advertisement
Appendix
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
.
Vermijd het gebruik terwijl u in beweging bent
• Probeer de camera nooit te gebruiken om beelden op te nemen of weer te geven terwijl u een auto of een ander voertuig aan het besturen bent of terwijl u aan het lopen bent. Als u naar het beeldscherm kijkt terwijl u in beweging bent, kan dit het gevaar op een ernstig ongeluk met zich meebrengen.
.
Direct naar de zon of een heldere lichtbron kijken
• Kijk nooit naar de zon of een andere heldere lichtbron via de zoeker van de camera. Dit kan namelijk schade toebrengen aan uw gezichtsvermogen.
.
Flits
• Gebruik de flitseenheid nooit op een plaats waar brandbare of explosieve gassen aanwezig kunnen zijn. Dergelijke omstandigheden kunnen het risico op brand en een explosie met zich meebrengen.
• Richt de flitser nooit in de richting van een persoon die een motorvoertuig aan het besturen is. Dit kan hinderlijk zijn voor en het uitzicht belemmeren van de bestuurder en het gevaar op een ongeluk met zich meebrengen.
• Gebruik de flitser nooit te dicht bij de ogen van het onderwerp. Dit kan het verlies van het gezichtsvermogen met zich meebrengen.
.
Beeldscherm
• Oefen geen harde druk uit op het oppervlak van het beeldscherm en onderwerp het niet aan harde stoten. Hierdoor kan het glas van het beeldscherm breken.
• Mocht het beeldscherm breken, raak dan nooit de vloeistof erin aan. Dit kan het risico op brandwonden op uw huid met zich meebrengen.
• Mocht de vloeistof van het beeldscherm ooit in uw mond komen, spoel dan uw mond onmiddellijk uit en neem contact op met uw huisarts.
• Mocht de vloeistof van het beeldscherm ooit in uw ogen of met uw huid in contact komen, spoel dan onmiddellijk voor minstens 15 minuten met schoon water af en neem contact op met uw huisarts.
.
Aansluitingen
• Sluit nooit toestellen die niet gespecificeerd zijn voor het gebruik met deze camera aan op de aansluitingen. Het aansluiten van een niet-gespecificeerd toestel kan het gevaar op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
.
Vervoer
• Bedien de camera nooit in een vliegtuig of een andere plaats waar het gebruik van dergelijke toestellen verboden is. Het onjuiste gebruik van dit product kan namelijk het gevaar op een ernstig ongeluk met zich meebrengen.
119
Appendix
.
Rook, een vreemde geur, oververhitting en andere abnormale omstandigheden
• Als het gebruik van de camera wordt voortgezet terwijl er rook of een vreemde geur uitkomt of terwijl de camera oververhit is, brengt dit het gevaar op brand en elektrische schok met zich mee. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht
één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen.
1. Schakel de camera uit.
2. Verwijder de accu dan uit de camera en let er daarbij op dat u zichzelf beschermt tegen brandwonden.
3. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
.
Water en vreemde voorwerpen
• Water, andere vloeistoffen en vreemde voorwerpen (in het bijzonder metalen voorwerpen) die de camera binnendringen kunnen het gevaar op brand en elektrische schok met zich meebrengen. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen. U dient hierop in het bijzonder te letten wanneer u de camera gebruikt wanneer het regent of sneeuwt of bij de oceaan of andere plaatsen waar veel water aanwezig is of in de buurt van een badkamer of toilet.
1. Schakel de camera uit.
2. Verwijder de accu uit de camera.
3. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
.
Laten vallen en ruw behandelen
• Als het gebruik van de camera wordt voortgezet nadat deze beschadigd is doordat hij gevallen of ruw behandeld is, brengt dit het gevaar op brand en elektrische schok met zich mee. Voer de volgende stappen onmiddellijk uit mocht één van de bovengenoemde symptomen zich voordoen.
1. Schakel de camera uit.
2. Verwijder de accu uit de camera.
3. Neem contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
.
Uit de buurt van vuur houden
• Stel de camera nooit bloot aan vuur waardoor hij kan exploderen en waardoor het gevaar bestaat op brand en elektrische schok.
.
Demonteren en knutselen
• Probeer de camera nooit uit elkaar te halen of er op een andere manier aan te knutselen. Dit kan het het gevaar op brand en elektrische schok, brandwonden en ander persoonlijk letsel met zich meebrengen. Laat interne inspectie, onderhoud en reparatiewerkzaamheden altijd over aan uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
120
Appendix
.
Te vermijden plaatsen
• Laat de camera nooit achter op één van de volgende soort plaatsen. Dit kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
– Plaatsen die blootstaan aan veel vochtigheid of veel stof
– Plaatsen waar voedsel geprepareerd wordt of andere plaatsen waar veel olieachtige rook aanwezig is
– In de omgeving van kachels, op een verwarmd tapijt of op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht, binnenin een afgesloten voertuig, of op andere plaatsen die blootstaan aan bijzonder hoge temperaturen
• Plaats de camera nooit op een instabiele ondergrond, op een hoge plank, enz.
Hierdoor kan de camera namelijk vallen, hetgeen het gevaar op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
.
Back-up maken van belangrijke data
• Maak altijd backup kopieën van belangrijke data die zich in het camerageheugen bevinden door die data over te sturen naar een computer of andere opslagapparatuur. Merk op dat data kunnen worden uitgewist wanneer de camera defect is, gerepareerd dient te worden, enz.
.
Geheugenbeveiliging
• Bij het plaatsen van de accu dient u de correcte procedure te volgen zoals beschreven in de documentatie die met de camera meegeleverd wordt. Het incorrect plaatsen van de accu kan leiden tot het beschadigen van de data in het geheugen van de camera.
.
Oplaadbare accu
• Gebruik alleen de gespecificeerde oplaadeenheid of het gespecificeerde toestel om de accu op te laden. Wordt geprobeerd de accu op te laden op een wijze die niet toegestaan is, dan brengt dit het gevaar op oververhitting van de accu, brand en explosie met zich mee.
• Stel de accu niet bloot aan of dompel hem niet onder in water of zeewater. Dit kan schade toebrengen aan de accu, haar prestaties verslechteren en de levensduur van de accu verkorten.
• De accu is alleen bedoeld voor het gebruik met een CASIO digitale camera. Het gebruik met een ander toestel kan schade toebrengen aan de accu, haar prestaties verslechteren en de levensduur van de accu verkorten.
• Als één van de volgende voorzorgsmaatregelen niet wordt nageleefd, brengt dit het gevaar op oververhitting van de accu, brand en explosie met zich mee.
– Gebruik de accu nooit en laat hem nooit achter in de buurt van open vuur.
– Stel de accu nooit bloot aan hitte of vuur.
– Let er op dat de accu in de juiste richting wijst wanneer deze aangesloten wordt op de oplaadeenheid.
– Draag of leg de accu nooit bij voorwerpen die elektriciteit kunnen geleiden
(halskettingen, potlood, enz.).
– Haal de accu nooit uit elkaar, knutsel er niet aan en stel hem niet bloot aan harde stoten (er met een hamer opslaan, er bovenop staan, enz.) en soldeer er nooit aan. Plaats de accu nooit in een magnetron, een kachel, een hogedrukapparaat, enz.
121
Appendix
• Mocht u ooit tijdens het gebruik, het laden of het opslaan van een accu opmerken dat hij lekt, een vreemde geur afgeeft, verkleuringen of vervormingen vertoont of mochten er zich andere abnormale omstandigheden voordoen, koppel de accu dan onmiddellijk van de camera of van de oplaadeenheid en houd hem uit de buurt van open vuur.
• Gebruik de accu niet en laat hem niet achter in het directe zonlicht, binnenin een afgesloten voertuig of op andere plaatsen die blootstaan aan hoge temperaturen.
Dit kan schade toebrengen aan de accu, haar prestaties verslechteren en de levensduur van de accu verkorten.
• Als het opladen van de accu niet op normale wijze binnen de gespecificeerde tijd eindigt, stop dan met opladen en neem contact op met het dichtstbijzijnde erkende
CASIO onderhoudswerkplaats. Verder opladen kan het risico op oververhitting, brand en een explosie met zich meebrengen.
• Accuvloeistof kan uw ogen beschadigen. Mocht de accuvloeistof ooit onverhoeds in uw ogen komen, spoel uw ogen dan onmiddellijk uit met schoon kraanwater en neem contact op met uw huisarts.
• Zorg ervoor de gebruiksaanwijzing en documentatie te lezen die met de camera en de speciale oplaadeenheid wordt meegeleverd voordat u de accu gebruikt of oplaadt.
• Mocht de accu gebruikt worden door jonge kinderen, zie er dan op toe dat een verantwoordelijke volwassene de kinderen attent maakt op de voorzorgsmaatregelen en op de juiste behandelingsaanwijzingen en let erop dat ze de accu inderdaad op de juiste manier behandelen.
• Mocht accuvloeistof onverhoeds op uw kleding of op uw huid komen, was dan onmiddellijk af met schoon leidingwater. Langdurig lichamelijk contact met accuvloeistof kan leiden tot huidirritatie.
.
Levensduur van de accu
• De tijden voor doorlopende werking op de accu die in deze handleiding gegeven worden stellen de geschatte tijd voor waarna de camera uitgeschakeld wordt door een te lage accuspanning wanneer de camera op de accu werkt bij een normale temperatuur (23°C). De tijden zijn geen garantie dat u inderdaad die werkingstijd verkrijgt. De werkelijke levensduur van de accu wordt sterk beïnvloed door de omringende temperatuur, de omstandigheden waaronder de accu opgeslagen wordt, de hoeveelheid tijd dat de accu opgeslagen is, enz.
• Als de camera ingeschakeld gelaten wordt, kan de accu leeg raken waarna de lege accu indicator verschijnt. Schakel de camera uit wanneer u deze niet aan het gebruiken bent.
• De lege accu indicator geeft aan dat de camera op het punt staat uitgeschakeld te worden doordat de accuspanning te laag is. Laad de accu zo snel mogelijk op. Als u een vrijwel of geheel lege accu in de camera laat, kan dit leiden tot lekken van de accu en tot het beschadigen van data.
122
Appendix
.
Voorzorgsmaatregelen bij data foutlezingen
Uw digitale camera is vervaardigd met digitale precisieonderdelen. Bij elk van de volgende omstandigheden bestaat het gevaar op het beschadigen van de data in het camerageheugen.
– Verwijderen van de accu of de geheugenkaart terwijl de camera een bewerking aan het uitvoeren is
– Verwijderen van de accu of de geheugenkaart terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is na uitschakelen van de camera
– Verbreking van de aansluiting van de USB kabel terwijl communicatie plaats aan het vinden was
– Het gebruik van een accu die een lage accuspanning heeft
– Andere abnormale omstandigheden
Elk van de bovengenoemde omstandigheden kan er toe leiden dat een foutmelding
op het beeldscherm (pagina 138) verschijnt. Voer de handeling uit die aangegeven
wordt door de boodschap die verschijnt.
.
Bedieningsomgeving
• Bedrijfstemperatuur Vereisten: 0 tot en met 40°C
• Bedrijfsvochtigheid: 10 - 85% (zonder condensatie)
• Plaats de camera niet op de volgende plaatsen.
– Op plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht of aan grote hoeveelheden vocht, stof of zand
– In de omgeving van een airconditioning of op andere plaatsen die blootstaan aan extreme temperaturen of vochtigheid
– Binnenin een gesloten voertuig op een warme dag of op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen
.
Condens
Plotselinge en extreme veranderingen in temperatuur, zoals wanneer u de camera in een warme kamer brengt op een koude winterdag, kunnen er toe leiden dat er zich waterdruppeltjes - ook wel “condens” genoemd - vormen op de inwendige componenten of op de buitenkant van de camera, hetgeen het risico op problemen kan creëren. Om te voorkomen dat condens optreedt kunt u de camera in een afgesloten plastic zak doen voordat u van plaats verandert. Laat de zak dan afgesloten staan zodat de lucht in de zak langzamerhand dezelfde temperatuur kan bereiken als de lucht op de nieuwe plaats. Verwijder de camera daarna uit de tas en houd het accudeksel voor enkele uren open.
.
Lens
• Oefen nooit te veel kracht uit bij het reinigen van het oppervlak van de lens. Mocht dit toch gedaan worden, dan kan dit krassen op het lensoppervlak maken en defecten veroorzaken.
• U kunt mogelijk af en toe vervorming waarnemen bij bepaalde soorten beelden waarbij er een kleine buiging optreedt bij lijnen die recht zouden moeten zijn. Dit komt door de karakteristieken van de lens/het objectief en duidt niet op een defect van de camera.
123
Appendix
.
Onderhoud van uw camera
• Raak de lens of het flitservenster nooit met uw vingers aan. Vingerafdrukken, stof en anderszins bevuilen van het lensoppervlak kan de juiste werking van de camera belemmeren. Houd de lens en het flitservenster met een lensblazer vrij van stof en vuil en veeg ze voorzichtig af met een zachte, droge doek.
• Veeg om deze te reinigen de camera af met een zachte, droge doek.
.
Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van oude oplaadbare accu’s
• Isoleer de positieve en negatieve aansluitingen met kleefband, enz.
• Haal de etiketten en dergelijke niet af van de accu.
• Probeer niet te knutselen aan de accu.
.
Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de oplaadeenheid
-
0
Steek de stekker nooit in een stopcontact met een andere spanning dan die aangegeven is op de stekker. Dit kan het gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen.
0
Denk eraan het netsnoer te beschermen tegen beschadigingen en breuken.
Plaats nooit zware voorwerpen op het netsnoer en stel het niet bloot aan hoge temperaturen. Dit kan het netsnoer beschadigen en het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen.
0
Probeer het netsnoer nooit te veranderen en buig of draai of trek niet te hard aan het netsnoer. Dit kan het gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen.
0
Maak of verbreek de aansluiting van het netsnoer nooit terwijl u natte handen heeft. Dit kan namelijk het gevaar op elektrische schok met zich meebrengen.
0
Steek de stekker van het netsnoer niet in een stopcontact of een verlengsnoer dat met andere toestellen wordt gedeeld. Dit kan het gevaar op brand, defecten en elektrische schok met zich meebrengen.
0
Mocht het netsnoer beschadigd raken (tot die mate dat de koperdraden binnenin te zien zijn of gebroken zijn) neem dan onmiddellijk contact op met de oorspronkelijke winkelier of met een door CASIO erkende onderhoudsdienst om een reparatie uit te laten voeren. Wordt een beschadigd netsnoer daarna gebruikt dan brengt de kans op brand, defecten en elektrische schok met zich mee.
• De oplaadeenheid wordt ietwat warm tijdens het opladen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer de oplaadeenheid niet in gebruik is.
• Gebruik nooit reinigingsmiddelen voor het schoonnmaken van het netsnoer (dit geldt in het bijzonder voor de netstekker).
• Bedek de oplaadeenheid nooit met een deken, enz. Dit brengt namelijk het gevaar op brand met zich mee.
Appendix
124
.
Andere voorzorgsmaatregelen
Tijdens het gebruik kan de camera ietwat warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
.
Auteursrechten
Met uitzondering van het gebruik voor uw eigen genoegen is het ongeauthoriseerde gebruik van foto’s of films van beelden waarvan de rechten aan andere toebehoren zonder de toestemming van de betreffende auteursrechten in overtreding met de wetgeving op auteursrechten. In bepaalde gevallen kan het filmen van openbare optredens, shows, tentoonstellingen, enz. in het geheel verboden zijn, zelfs als dit voor uw eigen genoegen is. Ongeacht of de bestanden in kwestie gekocht of gratis verkregen zijn, is het verspreiden via het Internet of het distribueren aan derden zonder toestemming van de eigenaar van de auteursrechten in overtreding met de wetgeving ten aanzien van auteursrechten en internationale verdragen. Het uploaden of distribueren via het internet van beelden van televisieprogramma’s, live concerten, muziekvideo’s, enz. die gefotografeerd of opgenomen waren door u kunnen inbreuk maken op de rechten van derden. Merk op dat CASIO COMPUTER CO., LTD. niet aansprakelijk gesteld zal worden voor misbruik op welke wijze dan ook van dit product waarbij inbreuk gemaakt wordt op de auteursrechten van derden of die in overtreding is met de wetgeving ten aanzien van auteursrechten.
De volgende termen die in deze handleiding gebruikt worden, zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Merk op dat handelsmerken ™ en geregistreerde handelsmerken
®
niet gebruikt worden in de tekst van deze handleiding.
• Het SDHC Logo is een handelsmerk.
• Microsoft, Windows, Internet Explorer, Windows Media, Windows Vista,
Windows 7 en DirectX zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en andere landen.
• Macintosh, Mac OS, QuickTime en iPhoto zijn handelsmerken van Apple Inc.
• Adobe en Reader zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken in de
Verenigde Staten van Amerika en andere landen van Adobe Systems
Incorporated.
• YouTube, het YouTube logo en “Broadcast Yourself” zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van YouTube, LLC.
• EXILIM, Photo Transport en YouTube Uploader for CASIO zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van CASIO COMPUTER CO., LTD.
• Namen van andere bedrijven of producten die hier genoemd worden zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Ongeautoriseerd commercieel kopiëren, distribueren en kopiëren van de meegeleverde software via een netwerk is verboden.
Uploadfunctionaliteit voor YouTube is onder licentie van YouTube, LLC. inbegrepen bij dit product. De aanwezigheid van uploadfunctionaliteit voor YouTube bij dit product houdt noch een endossement noch een aanbeveling van dit product door
YouTube, LLC.
125
Appendix
Stroomvoorziening
Opladen
.
Als de oplaadindicator [CHARGE] van de oplaadeenheid rood gaat knipperen...
• Het opladen kan niet worden uitgevoerd omdat de omgevingstemperatuur of de temperatuur van de acculader te hoog of te laag is. Laat de camera op een plaats achter waarvan de temperatuur zich bevindt binnen het bereik waar het opladen kan worden uitgevoerd. Wanneer de camera teruggekeerd is tot een temperatuur waarbij het opladen kan worden uitgevoerd, dan zal de oplaadindicator [CHARGE] rood oplichten.
• Controleer of de contactpunten van de oplader en de accu vuil zijn. Mochten de contactpunten vuil zijn, veeg ze dan grondig af met een droge doek.
.
Als de achterindicator van de camera rood gaat knipperen tijdens het opladen via de USB kabel...
• De omgevingstemperatuur van de accu kan te lag of te hoog zijn. Verbreek de aansluiting van de USB kabel en wacht totdat de temperatuur zich bevindt binnen het toegelaten bereik voordat u opnieuw probeert.
• De contactpunten van de accu kunnen vuil zijn. Veeg ze af met een droge doek.
• Probeer aan te sluiten op een andere USB van de computer. Afhankelijk van de instelling van uw computer kan het zijn dat u de accu van de camera niet via een
USB aansluiting kunt opladen.
Mocht een probleem volharden nadat u de bovenstaande stappen heeft uitgevoerd dan kan dat betekenen dat de accu defect is. Neem contact op met de dichtstbijzijnde erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
Vervangen van de accu
1.
Open het accudeksel en verwijder de huidige accu.
Houd de kant van de camera met het beeldscherm naar boven en schuif de stopnok in de richting die wordt aangegeven door de pijl in de afbeelding. Nadat de accu los is gaan zitten, kunt u deze in zijn geheel uit de camera trekken.
2.
Plaats een nieuwe accu.
Stopnok
126
Appendix
Voorzorgsmaatregelen voor de accu
.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
• De werking die verschaft wordt door de accu in een koude omgeving is altijd korter dan bij normale temperaturen. Dit komt door de karakteristieken van de accu, niet door die van de camera.
• Laad de accu op een plaats op waar de temperatuur tussen de 5°C en 35°C is. Het laden van de accu buiten dit temperatuursbereik kan langer dan gewoonlijk duren of eenvoudig niet lukken.
• Scheur het label van de accu er niet af en het verwijder het niet.
• Mocht de accu na volledig opladen maar korte tijd werken en snel weer uitgeput zijn, dan heeft de accu het einde van zijn levensduur bereikt. Vervang de accu door een nieuwe.
.
Voorzorgsmaatregelen voor het opbergen
• Als de accu voor een lange tijd wordt opgeslagen terwijl hij opgeladen is, kan de capaciteit van de accu teruglopen. Gebruik de lading van de accu volledig (zodat hij geheel leeg is) als u van plan bent de accu voor langere tijd niet te gebruiken.
• Verwijder de accu altijd uit de camera wanneer u hem niet gebruikt. Als een accu in de camera wordt gelaten zal hij uit zichzelf leeg lopen waarna het opladen langer duurt wanneer u de camera weer wit gebruiken.
• Berg de accu op een koele, droge plaats (20°C of lager) op.
• Om te voorkomen dat een ongebruikte accu te veel ontlaadt, dient u deze ongeveer eens per zes maanden volledig op te laden, deze in de camera te zetten en dan te gebruiken totdat de accu volledig leeg is.
In het buitenland gebruiken van de camera
.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
• De meegeleverde acculader is ontworpen voor werking met stroombronnen tussen
100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. Merk echter op dat de vorm van de stekker van het netsnoer verschilt afhankelijk van het land of het gebied. Voordat u de camera en de netadaptor meeneemt op reis, kunt u beter eerst bij uw reisbureau navragen wat de vereisten voor het lichtnet op de plaats van bestemming zijn.
• Sluit de acculader niet op een voeding aan via een transformator of een soortgelijk apparaat. Dit kan tot een defect leiden.
.
Extra accu’s
• Het wordt aanbevolen om extra volledig opgeladen accu’s (NP-80) mee te nemen als u op reis gaat om te vermijden dat u onverhoeds geen beelden kan opnemen doordat de accu leeg is.
127
Appendix
Gebruiken van een geheugenkaart
Zie pagina 21 voor informatie betreffende de ondersteunde geheugenkaarten en hoe
u een geheugenkaart plaatst.
Vervangen van de geheugenkaart
Druk op de geheugenkaart en laat hem dan los.
Hierdoor springt de geheugenkaart ietwat uit de geheugenkaartgleuf. Trek de kaart daarna met de hand geheel naar buiten en steek een nieuwe in.
• Verwijder een kaart nooit uit de camera terwijl de achterindicator groen aan het knipperen is.
Hierdoor kan de beeld opslagbewerking mogelijk niet goed werken en de geheugenkaart zelfs beschadigd raken.
.
Gebruiken van een geheugenkaart
• SD geheugenkaarten en SDHC geheugenkaarten zijn uitgevoerd met een schrijfbeveiligingsschakelaar.
Gebruik deze schakelaar om te beschermen tegen het onverhoeds uitwissen van data. Merk echter op dat als u een SD geheugenkaart beveiligt, u de schrijfbeveiliging moet uitschakelen telkens wanneer u op de kaart wilt opnemen, hem wilt formatteren of één
Schrijven is geactiveerd
Schrijven is gedeactiveerd van de beelden wilt uitwissen.
• Mocht een geheugenkaart zich abnormaal gaan gedragen tijdens de beeldweergave, dan zal hij waarschijnlijk weer normaal werken als hij opnieuw
geformatteerd wordt (pagina 116). Het wordt echter aanbevolen dat u meerdere
geheugenkaarten meeneemt wanneer u de camera op een plaats ver van uw huis of kantoor gebruikt.
• Naarmate u meer data opneemt op en wist van een geheugenkaart, verliest deze langzamerhand het vermogen om data te behouden. Het wordt daarom aanbevolen om een geheugenkaart geregeld opnieuw te formatteren.
• Een elektrostatische lading, elektrische storing en andere fenomenen kunnen de oorzaak zijn van beschadigde of zelfs verloren data. Zorg ervoor dat u van belangrijke data altijd een backup maakt op andere media (CD-R, CD-RW, harde schijf, enz.).
128
Appendix
.
Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van de geheugenkaart
Bepaalde types geheugenkaarten kunnen de verwerkingssnelheid vertragen. U kunt vooral problemen ondervinden met het opslaan van (WIDE) films van een hoge resolutie. Bij bepaalde typen geheugenkaarten kan het teveel tijd kosten om data op te nemen hetgeen tot resultaat heeft dat er breuken optreden in het beeld en/of het geluid. Deze conditie wordt aangegeven door » en Y die op het beeldscherm knipperen. Het wordt aanbevolen een geheugenkaart te gebruiken met een maximale overdrachtsnelheid van minstens 10 MB per seconde.
.
Weggooien of de eigendomsrechten overdragen van een geheugenkaart of de camera
De formatteer- en wisfuncties van deze camera wijzigen de bestandsbeheerinformatie van de geheugenkaart en/of het hoofdgeheugen van de camera. Ze wijzigen de data zelfd echter niet. Merk op dat het beheer van uw data geheel uw verantwoordelijkheid is. Om de veiligheid van de data te waarborgen worden de volgende handelingen aanbevolen wanneer u de geheugenkaart of de camera weggooit of het eigendomsrecht overdraagt.
• Wanneer u een geheugenkaart en/of camera weggooit, vernietig ze dan in het geheel of wis all data uit d.m.v. los verkrijgbare software, enz.
• Bij het overdragen van het eigensdomrecht van een geheugenkaart en/of de camera, dient u alle data uit te wissen met los verkrijgbare software, enz. en vervolgens de geheugenkaart en/of het hoofdgeheugen van de camera te formatteren d.m.v. de formatteerfunctie van de camera.
129
Appendix
Computersysteem vereisten voor meegeleverde software
(meegeleverde CD-ROM)
De systeemvereisten voor uw computer verschillen afhankelijk van elke applicatie.
Let er dus op de vereisten te checken voor die bepaalde applicatie die u probeert te gebruiken. Merk op dat de hier gegeven waarden minimale vereisten zijn voor het draaien van elke applicatie. De feitelijke vereisten zijn zwaarder afhankelijk van het aantal beelden en de grootte van de beelden die worden gehanteerd.
0
Windows
YouTube Uploader for CASIO
Besturingssysteem : Windows 7 / Windows Vista / Windows XP (SP2/SP3) /
Windows 2000 (SP4)
Overige : Voldoende geheugen om het besturingssysteem te laten draaien.
Computerconfiguratie die de weergave van films activeert op de
YouTube site.
Computerconfiguratie die het uploaden van films activeert naar de YouTube site.
Photo Transport 1.0
Besturingssysteem : Windows 7 / Windows Vista / Windows XP / Windows 2000
Geheugen : Minstens 64 MB
Harde schijfruimte : Minstens 2 MB
Adobe Reader 9
Besturingssysteem : Windows 7 / Windows Vista / Windows XP (SP2/SP3) /
Windows 2000 (SP4)
Geheugen : Minstens 128 MB
Harde schijfruimte : Minstens 335 MB
Overige : Internet Explorer 6.0 of hoger geïnstalleerd
Zie de “Lees mij” bestanden op de CASIO Digital Camera Software CD-ROM die meegeleverd wordt met de camera voor details betreffende de minimale systeemvereisten voor elke software applicatie.
130
Appendix
Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen
De tabellen in dit hoofdstuk tonen de oorspronkelijke default instellingen die geconfigureerd zijn voor elk item op het menu (door op [MENU] te drukken worden ze
getoond) nadat u de camera terugsteld (reset) (pagina 116). De items in de menu’s
hangen af van of de OPNAME modus of de WEERGAVE modus ingeschakeld is bij de camera.
• Een streepje (–) geeft een item aan waarvan de instelling niet wordt teruggesteld of waarvoor geen resetinstelling is.
.
OPNAME modus
“OPNAME” indextab
Scherpstelling
Q
(Autom.
Scherpstellen)
Scherpstelkader ß
Doorlopend
Uit
Zelfontspanner Uit
Gezichtsdetec.
Uit
Anti Shake
AF gebied easy modus
L/R toets
Raster
Uit
Digitale zoom
Aan
Uit
Û
Puntmeten
Uit
Uit
Beeldcontrole
Aan
Icoonhulp
Aan
Geheugen
b
BEST SHOT:
Uit / Flits: Aan /
Scherpstelling: Uit /
Witbalans: Uit /
ISO: Uit /
AF gebied: Aan /
Meten: Uit /
Doorlopend: Uit /
Zelfontspanner: Uit /
Flitsintensiteit: Uit /
Digitale zoom: Aan /
MF stand: Uit /
Zoomstand: Uit
“Kwaliteit” indextab
Formaat
12 M (4000 x
3000) t
Kwaliteit
(Foto’s)
»
Kwaliteit
(Films)
EV verschuiving
Witbalans
ISO
Normaal
STD
0.0
Automatisch
Automatisch
Meten
Belichting
Kleurenfilter
Scherpte
Verzadiging
Contrast
Flitsintensiteit
0
0
0
B
Meervoudig
Uit
Uit
0
131
Appendix
“Instellen” indextab
Eye-Fi
Aan
Geluiden
Start
Bestand nr.
Wereldtijd
Tijdstempel
Start: Geluid 1 /
Halfsluiter: Geluid 1 /
Sluiter: Geluid 1 /
Werking: Geluid 1 /
=
Bewerking:
...////
/
=
Weergave:
...////
Uit
Voortzetten
Thuis
Uit
Bijstellen
Datumstijl
Language
Sluimer
Autom. Spann.
Uit
–
–
–
1 min
2 min
REC/PLAY
USB
Video uitgang
–
Formatteren
–
Reset
Spanning aan
Mass Storage
–
.
WEERGAVE modus
“WEERGAVE” indextab
Diashow
Tijd: 30 min /
Tussenpauze: 3 sec /
Effect: Aan
Rode Ogen
Correctie
DPOF afdr.
–
–
Beveiligen
Rotatie
Form.
Aanpassen
Trimmen
Dubben
–
–
–
–
–
“Instellen” indextab
• De inhoud van de “Instellen” indextab is hetzelfde bij de OPNAME modus en de
WEERGAVE modus.
132
Appendix
Wanneer niet alles van een leien dakje gaat...
Oplossen van moeilijkheden
Probleem
Stroomvoorziening
Spanning gaat niet aan.
De camera begint zichzelf ineens uit te schakelen.
Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel
1)De accu kan verkeerd om geplaatst zijn (pagina 18).
2)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 15). Als de
accu na het opladen weer snel leeg raakt, betekent dit dat de accu het einde van zijn levensduur heeft bereikt en dient te worden vervangen. Schaf een los verkrijgbare CASIO NP-80 oplaadbare lithium-ion accu aan.
1)De automatische stroomonderbreker kan geactiveerd zijn
(pagina 113). Schakel de spanning opnieuw in.
2)De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 15).
3)De veiligheidsfunctie van de camera kan geactiveerd zijn omdat de temperatuur van de camera te hoog was. Schakel de camera uit en wacht totdat deze voldoende afgekoeld is voordat u de camera weer kunt gebruiken.
Verwijder de accu uit de camera, leg hem opnieuw in en probeer opnieuw.
Spanning gaat niet uit. Er gebeurt niets bij indrukken van een toets.
Beeldopname
Het beeld wordt niet opgenomen bij indrukken van de sluitertoets.
Autofocus stelt niet goed scherp.
1)Als de WEERGAVE modus ingeschakeld is bij de camera, druk dan op [r] (OPNAME) om de OPNAME modus in te schakelen.
2)Als de flitser aan het opladen is, dient u te wachten totdat het opladen voltooid is.
3)Als de boodschap “Geheugen vol” verschijnt, stuur dan beelden die u wilt houden over naar uw computer en wis de beelden die u niet langer gebruikt of gebruik een andere geheugenkaart.
1)Als de lens vuil is, reinig deze dan.
2)Het onderwerp bevindt zich mogelijk niet in het midden van het scherpstelkader tijdens het samenstellen van het beeld.
3)Het onderwerp dat u aan het opnemen bent is mogelijk van
een type dat niet past bij de autofocus (pagina 30). Stel met
4)De camera wordt mogelijk bewogen terwijl u aan het opnemen bent. Probeer op te nemen met Anti Shake
(pagina 62) of gebruik een statief.
133
Appendix
Probleem Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel
Het onderwerp bevindt zich buiten het scherpstelgebied van het opgenomen beeld.
Mogelijk is niet goed scherpgesteld op het beeld. Bij het samenstellen van het beeld dient u er op te letten dat het onderwerp zich binnen het scherpstelkader bevindt.
De flitser flitst niet.
1)Als ? (Flits Uit) is geselecteerd als de flitserfunctie, schakel
dan over op een andere functie (pagina 36).
2)Laad de accu op (pagina 15) als deze leeg is.
3)Als een BEST SHOT scène geselecteerd is dat ? (Flits Uit) gebruikt, schakel dan over op een andere flitserfunctie (pagina
36) of selecteer een andere BEST SHOT scène (pagina 52).
Een rode ? (Flits
Uit) icoon verschijnt op het beeldscherm en de flitser werkt niet.
De camera schakelt zichzelf langzaam uit tijdens het aftellen van de zelfontspanner.
Het beeld op het beeldscherm is niet scherp.
De flitseenheid kan mogelijk een storing hebben. Neem contact op met een erkende CASIO onderhoudswerkplaats of de winkel waar u de camera aanschafte. Merk op dat hoewel de flitser niet zal flitsen u de camera nog steeds kunt gebruiken voor foto’s zonder flits.
De accu kan leeg zijn. Laad de accu op (pagina 15).
Er is een verticale lijn op het beeldscherm.
Digitale ruis in de beelden.
1)U gebruikt mogelijk de handmatige scherpstelfunctie en u heeft niet scherpgesteld op het beeld. Stel scherp op het
2)U kunt mogelijk de ´ (Macro) gebruiken voor landschappen of portretten. Gebruik autofocus voor landschappen en
3)U probeert mogelijk autofocus of de ) (Oneindig) te gebruiken bij het opnemen van een close-up foto. Gebruik de
´
(Macro) voor close-up foto’s (pagina 57).
Er kan een verticale streep over het beeld op het beeldscherm verschijnen wanneer een bijzonder helder verlicht onderwerp wordt opgenomen. Dit is een CCD fenomeen dat bekend staat als
“verticale vegen” en duidt niet op defecten bij de camera. Merk op dat verticale vegen niet samen met een beeld opgenomen worden bij een foto maar wel bij het maken van een film.
1)De gevoeligheid wordt mogelijk automatisch verhoogd voor donkere onderwerpen, hetgeen tevens de kans verhoogt op digitale ruis. Verlicht het onderwerp door een licht of schijnwerper o.i.d.
2)U bent misschien aan het opnemen op een donkere plaats met ? (Flits Uit) geselecteerd hetgeen de digitale ruis verhoogt en beelden korreliger doet lijken. Schakel in dit
geval de flitser aan (pagina 36) of gebruik lampen voor de
belichting.
3)Filmen met een hoge ISO gevoeligheidsinstelling of met het belichtingsattribuut kunnen een verhoging in digitale storing veroorzaken. Verlicht het onderwerp door een licht of schijnwerper o.i.d.
134
Appendix
Probleem
Een opgenomen beeld wordt niet opgeslagen.
De onderwerpen zijn te donker bij het opnemen van beelden op het strand of bij een ski oord.
Digitale zoomen
(inclusief HD zoomen) werkt niet. De zoom staafindicator geeft het zoomen slechts weer tot een zoomfactor van
3,0.
Er is niet scherpgesteld op het beeld tijdens de filmopname.
Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel
1)De spanning van de camera is mogelijk uitgeschakeld voordat het opslaan voltooid was hetgeen tot resultaat heeft dat het beeld niet wordt opgeslagen. Als de lege accu indicator toont, dient u de accu zo snel mogelijk op te
2)De geheugenkaart werd mogelijk verwijderd voordat het opslaan voltooid was hetgeen tot resultaat heeft dat het beeld niet wordt opgeslagen. Verwijder de geheugenkaart nooit voordat het opslaan voltooid is.
Niet genoeg licht bereikt de onderwerpen. Schakel de instelling van de flitserfunctie over naar < (Flits Aan) voor daglicht
synchroon flitsen (pagina 36) of verschuif de EV verschuiving in
Hoewel de beschikbare verlichting helder is, zijn de gezichten van de personen in beeld toch donker.
Nachtfoto’s geven een slecht resultaat.
Gebruik de volgende BEST SHOT scènes (pagina 52) wanneer
u ’s nachts foto’s maakt.
• Nachtscène (alleen voor het opnemen ’s avonds of ’s nachts)
• Nachtscène Portret (voor het opnemen van mensen ’s avonds of ’s nachts)
Als het zonlicht door het water, het zand of de sneeuw wordt gereflecteerd kan dit er toe leiden dat de onderwerpen worden onderbelicht. Schakel de instelling van de flitserfunctie over
naar < (Flits Aan) voor daglicht synchroon flitsen (pagina 36)
of verschuif de EV verschuiving in de + richting (pagina 67).
1)De digitale zoominstelling is mogelijk uitgeschakeld. Schakel
2)De datumafstempeling is mogelijk ingeschakeld waardoor digitaal zoomen gedeactiveerd is. Schakel de
datumafstempeling uit (pagina 111).
1)Het is mogelijk dat niet scherpgesteld kan worden omdat het onderwerp zich buiten het scherpstelbereik bevindt. Neem op binnen het toegelaten bereik.
2)De lens kan vuil zijn. Reinig de lens (pagina 123).
135
Appendix
Probleem
Weergave
De kleur van het weergavebeeld verschilt van wat op het beeldscherm verschijnt tijdens het opnemen.
Beelden worden niet getoond.
Beelden kunnen niet worden bewerkt (met heraanpassen van het formaat, trimmen, rotatie)
Overige
Een verkeerde datum en tijd worden getoond of een verkeerde datum en tijd worden samen met de beelddata opgeslagen.
De boodschappen op het display zijn in een verkeerde taal.
Beelden kunnen niet via een USB aansluiting worden overgestuurd.
Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel
Zonlicht of licht van een andere lichtbron schijnt tijdens het opnemen mogelijk direct in de lens terwijl u aan het opnemen bent. Plaats de camera zodanig dat zonlicht niet direct in de lens kan schijnen.
Deze camera kan niet-DCF beelden die met een andere digitale camera op een geheugenkaart zijn opgenomen niet weergeven.
Merk op dat u de volgende types beelden niet kunt bewerken.
• Films
• Foto’s die opgenomen zijn met een andere camera
De instelling voor de datum en tijd is verkeerd. Stel de juiste
datum en tijd in (pagina 111).
Een verkeerde taal is geselecteerd. Verander de instelling van
1)De USB kabel is mogelijk niet juist aangesloten. Controleer alle aansluitingen.
2)Mogelijk is een verkeerd USB communicatieprotocol geselecteerd. Selecteer het correcte USB communicatieprotocol in overeenstemming met het type
toestel dat u aan het aansluiten bent (pagina’s 90, 99).
3)Schakel deze in als de camera nog niet ingeschakeld is.
4)Uw computer kan de camera mogelijk niet herkennen als u via een USB hub aansluit. Sluit altijd direct aan op de USB poort van de computer.
136
Appendix
Probleem
Het selectiescherm van de displaytaal verschijnt wanneer de camera ingeschakeld wordt.
Na het configureren van de instellingen van de datum en de tijd na het instellen van de camera, worden ze incorrect na het verwijderen van de accu uit de camera.
Mogelijke oorzaak en aanbevolen maatregel
1)U configureerde de oorspronkelijke (default) instellingen niet nadat u de camera aanschafte of de accu van de camera kan mogelijk leeg zijn. Controleer de basisinstellingen van de
2)Er kan een probleem zijn met de geheugendata van de camera. Mocht dit het geval zijn, voer dan de terugstelbewerking (reset) uit om de basisinstellingen van de
camera te initialiseren (terugstellen) (pagina 116).
Configureer daarna elke instelling. Als het taalselectiescherm niet opnieuw verschijnt bij het inschakelen van de camera betekent dit dat het ingebouwde geheugenbeheergebied van de camera hersteld is.
Als dezelfde boodschap verschijnt nadat u de spanning inschakelt, neem dan contact op met de winkelier of met een erkende CASIO onderhoudswerkplaats.
Leg de accu in de camera en configureer de instellingen voor
de tijd en datum opnieuw (pagina 20). Verwijder de accu niet uit
de camera voor minstens 24 uur nadat u de instellingen voor de datum en de tijd geconfigureerd heeft. Daarna worden de instellingen niet teruggesteld bij het verwijderen van de accu.
• Als de accu meer dan 24 uren na het instellen van de datum en de tijd ingelegd gehouden is maar de instellingen incorrect worden na het verwijderen van de accu, kan dit betekenen dat het instelgeheugen van de camera defect is. Neem contact op met uw winkelier of met een door CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
137
Appendix
Boodschappen in het display
ALERT
De veiligheidsfunctie van de camera kan geactiveerd zijn omdat de temperatuur van de camera te hoog was. Schakel de camera uit en wacht totdat deze voldoende afgekoeld is voordat u de camera weer kunt gebruiken.
Accu is bijna leeg. De accu is vrijwel leeg.
Er trad een probleem op bij de geheugenkaart. Schakel de camera uit, verwijder de geheugenkaart en steek hem opnieuw in de camera. Mocht dezelfde boodschap verschijnen wanneer u de camera opnieuw inschakelt,
formatteer dan de geheugenkaart (pagina 116).
Kaart FOUT
BELANGRIJK!
• Het formatteren van de geheugenkaart wist alle bestanden op de kaart uit. Probeer eerst eventuele herstelbare bestanden naar een computer of een ander opslagmedium over te sturen voordat u gaat formatteren.
Aansluitingen controleren !
U probeert de camera aan te sluiten op een printer terwijl de
USB instellingen van de camera niet compatibel zijn met het
USB systeem van de printer (pagina 83).
Bestand kan niet worden opgeslagen door te weinig stroom.
Omdat de accuspanning te laag is kon een beeldbestand niet worden opgeslagen.
Map kan niet wordt gecreëerd.
U probeert een beeld op te slaan terwijl er 9999 bestanden opgeslagen zijn in de 999ste map. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft als u meer bestanden wilt opnemen
Beelden worden overgestuurd.
Oversturen stoppen en spanning uitschakelen?
U probeert de spanning uit te schakelen terwijl beelddata
overgestuurd wordt via de Eye-Fi kaart (pagina 103).
LENS FOUT
Papier laden !
Deze boodschap verschijnt en de camera schakelt zichzelf uit wanneer de lens/het objectief op een onverwachte manier werkt. Als dezelfde boodschap verschijnt nadat u de spanning inschakelt, neem dan contact op met een erkende CASIO onderhoudswerkplaats of met de winkelier.
Tijdens het afdrukken is het papier bij de printer opgeraakt.
138
Appendix
Geheugen vol
Fout bij afdrukken
Opnamefout
SPANNING
NOGMAALS
INSCHAKELEN
SYSTEM ERROR
De kaart is vergrendeld.
Het geheugen is vol met beelden die u opgenomen heeft en/ of bestanden die opgeslagen zijn met de montagebewerkingen. Wis bestanden uit die u niet langer
Er trad een fout op tijdens het afdrukken.
• De printer is uitgeschakeld.
• De printer bracht een foutmelding te weeg.
Beeldcompressie kon om de één of andere reden niet worden uitgevoerd tijdens het opslaan van data. Neem het beeld opnieuw op.
Het objectief (de lens) raakte met een obstakel terwijl het aan het bewegen was. De camera schakelt zichzelf uit wanneer deze boodschap verschijnt. Verwijder het obstakel en schakel de spanning opnieuw in.
Uw camerasysteem is beschadigd. Neem contact op met uw winkelier of met een door CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
De LOCK schakelaar van de SD of SDHC geheugenkaart in de camera is vergrendeld. U kunt beelden niet opslaan op of wissen van een geheugenkaart die vergrendeld is.
LOCK
Er zijn geen bestanden.
Er zijn geen afdrukbeelden.
DPOF instellen.
Deze kaart kan niet worden geformatteerd
Dit bestand kan niet worden weergegeven.
Deze functie kan niet worden gebruikt.
Er bevinden zich geen bestanden in het ingebouwde geheugen of in de geheugenkaart.
Er zijn geen bestanden gespecificeerd voor het afdrukken.
Configureer de vereiste DPOF instellingen (pagina 85).
De geheugenkaart in de camera is niet geformatteerd.
Formatteer de geheugenkaart (pagina 116).
Het beeldbestand waartoe u probeert toegang te verschaffen is beschadigd of is van een type dat niet door deze camera kan worden getoond.
Deze boodschap zal halverwege een bewerking verschijnen wanneer u probeert een functie te gebruiken die niet toegestaan is in combinatie met een andere functie.
139
Appendix
Aantal foto’s/Filmopnametijd/Spraakopnametijd
Foto
Beeldformaat
(beeldpunten)
Beeldkwaliteit
12 M
(4000
3:2
(4000
16:9
(4000
8 M
(3264
5 M
(2560
3 M
(2048
VGA
(640 x x x x x x x
3000)
2656)
2240)
2448)
1920)
1536)
480)
Fijn
Normaal
Fijn
Normaal
Fijn
Normaal
Fijn
Normaal
Fijn
Normaal
Fijn
Normaal
Fijn
Normaal
Formaat van het beeldbestand bij benadering
4,13 MB
2,76 MB
3,62 MB
2,43 MB
3,0 MB
2,02 MB
2,46 MB
1,77 MB
1,72 MB
1,22 MB
1,25 MB
820 KB
290 KB
240 KB
Ingebouwd geheugen
(Ca. 14,9 MB) Foto opnamecapaciteit
11
17
48
59
8
11
5
8
4
7
3
5
3
5
Foto opnamecapaciteit van een SD geheugenkaart
(1 GB)
233
350
266
397
322
478
772
1178
3331
4026
392
545
561
792
140
Appendix
B
Films
Beeldkwaliteit
(Beeldpunten)
WIDE
848
640 x
STD x
480
480
YouTube
640 x
480
Datasnelheid bij benadering
(beeldsnelheid)
Ingebouwd geheugen
(Ca. 14,9 MB) Film opnamecapaciteit
12,5 megabits/ seconde
(30 beelden/ seconde)
10,6 megabits/ seconde
(30 beelden/ seconde)
10,6 megabits/ seconde
(30 beelden/ seconde)
7 seconden
8 seconden
8 seconden
Filmopnamecapaciteit van een SD geheugenkaart
(1 GB)
10 minuten
7 seconden
11 minuten
42 seconden
11 minuten
42 seconden
Grootte van het bestand van een film van 1 minuut
93,1 MB
79,0 MB
79,0 MB
Spraakopname
Bestandformaat
Maximale bestandsgrootte
Bestandsgrootte
Ingebouwd geheugen
(Ca. 14,9 MB)
Spraakopnamecapaciteit
43 minuten
35 seconden
Spraakopnamecapaciteit van een SD geheugenkaart (1 GB)
WAV
IMA-ADPCM
4 GB 5,5 KB/seconde
49 uren
31 minuten
• De waarden van de foto-, filmopnamecapaciteit en spraakopnamecapaciteit zijn naar schatting en enkel bedoeld ter referentie. De werkelijke capaciteit hangt af van de inhoud van het beeld.
• De waarden van de bestandsgrootte en de datasnelheid zijn naar schatting en enkel bedoeld ter referentie. De werkelijke capaciteit hangt af van het type beeld dat wordt opgenomen.
• De bovenstaande waarden zijn gebaseerd op het gebruik van een PRO HIGH SPEED
SD geheugenkaart (Panasonic Corporation). Het aantal beelden dat u kunt opslaan hangt af van het type geheugenkaart dat u gebruikt.
• Bereken het aantal beelden als een percentage van 1 GB als een geheugenkaart met een andere capaciteit wordt gebruikt.
• Elke film kan maximaal 29 minuten lang zijn. De filmopname stopt automatisch na
29 minuten opnemen.
• Een enkele filmopname met de “For YouTube” scène kan een maximaal bestandformaat hebben van 1.024 MB of een opnametijd van maximaal 10 minuten.
141
Appendix
Technische gegevens
Bestandformaat
Opnamemedia
Opgenomen beeldformaten
Foto’s:
JPEG (Exif versie 2.3); DCF 2.0 standaard; overeenkomstig
DPOF
Films:
Motion JPEG AVI, IMA-ADPCM audio (mono)
Audio (geluid) (Spraakopname): WAV (mono)
Ingebouwd geheugen (beeldopslaggebied: 14,9 MB)
SD/SDHC
Foto:
12 M (4000 x
3000), 3:2 (4000 x
2656), 16:9 (4000 x
2240),
8 M (3264 x
2448), 5 M (2560 x
1920), 3 M (2048 x
1536),
VGA (640 x
480)
Films:
WIDE (848 x
480), STD (640 x
480), YouTube (640 x
480)
Wissen van beelden
1 bestand; alle bestanden (met geheugenbeveiliging)
Effectieve beeldpunten 12,10 Mega beeldpunten
Beeldverwerkingselement (imaging)
Formaat: 1/2,3-inch vierkante beeldpunten CCD
Totaal aantal beeldpunten: 12,54 Mega beeldpunten
Lens/ brandpuntsafstand
Zoom
F2.9 (W) tot 5.4 (T) f= 6,3 tot 18,9 mm
(gelijkwaardig aan 35,5 tot 106,5 mm bij het 35 mm formaat)
Zes lenzen in vijf groepen, inclusief een asferische lens.
3X optische zoom, 4X digitale zoom (12X in combinatie met optische zoom)
18,7X maximale HD zoom (in combinatie met optische zoom,
VGA formaat)
Scherpstellen
Geschat scherpstelbereik
(Foto) (van het oppervlak van de lens)
Contrastdetectie autofocus
• Scherpstelfuncties:
Autofocus, Macrofocus, Panfocus, Oneindig, Handmatige scherpstelling
• AF gebied: Puntmeten, Meervoudig meten, Traceren
Autofocus: 10 cm - 9 (Groothoek)
Macrofocus: 10 cm - 50 cm (Groothoek)
Oneindig: 9 (Groothoek)
Handmatig: 10 cm - 9 (Groothoek)
* Het bereik wordt beïnvloed door de optische zoom.
Meten
Multi-patroon, centrum-georiënteerd meten, puntmeten door het beeldelement
Belichtingsregeling
Programma AE
Belichtingscompensatie –2,0 EV tot en met +2,0 EV (in stappen van 1/3 EV)
Sluiter
Sluitertijd
CCD sluiter, mechanische sluiter
Foto (Automatisch): 1/2de tot en met 1/2000ste seconde
Foto (Nachtscène) : 4 tot en met 1/2000ste seconde
* Kan afwijken door de basisinstelling van de camera.
142
Appendix
B
Lensopeningwaarde
F2.9 (W) - F7.3 (W) (groothoek) (bij gebruik met een ND filter)
* Het gebruik van de optische zoom verandert de lensopeningswaarde.
Witbalans
Automatisch, daglicht, bewolkt, schaduw, daglicht witte TL, daglicht TL, gloeilamp, handmatige witbalans
Gevoeligheid
(Standaard uitgangsgevoeligheid, aanbevolen belichtingsindex)
Zelfontspanner
Foto’s:
Automatisch, ISO 64, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800,
ISO 1600
Films: Automatisch
Activeringstijden naar schatting:
10 seconden, 2 seconden, drievoudige zelfontspanner
Flitserfuncties
Flitsbereik
(ISO gevoeligheid:
Automatisch)
*
1
Automatisch, Uit, Aan, vermindering van het rode-ogen effect
Groothoek: 0,1 m
* 2
- 3,0 m
Telefoto: 0,6 m - 1,6 m
*1 Het bereik wordt beïnvloed door de optische zoom.
*2 Macrofocus
Oplaadtijd voor de flitser
Opnemen
Ca. 5 seconden maximaal
Maximale geluidsopnametijden bij benadering
Beeldscherm
Zoeker
Tijdfuncties
Wereldtijd
Externe aansluiting
Microfoon
Luidspreker
Stroomvereisten
Foto’s; Macro; Zelfontspanner; Doorlopende Sluiter (bij normale snelheid); BEST SHOT; Gezichtdetectie; easy modus; Films
(normale film en For YouTube) (met mono geluid); Geluid
(Spraakopname)
Postopname: 30 seconden per beeld
Spraakopname:
43 minuten 35 seconden
(bij gebruik van het ingebouwde geheugen)
2,7-inch TFT kleuren LCD
230.400 (960 x
240) beeldpunten
Beeldscherm
Ingebouwde digitale quartz klok
Datum en tijd: Opgenomen met beelddata
Automatische kalender: Tot en met 2049
162 steden in 32 tijdzones
Stadsnaam, datum, tijd, zomertijd
USB poort (Hi-speed USB compatibel, opladen) /
AV uitgangsaansluiting (NTSC/PAL)
Mono
Mono
Oplaadbare lithium-ion accu (NP-80) x
1
143
Appendix
Levensduur accu naar schatting
Alle hieronder gegeven waarden stellen de hoeveelheid naar schatting voor bij normale temperaturen (23°C) voordat de camera uitgeschakeld wordt. Deze waarden worden niet gegarandeerd. Een lage temperatuur zal de gebruiksduur van de accu verkorten.
Aantal foto’s (CIPA) (gebruiksduur)
*
1
Doorlopende weergave (foto’s)
*
2
Doorlopende filmopnametijd (naar schatting)
Doorlopende spraakopname
*
3
170 foto’s
2 uren 40 minuten
1 uur 20 minuten
2 uren 40 minuten
• Accu: NP-80
• Opnamemedium:
1 GB SD geheugenkaart (PRO HIGH SPEED (Panasonic Corporation))
• Meetcondities
*1
Aantal foto’s (CIPA) (gebruiksduur)
In overeenkomst met de standaarden van het CIPA (Camera and Imaging Products
Association)
Normale temperatuur (23°C), beeldscherm aan, met zoomen van de volledige groothoek- tot de volledige telefotostand elke 30 seconden, waarbij telkens twee beelden worden opgenomen met flits; de spanning wordt na elke 10 opgenomen beelden uit- en weer ingeschakeld.
*2
Weergavetijd (naar schatting)
Standaard temperatuur (23°C), één-beeld bladeren per 10 seconden (bij benadering)
*3
Doorlopende opnametijd (naar schatting)
• De bovenstaande waarden zijn gebaseerd op een nieuwe accu met een volle lading. Herhaaldelijk opladen verkort de levensduur van de accu.
• De frequentie van het gebruik van de flitser, de zoom, autofocus en de tijd dat de camera aan is, heeft een grote invloed op de opnametijden en het aantal foto’s dat kan worden opgenomen.
Stroomverbruik
Afmetingen
Gewicht
3,7 V gelijkstroom, Ongeveer 3,4 W
98,8 (W) x
58,4 (H) x
21,7 (D) mm
(21,2 mm dik, exclusief uitsteeksels)
140 g (inclusief accu en geheugenkaart)
119 g (exclusief accu en geheugenkaart)
144
Appendix
.
Oplaadbare lithium-ion accu (NP-80)
Nominale spanning
Nominale capaciteit
Bedrijfstemperatuur vereisten
Afmetingen
Gewicht
3,7 V
700 mAh
0 tot en met 40°C
31,4 (W) x
39,5 (H) x
5,9 (D) mm
Ongeveer 19 g
.
Acculader (BC-81L)
Ingangsvermogen
Uitgangsvermogen
Bedrijfstemperatuur vereisten
100 tot en met 240 V wisselstroom AC, 45 mA, 50/60 Hz
4,2 V gelijkstroom, 300 mA
5 tot en met 35°C
Ondersteund type accu
Oplaadbare lithium-ion accu (NP-80)
Oplaadtijd
210 minuten
Afmetingen
Gewicht
52 (W) x
20 (H) x
79 (D) mm (exclusief uitsteeksels)
Ongeveer 50 g
145
Appendix
M29
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome
Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
MA1010-B
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 2 Uitpakken
- 3 Lees dit eerst!
- 4 Inhoudsopgave
- 8 Algemene gids
- 10 Inhoud van het beeldscherm
- 13 Snelstartgids
- 13 Wat is een digitale camera?
- 14 Wat kunt u doen met uw CASIO camera
- 15 Laad voor het gebruik eerst de accu op.
- 15 Opladen van de accu
- 18 Plaatsen van de accu
- 20 Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt
- 21 Klaar maken van een geheugenkaart
- 21 Ondersteunde geheugenkaarten
- 21 Inleggen van een geheugenkaart
- 22 Formatteren (resetten) van een nieuwe geheugenkaart
- 23 In- en uitschakelen van de camera
- 23 Inschakelen van de spanning
- 23 Uitschakelen van de camera
- 24 De camera op de juiste wijze vasthouden
- 25 Opnemen van een foto
- 28 Bekijken van foto’s
- 29 Wissen van beelden
- 29 Wissen van een enkel bestand
- 29 Wissen van alle bestanden
- 30 Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s
- 30 Beperkingen ten aanzien van de autofocus
- 31 Foto leerprogramma
- 31 Gebruiken van het controlepaneel
- 32 Veranderen van de beeldgrootte (Formaat)
- 36 Gebruiken van de flitser (Flits)
- 38 Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
- 39 Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- 41 Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- 42 Gebruiken van de easy modus (easy modus)
- 44 Gebruiken van gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
- 45 Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel
- 45 Opnemen met zoom
- 46 Overschakelpunt tussen optische zoom en digitale zoom
- 48 Opnemen van filmbeelden en geluid
- 48 Opnemen van een film
- 50 Opnemen van een foto terwijl u een film aan het opnemen bent
- 50 Alleen opnemen van het geluid (Spraakopname)
- 51 Weergeven van een geluidsopname
- 52 Gebruiken van BEST SHOT
- 52 Wat behelst BEST SHOT?
- 52 Enkele voorbeeldscènes
- 52 Opnemen van een beeld met BEST SHOT
- 55 Geavanceerde instellingen
- 55 Gebruiken van menu’s op het scherm
- 57 OPNAME modus instellingen (OPNAME)
- 57 Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
- 60 Veranderen van de vorm van het Scherpstelkader (Scherpstelkader)
- 61 Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend)
- 61 Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
- 62 Opnemen met Gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
- 62 Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake)
- 63 Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- 63 Gebruiken van de easy modus (easy modus)
- 63 Toewijzen van functies aan de [<] en [>] toetsen (L/R toets)
- 64 Weergeven van een schermraster (Raster)
- 64 In- en uitschakelen van de digitale zoom (Digitale Zoom)
- 64 Inschakelen van Beeldcontrole (Beeldcontrole)
- 64 Gebruiken van Icoonhulp (Icoonhulp)
- 65 Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen)
- 66 Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit)
- 66 Specificeren van het Fotoformaat (Formaat)
- 66 Specificeren van de Fotobeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Foto))
- 66 Specificeren van de Filmbeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Film))
- 67 Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
- 68 Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- 69 Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- 69 Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
- 69 Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- 70 Gebruiken van ingebouwde Kleurenfilters (Kleurenfilter)
- 70 Instellen van de beeldscherpte (Scherpte)
- 70 Instellen van de Kleurverzadiging (Verzadiging)
- 70 Instellen van het beeldcontrast (Contrast)
- 70 Specificeren van de Flitsintensiteit (Flitsintensiteit)
- 71 Bekijken van Foto’s en Films
- 71 Bekijken van foto’s
- 71 Bekijken van een film
- 72 Inzoomen op een beeld op het scherm
- 72 Tonen van het beeldmenu
- 73 Bekijken van Foto’s en Films op een televisiescherm
- 75 Andere weergavefuncties (WEERGAVE)
- 75 Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow)
- 76 Gebruiken van Rode Ogen Correctie (Rode Ogen Correctie)
- 76 Selecteren van beelden om af te drukken (DPOF afdr.)
- 77 Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen)
- 78 Roteren van een beeld (Rotatie)
- 78 Heraanpassen van de afmetingen van een foto (Form. Aanpassen)
- 79 Trimmen van een foto (Trimmen)
- 79 Toevoegen van geluid aan een foto (Dubben)
- 80 Weergeven van een foto met geluid
- 81 Kopiëren van bestanden (Kopiëren)
- 82 Afdrukken
- 82 Afdrukken van foto’s
- 83 Direct aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge
- 85 Gebruiken van DPOF om beelden te specificeren die afgedrukt dienen te worden en het aantal afdrukken
- 88 Gebruiken van de camera met een computer
- 88 Wat u kunt doen m.b.v. een computer...
- 89 Gebruiken van de camera met een Windows computer
- 90 Bekijken en opslaan van beelden op een computer
- 93 Weergeven van films
- 94 Uploaden van filmbestanden naar YouTube
- 96 Oversturen van beelden van uw computer naar het geheugen van de camera
- 98 Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden)
- 98 Gebruikersregistratie
- 99 Gebruiken van de camera met een Macintosh computer
- 99 Aansluiten van de camera op uw computer en opslaan van bestanden
- 102 Automatisch oversturen van beelden en ze beheren op uw Macintosh
- 102 Weergeven van een film
- 103 Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden)
- 103 Gebruikersregistratie
- 103 Gebruiken van een Eye-Fi draadloze SD geheugenkaart om beelden over te sturen (Eye-Fi)
- 105 Bestanden en mappen
- 106 Geheugenkaartdata
- 108 Andere instellingen (Instellen)
- 108 Uitschakelen van Eye-Fi kaartcommunicatie (Eye-Fi)
- 108 Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden)
- 109 Configureren van een startbeeld (Start)
- 109 Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.)
- 110 Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd)
- 111 Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel)
- 111 Instellen van de klok van de camera (Bijstellen)
- 112 Specificeren van de datumstijl (Datumstijl)
- 112 Specificeren van de displaytaal (Language)
- 113 Bevestigen van de sluimerinstellingen (Sluimer)
- 113 Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit)
- 114 Configureren van de [_] en [>] instellingen (OPNAME/WEERGAVE)
- 114 Configureren van de USB protocol instellingen (USB)
- 115 Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem (Video uitgang)
- 116 Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren)
- 116 Terugstellen van de camera op de originele fabrieksinstellingen (Reset)
- 117 Configureren van instellingen op het beeldscherm
- 117 Gebruiken van het histogram op het scherm om de belichting te controleren (Histogram)
- 118 Gebruiken van het histogram
- 119 Appendix
- 119 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- 126 Stroomvoorziening
- 126 Opladen
- 126 Vervangen van de accu
- 127 Voorzorgsmaatregelen voor de accu
- 127 In het buitenland gebruiken van de camera
- 128 Gebruiken van een geheugenkaart
- 128 Vervangen van de geheugenkaart
- 130 Computersysteem vereisten voor meegeleverde software (meegeleverde CD-ROM)
- 131 Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen
- 133 Wanneer niet alles van een leien dakje gaat...
- 133 Oplossen van moeilijkheden
- 138 Boodschappen in het display
- 140 Aantal foto’s/Filmopnametijd/Spraakopnametijd
- 142 Technische gegevens