Danfoss EKC 316A Regelaar Handleiding
Hieronder vindt u een korte beschrijving van de EKC 316A. De EKC 316A is een regelaar voor waterchillers met een ETS-klep. De regelaar is ontworpen voor nauwkeurige regeling van de oververhitting en temperatuur. De EKC 316A is geschikt voor diverse toepassingen, zoals koel- en vriescellen, vloeistofkoelers en airconditioningverdampers.
PDF
Download
Document
Advertisement
Advertisement
Regelaar voor waterchillers (ETS klep) EKC 316A REFRIGERATION AND AIR CONDITIONING Handleiding Introductie Toepassing De regelaar met ETS klep worden gebruikt daar waar behoefte is accurate regeling van oververhitting en temperatuur. Bijvoorbeeld: • Koel- en vriescellen • Vloeistofkoelers • Airconditioningverdampers Voordelen • De verdamper wordt optimaal gevuld - zelfs wanneer er grote variaties in capaciteit en zuigdruk zijn • Energiebesparing - de adaptieve regeling van de inspuiting garandeert optimaal gebruik van de verdamper en zorgt daardoor dus voor een hogere zuigdruk • De oververhitting wordt tot de laagst mogelijke waarde teruggeregeld, terwijl de producttemperatuur wordt geregeld door de thermostaatfunctie Functies • Regeling van de oververhitting • Temperatuurregeling • MOP functie • AAN/UIT ingang voor start/stop van de regeling • Ingangssignaal dat de referentie voor oververhitting of temperatuur kan verplaatsen • Alarm als de alarmgrenzen worden overschreden • Relaisuitgang voor een magneetklep • PID regeling Systeem De oververhitting in de verdamper wordt geregeld door een drukopnemer (P) en een temperatuursensor (S2). Het ventiel is een klep met stappenmotor van het type ETS. De temperatuurregeling is gebaseerd op een signaal van temperatuursensor S3, die in de aanzuiglucht van de verdamper wordt geplaatst. De temperatuurregeling is een AAN/UIT thermostaat die de vloeistofstroom in de vloeistofleiding opent wanneer koeling wordt gevraagd – de ETS klep opent en het thermostaatrelais schakelt in. Voor veiligheidsredenen moet de vloeistofstroom naar de verdamper afgesloten worden in geval van spanningsval van de regelaar. Aangezien de ETS klep is uitgerust met een stappenmotor, zal deze open blijven in deze situatie. Er zijn twee manieren om dit op te lossen: - plaatsen van een magneetklep in de vloeistofleiding - plaatsen van een batterij back-up voor de klep. Oververhittingsregeling Op pagina 12 zijn de verschillende vormen van regeling te zien welke de regelaar kan uitvoeren. Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 EKC 316A Werking Oververhittingsfunctie De oververhitting kan op twee manieren geregeld worden: • Adaptieve oververhitting of • Oververhitting volgens vooraf ingestelde waarden MOP The MOP functie begrenst de opening van het ventiel zolang de verdampingstemperatuur hoger is dan de MOP instelling. Override functie Via een analoge ingang kan de referentie voor de temperatuur of voor de oververhitting verschoven worden. Het signaal kan een 0-20 mA of een 4-20mA signaal zijn. De referentie kan zowel positief als negatief verschoven worden. Het signaal kan ook worden gebruikt om de klepopening geforceerd te sturen. Externe start/stop van de regeling De regelaar kan d.m.v. een extern potentiaalvrij contact worden gestart en gestopt (klemmen 1 en 2). De regeling wordt gestopt wanneer het contact wordt verbroken. Het contact moet verbroken worden als de compressor stil staat, hierdoor sluit de magneetklep/AKV waardoor de verdamper zich niet opvult met koudemiddel. Relais Het relais voor de magneetklep wordt bekrachtigd zodra er koelvraag is. Het relais voor de alarmfunctie werkt dusdanig dat het wordt bekrachtigd tijdens een alarm en zodra de regelaar spanningsloos wordt gemaakt. PC bediening De regelaar kan voorzien worden van datacommunicatie, zodat deze ‘verbonden’ kan worden met andere producten van de ADAP-KOOL® familie. Op deze manier kan de regelaar bereikt worden met een PC, hetzij ter plaatse of op afstand. Zie ook pagina 14. EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 Overzicht van functies Functie Para- Parameter bij bediening via meter datacommunicatie Normaal display Normaliter wordt hier de oververhitting uitgelezen (de openingsgraad of S3 temperatuur kunnen ook geselecteerd worden. Zie o17). SH / OD% / S3 temp Referentie Thermostat control Setpoint (alleen als r14=1) De regeling is gebaseerd op de ingestelde uitschakelwaarde eventueel met externe verschuiving (o10) (Druk op beide toetsen tegelijk om de instelling te wijzigen) -* Differentie Wanneer de temperatuur hoger is dan het setpoint plus de differentie, zal het relais van de magneetklep worden bekrachtigd. Het wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur onder het setpoint komt. r01 * TempSetpoint. Differential Ref. Diff. Eenheid Hier kan gekozen worden of de regelaar de temperatuurwaarden in °C of in °F weergeeft en drukwaarden in Bar of psig. Als °F is gekozen, worden alle andere temperatuur waarden ook in Fahrenheit veranderd, zowel absolute waarden als delta-waarden. Externe invloed aan het setpoint Deze instelling bepaalt wat de maximale waarde is die bij het setpoint moet worden opgeteld als het ingangssignaal maximaal is (20 mA). Zie o10. r05 r06 Units (Menu = Misc.) 0: °C + bar 1: °F + psig (In AKM wordt alleen maar °C + bar – weergegeven). ExtRefOffset Correctie van het S2 signaal (compensatie mogelijk voor lange kabellengten). r09 Adjust S2 (Menu = Misc.) Correctie van het S3 signaal (compensatie mogelijk voor lange kabellengten). r10 Adjust S3 (Menu = Misc.) Start/stop van de inspuiting Met deze instelling kan de inspuiting gestart en gestopt worden. Dit kan ook door middel van een externe schakelaar. Zie ook appendix 1. r12 Main Switch Definieer thermostaatfunctie 0: Geen thermostaatfunctie. Alleen de oververhitting wordt geregeld 1: Zowel thermostaatfunctie als regeling oververhitting. r14 Therm. Mode Alarm De regelaar kan in verschillende situaties een alarm genereren. Zodra er een alarm is, zullen alle LED’s op het frontpaneel gaan knipperen en zal het alarmrelais gemaakt worden. Hoge temperatuur alarmgrens Hier wordt het alarm voor een te hoge S3 temperatuur ingesteld. De waarde wordt ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zodra de temperatuur het ingestelde setpoint + A01 overschrijdt. (De actuele referentie kan worden uitgelezen met parameter u28). Lage temperatuur alarmgrens Hier wordt het alarm voor een te lage S3 temperatuur ingesteld. De waarde wordt ingesteld in Kelvin. Het alarm wordt actief zodra de temperatuur onder het ingestelde setpoint, verminderd met A02, gedaald is. Alarmvertraging Als één van de grenswaarden wordt overschreden treedt er een tijdfunctie in werking. Het alarm wordt niet geactiveerd voordat de ingestelde tijd-vertraging is verstreken. De tijdvertraging wordt ingesteld in minuten. Batterijalarm Hier wordt ingesteld of de regelaar het voltage van de batterij back-up moet bewaken. Als er geen of een laag voltage wordt gemeten, wordt een alarm gegenereerd. Alarm setting A01 * Upp.TempAlrm A02 * Low.TempAlrm A03 * TempAlrmDel A34 Batt. alarm *) Alleen gebruikt als thermostaatfunctie (r14=1) is geselecteerd Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 EKC 316A Met datacommunicatie kan de belangrijkheid van ieder alarm worden gedefinieerd. De instelling geschiedt via het ‘Alarm-bestemmingen’ menu. Zie ook pagina 14. Regelparameters P: versterkingsfactor Kp Een verlaging van de Kp waarde geeft een tragere regeling. I: Integratietijd Tn Een verhoging van de integratietijd geeft een tragere regeling. D: Differentiatietijd Td Deze instelling wordt uitgeschakeld door de minimale waarde (0) in te stellen Max. waarde voor de oververhittings referentie Min. waarde voor de oververhittings refrentie Waarschuwing ! Vanwege vloeistofslaggevaar, mag deze waarde niet lager dan 2-4 K. MOP Als er geen MOP functie nodig is, selecteer dan Off Opstarttijd voor stabiel signaal Als de regelaar binnen deze tijd geen stabiel signaal krijgt, zal de regelaar proberen op een andere manier een stabiel signaal te krijgen (Een te hoge waarde kan leiden tot een volgelopen verdamper). Deze waarde alleen te veranderen in overleg met Danfoss. Openingsgraad bij opstart De regelaar zal bij iedere thermostaatinschakeling deze waarde kiezen voor de openingsgraad van de klep. Bij adaptieve regeling zal de regelaar continue een nieuwe waarde berekenen. Deze waarde alleen te veranderen na overleg met Danfoss. Stabiliteitsfactor voor regeling van de oververhitting Bij instelling op een hogere waarde, zal de regelaar een grotere fluctuatie van de oververhitting accepteren voordat de referentie veranderd wordt. Deze waarde mag alleen door getraind personeel veranderd worden. Demping van de versterking bij de referentie waarde Deze instelling dempt de normale versterking Kp, maar alleen vlak rondom de referentiewaarde. Een instelling van 0,5 zal de Kp waarde halveren. Deze waarde mag alleen door getraind personeel veranderd worden. Versterkingsfactor voor de oververhitting Deze instelling bepaald de openingsgraad van het ventiel als functie van een veranderende zuigdruk. Een verhoging van de zuigdruk, resulteert in een kleinere klepopening. Als tijdens een opstart de lagedrukpressostaat aanspreekt, moet de waarde iets verhoogd worden en wanneer tijdens een opstart de compressoren pendelen, moet de waarde iets verlaagd worden. Deze waarde mag alleen door getraind personeel veranderd worden. Regeling van oververhitting (zie ook appendix 3) 1: Laagst mogelijke oververhitting (MSS). Adaptieve regeling. 2: Gedefinieerde oververhitting. De referentie wordt gevormd op basis van de lijn aan de hand de volgende drie parameters: n09, n10 en n22. Waarde voor oververhittingsreferentie voor klepopeningen onder de 10% ( De waarde moet lager zijn dan n10). Maximale openingsgraad De openingsgraad van de ETS kan begrensd worden. De waarde is in %. Parameter n37 tot en met n42 zijn instellingen voor de ETS klep. Aantal stappen van 0% tot 100% open Snelheid spindel (aantal stappen per seconde) Compensatiewaarde voor spindelspeling op openingspunt van klep (aantal stappen) Compensatiewaarde voor spindelspeling tijdens bedrijf (aantal stappen) Klepdefinitie 1=Klep moet open wanneer meer capaciteit is gewenst (NC functie) 2=Klep moet sluiten wanneer meer capaciteit is gewenst (NO functie) Compensatierichting 1=Compensatie vindt plaats wanneer de klep opent (standaard) 2=Compensatie vindt plaats wanneer de klep sluit Dempingfactor voor de binnenste regelkring Alleen gebruikt als o56 = 2 of 3 Deze waarde mag alleen door getraind personeel veranderd worden EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 n04 Injection control Kp factor n05 Tn sec. n06 Td sec. n09 n10 Max SH Min SH n11 n15 MOP (bar) (Een waarde van 20 is OFF) StartUp time n17 Start OD% n18 Stability n19 Kp Min n20 Kp T0 n21 SH mode n22 SH Close n32 ETS OD% Max (Menu=Danfoss only) n37 n38 n39 n40 n41 Max. steps (0 - 5000 step) Steps / sec (10 - 300 step/sec) Start bcklsh (Menu=Danfoss only) Backlash (Menu=Danfoss only) Valve type (Menu=Danfoss only) n42 Comp.dir. (Menu=Danfoss only) n43 Atten. factor Integratietijd voor de binnenste regelkring Alleen gebruikt als o56 = 2 of 3 Deze waarde mag alleen door getraind personeel veranderd worden n44 TnT0 sec Veiligheidswaarde voor lage temperatuurreferentie Alleen gebruikt als 056 = 3 Deze waarde mag alleen door getraind personeel veranderd worden n45 Min.Lim.Ref. Diversen Miscellaneous Adres Als de regelaar deel uitmaakt van een netwerk, dient deze regelaar voorzien te worden van een adres dat weer kenbaar gemaakt moet worden aan de ‘gateway’. Deze instellingen kunnen alleen gemaakt worden als de regelaar voorzien is van een datacommunicatiemodule en aangesloten is op een netwerk. Voor installatie-informatie zie document ‘RC8AC’ Het adres kan worden ingesteld tussen 0 en 119 Na installatie van een datacommunicatiemodule kan de regelaar op dezelfde manier worden bediend als de andere ADAP-KOOL regelaars. o03 - Het adres wordt verzonden naar de gateway als deze parameter in de positie ‘ON’ staat. (na enkele seconden verspringt de instelling automatisch weer naar ‘OFF’) o04 - Ingangssignaal voor verschuiving van de referentie Selectie van functie en signaalbereik. 0: Geen signaal 1: Verschuiving van referentie voor temperatuurinstelling met 0-20 mA 2: Verschuiving van referentie voor temperatuurinstelling met 4-20 mA 3: Verschuiving van referentie voor oververhitting met 0-20 mA 4: Verschuiving van referentie voor oververhitting met 4-20 mA (1-4 of 0 mA geeft geen verschuiving. 20 mA verschuift de referentie met de bij r06 ingegeven waarde). 5: Geforceerde klepopening met 0-20 mA 6: Geforceerde klepopening met 4-20 mA. (5-6: 4 of 0 mA zal de klep geforceerd sluiten. Bij 20 mA mag de klep 100% open. Met een signaal lager dan 20 mA zal de klepopening zo begrensd worden dat de klepopening van de PI regeling niet groter wordt dan deze waarde) Frequentie Instelling voor de netfrequentie o10 AI A type o12 50 / 60 Hz (50=0, 60=1) Selectie van signaal voor weergave op het display Hier wordt geselecteerd welk signaal standaard wordt weergegeven in het display. 1: Oververhitting 2: Openingsgraad van het ventiel 3: Temperatuur aan S3 sensor (Als tijdens bedrijf kort op de onderste knop van de regelaar wordt gedrukt, staat in het display; de S3 temperatuur als een 1 is gekozen, de referentie voor de oververhitting als 2 is gekozen en de referentie voor de temperatuur als 3 is gekozen). o17 Display mode Handmatige bediening van uitgangen Voor servicedoeleinden kunnen de individuele relaisuitgangen en de ETS uitgang geforceerd bediend worden. Dit kan alleen als de regeling gestopt is. OFF : geen handmatige aansturing 1: Uitgang voor de magneetklep is AAN 2: Uitgang voor de magneetklep is UIT 3: Alarmuitgang is geactiveerd (verbinding tussen klemmen 12 en 13 is gemaakt). 4: Geforceerde klepopening met een 0-20 mA signaal (0=gesloten, 20=open) 5: Geforceerde klepopening met een 4-20 mA signaal (4=gesloten, 20=open) Bij 4 en 5 zijn de relais voor de vloeistofklep en alarm uit. Bij een instelling anders dan ‘0’, wordt parameter 045 actief en kan de ETS handmatig bediend worden. Handbediening ETS klep Wanneer o18 is geactiveerd (1-3) kan "o45" de klepopening voor de ETS worden ingesteld. Werkgebied voor de drukopnemer Afhankelijk van de toepassing, wordt een drukopnemer met een bepaald werkgebied gebruikt. Dit werkgebied (bijv. -1 tot 12 bar) moet in de regelaar ingegeven worden. Bij deze parameter wordt de minimale waarde ingesteld. o18 Manual ctrl o45 Manual ETS OD% o20 MinTransPres. De maximale waarde van de drukopnemer wordt hier ingesteld. Selectie van regelmethode Afhankelijk van de toepassing kan de regeling op basis van verschillende parameters worden uitgevoerd. De 3 mogelijkheden zijn te zien in appendix 4. 1=normale regeling 2=met binnenste regelkring and T0 3=met binnenste regelkring en S4 min T0 o21 o56 MaxTransPres. Reg. type Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 EKC 316A Koudemiddelinstelling Voordat de inspuiting gestart kan worden, moet het koudemiddel geselecteerd zijn. U kunt hier kiezen uit de volgende koudemiddelen: 1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500. 10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=User defined. 14=R32. 15=R227. 16=R401A. 17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A. 24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. (Waarschuwing: Foutieve selectie van het koudemiddel kan beschadiging van de compressor tot gevolg hebben). Service Een aantal waarden kunnen worden uitgeprint voor gebruik tijdens service. Uitlezing waarde van extern inkomend signaal (AIA) Uitlezing status DI ingang (start/stop ingang) Uitlezing van de huidige inschakeltijd van de thermostaat of van de laatst afgesloten inschakeltijd. Uitlezing S2 temperatuursensor Uitlezing oververhitting Uitlezing gewenste (berekende) oververhitting o30 Refrigerant Service u06 u10 u18 AI A mA DI Ther. RunTime u20 u21 u22 S2 temp. SH SH ref. Uitlezing openingsgraad van het ventiel u24 OD% Uitlezing verdampingsdruk u25 Evap. pres. Pe Uitlezing verdampingstemperatuur u26 Evap.Press.Te Uitlezing S3 temperatuursensor u27 S3 temp. Uitlezing regelreferentie (ingesteld setpunt + de bijdrage van een extern signaal) u28 Temp ref. Uitlezing signaal van de drukopnemer (AIB) u29 AI B mA Bedieningsstatus Er kunnen zich regelsituaties voordoen waarbij de regelaar staat te wachten voor de volgende stap in de regeling. Om deze ‘waarom gebeurt er niets?’ situaties zichtbaar te maken volstaat het om de bovenste druktoets kort (1sec) in te drukken. Hierdoor wordt de bedieningsstatus weergegeven in het display. Is er echter een alarm, dan wordt de alarmstatus weergegeven in het display i.p.v. de bedieningsstatus. De individuele statuscodes hebben de volgende betekenis: S10: Koeling is gestopt door een intern of extern signaal S11: Koeling is gestopt door de thermostaat -- DO1 Alarm Uitlezing status van alarmrelais -- DO2 Liq. Valv (Uitlezing status van magneetklep) EKC State (0 = regelen) 10 11 Configuratie-instellingen (n37, n38, 056 en o30) zijn alleen beschikbaar wanneer de regeling is gestopt (r12 = off ) EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 Bediening Menuoverzicht SW =1.2x Display De waarden worden weergegeven met drie karakters en afhankelijk van de instelling in °C of in °F. Functie Parameter Min. Fabr. instel. Max. Normal display Weergave van de huidige oververhitting / openingsgraad/temperatuur Selecteer weergave in o17 - K - Als weergave huidige openingsgraad ventiel gewenst is, druk dan kort (1 sec) op de onderste druktoets. Selecteer weergave in o17 - % - Referentie Licht-emitterende diodes (LED) op frontpaneel Op het frontpaneel bevinden zich LED’s die oplichten wanneer het bijbehorende relais bekrachtigd is. De bovenste LED geeft aan dat de klepopening groter aan het worden is. De volgende Led geeft aan dat de klepopening kleiner aan het worden is. De derde LED geeft aan dat er koelvraag is. Alle drie de LED’s gaan knipperen als er een fout in de regeling is opgetreden. In deze situatie kan de foutcode opgevraagd worden in het display en het alarm wordt bevestigd door kort de bovenste druktoets in te drukken. Druktoetsen Het veranderen van een instelling geschiedt met behulp van de twee druktoetsen. De bovenste toets zorgt voor een hogere waarde en de onderste toets voor een lagere waarde van de betreffende instelling. Voordat een waarde veranderd kan worden moet er echter eerst toegang worden verschaft tot het menu. Houdt voor toegang tot het menu de bovenste druktoets een aantal seconden ingedrukt totdat de eerste parametercode zichtbaar wordt. Zoek de parameter die u wilt wijzigen en druk gelijktijdig beide druktoetsen in. De wijziging van de betreffende parameter wordt opgeslagen door nogmaals beide toetsen gelijktijdig in te drukken. Instelling van gewenste setpoint -* -60°C 50°C 3.0 Differentie r01 * 0.1 K 20.0 K 2.0 Eenheden (0=°C / 1=°F+psig) r05 0 1 0 Invloed van extern signaal op referentie r06 -50 K 50 K 0..0 Correctie van S2 signaal r09 -10.0 K 10.0 K 0.0 Correctie van S3 signaal r10 -10.0 K 10.0 K 0.0 Start / stop van koeling r12 OFF On On Definieer thermostaatfunctie (0=geen thermostaatfunctie, 1=AAN/UIT thermostaat) r14 0 1 0 Bovengrens (boven de temperatuurinstelling) A01 * 3K 20 K 5 Ondergrens (onder de temperatuurinstelling) A02 * 1K 10 K 3 30 Alarm Tijdvertraging voor alarm A03 * 0 min. 90 min. Batterijbewaking A34 Off On Off P: Versterkingsfactor Kp n04 0.5 20 3.0 I: Integratietijd T n05 30 s 600 s 120 D: Differentiatietijd Td (0=uit) n06 0s 90 s 0 Max. waarde oververhittingsreferentie n09 2 K 30 K 10 Min. waarde oververhittingreferentie n10 1K 12 K 4 MOP (max =uit) n11 0.0 bar 20 bar 20 Opstarttijd voor stabiel signaal Veranderen alleen door getraind personeel n15 0 90 0 Openingsgraad bij opstart. Veranderen alleen door getraind personeel n17 0 100 0 Regelparameters Geeft toegang tot het menu (of schakelt een alarm uit) Stabiliteitsfactor voor regeling oververhitting. Veranderen alleen door getraind personeel n18 0 10 5 Geeft toegang tot wijzigingen n19 0.2 1.0 0.3 Slaat wijziging op Demping versterking bij de referentie waard Veranderen alleen door getraind personeel Versterkingsfactor voor de oververhitting Veranderen alleen door getraind personeel n20 0.0 10.0 0.4 Regeling van oververhitting 1=MSS, 2=Volgens lijn n21 1 2 1 Voorbeelden Waarde voor min. oververhitting voor koelvraag n22 onder 10% 1K 15 K 2 Instellen van setpoint 1. Druk de twee toetsen gelijktijdig in 2. Selecteer met één van de toetsen de gewenste nieuwe waarde 3. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren Max. openingsgraad van het ventiel Veranderen alleen door getraind personeel n32 0% 100 % 100 Aantal stappen van 0-100% openingsgraad (x10) (ETS = 263. ETS 100 = 353) n37 000 stp** 5000 stp ** 263 Aantal stappen per seconde n38 10 stp/s 300 stp/s 250 n39 0 stp 100 stp 50 Compensatiewaarde voor spindelspeling tijdens n40 bedrijf 0 stp 100 stp 100 Instellen van een parameter 1. Houdt de bovenste toets ingedrukt totdat een parameter zichtbaar wordt 2. “Blader” met behulp van de twee toetsen door het menu totdat de gewenste parameter verschijnt 3. Houdt beide toetsen ingedrukt totdat de parameterwaarde zichtbaar wordt 4. Wijzig de waarde met behulp van de twee toetsen 5. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren n37 tot en met n42 zijn instellingen voor de ETS klep Compensatiewaarde voor spindelspeling op openingspunt van klep *) Alleen gebruikt als thermostaatfunctie (r14=1) is geselecteerd **) De display kan 3 karakters weergeven, maar de instelling is 4 karakters. Alleen de drie belangrijkste worden getoond. Bijv. 250 geeft een instelling van 2500. Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 EKC 316A Klepstatus bij onderbroken voeding: 1 = NC, 2 = NO (speciale toepassing n41 Compensatie van spindelspeling moet plaatsvinden: 1 = als de klep opent, 2 = als de klep sluit Dempingfactor voor binnenste regelkring n42 n43 Integratietijd voor binnenste regelkring (TnT0) Veiligheidswaarde voor lage temperatuur differentie voor binnenste regelkring n44 n45 1 1 0,1 10 s 1K 2 2 stp 1 120 s 1 1 0.4 30 o03*** 0 AAN/UIT schakelaar (service-pin bericht) o04*** - Uitlezing extern signaal AIA (16-17) u06 mA Uitlezing status digitale ingang DI u10 on/off Thermostaat koelvraagtijd u18 min. Temperatuur S2 u20 °C Oververhitting u21 K Referentie oververhitting u22 K Uitlezing openingsgraad ETS u24 % 20 K 3.0 Uitlezing verdampingsdruk u25 bar 119 0 Uitlezing verdampingstemperatuur u26 °C - Temperatuur S3 u27 °C Temperatuurreferentie u28 °C Uitlezing signaal drukopnemer u29 mA Overigen Regelaaradres Service - Definieer ingangsignaal voor analoge ingang AIA: 0: Geen signaal 1: Temperatuurinstelling. 0-20 mA 2: Temperatuurinstelling. 4-20 mA 3: Versch. oververhittingsreferentie. 0-20 mA 4: Versch. oververhittingsreferentie. 4-20 mA 5: Geforceerde klepopening met 0-20 mA 6: Geforceerde klepopening met 4-20 mA. o10 0 6 0 Instelling netfrequentie o12 50 Hz 60 Hz 50 Selecteer display voor: 1: Oververhitting 2: Openingsgraad van het ventiel 3: S3 temperatuur o17 1 3 1 ***) Deze instelling is alleen mogelijk als er een datacommunicatiemodule in de regelaar is geïnstalleerd. Configuratie-instellingen alleen beschikbaar wanneer regeling is gestopt. De regelaar kan de volgende berichten weergeven: E1 Fouten in de regelaar E15 Onderbroken S2 sensor E16 Kortgesloten S2 sensor E17 Handmatige bediening van uitgangen: OFF: geen handmatige bediening 1: Uitgang voor magneetklep AAN 2: Uitgang voor magneetklep UIT 3: Alarmcontact is gemaakt 4: Geforceerde klepopening met 0-20 mA signaal 5: Geforceerde klepopening met 4-20 mA signaal Bij inst. 1-3 zal o45 actief worden o18 Werkgebied drukopnemer - min. waarde o20 -1 bar 60 bar -1.0 Werkgebied drukopnemer - max. waarde o21 -1 bar 60 bar 12.0 Koudemiddel selectie: 1=R12. 2=R22. 3=R134a. 4=R502. 5=R717. 6=R13. 7=R13b1. 8=R23. 9=R500. 10=R503. 11=R114. 12=R142b. 13=User defined. 14=R32. 15=R227. 16=R401A. 17=R507. 18=R402A. 19=R404A. 20=R407C. 21=R407A. 22=R407B. 23=R410A. 24=R170. 25=R290. 26=R600. 27=R600a. 28=R744. 29=R1270. o30 0 29 0 Handbediening van klepopening ETS. Deze kan worden bediend als o18 is ingesteld o45 0% 100 % 0 Selecteer regelmethode: 1=Normaal 2=Met binnenste regelkring (T0) 3=Met binnenste regelkring (S4 – T0) o56 1 3 1 E18 off 5 0 Onderbroken S3 sensor Foutmelding Kortgesloten S3 sensor E19 Ingangssignaal op klemmen 16 en 17 is buiten bereik (ext. ref.) E20 Ingangssignaal op klemmen 14 en 15 is buiten bereik (Po,drukopnemer) A1 Hoog temperatuuralarm A2 A11 Laag temperatuuralarm Alarmmelding Geen koudemiddel geselecteerd A43 Controleer voeding naar stappenmotor A44 Batterijalarm (geen of laag voltage) Fabrieksinstelling Om terug te keren naar de fabrieksinstellingen moet u de volgende stappen volgen: - Schakel de voeding uit - Houdt beide toetsen ingedrukt terwijl de voeding er weer opgezet wordt EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 Specificaties Voedingsspanning Stroomverbruik Ingangssignaal 24 V a.c. +/-15% 50/60 Hz, 10 VA (De voedingsspanning is galvanisch gescheiden van de ingangs- en uitgangssignalen) Regelaar 5 VA ETS stappenmotor 1,3 VA Stroomsignaal 4-20 mA of 0-20 mA Drukopnemer 4-20 mA van AKS 33 Digitale ingang van externe contactfunctie Sensoringang 2 st. Pt 1000 ohm Thermostaatrelais Alarmrelais Uitgang stappenmotor 1 st. SPST 1 st. SPST AC-1: 4 A (ohms) AC-15: 3 A (inductief ) 100 mA pulserend Omgevingstemperatuur Mogelijkheid voor het aansluiten van een datacommunicatiemodule Tijdens bedrijf -10 - 55°C Tijdens transport -40 - 70°C Omkasting IP 20 Type Gewicht 300 g EKC 316A Mounting DIN rail Display LED, 3 karakters Keurmerken EU Low Voltage Directive en EMC eisen in overeenstemming met CE-markering. LVD-getest volgens EN 60730-1 en EN 607302-9 EMC-getest volgens EN50081-1 en EN 50082-2 Datacommunicatie Indien batterij back-up wordt gebruikt: Eisen batterij: 18V d.c. min. 100 mAh Bestellen EKA 173 EKA 175 EKA 174 Functie Code nr. Oververhittingsregelaar 084B7088 Datacommunicatiemodule (accesoire),(FTT 10 module) Datacommunicatiemodule (accesoire),(RS485 module) Datacommunicatiemodule (accesoire),(RS485 module) met galvanische scheiding 084B7092 084B7093 084B7124 Temperatuur sensor Pt 1000 ohm / Drukopnemer type AKS 33 / TQ / AKV ventielen. Zie catalogus RK0YG.. ETS kleppen: zie document DKRCC.PD.VD1.A1.-- Aansluitingen Benodigde aansluitingen Klemmen: 25-26 Voedingsspanning 24 V a.c. 21-24 Voeding naar stappenmotor 18-19 Pt 1000 sensor op zuigleiding verdamper (S2) 14-15 Drukopnemer type AKS 33 1-2 Schakelfunctie voor start/stop van regeling. Indien er geen schakelaar is aangesloten moeten klemmen 1 en 2 doorverbonden worden. 5-6 Batterij. De spanning zal de ETS sluiten bij spanningsval. De batterij kan ook worden vervangen door de installatie van een magneetklep in de vloeistofleiding. Deze wordt dan aangesloten op klemmen 8-9. BELANGRIJK De 24 Volt ac voeding voor de EKC 316A op klemmen 25 en 26 moet volledig geïsoleerd zijn van de batterijvoeding op klemmen 5 en 6. Onder geen beding mogen deze twee voedingen een gemeenschappelijke aarde hebben. Datacommunicatie Applicatie-afhankelijke aansluitingen Klemmen: 18-20 Pt 1000 sensor voor meting vloeistoftemperatuur (S3) 8-9 Thermostaatrelais 12-13 Alarmrelais Klemmen 12 en 13 zijn doorverbonden in alarmsituaties en bij spanningsuitval op de regelaar 16-17 Stroomsignaal van andere regeling (Ext. ref ) 3-4 Datacommunicatie Alleen beschikbaar indien een communicatiekaart is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat de installatie van de datacommunicatiekabel correct wordt uitgevoerd. Zie hiervoor handleiding Nr. RC8AC 10 Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 Wit Zwart Rood Groen <---------------- max. 5 m ----------------> L > 5 meter, zie pagina 14 EKC 316A Aandachtspunten bij installatie Beschadiging, onjuiste montage of de condities ter plaatse, kunnen defecten veroorzaken in het regelsysteem en uiteindelijk leiden tot beschadiging van de installatie. Ieder mogelijke beveiliging is in onze producten ingebouwd om dit te voorkomen, maar bijvoorbeeld door verkeerde installatie kunnen alsnog problemen ontstaan. Danfoss aanvaardt geen aansprakelijkheid voor producten of installatiecomponenten, die beschadigd zijn door bovengenoemde defecten. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om de installatie grondig te controleren en alle nodige veiligheden in te passen. Vooral het ‘geforceerd sluiten’ signaal naar de regelaars in het geval dat de compressoren stoppen en de montage van ‘slokkenvangers’ in de zuigleiding verdienen extra aandacht. Uw lokale Danfoss agent is altijd bereid om advies te geven. Appendix 1 Appendix 2 Interactie tussen interne en externe start/stop functies en actieve functies. Als er twee verdampers op dezelfde zuigleiding aangesloten zijn, kan het signaal van de drukopnemer door twee regelaars worden gebruikt Interne Start/stop Uit Uit Aan Aan Externe Start/stop (DI) Uit Aan Uit Aan Koeling (DO2) Uit Aan Temperatuururbewaking Nee Ja Sensorbewaking Ja Ja Configureren Ja Nee Appendix 3 De twee typen van oververhittingsregeling zijn als volgt: Adaptieve oververhitting Gedefinieerde oververhitting De regeling is gebaseerd op het zoeken naar de MSS van de verdamper (MSS = laagst mogelijke oververhitting). (De referentie van de oververhitting wordt verlaagd tot het exacte punt waar de oververhitting instabiel wordt). De oververhitting wordt begrensd door de instelling voor minimale en maximale oververhitting. De referentie volgt een in te stellen curve. De curve wordt gedefinieerd door drie waarden: het sluitpunt van het ventiel, de minimale en maximale waarde van de oververhitting. Deze drie waarden moeten zodanig ingesteld worden dat de curve ligt tussen de MSS-curve en de curve voor de gemiddelde temperatuurverschil ∆Tm (temperatuurverschil tussen de medium(lucht) en de verdampingstemperatuur). Instelvoorbeeld : 4, 6 en 10 K. EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 11 Appendix 4 Regelalgoritmen voor de oververhitting. Er kan uit verschillende algoritmen worden gekozen. Deze kunnen worden ingesteld in o56. Reg.type = 1 Deze regeling gebruikt de ‘klassieke’ regelmethode en wordt aanbevolen voor bekende toepassingen – bijvoorbeeld voor bestaande installaties met een Danfoss regelaar. Voor de startwaarden van Kp, Tn en Td kunnen de waarden van de eerdere regelaar worden ingesteld. Indien gewenst kan de thermostaatfunctie worden geselecteerd. Reg.type = 2 Deze regeling bestaat uit een regelkring als omschreven bij reg. type 1, maar daarbij ook een tweede regelkring heeft die kijkt naar de verandering in verdampingsdruk. Doordat door een belastingsverandering de zuigdruk in verhouding sneller verandert dan de oververhitting kan deze regeling eerder ingrijpen. Deze regeling is goed toepasbaar bij systemen met een wisselende belasting waarbij de mediumuitredetemperatuur vrij constant is. Deze regeling kan ook worden gebruikt zonder thermostaatfunctie. De T0 temperatuur vormt een onderdeel van de binnenste regelkring. Reg.type = 3 Dit is een regeling zoals omschreven in reg. type 2 echter wordt er door de tweede regelkring nu gekeken naar de verandering van het verschil tussen verdampingstemperatuur en mediumuitredetemperatuur (de thermostaatsensor moet dus in de uittrede van de verdamper worden geplaatst). Doordat de belastingverandering nu rechtstreeks gemeten wordt door deze waarde kan deze regeling nog beter anticiperen dan regeling 2. Deze regeling is goed toepasbaar bij systemen met een sterk wisselende belasting. Het plaatsen van een thermostaatsensor is bij deze regeling verplicht. 12 De S4 en T0 temperaturen vormen een onderdeel van de binnenste regelkring. Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 EKC 316A Opstarten van regelaar Als alle bedrading is aangesloten dienen onderstaande punten doorlopen te worden voor begonnen wordt met regelen: 1. Schakel de externe AAN/UITschakelaar op “UIT 2. Volg het menuoverzicht op pagina 8 en stel de diverse para- meters in op de gewenste waarden. 3. Zet de externe AAN/UIT schakelaar op “AAN” , en de regeling start. 4. Volg het verloop van de actuele ruimtetemperatuur of oververhitting op het display. Als de oververhitting fluctueert Bij koelsystemen welke ontworpen zijn voor een gelijkmatige belasting zullen de fabrieksinstellingen van de regelaar in de meeste gevallen voldoende zijn voor een stabiele en snelle regeling. Als het systeem echter fluctueert, kan het zijn dat de oververhittingsparameters te klein zijn geselecteerd: Als adaptieve oververhitting is geselecteerd: Pas aan : n09, n10 en n18 Als gedefinieerde oververhitting is geselecteerd: Pas aan: n09, n10 en n22 Het kan ook zijn dat de ingestelde regelparameters niet optimaal zijn ingesteld. Als de oscillatietijd langer is dan de integratietijd: (Tp > Tn , (Tn is, bijv., 240 sec)) 1. Verhoog Tn tot 1.2 maal Tp 2. Wacht tot het systeem weer in balans is 3. Als er nog steeds oscillatie is, reduceer Kp met, bijv., 20% 4. Wacht tot het systeem weer in balans is 5. Herhaal stap 3 en 4 totdat het systeem stabiel is Als de oscillatietijd korter is dan de integratietijd: (Tp < Tn , (Tn is, bijv., 240 sec.)) 1. Reduceer Kp met, bijv., 20% van de schaaluitlezing 2. Wacht tot het systeem weer in balans is 3. Herhaal stap 1 en 2 totdat het systeem stabiel is Controleer dat de ETS klep sluit als de voeding naar de regelaar wordt onderbroken Deze controle moet worden uitgevoerd als de regelaar is uitgevoerd met batterij back-up. De batterij zal de stappenmotor naar de ‘eindstop’ bewegen en zo de klep sluiten. Deze regeling kan worden weggelaten als een magneetafsluiter in de vloeistofleiding is geplaatst en aangesloten is op klemmen 9-10. EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 13 Aansluiten ETS Als de afstand tussen de EKC 316A en de ETS klep groter wordt dan 5 meter, moet voor een correcte werking een kabelfilter worden geplaatst. Aansluiting L<5m 5 m < L < 50 m Afmetingen Bestellen Type AKA 211 Omschrijving Filter 4 x 10 mH Code nr. 084B2238 DIN-rail montage 14 Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 EKC 316A EKC 316A Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 15 Literatuurlijst Instructions RI8HE_. (meertalig) In dit document kunt u vinden hoe u de regelaars moet monteren en instellen. Danfoss can accept no responsibility for possible errors in catalogues, brochures and other printed material. Danfoss reserves the right to alter its products without notice. This also applies to products already on order provided that such alternations can be made without subsequential changes being necessary in specifications already agreed. All trademarks in this material are property of the respecitve companies. Danfoss and Danfoss logotype are trademarks of Danfoss A/S. All rights reserved. 16 Manual RS8CX610 © Danfoss 11-2006 DE-BD Datacommunicatie link naar ADAP-KOOL® regelsystemen met EKC Lonworks® RC8AC In dit document kunt u vinden hoe de datacommunicatie tot stand kan worden gebracht. EKC 316A ">

Public link updated
The public link to your chat has been updated.
Advertisement
Key features
- Nauwkeurige regeling van de oververhitting en temperatuur
- Optimale vulling van de verdamper
- Energiebesparing door adaptieve regeling
- MOP-functie voor begrenzing van klepopening
- Externe start/stop van de regeling
- Datacommunicatie voor PC-bediening
Frequently asked questions
Houd de bovenste toets ingedrukt totdat de parametercode "-*" zichtbaar wordt. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te wijzigen. Gebruik de bovenste toets voor een hogere waarde en de onderste toets voor een lagere waarde. Druk beide toetsen gelijktijdig in om de instelling te bewaren.
De MOP-functie begrenst de opening van het ventiel zolang de verdampingstemperatuur hoger is dan de MOP-instelling.
De regelaar kan via een extern potentiaalvrij contact worden gestart en gestopt (klemmen 1 en 2). De regeling wordt gestopt wanneer het contact wordt verbroken.