Graco 3A1562B, Network Communication Kits Handleiding

Graco 3A1562B, Network Communication Kits Handleiding | Manualzz
Instructies-Onderdelen
Gateway Kits
netwerkcommunicatie
3A1562B
NLD
Gebruiksinstructies voor installatie en programma-instelling met ProMix® 2KS
Elektronische proportioners. Alleen voor professioneel gebruik.
Niet goedgekeurd voor gebruik op Europese locaties met een explosieve atmosfeer.
Zie pagina 3 voor informatie over kits.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees alle waarschuwingen en instructies in deze
handleiding en in uw handleiding van het
proportioneringssysteem. Bewaar deze instructies.
TI12933a
Inhoudsopgave
Graco Gateway Kits . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Gerelateerde handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Graco Gateway Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Installeer de Gateway Module Hardware . . . . . . . . 5
Locatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Aarding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
De Module op de EasyKey aansluiten . . . . . . . . 7
Bekabelingsaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Het bedieningsorgaan op DIN-Rail monteren . . 11
CompactFlash®-kaart installeren . . . . . . . . . . .
De GracoConfig software installeren . . . . . . . . .
Systeemeisen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De software laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Software-updates . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De voorgeconfigureerde database naar
de Gateway module downloaden . . . . . . . .
Configuratie van Graco Gateway
netwerkcommunicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
GracoConfig Hoofdpagina . . . . . . . . . . . . . . . . .
De database instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gegevens inventariseren . . . . . . . . . . . . . . . . .
Modbus en I/O data . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Mengproces starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Mengproces stoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kleurwisselproces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Doorspuitproces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
ProMix 2KS Actieve alarmen
(Modbus Register 40010) . . . . . . . . . . . . . .
ProMix 2KS Modbus/TCP Variabele Map . . . . .
ProMix 2KS receptbits . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . .
Graco Gateway Berichten probleemoplossing .
Probleemoplossing Seriële communicatie . . . .
Probleemoplossing Ethernetcommunicatie . . . .
LED functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schema elektrisch systeem . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15V331 Gateway Ethernet kit (weergegeven) . .
15V963 Gateway DeviceNet kit . . . . . . . . . . . . .
15V964 Gateway Profibus kit . . . . . . . . . . . . . .
2
11
12
12
13
13
14
15
15
15
16
18
21
21
21
21
21
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie . . . . . 42
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
DeviceNet Poortprotocollen . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Over DeviceNet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Hardware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Automatische update van het EDS-bestand . . . 51
De RSNetWorx voor DeviceNet software
configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
De Allen Bradley ControlLogix
PLC configureren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Het DeviceNet netwerk bedraden . . . . . . . . . . . 56
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie . . . . 57
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Profibus Poortprotocollen . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Over Profibus DP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
De PLC instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Instellingen Graco Gateway . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Bijlage C: Graco Gateway naar
ControlLogix via ethernet-IP . . . . . . . . . . . . . 72
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
ControlLogix configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Graco Gateway configuratie . . . . . . . . . . . . . . . 77
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Standaardgarantie van Graco . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Graco-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
29
30
31
32
32
35
36
37
38
39
40
40
40
40
3A1562B
Graco Gateway Kits
Graco Gateway Kits
15V331 Gateway Ethernet kit
Maakt communicatie mogelijk tussen ProMix 2KS en
een PLC over een ethernet. Zorgt ervoor dat
procesapparatuur tijdens de werking variabelen kan
lezen, de ProMix 2KS kan bedienen en de instelling kan
wijzigen. Het biedt geen toegang tot taak- en alarmlogs.
15V963 Gateway DeviceNet kit
Maakt communicatie mogelijk tussen ProMix 2KS en
een PLC, met gebruik van DeviceNet procesregeling.
Zorgt ervoor dat procesapparatuur tijdens de werking
variabelen kan lezen, de ProMix 2KS kan bedienen en
de instelling kan wijzigen. Het biedt geen toegang tot
taak- en alarmlogboeken.
Gerelateerde
handleidingen
Onderdelenhandleidingen in het Nederlands
Handleiding
Omschrijving
312778
ProMix 2KS Automatisch systeem
Installatie
ProMix 2KS Automatisch systeem
Bediening
ProMix 2KS Reparatie automatisch
systeem-Onderdelen
Basis webinterface/geavanceerde
webinterface
312779
312780
313386
15V964 Gateway Profibus kit
Maakt communicatie mogelijk tussen ProMix 2KS en
een PLC, met gebruik van Profibus procesregeling.
Zorgt ervoor dat procesapparatuur tijdens de werking
variabelen kan lezen, de ProMix 2KS kan bedienen en
de instelling kan wijzigen. Het biedt geen toegang tot
job- en alarmlogs.
3A1562B
3
Waarschuwingen
Waarschuwingen
Onderstaande waarschuwingen betreffen instelling, gebruik, aarding, onderhoud en reparatie van deze apparatuur. Het symbool
met het uitroepteken verwijst naar een algemene waarschuwing en het gevarensymbool verwijst naar procedurespecifieke risico’s.
Als u deze symbolen in de handleiding ziet, raadpleeg dan deze waarschuwingen. Productspecifieke gevaarsymbolen en
waarschuwingen die niet in dit hoofdstuk staan beschreven, staan vermeld in de gehele handleiding waar deze van toepassing zijn.
WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Brandbare dampen in het werkgebied zoals die van oplosmiddelen en verf kunnen ontbranden of exploderen. Om
brand en explosie te helpen voorkomen:
•
Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes.
•
Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische
lampen en kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven).
•
Houd de werkruimte vrij van afval, waaronder oplosmiddelen, poetslappen en benzine.
•
Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe de verlichting niet aan of uit
met de schakelaars als er brandbare dampen aanwezig zijn.
•
Aard alle apparatuur in de werkomgeving. Zie de instructies onder Aarding.
•
Alleen geaarde slangen gebruiken.
•
Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde emmer gedrukt terwijl u in de emmer spuit.
•
Als u merkt dat er sprake is van statische elektriciteit of u een schok voelt, stop dan onmiddellijk met werken.
Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het probleem kent en het probleem is verholpen.
•
Zorg ervoor dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek is.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Deze apparatuur moet worden geaard. Slechte aarding, onjuiste instelling of onjuist gebruik van het systeem
kunnen elektrische schokken veroorzaken.
•
Zet het toestel uit via de hoofdschakelaar en haal de stekker uit het stopcontact voordat u kabels ontkoppelt of
onderhoud aan de apparatuur uitvoert.
•
Alleen op een geaard stopcontact aansluiten.
•
Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet voldoen aan alle
ter plaatse geldende verordeningen en regelgeving.
GEVAREN BIJ VERKEERD GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijke ongevallen of ernstig letsel.
•
Het systeem niet bedienen als u moe bent of onder invloed bent van alcohol of geneesmiddelen.
•
De maximale werkdruk en maximale bedrijfstemperatuur van het zwakste onderdeel in uw systeem niet
overschrijden. Raadpleeg de Technische gegevens van alle handleidingen.
•
Gebruik vloeistoffen en oplosmiddelen die compatibel zijn met de bevochtigde onderdelen van de apparatuur.
Raadpleeg de Technische gegevens van alle handleidingen. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van
vloeistoffen en oplosmiddelen. Vraag de leverancier of winkelier naar het VIB (het veiligheidsinformatieblad)
voor de volledige informatie over uw materiaal.
•
Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk;
vervang deze alleen door originele reserveonderdelen van de fabrikant.
•
Geen veranderingen of wijzigingen in de apparatuur aanbrengen.
•
De apparatuur alleen voor het beoogde doel gebruiken. Neem contact op met uw leverancier voor meer
informatie.
•
Houd slangen en kabels uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende
onderdelen en warme oppervlakken.
•
Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te ver door; trek het apparaat nooit vooruit aan de slang.
•
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied.
•
Houd u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
4
3A1562B
Graco Gateway Overzicht
Graco Gateway Overzicht
De Graco Gateway maakt het mogelijk dat de ProMix 2KS op
een programmeerbare logische eenheid (PLC) via een
netwerk kan worden aangesloten. Kits zijn beschikbaar voor
Ethernet, DeviceNet of Profibus protocollen. De Graco
Gateway ondersteunt ook vele andere protocollen. Neem
contact op met de technische klantendienst van Graco voor
informatie over de ondersteuning van uw gewenst protocol.
OPMERKING: Alleen personen die met hun PLC
communicatiearchitectuur vertrouwd zijn, mogen deze
hardware en software gebruiken. Deze handleiding
veronderstelt dat de persoon die de Graco Gateway
gebruikt, volledige kennis over het PLC apparaat en de
verwante software heeft.
OPMERKING: Netwerkcommunicaties werken over het
algemeen met dezelfde regels als Discrete I/O.
Netwerkcommunicaties eisen echter het plaatsen van
juiste waarden of het aanpassen van geschikte bits
binnen de verschillende Modbus-registers (zie
bijvoorbeeld Tabel 4). Deze wijzigingen kunnen alleen
worden uitgevoerd door een bevoegd persoon die met
dit soort communicatie vertrouwd is.
De module zorgt ervoor dat de meeste PLC's met de ProMix
2KS via Modbus RTU protocol kunnen communiceren door de
afstand tussen het gewenst communicatieprotocol en de
RS485 Modbus RTU te overbruggen. Dientengevolge heeft de
PLC volledige toegang tot alle registers om toezicht op de
ProMix 2KS te kunnen houden en deze te kunnen bedienen.
Het is de verantwoordelijkheid van de integrator of gebruiker
om te zorgen voor een juiste configuratie van de
communicatiehardware aan PLC-zijde.
Installeer de Gateway
Module Hardware
Locatie
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik in explosieve
ruimten. Apparatuur die alleen is goedgekeurd voor
niet-gevaarlijke locaties niet in een gevaarlijke locatie
installeren.
Installeer de Gateway module in de buurt van de EasyKey™,
op een niet-gevaarlijke locatie.
Montage
1.
Zie Afmetingen, pagina 79.
2.
Verzeker u ervan dat de wand en het montagemateriaal
sterk genoeg zijn om het gewicht van de apparatuur en
kabels te dragen, inclusief de belasting tijdens de
werking.
3.
Gebruik de apparatuur als sjabloon om de montagegaten
op de wand te markeren; breng ze aan op een hoogte
waarop de operator gemakkelijk kan werken en de
apparatuur gemakkelijk bereikbaar is voor onderhoud.
4.
Boor de montagegaten in de wand. Installeer ankers
indien nodig.
5.
Zet de apparatuur goed vast met bouten.
Aarding
Uw systeem moet worden geaard. Lees Waarschuwingen,
pagina 4.
De Gateway module is geaard door zijn aansluiting op de
EasyKey, die vervolgens op een echte aardleiding
aangesloten dient te zijn. Raadpleeg de installatiehandleiding
van het systeem. Er is een aardingsdraad met klem,
onderdeelnr. 223547, verkrijgbaar bij Graco.
3A1562B
5
Installeer de Gateway Module Hardware
NIET-GEVAARLIJKE LOCATIE
Graco
GatewayModule
USB-kabel
(meegeleverd), alleen voor
initiële configuratie
EasyKey
PLC-communicatiedraad/-kabel
(protocolafhankelijk)
2-draads afgeschermde
kabel met getwiste
aderparen
Computer (PC)
TI13939a
Programmeerbare logische eenheid
(PLC)
FIG. 1: Graco Gateway Voorbeeldinstallatie
6
3A1562B
Installeer de Gateway Module Hardware
De Module op de EasyKey
aansluiten
FIG. 1 is alleen bedoeld als voorbeeld voor de installatie van de
Graco Gateway in een ProMix 2KS systeem. Dit is geen
volledig systeemontwerp. Neem contact op met uw
Graco-verdeler voor ondersteuning bij het ontwerpen van een
systeem dat aan uw specifieke behoeften voldoet.
1.
Schakel de stroom van de ProMix 2KS uit (0 stand).
FIG. 2. Sluit de stroom ook af bij de
hoofdstroomonderbreker.
0 = UIT (OFF)
TI12657a
FIG. 2: Stroom Uit
2.
Sluit een 2-draads afgeschermde kabel met getwiste
aderparen vanuit de EasyKey connector op de connector
van de Gateway module aan. Sluit een
communicatiedraad/-kabel (protocolafhankelijk) vanuit de
Gateway module op de PLC aan. Zie FIG. 3.
OPMERKING: Graco levert uitbreidingskaarten voor
DeviceNet en Profibus protocollen. DeviceNet
configuratieprocedures vindt u terug op pagina 42.
Profibus configuratieprocedures vindt u terug op pagina
57. Zie pagina 40 voor Onderdelen.
OPMERKING: Als u de Graco Gateway in uw systeem
gebruikt, koppel de kabel dan los van de EasyKey voordat u
de ProMix 2KS software updatet.
Bekabelingsaansluitingen
Zie FIG. 4 en FIG. 5 voor typische kabelaansluitingen in een
ProMix 2KS systeem.
FIG. 6 tem FIG. 9 tonen andere mogelijke kabelaansluitingen.
3A1562B
7
Installeer de Gateway Module Hardware
EasyKey (Onderaanzicht)
TI12638a
2-draads afgeschermde kabel met getwiste
aderparen (naar Gateway Module)
GatewayModule
USB-poort
TI12930a
Communicatiedraad/-kabel (naar PLC). Deze
aansluiting is protocolafhankelijk.
2-draads afgeschermde kabel met
getwiste aderparen (naar EasyKey). Zie
Bedradingschema's op pagina 41 voor
penaansluitingen.
FIG. 3: EasyKey en kabelaansluitpunten voor module
8
3A1562B
Gemeenschappelijk
24 Vdc +/- 10%
N/C
Pen 6
Pen 1
Installeer de Gateway Module Hardware
Stroomaansluiting
RS232/PG
Pen 1
Pen 8
USB/PG
Uitbreiding
Poort
Pen 6
Pen 1
COMMS
Gele
LED
Groene
/Amber
LED
COMMS
ETHERNET (NIC)
TI13974a
FIG. 4: Graco Gateway Poort penuitgangen
TI13972a
FIG. 5: RS485 communicatiepoort (Typische ProMix 2KS aansluiting)
3A1562B
9
Installeer de Gateway Module Hardware
RS232/PG
OF
USB/PG
OF
ETHERNET
TI13969a
Groene/Amber LED
Gele LED
FIG. 6: Programmeerpoorten
RS232/PG
OF
TI13970a
FIG. 7: RS232/PG communicatiepoorten
RS232
TI13971a
FIG. 8: RS232 communicatiepoorten
10
3A1562B
Installeer de Gateway Module Hardware
ETHERNET
Groene/Amber
LED
Gele LED
Standaard ethernetkabel
TI13973a
FIG. 9: Ethernetaansluiting
Het bedieningsorgaan op DIN-Rail
monteren
Het Gateway bedieningsorgaan kan op een DIN-rail worden
gemonteerd. Hel het bedieningsorgaan over en duw deze
omlaag op de DIN-rail, duw deze vervolgens in. Zie FIG. 10. Er
is een minimale ruimte van 1" (25 mm) boven en onder het
bedieningsorgaan nodig om voldoende ventilatie te
waarborgen.
CompactFlash®-kaart installeren
Het CompactFlash-contact aanvaardt zowel Type I als Type II
kaarten. Deze kaarten zijn verkrijgbaar bij het merendeel van
de handelaars in computer- en kantoorbenodigdheden.
Gebruik kaarten met minimum 4 MB en maximum 2 GB.
Gebruik de CompactFlash-kaart alleen voor facultatieve
databaseopslag. Zie FIG. 11.
TI13965a
Breng de kaart met de bovenzijde
aan de linkerkant in. U dient de
kaart niet in te brengen of uit te
halen wanneer stroom wordt
toegediend.
TI13967a
FIG. 11: Een CompactFlash-kaart installeren
Minimum 1" (25
mm) ruimte
boven- en
onderaan
TI13966a
FIG. 10: Het bedieningsorgaan op een DIN-Rail monteren
3A1562B
11
De GracoConfig software installeren
De GracoConfig software installeren
GracoConfig software biedt toegang tot de Graco Gateway
module hardware. De meegeleverde cd bevat de GracoConfig
software (GracoConfigXXX.exe, waarbij de XXX het
versiecontrolenummer voorstelt). Deze bevat ook een
voorgeconfigureerde database die in wezen een
configuratiebestand voor de Gateway is. Het databasebestand
heeft een .gg2 extensie.
Systeemeisen
GracoConfig software draait op computers met de volgende
specificaties:
•
OPMERKING: GracoConfig software werkt met alle
versies van Microsoft® Windows 98 en hoger. Windows
2000 of hoger is aanbevolen voor een stabielere werking.
De Graco Gateway verschaft conversies voor vele protocollen,
waaronder de volgende:
•
•
•
•
•
•
•
•
Alle Allen-Bradley protocollen
DeviceNet
Ethernet TCP/IP
Ethernet IP
Mitsubishi
Modbus (ASCII, RTU)
Profibus
Siemens
OPMERKING: Graco levert uitbreidingskaarten voor
DeviceNet en Profibus protocollen. DeviceNet
configuratieprocedures vindt u terug op pagina 42.
Profibus configuratieprocedures vindt u terug op pagina
57. Zie pagina 40 voor Onderdelen.
Een Pentium klasse processor zoals vereist door het
gekozen besturingssysteem.
•
RAM en vrije schijfruimte zoals vereist door het gekozen
besturingssysteem.
•
Een extra 50 MB schijfruimte voor de software-installatie.
•
Een display van minstens 800 bij 600 pixels, met 256 of
meer kleuren.
•
USB-poort voor het downloaden van een geconfigureerde
database naar de Gateway module.
OPMERKING: Neem contact op met uw Graco-verdeler
of de technische klantendienst van Graco voor
informatie over bijkomende ondersteunde protocollen.
12
3A1562B
De GracoConfig software installeren
De software laden
1.
3.
Sluit de USB-kabel (23, meegeleverd) tussen de
USB-poort op de Gateway module en een USB-poort op
uw PC aan. Zie FIG. 12.
USB-poort
FIG. 14 zal verschijnen. Steek de CD in de CD-ROM drive
van uw PC. Selecteer "Install the software from a list of
specific location" ("De software vanuit een lijst of
specifieke locatie installeren") en klik vervolgens op
Volgende (Next). De locatie van het programma is
C:\Program Files\Graco\GracoConfig\Device.
OPMERKING: De naam van het stuurprogramma kan
verschillend zijn. Aanvaard gewoon de naam en ga verder
door de aanwijzingen op het scherm te volgen.
TI12930a
Trekontlasting voor
FIG. 12: Gateway module USB-poort
2.
FIG. 13 zal verschijnen. Selecteer "Yes, this time only"
(“Ja, alleen deze keer”), en klik vervolgens op Next
(Volgende).
FIG. 14: Software vanuit een specifieke locatie laden
Software-updates
Neem contact op met uw verdeler of de technische
klantendienst van Graco voor software-updates.
FIG. 13: Found new Hardware (Nieuwe hardware gevonden)
scherm
3A1562B
13
De GracoConfig software installeren
De voorgeconfigureerde database
naar de Gateway module
downloaden
2.
Selecteer Options (Opties) om het Link Options-venster te
openen met behulp van het Link-uitklapmenu. Controleer
of de communicatiepoort op USB is ingesteld en klik op
OK.
Graco levert een voorgeconfigureerde database als
configuratiebestand voor de Gateway, die parameters bevat
om met de Gateway en de ProMix 2KS te communiceren. De
bestandsnaam heeft een .gg2 extensie.
GracoConfig bestanden worden naar de Gateway module
gedownload met gebruik van het Linkmenu. De
programmeerlink tussen de PC en de Gateway module maakt
gebruik van de USB-kabel. Alvorens te downloaden,
controleert u of de communicatiepoort op USB is ingesteld,
zoals hieronder beschreven.
OPMERKING: Tijdens de programmering is het
mogelijk dat de Gateway naar een bijgewerkt
stuurprogramma vraagt. Volg de aanwijzingen op het
scherm om de stuurprogramma's automatisch te vinden
en te selecteren.
1.
Ga naar Start>Programma's>Graco>GracoConfig en
start het programma op. De GracoConfig hoofdpagina zal
verschijnen.
Link uitklapmenu
Updatesymbool
FIG. 16: Communicatiepoort op USB instellen
3.
Ga naar File>Open (Bestand openen) en selecteer het
bestand met de xx.gg2 extensie. De bestandsnaam moet,
eenmaal geladen, bovenaan het scherm verschijnen (FIG.
15).
4.
Download de database met behulp van het Link>Update
commando. Of gebruik het Updatesymbool
op de
taakbalk voor rechtstreekse toegang. Zie FIG. 15.
OPMERKING: Het downloaden neemt over het algemeen
slechts enkele seconden in beslag, maar kan langer
duren als de software firmware op de Gateway module
moet bijwerken.
FIG. 15: GracoConfig hoofdpagina
14
3A1562B
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
Opstarten
GracoConfig Hoofdpagina
Om GracoConfig te starten, selecteert u het pictogram
in de Graco map in het programmagedeelte van uw
Startmenu. De hoofdpagina verschijnt en de
communicatieknop wordt weergegeven.
Communicatieknop
De communicatieknop verschaft toegang tot de schermen
nodig voor het configureren van uw systemen en
instelparameters, zodat u kunt:
•
Specificeren welke protocollen er op de Gateway seriële
poorten en op de Ethernetpoort gebruikt moeten worden.
•
Als u meesterprotocollen gebruikt (d.w.z. protocollen
waarbij de Gateway gegevensoverdracht van en naar een
apparaat op afstand tot stand brengt), kunt u één of
meerdere apparaten aangeven.
•
Als u slaafprotocollen gebruikt (d.w.z. protocollen waarbij
de Gateway aanvragen van apparaten of
computersystemen op afstand ontvangt en erop
reageert), kunt u lees- of schrijftoegang voor specifieke
gegevensitems instellen.
•
Data tussen twee apparaten op afstand verplaatsen.
Communicatieknop
Ballonhelp
De ballonhelpfunctie zorgt ervoor dat u helpinformatie krijgt
voor elk pictogram in het hoofdmenu of voor elk veld in een
dialoogvenster. Dit wordt bediend via het
pictogram
aan de rechterzijde van de taakbalk. Ballonhelp heeft drie
modi waaruit de gebruiker kan kiezen:
FIG. 17: Communicatieknop
3A1562B
•
Do Not Display (Niet weergeven) schakelt de
ballonhelp uit
•
When Mouse Over (Wanneer muis erover) toont de
helpinformatie als de muiswijzer gedurende een bepaalde
tijd boven een bepaald veld wordt gehouden
•
When Selected (Indien geselecteerd) toont de
helpinformatie voor het huidige geselecteerd veld continu.
15
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
De database instellen
1.
Klik tweemaal op de communicatieknop om de
voorgeconfigureerde database (.gg2) te openen. Het
bestand is reeds voor ProMix 2KS ingesteld. Zie FIG. 18.
FIG. 18: Voorgeconfigureerde database
2.
Zie FIG. 19. Protocol 1 markeren. Klik op de Edit
(Bewerken) knop aan de rechterzijde van het venster om
het venster 'Driver Picker' te openen. Kies een protocol uit
de aangegeven lijsten, in dit voorbeeld Modbus en TCP/IP
Slave. Het systeem zal apparaat PLC 1 aanmaken.
FIG. 19: Protocol selecteren
16
3A1562B
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
3.
Zie FIG. 20. Klik met de rechtermuisknop op apparaat
PLC1 om het protocol te hernoemen naar iets wat voor
uw systeem van betekenis is.
FIG. 20: PLC1 hernoemen
4.
Zie FIG. 21. Voeg onder elk apparaat zoveel Gateway
blokken als nodig toe.
FIG. 21: Gateway blokken toevoegen
3A1562B
17
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
Gegevens inventariseren
1.
Zie FIG. 22. Het blok voor het inventariseren van data
selecteren. Klik op de Edit (Bewerken) knop naast het
veld 'Start Address' (Startadres) aan de rechterzijde van
het venster. Het venster 'Select Address' (Adres
selecteren) wordt geopend.
2.
Ga naar Tabel 4 op pagina 30 voor een Modbus map.
Selecteer het gewenste Modbus registeradres als
startpunt (in dit geval 40002). Voer de gepaste waarden in
het venster 'Select Address' in en klik op OK. Het gewenst
registeradres verschijnt in het veld 'Start Address'.
FIG. 22: Het inventariseren van Gateway blokken
18
3A1562B
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
3.
Zie FIG. 23. Klik op de Edit (Bewerken) knop naast het
veld 'Block Size' (Blokgrootte) aan de rechterzijde van het
venster. Het venster 'Edit value' (Waarde bewerken) wordt
geopend. Voer het aantal Modbus registeradressen in,
met een bereik van het startadres dat in stap 2 werd
ingevoerd tot en met het gewenste eindadres. In dit
voorbeeld, 7. De adressen moeten elkaar opvolgen. Dit
betekent dat elk adres beschikbaar en bereikbaar moet
zijn uit de ProMix 2KS . Als één van de 7 adressen niet
binnen de ProMix 2KS Modbus structuur bestaat, zal de
volledige blok niet communiceren.
FIG. 23: De blokgrootte instellen
3A1562B
19
Configuratie van Graco Gateway netwerkcommunicatie
4.
Zie FIG. 24. Klik op OK. Het bereik van adressen
verschijnt onder de gepaste blok aan de linkerzijde van
het venster.
OPMERKING: In dit voorbeeld, een Modbus apparaat
meester die via TCP/IP communiceert zal rechtstreekse
toegang tot de Modbus registers 40002 via 40008 van de
ProMix 2KS hebben.
Bijvoorbeeld, zie Blok 1 adresregel 1:
Modbusadres van
ProMix 2KS.
Modbusadres (commando)
van TCP/IP meester
aangesloten op Gateway.
5.
Het veld 'Direction' (Richting) moet over het algemeen op
'Device to G3' (Apparaat naar G3) ingesteld blijven.
FIG. 24: Blok voor inventarisatie van data
20
3A1562B
Modbus en I/O data
Modbus en I/O data
Zie Tabel 4 tem Tabel 5 voor Modbus registeradressen en
invoer-/uitvoerdata.
Kleurwisselproces
Zie FIG. 28, Tabel 1, en Tabel 2.
Zie de Discrete I/O lijsten van alle in- en uitvoer (zie blz. 30).
Zorg dat deze volledig worden begrepen. Dezelfde
implementatie gebruikt voor Discrete I/O wordt gebruikt voor
het netwerkcommunicatie protocol.
Bijvoorbeeld: De invoer van de pistooltrekker is nu een
specifieke bit van Modbus Register 40040. Het toezicht
houden op Modbus Register 40041 voor specifieke
uittvoerstatus-condities zal nodig zijn, zoals beschreven in de
rubriek Discrete I/O van de ProMix 2KS
gebruikershandleiding. De PLC zal de verschillende bits
moeten lezen, en moet in sommige gevallen (bijvoorbeeld
40040 en 40041) de verschillende bitposities afschermen om
elk van de afzonderlijke in- en uitvoerstatussen te bepalen. Dit
vereist enige ervaring en mag niet op de werkplek worden
uitgevoerd. Een volledige kennis van zowel het
kleurwisselproces als de vereiste timing van de verschillende
in- en uitvoer is vereist.
OPMERKING: Het instelpunt van analoge invoer voor
stroomregeling zal nu een specifiek Modbus register
zijn. Register 40137 zal de specifieke stroomsnelheid
vereisen (d.w.z. 125 cc/min). Dit is geen
spanningsmeting, maar het werkelijk stroomdoel.
Mengproces starten
1.
Controleer of mengen klaar is ingesteld. Dit verzekert dat
er geen alarmen zijn en dat het systeem klaar is voor het
volgende commando.
2.
Laad ccNewRecipe (Modbus 40046) met een
receptnummer om het kleur te wijzigen.
3.
Stel de kleurwissel (40040 bit 6) in.
4.
Controleer of Purge_CC_Active wordt waargenomen
(40041 bit 0).
5.
Wis de kleurwissel bit (tijdelijke invoer).
6.
Wijzig de ccNiewRecipe waarde niet totdat een nieuwe
receptenwijziging wordt aangevraagd.
7.
Het kleurwisselproces zal automatisch stoppen zoals
geprogrammeerd. Houd toezicht op de Purge_CC_Active
bit voor voltooiing.
Doorspuitproces
Zie FIG. 27, Tabel 1, en Tabel 2.
1.
Controleer of mengen klaar is ingesteld. Dit verzekert dat
er geen alarmen zijn en dat het systeem klaar is voor het
volgende commando.
2.
Doorspuit (40040 bit 8) instellen.
3.
Controleer of Purge_CC_Active wordt waargenomen
(40041 bit 0).
4.
Als het Purge_CC_Active is gewist, wis dan de
Purge_Start bit. Het wissen van deze bit tijdens een
doorspuitreeks zal de doorspuitreeks annuleren.
Zie FIG. 25, Tabel 1, en Tabel 2.
1.
Controleer of de mengen klaar bit (bit 2 van 40041)
ingeschakeld is.
2.
De Mengbit inschakelen (bit 7 van 40040).
3.
Controleer of de Mengen Actief bit (bit 1 van 40041)
ingeschakeld is, om te verzekeren dat de Mengaanvraag
ontvangen is.
Mengproces stoppen
Zie FIG. 26, Tabel 1 en Tabel 2.
1.
Wis de Mengbit.
2.
De Mengen Actief uitvoer moet gewist worden en de
mengen klaar moet nu worden ingesteld.
OPMERKING: De ProMix 2KS zal automatisch in
stand-by modus gaan na 2 minuten inactiviteit. Een
algemeen alarm zal aanwezig zijn en Mengen Actief
blijft hoog. Het Alarmbit (40010) zal het stand-by alarm
van het systeem aangeven. Wanneer er een nieuwe
invoer van de pistooltrekker wordt waargenomen, zal de
ProMix 2KS het mengmateriaal hervatten waar deze
werd gestopt. De Mengbit niet omschakelen, want dit
zorgt ervoor dat het mengproces opnieuw vanaf het
begin wordt gestart.
3A1562B
21
Modbus en I/O data
Start mengmodusproces
NEE
JA
Is mengen
klaar bit = 1?
Moet Alarmconditie of
Actief recept 61 zijn. Zie
Alarm in bedrijf op
pagina 26 of opstarten
vanuit Recept 61 (zie
OPMERKING hieronder)
Stel Mengbit in = 1
NEE
OPMERKING: Bij het opstarten, gaat het
systeem standaard naar Recept 61, wat
geen geldig receptnummer is. Voer een
kleurwissel uit bij Recept 0 of voer een
geldig receptnummer (1-60) in.
Is Mengen
Actief bit = 1?
JA
ProMix 2KS in
Mengmodus (volledig) Mengen Actief
= 1 terwijl de ProMix
2KS in de Mengmodus staat
FIG. 25. Stroomschema mengmodusproces starten
22
3A1562B
Modbus en I/O data
Mengmodusproces
Mengmodus is
gewenst. PLC verifieert
of de Mengmodus
onderhouden is.
NEE
Is Mengen
Actief bit = 1?
JA
Mengproces actief
Controleer Alarm
Conditie: is Alarm_
Algemeen bit = 1?
NEE
2KS staat in Stand-by.
Ga naar Mengproces
starten, op pagina 21.
JA
Ga naar Alarm in
bedrijf, op pagina 26
FIG. 26. Stroomschema mengmodusproces
3A1562B
23
Modbus en I/O data
Start
NEE
Is mengen
klaar bit = 1?
Moet Alarmconditie
of Actief recept 61 zijn.
Zie Alarm in bedrijf
op pagina 26 of start
op vanuit Recept 61
(zie OPMERKING hieronder).
Zet doorspuitbit = 1?
NEE
(Wacht op
Mengen Klaar)
NEE
JA
Is mengen
klaar bit = 1?
JA
OPMERKING: Bij het opstarten, gaat het
systeem standaard naar Recept 61, wat
geen geldig receptnummer is. Voer een
kleurwissel uit bij Recept 0 of voer een
geldig receptnummer (1-60) in.
Is Purge_CC_Active
bit = 1?
JA
ProMix 2KSin
Purge_CC mode
(Proces gestart)
Stel doorspuitbit in op 0.
ProMix 2KS Doorspuitproces (Voltooid)
FIG. 27 Stroomschema doorspuitmodusproces
24
3A1562B
Modbus en I/O data
Kleurwisselproces (basis)
Doe niets.
Sproeien volgens
gewenst recept.
Is actief
recept = naar
gewenst recept?
(Register 40005).
JA
NEE
Laad ccNiewRecipe
(Register 40046) met
receptnummer naar
Kleurwissel (0 tot 60 is
geldig).
Zorg ervoor dat
KleurWissel bit
gezien wordt door
ProMix 2KS
Is
Purge_CC_Active
bit = 1?
NEE
JA
Stel Kleurwissel (CC) bit
in op 1.
Wis KleurWissel (CC) bit
(tijdelijke invoer).
CC-proces gestart.
(Wacht op
Mengen Klaar)
NEE
Is mengen
klaar bit = 1?
NEE
Controleer Alarm
Conditie: is Alarm_
Algemeen bit = 1?
JA
JA
ProMix 2KS Kleurwisselproces (voltooid)
Alarm in bedrijf. Zie
Alarm in bedrijf op
pagina 26.
FIG. 28. Stroomschema kleurwisselmodusproces
3A1562B
25
Modbus en I/O data
Alarm in bedrijf
Zie FIG. 29, Tabel 1, Tabel 2, en Tabel 3.
Alarm in bedrijf
Een Alarmtoestand
werd voordien
aangetroffen.
Alarm_General = 1.
Controleer of
Potlifealarm: is
Alarm_
Potlife bit = 1?
NEE
Twee opties:
Bepaal het exacte alarm uit
Tabel 3 op pagina 29 en
los het probleem dat het
alarm veroorzaakt heeft
op, zoals vereist.
•
•
Is mengen
klaar bit = 1?
Doorspuiten of Kleurwissel om het
gemengde materiaal in deze lijn te
verwijderen.
Plaats in Mengmodus en sproei het
houdbaarheidsvolume dat in de ProMix
2KS ingesteld is.
OPMERKING: De resettoets dempt het
alarm alleen maar. Om het alarm uit te
schakelen, moet u één van de twee
bovenstaande opties uitvoeren.
Het alarm opnieuw instellen. Reset_Alarm = 1.
NEE
JA
JA
Ga naar het volgend proces,
indien gewenst.
FIG. 29. Stroomschema alarmproces
26
3A1562B
Modbus en I/O data
Tabel 1: ProMix 2KS Digitale invoer (Modbus Register 40040)
Bit
Digitale invoer binair
Naam
Details
0:5
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 X X X X X X Recept
6
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Kleurwissel (CC) Stel bit op “1” in om kleurwissel te starten (tijdelijk)
7
0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 Mengen
Stel bit in om mengmodus te starten (handhaven)
8
0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 Doorspuiten
Stel bit op “1” in om doorspuitreeks te starten
(gehandhaafd)
9
0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Job_Complete
Stel bit op “1” in om taak voltooien invoer te starten
(tijdelijk)
10
0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Externe CC
klaar
Stel bit op “1” in om externe kleurwissel te starten (tijdelijk)
11
0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Niet gebruikt
12
0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 FC _Calibrate
Stel de bit op “1” in om stroomregelingkalibratie-invoer te
starten (tijdelijk)
13
0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Gun_Trigger
Stel de bit op “1” in om aan te geven dat het pistool
werkelijk wordt bediend (handhaaf terwijl het pistool wordt
bediend, verwijder wanneer pistool wordt gesloten)
14
0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Reset_Alarm
Stel bit op “1” in om een actief alarm uit te schakelen
(tijdelijk)
15
1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Stoppen op
afstand
Stel bit in om eenheid op afstand te stoppen (tijdelijk)
Binaire bits enkel voor het bekijken van discrete invoer.
OPMERKING: Gearceerde cellen komen overeen met de stroomschema's op pagina 's 23-26.
3A1562B
27
Modbus en I/O data
Tabel 2: ProMix 2KS Digitale uitvoer (Modbus Register 40041)
Bit
Digitale invoer binair
Naam
Details
0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 Purge_CC_Active
“1” geeft aan dat doorspuiten of kleurwissel bezig is
1
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 Mix_Active
“1” geeft aan dat mengen bezig is
2
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 Mix_Ready
“1” geeft aan dat er geen alarmen zijn en het OK is om
te Mengen
3
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 CC_Fill_Active
“1” geeft aan dat er gevuld wordt bij een kleurwissel
4
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 FCalActive
“1” geeft aan dat de stroomregelingkalibratie-routine
bezig is
5
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 Flow_Rate_Alarm
“1” geeft aan dat het/de
stroomsnelheidalarm/waarschuwing actief is
6
0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 Special_1
“1” geeft aan dat de Special_1 uitvoer aan staat (enkel
controle)
7
0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 Special_2
“1” geeft aan dat de Special_2 uitvoer aan staat (enkel
controle)
8
0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 Special_3
“1” geeft aan dat de Special_3 uitvoer aan staat (enkel
controle)
9
0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Special_4
“1” geeft aan dat de Special_4 uitvoer aan staat (enkel
controle)
10
0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Niet gebruikt
11
0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Niet gebruikt
12
0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Alarm_General
“1” geeft aan dat er een algemeen alarm in werking is.
(Als Mix_Actief nog steeds te hoog is, dan alleen een
waarschuwing.) Zie ProMix 2KS Actieve alarmen
(Modbus Register 40010) op pagina 29 voor details
over type.
13
0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Alarm_Potlife
“1” geeft aan dat er een Potlife-alarm in werking is.
OPMERKING: Gearceerde cellen komen overeen met de stroomschema's op pagina 's 23-26.
28
3A1562B
Modbus en I/O data
ProMix 2KS Actieve alarmen (Modbus Register 40010)
Tabel 3: ProMix 2KS Actieve alarmen (Modbus Register 40010)
Bit
Digitale invoer binair
Naam
Details
Lage Byte: 0
0000 0000 0000 0000
Geen bits ingesteld
Geen actieve alarmen
Lage Byte: 0
0000 0000 0000 0001
Comm_Error
Lage Byte: 0
0000 0000 0000 0010
Potlife_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0000 0000 0100
Ratio_High_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0000 0000 1000
Ratio_Low_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0000 0001 0000
Overdose_A_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0000 0010 0000
Overdose_B_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0000 0100 0000
Dose_Time_A_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0000 1000 0000
Dose_Time_B_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0001 0000 0000
Mix_In_Setup_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0010 0000 0000
Remote_Stop_Alarm
Lage Byte: 0
0000 0100 0000 0000
Purge_Volume_Alarm
Lage Byte: 0
0000 1000 0000 0000
CC_Comm_Error_Alarm
Lage Byte: 0
0001 0000 0000 0000
High_Flow_Alarm
Lage Byte: 0
0010 0000 0000 0000
Low_Flow_Alarm
Lage Byte: 0
0100 0000 0000 0000
System_Idle_Alarm
Lage Byte: 0
1000 0000 0000 0000
Setup_Change_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 0000 0001
Power_On_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 0000 0010
Defaults_Loaded_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 0000 0100
IO_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 0000 1000
Purge_Initiate_Error
Hoge Byte: 0
0000 0000 0001 0000
Material_Fill_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 0010 0000
Tank_A_Low_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 0100 0000
Tank_B_Low_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0000 1000 0000
Tank_S_Low_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0001 0000 0000
Auto_Dump_Complete
Hoge Byte: 0
0000 0010 0000 0000
Color/Catalyst_Purge_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 0100 0000 0000
Color/Catalyst_Fill_Alarm
Hoge Byte: 0
0000 1000 0000 0000
Num_Alarm_Desc
Hoge Byte: 0
0001 0000 0000 0000
Spare3_Alarm
Hoge Byte: 0
0010 0000 0000 0000
Spare2_Alarm
Hoge Byte: 0
0100 0000 0000 0000
Spare1_Alarm
Hoge Byte: 0
1000 0000 0000 0000
Potlife_Buzzer
3A1562B
29
Modbus en I/O data
ProMix 2KS Modbus/TCP Variabele Map
Tabel 4: ProMix 2KS Modbus/TCP Variabele Map
EasyKey
* Status
Modbus
lezen/schrijven Register
Alleen lezen
40003
Alleen lezen
40004
Alleen lezen
40005
Alleen lezen
40006
Lezen/Schrijven
40007
Lezen/Schrijven
40008
Alleen lezen
40009
Alleen lezen
40010
Alleen lezen
40032
Lezen/Schrijven
40040
Alleen lezen
40041
Lezen/Schrijven
40046
Alleen lezen
40048
Alleen lezen
40049
Alleen lezen
**40056
Alleen lezen
40114
Lezen/Schrijven
40115
Lezen/Schrijven
40120
Lezen/Schrijven
40125
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
40126
40127
Lezen/Schrijven
40128
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
40129
40137
43123
Lezen/Schrijven
43141
*
Omschrijving
Huidige stroomsnelheid
Huidige verhouding
Actief recept
Potlife 1 resterend
Taak voltooid
Totaal aantal taken resetten
Potlife 2 resterend
Actieve fout
Versie controleren
Robot digitale invoer
Robot digitale uitvoer
Nieuw recept
Huidige vloeistofdruk
V/P procent uitvoer
Actuele verhouding
verloopstuk
Stroomregeling optie
Grootte
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
32 Bit
32 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
16 Bit
Eenheden
cc/min
geen
geen
sec
geen
geen
sec
geen
geen
geen
geen
geen
psi
%
geen
Ondergrens
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0x0000
0x0000
0
0
0
0
Bovengrens
5000
9999
60
9999
0xFFFF
9
9999
0xffffffff
0xffffffff
0xFFFF
0xFFFF
60
5000
100
9999
16 Bit
0
4
Stroominstelpunt
gegevensbron
Manuele overname procent
opening
Bereik stroomregeling
16 Bit
0=enkel doseren
1=1K stroomregeling
(toekomst)
2=2K stroomregeling
3=drukovername
4=manuele
procentovername
0=discreet
1=netwerk
%
0
1
0
100
Tolerantie stroomregeling
Stroomregeling
proportionele winst Kp
Stroomregeling integrale
winst Ki
Alarmtijd stroomregeling
Instelpunt stroomregeling
Stroomregeling
overnamemodus
Stroomregeling activeren
16 Bit
16 Bit
16 Bit
0
2
16 Bit
16 Bit
0=0-300 cc/min
1=0=600 cc/min
2= 0-1200 cc/min
%
standaard=400
0
0
99
9999
16 Bit
standaard=40
0
9999
16 Bit
16 Bit
16 Bit
sec
cc/min
0=uit (normaal)
1=% open
2=drukmodus
0=uit
1=aan
0
0
0
99
1200
2
0
1
Deze kolom geeft de regel weer die via automatisering moet worden ingevoerd. Het schrijven naar Alleen
lezen-registers moet worden vermeden.
** Alleen voor ProMix 3KS Systemen.
30
3A1562B
Modbus en I/O data
ProMix 2KS receptbits
Tabel 5: ProMix 2KS receptbits
Receptbits
5 4 3
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 0 1
0 1 0
0 1 0
0 1 0
0 1 0
0 1 0
0 1 0
0 1 0
0 1 0
0 1 1
0 1 1
0 1 1
0 1 1
0 1 1
0 1 1
0 1 1
0 1 1
1 0 0
3A1562B
Nummer
2
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
Receptbits
5
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
3
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
1
Nummer
2
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
1
1
0
0
0
0
1
1
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
31
Probleemoplossing
Probleemoplossing
OPMERKING: Deze rubriek beschrijft de meest
voorkomende problemen die men tijdens het instellen,
programmeren of gebruik van het product kan ervaren.
Vergeet niet om altijd naar het apparaat te downloaden
wanneer u wijzigingen in de instellingen in Graco
Gateway hebt gemaakt.
Algemene probleemoplossing
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSING
Er staat niets op het scherm van de
eenheid en PWR LED is uitgeschakeld.
Eenheid staat niet onder stroom.
Controleer de voeding. Eenheden hebben
24 VDC, ± 10% nodig.
Er staat niets op het scherm van de
eenheid en PWR LED is ingeschakeld.
Contrast te laag (alleen Graco
Gateway).
Programmeer één van de schermtoetsen
met de actie als door de gebruiker
gedefinieerd en de volgende code in het
veld 'On' (Aan) ingedrukt: dispcontrast++
Geen primitieven op het display.
Voeg objecten aan het gebruikersinterface
in Graco Gateway toe.
Achtergrondverlichting is uit.
Duw één van de schermtoetsen in om deze
terug in te schakelen.
Buis achtergrondverlichting is stuk.
Vervang de buis door een nieuwe.
Kruisverwijzingen tussen tags, bijv.
Var1 gebruikt Var2 als maximum die
achtereenvolgens Var1 als minimum
gebruikt.
Verwijder één van de verwijzingen of
gebruik formuletags voor indirecte
verwijzing, bijv. Vorm1 is gelijk aan Var1 en
wordt gebruikt in Var2 minimum in plaats
van Var1.
Database is beschadigd.
Creëer een nieuwe database of stuur dit
naar de technische dienst om de fouten op
te sporen.
De eenheid schakelt voortdurend in en
uit.
Eenheid wordt na een handeling in- en
uitgeschakeld.
Waarschijnlijk een programma dat zich Controleer of de handeling een programma
in een eindeloze lus bevindt.
opstart dat lussen zonder uitgangspunt
bevat.
CF LED knippert traag.
CF kaart beschadigd of ongeldig.
32
Formatteer de kaart van Graco Gateway
met gebruik van het Link > Format Flash
menu.
3A1562B
Probleemoplossing
PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSING
Eenheid geeft “Version Mismatch" (Versie De database die zich momenteel in het Download de database nogmaals van
komt niet overeen”) weer.
apparaat bevindt komt niet met de
Graco Gateway.
firmwareversie van Graco Gateway
overeen. (Bericht verschijnt na een
download met een nieuwe versie van
C2 die werd onderbroken alvorens de
database werd gedownload).
Eenheid geeft “Invalid Database"
("Ongeldige Database”) weer.
De database in het apparaat is
beschadigd of er bevinden zich geen
databases in het apparaat.
Download een database van Graco
Gateway.
Waarden tonen “----”
Geen communicatie met doelapparaat. Zie Probleemoplossing Seriële
communicatie (pagina 36) of
Probleemoplossing
Ethernetcommunicatie (pagina 37).
Waarde wordt niet bijgewerkt.
De tag op het scherm is niet correct
gekoppeld.
Controleer de taginventarisatie om ervoor te
zorgen dat het register van het
doelapparaat (PLC, enz.) juist is.
In geval het woord WAS wordt
weergegeven, dient u de primitieve
gegevensbron in de gebruikersinterface te
controleren. In dit geval, koppelt u de tag
nogmaals.
Waarde toont +BIG of –BIG.
Niet genoeg cijfers voor het
Verhoog het aantal cijfers voor het
decimaalteken om het getal te tonen.
decimaalteken in het tagformaat.
Bijvoorbeeld, data is 1000.5 en formaat
is drie cijfers voor het decimaalteken
en één erna.
Waarde wijkt met een factor tien af.
Het tagformaat is niet correct.
Wijzig de positie van het decimaalteken in
het tagformaat.
Waarde is ongeldig.
Onjuist tagtype.
Controleer of het tagtype met het datatype
overeenkomt. Is de data een
drijvende-kommagetal en aldus de tag een
echt (Pi symbool) en geen integer (X
symbool)?
Onjuiste inventarisatie van data.
Controleer of de tag het correcte register
van het doelapparaat opent.
Onjuiste primitief op het display.
Controleer of het primitief met het tagtype
overeenkomt. Bijvoorbeeld, primitief is een
Tekst integer, zodoende moet de tag een
integer zijn.
Ontvangen data is niet wat werd
Gebruik de transformatie-eigenschap op de
verwacht. Bijvoorbeeld, bytes zijn in het tag om de gegevensbron aan te passen.
woord omgekeerd.
Het kan gebeuren dat u meerdere
oplossingen moet uitproberen om het
probleem op te lossen.
3A1562B
33
Probleemoplossing
PROBLEEM
OORZAAK
Symbool of beeld laat sporen na wanneer De achtergrond van het beeld wordt
geanimeerd.
niet bijgewerkt.
OPLOSSING
Wijzig het vulformaat van het primitief in
Effen kleur.
Voeg de systeemvariabele dispcount in de
achtergrond van het beeld toe om het
bijwerken tot stand te brengen.
Rijke staafdiagram of meetklok beweegt
niet
Tagminimum en -maximum zijn niet
ingesteld.
Controleer de minimum- en
maximumwaarden van de tag. Deze worden
door beide primitieven als minimum en
maximum gebruikt.
Trend Viewercurve zit onderaan vast.
Geen minimum- en maximuminstelling Controleer of alle weergegeven tags in de
van de datatags die in de viewer
trendviewer een minimum- en
worden weergegeven.
maximuminstelling hebben.
Locatie van USB-stuurprogramma's voor
Windows.
Locatie van stuurprogramma’s
onbekend.
De stuurprogramma's bevinden zich onder
de map Graco Gateway 2.0\Device
installation. Bijvoorbeeld C:\Program
Files\Graco Gateway\Device.
Installatie van USB-stuurprogramma.
Het besturingssysteem kan het
stuurprogramma niet vinden of de
installatie is mislukt.
In het apparatenbeheer van uw
besturingssysteem, controleert u of de
Graco Gateway aanwezig is. Als dit het
geval is, verwijder dit apparaat dan. Volg de
USB-installatiegids.
De upgrade van Graco Gateway heeft de De optie die tijdens het bijwerken werd Start de upgrade opnieuw op en kies
softwareversie niet bijgewerkt.
gekozen, was 'Modify' (Aanpassen) in 'Repair' (Herstellen) wanneer u erom
plaats van 'Repair' (Herstellen).
gevraagd wordt.
34
3A1562B
Probleemoplossing
Graco Gateway Berichten probleemoplossing
PROBLEEM
OORZAAK
Apparaat niet compatibel met bestand.
Het apparaat waarop u probeert te
downloaden, komt niet met het
databaseapparaat overeen.
Onmogelijk om de communicatiepoort te
openen.
De communicatiepoort die u probeert te
downloaden, is niet beschikbaar:
Geen antwoord van terminal.
OPLOSSING
Creëer een nieuw databasebestand dat
met uw apparaat overeenkomt (Nieuw >
Bestand).
•
Kabel niet aangesloten.
Controleer of de kabel op een juiste
manier op de PC en de
programmeerpoorten (USB of PG-poort)
is aangesloten.
•
Onjuiste
download-communicatiepoort.
Controleer of de Graco Gateway zich op
de juiste communicatiepoort bevindt (Link
> Opties).
•
Poort is reeds in gebruik.
Controleer of de communicatiepoort niet
reeds door een andere service of
software in het bijzonder voor seriële
poorten, wordt gebruikt.
•
IP-adres van doelapparaat is
verkeerd.
Als u downloadt via Ethernet, dient u het
IP-adres van het doelapparaat in Link >
Opties te controleren.
•
Geen USB-stuurprogramma’s.
Controleer of de USB-stuurprogramma’s
succesvol zijn geïnstalleerd. Installeer,
indien nodig, het Graco Gateway
USB-stuurprogramma onder het PC
apparatenbeheer opnieuw.
Kabel is niet aangesloten.
Zorg dat de kabel is aangesloten of
raadpleeg bovenstaande oplossingen.
Als het bericht verschijnt terwijl het
downloaden naar het apparaat bezig is.
Download nogmaals met Link > Update
of F9.
De versie van Graco Gateway op de PC
verschilt van de firmwareversie van het
doelapparaat wanneer een download via
Ethernet wordt uitgevoerd.
Breng een CompactFlash-kaart in het
doelapparaat in.
Het venster is te klein om te kunnen
bewerken.
Het huidig beeld van de
gebruikersinterface is te klein om te
kunnen bewerken.
Wijzig de paneelweergave met gebruik
van View > Panel > Display only (Enkel
paneelscherm weergeven).
Het apparaat geeft een onverwachte
antwoordcode terug.
Het apparaat dat u probeert te
downloaden, wordt niet door deze versie
van Graco Gateway ondersteund.
Update Graco Gateway naar de laatste
beschikbare versie beschikbaar (neem
contact op met uw Graco verdeler of de
technische klantendienst van Graco ).
Kies Repair (Herstellen) tijdens de
upgrade.
CompactFlash nodig voor upgrade.
3A1562B
Gebruik een andere communicatiepoort
om te downloaden: USB of Serieel.
35
Probleemoplossing
Probleemoplossing Seriële communicatie
Deze rubriek wordt gebruikt om problemen bij de communicatie tussen twee apparaten die via seriële poorten, d.w.z.
RS232 of RS485, aan elkaar zijn gekoppeld op te lossen.
TIP: Voor probleemoplossing van communicatie is het ten zeerste aanbevolen om een nieuwe Graco Gateway
database te creëren, waarbij slechts één datatag in een bekend register in het doelapparaat is geïnventariseerd.
PROBLEEM
Waarden tonen “----”
OORZAAK
OPLOSSING
Poortinstellingen komen niet overeen.
Controleer of de poortinstellingen van het
Graco Gateway apparaat met het
doelapparaat (d.w.z. Baud, Parity, etc.)
overeenkomen.
Onjuist adres van doelapparaat.
Controleer of het adres van het
doelapparaat in Graco Gateway (in
communicatie op het PLC symbool) met
de instelling van het adres van het
doelapparaat overeenkomt.
Verkeerde kabel.
Controleer of het onderdeelnummer van
de kabel of bekabeling met uw protocol
overeenkomt.
Onjuiste communicatiepoort.
Controleer of de kabel op de juiste
communicatiepoort is aangesloten.
Als het bovenstaande correct is,
controleert u of de protocolinstellingen
zich op de juiste communicatiepoort in
Graco Gateway bevinden.
Waarden tussen de data en “----”
knipperen
De connectorpennen van de
communicatiepoort buigen inwaarts.
Alhoewel dit onwaarschijnlijk is,
controleert u de connectorpennen van de
communicatiepoort op de Graco Gateway
in geval sommige pennen inwaarts zijn
gebogen waardoor er een slecht contact
met de kabel is.
Onjuiste taginventarisatie.
Controleer of de tag in een bestaand
register in het doelapparaat is
geïnventariseerd.
Onjuiste taginventartisatie op één van de Verwijder een voor een de tags en
tags op het display.
download tussenin. Als de waarden op
het scherm niet langer knipperen, was de
laatst verwijderde tag verkeerd
geïnventariseerd of werd er een
onbekend register in het doelapparaat
geopend.
Tot stand brengen van communicatie
mislukt.
36
Verhoog de slaafresponsie of time-out
van het apparaat op de
communicatiepoort of het doelapparaat in
Graco Gateway.
3A1562B
Probleemoplossing
Probleemoplossing Ethernetcommunicatie
Deze rubriek wordt gebruikt om problemen bij de communicatie tussen twee apparaten die via Ethernet aan elkaar
gekoppeld zijn op te lossen.
TIP: Voor probleemoplossing van communicatie is het ten zeerste aanbevolen om een nieuwe Graco Gateway
database te creëren, waarbij slechts één datatag in een bekend register in het doelapparaat is geïnventariseerd.
PROBLEEM
Waarden tonen “----”
OORZAAK
OPLOSSING
Onjuist IP-adres van doelapparaat.
Controleer of het adres van het
doelapparaat in Graco Gateway (in
communicatie op het PLC symbool) met
de instelling van het IP-adres van het
doelapparaat overeenkomt.
Onjuiste kabel of verkeerde aansluiting.
Controleer de LED op de Ethernetpoort
van het Graco Gateway apparaat. Als er
geen enkele LED brandt, zijn er geen
aansluitingen. Controleer de kabel of
controleer of de Ethernetpoort in Graco
Gateway uitgeschakeld is, zie hieronder.
Ethernetpoort uitgeschakeld.
Controleer of de Ethernetpoort in Graco
Gateway ingeschakeld is.
Graco Gateway en de doelapparaten
bevinden zich in een verschillend
adresdomein:
•
Als er geen routers op het netwerk
aanwezig zijn.
Controleer of het IP-adres van het
doelapparaat en het IP-adres van het
Graco Gateway apparaat verschillend
zijn, maar zich wel in hetzelfde domein
bevinden. (Bijvoorbeeld, beide starten
met dezelfde eerste drie cijfers; bijv:
192.168.2.xxx als het masker
255.255.255.0 is).
•
Als een router op het netwerk
aanwezig is.
Controleer of het Graco Gateway adres
van de Ethernetpoort van het Gateway
apparaat met de IP-adres van de router
overeenkomt.
Onjuiste taginventarisatie.
Waarden tussen de data en “----”
knipperen
Onjuiste taginventartisatie op één van de Verwijder een voor een de tags en
tags op het display.
download tussenin. Als de waarden op
het scherm niet langer knipperen, was de
laatst verwijderde tag verkeerd
geïnventariseerd of werd er een
onbekend register in het doelapparaat
geopend.
Tot stand brengen van communicatie
mislukt.
3A1562B
Controleer of de tag in een bestaand
register in het doelapparaat is
geïnventariseerd.
Verhoog de slaafresponsie of time-out
van het apparaat op de
communicatiepoort of het doelapparaat in
Graco Gateway.
37
Probleemoplossing
LED functies
Status (STS) LED
CompactFlash (CF) LED
De groene Status LED geeft informatie over de status van de
Graco Gateway, waaronder de verschillende fasen van de
opstartroutine en eventuele fouten die zich voordoen.
Status
Indicatie
Snel
knipperen
De Graco Gateway heeft zonet de
bootloader opgestart en/of is aan het
upgraden.
Graco Gateway werkt normaal.
Constant
*
Indicatie
Groen
Rood
Bezig met verzenden
Bezig met ontvangen
Ethernet LED's
Status
Indicatie
Geel
(Constant)
Geel
(knipperend)
Groen
Amber
Link tot stand gebracht
38
Indicatie
Uit
Constant
Snel
knipperen
Flikkeren
Geen CompactFlash-kaart aanwezig.
Geldige CompactFlash-kaart aanwezig.
CompactFlash-kaart wordt gecontroleerd.
Traag
knipperen
Gebruiker communicatiepoorten - TX/RX
LED's
Status
Status
Eenheid schrijft naar de CompactFlash
kaart, dit ofwel om data op te slaan of omdat
de PC die via de USB-poort is aangesloten
de drive heeft vergrendeld.*
Onjuist geformatteerde CompactFlash kaart
aanwezig.
Koppel de voeding naar de eenheid niet los wanneer
dit lampje flikkert. De eenheid schrijft data in
intervallen van twee minuten. Latere Microsoft
besturingssystemen zullen de drive niet
vergrendelen tenzij deze data moeten schrijven;
Windows 98 kan de drive op elk moment van de
montage vergrendelen en hierbij het loggen
verstoren. Neem contact op met de klantendienst
van Graco voor meer informatie.
Netwerkactiviteit
10 BASE-T communicatie
10 BASE-TX communicatie
3A1562B
Schema elektrisch systeem
Schema elektrisch systeem
Niet-gevaarlijk gebied
NON-HAZARDOUS AREA
OPERATOR INTERFACE
DC OK
+24 VDC
COMMON
COMMON
+
+
-
1
2
POWER
SUPPLY
L1
N
L1 85-250 VAC
N
LINE
FILTER
L1
N
GND
1
2
3
POWER HARNESS
BARRIER
BOARD
J1
1
2
3
4
5
J5
1
2
3
J4
1
2
3
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
L1
N
GND
GND LUG
GND N L1
85-250
VAC
1 POWER
2 ROCKER
1A SWITCH
1B
2A
2B
OPEN
OPEN
HARNESS
L1 TERMINAL
N
BLOCK
GND
+12VDC I/S (RED)
COM (BLACK)
SHIELD
CABLE
+24VDC
OPEN
COMMON
(50' STD.)/
(100' OPTION)
ALARM
MEMBRANE
SWITCH
WITH
RIBBON
CABLE
J4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
DISPLAY
BOARD
J9
J6
RJ45
1
2
3
4
+
-
+
-
RJ45
3'
POWER DIST.
TERMINAL
BLOCKS
J2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
+
-
+
-
+
-
+
RJ45
1
2
3
4
J5 5
6
7
8
9
10
J2
J3
REMOTE
I/O
INTEGRATION
BOARD
SHIELD
DISPLAY
-
RJ45
FLOW CONTROL CAL. (BLK)
GUN TRIGGER (WHT)
DIGITAL IN COMMON (RED)
REMOTE STOP (GRN)
ALARM RESET (BRN)
ALARM OUTPUT (BLU)
DIGITAL OUTPUT COMMON (ORG)
POT LIFE (YEL)
FLOW RATE ANALOG IN (PUR)
FLOW RATE ANALOG COMMON (GRAY)
J4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
7
8
MIX INPUT
PURGE INPUT
JOB COMPLETE INPUT
EXTERNAL CLR CHG READY
RESET ALARM INPUT
DIGITAL INPUT COMMON
DIGITAL INPUT COMMON
RECIPE BIT 0 INPUT
RECIPE BIT 1 INPUT
RECIPE BIT 2 INPUT
RECIPE BIT 3 INPUT
RECIPE BIT 4 INPUT
RECIPE BIT 5 INPUT
RECIPE CHANGE INPUT
1
2
3
4
5
6
7
8
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
PURGE/RECIPE CHG ACTIVE OUTPUT
MIX ACTIVE OUTPUT
MIX READY OUTPUT
FILL ACTIVE
FLOW CAL. ACTIVE
FLOW RATE ALARM OUTPUT
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
1
2
3
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
SPECIAL OUTPUT #1
SPECIAL OUTPUT #2
SPECIAL OUTPUT #3
SPECIAL OUTPUT #4
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
J5 4
5
6
I/O HARNESSES
J10
1
2
3
4
5
6
RS485 INTEGRATION A (WHT/BLU)
RS485 INTEGRATION B (BLU/WHT)
RS485 INTEGRATION GROUND (SHIELD)
RS485 NETWORK A (WHT/ORG)
RS485 NETWORK B (ORG/WHT)
RS485 NETWORK GROUND (SHIELD)
1
2
3
4
5
6
(+24) YEL
(COM) GRAY
ORG
BRN
RED
TERMINAL
BLOCKS
BEACON
CABLE
J7
J8
P1
RJ45
FO IN (BLK)
FO OUT (BLU)
RJ45
3'
RJ45
BULKHEAD
RJ45
RJ45
3'
(25'-200' OPTIONS)
3A1562B
WEB SERVER
MODULE
39
Onderdelen
Onderdelen
15V331 Gateway Ethernet kit (weergegeven)
15V963 Gateway DeviceNet kit
15V964 Gateway Profibus kit
OnderRef.nr. deelnr.
Omschrijving
1
15V339
PANEEL, achterzijde
2
15T752
DEKSEL
3
n.v.t.
DIN-RAIL
4
120369
VOEDING, 24 Vdc
5
15V345
DOORVOERHULS, kabelinvoer
6
111987
CONNECTOR, trekontlasting
7
n.v.t.
ZWEEFBAAN
8▲
186620
LABEL, aarding
9
n.v.t.
DEKSEL, zweefbaan
10
10a
10b
10c
Aantal
1
1
1
1
2
1
1
1
1
SCHAKELKAST, Gateway
15V966
15V965
15X492
KAST, DeviceNet; bevat items
20a, 23 en 27; alleen gebruikt
op 15V963 Kit
KAST, Profibus; bevat items
20a, 23 en 27; alleen gebruikt
op 15V964 Kit
KAST, ethernet; bevat items 23
en 27; alleen gebruikt op
15V331 Kit
OnderRef.nr. deelnr.
Omschrijving
11
120838
BLOK, klemuiteinde
12
103833
SCHROEF, machine
13
112443
BLOK, aardingsklem
14
15V344
CONNECTOR
15
121994
KABEL, CAT 5
16
121700
KABEL, 2 connector
17
n.v.t.
18
n.v.t.
20a
15V347
20b
15V346
23
15T999
DRAAD, koper, 16 ga.; 230 mm
(9 in.)
DRAAD, koper, 16 ga.; 230 mm
(9 in.)
KAART, DeviceNet; alleen
15V963 Kit
KAART, Profibus; alleen 15V964
Kit
USB-KABEL; niet weergegeven
27
258527
1
1
1
Aantal
2
4
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
CD ROM, software, Gateway;
niet weergegeven
▲ Extra waarschuwingsplaatjes, labels en kaarten
tegen gevaren zijn altijd gratis verkrijgbaar.
Onderdelen die het label n.v.t. dragen zijn niet apart
verkrijgbaar.
OPMERKING: Alle merknamen of merken worden
gebruikt ten behoeve van herkenning en zijn
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
40
3A1562B
Onderdelen
1, 2
10a, b of c
20a of b
4
14
13
7, 9, 12
11
12
3
USB-poort
(ref. item 23)
8
TI12930a
5
6
Bedradingschema's
10
14
4
17
DRRJ45 Netwerkterminals
1 2 3 4 5 6 7 8 shsh
18
15
14
16
TI12929a
17
1 2 3
A B SH
ProMix 2KS EasyKey
RS485 Netwerkterminals
TI12931a
3A1562B
Naar
Naar 10
18
TI12932a
41
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Overzicht
Deze bijlage beschrijft de ondersteuning van Gateway voor
DeviceNet en specificeert de configuratiestappen nodig voor
het gebruik van deze functie. Het geeft geen gedetailleerde
beschrijving van DeviceNet, maar alleen een beknopte
inleiding, nodig om de termen te definiëren die verder in dit
document worden gebruikt.
•
V+ (facultatief 24 Vdc)
Positie 5 van de plugbare connector zorgt voor
facultatieve 24 Vdc aansluitingen. Deze positie is alleen
beschikbaar om 24 Vdc draden aan elkaar te binden. De
DeviceNet optiekaart zorgt niet voor of gebruikt geen 24
Vdc voeding via deze aansluiting. De V+ positie is niet op
een intern schakelsysteem van de DeviceNet optiekaart
of Graco Gateway aangesloten.
Inleiding
DeviceNet is een netwerk op laag niveau dat Controller Area
Network (CAN) technologie gebruikt om communicatie tussen
een verscheidenheid aan industriële apparatuur tot stand te
brengen, dit van eenvoudige apparatuur zoals, sensoren en
aandrijvers, tot apparatuur op hoog niveau, zoals
bedieningsorganen en HMI's.
DeviceNet Poortprotocollen
De DeviceNet optiekaart heeft één DeviceNet poort. Zie FIG.
30. De poort kan voor verschillende DeviceNet protocollen
worden geconfigureerd. Neem contact op met de technische
klantendienst van Graco voor protocollen die momenteel
ondersteund worden.
Zie ook Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie op
pagina 42.
Penuitgangen van DeviceNet optiekaart
•
VPositie 1 van de plugbare connector zorgt voor een CAN
aardingsaansluiting. Deze terminal is van de Graco
Gateway geïsoleerd.
•
CAN_L
Positie 2 van de plugbare connector zorgt voor de CAN_L
buslijn (actief laag). Deze terminal is van de Graco
Gateway geïsoleerd.
•
AFVOEREN (facultatief)
Positie 3 van de plugbare connector zorgt voor
facultatieve afvoeraansluitingen. Deze positie is alleen
beschikbaar om afvoerdraden aan elkaar of aan de
aardleiding te binden. Er is geen interne aansluiting met
de aardleiding. De AFVOERPOSITIE is niet op een intern
schakelsysteem van de DeviceNet optiekaart
aangesloten.
•
CAN_H
Positie 4 van de plugbare connector zorgt voor de CAN_H
buslijn (actief hoog). Deze terminal is van de Graco
Gateway geïsoleerd.
42
3A1562B
V+
CAN_H
DRAIN
CAN_L
LED
V-
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
TI13963a
PLC-aansluiting
DeviceNet
optiekaart
XCDN
NET STS
VCAN_L
DRAIN
CAN_H
V+
TI13962a
FIG. 30: Penuitgangen van DeviceNet poort en PLC-aansluiting
3A1562B
43
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Over DeviceNet
•
I/O Poll aansluiting: De Poll aansluiting is een I/O
aansluiting waarover de Poll commando- en
antwoordberichten worden overgebracht. Het Poll
commando wordt door de meester uitgezonden en naar
één slaafapparaat gestuurd. Het slaafapparaat antwoordt
vervolgens met een Poll antwoordbericht. Zowel het Poll
commando als de Poll antwoordberichten bevatten een
aantal bytes.
•
I/O data aansluiting: De I/O data aansluiting maakt deel
uit van het voorgedefinieerde
meester-/slaafaansluitingsset, maar is daarentegen
inbegrepen voor apparaten die het creëren van I/O data
aansluiting via de UCMM (Unconnected Message
Manager) ondersteunen.
DeviceNet is een netwerk op basis van een aansluiting. In
deze context verwijst de term aansluiting naar een
communicatiepad tussen twee of meerdere apparaten, en niet
naar de fysieke (kabel)aansluiting op het DeviceNet netwerk.
Een aansluiting moet tussen twee apparaten tot stand worden
gebracht om data te kunnen overbrengen.
Er zijn twee types van aansluitingen die door de DeviceNet
specificatie worden gedefinieerd. Elk heeft verschillende
karakteristieken en is geschikt voor een specifiek type van
communicatie.
•
•
I/O aansluiting – Specifieke gegevensoverdracht tussen
een producent en één of meerdere consument(en). Het
formaat van de data is bekend of geïmpliceerd door de
aansluiting.
Niveau van ondersteuning
Expliciete berichtenuitwisseling– Algemene,
veelzijdige berichtenuitwisselingsaansluiting, over het
algemeen commando- en antwoordberichtcommando’s.
De Gateway zorgt voor Groep 2 Serverniveau ondersteuning:
Een UCMM bekwaam apparaat dat werd geconfigureerd om
als een Slaaf voor de voorgedefinieerde
meester-/slaafaansluitingsset te functioneren.
Elk aansluitingstype heeft een uitgebreid aantal parameters,
die de karakteristieken van het communicatiepad kunnen
beïnvloeden. Voor vele
meester-/slaafcommunicatie-scenario's bestaat er een
gedefinieerde set van aansluitingen, samen met hun
respectievelijke parameterinstellingen, onder de collectieve
naam Voorgedefinieerde meester-/slaafaansluitingset. Vele
stappen betrokken bij het creëren en configureren van een
aansluiting zijn bij deze aansluitingsset verwijderd, wat zorgt
voor een eenvoudigere netwerkconfiguratie.
Voorgedefinieerde
meester-/slaafaansluitingsset
De DeviceNet specificatie specificeert een aantal
aansluitingen die gegevensoverdracht tussen een meester- en
slaafapparaat vereenvoudigen. De volgende rubrieken
beschrijven de aansluitingstypes die door de Gateway worden
ondersteund.
•
44
I/O Bit-Strobe aansluiting: De Bit-Strobe aansluiting is een
I/O aansluiting waarover de Bit-Strobe I/O commando- en
antwoordberichten worden overgebracht. Het Bit-Strobe
commando wordt door het meesterapparaat uitgezonden
en wordt door alle slaafapparaten tegelijkertijd ontvangen.
Het commandobericht bevat één bit informatie voor elke
slaaf op het netwerk. Elk slaafapparaat is vereist om met
een Bit- Strobe antwoordbericht te antwoorden. Het
antwoordbericht kan tot 8 bytes informatie bevatten.
3A1562B
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Hardware
Om DeviceNet op de Gateway te gebruiken, dient u eerst een
optiekaart te installeren. De optiekaart levert de hardware
nodig om de CAN fysieke laagspecificatie te ondersteunen
zoals vereist door de DeviceNet norm.
Het configureren van de optiekaart bestaat uit een proces in
twee fasen; eerst moet de optiekaart in Gateway geselecteerd
worden (DeviceNet optiekaart) en vervolgens moet het
‘DeviceNet voorgedefinieerde groep 2 server stuurprogramma’
geconfigureerd worden om op de nieuw gecreëerde
DeviceNet interfacepoort te kunnen draaien.
Gateway configuratie
De Gateway DeviceNet optiekaart
configureren
Installeer de Gateway DN0000 optiekaart in de Gateway zoals
in de bovenvermelde aanwijzingen.
Klik op File>New (Nieuw Bestand) om een nieuwe Gateway
database te creëren en selecteer Gateway Series HMI –
Gateway 10.
Open de rubriek Communicatie. In de boomstructuur aan de
linkerzijde, selecteert u Gateway aan de bovenkant van de
boomstructuur. Selecteer de Edit (Bewerken) knop aan de
rechterzijde en selecteer de DeviceNet optiekaart uit het
dialoogvenster zoals weergegeven in FIG. 31. Klik op OK.
Het volgend voorbeeld vereist het gebruik van een Allen
Bradley 1756-ControlLogix PLC, samen met RSLogix 5000 en
RSNetWorx voor DeviceNet software en een Gateway.
FIG. 31: Selecteer DeviceNet optiekaart
3A1562B
45
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
De DeviceNet optiekaart verschijnt aan het einde van de
boomstructuur. Selecteer de DeviceNet interface onder het
DeviceNet optiekaart item.
In het venster aan de rechterzijde, klikt u op de Edit
(Bewerken) knop om het dialoogvenster 'Driver picker' te
openen. Selecteer het DeviceNet voorgedefinieerde Groep 2
server stuurprogramma. FIG. 32.
FIG. 32: DeviceNet stuurprogramma selecteren
Stel het gepaste stationadres, de transmissiesnelheid en I/O
Pollgrootte in. Zorg dat de gegevensformaat-instellingen op
transformeren zijn ingesteld: Swap Bytes In Word (Bytes in
woorden verwisselen). FIG. 33.
46
3A1562B
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
BELANGRIJKE OPMERKING: De I/O Poll grootte wordt
bepaald door de instellingen in zowel de DeviceNet meester
als het geregistreerd .EDS-bestand voor de Gateway. Om
deze instellingen te wijzigen, zie Automatische update van
het EDS-bestand op pagina 51 alvorens de PLC in te stellen.
FIG. 33: Apparaatinstellingen
3A1562B
47
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Gateway blokken creëren
Selecteer het DeviceNet apparaat uit de boomstructuur aan de
linkerzijde en voeg twee Gateway blokken toe; één voor het
lezen van data en één voor het schrijven van data, met behulp
van de Add Gateway block (Blok toevoegen) knop in het
rechtervak.
FIG. 34: Een Gateway blok toevoegen
Selecteer het eerste Gateway blok en selecteer de Edit
(Bewerken) knop aan de rechterzijde.
Stel de blok in voor I/O Poll commandodata, startend bij het
element PollC 00000. FIG. 35.
48
3A1562B
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
OPMERKING: Voor 16-bit ondersteuning, selecteert u
Word as Word (Woord als woord). Voor 32-bit
ondersteuning, selecteert u Word as Long (Woord als
lang). Het laatste is aanbevolen daar DeviceNet 32 bits
integer adressering gebruikt.
Stel de Block size (blokgrootte) in op 4, en de Direction
(richting) op: Apparaat naar Gateway. Dit zal het Data lezen
blok zijn.
FIG. 35: Selecteer datatype (Word as Long)
3A1562B
49
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Selecteer het tweede Gateway blok en stel deze in voor I/O
opgevraagde antwoorddata 00000, met een lengte van 4, en
de richting op Gateway naar apparaat. Dit zal het Data
schrijven blok zijn. FIG. 36 toont beide Gateway blokken
eenmaal voltooid.
FIG. 36: Het inventariseren van DeviceNet blokken
OPMERKING: Lezen en Schrijven zijn vanuit het
Gateway standpunt. Dit betekent dat de meester data in
Blok A kan sturen, zodat de Gateway data kan lezen.
Anderzijds kan de meester alleen gegevens uit Blok B
halen, zodat de Gateway alleen data kan schrijven.
Het beschikbare adresseringsschema wordt hieronder
weergegeven.:
BitC – Identificeert de I/O Bit-Strobe commandodata
(meester naar slaaf).
BitR – Identificeert de I/O Bit-Strobe antwoorddata
(slaaf naar meester).
PollC – Identificeert de I/O Poll commandodata
(meester naar slaaf).
PollR – Identificeert de I/O Poll antwoorddata
(slaaf naar meester).
DataC – Identificeert de I/O Geconsumeerde data
(meester naar slaaf).
DataP – Identificeert de I/O Geproduceerde data
(slaaf naar meester).
50
3A1562B
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Automatische update van het EDS-bestand
DeviceNet knooppunten gebruiken een EDS (Electronic Data
Sheet) om de communicatieparameters die op elk apparaat op
het DeviceNet netwerk beschikbaar zijn te beschrijven.
Elke DeviceNet meester is zo ontworpen dat het een
maximum van 124 invoerwoorden en 123 uitvoerwoorden
aankan. In het standaard EDS-bestand voor de Gateway is
zowel de grootte van de invoer- als uitvoerdata op 16 bytes
ingesteld. Dit komt overeen met vier woorden gegevensinvoer
en vier woorden gegevensuitvoer. Deze waarden kunnen
hoger ingesteld worden, maar het is belangrijk om te
vermelden dat als de standaardwaarden hoger worden
ingesteld, deze met andere DeviceNet implementaties in
conflict kunnen komen.
Gateway voorziet een EDS-bestand generatortool om een
bestand te creëren dat met uw Gateway instellingen
overeenkomt. Dit bestand kan aldus worden gebruikt om de
meester te configureren.
Om dit bestand te genereren, opent u de communicatiemodule
en selecteert u de DeviceNet interface aan de linkerzijde.
Onder het Electronic Data Sheet (EDS), selecteert u Ja in
Synchroniseren en kiest u het pad en naam waar het bestand
opgeslagen moet worden met gebruik van de Browse
(Bladeren) knop. FIG. 37.
FIG. 37: Automatische EDS update
Het opslaan van de database met gebruik van het File>Save
(Bestand opslaan) commando zal het EDS-bestand
synchroniseren en aldus bijwerken.
OPMERKING: In- en uitvoer hebben betrekking op de
meester, daarom verwijst invoer naar data verstuurd
vanuit de slaaf en gelezen door de meester.
Telkens er EDS parameters aangepast worden, zal het nodig
zijn om het EDS bestand opnieuw in RSNetWorx voor
DeviceNet te registreren. Deze wijzigingen zullen ook in
volgende locaties weergegeven moeten worden:
•
RSNetWorx meesterknooppunt scanlijst, invoertabel en
uitvoertabel
•
ControlLogix PLC DeviceNet scannerconfiguratie
3A1562B
51
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
De RSNetWorx voor DeviceNet software configureren
RSNetWorx voor DeviceNet wordt gebruikt om een DeviceNet
netwerk in te stellen en te beheren. Om de configuratie te
starten, start u RSNetWorx voor DeviceNet vanuit uw
ontwikkelingspc op.
Zorg dat de validatie van het .EDS-bestand succesvol is.
Start een nieuw netwerk door het selecteren van: File>New
(Nieuw bestand) >DeviceNet Configuratie.
Registreer het EDS-bestand dat door Gateway wordt
gegenereerd zoals weergegeven in de vorige rubriek van dit
document door het selecteren van: Tools>EDS
Wizard>Register an EDS file(s) (Registreer een EDSbestand).
FIG. 40: EDS validatie
Indien gewenst, selecteert u een nieuw beeldbestand om de
Gateway te vertegenwoordigen.
FIG. 38: Het EDS-bestand registreren
Selecteer 'Register a single file' (Een-bestand registreren), en
ga naar de locatie waar u het Gateway.EDS bestand hebt
opgeslagen.
FIG. 41: EDS-beeldbestand
FIG. 39: Naar het Graco Gateway EDS-bestand gaan
52
3A1562B
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Herzie de EDS registratie en voltooi het proces.
Selecteer de DeviceNet meester door in de boomstructuur aan
de linkerzijde te navigeren. Navigeer naar:
DeviceNet>Category (Categorie)>Communication adapter
(Communicatieadapter)>1756-DNB/A. Selecteer de gepaste
Major Rev en sleep deze naar de netwerkwerkruimte aan de
rechterzijde.
Selecteer de Gateway slaaf door in de boomstructuur aan de
linkerzijde te navigeren. Navigeer naar:
DeviceNet>Vendor>Graco Controls>Generic Device
(Algemeen apparaat). Selecteer de Gateway-SERVER en
sleep deze naar de netwerkwerkruimte aan de rechterzijde.
Configureer de meester om het slaafapparaat aan de scanlijst
toe te voegen. Klik met de rechtermuisknop op de DBN
module en selecteer 'properties' (eigenschappen).
FIG. 42: EDS registratie herzien
In de scanlist-tab, selecteert u de Gateway-SERVER uit het
venster met beschikbare apparaten en voegt u deze toe aan
het vak van de scanlijst. Selecteer de Edit I/O parameters
(bewerken) knop.
FIG. 43: De DeviceNet meester configureren
3A1562B
53
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Zorg dat de vakken 'Strobed' of 'Change of State' (Wijzigen
van status) niet worden geselecteerd. In de Polled sectie,
controleert u of de grootte van de invoer en uitvoer op 16 bytes
staat. Deze moeten met de I/O Pollgrootte selecties
overeenkomen die bovenstaand in de Gateway zijn ingevoerd.
In DeviceNet netwerken vormt 4 bytes een volledig woord. Een
selectie van 16 bytes vertegenwoordigt aldus 4 volledige
woorden van adresseerbare 32-bit data.
De invoertab selecteren. Verifieer dat de vier woorden van
Gateway-SERVER data in YourDNBSlot:I.Data[0…3]
geïnventariseerd zijn. In de uitvoertab, verifieert u dat de vier
woorden in YourDNBSlot:O.Data[0…3] geïnventariseerd zijn.
Pas de wijzigingen toe en sla uw RSNetWorx voor DeviceNet
configuratie op.
FIG. 44: Toepassen en opslaan
54
3A1562B
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
De Allen Bradley ControlLogix PLC configureren
Allen Bradley ControlLogix PLC's zijn geprogrammeerd met
RSLogix 5000 programmeersoftware. Om de DeviceNet
configuratie te starten, start RSLogix 5000 vanuit uw
ontwikkelingspc op.
Creëer een ControlLogix programma dat een geldige
DeviceNet scanner bevat. In deze applicatie werd een
1756-DNB gebruikt.
FIG. 45: Geldige DeviceNet scanner creëren
3A1562B
55
Bijlage A: DeviceNet™ slaafcommunicatie
Configureer de DeviceNet scanner naar adres 0. Zorg dat de
32-bit invoer- en uitvoergeheugenruimten op een grootte van
32 worden ingesteld (om de configuratie zoals bovenstaand
gemaakt in zowel Gateway en RSNetWorx voor DeviceNet)
overeen te laten stemmen).
Selecteer de RSNetWorx tab, en navigeer naar de RSNetWorx
voor DeviceNet configuratie die u vroeger hebt gecreëerd.
Open hier de configuratie en download deze op het netwerk.
FIG. 46: Boomstructuur met hoofdtaken
In de boomstructuur met hoofdtaken, opent u het Main Routine
Ladder Logic bestand. Creëer een laddersport om het
DeviceNet netwerk in te schakelen. De vereiste uitvoer is altijd:
Local:YourDNBSlot:0.CommandRegister.Run
Creëer enkele sporten door het nemen van DeviceNet
invoerdata, Local:2:I.Data[0…3] en er 1 aan toe te voegen. Sla
het resultaat in Local:2:O.Data[0…3] op. Gebaseerd op de
configuratie in de Gateway, als waarden op de Gateway
Schrijven-tags worden gewijzigd, zullen de Lezen-tags de
respectievelijke waarden plus één weergeven.
Het DeviceNet netwerk bedraden
Alle DeviceNet netwerken vereisen een afsluitweerstand aan
de twee eindknooppunten op het netwerk. Plaats een ¼ watt
120 ohm weerstand tussen de CAN H (Wit) en CAN L (Blauw)
van de DeviceNet aansluiting.
Sla deze configuratie op en download deze naar de
ControlLogix PLC.
56
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Overzicht
In deze bijlage wordt de ondersteuning van Gateway voor
Profibus DP beschreven en worden de nodige
configuratiestappen gedetailleerd om een Graco Gateway in te
stellen met een S7300 PLC, CPU315-2DP via Profibus. Er
wordt geen gedetailleerde beschrijving gegeven van Profibus,
maar enkel een korte inleiding hetgeen noodzakelijk is om de
begrippen die in de rest van dit document gebruikt worden te
definiëren.
Inleiding
Het protocol dat ondersteund wordt door de Profibus DP
optiekaart is Profibus DP slaaf. Daarom moet de Graco
Gateway verbonden worden met een Profibus netwerk met
een PLC.
Profibus Poortprotocollen
De Profibus optiekaart heeft één Profibus poort. Zie FIG. 47.
Raadpleeg ook Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
op pagina 57.
Profibus DP staat voor "Profibus for Decentralized Peripherals"
(voor gedecentraliseerde apparatuur). Profibus DP is een
veldbustoestel dat zowel analoge als discrete signalen
ondersteunt. Het wordt wijdverspreid gebruikt voor installaties
zoals I/O-besturingssystemen op afstand, motorcontrolecentra
en aandrijvingen met variabele snelheid. Profibus DP
communiceert tegen snelheden van 9,6 Kbps tot 12 Mbps en
over afstanden van 100 tot 1200 meter.
PLC-aansluiting
Profibus
optiekaart
TI13964a
FIG. 47: Profibus PLC-aansluiting
3A1562B
57
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Over Profibus DP
Bijvoorbeeld: het startadres van de besturing is byte 256 met
een bloklengte van 64 woorden.
Profibus DP-communicatie neemt de vorm aan van een
blokuitwisseling. Profibus blokken zijn gemaakt van
geheugenbytes, waarbij 2 bytes een woord vormen en 4 bytes
een dubbel woord of D-woord.
•
Dit resulteert in een reeks van byte 256 tot byte 383. Het
startadres van de slaaf is woord 0, met een bloklengte van
64 woorden.
•
Dit resulteert in een reeks van woord 0 tot woord 63. FIG.
48 illustreert deze uitwisseling.
Een blok is een reeks van opeenvolgende byteadressen en
verloopt in één richting. Dit betekent dat de PLC blokken met
gegevens voor alleen lezen en alleen schrijven zal uitwisselen
met DP-slaafeenheden. De adressen op elk toestel zijn
onafhankelijk en enkel relevant voor het eigen programma van
het toestel. Bijvoorbeeld: de adresreeks voor de eerste blok in
de besturing kan starten op 256 met een bloklengte van 64
woorden en kan eindigen in de slaaf met een reeks die start
op 0 met een lengte van 64 woorden.
Aangezien de blokken opeenvolgend zijn, betekent dit echter
dat het startadres van de eerste blok, 256 in het bovenstaande
voorbeeld, overeenkomt met het slaafstartadres 0. 257 in de
besturing komt dan overeen met 1 in de slaaf, enzovoort.
OPMERKING: Vergeet niet dat de invoerblok
onafhankelijk is van de uitvoerblok en hoewel de
adresreeks dezelfde is, zijn de gegevens verschillend.
OPMERKING: FIG. 48 heeft geen verbinding met de
invoerblok en de uitvoerblok van Graco Gateway. De
terminologie die gebruikt wordt in de configuratie van de
tags vertrekt vanuit het perspectief van de PLC
(DP-besturing). Raadpleeg Instellingen Graco
Gateway voor meer informatie.
De bloklengte kan uitgedrukt worden in bytes, woorden of
dubbele woorden. Aangezien de startadressen van de
besturing en de slaaf kunnen verschillen, zou de ene zijn
startadres en lengte in bytes kunnen doorgeven en de andere
in woorden.
DP-besturing
DP-slaaf
Uitvoerblok
byte 256 tot byte 383
Invoerblok
woord 0 tot woord 63
Invoerblok
byte 256 tot byte 383
Uitvoerblok
woord 0 tot woord 63
FIG. 48: Uitwisseling tussen besturing en slaaf
58
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
De PLC instellen
Installeer het GSD-bestand
Er wordt gebruik gemaakt van de Siemens Simatic Manager
software om de S7300 PLC in te stellen. De volgende figuren
en uitleg zijn ontleend aan deze software.
De eerste stap is het installeren van het GSD-bestand, zodat
Simatic gegevensblokken in kaart kan brengen in ons toestel.
Neem contact op met de technische ondersteuning van Graco
voor Profibus GSD-bestanden.
Start de Simatic Manager op en open of creëer een nieuw
PLC-project. Selecteer het Simatic 300 Station op het
besturingspaneel zoals afgebeeld op FIG. 49.
FIG. 49: Selecteer Simatic 300 Station
Dubbelklik op hardware in het rechtervenster. Dit zal de
HWConfig opstarten, waar het meeste werk verricht wordt. De
HWConfig toont de huidige configuratie voor de
PLC-hardware. Sluit deze configuratie (NIET HWConfig) en
kies "Options" (opties) >"Install GSD File…" (installeer
GSD-bestand) FIG. 50.
FIG. 50: Installeer het GSD-bestand
3A1562B
59
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Klik op "Browse" (bladeren) om de folder te selecteren waar
het eerder gedownloade GSD-bestand zich bevindt, selecteer
het bestand en kies "Install" (installeren). FIG. 51.
Zodra het GSD-bestand succesvol geïnstalleerd is, mag de
instelling voor de PLC-hardware opnieuw geopend worden
door naar het Station te gaan en het laatst geopend bestand te
selecteren dat nummer 1 zou moeten zijn.
Als dit een nieuw project is, configureer dan uw PLC met de
juiste modules.
FIG. 51: Zoek naar GSD-bestand
60
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Stel het Profibus netwerk in
In de volgende stappen wordt getoond hoe u het Profibus
DP-netwerk instelt. Sla deze stappen over als uw
PLC-toepassing reeds over een Profibus DP-netwerk beschikt.
In het zwevende venster dat de PLC vertegenwoordigt, klikt u
tweemaal op het DP-gebied om het eigenschappenvenster te
openen zoals geïllustreerd in FIG. 52.
FIG. 52: DP eigenschappenvenster
3A1562B
61
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Klik op de "properties" (eigenschappen) knop in het hoofdblad
om de Profibus eigenschappen te openen. FIG. 53.
FIG. 53: Open Profibus eigenschappen
Ga in het eigenschappenvenster naar het parameterblad en
klik op de knop "New" (nieuw) om een nieuw netwerk te
creëren. FIG. 54.
FIG. 54: Creëer een nieuw Profibus netwerk
62
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Selecteer het blad met netwerkinstellingen en kies de
transmissiesnelheid die bij de toepassing past. In dit voorbeeld
gaat het om 12 Mbps. Het profiel zou DP moeten zijn. FIG. 55.
FIG. 55: Stel transmissiesnelheid in
Sluit het pop-up venster door op OK te klikken. HWConfig zou
nu het Profibus DP-besturingssysteem moeten openen naast
de PLC. FIG. 56.
FIG. 56: Profibus DP-besturingssysteem
3A1562B
63
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Voeg de Graco Gateway toe aan het Profibus netwerk
Om de Graco Gateway toe te voegen aan het Profibus
netwerk, sleept u de GatewayProfibus kaart van de
catalogusnavigatie die zich rechts van HWConfig bevindt naar
het Profibus DP-besturingssysteem. De kaart bevindt zich
onder Profibus DP>"Additional Field Devices" (bijkomende
veldtoestellen)>MMI.
Selecteer in het eigenschappenvenster dat opgedoken is het
Profibus adres dat de Gateway zal gebruiken op het netwerk.
Dit adres moet uniek zijn. In dit voorbeeld zal de Gateway het
adres 5 innemen. FIG. 57 Klik op OK.
FIG. 57: Voeg Graco Gateway toe aan het Profibus netwerk
64
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
De Gateway bevindt zich nu op het Profibus DP-netwerk en is
geselecteerd. HWConfig toont de beschikbare plaatsen onder
de Gateway om de gegevensblokken te configureren voor
uitwisseling.
Sleep gewoon één van de beschikbare gegevensblokken
onder de Gateway Profibus kaart naar slotnummer 1. Simatic
zal automatisch een startadres (bytenummer) toekennen in de
respectieve invoer- en uitvoerkolommen afhankelijk van het
gekozen bloktype. In dit voorbeeld gaat het om 64 woorden in
en 64 woorden uit.
Er kunnen meer blokken toegevoegd worden aan de volgende
plaatsen in functie van uw toepassing. FIG. 58 toont een
voorbeeld met een invoerblok van 16 woorden in slot 2 en een
uitvoerblok van 5 woorden in slot 3. Adressen worden
automatisch toegekend, maar kunnen gewijzigd worden door
de gebruiker.
OPMERKING: Als een startadres voor een blok in slot 2 of
hoger wijzigt en een leemte schept in de adresreeks, dan zal
dit geen invloed hebben op de Gateway blokken aangezien
alle gegevens opeenvolgend zijn. Het is echter aanbevolen om
de adressen op elkaar te laten volgen om de ontwikkeling te
vergemakkelijken.
FIG. 58: Configureer gegevensblokken
Bewaar de configuratie en download ze naar de PLC.
OPMERKING:
•
•
•
Het maximaal toegestane aantal invoerbytes is
244.
Het maximaal toegestane aantal uitvoerbytes is
244.
Het maximaal toegestane bytes in totaal is 436.
3A1562B
65
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Instellingen Graco Gateway
Zodra de PLC ingesteld is, kan de Gateway geprogrammeerd
worden om aan die configuratie te voldoen.
OPMERKING: Om een Gateway te laten communiceren via
een Profibus DP, moet er een Profibus optiekaart in de
eenheid gestoken worden. Raadpleeg de handleiding van het
toestel om de juiste optiekaart en installatieprocedure terug te
vinden.
Stel de Profibus communicatie in
Ga naar de communicatiemodule en selecteer de Gateway.
Klik op de knop "Edit" (bewerken) in het rechterpaneel om de
optiekaart te selecteren. Selecteer de Profibus optiekaart en
klik op OK. FIG. 59.
FIG. 59: Selecteer de Profibus optiekaart
66
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
De optiekaart verschijnt in het boomdiagram. Selecteer de
Profibus interface en klik op de knop "Edit" (bewerken) om een
stuurprogramma te selecteren. Klik op OK om het Profibus
DP-stuurprogramma te selecteren. FIG. 60.
FIG. 60: Selecteer het Profibus stuurprogramma
Graco Gateway beeldt nu de stuurprogramma-instellingen af,
waar het stationadres gewijzigd kan worden. Dit adres is het
Gateway adres op het Profibus netwerk. In ons voorbeeld is dit
adres 5, zoals dat eerder in de PLC ingesteld werd.
OPMERKING: Er zijn geen transmissiesnelheid-instellingen,
aangezien de Profibus optiekaart de transmissiesnelheid
automatisch detecteert.
Een toestel met de naam PLC 1 wordt nu afgebeeld in de
Profibus interface. Dit toestel vertegenwoordigt de Profibus
besturing en kan anders benoemd worden in functie van de
toepassing. In dit voorbeeld blijft de naam PLC1 behouden.
FIG. 61.
FIG. 61: Blokinstellingen
3A1562B
67
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Tags instellen
Zodra de communicatie ingesteld is, kunnen er tags gecreëerd
worden om toegang te krijgen tot de PLC-blokken. Hiervoor is
het hoofdstuk Stel de Profibus communicatie in (De
Profibus communicatie instellen) op pagina 66 van belang.
Creëer in de eerste plaats een variabele die overeenstemt met
het vereiste gegevenstype. In dit voorbeeld gaat het om een
geheel getal. FIG. 62.
FIG. 62: Creëer een variabele
Selecteer de variabele en benoem hem eventueel anders. Klik
vervolgens op "Internal" naast "mapping" op het
rechterzijpaneel en selecteer PLC1, welke de Profibus
besturing is. FIG. 63.
Selecteer PLC1 uit
het uitklapmenu
FIG. 63: Eigenschappen van de variabele
68
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Selecteer in het pop-up venster het vereiste bloktype. Er zijn
twee keuzes beschikbaar:
•
Invoerblok: De terminologie "invoer" geldt vanuit het
perspectief van Siemens. Dit is dan ook een blok waar de
Gateway naartoe zal schrijven. De tag van de invoerblok
moet ingesteld worden als "Write Only" (alleen schrijven).
•
Uitvoerblok: De terminologie "uitvoer" geldt vanuit het
perspectief van Siemens. Dit is dan ook een blok waarvan
de Gateway zal lezen. De tag van de uitvoerblok moet
ingesteld worden als "Read Only" (alleen lezen).
•
Selecteer de "data offset" (gegevenslocatie), die de
adressen aangeeft om te lezen of schrijven in de blokken.
Selecteer het gegevenstype om te lezen of schrijven. Dat
bepaalt hoeveel bytes de blokken moeten bevatten om
correcte gegevens te verkrijgen. In dit voorbeeld kiezen
we uitvoerblok, met "data offset" (gegevenslocatie) 0
(wat overeenstemt met 256 in de PLC) en onder de vorm
van een woord. FIG. 64.
FIG. 64: Selecteer bloktype
OPMERKING: Aangezien de uitvoerblok een lezende
blok is vanuit het perspectief van de Gateway, moet
deze variabele ingesteld worden als "Read Only" (alleen
lezen) zoals afgebeeld in Fig. 19. Dezelfde regel wordt
toegepast als de blok een invoerblok is, die in dat geval
ingesteld moet worden als "Write Only" (alleen
schrijven).
Om misverstanden te vermijden, verschijnt er respectievelijk
een R of W op de afbeelding voor een uitvoer- of een
invoerblok. FIG. 65.
FIG. 65: Eigenschappen van de variabele
3A1562B
69
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Hoe werkt de adressering
De Gateway adressering volgt een ander schema, zoals
afgebeeld in FIG. 67.
PLC-adressering wordt uitgedrukt in byte en maakt gebruik
van het schema afgebeeld op FIG. 66.
Dit betekent dat het adresnummer verschillend zal zijn
wanneer u woorden of D-woorden bekijkt via de Gateway
gegevenstags dan via PLC. Tabel 6 toont de adresrelatie voor
tags van gehele getallen die als woorden in kaart gebracht
worden in de Gateway.
Byte 0
Woord 0
Byte 1
D-woord 0
Byte 0
Byte 2
Woord 0
Woord 2
Byte 1
Byte 3
D-woord 0
Byte 2
Byte 4
Woord 1
Woord 4
Byte 3
Byte 5
D-woord 4
Byte 4
Woord 2
Byte 6
Byte 5
Woord 6
Byte 7
D-woord 1
Byte 6
Byte 8
Woord 3
Woord 8
Byte 7
Byte 9
Byte 8
Merk op dat een D-woord of woordadres start met het
adres van de eerste byte die er deel van uitmaakt.
Woord 4
Byte 9
FIG. 66: PLC adresseringschema
Hier volgen de adressen van de woorden en D-woorden
de normale numerieke telling en staan ze niet
rechtstreeks in verband met het woord of de bytes
waaruit ze bestaan.
FIG. 67. Gateway adresseringsschema
Tabel 6: Adresseringsrelatie
PLC
70
Gateway
Bloktype
Invoer (bytes)
Uitvoer (bytes)
Invoer (woorden)
Uitvoer
(woorden)
64 woorden in, 64 woorden uit
256...383
256...383
0...63
0...63
16 woorden in
384...415
-
64...79
-
5 woorden uit
-
384...393
-
64...68
3A1562B
Bijlage B: Profibus™ DP slaafcommunicatie
Bruikbare formules
De volgende formule kan gebruikt worden om het
bytenummer van een woordadres te vinden:
Byteadres = PLC-locatie + (woordadres x 2), waarbij:
•
Byteadres het adres is dat we zoeken in de PLC
•
PLC-locatie het eerste bytenummer is in de volledige
blokreeks in de PLC, hier 256
•
Woordadres het adres is dat in kaart gebracht is in de
Gateway. Bijvoorbeeld: woord 77 in de Gateway start op
byte 410 in de PLC en is dus samengesteld uit byte 410
en 411.
De volgende formule kan gebruikt worden om het
bytenummer van een D-woordadres te vinden:
Byteadres = PLC-locatie + (D-woordadres x 4), waarbij:
•
Byteadres het adres is dat we zoeken in de PLC
•
PLC-locatie het eerste bytenummer is in de volledige
blokreeks in de PLC, hier 256
•
D-woordadres het adres is dat in kaart gebracht is in de
Gateway. Bijvoorbeeld: D-woord 14 in de Gateway start
op byte 312 in de PLC en is dus samengesteld uit byte
312, 313, 314 en 315.
OPMERKING: Om de formule te kunnen toepassen
moeten alle blokken in de PLC Profibusconfiguratie voor
de Gateway opeenvolgend zijn. FIG. 57.
3A1562B
71
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via
ethernet-IP
Overzicht
Inleiding
In deze bijlage worden de noodzakelijke configuratiestappen
beschreven om een communicatielijn in te stellen tussen de
Graco Gateway en een ControlLogix eenheid. U heeft een
1756-ENET/B of een 1756-ENBT/A nodig, in combinatie met
een Logix5550 controller. Het is eventueel mogelijk om een
1756-ENET/A te upgraden tot de vereiste 1756-ENET/B door
de firmware bij te werken. U moet op voorhand de
hardwareversie controleren met uw verkoper om er zeker van
te zijn dat die geschikt is. Ook heeft u de
configuratie-instellingen van de 5000 software nodig van de
Rockwell software RSLinx en RSLogix.
In het volgende voorbeeld zal de ControlLogix een
klasse1-verbinding instellen en zullen er I/O-gegevens
uitgewisseld worden tussen de ControlLogix en de Graco
Gateway terminal. De netwerkparameters gebruikt in dit
voorbeeld zullen hoogstwaarschijnlijk niet gelden voor uw
toepassing. Gelieve uw netwerkbeheerder te raadplegen voor
het selecteren van de gepaste waarden.
TI15057a
Ethernetverbinding tot PLC
FIG. 68: Ethernetverbinding PLC
72
3A1562B
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
ControlLogix Configuratie
1.
2.
Start het RSLogix 5000 programma op en creëer een
nieuwe configuratie.
h.
Selecteer het blad voor de poortconfiguratie op het
scherm met module-instellingen. Zie FIG. 70.
i.
Geef het IP-adres en het subnetmasker in. Het
IP-adres moet overeenkomen met het IP-adres dat
ingegeven werd in het eigenschappenvenster(FIG. 69).
j.
Pas de instellingen toe via de Set-knop (Instellingen).
k.
U kunt nu de netwerkcommunicatie van uw netwerkmodule met uw eenheid controleren aan de hand van
een geschikt diagnose-instrument zoals Ping.
Voeg een 1756-ENET/B of een 1756-ENBT/A toe aan uw
I/O-configuratie. U moet het volgende doen:
a.
Schakel over op de offline-modus.
b.
Rechts klikken op de I/O-configuratieknoop in de
controllerorganisator weergave en "Add Module"
(module toevoegen) kiezen.
c.
In het venster om het moduletype te selecteren, kiest
u een 1756-ENET/B of een 1756-ENBT/A-toegang.
RSLogix zal het venster met module-instellingen
openen. Zie FIG. 69.
d.
Geef het IP-adres van de ENET/B- of
ENBT/A-interface in.
e.
Klik op "Finish" (beëindigen) om de interface toe te
voegen aan uw I/O-configuratie.
f.
Download de configuratie.
g.
Schakel over op de online-modus en open de
knoopinstellingen van de 1756-ENET/B of
1756-ENBT/A onder de I/O-configuratie in de
controllerorganisator.
3.
Voeg de Graco Gateway toe aan de RSLogix configuratie
door het volgende te doen:
a.
Schakel over op de offline-modus.
b.
Klik rechts op de 1756-ENET/B- of de
1756-ENBT/A-knoop onder de I/O-configuratie in de
controllerorganisator weergave en kies om een
module toe te voegen.
c.
In het venster om het moduletype te selecteren, kiest
u de generieke ethernetmodule. Zie FIG. 71.
d.
Klik op OK. Het venster met module-instellingen zal
geopend worden. Zie FIG. 72.
IP-adres
Finishknop
(beëindigen)
FIG. 69. Instellingen van de ethernetmodule
3A1562B
73
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
IP-adres
Subnetmasker
Set-knop
(Instellen)
FIG. 70. Venster voor poortconfiguratie
FIG. 71. Selectie van ethernetmodule
74
3A1562B
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
e.
Geef in het naamvak een beschrijvende naam in om
de module te identificeren. Zie FIG. 72.
f.
Geef in het adres-/hostvak het IP-adres van de Graco
Gateway in.
g.
h.
Geef 2 in in het verbindingspunt voor invoerverzameling, evenals een grootte van 2. Dit zal een "read
only" slaaf Gateway-blok instellen die geconfigureerd
werd in de Gateway en gebruikt zal worden om gegevens van de Gateway naar de ControlLogix te lezen.
Geef 3 in in het verbindingspunt voor uitvoerverzameling, evenals een grootte van 2. Dit zal een
"read/write" slaaf Gateway-blok instellen die geconfigureerd werd in de Gateway en gebruikt zal worden
om gegevens van de ControlLogix naar de Gateway
te schrijven.
i.
Geef 1 in in het verbindingspunt voor configuratie,
evenals een grootte van 0. Configuratiegegevens
worden niet ondersteund door de Gateway.
j.
Druk "Finish" (beëindigen) om de Gateway toe te
voegen aan de I/O-configuratie.
De verbindingspunten en groottes zijn arbitrair, zolang het
verbindingspunt, de grootte en de richting maar overeenstemmen in de configuratie van de Gateway.
De richting van het verbindingspunt heeft altijd betrekking
op de oorsprong, die in het geval van de huidige Gateway
ethernet/IP-implementatie altijd het toestel is en nooit de
Gateway. Daarom specificeert een invoerverbinding een
gegevensstroom vanuit de Gateway naar het toestel en
specificeert een uitvoerverbinding een gegevensstroom
van het toestel naar de Gateway.
FIG. 72. Instellingen van de ethernetmodule
3A1562B
75
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
Zie FIG. 73. U zou nu een nieuwe ETHERNET-MODULE
Gateway_HMI tak van de 1756-ENET/B-knoop moeten
zien verschijnen in het I/O-configuratievenster. U zou ook
drie nieuwe toevoegingen moeten zien in het venster voor
controllertags:
•
•
•
4.
Download de nieuwe I/O-configuratie naar de controller.
Zodra de download afgelopen is, zal de controller
automatisch een nieuwe klasse1-verbinding instellen met
de Gateway.
Gateway_HMI: I om de invoergegevens te bekijken
Gateway_HMI: O om de uitvoergegevens te wijzigen
Gateway_HMI: C om de configuratiegegevens te
bekijken
FIG. 73: Ethernet configuratiegegevens
76
3A1562B
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
Graco Gateway configuratie
1.
2.
Ethernetinstellingen. Stel het IP-adres in op
192.168.2.101. Dit zou moeten overeenkomen met de
adres-/hostnaam ingegeven in FIG. 72.
Protocolinstellingen. Selecteer het ethernet/IP
slaafadapter communicatiestuurprogramma.
De ENET/B-module voorziet alle uitvoergegevens van
een prefix dat statusinformatie bevat over de
actieve/stand-by status van de oorsprong. Door de
actieve/stand-by status te verifiëren, zal het
communicatiestuurprogramma het prefix automatisch
verwerken en gegevens zullen genegeerd worden
wanneer het toestel in stand-by staat. Door voor de optie
"unchecked" (niet verifiëren) te kiezen, moet er extra
ruimte toegekend worden in de Gateway blok om de
statusinformatie te ontvangen. Alle gegevens worden
aanvaard, ongeacht de status van het toestel.
3.
Apparaatinstellingen. Er moet voor ieder
verbindingspunt een Gateway blok gecreëerd worden.
Voor configuratiedoeleinden hebben de voorwaarden voor
gegevensoverdracht voor invoer en uitvoer betrekking op
het apparaat en niet op de Gateway. Een invoerverbinding
wordt dan ook gespecificeerd als Gatewaynaar toestel en
een uitvoerverbinding als toestel naarGateway.
Het in kaart brengen van verbindingspunten gebeurt in de
Start Adresblok-instelling en omvat het stadium van het
verbindingspunt en een gegevenslocatie. Het stadium
moet overeenstemmen met het stadium meegedeeld door
de oorsprong. De locatie kan gebruikt worden om
gegevens die niet vereist zijn door de Gateway over te
slaan. Dit komt hoofdzakelijk van pas bij gedeelde
verbindingspunten.
FIG. 74. Ethernet blokinstellingen
3A1562B
77
Bijlage C: Graco Gateway naar ControlLogix via ethernet-IP
De volgende instellingen weerspiegelen de
I/O-instellingen van de ControlLogix configuratie die
eerder in detail behandeld werden.
a.
Invoer verbindingspunt.Creëer een Gateway
blokconfiguratie (zie Tabel 7).
Tabel 7: Invoer verbindingspunten
Verbindingspunt
2
Gegevenslocatie
0000
Gegevenstype
Lang als lang
Blokgrootte
2
Richting
Graco Gateway naar apparaat
b.
4.
Gegevens in kaart brengen. de verbindingspunten zijn
nu geconfigureerd zodat:
Gateway_HMI:O >> PLC1: Blok1
Gateway_HMI:I << PLC1: Blok2
5.
Testen.Door gebruik te maken van het RSLogix5000
programma, kunt u tags wijzigen Gateway_HMI:O en
controleren of ze geschreven zijn in Var1 en Var2 en
controleren of wijzigingen aangebracht in de Gateway
naar tags Var3 en Var4 bijgewerkt zijn in Gateway_HMI:I.
Zorg ervoor dat het toestel aanstaat, anders zal de
gegevensoverdracht genegeerd worden door de Gateway.
Uitvoer verbindingspunt. Creëer een Gateway
blokconfiguratie (zie Tabel 8).
Tabel 8: Uitvoer verbindingspunten
Verbindingspunt
3
Gegevenslocatie
0000
Gegevenstype
Lang als lang
Blokgrootte
2
Richting
Apparaat naar Graco
Gateway
78
3A1562B
Afmetingen
Afmetingen
16.57 in. (420,9 mm)
4.52 in.
(114,8 mm)
15.07 in. (382,8 mm)
8.71 in
(221,2 mm)
5.31 in
(134,9 mm)
TI12930a
3A1562B
TI12825a
79
Afmetingen
80
3A1562B
Technische gegevens
Technische gegevens
Elektrisch vermogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Vdc, +10%. Minimaal 200 mA zonder uitbreidingskaart,
maximaal 1 Amp met uitbreidingskaart geplaatst.
Stroomaanvoer vereist van klasse 2 of beoordeeld door SELV.
Communicatiepoorten
USB/PG-poorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stemt overeen met USB specificatie 1.1. Toestel dat enkel
verbindingen van Type B gebruikt.
Seriële poorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het formaat en de transmissiesnelheden voor elke poort
kunnen individueel via software geprogrammeerd worden tot
RS232/PG-poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115.200 baud.
COMM-poorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RS232 poort via RJ12.
DH485 TXEN-poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . RS422/485 poort via RJ45 en RS232 poort via RJ12.
Overdracht mogelijk; open collector, VOH=15 Vdc, VOL=0,5 V
Ethernetpoort. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . @ maximaal 25 mA.
10 BASE-T/100 BASE-TX, RJ45-toestel is bedraad zoals een
NIC (netwerkinterfacekaart).
LED's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . STS: LED-status geeft de toestand van de Gateway module
aan.
TX/RX: Overdragen/ontvangen LED's tonen seriële activiteit.
Ethernet: Verbinding en activiteit LED's.
CF: CompactFlash LED geeft kaartstatus en
lees-/schrijfactiviteit weer.
Geheugen
Boordgeheugen gebruiker . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Mbytes niet-vluchtig flashgeheugen.
Boord SDRAM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Mbytes
Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CompactFlash Type II-slot voor Type I- en Type II-kaarten.
Enkel gebruikt voor optionele databaseopslag.
Directe klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De klok wijkt standaard minder dan 1 minuut per maand af.
Lithium celbatterij; standaard levensduur van 10 jaar op 25°C.
Deze eenheid kan niet hersteld worden op de werkplek. Al het
werk moet uitgevoerd worden door een gediplomeerd
technicus.
Omgevingsomstandigheden
Temperatuurbereik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0 tot 50°C
Bereik opslagtemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . -30 tot + 70°C
Vochtigheid besturing en opslag . . . . . . . . . . . . 80% relatieve vochtigheid, niet-condenserend, van 0 tot 50°C
Vibratie volgens IEC 68-2-6. . . . . . . . . . . . . . . . Operationeel 5 tot 150 Hz, in X, Y, Z richtingen gedurende 1,5
Schok volgens IEC 68-2-27 . . . . . . . . . . . . . . . . u, 2 g
Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Operationeel 30 g, 11 msec in 3 richtingen
Tot 2000 m
Samenstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Omhulsel is bestand tegen een hoge impact en bestaat uit
plastic en roestvrij staal. Installatie categorie 1, vervuiling
categorie 2.
Stroomaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afneembare klemschroef uit metaaldraad terminal blok.
Vermogen metaaldraad: 24 AWG tot 12 AWG. Torsie:
4.45-5.34 in-lb (0.5-0.6 N•m).
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kan vastgeklikt worden op standaard DIN "top hat" (T)
montagerails volgens EN50022-35 x 7.5 en 35 x 1.5.
Gewicht Gateway bedieningskast alleen . . . . . . . . . 15.1 oz (456,4 g)
3A1562B
81
Standaardgarantie van Graco
Graco garandeert dat alle in dit document genoemde en door Graco vervaardigde apparatuur waarop de naam Graco vermeld staat, op de datum
van verkoop voor gebruik door de oorspronkelijke koper vrij is van materiaal- en fabricagefouten. Met uitzondering van speciale, uitgebreide, of
beperkte garantie zoals gepubliceerd door Graco, zal Graco, gedurende een periode van twaalf maanden na verkoopdatum, elk onderdeel van de
apparatuur dat naar het oordeel van Graco gebreken vertoont, herstellen of vervangen. Deze garantie is alleen van toepassing op voorwaarde dat
de apparatuur conform de schriftelijke aanbevelingen van Graco geïnstalleerd, bediend en onderhouden werd.
Normale slijtage en veroudering, of slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door onjuiste installatie, verkeerde toepassing,
slijpend materiaal, corrosie, onvoldoende of onjuist uitgevoerd onderhoud, nalatigheid, ongeval, eigenmachtige wijzigingen aan de apparatuur, of
het vervangen van Graco-onderdelen door onderdelen van andere herkomst, vallen niet onder de garantie en Graco is daarvoor niet
aansprakelijk. Graco is ook niet aansprakelijk voor slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door de onverenigbaarheid van
Graco-apparatuur met constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn, en ook niet voor fouten in het ontwerp,
bij de fabricage of het onderhoud van constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn.
Deze garantie wordt verleend onder de voorwaarde dat de apparatuur waarvan de koper stelt dat die een defect vertoont, gefrankeerd wordt
verzonden naar een erkende Graco verdeler opdat de aanwezigheid van het beweerde defect kan worden geverifieerd. Indien het beweerde
defect inderdaad wordt vastgesteld, zal Graco de defecte onderdelen kosteloos herstellen of vervangen. De apparatuur zal gefrankeerd worden
teruggezonden naar de oorspronkelijke koper. Indien bij de inspectie geen materiaal- of fabricagefouten worden geconstateerd, dan zullen de
herstellingen worden uitgevoerd tegen een redelijke vergoeding, in welke vergoeding de kosten van onderdelen, arbeid en vervoer begrepen
kunnen zijn.
DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF, EN VERVANGT ENIGE ANDERE GARANTIE, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, WAARONDER DOCH
NIET UITSLUITEND GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING.
De enige verplichting van Graco en het enige verhaal van de klant bij schending van de garantie is zoals hierboven bepaald. De koper gaat ermee
akkoord dat geen andere verhaalsmogelijkheid (waaronder doch niet uitsluitend tot vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade door
winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of vervolgverliezen
dan ook) aanwezig is. Elke klacht wegens inbreuk op de garantie moet binnen twee (2) jaar na aankoopdatum kenbaar worden gemaakt.
GRACO GEEFT GEEN GARANTIE EN WIJST ELKE IMPLICIETE GARANTIE AF BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING, MET BETREKKING TOT TOEBEHOREN, APPARATUUR, MATERIALEN OF COMPONENTEN DIE
GRACO GELEVERD, MAAR NIET VERVAARDIGD HEEFT. Deze items, die verkocht, maar niet vervaardigd worden door Graco (zoals
elektrische motoren, schakelaren, slangen, enz.) zijn, indien van toepassing, onderhevig aan de garantie van de fabrikant. Graco zal aan de koper
redelijke ondersteuning verlenen bij het aanspraak maken op die garantie.
Graco is in geen geval aansprakelijk voor indirecte, incidentele of speciale schade of gevolgschade die het gevolg is van het feit dat Graco
dergelijke apparatuur heeft geleverd, of van de uitrusting, de werking, of het gebruik van producten of andere goederen op deze wijze verkocht,
ongeacht of die ontstaat door inbreuk op een contract, inbreuk op garantie, nalatigheid van Graco, of anderszins.
FOR GRACO CANADA CUSTOMERS
The Parties acknowledge that they have required that the present document, as well as all documents, notices and legal proceedings entered into,
given or instituted pursuant hereto or relating directly or indirectly hereto, be drawn up in English. Les parties reconnaissent avoir convenu que la
rédaction du présente document sera en Anglais, ainsi que tous documents, avis et procédures judiciaires exécutés, donnés ou intentés, à la suite
de ou en rapport, directement ou indirectement, avec les procédures concernées.
Graco-informatie
Voor de meest recente informatie over de producten van Graco, surf naar www.graco.com.
OM EEN BESTELLING TE PLAATSEN, neem contact op met uw Graco-verdeler of bel met
de dichtstbijzijnde verdeler.
Telefoon: 612-623-6921 of gratis: 1-800-328-0211 Fax: 612-378-3505
Alle geschreven en afgebeelde gegevens in dit document verschaffen de meest recente productinformatie zoals bekend op
het tijdstip van publicatie.
Graco behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving.
Vertaling van de originele instructies. This manual contains Dutch. MM 312785
Hoofdkantoor Graco: Minneapolis
Kantoren in buitenland: België, China, Japan, Korea
GRACO INC. P.O. BOX 1441 MINNEAPOLIS, MN 55440-1441
Copyright 2009, Graco Inc. is geregistreerd volgens ISO 9001
www.graco.com
Herzien op 12/2010
Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

Download PDF

advertisement