Advertentie
Advertentie
GEBRUIKSAANWIJZING AHO 312,
AHO POWER
Dank u
Wij willen u graag bedanken voor het kiezen van Oticon Safari.
Wij hebben er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat dit nieuwe hoortoestel van de beste kwaliteit is. Daarnaast is het eenvoudig in het gebruik en onderhoud.
Het is aan te bevelen deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door te lezen, zodat u optimaal profijt heeft van het hoortoestel.
Gefeliciteerd met de aankoop van een hoortoestel dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technologie die momenteel beschikbaar is.
Inhoud
Afbeelding AHO 312
Afbeelding AHO Power
Vervangen van de batterij
AHO 312 – Kindveilige batterijlade (Optie)
AHO Power – Kindveilige batterijlade (Optie)
Het hoortoestel AAN en UIT zetten
Links/Rechts markering
Inzetten van het hoortoestel
Druktoets
Programma’s (Optie)
Volumeregelaar (Optie)
Dempfunctie (Optie)
Luisterspoel (Optie)
AutoPhone (Optie)
FM
DAI (Direct Audio Input)
Hoorbare en visuele indicatie
20
21
22
24
13
14
16
18
26
28
5a
5b
7
9
10
11
12
Onderhoud van het hoortoestel
Vermijd hitte en vocht
Goede communicatiegewoonten bij slechthorende kinderen
Zeven eenvoudige stappen om beter te gaan horen
Oplossingen bij kleine problemen
Waarschuwingen
31
36
37
38
44
Gele bladzijden
BElANGRIJK
Lees dit boekje zorgvuldig door voordat u het hoortoestel gaat gebruiken. Het bevat belangrijke aanwijzingen en informatie over het gebruik en onderhoud van het hoortoestel en de batterijen .
Safari AHO Power is een krachtig hoortoestel. Sta nooit toe dat anderen het hoortoestel dragen; verkeerd gebruik kan blijvend gehoorverlies veroorzaken.
Afbeelding AHO 312
Microfoon openingen
Toonbocht Slangetje
Visuele indicatie (LED)
Geluidskanaal
Ventilatie- opening
Druktoets/
Volumeregelaar
Batterijlade
Oorstukje
(optie)
Batterijtype: 312
5a
Afbeelding AHO Power
Microfoonopeningen
Toonbocht Slangetje
Visuele indicatie (LED)
Geluidskanaal
Ventilatie- opening
Druktoets/
Volumeregelaar
Batterijlade
Oorstukje
(optie)
Batterijtype: 13
5b
Vervangen van de batterij
Een lege batterij moet altijd onmiddellijk worden vervangen.
Wanneer de batterijspanning laag is blijft het LED-lampje snel knipperen (indien geactiveerd) en de gebruiker hoort twee signalen (indien geactiveerd).
U hoort deze waarschuwing als de batterij nog voor enkele uren stroom heeft. De twee waarschuwingssignalen worden met regelmatige tussenpozen herhaald om aan te geven dat de batterij vervangen moet worden.
Wanneer de batterij leeg is, gaat het hoortoestel uit. U hoort dan vier signalen die aangeven dat het hoortoestel niet langer werkt en het LED-lampje (indien geactiveerd) gaat uit.
7
Vervangen van de batterij:
• Open de batterijlade volledig door aan de verhoogde rand aan de onderkant van het toestel te trekken. Verwijder de oude batterij. Voor het verwijderen en plaatsen van de batterij kan het magnetische uiteinde van de MultiTool worden gebruikt.
• Verwijder de sticker van de +-kant van de nieuwe batterij.
• Plaats de nieuwe batterij met het magnetische uiteinde van de MultiTool. Zorg dat het
+-teken op de batterij overeenkomt met het +-teken op de batterijlade. Sluit de batterijlade.
Eventueel vocht op de batterij moet met een doekje worden weggeveegd.
Na het vervangen van de batterij kan het enkele seconden duren voordat de batterij optimaal werkt.
MultiTool
8
AHO 312 – Kindveilige batterijlade (optie)
Om de batterij buiten bereik van (jonge) kinderen en mensen met een verstandelijke beperking te houden is het aan te bevelen een kindveilige batterijlade te gebruiken.
Instructies:
Op slot zetten van de batterijlade:
Zorg dat de batterijlade volledig gesloten is. Gebruik de schroeven- draaier van de MultiTool om de kindveilige schroef op slot te draaien.
Van het slot halen van de batterijlade:
Gebruik de schroevendraaier van de MultiTool om de kindveilige schroef van het slot te halen. De batterijlade kan vervolgens normaal worden geopend.
Belangrijk: Probeer de batterijlade nooit verder dan mogelijk te openen.
Plaats de batterij op de juiste manier. Gebruik geen overmatige kracht.
9
AHO Power – Kindveilige batterijlade (optie)
Om de batterij buiten bereik van (jonge) kinderen en mensen met een verstandelijke beperking te houden is het aan te bevelen een kindveilige batterijlade te gebruiken.
De batterijlade kan alleen met de MultiTool geopend worden. Plaats de MultiTool in de gleuf aan de onderkant van het hoortoestel en duw de batterijlade open.
Belangrijk: Probeer de batterijlade nooit verder dan mogelijk te openen. Plaats de batterij op de juiste manier. Gebruik geen overmatige kracht.
10
Aan- en uitzetten van het hoortoestel
U zet het hoortoestel aan door de batterijlade (met batterij) volledig te sluiten. Als de hoorbare en visuele indicatie zijn geactiveerd hoort u vervolgens een opstartmelodie en geeft het LED-lampje het knipperpatroon van het gekozen programma aan (Zie het hoofdstuk over programma’s). Dit betekent dat de batterij en het toestel werken.
U zet het hoortoestel uit door de batterijlade enigszins te openen totdat u een ‘klik’ voelt.
Zet de batterijlade volledig open als u het toestel niet gebruikt. De batterij gaat dan langer mee.
BElANGRIJK
Open de batterijlade volledig als het hoortoestel niet wordt gebruikt, met name ‘s nachts, om het binnenin verzamelde vocht te laten verdampen.
AAN
Klik
UIT
Klik
11
links/Rechts markering
Hoortoestellen worden op een specifiek gehoorverlies aangepast. Bij het gebruik van twee hoortoestellen kan het linkertoestel anders geprogrammeerd zijn dan het rechter.
Het is dus van belang om de toestellen van elkaar te kunnen onderscheiden.
Voor eenvoudige herkenning van het linker- en rechtertoestel kan op de batterijklep een kleurcodering zijn aangebracht.
Blauw markeert het LINKER-toestel.
Rood markeert het RECHTER-toestel.
Inzetten van het hoortoestel
Plaats de tuit van het oorstukje in de gehoorgang en let hierbij op dat het bovenste puntje (A) achter en onder de oorplooi (B) zit.
Trek de oorlel iets naar achter en druk het oorstukje zachtjes in de gehoorgang.
Zodra het oorstukje goed in het oor zit, pakt u de onderkant van het hoortoestel en plaatst het voorzichtig achter het oor.
B
A
12 13
Druktoets
Het hoortoestel is voorzien van een druktoets om van volume te veranderen en tussen de verschillende programma’s te schakelen.
De duktoets wordt geactiveerd door op het bovenste gedeelte (OP) of het onderste gedeelte (NEER) te drukken.
OP
NEER
14
De druktoets van het hoortoestel kan voor één van de drie functies worden
geprogrammeerd.
In te vullen door de audicien!
links Rechts
Programmaverandering:
Kort indrukken voor programma verandering.
Volumeregelaar:
Kort indrukken voor volume verandering.
Zowel volumeregelaar als programmaverandering:
Kort indrukken voor volumeverandering. Lang (2 sec.) indrukken voor programmaveranderingen.
Binaurale coördinatie geactiveerd (zie ‘Gebruik van twee hoortoestellen’ in de hoofdstukken Programma’s en Volumeregelaar).
15
Programma’s (Optie)
Het hoortoestel heeft maximaal vier verschillende programma’s. Bij het gebruik van FM of DAI worden twee extra programma’s toegevoegd (zie voor meer informatie de hoofdstukken over FM en DAI). Bij schakelen van het ene naar het andere programma geeft het toestel een signaal om aan te geven naar welk programma is overgeschakeld.
Indien geactiveerd geeft het LED-lampje het overeenkomstige knipperpatroon aan.
Signalen Visuele indicatie
Eén signaal, bij overschakelen naar programma 1 Een keer knipperen
Twee signalen, bij overschakelen naar programma 2 Twee keer knipperen
Drie signalen, bij overschakelen naar programma 3 Drie keer knipperen
Vier signalen, bij overschakelen naar programma 4 Vier keer knipperen
Druk op het bovenste gedeelte om vooruit te gaan in de programmacyclus, bijv. van P1-P2.
Druk op het onderste gedeelte om terug te gaan in de programmacyclus, bijv. van P3-P2.
16
Hieronder vindt u een beschrijving van de voor het hoortoestel beschikbare programma’s.
In te vullen door de audicien!
Prg. 1:
Prg. 2:
Vooruit
Prg. 3:
Prg. 4:
Terug
Gebruik van twee hoortoestellen
Om de bediening te vereenvoudigen kan de druktoets worden geprogrammeerd
(alleen bij Safari 900 en 600) om via de draadloze communicatie tussen de toestellen ook het andere toestel naar hetzelfde programma te laten overschakelen. Dit heet binaurale coördinatie.
17
Volumeregelaar (Optie)
Met de volumeregelaar kan het volume in specifieke situaties op het meest aangename niveau worden ingesteld.
Druk het bovenste gedeelte van de druktoets kort in om het volume te verhogen (OP).
Druk het onderste gedeelte van de druktoets kort in om het volume te verlagen (NEER).
Wanneer de geluidssignalen zijn geactiveerd geeft het toestel een signaal als het volume harder of zachter wordt gezet.
OP
NEER
18
Het toestel start op het gewenste volumeniveau op. Wanneer het volume handmatig op het gewenste niveau wordt gezet geeft het hoortoestel twee geluidssignalen (indien geactiveerd). Het LED-lampje knippert vijf keer (indien geactiveerd).
De audicien kan eventueel een geluidssignaal van drie toontjes instellen wanneer het hoortoestel het minimum- of maximumniveau bereikt.
Gebruik van twee hoortoestellen
Om de bediening te vereenvoudigen kan de druktoets worden geprogrammeerd (alleen bij Safari 900 en 600) om via de draadloze communicatie tussen de toestellen ook het andere toestel naar hetzelfde volume te laten overschakelen. Dit heet binaurale coördinatie.
19
Dempfunctie (optie)
Wanneer u de boven- of onderkant van de druktoets minimaal 3 seconden ingedrukt houdt, schakelt het toestel naar de Dempfunctie.
U kunt de Dempfunctie gebruiken om het geluid van het hoortoestel te onderdrukken terwijl u het draagt.
Door de toets nogmaals kort in te drukken, schakelt u het toestel weer in.
OF
BElANGRIJK
Gebruik de Dempfunctie niet om het hoortoestel uit te zetten. Het hoortoestel gebruikt dan nog steeds stroom.
20
3 sec indrukken
luisterspoel (Optie)
De luisterspoel is een ontvanger voor een wisselend magnetisch veld waarmee een ringleidingsysteem audiosignalen uitzendt. De luisterspoel kan worden gebruikt bij telefoongesprekken en voor ringleidingen in theaters, kerken, of collegezalen en wordt aangegeven met het volgende symbool.
De luisterspoel wordt geactiveerd door met behulp van de druktoets naar het luisterspoelprogramma over te schakelen. Een aantal geluidssignalen geeft na inschakeling het luisterspoelprogramma aan.
Zie ‘Programma’s’ voor de plaats van het luisterspoelprogramma.
21
AutoPhone (Optie)
Het hoortoestel kan voorzien zijn van een ingebouwde AutoPhone-functie. Deze functie wordt geactiveerd als het toestel in de buurt komt van de hoorn van de telefoon.
Bij activering van het telefoonprogramma hoort u twee korte geluidssignalen.
Na het beëindigen van het telefoongesprek keert het hoortoestel automatisch terug naar het voorgaande programma.
Niet alle telefoons kunnen de AutoPhone activeren. Er kan een speciale magneet op de telefoonhoorn nodig zijn. Raadpleeg uw audicien voor meer informatie.
22
WAARScHUWING
Bij gebruik van een AutoPhone-magneet:
• Houd de magneet buiten bereik van kinderen en huisdieren. Raadpleeg onmiddellijk een arts bij inslikken van een magneet.
• Draag de magneet niet in een borstzak en houd de magneet altijd 30 cm weg van actieve geïmplanteerde apparatuur. Gebruik de telefoon met magneet bij voorkeur aan de tegenoverliggende kant van een pacemaker of andere actieve geïmplanteerde apparatuur.
• Houd de magneet 30 cm weg van creditcards en andere magnetisch gevoelige voorwerpen.
23
FM
Met een FM-ontvanger (accessoire) maakt het hoortoestel rechtstreeks verbinding met een externe draadloze FM-zender.
Koppeling van de FM-ontvanger
Open de batterijlade en schuif de FM-ontvanger op het hoortoestel. Voor koppeling met een FM-ontvanger met een 3-pin Euroconnectie kan de FM-adaptor FM9 worden gebruikt.
Toestel
Wanneer het hoortoestel maar één programma heeft en de FM-ontvanger gekoppeld is en aan staat, schakelt het, afhankelijk van de configuratie, automatisch naar een programma dat een combinatie van microfoon- en externe draadloze signalen van de FM-zender of alleen externe draadloze signalen van de FM-zender ontvangt.
FM-ontvanger
24
Wanneer de druktoets is geactiveerd kan daarmee eenvoudig worden geschakeld tussen standaard- en FM-programma’s.
Zodra de FM-ontvanger aan het hoortoestel is gekoppeld worden automatisch twee
FM-programma’s (FM + microfoon en Alleen FM) na de standaardprogramma’s toegevoegd.
Raadpleeg de specifieke FM-handleiding voor gedetailleerde instructies over het gebruik van de FM-ontvanger.
25
DAI (Direct Audio Input)
Wanneer het hoortoestel door middel van een DAI-adaptor (accessoire) met een externe geluidsbron, zoals een CD-speler, mp3-speler, op het lichaam gedragen FM-ontvanger of een handmicrofoon is gekoppeld, worden de signalen van deze apparaten rechtstreeks naar het hoortoestel gezonden.
Koppeling van de DAI-adaptor
Open de batterijlade en schuif de DAI-adaptor op het toestel.
Koppel het DAI-snoer aan de adaptor.
Toestel
Wanneer het hoortoestel maar één programma heeft en de DAI-adaptor gekoppeld is en aan staat, schakelt het, afhankelijk van de configuratie, automatisch naar een programma dat een combinatie is van een
DAI-programma met de hoortoestelmicrofoon of een alleen DAI-programma.
26
DAI-adaptor
DAI-snoercontact
Wanneer de druktoets is geactiveerd kan daarmee eenvoudig tussen DAI-en standaardprogramma’s worden geschakeld.
Zodra de DAI-adaptor aan het hoortoestel is gekoppeld worden automatisch twee FMprogramma’s (DAI + microfoon en Alleen DAI) na de standaardprogramma’s toegevoegd.
BElANGRIJK
Bij DAI-koppeling van op het elektriciteitsnet aangesloten apparatuur moet deze apparatuur voldoen aan IEC-60065, IEC-60601 of vergelijkbare veiligheidseisen.
27
Hoorbare en visuele indicatie
De statusindicatie kan op twee manieren worden weergegeven; met geluidssignalen en/ of een LED-lampje. De indicatie wordt ingesteld door de audicien. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de verschillende instellingen.
Hoortoestel staat AAN
Hoortoestel in gebruik en programma
Visuele indicatie
(lED-lampje)
Tijdens het opstarten brandt het LEDlampje. Het gaat vervolgens knipperen overeenkomstig het actieve programmanummer als het toestel AAN staat.
Het knipperpatroon geeft het programma aan:
P1: Eén keer knipperen, een pauze, één keer knipperen, een pauze, enz.
P2: Twee keer knipperen, een pauze, twee keer knipperen, een pauze, enz.
Het LED-lampje kan worden uitgeschakeld.
Geluidssignalen
Het toestel start op met een melodie die aangeeft dat het toestel en de batterij werken.
Geen signalen.
28
Verandering van programma
Gewenst
Vc-niveau
Visuele indicatie
(lED-lampje)
Bij verandering van het programma knippert het LED-lampje overeenkomstig het gekozen programmanummer.
De volumeregelaar is geprogrammeerd op een bepaald niveau voor normale situaties.
Wanneer dit niveau bij handmatig instellen is bereikt gaat het LED-lampje snel 5 keer knipperen.
Het LED-lampje kan worden uitgeschakeld
Geluidssignalen
Bij verandering van programma geeft het toestel een aantal toontjes dat overeenkomt met het gekozen programma.
De volumeregelaar is geprogrammeerd op een bepaald niveau voor normale situaties.
Wanneer dit niveau bij handmatig instellen is bereikt geeft het toestel twee korte toontjes.
29
Gebruik van accessoires met het hoortoestel
(FM, DAI,
Streamer,
AutoPhone)
Waarschuwing lege batterij
Visuele indicatie
(lED-lampje)
Accessoire + microfoon:
Eén keer lang knipperen, één keer kort knipperen.
Alleen accessoire:
Eén keer kort knipperen, één keer lang knipperen.
Voortdurend snel knipperen
Geluidssignalen
Accessoire + microfoon:
Eén lage toon en één hoge toon.
Alleen accessoire:
Eén hoge toon en één lage toon.
Elke 15 minuten twee toontjes.
30
Onderhoud van het hoortoestel
Uw gehoorgang produceert oorsmeer (cerumen) waardoor het geluidskanaal en de ventilatie-opening van het hoortoestel verstopt kunnen raken. Volg de instructie op om te voorkomen dat de hoortoestelprestaties door opgehoopt oorsmeer negatief worden beïnvloed.
Houd het hoortoestel bij het schoonmaken boven een zachte ondergrond, zodat het niet kan beschadigen als u het laat vallen.
Voor het slapen gaan:
• Verwijder eventueel oorsmeer uit de openingen van het oorstukje. Reinig het oorstukje zoals op de volgende bladzijde wordt beschreven.
• Open de batterijlade wanneer u het toestel niet gebruikt om binnenin verzameld vocht te laten verdampen.
31
MultiTool
De meegeleverde MultiTool bevat een borsteltje voor het reinigen van het hoortoestel.
Schroevendraaier
MultiTool
Magneet
Huls Borstel Handgreep
32
Dagelijks onderhoud
• Gebruik het borsteltje om het oorsmeer rond het geluids-kanaal weg te vegen.
• Maak de ventilatie-opening schoon door het borsteltje licht draaiend door de opening te duwen.
Veeg het hoortoestel met het doekje schoon.
Vervang de borstel regelmatig. Haal de borstel uit de handgreep en plaats een nieuwe borstel. Druk de nieuwe borstel stevig in de handgreep.
Nieuwe borstels zijn verkrijgbaar bij uw audicien.
33
Schoonmaken van het oorstukje
Een oorstukje moet regelmatig worden schoongemaakt:
• Maak het oorstukje en slangetje los van de toonbocht van het hoortoestel.
• Maak het oorstukje schoon met een speciaal schoonmaaksetje.
• Spoel het af met water.
• Droog de buitenkant met een doekje.
• Blaas daarna eventuele waterdruppels uit zowel het slangetje als het oorstukje. Hiervoor is een speciaal blaasbalgje verkrijgbaar bij de audicien.
34
• Zorg dat het oorstukje en slangetje volkomen droog zijn voordat ze weer worden vastgemaakt aan het hoortoestel. Controleer of u het linkeroorstukje en slangetje vastgemaakt heeft aan het toestel met de links-markering (blauw) en het rechteroorstukje en slangetje aan het toestel met de rechts-markering (rood).
Vervangen van het slangetje
Laat de audicien het slangetje tussen het oorstukje en hoortoestel vervangen als het verkleurt of stug wordt.
BElANGRIJK
Het hoortoestel zelf mag nooit in contact komen met water of andere vloeistoffen!
35
Vermijd hitte en vocht
Leg het hoortoestel nooit in de buurt van open vuur, in een magnetron, of een in de zon geparkeerde auto. Vermijd vocht. Doe het hoortoestel uit bij douchen, als het hard regent en in vochtige ruimtes, zoals een stoombad of sauna.
Als het hoortoestel toch aan vocht heeft blootgestaan kan dit een negatieve invloed hebben op de prestaties. U kunt het, na de batterij verwijderd te hebben, in een droogetui leggen om het binnenin verzamelde vocht te laten verdampen. Raadpleeg hiervoor uw audicien. Eventueel vocht op de batterij moet met een doekje worden afgeveegd.
Chemicaliën in cosmetica, zoals parfum, aftershave, insectenspray, haarlak, haargel, of zonnebrandcrème kunnen het hoortoestel beschadigen. Doe het toestel daarom even uit voordat u dergelijke producten gebruikt. Zorg dat uw handen volledig droog zijn voordat u het hoortoestel weer in zet.
36
Goede communicatiegewoonten
Gebruik bij de communicatie met uw kind altijd bepaalde basisregels die uw kind kunnen helpen bij het beter en sneller ontwikkelen en begrijpen van spraak.
1. Kijk uw kind bij het spreken altijd aan, liefst binnen een afstand van 1-3 meter.
Zorg dat uw gezicht in beeld blijft en ga ergens staan of zitten waar voldoende licht is, zodat uw gezichtsuitdrukkingen en mondbewegingen goed zichtbaar zijn.
2. Praat niet met volle mond. Dit maakt het moeilijk te verstaan wat u zegt en bijna onmogelijk om spraak af te zien.
3. Leun niet met uw kin op uw hand en praat niet achter een opengevouwen krant; dit bemoeilijkt zowel de overbrenging van het geluid, als het spraakafzien.
4. Houd de afstand tussen uzelf en uw kind bij praten zo klein mogelijk en houd bij spraak altijd rekening met het ideale hoorbereik van uw kind.
5. Probeer achtergrondgeluiden zoveel mogelijk te voorkomen bij het praten met uw kind, het is moeilijk om uw stem en het lawaai van elkaar te onderscheiden. Zet de televisie uit en sluit de ramen bij eventueel verkeerslawaai. Ga dichterbij zitten, spreek harder om uw stem boven het achtergrondlawaai uit te laten komen, of zoek een rustiger plaats.
37
Zeven eenvoudige stappen om beter te gaan horen
Het kost tijd om aan uw nieuwe hoortoestel(len) te wennen. Hoe lang deze gewenning duurt verschilt van persoon tot persoon en is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de mate van het gehoorverlies en of u al eerder een hoortoestel hebt gedragen.
1. Thuis, in een rustige omgeving
Probeer te wennen aan de nieuwe geluiden in uw eigen omgeving. Luister naar de verschillende achtergrondgeluiden en probeer elk geluid te iden tificeren. Sommige geluiden kunnen anders klinken dan u gewend was, zodat u ze opnieuw moet leren herkennen. Op den duur zult u gewend raken aan de zachte geluiden in uw omgeving.
Raadpleeg uw audicien wanneer dit niet gebeurt.
Als u vermoeid raakt kunt u het hoortoestel even uit doen en een poosje rusten.
Geleidelijk zult u leren het toestel langere perioden in te houden, zodat u er al snel de hele dag baat bij hebt.
38
2. Een gesprek met één persoon
Ga met uw gesprekspartner in een rustige omgeving zitten. Kijk de spreker aan, zodat u de gezichtsuitdrukkingen goed kunt zien. U kunt nieuwe spraak geluiden ervaren die in het begin misschien wat vreemd zijn. Wanneer de hersenen eenmaal aan deze nieuwe geluiden gewend zijn, zal het verstaan helderder worden.
3. luisteren naar radio of televisie
Begin met luisteren naar het nieuws, de presentatoren spreken meestal duidelijk.
Ga daarna pas luisteren naar andere programma’s.
Wanneer u moeite heeft met het volgen van radio en televisie kan de audicien advies geven over aanvullende hulpmiddelen.
Als uw hoortoestel een luisterspoel heeft kunt u profijt hebben van een ringleidingsysteem.
4. Een gesprek met meerdere personen
In een gesprek met meerdere personen is vaak veel achtergrondlawaai aanwezig.
Probeer daarom uw volledige aandacht te richten op degene naar wie u wilt luisteren.
Als u iets niet heeft verstaan kunt u gerust om herhaling vragen. Tenslotte mist iedereen weleens een woord.
39
5. Het gebruik van een luisterspoel in een kerk, theater of bioscoop
In een groot aantal kerken, theaters en openbare gebouwen is vaak een ringleiding aanwezig. Deze systemen zenden een draadloos signaal uit dat u met de luisterspoel van uw hoortoestel kunt ontvangen. Over het algemeen is er een aanduiding dat er een ringleiding aanwezig is. Er zijn ook ringleidingen voor in huis, zodat u thuis het geluid van de radio of tv op uw hoortoestel kunt ontvangen. Raadpleeg uw audicien voor meer informatie.
6. Het gebruik van de telefoon
Houd bij telefoneren de telefoonhoorn schuin tegen uw slaap, zodat het geluid van de telefoon rechtstreeks in de microfoonopening terecht komt. Zo zal het hoortoestel niet fluiten en bent u er zeker van dat u het gesprek onder de beste omstandigheden kunt volgen. Wanneer u de telefoon op deze manier vasthoudt, moet u rechtstreeks in de microfoon van de telefoon spreken om te zorgen dat uw gesprekspartner aan de andere kant van de lijn u óók goed kan verstaan. Wanneer uw hoortoestel een luisterspoel heeft (en uw telefoon is voorzien van een ingebouwde ringleiding), kunt u, om de weergave nog verder te verbeteren, overschakelen naar het luisterspoelprogramma.
40
Ringleidingsymbool
Alle AHO-toestellen hebben een ingebouwde luisterspoel en wanneer uw telefoon een ringleiding heeft, kunt u overschakelen naar het luisterspoelprogramma om de geluidsontvangst verder te verbeteren .
Onthoud dat de luisterspoel in hoortoestellen storingsgeluiden kan opvangen van elektronische apparatuur zoals fax, computers, televisie, enz. Zorg ervoor dat uw hoortoestel 2-3 meter afstand heeft wanneer u een luisterspoelprogramma gebruikt.
7. Draadloze en mobiele telefoons
Uw hoortoestel is ontwikkeld volgens de meest strikte eisen betreffende de International Electromagnetic Compatibility. Niet alle mobiele telefoons zijn echter geschikt om met een hoortoestel te bellen. Gebruik de microfoonpositie van uw hoortoestel, tenzij u een speciale halslus (loopset) heeft voor uw mobiele telefoon. Hiermee kunt u met het luisterspoelprogramma bellen. Voor een beter resultaat kunt u ook Streamer gebruiken
(compatibel met Safari 600 en 900). Hiermee kunt u via Bluetooth draadloos telefoneren met een vaste en mobiele telefoon en hoort u het geluid tegelijkertijd aan beide oren.
Raadpleeg uw audicien voor meer informatie.
41
Gebruik uw hoortoestel de hele dag
De beste manier om beter te gaan horen is te oefenen totdat u uw hoortoestel(len) de hele dag comfortabel kunt dragen, omdat onregelmatig gebruik van een hoortoestel meestal niet het volledige profijt oplevert. Een hoortoestel kan uw gehoor niet herstellen, noch een gehoorverlies voorkomen of verbeteren. Het kan u echter wel helpen beter gebruik te maken van de hoormogelijkheden die u heeft.
Gebruik altijd beide toestellen wanneer u twee hoortoestellen heeft. Kunnen horen met twee oren is net zo belangrijk als kunnen zien met twee ogen.
De belangrijkste voordelen van het gebruik van twee hoortoestellen:
• Beter kunnen horen waar geluiden vandaan komen.
• Beter kunnen verstaan in lawaaiige omstandig heden.
• Een ‘voller’ en aangenamer geluidsbeeld.
42 43
Oplossingen bij kleine problemen
Klacht Mogelijke oorzaak
Geen geluid
Onderbroken of verminderd geluid
Snerpend geluid
Geen geluid en lED-lampje brandt voortdurend of is uit
Lege batterij
Oorsmeer in het geluidskanaal
Oorsmeer in het geluidskanaal
Vocht op de batterij
Lege batterij
Het dempingsfilter in de toonbocht is verstopt
Hoortoestel zit niet goed in het oor
Oorsmeer in de gehoorgang
Lege batterij
Raadpleeg uw audicien als de bovenstaande oplossingen niet afdoende werken.
44
Oplossingen
Vervang de batterij
Maak het oorstukje schoon
Maak het oorstukje schoon
Droog de batterij en het toestel met een zachte doek
Vervang de batterij
Raadpleeg uw audicien
Zet het hoortoestel opnieuw in het oor
Laat de gehoorgang onderzoeken door uw (KNO-)arts
Vervang de batterij
45 pg. 7 pg. 31 & 32 pg. 31 & 32 pg. 34 pg. 7 pg. 13 pg. 7
Internationale garantie
Uw hoortoestel heeft een beperkte fabrieksgarantie van 12 maanden (gerekend vanaf de aankoopdatum). Deze beperkte garantie dekt fabricagefouten en materiaaldefecten van het hoortoestel zelf, maar niet van accessoires zoals batterijen, slangetjes,
oorsmeer-filters, enz.
De garantie geldt niet voor schade, defecten, of uitval, ontstaan door een ongeluk, onjuist gebruik of misbruik, onzorgvuldigheid, reparaties door ongeautoriseerden, blootstelling aan corrosie veroorzakende omstandigheden, fysieke veranderingen aan het oor, schade veroorzaakt door vreemde voorwerpen of zaken in het toestel, of onjuiste instelling door de aanpasser.
De bovenstaande garantie heeft geen invloed op uw eventuele rechten volgens de van toepassing zijnde nationale wetgeving betreffende verkoop van consumentengoederen.
Uw audicien kan een uitgebreider garantie dan deze beperkte garantie hebben gegeven.
Raadpleeg voor meer informatie uw audicien.
46
Bij problemen met uw hoortoestel
Bij problemen kunt u het beste naar de audicien gaan. Kleine reparaties of aanpassingen kunnen daar vaak ter plaatse worden verricht.
47
Garantiecertificaat
Naam:
Audicien:
Adres audicien:
Telefoon audicien:
Aankoopdatum:
Garantieperiode:
Links:
Rechts:
Batterijtype:
Maand:
Serienr.:
Serienr.:
48
Productgoedkeuring, voorzorgsmaatregelen en markeringen
Het hoortoestel bevat een radiozender (n.v.t. bij MiniKanaal- en CIC-toestellen) die gebruik maakt van kort bereik magnetische inductietechnologie op 3.84 MHz. De magnetische veldsterkte van de zender is < -42 dBμA/m @ 10m.
Het zendvermogen van het radiosysteem ligt ruim onder de nationale emissiegrenzen waaraan mensen mogen worden blootgesteld. Ter vergelijking: de straling van het hoortoestel is lager dan de elektromagnetische straling van bijvoorbeeld halogeenlampen, computerschermen, afwasmachines enz. Het hoortoestel voldoet aan de internationale normering betreffende Electromagnetic Compability.
In verband met de beperkte ruimte op het toestel zijn alle relevante goedkeuringen opgenomen in dit document.
49
Het hoortoestel bevat een module met:
FCC ID: U28FUBTE02
IC: 1350B-FUBTE02
Het toestel voldoet aan Deel 15 van de FCC regels en RSS-210 van de Canadese Industrie.
De werking moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
1. het toestel veroorzaakt geen storing bij andere apparatuur.
2. het toestel is niet gevoelig voor storing van andere apparatuur.
Veranderingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd kunnen het recht doen vervallen om deze apparatuur te gebruiken.
Waarschuwingen
Lees de volgende algemene waarschuwingen zorgvuldig door voordat u uw hoortoestel(len) gaat gebruiken.
Hoortoestellen en batterijen kunnen bij onjuist gebruik of inslikken gevaarlijk zijn.
Dergelijke acties kunnen ernstig letsel en blijvend gehoorverlies veroorzaken, of zelfs fataal zijn.
• Hoortoestellen, onderdelen daarvan en batterijen zijn geen speelgoed en dienen buiten bereik te blijven van ieder die ze zou kunnen inslikken of zich op andere wijze schade zou kunnen toebrengen.
• Vervang batterijen niet in het bijzijn van kinderen of mensen met een verstandelijke beperking.
• Bewaar batterijen buiten bereik van kinderen of mensen met een verstandelijke beperking.
• Controleer uw medicijnen voor u ze inneemt. Het is vaker voorgekomen dat batterijen werden aangezien voor pillen.
• Stop uw hoortoestellen of batterijen nooit in uw mond, ze zijn glad en kunnen per ongeluk worden ingeslikt.
50
• De meeste hoortoestellen kunnen worden geleverd met een kindveilige batterijlade.
Dit is sterk aan te bevelen bij jonge kinderen en mensen met een verstandelijke beperking.
Waarschuw onmiddellijk een arts bij inslikken van een hoortoestel of batterij.
Gebruik van een hoortoestel
• Hoortoestellen mogen alleen gebruikt worden zoals voorgeschreven en geadviseerd door de aanpasser. Onoordeelkundig gebruik kan plotseling en blijvend gehoorverlies veroorzaken.
• Sta nooit toe dat anderen uw hoortoestel dragen. Verkeerd gebruik kan blijvend gehoorverlies veroorzaken.
Batterijgebruik
• Gebruik goede batterijen. Batterijen van slechte kwaliteit kunnen lekken en lichamelijk letsel veroorzaken.
• Probeer niet-oplaadbare batterijen nooit op te laden. Ze kunnen ontploffen en ernstig letsel veroorzaken.
• Probeer batterijen nooit te verbranden. Ze kunnen ontploffen en ernstig letsel veroorzaken.
Hoortoestelstoring
• Het geluid van een hoortoestel kan, bijvoorbeeld wanneer de batterij leeg is, plotseling wegvallen. Houd daar rekening mee wanneer u deelneemt aan het verkeer, of u in een situatie bevindt waar waarschuwingssignalen belangrijk zijn.
Storing
• Uw hoortoestel is op storing getest volgens de meest strenge internationale eisen.
Door de steeds voortschrijdende technische ontwikkelingen worden echter voortdurend nieuwe producten geïntroduceerd, waardoor onvoorziene storing in hoortoestellen kan optreden. Voorbeelden hiervan zijn magnetrons, alarmsystemen in winkels, mobiele telefoons, faxapparatuur, PC’s, röntgenstraling, computertomografie, enz.
• Hoewel uw hoortoestel voldoet aan de strengste eisen van de International Electromagnetic Compatibility kan het storing veroorzaken bij andere medische apparatuur.
Een dergelijke storing kan eveneens worden veroorzaakt door radio-signalen, stroomstoringen, metaaldetectoren op vliegvelden, elektromagnetische velden van andere medische apparatuur en elektrostatische ontladingen.
Mogelijke bijwerkingen
• Bij gebruik van een hoortoestel kan vermeerdering van oorsmeerproductie optreden.
• De anti-allergene materialen kunnen in zeldzame gevallen huidirritatie veroorzaken.
Ga naar uw (KNO-)arts bij een van deze bijwerkingen.
Veiligheidseisen Direct Audio Input (DAI)
• De veiligheid van hoortoestellen met DAI (Direct Audio Input) wordt bepaald door de externe geluidsbron. Bij koppeling van de op het elektriciteitsnet werkende apparatuur moet deze apparatuur voldoen aan IEC-60065, IEC-60601 of vergelijkbare veiligheidsnormen.
Waarschuwing voor audicien en gebruiker
• Bij de keuze en aanpassing van een hoortoestel waarvan de maximum output de
132 dB SPL (IEC 711) overschrijdt, dient speciale aandacht te worden besteed aan een mogelijk risico op beschadiging van het restgehoor van de hoortoestelgebruiker.
Optie: kindveilige batterijlade
• Deze optie is sterk aan te bevelen bij (jonge) kinderen of mensen met een verstandelijke beperking.
Hierbij verklaren we dat dit hoortoestel voldoet aan de essentiële eisen en bepalingen van de Directive 1999/5/EC. Een conformiteitsverklaring is verkrijgbaar bij:
Oticon A/S
Kongebakken 9
DK-2765 Smørum
Denmark www.oticon.com
0543 0682
Gooi, in verband met milieuvervuiling, uw lege batterijen niet bij het huishoudelijk afval.
N1175
948140400000001
Om slechthorende kinderen hun gehoor optimaal te laten gebruiken is een specifieke benadering nodig. Daarom leveren we alle oplossingen en ondersteuning die professionals en ouders/verzorgers nodig hebben om kinderen in staat te stellen hun mogelijkheden volledig te benutten. Dat is waar het om gaat bij kindvriendelijke zorg.

Downloaden
Advertentie