Nikon NIKKOR Z 600mm f/4 TC VR S Reference manual

Add to My manuals
54 Pages

advertisement

Nikon NIKKOR Z 600mm f/4 TC VR S Reference manual | Manualzz

NIKKOR Z 600mm f/4 TC VR S

Naslaggids

• Lees dit document grondig door voor gebruik van het product.

• Om correct gebruik van het product te verzekeren, vergeet niet “Voor uw veiligheid” te lezen

(pagina 5).

• Bewaar dit document na het lezen op een gemakkelijk toegankelijke plaats voor later gebruik.

© 2022 Nikon Corporation

SB3F03(1F)

7MMA961F-03

Nl

Inhoudsopgave

Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Voordat u begint. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Voor uw veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

Het objectief gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Onderdelen van het objectief: namen en functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

Bevestiging en verwijdering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

De zonnekap bevestigen en verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25

Een riem bevestigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

Let op: het objectief terugplaatsen in de tas. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Geheugen oproepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

De ingebouwde teleconverter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

De statiefgondel gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36

Vibratiereductie (VR). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38

Filters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45

Onderhoud objectief. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47

Technische opmerkingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

Camera’s met AF-hulpverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48

2 Inhoudsopgave

Het objectief gebruiken op camera’s met een ingebouwde flitser. . . . . . . . . . . 49

Accessoires. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50

Specificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

Kennisgevingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

3 Inhoudsopgave

Inleiding

Voordat u begint

Lees deze instructies aandachtig door, voor gebruik van dit product. U moet ook de documentatie raadplegen die met de camera is meegeleverd.

• Dit objectief is uitsluitend bedoeld voor gebruik met systeemcamera’s die over een Nikon Z-vatting beschikken.

• Werk de camerafirmware bij naar de nieuwste versie. Met oudere versies is het mogelijk dat de camera het objectief niet goed detecteert en zijn sommige functies mogelijk niet beschikbaar. De nieuwste versie van de camerafirmware kan worden gedownload via het Nikon Download Center op de onderstaande

URL.

https://downloadcenter.nikonimglib.com/

Er mag van dit document geen enkele reproductie in welke vorm dan ook worden uitgevoerd, geheel of gedeeltelijk (uitgezonderd kort citeren in kritische artikelen of beoordelingen), zonder schriftelijke toestemming van NIKON

CORPORATION.

4 Voordat u begint

Voor uw veiligheid

Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees

“Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken.

Zorg er na het lezen van deze veiligheidsinstructies voor dat ze goed toegankelijk zijn voor toekomstig gebruik.

WAARSCHUWING:Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, kan de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.

LET OP: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, kan letsel of schade aan eigendommen tot gevolg hebben.

 WAARSCHUWING

Dit product niet uit elkaar halen of aanpassen. Raak geen interne delen aan die worden blootgesteld als gevolg van een val of ander ongeluk.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan een elektrische schok of ander letsel tot gevolg hebben.

Mocht u afwijkingen aan het product ontdekken zoals het produceren van rook, hitte of ongebruikelijke geuren, ontkoppel dan onmiddellijk de cameravoedingsbron.

Voortgaand gebruik kan brand, brandwonden of ander letsel veroorzaken.

Houd droog. Niet met natte handen vastpakken.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan brand of een elektrische schok tot gevolg hebben.

5 Voor uw veiligheid

 WAARSCHUWING

Gebruik dit product niet in de aanwezigheid van ontvlambaar stof of gas zoals propaan, benzine of spuitbussen.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan een explosie of brand tot gevolg hebben.

Kijk niet rechtstreeks in de zon of andere felle lichtbronnen door middel van het objectief.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beperkt gezichtsvermogen tot gevolg hebben.

Houd dit product uit de buurt van kinderen.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product tot gevolg hebben. Merk bovendien op dat kleine onderdelen verstikkingsgevaar opleveren. Mocht een kind onderdelen van dit product inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp.

Wikkel, draai en raak niet verstrikt in de riemen om uw nek.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben.

Pak niet met blote handen vast op plaatsen die worden blootgesteld aan extreem hoge en lage temperaturen.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brandwonden of bevriezingsverschijnselen tot gevolg hebben.

6 Voor uw veiligheid

 LET OP

Laat het objectief niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen gericht.

Licht dat wordt geconvergeerd door het objectief kan brand of schade aan de interne onderdelen van het product veroorzaken. Houd de zon goed buiten beeld bij het fotograferen van onderwerpen met tegenlicht. Zonlicht geconvergeerd in de camera wanneer de zon zich dicht bij het beeld bevindt, kan brand veroorzaken.

Laat het product niet achter op een plaats waar het voor langere tijd wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een afgesloten auto of in direct zonlicht.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben.

Geen camera's of lenzen vervoeren met bevestigde statieven of soortgelijke accessoires.

Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan letsel of een defect aan het product tot gevolg hebben.

Houd het product ten minste 5 cm van pacemakers en andere medische apparaten af.

Medische apparaten in de buurt kunnen worden beïnvloed door de magneet of magneten in het product.

7 Voor uw veiligheid

Het objectief gebruiken

Onderdelen van het objectief: namen en functies

De onderdelen van het objectief worden hieronder vermeld.

1 2

1 Fn-knop

Draaien om meteen een opgeslagen scherpstelpositie op te roepen

(“geheugen oproepen”).

0

  “Geheugen oproepen” (p. 29)

2 Instelring

Draaien om een instelling aan te passen zoals [Diafragma] of

[Belichtingscorrectie] die is toegewezen met behulp van de camera. Zie voor meer informatie de beschrijving van [Aangepaste knoptoewijzing],

[Aangepaste knoppen] of [Aangepaste knoppen (opname)] in de documentatie die met de camera is meegeleverd.

8

Onderdelen van het objectief: namen en functies

3 4

3 Scherpstelring

Gebruiken voor handmatige scherpstelling.

• Bij het scherpstellen met behulp van autofocus kunt u de scherpstelling handmatig aanpassen door aan de ring te draaien terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.

D  Scherpstellen

Vanwege het ontwerp van het scherpstelsysteem kan schudden van het objectief terwijl de camera uit is, geratel veroorzaken; dit duidt niet op een storing.

4 Statiefgondel

De camera kan worden gedraaid tussen landschap- en portretstand

(staand) wanneer een statief op de statiefgondel is bevestigd.

0

  “De statiefgondel gebruiken” (p. 36)

9

Onderdelen van het objectief: namen en functies

5 6

5 Insteekfilterhouder

Voor gebruik met optionele 46 mm inschroefbare filters.

0

  “Filters” (p. 39)

6 Lipje van insteekfilterhouder

Gebruiken bij het plaatsen of verwijderen van de filterhouder.

0

  “Filters” (p. 39)

10

Onderdelen van het objectief: namen en functies

7 8 9

7 Objectiefbevestigingsmarkering

Gebruiken bij het bevestigen van het objectief op de camera.

0

  “Bevestiging en verwijdering” (p. 20)

8 Rubberen afdichting voor objectiefbevestiging

Helpt voorkomen dat waterdruppels of stof binnendringen langs de

* oppervlakken waar het objectief en de camera samenkomen wanneer het objectief op de camera is bevestigd.  *

Er is geen garantie dat de pakking in alle gevallen volledig bestand is tegen het binnendringen van waterdruppels of stof.

9 CPU-contacten

Worden gebruikt om gegevens naar en van de camera over te zetten.

11

Onderdelen van het objectief: namen en functies

10 11

10 Objectiefrotatie-indexen

Gebruiken wanneer u de camera draait om foto's te maken in landschap-

(“liggend”) of portretstand (“staand”). Er zijn vier indexen rondom het objectief geplaatst met een tussenafstand van 90º.

0

  “De statiefgondel gebruiken” (p. 36)

11 Statiefgondelrotatie-indexen

Gebruiken wanneer u de camera draait om foto's te maken in landschap-

(“liggend”) of portretstand (“staand”). Er zijn drie indexen rondom het objectief geplaatst met een tussenafstand van 90º.

0

  “De statiefgondel gebruiken” (p. 36)

12

Onderdelen van het objectief: namen en functies

12 13

12 Bevestigingsschroef van de statiefgondel

Bevestig de statiefgondel op zijn plaats.

0

  “De statiefgondel gebruiken” (p. 36)

14

13 Beveiligingsslot (voor antidiefstalkabel)

Bevestig een antidiefstalkabel van een ander merk. Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met de kabel voor meer informatie.

14 Riemoogje

Voor gebruik bij het bevestigen van een riem. Er zijn twee oogjes, één aan elke kant.

0

  “Een riem bevestigen” (p. 27)

13

Onderdelen van het objectief: namen en functies

15 16

15 L-Fn2-knoppen

Druk in om een functie uit te voeren die is toegewezen met behulp van de camera. Zie voor meer informatie de beschrijving van [Aangepaste

knoptoewijzing], [Aangepaste knoppen] of [Aangepaste knoppen

(opname)] in de documentatie die met de camera is meegeleverd. Er zijn vier knoppen rondom het objectief geplaatst met een tussenafstand van

90º.

• Als u de knoppen wilt draaien, neem dan contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.

16 L-Fn-knop

Druk in om een functie uit te voeren die is toegewezen met behulp van de camera. Zie voor meer informatie de beschrijving van [Aangepaste

knoptoewijzing], [Aangepaste knoppen] of [Aangepaste knoppen

(opname)] in de documentatie die met de camera is meegeleverd.

14

Onderdelen van het objectief: namen en functies

17 18

17 Schakelaar scherpstellimiet

Kies het autofocusbereik.

FULL: Kiezen om scherp te stellen op onderwerpen op een afstand tussen 4,3 m en ∞.

∞ – 10 m: De scherpstelling is beperkt tot afstanden van 10 m en meer.

Selecteer deze optie voor snellere scherpstelling als uw onderwerp zich altijd op een afstand van minstens 10 m bevindt.

18 Schakelaar voor scherpstelstand

Selecteer een scherpstelstand.

A: Autofocus

M: Handmatige scherpstelling

Om het even welke instelling wordt gekozen, de scherpstelling moet handmatig worden aangepast wanneer de stand handmatige scherpstelling met behulp van de camerabedieningen is geselecteerd.

15

Onderdelen van het objectief: namen en functies

19 20 21 22

19 Teleconverterschakelaar

Schakel tussen vermenigvuldigers van de brandpuntsafstand van 1× en

1,4×.

0

  “De ingebouwde teleconverter” (p. 31)

20 Vergrendeling teleconverterschakelaar

Gebruiken om de teleconverterschakelaar te vergrendelen.

0

  “De ingebouwde teleconverter” (p. 31)

21 Instelknop geheugen

Sla de huidige scherpstelpositie op.

0

  “Geheugen oproepen” (p. 29)

22 Statiefring

Bevestig een statief. Neem voor informatie over het verwijderen van de statiefgondel contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.

0

  “De statiefgondel gebruiken” (p. 36)

16

Onderdelen van het objectief: namen en functies

23 24

23 Zonnekap

Zonnekappen blokkeren dwaallicht dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen zou veroorzaken. Ze dienen ook als bescherming van het objectief.

0

  “De zonnekap bevestigen en verwijderen” (p. 25)

24 Klemknop

Gebruik bij het bevestigen van de zonnekap.

0

  “De zonnekap bevestigen en verwijderen” (p. 25)

17

Onderdelen van het objectief: namen en functies

25

25 Opklikbare objectiefdop (voorlensdop)

• Vergeet niet de dop terug te plaatsen wanneer u het objectief vervoert of wanneer u de camera vervoert met het objectief bevestigd.

• Keer de zonnekap om voordat u de opklikbare objectiefdop gebruikt.

0

  “De zonnekap bevestigen en verwijderen” (p. 25)

18

Onderdelen van het objectief: namen en functies

26

26 Objectiefdop (achterlensdop)

19

Onderdelen van het objectief: namen en functies

Bevestiging en verwijdering

Het objectief bevestigen

1.

Schakel de camerabody uit, verwijder de camerabodydop en maak de achterste objectiefdop los.

20 Bevestiging en verwijdering

2.

Plaats het objectief op de camerabody, waarbij de bevestigingsmarkering op het objectief op één lijn ligt met de bevestigingsmarkering op de camerabody (

q

) en draai vervolgens het objectief in de getoonde richting

(

w

) totdat het op zijn plaats klikt.

21 Bevestiging en verwijdering

D  Als het objectief op een statief is bevestigd: de camerabody bevestigen

Plaats de camerabody op het objectief, waarbij de bevestigingsmarkering op het objectief op één lijn ligt met de bevestigingsmarkering op de camerabody

( q ) en draai vervolgens de camerabody in de getoonde richting ( w ) totdat het objectief op zijn plaats klikt.

22 Bevestiging en verwijdering

Het objectief verwijderen

1.

Schakel de camerabody uit.

2.

Houd de objectiefontgrendeling ingedrukt (

q

) terwijl u het objectief in de getoonde richting draait (

w

).

23 Bevestiging en verwijdering

D  Als het objectief op een statief is bevestigd: de camerabody verwijderen

Houd de objectiefontgrendeling ingedrukt ( q ) terwijl u de camerabody in de getoonde richting draait ( w ).

24 Bevestiging en verwijdering

De zonnekap bevestigen en verwijderen

Bevestigen van de zonnekap

• Wanneer u de zonnekap op het objectief bevestigt, schuift u het uiteinde van de kap over het uiteinde van het objectief zoals afgebeeld ( q ) en zet u de klemknop stevig vast ( w ).

• Er kan vignettering optreden als de kap niet correct is bevestigd.

• De kap kan worden omgekeerd en op het objectief worden bevestigd wanneer deze niet in gebruik is.

25

De zonnekap bevestigen en verwijderen

Verwijderen van de zonnekap

• De kap kan worden verwijderd door de bevestigingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.

• Dezelfde procedure kan worden gebruikt wanneer de zonnekap wordt omgekeerd.

26

De zonnekap bevestigen en verwijderen

Een riem bevestigen

Om een riem te bevestigen, volgt u de onderstaande stappen.

Als de riem niet correct wordt bevestigd, kan het objectief vallen en letsel veroorzaken.

Gebruik een objectiefdraagriem wanneer u de camera draagt met dit objectief eraan bevestigd. Door het gebruik van een riem die alleen aan de camera is bevestigd, kunnen de riem of de bevestigingen op de camera en het objectief beschadigd raken, waardoor de camera of het objectief valt.

27 Een riem bevestigen

Let op: het objectief terugplaatsen in de tas

Nadat u het objectief in de tas hebt teruggeplaatst, zet u het vast met de kussentjes die bij de objectieftas zijn meegeleverd en de klittenbandsluitingen binnen in de tas. Als u het objectief niet vastzet, kan dit leiden tot schade aan het objectief of de zonnekap tijdens vervoer. Volg de onderstaande stappen om het objectief vast te zetten nadat u het in de tas hebt teruggeplaatst.

1.

Bevestig de kussentjes in de tas zoals afgebeeld (

q

).

2.

Druk de kussentjes omlaag zodat ze goed om het objectief passen, zodanig dat er geen ruimtes overblijven

(

w

).

3.

Breng de twee klittenbandsluitingen bij elkaar zodat ze om het objectief passen, waardoor het op zijn plaats wordt vastgezet (

e

).

28

Let op: het objectief terugplaatsen in de tas

Geheugen oproepen

Sla een veelgebruikte scherpstelpositie op het objectief op. De opgeslagen positie kan vervolgens snel worden opgeroepen.

Scherpstelposities opslaan

• Stel scherp op een onderwerp op de gewenste afstand en houd vervolgens de geheugeninsteltoets ingedrukt. Er wordt een pictogram weergegeven op de cameramonitor als de bewerking is gelukt.

• De bewerking kan worden uitgevoerd in elke scherpstelmodus.

• De opgeslagen afstand wordt niet gereset wanneer de camera wordt uitgeschakeld.

• De opgeslagen afstand wordt echter wel gereset wanneer het objectief wordt losgemaakt.

29 Geheugen oproepen

Opgeslagen scherpstelposities gebruiken

Draai aan de Fn-knop om de laatst opgeslagen scherpstelpositie op te roepen.

Om een foto te maken op de opgeslagen scherpstelpositie, laat u de sluiter los zonder de ring los te laten. Normale automatische of handmatige scherpstelling wordt hersteld wanneer de knop wordt losgelaten.

30 Geheugen oproepen

De ingebouwde teleconverter

De ingebouwde teleconverter vergroot de brandpuntsafstand met 1,4×.

De ingebouwde teleconverter gebruiken

1.

Schuif de vergrendeling van de teleconverterschakelaar in de aangegeven richting (

q

).

De teleconverterschakelaar is nu ontgrendeld.

31 De ingebouwde teleconverter

2.

Schuif de teleconverterschakelaar naar 1,4× (

w

).

32 De ingebouwde teleconverter

3.

Schuif de vergrendeling van de teleconverterschakelaar in de aangegeven richting (

e

).

• De teleconverterschakelaar is nu vergrendeld.

• Zet de teleconverterschakelaar terug naar 1× wanneer de teleconverter niet in gebruik is.

D  De vergrendeling van de teleconverterschakelaar

Na het wijzigen van brandpuntsafstanden, moet u de vergrendeling van de teleconverterschakelaar vergrendelen om te voorkomen dat de teleconverterschakelaar onbedoeld wordt bediend.

33 De ingebouwde teleconverter

De ingebouwde teleconverter gebruiken:

Opmerkingen

Om juiste belichting te garanderen en vignettering of andere onbedoelde resultaten te voorkomen, moet u de teleconverterschakelaar niet gebruiken terwijl het onderstaande aan de gang is:

• Autofocus

• Vibratiereductie

• Belichting

• Video-opname

• AF-fijnafstelling

Scherpstelpositie

• Als de teleconverterschakelaar wordt gebruikt na het scherpstellen, kan de scherpstelpositie veranderen. Bij fotograferen na gebruik van de teleconverterschakelaar, moet u opnieuw scherpstellen voordat u de sluiter ontspant.

• De scherpstelpositie verandert ook als u de teleconverterschakelaar gebruikt na het oproepen van een opgeslagen scherpstelpositie. Sla de scherpstelpositie op na het bedienen van de teleconverterschakelaar.

34 De ingebouwde teleconverter

A  Objectieffirmware-updates

Zorg ervoor dat de teleconverterschakelaar in de stand 1× staat alvorens de objectieffirmware te updaten. Firmware kan niet worden geüpdatet met de schakelaar in de positie 1,4×. Bedien de schakelaar niet tijdens firmwareupdates.

35 De ingebouwde teleconverter

De statiefgondel gebruiken

Bevestig statieven op de statiefgondel van het objectief, niet op de camera.

Het bevestigen van statieven aan de statiefgondel van het objectief in plaats van aan de camera, maakt het mogelijk de camera te draaien zoals hieronder wordt beschreven om “staande” of “liggende” foto's te maken terwijl een statief is bevestigd.

1.

Draai de bevestigingsschroef van de statiefgondel los

(

q

).

36 De statiefgondel gebruiken

2.

Roteer de camera met behulp van de rotatie-indexen als referentie (

w

).

3.

Draai de bevestigingsschroef van de statiefgondel vast

(

e

).

37 De statiefgondel gebruiken

Vibratiereductie (VR)

Het objectief ondersteunt vibratiereductie. De instellingen voor vibratiereductie kunnen worden aangepast vanaf de camera. Zie de documentatie die is meegeleverd met de camera voor meer informatie.

Door vibratiereductie kunnen sluitertijden langer duren dan anders het geval zou zijn, waardoor het bereik van beschikbare sluitertijden wordt uitgebreid.

D  Vibratiereductie

• Door het ontwerp van het vibratiereductiesysteem, kan het objectief rammelen wanneer het wordt geschud. Dit duidt niet op een storing.

• Als u onscherpte als gevolg van trilling van het statief wilt verminderen, selecteert u [Normal] of [Sport] voor de optie in de camera ingebouwde vibratiereductie wanneer de camera is bevestigd op een statief. Houd er echter rekening mee dat, afhankelijk van het type statief en de opnameomstandigheden, er gevallen kunnen zijn waarin [Uit] de gewenste optie is.

• [Normal] of [Sport] wordt aanbevolen wanneer de camera is bevestigd op een monopod.

38 Vibratiereductie (VR)

Filters

Het objectief is ontworpen voor gebruik zonder filters en kan onder de meeste omstandigheden worden gebruikt zonder een filter. In situaties waarin een filter nodig is, kan een optioneel 46 mm opschroefbaar filter in de insteekfilterhouder worden geplaatst, zoals hieronder beschreven.

1.

Til het lipje van de insteekfilterhouder op, draai het naar

 (

q

) en verwijder de insteekfilterhouder (

w

).

39 Filters

2.

Druk op de   punten aan weerszijden van de insteekfilterhouder en open het deksel.

3.

Plaats een 46 mm opschroefbaar filter.

Afhankelijk van hun vorm, kunnen sommige filters niet worden gebruikt met de insteekfilterhouder. Gebruik filters die in de houder passen.

40 Filters

4.

Sluit de klep van de insteekfilterhouder.

5.

Draai aan het lipje van de insteekfilterhouder zoals afgebeeld (

q

) en laat het terugzakken in de beginpositie

(

w

).

41 Filters

6.

Plaats de insteekfilterhouder in de sleuf voor de insteekfilterhouder.

Plaats de houder met de kant met het label “FRONT” naar voren (in de richting van de scherpstelring).

7.

Schuif de insteekfilterhouder naar binnen totdat deze vergrendelt.

• Schuif de insteekfilterhouder naar binnen tot deze op zijn plaats klikt.

• Zorg ervoor dat de insteekfilterhouder goed is vergrendeld.

42 Filters

A  Optionele filters gebruiken

• Gebruik van het objectief met optionele filters verandert de positie van de scherpstelling en kan de aangegeven scherpstelafstand veranderen.

• Bij gebruik van geheugenoproep, moet u ervoor zorgen dat u het filter bevestigt voordat u de scherpstelpositie opslaat.

A  Gebruik van een optionele C-PL460 insteek circulaire polarisatiefilter

• De C-PL460 vermindert ongewenste reflecties van glas, water en andere nietmetalen oppervlakken.

• Het wordt gebruikt in plaats van de meegeleverde insteekfilterhouder.

43 Filters

• Voordat u foto's maakt, moet u aan de ring draaien om de reflecties te regelen die zichtbaar zijn in de opnameweergave.

• Gebruik van het objectief met de C-PL460 verandert de positie van de scherpstelling en kan de aangegeven scherpstelafstand veranderen.

• Bij gebruik van geheugenoproep, moet u ervoor zorgen dat u het filter bevestigt voordat u de scherpstelpositie opslaat.

• Laat het filter niet langdurig in direct zonlicht liggen of op plaatsen die blootstaan aan extreme vochtigheid of hoge temperaturen.

44 Filters

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

• Pak of houd het objectief of de camera niet alleen vast aan de objectiefdoppen of de zonnekap.

• Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht terwijl het objectief op de camera is bevestigd:

Zorg ervoor dat u het objectief ondersteunt wanneer u de camera vasthoudt.

Door het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kunnen de objectiefvatting en de cameravatting beschadigd raken.

Gebruik een lensriem wanneer u de camera draagt met het objectief eraan bevestigd. Door het gebruik van een riem die alleen aan de camera is bevestigd, kunnen de riem of de bevestigingen op de camera of het objectief beschadigd raken, waardoor de camera of het objectief valt.

• Houd de CPU-contacten schoon.

• Mocht de rubberen afdichting voor de objectiefbevestiging beschadigd zijn, staak onmiddellijk het gebruik en breng het objectief voor reparatie naar een door Nikon geautoriseerde servicecenter.

• Plaats de objectiefdoppen terug wanneer het objectief niet in gebruik is.

• Er ontstaan vouwen als de meegeleverde lensdop (voorlensdop) wordt ingeklapt, maar de dop kan toch worden gebruikt.

45 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

• Laat het objectief niet staan op vochtige plaatsen of plaatsen waar het kan worden blootgesteld aan vocht. Roesten van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.

• Laat het objectief niet staan vlakbij open vuur of op andere extreem hete plaatsen. Door extreme warmte kan het objectief beschadigd raken of krom trekken.

• Het objectief van een warme naar een koude omgeving verplaatsen of vice versa kan schadelijke condensatie veroorzaken aan de binnen- en buitenkant van het objectief. Plaats, voordat u het over een temperatuurgrens brengt, het objectief in een afgesloten tas of plastic etui. Het objectief kan uit de tas of het etui worden gehaald zodra het tijd heeft gehad om zich aan te passen aan de nieuwe temperatuur.

• Wij raden u aan het objectief in de bijbehorende tas te bewaren zodat het wordt beschermd tijdens het vervoeren.

• Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld in het geval dat het objectief wordt gestolen of beschadigd terwijl een antidiefstalkabel van een ander merk op de beveiligingssleuf is bevestigd.

• Houd creditcards en andere magnetische opslagapparaten uit de buurt van de camera en het objectief. Gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen, kunnen beschadigd raken.

46 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

Onderhoud objectief

• Het verwijderen van stof is normaliter voldoende om de glasoppervlakken van het objectief te reinigen.

• Bij het reinigen van het fluor-gecoate voorste objectiefelement:

Vegen, vingerafdrukken en andere vettige vlekken kunnen worden verwijderd met een zachte, schone katoenen doek of een lensreinigingsdoekje van een

ander merk; reinig vanuit het midden naar buiten toe met een cirkelvormige beweging.

Veeg, om hardnekkige vlekken te verwijderen, voorzichtig met een zachte doek die licht is bevochtigd met een kleine hoeveelheid gedistilleerd water,

ethanol of lensreiniger van een ander merk.

Er kunnen zich druppelvormige markeringen vormen op fluor-gecoate oppervlakken, die zeer water- en olieafstotend zijn. Dergelijke markeringen kunnen worden verwijderd met een droge doek.

• Bij het reinigen van het achterste objectiefelement, dat niet fluor-gecoat is:

Vegen, vingerafdrukken en andere vettige vlekken kunnen worden verwijderd met een zachte, schone katoenen doek of een lensreinigingsdoekje van een ander merk dat licht is bevochtigd met een kleine hoeveelheid ethanol of lensreiniger van een ander merk; reinig vanuit het midden naar buiten toe met een cirkelvormige beweging. Zorg ervoor dat u gelijkmatig en grondig reinigt zonder vegen achter te laten.

• Gebruik voor het reinigen van het objectief nooit organische oplosmiddelen zoals verfthinner of benzeen.

• Bewaar het objectief niet in direct zonlicht of met nafta- of kamfermottenballen.

Als u het objectief gedurende langere tijd niet zult gebruiken, bewaar het dan op een koele, droge plaats om schimmel en roest te voorkomen.

47 Onderhoud objectief

Technische opmerkingen

Camera’s met AF-hulpverlichting

Het objectief of de zonnekap kan het licht van de AF-hulpverlichting van de camera blokkeren.

• Voor informatie over het gebruik van het objectief met camera’s met ingebouwde AF-hulpverlichting, bezoekt u de onderstaande site.

https://downloadcenter.nikonimglib.com/

48 Camera’s met AF-hulpverlichting

Het objectief gebruiken op camera’s met een ingebouwde flitser

Er zullen schaduwen te zien zijn op foto’s waar het licht van de ingebouwde flitser wordt geblokkeerd door het objectief of de zonnekap. Verwijder de zonnekap voordat u begint met opnemen. Houd er echter rekening mee dat er, afhankelijk van de afstand tot het onderwerp en de brandpuntsafstand van het objectief, schaduwen kunnen verschijnen, zelfs wanneer de zonnekap wordt verwijderd.

• Voor informatie over de onderwerpsafstanden en brandpuntsafstanden waarbij er geen schaduwen verschijnen op foto’s die gemaakt zijn met een ingebouwde flitser, bezoekt u de onderstaande site.

https://downloadcenter.nikonimglib.com/

49

Het objectief gebruiken op camera’s met een ingebouwde flitser

Accessoires

Meegeleverde accessoires

• Objectiefdop LC-K107 (voorlensdop)

• Objectiefdop LF‑N1 (achterlensdop)

• Zonnekap HK-43

• Riem

• Objectieftas CL-L3

Andere compatibele accessoires

• 46 mm filters (P = 0,5 mm; voor gebruik met insteekfilterhouder)

• C-PL460 insteek circulaire polarisatiefilter

• Z TELECONVERTER TC-1.4×/TC-2.0×

D  Filters

Gebruik slechts één filter per keer.

D  Teleconverters

Afhankelijk van het onderwerp, de omgevingslichtomstandigheden en het geselecteerde scherpstelpunt, kan de camera mogelijk niet scherpstellen met behulp van autofocus of kan de scherpstelaanduiding voor elektronische afstandsmeter flikkeren terwijl een teleconverter is bevestigd.

50 Accessoires

Specificaties

Bevestigen

Brandpuntsafstand

Maximaal diafragma

Objectiefconstructie

Beeldhoek

Scherpstelsysteem

Vibratiereductie

Nikon Z-vatting

• Zonder ingebouwde teleconverter: 600 mm

• Met ingebouwde teleconverter: 840 mm

• Zonder ingebouwde teleconverter: f/4

• Met ingebouwde teleconverter: f/5.6

26 elementen in 20 groepen (inclusief 7 elementen in 4 groepen in de ingebouwde teleconverter, 3 ED-elementen, 1 super EDlenselement, 2 fluoriet lenselementen, 2

SR-elementen, elementen met meso-amorfe coating en Nano Crystal coating en een fluorgecoate voorste objectiefelement)

• FX-formaat, zonder ingebouwde teleconverter: 4° 10'

• FX-formaat, met ingebouwde teleconverter:

• DX-formaat, zonder ingebouwde teleconverter: 2° 40'

• DX-formaat, met ingebouwde teleconverter:

Intern scherpstelsysteem

Lens-shift met behulp van voice coil motors

(VCMs)

51 Specificaties

Kortste scherpstelafstand

(gemeten vanaf brandpuntsvlak)

Maximale reproductieverhouding

Diafragmabladen

• Zonder ingebouwde teleconverter: 4,3 m

• Met ingebouwde teleconverter: 4,3 m

• Zonder ingebouwde teleconverter: 0,14×

• Met ingebouwde teleconverter: 0,2×

9 (ronde diafragmaopening)

Diafragmabereik

• Zonder ingebouwde teleconverter: f/4 – 32

• Met ingebouwde teleconverter: f/5.6 – 45

Twee posities: FULL (∞ – 4,3  m) en ∞ – 10  m Schakelaar scherpstellimiet

Afmetingen (maximum diameter × afstand tot uiteinde van objectief vanaf objectiefbevestigingsvlak van de camera)

Ca. 165 mm × 437 mm

Gewicht Ca. 3.260 g

• In dit document worden “FX-formaat” en “FX” gebruikt met betrekking tot een beeldhoek die equivalent is aan die van een 35 mm-formaat (“volledig beeld”) camera en “DX-formaat” en “DX” met betrekking tot een beeldhoek die equivalent is aan die van een APS-C-camera.

• Nikon behoudt zich het recht voor om het uiterlijk, de specificaties en prestaties van dit product op elk gewenst moment zonder voorafgaande aankondiging te wijzigen.

52 Specificaties

Kennisgevingen

Mededelingen voor klanten in Europa

Dit symbool geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moeten worden afgevoerd.

Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:

• Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.

• Gescheiden inzameling en recycling helpt bij het behoud van natuurlijke bronnen en voorkomt negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu die kunnen ontstaan door een onjuiste verwerking van afval.

• Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.

53 Kennisgevingen

advertisement

Related manuals