Overzicht van de netwerkinstallatie en -configuratie
Verbindingen en netwerken
Overzicht van de netwerkinstallatie en -configuratie
Ga als volgt te werk om het netwerk te installeren en te configureren:
1.
Zet de printer en de computer aan.
2.
Sluit de printer aan op het netwerk met behulp van de aanbevolen hardware en kabels.
3.
Configureer het netwerkadres van de printer; dit is noodzakelijk om de printer in het netwerk te kunnen identificeren.
Windows-besturingssystemen: Voer het installatieprogramma uit vanop
Cd-rom met software en documentatie
om het IP-adres van de printer automatisch in te stellen, indien de printer op een bestaand TCP/IP-netwerk wordt aangesloten. U kunt het
IP-adres van de printer ook manueel instellen op het bedieningspaneel.
Macintosh-systemen: Stel het netwerkadres van de printer (voor TCP/IP) in op het bedieningspaneel.
4.
Installeer de stuurprogrammasoftware van de
Cd-rom met software en documentatie
op de computer. Lees de passage in dit hoofdstuk over het specifieke besturingssysteem dat u gebruikt, voor informatie met betrekking tot het installeren van het stuurprogramma.
Opmerking
Als u niet over de
Cd-rom met software en documentatie
beschikt, kunt u het meest recente stuurprogramma downloaden op www.xerox.com/office/drivers .
Een verbindingsmethode selecteren
Sluit de printer via Ethernet of USB aan op het netwerk. De vereisten inzake hardware en bekabeling verschillen voor de diverse verbindingsmethoden. Bekabeling en hardware zijn doorgaans niet bij uw printer geleverd en moeten afzonderlijk worden aangekocht.
Verbinding via Ethernet
Ethernet kan worden gebruikt voor een of meer computers. Het ondersteunt veel printers en systemen in een Ethernet-netwerk. Het biedt ook rechtstreekse toegang tot
CentreWare Internet Services (IS). CentreWare IS is een geïntegreerde webserver met een eenvoudige interface die u helpt bij het beheer, de configuratie en de probleemoplossing van netwerkprinters vanaf de computer. Klik op de knop
Help
in CentreWare IS om naar
CentreWare IS Online Help
te gaan, voor alle informatie over CentreWare IS.
Phaser® 3500 laserprinter
35
Een verbindingsmethode selecteren
Netwerkverbinding
Afhankelijk van uw specifieke configuratie hebt u de volgende hardware en bekabeling nodig voor Ethernet.
Als u een verbinding maakt met één computer hebt u een Ethernet RJ-45 TP-netwerkkabel nodig.
Als u een verbinding maakt met één of meer computers via een hub, hebt u een Ethernethub en twee TP-netwerkkabels (categorie 5/RJ-45) nodig.
Als u een verbinding maakt met één of meer computers via een kabel of DSL-router, dan hebt u een kabel of DSL-router en twee of meer TP-netwerkkabels (categorie 5/RJ-45) nodig. (Een kabel voor elk apparaat.)
Als u een verbinding maakt met één of meer computers via een hub, verbind de computer dan via een kabel met de hub en verbind de printer met behulp van de tweede kabel met de hub. Voor de verbindingen kunt u alle poorten op de hub gebruiken, behalve de uplinkpoort.
Ethernet-kabels worden doorgaans gebruikt voor de protocollen TCP/IP en EtherTalk. Als u via TCP/IP wilt afdrukken, hebben alle computers en printers een uniek IP-adres nodig.
Zelfstandige netwerkverbindingen (kabel of DSL)
Ga voor informatie over het configureren van een kabel- of DSL-verbinding voor de printer naar de Knowledge Base op www.xerox.com/office/3500support .
Aansluiten via USB
Als u een verbinding maakt met één computer biedt een USB-verbinding hoge transmissiesnelheden. Een USB-verbinding is echter minder snel dan een Ethernet-verbinding.
Om USB te gebruiken, moeten pc's zijn uitgerust met Microsoft Windows 98 SE, Windows
Me, Windows XP, of Windows 2000. Voor Macintosh-computers is Mac OS 9.x en hoger vereist.
Verbinding via USB
Voor een USB-verbinding hebt u een standaard A/B USB-kabel nodig. Deze kabel werd niet bij uw printer geleverd en moet afzonderlijk worden aangekocht. Controleer of u de juiste
USB-kabel gebruikt voor uw verbinding.
1.
Verbind een uiteinde van de USB-kabel met de printer en schakel deze in.
2.
Verbind het andere uiteinde van de USB-kabel met de computer.
Parallelle verbinding
U kunt ook een parallelle kabel gebruiken om een verbinding te maken met één computer. Dit type verbinding biedt de laagste transmissiesnelheden. Gebruik een parallelle printerkabel nodig (36-pins hoge capaciteit 1284-C [male] naar 36-pins lage capaciteit 1284-B [male]), met een maximumlengte van drie meter om de computer en de printer op elkaar aan te sluiten. Sluit
Phaser® 3500 laserprinter
36
Het netwerkadres configureren
de parallelle kabel aan op de printer en de computer, wanneer beide apparaten
Uit
staan, en schakel ze daarna pas
Aan
. Installeer het printerstuurprogramma vanaf de
Cd-rom met software en documentatie
en selecteer de juiste parallellle LPT-poort.
Het netwerkadres configureren
TCP/IP- en IP-adressen
Als uw computer is aangesloten op een groot netwerk, vraagt u de netwerkbeheerder om de juiste TCP/IP-adressen en overige configuratiegegevens.
Als u uw eigen, klein, lokaal netwerk maakt of de printer direct via Ethernet aansluit op de computer, volgt u de procedure voor het automatisch instellen van het IP-adres van de printer.
Pc's en printers gebruiken doorgaans TCP/IP-protocollen om in een Ethernet-netwerk te communiceren. Elke printer en computer moet een uniek IP-adres hebben. Het is belangrijk dat de adressen vergelijkbaar zijn, maar niet identiek; alleen het laatste cijfer moet verschillend zijn. De printer kan bijvoorbeeld het adres 192.168.1.2 hebben en de computer het adres 192.168.1.3. Een ander apparaat in het netwerk kan het adres 192.168.1.4 hebben.
Over het algemeen gebruiken Macintosh-computers het TCP/IP- of het EtherTalk-protocol om met een netwerkprinter te communiceren. Voor Mac OS X-systemen geniet TCP/IP de voorkeur. Anders dan bij TCP/IP, echter, hoeven printers of computers bij EtherTalk geen
IP-adres te hebben.
Vele netwerken maken gebruik van een DHCP-server (Dynamic Host Configuration
Protocol). Een DHCP-server programmeert automatisch een IP-adres voor elke pc en printer in het netwerk die voor DHCP is geconfigureerd. Een DHCP-server is in de meeste kabel- en
DSL-routers geïntegreerd. Als u een kabel- of DSL-router gebruikt, raadpleeg dan de documentatie van uw router voor informatie over IP-adressen.
Het IP-adres van de printer automatisch instellen
Als de printer is aangesloten op een klein bestaand TCP/IP-netwerk zonder DHCP-server, gebruik dan het installatieprogramma op de
Cd-rom met software en documentatie
om een
IP-adres te detecteren en toe te wijzen aan uw printer. Voor aanvullende instructies plaatst u de
Cd-rom met software en documentatie
in het cd-rom-station van de computer. Na het opstarten van het installatieprogramma volgt u de installatie-instructies.
Opmerking
Als u het automatische installatieprogramma wilt gebruiken, moet de printer op een
TCP/IP-netwerk zijn aangesloten.
Phaser® 3500 laserprinter
37
De printerstuurprogramma's installeren
Het IP-adres van de printer handmatig instellen
Opmerking
Controleer of uw computer een juist geconfigureerd IP-adres heeft voor uw netwerk.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
Als u op een netwerk zonder DNS-server werkt, of in een omgeving waar de netwerkbeheerder IP-adressen van de printer toewijst, kunt u deze methode gebruiken om het
IP-adres handmatig te configureren. De manuele configuratie van het IP-adres onderdrukt
DHCP en AutoIP. Maar ook als u in een kleine kantooromgeving werkt met een enkele pc en u gebruikt een inbelverbinding via de modem, dan kunt u het IP-adres handmatig configureren.
1.
Selecteer op het bedieningspaneel
Aansluiting
en druk op de knop
OK
.
2.
Selecteer
TCP/IP-instel.
en druk op de knop
OK
.
3.
Selecteer
BOOTP/DHCP
en druk op de knop
OK
.
4.
Selecteer
Uit
en druk op de knop
OK
.
5.
Druk op de knop
Return
om terug te keren naar het menu
TCP/IP-instel.
6.
Selecteer
TCP/IP-instel.
en druk op de knop
OK
.
7.
Selecteer
IP-adres
en druk op de knop
OK
.
8.
Voer het IP-adres van de printer in en druk op de knop
OK
.
De printerstuurprogramma's installeren
Windows 98 SE of later en Windows 2000 of later
Ga als volgt te werk om het printerstuurprogramma vanaf de
Cd-rom met software en documentatie
te installeren:
1.
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station van de computer. Als het installatieprogramma niet opstart, doe dan het volgende:
a.
Klik achtereenvolgens op
Start
en op
Uitvoeren
.
b.
Typ in het venster
Uitvoeren
de volgende regel:
<CD drive>:\INSTALL.EXE
.
2.
Selecteer de gewenste taal in de lijst.
3.
Selecteer
Printerstuurprogramma installeren
.
4.
Selecteer de installatiemethode die u wilt gebruiken en volg de instructies op het scherm.
Phaser® 3500 laserprinter
38
De printerstuurprogramma's installeren
Macintosh OS 9.x
Maak een USB-bureaubladprinter aan of gebruik EtherTalk om het printerstuurprogramma te installeren.
USB
Een printer met USB-verbinding wordt niet weergegeven in de Chooser. Ga als volgt te werk om een USB-bureaubladprinter aan te maken:
1.
Plaats de
Cd-rom met software en documentatie
in het cd-rom-station.
2.
Gebruik het
Hulpprogramma bureaubladprinter
om een USB-bureaubladprinter aan te maken.
Ethertalk
Opmerking
Als u EtherTalk gebruikt, zijn voor Macintosh-computers geen IP-adressen nodig.
Volg onderstaande procedure om het printerstuurprogramma te installeren:
1.
Open het besturingspaneel
AppleTalk
.
2.
Controleer of de
Ethernet
-poort de geselecteerde netwerkpoort is.
3.
Dubbelklik op het installatieprogramma op de
Cd-rom met software en documentatie
om het printerstuurprogramma te installeren.
4.
Open de
Kiezer
en klik op het stuurprogramma
LaserWriter
.
5.
Selecteer de printer in de rechterkolom van de
Kiezer
en klik op
Maak aan
om de bureaubladprinter aan te maken.
Macintosh OS X Versie 10.2 en hoger
Ga als volgt te werk om het printerstuurprogramma vanaf de
Cd-rom met software en documentatie
te installeren:
1.
Plaats de cd-rom in het cd-rom-station.
2.
Open het hulpprogramma
Afdrukbeheer
.
Opmerking
In Macintosh OS X versie 10.3 of hoger heet het hulpprogramma
Hulpprogramma printerinstellingen
. Open achtereenvolgens de folders
Toepassingen
en
Hulpprogramma's
om hulpprogramma's terug te vinden op de harde schijf van de
Macintosh.
3.
Klik op het pictogram
Toevoegen
in het venster Printerlijst, en selecteer
Rendezvous
in de vervolgkeuzelijst.
4.
Selecteer de printer in het venster.
5.
Selecteer
Xerox
in de lijst van fabrikanten in de vervolgkeuzelijst eronder.
6.
Selecteer het juiste printermodel in de lijst van beschikbare apparaten.
7.
Klik op de knop
Toevoegen
.
Phaser® 3500 laserprinter
39