- Home
- Domestic appliances
- Large home appliances
- Washing machines
- ACEC
- ML 1025
- De handleiding
- 15 Pages
ACEC ML 1025 de handleiding
Hieronder vindt u een korte informatie over de Wasmachine ML 1025. Deze wasmachine is geschikt voor het wassen van een verscheidenheid aan textiel, inclusief katoen, linnen, synthetische stoffen en wol. De wasmachine heeft een aantal handige functies, waaronder een voorwasprogramma, een spoelstop en een kort centrifugeren programma. De machine heeft ook een automatische startstop functie en een programma voor het afpompen van water. Met behulp van deze functies kunt u uw wasgoed efficiënt en effectief wassen.
advertisement
Assistant Bot
Need help? Our chatbot has already read the manual and is ready to assist you. Feel free to ask any questions about the device, but providing details will make the conversation more productive.
KSAACEC LAVE-LINGE WASAUTOMAAT ML 1025 Notice d’utilisation Gebruiksaanwijzing INHOUD Waarschuwingen . Installatie Transportbeveiliging Plaatsen . Watertoevoer Waterafvoer . Elektrische aansluiting . Waterpas stellen Gebruik . Bedieningspaneel . . . . . . Symbolen en bedieningselementen . Adviezen en tips voor het wassen Wasmiddelen Wasprogramma's . . . . Textielbehandelingssymbolen Volgorde van handelingen. Onderhoud . Buitenkant Wasmiddelhouder . Afvoerfilter Toevoerfiltertie . Eenvoudige storingen blz. blz. biz. biz. biz. biz. blz. blz. blz. blz. blz. biz, biz. biz. biz. biz, blz. blz. biz. biz. blz. blz. 16 17 17 17 17 18 18 18 19 19 19 20 21 22-23 24 25 26 26 26 26 26 27 TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN hoogte 85cm breedte 60 cm diepte 55 cm NETSPANNING/-FREKWENTIE 220-230V / 50 Hz AANSLUITWAARDE 2200 W ZEKEREN MET MINIMAAL 10A WATERLEIDINGDRUKGRENZEN minimum 5 N/cm? maximum 80 N/cm? MAXIMUM VULGEWICHT: katoen 4,5 kg synthetika 2 kg wol 1 kg CENTRIFUGEERTOERENTAL 1000 pro min Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijn 87/308 van 2.6.87 met betrekking tot de radio-ontstoring. Elektrische veiligheid: VDE-KemaKeur. 15 WAARSCHUWINGEN Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instruktieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. 16 Indien u tiidens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direkt aan uw leverancier. Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. Het is gevaarlijk om, in welke vorm danook, dit ap- paraat of de eigenschappen daarvan te veranderen. Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek- trische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Een eventueel noodzakelijke wijziging van de wa- tertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaat- sen het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Schakel na het gebruik altiid de stroomtoevoer af door, afhankelijk van de wijze van installatie, de steker utt het stopkontakt te nemen of de badkamer- trekschakelaar op de UIT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht. Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betref- fende adviezen in de gebruiksaanwijzing. Kijk, voor u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval Is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing. Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het ver- plaatsen. Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het appa- raat of andere zaken in de omgeving kan het gevolg zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging. De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is. Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht. Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhouds- etiket. Informeer in twijfelgeval bij de leverancier van het artikel. Overtuig u ervan dat, vóór u een artikel in de was- automaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssiuitingen gesloten zijn en eventueel loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en grasviekken. Was bh's met beugels niet in de wasautomaat. Objekten zoals munten, veiligheidsspelden, naal- den, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kun- nen aanzienlijke schade veroorzaken. Met vluchtige stoffen, zoals alcohol, benzine, ter- pentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmid- delen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwi|- deren, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is. Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen. Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasartikel toebrengen. Raadpleeg de instrukties van de fabrikant van de wasverzachter. Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trom- mel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen. Hebt u zo'n huisdier, kontroleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur. Elk in werking zijnd apparaat kan defekt raken. Het is niet ondenkbaar dat dan, tijdens uw afwezigheid, schade ontstaat. Uw wasautomaat voldoet aan alle, op het moment van produceren bestaande, veiligheidsvoorschriften. Toch adviseren wij u de ma- chine niet te laten werken wanneer er voor langere tijd niemand thuis 15. Fracht, in geval van een storing of defekt, dit appa- raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kun- nen tot schade of letsel leiden. Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet onbruik- baar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezorgen, ten- einde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt. INSTALLATIE Transportbeveiliging Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligin- gen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk: Schroef met een sleutel de drie schroeven aan de achterkant van de ma- chine los. Tussen de kuipunit en de achterwand, achter elk van de drie schroefgaten, bevinden zich afstands- hulzen, welke niet altijd vanzelf naar beneden val- len tiidens de voorgaande handeling. Steek een schroevendraaier in de gaten en wrik daar- mee de hulzen los. Leg de machine voorzichtig op z'n achterkant; zodanig dat de siangen niet kunnen beschadigen. к) Trek de binnenverpakking > | er uit: eerst strip 1 en daarna strip 2. Doe dit voorzichtig, zodat geen interne komponenten door het verwijderen van de strippen beschadigd worden. Verwijder de bodemver- pakking en de drie af- standshulzen, welke tijdens de voorgaande handelin- gen op de grond gevalien zijn. Plaatsen Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhout-plaat ver- sterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centi- meters buiten de machine steken. Zorg er voor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen. Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermoge- lijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopkontakt te laten verplaatsen. AS — va CS | Кс — | Nu J) Ho _ aC | POLE | [= — Watertoevoer Draai, nadat u eerst het filtertie in de wartel hebt ge- legd, de wartel van de toevoersiang stevig op de 34” schroefdraad van de kraan. Wat ons betreft hoeft de kraan niet «belucht» te zijn (de machine is voorzien van een beluchter), maar het kan zijn dat de gemeente waar u woont dat toch eist. Mocht het u bekend zijn dat de leidingwaterdruk soms zeer hoog is, leg dan een gummi kraanschijf 34”, 23x4x4mm, in de wartel aan de machinekant van de slang. De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaat- sen, koop dan een langere, komplete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. О Pon) / Het andere eind van de toevoersiang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen verdraaid worden. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en war- tel weer stevig vastdraaien. 17 Waterafvoer De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Over de rand van een wasbak. UU moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uit- stromende water, van de rand kan schieten. Bij- voorbeeld met een touwtje aan de kraan of een haak in de muur op hangen. In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm. Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind. U mag de afvoersiang verlengen tot een maximale to- tale lengte van 180 cm. Gebruik een verlengslang van tenminste dezelfde binnendiameter als de originele slang en gebruik een koppeling die voor dat doel be- stemd is. De verlengde slang legt u vanuit de machinekant over de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog. 18 Elektrische aansluiting Kontroleer op het typeplaatje (op de binnenkant vul- deur) of de machine voor 220-230V / 50Hz gemaakt is. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en steker met aardkontakten. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopkontakt met (aangesloten en funktionerende) aardkontakten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopkontakt verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspe! is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogehe- ten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpeeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan boven- staande veiligheidsvoorschriften. Waterpas stellen Schuif de wasautomaat op z'n definitieve plaats en stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van een of twee van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan cirkuleren. Zorg er voor dat de machine op alle vier de voetjes stevig tegen de vloer staat; ook dat is zeer belangrijk. Draai, na het waterpas stellen, de kontra- moeren van alle vier de voetjes stevig tegen de machinebodem. GEBRUIK Bedieningspaneel г EJACEC 1 1 Wasmiddelhouder en programmakaart N 2 Kontrolelampje 3 Toets «wastijd verlengen» Symbolen U) Betekent "voorwas". Linker vakje in wasmiddel- houder. LJ Betekent "hoofdwas". Middelste vakje in wasmid- delhouder. & Betekent "wasverzachten". Rechter vakje in was- middelhouder. Het door het IWS goedgekeurde wolwaspro- gramma. Uitsluitend bedoeld voor wol met het “wolmerk" en de mededeling dat het machinewas- baar is in het etiket. Spoelen © Lang centrifugeren J Afpompen us Spoelstop 5 6 Toets «half - volle belading» Draaiknop voor temperatuurkeuze/AAN-UIT schake- laar 6 Draaiknop voor programmakeuze Bedieningselementen Kontrolelampje Het lampje gaat branden wanneer de machine in bedrijf IS. Toets «wastijd verlengen» E Door deze toets in te drukken en tevens de tempera- tuurregelaar op 60 in plaats van 95°C of op 40 in plaats van 60°C te draaien (zie programmaoverzicht), vóór het begin van de wasprogramma’s B en H wordt een aan- merkelijke besparing in het energieverbruik bereikt. Goede wasresultaten worden bereikt doordat de lagere temperatuur wordt gekompenseerd door verlenging van de wastijd. Toets «half-volle belading» [12] Door het voortijds indrukken van deze toets spoelt de machine met minder water. Wij adviseren u de toets in te drukken als de trommei minder dan half vol is. Gebruik de toets niet voor synthetika, fiinwas en wol. Draaiknop voor temperatuurkeuze/AAN-UIT schake- laar D Met de temperatuurregelaar kiest u de watertempera- tuur en schakelt u de machine AAN en UIT. Op «0» is de machine uit, op «I» en verder is hij in bedrijf. Knop indrukken en dan verdraaien. Schakel voor het instellen van een programma of het veranderen van een programma eerst de machine uit, door midde! van het draaien van de temperatuurregelaar op positie «0». U kunt ook met de temperatuur van het ingekomen leidingwater wassen, door de knop op «I» in te stellen. Draaiknop voor programmakeuze Met de programmaknop kiest u lichtjes indrukkend en rechtsom draaiend, het gewenste programma. 19 Adviezen en tips voor het wassen Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is (gaat schimmelen en veroorzaakt een mufte geur). Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afge- drukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet in de krachtige katoen-programma’s mag wassen. Witte was wast u niet samen met bonte was. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/ka- toen, vallen onder «synthetika». Zwakke stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijnwas». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesioten dat het krimpt en/ of vervilt in de wasmaschine. Voorwas In principe doet u geen voorwas.Uw nieuwe machine, in kombinatie met de moderne wasmiddelen, wast ook zonder voorwas schoon. Dat spaart energie, tijd, water en wasmiddel. Indien echter het wasgoed zeer vuil is, bijvoorbeeld garagekleding of slagerskleding, kan een voorwas met biologisch voorwasmiddel gewenst zijn. Het voorwas- midde! doet u in vakje LJ. Temperaturen Wij adviseren u kookwas (witte katoen en linnen) met 60°C in plaats van 95°C te wassen. Als het goed niet al te vuil is wordt het ook dan schoon. Het spaart zon dertig procent aan energie. Datzelfde geldt, in mindere mate, ook voor lichtbonte was. Normaal wast u dit goed met 60°C. Is het goed weinig vuil, dan wordt het met 40°C ook nog schoon. Donkerbonte was wast u met een temperatuur niet ho- ger dan 40°C. Wast u lichtbont en donkerbont door elkaar, dan stelt volgens donkerbont in, dus niet hoger dan 40°C. Witte en lichtgekleurde synthetika kan doorgaans met 60°C gewassen worden. Maar ook hier geldt dat het ook met 40°C schoon wordt als het niet al te vuil is. Donkergekleurde synthetika, fijnwas en wol wast u met een temperatuur niet hoger dan 40°C. 20 Hoeveel wasgoed in de trommel? Eigenlijk zoudt u het wasgoed steeds moeten wegen. Van katoen en linnen (kook- en bontwas) mag u een bepaalde maximum hoeveelheid in kilogrammen in de trommel doen (zie Technische gegevens). Ook voor synthetika en wol gelden maximum hoeveelheden in kilogrammen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmidde!: Katoen en linnen: volle belading, maar niet proppen Sterke synthetika, mengsels en kreukherstellende stoffen: halfvolle ofiets meer dan half-volle belading Wol en fijnwas: éénderde van de trommel. Voor u het wasgoed in de trommel doet Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssiuitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken. Spijkers, spelden, paperclips en dergelijke kunnen grote schade aan uw machine en het wasgoed aanrichten. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft. Behande! moeilijke viekken, zoals die van gras, roest, teer, verf, ballpoint, voortijds met een viekkenoplosser. Gebruikt u, bijvoorbeeld voor het verwiideren van vert, een vluchtige stof, zoals terpentine en dergelijke, dan moet u met wassen wachten tot het kledingstuk gehee! uitgedampt is. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het gebruik van vluchtige, brandbare of giftige stoffen. Wasmiddelen Er zijn, op het eerste gezicht, vele soorten: poedervormig en vioeibaar, wel en niet gekoncentreerd, totaal- en speciale wasmiddelen. In de praktijk zult u echter niet meer dan twee, hoogstens drie verschillende soorten gebruiken. Niet geschikte wasmiddelen Gebruik, uit welke overwegingen dan ook, nimmer zeep of handafwasmiddelen. U kunt er aanzienlijke schade aan de machine en het wasgoed door veroorzaken. Traditionele poeder-wasmiddelen Deze wasmiddelen doet u in de vakjes LJ voor de voorwas en LU) voor de hoofdwas. Vloeibare wasmiddelen Gebruikt u een vioeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas/-week doet, direkt in het vakje U) voor het hoofdwasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere tem- peraturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken. Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA's, MICRO's en dergelijke) Deze wasmiddelen doet u in het vakje UU!) voor de hoofdwas. Uw nieuwe machine is van een sopcirkulatiesysteem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zonder verspilling verdeeld wordt. Voorwasmiddel, voorweekmiddel Voor een voorwas/-week adviseren wij u een biologisch voorwas/-weekmiddel te gebruiken. Bontwas, fijnwas en wolwas Er zin aparte bontwasmiddelen, fiinwasmiddelen en machine-wolwasmiddelen. Wij adviseren u om, in ieder geval voor de fijnwas en de wolwas, van deze speciale middelen gebruik te maken. Vloeibare wasverzachter Een (vioeibare) wasverzachter kan gewenst zijn. Bij- voorbeeld als u synthetika in de trommeldroger droogt. De stof wordt dan tijdens het drogen niet «statisch». Doseer niet meer dan tot het roostertje of het filternet of het symbool MAX in het vakje voor de wasverzachter. Hoeveel wasmiddel doseren? In de eerste plaats moet u weten dat uw nieuwe ma- chine zuinig met wasmiddel omspringt, omdat hij voor- zien is van een «sopcirkulatiesysteem». Doseer om te beginnen zoveel als de fabrikant van het wasmidde! op z'n verpakking aangeeft. Houd rekening met de waterhardheid. Als u niet weet hoe hard het aan u geleverde water is, vraag dat dan even na bij het waterleidingbedrijf. Als de trommel slechts half gevuld is kunt u, vanzelf- sprekend, ook wat minder wasmiddel dan voor een volle trommel doseren; probeer een kwart minder. Erg hard water In het wasmiddel zitten kalkbindende stoffen. Daarom moet u meer doseren naarmate de waterhardheid hoger is. Bij te weinig kalkbindende stoffen zal het wasgoed, vooral bij hogere temperaturen, vergrauwen en stug worden. Bij erg hard water doseert u dus van alle andere in het wasmiddel voorkomende stoffen meer dan nodig is. Dat kunt u verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil aan te vullen met een aparte kalkbinder, zoals Calgon. Houdt u zich aan de voorschriften op de verpakking en doseer Calgon gewoon in het vakje [11] . 21 Adviesprogramma’s voor katoen en linnen Maximum belading: 4,5 kg Te vullen Programma Vuil- wasmiddel- Temp. Prog. voor graad vakjes knop op: knop op: Beschrijving Kookwas erg vuil Voorwassen 40°C met voorwas 11/44) | о Wassen 95°C 7 95 A Spoelen Centrifugeren Kookwas normaal Wassen 95°C zonder voorwas vull 9 Bo B Spoelen Centrifugeren E-kookwas licht Verlengd wassen 60°C vuil O Spoelen 60 B + E Centrifugeren Bontwas normaal Wassen 60°C lichtbont vuil 6 0° B Spoelen Centrifugeren E-Bontwas licht Verlengd wassen 40°C vuil о Spoelen 40 B + E Centrifugeren Bontwas normaal Wassen 40°C donkerbont vuil о Spoelen 40 B Centrifugerer Kort licht Wassen 40°C programma, vuil о Spoelen 40 C Centrifugeren Spoelen Spoelen, indien gewenst D met nabehandelingsmiddel Centrifugeren Centrifugeren Afpompen en centrifugeren 22 Adviesprogramma’s voor synthetika, fijnwas en wol Maximum belading: 2 kg, wol 1 kg Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen indien het wasgoed niet direkt na het beéindigen van het programma uit de machine zou worden genomen. Om het water af te pompen kiest u het programma N of P. Te vullen Programma Vuil- wasmiddel- Temp. Prog. voor graad vakjes knop op: knop op: Beschrijving Synthetika erg vuil Voorwassen 40°C met voorwas ПИТ и 60° С Sion 60°C e Spoelstop Synthetika normaal Wassen 60°C zonder voorwas vuil 6 0° H Spoelen Spoelstop E-Synthetika licht Verlengd wassen 40°C vuil 7447 M6] oO Spoelen Ta 40 H + E Spoelstop L 0 Fijnwas normaal Wassen 40°C vuil / о Spoelen La YT Wol normaal Wassen 40°C vuil ; о Spoelen (HB) 40 Spoelen Y Spoelen Spoelen, indien gewenst 1/ 47 ; L met nabehandelingsmiddel / Spoelstop Y Wasverzachten 1maal spoelen, indien / / A7 J gewenst met | / M nabehandelingsmiddel Spoelstop Kort Afpompen en kort centrifugeren N centrifugeren Afpompen Water afvoeren 23 8861 'SMLA ap uea Bulliwslssol axlijayyos spueebjeiooa EU ueelsalien) puelinsin YNIPBN "USPNOYSQI00A UBILSBISINSINY „ЭВМ Оецха| UBA BuiIprewes Japuo 'YJSQ 'SMLA UBA 20999 JOWWNUOIIÉ do 05's у чел Buryewisno 100p uaBiiyssa al '.ogy ¡eixeL, eMeoq jeu aneulojUI J99LU JOOA 817 “veBespafB ¡ez yinigaf ¡ay ul YSIZ (SIX9) op 304 onuBJEB uso JaW plemies uap.om ¡alu беш зан JyorIgabuee s) jay doseem ¡eymue 194 uea Buljopueyag alsinf ap 100A Bunsaaquee use yaaf ¡ya 19H [eLILIO.]S00Ip UI USBOIP JSN |епха) эбузолебащн [a11x31] ajeLUJON NF 50H “NN ‘Uab©0A80] Jajem USED :JEJOOA LA AISHOUT SHOMNEU SI 4 Jeu BuiBIUSy “ue? ¡SppiLuso|do ueyinigaf el SNINVITO AHO -uapinieaBny.ueo ve -¡sods- 'sBuISILIS, alloy 'Guiemaeg eyosiveyooul Biuiem — 194 USASÓ II7 vofiLIOI YOsILISUI ep JOOA purelsPg |[2100^ иг 519098) 80 ‘LI 10 'Supneyisajoja Soy Buipejaq alyoy :1ueyajag ¡eo ep 1epuo deals eg 2.38) aL PISIAJUO USPIOM jalu ¡ejseew usuUNY |9>1) ap UI 4 JO d 101 LajeyILy =NIWOLS иебилел цозишаецо 191) Buibluia: ojeisads бшбиле: еномеас) =N3IDINI3d ‘18Z{m,4l31S 184 UEA douxjsBa1 sp do uajund sp 1geu uozimuaA uajund ag NIWPIHLS uoyluIS 181 иЭУ 5 мВт uals WIBAA uayllys jes > = = Mlyaßow SIN УПэбощ ¡appruysajg pisa1jueduDDef 10 затемуаен LI UeYajg pnoy EV ERLE: V ГО -IXBW J8y uea BY ap jew uape|aq auIydeL IMeewsb uhz pus|isisiayynany 07 101 [8anjusas INNEJeduey USIMOB JO/US UBYBAOG SJOZBA SYOSIOUIUAS SIP UGJSHLE 100A 'S PLULUEJDO.dynosy-nuy SJEWIXEU JOU UEA + 10) e :BuIpejog (SAA) IBELE]9:59S JOMA JELUOINEUISIU OU Ss Buweho1dse[sEm-aAey ue -Jgeds 100p pineyabpeob ufiz аир 5 ешшелболй suabjoa vase BUIOEW | SEMIOM -3 Y00 u8104eq S,LUIUIEIDOIGSEM suomab ap 10] ‘чер!зцовзело 191 9700 NISSYM 'pnoy Jo mne| SEMPUEH USImeaB aeL ‘uee uaimeladwaeisem aseqiee|ao) sbooy ap usasb ueggoj ep ul DejejaB ag LUSYaM JeIU yOO SEMPUEY euwuweJBo.d ешшезбок! ewwelboud exe Bold ешшелбола ewwe1bo1d ewweibo1d LA 'USSSEM JOIN a||9US USa|y -SEMOM -»HN84y-NUY ЧООМЭЕ) MMS Jy-NUY LOQM@E) M9 y-NUYY LUCOMBE) =X (oe) | m X MR D N3108WASSINI13CNVHEETIILXAL S0Z119-SL0 “191 ‘Hied vv £c97 ‘a uegjselyex ‘ SMLA HÉROS TER EUR REST mr Зоран Textielbehandelingssymbolen 24 Volgorde van handelingen 1 Doe het wasgoed in de trommel Open de vuldeur. Doe de NT > stukken wasgoed één mean TN | voor één in de trommel. MR AR Haal opgevouwen was- Nha || goed eerst uit elkaar. Sluit pos TN de vuldeur; druk hem AEE | goed in het slot. N 277 a DI AN водо / UN Trek de wasmiddelhouder uit het bedieningspaneel tot hij stuit. Meet de gewenste hoe- veelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel LL . Gaat u echter ook voor- wassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje LU. 3 Doe, eventueel, wasverzachter in het vakje Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje & . Overschrijd het roostertje niet. 4 Druk funktietoets in Druk, indien gewenst, funktietoets [12] en/of E in. 5 Kies het gewenste programma Druk en draai de programmaknop op het gewenste programma. 6 Stel de temperatuur in en start de machine Trek, indien aanwezig, de badkamertrekschakelaar op AAN, of steek de steker in het stopkontakt. Draai de kraan open. Kontroleer of de afvoerslang goed geplaatst is. Druk de draaiknop voor de temperatuurregeling in en draai hem op de ge- wenste temperatuur. Het kontrolelampje gaat branden en de machine werkt het gekozen pro- gramma automatisch af. 7 De machine is klaar De machine stopt automatisch. Na de programma’s voor synthetika, fiinwas en wo! blijft de was in het laatste spoelwater staan. Laat de machine het water afpompen, vóór u de deur opent. Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te openen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen. Schakel de machine UIT door de temperatuurregelaar op «0» te draaien, het kontrolelampje gaat uit. Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopkontakt of trek de badkamertrekschakelaar op UIT. Laat alle funktietoetsen terugkomen. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Draai de trommel met de hand een keer rond, om te zien of hij werkelijk geheel leeg is. Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen. 25 ONDERHOUD De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een lauwwarm zeepsopje. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit alcohol, terpentine en derge- ljke oplosmiddelen. De wasmiddelhouder Wasmiddelen en wasver- zachter koeken na ver- loop van tijd aan. Maak de wasmiddelhou- der af en toe schoon on- der de stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit de machine ne- men. De behuizing van de wasmiddelhouder Ook daarin kan zich op den duur wasmiddel ver- zamelen. Maak de bin- nenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de houder terug in Zn behuizing en laat de machine, zonder was- goed, een spoelgang doen. PO RS 26 Het afvoerfilter Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onher- roepelijk programmastoring optreden. Kontroleer regelmatig of het filter schoon is. Verwijder het filterdeksel. РОМ!) Ce) 7 Plaats een schaaitje onder het filter, schroef het linksom los en verwijder het. Reinig het filter onder de stromende kraan, plaats het terug en schroef het vast. Breng het deksel weer aan. РО Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aanbe- veling om het toevoerfil- tertje te kontroleren op verstopping. Daartoe draai eerst de kraan dicht en vervoigens 20090 schroef de slangwartel aan de achterkant van de machine los. Trek met een platbektang het fittertje uit z'n behuizing. Met een borsteltie reinigen en weer terugplaatsen. Schroef de wartel van de toevoerslang opnieuw vast. EENVOUDIGE STORINGEN De machine start niet Na het instellen van een programma en het inschakelen, start de machine niet en ook het kontrolelampie brandt niet: = Kijk of u de vuldeur goed gesloten hebt. = Kijk of de betreffende groepzekering heel is. m Schakelde u de wasautomaat in terwijl ook de trommeldroger, op dezelfde groep, AAN staat dan raakt vrijwel zeker de zekering defekt. De machine start niet, maar het kontrolelampje brandt wel: Staat de waterkraan open? Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit. Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt? Toevoerfiltertje verstopt? De machine neemt wel water op, maar dat stroomt er door de afvoer weer ult: = Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de viloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betref- fende hoofdstuk. De machine pomptnietafen/of centrifugeert niet: =w Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? u Afvoertilter verstopt? Er ligt water op de vioer: a Teveel wasmiddel gebruikt? = Wasmidde! is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage. = Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwe- liiks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is. De machine dreunt of is erg luidruchtig: = Ziln alle transportbeveiligingen verwijderd? = Leunt de machine ergens tegenaan? = Staan alle stelvoeten stevig tegen de vloer en zijn de kontramoeren goed tegen de machinebodem ge- draaid? Kunt u de storing niet zelf lokaliseren of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, typenummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen. Mod... Frod. No... Ser. NO. Pa? 27 34290.3250 S072 649 (OO 5678910 11 12/93 TW/E
advertisement
Key Features
- Voorwasprogramma
- Spoelstop
- Kort centrifugeren programma
- Automatische startstop functie
- Programma voor het afpompen van water
- Verschillende wasprogramma's voor verschillende soorten textiel