Getinge 170520A0 / TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2) Handleiding
Advertentie
Advertentie
Gebruiksaanwijzing
1705.20XX / 1705.06A0
OK-integratie
TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2) /
TEGRIS BASE IO-BOX (HW2)
IFU 1705.20 NL 04 2022-01-28
Auteursrechten
Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging, aanpassing of vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, tenzij in het kader van de auteurswetgeving.
© Copyright MAQUET GmbH
Technische wijzigingen voorbehouden.
Door de verdere ontwikkeling van het product kunnen de in deze gebruiksaanwijzing voorkomende afbeeldingen en technische gegevens iets afwijken van de huidige constructie.
V04 03 28-01-2022
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Definitie explosiegevaarlijk bereik, zone AP-M ...................................................
Bestemming [TEGRIS BASE IO-BOX (HW2)] ....................................................
Bestemming [TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)].............................................
Bestemming [OR TABLE CONTROL] (1703.71A0 / 1703.35A0)........................
Bestemming [OR LIGHT CONTROL] (1703.38A1) .............................................
Bestemming [CENTRAL USER MANAGEMENT] (1703.05A0).............................................
Bestemming [VIDEO DOCUMENTATION AUTORECORDING (SW)] (1703.30C0).............
Bestemming [ROOM CONTROL] (1703.39A0 / 1703.74A0/B0/C0) ......................................
Bestemming [PATIENT CONTEXT SHARING] (1703.43A0) ................................................
Bestemming [EXTERNAL APPLICATION INTEGRATION] (1703.46A0)..............................
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
3 / 204
Inhoudsopgave
4 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inhoudsopgave
Chirurgische veiligheidschecklist afwerken .........................................................
Beeldbron aan opnameapparatuur toekennen....................................................
Overzicht menupunt: Communicatie ...................................................................
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
5 / 204
Inhoudsopgave
Afzonderlijk beeld maken en afdrukken ..............................................................
Overzicht: Remote Workstation Interface............................................................
Schermvullende weergave activeren/deactiveren...............................................
Extern systeem in het weergavebereik bewerken...............................................
Beeldbestand of fragment van een videobestand afdrukken ..............................
Commentaar toevoegen aan een beeld of video ................................................
Fragment uit een videobestand vervaardigen ..................................................... 102
Bestand naar USB-opslagmedium exporteren.................................................... 103
Bestand naar het netwerk (LAN) exporteren....................................................... 104
6 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inhoudsopgave
Overzicht: Bediening PowerLED 300 / 500 / 700 en HLED 300 / 500 / 700 .......................... 128
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
7 / 204
Inhoudsopgave
Submenu: menufuncties operatietafel MAGNUS ................................................ 151
Submenu: menufuncties operatietafel YUNO ..................................................... 158
8 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inhoudsopgave
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
9 / 204
Inhoudsopgave
10 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
1
1
1.1
1.1.1
Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld om u met de eigenschappen van het product vertrouwd te maken. De gebruiksaanwijzing is in afzonderlijke hoofdstukken opgedeeld.
Let op het volgende:
• Lees deze gebruiksaanwijzing vóór het eerste gebruik van het product zorgvuldig en volledig door.
• Handel altijd in overeenstemming met de in de gebruiksaanwijzing aangegeven aanwijzingen.
• Bewaar deze gebruiksaanwijzing in de buurt van het product.
Afkortingen
AIM
EG
EMC
EN
ESD
EEG
Full HD
4K-UHD
GUI
HD
HDD
HE
HW
IEC
INT
IP(XY)
IP
IPS
IR
KIS
KVM
MPG
OK
PACS
PVC
RIS
SD
SELV
SN
Automatic Illumination Management
(automatisch verlichtingsmanagement)
Europese Gemeenschap
Elektromagnetische compatibiliteit
Europese norm
Elektrostatische ontlading
Europese Economische Gemeenschap
Full high definition (volledige hoge resolutie)
Ultra High Definition (extreem hoge resolutie)
Graphical User Interface (gebruikersinterface)
High Definition (hoge resolutie)
Hard Disk Drive (permanent-/massageheugen)
Hoogte-eenheden
Hardware
International Electrotechnical Commission > Internationale Elektrotechnische
Commissie
Intermitterend
International Protection (soort bescherming tegen binnendringen van vaste lichamen en vloeistoffen)
Internet Protocol (netwerkprotocol)
Internal Power Source (interne stroomvoorziening) infrarood
Ziekenhuis informatiesysteem
Keyboard Video Mouse
Wet medische producten
Operatiekamer
Picture archiving and communication system
Polyvinylchloride
Radiologie-Informatie Systeem
Standard Definition (standaardresolutie)
Safety Extra Low Voltage (bescherming laagspanning)
Serienummer
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
11 / 204
1 Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
1.1.2
1.1.3
1.1.3.1
PLC
SW
UPS
VDE
Programmable Logic Controller
Software
Ononderbroken stroomvoorziening (Uninterrupted Power Supply)
Verband der Elektrotechnik Elektronik Informationstechnik > unie van de elektrotechniek elektronica informatietechniek
Symbolen en opmaak
Symbool
1.
2.
Betekenis
Aanwijzing tot handelen/genummerde opsomming
●
[...] vet
[cursief]
1122.33XX
Tab. 1:
Resultaat van een handeling
Opsomming/Lijstvermelding/Voorwaarde
Verwijzing naar andere pagina's in dit document
Toets/Module/Modus
Menu/Knop
Veld dat moet worden ingevuld
Bestelnummer met verschillende varianten (XX)
Symbolen en opmaak
Definities
Structuur veiligheidsaanwijzingen
Pictogram Signaalwoord
GEVAAR!
Tekst duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar voor personen dat de dood of ernstige verwondingen tot gevolg kan hebben.
WAARSCHU-
WING! duidt op een mogelijk gevaar voor personen of materiële zaken dat een schadelijke invloed op de gezondheid of ernstige materiële schade tot gevolg kan hebben.
VOORZICHTIG! duidt op een mogelijk gevaar voor materiële zaken dat materiële schade tot gevolg kan hebben.
Tab. 2: Structuur veiligheidsvoorschriften
12 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
1
1.1.3.2
Structuur aanwijzingen pictogram Signaalwoord
AANWIJZING
Toelichting
In de tekst van de aanwijzing vindt u aanvullende tips of verdere nuttige informatie zonder mogelijke persoonlijke letsels of materiële schade.
MILIEU Informatie betreffende de deskundige verwijdering.
1.1.3.3
Tab. 3: Structuur aanwijzingen
Definitie explosiegevaarlijk bereik, zone AP-M
Als "Zone AP-M" 1 wordt de medische omgeving aangeduid.
1
Fig. 1: Explosiegevaarlijke zone, zone AP-M
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
13 / 204
1 Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
1.1.4
Gebruikte symbolen
Symbolen zijn op producten, typeplaatjes en verpakkingen aangebracht.
Symbolen Beschrijving
Markering van producten die in overeenstemming met de overeenkomstige juridische Europese richtlijnen op de markt zijn gebracht.
OCP 0004
UL-classificatieteken van Underwriters Laboratories als bewijs dat het product door Underwriters Laboratories op bepaalde eigenschappen is beoordeeld om risico’s uit te sluiten en de inzetbaarheid onder bepaalde voorwaarden te bevestigen.
Deze aanduiding toont de overeenstemming aan met de eisen voor zowel de
VS als Canada.
Aanduiding van producten met INMETRO-certificering.
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "serienummer".
Markering in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "catalogusnummer/productnummer".
Markering in overeenstemming met de norm IEC 60417.
Symbool voor "Elektrostatisch gevaarlijke componenten".
Markering in overeenstemming met de norm IEC 60529.
Symbool voor "Geen bescherming tegen binnendringend water".
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "Gebruiksaanwijzing in acht nemen".
Markering in overeenstemming met de norm IEC 60601-1.
Symbool voor "gebruiksaanwijzing opvolgen".
Aanduiding in overeenstemming met de norm IEC 60601-1.
Symbool voor "potentiaalvereffening".
Tab. 4: Symbolen
14 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
1
Symbolen Beschrijving
Markering van apparaten met een aardleidingaansluiting volgens de norm IEC
60601-1.
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Aanduiding op verpakkingsmateriaal.
Symbool voor "tegen vocht beschermen".
Markering in overeenstemming met de norm ISO15223-1.
Symbool voor "Breekbaar! Handle with care".
Markering in overeenstemming met de norm ISO 7000.
Symbool voor "boven".
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "temperatuurbereik".
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "relatieve luchtvochtigheid".
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "luchtdruk".
Aanduiding in overeenstemming met de richtlijn 2012/19/EU (richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur).
Symbool voor "Product niet via de gemeentelijke inzamelpunten voor elektronische apparatuur verwijderen".
Markering in overeenstemming met de norm IEC 60417-1.
Symbool voor "apparaatbeveiliging".
Markering in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "Naam en adres van de fabrikant". De productiedatum kan met dit symbool worden gecombineerd.
Symbool het kenmerken van medische producten
Tab. 4: Symbolen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
15 / 204
1 Inleiding
Omgang met deze gebruiksaanwijzing
Symbolen Beschrijving
Aanduiding in overeenstemming met de norm ISO 15223-1.
Symbool voor "Documenten in acht nemen".
Aanduiding van apparaten van de klasse AP conform de Norm IEC 60601-1.
Beveiliging tegen explosies door het vermijden van ontstekingsbronnen bij het gebruik van brandbare mengsels van anesthesiemiddelen die worden vermengd met lucht, zuurstof of lachgas.
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "uitgang".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "ingang".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "Optionele ingang".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "relaisuitgang".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "luidspreker".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "microfooningang, symmetrisch".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "microfooningang, asymmetrisch".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "iPod-aansluiting".
Aanduiding van toestellen. Symbool voor "netwerkaansluiting".
Tab. 4: Symbolen
16 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Verwijdering
1
1.2
1.2.1
1.2.2
1.2.3
1.2.4
Verwijdering
Oude producten
Getinge neemt gebruikte producten of producten die niet meer worden gebruikt terug. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de voor u bevoegde Getinge-vertegenwoordiging.
Gebruikte producten of delen daarvan kunnen verontreinigd zijn. Om een eventueel infectiegevaar te voorkomen, moet het product vóór het teruggeven/verwijderen worden gereinigd en gedesinfecteerd.
Bij alle verwijderingsmaatregelen dienen de nationale voorschriften en verwijderingsrichtlijnen in acht te worden genomen.
Verpakkingen
Het verpakkingsmateriaal bestaat uit milieuvriendelijk materiaal. Het verpakkingsmateriaal wordt indien gewenst door Getinge verwijderd.
Accu’s/batterijen
Accu's / batterijen kunnen bij het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf worden afgegeven.
M I L I E U
Defecte accu’s moeten conform de richtlijn 2006/66/EG worden gerecycled.
Defecte accu's mogen niet worden geopend, bij het huisvuil worden gegooid, worden verbrand of in water worden gegooid.
Geef defecte accu's af bij de lokale verzamelpunten.
Afgedankte elektrische apparaten
Binnen de Europese Economische Ruimte
Dit product ressorteert onder de richtlijn 2012/19/EU (richtlijn betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur). Het product is niet geregistreerd voor gebruik in particuliere huishoudens. Het verwijderen via de gemeentelijke inzamelpunten voor afgedankte elektronische apparatuur is niet toegestaan. Voor nadere informatie omtrent de wettige verwijdering van elektronisch afval kunt u contact opnemen met de bevoegde Getinge-vertegenwoordiging.
Buiten de Europese Economische Ruimte
Voor de verwijdering van dit product dienen de toepasbare nationale voorschriften voor verwijdering en behandeling van afgedankte elektrische apparaten te worden nageleefd.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
17 / 204
1 Inleiding
Fundamentele eisen medische producten
1.3
1.3.1
1.3.2
1.3.3
1.3.3.1
Fundamentele eisen medische producten
Reglementair gebruik
Bij dit product gaat het om een medisch product.
Het product mag alleen door personen worden bediend die door een hiertoe gerechtigd persoon in het gebruik van het product zijn geïnstrueerd.
Het product mag uitsluitend worden gebruikt voor doeleinden betreffende de menselijke geneeskunde.
De patiënt mag alleen onder medisch toezicht worden neergelegd en gepositioneerd.
De voor geneeskundige doeleinden gebruikte ruimtes, waarin het product wordt gebruikt, moeten voldoen aan de norm HD 60364-7-710 of de betreffende nationale voorschriften.
De EMC-eigenschappen van dit product maken het gebruik ervan mogelijk binnen de industriële sector en in ziekenhuizen (CISPR 11, klasse A). Bij het gebruik in woongedeeltes (waarvoor volgens CISPR 11 gewoonlijk klasse B vereist is) biedt dit product mogelijkerwijs geen passende bescherming tegen radiodiensten. De gebruiker moet eventueel maatregelen treffen zoals het product verplaatsen of opnieuw uitlijnen om deze te verhelpen.
De toegepaste testniveaus beantwoorden aan die voor professionele inrichtingen binnen de gezondheidszorg.
Koppelingen en toebehoren
Tegris biedt standaard koppelingen voor het aansluiten van toebehoren en apparaten van andere fabrikanten aan, voor zover deze de beschreven standaards ondersteunen en de prestatiekenmerken en veiligheidseisen niet nadelig beïnvloeden.
Ander toebehoren alsook andere combinaties of reserveonderdelen mogen alleen worden gebruikt als deze uitdrukkelijk voor de bedoelde toepassing bestemd zijn en zij de prestatiekenmerken en veiligheidseisen niet nadelig beïnvloeden.
Apparaten die aan de koppelingen zijn aangesloten, moeten aan de norm EN 60601-1 of een andere IEC apparatennorm voldoen.
Toegepaste normen
Het product voldoet aan de principiële eisen ten aanzien van veiligheid en prestatie conform de ter plaatse geldende juridische richtlijnen voor medische producten.
Bestemmingen
Bestemming [TEGRIS BASE IO-BOX (HW2)]
De module TEGRIS BASE IO-BOX (HW2) (1705.06A0) kan optioneel op TEGRIS BASE PC
(HW2) worden aangesloten en biedt een compatibele koppeling voor:
• OR TABLE CONTROL (HW) (1703.71A0)
• OR TABLE CONTROL (HW2) (1705.81A0)
Daarnaast biedt hij standaard koppelingen voor het gebruik in combinatie met TEGRIS BASE
SOFTWARE (SW2) en compatibele modules:
• Audio-ingangen en -uitgangen
• RS232 koppelingen
• GPIO - relaiskoppeling
• Laagspanningsuitgangen
• Usb-koppelingen
• IP-netwerk
18 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Fundamentele eisen medische producten
1
1.3.3.2
1.3.3.3
[TEGRIS BASE IO-BOX (HW2)] heeft geen explosiebeveiliging en is niet goedgekeurd voor gebruik in explosiegevaarlijke zones, AP-M.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoold technisch en administratief deskundig personeel (voor onderhoud en service)
Elk verdergaand gebruik voldoet niet aan het beoogde gebruiksdoel.
[TEGRIS BASE IO-BOX (HW2)] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om informatie ter herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen te leveren
• het aansluiten van niet-compatibele apparaten of modules
Bestemming [TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)]
Het OK-integratiesysteem TEGRIS wordt gebruikt voor het verdelen van audio- en videosignalen binnen de operatiekamer. Een TEGRIS-systeem bestaat uit een compatibele computer, de [TE-
GRIS BASE SOFTWARE (SW2)] (1705.20A0) en een touchscreen gebruikersinterface.
[TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)] is de basisapplicatie voor het OK-integratiesysteem. Zij integreert een chirurgische veiligheidschecklist en ondersteunt een gestructureerde operatieworkflow.
[TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)] heeft voor het gebruik ervan een compatibele computeromgeving inclusief een invoertoestel nodig.
[TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)] biedt aanvullend een software-omgeving en een grafische gebruikersinterface voor de integratie van compatibele softwaremodules voor medische producten en niet-medische producten.
De volgende softwaremodules voor de besturing van medische apparatuur zijn compatibel met
[TEGRIS BASE SOFTWARE (SW)]
• OR TABLE CONTROL (SW) (1703.35A0)
• OR LIGHT CONTROL (SW) (1703.38A1)
Additionele door Maquet vrijgegeven softwaremodules kunnen met [TEGRIS BASE SOFTWARE
(SW2)] worden geïntegreerd.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoold technisch en administratief deskundig personeel (voor onderhoud en service)
Elk verdergaand gebruik voldoet niet aan het beoogde gebruiksdoel.
[TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om informatie ter herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen te leveren
• als juridisch toegestaan archief voor medische registraties
• gebruik van niet-compatibele software
Bestemming [OR TABLE CONTROL] (1703.71A0 / 1703.35A0)
De module [OR TABLE CONTROL] is een aparte module die als optie in TEGRIS kan worden geïntegreerd. De module bestaat uit hardware (1703.71A0, 1705.81A0) en software (1703.35A0).
[OR TABLE CONTROL] maakt de integratie mogelijk van de volgende operatietafels:
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
19 / 204
1 Inleiding
Fundamentele eisen medische producten
1.3.3.4
Operatietafel
MAQUET BETASTAR 1131 (1131.12XX)
MAQUET ALPHASTAR 1132 (1132.11XX,
1132.12XX, 1132.13XX, 1132.17XX,
1132.21XX, 1132.22XX)
MAQUET ALPHAMAXX 1133 (1133.12XX,
1133.22XX)
MAQUET ALPHAMQUET 1150 (1150.01XX,
1150.02XX)
MAQUET OTESUS 1160 (1160.01XX)
MAQUET MAGNUS 1180 (1180.01XX)
MAQUET YUNO OTN 1433 (1433.01XX)
MAQUET YUNO II 1433 (1433.02XX)
MAQUET MEERA 7200 (7200.01XX)
MAQUET MEERA CL 7000 (7000.01XX)
MAQUET MEERA ST 7100 (7100.01XX)
IR-handbedieningsapparaat
1131.91A0 IR-zender bij 1131.12
1132.91C0 IR-zender
1133.91R0 IR-zender bij 1133 Norm/Rev
1150.91C0 IR-zender bij 1150 zonder oplaadapparaat
1160.91A0 IR-afstandsbediening
1180.91A0 IR-zender
1433.91A0 YUNO OTN afstandsbediening
1433.91A0 YUNO OTN afstandsbediening
7200.91A0 IR-afstandsbediening bij
7200.01XY
7200.91A0 IR-afstandsbediening bij
7200.01XY
7200.91A0 IR-afstandsbediening bij
7200.01XY
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
De bediening via het touchscreen is gebaseerd op de bediening van de operatietafel met behulp van het hand-bedieningsapparaat en staat geen functies van de tafel toe die verder gaan dan de via het handbedieningsapparaat beschikbare functies. De module OR TABLE CONTROL mag slechts in combinatie met de EMERGENCY BUTTON (1703.72A0/B0) worden gebruikt. De
EMERGENCY BUTTON moet op elk TEGRIS-touchscreen worden gemonteerd omdat in geval van een storing door de EMERGENCY BUTTON de directe onderbreking van de signaaloverdracht naar de operatietafel mogelijk wordt gemaakt.
De hardware (1703.71A0, 1705.81A0) heeft geen explosiebeveiliging en is niet goedgekeurd voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones AP-M.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[OR TABLE CONTROL] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere operatietafels te integreren dan die die in de bestemming zijn opgenomen.
• gebruik zonder de EMERGENCY BUTTON (1703.72A0/B0)
Bestemming [OR LIGHT CONTROL] (1703.38A1)
De module [OR LIGHT CONTROL] (1703.38A1) is een aparte softwaremodule die als optie in
TEGRIS kan worden geïntegreerd.
[OR LIGHT CONTROL] maakt de integratie mogelijk van de volgende operatielampen in TE-
GRIS:
• PowerLED 300 / HLED 300
• PowerLED 500 / HLED 500
• PowerLED 700 / HLED 700
• VOLISTA 400
20 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Fundamentele eisen medische producten
1
1.3.4
• VOLISTA 600
• VOLISTA ACCESS 400
• VOLISTA ACCESS 600
• PowerLED PWDII 500
• PowerLED PWDII 700
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
De bediening via het touchscreen is gebaseerd op de functies van de operatielamp en maakt geen bediening mogelijk verdergaand dan de op de operatielamp beschikbare functies.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[OR LIGHT CONTROL] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere operatielampen te integreren dan die die in de bestemming zijn vrijgegeven.
Essentiële prestatiekenmerken
Essentiële prestatiekenmerken voor Base-systeem (1703.01X0 / 1703.20X0)
Het product heeft volgens IEC 60601-1 en de daarmee samenhangende normen de volgende essentiële prestatiekenmerken:
• Videosignaal-verdeling en apparaatbesturing: weergave en besturing van de gebruikersinterface van een endoscoop-systeem en van HF-apparaten
Essentiële prestatiekenmerken voor [OR Light Control] (1703.38A1)
Het product heeft volgens IEC 60601-1 en de daarmee samenhangende normen de volgende essentiële prestatiekenmerken:
• In- en uitschakelen van operatielampen evenals selectie van voorinstellingen
Essentiële prestatiekenmerken voor [OR Table Control] (1703.71A0 / 1703.35A0)
Het product heeft volgens IEC 60601-1 en de daarmee samenhangende normen de volgende essentiële prestatiekenmerken:
• Verstellingen van de operatietafel
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
21 / 204
1 Inleiding
Fundamentele eisen niet-medische producten
1.4
1.4.1
1.4.2
Fundamentele eisen niet-medische producten
Normen, koppelingen en toebehoren
Toegepaste normen
Het product werd ontwikkeld en getest conform de normen van een medisch product.
Koppelingen en toebehoren
Tegris biedt standaard koppelingen voor het aansluiten van toebehoren en apparaten van andere fabrikanten aan, voor zover deze de beschreven standaards ondersteunen en de prestatiekenmerken en veiligheidseisen niet nadelig beïnvloeden.
Ander toebehoren alsook andere combinaties of reserveonderdelen mogen alleen worden gebruikt als deze uitdrukkelijk voor de bedoelde toepassing bestemd zijn en zij de prestatiekenmerken en veiligheidseisen niet nadelig beïnvloeden.
Apparaten die aan de koppelingen zijn aangesloten, moeten aan de norm EN 60601-1 of een andere IEC apparatennorm voldoen.
Bestemming [CENTRAL USER MANAGEMENT] (1703.05A0)
De module [CENTRAL USER MANAGEMENT] (1703.05A0) is een aparte softwaremodule die optioneel in TEGRIS kan worden geïntegreerd.
[CENTRAL USER MANAGEMENT] maakt het centrale beheer van TEGRIS-gebruikers en gebruikersmachtigingen evenals de integratie met gebruikersbeheersystemen van het ziekenhuis, bijv. Microsoft Active Directory mogelijk. Als gebruikers zich bij een compatibel TEGRIS-systeem aanmelden, worden hun aanmeldgegevens door het [CENTRAL USER MANAGEMENT] geauthentificeerd en geautoriseerd. Een handmatig beheer van individuele gebruikers op elk afzonderlijk TEGRIS-systeem is niet nodig.
De centraal beheerde gegevens bevatten informatie over de gebruiker (inlog-ID, gebruikersnaam), rollen en gebruikersgroepen.
[CENTRAL USER MANAGEMENT] maakt de controle mogelijk van de toegang van gebruikers tot informatie van patiënten. Compatibele TEGRIS-systemen kunnen relevante gebeurtenissen
(bijv. aanmelding, afmelding, het inzien/aanmaken/wijzigen/verwijderen van informatie van pati-
ënten) vastleggen en op de server opslaan
Beoogde gebruikers:
• geschoold technisch en administratief deskundig personeel
Elk verdergaand gebruik geldt als niet conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[CENTRAL USER MANAGEMENT] is niet bedoeld voor de volgende doeleinden:
• om andere informatie op te slaan en over te brengen dan de informatie die bij de bestemming is vrijgegeven.
• om informatie ter herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen te beheren en te leveren.
Men onderscheidt de volgende componenten:
• [CENTRAL USER MANAGEMENT] – CLIENT (SW) (1703.24A0) die optioneel in TEGRIS voor de aanmelding en authentificatie van gebruikers kan worden geactiveerd.
• [CENTRAL USER MANAGEMENT] (1703.05A0) dat op een onafhankelijke server kan worden geïnstalleerd en alle aangesloten TEGRIS-systemen met gebruikersbeheer ondersteunt.
22 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Fundamentele eisen niet-medische producten
1
1.4.3
1.4.4
1.4.5
Bestemming [LIVE PREVIEW] (1703.26A0)
De module [LIVE PREVIEW] (1703.26A0) is een aparte softwaremodule die als optie in TEGRIS kan worden geïntegreerd.
[LIVE PREVIEW] maakt een live-preview mogelijk van videosignalen op de gebruikersinterface van het touchscreen. De module toont kleine previewbeelden op de bedieningselementen van de videorouting om de bediening gemakkelijker te maken.
De bediening vindt plaats via het TEGRIS-touchscreen.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoold technisch en administratief deskundig personeel (voor onderhoud en service)
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
Bestemming [IP RECORDING/ STREAMING (SW2)]
De module IP RECORDING/ STREAMING (SW2) is een aparte softwaremodule die optioneel in
TEGRIS kan worden geïntegreerd.
IP RECORDING/ STREAMING (SW2) maakt het encoderen mogelijk van een 4K-UHD of twee
FullHD IP-gebaseerde videosignalen voor RECORDING of STREAMING in combinatie met de compatibele 1703.56A1 IP QUAD DECODER (HW). Hierbij is
• RECORDING de registratie van stilstaande beelden en video's van aan TEGRIS aangesloten beeldbronnen alsmede de opslag van de gegenereerde beeldgegevens op lokale en externe gegevensdragers voor informatieve doeleinden.
• STREAMING de overdracht van op TEGRIS aangesloten beeldbronnen via de beschikbare netwerkinfrastructuur met behulp van gestandaardiseerde protocollen voor de overdracht van gecomprimeerde audio- en videosignalen voor informatieve doeleinden. Voor de spraakoverdracht wordt een op TEGRIS aangesloten microfoon gebruikt.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoolde medische technici
Elk verdergaand gebruik geldt als niet conform de bestemming.
[RECORDING/ STREAMING (SW2)] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere informatie, bijv. patiëntengegevens vast te leggen of over te dragen dan in de bestemming is vrijgegeven.
• om andere gegevens op te slaan dan de in de bestemming voorziene gegevens.
• om medische opnames rechtszeker te archiveren.
• om informatie ter herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen te leveren.
Bestemming [VIDEO DOCUMENTATION AUTORECORDING (SW)]
(1703.30C0)
De module [VIDEO DOCUMENTATION AUTORECORDING (SW)] (1703.30C0) is een aparte softwaremodule die optioneel in TEGRIS kan worden geïntegreerd. [VIDEO DOCUMENTATION
AUTORECORDING (SW)] biedt de mogelijkheid om de registratie automatisch te starten als een patiënt in TEGRIS wordt geselecteerd en te stoppen als de patiënt in TEGRIS wordt afgesloten.
Voor deze module is een van de volgende modules vereist:
• 1703.30A0 [VIDEO DOCUMENTATION 1xFULL-HD (SW)]
• 1703.30B0 [VIDEO DOCUMENTATION 1xFULL-HD, 1xHD (SW)]
• 1705.51A0 [IP RECORDING/ STREAMING (SW2)]
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
23 / 204
1 Inleiding
Fundamentele eisen niet-medische producten
1.4.6
1.4.7
1.4.8
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoold technisch en administratief deskundig personeel (voor onderhoud en service)
Elk verdergaand gebruik voldoet niet aan het beoogde gebruiksdoel.
Bestemming [DICOM INTERFACE] (SW) (1703.32A0)
De module [DICOM INTERFACE (SW]) (1703.32A0) is een aparte softwaremodule die optioneel in TEGRIS kan worden geïntegreerd. [DICOM INTERFACE (SW)] maakt het opvragen mogelijk van een DICOM modality worklist bijv. uit een ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS). Bovendien maak het de export mogelijk van vastgelegde foto's en video's alsook van in TEGRIS opgestelde documenten in DICOM-formaat naar een archiveringssysteem (bijv. PACS, VNA).
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoold technisch en administratief deskundig personeel (voor onderhoud en service)
Elk verdergaand gebruik voldoet niet aan het beoogde gebruiksdoel.
[DICOM INTERFACE] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere gegevens te importeren dan de in de bestemming voorziene gegevens.
• om andere gegevens te exporteren dan de in de bestemming voorziene gegevens.
Bestemming [CAMERA CONTROL] (1703.33A0)
De module [CAMERA CONTROL] (1703.33A0) is een aparte softwaremodule die optioneel in
TEGRIS kan worden geïntegreerd. [CAMERA CONTROL] maakt het gebruik mogelijk van de gangbare functies van ruimtecamera's en camera's die in een operatielamp zijn geïntegreerd of onafhankelijk van de operatielamp aan een arm zijn bevestigd.
Camera's van de volgende fabrikanten kunnen worden aangesloten:
• EVI D70P (firma Sony)
• EVI HD-1 (firma Sony)
• SRG 120 (firma Ikegami)
• ORCHIDE (firma Maquet)
• ORCHIS (firma Maquet)
• MPC 301 (firma Ikegami)
• VOLISTAVIEW HD (firma Maquet)
• VOLISTAVIEW FullHD (firma Maquet)
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
De module is overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen geen medisch hulpmiddel.
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[CAMERA CONTROL] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere camera's te integreren dan de in de bestemming goedgekeurde camera's.
Bestemming [ROOM CONTROL] (1703.39A0 / 1703.74A0/B0/C0)
De module [ROOM CONTROL] is een aparte module die als optie in TEGRIS kan worden geïntegreerd. De module bestaat uit de hardware (1703.74A0/B0/C0) en de software (1703.39A0).
24 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Fundamentele eisen niet-medische producten
1
1.4.9
[ROOM CONTROL] maakt de weergave en wijziging mogelijk van de volgende parameters:
• [ROOM CONTROL LEVEL 1 (HW)] (1703.74A0) wit licht, gekleurd licht, jaloezieën, LCD-glas, OK-bedrijfsindicatie, status gassen, status stroom, airconditioning, ventilatie, status ventilatie
• [ROOM CONTROL LEVEL 2 (HW)] (1703.74B0) wit licht, gekleurd licht, jaloezieën, LCD-glas, OK-bedrijfsindicatie, airconditioning, ventilatie, status ventilatie
• [ROOM CONTROL LEVEL 3 (HW)] (1703.74C0) wit licht, gekleurd licht, jaloezieën, LCD-glas, OK-bedrijfsindicatie
De module-statusindicaties voor gas- en stroomvoorziening mogen uitsluitend als aanvullende indicatie voor goedgekeurde producten worden gebruikt die de gas- en stroomvoorziening in het ziekenhuis bewaken.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
De hardware (1703.74A0/B0/C0) heeft geen explosiebeveiliging en is niet goedgekeurd voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones (AP-M).
De module is overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen geen medisch hulpmiddel.
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[ROOM CONTROL] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere parameters te wijzigen en weer te geven dan de in de bestemming goedgekeurde parameters.
• als alarmsysteem voor de stroom- en gasvoorziening te worden ingezet.
Men onderscheidt de volgende varianten:
• [ROOM CONTROL LEVEL 1 (HW)] (1703.74A0)
• [ROOM CONTROL LEVEL 2 (HW)] (1703.74B0)
• [ROOM CONTROL LEVEL 3 (HW)] (1703.74C0)
Bestemming [REMOTE CLIENT] (1703.40D0)
De module [REMOTE CLIENT] (1703.40D0) is een aparte softwaremodule die als optie in TE-
GRIS kan worden geïntegreerd. REMOTE CLIENT maakt het spiegelen mogelijk van de gebruikersinterface van externe apparaten via het Standard Remote Frame Buffer protocol versie 3.8
(RFB 3.8). REMOTE CLIENT verstuurt de invoeracties van het toetsenbord, de muis en het touchscreen van TEGRIS naar het externe apparaat en stuurt de grafische beeldschermactualisering in de tegengestelde richting door. De netwerkverbinding kan via een veiligheidssleutel worden beveiligd.
Het gebruik van de externe apparaten staat vermeld in de betreffende gebruiksaanwijzingen. Bij verbindingsfouten is een weergave en bediening van de externe apparaten automatisch uitgesloten.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
[REMOTE CLIENT] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om originele besturingselementen van de aangesloten producten te vervangen.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
25 / 204
1 Inleiding
Fundamentele eisen niet-medische producten
1.4.10
1.4.11
1.4.12
Bestemming [PICTURE IN PICTURE] (1703.41XX)
De module [PICTURE IN PICTURE] (1703.41XX) is een aparte softwaremodule die als optie in
TEGRIS kan worden geïntegreerd. [PICTURE IN PICTURE] maakt de vervaardiging mogelijk van een virtuele beeldbron die is samengesteld uit meerdere beeldbronnen (maximaal 4 beeldbronnen). De nieuw vervaardigde beeldbron is niet geschikt voor het stellen van een diagnose of om in het kader van de therapie van de patiënt te worden toegepast.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
De module is overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen geen medisch hulpmiddel.
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[PICTURE IN PICTURE PROCESSING] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• om andere beeldbronnen te verwerken dan de in de bestemming vermelde bronnen.
Men onderscheidt de volgende varianten:
• [PICTURE IN PICTURE PROCESSING (SW)] (1703.41A0) maximaal 4 beeldbronnen, output in FullHD-resolutie
• [IP BASED PICTURE IN PICTURE (SW)] (1703.41B0) maximaal 4 beeldbronnen, output tot 4K-resolutie
Bestemming [PATIENT CONTEXT SHARING] (1703.43A0)
De module [PATIENT CONTEXT SHARING] (1703.43A0) is een aparte softwaremodule die als optie in TEGRIS kan worden geïntegreerd. [PATIENT CONTEXT SHARING] maakt de selectie van een patiënt via een gedefinieerde interface alsmede het opvragen van de thans in TEGRIS actieve patiënt mogelijk. De gegevensuitwisseling vindt uitsluitend plaats met behulp van eenduidige identnummers. Teksten of sensitieve patiëntgegevens worden via de interface niet uitgewisseld.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoolde medische technici
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[PATIENT CONTEXT SHARING] is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
• de overdracht van andere informatie dan de in de bestemming vrijgegeven informatie.
Bestemming [COMMUNICATION] (1703.44X0)
De modules voor [COMMUNICATION] (1703.44X0) zijn aparte software-modules die optioneel in
TEGRIS kunnen worden geïntegreerd. [COMMUNICATION] bestaat uit twee submodules die gelijktijdig geïnstalleerd kunnen zijn.
De submodule [VIDEO CONFERENCING] maakt de verbinding van externe videoconferentiesystemen mogelijk om bidirectioneel audio- en videotelefoongesprekken via TEGRIS uit te voeren.
De op TEGRIS aangesloten videosignalen kunnen gecomprimeerd worden verzonden. Voor de spraakoverdracht wordt een op TEGRIS aangesloten microfoon gebruikt.
Contacten kunnen intern in TEGRIS met naam en telefoonnummer worden beheerd. Bovendien kunnen gegevens uit het telefoonboek van het externe videoconferentiesysteem in TEGRIS worden geïmporteerd en gebruikt, echter niet worden gewijzigd of gewist.
De submodule [ROOM TO ROOM COMMUNICATION] maakt de bidirectionele audio- en videocommunicatie tussen twee compatibele TEGRIS-systemen mogelijk. De op TEGRIS aangesloten videosignalen kunnen zonder comprimering worden verzonden. Voor de spraakoverdracht wordt
26 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Inleiding
Fundamentele eisen niet-medische producten
1
1.4.13
een op TEGRIS aangesloten microfoon gebruikt.
Contacten worden automatisch via de verbonden TEGRIS-systemen met kamernaam beheerd.
Deze telefoonboekentries kunnen niet handmatig worden gewijzigd.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• Geschoold personeel in de ziekenhuis-werkomgeving
TEGRIS [COMMUNICATION] is alleen bedoeld als extra visualisering en ondersteuning bij de communicatie.
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[COMMUNICATION] modules zijn niet bedoeld voor de volgende doeleinden:
• om andere informatie over te brengen dan de informatie die bij de bestemming is vrijgegeven.
• om patiëntgegevens over te dragen.
• om informatie ter herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen te leveren.
Men onderscheidt de volgende varianten:
• [VIDEO CONFERENCE (SW)] (1703.44A0) ter controle van externe videoconferentie-systemen
• [ROOM TO ROOM COMMUNICATION (SW)] (1703.44B0) voor de communicatie tussen compatibele TEGRIS-systemen
Bestemming [EXTERNAL APPLICATION INTEGRATION] (1703.46A0)
De module [EXTERNAL APPLICATION INTEGRATION] (1703.46A0) is een aparte softwaremodule die als optie in TEGRIS kan worden geïntegreerd. [EXTERNAL APPLICATION INTEGRATI-
ON] biedt de mogelijkheid om toegang te krijgen tot de gebruikersinterface van een externe website of webapplicatie.
De bediening vindt plaats via het touchscreen van TEGRIS.
De module ondersteunt optioneel de overdracht van contextparameters (bij. patiënt-ID, login-ID) aan de externe website om de context van de op dat moment in TEGRIS geselecteerde patiënt of gebruiker te delen. De uitwisseling van patiëntgegevens vindt uitsluitend plaats in de vorm van eenduidige identnummers. Niet-gecodeerde teksten of sensitieve patiëntgegevens worden via de interface niet uitgewisseld
Beoogde gebruikers:
• geschoold medisch personeel
• geschoolde medische technici
Elk ander gebruik geldt als niet-conform de bestemming.
De bestemming van TEGRIS blijft door het gebruik van de module ongewijzigd.
[EXTERNAL APPLICATION INTEGRATION] is niet bedoeld voor de volgende doeleinden:
• om informatie voor herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen (dient uitsluitend als bijkomende visualisering van reeds beschikbare bronnen) te leveren.
• om medische apparatuur, bijv. endoscopen te bedienen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
27 / 204
1 Inleiding
Gebeurtenis die moet worden gemeld
1.5
1.6
Gebeurtenis die moet worden gemeld
Elk ernstig voorval in verband met dit product moet aan de MAQUET GmbH en, indien vereist, aan de ter plaatse bevoegde instantie te worden gemeld.
Gegevensbescherming
Alle aanvragen inzake de gegevensbescherming kunnen worden gericht aan het team voor gegevensbescherming via het e-mailadres [email protected] of via het aanvraagformulier voor betroffen personen dat op www.getinge.com beschikbaar is.
28 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Veiligheidsvoorschriften
Algemene veiligheidsvoorschriften
2
2
2.1
2.2
Veiligheidsvoorschriften
Algemene veiligheidsvoorschriften
G E V A A R !
Levensgevaar door verkeerd gebruik!
Een beschrijving van de bediening van componenten van andere fabrikanten maakt niet deel uit van deze gebruiksaanwijzing.
Neem in ieder geval de gebruiksaanwijzing van de fabrikanten in acht!
G E V A A R !
Letselrisico!
Aan de koppelingen van de aangesloten apparaten kan de elektrische veiligheid van het product worden beïnvloed.
De apparaten die zijn aangesloten aan de koppelingen moeten aan de norm EN
60601-1 voldoen.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Gebrekkige of defecte producten kunnen tot letsels leiden.
• Overtuig u vóór het gebruik van de correcte staat en de goede werking van het product.
• Gebruik gebrekkige of defecte producten niet meer en informeer de Getingevertegenwoordiging.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Functiebeperkingen aan het product door service- en onderhoudswerkzaamheden mogelijk.
Voer tijdens een operatie geen service- en onderhoudswerkzaamheden aan het product uit.
Veiligheidsvoorschriften product
G E V A A R !
Kans op letsel!
De stroomtoevoerleiding moet uit drie aders bestaan en mag uitsluitend via een netcontactdoos worden aangesloten die over een aardleidingaansluiting (PE) beschikt.
G E V A A R !
Ontploffingsgevaar!
Het product heeft geen explosiebeveiliging en is niet geschikt voor het gebruik in explosiegevaarlijke zones,AP-M. Bij het gebruik van alcoholische desinfecteermiddelen, reinigingsmiddelen of brandbare anesthesiemiddelmengsels die met lucht, zuurstof of lachgas worden gemengd, kan het tot explosies komen.
Als het product in een AP-M zone wordt gebruikt, mogen geen alcoholhoudende desinfecteermiddelen, reinigingsmiddelen of brandbare anesthesiemiddelmengsels die met lucht, zuurstof of lachgas worden gemengd, worden gebruikt.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
29 / 204
2 Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften product
W A A R S C H U W I N G !
Kans op letsel!
Een eventuele beïnvloeding van andere medische toepassingen op de computer kan niet worden uitgesloten.
Het verdient aanbeveling de TELEMEDICINE CLIENT alleen op computers te installeren waarop geen andere medische applicaties zijn geïnstalleerd.
W A A R S C H U W I N G !
Blessurerisico!
Het apparaat heeft een actieve ventilatie. Afhankelijk van de plaats van de opstelling kan de Laminar Flow nadelig worden beïnvloed.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Geen beeldweergave in geval van uitval van TEGRIS.
Sluit kritische beeldbronnen tevens direct op minstens één beeldscherm aan om in geval van uitval van TEGRIS direct op de beeldbron te kunnen overschakelen.
W A A R S C H U W I N G !
Blessurerisico!
De storingswaarschijnlijkheid wordt verhoogd, wanneer het systeem wordt aangesloten tussen een signaalbron en de betreffende monitor.
Het systeem moet op een signaaluitgang van de bron worden aangesloten.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
De door het systeem weergegeven en opgeslagen patiënt- en beeldgegevens zijn er niet voor bedoeld om informatie voor herkenning, diagnose, toezicht op of behandeling van fysiologische toestanden, gezondheidstoestanden, ziektetoestanden of aangeboren misvormingen te leveren.
Het ziekenhuis is ervoor verantwoordelijk dat alle gebruikers van de diagnosestations erover worden geïnformeerd dat de patiënten- en fotogegevens van het systeem niet voor de diagnose mogen worden gebruikt.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade!
Systeemstoring door verkeerd uitgevoerde software-updates.
Software-updates mogen uitsluitend door daartoe geautoriseerd servicepersoneel worden uitgevoerd.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade!
Bij het insteken en uittrekken van stekkers terwijl het product is ingeschakeld kunnen de elektronica van het product worden beschadigd.
Tijdens het insteken of uittrekken van stekkers moet het product zijn uitgeschakeld.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade!
Geblokkeerde ventilatie-openingen kunnen tot oververhitting van het apparaat leiden.
Zorg bij ventilatie-openingen voor minstens 10 cm vrije ruimte.
30 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften EMC
2
2.3
Veiligheidsvoorschriften EMC
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Elektromagnetische storingsemissie van elektrische apparaten die zich in de buurt van het product of direct aan of op het product bevinden, kan de functies van het product nadelig beïnvloeden.
Plaats geen elektrische apparaten in de buurt van het product of direct aan of op het product. Als dit niet mogelijk is, moeten het product en elektrische apparaten worden bewaakt en op mogelijke functiestoringen worden gecontroleerd.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Elektrische apparatuur (bijv. mobiele telefoons, radio-apparatuur, magneetresonantietomografen) kan bij gebruik in de nabijheid van het product de werking hiervan nadelig beïnvloeden.
In de nabijheid van het product mag geen elektrische apparatuur worden gebruikt die de werking van het product kan beïnvloeden.
Neem de informatie in de technische gegevens van het OK-integratiesysteem met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit (emissie en bestendigheid tegen storingen) in acht.
Neem de informatie in de technische gegevens bij het gebruik van elektrische apparaten in acht en reageer bij eventuele effecten op het apparaat of op het product.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Elektromagnetische storingsemissie bij het gebruik van draagbare HF-communicatieapparatuur (bijv. mobiele telefoons en mobilofoons) die zich in de buurt van het product bevindt, kan de functies van het product nadelig beïnvloeden.
Zorg ervoor dat de afstand van de HF-communicatieapparatuur tot het product (inclusief daarop aangesloten kabelgebonden bedieningsapparaten en kabels) minimaal 30 cm bedraagt.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Het gebruik van toebehoren, kabels of onderdelen die niet door GETINGE zijn gespecificeerd, kan leiden tot een hogere elektromagnetische storingsemissie of tot een lagere elektromagnetische immuniteit van het product of de veiligheid van het product benadelen.
Gebruik alleen toebehoren, kabels of onderdelen die door GETINGE voor dit product zijn gespecificeerd.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
31 / 204
3
3 Bediening hardware
Bediening hardware
G E V A A R !
Levensgevaar door functionele storing!
Het gebruik van mobiele telefoons in de operatiekamer kan in zeldzame gevallen leiden tot functionele storingen van de medische apparatuur in de operatiekamer.
Zet op Tegris aangesloten mobiele telefoons tijdens de operatie in de vliegstand zodat apparaten in de operatiekamer niet worden gestoord.
A A N W I J Z I N G
Het TEGRIS-systeem is modulair opgebouwd.
Afhankelijk van de moduleconfiguratie wijkt uw systeem af van de in deze gebruiksaanwijzing beschreven configuratie.
A A N W I J Z I N G
De installatie van het Tegris-systeem incl. van de spanningsvoorziening en netwerkaansluiting mag uitsluitend door geautoriseerde servicetechnici plaatsvinden.
A A N W I J Z I N G
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de beschikbare functies van de touchscreen-gebruikersinterfaces.
Uw gebruikersinterface kan in overeenstemming met uw specifieke moduleconfiguratie afwijken van de beschreven gebruikersinterface. Overeenkomstig uw moduleconfiguratie kunnen afzonderlijke functies van uw gebruikersinterface inactief zijn.
Inactieve functies hebben een grijze achtergrond.
A A N W I J Z I N G
Tegris kan optioneel ook via een aangesloten toetsenbord of muis worden bediend. Deze kunnen door geautoriseerde technici worden aangesloten.
A A N W I J Z I N G
Aangesloten toetsenborden en muizen mogen niet worden gebruikt zolang er geen
Tegris-touchscreen in gebruik is of dit niet correct functioneert.
A A N W I J Z I N G
De functie van de On-airlamp dient wekelijks te worden gecontroleerd.
A A N W I J Z I N G
De functie van de stop-schakelaar dient wekelijks te worden gecontroleerd.
32 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Bediening hardware
IO-box (1705.06A0)
3
3.1
IO-box (1705.06A0)
A A N W I J Z I N G
De installatie van het Tegris-systeem incl. van de spanningsvoorziening en netwerkaansluiting mag uitsluitend door geautoriseerde servicetechnici plaatsvinden.
A A N W I J Z I N G
Geadviseerd wordt om de TEGRIS BASE PC en TEGRIS IO-box apart in een technische ruimte of buiten het patiëntengedeelte in de operatiekamer te plaatsen. De
TEGRIS BASE PC en TEGRIS IO-box is geschikt voor continu bedrijf.
A A N W I J Z I N G
De bediening van de TEGRIS BASE PC en TEGRIS IO-box is voorbehouden aan daartoe geautoriseerd deskundig personeel.
3.1.1
Overzicht koppelingen
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade!
Door elektrostatische oplading kunnen zeer hoge potentiaalverschillen ontstaan. Het aanraken van gevoelige elektrische componenten kan een elektrostatische ontlading tot gevolg hebben, waardoor de componenten kunnen worden beschadigd.
Zorg ervoor dat alle personen die in aanraking komen met de contacten van de koppelingen de betreffende ESD-maatregelen (bijv. aardingsband) in acht nemen en een scholing met betrekking tot de ESD-grondbeginselen hebben gevolgd, waarin de veiligheid en deskundigheid bij de omgang met ESD-gevoelige elektronica behandeld wordt.
A A N W I J Z I N G
De interne spanningsvoorziening bij pin 14 van de DVI-I uitgang of DP-uitgang touchscreen van de TEGRIS BASE PC is niet voldoende om externe apparaten te bedienen. Bij het gebruik van DVI / FIBER TRANSMITTER (1707.82XX) is het inzetten van een extra externe spanningsvoorziening (1707.79A0) absoluut vereist.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
33 / 204
3 Bediening hardware
IO-box (1705.06A0)
1 3 4 5 6 7 8 9 10 11
3.1.2
2
12
13
Fig. 2: Overzicht koppelingen
1 Aan-/Uit-schakelaar
2 Netaansluiting
3 Usb 3.0 type-B, aansluiting TEGRIS-PC
4 Usb 3.1
5 Usb 2.0 (2x)
6 Ethernet (3x)
7 Power 12 V DC
8 Power 5 V DC (4x)
9 RS232 (RJ45) (8x)
IO-box led
14
15 16
17
10 OR-Table Control
11 RS232 (Sub-D9)
12 Endosnap (GPI)
13 Relais contacts (GPO) (4x)
14 Audio jack input (5x)
15 Audio Line In S/P DIF
16 Audio jack output (5x)
17 Audio Line Out S/P DIF
18 Potentiaalvereffening
18
Led van de IO-box bevindt zich bij de toets
[Aan] 1
1
3.1.3
Fig. 3: IO-box led
IO-box led-status
34 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Bediening hardware
IO-box (1705.06A0)
3
3.1.4
Led-status
Blauw, continu
Blauw, langzaam knipperend
Rood, snel knipperend
Rood, continu
Rood-blauw, langzaam afwisselend
Tab. 5: IO-box led-status
Beschrijving
▪ Stroomvoorziening voorhanden. Verbinding met TEGRIS tot stand gebracht.
▪ Stroomvoorziening voorhanden.
▪ IO-box op stand-bymodus.
▪ Stroomvoorziening voorhanden. Interne fout (bijv. mogelijke oververhitting, stroomvoorziening onderbroken)
▪ Stroomvoorziening voorhanden, in bootproces
▪ Stroomvoorziening voorhanden, firmware wordt geactualiseerd.
▪ Stroomvoorziening voorhanden.
▪ IO-box staat in hold.
Potentiaalvereffening tot stand brengen
1
Wanneer de IO-box in de operatiekamer wordt opgebouwd, moet er een potentiaalvereffening worden gerealiseerd.
1. Sluit de bijgeleverde potentiaalvereffeningskabel aan op de potentiaalvereffeningspen 1 .
2. Sluit de andere zijde van de potentiaalvereffeningskabel aan op de potentiaalvereffeningspen van de operatiekamer.
3.1.5
Fig. 4: Aansluiting potentiaalvereffening
IT-netwerk aansluiten
A A N W I J Z I N G
De installatie mag alleen na overleg met de voor het netwerk verantwoordelijke organisatie / persoon worden uitgevoerd.
Men dient zich ervan te vergewissen dat de installatie geen ongewenste effecten heeft op topologie en netwerkbronnen.
A A N W I J Z I N G
Bij het installeren dienen de veiligheidsrichtlijnen van het ziekenhuis omtrent gegevens te worden nageleefd.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
35 / 204
3 Bediening hardware
IO-box (1705.06A0)
1
1. Sluit de netwerkkabel aan op het IT-netwerk (RJ45 stekker, 1/100/1000 Mbit ethernet).
2. Sluit op de IT-netwerkingang 1 de netwerkkabel aan.
Ø Het IT-netwerk is met het IO-box verbonden.
3.1.6
Fig. 5: IT-netwerk aansluiten
Stroomvoorziening tot stand brengen
1
1. Controleer of de netspanning overeenkomt met de op het typeplaatje vermelde spanning.
2. Steek de voedingskabel in de contactdoos van het apparaat 1 en verbind met het stopcontact.
Fig. 6: Stroomvoorziening aansluiten
36 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
2
Bediening hardware
IO-box (1705.06A0)
3
3. Schakel de netschakelaar 2 in.
3.1.7
Fig. 7: Netschakelaars inschakelen
IO-box in-/uitschakelen
A A N W I J Z I N G
Na de installatie moet de IO-box altijd ingeschakeld blijven. Is er geen verbinding tussen TEGRIS PC en IO-box, dan schakelt de IO-box over op stand-bymodus.
A A N W I J Z I N G
Als de TEGRIS PC wordt afgesloten, schakelt de IO-box over op stand-by en knippert de led blauw. Als de softwaretoepassing TEGRIS op de pc wordt gestart, schakelt de IO-box over op run-modus en brandt de led continu blauw.
Tegris moet regelmatig, minstens een keer per week, opnieuw worden gestart. Gebruik indien voorhanden, voor de herstart de remote power switch (1707.73A0) (optioneel toebehoren).
1
Met de knop [AAN] 1 wordt de IO-box ingeschakeld. De knop [AAN] is bij het gebruik van
TEGRIS altijd ingeschakeld.
IO-box inschakelen
1. Druk op de knop [AAN] 1 .
Ø IO-box start op.
IO-box uitschakelen (shutdown)
1. Sluit de softwaretoepassing TEGRIS.
2. Druk op de knop [AAN] 1 .
Ø De IO-box wordt uitgeschakeld.
Fig. 8: IO-box in-/uitschakelen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
37 / 204
3 Bediening hardware
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) (1707.70A0)
3.1.8
3.2
TEGRIS BASE PC in- / uitschakelen
Tegris moet regelmatig, minstens een keer per week, opnieuw worden gestart. Gebruik indien voorhanden, voor de herstart de remote power switch (1707.73A0) (optioneel toebehoren).
1
Met de knop [AAN] 1 wordt de TEGRIS BA-
SE PC ingeschakeld. De knop [AAN] is bij gebruik van TEGRIS altijd ingeschakeld.
TEGRIS BASE PC inschakelen
1. Druk op de knop [AAN] 1 .
Ø TEGRIS BASE PC start op.
Ø Na de bootprocedure (ca. 2 min) start de softwaretoepassing TEGRIS automatisch.
TEGRIS BASE PC uitschakelen (shutdown)
1. Sluit de softwaretoepassing TEGRIS.
Ø TEGRIS Het BASE PC wordt afgesloten.
Fig. 9: TEGRIS BASE PC in- / uitschakelen
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) (1707.70A0)
G E V A A R !
Levensgevaar!
Elektrische schok!
Sluit alleen een originele voeding aan op de oplader van de microfoon.
A A N W I J Z I N G
Om lege accu's van de microfoon tijdens de operatie te vermijden, wordt aanbevolen om de microfoon, wanneer deze niet gebruikt wordt, in het oplaadstation te bewaren.
A A N W I J Z I N G
Plaats de oplader buiten de operatiekamer.
Met de microfoon met zendeenheid kunnen gebruikers in de operatiekamer met TELEMEDICINE
CLIENT-gebruikers in een andere kamer communiceren en audiocommentaren voor videoregistraties opnemen.
38 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
3.2.1
Oplader aansluiten
Bediening hardware
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) (1707.70A0)
3
1. Controleer of de netspanning overeenkomt met de op het typeplaatje vermelde spanning.
2. Steek de netstekker 1 in de 13V-bus 2 .
3. Steek de netstekker van de voedingseenheid in de netcontactdoos.
1
2
3.2.2
Fig. 10: Oplader aansluiten
Microfoon aansluiten
1
3
1. Steek de stekker 1 in de MIC/LINE-bus
2 van de zender.
2. Draai de wartelmoer 3 vast.
Ø De stekker is beveiligd.
2
Fig. 11: Microfoon aansluiten
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
39 / 204
3 Bediening hardware
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) (1707.70A0)
3.2.3
Accu van de zender laden
3
4
2
Fig. 12: Accu van de zender laden
1
1. Steek de zender 1 aan de juiste zijde in het oplaadstation 2 .
Ø De led CHARGE 3 brandt rood.
Ø De accu wordt opgeladen.
Ø Wanneer de accu van de zender opgeladen is: De led READY 4 brandt groen.
Mogelijke fouten:
• Wanneer de led CHARGE 3 na het insteken van de zender niet brandt: is de zender niet aan de juiste zijde in het oplaadstation gestoken.
1. Steek de zender 1 aan de juiste zijde in het oplaadstation 2 .
• De led ERROR 3 knippert.
De zender heeft onvoldoende contact met het oplaadstation.
1. Steek de zender 1 aan de juiste zijde in het oplaadstation 2 .
3.2.4
Zender bevestigen
1. Til de metalen beugel 1 iets op en breng hem aan een kledingstuk (bijv. met een broekzak) aan.
Fig. 13: Zender bevestigen
1
40 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
3.2.5
Microfoon bevestigen
Bediening hardware
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) (1707.70A0)
3
1. Voer de microfoon onder de operatiekleding door, laat de kabel onder de kleding.
2. Druk de klem 1 in elkaar en bevestig de microfoon aan de hals van de kleding.
1
3.2.6
Fig. 14: Microfoon bevestigen
Zender in- / uitschakelen
1. Druk de toets [ON/OFF] 1 ca. 3 seconden in.
Ø Afhankelijk van de instelling wordt de zender in- of uitgeschakeld.
1
Fig. 15: Zender in- / uitschakelen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
41 / 204
3 Bediening hardware
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) (1707.70A0)
3.2.7
Mute-functie (mute-schakeling)
3
Mute inschakelen
1. Schuif de schakelaar 1 richting [Mute]
2 .
Ø [Mute] wordt op het display 3 weergegeven.
Mute uitschakelen
1. Schuif de schakelaar 1 naar rechts .
Ø [Mute] verdwijnt op het display 3 .
2
1
Fig. 16: Mute-functie
42 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Bediening hardware
OR TABLE CONTROL (HW2) (1705.81A0)
3
3.3
3.3.1
3.3.1.1
3.3.1.2
OR TABLE CONTROL (HW2) (1705.81A0)
Om gebruik te maken van de functie OR TABLE CONTROL moeten zowel de IR-zender als ook de stop-schakelaar worden aangesloten.
IR-zender
IR-zender aansluiten / aftrekken
2
3
1
De bus voor de IR-zender is in het plafondstatief geïntegreerd.
IR-zender aansluiten
1. Klap de afdekking van de linker bus 1 open.
2. Steek de stekker met de blauwe knikbeveiligingsbuis 2 in de linker bus.
Ø De IR-zender is bedrijfsklaar.
IR-zender eraf trekken
1. Klap het deksel van de bus tot aan de aanslag op.
2. Pak de stekker aan de karteling 3 vast en trek hem uit de bus.
Fig. 17: IR-zender aansluiten / uittrekken
Indicaties IR-zender
De indicaties van de IR-zender zijn leds en geven de volgende status aan:
1 Led brandt:
IR-zender zendt data naar de operatietafel.
2 Led brandt:
IR-zender ontvangt data van de operatietafel.
3 Led brandt:
IR-zender is aan de stroomvoorziening aangesloten en is actief (zendt of ontvangt data).
1 2 3
Fig. 18: Indicaties IR-zender
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
43 / 204
3 Bediening hardware
Monitoren
3.3.2
3.4
3.4.1
Stop-schakelaar aansluiten / aftrekken
2
3
1
De bus voor de stop-schakelaar is in het statief geïntegreerd.
Stop-schakelaar aansluiten
1. Klap de afdekking van de rechter bus 1 open.
2. Steek de stekker met de gele knikbeveiligingsbuis 2 in de rechter bus.
Ø De stop-schakelaar is bedrijfsklaar.
Stop-schakelaar uittrekken
1. Klap de afdekking van de bus tot aan de aanslag op.
2. Pak de stekker aan de karteling 3 vast en trek hem uit de bus.
Fig. 19: Stop-schakelaar aansluiten / aftrekken
Monitoren
Tegris wordt in combinatie met touchscreens van andere fabrikanten gebruikt. Hieronder ziet u de belangrijkste functies. Neem voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van de betreffende monitor in acht.
Canvys 24" touchscreen (1705.11A0)
44 / 204
Fig. 20: Canvys 24" touchscreen
1
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Bediening hardware
Monitoren
3
3.4.2
Monitor in-/uitschakelen
1. Monitor inschakelen: druk op de Aan-/Uit-knop 1 .
Ø De monitor is ingeschakeld, led brandt.
2. Monitor uitschakelen: druk gedurende 3 seconden op de Aan-/Uit-knop.
Ø De monitor is uitgeschakeld, led gaat uit.
Schermtoetsenbord activeren
1. Raak het vlak links naast de Aan-/Uit-knop kort aan.
Ø De toetsverlichting op de achtergrond gaat voor 5 seconden aan.
Ø Het schermtoetsenbord is geactiveerd en zichtbaar.
2. Druk op de toetsen om de functies uit te voeren.
Als het schermtoetsenbord niet wordt gebruikt, gaat de toetsverlichting op de achtergrond uit.
Monitor Barco IP / STD (1707.2XX0)
1
2
3
Fig. 21: Monitor Barco IP / STD
1 Touchscreen
2 Beeldschermtoetsenbord (indien zichtbaar)
3 In-/uitschakelen
Monitor in-/uitschakelen
Vereisten:
• De stroomvoorziening aan de externe netstekker is ingeschakeld.
1. Monitor inschakelen: druk de knop Aan/Uit 3 gedurende circa 3 seconden (of tot de toetsverlichting niet meer knippert) in.
2. Monitor uitschakelen: activeer het beeldschermtoetsenbord 2 . Druk de knop Aan/Uit 3 gedurende circa 3 seconden (of tot de toetsverlichting niet meer knippert en uitgaat) in.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
45 / 204
3 Bediening hardware
Monitoren
Led uit aan-uit knipperend oranje groen-oranje knipperend
Beschrijving
De monitor is uitgeschakeld. De stroomvoorziening aan de externe netstekker is uitgeschakeld
Monitor in stand-bymodus. Als er op de knop
Aan/Uit wordt gedrukt, wordt de monitor oftewel in- oftewel uitgeschakeld.
Geen signaal. De monitor bevindt zich in stroombesparende modus.
De monitor bevindt zich in zoekmodus. Wacht op een signaal.
Monitor heeft een beeld op het beeldscherm.
groen
Tab. 6: Led-status
Beeldschermtoetsenbord activeren
1. Variant 1: druk de knop Aan/Uit 3 3 seconden in en laat deze dan binnen 2 seconden los.
Ø Het beeldschermtoetsenbord is geactiveerd.
2. Variant 2: veeg met een vinger vanaf de knop Aan/Uit 3 ca. 12 cm naar links.
Ø Het beeldschermtoetsenbord is geactiveerd.
46 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Bediening hardware
Monitoren
3
3.4.3
OR Viewport varianten
Voor Tegris zijn verschillende touchscreens en OR Viewport varianten beschikbaar (1707.10BX /
1707.07CX / 1707.08CX / 1707.12CX / 1707.13CX / 1707.14CX / 1707.15CX)
Als voorbeeld dienend wordt hieronder de OR Viewport X-Large (1707.13AX) getoond.
1
2
Fig. 22: OR-Viewport X-Large (1703.13AX)
1 Netschakelaar 2 Aanraak-bedieningspaneel
OR-Viewport in-/uitschakelen
1. Druk op de netschakelaar 1 .
Ø De schakelaar brandt groen: OR-Viewport is ingeschakeld.
Ø De schakelaar brandt niet: OR-Viewport is uitgeschakeld.
De netschakelaar scheidt de monitor volledig van de stroomvoorziening.
Led Kleur
Uit
Oranje
Groen
Beschrijving
Het apparaat is uitgeschakeld.
Stand-bymodus (apparaat wacht op inkomend signaal)
Het apparaat is ingeschakeld.
Statusindicatie Aan-/Uit-schakelaar (led) Tab. 7:
Beeldbronnen omschakelen (niet bij variant (1707.10BX))
1. Raak op het aanraak-bedieningspaneel 2 de volgende knop voor het omschakelen van de beeldbronnen aan tot de gewenste beeldbron bereikt is:
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
47 / 204
4
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Gebruikersinterface en basisfuncties
A A N W I J Z I N G
Het systeem beheert en verwerkt patiëntgegevens.
Voor het naleven van de nationaal geldende voorschriften omtrent persoonsgegevens is de gebruiker verantwoordelijk
A A N W I J Z I N G
Zorg ervoor dat alleen geautoriseerd personeel toegang heeft tot het Tegris-systeem, hierop opgeslagen inhouden evenals aangesloten apparaten.
A A N W I J Z I N G
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen de beschikbare functies van de touchscreen-gebruikersinterfaces.
Uw gebruikersinterface kan in overeenstemming met uw specifieke moduleconfiguratie afwijken van de beschreven gebruikersinterface. Overeenkomstig uw moduleconfiguratie kunnen afzonderlijke functies van uw gebruikersinterface inactief zijn.
Inactieve functies hebben een grijze achtergrond.
48 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
4
4.1
4.1.1
Opbouw van de gebruikersinterface
Overzicht: Gebruikersinterface
1
2
3
4 5 6 7
9
16
18
Fig. 23: Overzicht van de gebruikersinterface
1 Weergave actuele patiënt
2 Menu Gedetailleerde weergave patiënt
3 Berichtenbalk
4 Hoofdvenster
5 Weergave OK-naam en status (afhankelijk van de configuratie)
6 Menu Klok
7 Statusindicatie IO-box
8 Menu Service
9 Workflow-navigatie
10 Menu PRE-OP
11 Menu INTRA-OP
12 Menu POST-OP
13 Weergave aangemelde gebruiker
14 Oproep Aannemen/Kiezen
15 Oproep Beëindigen/Afwijzen
16 Beeld opslaan
17 Video opnemen
18 Volume
19 Streaming (live-uitzending)
20 Menu Directe toegang
21 Quick Access gedeelte
20
14
15
17
19
21
8
13
10
11
12
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
49 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
4.1.2
4.1.3
Submenu openen / sluiten
Fig. 24: Submenu openen / sluiten
1
Submenu's worden aangeduid door het driehoek-symbool 1 .
Submenu openen
1. Klik op het driehoek-symbool 1 of het bijbehorende veld.
Ø Het submenu wordt geopend.
Submenu sluiten
1. Klik nog een keer op het driehoek-symbool
1 of het bijbehorende veld.
2. Alternatief: tik op het touchscreen op een willekeurig gedeelte dat op dat moment geen functie heeft.
Ø Het submenu wordt gesloten.
Menu's voor het operatieverloop
Workflow-configuratie
De workflow bestaat uit de volgende menu's voor het verloop tijdens de operatie:
• PRE-OP
• INTRA-OP
• POST-OP
De inhoud van de menu's is afhankelijk van de omvang van de levering en kan door geautoriseerd servicepersoneel worden geconfigureerd.
1
2
3
Fig. 25: Menu selecteren
Menu PRE-OP 1 selecteren
1. Raak PRE-OP aan.
Ø Het submenu PRE-OP wordt weergegeven.
Menu INTRA-OP 2 selecteren
1. Raak INTRA-OP aan.
Ø Het submenu INTRA-OP wordt weergegeven.
Menu POST-OP 3 selecteren
1. Raak POST-OP aan.
Ø Het submenu POST-OP wordt weergegeven.
50 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
4
4.1.4
Gedetailleerde weergave: patiëntgegevens
1
2
Is een lokaal onderzoek geopend, dan wordt in de kopregel aan de linkerkant van de gebruikersinterface de patiënt van het onderzoek weergegeven 1
Over de patiënt kan verdere informatie worden opgeroepen.
Voorwaarden:
• Het lokale onderzoek is geopend.
Patiëntgegevens weergeven/sluiten
1. Raak voor het weergeven van de gegevens van de patiënt dit gedeelte aan 1
2. Raak de knop Patiënt sluiten 2 aan om het actueel geopende onderzoek te sluiten.
3. Weergave sluiten, zonder patiënt te sluiten: raak het gedeelte 1 opnieuw aan.
4.1.5
Fig. 26: Gedetailleerde weergave: patiëntgegevens
Berichtenbalk
2
3
1
4
Fig. 27: Berichtenbalk
In de berichtenbalk 1 worden meldingen ca.
30 seconden weergegeven, bijv. bij een verkeerde bediening.
Er zijn 3 categorieën meldingen die van elkaar verschillen door de gebruikte kleuren en symbolen:
• Categorie fout: rode gevarendriehoek 2
• Categorie waarschuwing: gele waarschuwingsdriehoek 3
• Categorie informatie: groen informatiesymbool 4
Weergave van de laatste 10 meldingen
1. Raak de actueel weergegeven melding aan.
Alternatief:
1. Raak het menu Service > menupunt
Meldingen aan.
4.1.6
Statusindicatie IO-box
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
51 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
4.1.7
Vindt via de IO-box een overdracht en verwerking van signalen plaats, dan wordt dit in de statusindicatie van de IO-box weergegeven.
Knop Beschrijving
Verbinding met IO-box niet beschikbaar. Controleer de verbinding van de IO-box.
Mogelijke overtemperatuur. Meldingen controleren
Normaal bedrijf, verbinding tot stand gebracht
Overzicht menu: Klok
1
2
3
4
Fig. 28: Overzicht menu: Klok
1 Menupunt Datum/tijd
2 Menupunt Stopwatch 1
3 Menupunt Stopwatch 2
4 Menupunt Timer
52 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
4
4.1.8
4.1.8.1
Menu: Service
In het menu Service kunnen de volgende menupunten worden opgeroepen:
• Toepassing
• Informatie
• Configuratie
• Meldingen
• Klok
Menu Service openen
Menu Service openen:
1. Raak Service 1 aan.
Ø Het menu Service wordt weergegeven.
1
4.1.8.2
Fig. 29: Menu Service openen
Menupunt: Toepassing
1
Via het menupunt Toepassing kan TEGRIS worden beëindigd, opnieuw worden gestart en de gebruiker worden gewisseld.
Voorwaarden:
• Het menu Service is geopend.
Keuzevenster openen
1. Raak het menupunt Toepassing 1 aan.
Ø Het keuzevenster wordt weergegeven.
Fig. 30: Menupunt: Toepassing
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
53 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
1 2
Fig. 31: Keuzevenster
4.1.8.3
Menupunt: Informatie
1
Fig. 32: Menupunt: Informatie
3
TEGRIS afsluiten
1. Raak Afsluiten 1 aan.
Ø TEGRIS wordt afgesloten.
TEGRIS opnieuw starten
1. Raak Opnieuw starten 2 aan.
Ø TEGRIS wordt opnieuw opgestart.
Gebruiker afmelden
1. Raak Logout 3 aan.
Ø De gebruiker wordt afgemeld.
Ø Het aanmeldingsscherm verschijnt.
Via het menupunt Informatie kan systeeminformatie worden opgeroepen.
Voorwaarden:
• Het menu Service is geopend.
Systeeminformatie oproepen
1. Raak Informatie 1 aan.
Ø Informatie van de fabrikant wordt weergegeven.
Ø De serienummers van Tegris Base PC en IO-box (optioneel) worden weergegeven.
Ø De hardware-informatie van Tegris Base PC en IO-box (optioneel) wordt weergegeven.
Ø Versies worden weergegeven.
Ø Actieve licenties worden weergegeven.
54 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
4.1.8.4
Menupunt: Configuratie
Gebruikersinterface en basisfuncties
Opbouw van de gebruikersinterface
4
Via het menupunt Configuratie kunnen systeeminstellingen worden uitgevoerd.
Voorwaarden:
• Het menu Service is geopend.
Systeem configureren
1. Raak Configuratie 1 aan.
Ø Het configuratievenster wordt geopend.
2. Configureer het systeem volgens wens.
1
4.1.8.5
Fig. 33: Menupunt: Configuratie
Menupunt: Meldingen
1
Fig. 34: Menupunt: Meldingen
In het menupunt Meldingen verschijnen meldingen die bijv. bij een verkeerde bediening kunnen ontstaan.
Er zijn 3 categorieën meldingen die van elkaar verschillen door de gebruikte kleuren en symbolen:
• Categorie informatie: groen informatiesymbool
• Categorie waarschuwing: gele gevarendriehoek
• Categorie fout: rode gevarendriehoek
Voorwaarden:
• Het menu Service is geopend.
Meldingen oproepen
1. Raak het menupunt Meldingen 1 aan.
Ø De meldingen worden weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
55 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4.1.8.6
Menupunt: Systeemtijd
In het submenu Systeemtijd kan de systeemtijd worden weergegeven en ingesteld.
Voorwaarden:
• Het menu Service is geopend.
Systeemtijd instellen
1. Raak Systeemtijd 1 aan.
Ø De systeemtijd wordt weergegeven.
2. Raak de waarde aan die moet worden gewijzigd.
3. Stel de waarde met [op/neer] in.
1
4.2
4.2.1
4.2.2
Fig. 35: Menupunt: Systeemtijd
Basisfuncties
Virtueel toetsenbord
Fig. 36: Virtueel toetsenbord
1
2
Bij functies met handmatige tekstinvoer verschijnt een virtueel toetsenbord. De toewijzing van de toetsen kan afhankelijk van de systeemconfiguratie in verschillende talen worden weergegeven.
1. Raak Taalomschakeling 1 aan om de toetstoewijzing in een andere taal weer te geven.
2. Raak Toetsenbord sluiten 2 aan om het toetsenbord te verbergen.
Aanmelden in Tegris
A A N W I J Z I N G
Het aanmelden van de gebruiker in Tegris is afhankelijk van de configuratie. In noodsituaties, waarbij geen normale aanmelding mogelijk is, kan de gebruiker zich met de toegang voor noodgevallen in Tegris aanmelden.
56 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4
4.2.2.1
4.2.2.2
4.2.2.3
Aanmelding gebruiker
5 6
1
3
Fig. 37: Aanmelden in Tegris
2
4
Voorwaarden :
• Tegris is opgestart.
Gebruiker in Tegris aanmelden
1. Raak het veld [Gebruikersnaam] 1 aan.
Ø Het virtuele toetsenbord 2 wordt weergegeven.
2. Voer de naam van de gebruiker in.
Ø Er verschijnt een lijst met mogelijke opties 3 als de gebruiker reeds bekend is in Tegris.
3. Raak Verder 4 aan.
Ø De gebruiker wordt in Tegris aangemeld.
4. Alternatief: Tegris afsluiten 5 .
5. Alternatief: Aanmelden met toegang voor noodgevallen 6 .
Gebruik afmelden
A A N W I J Z I N G
Bij langere afwezigheid in het systeem, of bij het verlaten van de operatiekamer dient men zich altijd bij het systeem af te melden.
1
Voorwaarden:
• Het menupunt Toepassing
Gebruiker afmelden
1. Raak Logout 1 aan.
Ø De gebruiker wordt afgemeld.
Ø Het aanmeldingsscherm verschijnt.
Fig. 38: Gebruiker afmelden
Toegang voor noodgevallen
A A N W I J Z I N G
De toegang voor noodgevallen beschikt over leesrechten en kan nieuwe bestanden in Tegris aanmaken. Met de toegang voor noodgevallen is het niet mogelijk om gegevens in TEGRIS te verwijderen.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
57 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
1
Fig. 39: Aanmelden in Tegris
2
Voorwaarden :
• Tegris is opgestart.
Aanmelden met toegang voor noodgevallen
1. Raak Toegang voor noodgevallen 1 aan.
Ø De volgende melding wordt weergegeven 2 .
2. Raak OK 3 aan om door te gaan.
3. Alternatief: Raak Annuleren aan om het geheel te annuleren 4 .
4.2.3
4
3
Fig. 40: Aanwijzing bij Toegang voor noodgevallen
Volume instellen
A A N W I J Z I N G
Controleer vóór het gebruik het ingestelde volume.
A A N W I J Z I N G
De volumeregeling wordt weergegeven zodra een audiobron is aangesloten.
58 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4
4.2.4
2
3
1
Volume instellen
1. Raak Luidspreker aan.
2. Schuif de volumeregelaar 2 naar boven voor harder of naar beneden voor zachter.
Ø Het volume wordt harder of zachter.
Tegris dempen
1. Raak Mute 3 aan.
Ø Tegris wordt gedempt.
2. Raak Mute 3 opnieuw aan: het geluid voor TEGRIS wordt weer ingeschakeld.
Fig. 41: Volume instellen
Oproepen Aannemen/Kiezen/Beëindigen/Afwijzen
1
2
Fig. 42: Aannemen/Kiezen / Beëindigen/
Afwijzen
Voorwaarden:
• Module [COMMUNICATION] (menupunt
Communicatie ) is geïnstalleerd en geconfigureerd.
Verbinding aannemen/menu
Verbindingslijst openen:
1. Raak Aannemen/Kiezen 1 aan.
Ø Bij een binnenkomende verbinding: de verbinding wordt aangenomen.
Ø Zonder binnenkomende verbinding: het menu Verbindingslijst wordt met de laatste 5 verbindingen weergegeven.
Verbinding beëindigen/afwijzen:
1. Raak Beëindigen/Afwijzen 2 aan.
Ø Bij een bestaande verbinding: de verbinding wordt beëindigd.
Ø Bij een binnenkomende verbindingsaanvraag: de verbinding wordt afgewezen.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
59 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4.2.5
Weergave OK-status
1
4.2.6
Fig. 43: OK-status verstrekken
Menu: Verbindingslijst
1
60 / 204
4 3
Fig. 44: Menu: Verbindingslijst
2
De beschikbaarheidsstatus van de operatiekamer voor oproepen kan worden verstrekt als een module [COMMUNICATION] actief is.
1. Raak het veld OK-status 1 aan.
Ø De lijst met de beschikbare statussen wordt weergegeven.
2. Selecteer de gewenste status.
Ø De status wordt veranderd.
De volgende statussen kunnen worden geselecteerd:
• Beschikbaar: optische en akoestische signalen bij binnenkomende oproep
• Gedempt: alleen optische signalen bij binnenkomende oproep
• Niet storen: geen signalen bij binnenkomende oproep
Voorwaarden:
• Menu Verbindingslijst is geopend.
Verbinding tot stand brengen:
1. Raak de gewenste verbinding uit de verbindingslijst 1 aan.
2. Raak Aannemen/Kiezen 2 aan.
Ø De gewenste verbinding wordt gekozen.
Externe video- of audioverbinding aannemen:
1. Raak VC Routing 3 aan.
Ø Video- of audiosignalen van een binnenkomende verbinding worden overgebracht.
Naar het menu Conferentie wisselen:
1. Raak Conferentie 4 aan.
Ø Menu Conferentie wordt geopend. In het menu Conferentie worden nog andere functies aangeboden om telefoongesprekken, video- en audioconferenties te voeren en te beheren.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4
4.2.7
Beeld opslaan
1
Voorwaarden:
• Aan recorder 1 is een beeldbron toegewezen.
Werkwijze:
1. Raak Beeld opslaan 1 aan.
Ø Recorder 1 maakt van de toegewezen beeldbron een stilstaand beeld (snapshot).
Ø Het stilstaande beeld wordt in het menu
POST-OP > Onderzoek afsluiten ge-
4.2.8
4.2.9
Fig. 45: Beeld opslaan
Video opnemen
1
Voorwaarden:
• Aan recorder 1 is een beeldbron toegewezen.
Werkwijze:
1. Raak Video opnemen 1 aan.
Ø Recorder 1 begint met de video-opname van de toegewezen beeldbron.
Ø Zolang de opname loopt, is de knop
Video opnemen blauw gemarkeerd.
2. Raak Video opnemen 1 opnieuw aan.
Ø Recorder 1 beëindigt de video-opname van de toegewezen beeldbron.
Ø De video wordt in het menu POST-OP
> Onderzoek afsluiten
Fig. 46: Video opnemen
Menupunt: Klok
In het menupunt Klok zijn de volgende instellingen mogelijk:
• Datum activeren/deactiveren
• Tot twee stopwatches activeren
• Timer (aftellen) activeren
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
61 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4.2.9.1
Menupunt: Datum / tijd
1
Fig. 47: Menupunt: Datum/tijd
2
Naast de tijd kan ook de datum 1 worden weergegeven.
Voorwaarden:
• Het menu Klok is geopend
Datum/tijd weergeven
1. Raak het selectievak Datum/tijd 2 aan.
Ø Datum en tijd worden op de gebruikersinterface weergegeven.
Ø Het vinkje in het selectievak Datum/tijd brandt groen.
Datum/tijd deselecteren
1. Selecteer een ander selectievak (bijv.
Timer ).
Ø Het vinkje in het selectievak Datum/tijd gaat uit.
4.2.9.2
Menupunt: Stopwatch
62 / 204
3
4
Fig. 48: Menupunt: Stopwatch
1
2
In plaats van de tijd kunnen afwisselend twee stopwatches 1 met de instellingen uren:minuten:seconden worden weergegeven.
De stopwatch kan ook worden gebruikt zonder weergave op de gebruikersinterface.
Voorwaarden:
• Het menu Klok is geopend
Stopwatch weergeven
1. Raak het selectievak Stopwatch 2 aan.
Ø De laatste stand van de stopwatch wordt weergegeven.
Ø Het vinkje in het selectievak Stopwatch brandt groen.
Stopwatch starten/stoppen
1. Raak Start 3 aan.
Ø De stopwatch start met de tijdmeting.
2. Raak Pauze 3 aan.
Ø De stopwatch stopt de tijdmeting.
Stopwatch resetten
1. Raak Resetten 4 aan.
Ø De stopwatch wordt op "00:00:00" gezet.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
4.2.9.3
Menupunt: Timer
1
5
6
3 3
Fig. 49: Menupunt: Timer
3
2
Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4
Stopwatch verbergen
1. Selecteer een ander selectievak (bijv.
Timer ).
Ø Het vinkje in het selectievak Stopwatch verdwijnt.
In plaats van de tijd kan een aftellende timer
1 met de instellingen uren:minuten:seconden worden weergegeven.
Voorwaarden:
• Het menu Klok is geopend
Timer weergeven en instellen
1. Raak het selectievak Timer 2 aan.
Ø Het vinkje in het selectievak Timer brandt groen.
2. Wanneer waarden in de timer zijn ingesteld: Raak Resetten 6 aan.
3. Raak de noodzakelijke timervelden 3 aan en voer door middel van het weergegeven numerieke toetsenbord 4 de betreffende startwaarden in.
Timer starten/stoppen
1. Raak Start 5 aan.
Ø Timer start de countdown.
2. Raak Pauze 5 aan.
Ø Timer stopt de countdown.
Timer resetten
1. Raak Resetten 6 aan.
Ø Timer wordt op de startwaarde gezet.
Stopwatch verbergen
1. Selecteer een ander selectievak (bijv.
stopwatch ).
Ø Het vinkje in het selectievak Timer verdwijnt.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
63 / 204
4 Gebruikersinterface en basisfuncties
Basisfuncties
4.2.10
4.2.10.1
Menupunt: Chirurgische veiligheidschecklist
Chirurgische veiligheidschecklist afwerken
2
G E V A A R !
Letselrisico!
De chirurgische veiligheidschecklist bezit alleen een informeel karakter en kan afwijken van de werkelijke omstandigheden.
De chirurgische veiligheidschecklist mag niet voor de diagnose / therapie worden gebruikt.
Controleer vóór de inbedrijfstelling de inhoud van deze checklist en activeer de checklist.
Zo nodig kan de inhoud van de chirurgische veiligheidschecklist aan uw behoeften worden aangepast.
A A N W I J Z I N G
Het menupunt Chirurgische veiligheidschecklist kan vanuit de menu's PRE-OP
INTRA-OP en POST-OP worden opgeroepen. Hierin wordt een operatie-begeleidende checklist afgewerkt.
De checklist kan worden afgedrukt en geëxporteerd. Geëxporteerde data kunnen in de checklist niet weer worden ingelezen en niet worden weergegeven.
Fig. 51: Tabblad ingevuld
3
1
4
Fig. 50: Chirurgische veiligheidschecklist
5
De vragen van de chirurgische veiligheidschecklist zijn overeenkomstig het arbeidsproces over de tabbladen SIGN IN 2 , TIME
OUT 3 en SIGN OUT 4 verdeeld.
Voorwaarden:
• Menu PRE-OP > Checklist is geopend.
Chirurgische veiligheidschecklist afwerken:
1. Raak overeenkomstig het arbeidsproces het passende tabblad SIGN IN 2 , TIME
OUT 3 of SIGN OUT 4 aan.
2. Voer de chirurgische veiligheidscontrole uit aan de hand van de vragen.
3. Raak het ernaast staande vakje 1 aan om een vraag te bevestigen.
Ø Er wordt een groen vinkje in het vakje weergegeven.
Ø Nadat alle vragen van een tabblad van de chirurgische veiligheidschecklist zijn bevestigd: Het tabblad wordt met een groen vinkje 5 gemarkeerd en de checklist kan worden geëxporteerd of afgedrukt.
64 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
5
5.1
5.1.1
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
Het menu PRE-OP bevat de functies van de eerste fase van de workflow-navigatie.
In dit menu worden configuratie-afhankelijke verschillende menupunten weergegeven, bijv.:
• Patiëntmanagement
• Chirurgische veiligheidschecklist
• Presets
• Videorouting
Overzicht menu: PRE-OP
1
2
3
4
Fig. 52: Overzicht: Menu PRE-OP
1 Menupunt Patiëntmanagement
2 Menupunt Checklist
3 Menupunt Presets
4 Menupunt Videorouting
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
65 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5.1.2
Menupunt: Patiëntmanagement
A A N W I J Z I N G
Zijn er naast Tegris nog verdere systemen, waarin patiëntgegevens worden opgeslagen, dan mogen deze alleen met nieuwe informatie door Tegris worden aangevuld. Zorg ervoor dat alleen kopieën van bestaande gegevens aan Tegris worden overgedragen zodat de originele gegevens altijd buiten Tegris voorhanden zijn.
In het menupunt Patiëntmanagement worden drie tabbladen weergegeven: Lokale onderzoeken , Werklijst en Log . De patiëntgegevens kunnen worden geconfigureerd.
Vergewis u ervan dat de opgeroepen resp. ingevoerde patiëntgegevens correct zijn.
Mogelijke patiëntengegevens zijn:
• Patiënt-identificatienummer (wordt door het systeem verstrekt)
• Voornaam
• Achternaam
• Geboortedatum
• Ziekte
• Geslacht
• Datum van het onderzoek
• Dossiernummer
• Behandelende arts
• Bekende allergieën
66 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
5.1.2.1
Tabblad: Lokaal onderzoek
Overzicht
2
1
3
4 5 6 7 8
Fig. 53: Overzicht: Tabblad Lokale onderzoeken
1 Tabblad Lokale onderzoeken
2 Geopend lokaal onderzoek
3 Gemarkeerd lokaal onderzoek
4 Zoekveld
5 Nieuw lokaal onderzoek
6 Lokaal onderzoek verwijderen
7 Lokaal onderzoek vergrendelen
8 OK
Lokaal onderzoek nieuw aanmaken
A A N W I J Z I N G
Gebruik de functie automatische patiënt-ID alleen als de patiëntgegevens nog niet bekend zijn (bijv. bij een spoedopname) en noteer bij de aangemaakte patiënt-
ID een duidelijk kenmerk van de patiënt om het patiëntendossier later te kunnen aanvullen.
De knop mag niet voor het vereenvoudigen van het opnameverloop worden gebruikt. Dit leidt ertoe dat de duidelijke toewijzing patiënt/patiëntgegevens (patiëntendossier) niet is gewaarborgd.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
67 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
1
3
2
Fig. 54: Patiëntgegevens invoeren
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Lokale onderzoeken is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Nieuw lokaal onderzoek aan.
Ø Een venster met een virtueel toetsenbord voor het invoeren van de patiëntengegevens wordt geopend.
2. Indien patiënt-ID reeds bekend: vul het veld Patiënt-ID in.
Ø De velden [Voornaam] , [Naam] , [Geboortedatum] , [Geslacht] en [Datum onderzoek] worden ingevuld.
Alternatief:
3. Laat met de functie Automatische patiënt-ID 1 door het systeem een pati-
ënt-ID aanmaken.
Ø Het veld [Patiënt-ID] wordt ingevuld.
Ø De velden [Voornaam] , [Naam] , [Geboortedatum] en [Datum onderzoek] moeten worden ingevuld.
4. Vul het veld [Datum van het onderzoek] in.
5. Vul het veld [Arts] in m.b.v. van de selectielijst.
6. Controleer alle gegevens.
7. Raak Patiëntgegevens overnemen 2 aan om de patiëntgegevens op te slaan.
Ø Het lokale onderzoek is op het tabblad
Lokale onderzoeken lokaal opgeslagen.
Ø Het venster wordt gesloten.
Ø De patiëntengegevens kunnen niet meer worden bewerkt.
of
8. Raak Annuleren 3 aan.
Ø Het lokale onderzoek wordt niet opgeslagen.
Ø Het venster wordt gesloten.
68 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
Lokaal onderzoek openen
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Lokale onderzoeken is geopend.
Werkwijze:
1. Raak het gewenste lokale onderzoek aan.
Ø Het lokale onderzoek is gemarkeerd.
2. Raak OK 1 aan.
Ø Het lokale onderzoek wordt geopend.
Ø De naam van de patiënt wordt in de kopregel van de gebruikersinterface weergegeven.
Fig. 55: Lokaal onderzoek openen
Lokaal onderzoek verwijderen
1
1
Fig. 56: Lokaal onderzoek verwijderen
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Lokale onderzoeken is geopend.
• Het lokale onderzoek dat moet worden verwijderd, is niet geopend.
Werkwijze:
1. Raak het gewenste lokale onderzoek aan.
2. Raak Verwijderen 1 aan.
Ø Het bevestigingsvenster wordt weergegeven.
3. Raak OK 2 aan.
Ø Het lokale onderzoek wordt verwijderd.
4. Alternatief: Raak Annuleren 3 aan om het verwijderen te annuleren.
2 3
Fig. 57: Bevestigingsvenster lokaal onderzoek verwijderen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
69 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5.1.2.2
Lokaal onderzoek vergrendelen
A A N W I J Z I N G
Na afloop van een configureerbare periode worden lokale onderzoeken automatisch door het systeem verwijderd. Om dit te voorkomen, kan een lokaal onderzoek met de toets Vergrendelen worden beveiligd.
1
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Lokale onderzoeken is geopend.
Werkwijze:
1. Raak het gewenste lokale onderzoek aan.
2. Raak Vergrendelen 1 aan.
Ø Het lokale onderzoek wordt vergrendeld.
Ø Het lokale onderzoek kan niet worden verwijderd.
Fig. 58: Lokaal onderzoek vergrendelen
Tabblad: Werklijst
Op dit tabblad worden de door de ziekenhuisserver geïmporteerde patiëntendossiers weergegeven. Deze patiëntendossiers worden centraal op de ziekenhuisserver beheerd (ziekenhuis-informatiesysteem). Er kunnen CSV-bestanden en DICOM-werklijstgegevens via DICOM of HL7 worden geïmporteerd. Om ervoor te zorgen dat de gegevens kunnen worden geïmporteerd, moet de interface met de ziekenhuisserver door geautoriseerd servicepersoneel in de systeemconfiguratie worden gedefinieerd.
A A N W I J Z I N G
De inhoud van geïmporteerde gegevens (bijv. CSV, werklijsten) moet vóór gebruik op juistheid worden gecontroleerd.
70 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
Overzicht
2
1
3
8
4 5
6 7
Fig. 59: Overzicht: Tabblad Werklijst
1 Tabblad Werklijst
2 Werklijst (lijst van de door het leidende systeem ontvangen taken)
3 Afzonderlijke taak (patiënt)
4 Gedetailleerde gegevens van een afzonderlijke taak (patiënten)
5 Weergave beelden/video's van een afzonderlijke taak (patiënten)
6 Totale werklijst
7 Gefilterde werklijst
8 Zoekveld
9 OK
9
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
71 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
Taak uit de werklijst openen
Fig. 60: Taak uit werklijst openen
1
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Werklijst is geopend.
• Er is geen taak geopend.
Werkwijze:
1. Raak de gewenste taak aan.
2. Raak OK 1 aan.
Ø De taak wordt geopend.
Ø De naam van de patiënt wordt in de kopregel van de gebruikersinterface weergegeven.
72 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
5.1.2.3
Tabblad: Log
Overzicht
2
4 5
3
6
Fig. 61: Overzicht: Tabblad Log
1 Tabblad Log
2 Lijst met afgesloten jobs (bijv. export van beelden/video's of taak verwijderen)
3 Lijst met actieve jobs
4 Herhalen
5 Ga naar
6 Annuleren
1
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
73 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
Mislukte export opnieuw starten
2
1
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Log is geopend.
• Er is geen taak geopend.
Werkwijze:
1. Raak de gewenste taak 1 aan.
2. Raak Herhalen 2 aan.
Ø De taak wordt geëxporteerd.
Fig. 62: Export opnieuw starten
Van job naar patiëntmanagement gaan
2
1
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Log is geopend.
• Er is geen taak geopend.
Werkwijze:
1. Raak de gewenste taak 1 aan.
2. Raak Ga naar 1 aan.
Ø Weergave wisselt naar het menu
Patiëntmanagement .
Fig. 63: Van job naar de bijbehorende patiënt gaan
74 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
Job annuleren
1
Voorwaarden:
• Het menu Patiëntmanagement > tabblad
Log is geopend.
• Er is geen taak geopend.
Werkwijze:
1. Raak de gewenste taak 1 aan.
2. Raak Annuleren 2 aan.
Ø De job wordt geannuleerd.
2
5.1.3
5.1.3.1
Fig. 64: Job annuleren
Menupunt: Presets
In het menupunt Presets kunnen videorouting-instellingen onder een zelf te kiezen naam worden aangelegd.
Voorhanden presets kunnen worden geopend, gewijzigd en verwijderd.
Overzicht menu: Presets
1
2 3
4
5
Fig. 65: Overzicht menu: Presets
1 Lijst met presets
2 Toevoegen
3 Bewerken
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
4 Verwijderen
5 OK
75 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5.1.3.2
Preset aanleggen
1
5
Fig. 66: Preset aanmaken
2
3
5.1.3.3
Fig. 67: Venster Preset eigenschappen
Preset openen
6 4
Voorwaarden:
• Het menu Preset is geopend.
• Videorouting is ingesteld.
Werkwijze:
1. Raak Toevoegen 1 aan.
Ø Het venster Preset eigenschappen wordt geopend.
2. Vul de velden [Naam] 2 en [Commentaar] 3 in.
3. Raak Opslaan 4 aan.
Ø Preset wordt met de actuele videorouting-instellingen aangemaakt.
Ø Het venster wordt gesloten.
Ø Aangemaakte preset wordt in de presetlijst 5 weergegeven.
of
4. Raak Annuleren 6 aan.
Ø De preset wordt niet aangemaakt.
Ø Het venster wordt gesloten.
1
2
Voorwaarden:
• Het menu Preset is geopend.
Werkwijze:
1. Raak in de preset-lijst de gewenste preset
1 aan.
2. Raak ter bevestiging OK 2 aan.
Ø Preset wordt geopend.
Ø De videorouting wordt conform de preset ingesteld.
Fig. 68: Preset openen
76 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
5.1.3.4
Preset aanpassen
2
1
Fig. 69: Preset aanpassen
3
4
5.1.3.5
Fig. 70: Venster [Preset eigenschappen]
Preset verwijderen
6 5
Voorwaarden:
• Het menu Preset is geopend.
• Videorouting is ingesteld.
Werkwijze:
1. Raak in de preset-lijst de gewenste preset
1 aan.
2. Raak Bewerken 2 aan.
Ø Het venster Preset eigenschappen wordt geopend.
3. Bewerk de velden [Naam] 3 en/of [Commentaar] 4 .
4. Raak Opslaan 5 aan.
Ø Aangepaste preset wordt opgeslagen.
Ø Het venster wordt gesloten.
Ø Aangepaste preset wordt in de presetlijst weergegeven.
of
5. Raak Annuleren 6 aan.
Ø De preset wordt niet aangepast.
Ø Het venster wordt gesloten.
2
1
Voorwaarden:
• Het menu Preset is geopend.
Werkwijze:
1. Raak in de preset-lijst de gewenste preset
1 aan.
2. Raak Verwijderen 2 aan.
Ø De preset wordt zonder aanvullende vraag verwijderd.
Fig. 71: Preset verwijderen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
77 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5.1.4
Menupunt: Videorouting
A A N W I J Z I N G
Monitors en beeldbronnen kunnen te allen tijde met TEGRIS worden verbonden en weer worden gescheiden. De weergave in het venster Videorouting past zich automatisch dynamisch aan.
A A N W I J Z I N G
In het venster Videorouting kunnen in combinatie met de module [LIVE PRE-
VIEW] (1703.26A0) actuele previewbeelden van aangesloten beeldbronnen op de toegewezen monitors en in de selectielijst worden weergegeven.
In het menupunt Videorouting kunnen de volgende instellingen worden uitgevoerd:
• Aan de aangesloten monitors (max. 8) kunnen verschillende beeldsignalen worden toegekend.
• Aan de aangesloten opnameapparatuur kunnen verschillende beeldsignalen worden toegekend.
• In combinatie met de module (1703.25A0) kunnen gelijktijdig en willekeurig verdeeld tot wel
48 beeldbronnen en monitors worden aangesloten.
• De Picture-In-Picture-module (PIP) kan worden geconfigureerd en met beeldsignalen worden verbonden.
• Aan de streaming-module kan een beeldsignaal worden toegekend.
De aanduiding van de monitors, opnameapparatuur en beeldsignalen evenals het aantal ervan worden, indien de klant dat wenst, door een geautoriseerde servicetechnicus in de systeemconfiguratie gedefinieerd.
78 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
5.1.4.1
Overzicht menu: Videorouting
A A N W I J Z I N G
Monitors en beeldbronnen kunnen te allen tijde met TEGRIS worden verbonden en weer worden gescheiden. De weergave in het venster Videorouting past zich automatisch dynamisch aan.
2
1
4
6
3
5
7
Fig. 72: Overzicht menu: Videorouting (met module (1703.25A0))
1 Submenu Videorouting
2 Monitorlijst (max. 24 monitors in combinatie met module (1703.25A0))
3 Bladeren monitorlijst (in combinatie met module (1703.25A0))
4 Weergave actuele pagina/totaal aantal van de pagina's (in combinatie met module
(1703.25A0))
5 Module Picture-In-Picture (PIP)
6 Recorder (max. 2)
7 Streamer (max. 1)
3
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
79 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5.1.4.2
5.1.4.3
Beeldbron aan de monitor toewijzen
1
Fig. 73: Beeldbron toewijzen
2
Voorwaarden:
• Het menu Videorouting is geopend.
Beeldbron toewijzen
1. Raak de gewenste monitor aan.
Ø De selectielijst 1 met de beschikbare beeldbronnen wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste beeldbron aan.
Bij meer dan 12 beschikbare beeldbronnen (in combinatie met module
(1703.25A0)): raak de knoppen Bladeren
2 aan om verdere beeldbronnen weer te geven.
Ø De selectielijst wordt gesloten.
Ø De beeldbron wordt op de monitor weergegeven.
Beeldbron aan opnameapparatuur toekennen
A A N W I J Z I N G
Als zowel de recorder-2 alsook de streamer is geconfigureerd, kan voor beide alleen de beeldbron worden geselecteerd. Bij een wijziging van de beeldbron voor de streamer verandert automatisch ook de beeldbron voor de recorder-2 en omgekeerd ook.
1
2
Voorwaarden:
• Het menu Videorouting is geopend.
• Recorder neemt momenteel niet op.
Beeldbron toewijzen
1. Raak de recorder 1 aan.
Ø De selectielijst met de beschikbare beeldbronnen 2 wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste beeldbron aan.
Ø De selectielijst wordt gesloten.
Ø De beeldbron is voor de recorder geselecteerd.
Fig. 74: Beeldbron aan opnameapparatuur toekennen
80 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5
5.1.4.4
Beeldbron voor streaming toewijzen
3
2
5.1.4.5
Fig. 75: Beeldbron voor streaming toekennen
Streaming in-, uitschakelen
1
Voorwaarden:
• Het menu Videorouting is geopend.
• Streamer streamt momenteel niet.
Werkwijze:
1. Raak Streaming 1 aan.
Ø De selectielijst met de beschikbare beeldbronnen 2 wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste beeldbron aan.
Ø De selectielijst wordt gesloten.
Ø De beeldbron is voor streaming geselecteerd.
1
Fig. 76: Streaming in-, uitschakelen
Met Streaming wordt het geselecteerde beeldsignaal via het centrale netwerk uitgezonden, bijv. naar een collegezaal.
Voorwaarden:
• Streaming is met een beeldbron verbonden.
Streaming uitschakelen
1. Raak Streaming 1 aan.
Ø Overdracht van de beeldbron wordt uitgeschakeld.
Ø Streaming brandt niet.
Ø ON-AIR-lamp (optioneel) in de operatiekamer brandt niet.
Streaming inschakelen
1. Raak Streaming 1 aan.
Ø Overdracht van de beeldbron wordt ingeschakeld.
Ø Streaming brandt.
Ø ON-AIR-lamp (optioneel) in de operatiekamer brandt.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
81 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: PRE-OP
5.1.4.6
Module Picture-In-Picture (PIP) instellen
A A N W I J Z I N G
De berekening van de Picture-In-Picture functie vindt plaats met een beeldopfrisfrequentie van ca. 20-25 Hz, onafhankelijk van de beeldopfrisfrequentie van de oorspronkelijke signalen. Door de wijziging van de beeldopfrisfrequentie en de schaalindeling van de oorspronkelijke signalen kunnen kwaliteitsverschillen ontstaan bij de weergave.
1
2
Voorwaarden:
• Het menu Videorouting is geopend.
PIP instellen
1. Raak de PIP-module aan de markering 1 aan.
Ø Er wordt een venster met 4 tabbladen weergegeven.
2. Selecteer via de tabbladen 2 de gewenste vensterindeling.
Fig. 77: PIP-module instellen
2
1
Fig. 78: Beeldbron toekennen
Beeldbronnen toewijzen
1. Raak de PIP-monitor bij de markering 1 aan.
Ø De selectielijst met de beschikbare beeldbronnen 2 wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste beeldbron aan.
Ø De beeldbron wordt aan de geselecteerde PIP-monitor toegewezen.
3. Meer PIP-monitors aan de gewenste beeldbronnen toekennen.
Ø De beeldbronnen worden op de PIPmonitor weergegeven.
82 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.1.4.7
Weergave overlays
A A N W I J Z I N G
Met Tegris kunnen verschillende overlays in live-beelden worden weergegeven.
Deze overlays kunnen door geautoriseerd servicepersoneel per beeldbron en monitor worden geconfigureerd.
1
1 Patiëntgegevens
2 Manieren van overdracht
5.2
2
Fig. 79: Overlays patiëntgegevens/manieren van overdracht
Overlay patiëntgegevens, wit (altijd zichtbaar)
• Naam van patiënt, patiënt-ID, geboortedatum, geslacht
Overlay manieren van overdracht, rood (optioneel)
• REC: zichtbaar als de actuele bron wordt opgenomen
• ON-AIR: zichtbaar als de actuele bron wordt overgedragen
• Incoming call <name or number of the caller>: zichtbaar als een oproep binnenkomt
• Incoming <name of counterpart>: zichtbaar als het beeld van een externe bron (bijv. via videoconferentie) wordt weergegeven
Menu: INTRA-OP
Het menu INTRA-OP bevat de functies van de tweede fase van de workflow-navigatie.
In dit menu worden configuratie-afhankelijke verschillende menupunten weergegeven, bijv.:
• Chirurgische veiligheidschecklist
• Beeld- en video-opname
• Bediening operatietafel
• Bediening operatielampen
• Audio-instelling
• Kamerinstelling
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
83 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5.2.1
Overzicht menu: INTRA-OP
1
2
3
4
5
5.2.2
Fig. 80: Overzicht menu: INTRA-OP
1 Menupunt Checklist
2 Menupunt Opname
3 Menupunt Operatietafel
4 Menupunt Operatielampen
5 Menupunt Communicatie
Menupunt: Communicatie
Met het menupunt Communicatie kunnen binnenkomende en uitgaande telefoongesprekken, video- en audioconferenties worden gevoerd en beheerd.
84 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.2.2.1
Overzicht menupunt: Communicatie
3
4
2
1
8
9
5
6
7
Fig. 81: Overzicht menupunt: Communicatie 1
1 Contactlijst
2 Toevoegen
3 Bewerken
4 Verwijderen
5 Veld [Zoeken/directe invoer]
6 Aannemen/Kiezen
7 Symbool Contactinvoer vergrendeld
8 Weergave type oproep videoconferentie
9 Weergave type oproep operatiekamer
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
85 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
3
1
5
4
6
2
5.2.2.2
Fig. 82: Overzicht menupunt: Communicatie 2
1 Uitgaand videosignaal
2 Mute videosignaal
3 Binnenkomend videosignaal
4 Weigeren/Opleggen
5 Aannemen/Kiezen
6 PIP-display
Contactinvoer aanleggen
2
3
1
4
5
Fig. 83: Contactinvoer aanleggen
Voorwaarden:
• Het menu Conferentie is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Toevoegen aan.
Ø Het venster met velden voor de invoer van het nieuwe contact wordt weergegeven.
Ø Het virtuele toetsenbord wordt weergegeven.
2. Vul de velden [Naam] 1 en [Nummer] 2 in.
3. Transmissietype 3 selecteren: Video of audio.
86 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.2.2.3
4. Transmissieprotocol 4 selecteren: H.323
of SIP.
5. Raak Opslaan 5 aan.
Ø De contactinvoer wordt gesloten en opgeslagen.
Ø De contactinvoer wordt in de contactlijst ingevoerd.
Contactinvoer bewerken
3
A A N W I J Z I N G
Contactinvoeren met het symbool [Contactinvoer vergrendeld] zijn uit de module
[Video Conference] geïmporteerd en kunnen slechts daar worden bewerkt of verwijderd.
1
2
4
6
Fig. 84: Contactinvoer bewerken
5
Voorwaarden:
• Het menu Conferentie is geopend.
Werkwijze:
1. Raak de gewenste contactinvoer in de contactlijst aan.
2. Raak de knop Bewerken aan.
Ø Het venster met velden voor de bewerking van de contactinvoer wordt weergegeven.
Ø Het virtuele toetsenbord wordt weergegeven.
3. Bewerk de velden [Naam] 1 , [Nummer]
2 , Transmissietype 3 en/of
Transmissieprotocol 4 .
4. Raak Opslaan 5 aan.
Ø De contactinvoer wordt gesloten en opgeslagen.
Ø De bewerkte contactinvoer wordt in de contactlijst weergegeven.
of
5. Raak Annuleren 6 aan.
Ø De contactinvoer wordt gesloten zonder te worden opgeslagen.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
87 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5.2.2.4
Contactinvoer verwijderen
A A N W I J Z I N G
Contactinvoeren met het symbool [Contactinvoer vergrendeld] zijn uit de module
[Video Conference] geïmporteerd en kunnen slechts daar worden bewerkt of verwijderd.
1
Voorwaarden:
• Het menu Conferentie is geopend.
Werkwijze:
1. Raak de gewenste contactinvoer in de contactlijst aan.
2. Raak Verwijderen 1 aan.
Ø De contactinvoer wordt verwijderd.
5.2.3
Fig. 85: Contactinvoer verwijderen
Menupunt: Opname
A A N W I J Z I N G
Beeld- en videobestanden moeten regelmatig uit Tegris worden verwijderd.
Met het menupunt Opname kunnen tijdens de operatie beeld- en video-opnames worden geregistreerd.
Afhankelijk van de systeemconfiguratie zijn maximaal 2 opnamebereiken beschikbaar: Het linker opnamebereik (recorder 1) neemt met resoluties tot 4K-UHD op terwijl het rechter opnamebereik
(optie recorder 2) in Full HD-modus opneemt. Aan de opnamebereiken kunnen beeldbronnen worden toegewezen.
88 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.2.3.1
Overzicht menu: Opname
1
2
3 4
5.2.3.2
Fig. 86: Overzicht menu: opname
1 Opnamebereik 1 (tot 4K-UHD)
2 Opnamebereik 2 (Full HD) (optie)
3 Printen
Beeld maken
5
6
3
4 5 6
4 Keuzelijst
5 Beeld maken
6 Video maken
Voorwaarden:
• Het menu Opname is geopend.
• De patiënt is geselecteerd.
Werkwijze:
1. Raak Beeld maker 1 aan.
Ø Het beeld wordt gemaakt.
Fig. 87: Beeld maken
1
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
89 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5.2.3.3
Video maken
Voorwaarden:
• Het menu Opname is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Video maken 1 aan.
Ø De video wordt gemaakt.
5.2.3.4
1
Fig. 88: Video maken
Opnamekwaliteit selecteren
A A N W I J Z I N G
De selectie van de opnamekwaliteit kan door geautoriseerd servicepersoneel of BioMed worden geconfigureerd. Is er voor de opnamekwaliteit geen selectie geconfigureerd, dan vindt de opname altijd plaats in Full HD (1920x1080 30fps).
Opnamekwaliteit selecteren
1. Raak de keuzelijst aan.
2. Selecteer de gewenste opnamekwaliteit.
Ø De opname vindt in de geselecteerde kwaliteit plaats.
1
Fig. 89: Opnamekwaliteit selecteren
90 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.2.3.5
Afzonderlijk beeld maken en afdrukken
Voorwaarden:
• Het menu Opname is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Printen 1 aan.
Ø Het beeld wordt gemaakt en direct afgedrukt.
5.2.3.6
1
Fig. 90: Afzonderlijk beeld afdrukken
Endosnap
2
1
A A N W I J Z I N G
De hoofdknoppen van de camera en hun reactie op activering zijn afhankelijk van het gebruikte cameramodel en de configuratie hiervan.
Met behulp van de Endosnap-functie kunt u via de hoofdknoppen van de endoscoopcamera beelden en video's opnemen. De endoscoop functie heeft slechts effect op recorder
1.
Geavanceerde functies:
• Activering via maximaal vier hoofdknoppen
• Het onderscheiden tussen een korte en lange druk op de knop voor het activeren van verschillende acties, bijv. beeld opnemen 1 resp. video opnemen
• Of er een beeld is opgenomen, wordt in het Quick Access gedeelte 2
• Optioneel kunnen ook voetschakelaars worden gebruikt
Fig. 91: Endosnap
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
91 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5.2.4
5.2.4.1
5.2.4.2
Menupunt: Remote Workstation Interface
Algemeen
G E V A A R !
Levensgevaar door verkeerd gebruik!
De module is niet goedgekeurd voor de besturing van medische producten, maar slechts voor toegang tot beheer- en weergavesystemen.
Gebruik de module niet voor de besturing van medische producten.
A A N W I J Z I N G
Afhankelijk van de gebruikte remote-server kunnen beeld- en / of besturingsfuncties nadelig worden beïnvloed.
Met de module [Remote Workstation Interface] kunnen maximaal 3 verschillende externe pc-systemen, bijv. PACS, via een remote-verbinding met TEGRIS worden verbonden. In het menu worden daarbij de externe systemen als menupunten weergegeven.
Overzicht: Remote Workstation Interface
1
92 / 204
14
13
12 11
10
7
6
15
Fig. 92: Overzicht: Remote Workstation Interface
5
4
1 Weergavebereik extern systeem
2 Menupunt voor remote-aansluiting op extern systeem
3 Toetsenbord
4 Pijl rechts
5 Pijl omlaag
6 Pijl omhoog
7 Pijl links
8 Muiswiel omlaag
9
8
16
3
2
9 Muiswiel omhoog
10 Muisknop rechts
11 Muisknop midden
12 Muisknop links
13 Actualiseren
14 Weergavebereik aanpassen
15 Waarschuwingsinstructie
16 Schermvullende weergave activeren
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.2.4.3
Schermvullende weergave activeren/deactiveren
1
Fig. 93: Schermvullende weergave activeren
2
Schermvullende weergave activeren
1. Raak Volledig scherm activeren 1 aan.
Alternatief: druk op de toets [F11] als er een toetsenbord is aangesloten.
Ø Het externe systeem wordt op het gehele scherm weergegeven.
Ø Het Tegris-bedieningspaneel is zichtbaar aan de rechter beeldschermrand.
Schermvullende weergave deactiveren
1. Raak op het Tegris-bedieningspaneel terug 2 aan.
Alternatief: druk op de toets [F11] als er een toetsenbord is aangesloten.
Ø De schermvullende weergave wordt gedeactiveerd, het Tegris-venster is weer zichtbaar.
5.2.4.4
Fig. 94: Schermvullende weergave deactiveren
Tegris-bedieningspaneel
1
Fig. 95: Tegris-bedieningspaneel
2
Bij geactiveerde schermvullende weergave is aan de rechter beeldschermrand het Tegrisbedieningspaneel zichtbaar. Dit kan naar 3 posities worden verschoven zodat er geen inhoud wordt afgedekt.
Tegris-bedieningspaneel verschuiven
1. Raak op het Tegris-bedieningspaneel 1 omhoog/omlaag aan.
Ø Het Tegris-bedieningspaneel wordt afhankelijk van de uitgangspositie naar boven, naar het midden of naar beneden verschoven.
Naar het Tegris-oppervlak terugkeren
1. Raak Terug 2 aan.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
93 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5.2.4.5
Extern systeem weergeven
A A N W I J Z I N G
Bij de configuratie worden de gewenste systemen vastgelegd, bijv. PACS, die via de remote-verbinding in TEGRIS moeten worden weergegeven. Bij de start van
TEGRIS wordt automatisch een remote-verbinding met deze systemen tot stand gebracht.
Fig. 96: Weergavebereik
1
Verbonden systeem weergeven
1. Raak het menu INTRA-OP > Remote
Workstation Interface , bijv. workstation 1 aan.
Ø De interface van het verbonden systeem wordt in het weergavebereik 1 weergegeven.
Ø De muis- en pijltjestoetsen om in het externe systeem te werken worden geactiveerd.
Ø Wanneer een automatische remote-verbinding is mislukt, wordt een melding in het weergavebereik weergegeven en een handmatige verbinding voorgesteld.
2. Raak OK in de melding aan om een handmatige verbindingspoging te starten.
Ø De verbindingspoging wordt handmatig gestart.
3. Raak Annuleren in de melding aan wanneer er geen handmatige verbindingspoging moet worden gestart.
Ø De melding wordt gesloten.
Ø De verbinding blijft onderbroken.
94 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5
5.2.4.6
Weergavebereik aanpassen
5.2.4.7
1
2
Fig. 97: Weergavebereik aanpassen
Weergavebereik actualiseren
1
2
Fig. 98: Weergavebereik actualiseren
Voorwaarden:
• Het menu Remote Workstation Interface is geopend.
• De verbinding met het externe systeem is tot stand gebracht.
Werkwijze:
1. Raak Weergave aanpassen 2 aan om de gebruikersinterface van het externe systeem aan het formaat van het weergavebereik 1 aan te passen.
Ø De gebruikersinterface wordt aan het weergavebereik aangepast.
Ø De knopweergave verandert van
Weergave aanpassen in Origineel formaat .
2. Raak Origineel formaat 2 aan om de gebruikersinterface van het externe systeem in het originele formaat in het weergavebereik weer te geven.
Ø De gebruikersinterface wordt in het originele formaat in het weergavebereik weergegeven.
Ø De knopweergave verandert van
Origineel formaat in Weergave aanpassen .
Het weergavebereik 1 wordt niet automatisch geactualiseerd, maar moet handmatig met de knop Actualiseren worden geactualiseerd.
Voorwaarden:
• Het menu Remote Workstation Interface is geopend.
• De verbinding met het externe systeem is tot stand gebracht.
Werkwijze:
1. Raak Actualiseren 2 aan.
Ø Het weergavebereik wordt geactualiseerd
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
95 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: INTRA-OP
5.2.4.8
Extern systeem in het weergavebereik bewerken
1
4
2
5
Fig. 99: Extern systeem in het weergavebereik bewerken
Het externe systeem kan via de bedieningstoetsen en -functies in het menupunt Remote
Workstation Interface worden bewerkt.
Voorwaarden:
• Het menu Remote Workstation Interface is geopend.
• De verbinding met het externe systeem is tot stand gebracht.
Muisknoppen en muiswiel
1. Raak de muisknoppen 1 om te activeren ca. 1 seconde aan tot de muisknop brandt.
Ø De geactiveerde muisknop kan in het weergavebereik worden gebruikt.
2. Raak de muisknop om te deactiveren opnieuw ca. 1 seconde aan tot het licht dooft.
3. Raak om te scrollen in het weergavebereik
Muiswiel omlaag of Muiswiel omhoog
2 aan en houd ingedrukt tot het gewenste fragment wordt weergegeven.
Pijltjestoetsen
1. Raak de pijltjestoetsen 3 aan om in het weergavebereik te navigeren.
Beeldschermtoetsenbord
1. Raak Toetsenbord 4 aan.
Ø Het virtuele toetsenbord wordt geopend en kan voor tekstinvoer in het weergavebereik worden gebruikt.
A A N W I J Z I N G
Het externe systeem kan alternatief met een op TEGRIS aangesloten toetsenbord en muis worden bediend. Afhankelijk van de gebruikte remote-server zijn eventueel niet alle toetsenbordfuncties en toetscombinaties beschikbaar.
96 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5
5.3
5.3.1
Menu: POST-OP
Het menu POST-OP bevat de functies van de derde fase van de workflow-navigatie.
In dit menu worden configuratie-afhankelijke verschillende menupunten weergegeven, bijv.:
• Chirurgische veiligheidschecklist
• Onderzoek afsluiten
Overzicht menu: POST-OP
1
2
5.3.2
Fig. 100: Overzicht menu: POST-OP
1 Menupunt Checklist
Menupunt: Onderzoek afsluiten
2 Menupunt Onderzoek afsluiten
A A N W I J Z I N G
Aangesloten opslagmedia zoals externe harde schijven, dvd's of usb-sticks kunnen het doel worden van hacker- of cyber security-aanvallen of deze mogelijk maken.
Zorg ervoor dat ongeoorloofde toegang tot patiëntgegevens en andere veiligheidsrelevante informatie onmogelijk is en dat deze gegevens resp. informatie ook niet kan worden gemanipuleerd.
Met het menupunt Onderzoek afsluiten kunnen eerder gekozen data worden afgedrukt, verwijderd en naar usb-opslagmedia worden geëxporteerd. Bovendien kan in dit menupunt een geopend patiëntendossier worden gesloten.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
97 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5.3.2.1
Overzicht menu: Onderzoek afsluiten
1
5.3.2.2
2
3
4 5 6 7
8
Fig. 101: Overzicht menu: onderzoek afsluiten
1 Lijst met geproduceerde gegevens
2 Printen
3 Verwijderen
4 Exporteren via usb
5 Exporteren naar dvd
6 Exporteren naar LAN
7 Exporteren naar PACS
8 Knop Patiënt sluiten
Beeldbestand of fragment van een videobestand afdrukken
3
2
1
Fig. 102: Bestand afdrukken
4
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Meerdere beeldbestanden afdrukken:
1. Om bestanden in het previewbereik 1 te laten verschijnen: raak het kleine beeld aan.
2. Raak het selectievakje 2 naast de gewenste bestanden aan.
Ø De vinkjes in de selectievakjes 2 branden groen.
3. Raak Printen 3 aan.
Ø Alle geselecteerde beeldbestanden worden afgedrukt.
98 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5
5.3.2.3
5.3.2.4
Beeldbestand of fragment van een videobestand afdrukken:
1. Raak het kleine beeld bij het gewenste bestand aan.
Ø Het bestand wordt in het previewbereik
1 weergegeven.
2. Bij videobestanden: spoel de video verder tot het gewenste fragment in het previewbereik wordt weergegeven.
3. Raak Printen 4 aan.
Ø Het in het previewbereik 1 weergegeven beeldbestand of fragment van een videobestand wordt afgedrukt.
Beeld- of videobestand verwijderen
2
1
3
Fig. 103: Bestand verwijderen
4
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Meerdere bestanden verwijderen
1. Raak het selectievakje 1 naast de gewenste bestanden aan.
Ø De vinkjes in de selectievakjes 1 branden groen.
2. Raak Verwijderen 2 aan.
Ø Alle geselecteerde bestanden worden na een opvraag verwijderd.
Bestand in het previewbereik verwijderen
1. Raak het gewenste bestand aan.
Ø De inhoud van het bestand wordt in het previewbereik 3 weergegeven.
2. Raak Verwijderen 4 aan.
Ø Het in het previewbereik 3 weergegeven bestand wordt na een opvraag verwijderd.
Commentaar toevoegen aan een beeld of video
A A N W I J Z I N G
De commentaren blijven bij de overdracht van het patiëntendossier op de PACSserver behouden. Bij het opslaan van het patiëntendossier in het netwerk of op een
USB-opslagmedium worden de commentaren verwijderd.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
99 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5.3.2.5
1
3
Fig. 104: Commentaar tot stand brengen
2
Bij elk beeld- of videobestand kan een commentaar worden toegevoegd, verwijderd en bewerkt.
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Werkwijze:
1. Raak het gewenste bestand aan.
Ø Het vinkje in het selectievakje 1 brandt groen.
2. Raak Commentaar 2 aan.
Ø Het tekstveld 3 wordt geactiveerd en het virtuele toetsenbord verschijnt.
3. Voer een commentaar via het virtuele toetsenbord in.
Ø Het commentaar wordt in het tekstveld
4 weergegeven.
4. Raak Opslaan aan om het tekstveld te sluiten en het commentaar op te slaan.
Ø Het commentaar wordt opgeslagen.
5. Raak Annuleren aan om het tekstveld te sluiten zonder het op te slaan.
Ø De commentaarinvoer wordt geannuleerd.
Videobestand afspelen/stopzetten
1
A A N W I J Z I N G
Bij het afspelen van een videobestand kan het volume alleen worden geregeld als ondertussen geen signalen door aux-in, iPod / iPhone, streaming of videoconferentie worden verzonden.
5
2
3
4
Fig. 105: Videobestand afspelen
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Videobestand afspelen
1. Raak het gewenste videobestand 1 aan.
Ø De inhoud van het bestand wordt in het previewbereik 2 weergegeven.
2. Raak Afspelen 3 aan.
Ø De video wordt afgespeeld.
Ø De tijdsbalk 4 wordt weergegeven.
Ø De weergave wisselt van Afspelen naar Pauze .
100 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
2
1
3 5 4
Fig. 106: Videobestand afspelen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5
Videobestand in slow motion afspelen
1. Raak het gewenste videobestand 1 aan.
Ø De inhoud van het bestand wordt in het previewbereik 2 weergegeven.
2. Raak Afspelen 3 aan.
Ø De video wordt afgespeeld.
Ø De weergave wisselt van Afspelen naar Pauze .
3. Raak Slow motion 5 aan.
Ø De video wordt met een 0,5-voudige snelheid afgespeeld.
4. Raak Slow motion 5 opnieuw aan.
Ø De video wordt met een 0,25-voudige snelheid afgespeeld.
Videobestand in quick motion afspelen
1. Raak het gewenste videobestand 1 aan.
Ø De inhoud van het bestand wordt in het previewbereik 2 weergegeven.
2. Raak Afspelen 3 aan.
Ø De video wordt afgespeeld.
Ø De weergave wisselt van Afspelen naar Pauze .
3. Raak Quick motion 4 aan.
Ø De video wordt met een 2-voudige snelheid afgespeeld.
4. Raak Quick motion 4 opnieuw aan.
Ø De video wordt met een 4-voudige snelheid afgespeeld.
Videobestand stopzetten
1. Raak Pauze 5 aan.
Ø De video stopt.
Ø De weergave wisselt van Pauze naar
Afspelen .
Videobestand resetten
1. Raak Stop 6 aan.
Ø De video wordt beëindigd.
Ø De markering op de tijdsbalk wordt teruggebracht naar het begin.
101 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5.3.2.6
Fragment uit een videobestand vervaardigen
1
2
4
3
Fig. 107: Videobestand uitsnijden
5
6
7
Uit een geselecteerde video kan een videosequentie worden gemarkeerd en als aparte video worden opgeslagen.
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Werkwijze:
1. Raak het gewenste videobestand 1 aan.
Ø De inhoud van het bestand wordt in het previewbereik 2 weergegeven.
2. Raak Afspelen 3 aan.
Ø De video wordt afgespeeld.
3. Verschuif de markering 4 in de tijdsbalk naar die plaats waar de videosequentie moet starten.
4. Raak Videosequentie Start 5 aan.
Ø De start van de videosequentie is gemarkeerd.
5. Verschuif de markering 4 in de tijdsbalk naar die plaats waar de videosequentie moet stoppen.
6. Raak Videosequentie Einde 6 aan.
Ø Het einde van de videosequentie is gemarkeerd.
7. Raak Bijsnijden 7 aan.
Ø De gemarkeerde videosequentie wordt gekopieerd en als aparte video opgeslagen.
Deze handeling kan afhankelijk van de omvang van de videosequentie enkele minuten duren. Gedurende deze tijd kan TEGRIS worden bediend.
Ø De videosequentie wordt in de videolijst weergegeven.
102 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5
5.3.2.7
5.3.2.8
Fragment uit een videobestand extraheren
1
4
Fig. 108: Beeld maken
2
3 5
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Werkwijze:
1. Raak het gewenste videobestand 1 aan.
Ø De inhoud van het bestand wordt in het previewbereik 2 weergegeven.
2. Raak Afspelen 3 aan.
Ø De video wordt afgespeeld.
3. Verschuif de markering 4 in de tijdsbalk naar die plaats waar het beeld moet worden geëxtraheerd.
Ø Het stilstaande beeld wordt weergegeven.
4. Raak Snapshot 5 aan.
Ø Er wordt een beeldbestand gemaakt.
Bestand naar USB-opslagmedium exporteren
2
1
A A N W I J Z I N G
De export van beeldgegevens kan afhankelijk van de hoeveelheid meerdere uren duren.
Fig. 109: Bestand naar USB-opslagmedium exporteren
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
• Het opslagmedium is via de usb-poort aangesloten.
Werkwijze:
1. Raak het/de gewenste bestand(en) aan.
Ø De vinkjes in het selectievakje 1 branden groen.
2. Raak Exporteren usb 2 aan.
Ø De gemarkeerde bestanden worden naar het usb-opslagmedium geëxporteerd en opgeslagen.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
103 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5.3.2.9
Bestanden op dvd of BluRay branden
2
1
A A N W I J Z I N G
De export van beeldgegevens kan afhankelijk van de hoeveelheid meerdere uren duren.
A A N W I J Z I N G
Moeten er gegevens op BluRay worden gezet, dan is de aansluiting van een externe BluRay-brander op de usb-koppeling vereist.
Fig. 110: Bestand op dvd branden
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
• In de dvd-drive is een lege, beschrijfbare dvd gelegd.
Werkwijze:
1. Raak het/de gewenste bestand(en) aan.
Ø De vinkjes in het selectievakje 1 branden groen.
2. Raak Exporteren dvd 2 aan.
Ø Gemarkeerde bestanden worden op de dvd gebrand.
5.3.2.10
Bestand naar het netwerk (LAN) exporteren
1
A A N W I J Z I N G
De export van beeldgegevens kan afhankelijk van de hoeveelheid meerdere uren duren.
2
Fig. 111: Bestand naar LAN exporteren
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
• Er is een netwerk aangesloten.
Werkwijze:
1. Raak het/de gewenste bestand(en) aan.
Ø De vinkjes in het selectievakje 1 branden groen.
2. Raak Exporteren LAN 2 aan.
Ø Gemarkeerde bestanden worden op het netwerk opgeslagen.
104 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5
5.3.2.11
Bestand naar PACS exporteren
1
2
A A N W I J Z I N G
De export van beeldgegevens kan afhankelijk van de hoeveelheid meerdere uren duren.
Fig. 112: Bestand naar PACS exporteren
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
• Er is een PACS-systeem aangesloten.
Werkwijze:
1. Raak het/de gewenste bestand(en) aan.
Ø De vinkjes in het selectievakje 1 branden groen.
2. Raak Exporteren PACS 2 aan.
Ø Gemarkeerde bestanden worden op het
PACS-systeem opgeslagen.
5.3.2.12
Exportstatus
1
2
3
Fig. 113: Exportstatus
1 Groene banderol: laatste export naar geselecteerd medium succesvol.
2 Rode banderol: laatste export naar geselecteerd medium mislukt.
3 Geen banderol: export nog niet gestart.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
105 / 204
5 Menu's operatieverloop
Menu: POST-OP
5.3.2.13
Onderzoek (patiëntendossier) sluiten
Fig. 114: Onderzoek sluiten
1
Voorwaarden:
• Menu Lokaal onderzoek is geopend.
Verloop:
1. Raak de knop Patiënt sluiten 1 aan om het actueel geopende onderzoek te sluiten.
Ø Het onderzoek (patiëntendossier) wordt gesloten.
106 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Overzicht menu: Directe toegang
6
6
6.1
Menu: Directe toegang
In het menu Directe toegang kunnen alle bedienbare en voor dit systeem van een licentie voorziene apparaten apart worden geselecteerd, onafhankelijk van de workflow-navigatie.
Overzicht menu: Directe toegang
6.2
13
12
11
10
3
2
5
4
9
8
7
6
1
Fig. 115: Overzicht menu Directe toegang (menupunten afhankelijk van de aangesloten en van licentie voorziene apparaten)
1 Menupunt External Application Integration
2 Menupunt voor remote-aansluiting op extern systeem (workstation 3), optie
3 Menupunt voor remote-aansluiting op extern systeem (workstation 2), optie
4 Menupunt voor remote-aansluiting op extern systeem (workstation 1), optie
5 Menupunt Communicatie
6 Menupunt Kamerinstelling
7 Menupunt Opname
8 Menupunt Videorouting
9 Menupunt Remote-client
10 Menupunt Camera's
11 Menupunt Audio
12 Menupunt Bediening operatielampen
13 Menupunt Bediening operatietafel
Menupunt: Kamerinstelling
In het menupunt Kamerinstelling kunnen elektrische functies van de kamer, bijv. kamerverlichting, jaloezieën en glazen LCD-platen worden ingesteld. De configuratie kan individueel aan de kameromstandigheden worden aangepast.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
107 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6.2.1
6.2.1.1
Tabblad: Licht
Overzicht
1
2
3
5 7
6
8
9
10
4
6.2.1.2
Fig. 116: Overzicht tabblad Licht
1 Tabblad Licht
2 Hoofdschakelaar licht
3 Kamerverlichting
4 Verlichtingselementen
5 Scènes
Hoofdschakelaar licht
1
6 Status operatiekamer
7 Jaloezieën
8 LCD-glas
9 Deur openen
10 Laser en röntgen
Met de hoofdschakelaar kunnen alle verlichtingselementen tegelijkertijd worden in- en uitgeschakeld, onafhankelijk van het feit of er een en welke scène er is geselecteerd.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
1. Raak Alle Aan/Uit 1 aan.
Ø Alle verlichtingselementen worden gelijktijdig in- of uitgeschakeld.
Fig. 117: Hoofdschakelaar licht
108 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
6.2.1.3
Kamerverlichting instellen
3 2 1
Fig. 118: Kamerverlichting instellen
Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6
Op het tabblad Licht kan tussen normale verlichting en RGB-verlichting worden gekozen.
De bediening van de beide soorten verlichting is identiek. Hierna wordt de bediening aan de hand van de normale verlichting toegelicht.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
Kamerverlichting AAN/UIT
1. Raak Verlichting AAN/UIT 1 aan.
Ø De kamerverlichting wordt ingeschakeld.
Kamerverlichting UIT
1. Raak Verlichting AAN/UIT 1 aan.
Ø De kamerverlichting wordt uitgeschakeld.
Verlichtingssterkte verhogen
1. Raak Verlichtingssterkte verhogen 2 aan.
Ø De kamer wordt sterker verlicht.
Verlichtingssterkte verlagen
1. Raak Verlichtingssterkte verlagen 3 aan.
Ø De kamer wordt zwakker verlicht.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
109 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6.2.1.4
Verlichtingselementen instellen
3 2 1
Fig. 119: Verlichtingselementen instellen
Op het tabblad Licht kunnen verlichtingselementen worden ingesteld.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
Verlichtingselement AAN
1. Raak Verlichtingselement AAN/UIT 1 aan.
Ø Het verlichtingselement wordt ingeschakeld.
Verlichtingselement UIT
1. Raak Verlichtingselement AAN/UIT 1 aan.
Ø Het verlichtingselement wordt uitgeschakeld.
Sterkte van het verlichtingselement verhogen
1. Raak Sterkte verlichtingselement verhogen 2 aan.
Ø De kamer wordt sterker verlicht.
Sterkte van het verlichtingselement verlagen
1. Raak Sterkte verlichtingselement verlagen 3 aan.
Ø De kamer wordt zwakker verlicht.
110 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
6.2.1.5
Weergave: scènes
Fig. 120: Weergave scènes
1
6.2.1.6
Weergave: status operatiekamer
Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6
Scènes zijn opgeslagen verlichtingsinstellingen binnen de kamerverlichting.
Op het tabblad Licht wordt weergegeven welke scène actief is.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
• Een kamerverlichting is ingesteld.
Scène opslaan
1. Raak het vinkje in het selectievakje 1 naast het gewenste scènenummer gedurende minstens 5 seconden aan.
Ø Actuele kamerverlichting wordt opgeslagen.
Scène oproepen
1. Selecteer de gewenste scène door het groene vinkje 1 aan te raken.
Ø Vooraf ingestelde kamerverlichting wordt ingeschakeld.
Op het tabblad Licht wordt de status van de operatiekamer weergegeven.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
De volgende status is mogelijk:
• Operatiekamer is vrij.
• Operatiekamer wordt gedesinfecteerd.
• Operatiekamer is bezet.
Fig. 121: Weergave status operatiekamer
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
111 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6.2.1.7
Jaloezieën openen / sluiten
2 1
Fig. 122: Jaloezieën openen / sluiten
Op het tabblad Licht kunnen elektrisch instelbare jaloezieën apart worden ingesteld.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
Jaloezie openen
1. Raak Jaloezie openen 1 aan en houd ingedrukt.
Ø De jaloezie wordt geopend.
2. Laat Jaloezie openen los.
Ø De jaloezie wordt gestopt.
Jaloezie sluiten
1. Raak Jaloezie sluiten 2 aan en houd ingedrukt.
Ø De jaloezie wordt gesloten.
2. Laat Jaloezie sluiten los.
Ø De jaloezie wordt gestopt.
6.2.1.8
Zicht door LCD glazen plaat AAN / UIT
2 1
Fig. 123: Zicht door LCD glazen plaat AAN / UIT
Op het tabblad Licht kan de doorzichtigheid van een glazen LCD-plaat worden ingesteld.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
Glazen LCD-plaat AAN
1. Raak Glazen LCD-plaat AAN 1 aan.
Ø Geen zicht door de glazen LCD-plaat mogelijk.
Glazen LCD-plaat UIT
1. Raak Glazen LCD-plaat UIT 2 aan.
Ø Zicht door de glazen LCD-plaat is mogelijk.
112 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6
6.2.1.9
Weergave: Laser en röntgen AAN / UIT
1
2
Fig. 124: Weergave laser en röntgen AAN / UIT
Op het tabblad Licht kunnen via de selectievakjes twee lampen buiten de operatiekamer worden in- en uitgeschakeld. De eerste lamp betekent Laser actief, de tweede lamp Röntgenproces actief.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
Werkwijze:
1. Raak de selectievakjes naast de gewenste lamp aan.
Ø De vinkjes in het selectievakje 1 branden groen.
Ø Buiten de operatiekamer brandt de betreffende lamp.
2. Raak de selectievakjes naast de gewenste lamp opnieuw aan om de lampen uit te schakelen.
6.2.1.10
Deur openen
Fig. 125: Deur openen
1 2
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Licht is geopend.
Deur voor de helft openen
1. Raak ½ 1 aan.
Ø De deur wordt voor de helft geopend.
Deur helemaal openen
1. Raak 1 2 aan.
Ø De deur wordt volledig geopend.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
113 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6.2.2
6.2.2.1
Tabblad: Klimaat
Overzicht
2 3
1
4
6.2.2.2
Fig. 126: Overzicht: Tabblad Klimaat
1 Tabblad Klimaat
2 Instellingen temperatuur
Temperatuur instellen
3
2
4
2
Fig. 127: Temperatuur instellen
1
3 Instellingen luchtvochtigheid
4 Instellingen ventilatie
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Klimaat is geopend.
Temperatuur verhogen
1. Raak Temperatuur verhogen 1 aan.
Ø De gewenste waarde 2 wordt verhoogd.
Ø De actuele waarde 3 wordt aangepast aan de gewenste waarde.
Temperatuur verlagen
1. Raak Temperatuur verlagen 4 aan.
Ø De gewenste waarde 2 wordt verlaagd.
Ø De actuele waarde 3 wordt aangepast aan de gewenste waarde.
114 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6
6.2.2.3
Luchtvochtigheid instellen
3 2
2
4
Fig. 128: Luchtvochtigheid instellen
1
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Klimaat is geopend.
Luchtvochtigheid verhogen
1. Raak Luchtvochtigheid verhogen 1 aan.
Ø De gewenste waarde 2 wordt verhoogd.
Ø De actuele waarde 3 wordt aangepast aan de gewenste waarde.
Luchtvochtigheid verlagen
1. Raak Luchtvochtigheid verlagen 4 aan.
Ø De gewenste waarde 2 wordt verlaagd.
Ø De actuele waarde 3 wordt aangepast aan de gewenste waarde.
6.2.2.4
Ventilatie instellen
2
Fig. 129: Ventilatie instellen
3
1
1
1
Controle-indicaties
De controle-indicaties 1 kunnen groen (= toestand is ok) of rood (= toestand moet worden gecontroleerd door bedrijfstechnicus) branden.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad
Klimaat is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Ventilatie 50% 2 aan.
Ø De ventilatie blaast met 50% van het vermogen.
of
2. Raak Ventilatie 100% 3 aan.
Ø De ventilatie blaast met maximaal vermogen.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
115 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6.2.3
6.2.3.1
Tabblad: Stroom en gas
Overzicht
2
3
5
4
6
1
Fig. 130: Overzicht: Tabblad Stroom en gas
1 Tabblad Stroom en gas
2 Controle-indicaties gas
3 Controle-indicaties stroomkring 1
4 Controle-indicaties stroomkring 2
7
5 Test Iso-wachter 1
6 Test Iso-wachter 2
7 Waarschuwingszoemer uitschakelen
116 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
6.2.3.2
Controle-indicaties gas
Menu: Directe toegang
Menupunt: Kamerinstelling
6
1
Controle-indicaties
De controle-indicaties 1 kunnen groen (= toestand is ok) of rood (= toestand moet worden gecontroleerd door bedrijfstechnicus) branden.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad Gas en stroom is geopend.
6.2.3.3
Fig. 131: Controle-indicaties
Iso-wachter controleren
1
2
Controle-indicaties
De controle-indicaties 1 kunnen groen (= toestand is ok) of rood (= toestand moet worden gecontroleerd door bedrijfstechnicus) branden.
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad Gas en stroom is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Test Iso-wachter 2 aan.
Ø De Iso-wachter wordt gecontroleerd.
2. Neem in geval van fouten contact op met de bedrijfstechnicus.
Fig. 132: Iso-wachter controleren
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
117 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Remote-client
6.2.3.4
Waarschuwingszoemer uitschakelen
1
Voorwaarden:
• Het menu Kamerinstelling > tabblad Gas en stroom is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Waarschuwingszoemer uitschakelen 1 aan.
Ø De waarschuwingszoemer wordt uitgeschakeld.
Ø Bij een nieuw alarm gaat de zoemer weer aan.
6.3
Fig. 133: Waarschuwingszoemer uitschakelen
Menupunt: Remote-client
G E V A A R !
Letselrisico!
Beeldscherminhoud niet gesynchroniseerd.
Een actieve verbinding wordt door een geanimeerd symbool weergegeven. Zorg ervoor dat de weergegeven beeldscherminhoud actueel is (geanimeerd symbool is actief) en aan de werkelijke omstandigheden beantwoordt.
A A N W I J Z I N G
Met TEGRIS kunnen meerdere remote-systemen tegelijkertijd van een licentie voorzien zijn. Bij het openen van de REMOTE CLIENT moet in dat geval een van de systemen worden geselecteerd, waarmee de VNC-verbinding tot stand wordt gebracht.
A A N W I J Z I N G
Om een continue beeldweergave ook tijdens het uitvallen van het Tegris-systeem te kunnen waarborgen, moet de endoscopie-camera altijd nog op een andere, van
Tergis onafhankelijke monitor worden aangesloten.
Met het menupunt Remote-client kunnen door MAQUET vrijgegeven externe apparaten met
VNC-interface op afstand worden bediend.
Voorwaarden:
• Het externe product is door Maquet vrijgegeven om deze functie te kunnen gebruiken.
• Het externe product kan als touchscreen worden toegepast.
• Het externe product beschikt over een VNC-serversoftware.
• Het externe product is ingeschakeld.
118 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Remote-client
6
6.3.1
Verbinding tot een derde systeem via Remote-client tot stand brengen
2
Fig. 134: Remote-client verbinden
Fig. 135: Oppervlak remote-systeem Erbe
3
1
Voorwaarden:
• Het menu Directe toegang is geopend.
Werkwijze:
1. Raak het menupunt Remote-client 1 aan.
Ø Het venster met alle, van licentie voorziene, remote-systemen wordt weergegeven.
2. Raak de knop van het gewenste remotesysteem 2 aan.
Ø De VNC-verbinding met het gewenste remote-systeem wordt tot stand gebracht.
Ø Is de VNC-verbinding tot stand gebracht, dan wordt de gebruikersinterface van het remote-systeem weergegeven.
Ø De actieve verbinding wordt met een geanimeerd symbool weergegeven.
Indien de verbinding mislukt:
1. Beëindig het proces met Terug 3 .
2. Breng de verbinding tot het remote-systeem via [Remote-client] opnieuw tot stand.
Tijdens de verbindingsopbouw kan het systeem niet worden bediend. De knop Terug wordt zo lang grijs weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
119 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Remote-client
6.3.2
Verbinding tot een derde systeem via Remote-client loskoppelen
Voorwaarden:
• De verbinding met het remote-systeem is via Remote-client tot stand gebracht.
Werkwijze:
1. Raak Terug 1 aan.
Ø De verbinding wordt gescheiden.
Ø Het venster wordt gesloten.
Fig. 136: Remote-client loskoppelen Erbe
1
120 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Camera's
6
6.4
6.4.1
Menupunt: Camera's
In het menupunt Camera's kan de camera voor de kamer worden bediend.
Overzicht menu: Camera's
2
1
3
6.4.2
Fig. 137: Overzicht: menupunt Camera's
1 Weergave en selectie van de aangesloten camera's
2 Camerabeeld van de actuele camera
Camera instellen
3 Knoppen om de actueel geselecteerde camera te bedienen (camera-afhankelijk)
A A N W I J Z I N G
De aangesloten camera's hebben verschillende functies. Afhankelijk van de cameraselectie zijn enkele van de hierna beschreven functies niet beschikbaar.
Voorwaarden:
• Het menu Camera's is geopend.
Knop Naam
Links
Rechts
Omhoog
Beschrijving
De camera wordt naar links gezwenkt.
De camera wordt naar rechts gezwenkt.
De camera wordt omhoog gezwenkt.
Tab. 8: Camera instellen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
121 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Camera's
Knop
Tab. 8: Camera instellen
Naam
Omlaag
Uitzoomen
Inzoomen
Rotatie links
Rotatie rechts
Focus verhogen
Focus verlagen
Automatische focus
Helderheid verhogen
Helderheid verlagen
Automatische helderheid
Automatische witbalans
Handmatige witbalans
Instelling opslaan
Geheugenplaats P1
Reset
Contrast
Beschrijving
De camera wordt omlaag gezwenkt.
Het beeld van de camera wordt uitgezoomd.
Het beeld van de camera wordt ingezoomd.
De camera draait naar rechts.
De camera draait naar rechts.
De beeldscherpte wordt verhoogd.
De beeldscherpte wordt verlaagd.
De beeldscherpte wordt automatisch ingesteld.
De beeldhelderheid wordt verhoogd.
De beeldhelderheid wordt verlaagd.
De beeldhelderheid wordt automatisch ingesteld.
De helderste plaats van het beeld wordt als referentiepunt bepaald voor de kleur wit.
De van tevoren ingestelde witbalans wordt weer gerealiseerd.
De actuele camera-instelling kan op een opslagplaats (bijv.
opslagplaats P1) worden opgeslagen.
De camera-instelling wordt op opslagplaats P1 opgeslagen.
De camera-instelling wordt bij alle andere opslagplaatsen dienovereenkomstig opgeslagen.
De camera wordt in de uitgangsstand gezet.
Het contrast wordt veranderd.
122 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Audio
6
6.5
6.5.1
Knop Naam
Film freeze
Camera AAN / UIT
Menu minimaliseren
Menu uitbreiden
Beschrijving
De video-opname wordt gestopt en het actuele videobeeld wordt als staand beeld weergegeven.
Raak de knop opnieuw aan om de video-opname voort te zetten.
De camera wordt al naargelang de toestand in- of uitgeschakeld.
Alleen de belangrijkste bedieningstoetsen voor de camera worden weergegeven.
Alle bedieningstoetsen voor de camera worden weergegeven.
Tab. 8: Camera instellen
Menupunt: Audio
Prioriteit voor audio-weergave
De output van de audiobronnen bij de luidsprekers vindt met de volgende prioriteit plaats:
1. Video-conferentie
2. Audio-retourkanaal (streaming)
3. AUX
De weergave van een bron met lage prioriteit wordt ten gunste van een bron met hogere kwaliteit onderbroken.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
123 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Audio
6.5.2
Overzicht menu: Audio AUX
1
4
5
6
Fig. 138: Overzicht menu: Audio Aux
1 AUX 1 AAN/UIT
2 Schuifregelaar Volume AUX 1
3 gedempt
2
3
4 AUX 2 AAN/UIT
5 Schuifregelaar Volume AUX 2
6 gedempt
124 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Audio
6
6.5.3
Overzicht menu: Audio microfoon
1
2
13
14
3
4
15
16
9
10
12
11
5
6
8
7
6.5.4
Fig. 139: Overzicht menupunt [Audio]
1 Recorder-1: microfoon 1 AAN/UIT
2 Recorder-1: microfoon 2 AAN/UIT
3 Recorder-1: schuifregelaar Niveau microfoon
4 Recorder-1: microfoon gedempt
5 Streamer-1: microfoon 1 AAN/UIT
6 Streamer-1: microfoon 2 AAN/UIT
7 Streamer-1: schuifregelaar Niveau microfoon
8 Streamer-1: microfoon gedempt
9 Recorder-2: microfoon 1 AAN/UIT
10 Recorder-2: microfoon 2 AAN/UIT
11 Recorder-2: schuifregelaar Niveau microfoon
12 Recorder-2: microfoon gedempt
13 Communicatie: microfoon 1 AAN/UIT
14 Communicatie: microfoon 2 AAN/UIT
15 Communicatie: schuifregelaar Niveau microfoon
16 Communicatie: microfoon gedempt
Microfoon instellen
1
2
De instelling van de microfoons 1 en 2 is steeds identiek.
Voorwaarden:
• Het menu Audio is geopend.
• Streaming en recording zijn niet actief.
3
Fig. 140: Microfoon instellen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
125 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Audio
126 / 204
Microfoon inschakelen - microfoon omschakelen
1. Raak het selectievakje 1 naast de gewenste microfoon aan.
Ø De microfoon wordt ingeschakeld.
Ø Het vinkje in het selectievakje brandt groen.
Ø Wanneer al een microfoon was ingeschakeld: de als eerste ingeschakelde microfoon wordt uitgeschakeld en het bijbehorende vinkje verdwijnt.
Microfoon uitschakelen
1. Raak het selectievakje 1 naast de microfoon aan.
Ø De microfoon wordt uitgeschakeld.
Ø Het vinkje in het selectievak verdwijnt.
Microfoonniveau aanpassen
1. Schakel de microfoon in.
2. Verstel de volumeregeling 2 indien nodig.
Ø Het microfoonniveau wordt gewijzigd.
Microfoon stil schakelen
1. Raak Microfoon gedempt 3 aan.
Ø De microfoon wordt gedempt.
Ø De weergave van de knop verandert van Microfoon dempen in Microfoon luid .
of
2. Raak Microfoon luid 3 aan.
Ø De microfoon wordt ingeschakeld.
Ø De weergave van de knop verandert van Microfoon luid in Microfoon dempen .
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Audio
6
6.5.5
Hulpingang instellen
1
Fig. 141: Hulpingang instellen
3
2
Voorwaarden:
• Het menu Audio is geopend.
Hulpingang inschakelen
1. Raak het selectievakje 1 naast de hulpingang aan.
Ø De hulpingang wordt ingeschakeld.
Ø Het vinkje in het selectievakje brandt groen.
Hulpingang uitschakelen
1. Raak het selectievakje 1 naast de hulpingang aan.
Ø De hulpingang wordt uitgeschakeld.
Ø Het vinkje in het selectievak verdwijnt.
Volume hulpingang aanpassen
1. Schakel de hulpingang in.
2. Verstel de volumeregeling 2 indien nodig.
Ø Het volume wordt veranderd.
Hulpingang dempen
1. Raak Hulpingang dempen 3 aan.
Ø De hulpingang wordt gedempt.
Ø De weergave van de knop verandert van Hulpingang dempen in
Hulpingang luid .
of
2. Raak Hulpingang luid 3 aan.
Ø De hulpingang wordt ingeschakeld.
Ø De weergave van de knop verandert van Hulpingang luid in Hulpingang dempen .
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
127 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6
6.6.1
Menupunt: Bediening operatielampen
A A N W I J Z I N G
Neem de gebruiksaanwijzing van de operatielamp in acht.
A A N W I J Z I N G
Indien de integriteits- of configuratiecontrole mislukt of wanneer geen communicatie met de operatielampen kon worden gestart, moet de operatielamp via het bijbehorende bedieningspaneel worden bediend.
Via het menupunt [Bediening operatielampen] kunnen afhankelijk van de configuratie de volgende operatielampen worden ingesteld en bediend:
• Maximaal drie Maquet-operatielampen:
– PowerLED 300 / HLED 300
– PowerLED 500 / HLED 500
– PowerLED 700 / HLED 700
– PowerLED II 500
– PowerLED II 700
• Maximaal vier Maquet-operatielampen:
– VOLISTA 400
– VOLISTA 600
– VOLISTA 400 ACCESS
– VOLISTA 600 ACCESS
Overzicht: Bediening PowerLED 300 / 500 / 700 en HLED 300 / 500 / 700
A A N W I J Z I N G
In het menupunt [Bediening operatielampen] zijn afhankelijk van het aantal gebruikte PowerLEDs tot drie bedieningsvelden geïntegreerd. De bedieningsvelden zijn ter onderscheiding gekenmerkt met de symbolen driehoek, vierhoek en cirkel.
De verbonden operatielampen moeten met de meegeleverde stickers met symbolen worden gekenmerkt.
A A N W I J Z I N G
PowerLED-lampen kunnen altijd via hun eigen bedieningsveld worden bediend, onafhankelijk van het feit of zij via het TEGRIS-systeem zijn aangesloten.
128 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
1
2
5
6
3
4
7
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
6.6.1.1
Fig. 142: Overzicht: bediening Power led
1 Kenmerk: bedieningsveld operatielamp [Cirkel]
2 Kenmerk: bedieningsveld operatielamp [Vierkant]
3 Kenmerk: bedieningsveld operatielamp [Driehoek]
4 AAN/UIT
5 Omschakelen verlichting
6 Verlichtingssterkte verlagen
7 Verlichtingssterkte verhogen
Operatielamp AAN / UIT
1
In het menu Bediening operatielampen kunnen de gekoppelde PowerLEDs worden in- en uitgeschakeld. Wanneer de operatielamp op het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld, wordt de operatielamp in de stand-bymodus geschakeld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Fig. 143: Operatielamp AAN/UIT
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
129 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6.1.2
130 / 204
Omschakelen verlichting
1
Fig. 144: Omschakelen verlichting
Operatielamp AAN
1. Raak Stand-by 1 aan.
Ø De operatielamp wordt ingeschakeld.
Ø De led op de knop Stand-by brandt.
Operatielamp UIT
1. Raak Stand-by 1 aan.
Ø Het opvraagvenster wordt weergegeven.
2. Bevestig deze vraag.
Ø De operatielamp wordt in de stand-bymodus geschakeld.
Ø De led op de toets Stand-by gaat uit.
In het submenu Bediening operatielampen kan tussen de modi [Standaard operatieverlichting] en [Omgevingsverlichting] worden gewisseld. Bij de PowerLED 700/HLED 700 kan tevens de modus [AIM] worden ingesteld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Verlichting op Omgevingsverlichting zetten:
1. Raak Omschakelen verlichting 1 kort aan.
Ø Het opvraagvenster wordt weergegeven.
2. Bevestig deze vraag.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [Omgevingsverlichting].
Verlichting op [Standaard] zetten:
1. In de modus [Omgevingsverlichting]: Raak de knop Omschakelen verlichting 1 kort aan.
In de modus [AIM]: raak Omschakelen verlichting 1 gedurende ca. 3 seconden aan.
Ø Het opvraagvenster wordt weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
6.6.1.3
Verlichtingssterkte aanpassen
3
2
Fig. 145: Verlichtingssterkte aanpassen
1
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
2. Bevestig deze vraag.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [Standaard].
Bij PowerLED 700 / HLED 700: Verlichting op [AIM] zetten:
1. In de modus [Standaard]: raak
Omschakelen verlichting 1 gedurende ca. 3 seconden aan.
In de modus [Omgevingsverlichting]: raak
Omschakelen verlichting 1 kort aan om naar de modus [Standaard] te gaan en raak vervolgens opnieuw de knop
Omschakelen verlichting gedurende ca.
3 seconden aan.
Ø Het opvraagvenster wordt weergegeven.
2. Bevestig deze vraag.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [AIM].
Verlichtingssterkte aanpassen
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Verlichtingssterkte verhogen 1 aan.
Ø De verlichtingssterkte van de operatielamp wordt verhoogd.
Ø De status van de verlichtingssterkte wordt in de weergave
Verlichtingssterkte 2 weergegeven.
2. Raak Verlichtingssterkte verlagen 3 aan.
Ø De verlichtingssterkte van de operatielamp wordt verlaagd.
Ø De status van de verlichtingssterkte wordt in de weergave
Verlichtingssterkte 2 weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
131 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
Boost-functie instellen
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
• De operatielamp bevindt zich in de modus
Standaard .
• De verlichtingssterkte is maximaal verhoogd (alle leds van de weergave
Verlichtingssterkte branden.
Werkwijze:
1. Raak Verlichtingssterkte verhogen 1 gedurende ca. 3 seconden aan.
Ø De boost-functie wordt geactiveerd.
Ø Boven de weergave
Verlichtingssterkte 2 brandt het woord [Boost].
Boost-functie beëindigen
De boost-functie kan via Verlichtingssterkte verlagen 3 of door het wisselen van de modus worden beëindigd.
132 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
6.6.2
Overzicht: Bediening PowerLED II 500 / 700
A A N W I J Z I N G
In het menupunt [Bediening operatielampen] zijn afhankelijk van het aantal gebruikte PowerLEDs II tot drie bedieningsvelden geïntegreerd. Ter onderscheiding zijn de bedieningsvelden genummerd. Deze nummers worden ook op de armen van de lampen weergegeven.
A A N W I J Z I N G
PowerLED-lampen kunnen altijd via hun eigen bedieningsveld worden bediend, onafhankelijk van het feit of zij via het TEGRIS-systeem zijn aangesloten.
4
5
1
6
7
2
3
8
9
Fig. 146: Overzicht: bediening PowerLED
1 Kenmerk: bedieningsveld operatielamp 1
2 Kenmerk: bedieningsveld operatielamp 2
3 Kenmerk: bedieningsveld operatielamp 3
4 AAN/UIT
5 Omschakelen verlichting
6 Verlichtingssterkte verlagen/verhogen
7 Lichtvelddiameter vergroten/verkleinen
8 Kleurselectie omgevingsverlichting
9 Synchronisatieweergave en -instelling met de andere aangesloten operatielampen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
133 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6.2.1
Operatielamp AAN / UIT
1
Fig. 147: Operatielamp AAN/UIT
In het menu Bediening operatielampen kunnen de gekoppelde PowerLEDs worden in- en uitgeschakeld. Wanneer de operatielamp op het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld, wordt de operatielamp in de stand-bymodus geschakeld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Operatielamp AAN
1. Raak Stand-by 1 aan.
Ø De operatielamp wordt ingeschakeld.
Ø De led op de knop Stand-by brandt.
Operatielamp UIT
1. Raak Stand-by 1 aan.
Ø Het opvraagvenster wordt weergegeven.
2. Bevestig deze vraag.
Ø De operatielamp wordt in de stand-bymodus geschakeld.
Ø De led op de toets Stand-by gaat uit.
6.6.2.2
Omschakelen verlichting
1
2
3
Fig. 148: Omschakelen verlichting
In het submenu Bediening operatielampen kan tussen de modi [Standaard] (Operatieverlichting), [Omgevingsverlichting] en [AIM] worden gewisseld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Verlichting op [Standaard] zetten:
1. raak Standaard 1 kort aan.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [Standaard].
Verlichting op [Omgevingsverlichting] zetten:
1. raak Omgevingsverlichting 2 kort aan.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [Omgevingsverlichting].
134 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
Verlichting op [AIM] zetten:
1. In de modus Standaard : raak OK 3 aan.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [AIM].
6.6.2.3
Verlichtingssterkte aanpassen
3
2
Fig. 149: Verlichtingssterkte aanpassen
1
Verlichtingssterkte aanpassen
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Verlichtingssterkte verhogen 1 aan.
Ø De verlichtingssterkte van de operatielamp wordt verhoogd.
Ø De status van de verlichtingssterkte wordt in de weergave
Verlichtingssterkte 2 weergegeven.
2. Raak Verlichtingssterkte verlagen 3 aan.
Ø De verlichtingssterkte van de operatielamp wordt verlaagd.
Ø De status van de verlichtingssterkte wordt in de weergave
Verlichtingssterkte 2 weergegeven.
Boost-functie instellen
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
• De operatielamp bevindt zich in de modus
Standaard .
• De verlichtingssterkte is maximaal verhoogd (alle leds van de weergave
Verlichtingssterkte branden.
Werkwijze:
1. Raak Verlichtingssterkte verhogen 1 gedurende ca. 3 seconden aan.
Ø De boost-functie wordt geactiveerd.
Ø Boven de weergave
Verlichtingssterkte 2 brandt het woord [Boost].
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
135 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6.2.4
Lichtvelddiameter aanpassen
1
1
2
3
6.6.2.5
Fig. 150: Lichtvelddiameter aanpassen
Comfortlicht activeren
Boost-functie beëindigen
De boost-functie kan via Verlichtingssterkte verlagen 3 of door het wisselen van de modus worden beëindigd.
In de standaardmodus kan in het submenu
Bediening operatielampen de lichtvelddiameter van de operatielamp worden aangepast.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Lichtvelddiameter aanpassen
1. Reduceer of verhoog in het veld Lichtvelddiameter 1 met behulp van de knoppen of + 2 de lichtvelddiameter.
Ø De lichtvelddiameter van de operatielamp wordt aangepast.
Ø De status van de lichtvelddiameter wordt in de weergave Lichtvelddiameter
3 weergegeven.
In de standaardmodus kan in het submenu
Bediening operatielampen het comfortlicht van de lamp worden geactiveerd.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Comfortlicht activeren/deactiveren
1. Raak Comfortlicht 1 aan.
Ø Het comfortlicht wordt geactiveerd.
2. Raak Comfortlicht 1 opnieuw aan.
Ø Comfortlicht wordt gedeactiveerd.
Fig. 151: Lichtvelddiameter aanpassen
136 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
6.6.2.6
Lichtkleur selecteren
1
3
2
In de standaardmodus kan in het submenu
Bediening operatielampen de kleur van het licht van de operatielamp worden ingesteld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Lichtkleur instellen
1. Selecteer in het veld Lichtkleur 1 met behulp van de pijlen 2 de gewenste kleur.
Ø Het licht van de operatielamp wisselt naar de gewenste kleur.
6.6.2.7
Fig. 152: Lichtkleur selecteren
Operatielampen synchroniseren
3
1
A A N W I J Z I N G
Bij het uitschakelen van een operatielamp of bij het wisselen naar de modus [Omgevingsverlichting] wordt een bestaande synchronisatie automatisch beëindigd.
Hierdoor kan de synchronisatie er niet voor worden gebruikt om alle operatielampen tegelijkertijd uit te schakelen of in de modus [Omgevingsverlichting] te zetten.
In de modus [Omgevingsverlichting] is de synchronisatie niet beschikbaar.
2
In het submenu Bediening operatielampen kunnen meerdere operatielampen met elkaar worden gesynchroniseerd. Hierdoor kunnen de met elkaar gesynchroniseerde operatielampen via slechts één weergave- en instelbereik worden ingesteld. In het volgende voorbeeld wordt operatielamp 1 2 met operatielamp 2
3 gesynchroniseerd.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Operatielampen synchroniseren
1. Selecteer het weergave- en instelbereik van de operatielamp 3 waarmee verdere operatielampen moeten worden gesynchroniseerd.
Fig. 153: Operatielampen synchroniseren
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
137 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6.3
2. Raak in het veld [Synchronisatie] 1 de toets van de operatielamp 2 aan die moet worden gesynchroniseerd.
Ø De gekozen operatielamp wordt gesynchroniseerd, de knop is gemarkeerd.
Synchronisatie beëindigen
1. De synchronisatie kan worden beëindigd door opnieuw de knop van de gesynchroniseerde operatielamp aan te raken of door van modus te wisselen.
Overzicht: bediening operatielamp VOLISTA
A A N W I J Z I N G
Afhankelijk van het aantal aangesloten VOLISTA-lampen zijn er in het menupunt
[Bediening operatielampen] tot vier bedieningsvelden geïntegreerd. Ter onderscheiding zijn de bedieningsvelden genummerd. Deze nummers worden ook op de armen van de lampen weergegeven.
A A N W I J Z I N G
VOLISTA-lampen kunnen altijd via hun eigen bedieningsveld worden bediend, onafhankelijk van het feit of zij via het TEGRIS-systeem zijn aangesloten.
138 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
1
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
2 3
5
6
7
8
4
Fig. 154: Overzicht: bediening operatielamp VOLISTA
1 Weergave en instellingenbereik voor 1 operatielamp
2 Nummer van de operatielamp (is gelijk aan het nummer op de arm van de operatielamp)
3 Aan/Uit met statusindicatie
4 Selectie modus
5 Weergave Verlichtingssterkte met instellingen + / -
6 Weergave lichtvelddiameter met instellingen
+ / -
7 Weergave kleurtemperatuur met instellingen
3900 / 4500 / 5100
8 Synchronisatieweergave en -instelling met de andere aangesloten operatielampen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
139 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6.3.1
Operatielamp AAN / UIT
1
2
Fig. 155: Operatielampen AAN / UIT
De bediening van de VOLISTA wordt aan de hand van het bedieningsveld operatielamp 1 nader toegelicht. In het submenu Bediening operatielampen kunnen de gekoppelde
VOLISTA-lampen worden in- en uitgeschakeld. Wanneer de operatielamp op het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld, wordt de operatielamp in de stand-bymodus geschakeld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Operatielamp AAN
1. Raak Stand-by 1 aan.
Ø De operatielamp wordt ingeschakeld.
Ø De led op de knop Stand-by brandt.
Operatielamp UIT
1. Raak Stand-by 1 aan.
Ø Het opvraagvenster wordt gedurende ca. 10 seconden weergegeven.
2. Bevestig de vraag met OK 2 .
Ø De operatielamp wordt in de stand-bymodus geschakeld.
Ø De led op de toets Stand-by gaat uit.
6.6.3.2
Omschakelen verlichting
1 2 3
4
In het submenu Bediening operatielampen kan tussen de modi [Standaard] (Operatieverlichting), [Omgevingsverlichting] en [AIM] worden gewisseld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Verlichting op [Omgevingsverlichting] zetten:
1. raak Omgevingsverlichting 2 kort aan.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [Omgevingsverlichting].
Fig. 156: Omschakelen verlichting
140 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
Verlichting op [Standaard] zetten:
1. raak Standaard 1 kort aan.
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [Standaard].
Verlichting op [AIM] zetten:
1. In de modus Standaard : raak OK 3 aan.
In de modus [Omgevingsverlichting]: schakel over op de modus [Standaard] 1 en raak vervolgens AIM aan.
Ø Het opvraagvenster wordt gedurende ca. 10 seconden weergegeven.
2. Bevestig de vraag met OK 4 .
Ø De operatielamp schakelt over op de modus [AIM].
6.6.3.3
Verlichtingssterkte aanpassen
1
2 3 4
Fig. 157: Verlichtingssterkte aanpassen
In het submenu Bediening operatielampen kan de verlichtingssterkte van de operatielampen worden aangepast.
Verlichtingssterkte aanpassen
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Werkwijze:
1. Raak in het veld Verlichtingssterkte 1 +
4 aan.
Ø De verlichtingssterkte van de operatielamp wordt verhoogd.
Ø De status van de verlichtingssterkte wordt in de weergave [Verlichtingssterkte] 3 weergegeven.
2. Raak in het veld Verlichtingssterkte 1 -
2 aan.
Ø De verlichtingssterkte van de operatielamp wordt verlaagd.
Ø De status van de verlichtingssterkte wordt in de weergave Verlichtingssterkte 3 weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
141 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6.6.3.4
Lichtvelddiameter aanpassen
1
2
3
Fig. 158: Lichtvelddiameter aanpassen
Boost-functie instellen (voor VOLISTA 600)
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
• De operatielamp bevindt zich in de modus
[Standaard].
• De verlichtingssterkte is ingesteld op het hoogste niveau.
Werkwijze:
1. Raak in het veld Verlichtingssterkte 1 +
4 gedurende ca. 3 seconden aan.
Ø De boost-functie wordt geactiveerd.
Ø De bovenste led van de weergave Verlichtingssterkte knippert zo lang als de boost-functie is geactiveerd.
Boost-functie beëindigen (voor VOLISTA
600)
De boost-functie kan via het veld Verlichtingssterkte 1 2 of door het wisselen van de modus worden beëindigd.
In de standaardmodus kan in het submenu
Bediening operatielampen de lichtvelddiameter van de operatielamp worden aangepast.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Lichtvelddiameter aanpassen
1. Reduceer of verhoog in het veld Lichtvelddiameter 1 met behulp van de knoppen of + 2 de lichtvelddiameter.
Ø De lichtvelddiameter van de operatielamp wordt aangepast.
Ø De status van de lichtvelddiameter wordt in de weergave Lichtvelddiameter
3 weergegeven.
142 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatielampen
6
6.6.3.5
Lichttemperatuur instellen
1
2 3 4
In het submenu Bediening operatielampen kan de lichttemperatuur van de operatielampen in 3 stappen worden ingesteld: 3900 K 2 ,
4500 K 3 en 5100 K 4 .
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Werkwijze:
1. Raak in het veld Lichttemperatuur 1 de gewenste lichttemperatuur aan.
Ø De gewenste lichttemperatuur wordt ingesteld.
6.6.3.6
Fig. 159: Lichttemperatuur instellen
Operatielampen synchroniseren
3
1
A A N W I J Z I N G
Bij het uitschakelen van een operatielamp of bij het wisselen naar de modus [Omgevingsverlichting] wordt een bestaande synchronisatie automatisch beëindigd.
Hierdoor kan de synchronisatie er niet voor worden gebruikt om alle operatielampen tegelijkertijd uit te schakelen of in de modus [Omgevingsverlichting] te zetten.
In de modus [Omgevingsverlichting] is de synchronisatie niet beschikbaar.
2
In het submenu Bediening operatielampen kunnen meerdere operatielampen met elkaar worden gesynchroniseerd. Hierdoor kunnen de met elkaar gesynchroniseerde operatielampen via slechts één weergave- en instelbereik worden ingesteld. In het volgende voorbeeld wordt operatielamp 1 2 met operatielamp 2
3 gesynchroniseerd.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatielampen is geopend.
Operatielampen synchroniseren
1. Selecteer het weergave- en instelbereik van de operatielamp 3 waarmee verdere operatielampen moeten worden gesynchroniseerd.
Fig. 160: Operatielampen synchroniseren
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
143 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7
2. Raak in het veld [Synchronisatie] 1 de toets van de operatielamp 2 aan die moet worden gesynchroniseerd.
Ø De gekozen operatielamp wordt gesynchroniseerd, de knop is gemarkeerd.
Synchronisatie beëindigen
1. De synchronisatie kan worden beëindigd door opnieuw de knop van de gesynchroniseerde operatielamp aan te raken of door van modus te wisselen.
Menupunt: Bediening operatietafel
G E V A A R !
Levensgevaar!
Gevaar door verkeerde hantering.
Neem in ieder geval de gebruiksaanwijzing(en) van de operatietafel in acht.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Een verkeerd ingestelde oriëntatie en/of positionering van de patiënt kan bij het bedienen leiden tot onverwachte verstellingen van het ligvlak.
Controleer vóór het gebruik de oriëntatie en/of positionering van de patiënt.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Bij het verstellen / verplaatsen van de operatietafel / het ligvlak evenals bij het positioneren bestaat kans op kneuzingen en knellingen voor personeel, patiënt en toebehoren, vooral aan de scharnieren van de hoofd-, rug- en beenplaat.
Let er te allen tijde op dat er niemand gekneusd, bekneld of anderszins gewond raakt en dat het toebehoren niet in aanraking komt met de omgeving.
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Bij het verstellen en verplaatsen van de operatietafel, de transporter, het ligvlak of het toebehoren alsmede bij de ligvlaktransfer kunnen er botsingen ontstaan met de patiënt, tussen de afzonderlijke producten of met naar beneden wijzende onderdelen.
Observeer tijdens het verstellen voortdurend de operatietafel, de transporter, het ligvlak en het toebehoren en vermijd botsingen. Zorg ervoor dat slangen, kabels en lakens niet worden vastgeklemd.
144 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
A A N W I J Z I N G
De statusmeldingen van de bedieningsapparaten worden niet in TEGRIS weergegeven. Daarom moet een bedieningsapparaat (IR-afstandsbediening of kabelafstandsbediening) van de operatietafel altijd beschikbaar zijn.
A A N W I J Z I N G
Het zendvermogen van de IR-zender is voldoende om de afgedekte operatietafel ook vanaf een grotere afstand te kunnen verstellen. Als ondanks een ingedrukte toets de gewenste verstelling van de operatietafel niet wordt uitgevoerd, moet u de richting van de IR-zender of de positie iets aanpassen. In een dergelijk geval kan de IR-ontvanger aan het voetstuk worden afgeschermd (bijvoorbeeld door een persoon).
Met het menupunt Bediening operatietafel kunnen de volgende operatietafels in TEGRIS worden geïntegreerd en bediend:
• MAGNUS (1180.01XX)
• OTESUS (1160.01XX)
• ALPHAMAQUET (1150.01XX / 1150.02XX)
• YUNO OTN (1433.01XX)
• YUNO II (1433.02XX)
• BETASTAR (1131.12XX)
• ALPHASTAR (1132.11XX / 1132.12XX / 1132.13XX / 1132.17XX / 1132.21XX / 1132.22XX)
• ALPHAMAXX (1133.12XX / 1133.22XX)
• MEERA (7200.01XX)
• MEERA CL (7000.01XX)
• MEERA ST (7100.01XX)
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
145 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7.1
Overzicht menu: Bediening operatietafel
2
5
4
3
1
6.7.2
Fig. 161: Overzicht menu: Bediening operatietafel
1 Vrijgave
2 Bedieningsapparaat operatietafel
3 IR-code instellen
4 Operatietafel selecteren / weergave operatietafelmodel
5 Veiligheidsinstructie
IR-code instellen
1
5
Fig. 162: IR-code instellen
In het submenu IR-Code wordt de IR-code van de operatietafel ingesteld. Door de elektronische codering wordt de bediening van de operatietafel eenduidig aan een operatietafel toegekend. De IR-code van de operatietafel kan op het voetstuk van de operatietafel en bij de MAGNUS operatietafel op het display van de originele afstandsbediening worden afgelezen.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
Werkwijze:
1. Raak IR-code instellen 1 aan.
Ø Het submenu IR-code instellen wordt geopend.
146 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
2
3
Fig. 163: Toetsenbord: IR-code instellen
4
2. Voer de twee tekens van de IR-code van de operatietafel in m.b.v. de knoppen 1 - F
2 .
Ø De IR-code wordt op het display 3 weergegeven.
3. Raak de enter-toets 4 aan.
Ø De IR-code wordt overgenomen.
Ø Het submenu IR-code instellen wordt aangesloten.
4. Controleer, door het aanraken van een knop (bijv. Patiënt omhoog 5 ) of de IRcode en operatietafel bij elkaar passen.
Ø De operatietafel voert de betreffende verstelling uit.
Ø De operatietafel is bedrijfsklaar.
Speciale knoppen in het submenu IR-code instellen
2
1
3
Invoer wissen
1. Raak Invoer wissen 1 aan.
Ø De invoer op het display 2 wordt verwijderd.
Code wissen
1. Raak Code wissen 3 aan.
Ø De actuele code wordt verwijderd.
Ø De nieuwe code kan worden ingevoerd.
Fig. 164: Speciale knoppen in het submenu IRcode instellen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
147 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7.3
Operatietafel selecteren
A A N W I J Z I N G
Zowel de operatietafel MEERA (7200.01XX) als ook MEERA CL (7000.01XX) en
MEERA ST (7100.01XX) kunnen via de knop MEERA worden geselecteerd.
A A N W I J Z I N G
Zowel de operatietafel YUNO OTN (1433.01XX) als ook de operatietafel YUNO II
(1433.02XX) kunnen via de knop YUNO worden geselecteerd.
1
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Operatietafel selecteren 1 aan.
Ø De dropdownlijst met operatietafels wordt weergegeven.
2. Raak de gewenste operatietafel aan.
Ø De operatietafel is geselecteerd, de gebruikersinterface van de operatietafel wordt weergegeven.
6.7.4
Fig. 165: Operatietafel selecteren
Bediening operatietafel vrijgeven
A A N W I J Z I N G
Meteen na het openen van de operatietafelbediening wordt de bediening van de operatietafel vrijgegeven. Na afloop van een vast ingestelde tijd zonder handeling wordt de bediening van de operatietafel weer geblokkeerd. Met de knop Vrijgave kan de bediening van de operatietafel steeds voor ca. 10 seconden worden vrijgegeven.
148 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
Werkwijze:
1. Raak Vrijgave 1 aan.
Ø De bediening van de operatietafel wordt voor ca. 10 seconden vrijgegeven.
2. Raak de gewenste knoppen aan.
Ø De functie wordt uitgevoerd.
1
6.7.5
Fig. 166: Bediening operatietafel vrijgeven
Menupunt: bediening operatietafel MAGNUS
A A N W I J Z I N G
De volgende functies van het bedieningsapparaat zijn niet in het submenu
Bediening operatietafel MAGNUS geïntegreerd:
• Weergave van de statusbalk (bijv. patiëntoriëntatie)
• Weergave van de patiëntpositionering
• Weergave bedieningsinstructies en statusmeldingen
• Speciale bedieningsfuncties (bijv. patiëntpositionering, blokkering operatietafel).
Om voornoemde functies weer te geven en uit te voeren, moet altijd een bedieningsapparaat van de operatietafel beschikbaar zijn.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
149 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
5
4
2
3
1
6.7.5.1
Fig. 167: Overzicht menupunt Bediening operatietafel MAGNUS
1 Vrijgave
2 Submenu openen
3 Submenu Menufuncties
4 Submenu IR-code instellen
5 Submenu Operatietafel selecteren
6 Veiligheidsinstructie
Omschakelen beenzijde
1
2
3
6
5
4
Met de knoppen Omschakelen beenzijde kan de verstelmodus van het beenplaatpaar worden vastgelegd.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
• Een operatietafel MAGNUS is geselecteerd.
Omschakelen rechter beenzijde
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Omschakelen rechter beenzijde
2 aan.
Ø De status-led rechter beenzijde 3 brandt.
Fig. 168: Omschakelen beenzijde
150 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
6.7.5.2
Omschakelen linker beenzijde
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Omschakelen linker beenzijde 2 aan.
Ø De status-led linker beenzijde 5 brandt.
Omschakelen beide beenzijden
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Omschakelen beide beenzijden 6 aan.
Ø De status-led rechter beenzijde 3 brandt.
Ø De status-led linker beenzijde 5 brandt.
Submenu: menufuncties operatietafel MAGNUS
3
2
1
Fig. 169: Submenu: menufuncties operatietafel
MAGNUS
In het submenu Menufuncties 1 zijn verschillende bedieningsfuncties van de operatietafel geïntegreerd. Het submenu
Menufuncties wordt met Menu openen 2 geopend of gesloten.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
• De operatietafel MAGNUS is geselecteerd.
Werkwijze:
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: Raak Vrijgave 3 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Menu openen 2 aan.
Ø Het submenu Menufuncties wordt geopend en de bedieningsfuncties van het submenu zijn actief.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
151 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7.6
3. Raak de gewenste bedieningsfunctie aan en houd deze aan tot de gewenste positie is bereikt.
Ø De bedieningsfunctie wordt uitgevoerd.
4. Raak Menu openen 2 aan.
Ø Het submenu Menufuncties wordt gesloten.
Menupunt: bediening operatietafel OTESUS
A A N W I J Z I N G
De volgende functies van het bedieningsapparaat zijn niet in het submenu
Bediening operatietafel OTESUS geïntegreerd:
• Weergave van de statusbalk (bijv. patiëntoriëntatie)
• Weergave bedieningsinstructies en statusmeldingen
• Speciale bedieningsfuncties (bijv. blokkering operatietafel).
Om voornoemde functies weer te geven en uit te voeren, moet altijd een bedieningsapparaat van de operatietafel beschikbaar zijn.
7
6
5
2
3
2
4
152 / 204
1
Fig. 170: Overzicht: Menupunt Bediening operatietafel OTESUS
1 Vrijgave
2 Bladeren operatietafelposities
3 Operatietafelposities
4 Weergave IR-code
5
6
7
Submenu
Submenu
IR-code instellen
Operatietafel selecteren
Veiligheidsinstructie
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Knop
1
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
2
Operatietafelposities
Positie BEACH CHAIR 1
Positie BACK HORIZONTAL 2
1 2
Positie FLEX 1
Positie REFLEX 2
1 2
Dwarsverstelling naar rechts 1
Dwarsverstelling naar links 2
1
1
2
Ligposities (niet in TEGRIS geïntegreerd) 1
Onderzoekspositie 2
2
Transferpositie CT 1 in combinatie met transferligvlak
Transferpositie MRI 2 in combinatie met transferligvlak
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
153 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7.6.1
Operatietafelposities instellen
2
3
Fig. 171: Operatietafelposities
1
De operatietafelposities 1 zijn in TEGRIS ge-
ïntegreerd en kunnen via de knoppen
Bladeren operatietafelposities 2 worden weergegeven en geselecteerd.
Voorwaarden:
• Menu Directe toegang > Bediening operatietafel is geopend.
• De operatietafel OTESUS is geselecteerd.
Operatietafelposities instellen
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: Raak Vrijgave 3 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Bladeren operatietafelposities 2 zo lang aan tot de gewenste operatietafelpositie wordt weergegeven.
3. Raak de gewenste operatietafelpositie aan en houd deze aan tot de gewenste positie is bereikt.
Ø De verstelling van de operatietafel wordt uitgevoerd.
154 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
6.7.7
Menupunt: bediening operatietafel ALPHAMAQUET
3
2
5
4
1
6.7.7.1
Fig. 172: Menupunt: Bediening operatietafel ALPHAMAQUET
1
2
Vrijgave
Submenu IR-code instellen
3 Submenu Operatietafel selecteren
4 Weergave IR-code
5 Veiligheidsinstructie
Beenplaat links / rechts afzonderlijk verstellen
1
4
2
3
5
Fig. 173: Beenplaat links / rechts afzonderlijk verstellen
Met links 2 en rechts 3 kan de linker of rechter beenplaat afzonderlijke worden versteld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
• Een operatietafel ALPHAMAQUET is geselecteerd.
Werkwijze:
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak links 2 of rechts 3 aan.
Ø De linker of rechter beenplaat wordt geselecteerd en op het touchscreen via de geactiveerde knop links of rechts weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
155 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7.8
3. Raak Beenplaten omlaag 4 of
Beenplaten omhoog 5 aan.
Ø De geselecteerde beenplaat wordt omlaag of omhoog gezet.
Menupunt: Bediening operatietafel YUNO
6
5
4
2
3
1
Fig. 174: Menupunt: Bediening operatietafel YUNO
1 Vrijgave
2 Menu openen
3 Submenu Menufuncties
4 Submenu IR-code instellen
5 Submenu Operatietafel selecteren
6 Veiligheidsinstructie
156 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
6.7.8.1
Omschakelen beenzijde
2
3
6
5
4
1
Fig. 175: Omschakelen beenzijde
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
Met Omschakelen beenzijde kan de verstelmodus van het beenplaatpaar worden vastgelegd.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
• Via het submenu Operatietafel selecteren is de operatietafel YUNO geselecteerd.
Omschakelen rechter beenzijde
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Omschakelen rechter beenzijde
2 aan.
Ø De status-led rechter beenzijde 3 brandt.
Omschakelen linker beenzijde
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Omschakelen linker beenzijde 2 aan.
Ø De status-led linker beenzijde 5 brandt.
Omschakelen beide beenzijden
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Omschakelen beide beenzijden 6 aan.
Ø De status-led rechter beenzijde 3 brandt.
Ø De status-led linker beenzijde 5 brandt.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
157 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6.7.8.2
Submenu: menufuncties operatietafel YUNO
3
2
1
Fig. 176: Submenu: menufuncties operatietafel
YUNO
In het submenu Menufuncties 1 zijn verschillende bedieningsfuncties van de operatietafel geïntegreerd. Het submenu
Menufuncties wordt met de knop Menu openen 2 geopend of gesloten.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
• Via het submenu Operatietafel selecteren is de operatietafel YUNO geselecteerd.
Submenu Menufuncties openen/sluiten
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: Raak Vrijgave 3 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak Menu openen 2 aan.
Ø Het submenu Menufuncties wordt geopend en de bedieningsfuncties van het submenu zijn actief.
3. Raak de gewenste bedieningsfunctie aan en houd deze aan tot de gewenste positie is bereikt.
Ø De bedieningsfunctie wordt uitgevoerd.
4. Raak Menu openen 2 aan.
Ø Het submenu Menufuncties wordt gesloten.
158 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
6.7.9
Menupunt: bediening operatietafel ALPHAMAXX
3
2
4
5
1
6.7.9.1
Fig. 177: Overzicht: menupunt Bediening operatietafel ALPHAMAXX
1
2
Vrijgave
Submenu IR-code instellen
3 Submenu Operatietafel selecteren
4 Veiligheidsinstructie
5 Weergave IR-code
Beenplaat links / rechts afzonderlijk verstellen
2
4
1
3
5
Fig. 178: Beenplaat links / rechts afzonderlijk verstellen
Met links 2 en rechts 3 kan de linker of rechter beenplaat afzonderlijke worden versteld.
Voorwaarden:
• Het menu Bediening operatietafel is geopend.
• Via het submenu Operatietafel selecteren is de operatietafel ALPHA-
MAXX geselecteerd.
Werkwijze:
1. Bij vergrendeling van de gebruikersinterface: raak Vrijgave 1 aan.
Ø De knoppen worden ca. 10 seconden lang vrijgegeven.
2. Raak links 2 of rechts 3 aan.
Ø De linker of rechter beenplaat wordt geselecteerd en op het touchscreen via de geactiveerde links of rechts weergegeven.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
159 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
3. Raak Beenplaten omlaag 4 of
Beenplaten omhoog 5 aan.
Ø De geselecteerde beenplaat wordt omlaag of omhoog gezet.
6.7.10
Menupunt: bediening operatietafel ALPHASTAR
4
3
2
5
1
Fig. 179: Overzicht: menupunt Bediening operatietafel ALPHASTAR
1 Vrijgave
2 Submenu IR-code instellen
3 Submenu Operatietafel selecteren
4 Veiligheidsinstructie
5 Weergave IR-code
160 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
6.7.11
Menupunt: bediening operatietafel BETASTAR
4
3
2
5
1
6.7.12
Fig. 180: Overzicht: menupunt Bediening operatietafel BETASTAR
1
2
Vrijgave
Afbeelding afstandsbediening BETASTAR
3 Submenu IR-code instellen
4 Submenu Operatietafel selecteren
5 Veiligheidsinstructie
Menupunt: bediening operatietafel MEERA
A A N W I J Z I N G
De volgende functies van het bedieningsapparaat zijn niet in het Bediening operatietafel MEERA geïntegreerd:
• Weergave van de statusbalk (bijv. patiëntoriëntatie)
• Weergave bedieningsinstructies en statusmeldingen
Gebruik het bedieningsapparaat van de operatietafel om de functies weer te geven en uit te voeren.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
161 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
4
3
2
5
1
Fig. 181: Overzicht: menupunt Bediening operatietafel MEERA
1 Vrijgave
2 Afbeelding bedieningsapparaat MEERA
3 Submenu IR-code instellen
4 Submenu Operatietafel selecteren
5 Veiligheidsinstructie
162 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Menu: Directe toegang
Menupunt: Bediening operatietafel
6
6.7.13
Stop-schakelaar
A A N W I J Z I N G
Met de stop-schakelaar kan een verstelling van de operatietafel direct worden gestopt.
De functie van de stop-schakelaar dient wekelijks te worden gecontroleerd.
A A N W I J Z I N G
Wanneer de aansluitkabel van de in het touchscreen geïntegreerde stop-schake-
Pagina 164] of van de IR-zender [ 8 Pagina 43] niet is aan-
gesloten of wanneer de stop-schakelaar is ingedrukt, verschijnt er een aanwijzing op het touchscreen met het verzoek de stekker in te steken of de stop-schakelaar te ontgrendelen, nadat de gevaarlijke situatie is verholpen.
A A N W I J Z I N G
Een touchscreen mag uitsluitend met de stop-schakelaar worden bediend. Bij meer dan een touchscreen moet elk touchscreen van een stop-schakelaar zijn voorzien.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
163 / 204
6 Menu: Directe toegang
Menupunt: External Application Integration
6.8
6.8.1
1
Fig. 182: Stop-schakelaar
De stop-schakelaar (1703.72A0) is in het touchscreen geïntegreerd. Is het touchscreen in de wand ingebouwd, dan ligt de stop-schakelaar (1703.72B0) direct naast het touchscreen in de wand. De werkwijze wordt aan de hand van een in het touchscreen geïntegreerde stop-schakelaar toegelicht.
Stop-schakelaar activeren
1. druk op de stop-schakelaar 1 .
Ø De verstelling van de operatietafel wordt gestopt.
Ø De bediening van de operatietafel wordt vergrendeld.
Ø De stop-schakelaar is vergrendeld en blijft actief.
Ø Op het touchscreen verschijnt de melding dat de stop-schakelaar is vergrendeld.
Stop-schakelaar ontgrendelen
1. Zorg ervoor dat de gevaarlijke situatie is beëindigd.
2. Ontgrendel de stop-schakelaar 1 door hem naar rechts te draaien.
Ø De operatietafel kan weer via het touchscreen worden bediend.
Menupunt: External Application Integration
Met de module [External Application Integration] is het mogelijk om toegang te krijgen tot de gebruikersinterface van een externe website of webapplicatie.
Neem voor informatie over verdere functies van de applicaties de gebruiksaanwijzing van de betreffende applicatie in acht.
Overzicht: External Application Integration
A A N W I J Z I N G
De tools die in het menupunt External Application Integration worden weergegeven, zijn afhankelijk van de configuratie.
De volgende afbeeldingen gaan over het voorbeeld Getinge T-DOC.
A A N W I J Z I N G
Afhankelijk van de betreffende systeemconfiguratie worden niet alle toetscombinaties of soorten gegevensoverdracht ondersteund.
164 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
1
Menu: Directe toegang
Menupunt: External Application Integration
6
2
6.8.2
Fig. 183: Overzicht: [External Application Integration]
1 Tabblad met beschikbare applicaties
(afhankelijk van configuratie)
2 Geselecteerde applicatie
Schermvullende weergave activeren/deactiveren
Schermvullende weergave activeren
1. Raak Volledig scherm activeren 1 aan.
Ø De applicatie wordt op het gehele scherm weergegeven.
1
Fig. 184: Schermvullende weergave activeren
1
Schermvullende weergave deactiveren
1. Raak Volledig scherm deactiveren 1 aan.
Ø De applicatie wordt weer binnen het
TEGRIS-oppervlak weergegeven.
Fig. 185: Schermvullende weergave deactiveren
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
165 / 204
7 Streaming-client
Streaming-client starten
7
7.1
Streaming-client
A A N W I J Z I N G
Met de streaming-client kan alleen het videosignaal worden ontvangen dat op het operatiesysteem is geselecteerd.
A A N W I J Z I N G
Wordt er na het tot stand brengen van de verbinding geen videosignaal via de streaming-client ontvangen, dan is de video-overdracht van TEGRIS gedeactiveerd of is er geen videobron aangesloten.
A A N W I J Z I N G
Om een optimale videotransmissie te waarborgen kan het, afhankelijk van het prestatievermogen van de standaardcomputer, nodig zijn geopende applicaties op de standaardcomputer te sluiten.
A A N W I J Z I N G
Het gebruikersadres moet in de lijst zijn aangelegd. De gebruikers en autorisaties worden door de geautoriseerde servicetechnicus op het telemedicine systeem aangelegd. Alleen geautoriseerde gebruikers hebben toegang tot het telemedicine systeem.
Via de streaming-client kan de gebruiker het geactiveerde video- en audio-ingangssignaal van de operatiekamer van TEGRIS ontvangen. Voor de mondelinge communicatie heeft u een microfoon en actieve luidsprekers nodig.
Als streaming-client wordt de kosteloze software VLC Media Player 2.0 gebruikt.
Streaming-client starten
Fig. 186: Startbeeldscherm streaming-client
Streaming-client starten
1. Dubbelklik op het bureaublad op het icoontje van de koppeling van de streaming-client.
of
2. Druk op Start in de taakbalk van Windows.
3. Selecteer Alle programma's .
4. Selecteer de VLC Media Player.
Ø De streaming-client start.
Ø Het startbeeldscherm verschijnt.
166 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Streaming-client
Streaming-client instellen
7
7.2
Streaming-client instellen
Fig. 187: Netwerkstream openen
1
2
Voorwaarden:
• De streaming-client is gestart.
• Het IP-adres is bekend.
(Informatie over het IP-adres krijgt u van uw netwerk- of IT-beheerder.)
Netwerkstream openen
1. Raak in het menu [Media] het menu-item
[Netwerkstream openen...] aan.
Ø Het venster met instellingen wordt weergegeven.
Netwerkstream instellen
1. Raak het tabblad Netwerk 1 aan.
2. Voer het IP-adres in 2 .
3. Activeer Meer opties weergeven 3 .
4. Waarde voor caching 4 invoeren
(advies: 300 - 1000 ms).
3
4
Fig. 188: Streaming-client instellen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
167 / 204
7 Streaming-client
Netwerkstreaming starten
7.3
Netwerkstreaming starten
Voorwaarden:
• De streaming-client is gestart.
• Het tabblad Netwerk is geopend.
Netwerkstream starten
1. Raak Weergave 1 aan.
Ø Netwerkstreaming wordt gestart.
Fig. 189: Netwerkstreaming starten
1
168 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Reiniging en desinfectie
Algemene informatie
8
8
8.1
Reiniging en desinfectie
Het product moet na elk gebruik worden gereinigd en desinfecterend worden behandeld. Het product kan door afvegen worden gedesinfecteerd.
Het product kan als onkritisch medisch product zonder verhoogde eisen ten aanzien van de behandeling worden geclassificeerd.
Algemene informatie
G E V A A R !
Gevaar door verkeerde hantering van reinigings- en desinfecteermiddelen!
• Laat het totale reinigingsproces alleen uitvoeren door gekwalificeerd geschoold personeel.
• Informatie met betrekking tot concentratie, temperatuur evenals contact- en droogtijden vindt u bij de instructies van de fabrikant van het betreffende reinigings- en desinfecteermiddel.
• Neem de actueel geldende nationale en internationale bepalingen ten aanzien van de hygiëne binnen de medische sector in acht.
• Neem de reinigings- en hygiënevoorschriften van het ziekenhuis in acht.
G E V A A R !
Infectierisico!
Resten op het product (bijv. bloed, secreten enz.) kunnen een reglementaire desinfectie verhinderen.
• Grove verontreinigingen van het product kunnen direct met geschikte niet-fixerende middelen worden verwijderd.
• Stem de reinigingsmiddelen op de desinfecteermiddelen af (evt. gecombineerde middelen) om wisselwerkingen te voorkomen.
G E V A A R !
Infectiegevaar!
Het product kan gecontamineerd zijn.
• Draag bij het reinigen en desinfecteren altijd handschoenen.
• Neem indien nodig verdere veiligheidsmaatregelen.
G E V A A R !
Levensgevaar door elektrische schok!
• Zorg ervoor dat vóór de reiniging en desinfectie de netverbinding gescheiden is.
• Zorg ervoor dat er geen vloeistof in spanningvoerende onderdelen kan binnendringen.
G E V A A R !
Kans op explosie!
Alcoholhoudende middelen vormen een ontvlambaar mengsel dat bij hoogfrequentie-toepassingen kan leiden tot explosies. Vóór gebruik moeten de reinigings- en desinfecteermiddelen afgedroogd zijn.
Zorg ervoor dat zich bij een hoogfrequentie-toepassing geen alcoholische resten op het product bevinden.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
169 / 204
8 Reiniging en desinfectie
Algemene informatie
W A A R S C H U W I N G !
Letselrisico!
Bij het gebruik van ongeschikte reinigings- en desinfecteermiddelen kunnen de antistatische eigenschappen evenals het elektrische afleidende vermogen van het product verloren gaan die voor de normatief vereiste voorkoming van elektrostatische ladingen nodig is.
Gebruik alleen reinigings- en desinfecteermiddelen van de vermelde bestanddelengroepen.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade door ondeskundige reiniging en desinfectie!
• Informatie van de fabrikant met betrekking tot de concentratie van de reinigings- en desinfecteermiddel in acht nemen
• Voer na elke reiniging en desinfectie visuele en functionele controles uit.
8.1.1
Geen machinale behandeling
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade!
Voer de reiniging /desinfectie niet machinaal uit!
170 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Reiniging en desinfectie
Reinigings- en desinfecteermiddelen
8
8.2
8.2.1
8.2.2
8.2.3
Reinigings- en desinfecteermiddelen
Toepasbare reinigingsmiddelen
De reinigingsmiddelen moeten op de compatibiliteit met de gebruikte desinfecteermiddelen worden afgestemd. Het gebruik van fixerende werkzame stoffen tijdens het reinigingsproces zoals alcohol of aldehyde moet worden voorkomen.
Er mag gebruik worden gemaakt van reinigingsmiddelen met de volgende eigenschappen:
• Zwak alkalisch
• tensiden en fosfaten als reinigingsactieve componenten
Toepasbare desinfecteermiddelen
Voor het handmatig desinfecteren mogen uitsluitend desinfecteermiddelen voor oppervlakken worden gebruikt op basis van de volgende werkzame combinaties:
Bestanddelengroep
Aldehyde
Aminozuur
Oxidatiemiddel
Quartaire ammoniumverbindingen
Tab. 9:
Werkzame bestanddelen
Glutaaral, methylchloorisothiazolinon (5-chloor-2-methyl-2H-isothiazolin-3-on), methylisothiazolinon (2-methyl-2H-isothiazolin-3-on)
GlucoprotamineTM
Waterstofperoxide, perazijnzuur
Alkyl(C12-16)dimethylbenzylammoniumchloride (ADBAC/ BKC
(C12-16)), polyhexamethyleenbiguanide (monomeer: 1,5-bis(trimethyleen)guanylguanidine-monohydrochloride) (PHMB), benzalkoniumchloride (benzalkonium chloride), didecyldimethylammoniumchloride (didecyl dimethyl ammonium chloride)
Werkzame stoffen desinfecteermiddelen
Niet te gebruiken producten/substanties
De volgende producten/substanties mogen voor het reinigen en desinfecteren niet worden gebruikt:
• middelen op alcoholbasis (bijv. desinfecteermiddelen voor handen en huid)
• halogeniden (bijv. fluoride, chloride, bromide, jodide)
• halogeen afsplitsende verbindingen (bijv. fluor, chloor, broom, jood)
• producten die krassen maken op het oppervlak (bijv. schuurmiddelen, draadborstels, staalwol, ijzerhoudende reinigingssponzen)
• in de handel gebruikelijke oplosmiddelen (bijv. benzine, verdunners)
• ijzerhoudend water
• zuurhoudende producten (bijv. zoutzuur)
• keukenzoutoplossingen
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
171 / 204
8 Reiniging en desinfectie
Handmatige behandeling Tegris-systeem en toebehoren
8.3
Handmatige behandeling Tegris-systeem en toebehoren
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade door onjuiste reiniging/zuivering!
Gebruik voor de behandeling van het product zachte, niet pluizende doeken.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade door onjuiste reiniging!
Spuit reinigingsmiddelen niet direct in voegen of spleten en gebruik geen hogedruk-/stoomreiniger!
8.3.1
8.3.2
8.3.3
8.3.4
8.3.5
Reiniging vooraf
Bij sterke verontreinigingen adviseren wij om het product vooraf met niet-fixerende middelen te reinigen.
Indien nodig moeten de volgende maatregelen worden genomen:
1. Verwijder verontreinigingen met een zwak alkalisch reinigingsmiddel en een zachte, niet pluizende doek.
2. Reinig het product daarna grondig met een zachte, niet pluizende doek die met schoon water bevochtigd is.
Desinfectie
1. Kies volgens de richtlijnen een geschikt desinfecteermiddel.
2. Gebruik de door de fabrikant van het desinfecteermiddel aangegeven concentratie voor een reglementaire desinfectie.
3. Veeg het product grondig af met een zachte, niet pluizende doek die met desinfecteermiddel bevochtigd is.
4. Zorg ervoor dat het product ontdaan is van verontreinigingen.
Drogen
Bij het desinfecteren door middel van vegen, zijn er geen maatregelen ten aanzien van het drogen vereist omdat overtollig desinfecteermiddel verdampt.
1. Neem de door de fabrikant van het desinfecteermiddel voorgeschreven droogtijd in acht.
Controle
1. Voer visuele en functionele controles uit.
Microfoons
Als alternatief voor het wissend desinfecteren kunnen microfoons met een steriele hoes worden beschermd. Dit kan echter de opnamekwaliteit negatief beïnvloeden.
172 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Reiniging en desinfectie
Behandeling monitors van andere fabrikanten
8
8.4
8.4.1
8.4.2
Behandeling monitors van andere fabrikanten
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade door onjuiste reiniging/zuivering!
Gebruik voor de behandeling van het product zachte, niet pluizende doeken.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade door onjuiste reiniging!
Spuit reinigingsmiddelen niet direct in voegen of spleten en gebruik geen hogedruk-/stoomreiniger!
In combinatie met Tegris worden (touch)screens van andere fabrikanten gebruikt die afwijkend van het Tegris-systeem worden behandeld. Neem voor meer informatie de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van de betreffende monitor in acht.
Fabrikant Barco
Monitor reinigen
1. Verwijder verontreinigingen zoals stof, vingerafdrukken of vetvlekken met een zachte, vochtige doek en eventueel een beetje schoonmaakmiddel.
2. Waterdruppels moeten meteen worden verwijderd.
Mogelijke schoonmaakoplossingen
• Isopropylalcohol 70%
• Ammonia 1.6%
• Cidex® (gluteraldehydeoplossing 2.4%)
• Natriumhypochloriet (bleek), 10%
• "Groene zeep" (USP)
• Chloorhexidine 0.5% in isopropylalcohol 70%
• Soortgelijke producten zoals Cleansafe® reinigingsvloeistof
• Surfanios
• Bacillol AF
Fabrikant Rein Medical
VIEWPORT reinigen
1. Verwijder oppervlakkige verontreinigingen met een allesreiniger.
VIEWPORT desinfecteren
1. Desinfecteer de oppervlakken van de VIEWPORT door middel van sproei-wisdesinfectie.
2. Laat het desinfecteermiddel minstens 5 minuten inwerken.
Bij bijzonder hardnekkige verontreiniging kan het desinfecteermiddel tot wel een uur inwerken.
Rein Medical adviseert de volgende desinfecteermiddelen op alcoholische basis:
• Terralin liquid® voor een snelle desinfectie (inwerktijd 30 seconden)
• Terralin protect® voor een oppervlaktedesinfectie (inwerktijd 10 minuten)
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
173 / 204
8 Reiniging en desinfectie
Behandeling monitors van andere fabrikanten
8.4.3
Fabrikant Canvys
G E V A A R !
Levensgevaar door elektrische schok!
• Zorg ervoor dat vóór de reiniging en desinfectie de netverbinding gescheiden is.
• Zorg ervoor dat er geen vloeistof in spanningvoerende onderdelen kan binnendringen.
• veeg het LCD-gedeelte van de monitor af zonder veel druk uit te oefenen, omdat anders het oppervlak kan worden vervormd of zelfs erg beschadigd raakt.
• Gebruik voor het reinigen van de behuizing geen verdunmiddel, benzine en alcohol omdat deze tot voortijdige slijtage van het materiaal kunnen leiden.
Monitor reinigen
1. Verwijder verontreinigingen zoals stof, vingerafdrukken of vetvlekken met een zachte, vochtige doek en eventueel een beetje schoonmaakmiddel (bijv. alcohol 95%).
2. Waterdruppels moeten meteen worden verwijderd.
174 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Instandhouding
Visuele en functionele controle
9
9
9.1
Instandhouding
Visuele en functionele controle
Voor een correcte werking is het noodzakelijk om de visuele en functionele controles vóór elk gebruik door een geïnstrueerd persoon te laten uitvoeren.
Het is raadzaam om het resultaat van de visuele en functionele controles met datum en handtekening van de controleur te documenteren. De volgende tabel kan als voorbeeld worden gebruikt.
Voorstel:
Nr.
Controle
1 Is het product niet overeenkomstig de hygiënerichtlijnen gereinigd en gedesinfecteerd?
Gebreken aanwezig
□ 1. Gebruik het product niet meer.
2. Product overeenkomstig de voorschriften reinigen en desinfecteren.
Geen gebreken
□
Opmerking:
2 Is de isolatie van de elektrische kabels beschadigd?
□ 1. Gebruik het product niet meer.
2. Door Getinge geautoriseerde service in kennis stellen.
Opmerking:
□
□ 3 Is niet de juiste gebruiker in Tegris aangemeld?
Opmerking:
□ 1. Meld de juiste gebruiker in
4 Is niet de juiste patiënt/het juiste lokaal onderzoek geselecteerd?
□ 1. Selecteer het juiste lokale
Alternatief:
1. Maak een nieuw lokaal on-
Opmerking:
5 (plaats voor meer controles) □ 1.
□
□
Opmerking:
Tab. 10: Visuele en functionele controle
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
175 / 204
9 Instandhouding
Storingen en het verhelpen ervan
9.2
Storingen en het verhelpen ervan
Nr.
Storing
1 Op de lokale monitor wordt geen of een slechte video weergegeven.
Opmerking
1. Controleer of de aangesloten videobronnen zijn ingeschakeld.
2. Controleer de kabelverbinding naar de geactiveerde video-ingang aan de monitor.
3. Verbind, om TEGRIS te controleren, de monitor direct met de camera.
Ø Wordt de video correct weergegeven, dan moet de vertegenwoordiger van Maquet worden ingelicht.
2 Bij het oproepen van de live-video loopt de internet Explorer vast.
1. Stel de kleurdiepte van de grafische kaart in op 16 bit Highcolor.
3 Het audiosignaal van de operatiekamer wordt niet ontvangen, of het operatieteam kan u niet horen.
1. Verzeker u ervan dat de microfoon van TE-
GRIS is ingeschakeld en wordt gebruikt.
2. Verzeker u ervan dat de microfoon van de client functioneert.
3. Verzeker u ervan dat het volume van de touchscreen-interface is ingeschakeld.
4 Het verlichte veld netspanning brandt niet.
1. Controleer of de netschakelaar aan de achterkant van het BASE SYSTEM is ingeschakeld.
2. Controleer of de netstekker aan de achterkant van het BASE SYSTEM correct is gekoppeld.
5 De softwaretoepassing reageert niet op de bediening op het touchscreen of werkt niet correct.
Eventueel wordt op de achtergrond op het beeldscherm een foutmelding weergegeven.
1. Sluit op het touchscreen open menuvensters of verschuif deze.
Ø De foutmelding wordt zichtbaar.
2. Bevestig de foutmelding.
Ø De softwaretoepassing kan weer worden bediend.
of
1. Er wordt geen foutmelding weergegeven:
Start de software opnieuw op.
Is de fout nog steeds niet verholpen, neem dan contact op met de service.
176 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Instandhouding
Storingen en het verhelpen ervan
9
Nr.
Storing
6 Het hoofdsoftwaresysteem zendt patiëntengegevens met een patiënt-ID die in TEGRIS al bestaat.
Opmerking
TEGRIS controleert patiënten-ID's met elkaar en geeft bij meervoudig bestaande ID's een melding weer:
1. Raak de patiënt-ID die moet worden overgenomen in de weergegeven lijst aan.
2. Raak de knop OK aan.
Ø De melding wordt gesloten.
Ø De patiënt-ID wordt overgenomen.
Ø In de meldingsregel van de gebruikersinterface wordt een bevestiging weergegeven.
3. Raak de knop Annuleren aan om de melding te annuleren.
Ø De melding wordt gesloten.
Ø In de meldingsregel van de gebruikersinterface wordt een melding weergegeven dat de gebruiker de actie heeft afgebroken.
7 Het hoofdsoftwaresysteem zendt patiëntengegevens aan TEGRIS, terwijl een patiëntendossier in TEGRIS geopend is.
TEGRIS geeft een melding weer of het geopende patiëntendossier moet worden gesloten.
1. Raak de knop OK aan om het geopende pati-
ëntendossier te sluiten.
Ø De melding wordt gesloten.
Ø Het patiëntendossier wordt gesloten.
Ø In de meldingsregel van de gebruikersinterface wordt een bevestiging weergegeven.
2. Raak de knop Annuleren aan om de melding te annuleren.
Ø De melding wordt gesloten.
Ø In de meldingsregel van de gebruikersinterface wordt een melding weergegeven dat de gebruiker de actie heeft afgebroken.
8 Er zijn thans geen operatielampen verbonden.
Als Tegris opnieuw wordt, verschijnt de melding dat er thans geen operatielampen verbonden zijn.
1. Controleer of de FIBOX gestart is.
2. Druk op de knop Opnieuw verbinden .
Ø De verbinding met de operatielamp wordt tot stand gebracht.
Ø De operatielamp kan worden bediend.
of
▪ FIBOX is gestart en er kan geen verbinding met de operatielamp tot stand worden gebracht: neem contact op met de service.
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
177 / 204
9 Instandhouding
Netzekeringen vervangen (1705.06A0)
9.3
9.4
Netzekeringen vervangen (1705.06A0)
3
G E V A A R !
Levensgevaar!
Elektrische schok!
Vóór het openen van de behuizing: koppel het product los van de netspanning.
V O O R Z I C H T I G !
Materiële schade!
Gebruik alleen zekeringen van het volgende type:
250 T6.3A uitschakelcapaciteit H (5 x 20 mm).
1
4
2
1. Apparaatstekker uittrekken.
2. Middelste vergrendeling 1 aan de contactdoos van het apparaat 2 voorzichtig met een kleine schroevendraaier ontgrendelen en zekeringinzetstuk 3 eruit nemen.
3. Zekeringen 4 uit het zekeringinzetstuk nemen.
4. Nieuwe zekeringen aanbrengen.
5. Zekeringinzetstuk aanbrengen.
Ø Zekeringinzetstuk vergrendelt hoorbaar.
6. De correcte zitting van het zekeringinzetstuk controleren.
Fig. 190: Zekeringen vervangen
Inspectie en onderhoud
Om de bedrijfsveiligheid van het product te behouden, dient overeenkomstig de algemeen erkende regels van de techniek een jaarlijkse inspectie te worden uitgevoerd. De inspectie omvat veiligheidscontroles.
De inspectie dient door geschoold personeel te worden uitgevoerd dat door opleiding, kennis en praktische ervaringen een correcte uitvoering van de veiligheidscontroles garandeert.
Voor het uitvoeren van de inspectie stelt Getinge op aanvraag technische informatie ter beschikking.
Om de beschikbaarheid van alle functies, het behoud en de verbetering van de gegevensbescherming evenals een lange levensduur te garanderen, adviseert Getinge om een onderhoudscontract af te sluiten. Getinge biedt hiervoor onderhoud met verschillende diensten aan incl. veiligheidsmaatregelen tegen hacker- en cyber security-aanvallen.
Het onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd door de Getinge-service of door geschoold personeel dat hiertoe door Getinge gemachtigd is. Het onderhoud dient om de 2 jaar en vanaf het vijfde jaar jaarlijks te worden uitgevoerd.
178 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Instandhouding
Reparatie
9
9.5
9.6
Reparatie
Een gebrekkig product mag niet worden gebruikt en niet zelf worden gerepareerd. Houd de volgende informatie bij de hand voor de bevoegde Getinge-vertegenwoordiging:
• beschrijving van het gebrek
• productnummer (zie typeplaatje)
• indien aanwezig: serienummer (zie typeplaatje)
• bouwjaar (zie typeplaatje)
Hotline voor Duitsland: +49 (0) 180 32 12 144
Hotlines voor andere landen vindt u op www.getinge.com.
Posities van de typeplaatjes en informatie van de fabrikant
Positie van het typeplaatje 1 aan het product.
Fig. 191: Positie typeplaatje IO-box
1
1
Positie van het typeplaatje 1 aan het product.
Fig. 192: Positie typeplaatje IR-zender
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
179 / 204
9 Instandhouding
Posities van de typeplaatjes en informatie van de fabrikant
1
De informatie van de fabrikant 1 bevindt zich in de software op het tabblad Informatie 2 in het menu Service .
Fig. 193: Informatie van de fabrikant
2
180 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Technische gegevens
Omgevingsvoorwaarden
10
10
10.1
10.2
10.3
Technische gegevens
Omgevingsvoorwaarden
Temperatuur: Transport / opslag
Temperatuur: Gebruik
Relatieve luchtvochtigheid: Transport / opslag
Relatieve luchtvochtigheid: Gebruik
Luchtdruk: Transport / opslag
Luchtdruk: Gebruik
24“ CANVYS touchscreen (1705.11A0)
Beveiliging tegen het binnendringen van vloeistoffen
IP X1 (IEC 60601-1)
Beelddiagonale
Gezichtshoek
61 cm (24“)
Horizontaal 178°/ verticaal 178°
Helderheid
Contrast
Reactietijd
Aantal kleuren
250 cd/m²
1000:1
14 ms
16,7 miljoen
Resolutie
Technologie
Gewicht
1920 x 1080 (FullHD)
PCAP
Ca. 7 kg
22“ IN-WALL Touch (1707.10A0)
Beveiliging tegen het binnendringen van vloeistoffen
IP 65 (front)
Beelddiagonale 54,7 cm (22“)
Gezichtshoek
Helderheid
Contrast
Reactietijd
Horizontaal 178°/ verticaal 178°
300 cd/m²
3000:1
18 ms
Aantal kleuren
Resolutie
Technologie
Gewicht
16,7 miljoen
1920 x 1080 (FullHD)
PCAP
Ca. 15 kg
-20 °C tot +50 °C
+10 °C tot +30 °C
10 % tot 95 %
30% tot 75%
(niet condenserend)
500 hPa tot 1060 hPa
700 hPa tot 1060 hPa
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
181 / 204
10 Technische gegevens
Elektrische gegevens IO-box (1705.06A0)
10.4
10.5
10.6
Elektrische gegevens IO-box (1705.06A0)
Aard van de bescherming tegen elektrische schokken
Opgenomen vermogen
Nominale frequentie
Nominale spanning
Beveiliging tegen het binnendringen van vloeistoffen
Veiligheidsklasse I
Max. 85 W
50 / 60 Hz
100-240 V AC
IP X0
(geen beveiliging tegen het binnendringen van vloeistoffen)
Afmetingen IO-box (1705.06A0)
Afmetingen 382 mm x 420 mm x
70 mm
Gewicht (1705.06A0)
Gewicht 6 kg
182 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Kabellengtes
11
11
11.1
11.2
11.3
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Het product is bestemd voor het gebruik in overeenstemming met de bij het beoogde gebruik vermelde omgeving. De gebruiker moet ervoor zorgen dat het product in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Kabellengtes
Er mogen alleen kabels met de volgende maximale lengte worden gebruikt:
Aanduiding
Koperkabel
Glasvezel
Kabellengte
30 m
Gebruik van langere kabels alleen na overleg met Getinge OR-Integration
200 m
Elektromagnetische emissie
Norm
Spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en uitzendingen van flikkeringen
IEC 61000-3-3
Overeenstemming
Stoorspanningen op de aansluiting van de stroomtoevoer (netgeleide emissies), elektromagnetische strooistraling (uitgestraalde emissies)
CISPR 11
Groep 1
Klasse A
Overeenstemming zonder afwijking Medische elektrische apparatuur – deel
1-2: Algemene eisen voor productveiligheid en wezenlijke prestatiekenmerken – aanvullende norm: Elektro-magnetische stoorparameters – eisen en controles
IEC 60601-1-2
Harmonische emissie
EC 61000-3-2
Overeenstemming zonder afwijking
Overeenstemming zonder afwijking
Elektromagnetische storingsbestendigheid
Controle/norm
Immuniteit tegen de ontlading van elektrostatische elektriciteit
IEC 61000-4-2
Testniveau
±8 kV contactontlading
±2 kV, ±4 kV, ±8 kV, ±15 kV luchtontlading
Immuniteit tegen hoogfrequente elektromagnetische velden
IEC 61000-4-3
3 V/m
80 MHz – 2,7 GHz
80% AM bij 1 kHz
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
183 / 204
11 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Elektromagnetische storingsbestendigheid
Controle/norm Testniveau
Immuniteit tegen nabije velden van draadloze HF-telecommunicatieapparatuur
IEC 61000-4-3 (provisorische procedure)
Testfrequentie
(MHz)
Radiocommunicatiedienst
385 TETRA 400
450
710
745
780
Modulatie
GMRS 460
FRS 460
Pulsmodulatie
18 Hz
FM
±5 kHz slag
1 kHz sinus
LTE band 13 / 17 Pulsmodulatie
217 Hz
Testniveau
(V/m)
27
28
9
810
870
930
1720
1845
1970
2450
GSM 800 / 900
TETRA 800 iDEN 820
CDMA 850
LTE band 5
GSM 1800
CDMA 1900
GSM 1900
DECT
LTE band 1 / 3 /
4 / 25
UMTS
Bluetooth
WLAN 802.11 b / g / n
RFID 2450
LTE band 7
Pulsmodulatie
18 Hz
Pulsmodulatie
217 Hz
Pulsmodulatie
217 Hz
28
28
28
Pulsmodulatie
217 Hz
9
Immuniteit tegen snelle transiënte elektrische stoorparameters/bursts – wisselspanningsnet
IEC 61000-4-4
5240
5500
5785
±2 kV
WLAN
802.11 a / n
100 kHz herhaalfrequentie
Immuniteit tegen stootspanning/surges, leiding tegen leiding – wisselspanningsnet
IEC 61000-4-5
±0,5 kV, ±1 kV
Immuniteit tegen stootspanning/surges, leiding tegen aarde – wisselspanningsnet
IEC 61000-4-5
±0,5 kV, ±1 kV, ±2 kV
184 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Elektromagnetische storingsbestendigheid
11
Controle/norm Testniveau
Immuniteit tegen netgeleide stoorparameters, geïnduceerd door hoogfrequente velden – wisselspanningsnet
IEC 61000-4-6
3 V
0,15 MHz – 80 MHz
6 V bij ISM-banden tussen 0,15 MHz – 80 MHz
80% AM bij 1 kHz
Immuniteit voor magneetvelden met energietechnische frequenties
IEC 61000-4-8
30 A/m
50 Hz
Immuniteit tegen kortstondige spanningsdalingen, onderbrekingen gedurende korte tijd en schommelingen van de voedingsspanning
IEC 61000-4-11
0% U
T
; 1/2 periode
Bij 0°, 45°, 90°, 135°, 180°, 225°, 270° en 315°
0% U
T
; 1 periode en
70% U
T
; 25/30 perioden
Eenfasig: bij 0°
0% U
T
; 250/300 perioden
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
185 / 204
12 Goedgekeurd toebehoren
New BASE SYSTEM 1705
12 Goedgekeurd toebehoren
G E V A A R !
Levensgevaarlijk!
De patiënt loopt gevaar door een verkeerde bediening.
Neem voor al het toebehoren de betreffende gebruiksaanwijzing in acht.
W A A R S C H U W I N G !
Blessurerisico door overbelasting!
De gewichtsbelasting van het product hangt af van de combinatie met de toegepaste toebehoren.
Het product met de geringste toegestane gewichtsbelasting bepaalt in combinatie met andere toebehoren de maximale gewichtsbelasting.
De gewichtsbelasting vindt u in de gebruiksaanwijzing van de toegepaste toebehoren.
G E V A A R !
Letselrisico!
Het gebruik van verkeerde onderdelen kan leiden tot lichamelijk letsel of tot uitval van de werking. Met name dan als deze niet met de vastgelegde specificaties overeenstemmen.
Gebruik alleen aanbevolen componenten en dergelijke componenten die aan de vastgelegde specificaties voldoen.
12.1
New BASE SYSTEM 1705
1705.01A0
1705.06A0
1705.20A0
TEGRIS BASE PC (HW2)
TEGRIS BASE IO-BOX (HW2)
TEGRIS BASE SOFTWARE (SW2)
Tab. 11: New BASE SYSTEM 1705
12.2
CENTRAL (SERVER) COMPONENTS
1703.05A0
1703.15A0
1705.61A0
CENTRAL USER MANAGEMENT (SW)
CENTRAL IP ASSET MANAGEMENT (SW)
HL7 INTERFACE SERVER (SW2)
Tab. 12: CENTRAL (SERVER) COMPONENTS
12.3
VIDEO OVER IP (NEXXIS)
1703.16A0
1703.51A0
1703.51E0
1703.51F0
1703.52B1
1703.53B1
IP WORKSPOT LICENSE (SW)
IP DUAL ENCODER ANA AUDIO (HW)
IP DUAL ENCODER HDMI AUDIO (HW)
IP DUAL ENCODER MNA-420 SDI (HW)
IP DUAL DECODER MNA-420 HDMI V2 (HW)
IP NETWORK SWITCH 48 PORT + 4X 40G (HW)
Tab. 13: VIDEO OVER IP (NEXXIS)
186 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
1703.54A0
1703.55A0
1703.55B0
1703.56A1
1703.56B1
1703.58A0
1703.58B0
1703.58C0
1703.59A0
1703.59B0
1703.59C0
1703.60A0
1703.60B0
1703.60C0
1703.60D0
1703.61A0
1703.62A0
1703.63G0
1703.63H0
1703.64B0
1703.65A0
1703.66A0
1703.67A0
Tab. 13: VIDEO OVER IP (NEXXIS)
IP 2ND POWER SUPPLY SWITCH (HW)
IP KIT 6X SFP+ MODULE OPTICAL (HW)
IP KIT 3X SFP+ MODULE RJ45 (HW)
IP QUAD DECODER (HW)
IP QUAD DECODER MNA-440 HDMI V2 (HW)
IP NETWORK SWITCH 10PORT (HW)
IP NETWORK SWITCH 16PORT (HW)
IP 2ND POWER SUPPLY 16 PORT SWITCH (HW)
IP QUAD ENCODER DP (HW)
IP QUAD ENCODER HDMI (HW)
IP QUAD ENCODER MNA-440 SDI (HW)
IP MOUNTING KIT VESA (HW)
IP MOUNTING KIT 19" RACK (HW)
IP MOUNTING KIT RACK MNA 200 SERIES (HW)
IP MOUNTING KIT RACK MNA 400 SERIES (HW)
IP POWER EXTENSION CABLE 10M (HW)
IP HOUSING KIT (HW)
IPCABLE QUAD LITE BREAKOUT 3M (HW)
IPCABLE QUAD LITE BREAKOUT 5M (HW)
IP OUTLET SOCKET QUAD (HW)
IP NETWORK STAR SWITCH 32 PORT 40G (HW)
IP SWITCH LINK CABLE 40G FIBER 5M (HW)
IP CENTRAL ROOM TO ROOM SERVER (HW)
12.4
MODULES (software)
1703.24A0
1703.26A0
1703.30C0
1703.32A0
1703.33A0
1703.35A0
1703.37A0
1703.38A1
1703.39A0
1703.40D0
1703.41B0
1703.42A0
1703.43A0
1703.44A0
1703.44B0
1703.46A0
1705.31A0
Tab. 14: MODULES (software)
CENTRAL USER MANAGEMENT - CLIENT (SW)
LIVE PREVIEW (SW)
VIDEO DOCUMENTATION AUTORECORDING (SW)
DICOM INTERFACE (SW)
CAMERA CONTROL (SW)
OR TABLE CONTROL (SW)
HW-BASED STREAMING (SW)
OR LIGHT CONTROL (SW)
ROOM CONTROL (SW)
REMOTE CLIENT (SW)
IP BASED PICTURE IN PICTURE (SW)
REMOTE WORKSTATION INTERFACE (SW)
PATIENT CONTEXT SHARING (SW)
VIDEO CONFERENCING (SW)
ROOM TO ROOM COMMUNICATION (SW)
EXTERNAL APPLICATION INTEGRATION (SW)
HL7 INTERFACE CLIENT (SW2)
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Goedgekeurd toebehoren
MODULES (software)
12
187 / 204
12 Goedgekeurd toebehoren
MODULES (hardware)
1705.51A0
IP RECORDNING / STRAMING (SW2)
Tab. 14: MODULES (software)
12.5
MODULES (hardware)
1703.72A0
1703.72B0
1703.73A0
1703.74A0
1703.74B0
1703.74C0
1705.81A0
EMERGENCY BUTTON (HW)
EMERGENCY BUTTON, IN-WALL (HW)
HW-BASED STREAMING (HW)
ROOM CONTROL LEVEL 1 (HW)
ROOM CONTROL LEVEL 2 (HW)
ROOM CONTROL LEVEL 3 (HW)
OR TABLE CONTROL (HW2)
Tab. 15: MODULES (hardware)
12.6
TOEBEHOREN
1707.91A0
1707.91B0
1707.91C0
1707.92D0
1707.91F0
1009.35D0
1707.93B0
1707.94A0
1707.41A0
1707.42A0
1707.43A0
1707.46A0
1707.47A0
1707.50A0
1707.51A0
1707.88B0
1707.70A0
1707.70B0
1707.71A0
1707.72A0
1009.35C0
1707.88C0
1707.73A0
1707.74A0
1707.75A0
1707.76A0
1707.77A0
1707.79A0
Tab. 16: TOEBEHOREN
ROOM CAMERA, HD
WIRELESS MICROPHONE SET (HW)
ROOM MICROPHONE SET (HW)
AUDIO INPUT PANEL AUX (HW)
AUDIO POWER AMP (HW)
LOUDSPEAKER
BOSE LOUDSPEAKER SET
REMOTE POWER SWITCH (HW)
ON-AIR LIGHT (HW)
USB 2.0 CAT-EXTENDER
POWER CABLE US/CANADA
BLURAY WRITER EXTERNAL USB
EXTERNAL POWER SUPPLY DVI-FIBER EXTENDER
RGBHV LINE AMPLIFIER
HD-SDI LINE AMPLIFIER
VIDEO LINE AMPLIFIER
AVC CONVERTER DVI - HDSDI EXTERNAL (HW)
SIGNAL SPLITTER COMPOSITE 1:5
VIDEO / VGA SPLITTER
ADAPTER CABLE 5XBNC/D-SUB 15-POLE / PAIR
Adapter RJ45 / D-SUB 9-polen (bus, stekker)
SWITCHER SDI 2X2
SWITCHER DVI 2X1
SWITCHER HDMI 4X1
REPEATER DVI
REPEATER HDMI
CONVERTER HDSDI TO HDMI
CONVERTER VGA TO HDMI
188 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
1707.55A0
1707.56A0
1707.82A0
1707.83A0
1707.84A0
1707.91D1
1707.91E1
1707.91G0
1707.60A0
1707.60B0
1707.65A0
1707.66A0
1707.95A0
1707.95B0
1707.95C0
1707.95D0
1707.95E0
Tab. 16: TOEBEHOREN
TOUCHSCREEN UNIVERSAL STAND
KEYBOARD HOLDER TOUCHSCREEN
DVI FIBER EXTENDER OPHIT PAIR 1XSC
VGA CAT EXTENDER
DVI CAT EXTENDER
SIGNAL SPLITTER DVI 1:4
SIGNAL SPLITTER HD-SDI 1:4
SIGNAL SPLITTER HDMI 1:4
PATCH PANEL FO 24X LC DUPLEX
PATCH PANEL FO 24X SC DUPLEX
ISOLATING TRANSFORMER MED 600VA 115/230V
MULTIPLE SOCKET MED 5X
HDMI MALE TO DVI FEM 0,2M
DVI MALE TO HDMI MALE 2,0M
4K HDMI MALE TO HDMI MALE 2,0M
DP MALE TO DVI FEM 0,2M
4K DP MALE TO HDMI FEM 0,2M
12.7
TOUCHSCREENS
1705.11A0
1707.10B0
1707.10B1
24" CANVYS TOUCHSCREEN
IN-WALL 22" TOUCHSCREEN
IN-WALL 22" TOUCHSCREEN NON-VARIOP
Tab. 17: TOUCHSCREENS
12.8
MONITOREN
1707.02A1
1707.18B0
1707.20A0
1707.20B0
1707.20C0
1707.21A0
1707.19A0
1707.19B0
1707.22A0
1707.22B0
1707.22C0
1707.22D0
1707.23A0
1707.24A0
1707.24C0
1707.24D0
Tab. 18: MONITOREN
VESA WALL HOLDER FOR 34"-63"
21,5'' BARCO AMM215WTD
24" MONITOR BARCO IP
24" MONITOR BARCO STD
24'' BARCO MDSC-2324 DDI
26" MONITOR BARCO IP
27" BARCO MDSC-8427 LED
27" BARCO MDSC-8427 12G
31'' MONITOR BARCO IP 4K-UHD
31" BARCO MDSC-8231 LED
31" BARCO MDSC-8231 12G
32" 3D Barco IP MDSC-8232 M3D
32" BARCO IP MDSC-2232 MNA SX
32" BARCO MDSC-2232 DDI
55" BARCO MDSC-8255 LED
55" BARCO MDSC-8255 12G
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Goedgekeurd toebehoren
TOUCHSCREENS
12
189 / 204
12 Goedgekeurd toebehoren
IN-WALL MONITOREN
1707.26A0
1707.26B0
1707.26C0
1707.25A0
1707.25B0
1707.25C0
1707.25D0
1707.25E0
1707.27A0
1707.27B0
Tab. 18: MONITOREN
58" BARCO IP MDSC-8358 MNA G
58" BARCO MDSC-8358 RL
58" BARCO MDSC-8358 RLG
BARCO 10M POWER EXTENSION CABLE 24/26
BARCO 5M POWER EXTENSION CABLE 31
BARCO 15M POWER EXT CABLE MDSC 8xxx
BARCO 20M POWER EXT CABLE MDSC 8xxx
BARCO 30M POWER EXT CABLE MDSC 2xxx
KIT 10PCS 3D-GLASSES FRAME
KIT 20PCS 3D-GLASSES LENSE
12.9
IN-WALL MONITOREN
12.9.1
1707.07C0
1707.07C1
1707.07T0
1707.07P0
Tab. 19: 27''
27''
OR VIEWPORT 27"
OR VIEWPORT 27", NON-VARIOP
OPTIE TOUCH FOR 27" VIEWPORT
OPTIE PC KIT FOR 27" VIEWPORT
12.9.2
1707.08C0
1707.08C1
1707.08P0
1707.08T0
Tab. 20: 32''
32''
12.9.3
1707.12C0
1707.12C1
1707.12P0
1707.17A0
Tab. 21: 46''
46''
12.9.4
1707.15C0
1707.15C1
1707.15P0
1707.15T0
Tab. 22: 49''
49''
OR VIEWPORT 32"
OR VIEWPORT 32", NON-VARIOP
OPTIE PC KIT FOR 32" VIEWPORT
OPTIE TOUCH FOR 32" VIEWPORT
OR VIEWPORT 46"
OR VIEWPORT 46", NON-VARIOP
OPTIE PC KIT FOR 46" VIEWPORT
OPTIE 3G-SDI INPUT FOR FHD VIEWPORT
OR VIEWPORT 49" 4K-UHD
OR VIEWPORT 49" 4K-UHD, NON-VARIOP
OPTIE PC KIT FOR 49" VIEWPORT
OPTIE TOUCH FOR 49" VIEWPORT
190 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
12.9.5
1707.13C0
1707.13C1
1707.13P0
1707.13T0
1707.17B0
Tab. 23: 55''
55''
12.9.6
1707.14C0
1707.14C1
1707.14P0
1707.17B0
Tab. 24: 75''
75''
OR VIEWPORT 55" 4K-UHD
OR VIEWPORT 55" 4K-UHD, NON-VARIOP
OPTIE PC KIT FOR 55" VIEWPORT
OPTIE TOUCH FOR 55" VIEWPORT
OPTIE 3G-SDI INPUT FOR 4K-UHD VIEWPORT
OR VIEWPORT 75" 4K-UHD
OR VIEWPORT 75" 4K-UHD, NON-VARIOP
OPTIE PC KIT FOR 75" VIEWPORT
OPTIE 3G-SDI INPUT FOR 4K-UHD VIEWPORT
12.9.7
PC Upgrade Opties
1707.35A0
1707.35B0
1707.35C0
1707.35D0
1707.35E0
UPGRADE PROCESSOR i7 FOR PC KIT
UPGRADE RAM 16 GB FOR PC KIT
UPGRADE TO SSD 1 TB FOR PC KIT
UPGRADE ADDITIONAL HDD 2 TB FOR PC KIT
UPGRADE RISER CARD 16X PCIEXPRESS
Tab. 25: PC Upgrade Opties
12.9.8
Opties toetsenbord en muis
1707.31A0
1707.31B0
1707.31C0
1707.31D0
1707.31E0
1707.31F0
1707.31G0
1707.31H0
1707.31I0
KEYBOARD FOR VIEWPORT, DE
KEYBOARD FOR VIEWPORT, EN
KEYBOARD FOR VIEWPORT, FR
KEYBOARD FOR VIEWPORT, IT
KEYBOARD FOR VIEWPORT, ES
KEYBOARD FOR VIEWPORT, PT
KEYBOARD FOR VIEWPORT, SCAN
KEYBOARD FOR VIEWPORT, RU
KEYBOARD FOR VIEWPORT, TR
Tab. 26: Opties toetsenbord en muis
12.9.9
Opties toetsenbord PLUS en muis
1707.32A0
1707.32B0
1707.32C0
1707.32D0
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, DE
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, EN
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, FR
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, IT
Tab. 27: Opties toetsenbord PLUS en muis
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Goedgekeurd toebehoren
IN-WALL MONITOREN
12
191 / 204
12 Goedgekeurd toebehoren
IN-WALL MONITOREN
1707.32E0
1707.32F0
1707.32G0
1707.32H0
1707.32I0
1707.37A0
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, ES
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, PT
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, SCAN
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, RU
KEYBOARD PLUS FOR VIEWPORT, TR
MOUSETRAY FOR KEYBOARD VIEWPORT
Tab. 27: Opties toetsenbord PLUS en muis
12.9.10
Opties wandhouder
1707.33A0
1707.33B0
KEYBOARD WALL HOLDER FOR VIEWPORT
KEYBOARD BRICK WALL MOUNTING KIT
Tab. 28: Opties wandhouder
12.9.11
Opties usb
1707.36A0
1707.37B0
Tab. 29: Opties usb
USB PORT 2X USB-A FOR VIEWPORT
USB MOUSE HYGIENIC
12.9.12
Opties contactdozen
1703.64C0
1707.71B0
1707.73B0
WALL SOCKET NEUTRIK CONQUAD
WALL SOCKET AUX 3,5MM
WALL SOCKET REMOTE POWER BUTTON
Tab. 30: Opties contactdozen
12.9.13
Opties infobar
1707.38C0
Tab. 31: Opties infobar
INFOBAR 1190
192 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
13
13.1
Licenties
Apache licentie
Licenties
Apache licentie
13
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
193 / 204
13 Licenties
Apache licentie
194 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Licenties
Apache licentie
13
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
195 / 204
13 Licenties
MIT licentie
13.2
MIT licentie
196 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
13.3
BSD licentie voor DCMTK
Licenties
BSD licentie voor DCMTK
13
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
197 / 204
13 Licenties
Lesser General Public licentie
13.4
Lesser General Public licentie
198 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Licenties
Lesser General Public licentie
13
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
199 / 204
13 Licenties
Lesser General Public licentie
200 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
Index
A aanmelden in Tegris accu laden verwijderen accu's verwijderen
Afgedankte elektronische apparatuur afkortingen afmetingen
AIM-modus
ALPHAMAQUET
ALPHAMAXX
ALPHASTAR audio
B bediening operatielampen bediening operatietafel
ALPHAMAQUET
ALPHAMAXX
ALPHASTAR
BETASTAR
MAGNUS
MEERA
OTESUS
YUNO beeld opslaan beenzijde selecteren behandeling
Bestemmingen
BETASTAR
C camera's chirurgische veiligheidschecklist afwerken comfortlicht activeren communicatie configuratie workflow
D datum menupunt definitie aanwijzing attentie gevaar milieu waarschuwing desinfecteermiddelen desinfectie directe toegang
E
Endosnap
Explosiebeveiliging
Explosiegevaarlijk bereik
Zone AP-M external application integration
G
Gebruikersinterface gegevens van de fabrikant gewicht
H
HLED 300 / 500 / 700
I inschakelen
IO-box inspectie
IO-box potentiaalvereffening aansluiten
IR-code instellen
IR-zender aansluiten
OR TABLE CONTROL (HW) uittrekken
IT-netwerk
K kamerinstelling klimaat klok menupunt
L licht lichtkleur selecteren lichttemperatuur lichtvelddiameter log lokaal onderzoek
Luchtdruk luchtvochtigheid
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
201 / 204
Index
M
MAGNUS
MEERA menu directe toegang menupunt audio
bediening operatielampen bediening operatietafel
bediening operatietafel ALPHAMAQUET
bediening operatietafel ALPHAMAXX
bediening operatietafel ALPHASTAR bediening operatietafel BETASTAR bediening operatietafel MAGNUS bediening operatietafel MEERA bediening operatietafel OTESUS bediening operatietafel YUNO camera's communicatie
kamerinstelling onderzoek afsluiten opname
Patiëntmanagement presets
Remote Workstation Interface videorouting
Microfoon aansluiten
Bevestigen mute-functie monitoren
N noodstopschakelaar
Normen
O
OK-status weergave omgevingsvoorwaarden onderhoud onderzoek afsluiten operatielamp operatietafel vrijgavetoets
Oplader aansluiten opname
OR TABLE CONTROL (HW)
OTESUS operatietafelposities overlay
P
Patiëntmanagement pc inschakelen pictogram positie typeplaatje potentiaalvereffening
PowerLED 300 / 500 / 700
PowerLED II 500 / 700 presets
Q
Quick Access gedeelte
R
Reglementair gebruik reiniging reinigingsmiddelen
Remote Workstation Interface
Reparatie
S signaalwoord
Stop-schakelaar stopwatch storing verhelpen storingen streaming stroom en gas stroomvoorziening aansluiten
submenu menufuncties operatietafel selecteren symbolen synchronisatie operatielampen synchronisatie operatielampen, PowerLED
T tabblad klimaat licht log stroom en gas werklijst tabblad: lokaal onderzoek temperatuur tijd menupunt timer toebehoren
Toegepaste normen touchscreen
202 / 204
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
V
W weergave werklijst
WIRELESS MICROPHONE SET (HW) workflow-configuratie
Y
YUNO
Z zekeringen aanbrengen/vervangen
Zender
Bevestigen in- / uitschakelen
Zone AP-M
Index
1705.20XX / 1705.06A0
IFU 1705.20 NL 04
203 / 204
MAQUET GmbH · Kehler Str. 31 · 76437 Rastatt · DUITSLAND · Tel.: +49 7222 932-0 www.getinge.com
IFU 1705.20 NL 04 2022-01-28

Downloaden
Advertentie