Jonsered LTH 16 De handleiding

Add to my manuals
68 Pages

advertisement

Jonsered LTH 16 De handleiding | Manualzz
J O N S E R E D
S E R V I C E
Instructieboekje
LTH16
Lees deze instructies aandachtig en zorg dat
u ze begrijpt voordat u deze machine
gebruikt.
1
Safety specifications.
Sicherheitsbestimmungen.
Consignes de sécurité.
Normas de seguridad.
Norme di sicurezza.
Veiligheidsvoorschriften.
2
18
3
Functional description.
Funktionsbeschreibung.
Description du fonctionnement.
25
4
Procedure before start.
MaBnahmen vor dem Anlassen.
Avant de démarrer.
34
5
Driving.
Betrieb.
Conduite.
37
6
47
Búsqueda de averias.
Ricerca guasti.
Het opsporen van storingen.
64
67
7
8
We reserve the right to changes without prior notice.
Ånderungen ohne vorherige Mitteilung sind vorbehalten.
Nous nous réservons le droit d'apporter des modifications sans avis préalable.
Nos reservamos el derecho a introducir modificaciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di modifiche o cambiamenti senza preavviso.
Wij houden ons het recht voor om veranderingen aan te brengen zonder voorafgaande mededeling.
2
3
Eng
I. TRAINING
3
4
III. BETRIEB
5
6
III. UTILISATION
7
8
9
10
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
II. PREPARAZIONE
.
.
.
.
.
.
11
.
.
.
.
.
.
.
12
1. Veiligheidsregels
Veilige bedieningsmethoden voor zittrekkers
BELANGRIJK: DEZE MAAIMACHINE KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN.
HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG
HEBBEN.
NL
I. TRAINING
III. BEDIENING
• Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedieningselementen en het juiste gebruik van de
machine.
• Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de
instructies, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan de
leeftijd van de bestuurder.
• Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren in
de buurt zijn.
• Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk is
voor ongelukken of risico’s die andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
• Alle bestuurders dienen vakkundige instructies te
ontvangen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te
worden gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en concentratie bij het
werken met zittrekkers;
- een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet onder
controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsverlies zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend remmen;
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van het effect van bodemcondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van de
lading.
• Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte waar
gevaarlijke koolmonoxydedampen zich kunnen verzamelen.
• Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
• Voordat u de motor gaat starten, moet u alle
meshulpstukkoppelingen uitschakelen en naar de vrijloop
schakelen.
• Gebruik de trekker niet op hellingen van meer dan 14°.
• Denk eraan dat er geen “veilige” hellingen bestaan. Bij het
rijden op hellingen met gras dient men extra voorzichtig te
zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
- stop en start niet plotseling bij het op- of afrijden van een
helling.
- schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de versnelling, vooral bij het afrijden van een
heuvel;
- de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
- kijk uit voor bulten en kuilen en andere verborgen gevaren;
- maai nooit dwars op de helling tenzij de maaier voor dit
doel is ontworpen.
• Wees voorzichtig bij het trekken van ladingen of het gebruik
van zwaar materieel.
- Gebruik alleen goedgekeurde aanhaakpunten voor een
trekstang.
- Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
- Maak geen scherpe bochten. Wees voorzichtig bij achteruit
rijden.
- Gebruik contragewicht(en) of wielgewichten wanneer dat
in de handleiding wordt aangeraden.
• Kijk uit voor het verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
• Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
• Voer bij het gebruik van hulpstukken het materiaal nooit af
in de richting van omstanders en laat niemand in de buurt
van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
• Gebruik de maaimachine nooit met defecte
beschermkappen
en
schermen
of
zonder
beveiligingsinrichtingen op hun plaats.
• Verander de instelling van de motorregelaar niet en laat de
motor niet met te hoge toeren draaien. Als de motor met te
hoog toerental draait, kan het risico van lichamelijk letsel
groter worden.
• Voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
- de aftakas uitschakelen en de hulpstukken neerlaten;
- naar de vrijloop schakelen en de parkeerrem inschakelen;
- de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
• Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s) los of verwijder het
contactsleuteltje,
- voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een verstopte
afvoer leeg maakt;
- voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt of
eraan werkt;
- nadat u een ongewenst voorwerp heeft geraakt. Inspecteer
de maaimachine op schade en voer reparaties uit voordat
u de machine weer start en gebruikt;
- als de machine abnormaal begint te trillen (onmiddellijk
controleren).
II. VOORBEREIDING
• Draag tijdens het maaien altijd stevige schoenen en een
lange broek. Gebruik de machine niet blootsvoets of terwijl
u open sandalen draagt.
• Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondig en verwijder alle voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggeslingerd.
• WAARSCHUWING - Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat doel zijn
bestemd.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van de
benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait of heet
is.
- Als benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen
ontstekingsbron teweeg brengt totdat de benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken weer
goed vast.
• Vervang defecte geluiddempers.
• Inspecteer vóór het gebruik altijd of de messen, mesbouten
en maai-inrichting niet versleten of beschadigd zijn. Vervang
versleten of beschadigde messen en bouten in sets om het
evenwicht in stand te houden.
• Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van één mes andere messen kan
doen draaien.
13
• Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit tijdens
transport of als ze niet worden gebruikt.
• Stop de motor en schakel de aandrijving naar het hulpstuk
uit,
- voordat u tankt;
- voordat u de opvangzak verwijdert;
- voordat u de hoogte verstelt tenzij de hoogte vanuit de
bestuurdersplaats kan worden ingesteld.
• Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als de
motor met een afsluitklep is uitgerust, moet u de
brandstoftoevoer aan het einde van het maaien afsluiten.
LTH16
16/12
IV. ONDERHOUD EN OPSLAG
• Houd alle moeren, bouten en schroeven goed vastgedraaid
zodat u er zeker van kunt zijn dat de machine in een veilige
bedrijfsstaat verkeert.
• Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen een
open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich benzine in
de tank bevindt.
• Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten
ruimte opbergt.
• Beperk brandgevaar: houd de motor, geluiddemper,
accuruimte en benzine-opslagruimte vrij van gras, bladeren
of een overmaat aan smeervet.
• Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwering.
• Vervang versleten of beschadigde onderdelen om
veiligheidsredenen.
• Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet dit buiten
worden gedaan.
• Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van één mes andere messen kan
doen draaien.
• Wanneer de machine moet worden geparkeerd, opgeslagen
of alleen moet worden gelaten, moet de maai-inrichting
neergelaten worden tenzij een mechanische vergrendeling
wordt gebruikt.
0-7
107
38-101
OPGELET: Maak de bougiekabel altijd los,
plaats hem waar hij de bougie niet kan raken
teneinde onverhoeds starten te voorkomen
tijdens het opstellen, vervoeren, afstellen of
uitvoeren van reparaties.
300
100
14
Eng
D
F
NL
Deze symbolen kunnen op uw machine of in de bij het produkt geleverde documentatie aanwezig zijn. Leer en begrijp hum betekenis.
Esp
I
NEUTRAL
LEERLAUF
POINT MORT
VRIJLOOP
NEUTRO
FOLLE
HIGH
HOCH
HAUT
HOOG
ALTO
AUMENTARE
P
ENGINE ON
MOTOR LÄUFT
MOTEUR EN MARCHE
MOTOR AAN
MOTOR ENCENDIDO
MOTORE ACCESO
IGNITION
ZÜNDUNG
ALLUMAGE
ONTSTEKING
IGNICIÓN
AVVIAMENTO
PARKING BRAKE LOCKED
FESTSTELLBREMSE VERRIEGELT
FREIN DE STATIONNEMENT
VERROUILLÉ
PARKEERREM GEBLOKKEERD
FRENO DE ESTACIONAMIENTO
CERRADO
FRENO DI PARCHEGGIO INNESTATO
ATTACHMENT
CLUTCH ENGAGED
ANBAUGERÄTE-KUPPLUNG
EINGEKUPPELT
EMBRAYAGE
D'ACCESSOIRE EMBRAYÉ
KOPPELING HULPSTUK
INGESCHAKELD
EMBRAGUE DEL ACCESORIO
ENGANCHADO
FRIZIONE ACCESSORIE
INNESTATA
PARKING BRAKE
FESTSTELLBREMSE
FREIN DE STATIONNEMENT
PARKEERREM
FRENO DE ESTACIONAMIENTO
FRENO DI PARCHEGGIO
BATTERY
BATTERIE
BATTERIE
ACCU
BATERÍA
BATTERIA
15
Eng
D
F
NL
Deze symbolen kunnen op uw machine of in de bij het produkt geleverde documentatie aanwezig zijn. Leer en begrijp hum betekenis.
Esp
I
14°
MOWER LIFT
MÄHWERKHUB
LEVAGE DE TONDEUSE
MAAIHOOGTEREGELING
LEVANTAMIENTO DE LA SEGADORA
SOLLEVAMENTO APPARATO FALCIANTE
16
3-3908
LE
AD
RN
TU
RE
Mfg. by/Fabriqué par:
EPM Products
Baltimore, MD 21226
MADE IN U.S.A.
FABRIQUÉ AUX É.-U.
D
AUGEN UNVERZÜGLICH MIT
WASSER AUSSPÜLEN.
SOFORT ÄRZTLICHE HILFE
AUFSUCHEN.
NL
Esp
PELIGRO
PROTEJE SUS OJOS
GASES EXPLOSIVOS
PUEDEN CAUSAR CEGUEDAD O LESIONES.
NO
• CHISPAS
• LLAMAS
• FUMAR
ÁCIDO SULFÚRICO
PUEDEN CAUSAR CEGUEDAD O QUEMADURAS MUY
GRAVES.
LÍMPIESE LOS OJOS CON
UN CHORRO DE AGUA.
OBTENGA AYUDA MÉDICA
RÁPIDAMENTE.
I
PERICOLO
RIPARARE GLI OCCHI
VAPORI ESPLOSIVI
PUO’ PROVOCARE CECITA’
O LESIONI
ACIDO SOLFORICO
PUO’ PROVOCARE LA
CECITA’ OD USTIONI GRAVI.
17
2
2. Assembly. 2. Zusammenbau. 2. Montage. 2. Montaje
2. Montaggio. 2. Montering.
Eng
D
F
Esp
I
NL
Eng
Before the tractor can be used certain parts must be assembled, which for transportation reasons are enclosed in the
packing. The picture shows which parts must be assembled.
Vor der Anwendung des Aufsitzmähers müssen gewisse Teile
eingebaut werden, die aus Transportgründen in der Verpackung lose beigefügt sind. Aus dem Bild geht hervor, welche
Teile einzubauen sind.
Avant de pouvoir utiliser la machine, certaines pièces livrées
dans l’emballage pour cause de transport doivent être
montées. L’illustration montre de quelles pièces il s’agit.
Antes de poder utilizar el tractor, hay que montar algunas
piezas que, por razones de transporte, van empaquetadas en
el embalaje. De la figura se desprende cuales son estas
piezas.
Prima di usare il trattore, montare alcune parti che per ragioni
di trasporto sono confezionate a parte. In figura sono indicati i
dettagli da montare.
Voordat de traktor gebruikt kan worden, moeten sommige
onderdelen worden gemonteerd, die vanwege het transport
apart verpakt zijn in de emballage. Uit de afbeelding blijkt
welke onderdelen dit zijn.
•
•
•
•
•
Snap insert into center of steering wheel.
1. EXTENSION SHAFT
D
•
1
•
HET STUUR
Monteer de uitschuifas (3) in de gewenste gaten en breng de
zeskantige bout en de moer aan en draai deze stevig vast.
Lenkwellengehâuse einbauen. Dafûr sorgen, daß die
fûhrungsbolzen im Ghâuse in die richtigen Bohrungen eingreifen.
•
Zorg dat de voorwielen naar voren wijzen. Schuif de adapter over
de uitschuifas en breng het stuur aan op de adapter.
•
•
18
2
Esp
•
•
•
•
•
1. EJE DE EXTENCIÓN
1
I
•
•
•
•
•
NL
•
•
•
F
•
•
•
•
•
•
•
19
2
D
1
F
Esp
I
Eng
NL
Zitting
De zitting is verstelbaar voor de individuele instelling in
verhouding tot de koppelings- resp. rempedaal. Vouw de
houder van de zitting open en monteer de bevestigingsbout (1).
D
F
Esp
Ajustar el asiento en la posición correcta desplazándolo hacia
adelante o atrás. Apretar el tornillo de ajuste (2).
Regolare il sedile fino ad assumere la posizione più comoda,
spostandolo avanti o indietro. Stringere la vite di regolanzione
(2).
I
NL
Stel de zizting in de juiste zitpositie door deze naar voor en naar
achter te schuiven. Haal de stelschroef aan.
D
F
Esp
3
I
Eng
NL
LET OP!
Controleer of de snoer correct is aangesloten op de
veiligheidsschakelaar (3), op de houder van de zitting.
20
2
Eng
Eng
•
5. Fender
6. Battery terminal
D
Install battery
D
7. Battery
3. Kabel
4. Kabel
•
•
1
2
4
3
F
A
5
4. Câble
6
7
21
2
NL
1. Zetelbak
2. Accuboxluik
NL
Accu installeren
N.B.: Als deze accu na de maand en het jaar, aangegeven
op het etiket, in bedrijf wordt genomen, laad de accu dan
minstens één uur op met 6-10 A.
3. Kabel
4. Kabel
WAARSCHUWING: Doe voor het intalleren van de accu
alle metalen voorwerpen: armbanden, ringen, horloges
enz., uit. Anders kan het contat tussen deze voorwerpen en
de accu brandwonden veroorzaken.
A. Voorkant tractor
•
Til de zetelbak op en open het accuboxluik.
Esp
Esp
•
I
•
1
2
4
3
A
I
5
6
7
22
2
I
NL
Eng
Verwijder de beschermdoppen van de accupolen en gooi
ze weg. Zet de accu op zijn plaats onder de zitting. De
accupolen dienen naar voren te zijn gericht. Sluit eerst de
rode kabel aan op + en daarna de zwarte aard-kabel op -.
Schroef de kabels vast. Smeer de accupolen in met
watervrij vet (vaseline) om corrosie te voorkomen. Sluit
het accuboxluik.
D
F
Esp
WAARSCHUWING: De positieve klem moet eerst
aangesloten worden om vonken door per ongeluk aarden
te voorkomen.
23
2
Eng
D
F
Esp
I
NL
PEILWIELEN MONTEREN
Controleer of de gewenste maaihoogte wordt bereikt.
A
Eng
B
D
VORDERE ROLLE MONTIEREN
F
Esp
I
NL
24
ANSAMBLE DEL RODILLO DELANTERO
ASSEMBLAGGIO DEL RULLO ANTERIORE
VOORSTE ROL MONTEREN
3
1
7
5
11
3
6
8
2
9
4
10
Eng
D
2. Gashebel.
3. Brems- und Kupplungspedal.
6. Attachment lift lever.
11. Ammeter
25
3
5
1
7
11
3
6
8
2
9
4
10
F
I
De plaats van de bedieningsorganen
1. Schakelaar voor verlichting
2. Gashendel.
3. Rem- en koppelingspedaal
4. Hendel voor aan- en uitschakeling van aandrijving.
5. Hendel voor aan/uitzetten van de maaikast.
6. Hendel voor snelle verhoging/verlaging van de maaikast.
7. Stuurslot/contact
8. Parkeerrem
9. Aan- en uitschakeling van vrijwiel.
10. Stuur voor het instellaen van de maaihoogte.
11. Ampèremeter
26
3
Eng
D
F
Esp
I
NL
1. Schakelaar verlichting
Eng
D
F
Esp
I
NL
2. Gas- en chokehendel
Met de gashendel wordt het toerental van de motor geregeld
en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. Is de
hendel in de voorste stand gezet, is de chokefunctie ingeschakeld. Staat de hendel in de achterste stand, loopt de motor
stationair. Tussen deze beide buitenposities ligt de vol-gas
stand.
27
3
D
F
Esp
I
Eng
NL
3. Rem- en koppelingspedaal
Als de pedaal ingedrukt wordt, remt het voertuig. Tegelijkertijd
wordt de motor ontkoppeld en stopt de aandrijving.
28
3
Eng
S
R
F
D
N
F
Esp
I
NL
4. Aan-/uitschakeling van aandrijving
De hendel kan in vier standen worden geplaatst:
N = Neutraalstand (geen andrijving)
S = Langzaam rijden
F = Snel rijden
R = Achteruit-rijden
De hendel kan rechtstreeks van S naar F worden geschoven om
de gewenste snelheid te bereiken.
29
3
Eng
D
F
Esp
I
NL
2
F
5. Aan- en uitschakeling van de maaikast
1
3
Esp
I
Eng
D
NL
6. Snelle verhoging/verlaging van maaikast
Breng de hendel naar achteren om de maaikast snel te doen
verhogen bij het passeren van oneffenheden in het gazon.
Bij transport dient de maaikast in zijn hoogste stand te staan.
Zet de hendel achteruit, totdat deze vergrendeld is. Om de kast
te doen verlagen: Zet de hendel achteruit (1). Druk de knop in
(2) en breng daarna de hendel naar voren (3).
30
3
F
OFF
Eng
ON
START
ADVERTENCIA!
I
ATTENZIONE!
WARNUNG!
7. Stuurslot/contact
De sleutel voor het stuurslot/contact kan in drie standen
worden gezet:
Alle elektrische stroom uitgeschakeld
De elektrische stroom ingeschakeld
Startmotor ingeschakeld
LET OP!
Laat nooit de sleutel in het contact zitten, wanneer de machine
zonder toezicht wordt achtergelaten.
Eng
D
31
3
F
Esp
I
NL
8. Parkeerrem
Schakel de parkeerrem in als volgt:
1. Druk de rempedaal in tot op de bodem.
2. Breng de parkeerremhendel naar boven en houdt hem in
deze stand.
3. Laat de rempedaal los.
Om de parkeerrem vrij te maken, behoeft u alleen de
rempedaal in te drukken.
Eng
D
F
Esp
I
NL
9. Vrijwielbediening
Om de tractor te trekken of te verplaatsen zonder de hulp van de
motor, moet de vrijwielbedieningsknop worden uitgetrokken en
met de naaldveer vergrendeld worden.
32
3
D
F
Esp
I
Eng
NL
10. Instelling maaihoogte
Met behulp van het stuur wordt de gewenste maaihoogte
ingesteld. Wordt deze met de klok mee gedraaid, neemt de
maaihoogte toe. Het stuur loopt lichter als tegelijkertijd de
hendel "snelle verhoging/verlaging" van de maaikast naar achteren wordt gezet.
F
Esp
Eng
11. Ammeter
I
11. Amperometro
11. Amperemesser
NL
11. Ampèremeter
Controleer de ampèremeter na iedere rit. De naald dient zich te
bewegen richting + als een indicatie dat de accu oplaadt.
Inschakeling van de lichten geeft geen uitslag op de meter,
daar zij een eigen stroomvoorziening hebben (niet gekoppeld
aan de accu).
33
4
Eng
4. Before starting. 4. Maßnahmen vor dem Anlassen.
4. Avant de démarrer. 4. Antes del arranque.
4. Prima dell’avviamento. 4. Maatregelen vóór het starten.
Filling up
Esp
D
WARNING!
ADVERTENCIA!
F
I
WARNUNG!
ATTENZIONE!
Tanken
De motor dient te lopen op schone (niet met oli gemeng de)
loodvrije benzine. Tank niet meer benzine dan tot de onderste
rand van het vulgat.
LET OP!
De benzine is zeer brandgevaarlijk. Wees voorzichtig en tank
buitenshuis. Rook niet bij het tanken en vul niet bij, wanneer de
motor warm is. Doe niet te veel in de tank, daar de benzine kan
expanderen en overstromen. Zorg dat na het tanken de
benzinedop er goed op zit. Bewaar de brandstof op een koele
plaats in een jerrycan voor motorbrandstof. Controleer
benzinetank en brandstofleidingen.
34
4
Eng
Oil level
Esp
F
I
NL
Oliepeil
De gecombineerde olie-bijvuldop en peilstok worden
bereikbaar, nadat de motorkap is opengeklapt. Het oliepeil in
de motor dient vóór ieder gebruik te worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat de maaier horizontaal staat. Schroef de
oliepeilstok eruit en maak hem schoon. Schroef de peilstok er
opnieuw in. Draai vast en haal hem er weer uit en lees het
oliepeil af.
Eng
FULL
ADD
Nivel de aceite
CAUTION - DO
35
D
F
Esp
I
NL
Het oliepeil dient tussen de beide markeringen op de stok te
liggen. Als dit niet het geval is, moet u met SAE 30 tot het
”FULL”-merk bijvullen. ’S-winters (onder het vriespunt) dient
motorolie SAE 5W-30 te worden gebruikt.
4
Eng
D
F
Esp
I
NL
De luchtdruk in de banden
Controleer regelmatig de luchtdruk in de banden. De druk in
de voorbanden dient 1 bar en in de achterbanden 0,8 bar te
zijn.
36
5
5. Driving. 5. Betrieb. 5. Conduite. 5. Conducción.
5. Guida. 5. Rijden.
D
F
Esp
I
Eng
NL
Het starten van de motor
Zorg ervoor dat de maaikast in transportstand staat (hoogste
stand) en dat de hendel voor aan/uitschakeling van de
maaikast in uitgeschakelde stand staat.
Eng
D
F
Esp
I
NL
Press down the brake/clutch pedal fully. Make sure that the
motion control lever is in neutral.
Das Kupplungs- und Bremspedal ganz durchtreten. Prüfen,
daß der Hebel fur das Ein- und Ausschalten des Antriebes auf
Leerlauf steht.
Enfoncer complètement la pédale de frein/débrayage.
S'assurer que le levier de vitesses est en position neutre.
Apretar hasta el fondo el pedal de freno/embrague.
Asegurarse de que la palanca de embrague/desembrague de
la transmisión está en punto neutro.
Premere a fondo il pedale freno/frizione. La leva del cambio
deve essere in folle.
Druk de rem-/kopeelingspedaal geheel in. Controleer of de
hendel voor aan-/uitschakelen van de aandrijving in de neutrale
stand staat.
F
Esp
I
NL
37
).
)
Motore freddo: Portare il comando del gas su choke ( ).
Bij een koude motor: Schuif de gashendel naar boven tot de
eindpositie choke ( ).
5
Eng
D
F
Esp
I
NL
F
"
".
Bij een warme motor: Schuif de gashendel halverwege naar de
volgaspositie " ".
OSSERVARE!
NOTE!
NL
Laat de startmotor niet langer dan ca 5 sek. per keer draaien.
Als de motor niet start, wacht dan ca 10 sek voordat u
volgende poging doet.
Esp
D
Draai de startsleutel naar “START”-positie
LET OP!
F
Eng
When the engine has started let the ignition key go back to the
”ON position”. Push the gas control to the required speed. For
cutting: full gas.
Nach Anspringen des Motors den Zündschlüssel in die
Stellung “ON” zurückgehen lassen.
Den Gashebel auf die gewünschte Motordrehzahl stellen. Bei
Mähen: Vollgas.
38
Lorsque le moteur a démarré, laisser revenir la clé de contact à
la position “ON”.
Amener l’accélérateur à la position de régime moteur désiré.
Pour la coupe, en accélération maximale.
Después de haber arrancado el motor, deje que la llave de
encendido vuelva a la posición “ON”.
Ponga el acelerador en la posición deseada. Al cortar, a
plenos gases.
I
NL
Wanneer de motor is gestart, wordt het startsleutel/contact
teruggedraaid in “ON”-positie Schuif de gashendel naar het
gewenste toerental. Bij maaien: vol gas.
5
Eng
D
MASCHINEN
MIT
F
FROID
POUR
UNE
Esp
¡IMORTANTE!
EMPIESO EN FRÍO PARA HIDROSTÁTICO
D
IMORTANTE! AVVIAMENTO A FREDDO PER TRASMISSION!
NL
I
PURGE TRANSMISSION
F
39
5
I
.
.
.
.
.
Esp
SPURGO DELLA TRASMISSIONE
PURGAR LA TRANSMISIÓN
NL
Voor de juiste werking en prestaties wordt aangeraden om de transmissie
te ontluchten voordat de trekker voor het eerst wordt gebruikt. Hierdoor
wordt lucht binnenin de transmissie verwijderd, die er tijdens het vervoer
van uw trekker kan zijn ontstaan.
BELANGRIJK: MOCHT UW TRANSMISSIE VOOR ONDERHOUD OF
VERWISSELING VERWIJDERD MOETEN WORDEN, DAN DIENT HIJ
NA DE INSTALLATIE ONTLUCHT TE WORDEN, VOORDAT U DE
TREKKER GEBRUIKT.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
40
Parkeer de trekker veilig op een vlakke ondergrond zodat hij in geen
enkele richting kan wegrollen. Voor de volgende handeling moet de
parkeerrem uitgeschakeld zijn.
Schakel de transmissie uit door de freewheel-hendel in de freewheelstand te plaatsen.
Start de motor en breng de gashendel naar de stand Langzaam.
Controleer of de parkeerrem uitgeschakeld zijn.
Breng de rijhendel zo ver mogelijk naar voren en houd hem daar
gedurende vijf (5) seconden. Breng de hendel zo ver mogelijk naar
achteren en houd hem daar gedurende vijf (5) seconden. Herhaal dit
drie (3) keer.
Breng de rijhendel naar de stand N (neutraal).
Stop de trekker door de contactsleutel naar de stand “OFF” [UIT] te
draaien.
Schakel de transmissie in door de freewheel-hendel in de rijstand te
plaatsen.
Start de motor en breng de gashendel naar de stand Langzaam.
Rijd de trekker ongeveer 1 meter 50 vooruit en vervolgens 1 meter 50
achteruit. Herhaal dit drie keer.
Uw trekker is nu klaar voor normaal bedrijf.
5
Eng
Esp
D
HINWEIS!
I
NOTA!
ATTENTION!
NL
LET OP!
De machine is uitgerust met een veiligheidsschakelaar, die
onmiddellijk de stroom naar de motor verbreekt, wanneer de
bestuurder zijn plaats verlaat, terwijl de motor loopt en de
aan/uitschakelhendel op “ingeschakeld” staat.
Eng
D
F
Esp
I
NL
41
5
Eng
D
F
Esp
I
NL
Eng
D
Cutting tips
Portare l'acceleratore sul massimo ( ). Selezionare una
velocità di guida adeguata al terreno e al risultato di taglio
desiderato.
Zet de gashendel in de volgaspositie ( ). Kies een rijsnelheid
die geschikt is voor het terrein en voor het gewenste
maairesultat.
42
5
F
Esp
I
NL
Maaitips
● Verwijder stenen en andere voorwerpen van het gazon,
die weggeworpen kunnen worden door de messen.
● Localiseer en markeer grotere stenen of andere vaste
voorwerpen, om ze bij het maaien te kunnen vermijden.
● Start met een hoge maaihoogte en verlaag deze tot
gewenste maairesultaat is verkregen.
● Het maairesultaat wordt het beste met een hoog toerental
(de messen roteren snel) en een lage versnelling (de
machine beweegt zich langzaam). Is het gras niet al te hoog
en dicht begroeid, kan de rijsnelheid toenemen door een
hogere versnelling te kiezen, of door het toerental te verlagen, zonder dat het maairesultaat merkbaar minder wordt.
● Het mooiste gazon wordt verkregen, als het vaak wordt
gemaaid. Het maaien geschiedt gelijkmatiger en het gemaaide gras wordt ook gelijkmatiger over het oppervlak
verdeeld. Het totale tijdsbestek voor het maaien wordt
niet langer, daar een grotere rijsnelheid kan worden
toegepast, zonder dat het maairesultaat minder wordt.
● Vermijd een nat gazon te maaien. Het maairesultaat
wordt minder, daar de wielen in de zachte grasmat zakken.
● Spoel de onderkant van de maaikast na iedere maaibeurt schoon met water.
43
5
F
Esp
15° MAX.
I
Eng
NL
WAARSCHUWING!
● Rij niet op een terrein met een helling van meer dan
14°. Het risico om achterover te slaan is zeer groot.
● Rij niet schuin over een hellend terrein, daar het
kantelrisico dan groot is.
● Vermijd te stoppen of te starten op een hellend terrein.
● Schakel slechts, wanneer de machine geheel stil staat, om
beschadigingen aan de versnellingsbak te verkomen.
Eng
D
F
Esp
I
NL
THROTTLE
D
ADVERTENCIA!
44
Rijd rechtse ronden, zodat het gemaaide gras wordt
weggeworpen van borders, paden etc.
Bij grotere gazons dient u de rijrichting na 2-3 ronden te
veranderen, zodat het gemaaide gras wordt weggeworpen op
het gedeelte, dat reeds gemaaid is (zie illustratie).
5
Eng
F
Esp
I
NL
Eng
Gebruik de linker kant van de machine om dicht bij bomen,
heesters en dergelijke te kunnen maaien.
Het mes maait ca. 15 mm van de kant van de kap.
D
F
Esp
45
5
I
NL
Het stoppen van de motor
Breng de gashendel naar beneden tot stand “
”.
Schakel de maaikast uit, door de aan/uitschakelhendel
naar beneden te brengen.
Verhoog de maaikast en zet de contactsleutel in positie “OFF”.
Laat de motor 1-2 minuten stationair lopen om af te koelen,
voordat deze uitgezet wordt.
Eng
Esp
WARNING!
D
I
WARNUNG!
NL
WAARSCHUWING!
Laat nooit de contactsleutel er in zitten, wanneer de machine
onbemand wordt achtergelaten, om te voorkomen dat kinderen
en onbevoegden de motor starten.
46
WARNING!
Esp
NL
LET OP!
Voordat service-werkzaamheden aan de motor of maaikast
worden verricht, dient men het volgende te doen:
● Zet de motor af.
● Zet de versnellingshendel in neutrale stand.
● Breng de koppelingshendel in ontkoppelde stand.
● Druk de koppelings/rempedaal in en trek de
parkeerremhendel aan.
● Verwijder de ontstekingskabel van de bougie.
AVERTISSEMENT!
F
WARNUNG!
D
6
Eng
1
D
F
2
Eng
(1)
(2)
D
(1)
(2)
F
(1)
(2)
47
6
Esp
1
I
NL
2
Esp
(1)
(2)
I
(1)
(2)
NL
(1)
(2)
Motorkap
Aansluitkabel koplampen
Motorkap
• Open de motorkap.
• Ontkoppel de aansluitkabel van de koplampen.
• Ga recht voor de trekker staan. Pak de motorkap aan beide zijden
vast, kantel hem naar voren en til hem van de trekker.
• Plaats bij het monteren van de kap de scharnierbeugels in de
betreffende openingen in het chassis.
• Sluit de aansluitkabel van de koplampen weer aan en sluit de
motorkap.
48
6
Eng
F
D
Wartung
NL
Onderhoud
OPMERKING: Om uw tractor in goede conditie te houden,
moeten er regelmatig onderhoudsbeurten uitgevoerd worden.
WAARSCHUWING: Schakel altijd eerst de bougieleiding uit
voor u herstellingen, inspecties of onderhoud uitvoert. Dit
om te voorkomen dat de machine per ongeluk start.
Voor elk gebruik:
• Controleer het oliepeil en smeer de draaipunten indien
nodig.
• Controleer of alle bouten, moeren en splitpennen op hun
plaats zitten en goed vast zitten.
• Controleer de accupolen en ontluchtingsopeningen.
• Laad voorzichtig op bij 6 ampere indien nodig.
• Maak het luchtscherm schoon.
• Zorg dat er geen vuil en kaf op en in de tractor zit, zodat de
motor niet beschadigd of oververhit raakt.
• Controleer de werking van de remmen.
49
6
Esp
I
50
6
Eng
•
•
•
•
•
•
D
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
51
•
•
•
•
•
6
F
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
NL
•
•
•
Service aantekeningen
Vul telkens u service uitvoert, de datum in
Indien
nodig
om de
8 uur
•
Lchtscherm schoonmaken
Luchtfilter en voor-reiniger
schoonmaken
om de
50 uur
Bandendruk controleren
Brandstoffilter vervangen
•
•
•
In-(toe-)spoor afstellen
Carburator afstellen
•
•
Maak de accu en de klemmen
schoon
Controleer de knaldemper
Smeer de kogelgewrichten
om de
200 uur
•
•
Papieren inzetstuk van de
luchtreiniger vervangen
Koelribben van de motor
schoonmaken
Bougie vervangen
om de
100 uur
•
•
Motorolie vervangen
Draaipunten smeren
Werking van de remmen controleren
om de
25 uur
•
•
•
52
•
•
6
Esp
Cada
8 horas
•
•
•
I
•
•
Cada
200 horas
•
Cada
100 horas
•
•
Cada
50 horas
•
•
Cada
25 horas
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
53
•
•
•
•
•
6
Eng
D
Blades
Esp
NOTE!
NOTA!
I
OSSERVARE!
HINWEIS:
Messen
De messen dienen scherp te zijn om het beste maairesultaat te
bereiken. Het slijpen kan geschieden met een vijl of met een
slijpschijf.
LET OP!
ATTENTION!
Het is zeer belangrijk dat beide uiteinden van het mes evenveel worden geslepen, om onbalans te voorkomen.
Eng
D
F
Esp
I
NL
WAARSCHUWING!
Zet na een servicebeurt de messen goed vast (4-5 kpm,
30-35 ft.lbs) om ongelukken te voorkomen. Gebruik handschoenen bij het vastzetten, ter bescherming van uw handen.
54
6
Eng
44
mm
1-3/4"
1
D
2
F
Esp
I
Eng
F
Esp
Eng
D
NL
Rem
De rem zit aan de binnenkant van het rechter achterwiel. Om
er goed bij te kunnen komen, dient het wiel te worden gemonteerd.
1. Druk de koppelings/rempedaal in en trek de parkeerrem
aan.
WARNING!
I
NL
1. Meet de afstand tussen de remnokas en de stelmoer.
2. De afstand dient 44 mmte zijn.
3. Stel zonodig de afstand bij, door eerst borgmoer (2) los te
draaien en daarna bijstellen met stelmoer (1).
Esp
I
D
Freno
WARNUNG!
NL
LET OP!
Vergeet niet de moeren aan te draaien na het bijstellen.
F
55
6
2
1
Eng
D
F
Esp
I
NL
Desmontering van de maaikast
Werk vanaf de rechter kant van de machine.
1. Haal daama de riem van de wieischijf van de motor (1).
2. Verwijder de twee achterste haarpinveren (2) en sla met een
hamer de twee as-pennen los.
56
6
3
Eng
D
F
4
Esp
5
I
NL
3. Verwijder de haarpinveren (3), (4), (5) en resp. assen.
4. Zet de hendel voor verhogen/verlagen van de maaikast naar
achteren.
5. Trek de maaikast van de machine af.
Eng
D
F
Esp
I
NL
Montering van de maaikast
De montering vindt in omgekeerde volgorde van de
demontering plaats.
• Schuif de maaikast onder de machine. De uitwerp-opeining
is naar rechts gericht.
57
6
F
Eng
I
D
Esp
NL
Vervanging van de aandrijfriem voor de maaikast
1. Verwijder de maaikast van de tractor.
2. Trek de riem eerst van de linker riemschijf van de maaikast
af en daarna van de overige schijven.
3. Trek daarna de riem van de maaikast af.
4. De nieuwe riem wordt in omgekeerde volgorde gemonteerd.
Controleer dat de riem binnen all riemgeleiders ligt.
58
6
F
Esp
A
B
I
Eng
NL
Eng
D
Het instellen van de maaikast
A. In de rijrichting
1. Controleer of de luchtdruk in alle vier de banden juist is.
2. Zorg ervoor dat de machine op een vlakke ondergrond staat.
3. Zet de maaikast in de hoogste stand.
4. Meet de afstanden A en B.
2
D
1
To achieve best cutting results the cutting unit’s front edge (B)
should be about 10 mm (0.375") lower than the back edge (A).
Adjust in the following way to raise the back edge:
1. Loosen the nut (1) on both the left and right levers.
2. Screw the nut (2) the same number of turn s on both levers.
3. When the correct distance (A) is obtained this setting is
locked with the nut (1).
Für bestes Mähergebnis muß die Vorderkante des Mähaggregats
(B) ca. 10 mm tiefer liegen als die Hinterkante (A). Einstellung
zur Erhöhung der Hinterkante:
1. Mutter (1) am linken und rechten Hebel lösen.
2. Mutter (2) gleich viele Drehungen an beiden Hebeln
verstellen.
3. Wenn der richtige Abstand (A) erhalten wird, sind die
Einstellungen mit der Mutter (1) zu sperren.
59
F
Esp
I
NL
Om het beste maairesultaat te bereiken, dient de voorkant (B)
van de maaikast ca. 10 mm (0,375") lager te staan dan de
achterkant (A). Ter verhoging van de achterkant als volgt
instellen:
1. Draai moer (1) los op linker en rechter hefboom.
2. Draai moer (2) op de beide hefbomen evenveel slagen.
3. Wanneer de juiste afstand (A) is bereikt, wordt de instelling
met de moer (1) vastgezet.
6
•
1
1
F
Esp
I
NL
LINKS/RECHTS BIJSTELLEN
• Zet de maaimachine in de hoogste stand.
• Meet vervolgens in het midden tussen beide zijkanten van
de maaimachine de hoogte van de onderkant van de
maaimachine tot de grond. Afstand “A” moet ofwel hetzelfde
zijn, ofwel binnen 6 mm (1/4") van elkaar liggen.
• Indien bijstellen nodig is, mag dit slechts aan één kant van
de maaimachine gebeuren.
• Draai de bijstelmoer vaster aan de kant van de maaimachine
die u hoger wilt instellen.
• Draai de bijstelmoer looser aan de kant van de maaimachine
die u lager wilt instellen.
LET OP: Drei slagen van de bijstelmoer veranderen de hoogte
ongeveer 3 mm (1/8").
• Controleer na het bijstellen de hoogte opnieuw.
“A”
“A”
2
Eng
D
F
Esp
I
NL
(1) Onderkant van de maaimachine
(2) Bijstelmoer
Eng
D
SIDE-TO-SIDE ADJUSTMENT
• Raise mower to highest position.
• At the midpoint of both sides of mower, measure height from
bottom edge of mower to ground. Distance “A” should be
the same or within 6mm (1/4") of each other.
• If adjustment is necessary, make adjustment on one side of
mower only.
• To raise one side of mower, tighten lift link adjustment nut on
that side.
• To lower one side of mower, loosen lift link adjustment nut
on that side.
NOTE: Three full turns of adjustment nut will change mower height
about 1/8".
• Recheck measurements after adjusting.
SEITLICHE EINSTELLUNG
• Das Mähwerk auf die höchste Position einstellen.
• Auf beiden Seiten des Mähwerks in der Mitte den Abstand
von der Unterkante des Mähwerks zum Boden messen. Der
Abstand “A” sollte auf den beiden Seiten um höchstens 6
mm (1/4') voneinander abweichen.
• Falls eine Einstellung notwendig sein sollte, die Einstellung
nur auf einer Seite des Mähwerks vornehmen.
60
6
Esp
6
2
4
I
1
Eng
D
F
Esp
I
NL
De montering vindt in omgekeerde volgorde plaats als de
demontering. Controleer of de snaar binnen alle riem-geleiders
ligt. Gebruik uitsluitend originele riemen bij vervanging!
F
Vervangen van de aandrijfriem
1. Verwijder de maaikast van de tractor.
2. Trek de contacten voor de kabel van de electrische koppeling
(1).
3. Demonteer de bewegingsbegrenzer voor de koppeling (2).
4. Trek de handrem aan en trek de riem omhoog van het
loopwiel (3), de koppelingswielschijf (4).
5. Leid de riem tussen twee ventilatorbladen door en draai de
ventilator tegen de klok in tot de riem vrij komt (5).
6. Haal daama de riem van de wielschijf van de motor (6).
5
D
3
Eng
Cambio de correa propulsora
61
6
•
1
Eng
D
F
Esp
I
NL
Als de rijhendel om de een of andere reden niet op de gekozen snelheid
blijft, kan hij bijgesteld worden bij het frictieblok dat zich aan de
rechterkant van de transmissie bevindt.
• Parkeer de trekker op een vlakke ondergrond. Stop de trekker door
de contactsleutel naar de stand “OFF” [UIT] te draaien en schakel
de parkeerrem in.
• Stel de rijhendel bij door de stelborgmoer een halve (1/2) slag te
draaien.
N.B.: Als de inspanning die nodig is om de rijhendel te verplaatsen om
de een of andere reden te groot wordt, dient bovenstaande handeling
omgekeerd te worden door de borgmoer 1/4 à 1/2 slag losser te
draaien.
Rijd na het bijstellen met de trekker en test hem. Herhaal deze
handeling zonodig.
62
•
NL TRANSMISSIEKOELING
De ventilator en koelribben van de transmissie moeten schoon
gehouden worden om voore de juiste koeling te zorgen.
Tracht niet de ventilator of de transmissie te reinigen terwijl de motor
draait of terwijl de transmissie heet is.
• Controleer de koelventilator om u ervan te overtuigen dat de bladen
intact en schoon zijn.
• Controleer de koelribben op vuil, gras en ander materiaal.
TRANSMISSIEKOELING
De transmissie is in de fabriek verzegeld en vloeistofonderhoud is niet
nodig. Als de transmissie ooit mocht lekken of een onderhoudsbeurt
nodig hebben, dient u een bevoegd servicecentrum of -afdeling te
raadplegen.
63
D
Motor springt nicht an
1. No fuel in fuel tank.
2. Plug defective.
3. Plug connection defective.
4. Dirt in carburettor or fuel pipe.
Engine runs unevenly
Engine feels weak
64
Esp
65
NL
De motor start niet
1. Er is geen benzine in de tank.
2. De bougie is defect.
3. De bougie-aansluiting is defect.
4. Vuil in carburateur of brandstofleiding.
De startmotor trekt de motor niet
1. De accu is leeg.
2. Slecht contact tussen kabel en accupool.
3. Aan/uitschakelhendel in foutieve stand.
4. De hoofdzekering is defect.
5. Het stuurslot/contact is defect.
6. Het veiligheidscontact voor koppelings/rempedaal is
defect.
7. Koppelings/rempedaal niet ingedrukt.
Il motore non gira bene
De motor loopt niet gelijkmatig
1. Te hoge versnelling.
2. De bougie is defect.
3. De carburateur is foutief ingesteld.
4. Het luchtfilter zit dicht.
5. De ventilatie van de brandstoftank is verstopt.
6. De ontsteking is verkeerd ingesteld.
7. Vuil in de brandstofleidingen.
Il motore non ”tira” bene
De motor lijkt zwak/weinig vermogen
1. Het luchtfilter is verstopt.
2. De bougie is defect.
3. Vuil in de carburateur of brandstofleiding.
4. De carburateur is verkeerd ingesteld.
1. De motor is overbelast.
2. De luchtinlaat of de koelribben zitten verstopt.
3. De ventilator is beschadigd.
4. Te weinig of geen olie in de motor.
5. Het voorgloeien is defect.
6. De bougie is defect.
1. De zekering is defect.
2. Een of meer cellen zijn beschadigd.
3. Accupolen en kabels maken geen contact.
Le luci non funzionano
De verlichting werkt niet
1. De gloeilampen zijn stuk.
2. De schakelaar is defect.
3. Kortsluiting in de leiding.
1. De messen zitten los.
2. De motor zit los.
3. Één of beide messen zijn in onbalans, veroorzaakt
door beschadiging of slechte balans na het slijpen.
Risultato di taglio irregolare
Hoogte van gemaaid gras is ongelijk
1. De messen zijn bot.
2. De maaikast staat niet recht.
3. Lang of nat gras.
4. Grasophoping onder de kap.
5. De luchtdruk in de banden is links en rechts niet
gelijk.
6. Te hoge versnelling.
7. De aandrijfriem slipt.
66
●
Change engine oil.
●
●
●
●
AVERTISSEMENT!
WARNING!
D
Esp
●
●
●
●
¡ATENCIÓN!
WARNUNG!
67
NL
Aan het einde van elk maaisezoen moeten de volgende
maatregelen worden genomen:
● Maak de hele machine schoon, in het bijzonder de binnenkant van de kap van de maaikast.
● Herstel lakbeschadigingen om roest te voorkomen.
● Ververs de olie in de motor.
● Maak de benzinetank leeg. Laat de motor draaien totdat er
ook in de carburateur geen benzine meer is.
● Verwijder de bougie en laat een eetlepel motorolie in de
cilinder lopen. Draai de motor rond zodat de olie wordt v
erdeeld en schroef daarna de bougie weer vast.
● Haal de accu weg. Laad de accu op en bewaar deze op
een koele plaats. Bescherm de accu tegen strenge kou.
● Zet de machine in een droge overdekte ruimte.
ATTENZIONE!
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit benzine bij het schoonmaken, omdat dit
schadelijke stoffen bevat.
Onderhoud
Bij het bestellen van onderdelen moet de merknaam van de
machine, het jaar van aankoop en het model-, type- en
serienummer worden vermeld. Neem contact op met de
dichstbijzijnde dealer voor onderhoud en reparaties. Er moeten
altijd originele onderdelen worden gebruikt.
07.21.98 REV. 1 TR/SV

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Key Features

  • Powerful engine for effortless cutting
  • Robust construction for enhanced durability
  • Versatile cutting options for customized mowing
  • Comfortable operation for extended mowing sessions

Related manuals

Frequently Answers and Questions

How do I safely operate the Jonsered LTH 16?
Refer to the Safety Rules section in the instruction manual for detailed guidelines on safe operation, including proper handling, terrain navigation, and maintenance practices.
What maintenance tasks are essential for the Jonsered LTH 16?
Regular maintenance is crucial for optimal performance and longevity of the Jonsered LTH 16. Consult the Maintenance and Adjustment section in the instruction manual for specific maintenance instructions, including cleaning, lubrication, and component checks.
How do I adjust the cutting height on the Jonsered LTH 16?
Refer to the Functional Description section in the instruction manual for instructions on adjusting the cutting height. This section provides a step-by-step guide to ensure proper blade height settings for various mowing conditions.
Download PDF

advertisement

Languages

Only pages of the document in Dutch were displayed