bora CI11 Classic de handleiding
advertisement
Assistant Bot
Need help? Our chatbot has already read the manual and is ready to assist you. Feel free to ask any questions about the device, but providing details will make the conversation more productive.
NL
Bedienings- en montagehandleiding CI11
Inductiekookveld van glaskeramiek met 2 kookzones
CI11UMNL-002 www.bora.com
1037321
Bedienings- en montagehandleiding:
Fabrikant
Origineel Vertaling
BORA Vertriebs GmbH & Co KG
Innstraße 1
6342 Niederndorf
Oostenrijk
Contactgegevens
T +43 (0) 5373/62250-0 [email protected]
www.bora.com
Dit document verspreiden of vermenigvuldigen of de inhoud ervan gebruiken of communiceren is niet toegestaan
behoudens uitdrukkelijke goedkeuring.
Deze bedienings- en montagehandleiding werd met de grootste zorgvuldigheid opgesteld. Desalniettemin kan het gebeuren dat latere technische wijzigingen nog niet werden toegevoegd of dat de overeenstemmende inhoud nog niet werd aangepast. Onze excuses voor dit ongemak. U kunt via de BORA klantendienst een bijgewerkte versie opvragen.
Onder voorbehoud van drukfouten en vergissingen.
© BORA Vertriebs GmbH & Co KG
Alle rechten voorbehouden.
NL
Inhoudsopgave
1.1 Doelgroep ....................................................................4
1.3 Andere geldende documenten ...................................4
1.4 Weergave van informatie ............................................5
2.1 Algemene veiligheidsinstructies .................................6
2.2 Veiligheidsinstructies bediening .................................7
2.3 Veiligheidsinstructies montage ...................................9
2.5 Veiligheidsinstructies reserveonderdelen.................10
2.6 Correct gebruik .........................................................10
4 Beschrijving van het apparaat 12
4.1 Opbouw .....................................................................12
4.2 Bedieningspaneel en bedieningsprincipe .................12
4.3 Werkingsprincipe ......................................................13
4.3.1 Vermogensniveaus ....................................................13
4.3.2 Powerniveau ..............................................................13
4.3.3 Automatische aankookfunctie ..................................14
4.3.4 Warmhoudstand ........................................................14
4.3.5 Panherkenning ..........................................................14
4.3.6 Pauzefunctie ..............................................................14
4.3.7 Timerfuncties ............................................................14
4.3.8 Geschikt kookgerei ...................................................14
4.4 Veiligheidsvoorzieningen...........................................15
4.4.1 Restwarmte-indicator ................................................15
4.4.2 Veiligheidsuitschakeling van de kookzone ...............15
4.4.3 Oververhittingsbeveiliging .........................................15
4.4.5 Kinderbeveiliging .......................................................15
5.1 Leveringsomvang controleren ..................................16
5.2 Gereedschap en hulpmiddelen .................................16
5.3 Montage-instructies ..................................................16
5.3.1 Veiligheidsafstanden .................................................16
5.3.2 Werkblad en keukenmeubel .....................................16
5.3.3 Luchttoevoer kookveld .............................................16
5.4 Maten van de uitsparingen .......................................17
5.5 Montage kookveld ....................................................18
5.6 Stroomaansluiting .....................................................19
5.7 Overdracht aan de gebruiker ....................................19
6.1 Kookveld in-/uitschakelen ........................................20
6.1.1 Kookzone inschakelen ..............................................20
6.1.2 Vermogensniveau instellen .......................................20
6.1.3 Vermogensniveau wijzigen .......................................20
6.1.4 Powerniveau inschakelen .........................................20
6.1.5 Powerniveau vroegtijdig uitschakelen ......................20
6.1.6 Kookzone uitschakelen .............................................20
6.1.7 Pauzefunctie ..............................................................20
6.1.8 Automatische aankookfunctie ..................................21
6.1.9 Warmhoudstand ........................................................21
6.1.10 Timerfuncties gebruiken ...........................................21
6.1.11 Kinderbeveiliging in-/uitschakelen ...........................22
www.bora.com
7.1 Reinigingsmiddel .......................................................23
7.2 Kookveld verzorgen...................................................23
7.3 Kookveld reinigen .....................................................23
9 Buitenbedrijfstelling, demontage en verwijdering 25
9.1 Buitenbedrijfstelling ..................................................25
9.2 Demontage ................................................................25
9.3 Milieuvriendelijke verwijdering .................................25
10 Garantie, technische dienst,
10.1 Garantie .....................................................................26
10.2 Service .......................................................................26
10.3 Reserveonderdelen ...................................................26
3
NL Algemeen
1 Algemeen
1.1 Doelgroep
Deze bedienings- en montagehandleiding is bedoeld voor de volgende doelgroepen:
Doelgroep
Bediener
Ambitieuze doe-het-zelvers
Gekwalificeerd
montagepersoneel
Gekwalificeerd
elektricien
Gekwalificeerd
gasinstallateur
Tab. 1.1 Doelgroepen
Vereisten
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder, alsook door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of met een gebrek aan ervaring en/ of kennis, op voorwaarde dat deze
personen onder toezicht staan of onderricht werden omtrent het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit
voortvloeiende gevaren begrepen
hebben. Kinderen moeten onder toezicht staan. Alle veiligheidsinstructies en
waarschuwingen alsook de instructies van de bedieningshandleiding moeten worden nageleefd.
De ambitieuze doe-het-zelver mag alle noodzakelijke schrijn- en montagewerken zelf uitvoeren voor zover hij over de
nodige vaardigheden en passende
vakkennis beschikt. Hij mag in geen geval zelf de stroom of het gas aansluiten.
Gekwalificeerd montagepersoneel mag alle noodzakelijke schrijn- en
montagewerken uitvoeren mits
inachtneming van de bestaande
voorschriften. De stroom- en
gasaansluitingen moeten vóór
ingebruikname door een erkend vakman uit het overeenkomstige vakgebied
worden gekeurd.
De elektriciteitsaansluiting mag alleen door een erkend vakman worden
uitgevoerd. Deze is ook verantwoordelijk voor de deskundige installatie van de elektriciteit en de inbedrijfstelling.
De gasaansluiting mag alleen door een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Deze is ook verantwoordelijk voor de
deskundige installatie van het gas en de inbedrijfstelling.
INFO BORA Holding GmbH, BORA Vertriebs GmbH &
Co KG, BORA APAC Pty Ltd en BORA Lüftungstechnik GmbH – hierna BORA genoemd – zijn niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet eerbiedigen of niet naleven van deze documenten of voor schade door een verkeerde montage! De stroom- en gasaansluitingen moeten verplicht door een
erkend vakman worden uitgevoerd. De montage dient te gebeuren overeenkomstig de geldende normen, voorschriften en wetten.
Alle veiligheidsinstructies en waarschuwingen alsook de instructies van de bedienings- en montagehandleiding moeten worden nageleefd.
Deze handleiding geldt voor verschillende toestellen.
Daarom is het mogelijk dat individuele kenmerken worden beschreven die niet op uw toestel van toepassing zijn.
1.3 Andere geldende documenten
Bij deze bedienings- en montagehandleiding horen ook nog andere documenten die eveneens moeten worden nageleefd.
Leef absoluut alle meegeleverde documenten na.
INFO BORA is niet aansprakelijk voor schade die
ontstaat door het niet naleven van deze
documenten!
Richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU/EG-richtlijnen:
2014/30/EU EMC-richtlijn
2014/35/EU Laagspanningsrichtlijn
2009/125/EG Ecodesign-richtlijn
2011/65/EU RoHS-richtlijn
2012/19/EU AEEA-richtlijn
4 www.bora.com
1.4 Weergave van informatie
Er worden gebruikgemaakt van een uniforme opmaak en van uniforme cijfers, symbolen, veilligheidsinstructies, begrippen en afkortingen, zodat u snel en veilig met deze handleiding zou kunnen werken.
Instructies worden aangegeven met een pijl.
X X
Opsommingen worden aangegeven met een vierkant opsommingsteken aan het begin van de regel.
Q Q
Q Q
Opsomming 1
Opsomming 2
INFO Een inlichting maakt u attent op specifieke elementen waar u absoluut dient op te letten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De veiligheidsinstructies en waarschuwingen in deze handleiding worden beklemtoond met symbolen en
signaalwoorden.
De veiligheidsinstructies en waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd:
WAARSCHUWINGSTEKENS EN
Type en bron van gevaar
Gevolgen bij niet-naleving
X
Veiligheidsmaatregelen
Hierbij geldt:
Q Q
Het waarschuwingsteken vestigt de aandacht op het
Q Q gevaar.
Het signaalwoord geeft de ernst van het gevaar aan.
Waarschuwingsteken Signaalwoord Risico
Gevaar Geeft een onmiddellijk gevaarlijke situatie aan die bij niet-naleving kan leiden tot de dood of tot
ernstige verwondingen.
—
Waarschuwing Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die bij niet-naleving kan leiden tot de dood of tot ernstige verwondingen.
Opgelet
Opgelet
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die bij niet-naleving kan leiden tot geringe of lichte verwondingen.
Geeft een situatie aan die bij niet-naleving kan leiden tot materiële schade.
Tab. 1.2 Betekenis van de waarschuwingstekens en
signaalwoorden www.bora.com
Algemeen NL
5
NL Veiligheid
6
2 Veiligheid
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
INFO Het apparaat voldoet aan de
geldende veiligheidsvoorschriften.
De gebruiker is verantwoordelijk voor de reiniging, het onderhoud en het veilige gebruik van het apparaat.
Ondeskundig gebruik kan leiden tot letsel en materiële schade.
Q Q
Q Q
De bedienings- en montagehandleiding bevat belangrijke instructies voor de
montage en de bediening. Zo beschermt u uzelf tegen verwondingen en voorkomt u schade aan het apparaat. Contactgegevens voor verdere informatie, toepassings- en
gebruiksvragen vindt u op de achterkant van deze handleiding.
Het begrip ‘apparaat’ wordt zowel voor
kookvelden, kookveldafzuigingen als voor
X kookvelden met kookveldafzuiging gebruikt.
Neem de bedienings- en montagehandleiding
X volledig door voordat u het apparaat in
gebruik neemt.
Bewaar de bedienings- en montagehandleiding in de buurt, zodat u
X deze indien nodig kunt raadplegen.
Geef de bedienings- en montagehandleiding aan de nieuwe gebruiker door als u het
apparaat verkoopt.
X X
X
Voer alle werkzaamheden aandachtig en nauwgezet uit.
Controleer, na het verwijderen van de verpakking, het apparaat op zichtbare
X schade.
Sluit een beschadigd apparaat niet aan.
X
Gebruik het apparaat pas nadat de montage volledig is afgerond. Alleen dan is een
X
veilige werking gegarandeerd.
Zorg ervoor dat u geen hete kookplaten
X aanraakt.
Vermijd overkoken.
X
Let op de restwarmte-indicator.
Schakel het apparaat na gebruik uit.
X X
X
Vertrouw niet op de panherkenning.
X X
apparaat.
OPGELET!
toestelonderdelen!
Vallende toestelonderdelen zoals pannendragers,
bedieningselementen, afdekkingen, vetfilters, enz. kunnen verwondingen veroorzaken.
X
Leg verwijderde toestelonderdelen veilig naast het apparaat.
X
Zorg ervoor dat de verwijderde
toestelonderdelen niet naar
beneden kunnen vallen.
Gebruik met recirculatie
INFO Bij elke kookcyclus wordt er door het kookproces extra vocht in de
omgevingslucht geblazen.
INFO Bij gebruik met recirculatie wordt slechts een beperkt deel van het vocht uit de kookwasem verwijderd.
X
Zorg bij gebruik met recirculatie voor voldoende aanvoer van verse lucht,
X
bijvoorbeeld via een open raam.
Zorg voor een normaal en behaaglijk
omgevingsklimaat (met een
luchtvochtigheid van 45 tot 60 %). Doe dit door de natuurlijke verluchtingsopeningen te gebruiken of gebruik de klimaatregeling
X in het gebouw.
Zet na elk gebruik de kookveldafzuiging
gedurende ongeveer 20 minuten op een
lagere stand bij gebruik met recirculatie of activeer de automatische naloop.
INFO Inductiekookvelden wekken in de omgeving van de kookzones een hoogfrequent elektromagnetisch veld op. Bij rechtstreekse nadering tot de kookzones kunnen hierdoor
pacemakers, hoorapparaten of
metalen implantaten negatief worden beïnvloed of kan hun werking worden verstoord. Het is onwaarschijnlijk dat de werking van de pacemaker
hierdoor wordt aangetast.
X
Neem bij twijfel contact op met de
fabrikant van uw medische apparaat of met uw arts.
www.bora.com
Veiligheid NL
X
Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar, alsook door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of met een gebrek aan ervaring en/of kennis, op voorwaarde dat deze personen onder toezicht staan of onderricht werden omtrent het veilige
gebruik van het apparaat en de daaruit
X voortvloeiende gevaren begrepen hebben.
Houd toezicht op kinderen die zich in de
X
buurt van het apparaat bevinden.
Kinderen mogen niet met het apparaat
Q Q spelen.
Gebruik de kinderbeveiliging, zodat
kinderen het kookveld niet zonder toezicht kunnen inschakelen of de instellingen
X
kunnen wijzigen.
Bewaar geen voor kinderen interessante
X voorwerpen in de opbergruimte boven of achter het apparaat. Kinderen kunnen
immers in de verleiding komen om op het apparaat te klimmen.
Houd kinderen en andere personen weg van de hete kookplaten.
Onbevoegde wijzigingen
Door op eigen houtje wijzigingen aan het
apparaat aan te brengen, kunnen er bij het
gebruik ervan gevaarlijke situaties ontstaan.
X
Voer geen wijzigingen uit aan het apparaat.
Reiniging en onderhoud
Het apparaat moet regelmatig worden
gereinigd. Verontreinigingen kunnen schade of geurhinder veroorzaken. Verwijder
verontreinigingen onmiddellijk.
Q Q
Reinigings- en onderhoudswerken mogen niet door kinderen worden uitgevoerd,
tenzij deze voortdurend onder toezicht
worden gehouden.
X X
Gebruik geen stoomreiniger om te reinigen.
De stoom kan op spanningvoerende delen terechtkomen en een kortsluiting alsook materiële schade veroorzaken (zie
X
hoofdstuk Reiniging en verzorging).
Zorg ervoor dat u geen warm kookgerei neerzet in de buurt van het
bedieningspaneel om de onderliggende elektronica niet te beschadigen.
X
Zorg ervoor dat er bij het reinigen geen
water in het apparaat kan lopen. Gebruik
X enkel een licht bevochtigde doek. Spuit het apparaat nooit met water schoon.
Binnendringend water kan schade
veroorzaken!
Reinig het kookveld indien mogelijk na elk kookproces.
X X
X
Reinig het kookveld enkel wanneer het
afgekoeld is.
Gebruik bij het schoonmaken niet- schurende reinigingsmiddelen om krassen en slijtage
X aan het oppervlak te vermijden.
Zorg dat zowel de onderkant van het kookgerei
X als de kookzone schoon en droog zijn.
Til het kookgerei steeds op (niet trekken!) om krassen en slijtage aan het oppervlak te vermijden.
2.2 Veiligheidsinstructies bediening
Kookveld kookveld!
Olie of vet kan snel verhitten en ontvlammen.
X
Verhit olie of vet nooit zonder
toezicht.
X
Blus olie- of vetbranden nooit met water.
X
Verstik het vuur bijv. met een
deksel.
ontvlambare vloeistoffen!
Ontvlambare vloeistoffen in de buurt van het kookveld kunnen
exploderen en ernstige verwondingen
veroorzaken.
X
Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen in de buurt van het
kookveld.
www.bora.com
7
NL Veiligheid
8
Gevaar voor een elektrische schok!
Door barsten, scheuren of
breuken in de glaskeramiek kan de onderliggende elektronica bloot
komen te liggen of beschadigd raken.
Dit kan tot een elektrische schok
leiden.
X
Schakel het kookveld onmiddellijk uit bij breuken, barsten of
X
scheuren in de glaskeramiek.
Koppel het apparaat veilig los van het stroomnet met behulp van
installatieautomaten, zekeringen, zekeringsautomaten en
veiligheidsschakelaars.
voorwerpen!
Het kookveld en zijn aanraakbare delen zijn heet tijdens het gebruik en gedurende het afkoelen. Voorwerpen die zich op het kookveld bevinden, worden zeer snel heet en kunnen tot ernstige brandwonden leiden.
Dat geldt vooral voor metalen voorwerpen (zoals messen, vorken, lepels, deksels of de afdekking van de kookveldafzuiging).
X
Laat geen voorwerpen op het
X kookveld liggen.
Gebruik geschikte hulpmiddelen
(pannenlappen, thermische handschoenen).
kookveld!
Het kookveld en zijn aanraakbare
delen worden heet tijdens het
gebruik. Na het uitschakelen van de kookzone moet dit eerst tot minder dan 60 °C afkoelen. Het aanraken van hete oppervlakken kan ernstige brandwonden veroorzaken.
X
Raak het hete kookveld niet aan.
X X hete kookvelden, tenzij ze
voortdurend onder uw toezicht
staan.
voorwerpen op het kookoppervlak!
Het kookveld en zijn aanraakbare delen zijn heet tijdens het afkoelen en wanneer er een kookzone is ingeschakeld. Voorwerpen op het kookveld kunnen warm worden en ontbranden.
X
Laat geen voorwerpen op het
kookveld liggen.
kookgerei!
Kinderen vinden het verleidelijk om handgrepen vast te pakken die boven het werkblad uitsteken.
X
Laat geen handgrepen van
kookpotten en pannen uitsteken
X over de zijkant van het werkblad.
Voorkom dat kinderen hete potten
X en pannen omlaag kunnen trekken.
Met een speciale fornuisbeveiliging voor kinderen (verkrijgbaar in de vakhandel) vermindert u het gevaar.
Gevaar voor verbranding!
Vloeistoffen tussen de kookzone en de bodem van de kookpot kunnen bij verdamping tot brandwonden leiden.
X
Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de kookpot steeds droog zijn.
OPGELET!
scherpe voorwerpen!
Harde en scherpe voorwerpen
kunnen de glaskeramiek van het
kookveld beschadigen.
X
Gebruik het kookveldoppervlak niet als werkblad.
X
Gebruik geen harde en scherpe voorwerpen wanneer u op het
kookveld werkt.
www.bora.com
Veiligheid
OPGELET!
zouthoudende levensmiddelen!
Suiker- en zouthoudende levensmiddelen en sappen op de hete kookzone kunnen de kookzone beschadigen.
X
Let erop dat er geen suiker- en zouthoudende levensmiddelen en
X sappen op de hete kookzone
terechtkomen.
Verwijder suiker- en zouthoudende levensmiddelen en sappen
onmiddellijk van de hete kookzone.
OPGELET!
Als men tijdens het koken geen oogje in het zeil houdt, kan het gebeuren dat het eten overkookt en dat er hete vloeistoffen ontsnappen.
X
Tijdens het koken houdt men het best een oogje in het zeil.
X
Bij kortstondig koken is
voortdurend toezicht nodig.
OPGELET!
het kookveld!
Voorwerpen zoals deksels van
kookgerei die zich op het kookveld bevinden, kunnen schade aan de glaskeramiek veroorzaken.
X
Plaats geen voorwerpen op het hete kookveld.
Kookveld
Gevaar voor een elektrische schok!
Door het apparaat onjuist op het stroomnet aan te sluiten, bestaat er een gevaar voor een elektrische schok.
X
Zorg dat het toestel met een vaste verbinding op het stroomnet is
X aangesloten.
Zorg dat het toestel op een
volgens voorschrift geïnstalleerd beschermingsgeleidersysteem is
X aangesloten.
Zorg dat er een inrichting is
voorzien die een scheiding van het net met een contactafstand van ten minste 3 mm breed aan alle polen mogelijk maakt
( installatieautomaten, zekeringen, zekeringsautomaten,
veiligheidsschakelaars).
Gevaar voor een elektrische schok!
Wanneer de netaansluitkabel met hete kookplaten in contact komt, kan hij beschadigd raken. Een
beschadigde netaansluitkabel kan een (dodelijke) elektrische schok
veroorzaken.
X
Zorg dat de netaansluitkabel niet in contact komt met de hete
X
kookplaten.
Let erop dat de aansluitkabel niet ingeklemd of beschadigd raakt.
2.3 Veiligheidsinstructies montage
Het apparaat mag enkel worden geïnstalleerd en gemonteerd door opgeleid vakpersoneel dat de gebruikelijke nationale voorschriften en de aanvullende voorschriften van de
plaatselijke energieleveranciers kent en
zorgvuldig in acht neemt.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen alleen door opgeleide elektrische
installateurs worden uitgevoerd.
De elektrische veiligheid van het apparaat is enkel gewaarborgd wanneer het wordt aangesloten op een correct geïnstalleerd aardingssysteem.
Het is zeer belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsmaatregel wordt nageleefd.
www.bora.com
mogelijk!
Bij het verwijderen en installeren van het toestel kan, door ondeskundige hantering, letsel ontstaan aan de
ledematen en de romp.
X
Til het kookveld altijd met twee personen uit de verpakking.
X
Plaats het kookveld altijd met twee personen in de uitsparing in
X het werkblad.
Gebruik geschikte hulpmiddelen om schade of letsel aan ledematen en romp te voorkomen.
9
NL
NL Veiligheid
X
Controleer het apparaat vóór de montage op zichtbare schade.
X
Q Q
Monteer geen beschadigd toestel.
Een beschadigd toestel brengt uw veiligheid
Q Q in gevaar.
Alleen door de fabrikant geautoriseerd
vakpersoneel mag herstelwerkzaamheden uitvoeren.
Het apparaat mag enkel worden
gedemonteerd door opgeleid vakpersoneel dat de gebruikelijke nationale voorschriften en de aanvullende voorschriften van de plaatselijke energieleveranciers kent en zorgvuldig in acht neemt.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen alleen door opgeleide elektrische
installateurs worden uitgevoerd.
GEVAAR!
Door het apparaat onjuist los te koppelen van het stroomnet bestaat er een gevaar voor een elektrische schok.
X
Koppel het apparaat veilig los van het stroomnet met behulp van
installatieautomaten, zekeringen, zekeringsautomaten en
X
beveiligingen.
Controleer met een goedgekeurd meettoestel of het apparaat
volledig spanningsvrij is.
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal (bijv. folie, piepschuim) kan levensgevaarlijk zijn voor kinderen.
X
Bewaar het verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen.
X
Verwijder de verpakking
onmiddellijk en op vakkundige
wijze.
schade!
Niet-originele componenten kunnen leiden tot lichamelijke letsels of schade aan het apparaat. Wijzigingen aan en aanbouw of ombouw van het apparaat kunnen de veiligheid
beïnvloeden.
X
Gebruik bij reparaties alleen
originele onderdelen.
2.6 Correct gebruik
Het apparaat mag niet boven de 2000 m
(meter boven de zeespiegel) worden gebruikt.
Het apparaat is alleen bedoeld voor de
bereiding van gerechten in particuliere
huishoudens. Dit apparaat is niet bedoeld voor:
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q gebruik buitenshuis inbouw in voertuigen verwarmen van ruimtes gebruik op niet-stationaire
opstellingsplaatsen (bijv. schepen) gebruik met een externe tijdschakelaar of een apart systeem op afstand (bediening op afstand)
Een ander gebruik dan beschreven in deze bedienings- en montagehandleiding of een gebruik dat niet in overeenstemming is met de voorziene beperkingen wordt
beschouwd als onreglementair gebruik.
BORA is niet aansprakelijk voor schade door onreglementair gebruik of verkeerde
bediening.
Elk onrechtmatig gebruik is verboden!
INFO BORA Holding GmbH, BORA Vertriebs
GmbH & Co KG, BORA APAC Pty Ltd en BORA Lüftungstechnik GmbH zijn niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet naleven van de veiligheidsinstructies en waarschuwingen.
www.bora.com
10
3 Technische gegevens
Parameter
Aansluitspanning
Frequentie
Vermogensopname
Zekering minimaal
Afmetingen (breedte x diepte x hoogte)
Gewicht (incl. toebehoren/ verpakking)
Kookveld
Vermogensniveaus
Kookzone vooraan powerniveau
Kookzone achteraan powerniveau
Energieverbruik kookveld
Kookzone vooraan
Kookzone achteraan
Totaal (gemiddeld)
Waarde
220 - 240 V
50 Hz
3,7 kW
1 x 16 A
340 x 515 x 52 mm
7,2 kg
1 - 9, P
Ø 155 mm 1400 W 3700 W
Ø 220 mm 2300 W 3700 W
Ø 155 mm 194,4 (Wh/kg)
Ø 220 mm 176,4 (Wh/kg)
185,4 (Wh/kg)
Tab. 3.1 Technische gegevens
Toestelafmetingen
515
215
340
56
Afb. 3.1 Toestelafmetingen
Technische gegevens NL www.bora.com
11
NL Beschrijving van het apparaat
4 Beschrijving van het apparaat
Leef bij elk gebruik alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
Het kookveld heeft de volgende kenmerken:
Q Q
Automatische aankookfunctie
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Veiligheidsuitschakeling
Elektronische vermogensregeling (9 niveaus)
Kinderbeveiliging
Pauzefunctie
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Powerniveau
Restwarmte-indicator
Timerfuncties
Panherkenning
Warmhoudstand
4.1 Opbouw
1 2
1
.
2
.
12 11 10 9 8 7 6
Afb. 4.2 Bedieningspaneel
Sensortoetsen:
[3] Kookveld in-/uitschakelen
[4] Pauzetoets
Kookzone achteraan:
[5] Vermogensniveau verhogen
[6] Vermogensniveau verlagen
[2] Controlelamp voor geactiveerde timer
[7] Kookzonedisplay
[8] Timertoets
Kookzone vooraan:
[9] Vermogensniveau verhogen
[10] Vermogensniveau verlagen
[1] Controlelamp voor geactiveerde timer
[11] Kookzonedisplay
[12] Timertoets
5 4 3
88
.
88
.
4 3
Afb. 4.1 Kookveld
[1] Inductie voorste kookzone
[2] Inductie achterste kookzone
[3] Bedieningspaneel achterste kookzone
[4] Bedieningspaneel voorste kookzone
12 www.bora.com
Beschrijving van het apparaat NL
Weergaveveld
Kookzonedisplay
1
Displays Betekenis
...
9
Vermogensniveau
P
Powerniveau
A
L
I I v v
/
H
Automatische aankookfunctie
Kinderbeveiliging geactiveerd
Pauze
Warmhoudstand
Geen of te klein kookgerei
Langdurig indrukken van toetsen
Restwarmte-indicator:
Kookzone is uitgeschakeld, maar nog warm
(temperatuur > 60 °C)
Controlelamp kookzone aan Automatische uitschakeling
(timer) geactiveerd knippert Timer aan (00); geen tijd ingesteld uit Timer uit
Timerweergave
01 ... 99 ingestelde minuten voor korte tijdsspanne
(wekker) of automatische uitschakeling (eierwekker)
00
Timer aan; geen tijd ingesteld
Tab. 4.1 Betekenis van de indicatoren
Touchbediening
Het bedieningspaneel is uitgerust met elektronische sensortoetsen en weergavevelden. De sensortoetsen reageren op vingercontact.
U bedient het toestel door met uw vinger op de overeenkomstige sensortoets te drukken. U moet de sensortoets net zo lang indrukken totdat een akoestisch signaal weerklinkt of de weergave overeenkomstig verandert.
4.3 Werkingsprincipe
Onder een inductiekookplaat bevindt zich een inductiespoel.
Wanneer de kookzone ingeschakeld wordt, wekt deze spoel een magneetveld op, dat rechtstreeks op de bodem van de kookpot inwerkt en deze verwarmt. De kookzone warmt slechts indirect op door de door de kookpot vrijgegeven warmte. Kookzones met inductie werken slechts wanneer er kookgerei met een magnetiseerbare bodem op is gezet.
De inductie houdt automatisch rekening met de grootte van het erop geplaatste kookgerei, d.w.z., ze werkt alleen in de kookzone van het door de kookpotbodem bedekte oppervlak.
X X kookpotbodem (zie hoofdstuk Technische gegevens).
4.3.1 Vermogensniveaus
Het hoge vermogen van de inductiekookvelden zorgt ervoor dat het kookgerei bijzonder snel warm wordt. Om te voorkomen dat de gerechten aanbranden moet bij de keuze van het vermogensniveau enigszins andere gewoontes worden aangenomen dan bij een conventioneel kooksysteem.
Functie
Warm houden van bereidingen op ca. 75 °C
Smelten van boter en chocolade, oplossen van gelatine
Warm houden van sauzen en soepen, wellen van rijst
Koken van aardappelen, deegwaren, soepen, ragouts, stomen van fruit, groenten en vis, ontdooien van bereidingen
Braden in gecoate pannen, voorzichtig braden
(zonder oververhitting van het vet) van schnitzels, vis
Verwarmen van vet, aanbraden van vlees, opwarmen van stroperige sauzen en soepen, bakken van omeletten
Koken van grotere hoeveelheden vloeistof, aanbraden van steaks
Verwarmen van water
Vermogensniveau
9
P
1 v
1-3
2-6
6-7
7-8
Tab. 4.2 Aanbevelingen voor de vermogensniveaus
De opgaven in de volgende tabel zijn richtwaarden.
Naargelang het kookgerei en de hoeveelheid is het raadzaam om het vermogensniveau te verlagen of te verhogen.
4.3.2 Powerniveau
Beide kookzones zijn met een prestatieverhogend powerniveau uitgerust.
Met het powerniveau kunnen grote hoeveelheden water snel opgewarmd worden. Wanneer het powerniveau actief is, werken de kookzones met een extra hoog vermogen.
Na 10 minuten schakelt de kookzone automatisch naar vermogensniveau
9
.
INFO Verhit nooit olie, vet en dergelijke wanneer het powerniveau is geactiveerd. Door het hoge vermogen kan de bodem van de kookpan oververhit raken.
www.bora.com
13
NL Beschrijving van het apparaat
4.3.3 Automatische aankookfunctie
Beide kookzones zijn uitgerust met een uitschakelbare automatische aankookfunctie.
Q Q
Op het display verschijnt
A
.
Met deze functie werkt de kookzone waarvoor deze functie is ingeschakeld, voor een bepaalde duur op volle kracht. Daarna wordt automatisch weer naar het vooraf ingestelde vermogensniveau overgeschakeld.
Vermogens- niveau
1 2 3 4 5 6 7 8
Opwarmduur in min.:sec.
00:4001:1202:0002:5604:1607:1202:00 03:12
Tab. 4.3 Overzicht van de automatische aankookfunctie
4.3.4 Warmhoudstand
Dankzij de warmhoudstand kunnen bereide spijzen warm worden gehouden op een temperatuur van ca. 75 °C.
Q Q
Q Q
Op het kookzonedisplay verschijnt blijven.
v
.
De warmhoudfunctie kan maximaal 2 uur geactiveerd
4.3.5 Panherkenning
De kookzone werkt niet in de volgende gevallen:
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Op het kookzonedisplay verschijnt v
.
wanneer ze zonder kookgerei of met ongeschikt kookgerei wordt ingeschakeld; indien de bodemdiameter van het kookgerei te klein is; wanneer het kookgerei van een ingeschakelde kookzone wordt verwijderd.
4.3.6 Pauzefunctie
Het kookproces kan kortstondig worden onderbroken door op de multifunctionele toets te drukken.
Q Q
Q Q
Q Q
Op het kookzonedisplay verschijnt dan
II
.
Kookprocessen en ingestelde timers worden tijdens de pauzefunctie onderbroken.
De pauzefunctie kan maximaal 10 minuten geactiveerd blijven.
4.3.7 Timerfuncties
U kunt 2 timerfuncties gebruiken:
Q Q
Q Q
Korte tijdsspanne (eierwekker), geen automatische uitschakeling van een kookzone.
Automatische uitschakeling: voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
4.3.8 Geschikt kookgerei
INFO Opwarmtijden en doorverhittingstijden van de bodem van het kookgerei, alsook de kookresultaten, worden in doorslaggevende mate beïnvloed door de opbouw en de toestand van het kookgerei.
Kookgerei met deze aanduiding is geschikt voor inductiekookvelden.
De voor het inductiekookoppervlak gebruikte kookrecipiënt moet van metaal zijn, magnetische eigenschappen hebben en een toereikend bodemoppervlak bezitten.
Geschikt kookgerei bestaat uit:
Q Q roestvrij staal met magnetiseerbare bodem
Q Q
Q Q geëmailleerd staal gietijzer
Kookzone vooraan achteraan
Minimale diameter
90 mm
120 mm
Tab. 4.4 Minimale diameter van het kookgerei
X X magneet aan de bodem van het kookgerei kleeft, is het gerei in de regel geschikt voor inductie.
X X van het kookgerei mag geen kromming vertonen.
Door de kromming kan op grond van een verkeerde temperatuurbewaking van de kookpit het kookgerei oververhit raken. De bodem van het kookgerei mag geen scherpe richels en geen scherpe rand vertonen, anders bestaat risico op krassen op de oppervlakken
X van het kookveld.
X dergelijke) op de glaskeramiek.
Geluiden
Bij het gebruik van inductiekookzones kunnen in het kookgerei, naargelang het materiaal en de verwerking van de bodem de volgende geluiden optreden:
Q Q
Bij een hoog vermogensniveau kan gebrom optreden.
Q Q
Q Q
Dit wordt zwakker of verdwijnt wanneer het vermogensniveau verlaagd wordt.
Knetteren en fluiten kan eveneens optreden wanneer de bodem van de kookpot uit verschillende materialen bestaat (bijv. sandwichbodems).
Klikken kan optreden bij elektronische schakelprocessen, in het bijzonder bij lage vermogensniveaus.
14 www.bora.com
Beschrijving van het apparaat NL
Q Q
Zoemen kan optreden wawnneer de koelventilator is ingeschakeld. Ter verlenging van de levensduur van de elektronica is het kookveld uitgerust met een koelventilator. Als het kookveld intensief wordt gebruikt, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld. U hoort dan een zoemgeluid. De koelventilator kan na het uitschakelen van het toestel verder draaien.
4.4 Veiligheidsvoorzieningen
4.4.1 Restwarmte-indicator
INFO Zolang
H
op het kookzonedisplay wordt weergegeven (restwarmte-indicator), mag u de kookzone niet aanraken en mag u er geen hittegevoelige voorwerpen op leggen. Risico op brandwonden en brand!
Na het uitschakelen is de kookzone nog warm. Op het kookzonedisplay wordt
H
weergegeven (restwarmteindicator). Na voldoende afkoelen (temperatuur < 60 °C) dooft ook dit kookzonedisplay uit.
4.4.2 Veiligheidsuitschakeling van de kookzone
Elke kookzone wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de kookzone in een bepaalde vermogensfase langer wordt gebruikt dan de maximale gebruiksduur. Op het kookzonedisplay verschijnt
H
(restwarmte-indicator).
Vermogens- niveau
Uitschakeling na uur:minuten v 1 2 3 4 5 6
02:00 08:40 06:45 05:15 04:20 03:30 02:45
4.4.3 Oververhittingsbeveiliging
Het apparaat is uitgerust met een oververhittingsbeveiliging. De oververhittingsbeveiliging treedt in werking als:
Q Q
Kookgerei zonder inhoud wordt verwarmd.
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Q Q
Olie of vet op een hoog vermogensniveau wordt verwarmd.
Een hete kookzone na een stroompanne opnieuw wordt ingeschakeld.
Er onder het kookveld onvoldoende ventilatie is (zie
Luchttoevoer kookveld).
Vooraleer de elektronica beschadigt raakt door oververhitting, treedt één van de volgende maatregelen in werking:
Het powerniveau kan niet meer worden bijgeschakeld.
Het ingestelde vermogensniveau wordt verminderd.
Q Q
Het kookveld wordt compleet uitgeschakeld.
Wanneer het kookveld voldoende is afgekoeld, kan het opnieuw volledig worden gebruikt.
4.4.4 Automatisch uitschakelen bij langdurige bediening van de toets
Het kookveld wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u één of meerdere sensortoetsen langer dan 10 seconden bedient (vingercontract, voorwerpen, verontreiniging).
Q Q
Q Q
Op het display verschijnt
/
.
Na enkele seconden wordt de kookveld uitgeschakeld.
X X
X X
X X
4.4.5 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging verhindert het onbedoeld inschakelen van het kookveld. De kinderbeveiliging kan alleen worden geactiveerd wanneer het kookveld ingeschakeld is en wanneer alle kookzones uitgeschakeld zijn (zie hoofdstuk
Bediening).
Vermogens- niveau
Uitschakeling na uur:minuten
7 8 9
02:20 01:45 01:30
Tab. 4.5 Overzicht van de veiligheidsuitschakeling
X X wanneer u de kookzone opnieuw wilt gebruiken.
www.bora.com
15
NL Montage
5 Montage
5.2 Gereedschap en hulpmiddelen
Voor de vakkundige montage van het kookveld hebt u de volgende gereedschappen nodig:
Q Q
Q Q
Kruisschroevendraaier Z2
Siliconen om de snijvlakken af te dichten
5.3 Montage-instructies
5.3.1 Veiligheidsafstanden
X X X X
X
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant na.
INFO Het apparaat mag niet boven koelapparaten, vaatwassers, fornuizen, ovens, was- of droogmachines gemonteerd worden.
INFO De legoppervlakken van de werkbladen en de wandafsluitlijsten moeten van hittebestendig materiaal (tot ca. 100 °C) zijn.
INFO Werkbladuitsparingen moeten met geschikte middelen tegen vocht worden afgedicht of eventueel van een warmteontkoppeling worden voorzien.
INFO Bij gebruik van de glaskeramische inductiewok moet de voegmaat bij vlakinbouw tot 7 mm worden verhoogd!
3
2
Afb. 5.1 aanbevolen minimumafstanden
5.1 Leveringsomvang controleren
Benaming
Bedienings- en montagehandleiding
Set met bevestigingsschroeven kookveld
Tape
Kookveld
Glaskeramische schraper
Vulplaatjesset
Set met montagelippen kookveld
Reinigingsinstructie glaskeramiek
Tab. 5.1 Leveringsomvang
Aantal
1
1
1
1
1
1
1
1
X X
X of ze niet beschadigd zijn.
X er delen van de levering ontbreken of beschadigd zijn.
X X
X X
(zie hoofdstuk Buitenbedrijfstelling en verwijdering).
16
1
[1] Minimaal 50 mm afstand achteraan van de werkbladuitsparing tot de achterkant van het werkblad.
[2] Minimaal 300 mm afstand links en rechts van de werkbladuitsparing tot een belendende kast of een kamerwand.
[3] Minimaal 650 mm afstand tussen werkblad en bovenkast.
Om ergonomische redenen wordt een minimale afstand van
1000 mm aanbevolen.
5.3.2 Werkblad en keukenmeubel
X X
X maten van de uitsparingen.
X afgedicht zijn.
X X
Q Q
Q Q
Q Q naleven.
In de zone van de werkbladuitsparing moet u eventueel aan het meubel aanwezige dwarsbalken verwijderen.
Onder het apparaat moet een inlegbodem voor kabelbescherming (tussenbodem) worden voorzien.
Deze moet uitneembaar zijn ten behoeve van onderhoudswerken.
De schuifladen of vakbodems in de onderkast moeten
Q Q uitneembaar zijn.
Bij recirculatiesystemen moet er in de keukenmeubels een terugstroomopening van > 500 cm een geschikte profielplint te gebruiken).
2 voorzien worden (bijv. door de sokkelplint in te korten of door
5.3.3 Luchttoevoer kookveld
De warmteproducerende kookveldcomponenten worden automatisch gekoeld. De warme lucht wordt door de motor afgevoerd (koelluchtstroom).
INFO Om uitmuntende kookveldprestaties op lange termijn te garanderen, moet onder het kookveld voor voldoende ventilatie worden gezorgd.
www.bora.com
Montage NL
INFO Als de warme lucht onder het kookveld niet weg kan, kunnen de kookveldprestaties eronder lijden of kan het kookveld oververhit raken.
INFO Bij oververhitting van het kookveld zullen de prestaties verminderen of zal het kookveld volledig worden uitgeschakeld (zie
Oververhittingsbeveiliging).
INFO Een openingsdiameter van minstens 50 cm 2 in het keukenmeubel wordt aanbevolen om voldoende luchttoevoer te garanderen.
X X
INFO De inlegbodem voor kabelbescherming
(tussenbodem) mag een voldoende luchttoevoer niet verhinderen.
12
Afb. 5.4 Snede voegmaat
Maten van de uitsparingen voor de inbouw van kookvelden of kookvelden en BORA kookveldafzuiging naast elkaar:
Kookveld / Kookveldafzuiging
1/0
A in mm B in mm
344 320
2/0 685 661
50
3/0
2/1
3/2
4/2
1026
776
1208
1549
1002
752
1184
1525
Afb. 5.2 Zijaanzicht inlegbodem voor kabelbescherming en verluchting
5.4 Maten van de uitsparingen
INFO Alle afmetingen vanaf voorkant frontpaneel.
X X werkblad x bij het maken van de werkbladuitsparing.
Geldt voor vlakinbouw en opbouwmontage.
Vlakinbouw
A ±2
B ±2
≤
R5
≤ R5
Tab. 5.2 Maten van de uitsparingen
Opbouwmontage
B ±2
≤ R5
Afb. 5.5 Opbouwmontage
Afb. 5.3 Vlakinbouw www.bora.com
17
NL Montage
10
Afb. 5.6 Snede opbouwmontage
Maten van de uitsparingen voor de inbouw van kookvelden of kookvelden en BORA kookveldafzuiging naast elkaar:
Kookveld / Kookveldafzuiging
1/0
B in mm
320
Q Q
Voor de aangrenzende zijde van het apparaat met het afzuigsysteem is er geen afdichtingsband nodig, het afzuigingsframe zou immers beschadigd kunnen raken.
X X Kleef bij opbouwmontage de meegeleverde afdichtingsband [2], uitgezonderd de aangrenzende zijde met het afzuigsysteem, voor montage volledig op de onderzijde van het apparaat.
X X afdichtingsband op de horizontale snijkant in de werkbladuitsparing, ook als het toestel met een
X siliconenkit [1] of een soortgelijk middel is afgedicht.
X het apparaat (FD-nummer) op de achterzijde van deze handleiding. U vindt beide gegevens op het typeplaatje op de onderkant van het apparaat.
2/0 661
3/0
2/1
3/2
1002
752
1184
5.5 Montage kookveld
INFO Tussen de inbouwtoestellen moet telkens één millimeter afstand worden aangehouden.
INFO Rondom de inbouwtoestellen moet een rand van twee millimeter worden voorzien.
Inbouw van het kookveld
4/2 1525
Tab. 5.3 Maten van de uitsparingen
Afdichtingsband aanbrengen
1
2
Afb. 5.7 Afdichtingsband bij vlakinbouw
[1] Zwarte hittebestendige siliconenkit
[2] Afdichtingsband
1
2
Afb. 5.8 Afdichtingsband opbouwmontage
[1] Zwarte hittebestendige siliconenkit
[2] Afdichtingsband
18
2 1
Afb. 5.9 Ingebouwd kookveld met kookveldafzuiging
[1] Kookveld
[2] Kookveldafzuiging
X X ingebouwde kookveldafzuiging [2].
INFO Het kookveld [1] rust hierbij op de zijrail van de kookveldafzuiging [2] en wordt erdoor gestabiliseerd.
X X
X X aan met de vulplaatjes.
www.bora.com
Montage NL
1
3
2
1
2
Afb. 5.10 Kookveld en vulplaatjes
[1] Kookveld
[2] Vulplaatjes bij opbouwmontage
X X het werkblad ligt.
bij vlakinbouw
X X omsluit.
5.6 Stroomaansluiting
X X
X het hoofdstuk Veiligheid na.
X en aanvullende voorschriften van lokale elektriciteitsmaatschappijen na.
INFO De stroomaansluiting mag alleen door een erkend vakman worden uitgevoerd. Deze is ook verantwoordelijk voor de deskundige uitvoering en inbedrijfstelling.
De te gebruiken netaansluitkabel (reeds voorgemonteerd) moet minstens van het type H05VV-F of H05VVH2-
Q Q
Q Q
Dwarsdoorsnede: 3G1,5 mm²
Als de aansluitkabel beschadigd raakt, moet deze door een speciaal type worden vervangen. Dat mag alleen door een daartoe gemachtigde klantendienst gebeuren.
Stroom aansluiten
X X
X de aansluiting van het kookveld uit.
X tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
X X
X X
X X op een netaansluitkabel.
2
N PE
1
L1
220 - 240 V~
Afb. 5.12 Aansluitschema eenfasig
X X
X X
X X
X X
Afb. 5.11 Bevestigingklemmen
[1] Bevestigingsklem
[2] Sluitring
[3] Schroef
X X
X
[1].
X bevestigingsklemmen vast met max. 10 Nm.
X X
X X zwarte, hittebestendige siliconenkit.
5.7 Overdracht aan de gebruiker
Als de montage voltooid is:
X
X
X
X
X veiligheidsrelevante aspecten rond bediening en onderhoud.
Bezorg de toebehoren en de bedienings- en montagehandleiding aan de gebruiker en vraag hem deze goed te bewaren.
www.bora.com
19
NL Bediening
6 Bediening
X X waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
INFO Het kookveld mag alleen bediend worden wanneer de roestvrijstalen vetfilter in de kookveldafzuiging is ingebouwd (zie bedieningshandleiding Kookveldafzuiging).
INFO Voor u het kookveld voor het eerst gebruikt, moeten de kookzones worden gereinigd
(zie hoofdstuk Reiniging).
6.1 Kookveld in-/uitschakelen
Inschakelen
X X kookzoneweergave wordt het vermogensniveau weergegeven.
Q Q
0
Wordt na het inschakelen van het toestel geen vermogensniveau ingesteld, schakelt het kookveld zichzelf na enkele seconden uit.
Uitschakelen
INFO Schakel de kookzone na gebruik uit met behulp van het bedieningspaneel.
Vertrouw niet op de panherkenning.
X X
X X
Beschrijving van het apparaat).
6.1.1 Kookzone inschakelen
X X
De
0
in het kookzonedisplay brandt helderder.
De controlelamp van de kookzones brandt.
6.1.2 Vermogensniveau instellen
X X druk op om het vermogensniveau
5
in te stellen of
9
in te stellen.
6.1.3 Vermogensniveau wijzigen
X X niveau op het kookzonedisplay wordt weergegeven.
6.1.4 Powerniveau inschakelen
INFO Beide kookzones zijn met een prestatieverhogend powerniveau uitgerust.
Wordt een kookzone op powerniveau
P
geschakeld, dan kan de andere kookzone maximaal op vermogensniveau
5 worden ingesteld.
Wordt toch een hoger vermogensniveau dan dan wordt het powerniveau
X X
P
uitgeschakeld.
kookzonedisplay wordt weergegeven.
P
5
gekozen,
op het
Q Q
Na 10 minuten wordt de kookzone automatisch geschakeld naar vermogensniveau
9
.
6.1.5 Powerniveau vroegtijdig uitschakelen
X X vermogensniveau wordt weergegeven.
6.1.6 Kookzone uitschakelen
INFO Wanneer een kookzonedisplay is de kookzone nog warm.
H
weergeeft,
X X vermogensniveau gedurende enkele seconden een
X X
0
aangeeft. Op het display verschijnt
0
.
6.1.7 Pauzefunctie
INFO Na 10 minuten schakelt de pauzefunctie zichzelf uit.
X X
Q Q kookproces vroegtijdig te onderbreken.
Op het kookzonedisplay verschijnt
X X
II
.
of om de pauzefunctie te beëindigen.
Drukt u op terwijl de pauzefunctie is geactiveerd, dan kan binnen de 6 seconden de voorgaande instelling opnieuw geactiveerd worden.
Druk hiervoor na elkaar op de toetsen en .
20 www.bora.com
Bediening NL
6.1.8 Automatische aankookfunctie
Automatische aankookfunctie inschakelen
Voorwaarde
Q Q
Q Q
Het kookveld is ingeschakeld.
Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
X X
X X vermogensniveau (kookniveau) in dat moet worden gehanteerd nadat de automatische
Q Q aankookfunctie is gedeactiveerd.
Op het kookzonedisplay verschijnt het symbool
5
.
A
bij geactiveerde automatische aankookfunctie alsook het ingestelde kookniveau, bijv.
Automatische aankookfunctie uitschakelen
De geactiveerde automatische aankookfunctie wordt vroegtijdig beëindigd wanneer u:
X X
X X
X X
X X
9
kiest;
P
activeert; v
activeert;
X X
6.1.9 Warmhoudstand
Q Q
Q Q
Q Q
Een kookzone is actief.
Vermogensniveau
X X
1
is geactiveerd.
v
in te stellen.
Na 2 uur schakelt de kookzone zichzelf automatisch uit.
6.1.10 Timerfuncties gebruiken
U kunt 2 timerfuncties gebruiken:
Q Q
Korte tijdsspanne (eierwekker), geen automatische
Q Q uitschakeling van een kookzone.
Automatische uitschakeling: voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
Voor beide timerfuncties kunt u een tijdsspanne van
1 minuut tot 99 minuten instellen.
X X voorgesteld.
X X voorgesteld.
Timersignaaltoon uitschakelen
X X bedieningspaneel om de signaaltoon vroegtijdig te beëindigen.
Korte tijdsspanne (eierwekker) instellen
U kunt voor elke kookzone met de timerfunctie‚ korte tijdspanne‘ instellen.
INFO Aan de hand van de controlelamp van de actieve kookzones kunt u zien of de eierwekker is geactiveerd. De resterende tijd verschijnt op het display.
Na afloop van de ingestelde tijd op het timerdisplay wordt gedurende enkele seconden 00 weergegeven. Gelijktijdig weerklinkt enkele seconden een signaaltoon.
Voorwaarde
Q Q
Het kookveld moet ingeschakeld zijn.
X X
Q Q
De betreffende controlelamp knippert en op het kookzonedisplay verschijnt
00
.
X X
Q Q stellen.
De activering vindt plaats binnen de 10 seconden na
Q Q het indrukken van de laatste toets.
Schakelt u het kookveld uit met de aan-/uitschakelaar
, dan wordt de controlelamp van de kookzones geactiveerd en wordt de resterende tijd weergegeven.
Timerinstellingen wijzigen
X X
Q Q
X
De controlelamp van de timer knippert.
Druk op of om de gewenste tijd in te stellen.
Automatische uitschakeling instellen
U kunt voor elke kookzone een automatische uitschakeling instellen.
INFO Aan de hand van de controlelamp van de actieve kookzones kunt u zien of de functie automatische uitschakeling is geactiveerd.
De resterende tijd verschijnt op het display.
Na het verstrijken van de ingestelde tijd wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
Voorwaarde
Q Q
Q Q
Er is een kookzone geselecteerd.
Er is een vermogensniveau ingesteld.
X X
Q Q
De controlelamp van de betreffende kookzone knippert en op het kookzonedisplay verschijnt nu
X X stellen.
X
00
.
X Druk opnieuw op de timertoets om deze functie te activeren.
Q Q
De activering vindt plaats binnen de 10 seconden na het indrukken van de laatste toets.
www.bora.com
21
NL Bediening
Timerinstellingen wijzigen
X X
Q Q de tijd wilt wijzigen.
De betreffende controlelamp knippert nu.
X X
Timer vroegtijdig uitschakelen
X X
Q Q de timer wilt uitschakelen.
De betreffende controlelamp knippert nu.
X X 00
op het timerdisplay verschijnt of
X X verschijnt nu onmiddellijk
00
.
6.1.11 Kinderbeveiliging in-/uitschakelen
INFO Wanneer een kookzonedisplay afwisselend
L
en
H
weergeeft, is de kookzone nog warm.
Kinderbeveiliging inschakelen
Voorwaarden:
Q Q
Q Q
Het kookveld is ingeschakeld.
Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
X X
( ) en de achterste kookzone ( ). Vervolgens drukt u nog een keer op de sensortoets van de voorste
Q Q kookzone.
Op beide kookzonedisplays verschijnt nu
De kinderbeveiliging is geactiveerd.
L
.
Kinderbeveiliging voor een kookproces opheffen
Voorwaarden:
Q Q
Het kookveld is ingeschakeld.
INFO Wanneer een kookzonedisplay afwisselend en
H
weergeeft, is de kookzone nog warm.
0
X X
Q Q
( ) en de achterste kookzone ( ).
Alle kookzonedisplays geven vermogensniveau
De kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
0
aan.
Nu kunt u het gewenste vermogensniveau van alle kookzones instellen.
Na het uitschakelen van de kookplaat is de kinderbeveiliging weer actief.
Kinderbeveiliging uitschakelen
INFO Wanneer een kookzonedisplay afwisselend en
H
weergeeft, is de kookzone nog warm.
0
Voorwaarden:
Q Q
Het kookveld is ingeschakeld.
X X
( ) en de achterste kookzone ( ). Vervolgens drukt u nog een keer op de sensortoets van de achterste
Q Q kookzone.
De kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
22 www.bora.com
Reiniging en verzorging NL
7 Reiniging en verzorging
X X
X
X
(zie hoofdstuk Veiligheid).
X
X het kookveld en de kookveldafzuiging volledig zijn
Q Q uitgeschakeld en afgekoeld, om letsel te vermijden
(zie hoofdstuk Bediening).
Een regelmatige reiniging en een regelmatig onderhoud staan garant voor een lange levensduur en een optimale
X werking.
Leef de volgende reinigings- en verzorgingscycli na:
Componenten
Bediening
Reinigingscyclus onmiddellijk na elke verontreiniging
Kookveld onmiddellijk na elke verontreinigingwekelijks grondig met in de handel verkrijgbare glaskeramiekreiniger
Tab. 7.1 Reinigingscycli
7.1 Reinigingsmiddel
INFO Door het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en door schurende kookpotbodems wordt het decor mettertijd afgesleten en ontstaan donkere vlekken.
U hebt voor de reiniging van het kookveld een speciale glaskeramische schraper en een geschikt reinigingsmiddel nodig.
X X Gebruik nooit stoomreiniger, krassende schuursponsjes, schuurmiddel of agressieve reinigingsmiddelen (bijv.
X ovenspray).
Let erop dat het reinigingsmiddel in geen geval zand, soda, zuren, logen of chloor bevat.
7.2 Kookveld verzorgen
X X
X X
X X
X X
X X
X X voor kookvelden in glaskeramiek
(bijv. hoofdstuk Toestelbeschrijving).
7.3 Kookveld reinigen
INFO Terwijl u de kookveldafzuiging gebruikt, moet de roestvrijstalen vetfilter geplaatst zijn om te vermijden dat kleine en lichte voorwerpen zoals bijv. reinigingsdoeken uit stof of papier worden aangezogen (zie bedieningshandleiding kookveldafzuiging).
X X
X
X
(zie hoofdstuk Bediening).
X
X spijzen met een glaskeramische schraper van het
X kookveld.
X kookveld.
X X
X
X zuivere doek.
Veeg het kookveld met water af.
X
Wanneer het kookveld warm is:
X X van kunststof, aluminiumfolie, suiker enz. en suikerhoudende voedingsmiddelen onmiddellijk met een glaskeramische schraper van de warme kookzone om inbranden te vermijden.
Sterke verontreiniging
X X paarlemoerachtig glanzende vlekken)kunnen het best met reinigingsmiddelen verwijderd worden wanneer het kookveld nog warm aanvoelt.
X X
X X
X schraper.
X die tijdens het koken op het kookveld vallen onmiddellijk om krassen op het oppervlak te vermijden.
Kleurveranderingen en glanzende plekken zijn geen beschadigingen van het kookveld. De werking van het kookveld en de stabiliteit van de glaskeramiek worden daardoor beïnvloed.
Kleurveranderingen van het kookveld ontstaan door niet-verwijderde en ingebrande resten.
Glanzende plekken ontstaan door afschuring van de onderkant van de kookpot, in het bijzonder bij gebruik van kookgerei met aluminiumbodems of door ongeschikte reinigingsmiddelen. Deze kunnen maar moeilijk worden verholpen.
www.bora.com
23
NL Storingen verhelpen
8 Storingen verhelpen
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
Probleem Oorzaak Oplossing
Het kookveld laat zich niet inschakelen.
Bij gebruik van de nieuwe kookplaat ontstaat vorming van geuren en dampen.
De zekering of de zekeringsautomaat van de wonings- of huisinstallatie is defect.
Zekering vervangen.
De zekering of de zekeringsautomaat wordt meermaals geactiveerd.
Zekeringsautomaat weer inschakelen.
De klantendienst van BORA bellen.
De stroomvoeding is onderbroken.
Dit is een normaal verschijnsel bij nieuwe toestellen.
De stroomvoeding door een vakman laten controleren.
Enkele uren wachten. De klantendienst op de hoogte brengen bij aanhoudende geurvorming.
Op het kookzonedisplay verschijnt
Op het kookzonedisplay wordt weergegeven.
L v .
Er bevindt zich géén of ongeschikt kookgerei op de kookzone.
Gebruik alleen het geschikte kookgerei.
Kies de grootte van uw kookpot in functie van de kookzone (zie hoofdstuk Beschrijving van het apparaat).
De kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Kinderbeveiliging uitschakelen
(zie hoofdstuk Bediening).
Op het kookzonedisplay verschijnt
Op het kookzonedisplay wordt weergegeven.
E
/ .
Een kookzone of de algehele kookveld schakelt zichzelf automatisch uit.
Langdurige bediening van één of meer toetsen.
De bijbehorende kookzone of een component is defect.
Bedieningspaneel reinigen of voorwerpen verwijderen (zie hoofdstuk
Beschrijving van het apparaat).
Noteer het foutnummer en neem contact op met de klantendienst van BORA.
Het powerniveau wordt automatisch vroegtijdig afgebroken.
De koelventilator blijft draaien na uitschakelen van de kookplaat.
De bedrijfsduur van een kookzone is te lang. Kookzone weer in gebruik nemen
(zie hoofdstuk Bediening).
De oververhittingsbeveiliging is in werking getreden.
(zie hoofdstuk Beschrijving van het apparaat)
(zie hoofdstuk Beschrijving van het apparaat) De oververhittingsbeveiliging is in werking getreden.
De koelventilator draait zo lang totdat het kookveld afgekoeld is, en schakelt dan automatisch uit.
Wacht tot de koelventilator automatisch wordt uitgeschakeld.
Tab. 8.1 Storingen verhelpen
X X reserveonderdelen).
24 www.bora.com
Buitenbedrijfstelling, demontage en verwijdering NL
9 Buitenbedrijfstelling, demontage en
verwijdering
X X
X
(zie hoofdstuk Veiligheid).
Leef de meegeleverde handleidingen van de fabrikant na.
9.1 Buitenbedrijfstelling
Als buitenbedrijfstelling wordt de definitieve
buitenbedrijfstelling en demontage bedoeld. Na een buitenbedrijfstelling kan het toestel in een ander
meubel worden ingebouwd, aan een particulier worden
doorverkocht of worden verwijderd.
INFO Het loskoppelen en afsluiten van de stroom- en gasaansluiting mag alleen door een erkend
vakman worden uitgevoerd.
X X
X
(zie hoofdstuk Bediening).
Koppel het toestel los van het stroomnet.
9.2 Demontage
Voor het demonteren is het noodzakelijk dat het toestel toegankelijk is voor demontage en losgekoppeld is van het stroomnet. Bij gastoestellen dient men ervoor te zorgen dat de gasaansluiting afgesloten is.
X X
X X
X X
X X
X X toebehoren zoals beschreven onder „Milieuvriendelijke verwijdering“.
9.3 Milieuvriendelijke verwijdering
Verwijderen van de transportverpakking
INFO De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. De verpakkingsmaterialen werden geselecteerd op basis van hun
milieuvriendelijkheid en vanuit een
verwijderingtechnisch standpunt en zijn dus recyclebaar.
Het terugbrengen van de verpakking in de
materiaalkringloop bespaart grondstoffen en verkleint de afvalhoop. Uw vakhandelaar neemt de verpakking terug.
X X Bezorg de verpakking aan uw vakhandelaar of
X X de regionale voorschriften.
Verwijderen van het oude apparaat
Elektrische apparaten die met dit teken aangeduid zijn, mogen na het einde van hun levensduur niet bij het huisvuil.
Ze moeten naar een inzamelpunt voor het recyclen van elektrische en elektronische apparaten worden gebracht. De gemeentelijke of lokale besturen kunnen u hierover meer
informatie verstrekken.
Elektrische en elektronische oude apparaten bevatten vaak nog steeds waardevolle materialen. Ze bevatten
echter ook schadelijke stoffen die noodzakelijk waren voor hun werking en veiligheid. Wanneer deze in het restafval terechtkomen of verkeerd worden behandeld, kunnen ze de gezondheid van de mens en het milieu schade toebrengen.
X X
X X
inzamelpunt voor het terugbrengen en verwerken van elektrische en elektronische componenten en andere materialen.
www.bora.com
25
NL Garantie, technische dienst, reserveonderdelen
10 Garantie, technische dienst,
reserveonderdelen
X X
(zie hoofdstuk Veiligheid).
10.1 Garantie
De garantieperiode bedraagt 2 jaar.
10.2 Service
BORA service: zie achterzijde van de bedienings- en montagehandleiding
+800 7890 0987
X X met de BORA service team als u te maken krijgt met
storingen die u zelf niet kunt verhelpen.
De BORA service heeft de typeaanduiding en het
fabricagenummer van uw toestel (FD-nummer) nodig.
U vindt beide gegevens terug op het typeplaatje op de achterzijde van de handleiding alsook op de onderkant van het toestel.
10.3 Reserveonderdelen
X X
X X worden uitgevoerd.
INFO U kunt reserveonderdelen verkrijgen bij uw
BORA handelaar en op de online servicepagina van BORA via www.bora.com/service of via het opgegeven servicenummer.
26 www.bora.com
Typeplaatje:
(gelieve op te plakken)
Duitsland:
BORA Lüftungstechnik GmbH
Rosenheimer Str. 33
83064 Raubling
Duitsland
T +49 (0) 8035 / 9840-0
F +49 (0) 8035 / 9840-300 [email protected]
www.bora.com
Oostenrijk:
BORA Vertriebs GmbH & Co KG
Innstraße 1
6342 Niederndorf
Oostenrijk
T +43 (0) 5373 / 62250-0
F +43 (0) 5373 / 62250-90 [email protected] www.bora.com
Europa:
BORA Holding GmbH
Innstraße 1
6342 Niederndorf
Oostenrijk
T +43 (0) 5373 / 62250-0
F +43 (0) 5373 / 62250-90 [email protected] www.bora.com
+800 7890 0987
Australië - Nieuw-Zeeland:
BORA APAC Pty Ltd
100 Victoria Road
Drummoyne NSW 2047
Australië
T +61 2 9719 2350
F +61 2 8076 3514 [email protected]
www.bora-australia.com.au
advertisement
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 4 1.1 Doelgroep
- 4 en montagehandleiding
- 4 Andere geldende documenten
- 5 Weergave van informatie
- 6 Algemene veiligheidsinstructies
- 7 Veiligheidsinstructies bediening
- 9 Veiligheidsinstructies montage
- 10 verwijdering
- 10 Veiligheidsinstructies reserveonderdelen
- 10 Correct gebruik
- 12 4.1 Opbouw
- 12 Bedieningspaneel en bedieningsprincipe
- 13 4.3 Werkingsprincipe
- 13 4.3.1 Vermogensniveaus
- 13 4.3.2 Powerniveau
- 14 4.3.3 Automatische aankookfunctie
- 14 4.3.4 Warmhoudstand
- 14 4.3.5 Panherkenning
- 14 4.3.6 Pauzefunctie
- 14 4.3.7 Timerfuncties
- 14 4.3.8 Geschikt kookgerei
- 15 4.4 Veiligheidsvoorzieningen
- 15 4.4.1 Restwarmte-indicator
- 15 4.4.2 Veiligheidsuitschakeling van de kookzone
- 15 4.4.3 Oververhittingsbeveiliging
- 15 bediening van de toets
- 15 4.4.5 Kinderbeveiliging
- 16 Leveringsomvang controleren
- 16 Gereedschap en hulpmiddelen
- 16 5.3 Montage-instructies
- 16 5.3.1 Veiligheidsafstanden
- 16 5.3.2 Werkblad en keukenmeubel
- 16 5.3.3 Luchttoevoer kookveld
- 17 Maten van de uitsparingen
- 18 Montage kookveld
- 19 5.6 Stroomaansluiting
- 19 Overdracht aan de gebruiker
- 20 Kookveld in-/uitschakelen
- 20 6.1.1 Kookzone inschakelen
- 20 6.1.2 Vermogensniveau instellen
- 20 6.1.3 Vermogensniveau wijzigen
- 20 6.1.4 Powerniveau inschakelen
- 20 6.1.5 Powerniveau vroegtijdig uitschakelen
- 20 6.1.6 Kookzone uitschakelen
- 20 6.1.7 Pauzefunctie
- 21 6.1.8 Automatische aankookfunctie
- 21 6.1.9 Warmhoudstand
- 21 6.1.10 Timerfuncties gebruiken
- 22 6.1.11 Kinderbeveiliging in-/uitschakelen
- 23 7.1 Reinigingsmiddel
- 23 Kookveld verzorgen
- 23 Kookveld reinigen
- 25 9.1 Buitenbedrijfstelling
- 25 9.2 Demontage
- 25 Milieuvriendelijke verwijdering
- 26 10.1 Garantie
- 26 10.2 Service
- 26 10.3 Reserveonderdelen