Graco 332925D, Informer Fluid Monitoring Kits Handleiding

Graco 332925D, Informer Fluid Monitoring Kits Handleiding | Manualzz
Instructies/onderdelen
Informer®-vloeistofcontrolesets
332925D
NL
Te gebruiken om het debiet te bewaken en het materiaalgebruik bij te houden. Alleen voor professioneel
gebruik.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees alle waarschuwingen en instructies in deze handleiding. Bewaar
deze instructies.
Raadpleeg de handleiding van
de G3000-meter (308778) of
de Coriolis-meter (313599) voor
de maximale werkdruk van de
debietmeter.
Zie pagina 3 voor setinformatie,
inclusief goedkeuringen.
PROVEN QUALITY. LEADING TECHNOLOGY.
Contents
Informermodellen en -sets....................................... 3
Waarschuwingen .................................................. 5
Installatie .............................................................
Overzicht .......................................................
Niet-gevaarlijke locaties ....................................
Gevaarlijke locaties .........................................
Aarding .........................................................
Kabelaansluitingen ..........................................
Elektrische aansluitingen ..................................
8
8
9
10
12
12
13
Bediening ............................................................
Drukontlastingsprocedure .................................
Bediening van de debietmeter............................
De meter kalibreren .........................................
Modbusadressen instellen.................................
Software bijwerken ..........................................
Batterij vervangen ...........................................
16
16
16
17
18
18
19
Displaymodule ......................................................
Displayinformatie ............................................
Bedieningsmodi ..............................................
Over het scherm navigeren/scherm
bewerken ..........................................
Pictogrammen ................................................
20
20
20
20
21
Bedrijfsschermen .................................................. 23
Wachtwoordscherm ............................................... 24
Instelschermen ..................................................... 25
Afwijkingen en adviezen ......................................... 29
Opheffen van storingen .......................................... 30
Onderdelen .......................................................... 31
Toebehoren ......................................................... 33
Montageafmetingen ............................................... 34
Bijlage A − Overzicht Modbus-variabelen ................... 35
Bijlage B - Geavanceerde webinterface ..................... 37
Technische informatie ............................................ 41
Standaardgarantie van Graco .................................. 42
2
332925D
Informermodellen en -sets
Informermodellen en -sets
Alle displaybesturingsmodules (DCM) hebben het basismodelnummer 24L096 (ref. 1). Model 24L096 en 24N671
(DCM met steun) zijn niet afzonderlijk te koop. Zie de goedkeuringsinformatie in handleiding 332013 en op deze
pagina. Het kleine etiket (ref. 2) aan de achterkant van de Informermodule bevat het setnummer van de Informer. De
beschikbare sets worden beschreven in de onderstaande tabel.
Modelnr.
Serie
Beschrijving
24L096
A
Displaybesturingsmodule (DCM), geen software geïnstalleerd. Zie handleiding 332013.
24N671
A
Displaybesturingsmodule (DCM) met steun, geen software geïnstalleerd. Zie handleiding 332013.
9902471
Klasse I, Div. 1,
Groep D T3
Ex ia [ia]
Ta = 0 °C tot 50 °C
Intrinsiek veilig apparaat
Onderdeel van een intrinsiek veilig systeem.
Voor gebruik op gevaarlijke locaties van Klasse I, Divisie 1, Groep D T3.
Zie handleiding 332013, Bijlage A, Controletekening 16M169 voor entiteitsparameters.
332925D
3
Informermodellen en -sets
Informersystemen zijn niet goedgekeurd voor gebruik in gevaarlijke omgevingen tenzij alle toebehoren en alle bedrading
voldoen aan de lokale, staats- en nationale voorschriften.
Sets voor gevaarlijke locaties
Setnummer
Serie
Informermodule met steun
(handleiding 332013)*
Geen vermogen
AC-vermogen met
beveiliging**
24L073
A
✔
✔
24L074
A
✔
✔
24L077
A
✔
✔
24L078
A
✔
✔
G3000-meter
(handleiding 308778)*
✔
✔
* Zie de onderdelenhandleiding voor aanvullende goedkeuringsinformatie.
** Mag niet op een gevaarlijke locatie worden geïnstalleerd.
Sets voor niet-gevaarlijke locaties
Setnummer
Serie
Informermodule met steun
AC-vermogen
24L075
A
✔
✔
24L076
A
✔
✔
G3000-meter
✔
9902471
Voldoet aan/gecertificeerd volgens UL/CSA-norm
61010–1
4
332925D
Waarschuwingen
Waarschuwingen
De onderstaande waarschuwingen betreffen de installatie, het gebruik, de aarding, het onderhoud en de reparatie van deze
apparatuur. Het symbool met het uitroepteken in de tekst van deze handleiding verwijst naar een algemene waarschuwing en het
gevarensymbool verwijst naar procedurespecifieke risico's. Als u deze symbolen in de handleiding of op de waarschuwingslabels
ziet, raadpleeg dan deze Waarschuwingen. Productspecifieke gevaarsymbolen en waarschuwingen die niet in dit hoofdstuk staan
beschreven, staan vermeld in de gehele handleiding waar deze van toepassing zijn.
WAARSCHUWING
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Ontvlambare dampen in het werkgebied, zoals die van oplosmiddelen en verf, kunnen ontbranden of exploderen.
Ter voorkoming van brand en explosies:
• Gebruik de apparatuur alleen in goed geventileerde ruimtes.
• Zorg dat er geen ontstekingsbronnen zijn, zoals waakvlammen, sigaretten, draagbare elektrische lampen en
kunststof druppelvangers (deze kunnen statische vonkoverslag geven).
• Houd het werkgebied vrij van afval, inclusief oplosmiddelen, poetslappen en benzine.
• Haal geen stekkers uit stopcontacten, steek geen stekkers in stopcontacten en doe geen lampen aan of uit
als er brandbare dampen aanwezig zijn.
• Aard alle apparatuur in de werkomgeving. Zie de instructies onder Aarding.
• Gebruik alleen geaarde slangen.
• Houd het pistool stevig tegen de zijkant van een geaarde emmer gedrukt terwijl u in de emmer spuit. Gebruik
geen gevoerde emmers tenzij ze antistatisch of geleidend zijn.
• Stop onmiddellijk met de bediening als er statische vonken ontstaan of als u een schok ervaart. Gebruik de
apparatuur pas weer als u de oorzaak van het probleem kent en het hebt verholpen.
• Zorg dat er altijd een werkend brandblusapparaat op de werkplek aanwezig is.
Tijdens het reinigen kan zich statische lading opbouwen op kunststof onderdelen en deze kan zich ontladen op
brandbare dampen en die doen ontbranden. Ter voorkoming van brand en explosies:
• Reinig kunststof onderdelen alleen in een goed geventileerde omgeving.
• Reinig onderdelen niet met een droge doek.
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN
Deze apparatuur moet worden geaard. Een verkeerde aarding, een onjuiste instelling of een verkeerd
gebruik van het systeem kan elektrische schokken veroorzaken.
• U dient de stroom bij de hoofdschakelaar uit te zetten en los te koppelen alvorens enige kabels los te maken
en voordat u de apparatuur een onderhoudsbeurt geeft of installeert.
• Sluit alleen aan op een geaarde stroombron of geaarde stopcontacten.
• Gebruik alleen 3-draads verlengkabels.
• Zorg ervoor dat de aardingspennen op het netsnoer en de verlengkabels intact zijn.
• Stel niet bloot aan regen. Bewaar binnenshuis.
• Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd door een gediplomeerd elektricien en moet voldoen aan alle
ter plaatse geldende verordeningen en regelgeving.
332925D
5
Waarschuwingen
WAARSCHUWING
INTRINSIEKE VEILIGHEID
Intrinsiek veilige apparatuur die onjuist wordt geïnstalleerd of wordt aangesloten op niet-intrinsiek veilige
apparatuur leidt tot een gevaarlijke toestand en kan brand, explosie of elektrische schokken veroorzaken. Volg
de lokale voorschriften en de volgende veiligheidsvereisten.
• Zorg dat uw installatie voldoet aan de nationale, regionale en lokale voorschriften voor de installatie van
elektrische apparaten op een gevaarlijke locatie van Klasse I, Groep D, Divisie 1, inclusief alle lokale
brandvoorschriften, NFPA 33, NEC 500 en 516 en OSHA 1910.107.
• Apparatuur die in aanraking komt met intrinsiek veilige klemmen moet voldoen aan de parametereisen
die gespecificeerd zijn in controletekening 16M169. Zie bijlage A van handleiding 332013. Het betreft
beveiligingen, gelijkspanningsmeters, ohmmeters, kabels en aansluitingen. Verwijder de eenheid tijdens
het onderhoud uit het gevaarlijke gebied.
• Als een printer, computer of ander elektrisch onderdeel is aangesloten, moet deze worden gebruikt in
combinatie met een beveiliging.
• Zonder de beveiliging is de apparatuur niet langer intrinsiek veilig en mag deze niet worden bediend in
gevaarlijke omgevingen volgens de definitie van artikel 500 van de National Electrical Code van de VS of
uw plaatselijke elektriciteitswet.
• Installeer apparatuur die alleen is goedgekeurd voor niet-gevaarlijke locaties niet op een gevaarlijke locatie.
Zie het identificatielabel voor de intrinsieke veiligheidscategorie van uw model.
• Aard de voeding. Een spanningsbeperkende beveiliging moet naar behoren worden geaard om doeltreffend
te zijn. Voor een goede aarding gebruikt u een aardedraad van minimaal 12 gauge (2,05 mm). De aarding
van de beveiliging moet binnen 1 ohm van het echte aardpunt liggen.
• Gebruik de voedingsmodule niet als het deksel is verwijderd.
• Vervang geen systeemonderdelen, aangezien dit een negatieve uitwerking kan hebben op de intrinsieke
veiligheid.
GEVAAR VOOR INJECTIE DOOR DE HUID
Vloeistof die onder hoge druk uit het pistool, uit lekkende slangen of uit beschadigde onderdelen
komt, dringt door de huid naar binnen in het lichaam. Dit kan eruitzien als een gewone snijwond,
maar er is sprake van ernstig letsel dat kan leiden tot amputatie. Raadpleeg onmiddellijk een
chirurgisch specialist.
•
•
•
•
•
Vergrendel de veiligheidspal van de trekker altijd wanneer u niet aan het spuiten bent.
Richt het pistool nooit op iemand of op een lichaamsdeel.
Plaats uw hand nooit op de spuittip.
Probeer nooit lekkages te stoppen of af te buigen met uw handen, uw lichaam, handschoenen of een doek.
Volg altijd de Drukontlastingsprocedure wanneer u ophoudt met spuiten en vóór reiniging en controle van of
onderhoud aan de apparatuur.
• Draai steeds alle vloeistofkoppelingen goed vast voordat u de apparatuur gaat bedienen.
• Kijk slangen en koppelingen elke dag na. Vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk.
6
332925D
Waarschuwingen
WAARSCHUWING
VERKEERD GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
Verkeerd gebruik kan de dood of ernstig letsel veroorzaken.
• Bedien het systeem niet als u moe bent of onder invloed bent van alcohol of geneesmiddelen.
• Overschrijd nooit de maximale werkdruk en de maximale bedrijfstemperatuur van het zwakste onderdeel in uw
systeem. Zie de Technische gegevens van alle apparatuurhandleidingen.
• Gebruik vloeistoffen en oplosmiddelen die compatibel zijn met de bevochtigde onderdelen van de apparatuur.
Zie de Technische gegevens van alle apparatuurhandleidingen. Lees de waarschuwingen van de fabrikant
van de vloeistoffen en oplosmiddelen. Vraag de leverancier of de verkoper van het materiaal om het
veiligheidsinformatieblad (VIB of MSDS) voor alle informatie over het materiaal dat u gebruikt.
• Verlaat de werkplaats niet als de apparatuur in werking is of onder druk staat.
• Schakel alle apparatuur uit en volg de Drukontlastingsprocedure wanneer de apparatuur niet wordt gebruikt.
• Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk;
vervang ze enkel door originele reserveonderdelen van de fabrikant.
• Breng geen veranderingen of wijzigingen in de apparatuur aan. Veranderingen of aanpassingen kunnen
veiligheidsrisico's inhouden en ertoe leiden dat de goedkeuringen van agentschappen ongeldig worden.
• Zorg dat alle apparaten gekeurd en goedgekeurd zijn voor de omgeving waarin u ze gebruikt.
• Gebruik apparatuur alleen voor het beoogde doel. Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie.
• Houd slangen en kabels uit de buurt van plaatsen met druk verkeer, scherpe randen, bewegende onderdelen
en hete oppervlakken.
• Zorg dat er geen kink in slangen komt en buig ze niet te ver door; verplaats het apparaat nooit door aan de
slang te trekken.
• Houd kinderen en dieren weg uit het werkgebied.
• Houd u aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
GIFTIGE VLOEISTOFFEN OF DAMPEN
Giftige vloeistoffen of dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen
of op de huid spatten of ingeademd of ingeslikt worden.
• Lees de veiligheidsinformatiebladen zodat u de specifieke gevaren kent van de gebruikte vloeistoffen.
• Bewaar gevaarlijke vloeistof in goedgekeurde houders en voer ze af conform alle geldende richtlijnen.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
Draag gepaste beschermingsmiddelen wanneer u zich in de werkruimte bevindt om ernstige letsels
zoals oogletsel, gehoorverlies, inademing van giftige dampen en brandwonden te voorkomen. Deze
beschermingsmiddelen bestaan onder andere uit:
• Gezichts- en gehoorbescherming.
• Ademhalingstoestellen, beschermende kleding en handschoenen, zoals aanbevolen door de fabrikant van
de vloeistof en oplosmiddelen.
332925D
7
Installatie
Installatie
Overzicht
Het doel van de displaybesturingsmodule van de Informer
is het verzamelen en weergeven van vloeistofgegevens.
De Informer koppelt het uitgangssignaal van een meter
aan een displaymodule die de volgende functies heeft:
• Weergeven van het vloeistofdebiet in realtime.
• Weergeven van een resetbare batchtotalisator.
• Bewaken en melden van het totale vloeistofgebruik.
De Informer is verkrijgbaar in configuraties voor installatie
op gevaarlijke locaties of niet-gevaarlijke locaties. De
voeding voor gevaarlijke locaties wordt geleverd met
één beveiliging om één Informer van stroom te voorzien.
Er kunnen tot drie extra beveiligingen aan de voeding
worden toegevoegd om drie extra Informers van stroom te
voorzien. Zie Toebehoren, page 33 om extra beveiligingen
en Informermodules te bestellen.
• Alarm slaan als het debiet te hoog of te laag is voor de
doelwaarden die de gebruiker heeft ingesteld.
• Alarm slaan wanneer het onderhoudstotaal is bereikt
voor de doelwaarde die de gebruiker heeft ingesteld.
• Weergeven van een logboek van de laatste 20
alarmmeldingen.
8
332925D
Installatie
Niet-gevaarlijke locaties
OPMERKING: niet intrinsiek veilige Informermodules
worden verzonden met een 120 VAC-netsnoer (E).
Gebruikers in gebieden met een ander standaardvoltage
moeten voor een elektriciteitskabel met een
vrouwelijke IEC 320-C13-omvormer zorgen. Zie de
Technische gegevens, page 41 voor de eisen m.b.t. de
stroomvoorziening.
• Niet intrinsiek veilige klemmen (stroomrail) mogen niet
worden bevestigd aan een apparaat dat meer dan 250
VRMS of gelijkstroom gebruikt of genereert, tenzij is
vastgesteld dat de spanning adequaat is geïsoleerd.
Verklaring:
A
Debietmeter, vrouwelijke inlaat/uitlaat van 1/4 npt
B
Informermodule
C
Voeding en kabel (2 m, 6 ft) naar klem 3. Zie Kabelaansluitingen, page 12.
D
Meterkabel (15 m, 50 ft) naar klem 4. Zie Kabelaansluitingen, page 12.
E
Netsnoer (3 m, 10 ft). Zie OPMERKING hierboven.
M
Aardedraad en klem. Onderdeelnr. 244524 wordt geleverd met sets om de Informermodule te aarden.
Onderdeelnr. 238909 wordt apart verkocht om de meter te aarden.
332925D
9
Installatie
Gevaarlijke locaties
Vervang geen systeemonderdelen, aangezien dit een
negatieve uitwerking kan hebben op de intrinsieke
veiligheid. Lees de instructiehandleidingen met
betrekking tot de installatie, het onderhoud en de
bedieningsinstructies. Installeer apparatuur die alleen
is goedgekeurd voor niet-gevaarlijke locaties niet op
een gevaarlijke locatie. Zie het identificatielabel voor de
intrinsieke veiligheidscategorie van uw model.
Intrinsiek veilige ofwel IS-apparatuur mag niet worden
gebruikt met een voeding zonder beveiliging. Verplaats
eenheden niet van een niet-IS-configuratie naar een
IS-configuratie. IS-apparatuur die gebruikt is met een
niet-IS-voeding mag niet worden teruggeplaatst op een
gevaarlijke locatie. Gebruik altijd een intrinsiek veilige
voeding in combinatie met IS-apparatuur.
10
• De installatie moet plaatsvinden overeenkomstig
ANSI/ISA RP12.06.01 — installatie van intrinsiek veilige
systemen voor gevaarlijke (geclassificeerde) locaties —
en overeenkomstig de National Electrical Code® van de
VS (ANSI/NFPA 70).
• De installatie in Canada moet in overeenstemming zijn
met de Canadese Electrical Code, CSA C22.1, Deel 1,
Aanhangsel F.
• Voor ATEX: installeer volgens EN 60079-14 en volgens
de toepasselijke plaatselijke en nationale normen.
• Meervoudige aarding van componenten is alleen
toegestaan als er sprake is van een equipotentiaal
systeem met een hoge integriteit tussen de verbonden
punten.
• Verwijder geen enkel deksel tot de stroom is
uitgeschakeld.
• Installeer volgens Controletekening 16M169. Zie Bijlage
A in handleiding 332013.
332925D
Installatie
Niet-gevaarlijke locatie
Gevaarlijke locatie
VERKLARING:
A
Debietmeter, vrouwelijke inlaat/uitlaat van 1/4 npt
B
Informermodule
C
Voeding met beveiliging
D
Meterkabel (15 m, 50 ft) naar klem 4. Zie Kabelaansluitingen, page 12.
E
Netsnoer (niet meegeleverd).
F
Elektriciteitskabel (15 m, 50 ft) naar klem 3. Zie Kabelaansluitingen, page 12.
M
Aardedraad en klem. Onderdeelnr. 244524 wordt geleverd met sets om de Informermodule te aarden.
Onderdeelnr. 238909 wordt apart verkocht om de meter of voeding te aarden.
332925D
11
Installatie
Aarding
mogen niet verbonden zijn met de wartelmoeren van de
Informer.
De apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken te
verminderen. Elektrische of statische vonken kunnen tot
gevolg hebben dat dampen ontbranden of ontploffen.
Een onjuiste aarding kan elektrische schokken
veroorzaken. Aarden biedt de elektrische stroom een
ontsnappingsdraad.
OPMERKING: de Informer biedt geen 500 VAC-isolatie
via de wartelmoeren op de behuizing. Het bijbehorende
apparaat en de kabelbeschermingen voor veldapparaten
1. Voeding 16M167: Sluit de aardedraad van de voeding
aan op een echt aardpunt.
2. Informermodule: Verbind een aardedraad en klem met
de schroef bovenaan de steun. Verbind het andere
uiteinde met de aarde. In een IS-systeem wordt de
Informer ook geaard door verbinding met de geaarde
voeding.
3. Debietmeter: Volg de instructies in handleiding
308778 (G3000) of handleiding 313599 (Coriolis)
om de debietmeter te aarden en de elektrische
aardingscontinuïteit ervan te controleren.
4. Vloeistoftoevoer: Aard de vloeistoftoevoereenheid.
Kabelaansluitingen
Poort
Beschrijving
Aansluiting
1
Optische vezelontvanger
Rode draad vanaf TX op de optische vezelomvormer (onderdeelnr.
16K465) of vanaf poort 6 op een andere Informer (of ProControl 1KE)
2
Optische vezelzender
Zwarte draad naar de RX op de optische vezelomvormer (onderdeelnr.
16K465) of naar poort 5 op een andere Informer (of ProControl 1KE)
3
Elektrische voeding
Vanaf voeding
4
Digitale ingang/uitgang
Naar/vanaf de meter en lichttoren (toebehoren)
5
Optische vezelontvanger
Zwarte draad vanaf poort 2 op een andere Informer (of ProControl 1KE)
6
Optische vezelzender
Rode draad naar poort 1 op een andere Informer (of ProControl 1KE)
12
332925D
Installatie
Elektrische aansluitingen
Installeer volgens de Graco-controletekening
16M169 in handleiding 332013. Zie ook Afbeelding 1.
1. Sluit het netsnoer (E, niet meegeleverd) via
de trekontlasting aan op klem L en N op de
voedingseenheid.
Opmerking: gebruik trekontlasting (5) of (6), afhankelijk
van de afmetingen van het snoer.
2. Sluit de aardedraad van het netsnoer aan op het
aardingsklemblok.
Elektriciteitskabeldraden
Beveiligingsaansluiting
Bruin (voeding)
Connector 1
Blauw (gemeenschappelijk)
Connector 2
De glanzend zwarte draad (aarding) en de
zwarte draad (afvoer) worden aangesloten op het
aardingsblok.
3. Sluit een IS-elektriciteitskabel (F) aan volgens de
onderstaande tabel.
Figure 1
VERKLARING
E
Ingaand AC-netsnoer
F
Elektriciteitskabel naar Informer
W
Aardedraden
X
Beveiliging
Y
Aardingsblok
5
Fitting van trekontlasting
6
Fitting van trekontlasting
332925D
13
Installatie
Voorbeeld van een installatie
Niet-gevaarlijke locatie
Gevaarlijke locatie
14
332925D
Installatie
A1 en A2
Debietmeter
Inbegrepen in sommige sets. Zie Onderdelen, page 31.
B1 en B2
Informermodule
Inbegrepen.
C
Voeding en beveiliging
Inbegrepen in sets voor gevaarlijke locaties
D
Meterkabel (15 m, 50 ft)
Inbegrepen.
E
Netsnoer (3 m, 10 ft)
Inbegrepen in sets voor niet-gevaarlijke locaties
F
Elektriciteitskabel (15 m, 50 ft)
Inbegrepen
G
Optische vezelkabel
Toebehoren. Zie Toebehoren, page 33.
H
Seriële kabel
Toebehoren. Zie Toebehoren, page 33.
J
Geavanceerde webinterface
Toebehoren. Zie Toebehoren, page 33.
K
Ethernetkabel
Toebehoren. Zie Toebehoren, page 33.
L
Personal computer
Niet inbegrepen.
Communicatieopties
Graco-toebehoren zijn beschikbaar om communicatie met een programmeerbare logische eenheid (PLC) of personal
computer (pc) mogelijk te maken.
• De optische vezelomvormer (Graco-set 24N978) maakt Modbus RTU-communicatie met een door de gebruiker aangeleverde
PLC mogelijk via een seriële kabel.
• Een Modbus-gateway (Graco-set 24N977) in combinatie met een optische vezelomvormer (Graco-set 24N978) maakt Modbus
TCP-communicatie met een door de gebruiker aangeleverde PLC mogelijk.
• Een Modbus-gateway (Graco-set 24N977) kan worden aangesloten op (of geïnstalleerd in) een geavanceerde
webinterface (Graco-set 15V377) om communicatie met een pc via een ethernetkabel mogelijk te maken. Zie
Bijlage B - Geavanceerde webinterface, page 37 voor instructies.
Deze communicatiesets worden geleverd met de installatie- en instellingsrichtlijnen die nodig zijn voor gebruik met de Informer.
332925D
15
Bediening
Bediening
Drukontlastingsprocedure
Volg altijd de Drukontlastingsprocedure als
u dit symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze handmatig
wordt ontlast. Om ernstig letsel veroorzaakt door
vloeistof onder druk te voorkomen, zoals injectie door de
huid, opspattende vloeistof en bewegende onderdelen,
dient u de instructies onder Drukontlastingsprocedure
te volgen wanneer u stopt met spuiten en voordat u
de apparatuur reinigt, controleert of er onderhoud aan
pleegt.
1. Draai de vloeistoftoevoer naar de meter dicht.
Bediening van de debietmeter
Om het risico op breuk van onderdelen te beperken,
wat letsel zou kunnen veroorzaken door opspattende
vloeistof, dient u de maximale werkdruk van uw meter
of van enig onderdeel of toebehoren in uw systeem niet
te overschrijden.
Zie handleiding 308778 voor informatie over de
G3000 Graco-debietmeter. Zie handleiding 313599
voor informatie over de Coriolis-debietmeter.
Kalibreer de meter volgens de instructies voordat u
deze gebruikt voor productie.
LET OP
De tandwielen en de lagers van de debietmeter
kunnen beschadigd raken als ze op een te
hoge snelheid draaien. Om te snel draaien te
voorkomen, moet u de vloeistofkraan geleidelijk
opendraaien. Het tandwiel niet te snel laten
draaien op lucht of oplosmiddel. Om de levensduur
van de meter te verlengen, mag u hem niet boven
het maximale debiet gebruiken.
2. Schakel de stroom naar het vloeistofsysteem volledig
uit.
3. Volg de Drukontlastingsprocedure voor het
doseerapparaat van uw vloeistofsysteem.
16
332925D
Bediening
De meter kalibreren
OPMERKING: zie Instelscherm 4 voor meer
informatie over het scherm, indien nodig.
Wanneer kalibreren
• De eerste keer dat het systeem wordt gebruikt.
• Steeds als er nieuwe materialen worden gebruikt
in het systeem, met name als de materialen
viscositeitswaarden hebben die aanzienlijk verschillen.
is voltooid. U kunt de K-factor indien gewenst ook
handmatig bewerken.
• Alle waarden in dit scherm worden weergegeven in cc
of cc/puls, ongeacht welke eenheden zijn ingesteld in
de andere Instelschermen.
• Voordat u de meter kalibreert, dient u te verzekeren dat
het systeem is gevuld met materiaal.
• Schakel de alarmen uit voordat u gaat kalibreren.
Stappen bij het kalibreren
• Als onderdeel van regulier onderhoud om de meter
nauwkeurig te houden.
1. Druk op
om naar de Instelmodus te gaan.
• Telkens als een debietmeter een onderhoudsbeurt krijgt
of wordt vervangen.
2. Druk op
om naar Instelscherm 4 te gaan.
3. Druk op
om het scherm te openen.
Lezen vóór kalibreren
• De K-factor van de meter op Instelscherm 4 wordt
automatisch bijgewerkt nadat de kalibratieprocedure
332925D
4. Druk op
om te beginnen met kalibreren.
17
Bediening
5. Doseer ongeveer 300 à 500 cc materiaal in een
maatcilinder. De hoeveelheid die het systeem meet,
wordt weergegeven in het veld voor het gemeten
volume
6. Druk op
7. Druk op
.
om te stoppen met kalibreren.
om naar het veld voor het gedoseerde
volume te gaan
en druk vervolgens op
om het veld binnen te gaan. Voer de hoeveelheid
materiaal in de cilinder in.
Software bijwerken
Software-updates worden geïnstalleerd met behulp
van een softwaretoken (onderdeelnr. 16P468),
dat automatisch wordt verzonden wanneer een
nieuwe versie van de software wordt uitgegeven.
Handleiding 3A1244 begeleidt u bij eventuele
benodigde software-updates. Houd u aan alle
instructies en waarschuwingen in handleiding
3A1244 om uw Informersoftware te updaten.
8. Nadat u het volume hebt ingevoerd, berekent het
systeem de nieuwe K-factor
getoond op Instelscherm 4.
en wordt deze
OPMERKING: om de teller te wissen en opnieuw te
. Ga even naar
beginnen met kalibreren, drukt u op
een ander scherm, keer dan terug naar Instelscherm
drukt zonder het
4 en begin opnieuw. Als u op
scherm te verlaten, zal de teller verdergaan vanaf het
punt waar deze zich bevindt, zonder te wissen.
9. Druk op
om het scherm te verlaten.
10. Druk op
om de Instelmodus te verlaten.
Modbusadressen instellen
Zie Instelscherm 5. De Modbus staat standaard
op Off (uit)
. Als u de Modbus nodig hebt,
dient u de Modbus-modus in te stellen op SLAVE
. De adreswaarde ligt tussen 1 en 247. Het
Modbus-adres komt overeen met het adres van de
Informer. Zie Bijlage A voor meer informatie.
18
332925D
Bediening
Batterij vervangen
Vervang de batterij alleen als de klok niet meer
werkt na het afsluiten van de stroom of na een
stroomstoring.
Bij het vervangen van de batterij kunnen vonken
ontstaan. Vervang de batterij alleen op een
niet-gevaarlijke locatie, uit de buurt van brandbare
vloeistoffen of dampen.
LET OP
Om schade aan de printplaat te voorkomen, dient
u de aardingsriem met onderdeelnr. 112190 te
dragen en voor een goede aarding te zorgen.
1. Schakel de voeding uit.
2. Haal de Informer van de steun.
3. Bevestig de aardingsriem.
4. Verwijder 4 schroeven en verwijder dan de afdekkap.
332925D
5. Gebruik een platte schroevendraaier om de oude
batterij eruit te wrikken.
OPMERKING: voer de batterij naar behoren af, in
een goedgekeurde container en overeenkomstig de
toepasselijke plaatselijke richtlijnen.
6. Vervang door de nieuwe batterij. Zorg ervoor dat de
batterij onder de aansluitlipjes past alvorens het andere
uiteinde op zijn plaats te duwen.
OPMERKING: gebruik enkel Panasonic
CR2032-batterijen ter vervanging.
7. Plaats de afdekkap van de schakelaar en de schroeven
terug.
8. Duw de Informer terug in de steun tot deze vastklikt.
19
Displaymodule
Displaymodule
Displayinformatie
De Displaymodule biedt gebruikers een interface om
selecties in te voeren en informatie over de installatie en
bediening weer te geven.
In de fabriek is ingesteld dat de achtergrondverlichting van
het scherm altijd blijft branden, zelfs als er geen activiteit
op het scherm plaatsvindt. Zie het Instelscherm 3 om de
timer van de achtergrondverlichting naar wens in te stellen.
Druk op een toets om te herstellen.
De toetsen worden gebruikt om numerieke gegevens
in te voeren, instelschermen te openen, binnen een
scherm te navigeren, door schermen te bladeren en
instellingswaarden te selecteren.
LET OP
Om schade aan de tiptoetsen te voorkomen, kunt u
beter niet met scherpe voorwerpen zoals pennen,
kunststof kaarten of vingernagels op de toetsen
drukken.
voor het markeren van de gegevens
3. Gebruik
die u wilt veranderen.
4. Druk op
om te bewerken.
Vervolgkeuzemenu
1. Gebruik
om de gewenste keuze in het
vervolgkeuzemenu te markeren.
2. Druk op
om te selecteren.
3. Druk op
om te annuleren.
Cijferveld
1. Het eerste cijfer is gemarkeerd. Gebruik
het getal te veranderen.
2. Druk op
om
om naar het volgende cijfer te gaan.
3. Wanneer alle cijfers correct zijn, drukt u opnieuw op
ter bevestiging.
om te annuleren.
Bedieningsmodi
4. Druk op
De Informer heeft twee bedieningsmodi: Bedrijfsmodus
en Instelmodus. Zie Bedrijfsschermen, page 23 en
Instelschermen, page 25 voor gedetailleerde informatie.
Een selectievakje wordt gebruikt om functies in de software
in en uit te schakelen.
Druk op
om tussen deze twee modi te schakelen.
Over het scherm navigeren/scherm
bewerken
Raadpleeg dit hoofdstuk als u vragen hebt over het
navigeren over schermen of hoe u informatie kunt
invoeren en selecties kunt doen.
Alle schermen
1. Gebruik
om tussen de schermen te bewegen.
om een scherm binnen te gaan.
2. Druk op
Het eerste gegevensveld op het scherm wordt nu
gemarkeerd.
20
Selectievakjes
1. Druk op
vakje.
om te wisselen tussen
2. De functie is ingeschakeld als er een
staat.
en een leeg
in het vakje
Resetveld
Het resetveld wordt gebruikt voor totalisators. Druk op
om het veld op nul te zetten.
Wanneer alle gegevens correct zijn, drukt u op
om het scherm te verlaten. Gebruik vervolgens
om naar een nieuw scherm te gaan, of
om tussen de Instelmodus en de Bedrijfsmodus te
schakelen.
332925D
Displaymodule
Pictogrammen
Als u door de Informerschermen bladert, merkt u dat de meeste informatie wordt medegedeeld via pictogrammen in plaats
van woorden om de communicatie over de hele wereld te vergemakkelijken. De gedetailleerde schermbeschrijvingen in
Bedrijfsschermen, page 23 en Instelschermen, page 25 verklaren wat elk pictogram betekent. Op deze en de volgende pagina
vindt u bovendien pictogramverwijzingstabellen. Tiptoetsen zijn membraanknoppen waarvan de functies samenhangen met de
inhoud van het scherm die u direct links van de knop vindt.
Membraantoetsen
Tiptoetsen
Naar het scherm gaan. Markeer de gegevens die bewerkt
Druk deze toets in om te schakelen tussen
de Bedrijfsmodus en de Instelmodus.
kunnen worden. Verandert ook de functie van de pijlen
omhoog en omlaag, zodat ze zich tussen gegevensvelden op
het scherm verplaatsen in plaats van tussen schermen.
Fouten resetten: Gebruik deze om een alarm
te wissen nadat de oorzaak is hersteld.
Wordt ook gebruikt om ingevoerde gegevens
ongedaan te maken en terug te keren
naar de oorspronkelijke gegevens.
Pijlen omhoog/omlaag: Gebruik deze om
tussen schermen of velden op een scherm te
bewegen of om de cijfers in een instelbaar
veld te verhogen of verlagen.
Tiptoetsen: Gebruik varieert per scherm.
Zie de rechterkolommen.
Scherm verlaten. Stoppen met bewerken van gegevens.
Invoeren. Druk hierop om een veld te activeren
voor bewerking of om de gemarkeerde selectie in
een vervolgkeuzemenu te bevestigen.
Rechts. Beweeg naar rechts wanneer u cijfervelden
bewerkt. Druk opnieuw om de invoer te bevestigen
wanneer alle cijfers correct zijn.
Resetten. Zet de totalisator op nul.
Start
Stop
332925D
21
Displaymodule
Schermpictogrammen
Schermpictogrammen
Pariteit seriële poort
instellen
Schermnummer. De
pijlen geven aan dat
u meer schermen
kunt bekijken.
Het vergrendelpictogram geeft aan
dat de unit in de Instelmodus staat.
Batchtotalisator
Juiste datum selecteren
Maximum en minimum
voor debiet instellen
Debieteenheden
instellen
K-factor
Onderhoudstotalisator
Eindtotalisator
Onderhoudsdoelwaarde instellen
Eenheden voor het
eindtotaal instellen
Modbus-adres instellen
22
Debiet
Door de gebruiker ingesteld
wachtwoord invoeren
Batch-/onderhoudseenheden instellen
Modbus-modus instellen
Overdrachtssnelheid
seriële poort instellen
Volume gemeten
door de meter
Daadwerkelijk gedoseerd volume
Juiste tijd instellen
MF
Onderhoudsalarm
Modbus-functionaliteit is
uitgeschakeld
Informer is Modbus-slave
Alarm van
onderhoudstotalisator
inschakelen
Alarm voor debiet
inschakelen
Automatisch wissen
van alarm inschakelen
(voor toebehoren)
Datumindeling
selecteren
F3
Alarm: debiet te hoog
F2
Alarm: debiet te laag
332925D
Bedrijfsschermen
Bedrijfsschermen
In de bedrijfsmodus toont de Informer het huidige
debiet en het batchtotaal op scherm 1. Scherm 2
toont het eindtotaal voor de debietmeter waaraan de
Informer is verbonden. De schermen 3 tot 6 tonen
een logboek van de laatste 20 alarmmeldingen.
Bedrijfsscherm 2
Gebruik dit scherm om het totale debiet van het systeem te
bekijken. Dit algehele totaal kan niet worden gereset.
Bedrijfsscherm 1
Gebruik dit scherm om het huidige batchtotaal en het
debiet te bekijken of om de batchtotalisator op 0 te
zetten. Eenheden worden ingesteld in Instelscherm 1 en
Instelscherm 2.
Figure 3 Bedrijfsscherm 2
Verklaring
Eindtotalisator - Toont het totale debiet
voor het systeem. Deze waarde kan niet
gereset worden.
Bewegen tussen bedrijfsschermen.
Figure 2 Bedrijfsscherm 1
Verklaring
Het scherm binnengaan.
Batchtotalisator - Toont de hoeveelheid
vloeistof die is gemeten sinds de laatste
keer dat het veld op nul is gezet.
Debiet - Toont het huidige debiet.
Resetten batchtotalisator - Zet de
batchtotalisator op nul.
Bewegen tussen bedrijfsschermen.
332925D
23
Wachtwoordscherm
Bedrijfsscherm 3-6
Gebruik scherm 3 t/m 6 om een logboek van de recente
alarmmeldingen te bekijken.
Wachtwoordscherm
Als er een wachtwoord is ingesteld, verschijnt het
wordt ingedrukt vanuit
Wachtwoordscherm wanneer
een willekeurig bedrijfsscherm. Voer het wachtwoord in
om toegang tot de Instelschermen te krijgen. Stel het
wachtwoord in op 0000 om de wachtwoordbescherming uit
te schakelen. Zie Instelscherm 7 om het wachtwoord in te
stellen of te wijzigen.
Figure 4 Bedrijfsscherm 3
Verklaring
Datum waarop het afwijkings- of
adviesalarm plaatsvond.
Tijd waarop het afwijkings- of
adviesalarm plaatsvond.
Algemeen symbool dat wijst op een
afwijkings- of adviesalarm. MF is het
onderhoudsalarm. F2 is het alarm
voor een te laag debiet. F3 is het
alarm voor een te hoog debiet. Zie
Afwijkingen en adviezen, page 29 voor
meer informatie.
Bewegen tussen bedrijfsschermen.
Figure 5 Wachtwoordscherm
Verklaring
Druk hierop om een wachtwoord in te
voeren.
Naar rechts bewegen wanneer u
cijfervelden bewerkt. Druk opnieuw om
de invoer te bevestigen wanneer alle
cijfers correct zijn.
Het door de gebruiker ingestelde
wachtwoord voor het systeem invoeren.
Verhogen/verlagen van de cijfers
wanneer u cijfervelden bewerkt.
24
332925D
Instelschermen
Instelschermen
De Instelmodus wordt gebruikt om een wachtwoord in te
stellen (indien gewenst) en om de parameters voor het
bewaken van het debiet met de Informer in te stellen. Zie
Over het scherm navigeren/scherm bewerken, page 20 voor
informatie over selecteren en het invoeren van gegevens.
Instelscherm 1
Gebruik dit scherm om de onderhoudstotalisator te
bekijken, de doelwaarde voor het onderhoud in te stellen
en de op de Bedrijfsschermen getoonde eenheden voor de
batch- en eindtotalisators in te stellen. De eenheid voor
de onderhoudstotalisator, getoond op dit Instelscherm, is
altijd cc.
Naar rechts bewegen wanneer u
cijfervelden bewerkt. Druk opnieuw om
de invoer te bevestigen wanneer alle
cijfers correct zijn.
Onderhoudstotalisator resetten - zet de
onderhoudstotalisator op nul.
Onderhoudstotalisator - Toont het
huidige onderhoudstotaal in kubieke
centimeter.
Stel de gewenste doelwaarde voor het
onderhoudstotaal in dit veld in vierkante
centimeters in. Zie Instelscherm 3 om
het onderhoudsalarm in te stellen of uit
te schakelen.
Eenheden batchtotalisator - Kies
uit de volgende opties van het
vervolgkeuzemenu.
Kubieke centimeter
Liter
Gallon
Eenheden eindtotalisator - Kies
uit de volgende opties van het
vervolgkeuzemenu.
Kubieke centimeter
Figure 6 Instelscherm 1
Verklaring
Het scherm binnengaan om voorkeuren
in te stellen of te wijzigen.
Druk hierop om een veld te activeren
voor bewerking of om de gemarkeerde
selectie in een vervolgkeuzemenu te
bevestigen.
332925D
Liter
Gallon
Stoppen met bewerken van gegevens.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
25
Instelschermen
Instelscherm 2
Instelscherm 3
Gebruik dit scherm om de minimum- en maximumwaarden
van het debiet in te stellen en om de gewenste
debieteenheden te selecteren.
Figure 7 Instelscherm 2
Verklaring
Het scherm binnengaan om voorkeuren
in te stellen of te wijzigen.
Druk hierop om een veld te activeren
voor bewerking of om de gemarkeerde
selectie in een vervolgkeuzemenu te
bevestigen.
Naar rechts bewegen wanneer u
cijfervelden bewerkt. Druk opnieuw om
de invoer te bevestigen wanneer alle
cijfers correct zijn.
Stel het gewenste debietmaximum
(eerste gegevensveld) en -minimum
(tweede gegevensveld) in. Zie
Instelscherm 3 om de debietalarmen in
te stellen of uit te schakelen.
Debieteenheden - Kies uit de volgende
opties van het vervolgkeuzemenu.
Kubieke centimeter per minuut
Liter per minuut
Gallon per minuut
Stoppen met bewerken van gegevens.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
26
Gebruik dit scherm om uw alarmvoorkeuren in te stellen.
om het alarm in te schakelen of laat het vakje
Selecteer
leeg om het alarm uit te schakelen.
Figure 8 Instelscherm 3
Verklaring
Het scherm binnengaan om voorkeuren
in te stellen of te wijzigen.
Druk hierop om te wisselen tussen
blanco.
en
Alarm van onderhoudstotalisator
inschakelen
Alarm voor debiet inschakelen
Alarm voor Auto Clear (automatisch
wissen) inschakelen. Als het debietalarm
is ingeschakeld, verdwijnt het van het
scherm en de eventuele toebehoren
(zoals een lichttoren) zodra het debiet
weer binnen de ingestelde grenswaarden
valt. Het alarm wordt nog steeds
weergegeven op het scherm van de
Informer.
Instellen timer voor achtergrondverlichting. Voer "00" in om de
achtergrondverlichting te laten branden.
Stoppen met bewerken van gegevens.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
332925D
Instelschermen
Instelscherm 4
Instelscherm 5
Gebruik dit scherm om uw meter te kalibreren en om de
K-factor van uw meter te bekijken of in te stellen. Zie
De meter kalibreren, page 17 voor de procedure.
Gebruik dit scherm om uw Modbus-voorkeuren voor poort
1 en 2 in te stellen. Let op: poort 5 en 6 worden gebruikt
als Modbus-masterapparaten voor aansluiting op andere
Informer (of ProControl 1KE) -modules.
Figure 9 Instelscherm 4
Verklaring
Het scherm binnengaan om voorkeuren
in te stellen of te wijzigen.
Druk hierop om een veld te activeren
voor bewerking of om de gemarkeerde
selectie in een vervolgkeuzemenu te
bevestigen.
Naar rechts bewegen wanneer u
cijfervelden bewerkt. Druk opnieuw om
de invoer te bevestigen wanneer alle
cijfers correct zijn.
Starten met kalibreren.
Stoppen met kalibreren.
Toont het volume dat het systeem heeft
gemeten voor de kalibratietest.
Invoeren van het werkelijke volume
dat in de cilinder is gedaan voor de
kalibratietest.
Toont de K-factor van de meter. De
gebruiker kan de K-factor handmatig
instellen. Het systeem wordt automatisch
bijgewerkt naar de juiste K-factor
wanneer de meter wordt gekalibreerd.
Stoppen met bewerken van gegevens.
Figure 10 Instelscherm 5
Verklaring
Modbus-modus. Selecteer 'uit' of 'Slave'
uit de opties in het vervolgkeuzemenu.
Schakel de Modbus-functie uit
als deze niet wordt gebruikt.
Informer als Modbusslaveapparaat gebruiken.
Invoeren of veranderen van het
Modbus-adres. De waarde ligt tussen 1
en 247.
Selecteren van een overdrachtssnelheid
voor de seriële poort uit de opties in
het vervolgkeuzemenu: 9600, 19200,
38400, 57600 of 115200.
Selecteren van een pariteit voor de
seriële poort uit de opties in het
vervolgkeuzemenu: GEEN, ONEVEN of
EVEN.
Stoppen met bewerken van gegevens.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
332925D
27
Instelschermen
Instelscherm 6
Instelscherm 7
Gebruik dit scherm om uw datumindeling, datum en tijd
in te stellen.
Gebruik dit scherm om een wachtwoord in te voeren dat
nodig is om toegang te krijgen tot de Instelschermen. Dit
scherm toont ook de softwareversie.
Figure 11 Instelscherm 6
Verklaring
Het scherm binnengaan om voorkeuren
in te stellen of te wijzigen.
Druk hierop om een veld te activeren
voor bewerking of om de gemarkeerde
selectie in een vervolgkeuzemenu te
bevestigen.
Naar rechts bewegen wanneer u
cijfervelden bewerkt. Druk opnieuw om
de invoer te bevestigen wanneer alle
cijfers correct zijn.
De gewenste datumindeling selecteren
in het vervolgkeuzemenu.
MM/DD/JJ
DD/MM/JJ
JJ/MM/DD
Instellen van de huidige datum.
Instellen van het huidige tijdstip.
Figure 12 Instelscherm 7
Verklaring
Het scherm binnengaan om het
wachtwoord in te stellen.
Druk hierop om het veld te kunnen
bewerken.
Naar rechts bewegen wanneer u
cijfervelden bewerkt. Druk opnieuw om
de invoer te bevestigen wanneer alle
cijfers correct zijn.
Het gewenste wachtwoord invoeren.
Voer "0000" in om het wachtwoord uit te
schakelen.
Stoppen met bewerken van gegevens.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
Stoppen met bewerken van gegevens.
Bewegen tussen Instelschermen
of velden op een scherm of
verhogen/verlagen van de cijfers
bij het bewerken van cijfervelden.
28
332925D
Afwijkingen en adviezen
Afwijkingen en adviezen
Er kunnen twee soorten fouten optreden. Fouten worden
aangegeven op de display.
Afwijkingen, aangegeven met
maar niet onmiddellijk.
Adviezen, aangegeven met
aandacht.
, vereisen aandacht,
, vereisen geen speciale
Bij een afwijking of advies blijft het systeem werken. De
of de
knipperen op het
foutcode en de
scherm. Als er meerdere alarmen zijn, hebben F2 en F3
een hogere prioriteit dan MF. Zij verschijnen als eerste en
moeten als eerste worden verholpen.
Alarmlogboek Logic: Als 'Alarm Auto Clear' is ingeschakeld,
zal het systeem niet twee keer hetzelfde alarm registreren.
Als het systeem bijvoorbeeld heen en weer gaat tussen een
laag debiet (F2) en een normaal debiet, zal het systeem
deze fout slechts één keer registreren. Dit voorkomt dat
het logboek vol raakt voordat de bediener het probleem
heeft verholpen.
Als 'Alarm Auto Clear' is uitgeschakeld, wordt elk alarm
slechts eenmaal geregistreerd als de bediener het
probleem herstelt en vervolgens het alarm ongedaan
maakt. Het alarm wordt tweemaal geregistreerd als de
bediener het alarm ongedaan maakt voordat het probleem
is verholpen.
In de volgende tabel ziet u welk fouttype bij elke foutcode
en elk pictogram hoort.
Afwijkingen en adviezen
Pictogram
en code
F2
F3
MF
332925D
Beschrijving
Afwijkingsalarm. Als dit alarm is
ingeschakeld, verschijnt het alarm voor
een te laag debiet wanneer het debiet
lager is dan het door de gebruiker
ingestelde minimum.
Verhelpen en wissen
Wijzig het debiet, stel de minimale doelwaarde voor het debiet
opnieuw in (zie Instelscherm 2) of schakel het alarm uit (zie
Instelscherm 3).
om het scherm te verwijderen. Het alarm verdwijnt
Druk op
niet als het debiet nog steeds lager is dan de door de gebruiker
ingestelde doelwaarde.
Afwijkingsalarm. Als dit alarm is
ingeschakeld, verschijnt het alarm voor
een te hoog debiet wanneer het debiet
hoger is dan het door de gebruiker
ingestelde maximum.
Wijzig het debiet, stel de maximale doelwaarde voor het debiet
opnieuw in (zie Instelscherm 2) of schakel het alarm uit (zie
Instelscherm 3).
Adviesalarm. Als dit alarm is
ingeschakeld, verschijnt het alarm
van de onderhoudstotalisator zodra
de door de gebruiker ingestelde
onderhoudsdoelwaarde wordt bereikt.
Zet de onderhoudstotalisator op nul (zie Instelscherm 1). Voer
onderhoud uit.
om het alarm te wissen. Het alarm verdwijnt niet als
Druk op
het debiet nog steeds hoger is dan de door de gebruiker ingestelde
doelwaarde.
om het alarm te wissen. Het alarm verdwijnt niet
Druk op
voordat de onderhoudstotalisator op nul is gezet en er geen
afwijkingsalarmen meer verschijnen.
29
Opheffen van storingen
Opheffen van storingen
Probleem
Informer is geheel zwart.
Oorzaak
Oplossing
Stroom is niet ingeschakeld.
Schakel de voeding in.
Losse of ontkoppelde
elektriciteitskabel.
Zet de kabel vast of sluit deze aan.
Informer staat onder stroom, maar
werkt niet.
Hardwarestoring.
Vervang de Informer.
De debietwaarde is 0 terwijl de
vloeistof stroomt.
Losse of ontkoppelde
debietmeterkabel.
Controleer de digitale I/O-kabel die
vanaf/naar de meter loopt.
Onjuiste aanduiding van het debiet
Defecte debietmetersensor of meter.
Vervang de sensor of de meter.
De meter moet worden gekalibreerd.
Kalibreer de meter. Zie
De meter kalibreren, page 17.
Te sterke statische ontlading.
Vervang de Informer.
Omgevingstemperatuur te hoog.
Verlaag de omgevingstemperatuur.
Onjuiste gegevensadressen.
Controleer de adresconfiguratie.
Onjuiste communicatieparameters.
Controleer de communicatieparameters.
Verkeerde bekabeling.
Controleer de bekabeling en
bedrading. Zie Installatie, page 8 .
Verstoppingen in de vloeistofleiding
of de meter.
Reinig de vloeistofleiding en/of de
meter. Zie de handleiding van de
meter.
Tandwielen versleten of beschadigd.
Geef de meter een servicebeurt. Zie
de handleiding van de meter.
Verkeerde afleeswaarden op display.
Communicatiestoring
Er stroomt geen vloeistof.
Diagnostische informatie
De leds onderaan de Informer geven belangrijke informatie over de werking van het systeem.
Led-signalen
Signaal
Beschrijving
Groen aan
Informer is ingeschakeld.
Geel
Interne communicatie bezig.
Ononderbroken rood
Storing in Informer. Zie Opheffen van storingen.
Knipperend rood
Software is bezig met updaten.
Langzaam knipperend rood
Tokenfout: verwijder de token en upload de
softwaretoken opnieuw.
30
332925D
Onderdelen
Onderdelen
Sets voor gevaarlijke locaties, 24L074, 24L077 en 24L078
Niet-gevaarlijke locatie
Gevaarlijke locatie
Set 24L074, 24L077 en 24L078
Ref.
Onderdeel
Beschrijving
1
24L073
MODULE, Informer-, bevat 1a-1c
1a
N.v.t.
1b
277853
MODULE, Informer-, met software
24L074
24L077
✓
✓
24L078
Aantal
✓
1
✓
✓
1
STEUN
1c▲
16P265
4
289813
METER, G3000
5
16V074
KABEL, intrinsiek veilig*, meter-, 16 m (52,5 ft)
7
16M167
VOEDING; ingangsspanning 90–264 VAC,
uitgangsspanning 15 VDC. Zie handleiding
8
16K509
KABEL, elektriciteits-, intrinsiek veilig*,
15 m (50 ft)
9
244524
AARDEDRAAD, constructie met klem
LABEL, waarschuwings-, niet afgebeeld
✓
✓
332196.
✓
* Intrinsiek veilige kabels zijn te herkennen aan de blauwe plaatjes op de kabels.
✓
✓
✓
✓
✓
✓
1
1
1
1
▲ Vervangende waarschuwings- en gevarenlabels, -plaatjes en -kaarten zijn gratis verkrijgbaar.
332925D
31
Onderdelen
Sets voor niet-gevaarlijke locaties, 24L075 en 24L076
Ref.
Onderdeel
Beschrijving
1
24L073
MODULE, Informer-, bevat 1a-1c
1a
N.v.t.
1b
277853
1c▲
16P265
4
289813
METER, G3000
5
16K483
KABEL, meter-, 16 m (52,5 ft)
6
16V680
VOEDING; ingangsspanning 90–264 VAC,
uitgangsspanning 15 VDC.
✓
✓
9
244524
AARDEDRAAD, constructie met klem
12
245202
SNOER, set, 3 m (10 ft), Noord-Amerikaanse 120V
SJT-stekker, vrouwelijke IEC 320-C13-connector
✓
✓
✓
✓
MODULE, Informer-, met software
24L075
✓
24L076
Aantal
✓
1
✓
✓
1
STEUN
LABEL, waarschuwings-, niet afgebeeld
1
1
1
1
▲ Vervangende waarschuwings- en gevarenlabels, -plaatjes en -kaarten zijn gratis verkrijgbaar.
32
332925D
Toebehoren
Toebehoren
Niet alle toebehoren en sets zijn geschikt voor gebruik op gevaarlijke locaties. Raadpleeg de handleidingen van de specifieke
toebehoren en sets voor goedkeuringsdetails.
Goedgekeurd voor gebruik op
gevaarlijke locaties
Toebehoren voor niet-gevaarlijke
locaties
Onderdeelnr.
Beschrijving
Onderdeelnr.
Beschrijving
16K615
Elektriciteitskabel, 30 m (100 ft), voor
voeding.
16P467
16K509
Elektriciteitskabel, 15 m (50 ft), voor
voeding.
16M172
Optische vezelkabel, 15 m (50 ft).
Stroombeveiligingsset, bevat
stroombeveiliging, aansluitblokken,
bedrading en elektriciteitskabel.
Toevoegen aan de voeding om een
extra ProControl 1KE (of Informer) van
stroom te voorzien.
16M173
Optische vezelkabel, 30 m (100 ft).
16K484
Verlengkabel, 15 m (50 ft), voor meter.
289814
G3000HR-meter, positieve verdringing,
tandwieldebietmeter, 38 tot 1900 cc/min.
(0,01 tot 0,5 gpm), voor materialen met
een lage tot gemiddelde viscositeit.
24N977
280560
HG6000-meter, positieve verdringing,
spiraalvormige tandwieldebietmeter, 50
tot 22.712 cc/min. (0,013 tot 6,0 gpm)
voor materialen met een hoog debiet en
een hoge viscositeit.
Modbus-gatewayset, te gebruiken
voor communicatie met een PLC.
Ook te gebruiken met de AWI-module
(Graco-onderdeelnr. 15V337) om
communicatie met een PLC via ethernet
mogelijk te maken.
24N978
S3000-oplosmiddelmeter, positieve
verdringing, tandwieldebietmeter, 38 tot
1900 cc/min. (0,01 tot 0,5 gpm) voor
materialen met een lage viscositeit.
Optische-vezel-naar-serieelomvormerset, te gebruiken voor
communicatie met een PLC via een
seriële kabel.
15V337
Geavanceerde webinterfacemodule
(AWI), te gebruiken voor communicatie
tussen de Informer en een PLC via
ethernet. Een Modbus-gatewayset,
Graco-onderdeelnr. 24N977,
afzonderlijk te koop, is eveneens
vereist.
24N807
Lichttorenset, inclusief toren en
splitterkabel.
24P006
Digitale I/O-toebehorenkabelset, bevat
een kabel en een splitterkabel om een
lichttoren of ander toebehoren aan te
sluiten op het ProControl 1KE-systeem.
258718
244039
Coriolis-meter, niet-intrusieve
massadebietmeter, voor abrasieve
en gevulde materialen, diverse
stroomsnelheden en materialen.
24C471
Vloeistofregelaar, 1:2, laag debiet.
24C472
Vloeistofregelaar, 1:3, laag debiet.
332925D
33
Montageafmetingen
Montageafmetingen
Figure 13 Voeding
Figure 14 Informermodule
B
Totale hoogte
mm (in.)
Totale
diepte
mm (in.)
Montageafmetingen
breedte (C) x hoogte (D)
mm (in.)
Voeding
16M167
16.6 (420.9)
8.7 (221.2)
4.5 (114.8)
382,8 x 170,2
(15,1 x 6,7}
0.31 (7.9)
Informer
7.2 (183)
6.0 (152)
2.8 (71)
64 x 76
(2,5 x 3,0)
0.28 (7)
Onderdeel
34
E
Formaat montageopening
mm (in.)
A
Totale breedte
mm (in.)
332925D
Bijlage A − Overzicht Modbus-variabelen
Bijlage A − Overzicht Modbus-variabelen
Table 1 Apparaatidentificatieregisters
Beschrijving
Registervergun- Informerningen
Modbusregister
Grootte
Eenheden
Alleen lezen
401040
Primaire softwareversie
32-bits
Alleen lezen
401042
Secundaire softwareversie
32-bits
Alleen lezen
401044
Softwareversie build
32-bits
Alleen lezen
401072
Serienummerreeks - Bytes 0-3
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401074
Serienummerreeks - Bytes 4-7
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401076
Serienummerreeks - Bytes 8-11
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401078
Serienummerreeks - Bytes 12-15
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401080
Serienummerreeks - Bytes 16-19
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401082
Serienummerreeks - Bytes 20-23
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401084
Serienummerreeks - Bytes 24-27
32-bits
Reeks, 4 bytes
Alleen lezen
401086
Serienummerreeks - Bytes 28-31
32-bits
Reeks, 4 bytes
Table 2 Uitvoeringsregisters
Registervergunningen
Informer- Beschrijving
Modbusregister
Grootte
Eenheden
Ondergrens
Bovengrens
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
402000
Datum, jaar
16-bits
JJ
1
99
402001
Datum, maand
16-bits
MM
1
12
402002
Datum, dag
16-bits
DD
1
31
402003
Tijd, uur
16-bits
UU
0
23
402004
Tijd, minuut
16-bits
MM
0
60
402005
Tijd, seconde
16-bits
SS
0
60
402006
Alarmen die bevestiging
vereisen
32-bits
Bitveld-alarmen 0
0
Alleen lezen
402008
Huidig eindtotaal
32-bits
cc
0
32-bits
0
999999
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Alleen lezen
402010
Huidig batchtotaal
32-bits
cc
402012
Huidig onderhoudstotaal
32-bits
cc
0
999999
402014
Huidig debiet
32-bits
cc/min
0
65536
Lezen/Schrijven
402016
Kalibratiemodus
16-bits
0=uit, 1=aan
0
1
332925D
Aantekeningen
0b0001–alarm
hoog debiet;
0b0010 — alarm
laag debiet;
0b0100 —
doelwaarde
onderhoud —
zet bit op 0 om te
resetten
Schrijf 0 om te
resetten
Schrijf 0 om te
resetten
35
Bijlage A − Overzicht Modbus-variabelen
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
402017
Kalibratie, gemeten volume
32-bits
pulsen
0
32-bits
402019
Kalibratie, daadwerkelijk
gedoseerd volume
32-bits
cc
0
32-bits
Table 3 Instelregisters
Registervergunningen
Informer- Beschrijving
Modbusregister
Grootte
Eenheden
On- Bovender- grens
grens
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
403000
Communicatie, Modbus-modus
16-bits
0=uit, 1=aan
0
1
403001
Communicatie, Modbus-adres
32-bits
1-247
1
247
403003
Communicatie, Modbus-overdrachtssnelheid
16-bits
0
4
Lezen/Schrijven
403004
Communicatie, Modbus-pariteit
16-bits
0
2
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
403005
Communicatie, Modbus-stopbits
16-bits
0=9600,
1=19200,
2=38400,
3=578600,
4=115200
0=geen,
1=oneven,
2=even
Geen
1
2
403006
Display, datumindeling
16-bits
0
2
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
403007
Display, timer van achtergrondverlichting
16-bits
0=mm/dd/jj,
1=dd/mm/jj,
2=jj/mm/dd
min
0
99
403008
Display, alarm van onderhoudstotalisator
inschakelen
Display, debietalarm inschakelen
16-bits
0=uit, 1=aan
0
1
16-bits
0=uit, 1=aan
0
1
Display, Alarm automatisch wissen
16-bits 0=uit, 1=aan
0
1
2
2
403009
Lezen/Schri- 403010
jven
Lezen/Schrijven
403012
Eenheden, debiet
16-bits
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
Lezen/Schrijven
403013
Eenheden, batchvolume
16-bits
0
0=cc/min,
1=l/min,
2=gal/min
0=cc, 1=l, 2=gal 0
403014
Eenheden, Eindvolume
16-bits
0=cc, 1=l, 2=gal 0
2
403015
Systeem, onderhoudsdoelwaarde
32-bits
cc
0
999999
403017
Systeem, maximaal debiet
32-bits
cc
0
999000
403019
Systeem, minimaal debiet
32-bits
cc
0
999000
403021
Systeem, K-factor van meter
16-bits
cc
10
5000
36
Aantekeningen
( / 1000)
332925D
Bijlage B - Geavanceerde webinterface
Bijlage B - Geavanceerde webinterface
Overzicht
De geavanceerde webinterface (AWI) is
Graco-onderdeelnr. 15V337. Het is een toebehoren dat
met veel Graco-apparaten gecombineerd kan worden
om communicatie met een pc via ethernet mogelijk te
maken. De set bevat handleiding 332459 met installatieen instellingsinformatie die voor alle apparaten geldt.
Deze bevat hoofdstukken over het configureren van
uw computer, het initialiseren van het systeem, het
configureren van de belangrijkste systeeminstellingen en
het instellen van uw netwerk. Raadpleeg eerst handleiding
332459 en daarna deze bijlage voor specifieke informatie
over de Informer.
OPMERKING: er zijn een Modbus-gateway
(Graco-onderdeelnr. 24N977, afzonderlijk te koop) en een
optische-vezel-naar-serieel-omvormer (Graco-onderdeelnr.
24N978, afzonderlijk te koop) vereist om de Informer te
laten communiceren met de AWI.
332925D
OPMERKING: u hebt een AWI met versie 3.01.001 of
hoger nodig.
Netwerktabblad
Wanneer u klaar bent met het instellen van het systeem
volgens de aanwijzingen van handleiding 332459,
selecteert u het Netwerktabblad.
Er moet minstens één Informer in de lijst met
netwerkapparaten aanwezig zijn. Klik op het
pictogram voor de gewenste Informer.
OPMERKING: als u nog moet zoeken naar Informers of
deze handmatig moet toevoegen, verwijzen we naar de
instructies voor het Netwerktabblad in handleiding 332459.
37
Bijlage B - Geavanceerde webinterface
Controletabblad
Gebruik het Monitor-tabblad (controletabblad) om het
huidige apparaat in realtime te controleren. De enige
wijziging die aan dit tabblad mogelijk is, is het resetten
van het batchtotaal. Klik op Reset om het batchtotaal
onmiddellijk op nul te zetten.
38
332925D
Bijlage B - Geavanceerde webinterface
Instellingstabblad
Klik op Setup (instellen). Gebruik dit tabblad om de
instellingen van uw Informer te bekijken of te wijzigen.
Voor onderdelen met een veld typt u het gewenste nummer
in het veld en drukt u op Enter op uw toetsenbord. De
Doel
In het schermgedeelte 'Target' (doel) kunt u uw
'Maintenance target' (onderhoudsdoelwaarde) bekijken of
aanpassen, evenals de 'Maximum Flow/Minimum Flow'
(minimale en maximale doelwaarden voor het debiet).
Type het gewenste getal in het veld.
verandering treedt in werking zodra u op Enter drukt. Bij
vervolgkeuzemenu's klikt u op de gewenste optie. De
verandering treedt meteen in werking.
Eenheden
In het schermgedeelte 'Units' (eenheden) kunt u de
gewenste eenheden voor 'Flow Rate' (debiet), 'Batch Total'
(batchtotaal) en 'Grand Total' (eindtotaal) raadplegen
en aanpassen. Gebruik het vervolgkeuzemenu om
verschillende eenheden te selecteren, indien gewenst.
K-factor
In dit schermgedeelte kunt u de K-factor voor
de systeemmeter bekijken of aanpassen. Zie
De meter kalibreren, page 17.
332925D
39
Bijlage B - Geavanceerde webinterface
Naam van apparaat
In het schermgedeelte 'Device name' (naam van apparaat)
kunt u een naam in het veld intypen om het verschil tussen
uw Informers te zien als u er meerdere gebruikt.
Modbus
In dit schermgedeelte kunt u de 'Modbus mode'
(Modbus-modus), het 'Modbus Address' (Modbus-adres),
de 'Modbus Baudrate' (Modbus-overdrachtssnelheid) en
de 'Modbus Parity' (Modbus-pariteit) raadplegen. De
Modbus-informatie moet worden aangepast op de Informer.
Als u deze op uw pc zou aanpassen, zou deze wijziging
een storing in uw verbinding veroorzaken.
Gebeurtenissen
In het schermgedeelte 'Events' (gebeurtenissen) kunt u de
alarminstellingen en de timer van de achtergrondverlichting
bekijken of aanpassen. Gebruik de vervolgkeuzemenu's
om te wisselen tussen On (aan) en Off (uit) voor het
'Maintenance Alarm' (onderhoudsalarm), het 'Flow Alarm'
(debietalarm) en de 'Auto Clear'-functie (automatisch
wissen). Voor de timer van de achtergrondverlichting typt
u een getal in het veld, dat overeenkomt met het aantal
minuten dat de display ongebruikt moet zijn voordat het
licht dooft om energie te besparen.
40
Datum en tijd
In het schermgedeelte 'Date and Time' (datum en tijd) kunt
u de 'Date Format' (de datumindeling), de 'Date' (datum)
en de 'Time' (tijd) raadplegen en aanpassen. Gebruik
het vervolgkeuzemenu om een nieuwe datumindeling te
selecteren als u dat wenst. Voor de datum en tijd typt u de
juiste informatie in het veld.
332925D
Technische informatie
Technische informatie
Informer
Metrisch
VS
Vereisten ingangsvermogen:
Voltage:
90-264 VAC
Frequentie:
50-60 Hz
Fase:
1
maximaal 1,25 A
Ampère:
Vereisten uitgangsvermogen:
Voeding 16V680
Maximaal 15 VDC, 1,2 A
Voeding 16M167
Maximaal 15 VDC, 160 mA
Maximale vloeistofwerkdruk
4000 psi
28 MPa, 276 bar
Bedrijfstemperatuur
32 °- 122 °F
0 °- 50 °C
Opslagtemperatuur
–22 °- 140 °F
–30 °- 60 °C
289813 G3000-meter
Omgeving
Vochtigheid
0 tot 95 procent, niet condenserend
Displaybehuizing is oplosmiddelbestendig.
Bevochtigde delen
Zie de handleiding van de G3000-meter (308778) of de handleiding van de Coriolis-meter (313599).
Gewicht
Informer
Montagesteun
Voeding 16M167
G3000-meter
332925D
1 lb
0,45 kg
1 lb
0,45 kg
9 lb
4,1 kg
6
2,7 kg
41
Standaardgarantie van Graco
Graco garandeert dat alle in dit document genoemde en door Graco vervaardigde apparatuur waarop de naam
Graco vermeld staat, op de datum van verkoop voor gebruik door de oorspronkelijke koper vrij is van materiaal- en
fabricagefouten. Met uitzondering van speciale, uitgebreide, of beperkte garantie zoals gepubliceerd door Graco,
zal Graco, gedurende een periode van twaalf maanden na verkoopdatum, elk onderdeel van de apparatuur dat
naar het oordeel van Graco gebreken vertoont herstellen of vervangen. Deze garantie is alleen van toepassing
op voorwaarde dat de apparatuur conform de schriftelijke aanbevelingen van Graco geïnstalleerd, bediend
en onderhouden werd.
Normale slijtage en veroudering, of slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door onjuiste
installatie, verkeerde toepassing, slijpend materiaal, corrosie, onvoldoende of onjuist uitgevoerd onderhoud,
nalatigheid, ongeval, eigenmachtige wijzigingen aan de apparatuur, of het vervangen van Graco-onderdelen door
onderdelen van andere herkomst, vallen niet onder de garantie en Graco is daarvoor niet aansprakelijk. Graco is
ook niet aansprakelijk voor slecht functioneren, beschadiging of slijtage veroorzaakt door de onverenigbaarheid
van Graco-apparatuur met constructies, toebehoren, apparatuur of materialen die niet door Graco geleverd zijn,
en ook niet voor fouten in het ontwerp, bij de fabricage of het onderhoud van constructies, toebehoren, apparatuur
of materialen die niet door Graco geleverd zijn.
Deze garantie wordt verleend onder de voorwaarde dat de apparatuur waarvan de koper stelt dat die een defect
vertoont gefrankeerd wordt verzonden naar een erkende Graco-dealer opdat de aanwezigheid van het beweerde
defect kan worden geverifieerd. Indien het beweerde defect inderdaad wordt vastgesteld, zal Graco de defecte
onderdelen kosteloos herstellen of vervangen. De apparatuur zal gefrankeerd worden teruggezonden naar de
oorspronkelijke koper. Indien bij de inspectie geen materiaal- of fabricagefouten worden geconstateerd, dan
zullen de herstellingen worden uitgevoerd tegen een redelijke vergoeding, in welke vergoeding de kosten van
onderdelen, arbeid en vervoer begrepen kunnen zijn.
DEZE GARANTIE IS EXCLUSIEF EN TREEDT IN DE PLAATS VAN ENIGE ANDERE GARANTIE,
UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, DAARONDER MEDEBEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT GARANTIES
BETREFFENDE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING.
De enige verplichting van Graco en het enige verhaal van de klant bij schending van de garantie is zoals hierboven
bepaald is. De koper gaat ermee akkoord dat geen andere verhaalsmogelijkheid (waaronder, maar niet beperkt tot
vergoeding van incidentele schade of van vervolgschade door winstderving, gemiste verkoopopbrengsten, letsel
aan personen of materiële schade, of welke andere incidentele verliezen of vervolgverliezen dan ook) aanwezig is.
Elke klacht wegens inbreuk op de garantie moet binnen twee (2) jaar na aankoopdatum kenbaar worden gemaakt.
GRACO GEEFT GEEN GARANTIE EN WIJST ELKE IMPLICIETE GARANTIE AF BETREFFENDE
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING, MET BETREKKING TOT
TOEBEHOREN, APPARATUUR, MATERIALEN OF COMPONENTEN DIE GRACO GELEVERD, MAAR NIET
VERVAARDIGD HEEFT. Deze items, die verkocht, maar niet vervaardigd worden door Graco (zoals elektrische
motoren, schakelaars, slangen, enz.) zijn, indien van toepassing, onderhevig aan de garantie van de fabrikant.
Graco zal aan de koper redelijke ondersteuning verlenen bij het aanspraak maken op die garantie.
Graco is in geen geval aansprakelijk voor indirecte, incidentele, speciale of gevolgschade die het gevolg is van het
feit dat Graco dergelijke apparatuur heeft geleverd, of van de uitrusting, de werking, of het gebruik van producten
of andere goederen op deze wijze verkocht, ongeacht of die ontstaat door inbreuk op een contract, inbreuk
op garantie, nalatigheid van Graco, of anderszins.
Graco-informatie
Bezoek www.graco.com voor de meest recente informatie over Graco-producten.
Kijk op www.graco.com/patents voor patentinformatie.
Voor het plaatsen van een bestelling neemt u contact op met uw Graco-leverancier of belt u de dichtstbijzijnde
distributeur.
Telefoon: 612-623-6921 of gratis: 1-800-328-0211 Fax: 612-378-3505
Alle geschreven en afgebeelde gegevens in dit document geven de meest
recente productinformatie weer zoals bekend op het tijdstip van publicatie.
Graco behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen
zonder voorafgaande kennisgeving. Vertaling van de originele instructies.
This manual contains Dutch. MM 3A2040
Hoofdkantoor Graco: Minneapolis
Kantoren in het buitenland: België, China, Japan, Korea
GRACO INC. EN DOCHTERONDERNEMINGEN • P.O. BOX 1441 • MINNEAPOLIS MN 55440-1441 • VS
Copyright 2012, Graco Inc. Alle productielocaties van Graco zijn ISO 9001-gecertificeerd.
www.graco.com
Revisie D, mei 2013
Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Download PDF

advertisement