded Web Server RX.
Instelling Beschrijving Beheerder
Algemeen gebruiker
Machinegegevens
De basisinformatie van het apparaat kan worden opgevraagd.
Taakstatus
Toont alle informatie over het apparaat, met inbegrip van afdruk- en scantaken, het opslaan van taken, geplande taken, en takenlogboek.
Documentbox
Adresboek
Document boxen toevoegen of verwijderen, of documenten uit een document box verwijderen.
Adressen en adresgroepen aanmaken, bewerken of verwijderen.
Configureer de geavanceerde instellingen van het apparaat
Apparaatinstellingen
Functieinstellingen
Configureer de geavanceerde functie-instellingen.
Configureer de geavanceerde instellingen van het netwerk.
Netwerkinstellingen
Beveiligingsinstellingen
Beheerinstellingen
Configureer de geavanceerde instellingen van de beveiliging.
Configureer de geavanceerde beheerinstellingen.
*1 De aangemelde gebruiker kan mogelijk niet bevoegd zijn om een aantal instellingen te configureren, afhankelijk van de machtigingen van de gebruiker.
-
-
-
-
-
*1
OPMERKING
• De faxfuncties zijn enkel beschikbaar bij apparaten waarop de faxfunctie geïnstalleerd is.
• Hieronder is de informatie over de faxinstellingen weggelaten.
Gebruikershandleiding voor de fax
2-38
Het apparaat installeren en configureren > Embedded Web Server RX
Embedded Web Server RX openen
1
Roep het scherm op.
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
Druk de statuspagina af om het IP-adres en de hostnaam van het apparaat te controleren.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [
▲
] [
▼
] > [
Rapport
] > toets [
OK
] > toets [
▲
] [
▼
] > toets [
Druk rapport afOK
] > toets [
▲
] [
▼
] > toets [
Statuspagina
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
Voorbeelden:https://192.168.48.21/ (voor IP-adres) https://MFP001 (als de hostnaam "MFP001" is)
De internetpagina geeft basisinformatie over het apparaat en het Embedded Web Server RX weer, evenals hun huidige status.
OPMERKING
Als het bericht "Er is een probleem met het beveiligingscertificaat van deze website." verschijnt, dan moet het certificaat geconfigureerd worden.
Embedded Web Server RX User Guide
U kunt ook de handeling voortzetten zonder het certificaat te configureren.
2
Configureer de functie.
Selecteer een categorie in de navigatiebalk links op het scherm.
OPMERKING
Om volledig toegang te krijgen tot de functies van de Embedded Web Server RX pagina's, voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op [
Aanmelden
]. Door het vooraf gedefinieerde beheerderswachtwoord in te voeren krijgt de gebruiker toegang tot alle pagina's, waaronder Documentbox, Adresboek en Instellingen op het navigatiemenu. De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Aanmelding gebruikersnaam: Admin
Aanmelding wachtwoord: Admin
2-39
Het apparaat installeren en configureren > Embedded Web Server RX
Beveiligingsinstellingen wijzigen
In dit hoffdstuk wordt beschreven hoe de beveiligingsinstellingen kunnen worden gewijzigd.
1
Geef het scherm weer.
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
Druk de statuspagina af om het IP-adres en de hostnaam van het apparaat te controleren.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [
▲
] [
▼
] > [
Rapport
] > toets [
OK
] > toets [
▲
] [
▼
] > toets [
Druk rapport afOK
] > toets [
▲
] [
▼
] > toets [
Statuspagina
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
3
Meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Aanmelding gebruikersnaam: Admin
Aanmelding wachtwoord: Admin
4
Klik op [
Beveiligingsinstellingen
].
2-40
Het apparaat installeren en configureren > Embedded Web Server RX
2
Configureer de beveiligingsinstellingen.
Vanaf de menu [
Beveiligingsinstellingen
], selecteer de instelling die u wilt configureren.
OPMERKING
Voor meer informatie over het instellen van certificaten, raadpleeg:
Embedded Web Server RX User Guide
2-41
Het apparaat installeren en configureren > Embedded Web Server RX
Apparaatgegevens wijzigen
De systeemgegevens van het apparaat wijzigen.
1
Roep het scherm op.
1
Start uw internetbrowser.
2
Voer het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in in de adres- of locatiebalk.
Druk de statuspagina af om het IP-adres en de hostnaam van het apparaat te controleren.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [
▲
] [
▼
] > [
Rapport
] > toets [
OK
] > toets [
▲
] [
▼
] > toets [
Druk rapport afOK
] > toets [
▲
] [
▼
] > toets [
Statuspagina
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
3
Meld u aan met beheerdersbevoegdheden.
De standaard fabrieksinstelling voor de standaardgebruiker met de bevoegdheden voor systeembeheerder wordt hieronder getoond. (Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters (hoofdlettergevoelig).)
Aanmelding gebruikersnaam: Admin
Aanmelding wachtwoord: Admin
4
Kies vanaf de menu [
Apparaatinstellingen
] de optie [
Systeem
].
3
1
2
2-42
Het apparaat installeren en configureren > Embedded Web Server RX
2
Geef de hostnaam op.
Voer de gegevens van het apparaat in en klik vervolgens op [
Verzenden
].
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw op of zet het apparaat
UIT en vervolgens weer AAN.
Om de netwerkkaart opnieuw op te starten, klikt u op [Resetten] in de menu
[Beheerinstellingen] en klikt u vervolgens op [Netwerk opnieuw opstarten] in
"Herstarten".
2-43
3 Voorbereiding voor het gebruik
In dit hoofdstuk worden de volgende bedieningshandelingen uitgelegd.
3-1
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papier plaatsen
Plaats papier in de cassettes en de multifunctionele lade.
Voor de manieren waarop het papier in de lades kan worden geplaatst, zie de onderstaande pagina.
1
2
3
4
5
3
4
5
Nr.
1
2
Cassette 1
Cassette 2
Cassette 3
Cassette 4
Multifunctionele lade
Naam Pagina
pagina 3-4 pagina 3-4 pagina 3-4 pagina 3-4
OPMERKING
• Het aantal vellen dat geplaatst kan worden verschilt afhankelijk van uw gebruiksomgeving en papiersoort.
• Gebruik geen inkjetprinterpapier of ander papier met een speciale bovenlaag. (Dergelijk papier kan papierstoringen of andere defecten veroorzaken.)
• Gebruik speciaal gekleurd papier voor kleurenafdrukken van hoge kwaliteit.
3-2
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Voorzorgen voor papier plaatsen
Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij de onderstaande stappen.
Waaier het papier los en klop het vervolgens op een vlakke tafel.
Daarnaast zijn de volgende voorzorgen aanbevolen.
• Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Stel geopend papier niet bloot aan hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, aangezien vocht problemen kan veroorzaken. Sluit na het plaatsen van het papier in de multifunctionele lade of in een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor papier af.
• Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen.
BELANGRIJK
Als u op gebruikt papier (papier dat al voor kopiëren is gebruikt) kopieert, gebruik dan geen papier dat met nietjes of een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het apparaat beschadigen of een slechte beeldkwaliteit veroorzaken.
OPMERKING
Raadpleeg voor gebruik van speciaal papier zoals briefpapier, geperforeerd papier of voorbedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam:
Engelse gebruikershandleiding
.
3-3
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papier in de cassettes plaatsen
De cassettes zijn geschikt voor normaal papier, gerecycled papier of gekleurd papier.
Het aantal vellen dat in elke cassette kan worden geplaatst is hieronder weergegeven.
Cassette
Cassette 1
Cassettes 2 tot 4
Aantal vellen
250 vellen (Normaal papier: 80 g/m
2
)
500 vellen (Normaal papier: 80 g/m
2
)
Voor meer informatie over de ondersteunde papierformaten, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
OPMERKING
A6 papier kan niet in cassettes 2 tot 4 worden geplaatst.
Voor meer informatie over de instelling van het papiersoort, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
BELANGRIJK
De cassette 1 is geschikt voor papier met een gewicht tussen 60 tot 163 g/m
2
. De cassettes 2 tot 4 zijn geschikt voor papier met een gewicht tussen 60 tot 220 g/m
2
.
1
Trek de cassette helemaal uit het apparaat.
OPMERKING
Let erop dat de cassette bij het uittrekken uit het apparaat ondersteund wordt en niet valt.
2
Stel het cassetteformaat in.
1
Stel de positie in van de papiergeleiders aan de linker- en rechterkant van de cassette.
Druk op het klepje voor het aanpassen van de papierbreedte en verschuif de papierbreedtegeleiders in functie van het gewenste papierformaat.
De papierformaten staan op de cassette vermeld.
3-4
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Stel de lengte in van de papierlengtegeleider in functie van het gewenste papierformaat.
Druk op het klepje voor het aanpassen van de papierlengte en verschuif de papierlengtegeleider in functie van het gewenste papierformaat.
3
Verdraai de formaatknop tot het papierformaat dat u gaat gebruiken in het papierformaat venster verschijnt.
OPMERKING
Als de formaatknop is ingesteld op "Other", dan moet het papierformaat worden ingesteld op het bedieningspaneel van het apparaat.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes (pagina 3-10)
3
Plaats papier.
1
Waaier het papier los en klop het vervolgens op een vlakke tafel om papierstoringen of scheve afdrukken te voorkomen.
2
Plaats het papier in de cassette.
3-5
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
BELANGRIJK
• Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven.
• Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de cassette plaatst.
Voorzorgen voor papier plaatsen (pagina 3-3)
• Controleer voor het plaatsen van het papier of het niet gekruld of gevouwen is.
Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Zorg dat het papier niet boven de niveauaanduiding uitkomt (zie bovenstaande afbeelding).
• Als papier is geplaatst zonder de lengte-en breedtegeleiders te hebben versteld, dan kan het papier scheef of vast komen te zitten.
4
Duw de cassette voorzichtig terug.
OPMERKING
Rechts vooraan op de cassette bevindt zich een papiermetertje dat aangeeft hoeveel papier er nog is.
5
Geef het papiertype op dat in de cassette is geplaatst via het bedieningspaneel.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes (pagina 3-10)
3-6
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
In de multifunctionele lade passen tot 100 vel normaal papier (80 g/m
2
).
Voor meer informatie over de ondersteunde papierformaten, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Voor meer informatie over de instelling van het papiersoort, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Let erop dat u de multifunctionele lade gebruikt als u op speciaal papier afdrukt.
BELANGRIJK
• Als u papier gebruikt met een gewicht van 106 g/m gewicht van het papier in te stellen dat u gebruikt.
2
of meer, stel dan het mediatype in om de dikte en het
• Verwijder transparanten uit de binnenlade bij het afdrukken. Het laten zitten van transparanten in de binnenlade kan papierstoringen veroorzaken.
De capaciteit van de multifunctionele lade is als volgt.
• Normaal papier (80 g/m
2
), gerecycled papier of gekleurd papier: 100 vel
• Dik papier (209 g/m
2
): 15 vel
• Dik papier (157 g/m
2
): 30 vel
• Dik papier (104,7 g/m
2
): 50 vel
• Hagaki (Karton): 30 vel
• Envelop DL, Envelop C5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6 3/4, Envelop Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 5 vel
• OHP-folies: 1 vel
• Gecoat: 30 vel
OPMERKING
• Wanneer u papier met een aangepast formaat plaatst, geeft u het papierformaat op zoals beschreven in:
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade (Instelling MF-lade) (pagina 3-11)
• Wanneer u speciaal papier gebruikt zoals transparanten of dik papier, selecteert u het mediatype zoals beschreven in:
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade (Instelling MF-lade) (pagina 3-11)
1
Open de multifunctionele lade.
3-7
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
2
Stel het formaat van de multifunctionele lade in.
De papierformaten staan op de multifunctionele lade vermeld.
3
Plaats papier.
Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan.
Als u nieuw papier uit de verpakking haalt, waaier het papier dan eerst los voor u het in de multifunctionele lade plaatst.
Voorzorgen voor papier plaatsen (pagina 3-3)
BELANGRIJK
• Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.
• Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik.
• Wanneer u papier in de multifunctionele lade plaatst, controleer dan eerst of er geen papier achtergebleven is van een vorig gebruik voor u het papier plaatst. Als er slechts een kleine hoeveelheid papier overblijft in de multifunctionele lade en u wil het aanvullen, verwijder dan eerst het overgebleven papier uit de lade en voeg het bij het nieuwe papier voor u het papier terug in de lade plaatst.
• Als er nog ruimte is tussen het papier en de papierbreedtegeleiders, pas de papierbreedtegeleiders dan opnieuw aan het papier om te voorkomen dat het scheef ingevoerd wordt of vastloopt.
• Plaats niet meer papier dan onder de beladingslimiet past.
4
Geef het papiertype op dat in de multifunctionele lade is geplaatst via het bedieningspaneel.
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade (Instelling MF-lade) (pagina 3-11)
3-8
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Als u enveloppen of karton in de multifunctionele lade plaatst
Plaats het papier met de te bedrukken zijde naar boven. Voor de procedure voor het afdrukken, raadpleeg:
Printing System Driver User Guide
Voorbeeld: Bij het afdrukken van een adres.
Open de flap.
Sluit de flap.
Oufuku hagaki
(Antwoordkaart)
Hagaki
(Karton)
Enveloppen staand
Enveloppen liggend
BELANGRIJK
• Gebruik ongevouwen Oufuku hagaki (Antwoordkaart)
• Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt.
OPMERKING
Wanneer u enveloppen in de multifunctionele lade plaatst, kies dan de envelopsoort zoals beschreven in:
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade (Instelling MF-lade) (pagina 3-11)
3-9
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
Papierformaat en mediatype opgeven
De standaardinstelling van het papierformaat voor cassette 1, de multifunctionele lade en de optionele papierinvoer
(cassettes 2 tot 4) is "A4" of "Letter" en de standaardinstelling van het mediatype is "Normaal".
Om het papiertype dat wordt gebruikt in de cassettes te wijzigen, moet u de instellingen van het papierformaat en het mediatype opgeven.
Papierformaat en mediatype voor de cassettes
Geef het papierformaat en mediatype op die moeten worden gebruikt in de cassettes.
Item
Cassette 1 (tot 4)
Formaat
*1
Cassette 1 (tot 4) Type
*2
Beschrijving
De volgende opties zijn beschikbaar:
Instelling
Cassette 1: A4, A5, A6, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal, Statement, Executive,
Oficio II, 16K, ISO B5, Custom
Cassettes 2 tot 4: A4, A5, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal, Statement, Executive,
Oficio II, 16K, ISO B5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6, Envelop Monarch, Envelop DL,
Envelop C5, Youkei 4, Youkei 2, Custom
Selecteer het mediatype.
Instelling
Cassette 1: Normaal (60 tot 105 g/m
2
), Ruw, Velijn (60 tot 105 g/m
2
), Recycle, Bedrukt
*3
, Dik
, Briefpapier
2
), Hoge kwaliteit, Custom 1 tot 8
Cassettes 2 tot 4: Normaal (60 tot 105 g/m
2
), Ruw, Velijn (60 tot 105 g/m
2
, Dik papier, Kleur, Geperforeerd
), Etiket, Recycle,
, Envelop, Dik (106 tot 220 g/m
2
),
Gecoat, Hoge kwaliteit, Custom 1 tot 8
*1 Stel dit alleen in wanneer de formaatknop op de cassette op "Other" (Overige) is ingesteld.
*2 Om te wijzigen en een ander mediatype dan Normaal te kiezen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
De vermelde papiersoorten kunnen bij de onderstaande papiergewichtinstellingen niet worden geselecteerd.
*3 Om af te drukken op geperforeerd papier of briefpapier, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
OPMERKING
• De beschikbare mediatypen voor het afdrukken van ontvangen faxen zijn zoals hieronder aangegeven.
Normaal, Etiketten, Recycle, Dik papier, Velijn, Kleur, Envelop, Gecoat, Dik, Hoge kwaliteit, Ruw en Custom 1 tot 8
• Stel het papierformaat van de cassette voor faxontvangst als volgt in:
Inch-modellen: Letter, Legal, Statement
Metrische modellen: A4, B5, A5, Folio
Als de bovenstaande instelling wordt veranderd, is het niet mogelijk om faxen af te drukken.
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Algmene instell
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ] > [
Inst. orig./pap.
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Cassette 1 (tot 4) inst.
] > toets [
OK
]
OPMERKING
[
Cassette 2
] tot [
Cassette 4
] worden weergegeven als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is.
2
Geef het papierformaat op.
1
Toets [ ▲ ] [
] > [
Cassette 1 (tot 4) frmt
] > toets [
OK
]
2
Selecteer het papierformaat en druk op de toets [
OK
]
3-10
Voorbereiding voor het gebruik > Papier plaatsen
3
Geef het mediatype op.
1
Toets [ ▲ ] [
] > [
Cassette 1 (tot 4) soort
] > toets [
OK
]
2
Selecteer het mediatype en druk op de toets [
OK
].
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade (Instelling MF-lade)
Geef het papierformaat en mediatype op die moet worden gebruikt in de multifunctionele lade.
Item
MP-lade form.
Beschrijving
De volgende opties zijn beschikbaar:
Instelling : A4, A5, A6, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal, Statement, Executive, Oficio II,
16K, ISO B5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6, Envelop Monarch, Envelop DL, Envelop C5,
Hagaki (Karton), Oufuku Hagaki (Antwoordkaart), Youkei 4, Youkei 2, Custom
*1
MP-lade type
*2
Selecteer het mediatype.
Waarden : Normaal (60 tot 105 g/m
2
), Transparant, Ruw, Velijn (60 tot 105 g/m
2
), Etiketten,
Recycle, Afgedrukt
*3
, Dik papier, Karton, Kleur, Geperforeerd
Dik (106 tot 220 g/m
2
), Gecoat, Hoge kwaliteit, Custom 1 tot 8
*1 Voor instructies over het opgeven van het papierformaat, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
*2 Om te wijzigen en een ander mediatype dan Normaal te kiezen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
*3 Om af te drukken op geperforeerd papier of briefpapier, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
OPMERKING
• De beschikbare mediatypen voor het afdrukken van ontvangen faxen zijn zoals hieronder aangegeven.
Normaal, Etiketten, Recycle, Dik papier, Velijn, Kleur, Envelop, Karton, Gecoat, Dik, Hoge kwaliteit, Ruw en Custom
1 tot 8
• Stel het papierformaat van de multifunctionele lade voor faxontvangst als volgt in:
Inch-modellen: Letter, Legal, Statement
Metrische modellen: A4, B5, A5, Folio
Als de bovenstaande instelling wordt veranderd, is het niet mogelijk om faxen af te drukken.
1
Roep het scherm op.
[
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Algmene instell
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ] >
[
Inst. orig./pap.
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ] > [
Inst. MF-lade
] > toets [
OK
]
2
Geef het papierformaat op.
1
Toets [ ▲ ] [ ] > [
MP-lade form.
] > toets [
OK
]
2
Selecteer het papierformaat en druk op de toets [
OK
].
3
Geef het mediatype op.
1
Toets [ ▲ ] [ ] > [
MP-lade type
] > toets [
OK
]
2
Selecteer het mediatype en druk op de toets [
OK
].
3-11
Voorbereiding voor het gebruik > Papierstopper
Papierstopper
Bij gebruik van papier groter dan A4/Letter, open de papierstopper zoals getoond in de figuur.
3-12
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een PC
Controleer de informatie die op het apparaat ingesteld moet worden en maak een map aan om het document op uw computer te ontvangen. In de hierna volgende uitleg worden schermen van Windows 7 gebruikt. De details van de schermen verschillen bij andere Windows-versies.
OPMERKING
Meld u aan bij Windows met beheerdersbevoegdheden.
De computernaam en de volledige computernaam noteren
Controleer de computernaam en de volledige computernaam.
1
Roep het scherm op.
Vanaf de knop [
Start
] in Windows, kies [
Computer
] en vervolgens
[
Systeemeigenschappen
].
OPMERKING
In Windows XP, klik met de rechtermuisknop op [
Deze computer
] en kies
[
Eigenschappen
]. Het dialoogvenster [
Systeemeigenschappen
] wordt nu weergegeven.
Klik op het tabblad [
Computernaam
] in het venster dat verschijnt.
In Windows 8, selecteer het bureaublad in het scherm Start, klik met de rechtermuisknop op
[
Computer
] vanaf [
Bibliotheken
] en selecteer vervolgens [
Eigenschappen
].
In Windows 8.1, selecteer het bureaublad in het scherm Start, klik met de rechtermuisknop op [
PC
] vanaf het bureaublad [
Explorer
] en selecteer [
Eigenschappen
]. Of klik met de rechtermuisknop op het Windows pictogram en selecteer [
Systeem
].
2
Controleer de computernaam.
Controleer de computernaam en de volledige computernaam.
Schermvoorbeeld:
Computernaam: PC001
Volledige computernaam: PC001.abcdnet.com
Windows XP:
Als de volledige computernaam geen punt (.) heeft, dan zijn de volledige computernaam en de computernaam hetzelfde.
Als de volledige computernaam een punt (.) heeft, dan is de tekenreeks voor het punt (.) in de volledige computernaam de computernaam.
Voorbeeld: PC001.abcdnet.com
PC001 is de computernaam
PC001.abcdnet.com is de volledige computernaam
Na het controleren van de computernaam, klik op de
"
Systeem eigenschappen
" te sluiten.
[
Sluiten
] knop om het scherm
In Windows XP, klik na het controleren van de computernaam op de [
Annuleren
] knop om het scherm "
Systeemeigenschappen
" te sluiten.
3-13
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
De gebruikersnaam en de domeinnaam noteren
Controleer de domeinnaam en de gebruikersnaam voor het aanmelden in Windows.
1
Roep het scherm op.
Vanaf de knop [
Start
] in Windows, selecteer [
Alle programma's
] (of [
Programma's
]),
[
Accessoires
] en klik vervolgens op [
Opdrachtprompt
].
In Windows 8, roep [
Apps
] op [
Zoeken
] in charmes op het startscherm en selecteer
[
Opdrachtprompt
].
Het scherm Opdrachtprompt verschijnt.
2
Controleer de domeinnaam en de gebruikersnaam.
Voer in de opdrachtprompt "net config workstation" in en druk vervolgens op [
Invoeren
].
Controleer de gebruikersnaam en het domeinnaam.
Schermvoorbeeld:
Gebruikersnaam: james.smith
Domeinnaam: ABCDNET
3-14
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
Een gedeelde map aanmaken, een gedeelde map noteren
Maak een gedeelde map aan om het document in de doelcomputer te ontvangen.
OPMERKING
Als er een werkgroep in Systeemeigenschappen is, configureer dan de onderstaande instellingen om de toegang tot de map voor een specifieke gebruiker of groep te beperken.
1
Vanaf de knop [
Start
] in Windows, selecteer [
Configuratiescherm
], [
Vormgeving en persoonlijke instellingen
] en klik vervolgens op [
Mapopties
].
2
In Windows XP, klik op [
Mijn computer
] en selecteer [
Mapopties
] in [
Extra
].
In Windows 8, selecteer [
Instellingen
] in charms op het bureaublad, en selecteer
[
Configuratiescherm
], [
Vormgeving en persoonlijke instellingen
] en vervolgens [
Mapopties
].
1
Controleer of het tabblad [
Weergave
] is geselecteerd.
2
3
Verwijder het vinkje bij [
Wizard Delen gebruiken (aanbevolen)
] onder "Geavanceerde instellingen".
In Windows XP, klik op het tabblad [
Weergave
] en verwijder het vinkje bij
[
Eenvoudig delen van bestanden gebruiken (aanbevolen)
] onder "Geavanceerde instellingen".
1
Maak een map aan.
1
Maak een map aan op uw computer.
Maak een map aan met bijvoorbeeld de naam
"scannerdata"
op het bureaublad.
3-15
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
2
Klik met de rechtermuisknop de map "scannerdata"
en klik op [
Delen
] en
[
Geavanceerd delen
]. Klik op de toets [
Geavanceerd delen
].
1
1 Controleer of het tabblad [
Delen
] is geselecteerd.
2
In Windows XP, klik met de rechtermuisknop op de map "scannerdata" en selecteer [
Delen en beveiliging
] (of [
Delen
]).
2
Configureer de instellingen voor machtigingen
1
Selecteer het selectievakje [
Deze map delen
] en klik op de toets [
Machtigingen
].
3 Noteer de [
Sharenaam
].
1
3
2
In Windows XP, kies [
Deze map delen
] en klik op de toets [
Machtigingen
].
2
Klik op de toets [
Toevoegen
].
3-16
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
3
Geef de locatie op.
1
2
1
3
1 Als de computernaam die u heeft genoteerd
op pagina De computernaam en de volledige computernaam noteren op pagina 313
dezelfde is als de domeinnaam:
Als de computernaam niet wordt weergegeven in "Op deze locatie", klik dan op de toets [
Locaties
], selecteer de computernaam en klik op de toets [
OK
].
Voorbeeld: PC001
Als de computernaam die u heeft genoteerd op pagina
De computernaam en de volledige computernaam noteren op pagina 313 niet
dezelfde is als de domeinnaam:
Als de tekst na het eerste punt (.) in de volledige computernaam die u heeft genoteerd niet verschijnt in "Op deze locatie", klik dan op de toets [
Locaties
], selecteer de tekst na het punt (.) en klik op de toets [
OK
].
Voorbeeld: abcdnet.com
2 Voer de gebruikersnaam in die u heeft genoteerd op pagina
De gebruikersnaam en de domeinnaam noteren op pagina 314
in het tekstvak en klik op de toets [
OK
].
Ook de gebruikersnaam kan worden aangemaakt door te klikken op de toets
[
Geavanceerd
] en een gebruiker te kiezen.
4
Stel de toegangsrechten voor de geselecteerde gebruiker in.
1 Selecteer de gebruiker die u hebt ingevoerd.
1
2
3
Selecteer het selectievakje [
Toestaan
] voor de machtigingen "
Wijzigen
" en "
Lezen
" en klik op [
OK
].
Voor Windows XP, ga naar stap 6.
OPMERKING
"
Everyone
" geeft iedereen op het netwerk de mogelijkheid om te delen. Voor een betere veiligheid is het raadzaam om bij "
Everyone
" het vinkje voor "
Lezen
" [
Toestaan
] te verwijderen.
5
Klik op de toets [
OK
] in het scherm "
Geavanceerd delen
" om het scherm te sluiten.
3-17
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
6
Controleer de ingestelde gegevens in het tabblad [
Veiligheid
].
1
2
3
1 Selecteer het tabblad [
Beveiliging
].
2 Selecteer de gebruiker die u hebt ingevoerd.
Als de gebruiker niet op "Namen van groepen of gebruikers" staat, klikt dan op [
Bewerken
] om gebruikers toe te voegen op een soortgelijke wijze
als voor stap 2 ( Configureer de instellingen voor machtigingen ).
3 Zorg ervoor dat [
Toestaan
] is aangevinkt voor de machtigingen "
Wijzigen
" en "
Lezen en uitvoeren
".
4 Klik op de knop [
OK
].
4
Voor Windows XP, zorg ervoor dat [
Toestaan
] is aangevinkt voor de machtigingen "
Wijzigen
" en
"
Lezen en uitvoeren
" en klik op de toets [
OK
].
3-18
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
Windows Firewall configureren
Sta het delen van bestanden en printers toe en stel de poort in voor SMB-verzending.
OPMERKING
Meld u aan bij Windows met beheerdersbevoegdheden.
1
Controleer de bestands- en printerdeling.
1
Vanaf de knop [
Start
] in Windows, selecteer [
Configuratiescherm
], [
Systeem en beveiliging
], en [
Een programma via Windows Firewall toestaan
].
OPMERKING
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop
[
Doorgaan
].
2
Vink [
Bestands- en printerdeling
] aan.
2
1
3
2
Voeg een poort toe.
1
Vanaf de knop [
Start
] in Windows, selecteer [
Configuratiescherm
], [
Systeem en beveiliging
], en [
Status van firewall controleren
].
3-19
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
2
Kies [
Geavanceerde instellingen
].
3
Kies [
Regels voor binnenkomende verbindingen
].
4
Kies [
Nieuwe regel
].
5
Kies [
Poort
].
1
2
3-20
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
6
Kies [
TCP
] als de poort waarvoor de regel geldt. Selecteer vervolgens [
Specifieke lokale
] en voer "445" in en klik op [
Volgende
].
1
2
3
7
Kies [
De verbinding toestaan
] en klik op de knop [
Volgende
].
1
2
8
Zorg ervoor dat alle vakjes zijn aangevinkt en klik op de knop [
Volgende
].
1
2
3-21
Voorbereiding voor het gebruik > Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een
9
Voer
"Scan to SMB"
in "
Naam
" en klik op [
Voltooien
].
1
2
In Windows XP of Windows Vista
1
In Windows XP, via de [
Start
] knop in Windows, selecteer [
Configuratiescherm
], en vervolgens [
Windows Firewall
].
In Windows Vista, via de [
Start
] knop in Windows, selecteer [
Configuratiescherm
],
[
Beveiliging
], en vervolgens [
Windows Firewall in- of uitschakelen
].
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop
[
Doorgaan
].
2
Klik op het tabblad [
Uitzonderingen
] en vervolgens op de knop [
Poort toevoegen...
].
3
Geef de instellingen voor Poort toevoegen op.
Voer een willekeurige naam in onder "
Naam
" (bijvoorbeeld: Scannen naar SMB). Dit wordt de naam van de nieuwe poort. Voer "445" in voor "
Poortnummer
". Selecteer [
TCP
] als
"
Protocol
".
4
Klik op de [
OK
]-knop.
In Windows 8
1
In charms op het bureaublad, klik op [
Instellingen
], [
Configuratiescherm
], [
Systeem en beveiliging
], en vervolgens op [
Windows Firewall
].
Als het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik dan op de knop
[
Doorgaan
].
2
Configureer de instellingen
Windows Firewall configureren (pagina 3-19)
3-22
4 Afdrukken vanaf PC
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
4-1
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
Afdrukken vanaf PC
Volg de onderstaande stappen om documenten vanuit toepassingen af te drukken.
In dit hoofdstuk wordt de afdrukmethode met de Printing System Driver beschreven.
OPMERKING
• Om documenten af te drukken vanuit een toepassing, moet u het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de bijgeleverde DVD (Product Library).
• In sommige omgevingen worden de huidige instellingen weergegeven aan de onderzijde van het printerstuurprogramma.
• Bij het afdrukken van karton of enveloppen, plaats het karton of enveloppen in de multifunctionele lade alvorens de volgende procedure te verrichten.
Als u enveloppen of karton in de multifunctionele lade plaatst (pagina 3-9)
1
Roep het scherm op.
Klik op [
Bestand
] en selecteer [
Afdrukken
] in de toepassing.
2
Configureer de instellingen.
1
Selecteer het apparaat in het menu "Naam" en klik op de knop [
Eigenschappen
].
1 2
4-2
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
2
Selecteer tabblad [
Basis
].
3
Klik op het menu "Afdrukformaat" en selecteer het papierformaat voor het afdrukken.
Om papier van formaat dat niet is opgenomen in de afdrukformaten van het apparaat te laden, zoals karton of enveloppen, moet het papierformaat worden geregistreerd.
Afdrukken op niet-standaard papierformaten (pagina 4-4)
Om op speciale papiersoorten af te drukken zoals dik papier of transparanten, klikt u op het menu
"Afdrukmateriaaltype" en selecteer het mediatype.
4
Klik op de knop [
OK
] om terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken.
3
Start het afdrukken.
Klik op de [
OK
] toets.
4-3
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
Afdrukken op niet-standaard papierformaten
Als u een papierformaat plaatst dat niet is opgenomen in de afdrukformaten van het apparaat, registreer dan het papierformaat in het tabblad [
Basis
] van het scherm afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma.
De geregistreerde grootte kan worden geselecteerd uit het menu "Afdrukformaat".
OPMERKING
Om af te drukken met het apparaat, stel het papierformaat en -type in, zie:
Papierformaat en mediatype voor de multifunctionele lade (Instelling MF-lade) (pagina 3-11)
1
9
10
1
Roep het scherm afdrukinstellingen op.
2
Registreer het papierformaat.
8
1 Klik op tabblad [
Basis
].
2 Klik op de toets [
Papierformaat
].
2
3 Klik op de toets [
Nieuw
].
4 Voer het papierformaat in.
5 Voer de benaming van het papier in.
6 Klik op de toets [
Opslaan
].
7 Klik op de toets [
OK
].
8 In het menu "Afdrukformaat", selecteert u het papierformaat (benaming) die u in stap 4 tot 7 hebt geregistreerd.
9 Selecteer de papiersoort in het menu
"Afdrukmateriaaltype".
10 Klik op [
MP-lade
] in het menu "Bron".
5
4
3
7
6
OPMERKING
Als u een ansichtkaart of envelop hebt geplaatst, selecteer dan [
Karton
] of [
Envelop
] in het menu
"Afdrukmateriaaltype".
4-4
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
Venster afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma
Op het scherm afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma kunt u tal van instellingen voor het afdrukken configureren.
Printing System Driver User Guide
1
3
2
Nr.
1
Beschrijving
Tabblad [Snel afdrukken]
Bevat pictogrammen die kunnen worden gebruikt om veelgebruikte functies eenvoudig te configureren. Elke keer dat u op een pictogram klikt, verandert deze in een beeld dat op de afdrukresultaten lijkt en worden de instellingen toegepast.
Tabblad [Basis]
Dit tabblad bevat basisfuncties die veel gebruikt worden. Het kan gebruikt worden om afdrukformaat, bestemming en dubbelzijdig afdrukken te configureren.
Tabblad [Indeling]
In dit tabblad kunt u de instellingen configureren voor het afdrukken van verschillende lay-outs, waaronder brochures afdrukken, modus combineren, poster afdrukken, en schaalverdeling.
Tabblad [Imaging]
In dit tabblad kunt u de instellingen met betrekking tot de afdrukkwaliteit configureren.
Tabblad [Publiceren]
In dit tabblad kunt u covers en inserts voor afdruktaken maken en inzetstukken tussen de vellen van OHPfolies plaatsen.
Tabblad [Taak]
In dit tabblad kunt u de instellingen configureren voor het opslaan van afdrukgegevens van de computer naar het apparaat. Vaak gebruikte documenten en andere gegevens kunnen worden opgeslagen op het apparaat voor later gebruik. Aangezien opgeslagen documenten direct vanaf het apparaat kunnen worden afgedrukt, is deze functie ook handig als u een document wilt afdrukken waarvan u niet wilt dat anderen het zien.
Tabblad [Geavanceerd]
In dit tabblad kunt u de instellingen configureren voor het toevoegen van tekstpagina's of watermerken aan afdrukgegevens.
4-5
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
Nr.
2
3
Beschrijving
[Profielen]
De instellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden opgeslagen als een profiel. Opgeslagen profielen kunnen op naar believen op elk moment worden opgeroepen, dus het is handig om vaak gebruikte instellingen op te slaan.
[Herstellen]
Klik hier om de instellingen naar hun oorspronkelijke standaardwaarden terug te zetten.
4-6
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken vanaf PC
Helpmenu printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma heeft een helpmenu. Voor meer informatie over de afdrukinstellingen, open het scherm afdrukinstellingen printerstuurprogramma en roep de helpmenu op zoals hieronder is uitgelegd.
1
2
1 Klik op de knop [
?
] in de rechterbovenhoek van het scherm en klik vervolgens op het item waarover u meer wilt weten.
2 Klik op het item waarover u meer wilt weten en druk op de [
F1
]-toets op uw toetsenbord.
De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma wijzigen (Windows 7)
De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma kunnen worden gewijzigd. Door veelgebruikte instellingen te selecteren, kunt u stappen overslaan bij het afdrukken. Voor meer informatie over de instellingen, raadpleeg:
Printing System Driver User Guide
1
Klik op de knop [
Start
] in Windows en vervolgens op [
Apparaten en printers
].
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram printerstuurprogramma van het apparaat, en klik op het menu [
Eigenschappen van printer
] van het printerstuurprogramma.
3
Klik op de knop [
Basic
] op het tabblad [
Algemeen
].
4
Selecteer de standaardinstellingen en klik op de knop [
OK
].
Een afdruktaak vanaf de computer annuleren
Om een lopende afdruktaak te annuleren met behulp van het printerstuurprogramma voor de printer start met afdrukken, handelt u als volgt:
OPMERKING
Als afdrukken vanaf dit apparaat worden geannuleerd, raadpleeg:
1
Dubbelklik op het printerpictogram ( ) in de taakbalk rechts onderin het Windowsbureaublad om een dialoogvenster voor de printer te openen.
2
Klik op het bestand waarvan u het afdrukken wilt annuleren en selecteer [
Annuleren
] in het menu "Document".
4-7
Afdrukken vanaf PC > Afdrukken met AirPrint
Afdrukken met AirPrint
AirPrint is een afdrukfunctie die standaard is opgenomen in iOS 4.2 en recentere producten, en Mac OS X 10.7 en recentere producten.
Met deze functie kunt u verbinding maken met elk AirPrint-compatibel apparaat en afdrukken zonder een printerstuurprogramma te hoeven installeren.
Om verbinding te kunnen maken met het apparaat bij het afdrukken met AirPrint, kunt u informatie over de locatie van het apparaat instellen in Embedded Web Server RX.
Embedded Web Server RX User Guide
4-8
Afdrukken vanaf PC > Printen met Google Cloud Print
Printen met Google Cloud Print
Google Cloud Print is een afdrukservice van Google waarvoor geen printerstuurprogramma is vereist. Hiermee kan elke gebruiker met een Google-account afdrukken vanaf een apparaat dat is aangesloten op het internet.
Het apparaat kan worden geconfigureerd in de Embedded Web Server RX.
Embedded Web Server RX User Guide
OPMERKING
Om Google Cloud Print te kunnen gebruiken is een Google-account vereist. Open een Google-account als u er nog geen hebt.
Het apparaat dient ook vooraf te worden geregistreerd met de Google Cloud Print service. Het apparaat kan worden geregistreerd vanaf een PC die is aangesloten op hetzelfde netwerk.
4-9
Afdrukken vanaf PC > Status Monitor
Status Monitor
De Status Monitor bewaakt de status van de printer en voorziet in een doorlopende rapportfunctie.
OPMERKING
Als u Status Monitor activeert, moet u het volgende controleren.
• Printing System Driver is geïnstalleerd.
Toegang tot de Status Monitor
De Status Monitor start ook op wanneer het afdrukken wordt gestart.
Verlaten van de Status Monitor
Gebruik een van onderstaande methodes voor het verlaten van de Status Monitor.
• Handmatig verlaten:
Klik op het pictogram instellingen en kies Afsluiten in het menu, om de Status Monitor te verlaten.
• Automatisch verlaten:
De Status Monitor sluit automatisch na 7 minuten als deze niet wordt gebruikt.
Schermoverzicht Status Monitor
Het schermoverzicht van de Status Monitor is als volgt.
Sneloverzicht printerstatus
De status van de printer wordt met pictogrammen weergegeven. Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op de knopUitbreiden.
Pictogram instellingen
Knop uitbreiden
Tabblad waarschuwing
Tabblad tonerstatus
Tabblad status papierlade
Tabblad voortgang afdruktaken
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven door te klikken op elk tabblad pictogram.
4-10
Afdrukken vanaf PC > Status Monitor
Tabblad voortgang afdruktaken
De status van de afdruktaken wordt weergegeven.
Takenlijst
Pictogram status
Selecteer een taak uit de lijst via het weergegeven menu en klik met derechtermuisknop om te annuleren.
Tabblad status papierlade
Informatie over het papier in de printer en de hoeveelheid resterendpapier wordt getoond.
Tabblad tonerstatus
De resterende hoeveelheid toner wordt weergegeven.
4-11
Afdrukken vanaf PC > Status Monitor
Tabblad waarschuwing
Als een fout optreedt, wordt een bericht weergegeven met een 3D-beeldweergave en een bericht.
Status Monitor snelmenu
Het volgende menu wordt weergegeven als op de pictogram instellingen wordt geklikt.
•
Embedded Web Server RX
Als de printer met een TCP/IP-netwerk is verbonden en een eigen IP-adres heeft, gebruikt u een webbrowser om naar het Embedded Web Server RX te gaan om de netwerkinstellingen te wijzigen of bevestigen. Dit menu wordt niet weergegeven bij gebruik van een USB-verbinding.
Embedded Web Server RX User Guide
•
Melding…
Hiermee kan de weergave van de Status Monitor worden ingesteld.
Status Monitor instellingen kennisgeving (pagina 4-13)
•
Afsluiten
Hiermee verlaat u de Status Monitor.
4-12
Afdrukken vanaf PC > Status Monitor
Status Monitor instellingen kennisgeving
De Status Monitor instellingen en gedetailleerde lijst gebeurtenissen worden weergegeven.
Selecteer of kennisgeving al dan niet moet worden uitgevoerd als er een fout in de lijst gebeurtenissen optreedt.
1
Kies Gebeurtenismelding inschakelen.
Als deze instelling is ingesteld op Uit, dan wordt de Status Monitor niet gestart, ook niet als het afdrukken wordt uitgevoerd.
2
Selecteer een gebeurtenis die gebruikt moet worden met de optie tekst naar spraak in Beschikbare gebeurtenissen.
3
Klik op de kolom Geluidsbestand / Tekst naar spraak.
Klik op de knop Bladeren (...) om de gebeurtenis te melden met een geluidsbestand.
OPMERKING
Het beschikbare bestandsformaat is WAV.
Bij het aanpassen van het luidop voor te lezen bericht op het scherm, moet u de tekst in het tekstvak typen.
4-13
5 Bediening van het apparaat
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
5-1
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Originelen plaatsen
Originelen op de glasplaat plaatsen
Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen.
1 Plaats de te scannen zijde met het beeld omlaag.
2 Lijn ze strak uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat met de linkerachterhoek als referentiepunt.
OPMERKING
Voor meer informatie over de richting van het origineel, raadpleeg:
Richting orig. (Richting origineel) (pagina 6-11)
Wanneer u enveloppen of karton op de plaat legt
1 Plaats de te scannen zijde met het beeld omlaag.
2 Lijn ze strak uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat met de linkerachterhoek als referentiepunt.
OPMERKING
Zie voor de procedure voor het invoeren van enveloppen of karton:
Als u enveloppen of karton in de multifunctionele lade plaatst (pagina 3-9)
VOORZICHTIG
Laat de documenttoevoer niet openstaan, want dan bestaat er gevaar voor lichamelijk letsel.
BELANGRIJK
• Duw de documenttoevoer bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk kan ervoor zorgen dat de glasplaat breekt.
• Als u boeken of tijdschriften op het apparaat plaatst, doe dit dan met de documenttoevoer open.
5-2
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
Originelen in de documenttoevoer plaatsen
De documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen worden gescand.
Originelen geschikt voor de documenttoevoer
De documenttoevoer is geschikt voor de volgende typen originelen.
Gewicht
Formaten
Aantal vellen
50 tot 120 g/m
2
(dubbelzijdig: 50 tot 120 g/m
2
)
Maximum Folio (Legal) tot Minimum A6-R (Statement-R)
75 vel of minder (50 tot 80 g/m
2)
Originelen niet geschikt voor de documenttoevoer
Gebruik de documenttoevoer niet voor de volgende soorten originelen. Zoniet kunnen de originelen vastlopen of kan de documenttoevoer vervuild worden.
• Originelen met paperclips of nietjes (Verwijder paperclips of nietjes en strijk eventuele golvingen, plooien of kreuken glad. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
• Originelen met plakband of lijm
• Originelen met uitsparingen
• Gekrulde originelen
• Originelen met vouwen (Strijk de vouwen glad voor plaatsing. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
• Carbonpapier
• Gekreukt papier
Zo plaatst u originelen
BELANGRIJK
• Zorg ervoor, voor u originelen plaatst, dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Op de originelenuitvoer achtergebleven originelen kunnen de nieuwe originelen doen vastlopen.
• Plaats geen druk op de bovenklep van de documenttoevoer door bijvoorbeeld de originelen op de bovenklep uit te lijnen. Dit kan leiden tot een fout in de documentinvoer.
1
Pas de breedtegeleiders voor de originelen aan.
5-3
Bediening van het apparaat > Originelen plaatsen
2
Plaats de originelen.
1
Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven.
Schuif de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer.
OPMERKING
Voor meer informatie over de richting van het origineel, raadpleeg:
Richting orig. (Richting origineel) (pagina 6-11)
BELANGRIJK
Kijk of de breedtegeleiders voor originelen perfect op de originelen aansluiten. Als er nog ruimte is, past u de breedtegeleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring.
Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveauaanduiding uitkomen. Als de maximum niveauaanduiding wordt overschreden, kan dit leiden tot een papierstoring.
Originelen die voorgeboord of geperforeerd zijn, plaatst u zo dat de gaten of perforaties als laatste (en niet als eerste) worden gescand.
2
Open de originelenstopper aangepast aan het formaat van het ingestelde origineel.
A4, Letter, Legal B5 of minder
5-4
Bediening van het apparaat > Serienummer van het apparaat controleren
Serienummer van het apparaat controleren
Het serienummer van het apparaat staat gedrukt op de plek aangegeven in de afbeelding.
OPMERKING
U heeft het serienummer van het apparaat nodig als u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. Controleer het nummer voor u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.
5-5
Bediening van het apparaat > Programma
Programma
Als u frequent gebruikte functies in één programma registreert, hoeft u slechts op een van de toetsen [
Programma I
] t/ m [
Programma IV
] te drukken om deze functies op te roepen.
De volgende functies zijn reeds geregistreerd onder de toets [
Programma I
]. Met deze functie kunt u de voor- en achterkant van een ID-kaart of een ander document kleiner dan Statement of A5 op één pagina kopiëren. Deze functies worden weliswaar gewist als de toets [
Programma I
] overschreven wordt, maar u kunt dezelfde instellingen toch registreren met behulp van de toets [
Functiemenu
].
• Papierselectie: Cassette 1
• Zoom: Auto
• Combineren: 2 op 1
• Kleurselectie: Zwart-wit
• Origineelformaat: Statement (inchmodellen)/A5 (metrische modellen)
• Continu scannen: Aan
OPMERKING
• Het is mogelijk om de kopieerfunctie, de verzendfunctie en de faxfunctie in een programma te registreren. (De faxfunctie kan alleen geregistreerd of opgeroepen worden in producten waarin de faxfunctie is geïnstalleerd).
• Als het gebruikersaanmeldingsbeheer ingeschakeld is, dan kunt u de functies enkel registreren door aan te melden met beheerdersrechten.
Programma's registreren
Gebruik de onderstaande procedure om een programma te registreren.
1
Configureer de instellingen van de functies
Configureer de instellingen van de functies die u wilt registreren in een programma.
Voor het instellen van functies, raadpleeg:
Gebruik van de verschillende functies (pagina 6-1)
OPMERKING
In het geval van de verzendfunctie en de faxfunctie wordt tevens een bestemming in het programma geregistreerd.
5-6
Bediening van het apparaat > Programma
2
Registreer het programma.
Druk op een van de toetsen [
Programma I
] tot [
Programma IV
] waar u de instellingen wilt registreren en houd deze toets ingedrukt (2 seconden of langer).
De huidige instellingen worden geregistreerd onder de geselecteerde programmatoets.
Het geregistreerde programma bevestigen
De instellingen van het geregistreerde programma kunnen worden bevestigd door het programma op te roepen.
Programma oproepen (pagina 5-7)
Programma oproepen
Druk op een van de toetsen [
Programma I
] tot [
Programma IV
] waar de instellingen die u wilt oproepen geregistreerd zijn. De huidige instellingen van bepaalde functies worden vervangen door de geregistreerde instellingen.
Plaats de originelen en druk op de toets [
Start
].
5-7
Bediening van het apparaat > Programma
.
Programma overschrijven
U kunt een programma wijzigen. Gebruik onderstaande procedure om het programma te bewerken.
1
Configureer de instellingen van de functies
Stel de te wijzigen functie in.
Voor het instellen van functies, raadpleeg:
Gebruik van de verschillende functies (pagina 6-1)
OPMERKING
In het geval van de verzendfunctie en de faxfunctie wordt tevens een bestemming in het programma geregistreerd.
2
Schrijf het programma over.
1
Druk op een van de toetsen [
Programma I
] tot [
Programma IV
] om te wijzigen en houd deze toets ingedrukt (2 seconden of langer).
2
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Overschrijven
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
Registreer het gewijzigde programma.
Programma verwijderen
U kunt een programma verwijderen.
1
Roep het scherm op.
Druk op een van de toetsen [
Programma I
] tot [
Programma IV
] om te verwijderen en houd deze toets ingedrukt (2 seconden of langer).
2
Verwijder het programma.
Toets [ ▲ ] [
] > [
Verwijderen
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
5-8
Bediening van het apparaat > Instellingen keuzetoets
Instellingen keuzetoets
Veelgebruikte functies kunnen onder de keuzetoets geregistreerd worden. Functies kunnen eenvoudig worden geconfigureerd door op de keuzetoets te drukken.
Functies kunnen in keuzetoetsen worden geregistreerd via het menusysteem.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
5-9
Bediening van het apparaat > Kopiëren
Kopiëren
Basisbediening
Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het kopiëren.
1
Druk op de toets [Kopiëren].
2
Plaats de originelen.
Plaats de originelen.
Originelen plaatsen (pagina 5-2)
1 2
1 Formaat origineel
2 Papierformaat
A4
Uit
Stil
A4
Papier
Controleer het origineelformaat en het papierformaat.
OPMERKING
Voor het selecteren van het origineelformaat, raadpleeg:
Origineel formaat (pagina 6-9)
Voor het selecteren van de papierbron, raadpleeg:
5-10
Bediening van het apparaat > Kopiëren
3
Selecteer de kleurmodus.
Auto kleur
Full Color
Zwart-wit
Herkent automatisch of het origineel in kleur of zwart-wit is en waarna het document wordt gescand.
Scant alle documenten in kleur.
Scant alle documenten in zwart-wit.
Raadpleeg het volgende voor gedetailleerde instellingen:
4
Selecteer de functies.
Druk op de toets [
Functiemenu
] om de te gebruiken kopieerfuncties te selecteren.
5
Gebruik de cijfertoetsen om de hoeveelheid kopieën in te voeren.
Geef het gewenste aantal tot 999 op.
6
Druk op de [Start]-toets.
Het kopiëren begint.
OPMERKING
Met deze functie kunt u tijdens het afdrukken de volgende taak reserveren. Als u deze functie gebruikt, dan wordt het origineel gescand terwijl het apparaat aan het afdrukken is.
Als de huidige afdruktaak klaar is, dan wordt de gereserveerde kopieertaak afgedrukt. Als
"Prior.voorbeh." is ingesteld op [
Uit
], dan verschijnt [
VlgKop.
] op het scherm. Druk op
[
VlgKop.
] en configureer de benodigde instellingen voor de kopieertaak.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Kopiëren...
Taaknr.
Pagina's
:
:
Exempl.
Annul.
:
9999
999
999/999
VlgKop.
5-11
Bediening van het apparaat > Kopiëren
Taken annuleren
U kunt ook taken annuleren door op de [
Stop
]-toets te drukken.
1
Druk op de [Stop]-toets terwijl het scherm Kopiëren wordt weergegeven.
2
Annuleer een taak.
1
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Afdr.taak.annul.
] > toets [
OK
]
2
Kies de te annuleren taak en en druk op [
Menu
].
3
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Taak annuleren
] > toets [
OK
]
OPMERKING
Selecteer [
Details
] en druk op de toets [
OK
] om gedetailleerde informatie over de taak te zien.
4
Druk op [
Ja
].
De taak is geannuleerd.
OPMERKING
Tijdens het scannen kan de taak geannuleerd worden door te drukken op de toets [
Stop
] of [
Annul.
].
5-12
Bediening van het apparaat > Verzenden
Verzenden
Dit apparaat kan een gescand beeld verzenden als bijlage bij een e-mailbericht of naar een pc die is verbonden met het netwerk. Hiervoor moet het adres van de afzender en van de bestemming (ontvanger) worden geregistreerd in het netwerk.
Er is een netwerkomgeving vereist waarin het apparaat verbinding kan maken met een mailserver om een e-mail te kunnen verzenden. Er wordt aanbevolen een lokaal netwerk (LAN) te gebruiken om problemen met de verzendsnelheid en de beveiliging te verhelpen.
Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het verzenden. De volgende vier opties zijn beschikbaar:
• Verzenden als e-mail (E-mailadres invoeren): Verzendt een gescand origineelbeeld als bijlage van een e-mailbericht.
(Raadpleeg
• Verzenden naar map (SMB): Slaat een gescand origineelbeeld op in een gedeelde map van eender welke pc.
(Raadpleeg
• Verzenden naar map (FTP): Slaat een gescand origineelbeeld op in een map van een FTP-server. (Raadpleeg
.)
• Afbeeldingsgegevens scannen met TWAIN/WIA: Scant het document met behulp van een TWAIN- of WIAcompatibel programma. (Raadpleeg
.)
OPMERKING
• Verschillende verzendopties kunnen gecombineerd worden opgegeven.
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen) (pagina 5-24)
• De fax-functie kan worden gebruikt op producten voorzien van faxfunctie.
Gebruikershandleiding voor de fax
5-13
Bediening van het apparaat > Verzenden
Basisbediening
1
Druk op de toets [Verzenden].
2
Plaats de originelen.
Plaats de originelen.
Originelen plaatsen (pagina 5-2)
3
Geef de bestemming op.
Selecteer de bestemming waar een beeld heen moet worden gestuurd.
De bestemming opgeven (pagina 5-15)
Een bestemming kiezen uit het extern adresboek
Voor meer informatie over het externe adresboek, raadpleeg:
Embedded Web Server RX User Guide
Een bestemming kiezen uit de fax
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de fax:
Gebruikershandleiding voor de fax
4
Selecteer de functies.
Druk op de toets [
Functiemenu
] om de te gebruiken verzendfuncties te selecteren.
5
Druk op de [Start]-toets.
Verzenden wordt gestart.
5-14
Bediening van het apparaat > Verzenden
De bestemming opgeven
Selecteer de bestemming met behulp van één van de volgende methodes:
Kiezen uit het adresboek (pagina 5-15)
Kiezen uit het extern adresboek
Voor meer informatie over het externe adresboek, raadpleeg:
Embedded Web Server RX User Guide
Kiezen via de snelkiestoetsen (pagina 5-17)
Een e-mailadres invoeren (pagina 5-17)
Een nieuwe PC-map opgeven (pagina 5-18)
Kiezen uit de fax
Gebruikershandleiding voor de fax
OPMERKING
• U kunt op het apparaat instellen dat het adresboekscherm verschijnt wanneer op de toets [
Verzenden
] wordt gedrukt.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
• Als u apparaten voorzien van de faxfunctie gebruikt, dan kunt u de faxbestemming opgeven. Voer het nummer van de ontvangende partij in met de cijfertoetsen.
Kiezen uit het adresboek
Selecteer een bestemming die in het adresboek is geregistreerd.
Voor meer informatie over hoe u bestemmingen in het adresboek registreert, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
1
Druk in het basisscherm voor het verzenden op de toets
[Adresboek].
2
Selecteer de bestemmingen.
1
Toets [ ▲ ] [ ] > [
Adresboek
] > toets [
OK
]
OPMERKING
Voor informatie over het externe adresboek, raadpleeg:
Embedded Web Server RX User Guide
2
Selecteer de bestemming.
OPMERKING
Druk bij controle van de bestemmingsinformatie op [
Menu
] > [
Details
] > toets [
OK
]
5-15
Bediening van het apparaat > Verzenden
Bestemming zoeken
De bestemming kan op naam worden gezocht.
1
[
Menu
] > Toets [ ▲ ] [
] > [
Zoeken(naam)
] > toets [
OK
]
2
Voer de te zoeken tekens met de cijfertoetsen in.
OPMERKING
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, raadpleeg:
Invoermethode voor tekens (pagina 8-3)
3
Druk op de toets [
OK
].
De gezochte bestemming wordt weergegeven.
3
Druk op de toets [OK].
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om naar meerdere bestemmingen te verzenden. U kunt naar zo veel als 100 bestemmingen tegelijk verzenden.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd.
Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 5-21)
5-16
Bediening van het apparaat > Verzenden
Kiezen via de snelkiestoetsen
Selecteer de bestemming via de snelkiestoetsen.
Druk in het basisscherm voor verzenden op de snelkiestoets waaronder de bestemming is geregistreerd.
OPMERKING
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat reeds snelkiestoetsen zijn geregistreerd.
Raadpleeg voor meer informatie over het toevoegen van snelkiestoetsen:
Engelse gebruikershandleiding
.
Bij selectie van de snelkiestoetsen 12 t/m 22, moet de snelkiestoets ingedrukt worden nadat het [
Hoofdletter vergrendeling
] indicatorlampje is gaan branden bij bediening van de toets [
Hoofdletter vergrendeling
].
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd.
Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 5-21)
Een e-mailadres invoeren
Voer het gewenste e-mailadres in.
OPMERKING
Om een e-mail te versturen, configureer de benodigde instellingen voor de werkomgeving.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
1
Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets [
[E-mail] > toets [OK]
▲
] [
▼
] >
2
Voer het e-mailadres van de bestemming in.
OPMERKING
Voor meer informatie over het invoeren van tekens, raadpleeg:
Invoermethode voor tekens (pagina 8-3)
3
Druk op de toets [OK].
Om te verzenden naar meerdere bestemmingen, druk op de toets [
Bestemmingen bevestigen/toevoegen
]. U kunt naar zo veel als 100 bestemmingen tegelijk verzenden.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd.
Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 5-21)
5-17
Bediening van het apparaat > Verzenden
OPMERKING
Wanneer [
Aan
] voor Contr.nieuwe bestemming wordt geselecteerd, verschijnt het bevestigingsscherm.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Voer opnieuw hetzelfde e-mailadres in en druk op de toets [
OK
].
Een nieuwe PC-map opgeven
Geef de gewenste gedeelde map op een computer of op een FTP-server als bestemming op.
OPMERKING
• Voor de werkwijze voor het instellen van een gedeelde doelmap op een pc, raadpleeg:
Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een PC (pagina 3-13)
• Voor meer informatie over het delen van een map, raadpleeg:
Een gedeelde map aanmaken, een gedeelde map noteren (pagina 3-15)
• Zorg ervoor dat SMB-protocol of FTP is ingeschakeld.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
1
Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets [
[Map (SMB)] of [Map (FTP)] > toets [OK]
▲
] [
▼
] >
2
Voer de bestemmingsgegevens in.
In de onderstaande tabel worden de in te voeren items geïllustreerd. Voer de informatie voor elk item in en druk op de toets [
OK
].
OPMERKING
• Voer voor de computernaam, sharenaam, domeinnaam en gebruikersnaam de informatie in die u hebt aangetekend toen u de gedeelde map aanmaakte. Voor meer informatie over het aanmaken van gedeelde mappen, raapleeg:
De computernaam en de volledige computernaam noteren (pagina 3-13)
• Voor meer informatie over het invoeren van tekens, raadpleeg:
Invoermethode voor tekens (pagina 8-3)
5-18
Bediening van het apparaat > Verzenden
Voor verzenden naar map (SMB)
Item Details Max. aantal karakters
Tot 64 tekens
Hostnaam (SMB)
Pad
*1
PC-naam
Gedeeld naam
Bijvoorbeeld: scannerdata
Bij het opslaan in een map in de gedeelde map: sharenaam\mapnaam in gedeelde map
Tot 128 tekens
Aanmeldingsgebruikers naam
Als de PC-naam en domeinnaam hetzelfde zijn:
Gebruikersnaam
Bijvoorbeeld: james.smith
Als de PC-naam en domeinnaam verschillen:
Domeinnaam\Gebruikersnaam
Bijvoorbeeld: abcdnet\james.smith
Tot 64 tekens
Wachtwoord aanmelding
Windows aanmeldingswachtwoord
(Hoofdlettergevoelig)
Tot 64 tekens
*1 Gebruik voor het invoeren van een ander poortnummer dan het standaardnummer (445) de notatie
"Hostnaam: poortnummer" (Voorbeeld: SMBhostnaam:140).
Zet het IPv6-adres bij het invoeren tussen rechte haakjes [ ].
(Bijvoorbeeld: [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
Voor verzenden naar map (FTP)
Pad
*2
Item
Hostnaam (FTP)
*1
In te voeren gegevens
Hostnaam of IP-adres van de FTP-server
Pad naar de ontvangstmap.
Bijvoorbeeld. Gebruiker\Scangegevens
Anders worden de gegevens in de basismap opgeslagen.
Max. aantal karakters
Tot 64 tekens
Tot 128 tekens
Aanmeldingsgebruikers naam
Wachtwoord aanmelding
Aanmeldingsgebruikersnaam FTP-server
Aanmeldingswachtwoord FTP-server
(Hoofdlettergevoelig)
Tot 64 tekens
Tot 64 tekens
*1 Als u een ander poortnummer dan het standaardnummer (21) opgeeft, gebruik dan "Hostnaam: poortnummer" (Voorbeeld: FTPhostnaam:140).
Zet het IPv6-adres bij het invoeren tussen rechte haakjes [ ].
(Bijvoorbeeld: [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
*2 Als de FTP-server is gebaseerd op Linux/UNIX, dan wordt het pad onder de submap gecombineerd met het slash "/" teken zonder back-slash.
5-19
Bediening van het apparaat > Verzenden
3
Bevestig de informatie.
Het bevestigingsscherm van de verbinding verschijnt. Druk op [
Ja
] om de verbinding te controleren en op [
Nee
] om deze niet te controleren.
"Verbonden" verschijnt wanneer de verbinding met de bestemming correct tot stand is gebracht. Als "Kan geen verbinding maken" verschijnt, controleer dan de ingevoerde gegevens.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om naar meerdere bestemmingen te verzenden.
Bestemmingen kunnen op een later moment worden gewijzigd.
Bestemmingen controleren en bewerken (pagina 5-21)
5-20
Bediening van het apparaat > Verzenden
Bestemmingen controleren en bewerken
Controleer en bewerk een geselecteerde bestemming.
1
Geef het scherm weer.
Geef de bestemming op.
De bestemming opgeven (pagina 5-15)
2
Controleer en bewerk de bestemming.
Druk op de toets [
Bestemmingen bevestigen/toevoegen
].
De bestemming toevoegen
1
Druk op [
Voeg toe
].
2
Stel de toe te voegen bestemmingen in.
De bestemming opgeven (pagina 5-15)
De bestemming bewerken
1
Kies de toe te voegen bestemming en druk op de toets [
OK
].
2
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Details/wijzig
] > toets [
OK
]
3
Bewerk de bestemmingen > toets [
OK
]
De bestemming opgeven (pagina 5-15)
OPMERKING
Om een bestemming geregistreerd in het adresboek of een snelkiestoets te bewerken, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
De bestemming verwijderen
1
Kies de bestemming die u wilt verwijderen en druk op de toets [
OK
].
2
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Verwijderen
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
3
Druk op [Einde].
OPMERKING
Als [
Aan
] geselecteerd is bij Bestemming controleren voor verzending, dan verschijnt het bevestigingsscherm wanneer u op de [
Start
]-toets drukt.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Bevestigingsscherm voor bestemmingen (pagina 5-22)
5-21
Bediening van het apparaat > Verzenden
Bevestigingsscherm voor bestemmingen
Wanneer u [
Aan
] selecteert voor het Controleren van de bestemming voor verzenden, dan verschijnt het bevestigingsscherm voor bestemmingen nadat u op de [
Start
]-toets gedrukt heeft.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Volg de onderstaande stappen om de bestemmingen te bevestigen.
1
Bevestig alle bestemmingen.
Selecteer de bestemming en druk op de toets [
OK
] om gedetailleerde informatie over de bestemming te tonen > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Details
] > toets [
OK
]
Kies de bestemming die u wilt verwijderen en druk op de toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Verwijderen
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
De bestemming wordt verwijderd.
2
Druk op [
Volgende
].
OPMERKING
Zorg ervoor dat alle bestemmingen bevestigd worden door deze op het berichtenscherm weer te geven. U kunt niet op [
Volgende
] drukken tenzij u alle bestemmingen hebt bevestigd.
5-22
Bediening van het apparaat > Verzenden
Herhalen
Herhalen is een functie waarmee u opnieuw naar de laatst ingevoerde bestemming kunt verzenden. Wanneer u het beeld naar dezelfde bestemming wilt verzenden, drukt u op de toets [
Bestemming herhalen/Pauze
] en kunt u de bestemming herhalen waarnaar u op de bestemmingenlijst hebt verzonden.
1
Druk op de toets [
Bestemming herhalen/Pauze
].
De bestemming waarnaar u verzonden hebt, wordt op de bestemmingenlijst weergegeven.
OPMERKING
Als de laatste verzending fax-, computer- en e-mailbestemmingen betrof, worden ook deze weergegeven. Voeg, indien nodig, de bestemming toe of verwijder hem.
2
Druk op de toets [
Start
].
Verzenden wordt gestart.
OPMERKING
• Wanneer [
Aan
] is geselecteerd in "Contr.voor verz.", wordt een bevestigingsscherm van de bestemming weergegeven wanneer u op de toets [
Start
] drukt.
Bevestigingsscherm voor bestemmingen (pagina 5-22)
• De informatie voor herhaling wordt gewist in de volgende gevallen.
- Wanneer u de stroomvoorziening uitschakelt
- Wanneer u een volgend beeld verzendt (nieuwe herhaalinformatie wordt
geregistreerd)
- Wanneer u zich afmeldt
Aan mij verzenden (e-mail)
Wanneer de gebruikersaanmelding is geactiveerd, wordt het document naar het e-mailadres van de aangemelde gebruiker gestuurd.
1
Druk in het basisscherm voor verzenden op de toets [
[Mij(E-mail)] > toets [OK]
▲
] [
▼
]
OPMERKING
Er moet een e-mailadres zijn ingesteld in de gebruikersaanmelding voor de gebruiker die zich aanmeldt.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
5-23
Bediening van het apparaat > Verzenden
Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen
(Multi-versturen)
U kunt bestemmingen opgeven die e-mailadressen, mappen (SMB of FTP) en faxnummers combineren (De fax-functie kan alleen worden gebruikt op producten voorzien van faxfunctie). Dit wordt Multi-versturen genoemd. Dit is handig als u met één bedieningshandeling naar verschillende soorten bestemmingen wilt verzenden (e-mailadressen, mappen enzovoort).
Aantal verzenditems
E-mail: Max. 100
Mappen (SMP, FTP): max. 5 SMB en FTP
Fax: Max. 100
De procedures zijn net dezelfde als die bij het opgeven van de bestemmingen voor de verschillende verzendingstypes.
Ga verder om het e-mailadres of het pad van de map op te geven zodat ze in de lijst met bestemmingen verschijnen.
Druk op de [
Start
]-toets om de verzending naar alle bestemmingen tegelijkertijd te starten.
OPMERKING
Als een van de bestemmingen een fax is, dan worden naar alle bestemmingen de beelden in zwart-wit verstuurd.
5-24
Bediening van het apparaat > Verzenden
Verzendtaken annuleren
U kunt ook taken annuleren door op de [
Stop
]-toets te drukken.
1
Druk op de [Stop]-toets terwijl het verzendscherm wordt weergegeven.
Het menu [
Lijst ann. taken
] verschijnt.
OPMERKING
Een taak die reeds verzonden is, wordt niet tijdelijk onderbroken als u op de [
Stop
]-toets drukt.
2
Taken annuleren.
1
toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Verz.taak annul.
] > toets [
OK
]
2
Kies de te annuleren taak en en druk op [
Menu
].
3
toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Taak annuleren
] > toets [
OK
]
OPMERKING
Selecteer [
Details
] en druk op de toets [
OK
] om gedetailleerde informatie over de taak te zien.
4
Druk op [
Ja
].
De taak is geannuleerd.
OPMERKING
Tijdens het scannen kan de taak geannuleerd worden door te drukken op de toets [
Stop
] of [
Annul.
].
5-25
Bediening van het apparaat > Verzenden
WSD-scan
WSD-scan slaat beelden van op dit apparaat gescande originelen op als bestanden op een WSD-compatibele computer.
OPMERKING
• Bevestig, om WSD-scan te gebruiken, dat de computer gebruikt wordt voor WSD-scannen en het apparaat met het netwerk is verbonden en dat "WSD-scan" op [
Aan
] in de netwerkinstellingen is ingesteld.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
• Voor informatie over het bedienen van de computer, raadpleeg de hulpdocumentatie van de computer of de gebruikshandleiding van uw software.
Stuurprogramma installeren (voor Windows 7)
1
Roep [Netwerk] op in het menu Start.
Klik op de knop [
Start
] in Windows en vervolgens op [
Netwerk
].
OPMERKING
Als [
Netwerk
] niet in het menu Start verschijnt, voer dan de volgende procedure uit.
1
Klik met de rechtermuisknop op [
Start
] en klik op [
Eigenschap
] in het menu dat verschijnt.
2
Selecteer tabblad [
Menu Start
] in het scherm "
Eigenschappen van Taakbalk en menu
Start
" en klik op [
Aanpassen
].
3
Als het scherm "
Menu Start aanpassen
" verschijnt, vink dan "
Netwerk
" aan en klik op [
OK
].
2
Installeer het stuurprogramma.
Klik met de rechter muisknop op het pictogram van het apparaat en klik vervolgens op
[
Installeren
].
OPMERKING
Als het venster "
Gebruikersaccountbeheer
" verschijnt, klik dan op [
Doorgaan
].
Als het venster "
Nieuwe hardware gevonden
" verschijnt, klik dan op [
Annuleren
].
Dubbelklik tijdens de installatie op het pictogram op de taakbalk om het scherm "
Installatie van stuurprogramma
" weer te geven. Als "
De apparaten zijn gereed voor gebruik
" verschijnt op het scherm [
Installatie van stuurprogramma
], dan is de installatie voltooid.
Stuurprogramma installeren (voor Windows 8 en Microsoft Windows Server 2012)
1
Klik op [Zoeken] in charms, [Configuratiescherm] en vervolgens op [Apparaten en printers weergeven].
2
Installeer het stuurprogramma.
Klik op [
Een apparaat toevoegen
]. Kies het pictogram van het apparaat en klik vervolgens op
[
Volgende
].
Als het pictogram van het apparaat wordt weergegeven in "
Printers
" op het scherm
[
Apparaten en printers
], dan is de installatie voltooid.
5-26
Bediening van het apparaat > Verzenden
WSD-scan
1
Plaats de originelen.
Originelen plaatsen (pagina 5-2)
2
Roep het scherm op
Toets [
Verzenden
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
WSD-scan
] > toets [
OK
]
3
Scan de originelen.
Procedure met dit apparaat
1
toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Via bed. paneel
] > toets [
OK
]
2
Selecteer de bestemmingscomputer en druk op de toets [
OK
].
U kunt informatie over de geselecteerde computer weergeven door te drukken op [
Details
].
3
Druk op de toets [
Functiemenu
] om het type origineel, het bestandsformaat enz. naar wens in te stellen.
4
Druk op de toets [
Start
].
Het verzenden begint en de op de computer geïnstalleerde software wordt geactiveerd.
Procedure vanaf uw computer
1
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Op de computer
] > toets [
OK
]
2
Gebruik de software die op de computer is geïnstalleerd om de afbeeldingen te verzenden.
5-27
Bediening van het apparaat > Verzenden
Scannen met TWAIN of WIA
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een origineel met TWAIN kunt scannen. Het WIA-stuurprogramma wordt gebruikt op dezelfde manier.
1
Roep het scherm op.
1
Activeer de TWAIN-compatibele toepassing.
2
Selecteer het apparaat dat de applicatie gebruikt en geef het dialoogvenster weer.
OPMERKING
Voor het kiezen van het apparaat, raadpleeg de Gebruikershandleiding of de Help sectie van elke toepassingssoftware.
2
Configureer de scaninstellingen.
Selecteer scaninstellingen in het dialoogvenster dat wordt geopend.
OPMERKING
Voor meer informatie over de instellingen, raadpleeg Hulp in het dialoogvenster.
3
Plaats de originelen.
Originelen plaatsen (pagina 5-2)
4
Scan de originelen.
Klik op de knop [
Scan
]. De documentgegevens zijn gescand.
5-28
Bediening van het apparaat > Gebruik van de FAX-functie
Gebruik van de FAX-functie
Bij producten met een faxfunctie kan de faxfunctie worden gebruikt.
Gebruikershandleiding voor de fax
5-29
6 Gebruik van de verschillende functies
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
6-1
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Op de machine beschikbare functies
Om de instellingen van de functies te configureren, druk op de toets [
Functiemenu
].
1 Geeft het scherm functiemenu weer.
2 Selecteert het weergegeven item of wijzigt de numerieke waarde.
3 Bevestigt de gekozen instelling.
4 Annuleert de huidige menu-instelling en keert terug naar een hoger niveau in een menu.
6-2
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Kopiëren
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Functietoets Functie Beschrijving
Afdruk- en scansnelheid verlagen voor stille verwerking.
Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat.
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per set.
Maakt dubbelzijdige kopieën. U kunt ook enkelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen maken.
Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten.
Combineren
Combineert 2 of 4 originele bladen in 1 afgedrukte pagina.
Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden.
Richting orig.
Orig. verschillend formaat
Selecteer de richting van de bovenrand van het originele document om de juiste richting te scannen.
Scan alle pagina's via de documenttoevoer, ook al zijn ze van verschillende formaten.
Selecteert het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat.
EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Bestandsnaam invoeren
Voegt een bestandsnaam toe.
Meld. taak volt.
Priorit. onderdr.
Kleurbalans
Scherpte
Contrast
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan een andere taak.
Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Past de kleursterkte aan van cyaan, magenta, geel en zwart.
Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Dichth.achtergr.
U kunt het contrast aanpassen tussen de lichte en donkere gebieden van de afbeelding.
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel, bijvoorbeeld bij kranten.
Verzadiging
Stelt de kleurverzadiging van het beeld in.
D.sch.voorkomen
Werkt achtergrondkleuren en beelden die doorschijnen weg bij het scannen van een dun origineel.
Referentiepagina
―
―
―
―
―
―
―
―
―
―
―
6-3
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Verzenden
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Functietoets Functie
Beschrijving
Afdruk- en scansnelheid verlagen voor stille verwerking.
Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden.
Referentiepagina
Selecteert het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat.
Selecteert de dichtheid van de scanresolutie.
Selecteert het formaat van de te verzenden afbeelding.
Richting orig.
Orig. verschillend formaat
Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten.
Selecteer de richting van de bovenrand van het originele document om de juiste richting te scannen.
Scant alle pagina's via de documenttoevoer, ook al zijn ze van verschillende formaten.
Voegt een bestandsnaam toe.
―
Bestandsnaam invoeren
Meld. taak volt.
Faxresolutie
Uitgestelde fax
Directe faxverz.
Fax-polling RX
FAX TX-rapport
Voegt een onderwerp en tekstkader toe wanneer een document wordt verzonden.
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Selecteert de dichtheid van de beelden bij het verzenden van een fax.
Stelt een verzendtijdstip in.
Verzendt de fax onmiddellijk zonder de gegevens van het origineel in het geheugen te lezen.
Zorgt er automatisch voor dat een apparaat met een opgeslagen document, dit naar uw apparaat verzendt.
Drukt een rapport af wanneer de verzending van een document is geslaagd of wanneer een fout optreedt en de verzending mislukt.
―
Raadpleeg de
Gebruikershandleiding voor de fax
.
Duplex
FTP encryptie TX
Selecteer het type en de richting van de binding op basis van het origineel..
Versleutelt afbeeldingen wanneer via FTP verzonden wordt.
Scherpte
Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Contrast
Dichth.achtergr.
U kunt het contrast aanpassen tussen de lichte en donkere gebieden van de afbeelding.
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel, bijvoorbeeld bij kranten.
―
―
―
―
―
6-4
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Functietoets Functie Beschrijving
D.sch.voorkomen
Werkt achtergrondkleuren en beelden die doorschijnen weg bij het scannen van een dun origineel.
Referentiepagina
―
6-5
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Custom Box (afdrukken)
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Functietoets Functie
Best. naam inv.
Meld. taak volt.
Priorit. onderdr.
Verw. na afdruk.
Beschrijving
Afdruk- en scansnelheid verlagen voor stille verwerking.
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per set.
Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat.
Een document op beide zijden van het papier afdrukken.
EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Voegt een bestandsnaam toe.
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan een andere taak.
Verwijdert automatisch een document uit de box nadat het afdrukken is voltooid.
Referentiepagina
―
―
―
6-6
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Verwisselbaar geheugen (Bestand opslaan, documenten afdrukken)
Zie voor meer informatie over elke functie, de onderstaande tabel.
Bestand opslaan
Functietoets Functie Beschrijving
Contrast
Scherpte
Dichth.achtergr.
D.sch.voorkomen
Afdruk- en scansnelheid verlagen voor stille verwerking.
Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden.
Selecteert het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat.
Selecteert de dichtheid van de scanresolutie.
Opslagformaat
Richting orig.
Orig. verschillend formaat
Selecteer de richting van de bovenrand van het originele document om de juiste richting te scannen.
Scant alle pagina's via de documenttoevoer, ook al zijn ze van verschillende formaten.
Voegt een bestandsnaam toe.
Bestandsnaam invoeren
Meld. taak volt.
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Duplex
Selecteert het formaat van de afbeelding die opgeslagen moet worden.
Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten.
Selecteer het type en de richting van de binding op basis van het origineel..
U kunt het contrast aanpassen tussen de lichte en donkere gebieden van de afbeelding.
Past de scherpte van de beeldomtrekken aan.
Verwijdert donkere achtergronden van een origineel, bijvoorbeeld bij kranten.
Werkt achtergrondkleuren en beelden die doorschijnen weg bij het scannen van een dun origineel.
Referentiepagina
―
―
―
―
―
―
―
―
6-7
Gebruik van de verschillende functies > Op de machine beschikbare functies
Documenten afdrukken
Functietoets Functie
Best. naam inv.
Meld. taak volt.
Priorit. onderdr.
Gecodeerde PDF
JPEG-/TIFF-afdruk
XPS pag. aanp.
Beschrijving
Afdruk- en scansnelheid verlagen voor stille verwerking.
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per set.
Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat.
Een document op beide zijden van het papier afdrukken.
EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Voegt een bestandsnaam toe.
Verzendt een e-mailbericht wanneer een taak is voltooid.
Onderbreekt de huidige taak en geeft voorrang aan een andere taak.
Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Voert het vooraf toegewezen wachtwoord in om de
PDF-gegevens af te drukken.
Selecteert de beeldgrootte wanneer JPEG- of TIFFbestanden worden afgedrukt.
Vergroot of verkleint de beeldgrootte om deze aan het geselecteerde papierformaat aan te passen wanneer een XPS-bestand wordt afgedrukt.
Referentiepagina
―
―
―
―
―
―
6-8
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Functies
Op pagina's die een handige functie uitleggen, worden de manieren waarop die functie kan worden gebruikt aangegeven door pictogrammen.
Afdrukken:
Kopiëren
Afdrukken vanaf box
Afdrukken vanaf USB
Verzenden:
Verzenden
Opslaan:
Scannen naar USB
Origineel formaat
Kopiëren
Verzenden
Scannen naar USB
Geef het formaat van het origineel op dat gescand moet worden.
Item
A4, A5, A6, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal,
Statement, Executive, Oficio II, 16K, ISO B5, Envelop #10,
Envelop #9, Envelop #6, Envelop Monarch, Envelop DL,
Envelop C5, Hagaki (Karton), Oufuku Hagaki
(Antwoordkaart), Youkei 4, Youkei 2, Custom
*1
*1 Voor instructies over het opgeven van maten voor aangepaste originelen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Beschrijving
Selecteert uit standaardformaten en aangepaste formaten.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u altijd het originele formaat opgeeft bij gebruik van een aangepast origineel formaat.
6-9
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Papierselectie
Kopiëren
Afdrukken vanaf box
Afdrukken vanaf USB
Selecteert de cassette of de multifunctionele lade met het benodigde papierformaat.
Kies uit [1] (Cassette 1) tot [4] (Cassette 4) om het papier in die cassette te gebruiken.
Als [
Auto
] is geselecteerd, dan wordt automatisch het papier gekozen dat overeenkomt met het formaat van het origineel.
OPMERKING
• Geef van tevoren het formaat en de soort op van het papier dat in de cassette is geplaatst.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
• Cassettes 2 tot 4 worden weergegeven als de optionele papierinvoer is geïnstalleerd.
Alvorens [
MF-lade
] te kiezen, moet u.[
Inst. MF-lade
] selecteren en het papierformaat en mediatype opgeven. De beschikbare papierformaten en mediatypes worden in onderstaande tabel vermeld.
Auto
Item
Cassette 1 (tot 4)
*1
MP-lade
Inst. MF-lade
Instelling Beschrijving
Het papier dat overeenkomt met het formaat van het origineel wordt automatisch gekozen.
Voert papier uit cassette 1 (tot 4) toe.
Papiertoevoer uit de multifunctionele lade.
Alvorens [
MF-lade
] te kiezen, moet u
[
Inst. MF-lade
] selecteren en het papierformaat en mediatype opgeven.
Selecteert uit standaardformaten en aangepaste formaten.
Stand.grootte
Formaat invoer
A4, A5, A6, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal,
Statement, Executive, Oficio II, 16K, ISO B5, Envelop #10,
Envelop #9, Envelop #6, Envelop Monarch, Envelop DL,
Envelop C5, Hagaki (Karton), Oufuku Hagaki
(Antwoordkaart), Youkei 4, Youkei 2, Custom
*2
Stel de afmetingen in van [
Y
] (verticaal).
Metrisch: 148 tot 356 mm (in stappen van 1 mm)
Inch: 5,83 tot 14,02" (in stappen van 0,01")
Mediatype
Stel de afmetingen van [
X
] (horizontaal) in.
Metrisch: 70 tot 216 mm (in stappen van 1 mm)
Inch: 2,76 tot 8,50" (in stappen van 0,01")
Normaal (60 tot 105 g/m
(60 tot 105 g/m
2
2
), Transparant, Ruw, Velijn
), Etiketten, Recycle, Afgedrukt
*4
, Dik papier, Karton, Kleur, Geperforeerd
*4
, Briefpapier*4,
Envelop, Dik (106 tot 220 g/m
2 kwaliteit, Custom 1 tot 8
*4
), Gecoat, Hoge
*1 De cassettes 2 tot 4 worden weergegeven als de optionele papierinvoer geïnstalleerd is.
*2 Voor instructies over het opgeven van aangepaste papierformaten, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
*3 De invoereenheden kunnen gewijzigd worden in het systeemmenu.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
*4 Voor instructies over het opgeven van aangepaste papiersoorten 1 tot 8, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Om af te drukken op voorbedrukt of geperforeerd papier, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Voer het formaat in dat niet tot de standaardformaten behoort.
*3
Als u [
Formaat invoer
] hebt geselecteerd, gebruik dan [
▲
]/[
▼
] of de cijfertoetsen om de maten van "X"
(horizontaal) en "Y" (verticaal) in te stellen.
Selecteer het mediatype.
Wordt weergegeven nadat [
Stand. grootte
] of [
Formaat invoer
] is ingesteld op [
Inst. MF-lade
].
6-10
Gebruik van de verschillende functies > Functies
OPMERKING
• U kunt eenvoudig vooraf de grootte en het type te gebruiken papier selecteren en het als standaard instellen.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
• Als het opgegeven papierformaat niet in de papierbroncassette of de MF-lade is geplaatst, verschijnt een bevestigingsscherm. Plaats het benodigde papier in de multifunctionele lade en druk op [
OK
] om het kopiëren te starten.
Richting orig. (Richting origineel)
Kopiëren
Verzenden
Scannen naar USB
Selecteer de richting van de bovenrand van het originele document om de juiste richting te scannen.
De richting van het originele document moet opgegeven zijn om de volgende functies te kunnen gebruiken.
• Duplex
• Combineer
• Duplex (2-zijdig origineel)
Selecteer richting van het origineel uit [
Bovenrand boven
] of [
Bovenrand links
].
Item
Bovenrand boven
Afbeelding
Origineel Afdr.richting origineel
Bovenrand links
Origineel Afdr.richting origineel
OPMERKING
De standaard instelling voor afdrukrichting origineel kan worden veranderd.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
6-11
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Sorteer
Kopiëren
Afdrukken vanaf box
Afdrukken vanaf USB
Sorteert de uitgevoerde documenten per pagina of per set.
(
Instelling
: [
Uit
] / [
Aan
])
Dichtheid
Kopiëren
Verzenden
Scannen naar USB
Stelt de dichtheid in.
Stel de dichtheid in door te drukken op [
-4
] (Lichter) tot [
+4
] (Donkerder).
Origineel beeld
Kopiëren
Verzenden
Scannen naar USB
Selecteert het beeldtype van het origineel voor een optimaal resultaat.
Kopiëren
Om vanuit elke instelling tekst of lijnen te markeren met een markeerstift, druk op [
Marker
] en vervolgens op [
Aan
]. De kleur van de markeerstift zal zo getrouw mogelijk worden gereproduceerd.
Item
Tekst+Foto
*1
Beschrijving
Voor documenten met een combinatie van tekst en foto's.
Foto
Tekst
Kaart
Afgedrukt document
Voor foto's gemaakt met een camera.
Meest geschikt voor documenten die overwegend uit tekst bestaan.
Meest geschikt voor grafieken en kaarten.
Meest geschikt voor documenten die oorspronkelijk op dit apparaat zijn afgedrukt.
*1 Als grijze tekst niet duidelijk wordt afgedrukt bij [
Tekst + foto
], dan kan het resultaat worden verbeterd door [
Tekst
] te selecteren.
6-12
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Afdrukken/Verzenden/opslaan
Item
Tekst+Foto
Beschrijving
Meest geschikt voor documenten met een combinatie van tekst en foto's.
Foto
Tekst
Voor OCR
*1
Lchte tkst/lijn.
Meest geschikt voor foto's gemaakt met een camera.
Meest geschikt voor documenten die voornamelijk tekst zijn.
Scannen produceert een beeld dat geschikt is voor OCR.
Reproduceert duidelijk vage tekens geschreven met een potlood, enz., alsook dunne lijnen op originelen van kaarten of diagrammen.
*1 Deze functie is alleen beschikbaar als "Kleurselectie" is ingesteld op [
Zwart-Wit
]. Voor meer informatie, raadpleeg:
EcoPrint
Kopiëren
Afdrukken vanaf box
Afdrukken vanaf USB
EcoPrint bespaart toner bij het afdrukken.
Gebruik deze functie voor proefafdrukken of bij andere gelegenheden waarbij geen hoogwaardige afdrukkwaliteit is vereist.
(
Instelling
: [
Uit
] / [
Aan
])
Kleurselectie
Kopiëren
Verzenden
Afdrukken vanaf USB
Scannen naar USB
Selecteert de instelling voor kleurmodus.
Kopiëren
Item
Auto kleur
Full Color
Zwart-Wit
Beschrijving
Herkent automatisch of het document in kleur of zwart-wit is.
Drukt de documenten in kleur af.
Drukt de documenten in zwart-wit af.
Afdrukken
Full Color
Zwart-Wit
Item Beschrijving
Drukt de documenten in kleur af.
Drukt de documenten in zwart-wit af.
6-13
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Verzenden/opslaan
Item
Auto(Kleur/Grijs)
Auto (Kleur/Z-W)
Full Color
Grijstinten
Zwart-Wit
Beschrijving
Herkent automatisch of het document in kleur of zwart-wit is, en scant gekleurde documenten in kleur en zwart-wit documenten in grijstinten.
Herkent automatisch of het document in kleur of zwart-wit is, en scant gekleurde documenten in kleur en zwart-wit documenten in zwart-wit.
Scant het document in kleur.
Scant het document in grijstinten. Produceert een gelijkmatig, gedetailleerd beeld.
Scant het document in zwart-wit.
Zoomen
Kopiëren
Verzenden
Scannen naar USB
Past de zoomfactor aan om de afbeelding te verkleinen of te vergroten.
Kopiëren
De volgende zoomopties zijn beschikbaar:
Auto
Past het beeld aan zodat het op het papierformaat past.
A4: 141%
A5
A6: 70%
Standaardzoom
Hiermee kan met een vooraf ingestelde vergrotingsfactor verkleind of vergroot worden.
Model
Metrisch
Zoomfactor (Origineel Kopie)
400%
200%
141% A5 >> A4
115% B5 >> A4
100%
90% FOL >> A4
86% A4 >> B5
70% A4 >> A5
50%
25%
Inch
Model Zoomfactor (Origineel Kopie)
400%
200%
129% STMT >> LTR
100%
78% LGL >> LTR
64% LTR >> STMT
50%
25%
6-14
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Overige
Verkleint of vergroot bij andere dan standaard zoom vergrotingen.
Model
Metrisch
Zoomfactor (Origineel Kopie)
129% STMT >> LTR
78% LGL >> LTR
64% LTR >> STMT
Inch
Model Zoomfactor (Origineel Kopie)
141% A5 >> A4
115% B5 >> A4
90% FOL >> A4
86% A4 >> B5
70% A4 >> A5
Zoomfactor invoeren
Hiermee kan het origineelbeeld in stappen van 1% tussen 25% en 400% handmatig worden vergroot of verkleind.
Gebruik de cijfertoetsen of druk op
[
▲
] of [
▼
]
om de gewenste vergroting in te voeren.
Verzenden/opslaan
Item
100%
Auto
Beschrijving
Het origineelformaat blijft behouden.
Vergroot of verkleint het origineel tot het formaat voor verzenden/opslaan.
OPMERKING
Selecteer, om het beeld te verkleinen of te vergroten, het papierformaat, verzendformaat of opslagformaat.
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
6-15
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Dubbelzijdig
Kopiëren
Afdrukken vanaf box
Afdrukken vanaf USB
Maakt dubbelzijdige kopieën. U kunt ook enkelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen maken.
De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar:
Enkelzijdig naar dubbelzijdig
Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen worden gemaakt. Bij een oneven aantal originelen zal de achterzijde van de laatst gekopieerde pagina blanco zijn.
abc def ghi
Origineel
Origineel
Kopiëren
A abc ghi def def
Kopiëren
B abc ghi
Dubbelzijdig naar enkelzijdig
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
Origineel links/rechts naar binding links/rechts: Beelden op de achterzijde worden niet gedraaid.
Origineel links/rechts naar binding boven: Beelden op de achterzijde worden 180 graden gedraaid. De kopieën kunnen aan de bovenzijde worden ingebonden en staan dan in dezelfde richting bij het omslaan van de pagina's.
Origineel Kopiëren
Hiermee kan elke zijde van een tweezijdig origineel op een afzonderlijk vel worden gekopieerd.
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
• Binding links/rechts: Beelden op de achterzijde worden niet gedraaid.
• Binding boven: Beelden op de achterzijde worden 180 graden gedraaid.
Dubbelzijdig naar dubbelzijdig
Origineel Kopiëren
Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen worden gemaakt.
OPMERKING
De ondersteunde papierformaten bij dubbelzijdig naar dubbelzijdig modus zijn A4, B5, A5, Legal, Letter, Executive, Statement, Oficio II,
216 × 340 mm, Folio, ISO B5 en 16K.
6-16
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Kopiëren
Drukt 1-zijdige originelen op 2-zijdige originelen, of 2-zijdige originelen op 1-zijdige originelen af. Selecteert de bindrichting voor origineel en voltooide documenten.
Item
1-zijdig>>1-zijdig
1-zijdig>>2-zijdig
―
―
Binden voltooien
Links/rechts, boven
Richting orig.
2-zijdig>>1-zijdig
Orig. binden
Richting orig.
2-zijdig>>2-zijdig
Orig. binden
Instelling
Bovenrand bovenaan, bovenrand links
―
Links/rechts, boven
Bovenrand bovenaan, bovenrand links
―
Links/rechts, boven
Beschrijving
Schakelt de functie uit.
Druk op de toets [
OK
] om het origineel te kopiëren met de standaardinstelling.
Voor meer informatie over de standaardinstellingen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Druk op [
Details
] om het scherm [
Binden voltooien
] op te roepen.
Selecteer de bindrichting van kopieën, en druk op de toets [
OK
].
Selecteert de richting van de bovenrand van het originele document om in de juiste richting te scannen. Kies de richting van de originelen: [
Bovenrand boven
] of [
Bovenrand links
]. Druk vervolgens op de toets [
OK
].
Druk op de toets [
OK
] om het origineel te kopiëren met de standaardinstelling.
Voor meer informatie over de standaardinstellingen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Druk op [
Details
] om het scherm [
Orig. binden
] op te roepen.
Selecteer de bindrichting van originelen, en druk op de toets [
OK
].
Selecteert de richting van de bovenrand van het originele document om in de juiste richting te scannen. Kies de richting van de originelen: [
Bovenrand boven
] of [
Bovenrand links
]. Druk vervolgens op de toets [
OK
].
Druk op de toets [
OK
] om het origineel te kopiëren met de standaardinstelling.
Voor meer informatie over de standaardinstellingen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Druk op [
Details
] om het scherm [
Orig. binden
] op te roepen.
Selecteer de bindrichting van originelen, en druk op de toets [
OK
].
Selecteer de bindrichting van kopieën, en druk op de toets [
OK
].
Binden voltooien
Links/rechts, boven
Richting orig.
Bovenrand bovenaan, bovenrand links
Selecteert de richting van de bovenrand van het originele document om in de juiste richting te scannen. Kies de richting van de originelen: [
Bovenrand boven
] of [
Bovenrand links
]. Druk vervolgens op de toets [
OK
].
Wanneer u het origineel op de plaat legt, herplaatst u vervolgens elk origineel en drukt u op de [
Start
]-toets.
Nadat u alle originelen hebt gescand, drukt u op [
Scan volt.
] om het kopiëren te starten.
Afdrukken
Een document op beide zijden van het papier afdrukken.
1-zijdig
2-zijdig
Item
―
―
Instelling
Binden voltooien
Links/rechts, boven
Beschrijving
Schakelt de functie uit.
Druk op de toets [
OK
] om een dubbelzijdig document met de standaardinstelling af te drukken.
Voor meer informatie over de standaardinstellingen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Druk op [
Details
] om het scherm [
Binden voltooien binden
] op te roepen.
Selecteer de bindrichting van kopieën, en druk op de toets [
OK
].
6-17
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Continu scannen
Kopiëren
Verzenden
Scannen naar USB
Scant een groot aantal originelen in afzonderlijke partijen en produceert ze vervolgens als één taak.
Originelen worden continu gescand tot u op [
Scan end
] drukt.
(
Instelling
: [
Uit
] / [
Aan
])
1 11 21 1
1~10 11~20 21~30 1~30
Stille modus
Kopiëren
Afdrukken vanaf box
Afdrukken vanaf USB
Verzenden
Scannen naar USB
Afdruk- en scansnelheid verlagen voor stille verwerking.
Selecteer deze modus als het voorgebrachte geluid storend is.
Het is mogelijk om het gebruik van Stille Modus in te stellen voor elke functie, zoals kopiëren en verzenden.
(
Instelling
: [
Uit
] / [
Aan
])
OPMERKING
• In de Stille modus zal verwerking langzamer zijn dan normaal.
• Dit kan niet worden gebruikt als [
Verbieden
] is ingesteld voor "Elke taak".
Raadpleeg de
Engelse gebruikershandleiding
.
Blanco pagina overslaan
Kopiëren Verzenden
Scannen naar USB
Als er blanco pagina's in een gescand document zijn, worden met deze functie de blanco pagina's overgeslagen en worden alleen de bedrukte pagina's afgedrukt.
Indien ingesteld op [
Hoog
], is het niveau waarop blanco vellen worden herkend hoger.
Het apparaat detecteert blanco pagina's om onnodige afdrukken te voorkomen zonder te moeten controleren of er lege pagina's in het document zijn.
Druk op [
Aan
], [
Niveau
], en vervolgens [
Laag
], [
Midden
] of [
Hoog
].
OPMERKING
Geperforeerde originelen of originelen gedrukt op een gekleurde ondergrond worden mogelijk niet herkend als blanco pagina's.
6-18
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Duplex (2-zijdig origineel)
Verzenden
Scannen naar USB
Selecteer het type en de richting van de binding op basis van het origineel..
1-zijdig
2-zijdig
Item
Orig. binden
Richting orig.
―
―
Instelling
Links/rechts, boven
Bovenrand boven,
Bovenrand links
Beschrijving
Schakelt de functie uit.
Druk op de toets [
OK
] om het origineel te scannen met de standaardinstelling. Voor meer informatie over de standaardinstellingen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
Druk op [
Details
] om het scherm [
Orig. binden
] op te roepen.
Selecteer de bindrichting van originelen, en druk op de toets
[
OK
].
Selecteer waar de bovenrand van het originele document zich bevindt om in de juiste richting te scannen en druk op de toets
[
OK
] .
Voorbeeldafbeelding
2-zijdig
Instelling
Binding Links/ rechts
Afbeelding
Binding Boven
6-19
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Verzendformaat
Verzenden
Selecteert het formaat van de te verzenden afbeelding.
Zelfde als org
Item Beschrijving
Verzendt een beeld met hetzelfde formaat als het origineel.
Selecteer uit de standaardformaten.
A4, A5, A6, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal, Statement,
Executive, Oficio II, 16K, ISO B5, Envelop #10, Envelop #9, Envelop #6,
Envelop Monarch, Envelop DL, Envelop C5, Hagaki (Karton),
Oufuku Hagaki (Antwoordkaart), Youkei 4, Youkei 2
Verband tussen Orig. formaat, Verzendformaat en Zoomen
Origineel formaat (pagina 6-9)
, Verzendformaat, en Zoomen (pagina 6-14)
zijn onderling afhankelijk. Zie voor meer informatie de onderstaande tabel.
Orig. formaat en verzendformaat zijn
Origineel formaat (pagina 6-9)
Verzendformaat
identiek
Aangeven zoals vereist.
Selecteer [
Zelfde als origineel]
.
Selecteer [
100%
] (of [
Auto
]).
verschillend
Aangeven zoals vereist.
Selecteer het gewenste formaat.
Selecteer [
Auto
].
OPMERKING
Als u een verzendformaat opgeeft dat afwijkt van het oorspronkelijke formaat, en een zoom van [
100%
] opgeeft, dan kunt u de afbeelding als werkelijke grootte (geen zoomen) verzenden.
6-20
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Bestandsformaat
Verzenden
Scannen naar USB
Geeft het bestandsformaat van het beeld op. Het niveau van de beeldkwaliteit kan ook aangepast worden.
Selecteer het bestandsformaat uit [
], [
TIFF
], [
XPS
], [
OpenXPS
], [
JPEG
] en [
PDF hoge compr.
].
Wanneer de kleurstand bij scannen geselecteerd is voor Grijstinten of Full Color, stel dan de beeldkwaliteit in.
Als u [
] of [
Hoge Comp. PDF
] heeft geselecteerd, kunt u de encryptie of PDF/A-instellingen opgeven.
Bestanden scheiden
Verzenden
Scannen naar USB
Creëert verschillende bestanden door de gegevens van het gescande origineel per pagina te scheiden alvorens de bestanden te verzenden.
(
Instelling
: [
Uit
] / [
Elke pag.
])
Druk op [
Elke pag.
] om Bestanden scheiden in te stellen.
OPMERKING
Een driecijferig volgnummer zoals "abc_001.pdf, abc_002.pdf..." wordt achter de bestandsnaam toegevoegd.
Scanresolutie
Verzenden
Scannen naar USB
Selecteert de dichtheid van de scanresolutie.
(
Instelling
: [
200 × 100dpi norm
] / [
200 × 200dpi fijn
] / [
200 × 400dpi Sfijn
] / [
300 × 300dpi
] / [
400 × 400dpi Ufijn
] /
[
600 × 600dpi
])
OPMERKING
Hoe hoger het getal, hoe beter de beeldresolutie. Een betere resolutie betekent echter ook grotere bestanden en langere verzendtijden.
6-21
Gebruik van de verschillende functies > Functies
Onderwerp/tekst
Verzenden
Voegt een onderwerp en tekstkader toe wanneer een document wordt verzonden.
Druk op [
Onderwerp
] / [
Tekst
] om het onderwerp/tekst van het e-mailbericht in te voeren.
OPMERKING
Het onderwerp kan maximaal 60 tekens beslaan en de tekst kan uit maximaal 500 tekens bestaan.
Verw. na afdruk. (Verwijderen na afdruk)
Verwijdert automatisch een document uit de box nadat het afdrukken is voltooid.
Afdrukken vanaf box
(
Instelling
: [
Uit
] / [
Aan
])
6-22
7 Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
7-1
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Regulier onderhoud
Reinigen
Reinig het apparaat regelmatig om een optimale afdrukkwaliteit te garanderen.
VOORZICHTIG
Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
Glasplaat
Veeg de binnenkant van de documenttoevoer en de glasplaat schoon met een zachte doek bevochtigd met alcohol of een zacht schoonmaakmiddel.
BELANGRIJK
Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen.
Sleufglas
Reinig het sleufglas en de leesgeleider bij gebruik van de documenttoevoer met de droge doek.
BELANGRIJK
Gebruik geen water, zeep of oplosmiddel om schoon te maken.
OPMERKING
Vuil op het sleufglas of de leesgeleider kan leiden tot zwarte strepen op de afdrukken.
7-2
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Papierdoorvoereenheid
De papierdoorvoereenheid moet gereinigd worden telkens als de tonercontainer en de tonerafvalbak vervangen worden. Om een optimale afdrukkwaliteit te behouden, adviseren wij bovendien de binnenkant van het apparaat eenmaal per maand te reinigen evenals bij het vervangen van de tonercontainer.
Als de papierdoorvoereenheid vuil is, dan kunnen zich afdrukproblemen voordoen zoals vlekken op de achterkant van de afgedrukte pagina's.
VOORZICHTIG
Bepaalde onderdelen binnenin het apparaat zijn erg warm. Wees voorzichtig om het risico op brandwonden te vermijden.
Transferriem
Registratierol
(Metaal)
Transferrol
Papierhelling
Veeg het papierstof van de registratierol en de papierhelling met een doek.
BELANGRIJK
Let erop dat u de transferrol en de transferriem tijdens het reinigen niet aanraakt want dit kan de afdrukkwaliteit verstoren.
7-3
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Vervangen van de tonercontainer
Wanneer de toner bijna op is, verschijnt "Toner bijna leeg. (Verv. wanneer leeg)" op het berichtenscherm. Zorg ervoor dat u een nieuwe tonercontainer klaar heeft liggen om te vervangen.
Als op het berichtenscherm "Vervang de toner." verschijnt, vervang dan de toner.
Hoe vaak moet de tonercontainer worden vervangen?
De levensduur van de tonercontainers hangt af van de hoeveelheid toner die nodig is om uw afdruktaken uit te voeren.
Conform ISO/IEC 19798 en met de EcoPrint-functie uitgeschakeld, kan de tonercontainer de volgende aantallen afdrukken (uitgaande van A4/Letter-papier):
Zwart
Cyaan
Magenta
Geel
Tonerkleur
Levensduur van de tonercontainer
(afdrukbare pagina's)
7000 afbeeldingen
5000 afbeeldingen
5000 afbeeldingen
5000 afbeeldingen
OPMERKING
• De bij de nieuwe printer meegeleverde tonercontainer moet bij eerste ingebruikname het systeem vullen. Daarom kan slechts 50% van de eerste tonerkits worden gebruikt voor het afdrukken. (Bijvoorbeeld: P-C3060 MFP/P-C3065 MFP kan 3500 zwart-wit afbeeldingen afdrukken met de zwarte starttonercontainer.)
• Gebruik voor de tonercontainer altijd een origineel exemplaar. Het gebruik van een niet originele tonercontainer kan beelddefecten en storingen aan het product veroorzaken.
• De geheugenchip in de tonercontainer van dit apparaat slaat informatie op die dient voor het verbeteren van het gebruiksgemak, het recyclingsysteem van gebruikte tonercontainers en de planning en ontwikkeling van nieuwe producten. De opgeslagen informatie bevat geen persoonlijke of individuele gegevens en wordt volledig anoniem gebruikt voor de bovenstaande doeleinden.
VOORZICHTIG
Probeer geen delen die toner bevatten te verbranden. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
7-4
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
De tonercontainer vervangen
De installatieprocedure van de tonercontainer is identiek voor elke kleur. Hieronder wordt de procedure voor de gele tonercontainer beschreven.
1
2
3
K
M
C
Y
4
7-5
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
5
BELANGRIJK
Raak de hieronder getoonde punten niet aan.
6
7
7-6
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
8
9
OPMERKING
• Als de scannereenheid niet sluit, controleer dan of de nieuwe tonercartridge goed is geïnstalleerd (in stap 7).
• Lever de lege tonercontainer in bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonercontainers worden gerecycled of verwijderd conform de betreffende voorschriften.
7-7
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Vervangen van de tonerafvalbak
Een volle tonerafvalbak moet onmiddellijk worden vervangen.
VOORZICHTIG
Onderdelen die toner bevatten mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
1
2
3
7-8
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
4
5
OPMERKING
Lever de volle tonerafvalbak bij uw dealer of servicevertegenwoordiger. De ingezamelde tonerafvalbakken worden gerecycled of verwijderd conform de betreffende voorschriften.
7-9
Problemen oplossen > Regulier onderhoud
Nietjes vervangen
Nietjes toevoegen aan de optionele handmatige nietmachine.
OPMERKING
Als de nietjes in de nieteenheid op zijn, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
1
2
7-10
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Problemen oplossen
Storingen oplossen
In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen.
Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, lees dan de controlepunten door en voer de procedures op de aangegeven pagina’s uit. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
OPMERKING
Wanneer u contact met ons opneemt, zal het serienummer nodig zijn.
Raadpleeg voor controle van het serienummer:
Serienummer van het apparaat controleren (pagina 5-5)
Probleem
Het scherm werkt niet wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Er worden geen kopieën gemaakt wanneer ik op
[
Start
] druk.
Controlepunten
Controleer het netsnoer.
Staat er een bericht op het scherm?
Mogelijke oplossing
Sluit beide uiteinden van het netsnoer goed aan.
Referentiepagina
Er worden blanco vellen papier uitgevoerd.
De afdrukken zijn veel te licht.
Staat het apparaat in de slaapstand?
Zijn de originelen goed geplaatst?
―
Is het papier vochtig?
Heeft u de dichtheid gewijzigd?
Is de toner gelijkmatig verdeeld in de tonercontainer?
Is de EcoPrint-functie ingeschakeld?
―
―
Bepaal de gepaste reactie op het bericht en voer de bijbehorende actie uit.
Druk op een willekeurige toets op het bedieningspaneel om de slaapstand uit te schakelen.
Wanneer u de originelen op de glasplaat legt, plaats ze dan met de beeldzijde omlaag en lijn ze uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat.
Als u de originelen in de documenttoevoer plaatst, plaats ze dan met de beeldzijde omhoog.
Controleer de instellingen van de applicatiesoftware.
Vervang het papier.
Selecteer een geschikt dichtheidsniveau.
―
―
Schud de tonercontainer een aantal keren heen en weer.
Schakel de [
EcoPrint
]-functie uit.
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
], [
Inst./Onderhoud
], [
Service inst.
], [
Drum reinigen
], en vervolgens op [
Ja
].
Zorg ervoor dat de papiersoortinstelling klopt voor het gebruikte papier.
―
―
―
7-11
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Probleem
Afdrukken zijn te donker, zelfs wanneer de achtergrond van het gescande origineel wit is
Controlepunten
Heeft u de dichtheid gewijzigd?
Mogelijke oplossing
Referentiepagina
Selecteer een geschikt dichtheidsniveau
―
De kopieën hebben een gevlamd patroon (groepjes stippen in een patroon en niet gelijk uitgelijnd).
Is het origineel een fotoafdruk?
Stel het origineelbeeld in op [
Foto
].
Teksten worden niet duidelijk afgedrukt.
Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor het origineel gekozen?
Selecteer de juiste beeldkwaliteit.
Er verschijnen zwarte of gekleurde stippen op de witte achtergrond wanneer het witte origineel wordt gescand.
Is de binnenkant van de documenttoevoer of de glasplaat vuil?
Reinig de binnenkant van de documenttoevoer of de glasplaat.
De afdrukken zijn vaag. Wordt de machine gebruikt in omstandigheden die erg vochtig zijn of waarbij de luchtvochtigheid of temperatuur snel verandert?
―
Gebruik het in een omgeving met een geschikte vochtigheid.
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
], [
Inst./Onderhoud
], [
Service inst.
], [
Drum reinigen
], en vervolgens op [
Ja
].
―
―
7-12
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Probleem
De afdrukken zijn scheef.
Controlepunten
Zijn de originelen goed geplaatst?
Is het papier goed geplaatst?
Er verschijnen onregelmatige horizontale lijnen op de afdruk.
―
De hoogte is 1000 m of hoger en er verschijnen onregelmatige horizontale lijnen op de afdruk.
―
Mogelijke oplossing
Referentiepagina
Wanneer u originelen op de glasplaat legt, lijn ze dan uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat.
Wanneer er originelen in de documenttoevoer worden geplaatst, moeten de breedtegeleiders van de originelen goed worden uitgelijnd voordat u de originelen plaatst.
Controleer de positie van de papierbreedtegeleiders.
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
] > [
Inst./Onderhoud
] > [
Service inst.
] > [
MC
] en stel de instelwaarde hoger in. Stel de instelwaarde 1 stap tegelijk hoger in vanaf de huidige waarde. Als er geen verbetering is nadat de waarde 1 stap hoger is ingesteld, stel dan nog 1 stap hoger in. Is er nog steeds geen verbetering, keer dan terug naar de oorspronkelijke waarde.
―
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
] > [
Inst./Onderhoud
] > [
Service inst.
] > [
Hoogte-aanpass.
], en stel één niveau hoger in dan de huidige waarde.
―
De hoogte is 1000 m of hoger en er verschijnen stippen op de afdruk.
― Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
] > [
Inst./Onderhoud
] > [
Service inst.
] > [
Hoogte-aanpass.
], en stel één niveau hoger in dan de huidige waarde.
―
Er treden vaak papierstoringen op.
2 of meer vellen tonen overlappingen tijdens het uitwerpen. (multi feed)
Is het papier goed geplaatst?
Is de papiersoort geschikt? Is het papier in goede staat?
Is het papier gekruld, gevouwen of gekreukt?
Zitten er losse stukjes papier of zit er vastgelopen papier in het apparaat?
―
Plaats het papier op de juiste manier.
Haal het papier uit, draai het om en plaats het opnieuw.
Vervang het papier.
Verwijder alle vastgelopen vellen en stukjes papier.
Plaats het papier op de juiste manier.
7-13
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Probleem Controlepunten
De afdrukken zijn gekreukt. Is het papier goed geplaatst?
Is het papier vochtig?
De afdrukken zijn gekruld. Is het papier vochtig?
Mogelijke oplossing
Plaats het papier op de juiste manier.
Vervang het papier.
Referentiepagina
Vervang het papier.
Afdrukken lukt niet. Zit de stekker van het apparaat in het stopcontact?
Staat het apparaat aan?
Zijn de USB-kabel en netwerkkabel aangesloten?
Is de afdruktaak onderbroken?
Is de USB-host geblokkeerd?
Afdrukken vanaf het USBgeheugen lukt niet.
Het USB-geheugen wordt niet herkend.
―
Er zitten verticale strepen op de afdrukken
Is het sleufglas vuil?
Stop de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
Zet de hoofdschakelaar aan.
Sluit de juiste USB-kabel en netwerkkabel goed aan.
Hervat het afdrukken.
Selecteer [
Ontgrendelen
] in de USBhost-instellingen.
Controleer of het USB-geheugen goed aangesloten is op het apparaat.
Maak het sleufglas schoon.
―
―
―
―
Vuil op de bovenrand of achterkant van het papier.
Is de binnenkant van het apparaat vuil?
Maak de binnenkant van het apparaat schoon.
Een deel van het beeld is tijdelijk onduidelijk of vertoont witte strepen.
―
―
Open en sluit de achterklep.
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
] > [
Inst./Onderhoud
] > [
Service inst.
] > [
MC
] en stel de instelwaarde lager in. Zet de instelwaarde 1 stap tegelijk lager in vanaf de huidige waarde. Als er geen verbetering is nadat de waarde 1 stap lager is ingesteld, zet dan nog 1 stap lager. Is er nog steeds geen verbetering, keer dan terug naar de oorspronkelijke waarde.
―
7-14
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Probleem Controlepunten
―
De afdruk op de achterkant van het papier is zichtbaar aan de voorkant.
―
Mogelijke oplossing
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
], [
Inst./Onderhoud
], [
Service inst.
], [
Drum reinigen
], en vervolgens op [
Ja
].
Stel [
Doorschijnen voorkomen
] in op
[
Aan
].
―
Referentiepagina
―
Afdrukken met niet goed aansluitende kleuren.
―
―
Start [
Kalibratie
].
Start [
Kleuregistratie
].
De kleuren zijn anders dan verwacht.
De voorgaande afbeelding blijft aanwezig en wordt licht afgedrukt.
―
Heeft u de juiste beeldkwaliteit voor het origineel gekozen?
Heeft u gekleurd kopieerpapier in de papierlade geplaatst?
―
―
Selecteer de juiste beeldkwaliteit.
Plaats gekleurd kopieerpapier in de papierlade.
Bij het maken van kopieën
Stel de kleurbalans in.
Bij het afdrukken vanaf een computer
Stel de kleur in met behulp van het printerstuurprogramma.
―
―
―
Druk op de toets [
Systeemmenu/
Tellers
] > [
Inst./Onderhoud
] > [
Service inst.
] > [
MC
] en stel de instelwaarde hoger in. Stel de instelwaarde 1 stap tegelijk hoger in vanaf de huidige waarde. Als er geen verbetering is nadat de waarde 1 stap hoger is ingesteld, stel dan nog 1 stap hoger in. Is er nog steeds geen verbetering, keer dan terug naar de oorspronkelijke waarde.
―
7-15
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Probleem
Verzenden via SMB niet mogelijk.
De kleurentoner is leeg.
Er kan niet via de e-mail verzonden worden.
Er komt stoom uit het apparaat in de zone van de papieruitwerpsleuf.
Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
Is de netwerkkabel aangesloten?
Zijn de netwerkinstellingen voor het apparaat goed geconfigureerd?
Sluit de juiste netwerkkabel goed aan.
Configureer de TCP/IP-instellingen op de juiste manier.
―
Zijn de mapdelingsinstellingen goed geconfigureerd?
Controleer de deelinstellingen en toegangsrechten bij de mapeigenschappen.
Staat het SMB-protocol ingesteld op [
Aan
]?
Stel de SMB-protocolinstelling in op [
Aan
].
―
Is de [
Hostnaam
] goed ingevoerd?
*1
Controleer de naam van de computer waar de gegevens heen worden gestuurd.
Is het [
Pad
] goed ingevoerd?
Is de [
Gebruikersnaam voor aanmelding
] goed ingevoerd?
*2
Controleer de delingsnaam van de gedeelde map.
Controleer de domeinnaam en de aanmeldingsgebruikersnaam.
Is dezelfde domeinnaam gebruikt voor de
[
Hostnaam
] en [
Gebruikersnaam voor aanmelding
]?
Is het [
Aanmeldingswachtwoord
] goed ingevoerd?
Zijn de uitzonderingen voor Windows
Firewall correct geconfigureerd?
Verschillen de tijdsinstellingen van het apparaat, de domeinserver en de gegevensbestemmingscomputer?
Toont het scherm Fout bij verzenden?
Wilt u doorgaan met afdrukken in zwartwit?
Is de groottebeperking voor het verzenden van de e-mail ingesteld in de
SMTP-server in de machine geregistreerd?
Controleer of de kamertemperatuur erg laag is of dat er vochtig papier werd gebruikt.
Verwijder de domeinnaam en de backslash ("\") uit de [
Gebruikersnaam voor aanmelding
].
Controleer het aanmeldingswachtwoord.
Configureer de uitzonderingen voor
Windows Firewall op de juiste manier.
Stel dezelfde tijd in op het apparaat, de domeinserver en de gegevensbestemmingscomputer.
Raadpleeg Reageren op Fout bij verzenden .
Als er zwarte toner aanwezig is, blijft het apparaat afdrukken in zwart-wit bij een keuze voor [
Afdrukken in ZW
] of
[
Kleurentoner leeg
].
Controleer of de limietwaarde ingevoerd is in "Groottebeperking voor e-mails" van de [
] instelling in Embedded
Web Server RX en wijzig deze eventueel.
Afhankelijk van de afdrukomgeving en de toestand van het papier, zal de hitte die ontstaat tijdens het afdrukken het vocht in het papier doen verdampen en de stoom die daarbij vrijkomt kan eruit zien als rook. Dit is geen probleem en u kunt gewoon doorgaan met afdrukken.
Als u bezorgd bent om de stoom, verhoog dan de kamertemperatuur of vervang het papier door nieuwer, droger papier.
―
―
―
―
*1 U kunt ook een volledige computernaam als hostnaam invoeren (bijvoorbeeld pc001.abcdnet.com).
*2 U kunt aanmeldingsgebruikersnamen ook in de volgende formaten invoeren:
Domeinnaam/gebruikersnaam (bijvoorbeeld abcdnet/james.smith)
Gebruikersnaam@domeinnaam (bijvoorbeeld james.smith@abcdnet)
7-16
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Reageren op foutmeldingen
Als op het berichtenscherm of de computer een van de volgende berichten verschijnt, voer dan de bijbehorende procedure uit.
B
OPMERKING
Wanneer u contact met ons opneemt, zal het serienummer nodig zijn. Raadpleeg voor controle van het serienummer:
Serienummer van het apparaat controleren (pagina 5-5)
Foutmelding
Beperking taakacc. overschreden. Taak is geannuleerd.
Beperkt door taakaccounting
Kan niet printen
Box niet gevonden
De taak is geannuleerd.
Controlepunten Mogelijke oplossing
Is de toegestane afdrukhoeveelheid beperkt door taakaccounting overschreden?
—
De toegestane afdrukhoeveelheid beperkt door taakaccounting is overschreden. Er kan niet meer afgedrukt worden. De taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Deze taak is geannuleerd omwille van een beperking door taakaccounting. Druk op [
OK
].
― De opgegeven box kan niet worden gevonden. Taak is geannuleerd.
Druk op [
OK
].
—
—
Referentiepagina
―
C
Foutmelding
Controleer cassette #
―
Controlepunten Mogelijke oplossing
Open en sluit de aangegeven cassette.
Referentiepagina
―
D
Foutmelding
Data te complex
Taak is onderbroken.
—
De tonercontainer is niet goed vergrendeld of geïnstalleerd.
—
Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
— Waarschuwing. Te weinig printergeheugen. De taak is onderbroken. Herstart de taak.
Druk op [
Doorgaan
].
De tonercontainer is niet correct geplaatst. Plaats de bak op de juiste manier.
7-17
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding Controlepunten
Deze functie kan niet gebruikt worden.
>>Fax verzenden
Deze functie kan niet gebruikt worden.
>> Afdrukken
Deze functie kan niet gebruikt worden.
>> Verzend
Deze functie kan niet gebruikt worden.
>> Opslaan
Dit gebruikersaccount is vergrendeld.
Contacteer beheerder
Taak is geannuleerd.
Documentverw.-unit sluiten.
―
—
Staat de documenttoevoer open?
Mogelijke oplossing
Deze taak is geannuleerd omdat hij beperkt wordt door
Gebruikersautorisatie of
Taakaccounting. Druk op [
OK
].
Referentiepagina
―
Neem contact op met de beheerder.
De taak is geannuleerd. Druk op
[
OK
].
—
Sluit de documenttoevoer.
―
F
Foutmelding
Fout bij verzenden.
*1
—
Controlepunten
Fout met RAM-disk.
Druk op [OK].
―
Mogelijke oplossing
Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden. De taak is geannuleerd.
Druk op [
OK
].
Raadpleeg
Reageren op Fout bij verzenden
voor de foutcode en de oplossing.
Er is een fout opgetreden op de
RAM-schijf. Taak is geannuleerd.
Druk op [
OK
].
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
04: Onvoldoende ruimte op de
RAM-schijf. Als de optionele RAMschijf is geïnstalleerd, verhoog dan de RAM-schijfgrootte door de "RAM disk-modus" in Systeemmenu te wijzigen.
OPMERKING
Het bereik van de RAMschijfgrootte kan verhoogd worden door [
Voorrang printer
] in
“Option.geheugen” te selecteren.
Referentiepagina
―
7-18
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
—
Fout met USBgeheugen.
Taak is geannuleerd.
— Er is een fout opgetreden in het verwisselbaar geheugen. De taak is beëindigd. Druk op [
OK
].
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is overschreden. Schakel de stroom
UIT/AAN. Als de fout aanhoudt, dan is het verwisselbaar geheugen niet compatibel met het apparaat.
Fout opgetreden.
Schakel uit en weer in.
― Er is een systeemfout opgetreden.
Draai de hoofdschakelaar naar UIT en dan weer naar AAN.
―
*1 Als Auto fout wissen is ingesteld op [
Aan
], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur verstreken is. Voor meer details over Auto fout wissen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
G
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
—
Geheugen is vol. De taak is geannuleerd.
Geheugen is vol
Printopdracht kan niet voltooid worden.
*1
—
—
Het proces kan niet worden uitgevoerd omdat er te weinig geheugen is. Druk op [
OK
]. De taak wordt geannuleerd.
Kan taak niet afronden want geheugen is vol. Druk op
[
Doorgaan
] om de gescande pagina’s af te drukken. De afdruktaak kan niet volledig worden verwerkt. Druk op [
Annuleren
] om de taak te annuleren.
Het apparaat kan dezelfde originelen reproduceren via de volgende instellingen:
• Druk op [
Aan
] onder RAM-schijf modus in Systeemmenu en verlaag de omvang van de
RAM-schijf.
• Selecteer [
Voorrang printer
] onder Option. geheugen in
Systeemmenu.
OPMERKING
Raadpleeg uw beheerder alvorens de instelling van de RAM-schijf of het optionele geheugen aan te passen.
—
*1 Als Auto fout wissen is ingesteld op [
Aan
], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur verstreken is. Voor meer details over Auto fout wissen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
7-19
Problemen oplossen > Problemen oplossen
H
Foutmelding
Herplaats alle originelen en druk op de startknop.
―
Controlepunten
Het afdrukken van meerdere kopieën is niet toegestaan.
—
Het bestand is over.
Taak is geannuleerd.
Het scanglas moet gereinigd worden.
—
—
Het scannergeheugen is vol. De taak wordt geannuleerd.
—
Hoge temperatuur.
Kamertemp.aanpassen
—
Mogelijke oplossing
Referentiepagina
― Haal de originelen uit de documenttoevoer, leg ze in de oorspronkelijke volgorde en plaats ze opnieuw. Druk op [
Start
] om verder te gaan met afdrukken. Druk op [
Annuleren
] om de taak te annuleren.
Er kan maar één exemplaar worden afgedrukt, omdat de RAM-schijf is uitgeschakeld of omdat de SSD niet geïnstalleerd is. Taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Probeer geheugen toe te voegen of een SSD te installeren en de instellingen van de RAM-schijf te configureren.
Het opgegeven bestand kan niet worden gevonden. De taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Reinig het sleufglas met behulp van de reinigingsdoek die bij de documenttoevoer geleverd is.
Er kan niet meer gescand worden wegens onvoldoende geheugen.
De taak is geannuleerd. Druk op
[
OK
].
Pas de temperatuur en de vochtigheid van uw kamer aan.
—
—
—
—
K
Foutmelding
Kan deze taak niet uitvoeren.
Beperkt door groepsautorisatie.
—
Controlepunten Mogelijke oplossing
Deze taak is geannuleerd omdat hij beperkt wordt door de
Groepsautorisatie instellingen. Druk op [
OK
].
Referentiepagina
―
7-20
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
Kan niet dubbelzijd. printen op dit papier.
↑↓ (Afwisselend weergegeven)
Druk op [OK] om cas. # te blijven gebruiken.
Kan niet dubbelzijd. printen op dit papier.
↑↓ (Afwisselend weergegeven)
Druk op [OK] om MFlade te blijven gebruiken.
Kan niet verbinden met de verif. server.
Control. verbindingsstatus van de server.
Kan niet verbinden met de verif. server.
Controleer de domeinnaam.
Kan niet verbinden met de verif. server.
Controleer de hostnaam.
Kan niet verbinden met de verif. server.
Stel op appar. zelfde tijd in als op server.
Geen verbinding met server. Controleer verbindingsstatus
Taak is geannuleerd.
Kan papier niet doorvoeren.
Plaats cassette #.
Heeft u een papierformaat of -soort geselecteerd waarop niet dubbelzijdig kan worden afgedrukt?
—
—
—
—
—
—
Selecteer [
Papier
] om het beschikbare papier te selecteren.
Druk op [
OK
] om te printen zonder de dubbelzijd. afdrukfunctie te gebruiken.
Controleer de verbindingsstatus met de server.
Controleer de domeinnaam.
Controleer de hostnaam.
Stel op het apparaat dezelfde tijd in als op de server.
Controleer de verbindingsstatus met de server.
Kan papier niet doorvoeren. Plaats de cassette die weergegeven wordt op het scherm.
—
―
―
—
—
KPDL-fout. Taak is geannuleerd.
*1
― Er is een PostScript-fout opgetreden. De taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
―
*1 Als Auto fout wissen is ingesteld op [
Aan
], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur verstreken is. Voor meer details over Auto fout wissen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
7-21
Problemen oplossen > Problemen oplossen
L
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
—
Lade machine is vol papier. Verwijder het papier.
Lage temperatuur.
Kamertemp.aanpassen
Limiet box overschreden. De taak is geannuleerd.
*1
—
—
Wordt [
OK
] op het scherm weergegeven?
Verwijder het papier uit de binnenlade.
Pas de temperatuur en de vochtigheid van uw kamer aan.
—
De opgegeven box is vol en er is geen opslagcapaciteit meer; de taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Probeer de taak opnieuw uit te voeren na het afdrukken of verwijderen van gegevens uit de box.
—
*1 Als Auto fout wissen is ingesteld op [
Aan
], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur verstreken is. Voor meer details over Auto fout wissen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
M
Foutmelding
Max. aantal gescande pagina's. De taak is geannuleerd.
Controlepunten
Werd de toegestane scanhoeveelheid overschreden?
Mogelijke oplossing
Er kunnen geen pagina's meer worden gescand. Taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Referentiepagina
—
N
Foutmelding
Niet-originele toner.
Druk op [Help].
Controlepunten
Is de geïnstalleerde toner van ons eigen merk?
Mogelijke oplossing
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die wordt veroorzaakt door een nietoriginele toner. Wij raden u aan alleen originele tonercontainers te gebruiken. Om de huidige geïnstalleerde tonercontainer te gebruiken, druk gelijktijdig de [
OK
]toets en de [
Stop
]-toets gedurende
3 seconden of langer in.
Referentiepagina
—
O
Foutmelding
Onbekende toner geïnstalleerd. PC
Onjuist box wachtwoord.
De taak is geannul.
Controlepunten Mogelijke oplossing
Komt de regiospecificatie van de tonercontainer overeen met die van het apparaat?
—
Installeer de gespecificeerde tonercontainer.
Het boxwachtwoord was onjuist bij het extern verwerken van de taak.
De taak is geannuleerd. Druk op
[
OK
].
—
Referentiepagina
—
7-22
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
—
Onjuiste aanmeldingsgebr.naam of wachtw. Taak is geannuleerd.
*1
Onjuiste account-ID.
Taak is geannuleerd.
*1
Onvoldoende geheugen.
Taak kan niet starten
Opslaan van taakbehoudgegevens mislukt. De taak is geannuleerd.
—
—
—
—
[
De aanmeldingsgebruikersnaam of wachtwoord was onjuist bij het extern verwerken van de taak. Taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
De account-ID was onjuist bij het extern verwerken van de taak. Taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Taak kan niet worden gestart.
Probeer later opnieuw.
De taak is geannuleerd. Druk op
OK
].
—
—
—
*1 Als Fouten automatisch wissen ingesteld staat op [
Aan
], dan wordt het verwerken automatisch hervat nadat een ingestelde tijdsduur verstreken is. Voor meer informatie over Fouten automatisch wissen, raadpleeg:
Engelse gebruikershandleiding
.
P
Foutmelding
Papier vastgelopen in doc.toevoer.
Papierstoring in achterklep#.
―
Papier vastgelopen in
MF-lade.
Papier vastgelopen in cassette #.
―
―
Controlepunten
Plaats papier in cassette
#.
↑↓ (Afwisselend weergegeven)
Druk op OK om cas. # te blijven gebruiken.
Is het papier in de aangegeven cassette op?
Mogelijke oplossing
Referentiepagina
— Er is een papierstoring in de documenttoevoer. Laat het apparaat aan staan en selecteer
[
Help
] op het scherm en volg de instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
Als zich een papierstoring voordoet, wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek met de papierstoring op het scherm weergegeven. Laat het apparaat aan staan en druk op
[
Help
]. Volg de instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
Als zich een papierstoring voordoet, wordt het apparaat stopgezet en wordt de plek met de papierstoring op het scherm weergegeven. Laat het apparaat aanstaan en volg de instructies om het vastgelopen papier te verwijderen.
Plaats papier.
Selecteer [
Papier
] om de andere papierbron te selecteren. Druk op de toets [
OK
] om af te drukken op het papier in de huidige geselecteerde papierbron.
7-23
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding Controlepunten Mogelijke oplossing
Plaats papier in cassette
#.
↑↓ (Afwisselend weergegeven)
Plaats papier van het geselecteerde formaat en druk op [OK].
Plaats papier in de multifunctionele lade.
↑↓ (Afwisselend weergegeven)
Druk op [OK] om MFlade te blijven gebruiken
Plaats papier in de multifunctionele lade.
↑↓ (Afwisselend weergegeven)
Plaats papier van het geselecteerde formaat en druk op [OK].
Is het papier in de aangegeven cassette op?
Is in de multifunctionele lade papier van het geselecteerde formaat geplaatst?
Is in de multifunctionele lade papier van het geselecteerde formaat geplaatst?
Plaats papier.
Selecteer [
Papier
] om de andere papierbron te selecteren.
Plaats papier.
Selecteer [
Papier
] om de andere papierbron te selecteren. Druk op de toets [
OK
] om af te drukken op het papier in de huidige geselecteerde papierbron.
Plaats papier.
Selecteer [
Papier
] om de andere papierbron te selecteren.
Referentiepagina
S
Foutmelding Controlepunten
Sluit de scannereenheid.
―
Sluit klep #.
Staat er een klep open?
SSD-fout. De taak is geannuleerd.
—
Mogelijke oplossing
Sluit de scannereenheid.
Sluit de klep die weergegeven wordt op het scherm.
―
Referentiepagina
―
Er is een fout opgetreden op de
SSD. Taak is geannuleerd. Druk op
[
OK
].
De mogelijke foutcodes en hun beschrijvingen zijn de volgende:
01: De hoeveelheid gegevens die tegelijk kan worden opgeslagen is overschreden. Schakel de stroom
UIT/AAN. Als de fout aanhoudt, splits het bestand dan op in kleinere bestanden. Als de fout aanhoudt na het opsplitsen van het bestand, dan kan het opgegeven bestand beschadigd zijn. Verwijder het bestand.
04: Onvoldoende ruimte op de SSD om deze bewerking te voltooien.
Verplaats gegevens of verwijder overbodige gegevens.
—
7-24
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding
Storing machine Neem contact op met uw service provider
―
Controlepunten
Storing met account.
―
Mogelijke oplossing
Er is een fout opgetreden in het apparaat. Noteer de foutcode die wordt weergegeven op het berichtenscherm en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Er is geen taakaccounting opgegeven bij het extern verwerken van de taak. De taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
—
Referentiepagina
―
T
Foutmelding
Toner bijna leeg.
[C][M][Y][K]
(Verv. wanneer leeg.)
Tonerafvalbak is vol of niet juist geplaatst.
—
—
Controlepunten
Tonercontainer schudden. [C][M][Y][K]
Is de tonerafvalbak vol?
—
Mogelijke oplossing
Het is bijna tijd om de tonercontainer te vervangen. Houd een nieuwe tonercontainer klaar.
Referentiepagina
—
De tonerafvalbak is niet correct geplaatst. Plaats de bak op de juiste manier.
Vervang de tonerafvalbak.
Tonercontainer goed schudden en opnieuw installeren.
U
Foutmelding
U kunt deze box niet gebruiken.
De taak is geannuleerd.
—
Controlepunten Mogelijke oplossing
U kunt de opgegeven box niet gebruiken. Taak is geannuleerd.
Druk op [
OK
].
Referentiepagina
—
V
Foutmelding
Vervang de toner.
Vervang MK.
―
—
Controlepunten
Verwijder origineel uit documentverwerker.
Zitten er nog originelen in de documenttoevoer?
Mogelijke oplossing
Vervang de tonercontainer door de door ons aanbevolen toner.
De elementen van de onderhoudskit dienen elke 200.000 afgedrukte pagina's te worden vervangen (P-C3060 MFP/P-C3065
MFP) waarna een professionele onderhoudsbeurt is vereist. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Verwijder de originelen uit de documenttoevoer.
—
―
Referentiepagina
7-25
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutmelding
Verwijderbaar geheugen is vol. Taak is geannuleerd.
―
Voeg toner toe.
[C][M][Y]
Taak is geannuleerd.
Z/W modus actief.
Voorbereid. vr afdrk.
―
―
Controlepunten Mogelijke oplossing
Referentiepagina
― Taak is geannuleerd. Druk op [
OK
].
Onvoldoende vrije ruimte op het verwisselbaar geheugen. Verwijder overbodige bestanden.
Vervang de tonercontainer door de door ons aanbevolen toner. Druk zo niet op [
OK
] om de taak te annuleren. Het apparaat drukt tijdelijk in zwart-wit af.
Het apparaat wordt aangepast om de kwaliteit te handhaven. Even geduld.
—
7-26
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Reageren op Fout bij verzenden
Foutcode
1101
1102
Foutmelding
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden via SMB is mislukt.
Het verzenden via SMB is mislukt.
Mogelijke oplossing
Controleer de hostnaam van de SMTP-server in het
Embedded Web Server RX.
Controleer de hostnaam van de FTP.
Controleer de hostnaam van de SMB.
1103
1104
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden via SMB is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Referentiepagina
—
Controleer de SMB-instellingen.
• Aanmeldingsgebruikersnaam en aanmeldingswachtwoord
OPMERKING
Als de afzender een domeingebruiker is, geef dan de domeinnaam op.
• Hostnaam
• Pad
Controleer het volgende in het Embedded Web
Server RX.
• SMTP-aanmeldingsgebruikersnaam en aanmeldingswachtwoord
• POP3-aanmeldingsgebruikersnaam en aanmeldingswachtwoord
• Groottebeperking e-mail
Controleer de FTP-instellingen.
• Aanmeldingsgebruikersnaam en aanmeldingswachtwoord
OPMERKING
Als de afzender een domeingebruiker is, geef dan de domeinnaam op.
• Pad
• Mapdeelrechten van de ontvanger
Controleer de SMB-instellingen.
• Aanmeldingsgebruikersnaam en aanmeldingswachtwoord
OPMERKING
Als de afzender een domeingebruiker is, geef dan de domeinnaam op.
• Pad
• Mapdeelrechten van de ontvanger
Controleer de FTP-instellingen.
• Pad
• Mapdeelrechten van de ontvanger
Controleer het e-mailadres.
OPMERKING
Als het adres afgewezen wordt door het domein, kunt u de e-mail niet versturen.
7-27
—
pagina 5-18 pagina 5-18 pagina 5-18
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Foutcode
1105
1106
1131
1132
2101
Foutmelding
Het verzenden via SMB is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden via SMB is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Mogelijke oplossing
Controleer de volgende instellingen.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > [
Systeem/Netwerk
]
> [
Netwerkinstellingen
] > [
TCP/IP-instellingen
] >
[
Protocoldetail
] > [
SMB
]
Selecteer [
Aan
] bij de SMTP-instellingen in het
Embedded Web Server RX.
Controleer de volgende instellingen.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > [
Systeem/Netwerk
]
> [
Netwerkinstellingen
] > [
TCP/IP-instellingen
] >
[
Protocoldetail
] > [
FTP(klant)
]
Controleer het afzenderadres bij SMTP in het
Embedded Web Server RX.
Schakel SSL in.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > [
Systeem/Netwerk
]
> [
Netwerkinstellingen
] > [
Veilige protocol
] > [
SSL
]
Controleer het volgende bij de SMTP-server.
• Is SMTP over SSL beschikbaar?
• Is de codering beschikbaar?
Referentiepagina
—
—
—
—
—
Raadpleeg de
Embedded
Web Server
RX User
Guide
.
— Controleer het volgende op de FTP-server.
• Is FTPS beschikbaar?
• Is de codering beschikbaar?
Controleer de netwerk- en SMB-instellingen.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
• Hostnaam en IP-adres
• Poortnummer
Controleer de netwerk- en FTP-instellingen.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
• Hostnaam en IP-adres
• Poortnummer
Controleer het netwerk en het Embedded Web Server
RX.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
• POP3-servernaam van de POP3-gebruiker
• SMTP-servernaam
—
—
—
7-28
Problemen oplossen > Problemen oplossen
0007
4201
4701
5101
5102
5103
5104
7101
7102
7103
720f
9181
Foutcode
2102
2103
2201
2202
2203
2231
2204
3101
3201
Foutmelding
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Mogelijke oplossing
Controleer het netwerk.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
Controleer het volgende op de FTP-server.
• Is FTPS beschikbaar?
• De server werkt niet goed.
Controleer het netwerk.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
Controleer het netwerk.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden via SMB is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
Het verzenden via FTP is mislukt.
Het verzenden van de e-mail is mislukt.
—
Controleer de groottebeperking voor e-mail bij de
SMTP-instellingen in het Embedded Web Server RX.
Controleer de verificatiemethodes van zowel de afzender als de ontvanger.
Controleer het netwerk.
• De netwerkkabel is aangesloten.
• De hub werkt niet goed.
• De server werkt niet goed.
Controleer de SMTP-gebruikersverificatiemethode van de ontvanger.
Schakel de hoofdschakelaar uit en weer aan. Als deze fout zich herhaalt, noteer dan de weergegeven foutcode en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.
— Het gescande origineel overschrijdt de toegestane hoeveelheid pagina's van 999. Verzend de overige pagina's afzonderlijk.
Referentiepagina
—
—
—
—
—
—
—
—
—
7-29
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Instellen/Onderhoud
Kleurkalibratie
Dit apparaat is voorzien van een zelfaanpassende kalibratiefunctie die veranderingen compenseert die op termijn optreden als gevolg van variaties in de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid. Om de maximale kleurenafdrukkwaliteit te behouden, wordt deze kleurkalibratie automatisch uitgevoerd bij elke inschakeling van de stroomtoevoer naar het apparaat. Als de tonerkleur of de kleurafwijking niet verbetert na het uitvoeren van deze kleuraanpassing, voer dan de correctie van de kleurafdrukpositie als volgt uit:
Procedure voor kleurregistratie (pagina 7-30)
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Inst./Onderhoud
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ▼ ] > [
Kleurkalibratie
] > toets [
OK
]
2
Voer de kleurkalibratie uit.
Druk op [
Ja
] om kleurkalibratie uit te voeren.
"Voltooid." wordt weergegeven en het scherm keert terug naar het menu Inst./Onderhoud.
Procedure voor kleurregistratie
Deze functie is beschikbaar om kleurafwijkingen op te lossen. Als het probleem niet wordt verholpen via een normale afstelling of om meer gedetailleerde instellingen uit te voeren, gebruik de detailinstellingen.
OPMERKING
Om de kleurregistratie uit te voeren, moet u vooraf controleren of Letter- of A4-papier in een cassette is geplaatst.
BELANGRIJK
Voor het uitvoeren van kleurregistratie, voer eerst Kleurkalibratie op pagina 7-30
uit. Als er kleurafwijkingen blijven optreden, voer dan de kleurregistratie uit. Door de kleurregistratie zonder de kleurkalibratie uit te voeren, zal de kleurafwijking wel eenmalig worden opgelost, maar kunnen nadien ernstige kleurafwijkingen optreden.
Normale afstelling
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Inst./Onderhoud
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ▼ ] > [
Kleurregistratie
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Normaal
] > toets [
OK
]
2
Druk de grafiek af.
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Print tabel
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
Er wordt een grafiek afgedrukt. Op de grafiek wordt voor elke M (magenta), C (cyaan) en Y
(geel) 3 grafiektypes afgedrukt op één blad: H-L (links), V (verticaal), H-R (rechts).
Na het afdrukken wordt teruggekeerd naar het geavanceerde menu voor de correctie van de kleurafdrukpositie.
7-30
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Voorbeeld grafiek
3
Roep het menu kleurcorrectie op
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Pas magenta aan
] > toets [
OK
]
Het menu magenta kleurcorrectie verschijnt.
4
Voer de geschikte waarde in.
1
Zoek op elke grafiek de stand waar 2 lijnen het meest overeenkomen. Als dit stand 0 is, dan is de afstelling voor die kleur niet vereist. In de illustratie is B de meest geschikte waarde.
7-31
Problemen oplossen > Problemen oplossen
2
Druk op de toets [ ◄ ] of [ ► ] om de H-L, V, en HR-items te wijzigen, gebruik de toets [ ▲ ] of
[ ▼ ] om de meetwaarden in te voeren die in de grafiek worden uitgelezen en druk op de toets [
OK
].
Magenta kleurcorrectie wordt uitgevoerd. Na een korte pauze wordt teruggekeerd naar het standaard menu voor de correctie van de kleurafdrukpositie.
Druk op de toets [ ▲ ] om de waarde van 0 tot een maximum van 9 te verhogen. Druk op de toets [ ▼ ] om de waarde te verlagen.
Druk op [ ▼ ] om de waarde van 0 te veranderen in een alfabetische letter. Druk meermaals op de toets om te veranderen van A tot l. Druk op [ ▲ ] om in tegenovergestelde richting te verplaatsen.
De cijfertoetsen kunnen niet worden gebruikt om deze waarden in te voeren.
3
Herhaal stappen 3-4 om cyaan en geel te corrigeren.
7-32
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Detailinstellingen
1
Roep het scherm op.
Toets [
Systeemmenu/Tellers
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Inst./Onderhoud
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ]
[ ▼ ] > [
Kleurregistratie
] > toets [
OK
] > toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Details
] > toets [
OK
]
2
Druk de grafiek af.
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Print tabel
] > toets [
OK
] > [
Ja
]
Er wordt een grafiek afgedrukt. Op de grafiek wordt voor elke M (magenta), C (cyaan) en Y
(geel), grafieken voor H-1 tot 5 en V-1 tot 5 afgedrukt.
Na het afdrukken wordt teruggekeerd naar het geavanceerde menu voor de correctie van de kleurafdrukpositie.
Voorbeeld grafiek
7-33
Problemen oplossen > Problemen oplossen
3
Roep het menu kleurcorrectie op
Toets [ ▲ ] [ ▼ ] > [
Pas magenta aan
] > toets [
OK
]
Het menu magenta kleurcorrectie verschijnt.
4
Voer de geschikte waarde in.
1
Zoek op elke grafiek de stand waar 2 lijnen het meest overeenkomen. Als dit stand 0 is, dan is de afstelling voor die kleur niet vereist. In de illustratie is B de meest geschikte waarde.
Uit grafieken H-1 tot H-5, lees de waarden van H-1 tot H-5.
Uit grafieken V-1 tot V-5, lees alleen de waarden vanaf V-3 (midden).
2
Druk op de toets [ ◄ ] of [ ► ] om de items H-1 tot H-5 en V-3 te wijzigen, gebruik de toets
[ ▲ ] of [ ▼ ] om de meetwaarden in te voeren die in de grafiek worden uitgelezen en druk op de toets [
OK
].
Magenta kleurcorrectie wordt uitgevoerd. Na een korte pauze wordt teruggekeerd naar het geavanceerde menu voor de correctie van de kleurafdrukpositie.
Druk op de toets [ ▲ ] om de waarde van 0 tot een maximum van 9 te verhogen. Druk op de toets [ ▼ ] om de waarde te verlagen.
Druk op [ ▼ ] om de waarde van 0 te veranderen in een alfabetische letter. Druk meermaals op de toets om te veranderen van A tot l. Druk op [ ▲ ] om in tegenovergestelde richting te verplaatsen.
De cijfertoetsen kunnen niet worden gebruikt om deze waarden in te voeren.
3
Herhaal stappen 3-4 om cyaan en geel te corrigeren.
7-34
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Als een papierstoring optreedt, verschijnt "Papierstoring." op het berichtenscherm en stopt het apparaat.
Raadpleeg de volgende procedures om het vastgelopen papier te verwijderen.
Lampjes voor storingslocaties
1 Toont de plaats van de papierstoring.
2 Geeft het hulpscherm weer.
Help
Papier vastgelopen in cassette 1.
JAM****
OPMERKING
Voor meer informatie over het hulpscherm, raadpleeg:
7-35
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Als zich een papierstoring voordoet, worden de locatie van de papierstoring en de aanwijzingen voor verwijdering op het berichtenscherm getoond.
Help
Papier vastgelopen in cassette 1.
JAM****
H
F
G
A
C
B
B
D
B
E
B
G
H
E
F
C
D
A
B
Lampjes voor storingslocaties Plaats van de papierstoring
Multifunctionele lade
Cassettes 1 tot 4
Achterklep 1 (Toevoer)
Achterklep 2
Achterklep 3
Achterklep 1
Duplexeenheid
Documenttoevoer
Referentiepagina
Als u de storing hebt opgelost, dan warmt het apparaat weer op en verdwijnt de foutmelding. Het apparaat gaat verder vanaf de pagina die werd afgedrukt op het moment van de papierstoring.
7-36
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Voorzorgsmaatregelen bij papierstoringen
• Gebruik vastgelopen papier niet opnieuw.
• Als het papier tijdens het verwijderen scheurt, dan moet u alle losse stukjes papier uit het apparaat halen. Stukjes papier die in het apparaat achterblijven, kunnen nieuwe papierstoringen veroorzaken.
VOORZICHTIG
De fixeereenheid is zeer heet. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gedeelte werkt, aangezien er gevaar bestaat op brandwonden.
Multifunctionele lade
1
2
3
7-37
Problemen oplossen > Problemen oplossen
4
5
6
7-38
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Cassettes 1 tot 4
De werkwijzen voor het verhelpen van een papierstoring in Cassettes 1-4 zijn allemaal identiek. In dit hoofdstuk worden de werkwijze met Cassette 1 als voorbeeld uitgelegd.
1
2
7-39
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Achterklep 1 (Toevoer)
1
2
VOORZICHTIG
Bepaalde onderdelen binnenin het apparaat zijn erg warm. Wees voorzichtig om het risico op brandwonden te vermijden.
3
7-40
Problemen oplossen > Problemen oplossen
4
Achterklep 2
1
2
OPMERKING
Als het papier niet verwijderd kan worden, probeer dit dan niet met extra kracht te doen.
Achterklep 1 (Toevoer) (pagina 7-40)
7-41
Problemen oplossen > Problemen oplossen
3
4
Achterklep 3
1
OPMERKING
Als het papier niet verwijderd kan worden, probeer dit dan niet met extra kracht te doen.
Achterklep 1 (Toevoer) (pagina 7-40)
7-42
Problemen oplossen > Problemen oplossen
2
Achterklep 1
1
2
VOORZICHTIG
Bepaalde onderdelen binnenin het apparaat zijn erg warm. Wees voorzichtig om het risico op brandwonden te vermijden.
7-43
Problemen oplossen > Problemen oplossen
3
A1
4
5
A2
6
A2
7-44
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Duplexeenheid
1
2
VOORZICHTIG
Bepaalde onderdelen binnenin het apparaat zijn erg warm. Wees voorzichtig om het risico op brandwonden te vermijden.
3
A1
7-45
Problemen oplossen > Problemen oplossen
4
5
A2
6
A3
7
A2
7-46
Problemen oplossen > Problemen oplossen
8
Documenttoevoer
1
2
3
7-47
Problemen oplossen > Problemen oplossen
4
5
7-48
Problemen oplossen > Problemen oplossen
Nietstoringen oplossen
1
2
3
7-49
8 Appendix
In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen uitgelegd:
8-1
Appendix > Optionele apparatuur
Optionele apparatuur
Overzicht optionele apparatuur
De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat.
(1) Card Authentication Kit(B)
(8) MS-5100
(2) PF-5100
(3) Geheugenuitbreiding
Softwareoptie
(9) Data Security kit(E)
(10) UG-33
(11) USB-toetsenbord
(7) SDgeheugenkaart
SDHCgeheugenkaart
(4) HD-6/HD-7
8-2
(5) IB-50 (6) IB-51
Appendix > Invoermethode voor tekens
Invoermethode voor tekens
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u tekens moet invoeren.
Met behulp van de toetsen
Gebruik de volgende toetsen om tekens in te voeren.
1 7 6 5
3 4
Accountnaam
2
ABC
Tekst
5
6
7
Nr.
Weergave/toets
1
2
3
4
Beschrijving
Berichtenscherm
Cursor
Geeft ingevoerde tekens weer.
De tekens worden ingevoerd op de positie van de cursor.
Rechterkeuzetoets Druk op deze toets om het type tekens die u wilt invoeren te selecteren. (Wanneer [
Tekst
] wordt weergegeven)
Toets [
OK
] Druk op deze toets om een invoer te bevestigen en terug te keren naar het scherm voor de invoer. Om een symbool in te voeren, druk op deze toets om het geselecteerde symbool te bevestigen.
Toets [
Wissen
]
Cijfertoetsen
Pijltjestoetsen
Druk op deze toets om tekens te wissen.
Druk op deze toets om tekens en symbolen in te voeren.
Druk op deze toetsen om de invoerstand te kiezen, of om een teken uit de lijst met tekens te kiezen.
8-3
Appendix > Specificaties
Specificaties
BELANGRIJK
Wijzigingen van specificaties voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
OPMERKING
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de fax:
Gebruikershandleiding voor de fax
Apparaat
Type
Afdrukmethode
Item
Papiergewicht
Papiersoort
Cassette
Multifunctionele lade
Cassette
Beschrijving
Bureaublad
Elektrofotografie door halfgeleiderlaser
60 tot 163 g/m
2
60 tot 220 g/m
2
, 230 g/m
2
(Karton)
Papierformaat
Multifunctionele lade
Cassette
Multifunctionele lade
Opwarmtijd
(22 °C, 60%)
Ingeschakeld
Slaapstand
Invoercapaciteit Cassette
Multifunctionele lade
Normaal, Ruw, Recycle, Velijn, Afgedrukt, Dik papier, Kleur, Geperf.,
Briefpap., Dik, Hoge kwalit., Custom 1 tot 8
(Dubbelzijdig: gelijk aan enkelzijdig)
Normaal, Transparant. (OHP-folies), Ruw, Velijn, Etiketten, Recycle,
Afgedrukt, Dik papier, Karton, Gecoat, Kleur, Geperf., Briefpap.,
Envelop, Dik, Hoge kwalit., Custom 1 tot 8
A4, A5, A6, B5, B6, Letter, Legal, Statement, Executive,Oficio II,
Folio, 216 × 340 mm, 16K, B5 (ISO),
Custom (105 × 148 mm tot 216 × 356 mm)
A4, A5, A6, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal, Statement,
Executive, Oficio II, 16K, B5 (ISO), Envelop #10, Envelop #9,
Envelop #6 3/4, Envelop Monarch, Envelop DL, Envelop C5, Hagaki
(Karton), Oufuku Hagaki (Antwoordbriefkaart), Youkei 4, Youkei 2,
Custom (70 × 148 mm tot 216 × 356 mm)
26 seconden of minder
17 seconden of minder
250 vel (80 g/m
2
)
*1
100 vel (80 g/m
2
)
*1 Tot aan de bovenste grenslijn in de cassette.
8-4
Appendix > Specificaties
Capaciteit opvangbak
Item
Binnenlade
Beeldschrijfsysteem
Geheugen
Interface
Bedrijfsomgeving
Standaard
Optie
Temperatuur
Vochtigheid
Hoogte
Verlichting
Afmetingen (b x d x h)
Gewicht
250 vel (80 g/m
2
)
Beschrijving
Halfgeleiderlaser en elektrofotografie
1024 MB
USB-interface-aansluiting: 1 (Hi-Speed USB)
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
USB-poort: 2 (Hi-Speed USB)
Fax: 1 (alleen P-C3065 MFP) eKUIO: 1
10 tot 32,5 °C
10 tot 80%
Maximaal 3500 m
Maximaal 1500 lux
475 × 558 × 616 mm
P-C3060 MFP: Ong. 34,6 kg
P-C3065 MFP: Ong. 34,7 kg
(zonder tonercontainer)
475 × 751,8 mm
Vereiste ruimte (b × d)
(met multifunctionele lade)
Voeding
Het stroomverbruik van het product in netwerk stand-by (als alle netwerkpoorten zijn aangesloten.)
Opties
230 V Specificatie model: 220 tot 240 V 50/60 Hz 5,0 A
2,5 W
Optionele apparatuur (pagina 8-2)
8-5
Appendix > Specificaties
Kopieerfuncties
Item
Kopieersnelheid
Beschrijving
A4
Letter
Legal
B5
A5
A6
9,5 seconden of minder
Kopiëren in zwart-wit
30 vel/min
32 vel/min
26 vel/min
27 vel/min
27 vel/min
27 vel/min
11,5 seconden of minder
Kopiëren in kleur
30 vel/min
32 vel/min
26 vel/min
27 vel/min
27 vel/min
27 vel/min
Tijd tot eerste kopie (A4, plaats op de glasplaat, toevoer uit cassette)
Zoombereik
Zwart-wit
Kleur
Continu kopiëren
Resolutie
Ondersteunde origineelsoorten
Invoersysteem originelen
Printerfuncties
Afdruksnelheid
Item
Tijd tot eerste afdruk (A4, invoer vanuit cassette)
Resolutie
Besturingssysteem
Zwart-wit
Kleur
Interface
Paginabeschrijvingstaal
Emulaties
Handmatig: 25 tot 400%, in stappen van 1%
Automatisch: Vooraf ingestelde zoom
1 tot 999 vellen
600 × 600 dpi
Vellen, boeken en driedimensionale voorwerpen (maximaal origineelformaat: Legal/Folio)
Vast
Zelfde als kopieersnelheid.
Beschrijving
7,0 seconden of minder
8,5 seconden of minder
600 × 600 dpi, 9600 dpi gelijkwaardig × 600 dpi
Windows XP, Windows Server 2003, Windows Vista, Windows 7,
Windows 8, Windows 8.1, Windows Server 2008/R2,
Windows Server 2012/R2, Mac OS 10.5 of hoger
USB-poort: 1 (Hi-Speed USB)
Netwerkinterface: 1 (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T)
Optionele interface (Optioneel) 1 (Voor IB-50/IB-51 montage)
PRESCRIBE
PCL6 (PCL-XL, PCL5c), KPDL3, XPS
8-6
Appendix > Specificaties
Scannerfuncties
Item
Resolutie
Bestandsindeling
Beschrijving
600 dpi, 400 dpi, 300 dpi, 200×400 dpi, 200 dpi, 200×100 dpi
TIFF (MMR/JPEG-compressie), JPEG, PDF (MMR/JPEGcompressie), XPS, PDF/A, Hoge compressie PDF, Gecodeerde PDF,
OPEN XPS
Scansnelheid
Interface
*1
Transmissiesysteem
1-zijdig
2-zijdig
Z/W 40 beelden/min
Kleur 30 beelden/min
Z/W 17 beelden/min
Kleur 13 beelden/min
(A4 liggend, 300 dpi, beeldkwaliteit: origineel Tekst/Foto)
Ethernet (10 BASE-T/100 BASE-TX/1000 BASE-T), USB
SMB, SMTP, FTP, FTP over SSL, USB, TWAIN
*2
, WIA
*3
, WSD
*1 Bij gebruik van de documenttoevoer (behalve TWAIN- en WIA-scannen)
*2 Beschikbare besturingssystemen: Windows XP/Windows Vista/Windows Server 2003/Windows Server
2008/Windows Server 2008 R2/Windows 7/Windows 8/Windows 8.1/Windows Server 2012/
Windows Server 2012 R2
*3 Beschikbare besturingssystemen: Windows Vista/Windows Server 2008/Windows Server 2008 R2/
Windows 7/Windows 8/Windows 8.1/Windows Server 2012/Windows Server 2012 R2
Documenttoevoer
Item
Ondersteunde origineelsoorten
Losse vellen
Beschrijving
Papierformaat
Papiergewicht
Laadcapaciteit
Maximaal: Legal/Folio
Minimaal: Statement-R/A6-R
1-zijdig: 50 tot 120 g/m²
2-zijdig: 50 tot 120 g/m²
75 vellen (50 tot 80 g/m²) maximum
*1 Tot aan de bovenste grenslijn in de documenttoevoer.
*1
8-7
Appendix > Specificaties
Papierinvoer (500 vel) (Optie)
Item
Invoermethode papier
Papierformaat
Geschikt papier
Beschrijving
Frictie-invoerrollen (Aantal vellen: 500, 80 g/m²)
A4, A5, B5, B6, Folio, 216 × 340 mm, Letter, Legal, Statement,
Executive, Oficio II, 16K, B5 (ISO), Envelop #10, Envelop #9,
Envelop #6 3/4, Envelop Monarch, Envelop DL, Envelop C5,
Youkei 4, Youkei 2, Custom (92 × 162 tot 216 × 356 mm)
Papiergewicht: 60 tot 220 g/m²
Mediatypes: Normaal, Ruw, Recycle, Afgedrukt, Etiketten, Dik papier,
Velijn, Kleur, Geperf., Briefpap., Envelop, Gecoat, Dik, Hoge kwalit.,
Custom 1 tot 8
390 × 532 × 116 mm
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
Gewicht
4,1 kg of minder
Handmatige nietmachine
Item
Papiergewicht
Aantal geniete vellen
*1
Afmetingen
(b) × (d) × (h)
Gewicht
*1 Stapel papier tot 2 mm dik.
Beschrijving
90 g/m² of minder
Maximum 20 vel (80 g/m²), maximum 15 vel (80 g/m² of minder)
67 × 165 × 135 mm
0,6 kg of minder
OPMERKING
Raadpleeg uw dealer of uw servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen papiersoorten.
8-8
Index
A
Aanduidingen origineelformaat
Aanmelden
Aansluiten
Netvoedingskabel
USB-kabel
Aansluiting
LAN-kabel
Aansluitingsprocedure
Aanzetten
Achterklep 1
Achterklep 2 tot 4
Afdrukinstellingen
Afdrukken vanaf PC
Afdrukrichting origineel
Afdruksnelheid
Afmelden
AirPrint
Apache License (Version 2.0)
Automatische slaapstand
B
Bedieningspaneel
Bedrijfsomgeving
Bestand
Formaat
Scheiden
Bestanden scheiden
Bestandsformaat
Bestemming
Adresboek
Bevestigingsscherm voor bestemmingen
Controleren en bewerken
Een nieuw e-mailadres invoeren
Een nieuwe pc-map opgeven
Multi-versturen
zoeken
Bestemming opgeven
Binden voltooien
Binnenlade
Blanco pagina overslaan
Breedtegeleiders voor originelen
C
Cassette
Papier plaatsen
papier plaatsen
Papierformaat en mediatype
Cassette 1
Cassette-instellingen
Cassettes 2 tot 4
Continu scannen
D
Datum en tijd instellen
De teller controleren
Dichtheid
Documenttoevoer
Onderdeelnamen
Originelen geschikt voor de documenttoevoer
Originelen niet geschikt voor de documenttoevoer
Originelen plaatsen
Zo plaatst u originelen
Dubbelzijdig
Duplex (2-zijdig origineel)
E
EcoPrint
Embedded Web Server RX
Energiebeheer
Energiebesparingsfunctie
Energiezuinigheid - papier
Energy Star-programma (ENERGY STAR®)
F
Formaatknop
Functie automatisch dubbelzijdig afdrukken
Fuserklep
G
Gebruikersaanmeldingsbeheer
Aanmelden
Afmelden
Glasplaat
Google Cloud Print
GPL/LGPL
H
Handleidingen meegeleverd met het apparaat
Handmatige nietmachine
Hendel
Hendel voor openen scannereenheid
Hoofdschakelaar
Hulpscherm
I
Installeer
Windows
Installeren
Macintosh
Invoeren
Onderwerp
Invoerklep
Invoermethode voor tekens
K
Kabels
Klepje tonerafvalbak
Kleurselectie
Knopflerfish License
Kopieersnelheid
Kopiëren
Index-1
L
LAN-kabel
aansluiten
LIJN-aansluiting
M
Mededeling
Monotype Imaging License Agreement
Multifunctionele lade
Papierformaat en mediatype
Multi-versturen
N
Netvoedingskabel
Aansluiten
Netwerk
Voorbereiding
Netwerkinterface
Netwerkinterface-aansluiting
Nieuw e-mailadres
Nieuwe PC-map
O
Onderdeelnamen
Onderwerp/tekst
OpenSSL License
Optioneel
Overzicht
Optionele interface
Orig.binden
Original SSLeay License
Origineel beeld
Origineel formaat
Originelen plaatsen
Originelen in de documenttoevoer plaatsen
Originelen op de glasplaat plaatsen
Origineleninvoer
Originelenstopper
Originelenuitvoer
P
Papier
Enveloppen plaatsen
Formaat en mediatype
Karton plaatsen
Papier in de cassettes plaatsen
Papier in de multifunctionele lade plaatsen
Papier plaatsen
Voorzorgen voor papier plaatsen
Papierbreedtegeleiders
Papierlengtegeleider
Papierselectie
Papierstopper
Papierstoringen
Achterklep 1
Achterklep 1 (Toevoer)
Achterklep 2
Achterklep 3
Binnenin het apparaat
Cassettes 1 tot 4
Documenttoevoer
Duplexeenheid
Lampjes voor storingslocaties
Multifunctionele lade
Printer
Afdrukinstellingen
Printerstuurprogramma
Helpmenu
Problemen oplossen
Product Library
Programma
Bevestigen
Oproepen
Overschrijven
Registreren
Verwijderen
R
Reageren op foutmeldingen
Regels slaapstand
Regulier onderhoud
Vervangen van de tonerafvalbak
Vervangen van de tonercontainer
Reinigen
Glasplaat
Papierdoorvoereenheid
Reiniging
Sleufglas
Resolutie
S
Scanresolutie
Slaapstand
Slaapstandniveau
Sleufglas
Snelle aanmelding
Software installeren
Sorteer
Specificaties
Apparaat
Documenttoevoer
Handmatige nietmachine
Kopieerfuncties
Papierinvoer (500 vel) (Optie)
Printerfuncties
Scannerfuncties
Stille modus
Storingen oplossen
Symbolen
T
TCP/IP (IPv4)
Instellingen
TEL-aansluiting
Telling van het aantal afgedrukte pagina's
Teller
Tijd tot eerste afdruk
Index-2
Tijd tot eerste kopie
Tonerafvalbak
Tonercontainer (Black)
Tonercontainer (Cyan)
Tonercontainer (Magenta)
Tonercontainer (Yellow)
Tonercontainerontgrendeling
TWAIN
Scannen met TWAIN
TWAIN-stuurprogramma instellen
U
Uitzetten
USB-geheugensleuf
USB-interface
USB-kabel
Aansluiten
USB-poort
V
Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
Vervangen van de tonerafvalbak
Vervangen van de tonercontainer
Verw. na afdruk.
Verzenden
Voorbereiding voor het verzenden van een document naar een pc
Verzenden als e-mail
Verzenden naar map (FTP)
Verzenden naar map (SMB)
Verzendformaat
Voorzorgen voor papier plaatsen
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Vormgevingselementen in deze handleiding
W
Wat betreft handelsnamen
Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren
Wettelijke beperkingen betreffende scannen
Wettelijke kennisgevingen
WIA
WIA-driver instellen
WSD-scan
Z
Zoomen
Index-3
TA Triumph-Adler GmbH
Betriebsstätte Norderstedt
Ohechaussee 235
22848 Norderstedt
Germany
Eerste editie
2015.
4
2
NW GE NL
000
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 2 Inleiding
- 3 Inhoud
- 6 Overzicht
- 7 Apparaatspecificaties
- 11 Functies kleur en beeldkwaliteit
- 11 Basis kleurstanden
- 12 Beeldkwaliteit en kleur aanpassen
- 13 Handleidingen meegeleverd met het apparaat
- 15 Over de gebruikershandleiding (deze handleiding)
- 15 Overzicht van de handleiding
- 16 Vormgevingselementen in deze handleiding
- 18 Menudiagram
- 32 1 Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsinformatie
- 33 Mededeling
- 33 Veiligheidsaanduidingen in deze handleiding
- 34 Bedrijfsomgeving
- 35 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
- 36 Veiligheid van de laserstraal (Europa)
- 37 Wettelijke beperkingen betreffende kopiëren/scannen
- 37 EN ISO 7779
- 37 EK1-ITB 2000
- 38 Wettelijke kennisgevingen
- 44 Energiebesparingsfunctie
- 44 Functie automatisch dubbelzijdig afdrukken
- 44 Energiezuinigheid - Papier
- 44 Milieuvoordelen van "Energiebeheer"
- 45 Energy Star (ENERGY STAR®) programma
- 46 2 Het apparaat installeren en configureren
- 47 Onderdeelnamen
- 47 Buitenzijde apparaat
- 49 Aansluitingen/binnenzijde
- 51 Met verbonden optionele apparatuur
- 52 Het apparaat en andere apparatuur aansluiten
- 53 Kabels aansluiten
- 53 LAN-kabel aansluiten
- 54 USB-kabel aansluiten
- 54 Netvoedingskabel aansluiten
- 55 Aan- en uitzetten
- 55 Aanzetten
- 55 Uitzetten
- 56 Gebruik van het bedieningspaneel
- 56 Werking paneeltoetsen
- 57 Bedieningswijze
- 58 Weergave voor originelen en papier
- 58 Hulpscherm
- 59 Aanmelden/afmelden
- 59 Aanmelden
- 60 Afmelden
- 61 Standaardinstellingen van het apparaat
- 61 Datum en tijd instellen
- 63 Netwerk instellen (LAN-kabel aansluiten)
- 66 Energiebesparingsfunctie
- 66 Slaapstand en automatische slaapstand
- 69 Software installeren
- 69 Software op DVD (Windows)
- 70 Software in Windows installeren
- 76 Software verwijderen
- 77 Software installeren op Mac-computers
- 79 TWAIN-stuurprogramma instellen
- 81 WIA-stuurprogramma instellen
- 82 Teller controleren
- 83 Embedded Web Server RX
- 84 Embedded Web Server RX openen
- 85 Beveiligingsinstellingen wijzigen
- 87 Apparaatgegevens wijzigen
- 89 3 Voorbereiding voor het gebruik
- 90 Papier plaatsen
- 91 Voorzorgen voor papier plaatsen
- 92 Papier in de cassettes plaatsen
- 95 Papier in de multifunctionele lade plaatsen
- 98 Papierformaat en mediatype opgeven
- 100 Papierstopper
- 101 Voorbereiding for Het verzenden van Een document Naar een Gedeelde map op Een PC
- 101 De computernaam en de volledige computernaam noteren
- 102 De gebruikersnaam en de domeinnaam noteren
- 103 Een gedeelde map aanmaken, een gedeelde map noteren
- 107 Windows Firewall configureren
- 111 4 Afdrukken vanaf PC
- 112 Afdrukken vanaf PC
- 114 Afdrukken op niet-standaard papierformaten
- 115 Venster afdrukinstellingen van het printerstuurprogramma
- 117 Helpmenu printerstuurprogramma
- 117 De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma wijzigen (Windows 7)
- 117 Een afdruktaak vanaf de computer annuleren
- 118 Afdrukken met AirPrint
- 119 Printen met Google Cloud Print
- 120 Status Monitor
- 120 Toegang tot de Status Monitor
- 120 Verlaten van de Status Monitor
- 120 Schermoverzicht Status Monitor
- 124 5 Bediening van het apparaat
- 125 Originelen plaatsen
- 125 Originelen op de glasplaat plaatsen
- 126 Originelen in de documenttoevoer plaatsen
- 128 Serienummer van het apparaat controleren
- 129 Programma
- 129 Programma's registreren
- 130 Het geregistreerde programma bevestigen
- 130 Programma oproepen
- 131 Programma overschrijven
- 131 Programma verwijderen
- 132 Instellingen keuzetoets
- 133 Kopiëren
- 133 Basisbediening
- 135 Taken annuleren
- 136 Verzenden
- 137 Basisbediening
- 138 De bestemming opgeven
- 144 Bestemmingen controleren en bewerken
- 145 Bevestigingsscherm voor bestemmingen
- 146 Herhalen
- 146 Aan mij verzenden (e-mail)
- 147 Verzenden naar verschillende soorten bestemmingen (Multi-versturen)
- 148 Verzendtaken annuleren
- 149 WSD-scan
- 151 Scannen met TWAIN of WIA
- 152 Gebruik van de FAX-functie
- 153 6 Gebruik van de verschillende functies
- 154 Op de machine beschikbare functies
- 155 Kopiëren
- 156 Verzenden
- 158 Custom Box (afdrukken)
- 159 Verwisselbaar geheugen (Bestand opslaan, documenten afdrukken)
- 161 Functies
- 161 Origineel formaat
- 162 Papierselectie
- 163 Richting orig. (Richting origineel)
- 164 Sorteer
- 164 Dichtheid
- 164 Origineel beeld
- 165 EcoPrint
- 165 Kleurselectie
- 166 Zoomen
- 168 Dubbelzijdig
- 170 Continu scannen
- 170 Stille modus
- 170 Blanco pagina overslaan
- 171 Duplex (2-zijdig origineel)
- 172 Verzendformaat
- 173 Bestandsformaat
- 173 Bestanden scheiden
- 173 Scanresolutie
- 174 Onderwerp/tekst
- 174 Verw. na afdruk. (Verwijderen na afdruk)
- 175 7 Problemen oplossen
- 176 Regulier onderhoud
- 176 Reinigen
- 178 Vervangen van de tonercontainer
- 182 Vervangen van de tonerafvalbak
- 184 Nietjes vervangen
- 185 Problemen oplossen
- 185 Storingen oplossen
- 191 Reageren op foutmeldingen
- 204 Instellen/Onderhoud
- 209 Papierstoringen verhelpen
- 223 Nietstoringen oplossen
- 224 8 Appendix
- 225 Optionele apparatuur
- 225 Overzicht optionele apparatuur
- 226 Invoermethode voor tekens
- 226 Met behulp van de toetsen
- 227 Specificaties
- 227 Apparaat
- 229 Kopieerfuncties
- 229 Printerfuncties
- 230 Scannerfuncties
- 230 Documenttoevoer
- 231 Papierinvoer (500 vel) (Optie)
- 231 Handmatige nietmachine
- 232 Index