Fujitsu RGG09KVCA Handleiding
Advertisement
Advertisement
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BEDIENINGSHANDLEIDING
AIRCONDITIONER (Vloertype)
Lees vóór gebruik van dit product deze instructies goed door en bewaar deze handleiding zodat u deze later ook kunt raadplegen.
MODEL:
* Schrijf de modelnaam op.
(Raadpleeg het classificatielabel.)
ONDERDEEL Nr. 9378532090
Inhoud
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
.................................
1
2. VOORBEREIDING .................................................... 2
3. NAAM VAN DE ONDERDELEN ................................ 3
3.1. Binneneenheid
................................................. 3
3.2. Afstandsbediening
............................................ 3
4. EENVOUDIGE BEDIENINGSHANDELINGEN ........................................5
5. INSTELLINGEN VAN DE LUCHTSTROOM .............. 5
5.1. Instelling ventilatorsnelheid
.............................. 5
5.2. Instelling van de richting van de luchtstroom
... 5
6. BEDIENINGSHANDELINGEN VOOR DE TIMER ..... 6
6.1. Wekelijkse timer
............................................... 6
6.2. ON-timer of OFF-timer
...................................... 7
6.3. Programmatimer
............................................... 7
6.4. Slaap-timer
...................................................... 7
7. BEDIENING VOOR ENERGIEBESPARING
............. 7
7.1. Zuinige stand
.................................................... 7
8. OVERIGE BEDIENINGSHANDELINGEN ................. 7
8.1. Krachtige werking
............................................. 7
8.2. Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
.......... 7
8.3. 10 °C Verwarmen
............................................. 8
9. INSTELLINGEN TIJDENS DE INSTALLATIE ............ 8
9.1. Eigen code-instelling van de Afstandsbediening
...... 8
10. REINIGING EN ONDERHOUD
................................. 8
11. ALGEMENE INFORMATIE
......................................
10
12. ALS OPTIE VERKRIJGBARE ONDERDELEN
.......
10
12.1. Bedrade afstandsbediening
............................
10
12.2. Airconditioner met meerdere splitsingen
........
10
13. PROBLEEMOPLOSSING
........................................
11
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees, voordat u dit product gebruikt, dit hoofdstuk aandachtig door, en zorg ervoor dat u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt, zodat persoonlijk letsel en materiële schade worden voorkomen.
Onjuiste bedieningshandelingen die het gevolg zijn van het niet volgen van de instructies, kunnen leiden tot schade, de ernst waarvan als volgt wordt geclassificeerd:
WAARSCHUWING
Dit teken waarschuwt voor dodelijk of ernstig letsel.
OPGELET
Dit teken waarschuwt voor letsel of materiële schade.
Dit teken geeft een handeling aan die is VERBODEN.
Dit teken geeft een handeling aan die VERPLICHT is.
Uitleg van symbolen wordt weergegeven op de buiten-unit of de buiten-unit.
WAARSCHUWING
Dit symbool laat zien dat dit product een brandbaar koelmiddel gebruikt. Als het koelmiddel lekt en wordt blootgesteld aan een externe ontstekingsbron, is er een risico van brand.
Nl-1
OPGELET
Dit symbool laat zien dat de bedieningshandleiding aandachtig moet worden doorgelezen.
OPGELET
Dit symbool laat zien dat servicepersoneel deze apparatuur moet hanteren en daarbij de installatiehandleiding moet raadplegen.
OPGELET
Dit symbool laat zien dat informatie beschikbaar is, zoals een bedieningshandleiding of een installatiehandleiding.
WAARSCHUWING
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een vertrek met een vloeroppervlak van meer dan X m².
Hoeveelheid koelmiddelvulling
M (kg)
M ≤ 1,22
1,22 < M ≤ 1,23
1,23 < M ≤ 1,50
1,50 < M ≤ 1,75
1,75 < M ≤ 2,0
2,0 < M ≤ 2,5
2,5 < M ≤ 3,0
3,0 < M ≤ 3,5
3,5 < M ≤ 4,0
Minimale ruimte
X (m 2 )
-
12,99
19,31
26,28
34,33
53,63
77,23
105,12
137,29
(IEC 60335-2-40)
• Dit product bevat geen onderdelen waaraan de gebruiker onderhoud kan voor uitvoeren. Raadpleeg altijd geautoriseerd personeel voor reparatie, installatie en verplaatsing van het product.
Onjuiste installatie of behandeling zal leiden tot lekkage, elektrische schok of brand.
• In het geval van een storing, zoals brandgeur, moet u onmiddellijk stoppen met het gebruik van de airconditioner, en alle voedingen loskoppelen door het uitschakelen van de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact halen. Raadpleeg vervolgens geautoriseerd personeel.
• Zorg ervoor dat u de voedingskabel niet beschadigt.
Is de kabel beschadigd, dan mag deze uitsluitend worden vervangen door geautoriseerd servicepersoneel zodat gevaarlijke situaties worden voorkomen.
• In het geval van koelmiddellekkage moet u uit de buurt blijven van brand of brandbare stoffen, en bevoegd onderhoudspersoneel raadplegen.
• In het geval van onweer of een voorgaand teken van blikseminslag, moet u de airconditioner via de afstandsbediening uitschakelen, en het product of de stroomvoorziening niet aanraken om elektrische gevaren te voorkomen.
• Dit product moet worden opgeslagen in een vertrek zonder continu werkende ontstekingsbronnen
(bijvoorbeeld: open vuur, een werkend gasapparaat of een werkend elektrisch verwarmingstoestel).
• Dit product moet worden opgeborgen in een goed geventileerde ruimte.
• Bedenk dat koelmiddelen misschien geen geur afgeven.
• Dit product moet zo worden opgeborgen dat er geen mechanische beschadiging kan optreden.
• Dit product moet op juiste wijze worden weggedaan, in overeenstemming met nationaal en regionaal geldende voorschriften.
• Tijdens vervoer of verplaatsing van de binnen-unit moeten leidingen worden afgedekt en beschermd met de steun van de wandhaak.
Houd bij het verplaatsen van dit product niet de leidingen van de binnen-unit vast.
(De spanning die op de verbindingen van de leidingen wordt gezet kan leiden tot lekkage van brandbaar gas tijdens de werking van het systeem).
WAARSCHUWING
• Het is niet de bedoeling dat dit product wordt gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale mogelijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen omtrent het gebruik van dit product door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht op kinderen zodat ze niet gaan spelen metdit product.
• Gooi het verpakkingsmateriaal veilig weg. Scheur en gooi de plastic zakken weg, zodat kinderen daarmee niet kunnen spelen. Er bestaat verstikkingsgevaar als kinderen met de originele plastic zakken spelen.
• Installeer de unit niet in een ruimte die is gevuld met minerale olie zoals een fabriekshal of een ruimte die een grote hoeveelheid gemorste olie of stoom bevat, bijvoorbeeld een keuken.
• Start of stop de werking van dit product niet door het invoegen van of trekken aan de stekker, of door het in- of uitschakelen van de stroomonderbreker.
• Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van dit product.
• Stel uzelf niet voor vele uren bloot aan de directe koelende luchtstroom.
• Steek uw vingers of andere voorwerpen niet in de uitlaatrooster, het open paneel of het inlaatrooster.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen.
• Gebruik geen middelen om het ontdooien of het reinigen van dit product te versnellen, anders dan middelen die worden aanbevolen door de fabrikant.
• Gebruik niet een scherp voorwerp of open vuur.
OPGELET
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens gebruik.
• Gebruik dit product altijd met geïnstalleerde luchtfilters.
• Zorg ervoor dat elektrisch apparatuur op een afstand van ten minste 1 m van dit product staat.
• Ontkoppel alle stroomvoorziening wanneer u dit product voor een langere periode niet gebruikt.
• Na een lange periode van gebruik moet u ervoor zorgen dat de montage van de binnen-unit wordt gecontroleerd zodat wordt voorkomen dat het product valt.
• De richting van de luchtstroom en de kamertemperatuur moeten zorgvuldig worden overwogen wanneer u dit product gebruikt in een kamer met kinderen, bejaarden of zieke personen.
• Houd de ruimte rond de buiten-unit schoon en opgeruimd en plaats er geen voorwerpen omheen. Voorwerpen die de apparatuur blokkeren of in de uitlaatpoorten komen, kunnen een storing van het product veroorzaken.
• Richt de luchtstroom niet direct op open haarden of verwarmingstoestellen.
• Blokkeer of bedek het inlaatrooster en de uitlaatpoort niet.
• Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
• Klim niet op het product of plaats geen voorwerpen op of hang voorwerpen aan dit product.
• Plaats geen andere elektrische producten of huishoudelijke bezittingen direct onder dit product. Druipende condensatie van dit product kan ze nat maken, en kan leiden tot schade aan of storing van uw eigendommen.
• Stel dit product niet direct bloot aan water.
• Gebruik dit product niet voor het bewaren van voedsel, planten, dieren, precisie-apparatuur, kunstwerken of andere objecten. Dit kan leiden tot achteruitgang in de kwaliteit van deze producten.
• Stel geen dieren of planten direct bloot aan de luchtstroom.
• Drink de afvoer van de airconditioner niet.
• Trek niet aan de voedingskabel.
OPGELET
• Raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar ingebouwd in dit product niet aan, om letsel bij repareren van het apparaat te voorkomen.
• Ga niet op een onstabiele ondergrond of ladder staan bij gebruik of reiniging van dit product. Het kan omvallen en letsel veroorzaken.
• Gebruik geen brandbare stoffen (zoals pesticiden en haarsprays). Indien u dit wel doet, kan het een elektrische schok, brand of verkeerde detectie door de koelmiddelsensor veroorzaken.
• Dit product is uitgerust met een koelmiddel lekkagesensor. Installeer het product niet op een locatie die gevuld is met rook, gassen of chemicaliën.
• Schakel de onderbreker alleen uit wanneer het product wordt gerepareerd, geïnspecteerd of schoongemaakt.
Anders kan de sensor niet een eventuele lekkage van koelmiddel detecteren.
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen.
2. VOORBEREIDING
WAARSCHUWING
• Zorg ervoor dat baby´s en jonge kinderen niet per ongeluk de batterijen kunnen inslikken.
OPGELET
• Als vloeistof van een lekkende batterij in contact komt met uw huid, ogen of mond, moet onmiddellijk spoelen met water en uw arts raadplegen.
• Lege batterijen moeten onmiddellijk worden verwijderd en afgevoerd volgens de plaatselijke wetten en regelgeving van uw regio.
• Probeer niet droge batterijen op te laden.
• Gebruik geen droge batterijen die zijn opgeladen.
Binnenunit accessoires
Gaarne controleren of de volgende accessoires zijn meegeleverd.
Afstandsbediening Houder afstandsbediening
Tapschroeven
Batterijen
1
Luchtreiniging filters Filterhouders
Installatie houder afstandsbediening
2 3
Schroeven Plaatsen
Opschuiven
Nl-2
Nl-3
Batterij laden en voorbereiding afstandsbediening
(R03/LR03/AAA x 2)
2
3
8
4
6
5
7
1
1
~
3
Plaats de batterijen zoals in bovenstaande afbeelding wordt weergegeven.
4
Druk op teneinde de klokinstelling te staren.
5
6
7
Druk op
( )
voor het instellen van de dagen van de week (Maandag tot Zondag).
* Door te drukken op , zal de time indicator worden gewijzigd van een 24-uur naar een 12-uur klok.
Druk op als u verder wilt gaan.
Druk op
( )
om de klok in te stellen.
Druk op de knoppen om de klok met een minuut te wijzigen.
Houd de knoppen naar beneden ingedrukt om de klok met 10 minuten te wijzigen.
8
Druk op om de instelling af te ronden.
Sta dichtbij de binnenunit. Bij het drukken op de knop op een afstand, worden de instellingen mogelijk niet correct verzonden.
OPMERKINGEN:
• Gebruik alleen het aangegeven type van batterijen.
• Gebruik geen verschillende typen batterij of nieuwe en gebruikte batterijen door elkaar.
• Batterijen kunnen bij normaal gebruik gedurende ongeveer 1 jaar worden gebruikt.
• Als u merkt dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, vervang dan de batterijen. en druk op zoals weergegeven op bladzijde 4.
3. NAAM VAN DE ONDERDELEN
OPGELET
Voor passende signaaloverdracht tussen de afstandsbediening en de binneneenheid moet u de signaalontvanger uit de buurt houden van:
- Direct zonlicht of ander sterk lichten
- Flat-paneel-tv-scherm
In kamers met onmiddellijke tl-verlichting, zoals typeomvormers, wordt het signaal misschien niet goed doorgegeven. In een dergelijk geval moet u contact opnemen met de winkel waar u het product hebt gekocht.
3.1. Binneneenheid
Voor Handmatige Auto bediening en
Filter indicator resetten
(Raadpleeg bladzijde 12.)
Keuzeschakelaar luchtuitlaat
(Raadpleeg bladzijde 5.)
Luchtfilter
Touw
Luchtstroomrichting
Lamel
Voorpaneel
Verticale lamel
(achter de luchtstroom
Richtingslamel en demper)
Luchtreiniging filter
*1) Controleer, voor u de werkzaamheden start, dat het inlaatrooster volledig is gesloten. Onvolledig afsluiten kan gevolgen hebben voor het juist functioneren of de prestaties van het product.
*2) Er gaan onder de volgende omstandigheden indicatielampjes branden. Niet zichtbaar wanneer het indicatielampje uit is.
Naam
TIMER
BEDIENING
ECONOMY
Kleur
Oranje
Groen
Groen
Bedieningshandeling of conditie
Timerwerking
Normale werking
Economy bediening
10 °C Verwarmen
3.2. Afstandsbediening
Wanneer u de optionele afstandsbediening gaat gebruiken, kunnen de weergave en de bedieningsprocedure verschillen.
Raadpleeg voor informatie de bedieningshandleiding van de afstandsbediening.
: De instelling moet worden gedaan wanneer het instellingenscherm wordt getoond voor elke functie.
: De knop is alleen regelbaar wanneer de airconditioner aanstaat.
Display afstandsbediening
In deze paragraaf worden alle mogelijke beschrijvingen voor controlelampjes weergegeven. In de huidige bediening wordt het display gekoppeld met de toetsbediening, en toont alleen de noodzakelijke controlelampjes voor elke instelling.
Voor eenvoudige bedieningshandelingen
................................................. Raadpleeg pagina 5.
Start of stopt de werking van de airconditioner.
Wijzigt de bedrijfsstand.
Past de insteltemperatuur aan.
Voor 10 °C Verwarming bediening ... Raadpleeg pagina 8.
Activeert de 10 °C Verwarming bediening.
Voor Energiebesparing bedieningen .....Raadpleeg pagina 7.
Deactiveert en deactiveert de stand
Energiebesparing.
Voor Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
................................................. Raadpleeg pagina 7.
Activeert of deactiveert de Ruisonderdrukking bediening van de Buitenunit.
Indicatielampjes
*2)
Afvoerslang
Inlaatrooster *1)
Demper
Ontvanger signaal afstandsbediening
Druk niet op deze knop bij normaal gebruik.
Hiermee wordt het proefdraaien gestart (uitsluitend te gebruiken door bevoegd servicepersoneel).
OPMERKINGEN:
Als het proefdraaien onbedoeld wordt gestart, kunt u het proefdraaien afsluiten door op te drukken.
OPGELET
• Om storingen of beschadigingen aan van de afstandsbediening te voorkomen moet u het volgende doen:
- Plaats de afstandsbediening op een plek waar zij niet zal worden blootgesteld aan direct zonlicht of overmatige hitte.
- Verwijder de batterijen als het product voor een langere periode niet wordt gebruikt.
• Obstakels zoals een gordijn of een muur tussen afstandsbediening en de binneneenheid kunnen de juiste signaaloverdracht beïnvloeden.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan sterke schokken.
• Giet geen water op de afstandsbediening.
Signaalzender
Richt juist op de signaalontvanger van de binneneenheid.
• Werkgebied is ongeveer 7 m.
• [ ] verschijnt wanneer het signaal wordt verzonden.
• De binneneenheid zal een akoestisch signaal laten klinken wanneer het signaal goed wordt ontvangen. Als er geen signaal klinkt, moet u de knop nogmaals indrukken.
Voor Krachtige werking ........ Raadpleeg pagina 7.
Activeert of deactiveert de stand Powerful
(Krachtige werking).
Voor instellingen van de luchtstroom
................................................. Raadpleeg pagina 5.
Regelt de ventilatorsnelheid.
Stelt de functie Automatisch Zwenken in.
Regelt de opwaartse en neerwaartse luchtstroomrichting.
Voor werking van de timer .... Raadpleeg pagina 5.
Activeert of deactiveert de Week-timer.
Activeert of deactiveert de On timer, Off timer, of Programma timer.
Activeert of deactiveert de Slaap-timer.
Start de instelling van de timer.
Verzendt de timer- of klokinstelling naar de binnenunit.
Verzendt de timer- of klokinstelling naar de volgende stap.
Keert de timer- of klokinstelling terug naar de vorige stap.
Past de waarde van de timer- of klokinstellingen aan.
Start de klokinstelling.
Na het plaatsen van de batterijen
Druk op deze knop zoals weergegeven in de afbeelding. Gebruik de punt van een balpen of een ander klein voorwerp.
RESET
Nl-4
Nl-5
4. EENVOUDIGE BEDIENINGSHANDELINGEN
3 stappen voor het starten van de werking
1.
Druk op als u de werking wilt starten of stoppen.
2.
Druk op als u de werkstand wilt selecteren.
De werkstand verandert als volgt.
AUTO COOL
(Koelen)
DRY
(Drogen)
FAN
(Ventileren)
HEAT
(Verwarmen)
3.
Stel de gewenste temperatuur in met een druk op
De temperatuur wijzigt in stappen van 0,5 °C.
Temperatuurinstelbereik
Auto/Koelen/Drogen 18,0 tot 30,0 °C
Verwarmen 16,0 tot 30,0 °C
.
OPMERKINGEN:
• Stel in de stand Koelen of Drogen de temperatuur lager in dan de actuele kamertemperatuur.
• In de stand Koelen kan de ventilator van de binneneenheid van tijd tot tijd tot stilstand komen voor de werking van de ventilator voor energiebesparing, zodat energiebesparing mogelijk wordt door het stoppen van de rotatie van de ventilator van de binneneenheid wanneer de buiteneenheid is gestopt.
In de begininstelling is deze functie geactiveerd.
Als u deze functie wilt uitschakelen, vraag dan advies aan de installateur of een officiële servicemonteur.
• In stand Verwarmen,
- stelt u de temperatuur hoger in dan de actuele temperatuur van het vertrek.
- de ventilator van de binneneenheid werkt in deze stand eerst 3 - 5 minuten op zeer lage snelheid.
- de functie automatische ontdooiing neemt het over van de functie
Verwarmen, wanneer dat nodig is.
• In de stand Ventileren is temperatuurregeling niet beschikbaar.
Omschakelen Temperatuureenheid
1.
Druk op totdat alleen de klok wordt weergegeven.
2.
Naar beneden drukken voor meer dan 5 seconden.
De huidige temperatuureenheid wordt weergegeven. (Fabrieksinstelling: °C)
3.
Druk op voor het omschakelen van de temperatuureenheid. (°C ⇔ °F)
4.
Druk op om de instelling af te ronden.
Indien u 30 seconden lang niet op de knop drukt, wordt de weergegeven temperatuureenheid ingesteld.
5. INSTELLINGEN VAN DE LUCHTSTROOM
5.1. Instelling ventilatorsnelheid
)
U kunt de ventilatorsnelheid regelen door op
De snelheid van de ventilator verandert als volgt.
te drukken.
Instelling luchtstroomrichting Links en Rechts
OPGELET
Controleer, voordat u de richting van de linker- en rechterluchtstroom aanpast, of de lamel voor de richting van de luchtstroom omhoog en omlaag volledig tot stilstand is gebracht.
)
Stel de twee knoppen met de hand af.
Instelling functie Zwenken
) Druk op stoppen.
als u de functie Zwenken wilt starten/
OPMERKINGEN:
De functie Zwenken kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator van de binnen-unit op zeer lage snelheid draait of stopt.
Bereik van de richting van de luchtstroom
Luchtstroomrichting Omhoog en Omlaag
Wijzig door
Functie Zwenken door
1 ⇄ 2 ⇄ 3 ⇄ 4 ⇄ 5
1 5
OPMERKINGEN:
• Stel de lamellen voor de richting van de luchtstroom niet met de hand af.
• In de stand Auto of Verwarmen blijft de richting van de luchtstroom, vanaf de start van de functie, enige tijd in positie 1.
• Als de binneneenheid door een muur wordt omsloten, is de lucht gefixeerd tot de horizontale richting 5.
Vraag het service-personeel om de insluiting in een muur uit te voeren.
Instellen Verticale lamel
De verticale lamel instellen.
Verplaats de verticale lamel om de luchtstroom in de gewenste richting te regelen.
(Auto) (Hoog) (Gemidd.) (Laag) (Stil)
Wanneer is geselecteerd, is de snelheid van de ventilator afhankelijk van de werkstand.
Teneinde de luchtreinigende werking te verhogen, stelt u de ventilatorsnelheid op Hoog.
5.2. Instelling van de richting van de luchtstroom
Raadpleeg voor informatie over het bereik van de luchtstroom
“Bereik van de richting van de luchtstroom”.
Instelling luchtstroomrichting Omhoog en
Omlaag
) Druk op om de luchtstroomrichting Omhoog en
Omlaag aan te passen.
OPGELET
Stel de verticale lamel altijd af als de demper open is.
Door de demper met geweld te openen met de handen kan de demper worden beschadigd.
Selectie luchtuitlaat
Met deze functie komt er tegelijkertijd lucht uit de bovenste en onderste luchtuitlaten, zodat de ruimte effectief kan worden gekoeld of verwarmd. Deze functie wordt ingesteld met de schakelaar achter het voorrooster van de binnenunit. (Deze functie is beschikbaar bij koelen en verwarmen.)
• Instellen om lucht uit de bovenste en onderste luchtuitlaten te laten blazen.
Keuzeschakelaar luchtuitlaat
Bovenste luchtstroom Bovenste en onderste luchtstroom
OPMERKINGEN:
• Zet de keuzeschakelaar luchtuitlaat op het einde. Anders kan de luchtuitlaat niet worden gekozen zoals noodzakelijk.
Beschrijving van de bediening
Bedrijfsstand Luchtstroom
Koelen
Droog
Verwarmen
Bovenste en onderste luchtstroom
Bovenste luchtstroom
Voorwaarden
Kamertemperatuur en ingestelde temperatuur zijn verschillend.
De kamertemperatuur ligt dicht bij de ingestelde temperatuur of de airconditioner heeft 1 uur gedraait.
Bovenste en onderste luchtstroom
Bovenste en onderste luchtstroom
Bovenste luchtstroom
-
De luchtstroomtemperatuur is hoog
Luchtstroomtemperatuur is laag.
(Tijdens het ontdooien, ingebruikname, etc.)
6. BEDIENINGSHANDELINGEN
VOOR DE TIMER
OPMERKINGEN:
Wanneer het indicatielampje [ ] op de binneneenheid knippert, stel de klok en de timer dan opnieuw in. Dit knipperen is een aanwijzing dat de interne klok opnieuw moet worden ingesteld omdat er een onderbreking van de stroomvoorziening is geweest. (Raadpleeg bladzijde 10.)
Instelprocedure van de Timer
De klok aanpassen vóór u de timer instelt. (Zie "voorbereiding van de afstandsbediening").
1.
Druk op .
knippert op het display van de afstandsbediening.
2.
Druk op
( )
voor het kiezen van de timer bediening.
De timer bediening zal als volgt veranderen.
Wekelijkse timer
Hiermee kunt u bedieningsschema's instellen van maximaal 4 instellingen voor elke dag van de week.
[ ]
On timer
Start de werking op het gewenste tijdstip.
[ ]
Off timer
Stopt de werking op het gewenste tijdstip.
[ ]
Slaap-timer
Deze zorgt ervoor dat u comfortabel kunt slapen doordat de werking van de airconditioner geleidelijk wordt verminderd.
3.
Druk op .
4.
Instellen van elke timer bediening.
Voor meer informatie, raadpleeg de volgende instructies van elke timer.
5.
Druk op om de timerinstelling af te ronden.
Sta dichtbij de binnenunit.
• Om de timerinstelling tijdens de procedure te annuleren, drukt u nogmaals op .
6.1. Wekelijkse timer
Instelgegevens
1.
Selecteer Week-timer in stap 2 van de "Instelprocedure van de Timer".
2.
Druk op
( )
voor het selecteren van het programmanummer en de dag van de week.
Geselecteerd programmanummer (1~4) en dag van de week zullen knipperen.
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
3.
Druk op
4.
Druk op
(Zonder timer)
.
(
Programmanummer
Dagen van de week
)
voor het kiezen van de timer bediening.
(On timer) (Off timer)
5.
Druk op .
* Wanneer u "Zonder timer" kiest in stap 4, zal de instel-display terugkeren naar stap 1.
6.
Druk op
( )
voor het instellen van on time of off time.
7.
Druk op .
* Wanneer u "Off timer" kiest in stap 4, zal de instel-display terugkeren naar stap 1.
8.
Druk op
( )
voor het instellen van de temperatuur.
Temperatuurinstelbereik
Stand Auto,
Koelen, of Drogen:
18,0 tot 30,0 °C
*Zelfs als u instelt op 10,0, 16,0,-17,5 °C, zal de airconditioner werken op 18,0 °C.
Stand Verwarmen: 10,0 of 16,0 tot 30,0 °C
9.
Druk op .
De instellingen display zal terugkeren naar stap 1.
10.
Druk op om de instelling af te ronden.
Sta dichtbij de binnenunit.
OPMERKINGEN:
[ ] indicator op de binnenunit zal niet worden ingeschakeld zelfs als de instelling is afgerond..
• Indien u wilt terugkeren naar de vorige stap, drukt u op
• Voor het checken van het schema, gebruikt u
( terwijl weergegeven.
Het indicatielampje verdwijnt.
)
.
voor het browsen van de Week timer instellingen in stap 1.
Om controleren te eindigen, drukt u op .
• Teneinde de Week timer uit te schakelen, drukt u op
op het display van de afstandsbediening wordt
OPMERKINGEN:
• De bedieningsmodi zijn hetzelfde als de modus bij de laatste keer dat de bewerking werd gestopt, zoals Koelen → Verwarmen
→ Koelen → Verwarming type van de bedieningen kan niet automatisch worden ingesteld.
• De ON-timer zal werken als u de ON-timer en de OFF-timer op hetzelfde tijdstip instelt.
• Als twee ON-timers op hetzelfde tijdstip zijn ingesteld, zal de airconditioner werken op volgorde van het programmanummer.
• U kunt de Week timer en de anderen timers tegelijkertijd instellen.
Indien u de On/Off-timer, de Programma-timer of de Slaap-timer instelt terwijl de Week timer is geactiveerd, zal de Week timer worden uitgeschakeld.
Activeer, in dat geval, de Wekelijkse timer nadat de andere timer is geëindigd.
• Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten, is deze functie beperkt.
Nl-6
Voorbeelden van Week timer
Voorbeeld 1
7:00 9:00 11:00
Maandag tot
Vrijdag
Programma 1 Programma 2
Aan Uit
26 °C
Wekken Naar het werk
17:00 23:00
Programma 3 Programma 4
Aan Uit
28 °C
Thuiskomen Slapen gaan
Zaterdag
(Geen timerinstellingen)
Zondag
(Aan)
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
Uit
(Aan)
Uit
(Aan)
Uit
(Aan)
Uit
Voorbeeld 2: U kunt temperatuurinstellingen opgeven met behulp van de timer Aan in de Week timer.
7:00
Programma 1
Aan
28 °C
9:00
Programma 2
Aan
26 °C
17:00
Programma 3
Aan
27 °C
23:00
Programma 4
Aan
28 °C
6.2. ON-timer of OFF-timer
1.
Selecteer On-timer of Off-timer in stap 2 van de "Instelprocedure van de Timer".
2.
Druk op
( )
voor het instellen van on time of off time.
Door te drukken op de knop: Zal de tijd wijzigen met +5/-5 minuten.
Door de knop naar beneden te drukken: Zal de tijd wijzigen met +10/-10 minuten.
• Voor het uitschakelen van de On/Off-timer, drukt u op terwijl
op het display van de afstandsbediening wordt weergegeven.
Het indicatielampje verdwijnt.
6.3. Programmatimer
1.
Stel de On-timer en de Off-timer in. (Raadpleeg “6.2. ONtimer of OFF-timer”).
2.
Selecteer Programma-timer in stap 2 van de "Instelprocedure van de Timer".
De timer waarvan de ingestelde tijd dichter bij de huidige tijd ligt, zal eerst werken.
De volgorde van de werking van de timer wordt als volgt weergegeven:
Timer
On→Off-timer
Off→On-timer
Indicatielampje op display van afstandsbediening
OPMERKINGEN:
U kunt de Programmatimer alleen instellen met een onderbreking van 24 uur.
6.4. Slaap-timer
1.
Selecteer Slaap-timer in stap 2 of "Instelprocedure van de Timer".
2.
Druk op bediening stopt.
( )
voor het instellen van de tijd tot de
Telkens wanneer u op de knop drukt, verandert u de tijd als volgt:
(30 min.)
00M uren
• Teneinde de Slaap timer uit te schakelen, drukt u op terwijl
op het display van de afstandsbediening wordt weergegeven.
Het indicatielampje verdwijnt.
Tijdens de werking van de Slaap-timer verandert de instelling van de temperatuur zoals in de volgende afbeelding wordt getoond.
In stand Verwarmen
1 °C 2 °C 3 °C 4 °C
Stand Koelen of Drogen
Tijd instellen
30 min.
1 uur
Temperatuur instellen
1 uur
1,5 uur
Tijd instellen
1 °C 2 °C
De werking van de airconditioner wordt uitgeschakeld wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
Nl-7
7. BEDIENING VOOR ENERGIEBESPARING
7.1. Zuinige stand
Bespaart meer elektriciteit dan andere bedrijfsstanden doordat de temperatuur op een gematigde instelling wordt gezet.
) Druk op als u de zuinige stand wilt activeren/deactiveren.
Indicatielampje [ ] op de binneneenheid zal gaan branden.
Indicatielampje
TIMER BEDIENING ECONOMY
: Verlichting : UIT
Bedrijfsstand Temperatuur van het vertrek
Koelen/Drogen Enkele graden hoger dan de ingestelde temperatuur
Verwarmen Enkele graden lager dan de ingestelde temperatuur
OPMERKINGEN:
• In de standen Koelen, Verwarmen of Drogen is het maximale rendement van deze bedrijfsstand ongeveer 70% van de gebruikelijke werking.
• Deze bedieningshandelingen kan niet worden uitgevoerd tijdens de temperatuurbewaking in de stand Auto.
8. OVERIGE BEDIENINGSHANDELINGEN
8.1. Krachtige werking
In de stand voor de krachtige werking werkt de airconditioner op maximaal vermogen en wordt het vertrek met een krachtige luchtstroom snel gekoeld of verwarmd.
OPMERKINGEN:
In multi verbindingen, kan deze functie niet worden gebruikt.
)
Druk op als u de stand voor de krachtige werking wilt activeren/deactiveren.
Wanneer deze stand wordt geactiveerd klinken er uit de binneneenheid 2 korte piepjes.
Wanneer deze stand wordt gedeactiveerd klinken er uit de binneneenheid 1 korte piepjes.
De stand voor de krachtige werking wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties:
• De stand voor de krachtige werking is voor een bepaalde tijd ingeschakeld en de temperatuur van het vertrek bereikt de in de stand Koelen, Drogen of Verwarmen ingestelde temperatuur.
• 20 minuten nadat de stand voor de krachtige werking is gestart.
OPMERKINGEN:
• De luchtstroomrichting en de ventilatorsnelheid worden automatisch gecontroleerd.
• De stand voor de krachtige werking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de Zuinige stand.
• De Powerful bewerking heft de volgende bewerkingen op. Wanneer de volgende bewerkingen zijn ingesteld, zullen ze starten nadat de
Powerful bewerking is voltooid.
- Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
- Energiebesparingsprogramma
• Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten, is deze functie beperkt.
8.2. Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
De Buitenunit Ruisonderdrukking bediening reduceert het geluid van de buitenunit. Tijdens de bediening, zal het aantal omwentelingen van de compressor afnemen en de ventilator van de buitenunit draait langzaam.
OPMERKINGEN:
In multi verbindingen, kan deze functie niet worden gebruikt.
)
Drukt u op voor het activeren of deactiveren van de
Ruisonderdrukking bediening van de Buitenunit.
Wanneer de Buitenunit Ruisonderdrukking bediening is geactiveerd, zal
op het display van de afstandsbediening worden weergegeven.
De instelling blijft bewaard, zelfs als de airconditioner is uitgeschakeld.
OPMERKINGEN:
• Deze bewerking kan niet tegelijkertijd worden uitgevoerd met de
Ventilator modus, Drogen modus, en Powerful bediening.
• Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten, is deze functie beperkt.
8.3. 10 °C Verwarmen
10 °C Verwarmen bediening houdt de kamertemperatuur op 10 °C, zodat de kamertemperatuur niet te laag kan worden.
)
Druk op voor het activeren van de 10 °C
Verwarming bediening.
De binnenunit zal 1 korte pieptoon laten horen en [ indicator op de binnenunit zal uitschakelen.
]
) Druk op voor het uitschakelen van de airconditioner.
[ ] indicator zal uitschakelen.
Indicatielampje
TIMER BEDIENING ECONOMY
: Verlichting : UIT
OPMERKINGEN:
• Tijdens de 10 °C Verwarming bediening, is slechts geldig.
• Wanneer de kamertemperatuur warm genoeg is, wordt deze functie niet uitgevoerd.
• Wanneer de bedrade afstandsbediening (optioneel) is aangesloten, is deze functie beperkt.
9. INSTELLINGEN TIJDENS DE INSTALLATIE
9.1. Eigen code-instelling van de Afstandsbediening
Door de eigen code van de binnenunit en afstandsbediening in te stellen, kunt u de airconditioner specificeren die de afstandsbediening bestuurt.
Wanneer er twee of meer airconditioners in de kamer aanwezig zijn en u wenst deze afzonderlijk te bedienen, stelt u de eigen code in
(4 selecties zijn mogelijk).
OPMERKINGEN:
Indien eigen codes verschillend zijn tussen de binnenunit en de afstandsbediening, kan de binnenunit geen signaal van de afstandsbediening ontvangen.
Hoe de eigen code van de afstandsbediening in te stellen
1.
Druk op totdat alleen de klok op het display van de afstandsbediening wordt weergegeven.
2.
Ingedrukt houden dan 5 seconden.
voor meer
De huidige eigen code zal worden weergegeven (oorspronkelijk ingesteld op A).
3.
Druk op voor het wijzigen van de eigen code tussen
A↔B↔C↔D ( ).
* Pas de eigen code op het display aan de eigen code van de airconditioner.
4.
Druk nogmaals op .
De eigen code zal worden ingesteld.
Het display zal naar de oorspronkelijke klok terugkeren.
• Om de eigen code van de airconditioner te wijzigen, neem t u contact op met een bevoegd servicepersoneel (oorspronkelijk ingesteld op A).
• Indien u gedurende 30 seconden geen knoppen indrukt zal de eigen code worden weergegeven, en het display zal naar de klokweergave terugkeren. In het voorgaande geval, herhaalt u de instellingen van stap 2.
• Afhankelijk van de afstandsbediening, de eigen code zal terugkeren naar A bij het vervangen van de batterijen. In dit geval, kunt u de eigen code resetten. Indien u niet weet welke eigen code een airconditioner heeft, probeert u elke code totdat u de code vindt die bij de airconditioner past.
10. REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET
• Voor het reinigen van dit product, moet u hem uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
• Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het inlaatrooster volledig is afgesloten. Onvolledig afsluiten van het inlaatrooster kan effect hebben op de juiste werking of de prestaties van de airconditioner.
• Als bij het reinigen van filters werk op hoogte moet worden uitgevoerd, vraag dan advies aan bevoegd servicepersoneel.
• Voorkom dat u zich verwondt bij het verrichten van onderhoud aan de unit, raak de aluminium lamellen van de warmtewisselaar ingebouwd in de binneneenheid niet aan.
• Stel de binneneenheid niet bloot aan vloeistofinsecticiden of haarspray.
• Sta niet op gladde, ongelijke of onstabiele ondergrond wanneer u het apparaat onderhoudt.
De frequentie voor het schoonmaken wordt in de volgende tabel getoond.
Wat u moet doen
Reinigen van de behuizing van de binneneenheid
Het luchtfilter reinigen
Reinigen van het Ion ontgeuringsfilter
Vervangen van het Apple-catechin filter
(Model naam: UTR-FA16)
Vervangen van het Ion ontgeuringsfilter
(Model naam: UTR-FA16-2)
Frequentie
Wanneer u merkt
Om de 2 weken
Iedere 3 maanden
Elke 3 jaar
* De luchtzuiveringsfilters worden apart verkocht. Neem contact op met de winkel van aankoop, wanneer u ze vervangt.
Reinigen van de behuizing van de binneneenheid
OPMERKINGEN:
• Gebruik geen water warmer dan 40 °C.
• Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen zoals benzeen of thinner.
1.
Veeg de behuizing van de binneneenheid voorzichtig schoon met een in water vochtig gemaakte zachte doek.
2.
Veeg de binneneenheid voorzichtig droog met een droge, zachte doek.
Het luchtfilter reinigen
1.
Inlaatrooster verwijderen.
Behuizing binneneenheid
Luchtfilters
Inlaatrooster
Touw
Nl-8
2.
Verwijder het luchtfilter.
Til het luchtfilter op en trek het eruit.
8.
Plaats de nieuwe of gewassen luchtreinigingsfilters in de luchtfilterfilters.
OPMERKINGEN:
Gebruik het Apple-catechin-filter zo snel mogelijk na het openen van de verpakking. Het luchtreinigende effect neemt af wanneer de filters in de geopende verpakking worden achtergelaten.
9.
Monteer de luchtfilterhouders op de luchtfilters.
Bevestig de 4 haken aan de achterkant van het filterframe voor luchtfilter in met de vergrendeling aan beide uiteinden van het luchtfilter.
* Zorgt u ervoor dat het luchtzuiveringsfilter niet buiten het frame uitsteekt.
3.
Verwijder het stof op een van de volgende manieren.
• Schoonmaken met een stofzuiger.
• Afwassen met een warm sopje van een mild schoonmaakmiddel.
Laat het luchtfilter na het schoonwassen grondig drogen in de schaduw.
4.
Vervang het luchtfilter en sluit het inlaatrooster.
Lijn de zijkanten van het luchtfilter uit met het paneel en druk het volledig naar binnen, waarbij u ervoor zorgt dat de 2 bovenste lipjes goed in hun openingen in het paneel worden teruggeplaatst.
Luchtfilter
Luchtfilter
Paneel
Paneel
5.
Sluit het inlaatrooster.
OPMERKINGEN:
Als er zich vuil op het luchtfilter verzamelt, wordt de luchtstroom beperkt, neemt de bedrijfs-efficiency af en neemt het lawaai toe.
Reinigen van het Ion-ontgeuringsfilter en
Vervangen van het Apple-catechin filter
1.
De luchtfilters reinigen. Raadpleeg stappen 1 ~ 2 van “Het luchtfilter reinigen”.
2.
Verwijder de luchtreinigingsfilters uit de luchtfilterhouder.
Luchtreiniging filter
Luchtreiniging filterframe
3.
Spoel het Ion-ontgeuringsfilter (lichtblauw) door met warm water onder hoge druk, totdat het oppervlak van de filters bedekt is met water.
4.
Was het Ion-ontgeuringsfilter met een neutraal reinigingsmiddel.
Niet scheuren of wrijven, anders kan het geurbestrijdende effect verminderen.
5.
Spoel het Ion-ontgeuringsfilter met stromend water.
6.
Droog het Ion-ontgeuringsfilter in de schaduw.
7.
Verwijder het Apple-catechin-filter (lichtgroen) uit de filterhouder voor het luchtfilter.
Nl-9
Luchtreiniging filterframe
OPMERKINGEN:
Zorgt u ervoor dat het luchtzuiveringsfilter niet buiten het frame uitsteekt.
10.
Vervang het luchtfilter en sluit het inlaatrooster. Raadpleeg stappen 4 ~ 5 van “Het luchtfilter reinigen”.
Vervangen van het Ion ontgeuringsfilter
1.
De luchtfilters reinigen. Raadpleeg stappen 1 ~ 2 van “Het luchtfilter reinigen”.
2.
Verwijder het Ion-ontgeuringsfilter (lichtblauw) uit de filterhouder voor het luchtfilter.
3.
Installeer de nieuwe Ion-ontgeuringsfilter.
Na langdurig niet-gebruik van de unit
Als u de binneneenheid voor 1 maand of langer hebt afgesloten, schakel dan voor een halve dag de functie FAN in zodat de interne onderdelen goed drogen voorafgaand aan de normale werking.
Aanvullende inspectie
Na een lange gebruiksperiode kan het zich in de binneneenheid verzamelde stof de prestaties van de unit beperken, zelfs als u het apparaat op juiste wijze het onderhouden.
U kunt dan het beste een inspectie van de unit uitvoeren.
Neem voor meer informatie contact op met geautoriseerd personeel.
Reset van de filterindicator (Speciale instelling)
Deze functie kan worden gebruikt als deze op juiste wijze is ingesteld bij de installatie. Vraag aan geautoriseerd servicepersoneel advies over het gebruik van deze functie.
)
Reinig het luchtfilter wanneer het indicatielampje het volgende laat zien:
Indicatielampje Knipperpatroon
Knippert 3 keer, met tussenpozen van 21 seconden
Reset na het schoonmaken het indicatielampje van het filter door op de binneneenheid gedurende maximaal 2 seconden in te drukken.
11. ALGEMENE INFORMATIE
Verwarmingsprestaties
Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe, waardoor warmte uit de lucht buiten wordt geabsorbeerd en deze warmte wordt overgebracht naar de binneneenheid. Hierdoor zijn de prestaties minder goed wanneer de buitentemperatuur lager wordt.
Als u vindt dt de verwarmingsprestaties onvoldoende zijn, raden wij u aan deze airconditioner te gebruiken in combinatie met andere verwarmingsapparatuur.
Automatische ontdooiing
Wanneer de buitentemperatuur erg laag is met een hoge luchtvochtigheid, kan er ijsvorming ontstaan op de buiteneenheid tijdens het verwarmen, en het kan de operationele prestaties van het product verminderen.
Voor vorstbeveiliging is deze airconditioner voorzien van een microcomputer-gestuurde automatische ontdooifunctie.
Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen en zal het ontdooicircuit kort werken (maximaal 15 minuten).
Indicatielampje [ ] op de binneneenheid knippert.
Als er na het verwarmen vorst wordt gevormd op de buiten-unit, zal de buiten-unit na enkele minuten automatisch stoppen. Dan begint de bewerking automatische ontdooiing.
Functie automatisch opnieuw opstarten
In het geval van een stroomstoring, zoals een stroomonderbreking, stopt de airconditioner direct. Maar hij wordt automatisch opnieuw opgestart en voert de vorige bewerking uit wanneer de stroomtoevoer wordt hervat.
Als er een stroomonderbreking plaatsvindt nadat de timer is ingesteld, wordt het aftellen van de timer gereset.
Nadat de stroomtoevoer wordt hervat, knippert het indicatielampje
[ ] op de binneneenheid zodat u weet dat er een storing in de timer is geweest. Reset in dat geval de klok en de instellingen van de timer.
Storingen veroorzaakt door andere elektrische apparaten
Het gebruik van andere elektrische apparaten zoals een elektrisch scheerapparaat of het nabije gebruik van een draadloze radiozender kan storing van de airconditioner veroorzaken.
Als er zich een dergelijke storing voordoet, schakel de stroomonderbreker dan een keer uit. Zet hem dan weer aan, en hervat de bewerking met behulp van de afstandsbediening.
Bereik temperatuur en luchtvochtigheid binnen-unit
Toegestane bereiken voor de temperatuur en de luchtvochtigheid zijn de volgende:
Binnentemperatuur Koelen/Drogen [°C] 18,0 tot 30,0
Verwarmen [°C] 16,0 tot 30,0
Luchtvochtigheid binnen [%] 80 of minder * 1)
*1) Als de airconditioner gedurende een groot aantal uren ononderbroken wordt gebruikt, kan er condens op het oppervlak ontstaan en lekken.
• Als de unit wordt gebruikt onder condities buiten het toegestane temperatuurbereik, zal de werking van de airconditioner misschien worden onderbroken door het automatisch werkende beveiligingscircuit.
• Afhankelijk van de bedrijfscondities kan de warmtewisselaar bevriezen, waardoor waterlekkage of een andere storing ontstaat (in de stand Koelen of Drogen).
Overige informatie
• Gebruik de airconditioner niet voor een ander doel dan het koelen/ drogen, verwarmen van een vertrek of voor het ventileren.
• Raadpleeg voor het toegestane bereik van temperatuur en luchtvochtigheid voor de buiten-unit, de installatiehandleiding van de buiten-unit.
12. ALS OPTIE VERKRIJGBARE ONDERDELEN
12.1. Bedrade afstandsbediening
De optionele bedrade afstandsbediening kan worden gebruikt.
U kunt de bedrade afstandsbediening en de draadloze afstandsbediening samen gebruiken.
Echter, zijn bepaalde functies van de draadloze afstandsbediening beperkt beschikbaar. Als u de beperkte functies instelt, zal een akoestisch signaal klinken , [ indicatielampje op de binnenunit knipperen.
] zal het
<Beperkte functies voor draadloze afstandsbediening>
Bij gebruik in combinatie met een bedrade afstandsbediening (type met 2 bedrading)
• Week timer bediening
• Krachtige werking
• Buitenunit Ruisonderdrukking bediening
• 10 °C Verwarmen
U kunt de bedrade afstandsbediening en draadloze LAN-bediening
(optioneel) gebruiken.
Echter, sommige bewerkingen van de mobiele app zijn beperkt.
Meerdere afstandsbedieningen
U kunt twee niet-draadloze afstandsbedieningen op één airconditioner aansluiten.
U kunt de airconditioner met beide afstandsbedieningen bedienen.
Maar de timer-functies zijn niet beschikbaar voor de secundaire unit.
12.2. Airconditioner met meerdere splitsingen
Deze binnenunit kan worden aangesloten op een buitenunit met meerdere splitsingen. De airconditioner met meerdere splitsingen biedt de mogelijkheid verschillende binneneenheden in verschillende locaties te laten werken. De binneneenheden kunnen tegelijkertijd worden gebruikt, afhankelijk van hun werking.
Gelijktijdig gebruik van meerdere eenheden
● Wanneer een airconditioner met meerdere splitsingen wordt gebruikt, kunnen er meerdere binnen-units tegelijkertijd worden gebruikt, maar wanneer er 2 of meer binnen-units van dezelfde groep tegelijkertijd worden gebruikt, zal de effectiviteit van de koel- en verwarmingsfuncties lager zijn dan wanneer er slechts één binnen-unit wordt gebruikt. Wanneer u echter tegelijkertijd meer dan 1 binnen-unit voor koeling wilt gebruiken, kunt u deze beter vooral‘s nachts gebruiken of op een ander tijdstip wanneer er minder opbrengst wordt gevraagd. Wanneer u meerdere binneneenheden gelijktijdig voor verwarming wilt gebruiken, kunt u ze beter met extra verwarmingstoestellen in de kamer gebruiken.
● Seizoensgebonden omstandigheden, de buitentemperatuur, de indeling van de kamers en het aantal personen in het vertrek kunnen ook de effectiviteit beïnvloeden. Wij adviseren u meerdere toepassingspatronen te proberen en vast te stellen hoe de verwarmings- en koelfuncties van uw binnen-units presteren en hoe u ze kunt inzetten zodat ze het best bij de levensstijl van uw gezin passen.
● Als u merkt dat er één of meer binnen-units bij een gelijktijdige werking lagere koel- of verwarmingsprestaties leveren, adviseren wij u de gelijktijdige werking van meerdere binnen-units te stoppen.
● De werking kan in de volgende standen niet plaatsvinden.
Als de binnenunit wordt ingesteld op een stand die niet uitgevoerd kan worden, knippert het indicatielampje [ ] op de binnenunit (1 seconde aan, 1 seconde uit) en gaat de binnenunit over in de stand Stand-by.
Stand Verwarmen en stand Koelen (of stand Drogen)
Stand Verwarmen en stand Ventileren
● De werking kan in de volgende standen plaatsvinden.
Stand Koelen en stand Drogen
Stand Koelen en stand Ventileren
Stand Drogen en stand Ventileren
Nl-10
● De bedrijfsstand (stand Verwarmen of stand Koelen (Drogen)) van de buiten-unit wordt bepaald door de bedrijfsstand van de binnen-unit die het eerst is bediend. Als de binnen-unit in de stand Ventileren is ingeschakeld, wordt de bedrijfsstand van de buiten-unit niet bepaald.
Bijvoorbeeld: als de binnenunit (A) is ingeschakeld in de stand Ventileren en de binnenunit (B) vervolgens is ingeschakeld in de stand
Verwarmen, werkt de binnenunit (A) tijdelijk in de stand Ventileren.
Maar wanneer de binnenunit (B) start met werken in de stand Verwarmen, gaat het indicatielampje [ ] van de binnenunit knipperen
(1 seconde aan, 1 seconde uit) en gaat de binnen-unit over in de stand Stand-by. De binnen-unit (B) blijft in de stand Verwarmen werken.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING
In de volgende gevallen, moet u onmiddellijk stopen met het gebruik van de airconditioner, en alle voedingen loskoppelen door het uitschakelen van de elektrische hoofdschakelaar of de stekker uit het stopcontact halen. Raadpleeg dan uw dealer of bevoegd onderhoudspersoneel.
Zolang de airconditioner is aangesloten op de stroomvoorziening, is de voeding niet uitgeschakeld, ook niet als u het apparaat is hebt uitgezet.
• Apparaat ruikt of iets brandt of stoot rook uit
• Er lekt water uit het apparaat
Werkt helemaal niet.
□ Is er een stroomstoring geweest?
Als dat het geval is, start de unit automatisch opnieuw op wanneer de stroomvoorziening wordt hersteld. (Raadpleeg
pagina 10
.)
□ Is de circuitonderbreker uitgeschakeld?
⇒ Schakel de circuitonderbreker in.
□ Is er een zekering doorgebrand of is de circuitonderbreker geactiveerd?
⇒ Vervang de zekering of reset de circuitonderbreker.
□ Is de timer in werking?
⇒ U kunt de instelling van de timer controleren of deactiveren, raadpleeg hiervoor
pagina 5
.
Slechte koeling- of verwarmingsprestaties.
□ Werkt de unit onder condities die buiten het toegestane temperatuurbereik liggen?
Als dat het geval is, werkt de airconditioner misschien niet meer omdat het automatische beveiligingscircuit in werking is getreden.
□ Is het luchtfilter vuil?
⇒ Reinig het luchtfilter. (Raadpleeg
pagina 8.
)
□ Is het inlaatrooster of de uitgangspoort van de binnen-unit geblokkeerd?
⇒
Verwijder de obstakels.
□ Is de kamertemperatuur goed afgesteld?
⇒
Voor het wijzigen van de temperatuurinstelling, raadpleeg
pagina 5
.
□ Is er een raam of deur open blijven staan?
⇒ Sluit het raam of de deur.
□ Is de ventilatorsnelheid ingesteld op Stil?
⇒ Voor het wijzigen van de ventilatorsnelheid, raadpleeg
pagina 5
.
□ Is de Ruisonderdrukking bediening van de Buitenunit ingesteld?
⇒ Voor het stoppen van de Ruisonderdrukking bediening van de
Buitenunit, raadpleeg
pagina 7
.
□ <In de stand Koelen> Dringt er direct of sterk zonlicht door in het vertrek?
⇒ Sluit de gordijnen.
□ <In de stand Koelen> Zijn er andere verwarmingsapparaten of computers in bedrijf, of zijn er teveel mensen in het vertrek?
⇒ Schakel de verwarmingsapparatuur of computers uit, of stel de temperatuur lager in. (Raadpleeg
pagina 5
.)
Luchtstroom is zwak of stopt.
□ Is de ventilatorsnelheid ingesteld op Stil?
⇒
Voor het wijzigen van de ventilatorsnelheid, raadpleeg
pagina 5.
□
Is de Ventilatorregeling ingesteld op Energiebesparing? Als dat het geval is, zal de binnen-unit misschien tijdelijk tot stilstand komen in de stand Koelen.
⇒
Voor het annuleren van de Ventilatorbesturing voor energiebesparing, raadpleeg
pagina 7
.
□ <In de stand Verwarmen> Heeft u de unit pas in werking gesteld?
Als dit het geval is, draait de ventilator tijdelijk op een zeer lage snelheid zodat de interne onderdelen van de unit warm kunnen worden.
□ <In de stand Verwarmen> Is de kamertemperatuur hoger dan de ingestelde temperatuur?
Als dat het geval is, komt de buiten-unit tot stilstand en draait de ventilator van de binnen-unit op een zeer lage snelheid.
□ <In de stand Verwarmen> Knippert het [ op de binneneenheid?
] indicatielampje
In dat geval is de functie Automatische ontdooiing in werking. De binneneenheid komt maximaal 15 minuten tot stilstand. (Raadpleeg
pagina 10
.)
□ <In de stand Drogen> De binnen-unit werkt op lage ventilatorsnelheid voor het aanpassen van de luchtvochtigheid in het vertrek, en kan van tijd tot tijd tot stilstand komen.
□ <In de stand Auto> In de stand Monitor, draait de ventilator op een zeer lage snelheid.
Er is ruis hoorbaar.
□ Werkt de unit, of hoort u de ruis direct na het tot stilstand komen van de unit?
Als dat het geval is, hoort u misschien het geluid van stromend koelmiddel. Het zal misschien vooral hoorbaar zijn gedurende 2-3 minuten na aanvang van de werking.
□ Hoort u een zacht piepend geluid tijdens de werking?
Dit is het resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van het frontpaneel die door een wijziging van de temperatuur worden veroorzaakt.
□ <In de stand verwarming> houd u een sissend geluid?
Dit geluid wordt geproduceerd door de Automatische ontdooiing.
(Raadpleeg
pagina 10
.)
Er komt een geur uit de unit.
□ De airconditioner kan allerlei luchtjes absorberen die ontstaan door stoffering en meubels in het interieur of door sigarettenrook.
Deze luchtjes kunnen tijdens de werking van de unit worden uitgestoten.
Er komt nevel of stoom uit de unit.
□ <In de stand Koelen of Drogen> Er kan een lichte nevel ontstaan door condensatie bij plotselinge afkoeling.
□
<In de stand Verwarmen> Knippert het indicatielampje [ op de binneneenheid?
]
In dat geval kan er stoom uit de buiteneenheid opstijgen omdat de functie Automatische ontdooiing in werking is.
(Raadpleeg
pagina 10
.)
Er loopt water uit de buiten-unit.
□ <In de stand Verwarmen> Er kan water uit de buiten-unit lopen dat wordt gegenereerd door de Automatische ontdooiing. (Raadpleeg
pagina 10
.)
Het apparaat werkt anders dan de instelling van de afstandsbediening.
□ Zijn de batterijen in de afstandsbediening leeg?
⇒ Vervang de batterijen.
Werking wordt vertraagd na het opnieuw opstarten.
□ Is de stroomvoorziening plotseling weer ingeschakeld?
Als dat het geval is, zal de compressor ongeveer 3 minuten niet werken zodat wordt voorkomen dat de zekering springt.
Nl-11
Werkt helemaal niet.
□
Knippert het [ ] indicatielampje op de binneneenheid?
(Raadpleeg
pagina 12
.)
Er kan een fout zijn opgetreden in de sensor voor koelmiddellekkage en het loskoppelen/aansluiten van de kabelboom.
Neem contact op met bevoegd onderhoudspersoneel.
Het apparaat werkt anders dan de instelling van de afstandsbediening.
□ Knippert het [ ] indicatielampje op de binneneenheid?
(Raadpleeg
pagina 12
.)
Koelmiddel kan zijn gelekt. Blazen wordt uitgevoerd om te voorkomen dat het koelmiddel zich ophoopt.
Open de ramen en ventileer de ruimte en neem contact op met een erkende servicemonteur.
Het product begint uit zichzelf te draaien
□ Knippert het [ ] indicatielampje op de binneneenheid?
(Raadpleeg de
Status van de indicatielampjes
)
Koelmiddel kan zijn gelekt. Blazen wordt uitgevoerd om te voorkomen dat het koelmiddel zich ophoopt.
Open de ramen en ventileer de ruimte en neem contact op met een erkende servicemonteur.
Stop de werking onmiddellijk en zet in de volgende gevallen de elektrische onderbreker uit. Raadpleeg dan geautoriseerd personeel.
• Het probleem blijft aanhouden, zelfs als u deze controles of diagnosehandelingen uitvoert.
• Op de binneneenheid knipperen [ snel knippert.
] en [ ] terwijl [ ]
Status van de indicatielampjes
(4 keer)
(5 keer) (Snel)
Fout sensor koelmiddellekkage
⇒ Er kan een sensorfout zijn opgetreden. Neem contact op met bevoegd onderhoudspersoneel.
* De bediening mag worden uitgevoerd, maar neem contact op met bevoegd onderhoudspersoneel
Beperkte functie
-
10
Handmatig Automatisch en van Filterindicatielampje -
U kunt de airconditioner bedienen met unit.
op de binnen-
Status
In bedrijf
Wordt gestopt
Time voor het blijven indrukken
Meer dan 3 seconden
2 seconden of minder
Stand of werking
Stoppen
Reset Filterindicatielampje
Auto *
1)
Meer dan 3 seconden minder dan 10 seconden
Meer dan 10 seconden
(Alleen voor servicewerkzaamheden.*
2)
)
Geforceerde koeling
*1) In meervoudige aansluiting volgt de bedrijfsstand de andere binnenunits.
*2) Voor het stoppen van geforceerd koelen, druk op de knop of op de afstandsbediening.
Verlichtingspatroon: Knipperend, Iedere toestand
Status
(3 keer)
(Snel)
(10 keer)
(8 keer) (Snel)
Oorzaken en oplossingen
Automatische ontdooiing
⇒
Wacht tot het ontdooien is voltooid
(maximaal 15 minuten).
Filter-indicatielampje
⇒
Reinig het luchtfilter en reset het filterteken.
Foutcodeweergave
⇒ Vraag advies aan bevoegd servicepersoneel.
Instelfout timer door Automatische herstart
⇒ Reset de instelling van de klok en van de timer.
Proefdraaien (alleen voor geautoriseerd personeel)
⇒ Druk op als u het proefdraaien wilt stoppen.
Vermoeden van lekkage van koelmiddel
⇒ Blazen wordt uitgevoerd om te voorkomen dat het koelmiddel zich ophoopt.
Open de ramen en ventileer de ruimte en neem contact op met een erkende servicemonteur.
* Druk op de knop om het zoemergeluid te stoppen.
Zie pagina
10
-
-
9
10
3
Nl-12

Public link updated
The public link to your chat has been updated.
Advertisement