Graco 313964G - ProMix 2KS Installation manual

Graco 313964G - ProMix 2KS Installation manual | Manualzz
Installatie
ProMix
®
2KS
313964G
Meercomponentendoseerapparaat
NL
Manueel systeem voor proportioneel mengen van meercomponentencoatings.
Alleen voor professioneel gebruik.
Voor gebruik in explosieve omgevingen (behalve de EasyKey).
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees alle waarschuwingen en instructies in
deze handleiding. Bewaar deze instructies.
Raadpleeg pagina 4 voor informatie over
het model, waaronder de maximale werkdruk.
De goedkeuringslabels van de apparatuur bevinden
zich op pagina 3. Sommige afgebeelde onderdelen
zijn niet met alle systemen meegeleverd.
TI12504a
0359
#
53
II 2 G
Inhoudsopgave
Bijbehorende handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Apparatuurgoedkeuringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Systeemconfiguratie en onderdeelnummers . . . . 4
Configuratietoets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Standaardfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Belangrijke informatie over
tweecomponentenmaterialen . . . . . . . . . . . . . 9
Toestanden van isocyanaat . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Zelfontbranding van materialen . . . . . . . . . . . . . 9
Houd componenten A en B gescheiden . . . . . . . 9
Vochtgevoeligheid van isocyanaat . . . . . . . . . . . 9
Van materiaal wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
De onderdelen en de beschrijving ervan . . . . . . 10
Locatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Locatievereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Vereisten voor een intrinsiek veilige installatie . 12
Optionele kabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Wandmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Luchttoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Luchtaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
2
Vloeistoftoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Vloeistofaansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Het vloeistofverdeelstuk
voor dynamische dosering instellen . . . . . . 18
Meter oplosmiddel - accessoire . . . . . . . . . . . . . 20
Elektrisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Vereisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Verbind de hoofdstroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
EasyKey op de regeling voor
het vloeistofstation aansluiten . . . . . . . . . . . 22
Verbind het operatorstation met de
vloeistofstationsbesturing . . . . . . . . . . . . . . 22
Instellingen voor schakelaar van
besturingsprint voor het vloeistofstation . . . 23
Verbind de kleurwisselmodule . . . . . . . . . . . . . . 24
Aarding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
De weerstand controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Schematische diagrammen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Schema pneumatisch systeem . . . . . . . . . . . . . 29
Elektrisch schema systeem . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Afmetingen en lay-out van montagegaten . . . . . . 32
Selectiegrafieken voor de restrictor
bij dynamische dosering . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Technische informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
313964G
Bijbehorende handleidingen
Bijbehorende
handleidingen
Onderdelenhandleidingen in het Engels
Handleiding
Omschrijving
312776
ProMix 2KS Bediening
manueel systeem
ProMix 2KS Reparatieonderdelen
manueel systeem
Mengverdeler voor de vloeistoffen
Doseerklep
Kleurwisselkleppakket
Kit kleurwisselmodule
Kits pistoolspoelkast
Luchtaflsuitkit pistool
Kits Afvoerkraan en derde
doorspuitklep
Kits netwerkcommunicatie
G3000/G3000HR-stroommeter
Coriolis-stroommeter
Kit Vloerstand
Kit peilzender
Basis webinterface/geavanceerd
webinterface
15V256 Upgrade-kit naar
automatisch systeem
15V825 Kit discrete I/O-kaart
312777
312781
312782
312783
312787
312784
310745
312786
312785
308778
313599
313290
313542
313386
406799
406800
Apparatuurgoedkeuringen
De apparatuurgoedkeuringen staan op de volgende
labels die zijn aangebracht op het vloeistofstation
en EasyKey™. Zie AFB. 1 op pagina 4 voor de locaties
van de labels.
EasyKey en vloeistofstationslabel
ATEX-certificaat bevindt zich hier
!"#$" %#$!
(
78
3
4
$#$+" , +-!
!./%0!$# - ( ++ 1
2 1 3/% 1 4
5 6'( # &'(
!"#$#%%
& ' ( ( )* + ) , - ( +. /+0 1%
2* 3 3 : 3 ( (
9 88
$$!% +1 &&88 &'( )'*
Label vloeistofstation
ProMix® 2KS
PART NO.
C
SERIES
FLUID PANEL
MAX AIR WPR
SERIAL MFG. YR.
Intrinsically safe equipment
for Class I, Div 1, Group D, T3
US Ta = -20°C to 50°C
Install per 289833
.7
7
MPa
bar
100
PSI
GRACO INC.
P.O. Box 1441
Minneapolis, MN
55440 U.S.A.
FM08ATEX0073
II 2 G
Ex ia IIA T3
Artwork No. 293538
TI13581a
ATEX-certificaat bevindt zich hier
EasyKey-label
PART NO. SERIES NO. MFG. YR.
VOLTS
85-250 ~
AMPS 2 AMPS MAX
GRACO INC.
C
P.O. Box 1441
Minneapolis, MN
55440 U.S.A.
50/60 Hz
Intrinsically safe connections
for Class I, Div 1, Group D
US Ta = -20°C to 50°C
Install per 289833
II (2) G
[Ex ia] IIA
FM08ATEX0072
Artwork No. 293467
POWER REQUIREMENTS
ProMix® 2KS
Um: 250 V
TI13582a
ATEX-certificaat bevindt zich hier
313964G
3
Systeemconfiguratie en onderdeelnummers
Systeemconfiguratie en onderdeelnummers
Configuratietoets
De geconfigureerde onderdeelnummers voor uw apparatuur staan op de identificatielabels geprint.
Zie AFB. 1 voor de locatie van de identificatielabels. Het onderdeelnummer bevat een cijfer van een
van de volgende zes categorieën, afhankelijk van de configuratie van uw systeem.
Manueel
systeem
Bediening
en Display
M
D = EasyKey met 0 = Geen meters
LCD-display
1 = G3000 (A en B)
A en B meter
0 = Geen kleppen
(enkele kleur)
1 = Twee kleppen
(lage druk)
2 = G3000HR (A en B)
3 = 1/8 in. Coriolis (A)
en G3000 (B)
2 = Vier kleppen
(lage druk)
4 = G3000 (A) en
1/8 in. Coriolis (B)
6 = G3000HR (A) en
1/8 in. Coriolis (B)
1 = Twee kleppen
(lage druk)
2 = Kit twee
luchtstroomschakelaars
2 = Vier kleppen
(lage druk)
(
$#$+" , +-!
!./%0!$# - ( ++ 1
2 1 3/% 1 4
5 6'( # &'(
TI12423a
!"#$#%%
& ' ( ( )* + ) , - ( +. /+0 1%
2* 3 3 : 4 = Kit pistoolspoelbox
voor 2 pistolen
&'( )'*
Labellocatie
op de EasyKey
TI12418a
3 = Kit pistoolspoelbox
voor 1 pistool
6 = Vier kleppen
(hoge druk)
!"#$" %#$!
De maximale
bedrijfsdruk voor
de vloeistof wordt
hier weergegeven
1 = Kit één
luchtstroomschakelaar
5 = Twee kleppen
(hoge druk)
7 = 1/8 in. Coriolis
(A en B)
78
3
4
0 = Geen kleppen
(enkele
katalysator)
3 = Zeven kleppen
(lage druk)
3 = Twee kleppen
(hoge druk)
4 = Twaalf kleppen
(lage druk)
5 = 1/8 in. Coriolis (A)
en G3000HR (B)
Labellocatie op
het vloeistofstation
Bediening
Katalysatorkleppen van de aplicator
Kleurkleppen
3 ( (
9 88
$$!% +1 &&88 Geconfigureerd
onderdeelnummer
AFB. 1: Identificatielabel
4
313964G
Systeemconfiguratie en onderdeelnummers
Goedkeuring voor gevaarlijke locaties
Modellen die een G3000, G3000HR of intrinsiek veilige coriolismeter hebben voor zowel A en B meters zijn
goedgekeurd voor installatie op gevaarlijke locaties - Klasse I, Div. I, Groep D, T3 of Zone I Groep IIA T3.
Maximale werkdruk
De maximale bedrijfsdruk hangt af van de geselecteerde vloeistofcomponenten. De drukwaarde
is gebaseerd op de drukwaarde van het onderdeel in de vloeistofverdelerer met de laagste drukwaarde.
Zie de drukwaarden van de componenten hieronder. Voorbeeld: Model MD2531 heeft een maximum werkdruk
van 3000 psi (21 MPa, 210 bar).
Controleer het identificatielabel op de EasyKey of het vloeistofstation voor de maximale bedrijfsdruk
van het systeem. Zie AFB. 1.
ProMix Maximale bedrijfsdruk van de vloeistofonderdelen
Basissysteem (geen meters [optie 0],
geen wissel kleur/katalysator [optie 0]) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4000 psi (27,58 Mpa, 275,8 bar)
Meteroptie 1 en 2 (G3000 of G3000HR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4000 psi (27,58 Mpa, 275,8 bar)
Meteroptie 3, 4, 5, 6 en 7 (een of twee coriolismeters) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2300 psi (15,85 Mpa, 158,6 bar)
Optie Wissel kleur 1, 2, 3 en 4 en
optie Wissel katalysator 1 en 2 (lagedrukkleppen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 300 psi (2,07 MPa, 20,6 bar)
Optie Wissel kleur 5 en 6 en optie Wissel katalysator 3 (hogedrukkleppen) . . . . . . . . 3000 psi (21 MPa, 210 bar)
Snelheidsbereik van vloeistofstroom in stroommeter
G3000. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75-3800 cc/min. (0,02-1,0 gal./min.)
G3000HR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38-1900 cc/min. (0,01-0,50 gal./min.)
Coriolismeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20-3800 cc/min. (0,005-1,00 gal./min.)
S3000 Meter oplosmiddel (accessoire) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38-1900 cc/min. (0,01-0,50 gal./min.)
Standaardfuncties
Kenmerk
EasyKey met LCD
Glazvezel- en stroomkabels, 50 ft (15,25 m)
Wandgemonteerd vloeistofstation, 50 cc Integrator
en statische menger
Lozingsventiel B-zijde, bij meerdere katalysatorventielen
Operatorstation
Basis webinterface
313964G
5
Toebehoren
Toebehoren
Toebehoren
Inserteerselectie pistoolspoelkast
15V354 Kit derde doorspoelklep
15V536 Kit stroomschakelaar oplosmiddel
15V213 Stroomsnoer, 100 ft (30,5 m)
15G710 Optische glasvezelkabel,
100 ft (30,5 m)
15U955 Injectiekit voor dynamische dosering
15V034 10 cc Integratorkit
15V033 25 cc Integratorkit
15V021 50 cc Integratorkit
24B618 100 cc Integratorkit
15W034 Strobe lichtalarmindicatorkit
15V337 Geavanceerd webinterface
15V256 Upgradekit naar automatische modus
280555 S3000 Set stroommeter oplosmiddel
6
313964G
Waarschuwingen
Waarschuwingen
De onderstaande waarschuwingen gelden voor installatie, gebruik, aarding, onderhoud en reparatie van deze
apparatuur. Het symbool met uitroepteken in de tekst van deze handleiding verwijst naar een waarschuwing
en het gevarensymbool verwijst naar procedurespecifieke risico's. Als u deze symbolen in de handleiding ziet,
raadpleeg dan deze Waarschuwingen. Waar van toepassing worden er productspecifieke gevarensymbolen
en waarschuwingen gebruikt die niet in dit hoofdstuk worden beschreven.
WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Brandbare dampen in het werkgebied, zoals die van oplosmiddelen en verf, kunnen ontbranden
of exploderen. Ter voorkoming van brand en explosies:
• Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes.
• Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische
lampen en kunststof druppelopvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven).
• Houd de werkruimte vrij van afval, met inbegrip van verdunner, poetslappen en benzine.
• Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe de verlichting
niet aan of uit met de schakelaars als er brandbare dampen aanwezig zijn.
• Aard alle apparatuur in het werkgebied. Zie de instructies onder Aarding.
• Alleen geaarde slangen gebruiken.
• Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde emmer gedrukt terwijl u in de emmer spuit.
• Als u merkt dat er sprake is van enige statische elektriciteit of een schok voelt, stop dan onmiddellijk
met werken. Gebruik het systeem pas weer als u de oorzaak van het probleem kent en het probleem
verholpen is.
• Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek is.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Deze apparatuur moet worden geaard. Slechte aarding, onjuiste installatie of onjuist gebruik
van het systeem kan elektrische schokken veroorzaken.
• Schakel de voeding uit via de hoofdschakelaar en haal de stekker uit het stopcontact voordat
u kabels ontkoppelt of een servicebeurt aan de apparatuur uitvoert.
• Sluit alleen aan op een geaard stopcontact.
• Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet
voldoen aan alle ter plaatse geldende verordeningen en regelgeving.
INTRINSIEKE VEILIGHEID
Intrinsiek veilige apparatuur die onjuist wordt geïnstalleerd of wordt aangesloten op niet-intrinsiek
veilige apparatuur leidt tot een gevaarlijke toestand en kan brand, explosie of elektrische schokken
veroorzaken. Volg de lokale voorschriften en de volgende veiligheidsvereisten.
•
•
•
313964G
Uitsluitend modellen met een G3000, G250, G3000HR, G250HR of intrinsiek veilige coriolismeter
zijn goedgekeurd voor installatie op gevaarlijke locaties - Klasse I, Div I, Groep D, T3 of Zone I
Groep IIA T3.
Apparatuur die alleen is goedgekeurd voor niet-gevaarlijke locaties niet op een gevaarlijke locatie
installeren. Zie het identificatielabel voor de intrinsieke veiligheidscategorie van uw model.
Vervang of wijzig geen systeemcomponenten aangezien dit de intrinsieke veiligheid kan aantasten.
7
Waarschuwingen
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR PENETRATIE DOOR DE HUID
Vloeistof die onder hoge druk uit het pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen
komt, dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruitzien als een gewone snijwond,
maar er is sprake van ernstig letsel dat kan leiden tot amputatie. Raadpleeg onmiddellijk
een medisch specialist.
• Draai altijd eerst alle vloeistofkoppelingen goed vast voordat u de apparatuur gaat bedienen.
• Richt het pistool niet op iemand of op een lichaamsdeel.
• Plaats uw hand nooit op de spuittip.
• Probeer nooit lekkages te stoppen of af te buigen met uw handen, uw lichaam, handschoenen
of een doek.
• Volg de Drukontlastingsprocedure in deze handleiding wanneer u stopt met spuiten en vóór
reiniging, controle of onderhoud aan de apparatuur.
GEVAAR VAN VERKEERD GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
Verkeerd gebruik kan leiden tot dodelijk of ernstig letsel.
• Bedien het systeem niet als u moe bent of onder invloed bent van alcohol of geneesmiddelen.
• Overschrijd nooit de maximale werkdruk en de maximale bedrijfstemperatuur van het zwakste
onderdeel in uw systeem. Raadpleeg de Technische gegevens in alle handleidingen voor
de apparatuur.
• Gebruik vloeistoffen en oplosmiddelen die geschikt zijn voor de bevochtigde onderdelen
van de apparatuur. Zie de Technische gegevens van alle handleidingen voor de apparatuur.
Lees de waarschuwingen van de fabrikant van de gebruikte materialen en oplosmiddelen.
Vraag de leverancier of verkoper van het materiaal om het veiligheidsinformatieblad
(VIB of MSDS) voor alle informatie over het materiaal dat u gebruikt.
• Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen
onmiddellijk en vervang ze uitsluitend door originele reserveonderdelen van de fabrikant.
• Breng geen veranderingen of wijzigingen op de apparatuur aan.
• Gebruik apparatuur alleen voor het beoogde doel. Neem contact op met uw leverancier voor
meer informatie.
• Houd slangen en kabels uit de buurt van plaatsen met druk verkeer, scherpe randen, bewegende
onderdelen en hete oppervlakken.
• Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te ver door; trek het apparaat nooit vooruit
aan de slang.
• Houd kinderen en dieren weg uit het werkgebied.
• Houd u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
GEVAAR VAN GIFTIGE VLOEISTOFFEN OF DAMPEN
Giftig materiaal of giftige dampen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel veroorzaken als deze in de ogen
of op de huid spatten, of wanneer ze worden ingeademd of ingeslikt.
• Lees de veiligheidsinformatiebladen zodat u de specifieke gevaren van de gebruikte vloeistoffen
kent.
• Bewaar gevaarlijke vloeistoffen in goedgekeurde houders en voer ze af conform alle geldende
richtlijnen.
• Draag altijd chemisch ondoorlatende handschoenen bij het spuiten of reinigen van de apparatuur.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
Draag de juiste beschermingsmiddelen als u de apparatuur bedient of onderhoudt en als u in het
werkgebied aanwezig bent, ter bescherming tegen ernstig letsel, zoals oogletsel, gehoorbeschadiging,
inademing van giftige dampen en brandwonden. Een dergelijke uitrusting bestaat onder andere uit:
• Een veiligheidsbril
• Kleding en een ademhalingsfilter zoals aanbevolen door de fabrikant van de gebruikte vloeistoffen
en oplosmiddelen
• Handschoenen
• gehoorbescherming,
8
313964G
Belangrijke informatie over tweecomponentenmaterialen
Belangrijke informatie over tweecomponentenmaterialen
Toestanden van isocyanaat
Spuit- of doseermaterialen met isocyanaten kunnen
schadelijke gassen, dampen en vernevelde deeltjes
veroorzaken.
Lees de waarschuwingen van de fabrikant en het
veiligheidsinformatieblad voor specifieke gevaren en
voorzorgsmaatregelen in verband met isocyanaten.
Voorkom het inademen van isocyanaatgassen,
dampen en vernevelde deeltjes door het
werkgebied voldoende te ventileren. Als de ruimte
onvoldoende wordt geventileerd, is een
ademhalingsfilter met luchttoevoer vereist voor
iedereen die in de ruimte werkt.
Vermijd contact met isocyanaten door iedereen in
het werkgebied gepaste persoonlijke
beschermingsmiddelen te laten dragen, waaronder
chemisch ondoordringbare handschoenen, laarzen,
een schort en een beschermingsbril.
Zelfontbranding van materialen
Bepaalde materialen kunnen zelfontbrandend
worden wanneer deze te dik worden aangebracht.
Lees de waarschuwingen van de fabrikant en de
veiligheidsinformatiebladen (VIB of MSDS) voor
het materiaal.
Vochtgevoeligheid
van isocyanaat
Isocyanaten (ISO) zijn katalysatoren die worden gebruikt
in twee-componentencoatings. ISO reageert met vocht
(zoals luchtvochtigheid) en vormt dan kleine, harde,
schurende kristallen die in de vloeistof blijven hangen.
Na verloop van tijd vormt zich een laag op het oppervlak
en zal de ISO geleren, waardoor de viscositeit toeneemt.
Bij gebruik nemen de prestaties en de levensduur
van alle bevochtigde onderdelen af door deze deels
uitgeharde ISO.
LET OP: De dikte van de aangebrachte laag en de
kristallisatiesnelheid variëren naargelang de samenstelling
van het isocyanaat, de vochtigheid en de temperatuur.
Zo voorkomt u dat ISO wordt blootgesteld aan vocht:
•
Gebruik altijd een afgesloten container met
een absorptiedroger in het luchtgat of een
stikstofomgeving. Bewaar ISO nooit in een open
container.
•
Gebruik vochtdichte slangen die speciaal zijn
ontwikkeld voor isocyanaat, zoals de slangen
die bij uw systeem zijn meegeleverd.
•
Gebruik nooit teruggewonnen oplosmiddelen,
aangezien deze vocht kunnen bevatten. Laat
de houders met oplosmiddelen altijd dicht als deze
niet worden gebruikt.
•
Gebruik nooit oplosmiddel aan de ene kant
als het verontreinigd is vanaf de andere kant.
•
Smeer onderdelen met schroefdraad altijd met
ISO-pompolie of vet deze in wanneer u deze
opnieuw monteert.
Van materiaal wisselen
Houd componenten A en B
gescheiden
Door kruisbesmetting kan er materiaal uitharden
in vloeistofleidingen, waardoor ernstig persoonlijk
letsel en schade aan de apparatuur kunnen
ontstaan. Voorkom dat de bevochtigde onderdelen
van de apparatuur verontreinigd worden door
contact met beide materialen door de onderdelen
voor component A (isocyanaat) en component B
(hars) nooit te verwisselen.
313964G
•
Wanneer u van materiaal wisselt, spoel de
apparatuur dan meerdere malen door totdat
u er zeker van bent dat alles grondig schoon is.
•
Reinig de zeven van de vloeistofinlaat altijd
na een spoelcyclus.
•
Vraag de fabrikant van het materiaal naar
de chemische compatibiliteit.
•
Bij de meeste materialen wordt de ISO aan
de A-zijde gebruikt; sommige materialen gebruiken
de ISO aan de B-zijde.
9
De onderdelen en de beschrijving ervan
De onderdelen en de beschrijving ervan
EK
CCM*
Luchtregelaars/
filter
BC*
PS*
BCV
FO*
MS
ACV
ST
MA
MB
*
Zie de ProMix 2KS
handleiding met
reparatieonderdelen voor
optionele kabellengtes.
FM
GFB
TI12504a
AFB. 2. Manueel systeem, afgebeeld met G3000-meters, wissel kleur/katalysator, 1 pistoolspoelbox
en Meter oplosmiddel (accessoire)
Tabel 1: Onderdeelbeschrijvingen
Onderdeel
EasyKey (EK)
Operatorstation (BC)
Vloeistofstation (ST)
10
Beschrijving
Wordt gebruikt om het systeem te installeren, als scherm, voor de bediening en voor
de bewaking van het systeem. De EasyKey werkt op een lijnvoeding van 85-250 VAC,
50/60 Hz en zet de stroom om in een aanvaardbare laagspanning en optische signalen
voor de andere systeemcomponenten.
Wordt door de gebruiker gebruikt voor dagelijkse verffuncties zoals het kiezen
van recepten, het starten van Taak voltooid, het aflezen/wissen van alarmen en het
instellen van het systeem in de stand Stand-by, Mengen of Spoelen. Meestal wordt
deze binnen in het operatorstation of vlak bij de spuiter gemonteerd.
Bevat magneetkleppen voor luchtregelaars, debietsensoren en bevestigingen voor
de vloeistofstroommeters en het vloeistofverdeelstuk. De besturingskaart beheert
alle doseerfuncties.
313964G
De onderdelen en de beschrijving ervan
Tabel 1: Onderdeelbeschrijvingen
Onderdeel
Vloeistofverdelerer
(FM)
Stroommeters
(MA, MB, MS)
Beschrijving
•
•
•
Pneumatisch bediende doseerkleppen voor componenten A en B
Spoelkleppen voor spoelen van oplosmiddel en lucht
Monsterafnamekleppen voor kalibratie van de stroommeters
en om verhoudingscontroles uit te voeren
• Afsluitkleppen zodat componenten A en B de vloeistofdoorgang naar
het mengverdeelstuk kunnen afsluiten voor een nauwkeurige kalibratie
en verhoudingscontroles
• Mengverdeelstuk, hierin bevinden zich onder meer de vloeistofintegrator
en de statische mixer.
 De vloeistofintegrator is de kamer waar componenten A en B bij elkaar
komen in de gekozen verhouding en het mengen begint.
 Statische mixer met 24 elementen om de vloeistoffen achter
de vloeistofintegrator te mengen tot één uniforme consistentie.
De volgende optionele stroommeters zijn verkrijgbaar bij Graco:
•
G3000 is een algemene versnellingsmeter die vaak wordt gebruikt bij een
stroombereik van 75-3800 cc/min, (0,02-1,0 gal/min), een druk tot 4000 psi
(28 Mpa, 276 bar) en een viscositeit van 20-3000 centipoise. De K-factor is circa
0,119 cc/puls.
•
G3000HR is een versie met hoge resolutie van de G3000-meter. Deze wordt vaak
gebruikt bij een stroombereik van 38–1900 cc/min. (0,01-0,5 gal/min), een druk tot
4000 psi (28 Mpa, 276 bar) en een viscositeit van 20-3000 centipoise. De K-factor
is circa 0,061 cc/puls.
•
S3000 is een versnellingsmeter die wordt gebruikt voor oplosmiddelen bij een
stroombereik van 38-1900 cc/min, (0,01-0,50 gal/min), een druk tot 3000 psi
(21 Mpa, 210 bar) en een viscositeit van 20-50 centipoise. De K-factor is circa
0,021 cc/puls. De functie Solvent Push is hierbij vereist.
•
Kleurwisselkleppen
(ACV) en
Kleurwisselmodule
(CCM)
Katalysatorwisselkleppen (BCV)
Dubbele optische
glasvezelkabel (FO)
Coriolis is een speciale meter die een groot bereik aan stroomsnelheden
en viscositeiten aankan. Deze meter is beschikbaar met
vloeistofdoorgangdiameters van 1/8 in. of 3/8 in. Voor meer informatie over
de coriolismeter, zie handleiding 313599. De K-factor kan per gebruiker worden
ingesteld; gebruik bij lage waarden een lage K-factor.
 1/8 in. vloeistofdoorgangen: stel de K-factor in op 0,020 of 0,061.
 3/8 in. vloeistofdoorgangen: stel de K-factor in op 0,061 of 0,119.
Een optioneelcomponent. Het is leverbaar als kleurwisselkleppakket voor zowel lage
als hoge druk en tot 30 kleurwisselkleppen. Elke pakket bevat één extra klep voor
oplosmiddel om de vloeistofleiding tussen kleurwisselingen te reinigen.
Een optioneelcomponent. Het is leverbaar als katalysatorwisselkleppakket voor zowel
lage als hoge druk en tot 4 katalysatorwisselkleppen. Elke pakket bevat één extra klep
voor oplosmiddel om de vloeistofleiding tussen katalysatorwisselingen te reinigen.
Wordt gebruikt voor de communicatie tussen de EasyKey en het wandgemonteerde
vloeistofstation.
Voedingskabel
vloeistofstation (PS)
Wordt gebruikt om stroom te leveren aan het wandgemonteerd vloeistofstation.
Hantering applicator:
gebruik de
luchtstroomschakelaar
(AFS) of de
pistoolspoelbox (GFB)
Luchtstroomschakelaar: De luchtstroomschakelaar detecteert de luchtstroom
naar het pistool en stuurt een signaal naar de ProMix-controller als het pistool wordt
geactiveerd. De schakelaar werkt in combinatie met de stroommeters om ervoor te
zorgen dat de systeemcomponenten goed functioneren. Zie de bedieningshandleiding
van het systeem voor meer informatie.
Pistoolspoelbox: De pistoolspoelkastkit bevat een automatisch spoelsysteem
voor manuele sproeipistolen, alsmede een luchtstroomschakelaar.
313964G
11
Locatie
Locatie
Vereisten voor een intrinsiek
veilige installatie
Locatievereisten
Zie AFB. 3, op pagina 13.
Vervang of wijzig geen systeemcomponenten
aangezien dit de intrinsieke veiligheid kan aantasten.
Lees de instructiehandleidingen met betrekking tot
de installatie, onderhoud en de bedieningsinstructies.
Apparatuur die uitsluitend is goedgekeurd voor
niet-gevaarlijke locaties mag niet op een gevaarlijke
locatie worden geïnstalleerd. Zie het identificatielabel
(AFB. 1) op de EasyKey of het vloeistofstation met
betrekking tot de intrinsieke veiligheid van uw model.
•
Monteer de EasyKey en het vloeistofstation
maximaal 15,2 m (50 ft) uit elkaar met behulp
van de 15U533-kabel.
LET OP: Een optionele 15V213-kabel van 100 ft
(30,5 m) is ook beschikbaar.
•
•
EasyKey: Installeer in het niet-gevaarlijke gebied
op een plaats waar de operator het gemakkelijk
kan zien en bedienen.
Vloeistofstation: Installeer dit conform de eisen
voor niet-intrinsiek veilige installatie (AFB. 3) en
op een plaats waar het gemakkelijk kan worden
aangesloten op de toevoer van verf en oplosmiddel.
LET OP: Ten behoeve van een intrinsiek veilige
installatie mag het vloeistofstation zowel binnen
als buiten de gevaarlijke locatie worden geplaatst.
Installeer het conform de geldende elektrische
voorschriften.
•
Operatorstation: Installeer dit in het niet-gevaarlijke
gebied op een plaats waar de operator het
gemakkelijk kan zien en bedienen. Monteer met
behulp van de wandbeugel (zie pagina 33).
1. Niet intrinsiek veilige klemmen (stroomrail) mogen
niet worden bevestigd aan een apparaat dat meer
dan 250 VRMS of gelijkstroom gebruikt of genereert,
tenzij is vastgesteld dat de spanning adequaat
is geïsoleerd.
2. De installatie moet voldoen aan de ter plaatse
geldende vereisten voor elektrische installaties
en/of aan de Amerikaanse National Electric Code,
de Canadese Electrical Code Deel I, NFPA 70,
Artikel 504 resp. Artikel 505 en ANSI/ISA 12.06.01.
3. Meervoudige aarding van componenten is alleen
toegestaan als er sprake is van een equipotentiaal
systeem met een hoge integriteit tussen de verbonden
punten.
4. Laat het systeem niet draaien als de beveiligingskap
is verwijderd.
5. Voor ATEX: installeer volgens EN 60079-14
en volgens de geldende plaatselijke en nationale
normen.
6. Voor voedingsaansluiting naar Coriolis: Installeer
de coriolis-stroommeters als explosieveilig (VS en
Canada) of vlambestendig Ex d (ATEX) volgens de
installatie-instructies van de fabrikant en de geldende
normen.
7. Voor signaal naar 2KS: Terminals 24 en 25 van
de optionele Endress+Hauser coriolismeters moeten
worden geïnstalleerd met intrinsiek veilige
bedradingsmethodes.
8. Voor ATEX-installaties: de verbindende kabel
die gespecificeerd is als Type A-kabel,
in overeenstemming met EN 60079-14.
Optionele kabels
Optionele CAN-kabels en optische glasvezelkabels zijn
beschikbaar bij Graco. Zie de ProMix 2KS handleiding
met reparatieonderdelen voor beschikbare
onderdeelnummers en lengtes.
12
313964G
Locatie
FM08ATEX0074 CERTIFICAAT
SYSTEEMMONTAGE
ALLEEN VOOR NIET
GEVAARLIJKE LOCATIE
GEVAARLIJKE (ALS ZODANIG
GECLASSIFICEERDE) LOCATIE
KLASSE I, DIVISIE I, GROEP D, T3 (V.S. en Canada)
KLASSE I, ZONE I GROEP IIA T3 (ALLEEN ATEX)
TAUB = -20°C TOT 50°C
ProMix 2KS
EasyKey Interface
Veiligheidshek
FM08ATEX0072
BIJBEHORENDE APPARATUUR
Maximum
voedingsstroom 250 VAC
50’ I/S Stroomkabel
(opties 3’, 6’, 10’,
15’, 25’, 100’)
10' I/S Stroom- en
communicatiekabel Module van de
(optie om 40' te stroombedienings
regulator
verlengen)
FM08ATEX0073
3' CAN
kleurwisselinterface
(opties 6’, 10’, 15’,
25’, 50’ 100’)
Module 1
wissel kleur/
katalysator
FM08ATEX0073
ProMix 2KS Smart
vloeistofplaat (wandpaneel
of RoboMix-paneel)
FM08ATEX0073 INTRINSIEK
VEILIG APPARAAT
Kabelmontages
50' optische
glasvezelkabel
voor communicatie
(optie 100')
Stroommeter
A
Stroommeter
B
50' CAN interface
operatorstation
(opties 3’, 6’, 10’,
15’, 25’ 100’)
LET OP: Zie Vereisten voor een intrinsiek
veilige installatie, op pagina 12.
WAARSCHUWING: vervanging
van onderdelen kan een negatieve
uitwerking hebben op de intrinsieke
veiligheid. Lees de instructiehandleiding
met betrekking tot de installatie, onderhoud
en de bedieningsinstructies.
Module 2
FM08ATEX0073
Operatorstation
module
FM08ATEX0073
Coriolismeteropties, DMT 00 ATEX E 074 X (geen uitzonderingen):
Grootte
Graco P/N
Endress+Hauser P/N
3,2 mm (1/8”)
15T633*
80A-04-A-SVW-9-A-N-A-B-B-A-S
9,6 mm (3/8”)
15T634*
801-08-A-999-9-A-N-A-B-B-A-S
3,2 mm (1/8”)
16M510*
8CN04-84S89AABA9AC
6,4 mm (1/4”)
16M519*
8CN06-84S89AABA9AC
3' CAN
Netwerk
kabel
Voeding
Terminalblok Meter #
1
2
EasyKey
+24 V DC
Gemeenschappelijk
Signaal
Vloeistofplaatkaart
J3 Terminal
Terminalblok Meter #
Meterpositie
A
B
Signaal
3
6
24
Gemeenschappelijk
2
5
25
* Voor P/N 15T633 bestel Kit coriolismeter 15V806.
Voor P/N 15T634 bestel Kit coriolismeter 258151.
Voor P/N 16M510 bestel Kit coriolismeter 24M260.
Voor P/N 16M519 bestel Kit coriolismeter 24M261.
Tekening I/S-regeling 289833.
AFB. 3. Intrinsiek veilige installatie
313964G
13
Algemene informatie
Algemene informatie
•
Verwijsnummers en -letters tussen haakjes
in de tekst verwijzen naar de nummers
en de letters in de afbeeldingen.
•
AFB. 2, pagina 10, geeft de basiscomponenten
van een manueel systeem weer. Neem contact
op met uw Graco-leverancier voor bestaande
systeemconfiguraties.
•
Vereisten
•
Persluchttoevoerdruk: 75-100 psi
(517-700 kPa; 5,2-7 bar).
•
Luchtslangen: gebruik geaarde slangen met
de juiste afmetingen voor uw systeem.
Zorg dat alle toebehoren de juiste maten hebben
en dat ze voldoen aan de vereiste drukniveaus
van het systeem.
•
Er moet zich een afsluitklep bevinden tussen iedere
vloeistoftoevoerleiding en het ProMix-systeem.
•
Er moet een vloeistoffilter met een minimale
maasgrootte van 100 zijn geïnstalleerd in de
toevoerleidingen voor componenten A en B.
•
Luchttoevoer
Om de EasyKey-schermen te beschermen
tegen verf en oplosmiddel zijn er beschermende
afschermingen beschikbaar in pakketten van 10
(Onderdeelnr. 197902). Reinig de schermen
indien nodig met een droge doek.
Door opgesloten lucht kan een pomp of een
doseerklep onverwachts gaan werken, wat kan
leiden tot ernstig letsel door spatten of bewegende
onderdelen. Gebruik zelfontlastende afsluitkleppen.
•
Luchtregelaar en zelfontlastende afsluitklep:
in elke luchtleiding naar apparatuur voor
vloeistoftoevoer. Installeer een extra afsluitklep
stroomopwaarts van alle toebehoren in de
luchtleiding om ze te isoleren voor onderhoud.
•
Filter in luchtleiding: een luchtfilter van 10 micron
of beter om olie en water uit de luchttoevoer
te filteren en vervuiling door verf en verstopte
magneetkleppen te helpen voorkomen. Zie AFB. 2.
Wandmontage
1. Zie Afmetingen en lay-out van montagegaten
op pagina 32.
2. Overtuig u ervan dat de wand en het
montagemateriaal sterk genoeg zijn om het gewicht
van de apparatuur te dragen, inclusief het gewicht
van de spuitvloeistof, slangen, en de mechanische
belasting tijdens de werking.
3. Gebruik de apparatuur als sjabloon om de
montagegaten te markeren op de wand; breng
ze aan op een hoogte waarop de operator prettig
kan werken en de apparatuur gemakkelijk bereikbaar
is voor onderhoud.
4. Boor de bevestigingsgaten in de wand. Installeer
ankers indien nodig.
5. Zet de apparatuur goed vast met bouten.
14
313964G
Luchttoevoer
Luchtaansluitingen
Zie Schema pneumatisch systeem op pagina 29.
1. Draai alle verbindingen in de lucht- en
vloeistofleidingen van het ProMix-systeem vast,
aangezien deze tijdens het transport losser kunnen
zijn gaan zitten.
2
De luchtdoorspuitleiding (AT) moet een aparte
luchttoevoer zijn, aangesloten op de keerklep (CV).
Sluit de luchtdoorspuitleiding niet aan op de hoofdluchttoevoer
van de eenheid of het luchtverdeelstuk.
2. Installeer een zelfontlastende afsluiter in de filter
van de luchtleiding aan het wandgemonteerd
vloeistofstation. AFB. 4.
1 Hoofdluchtinlaat
AM
Luchtfilter
1
Installeer hier een zelfontlastende
luchtafsluiter.
TI13069a
AFB. 4. Wandgemonteerde luchttoevoerinlaat
3. Sluit een schone, droge hoofdluchttoevoerleiding
aan op de zelfontlastende afsluitklep bij de
hoofdluchtinlaat. Deze luchtleiding voert de lucht
aan om het pistool, de relais en de doseerkranen
te laten werken.
LET OP: Zie Technische informatie op pagina 41, voor
meer informatie over de luchttoevoer en het
luchtverbruik.
4. Installeer een zelfontlastende luchtklep in de leiding
van de luchtdoorspuitklep.
5. Zie AFB. 5. Monteer het meegeleverde kniestuk (E),
keerklep (CV) en leidingfitting (F) bij de inlaat
van de luchtdoorspuitklep (APV). Gebruik de
luchtdoorspuitleiding (AT, meegeleverd) van 7,6 m
(25 ft) met OD 6 mm (1/4 in.) om een schone, droge
luchttoevoer op de fitting (F) bij de inlaat van de
luchtdoorspuitklep aan te sluiten. Monteer waar
nodig filters/drogers.
LET OP
Gebruik een aparte toevoerleiding voor doorspuitlucht
voor de luchtdoorspuitklep (APV). Sluit de
luchtdoorspuitklep niet aan op de hoofdluchttoevoer
van de eenheid of op het luchtverdeelstuk (AM, AFB. 4),
om vervuiling van de magneetkleppen,
luchtlogicaleidingen of de hoofdluchttoevoer van de
eenheid met vloeistof
te voorkomen als de luchtdoorspuitklep (APV) en
keerklep (CV) defect raken.
F
AT
APV
E
2
CV
TI16793a
AFB. 5. Toevoerleiding doorspuitlucht en keerklep
LET OP
De houdbaarheidstimer van de ProMix werkt niet
correct als hij wordt gebruikt met meerdere pistolen
die tegelijkertijd worden gebruikt. Om te voorkomen
dat gemengd materiaal uithardt in de apparatuur moet
u de houdbaarheid zorgvuldig op een ander manier
bewaken.
Als u een Graco elektrostatisch PRO™-pistool
gebruikt, moet er een klep worden geïnstalleerd
in de luchtleiding van het pistool om de vernevelde
en turbinelucht naar het pistool tegen te houden.
Neem contact op met uw Graco-leverancier voor
informatie over luchtafsluitkleppen voor
elektrostatische toepassingen.
Kort de doorspuitluchtleiding (AT) van 7,6 m (25 ft)
met OD 6 mm (1/4 in.) niet in. Controleer dagelijks
op zichtbaar verzamelen van oplosmiddel. Als er
oplosmiddel aanwezig is, informeer uw supervisor.
313964G
15
Vloeistoftoevoer
Vloeistoftoevoer
Vereisten
Vloeistofaansluitingen
1. Sluit de toevoerleidingen voor oplosmiddel aan.
De maximum werkdruk van het onderdeel met de
laagste drukwaarde in uw systeem niet overschrijden.
Zie het identificatielabel (AFB. 1 op pagina 4).
a. Sluit de toevoerleiding voor oplosmiddel (P)
aan op de 1/4 npt(i) inlaat voor de doorspuitklep
voor oplosmiddel. Zie AFB. 6.
b. Meerkleurensysteem: sluit ook een
toevoerleiding voor oplosmiddel aan op het
kleurwisselpakket (Q), bovenste klep 4 of 5.
Zie AFB. 7.
Om het risico van letsel te voorkomen, o.a. door
vloeistofinjectie, moet u een afsluiter (T) installeren
tussen alle vloeistoftoevoerleidingen en de
vloeistofverdelerer. Gebruik de afsluiters om de
vloeistof af te sluiten tijdens onderhoud en service.
Er zijn ProMix-modellen leverbaar voor het werken
met luchtspuitsystemen, air-assisted systemen of airless
systemen met een capaciteit tot maximaal 3800 cc/min.
•
Voor de vloeistoftoevoer kunnen druktanks,
toevoerpompen of circulatiesystemen worden
gebruikt.
•
Materialen kunnen worden verpompt van hun
oorspronkelijke houders of vanuit een centrale
verfhercirculatieleiding.
•
Bij systemen zonder lucht moet de gebruiker een
pistooltrekkersignaal naar de ProMix 2KS sturen.
•
Zie handleiding 313599 voor installatieen bedieningsinstructies van de coriolismeter.
•
Als u dynamische dosering gebruikt,
zie Vloeistofaansluitingen rechts en ook
Het vloeistofverdeelstuk voor dynamische
dosering instellen op pagina 18.
LET OP: er mogen zich geen drukpieken voordoen
in de vloeistoftoevoer. Deze pieken worden meestal
veroorzaakt door pompslagovergangen. Installeer
waar nodig drukregelaars of een buffertank op de
ProMix-vloeistofinlaten om deze pieken te voorkomen.
Neem contact op met uw Graco-leverancier voor
aanvullende informatie.
LET OP: Oplosmiddel van een enkele bron kan voor
kruisbesmetting en schade aan het systeem zorgen.
Monteer keerkleppen of gebruik aparte bronnen van
oplosmiddel.
2. Sluit de toevoerleiding(en) voor component A aan.
 Enkelkleursysteem: sluit de toevoerleiding
voor het component aan op de
stroommeterinlaat van component A.
 Meerkleurensysteem: Sluit de
toevoerleidingen voor component A aan op
de inlaten van het kleurwisselkleppakket (S).
Zie AFB. 7. Het kleurnummer is gemarkeerd
op de luchttoevoerleiding van de klep.
LET OP: Enkel verfhercirculatiesysteem
• De kleurwisselkleppen hebben twee
vloeistofpoorten voor elk van de kleppen.
Als u verf hercirculeert, plombeer dan de
kleppen de ene poort in en de andere uit.
•
Een andere optie is het gebruik
van een T-stuk voor de hercirculatie.
LET OP: Controleer of alle ongebruikte vloeistofpoorten
op het kleurwisselkleppakket zijn afgedicht, voordat het
in gebruik wordt gesteld. Uit een open poort zal vloeistof
lekken.
3. Sluit de toevoerleiding voor component B
aan op de stroommeterinlaat van component B.
LET OP: De inlaten van de vloeistofmeter voor
componenten A en B hebben vloeistofreduceerkleppen
die terugstromen als gevolg van drukwisselingen
in de vloeistofleiding voorkomen. Terugstroming
kan onnauwkeurige verhoudingen veroorzaken.
4. Sluit de vloeistoftoevoerleiding voor het pistool (CC)
aan tussen de uitlaat van de statische mixer van
het vloeistofverdeelstuk en de vloeistofinlaat van
het pistool.
16
313964G
Vloeistoftoevoer
FI
DVA
DVB
MB
MS
MA
RVB
AT
APV
TI12556b
RVA
SVA
SM
SVB
SPV
Verklaring:
MA
DVA
RVA
SVA
MB
DVB
RVB
Meter component A
Doseerklep component A
Monsterafnameklep component A
Afsluitklep component A
Meter component B
Doseerklep component B
Monsterafnameklep component B
SVB
MS
SPV
APV
SM
FI
AT
Afsluitklep component B
Meter oplosmiddel (accessoire)
Spoelklep oplosmiddel
Luchtdoorspuitklep
Statische mixer
Vloeistofintegrator
Luchttoevoerbuis luchtdoorspuitklep
AFB. 6. Wandgemonteerd vloeistofstation, sequentiële dosering
Verbind de
oplosmiddelklepluchtli
Q
5
3
S
4
1
2
Vloeistofinlaten
Verbind de luchtleidingen
hier aan de kleppen
Magneetkleppen Kleurwisselkaart
Kleurwisselkaart en magneetventielen
TI12824a
Vloeistofinlaten
Vloeistofuitlaat
Kleurwisselkleppenpakket
TI11668a
AFB. 7. Lucht- en vloeistofaansluitingen kleurwisselkleppen
313964G
17
Vloeistoftoevoer
Het vloeistofverdeelstuk voor dynamische dosering instellen
Als u dynamische dosering gebruikt moet
de vloeistofverdelerer goed ingesteld staan voor deze
toepassing. Bestel de 15U955 injectiekit (accessoire).
5. Zie AFB. 9. Verwijder de overblijvende onderdelen
uit de restrictorbehuizing (H). Houd de plug (J)
en basis (K) bij. Gooi alle gebruikte O-ringen weg.
1. Verwijder de schroeven (A) en de beugelmontage
van de statische menger (B). Zie AFB. 8.
6. Draai de restrictorbehuizing (H) 180 ° zodanig
dat de stelschroef (S) zich linksboven bevindt,
zoals afgebeeld in AFB. 9. Verwijder de twee
aanslagbouten (S) en bewaar ze. Vervang de
O-ringen (L3). De positie van deze schroeven
wordt bij het terug in elkaar steken omgedraaid.
2. Maak de moer (N1) van de statische menger los.
Verwijder de statische menger (SM) en bewaar hem.
3. Maak de moeren van de U-buis los (N2 en N3).
Gooi de armatuur van de U-buis en de statische
menger (D) weg.
4. Verwijder de 1/4 npt(m) armatuur (F) en bewaar hem.
Verwijder de integrator (G) en gooi hem weg.
C
N2
D
N3
F
7. Installeer een grotere O-ring (L1*) in de behuizing
(H). Schroef de injectiekap (M*) in de behuizing.
8. Bepaal gewenste debietbereik voor uw toepassing.
Selecteer de juiste restrictorgrootte voor uw debiet
en verhouding met behulp van de Selectiegrafieken
voor de restrictor bij dynamische dosering
op pagina's 34-39. installeer de restrictor (R*)
in de basis (K).
9. Monteer de kleinere O-ring (L2*), restrictor (R*)
en basis (K), een grotere O-ring (L1*) en plug (J)
voor het verdeelstuk zoals afgebeeld.
N1
*
SM
G
Deze onderdelen zitten
in injectiekit 15U955.
J
H
L1*
K
R*
B
L2*
A
S
L3*
M*
TI15004a
AFB. 8. Integrator en statische mixer demonteren
L1*
SM
N1
F
TI13360b
AFB. 9. Injectiekit 15U955 monteren
18
313964G
Vloeistoftoevoer
10. Monteer de twee stelschroeven en O-ringen (L3*).
Installeer de lange slagbout (S) aan de voorkant
van de behuizing zodat u er gemakkelijk aan kunt.
11. Schroef de statische menger (SM) in de injectiekap
(M*). Installeer de bijgehouden armatuur (F) op de
buis van de statische menger en maak hem vast
met een moer (N1).
12. Volg de instructies bij Vloeistofaansluitingen
op pagina 16.
13. Stel de vloeistofdruk en de stroom in zoals uitgelegd
in de ProMix 2KS -bedieningshandleiding.
LET OP: Het is bij dynamische dosering heel
belangrijk dat er een ononderbroken, goed geregelde
vloeistoftoevoer is. Om een geschikte druk te verkrijgen
en pomppulsen te voorkomen kunt u beter een
vloeistofregulator op de A en B toevoerlijnen installeren,
boven de meters. Installeer bij systemen met kleurwissel
de regulator onder de kleur/katalysatorkleppenpakket.
LET OP: Gebruik bij dynamische dosering een
vloeistoftoevoerslang voor het pistool van minimum 20 ft
(6,1 m) x 1/4 in. (6 mm). Als het materiaal harder is
gebruikt u een langere slang.
DVA
DVB
MB
MA
MS
RVB
Verklaring:
MA
DVA
RVA
SVA
MB
DVB
RVB
SVB
MS
SPV
APV
SM
Meter component A
Doseerklep component A
Monsterafnameklep component A
Afsluitklep component A
Meter component B
Doseerklep component B
Monsterafnameklep component B
Afsluitklep component B
Meter oplosmiddel (accessoire)
Spoelklep oplosmiddel
Luchtdoorspuitklep
Statische mixer
APV
RVA
SVA
SVB
SM
SPV
TI13874b
AFB. 10. Wandgemonteerd vloeistofstation, dynamische dosering
313964G
19
Vloeistoftoevoer
Meter oplosmiddel - accessoire
Voor de functie ProMix 2KS Solvent Push moet
de extra meter oplosmiddel (MS) worden geïnstalleerd.
Bestel Graco Onderdeelnr. 280555 S3000 Kit Meter
oplosmiddel. Zie handleiding 308778.
LET OP: U moet de metersensor op de meterbehuizing
monteren voordat u de kabel naar de sensor voor
de meter aansluit omdat deze anders niet goed werkt.
1. Zie AFB. 11. Installeer de meter oplosmiddel (MS)
aan de zijde van het vloeistofstation, met de steun
en de bevestigingsmiddelen die bij de meter worden
geleverd. Sluit de kabel van de Meter oplosmiddel
(SMC) aan op pennen 1, 2 en 3 van J12 op
de besturingsprint van het vloeistoffenpaneel.
Zie Elektrisch schema systeem op pagina 31.
Sluit de aardingsdraad van de kabel aan op
de aardingsklem van het vloeistofstation.
2. Sluit een oplosmiddeltoevoerleiding (SS) aan vanaf
de uitlaat van de oplosmiddelmeter (MS) naar de
inlaat van de spoelklep voor het oplosmiddel (SPV).
LET OP: Als u een 3e spoelklep gebruikt in plaats van
de spoelklep voor oplosmiddel bij de functie Solvent
Push, sluit dan de oplosmiddeltoevoerleiding aan vanaf
de oplosmiddelmeter naar de inlaat van de 3e spoelklep.
3. Sluit de hoofdtoevoer voor oplosmiddel aan
op de inlaat van de oplosmiddelmeter (MS).
MS
SMC
TI12556b
Verklaring:
MS
Meter oplosmiddel
(accessoire)
SPV Spoelklep oplosmiddel
SMC Kabel Meter oplosmiddel
SS Toevoerleiding oplosmiddel
SS
SPV
AFB. 11. Meter oplosmiddel
20
313964G
Elektrisch
Elektrisch
Vereisten
Verbind de hoofdstroom
1. Lever stroomtoevoer naar de EasyKey. Installeer een
trekontlasting met schot of een kabelgoot door de
EasyKey-poort
. Zie AFB. 13.
Alle elektrische bedrading moet volledig worden
verzorgd door een gediplomeerd elektricien en aan alle
ter plaatse geldende verordeningen en voorschriften
voldoen.
Breng een kabelbeschermer aan om alle kabels
die door de spuitcabine worden geleid en daar waar
veel verkeer voorbijkomt, om beschadiging door verf,
oplosmiddel en verkeer te voorkomen.
2. Zie AFB. 12 en het Elektrisch schema systeem
op pagina 30 voor de aansluitingen van L1, N
en aardingsbedrading in de EasyKey.
3. Aard de EasyKey op een echt aardingspunt.
Zie Aarding, pagina 27.
LET OP: Alle opties die voor het ProMix-systeem worden
besteld, zijn elektrisch getest in de fabriek.
De ProMix werkt met 85-250 V wisselstroom, 50/60 Hz
ingaande stroom en trekt maximaal 2 A stroom.
Het voedingscircuit moet worden beschermd met
een stroomonderbreker van maximaal 15 A.
Niet bijgeleverd bij het systeem:
•
voedingskabel die compatibel is met de ter plekke
gebruikte stroomconfiguratie. De stroomdraad moet
8-14 AWG zijn.
•
De stroomtoevoerpoort
heeft een diameter
van 22,4 mm (0,88 in.). Er past een trekontlasting
met schot of een kabelgoot in. Zie AFB. 13.
Spanningsontlastende poort
voor optische glasvezelkabel
Invoerstroom
terminalblok
TI12578b
AFB. 12. Hoofdstroomaansluiting
Geluidsalarm
Hoofdschakelaar
Toegangspoort
hoofdstroom
TI12638a
Aardingsschroef
I/S stroom
Graco
webinterface
Poorten voor
aansluiting discrete
TI12657a
AFB. 13. EasyKey Aansluitingen en voedingsschakelaar (wisselstroom)
313964G
21
Elektrisch
EasyKey op de regeling voor
het vloeistofstation aansluiten
Er zijn twee kabels van 15,2 m (50 ft.) die tussen
de EasyKey en de besturing van het vloeistofstation
worden geleid: de voedingskabel van het vloeistofstation
en de optische glasvezelkabel (C).
1. Sluit het betreffende uiteinde van de voedingskabel
voor het vloeistofstation aan op de EasyKey
connector
VDC
. Zie AFB. 13.
2. Sluit het andere kabeleinde aan op de connector van
de vloeistofstationbesturing
VDC
(J10). Zie AFB. 15.
3. De optische glasvezelkabel zit bij de verzending
vanuit de fabriek al aan de connector van het
vloeistofstation
. Zie AFB. 13.
LET OP: Als u de optische glasvezelkabel moet loshalen
van het vloeistofstation, let dan goed op hoe de kabel
binnen in de kast is aangelegd. Snijd nooit in de optische
glasvezelkabel. Dit kan leiden tot schade aan de kabel en
maakt de kleurgecodeerde kabelverbindingen ongedaan.
4. Leid het andere uiteinde van de optische
glasvezelkabel door de spanningsontlastende
connector van het vloeistofstation
. De kabel
niet aanleggen met strakke bochten of kinken.
J7 (F.O In - zwart)
J8 (F.O Uit - blauw)
AFB. 14 EasyKey-printplaat
LET OP
Draai de connector van de printplaat niet te strak vast
en oefen niet te veel druk op de plaat uit.
6. Draai de spanningsontlastende connector
vast
.
Verbind het operatorstation met
de vloeistofstationsbesturing
Sluit de kabel van het operatorstation aan naar
de connector van het vloeistofstation
LET OP: De minimum straal bij het buigen van
de optische glasvezelkabel is 1.6 in (40 mm).
(J7).
Zie AFB. 15.
5. Leid het uiteinde van de optische glasvezelkabel
door de vierkante houder met sticker op de
achterkant. Sluit de connectors van de blauwe
en de zwarte kabels aan op de bijbehorende
connectors op de EasyKey-printplaat. Zie AFB. 14.
Breng de kabelconnectoren in tot ze er aan
de onderzijde uitkomen (ongeveer ¼ in. [6 mm]),
en draai dan de schroefdraadstekker vast.
22
313964G
Elektrisch
Instellingen voor schakelaar van besturingsprint
voor het vloeistofstation
Stel op de 2KS besturingsprint van het vloeistofstation schakelaar S1 in op AAN (omlaag) of UIT (omhoog),
zoals aangegeven in AFB. 15.
J4
(Glasvezelkabel uitvoer - blauw)
J6
(Glasvezelkabel invoer - zwart)
J10
(Ingaand vermogen)
VDC
J11
(Kleurwisselmodule)
Stel schakelaar S1 in zoals
hieronder aangegeven.
J7
(Operatorstation)
TI15224a
Stel schakelaar S1 in op AAN (omlaag)
als het systeem Operatorstation
OF Kleurwissel of geen
van beide heeft.
TI15223a
Stel schakelaar S1 in op UIT (omhoog)
als het systeem Operatorstation
EN Kleurwissel heeft.
AFB. 15. Aansluitingen van de kaart van het vloeistofstation
313964G
23
Elektrisch
Verbind de kleurwisselmodule
Zie handleiding 312787 voor informatie over de installatie
van de kleurwisselmodule(s).
Sluit een 5-polige elektrische kabel aan vanaf
de aansluitingspoort met label
(J11)
Stel de schakelaars S3-S6 op de kleurwisselkaarten
in zoals aangegeven in Tabel 2 en AFB. 16, afhankelijk
van het aantal kleurwisselkaarten en kleurwisselmodules
dat in het systeem zijn gebruikt.
Zie voor de bedrading tussen de kleurwisselkaart e
n de magneetkleppen het elektrische schema, AFB. 17.
op de besturingskaart van het vloeistofstation
op de kleurwisselkaart. Zie AFB. 16.
Als u twee kleurwisselmodules gebruikt om kleuren
toe te voegen verbindt u een 5-pen elektrische kabel
van de eerste kleurwisselkaart met de tweede
kleurwisselkaart.
Tabel 2: Schakelaarinstellingen kleurwisselkaarten
Twee kleurwisselkaarten
Kleurwisselkaart 1
S3
Kleurwisselkaart 2
S6
S5
S4
S3
S6
S5
S4
Weerstand
voor
beëindiging
kaart-ID
Katalysator
Aan/Uit
Kleur
Aan/Uit
Weerstand
voor
beëindiging
kaart-ID
Katalysator
Aan/Uit
Kleur
Aan/Uit
UIT
AAN
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
AAN
UIT
NIET GEBRUIKT
Effect op systeem
4 katalysatorkleppen,
30 kleurkleppen
0 katalysatorkleppen,
30 kleurkleppen
Eén kleurwisselkaart
24
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
4 katalysatorkleppen,
12 kleurkleppen
NIET AANWEZIG
4 katalysatorkleppen,
0 kleurkleppen
0 katalysatorkleppen,
12 kleurkleppen
313964G
Elektrisch
Posities S3-S6
schakelaar
ON
ON
OFF
OFF
S4
S6
TI13661a
S5
J7
S3
J11
AFB. 16. Schakelaars S3-S6 kleurwisselkaart
313964G
25
Elektrisch
WIRING DIAGRAM
COLOR 8 (21)
COLOR 7 (20)
COLOR 6 (19)
COLOR 5 (18)
COLOR 4 (17)
COLOR 3 (16)
COLOR 2 (15)
COLOR 1 (14)
COLOR FLUSH (13)
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
J8
J15
J14
J9
J16
J10
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COLOR 9 (22)
COLOR 10 (23)
COLOR 11 (24)
COLOR 12 (25)
CATALYST 4 (26)
CATALYST 3 (27)
CATALYST 2 (28)
CATALYST 1 (29)
CATALYST FLUSH (30)
AFB. 17. Elektrisch schema kleurwisselmodule
26
313964G
Elektrisch
Aarding
Voedingspompen of drukvaten
Uw systeem moet worden geaard. Lees
Waarschuwingen, pagina 7. De aardingskabels voor
de EasyKey, het vloeistofstation, het operatorstation
en de pistoolspoelbox moeten voor de intrinsieke
veiligheid allemaal verbonden zijn met hetzelfde
aardingspunt. Zie AFB. 18 op pagina 28.
Sluit een aardingsdraad en een klem aan vanaf een echt
aardingspunt op de pompen of vaten. Zie de handleiding
van de pomp of het drukvat.
Lucht- en vloeistofslangen
Gebruik alleen geaarde slangen.
Spuitpistool
Aard het ProMix-systeem volgens de instructies,
die hier en in de handleidingen van de afzonderlijke
componenten worden gegeven. Er is een aardingsdraad
met klem (onderdeelnr. 223547) verkrijgbaar bij Graco.
Volg de aardingsinstructie in uw pistoolhandleiding op.
Vloeistoftoevoerhouder
Volg de plaatselijk geldende voorschriften.
LET OP: Als er verschillende aardingspunten zijn
(ongelijk potentieel), kan er stroom gaan lopen door
de componentenkabels waardoor onjuiste signalen
worden gegenereerd.
Het te spuiten object
EasyKey
Alle emmers met oplosmiddel die worden
gebruikt tijdens het doorspoelen
Sluit een aardingsdraad aan vanaf de
EasyKey-aardingsschroef op een echt aardingspunt.
AFB. 18.
Operatorstation
Het operatorstation is geaard via de stroomkabelverbinding
met het vloeistofstation. AFB. 18.
Pistoolspoelbox
Volg de plaatselijk geldende voorschriften.
Volg de plaatselijk geldende voorschriften. Gebruik
alleen geleidende metalen emmers/houders en plaats ze
op een geaarde ondergrond. Plaats de emmer/houders
niet op een niet-geleidende ondergrond, zoals papier
of karton, aangezien daardoor de continuïteit van de
aarding wordt onderbroken.
De weerstand controleren
Sluit een aardingsdraad aan vanaf het aardingslipje van
de pistoolspoelbox op een echt aardingspunt. AFB. 18.
Wandgemonteerd vloeistofstation
Sluit een aardingsdraad aan vanaf het aardingslipje
van het wandgemonteerde vloeistofstation op een echt
aardepunt. AFB. 18.
Kleurwisselmodule
Verbind een aardingsdraad van de grondschroef
van de kleurwisselmodule met een echt aardepunt.
Er is een aardingsdraad met klem (onderdeelnr. 223547)
verkrijgbaar bij Graco. AFB. 18.
Voor een goede aarding moet de weerstand tussen
ProMix onderdelen en een echt aardingspunt moet
minder dan 1 ohm zijn. Lees Waarschuwingen,
pagina 7.
Laat een bevoegd elektricien de weerstand controleren
tussen elk onderdeel van de ProMix en een echt
aardingspunt. Als de weerstand hoger is dan 1 ohm,
dan moet een andere aardeplaats worden gekozen.
Gebruik het systeem pas als het probleem is verholpen.
Stroommeters
Sluit de meterkabels aan zoals staat aangegeven
in het Elektrisch schema systeem Gevaarlijke locatie
op pagina 31. Als u de afscherming niet goed aansluit,
kan dat leiden tot onjuiste signalen.
313964G
27
Elektrisch
Kleurwisselmodule
Wandgemonteerd
vloeistofstation
9
10
Operatorstation
8
3
Verklaring:
4
Pistoolspoelbox
EasyKey
6
1
EasyKey-aardingsschroef
2
EasyKey-aardingsdraad
3
Grondschroef
wandgemonteerd
vloeistofstation
4
Gronddraad
wandgemonteerd
vloeistofstation
5
Echt aardingspunt –
kijk wat de ter plaatse
geldende elektrische
voorschriften zijn
6
Aansluitpunt voor
de aardingsdraad
van de pistoolspoelkast
7
Aardingsdraad van
pistoolspoelkast
8
Stroomkabel,
operatorstation/
vloeistofstation
9
Grondschroef
kleurbesturingsmdule
7
1
5
2
10
Aardingsdraad
Kleurbesturingsmodule
(onderdeelnr. 223547).
TI12807a
AFB. 18: Aarding
28
313964G
Schematische diagrammen
Schematische diagrammen
Schema pneumatisch systeem
COLOR
CHANGE
CONTROL
A B
SE BE
CLO 2 TU
5/3 N
E
OP
DOSE A
VALVE
12 VDC
4-WAY SOLENOID
A B
SE BE
CLO 2 TU
5/3 N
E
OP
DOSE B
VALVE
12 VDC
3/8 AIR FILTER
MANUAL DRAIN
5 MICRON
WALL MOUNT ONLY
AIR INPUT
4-WAY SOLENOID
LUCHT VOOR REGELING
LUCHT VOOR HET DOORSPUITEN
05
A B
SE BE
CLO 2 TU
5/3 N
E
OP
PURGE A
VALVE
4-WAY SOLENOID
A B
12 VDC
4-WAY SOLENOID
A B
AIR EXHAUST MUFFLER
SE BE
CLO 2 TU
5/3 EN
OP
PURGE B
VALVE
SE BE
CLO 2 TU
5/3 N
E
OP
PURGE C
VALVE
(OPTIONAL)
3-WAY SOLENOID
E
DUMP A
VALVE
(OPTIONAL)
E
DUMP B
VALVE
(OPTIONAL)
A
UB
2T
5/3 N
E
P
O
A
UB
2T
5/3 N
E
OP
AIR INPUT
12 VDC
3-WAY SOLENOID
12 VDC
3-WAY SOLENOID
3-WAY SOLENOID
COLOR 13
COLOR 14
COLOR 15
COLOR 16
COLOR 17
COLOR 18
COLOR 19
COLOR 20
COLOR 21
COLOR 22
COLOR 23
COLOR 24
COLOR 25
COLOR 26
COLOR 27
COLOR 28
COLOR 29
COLOR 30
MAC
36 SERIES SOLENOID VALVES
A
E
UB
2T
5/3 N
E
OP
GFB 1
VALVE
(OPTIONAL)
U
2T
5/3 N
E
P
O
BE
A
GFB 2
VALVE
(OPTIONAL)
12 VDC
313964G
COLOR 1
COLOR 2
COLOR 3
COLOR 4
COLOR 5
COLOR 6
COLOR 7
COLOR 8
COLOR SOLVENT
COLOR 9
COLOR 10
COLOR 11
COLOR 12
CATALYST 1
CATALYST 2
CATALYST 3
CATALYST 4
CATALYST SOLVENT
12 VDC
12 VDC
MANIFOLD
1/4 TUBE
12 VDC
4-WAY SOLENOID
TO MANIFOLD
MANIFOLD
FLUSH AIR TO FLUID INLET
1/4 TUBE
AIR EXHAUST MUFFLER
COLOR
VALVE
STACKS
29
Schematische diagrammen
Elektrisch schema systeem
LET OP: In het elektrische schema worden alle mogelijke bedradingsuitbreidingen voor een ProMix 2KS -systeem
aangegeven. Sommige afgebeelde onderdelen zijn niet met alle systemen meegeleverd.
Niet-gevaarlijke locatie
NON-HAZARDOUS AREA
OPERATOR INTERFACE
DC OK
+24 VDC
COMMON
COMMON
+
+
-
1
2
POWER
SUPPLY
L1
N
L1 85-250 VAC
N
LINE
FILTER
L1
N
GND
1
2
3
POWER HARNESS
BARRIER
BOARD
J1
1
2
3
4
5
J5
1
2
3
J4
1
2
3
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
L1
N
GND
GND LUG
GND N L1
85-250
VAC
1 POWER
2 ROCKER
1A SWITCH
1B
2A
2B
OPEN
OPEN
HARNESS
L1 TERMINAL
N
BLOCK
GND
+12VDC I/S (RED)
COM (BLACK)
SHIELD
CABLE
+24VDC
OPEN
COMMON
(50' STD.)/
(100' OPTION)
ALARM
MEMBRANE
SWITCH
WITH
RIBBON
CABLE
J4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
DISPLAY
BOARD
J9
J6
RJ45
1
2
3
4
+
-
+
-
RJ45
3'
POWER DIST.
TERMINAL
BLOCKS
J2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
+
-
+
-
+
-
+
RJ45
J3
REMOTE
I/O
INTEGRATION
BOARD
SHIELD
DISPLAY
-
RJ45
1
2
3
4
J5 5
6
7
8
9
10
J2
FLOW CONTROL CAL. (BLK)
GUN TRIGGER (WHT)
DIGITAL IN COMMON (RED)
REMOTE STOP (GRN)
ALARM RESET (BRN)
ALARM OUTPUT (BLU)
DIGITAL OUTPUT COMMON (ORG)
POT LIFE (YEL)
FLOW RATE ANALOG IN (PUR)
FLOW RATE ANALOG COMMON (GRAY)
J4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
6
7
8
MIX INPUT
PURGE INPUT
JOB COMPLETE INPUT
EXTERNAL CLR CHG READY
RESET ALARM INPUT
DIGITAL INPUT COMMON
DIGITAL INPUT COMMON
RECIPE BIT 0 INPUT
RECIPE BIT 1 INPUT
RECIPE BIT 2 INPUT
RECIPE BIT 3 INPUT
RECIPE BIT 4 INPUT
RECIPE BIT 5 INPUT
RECIPE CHANGE INPUT
1
2
3
4
5
6
7
8
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
PURGE/RECIPE CHG ACTIVE OUTPUT
MIX ACTIVE OUTPUT
MIX READY OUTPUT
FILL ACTIVE
FLOW CAL. ACTIVE
FLOW RATE ALARM OUTPUT
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
1
2
3
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
SPECIAL OUTPUT #1
SPECIAL OUTPUT #2
SPECIAL OUTPUT #3
SPECIAL OUTPUT #4
DIGITAL OUTPUT COMMON/POWER
J5 4
5
6
I/O HARNESSES
J10
1
2
3
4
5
6
RS485 INTEGRATION A (WHT/BLU)
RS485 INTEGRATION B (BLU/WHT)
RS485 INTEGRATION GROUND (SHIELD)
RS485 NETWORK A (WHT/ORG)
RS485 NETWORK B (ORG/WHT)
RS485 NETWORK GROUND (SHIELD)
1
2
3
4
5
6
(+24) YEL
(COM) GRAY
ORG
BRN
RED
TERMINAL
BLOCKS
BEACON
CABLE
J7
J8
P1
RJ45
FO IN (BLK)
FO OUT (BLU)
RJ45
3'
RJ45
BULKHEAD
RJ45
RJ45
3'
(25'-200' OPTIONS)
30
WEB SERVER
MODULE
313964G
Schematische diagrammen
Elektrisch schema systeem
LET OP: In het elektrische schema worden alle mogelijke bedradingsuitbreidingen voor een ProMix 2KS -systeem
aangegeven. Sommige afgebeelde onderdelen zijn niet met alle systemen meegeleverd.
Gevaarlijke locatie
HAZARDOUS AREA
FLUID PANEL CONTROL BOX
FLUID
PANEL
CONTROL
BOARD
J10
1 +12VDC I/S
2 COM
3 SHIELD
3X CABLE
J3
1
2
3
4
5
6
J12
1
2
3
4
5
6
J13
J5
MH2
J11
PWR (RED)
COM (BLACK)
SIG (WHITE)
SHIELD/GRN
PWR (RED)
COM (BLACK)
SIG (WHITE)
SHIELD/GRN
PWR (RED)
COM (BLACK)
SIG (WHITE)
SHIELD/GRN
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
UNUSED
1
2
3
4
5
6
FLOW METER A
FLOW METER SOLVENT
V/P ANALOG OUT (WHT)
PRESS. (GRN)
+12 V (RED)
GND (BLK)
CHASSIS (BARE)
GROUND
TERMINAL
(10')/
(40')
3
2
5
4
1
6' STD.
(3'-100' OPTIONS)
GRD (BLK)
+12VDC (RED)
SHIELD (BARE)
CAN H (WHT)
CAN L (BLU)
3
2
5
4
1
CLR 8
MANIFOLD
CLR 7
3
2
5
4
1
GRD (BLK)
+12VDC (RED)
SHIELD (BARE)
CAN H (WHT)
CAN L (BLU)
CLR 6
BOOTH
CONTROL
BOARD
CLR 5
CLR 4
CLR 3
J14
J9
313964G
FO OUT
(BLU)
J4
FO IN
(BLK)
J6
J1
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
BLACK
RED
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
SIG
COM
SIG
COM
SIG
COM
SIG
COM
SIG
COM
MANIFOLD
CLR 1
DUMP B
GFB #1
GFB #2
DUMP A
MANIFOLD
NOT USED
SOL CLR
PURGE A
NOT USED
NOT USED
DOSE B
DOSE A
AIR FLOW SWITCH 1
AIR FLOW SWITCH 2
1
2
3
4
5
J2
J4
SIG (RED)
COM (BLK)
TECNO
V/P
+ PRESSURE (GRN)
COM (RED)
EX+ (WHT)
- PRESSURE (BLK)
SHIELD (BARE)
FLUID
PRESS.
SENS.
1 4 5 2 3
COLOR
BOARD 1
(COLORS
1 THRU 12,
CATALYST
1 THRU 4)
1
2
3
4
5
6
J8
J9
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
1
2
3
4
5
6
J15
J16
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
1
2
3
4
5
6
J7/J11
J14
J10
MANIFOLD
6
5
4
3
2
1
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
6
5
4
3
2
1
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
CLR 12
6
5
4
3
2
1
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
CAT 2
CLR 9
CLR 10
CLR 11
CAT 4
CAT 3
CAT 1
SOL CAT
1 4 5 2 3
6' STD.
J7/J11
PURGE C
PURGE B
1
2
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
12 VDC
3-WAY SOLENOID
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
12 VDC
4-WAY SOLENOID
J15
1 FLOW
2 CONTROL
3 BOARD
4
5
J7/J11
CLR 2
J8
J1
1
2
3
4
5
6
50' STD.
J7
I.S. METERS
FLOW METER B
CLR 21
CLR 20
CLR 19
CLR 18
CLR 17
CLR 16
CLR 15
CLR 14
CLR 13
MANIFOLD
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
1
2
3
4
5
6
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
1
2
3
4
5
6
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
1
2
3
4
5
6
1 4 5 2 3
COLOR
BOARD 2
(COLORS
13 THRU 30)
J8
J15
J14
J9
J16
J10
MANIFOLD
6
5
4
3
2
1
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
6
5
4
3
2
1
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
CLR 25
6
5
4
3
2
1
COM
+12VDC
COM
+12VDC
COM
+12VDC
CLR 28
CLR 22
CLR 23
CLR 24
CLR 26
CLR 27
CLR 29
CLR 30
SOLVENT FLOW SWITCH
GFB 1 PRESSURE SWITCH
GFB 2 PRESSURE SWITCH
31
Afmetingen en lay-out van montagegaten
Afmetingen en lay-out van montagegaten
Wandgemonteerd vloeistofstation
Voor de duidelijkheid is alleen
de montageplaat afgebeeld
A
C
B
D
TI14134a
E
TI11894b
LET OP: De hoogte van het bovenste paneel naar de
vloeistofafsluitkleppen is afgebeeld en bevat niet het effect
van meerdere hoogtes van vloeistofintegrators. De breedte
van het paneel bevat niet de optionele kleur/katalysatorkleppen.
Montageafmetingen,
Breedte (C) x Hoogte (D)
mm (inch)
E
Grootte
montageg
aten
mm (inch)
Gewicht
kg (lb)
342,9
(13.5)
304,8 x 323,9
(12.0 x 12.75)
7,6
(0.3)
10,1
(22.2)
76,2
(3.0)
152,4
(6.0)
geen; zie montagebeugel
hieronder
geen
0,91
(2)
95,3 (3.75)
50,8
(2.0)
152,4
(6.0)
63,5 x 76,2
(2.5 x 3.0)
7,14
(0.281)
0,91
(2)
444,5
(17.5)
279,4
(11.0)
685,8
(27.0)
419,1 x 412,8
(16.5 x 16.25)
12,7 (0.5)
22,7
(50)
A
Totale
breedte
mm (inch)
EasyKey
Totale
diepte
mm (inch)
B
Totale
hoogte
mm (inch)
355,6
(14.0)
167,6
(6.6)
Operatorstation
182,9
(7.2)
Montagebeugel
operatorstation
Module
Wandpaneel
Pistoolspoelbox:
Regelmodule
kleurwissel
32
Zie de handleiding voor de pistoolspoelkast, 312784.
Zie de handleiding voor de kleurwisselmodule, 312787.
313964G
Afmetingen en lay-out van montagegaten
EasyKey
C
E
B
D
TI11891a
A
Operatorstationmodule
Beugel operatorstation
E
B
D
TI11892a
A
313964G
TI12909a
C
33
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
Selectiegrafieken voor de restrictor
bij dynamische dosering
Gebruik de grafieken op pagina's 35 - 39 ter informatie
om de correcte restrictorgrootte te bepalen voor uw
gewenste stroom en materiaalviscositeit. In Tabel 3
staat een lijst met de beschikbare restrictorgroottes.
Tabel 3: Restrictorgroottes
Voorbeeld:
Toepassing: luchtspuitsysteem met
een mengverhouding van 5:1
Vloeistoftoevoer: 1:1 pompen met 100 psi
(7 bar; 0,7 Mpa)
Stroomsnelheid: 300 cc/min bij het pistool
Restrictorgrootte kiezen Kies ofwel de 0,040
of 0,070 uitstroomopening om ervoor te zorgen
dat het drukverschil niet meer bedraagt dan
0,07-0,14 MPa (0,7-1,4 bar, 10-20 psi), als
de vloeistofviscositeit vergelijkbaar is met
de testwaarden.
•
Als de viscositeit van component B lager is dan
de viscositeit uit de tabel die u gebruikt hebt voor
de selectie hebt u waarschijnlijk een kleinere
restrictor nodig of moet u het drukverschil verlagen.
•
Als de viscositeit van component B hoger is dan
de viscositeit uit de tabel die u gebruikt hebt voor
de selectie hebt u waarschijnlijk een grotere restrictor
nodig of moet u het drukverschil verhogen.
•
Als bij systemen met een air-assisted pistool
de vloeistofdruk van component A hoger is dan
de druk voor component A uit de tabel, dan hebt
u waarschijnlijk een grotere restrictor nodig of moet
u het drukverschil verhogen.
34
*
Formaatcod
e
Afmeting
opening
Onderdeelnr
.
2*
3*
4*
5
6
7*
8
0.020
0.030
0.040
0.050
0.060
0.070
0.080
15U936
15U937
15U938
15U939
15U940
15U941
16D554
Deze restrictors zitten in injectiekit 15U955.
 Deze restrictors zijn van optionele groottes
en zitten dus niet in de injectiekit.
313964G
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
psi
(bar, Mpa)
4000
(276; 27,6)
Code
3500
(241; 24,1)
#2 Restrictor
#3 Restrictor
#4 Restrictor
#7 Restrictor
Drukverschil tussen A en B
3000
(207; 20,7)
2500
(172; 17,2)
2000
(138; 13,8)
1500
(103; 10,3)
1000
(69; 6,9)
Zie de
onderstaande
detailtekening
500
(34; 3,4)
0
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
Debiet (cc/min)
Detailoverzicht
1000
(69; 6,9)
Drukverschil tussen A en B
750
(52; 5,2)
500
(34; 3,4)
375
(26 2.6)
250
(17; 1,7)
125
(8,6; 0,86)
0
0
500
1000
Debiet (cc/min)
AFB. 19. Prestaties bij dynamische dosering (1:1 verhouding, 90 centipoise vloeistof, 100 psi A-zijde druk)
313964G
35
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
psi
(bar, Mpa)
1400
(97; 9,7)
Code
1200
(83; 8,3)
#2 Restrictor
#3 Restrictor
#4 Restrictor
#7 Restrictor
Drukverschil tussen A en B
1000
(69; 6,9)
800
(55; 5,5)
600
(41; 4,1)
400
(28; 2,8)
Zie de
onderstaande
detailtekening
200
14, 1.4)
0
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
Debiet (cc/min)
Detailoverzicht
400
(28; 2,8)
Drukverschil tussen A en B
300
(21; 2,1)
200
(14; 1,4)
100
(7; 0,7)
50
(3,4; 0,34)
0
0
500
1000
Debiet (cc/min)
AFB. 20. Prestaties bij dynamische dosering (5:1 verhouding, 90 centipoise vloeistof, 100 psi A-zijde druk)
36
313964G
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
psi
(bar, Mpa)
800
(55; 5,5)
Code
700
(48; 4,8)
#2 Restrictor
#3 Restrictor
#4 Restrictor
#7 Restrictor
Drukverschil tussen A en B
600
(41; 4,1)
500
(34; 3,4)
400
(28; 2,8)
300
(21; 2,1)
200
(14; 1,4)
Zie de
onderstaande
detailtekening
100
(7; 0,7)
0
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
Debiet (cc/min)
Detailoverzicht
200
(14; 1,4)
Drukverschil tussen A en B
150
(10; 1,0)
100
(7; 0,7)
50
(3,4; 0,34)
0
0
500
1000
Debiet (cc/min)
AFB. 21. Prestaties bij dynamische dosering (10:1 verhouding, 90 centipoise vloeistof, 100 psi A-zijde druk)
313964G
37
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
psi
(bar, Mpa)
300
(21; 2,1)
Drukverschil tussen A en B
250
(17,2; 1,72)
Code
#2 Restrictor
#3 Restrictor
#4 Restrictor
#7 Restrictor
200
(14; 1,4)
150
(10,3; 1,03)
100
(7,0; 0,7)
Zie de
onderstaande
detailtekening
50
(3,4; 0,34)
0
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
Debiet (cc/min)
Detailoverzicht
100
(7; 0,7)
Drukverschil tussen A en B
75
(5,2; 0,52)
50
(3,4; 0,34)
25
(1,7; 0,17)
0
0
500
1000
Debiet (cc/min)
AFB. 22. Prestaties bij dynamische dosering (20:1 verhouding, 90 centipoise vloeistof, 100 psi A-zijde druk)
38
313964G
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
psi
(bar, Mpa)
200
(14; 1,4
180
(12,4; 1.2
Code
#2 Restrictor
#3 Restrictor
#4 Restrictor
#7 Restrictor
Drukverschil tussen A en B
160
(11; 1,1)
140
9,7; 0.9)
120
8,3; 0.8)
100
(7; 0,7)
80
(5,5; 0,55)
60
(4,1; 0,41)
40
(2,8; 0,28)
Zie de
onderstaande
detailtekening
20
(1,4; 0,14)
0
0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
Debiet (cc/min)
Detailoverzicht
Drukverschil tussen A en B
40
(2,8; 0,28)
30
(2,1; 0,21)
20
(1,4; 0,14)
10
(0,7; 0,07)
0
0
500
1000
Debiet (cc/min)
AFB. 23. Prestaties bij dynamische dosering (30:1 verhouding, 90 centipoise vloeistof, 100 psi A-zijde druk)
313964G
39
Selectiegrafieken voor de restrictor bij dynamische dosering
40
313964G
Technische informatie
Technische informatie
Maximale vloeistofbedrijfsdruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Basissysteem: 4000 psi (28 MPa, 280 bar)
Lagedruk-kleurwissel: 300 psi (2,1 MPa, 21 bar)
Hogedruk-kleurwissel: 3000 psi (21 MPa, 210 bar)
Coriolis-meterset: 2300 psi (16,1 MPa, 161 bar)
Maximum werkdruk, lucht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 psi (0,7 MPa, 7 bar)
Luchttoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 - 100 psi (0,5 - 0,7 MPa; 5,2 - 7 bar)
Inlaatgrootte luchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3/8 npt(f)
Luchtfiltratie voor air logic en luchtdoorspuiten
5 micron (minimum) filtratie vereist;
(meegeleverd door Graco) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . schone en droge lucht.
Luchtfiltratie voor luchtverstuiving (niet meegeleverd) . . . 30 micron (minimum) filtratie vereist;
schone en droge lucht.
Mengverhoudingsbereik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.1:1- 50:1*
Mengverhoudingsnauwkeurigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . maximaal + 1%, door gebruiker te kiezen
Geschikte vloeistoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . een of twee componenten:
• verf op basis van oplosmiddel en op waterbasis
• polyurethanen
• epoxy's
• zuurgekatalyseerde vernis
• vochtgevoelige isocyanaten
Viscositeitsbereik van de vloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20–5000 cps*
Vloeistoffiltratie (niet meegeleverd) . . . . . . . . . . . . . . . . . Minimale maasgrootte 100
Bereik stroomsnelheid vloeistof*
G3000, G250 meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 - 3800 cc/min. (0,02-1,00 gal./min.)
G3000HR, G250HR Meter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 - 1900 cc/min. (0,01-0,50 gal./min.)
Coriolis-meter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 - 3800 cc/min. (0,005-1,00 gal./min.)
S3000 Oplosmiddelmeter (accessoire) . . . . . . . . . . . 38 - 1900 cc/min. (0,01-0,50 gal./min.)
Afmetingen materiaalinlaat
Debietmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1/4 npt(f)
Doseerklep/kleurklepadapters . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1/4 npt(f)
Grootte vloeistofuitlaat (statische menger). . . . . . . . . . . . 1/4 npt(f)
Vereisten externe stroomvoorziening. . . . . . . . . . . . . . . . Trekt maximaal 85 - 250 V/AC, 50/60 Hz, 2 Amp
Een stroomonderbreker van maximaal 15 A vereist
Maat 8 tot 14 AWG stroomdraad
Bedrijfstemperatuurbereik: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41-122° F (5-50° C)
Omgevingsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . binnengebruik, vervuilingsgraad (2), installatiecategorie II
Geluidsniveau
Geluidsdrukniveau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . onder 70 dBA
Geluidsvermogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . onder 85 dBA
Bevochtigde onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 303, 304, SST, wolfraamcarbide (met binder van nikkel),
perfluoro-elastomeer; PTFE
*
Afhankelijk van de geprogrammeerde K-factor en toepassing. De maximaal toelaatbare
pulsfrequentie van de stroommeter is 425 Hz (pulsen/sec.). Raadpleeg voor meer informatie
over viscositeit, stroomsnelheden of mengverhoudingen uw Graco-leverancier.
Zie de handleidingen van de afzonderlijke onderdelen voor meer technische gegevens.
313964G
41
Standaardgarantie van Graco
Graco garandeert dat alle in dit document genoemde en door Graco vervaardigde apparatuur waarop de naam Graco vermeld staat, op de datum
van verkoop voor gebruik door de oorspronkelijke koper vrij is van materiaal- en fabricagefouten. Met uitzondering van speciale, uitgebreide,
of beperkte garantie zoals gepubliceerd door Graco, zal Graco, gedurende een periode van twaalf maanden na verkoopdatum, elk onderdeel
van de apparatuur dat naar het oordeel van Graco gebreken vertoont herstellen of vervangen. Deze garantie is alleen van toepassing
op voorwaarde dat de apparatuur conform de schriftelijke aanbevelingen van Graco geïnstalleerd, bediend en onderhouden is.
Normale slijtage en veroudering, of slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door onjuiste installatie, verkeerde toepassing,
slijpend materiaal, corrosie, onvoldoende of onjuist uitgevoerd onderhoud, nalatigheid, ongeval, eigenmachtige wijzigingen aan de apparatuur,
of het vervangen van Graco-onderdelen door onderdelen van andere herkomst, vallen niet onder de garantie en Graco is daarvoor niet
aansprakelijk. Graco is ook niet aansprakelijk voor slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door de onverenigbaarheid van
Graco-apparatuur met constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn, en ook niet voor fouten in het
ontwerp, bij de fabricage of het onderhoud van constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn.
Deze garantie wordt verleend onder de voorwaarde dat de apparatuur waarvan de koper stelt dat die een defect vertoont gefrankeerd wordt
verzonden naar een erkende Graco dealer opdat de aanwezigheid van het beweerde defect kan worden geverifieerd. Indien het beweerde defect
inderdaad wordt vastgesteld, zal Graco de defecte onderdelen kosteloos herstellen of vervangen. De apparatuur zal gefrankeerd worden
teruggezonden naar de oorspronkelijke koper. Indien bij de inspectie geen materiaal- of fabricagefouten worden geconstateerd, dan zullen
de herstellingen worden uitgevoerd tegen een redelijke vergoeding, in welke vergoeding de kosten van onderdelen, arbeid en vervoer begrepen
kunnen zijn.
DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF, EN TREEDT IN WERKING IN PLAATS VAN ENIGE ANDERE GARANTIE, UITDRUKKELIJK
OF IMPLICIET, WAARONDER MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING.
De enige verplichting van Graco en het enige verhaal van de klant bij schending van de garantie is zoals hierboven bepaald is. De koper gaat
ermee akkoord dat geen andere verhaalmogelijkheid (waaronder, maar niet beperkt tot vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade
door winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of
vervolgverliezen dan ook) aanwezig is. Elke klacht wegens inbreuk op de garantie moet binnen twee (2) jaar na aankoopdatum kenbaar worden
gemaakt.
GRACO GEEFT GEEN GARANTIE EN WIJST ELKE IMPLICIETE GARANTIE AF BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING, MET BETREKKING TOT TOEBEHOREN, APPARATUUR, MATERIALEN OF
COMPONENTEN DIE GRACO GELEVERD, MAAR NIET VERVAARDIGD HEEFT. Deze items, die verkocht, maar niet vervaardigd worden door
Graco (zoals elektrische motoren, schakelaars, slangen, enz.) zijn, indien van toepassing, onderhevig aan de garantie van de fabrikant. Graco zal
aan de koper redelijke ondersteuning verlenen bij het aanspraak maken op die garantie.
Graco is in geen geval aansprakelijk voor indirecte, incidentele, speciale of gevolgschade die het gevolg is van het feit dat Graco dergelijke
apparatuur heeft geleverd, of van de uitrusting, de werking, of het gebruik van producten of andere goederen op deze wijze verkocht,
ongeacht of die ontstaat door inbreuk op een contract, inbreuk op garantie, nalatigheid van Graco, of anderszins.
FOR GRACO CANADA CUSTOMERS
The Parties acknowledge that they have required that the present document, as well as all documents, notices and legal proceedings entered into,
given or instituted pursuant hereto or relating directly or indirectly hereto, be drawn up in English. Les parties reconnaissent avoir convenu que la
rédaction du présente document sera en Anglais, ainsi que tous documents, avis et procédures judiciaires exécutés, donnés ou intentés, à la suite
de ou en rapport, directement ou indirectement, avec les procédures concernées.
Graco-informatie
De meest recente informatie over de producten van Graco vindt u op www.graco.com.
Voor informatie over octrooien zie www.graco.com/patents
VOOR HET PLAATSEN VAN EEN BESTELLING neemt u contact op met uw Graco-leverancier of belt
u met de dichtstbijzijnde distributeur.
Telefoon: 612-623-6921 of gratis: 1-800-328-0211 Fax: 612-378-3505
Alle geschreven en afgebeelde gegevens in dit document geven de meest recente productinformatie weer zoals bekend
op het tijdstip van publicatie.
Graco behoudt zich het recht voor te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder bericht vooraf.
Vertaling van de originele instructies. This manual contains Dutch. MM 312775
Hoofdkantoor Graco: Minneapolis
Kantoren in buitenland: België, China, Japan, Korea
GRACO INC. EN VERBONDEN ONDERNEMINGEN • P.O. BOX 1441 • MINNEAPOLIS MN 55440-1441 • USA
Copyright 2008, Graco Inc. All Graco manufacturing locations are registered to ISO 9001.
www.graco.com
Revisie G, april 2015
Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Download PDF

advertisement