NordicTrack Commercial 12.9i Crosstrainer - NTEVEL15017 de handleiding
Advertentie
Advertentie
Modelnr. NTEVEL15017.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Sticker met
Serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten dienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website: iconsupport.eu
Email: [email protected]
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
iconeurope.com
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
DE ELLIPTISCHE TRAINER GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
De hier afgebeelde waarschuwingssticker wordt meegeleverd bij dit product. Bevestig de waarschuwingssticker bovenop de Engelse waarschuwing op de aangegeven locatie. Deze tekening toont de locatie van de waarschuwings sticker. Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het nummer op de voorkant van deze handleiding en vraag om een gratis vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Let op: De sticker wordt mogelijk niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK en IFIT zijn handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. Het woordmerk BLUETOOTH ® en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en in licentie worden gebruikt. Google Maps is een handelsmerk van Google Inc. WiFi is een geregistreerd handelsmerk van WiFi Alliance. WPA en WPA2 zijn handelsmerken van WiFi Alliance.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING:
Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw elliptische trainer voordat u deze gebruikt om het risico op brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen.
ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om zich ervan te vergewissen dat alle gebruikers van de elliptische trainer voldoende op de hoogte zijn van alle voorzorgsmaatregelen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen van de elliptische trainer en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd kinderen jonger dan 13 jaar en huisdieren uit de buurt van de elliptische trainer.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
10. Steek, bij het insteken van de stekker (zie bladzijde 13), de stekker alleen in een geaard stopcontact.
3. De elliptische trainer is niet bedoeld voor gebruik door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of met een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij zij instructie hebben ontvangen over het gebruik van de elliptische trainer door iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
11. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik geen adapter om het stroomsnoer op een onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het stroomsnoer uit de buurt van verwarmde oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
4. Gebruik de elliptische trainer alleen zoals in deze handleiding beschreven.
5. De elliptische trainer is alleen voor thuisgebruik bedoeld. Gebruik de elliptische trainer niet commercieel, voor verhuur of institutionele situatie.
6. Gebruik de elliptische trainer enkel binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de elliptische trainer niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
12. Gebruik de elliptische trainer niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt.
13.
GEVAARLIJK:
Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) wanneer u de elliptische trainer niet gebruikt en voordat u de elliptische trainer reinigt. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding, dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
14. De elliptische trainer is niet geschikt voor personen die meer dan 150 kg wegen.
7. Plaats de elliptische trainer op een vlakke ondergrond en zorg ervoor dat er minstens
0,9 m vrije ruimte voor en achter en 0,6 m vrije ruimte aan zijkanten van de elliptische trainer is. Leg een matje onder de elliptische trainer om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
15. Draag geschikte kleding wanneer u de elliptische trainer gebruikt; draag geen losse kleding die vast kan komen te zitten in de elliptische trainer. Draag altijd gymschoenen tijdens het oefenen om uw voeten te beschermen.
3
16. Houd de handgrepen of de armen van het bovendeel vast bij het opstappen, het afstappen of tijdens het gebruik van de elliptische trainer.
17. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij het oefenen.
totdat het vliegwiel stopt. Verlaag uw fietssnelheid op een gecontroleerde manier.
19. Houd tijdens het gebruik van de elliptische trainer uw rug recht. Krom uw rug niet.
20. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt, kortademig of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
18. Met de elliptische trainer kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK ®
COMMERCIAL 12.9 elliptische trainer gekozen heeft.
De COMMERCIAL 12.9 elliptische trainer biedt een aantal indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voordat u de elliptische trainer begint te
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het productnummer en serienummer even op.
De plaats waar u de sticker van het modelnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de teke ning hieronder en de verschillende onderdelen.
Arm van het Bovendeel
Bedieningsknoppen voor het Hellingplatform
Hartslagmonitor
Handvat
Accessoireshouder
Pedaal
Tablethouder
Bedieningspaneel
Bedieningsknoppen voor de Weerstand
Wiel
Hendel van het Pedaal
Loopvlak
Hendel
Roller
Lengte: 203 cm
Breedte: 76 cm
Gewicht: 117 kg
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg bij de montage de onderstaande tekeningen om de kleine onderdelen te herkennen. Het getal tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het nummer naast het steulelnummer is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Wanneer u een onderdeel niet in de zak met onderdelen kunt vinden, bekijk dan het apparaat om te zien of het al gemonteerd is. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd.
M10 Borgmoer
(99)–4
M4 x 16mm
Schroef (104)–4
#8 x 12mm
Schroef (147)–4
M10 x 20mm
Schroef (144)–12
M10 x 45mm
Bout (143)–4
M10 x 70mm
Schroef (139)–2
M10 x 75mm
Schroef (142)–2
6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen uitgevoerd worden.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar bent met de montage.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven met “R” of “Right”.
• Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen herkennen.
• Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het volgende gereedschap nodig: een kruiskopschroevendraaier een instelbare sleutel
Montage is makkelijker met uw eigen set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade aan onderdelen te voorkomen.
Ga naar iconsupport.eu op uw computer en registreer uw product.
• activeert uw garantie
• bespaart u tijd als u ooit contact moet opnemen met de Klantendienst
• hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt u met de Klantendienst (zie de voorkant van deze handleiding) om uw product te registreren.
1
2. Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder de achterkant van het Onderstel (1). Laat de tweede persoon het Onderstel vasthouden om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u deze stap voltooit.
Zoek de twee Achterste Stabilisators (5).
Bevestig een van de Achterste Stabilisators (5) aan het Onderstel (1) met drie M10 x 20mm
Schroeven (144); draai alle vier de Schroeven
aan en draai ze vast.
Maak de andere Achterste Stabilisator (5) op dezelfde manier vast.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van onder het Onderstel (1).
2
5
144
144
1
7
5
3. Richt de Kap van de Achterste Stabilisator (2) zoals afgebeeld en druk het op het Onderstel (1).
Bevestig de Kap van de Achterste Stabilisator
(2) met twee M4 x 16mm Schroeven (104).
3
2
104
4. Plaats met de hulp van een tweede persoon, wat van het verpakkingsmateriaal (niet afgebeeld) onder de voorkant van het Onderstel (1). Laat de tweede persoon het Onderstel vasthouden om te zorgen dat deze niet omvalt terwijl u deze stap voltooit.
Zoek de Rechterstabilisator aan de Voorkant (6) en richt deze zoals is afgebeeld.
Bevestig de Rechterstabilisator aan de Voorkant
(6) aan het Onderstel (1) met drie M10 x 20mm
Schroeven (144); draai alle vier de Schroeven
aan en draai ze vast.
Maak de Linkerstabilisator aan de Voorkant
(niet afgebeeld) op dezelfde manier vast.
Verwijder dan de verpakkingsmaterialen van onder het Onderstel (1).
4
1
144
1
6
8
5. Richt de Kap van de Voorste Stabilisator (8) zoals afgebeeld en richt het Stroomsnoer (niet afgebeeld) over de bovenkant van de Kap
van de Voorste Stabilisator. Schuif vervolgens de Kap van de Voorste Stabilisator weer op het
Onderstel (1).
Bevestig de Kap van de Voorste Stabilisator (8) met twee M4 x 16mm Schroeven (104).
5
104
8
1
6. Til de Staander (4) naar de verticale positie.
Bevestig de Staander met twee M10 x 75mm
Schroeven (142) terwijl een tweede persoon de
Schermkap (56) uit de weg houdt.
Schuif dan de Schermkap (56) omlaag op het
Achterste Scherm (75).
6
4
142
75
56
9
7. Zoek de Rechterbovenbeugel van het Zadel
(121) op de Rechterrollerarm (45). Zoek ver volgens de Onderste Zadelbeugel (26) aan de rechterkant van de elliptische trainer.
Bevestig de Rechterbovenbeugel van het Zadel
(121) aan de Onderste Zadelbeugel (26) met twee M10 x 70mm Schroeven (139).
7
45
139
121
26
8. Zoek de Rechterarm van het Bovendeel (61) en een Kap van de Arm van het Bovendeel (77).
Schuif de Kap van de Arm van het Bovendeel op de Rechterarm van het Bovendeel zoals afgebeeld.
Bevestig de Rechterarm van het Bovendeel
(61) aan het Rechterbeen van het Bovendeel
(36) met twee M10 x 45mm Bouten (143) en twee M10 Borgmoeren (99); zorg ervoor dat de Borgmoeren in de zeskantige gaten (A) vallen.
Schuif de Kap van de Arm van het Bovendeel
(77) omlaag en draai deze tot hij gelijk staat met het Rechterbeen van het Bovendeel (36).
Maak de Linkerarm van het Bovendeel (47) op dezelfde manier vast.
8
47
61
77
99
143
A
99
36
10
9. Bevestig de Tablethouder (146) aan het
Bedieningspaneel (7) met vier #8 x 12mm
Schroeven (147); draai alle Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
9
7 146
147
10. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed vastgedraaid zijn voordat u de elliptische trainer gaat gebrui-
ken. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje onder de elliptische trainer om de vloer te beschermen.
11
DE BORSTKAS HARTSLAGMONITOR
DE HARTSLAGMONITOR PLAATSEN
Indien de hartslagmonitor lijkt op de degene die
is afgebeeld in tekening 1, druk dan de zender (A) op de snelbinders op de borstriem (B). Indien de hartslagmonitor lijkt op degene die is afgebeeld in
tekening 2, steek dan lipje (C) in een uiteinde van de borstriem (D) in een van de uiteinde van de zender (E).
Druk vervolgens het uiteinde van de zender onder de gesp (F) op de borstriem; het lipje moet gelijk liggen aan de zender.
1
A
B
2
E
C
F
D
Wikkel de hartslag monitor vervolgens rond de borst in de weergegeven locatie; de hartslagmonitor moet onder uw kleding dicht tegen uw huid liggen. Zorg dat het logo rechtop staat afgebeeld. Bevestig vervolgens het andere eind van de borstriem. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij.
Trek vervolgens de zender en de borstriem een paar centimeters van uw
G lichaam en zoek de twee elektrodegebie den (G). Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spuug of vloeistof voor contactlenzen. Plaats de zender en de borstriem terug tegen uw borstkas.
VERZORGING EN ONDERHOUD
• Droog de elektrodegebieden grondig met een zachte doek na elk gebruik. Vocht houdt de hartslagmoni tor geactiveerd, maar verkort de levensduur van de batterij.
• Bewaar de hartslagmonitor op een warme, droge plaats. Bewaar de hartslagmonitor niet in een plastic zak of enig andere verpakking die vocht kan vasthouden.
• Stel de hartslagmonitor niet langere tijd bloot aan direct zonlicht en stel het niet bloot aan temperatu ren boven de 50°C of onder de 10°C.
• Buig de hartslagmonitor niet overmatig bij het gebrui ken of bewaren van de hartslagmonitor.
• Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde zeep om de zender te reinigen. Veeg de zender af met een vochtige doek en droog hem daarna grondig met een zachte doek. Gebruik nooit alco hol, schuurmiddelen of chemische middelen om de zender te reinigen. Was de borstriem op de hand en droog deze aan de lucht.
PROBLEMEN OPLOSSEN
• Als de hartslagmonitor niet functioneert als u deze plaatst zoals hier links beschreven staat, dient u het iets lager of hoger op de borstkas te plaatsen.
• Maak de electrodes opnieuw nat wanneer de hart slagmetingen pas verschijnen, nadat u begint te transpireren.
• Voor de goede weergave van de hartslagmetingen moet de gebruiker zich op minder dan een arm slengte van het bedieningspaneel bevinden.
• Als er zich een batterijklepje bevindt op de achter kant van de zender, vervang de batterij dan voor een nieuwe batterij van hetzelfde type.
• De hartslagmonitor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met de hartslag meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin gen, of aritmie.
• De werking van de hartslagmonitor kan worden beïn vloed door magnetische storing veroorzaakt door elektriciteitsleidingen of andere bronnen. Indien u veronderstelt dat magnetische storing een probleem veroorzaakt, probeer de fitnessapparatuur dan op een andere locatie uit.
12
UK
DE ELLIPTISCHE TRAINER GEBRUIKEN
HET STROOMSNOER INSTEKEN
TYPE E functioneren dan geeft de aarding de laagste weer standspad voor de elektriciteit om zodoende het
FR/
stroomsnoer van dit product heeft een geaarde con ductor en een geaarde stekker. BELANGRIJK: Als het stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen stroomsnoer.
Volg de stappen hieronder voor het insteken van het stroomsnoer.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer in het stopcontact op het onderstel.
Stopcontact van het Onderstel
GEVAAR:
Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Verander de stekker die bij het product geleverd is niet - laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
IT
Stroomsnoer
2. Steek dan het stroomsnoer in het juiste stopcontact dat goed is geïnstalleerd en geaard volgens de lokale codes en verordeningen.
TYPE F
Stopcontact
RU
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
IT
AUS
AUS
13
DE ELLIPTISCHE TRAINER VERPLAATSEN
Gezien de afmetingen en de zwaarte van de elliptische trainer, moet deze door twee personen
verplaatst worden. Ga voor de elliptische trainer staan, houd de staander vast en plaats één voet tegen een van de wielen. Laat een tweede persoon de hand leuning aan de achterkant van het onderstel optillen tot de elliptische trainer rolt op de wielen. Verplaats de elliptische trainer voorzichtig naar de gewenste plaats en laat hem dan op de vloer zakken.
DE ELLIPTISCHE TRAINER WATERPAS STELLEN
Draai als de elliptische trainer tijdens het gebruik enigs zins wiebelt aan een stelvoet of aan beide stelvoeten onder de achterste stabilisator of onder het onderstel tot het toestel niet meer wiebelt.
Stelvoet
Til hier op
Staander
Plaats hier uw voet
Stelvoeten
DE TABLETHOUDER GEBRUIKEN
BELANGRIJK: De tablethouder is ontwikkeld om te gebruiken met de meest gebruikte formaten tablets. Plaats geen ander elektronisch apparaat of object in de tablethouder.
Plaats de onderste rand van de tablet in de houder om een tablet in de tablethouder te steken. Trek vervolgens het lipje over de bovenrand van de tablet. Zorg ervoor dat de
tablet stevig vastzit in de tablethouder. Draai de tablethouder in de gewenste hoek. Doe deze hande lingen in omgekeerde volgorde om de tablet uit de tablethouder te halen.
14
DE ELLIPTISCHE TRAINER VOOR OEFENINGEN
GEBRUIKEN
Om op de elliptische trainer te gaan staan, neemt u de armen van het bovendeel of de handgrepen vast en stapt u op de pedaal die zich in de laagste positie bevindt. Stap vervolgens op het andere pedaal. Duw op de pedalen tot u een vloeiende beweging bereikt.
Let op: De crankarmen kunnen in beide richtingen draaien. Aanbevolen wordt om de crankarmen in de richting van de pijl te draaien; u kunt echter om af te wisselen de crankarmen in de tegenovergestelde richting draaien.
Wacht tot de pedalen helemaal gestopt zijn voordat u van de elliptische trainer afstapt. Let op: Met de elliptische trainer kan men niet freewheelen; de pedalen blijven ronddraaien totdat het vliegwiel
stopt. Wanneer de pedalen tot stilstand zijn gekomen, stapt u eerst van de hoogste pedaal. Stap vervolgens van het laagste pedaal.
Arm van het
Bovendeel
Handvat
Pedaal
Arm van de
Krukas
15
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
MAAK UW FITNESSDOELEN WERKELIJKHEID
MET IFIT.COM
Met uw nieuw iFit-compatibele fitnessapparatuur, kunt u een diversiteit aan functies gebruiken op iFit.com om uw fitnessdoelen werkelijkheid te maken:
Doe overal ter wereld oefeningen met aan pasbare Google Maps.
Upload uw oefeningsresultaten naar de iFit cloud en volg uw vooruitgang.
Stel calorie, tijd en afstandsdoelen in voor uw oefeningen.
Bekijk high-definition video’s met gesimu leerde oefeningen.
Download trainingsoefeningen die zijn ontwikkeld om u te helpen uw persoonlijke doelen te behalen.
Meet uw vooruitgang door tegen andere gebruikers in de iFitgemeenschap te strijden.
Kies en dowload sets afvaloefeningen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
Beretta
ELNT71215
NTEL71215
16
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
Het bedieningspaneel heeft de revolutionaire iFittech nologie zodat het bedieningspaneel kan communiceren met uw draadloze netwerk. Met de iFittechnologie, kunt u persoonlijke oefeningen downloaden, eigen oefeningen creëren, uw oefeningsresultaten bijhouden en toegang krijgen tot andere functies. Zie iFit.com voor volledige informatie.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een selectie vooraf ingestelde oefeningen en verschillende iFitde mooefeningen. Elke oefening regelt automatisch de weerstand van de pedalen en de hellingsgraad van het platform en vraagt u om de pedaalsnelheid te variëren naargelang u de doeltreffende oefening doorloopt. U kunt ook een op u afgestemd oefeningendoel instellen met de oefening met ingesteld doel.
U kunt de weerstand van de trappers en de hel lingsgraad van het platform met een druk op de knop wijzigen in de handmatige instelling van het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel zal tijdens uw oefening doorlo pend trainingsinformatie weergeven. U kunt ook uw hartslag meten door gebruik te maken van de hart slagmonitor met handgreep of door middel van de borstkashartslagmonitor.
U kunt tevens surfen op het internet of naar uw favo riete oefeningmuziek of audioboek luisteren via het geluidssysteem van het bedieningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op deze blad zijde. Voor meer informatie over het gebruik van het
tiptoetsscherm, zie bladzijde 18. Voor het instellen
van het bedieningspaneel, zie bladzijde 18.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de elliptische trainer aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, deze tot kamertemperatuur komen voordat u hem inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische onderdelen beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie HET STROOMSNOER
INSTEKEN op bladzijde
13). Zoek vervolgens naar de stroomschake laar op het onderstel bij het stroomsnoer. Druk de stroomschakelaar in de
Resetstand.
Reset stand het display gaat dan aan en het bedieningspaneel is klaar voor gebruik.
Let op: Wanneer u het apparaat voor de eerste keer aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk
automatisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren, beweegt het loopvlak omhoog en omlaag. Wanneer het loopvlak stopt met bewegen, wordt het hellingsysteem gekalibreerd.
BELANGRIJK: Indien het hellingsysteem niet automatisch kalibreert, kijkt u bij stap 4 op bladzijde 28 en kalibreert u het hellingsysteem handmatig.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel heeft een demo-instelling, die ontwikkeld is voor als de elliptische trainer in een winkel geëtaleerd wordt.
Wanneer de demo-instelling aangezet wordt, zal het bedieningspaneel een vooraf ingestelde presentatie laten zien wanneer u klaar bent met oefenen. Om de demo-modus uit te zetten kijkt u bij stap 6 op bladzijde 26.
17
HET TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een fullco lor tiptoetsscherm. De volgende informatie zal u helpen om u de geavanceerde technologie van de tablet eigen te maken:
• De functies van het bedieningspaneel werken op dezelfde wijze als andere tablets. U kunt met uw vinger schuiven of tikken op het scherm om bepaalde beelden op het scherm, zoals de displays in een oefening te bewegen. U kunt echter niet in of uitzoomen door met uw vinger over het scherm te schuiven.
• Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u eerst op het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien.
Om nummers of andere tekens op het toetsen bord te gebruiken, drukt u op de toets ?123. Druk op de Alttoets om meer tekens te bekijken. Druk opnieuw op de Alttoets om terug te gaan naar het nummertoetsenbord. Om terug te keren naar het lettertoetsenbord, raakt u de toets ABC aan. Om een teken met een hoofdletter te gebruiken, raakt u de toets aan met de pijl omhoog. Druk nogmaals op de toets met de pijl om meerdere hoofdletters te gebruiken. Om terug te keren naar het lettertoetsen bord, raakt u de pijltoets een derde keer aan. Om het laatste teken te wissen, raakt u de toets aan met de pijl terug en een X.
• Gebruik deze toetsen op het bedieningspaneel om op de tablet te navigeren. Druk dan op de thuistoets om terug te keren naar het hoofdmenu. Druk op de middelste toets om naar
Thuis Terug
Instellingen het hoofdinstellingenmenu te gaan (zie bladzijde 26).
Druk op de terugtoets om terug te gaan naar het vorige scherm.
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat de elliptische trainer voor de eerste keer gebruikt wordt.
1. Sluit op uw draadloos netwerk aan.
Let op: U moet op een draadloos netwerk aan gesloten zijn, om toegang tot internet te krijgen, om iFitoefeningen te downloaden, en om andere mogelijkheden van het bedieningspaneel te gebrui ken. Zie DE DRAADLOZE NETWERKMODUS
GEBRUIKEN op bladzijde 29, om het bedie ningspaneel aan te sluiten op uw draadloze netwerk.
2. Controleer voor firmware updates.
Bekijk eerst stap 1 op bladzijde 26 en stap 2 op bladzijde 28 en selecteer de onderhoudsmodus.
Raadpleeg dan stap 3 op bladzijde 28 en contro leer voor firmware updates.
3. Het hellingsysteem kalibreren.
Zie stap 4 op bladzijde 28 en kalibreer het hellingsysteem.
4. Creëer een iFit-account.
Druk op het wereldbolletje onderaan het scherm en raak de iFittoets aan.
Let op: Zie bladzijde 30 voor meer informatie over het navigeren met de internetbrowser.
De internetbrowser opent op de iFit.com home page. Volg dan de informatie op de website om u te registreren voor uw iFitlidmaatschap. Indien u een activeringscode heeft, selecteert u de codeactiveringsoptie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met uw oefe ningen kunt beginnen. De volgende bladzijden leggen de verschillende oefeningen en andere mogelijkheden, die het bedieningspaneel biedt, uit.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad zijde 19. Voor gebruik van een vooraf ingestelde
oefening, zie bladzijde 21. Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel, zie blad zijde 23. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie bladzijde 24.
Voor gebruik van de instellingenmodus van het
apparaat, zie bladzijde 26. Voor gebruik van de
onderhoudsmodus, zie bladzijde 28. Voor gebruik
van de draadloze netwerkmodus, zie bladzijde 29.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde
30. Voor gebruik van de internetbrowser, zie blad zijde 30.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm ligt, verwijder deze dan.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien welk meetsysteem is gekozen, zie stap 14 op blad zijde 27. Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar mijlen.
18
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op het bedieningspaneel om deze in te schakelen.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
17.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is opgestart.
Raak de thuistoets aan onderaan op het scherm of druk op de toets Manual (handmatige bedie ning) om te allen tijde terug te keren naar het hoofdmenu.
3. Wijzig naar wens de weerstand van de pedalen en de hellingsgraad van het platform.
Druk op de toets Start of begin met fietsen.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het trappen aanpassen. Druk om het weerstandsni veau te wijzigen, op een van de genummerde toetsen 1 Step Resistance (1 stap weerstand) op het bedieningspaneel, op de toename of afnametoets Resistance (weerstand) op het bedieningspaneel of druk op de toename of afna metoets Resist (weerstand) op het rechter handvat.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, zal het een tijdje duren voordat de pedalen het gewenste weer standsniveau hebben bereikt.
U kunt om de beweging van de pedalen af te wisselen de helling van het loopvlak wijzigen.
Druk om het weerstandsniveau te wijzigen, op een van de genummerde toetsen 1 Step Ramp
(1 stap platform) op het bedieningspaneel, op de toename of afnametoets Ramp (platform) op het bedieningspaneel of druk op de toename of afna metoets Ramp op het linker handvat.
Let op: Als u op een toets drukt, dan zal het een eventjes duren voordat het hellingplatform het gewenste hellingsniveau bereikt.
4. Controleer uw voortgang.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display opties. De gekozen display mode zal aangeven welke informatie wordt weergegeven.
Tik op of schuif over het scherm om de gewenste displaymodus te kiezen. U kunt ook de rode velden op het scherm aanraken om aanvullende oefening informatie te bekijken.
Indien gewenst kunt ook de volume bijstellen door op de volumetoenametoets en
afnametoets op het bedie ningspaneel te drukken.
Raak een van de menutoetsen op het scherm aan om de oefening te onderbreken. Om verder te gaan met de oefening drukt u op de toets Resume
(hervatten). Om de oefeningsessie te stoppen, drukt u lichtjes op de toets End Workout (oefening beëindigen).
19
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Om de borstkashartslagmonitor te kopen, zie blad zijde 12. Volg onderstaande instructies voor het gebruik van de handgreephartslagmonitor. Let op:
Wanneer u beide hartslagmonitoren tegelijkertijd gebruikt, zal de borstkas-hartslagmonitor prioriteit krijgen.
Als er velletjes plastic op de metalen contactpunten van de handgreep met hartslagmonitor bevinden, ver-
wijder deze dan.
Om uw hartslag te meten, houd uw handen op de handgreephart slagmonitor met de palmen van uw hand leunend tegen de con
Contact punten tactpunten. Beweeg uw handen niet en houd de
contacten niet te stevig vast.
Uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw pols gemeten kan worden. Voor een correcte hartslagmeting, houdt u de contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, ga dan na of u uw handen zoals eerder beschreven op de sensoren hebt geplaatst. Zorg ervoor dat u uw handen niet te veel beweegt of houd de contacten niet te stevig vast. Voor de beste werking maakt u de contactpunten schoon met een zachte doek; gebruik nooit alcohol, schuur- of chemische middelen om de contactpunten schoon te maken.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft meerdere snelheidsinstellingen en een stand automatisch. Als de automatische modus is geselecteerd zal de snelheid van de ventilator automatisch verhogen of verlagen als de uw trapsnelheid en/of uw vermogen in watt toeneemt of afneemt. Druk herhaaldelijk op de toename en afnametoets van de ventilator om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
Let op: Als de pedalen gedurende enige tijd niet bewegen als het hoofdmenu is geselecteerd, gaat de ventilator automatisch uit.
7. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Druk de stroomschakelaar in de stand Off (uit) en trek de stekker uit wanneer u met oefenen klaar bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet dan kunnen de elektrische onderdelen van de elliptische trainer voortijdig slijten.
20
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het bedieningspaneel om het bedieningspaneel te activeren.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
17.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 19.
3. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te kiezen, drukt u op het hardlopertje onderaan het scherm. Het oefeningenmenu zal op het scherm verschijnen.
Let op: U kunt ook op de toetsen Calorie, Intensity
(intensiteit), of Perform (uitvoeren) op het bedie ningspaneel drukken.
Selecteer de gewenste oefeningencategorie uit het oefeningenmenu en selecteer de gewenste oefening. Let op: Het kan nodig zijn om het scherm naar beneden te bladeren om alle menuopties te zien.
Het scherm toont de naam en duur van de oefe ning. Het scherm toont ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zal verbranden en een profiel van de weerstand en hellinginstellin gen van de oefening.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Start Workout (oefening starten) om de oefening te laten beginnen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Voor elk segment is één weerstandsniveau, één hel lingsgraad en één doelgericht tempo (snelheid) geprogrammeerd.
Tijdens de oefening, worden uw profielen weerge geven zodat u uw vorderingen kunt volgen. Tik of schuif op het scherm om uw profielen te bekijken.
Tijdens sommige oefeningen toont het scherm een kaart van de route en een markering die uw voort gang weergeeft. Druk op de toetsen op het scherm om de gewenste kaartopties te selecteren.
Houd uw stapsnelheid tijdens het oefenen dichtbij het doelritme voor het huidige segment. De doel zonemeter zal u vertellen dat u sneller, langzamer of gelijk moet blijven trappen. Tik of schuif op het scherm om de doelzonemeter te bekijken. Let op:
Het doelritme wordt weergegeven in toeren per minuut (tpm).
BELANGRIJK: Het doelritme is uitsluitend bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke staptempo kan langzamer zijn dan het doelritme.
Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat aangenaam voor u is.
21
Als het weerstandsniveau en/of het hellingsniveau voor het huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen Resistance (weerstand) of Ramp
(platform) te drukken. Indien u drukt op de toets
Resistance, kunt u handmatig de weerstand instel len (zie stap 3 op bladzijde 19). Als u drukt op de
toets Ramp, kunt u handmatig de helling instellen
(zie stap 3 op bladzijde 19). Om terug te keren naar de geprogrammeerde weerstand/hellin-
ginstellingen van de oefening, raakt u de toets
Follow Workout (oefening volgen) aan.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren, zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een handmatige aanpassing van de weerstand of de helling tijdens de oefening, invloed hebben op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
Om de oefening te pauzeren, drukt u op de terug toets of thuistoets onderaan het scherm. Om verder te gaan met de oefening drukt u op de toets
Resume (hervatten). Om de oefening te stoppen, drukt u lichtjes op de toets End Workout (oefening beëindigen).
De oefening gaat zo verder tot het laatste onder deel is uitgevoerd. Er zal een samenvatting van de oefening op het scherm verschijnen. Druk lichtjes op de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar het hoofdscherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten bewaren of publiceren met een van de opties op het scherm.
5. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 19.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 20.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
22
EEN OEFENING MET EEN VOORAF INGESTELD
DOEL GEBRUIKEN
1. Begin met trappen of druk op een toets op het bedieningspaneel om het bedieningspaneel te activeren.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
17.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 19.
3. Selecteer een oefening met ingesteld doel.
Voor het selecteren van een oefening met ingesteld doel, drukt u op de toets Set A Goal (doel instellen) op het bedieningspaneel.
Om een aangepast doel voor uw oefening in te stellen, drukt u op de toets voor het gewenste doel.
Druk vervolgens lichtjes op de toenametoets en afnametoets op het scherm om uw doel en andere variabelen voor de oefening te selecteren. Het scherm zal de duur en de afstand van de oefening en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden aangeven.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Start om met de oefening te starten.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand matige modus (zie bladzijde 19).
Houd uw stapsnelheid tijdens het oefenen dichtbij het doelritme voor het huidige segment. De doel zonemeter zal u vertellen dat u sneller, langzamer of gelijk moet blijven trappen. Tik of schuif op het scherm om de doelzonemeter te bekijken. Let op:
Het doelritme wordt weergegeven in toeren per minuut (tpm).
BELANGRIJK: Het doelritme is uitsluitend bedoeld om u te motiveren. Uw feitelijke staptempo kan langzamer zijn dan het doelritme.
Zorg ervoor dat u op een tempo stapt dat aangenaam voor u is.
Als het weerstandsniveau en/of het hellingsniveau voor het huidige segment te hoog of te laag is, kunt u de instellingen handmatig wijzigen door op de toetsen Resistance (weerstand) of Ramp
(platform) te drukken. Indien u drukt op de toets
Resistance, kunt u handmatig de weerstand instel len (zie stap 3 op bladzijde 19). Als u drukt op de
toets Ramp, kunt u handmatig de helling instellen
(zie stap 3 op bladzijde 19). Om terug te keren naar de geprogrammeerde weerstand/hellin-
ginstellingen van de oefening, raakt u de toets
Follow Workout (oefening volgen) aan.
Let op: Indien u handmatig het weerstands of hellingplatformniveau wijzigt tijdens een calorie doeloefening, dan wordt de duur van de oefening automatisch afgesteld om ervoor te zorgen dat u uw caloriedoel haalt.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren, zoals uw gewicht, afhangen. Bovendien zal een handmatige aanpassing van het weerstands- of hellingniveau tijdens de oefening, invloed hebben op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
De oefening duurt zolang tot u uw ingestelde doel bereikt. Er zal een samenvatting van de oefening op het scherm verschijnen. Druk lichtjes op de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar het hoofdscherm als u het oefeningoverzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten bewaren of publiceren met een van de opties op het scherm.
5. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 19.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 20.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
23
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft toegang nodig tot een draadloos netwerk (zie DE DRAADLOZE
NETWERKMODUS GEBRUIKEN op bladzijde 29) om een iFitoefening te gebruiken. Een iFitaccount is ook vereist.
1. Voeg oefeningen aan uw schema op iFit.com.
Open een internetbrowser op uw computer, smart phone, tablet of ander apparaaat, ga naar iFit.com, en log in op uw iFitaccount.
Ga vervolgens naar Menu > Library (bibliotheek) op de website. Bekijk de oefening-programma’s in de bibliotheek en volg de gewenste oefeningen.
Ga vervolgens naar Menu > Schedule (schema) om uw schema te bekijken. Alle gekozen oefenin gen zullen dan op uw schema verschijnen. U kunt dan desgewenst uw oefeningen op uw schema rangschikken of verwijderen.
Neem wat tijd om de iFit.com website te bekijken voordat u uitlogt.
2. Begin met trappen of druk op een toets op het bedieningspaneel om het bedieningspaneel te activeren.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
17.
3. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 19.
4. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de toets Login (inloggen) aan om in te loggen op uw iFitaccount. Vul uw iFit.com gebruikersnaam en wachtwoord in en druk op de toets Login.
Om van gebruiker te wisselen binnen uw iFitac count, drukt u op de gebruikertoets onderaan het scherm. Indien uw iFitaccount meerdere gebrui kers heeft, verschijnt er een lijst met gebruikers.
Druk op de naam van de gewenste gebruiker.
5. Kies een iFit-oefening.
BELANGRIJK: Voordat u iFit-oefeningen kunt downloaden, moet u ze toevoegen aan uw schema op iFit.com (zie stap 1).
Druk op de toets Map (kaart), Train (oefenen),
Video, of Lose Wt. (afvallen) om een iFit-oefening te downloaden van iFit.com naar het bedie-
ningspaneel. De volgende oefening van dat type in uw schema zal dan gedownload worden. Let op: U heeft mogelijk toegang tot demooefenin gen via deze toetsen, zelfs als u niet inlogt op uw iFitaccount.
Druk op de toets Compete (competitie) om aan een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft op iFit.com. Om uw oefeninggeschiedenis
te zien, drukt u op de toets Track (volgen). Raak de toets Set A Goal (doel instellen) aan (zie blad zijde 23) om een oefening met ingesteld doel te
kiezen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie over de iFit-oefeningen.
Wanneer u een iFitoefening selecteert toont het scherm de naam en de geschatte duur van de oefening. Het scherm geeft bij benadering ook het aantal calorieën dat u zult verbranden tijdens de oefening.
De display zal, als de iFitoefening een race of uitdaging is, aftellen totdat de race begint.
6. Start de oefening.
Zie stap 4 op bladzijde 21. Tijdens sommige oefe ningen zal een audio coach u begeleiden tijdens de oefening.
24
7. Controleer uw voortgang.
Zie stap 4 op bladzijde 19. De display toont ook een kaart van de route en een marker geeft uw voortgang aan. Druk op de toetsen op het scherm om de gewenste kaartopties te selecteren.
Tijdens een race of uitdaging, toont het scherm uw positie in de race ten opzichte van de andere deelnemers.
8. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 5 op bladzijde 20.
9. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
10. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
Ga naar iFit.com voor meer informatie over iFit-functies.
25
DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Een aantal van de beschreven func-
ties is mogelijk niet ingeschakeld. Soms kan een firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel iets anders functioneert.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zet het bedieningspaneel aan en selecteer het hoofdmenu (zie stappen 1 en 2 op bladzijde 19).
Druk dan op de toets met de toestellen onderaan het scherm om het hoofdmenu van de instellingen te selecteren.
Let op: U kunt ook op de middelste toets op het bedieningspaneel drukken om het hoofdmenu van de instellingen te selecteren.
2. Selecteer de stand apparatuurinstellingen.
Druk in het hoofdmenu van de instellingen, op de toets Equipment Settings (apparatuurinstellingen).
Let op: Het kan nodig zijn om het scherm naar beneden te bladeren om alle menuopties te zien.
3. De functie automatisch opnieuw inloggen in- of uitschakelen.
Schakel deze functie in als u wilt dat uw bedie ningspaneel automatisch inlogt op uw iFitaccount wanneer u het apparaat aanzet. Let op: Deze func tie wordt alleen aanbevolen voor privéeigenaren van de elliptische trainer.
Voor het in of uitschakelen van de functie voor automatisch opnieuw inloggen, drukt u eerst op de toets Auto Relogin (automatisch opnieuw inloggen).
Druk vervolgens op het keuzevakje Enable (inscha kelen) of Disable (uitschakelen). Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
4. Automatische bedieningspaneel-updates in- of uitschakelen.
Voor het in of uitschakelen van automatische bedieningspaneelupdates, drukt u eerst op de toets Auto Update (automatisch updaten). Druk vervolgens op het keuzevakje Enable of Disable.
Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
Let op: Voor het selecteren van een tijd voor auto matische bedieningspaneelupdates, zie stap 13.
5. Schakel de internetbrowser in of uit.
Voor het in of uitschakelen van de internetbrowser, drukt u eerst op de toets Browser. Druk vervolgens op het keuzevakje Enable of Disable. Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
6. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel heeft een demoinstelling, die ontwikkeld is voor als de elliptische trainer in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demoin stelling aan gaat, zal het bedieningspaneel een vooraf ingestelde presentatie laten zien als de elliptische trainer niet in gebruik is.
Om de display demostand aan of uit te zetten, drukt u eerst lichtjes op de toets Demo Mode
(demostand). Druk vervolgens op het keuzevakje
On (aan) of Off (uit). Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
7. De versnellingentoets verbergen/tonen.
Het bedieningspaneel heeft een functie om de versnellingentoets te tonen/verbergen om te voorkomen dat onbevoegde gebruikers aan het hoofdmenu voor de instellingen komen.
Om de versnellingentoets te tonen/verbergen, drukt u op de toets Hide Settings (instellingen verbergen) en selecteert u het gewenste keuzevakje. Volg vervolgens de richtlijnen op het scherm.
BELANGRIJK:
Voor toegang tot het hoofdmenu van de instellingen als de versnellingentoets is verborgen, tekent u een vierkant naar rechts op het scherm.
8. Selecteer een taal.
Druk, om een taal te kiezen, op de toets Language
(taal) en kies de gewenste taal.
26
9. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kinderveiligheids inlogcode ontworpen om onbevoegde gebruik van de elliptische trainer te voorkomen.
Druk lichtjes op de toets Passcode (inlogcode).
Druk lichtjes op het keuzevakje Enable om een inlogcode in te schakelen. Voer dan een 4cijferige inlogcode in naar keuze. Druk lichtjes op Save
(opslaan) om deze inlogcode op te slaan. Druk op Cancel (annuleren) om terug te keren naar de instellingsmodus van de apparatuur zonder een inlogcode te gebruiken. Druk op het keuzevakje
Disable om de inlogcode uit te schakelen.
Let op: Indien een inlogcode is uitgeschakeld, zal het bedieningspaneel regelmatig om een inlogcode vragen. Het bedieningspaneel blijft ver grendeld tot de juiste inlogcode wordt ingevoerd.
BELANGRIJK: Als u uw inlogcode vergeet, dient u de volgende master inlogcode in te vullen om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
1985.
10. Start de diashow ter inleiding.
Druk op de toets Start Intro Slideshow (introductie diashow starten) om een diashow ter inleiding van het bedieningspaneeldisplays te zien.
11. Straatzicht in- of uitschakelen.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een kaart weergeven. Voor het in of uitschakelen van straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(straatzicht). Druk vervolgens op het keuzevakje
Enable of Disable. Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
12. Selecteer een tijdzone.
Raak, om een tijd te kiezen, de Timzone (tijdzone) toets aan en kies de gewenste tijdzone. Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
13. Selecteer een updatetijd.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken) en selecteer de gewenste tijd om een tijd voor de automatische update van het bedieningspaneel te selecteren. Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm.
Wanneer u een bijwerktijd selecteert, dient u ook automatische bedieningspaneelupdates inschakelen (zie step 4).
BELANGRIJK: U moet nog steeds de stekker eruit trekken wanneer u klaar bent met de elliptische trainer. Stel de tijd voor een update in op een tijdstip dat u normaal gesproken de elliptische trainer gebruikt en u de stekker, na een update, eruit kunt trekken.
14. Selecteer de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/metrisch) om de geselecteerde meeteenheid te bekijken.
Druk vervolgens op het vakje voor de gewenste meeteenheid. Druk daarna lichtjes op de terug toets op het scherm.
15. Verlaat de stand apparatuurinstellingen.
Om de stand apparatuurinstellingen te verlaten, drukt u op de terugtoets op het bedieningspaneel of de terugtoets op het scherm.
27
DE ONDERHOUDSMODUS GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Een aantal van de beschreven func-
ties is mogelijk niet ingeschakeld. Soms kan een firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel iets anders functioneert.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. Kies de onderhoudsmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht jes op de toets Maintenance (onderhoud) om naar de onderhoudsmodus te gaan.
Het hoofdscherm van de onderhoudsmodus toont informatie over het bedieningspaneel en het draad loze netwerk.
3. Werk de firmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig op firmware updates.
Druk lichtjes op de toets Firmware Update voor firmware updates met gebruik van uw draadloze netwerk. De update begint automatisch.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u de elliptische trainer beschadigt dient u het apparaat niet uit te zetten totdat de firmware is bijgewerkt.
Het scherm toont de voortgang van de update. Als het bijwerken voltooid is, zal de elliptische trainer uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet gebeurt, drukt u de stroomschakelaar in de stand Off (uit).
Wacht enkele seconden en zet de aanuitschake laar in de Resetstand. Let op: het kan een paar minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Let op: Soms kan een firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel iets anders functioneert.
Deze updates worden altijd zo ontwikkeld om uw oefeningervaring te verbeteren.
4. Het hellingsysteem kalibreren.
Druk lichtjes op de toets Calibrate Incline (helling kalibreren). Druk vervolgens zachtjes op de toets
Begin (beginnen) om het hellingsysteem te kali breren. Het onderstel stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau, verlaagt naar het mini male hellingsniveau en keert dan terug naar de uitgangspositie. Hierdoor wordt het hellingsysteem gekalibreerd. Druk op de toets Cancel (annuleren) om terug te gaan naar de onderhoudsmodus. Als het hellingsysteem is gekalibreerd drukt u lichtjes op de toets Finish (beëindigen).
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en andere voorwerpen uit de buurt van de elliptische trainer als u het hellingsysteem kalibreert.
5. Machine-informatie bekijken.
Raak de toets Machine Info (informatie van het apparaat) aan om informatie over uw elliptische trainer te bekijken. Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het scherm als u de informatie hebt gezien.
6. Sleutelcodes vinden.
Deze optie is bedoeld om te worden gebruikt door onderhoudsspecialisten om te onderzoeken of een bepaalde toets goed werkt.
7. Een aangepast IP-adres invoeren.
Indien uw netwerk niet automatisch IPadressen genereert, drukt u op de toets Custom IP (aange past IPadres) om een aangepast IPadres in te voeren.
8. Zet het bedieningspaneel terug naar de fabrieksinstellingen.
Druk op de toets Factory Reset (fabrieksinstel lingen) en volg de instructies op het scherm om het bedieningspaneel terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. BELANGRIJK: Als u het bedieningspaneel reset, verliest u al uw aangepaste bedieningspaneelinstellingen.
9. Verlaat de onderhoudsmodus.
Om de onderhoudsmodus te verlaten, drukt u op de terugtoets op het bedieningspaneel of de terug toets op het scherm.
28
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een draadloze netwerk modus waarmee u een draadloze netwerkverbinding kunt instellen.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund).
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. Selecteer de draadloze netwerkmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht jes op de toets Network Setup (netwerk instellen) om naar de draadloze netwerkmodus te gaan.
Let op: U kunt ook drukken op het draadloos netwerk symbooltje om naar de draadloze netwerk modus te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje WiFi is aangevinkt met een groen vinkje. Als dat niet het geval is, raak dan de
WiFi menuoptie één keer aan en wacht een paar seconden. Het bedieningspaneel zal naar beschik bare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en beheren.
Als WiFi ® is ingeschakeld vertoont het scherm een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het kan een paar seconden duren voordat de lijst met draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje op het Netwerknotifi catiemenuoptie een groen vinkje heeft om het bedieningspaneel in te lichten als een draadloos netwerk binnen het bereik is en beschikbaar.
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U dient uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt maken met het draadloze netwerk. Druk dan op de toets Connect (verbinden) om verbinding te maken met het netwerk of druk lichtjes op de toets Cancel
(annuleren) om terug te keren naar de lijst met netwerken. Als het netwerk een wachtwoord heeft, drukt u lichtjes op het vakje voor het wachtwoord.
Er zal een toetsenbord op het scherm verschij nen. Om het wachtwoord tijdens het typen te zien, dient u lichtjes te drukken op het keuzevakje Show
Password (toon wachtwoord).
Voor gebruik van het toetsenbord, zie HET
TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op bladzijde 18.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFimenuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden).
Om het contact met een draadloos netwerk te ver breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt vervolgens op de toets Forget (vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding maken met een gecodeerd netwerk, zorg er dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFitmodus ondersteund onbeveiligde en beveiligde (WEP, WPA™ en WPA2™) codering. Een breedbandverbinding wordt aanbevolen, de werking hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van deze instructies, gaat u naar support.iFit.com voor hulp.
5. Verlaat de draadloze netwerkmodus.
Om de draadloze netwerkmodus te verlaten, drukt u op de terugtoets op het bedieningspaneel of de terugtoets op het scherm.
29
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel en uw persoonlijke audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de playtoets van uw eigen audiospeler. Pas het volume aan met de volumetoena metoets en afnametoets op het bedieningspaneel of de volumere gelknop op uw persoonlijke audiospeler.
DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN
Let op: Om de internetbrowser te kunnen gebruiken dient u toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief een (802.11b/g/n) draadloze router met geacti veerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Om de internetbrowser te openen, drukt u op het toets met het wereldbolletje onderaan het scherm. Kies dan de gewenste website.
Druk op de toetsen Back (terug), Refresh (vernieuwen) en Forward (vooruit) op het scherm om te navigeren in de internetbrowser. Druk op de toets Return (terugke ren) op het scherm om de internetbrowser te verlaten.
Voor gebruik van het toetsenbord, zie HET
TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op bladzijde 18.
Voor het invoeren van een ander webadres in de
URLbalk, schuift u eerst met uw vinger over het scherm omlaag om, indien nodig, de URLbalk te zien. Druk daarna lichtjes op de URLbalk, gebruik het toetsenbord voor het invoeren van het adres en druk vervolgens lichtjes op de toets Go (ga).
Let op: De toetsen voor weerstand, helling, ventilator en volume zullen nog steeds werken wanneer u de internetbrowser gebruikt, maar de oefeningentoetsen werken niet.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van deze instructies, gaat u naar support.iFit.com voor hulp.
30
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer king en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen van de elliptische trainer en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde zeep om de elliptische trainer te reinigen.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedieningspaneel om schade te voorkomen.
Houd het bedieningspaneel uit direct zonlicht.
PROBLEMEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Als het bedieningspaneel niet aan gaat, kijk dan na of het stroomsnoer goed is aangesloten.
Als het bedieningspaneel uw hartslag niet goed aangeeft wanneer u de handgreephartslagmonitor vasthoudt of wanneer de aangegeven hartslag te hoog of te laag blijkt, zie dan stap 5 op bladzijde 20.
Raadpleeg PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde
12 als het bedieningspaneel uw hartslag niet aangeeft wanneer u de borstkashartslagmonitor gebruikt.
PROBLEMEN VAN HET HELLINGSYSTEEM
OPLOSSEN
Als het loopvlak niet automatisch kalibreert, zie dan stap 4 op bladzijde 28 en kalibreer het hellingsysteem.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Wanneer het bedieningspaneel gegevens niet goed weergeeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Haal
eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om de snelheidssensor af te stellen.
Gebruik ver volgens een standaard schroeven draaier en wrik de linker
Schijfkap (55) voorzichtig van de linker Schijf
(71).
55
71
Draai vervolgens aan de linker Crankarm (20) totdat een van de Magneten (43) op de Katrol (19) op gelijke hoogte komt met de Snelheidssensor (38). Maak vervolgens de twee M4 x 16mm Schroeven (104) los, maar gooi ze niet weg, schuif de Snelheidssensor iets dichter naar of van de Magneet en maak de Schroeven weer vast.
43
38
104
19
20
Steek vervolgens het stroomsnoer in het stopcon tact en draai de linker crankarm even. Herhaal de bovenstaande procedure indien nodig, tot het bedie ningspaneel de juiste feedback weergeeft. Maak dan de linker schijfkap opnieuw vast.
31
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
De drijfriem moeten bijgesteld worden wanneer de pedalen slippen tijdens het stappen, ook wanneer de weerstand tot de hoogste stand is ingesteld. Haal
eerst het stroomsnoer uit het stopcontact om de drijfriem af te stellen.
Gebruik vervolgens een standaard schroevendraaier en wrik de Schermkap (56) eraf en schuif omhoog.
Kijk vervolgens tussen de Linker en Rechterschermen
(73, 74) en zoek naar de M8 Slotmoer (102). Draai aan de Slotmoer tot de Aandrijfriem (113) strak is.
113
56
73
102
74
75
Verwijder vervolgens de vier M4 x 16mm Schroeven
(niet afgebeeld) van het bovenste uiteinde en het onderste uiteinde van het Achterscherm (75) en verwij der het Achterscherm.
Wanneer u de aandrijfriem goed heeft afgesteld, bevestigt u het achterscherm weer en drukt u de schermkap op het achterscherm.
32
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De hartslagmonitor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden.
De hartslagmonitor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobicoefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobicoefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri oden. Voor een aerobicoefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warmingup zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin gen de sleutel tot uw succes is.
33
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
1 Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
2
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
3
5
4
34
OPMERKINGEN
35
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving
1 1 Onderstel
2 1 Kap van de Achterste Stabilisator
3 1 Platform
4 1 Staander
5
6
2
1
Achterste Stabilisator
Rechterstabilisator aan de Voorkant
7 1 Bedieningspaneel
8
9
1
1
Kap van de Voorste Staander
Linkerstabilisator aan de Voorkant
10 1 Kap van het Platform
11 4 Spoor
12 1 Linkerrollerarm
13 1 Liftmotor
14 1 Linkerpedaal
15 1 Besturingspaneel
16 1 Stroomschakelaar
17 1 Contactpunt
18 1 Crank
19 1 Katrol
20 2 Crankarm
21 4 Kap van de Pedaalarm
22 1 Spanrol
23 2 M12 Moer
24 1 Rechterstuurgreep/Draad
25 1 Weerstandmotor
26
27
2
2
Onderste Zadelbeugel
Bus van de Onderstel van de Lift
28 1 Eddymechanisme
29 1 Linkerpedaalhendel
30 8
1 31
Medium Bus
As van het Onderstel van de Lift
32 1 Rechterstuurgreep/Draad
33 2 Kleine Borgring
34 2 Wiel
35 2 Boutset
36 1 Rechterbeen van het Bovendeel
37 1 Accessoireshouder
38 1 Snelheidssensor/Draad
39 1 Klem
40 2 Lager
41 1 Rechterbovengreep
42 1 Medium Cranktussenstuk
43 2 Magneet
44 1 Linkerpedaalarm
45 1 Rechterrollerarm
46
47
1
1
Linkerbeen van het Bovendeel
Linkerarm van het Bovendeel
48 1 Linkerbovengreep
49 1 Rechterpedaal
50 1 Rechterondergreep
51 4 Grote Roller
Modelnr. NTEVEL15017.0 R0417A
Nr. Aant. Beschrijving
52 1 Linkerondergreep
53 2 Askap
54 1 Linkerkap van de Zadelbeugel
55 2 Schijfkap
56 1 Schermkap
57 4 Kleine Bus
58 1 Rechterpedaalarm
59
60
1
1
Linkerbovenbeugel van het Zadel
Rechterkap van de Zadelbeugel
61 1 Rechterarm van het Bovendeel
62 2 Voet
63 4 Nylonbus
64
65
66
67
68
69
70
75
4
1
1
1
1
1
4
1
1
M4 x 19mm Schroef
As van het Platform
Rechterkap van het Buitenbeen
Linkerbinnenkap van het Been
Kap van de Bovenste Staander
Kap van de Onderste Staander
Bus van het Been van het
Bovendeel
71 2 Schijf
72 4 Grote Bus
73 1 Linkerscherm
74 1 Rechterscherm
76
77
79
2
2
Achterste Scherm
Kap van het Onderstel
Kap van de Arm van het Bovendeel
78 2 Sleutel
M6 Moer met Zeshoekige Ronde
Kop
80 1 Basis van de Accessoireshouder
81 1 Jbout
82 2 Pedaaltussenstuk
83 1
1
Klein Cranktussenstuk
Inzetstuk van het Rechterpedaal
Inzetstuk van het Linkerpedaal
Medium Roller
84
85
86
87
88
89
90
91
1
2
1
1
1
2
Plaat van het Rechterpedaal
Plaat van het Linkerpedaal
Zwenkasschroef van de Staander
Kap van het Onderstel
2 Kap van het Platform
92 4 Stelvoet
93 1 Grote Borgring
94 2 Pedaalveer
95
96
97 1 Rolas
98 4 Klemmoer
99
100
11
4
14
1
Buisbevestiging met Schroef
Medium Borgring
M10 Borgmoer
Groot Cranktussenstuk
36
Nr. Aant. Beschrijving
101
102
1
7
Schroef van het Tussenwiel
M8 Borgmoer
103 2 Pedaalpen
104 82
105
106
1
1
M4 x 16mm Schroef
Onderstel van de Lift
Kleine Roller
107 4 Tussenstuk
108
109
4
6
M4 x 12mm Schroef met Platte Kop
M4 x 22mm Schroef
110 1 Hoofddraad
111 1 Hendel van het Rechterpedaal
112 1 Stroomsnoer
113 1 Aandrijfriem
114
115
116
117
118
119
120
121
M17 Tussenring
M8 Kleine Tussenring
Lager van het Stanguiteinde
M10 x 54mm Bout
M10 Moer
M8 Tussenring
M8 Schouderschroef
Rechterbovenbeugel van het Zadel
122 1 Stopplaat
123
124
125
126
1
1
2
4
2
2
2
1
1
4
1
1
Beugel van het Besturingspaneel
M4 x 25mm Schroef
Rechterkap van het Binnenbeen
Rechterkap van het Buitenbeen
127 1 Bumper
Nr. Aant. Beschrijving
128
129
130
131
132
133
134
135
136 4
137 16
138 10
139
140
141
142
143
4
2
4
2
144 12
145
8
4
1
1
2
4
4
2
4
1
M8 Platte Tussenring
M10 Grote Tussenring
M8 x 18mm Bout
M8 Schroef met Platte Kop
M10 x 20mm Inbusschroef
M6 Tussenring
M10 x 48mm Bout
M10 x 36mm Bout
M10 Tussenring
M4 x 10mm Schroef
M6 x 12mm Schroef
M10 x 70mm Schroef
M10 x 60mm Schroef
M4 Tussenring
M10 x 75mm Schroef
M10 x 45mm Bout
M10 x 20mm Schroef
Borgring van het Eddymechanisme
146 1 Tablethouder
147 4 #8 x 12mm Schroef
148 1 Hartslagmonitor
149
150
* – Gebruikershandleiding
*
*
2
8
–
–
Kap van het Centrale Platform
M4 x 10mm Zelftappende Schroef
Gereedschap voor het Monteren
Pakje Smeervet
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande bericht gewijzigd worden. Zie de achterkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervang onderdelen. *Deze onderdelen zijn niet afgebeeld.
37
GEDETAILLEERDE TEKENING A
52
48 7
68
24
Modelnr. NTEVEL15017.0 R0417A
8
104
104
32
95
47
37
104
104
75
5
92
146
77
51
2
132
129 95
104
150
149
72
144
147
66
46
104
67
80
142
4
104
104
69
25
108
73
104
38 39 104
144
104
44
147
85
29
149
88
11
14
104
12
10
54
59
104
11
150 104
91
9
89
56
15
107
16
17
144
3 104
76
137
137
104
132
136
127
104
1
123 134
13
122
90
135
27
6
99
140
34
106
92
33
65
97
33
105
27
129
132
31
136
132
104
99
62
38
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NTEVEL15017.0 R0417A
102
42 130
28
40
93
86
83
114
102
130
86
43
51
57
113
115
145
102
51
45
96
57
77
18
84
43 19
110 112
148
41
61
22
81
104
101
117
141
139
99
30
26
104
102
20
100
121
118
78
128
131
60
117
98
109
109
104
30
129
50
99
104
132
104
95
74
109
104
98
104
109
104
71
30
70
143
95
95
124
64
36
111
79 133
133
137
132
138
137
136 94
87
49
82
103
58
99
125
63
23
116
35
70
30
119
55
53
120
104
126
63
35
21
21
39
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeelnummer 390260 R0417A Gedrukt in China © 2017 ICON Health & Fitness, Inc.

Downloaden
Advertentie