Navigeren naar uw bestemming. Garmin Zumo XT
Advertentie
Advertentie
6 Volg de instructies op het scherm om uw contactpersoon te informeren dat u hem of haar hebt toegevoegd als bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon.
OPMERKING: Het ongevalmeldingsbericht bevat de naam of bijnaam die u hebt opgegeven, maar wordt niet verzonden vanaf uw telefoonnummer. Het bericht wordt verzonden via een externe service en u dient uw bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon ervan op de hoogte te stellen dat het ongevalmeldingsbericht wordt verzonden vanaf een onbekend nummer.
7 Selecteer OK .
8 Controleer de informatie en selecteer Sla op .
Een ongevalmelding annuleren
Als het toestel een ongeval detecteert, wordt u via een bericht en een gesproken mededeling gewaarschuwd dat een melding wordt gestuurd naar uw bij ongevallen te waarschuwen contactpersoon. Zodra een ongeval wordt gedetecteerd, wordt een timer gestart die 60 seconden aftelt. Als de timer is gestopt, stuurt het toestel de melding automatisch. Als u de melding niet wilt verzenden, kunt u deze annuleren.
Selecteer Annuleer voordat de timer afloopt.
Ongevalmeldingen uitschakelen
Als ongevalmeldingen zijn uitgeschakeld, stuurt het toestel geen
SMS-melding wanneer het een ongeval detecteert.
1 Selecteer Instellingen > Hulp bestuurder >
Ongevalmelding .
2 Schakel het selectievakje Sms ongevaldetectie uit.
inReach afstandsbediening
Met de inReach afstandsbediening kunt u uw inReach satellietcommunicatietoestel (apart verkrijgbaar) bedienen met behulp van uw zūmo toestel. U kunt berichten verzenden, weerberichten bekijken, een SOS-waarschuwing activeren en meer. Ga naar buy.garmin.com
om een inReach toestel aan te schaffen.
Verbinding maken met een inReach toestel
1 Houd het inReach toestel op minder dan 3 m (10 ft.) afstand van uw zūmo toestel.
2 Selecteer op uw zūmo toestel, Apps > inReach .
3 Volg de aanwijzingen op het scherm van uw zūmo toestel om het koppelingsproces te voltooien.
Nadat het koppelingsproces is voltooid, maken de inReach en zūmo toestellen automatisch verbinding wanneer ze zich binnen elkaars bereik bevinden.
Een inReach bericht verzenden
Voordat u een inReach bericht kunt verzenden met uw zūmo toestel, moet u het toestel koppelen met een compatibel
inReach toestel ( Verbinding maken met een inReach toestel , pagina 5 ).
U kunt uw toestel gebruiken om inReach berichten naar uw contactpersonen te verzenden.
1 Selecteer Apps > inReach > .
2 Selecteer Nieuw bericht .
3 Selecteer Selecteer contactpersonen om een of meer contactpersonen toe te voegen.
4 Voer een bericht in.
5 Selecteer Verzend .
SOS
In noodgevallen kunt u contact opnemen met het GEOS
International Emergency Rescue Coordination Center (IERCC) en om hulp vragen. Door op de SOS-knop te drukken wordt een bericht verzonden naar het Rescue Coordination Center dat vervolgens de juiste hulpverleners op de hoogte brengt van uw situatie. Terwijl u wacht op de hulpverleners, kunt u in contact blijven met het Rescue Coordination Center. U dient de SOSfunctie alleen te gebruiken in een werkelijke noodsituatie.
Een SOS-reddingsactie initiëren
Voordat u een SOS-reddingsactie kunt starten met uw zūmo toestel, moet u het koppelen met een compatibel inReach toestel (
Verbinding maken met een inReach toestel , pagina 5 ).
OPMERKING: Wanneer de SOS-modus is ingeschakeld, kan het inReach toestel niet worden uitgeschakeld.
1 Selecteer Apps > inReach .
2 Selecteer .
3 Wacht tot SOS-aftelling begint.
Het toestel stuurt een standaardbericht naar de noodhulpdienst met details over uw locatie.
4 Beantwoord het bevestigingsbericht van de noodhulpdienst.
Door uw antwoord is de noodhulpdienst ervan op de hoogte dat u tijdens de reddingsactie met hun in contact kunt blijven.
Gedurende de eerste 10 minuten van de operatie worden elke minuut bijgewerkte locatiegegevens naar de noodhulpdienst gestuurd. Om de batterij te sparen worden na de eerste 10 minuten minder frequent bijgewerkte locatiegegevens gestuurd, namelijk om de 10 minuten als de locatie verandert, en om de 30 minuten als de locatie niet verandert.
Een SOS-noodoproep annuleren
Als u geen hulp meer nodig hebt, kunt u een SOS-noodoproep die naar de noodhulpdienst is gestuurd annuleren.
Selecteer Annul. SOS > Annul. SOS .
Uw toestel verzendt het annuleringsverzoek. Nadat u een bevestigingsbericht van de noodhulpdienst hebt ontvangen, keert het toestel terug in de normale gebruiksstand.
Meldingen over wetgeving omtrent helmen weergeven
De eerste keer dat uw zūmo toestel verbinding maakt met satellieten en wanneer uw toestel een locatie nadert met verkeersregels voor motorfietsen, kunnen er meldingen over wetgeving omtrent helmen en oogbescherming worden weergegeven.
LET OP
Garmin raadt fietsers aan om voor de veiligheid altijd een helm te dragen. Informatie over helmregelgeving dient uitsluitend ter referentie, kan worden gewijzigd en dient niet te worden beschouwd als juridisch advies. Informatie over helmregelgeving is alleen beschikbaar in de V.S. en Canada.
Selecteer de melding om meer informatie weer te geven.
Regelgeving op het gebied van helmen zoeken
U kunt regelgeving op het gebied van helmen per staat of provincie zoeken.
1 Selecteer Apps > Gids over helmen .
2 Selecteer een staat of provincie.
Navigeren naar uw bestemming
Routes
Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer bestemmingen.
• Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren, zoals de modus voor routeberekening (
Navigeren naar uw bestemming 5
routeberekeningsmodus wijzigen , pagina 6 ) en te
vermijden wegen ( Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden , pagina 8 ).
• Het toestel kan automatisch wegen vermijden die niet passen bij het actieve voertuigprofiel.
• U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming
navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen ( Een route starten , pagina 6 ).
• Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de route aanpassen (
Uw route aanpassen , pagina 7 ).
• U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen
(
Een locatie aan uw route toevoegen , pagina 7
).
Een route starten
1 Selecteer Waarheen?
en zoek een locatie.
2 Selecteer een locatie.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Ga!
om te starten met navigeren via de aanbevolen route.
• U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens een route te selecteren.
Alternatieve routes worden rechts van de kaart weergegeven.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route
en voegt u routepunten aan de route toe ( Uw route aanpassen , pagina 7
).
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart ( Uw route op de kaart , pagina 6 ). Aan de rand van de
kaart wordt een paar seconden een weergave van de belangrijkste wegen op uw route gegeven.
Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen (
Een locatie aan uw route toevoegen , pagina 7
).
Een route kiezen met Garmin Adventurous Routing
™
Uw toestel kan avontuurlijke routes berekenen met voorkeur voor wegen met bochten, heuvels en minder snelwegen. Met deze functie kunt u de rit voor uzelf aangenamer maken, maar bent u mogelijk wel langer onderweg naar uw bestemming.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op alle modellen of voor alle kaartregio's.
1 Selecteer Waarheen?
> Categorieën .
2 Selecteer indien nodig een subcategorie.
3 Selecteer een locatie.
4 Selecteer .
5 Gebruik de schuifregelaar om het niveau van het avontuur van uw route te verhogen of te verlagen.
6 Selecteer Ga!
De routeberekeningsmodus wijzigen
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus .
2 Selecteer een optie:
• Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
• Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
• Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd.
Een route starten op de kaart
U kunt een route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
1 Selecteer Bekijk kaart .
2 Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven.
3 Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt filteren, selecteert u .
Locatiemarkeringen (gekleurde stippen) worden op de kaart weergegeven.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer een locatiemarkering.
• Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of adres.
5 Selecteer Ga!
.
Naar huis navigeren
De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel u om uw thuislocatie op te geven.
1 Selecteer Waarheen?
> Naar huis .
2 Voer zo nodig uw thuislocatie in.
Uw thuislocatie bewerken
1 Selecteer Waarheen?
> > Stel thuislocatie in .
2 Voer uw thuislocatie in.
Uw route op de kaart
Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende afslag of afrit of om een andere handeling uit te voeren.
Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet rijden.
Afstand tot de volgende actie.
Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.
Op de kaart gemarkeerde route.
Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van volgende acties aan.
Voertuigsnelheid.
Naam van de weg waarop u rijdt.
Geschatte aankomsttijd.
TIP: Raak dit veld aan om de getoonde informatie te wijzigen.
Kaartfuncties. Verschaft u hulpmiddelen om meer informatie over uw route en omgeving te tonen.
Kaartlagen. Hiermee kunt u de kaartoriëntatie wijzigen en topografische en BirdsEye beelden aan uw kaartweergave toevoegen.
Geavanceerde rijbaanassistentie
Wanneer u bepaalde afslagen, afritten of kruispunten op uw route nadert, wordt naast de kaart een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven, indien beschikbaar. Een gekleurde lijn geeft de juiste rijbaan voor de afslag aan.
6 Navigeren naar uw bestemming
Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken
Tijdens het navigeren van een route kunt u naderende afslagen, rijbaanwisselingen en andere richtingaanwijzingen op uw route bekijken.
1 Selecteer een optie op de kaart:
• Selecteer > Koerswijzigingen om naderende afslagen en richtingaanwijzingen te bekijken.
De kaartfunctie geeft de volgende afslagen of richtingaanwijzingen naast de kaart weer. De lijst wordt automatisch bijgewerkt terwijl u de route navigeert.
• Als u de volledige lijst van afslagen en richtingaanwijzingen voor de hele route wilt bekijken, selecteert u de tekstbalk boven aan de kaart.
2 Selecteer een afslag of richtingaanwijzing (optioneel).
Gedetailleerde informatie wordt weergegeven. Voor knooppunten op hoofdwegen kan een afbeelding van een knooppunt worden weergegeven, indien beschikbaar.
De gehele route op de kaart weergeven
1 Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een route.
2 Selecteer .
Aankomst bij uw bestemming
Wanneer u uw bestemming nadert, geeft het toestel informatie om u te helpen uw route te voltooien.
• geeft de locatie van uw bestemming aan op de kaart en een gesproken mededeling geeft aan dat u uw bestemming nadert.
• Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken. U kunt Ja selecteren om nabijgelegen parkeerterreinen te zoeken (
Parkeren bij uw bestemming , pagina 7
).
• Wanneer u op uw bestemming stilstaat, beëindigt het toestel de route automatisch. Als het toestel uw aankomst niet automatisch detecteert, kunt u Stop selecteren om uw route te beëindigen.
Parkeren bij uw bestemming
Uw toestel kan u helpen een parkeerplaats te vinden bij uw bestemming. Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken.
1 Selecteer een optie:
• Als het toestel u vraagt om een parkeerplaats in de buurt te zoeken, selecteert u Ja .
• Als het toestel u dit niet vraagt, selecteert u Waarheen?
>
Categorieën > Parkeerplaatsen en vervolgens > Mijn bestemming .
2 Selecteer Filter parkeerplaatsen en daarna een of meer categorieën om parkeerplaatsen te filteren op beschikbaarheid, type, tarief of betalingsmethoden
(optioneel).
OPMERKING: Gedetailleerde parkeerinformatie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle parkeerlocaties.
3 Selecteer een parkeerlocatie en vervolgens Ga!
> Toev. als volgende stop .
Het toestel geeft u richtingsaanwijzingen naar de parkeerplaats.
Uw actieve route wijzigen
Een locatie aan uw route toevoegen
Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een route starten (
).
U kunt in uw route of aan het einde van uw route locaties toevoegen. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als volgende stopplaats op uw route.
TIP: Voor het plannen van complexe routes met meerdere stopplaatsen of geplande tussenstops kunt u de reisplanner gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en
opslaan ( Een reis plannen , pagina 17
).
1 Selecteer op de kaart > Waarheen?
.
2 Zoek een locatie.
3 Selecteer een locatie.
4 Selecteer Ga!
.
5 Selecteer een optie:
• Als u de locatie wilt toevoegen als volgende stopplaats op uw route, selecteert u Toev. als volgende stop .
• Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route, selecteert u Toev. als laatste stop .
• Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van stopplaatsen op uw route wilt wijzigen, selecteert u Aan route toevoegen .
Het toestel herberekent de route, inclusief de toegevoegde locatie, en leidt u in de juiste volgorde naar de stopplaatsen.
Uw route aanpassen
Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten
(
Een route starten , pagina 6 ).
U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een stopplaats aan de route toe te voegen.
1 Selecteer een willekeurig punt op de kaart.
2 Selecteer Bepaal vorm van route .
TIP: U kunt selecteren om op de kaart in te zoomen en een exactere locatie te selecteren.
De routeaanpassingsmodus wordt gestart en de route wordt opnieuw berekend, waarbij de geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.
3 Selecteer Ga!
.
4 Selecteer indien nodig een optie:
• Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen, selecteert u meer locaties op de kaart.
• Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteer u het punt en vervolgens Wis .
Een omweg maken
U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.
1 Selecteer op de kaart > Wijzig route .
2 Selecteer een optie:
• Als u een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u
Omrijden over afstand .
• Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te vermijden, selecteert u Omrijden via weg .
De route stoppen
Selecteer op de kaart > Stop .
Navigeren naar uw bestemming 7
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden
Files op uw route vermijden
Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie ontvangen.
Het toestel berekent standaard de optimale route om files automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in
de verkeersinstellingen ( Verkeersinstellingen , pagina 20 ), kunt
u handmatig verkeersinformatie bekijken en files vermijden.
1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo .
2 Selecteer Alternatieve route , indien beschikbaar.
3 Selecteer Ga!
.
Tolwegen vermijden
Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een tolgebied in uw route opneemt.
1 Selecteer Instellingen > Navigatie .
2 Selecteer een optie:
OPMERKING: Het menu verandert op basis van uw regio en de kaartgegevens op uw toestel.
• Selecteer Tolwegen .
• Selecteer Tol en kosten > Tolwegen .
3 Selecteer een optie:
• Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd .
• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd .
• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe .
4 Selecteer Sla op .
Tolvignetten vermijden
Als de kaartgegevens op uw toestel gedetailleerde informatie over tolvignetten bevatten, kunt u voor elk land wegen waarvoor een tolvignet vereist is, vermijden of toestaan.
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Tol en kosten >
Tolvignetten .
2 Selecteer een land.
3 Selecteer een optie:
• Als u wilt dat uw toestel, voordat het een route door tolgebied kiest, steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd .
• Als u wegen met tolvignetten altijd wilt vermijden, selecteert u Vermijd .
• Als u wegen met tolvignetten altijd wilt toestaan, selecteert u Sta toe .
4 Selecteer Sla op .
Punten vermijden op de route
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden .
2 Selecteer de obstakels die u niet op uw routes wilt tegenkomen en selecteer Sla op .
OPMERKING: Als de functie voor te vermijden snelwegen is ingeschakeld, kunnen langeafstandsroutes nog steeds snelwegen bevatten.
Aangepast vermijden
Aangepast vermijden biedt u de mogelijkheid om bepaalde gebieden of weggedeelten te selecteren die u wilt vermijden. Als het toestel een route berekent, worden deze gebieden en weggedeelten vermeden, tenzij er geen andere redelijke route beschikbaar is.
Een weg vermijden
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden .
2 Selecteer Te vermijden weg .
3 Selecteer het beginpunt op een weg die u wilt vermijden en selecteer Volgende .
4 Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende .
5 Selecteer OK .
Een gebied vermijden
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden .
2 Selecteer indien nodig Te vermijden .
3 Selecteer Te vermijden gebied .
4 Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende .
5 Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende .
Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven op de kaart.
6 Selecteer OK .
Een eigen te vermijden punt uitschakelen
U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder het te wissen.
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden .
2 Selecteer een te vermijden punt.
3 Selecteer > Schakel uit .
Eigen te vermijden punten verwijderen
1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden
> .
2 Selecteer een optie:
• Als u alle eigen te vermijden punten wilt verwijderen, selecteert u Selecteer alles > Verwijder .
• Als u één eigen te vermijden punt wilt verwijderen, selecteert u het te vermijden punt en vervolgens
Verwijder .
Offroad navigeren
Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroadmodus gebruiken.
1 Selecteer Instellingen > Navigatie .
2 Selecteer Berekenmodus > Offroad > Sla op .
De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de locatie.
Brandstofverbruik
U kunt instellen dat uw toestel het brandstofverbruik inschat en u een waarschuwing geeft wanneer u de limiet van het geschatte brandstofbereik nadert. U ontvangt dan suggesties voor tankstations in de buurt op basis van het geschatte brandstofbereik. Als brandstofverbruik is ingeschakeld, geeft de huidige brandstofstatus weer.
Wit : Brandstofverbruik is uitgeschakeld of het toestel is niet aangesloten op de motorfietshouder.
Groen : Het geschatte brandstofbereik ligt boven het waarschuwingsniveau van de brandstoftank.
Geel : Het geschatte brandstofbereik ligt onder het waarschuwingsniveau van de brandstoftank.
Rood : De geschatte resterende afstand op de tank is 0.
8 Navigeren naar uw bestemming

Downloaden
Advertentie