Brother MFC-L8850CDW Color Fax Kasutusjuhend


Add to my manuals
258 Pages

advertisement

Brother MFC-L8850CDW Color Fax Kasutusjuhend | Manualzz

Basis gebruikershandleiding

MFC-L8650CDW

MFC-L8850CDW

MFC-L9550CDW

Niet alle modellen zijn verkrijgbaar in alle landen.

Versie A

DUT/BEL-DUT

Als u contact moet opnemen met de klantenservice

Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig te kunnen raadplegen:

Modelnummer: MFC-L8650CDW /

MFC-L8850CDW / MFC-L9550CDW

(omcirkel uw modelnummer)

Serienummer:

1

Aankoopdatum:

Aankoopplaats:

1

Het serienummer staat op de achterkant van de unit.

Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie.

Registreer uw product online op http://www.brother.com/registration/

© 2014 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.

Gebruikershandleidingen en waar kan ik ze vinden?

Welke handleiding?

Handleiding product veiligheid

Wat staat erin?

Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voor u de machine installeert. Raadpleeg deze gids voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.

Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw machine en installeren van de drivers en software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.

Basis gebruikershandleiding

Geavanceerde gebruikershandleiding

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Google cloud print handleiding

Hier vindt u meer informatie over de basis-, fax-, kopieer-, scan- en Direct Print-functies en over het vervangen van de verbruiksartikelen. Zie tips voor het oplossen van problemen.

Hier vindt u meer informatie over geavanceerde functies: faxen, kopiëren, beveiliging, afdrukrapporten en het uitvoeren van routineonderhoud.

Deze handleiding biedt instructies voor het scannen, afdrukken, PC-FAX en andere handelingen die uitgevoerd kunnen worden door uw apparaat van Brother op een computer aan te sluiten. U kunt ook nuttige informatie vinden over het gebruik van het hulpprogramma Brother ControlCenter, het gebruik van uw machine in een netwerkomgeving en veelgebruikte termen.

Deze handleiding biedt u informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van

Google Cloud Print™-services om af te drukken via het internet.

Waar is het?

Gedrukt / in de verpakking

Gedrukt / in de verpakking

Gedrukt / in de verpakking

Voor

Tsjechië,

Hongarije,

Bulgarije,

Polen,

Roemenië,

Slowakije:

(Windows

®

)

PDF-bestand/cd-rom/in de verpakking

(Macintosh)

PDF-bestand/Brother

Solutions Center

1

(Windows

®

)

PDF-bestand/cd-rom/in de verpakking

(Macintosh)

PDF-bestand/Brother

Solutions Center

1

(Windows

® verpakking

(Macintosh)

)

HTML-bestand/cd-rom/in de

HTML-bestand/Brother

Solutions Center

1

PDF-bestand / Brother

Solutions Center

1

i

1

Welke handleiding?

Handleiding mobiel printen/scannen voor

Brother iPrint&Scan

Handleiding Web

Connect

Wat staat erin?

In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf uw mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brother-machine naar uw mobiel apparaat bij verbinding met een

Wi-Fi

®

-netwerk.

In deze handleiding vindt u meer informatie over het configureren en gebruiken van uw

Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.

Ga naar http://solutions.brother.com/.

Waar is het?

PDF-bestand / Brother

Solutions Center

1

PDF-bestand / Brother

Solutions Center

1

ii

Inhoudsopgave

(Basis gebruikershandleiding)

1

2

Algemene informatie 1

Gebruik van de documentatie................................................................................1

Symbolen en conventies in de documentatie ..................................................1

Toegang tot “Brother Utilities” (Windows

®

)............................................................2

De Geavanceerde gebruikershandleiding en de Software en Netwerk gebruikershandleiding raadplegen .....................................................................3

Documentatie bekijken ....................................................................................3

Gebruikershandleidingen voor geavanceerde functies openen.............................6

Ondersteuning voor Brother oproepen (Windows

®

) .............................................. 6

Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) .............................................. 7

Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................8

LCD-aanraakscherm .....................................................................................10

Het scherm Gereed instellen .........................................................................14

Basishandelingen ..........................................................................................14

Instellingen voor snelkoppelingen........................................................................15

Kopieersnelkoppelingen toevoegen ..............................................................15

Fax-snelkoppelingen toevoegen....................................................................16

Scan-snelkoppelingen toevoegen .................................................................17

Snelkoppelingen voor Web Connect toevoegen ...........................................19

Snelkoppelingen voor apps toevoegen ........................................................20

Snelkoppelingen wijzigen ..............................................................................20

Namen van snelkoppelingen bewerken.........................................................21

Snelkoppelingen verwijderen.........................................................................22

Snelkoppelingen opnieuw oproepen .............................................................22

Stel de datum en tijd in ........................................................................................22

Voer persoonlijke informatie in (Stations-ID) .......................................................23

Volume-instellingen .............................................................................................24

Belvolume......................................................................................................24

Volume van de waarschuwingstoon ..............................................................24

Luidsprekervolume ........................................................................................24

Papier plaatsen 25

Papier en afdrukmedia plaatsen ..........................................................................25

Papier in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade plaatsen...25

Papier laden in de multifunctionele lade (Multif. lade) ...................................27

Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes ......................................................32

Papierinstellingen ................................................................................................33

Papierformaat ................................................................................................33

Papiersoort ....................................................................................................33

Gebruik van de lade in kopieermodus ...........................................................34

Gebruik van de lade in faxmodus ..................................................................34

Gebruik van de lade in afdrukmodus.............................................................35

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia .....................................................36

Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................36

Papiersoort en -formaat.................................................................................36

Speciaal papier hanteren en gebruiken.........................................................38

iii

iv

3

4

5

6

7

Documenten plaatsen 41

Hoe documenten plaatsen...................................................................................41

De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken........................................41

De glasplaat gebruiken..................................................................................42

Een fax verzenden 43

Hoe een fax verzenden........................................................................................43

Faxen onderbreken .......................................................................................44

Documenten in Letter-/Legal1 /Folio 1 -formaat faxen vanaf de glasplaat .....44

Een lopende fax annuleren............................................................................45

Verzendrapport..............................................................................................45

Een fax ontvangen 46

Ontvangstmodi.....................................................................................................46

De ontvangstmodus kiezen ...........................................................................46

Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................48

Alleen fax.......................................................................................................48

Fax/Tel...........................................................................................................48

Handmatig .....................................................................................................48

Extern antwoordapparaat ..............................................................................48

Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................49

Belvertraging .................................................................................................49

F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus).................................................................49

Fax waarnemen.............................................................................................50

Faxvoorbeeld (alleen zwart-wit)...........................................................................51

Een afdrukvoorbeeld van een ontvangen fax bekijken..................................51

Faxvoorbeeld uitschakelen............................................................................53

PC-FAX gebruiken 54

Hoe PC-FAX gebruiken .......................................................................................54

PC-FAX Receive (PC-FAX ontvangen) (alleen voor Windows ® ) ..................54

Een PC-FAX verzenden ................................................................................55

Telefoon en externe apparaten 56

Telefoonlijndiensten.............................................................................................56

Het telefoonlijntype instellen..........................................................................56

Een extern antwoordapparaat verbinden ............................................................57

Verbindingen .................................................................................................57

Een uitgaand bericht opnemen (OGM)..........................................................58

Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................58

Externe en tweede toestellen ..............................................................................59

Een extern of tweede toestel verbinden ........................................................59

Bediening op extern of tweede toestel ..........................................................59

Alleen voor Fax/Tel-modus............................................................................59

Een draadloze externe handset gebruiken die niet van Brother is ................60

Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................60

8 Nummers kiezen en opslaan 62

Hoe kiezen...........................................................................................................62

Handmatig kiezen..........................................................................................62

Kiezen vanuit het adresboek .........................................................................62

LDAP zoeken.................................................................................................62

Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................62

Nummers opslaan................................................................................................63

Een pauze opslaan........................................................................................63

Nummers in het adresboek opslaan..............................................................63

Namen of nummers in het adresboek wijzigen..............................................64

9 Kopieën maken 65

Hoe kopiëren .......................................................................................................65

Kopiëren onderbreken ...................................................................................65

Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen...................................................65

Kopieerinstellingen en opties.........................................................................66

10 Gegevens afdrukken vanaf het USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor massaopslag 67

Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken.................................67

Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf het USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor massaopslag ....................................68

De standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen....................70

11 Afdrukken vanaf een computer 71

Een document afdrukken.....................................................................................71

12 Hoe scannen naar een computer 72

Voor het scannen ................................................................................................72

Een document als PDF-bestand scannen met ControlCenter4 (Windows

®

).......73

Een document als PDF-bestand scannen met het aanraakscherm ....................75

v

vi

A

B

C

Routinematig onderhoud 77

Verbruiksartikelen vervangen ..............................................................................77

De tonercartridges vervangen .......................................................................81

De drumeenheid vervangen ..........................................................................87

De riemeenheid vervangen ...........................................................................93

De tonerbak vervangen .................................................................................98

De machine reinigen en controleren..................................................................105

De buitenzijde van de machine reinigen......................................................106

De glasplaat reinigen...................................................................................107

Het glas van de laserscanner reinigen ........................................................108

De coronadraden reinigen ...........................................................................112

De drumeenheid reinigen ............................................................................115

De papierinvoerrollen reinigen.....................................................................121

Kleurkalibratie..............................................................................................122

Kleurregistratie ............................................................................................123

Autocorrectie ...............................................................................................123

Problemen oplossen 124

Het probleem identificeren.................................................................................124

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen .........................................................126

Uw faxen of faxjournaal overbrengen..........................................................135

Vastgelopen documenten ..................................................................................137

Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF

(automatische documentinvoer) ..............................................................137

Document vastgelopen onder het documentdeksel ....................................137

Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF

(automatische documentinvoer) ..............................................................138

Document vastgelopen in de uitvoerlade ....................................................138

Vastgelopen papier............................................................................................139

Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade .................................139

Het papier is vastgelopen in de papierlade 1 of lade 2................................140

Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine ..........................141

Papier is vastgelopen in de machine...........................................................143

Het papier is vastgelopen onder de papierlade ...........................................146

Als u problemen hebt met de machine ..............................................................148

Kiestoondetectie instellen............................................................................157

Storing op de telefoonlijn / VoIP ..................................................................157

De afdrukkwaliteit verbeteren ............................................................................158

Informatie over de machine ...............................................................................167

Het serienummer controleren ......................................................................167

De firmwareversie controleren.....................................................................167

Reset-handelingen ......................................................................................167

De machine resetten ...................................................................................168

Instellings- en functietabellen 169

De instellingstabellen gebruiken ........................................................................169

Instellingstabellen ..............................................................................................170

Functietabellen ..................................................................................................198

Tekst invoeren ...................................................................................................227

D

E

Specificaties 228

Algemeen ..........................................................................................................228

Document grootte ..............................................................................................231

Afdrukmedia.......................................................................................................232

Fax.....................................................................................................................233

Kopiëren ............................................................................................................234

Scanner .............................................................................................................235

Printer ................................................................................................................236

Interfaces ...........................................................................................................237

Netwerk..............................................................................................................238

Functie Rechtstreeks afdrukken ........................................................................239

Computervereisten ............................................................................................240

Toebehoren .......................................................................................................241

Belangrijke informatie over de levensduur van de tonercassette ......................242

Index 244

vii

Inhoudsopgave

(Geavanceerde gebruikershandleiding)

U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding raadplegen.

Windows

®

Macintosh:

:

PDF-bestand / Cd-rom / In de verpakking

PDF-bestand / Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/

In de Geavanceerde gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen toegelicht.

1 Algemene instelling

Opslag in het geheugen

Kiesmodus toon of pulse instellen

Automatisch zomertijd instellen

Selecteer de tijdzone

Ecologische functies

Functie stille modus

Aanraakscherm

2 Beveiligingsfuncties

Secure Function Lock 3.0

Active Directory-verificatie

IPSec

Instelslot

Kiesbeperking (alleen

MFC-modellen)

3 Een fax verzenden

(alleen MFC-modellen)

Aanvullende verzendopties

Aanvullende verzendbewerkingen

4 Een fax ontvangen

(alleen MFC-modellen)

Opties voor Ontvangst uit het geheugen

Afstandsbediening

Aanvullende ontvangstfuncties

5 Nummers kiezen en opslaan

(alleen MFC-modellen)

Aanvullende kiesfuncties

Bijkomende manieren om nummers op te slaan

6 Rapporten afdrukken

Faxrapporten (alleen MFC-modellen)

Rapporten

7 Kopiëren

Kopieerinstellingen

A Routineonderhoud

De machine controleren

Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen

De machine inpakken en vervoeren

B Toebehoren

Toebehoren

Optionele papierlade (Voor

DCP-L8400CDN, DCP-L8450CDW,

MFC-L8650CDW en

MFC-L8850CDW (LT-320CL))

(Voor MFC-L9550CDW (LT-325CL))

Geheugenkaart

C Verklarende woordenlijst

D Index

viii

1

Algemene informatie

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.

1

Symbolen en conventies in de documentatie

1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.

WAARSCHUWING

WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.

BELANGRIJK

BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.

OPMERKING

De aanduidingen Opmerkingen geven aan hoe u moet reageren in een bepaalde situatie of geven informatie over hoe de huidige functie werkt met andere functies.

De pictogrammen Elektrisch Gevaar waarschuwen u voor een mogelijke elektrische schok.

Pictogrammen voor brandgevaar wijzen u op een risico op brand.

De pictogrammen Heet oppervlak waarschuwen u voor hete delen van de machine.

Verbodspictogrammen wijzen op handelingen die niet mogen worden uitgevoerd.

1

Vetgedrukt Vetgedrukte tekst geeft de kiestoetsen van het aanraakpaneel of op het computerscherm aan.

Cursief gedrukt

Cursief gedrukte tekst legt de nadruk op een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.

Courier

New

Het lettertype Courier New geeft de meldingen aan die worden weergegeven op het aanraakscherm van de machine.

Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven.

OPMERKING

De meeste illustraties in deze

Gebruikershandleiding tonen de

MFC-L8850CDW.

1

1

Hoofdstuk 1

Toegang tot “Brother Utilities” (Windows

®

)

Brother Utilities is een applicatiestarter die handig toegang biedt tot alle Brother-applicaties die op uw apparaat geïnstalleerd zijn.

a

(Windows

®

7 / Windows Vista

®

/ Windows

®

XP)

Klik ) op het menu, selecteer Alle programma's > Brother > Brother Utilities

(Windows

®

8)

Tik of klik op ( Brother Utilities ) op ofwel het beginscherm of het bureaublad.

(Windows

®

8.1)

Beweeg uw muis naar de linkeronderhoek van het scherm Start en klik op (als u een apparaat met tiptoetsen gebruikt, veeg dan vanaf de onderkant van het scherm Start om het scherm Apps weer te geven). Als het scherm Apps verschijnt, tikt of klikt u op ( Brother

Utilities ).

b

Selecteer uw machine.

1

2 c

Kies de functie die u wilt gebruiken.

De Geavanceerde gebruikershandleiding en de Software en

Netwerk gebruikershandleiding raadplegen

1

Deze Basis gebruikershandleiding bevat niet de volledige informatie over de machine, zoals hoe u de geavanceerde functies voor fax, kopie, printer, scanner, PC-FAX en netwerk gebruikt. Voor gedetailleerde informatie over deze functies kunt u de

Geavanceerde gebruikershandleiding en de Software en Netwerk gebruikershandleiding in HTML-formaat raadplegen. Deze zijn te vinden op de cd-rom.

OPMERKING

Macintosh: U kunt de Geavanceerde gebruikershandleiding en de Software en

Netwerk gebruikershandleiding vinden op onze website “Brother Solutions Center”

(http://solutions.brother.com/).

Algemene informatie

Documentatie bekijken

1

Documentatie bekijken (Windows

®

)

(Windows ® 7/Windows Vista ® /

Windows ® XP)

Voor het raadplegen van de documentatie, selecteert u Alle programma's in het

( Starten )-menu, en vervolgens Brother , gevolgd door Brother Utilities . Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien niet al geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Ondersteuning en daarna op Gebruikershandleidingen .

(Windows

®

8)

1

Klik op ( Brother Utilities ) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op

Ondersteuning en daarna op

Gebruikershandleidingen .

Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt u de documentatie op de cd-rom vinden door deze stappen te volgen: a

Zet de computer aan. Plaats de cd-rom in het cd-romstation.

OPMERKING

Ga als het Brother-scherm niet wordt weergegeven naar Computer ( Deze computer ). (Windows ® 8: Klik in de taakbalk op (Verkenner) en ga vervolgens naar Computer ( Deze pc ).)

Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom en dubbelklik vervolgens op start.exe

.

b

Als de modelnaam op het scherm wordt weergegeven, klikt u op de modelnaam.

1

3

4

Hoofdstuk 1 c

Als het scherm voor de taalkeuze wordt weergegeven, klikt u op de gewenste taal. Het bovenste menu van de cd-rom wordt geopend.

d

Klik op Gebruikershandleidingen .

e

Klik op Gebruikershandleidingen op de cd-rom . Als het scherm voor de landenkeuze wordt weergegeven, selecteert u het gewenste land. Als de lijst van Gebruikershandleidingen wordt weergegeven, selecteert u de gewenste handleiding.

Documentatie bekijken (Macintosh)

Op onze website “Brother Solutions Center”

(http://solutions.brother.com/) vindt u gebruikershandleidingen die u kunt bekijken of downloaden.

Klik op Handleidingen op de pagina van uw model om de documentatie te downloaden.

1

Instructies vinden om te scannen

Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:

Software en Netwerk gebruikershandleiding

 Scannen

 ControlCenter

 Netwerkscannen

1

Procedurehandleidingen Nuance™

PaperPort™ 12SE

(Windows ® )

 De complete procedurehandleidingen voor Nuance™ PaperPort™ 12SE kunt u vinden op het tabblad Help in de

Nuance™ PaperPort™ 12SE-toepassing.

Gebruikershandleiding Presto!

PageManager

(Macintosh)

OPMERKING

Presto! PageManager moet gedownload en geïnstalleerd worden voor gebruik

(zie

Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor

meer instructies).

 U kunt de complete Presto! PageManager

Gebruikershandleiding bekijken via het

Helpgedeelte in Presto! PageManager.

Algemene informatie

Instructies vinden voor het instellen van een netwerk

U kunt uw machine aansluiten op een draadloos of een bedraad netwerk.

 Standaardinstructies voor het instellen:

( uu

Installatiehandleiding.)

 Verbinding met een draadloos toegangspunt of een draadloze router

Wi-Fi Protected Setup™ of AOSS™:

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

 Meer informatie over het instellen van een netwerk:

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

1

5

6

Hoofdstuk 1

Gebruikershandleiding en voor geavanceerde functies openen

1

U kunt deze handleidingen bekijken en downloaden in het Brother Solutions Center op: http://solutions.brother.com/

Klik op Handleidingen op de pagina van uw model om de documentatie te downloaden.

Google cloud print handleiding

Deze handleiding biedt informatie over het configureren van uw Brother-machine voor een Google-account en het gebruik van

Google Cloud Print™-services om af te drukken via het internet.

1

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan

In deze handleiding vindt u nuttige informatie over het afdrukken vanaf een mobiel apparaat en scannen vanaf uw Brothermachine naar een mobiel apparaat bij verbinding met een Wi-Fi-netwerk.

1

Handleiding Web Connect

In deze handleiding vindt u informatie over het configureren en gebruiken van uw

Brother-machine voor het scannen, laden en bekijken van beelden en bestanden op bepaalde websites die deze services aanbieden.

1

Ondersteuning voor

Brother oproepen

(Windows

®

)

U kunt alle benodigde contactgegevens zoals webondersteuning (Brother Solutions

Center) op de cd-rom vinden.

 Klik op Brother-support op het

Hoofdmenu . Het Brother Support-scherm verschijnt.

1

 Om onze website

(http://www.brother.com/) te openen, klikt u op Brother-startpagina .

 Voor het laatste nieuws en productondersteuningsinformatie

(http://solutions.brother.com/), klikt u op

Brother Solutions Center .

 Wanneer u onze website wilt bezoeken voor originele Brother-onderdelen

(http://www.brother.com/original/), klikt u op Informatie over verbruiksartikelen .

 Om naar Brother CreativeCenter

(http://www.brother.com/creativecenter/) te gaan voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads, klikt u op Brother

CreativeCenter .

 Wanneer u wilt terugkeren naar het

Hoofdmenu , klikt u op Terug . Als u klaar bent, klikt u op Afsluiten .

Ondersteuning voor

Brother oproepen

(Macintosh)

Alle benodigde contactinformatie, zoals webondersteuning, staat tot uw beschikking.

Bezoek onze website “Brother Solutions

Center” (http://solutions.brother.com/).

1

Algemene informatie

1

7

Hoofdstuk 1

Overzicht bedieningspaneel

Het model MFC-L8650CDW heeft een LCD-aanraakscherm en aanraakpaneel van een 3,7 inch

(93,4 mm).

De modellen MFC-L8850CDW en MFC-L9550CDW hebben een LCD-aanraakscherm en aanraakpaneel van 4,85 inch (123,2 mm).

1 2

1

OPMERKING

De illustraties van het bedieningspaneel zijn gebaseerd op het model MFC-L9550CDW.

1 NFC (Near Field Communication)

Reader (MFC-L9550CDW)

U kunt kaartverificatie gebruiken door de

NFC Reader op het bedieningspaneel aan te raken met de IC-kaart.

2 LCD-aanraakscherm

(Liquid Crystal Display)

Dit is een LCD-aanraakscherm. U kunt de menu's en opties openen door erop te drukken wanneer ze op het scherm worden weergegeven.

8

Algemene informatie

3

4

5

3 Aanraakpaneel:

 Terug

Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige menuniveau.

 Home

Druk op deze toets om terug te keren naar het Home-scherm. In de fabrieksinstellingen worden de datum en tijd getoond, maar u kunt de standaardinstelling van het Homescherm wijzigen (zie

Het scherm

Gereed instellen uu pagina 14).

 Annuleren

Indrukken om een functie te annuleren.

 Kiestoetsen

Druk op de cijfers op het aanraakpaneel om telefoon- en faxnummers te vormen of om het aantal kopieën in te voeren.

4 Stroom Aan/uit

Druk op schakelen.

om de machine in te

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen. Het LCD-aanraakscherm geeft de melding Afsluiten weer en blijft enkele seconden aan voor het uitgaat.

5

Het Wi-Fi-lampje is aan als uw Brothermachine verbonden is met een draadloos toegangspunt.

9

1

Hoofdstuk 1

LCD-aanraakscherm

U kunt drie soorten schermen selecteren voor het Home-scherm. Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven, kunt u het weergegeven scherm wijzigen door naar links of naar rechts te vegen of door op d

of c

te drukken.

De volgende schermen geven de machinestatus weer wanneer de machine niet actief is.

1

1 2 3 4

Home-scherm

Het Home-scherm toont de datum en tijd en biedt toegang tot schermen met informatie over faxen, kopiëren, scannen, het instellen van Wi-Fi, tonerniveaus, configuratie en snelkoppelingen.

Wanneer het Home-scherm wordt weergegeven, bevindt de machine zich in de stand Gereed. Wanneer

Secure Function Lock

1

wordt ingeschakeld, wordt een pictogram weergegeven. Als Active Directory

Authentication 1

is ingeschakeld, wordt het bedieningspaneel van de machine vergrendeld.

1 uu Geavanceerde gebruikershandleiding.

6 5

2 3 4

Meer1-scherm

Het Meer1-scherm biedt toegang tot het scherm

Snelkoppelingen en bijkomende functies, zoals Afdruk beveiligen, web-snelkoppeling en Apps.

6 7 8

2 3

9

4

Meer2-schermen

Het Meer2-scherm biedt toegang tot het scherm

Snelkoppelingen en het USB-menu.

10

6 10

Algemene informatie

OPMERKING

Vegen is een handeling van de gebruiker op het aanraakscherm, waarbij u uw vinger over het scherm wrijft om de volgende pagina of het volgende item weer te geven.

1 Modi:

 Fax

Hiermee opent u de faxmodus.

 Kopiëren

Hiermee opent u de kopieermodus.

 Scannen

Hiermee opent u de scanmodus.

2 (Wi-Fi-instelling)

Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal weergegeven via een aanduiding met vier niveaus op het scherm van de modus Gereed.

3 ( Toner )

Bekijk de resterende levensduur van de toner.

Druk hierop om het menu Toner te openen.

OPMERKING

De resterende levensduur van de toner verschilt afhankelijk van het type afgedrukte documenten en de manier waarop de klant de machine gebruikt.

4 ( Instell.

)

Druk hierop om de hoofdinstellingen te openen (zie

Instellingenscherm uu pagina 13 voor meer informatie).

5 Datum en tijd

Bekijk de datum en tijd die in de machine zijn ingesteld.

6 ( Snelkopp.

)

Druk hierop om snelkoppelingen in te stellen.

U kunt snel kopiëren, scannen, een fax verzenden en verbinding maken met een webservice met behulp van de als snelkoppelingen ingestelde opties.

OPMERKING

1

0

U kunt de draadloze instellingen eenvoudig configureren door op drukken (voor meer informatie, uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

Max.

te

Er zijn acht snelkoppelingstabbladen. U kunt maximaal zes snelkoppelingen instellen in elk snelkoppelingstabblad. In totaal zijn er dus 48 snelkoppelingen beschikbaar.

11

Hoofdstuk 1

7 Beveiligd Afdrukken

Hiermee kunt u het menu voor beveiligd afdrukken openen.

8 Web

Druk hierop om de Brother-machine te verbinden met een internetservice (voor meer informatie, uu

Handleiding Web

Connect).

9 Apps

Er kunnen apps toegevoegd zijn en/of appnamen kunnen gewijzigd zijn door de provider na de publicatie van dit document

( uu

Handleiding Web Connect voor meer informatie).

10 USB

Druk hierop om de menu Rechtstreeks afdrukken en Scannen naar USB te openen.

11 Nieuwe fax

Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op

Aan , kunt u zien hoeveel nieuwe faxen u in het geheugen hebt ontvangen.

11

䣐䣫䣧䣷䢰䢢䣨䣣䣺䢪䣧䣰䢫䢼䢲

12 Waarschuwingspictogram

12

Het waarschuwingspictogram verschijnt als er een fout- of onderhoudsmelding is; druk op Detail om deze te bekijken en druk vervolgens op om terug te keren naar het scherm

Gereed.

Zie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126

voor meer informatie.

OPMERKING

• Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY

CO., LTD.

• MascotCapsule UI Framework en

MascotCapsule Tangiblet ontwikkeld door

HI CORPORATION worden gebruikt.

MascotCapsule is een gedeponeerd handelsmerk van HI CORPORATION in

Japan.

12

Algemene informatie

Instellingenscherm

Het aanraakscherm geeft de status van de

1 machine weer wanneer u op drukt.

U kunt alle instellingen van de machine controleren en openen in het volgende scherm.

1 2 3 4

5

4 ( Datum en tijd )

Bekijk de datum en tijd.

Druk hierop om het menu Datum en tijd te openen.

5 Faxvoorbeeld

Bekijk de status Faxvoorbeeld.

Druk hierop om de instelling Faxvoorbeeld te openen.

6 Alle instell.

Druk hierop om het volledige instellingenmenu te openen.

7 Lade-instelling

Bekijk het geselecteerde papierformaat.

Druk hierop om indien nodig de instellingen voor papierformaat en papiertype te wijzigen.

8 Wi-Fi Direct

Druk hierop om een Wi-Fi Direct™netwerkaansluiting tot stand te brengen.

1

8 7 6

1 Toner

Bekijk de resterende levensduur van de toner.

Druk hierop om het menu Toner te openen.

2 Ontvangstmodus

Bekijk de huidige ontvangstmodus.

 Fax

 Fax/tel.

 Ext. TEL/ANT

 Handmatig

3 Netwerk

Druk hierop om een netwerkaansluiting tot stand te brengen.

Wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding, wordt de sterkte van het draadloze signaal weergegeven via een aanduiding met vier niveaus op het scherm.

13

Hoofdstuk 1

Het scherm Gereed instellen

1

Stel het scherm Gereed in op Beginscherm ,

Meer1 of Meer2 .

Wanneer de machine niet actief is of u op drukt, keert het aanraakscherm terug naar het door u ingestelde scherm.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Standaardinst.

weer te geven.

d

Druk op Standaardinst.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Knopinstellingen weer te geven.

f

Druk op Knopinstellingen .

g

Druk op Knopinstellingen beginscherm .

h

Druk op Beginscherm , Meer1 of

Meer2 .

i

Druk op .

De machine gaat naar het door u gekozen Home-scherm.

Basishandelingen

Druk met uw vinger op het aanraakscherm om het te bedienen. Om alle schermmenu's of opties weer te geven en te openen, veegt u naar links, rechts, omhoog, omlaag, of drukt u op d c

of a b

om er doorheen te bladeren.

BELANGRIJK

Druk NIET op het aanraakscherm met een scherp voorwerp, zoals een pen of stylus.

De machine kan erdoor beschadigd worden.

Aan de hand van de volgende stappen kunt u zien hoe u een instelling van de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling voor de achtergrondverlichting van het aanraakscherm gewijzigd van Licht naar

Half .

1 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Standaardinst.

weer te geven.

d

Druk op Standaardinst.

.

14

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om LCD instell.

weer te geven.

f

Druk op LCD instell.

.

g

Druk op Schermverlicht .

h

Druk op Half .

OPMERKING

Druk op om terug te keren naar het vorige niveau.

i

Druk op .

Algemene informatie

Instellingen voor snelkoppelingen

U kunt de instellingen voor faxen, kopiëren, scannen en Web Connect die u het vaakst gebruikt, toevoegen door ze als snelkoppelingen in te stellen. Later kunt u deze instellingen snel en eenvoudig opnieuw oproepen en toepassen. U kunt maximaal 48 snelkoppelingen toevoegen.

1

Kopieersnelkoppelingen toevoegen

De volgende instellingen kunnen worden opgenomen in een kopieersnelkoppeling:

 Kwaliteit

 Vergroten/verkleinen

 Dichtheid

 Contrast

 Stapel/Sorteer

 Pagina layout

 Kleur aanpassen

 2-zijdige kopie

 2-zijdige kopie pagina-opmaak

 Ladegebruik

 Achtergr.kleur verwijderen

1 a

Druk op .

b

Druk op een tabblad van 1 tot 8.

c

Druk op op een plaats waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.

d

Druk op Kopiëren .

e

Lees de informatie op het aanraakscherm en bevestig deze door op OK te drukken.

1

15

Hoofdstuk 1 f

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.

h

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven, en druk dan op de gewenste optie.

Herhaal stappen

g en h tot u alle

instellingen voor deze snelkoppeling hebt geselecteerd.

i

Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling .

j

Lees en bevestig de weergegeven lijst van door u geselecteerde instellingen, en druk op OK .

k

Voer een naam voor de snelkoppeling in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

(Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor

hulp bij het invoeren van tekens.)

Druk op OK .

l

Druk op OK om uw snelkoppeling op te slaan.

Fax-snelkoppelingen toevoegen

De volgende instellingen kunnen worden opgenomen in een fax-snelkoppeling:

 Adres

 Faxresolutie

 2-zijdige fax

 Contrast

 Rondsturen

 Direct verzenden

16

1

 Voorpagina instellen

 Internationaal

 Scanformaat glas a

Druk op .

b

Druk op een tabblad van 1 tot 8.

c

Druk op op een plaats waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.

d

Druk op Fax .

e

Lees de informatie op het aanraakscherm en bevestig deze door op OK te drukken.

f

Voer het fax- of telefoonnummer in met de kiestoetsen op het aanraakscherm, het adresboek of de oproephistoriek op het aanraakscherm. Wanneer u klaar bent, gaat u naar stap

g .

OPMERKING

• U kunt tot 20 tekens invoeren voor een faxnummer.

• Als de snelkoppeling moeten worden gebruikt voor groepsverzenden, drukt u op Opties en selecteert u Rondsturen

in stap h

voor u het fax- of telefoonnummer invoert in stap

f .

• U kunt tot 20 faxnummers invoeren als de snelkoppeling bedoeld is voor groepsverzenden. De faxnummers kunnen worden ingevoerd in elke gewenste combinatie van groepsnummers uit het adresboek, individuele faxnummers uit het adresboek of handmatig worden ingevoerd

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

• Wanneer u een faxnummer in een snelkoppeling invoert, wordt het automatisch toegevoegd aan het adresboek. De naam in het adresboek is de naam van de snelkoppeling plus een volgnummer.

g

Druk op Opties .

h

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.

i

Druk op de optie die u wenst.

Herhaal stappen

h en i tot u alle

instellingen voor deze snelkoppeling hebt geselecteerd.

Druk op OK .

j

Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling .

k

Lees en bevestig de weergegeven lijst van door u geselecteerde instellingen, en druk op OK .

l

Voer een naam voor de snelkoppeling in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

(Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor

hulp bij het invoeren van letters.)

Druk op OK .

m

Druk op OK om uw snelkoppeling op te slaan.

Scan-snelkoppelingen toevoegen

De volgende instellingen kunnen worden opgenomen in een scan-snelkoppeling: naar USB

 2-zijdige scan

 Scantype

 Resolutie

 Bestandstype

 Scanformaat glas

 Bestandsnaam

 Bestandsgrootte

 Achtergrondkleur verwijderen

1

Algemene informatie nr e-mailserver (MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload)

 Adres

 2-zijdige scan

 Scantype

 Resolutie

 Bestandstype

 Scanformaat glas

 Bestandsgrootte naar OCR / naar bestand / naar afbeelding / naar e-mail

 PC Select naar FTP/SFTP / naar netwerk

 Profielnaam a

Druk op .

b

Druk op een tabblad van 1 tot 8.

c

Druk op op een plaats waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.

d

Druk op Scannen .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om het gewenste scantype weer te geven, en druk er dan op.

f

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Als u op naar USB hebt gedrukt, leest u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap

i

.

 Als u op nr e-mailserver hebt gedrukt, leest u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap

g

.

1

17

Hoofdstuk 1

 Als u op naar OCR , naar bestand , naar afbeelding of naar e-mail hebt gedrukt, leest u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen. Ga naar stap

h

.

 Als u op naar FTP/SFTP of naar netwerk hebt gedrukt, leest u de informatie op het aanraakscherm, waarna u op OK drukt om te bevestigen.

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de profielnaam weer te geven en druk er dan op.

Druk op OK om de profielnaam die u hebt geselecteerd, te bevestigen. Ga naar stap

n

.

OPMERKING

Om een snelkoppeling voor naar

FTP/SFTP en naar netwerk toe te voegen, dient u de profielnaam vooraf toe te voegen.

g

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Om een e-mailadres handmatig in te voeren, drukt u op Handmatig . Voer het e-mailadres in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine. (Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor hulp bij het

invoeren van letters.)

Druk op OK .

 Om een e-mailadres in te voeren uit het Adresboek , drukt u op

Adresboek . Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om het gewenste e-mailadres weer te geven, en druk er dan op.

Druk op OK .

Als u het door u ingevoerde e-mailadres hebt bevestigd, druk u op OK . Ga naar stap

i

.

OPMERKING

Druk op Details om de lijst weer te geven van door u ingevoerde adressen.

h

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Wanneer de machine verbonden is met een computer door middel van een USB-verbinding:

Druk op OK om te bevestigen dat

USB is geselecteerd als de pc-naam.

Ga naar stap

n .

 Wanneer de machine is aangesloten op een netwerk:

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de pc-naam weer te geven en druk er dan op. Druk op OK om de door u geselecteerde pc-naam te bevestigen. Ga naar stap

n .

i

Druk op Opties .

j

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.

k

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven, en druk dan op de gewenste optie.

Herhaal stappen

j en k tot u alle

instellingen voor deze snelkoppeling hebt geselecteerd.

Druk op OK .

l

Controleer de instellingen die u hebt geselecteerd:

 Als u nog wijzigingen dient aan te brengen, keert u terug naar stap

i

.

 Als u tevreden bent over uw wijzigingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling .

m

Controleer uw instellingen op het aanraakscherm en druk dan op OK .

18

n

Voer een naam voor de snelkoppeling in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

(Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor

hulp bij het invoeren van letters.)

Druk op OK .

o

Lees de informatie op het aanraakscherm en druk dan op OK om uw snelkoppeling op te slaan.

Snelkoppelingen voor Web

Connect toevoegen

De instellingen voor deze services kunnen worden opgenomen in een Web Connectsnelkoppeling:

 Skydrive ®

 Box

 Picasa Web Albums™

 Google Drive™

 Flickr ®

 Facebook

 Evernote ®

 Dropbox

OPMERKING

• Webservices kunnen toegevoegd zijn en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn door de provider sinds het document werd gepubliceerd.

• Om een snelkoppeling voor Web Connect toe te voegen, dient u over een account bij de gewenste service te beschikken (voor meer informatie, uu

Handleiding Web

Connect).

a

Druk op .

b

Druk op een tabblad van 1 tot 8.

c

Druk op op een plaats waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.

1

Algemene informatie d

Druk op Web .

e

Als informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en bevestigt u deze door op OK te drukken.

OPMERKING

Soms worden updates of aankondigingen over de functies van uw machine weergegeven op het aanraakscherm van de machine.

Lees de informatie en druk vervolgens op

OK .

f

Veeg naar links of naar rechts, of druk op d of c

om de beschikbare services weer te geven, en druk dan op uw gewenste service.

g

Druk op uw account.

Als een PIN-code voor uw account vereist is, voert u de PIN-code voor het account in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

Druk op OK .

h

Druk op de functie die u wenst.

OPMERKING

De functies die kunnen worden ingesteld, zijn afhankelijk van de geselecteerde service.

i

Lees en bevestig de weergegeven lijst van door u geselecteerde functies, en druk dan op OK .

j

Voer een naam voor de snelkoppeling in met het toetsenbord op het aanraakscherm. (Zie voor hulp met het invoeren van letters,

Tekst invoeren uu pagina 227.)

Druk op OK .

k

Druk op OK om uw snelkoppeling op te slaan.

1

19

Hoofdstuk 1

Snelkoppelingen voor apps toevoegen

1

De instellingen voor deze services kunnen worden opgenomen in een Appssnelkoppeling:

 NotitieScan

 Contour&scan

 Contour&kopie

OPMERKING

Webservices kunnen toegevoegd zijn en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn door de provider sinds het document werd gepubliceerd.

a

Druk op .

b

Druk op een tabblad van 1 tot 8.

c

Druk op op een plaats waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.

d

Druk op Apps .

e

Als informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en bevestigt u deze door op OK te drukken.

OPMERKING

Soms worden updates of aankondigingen over de functie van uw machine weergegeven op het aanraakscherm.

Lees de informatie en druk vervolgens op

OK .

f

Veeg naar links of naar rechts, of druk op d of c

om de beschikbare apps weer te geven, en druk dan op de app die u wenst.

g

Druk op uw account.

Als een PIN-code voor uw account vereist is, voert u de PIN-code voor het account in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

Druk op OK .

h

Druk op de app die u nodig hebt.

i

Lees en bevestig de weergegeven lijst van de door u geselecteerde apps en druk vervolgens op OK .

j

Voer een naam voor de snelkoppeling in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine. (Zie voor hulp met het invoeren van letters,

Tekst invoeren uu pagina 227.)

Druk op OK .

k

Druk op OK om uw snelkoppeling op te slaan.

Snelkoppelingen wijzigen

U kunt de instellingen in een snelkoppeling wijzigen.

OPMERKING

U kunt een snelkoppeling voor Web

Connect niet wijzigen. Als u de snelkoppeling wilt wijzigen, dient u deze te verwijderen en een nieuwe snelkoppeling toe te voegen.

(Zie

Snelkoppelingen verwijderen uu pagina 22 en

Snelkoppelingen voor

Web Connect toevoegen uu pagina 19

voor meer informatie.) a

Druk op .

b

Druk op een tabblad van 1 tot 8 om de snelkoppeling weer te geven die u wilt wijzigen.

c

Druk op de snelkoppeling die u wenst.

De instellingen voor de gekozen snelkoppeling worden weergegeven.

1

20

d

Wijzig de instellingen voor de snelkoppeling die u hebt gekozen in stap

c

(zie

Instellingen voor snelkoppelingen uu pagina 15 voor

meer informatie).

e

Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op Opslaan als snelkoppeling .

f

Druk op OK om te bevestigen.

g

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Om de snelkoppeling te overschrijven, drukt u op Ja . Ga naar stap

i

.

 Als u de snelkoppeling niet wilt overschrijven, drukt u op Nee om een nieuwe naam voor de snelkoppeling in te voeren. Ga naar stap

h

.

h

Om een nieuwe snelkoppeling te maken, houdt u ingedrukt om de huidige naam te verwijderen, waarna u een nieuwe naam invoert met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine. (Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor hulp bij het

invoeren van letters.)

Druk op OK .

i

Druk op OK om te bevestigen.

Algemene informatie

Namen van snelkoppelingen bewerken

1

U kunt de naam van een snelkoppeling bewerken.

a

Druk op .

b

Druk op 1 van de 8 tabbladen om de gewenste snelkoppeling weer te geven.

c

Druk op .

OPMERKING

U kunt ook op , Alle instell.

en

Instellingen snelkoppelingen drukken.

d

Druk op de snelkoppeling.

e

Druk op Naam snelkoppeling bewerken .

f

Om de naam te bewerken, houdt u ingedrukt om de huidige naam te verwijderen, waarna u een nieuwe naam invoert met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

(Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor

hulp bij het invoeren van letters.)

Druk op OK .

1

21

Hoofdstuk 1

Snelkoppelingen verwijderen

1

U kunt een snelkoppeling verwijderen.

a

Druk op .

b

Druk op 1 van de 8 tabbladen om de gewenste snelkoppeling weer te geven.

c

Druk op .

OPMERKING

U kunt ook op , Alle instell.

en

Instellingen snelkoppelingen drukken.

d

Druk op de snelkoppeling.

e

Druk op Verwijder om de snelkoppeling te verwijderen die u in stap

d

hebt gekozen.

f

Druk op Ja om te bevestigen.

Snelkoppelingen opnieuw oproepen

De instellingen van de snelkoppeling worden weergegeven in het snelkoppelingsscherm.

Om een snelkoppeling opnieuw op te roepen, drukt u gewoon op de naam van de snelkoppeling.

1

Stel de datum en tijd in

1

Het aanraakscherm toont de datum en tijd. U kunt ook de huidige datum en tijd toevoegen aan elke fax die u stuurt door uw Stations-ID in te stellen (zie

Voer persoonlijke informatie in (Stations-ID) uu pagina 23).

a

Druk op .

b

Druk op .

c

Druk op Datum .

d

Voer de laatste twee cijfers van het jaar in met de nummers op het aanraakscherm en druk dan op OK .

(bijv., voer 1 , 4 in voor 2014.) e

Voer de laatste twee cijfers van de maand in met de nummers op het aanraakscherm en druk dan op OK .

f

Voer de laatste twee cijfers van de dag in met de nummers op het aanraakscherm en druk dan op OK .

g

Druk op Tijd .

h

Voer de tijd in in 24-uursformaat met de nummers op het aanraakscherm en druk dan op OK .

i

Druk op .

22

Algemene informatie

Voer persoonlijke informatie in

(Stations-ID)

Stel het Stations-ID van de machine in als u wilt dat de datum en tijd op elke fax komen te staan die u verstuurt.

1 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Stand.instel.

weer te geven.

Druk op Stand.instel.

.

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Stations-ID weer te geven.

Druk op Stations-ID .

e

Druk op Fax .

f

Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) met de nummers op het aanraakscherm en druk dan op OK .

g

Druk op Telefoon .

h

Voer uw telefoonnummer in (maximaal

20 cijfers) met de nummers op het aanraakscherm en druk dan op OK . Als uw telefoon- en faxnummer hetzelfde zijn, voer dan nogmaals hetzelfde nummer in.

i

Druk op Naam .

j

Gebruik het aanraakscherm om uw naam in te voeren (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op OK .

OPMERKING

• Druk om nummers of speciale tekens in te voeren herhaaldelijk op tot het gewenste teken verschijnt en druk op het gewenste teken.

• Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u dit wilt wijzigen, drukt u op d

of c

om met de cursor naar het onjuiste teken te gaan en drukt u vervolgens op .

• Druk om een spatie in te voeren op

Spatie .

• Zie voor meer details Tekst invoeren uu pagina 227.

k

Druk op .

1

23

Hoofdstuk 1

Volume-instellingen

Belvolume

U kunt kiezen uit een aantal belvolumeniveaus.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Standaardinst.

weer te geven.

d

Druk op Standaardinst.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Volume weer te geven.

f

Druk op Volume .

g

Druk op Belvolume .

h

Druk op Uit , Laag , Half of Hoog .

i

Druk op .

1

Volume van de waarschuwingstoon

Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat zal de machine een geluidssignaal geven, wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt. U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus.

1 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Standaardinst.

weer te geven.

d

Druk op Standaardinst.

.

1 e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Volume weer te geven.

f

Druk op Volume .

g

Druk op Toon .

h

Druk op Uit , Laag , Half of Hoog .

i

Druk op .

Luidsprekervolume

U kunt kiezen uit een aantal luidsprekervolumeniveaus.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Standaardinst.

weer te geven.

d

Druk op Standaardinst.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Volume weer te geven.

f

Druk op Volume .

g

Druk op Luidspreker .

h

Druk op Uit , Laag , Half of Hoog .

i

Druk op .

1

24

2

Papier plaatsen

2

Papier en afdrukmedia plaatsen

2

De machine kan papier invoeren vanuit de standaardpapierlade, de multifunctionele lade of de optionele lagere lade.

OPMERKING

Als het afdrukmenu van uw toepassingssoftware een optie biedt voor het opgeven van het papierformaat, kunt u dit via de toepassingssoftware doen. Als deze optie niet door de toepassingssoftware geboden wordt, kunt u het papierformaat opgeven in de printerdriver of door op de knoppen op het aanraakscherm te drukken.

Papier in de standaardpapierlade en de optionele onderste lade plaatsen

2

U kunt tot 250 vellen in de standaardpapierlade plaatsen (lade 1). U kunt ook maximaal 500 vellen in de optionele onderste lade plaatsen (Lade 2). Het papier kan tot aan de maximummarkering ( aan de rechterzijde van de papierlade

) worden geplaatst (voor aanbevolen papier, zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

Afdrukken via Lade 1 en Lade 2 op normaal papier, dun papier of kringlooppapier

a

Trek de papierlade volledig uit de machine.

2

2

25

Hoofdstuk 2 b

Druk op de blauwe ontgrendelingshendels van de papiergeleiders (1) en stel de papiergeleiders af op het papier dat u in de lade plaatst. Zorg dat de geleiders goed in de sleuven zitten.

1 d

Plaats papier in de lade en zorg ervoor dat:

 De stapel papier niet uitsteekt boven de maximummarkering ( ) (1), aangezien teveel papier in de papierlade tot papierstoringen kan leiden.

 De te bedrukken zijde naar beneden gericht is.

 De papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.

1

1 c

Waaier de stapel papier goed door om vastlopen van papier en storingen te voorkomen.

e

Plaats de papierlade stevig terug in de machine. Zorg ervoor dat de lade geheel in de machine zit.

26

f

Til de steunklep (1) op om te vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.

Papier plaatsen

Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier, briefpapier of glanzend papier uit de multifunctionele lade

2 a

Open de multifunctionele lade en laat de lade voorzichtig zakken.

2

1 g

Stuur de afdruktaak naar de machine.

Papier laden in de multifunctionele lade (Multif. lade)

2

U kunt maximaal drie enveloppen, één vel glanzend papier, andere speciale afdrukmedia of maximaal 50 vellen normaal papier in de multifunctionele lade plaatsen.

Gebruik deze lade om af te drukken of te kopiëren op dik papier, briefpapier, etiketten, enveloppen of glanzend papier.

(Zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36 om te zien welke

papiersoorten u kunt gebruiken.) b

Trek de steun van de multifunctionele lade (1) los en vouw de klep (2) open.

2

1

27

Hoofdstuk 2 c

Plaats papier in de multifunctionele lade en zorg ervoor dat:

 Het papier onder de markering voor de maximale papierhoogte (1) blijft.

 De bovenrand van het papier zich tussen de pijlen en (2) bevindt.

 De te bedrukken zijde omhoog is gericht en de bovenrand (bovenkant van het papier) als eerste wordt ingevoerd.

 De papiergeleiders de zijkanten van het papier raken zodat het correct ingevoerd wordt.

1 d

Til de steunklep op om te vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.

e

Stuur de afdruktaak naar de machine.

2

OPMERKING

Als u glanzend papier gebruikt, voer dan

één vel per keer in de multifunctionele lade in om een papierstoring te voorkomen.

28

Afdrukken via de multifunctionele invoer op dik papier, etiketten en enveloppen

Als de achterklep (opwaarts gerichte uitvoerlade) naar beneden wordt getrokken, heeft de machine een recht papierpad van de multifunctionel lade tot aan de achterkant van de machine. Gebruik deze papierdoorvoer- en uitvoermethode als u wilt afdrukken op dik papier, etiketten of enveloppen.

(Zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36 en

Enveloppen uu pagina 39 om te zien welke

papiersoorten u kunt gebruiken.)

Druk voor het laden de hoeken en zijkanten van de enveloppen omlaag om ze zo plat mogelijk te maken.

2

Papier plaatsen b

(Alleen om op enveloppen te drukken)

Breng de twee grijze hendels, een links en een rechts, in uw richting omlaag zoals hieronder afgebeeld.

2 a

Maak de achterklep (opwaarts gerichte uitvoerlade) open.

c

Open de multifunctionele lade en laat de lade voorzichtig zakken.

29

Hoofdstuk 2 d

Trek de steun van de multifunctionele lade (1) los en vouw de klep (2) open.

2

1 e

Plaats papier, etiketten of enveloppen in de multifunctionele lade. Zorg ervoor dat:

 Er niet meer dan drie enveloppen in de multifunctionele lade zitten.

 De vellen papier, de etiketten of enveloppen onder de markering voor de maximale papierhoogte (1) blijven.

 De bovenrand van het papier zich tussen de pijlen en (2) bevindt.

 De te bedrukken zijde van het papier naar boven is geplaatst.

1

2

30

f

Stuur de afdruktaak naar de machine.

OPMERKING

• Verwijder elke envelop zodra deze is afgedrukt. Door de enveloppen op te stapelen kunnen ze vastlopen of opkrullen.

• Als de enveloppen of dikker papier vlekken vertonen tijdens het afdrukken, stel dan Mediatype in op Env. Dik of

Dikker papier om de fixeertemperatuur te verhogen.

• Als de enveloppen kreuken nadat ze zijn afgedrukt, zie

De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 158.

• Als dikker papier opkrult tijdens het afdrukken, plaats dan één vel per keer in de multifunctionele lade.

• Envelopstrips die geseald zijn door de fabrikant moeten worden beschermd.

• Alle zijden van de enveloppe moeten correct gevouwen zijn, zonder extra vouwen of kreukels.

g

(Alleen om op enveloppen te drukken)

Als u klaar bent met afdrukken, plaatst u de twee grijze hendels die u omlaag

hebt gedaan in stap b

terug naar hun originele positie.

h

Sluit de achterklep (opwaarts gerichte uitvoerlade).

OPMERKING

• Voor het tweezijdig afdrukken van kopieën en faxen die u ontvangen hebt, zie Geavanceerde gebruikershandleiding.

• Voor het tweezijdig afdrukken met behulp van uw computer, zie Software en

Netwerk gebruikershandleiding.

Papier plaatsen

2

31

Hoofdstuk 2

Onscanbare en onbedrukbare gedeeltes

De cijfers in de tabel geven de maximale onscanbare en onbedrukbare gedeeltes aan. Deze gedeeltes kunnen variëren afhankelijk van het papierformaat of de instellingen van het programma dat u gebruikt.

2

2

1

3

4

Gebruik

Fax

(verzenden)

Document grootte

Letter

A4

Bovenkant (1)

Onderkant (3)

3 mm

Links (2)

Rechts (4)

4 mm

3 mm

3 mm

4 mm

(ADF

(automatische documentinvoer))

1 mm

(Glasplaat)

3 mm

4 mm

4 mm

Legal

Kopiëren

* Letter

*

één kopie of een 1 op

1-kopie

A4

Legal

Scannen

Afdrukken

Letter

A4

4 mm

4 mm

3 mm

3 mm

3 mm

4 mm

3 mm

3 mm

Legal (ADF

(automatische documentinvoer))

Ongeveer 3 mm Ongeveer 3 mm

Letter 4,2 mm 4,2 mm

A4

Legal

4,2 mm

4,2 mm

4,2 mm

4,2 mm

32

Papier plaatsen

Papierinstellingen

Papierformaat

Als u een ander papierformaat in de lade plaatst, dient u ook de instelling van het papierformaat te wijzigen zodat de machine het document of een binnenkomende fax passend op de pagina kan plaatsen.

U kunt de volgende papierformaten gebruiken.

Voor het afdrukken van kopieën:

A4, Letter, Legal, Executive, B5(JIS), A5, A5

L (Lange zijde), A6 en Folio (215,9 mm 

330,2 mm)

Voor het afdrukken van faxen:

A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm 

330,2 mm)

2 a

Druk op .

b

Druk op Lade-instelling .

c

Druk op Papierformaat .

d

Druk op MF-lade , Lade 1 of Lade 2

1 .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

om A4 , Letter , B5(JIS) ,

B5(ISO)

A6

3 ,

Executive , Legal , Folio ,

3"x5"

DL

2

2

2 ,

A5 ,

A5(lange zijde)

,

Com-10

weer te geven en druk op de

gewenste optie.

2 , Monarch

2

,

C5

3

2

,

,

2

3

1 f

Druk op .

Lade 2 verschijnt alleen als de optionele onderste lade geïnstalleerd is.

MF-lade alleen

Alleen MF-lade en Lade 1

2

OPMERKING

• Wanneer er geen geschikt formaat in de lade zit, worden ontvangen faxen opgeslagen in het geheugen van de machine en verschijnt Formaat onjuist op het aanraakscherm

(zie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126

voor meer informatie).

• Als er geen papier meer aanwezig is in de lade en er zich ontvangen faxen bevinden in het geheugen van de machine, wordt

Geen papier weergegeven op het aanraakscherm. Plaats papier in de lege lade.

Papiersoort

2

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, stelt u de machine in voor het type papier dat u gebruikt.

a

Druk op .

b

Druk op Lade-instelling .

c

Druk op Papiersoort .

d

Druk op MF-lade , Lade 1 of

Lade 2

1

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

om Dun , Normaal pap.

, Dik

Dikker

2

Envelop

,

Kringlooppapier ,

Briefpapier

2

2

,

Etiketten

,

Env. Dun

2

,

2

, Env. Dik

Glanzend papier

2

,

2

,

2

weer te geven en druk op de gewenste optie.

2

1 f

Druk op .

Lade 2 verschijnt alleen als de optionele onderste lade geïnstalleerd is.

MF-lade alleen

2

33

Hoofdstuk 2

Gebruik van de lade in kopieermodus

U kunt de prioriteitslade wijzigen die de machine gebruikt voor afdrukexemplaren.

Wanneer u Alleen lade 1 , Alleen MF of

Alleen lade 2

1

kiest, haalt de machine het papier alleen uit de geselecteerde lade.

Als de geselecteerde lade geen papier meer bevat, verschijnt de melding Geen papier op het aanraakscherm. Plaats papier in de lege lade.

Volg onderstaande instructies om de ladeinstelling te wijzigen.

2 a

Druk op .

b

Druk op Lade-instelling .

c

Druk op Ladegebruik: kopiëren .

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

om Alleen lade 1 , Alleen lade 2

1 ,

Alleen MF ,

MP>T1>T2

MP>T2>T1

1 1 of

1

,

T2>T1>MP

1

,

T1>T2>MP

te kiezen en druk dan op

de gewenste optie.

1 e

Druk op .

Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als de optionele onderste lade geïnstalleerd is.

OPMERKING

• Als het plaatsen van de documenten in de

ADF en MP>T1>T2 , T1>T2>MP of

T2>T1>MP geselecteerd is, zoekt de machine een lade met het geschikste papier en wordt papier uit die lade gebruikt. Als er geen lade is met geschikt papier, haalt de machine papier uit de lade met de hoogste prioriteit.

• Bij gebruik van het scannerglas wordt uw document gekopieerd op papier uit de lade met hogere prioriteit ook als er geschikter papier in een andere papierlade is.

34

Gebruik van de lade in faxmodus

U kunt de standaardlade wijzigen die de machine gebruikt voor het afdrukken van ontvangen faxberichten.

Wanneer u Alleen lade 1 , Alleen MF of

Alleen lade 2

1 kiest, haalt de machine

het papier alleen uit de geselecteerde lade.

Als de geselecteerde lade geen papier meer bevat, verschijnt de melding Geen papier op het aanraakscherm. Plaats papier in de lege lade.

Als u

MP>T1>T2

1

kiest, haalt de machine papier uit de multifunctionele lade tot deze leeg is. Daarna volgt lade 2 en vervolgens lade 1.

Als u

MP>T2>T1

1

kiest, haalt de machine papier uit de multifunctionele lade tot deze leeg is, daarna volgt Lade 2 en daarna Lade 1.

Als u

T1>T2>MP

1

kiest, haalt de machine papier uit de Lade 1 tot deze leeg is, daarna volgt Lade 2 en daarna de multifunctionele lade.

Als u

T2>T1>MP

1

kiest, haalt de machine papier uit lade 2 tot deze leeg is. Daarna volgt lade 1 en vervolgens de multifunctionele lade.

OPMERKING

• U kunt vier papierformaten gebruiken voor het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal of Folio (215,9 mm  330,2 mm).

Wanneer er geen geschikt formaat in de lade zit, worden ontvangen faxen opgeslagen in het geheugen van de machine en verschijnt Formaat onjuist op het aanraakscherm. (zie voor meer informatie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126).

• Als er geen papier meer aanwezig is in de lade en er zich ontvangen faxen bevinden in het geheugen van de machine, wordt

Geen papier weergegeven op het aanraakscherm. Plaats papier in de lege lade.

2

a

Druk op .

b

Druk op Lade-instelling .

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ladegebruik: faxen weer te geven.

d

Druk op Ladegebruik: faxen .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

om Alleen lade 1 , Alleen lade 2

1 ,

Alleen MF ,

MP>T1>T2

MP>T2>T1

1 1 of

1

,

T2>T1>MP

1

,

T1>T2>MP

te kiezen en druk dan op

de gewenste optie.

1 f

Druk op .

Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als de optionele onderste lade geïnstalleerd is.

Papier plaatsen

Gebruik van de lade in afdrukmodus

U kunt de standaardlade wijzigen die de machine gebruikt voor afdrukken vanaf uw computer en voor Direct Print.

2 a

Druk op .

b

Druk op Lade-instelling .

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ladegebruik:

Afdrukken weer te geven.

d

Druk op Ladegebruik: Afdrukken .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

om Alleen lade 1 , Alleen lade 2

1 ,

Alleen MF ,

MP>T1>T2

MP>T2>T1

1 1 of

1

,

T2>T1>MP

1

,

T1>T2>MP

te kiezen en druk dan op

de gewenste optie.

1 f

Druk op .

Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als de optionele onderste lade geïnstalleerd is.

2

35

Hoofdstuk 2

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia

2

De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt.

U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten, enveloppen of glanzend papier

(zie

Afdrukmedia uu pagina 232).

Voor de beste resultaten volgt u deze instructies:

 Plaats NOOIT verschillende soorten papier tegelijk in de papierlade, anders kan het papier vastlopen of verkeerd worden ingevoerd.

 Voor een correct afdrukresultaat moet u in uw softwaretoepassing het papierformaat instellen van het papier dat zich in de lade bevindt.

 Raak de bedrukte zijde van het papier niet aan vlak na het afdrukken.

 Controleer voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft eerst dat het papier geschikt is voor de machine.

 Gebruik etiketten die geschikt zijn voor laser printers.

Aanbevolen papier en afdrukmedia

Papiersoort

Normaal papier

Item

Xerox Premier TCF 80 g/m

2

Xerox Business 80 g/m 2

Kringlooppapier Xerox Recycled Supreme

80 g/m

2

Etiketten

Enveloppen

Avery laser label L7163

Antalis River-serie (DL)

Glanzend papier Xerox Colotech+ Gloss

Coated 120 g/m

2

Papiersoort en -formaat

De machine voert papier in vanuit de standaardpapierlade, de multifunctionele lade of de optionele lagere lade.

2

De namen van de papierladen in de printerdriver en in deze gids zijn als volgt:

2

Lade en optionele accessoires Naam

Multifunctionele lade Multif. lade

Standaardpapierlade Lade 1

Optionele onderste lade-eenheid Lade 2

2

36

Papier plaatsen

Capaciteit papierlade

Multifunctionele lade

(Multif. lade)

Papierformaat

Breedte: 76,2 tot

215,9 mm

Lengte: 127 tot 355,6 mm

Standaardpapierlade

(Lade 1)

Optionele onderste lade

(lade 2)

A4, Letter, Legal,

B5 (JIS), Executive, A5,

A5 (Long Edge), A6,

Folio

1

A4, Letter, Legal,

B5 (JIS), Executive, A5,

Folio

1

Papiersoorten

Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, kringlooppapier, briefpapier, etiketten, enveloppen, dunne enveloppen, dikke enveloppen en glanzend papier

2

Normaal papier, dun papier en kringlooppapier

Normaal papier, dun papier en kringlooppapier

Aantal vellen maximaal 50 vellen

(80 g/m

2

)

3 enveloppen

1 glanzend papier

Maximaal 250 vellen

(80 g/m

2

)

Maximaal 500 vellen

(80 g/m

2

)

1

2

Het Folio-formaat is 215,9 mm  330,2 mm.

Plaats slechts één vel glanzend papier in de multifunctionele lade.

Aanbevolen papierspecificaties

De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine.

Standaardgewicht

Dikte

Ruwheid

75-90 g/m

2

80-110  m

Hoger dan 20 sec.

Stijfheid

Vezelrichting

90-150 cm

3

/100

Langvezelig

Soortelijke volumeweerstand 10e

9

-10e

11

ohm

Soortelijke weerstand aan oppervlakte

10e

9

-10e

12

ohm-cm

Vulmiddel

Asgehalte

Helderheid

Ondoorzichtigheid

CaCO

3

(Neutraal)

Minder dan 23 wt%

Hoger dan 80%

Hoger dan 85%

 Gebruik normaal papier dat geschikt is voor laser-/LED-machines om kopieën te maken.

 Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m

2

.

 Gebruik langlopend papier met een neutrale pH-waarde en een vochtigheidspercentage van circa 5%.

 In deze machine kan kringlooppapier worden gebruikt dat voldoet aan de specificatie DIN

19309.

37

2

2

2

Hoofdstuk 2

Speciaal papier hanteren en gebruiken

2

De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier.

Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft.

Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.

Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen van papier:

 Gebruik GEEN inkjetpapier, omdat hierdoor het papier kan vastlopen of de machine kan worden beschadigd.

 Voor voorgedrukt papier moet inkt worden gebruikt dat bestand is tegen de temperatuur van 200  C van het fuseerproces van de machine.

 Als u briefpapier, papier met een ruw oppervlak, of gekreukeld of gevouwen papier gebruikt, kan het afdrukresultaat tegenvallen.

Te vermijden papiersoorten

BELANGRIJK

Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine.

Gebruik GEEN papier:

• met een grove textuur

• dat extreem glad of glanzend is

• dat gekruld of scheef is

2

1

1

1 Papier dat meer dan 2 mm opkrult, kan vastlopen.

• dat gecoat is of een chemische deklaag heeft

• dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is

• dat het in deze handleiding aanbevolen gewicht overschrijdt

• met tabs en nietjes

• met een briefhoofd dat thermografisch gedrukt is of met inkt die niet tegen hoge temperaturen bestand is

• dat uit meerdere delen bestaat of zonder carbon

• dat is bedoeld voor inkjetprinters

De bovenstaande typen papier kunnen de machine beschadigen. Dergelijke schade wordt niet door de garantie of de serviceovereenkomst van Brother gedekt.

38

Enveloppen

De machine functioneert goed met de meeste enveloppen. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken.

Enveloppen hebben randen met rechte, scherpe vouwen. Enveloppen moeten vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn.

Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.

Enveloppen kunt u enkel invoeren via de multifunctionele lade.

Wij raden u aan een proefenveloppe te drukken zodat u zeker weet dat u het gewenste resultaat krijgt.

2

Te vermijden soorten enveloppen

BELANGRIJK

Gebruik GEEN enveloppen:

• die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben

• die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben

• met klemmetjes, nietjes of dichtbinders

• met een zelfklevende plakrand

• die zakachtig zijn

• die niet scherp gevouwen zijn

• die van reliëf zijn voorzien

• die eerder zijn bedrukt door een laser- of LED-machine

• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt

• die niet netjes op elkaar kunnen worden gestapeld

• die gemaakt zijn van papier dat zwaarder is dan het gespecificeerde papiergewicht voor de machine

• met randen die niet recht of regelmatig zijn

2

Papier plaatsen

• met vensters, gaten, uitsparingen of perforaties

• met lijm op het oppervlak zoals hieronder getoond

• met dubbele flappen zoals hieronder getoond

• met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop

• met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond

Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt wellicht niet gedekt door enige garantie- of serviceovereenkomst met Brother.

De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.

2

39

Hoofdstuk 2

Etiketten

De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuseereenheid. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden. Er mag geen plaklaag open liggen tussen de etiketten. Etiketten moeten zo gerangschikt worden dat de volledige lengte en breedte van het vel bedekt zijn. Het gebruik van ruimten tussen de etiketten kan leiden tot het loslaten van etiketten waardoor ernstige papierstoringen of afdrukproblemen kunnen ontstaan.

Alle etiketten die met deze machine worden afgedrukt, moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200  C gedurende 0,1 seconden.

Etiketten kunt u enkel invoeren via de multifunctionele lade.

2

Te vermijden soorten etiketten

Gebruik geen etiketten die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben.

2

BELANGRIJK

• Voer GEEN gedeeltelijk gebruikte etiketvellen toe. Het onbedekte draagvel kan schade toebrengen aan de machine.

• U mag etiketten NIET hergebruiken en u mag GEEN etiketblad invoeren waarop een aantal etiketten ontbreekt.

• Etikettenvellen mogen niet zwaarder zijn dan het gewicht dat in deze gebruikershandleiding is gespecificeerd.

Etiketten die deze specificatie overschrijden worden mogelijk niet correct ingevoerd of afgedrukt en kunnen schade veroorzaken aan de machine.

40

3

Documenten plaatsen

3

Hoe documenten plaatsen

U kunt een fax verzenden, kopieën maken en scannen via de ADF (automatische documentinvoer) en de glasplaat.

3

De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken

De ADF (automatische documentinvoer) kan maximaal 35 pagina's bevatten

(MFC-L8650CDW) of 50 pagina's

(MFC-L8850CDW/MFC-L9550CDW) en voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan dat u standaardpapier met een gewicht van

80 g/m 2 gebruikt en eerst de vellen papier doorwaaiert voordat u deze in de ADF

(automatische documentinvoer) plaatst.

3

Ondersteunde documentgroottes

3

Lengte: 147,3 tot 355,6 mm

Breedte: 147,3 tot 215,9 mm

Gewicht: 64 tot 90 g/m

2

Hoe documenten plaatsen

BELANGRIJK

• Laat dikke documenten NIET op de glasplaat liggen. Hierdoor kan een papierstoring in de ADF (automatische documentinvoer) optreden.

• Gebruik GEEN papier dat gekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd of geplakt is, of nietjes, paperclips of plakband bevat.

• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.

3

• Om te voorkomen dat u uw machine beschadigt terwijl u de ADF (automatische documentinvoer) gebruikt, mag u NIET aan het document trekken terwijl het wordt ingevoerd.

OPMERKING

• Zie

De glasplaat gebruiken uu pagina 42

om documenten te scannen die niet geschikt zijn voor de ADF (automatische documentinvoer).

• Het is eenvoudiger om de ADF

(automatische documentinvoer) te gebruiken voor een document met meerdere pagina's.

• Laat documenten met correctievloeistof of inkt eerst volledig drogen.

a

Vouw de ADF-documentsteun

(automatische documentinvoer) (1) uit.

Hef de ADF-documentuitvoersteunklep

(automatische documentinvoer) (2) op en vouw deze uit.

1

3

2 b

Waaier de stapel goed door.

c

Waaier de pagina's van uw document uit en leg ze in de ADF (automatische documentinvoer) met de bedrukte kant naar boven en met de bovenrand naar de invoer gericht , tot het aanraakscherm de melding ADF gereed weergeeft en u voelt dat de bovenste pagina de invoerrollen raakt.

41

Hoofdstuk 3 d

Stel de papiergeleiders (1) in op de breedte van het document.

b

Leg met behulp van de documentgeleiders links en boven het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

1

OPMERKING

Zie

De glasplaat gebruiken uu pagina 42

om niet-standaarddocumenten te scannen.

De glasplaat gebruiken

3

U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's van een boek één voor één te faxen, te kopiëren of te scannen.

Ondersteunde documentgroottes

3

Lengte: (MFC-L8650CDW)

Tot 297,0 mm

(MFC-L8850CDW en

MFC-L9550CDW)

Tot 355,6 mm

Breedte: Maximaal 215,9 mm

Hoe documenten plaatsen

OPMERKING

Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de

ADF (automatische documentinvoer) leeg zijn.

a

Til het documentdeksel op.

3 c

Sluit het documentdeksel.

BELANGRIJK

Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op.

42

4

Een fax verzenden

4

Hoe een fax verzenden

4

In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u een fax kunt verzenden. Gebruik de ADF

(automatische documentinvoer) om meerdere pagina's te versturen.

a

Voer een van de volgende handelingen uit om uw document te laden:

 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF

(automatische documentinvoer)

(zie

De automatisch documentinvoer

(ADF) gebruiken uu pagina 41).

 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat (zie

De glasplaat gebruiken uu pagina 42).

b

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit , drukt u op Fax .

 Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan , drukt u op Fax en Faxen verzenden .

 Op het aanraakscherm verschijnt: c

Druk om de instellingen voor het versturen van faxen te wijzigen op

Opties . Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om door de faxinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u er op kiest u uw nieuwe optie.

Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de opties, drukt u op OK .

(Geavanceerde gebruikershandleiding)

Voor meer informatie over de hieronder genoemde geavanceerde functies voor het versturen van faxen en instellingen, uu

Geavanceerde gebruikershandleiding:

 2-zijdige fax

 Contrast

 Faxresolutie

 Rondsturen

 Direct verzenden

 Internationaal

 Tijdklok

 Verzamelen

 Voorblad Opm.

 Voorpagina instellen d

Kies een van de onderstaande opties:

 Als u een enkelzijdig document wilt versturen, gaat u naar stap

e

.

 Om een dubbelzijdig document te versturen, kiest u het dubbelzijdige scanformaat, zoals hieronder beschreven.

Druk op Opties .

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om 2-zijdige fax weer te geven en druk op 2-zijdige fax .

4

43

Hoofdstuk 4

Druk op 2-zijdige scan: lange zijde of 2-zijdige scan: korte zijde .

Druk op OK .

OPMERKING

U kunt dubbelzijdige documenten verzenden vanaf de ADF (automatische documentinvoer).

e

Voer het faxnummer in.

Met de kiestoetsen

Met het adresboek

 Adresboek

Met de oproephistoriek

 Oproepoverz

(Zie

Hoe kiezen uu pagina 62 voor

meer informatie.) f

Druk op Fax start .

Faxen vanaf de ADF (automatische documentinvoer)

 De machine begint het document te scannen.

Faxen vanaf de glasplaat

Als Direct verzenden ingesteld is op

Aan , zal de machine het document verzenden zonder te vragen of er nog bijkomende pagina's gescand moeten worden.

Wanneer Direct verzenden is Uit :

 Als u op Fax start drukt, scant de machine de eerste pagina.

Wanneer het aanraakscherm de melding Volgende Pagina?

weergeeft, voert u een van de volgende handelingen uit:

• Om één pagina te verzenden, drukt u op Nee . De machine begint het document te verzenden.

• Om meer dan één pagina te verzenden, drukt u op Ja en plaatst u de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK . De machine begint de pagina te scannen. (Herhaal deze stap voor elke extra pagina.)

Faxen onderbreken

4

Druk op om het faxen te onderbreken.

Documenten in Letter-/Legal-

Folio

1

1

/

-formaat faxen vanaf de

glasplaat

4

Wanneer u documenten in Letter-, Legal-

Folio

1

-formaat faxt, moet u de glasplaat

1

of instellen op Letter of

Legal/Folio

1

; als u dit niet doet, zal een gedeelte van de fax ontbreken.

a

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit , drukt u op ( Fax ).

 Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan , drukt u op

Faxen verzenden .

( Fax ) en b

Druk op Opties .

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Scanformaat glas weer te geven.

d

Druk op Scanformaat glas .

e

Druk op Letter of Legal/Folio

1

.

f

Druk op OK .

1 g

Druk op .

MFC-L8850CDW en MFC-L9550CDW

44

Een lopende fax annuleren

Druk op om de fax te annuleren. Als u op

drukt terwijl de machine bezig is met het kiezen van een nummer of met verzenden, wordt de melding Taak annuleren?

weergegeven op het aanraakscherm.

Druk op Ja om de fax te annuleren.

Verzendrapport

U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport bevat de naam of het faxnummer van de ontvanger, de datum en de tijd van het verzenden, de duur van het verzenden, het aantal verzonden pagina's en informatie of de fax al dan niet succesvol werd verzonden.

Voor het verzendrapport zijn verschillende instellingen beschikbaar:

 Aan : na elke verzonden fax wordt een rapport afgedrukt.

 Aan+Beeld : na elke verzonden fax wordt een rapport afgedrukt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.

 Uit : als de fax niet is verzonden door een storing wordt een rapport afgedrukt. Uit is de fabrieksinstelling.

 Uit+Beeld : als de fax niet is verzonden door een storing wordt een rapport afgedrukt. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport afgedrukt.

 Geen rapport : Er wordt geen rapport afgedrukt.

4 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

4

Een fax verzenden e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Kies rapport weer te geven.

f

Druk op Kies rapport .

g

Druk op Verzendrapp.

.

h

Druk op Aan , Aan+Beeld , Uit ,

Uit+Beeld of Geen rapport .

i

Druk op .

OPMERKING

• Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt het beeld niet op het verzendrapport afgedrukt als Direct verzenden is ingesteld op Aan .

• Als de fax goed is verzonden, wordt OK naast RESULT weergegeven op het verzendrapport.

Als de fax niet is verzonden, wordt FOUT naast RESULT weergegeven.

4

45

46

5

Een fax ontvangen

Ontvangstmodi

U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn.

5

De ontvangstmodus kiezen

Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie

Ontvangstmodi gebruiken uu pagina 48 voor meer informatie over de ontvangststanden.)

Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?

5

Ja

Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?

Nee

Fax

Nee

Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?

Nee

Handmatig

Fax/Telefoon

Ja

Ext. TEL/ANT

Ja

Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmodus weer te geven.

5

h

Druk op Ontvangstmodus .

i

Druk op Fax , Fax/Telefoon , Ext. TEL/ANT of Handmatig .

j

Druk op .

Een fax ontvangen

5

47

Hoofdstuk 5

Ontvangstmodi gebruiken

In sommige ontvangststanden worden oproepen automatisch beantwoord ( Fax en

Fax/Telefoon ). Mogelijk wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze modi gebruikt (zie

Belvertraging uu pagina 49).

5

Alleen fax

In de stand Fax wordt elke oproep automatisch beantwoord alsof het een faxbericht betreft.

Fax/Tel

De stand Fax/Telefoon helpt u inkomende oproepen te beheren, door te herkennen of het faxen of telefoongesprekken zijn en deze op een van de volgende manieren te verwerken:

 Faxen worden automatisch ontvangen.

 Voicemail activeert het F/T-belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen. Het F/T-belsignaal is een snel dubbel belsignaal afkomstig van uw machine.

(Zie ook

F/T-beltijd (alleen Fax/Tel-modus) uu pagina 49 en Belvertraging uu pagina 49.)

5

5

Handmatig

De modus Handmatig schakelt alle automatische antwoordfuncties uit.

Om een fax te ontvangen als de machine in de handmatige stand staat, pakt u de hoorn van de externe telefoon op. Wanneer u faxtonen hoort (korte repetitieve pieptonen), drukt u op Fax start en daarna op

Ontvangen om een fax te ontvangen. U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken om faxen te ontvangen door de hoorn op te nemen van een toestel op dezelfde lijn als die van de machine.

(Zie ook

Fax waarnemen uu pagina 50.)

5

Extern antwoordapparaat

In de stand Ext. TEL/ANT handelt een extern antwoordapparaat de inkomende oproepen af. Inkomende oproepen kunnen op één van de volgende manieren worden afgehandeld:

 Faxen worden automatisch ontvangen.

 Bellers kunnen een bericht inspreken op het externe antwoordapparaat.

(Zie

Een extern antwoordapparaat verbinden uu pagina 57 voor meer informatie.)

5

48

Instellingen ontvangstmodus

Belvertraging

De belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat deze antwoordt in de standen Fax en Fax/Telefoon .

Als een extern of tweede toestel dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximaal aantal keren dat de machine over moet gaan

(zie

Fax waarnemen uu pagina 50 en

Bediening op extern of tweede toestel uu pagina 59).

5 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Belvertraging weer te geven.

h

Druk op Belvertraging .

i

Druk om te kiezen hoe vaak de machine over moet gaan voordat de machine antwoordt.

j

Druk op .

5

Een fax ontvangen

F/T-beltijd

(alleen Fax/Tel-modus)

Wanneer iemand uw machine belt, horen u en de beller het geluid van normale telefoontonen. Het aantal keren dat de telefoon overgaat wordt bepaald door de instelling van de belvertraging.

Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze. Als het echter een normale oproep is, laat de machine het F/T-belsignaal horen (een dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de instelling van de

F/T-beltijd. Als u het F/T-belsignaal hoort, betekent dit dat u een normale oproep op de lijn ontvangt.

Omdat het F/T-belsignaal van uw machine afkomstig is, rinkelen de tweede en externe toestellen niet ; u kunt de oproep echter nog wel op iedere telefoon beantwoorden

(zie

Codes voor afstandsbediening gebruiken uu pagina 60 voor meer

informatie).

5 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om F/T Beltijd weer te geven.

h

Druk op F/T Beltijd .

i

Druk op de tijdsduur dat de machine over gaat om u op een normaal telefoongesprek te attenderen (20, 30,

40 of 70 seconden).

49

5

Hoofdstuk 5 j

Druk op .

OPMERKING

Zelfs als de beller inhaakt tijdens het dubbele belsignaal, blijft de machine gedurende de ingestelde tijd overgaan.

Fax waarnemen

5

Als Fax Waarnemen

Aan

is:

De machine kan een fax automatisch ontvangen, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als Ontvangst op het aanraakscherm wordt weergegeven of als u een klik op de telefoonlijn hoort via de hoorn die u hebt opgepakt, plaatst u de hoorn gewoon terug. Uw machine doet de rest.

5

Als Fax Waarnemen

Uit

is:

Als u in de buurt van de machine bent en een faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van de externe telefoon op te pakken, drukt u op

Fax start en dan op Ontvangen om de fax te ontvangen.

5

Als u de oproep beantwoordt vanaf een tweede toestel, drukt u op l

51 (zie

Bediening op extern of tweede toestel uu pagina 59).

OPMERKING

• Als deze functie op Aan staat, maar uw machine de faxoproep niet overneemt wanneer u de hoorn van een tweede toestel opneemt, drukt u op de faxontvangstcode l

51 .

• Als u faxen via een computer op dezelfde telefoonlijn verzendt en de machine deze opvangt, stelt u Fax Waarnemen in op

Uit .

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax Waarnemen weer te geven.

h

Druk op Fax Waarnemen .

i

Druk op Aan (of Uit ).

j

Druk op .

50

Faxvoorbeeld

(alleen zwart-wit)

Een afdrukvoorbeeld van een ontvangen fax bekijken

5

U kunt ontvangen faxen weergeven op het aanraakscherm door op ( Fax ) en vervolgens op ( Ontvangen faxen ) te drukken. Wanneer de machine in de modus

Gereed staat, verschijnt een pop-upmelding op het aanraakscherm om u te wijzen op nieuwe faxen.

Faxvoorbeeld instellen

5 a

Druk op .

5 b

Druk op ( Faxvoorbeeld ).

c

Druk op Aan (of Uit ).

d

Druk op Ja .

e

Het aanraakscherm geeft aan dat toekomstige faxen niet worden afgedrukt wanneer u ze ontvangt.

Druk op Ja .

f

Druk op .

OPMERKING

Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld, wordt een reservekopie van ontvangen faxen niet afgedrukt voor de functies Fax doorzenden en PC-FAX ontvangen, zelfs als reserveafdruk is ingesteld op Aan .

Een fax ontvangen

Faxvoorbeeld gebruiken

Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt een pop-up bericht op het aanraakscherm.

(Bijvoorbeeld: Nieu. fax(en):01

[Voorb.] )

5 a

Druk op Voorb.

.

Het aanraakscherm geeft de faxlijst weer.

OPMERKING

• Hoewel afgedrukte faxen de ontvangstdatum en -tijd tonen wanneer de functie “Fax Ontvangen Stempel” is ingeschakeld, worden de ontvangstdatum en -tijd niet op het faxvoorbeeldscherm weergegeven.

• De faxlijst omvat de oude faxen en de nieuwe fax. De nieuwe fax is met een blauw merkteken naast de fax aangegeven.

• Om een fax te zien waarvan u reeds een voorbeeld hebt bekeken, drukt u op Fax en Ontvangen faxen .

b

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om het faxnummer weer te geven van de gewenste fax.

c

Druk op de fax die u wenst.

OPMERKING

• Als uw fax groot is, kan het even duren voor hij wordt weergegeven.

• Het aanraakscherm geeft het huidige paginanummer en het totale aantal pagina's van het faxbericht weer.

Wanneer uw faxbericht groter is dan 99 pagina's, wordt het totale aantal pagina's weergegeven als “ XX ”.

5

51

Hoofdstuk 5

Druk op het aanraakscherm of het aanraakpaneel om de volgende bewerkingen uit te voeren.

of

of

Omschrijving

De fax vergroten.

De fax verkleinen.

Verticaal bladeren.

Horizontaal bladeren.

De fax rechtsom draaien.

Start d

Druk op .

De fax verwijderen.

Druk op Ja om te bevestigen.

Terugkeren naar de vorige pagina.

Naar de volgende pagina gaan.

Terugkeren naar de faxlijst.

De fax afdrukken.

Hoe een fax afdrukken

a

Druk op ( Fax ).

b

Druk op Ontvangen faxen .

c

Druk op de fax die u wenst.

d

Druk op Start om de af te drukken fax te bevestigen.

e

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk op Alle Pag Afdruk.

om alle pagina's af te drukken.

 Druk op Alleen huidige afdr.

om alleen de weergegeven pagina af te drukken.

5

 Druk op Afdr. vanaf deze pag.

om af te drukken vanaf de weergegeven pagina tot aan de laatste pagina.

f

Wanneer het aanraakscherm de melding Alle pagina's verwijderen?

weergeeft, voert u een van de volgende handelingen uit:

 Druk op Ja om alle pagina's te verwijderen van de fax die u hebt afgedrukt.

 Druk op Nee om de afgedrukte fax op te slaan.

g

Druk op .

Alle faxen in de lijst afdrukken of verwijderen

a

Druk op ( Fax ).

b

Druk op Ontvangen faxen .

c

Druk op Afdr./verw.

.

d

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk op Alles afdrukken

(nieuwe faxen) om alle ongelezen faxen af te drukken.

 Druk op Alles afdrukken (oude faxen) om alle gelezen faxen af te drukken.

 Druk op Alles verwijderen

(nieuwe faxen) om alle ongelezen faxen af te wissen.

Druk op Ja om te bevestigen.

 Druk op Alles verwijderen

(oude fax) om alle gelezen faxen af te wissen.

Druk op Ja om te bevestigen.

e

Druk op .

5

52

Faxvoorbeeld uitschakelen

5 a

Druk op .

b

Druk op ( Faxvoorbeeld ).

c

Druk op Uit .

d

Druk op Ja om te bevestigen.

e

Als er faxen opgeslagen zijn in het geheugen, voert u een van de volgende handelingen uit:

 Als u de opgeslagen faxen niet wilt afdrukken, drukt u op Doorgaan .

Druk op Ja om te bevestigen. Uw faxen worden verwijderd.

 Om alle opgeslagen faxen af te drukken, drukt u op Alle faxen afdrukken vóór het verwijderen .

 Als u Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen, drukt u op

Annuleren .

f

Druk op .

Een fax ontvangen

5

53

54

6

PC-FAX gebruiken

Hoe PC-FAX gebruiken

6

PC-FAX Receive (PC-FAX ontvangen) (alleen voor

Windows ® )

Wanneer u de functie PC-FAX Receive

(PC-FAX ontvangen) inschakelt, slaat uw

MFC ontvangen faxen automatisch op in het geheugen om deze door te sturen naar de computer. U kunt vervolgens uw computer gebruiken voor het weergeven en het opslaan van deze faxen.

Ook wanneer u de computer uitschakelt

(bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend), ontvangt uw MFC faxen om ze op te slaan in het geheugen. Het aantal ontvangen faxen dat opgeslagen is in het geheugen wordt weergegeven op het aanraakscherm.

Als u uw computer opstart en de software voor PC-FAX ontvangst actief is, brengt uw

MFC automatisch uw faxen over naar uw computer.

Voor de overdracht van ontvangen faxen moet de software voor PC-FAX ontvangst op uw pc actief zijn.

Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.

 (Windows

®

XP, Windows Vista

®

Windows

®

7) en

In het menu ( Starten ) selecteert u

Alle programma's > Brother >

Brother Utilities .

Klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd).

Klik op PC-FAX Ontvangen in de linkernavigatiebalk en klik vervolgens op

Ontvangen .

6

 (Windows ® 8)

Klik op ( Brother Utilities ) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX

Ontvangen en daarna op Ontvangen .

Voer op uw machine de volgende stappen uit: a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om PC-Fax ontv.

weer te geven.

h

Druk op PC-Fax ontv.

.

i

Druk op Aan om PC-FAX Ontvangst te starten.

j

Op het aanraakscherm wordt een herinnering weergegeven voor het starten van het programma voor PC-

FAX-ontvangst op uw computer. Als u het programma voor PC-Fax ontvangst hebt gestart, drukt u op OK .

Voor meer informatie over het starten van het programma voor PC-FAX ontvangst, uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

6

k

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om <USB> weer te geven of de naam van uw computer als de machine is aangesloten op een netwerk.

Druk op <USB> of op de naam van uw computer.

Druk op OK .

l

Druk op Backup Print: Aan of

Backup Print: Uit .

BELANGRIJK

Als u Backup Print: Aan kiest, drukt de machine de fax ook af op uw machine, zodat u over een kopie beschikt.

m

Druk op .

OPMERKING

• Voordat u PC-FAX Receive (PC-Fax ontvangen) kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw computer installeren. Controleer of uw computer is aangesloten en ingeschakeld

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

• Als er zich een fout voordoet op de machine en deze faxen in het geheugen niet kan afdrukken, kunt u deze instelling gebruiken om de faxen naar een computer

over te brengen (zie Uw faxen of faxjournaal overbrengen uu pagina 135).

• Mac OS ondersteunt PC-FAX Receive

(PC-Fax ontvangen) niet.

PC-FAX gebruiken

Een PC-FAX verzenden

Met Brother PC-FAX kunt u vanaf uw computer een document vanuit een applicatie als standaardfax verzenden. U kunt een bestand aangemaakt met om het even welk programma op uw computer verzenden als een PC-FAX. U kunt ook een voorblad toevoegen (voor meer informatie uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

6

Hoe een PC-FAX verzenden:

Contacteer de verkoper van de toepassing voor verdere ondersteuning.

6 a

Selecteer Bestand en vervolgens

Afdrukken in de toepassing.

Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven. (Afhankelijk van de toepassing kunnen de stappen variëren.) b

Selecteer Brother PC-FAX v.3

.

c

Klik op OK .

De gebruikersinterface Brother

PC-FAX wordt weergegeven.

d

Voer het faxnummer van de ontvanger in met behulp van het toetsenbord van uw computer of door te klikken op het numerieke toetsenbord van de Brother

PC-FAX -gebruikersinterface. U kunt ook een opgeslagen nummer selecteren in het Adresboek .

e

Klik op .

f

Klik op start .

Uw document wordt verzonden naar de

Brother-machine en vervolgens gefaxt naar de ontvanger.

6

55

56

7

Telefoon en externe apparaten

7

Telefoonlijndiensten

Het telefoonlijntype instellen

7

Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u het type telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen. Als u een lijn gebruikt waarop een PBX is aangesloten, kunt u ook instellen dat de machine altijd toegang krijgt tot een buitenlijn (met het netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang krijgt tot een buitenlijn wanneer R wordt ingedrukt.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Stand.instel.

weer te geven.

d

Druk op Stand.instel.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Tel lijn inst weer te geven.

f

Druk op Tel lijn inst .

g

Druk op PBX , ISDN (of Normaal ).

h

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Als u ISDN of Normaal hebt gekozen, gaat u naar

l .

 Als u PBX hebt gekozen, gaat u verder naar stap

i

.

i

Druk op Aan of Altijd .

7

OPMERKING

• Als u Aan kiest, drukt u op R om toegang te krijgen tot een buitenlijn.

• Als u Altijd kiest, hebt u toegang tot een buitenlijn zonder op R te drukken.

j

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Wanneer u het huidige netnummer wilt veranderen, drukt u op

Buitenlijn en gaat u naar stap

k

.

 Wanneer u het huidige netnummer niet wilt veranderen, gaat u naar stap

l

.

k

Voer het netnummer (maximaal 5 cijfers) in via de kiestoetsen.

Druk op OK .

OPMERKING

U kunt de cijfers 0 tot en met 9 en de symbolen, #, l

en ! gebruiken. (Het is niet mogelijk om ! te gebruiken in combinatie met cijfers of andere symbolen.) l

Druk op .

PBX en OVERBRENGEN

De machine is in eerste instantie ingesteld op

Normaal , om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk

(PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. De functie werkt wanneer u op R hebt gedrukt.

7

Een extern antwoordapparaat verbinden

U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten op dezelfde lijn als uw machine.

Wanneer het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, “hoort” uw machine de faxtonen afkomstig van een verzendende faxmachine.

Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, registreert uw antwoordapparaat een voicemail en geeft het aanraakscherm de melding Telefoon weer.

Het externe antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan om twee belsignalen in te stellen). De reden hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet kan horen, totdat het externe antwoordapparaat de oproep heeft aangenomen. De verzendende machine zendt slechts nog acht tot tien seconden langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op uw externe antwoordapparaat de functie bespaarstand te gebruiken, als er meer dan vier belsignalen nodig zijn om die te activeren.

OPMERKING

Als u problemen hebt met het ontvangen van faxen, dient u de instelling belvertraging op uw externe antwoordapparaat te verlagen.

7

Telefoon en externe apparaten

Verbindingen

Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals aangegeven in onderstaande afbeelding.

(voor Nederland)

7

1

1

1

(voor België)

1

1 Antwoordapparaat a

Stel uw externe antwoordapparaat in op een of twee keer over gaan. (De instelling voor de belvertraging van de machine is niet van toepassing.) b

Het uitgaand bericht op uw externe antwoordapparaat opnemen.

c

Stel het antwoordapparaat in om oproepen aan te nemen.

d

Stel de ontvangstmodus op de machine in op Ext. TEL/ANT (zie

De ontvangstmodus kiezen uu pagina 46).

7

57

Hoofdstuk 7

Een uitgaand bericht opnemen (OGM)

a

Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. Dit geeft uw machine de tijd om naar faxtonen te luisteren.

b

Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.

c

Het is handig om aan het einde van het uitgaande bericht van 20 seconden de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld:

“Spreek een bericht in na de toon of druk op l

51 om een fax te verzenden”.

OPMERKING

• U moet de instelling Codes voor afstandsbediening instellen op Aan om de code voor activeren op afstand l

51 te gebruiken (zie

Codes voor afstandsbediening gebruiken uu pagina 60).

• We raden u aan uw uitgaande bericht te beginnen met een stilte van 5 seconden omdat de machine de faxtonen niet over een stem moet horen. U kunt proberen deze pauze weg te laten maar als uw machine moeite heeft met het ontvangen van faxberichten dan moet u het uitgaande bericht opnemen met pauze.

7

Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)

Wij raden u aan contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, vraagt u uw installateur dan om de machine op de laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd wanneer er telefoongesprekken worden ontvangen door het systeem. Als alle inkomende oproepen door een telefonist(e) worden beantwoord, adviseren wij u om de ontvangststand in te stellen op Handmatig .

Wij kunnen niet garanderen dat uw machine onder alle omstandigheden correct werkt bij aansluiting op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen in eerste instantie contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.

7

58

Externe en tweede toestellen

OPMERKING

U moet de instelling “Codes voor bediening op afstand” inschakelen om code l

51 voor activeren op afstand en code #51 voor deactiveren op afstand te kunnen gebruiken (zie

Codes voor afstandsbediening gebruiken uu pagina 60).

Een extern of tweede toestel verbinden

7

U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw machine aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.

(voor Nederland)

7

1

2

1

(voor België)

2

1 Tweede toestel

2 Extern toestel

Telefoon en externe apparaten

Bediening op extern of tweede toestel

Als u een faxoproep op een tweede toestel beantwoordt of op een externe telefoon die correct is aangesloten op de machine via de aansluiting met T-stuk, kunt u de machine de oproep laten aannemen via de code voor activeren op afstand. Als u de code voor

Activeren op afstand l

51 intoetst, zal de fax op de machine worden ontvangen.

7

Als u een oproep beantwoordt en er niemand aan de lijn is:

U dient dan aan te nemen dat het gaat om het ontvangen van een handmatige fax.

Druk op l

51 en wacht op de faxtoon

(tsjirpend geluid) of tot op het aanraakscherm de melding Ontvangst wordt weergegeven, en hang vervolgens op.

OPMERKING

U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken zodat uw machine de oproep automatisch beantwoordt (zie

Fax waarnemen uu pagina 50).

Alleen voor Fax/Tel-modus

7

Als de machine in de Fax/Tel-modus staat, wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normale oproep betreft.

Neem de hoorn van het externe toestel op en druk op Ophalen om de oproep te beantwoorden.

Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens de F/T-beltijd opnemen en tussen de snelle dubbele belsignalen in op #51 drukken. Als niemand aan het toestel is of wanneer iemand u een fax wil verzenden, stuurt u de oproep terug naar de machine door op l

51 te drukken.

7

59

Hoofdstuk 7

Een draadloze externe handset gebruiken die niet van Brother is

Als uw draadloze telefoon (niet Brother) verbonden is met het telefoonsnoer

(zie pagina 59) en u de draadloze handset

vaak ergens anders mee naartoe neemt, is het eenvoudiger oproepen te beantwoorden tijdens de belvertraging.

Als u de machine eerst laat antwoorden, moet u naar de machine gaan om op

Ophalen te drukken om de oproep over te zetten naar de draadloze handset.

7

Codes voor afstandsbediening gebruiken

7

Code voor activeren op afstand

Als u een faxoproep aanneemt op een extern of tweede toestel, kunt u uw machine opdragen om deze te ontvangen door de code voor activeren op afstand ( l

51 ) in te voeren. Wacht tot u de faxtonen (tsjirpende geluiden) hoort en plaats dan de hoorn terug

(zie

Fax waarnemen uu pagina 50). De

beller moet op Start drukken om de fax te verzenden.

Als u een faxoproep op de externe telefoon beantwoordt, kunt u de machine opdragen om de fax te ontvangen door op Fax start te drukken en vervolgens te drukken op

Ontvangen .

7

Code voor deactiveren op afstand

Als u een telefoonoproep ontvangt en de machine in de stand F/T staat, wordt het F/Tbelsignaal (snel dubbel belsignaal) gebruikt na de aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep op een tweede toestel aanneemt, kunt u het F/T-belsignaal uitschakelen door op #51 (zorg ervoor dat u tussen de belsignalen in hierop drukt ).

Als de machine een oproep beantwoordt en het snelle dubbel belsignaal overgaat voordat u de oproep aan kunt nemen, kunt u de oproep overzetten op de externe telefoon door op Ophalen te drukken.

7

60

Codes voor afstandsbediening inschakelen

U moet de instelling Codes voor afstandsbediening inschakelen op Aan om de code voor activeren op afstand en de code voor deactiveren op afstand te gebruiken.

7 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Act.Op Afst.

weer te geven.

h

Druk op Act.Op Afst.

.

i

Druk op Act.Op Afst.

.

j

Druk op Aan .

k

Als u de code voor activeren op afstand niet wilt wijzigen, drukt u op aanraakscherm.

op het l

Druk op .

Telefoon en externe apparaten

De codes voor afstandsbediening wijzigen

De voorgeprogrammeerde code voor activeren op afstand is l

51 . De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is #51 . Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u probeert toegang te verkrijgen tot uw externe antwoordapparaat, is het raadzaam om de codes van drie cijfers voor bediening op afstand te wijzigen, bijvoorbeeld ### en 555.

7 a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Fax weer te geven.

d

Druk op Fax .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Ontvangstmenu weer te geven.

f

Druk op Ontvangstmenu .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Act.Op Afst.

weer te geven.

h

Druk op Act.Op Afst.

.

i

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Als u de code voor activeren op afstand wilt wijzigen, drukt u op

Afstandscode . Voer de nieuwe code in en druk dan op OK .

 Als u de code voor deactiveren op afstand wilt wijzigen, drukt u op

Deactiveren . Voer de nieuwe code in en druk dan op OK .

 Wanneer u de codes niet wilt veranderen, gaat u naar stap

j .

 Als u de codes voor afstandsbediening Aan of Uit wilt wijzigen, drukt u op Act.Op Afst.

.

Druk op Aan of Uit .

j

Druk op .

7

61

8

Nummers kiezen en opslaan

Hoe kiezen

U kunt op de volgende manieren een nummer kiezen.

Handmatig kiezen

a

Plaats het document.

b

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit , drukt u op ( Fax ).

 Wanneer Faxvoorbeeld is ingesteld op Aan , drukt u op

Faxen verzenden .

( Fax ) en c

Druk op alle cijfers van het faxnummer.

8

8 d

Druk op Fax start .

Kiezen vanuit het adresboek

8 a

Plaats het document.

b

Druk op ( Fax ).

c

Druk op Adresboek .

d

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om het nummer weer te geven dat u wilt gebruiken.

 Druk op en voer de eerste letter van de naam in. Druk vervolgens op

OK .

e

Druk op het gewenste nummer of de gewenste naam.

f

Om een fax te verzenden, drukt u op

Toepassen .

g

Druk op Fax start .

De machine scant en verzendt de fax.

LDAP zoeken

Als de machine is aangesloten op uw LDAPserver, kunt u zoeken naar informatie zoals faxnummers en e-mailadressen van uw server. ( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding)

8

Faxnummer opnieuw kiezen

8

Als u een fax automatisch wilt verzenden en het nummer in gesprek is, zal de machine het nummer iedere vijf minuten automatisch drie keer opnieuw proberen.

Automatisch opnieuw kiezen werkt alleen als u Automatisch opnieuw kiezen instelt op Aan . De standaardinstelling is Aan .

Herkies werkt alleen als u het nummer op de machine hebt gekozen.

62

8

Nummers opslaan

U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: adresboek en groepsnummers voor het groepsverzenden van faxen. Wanneer u een nummer uit het adresboek kiest, verschijnt het nummer op het aanraakscherm.

OPMERKING

De nummers die in het adresboek zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.

Een pauze opslaan

8

8

Druk op Pauze om een pauze van 3,5 seconden tussen de nummers in te voegen.

U kunt zo vaak als nodig is op Pauze drukken om de pauze langer te maken.

Nummers in het adresboek opslaan

U kunt tot 300 adressen met een naam opslaan.

8 a

Druk op ( Fax ).

b

Druk op Adresboek .

c

Druk op Bewerken .

d

Druk op Nw adres toev.

.

e

Druk op Naam .

f

Voer de naam in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine

(maximaal 15 tekens). (Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor hulp bij

het invoeren van letters.)

Druk op OK .

g

Druk op Adres .

Nummers kiezen en opslaan h

Voer het fax- of telefoonnummer in met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine (maximaal 20 nummers).

Druk op OK .

OPMERKING

Als u Internetfaxen heeft gedownload:

Als u een e-mailadres wilt opslaan om dit te gebruiken voor internetfaxen of scannen naar e-mailserver, drukt u op

en voert u het e-mailadres in

(zie

Tekst invoeren uu pagina 227),

waarna u op OK drukt.

i

Druk op OK .

j

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Om een ander nummer in het adresboek op te slaan, herhaalt u

stappen c - j .

 Om het opslaan van nummers te beëindigen, drukt u op .

8

63

Hoofdstuk 8

Namen of nummers in het adresboek wijzigen

U kunt een reeds in het adresboek opgeslagen naam of nummer wijzigen of verwijderen.

Als het opgeslagen nummer een geplande taak heeft, zoals een uitgestelde fax of een nummer voor fax doorzenden, dan wordt het gedimd op het aanraakscherm. U kunt het nummer niet selecteren om het te wijzigen of te verwijderen tenzij u eerst de geplande taak annuleert ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

8 a

Druk op ( Fax ).

b

Druk op Adresboek .

c

Druk op Bewerken .

d

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk op Wijzigen om de namen of nummers te bewerken. Ga naar stap

e

.

 Druk op Verwijder om

Verwijder weer te geven.

Verwijder nummers door erop te drukken om een rood vinkje weer te geven.

Druk op OK .

Druk op Ja om te bevestigen. Ga naar stap

i

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om het nummer weer te geven dat u wilt gebruiken.

f

Druk op het nummer dat u wenst.

g

Doe het volgende:

 Om de naam te wijzigen, drukt u op

Naam . Voer de nieuwe naam in

(maximaal 15 tekens) met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine. (Zie

Tekst invoeren uu pagina 227 voor hulp bij het

invoeren van letters).

Druk op OK .

 Om het fax- of telefoonnummer te wijzigen, drukt u op Adres . Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer in

(maximaal 20 nummers) met het toetsenbord op het aanraakscherm van de machine.

Druk op OK .

OPMERKING

Opgeslagen naam of nummer wijzigen:

Om een teken te wijzigen, drukt u op d of c

om de cursor op het onjuiste teken te plaatsen, en drukt u vervolgens op .

Voer het nieuwe teken of nummer in.

h

Druk op OK om te voltooien.

Om een ander nummer in het adresboek te wijzigen, herhaalt u

stappen c - h .

i

Druk op .

64

9

Kopieën maken

9

Hoe kopiëren

In de volgende stappen wordt de basishandeling voor het kopiëren uitgelegd.

a

Voer een van de volgende handelingen uit om uw document te laden:

 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF

(automatische documentinvoer)

(zie

De automatisch documentinvoer

(ADF) gebruiken uu pagina 41).

 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat (zie

De glasplaat gebruiken uu pagina 42).

b

Druk op de knop Kopiëren op het aanraakscherm.

9

 Op het aanraakscherm verschijnt het volgende:

1

1 Aantal kopieën

U kunt het aantal kopieën invoeren met de kiestoetsen.

c

Voor meerdere kopieën voert u het aantal met twee cijfers in (maximaal 99).

d

Druk op Kleur Start of Mono start .

Kopiëren onderbreken

9

Druk op om het kopiëren te onderbreken.

Voorgeprogrammeerde kopieerinstellingen

U kunt kopiëren met diverse instellingen die reeds voor u in de machine geprogrammeerd zijn, door er gewoon op te drukken.

De volgende voorgeprogrammeerde instellingen zijn beschikbaar.

 Bon

 Normaal

 2op1(id)

 2op1

 2-zijdig (1  2)

 2-zijdig (2  2)

 Papier opslaan a

Plaats het document.

9

9 b

Druk op ( Kopiëren ).

c

Veeg naar links of rechts om de opties

Bon , Normaal , 2op1(id) , 2op1 ,

2-zijdig (1  2) , 2-zijdig

(2  2) of Papier opslaan weer te geven, en druk vervolgens op de gewenste optie.

d

Voer het gewenste aantal kopieën in.

65

Hoofdstuk 9 e

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Om meer instellingen te wijzigen gaat u naar stap

f

.

 Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, gaat u naar stap

j

.

f

Druk op Opties .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare instellingen weer te geven, en druk dan op de gewenste instelling.

h

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de beschikbare opties weer te geven, en druk dan op uw nieuwe

optie. Herhaal stap g en h

voor elke instelling die u wilt wijzigen.

OPMERKING

Als u de instellingen als snelkoppeling wilt opslaan, drukt u op Opslaan als snelkoppeling .

i

Druk op OK .

j

Druk op Kleur Start of Mono start .

Kopieerinstellingen en opties

9

U kunt de volgende kopieerinstellingen wijzigen.

(Basis gebruikershandleiding)

Zie

Papierinstellingen uu pagina 33 voor

meer informatie over het wijzigen van de volgende instellingen.

 Lade-instelling (Papierformaat en type)

 Ladegebruik: kopiëren

Druk op Kopiëren en druk vervolgens op

Opties . Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om door de kopieerinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u er op kiest u de optie. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de opties, drukt u op OK .

(Geavanceerde gebruikershandleiding)

Voor meer informatie over het wijzigen van de volgende instellingen, uu

Geavanceerde gebruikershandleiding:

 Kwaliteit

 Vergroten/verkleinen

 2-zijdige kopie

 Ladegebruik

 Dichtheid

 Contrast

 Stapel/Sorteer

 Pagina layout

 2op1(id)

 Kleur aanpassen

 2-zijdige kopie pagina-opmaak

 Achtergr.kleur verwijderen

 Opslaan als snelkoppeling

66

10

Gegevens afdrukken vanaf het

USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor massaopslag

10

Met de functie Direct Print hebt u geen computer nodig om data af te drukken. U kunt afdrukken door eenvoudigweg uw USBflashstation aan te sluiten op de USB-poort van de machine. U kunt ook een camera aansluiten en rechtstreeks vanaf de camera afdrukken als deze is ingesteld op USB Mass

Storage.

U kunt gebruik maken van een USBflashstation met de volgende specificaties:

USB-klasse USB-klasse voor massaopslag

SCSI of SFF-8070i USB-subklasse voor massaopslag

Overdrachtsprotocol Alleen bulktransfer

FAT12/FAT16/FAT32 Formaat

1

Sectorformaat

Versleuteling

Max. 4.096 bytes

Versleutelde apparaten worden niet ondersteund.

1 Het NTFS-formaat wordt niet ondersteund.

OPMERKING

• Niet alle USB-flashstations zijn compatibel met de machine.

• Als uw camera in PictBridge-modus is, kunt u er niet mee afdrukken. Raadpleeg de handleiding van uw camera om over te schakelen van de stand PictBridge naar de stand Mass Storage.

Een PRN-bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken

OPMERKING

De schermen in dit gedeelte kunnen afwijken, afhankelijk van uw toepassing en uw besturingssysteem.

a

Klik in de menubalk van een programma op Bestand en daarna op Afdrukken .

b

Selecteer Brother MFC-XXXX Printer

(1) en vink het vakje Naar bestand (2) aan .

Klik op Afdrukken .

c

Kies de map waarin u het bestand wilt opslaan en voer de bestandsnaam in als u daarom wordt gevraagd.

Als u alleen om een bestandsnaam wordt gevraagd, kunt u ook de map opgeven waarin u het bestand wilt opslaan door een naam van een map in te voeren. Bijvoorbeeld:

C:\Temp\Bestandsnaam.prn

Als een USB-flashstation op uw computer is aangesloten, kunt u het bestand rechtstreeks op het USBflashstation opslaan.

67

10

1

2 10

Hoofdstuk 10

Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf het

USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor massaopslag

10

OPMERKING

• Controleer of de digitale camera is ingeschakeld.

• U moet uw camera overschakelen van de stand PictBridge naar de stand Mass

Storage.

a

Steek het USB-flashstation of de digitale camera in de USB-poort (1) aan de voorkant van de machine.

Het aanraakscherm toont automatisch het USB-menu om te bevestigen dat het

USB-apparaat goed is aangesloten.

1

1

OPMERKING

• Als er zich een fout voordoet, wordt het

USB-menu niet weergegeven op het aanraakscherm.

• Wanneer de stand Diepe Slaap geactiveerd is op de machine, wordt er geen informatie weergegeven op het aanraakscherm, zelfs niet wanneer u een

USB-flashstation aansluit op de USBpoort. Druk op het aanraakscherm om de machine opnieuw te activeren.

• Sluit GEEN ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashstation aan op de USB-poort, om beschadiging van uw machine te voorkomen.

68

Gegevens afdrukken vanaf het USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor b

Druk op Direct afdrukken .

OPMERKING

Als uw machine is ingesteld op de Secure

Function Lock On, dan hebt u wellicht geen toegang tot Direct Print

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de gewenste mapnaam en bestandsnaam te kiezen.

Als u de mapnaam hebt geselecteerd, veegt u omhoog of omlaag, of drukt op a of b

, om de gewenste bestandsnaam te kiezen.

OPMERKING

Als u een index van de bestanden wilt afdrukken, drukt u op Indexafdruk op het aanraakscherm. Druk op Kleur

Start of Mono start om het afdrukken te starten.

d

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk op Afdrukinstell.

als u ze wilt wijzigen. Ga naar stap

e

.

 Als u de huidige instellingen niet wilt wijzigen, gaat u naar stap

h .

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de gewenste instelling weer te geven.

f

Druk op de optie die u wenst.

OPMERKING

• U kunt de volgende instellingen kiezen:

Papiersoort

Papierformaat

Meerdere pagina's

Orientatie

Tweezijdig

Sorteren

Ladegebruik

Printkwaliteit

PDF-optie

• Niet alle instellingen zijn beschikbaar voor elke type bestand.

g

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Om een andere instelling te wijzigen, herhaalt u stap

e

.

 Als u geen andere instellingen wilt wijzigen, drukt u op OK en gaat u naar stap

h .

h

Voer het gewenste aantal kopieën in met behulp van het aanraakpaneel.

i

Druk op Kleur Start of Mono start om het afdrukken te starten.

BELANGRIJK

Verwijder het USB-flashstation of de digitale camera NIET uit de USB-poort als de machine nog bezig is met afdrukken.

j

Druk op .

10

69

Hoofdstuk 10

De standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen

10

U kunt de standaardinstellingen voor rechtstreeks afdrukken wijzigen.

a

Steek het USB-flashstation of de digitale camera in de USB-poort aan de voorkant van de machine.

b

Druk op Direct afdrukken .

c

Druk op Standaardinst.

.

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om de gewenste instelling weer te geven.

Druk op de instelling.

e

Druk op de nieuwe optie die u wenst.

f

Herhaal stappen

d en e voor elke

instelling die u wilt wijzigen.

g

Druk op OK .

h

Druk op .

70

11

Afdrukken vanaf een computer

11

Een document afdrukken

De machine kan een document van uw computer ontvangen en dit afdrukken. Om af te drukken vanaf een computer, moet u de printerdriver installeren.

(Voor meer informatie over instellingen van de printerdriver, uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding) a

Installeer de Brother-printerdriver met behulp van de cd-rom of via onze website “Brother Solutions Center”

(http://solutions.brother.com/)

( uu

Installatiehandleiding).

b

Kies in uw applicatie de opdracht

Afdrukken.

c

Kies de naam van uw machine in het dialoogvenster Afdrukken en klik op

Eigenschappen (of

Voorkeursinstellingen , afhankelijk van de gebruikte toepassing).

d

Kies de instellingen die u wilt wijzigen in het dialoogvenster Eigenschappen en klik vervolgens op OK .

 Papierformaat

 Afdrukstand

 Aantal

 Mediatype

 Afdrukkwaliteit

 Kleur / Mono

 Documenttype

 Meerdere pag. afdrukken

 Tweezijdig/boekje

 Papierbron e

Klik op Afdrukken om het afdrukken te starten.

11

11

71

72

12

Hoe scannen naar een computer

12

Voor het scannen

Om de machine als een scanner te gebruiken, installeert u een scannerdriver. Als de machine zich op een netwerk bevindt, configureert u deze met een TCP/IP-adres.

 Installeer de Brother-scannerdrivers met behulp van de cd-rom of via onze website “Brother

Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) ( uu

Installatiehandleiding).

 Configureer de machine met een TCP/IP-adres als netwerkscannen niet werkt ( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

12

Hoe scannen naar een computer

Een document als PDF-bestand scannen met

ControlCenter4 (Windows

®

)

(Voor Macintosh, uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

OPMERKING

De schermen op uw computer kunnen er anders uitzien afhankelijk van uw model.

ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en eenvoudig toegang hebt tot de toepassingen die u het vaakst gebruikt. Met ControlCenter4 worden specifieke toepassingen automatisch geladen.

a

Plaats het document (zie

Hoe documenten plaatsen uu pagina 41).

b

Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.

 (Windows ® XP, Windows Vista ® en Windows ® 7)

Open ControlCenter4 door te klikken op ( Starten ) > Alle programma's > Brother >

Brother Utilities . Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien niet al geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op SCANNEN en klik vervolgens op

ControlCenter4 . De ControlCenter4-applicatie wordt geopend.

 (Windows ® 8)

Klik op ( Brother Utilities ) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op SCANNEN en daarna op ControlCenter4 . De toepassing ControlCenter4 wordt geopend.

c

Als het scherm voor ControlCenter4 verschijnt, kiest u de Geavanceerde modus en klikt u op OK .

12

12

73

Hoofdstuk 12 d

Zorg ervoor dat de machine die u wilt gebruiken, geselecteerd is in de Model vervolgkeuzelijst.

e

Klik op Bestand .

f

Druk op Scan .

De machine begint met scannen. De map waar de gescande gegevens opgeslagen worden, wordt automatisch geopend.

74

Hoe scannen naar een computer

Een document als PDF-bestand scannen met het aanraakscherm

12 a

Plaats het document (zie

Hoe documenten plaatsen uu pagina 41).

b

Druk op Scannen .

c

Veeg naar links of naar rechts om naar bestand weer te geven.

wordt in het midden van het aanraakscherm in het blauw gemarkeerd weergegeven.

d

Druk op OK .

Wanneer de machine verbonden is met een netwerk, drukt u op de computernaam.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Als u de standaardinstellingen wilt gebruiken, gaat u naar stap

h

.

 Als u de standaardinstellingen wijzigen, gaat u naar stap

e

.

e

Druk op Opties . Scaninstellingen verandert naar Inst. op apparaat .

f

Kies naar behoefte de instellingen voor 2-zijdige scan , Scantype , Resolutie ,

Bestandstype , Afmeting scan en Achtergrondkleur verwijderen .

g

Druk op OK .

h

Druk op Start .

De machine begint met scannen.

12

75

Hoofdstuk 12

1

OPMERKING

De volgende scanmodi zijn beschikbaar.

• naar USB

• naar netwerk (Windows ® )

• naar FTP/SFTP

• nr e-mailserver

• naar e-mail

• naar afbeelding

• naar OCR

• naar bestand

• WS scan

1

(Web Services-scan)

Alleen Windows

®

-gebruikers (Windows Vista

®

SP2 of recenter, Windows

®

7 en Windows

®

8)

( uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

76

A

Routinematig onderhoud

Verbruiksartikelen vervangen

U moet de toebehoren vervangen als de machine aangeeft dat de gebruiksduur van de toebehoren verlopen is. U kunt de volgende toebehoren zelf vervangen.

Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van de machine.

OPMERKING

De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat beide geïnstalleerd zijn. Als de tonercartridge zonder de drumeenheid in de machine wordt geplaatst, worden mogelijk het bericht Drumeenheid !

weergegeven.

A

Tonercartridge

Zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 81.

Modelnaam: TN-321BK

1

, TN-321C

TN-321Y

1

, TN-326BK

1

, TN-326C

1

, TN-321M

1

, TN-326M

1

1

,

,

TN-326Y

1

, TN-329BK

TN-329Y

2

, TN-900BK

2

, TN-329C

3

, TN-900C

2

3

, TN-329M

, TN-900M

2

3

,

,

TN-900Y

3

1

2

3

Beschikbaar voor MFC-L8650CDW en

MFC-L8850CDW

Beschikbaar voor MFC-L8850CDW

Beschikbaar voor MFC-L9550CDW

Drumeenheid

Zie

De drumeenheid vervangen uu pagina 87.

Modelnaam: DR-321CL

A

Riemeenheid

Zie

De riemeenheid vervangen uu pagina 93.

Modelnaam: BU-320CL

Tonerbak

Zie

De tonerbak vervangen uu pagina 98.

Modelnaam: WT-320CL

A

77

De meldingen in de tabel worden op het aanraakscherm weergegeven. Deze meldingen waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het einde van de gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te schaffen voordat de machine stopt met afdrukken.

Berichten op aanraakscherm

Voorbereiden van verbruiksartikelen

Weinig toner: X Tonercartridge

X = BK , C , M , Y

BK = Zwart

C = Cyaan

M = Magenta

Y = Geel

Gemiddelde gebruiksduur

<Zwart>

2.500 pagina's

1 2 5

4.000 pagina's

1 2 6

6.000 pagina's

1 2 7

<Cyaan, Magenta,

Geel>

1.500 pagina's

1 2 5

3.500 pagina's

1 2 6

6.000 pagina's

1 2 7

Hoe te vervangen Modelnaam

Zie pagina 81.

Drum bijna op

Riem bijna op

Drumeenheid

Riemeenheid

25.000 pagina's

50.000 pagina's

1 3 4

1 8

Zie pagina 87.

Zie pagina 93.

TN-321BK

5

,

TN-321C

5 ,

TN-321M

TN-321Y

5

,

5

,

TN-326BK

TN-326C

6

,

6

,

TN-326M

TN-326Y

6

,

6

,

TN-329BK

TN-329C

7

,

7

,

TN-329M

7

,

TN-329Y

7

,

TN-900BK

7

,

TN-900C

TN-900M

TN-900Y

7

,

7

7

,

DR-321CL

BU-320CL

Tnrbak bijna vol Tonerbak

50.000 pagina's

1

Zie pagina 98.

WT-320CL

1

4

5

2

3

6

7

8

Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.

De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.

1 pagina per taak

De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

Normale tonercartridge

Tonercartridge met hoge capaciteit

Tonercartridge met zeer hoge capaciteit

5 pagina's per taak

78

Routinematig onderhoud

U moet de machine regelmatig reinigen en bepaalde onderdelen vervangen wanneer de berichten in de tabel op het aanraakscherm verschijnen.

Berichten op aanraakscherm

Toner vervangen

Te vervangen verbruiksartikelen

Tonercartridge

Gemiddelde gebruiksduur

<Zwart>

Het aanraakscherm toont de kleur van de tonercartridge die u moet vervangen.

2.500 pagina's

1 2 5

4.000 pagina's

6.000 pagina's

1 2 6

1 2 7

BK = Zwart

C = Cyaan

M = Magenta

Y = Geel

<Cyaan, Magenta,

Geel>

1.500 pagina's

3.500 pagina's

1 2 5

1 2 6

6.000 pagina's

1 2 7

Hoe te vervangen Modelnaam

Zie pagina 81.

25.000 pagina's

1 3 4

Zie pagina 87.

TN-321BK

5

,

TN-321C

5 ,

TN-321M

TN-321Y

5

,

5

,

TN-326BK

TN-326C

6

,

6

,

TN-326M

TN-326Y

6

,

6

,

TN-329BK

TN-329C

7

,

7

,

TN-329M

7

,

TN-329Y

7

,

TN-900BK

7

,

TN-900C

TN-900M

TN-900Y

7

,

7

7

,

DR-321CL Drum vervangen Drumeenheid

Stop drumeenheid Drumeenheid

Riemeenheid vervangen

Riemeenheid

50.000 pagina's

1 8

Zie pagina 93.

BU-320CL

Tonerafvalbakje vervangen

Fuser vervangen

Vervang PF-kit MP

Vervang PF-kit1

Vervang PF-kit2

Tonerbak

Fuseereenheid

Papiertoevoerset

Papiertoevoerset

Papiertoevoerset

Vervang de laser Lasereenheid

50.000 pagina's

100.000 pagina's

50.000 pagina's

100.000 pagina's

100.000 pagina's

100.000 pagina's

1

1

1

1

1

1

Zie pagina 98.

WT-320CL

Neem contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier voor een vervangende fuseereenheid.

Neem contact op met de

Klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier om de papiertoevoerset te vervangen.

Neem contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier om de lasereenheid te vervangen.

1

2

3

4

5

Enkelzijdige pagina's van formaat A4 of Letter.

De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.

1 pagina per taak

De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

Normale tonercartridge

79

A

6

7

8

Tonercartridge met hoge capaciteit

Tonercartridge met zeer hoge capaciteit

5 pagina's per taak

OPMERKING

• Ga naar http://www.brother.com/original/index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u het gebruikte artikel niet terugstuurt, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij ( uu

Handleiding product veiligheid).

• We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.

• Als u papier gebruikt dat niet overeenkomt met het aanbevolen papier, wordt de levensduur van verbruiksartikelen en machineonderdelen mogelijk verkort.

• De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19798.

Hoe vaak u verbruiksartikelen moet vervangen is afhankelijk van het afdrukvolume, de dekkingsgraad, het gebruikte mediatype en hoe vaak de machine aan en uit wordt gezet.

• Hoe vaak de verbruiksartikelen met uitzondering van de tonercartridges moeten worden vervangen, hangt af van het afdrukvolume, de gebruikte papiersoort en of de machine in- of uitgeschakeld is.

80

Routinematig onderhoud

De tonercartridges vervangen

A

3

4

1

2

Modelnaam: TN-321BK

TN-321M

1 , TN-321Y 1

1 , TN-321C

, TN-326BK

1

2 ,

,

TN-326C

TN-329BK

2 , TN-326M

3 , TN-329C

2 , TN-326Y

3

2

, TN-329M

,

3

,

TN-329Y

TN-900M

3

3

, TN-900BK

, TN-900Y 3

3 , TN-900C 3 ,

Met een standaard tonercartridge kunt u

ongeveer 2.500 pagina's 4

(zwart) of

ongeveer 1.500 pagina's 4

(cyaan, magenta, geel) afdrukken. Met een tonercartridge met hoge capaciteit kunt u ongeveer 4.000 pagina's

4 (zwart) of ongeveer 3.500

pagina's

4 (cyaan, magenta, geel) afdrukken.

Met een tonercartridge met zeer hoge capaciteit kunt u ongeveer 6.000 pagina's

(cyaan, magenta, geel) afdrukken. De

4

daadwerkelijke paginatelling hangt af van het type document dat u over het algemeen gebruikt.

Op het aanraakscherm wordt de melding

Toner bijna op weergegeven als een tonercartridge bijna op is.

De tonercartridges die bij de machine worden meegeleverd, dienen bij de modellen

MFC-L8650CDW en MFC-L8850CDW na

ongeveer 2.500 pagina's 4

(zwart) of

ongeveer 1.500 pagina's 4

(cyaan, magenta, geel) te worden vervangen, en bij het model

MFC-L9550CDW na ongeveer 6.000 pagina's

4 (zwart, cyaan, magenta, geel).

Normale tonercartridge

Tonercartridge met hoge capaciteit

Tonercartridge met zeer hoge capaciteit

De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.

OPMERKING

• De aanduiding van de resterende levensduur van de toner verschilt naargelang de soort afgedrukte documenten en het gebruik van de klant.

• Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge klaar te houden wanneer u de waarschuwing Toner bijna op ziet.

• Wij raden het gebruik van originele tonercartridges van Brother aan voor een hoge afdrukkwaliteit. Wanneer u tonercartridges wilt aankopen, verwittigt u de Klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier.

• Wij raden u aan om de machine te reinigen wanneer u een tonercartridge vervangt (zie

De machine reinigen en controleren uu pagina 105).

• Pak de nieuwe tonercartridge NOOIT uit voor u klaar bent om de tonercartridge te installeren.

Weinig toner: X

Als het aanraakscherm de melding Weinig toner: X weergeeft, koopt u een nieuwe tonercartridge voor de kleur die op het aanraakscherm wordt aangegeven. Zorg ervoor dat u deze bij de hand hebt voordat de melding Toner vervangen verschijnt.

A

Toner vervangen

Wanneer de melding Toner vervangen weergegeven wordt op het aanraakscherm, stopt de machine met afdrukken tot u de tonercartridge vervangt.

Het aanraakscherm toont de kleur van de tonercartridge aan die u moet vervangen.

( BK =zwart, C =cyaan, M =magenta, Y =geel).

Door een nieuwe originele tonercartridge van

Brother te plaatsen, wordt het bericht Toner vervangen gereset.

A

OPMERKING

Zie

Belangrijke informatie over de levensduur van de tonercassette uu pagina 242 voor meer informatie over

hoe de levensduur van de tonercartridge wordt berekend.

81

A

De tonercartridges vervangen

a

Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is.

b

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

A c

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

82

d

Houd de tonercatridge aan de hendel vast en duw hem iets richting de machine om de cartridge te ontgrendelen. Haal de cartridge vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

Routinematig onderhoud

WAARSCHUWING

• Een tonercartridge NIET verbranden.

Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.

• Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.

( uu

Handleiding product veiligheid)

A

83

BELANGRIJK

• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.

• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

<Tonercartridge> e

Reinig de corona in de drumeenheid door het blauwe lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven.

BELANGRIJK

Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten (1). Als dit niet zo is, dan kan er een verticale streep op de afgedrukte pagina's staan.

• We raden u aan de tonercartridge op een stuk wegwerppapier of op een doek op een propere, vlakke en stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

OPMERKING

• Dicht de gebruikte tonercartridge goed af in een zak, zodat er geen tonerstof uit de cartridge kan worden gemorst.

• Ga naar http://www.brother.com/original/ index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u het gebruikte artikel niet terugstuurt, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij

( uu

Handleiding product veiligheid).

1 f

Herhaal stap

e om elk van de drie

resterende primaire corona's te reinigen.

84

g

Pak de nieuwe tonercartridge uit en verwijder de beschermlaag.

Routinematig onderhoud

BELANGRIJK

• Pak de tonercartridge uit vlak voordat u het in het apparaat plaatst. Als de tonercartridge lang voor die tijd is uitgepakt, gaat de toner minder lang mee.

• Wanneer u een uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht (of gedurende lange tijd in kamerverlichting) plaatst, kan de eenheid beschadigd worden.

• Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en werken optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele Brothertonercartridges. Brother kan deze optimale prestaties niet garanderen indien toner of tonercartridges van andere specificaties worden gebruikt. Het gebruik van andere cartridges dan die van Brother of het gebruik van cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden in combinatie met deze machine. Indien de drumeenheid of andere onderdelen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan originele Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de garantie; deze producten zijn namelijk incompatibel of ongeschikt voor deze machine.

• Plaats de nieuwe tonercartridge direct in de drumeenheid nadat u de bescherming hebt verwijderd. Raak de grijze delen aangegeven in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

A

85

h

Houd de hendel van de tonercartridge vast en schuif de tonercartridge in de drumeenheid en trek het iets naar u toe tot u het op zijn plaats hoort vastklikken.

Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

OPMERKING

Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze installeert, anders komt deze los van de drumeenheid.

i

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

BK

C

M

Y

BK

BK

TN-BK

TN-C

TN-M

TN-Y

86

BK = zwart, C = cyaan,

M = magenta, Y= geel j

Sluit de voorklep van de machine.

OPMERKING

Zorg dat u na het vervangen van de tonercartridge de machine NIET uitschakelt of de voorklep opent tot het bericht Even geduld.

verdwijnt van het aanraakscherm en het apparaat terugkeert naar de modus Gereed.

De drumeenheid vervangen

Modelnaam: DR-321CL

Een nieuwe drumeenheid kan ongeveer

25.000 enkelzijdige bladzijden van A4- of

Letter-formaat bedrukken.

1

1

De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

BELANGRIJK

Gebruik alleen originele drumeenheden en tonereenheden van Brother voor de beste prestaties. Door af te drukken met een drum- of tonereenheid van een ander merk kan niet alleen de afdrukkwaliteit minder zijn, maar kunnen ook de prestaties en de levensduur van de machine afnemen. Problemen die worden veroorzaakt door het gebruik van een drumeenheid of een tonereenheid van een ander merk, vallen niet onder de garantie.

Drumeenheid !

De coronadraden hebben een laagje papierstof of toner. Maak de coronadraden in de vier drums schoon (zie

De coronadraden reinigen uu pagina 112).

Als u de coronadraden gereinigd hebt en de fout Drumeenheid !

nog steeds op het aanraakscherm wordt weergegeven, dan heeft de drumeenheid het einde van de levensduur bereikt. Vervang de oude drumeenheid door een nieuwe.

A

A

Drum bijna op

De drumeenheid is bijna aan het einde van z'n levensduur en dient te worden vervangen.

Het verdient aanbeveling een originele

Brother-drumeenheid klaar te houden voor installatie. Koop een nieuwe drumeenheid

(DR-321CL) en houd deze bij de hand voordat u een melding 'Drum vervangen' krijgt.

A

Routinematig onderhoud

Drum vervangen

De drumeenheid heeft de geschatte gebruiksduur overschreden. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een originele Brotherdrumeenheid te installeren.

Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.

A

Stop drumeenheid

We kunnen de afdrukkwaliteit niet garanderen. Vervang de drumeenheid door een nieuwe. Het verdient aanbeveling nu een originele Brother-drumeenheid te installeren.

Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.

A

Drumeenheid vervangen

BELANGRIJK

• Verwijder de drumeenheid voorzichtig, deze kan toner bevatten. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water.

• Reinig de binnenzijde van de machine als u de drumeenheid vervangt (zie

De machine reinigen en controleren uu pagina 105).

• Pak de nieuwe drumeenheid NOOIT uit tot u klaar bent om de drumeenheid te installeren. Blootstelling aan direct zonlicht (of gedurende lange tijd aan kamerverlichting) kan de drumeenheid beschadigen.

a

Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is.

A

A

87

b

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

c

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

88

Routinematig onderhoud d

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) aan de linkerkant van de machine linksom naar de ontgrendelstand. Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast en til de voorkant van de drumeenheid omhoog en haal het uit de machine.

1

2

BELANGRIJK

• We raden u aan de drumeenheid op een stuk wegwerppapier op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.

89

A

e

Houd de tonercatridge aan de hendel vast en duw iets om de cartridge te ontgrendelen. Haal de cartridge vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

BELANGRIJK

• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.

• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

<Tonercartridge>

90

WAARSCHUWING

• Een tonercartridge NIET verbranden.

Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.

• Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.

( uu

Handleiding product veiligheid)

<Drumeenheid>

• We raden u aan de tonercartridge op een stuk wegwerppapier of op een doek op een propere, vlakke en stabiele ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

OPMERKING

• Stop de gebruikte drumeenheid in een zak en sluit deze goed af, zodat er geen tonerstof uit de drumeenheid kan lopen.

• Ga naar http://www.brother.com/original/ index.html voor instructies over het retourneren van gebruikte verbruiksartikelen aan het recyclingprogramma van Brother. Als u het gebruikte artikel niet terugstuurt, dient u dit te verwijderen conform de plaatselijke voorschriften en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij

( uu

Handleiding product veiligheid).

f

Pak de nieuwe drumeenheid uit en verwijder de beschermlaag.

Routinematig onderhoud g

Houd de hendel van de tonercartridge vast en schuif de tonercartridge in het juiste gekleurde deel van de drumeenheid tot het op z'n plek klikt.

BK

BK

TN-BK

TN-C

BK

C

M

Y

TN-M

TN-Y

BK = zwart, C = cyaan,

M = magenta, Y= geel

OPMERKING

Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze installeert, anders komt deze los van de drumeenheid.

A

91

h

Zorg ervoor dat de blauwe vergrendelhendel (1) in de ontgrendelstand staan zoals weergegeven in de afbeelding.

2

1 j

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) rechtsom naar de vergrendelstand.

2

1 k

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

i

Schuif de drumeenheid voorzichtig in de machine tot het stopt bij de blauwe vergrendelhendel.

1

2

2 l

Sluit de voorklep van de machine.

92

m

Wanneer u de drumeenheid vervangt en een nieuwe drumeenheid plaatst, moet u de drumteller resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe drumeenheid werd geleverd.

Routinematig onderhoud

De riemeenheid vervangen

Modelnaam: BU-320CL

Een nieuwe riemeenheid kan ongeveer

50.000 pagina's afdrukken (5 pagina's per taak) A4- of Letter-formaat enkelzijdige pagina's.

1

1

De levensduur van de riemeenheid is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

A

Riem bijna op

Wanneer de melding Riem bijna op weergegeven wordt op het aanraakscherm, betekent dit dat de riemeenheid bijna het einde van zijn levensduur heeft bereikt. Koop een nieuwe riemeenheid en zorg ervoor dat u deze bij de hand hebt wanneer het bericht

Riemeenheid vervangen verschijnt. Voor het vervangen van de riemeenheid, zie

Riemeenheid vervangen uu pagina 93.

A

Riemeenheid vervangen

Wanneer het bericht Riemeenheid vervangen op het aanraakscherm verschijnt, dient u de riemeenheid te vervangen.

Wanneer u de riemeenheid vervangt en een nieuwe riemeenheid plaatst, moet u de teller van de riemeenheid resetten. De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe riemeenheid werd geleverd.

A

BELANGRIJK

• Raak het oppervlak van de riemeenheid

NOOIT aan. Als u dit toch doet, kan de afdrukkwaliteit afnemen.

• Schade veroorzaakt door een foutieve hantering van de riemeenheid, kan de garantie teniet doen.

A

Riemeenheid vervangen

a

Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is.

A

93

b

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

c

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

94

Routinematig onderhoud d

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) aan de linkerkant van de machine linksom naar de ontgrendelstand. Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast en til de voorkant van de drumeenheid omhoog en haal het uit de machine.

1

2

BELANGRIJK

• We raden u aan de drumeenheid op een stuk wegwerppapier op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.

95

A

e

Houd de blauwe hendel van de riemeenheid vast, breng de riemeenheid omhoog en trek deze er vervolgens uit.

f

Pak de nieuwe riemeenheid uit en installeer de nieuwe riemeenheid in de machine. Zorg ervoor dat de riemeenheid vlak is en goed op z'n plaats past.

BELANGRIJK

Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

96

g

Zorg ervoor dat de blauwe vergrendelhendel (1) in de ontgrendelstand staan zoals weergegeven in de afbeelding.

2

1

Routinematig onderhoud i

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) rechtsom naar de vergrendelstand.

2

1 j

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

h

Schuif de drumeenheid voorzichtig in de machine tot het stopt bij de blauwe vergrendelhendel.

1

2

2

A k

Sluit de voorklep van de machine.

97

l

Als u de riemeenheid vervangt, dient u de teller van de riemeenheid te resetten.

De instructies daartoe vindt u in de doos waarin uw nieuwe riemeenheid werd geleverd.

De tonerbak vervangen

Modelnaam: WT-320CL

De levensduur van een tonerbak bedraagt ongeveer 50.000 enkelzijdige pagina's van

A4- of letter-formaat.

1

1

De tonerbak is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

A

Tnrbak bijna vol

Wanneer de melding Tnrbak bijna vol weergegeven wordt op het aanraakscherm, heeft de tonerbak bijna het einde van zijn levensduur bereikt. Koop een nieuwe tonerbak en zorg ervoor dat u deze bij de hand hebt vooraleer het bericht

Tonerafvalbakje vervangen verschijnt.

A

Tonerafvalbakje vervangen

Wanneer het bericht Tonerafvalbakje vervangen op het aanraakscherm verschijnt, dient u de tonerbak te vervangen.

A

Tonerbak vervangen

a

Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is.

A

98

b

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

Routinematig onderhoud c

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

99

A

d

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) aan de linkerkant van de machine linksom naar de ontgrendelstand. Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast en til de voorkant van de drumeenheid omhoog en haal het uit de machine.

1

2

BELANGRIJK

• We raden u aan de drumeenheid op een stuk wegwerppapier op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.

100

e

Houd de blauwe hendel van de riemeenheid vast, breng de riemeenheid omhoog en trek deze er vervolgens uit.

Routinematig onderhoud f

Verwijder de twee stukken oranje verpakkingsmateriaal en gooi ze weg.

BELANGRIJK

Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

OPMERKING

Deze stap is alleen vereist wanneer u de tonerbak de eerst keer vervangt; dit is niet vereist voor de vervangende tonerbak. De oranje verpakkingsmaterialen zijn in de fabriek aangebracht om uw machine tijdens het transport te beschermen.

A

101

g

Houd de blauwe hendel van de tonerbak vast en verwijder de tonerbak uit de machine.

WAARSCHUWING

• Plaats de tonerbak NOOIT in vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.

• Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.

( uu

Handleiding product veiligheid)

BELANGRIJK

Hergebruik de tonerbak NOOIT.

OPMERKING

• Stop de tonerbak in een geschikte zak en sluit deze goed af, zodat er geen tonerstof uit de tonerbak kan worden geknoeid.

• Gooi de gebruikte tonerbak weg conform de plaatselijke voorschriften en behandel de tonerbak niet als huishoudelijk afval.

Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij.

102

h

Pak de nieuwe tonerbak uit en installeer deze in de machine met behulp van de blauwe hendel. Zorg ervoor dat de tonerbak vlak is en goed op z'n plaats past.

Routinematig onderhoud i

Schuif de riemeenheid weer terug in de machine. Zorg ervoor dat de riemeenheid vlak is en goed op z'n plaats past.

103

A

j

Zorg ervoor dat de blauwe vergrendelhendel (1) in de ontgrendelstand staan zoals weergegeven in de afbeelding.

2

1 l

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) rechtsom naar de vergrendelstand.

2

1 m

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

k

Schuif de drumeenheid voorzichtig in de machine tot het stopt bij de blauwe vergrendelhendel.

1

2

2 n

Sluit de voorklep van de machine.

104

Routinematig onderhoud

De machine reinigen en controleren

A

Reinig de buiten- en de binnenkant van de machine regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Reinig de binnenzijde van de machine wanneer u de tonercartridge of de drumeenheid vervangt. Als er tonervlekken op een pagina staan, moet het inwendige van de machine met een droge, pluisvrije doek worden gereinigd.

WAARSCHUWING

BELANGRIJK

• Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.

Wanneer u vluchtige vloeistoffen zoals thinner of wasbenzine gebruikt, wordt het oppervlak van de machine beschadigd.

• Gebruik NOOIT reinigingsmaterialen die ammoniak bevatten.

• Gebruik NOOIT schoonmaakalcohol om vuil van het bedieningspaneel te verwijderen. Het paneel zou kunnen barsten.

• Een tonercartridge NIET verbranden.

Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.

• Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol of ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, pluisvrije doek.

( uu

Handleiding product veiligheid)

A

105

De buitenzijde van de machine reinigen

BELANGRIJK

Gebruik NOOIT vloeibare reinigingsmiddelen (inclusief ethanol).

Het aanraakscherm reinigen a

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.

b

Reinig het aanraakscherm met een droge , zachte en pluisvrije doek.

A

De buitenzijde van de machine reinigen a

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.

b

Stof de buitenkant van de machine af met een droge, pluisvrije doek.

c

Schakel de machine in.

c

Trek de papierlade volledig uit de machine.

d

Verwijder het papier dat in de papierlade is geplaatst.

106

e

Als er iets in de papierlade vastzit, dient u dit te verwijderen.

f

Stof de binnen- en buitenzijde van de papierlade af met een droge, pluisvrije doek.

2

Routinematig onderhoud

3

4

1 g

Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in de machine.

h

Schakel de machine in.

De glasplaat reinigen

A a

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.

b

Vouw de ADF-documentsteun

(automatische documentinvoer) (1) uit en open vervolgens het ADF-deksel

(automatische documentinvoer) (2).

Reinig de witte balk (3) en de strook van de glasplaat (4) eronder met een zachte, pluisvrije doek die licht is bevochtigd met water.

Sluit het ADF-deksel (automatische documentinvoer) (2) en vouw de ADFdocumentsteun (automatische documentinvoer) (1) uit.

c

Til het documentdeksel (1) op.

Reinig het witte plastic oppervlak (2) en de glasplaat (3) eronder met een zachte, pluisvrije doek die licht is bevochtigd met water.

1

2

3

A

107

d

In de ADF-eenheid (automatische documentinvoer) reinigt u de witte balk (1) en de glazen strook op de glasplaat (2) eronder met behulp van een zachte, pluisvrije doek die licht is bevochtigd met water.

1

2

Het glas van de laserscanner reinigen

A a

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.

b

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

OPMERKING

Ga nadat u de glasplaat en glazen strook hebt gereinigd met een zachte, pluisvrije doek die u licht hebt bevochtigd met water, nogmaals met uw vingertop over het glas om te controleren of zich hierop nog vuil bevindt. Reinig het glas zonodig opnieuw.

Mogelijk dient u het reinigingsproces drie tot vier keer te herhalen. Maak na elke reiniging een kopie om te controleren of de glasplaat schoon is.

e

Sluit het documentdeksel.

f

Schakel de machine in.

108

c

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

Routinematig onderhoud d

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) aan de linkerkant van de machine linksom naar de ontgrendelstand. Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast en til de voorkant van de drumeenheid omhoog en haal het uit de machine.

1

2

109

A

BELANGRIJK

• We raden u aan de drumeenheid op een stuk wegwerppapier op een schone, vlakke ondergrond te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.

e

Veeg de vier scannerschermen (1) af met een droge, zachte en pluisvrije doek.

1

• Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast tijdens het dragen.

Houd NIET de zijkanten van de drumeenheid vast.

110

f

Zorg ervoor dat de blauwe vergrendelhendel (1) in de ontgrendelstand staan zoals weergegeven in de afbeelding.

2

1

Routinematig onderhoud h

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) rechtsom naar de vergrendelstand.

2

1 i

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

g

Schuif de drumeenheid voorzichtig in de machine tot het stopt bij de blauwe vergrendelhendel.

1

2

2

A j

Sluit de voorklep van de machine.

k

Schakel de machine in.

111

De coronadraden reinigen

Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit of als op het aanraakscherm Drumeenheid !

verschijnt, reinigt u de coronadraden als volgt: a

Controleer dat de machine aanstaat.

b

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

A c

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

112

d

Houd de tonercatridge aan de hendel vast en duw hem iets richting de machine om de cartridge te ontgrendelen. Haal de cartridge vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

Routinematig onderhoud e

Reinig de corona in de drumeenheid door het blauwe lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven.

1

BELANGRIJK

• Wij raden u aan om de tonercartridge op een stuk wegwerppapier of een doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.

OPMERKING

Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten (1). Als dit niet zo is, dan kan er een verticale streep op de afgedrukte pagina's staan.

f

Herhaal stap

e om elk van de drie

resterende primaire corona's te reinigen.

A

113

g

Houd de hendel van de tonercartridge vast en schuif de tonercartridge in de drumeenheid en trek het iets naar u toe tot u het op zijn plaats hoort vastklikken.

Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

h

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

BK

C

M

Y

BK

BK

TN-BK

TN-C

TN-M

TN-Y i

Sluit de voorklep van de machine.

114

BK = zwart, C = cyaan,

M = magenta, Y= geel

De drumeenheid reinigen

Als uw afdruk om de 94 mm vlekken bevat, volgt u onderstaande stappen om het probleem te verhelpen.

a

Controleer of de machine gereed is.

A b

Druk op .

c

Druk op Alle instell.

.

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Print lijsten weer te geven.

e

Druk op Print lijsten .

f

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Drumdot afdrukken weer te geven.

g

Druk op Drumdot afdrukken .

h

De machine geeft Druk op [OK] weer.

Druk op OK .

i

De machine drukt de drumcontrolepagina af. Druk daarna op

.

j

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.

Routinematig onderhoud k

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

A

115

l

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

m

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) aan de linkerkant van de machine linksom naar de ontgrendelstand. Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast en til de voorkant van de drumeenheid omhoog en haal het uit de machine.

1

2

116

BELANGRIJK

• Wij raden u aan om de drumeenheid op een stuk wegwerppapier of een doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.

Routinematig onderhoud n

Houd de tonercatridge aan de hendel vast en duw iets om de cartridge te ontgrendelen. Haal de cartridge vervolgens uit de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

• Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast tijdens het dragen.

Houd NIET de zijkanten van de drumeenheid vast.

BELANGRIJK

• Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridges. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken te verwijderen met koud water.

• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.

<Drumeenheid>

A

117

o

Draai de drumeenheid om door de blauwe hendels vast te houden. Zorg ervoor dat het wieltje van de drumeenheid (1) zich links bevindt.

q

Gebruik de genummerde markeringen naast de drumrol om de markering te vinden. Een punt in kolom 2 op de controlepagina betekent bijvoorbeeld dat er een zich een markering bevindt op de drum in zone “2”.

1

BK

C

M

Y p

Controleer de volgende punten op de drumcontrolepagina:

 Punt kleur probleem: de kleur van de gedrukte punten is de kleur van de drum die u dient te reinigen.

 Puntlocatie: De pagina bevat acht genummerde kolommen. Het getal van de kolom met de afgedrukte dot erin wordt gebruikt om de locatie van de dot op de drum te vinden.

118

r

Nadat u de drum geselecteerd hebt, plaatst u één hand op het wieltje van de drum, en de andere hand plaatst u op de tegenoverliggende zijde van de drum. Vervolgens draait u de drum langzaam naar u toe, terwijl u het oppervlak van het vermoedelijk bevuilde deel inspecteert.

Routinematig onderhoud s

Wanneer u hebt bepaald waar de verontreiniging die de fout op de drumcontrolepagina veroorzaakt zich precies bevindt, veegt u deze plek op de drum met een wattenstaafje schoon totdat de markering is verwijderd.

BELANGRIJK

Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige drum NIET met een scherp voorwerp of met een vloeistof.

BELANGRIJK

• Raak het oppervlak van de drumeenheid

NIET met blote handen aan om problemen met de afdrukkwaliteit te vermijden.

• Reinig het oppervlak van de lichtgevoelige drum NIET met een scherp voorwerp of met een vloeistof.

A

119

t

Houd de hendel van de tonercartridge vast en schuif de tonercartridge in de drumeenheid en trek het iets naar u toe tot u het op zijn plaats hoort vastklikken.

Zorg ervoor dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het label van dezelfde kleur op de drumeenheid. Herhaal dit voor alle tonercartridges.

u

Zorg ervoor dat de blauwe vergrendelhendel (1) in de ontgrendelstand staan zoals weergegeven in de afbeelding.

2

1

BK

C

M

Y

BK

BK

TN-BK

TN-C

TN-M

TN-Y v

Schuif de drumeenheid voorzichtig in de machine tot het stopt bij de blauwe vergrendelhendel.

1

2

2

BK = zwart, C = cyaan,

M = magenta, Y= geel

120

w

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) rechtsom naar de vergrendelstand.

2

1 x

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

Routinematig onderhoud

De papierinvoerrollen reinigen

Als u de papierinvoerrol regelmatig reinigt, loopt er geen papier vast door het papier op de juiste manier in te voeren.

Als er problemen zijn met het invoeren van papier, reinigt u de papierinvoerrollen als volgt:

A a

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.

b

Trek de papierlade volledig uit de machine.

y

Sluit de voorklep van de machine.

z

Schakel de machine in en druk een testpagina af.

c

Verwijder het papier dat in de papierlade is geplaatst.

d

Als er iets in de papierlade vastzit, dient u dit te verwijderen.

A

121

e

Maak een pluisvrije doek nat met handwarm water, wring deze goed uit en veeg het scheidingsblok (1) op de papierlade af om stof te verwijderen.

1 f

Veeg de twee invoerrollen (1) in de machine af om stof te verwijderen.

1

Kleurkalibratie

De uitvoerdichtheid van elke kleur kan verschillend zijn afhankelijk van de omgeving van de machine, zoals temperatuur en vochtigheid. Met de kalibratie kunt u de kleurdichtheid verbeteren.

A a

Druk op .

b

Druk op Kalibratie .

c

Druk op Kalibreren .

d

Druk op Ja om te bevestigen.

e

De machine geeft Voltooid weer.

f

Druk op .

U kunt alle fabrieksinstellingen van de kalibratieparameters herstellen.

a

Druk op .

b

Druk op Kalibratie .

c

Druk op Herstellen .

d

Druk op Ja om te bevestigen.

e

De machine geeft Voltooid weer.

f

Druk op .

g

Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in de machine.

h

Schakel de machine in.

122

OPMERKING

• Als een foutmelding verschijnt, drukt u op

OK en probeert u opnieuw.

(Zie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126

voor meer informatie.)

• Als u de Windows ® -printerdriver gebruikt, haalt de driver de kalibratiegegevens automatisch op als Calibratiegegevens gebruiken en Apparaatgegevens automatisch opvragen geselecteerd zijn. De standaardinstellingen zijn geactiveerd. ( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

• Als u met de Macintosh-printerdriver afdrukt, moet u kalibreren via de Status

Monitor. Open de Status Monitor en selecteer vervolgens Kleurcalibratie in het menu Besturing ( uu

Software en

Netwerk gebruikershandleiding).

Routinematig onderhoud

Kleurregistratie

Als volle gedeeltes van kleur of beelden randen in cyaan, magenta of geel hebben, kunt u de functie Automatische registratie gebruiken om het probleem te verhelpen.

A a

Druk op .

b

Druk op Registratie .

c

Druk op Ja om te bevestigen.

d

De machine geeft Voltooid weer.

e

Druk op .

Autocorrectie

U kunt instellen of de kleurcorrectie

(kleurkalibratie en kleurregistratie) automatisch moet wordt uitgevoerd. De standaardinstelling is Aan . Tijdens de kleurcorrectie wordt een zekere hoeveelheid toner gebruikt.

A a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Druk op Printer .

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Kleurcorrectie weer te geven.

e

Druk op Kleurcorrectie .

f

Druk op Automatische correctie .

g

Druk op Aan of Uit .

h

Druk op .

A

123

B

Problemen oplossen

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleer dan eerst elk onderstaand item en volg de tips voor het oplossen van problemen.

U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother

Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.

Ga naar http://solutions.brother.com/.

Het probleem identificeren

Controleer eerst of:

 Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld. Zie

Andere problemen uu pagina 156 als de machine niet ingeschakeld wordt na het aansluiten van het netsnoer.

 Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.

 Het papier is correct in de papierlade geplaatst.

 De interfacekabels zijn goed aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze verbinding is zowel op de machine als uw computer ingesteld.

 Berichten op aanraakscherm

(Zie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126.)

B

Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het probleem dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina.

Problemen met papier en afdrukken:

Problemen met afdrukken uu pagina 148

Problemen met papierbehandeling uu pagina 149

Ontvangen faxen afdrukken uu pagina 150

Telefoon- en faxproblemen:

Telefoonlijn of verbindingen uu pagina 150

Inkomende oproepen behandelen uu pagina 153

Faxen ontvangen uu pagina 151

Faxen verzenden uu pagina 152

Problemen met kopiëren:

Problemen met kopiëren uu pagina 154

B

124

Problemen met scannen:

Problemen met scannen uu pagina 154

Software- en netwerkproblemen:

Problemen met de software uu pagina 154

Problemen met het netwerk uu pagina 155

Problemen oplossen

125

B

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen

Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fout- en onderhoudsmeldingen staan in de tabel.

U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen:

Ga naar http://solutions.brother.com/.

OPMERKING

Op het aanraakscherm worden de volgende namen gebruikt.

• Multifunctionele lade: MF-lade

• Standaardpapierlade: Lade1

• Optionele onderste lade: Lade2

B

Foutmelding Oorzaak

2-zijd. vastgel.

Het papier is vastgelopen onder de papierlade of fuseereenheid.

2-zijdig uitgeschakeld

Het achterdeksel van de machine is niet volledig gesloten.

2-zijdig uitgeschakeld

Plaats papier en druk op

[Opnieuw].

Hoewel het papierformaat in de papierlade overeenkomt met het papierformaat geselecteerd in het bedieningspaneel of het printerstuurprogramma, is het apparaat gestopt met afdrukken toen er een extra, ander papierformaat in de lade werd gedetecteerd.

De papierlade is uit het apparaat gehaald voordat het apparaat klaar was met het bedrukken van beide zijden van het papier.

Wat te doen

Zie

Het papier is vastgelopen onder de papierlade uu pagina 146.

Sluit het achterdeksel van de machine tot het in de gesloten positie vergrendelt.

Zorg ervoor dat de papierlade alleen het papierformaat bevat dat u geselecteerd hebt in het bedieningspaneel of het printerstuurprogramma, en druk vervolgens op

Kleur Start of Mono start .

Zet de papierlade terug en druk op Kleur

Start of Mono start .

126

Problemen oplossen

Foutmelding

Aanraakscherm initialiseren mislukt

Oorzaak

Het aanraakscherm werd bediend voor de inschakelinitialisatie voltooid was.

Er kan vuil zitten tussen het onderste gedeelte van het aanraakscherm en zijn rand.

Wat te doen

Zorg ervoor dat er niets tegen het aanraakscherm komt of erop rust.

Plaats een stuk stevig papier tussen het onderste gedeelte van het aanraakscherm en zijn rand en schuif het heen en weer om het vuil weg te duwen.

Ga op een van de volgende manieren te werk: Afdrukken onmogelijk XX

De machine heeft een mechanisch probleem.

 Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen, wacht enkele minuten en schakel de machine weer in (zie

Uw faxen of faxjournaal overbrengen uu pagina 135).

Afgebroken

Afkoelen

Even geduld.

Cartridgefout

Communicatiefout

De andere persoon of de faxmachine van de andere persoon heeft het gesprek beëindigd.

De temperatuur van de drumeenheid of de tonercartridge is te hoog. De machine onderbreekt de huidige afdruktaak en gaat in de afkoelingsstand. Tijdens het afkoelen hoort u de koelventilator draaien terwijl op het aanraakscherm de meldingen Afkoelen en Even geduld.

worden weergegeven.

De tonercartridge is niet juist geïnstalleerd.

 Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother voor ondersteuning.

Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen.

Controleer of u de ventilator in de machine kunt horen draaien, en dat de uitlaat nergens door geblokkeerd wordt.

Als de ventilator draait, verwijdert u eventuele voorwerpen rondom de uitlaat, en laat u de machine vervolgens ingeschakeld zonder deze enkele minuten aan te raken.

Als de ventilator niet draait, koppelt u de machine enkele minuten los van de stroom en verbindt u deze vervolgens opnieuw.

Haal de drumeenheid eruit, verwijder de tonercartridge voor de kleur aangeduid op het aanraakscherm en plaats het weer terug in de drumeenheid. Plaats de drumeenheid weer in de machine.

Er is een communicatiefout opgetreden wegens slechte verbinding.

Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier.

Probeer de fax nogmaals te verzenden of sluit de machine aan op een andere telefoonlijn. Als het probleem nog niet is verholpen, neemt u contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen controleren.

B

127

Foutmelding

Condensvorming

Deksel is open.

DIMM Error

Document nazien

Drum bijna op

Oorzaak

Eén van de oorzaken van deze storing kan zijn dat er condens gevormd wordt in de machine na een wijziging van de kamertemperatuur.

De voorklep is niet volledig gesloten.

De fuseerklep is niet volledig gesloten of er is papier vastgelopen in de achterzijde van de machine toen u deze inschakelde.

Wat te doen

Laat de machine aan staan. Wacht 30 minuten met de voorklep open. Zet dan de machine uit en sluit de klep. Zet het weer aan.

Sluit de voorklep van de machine.

 Sluit het fuseerdeksel, dat zich aan de binnenzijde van het achterdeksel van de machine bevindt.

 Controleer of er geen papier achter het fuseerdeksel aan de achterzijde van de machine is vastgelopen, sluit vervolgens het fuseerdeksel en druk op Start

(zie

Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine uu pagina 141).

Sluit het ADF-deksel (automatische documentinvoer) van de machine.

Het ADF-deksel (automatische documentinvoer) is niet volledig gesloten.

Het ADF-deksel (automatische documentinvoer) is geopend tijdens het laden van een document.

 De DIMM is niet juist geïnstalleerd.

 De DIMM is kapot.

 De DIMM voldoet niet aan de vereiste specificaties.

Het document is niet correct geplaatst of toegevoerd, of het document dat via de ADF

(automatische documentinvoer) is gescand, was te lang.

De drumeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.

Sluit het deksel van de ADF (automatische documentinvoer) van de machine en druk dan op .

 Zet de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder de DIMM.

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding)

 Bevestig dat de DIMM aan de vereiste specificaties voldoet. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding)

 Installeer de DIMM opnieuw. Wacht een paar seconden, steek de stekker in het stopcontact en zet de machine weer aan.

 Vervang de DIMM als deze foutmelding weer verschijnt. ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding)

Zie

uu

Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF (automatische documentinvoer) uu pagina 137 of

De automatisch documentinvoer (ADF) gebruiken pagina 41.

Bestel een nieuwe drummeenheid aan voordat het bericht Drum vervangen wordt weergegeven.

128

Problemen oplossen

Foutmelding

Drum vervangen

Drumeenheid !

Formaat onjuist

Formaatfout tweezijdig

Fout formaat

Fout lade 2

Fout toegang logboekbestand

Fuser vervangen

Geen afvaltoner

Oorzaak

De drumeenheden moeten worden vervangen.

De drumteller is na het plaatsen van een nieuwe drum niet gereset.

De coronadraden van de drumeenheid moeten worden schoongemaakt.

Wat te doen

Vervang de drumeenheid (zie

De drumeenheid vervangen uu pagina 87).

Reset de drumeenheidteller door de instructies bij de nieuwe drumeenheid te volgen.

De drumeenheid is niet juist geïnstalleerd.

Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat.

Reinig de vier primaire corona's in de drumeenheid door het blauwe lipje heen en weer te schuiven (zie

De coronadraden reinigen uu pagina 112).

Verwijder de drumeenheid, verwijder de tonercartridges van de drumeenheid en plaats de tonercartridges terug in de drumeenheid.

Installeer de drumeenheid weer in de machine.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Plaats hetzelfde papierformaat dat geselecteerd is in de printerdriver in de papierlade en druk vervolgens op Start .

 Selecteer in de printerdriver het papierformaat dat u in de opgegeven papierlade geplaatst hebt.

Het papierformaat opgegeven in de printerdriver en het menu van het aanraakscherm is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.

Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat en is niet beschikbaar voor automatisch tweezijdig afdrukken.

Druk op . Kies een papierformaat dat waarmee tweezijdig afdrukken mogelijk is.

Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor automatisch tweezijdig afdrukken is A4.

Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat aan de lade aan

(zie

Papierformaat uu pagina 33).

Het papierformaat dat u kunt gebruiken voor automatisch tweezijdig afdrukken is A4.

Kies een papierformaat dat ondersteund wordt door elke lade (zie

Papiersoort en -formaat uu pagina 36.)

Het papierformaat gedefinieerd in de printerdriver wordt niet ondersteund door de gedefinieerde lade.

De optionele onderste lade is niet goed geïnstalleerd.

De machine krijgt geen toegang tot het bestand met het afdruklogboek op de server.

De fuseereenheid moet worden vervangen.

De tonerbak is niet juist geïnstalleerd.

Plaats opnieuw de optionele onderste lade.

Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over de instellingen voor

Afdruklogboek op netwerk opslaan.

Voor meer informatie, uu

Software en

Netwerk gebruikershandleiding.

Neem contact op met de klantenservice van

Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier voor een vervangende fuseereenheid.

Installeer de tonerbak opnieuw (zie de stappen in

De tonerbak vervangen uu pagina 98).

B

129

Foutmelding

Geen antw/Bezet

Geen drumeenheid

Geen lade

Geen papier

Oorzaak

Het gebelde nummer antwoordt niet of is bezet.

De drumeenheid is niet juist geïnstalleerd.

De papierlade aangegeven op het aanraakscherm is niet geïnstalleerd of niet goed geïnstalleerd.

De machine heeft geen papier meer in de papierlade of het papier is niet correct in de papierlade geplaatst.

Wat te doen

Controleer het nummer en probeer opnieuw.

Installeer de drumeenheid opnieuw (zie de stappen in

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

Installeer de papierlade die op het aanraakscherm wordt aangegeven opnieuw.

Geen riemeenheid

Geen toestemming

Geen toner

De riemeenheid is niet correct geïnstalleerd.

Het afdrukken van kleurdocumenten wordt beperkt door Secure Function

Lock. De afdruktaak wordt geannuleerd.

De tonercartridge voor de kleur aangegeven op het aanraakscherm is niet goed geïnstalleerd.

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Plaats papier in de papierlade. Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.

 Verwijder het papier en plaats het opnieuw.

Zorg ervoor dat de papiergeleiders op het correcte formaat ingesteld zijn.

 Als het probleem niet is opgelost, moet de invoerrol voor papier worden gereinigd.

Reinig de invoerrol voor papier. (Zie

De papierinvoerrollen reinigen uu pagina 121)

Installeer de riemeenheid opnieuw (zie de stappen in

De riemeenheid vervangen uu pagina 93).

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.

Verwijder de drumeenheid, verwijder de tonercartridge voor de kleur aangegeven op het aanraakscherm van de drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid. Installeer de drumeenheid weer in de machine. Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de tonercartridge (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 81).

130

Problemen oplossen

Foutmelding

Geheugen vol

Hernoem bestand

Hub niet ondersteund

Oorzaak

Het geheugen van de machine is vol.

Wat te doen

Fax bezig met verzenden of kopiëren

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk op Nu verzenden , Deelafdruk of

Stoppen om de gescande pagina's te verzenden of te kopiëren.

 Druk op en wacht tot de andere taken zijn voltooid. Probeer het vervolgens opnieuw.

 Wis de faxen in het geheugen.

Druk de faxberichten die opgeslagen zijn in het geheugen af om het geheugen voor

100% beschikbaar te maken. Schakel daarna Fax opslaan uit om te vermijden dat er nog meer faxen in het geheugen worden opgeslagen ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

 Voeg meer geheugen toe

( uu Geavanceerde gebruikershandleiding).

Op het USB-flashstation staat al een bestand met dezelfde naam als het bestand dat u wilt opslaan.

Een USB-hub is aangesloten op de USB-direct interface.

Bezig met afdrukken

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Verlaag de afdrukresolutie

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

 Wis de faxen uit het geheugen (zie de bovenstaande uitleg).

 Voeg meer geheugen toe

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

Wijzig de naam van het bestand op het USBflashstation of van het bestand dat u wilt opslaan.

Koppel de USB-hub los van de USB-direct interface.

B

131

Foutmelding

Kalibratie mislukt.

Klein papier

Kort papier

Limiet overschreden

MP-lade vastgelopen

Onbruikb. app.

Onbruikb. app.

Verwijder apparaat. Zet uit en weer aan.

Papierstoring lade1

Lade2 vastgelopen

Oorzaak

Kalibratie mislukt.

Wat te doen

Druk op OK en probeer opnieuw.

 Houd schakelen.

ingedrukt om de machine uit te

Wacht een paar seconden en schakel de machine vervolgens weer in.

Voer de kleurkalibratie opnieuw uit met het aanraakscherm of de printerdriver

(zie

Kleurkalibratie uu pagina 122).

 Plaats een nieuwe riemeenheid (zie

De riemeenheid vervangen uu pagina 93).

 Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brotherleverancier.

Open het achterdeksel (achterste uitvoerlade) om het gedrukte papier op te vangen op de achterste uitvoerlade, en druk dan op

Opnieuw .

Het papierformaat dat opgegeven is in de printerdriver is te klein voor de machine om het uit te werpen op de neerwaarts gerichte uitvoerlade.

De lengte van het papier in de lade is te kort voor de machine om het uit te werpen op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden.

Open het achterdeksel (documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven) zodat de bedrukte pagina naar de documentuitvoer met bedrukte zijde naar boven kan gaan. Verwijder de gedrukte pagina's en druk daarna op

Opnieuw .

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.

Het maximale aantal pagina's dat u mag afdrukken is overschreden. De afdruktaak wordt geannuleerd.

Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade van de machine.

Een USB-apparaat of USBflashstation dat versleuteld is of niet wordt ondersteund, is op de USB-poort aangesloten.

Zie

Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade uu pagina 139.

Een defect USB-apparaat of een USB-apparaat dat veel energie verbruikt, werd op de

USB-direct interface aangesloten.

Het papier is vastgelopen in de papierlade van de machine.

Haal het apparaat uit de USB-poort (raadpleeg de specificaties voor ondersteunde USBflashstations in

Gegevens afdrukken vanaf het

USB-flashstation of een digitale camera met ondersteuning voor massaopslag uu pagina 67).

Koppel het apparaat los van de USB-direct interface. Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen, en schakel de machine vervolgens weer in.

Zie

Het papier is vastgelopen in de papierlade

1 of lade 2 uu pagina 140.

132

Problemen oplossen

Foutmelding Oorzaak

Printgegevens vol Het geheugen van de machine is vol.

Registratie mislukt.

Registratie mislukt.

Wat te doen

 Druk op en verwijder de eerder opgeslagen beveiligde afdruktaken.

 Voeg meer geheugen toe

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

Druk op OK en probeer opnieuw.

Riem bijna op

Riemeenheid vervangen

Scannen onmogelijk

De riemeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur.

Het is tijd om de riemeenheid te vervangen.

Het document is te lang voor dubbelzijdig scannen.

 Houd schakelen.

ingedrukt om de machine uit te

Wacht een paar seconden en schakel ze dan weer in.

Voer de automatische kleurregistratie uit met behulp van het aanraakscherm

(zie

Kleurregistratie uu pagina 123).

 Plaats een nieuwe riemeenheid (zie

De riemeenheid vervangen uu pagina 93).

 Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Klantenservice van

Brother.

Koop een nieuwe riemeenheid voordat de melding Riemeenheid vervangen verschijnt.

Vervang de riemeenheid (zie

De riemeenheid vervangen uu pagina 93).

Druk op . Gebruik papier van het geschikte formaat voor dubbelzijdig scannen

(zie

Afdrukmedia uu pagina 232).

De machine heeft een mechanisch probleem.

 Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen, en schakel de machine weer in

(zie

Uw faxen of faxjournaal overbrengen uu pagina 135).

Stop drumeenheid De drumeenheden moeten worden vervangen.

Te veel best.

Op het USB-flashstation zijn te veel bestanden opgeslagen.

Tnrbak bijna vol De tonerbak is aan het einde van zijn gebruiksduur.

ToegangGeweigerd De functie die u wilt gebruiken is beperkt door Secure

Function Lock.

 Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother voor ondersteuning.

Vervang de drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

Verminder het aantal opgeslagen bestanden op het USB-flashstation.

Koop een nieuwe tonerbak voor het bericht

Tonerafvalbakje vervangen verschijnt.

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function Lock te controleren.

133

B

Foutmelding

Toegangsfout

Toner vervangen

1

1

Het aanraakscherm toont de kleur van de tonercartridge aan die u moet vervangen.

BK =zwart, C =cyaan,

M =magenta, Y =geel

Tonerafvalbakje vervangen

Tonerfout

USB tegen schrijven beveiligd

De beveiligingsschakelaar van het USB-flashstation is ingeschakeld.

Vast achter

Vast intern

Het papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine.

Het papier is vastgelopen in de machine.

Vervang de laser Het is tijd om de lasereenheid te vervangen.

Vervang PF-kit MP

Vervang PF-kit1

Vervang PF-kit2

Weinig toner:X

1

1

(X) geeft de tonercartridge aan van de kleur die bijna aan het einde van de levensduur is.

BK =zwart, C =cyaan,

M =magenta, Y =geel

Zelfdiagnose

Oorzaak

Het apparaat werd ontkoppeld van de USB-direct interface terwijl gegevens werden verwerkt.

De tonercartridge is aan het einde van zijn gebruiksduur.

De machine stopt alle afdruktaken.

Als er voldoende geheugen beschikbaar is, worden faxen opgeslagen in het geheugen.

De tonerbak moet worden vervangen.

Een of meer tonercartridges zijn niet juist geïnstalleerd.

De papiertoevoerset moet worden vervangen.

Als de melding Toner bijna op op het aanraakscherm wordt weergegeven, kunt u nog steeds afdrukken. Het betekent echter dat de tonercartridge bijna het einde van de gebruiksduur heeft bereikt.

De temperatuur van de fuseereenheid bereikt een bepaalde temperatuur niet binnen een bepaalde tijd.

De fuseereenheid is te heet.

Wat te doen

Druk op

Afdrukken.

Zie

Zie

uu

. Sluit het apparaat opnieuw aan en probeer af te drukken via Rechtstreeks

Vervang de tonercartridge voor de kleur die aangegeven is op het aanraakscherm (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 81).

Vervang de tonerbak (zie

De tonerbak vervangen uu pagina 98).

Trek de drumeenheid naar buiten. Verwijder alle tonercartridges en plaats ze dan terug in de drumeenheid.

Schakel de beveiligingsschakelaar van het

USB-flashstation uit.

Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine uu pagina 141.

Papier is vastgelopen in de machine pagina 143.

om de lasereenheid te vervangen.

Neem contact op met de klantenservice van

Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier

Neem contact op met de Klantenservice van

Brother of uw plaatselijke Brother-leverancier om de papiertoevoerset te vervangen.

Bestel nu een nieuwe tonercartridge voor de kleur die is aangegeven op het aanraakscherm, zodat u een vervangende tonercartridge tot uw beschikking hebt wanneer de melding Toner vervangen op het aanraakscherm verschijnt.

Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen, wacht enkele seconden en schakel de machine weer in. Laat de machine gedurende 15 minuten inactief maar ingeschakeld.

134

Uw faxen of faxjournaal overbrengen

Wanneer op het aanraakscherm de volgende melding wordt weergegeven:

 Afdrukken onmogelijk XX

 Scannen onmogelijk

We adviseren u uw faxen over te brengen naar een ander faxapparaat of naar uw computer (zie

Faxen overbrengen naar een ander faxapparaat uu

pagina 135 of Faxen overbrengen naar uw computer uu pagina 136).

U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te zien of er faxen zijn die u moet overbrengen

(zie

Het faxjournaal overbrengen naar een ander faxapparaat uu pagina 136).

OPMERKING

Als er een foutmelding op het aanraakscherm van de machine verschijnt nadat de faxen zijn overgebracht, verwijdert u de stekker van de machine enkele minuten uit het stopcontact en sluit u deze vervolgens weer aan.

B

Problemen oplossen

Faxen overbrengen naar een ander faxapparaat

Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de faxoverbrengingsstand niet gebruiken (zie

Voer persoonlijke informatie in

(Stations-ID) uu pagina 23).

B a

Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.

b

Druk op .

c

Druk op Alle instell.

.

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Service weer te geven.

e

Druk op Service .

f

Druk op Dataoverdracht .

g

Druk op Fax overdracht .

h

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Als de melding Geen dataopslag op het aanraakscherm verschijnt, zijn er geen faxen meer aanwezig in het geheugen van de machine. Druk op Sluiten .

 Voer het faxnummer in van het apparaat waarnaar de faxen moeten worden verzonden.

i

Druk op Fax start .

B

135

Faxen overbrengen naar uw computer

B

U kunt de faxen van het geheugen van uw machine naar uw computer overbrengen.

a

Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.

b

Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite is geïnstalleerd en activeer vervolgens

PC-FAX Ontvangen op de computer.

Volg de instructies voor het besturingssysteem dat u gebruikt.

 (Windows ® XP, Windows Vista ®

Windows ® 7) en

In het menu ( Starten ) selecteert u Alle programma's > Brother >

Brother Utilities .

Klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd).

Klik op PC-FAX Ontvangen in de linkernavigatiebalk en klik vervolgens op Ontvangen .

 (Windows

®

8)

Klik op ( Brother Utilities ) en klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien dit nog niet is gebeurd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX

Ontvangen en daarna op

Ontvangen .

c

Controleer of u PC-Fax ontv.

hebt ingesteld op de machine

(zie

PC-FAX Receive (PC-FAX ontvangen) (alleen voor Windows ® ) uu pagina 54).

Wanneer er nog faxen in het geheugen van de machine zijn wanneer u PC-Fax ontv.

instelt, verschijnt op het aanraakscherm de vraag of u de faxen wilt overbrengen naar uw computer.

d

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Wanneer u alle faxen wilt overbrengen naar uw computer, drukt u op Ja . Als Faxvoorbeeld is ingesteld op Uit , wordt u gevraagd of u reservekopieën wilt afdrukken.

 Om af te sluiten en de faxen in het geheugen te bewaren, drukt u op

Nee .

e

Druk op .

Het faxjournaal overbrengen naar een ander faxapparaat

B

Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de faxoverbrengingsstand niet gebruiken (zie

Voer persoonlijke informatie in

(Stations-ID) uu pagina 23).

a

Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.

b

Druk op .

c

Druk op Alle instell.

.

d

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Service weer te geven.

e

Druk op Service .

f

Druk op Dataoverdracht .

g

Druk op Rapporttransfer .

h

Voer het faxnummer in waarnaar het faxjournaal moet worden verzonden.

i

Druk op Fax start .

136

Vastgelopen documenten

Document vastgelopen in de bovenzijde van de ADF

(automatische documentinvoer)

B a

Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF (automatische documentinvoer).

b

Open het ADF-deksel (automatische documentinvoer).

c

Trek het vastgelopen document er naar links uit.

B

Problemen oplossen

Document vastgelopen onder het documentdeksel

B a

Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF (automatische documentinvoer).

b

Til het documentdeksel op.

c

Trek het vastgelopen document er naar rechts uit.

Als het document scheurt, dient u ervoor te zorgen dat alle kleine papierresten verwijderd zijn om te vermijden dat het papier opnieuw vastloopt.

d

Sluit het ADF-deksel (automatische documentinvoer).

e

Druk op .

Als het document scheurt, dient u ervoor te zorgen dat alle kleine papierresten verwijderd zijn om te vermijden dat het papier opnieuw vastloopt.

d

Sluit het documentdeksel.

e

Druk op .

B

137

Kleine documenten verwijderen die zijn vastgelopen in de ADF

(automatische documentinvoer)

a

Til het documentdeksel op.

b

Plaats een stuk stevig papier, zoals

Cardstock, in de ADF (automatische documentinvoer) om kleine stukjes papier erdoor te duwen.

B

Document vastgelopen in de uitvoerlade

B a

Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF (automatische documentinvoer).

b

Trek het vastgelopen document er naar rechts uit.

c

Druk op .

c

Sluit het documentdeksel.

d

Druk op .

138

Vastgelopen papier

Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet u altijd eerst al het papier dat nog in de papierlade zit verwijderen en het papier in een nette stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat er meerdere vellen papier tegelijk worden ingevoerd en dat papier vastloopt.

B

Het papier is vastgelopen in de multifunctionele lade

B

Als op het aanraakscherm MP-lade vastgelopen wordt weergegeven, voert u deze stappen uit: a

Verwijder het papier uit de multifunctionele lade.

b

Verwijder vastgelopen papier van in en rond de multifunctionele lade.

Problemen oplossen d

Zorg er bij het plaatsen van papier in de multifunctionele lade voor dat het papier onder de geleiders voor de maximale papierhoogte (1) blijft aan beide kanten van de lade.

1 e

Druk op Opnieuw om het afdrukken voort te zetten.

c

Waaier het papier uit en plaats het terug in de multifunctionele lade.

139

B

Het papier is vastgelopen in de papierlade 1 of lade 2

B

Als de melding Papierstoring lade1 of

Lade2 vastgelopen op het aanraakscherm wordt weergegeven, voert u deze stappen uit: a

Trek de papierlade volledig uit de machine.

Voor Papierstoring lade1 : b

Trek met beide handen het vastgelopen papier voorzichtig naar buiten.

Voor Lade2 vastgelopen :

OPMERKING

Wanneer u het vastgelopen papier er naar beneden toe uittrekt, gaat het eenvoudiger.

c

Zorg ervoor dat het papier de maximummarkering ( ) van de papierlade niet bereikt. Houd de blauwe ontgrendelingshendel van de papiergeleiders ingedrukt en stel de geleiders af op het gebruikte papierformaat. Zorg dat de geleiders goed in de sleuven zitten.

d

Plaats de papierlade stevig terug in de machine.

140

Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine

B

Als de melding Vast achter op het aanraakscherm wordt weergegeven, voert u de volgende stappen uit: a

Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme interne delen van de machine kan afkoelen.

b

Open het achterdeksel.

Problemen oplossen

WAARSCHUWING

HEET

Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht tot de machine is afgekoeld voordat u interne onderdelen aanraakt.

141

B

c

Trek de blauwe lipjes (1) aan de linker- en rechterkant omlaag om de fuseerklep (2) los te maken.

d

Trek met beide handen voorzichtig het vastgelopen papier uit de fuseereenheid.

1

3

2

1

3 e

Sluit het fuseerdeksel (2).

OPMERKING

Als de enveloppehendels (3) in de achterklep omlaag worden getrokken in de enveloppestand, til de hendels dan op naar de oorspronkelijke stand voordat u de blauwe lipjes (1) omlaag trekt.

3

2

3

OPMERKING

Als u afdrukt op enveloppen, haal de enveloppehendels (3) dan weer omlaag naar de enveloppestand voordat u de achterklep sluit.

f

Zorg dat de achterklep goed is gesloten.

142

Papier is vastgelopen in de machine

B

Als op het aanraakscherm Vast intern wordt weergegeven, voert u deze stappen uit: a

Druk op de knop voorklep openen en open de voorklep.

Problemen oplossen b

Houd de blauwe hendel van de drumeenheid vast. Trek de drumeenheid zo ver mogelijk uit.

143

B

c

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) aan de linkerkant van de machine linksom naar de ontgrendelstand. Houd de blauwe hendels van de drumeenheid vast en til de voorkant van de drumeenheid omhoog en haal het uit de machine.

1

2

BELANGRIJK

• Wij raden u aan om de drumeenheid op een stuk wegwerppapier of een doek te plaatsen voor het geval u per ongeluk toner morst.

• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden.

144

d

Trek het vastgelopen papier langzaam uit.

Problemen oplossen f

Schuif de drumeenheid voorzichtig in de machine tot het stopt bij de blauwe vergrendelhendel.

1

2

2 e

Zorg ervoor dat de blauwe vergrendelhendel (1) in de ontgrendelstand staan zoals weergegeven in de afbeelding.

2

1 g

Draai de blauwe vergrendelhendel (1) rechtsom naar de vergrendelstand.

2

1

B

145

h

Duw de drumeenheid zo ver mogelijk in.

Het papier is vastgelopen onder de papierlade

Als op het aanraakscherm 2-zijd. vastgel.

wordt weergegeven, voert u deze stappen uit: a

Laat de machine gedurende 10 minuten ingeschakeld zodat de interne ventilator de extreem warme interne delen van de machine kan afkoelen.

b

Trek de papierlade volledig uit de machine.

B i

Sluit de voorklep van de machine.

OPMERKING

Als u de machine uitschakelt terwijl Vast intern wordt weergegeven op het aanraakscherm, zal de machine onvolledige gegevens van uw computer afdrukken wanneer deze is ingeschakeld.

Voordat u de machine inschakelt, dient u de taak te verwijderen uit de afdrukspoel van uw computer.

c

Zorg ervoor dat er geen vastgelopen papier meer aanwezig is in de de machine.

146

d

Als er geen papier is vastgelopen in de machine, controleert u onder de papierlade.

Problemen oplossen

WAARSCHUWING

HEET

Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wacht tot de machine is afgekoeld voordat u interne onderdelen aanraakt.

e

Als het papier niet is vastgelopen in de papierlade, opent u het achterdeksel.

f

Trek het vastgelopen papier voorzichtig en met beide handen uit de achterkant van de machine.

g

Sluit het achterdeksel tot het in de gesloten positie vergrendelt.

h

Plaats de papierlade stevig terug in de machine.

147

B

Als u problemen hebt met de machine

BELANGRIJK

• Voor technische hulp neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw plaatselijke Brother-leverancier.

• Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.

• Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.

Ga naar http://solutions.brother.com/.

B

Problemen met afdrukken

Problemen

Er kan niet worden afgedrukt.

Suggesties

Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.

Controleer of het aanraakscherm een foutmelding weergeeft (zie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126).

Controleer of de machine online is:

(Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2)

Klik op de knop ( Starten ) > Apparaten en printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer en klik op Afdruktaken weergeven . Klik op Printer in de menubalk. Controleer of Printer offline gebruiken is gewist.

(Windows Vista

®

en Windows Server

®

2008)

Klik op de knop ( Starten ) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden

> Printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer . Zorg ervoor dat Printer online gebruiken niet is vermeld. Als deze is vermeld, klik dan op deze optie om de driver online in te stellen.

(Windows

®

XP en Windows Server

®

2003)

Klik op de knop Start > Printers en faxapparaten . Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer . Zorg ervoor dat Printer online gebruiken niet is vermeld. Als deze is vermeld, klik dan op deze optie om de driver online in te stellen.

(Windows

®

8 en Windows Server

®

2012)

Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden (Hardware) op Apparaten en printers weergeven .

Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer > Afdruktaken weergeven . Als de printerdriveropties verschijnen, selecteert u uw printerdriver.

Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.

(Windows Server ® 2012 R2)

Klik op Configuratiescherm op het scherm Start . Klik in de groep Hardware op

Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op Brother

MFC-XXXX Printer > Afdruktaken weergeven . Als de printerdriveropties verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function

Lock te controleren.

148

Problemen oplossen

Problemen met afdrukken (Vervolg)

Problemen

De machine drukt niet af of is met afdrukken gestopt.

Suggesties

Druk op .

De kop- en voettekst van mijn document verschijnt wel op het scherm, maar wordt niet afgedrukt.

De machine print onverwacht of print heel slecht.

De machine annuleert de afdruktaak en wist deze uit het geheugen. De afgedrukte documenten zijn mogelijk onvolledig.

Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan (zie

onbedrukbare gedeeltes uu pagina 32).

Onscanbare en

De machine print de eerste pagina's correct, maar dan ontbreekt tekst op enkele pagina's.

Druk op om afdruktaken te annuleren.

Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze compatibel zijn met uw machine.

Controleer of de afdrukinstellingen in uw toepassing ook beschikbaar zijn in de printerdriver van de machine.

Uw computer herkent het volledige signaal van de invoerbuffer van de machine niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten

( uu Installatiehandleiding).

Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U dient A4 (60 tot 105 g/m

2

) te kiezen.

De machine drukt niet tweezijdig af, ook al is de printerdriver ingesteld op tweezijdig.

De machine geeft het USB-menu niet weer wanneer u een USBflashstation aansluit op de USBpoort.

Kan afdrukken van 'Paginalay-out' niet uitvoeren.

De afdruksnelheid is te traag.

De machine drukt niet af vanuit

Adobe

®

Illustrator

®

.

Slechte afdrukkwaliteit

Wanneer de stand Diepe Slaap is geactiveerd, ontwaakt de machine niet, zelfs niet wanneer u een USB-flashstation aansluit op de USB-poort. Druk op het aanraakscherm om de machine opnieuw te activeren.

Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.

Wijzig de instelling in de printerdriver. Als u de hoogste resolutie selecteert, duurt het langer om de gegevens te verwerken, te versturen en af te drukken.

Als de machine in de stille modus staat, is de afdruksnelheid langzamer.

Controleer de instelling stille modus ( uu Geavanceerde gebruikershandleiding).

Probeer de afdrukresolutie te verlagen ( uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).

Zie

De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 158.

Problemen met papierbehandeling

Problemen Suggesties

De machine voert geen papier in.

Zie

Foutmeldingen en onderhoudsmeldingen uu pagina 126 als op het

aanraakscherm het bericht Vastgelopen papier weergegeven wordt en het probleem niet verholpen is.

Als de papierlade leeg is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.

Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de papierlade plaatsen.

Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.

Zorg ervoor dat MF lade in de printerdriver niet is geselecteerd voor Papierbron .

Maak de papierinvoerrollen schoon (zie

De papierinvoerrollen reinigen uu pagina 121).

B

149

Problemen met papierbehandeling (Vervolg)

Problemen

De machine voert geen papier in via de multifunctionele lade.

Suggesties

Controleer of in de printerdriver MF lade is geselecteerd.

Waaier het papier uit en plaats het goed terug in de lade.

Hoe kan ik enveloppen afdrukken? Laad drie enveloppen per keer in de multifunctionele lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing (zie de handleiding bij de toepassing voor meer informatie).

Ontvangen faxen afdrukken

Problemen

 Tekst te dicht op elkaar

 Horizontale strepen

 Er ontbreken delen van de bovenste en onderste zinnen

Suggesties

Meestal is dit te wijten aan een slechte telefoonlijn. Maal een kopie; als de kopie er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.

 Ontbrekende lijnen

Verticale zwarte lijnen bij ontvangst De coronadraden voor het afdrukken kunnen vuil zijn. Maak de coronadraden op de drumeenheid schoon (zie

De coronadraden reinigen uu pagina 112).

De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.

Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.

Ontvangen faxen zien eruit als gesplitste of blanco pagina's.

De linker- en rechtermarge zijn afgebroken of een enkele pagina wordt afgedrukt op twee pagina's (zie

Papierformaat uu pagina 33).

Schakel de automatische verkleining in ( uu Geavanceerde gebruikershandleiding).

Telefoonlijn of verbindingen

Problemen Suggesties

Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is gestoken.

Wijzig de instelling voor Toon/Puls ( uu Geavanceerde gebruikershandleiding).

(voor Nederland)

De machine neemt niet op wanneer er wordt gebeld.

Als er een externe telefoon is aangesloten op de machine, stuurt u een handmatige fax door de hoorn van de externe telefoon op te nemen en het nummer te kiezen met behulp van de externe telefoon. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort en druk dan op Fax start .

Als er geen kiestoon is, sluit u een werkende telefoon en telefoonsnoer rechtstreeks aan op de hoofdtelefoonwandaansluiting. Pak vervolgens de hoorn van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort. Als er nog steeds geen kiestoon is, vraag dan uw telefoonbedrijf om de lijn en de wandcontactdoos te controleren.

Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling

(zie

Instellingen ontvangstmodus uu pagina 49).

Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te horen wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting van het telefoonsnoer. Als u de telefoon niet hoort overgaan wanneer u de machine belt, vraagt u uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren.

150

Problemen oplossen

Faxen ontvangen

Problemen

Kan geen fax ontvangen.

Suggesties

Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is gestoken. Als u een abonnement op DSL- of VoIP-diensten hebt, kunt u contact opnemen met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen.

Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. Dit is afhankelijk van externe apparaten die zijn aangesloten op dezelfde lijn als uw machine van

Brother en diensten op dezelfde lijn die u afneemt van een telefoonmaatschappij

(zie

Instellingen ontvangstmodus uu pagina 49).

 Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand Fax .

 Als uw machine van Brother een lijn deelt met een extern antwoordapparaat, selecteert u de stand Ext. TEL/ANT . In de stand Ext. TEL/ANT ontvangt uw machine van Brother automatisch inkomende faxen, en bellers kunnen een bericht achterlaten op uw antwoordapparaat.

 Als uw machine van Brother een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u wilt dat de machine automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand Fax/Telefoon . In de stand Fax/Telefoon ontvangt uw machine van Brother automatisch faxen en produceert deze een snel dubbel belsignaal om u op een telefoonoproep te attenderen.

 Selecteer de stand Handmatig als u niet wilt dat uw machine van Brother inkomende faxen beantwoordt. In de stand Handmatig moet u elke inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te ontvangen.

Een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie beantwoordt de oproep voordat uw machine van Brother reageert. Om dit te testen, stelt u de belvertraging langzamer in:

 Als de antwoordmodus is ingesteld op Fax of Fax/Telefoon , vermindert u de belvertraging tot 1 keer overgaan (zie

Belvertraging uu pagina 49).

 Als de antwoordmodus is ingesteld op Ext. TEL/ANT , vermindert u het aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot twee keer.

 Als de antwoordmodus is ingesteld op Handmatig , past u de belvertraging

NIET aan.

Laat iemand anders u een testfax sturen:

 Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine naar behoren.

Vergeet niet om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het ontvangen van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.

 Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.

B

151

Faxen ontvangen (Vervolg)

Problemen

Kan geen fax ontvangen.

(vervolg)

Suggesties

Als u een antwoordapparaat (stand Ext. TEL/ANT ) op dezelfde lijn gebruikt als de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld

(zie

Een extern antwoordapparaat verbinden uu pagina 57).

1 Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals getoond in de afbeelding,

zie pagina 57.

2 Stel uw antwoordapparaat in op een of twee keer overgaan.

3 Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.

 Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.

 Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.

 Beëindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand voor degene die handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: “Spreek een bericht in na de toon of druk op l 51 en Start om een fax te verzenden.”

4 Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.

5 Stel de ontvangststand van uw machine van Brother in op Ext. TEL/ANT

(zie

De ontvangstmodus kiezen uu pagina 46).

Controleer of de optie Fax waarnemen op uw machine van Brother is ingeschakeld. Met de functie Fax waarnemen kunt u een fax ook ontvangen wanneer u de oproep op een extern of tweede toestel hebt aangenomen (zie

Fax waarnemen uu pagina 50).

Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic (voor VoIP) te zetten

(zie

Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 157).

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function

Lock te controleren.

Faxen verzenden

Problemen

Kan geen fax verzenden.

Slechte verzendkwaliteit.

Suggesties

Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer rechtstreeks in de telefoonwandaansluiting en in de aansluiting LINE van de machine is gestoken.

Zorg ervoor dat u op Fax hebt gedrukt en dat de Faxmodus geactiveerd is op de machine (zie

Hoe een fax verzenden uu pagina 43).

Druk het Verzendrapport af en controleer of er een fout is ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function

Lock te controleren.

Vraag de andere partij om na te gaan of er papier zit in de ontvangende machine.

Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn . Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet goed is, dient u de scanner te reinigen (zie

De glasplaat reinigen uu pagina 107).

152

Problemen oplossen

Faxen verzenden (Vervolg)

Problemen

In het verzendrapport staat

RESULT : FOUT .

Verzonden faxen zijn blanco.

Verticale zwarte lijnen bij het verzenden.

Suggesties

Er is mogelijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw te verzenden. Als u een bericht via PC-Fax verzendt en RESULT : FOUT weergegeven wordt op het verzendrapport, dan is het geheugen van de machine wellicht vol.

Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie Fax opslaan uitschakelen

( uu Geavanceerde gebruikershandleiding), faxberichten afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen ( uu Geavanceerde gebruikershandleiding) of een uitgestelde fax annuleren ( uu Geavanceerde gebruikershandleiding). Als het probleem nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.

Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic (voor VoIP) te zetten

(zie

Storing op de telefoonlijn / VoIP uu pagina 157).

Laad het document op de juiste manier. Bij gebruik van de ADF (automatische documentinvoer) dient u het document met de bedrukte zijde naar boven te plaatsen. Bij gebruik van de glasplaat dient u het document met de bedrukte zijde naar beneden te plaatsen (zie

Documenten plaatsen uu pagina 41).

Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook (zie

De glasplaat reinigen uu pagina 107).

Inkomende oproepen behandelen

Problemen

De machine registreert een spraakverbinding als faxtonen.

Een faxoproep naar de machine overzetten.

Speciale functies op een enkele lijn.

Suggesties

Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Druk op om de machine uit te schakelen. Dit probleem kunt u wellicht vermijden door de functie Fax waarnemen uit te schakelen (zie

Fax waarnemen uu pagina 50).

Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de code voor activeren op afstand (standaardinstelling is l

51) intoetsen.

Hang op zodra uw machine opneemt.

Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave, voicemail, een antwoordapparaat, een alarmsysteem of andere speciale diensten samen met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van faxen.

Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of verstoren. De ECM-modus (foutencorrectie) van Brother kan helpen om dit probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen, wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies aanbevolen.

B

153

Problemen met kopiëren

Problemen

Kan geen kopie maken.

Suggesties

Zorg ervoor dat u op Kopiëren hebt gedrukt en dat de kopieermodus geactiveerd is op de machine (zie

Hoe kopiëren uu pagina 65).

Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal omdat er zich vuil of correctievloeistof op de glasplaat bevindt of omdat de coronadraden vuil zijn.

Reinig de glazen strook en de glasplaat en ook de witte balk en wit plastic erboven

(zie

De glasplaat reinigen uu pagina 107 en

De coronadraden reinigen uu pagina 112).

De kopieën zijn blanco.

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function

Lock te controleren.

Laad het document op de juiste manier (zie

De automatisch documentinvoer

(ADF) gebruiken uu pagina 41 of

De glasplaat gebruiken uu pagina 42).

Problemen met scannen

Problemen

Bij de start van de scan verschijnen

TWAIN- of WIA-fouten.

(Windows ® )

Bij de start van de scan verschijnen

TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)

OCR (optische tekstherkenning) werkt niet.

Suggesties

Zorg dat de Brother TWAIN- of WIA-driver als primaire bron is geselecteerd in uw scantoepassing. Klik in Nuance™ PaperPort™ 12SE bijvoorbeeld op Bureaublad

> Scaninstellingen > Selecteren...

om de Brother TWAIN-/WIA-driver te selecteren.

Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in

PageManager op File (Bestand) > Select Source (Bron selecteren ) en kies de

Brother TWAIN-driver.

Gebruikers van Macintosh kunnen ook documenten scannen met de ICAscannerdriver ( uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).

Probeer de scanresolutie te verhogen.

(Macintosh)

Presto! PageManager moet gedownload en geïnstalleerd worden voor gebruik.

Zie

Ondersteuning voor Brother oproepen (Macintosh) uu pagina 7 voor meer

instructies.

zie

Problemen met het netwerk uu pagina 155.

De functie netwerkscannen werkt niet.

Kan niet scannen.

Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function

Lock te controleren.

Problemen met de software

Problemen

Kan geen software installeren en kan niet afdrukken.

Suggesties

(Alleen Windows ® )

Voer het programma MFL-Pro Suite repareren uit op de cd-rom. Dit programma repareert en installeert de software opnieuw.

154

Problemen oplossen

Problemen met het netwerk

Problemen

Kan niet afdrukken en scannen via een netwerk nadat de softwareinstallatie werd voltooid.

De functie netwerkscannen werkt niet.

De functie PC-Fax ontvangen via het netwerk werkt niet.

De Brother-software kan niet geïnstalleerd worden.

Suggesties

Wanneer het scherm Kan niet afdrukken naar de netwerkprinter.

verschijnt, volgt u de aanwijzingen op het scherm.

Als het probleem niet is opgelost, uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.

(Windows

®

en Macintosh)

De functie Netwerkscannen werkt mogelijk niet wegens firewallinstellingen.

Wijzig de firewallinstellingen of schakel deze uit. Indien u beveiligings-

/firewallsoftware van een ander merk gebruikt, dient u deze zodanig in te stellen dat Netwerkscannen toegestaan is. Voer de volgende informatie in om poort

54925 toe te voegen voor netwerkscannen:

 Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.

 Bij Poortnummer: voer 54925 in.

 Bij Protocol: zorg ervoor dat UDP is geselecteerd.

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.

Voor meer informatie kunt u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen oplossen lezen op http://solutions.brother.com/.

(Macintosh)

Selecteer uw machine opnieuw in het venster Device Selector in het snelmenu

Model in het hoofdscherm van ControlCenter2 .

(Alleen Windows

®

)

U dient in te stellen dat eventuele beveiligings-/firewallsoftware PC-Fax ontvangen toestaat. Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:

 Bij Naam: voer een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother PC-Fax ontvangen”.

 Bij Poortnummer: voer 54926 in.

 Bij Protocol: zorg ervoor dat UDP is geselecteerd.

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.

Voor meer informatie leest u veelgestelde vragen en het onderdeel Problemen oplossen op http://solutions.brother.com/.

(Windows ® )

Als er een beveiligingswaarschuwing weergegeven wordt op het scherm van de computer tijdens de installatie, wijzigt u de instellingen van de beveiligingssoftware zodat er toegestaan wordt dat het Brotherinstallatieprogramma of een ander programma wordt uitgevoerd.

(Macintosh)

Als u de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient u deze tijdelijk uit te schakelen en daarna de Brother-software te installeren.

Er kan geen verbinding worden gemaakt met het draadloze netwerk.

Onderzoek het probleem met behulp van het WLAN-rapport . Druk op ,

Alle instell.

, Print lijsten , WLAN-rapport en druk vervolgens op OK

( uu Software en Netwerk gebruikershandleiding).

B

155

Andere problemen

Problemen

De machine kan niet worden ingeschakeld.

Suggesties

De stroomvoorziening kan nadelig zijn beïnvloed door bijvoorbeeld bliksem of een spanningspiek waardoor de interne veiligheidsmechanismes van de machine zijn ingeschakeld. Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht tien minuten, steek de stekker weer in het stopcontact en druk op om de machine in te schakelen.

1

2

Als het probleem niet is opgelost en u een stroomonderbreker gebruikt, koppel die dan los om er zeker van te zijn dat deze het probleem niet veroorzaakt. Steek de stekker van het netsnoer van de machine in een ander wandstopcontact waarvan u weet dat het goed werkt. Probeer een ander netsnoer als er nog steeds geen stroom is.

(Windows ® )

Voor het afdrukken van EPS-gegevens doet u het volgende:

De machine kan geen EPSgegevens met binary-gegevens afdrukken met de BR-Script3printerdriver.

a

Voor Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2: klik op de knop ( Starten ) > Apparaten en printers .

Windows Vista

®

en Windows Server

®

2008:

Klik op de knop ( Starten ) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers .

Windows

®

XP en Windows Server

®

2003:

Klik op de knop Start > Printers en faxapparaten .

Windows

®

8 en Windows Server

®

2012:

Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad.

Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen >

Configuratiescherm . Klik in de groep

Hardware en geluiden

Apparaten en printers weergeven .

1

op

Windows Server ® 2012 R2:

Klik op Configuratiescherm op het scherm Start . Klik in de groep

Hardware op Apparaten en printers weergeven .

b

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX

BR-Script3 en selecteer Eigenschappen van printer .

2

c

Selecteer op het tabblad Apparaatinstellingen bij TBCP de optie

Uitvoerprotocol (Tagged binary communicatieprotocol).

(Macintosh)

Als uw machine aangesloten is op een computer via een USB-poort, kunt u geen

EPS-gegevens met binary-gegevens afdrukken. U kunt de EPS-gegevens afdrukken bij de machine via een netwerk. Raadpleeg het Brother Solutions

Center op http://solutions.brother.com/ voor hulp bij het installeren van de BR-

Script3-printerdriver via het netwerk.

Windows Server

®

2012 en Windows Server

®

2012 R2: Hardware .

Windows ® XP, Windows Vista ® , Windows Server ® 2003 en Windows Server ® 2008: Eigenschappen .

156

Kiestoondetectie instellen

Wanneer u een fax automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd, voordat het nummer wordt gekozen.

Door de instelling van de kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u uw machine laten kiezen zodra er een kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd besparen bij het versturen van één fax naar een aantal verschillende nummers. Als u de instelling wijzigt en problemen krijgt met kiezen, moet u de standaardinstelling Geen detectie herstellen.

B a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Stand.instel.

weer te geven.

d

Druk op Stand.instel.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Kiestoon weer te geven.

f

Druk op Kiestoon .

g

Druk op Waarneming of Geen detectie .

h

Druk op .

Problemen oplossen

Storing op de telefoonlijn /

VoIP

Als u problemen met het verzenden of ontvangen van een fax hebt door een mogelijke storing op de telefoonlijn, raden wij u aan de instelling Synchronisatie aan te passen om de modemsnelheid voor faxhandelingen te verlagen.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Stand.instel.

weer te geven.

d

Druk op Stand.instel.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Compatibel weer te geven.

f

Druk op Compatibel .

g

Druk op Hoog , Normaal of Basic

(voor VoIP) .

 Met Basic (voor VoIP) verlaagt u de modemsnelheid naar 9.600 bps en schakelt u de foutencorrectiemodus (ECM) uit.

Tenzij u vaak te kampen krijgt met storingen op uw telefoonlijn, is het aan te raden deze functie alleen indien nodig te gebruiken.

Om de compatibiliteit met de meeste

VoIP-services te verbeteren, raadt

Brother u aan de compatibiliteitsinstelling te wijzigen naar Basic (voor VoIP) .

 Met Normaal stelt u de modemsnelheid in op 14.400 bps.

 Met Hoog stelt u de modemsnelheid in op 33.600 bps.

h

Druk op .

OPMERKING

VoIP (Voice over IP) is een telefoonsysteem dat gebruik maakt van een internetverbinding in plaats van een traditionele telefoonlijn.

B

157

B

De afdrukkwaliteit verbeteren

Als de afdrukkwaliteit niet goed is, drukt u eerst een testpagina af ( , Alle instell.

,

Printer , Afdrukopties , Testafdruk ). Als de afdruk er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met uw machine te maken. Controleer de aansluitingen van de interfacekabel en probeer om een ander document af te drukken. Als de afdruk of de testpagina die is afgedrukt met de machine niet van een goede kwaliteit is, volgt u eerst de volgende stappen. Als u dan nog problemen hebt met de afdrukkwaliteit, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips op voor het oplossen van problemen.

OPMERKING

Het gebruik van andere cartridges dan originele cartridges van Brother of het hervullen van gebruikte cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt afgeraden.

a

Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen, raden wij u aan aanbevolen papier te gebruiken.

Controleer dat u papier gebruikt dat aan de specificaties voldoet (zie Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

b

Controleer of de drumeenheden en tonercartridges goed zijn geïnstalleerd.

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

Advies

 Pas de afdrukmarges in uw toepassing aan en druk het document opnieuw af.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGH abcdefghijk

ABCD abcde

01234

Afgedrukte pagina's zijn gecomprimeerd, horizontale strepen verschijnen of tekens in de boven-, onder-, linker- en rechtermarges worden afgesneden

0123456789012345678901

9876543210987654321098

012345678

987654321

012345

987654

0123456789012345678901

9876543210987654321098

012345678

987654321

012345

987654

 Kies Tekst of Bon in de instelling voor de kopieerkwaliteit

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

 Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan

( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

Gekleurde letters en dunne letters in het originele document zijn niet duidelijk in de kopie

B

158

Problemen oplossen

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

Advies

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Kleuren zijn licht of niet duidelijk op de hele pagina

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

 Voer de kalibratie uit met het aanraakscherm of de

printerdriver (zie Kleurkalibratie uu pagina 122).

 Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan het kopiëren bent ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

 Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in het aanraakscherm of de printerdriver.

 Controleer of de instelling voor het mediatype in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt

(zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

 Schud de vier tonercartridges voorzichtig.

 Veeg het glas van de laserscanner schoon met een droge, pluisvrije, zachte doek (zie

Het glas van de laserscanner reinigen uu pagina 108).

 Veeg het glas van de laserscanner schoon met een droge, pluisvrije, zachte doek (zie

Het glas van de laserscanner reinigen uu pagina 108).

 Veeg de glasplaat schoon met een droge, pluisvrije, zachte doek (zie

De glasplaat reinigen uu pagina 107).

 Zorg ervoor dat er geen vreemde stoffen zoals een gescheurd stukje papier, kleverige etiketten of stof aanwezig zijn in de machine en rond de drumeenheid en tonercartridge.

Verticale witte strepen of stroken op de pagina

B

159

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

S TUVWXYZ. 012 3 4567 89 . ab cdefghijklmnop

S TUVWXYZ. 012 3 4567 89 . ab cdefghijklmnop q r t q r t u vwxyz.

u vwxyz.

S TUVWXYZ. 012 3 4567

S TUVWXYZ. 012 3 4567

89 . ab cdefghijklmnop

89 . ab cdefghijklmnop q q r r t t u vwxyz.

u vwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

ABCDEFGHIJKLMNOPQR

S TUVWXYZ. 012 3 4567 89 . ab cdefghijklmnop

S TUVWXYZ. 012 3 4567 89 . ab cdefghijklmnop q r t q r t u vwxyz.

u vwxyz.

S TUVWXYZ. 012 3 4567

S TUVWXYZ. 012 3 4567

89 . ab cdefghijklmnop

89 . ab cdefghijklmnop q q r r t t u vwxyz.

u vwxyz.

Gekleurde verticale strepen of lijnen op de afdruk

Advies

 Veeg de glasplaat schoon met een droge, pluisvrije, zachte doek (zie

De glasplaat reinigen uu pagina 107).

 Reinig de vier coronadraden (een voor elke kleur) in de drumeenheid door het blauwe lipje te verschuiven (zie

De coronadraden reinigen uu pagina 112).

 Controleer dat het blauwe lipje van de primaire corona in de oorspronkelijke stand staat (1).

1

 Vervang de tonercartridge die overeenkomt met de kleur van de streep of band (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

160

Problemen oplossen

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S

TUVWXYZ. 012 3

TUVWXYZ. 012 3

4567

4567

89

89

.

. ab ab cdefghijklmnop q

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3

4567 89

4567 89

. ab

. ab cdefghijklmnop q cdefghijklmnop q cdefghijklmnop q u vwxyz.

u vwxyz.

u vwxyz.

u vwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S

TUVWXYZ. 012 3

TUVWXYZ. 012 3

4567

4567

89

89

.

. ab ab cdefghijklmnop q

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3

4567 89

4567 89

. ab

. ab cdefghijklmnop q cdefghijklmnop q cdefghijklmnop q u vwxyz.

u vwxyz.

u vwxyz.

u vwxyz.

Gekleurde strepen over de pagina

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3 4567 . ab cdefghijklmnop q r s t u vwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3 4567 .

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3 4567 . ab cdefghijklmnop q r s t u ab cdefghijklmnop q r s t u vwxyz.

vwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQR S TUVWXYZ. 012 3 4567 . ab cdefghijklmnop q r s t u vwxyz.

Witte vlekken of lege deeltjes

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Advies

 Als er op de pagina gekleurde strepen verschijnen (op een afstand van 30 mm van elkaar), stelt u vast welke kleur het probleem veroorzaakt en vervangt u de tonercartridge die overeenkomt met de kleur van de strepen (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

 Indien de pagina gekleurde strepen vertoont op een afstand van 94 mm van elkaar, plaats dan een nieuwe drumeenheid

(zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

 Controleer of de instelling voor het mediatype in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt

(zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

 Controleer de omgeving van de machine. Bepaalde omstandigheden zoals hoge vochtigheid kunnen tot lege deeltjes leiden

( uu

Handleiding product veiligheid).

 Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van enkele pagina's, kan het zijn dat op het drumoppervlak een vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket (zie

De drumeenheid reinigen uu pagina 115).

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

 Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

Blanco pagina of sommige kleuren ontbreken

B

161

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

94 mm

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

94 mm

Advies

 Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van enkele blanco pagina's, kan het zijn dat op het drumoppervlak een vreemde stof plakt, zoals lijm van een etiket. Reinig de drumeenheid (zie

De drumeenheid reinigen uu pagina 115).

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

Gekleurde vlekken om de 94 mm

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

30 mm

30 mm

 Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

Gekleurde vlekken om de 30 mm

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Morsende toner of tonervlekken

 Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met een hoge luchtvochtigheid en hoge temperaturen kunnen dit probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken.

 Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

162

Problemen oplossen

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

De kleur van de afdrukken is niet wat u verwacht

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Onjuiste kleurregistratie

Advies

 Om de dichtheid van kleur te verbeteren, kalibreert u de kleuren eerst met het aanraakscherm en daarna met de printerdriver (zie

Kleurkalibratie uu pagina 122).

 Om de afdrukpositie van kleuren aan te passen en scherpere randen te verkrijgen, voert u een kleurregistratie uit met het aanraakscherm (zie

Kleurregistratie uu pagina 123).

 Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan het kopiëren bent ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

 Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in het aanraakscherm of de printerdriver ( uu

Software en

Netwerk gebruikershandleiding).

 Als de afdrukkwaliteit zwak is, vinkt u het selectievakje

Grijstinten verbeteren in de printerdriver uit ( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

 Als de afdrukkwaliteit van het zwarte gedeelte niet aan de verwachtingen beantwoordt, vinkt u het selectievakje Zwarte tinten verbeteren aan in de printerdriver ( uu

Software en

Netwerk gebruikershandleiding).

 Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

 Zorg ervoor dat de machine op een stevige en vlakke ondergrond staat.

 Voer de kleurregistratie uit met behulp van het aanraakscherm (zie

Kleurregistratie uu pagina 123).

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

 Plaats een nieuwe riemeenheid (zie

Riemeenheid vervangen uu pagina 93).

B

163

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Soms wordt de dichtheid niet gelijkmatig op de pagina weergegeven

A

B

C

D

E

W X Y Z

Advies

 Voer de kalibratie uit met het aanraakscherm of de printerdriver (zie

Kleurkalibratie uu pagina 122).

 Pas de dichtheid en het contrast van de kopie aan die u aan het kopiëren bent ( uu

Geavanceerde gebruikershandleiding).

 Vink het selectievakje Grijstinten verbeteren in de printerdriver uit. ( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.)

 Identificeer de kleur die het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe tonercartridge (zie

De tonercartridges vervangen uu pagina 82).

Om de kleur van de tonercartridge te bepalen, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/, waar u veelgestelde vragen en tips vindt voor het oplossen van problemen.

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

 Controleer of de toner besparen-modus uitgeschakeld is in het aanraakscherm of de printerdriver ( uu

Software en

Netwerk gebruikershandleiding).

 Wijzig de afdrukresolutie.

Dunne lijnen in afbeeldingen ontbreken

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

 Ga na of het achterdeksel goed gesloten is.

 Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel omhoog staan.

 Controleer of de instelling voor het mediatype in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt

(zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

Kreukelen

164

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Echobeeld

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.

Toner hecht niet goed

Gekruld of gegolfd

Problemen oplossen

Advies

 Controleer de omgeving van de machine. Een omgeving met een lage luchtvochtigheid en lage temperaturen kunnen dit probleem met de afdrukkwaliteit veroorzaken

( uu

Handleiding product veiligheid).

 Controleer of de instelling voor het mediatype in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt

(zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

 Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel omhoog staan.

 Plaats een nieuwe drumeenheid (zie

Drumeenheid vervangen uu pagina 87).

 Ga na de of de twee grijze hendels in het achterdeksel omhoog staan.

 Controleer of de instelling voor het mediatype in de printerdriver overeenkomt met het type papier dat u gebruikt

(zie

Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia uu pagina 36).

 Selecteer Tonerhechting verbeteren in de printerdriver

( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

Indien deze instelling onvoldoende verbetering oplevert, wijzigt u de instelling van de printerdriver bij Mediatype naar een dikke instelling. Als u een enveloppe drukt, kiest u Env.

Dik in de instelling voor het mediatype.

 Selecteer Omkrullen van papier voorkomen in de printerdriver ( uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding).

Als het probleem niet is opgelost, kiest u Normaal papier in de instelling voor het mediatype.

Als u een enveloppe drukt, kiest u Env. Dun in de instelling voor het mediatype.

 Als u de machine niet vaak gebruikt, ligt het papier wellicht te lang in de papierlade. Draai de stapel papier in de papierlade om. Blader de stapel papier ook door en draai het papier 180  om in de papierlade.

 Bewaar het papier op een plaats waar het niet blootstaat aan hoge temperaturen en hoge vochtigheid.

 Open het achterdeksel (opwaarts gerichte uitvoerlade) zodat de afgedrukte pagina's worden uitgeworpen naar de opwaarts gerichte uitvoerlade.

B

165

Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit

Advies

 Ga na of de enveloppehendels in het achterdeksel omlaag staan in de enveloppestand wanneer u enveloppen drukt

(zie

Papier laden in de multifunctionele lade (Multif. lade) uu pagina 27).

OPMERKING

Wanneer u klaar bent met afdrukken, opent u de achterklep en plaatst u de twee grijze hendels terug in hun oorspronkelijke stand (1) door ze omhoog te doen tot ze stoppen.

1

Enveloppen kreukelen

 Wanneer enveloppen gekreukt raken terwijl de enveloppehendels zich in de enveloppestand bevinden, druk dan af met het achterdeksel geopend, en voer met de multifunctionele lade slechts één enveloppe per keer in.

166

Informatie over de machine

Het serienummer controleren

B

B

U kunt het serienummer van de machine op het aanraakscherm bekijken.

a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Machine-info weer te geven.

d

Druk op Machine-info .

e

Druk op Serienummer .

f

Het serienummer van de machine wordt weergegeven op het aanraakscherm.

g

Druk op .

De firmwareversie controleren

U kunt de firmwareversie van de machine op het aanraakscherm bekijken.

B a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Machine-info weer te geven.

d

Druk op Machine-info .

e

Druk op Firmware-versie .

f

De firmwareversie van de machine wordt weergegeven op het aanraakscherm.

g

Druk op .

Problemen oplossen

Reset-handelingen

De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:

1 Apparaat terugstellen

U kunt de machine gedeeltelijk resetten naar de fabrieksinstellingen. De instellingen die niet gereset worden zijn: stations-ID, adresboek, rapporten, transmissieslot, secure function lock en de netwerkinstellingen.

2 Netwerk

U kunt de interne printerserver weer instellen op de fabrieksinstellingen door alleen de netwerkinformatie te resetten

(zoals het wachtwoord en het IP-adres).

3 Adresboek en fax

Deze handeling reset de volgende instellingen:

 Adresboek

(Adressen en Groepen)

 Geprogrammeerde faxtaken in het geheugen

(Uitgestelde fax, Groepsverzending)

 Stations-ID

(Naam en nummer)

 Voorblad

(Opmerkingen)

 Opties voor afstandsbediening

(Toegangscode op afstand, Fax

Opslaan, Fax Doorzenden, PC-Fax verzenden en PCFax ontvangen

(alleen voor Windows ® ))

 Oproephistoriek

(inkomende en uitgaande oproepen)

 Rapport

(Verzendrapport/Faxjournaal)

 Wachtwoord voor transmissieslot instellen

B

B

167

4 Alle instell.

U kunt de fabrieksinstellingen van de machine snel herstellen.

5 Fabrieksinstell.

Deze handeling reset alle instellingen van het apparaat terug naar de fabrieksstandaard. Fabrieksinstell.

duurt langer dan Alle instell.

.

Brother raadt u ten zeerste aan om deze functie uit te voeren wanneer u de machine wegdoet.

OPMERKING

Ontkoppel de interfacekabel voordat u

Netwerk , Alle instell.

of

Fabrieksinstell.

kiest.

De machine resetten

B a

Druk op .

b

Druk op Alle instell.

.

c

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Stand.instel.

weer te geven.

d

Druk op Stand.instel.

.

e

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

, om Herstellen weer te geven.

f

Druk op Herstellen .

g

Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b

om Apparaat terugstellen ,

Netwerk , Adresboek en fax , Alle instell.

of Fabrieksinstell.

weer te geven en druk vervolgens op de optie die u wenst.

h

Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk op Ja om de instellingen te resetten en ga naar stap

i .

 Druk op Nee om het menu zonder wijzigingen door te voeren te verlaten en ga naar stap

j .

i

U wordt gevraagd om de machine opnieuw op te starten. Ga op een van de volgende manieren te werk:

 Druk gedurende 2 seconden op Ja om de machine opnieuw op te starten. De machine begint opnieuw op te starten.

 Druk op Nee om af te sluiten zonder de machine opnieuw op te starten.

Ga naar stap

j .

OPMERKING

Als u uw machine niet opnieuw opstart, is de reset niet voltooid en blijven uw instellingen ongewijzigd.

j

Druk op .

OPMERKING

U kunt eveneens de netwerkinstellingen resetten door op , Alle instell.

en Netwerk , Netw. resetten te drukken.

168

C

Instellings- en functietabellen

De instellingstabellen gebruiken

C

Druk op de toetsen op het aanraakscherm of het aanraakpaneel om de gewenste instellingen en opties te selecteren uit de mogelijkheden die op het aanraakscherm worden weergegeven.

Raadpleeg de stapsgewijze instellingstabellen en functietabellen voor alle beschikbare opties voor elke instelling en functie. Met deze tabellen kunt u snel uw voorkeurinstellingen van de machine instellen.

C

169

C

Instellingstabellen

De instellingstabellen geven duidelijke informatie over de menu-instellingen en -opties in de programma's van de machine. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

(Instell.)

Niveau 1

( Datum en tijd )

( Toner )

Netwerk

Faxvoorbeeld

Wifi direct

Niveau 2

Datum

Tijd

Automatische zomertijd

Tijdzone

Zie

Toner uu

Niveau 3

pagina 218.

Toebehoren

Aan

Uit

*

UTCXXX:XX

Omschrijving

De datum en de tijd worden op het aanraakscherm weergegeven en op de kopteksten van de verzonden faxen vermeld.

Schakelt automatisch om naar de zomertijd.

Zie pagina

22

Zie .

Hiermee stelt u de tijdzone in voor uw land.

Hiermee verkrijgt u toegang tot de Toner menu's.

218

LAN met kabel

WLAN

Zie

Wifi direct uu

Zie

Zie

LAN met kabel

WLAN

pagina 188.

uu

uu pagina 184.

pagina 186.

Aan

Uit *

Hiermee kunt u de instelmenu's voor het bedrade LAN oproepen.

Hiermee kunt u de

WLAN-instelmenu's oproepen.

Geeft ontvangen faxen weer op het aanraakscherm.

Hiermee kunt u de instelmenu's voor

Wi-Fi Direct oproepen.

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

184

186

51

188

C

170

Instellings- en functietabellen

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren

Lade-instelling Papiersoort MF-lade Dun

Normaal pap.

*

Dik

Dikker

Kringlooppapier

Briefpapier

Etiketten

Lade 1

Lade 2

(Dit menu verschijnt alleen als u lade 2 geïnstalleerd hebt.)

Papierformaat MF-lade

Envelop

Env. Dun

Env. Dik

Glanzend papier

Dun

Normaal pap.

*

Kringlooppapier

Dun

Normaal pap.

*

Kringlooppapier

A4 *

Letter

B5(JIS)

B5(ISO)

A5

A5(lange zijde)

A6

Executive

Legal

Folio

3"x5"

Com-10

Monarch

C5

DL

Geavanceerde gebruikershandleiding

Omschrijving

Hiermee stelt u het type in van het papier in de papierlade.

Hiermee stelt u de grootte in van het papier in de papierlade.

Zie pagina

33

33

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

171

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving

Lade-instelling

(vervolg)

Papierformaat

(vervolg)

Contr. formaat

Lade 1 A4 *

Letter

B5(JIS)

A5

A5(lange zijde)

A6

Executive

Lade 2

(Dit menu verschijnt alleen als u lade 2 geïnstalleerd hebt.)

Legal

Folio

A4 *

Letter

B5(JIS)

A5

Executive

Legal

Folio

Aan *

Uit

Hiermee stelt u de grootte in van het papier in de papierlade.

Hiermee stelt u de grootte in van het papier in de papierlade.

Geef hier aan of u de melding wilt laten weergeven die u vertelt na te gaan of het papierformaat in de machine overeenkomt met de instelling in

Papierformaat .

Geavanceerde gebruikershandleiding

Zie pagina

33

33

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

172

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Lade-instelling

(vervolg)

Alle instell.

Niveau 2

Ladegebruik: kopiëren

Ladegebruik: faxen

Ladegebruik:

Afdrukken

Zie

Alle instell.

uu

Niveau 3

pagina 174.

Toebehoren Omschrijving

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2 *

MP>T2>T1

T1>T2>MP

T2>T1>MP

(De meldingen

Alleen lade 2 en

T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2

MP>T2>T1

T1>T2>MP *

T2>T1>MP

(De meldingen

Alleen lade 2 en

T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2 *

MP>T2>T1

T1>T2>MP

T2>T1>MP

(De meldingen

Alleen lade 2 en

T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Selecteer de lade die u wilt gebruiken voor de kopieermodus, de faxmodus of de afdrukmodus.

Hiermee selecteert u uw standaardinstellingen.

Zie pagina

34

34

35

174

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

173

Alle instell.

Niveau 1

Standaardinst.

Niveau 2 Niveau 3

Lade-instelling Papiersoort

Niveau 4

MF-lade

Lade 1

Lade 2

Toebehoren

Dun

Normaal pap.

*

Dik

Dikker

Kringlooppapier

Briefpapier

Etiketten

Envelop

Env. Dun

Env. Dik

Glanzend papier

Dun

Normaal pap.

*

Kringlooppapier

Dun

Normaal pap.

*

Kringlooppapier

Omschrijving

Hiermee stelt u het type in van het papier in de papierlade.

Zie pagina

33

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

174

Instellings- en functietabellen

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving

Standaardinst.

(vervolg)

Lade-instelling

(vervolg)

Papierformaat MF-lade

Lade 1

Lade 2

Com-10

Monarch

C5

DL

A4 *

Letter

B5(JIS)

A5

A5(lange zijde)

A6

Executive

A4 *

Letter

B5(JIS)

B5(ISO)

A5

A5(lange zijde)

A6

Executive

Legal

Folio

3"x5"

Legal

Folio

A4 *

Letter

B5(JIS)

A5

Executive

Legal

Folio

Hiermee stelt u de grootte in van het papier in de papierlade.

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

33

C

175

Niveau 1

Standaardinst.

(vervolg)

Niveau 2

Lade-instelling

(vervolg)

Niveau 3

Contr. formaat

Ladegebruik: kopiëren

Ladegebruik: faxen

Ladegebruik:

Afdrukken

Niveau 4

Toebehoren

Aan

Uit

*

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2 *

MP>T2>T1

T1>T2>MP

T2>T1>MP

(De meldingen

Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2

MP>T2>T1

T1>T2>MP *

T2>T1>MP

(De meldingen

Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2 *

MP>T2>T1

T1>T2>MP

T2>T1>MP

(De meldingen

Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Omschrijving

Geef hier aan of u de melding wilt laten weergeven die u vertelt na te gaan of het papierformaat in de machine overeenkomt met de instelling in

Papierformaat .

Selecteer de lade die u wilt gebruiken voor de kopieermodus, de faxmodus of de afdrukmodus.

Zie pagina

33

34

34

35

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

176

Instellings- en functietabellen

Niveau 1 Niveau 2

Standaardinst.

(vervolg)

Volume

Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie pagina

24

Belvolume

Toon

Luidspreker

Knopinstellingen Knopinstellingen beginscherm

Uit

Laag

Half *

Hoog

Uit

Laag *

Half

Hoog

Uit

Laag

Half *

Hoog

Licht *

Half

Donker

Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.

Hiermee kunt u het volume van de waarschuwingstoon aanpassen.

Hiermee kunt u het luidsprekervolume aanpassen.

24

24

LCD instell.

Ecologie

Schermverlicht

Lichtdim-timer

Toner besparen

Uit

Aan

Uit

*

10Sec.

20Sec.

30Sec.

Beginscherm

Meer1

Meer2

*

*

Tijd slaapstand

— De duur is afhankelijk van het model.

3 Min.

*

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Hiermee kunt u de helderheid van het de achtergrondverlichtin g van het aanraakscherm aanpassen.

U kunt instellen hoe lang de achtergrondverlichtin g van het aanraakscherm blijft branden na de laatste keer dat er op een toets wordt gedrukt.

Hiermee stelt u het scherm in dat wordt weergegeven wanneer u op het aanraakpaneel op

Home ( ) drukt.

Verhoogt het aantal pagina's dat de tonercartridge kan afdrukken.

Als uw apparaat is ingesteld op Toner besparen Aan , kunt u Stille modus niet instellen op Aan .

Bespaart energie.

Zie .

14

Zie .

C

177

Niveau 1

Standaardinst.

(vervolg)

Niveau 2

Ecologie

(vervolg)

Niveau 3

Stille modus

Instelblokkering Wachtw. inst.

Slot

Uit  Aan

Niveau 4 Toebehoren

Aan

Uit *

Nogmaals:

Omschrijving

Het afdrukgeluid verminderen.

Als uw apparaat is ingesteld op Stille modus Aan , kunt u

Toner besparen niet instellen op Aan .

Zorgt ervoor dat onbevoegde gebruikers de instellingen van de machine niet veranderen.

Wijzigt de naam van de snelkoppeling.

Zie pagina

Zie .

21

Instellingen snelkoppelingen

(Kies snelkoppelings knop.)

Naam snelkoppeling bewerken

Verwijder —

— Verwijdert de snelkoppeling.

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

22

178

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Fax

Niveau 2 Niveau 3

Ontvangstmenu Ontvangstmodus

Belvertraging

F/T Beltijd

Faxvoorbeeld

Fax Waarnemen

Act.Op Afst.

Auto reductie

PC-Fax ontv.

Niveau 4

( Backup

Print )

Toebehoren Omschrijving Zie pagina

46

Fax *

Fax/Telefoon

Ext. TEL/ANT

Handmatig

( 0 - 6 )

2 *

(voor Nederland)

( 0 - 10 )

2 *

(voor België)

20Sec.

30Sec.

*

40Sec.

70Sec.

Aan

Uit *

Aan

Uit

*

Act.Op Afst.

(Opties)

Aan

Uit *

Afstandscode

( l 51)

Deactiveren

(#51)

Aan *

Uit

Selecteert de ontvangstmodus die het beste in uw behoeften voorziet.

Hiermee stelt u in hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de stand Alleen fax of

Fax/Tel.

Instelling van de lengte van het snelle dubbele belsignaal in de Fax/Tel-modus.

Geeft ontvangen faxen weer op het aanraakscherm.

Ontvangt faxberichten automatisch wanneer u een oproep beantwoordt en faxtonen hoort.

Met deze optie kunt u alle oproepen op een tweede of een extern toestel aannemen, en de machine in- of uitschakelen met behulp van codes. U kunt deze codes wijzigen.

Aan

Uit

Aan

Uit

*

*

49

49

51

50

60

Hiermee verkleint u het formaat van inkomende faxen.

Stel in dat het apparaat faxberichten naar uw computer verstuurt.

Als u Aan hebt geselecteerd, kunt u voor de zekerheid

Reserveafdruk activeren.

Zie .

54

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

179

Niveau 1

Fax

(vervolg)

Niveau 2

Ontvangstmenu

(vervolg)

Verzenden instellen

Niveau 3

Geheugenontv.

Faxontvangststempel

Tweezijdig

Verzamelen

Niveau 4

( Backup

Print

)

Voorpagina-instelling Voorbeeld

Automatisch opnieuw kiezen

Bestemming afdrukken

Voorblad

Opm.

Toebehoren

Uit

*

Fax

Doorzenden

Fax Opslaan

Aan

Uit

Aan

Uit

Aan

Uit

Aan

Uit

Aan

Uit

*

*

*

*

*

Tonen *

Verbergen

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Omschrijving

Hiermee kunt u de machine instellen om faxberichten door te zenden, inkomende faxen in het geheugen op te slaan (zodat u deze kunt opvragen wanneer u niet bij uw machine bent).

Als u Fax

Doorzenden hebt geselecteerd, kunt u voor de zekerheid

Reserveafdruk activeren.

Drukt de tijd en datum van ontvangst af aan de bovenkant van de ontvangen faxen.

Hiermee worden ontvangen faxen tweezijdig afgedrukt.

Hiermee worden de uitgestelde faxen tegelijkertijd in één transmissie naar hetzelfde faxnummer verzonden.

U kunt een voorbeeld afdrukken van het faxvoorblad. U kunt informatie invullen en samen met uw document faxen.

Voor het instellen van uw eigen opmerkingen op het faxvoorblad.

Maximaal drie keer het nummer herhalen, na vijf minuten.

Stelt de machine in om tijdens het verzenden van de fax de bestemmingsinformati e op het aanraakscherm weer te geven.

Zie pagina

Zie .

62

Zie .

180

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Fax

(vervolg)

Niveau 2

Kies rapport

Print document

Afst.bediening

Niveau 3

Verzendrapp.

Journaal tijd

Kiesbeperking Cijfertoetsen

Adresboek

Niveau 4

Journaal tijd

Tijd

Dag

Toebehoren

Aan

Aan+Beeld

Uit *

Uit+Beeld

Geen rapport

Uit

Na 50 faxen *

Elke 6 uur

Elke 12 uur

Elke 24 uur

Elke 2 dagen

Elke 7 dagen

Elke maandag *

Elke dinsdag

Elke woensdag

Elke donderdag

Elke vrijdag

Elke zaterdag

Elke zondag

--l

# tweemaal invoeren

Aan

Uit *

# tweemaal invoeren

Aan

Uit *

Omschrijving

Voor het instellen van het verzendrapport.

Hiermee stelt u het tijdsinterval in voor het afdrukken van het faxjournaal.

Als u iets anders dan

Uit en Na 50 faxen geselecteerd hebt, dan kunt u de tijd instellen voor de gekozen optie.

Als u Elke 7 dagen geselecteerd hebt, dan kunt u ook de dag van de week instellen.

Hiermee worden inkomende faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, afgedrukt.

Voor het instellen van uw eigen code voor de afstandsbediening.

U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen.

U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van het adresboek.

Zie pagina

45

Zie .

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

181

Niveau 1

Fax

(vervolg)

Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving Zie pagina

Kiesbeperking

(vervolg)

Snelkopp.

LDAP-server

— # tweemaal invoeren

Aan

Uit *

# tweemaal invoeren

Aan

Uit *

U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van een snelkoppeling.

U kunt de machine instellen op beperkt kiezen van LDAPservernummers.

Rest. jobs — —

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Om na te gaan welke geprogrammeerde taken zich in het geheugen bevinden en geselecteerde taken te annuleren.

Zie .

182

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Printer

Niveau 2

Emulatie

Afdrukopties

Tweezijdig

Autom. doorgaan

Uitvoerkleur

Printer resetten

Niveau 3

Intern lettertype

Testafdruk

Niveau 4

Toebehoren

Autom.

*

HP LaserJet

BR-Script 3

HP LaserJet

BR-Script 3

Uit

Uit

Ja

Nee

*

Lange zijde

Korte zijde

Aan *

Autom.

Kleur

*

Zwart-wit

Omschrijving

Voor het selecteren van de emulatiemodus.

Hiermee drukt u een lijst met de interne lettertypen van de machine af.

Hiermee drukt u een testpagina af.

Hiermee schakelt u tweezijdig afdrukken in of uit en kiest u de lange of korte zijde.

Selecteer deze instelling om de machine fouten betreffende het papierformaat te doen wissen en het papier in de lade te doen gebruiken.

Kies kleur of zwart-wit voor afgedrukte documenten. Als u

Autom.

kiest, selecteert de machine een geschikte optie voor het document (kleur of zwart-wit).

Stelt de printerinstellingen weer in op de fabrieksinstellingen.

De kleurdichtheid aanpassen.

Kleurcorrectie Kalibratie

Registratie

Automatische correctie

Kalibreren Ja

Nee

Herstellen Ja

Nee

Ja

Nee

Aan *

Uit

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

De kleurkalibratie naar de fabrieksinstellingen herstellen.

Hiermee past u de afdrukpositie van elke kleur aan.

Met deze optie geeft u aan of de kleurkalibratie en de kleurregistratie moeten worden uitgevoerd.

Zie pagina

Zie .

122

123

123

C

183

Niveau 1 Niveau 2

Netwerk LAN met kabel

Niveau 3

TCP/IP

Niveau 4

Opstartmethode

Niveau 5

Toebehoren Omschrijving

Automatisch *

Statisch

RARP

Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet.

BOOTP

DHCP

( Pogingen

IP-boot )

3 *

[00000-32767]

Geef het aantal pogingen aan die de machine moet ondernemen om een

IP-adres te verkrijgen wanneer de

Opstartmethode ingesteld is op iets anders dan

Statisch .

Voer het IP-adres in.

IP-adres

Subnetmasker

Gateway

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Voer het subnetmasker in.

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

WINS-configuratie

WINS-server

Primaire

BRNXXXXXXXX

XXXX

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Secundair [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Voer de naam van het knooppunt in

(maximaal 32 tekens).

Automatisch *

Statisch

De WINSconfiguratiemodus kiezen.

Specificeer het IPadres van de primaire of secundaire WINSserver.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

184

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

LAN met kabel

(vervolg)

Niveau 3

TCP/IP

(vervolg)

Ethernet

Status bedraad

MAC-adres

Standaard maken

Bedraad inschakelen

Niveau 4

DNS-server

APIPA

IPv6

Niveau 5 Toebehoren

Primaire [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Secundair [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

— Aan *

Omschrijving

Specificeer het IPadres van de primaire of secundaire DNSserver.

Uit

Aan

Uit *

Automatisch het IPadres van het linklocal-adresbereik toewijzen.

Het IPv6-protocol in- of uitschakelen. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, kunt u naar http://solutions.

brother.com/ gaan voor meer informatie.

Automatisch *

100B-FD

100B-HD

10B-FD

10B-HD

De ethernetlinkmodus kiezen.

100B-FD actief

100B-HD actief

10B-FD actief

10B-HD actief

Inactief

Bedraad UIT

U kunt de huidige status van het bekabelde netwerk zien.

Geef het MAC-adres van de machine weer.

Ja

Nee

Aan

Uit

*

De fabrieksinstelling voor een bedraad netwerk herstellen.

De bedrade LAN handmatig in- of uitschakelen.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

185

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

WLAN

Niveau 3

TCP/IP

Niveau 4 Niveau 5

Opstartmethode —

Toebehoren Omschrijving

Automatisch *

Statisch

RARP

Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet.

BOOTP

DHCP

( Pogingen

IP-boot )

— 3 *

[00000-32767]

Geef het aantal pogingen aan die de machine moet ondernemen om een

IP-adres te verkrijgen wanneer de

Opstartmethode ingesteld is op iets anders dan

Statisch .

Voer het IP-adres in.

IP-adres

Subnetmasker

Gateway

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Voer het subnetmasker in.

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

WINS-configuratie

WINS-server

Primaire

BRWXXXXXXXX

XXXX

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Secundair [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Voer de naam van het knooppunt in

(maximaal 32 tekens).

Automatisch *

Statisch

De WINSconfiguratiemodus kiezen.

Specificeer het IPadres van de primaire of secundaire WINSserver.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

186

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

WLAN

(vervolg)

Niveau 3

TCP/IP

(vervolg)

Niveau 4

DNS-server

Niveau 5 Toebehoren

Primaire [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Secundair [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

— Aan *

Uit

Omschrijving

Specificeer het IPadres van de primaire of secundaire DNSserver.

WLAN-assistent

Inst.

Wizard

WPS/AOSS

WPS met pincode

APIPA

IPv6

Aan

Uit

*

Automatisch het IPadres van het linklocal-adresbereik toewijzen.

Het IPv6-protocol in- of uitschakelen. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, kunt u naar http://solutions.

brother.com/ gaan voor meer informatie.

(Alleen Windows ® )

U kunt de draadloze netwerkinstellingen configureren met de

Brother-cd-rom.

U kunt uw interne afdrukserver configureren.

U kunt de instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met de

éénknopsmethode.

U kunt de instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met behulp van WPS met een PIN-code.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

187

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

WLAN

(vervolg)

Niveau 3 Niveau 4

Status WLAN Status

MAC-adres

Standaard maken

WLAN

Activeren

Wifi direct Drukknop

Pincode

Signaal

SSID

Comm. Modus

Niveau 5

Toebehoren

Actief(11b)

Actief(11g)

Actief(11n)

Bedraad LAN actief

WLAN uit

Omschrijving

U kunt de status van het huidige draadloze netwerk zien.

AOSS actief

Verbinding mislukt

Sterk

Medium

Zwak

Geen

U kunt de signaalsterkte van het huidige draadloze netwerk zien.

Ad hoc

Infrastruct uur

Geen

U kunt de huidige

SSID zien.

U kunt de huidige communicatiemodu s zien.

Ja

Nee

Aan

Uit

*

Geef het MAC-adres van de machine weer.

De fabrieksinstelling voor een draadloos netwerk herstellen.

De draadloze LAN handmatig in- of uitschakelen.

U kunt de Wi-Fi

Directnetwerkinstellingen eenvoudig configureren met de

éénknopsmethode.

U kunt de Wi-Fi

Directnetwerkinstellingen eenvoudig configureren met behulp van WPS met een PIN-code.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

188

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2 Niveau 3

Wifi direct Handmatig

(vervolg)

Groepseigenaar

Niveau 4

Apparaatinformatie Apparaatnaam

SSID

IP-adres

Statusinformatie Status

Niveau 5

Toebehoren

Aan

Uit

(Mijn SSID)

Omschrijving

U kunt de Wi-Fi

Directnetwerkinstellingen handmatig configureren.

Voor het instellen van uw machine als

Groepseigenaar.

Hier kunt u de naam van uw machine bekijken.

Geef de SSID van de groepseigenaar weer.

(Aangesloten op SSID van derden)

Niet verbonden

Groepseigen aar actief(**)

Cliënt actief

Niet verbonden

Uit

Bedraad LAN actief

** = het aantal apparaten

Wanneer de machine niet aangesloten is, wordt de melding

Niet verbonden op het aanraakscherm weergegeven.

Hier kunt u het huidige IP-adres van de machine bekijken.

Hier kunt u de huidige Wi-Fi Directnetwerkstatus bekijken.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

189

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

Wifi direct Statusinformatie Signaal

(vervolg)

NFC

Niveau 3

(vervolg)

Interface inschakelen

Niveau 4

Niveau 5

Toebehoren

Sterk

Medium

Zwak

Geen

Aan

Uit

Aan

Uit

*

*

E-mail/IFAX

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload)

Mail

Address

Server instellen

SMTP

— —

Server [000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Naam

Poort 25 *

[1-65535]

Aut. voor

SMTP

Geen *

SMTP-AUT

SSL/TLS

Cert. contr.

Geen

SSL

TLS

Aan

Uit *

*

Voer het SMTPpoortnummer in.

Hiermee kiest u de beveiligingsmethod e voor emailmeldingen.

U kunt een email verzenden of ontvangen via een e-mailserver waarvoor beveiligde

SSL/TLScommunicatie vereist is.

Het SMTPservercertificaat automatisch verifiëren.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

Omschrijving

Hier kunt u de huidige Wi-Fi Directsignaalsterkte bekijken.

Als uw machine dienst doet als groepseigenaar, wordt de melding

Sterk altijd weergegeven op het aanraakscherm.

Hiermee kunt u de

WiFi Directverbinding in- of uitschakelen.

U kunt kaartverificatie gebruiken door de

NFC Reader op het bedieningspaneel aan te raken met de

IC-kaart.

Voer het emailadres in

(maximaal 60 tekens).

Voer het SMTPserveradres of de

SMTP-servernaam in (maximaal 64 tekens).

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

190

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

E-mail/IFAX

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload)

(vervolg)

Niveau 3

Server instellen

(vervolg)

Niveau 4

POP3/IMAP4

Niveau 5 Toebehoren

Protocol POP3 *

IMAP4

Geen

SSL

TLS

*

Omschrijving

Selecteer POP3 of

IMAP4 om e-mails te ontvangen.

Server

Poort

Mailbox

Naam

Wachtwoord

Mailbox

Map selecteren

SSL/TLS

Cert. contr.

[000-255].

[000-255].

[000-255].

[000-255]

Naam

110

[1-65535]

Standaard

(Postvak

IN) *

Specifiek

Aan

Uit

*

*

Voer het POP3- of

IMAP4-serveradres of de POP3- of

IMAP4-servernaam in (maximaal 64 tekens).

Voer het POP3- of

IMAP4poortnummer in.

Voer de naam van de mailbox in

(maximaal 60 tekens).

Voer het wachtwoord in om u aan te melden op de

POP3- of IMAP4server (maximaal 32 tekens).

Selecteer de emailmap. Als u

Specifiek selecteert, voert u de mapnaam in

(maximaal 60 tekens).

U kunt een e-mail verzenden of ontvangen via een e-mailserver waarvoor beveiligde

SSL/TLScommunicatie vereist is.

Het POP3- of

IMAP4servercertificaat automatisch verifiëren.

Hier kunt u APOP in- of uitschakelen.

APOP Aan

Uit *

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

191

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

E-mail/IFAX

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload)

(vervolg)

Niveau 3

Mail RX instellen

Niveau 4

Autom. pollen Autom.

Koptekst

Niveau 5 pollen

Toebehoren

Aan

Uit

*

Poll-frequ entie

1Min

(Als Autom. pollen

is ingesteld op Aan .)

3Min.

5Min.

10Min.

*

30Min.

60Min.

Alle

Onderw.+Van

+Aan

Geen *

Aan *

Uit

Omschrijving

Automatisch de server op nieuwe berichten controleren.

Hiermee stelt u het interval in voor het controleren op nieuwe berichten op de server.

Hiermee selecteert u de inhoud van de af te drukken berichtkop.

Fout mail verw./lezen

De POP3-server verwijdert automatisch foutmails. De

IMAP4-server verwijdert automatisch foutmails nadat u ze hebt gelezen.

Hiermee ontvangt u meldingsberichten.

Mail TX instellen

Bericht

Afzender onderwerp

Omvangslimiet

Aan

MDN

Uit *

Internetfax

-taak

Aan

Uit *

*

Hiermee wordt het onderwerp weergegeven dat toegevoegd is aan de internetfaxgegevens.

De grootte van emaildocumenten beperken.

Meldingsberichten versturen.

Bericht — Aan

Uit *

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

192

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Netwerk

(vervolg)

Niveau 2

E-mail/IFAX

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload)

(vervolg)

Web

Connect-instellingen

Niveau 3

Relay instellen

Handmatig ontvangen

Niveau 4

Relayeerdomein

Relay Report

Proxy-instell. Proxy-verbinding

Niveau 5

Groepsverzenden —

Toebehoren

Aan

Uit *

Aan

Uit

*

Aan

Uit *

8080 *

Aan

Uit *

Omschrijving

Hiermee wordt een document naar een andere faxmachine doorgestuurd.

De domeinnaam registreren.

Het groepsdoorstuurrap port afdrukken.

Controleer de

POP3- of IMAP4server handmatig op nieuwe berichten.

U kunt de instellingen voor webverbinding wijzigen.

Faxen naar server

Faxen naar server

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload)

Prefix —

Voorzetsel —

Adres

Poort —

Gebruikersnaam —

Wachtwoord

Beveiliging IPsec — —

U kunt een prefix-

/suffixadres opslaan in de machine en een document verzenden vanaf een faxserver.

Netw. resetten

— — —

Aan

Uit *

Ja

Nee

Hier kunt u Ipsec. in- of uitschakelen.

Hiermee worden de fabrieksinstellingen van alle netwerkinstellingen hersteld.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de Handleiding Web

Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

193

Niveau 1

Print lijsten

Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving

Een verzendrapport van uw laatste transmissie weergeven en afdrukken.

Zie pagina

Zie .

Verzendrapport Weergeven op

LCD

Adresboek

Print rapport

Fax Journaal

Drumdot afdrukken

WLAN-rapport

Gebruikersinst —

Printerinstellingen —

Netwerkconfiguratie —

De namen en nummers tonen die opgeslagen zijn in het adresboek.

Informatie tonen over de laatste

200 faxberichten die zijn ontvangen en verzonden.

(TX betekent verzonden.

RX betekent ontvangen.)

Uw instellingen tonen.

Uw printerinstellingen tonen.

Uw netwerkinstellingen tonen.

De drumcontrolepagina afdrukken.

Het resultaat van een WLANconnectiviteitsdiagnose afdrukken.

115

Zie .

Geavanceerde gebruikershandleiding

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

194

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Machine-info

Niveau 2

Serienummer

Niveau 3

Toebehoren

Omschrijving

U kunt het serienummer van uw machine controleren.

U kunt de firmwareversie van uw machine controleren.

Zie pagina

167

167

Firmware-versie Main-versie

Paginateller

Sub1-versie

Sub2-versie

Sub4-versie

Totaal

Fax/lijst

Kopiëren

Afdrukken

Levensduur onderdelen

Drumeenheid

Riemeenheid —

Fusereenheid —

Lasereenheid —

PF Kit MP —

PF Kit 1 —

PF Kit 2 —

Drumeenheid — Resetmenu

(Wordt alleen weergegeven wanneer de levensduur van de drumeenheid of de riemeenheid is verstreken.)

Riemeenheid

Geavanceerde gebruikershandleiding

Kleur

Zwart-wit

Kleur

Zwart-wit

Kleur

Zwart-wit

Kleur

Zwart-wit

Controleren hoeveel kleur- en zwart-wit-pagina's de machine tijdens haar gebruiksduur in totaal heeft afgedrukt.

De resterende levensduur van een onderdeel van de machine controleren.

Reset de teller van de drumeenheid. Wordt weergegeven wanneer u de drumeenheid vervangt.

Reset de teller van de riemeenheid. Wordt weergegeven wanneer u de riemeenheid vervangt.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie

93

98

.

C

195

Niveau 1

Stand.instel.

Niveau 2

Datum en tijd

Niveau 3

Datum

Tijd

Toebehoren

Omschrijving

De datum en de tijd toevoegen aan het aanraakscherm en aan de kopteksten van verzonden faxen.

Schakelt automatisch om naar de zomertijd.

Zie pagina

22

Zie .

Stations-ID

Toon/Puls

(voor Nederland)

Kiestoon

Tel lijn inst

Compatibel

Automatische zomertijd

Tijdzone

Aan *

Uit

UTCXXX:XX

Fax

Telefoon

Naam

Toon *

Puls

Waarneming

Geen detectie *

Normaal *

PBX

ISDN

Hoog *

Normaal

Basic (voor

VoIP)

De tijdzone in voor uw land instellen.

Stelt de naam en het faxnummer in die op elke faxpagina moeten worden afgedrukt.

De kiesmodus selecteren.

U kunt de tijd voor het waarnemen van een kiestoon verkorten.

Selecteer het type telefoonlijn.

Synchronisatie voor verzendproblemen aanpassen.

VoIP-aanbieders leveren faxondersteuning via verschillende standaards. Als u regelmatig foutmeldingen ontvangt bij het verzenden van faxen, kiest u Basic (voor

VoIP) .

Geavanceerde gebruikershandleiding

Installatiehandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

23

Zie

157

56

157

.

196

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Stand.instel.

(vervolg)

Niveau 2

Herstellen

Niveau 3

Apparaat terugstellen

Toebehoren

Ja

Nee

Omschrijving

Alle fabrieksinstellingen van de machine herstellen behalve de netwerkinstellingen, het stations-ID en adresboek.

De fabrieksinstellingen van alle netwerkinstellingen herstellen.

Zie pagina

167

Taalkeuze

Netwerk

Adresboek en fax

Ja

Nee

Ja

Nee

Alle instell.

Ja

Nee

Fabrieksinstell.

Ja

Nee

(Kies uw taal)

Alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen wissen.

Alle fabrieksinstellingen van de machine snel herstellen.

Alle fabrieksinstellingen van de machine herstellen. Voer deze handeling uit als u uw machine van de hand wilt doen.

Hiermee kunt u de taal van het aanraakscherm voor uw land veranderen.

Zie .

Geavanceerde gebruikershandleiding

Installatiehandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

197

C

Functietabellen

Fax

Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is)

Niveau 1

Herkies/Pauze

Telefoon/R

Adresboek

Niveau 2

Niveau 3

Toebehoren

Omschrijving

Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald.

Wanneer u een fax- of telefoonnummer invoert op het aanraakpaneel, verandert Opnieuw kiezen in Pauze op het aanraakscherm. Druk op

Pauze wanneer u een vertraging wenst tijdens het kiezen van nummers, zoals toegangscodes en creditcard-nummers. U kunt ook een pauze voorzien wanneer u adressen instelt.

Telefoon wijzigt naar R wanneer PBX als telefoonlijntype is geselecteerd. U kunt R gebruiken om toegang te krijgen tot een buitenlijn of om een oproep over te brengen naar een ander toestel als u op een PBX bent aangesloten.

Zoekt in het adresboek.

Zie pagina

62

( Zoeken )

Bewerken

— —

Geavanceerde gebruikershandleiding

Nw adres toev.

Slaat nummers in het adresboek op, zodat u kunt kiezen door op Adresboek te drukken op het aanraakscherm (en Fax start ).

Groepen instellen

Hiermee kunt u groepsnummers instellen voor groepsverzenden.

Wijzigen

Verwijder

Hiermee kunt u nummers in het adresboek wijzigen.

Hiermee kunt u nummers in het adresboek verwijderen.

63

Zie

64

en zie .

.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

198

C

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Adresboek

(vervolg)

Oproepoverz

Fax start

Opties

Niveau 2

Uitg. Gesprek

Faxresolutie

2-zijdige fax

Contrast

Rondsturen

Tijdklok

Niveau 3

Toepassen

Bewerken Toevoegen aan adresboek

Verwijder

Toepassen —

Nummer toevoeg.

Tijdklok

Toebehoren

Omschrijving

Hiermee kunt u een fax verzenden met behulp van het adresboek.

Zie pagina

62

en zie .

Zie .

Kies een nummer uit de lijst

Uitgaande oproepen en verstuur dan een fax naar dat nummer, voeg het nummer toe aan het adresboek of verwijder het.

Hiermee kunt u een fax verzenden.

Hiermee kunt u de resolutie voor uitgaande faxen instellen.

Zie .

Standaard *

Fijn

Superfijn

Foto

Uit *

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Autom.

*

Licht

Donker

Nummer toevoeg.

Toevoegen uit adresboek

Zoeken in adresboek

Aan

Uit *

Hiermee stelt u het dubbelzijdig scanformaat in.

Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken.

U kunt hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden.

U kunt het tijdstip instellen waarop uitgestelde faxberichten moeten worden verzonden.

Tijd inst.

Direct verzenden — Aan

Uit *

Geavanceerde gebruikershandleiding

Verzendt een fax zonder het geheugen te gebruiken.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

199

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Voorpagina instellen

Internationaal

Scanformaat glas

Nieuwe standaard

Fabrieksinstell.

Niveau 3 Toebehoren

Voorpagina instellen

Aan

Uit *

Voorblad

Opm.

1.Opmerking uit

2.Bellen a.u.b.

3.Belangrijk

4.Vertrouwelijk

5.

6.

Totaalaantal pag.

Aan

Uit *

Omschrijving

Deze functie verzendt automatisch een voorblad dat u hebt geprogrammeerd.

Ja

Nee

Ja

Nee

Letter

A4 *

Legal/Folio

(MFC-L8850CDW en

MFC-L9550CDW)

Faxresolutie

Contrast

Scanformaat glas

Direct Verzend

Voorpagina instellen

Internationaal

(Opties)

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van faxen, zet deze functie dan op Aan .

Om een document in

Letter-, Legal- of Folioformaat te faxen, moet u de instelling voor het scanformaat van de glasplaat wijzigen.

U kunt uw faxinstellingen als standaardinstellingen opslaan.

U kunt alle faxinstellingen die u hebt gewijzigd, herstellen naar de fabrieksinstellingen.

Zie pagina

Zie .

44

Zie .

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

200

Instellings- en functietabellen

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving

Opslaan als snelkoppeling

— — Adres

Faxresolutie

2-zijdige fax

Contrast

Rondsturen

Direct verzenden

Voorpagina instellen

Geavanceerde gebruikershandleiding

Internationaal

Scanformaat glas

U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling registreren.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

Zie .

201

C

Fax

Fax (Wanneer Faxvoorbeeld ingeschakeld is)

Niveau 1

Faxen verzenden

Ontvangen faxen

Adresboek

Oproepoverz

Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving

Zie

Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 198.

Afdr./verw.

Alles afdrukken

(nieuwe faxen)

— De nieuw ontvangen faxen afdrukken.

Alles afdrukken

(oude faxen)

— De oude ontvangen faxen afdrukken.

Alles verwijderen

(nieuwe faxen)

— De nieuw ontvangen faxen wissen.

Alles verwijderen

(oude fax)

Zie

Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 198.

De oude ontvangen faxen wissen.

Zie

Fax (Wanneer Faxvoorbeeld uitgeschakeld is) uu pagina 198.

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

52

C

202

Instellings- en functietabellen

Kopiëren

Kopiëren

Niveau 1 Niveau 2

Mono start —

— Kleur

Start

Bon

Normaal

2op1(id)

2op1

2-zijdig

(1  2)

2-zijdig

(2  2)

Papier opslaan

Opties

Niveau 3

Toebehoren

Omschrijving

Maak een zwart-wit kopie.

Maak een kleurenkopie.

Hiermee kiest u de gewenste instellingen uit de aangeboden mogelijkheden.

Zie pagina

65

Kwaliteit — Autom.

*

Tekst

Foto

Bon

(Wanneer u 2op1(id) selecteert in Pagina layout )

Autom.

*

Lichter

U kunt de kopieerresolutie voor uw type document selecteren.

Vergroten/ verkleinen

100% * —

Vergroten

Verkleinen

200%

141% A5  A4

104% EXE  LTR

97% LTR  A4

94% A4  LTR

91% voll. pag.

85% LTR  EXE

83% LGL  A4

78% LGL  LTR

70% A4  A5

50%

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

U kunt een vergrotingspercenta ge voor de volgende kopie kiezen.

U kunt een verkleiningspercent age voor de volgende kopie kiezen.

Zie .

C

C

203

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Vergroten/ verkleinen

(vervolg)

Dichtheid

Contrast

Niveau 3

Aangepast

(25-400%)

Toebehoren

0

+1

-2

-1

+2

*

Omschrijving

U kunt het vergrotings- of verkleiningspercent age voor de volgende kopie kiezen.

Hiermee kunt de dichtheid voor kopieën aanpassen.

Als u 2op1(id) selecteert in de vooraf ingestelde opties, dan is de standaardinstelling

“+1”.

Hiermee kunt het contrast voor kopieën aanpassen.

Zie pagina

Zie .

0

+1

-2

-1

+2

*

Stapel/Sorteer

Pagina layout

Stapel *

Sorteer

Uit (1 op 1) *

2op1(P)

2op1(L)

2op1(id)

4op1(P)

4op1(L)

*

U kunt kiezen om meerdere kopieën te stapelen of sorteren.

U kunt N-in-1 en 2in-1 ID-kopieën maken.

Kleur aanpassen

Rood

0

+1

-2

-1

+2

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

U kunt de rode kleur voor kopieën aanpassen.

204

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Kleur aanpassen

(vervolg)

2-zijdige kopie

2-zijdige kopie pagina-opmaak

Niveau 3

Groen

Blauw

Toebehoren Omschrijving

0

+1

-2

-1

+2

*

U kunt de groene kleur voor kopieën aanpassen.

0

+1

-2

-1

+2

*

U kunt de blauwe kleur voor kopieën aanpassen.

Uit *

2-zijdig  2-zijdig

1-zijdig  2-zijdig

Omslaan lange zijde

Hiermee schakelt u de functie dubbelzijdig kopiëren in of uit, en kiest u de lange of korte zijde.

2-zijdig  1-zijdig

Omslaan lange zijde

1-zijdig  2-zijdig

Omslaan korte zijde

2-zijdig  1-zijdig

Omslaan korte zijde

(L)rand  (L)rand *

(L)rand  (S)rand

(S)rand  (L)rand

(S)rand  (S)rand

Een paginalay-out kiezen wanneer u dubbelzijdige N-in-

1-kopieën maakt van een dubbelzijdig document.

Zie pagina

Zie .

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

205

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Ladegebruik

Achtergr.kleur verwijderen

Opslaan als snelkoppeling

Niveau 3

Toebehoren Omschrijving

Alleen lade 1

Alleen lade 2

Alleen MF

MP>T1>T2 *

MP>T2>T1

T1>T2>MP

T2>T1>MP

(De meldingen Alleen lade 2 en T2 verschijnen alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Uit *

Laag

Gemiddeld

Hoog

Kwaliteit

Vergroten/verkleinen

Dichtheid

Contrast

Stapel/Sorteer

Pagina layout

Rood

Groen

Blauw

2-zijdige kopie

2-zijdige kopie pagina-opmaak

Ladegebruik

Achtergr.kleur verwijderen

Selecteer de lade die u wilt gebruiken voor de kopieermodus.

U kunt aangeven hoeveel van de achtergrondkleur moet worden verwijderd.

U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

Zie pagina

Zie .

Geavanceerde gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

206

Instellings- en functietabellen

Scannen

Scannen

Niveau 1 naar OCR naar bestand naar afbeelding naar USB naar e-mail

Niveau 2

(PC Select)

(PC Select)

(PC Select)

Opties

Opslaan als snelkoppeling

Start

(PC Select)

Niveau 3 Toebehoren Omschrijving

Opties Zie

Opties (naar OCR) uu pagina 209.

Opslaan als snelkoppeling

Start

Opties

Opslaan als snelkoppeling

Start

Opties

Opslaan als snelkoppeling

Start

(PC Select) U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

— Hiermee start u het scannen.

Zie

Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail) uu pagina 210.

(PC Select) U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

— Hiermee start u het scannen.

Zie

Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail) uu pagina 210.

(PC Select) U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

— Hiermee start u het scannen.

Zie

Opties (naar USB) uu pagina 211.

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Bestandstype

Scanformaat glas

Bestandsnaam

Bestandsgrootte

Achtergrondkleur verwijderen

Opties

Opslaan als snelkoppeling

U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

Hiermee start u het scannen.

Zie

Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail) uu pagina 210.

(PC Select) U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

Start — Hiermee start u het scannen.

Zie pagina

Zie .

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

C

207

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toebehoren Omschrijving nr e-mailserver

Adresboek

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u

IFAX hebt gedownload)

Handmatig

OK naar

FTP/SFTP naar netwerk

(Profielnaam)

(Profielnaam)

Opties

Opslaan als snelkoppeling

Hiermee kiest u het adres van de ontvanger in het adresboek.

Hiermee voert u het adres van de ontvanger handmatig in.

Zie

Opties (naar e-mailserver) uu pagina 214.

Adres

2-zijdige scan

Scantype

U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

Resolutie

Bestandstype

Start

Opties

Opslaan als snelkoppeling

Start

Opties

Opslaan als snelkoppeling

Start

Scanformaat glas

Bestandsgrootte

— Hiermee start u het scannen.

Zie

Opties (naar FTP/SFTP en naar netwerk) uu pagina 216.

(Profielnaam) U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

— Hiermee start u het scannen.

Zie

Opties (naar FTP/SFTP en naar netwerk) uu pagina 216.

(Profielnaam) U kunt de huidige instellingen als snelkoppeling toevoegen.

Hiermee start u het scannen.

Gegevens scannen met het webservice-protocol.

WS scan

(Verschijnt als u de scannerdriver voor uw netwerkmachine met behulp van

Web Services hebt geïnstalleerd).

Scannen

Scannen vr e-mail

Scannen voor faxen

Scannen voor afdr.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Zie pagina

Zie .

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

208

Instellings- en functietabellen

Opties (naar OCR)

Niveau 1

Opties

Niveau 2 Toebehoren Omschrijving

2-zijdige scan Uit *

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Inst. op apparaat

Inst. op computer *

Hiermee kiest u de dubbelzijdige scanmodus.

Scaninstellingen

Scantype

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Resolutie

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Bestandstype

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Afmeting scan

Kleur

Grijs

Zwart-wit

100 dpi

200 dpi

300 dpi

600 dpi

Tekst

HTML

RTF

*

*

A4 *

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Letter

Legal

Software en Netwerk gebruikershandleiding

*

Om de instellingen met behulp van het aanraakscherm te wijzigen, kiest u Inst. op apparaat .

Hiermee kiest u het scantype voor uw document.

Hiermee kiest u de scanresolutie voor uw document.

Hiermee kiest u het bestandsformaat voor uw document

Hiermee kiest u de scangrootte voor uw document.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

Zie .

C

C

209

Opties (naar bestand, naar beeld en naar e-mail)

Niveau 1

Opties

Niveau 2

2-zijdige scan

Scaninstellingen

Scantype

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Resolutie

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Bestandstype

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Toebehoren Omschrijving

Uit *

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Inst. op apparaat

Inst. op computer *

Kleur

Grijs

*

Zwart-wit

Hiermee kiest u de dubbelzijdige scanmodus.

Om de instellingen met behulp van het aanraakscherm te wijzigen, kiest u Inst. op apparaat .

Hiermee kiest u het scantype voor uw document.

Zie pagina

Zie .

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

600 dpi

(Wanneer u Kleur of Grijs selecteert in Scantype )

PDF *

JPEG

Hiermee kiest u de scanresolutie voor uw document.

Hiermee kiest u het bestandsformaat voor uw document.

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

PDF *

Afmeting scan

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Achtergrondkleur verwijderen

TIFF

A4 *

Letter

Legal

Uit *

(Verschijnt als

Scaninstellingen is ingesteld op Inst. op apparaat .)

Laag

Gemiddeld

Hoog

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Hiermee kiest u de scangrootte voor uw document.

U kunt aangeven hoeveel van de achtergrondkleur moet worden verwijderd.

Deze functie is niet beschikbaar voor scannen in zwart-wit.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

210

Instellings- en functietabellen

Opties (naar USB)

Niveau 1

Opties

Niveau 2

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Toebehoren Omschrijving

Uit *

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Kleur *

Grijs

Zwart-wit

(Wanneer u Kleur selecteert in Scantype )

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

600 dpi

Autom.

Hiermee kiest u de dubbelzijdige scanmodus.

Hiermee kiest u het scantype voor uw document.

Hiermee kiest u de scanresolutie voor uw document.

Zie pagina

Zie .

(Wanneer u Grijs selecteert in Scantype )

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

Autom.

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

200 dpi *

300 dpi

200x100

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

C

211

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Bestandstype

Toebehoren

(Wanneer u Kleur of Grijs selecteert in Scantype )

PDF *

JPEG

PDF/A

Veilige PDF

Ondert. PDF

XPS

Omschrijving

Hiermee kiest u het bestandsformaat voor uw document.

Zie pagina

Zie .

Scanformaat glas

Bestandsnaam

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

PDF *

PDF/A

Veilige PDF

Ondert. PDF

TIFF

A4 *

Letter

Legal/Folio

(MFC-L8850CDW en

MFC-L9550CDW)

XXXXXX

(Datum & jaar)

Bestandsgrootte Klein

Midden *

Groot

Uit * Achtergrondkleur verwijderen

Laag

Gemiddeld

Hoog

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Om een document in

Letter-, Legal- of Folioformaat te scannen, moet u de instelling voor het scanformaat van de glasplaat wijzigen.

Voer een bestandsnaam voor de gescande data in.

U kunt het bestandsformaat kiezen voor scannen in kleur of grijswaarden.

U kunt aangeven hoeveel van de achtergrondkleur moet worden verwijderd.

212

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2 Toebehoren Omschrijving

Nieuwe standaard

Fabrieksinstell.

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Bestandstype

Scanformaat glas

Bestandsgrootte

Achtergrondkleur verwijderen

Ja

Nee

U kunt uw scaninstellingen als standaardinstellingen opslaan.

U kunt alle scaninstellingen die u hebt gewijzigd, herstellen naar de fabrieksinstellingen.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

Zie .

213

C

Opties (naar e-mailserver)

Niveau 1

Opties

Niveau 2

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Toebehoren Omschrijving

Uit *

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Kleur *

Grijs

Zwart-wit

(Wanneer u Kleur selecteert in Scantype )

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

600 dpi

Autom.

Hiermee kiest u de dubbelzijdige scanmodus.

Hiermee kiest u het scantype voor uw document.

Hiermee kiest u de scanresolutie voor uw document.

Zie pagina

Zie .

(Wanneer u Grijs selecteert in Scantype )

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

Autom.

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

200 dpi *

300 dpi

200x100

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

214

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Bestandstype

Toebehoren

(Wanneer u Kleur of Grijs selecteert in Scantype )

PDF *

JPEG

PDF/A

Veilige PDF

Ondert. PDF

XPS

Omschrijving

Hiermee kiest u het bestandsformaat voor uw document.

Zie pagina

Zie .

Scanformaat glas

Bestandsgrootte

Nieuwe standaard

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

PDF *

PDF/A

Veilige PDF

Ondert. PDF

TIFF

A4 *

Letter

Legal/Folio

(MFC-L8850CDW en

MFC-L9550CDW)

Klein

Midden *

Groot

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Bestandstype

Scanformaat glas

Bestandsgrootte

Ja

Nee

Om een document in

Letter-, Legal- of Folioformaat te scannen, moet u de instelling voor het scanformaat van de glasplaat wijzigen.

U kunt het bestandsformaat kiezen voor scannen in kleur of grijswaarden.

U kunt uw scaninstellingen als standaardinstellingen opslaan.

Fabrieksinstell.

U kunt alle scaninstellingen die u hebt gewijzigd, herstellen naar de fabrieksinstellingen.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

215

Opties (naar FTP/SFTP en naar netwerk)

Niveau 1

Opties

Niveau 2

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Toebehoren Omschrijving

Uit *

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Kleur *

Grijs

Zwart-wit

(Wanneer u Kleur selecteert in Scantype )

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

600 dpi

Autom.

Hiermee kiest u de dubbelzijdige scanmodus.

Hiermee kiest u het scantype voor uw document.

U kunt de scanresolutie en het bestandsformaat kiezen voor uw document.

Zie pagina

Zie .

C

(Wanneer u Grijs selecteert in Scantype )

100 dpi

200 dpi *

300 dpi

Autom.

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

200 dpi *

300 dpi

200x100

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

216

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Opties

(vervolg)

Niveau 2

Bestandstype

Toebehoren

(Wanneer u Kleur of Grijs selecteert in Scantype )

PDF *

JPEG

PDF/A

Veilige PDF

Ondert. PDF

XPS

Omschrijving

U kunt de scanresolutie en het bestandsformaat kiezen voor uw document.

Zie pagina

Zie .

Scanformaat glas

Bestandsnaam

Bestandsgrootte

Achtergrondkleur verwijderen

(Wanneer u Zwart-wit selecteert in Scantype )

PDF *

PDF/A

Veilige PDF

Ondert. PDF

TIFF

A4 *

Letter

Legal/Folio

(MFC-L8850CDW en

MFC-L9550CDW)

BRNXXXXXXXXXXXX *

Estimate

Report

Order sheet

Contract sheet

Check

Bon

<Handmatig>

Klein

Midden *

Groot

Uit *

Laag

Gemiddeld

Hoog

Om een document in

Letter-, Legal- of Folioformaat te scannen, moet u de instelling voor het scanformaat van de glasplaat wijzigen.

U kunt voorgeprogrammeerde bestandsnamen kiezen.

Als u <Handmatig> kiest, kunt u het bestand noemen zoals u wilt.

“XXXXXXXXXX” is het

MACadres/Ethernetadres van uw machine.

U kunt het bestandsformaat kiezen voor scannen in kleur of grijswaarden.

U kunt aangeven hoeveel van de achtergrondkleur moet worden verwijderd.

Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

217

Toner

Niveau 1

Levensduur toner

Testafdruk

Kalibratie

Registratie

Niveau 2

Toebehoren

Kalibreren

Ja

Nee

Herstellen Ja

Nee

Ja

Nee

Geavanceerde gebruikershandleiding

Omschrijving

Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner voor elke kleur.

Hiermee drukt u de testpagina af.

De kleurdichtheid aanpassen of de fabrieksinstellingen herstellen voor de kleurkalibratie.

Past de afdrukpositie van elke kleur automatisch aan.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

Zie .

122

123

C

Wi-Fi-instelling

Niveau 1 Niveau 2 Toebehoren Omschrijving

Inst. Wizard

WPS/AOSS

WLAN-assistent

Hiermee kunt u uw interne afdrukserver configureren.

U kunt de instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met de

éénknopsmethode.

(Alleen Windows

®

) U kunt de draadloze netwerkinstellingen configureren met de

Brother-cd-rom.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

Zie pagina

Zie .

C

218

Instellings- en functietabellen

Snelkoppelingen

C

Niveau 1

Snelkoppeling toevoegen

Niveau 2

Kopiëren

Fax

Niveau 3

Bon

Normaal

2op1(id)

2op1

2-zijdig (1  2)

2-zijdig (2  2)

Papier opslaan

Adres

Toebehoren

Zie

uu

Kopiëren pagina 203.

Faxresolutie

2-zijdige fax

Contrast

Rondsturen

Uit

2-zijdige scan: lange zijde

2-zijdige scan: korte zijde

Autom.

Licht

Donker

Nummer toevoeg.

(Opties)

Nummer toevoeg.

Toevoegen uit adresboek

Zoeken in adresboek

Direct verzenden Aan

Uit

Voorpagina instellen

Internationaal

Standaard

Fijn

Superfijn

Foto

Voorpagina instellen

Voorblad Opm.

Totaalaantal pag.

Aan

Uit

Omschrijving

Hiermee kiest u de gewenste instellingen uit de aangeboden mogelijkheden.

Hiermee slaat u faxnummers op, zodat u met behulp van deze snelkoppeling nummers kunt kiezen.

Hiermee kunt u de resolutie voor uitgaande faxen instellen.

Hiermee kiest u de dubbelzijdige fax-scanmodus.

Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken.

U kunt hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden.

Verzendt een fax zonder het geheugen te gebruiken.

Deze functie verzendt automatisch een voorblad dat u hebt geprogrammeerd.

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van faxen, zet deze functie dan op

Aan .

Zie pagina

15

16

16

16

16

16

16

16

16

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

219

Niveau 1

Snelkoppeling toevoegen

(vervolg)

Niveau 2

Fax

(vervolg)

Scannen

Niveau 3 Toebehoren Omschrijving

Scanformaat glas Letter

A4

Legal/Folio

(MFC-L8850CDW en

MFC-L9550CDW) naar bestand (PC Select) naar OCR naar afbeelding naar USB naar e-mail nr e-mailserver

(MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u

IFAX hebt gedownload) naar netwerk naar FTP/SFTP

Hiermee past u het scangebied van de glasplaat aan de grootte van het document aan.

(PC Select)

(PC Select)

Hiermee scant u een zwart-wit- of een kleurdocument naar uw computer.

Hiermee converteert u uw tekstdocument naar een bewerkbaar tekstbestand.

U kunt een afbeelding in kleur naar uw grafische toepassing scannen.

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Bestandstype

Scanformaat glas

Bestandsnaam

Bestandsgrootte

Hiermee kunt u documenten naar een USB-flashstation scannen.

Achtergrondkleur verwijderen

(PC Select) U kunt een zwart-wit- of een kleurdocument naar uw emailtoepassing scannen.

U kunt een zwart-wit- of een kleurdocument naar uw emailserver scannen.

Adres

2-zijdige scan

Scantype

Resolutie

Bestandstype

Scanformaat glas

Bestandsgrootte

(Profielnaam)

(Profielnaam)

U kunt gescande gegevens verzenden naar een CIFSserver op uw lokaal netwerk of op het internet.

U kunt gescande gegevens via

FTP of SFTP verzenden.

Zie pagina

16

17

17

17

17

17

17

17

17

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

220

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Snelkoppeling toevoegen

(vervolg)

Niveau 2

Web

Apps

Niveau 3

Skydrive

Box

Picasa Web

Albums™

Google Drive™

Flickr

®

Facebook

Evernote

Dropbox

®

®

NotitieScan

Contour&scan

Contour&kopie

Toebehoren

Omschrijving

Hiermee maakt de machine van Brother verbinding met een internetdienst.

Webservices kunnen toegevoegd zijn en/of servicenamen kunnen gewijzigd zijn door de provider sinds het document werd gepubliceerd.

Ga naar het Brother Solutions

Center om de Handleiding Web

Connect te downloaden op http://solutions.brother.com/.

Er kunnen apps toegevoegd zijn en/of appnamen kunnen gewijzigd zijn door de provider na de publicatie van dit document.

Ga naar het Brother Solutions

Center om de Handleiding Web

Connect te downloaden op http://solutions.brother.com/.

Wijzigt de naam van de snelkoppeling.

Zie pagina

19

20

21

( Selecteer de snelk. die u wilt hernoemen/ verw.

)

(Kies snelkoppelin gsknop.)

Naam snelkoppeling bewerken

Verwijder

— Verwijdert de snelkoppeling.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

22

221

C

Web (Meer1-scherm)

Niveau 1

Skydrive

®

Box

Picasa Web Albums™

Google Drive™

Flickr

®

Facebook

Evernote ®

Dropbox

Niveau 2

Toebehoren

Omschrijving Zie pagina

Zie .

Hiermee maakt de machine van

Brother verbinding met een internetdienst.

— —

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de

Handleiding Web Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

Apps (Meer1-scherm)

Niveau 1

NotitieScan

Contour&scan

Contour&kopie

Niveau 2 Toebehoren Omschrijving Zie pagina

Zie .

Hiermee maakt de Brother-machine verbinding met de Brother-apps via internet.

Ga naar onze website “Brother Solutions Center” (http://solutions.brother.com/) om de

Handleiding Web Connect te downloaden.

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

222

Instellings- en functietabellen

USB (Meer2-scherm)

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving

Scan nr

USB

Direct afdrukken

Zie

naar USB uu pagina 207

(Bestand selecteren)

Afdrukinstell.

(Aantal afdrukken

(001 tot 999))

Papiersoort Dun

Normaal pap.

*

Dik

Dikker

Kringlooppapier

Briefpapier

Etiketten

Envelop

Env. Dun

Env. Dik

Glanzend papier

Papierformaat A4 *

Letter

B5(JIS)

B5(ISO)

A5

A5(lange zijde)

A6

Executive

Legal

Folio

3"x5"

Com-10

Monarch

C5

DL

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Hiermee stelt u het afdrukmediatype in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee stelt u het papierformaat in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Zie pagina

Zie .

68

68

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

C

223

Niveau 1

Direct afdrukken

(vervolg)

Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Toebehoren Omschrijving

(Bestand selecteren)

(vervolg)

Afdrukinstell.

(Aantal afdrukken

(001 tot 999))

(vervolg)

Meerdere pagina's

1op1 *

2op1

4op1

9op1

16op1

25op1

1 op 2x2 pagina's

1 op 3x3 pagina's

1 op 4x4 pagina's

1 op 5x5 pagina's

Orientatie Portret *

Landschap

Tweezijdig

Sorteren

Ladegebruik Autom.

*

Alleen MF

Alleen lade 1

Alleen lade 2

(De melding

Alleen lade 2 verschijnt alleen als u lade 2 hebt geïnstalleerd).

Printkwaliteit Normaal *

Fijn

PDF-optie

Uit

Lange zijde

Korte zijde

Aan

Uit

*

*

Origineel *

Document&opmaak

Document&stempels

Hiermee stelt u de paginalay-out in als u meerdere pagina's rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee stelt u de afdrukstand in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee selecteert u het formaat voor tweezijdig afdrukken als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee schakelt u de functie pagina's sorteren in of uit als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee selecteert u de lade die gebruikt moet worden als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee stelt u de instelling voor rechtstreeks afdrukken via USB in om opmerkingen (Markup) of stempels in het PDFbestand in combinatie met de tekst af te drukken.

Software en Netwerk gebruikershandleiding

Zie pagina

68

68

68

68

68

68

68

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

224

Instellings- en functietabellen

Niveau 1

Direct afdrukken

(vervolg)

Niveau 2

Indexafdruk

Niveau 3

Standaardinst. Papiersoort

Papierformaat

Niveau 4

Toebehoren

Dun

Normaal pap.

*

Dik

Dikker

Kringlooppapier

Briefpapier

Etiketten

Envelop

Env. Dun

Env. Dik

Glanzend papier

A4 *

Letter

B5(JIS)

B5(ISO)

A5

A5(lange zijde)

A6

Executive

Legal

Folio

3"x5"

Com-10

Monarch

C5

DL

Omschrijving

Hiermee drukt u een pagina met miniaturen af.

Hiermee stelt u het standaard mediatype in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Zie pagina

68

70

Hiermee stelt u het standaard papierformaat in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

70

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

C

225

Niveau 1

Direct afdrukken

(vervolg)

Niveau 2

Standaardinst.

(vervolg)

Niveau 3

Meerdere pagina's

Orientatie

Sorteren

Printkwaliteit

PDF-optie

Afdrukken van index

Niveau 4

Toebehoren

1op1 *

2op1

4op1

9op1

16op1

25op1

1 op 2x2 pagina's

1 op 3x3 pagina's

1 op 4x4 pagina's

1 op 5x5 pagina's

Portret *

Landschap

Omschrijving

Hiermee stelt u de standaard papieropmaak in als u meerdere pagina's rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Aan

Uit

*

Normaal

Fijn

*

Origineel *

Document&opmaak

Document&stempels

Eenvoudig

Details

*

Hiermee stelt u de standaard afdrukstand in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee schakelt u de functie standaard pagina's sorteren in of uit als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee stelt u de standaard afdrukkwaliteit in als u rechtstreeks afdrukt vanaf het USBflashstation.

Hiermee stelt u de standaardinstelling voor rechtstreeks afdrukken via USB in om opmerkingen (Markup) of stempels in het PDFbestand in combinatie met de tekst af te drukken.

Hiermee stelt u het standaard afdrukken van de index in op simpele opmaak of details.

Zie pagina

70

70

70

70

70

70

Software en Netwerk gebruikershandleiding

De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.

226

Instellings- en functietabellen

Tekst invoeren

Wanneer u tekst in de machine wilt invoeren, verschijnt het toetsenbord op het aanraakscherm.

Druk herhaaldelijk op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen.

Druk op om tussen kleine letters en hoofdletters te schakelen.

C

Spaties invoegen

Om een spatie in te voeren, drukt u op Spatie of c

.

Corrigeren

Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u dit wilt wijzigen, gebruikt u de pijltjestoetsen om de cursor onder het onjuiste teken te plaatsen. Druk op en voer vervolgens het juiste teken in. U kunt ook letters invoegen door de cursor te verplaatsen en een teken in te voeren.

Als d

niet op het scherm verschijnt, drukt u herhaaldelijk op tot u het onjuiste teken hebt gewist. Voer de juiste tekens in.

OPMERKING

• De beschikbare tekens kunnen verschillen afhankelijk van uw land.

• Afhankelijk van de instellingen die u selecteert, kan de lay-out van het toetsenbord verschillen.

C

227

D

Specificaties

Algemeen

Model

Printertype

Afdrukmethode

Geheugencapaciteit

LCD-scherm (liquid crystal display)

Stroombron

Stroomverbruik

(Gemiddeld)

Afmetingen

2

Standaard

Optioneel

Piek

Afdrukken

Afdrukken

(Stille modus)

Kopiëren

Kopiëren

(Stille modus)

Klaar

Slapen

Diepe Slaap

Uitgeschakeld

3 4

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Laser

Elektrofotografische laserprinter (één-run)

256 MB

1 sleuf: DDR2 SO-DIMM (144-pin) maximaal 256 MB

3,7 inch (93,4 mm)

TFT LCDkleurenaanraaksch

erm

1

en aanraakpaneel

4,85 inch (123,2 mm) TFT LCD-

kleurenaanraakscherm

aanraakpaneel

1

en

220 - 240 V AC 50/60 Hz

Ongeveer 1.200 W

Ongeveer 565 W bij 25  C

Ongeveer 355 W bij 25  C

Ongeveer 565 W bij 25  C

Ongeveer 355 W bij 25  C

Ongeveer 65 W bij 25  C

Ongeveer 9,5 W

Ongeveer 1,7 W

Ongeveer 0,04 W

MFC-L8650CDW

Ongeveer 10,5 W

Ongeveer 1,9 W

D

D

492 mm

410 mm 503 mm

228

Model

Specificaties

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

MFC-L8850CDW, MFC-L9550CDW

D

530 mm

490 mm 526 mm

1

Gewichten (met verbruiksartikelen)

2

3

4

30,4 kg 31,0 kg

Diagonaal gemeten

USB-aansluitingen naar de computer

Gemeten volgens IEC 62301 Editie 2.0

Het energieverbruik varieert licht afhankelijk van de gebruiksomgeving of de slijtage van de onderdelen.

229

1

2

Model

Geluidsemissie Geluidsdruk Afdrukken

Afdrukken

(Stille modus)

Klaar

Geluidskracht Kopiëren

1 2

(Kleur)

Kopiëren

1 2

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Lp A m = 55 dB (A) Lp A m = 56 dB (A)

Lp

A m = 52 dB (A) Lp

A m = 53 dB (A)

Lp

L

L

A

WA

WA m = 28 dB (A) d = 6,73 B (A) L d = 6,70 B (A) L

WA

WA d = 6,71 B (A) d = 6,71 B (A)

(Monochroom)

Afdrukken

(Stille modus)

Temperatuur

Klaar

1 2

In bedrijf

Vochtigheid

Opslag

In bedrijf

Opslag

ADF (automatische documentinvoer)

L WA d = 6,40 B (A) L WA d = 6,36 B (A)

L WA d = 4,05 B (A)

10 tot 32  C

0 tot 40  C

20 tot 80% (zonder condens)

10 tot 90% (niet condenserend)

Maximaal

35 pagina's

Maximaal 50 pagina's

Voor optimale resultaten raden wij het volgende aan:

Temperatuur: 20 tot 30  C

Vochtigheid: 50% tot 70%

Papier: 80 g/m

2

Gemeten in overeenstemming met de methode beschreven in RAL-UZ171.

Kantoorapparatuur met L WA d>6,30 B (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimten waar mensen zeer geconcentreerd moeten werken. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden geplaatst vanwege het geluid dat deze produceert.

230

Specificaties

Document grootte

D

Model

Documentgrootte

(enkelzijdig)

Document grootte

(dubbelzijdig)

Breedte ADF

(automatische documentinvoer)

Lengte ADF

(automatische documentinvoer)

Breedte glasplaat

Lengte glasplaat

Breedte ADF

(automatische documentinvoer)

Lengte ADF

(automatische documentinvoer)

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

147,3 tot 215,9 mm

147,3 tot 355,6 mm

Maximaal 215,9 mm

Maximaal 297,0 mm Maximaal 355,6 mm

147,3 tot 215,9 mm

147,3 tot 355,6 mm

D

231

Afdrukmedia

1

Model MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Papierinvoer Papierlade

(standaard)

Papiersoort Normaal papier, dun papier, kringlooppapier

Papierformaat A4, Letter, B5 (JIS), A5, A5 (lange zijde), A6, Executive,

Legal, Folio

Papiergewicht 60 tot 105 g/m 2

Maximale papiercapaciteit

Maximaal 250 vellen normaal papier van 80 g/m

2

Multifunctionele lade

(Multif. lade)

Papiersoort Normaal papier, dun papier, dik papier, dikker papier, kringlooppapier, bankpostpapier, etiket, enveloppe, dunne env., dikke env., glanzend papier

Papierformaat Breedte: 76,2 tot 215,9 mm

Papieruitvoer

Tweezijdig

1

Lengte: 127,0 tot 355,6 mm

Papiergewicht 60 tot 163 g/m 2

Maximale papiercapaciteit

Papiersoort

Maximaal 50 vellen normaal papier van 80 g/m

2

Normaal papier, dun papier, kringlooppapier Papierlade 2

(optioneel)

Papierformaat A4, Letter, B5 (JIS), A5, Executive, Legal, Folio

Papiergewicht 60 tot 105 g/m 2

Maximale papiercapaciteit

Uitvoerlade bedrukte zijde onder

Maximaal 500 vellen normaal papier van 80 g/m

Tot 150 vellen normaal papier van 80 g/m

2

2

Normaal papier (met de bedrukte zijde naar beneden op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden uitgeworpen)

Uitvoerlade bedrukte zijde boven

Automatisch tweezijdig afdrukken

Papiersoort

Eén vel (uitgeworpen met de bedrukte zijde naar boven in de uitvoerlade voor bedrukte zijde boven)

Normaal papier, dun papier, kringlooppapier, glanzend papier

Papierformaat A4

Papiergewicht 60 tot 105 g/m 2

Voor etiketten adviseren we u afgedrukte vellen onmiddellijk na het afdrukken uit de uitvoerlade te verwijderen, om vlekken te vermijden.

D

232

Specificaties

Fax

D

Model

Compatibiliteit

Coderingssysteem

Modemsnelheid

Dubbelzijdige afdrukken ontvangen

Automatisch dubbelzijdig verzenden

Scanbreedte

Afdrukbreedte

Grijswaarden

Resolutie

Adresboek

Groepen

Groepsverzenden

Automatisch opnieuw kiezen

Verzenden vanuit het geheugen

Ontvangst zonder papier

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

ITU-T Super Groep 3

MH/MR/MMR/JBIG

33.600 bps (met Automatic Fallback)

Ja

Ja (vanaf ADF (automatische documentinvoer))

Maximaal 208 mm

Maximaal 208 mm

8 bit/256 niveaus

Standaard

203  98 dpi

Fijn

203  196 dpi

Superfijn

203  392 dpi

Foto

203  196 dpi

300 adressen

Maximaal 20

350 (300 adresboek/50 handmatig kiezen)

3 keer met een interval van 5 minuten

Maximaal 500

1

pagina's

Maximaal 500

1

pagina's

1

'Pagina's' verwijst naar de 'ITU-T testkaart #1' (een standaard zakenbrief, standaardresolutie, JBIG-code).

Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.

D

233

Kopiëren

1

Model

Breedte kopie

Automatisch dubbelzijdig kopiëren

Meerdere kopieën

Verkleinen/Vergroten

Resolutie

Tijd voor eerste kopie

1

Monochroom

Kleur

In de stand Gereed met de standaardlade.

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Maximaal 210 mm

Ja (vanaf ADF (automatische documentinvoer))

Stapelt of sorteert maximaal 99 pagina's

25% tot 400% (in stappen van 1%)

Maximaal 1200  600 dpi

Minder dan 18 seconden bij 23  C / 230 V

Minder dan 20 seconden bij 23  C / 230 V

D

234

Specificaties

Scanner

D

Model

Kleur/Zwart-wit

TWAIN-compatibel

WIA-compatibel

ICA-compatibel

Kleurintensiteit

Resolutie

Kleur

Grijswaarden

1

Scanbreedte

Automatisch dubbelzijdig scannen

2

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Ja/Ja

Ja (Windows

®

Windows

®

XP / Windows Vista

®

/ Windows

®

8 / Mac OS X v10.7.5 / 10.8.x / 10.9.x

7/

1

)

Ja (Windows

®

XP / Windows Vista

®

/ Windows

®

Windows

®

8)

7 /

Ja (Mac OS X v10.7.5 / 10.8.x / 10.9.x)

48-bits kleurverwerking (invoer)

24-bits kleurverwerking (uitvoer)

16-bits kleurverwerking (invoer)

8-bits kleurverwerking (uitvoer)

Max. 19.200  19.200 dpi (geïnterpoleerd)

2

Max. 1200 

2400 dpi (optisch)

2

(via glasplaat)

Max. 1.200 

600 dpi (optisch)

documentinvoer))

2

(via ADF (automatische

Maximaal 210 mm

Ja (vanaf ADF (automatische documentinvoer))

Voor de meest recente driverupdates voor de OS X-versie die u gebruikt, raadpleegt u onze website http://solutions.brother.com/.

Maximaal 1200  1200 dpi scannen met de WIA-driver in Windows

®

XP, Windows Vista

®

, Windows

®

7 en Windows

8 (u kunt een resolutie van maximaal 19200  19200 dpi selecteren met behulp van het scannerhulpprogramma).

®

D

235

Printer

1

2

Model

Automatisch tweezijdig afdrukken

Emulaties

Resolutie

Afdruksnelheid

(tweezijdig)

Afdruksnelheid

Tijd eerste afdruk

2

Monochroom

Kleur

Monochroom

Kleur

Monochroom

Kleur

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Ja

PCL6, BR-Script3 (PostScript

®

3™)

600  600 dpi

2400 dpi (2400  600)-kwaliteit

Maximaal 14 zijden per minuut (maximaal 7 vellen per minuut)

(A4-formaat)

1

Maximaal 14 zijden per minuut (maximaal 7 vellen per minuut)

(A4-formaat)

1

Maximaal 28 zijden per minuut

(A4-formaat)

1

Maximaal 30 zijden per minuut

(A4-formaat)

1

Maximaal 28 zijden per minuut

(A4-formaat)

1

Maximaal 30 zijden per minuut

(A4-formaat)

1

Minder dan 15 seconden bij 23  C / 230 V

Minder dan 15 seconden bij 23  C / 230 V

De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.

In de stand Gereed met de standaardlade.

D

236

Specificaties

Interfaces

D

Model

USB

Ethernet

3

Draadloos LAN

3

MFC-L8650CDW

Hi-Speed USB 2.0

1 2

MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

Wij raden u aan een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken die niet langer is dan

2,0 meter.

10BASE-T / 100BASE-TX

Gebruik een rechtstreekse twisted-pair-kabel (categorie 5 of hoger).

IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus/Ad-hocmodus)

IEEE 802.11g (Wi-Fi Direct)

2

3

1

Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een computer met een USB 1.1-interface.

USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.

Zie

Netwerk uu pagina 238 en Software en Netwerk gebruikershandleiding voor gedetailleerde netwerkspecificaties.

D

237

Netwerk

OPMERKING

Voor meer informatie over de netwerkspecificaties, uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

1

2

Model

LAN

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor printen via het netwerk, netwerkscannen, PC-Fax verzenden, PC-Fax ontvangen

(alleen Windows

®

) en externe installatie

1

.

Protocollen IPv4

IPv6

De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light eveneens bijgeleverd.

2 3

is

ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), WINS/NetBIOSnaamresolutie, DNS Resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD,

Custom Raw Port/Port9100, POP3, SMTP Client, IPP/IPPS, FTP

Client en Server, CIFS Client, TELNET Server, SNMPv1/v2c/v3,

HTTP/HTTPS Server, TFTP Client en Server, ICMP, Web Services

(Print/Scan), SNTP Client, LDAP

4

, IMAP4

NDP, RA, DNS Resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD,

Custom Raw Port/Port9100, POP3, IPP/IPPS, FTP Client en Server,

CIFS Client, TELNET Server, SNMPv1/v2c/v3, HTTP/HTTPS server,

TFTP Client en Server, SMTP Client, ICMPv6, SNTP Client, Web

Services (Print/Scan), LDAP

4

, IMAP4

Beveiligingsprot ocollen

Bedraad APOP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP, POP3,

IMAP4), SNMP v3, 802.1x (EAP-MD5, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,

EAP-TTLS), Kerberos, IPSec

Draadloos APOP, SMTP-AUTH, SSL/TLS (IPPS, HTTPS, SMTP, POP3,

IMAP4), SNMP v3, 802.1x (LEAP, EAP-FAST, PEAP, EAP-TLS,

EAP-TTLS), Kerberos, IPSec

Draadloze netwerkbeveiliging

Hulpprogramma voor het instellen van een draadloos netwerk

WEP 64/128 bit, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (AES)

AOSS™ Ja

WPS Ja

3

4

Zie

Computervereisten uu pagina 240.

(Voor Windows

®

-gebruikers) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de met de machine meegeleverde cd-rom.

(Voor Macintosh-gebruikers) Brother BRAdmin Light kunt u downloaden van onze website http://solutions.brother.com/.

(Voor Windows ® -gebruikers) Voor een geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van het hulpprogramma Brother BRAdmin Professional dat u kunt ophalen op http://solutions.brother.com/.

MFC-L8650CDW wordt alleen ondersteund als u IFAX hebt gedownload.

D

238

Specificaties

Functie Rechtstreeks afdrukken

D

Model

Compatibiliteit

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW

PDF-versie 1.7

1

, JPEG, Exif + JPEG, PRN (gemaakt door

Brother-printerstuurprogramma), TIFF (gescand door alle

Brother MFC- of DCP-modellen), XPS-versie 1.0

USB-direct interface

1

Interface

PDF-data met een JBIG2-beeldbestand, een JPEG2000-beeldbestand of een transparantbestand worden niet ondersteund.

D

239

Computervereisten

Versie van het computerplatform en het besturingssysteem

Pc-interface

USB

2

10/100Base-TX

(Ethernet)

Draadloos

802.11b/g/n

Windows

®

XP

Home

1 4

Windows

®

XP

Professional

1 4

Windows

Edition

®

1 4

XP

Professional x64

Windows

Vista

® 1 4

Windows

®

7

1 4

Windows

®

8

1 4

Afdrukken

PC-FAX

3

Scannen

Processor

Harde schijf ruimte om te installeren

Voor drivers

Voor programma's

32-bits (x86) of 64-bits

(x64) processor

150 MB 500 MB

64-bits (x64) processor

32-bits (x86) of 64-bits

(x64) processor

500 MB 1,2 GB

650 MB 1,2 GB

Windows ysteem

®

besturingss

Windows Server

®

2003

Windows Server

2003 x64 Edition

Windows Server

2008

®

®

N.v.t.

Afdrukken

32-bits (x86) of 64-bits

(x64) processor

64-bits (x64) processor

32-bits (x86) of 64-bits

(x64) processor

50 MB N.v.t.

Windows Server ®

2008 R2

Windows Server

®

2012

Macintoshbesturingss ysteem

Windows Server

®

2012 R2

Mac OS X v10.7.5 Afdrukken

OS X v10.8.x

OS X v10.9.x

PC-FAX (verzenden)

3

Scannen

64-bits (x64) processor

Intel

®

processor

80 MB 400 MB

1

Voor WIA, 1.200 x 1.200 resolutie. Brother Scanner Toepassing maakt verbetering tot 19200 x 19200 dpi mogelijk.

2

USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.

3

4

PC-FAX ondersteunt alleen zwart-wit.

Nuance™ PaperPort™ 12SE wordt ondersteund door Windows ® XP Home (SP3 of hoger), Windows ® XP

Professional (SP3 of hoger), Windows

®

XP Professional x64 Edition (SP2 of hoger), Windows Vista

®

(SP2 of hoger),

Windows

®

7 en Windows

®

8.

Voor de laatste actualiseringen van het stuurprogramma gaat u naar http://solutions.brother.com/.

Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn eigendom van hun respectieve bedrijven.

D

240

Specificaties

Toebehoren

D

Model

Tonercartridge In de verpakking

Zwart

Cyaan

Magenta

MFC-L8650CDW MFC-L8850CDW MFC-L9550CDW Naam van het model

Ongeveer 2.500 pagina's

(A4- of Letterformaat)

1

Ongeveer 6.000 pagina's (A4- of

Letterformaat)

1

Ongeveer 1.500 pagina's

(A4- of Letterformaat)

1

Ongeveer 6.000 pagina's (A4- of

Letterformaat)

1

Geel

— TN-321BK Standaard Zwart Ongeveer 2.500 pagina's

(A4- of Letterformaat)

1

Cyaan

Magenta

Ongeveer 1.500 pagina's

(A4- of Letterformaat)

1

— TN-321C

TN-321M

Hoge capaciteit

Geel

Zwart Ongeveer 4.000 pagina's

(A4- of Letterformaat)

1

Cyaan

Magenta

Ongeveer 3.500 pagina's

(A4- of Letterformaat)

1

TN-321Y

TN-326BK

TN-326C

TN-326M

Geel

Superhoge capaciteit

Zwart

Cyaan

Magenta

— Ongeveer 6.000 pagina's (A4- of

Letterformaat)

1

TN-326Y

TN-329BK

TN-329C

TN-329M

TN-329Y

TN-900BK

Drumeenheid

Riemeenheid

Geel

Zwart

Cyaan

Magenta

Geel

— Ongeveer 6.000 pagina's (A4- of

Letterformaat)

Ongeveer 25.000 pagina's (A4- of Letterformaat)

(1 pagina/taak)

2

Ongeveer 50.000 pagina's A4 of Letter

(5 pagina's/taak)

3

1

TN-900C

TN-900M

TN-900Y

DR-321CL

BU-320CL

D

Tonerbak

Ongeveer 50.000 pagina's (A4- of Letterformaat)

4

WT-320CL

1

2

3

4

De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19798.

De gebruiksduur van de drum is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

De gebruiksduur van de riem is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

De tonerbak is een gemiddelde waarde en kan verschillen, afhankelijk van het gebruik.

241

Belangrijke informatie over de levensduur van de tonercassette

D

Kleur-/Zwart-wit-instelling in het printerstuurprogramma

Gebruikers kunnen de kleur- of zwart-wit-instelling in het printerstuurprogamma als volgt aanpassen:

 Auto

De machine controleert de inhoud van het document op kleur. Als ergens in het document kleur wordt waargenomen, wordt het hele document afgedrukt met de kleurencartridges. Met andere woorden worden sommige toners gemengd om elke waargenomen kleur in het document te krijgen en de dichtheid van de toner op de pagina te vergroten. Als er geen kleur wordt waargenomen, drukt de printer af in zwart-wit.

De standaardinstelling op uw machine is Auto .

D

OPMERKING

De kleursensor van de machine is erg gevoelig. Deze kan vervaagde zwarte tekst of een achtergrond die niet geheel wit is als kleur waarnemen. Als u weet dat uw document zwart-wit is en u wilt de kleurtoner sparen, selecteer dan de modus Mono .

 Kleur

De machine drukt het document af met de kleurencartridges, ongeacht of het document kleur bevat of enkel zwart-wit is.

 Mono

Selecteer deze stand wanneer het document uitsluitend tekst en/of objecten in zwart en grijswaarden bevat. Wanneer uw document kleur bevat, drukt deze modus het document af in

256 tinten grijs met de zwarte toner.

OPMERKING

Als de cyaan, magenta of gele toner opraakt tijdens het afdrukken van een kleurdocument, kan de afdruktaak niet worden voltooid. Zolang er zwarte toner beschikbaar is, kunt u ervoor kiezen de afdruktaak opnieuw te starten in de modus Mono .

Voor meer informatie over de instellingen in de printerdriver, uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Levensduur tonercartridge

Dit product detecteert de levensduur van de tonercassette aan de hand van de volgende twee methoden:

 Detectie door de punten te tellen van elke kleur die nodig zijn om een afbeelding te maken

D

242

Specificaties

 Detectie door de rotaties te tellen van de ontwikkelaarroller

Dit product heeft een functie die zowel de punten telt van elke kleur die gebruikt worden om elk document af te drukken als de rotaties van elke ontwikkelaarroller van de tonercassette.

De afdruktaak stopt als een bovengrens wordt bereikt. De bovengrens is ingesteld boven het aantal punten of omwentelingen dat nodig is voor de cassette om consistent te werken met het opgegeven paginabereik. Deze functie is bedoeld om het risico op slechte afdrukkwaliteit en schade aan de machine te verminderen.

Er zijn twee meldingen die aangeven wanneer de toner het einde van zijn levensduur nadert of heeft bereikt: Toner bijna op en Toner vervangen .

Toner bijna op wordt weergegeven op het LCD-scherm als het aantal punten of omwentelingen van de ontwikkelaarroller de maximale telling nadert: Toner vervangen wordt weergegeven op het LCD-scherm als het aantal punten of omwentelingen van de ontwikkelaarroller de maximale telling heeft bereikt.

D

Kleur Correctie

Het aantal omwentelingen van de ontwikkelaarroller dat geteld is is niet alleen voor normale taken zoals afdrukken en kopiëren maar ook voor machine-afstellingen zoals kleurkalibratie en kleurregistratie.

 Kleurkalibratie (afstelling of kleurdichtheid)

Voor een stabiele afdrukkwaliteit, moet de dichtheid van elke tonercartridge op een vaste waarde worden gehouden. Als de dichtheidbalans tussen de kleuren niet kan worden vastgehouden, wordt de kleur onstabiel en is een accurate kleurweergave niet meer mogelijk.

De tonerdichtheid kan veranderen door chemische wijzigingen van de toner die de elektrische lading beïnvloeden, achteruitgang van de ontwikkelaareenheid en door de temperatuur en het vochtgehalte in het apparaat. Bij kalibratie worden de testpatronen voor het afstellen van het dichtheidniveau afgedrukt op de riemeenheid.

Kalibratie wordt hoofdzakelijk op de volgende momenten uitgevoerd:

• Wanneer u handmatig kalibratie selecteert op het bedieningspaneel of in de printerdriver.

(Voer kalibratie uit als de kleurdichtheid moet worden verbeterd.)

• Als een gebruikte tonercassette wordt vervangen door een nieuwe.

• Als de printer voelt dat de omgevingstemperatuur en het vochtgehalte zijn veranderd.

• Als een opgegeven aantal afgedrukte pagina's bereikt is.

 Kleurregistratie (correctie van kleurpositie)

In dit apparaat zijn de trommeleenheid en de ontwikkelaareenheid respectievelijk voorbereid voor zwart (K), geel (Y), magenta (M) en cyaan (C). Vier kleurbeelden zijn gecombineerd in

één afbeelding en daardoor kunnen fouten met de kleurregistratie (d.w.z. hoe de vier kleurbeelden uitlijnen) ontstaan. Bij registratiefouten worden testpatronen voor de registratiecorrectie afgedrukt op de riemeenheid.

Registratie wordt hoofdzakelijk op de volgende momenten uitgevoerd:

• Wanneer u handmatig registratie selecteert op het bedieningspaneel.

(Voer registratie uit als een fout met de kleurregistratie gecorrigeerd moet worden).

• Als een opgegeven aantal afgedrukte pagina's bereikt is.

D

243

E

Index

A

Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)

......58

ADF (automatische documentinvoer) gebruik

..................................................41

Adresboek gebruik

..................................................62

instellen

.................................................63

wijzigen

.................................................64

Afdrukken document vanaf uw computer

...............71

drivers

.................................................236

kwaliteit

...............................................158

problemen

.................................. 148

,

150

resolutie

..............................................236

specificaties

........................................236

uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Afmetingen

.............................................228

Annuleren

...................................................9

ANTW.APP. (antwoordapparaat), extern

.......................................................48

uitgaand bericht opnemen

....................58

verbinden

..............................................57

Antwoordapparaat (ANTW.APP) verbinden

..............................................57

Apple Macintosh uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Automatisch

Fax ontvangen

......................................48

Fax waarnemen

.................................50

Faxnummer opnieuw kiezen

.................62

B

Belvertraging, instelling

............................49

Brother apps

............................................. 20

,

222

C

Capaciteit papierlade

............................................. 37

Contacten

EXT

ANTW.APP (antwoordapparaat)

....... 57

externe telefoon

................................ 59

ControlCenter2 (Macintosh) uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

ControlCenter4 (Windows

®

) uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

D

Direct print

(Rechtstreeks afdrukken)

.................. 67 ,

68

Document plaatsen

.......................................... 41 ,

42

Draadloos netwerk uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Draadloze telefoon (niet van Brother)

..... 60

Drumeenheid reinigen

.......................................112

, 115

vervangen

............................................. 87

E

Een document naar een computer scannen

................................................... 72

Enveloppen

.................................36

,

37 ,

39

Etiketten

............................... 27

, 36 ,

37 ,

40

Externe installatie uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

externe telefoon, verbinding

.................... 59

244

F

Fax, stand-alone ontvangen

Belvertraging, instelling

......................49

Fax waarnemen

.................................50

met tweede toestel

.............................60

storing op de telefoonlijn

..................157

van tweede toestel

.............................59

verzenden

.............................................43

storing op de telefoonlijn

..................157

Fax/Tel-modus

Belvertraging

.........................................49

Code voor activeren op afstand

............60

Code voor deactiveren op afstand

........60

F/T-beltijd (dubbel belsignaal)

..............49

Fax waarnemen

....................................50

faxen ontvangen

...................................59

oproep aannemen met tweede toestel

...................................................60

Faxcodes

Code voor activeren op afstand

............60

Code voor deactiveren op afstand

........60

wijzigen

.................................................61

Folio

.................................................. 33

, 37

Foutmeldingen op aanraakscherm

Afdrukken Onm XX

.............................127

Comm. Fout

........................................127

Geen papier

........................................130

Geheugen vol

.....................................131

Scannen Onm.

....................................133

Foutmeldingen op het aanraakscherm

......................................126

G

Geheugen

..............................................228

Gewichten

..............................................229

Glasplaat gebruik

..................................................42

Grijswaarden

................................. 233

, 235

H

Handmatig kiezen

................................................... 62

ontvangen

............................................ 48

Help

Instellingstabellen

............................... 170

Meldingen op aanraakscherm

............ 169

Home

......................................................... 9

I

Informatie over de machine de machine resetten

........................... 168

firmwareversie

.................................... 167

Reset-handelingen

............................. 167

serienummer

...................................... 167

Instellingstabellen

.................................. 170

K

Kiezen

Adresboek

............................................ 62

automatisch faxnummer opnieuw kiezen

................................................... 62

een pauze

............................................ 63

handmatig

............................................ 62

Kwaliteit afdrukken

........................................... 158

L

LCD-aanraakscherm

................................. 8

LCD-aanraakscherm

(liquid crystal display)

............................ 169

Levensduur tonercartridge

.................... 242

E

245

M

Macintosh uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Melding “Geheugen vol”

.........................131

Modus, invoeren scan

......................................................75

Modus, oproepen fax

.........................................................43

kopiëren

................................................65

N

Netwerk afdrukken uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

faxen uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

scannen uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Netwerkaansluiting

.................................237

NFC (Near Field Communication)

Reader

.......................................................8

Nuance™ PaperPort™ 12SE uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding en de Helpfunctie in de PaperPort™ 12SE-toepassing om de procedurehandleidingen te raadplegen.

O

Onderhoud, routinematig

.......................105

vervangen drumeenheid

......................................87

riemeenheid

.......................................93

tonerbak

.............................................98

tonercartridges

...................................81

Opnieuw kiezen

.......................................62

Overzicht bedieningspaneel

.......................8

P

Papier

...................................................... 36

aanbevolen

..................................... 36 ,

37

formaat

........................................... 33 ,

36

plaatsen

................................................ 25

in de multifunctionele lade

(Multif. lade)

...................................... 27

in papierlade

...................................... 25

soort

............................................... 33 ,

36

Pauze

...................................................... 63

PC-FAX uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Presto! PageManager uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding en de Helpfunctie in de Presto! PageManager-toepassing.

Problemen oplossen

.............................. 148

als u problemen hebt afdrukken

................................148

, 150

afdrukkwaliteit

................................. 158

faxen ontvangen

.............................. 151

faxen verzenden

.............................. 152

inkomende oproepen

...................... 153

kopieerkwaliteit

................................ 154

netwerk

............................................ 155

papierbehandeling

........................... 149

scannen

........................................... 154

software

........................................... 154

telefoonlijn

....................................... 157

foutmeldingen op het aanraakscherm

................................... 126

onderhoudsmeldingen op het aanraakscherm

................................... 126

vastgelopen document

...............137

, 138

vastgelopen papier

................139

, 140

, 141

, 143

, 146

246

R

Rapporten

Verzendrapport

.....................................45

Rechtstreeks afdrukken specificatie

..........................................239

Reinigen glas van de laserscanner

....................108

Reiniging coronadraden

......................................112

drumeenheid

.......................................115

scanner

...............................................107

Resolutie afdrukken

............................................236

fax (standaard, fijn, superfijn, foto)

.....233

kopiëren

..............................................234

scannen

..............................................235

Riemeenheid vervangen

.............................................93

S

Scannen uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

Serienummer opzoeken

Zie de binnenkant van de voorklep

Synchronisatie

.......................................157

T

Tekst, invoeren

......................................227

Tel/R

................................................. 59

, 60

Telefoonlijn meerdere lijnen (PBX)

..........................58

problemen

...........................................150

storing

.................................................157

verbindingen

.........................................57

Terug

..........................................................9

Tonerbak vervangen

.............................................98

Tonercartridges vervangen

.............................................81

Tweede toestel, gebruiken

.......................60

U

Uw machine programmeren

.................. 169

V

Verbinden extern ANTW.APP

(antwoordapparaat)

.............................. 57

externe telefoon

................................... 59

Verbruiksartikelen

........................77

,

78 ,

79

Vervangen drumeenheid

........................................ 87

riemeenheid

......................................... 93

tonerbak

............................................... 98

tonercartridges

..................................... 81

VoIP

....................................................... 157

Volume, instelling bellen

.................................................... 24

luidspreker

............................................ 24

waarschuwingstoon

.............................. 24

W

Wi-Fi Direct™

.......................................... 14

Windows ® uu

Software en Netwerk gebruikershandleiding.

E

247

Bezoek ons online http://www.brother.com/

Deze machines zijn uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale

Brother-bedrijven of hun dealers voeren alleen servicewerkzaamheden uit aan machines die in eigen land zijn aangeschaft.

www.brotherearth.com

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Key Features

  • Business Laser Colour printing
  • 2400 x 600 DPI
  • Printing colours: Black, Cyan, Magenta, Yellow
  • A4 28 ppm
  • Colour copying Colour scanning Colour faxing
  • Apple AirPrint, Brother iPrint & Scan, Google Cloud Print
  • Direct printing
  • USB port Wi-Fi Ethernet LAN
  • Internal memory: 256 MB Built-in processor Star Sapphire 400 MHz
  • 30.4 kg

Related manuals

advertisement

Table of contents