advertisement
▼
Scroll to page 2
of 32
3510 578 006 3520 Gebruiksaanwijzing NL FR 578 006 3530 578 006 04.03.2011 / 97-9645 Inhoud, Nederlands Tekenings/afbeelding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6 Opstellings-, montage- en gebruikshandleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Handleiding stoken - hout. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Bedrijfstoringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Conformiteitsverklaring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Typeplaatje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 A. 1 1 2 1 45˚ 4 3 3 4 B. 11 4 C. 11 9 3 10 12 17 14 14 16 13 4 1 6 14 12 15 3 15 5 2 7 8 D. E. 1 G. F. 30° 6 4 3 5 2 1 H. 2 1 3 2 1 3 6 6 5 4 5 I. 3 5 4 6 9 1 7 13 8 12 11 10 2 10 6 2 1 Opstellings-, montage- en gebruikshandleiding Nederlands Wettelijke voorschriften Bij de installatie van uw HWAM-kachel moeten steeds zowel alle wettelijke voorschriften als de plaatselijk geldende bouwvoorschriften worden gerespecteerd. Laat u voor de montage van de kachel adviseren door uw HWAM verkoper. Ruimtelijke verreisten In de ruimte waar de houtkachel zal worden opgesteld moet een toevoer van verse verbrandingslucht gewaarborgd zijn. Een opklapbaar venster of een regelbare luchtklep volstaan, maar ideaal is toch de aansluiting op een HWAM-verbrandingsluchtsysteem. Breng de luchtklep of het luchtrooster zo aan dat de toevoer niet kan worden geblokkeerd. Let op: niet alle soorten glas zijn hittebestendig. Daarom moet een glazen wand in sommige gevallen als een brandbare wand worden beschouwd. Neem contact op met een plaatselijke schoorsteenveger of glasproducent om de juiste afstand tot glas na te gaan. Dragende ondergrond Vergewis er u voor de montage van de kachel van dat de ondergrond het gewicht van de kachel en de schoorsteen kan dragen. Het gewicht van de schoorsteen kunt u berekenen uit de omvang en de hoogte. Kachelgewicht HWAM 3510: 93 kg HWAM 3510, speksteen bovenplaat: 115 kg HWAM 3510, ronde zijkanten: HWAM 3510, speksteen: 102 kg 150 kg HWAM 3520: 108 kg HWAM 3520, speksteen bovenplaat: 127 kg HWAM 3520, ronde zijkanten: HWAM 3520, speksteen: 114 kg 164 kg HWAM 3530: 114 kg HWAM 3530, speksteen bovenplaat: 136 kg HWAM 3530, ronde zijkanten: HWAM 3530, speksteen: 124 kg 184 kg Afstand tot brandbaar materiaal Plaats uw HWAM-kachel op een niet-brandbare ondergrond. Staat de kachel op een houten vloer of een gelijkaardig materiaal, dan moet de bodem met een niet-brandbaar materiaal worden afgedekt. HWAM 3510, HWAM 3520, HWAM 3530 (Tekening A) 1. Voor gemetseide wand 1. Voor brandbare wand 2. Voor brandbare wand, zijkant 1. Tot brandbare wand, opstelling in hoek 3. Inrichtingsafstand, vooraan 10 cm 10 cm 20 cm 10 cm* 80 cm *Afmetingen bij plaatsing in een hoek zijn slechts indicatief. Neem contact op met uw schoorsteenveger voor een definitieve berekening. Houd rekening met eventuele voorschriften voor de afstand tussen muur en rookbuis. De afstand tot gemetselde muren is vastgelegd in verband met het onderhoud van de automaat. De kachel met muurbeslag kan op een gemetselde muur worden aangebracht, maar de kachel moet dan wel worden gedemonteerd om de automaat te kunnen bedienen. Vereisten voor de schoorsteen De schoorsteen moet zo hoog zijn dat een goede trek gewaarborgd wordt en de rook geen belasting vormt. Nominale trek: 12 Pa. De schoorsteen moet een dagmaat van min. 150mm in diameter hebben.Als bijkomende minimale vereiste geldt echter dat de opening in grootte steeds overeen moet stemmen met het afvoeraansluitstuk van de kachel. De schoorsteen moet bovendien voorzien zijn van een makkelijk toegankelijke reinigingsdeur. Wijzigen van rookafvoer van bovenafvoer naar achterafvoer (Tekening B) 1. Demontage van zijwanden. Til de ene zijkant ca. 10 mm naar boven en trek deze weg van de kachel, zodat de zijwand los komt van de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel.Herhaal dit met de andere zijwand. 2. Demontage van de topplaat van de kachel (1).Verwijder de vier schroeven (Torx Bit nr. 30 of M6-moer) onder de topplaat, twee stuks aan elke kant, en til de topplaat van de kachel. 3. Demontage van achterplaat (2). Til de achterplaat naar boven en trek deze weg van de kachel, zodat de achterplaat los komt van de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel. De achterplaat heeft een uitsparing voor het rookkanaal. Breek de plaat binnen deze uitsparing af zodat een gat in de achterwand ontstaat waar het rookkanaal in past. 4. Demontage van afdekplaat (3). Demonteer de afdekplaat aan de achterzijde van de kachel door de drie schroeven te verwijderen (Torx Bit nr. 30). Nu kan de afdekplaat worden verwijderd. 5. Demontage van rookring (4). Demonteer de rookring aan de bovenzijde van de kachel door de drie schroeven te verwijderen. Nu kan de rookring worden verwijderd. 6. Montage van afdekplaat (3). Monteer de afdekplaat met de 3 schroeven (Torx-bit nr. 30) op de bovenkant van de verbrandingskamer. 7. Montage van rookring (4). Plaats de rookring in het rookafvoergat achter op de kachel en zet deze vast met de drie schroeven. 8. Montage van achterplaat (2). Plaats de achterplaat op de geleidepennen achter op de bodemplaat van de kachel. Druk de achterplaat vervolgens naar de kachel toe. Til de achterplaat op en druk deze voorzichtig naar binnen tot hij op zijn plaats valt. 9. Montage van de topplaat van de kachel (1). Plaats de topplaat op de beslagen en schroef deze weer vast met de vier schroeven, twee aan elke kant. 10.Montage van zijwanden. Plaats de zijwanden op de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel en duw ze naar de kachel.Til de zijwanden op en druk deze voorzichtig naar binnen tot ze op hun plaats vallen. Plaatsen van speksteen in het warmtemagazijn (Tekening 1) 1. Til de ene zijde (1) van de kachel ca. 10 mm naar boven en trek weg van de kachel, zodat de zijwand van de geleidepennen, die in de bodemplaat van de kachel zitten, wordt getild. Herhaal dit met de andere zijwand. 2. Verwijder de vier schroeven (2) (Torx Bit. nr. 30) onder de topplaat (3) van de kachel, twee stuks aan elke kant, en til de topplaat van de kachel. 3. Demonteer de rookring (4) aan de bovenzijde van de kachel door de drie schroeven (5) te verwijderen (Torx Bit nr. 30). 4. Verwijder de twee splitpennen (6), een aan elke kant, die de topplaat van het warmtemagazijn vergrendelen. Til de topplaat van het warmtemagazijn (7) aan de voorkant iets op en trek deze uit de geleidepennen (8) aan de achterzijde. 5. Verwijder het rookkanaal (9) uit het warmtemagazijn. 6. Draai aan weerszijden van het warmtemagazijn de twee schroeven (10) los waarmee de frontplaat (11) van het warmtemagazijn is bevestigd en verwijder de frontplaat. 7. Plaats de spekstenen (12) in het warmtemagazijn zodat het gat in elke steen recht boven de rookring ligt. 8. Schroef de frontplaat (11) van het warmtemagazijn weer vast. 9. Leid het rookkanaal (9) door het gat in de spekstenen en door de rookring in de bodem van het warmtemagazijn. 10.Leid de topplaat van het warmtemagazijn (7) door de geleidepennen (8) achterin, leg de plaat op zijn plaats en zet hem vast met de twee splitpennen (6). 11.Monteer de rookring (4) met de drie schroeven (5) weer boven op de topplaat van het warmtemagazijn. 12.Plaats de topplaat (3) van de kachel op de beslagen (13) en schroef weer vast met de vier schroeven (2), twee aan elke kant. 13.Plaats de zijwand (1) van de kachel op de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel en duw ze naar de kachel.Til de zijkant op en druk voorzichtig naar binnen tot hij op zijn plaats valt. Herhaal met de andere kant. Aansluiting op de schoorsteen Alle kachels hebben een achter- en een bovenaansluiting voor de rookafvoer. De kachel kan op een goedgekeurde stalen schoorsteen met bovenaansluiting of rechtstreeks op de achteraansluiting van een schoorsteen worden aangesloten. Verticale doorsnede van de rookafvoer (Tekening B en C) B: Rookafvoer langs boven C: Rookafvoer langs achter • • • • • • • • • Stalen schoorsteen (9). De bocht (10) past inwendig op het aansluitstuk van de kachel. Gemetselde schoorsteenwand (11). Ingemetselde mof (12). Past op de rookpijp. Muurrosace (13).Verbergt reparatie rond de gemetselde mof. Pakking (14). Wordt gedicht met dichtingsstrip. Rookkanalen (15) van de HWAM kachel. Regelschuif (16)in rookpijp. Reinigingsluikje (17). Het monteren van afzonderlijke delen Controleer voor het opstellen van de kachel of alle afzonderlijke delen correct gemonteerd zijn. Verticale doorsnede van de kachels (Tekening B): • Rookplaat (5). Dient te rusten op de rails en de houders aan de zijkanten. • Rookgeleidingsplaat (6) in 2 delen. Elk deel hangt aan een haak onder de bovenplaat. De twee delen komen samen in de houder achter op de luchtbuis. Haal, als de kachel geïnstalleerd is, de transportzekering van de twee haken met behulp van een tang of een schroevendraaier. • Afdekplaat (7). Wordt op het rooster geplaatst. • Losse achterplaat (2), die de automatiek afdekt. Dient altijd gemonteerd te zijn als de kachel tegen een brandbare wand staat. • Los warmteschild (8) onder de aslade. Kan als deksel worden gebruikt als de aslade wordt verwijderd om geleegd te worden. Dekplaat (Tekening D) Uw HWAM kachel wordt met een losse afdekplaat voor het schudrooster geleverd. De afdekplaat is een ijzeren plaat van 3 mm. Deze wordt boven het schudrooster aangebracht en moet voorkomen dat er gloeiende deeltjes in de aslade vallen. De dekplaat zit ca. 8mm boven het rooster, zodat de automatisch geregelde primaire verbrandingslucht gelijkmatig over de bodem van de brandkamer wordt verdeeld. De schoorsteen De schoorsteen is de motor van de kachel en allesbepalend voor de werking van de kachel. De schoor steentrek geeft een onderdruk in de kachel. Deze onderdruk verwijdert de rook uit de kachel, zuigt lucht door de klep naar de zgn. smoorklep, die de ruit vrij van roet houdt, en zuigt lucht aan door de primaire en secundaire kleppen voor de verbranding. De schoorsteentrek ontstaat door het temperatuursverschil tussen binnen en buiten de schoorsteen. Hoe hoger de temperatuur in de schoorsteen, hoe beter de schoorsteentrek. Het is daarom belangrijk dat de schoorsteen goed is opgewarmd voordat u de schuiven sluit en de verbranding in de kachel vermindert (een stenen schoorsteen is niet zo snel warm als een stalen schoorsteen). Als de trek in de schoorsteen door weers- en windomstandigheden slecht is, is het extra belangrijk dat de schoorsteen zo snel mogelijk wordt verwarmd. Er moet dan snel voor vlammen worden gezorgd. Maak de stukken hout extra klein, gebruik een extra aanmaakblokje, of dergelijke. Als de kachel enige tijd niet meer is gebruikt, moet worden gecontroleerd of de schoorsteenpijp niet verstopt is. Er kunnen verschillende installaties op één schoorsteen worden aangesloten.Wel moet dan eerst worden nagegaan welke voorschriften hierop van toepassing zijn. Zelfs een goede schoorsteen kan slecht functioneren indien hij verkeerd wordt gebruikt. Daarentegen kan zelfs een slechte schoorsteen bij goed gebruik functioneren. Reiniging van de schoorsteen De schoorsteen moet jaarlijks worden geveegd om te voorkomen dat er brand in ontstaat. De rookafvoerbuis en de rookkamer boven de stalen rookgeleidingsplaat moeten samen met de schoorsteen worden gereinigd. Als reiniging van de schoorsteen van bovenaf onmogelijk is vanwege de hoogte van de schoor-steen, moet er een reinigingsluikje worden aangebracht. Als er in de schoorsteen brand ontstaat, moeten alle kleppen worden gesloten en moet de brandweer worden gewaarschuwd. De schoorsteen mag pas weer in gebruik worden genomen, wanneer deze door een schoorsteenveger is geïnspecteerd. Testresultaten van nominale test EN 13240 Nominale warmteopbrengst Rooktemperatuur Stroming rookgasmassa 4,5 kW 254ºC 5,1 g/s Handleiding stoken - hout Als u voor de eerste keer uw kachel wilt aanmaken, moet u voorzichtig stoken, omdat alle materialen aan de warmte moeten wennen. De lak wordt afgehard wanneer de kachel voor het eerst brandt en het deurtje en de aslade moeten zeer voorzichtig worden geopend, omdat anders het risico bestaat dat de pakkingen in de lak blijven vastplakken. Bovendien kan de lak een onaangename geur produceren, dus zorg voor goede ventilatie. Belangrijke brandstofinformatie: Toegestane typen brandstof Uw houtkachel is uitsluitend EN-goedgekeurd voor hout. U kunt het beste droog, gekloven hout gebruiken met een vochtgehalte van maximaal 20%. Als u met vochtig hout stookt, ontstaat er roet. Bovendien is dit slecht voor het milieu en is het stookrendement laag. 10 Aanbevolen houtsoorten Alle soorten hout, bijvoorbeeld berken, beuken, eiken, iepen, essen, naaldhout en vruchtenhout, zijn geschikte brandstoffen voor uw kachel. Het grote verschil tussen de verschillende houtsoorten is niet de brandwaarde, maar het gewicht per kubieke meter.Aangezien beukenhout per kubieke meter meer weegt dan bijvoorbeeld sparrenhout, is er meer sparrenhout dan beukenhout nodig om dezelfde hoeveelheid warmte te krijgen. Niet toegestane typen brandstof Er mag niet met de volgende materialen worden gestookt: bedrukt materiaal • spaanplaat • plastic • rubber • vloeibare brandstoffen • afval zoals melkpakken • gelakt, beschilderd of geïmpregneerd hout. Er mag met bovenstaande materialen niet worden gestookt omdat ze bij verbranding stoffen afgeven die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Bovendien kunnen deze stoffen uw kachel en uw schoorsteen beschadigen. De garantie komt daarbij te vervallen. Opslag van hout Een vochtgehalte van maximaal 20% komt tot stand als u het hout minimaal één jaar, maar liefst twee jaar buiten onder een afdak bewaart. Hout dat binnen wordt bewaard, wordt al gauw te droog en brandt daardoor te snel. Het is echter wel zinvol aanmaakhout een paar dagen vóór gebruik binnen te leggen. Aanbevolen afmetingen Hoe goed de verbranding is, is sterk afhankelijk van de afmetingen van het hout. De volgende afmetingen worden aanbevolen: Type hout Lengte in cm Diameter in cm Aanmaakhout (kleine stukken) 25-30 2-5 Gekloven brandhout 25-30 7-9 Bediening van de deur Om te voorkomen dat het tilmechanisme van de deur ongelijk aanspant, pakt u het handvat bij het openen en sluiten van de deur altijd in het midden vast. Let op: het is belangrijk dat u de handgreep vasthoudt terwijl u de deur opent of sluit. Als de deur uit zichzelf dichtvalt kan het glas worden beschadigd. Speksteen Speksteen is een natuurproduct dat aan temperatuurveranderingen moet wennen en u moet daarom de eerste keren dat u de kachel stookt zeer voorzichtig zijn. Het verdient aanbeveling onderstaande procedure te volgen: 1. De eerste keer stoken Neem wat losjes opgerolde vellen krantenpapier en plaats deze in de kachel. Breng hierna wat fijn en zeer droog brandhout met een diameter van ongeveer 3-5 cm loodrecht op de kranten aan en steek het geheel dan aan. Nadat het vuur is aangestoken en het materiaal goed vlam heeft gevat, moet er meer fijn brandhout op worden gelegd. Als dit vuur helemaal uit is, moet het deurtje worden geopend en open blijven, terwijl de kachel tot kamertemperatuur afkoelt. 2. De tweede keer stoken Vul de stookruimte voor net de helft met droog brandhout met een diameter van ongeveer 6-10 cm. Steek het vuur op dezelfde manier aan als de eerste keer, laat het branden en laat de kachel vervolgens tot kamertemperatuur afkoelen voordat u weer gaat stoken. 11 3. De derde keer stoken Herhaal de procedure van de tweede keer stoken, maar gebruik deze keer meer brandhout. Laat het vuur branden en laat de kachel weer afkoelen als het vuur uit is. Aanmaken (Tekening E) Til de regelstang (1) helemaal op (max. hoeveelheid primaire lucht). Breng in de kachel een hoeveelheid houtsnippers aan die ongeveer overeenkomt met 2 à 3 houtblokken (max. 2 kg). Leg twee aanmaakblokjes in de bovenste laag houtsnippers. Steek het geheel aan en laat het vuur zich rustig verspreiden. Wanneer de kachel wordt gevuld, kan er condens ontstaan aan de binnenkant van het glas. U kunt dit verhelpen door de deur ongeveer 5 cm op te tillen en in deze stand te houden totdat het glas weer schoon is (ongeveer 30 sec.) Als alle snippers goed branden, kan de regelstang (1) in de middelste stand worden gezet. Als het vuur uit lijkt te gaan als u de regelstang verstelt, zet u deze terug in de maximale stand totdat het vuur beter brandt. Zet de regelstang opnieuw in de middelste stand. Laat de houtsnippers helemaal opbranden, d.w.z. totdat er geen vlammen meer zichtbaar zijn. Er kan nu worden gestookt. Belangrijk! De aslade mag tijdens de aansteekfase niet worden geöpend en dient altijd gesloten te zijn wanneer de kachel wordt gebruikt. De deur mag alleen worden geopend wanneer de kachel wordt aangestoken, bijgevuld of gereinigd. Bijvullen (Tekening E) Als er geen gele vlammen meer zichtbaar zijn en er een goede laag gloeiend materiaal is ontstaan, kunt u de kachel bijvullen. De gloeilaag is goed als de stukken hout uit elkaar vallen en het gloeiende materiaal het schudrooster verlicht. Leg 2 à 3 stukken nieuw brandhout met een gewicht van max. 1 kg per stuk in de houtkachel. Regel verder niets aan de kachel. Het automatische systeem zorgt hiervoor. U kunt echter wel de temperatuur regelen met de regelstang (1). Als u de stang in de minimale stand zet (helemaal naar beneden), neemt de verbranding af en de verbrandingstijd toe. Als u de stang in de maximale stand zet (helemaal naar boven), neemt de verbranding toe en de verbrandingstijd af. Wacht met bijvullen totdat de laag gloeiend materiaal voldoende is gezakt. Wacht met bijvullen totdat de laag gloeiend materiaal voldoende is gezakt. Als de kachel brandt, worden de buitenvlakken van de kachel warm. Wees dus voorzichtig. Stoken met kolen, briketten en cokes De kachel is niet gebouwd om te worden gestookt op kolen en cokes. U kunt echter briketten gebruiken, die op de as van het hout worden gelegd. Zet de regelstang helemaal naar boven totdat de briketten goed gloeien. Vergeet niet dat de regelstang daarna weer naar beneden moet worden gezet. Wees opmerkzaam op het feit dat stoken met andere brandstoffen dan hout, roet op de ruit als gevolg kan hebben. Bediening van de klep in het warmtemagazijn Aan de voorzijde van de kachel, tussen de topplaat van de kachel en het warmtemagazijn, bevindt zich een klep waarmee de convectielucht in het warmtemagazijn kan worden geregeld. De aanvoer van convectielucht vindt plaats door de klep naar rechts te verplaatsen en de convectielucht wordt afgesloten als de klep naar links staat. 12 Om zo snel mogelijk warmte in de speksteen van het warmtemagazijn op te slaan wordt aanbevolen om tijdens het stoken de convectieklep gesloten te houden. Met een gesloten convectieklep houdt het warmtemagazijn de opgeslagen warmte in de speksteen van het verwarmingsmagazijn het langst vast. Als de klep wordt geopend zal de warmte van de speksteen in het warmtemagazijn echter zo snel mogelijk aan de ruimte worden afgegeven. Algemeen Snelle of krachtige warmte Snelle of krachtige warmte kan worden bereikt door veel, maar vooral kleine stukken te verbranden. Maximale verbranding De volgende hoeveelheden brandstof mogen maximaal per uur worden verstookt: Hout: 2,0 kg Briketten: 1,6 kg Gebruikelijke bijvulinterval bij nominale capaciteit Hout: 65 min Briketten: 65 min Wordt deze grens overschreden, dan valt de kachel niet langer onder de fabrieksgarantie, daar deze dan door overhitting beschadigd kan worden. De houtkachel is goedgekeurd voor periodiek gebruik. Lange brandtijd De langzaamste verbranding ontstaat door de regelstang helemaal naar beneden te zetten. Als u de regelstang helemaal naar beneden zet, krijgt de houtkachel geen primaire lucht (lucht door het rooster). De kachel kan na bijvullen niet branden als de regelstang niet naar boven wordt gezet om de kachel primaire lucht te geven. Bij een stand waarbij de regelstang ca. ¼ boven het minimum is opgetild (ca. 25 % capaciteit), kan de houtkachel na het bijvullen opnieuw starten zonder dat verder instellen nodig is. Te koud stoken Als de vuurvaste materialen zwart zien na het stoken, dan is er sprake van verontreiniging, en functioneert de automaat niet optimaal. Daarom moet meer luchttoevoer mogelijk worden gemaakt door de regelstang naar boven te zetten. Wellicht is het nodig een grotere hoeveelheid hout te verbranden. Zo ontstaat een optimale verbranding • Gebruik schoon en droog hout. Vochtig hout heeft een slechte verbranding en veel rook en roet tot gevolg. Bovendien wordt de warmte gebruikt om het hout te drogen en niet om de ruimte te verwarmen. • Verstook niet te veel hout tegelijk. Als er vaak en met niet al te veel hout wordt gestookt, is de verbranding optimaal.Als u te veel brandhout in de kachel legt, duurt het te lang voordat de temperatuur hoog genoeg wordt voor een goede verbranding. • Zorg voor voldoende luchttoevoer. Zorg voor voldoende lucht, vooral wanneer u begint te stoken, zodat de temperatuur in de kachel snel genoeg oploopt. Alleen dan verbranden namelijk de gassen en deeltjes die vrijkomen tijdens het verbrandingsproces. Deze hechten zich anders in de vorm van roet aan de schoorsteenwand (waardoor een schoorsteenbrand kan ontstaan) of ze komen onverbrand in het milieu terecht. Een onjuiste luchttoevoer brengt een slechte verbranding en onvoldoende rendement met zich mee. • Laat het vuur ’s nachts niet laag branden We raden u af om ’s avonds hout in de kachel te leggen en de luchttoevoer laag te draaien in een poging om het vuur tot de ochtend smeulend te houden. Als u dat doet stoot de houtoven grote hoeveelheden schadelijke rook uit en wordt uw schoorsteen aan onnodig veel roet blootgesteld, wat risico op een schoorsteenbrand oplevert. 13 Het reinigen van het glas Wij adviseren u de ruit te reinigen na het stoken. Dit kan het beste gebeuren met een stuk keukenrolpapier. Brandstoftypen Bij hoge temperaturen kan de kachel schade oplopen. Het glas kan bijvoorbeeld wit worden. Dit kan vermeden worden door nooit met de aslade open te stoken en zeer voorzichtig te zijn als men met brandstof stookt die erg veel warmte kan ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld briketten. Wij adviseren het gebruik van in stukken gehakt berke- of beukehout dat reeds min. 1 jaar buiten onder een afdak heeft gelegen. Hout dat binnen wordt bewaard, wordt vaak te droog en verbrandt derhalve te snel. Briketten geven veel warmte af. Sommige typen dijen snel uit, met als gevolg een niet te controleren verbranding. Steenkool verbrandt bij een hoge temperatuur en geeft veel roet. Steenkool dient in een koleninzetstuk verbrand te worden. Niet geschikt voor verbranding in deze modellen. Petroleumcokes verbrandt bij een hoge temperatuur en geeft veel roet. Petroleumcokes dient in een koleninzetstuk te worden verbrand. Cokes verhogen de slijtage van de kachel en de brandkamer, en verminderen derhalve de levensduur wezenlijk. Niet geschikt voor verbranding in deze modellen. De kachel voldoen uitsluitend aan de EN 13240-goedkeuring als ze worden gestookt met hout. Het is verboden te stoken met spaanplaat, gelakt, geverfd of geïmpreg-neerd hout, plastic of rubber. Onderhoud Reinigen Het onderhoud van de kachel dient alleen te geschieden als deze koud is. Het dagelijks onderhoud is minimaal. Het eenvoudigste is de kachel uitwendig te stofzuigen met een klein mondstuk met een zachte borstel. U kunt de kachel ook met een droge, zachte doek of een zachte stoffer afstoffen. Maar denk eraan: alleen als de kachel koud is. Gebruik geen water, alcohol of reinigingsmiddel, dit kan de lak beschadigen. Eén keer per jaar is het tijd voor de grote schoonmaak. Alle as en roet moeten dan uit de stookkamer worden verwijderd. Servicebeurt De kachel dient tenminste één keer in de twee jaar een grondige, preventieve servicebeurt te krijgen. Deze servicebeurt moet o.a het volgende omvatten: • Grondige reiniging van de kachel. • Controle van de veer voor de kettingtractie. Controleer of de tractie van de kettingen aan beide kanten gelijk is en of de deur rondom goed aansluit. • Controle van deurlift en eventueel smering met kopervet. • Controle van warmteisolerende materialen en eventueel vervanging. • Controle en eventuele vervanging van de veren in de automatiek. • Controle van bodem/schudrooster. • Controle van de pakkingen. De pakkingen moeten worden vervangen als ze niet meer gaaf en soepel zijn. 14 De inspectie moet door een bevoegd monteur worden uitgevoerd. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Schoonmaken Voor het vegen moet de regelstang helemaal naar beneden worden gezet om te vermijden dat er roet en as in de automaat komen. De rookgeleidingsplaten neemt u voor het schoonmaken uit te kachel (Tekening F). • Eerst tilt u de rookgeleidingsplaat (1) uit de rails (2) achterin de verbrandingskamer. Daarna laat u deze onder de houders (3) zakken aan de zijkant. • De twee delen van de rookgeleidingsplaat (4) tilt u van de houder (5) af achter op de luchtbuis, en haalt u van de haak (6) onder de bovenplaat. As De aslade kan het eenvoudigst worden leeggehaald door een vuilniszak over de lade heen te trekken, deze om te keren en daarna weer voorzichtig uit de zak te halen. De as kunt u bij het dagelijks huisvuil storten. Denk er aan dat er zelfs 24 uur nadat het vuur in de kachel gedoofd is, gloeiende deeltjes in de as kunnen zitten! Isolatie Het effectieve maar poreuze isolatiemateriaal van de brandkamer kan mettertijd slijten of beschadigd raken. Het barsten van het isolatiemateriaal heeft geen gevolgen voor de werking van de kachel. Het materiaal dient echter vervangen te worden zodra de slijtage de helft van de oospronkelijke dikte overschrijdt. Mechanisme (Tekening G) De achterplaat kan er af worden getild. Controleer de uitgangspositie van de voelarm. Het uitgangspunt bij een koude kachel is ca. 30° boven waterpas. De voelarm moet gemakkelijk meegeven als u er tegen duwt, zowel bij een koude als warme kachel. Bij een stijgende of dalende temperatuur, mag de voelarm niet haperen. De platen met luchtkleppen moeten droog en schoon zijn en zonder moeite in elkaar schuiven. De regelstangen en schuifplaat moeten eventueel met WD40 (nooit met olie) worden gesmeerd. Deuren/glas Zit de glasdeur vol roet, dan kan deze eenvoudig gereinigd worden met keukenrolpapier. Controleer regelmatig of de pakkingen in deuren en aslade volledig en zacht zijn. Is dit niet het geval, dan dienen zij vervangen te worden. Gebruik uitsluitend originele pakkingen. Deurlift (Tekening H) Het mechanisme van de deurlift bestaat uit een trekketting, die aan weerszijden van de kachel is aangebracht,en een veer. Als de deur traagt beweegt, kan dit worden verholpen door de bussen van de kettingwielen (1) en de scharnieren van de deur (2) te smeren met kopervet (we raden aan dat deze 1100° C aan moet kunnen). Dit moet één keer per jaar worden gedaan. Als de deur te langzaam blijft openen kunt u de veer van het deurbeslag wat losser maken. De veer kan op de volgende wijze losser worden gemaakt of worden gespannen: Verwijder de losse zijplaat aan de linkerkant van de houtkachel (van voren gezien) door deze aan de zijkant op en uit te lichten. Zorg ervoor dat de deur (3) naar de verbrandingskamer dicht is. Zet het bij de houtkachel geleverde spangereedschap (4) op het tandwiel (5). Als de veer strakker moet, zodat de deur langzamer sluit (of volledig open kan blijven staan), draait u het tandwiel (5) een beetje met de klok mee. Dit doet u door het spangereedschap (4) tegen de klok in te draaien. Als de veer losser moet, zodat de 15 deur sneller sluit (of niet volledig open blijft staan), licht u de regelstang (6) op en draait u het tandwiel (5) een beetje tegen de klok in. Dit doet u door het spangereedschap (4) met de klok mee te draaien. BELANGRIJK! Houd het handvat van het spangereedschap (4) goed vast terwijl u de vergrendelpen optilt. Bij het optillen van de vergrendelpen wordt veel gewicht en kracht overgebracht. Controleer na elke bijstelling of het gewenste effect is bereikt. Als dit niet het geval is, herhaalt u de handeling. Als de veer losser is gemaakt, raden wij u aan om de eerste keer dat u de werking test het handvat voor de zekerheid vast te houden, voor het geval de deur te los is komen te zitten en daarmee mogelijk te snel dicht valt, waardoor schade aan het glas kan worden veroorzaakt. N.B. U moet deze onderdelen altijd door een vakman laten aanpassen, smeren en repareren. Oppervlak Gewoonlijk is het niet noodzakelijk het oppervlak een nabehandeling te geven. Eventuele verfschade kan behandeld worden met Senothermspray. Garantie Bij gebrekkig onderhoud vervalt de garantie! Bedrijfstoringen Beroet glas -Het hout is te vochtig. Stook alleen met brandstof die minimaal 12 maanden onder een afdak heeft gelegen en een vochtgehalte heeft van ca. 20%. -Het is mogelijk dat de deur niet meer dicht afsluit. Monteer een nieuwe pakking. Rook in de kamer bij openen van de deur -De by-pass schuif of de schuif in de schoorsteen kunnen gesloten zijn. Open de schuif. -Onvoldoende schoorsteentrek. Laat de schoorsteenveger komen. -Het reinigingsluik sluit slecht of is er uit gevallen.Vervangen of opnieuw monteren. -Open nooit de deur zolang er vlammen zichtbaar zijn. Onregelmatige verbranding -De pakking in de deur of de aslade sluit niet goed af. Monteer een nieuwe pakking. -Als de schoorsteen te sterk trekt, kan het noodzakelijk zijn de regelknop van de kachel naar de minimale stand te draaien. Sluit alle kleppen wanneer de kachel niet in gebruik is. -Indien de staalplaten in de brandkamer gloeien of vervormen, wordt er verkeerd gestookt. Stel het gebruik bij en neem contact op met uw leverancier. Als er zich storingen voordoen die u niet zelf kunt verhelpen, kunt u het beste contact opnemen met de dealer waar u de kachel hebt gekocht. 16 Conformiteitsverklaring Fabrikant: HWAM A/S Nydamsvej 53 DK – 8362 Hørning verklaart hierbij dat Product: Type: Houtkachel HWAM 3510 HWAM 3520 HWAM 3530 is vervaardigd conform de bepalingen van de volgende richtlijnen: Referentienr. Titel: 89/106/EEC Voor de bouw bestemde producten en conform de volgende geharmoniseerde normen: Nr. Titel: Utgave: EN 13240 Met vaste brandstof gestookte ruimteverwarmingen 2001 EN 13240/A2 Met vaste brandstof gestookte ruimteverwarmingen 2004 en conform de volgende andere normen en/of technische specificaties: Nr. Titel: NS 3058 Rookuitstoot bij gesloten, op hout gestookte stookplaatsen NS 3059 Rookuitstoot bij gesloten, op hout gestookte stookplaatsen - Eisen Hørning, 03.02. 2010 Torsten Hvam Sølund Hoofd productie en kwaliteit 17 114 kg 164 kg 124 kg 184 kg 10 cm 10 cm 20 cm 10 cm* 80 cm 4,5 kW 254ºC 5,1 g/s 21 25 à 30 2à5 Bûches fendues 25 à 30 7à9 23 27 Déclaration de conformité Fabricant: HWAM A/S Nydamsvej 53 DK – 8362 Hørning Type: HWAM 3510 HWAM 3520 HWAM 3530 Titre: 89/106/EEC Titre EN 13240 2001 EN 13240/A2 2004 Titre NS 3058 NS 3059 28 29 31 www.hwam.com
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project