BELGACOM belgafax 180 ts de handleiding


Add to my manuals

advertisement

BELGACOM belgafax 180 ts de handleiding | Manualzz

Handleiding

Belgafax 180ts Dect

Geachte klant,

Door dit toestel te kopen hebt u gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma Belgacom. Uw toestel vervult de meest uiteenlopende eisen voor privé en professioneel gebruik.

Uw toestel wordt geleverd met een gratis inktfilm waarmee u een aantal proefpagina's kunt uitprinten. Voor deze inktfilm hebt u geen Plug’n’Print-kaart (= chipkaart met informatie m.b.t. de capaciteit van de inkfilm) nodig.

Telefoonboek

In het telefoonboek van uw toestel kunt u records met verschillende nummers opslaan en verschillende records in groepen onderbrengen. U kunt de records verschillende beltonen toewijzen.

Snelkeuze

Vaak gekozen nummers kunt u toewijzen aan verkorte kiesnummers. Met de cijfertoetsen kunt u deze nummers snel opvragen.

De draadloze telefoon beschikt over een eigen telefoonboek. Met de draadloze telefoon kunt u SMS-berichten versturen en lezen. U kunt berichten op het antwoordapparaat van het toestel beluisteren en nieuwe meldteksten opnemen.

Functies

Stel bel- en signaaltonen, displaybeeld en menukleuren van de draadloze telefoon individueel in. Bovendien staan nog extra functies zoals wekker, timer, verjaardagsalarm of babyfoon-functie ter beschikking. U kunt tot vijf draadloze telefoons bij het toestel aanmelden.

Het ingebouwde antwoordapparaat slaat tot 30 minuten berichten op. U kunt interne en externe spraakberichten

(=memo's) opnemen. Vanop afstand kunt u nieuwe berichten via om het even welke telefoon beluisteren. Met de

VIP-code bent u ook bereikbaar wanneer het antwoordapparaat is ingeschakeld.

Verstuur faxberichten in verschillende resoluties aan een of meer ontvangers bvb. een groep. U kunt ook faxberichten pollen en documenten voor polling klaarleggen.

Faxsjablonen

In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bijvoorbeeld snel een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.

Kies uit de resolutie voor tekst en foto om documenten met uw toestel te kopiëren. U kunt ook meerdere kopieën maken.

U kunt SMS-berichten van uit uw toestel versturen.

Uw toestel print sudoku-raadsels uit in vier verschillende moelijkheidsgraden - desgewenst met de oplossing.

Veel plezier met uw toestel en zijn veelvoudige functies!

Over deze handleiding

Met de installatiehulp op de volgende bladzijden kunt u uw toestel snel en gemakkelijk in gebruik nemen. Gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de volgende hoofdstukken van deze handleiding.

Lees de handleiding nauwkeurig. Let op de veiligheidsinstructies om een correcte werking van uw toestel te garanderen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebruik dat afwijkt van het in de instructies beschreven gebruik.

Gebruikte symbolen

Waarschuwing

Waarschuwt voor gevaar voor personen, voor beschadigingen aan het toestel of andere voorwerpen en voor mogelijk verlies van gegevens. Ondeskundig gebruik kan tot verwondingen en beschadigingen leiden. verklaring van de instructies

Mit dit teken zijn tips gekenmerkt die de bediening van uw toestel efficiënter en eenvoudiger maken.

2

Algemene veiligheidsinstructies

Uw toestel is in overeenstemming met de normen EN 60950-

1 resp. IEC 60950-1 gekeurd en mag alleen op telefoon- en stroomnetten worden gebruikt die aan deze normen voldoen.

Het faxtoestel is uitsluitend voor gebruik in het desbetreffende land van verkoop gefabriceerd.

Breng geen instellingen en veranderingen aan die niet in deze handleiding zijn beschreven.

Toestel opstellen

Het toestel moet veilig en stabiel op een effen oppervlak staan. Mocht het toestel naar beneden vallen, kan het worden beschadigd of personen – in het bijzonder kleine kinderen – verwonden. De afstand ten opzichte van andere toestellen of voorwerpen moet tenminste 15 centimer bedragen. Dit geldt ook voor het gebruik van extra draadloze telefoons. Zet het toestel niet in de buurt van radio- en

TV-toestellen. Leg alle kabels zo dat niemand er over kan vallen, dat zich niemand er kan verwonden of dat het toestel wordt beschadigd.

Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.

Bescherm het toestel tegen direct zonnelicht, hitte, grote temperatuurverschillen en vochtigheid. Zet het toestel niet in de buurt van de verwarming of de airconditioning. Let op de informatie in de technische specificaties met betrekking tot temperatuur en luchtvochtigheid.

De ruimte waarin het toestel staat moet voldoende worden verlucht.Het toestel niet toedekken! Plaats het toestel niet in gesloten kasten of kisten. Plaats het niet op een zachte ondergrond zoals dekens of tapijten.Dek de ventilatiesleuf niet toe. Het toestel kan anders oververhit en in brand geraken.

Wanneer het toestel te warm wordt of wanneer er rook uit het toestel komt – meteen de netstekker uit het stopcontact trekken. Laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken. Om te vermijden dat zich een brand uitbreidt, moeten open vlammen uit de buurt van het toestel worden gehouden.

Sluit het toestel niet in vochtige ruimtes aan. Raak de netstekker, de netaansluiting of de telefoondoos nooit met natte handen aan.

Er mogen geen vloeistoffen in het toestel geraken. Haal het toestel van het stroomnet wanneer vloeistoffen of vreemde deeltjes in het toestel zijn geraakt en laat uw toestel door een technische servicedienst onderzoeken.

Laat uw kinderen niet zonder toezicht met het toestel omgaan. De verpakkingsfolie mag niet in de handen van kinderen geraken.

Stroomverzorging

Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die aan de opstelplaats beschikbaar is. Gebruik alleen maar meegeleverde net- en telefoonkabels.

Zet uw toestel zo dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. Het toestel heeft geen in- en uitschakelknop. In noodgeval haalt u uw toestel van de stroomvoorziening door de netstekker uit te trekken.

Raak nooit de net- of telefoonkabel aan wanneer de isolatie is beschadigd.

Haal uw toestel van het stroom- of telefoonnet tijdens een onweer. Is dit niet mogelijk, gebruik dan het toestel niet tijdens een onweer.

Haal uw toestel van het stroom- en telefoonnet vooraleer het oppervlak te reinigen. Gebruik nooit vloeibare, gasvormige of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schurende middelen, politoeren, alcohol).

Reinig het display met een droge, zachte doek. Wanneer het display breekt, kan een zwarte bijtende vloeistof vrijkomen. Vermijd huid- en oogcontact.

Bij een stroomonderbreking functioneert uw toestel niet; opgeslagen gegevens gaan niet verloren.

Reparaties

Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op het display en op de foutmelding.

Repareer uw toestel niet zelf. Ondeskundig onderhoud kan tot lichamelijke en materiële schade leiden. Laat uw toestel uitsluitend door een geautoriseerde servicedienst repareren.

Verwijder het typeplaatje van uw toestel niet, ander komt de garantie te vervallen.

Verbruiksmaterialen

Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen. Deze kunt u bij Belgacom verkrijgen. Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen resp. de levensduur beperken.

Verwijder alle verbruiksmaterialen in overeenstemming met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. afvalverwijdering.

Draadloze telefoon

Zet de draadloze telefoon nooit zonder oplaadbare accu's of met wegwerpbatterijen in het laadstation.

Installeer en gebruik uw draadloze telefoon niet in een vochtige omgeving. Raak uw draadloze telefoon niet aan met natte handen.

Het functioneren van veiligheidsinstallaties, medische of gevoelige toestellen kan door het zendvermogen van de draadloze telefoon worden gestoord. Let op eventuele gebruiksvoorschriften (of -beperkingen) in de buurt van dergelijke installaties.

Verwijder de gebruikte accu's in overeenstemming met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. recycling van afval.

3

4

1 Installatiehandleiding

Inhoud verpakking

1 Toestel

Toestel

2 Hoorn

ƒ

Telefoonhoorn

3 Spiraalsnoer voor telefoonhoorn

Spiraalsnoer voor telefoonhoorn

4 Papierhouder

Papierhouder

5 Extra documentenhouder

Extra documentenhouder

6 Netkabel

Netkabel met stekker

7 Telefoonkabel

ˆ

Telefoonkabel

8 Telefoonstekker

Telefoonstekker

9 Laadstation

Š

Laadstation

10 Drie accu's

Drie accu's

11 Draadloze telefoon

Œ

Draadloze telefoon

Handleiding

Bedieningshandleiding met installatiehandleiding (zonder afbeelding).

Meerdere draadloze telefoons

Modelafhankelijk worden meerdere draadloze telefoons meegeleverd.

Verpackungsinhalt 180ts Dect

Papierhouder installeren

Papierhouder installeren

Wilt u alleen maar kort papier inleggen, klap dan de papiersteun in de afdekking omhoog (A). Na de faxontvangst of het kopiëren kunt u het papier verwijderen en de afdekking weer sluiten.

Indien u voortdurend papier in het toestel nodig hebt, leg dan de papierhouder in de daarvoor voorziene openingen achter de papierinvoer (B).

Papierhalter installieren

Papier inleggen

Papierformaat

Vooraleer u documenten kunt ontvangen of kopiëren moet u papier invoeren. Gebruik a.u.b. uitsluitend geschikt papier van het standaardformaat A4 (210 × 297 mm · het liefst 80 g/m

2

). Let op de gegevens in de technische specificaties.

Waaier het papier

Waaier het papier uit en breng het op een glad oppervlak in de juiste stand. Op die manier verhindert u dat meerdere vellen in een keer worden ingetrokken.

Papier voorbereiden

Ontbrekende delen

Mocht een van de delen ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met Belgacom.

Afdekking openen

Afdekking openen

Klap de afdekking voor de papier- en documentinvoer achter het paneel open.

Geräteklappe öffnen

Papier inleggen Sagem

1 Klap de hendel rechts naast de papierinvoer naar voor.

2 Leg het papier in de papierinvoer. Bij gebruik van de papiersteun in de afdekking kunt u maximaal 15 vellen (A4 · 80 g/m²) plaatsen. Met de papierhouder kunt u maximaal 50 vellen (A4 · 80 g/m²) plaatsen

3 Klap de hendel rechts naast de papierinvoer naar achter om het papier te fixeren.

Papier einlegen

Telefoonkabel aansluiten

Telefoonkabel aansluiten

Verbind de telefoonkabel met het toestel door de kabel in de met LINE gekenmerkte bus te steken (Rj-11-aansluiting). Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.

Telefonkabel anschließen

Documentenhouder installeren

Documentenhouder installeren

Steek de extra documentenhouder op de documentinvoer.

Na het versturen van faxen of het kopiëren kunt u de documentenhouder weer verwijderen en de afdekking sluiten.

Dokumentenhalter aufstecken

Nevenaansluiting

Indien u uw toestel als nevenaansluiting aan een centrale aansluit, moet u uw toestel voor het gebruik als nevenaansluiting instellen (zie ook hoofdstuk Tele-

foonaansluitingen en extra toestellen, pagina 40).

Netkabel aansluiten

Netspanning opstelplaats

Controleer of de netspanning van uw toestel (typeplaatje) overeenkomt met de netspanning die op de opstelplaats beschikbaar is.

Netkabel aansluiten

Steek de netkabel in de aansluiting aan de achterkant van het toestel. Steek de netkabel in het stopcontact.

Netzkabel anschließen

Hoorn aansluiten

Hoorn aansluiten

Steek het einde van het spiraalsnoer in de bus aan de telefoonhoorn. Steek het andere einde in de bus die met het

)

-symbool gekenmerkt is..

Hörer anschließen

Eerste installatie

Eerste installatie starten

Nadat u het toestel aan de netspanning hebt aangesloten, begint de eerste-installatie-procedure. Druk op î. Uw toestel print een hulppagina uit.

Taal kiezen

1 Kies met [ de gewenste displaytaal.

2 Bevestig met OK.

5

Nummer invoeren

kopregel

Uw nummer en uw naam worden aan de bovenste rand van elk faxbericht (= kopregel) samen met datum, tijd en paginanummer meegestuurd.

Nummer invoeren

1 Voer uw telefoonnummer in. Met # of * kunt u een plus-teken intoetsen.

2 Bevestig met OK.

Naam invoeren

1 Voer de naam via het lettertoetsenbord in. Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-toets. Afzonderlijke tekens wist u met \. Spaties voert u in met ½. Druk op

CTRL

en de betreffende lettertoets om het daarboven staande speciale teken in te voeren.

Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.

2 Bevestig met OK.

Uitprinten functielijst

Na het invoeren print het toestel een overzicht van de functies uit.

Tijd en datum invoeren

Tijd/datum invoeren

1 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14 00 voor 14 uur.

2 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld

08

06 07 voor 8 juni 2007.

3 Bevestig met OK.

Hulp 2 · eerste-installatie-procedure

U kunt de eerste-installatie-procedure altijd weer opnieuw starten. Druk op î en 2.

Batterijen in de draadloze telefoon leggen

1 Leg de nieuwe batterijen in het batterijvak zoals op de tekening in het accuvak aangegeven (plus- en minpolen).

Leg nooit wegwerpbatterijen in de draadloze telefoon. Let op de gegevens in de technische specificaties.

Zet de draadloze telefoon nooit zonder batterijen in het laadstation.

Laat uw draadloze telefoon tenminste 12 uur in het laadstation. Tijdens het laden kunnen de batterijen een beetje opwarmen; dat is niet gevaarlijk.

Draadloze telefoon in gebruik nemen

Draadloze telefoon inschakelen

Druk tenminste twee seconden op de groene toets “ om uw draadloze telefoon in te schakelen.

Draadloze telefoon ingesteld

Uw draadloze telefoon is normaalgesproken fabrieksmatig bij uw toestel aangemeld. Druk in de uitgangsmodus op

OK

. Op het display verschijnen het basisstation waarmee uw draadloze telefoon verbonden is en het nummer waarmee uw toestel bij het basisstation is aangemeld.

2 Leg de afdekking op het batterijvak en schuif de afdekking naar boven tot ze inklapt.

3 Zet de draadloze telefoon in het laadstation.

6

2 Overzicht

Overzicht van de menufuncties

Uw toestel beschikt over de volgende functies. Er bestaan twee mogelijkheden om de functies op te roepen:

Menu-navigatie

Door het menu navigeren: Druk op OK of op een van de twee cursortoetsen [ om het functiemenu te openen. Blader door het menu met [. Met OK kiest u een menufunctie. Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Direct oproepen

Functies direct oproepen: Met het functienummer roept u een menufunctie direct op. Druk op OK en voer met het cijfertoetsenbord het betreffende functienummer in. Bevestig met OK. De functienummers vindt u in de onderstaande lijst.

Hulp 6 · Functielijst

Druk op î en 6 om een lijst van alle functies en instellingen van uw toestel uit te printen.

1 Telefoonboek

Record zoeken

11

Record zoeken ........................................pagina 12

Nieuwe record

12

Nieuwe record ........................................pagina 15

Groepen maken

13

Groepen maken ......................................pagina 15

Snelkeuze

14

Snelkeuze................................................pagina 16

Records wijzigen

15

Records wijzigen.....................................pagina 15

Records wissen

16

Records wissen........................................pagina 15

Records uitprinten

17

Records uitprinten..................................pagina 37

2 Telefoongesprekken

21

Binnengekomen gesprekken ...................pagina 12

22

Uitgaande gesprekken.............................pagina 12

Records uitprinten

23

Records uitprinten..................................pagina 36

3 Fax

31

Ontvangen op afroep..............................pagina 27

32

Versturen op afroep ................................pagina 28

33

Later versturen........................................pagina 27

34

Rondzenden (= broadcasting) .................pagina 27

35

Faxjournaal.............................................pagina 37

36

Verzendrapport.......................................pagina 37

37

Verkleind uitprinten ...............................pagina 35

38

Transmissiesnelheid................................pagina 35

4 Varia

41

Bellijst ....................................................pagina 36

43

Faxsjablonen...........................................pagina 28

44

Contrast .................................................pagina 35

Service

45

Servicecode .............................................pagina 46

46

Inktfilmvoorraad ....................................pagina 43

47

Firmware-versie ......................................pagina 37

Sudoku

48

Sudoku ...................................................pagina 34

5 Faxschakelaar

51

Dag........................................................ pagina 36

52

Nacht..................................................... pagina 36

53

Timer .................................................... pagina 36

54

Easylink ................................................. pagina 41

55

Beltonen ................................................ pagina 36

6 SMS

61

SMS versturen ....................................... pagina 30

SMS lezen

62

SMS lezen.............................................. pagina 31

SMS uitprinten

63

SMS uitprinten ...................................... pagina 32

SMS wissen

64

SMS wissen............................................ pagina 32

Boodschap per SMS

65

Boodschap per SMS............................... pagina 31

SMS-toegang

66

SMS-toegang ......................................... pagina 32

7 Antwoordapparaat

Antwoordapparaat activeren

71

Activeren................................................ pagina 21

Antwoordapparaat berichten

72

Berichten ............................................... pagina 22

Antwoordapparaat kort bericht

73

Kort bericht ........................................... pagina 24

Antwoordapparaat opnameduur

74

Opnametijd ........................................... pagina 25

Antwoordapparaat meldtekst

75

Meldtekst............................................... pagina 21

Antwoordapparaat externe memo

76

Alleen maar meldtekst............................ pagina 21

Antwoordapparaat doorsturen

77

Doorsturen ............................................ pagina 23

Antwoordapparaat VIP-code

78

VIP-code................................................ pagina 25

Antwoordapparaat toegangscode

79

Toegangscode ........................................ pagina 23

8 Draadloze telefoon

Dect zoeken

81

Hoorn zoeken ........................................ pagina 18

Aan- en afmelden

82

Registreren............................................. pagina 40

83

Deregistreren ......................................... pagina 40

9 Instellingen

91

Klok/datum ........................................... pagina 35

92

Taal kiezen............................................. pagina 35

94

Uw nummer .......................................... pagina 35

95

Uw naam ............................................... pagina 35

96

Soort aansluiting .................................... pagina 40

7

Fabrieksinstelling

Fabrieksinstelling 180ts Dect

8

Toesteloverzicht

Overzicht Primo · Voice

Hoorn

ƒ

Papierhouder

Documentinvoer (tekst naar boven)

Paneel met display

)-bus – aansluitbus voor de telefoonhoorn

EXT-bus – aansluitbus voor extra toestellen

ˆ

LINE-bus – aansluitbus voor telefoonkabel

SPFX 4x

Scannerglas

ƒ

Rollen van de automatische documentinvoer

Steun invoerrollen

Documentinvoer / scannerfolie

Afdekking scanner en automatische documentinvoer

Tandwiel om de inktfilm aan te spannen

ˆ

Inkftilmrol in de achterste inktfilmkuip

Inktfilmrol in de voorste inktfilmkuip

Š

Steekklem voor de Plug’n’Print-kaart

Houders afdekking scanner en automatische documentinvoer

Binnenkant genummerd

Beschrijving binnenkant

9

Paneel van de draadloze telefoon

Paneel Monochrome Dect

Programmatoets links

õ

– Programmeerbare toets (opgeslagen functie op het display)

Programmatoets rechts

ô

– Programmeerbare toets (opgeslagen functie op het display / opties oproepen / keuze bevestigen)

Groene toets

/@ – Kort drukken: telefoneren / gesprek aannemen

/ handsfree bellen / Lang drukken: nummerherhaling / draadloze telefoon inschakelen

Rode toets

– Kort drukken: gesprek beëindigen / menufunctie afbreken / Lang drukken: draadloze telefoon uitschakelen

Telefoonboektoets m

– Kort drukken: telefoonboek van het toestel oproepen

/ Lang drukken: telefoonboek van de draadloze telefoon oproepen

SMS-toets

_/SMS

– SMS-menu oproepen

Cursortoetsen

[

– Menufuncties oproepen / door het menu navigeren

/ opties kiezen / cursor bewegen / volume instellen

C-toets

C

– Terug naar het vorige menu-niveau / tekens afzonderlijk wissen

OK-toets

OK

– Menufuncties oproepen / invoer bevestigen

Antwoordapparaattoets

1

/b – Lang drukken: antwoordapparaatmenu oproepen

Toetsenblokkering

*

/• – Lang drukken: toetsenblokkering in- en uitschakelen

Toets 0

0

– Speciale tekens invoeren

R-toets

R

– Flash

Intercom-toets

{

– Doorsturen van een gesprek naar het toestel of naar andere draadloze telefoons

Symbolen op het display

Display Monochrome Dect

Accu's

·

– Indicatie van het laadniveau van de batterijen

Telefoon INT

¢

– Intern telefoongesprek (= intercom) met een andere draadloze telefoon of met het toestel

Telefoon EXT

£

– Extern telefoongesprek

SMS

_

– Nieuwe sms-boodschap ontvangen

Wekker

¥

– Wekker ingeschakeld

Timer

©

– Timer ingeschakeld

Aanmeldingsnummer

1 – Nummer waarmee de draadloze telefoon bij de basis is aangemeld

10

Bedieningspaneel

Telefoonboektoets m

– Kort drukken: telefoonboekrecords opvragen. Kiezen van het records met [ / Lang drukken: nieuwe record opslaan

Sagem timer/faxschakelaar-toets

º

/» – instellen van de timer en van de faxontvangstmodus (= faxschakelaar). Ingestelde modi op het display ™

(dag), ˜ (nacht). Geactiveerde timer extra met ›

SMS-toets

_/SMS

– SMS menu oproepen

Antwoordapparaattoets b

– antwoordapparaatmenu oproepen

Dect-doorsturen-toets

{

– Tijdens een telefoongesprek: Doorsturen van een gesprek naar een bepaalde of naar alle draadloze telefoons /

In de uitgangsmodus: draadloze telefoons zoeken (alle aangemelde draadloze telefoons rinkelen)

Stoptoets j

– functie afbreken / terugkeer naar de uitgangsmodus / documenten uitwerpen

C-toets

C

– terug naar het vorige menu-niveau / Kort drukken: tekens afzonderlijk wissen / Lang drukken: complete record wissen

Cursortoetsen

[

– menufuncties oproepen / door het menu navigeren / opties kiezen / cursor bewegen / volume instellen

OK-toets

OK

– menufuncties oproepen / invoer bevestigen

Starttoets o

– Kort drukken: transmissie starten / Lang drukken: polling starten

Lettertoetsenbord

Lettertoetsenbord – letters invoeren. Hoofdletters invoeren met ingedrukte +-toets. Wissen met \. Paragraaf invoegen met |. Spaties invoegen met ½. Speciale tekens invoegen met ingedrukte CTRL-toets

Message-toets

ä

– knippert wanneer nieuwe berichten zijn binnengekomen / lijst van nieuwe berichten met ondermenu's / knippert bij toestelfouten (bijvoorbeeld geen inktfilm ingelegd)

Copy-toets

COPY

– Kort drukken: een kopie maken / Lang drukken: meerdere kopieën maken

Resolutietoets

RES

– hogere resolutie voor het faxen en kopiëren instellen (RESOL.:STANDAARD, RESOLUTIE: FIJN,

RESOLUTIE: FOTO)

Hulptoets

î

– Kort drukken: hulppagina's en instellingslijsten uitprinten / Lang drukken: eerste-installatie-procedure starten

Herkiestoets

@

– Kort drukken: lijst van de 10 laatstgekozen nummers (=herkieslijst) / Lang drukken: lijst van de 10 laatste bellers (=bellerslijst)

Luidsprekertoets l

– Kiezen met opgelegde hoorn / handsfree bellen

R-toets

R

(Flash) – kiespauze invoeren

Cijfertoetsenbord (snelkeuze)

Cijfertoetsenbord – Cijfers invoeren / Lang drukken: verkorte kiesnummers opvragen

Belgafax 180ts Dect

11

3 Telefoonfuncties

Hoe u extra draadloze telefoons en andere toestellen aansluit en welke functies ter beschikking staan kunt u nalezen in het hoofdstuk m.b.t. telefoonaansluitingen en extra toe-

stellen, pagina 40.

Telefoneren met het toestel

Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden. Neem daarna de hoorn van de haak.

Direct kiezen

U kunt ook eerst de hoorn opnemen en dan een nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.

Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.

Snelkeuzenummers opvragen

U kunt de snelkeuzenummers ook opvragen door lang (tenminste 2 seconden) op de betreffende cijfertoets te drukken.

Telefoonboek:

1 Druk op m.

U kunt de telefoonboekrecords ook opvragen door op OK, 11 en OK te drukken.

2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met de cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek te navigeren.

U kunt een record meermaals onder dezelfde naam, maar telkens onder een andere categorie opslaan. In het telefoonboek staat achter het record de beginletter van de categorie.

Herkieslijst: Druk op @. Kies met [ een record uit de lijst van de gekozen nummers.

Uitgaande telefoongesprekken

U kunt de herkieslijst ook opvragen door op OK,

22

en OK te drukken.

Bellerslijst: Druk lang op @ (tenminste twee seconden). Kies met [ een record uit de bellerslijst.

Binnenkomende telefoongesprekken

U kunt de bellerslijst ook opvragen door op OK,

21

en OK te drukken.

CLIP vereisten

Voor de dienst weergave oproeper (CLIP) is een abonnement nodig. Contacteer Belgacom indien u meer informatie wenst betreffende deze dienst.

Buitenlijn nemen

Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)

Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een kentgetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen krijgen.

Voer het kengetal van het openbare telefoonnet in vooraleer u het gewenste nummer invoert of een opgeslagen record kiest. Het kengetal van het openbare telefoonnet is meestal 0.

Fout kengetal

Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op R om dit kengetal in te voeren. Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met de aanbieder van uw telefooncentrale.

12

Nevenaansluiting inrichten

Bij voortdurend gebruik van het toestel aan een nevenaansluiting kunt u het het kengetal opslaan met

de functie 96 (zie pagina 40).

Kiespauze invoegen

Het kan noodzakelijk zijn om in het nummer een kiespauze aan te brengen, bijvoorbeeld voor het kengetal. Druk op R.

Het tweede deel van het nummer wordt pas gekozen wanneer de verbinding met het hoofdnummer tot stand is gekomen.

Telefoneren met de draadloze telefoon

Nummer kiezen

Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden. Druk daarna op “.

Direct kiezen

U kunt ook eerst op “ drukken en dan een nummer kiezen. Het toestel begint meteen te kiezen.

Fax naar het toestel sturen

Wanneer bij het aannemen van een gesprek via een draadloze telefoon blijkt dat het om een faxgesprek gaat (fluittoon of stilte) kunt u de faxontvangst aan het toestel starten. Druk daartoe aan het toestel op o

of aan de draadloze telefoon op *5.

Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.

Telefoonboek van de draadloze telefoon:

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met de cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek te navigeren.

Hebt u aan een record een extra nummer toegevoegd, staat deze record twee keer in het telefoonboek. Het symbool van de categorie staat voor de naam.

Telefoonboek van het toestel:

1 Druk op m.

2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met de cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek te navigeren.

Verkort kiezen:

1 Druk aan het toestel lang (tenminste twee seconden) op de betreffende cijfertoets.

2 Druk aan de draadloze telefoon op “.

Herkieslijst: Druk lang op @ lang (tenminste twee seconden). Kies met [ een record uit de lijst van de gekozen nummers.

Bellerslijst:

1 Druk op [ en kies met [ BEL.LST.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ uit welke lijst u een nummer wilt kiezen.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ een nummer uit.

Volume instellen

U kunt het volume van de luidspreker van de draadloze telefoon tijdens een gesprek instellen door op

[

te drukken.

Nummer opzoeken

Nummer opzoeken

Tijdens een gesprek kunt u telefoonboekrecords opzoeken.

1 Druk tijdens een gesprek op ô Menu.

2 Kies met [ TELEFOONBOEK.

3 Kies met [ de gewenste record.

Terug naar het vorige menu-niveau

Met õ Terug keert u terug naar het vorige menuniveau.

Handsfree bellen

Aan het toestel

1 Druk op l om met opgelegde hoorn te telefoneren. U hoort een kiestoon uit de luidspreker.

2 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record. Het toestel begint meteen te kiezen. Verkeerde cijfers kunt u niet meer corrigeren.

Aan de draadloze telefoon

Lage accustand

Deze functie staat niet ter beschikking wanneer de accustand van de draadloze telefoon laag is. Zet de draadloze telefoon in het laadstation.

Handsfree bellen inschakelen

1 Druk tijdens een gesprek op ô Menu.

2 Kies met [ HANDSFREE.

3 Bevestig met OK.

Handsfree bellen uitschakelen

1 Kies opnieuw HANDSFREE.

2 Druk op ô Deact..

Handsfree bellen in-/uitschakelen

U kunt het handsfree bellen ook in- en uitschakelen door tijdens een gesprek op “ te drukken.

Stilschakelen

Stilschakelen

Schakel de hoorn tijdens het gesprek stil wanneer u met iemand wilt praten zonder dat uw telefoongesprekspartner meeluistert.

Aan het toestel

1 Druk tijdens een gesprek op C. Uw telefoongesprekspartner kan u niet meer horen.

2 Druk opnieuw op C om het gesprek voort te zetten.

Aan de draadloze telefoon

Stilschakelen van de Dect

1 Druk tijdens een gesprek op ô Menu.

2 Kies met [ GEHEIM.

3 Bevestig met OK. Uw telefoongesprekspartner kan u niet meer horen.

4 Druk op õ Eindig om het gesprek voort te zetten.

Stilschakelen

Telefoongesprek opnemen

Telefoongesprek opnemen

U kunt een telefoongesprek opnemen. Nadat u het gesprek hebt opgenomen knippert de ä-toets. De opname kan zoals een boodschap op het antwoordapparaat worden afgeluisterd.

Telefoongesprek opnemen

U moet uw gesprekspartner informeren over het feit dat u het telefoongesprek opneemt.

Telefoongesprek opnemen

1 Druk tijdens een gesprek op b. De opname begint.

2 Druk opnieuw op b om de opname te beëindigen.

Telefoongesprekken doorsturen

Gesprekken doorsturen

U kunt telefoongesprekken van het toestel naar aangemelde draadloze telefoons doorsturen. Van de draadloze telefoon kunt u telefoongesprekken doorsturen naar het toestel of naar andere draadloze telefoons.

Van het toestel

Naar een draadloze telefoon

1 Druk tijdens een gesprek op {.

2 Kies via het cijfertoetsenbord het nummer van de draadloze telefoon.

3 Leg de hoorn op.

Naar alle draadloze telefoons

1 Druk tijdens een gesprek op {.

2 Leg de hoorn op.

Van de draadloze telefoon

Naar het toestel

1 Druk tijdens een gesprek op ô Menu.

2 Kies met [ DOORVERBINDEN.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ HANDSET.

5 Bevestig met OK.

6 Druk op ’ om op te hangen.

Naar andere draadloze telefoons

Deze functie staat alleen maar ter beschikking wanneer u meerdere draadloze telefoons bij uw toestel hebt aangemeld en wanneer de telefoons zich in het bereik van het toestel bevinden.

1 Druk tijdens een gesprek op ô Menu.

2 Selecteer met [ DOORVERBINDEN.

3 Bevestig met OK.

4 Selecteer met [ de draadloze telefoon waaraan u het gesprek wilt doorsturen.

5 Bevestig met OK.

6 Druk op ’om de hoorn op te leggen.

Telefoongesprekken terughalen

U kunt een doorgestuurd telefoongesprek terughalen vooraleer de opgebelde draadloze telefoon wordt opgenomen.

1 Druk op ô Menu.

2 Selecteer met [ EINDE GESPR.

3 Bevestig met OK.

13

Interne telefoongesprekken voeren

Van het toestel

Een draadloze telefoon opbellen

1 Neem in de uitgangsmodus de hoorn van de haak.

2 Druk op {.

3 Kies via het cijfertoetsenbord het nummer van de draadloze telefoon.

Alle draadloze telefoons opbellen

1 Neem in de uitgangsmodus de hoorn van de haak.

2 Druk op {.

Intercom beëindigen

U kunt een intern telefoongesprek ook beëindigen door op { te drukken zonder de hoorn op de haak te leggen. U kunt een ander intern of extern telefoongesprek voeren.

Van de draadloze telefoon

Toestel opbellen

1 Druk in de uitgangsmodus op {.

2 Kies met [ HANDSET.

3 Druk op ô Oproep.

Andere draadloze telefoons opbellen

Deze functie staat alleen maar ter beschikking wanneer u meerdere draadloze telefoons bij uw toestel hebt aangemeld en wanneer de telefoons zich in het bereik van het toestel bevinden.

1 Druk in de uitgangsmodus op {.

2 Kies met [ de draadloze telefoon die u wilt opbellen.

3 Druk op ô Oproep.

Nummerherkenning (CLIP)

Op het display verschijnt het nummer van een binnenkomend gesprek. Voor de dienst weergave oproeper (CLIP –

Caller Line Identification Presentation) is een abonnement nodig. Contacteer Belgacom indien u meer informatie wenst betreffende deze dienst.

Gemiste telefoongesprekken

Telefoonboeknamen tonen

Uw toestel toont de naam waaronder u de deelnemer in het telefoonboek hebt opgeslagen. Nummer en naam worden niet getoond wanneer de beller zijn nummer onderdrukt.

Aan het toestel

Gemiste telefoongesprekken

Hebt u tijdens uw afwezigheid een oproep gekregen dan knippert de ä-toets.

1 Druk op ä.

2 Blader met [ door de lijst van gemiste telefoongesprekken.

Hebt u nieuwe boodschappen gekregen, selecteer dan eerst met [ de gemiste gesprekken en bevestig dit met OK.

3 Neem de hoorn van de haak of druk aan de draadloze telefoon op “om terug te bellen.

14

Aan de draadloze telefoon

Gemiste gesprekken Dect

Wanneer u tijdens uw afwezigheid een oproep hebt gekregen, verschijnt een mededeling op het display van de draadloze telefoon.

1 Druk op OK.

2 Druk op ôBevest..

3 Blader met [ door de lijst van gemiste telefoongesprekken.

4 Druk op “ om terug te bellen.

4 Telefoonboek van het toestel

Hulp 3 · Telefoonfuncties

Druk op î en 3 om een overzicht van de telefoonboekfuncties uit te printen.

Telefoonboek

In het telefoonboek van uw toestel kunt u records met verschillende nummers opslaan en verschillende records in groepen onderbrengen. U kunt aan de records verschillende beltonen toewijzen. Let op de gegevens in de technische specificaties.

Cursornavigatie 1

Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Record opslaan

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

12

en OK te drukken.

2 Voer de naam via het lettertoetsenbord in. Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-toets. Afzonderlijke tekens wist u met \. Spaties voert u in met ½. Druk op

CTRL

en de betreffende lettertoets om het daarboven staande speciale teken in te voeren.

Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ de categorie waarvoor u een nummer wilt invoeren: CATEGORIE:THUIS, CATEGO-

RIE:WERK, CATEGORIE:MOBIEL of CATEGO-

RIE:FAX.

5 Bevestig met OK.

6 Voer het telefoonnummer in.

7 Bevestig met OK.

8 U kunt aan het nummer een beltoon toekennen. Kies met de cijfertoetsen 0 tot 9 een beltoon. Met [ stelt u het volume in.

9 Bevestig met OK. Het record wordt opgeslagen.

Record wijzigen

1 Druk op OK, 15 en OK.

2 Selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.

3 Bevestig met OK.

4 Wijzig de naam.

5 Bevestig met OK.

6 Selecteer met [ welk nummer u wilt invoeren.

7 Bevestig met OK.

8 Wijzig het nummer.

9 Bevestig met OK.

10 U kunt aan het nummer een beltoon toekennen. Kies met de cijfertoetsen 0 tot 9 een beltoon. Met [ stelt u het volume in.

11 Bevestig met OK.

Record wissen

1 Druk op OK, 16 en OK.

2 Kies met [ het record dat u wilt wissen.

3 Bevestig met OK.

4 Bevestig WISSEN: JA met OK.

Groepen

Groepen

U kunt met verschillende records van uw telefoonboek een groep maken. Een bericht wordt opeenvolgend aan alle leden van de groep gestuurd. Let op de gegevens in de technische specificaties.

Groeprecords toevoegen

1 Druk op OK, 13 en OK.

2 Kies met [ welke groep u wilt maken.

3 Bevestig met OK. U kunt aan de groep records toevoegen, de leden van de groep aangeven, de groep wissen of een fax naar de groep sturen.

4 Kies met [ TOEVOEGEN?.

5 Kies met [ het record dat u aan de groep wilt toevoegen.

6 Bevestig met OK.

7 Herhaal de stappen 4 tot 6 om nog meer records aan de groep toe te voegen.

8 Druk op j om het toevoegen te beëindigen.

Groeprecords tonen

1 Druk op OK, 13 en OK.

2 Kies met [ het record dat u wilt zien.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ BEKIJKEN?.

5 Bevestig met OK.

6 Blader met [ door de records van de groep.

7 Druk twee keer j om naar de uitgangsmodus terug te keren.

Groeprecords afzonderlijk of allemaal samen wissen

Records afzonderlijk wissen

1 Druk op OK, 13 en OK.

2 Kies met [ de groep waarvan u records wilt wissen.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ VERWIJDEREN?.

5 Bevestig met OK.

6 Kies met [ het record dat u wilt wissen.

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ WISSEN: JA.

9 Bevestig met OK. Het record wordt gewist.

15

Groep wissen

1 Druk op OK, 13 en OK.

2 Kies met [ de groep die u wilt wissen.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ VERWIJDEREN?.

5 Bevestig twee keer met OK.

6 Kies met [ WISSEN: ALL.

7 Bevestig met OK. Alle records van de groep worden gewist.

Snelkeuze

Snelkeuze

Vaak gekozen nummers kunt u toewijzen aan verkorte kiesnummers. Met de cijfertoetsen kunt u deze nummers snel opvragen.

Snelkeuzenummer toewijzen of wijzigen

1 Druk op OK, 14 en OK.

2 Selecteer met [ of de betreffende cijfertoets het verkort kiesnummer dat u wilt reserveren of wijzigen.

Wanneer u een al gebruikt snelkeuzenummer kiest, wordt het record overschreven.

3 Bevestig met OK.

4 Selecteer met [ het telefoonboekrecord dat u als verkort kiesnummer wilt toewijzen.

5 Bevestig met OK.

Snelkeuzenummer wissen

Snelkeuzenummer wissen

Met deze functie wist u niet alleen het snelkeuzenummer maar ook het volledige record uit het telefoonboek. Overschrijf het snelkiesnummer wanneer u de toekenning wilt wijzigen.

1 Druk op OK, 14 en OK.

2 Selecteer met [ of de betreffende cijfertoets het record dat u wilt wissen.

3 Druk op C.

4 Bevestig het wissen met OK.

16

5 Telefoonboek van de draadloze telefoon

Beperkte telefoonboekfuncties

Voor het telefoonboek van het toestel staan niet alle functies aan de draadloze telefoon ter beschikking.

Wissen en beëindigen

Met C wist u de tekens afzonderlijk. Met ’ verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Record opslaan

Toestelrecords niet toevoegen

U kunt alleen maar records toevoegen aan het telefoonboek van de draadloze telefoon.

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Kies met [ <Nieuw>.

3 Voer de naam in. Letters voert u met de cijfertoetsen in

(zie opdruk). Speciale tekens voert u in met 0 of #.

Druk zo lang of zo vaak op de betreffende toets tot het gewenste teken op het display verschijnt.

4 Bevestig met OK.

5 Voer het telefoonnummer in.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ de categorie waarvoor u een nummer wilt invoeren: THUIS, WERK, MOBIEL of FAX.

8 Bevestig met OK.

Record wijzigen

Toestelrecords niet wijzigen

U kunt alleen maar telefoonboekrecords van de draadloze telefoon wijzigen.

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ WIJZIGEN.

5 Bevestig met OK.

6 Wijzig de naam. Met C wist u de tekens afzonderlijk.

7 Bevestig met OK.

8 Wijzig het nummer.

9 Bevestig met OK.

10 Kies met [ een categorie.

11 Bevestig met OK.

Record wissen

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Kies met [ het record dat u wilt wissen.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ WISSEN.

5 Bevestig met OK.

6 Bevestig het wissen met ô Ja.

Extra nummer toevoegen

Extra nummer

Hebt u aan een record een extra nummer toegevoegd, staat dit record twee keer in het telefoonboek.

Het symbool van de categorie staat voor de naam.

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ ANDER NR..

5 Bevestig met OK.

6 Voer het extra nummer in.

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ een categorie.

9 Bevestig met OK.

Beltoon wijzigen

Beltoon wijzigen

U kunt aan elke record een eigen beltoon toekennen. Zo kunt u bijvoorbeeld een onderscheid maken tussen privé en professionele oproepen.

CLIP vereisten

Voor de dienst weergave oproeper (CLIP) is een abonnement nodig. Contacteer Belgacom indien u meer informatie wenst betreffende deze dienst.

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Selecteer met [ het record dat u wilt wijzigen.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ BELSIGNAAL.

5 Bevestig met OK.

6 Kies met [ de gewenste beltoon.

7 Bevestig met OK.

Opties oproepen

Telefoonboekrecords van het toestel

1 Druk op m.

2 Kies met [ het gewenste record.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ de gewenste optie. U kunt de details van het record bekijken, het nummer opbellen, een SMSbericht naar het nummer sturen of een ander record zoeken.

5 Bevestig met OK.

Telefoonboekrecords van de draadloze telefoon

1 Druk lang op m (tenminste twee seconden).

2 Kies met [ het gewenste record.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ de gewenste optie. U kunt de details van het record bekijken, het nummer opbellen, een SMS-bericht naar het nummer sturen, het record wijzigen of wissen, aan het record een speciale beltoon toekennen of een extra nummer toevoegen, een ander record zoeken of een nieuw record opslaan.

5 Bevestig met OK.

17

6 Draadloze telefoon

Draadloze telefoons zoeken

Zoekfunctie gebruiken

Deze functie helpt u bij het vinden van draadloze telefoons die u zoekgemaakt hebt. De draadloze telefoons moeten bij het toestel aangemeld zijn en zich in zijn bereik bevinden.

Druk aan het toestel op {. Alle bij het toestel aangemelde draadloze telefoons rinkelen voor ongeveer een minuut.

Dect zoeken

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

81

en OK te drukken.

In- en uitschakelen

U kunt uw draadloze telefoon uitschakelen om stroom te sparen. Druk lang op ’ (tenminste twee seconden) om de draadloze telefoon uit te schakelen. Druk lang op “

(tenminste twee seconden) om de draadloze telefoon in te schakelen.

Door het menu navigeren

Door het menu navigeren

Druk op een van de twee cursortoetsen [ om het functiemenu te openen. Blader door het menu met [. Met

OK

kiest u een menufunctie. Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug. Met ’ verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Toetsen blokkeren

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ BEVEILIGING.

4 Bevestig dit met OK.

5 Kies met [ TOETS.BRD BLOK.

6 Bevestig dit met OK.

7 Druk op ô Ja om de functie in te schakelen. Druk op

õ

Nee om de functie uit te schakelen.

Noodnummer activeren

Noodnummer

Met deze functie kunt u een nummer als noodnummer opslaan. Wanneer de noodroepfunctie geactiveerd is, wordt het nummer gekozen zodra u op “ drukt. U kunt andere telefoonnummers met de cijfertoetsen kiezen en opbellen.

Noodnummer

Wij raden aan met deze functie geen echte noodnummers op te slaan (bijvoorbeeld politie of brandweer) zodat u deze noodnummers niet per ongeluk opbelt.

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ BEVEILIGING.

4 Bevestig dit met OK.

5 Kies met [ ALARMNUMMER.

18

6 Bevestig met OK.

7 Druk op õ WIJZIGEN.

8 Kies met [ ACTIVEREN om de functie in te schakelen. Kies met [ DEACTIVEREN om de functie uit te schakelen.

9 Bevestig dit met OK.

Bij het eerste activeren van de functie moet u een nummer invoeren. Dit nummer blijft opgeslagen.

Noodnummer wijzigen

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ BEVEILIGING.

4 Bevestig dit met OK.

5 Kies met [ ALARMNUMMER.

6 Bevestig met OK.

7 Druk op õ WIJZIGEN.

8 Kies met [ NR. WIJZIGEN.

9 Bevestig dit met OK.

10 Voer het nummer in.

11 Bevestig dit met OK.

Extra functies

Terug en beëindigen

Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug.

Met ’ verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Wekker

Wekker

De draadloze telefoon rinkelt elke dag op het ingestelde tijdstip met de gekozen beltoon. Druk op om het even welke toets om het alarm uit te schakelen. Indien u de wekker helemaal wilt uitschakelen, moet u de functie deactiveren.

Wekker instellen

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ WEKKER.

4 Bevestig met OK.

5 Druk op õ WIJZIGEN.

6 Kies met [ BELSIGNAAL.

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ de gewenste beltoon.

9 Bevestig met OK.

10 Met [ stelt u het volume in.

11 Bevestig met OK.

12 Kies met [ TIJD INSTELLEN.

13 Bevestig met OK.

14 Voer het tijdstip in waarop u wilt worden gewekt, bijvoorbeeld 07 00 voor 7 uur.

15 Bevestig met OK.

16 Bevestig met OK om de wekker in te schakelen.

Wekker deactiveren

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ WEKKER.

4 Bevestig met OK.

5 Druk op õ WIJZIGEN.

6 Kies met [ DEACTIVEREN.

7 Bevestig met OK.

Timer

Timer

Met de timer-functie (countdown-alarm) kunt een tijdstip invoeren waarna de draadloze telefoon rinkelt. U kunt instellen of de tijd, die nog blijft, op het display moet worden getoond. Druk op om het even welke toets om het alarm uit te schakelen.

Timer

Terwijl de timer loopt, kunt u telefoongesprekken voeren zonder de timer te onderbreken.

Timer instellen

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ TIMER.

4 Bevestig met OK.

5 Druk op õ WIJZIGEN.

6 Kies met [ TIJD INSTELL..

7 Bevestig met OK.

8 Voer de minuten in (maximaal 99 minuten).

9 Bevestig met OK.

10 Kies met [ LEZEN.

11 Bevestig met OK.

12 Druk op ô Ja om de functie in te schakelen. Druk op

õ

Nee om de functie uit te schakelen.

13 Kies met [ BELSIGNAAL.

14 Bevestig met OK.

15 Kies met [ de gewenste beltoon.

16 Bevestig met OK.

17 Met [ stelt u het volume in.

18 Bevestig met OK.

19 Druk op õ Terug nadat u alle instellingen hebt vastgelegd.

20 Druk op ô Start om te timer te starten.

Timer wijzigen

Timer wijzigen

Vooraleer u de instellingen van de timer kunt veranderen, moet u de lopende timer uitschakelen.

1 Druk op õ Stop.

2 U wordt gevraagd of u de timer wilt uitschakelen. Bevestig met ô Ja.

U kunt nu het timer-menu oproepen en de instellingen wijzigen.

Verjaardagsherinnering

Verjaardagsherinnering

Met de verjaardagsherinnering kunt u de gegevens van tien verjaardagen invoeren. De draadloze telefoon rinkelt op het ingevoerde tijdstip op de ingevoerde datum. Druk op om het even welke toets om het alarm uit te schakelen.

Verjaardag invoeren

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AFSPRAAK.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ <Nieuw>.

6 Bevestig met OK.

7 Voer de naam in.

8 Bevestig met OK.

9 Voer de datum in, bijvoorbeeld 08 06 voor 8 juni.

10 Bevestig met OK.

11 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14 00 voor 14 uur.

12 Bevestig met OK.

Verjaardag tonen

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AFSPRAAK.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ de record die u wilt zien.

6 Bevestig met OK. Naam, datum en tijdstip van de verjaardagsherinnering worden getoond.

7 Beëindig de functie met ’.

Verjaardag wijzigen

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AFSPRAAK.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ de record die u wilt wijzigen.

6 Druk op ô Optie.

7 Kies met [ WIJZIGEN.

8 Bevestig met OK.

9 Wijzig de naam. Met C wist u de tekens afzonderlijk.

10 Bevestig met OK.

11 Wijzig de datum.

12 Bevestig met OK.

13 Wijzig het tijdstip.

14 Bevestig met OK.

19

Verjaardag wissen

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AFSPRAAK.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ de record die u wilt wissen.

6 Druk op ô Optie.

7 Kies met [ WISSEN.

8 Bevestig met OK.

9 Bevestig het wissen met ô Ja.

Beltoon wijzigen

Beltoon wijzigen

U kunt aan elke verjaardagsherinnering een eigen beltoon toekennen.

1 Druk op [ en kies met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AFSPRAAK.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ de record waaraan u een nieuwe beltoon wilt toekennen.

6 Druk op ô Optie.

7 Kies met [ BELSIGNAAL.

8 Bevestig met OK.

9 Kies met [ de gewenste beltoon.

10 Bevestig met OK.

11 Met [ stelt u het volume in.

12 Bevestig met OK.

Babyfoonfunctie

Voorwaarde meerdere toestellen

Deze functie staat alleen maar ter beschikking wanneer u meerdere draadloze telefoons bij uw toestel hebt aangemeld en wanneer de telefoons zich in het bereik van het toestel bevinden.

Babyfoonfunctie

Met deze functie kunt u een ruimte (bijvoorbeeld de kinderslaapkamer) akoestisch "bewaken".

Babyfoon instellen

Stel de babyfoon eerst bij het ontvangende toestel in.

1 Druk aan het ontvangende toestel op [en selecteer met [ EXTRA FUNCTIES.

2 Bevestig met OK.

3 Selecteer met [ BABYFOON.

4 Bevestig met OK.

5 Selecteer met [ de als zender gebruikte draadloze telefoon.

6 Druk op ô Oproep.

7 Het als zender gebruikte toestel rinkelt. Druk op OK om het gesprek aan te nemen.

8 Activeer aan het als zender gebruikte toestel de babyfoonfunctie met ô Ja.

De draadloze telefoons zijn in de babyfoonmodus met elkaar verbonden. Leg het als zender gebruikte toestel in de ruimte die u akoestisch wilt observeren. Hou het ontvangende toestel in uw buurt.

Telefoongesprekken tijdens de babyfoonmodus

Komt tijdens de babyfoonmodus een oproep binnen dan rinkelt alleen het toestel. Aan de draadloze telefoons knippert het display, en er verschijnt een bericht.

1 Druk aan de draadloze telefoon op ô Menu om het gesprek aan te nemen.

2 Druk op ’ om het gesprek te beëindigen. De draadloze telefoon keert naar de babyfoonmodus terug.

U kunt tijdens de babyfoonmodus telefoneren.

1 Druk op ô Oproep en kies het gewenste nummer.

2 Druk op “ om de verbinding te maken.

3 Druk op ’ om het gesprek te beëindigen. De draadloze telefoon keert naar de babyfoonmodus terug.

Babyfoonmodus beëindigen

Druk aan een van de twee draadloze telefoons op ’ om de babyfoonmodus te beëindigen.

20

7 Antwoordapparaat

Hulp 3 – antwoordapparaat

Druk op î en 3 om een overzicht van de antwoordapparaatfuncties uit te printen.

In- en uitschakelen

Aan het toestel

Wanneer u geen persoonlijke meldtekst opneemt, gebruikt het antwoordapparaat de fabrieksmatig ingestelde anonieme meldtekst.

Druk drie keer op b om het antwoordapparaat in- of uit te schakelen. Wanneer het antwoordapparaat ingeschakeld is, verschijnt het symbool — op het display.

Activeren

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

71

en OK te drukken.

Aan de draadloze telefoon

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Selecteer met [ AAN/UIT.

4 Bevestig met OK.

5 Selecteer met õ WIJZIGEN.

6 Selecteer met [of u het antwoordapparaat met of zonder opname van boodschappen wilt in- of uitschakelen.

7 Bevestig met OK.

8 Bevestig met ô Geldig.

Meldtekst opnemen

Aan het toestel

Meldtekst opnemen

Druk tijdens de weergave van de meldtekst op C en

OK

om de tekst te wissen. Met [ stelt u het volume in. Met j beëindigt u de weergave.

Meldtekst opnemen

1 Druk op b.

2 Kies met [ MELDTEKST.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

75

en OK te drukken.

4 Kies met [ MELDT.:OPNEMEN.

5 Bevestig met OK.

6 Druk op OK om de meldtekst op te nemen. Wacht op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.

De meldtekst moet langer zijn dan 2 en korter dan 20 seconden.

7 Druk op OK om de opname te beëindigen. De opname wordt afgespeeld.

Meldtekst opnemen

Mocht de meldtekst te stil zijn, herhaal dan de opname. Neem voor de opname de hoorn en spreek in de hoorn.

Meldtekst beluisteren

1 Druk op b.

2 Kies met [ MELDTEKST.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

75

en OK te drukken.

4 Kies met [ MELDT.:AFSPELEN.

5 Bevestig met OK. De meldtekst wordt afgespeeld.

Anonieme meldtekst gebruiken

Anonieme meldtekst

U kunt uw persoonlijke meldtekst door de in de fabriek ingestelde anonieme meldtekst vervangen.

1 Druk op b.

2 Kies met [ MELDTEKST.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

75

en OK te drukken.

4 Kies met [ MELDT.:STANDAARD.

5 Bevestig met OK. De meldtekst wordt afgespeeld.

Meldtekst zonder berichtopname gebruiken

Meldtekst zonder berichtopname

U kunt een meldtekst opnemen die de beller kan beluisteren zonder een bericht op het antwoordapparaat te kunnen inspreken (= alleen maar meldtekst modus).

1 Druk op b.

2 Kies met [ ALLEEN MELDT..

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

76

en OK te drukken.

4 Kies met [ of u de meldtekst zonder berichtopname wilt in- of uitschakelen.

5 Bevestig met OK.

Indien u al een meldtekst hebt opgenomen, wordt u gevraagd of u de oude meldtekst wilt gebruiken of een nieuwe tekst wilt opnemen. Bevestig met OK.

6 Nieuwe meldtekst opnemen: Druk op OK om de meldtekst op te nemen. Wacht op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.

7 Druk op OK om de opname te beëindigen. De opname wordt afgespeeld.

Meldtekst opnemen

Mocht de meldtekst te stil zijn, herhaal dan de opname.

Neem voor de opname de hoorn en spreek in de hoorn.

Aan de draadloze telefoon

Terug en beëindigen

Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug.

Met ’ verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Meldtekst opnemen

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ UITG. BERICHT..

4 Bevestig met OK.

21

5 Kies met [ WIJZIGEN

6 Bevestig met OK.

7 Druk met ô Begin om de opname te starten. Wacht op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.

Met õ Eindig breekt u de opname af.

8 Druk op ô Einde om de opname te beëindigen. De opname wordt afgespeeld.

9 Beëindig de weergave van de meldtekst met ô

Einde.

10 Druk op ô Ja om de opname op te slaan. Met õ Nee komt u naar het opname-menu.

Meldtekst beluisteren

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ UITG. BERICHT..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ AFSPELEN.

6 Bevestig met OK.

7 Beëindig de weergave van de meldtekst met ô

Einde.

8 Druk op ô Ja om de opname op te slaan. Met õ Nee komt u naar het opname-menu.

Anonieme meldtekst gebruiken

Anonieme meldtekst

U kunt uw persoonlijke meldtekst door de in de fabriek ingestelde anonieme meldtekst vervangen.

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ UITG. BERICHT..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ ANONIEM.

6 Bevestig met OK.

7 Druk op ô Ja om de functie in te schakelen. Druk op

õ

Nee om de functie uit te schakelen.

Meldteksten wissen

Meldteksten wissen

Met deze functie wist u alle persoonlijke meldteksten. Het antwoordapparaat wordt uitgeschakeld.

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ UITG. BERICHT..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ ALLES WISSEN?.

6 Bevestig met OK.

7 Bevestig het wissen met ô Ja. Met õ Nee breekt u de functie af.

Berichten beluisteren

Aan het toestel

Berichten beluisteren

Druk op # om het volgende bericht te beluisteren.

Met de cijfertoetsen kunt u het betreffende bericht direct oproepen. Druk tijdens de weergave van het bericht op C en OK om het te wissen. Met [ stelt u het volume in. Met j beëindigt u de weergave.

Nieuwe berichten beluisteren

Weergave nieuwe berichten

Wanneer nieuwe berichten op het antwoordapparaat staan, knippert de ä-toets. Op het display wordt het aantal nieuwe berichten vermeld.

1 Druk op ä.

2 Bevestig met OK.

3 De nieuwe berichten worden afgespeeld.

Berichten opnieuw beluisteren

1 Druk op b.

2 Kies met [ BERICHTEN.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

72

en OK te drukken.

4 Kies met [ BERICHT:WEERGAVE.

5 Bevestig met OK. De nieuwe berichten worden afgespeeld.

Aan de draadloze telefoon

Nieuwe berichten beluisteren

Nieuwe berichten aan de draadloze telefoon

Op het display van de draadloze telefoon wordt vermeld dat er nieuwe berichten zijn binnengekomen.

1 Druk op ’.

2 Kies met [ ANTW.APPARAAT.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ BERICHTEN.

5 Bevestig met OK. Het bericht wordt afgespeeld. U kunt de weergave onderbreken of tussen de berichten heen en weer schakelen.

Of:

1 Druk op OK.

2 Kies met [ NWE BERICHT..

3 Bevestig met OK. Het bericht wordt afgespeeld.

Of:

1 Druk op OK.

2 Druk op ô Bevest.. Het bericht wordt afgespeeld.

Onderbreken

Weergave onderbreken: Druk op 2 om de weergave te onderbreken; druk opnieuw op 2 om de weergave voort te zetten.

Navigeren

Navigeren: Druk op 1 om naar het begin van het lopende bericht terug te keren. Druk op 3 om het volgende bericht te beluisteren.

Beëindigen

Weergave beëindigen: Druk op ’.

22

Berichten opnieuw beluisteren

Druk op 1/b lang (tenminste twee seconden). Het bericht wordt afgespeeld.

Of:

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ BERICHTEN.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ AFSPELEN.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ het gewenste bericht.

8 Bevestig met OK. Het bericht wordt afgespeeld.

Met 2 onderbreekt u de lopende weergave.

Met1 und 3 navigeert u tussen de berichten.

Berichten wissen

Aan het toestel

Berichten afzonderlijk wissen

Druk tijdens de weergave van het bericht op C en OK om het te wissen.

Wissen van beluisterde berichten

Wissen van nieuwe berichten

Nog niet beluisterde berichten moeten eerst worden beluisterd vooraleer ze kunnen worden gewist.

1 Druk op b.

2 Kies met [ BERICHTEN.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

72

en OK te drukken.

4 Kies met [ BERICHT: WISSEN.

5 Bevestig met OK. De beluisterde berichten worden gewist.

U kunt de beluisterde berichten ook wissen door in de uitgangsmodus op C en OK te drukken.

Aan de draadloze telefoon

Berichten afzonderlijk wissen

Druk tijdens de weergave op 0 om het lopende bericht te wissen.

Wissen van beluisterde berichten

Wissen van nieuwe berichten

Nog niet beluisterde berichten moeten eerst worden beluisterd vooraleer ze kunnen worden gewist.

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ BERICHTEN.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ WIS OUDE BER..

6 Bevestig met OK.

7 Bevestig het wissen met ô Ja. Met õ Nee breekt u de functie af.

Doorsturen en vanop afstand beluisteren instellen

Alleen aan het toestel ter beschikking

Deze functies staan alleen aan het toestel ter beschikking.

Toegangscode invoeren

Toegangscode

Om de doorgestuurde berichten te kunnen ontvangen en het antwoorapparaat via een externe telefoon te kunnen beluisteren moet u een toegangscode invoeren.

In-/uitschakelen

Met de in de fabriek ingestelde toegangscode

(0000) is het op afstand beluisteren uitgeschakeld.

Wijzig de toegangscode om het op afstand beluisteren in te schakelen. Wilt u het op afstand beluisteren uitschakelen, toets dan de fabriekscode 0000 weer in.

1 Druk op b.

2 Kies met [ TOEGANGCODE.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

79

en OK te drukken.

4 Voer een uit vier tekens bestaande code in.

De toegangscode mag niet identiek zijn met de

VIP-code.

5 Bevestig met OK.

Berichten doorsturen

Berichten doorsturen

Het toestel stuurt berichten door naar een aangegeven telefoonnummer. Is het aantal ingestelde berichten bereikt, kiest het toestel het nummer. Neemt de opgebelde persoon op dan wordt een meldtekst afgespeeld. Daarna moet de opgebelde deelnemer de toegangscode invoeren. Wordt er geen code of wordt drie keer de verkeerde code ingevoerd dan verbreekt het toestel de verbinding.

1 Druk op b.

2 Kies met [ DOORSTUREN.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

77

en OK te drukken.

4 Kies met [ of u het doorsturen wilt in- of uitschakelen.

5 Bevestig met OK.

6 Voer het nummer in aan hetwelke de binnengekomen berichten moeten worden doorgestuurd.

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ hoeveel berichten er samen moeten worden doorgestuurd.

9 Bevestig met OK.

Mocht u al een meldtekst hebben opgenomen, dan wordt u gevraagd of u de oude meldtekst wilt gebruiken of een nieuwe tekst wilt opnemen. Bevestig met OK.

23

10 Nieuwe meldtekst opnemen: Druk op OK om de meldtekst op te nemen. Wacht op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.

11 Druk op OK om de opname te beëindigen. De opname wordt afgespeeld.

Op afstand beluisteren gebruiken

Op afstand beluisteren

U kunt via een telefoongesprek berichten beluisteren en wissen, een nieuwe meldtekst opnemen of het antwoordapparaat in- of uitschakelen.

Toonkeuze

De telefoon die met deze aansluiting verbonden is, moet op toonkeuze zijn ingesteld.

1 Bel uw nummer op.

2 Wacht tot het antwoordapparaat zich inschakelt en de meldtekst afspeelt.

3 Voer de toegangscode in.

4 Het toestel breekt de meldtekst af en speelt nieuwe berichten af. Als er geen nieuwe berichten zijn binnengekomen, hoort u twee bevestigingssignalen.

Wanneer u onder het aantal beltonen van het antwoordapparaat de optie 5/2 kiest, schakelt het antwoordapparaat zich na twee beltonen in wanneer u nieuwe berichten hebt ontvangen. Hebt u geen nieuwe berichten ontvangen dan rinkelt het toestel vijf keer. Schakelt het toestel na twee belsignalen niet om naar de lijn dan hebt u geen nieuwe berichten ontvangen. U kunt het beluisteren op afstand beëindigen zonder dat er telefoonkosten ontstaan.

5 Met de cijfertoetsen zijn de volgende functies beschikbaar.

6 Leg de hoorn op om het op afstand beluisteren be beeindigen.

Op afstand beluisteren – functies

Functie afbreken

Het antwoordapparaat reageert eventueel niet op uw invoer – bijvoorbeeld tijdens het luisteren naar een bericht. Breek de lopende functie af door op ‰ te drukken. Selecteer de volgende functie met de overeenkomstige cijfertoets.

Berichten beluisteren

Lopend bericht nog eens beluisteren: Druk op ‚.

Alle berichten beluisteren: Druk op ƒ.

Volgend bericht beluisteren: Druk op „.

Berichten wissen

Lopend bericht wissen: Druk tijdens het beluisteren van een bericht op ‡.

Druk binnen vijf seconden weer op ‡ om het wissen te bevestigen.

Alle berichten wissen: Druk na het beluisteren van alle berichten op ‡.

Druk binnen vijf seconden weer op ‡ om het wissen te bevestigen.

Uitgaand bericht

Meldtekst beluisteren: Druk op †.

Nieuwe meldtekst opnemen:

1 Druk op ….

2 Wacht de twee bevestigingssignalen af.

3 Druk op ….

4 Wacht op het lange bevestigingssignaal voordat u met de tekst begint.

5 Druk op … om de opname te beëindigen.

Bedieningsfuncties

Laatste functie afbreken: Druk op ‰.

Antwoordapparaat uitschakelen: Druk op ˆ.

Antwoordapparaat inschakelen: Druk op Š.

Antwoordapparaat inschakelen

Wanneer het antwoordapparaat uitgeschakeld is, moet u de toegangscode invoeren na een aantal beltonnen omschreven met functie 51 (faxschakelaar instellen, pagina 35), zodra men een click hoort vervolgd door een verandering van de beltoon.

Druk op Š om het antwoordapparaat in te schakelen. Nadien kunt u andere functies invoeren.

Memo’s opnemen

Aan het toestel

U kunt spraakboodschappen (= memo's) opnemen die u net zoals berichten kunt beluisteren. De ingestelde opnameduur voor berichten is beperkt tot de lengte van de memo’s.

1 Druk op b.

2 Kies met [ KORT BERICHT.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

73

en OK te drukken.

4 Druk op OK om de memo op te nemen. Wacht op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.

5 Druk op OK om de opname te beëindigen. De opname wordt afgespeeld. Daarna knippert de ätoets. De Memo wordt als nieuw bericht vermeld.

Meldtekst opnemen

Mocht de meldtekst te stil zijn, herhaal dan de opname.

Aan de draadloze telefoon

1 Druk op [ en kies met [ ANTW.APPARAAT.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ BERICHTEN.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ MEMO OPN..

6 Bevestig met OK.

7 Druk met ô Begin om de opname te starten. Wacht op het bevestigingssignaal vooraleer met de tekst te beginnen.

Met õ Eindig breekt u de opname af.

24

8 Druk op ô Einde om de opname te beëindigen. De opname wordt afgespeeld.

9 Beëindig de weergave met ô Einde.

10 Druk op ô Ja om de opname op te slaan. Met õ Nee komt u naar het opname-menu.

De spraakboodschap wordt als nieuw bericht vermeld.

Instellingen wijzigen

Alleen aan het toestel ter beschikking

Deze functies staan alleen aan het toestel ter beschikking.

VIP-code invoeren

VIP-code

Kiest een opbeller de VIP-code dan rinkelt het toestel verder, ook wanneer het antwoordapparaat het gesprek in ontvangst heeft genomen. Met deze functie bent u voor bepaalde personen ook bereikbaar wanneer u het aantal beltonen op nul hebt gezet.

VIP-code <> toegangscode

De VIP-code mag niet identiek zijn met de toegangscode voor het op afstand beluisteren van berichten.

1 Druk op b.

2 Kies met [ VIP CODE.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

78

en OK te drukken.

4 Voer een uit vier tekens bestaande code in (ingesteld door de fabriek: 9999).

5 Bevestig met OK.

Opnameduur instellen

Opnameduur

U kunt de lengte van de binnenkomende berichten en interne memo's beperken.

1 Druk op b.

2 Kies met [ OPNAMETIJD.

3 Bevestig met OK.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

74

en OK te drukken.

4 Kies met [ de gewenste opnameduur of onbeperkte spreektijd (automatisch).

5 Bevestig met OK.

25

8 Fax

Hulp 4 · fax

Druk op î en 4 om informatie omtrent het versturen van faxberichten en de instellingen van de faxschakelaar uit te printen.

Documenten invoeren

Voer geen documenten in die ...

vochtig zijn, met correctievloeistof bedekt zijn, vuil zijn of van een coating voorzien zijn.

beschreven zijn met zacht potlood, inkt, krijt of houtskool.

afkomstig zijn uit kranten of tijdschriften (drukinkt).

bijeengehouden worden met paperclips, nietjes, plakband of lijm.

beplakt zijn met notitieblaadjes.

....verkreukeld of gescheurd zijn.

10 documenten · A5/A4

Gebruik documenten met de maten A5 of A4 met 60 tot

100 g/m

2

. U kunt tot 10 documenten in een keer invoeren.

Verzending afbreken

Druk op j om de documenten uit te werpen zonder ze te verzenden.

Fax verzenden

1 Steek de extra documentenhouder op de documentinvoer.

2 Leg de documenten met de tekst naar boven in de documentinvoer. Het bovenste document wordt als eerste ingevoerd.

3 Stel de gewenste resolutie in. U kunt kiezen tussen

RESOL.:STANDAARD (voor documenten zonder bijzondere eigenschappen), RESOLUTIE: FIJN

(voor klein gedrukte teksten resp. tekeningen) en RES-

OLUTIE: FOTO (voor foto's). Druk op RES. Op het display verschijnt de ingestelde resolutie. Druk nog eens op RES om de resolutie te wijzigen.

U kunt het vooringestelde contrast aanpassen (zie

ook het hoofdstuk Instellingen, pagina 35).

4 Kies het gewenste nummer. U hebt hiervoor verschillende mogelijkheden.

5 Druk op o.

Nummer bezet

Wanneer de opgeroepene bezet is, kiest het toestel na enige tijd het nummer nog eens. Druk op j om het versturen te stoppen. Na de transmissie print het toestel naargelang van de instelling een bericht van verzending.

Manueel kiezen: Kies het gewenste nummer met het cijfertoetsenbord.

Telefoonboek:

1 Druk op m.

U kunt de telefoonboekrecords ook opvragen door op OK, 11 en OK te drukken.

2 Kies met [ een record. Toets de beginletter met de cijfertoetsen in om sneller door het telefoonboek te navigeren.

U kunt een record meermaals onder dezelfde naam, maar telkens onder een andere categorie opslaan. In het telefoonboek staat achter het record de beginletter van de categorie.

Herkieslijst: Druk op @. Kies met [ een record uit de lijst van de gekozen nummers.

Uitgaande telefoongesprekken

U kunt de herkieslijst ook opvragen door op OK,

22

en OK te drukken.

Bellerslijst: Druk lang op @ (tenminste twee seconden). Kies met [ een record uit de bellerslijst.

Binnenkomende telefoongesprekken

U kunt de bellerslijst ook opvragen door op OK,

21

en OK te drukken.

CLIP vereisten

Voor de dienst weergave oproeper (CLIP) is een abonnement nodig. Contacteer Belgacom indien u meer informatie wenst betreffende deze dienst.

Fax manueel verzenden

1 Voer het document in.

2 Druk op l.

3 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

4 Druk op o.

26

Rondzenden (= broadcasting)

Rondzenden

U kunt een faxbericht opeenvolgend naar verschillende ontvangers sturen.

Ontvangers afzonderlijk invoeren

1 Voer het document in.

2 Druk op OK, 34 en OK. Het document wordt ingelezen.

3 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

4 Bevestig met OK.

5 Voer nog meerdere telefoonnummers in.

6 Bevestig met OK. U kunt tot 25 ontvangers invoeren.

7 Druk op o. Het toestel stuurt het faxbericht opeenvolgend naar alle ontvangers.

Fax aan een groep sturen

1 Voer het document in.

2 Druk op OK, 13 en OK.

3 Kies met [ de groep die u een fax wilt sturen.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ FAX VERZENDEN?.

6 Bevestig met OK.

Versturen aan verschillende ontvangers

Wanneer uw toestel een bepaalde ontvanger niet kan bereiken, wordt het faxbericht aan de andere deelnemers gestuurd. Nadat het toestel alle ontvangers heeft opgebeld, kiest het nog eens de nummers die voordien niet konden worden bereikt.

Fax later zenden

Fax later zenden

Indien u gebruikt wilt maken van goedkopere telefoontarieven of de ontvanger slechts op bepaalde tijden te bereiken is, kunt u het faxbericht op een later tijdstip versturen

- binnen 24 uur.

1 Voer het document in.

2 Druk op OK, 33 en OK.

3 Voer het tijdstip in waarop het document moet worden verstuurd, bijvoorbeeld 14 00 voor 14 uur.

4 Bevestig met OK.

5 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

6 Opgeslagen record kiezen: Bevestig de gekozen record met OK.

7 Druk op o. Het toestel staat in stand-by en verstuurt het faxbericht op het aangegeven tijdstip. U kunt verder telefoneren en faxberichten ontvangen.

Standby afbreken

Druk op j om het document uit te werpen. Daarmee breekt u de wachtstand af.

Fax ontvangen

Faxontvangst

Wanneer u de fabrieksinstellingen niet hebt gewijzigd, worden ontvangen faxberichten meteen uitgeprint. Ligt er geen papier of inktfilm in het toestel dan slaat het toestel binnenkomende faxberichten op. De ä-toets knippert. Leg papier of een nieuwe inktfilm in het toestel. Aansluitend worden de opgeslagen berichten uitgeprint.

Papierfout

Controleer of het papier juist werd ingevoerd en goed vast zit. De hendel rechts naast de papierinvoer moet naar achteren geklapt zijn.

Berichtgeheugen vol

Wanneer het berichtgeheugen vol is, kunnen geen verdere berichten meer worden ontvangen. Op het display verschijnt een waarschuwing. Let op de gegevens in de technische specificaties.

Bij problemen met het uitprinten van opgeslagen faxberichten staat u een servicecode ter beschikking

(zie ook het hoofdstuk Service pagina 46).

Faxberichten manueel ontvangen

Kies onder het aantal beltonen van de faxschakelaar de manuele faxontvangst (zie het hoofdstuk faxschakelaar instel-

len, pagina 36). Faxberichten worden niet automatisch

door het toestel ontvangen. Deze instelling is geschikt om faxberichten via de modem van een computer te ontvangen.

Faxberichten manueel ontvangen

U kunt de faxontvangst manueel starten door op o te drukken.

Faxberichten afroepen

Polling

Via polling roept u faxberichten op die klaarliggen in het opgebelde toestel. U kunt ook documenten in uw eigen toestel leggen die door anderen kunnen worden opgeroepen.

Faxberichten direct afroepen

1 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

2 Druk lang op o (tenminste twee seconden).

Beveiligde faxberichten afroepen

Beveiligde polling

Met deze functie roept u faxberichten af die met een code beveiligd zijn.

1 Druk op OK, 31 en OK.

2 Voer de code in.

3 Bevestig met OK.

4 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

5 Druk op o.

27

Polling

Beveiligde polling

Beveilig uw document met een code tegen onbevoegd ophalen.

Beveiligde polling

Een opbeller die de code kent, kan het faxbericht van uw toestel afroepen. U kunt verder telefoneren en faxberichten ontvangen.

1 Voer het document in.

2 Druk op OK, 32 en OK.

3 Voer een code in (maximaal 20 tekens).

4 Bevestig met OK.

Standby afbreken

Druk op j om het document uit te werpen. Daarmee breekt u de wachtstand af.

Faxsjablonen gebruiken

Faxsjablonen

In uw toestel zijn vijf faxsjablonen opgeslagen die u kunt uitprinten. Met deze sjablonen kunt u bijvoorbeeld snel een kort faxbericht opstellen of een uitnodiging maken.

1 Druk op OK, 43 en OK.

2 Kies met [ welk sjabloon u wilt afdrukken.

3 Bevestig met OK. Het toestel print het sjabloon uit.

4 Vul het sjabloon in en stuur het als faxbericht naar de gewenste ontvanger.

28

9 Kopieerapparaat

Hulp 5 · kopieermachine

Druk op î en 5 om de hulppagina's aangaande het kopiëren uit te printen.

10 documenten · A5/A4

Gebruik documenten met de maten A5 of A4 met 60 tot

100 g/m

2

. U kunt tot 10 documenten in een keer invoeren.

Document invoeren

1 Steek de extra documentenhouder op de documentinvoer.

Meerdere kopieën maken

1 Druk lang op COPY (tenminste twee seconden).

2 Geef aan hoeveel kopieën u van het document wenst te maken (maximaal 15 kopieën).

3 Druk op COPY.

4 Kies met [ of het document bij het kopiëren moet worden vergroot of verkleind. U kunt tot 200 procent vergroten of tot 50 procent verkleinen.

5 Bevestig met OK. De kopie wordt gemaakt.

Druk op j om de documenten uit te werpen zonder ze te kopiëren.

2 Leg de documenten met de tekst naar boven in de documentinvoer. Het bovenste document wordt als eerste ingevoerd.

3 Stel de gewenste resolutie in. U kunt kiezen tussen

RESOL.:STANDAARD (voor documenten zonder bijzondere eigenschappen), RESOLUTIE: FIJN

(voor klein gedrukte teksten resp. tekeningen) en RES-

OLUTIE: FOTO (voor foto's). Druk op RES. Op het display verschijnt de ingestelde resolutie. Druk nog eens op RES om de resolutie te wijzigen.

U kunt het vooringestelde contrast aanpassen (zie

ook het hoofdstuk Instellingen, pagina 35).

Een kopie maken

Druk kort op COPY. De kopie wordt gemaakt.

29

10 SMS

Hulp 8 · SMS

Druk op î en 8 om informatie met betrekking tot de SMS-functies uit te printen.

SMS-vereisten

CLIP voor SMS

Uw toestel is voor het gebruik van SMS (Short Message

Service)-diensten vooringesteld. Opdat SMS zou functioneren, moet de nummerherkenning (CLIP) ingeschakeld zijn. Het kan gebeuren dat u van nevenaansluitingen geen

SMS-berichten kunt versturen of ontvangen. Contacteer

Belgacom indien u meer informatie wenst betreffende deze dienst.

SMS versturen

Van het toestel

1 Druk op _/SMS.

U kunt deze functie ook oproepen door op OK,

61

en OK te drukken.

De laatste vijf geschreven SMS-berichten blijven als sjabloon opgeslagen. Druk op @ tot het gewenste bericht verschijnt.

2 Voer de tekst in via het lettertoetsenbord. Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-toets. Afzonderlijke tekens wist u met \. Spaties voert u in met ½. Een return voert u in met |. Druk op CTRL en de betreffende lettertoets om het daarboven staande speciale teken in te voeren.

U kunt 160 tekens invoeren.

Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Druk lang (tenminste twee seconden) op C om de volledige tekst te wissen.

Druk op COPY om het SMS-bericht uit te printen voordat u het verstuurt.

3 Bevestig met OK.

4 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

5 Bevestig met OK.

6 Met een subadres stuurt u een SMS-bericht naar een bepaald apparaat dat samen met diverse andere op één telefoonlijn aangesloten is. Indien u verschillende toestellen hebt voor de ontvangst van SMS, geef dan nu het subadres in.

U kunt een SMS naar tot 5 deelnemers versturen.

Druk na het invoeren van het nummer op OK.

7 Druk op _/SMS. Het bericht wordt verstuurd.

Van de draadloze telefoon

SMS versturen

Navigeren, wissen en terug

Met [ navigeert u door de tekst. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Met ’ verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

1 Druk op _/SMS.

U kunt de functie ook oproepen door op [ te drukken en met [ SMS te kiezen. Bevestig met

OK

.

2 Kies met [ SMS SCHRIJVEN.

3 Bevestig met OK.

4 Letters voert u met de cijfertoetsen in (zie opdruk). Spaties of speciale tekens voert u in met 0 of #. Druk zo lang of zo vaak op de betreffende toets tot het gewenste teken op het display verschijnt.

U kunt 160 tekens invoeren.

Schakel het toetsenbord om om hoofdletters of kleine letters in te voeren: Druk op ô Opties.

Kies met [ of u hoofdletters of kleine letters wil invoeren. Bevestig met OK. Druk lang (tenminste vijf seconden) op * om snel om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.

Druk op ô Opties. Kies met [ TEKEN

INVOEGEN om een teken in te voeren. Bevestig met OK.

Druk op ô Opties. Kies met [ AFBREKEN om de volledige tekst te wissen. Bevestig met OK.

Bevestig het wissen met ô Ja.

5 Bevestig met OK.

6 Toets het gewenste nummer in met het cijfertoetsenbord of kies een opgeslagen record.

Met een subadres stuurt u een SMS-bericht naar een bepaald apparaat dat samen met diverse andere op één telefoonlijn aangesloten is. Indien u verschillende toestellen hebt voor de ontvangst van SMS, voeg het subadres aan het gedraaide nummer toe

7 Bevestig met OK.

8 Druk op ô Bevest. om het bericht te versturen.

Druk op õ WIJZIGEN om het bericht nog een keer te wijzigen.

Na het versturen kunt u het SMS-bericht opslaan.

Druk op ô Ja om het bericht op te slaan. Druk op õ Nee om het bericht te wissen.

SMS versturen vanuit het telefoonboek

U kunt uit het telefoonboek een record kiezen en dan het

SMS-menu oproepen.

1 Druk kort op m om het telefoonboek van het toestel op te roepen. Druk lang (tenminste twee seconden) op m

om het telefoonboek van de draadloze telefoon op te roepen.

2 Kies met [ het gewenste record.

3 Druk op ô Optie.

4 Kies met [ ZEND SMS.

5 Bevestig met OK. Het menu SMS zenden opent zich.

30

Boodschap per SMS

SMS-boodschap

U kunt automatisch een SMS-boodschap laten sturen naar een willekeurig telefoonnummer wanneer in uw afwezigheid gesprekken, berichten op uw antwoordapparaat, faxberichten of SMS-berichten binnenkomen.

1 Druk op OK, 65 en OK.

2 Kies met [ of u over nieuwe SMS-boodschappen wilt worden geïnformeerd.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ of u over telefoongesprekken tijdens uw afwezigheid wilt worden geïnformeerd.

5 Bevestig met OK.

6 Kies met [ of u over nieuwe faxberichten wilt worden geïnformeerd.

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ of u over nieuwe boodschappen op het antwoordapparaat wilt worden geïnformeerd.

9 Bevestig met OK.

10 Voer het nummer in aan hetwelk de SMS boodschap moet worden gestuurd.

11 Bevestig met OK. Op het display verschijnt de mededeling dat de boodschap per SMS geactiveerd is.

SMS ontvangen

Controleer of het papier juist werd ingevoerd en goed vast zit. De hendel rechts naast de papierinvoer moet naar achteren geklapt zijn.

SMS-ontvangst

Ontvangen SMS-berichten worden automatisch uitgeprint. Hebt u het automatische uitprinten uitgeschakeld dan worden de SMS-berichten opgeslagen. Het toestel slaat tot 30 binnengekomen SMS-berichten op.

SMS lezen

Aan het toestel

Nieuwe SMS lezen

SMS lezen aan het toestel

Na de ontvangst van een nieuw SMS-bericht knippert de

ä

-toets.

1 Druk op ä.

2 Kies met [ de SMS-berichten.

3 Druk op ä. U komt in het menu SMS lezen.

Gelezen SMS opvragen

1 Druk op OK, 62 en OK.

2 Kies met [ het SMS-bericht dat u wilt lezen. Ongelezen SMS-berichten zijn met een * gekenmerkt.

3 Bevestig met OK.

Met [ beweegt u de cursor. Druk op COPY om het SMS-bericht uit te printen.

4 Druk op j om naar de SMS-lijst terug te keren.

Druk op OK om andere SMS-functies op te roepen.

Aan de draadloze telefoon

SMS-berichten lezen

1 Als u een nieuwe SMS-bericht ontvangen hebt, knippert de mededeling NIEUWE OPROEPEN ! op het display.

2 Druk op ’, om de mededeling te wissen.

3 Druk op _/SMS.

U kunt de functie ook oproepen door op [ te drukken en met [ SMS te kiezen. Bevestig met

OK

.

4 Kies met [ SMS LEZEN.

5 Bevestig met OK.

6 Kies met [ het gewenste berichtgeheugen. Tussen haakjes staat het aantal SMS-berichten.

NIEUW – bevat nieuwe berichten

INBOX – bevat gelezen en opgeslagen berichten

VERZOND. – bevat verstuurde berichten die u hebt opgeslagen

CONCEPT – omvat nog niet verstuurde berichten

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ het gewenste SMS-bericht.

9 Druk op ô Opties.

10 Kies met [ LEZEN.

11 Bevestig met OK.

Druk op ô Opties om verdere SMS-functies op te roepen.

Leesmodus wijzigen

Leesmodus wijzigen

U kunt een SMS-bericht op verschillende manieren bekijken.

1 Kies het SMS-bericht dat u wilt lezen.

2 Druk op ô Opties.

3 Kies met [ SMS MODUS.

4 Kies met [ de gewenste modus:

AUTOM. SCROLL. – De tekst loopt automatisch door.

HANDM. SCROLL. – U navigeert met [ door de tekst.

2 REGELS – De tekst wordt in twee regels getoond.

5 Bevestig met OK.

SMS-functies oproepen

Aan het toestel

SMS-functies aan het toestel

1 Druk tijdens het lezen van een SMS-bericht op OK om verdere SMS-functies op te roepen.

2 Kies met [ een optie: U kunt informatie m.b.t. tot het SMS-bericht opvragen, het bericht uitprinten, wissen, aan een andere ontvanger doorsturen of een antwoord-SMS sturen. U kunt terug naar de lijst van

SMS-berichten gaan, het volgende of het vorige SMSbericht oproepen.

3 Bevestig met OK.

31

Aan de draadloze telefoon

1 Kies het SMS-bericht dat u wilt lezen.

2 Druk op ô Opties.

3 Kies met [ een optie: U kunt een antwoord-SMS versturen. U kunt het bericht naar de archiefmappen verschuiven, wissen of aan een andere ontvanger doorsturen. U kunt het nummer van de afzender opbellen of in het telefoonboek opslaan.

4 Bevestig met OK.

SMS uitprinten

SMS uitprinten aan het toestel

1 Druk op OK, 63 en OK.

2 Kies met [ welke SMS-berichten u wilt uitprinten.

PRINTEN: ALLES – print alle door u ontvangen en geschreven SMS-berichten uit

PRINTEN: INBOX – print alle ontvangen SMS-berichten uit

PRINTEN: UITBOX – print alle verstuurde SMS-berichten uit

PRINTEN: NIEUW – print alle ongelezen SMS-berichten uit

3 Bevestig met OK.

Wilt u een enkel SMS-bericht uitprinten, vraag dan het bericht op. Druk op COPY om het bericht uit te printen.

SMS wissen

Aan het toestel

Wanneer uw berichtgeheugen vol is, kan uw toestel geen verdere berichten ontvangen. Wis SMS-berichten zodat het geheugen berichten kan blijven ontvangen.

1 Druk op OK, 64 en OK.

2 Kies met [ welke SMS-berichten u wilt wissen:

WISSEN: ALLE SMS – wist alle door u ontvangen en geschreven SMS-berichten

WISSEN: GELEZEN – wist alle gelezen SMS-berichten

WISSEN:VERZONDEN – wist alle verstuurde SMS-berichten

3 Bevestig met OK.

4 Bevestig het wissen met OK.

Wilt u een enkel SMS-bericht wissen, vraag dan het gewenste bericht op. Druk op C. Bevestig met OK.

Aan de draadloze telefoon

SMS afzonderlijk wissen

1 Kies het SMS-bericht dat u wilt lezen.

2 Druk op ô Opties.

3 Kies met [ WISSEN.

4 Bevestig met OK.

5 Bevestig het wissen met ô Ja.

Berichtenmap leegmaken

Berichtenmap leegmaken

Met deze functie kunt u alle SMS-berichten in een berichtenmap wissen.

1 Druk op _/SMS.

U kunt de functie ook oproepen door op [ te drukken en met [ SMS te kiezen. Bevestig met

OK

.

2 Kies met [ POSTBUS LEGEN.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ welke berichtenmap u wilt leegmaken.

5 Bevestig met OK.

6 Bevestig het wissen met ô Ja.

Instellingen wijzigen

Alleen aan het toestel ter beschikking

Deze functies staan alleen aan het toestel ter beschikking.

Zend- en ontvangstnummers wijzigen

Verzend- en ontvangstnummers

In uw toestel zijn alle nummers opgeslagen die u nodig hebt om SMS-berichten te versturen en te ontvangen.

Wanneer u van telefoonaanbieder verandert, moet u de nummers wijzigen. U kunt uw toestel voor twee SMS-aanbieders instellen.

1 Druk op OK, 66 en OK.

2 Kies met [ welke SMS-aanbieder u wilt instellen.

3 Bevestig met OK.

4 Voer het nummer voor het versturen van SMS-berichten in.

5 Bevestig met OK.

6 Voer het nummer voor het ontvangen van SMS-berichten in.

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ via welke aanbieder u SMS-berichten wilt versturen.

9 Bevestig met OK.

SMS-berichten kunt u ontvangen via beide aanbieders.

Automatisch uitprinten uitschakelen

Automatisch uitprinten

U kunt het automatische uitprinten van SMS-berichten uitschakelen.

1 Druk op OK, 66 en zo vaak op OK tot op het display SMS PRINTEN: JA verschijnt.

2 Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschakelen.

3 Bevestig met OK.

32

SMS-ontvangst in- en uitschakelen

Indien u meerdere toestellen met SMS functie gebruikt op dezelfde lijn, dan dient u een verschillend nummer (subadres) toe te kennen aan elk van deze toestellen. Vergeet niet om dit nummer mee te delen aan uw correspondenten.

SMS-ontvangst uitschakelen

1 Druk op OK, 45 en OK.

2 Voer de servicecode 31207 in.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ BEVESTIGEN: JA.

5 Bevestig met OK.

Met BEVESTIGEN: NEE breekt u de invoer af wanneer u een verkeerde code hebt ingevoerd.

SMS-ontvangst inschakelen

1 Druk op OK, 45 en OK.

2 Voer de servicecode 41206 in.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ BEVESTIGEN: JA.

5 Bevestig met OK.

Met BEVESTIGEN: NEE breekt u de invoer af wanneer u een verkeerde code hebt ingevoerd.

33

11 Spel en plezier

Hulp 7 · Spel en plezier

Druk op î en 7 om informatie omtrent de spel- en plezier-functies van uw toestel uit te printen.

Sudoku

Sudoku

Sudoku is een Japans getallenraadsel. Het speelveld bestaat uit 3 × 3 vierkanten die telkens 3 × 3 velden hebben. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad zijn er bij het begin van het spel meer of minder getallen ingevuld. Het is de bedoeling dat de getallen 1 tot 9 op het speelveld zo verdeeld worden dat elk getal slechts een keer in elke rij. in elke kolom en in elk van de negen blokken voorkomt. Er is maar één oplossing mogelijk.

Alleen de laatste oplossing

De oplossing van het laatstuitgeprinte spel wordt opgeslagen. De oplossingen van eerdere spelletjes zijn niet meer beschikbaar.

Spel uitprinten

1 Druk op OK, 48 en OK.

2 Kies met [ SUDOKU:NIEUW.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ de moeilijkheidsgraad.

5 Bevestig met OK.

6 Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten (maximaal 9 kopieën).

7 Bevestig met OK.

8 Kies met [ of de oplossing moet worden uitgeprint.

9 Bevestig met OK.

Laatste spel opnieuw uitprinten

1 Druk op OK, 48 en OK.

2 Kies met [ SUDOKU:LAATSTE.

3 Bevestig met OK.

4 Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten (maximaal 9 kopieën).

5 Bevestig met OK.

6 Kies met [ of de oplossing moet worden uitgeprint.

7 Bevestig met OK.

Oplossing uitprinten

1 Druk op OK, 48 en OK.

2 Kies met [ SUDOKU:OPLOSSING.

3 Bevestig met OK.

Sudoku voor elke dag

U kunt elke dag automatisch een nieuwe sudoku laten uitprinten.

1 Druk op OK, 48 en OK.

2 Kies met [ SUDOKU:AUTOM..

3 Bevestig met OK.

4 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14 00 voor 14 uur.

5 Bevestig met OK.

34

6 Kies met [ de moeilijkheidsgraad.

7 Bevestig met OK.

8 Geef aan hoeveel keer u het spel wilt uitprinten (maximaal 9 kopieën).

9 Bevestig met OK.

10 Kies met [ of de oplossing moet worden uitgeprint.

11 Bevestig met OK.

12 Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschakelen.

13 Bevestig met OK.

12 Instellingen aan het toestel

Cursornavigatie 1

Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk. Met j verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Tijd en datum invoeren

1 Druk op OK, 91 en OK.

2 Voer het tijdstip in, bijvoorbeeld 14 00 voor 14 uur.

3 Voer de datum in (telkens twee cijfers) bijvoorbeeld

08

06 07 voor 8 juni 2007.

4 Bevestig met OK.

Klok na stroomonderbreking

Na een korte stroomonderbreking moet u de klok en de datum controleren. Bevestig met OK.

Taal kiezen

1 Druk op OK, 92 en OK.

2 Kies met [ de gewenste displaytaal.

3 Bevestig met OK.

Nummer invoeren

kopregel

Uw nummer en uw naam worden aan de bovenkant van elke pagina (= kopregel) samen met de datum, de tijd en het paginanummer meegestuurd.

1 Druk op OK, 94 en OK.

2 Voer uw telefoonnummer in. Met # of * kunt u een plus-teken intoetsen.

3 Bevestig met OK.

Naam invoeren

1 Druk op OK, 95 en OK.

2 Voer de naam via het lettertoetsenbord in. Hoofdletters voert u in met ingedrukte +-toets. Afzonderlijke tekens wist u met \. Spaties voert u in met ½. Druk op

CTRL

en de betreffende lettertoets om het daarboven staande speciale teken in te voeren.

Met [ beweegt u de cursor. Met C wist u de tekens afzonderlijk.

3 Bevestig met OK.

Kontrast instellen

Kontrast instellen

Voor het kopiëren en versturen van faxberichten kunt u uit verschillende contrastniveaus kiezen.

1 Druk op OK, 44 en OK.

2 Kies met [ het gewenste contrast:

CONTRAST: LICHT – Voor lichtere kopieën en versturen van faxen

CONTRAST:NORMAAL – Voor alle soorten documenten

(bijvoorbeeld witte tekst op zwarte achtergrond of documenten met een kleurige achtergrond)

CONTR.:OPTIMAAL (fabrieksinstelling) – Geoptimaliseerde aanpassing voor het afdrukken van teksten en foto's

CONTRAST:DONKER – Voor donkere kopieën en versturen van faxen (bijvoorbeeld documenten met bijna kleurloos schrift)

3 Bevestig met OK.

Speciale instelling/Basisinstelling

De gewijzigde instellingen worden als nieuwe basisinstellingen opgeslagen. Kies voor een eenmalige procedure een speciale functie, denk eraan daarna een standaard instelling of de fabrieksinstelling weer in te stellen.

Transmissiesnelheid reduceren

Transmissiesnelheid reduceren

Het toestel past de transmissiesnelheid aan aan de lijnkwaliteit. Vooral bij overzeese verbindingen kan het enige tijd duren. Stel een lage transmissiesnelheid in wanneer u faxberichten stuurt in netten met een slechte lijnkwaliteit.

1 Druk op OK, 38 en OK.

2 Kies met [ JA, wanneer u de transmissiesnelheid op

4.800¦bps wil aanpassen (met het optie NEE past het toestel de snelheid automatisch aan).

3 Bevestig met OK.

Aanpassing van de pagina's in- en uitschakelen

Aanpassing van de pagina's

Om te vermijden dat er informatie verloren gaat, worden binnenkomende faxberichten verkleind uitgeprint.

1 Druk op OK, 37 en OK.

2 Kies met [ of u het verkleinen van de pagina's wilt in- of uitschakelen.

3 Bevestig met OK.

35

Beltonen instellen

Beltoon kiezen

Beltonen

U kunt uit tien verschillende beltonen kiezen.

1 Druk op OK, 55 en OK.

2 Kies met de cijfertoetsen 0 tot 9 een beltoon. Met

[

stelt u het volume in.

3 Bevestig met OK.

Volume instellen

Beltoon volume instellen

U kunt het volume van de beltoon instellen als het toestel belt of als u de beltoon instelt. Met de modi ™ (dag) resp.

˜ (nacht) slaat u verschillende volumes op (zie ook het hoofdstuk Faxschakelaar instellen).

Volume aan het toestel instellen

Met [ stelt u het volume in terwijl het toestel rinkelt.

Faxschakelaar instellen

faxschakelaar

De ingebouwde faxschakelaar van uw toestel scheidt faxberichten van telefoongesprekken. Faxberichten worden automatisch ontvangen, telefoongesprekken kunnen worden aangenomen – ook via extra aangesloten toestellen. Terwijl het toestel de oproep controleert, rinkelt het toestel verder.

Modus dag en nacht

U kunt voor de modi ™ (dag) en ˜ (nacht) afzonderlijk instellen hoe vaak het toestel moet bellen vooraleer het de oproep aanneemt. Op die manier is het mogelijk dat u faxberichten 's nachts stil ontvangt om niet te worden gestoord.

Druk op ¼/º/» om tussen de dag- en nachtmodus te switchen. Met de geactiveerde timer› switcht het toestel op de ingestelde tijden tussen de modi ™ (dag) en ˜

(nacht).

Dagmodus instellen

1 Druk op OK, 51 en OK.

2 Kies met [ het aantal beltonen voor het antwoordapparaat. Zodra het aantal beltonen bereikt is, treedt het ingebouwde antwoordapparaat in werking.

Wanneer u onder het aantal beltonen van het antwoordapparaat de optie 5/2 kiest, schakelt het antwoordapparaat zich na twee beltonen in wanneer u nieuwe berichten hebt ontvangen. Hebt u geen nieuwe berichten ontvangen dan rinkelt het toestel vijf keer. Schakelt het toestel na twee belsignalen niet om naar de lijn dan hebt u geen nieuwe berichten ontvangen. U kunt het beluisteren op afstand beëindigen zonder dat er telefoonkosten ontstaan.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ het aantal beltonen voor de faxschakelaar.

Zodra het aantal beltonen bereikt is, treedt de faxschakelaar in werking en scheidt faxberichten van telefoonoproepen. Terwijl het toestel de oproep controleert, rinkelt het toestel verder.

5 Bevestig met OK.

6 Met [ stelt u het volume in.

7 Bevestig met OK.

Nachtmodus instellen

1 Druk op OK, 52 en OK.

2 Volg nu de instructies voor de dagmodus (zie stappen 2 tot 7).

Timer instellen

Timer

De timer switcht op de ingestelde tijden tussen de modi ™

(dag) en ˜ (nacht).

1 Druk op OK, 53 en OK.

2 Voer het tijdstip in waarop het toestel naar ™ (dag) moet omschakelen, bijvoorbeeld 06 00 voor 6 uur.

3 Bevestig met OK.

4 Voer het tijdstip in waarop het toestel naar ˜ (nacht) moet omschakelen, bijvoorbeeld 22 00 voor 22 uur.

5 Bevestig met OK.

Speciale instellingen

Stille faxontvangst

Indien u faxberichten wilt ontvangen zonder dat het toestel rinkelt, zet dan het aantal beltonen van de faxschakelaar op

0.

Alle beltonen uitschakelen

Alle beltonen uit

Wilt u – bijvoorbeeld 's nachts – niet door binnenkomende oproepen worden gestoord, kunt u alle twee beltonen op 0 zetten. Het toestel schakelt meteen op stille faxontvangst om.

Lijsten en hulppagina’s uitprinten

Nummers en records uitprinten

Lijst van de nummers

De lijst van de nummers en records bevat de laatste 10 binnengekomen oproepen en opgebelde nummers alsook de opgeslagen records en groepen.

Druk op OK, 23 en OK. De lijst wordt uitgeprint.

Bellijst uitprinten

Bellijst

De bellijst bevat de 50 laatstgekozen nummers.

1 Druk op OK, 41 en OK.

2 Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschakelen.

3 Bevestig met OK.

4 Uitprinten inschakelen: Kies met [ of de bellijst meteen of pas na 50 gesprekken moet worden uitgeprint.

5 Bevestig met OK.

36

Telefoonboek uitprinten

Druk op OK, 17 en OK. Het toestel print een lijst met de telefoonboekrecords en opgeslagen toewijzingen uit.

Faxjournaal uitprinten

Faxjournaal

Het faxjournaal is een lijst van de tien laatstverstuurde of ontvangen faxberichten.

1 Druk op OK, 35 en OK.

2 Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschakelen.

3 Bevestig met OK.

4 Uitprinten inschakelen: Kies met [ of het faxjournaal meteen of na tien transmissies moet worden uitgeprint.

5 Bevestig met OK.

Bericht van verzending uitprinten

Bericht van verzending uitprinten

Na het versturen van een faxbericht print het toestel telkens een bericht van verzending uit. Indien er een communicatiefout optreedt, wordt een foutmelding uitgeprint. U kunt het uitprinten van het bericht van verzending uitschakelen.

1 Druk op OK, 36 en OK.

2 Kies met [ of u het uitprinten wilt in- of uitschakelen.

3 Bevestig met OK.

Hulppagina’s uitprinten

Hulp 1 · Overzicht

Druk op î en 1 om het overzicht van de hulppagina's uit te printen.

Hulp 3 · Telefoonboek

Druk op î en 3 om het overzicht van de telefoonboeken antwoordapparaatfuncties uit te printen.

Hulp 4 · Versturen van faxberichten

Druk op î en 4 om informatie omtrent het versturen van faxberichten en de instellingen van de faxschakelaar uit te printen.

Hulp 5 · kopieermachine

Druk op î en 5 om de hulppagina's omtrent het kopieren uit te printen.

Hulp 6 · Functielijst

Druk op î en 6 om een lijst van alle functies en instellingen van uw toestel uit te printen.

Hulp 7 · Spel en plezier

Druk op î en 7 om informatie omtrent de spel- en plezier-functies van uw toestel uit te printen.

Hulp 8 · SMS

Druk op î en 8 om informatie met betrekking tot de

SMS-functies uit te printen.

Eerste installatie starten

1 Druk op î en 2.

2 Het toestel print een hulppagina uit en start de eersteinstallatie-procedure.

Firmware versie opvragen

1 Druk op OK, 47 en OK.

2 Op het display verschijnt informatie met betrekking tot het model en het ingestelde land.

3 Bevestig met OK.

4 De informatie met betrekking tot de firmware versie van het toestel wordt getoond.

5 Bevestig met OK.

37

13 Instellingen aan de draadloze telefoon

Terug en beëindigen

Met C keert u naar het vorige menu-niveau terug.

Met ’ verlaat u het menu en keert u naar de uitgangsmodus terug.

Taal kiezen

Taal kiezen

Uw draadloze telefoon neemt tijdens de aanmelding de taalinstelling van het toestel over. U kunt voor het display van de draadloze telefoon een andere taal instellen. Aan de draadloze telefoon staan niet alle talen ter beschikking.

Overname van de taal

De draadloze telefoon neemt de taalinstelling over wanneer u deze aan het toestel wijzigt (zie ook het

hoofdstuk Instellingen aan het toestel, pagina 35)

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ TAAL.

4 Bevestig met OK.

5 Druk op õ WIJZIGEN.

6 Kies met [ de gewenste displaytaal.

7 Bevestig met OK.

Beltonen instellen

1 Druk op [ en kies met [ BELSIGNAAL.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ of u de beltoon voor interne of externe gesprekken wilt instellen.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ de gewenste beltoon.

6 Bevestig met OK.

7 Met [ stelt u het volume in.

8 Bevestig met OK.

Toetsen- en signaaltonen in- en uitschakelen

1 Druk op [ en kies met [ BELSIGNAAL.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ PIEPTONEN.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ of u de toetsentonen, de signaaltoon voor lage accustand of het bevestigingssignaal bij het terugzetten van de draadloze telefoon in het laadstation wilt in- of uitschakelen.

6 Bevestig met OK.

7 Druk op õ WIJZIGEN om de functie in of uit te schakelen.

8 Bevestig met OK.

38

Rustmodus instellen

Rustmodus

In de rustmodus zijn alle bel-, alarm- en toetsentonen van de draadloze telefoon uitgeschakeld. U kunt echter verder telefoneren.

1 Druk op [ en kies met [ BELSIGNAAL.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ STILFUNCTIE.

4 Bevestig met OK.

5 Druk op ô Ja om de functie in te schakelen. Druk op

õ

Nee om de functie uit te schakelen.

Programmeerbare toetsen

Programmeerbare toetsen

Uw draadloze telefoon heeft twee programmeerbare toetsen õ en ô waaraan u functies voor een snelle toegang kunt toekennen. De gewenste functies verschijnen als displaytekst aan de onderkant van het display.

Druk op õ resp. ô om de functie op te roepen. U kunt aan de toetsen de functies antwoordapparaat, rustmodus, wekker, timer, toetsenblokkering, nummer (= een bepaald telefoonnummer) of nummerherhaling toekennen.

Toetsen programmeren

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ PROGR. TOETSEN.

4 Bevestig met OK.

5 Druk op õ WIJZIGEN om aan de linkerprogrammatoets een functie toe te kennen.

6 Kies met [ de gewenste functie.

7 Bevestig met OK.

8 Druk op õ WIJZIGEN om aan de rechterprogrammatoets een functie toe te kennen.

9 Kies met [ de gewenste functie.

10 Bevestig met OK.

Automatisch opnemen en ophangen

Automatisch opnemen en ophangen

Met deze functies kunt u een telefoongesprek aannemen resp. beëindigen door de draadloze telefoon uit het laadstation te nemen resp. terug in het laadstation te zetten.

Automatisch opnemen in- en uitschakelen

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AUTO OPNEMEN.

4 Bevestig met OK.

5 Schakel de functie in of uit met õ WIJZIGEN.

6 Bevestig met OK.

Automatisch ophangen in- en uitschakelen

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ AUTO OPHANGEN.

4 Bevestig met OK.

5 Schakel de functie in of uit met õ WIJZIGEN.

6 Bevestig met OK.

Instellingen draadloze telefoon herstellen

Instellingen draadloze telefoon herstellen

Met deze functie worden alle persoonlijke instellingen zoals beltonen of geprogrammeerde toetsen gewist en de fabrieksmatige instellingen van de draadloze telefoon hersteld. Opgeslagen gegevens blijven behouden.

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ GEAV. INSTELL..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ INSTEL. HS

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ RESET HANDSET

8 Bevestig met OK.

9 Bevestig het wissen met ô Ja.

Bellijsten en gebeurtenissen tonen

Bellijsten

De bellijsten bevatten de laatstgekozen telefoonnummers, binnengekomen oproepen en andere gebeurtenissen (berichten, gemiste gesprekken).

Bellijsten oproepen

1 Druk op [ en kies met [ BEL.LST.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ uit welke lijst u een nummer wilt kiezen.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ een nummer uit.

6 Druk op ô Optie.

7 Kies met [ een optie: U kunt beldetails bekijken, het nummer opbellen, in het telefoonboek opslaan of uit de lijst wissen, een SMS aan het nummer sturen of alle nummers uit de lijst wissen.

8 Bevestig met OK.

Gebeurtenissen oproepen

1 Druk op [ en kies met [ BEL.LST.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ OPROEPEN.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ LEZEN.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ het gewenste nummer of bericht.

8 Bevestig met OK.

Displayweergave instellen

U kunt instellen of er op het display over nieuwe gebeurtenissen (berichten, gemiste gesprekken) wordt geënformeerd.

1 Druk op [ en kies met [ BEL.LST.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ OPROEPEN.

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ of u de functie wilt in- of uitschakelen.

6 Bevestig met OK.

39

14 Telefoonaansluitingen en extra toestellen

Telefoonaansluitingen en -diensten instellen

Centrales voor nevenaansluitingen

(PABX)

Centrales voor nevenaansluitingen (PABX)

Centrales voor nevenaansluitingen (PABX) zijn in heel wat bedrijven en huishoudens gebruikelijk. U moet een kentgetal kiezen om via een nevenaansluiting een verbinding met het openbare telefoonnet (PSTN) te kunnen krijgen.

1 Druk op OK, 96 en OK.

2 Kies met [ of u gebruik wilt maakt van een nevenaansluiting.

3 Bevestig met OK.

4 Nevenaansluiting instellen : Voer het kengetal in waarmee u het openbare telefoonnet bereikt. Dit is meestal 0.

Soms kan het kengetal een ander cijfer zijn of uit twee cijfers bestaan. Bij oudere telefooncentrales kan het kengetal R (=flash) zijn. Druk op R om dit kengetal in te voeren. Mocht de verbinding met het openbare telefoonnet niet mogelijk zijn, neem dan contact op met de aanbieder van uw telefooncentrale.

5 Bevestig met OK.

6 Afsluitend test het toestel de telefoonlijn. Bevestig met

OK

.

7 Uw toestel controleert of het een verbinding kan maken met het openbare telefoonnet. Indien de verbinding niet tot stand komt, wordt u gevraagd het kengetal nog eens in te voeren.

PhoneMail

U kunt niet tegelijkertijd de PhoneMail-functie gebruiken en met uw toestel faxberichten ontvangen. Laat uw PhoneMail-functie voor uw telefoonaansluiting desactiveren.

Extra draadloze telefoons aan- en afmelden

Draadloze telefoon ingesteld

Uw draadloze telefoon is normaalgesproken fabrieksmatig bij uw toestel aangemeld. Druk in de uitgangsmodus op OK.

Op het display verschijnen het basisstation waarmee uw draadloze telefoon verbonden is en het nummer waarmee uw toestel bij het basisstation is aangemeld.

Extra draadloze telefoons

U kunt tot vijf draadloze telefoons bij het toestel aanmelden.

Geschikt voor GAP

Extra draadloze telefoons moeten geschikt zijn voor

GAP.

Draadloze telefoon aanmelden

Draadloze telefoon aanmelden

U moet eerst de draadloze telefoon en daarna uw toestel (= basisstation) in de aanmeldmodus plaatsen om een draadloze telefoon aan te melden.

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ GEAV. INSTELL..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ INSTEL. HS.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ AANMELDEN.

8 Bevestig met OK.

9 Bevestig met ô Ja. De draadloze telefoon bevindt zich in de aanmeldmodus.

10 Druk aan het toestel op OK, 82 en OK.

11 Bevestig de vooringestelde pincode (0000) met OK.

De draadloze telefoon wordt automatisch aangemeld.

Deze procedure kan een paar minuten duren. Daarna verschijnt op het display van de draadloze telefoon het nummer waarmee deze bij het toestel is aangemeld.

Verdere draadloze telefoons aanmelden

Verdere draadloze telefoons meldt u op dezelfde manier bij uw toestel aan. Mochten er tijdens het aanmelden problemen optreden, meld dan alle draadloze telefoons af en meld ze elk afzonderlijk weer aan.

Draadloze telefoon afmelden

Van het toestel

1 Druk op OK, 83 en OK.

2 Kies met [ de draadloze telefoon die u wilt afmelden.

3 Bevestig met OK. Het toestel verbreekt de verbinding met de draadloze telefoon.

Van de draadloze telefoon

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ GEAV. INSTELL..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ INSTEL.BASIS.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ AFMELDEN HS.

8 Bevestig met OK.

9 Kies met [ de draadloze telefoon die u wilt afmelden.

10 Bevestig met OK.

11 Bevestig de afmelding met ô Ja. De verbinding met het toestel wordt verbroken.

40

Draadloze telefoon bij andere toestellen aanmelden

U kunt een draadloze telefoon bij tot vier verschillende toestellen (= basisstations) aanmelden.

Aan het toestel

1 Meld de draadloze telefoon bij het eerste toestel aan zoals beschreven.

2 Druk aan het volgende toestel op OK, 82 en OK.

3 Bevestig de vooringestelde pincode (0000) of voer een andere pincode in.

De pincode kan identiek zijn met de pincode van het eerste toestel.

4 Bevestig met OK.

Aan de draadloze telefoon

5 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ GEAV. INSTELL..

8 Bevestig met OK.

9 Kies met [ INSTEL. HS.

10 Bevestig met OK.

11 Kies met [ PERS.AANMELDEN.

12 Bevestig met OK.

13 Kies met [ het volgende toestel (= basisstation).

14 Bevestig met OK.

15 Bevestig de naam van het basisstation of voer een nieuwe naam in.

16 Bevestig met OK.

17 Voer dezelfde pincode in die u aan het volgende toestel hebt ingevoerd.

18 Bevestig met OK.

19 Kies met [ het nummer waarmee u de draadloze telefoon bij het volgende toestel wilt aanmelden.

20 Bevestig met OK.

Favoriete basis instellen

Favoriete basis

Met deze functie kunt u vastleggen met welk toestel (= basisstation) u wilt telefoneren wanneer u uw draadloze telefoon bij meerdere toestellen hebt aangemeld. Met AU-

TOMATISCH stelt de draadloze telefoon zich automatisch in op het betreffende toestel binnen zijn bereik.

1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.

2 Bevestig met OK.

3 Kies met [ GEAV. INSTELL..

4 Bevestig met OK.

5 Kies met [ INSTEL. HS.

6 Bevestig met OK.

7 Kies met [ VOORKEUR BS.

8 Bevestig met OK.

9 Druk op õ WIJZIGEN.

10 Kies met [ het toestel waaraan u de prioriteit wilt toekennen, of kies de automatische instelling.

11 Bevestig met OK.

Extra toestellen aansluiten

Extra toestellen

U kunt aan een telefoonaansluiting extra toestellen aansluiten zoals bijvoorbeeld draadloze telefoons, antwoordapparaten of modems.

Indien u op dezelfde lijn een draadloos telefoontoestel met SMS functie gebruikt dan gebeurt de ontvangst van een bericht in functie van het toestelnummer (subadres).

Aansluiting aan het toestel

Aansluiting aan het toestel

U kunt extra toestellen direct aan uw toestel aansluiten.

Steek de telefoonkabel van het extra toestel in de EXT-bus

(RJ-11-aansluiting) van het toestel.

Serieel aansluiten

Wij bevelen de directe aansluiting aan het toestel aan omdat de faxschakelaar op die manier optimaal functioneert en de extra toestellen kan controleren.

Aansluiting aan de telefoonlijn

Volgorde van aansluiting

Opdat de faxschakelaar zou functioneren, moet het toestel het eerste in de reeks zijn wanneer u meerdere toestellen aan dezelfde telefoondoos aansluit. Let op de juiste volgorde.

Extra telefoons gebruiken (Easylink)

Easylink

Met de Easylink-functie kunt u met extra telefoons uw toestel controleren. Extra telefoons moeten daarvoor op de toonkiesprocedure (DTMF-tonen) ingesteld.

Faxontvangst starten

Wanneer u aan een extra toestel opneemt en hoort dat u een faxbericht ontvangt (fluittoon of stilte), kunt u de faxontvangst starten door bij de extra telefoon op *5 te drukken of bij het toestel op de o-toets te drukken.

Lijn oproepen

Wanneer u opneemt aan een extra telefoon en het toestel rinkelt verder of het probeert faxberichten te ontvangen, kunt u het toestel van de lijn halen. Druk bij de extra telefoon op **.

Codes wijzigen

Easylink-codes

Verander de codes alleen maar wanneer het absoluut noodzakelijk is. De codes moeten met * of # beginnen en mogen niet identiek zijn.

1 Druk op OK, 54 en OK.

2 Voer de nieuwe code voor het starten van de faxontvangst in.

3 Bevestig met OK.

4 Voer de nieuwe code voor het oproepen van de lijn bij een extra toestel in.

5 Bevestig met OK.

41

15 Service

Storingen

Indien er storingen optreden, let dan op de instructies op het display en op de foutmelding.

Inktfilm vervangen

Originele verbruiksmaterialen

Gebruik uitsluitend originele verbruiksmaterialen.

Deze kunt u bekomen bij Belgacom. Andere verbruiksmaterialen kunnen het toestel beschadigen resp. de levensduur beperken.

Instructies op verpakking

Let op de instructies op de verpakking van de verbruiksmaterialen.

Inleiding plug’n’print-kaart

Om documenten te kunnen ontvangen of kopiëren, moet er een inktfilm in het toestel liggen. Uw toestel wordt geleverd met een gratis inktfilm waarmee u een aantal proefpagina's kunt uitprinten. Voor deze inktfilm hebt u geen

Plug’n’Print-kaart (= chipkaart met informatie m.b.t. de capaciteit van de inktfilm) nodig. Voor elke verdere inktfilm, die u erin legt, moet u het capaciteitsgeheugen met de meegeleverde Plug’n’Print-kaart opladen.

1 Verwijder het papier uit de papierinvoer en neem de paperhouder uit het toestel.

2 Open het toestel door het paneel met het handvat in het midden naar boven te trekken en open te klappen.

4 Neem beide rollen uit het toestel. De gebruikte inktfilm kan niet nog eens worden gebruikt.

Neem de bescherming van persoonsgebonden gegevens in acht wanneer u gebruikte inktfilms weggooit.

5 Trek de gebruikte Plug’n’Print-kaart uit de steekklem links naast de inktfilmkuip. De Plug’n’Print-kaart kan niet nog eens worden gebruikt.

6 Verwijder voorzichtig de elastiekjes van de nieuwe inktfilm De folie mag niet worden beschadigd!

Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.

3 Neem de achterste inktfilmrol aan beide kanten vast en leg deze bij de inktfilmrol vooraan.

7 Leg de grotere rol met de inktfilm in de achterste inktfilmkuip. Het blauwe tandwiel moet zich rechts bevinden.

42

8 Leg de kleinere rol zonder inktfilm in de kuip vooraan.

Het blauwe tandwiel moet rechts en de tap links in de inkepingen aan de zijkant worden gelegd.

Batterijen van de draadloze telefoon vervangen

1 Druk lang op ’ (tenminste twee seconden) om de draadloze telefoon uit te schakelen.

2 Open het batterijvak aan de achterkant van de draadloze telefoon door de afdekking naar beneden weg te trekken.

9 Haal de chipkaart uit de Plug’n’Print-kaart. Steek de chipkaart in de steekklem links naast de inktfilmkuip.

10 Draai het blauwe tandwiel naar voren om de inktfilm aan te spannen. De inktfilm mag geen plooien vertonen.

3 Verwijder de oude batterijen.

Verwijder de gebruikte batterijen in overeenstemming met de in uw land geldende voorschriften i.v.m. recycling van afval.

4 Leg de nieuwe batterijen in het batterijvak zoals op de tekening in het batterijvak aangegeven (plus- en minpolen).

Leg nooit wegwerpbatterijen in de draadloze telefoon. Let op de gegevens in de technische specificaties.

11 Sluit het toestel. Steek de papierhouder in de daarvoor voorziene openingen achter de papierinvoer. Leg er weer papier in.

Inktfilmvoorraad controleren

1 Druk op OK, 46 en OK.

2 Op het display ziet u het aantal pagina's dat u met de inktfilm nog kunt uitprinten.

3 Druk j om naar de uitgangsmodus terug te keren.

Wanneer de inktfilm op is of wanneer er geen inktfilm in het toestel ligt, verschijnt op het display hieromtrent een mededeling.

5 Leg de afdekking op het batterijvak en schuif de afdekking naar boven tot ze inklapt.

6 Zet de draadloze telefoon in het laadstation.

Zet de draadloze telefoon nooit zonder batterijen in het laadstation.

Laat uw draadloze telefoon tenminste 12 uur in het laadstation. Tijdens het laden kunnen de batterijen een beetje opwarmen; dat is niet gevaarlijk.

43

Laadstand van de batterijen weergeven

Het display toont u de laadstand van de batterijen. Is de laadstand gering dan wordt de displayverlichting uitgeschakeld en staat de functie freehands bellen niet ter beschikking. Zet de draadloze telefoon in het laadstation.

Papieropstopping verhelpen

1 Verwijder het papier uit de papierinvoer en neem de paperhouder uit het toestel.

2 Open het toestel door het paneel met het handvat in het midden naar boven te trekken en open te klappen.

5 Sluit het toestel. Steek de papierhouder in de daarvoor voorziene openingen achter de papierinvoer. Leg er weer papier in.

Documentenopstopping verhelpen

1 Verwijder het papier uit de papierinvoer en neem de paperhouder uit het toestel.

2 Open het toestel door het paneel met het handvat in het midden naar boven te trekken en open te klappen.

Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.

3 Trek het papier voorzichtig uit het toestel.

Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.

3 Open de afdekking van de scanner door middel van de houder (A) en (B) tegelijk naar binnen te duwen. De afdekking (C) klapt naar beneden.

4 Draai het blauwe tandwiel naar voren om de inktfilm aan te spannen. De inktfilm mag geen plooien vertonen.

4 Trek het document voorzicht naar voren of naar achteren uit het toestel.

44

5 Sluit de afdekkap van de scanner. Beide houders moeten goed inklikken.

6 Draai het blauwe tandwiel naar voren om de inktfilm aan te spannen. De inktfilm mag geen plooien vertonen.

3 Open de afdekking van de scanner door middel van de houder (A) en (B) tegelijk naar binnen te duwen. De afdekking (C) klapt naar beneden.

4 Veeg zachtjes met een doekje over het scannerglas aan de bovenkant (A) en over de documentinvoer/scannerfolie (= witte plastic lamel) aan de onderkant (B).

7 Sluit het toestel. Steek de papierhouder in de daarvoor voorziene openingen achter de papierinvoer. Leg er weer papier in.

Reiniging

Reiniging

Koppel het toestel los van het stroomnet vooraleer het toestel te reinigen. Gebruik een zacht, pluisvrij doekje. Gebruik nooit vloeibare of licht ontvlambare reinigingsmiddelen (sprays, schurende middelen, politoeren, alcohol enz.). Er mag geen vocht in het toestel geraken.

1 Verwijder het papier uit de papierinvoer en neem de paperhouder uit het toestel.

2 Open het toestel door het paneel met het handvat in het midden naar boven te trekken en open te klappen.

5 Reinig de invoerrol (A) en de dragers van de invoerrollen aan de onderkant (B) met een zachte, pluisvrije doek die met reinigingsalcohol (96 Procent) is besprenkeld. Draai de invoerrollen; u moet de volledige invoerrollen reinigen.

Klik het deksel van het toestel volledig in wanneer u het toestel opent. U kunt zich kwetsen wanneer het deksel dichtvalt terwijl u aan het toestel werkt.

6 Sluit de afdekkap van de scanner. Beide houders moeten goed inklikken.

45

7 Draai het blauwe tandwiel naar voren om de inktfilm aan te spannen. De inktfilm mag geen plooien vertonen.

8 Sluit het toestel. Steek de papierhouder in de daarvoor voorziene openingen achter de papierinvoer. Leg er weer papier in.

7117

– wist alle gewijzigde instellingen en opgeslagen gegevens. De fabrieksmatige instellingen worden hersteld en de eerste-installatie-procedure start.

7140

– wist alle gewijzigde instellingen. Opgeslagen berichten en telefoonboekrecords blijven behouden.

7227

– wist opgeslagen faxberichten wanneer er problemen optreden bij het uitprinten.

3 Bevestig met OK.

4 Kies met [ BEVESTIGEN: JA.

5 Bevestig met OK.

Met BEVESTIGEN: NEE breekt u de invoer af wanneer u een verkeerde code hebt ingevoerd.

Snelle hulp

Mocht er een probleem optreden dat niet kan worden opgelost aan de hand van de beschrijvingen in deze handleiding (zie ook de volgende tips), ga dan als volgt te werk:

1 Trek de netstekker uit.

2 Wacht tenminste tien seconden en steek de netstekker weer in het stopcontact.

3 Mocht de fout regelmatig optreden, neem dan a.u.b.

contact op met Belgacom.

Servicecodes gebruiken

Met de functie 45 (dienstcode) kunt u terug gaan naar de fabriekstinstellingen. Dit kan nuttig zijn indien na het uitvoeren van wijzigingen in de instellingen het toestel niet functioneert zoals verwacht.

Gebruik de functie alleen maar wanneer het absoluut noodzakelijk is.

1 Druk op OK, 45 en OK.

2 Voer een servicecode in.

Algemeen

Op het diplay knipperen klok en datum.

Na een korte stroomonderbreking moet u de klok en de datum controleren. Bevestig met OK.

Problemen met faxen of uitprinten

Verstuurde documenten komen met kwaliteitsverlies aan.

Verander de resolutie van RESOL.:STANDAARD naar

RESOLUTIE: FIJN of RESOLUTIE: FOTO.

Wijzig het contrast.

Reinig de scanner.

Test uw toestel door een kopie van het document te maken.

Wanneer het toestel in orde is, is het faxtoestel van de ontvanger misschien defect.

Het toestel maakt tijdens het versturen of uitprinten zwarte strepen.

Reinig de scanner en de documentinvoer.

De kopie is wit.

Het uitprinten wordt onderbroken.

Leg het document met de tekst naar boven in de documentinvoer.

Papier- of documentenophoping, papier of inktfilm is op.

Let op de instructies op het display en op de foutmelding.

Na het uitprinten van meerdere pagina's kan een korte pauze optreden. Het toestel gaat automatisch door met uitprinten.

46

Problemen met faxen of uitprinten

Er wordt niet uitgeprint.

Controleer of het papier juist werd ingevoerd en goed vast zit. De hendel rechts naast de papierinvoer moet naar achteren geklapt zijn.

Reinig de scanner.

Documenten worden slecht ingetrokken.

Problemen met de verbinding

Het toestel rinkelt een keer, is kort stil en begint dan weer te rinkelen.

Dat is heel normaal. Na de eerste beltoon controleert de faxschakelaar de oproep. Wanneer het een telefoongesprek is, rinkelt het toestel verder.

Geen kiestoon

Faxberichten worden voortdurend afgebroken.

Controleer de installatie van het toestel. Sluit de telefoonkabel aan de met LINE gekenmerkte bus aan. Steek de telefoonstekker in uw telefoonaansluitingsdoos.

Probeer het faxbericht manueel te versturen: Druk op l en kies het nummer. Mocht de ontvanger een antwoordapparaat hebben aangesloten wacht dan op de fluittoon. Druk op o.

Misschien is het toestel van de ontvanger niet klaar voor ontvangst.

U hoort een fluittoon of stilte in de hoorn.

Geen faxontvangst

De oproep is een fax: Druk op het toestel op o. Druk op de extra telefoon op *5. Leg de hoorn op.

Zet met de functie 51 het aantal beltonen (zie pagina 36).

U kunt niet tegelijkertijd de PhoneMail-functie gebruiken

en faxberichten ontvangen (zie pagina 40).

Problemen met draadloze telefoon

Draadloze telefoon functioneert niet of niet zoals verwacht.

Display toont alleen de laadstand van de accu.

Controleer of de draadloze telefoon functioneert en op het toestel is aangemeld.

Schakel de draadloze telefoon uit. Open het laadvak van de accu aan de achterkant. Haal de accu's eruit en leg ze er opnieuw in. Sluit het laadvak en schakel de draadloze telefoon weer in.

Geen kiestoon De draadloze telefoon is niet bij het toestel aangemeld is bevindt zich buiten zijn bereik.

Zet de draadloze telefoon in het laadstation.

De draadloze telefoon laat zich niet inschakelen.

De draadloze telefoon laat zich na twaalf uur in het laadstation niet inschakelen.

Wissel de accu's van de draadloze telefoon (zie ook het

hoofdstuk Service, pagina 43).

47

16 Bijlage

Technische specificaties

Afmetingen Afmetingen (B¦×¦H¦×¦D) ....................303¦×¦126¦×¦195¦mm

Gewicht Gewicht..................................................................1,9¦kg

Stand-by modus Stand-by modus .............................................<¦2.5¦W

Transmissie Transmissie......................................................<¦20¦W

Aanbevolen toestelomgeving............................18¦–¦28¦ºC

Soort aansluiting Soort aansluiting....................................... PSTN · PABX

Normconformiteit

Storingen EN 55022 klasse B Storingen............................................EN¦55022 klasse B

Immuniteit EN 55024 Immuniteit ......................................................EN¦55024

Scanner

Leesbreedte Leesbreedte ......................................................... 212¦mm

Resolutie horizontaal Resolutie horizontaal .....................................8 punt/mm

Geheugen

Spraakberichten Spraakberichten ....................................... tot 30 minuten

Faxberichten Faxberichten .............. tot 50 pagina’s (standaardtestbrief)

Verbruiksmaterialen

Gratis inktfilm Gratis inktfilm ......................................... tot 27 pagina’s

Draadloze telefoon

Accu’s Accu’s ........................................................ AAA · NiMH

Bereik (in gebouwen) Bereik ......................................... tot 50¦m (in gebouwen)

Bereik (onder de vrije hemel) ................................ tot 300¦m (onder de vrije hemel)

Papier

Capaciteit zonder Papierhouder Capaciteit ...................... 15 vellen (zonder Papierhouder)

Capaciteit met Papierhouder ..................................... 50 vellen (met Papierhouder)

Gewicht Gewicht........................................................60¦–¦90¦g/m²

Documentinvoer

Breedte Breedte ...................................................... 148¦–¦212¦mm

Lengte Lengte .......................................................100¦–¦600¦mm

Fax

Type groep 3 Type ...................................................................Groep 3

Garantievoorwaarden

Het toestel dat u net hebt aangekocht, werd door Belgacom zorgvuldig uitgezocht en wordt gedurende twee jaar gedekt door een waarborg op onderdelen en arbeidsloon tegen materiële gebreken en fabrieksfouten, behoudens andersluidende contractuele bepalingen. De waarborg begint te lopen op de datum van de afhaling of de levering van het toestel.

Mocht u problemen met het toestel ondervinden, ga dan met het kasticket en het volledige toestel in zijn oorspronkelijke verpakking of in een andere verpakking die eenzelfde bescherming waarborgt naar een van onze Teleboetieks of erkende agenten. De adressen van onze Teleboetieks en erkende agenten zijn vermeld in de informatiebladzijden van de telefoongidsen.

In geval van materiële fout of fabrieksfout zal uw toestel gratis worden hersteld of vervangen op vertoon van uw kasticket.

Belgacom alleen bepaalt welke herstellingen en/of vervangingen nodig zijn. De waarborgtermijn van toepassing op een hersteld of vervangen toestel verstrijkt bij het vervallen van de waarborgtermijn die geldt voor het gekochte toestel, maar mag niet minder bedragen dan drie maanden.

De waarborg dekt niet:

- alle mogelijke schade die niet vóór de verkoop is veroorzaakt;

- de schade, de storingen en de defecten te wijten aan een fout van de klant of waarvan de oorzaak buiten het toestel ligt : bliksem, overspanning, vocht, schade door ongeval, verkeerd gebruik of verkeerd onderhoud, niet-naleving van de instructies van de gebruiksaanwijzing evenals alle gevallen van overmacht;

- de herstelling of de vervanging van de losse elementen (snoeren, draden, stekkers, antennes, enz.), de vervanging van de bijbehorende onderdelen die op regelmatige basis moeten worden vervangen (batterijen, accumulatoren, papier, inkt, etc.) en de levering van reinigingsproducten.

De waarborg geldt niet:

- indien de klant het eindapparaat zelf wijzigt of herstelt of daarbij gebruik maakt van de diensten van personen die niet door Belgacom werden gemachtigd;

- of indien hij de fabricagenummers en/of de merken van het eindapparaat verwijdert of vervalst.

Belgacom kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de onrechtstreekse of onstoffelijke schade die de klant zou lijden ten gevolge van het slecht functioneren van het eindapparaat, zoals meer bepaald productieverlies, winstderving of verlies van contracten.

De algemene voorwaarden van onze eindapparaten kunnen op eenvoudige aanvraag worden verkregen in alle diensten van Belgacom die voor het publiek toegankelijk zijn of op www.belgacom.be

Logo 2006

Modulatie Modulatie............................V.17 · V.21 · V.27ter · V.29

Transmissiesnelheid Transmissiesnelheid ........................................ 14.400¦bps

Wijzigingen voorbehouden

Wijzigingen aan deze technische specificaties zijn zonder vooraankondiging voorbehouden.

Belgacom NV van publiek recht,

Koning Albert II-laan 27, B-1030 Brussel

BTW BE 0202.239.951 RPR Brussel

48

Het CE merk bevestigt dat de machine voldoet aan de betreffende richtlijnen van de Europese Unie.

Voor het produceren van de apparatuur die u hebt aangekocht, werden natuurlijke rijkdommen aangeboord en benut. Deze apparatuur kan stoffen bevatten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid en het milieu.

Om te verhinderen dat deze stoffen in ons milieu terechtkomen en om tevens verspilling van de natuurlijke rijkdommen tegen te gaan, verzoeken wij u de geschikte inleverings- en inzamelingssystemen te benutten. Die systemen zullen de meeste materialen waaruit uw opgebruikte apparatuur bestaat op afdoende wijze hergebruiken of recycleren.

Het symbool met de doorkruiste vuilnisbak verzoekt u dergelijke systemen te gebruiken.

Als u meer informatie wenst over de inzamelings-, hergebruiks- en recycleringssystemen, gelieve contact op te nemen met uw gemeentelijke of regionale dienst voor afvalverwerking.

U kan ons ook altijd contacteren als u meer informatie wenst over de invloed van onze producten op het milieu.

Deze handleiding werd op chloorvrij gebleekt recyclingpapier gedrukt. Dat is in overeenstemming met de strengste milieustandaards. De gebruikte kartonnen verpakkingen en de halve kartonnen en papieren verpakkingsschalen kunnen bij het papierafval worden gegooid. De plastic folies komen, naargelang van de in uw land geldende richtlijnen, bij het recycleerbare plastic of bij restafval.

Handelsmerken: De in deze handleiding genoemde referenties zijn handelsmerken van de betreffende firma’s.

Het ontbreken van de symbolen ® en ™ betekent niet dat de betreffende begrippen vrije handelsmerken zijn. Andere in dit document gebruikte productnamen dienen alleen maar ter kenmerking en kunnen handelsmerken van de betreffende houder zijn. Belgacom weigert om het even welk recht op deze merken.

In heel wat landen is het reproduceren van bepaalde documenten (door bijvoorbeeld scannen, uitprinten en kopiëren) verboden. De volgende lijst van dergelijke documenten maakt geen aanspraak op volledigheid en dient alleen maar ter oriëntatie. Vraag in geval van twijfel raad aan uw rechtsbijstand.

· Reispassen (identiteitskaarten)

· Inreis- en uitreispapieren (immigratiepapieren)

· Documenten in verband met legerdienst

· Bankbiljetten, reischecks, wissels

· Postzegels, fiscale zegels (gestempeld of ongestempeld)

· Leningdocumenten, investeringscertificaten, obligaties

· Documenten die door copyright beschermd zijn

Let ook op de in uw land geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot de rechtskracht van faxberichten - vooral in verband met de geldigheid van handtekeningen, tijdige levering of ook nadelen op basis van kwaliteitsverlies bij de transmissie enz.

Respecteer het telefoongeheim en de bescherming van persoonlijke gegevens zoals beschreven in de in uw land geldende wetten.

Belgacom en aanverwandte bedrijven kunnen door de koper van dit product of door derden niet aansprakelijk worden gesteld voor eisen tot schadevergoeding, verlies of kosten en uitgaven tengevolge van een ongeval, het verkeerde gebruik of misbruik van dit product of niet toegelaten modificaties, reparaties, wijzingen van het product of het niet in acht nemen van de gebruiks- en onderhoudsinstructies van Belgacom.

Belgacom kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eisen tot schadevergoeding of problemen tengevolge van het gebruik van om het even welke opties of verbruiksmaterialen die niet als originele producten van Belgacom of niet als door Belgacom goedgekeurde producten zijn gekenmerkt.

Belgacom kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eisen tot schadevergoeding tengevolge van elektromagnetische interferenties veroorzaakt door het gebruik van verbindingskabels die niet als producten van Belgacom zijn gekenmerkt.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van

Belgacom worden vermenigvuldigd, in een archiefsysteem worden opgeslagen of in welke vorm dan ook - elektronisch, mechanisch, door middel van fotokopie, opname of op een andere manier – worden gereproduceerd. De in dit document opgenomen informatie is uitsluitend bedoeld als ondersteuning bij het gebruik van dit product. Belgacom kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze informatie op andere toestellen wordt toegepast.

Deze gebruiksaanwijzing kan niet als contract worden beschouwd.

Vergissingen, drukfouten en wijzingen voorbehouden.

Copyright © 2007 Belgacom

49

EG-Verklaring van overeenstemming

DoC Belgafax 190ts Dect

50

Inhoudsopgave

Geachte klant, ............................................................. 2

Over deze handleiding ................................................. 2

Algemene veiligheidsinstructies ............. 3

1 Installatiehandleiding........................... 4

Inhoud verpakking ...................................................... 4

Afdekking openen ........................................................ 4

Papierhouder installeren .............................................. 4

Papier inleggen ............................................................ 4

Documentenhouder installeren .................................... 5

Hoorn aansluiten ......................................................... 5

Telefoonkabel aansluiten ............................................. 5

Netkabel aansluiten ..................................................... 5

Eerste installatie ........................................................... 5

Batterijen in de draadloze telefoon leggen .................... 6

Draadloze telefoon in gebruik nemen .......................... 6

2 Overzicht .............................................. 7

Overzicht van de menufuncties .................................... 7

Fabrieksinstelling ......................................................... 8

Toesteloverzicht ........................................................... 9

Paneel van de draadloze telefoon ................................ 10

Bedieningspaneel ....................................................... 11

3 Telefoonfuncties ................................ 12

Telefoneren met het toestel ........................................ 12

Telefoneren met de draadloze telefoon ....................... 12

Handsfree bellen ........................................................ 13

Stilschakelen .............................................................. 13

Telefoongesprek opnemen ......................................... 13

Telefoongesprekken doorsturen ................................. 13

Interne telefoongesprekken voeren ............................. 14

Nummerherkenning (CLIP) ...................................... 14

Gemiste telefoongesprekken ...................................... 14

4 Telefoonboek van het toestel........... 15

Record opslaan .......................................................... 15

Record wijzigen ......................................................... 15

Record wissen ............................................................ 15

Groepen .................................................................... 15

Snelkeuze ................................................................... 16

5 Telefoonboek van de draadloze telefoon .......................................................... 17

Record opslaan .......................................................... 17

Record wijzigen ......................................................... 17

Record wissen ............................................................ 17

Extra nummer toevoegen ........................................... 17

Beltoon wijzigen ........................................................ 17

Opties oproepen ........................................................ 17

6 Draadloze telefoon ............................ 18

Draadloze telefoons zoeken ........................................ 18

In- en uitschakelen .................................................... 18

Door het menu navigeren .......................................... 18

Toetsen blokkeren ..................................................... 18

Noodnummer activeren ............................................. 18

Extra functies ............................................................. 18

7 Antwoordapparaat ............................ 21

In- en uitschakelen ..................................................... 21

Meldtekst opnemen ................................................... 21

Berichten beluisteren .................................................. 22

Berichten wissen ........................................................ 23

Doorsturen en vanop afstand beluisteren instellen ...... 23

Op afstand beluisteren gebruiken ............................... 24

Op afstand beluisteren – functies ............................... 24

Memo’s opnemen ...................................................... 24

Instellingen wijzigen .................................................. 25

8 Fax....................................................... 26

Fax verzenden ............................................................ 26

Fax manueel verzenden .............................................. 26

Rondzenden (= broadcasting) ..................................... 27

Fax later zenden ......................................................... 27

Fax ontvangen ............................................................ 27

Faxberichten manueel ontvangen ............................... 27

Faxberichten afroepen ................................................ 27

Faxsjablonen gebruiken .............................................. 28

9 Kopieerapparaat................................ 29

Document invoeren ................................................... 29

Een kopie maken ....................................................... 29

Meerdere kopieën maken ........................................... 29

10 SMS ..................................................... 30

SMS-vereisten ............................................................ 30

SMS versturen ........................................................... 30

Boodschap per SMS ................................................... 31

SMS ontvangen .......................................................... 31

SMS lezen .................................................................. 31

SMS-functies oproepen .............................................. 31

SMS uitprinten .......................................................... 32

SMS wissen ................................................................ 32

Instellingen wijzigen .................................................. 32

11 Spel en plezier ................................... 34

Sudoku ...................................................................... 34

12 Instellingen aan het toestel .............. 35

Tijd en datum invoeren ............................................. 35

Taal kiezen ................................................................. 35

Nummer invoeren ..................................................... 35

Naam invoeren .......................................................... 35

Kontrast instellen ....................................................... 35

Transmissiesnelheid reduceren ................................... 35

Aanpassing van de pagina's in- en uitschakelen .......... 35

Beltonen instellen ...................................................... 36

Faxschakelaar instellen ............................................... 36

Lijsten en hulppagina’s uitprinten .............................. 36

Eerste installatie starten .............................................. 37

Firmware versie opvragen ........................................... 37

13 Instellingen aan de draadloze telefoon ................................................... 38

Taal kiezen ................................................................. 38

Beltonen instellen ...................................................... 38

Toetsen- en signaaltonen in- en uitschakelen ............. 38

Rustmodus instellen ................................................... 38

Programmeerbare toetsen ........................................... 38

Automatisch opnemen en ophangen .......................... 38

Instellingen draadloze telefoon herstellen ................... 39

Bellijsten en gebeurtenissen tonen .............................. 39

51

14 Telefoonaansluitingen en extra toestellen................................................. 40

Telefoonaansluitingen en -diensten instellen .............. 40

Extra draadloze telefoons aan- en afmelden ................ 40

Extra toestellen aansluiten .......................................... 41

Extra telefoons gebruiken (Easylink) .......................... 41

15 Service................................................. 42

Inktfilm vervangen .................................................... 42

Inktfilmvoorraad controleren ..................................... 43

Batterijen van de draadloze telefoon vervangen .......... 43

Laadstand van de batterijen weergeven ....................... 44

Papieropstopping verhelpen ....................................... 44

Documentenopstopping verhelpen ............................ 44

Reiniging ................................................................... 45

Servicecodes gebruiken .............................................. 46

Snelle hulp ................................................................. 46

16 Bijlage.................................................. 48

Technische specificaties ............................................. 48

Garantievoorwaarden ................................................. 48

EG-Verklaring van overeenstemming ........................ 50

M5 BC Belgafax 180ts Dect

NL

252856527-B

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement

Table of contents