Samsung NX2000 de handleiding


Add to my manuals

advertisement

Samsung NX2000 de handleiding | Manualzz

Gebruiksaanwijzing

DUT In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera.

Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.

Copyrightinformatie

• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

• Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de

Apple Corporation.

• Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.

• Adobe, het Adobe-logo, Photoshop en Lightroom zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.

• microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD Association.

• HDMI, het HDMI-logo en de term

'High Definition Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.

• Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.

• Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.

• Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.

• U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt aangeschaft.

• Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.

• Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.

PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering.

1

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.

Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken

Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.

Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.

Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen.

Dit kan brand of een schok veroorzaken.

Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.

Dit kan brand of een schok veroorzaken.

Raak de camera niet met natte handen aan.

Dit kan een schok veroorzaken.

Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.

Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.

Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.

Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.

Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.

Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.

Dek de camera niet af met dekens of kleding.

Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.

Maak tijdens een onweersbui geen gebruik van de netvoedingskabel en kom niet in de buurt van de oplader.

Dit kan een elektrische schok veroorzaken.

2

Informatie over gezondheid en veiligheid

Als in uw camera vloeistof of vreemde voorwerpen komen, dient u meteen alle voedingsbronnen los te koppelen, zoals de batterij of wisselstroomadapter en daarna dient u contact op te nemen met een Samsung-servicecenter.

Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt.

• Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.

• Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat.

De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken.

Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.

• Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel.

Vermijd storing van pacemakers.

Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.

Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur

Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.

Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.

Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.

Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.

• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.

• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.

Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.

Dit kan brand of een schok veroorzaken.

3

Informatie over gezondheid en veiligheid

Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.

De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.

Als u de wisselstroomadapter gebruikt, dient u de camera uit te schakelen voordat u de voeding naar de wisselstroomadapter uitschakelt.

Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.

Verwijder de wisselstroomadapter uit het stopcontact als deze niet wordt gebruikt.

Dit kan brand of een schok veroorzaken.

Gebruik geen beschadigde netvoedingskabel, wisselstroomadapter of los stopcontact als u batterijen oplaadt.

Dit kan brand of een schok veroorzaken.

Laat de wisselstroomadapter niet in contact komen met de +/- polen op de batterij.

Dit kan brand of een schok veroorzaken.

Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.

Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.

Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.

Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.

Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.

Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.

Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.

Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.

Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.

Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.

Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.

Als onderdelen van glas of acryl zijn gebroken, gaat u naar een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.

4

Informatie over gezondheid en veiligheid

Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.

De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.

Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.

Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.

De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.

Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht.

Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken.

Als de camera oververhit raakt, verwijdert u de batterij en laat u de camera afkoelen.

• Bij langdurig gebruik van de camera kan de batterij oververhit raken en kan de interne temperatuur van de camera oplopen. Verwijder de batterij als de camera niet meer werkt en laat deze afkoelen.

• Hoge interne temperaturen kunnen ruis in uw foto's veroorzaken. Dit is normaal en is niet van invloed op de algehele prestaties van de camera.

Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.

De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.

Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.

Raak de interne antenne van de camera niet aan.

Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden

• Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken.

• De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid.

5

Pictogrammen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt

Pictogram

[ ]

( )

*

Functie

Aanvullende informatie

Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen

Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop.

Paginanummer van verwante informatie

De volgorde van opties of menu's moet u selecteren om een stap te kunnen uitvoeren; bijvoorbeeld: raak 1 →

Kwaliteit aan (betekent raak 1 aan en raak daarna

Kwaliteit) aan.

Voetnoot

6

Inhoudsopgave

Tips

Fotografie-concepten en conventies

Houding ........................................................................................................ 13

De camera vasthouden .............................................................................................. 13

Staand fotograferen ..................................................................................................... 14

Geknield fotograferen ................................................................................................. 14

Diafragma ..................................................................................................... 15

Diafragma en scherptediepte .................................................................................. 16

Sluitertijd ...................................................................................................... 17

ISO-waarde ................................................................................................... 18

Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de belichting beïnvloeden .............................................................................. 19

Samenhang tussen brandpuntsafstand, beeldhoek en perspectief ......................................................................... 20

Scherptediepte ............................................................................................ 21

Wat bepaalt de vervagingseffecten? ..................................................................... 21

Optisch voorbeeld ........................................................................................................ 23

Compositie ................................................................................................... 23

De regel van derden .................................................................................................... 23

Foto's met twee onderwerpen ................................................................................ 24

Flitser ............................................................................................................. 25

Richtgetal van flitser .................................................................................................... 25

Bounce-fotografie ........................................................................................................ 26

Hoofdstuk 1

Mijn camera

Aan de slag ................................................................................................... 28

Uitpakken ..................................................................................................................... 28

Onderdelen en functies ............................................................................. 29

De knop DIRECT LINK gebruiken ........................................................................... 31

De opdrachtkeuzeknop gebruiken ....................................................................... 32

De batterij en geheugenkaart plaatsen ................................................. 33

De batterij en geheugenkaart verwijderen ....................................................... 33

De batterij opladen en de camera inschakelen .................................... 34

De batterij opladen .................................................................................................. 34

De camera inschakelen ........................................................................................... 34

De eerste instellingen opgeven ............................................................... 35

Een modus selecteren ................................................................................ 36

Open een modusscherm ........................................................................................ 36

Modusbeschrijving ................................................................................................... 36

Pictogrammen opnieuw rangschikken ............................................................. 37

Functies (opties) selecteren ...................................................................... 38 m gebruiken ..................................................................................................... 38

Het smartpaneel gebruiken .................................................................................. 39

Het aanraakscherm gebruiken ............................................................................... 40

7

Inhoudsopgave

Pictogrammen op het scherm .................................................................. 41

In de opnamemodus................................................................................................ 41

Foto's maken ................................................................................................................. 41

Video's opnemen ......................................................................................................... 42

Over de peilmeter ........................................................................................................ 42

In de afspeelmodus .................................................................................................. 43

Foto's weergeven ......................................................................................................... 43

Video's afspelen............................................................................................................ 43

Instellen welke informatie wordt weergegeven ............................................ 44

Lenzen ........................................................................................................... 45

Lensindeling ................................................................................................................ 45

De lens vergrendelen of ontgrendelen ............................................................... 46

Markeringen op de lens .......................................................................................... 49

Accessoires ................................................................................................... 50

Onderdelen van externe flitser ............................................................................ 50

De externe flitser aansluiten .................................................................................... 51

Indeling van GPS-module (optioneel) ............................................................... 53

De GPS-module aansluiten .................................................................................... 53

Opnamemodi ............................................................................................... 55

Auto-modus ................................................................................................................ 55

Smart-modus .............................................................................................................. 57

De modus Beste gezicht gebruiken ...................................................................... 58

Panoramafoto's vastleggen ..................................................................................... 59

Programma-modus .................................................................................................. 61

Programmaverschuiving ........................................................................................... 61

Modus Diafragmaprioriteit .................................................................................... 62

Modus Sluiterprioriteit ............................................................................................ 63

Handmatige modus ................................................................................................. 64

De Bulb gebruiken ...................................................................................................... 64

Modus Aangepast ..................................................................................................... 65

Een aanpassingsmodus opslaan ............................................................................ 65

Een aanpassingsmodus selecteren ....................................................................... 65

Een video opnemen ................................................................................................. 66

i-Functie gebruiken .................................................................................................. 67

Z gebruiken ...................................................................................................... 69

3D-modus .................................................................................................................... 70

Beschikbare functies in de opnamemodus ..................................................... 71

8

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 2

Opnamefuncties

Formaat en resolutie .................................................................................. 74

Fotoformaat ................................................................................................................ 74

Kwaliteit ........................................................................................................................ 75

ISO-waarde ................................................................................................... 76

Witbalans ...................................................................................................... 77

Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen ..................................... 78

Fotowizard (fotostijlen) ............................................................................. 80

Intelligent Filter ........................................................................................... 81

AF-modus ..................................................................................................... 82

Enkelvoudige AF ........................................................................................................ 83

Continu AF ................................................................................................................... 83

Handmatige scherpstelling ................................................................................... 84

AF-gebied ..................................................................................................... 85

Keuze AF ....................................................................................................................... 85

Multi AF ......................................................................................................................... 86

Gezichtsdetectie AF ................................................................................................. 86

Zelfportret AF ............................................................................................................. 87

Aanraak AF ................................................................................................... 88

Aanraak AF ................................................................................................................... 88

Tracking AF .................................................................................................................. 88

One Touch-opname.................................................................................................. 89

Scherpstelhulp ............................................................................................. 90

MF-hulp ........................................................................................................................ 90

Uitlichten ...................................................................................................................... 90

De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten ............................. 91

Afstemmingsmodus ................................................................................... 92

Optische beeldstabilisatie (OIS) ............................................................... 93

Snelheid (opnamemethode)..................................................................... 94

1 opname ..................................................................................................................... 94

Continu ......................................................................................................................... 94

Burst ............................................................................................................................... 95

Timer .............................................................................................................................. 95

Opnamereeks met verschillende belichtingen (AE BKT) ............................ 96

Witbalansbracketing (WB BKT) ............................................................................ 96

Fotowizardbracketing (F Wiz BKT) ...................................................................... 97

Lichtmeting .................................................................................................. 98

Multi ............................................................................................................................... 98

Spot ................................................................................................................................ 99

Centr. gewogen .......................................................................................................... 99

Dynamisch bereik ..................................................................................... 100

Flitser ........................................................................................................... 101

Het rode-ogeneffect verminderen .................................................................. 102

De flitssterkte aanpassen .................................................................................... 102

Belichtingscompensatie .......................................................................... 104

Belichtingsvergendeling ......................................................................... 105

Videofuncties ............................................................................................. 106

Filmformaat .............................................................................................................. 106

Filmkwaliteit ............................................................................................................. 106

Multi Motion ............................................................................................................ 107

In-/uitfaden .............................................................................................................. 107

Spraak ......................................................................................................................... 108

Windonderdrukking .............................................................................................. 108

9

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 3

Weergeven en bewerken

Bestanden zoeken en beheren ............................................................... 110

Foto's weergeven ................................................................................................... 110

Miniaturen weergeven ......................................................................................... 110

Bestanden op categorie weergeven ............................................................... 111

Bestanden weergeven als map ......................................................................... 111

Bestanden beveiligen ........................................................................................... 112

Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen................................................... 112

Bestanden verwijderen ........................................................................................ 113

Afzonderlijke bestanden wissen .......................................................................... 113

Meerdere bestanden wissen ................................................................................. 113

Alle bestanden verwijderen ................................................................................... 113

Foto's weergeven ...................................................................................... 114

Een foto vergroten ................................................................................................. 114

Een diashow weergeven ...................................................................................... 114

Automatisch draaien ............................................................................................. 115

Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................................................... 115

Video's afspelen ......................................................................................... 116

Een video tijdens het afspelen bijsnijden ..................................................... 116

Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk opslaan ................................. 117

Foto's bewerken ........................................................................................ 118

Een foto bijsnijden ................................................................................................. 118

Een foto draaien...................................................................................................... 119

Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................ 119

Uw foto's aanpassen ............................................................................................. 120

Gezichten aanpassen ............................................................................................ 121

Rode ogen verminderen ...................................................................................... 121

Intelligent filter-effecten toepassen ................................................................ 122

Hoofdstuk 4

Draadloos netwerk

Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren ............................................................................................... 124

Verbinding maken met een WLAN .................................................................. 124

Netwerkopties instellen .......................................................................................... 125

Het IP-adres handmatig instellen ........................................................................ 125

De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................ 125

Tips over netwerkverbinding ............................................................................. 126

Tekst ingeven ........................................................................................................... 127

Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ...................... 128

Foto's of video's naar een smartphone verzenden ............................ 129

Een smartphone als externe ontspanner gebruiken ......................... 131

Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden .............................................................................................. 133

Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc .... 133

Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................ 133

Foto's of video's via e-mail verzenden .................................................. 135

E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................ 135

Uw gegevens opslaan .............................................................................................. 135

Een e-mailwachtwoord instellen ......................................................................... 136

Het e-mailwachtwoord wijzigen .......................................................................... 137

Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 137

Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ................. 139

Een website openen .............................................................................................. 139

Foto's of video's uploaden .................................................................................. 140

10

Inhoudsopgave

Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken ................... 141

Foto's uploaden naar online opslag ................................................................ 141

Foto's of video's op apparaten weergeven die Samsung Link ondersteunen .......................................................................................................... 142

Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ........................................................... 144

Hoofdstuk 5

Camera-instellingenmenu

Gebruikersinstellingen ............................................................................ 146

ISO aanpassen ......................................................................................................... 146

ISO-stap ......................................................................................................................... 146

Auto ISO bereik ........................................................................................................... 146

Ruisonderdrukking ................................................................................................ 146

Bracketing instellen ............................................................................................... 147

DMF (Direct Manual Focus) ................................................................................ 147

Kleurruimte ............................................................................................................... 148

Vervormingscorrectie ........................................................................................... 149

Als aanpassingsmodus opslaan ........................................................................ 149 iFn aanpassen .......................................................................................................... 149

Gebruikersdisplay .................................................................................................. 149

Toetsafbeelding ...................................................................................................... 150

Rasterlijn .................................................................................................................... 151

AF-lamp ..................................................................................................................... 151

Instellingen ................................................................................................. 152

Hoofdstuk 6

Verbinding maken met externe apparaten

Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie ................. 158

Bestanden weergeven op een HDTV .............................................................. 158

Bestanden weergeven op een 3D-televisie .................................................. 159

Bestanden naar de computer overbrengen ........................................ 160

Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ........................... 160

De camera aansluiten als verwisselbare schijf ................................................ 160

De camera loskoppelen (Windows XP) .............................................................. 161

Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ..................................... 161

Programma's op een computer gebruiken .......................................... 163

Programma's installeren vanaf de meegeleverde cd ................................ 163

Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt ....................... 163 i-Launcher gebruiken ........................................................................................... 163

Vereisten voor Windows OS ................................................................................... 163

Vereisten voor Mac OS ............................................................................................. 164 i-Launcher openen .................................................................................................... 164

Multimedia Viewer gebruiken ............................................................................... 165

De firmware downloaden ....................................................................................... 166

Het programma PC Auto Backup downloaden .............................................. 166

Adobe Photoshop Lightroom installeren ...................................................... 167

Adobe Photoshop Lightroom gebruiken ...................................................... 167

11

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 7

Bijlagen

Foutmeldingen .......................................................................................... 169

Onderhoud van de camera ..................................................................... 170

Reiniging van de camera ..................................................................................... 170

Cameralens en -scherm ........................................................................................... 170

Beeldsensor ................................................................................................................. 170

Camerabehuizing ...................................................................................................... 170

De camera gebruiken of opbergen ................................................................. 171

Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera ..............................................................................................................171

Gebruik op het strand of aan de waterkant ..................................................... 171

Camera voor langere tijd opbergen ................................................................... 171

Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen ............................... 172

Overige aandachtspunten ..................................................................................... 172

Geheugenkaart ....................................................................................................... 173

Ondersteunde geheugenkaart ............................................................................. 173

Capaciteit van de geheugenkaart ....................................................................... 174

Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten .................................. 176

De batterij ................................................................................................................. 177

Batterijspecificaties ................................................................................................... 177

Werkduur van de batterij ........................................................................................ 178

Bericht Batterij bijna leeg ....................................................................................... 178

De batterij gebruiken ............................................................................................... 178

Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij ....................................... 179

De batterij opladen ................................................................................................... 179

Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten ................ 180

Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften ..........................................................................180

Voordat u contact opneemt met een servicecenter .......................... 181

Cameraspecificaties .................................................................................. 184

Woordenlijst ............................................................................................... 189

Optionele accessoires .............................................................................. 195

Index ............................................................................................................ 197

12

Fotografie-concepten en conventies

Houding

Een goede houding waarin de camera stabiel kan worden vastgehouden is noodzakelijk om goed foto's te kunnen maken. Zelfs als u de camera op de juiste wijze vasthoudt, kan een verkeerde lichaamshouding voor bewegingsonscherpte zorgen. Sta rechtop en stil om een stevige ondergrond voor de camera te vormen. Wanneer u met een lange sluitertijd fotografeert, houdt u uw adem in om te zorgen dat uw lichaam zo min mogelijk beweegt.

De camera vasthouden

Houd de camera met uw rechterhand vast en plaats uw rechter wijsvinger op de ontspanknop. Houd uw linkerhand ter ondersteuning onder de lens.

13

Fotografie-concepten en conventies

Staand fotograferen

Bepaal de compositie; sta rechtop met uw voeten op schouderlengte van elkaar en houd uw ellebogen naar beneden gericht.

Geknield fotograferen

Bepaal de compositie; kniel met een knie op de grond en houd uw rug recht.

14

Fotografie-concepten en conventies

Diafragma

Het diafragma is de lensopening en bepaalt hoeveel licht er in de camera binnenvalt. Dit is een van de drie factoren die de belichting bepalen.

De diafragmamodule bestaat uit dunne metalen bladen die openen en sluiten om meer of minder licht door de opening (het diafragma) de camera te laten binnenvallen. De formaat van het diafragma hangt nauw met de helderheid van de foto samen: hoe groter het diafragma, des te helderder de foto; hoe kleiner het diafragma, des te donkerder de foto.

Diafragmagrootten

De grootte van het diafragma wordt aangeduid met een waarde die bekend staat als een 'F-getal'. Het f-getal staat voor de brandpuntsafstand gedeeld door de diameter van de lens. Als bijvoorbeeld een lens met een brandpuntsafstand van 50 mm een diafragma-aanduiding van F2 heeft, is de diameter van het diafragma 25 mm. (50 mm/25 mm=F2) Hoe kleiner het f-getal, des te groter het diafragma.

De opening in het diafragma wordt beschreven als de belichtingwaarde

(EV, Exposure Value). Het verdubbelen van de belichtingswaarde

(+1 EV) betekent dat de hoeveelheid binnenvallend licht verdubbelt.

En met het verlagen van de belichtingswaarde (-1 EV) wordt de hoeveelheid binnenvallend licht gehalveerd. U kunt tevens de belichtingscompensatiefunctie gebruiken om de hoeveelheid licht nauwkeurig te regelen door de belichtingswaarden op te delen in 1/2,

1/3 EV, enzovoort.

+1 EV -1 EV

Minimaal diafragma Gemiddeld diafragma Maximaal diafragma

F1.4

F2 F2.8

F4

Stappen van de belichtingswaarde

F5.6

F8

Donkere foto

(diafragma een klein beetje open)

Heldere foto

(diafragma wijd open)

15

Fotografie-concepten en conventies

Diafragma en scherptediepte

U kunt de achtergrond van een foto vervagen of verscherpen met behulp van het diafragma. Het diafragma hangt nauw samen met de scherptediepte (het gebied in een foto dat scherp is).

De diafragmamodule bevat verscheidene bladen. Deze bladen bewegen samen en regelen de hoeveelheid licht die er door het midden van het diafragma valt.

Het aantal bladen is tevens van invloed op de vorm van licht in nachtelijke opnamen. Als een diafragma een even aantal bladen heeft, wordt het licht in een zelfde aantal delen verdeeld. Is het aantal bladen oneven, dan is het aantal lichtdelen dubbel de hoeveelheid bladen.

Een diafragma met 8 bladen verdeelt het licht bijvoorbeeld in 8 delen en een diafragma met 7 bladen verdeelt het licht in 14 delen.

Foto met een grote scherptediepte Foto met een kleine scherptediepte

7 bladen 8 bladen

16

Fotografie-concepten en conventies

Sluitertijd

De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt.

Meestal kan de sluitertijd handmatig worden ingesteld. De maateenheid van de sluitertijd wordt wel de 'belichtingswaarde' (EV, exposure value) genoemd. Deze wordt geregeld in intervallen van 1 s, 1/2 s, 1/4 s, 1/8 s,

1/15s, 1/1000 s, 1/2000 s, enzovoort.

Hoe korter de sluitertijd, hoe minder licht binnenvalt. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht binnenvalt.

Zoals op de onderstaande foto's te zien is, valt er met een lange sluitertijd meer licht binnen, waardoor de foto helderder wordt. En met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen.

+1 EV

Belichting

-1 EV

0,8 s 0,004 s

1 s 1/2 s 1/4 s

Sluitertijd

1/8 s 1/15 s 1/30 s

17

Fotografie-concepten en conventies

ISO-waarde

De belichting van een beeld wordt bepaald door de gevoeligheid van de camera. Deze gevoeligheid wordt gebaseerd op internationale normen uit het tijdperk van analoge film, de ISO-waarden. Bij digitale camera's wordt deze gevoeligheidsindex gebruikt voor de gevoeligheid van de digitale sensor die het beeld opvangt.

ISO-gevoeligheid verdubbelt terwijl het nummer wordt verdubbeld.

Een ISO 200-instelling kan bijvoorbeeld twee keer zo snel afbeeldingen vastleggen dan een ISO 100-instelling. Hogere ISO-instellingen kunnen echter in 'ruis' resulteren - kleine gaatjes, stippels en andere fenomenen in een foto waardoor de opname met ruis of als vuil verschijnt. Tenzij u in een donkere omgeving of gedurende de nacht opnamen maakt, is het als algemene regel het beste om een lage ISO-instelling te gebruiken om ruis in uw foto's te voorkomen.

Aangezien een lage ISO-waarde betekent dat de camera minder gevoelig voor licht is, hebt u meer licht nodig om een optimale belichting te bereiken. Open daarom bij een lage ISO-waarde het diafragma verder of gebruik een langere sluitertijd om te zorgen dat er meer licht de camera binnenvalt. Als er op een zonnige dag bijvoorbeeld voldoende licht is, hoeft bij een lage ISO-waarde geen lange sluitertijd worden gebruikt. Op donkere plaatsen of 's nachts zal een lage ISO-waarde echter resulteren in een onscherpe foto. U kunt daarom het beste de ISO-waarde flink verhogen.

Foto gemaakt met een statief en een hoge

ISO-waarde

Onscherpe foto met een lage

ISO-waarde

Veranderingen in de kwaliteit en helderheid door de ISO-waarde

18

Fotografie-concepten en conventies

Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde de belichting beïnvloeden

Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde hangen in de fotografie nauw met elkaar samen. De diafragma-instelling regelt de formaat van de lensopening waardoor het licht de camera binnenvalt, terwijl de sluitertijd bepaalt hoe lang dat licht naar binnen mag vallen. De ISO-waarde bepaalt de snelheid waarmee de film op licht reageert. Samen bepalen deze drie elementen de belichting van een foto.

Een aanpassing van de sluitertijd, het diafragma of de ISO-waarde kan met een aanpassing van een van de andere twee elementen worden gecompenseerd, zodat de belichting gelijk blijft. De resultaten in het beeld verschillen echter, afhankelijk van de gekozen instellingen. De sluitertijd is bijvoorbeeld het element waarmee beweging in het beeld wordt geregeld, het diafragma regelt de scherptediepte en met de

ISO-waarde kan de hoeveelheid korrel in een foto worden veranderd.

Instellingen Resultaat

Sluitertijd

ISO-waarde

Instellingen

Hoge snelheid

= minder licht

Lage snelheid

= meer licht

Resultaat

Kort = stil

Lang = vaag

Hoge ISO-waarde

= gevoeliger voor licht

Lage ISO-waarde

= minder gevoelig voor licht

Hoog = korreliger

Laag = minder korrelig

Diafragmawaarde

Wijd diafragma

= meer licht

Nauw diafragma

= minder licht

Wijd = kleine scherptediepte

Smal = grote scherptediepte

19

Fotografie-concepten en conventies

Samenhang tussen brandpuntsafstand, beeldhoek en perspectief

De brandpuntsafstand, uitgedrukt in millimeters, is de afstand tussen het midden van de lens en het brandpunt. Dit is van invloed op de beeldhoek en het perspectief van de opname. Een korte brandpuntsafstand vertaalt zich in een grote hoek, waarmee groothoekopnamen van een breed gebied worden gemaakt. Een lange brandpuntsafstand vertaalt zich in een kleine hoek, waarmee teleopnamen van een klein gebied worden gemaakt.

Korte brandpuntsafstand

Lange brandpuntsafstand nauwe beeldhoek telefotolens

Bekijk de verschillen in de onderstaande foto's.

telefoto-opname groothoeklens groothoekopname grote hoek

20 mm-hoek 50 mm-hoek 200 mm hoek

Normaal gesproken is een lens met een grote hoek geschikt voor landschapsfoto's en wordt een lens met een nauwe hoek aanbevolen voor sportevenementen en portretten.

20

Fotografie-concepten en conventies

Scherptediepte

Portretten of stillevens worden meestal als mooi ervaren als de achtergrond onscherp is, zodat het onderwerp goed naar voren komt.

Afhankelijk van het scherpgestelde gebied, kan een foto wazig of scherp zijn. Dit wordt de scherptediepte genoemd (Engels: DOF, ‘depth of field’).

De scherptediepte is het gebied rond het onderwerp dat scherp in beeld is.

Een kleine scherptediepte duidt op een klein gebied dat scherp is en een grote scherptediepte op een groot gebied dat scherp in beeld is.

Een foto met een kleine scherptediepte, waarbij het onderwerp duidelijk naar voren springt en de rest onscherp is, kan worden gemaakt met een telelens of door een lage diafragmawaarde in te stellen. Een foto met een grote scherptediepte, waarbij alle elementen in de foto scherp in beeld zijn, kan worden gemaakt met een groothoeklens of door een hoge diafragmawaarde in te stellen.

Wat bepaalt de vervagingseffecten?

Scherptediepte is afhankelijk van de diafragmawaarde

Hoe wijder het diafragma is (hoe lager de diafragmawaarde), des te kleiner de scherptediepte. Sluitertijd en ISO-waarde hebben geen invloed op de scherptediepte; alleen de formaat van het diafragma heeft dat.

50 mm F5.7

50 mm F22

Kleine scherptediepte Grote scherptediepte

21

Fotografie-concepten en conventies

Scherptediepte is afhankelijk van de brandpuntsafstand

Hoe langer de brandpuntsafstand, des te kleiner de scherptediepte.

Een telelens met een langere brandpuntsafstand is beter om een foto met een kleine scherptediepte te maken dan een telelens met een kortere brandpuntsafstand.

Scherptediepte hangt samen met de afstand tussen onderwerp en camera

Hoe korter de afstand tussen onderwerp en camera, des te kleiner de scherptediepte. Hierdoor kan een foto die van dichtbij wordt gemaakt een kleine scherptediepte opleveren.

Een foto genomen met een 100 mm telelens

Een foto vastgelegd met een 20 mm telescooplens

Een foto genomen met een 100 mm telelens

Een foto die dichtbij het onderwerp is genomen

22

Fotografie-concepten en conventies

Optisch voorbeeld

U kunt ook op het scherm de knop Aanpassen aanraken om voor het vastleggen van een foto het optische voorbeeld te bekijken. De camera past de lensopening aan op de vooraf gedefinieerde instellingen en toont op het scherm de resultaten. Stel de knop Aanpassen in op Optisch

voorb.. (pag. 150)

F

Compositie

Het is leuk om de schoonheid om ons heen met een camera vast te leggen. Maar hoe mooi iets ook is, met een slechte compositie kan de foto toch lelijk worden.

Bij de compositie is het van groot belang om onderwerpen prioriteit te geven.

Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat.

De regel van derden

De regel van derden deelt het beeldvlak op in een patroon van drie keer drie gelijke rechthoeken.

Als u het onderwerp in de compositie wilt benadrukken, is het aan te raden om het op een van de hoeken van de centrale rechthoek te plaatsen.

23

Fotografie-concepten en conventies

Met behulp van de regel van derden maakt u foto's met interessante composities die in balans zijn. Hier ziet u een paar voorbeelden.

Foto's met twee onderwerpen

Als het onderwerp zich in een hoek van de foto bevindt, heeft dat het effect dat de foto uit balans is. U kunt de foto in balans brengen door een tweede onderwerp in de tegenoverliggende hoek te plaatsen, om zo het gewicht van het beeld te verdelen.

Onderwerp 2 Onderwerp 2

Onderwerp 1 Onderwerp 1

Instabiel Stabiel

Bij landschapsfoto's brengt een horizon in het midden het beeld uit balans. Geef de foto meer gewicht door de horizon omhoog of omlaag te brengen.

Onderwerp 1

Onderwerp 1

Onderwerp 2

Instabiel

Onderwerp 2

Stabiel

24

Fotografie-concepten en conventies

Flitser

Licht is een van de belangrijkste elementen in fotografie. Het is echter niet eenvoudig om altijd en overal voldoende licht te hebben. Met een flitser kunt u de lichtinstellingen optimaliseren en diverse effecten bereiken.

Een flitser kan u helpen de juiste belichting te creëren in situaties waarin weinig licht aanwezig is. Het is ook handig in situaties waarin juist erg veel licht aanwezig is. U kunt een flitser bijvoorbeeld gebruiken om de belichting van de schaduw van een onderwerp te compenseren of om bij tegenlicht zowel het onderwerp als de achtergrond duidelijk vast te leggen.

Richtgetal van flitser

Het modelnummer van een flitser verwijst naar de kracht van de flitser en de maximale lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die

'richtgetal' wordt genoemd. Hoe hoger het richtgetal is, des te groter de lichtopbrengst van de flitser is. Het richtgetal wordt verkregen door de afstand van de flitser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de diafragmawaarde wanneer de ISO-waarde is ingesteld op 100.

Richtgetal = afstand van flitser tot onderwerp X diafragmawaarde

Diafragmawaarde = richtgetal/afstand van flitser tot onderwerp

Afstand van flitser tot onderwerp = richtgetal/diafragmawaarde

Als u het richtgetal van een flitser kent, kunt u daarom de optimale afstand van de flitser tot het onderwerp schatten wanneer u de flitser handmatig instelt. Als een flitser bijvoorbeeld het richtgetal 20 heeft en de afstand tot het onderwerp 4 meter is, is de optimale diafragmawaarde F5.0.

Vóór correctie Na correctie

25

Fotografie-concepten en conventies

Bounce-fotografie

Bounce-fotografie is een methode van fotograferen waarbij het licht naar het plafond of de muren wordt geleid, zodat het licht gelijkmatig wordt verspreid over het onderwerp. Foto's die met een flitser zijn genomen kunnen er onnatuurlijk uitzien en schaduwen werpen. Onderwerpen in foto's die met bounce-fotografie zijn gemaakt, werpen geen schaduwen en zien er vloeiend uit door het gelijkmatig verspreide licht.

26

Hoofdstuk

1

Mijn camera

Meer informatie over de onderdelen van uw camera, pictogrammen op het scherm, lens, optionele accessoires, en algemene functies.

Mijn camera

Aan de slag

Uitpakken

Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:

Camera

(inclusief bodydop en hot-shoe-bescherming)

AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij

Software-CD-ROM

(met gebruiksaanwijzing)

DVD-ROM met Adobe Photoshop

Lightroom

Snelstartgids

De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.

U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung.

Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van niet goedgekeurde accessoires ontstaat.

Zie pagina 195 voor informatie over accessoires.

Externe flitser

Polslus

28

16

7

15

14

13

Mijn camera

Onderdelen en functies

1

2

3

4

5 6

12

11

4

7

8

9

10

Nr.

Naam

1

Opdrachtkeuzeknop

In het Smart-venster: ga naar een gewenste optie of pas een geselecteerde optie aan.

In de opnamemodus: In de opnamemodus een modusscherm openen of de sluitertijd, diafragmawaarde of belichtingswaarde aanpassen in bepaalde opnamemodi.

In de afspeelmodus: geef miniatuurweegaven weer of vergroot/ verklein een foto.

2

3

DIRECT LINK-knop: een vooringestelde

Wi-Fi-functie starten. (pag. 31)

Interne antenne

* Vermijd contact met de interne antenne wanneer u het draadloze netwerk gebruikt.

4 Microfoon

5 Hot-shoe

6 Hot-shoe-bescherming

7 Oogje voor de polslus van de camera

Nr.

Naam

8 Beeldsensor

9 Luidspreker

10 NFC-code

11 Lensontgrendelknop

12 Lensvatting

13 Lensvattingmarkering

14 AF-hulplampje/timerlampje

15 Aan/uit-schakelaar

16 Ontspanknop

29

Mijn camera >

Onderdelen en functies

9

8

7

3

4

1

2

5

6

Nr.

Naam

1

Video-opnameknop

Een video opnemen.

2

3

4

Statuslampje

De status van de camera aangeven.

Knippert: wanneer een foto wordt opgeslagen, een video wordt opgenomen, gegevens naar een computer worden verzonden, verbinding met een WLAN wordt gemaakt of een foto wordt verzonden.

Continu aan: als geen gegevens tussen de camera en een computer wordt overgedragen of als de batterij wordt geladen.

MODUS-knop

Open het scherm Modus. (pag. 36)

Weergaveknop

De afspeelmodus openen.

5

USB-poort en aansluiting draadontspanner

De camera aansluiten op een computer of ontspanknop. U kunt een draadontspanner en een statief gebruiken om ervoor te zorg dat de camera zo min mogelijk beweegt.

6 HDMI-aansluiting

7

Batterij-/geheugenkaartklepje

Een geheugenkaart en batterij plaatsen.

8

Scherm

Raak het scherm aan om een modus of optie te selecteren. (pag. 38)

9 Statiefbevestigingspunt

30

Mijn camera >

Onderdelen en functies

De knop DIRECT LINK gebruiken

U kunt de Wi-Fi-functie eenvoudig inschakelen met de knop

[DIRECT LINK]. Druk nogmaals op [DIRECT LINK] om terug te keren naar de vorige modus.

De knop DIRECT LINK instellen

U kunt instellen dat een Wi-Fi-functie wordt gestart wanneer u op de knop

[DIRECT LINK] drukt. (pag. 150)

Een DIRECT LINKoptie instellen:

Raak in opnamemodus

DIRECT LINK

een optie aan.

→ 5 →

Toetsafbeelding

31

Mijn camera >

Onderdelen en functies

De opdrachtkeuzeknop gebruiken

U kunt opties in sommige opnamemodi met de opdrachtkeuzeknop opties aanpassen, zoals lensopeningswaarde, sluitertijd of belichtingswaarde.

Druk op de opdrachtkeuzeknop en draai deze daarna linksom of rechtsom.

U kunt in het Smart-paneel ook enkele opties met de opdrachtkeuzeknop afstellen. Draai in het Smart-paneel de opdrachtkeuzeknop om naar een gewenste optie te gaan. Druk op de opdrachtkeuzeknop om het te selecteren en draai de opdrachtkeuzeknop daarna om de geselecteerde optie aan te passen.

Bijv. de belichtingswaarde in de modus Programma aanpassen

Raak, om de belichtingswaarde aan te passen, op het scherm Modus Expert

Programma

druk twee keer op de opdrachtenkeuzeknop om de belichtingswaarde te selecteren

draai de opdrachtkeuzeknop om aanpassingen uit te voeren.

Belichtingswaarde

32

Mijn camera

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.

De batterij en geheugenkaart verwijderen

Schuif de vergrendeling omhoog om de batterij los te maken.

Batterijvergrendeling

Oplaadbare batterij

Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.

Plaats een geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht.

Geheugenkaart

Plaats de batterij met het Samsung-logo naar boven.

Geheugenkaart

Verwijder nooit de geheugenkaart of batterij als het statuslampje knippert.

Hierdoor zouden de gegevens op de kaart en de camera kunnen beschadigen.

Oplaadbare batterij

33

Mijn camera

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de netspanningsadapter.

Status lamp

Rode lampje brandt: opladen

Rode lampje uit: volledig opgeladen

Rode lampje knippert: fout opgetreden

De camera inschakelen

Stel de aan/uit-schakelaar in op ON.

• Als u de camera wilt uitschakelen, stelt u de aan/uit-schakelaar in op

OFF.

• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 35)

OFF

ON

Gebruik alleen de netspanningsadapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere netspanningsadapter gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.

U kunt de batterij alleen opladen met de USB-kabel als de camera is uitgeschakeld.

34

Mijn camera

De eerste instellingen opgeven

Als u uw camera voor de eerste keer inschakelt, verschijnt het eerste scherm voor set-up. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera is verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen.

1 Raak Tijdzone aan.

2 Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak daarna een tijdzone aan.

Tijdzone

[GMT +00:00] Londen

[GMT -01:00] Kaap-verdië

[GMT -02:00] Atlantische oceaan

[GMT -03:00] Buenos Aires, Sao Paulo

[GMT -03:30] Newfoundland

3 Raak Datum en tijd aan.

4 Raak de pijlen omhoog of omlaag aan om een optie in te stellen.

Datum/tijd

Jaar Maand Dag Uur Min.

Zomertijd

• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.

5 Raak aan.

6 Raak Datumtype → een type datum aan.

7 Raak Type tijd → een type tijd aan.

8 Raak aan om de eerste set-up te voltooien.

35

Mijn camera

Een modus selecteren

Selecteer op het scherm Modus diverse modi en functies.

Open een modusscherm

Druk in de opname- of afspeelmodus op [ h]. Druk nogmaals op [h] om naar de vorige modus terug te keren. U kunt de opdrachtenkeuzeknop ook draaien om een modusscherm te openen in de opnamemodus.

Modusbeschrijving

Modus

Auto

Smart

Expert

Beschrijving

Maak een foto met een automatisch door de camera geselecteerde scènemodus. (pag. 55)

Maak een foto met opties die vooraf voor een specifieke scène zijn ingesteld. (pag. 57)

Programma: Maak een foto met instellingen die u handmatig hebt aangepast, met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde. (pag. 61)

Diafragmaprioriteit: stel de lensopeningswaarde handmatig in terwijl de camera automatische een juiste sluitertijd selecteert. (pag. 62)

Sluiterprioriteit: stel de sluitertijd handmatig in terwijl de camera automatische een juiste lensopeningswaarde selecteert. (pag. 63)

Handmatig: pas zowel de lensopeningswaarde als de sluitertijd handmatig aan. (pag. 64)

Aangepast: maak uw eigen opnamemodi door opties aan te passen en ze op te slaan. (pag. 65)

Auto

Smart

Expert

Wi-Fi

Raak een pictogram aan om een modus of functie te selecteren.

36

Mijn camera >

Een modus selecteren

Modus

Wi-Fi

Beschrijving

MobileLink: stuur foto's of video's naar een smartphone.

(pag. 129)

Remote Viewfinder: gebruik een smartphone als een externe ontspanner en zie op uw smartphone een voorbeeld van een afbeelding van uw camera. (pag. 131)

Automatische back-up: stuur draadloos foto's of video's die u met een camera hebt gemaakt, naar een pc. (pag. 133)

E-mail: stuur foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, per e-mail. (pag. 135)

SNS en cloud: upload foto's of video's naar websites voor bestanden delen. (pag. 139)

Samsung Link: upload foto's naar de online opslag van

Samsung Link of geeft bestanden op andere door Samsung

Link ondersteunde apparaten weer. (pag. 142)

Pictogrammen opnieuw rangschikken

Als u wilt wijzigen hoe pictogrammen worden weergegeven in het submodusscherm van de modus Smart of de modus Expert, raakt u

(Rasterweergave) of (Lijstweergave) aan in de linkerbovenhoek van het scherm. Als u Lijstweergave selecteert, sleept u de optielijst omhoog of omlaag of draait u de moduskeuzeknop op het scherm en raakt u daarna een pictogram aan.

<Lijstweergave> <Rasterweergave>

37

Mijn camera

Functies (opties) selecteren

Selecteer menu's of opties door zachtjes met uw vingerpunt een item op het scherm aan.

m gebruiken

Raak op het scherm instellingen.

aan en wijzig daarna de opname-opties of

Bijv. de fotoformaat in de modus Programma selecteren

1 Raak op het modusscherm ExpertProgramma aan.

2 Raak aan.

3 Raak

1 → Fotoformaat aan.

AutoShare

Fotoformaat

Kwaliteit

ISO

Witbalans

Fotowizard

4 Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak daarna een optie aan.

• Als u aanraakt, wordt een pop-upvenster weergegeven met informatie over functies en instellingen.

AutoShare

Fotoformaat

Kwaliteit

ISO

Witbalans

Fotowizard

Fotoformaat

5472x3648 (3:2)

3888x2592 (3:2)

2976x1984 (3:2)

1728x1152 (3:2)

5472x3080 (16:9)

5 Raak aan om naar de opnamemodus te schakelen.

38

Mijn camera >

Functies (opties) selecteren

Het smartpaneel gebruiken

Raak op het scherm aan om enkele functies te openen, zoals

Belichting, ISO en Witbalans.

Bijv. de belichtingswaarde in de modus Programma aanpassen

1 Raak op het modusscherm ExpertProgramma aan.

2 Raak aan.

3 Raak EV aan.

• U kunt ook enkele opties afstellen door de keuzeknop met uw vinger over het scherm te slepen. Draai als alternatief de opdrachtkeuzeknop om naar een gewenste optie te gaan. Druk op de opdrachtkeuzeknop om het te selecteren en draai de opdrachtkeuzeknop daarna om de geselecteerde optie aan te passen.

EV : 0.0

4 Druk op het scherm op de keuzeknop en raak dan aan om de optie aan te passen.

• U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien om de optie aan te passen. (pag. 32)

EV : 0.0

39

Mijn camera >

Functies (opties) selecteren

Het aanraakscherm gebruiken

Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals pennen of potloden om het scherm te bedienen. U kunt hiermee het scherm beschadigen.

Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te

selecteren.

Vegen: veeg uw vinger voorzichtig over het scherm.

Het aanraakscherm herkent uw invoer mogelijk niet als u meerdere items tegelijk aanraakt.

Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm veegt, kan er kleurverandering optreden. Dit wijst niet op een defect, maar is een kenmerk van het aanraakscherm. Duw of veeg niet te hard op het scherm om de verkleuringen te minimaliseren.

Het aanraakscherm werkt mogelijk niet correct als u de camera gebruikt in omstandigheden met zeer hoge luchtvochtigheid.

Het scherm werkt mogelijk niet correct als u een beschermingsfolie of andere accessoires aanbrengt op het scherm.

Afhankelijk van de kijkhoek, kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.

Slepen: blijf een gedeelte op het scherm aanraken en sleep uw

vinger over het scherm.

AutoShare

Fotoformaat

Kwaliteit

ISO

Witbalans

Fotowizard

40

Mijn camera

Pictogrammen op het scherm

In de opnamemodus

Foto's maken

F

London

1. Opnamegegevens

Pictogram

London

Beschrijving

Opnamemodus

Huidige datum

Huidige tijd

GPS actief*

Locatie-informatie*

Geheugenkaart niet geplaatst**

Automatische belichtingsvergrendeling

(pag. 105)

Resterend aantal foto's

• : volledig geladen

: gedeeltelijk geladen

(Rood): leeg (herlaad de batterij)

3

1

2

Pictogram Beschrijving

Autofocuskader

Spotmetingsgebied

Bewegingsonscherpte

Schaal voor handmatig scherpstellen

Peilmeter (pag. 42)

Histogram (pag. 150)

Scherpstellen

Sluitertijd

Diafragmawaarde

Belichtingsaanpassingswaarde

ISO-gevoeligheid (pag. 76)

* Deze pictogrammen worden weergegeven wanneer u een optionele GPS-module aansluit.

** Foto's die zijn gemaakt zonder een geheugenkaart te plaatsen, kunnen niet worden afgedrukt of overgebracht naar een geheugenkaart of een computer.

2. Opname-instellingen

Pictogram Beschrijving

Fotoformaat

RAW-bestand

Transportmodus

Flitser (pag. 101)

Flitserintensiteit aanpassen

Meten (pag. 98)

AF-modus (pag. 82)

Pictogram Beschrijving

Scherpstelgebied

Gezichtsdetectie

Witbalans (pag. 77)

Fijnafstelling witbalans

Optische beeldstabilisatie (OIS) (pag. 93)

Dynamisch bereik (pag. 100)

Z aan

Z -verhouding

Intelligent filter

3. Opname-opties (aanraakscherm)

Pictogram Beschrijving

F

Knop Aangepast (pag. 150)

Wijzig de modus Smart***

AutoShare

Aanraak AF-opties

Knop Weergavetype

Opname-instellingen

Smartpaneel

*** Deze pictogram verschijnt alleen als u de modus Smart selecteert.

Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.

41

Mijn camera >

Pictogrammen op het scherm

Video's opnemen

1. Opnamegegevens

Pictogram Beschrijving

Opnamemodus

Huidige opnametijd/beschikbare opnametijd

• : volledig geladen

• : gedeeltelijk geladen

(Rood): leeg (herlaad de batterij)

Annuleer AF aanraken

Pauzeer of ga door met de opname

Sluitertijd

Diafragmawaarde

Belichtingswaarde

(over-/onderbelicht)

ISO-waarde (pag. 76)

1

2

2. Opname-instellingen

Pictogram Beschrijving

Videoformaat

AF-modus (pag. 82)

Meten (pag. 98)

Witbalans (pag. 77)

Optische beeldstabilisatie (OIS)

(pag. 93)

Fijnafstelling witbalans

In-/uitfaden (pag. 107)

Multi Motion (pag. 107)

Spraakopname uit (pag. 108)

Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.

Over de peilmeter

Met de peilmeter kunt u de camera uitlijnen met de horizontale en verticale lijnen op het scherm.

Als de niveaumeter niet waterpas is, kunt u deze kalibreren met de functie Horizontale kalibratie.

(pag. 152)

Verticaal

▲ Waterpas

Horizontaal

▲ Niet waterpas

U kunt de niveaumeter niet gebruiken wanneer u opneemt in de staande stand.

42

Mijn camera >

Pictogrammen op het scherm

In de afspeelmodus

Foto's weergeven

London

Mode

F No

Shutter

ISO

Metering

Flash

Focal Length

White Balance

EV

Photo Size

Datum

Informatie

Pictogram Beschrijving

Bestand vastgelegd met continue opnamefunctie

London

Huidig bestand/totaalaantal bestanden

Mapnummer - Bestandsnummer

Bestand met locatiegegevens

Locatie-informatie

RAW-bestand

Beveiligd bestand

Afdrukinformatie aan bestand toegevoegd

(pag. 115)

3D-bestand

Knop Weergavetype

Menu Afspelen/bewerken

Bestanden verwijderen

Foto's bewerken

Een video knippen

Afbeeldingsminiaturen weergeven

1

Video's afspelen

London

Nr.

Beschrijving

1 Genomen foto

2 RGB-histogram (pag. 150)

3

Opnamemodus, Meting, Flitser,

Witbalans, Lensopeningswaarde,

Sluitertijd, ISO, Brandpuntsafstand,

Belichtingswaarde, Fotoformaat,

Datum, Locatie-informatie

2

3

Pictogram Beschrijving

Afspeelsnelheid

Multi Motion

Huidig afspeeltijdstip

Lengte van de video

Een afbeelding vastleggen

/

/

/

Vorige bestand weergeven/achteruit scannen. (Elke keer dat u het pictogram voor achteruit scannen aanraakt, wijzigt u als volgt de scansnelheid: 2X, 4X, 8X.)

Afspelen onderbreken of hervatten.

Stop het afspelen en keer naar het vorig scherm terug.

Volgende bestand weergeven/vooruit scannen. (Elke keer dat u de pictogram

Vooruit scannen aanraakt, kunt u de scansnelheid in deze volgorde wijzigen:

2X, 4X, 8X.)

Het volume aanpassen of het geluid dempen.

43

Mijn camera >

Pictogrammen op het scherm

Instellen welke informatie wordt weergegeven

Raak herhaaldelijk aan op het scherm om het type weergave te wijzigen.

Modus

Opname

Afspelen

Type weergave

• Geef rechts van de weergave, knop Aangepast, knop

AutoShare, knop AF aanraken, knop Type weergave en de basisopname-informatie (opnamemodus, sluitertijd, lensopeningswaarde, belichtingswaarde,

ISO gevoeligheid, AEL) de opnameopties aan.

Alle opname-informatie weergeven, inclusief histogram, tijd en datum. (pag. 150)

• Verberg behalve de basisopname-informatie, knop

Aangepast en knop Type weergave, informatie over opnemen.

Basisopname-informatie, knop Aangepast, knop

AutoShare, knop AF aanraken, knop Type weergave en de niveaumeter.

• Algemene informatie

Alle informatie over het huidige bestand weergeven.

• Alle informatie over het huidige bestand weergeven, inclusief het RGB-histogram.

44

Mijn camera

Lenzen

U kunt optionele lenzen aanschaffen die exclusief voor de NX-camera zijn gemaakt.

Hier leest u over de functies en voorzieningen van de lenzen, zodat u er een kunt aanschaffen die aan uw wensen voldoet.

Lensindeling

SAMSUNG 20-50 mm F3.5-5.6 ED II-lens (voorbeeld)

7

1

2

Nr.

Beschrijving

1 Lensvattingmarkering

2 Zoomvergrendelingsknop

3 Lens

4 Scherpstelring (pag. 90)

5 i-Function-knop (pag. 67)

6 Zoomring

7 Lenscontactpunten

3

6

5

4

45

Mijn camera >

Lenzen

De lens vergrendelen of ontgrendelen

U vergrendelt de lens door de zoomvergrendelingsknop in te drukken en van de camerabehuizing af te schuiven en de zoomring te draaien zoals wordt aangegeven in de afbeelding.

U ontgrendelt de lens door de zoomring te draaien zoals aangeduid in de afbeelding totdat u een klik hoort.

U kunt geen foto maken wanneer de lens is vergrendeld.

46

Mijn camera >

Lenzen

SAMSUNG 18-55 mm F3.5-5.6 OIS III-lens (voorbeeld)

8

3

4

1

2

5

6 7

Nr.

Beschrijving

1 Lensvattingmarkering

2 Zoomring

3 Scherpstelring (pag. 90)

4 Markering zonnekapbevestiging

5 Lens

6 i-Function-knop (pag. 67)

7 AF/MF-schakelaar (pag. 82)

8 Lenscontactpunten

Wanneer de lens niet in gebruik is, moeten de lensdop en vattingdop erop bevestigd zijn om de lens tegen stof en krassen te beschermen.

47

Mijn camera >

Lenzen

SAMSUNG 16 mm F2.4-lens (voorbeeld)

1

2

3

5

4

Nr.

Beschrijving

1 i-Function-knop (pag. 67)

2 Lensvattingmarkering

3 Scherpstelring (pag. 90)

4 Lens

5 Lenscontactpunten

SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D (voorbeeld)

1

2

3

4

6

5

Nr.

Beschrijving

1 i-Function-knop (pag. 67)

2 Lensvattingmarkering

3 Scherpstelring (pag. 90)

4 Lens

5 2D/3D-schakelaar (pag. 70)

6 Lenscontactpunten

48

Mijn camera >

Lenzen

Markeringen op de lens

Hier leest u wat de nummers op de lens inhouden.

SAMSUNG 18-200 mm F3.5-6.3 ED OIS-lens (voorbeeld)

1 2 3 4 5

Nr.

Beschrijving

1

Diafragmawaarde

De ondersteunde maximale diafragmawaarden. 1:3.5–6.3 betekent bijvoorbeeld een maximale diafragmawaarde van 3,5 tot 6,3.

2

Brandpuntsafstand

De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeter). Dit getal wordt aangeduid in een bereik: minimale brandpuntsafstand tot maximale brandpuntsafstand van de lens.

Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek.

3

4

5

ED

ED staat voor Extra-low Dispersion (extra lage brekingsindex).

Glas met een extra lage brekingsindex is effectief tegen kleurafwijking. Dit is een vervorming die optreedt wanneer de lens niet alle kleuren in hetzelfde convergentiepunt kan laten samenkomen.

OIS (pag. 93)

Optische beeldstabilisatie (Optical Image Stabilization). Lenzen met deze voorziening kunnen het trillen van de camera detecteren en deze beweging in de camera opheffen.

Ø

De lensdiameter. Wanneer u een filter voor de lens wilt plaatsen, moet deze dezelfde diameter als de lens hebben.

49

Mijn camera

Accessoires

U kunt accessoires gebruiken zoals de externe flitser en GPS-module waarmee u beter en eenvoudiger foto's kunt maken.

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van een accessoire voor meer informatie over optionele accessoires.

De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen.

U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van derden ontstaat.

Onderdelen van externe flitser

SEF8A (voorbeeld)

1

2

3

Nr.

Beschrijving

1 Bulb

2 Vastzetring voor hot shoe

3 Hot shoe-aansluiting

50

Mijn camera >

Accessoires

De externe flitser aansluiten

1 Verwijder de klep van de hot shoe van de camera.

3 Vergrendel de flitser door de hot-shoe-vastzetring rechtsom te draaien.

2 Sluit de flitser aan door deze in de hot shoe te schuiven.

4 Klap de flitser omhoog voor gebruik.

51

Mijn camera >

Accessoires

U kunt een foto maken met een flitser die niet volledig is opgeladen, maar het wordt aanbevolen een volledig opgeladen flitser te gebruiken.

Ga naar de pagina met optionele accessoires voor informatie over de beschikbare externe flitsers. (pag. 195)

Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.

Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.

SEF8A is mogelijk niet compatibel met andere camera's uit de NX-serie.

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de flitser voor meer informatie over optionele flitsers.

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van incompatibele flitsers kan de camera beschadigen.

SEF220A (voorbeeld) (optioneel)

1

2

3

4

6

5

Nr.

Beschrijving

1 Pictogrammen op het scherm

2 READY-lampje/testknop

3 MODE-knop

4 Flitserontspanknop

5 Aan/uit-knop

6 Batterijklepje

7 Lamp

8 Modusschakelknop voor telelens/groothoeklens (TELE/WIDE)

9 Hot shoe-aansluiting

9

7

8

52

Mijn camera >

Accessoires

Indeling van GPS-module (optioneel)

1

2

3

4

Nr.

Beschrijving

1 Statuslampje

2 Aan/uit-knop

3 Vastzetring voor hot shoe

4 Hot shoe-aansluiting

5 Batterijklepje

5

De GPS-module aansluiten

1 Verwijder de klep van de hot shoe van de camera.

2 Bevestig de GPS-module door deze in de hot shoe te schuiven.

53

Mijn camera >

Accessoires

3 Vergrendel de GPS-module door de snelvastzetring te draaien in de richting van LOCK.

4 Druk op de Aan-knop van de GPS-module.

54

Mijn camera

Opnamemodi

Twee eenvoudige opnamemodi—Auto en Smart-modus—helpen u foto's met diverse automatische instellingen te maken. Aanvullende modi maken grotere aanpassingen van instellingen mogelijk.

1 Raak op het modusscherm Auto aan.

2 Plaats het onderwerp in het kader.

3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.

• De camera selecteert een scène. Het bijbehorende scènepictogram wordt op het scherm weergegeven.

Auto-modus

In de modus Auto herkent de camera omgevende omstandigheden en past het automatisch factoren aan die aan de belichting toevoegen, inclusief de sluitertijd, lensopeningswaarde, meting, witbalans en belichtingscompensatie. Gezien de camera de meeste functies bestuurt, zijn enkele opnamefuncties beperkt. Deze modus is nuttig om snel momentopnamen met de minste hoeveelheid aanpassingen vast te leggen.

55

Mijn camera >

Opnamemodi

Herkenbare scènes

Pictogram Beschrijving

Landschappen

Scènes met helderwitte achtergronden

Landschappen tijdens de nacht

Portretten tijdens de nacht

Landschappen met tegenlicht

Portretten met tegenlicht

Portretten

Close-upfoto's van onderwerpen

Close-upfoto's van tekst

Zonsondergangen

Binnen, donker

Gedeeltelijk verlicht

Close-up met spotlight

Portretten met spotlight

Blauwe luchten

Pictogram Beschrijving

Beboste gebieden bestaan meestal uit onderwerpen met groene kleuren

Close-ups van kleurrijke onderwerpen

De camera is gestabiliseerd op een statief en het onderwerp beweegt niet gedurende een bepaalde tijd. (wanneer u opnamen in het donker maakt)

Actief bewegende onderwerpen

Vuurwerk (wanneer u een statief gebruikt)

4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.

De camera kan ook bij hetzelfde onderwerp verschillende scènes detecteren, onder invloed van externe factoren zoals lichtval, afstand tot het onderwerp en bewegingsonscherpte door het trillen van de camera.

Als de camera niet de juiste scènemodus herkent, gebruikt het de standaardinstellingen voor de modus Auto.

Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval.

Zelfs als u een statief gebruikt, detecteert de camera mogelijk niet de statiefmodus ( ) als het onderwerp beweegt.

De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om de juiste scène te selecteren.

56

Mijn camera >

Opnamemodi

Smart-modus

In de modus Smart kunt u foto's maken met opties die vooraf voor een specifieke scène zijn ingesteld.

1 Raak op het modusscherm Smart aan.

2 Raak een scène aan.

• Om in de opnamemodus een andere scène te selecteren, raakt u op het scherm aan en daarna raakt u vanuit de lijst een modus aan.

Optie

Gezichtscorrectie

Beste gezicht

Landschap

Macro

Beschrijving

Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van onzuiverheden op het gezicht.

Meerdere foto's maken en gezichten vervangen om de beste afbeelding te maken.

Stillevens en landschapsfoto's maken.

Foto's maken van kleine onderwerpen of closeups maken.

Optie

Actie-opname

Rijke toon

Panorama

Waterval

Silhouet

Zon onder

Nacht

Vuurwerk

Lichtspoor

Creatieve opname

Beschrijving

Onderwerpen vastleggen die met grote snelheid bewegen.

Foto's vastleggen met heldere kleuren.

Brede panoramascènes opnemen in één foto.

Scènes met watervallen vastleggen.

Onderwerpen vastleggen als donkere vormen tegen een verlichte achtergrond.

Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten vastleggen.

Meerdere foto's maken in omstandigheden met weinig licht zonder flitser. De camera combineert ze tot één afbeelding die helderder is en minder vervaging bevat.

Scènes met vuurwerk vastleggen.

Scènes vastleggen met een lichtspoor in omstandigheden met weinig licht.

Foto's vastleggen waarop effecten automatisch worden toegepast.

3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

57

Mijn camera >

Opnamemodi

De modus Beste gezicht gebruiken

In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's maken en gezichten vervangen om de beste afbeelding te maken. Gebruik deze modus om de beste afbeelding te selecteren voor elke persoon wanneer u groepsfoto's maakt.

1 Raak op het modusscherm SmartBeste gezicht aan.

2 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.

3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.

• De camera maakt 5 foto's achter elkaar.

• De eerste foto wordt gebruikt als achtergrondafbeelding.

• De camera detecteert automatisch gezichten na het opnemen.

4 Raak een gezicht aan om dit te vervangen.

5 Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd.

• Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen.

• Op de afbeelding verschijnt het pictogram dat door de camera wordt aangeraden.

6 Raak aan om de foto op te slaan.

Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.

De resolutie is standaard ingesteld op 5.9M of kleiner.

58

Mijn camera >

Opnamemodi

Panoramafoto's vastleggen

Een 2D- of 3D-panoramafoto maken. Vastgelegde 3D-panoramafoto's kunnen alleen worden weergegeven op een 3D-televisie of -beeldscherm.

1 Raak op het modusscherm SmartPanorama aan.

2 Raak → 1 → PanoramaLive Panorama of 3D aan.

3 Raak aan om naar de opnamemodus terug te keren.

4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.

5 Terwijl de [Ontspanknop] is ingedrukt, beweegt u de camera langzaam in de gewenste richting.

• De 3D-panoramamodus kunt u een scène alleen horizontaal vastleggen.

• Er wordt een pijl in de richting van de beweging weergegeven en een volledige afbeelding van de opname wordt weergegeven in het voorbeeldvak.

• Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto automatisch vast.

6 Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.

• De camera slaat de opnamen automatisch op als één foto.

• Als u de [Ontspanknop] los laat tijdens het opnemen, wordt de panoramaopname beëindigd en worden de vastgelegde foto's opgeslagen.

59

Mijn camera >

Opnamemodi

De resolutie verschilt afhankelijk van de panoramafoto die u hebt gemaakt.

In de panoramamodus zijn bepaalde opname-opties niet beschikbaar.

De compositie van de opname of de beweging van het onderwerp kunnen een reden zijn waarom de camera stopt met het maken van opnamen.

In de panoramamodus legt de camera de laatste scène mogelijk niet volledig vast als u ophoudt met het bewegen van de camera om de fotokwaliteit te verbeteren. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen.

In de 3D-panoramamodus legt de camera mogelijk het begin van het einde van een scène niet vast vanwege de aard van het 3D-effect. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets voorbij het begin- en eindpunt dat u wilt vastleggen.

Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven.

Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u de beelden bekijkt.

Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus, wordt het 3D-effect mogelijk minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt met een 3D-lens. U kunt het

3D-effect vergroten door de optionele 3D-lens aan te sluiten en de 3D-modus te gebruiken. (pag. 70)

Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het volgende vermijden:

de camera te snel of te langzaam bewegen

de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen

-

-

-

de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen

de camera schudden opnemen op donkere locaties bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert

Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt gestopt in de volgende omstandigheden:

als u de opnamerichting wijzigt tijdens het opnemen

-

als u de camera te snel beweegt als u de camera niet beweegt

60

Mijn camera >

Opnamemodi

Programma-modus

De camera regelt de sluitertijd en het diafragma automatisch voor een optimale belichting.

Deze modus is handig als u opnamen met een constante belichting wilt maken, maar wel andere instellingen wilt kunnen aanpassen.

1 Raak op het modusscherm ExpertProgramma aan.

2 Stel de gewenster opties in.

• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)

3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

Programmaverschuiving

Met de functie Programmaverschuiving kunt u de sluitertijd of lensopeningswaarde aanpassen terwijl de camera dezelfde belichtingswaarde behoudt. Druk in de opnamemodus één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze linksom om de sluitertijd te verkleinen en de diafragmawaarde te verhogen. Druk in de opnamemodus

één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze rechtsom om de sluitertijd te vergroten en de diafragmawaarde te verlagen.

61

Mijn camera >

Opnamemodi

Modus Diafragmaprioriteit

In de Diafragmaprioriteitmodus berekent de camera automatisch de sluitertijd die bij het gekozen diafragma past.

U kunt de scherptediepte regelen door de diafragmawaarde te veranderen. Deze modus is handig voor het maken van portretten en foto's van bloemen en landschappen.

1 Raak op het modusscherm ExpertDiafragmaprioriteit aan.

2 Druk één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze naar links of rechts om de diafragmawaarde aan te passen.

3 Stel de gewenster opties in.

• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)

4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

In omstandigheden met weinig omgevingslicht, moet u wellicht de ISO-waarde verhogen om onscherpe foto's te voorkomen.

Grote scherptediepte Kleine scherptediepte

62

Mijn camera >

Opnamemodi

Modus Sluiterprioriteit

In de Sluiterprioriteitmodus berekent de camera automatisch het diafragma dat bij de gekozen sluitertijd past. Deze modus is handig voor foto's van snelbewegende objecten of om bewegingssporen vast te leggen.

Als u het onderwerp wilt bevriezen, stelt u bijvoorbeeld een sluitertijd van

1/500 sec in. Wilt u het onderwerp vervagen, dan stelt u een sluitertijd van

1/30 sec in.

1 Raak op het modusscherm ExpertSluiterprioriteit aan.

2 Druk één keer op de opdrachtenkeuzeknop en draai deze naar links of rechts om de sluitertijd aan te passen.

3 Stel de gewenster opties in.

• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)

4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

Als u de verminderde hoeveelheid licht die bij korte sluitertijden op de beeldsensor valt wilt compenseren, opent u het diafragma verder om meer licht binnen te laten. Zijn uw foto's nog steeds te donker, dan verhoogt u de

ISO-waarde.

Lange sluitertijd Korte sluitertijd

63

Mijn camera >

Opnamemodi

Handmatige modus

In de handmatige modus kunt u zowel diafragma als sluitertijd handmatig instellen. Hiermee hebt u volledig controle over de belichting van uw foto's.

Deze modus is handig in gecontroleerde opnamesituaties, zoals een studio, of wanneer het noodzakelijk is om de belichting preciezer af te stellen. De Handmatige modus is tevens aanbevolen voor nachtopnamen of opnamen van vuurwerk.

1 Raak op het modusscherm ExpertHandmatig aan.

2 Druk op de opdrachtkeuzeknop om de sluitertijd of de lensopeningswaarde te selecteren.

3 Druk op de opdrachtkeuzeknop om de sluitertijd of de lensopeningswaarde aan te passen.

4 Stel de gewenste opties in.

• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)

5 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

De Bulb gebruiken

Met de Bulb kunt u nachtopnamen of opnamen van een sterrenhemel maken. Terwijl u op [Ontspanknop] drukt, blijft de sluiter geopend zodat u speciale effecten met bewegend licht kunt maken.

Als u de Bulb wilt gebruiken:

Draai de opdrachtkeuzeknop helemaal rechtsom naar Bulb

houd [Ontspanknop] gedurende de gewenste tijd ingedrukt.

Als u een hoge ISO-waarde instelt of de sluiter lang openzet, kan er meer beeldruis optreden.

Snelheidsopties, flitser en One Touch-opname kunnen niet worden gebruikt met de Bulb.

De Bulb is alleen beschikbaar in de handmatige modus.

Gebruik een statief en draadontspanner om te voorkomen dat de camera beweegt.

Hoe langer de sluiter is geopend, hoe langer het duurt om een foto op te slaan. Schakel de camera niet uit terwijl de camera een foto opslaat.

Als u deze functie lange tijd gebruikt, moet u een volledig opgeladen batterij gebruiken.

64

Mijn camera >

Opnamemodi

Modus Aangepast

Modus Aangepast laat u uw eigen opnamemodi maken door opties aan te passen en deze op te slaan.

Een aanpassingsmodus opslaan

1 Raak op het modusscherm ExpertProgramma,

Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, of Handmatig aan.

2 Stel de opname-opties in.

• Raadpleeg 'Opnamefuncties' voor een lijst met opties. (pag. 73)

3 Raak → 5 → Opslaan als aangepaste modus aan.

• U kunt ook → aanpassen.

4 Raak een locatie aan om op te slaan (C1, C2, of C3).

• U kunt de instellingen overschrijven als op dezelfde locatie een oude modus is opgeslagen.

5 Raak aan.

Een aanpassingsmodus selecteren

1 Raak op het modusscherm ExpertAangepast, aan.

2 Raak een modus aan → .

• Raak

→ 1 →

Aangepaste modus

een modus aan om een andere aanpassingsmodus te selecteren.

U kunt in de geselecteerde aanpassingsmodus de opname-opties wijzigen en deze als een nieuwe aanpassingsmodus opslaan.

Raak

→ 1 →

Aangepaste modus resetten

de aanpassingsmodus aan om een aanpassingsmodus te resetten.

65

Mijn camera >

Opnamemodi

Een video opnemen

In de opnamemodus kunt u video's in Volledige HD (1920X1080) opnemen door op (Video-opname) te drukken. U kunt videobestanden met een maximale duur van 29 minuten en 59 seconden opnemen bij

30, 24 of 15 fps en de bestanden opslaan in de indeling MP4 (H.264).

De maximale opnametijd is 20 minuten als u selecteert. 24 fps is alleen met 1920X810 beschikbaar. 15 fps is alleen met enkele Smartfitleropties beschikbaar. Het geluid wordt via de microfoon van de camera opgenomen.

U kunt de belichting instellen doorvoor de modus die u hebt geselecteerd, de lensopeningswaarde en sluitertijd aan te passen. De camera brengt de focus automatisch op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt terwijl u een film opneemt. Als u de knop Aanraken AF annuleren aanraakt

( ), schakelt de camera naar continu automatische focus. Als de

AF/MF-schakelaar op de lens op MF is ingesteld, kunt u de functie AF aanraken niet gebruiken.

Raak In-/uitfaden aan om van een scène in of uit te faden. U kunt ook

Spraak, Windonderdrukking of andere opties selecteren om opnameopties in te stellen. (pag. 108)

1 Raak op het modusscherm Auto, Smart, of Expert

Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit,

Handmatig, of Aangepast aan.

• Deze functie werkt wellicht niet in sommige modi.

2 Stel de gewenste opties in.

3 Druk op (Video-opname) om het opnemen te starten.

4 Druk nogmaals op (Video-opname) om het opnemen te stoppen.

H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is de nieuwste videocoderingsindeling die in

2003 is ontwikkeld door ISO-IEC en ITU-T. Aangezien deze indeling een hoof compressieniveau gebruikt, kunnen er meer gegevens worden opgeslagen op minder geheugenruimte.

Als u tijdens de video-opname de beeldstabilisatie hebt ingeschakeld, kan het geluid hiervan in de opname hoorbaar zijn.

Het zoomgeluid en andere lensgeluiden kunnen worden opgenomen als u de lens aanpast terwijl u een video opneemt.

Wanneer u een optionele videolens gebruikt, wordt het autofocusgeluid niet opgenomen.

Als u tijdens het opnemen van een video de lens verwijdert, wordt de opname onderbroken. Verwissel de lens niet tijdens het opnemen.

Als u tijdens het opnemen van een video een externe microfoon aansluit, wordt het geluid niet opgenomen via de externe microfoon. (De eerdere instellingen blijven behouden.) Als u tijdens het opnemen van een video de externe microfoon verwijdert, wordt het geluid niet opgenomen. Schakel de camera uit voordat u de externe microfoon aansluit of verwijdert.

66

Mijn camera >

Opnamemodi

Als u tijdens het opnemen van een video plotseling van beeldhoek verandert, kan het zijn dat de camera de beelden niet nauwkeurig kan vastleggen.

Gebruik een statief om bewegingsonscherpte te voorkomen.

De camera ondersteunt alleen de functie Multi AF wanneer u een video opneemt. Andere opties voor het scherpstelgebied, zoals Gezichtsdetectie

AF, kunnen niet worden gebruikt.

Wanneer het formaat van een video groter wordt dan 4 GB, stopt de camera automatisch met opnemen zelfs als de maximale opnametijd (29 minuten en

59 seconden) nog niet is bereikt.

Bij geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid, kan het gebeuren dat de opname wordt onderbroken doordat de kaart het tempo waarin de film wordt opgenomen niet kan bijhouden. Vervang in dat geval de kaart door een snellere, of verklein het videoformaat (bijvoorbeeld van 1280X720 naar

640X480).

Formatteer de geheugenkaart altijd in de camera. Als u de kaart in een andere camera of op een pc formatteert, kunnen er bestanden op de kaart verloren gaan of kan de capaciteit veranderen.

Wanneer u op de video-opnameknop drukt, wordt Z uitgeschakeld.

Als u een video opneemt met dezelfde ISO-waarde, is het scherm mogelijk donkerder dan wanneer u een foto maakt. Pas de ISO-waarde aan.

Als u een video opneemt in Programma, Diafragmaprioriteit, of

Sluiterprioriteit, wordt ISO automatisch ingesteld op Auto.

i-Functie gebruiken

Wanneer u de i-Function-knop op een i-Function-lens gebruikt, kunt u sluitertijd, diafragmawaarde, belichtingswaarde, ISO-waarde en witbalans voor de lens handmatig selecteren en aanpassen.

1 Raak op het modusscherm ExpertProgramma,

Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, of Handmatig aan.

2 Druk op [i-Function] op de lens om een instelling te selecteren.

• U kunt ook op [i-Function] drukken en dan het scherm slepen om een instelling te selecteren.

67

Mijn camera >

Opnamemodi

3 Pas de scherpstelring aan om een optie te selecteren.

• U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien of het scherm slepen om een optie aan te passen.

4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

Beschikbare opties

Opnamemodus Programma Diafragmaprioriteit Sluiterprioriteit Handmatig

Diafragma O O

Sluitertijd

ISO

EV

Witbalans

Z

O

O

-

O

O

O

O

-

O

O

O

O

O

O

O

-

O

O

O

O

Om in de opnamemodus op de lens items te selecteren als u op [i-Function] drukt, raakt u

→ 5 →

iFn aanpassen

een item aan.

Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de

3D-modus.

68

Mijn camera >

Opnamemodi

Z gebruiken

Met

Z kunt u inzoomen op een onderwerp met minder kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotoresolutie kan echter anders zijn dan wanneer u inzoomt door de zoomring te draaien.

1 Raak op het modusscherm ExpertProgramma,

Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, of Handmatig aan.

2 Druk op [i-Function] op de lens om Z te selecteren.

• U kunt ook op [i-Function] drukken en dan het scherm slepen.

3 Pas de scherpstelring aan om een zoompercentage te selecteren.

• U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien of het scherm slepen om een optie aan te passen.

• De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van het zoompercentage als u

Z gebruikt.

3:2 16:9 1:1 x1.2

4560X3040 (13.9M) 4560X2568 (11.7M) 3040X3040 (9.2M) x1.4

3888X2592 (10.1M) 3888X2184 (8.5M) 2592X2592 (6.7M) x1.7

3264X2176 (7.1M) 3264X1840 (6.0M) 2176X2176 (4.7M) x2 2736X1824 (5.0M) 2736X1536 (4.2M) 1824X1824 (3.3M)

Deze cijfers zijn gebaseerd op de maximale resolutie voor elke beeldverhouding.

4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken.

• Z is niet beschikbaar wanneer u serieopnamen vastlegt.

• Z is niet beschikbaar wanneer u foto's maakt in de bestandsindeling

RAW.

• Z wordt uitgeschakeld wanneer u video's opneemt door op de knop voor video-opname te drukken.

Deze functie is niet beschikbaar wanneer u 3D-auto-modus instelt in de

3D-modus.

69

Mijn camera >

Opnamemodi

3D-modus

Met een optionele 3D-lens kunt u 3D-foto's en -video's vastleggen.

Ongeacht de cameramodus, is de 3D-modus altijd aan. Om een vooraf gedefinieerde Wi-Fi-functie te starten, drukt u op [DIRECT LINK]. Sommige

Wi-Fi-functies zijn mogelijk niet beschikbaar.

SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D-lens (bijvoorbeeld)

Stel de 2D/3D-schakelaar op de lens in op 3D en maak een foto of video op 1,5-5 m afstand van het onderwerp.

• Om automatische 3D-opties te gebruiken zodat de camera, afhankelijk van de opnamecondities in de 3D-modus, automatisch opname-opties kan instellen, raakt u

→ 1 → 3D-auto-modusAan aan.

De beschikbare opnameopties verschillende in vergelijking met andere opnamemodi.

U kunt het fotoformaat 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080) selecteren.

De videoresolutie is ingesteld op .

Video's die worden opgenomen in 3D, kunnen donker zijn of schokkerig worden afgespeeld.

Als u opnamen maakt bij lagere temperaturen, kan er kleurvervorming optreden op afbeeldingen en kan er meer batterijlading worden verbruikt.

Het is wellicht niet mogelijk om goede opnamen te maken in omstandigheden met minder dan 8,5 LV/900 lux. U kunt voor de beste resultaten het beste opnamen maken op locaties met voldoende licht.

Wanneer u foto's maakt van voorwerpen die polariserend materiaal bevatten, zoals een scherm, zonnebrillen of een polariserend filter, of het polariserende materiaal gebruikt met uw lens, kunnen de afbeeldingen donker lijken of wordt het 3D-effect mogelijk niet correct toegepast.

Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.

Als u de camera draait of verticaal kantelt tijdens het opnemen, wordt het

3D-effect mogelijk niet correct toegepast. Maak opnamen met de camera in de normale positie.

Als u opnamen maakt bij TL-verlichting of foto's maakt van afbeeldingen die worden weergegeven op projectoren of tv's, kunnen de foto's zwart zijn vanwege het flikkereffect.

In de 3D-stand, is de optie 8x vergroten van MF-help mogelijk niet beschikbaar.

Op het camerascherm worden 3D-video's in 2D weergegeven.

Foto's die wordt vastgelegd in de 3D-modus, worden opgeslagen met de bestandsindelingen JPEG (2D) en MPO (3D). Op het scherm van de camera kunt u alleen JPEG-bestanden weergeven.

Als u 3D-bestanden wilt weergeven, sluit u de camera aan op een 3D-televisie of 3D-monitor met een optionele HDMI-kabel. Draag een goede 3D-bril als u de beelden bekijkt.

U kunt in de 3D-modus niet de flitser gebruiken.

70

Mijn camera >

Opnamemodi

Beschikbare functies in de opnamemodus

Raadpleeg Hoofdstuk 2 voor details over opnamefuncties. Druk voor elke functie op een snelkoppeling.

Functie

Fotoformaat (pag. 74)

Kwaliteit (pag. 75)

ISO (pag. 76)

Witbalans (pag. 77)

Fotowizard (pag. 80)

Intelligent filter (pag. 81)

AF-modus (pag. 82)

AF-gebied (pag. 85)

Aanraak AF (pag. 88)

MF-help (pag. 90)

Uitlichten (pag. 90)

Auto

O

-

-

-

-

-

-

-

O

O

O

Smart

O

O

-

-

-

-

O

O

O

O

O

Programma

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

Diafragmaprioriteit Sluiterprioriteit

O O

O O

O O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

Koppel AE met AF (pag. 91)

Afst. modus (pag. 92) -

-

-

O

O

O: de optie is beschikbaar. Sommige opties zijn mogelijk beperkt of kunnen niet worden gewijzigd.

-: de optie is beschikbaar.

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

Handmatig

O

O

O

O

O

-

-

-

-

-

-

O

-

O

-

O

3D

O

71

Mijn camera >

Opnamemodi

Functie

OIS (Anti-trillen) (pag. 93)

Snelheid (Serieopname/Burst/

Timer/Bracketing) (pag. 94)

Lichtmeting (pag. 98)

Auto

O

O

Smart

O

O

Dynamisch bereik (pag. 100)

Flitser (pag. 101)

-

-

O

-

-

O

Belichtingscompensatie (pag. 104)

Belichtingsvergendeling (pag. 105) -

-

-

O: de optie is beschikbaar. Sommige opties zijn mogelijk beperkt of kunnen niet worden gewijzigd.

-: de optie is beschikbaar.

Programma

O

O

O

O

O

O

O

Diafragmaprioriteit Sluiterprioriteit

O O

O O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

O

Handmatig

O

O

O

O

O

-

-

O

-

-

-

-

-

3D

O

72

Hoofdstuk

2

Opnamefuncties

Hier vindt u informatie over de functies en instellingen van de opnamemodus.

Met de opnamefuncties hebt u uitgebreide controle over de manier waarop u foto's en video's maakt.

Formaat en resolutie

Fotoformaat

Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven.

Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Selecteer een lage resolutie voor foto's die bedoeld zijn voor weergave in een digitale fotolijst of op het web.

U stelt de formaat als volgt in:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

Fotoformaat

Pictogram Formaat

5472x3648 (3:2)

3888x2592 (3:2)

2976x1984 (3:2)

1728x1152 (3:2)

5472x3080 (16:9)

3712x2088 (16:9)

2944x1656 (16:9)

1920x1080 (16:9)

3648x3648 (1:1)

2640x2640 (1:1)

2000x2000 (1:1)

1024x1024 (1:1)

Aanbevolen voor

Afdrukken op A1-papier.

Afdrukken op A2-papier.

Afdrukken op A3-papier.

Afdrukken op A5-papier.

Afdrukken op A1-papier of weergeven op een HDTV.

Afdrukken op A3-papier of weergeven op een HDTV.

Afdrukken op A4-papier of weergeven op een HDTV.

Afdrukken op A5-papier of weergeven op een HDTV.

Een vierkante foto afdrukken op

A1-papier.

Een vierkante foto afdrukken op

A3-papier.

Een vierkante foto afdrukken op

A4-papier.

Een vierkante foto afdrukken op

A5-papier.

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

Opnamefuncties >

Formaat en resolutie

Kwaliteit

Foto's worden door de camera in JPEG- of RAW-indeling opgeslagen.

Foto’s die met een camera zijn gemaakt, worden vaak omgezet naar een

JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het geheugen opgeslagen.

RAW-bestanden hebben de bestandsextensie 'SRW'. Voor het aanpassen en kalibreren van de belichting, witbalans, tonen, contrast en kleuren van

RAW-bestanden en om deze in JPEG- of TIFF-indeling om te zetten, kunt u gebruikmaken van het programma Adobe Photoshop Lightroom dat op de DVD-ROM is meegeleverd.

Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar is om foto's in de RAWindeling op te slaan.

U stelt de kwaliteit als volgt in:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

Kwaliteit

Pictogram Indeling

JPEG

JPEG

Beschrijving

Superhoog:

Gecomprimeerd voor de beste kwaliteit.

Aanbevolen voor afdrukken op groot formaat.

Hoog:

• Gecomprimeerd voor betere kwaliteit.

• Aanbevolen voor afdrukken op normaal formaat.

Pictogram Indeling

JPEG

RAW

RAW+JPEG

RAW+JPEG

RAW+JPEG

Beschrijving

Normaal:

Gecomprimeerd voor normale kwaliteit.

• Aanbevolen voor afdrukken in klein formaat of voor uploaden naar het web.

RAW:

Foto's zonder gegevensverlies opslaan.

Aanbevolen als u de foto naderhand wilt bewerken.

RAW + S.Fijn: een foto opslaan in zowel

JPEG- (S.Fijn-kwaliteit) als RAW-indeling.

RAW + Fijn: een foto opslaan in zowel

JPEG- (Fijn-kwaliteit) als RAW-indeling.

RAW + Normaal: een foto opslaan in zowel

JPEG- (Normaal-kwaliteit) als RAW-indeling.

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

75

ISO-waarde

De ISO-waarde geeft de mate aan waarin de camera gevoelig is voor licht.

Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger is de camera voor licht. Dit betekent dat u met een hogere ISO-waarde op plaatsen met minder licht foto's kunt nemen met een snellere sluitertijd. Dit kan echter wel tot meer elektronische ruis en korrelige foto's leiden.

U stelt de ISO-waarde als volgt in:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

ISO

Voorbeelden

ISO 100 ISO 400

ISO 800 ISO 3200

Verhoog de ISO-waarde op plaatsen waar geen flitser kan of mag worden gebruikt. Door een hoge ISO-waarde in te stellen, kunt u heldere foto's maken zonder dat daar meer licht voor nodig is.

Gebruik de functie Ruisonderdrukking om zichtbare ruis die bij foto's met een hoge ISO-waarde weg te filteren. (pag. 146)

Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.

Witbalans

De witbalans staat voor de lichtbron die van invloed is op de kleur van een foto.

De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, Kunstlicht of pas de kleurtemperatuur handmatig aan.

U kunt tevens de kleur voor de voorgeprogrammeerde lichtbronnen aanpassen, zodat bij een mix van verschillende soorten licht de kleuren van de foto met de werkelijkheid overeenstemmen.

U stelt de witbalans als volgt in:

Raak in de opnamemodus een optie

aan.

→ 1 →

Witbalans

Pictogram Beschrijving

Auto witbalans: automatische instellingen die per lichtomstandigheid verschillen.

Daglicht: voor foto's in de buitenlucht op een zonnige dag.

Deze optie resulteert in foto's die de natuurlijke kleuren van de scène het dichtst benaderen.

Bewolkt: voor foto's in de buitenlucht op een bewolkte dag of in de schaduw. Foto's die op bewolkte dagen worden gemaakt, hebben een blauwiger tint dan op zonnige dagen. Met deze optie wordt dat effect gecompenseerd.

Wit TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met een kleurtemperatuur van circa 4200K.

NW TL-licht: selecteer deze optie voor foto's die onder een daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met een zeer witte tint en een kleurtemperatuur van circa 5000K.

Daglicht-TL: selecteer deze optie voor foto's die onder een daglichtlamp worden gemaakt. Speciaal voor wit TL-licht met een licht blauwe tint en een kleurtemperatuur van circa 6500K.

Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Gloeilampen hebben een roodachtige tint. Met deze optie wordt dat effect gecompenseerd.

WB flitser: selecteer deze optie wanneer u een flitser gebruikt.

Aangep. instelling: u kunt de witbalans handmatig instellen door aan te raken en daarna een opname te maken van een vel wit papier. Vul de cirkel voor spotmeting met het papier in en stel de witbalans in.

Opnamefuncties >

Witbalans

Pictogram Beschrijving

Kleurtemperatuur: pas de kleurtemperatuur van de lichtbron handmatig aan. Kleurtemperatuur is een meting in graden

Kelvin dat het specifieke type lichtbron aangeeft. Als de kleurtemperatuur wordt verhoogd, wordt de kleurverspreiding koeler. Als alternatief, als de kleurtemperatuur wordt verlaagd, wordt de kleurverspreiding warmer. Raak aan en pas de kleurtemperatuur aan.

Heldere lucht

TL-licht_H

Bewolkt

Daglicht

TL-licht_L

Halogeenlamp

Gloeilamp

Kaarslicht

Voorgeprogrammeerde witbalansopties aanpassen

U kunt ook eigen witbalansopties voorprogrammeren.

Eigen opties voorprogrammeren:

Raak in de opnamemodus een optie

raak

aan.

→ 1 →

Witbalans

raak een gedeelte op het scherm an

Witbalans : Daglicht

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

78

Opnamefuncties >

Witbalans

Voorbeelden

Auto witbalans Daglicht

Daglicht-TL Kunstlicht

79

Fotowizard (fotostijlen)

Met de Fotowizard kunt u verschillende fotostijlen op uw foto's toepassen om ze verschillende uitstralingen en emoties mee te geven. Tevens kunt u zelf fotostijlen maken door de kleur, verzadiging, scherpte en het contrast van een bestaande stijl aan te passen en op te slaan.

Er zijn geen regels voor welke stijl in een situatie geschikt is. Experimenteer met verschillende stijlen om te ontdekken wat uw voorkeuren zijn.

U stelt als volgt een fotostijl in:

Raak in de opnamemodus een opties

aan.

→ 1 →

Fotowizard

Voorbeelden

Koel Rustig Klassiek

Selecteer een optie van Fotowizard, raak aan en pas de kleur, verzadiging, scherpte of het contrast aan.

Om uw eigen foto-wizard aan te passen, selecteert u , , of , raakt u

aan en past u de kleur, verzadiging, scherpte en het contrast aan.

Opties voor de Fotowizard kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met opties voor Intelligent filter.

Standaard Helder Portret

Landschap Bos Retro

Intelligent Filter

Met Intelligent filter kunt u speciale effecten toepassen op uw foto's.

U kunt verschillende filteropties selecteren om speciale effecten te maken die doorgaans lastig ter realiseren zijn met normale lenzen.

U stelt als volgt Intelligent filter-opties in:

Raak in de opnamemodus

Intelligent filter

een optie

→ 1 →

aan.

Optie

Uit

Vignetten

Miniatuur

Beschrijving

Geen effect

Retrokleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen.

Een effect toepassen waarmee het onderwerp in miniatuur wordt weergegeven.

Gekleurd potlood

Waterverf

Aquarel

Het effect van een schilderij met gekleurde potloden toepassen.

Het effect van een waterverfschilderij toepassen.

Een verwassen effect toepassen.

Olieverfschets Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie.

Inktschets Permite aplicar un efecto de boceto en tinta.

Acryl Het effect van een acrylschilderij toepassen.

Optie

Negatief

Rood

Groen

Blauw

Geel

Beschrijving

Een negatiefeffect toepassen.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van rood.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van groen.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van blauw.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van geel.

Opties voor Intelligent filter kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld met opties voor Fotowizard.

AF-modus

Hier vindt u informatie over de scherpstelmethoden van de camera.

U kunt een scherpstelmethode kiezen die bij het onderwerp past.

De mogelijkheden zijn enkelvoudige autofocus, continu-autofocus en handmatige scherpstelling. De AF-functie (autofocus) wordt geactiveerd op het moment dat u [Ontspanknop] half indrukt. In de MF-modus

(handmatige scherpstelling) moet u aan de scherpstelring op de lens draaien om handmatig scherp te stellen.

In de meeste gevallen is Enkelvoudige AF de geschikte methode. Snel bewegende onderwerpen en onderwerpen die eenzelfde kleur hebben als de achtergrond, zijn lastig scherp te krijgen. Kies voor dergelijke situaties een geschikte scherpstelmethode.

Als uw lens beschikt over een AF/MF-schakelaar, moet u de schakelaar instellen op de geselecteerde modus. Stel de schakelaar in op AF wanneer u Enkelvoudige AF of Continuo AF selecteert. Stel de schakelaar in op MF wanneer u Handm. scherpst. selecteert.

U stelt als volgt de autofocusmodus in:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

AF-modus

Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kunnen de beschikbare opties verschillen.

Als uw lens geen AF/MF-knop heeft, selecteert u vanuit het cameramenu een AF-modus.

Opnamefuncties >

AF-modus

Enkelvoudige AF

Enkelvoudige AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen.

Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op het gedeelte van het beeld in het scherpstelgebied scherpgesteld. Het scherpstelgebied wordt groen wanneer er is scherpgesteld.

Continu AF

Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, blijft de camera voortdurend scherpstellen. Wanneer het scherpstelgebied eenmaal op het onderwerp is gericht, blijft het onderwerp altijd scherp in beeld, ook als het beweegt.

Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van bijvoorbeeld fietsers, rennende honden of raceauto's.

83

Opnamefuncties >

AF-modus

Handmatige scherpstelling

U kunt handmatig op het onderwerp scherpstellen door aan de scherpstelring op de lens te draaien. Met de MF-hulpfunctie kunt u eenvoudig scherpstellen. Wanneer u de scherpstelring draait, wordt het scherpstelgedeelte vergroot. Wanneer u de functie Focus

Peaking gebruikt, wordt de geselecteerde kleur weergegeven op het scherpgestelde onderwerp. Deze modus wordt aanbevolen voor het fotograferen van onderwerpen die eenzelfde kleur als de achtergrond hebben en voor nachtelijke scènes en vuurwerk.

Als u deze functie gebruikt kunt u de opties Aanraak AF, AF-gebied en Koppel

AE met AF niet gebruiken.

84

AF-gebied

Met de AF-gebiedfunctie wordt de positie van het scherpstelgebied gekozen.

In het algemeen stelt de camera op het dichtstbijzijnde onderwerp scherp.

Wanneer er echter veel verschillende elementen in beeld zijn, kan het gebeuren dat de focus verkeerd komt te liggen. Om te voorkomen dat er op een verkeerd beeldelement wordt scherpgesteld, kunt u een ander scherpstelgebied kiezen zodat er op het gewenste deel van het beeld wordt scherpgesteld. U kunt zorgen voor een duidelijkere en scherpere foto door een geschikt scherpstelpunt te kiezen.

U stelt als volgt het scherpstelgebied in:

Raak in de opnamemodus

een optie aan.

→ 1 →

AF-gebied

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

Wanneer de AF/MF-schakelaar is ingesteld op MF, kunt u het AF-gebied niet wijzigen in het opnamemenu.

Wanneer u de optie Gezichtsdetectie AF gebruikt, stelt de camera automatisch scherp op het gedeelte met het witte kader.

Afhankelijk van de opties van de Fotowizard, heeft Gezichtsdetectie mogelijk geen effect.

Wanneer u handmatig scherpstelt, is Gezichtsdetectie mogelijk niet beschikbaar.

Gezichtsdetectie is in de volgende gevallen mogelijk niet effectief:

-

het onderwerp bevindt zich te ver van de camera als het te licht of te donker is

-

het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera het onderwerp draagt een zonnebril of masker

de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch

het onderwerp is van achteren belicht of de lichtomstandigheden zijn niet stabiel

Keuze AF

U kunt de focus instellen op een gebied dat uw voorkeur heeft. Pas een onscherpte-effect toe om het onderwerp er te laten uitspringen.

In de onderstaande afbeelding is het scherpstelgebied verplaatst en in formaat aangepast zodat het over het gezicht van het onderwerp valt.

Als u het formaat van het scherpstelgebied wilt wijzigen, raakt u in de opnamemodus

AF-formaat. aan. Raak of aan om het formaat van het scherpstelgebied aan te passen. U kunt ook de bedieningsknop draaien.

U kunt ook in de opnamemodus uw vingers samenknijpen of ze spreiden op het scherpstelgebied.

Opnamefuncties >

AF-gebied

Multi AF

De camera geeft een groene rechthoek weer op de plaatsen waar is scherpgesteld. De foto wordt in twee of meer gebieden verdeeld en de camera zorgt voor scherpstelpunten in elk gebied. Dit wordt aanbevolen voor landschapsfoto's.

Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, worden de scherpstelgebieden weergegeven, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven.

Gezichtsdetectie AF

De camera richt de focus bij voorkeur op gezichten van mensen. Er kunnen gezichten van tot 10 mensen worden gedetecteerd. Deze instelling wordt aangeraden als u van een groep mensen een foto maakt.

Wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, wordt er op gezichten scherpgesteld, zoals in de onderstaande afbeelding is aangegeven. In het geval van een groep mensen, wordt het scherpstelgebied op het gezicht van de dichtstbijzijnde persoon wit aangegeven en de rest van de gezichten in grijs.

86

Opnamefuncties >

AF-gebied

Zelfportret AF

Bij het maken van een zelfportret kan het lastig zijn om te controleren of uw gezicht scherp in beeld is. Als deze functie is ingeschakeld, piept de camera sneller als uw gezicht zich in het midden van de compositie bevindt.

87

Aanraak AF

Scherpstellen op het onderwerp of een foto vastleggen door het scherm aan te raken.

Aanraak AF instellen:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

Aanraak AF

Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen.

Tracking AF

Met Tracking AF kunt u een onderwerp volgen en automatisch scherpstellen, zelfs wanneer het onderwerp beweegt of wanneer u de compositie wijzigt.

Wit kader: u camera volgt het onderwerp.

Aanraak AF

Met Aanraak AF kunt u scherpstellen op het onderwerp dat u aanraak op het scherm.

Groen kader: er wordt scherpgesteld op het onderwerp wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt.

Rood kader: u camera kan niet scherpstellen.

Opnamefuncties >

Aanraak AF

Als u geen scherpstelgedeelte selecteert, werkt de functie voor automatisch scherpstellen niet.

Een onderwerp volgen mislukt mogelijk als:

het onderwerp te klein is

-

het onderwerp te veel beweegt het onderwerp van achteren is belicht of als u opnamen maken op een donkere locatie

kleuren of patronen op het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk

het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals luxaflex

de camera schudt veel

Wanneer het volgen mislukt, wordt de functie gereset.

Als de camera het onderwerp niet kan volgen, wordt het scherpstelgebied gereset.

Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood en wordt de focus gereset.

One Touch-opname

U kunt een foto maken met een vingeraanraking. Wanneer u een onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt een foto gemaakt.

89

Scherpstelhulp

In de handmatige scherpstelmodus moet u de scherpstelring op de lens draaien om scherp te stellen. Als u de functie MF-hulp of de functie

Focus Peaking gebruikt, kunt u beter scherpstellen. Deze functie is alleen beschikbaar op lenzen die handmatige scherpstelling ondersteunen.

Optie

* Standaard

Beschrijving

Het scherpstelgebied wordt 8 keer vergroot wanneer u aan de scherpstelring draait.

MF-hulp

In de handmatige scherpstelmodus kunt u de scène vergroten en de scherpstelling eenvoudig aanpassen terwijl u de scherpstelring draait.

U stelt als volgt ondersteunde handmatige scherpstelling in:

Raak in de opnamemodus

MF-help

een optie aan.

→ 1 →

Optie

Uit

5x vergroten*

8x vergroten

* Standaard

Beschrijving

De functie MF-hulp niet gebruiken.

Het scherpstelgebied wordt 5 keer vergroot wanneer u aan de scherpstelring draait.

Uitlichten

In de handmatige focusmodus verschijnt de door u geselecteerde kleur op het gefocuste onderwerp om u met de focus te helpen terwijl u de focusring draait.

Opties voor

Uitlichten instellen:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

Uitlichten

Optie

Niveau

Kleur

Beschrijving

Stel een gevoeligheid in om het gefocuste onderwerp te detecteren. (Uit, Hoog, Normaal*, Laag)

* Standaard

Stel een kleur in om op het gefocuste onderwerp te verschijnen.

(Wit*, Rood, Groen)

Opnamefuncties >

Scherpstelhulp

De belichtingswaarde in het scherpstelgebied meten

Als deze functie is ingeschakeld, stelt de camera automatisch een optimale belichting in door de helderheid van het gefocuste gebied te berekenen.

Deze functie is alleen beschikbaar als u Spot of Multi meting en Keuze AF selecteert.

U stelt deze functie als volgt in:

Raak in de opnamemodus

AF

een optie aan.

→ 1 →

Koppel AE met

91

Afstemmingsmodus

Als u de diafragmawaarde of sluitertijd aanpast, wordt de belichting volgens de instellingen gewijzigd zodat de weergave donkerder kan worden. Als deze functie is ingeschakeld, is de helderheid van de weergave constant, ongeacht de instellingen. Hiermee kunt u uw opname beter aan uw wensen aanpassen.

Als u de

Afstemmingsmodus wilt gebruiken:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 1 →

Afst. modus

Optische beeldstabilisatie (OIS)

Stel de Optische beeldstabilisatie (OIS) in om bewegingsonscherpte tegen te gaan. OIS is mogelijk bij sommige lenzen niet beschikbaar.

Bewegingsonscherpte kan ontstaan wanneer u op donkere plaatsen of binnenshuis foto's maakt. In dergelijke situaties gebruikt de camera een langere sluitertijd om meer licht op de sensor te laten vallen en de foto kan hierdoor bewogen worden. U kunt dit voorkomen door de OIS-functie te gebruiken.

Als uw lens een OIS-schakelaar heeft, moet u de schakelaar instellen op

ON om de OIS-functie te gebruiken.

U stelt als volgt

OIS-opties in:

Raak in de opnamemodus

een optie aan.

→ 1 →

OIS (Anti-trillen)

* Standaard

Pictogram Beschrijving

Uit: de OIS-functie is uitgeschakeld. (Deze optie is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.)

Modus 1*: de OIS-functie wordt alleen toegepast als u

[Ontspanknop] half of helemaal indrukt.

Modus 2: de OIS-functie is geactiveerd.

Zonder OIS-correctie Met OIS-correctie

OIS werkt mogelijk niet goed in de volgende omstandigheden:

wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen

-

wanneer de camera te veel schudt de sluitersnelheid is langzaam (bijvoorbeeld, als u Nacht selecteert in de

Smart-modus)

wanneer de batterij bijna leeg is

wanneer u een close-up neemt

Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie bij gebruik van een statief uit.

Als de camera een schok krijgt of valt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, schakelt u de camera uit en weer in.

Gebruik de OIS-functie alleen als het nodig is, omdat hierbij veel batterijenergie wordt gebruikt.

Als u een OIS-optie wilt instellen in het menu, stelt u de OIS-schakelaar op uw lens in op ON.

Deze optie is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.

Uit is bij sommige lenzen mogelijk niet beschikbaar.

Snelheid (opnamemethode)

U kunt verschillende opnamemethoden instellen, zoals Continu, Burst,

Timer, enzovoort.

Selecteer 1 opname om één foto tegelijk te maken. Selecteer Serieopname of Burst om onderwerpen vast te leggen die snel bewegen. Selecteer

AE BKT, WB BKT of F Wiz BKT om de belichting of Witbalans aan te passen of effecten met Fotowizard toe te passen. U kunt ook Timer selecteren om een foto van uzelf te maken.

U stelt de opnamemethode als volgt in:

Raak in de opnamemodus een optie

aan.

→ 1 →

Snelheid

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

Continu

Leg continu foto's vast terwijl u op [Ontspanknop] drukt. U kunt per seconde tot 5 foto's vastleggen (Continu laag) of 8 foto's (Continu hoog).

1 opname

Wanneer u [Ontspanknop] drukt, wordt er één foto gemaakt. Geschikt voor algemene omstandigheden.

Als u Continu hoog, selecteert, is de ruisonderdrukkingsfunctie niet beschikbaar.

Opnamefuncties >

Snelheid (opnamemethode)

Burst

Maximaal 10 opnamen per seconde (3 seconden), 15 opnamen per seconde (2 seconden) of 30 opnamen per seconde (1 seconde) maken wanneer u [Ontspanknop] eenmaal indrukt. Aanbevolen voor het vastleggen van snel bewegende onderwerpen zoals raceauto's.

Timer

Maak een foto met een vertraging van 2 tot 30 seconden. De vertraging is in stappen van 1 seconde in te stellen.

Om het aantal opnamen in de opnamemodus vast te leggen, raakt u

→ 1 →

Snelheid

Burst

→ →

het aantal opnamen

aan.

Het fotoformaat is ingesteld op 5M.

Het kan langer duren om een foto op te slaan.

Met deze optie kan de flitser niet worden gebruikt.

De sluitertijd moet korter dan 1/30 seconde zijn.

Foto's die met deze optie worden gemaakt, kunnen bij het opslaan iets groter worden.

De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200.

Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.

Om in de opnamemodus de vertraging in te stellen, raakt u

Snelheid

Timer

→ →

een vertraging

aan.

→ 1 →

95

Opnamefuncties >

Snelheid (opnamemethode)

Opnamereeks met verschillende belichtingen (AE BKT)

Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar genomen: één met normale belichting, één een stap donkerder en één een stap lichter. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen wanneer er drie foto's achter elkaar worden genomen. U kunt de instellingen aanpassen in het menu BKT instellen.

Witbalansbracketing (WB BKT)

Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar genomen: een normale foto en twee extra met een verschillende witbalans. De normale foto wordt genomen wanneer u op [Ontspanknop] drukt. De andere twee worden automatisch volgens de ingestelde witbalans aangepast. U kunt de instellingen aanpassen in het menu

BKT instellen.

Belichting -2 Belichting +2

Origineel

Om in de opnamemodus een bracketingmodus in te stellen, raakt u

5 →

BKT instellen

een optie aan.

WB-2 WB+2

Origineel

Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.

Om in de opnamemodus een bracketingmodus in te stellen, raakt u

→ 5 →

BKT instellen

een optie aan.

96

Opnamefuncties >

Snelheid (opnamemethode)

Fotowizardbracketing (F Wiz BKT)

Wanneer u op [Ontspanknop] drukt, worden er 3 foto's achter elkaar genomen, elk met een andere fotowizardinstelling. De camera maakt een foto en past daarop de drie fotowizardopties toe die u hebt ingesteld.

U kunt in het menu BKT instellen drie verschillende instellingen selecteren.

Helder Retro

Standaard

Deze optie kan niet worden gebruikt met de bestandsindeling RAW en is niet beschikbaar als de fotokwaliteit is ingesteld op RAW.

Om in de opnamemodus een bracketingmodus in te stellen, raakt u

→ 5 →

BKT instellen

een optie aan.

97

Lichtmeting

De modus Lichtmeting is de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet.

De camera meet de hoeveelheid licht in een scène en stelt in veel modi aan de hand van deze meting diverse opties in. Als een onderwerp bijvoorbeeld donkerder lijkt dan zijn daadwerkelijke kleur, maakt de camera er een overbelichte foto van. En als een onderwerp lichter lijkt dan zijn daadwerkelijke kleur, maakt de camera er een onderbelichte foto van.

De helderheid en algehele sfeer van de foto kunnen tevens worden beïnvloed door de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet.

Kies voor elke omstandigheid een geschikte instelling.

U stelt als volgt een optie voor Lichtmeting in:

Raak in de opnamemodus

Lichtmeting

een optie aan.

→ 1 →

Multi

In de Multimodus wordt de hoeveelheid licht in meerdere gebieden berekend. Wanneer er voldoende of onvoldoende licht is, past de camera de belichting aan door het gemiddelde van de algehele helderheid van de scène te nemen. Deze modus is geschikt voor algemene foto's.

Opnamefuncties >

Lichtmeting

Spot

In de Spotmodus wordt de hoeveelheid licht in het centrum berekend.

Wanneer u een foto maakt in een situatie waarbij er achter het onderwerp veel tegenlicht is, wordt de belichting zodanig ingesteld dat het onderwerp correct wordt belicht. Wanneer u bijvoorbeeld bij sterk tegenlicht voor de Multimodus kiest, berekent de camera dat de totale hoeveelheid licht voldoende is, waardoor er een donkere foto ontstaat.

De Spotmodus kan dit voorkomen doordat hiermee de hoeveelheid licht in een specifiek gebied wordt berekend.

Centr. gewogen

In de modus Centr. gewogen wordt er een groter gebied berekend dan in de Spot-modus. De hoeveelheid licht in het centrale gedeelte van het beeld (60-80 %) en dat in de rest van het beeld (20-40 %) worden bij elkaar opgeteld. Deze optie wordt aanbevolen voor situaties waarin er een klein verschil in helderheid tussen onderwerp en achtergrond bestaat, of waarin een gebied binnen het onderwerp groot is in verhouding tot de algehele compositie van de foto.

Het onderwerp is helder terwijl de achtergrond donker is. De Spotmodus wordt aanbevolen voor situaties zoals deze, waarbij er een enorm belichtingsverschil tussen het onderwerp en de achtergrond bestaat.

99

Dynamisch bereik

Met deze functie wordt automatisch het verlies aan heldere details gecorrigeerd dat kan optreden door grote verschillen tussen donker en licht in de foto.

U stelt als volgt Smart bereik-opties in:

Raak in de opnamemodus

Dynamisch bereik

→ 1 →

een optie aan.

Zonder effect van Dynamisch bereik Met effect van Dynamisch bereik

Pictogram Beschrijving

Uit: de functie Dynamisch bereik niet gebruiken.

HDR-bereik+: het verlies van heldere details corrigeren.

U kunt ISO 100 niet instellen.

HDR: 2 foto's maken met verschillende belichtingen en ze automatisch combineren tot één afbeelding.

De hoogste ISO-waarde die u kunt instellen is ISO 3200.

Flitser

Voor een realistische foto van een onderwerp moet de hoeveelheid licht constant zijn. Wanneer de lichtbron varieert, kunt u een flitser gebruiken en daarmee voor een constante hoeveelheid licht zorgen. Selecteer de juiste instellingen voor de lichtbron en het onderwerp.

U stelt als volgt flitsopties in:

Raak in de opnamemodus een optie

aan.

→ 1 →

Flitser

Pictogram Beschrijving

Uit: de flitser niet gebruiken.

Smart Flitser: de camera past automatisch de helderheid van de flits aan de hoeveelheid omgevingslicht aan.

Auto: op donkere plaatsen gaat de flitser automatisch af.

Automatisch rode ogen onderdrukken: de flitser gaat automatisch af en voorkomt rode ogen.

Invulflits: bij elke foto wordt de flitser gebruikt. (De helderheid wordt automatisch aangepast.)

Invulflits + Rode ogen: bij elke foto wordt de flitser gebruikt en worden rode ogen verminderd.

Pictogram Beschrijving

1e gordijn: er wordt onmiddellijk na het openen van de sluiter een flits afgevuurd. Er wordt vroegtijdig in de actie een duidelijke foto van het onderwerp gemaakt.

Bewegingsrichting van bal

2e gordijn: er wordt vlak voor het dichtgaan van de sluiter een flits afgevuurd. Er wordt laat in de actie een duidelijke foto van het onderwerp gemaakt.

Bewegingsrichting van bal

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

Er zit een korte tijd tussen twee afgevuurde flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.

Als u Uit selecteert, gaat de flitser zelfs niet af als een externe flitser is aangesloten.

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van incompatibele flitsers kan de camera beschadigen.

Opnamefuncties >

Flitser

Het rode-ogeneffect verminderen

Als de flitser wordt gebruikt wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. Als u het rode-ogeneffect wilt verminderen, selecteert u Automatisch rode ogen

onderdrukken of Invulflits + Rode ogen.

De flitssterkte aanpassen

Wanneer de flitser is ingeschakeld, wordt de flitserintensiteit +/-2 niveaus aangepast.

U stelt de flitssterkte als volgt in:

Raak in de opnamemodus

Flitser

een opties

Sleep de schuifknop of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen

raak aan.

Flitser : 0

Zonder rode-ogencorrectie Met rode-ogencorrectie

Als het onderwerp zich te ver van de camera bevindt of zich beweegt, wordt het rode-ogeneffect mogelijk niet beperkt.

102

Opnamefuncties >

Flitser

U kunt ook

→ 1 →

Flitser

een optie

in de opnamemodus aanraken om het menu Intensiteit flitser te openen.

Het aanpassen van de flitssterkte helpt mogelijk niet in de volgende gevallen:

het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera.

er is een hoge ISO-waarde ingesteld.

de belichtingswaarde is te groot of te klein.

In bepaalde opnamemodi kan deze functie niet worden gebruikt.

Als u een externe flitser waarvan de intensiteit kan worden aangepast, aansluit op de camera, worden de intensiteitsinstellingen van de flitser toegepast.

Als het onderwerp te dicht bij is wanneer u de flitser gebruikt, kan een gedeelte van het licht worden geblokkeerd. Hierdoor wordt een donkere foto veroorzaakt. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het aanbevolen bereikt bevindt. Dit bereik verschilt per lens.

Wanneer een zonnekap is bevestigd, kan het licht van de flitser worden geblokkeerd door de kap. Verwijder de kap om de flitser te gebruiken.

103

Belichtingscompensatie

De camera stelt automatisch de belichting in aan de hand van de gemeten lichtniveaus van de compositie van het beeld en de positie van het onderwerp. Als de belichting die de camera instelt hoger of lager is dan u verwacht, kunt u de belichting handmatig aanpassen.

De belichtingswaarde is met ±3 EV-stappen (stops) in te stellen. De camera geeft de belichtingswaarschuwing in rood weer voor elke stap meer dan

±3 EV.

Om de belichtingswaarde aan te passen, drukt u twee keer op de opdrachtenkeuzeknop en daarna draait u deze terwijl de belichtingswaarde wordt geselecteerd. U kunt de belichtingswaarde aanpassen door

EV aan te raken en daarna op het scherm de keuzeknop te slepen.

U kunt de belichtingswaarde controleren aan de hand van de positie van de belichtingsniveau-indicator.

Belichtingswaarschuwing Standaardbelichtingsindicator

Afgenomen belichting

(donkerder)

Belichtingsniveauindicator

Toegenomen belichting

(helderder)

-2

Origineel

+2

Belichtingsvergendeling

Wanneer u niet de juiste belichting kunt bereiken vanwege een sterk kleurcontrast, kunt u de belichting vergrendelen en dan een foto nemen.

Om de belichtingswaarde te vergrendelen, past u de belichting van de foto's aan en daarna raakt u de knop Aanpassen aan.

Nadat de belichting is vergrendeld, richt u de lens zodanig dat de gewenste compositie ontstaat en drukt u op de [Ontspanknop].

U kunt de functie van de knop Aangepast instellen op AEL om de huidige belichtingswaarde te vergrendelen. (pag. 150)

Deze functie werkt wellicht niet in de handmatige modus.

Videofuncties

Hier worden de functies beschreven die voor video beschikbaar zijn.

Filmformaat

Het filmformaat instellen.

Opties voor filmformaat instellen:

Raak in de opnamemodus

een optie aan.

→ 6 →

Filmformaat

Pictogram Formaat Aanbevolen voor

1920X1080 (30 fps) (16:9) Weergeven op een full-HDTV.

1920X1080 (15 fps) (16:9)

Weergeven op een full-HDTV.

(Alleen beschikbaar met bepaalde

Intelligent filter-opties.)

1920X810 (24 fps)

(Ongeveer 2,35:1)

Weergeven op een HDTV.

1280X720 (60 fps) (16:9) Weergeven op een HDTV.

1280X720 (30 fps) (16:9) Weergeven op een HDTV.

640X480 (30 fps) (4:3)

320X240 (30 fps) (4:3)

Weergeven op een televisie.

Publiceren op een website via het draadloze netwerk (maximaal

30 seconden).

Filmkwaliteit

De filmkwaliteit instellen.

Opties voor filmkwaliteit instellen:

Raak in de opnamemodus

een optie aan.

Pictogram Extensie

MP4 (H.264)

MP4 (H.264)

→ 6 →

Filmkwaliteit

Beschrijving

Normaal: video's in normale kwaliteit opnemen.

Hoge kwaliteit: video's in hoge kwaliteit opnemen.

Opnamefuncties >

Videofuncties

Multi Motion

Hiermee kunt u de afspeelsnelheid van een video instellen.

Opties voor de afspeelsnelheid instellen:

Raak in de opnamemodus

Multi Motion

een optie aan.

→ 6 →

Pictogram Beschrijving

x0.25: een video opnemen en afspelen op 1/4 van de normale snelheid. (Alleen beschikbaar met 640x480 of 320x240)

x0.5: een video opnemen en afspelen op 1/2 van de normale snelheid. (Alleen beschikbaar met 1280x720 (30 fps), 640x480 of

320x240)

x1: een video opnemen en afspelen op de normale snelheid.

x5: een video opnemen en afspelen op 5X de normale snelheid.

x10: een video opnemen en afspelen op 10X de normale snelheid.

x20: een video opnemen en afspelen op 20X de normale snelheid.

Als u een andere optie dan x1 selecteert, wordt er geen geluid opgenomen.

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.

In-/uitfaden

U kunt een scène in- en uitfaden door de faderfunctie op de camera te gebruiken. Stel de optie voor infaden in om geleidelijk in te faden aan het begin van de scène. Stel de optie voor uitfaden in om de scène geleidelijk uit te faden. Gebruik de functie naar wens en voeg dramatische effecten aan uw video's toe.

U stelt als volgt opties voor in-/ uitfaden in:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 6 →

In-/uitfaden

Pictogram Beschrijving

Uit: de functie voor in-/uitfaden wordt niet gebruikt.

In: de scène geleidelijk infaden.

Uit: de scène geleidelijk uitfaden.

In-uit: de functie In-/uitfaden wordt aan het begin en eind van de scène toegepast.

Wanneer u de functie voor in-/uitfaden gebruikt, kan het langer duren om een bestand op te slaan.

107

Opnamefuncties >

Videofuncties

Spraak

Soms is een stomme video aantrekkelijker dan een met geluid. Schakel de spraak uit om een stomme video op te nemen.

U stelt als volgt spraakopties in:

Raak in de opnamemodus een optie aan.

→ 6 →

Spraak

Windonderdrukking

Wanneer u video's in een rumoerige omgeving opneemt, kunnen er ongewenste geluiden in de video worden opgenomen. In het bijzonder het geluid van de wind kan vervelend zijn. Gebruik de functie Windonderdrukking om naast windgeluid ook bepaalde omgevingsgeluiden weg te filteren.

Het geluid van de wind verminderen:

Raak in de opnamemodus

Windonderdrukking

→ 6 →

een optie aan.

108

Hoofdstuk

3

Weergeven en bewerken

Informatie over het afspelen en bewerken van foto's en video's.

Zie hoofdstuk 6 voor informatie over het bewerken van bestanden op een pc.

Weergeven en bewerken

Bestanden zoeken en beheren

Hier vindt u informatie over het weergeven van foto- en videominiaturen en over het beschermen of verwijderen van bestanden.

Als u een tijd lang geen bewerkingen uitvoert, verdwijnen de informatie en pictogrammen van het scherm. Wanneer u de camera weer gebruikt, worden ze weer weergegeven.

Miniaturen weergeven

Om naar gewenste foto's en video's te zoeken, gaat u naar de miniatuurweergave. De miniatuurweergave geeft tegelijkertijd meerdere afbeeldingen weer, zodat u gemakkelijk naar de items kunt zoeken die u wilt. U kunt ook bestanden volgens categorie, zoals datum, bestandtype of locatie, classificeren en weergeven.

Foto's weergeven

1 Druk op [ z].

• Het bestand met de laatste opname wordt weergegeven.

Draai de opdrachtkeuzeknop om de modus

Miniatuurweergave te selecteren.

2 Sleep de afbeelding naar links of rechts om door de bestanden te bladeren.

U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.

110

Weergeven en bewerken >

Bestanden zoeken en beheren

Bestanden op categorie weergeven

1 Raak in de miniatuurweergave → z → Filter → een categorie aan.

• U kunt ook aanraken om een categorie te selecteren.

* Standaard

Optie

Alles*

Beschrijving

Bestanden normaal weergeven.

Datum

Type

Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.

Bestanden weergeven op bestandstype.

Locatie

Bestanden weergeven op opslaglocatie.

(Alleen de foto's die met een GPS-module zijn vastgelegd, bevatten locatiegegevens.)

2 Raak een lijst aan om het te openen.

3 Raak een bestand aan om een enkele afbeeldingsweergave te bekijken.

4 Raak aan om naar de vorige modus terug te keren.

Bestanden weergeven als map

Doorlopende en burstopnamen worden weergegeven als map. Als u een map selecteert, worden alle foto's automatisch weergegeven. Als u een map verwijdert, worden alle foto's in de map verwijderd.

1 Sleep m de afspeelmodus de afbeelding naar links of rechts om het naar een gewenste map te verplaatsen.

• De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.

2 Raak de map op het scherm aan om de map te openen.

3 Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een ander bestand te gaan.

4 Raak aan om naar de afspeelmodus terug te keren.

111

Weergeven en bewerken >

Bestanden zoeken en beheren

Bestanden beveiligen

Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist.

1 Raak in de afspeelmodus

Select. aan.

→ z → Beveiligen

2 Raak / aan om naar een bestand te bladeren en raak dan het keuzevak aan.

• Raak het keuzevak opnieuw aan om uw selectie te annuleren.

3 Raak aan.

U kunt een beschermd bestand niet verwijderen.

Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen

Alle bestanden vergrendelen/ontgrendelen.

1 Raak in de afspeelmodus → z → BeveiligenAlles aan.

2 Raak een optie aan.

Optie

Vergrendel

Ontgrendel

Annuleren

Beschrijving

Alle bestanden vergrendelen.

Alle bestanden ontgrendelen.

Terug naar het vorige menu.

112

Weergeven en bewerken >

Bestanden zoeken en beheren

Bestanden verwijderen

Wis bestanden in de afspeelmodus en maak zo meer ruimte op de geheugenkaart vrij. Beveiligde bestanden worden niet gewist.

Afzonderlijke bestanden wissen

U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen.

1 Selecteer in de afspeelmodus een bestand aan en raak dan

aan.

2 Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.

Meerdere bestanden wissen

U kunt meerdere bestanden selecteren en deze wissen.

1 Raak in de afspeelmodus → z → VerwijderSelect. aan.

• Raak als alternatief in de miniatuurweergave daarna bestanden om te verwijderen.

aan en selecteer

2 Raak / aan om naar een bestand te bladeren en raak dan het keuzevak aan.

• Raak het keuzevak opnieuw aan om uw selectie te annuleren.

3 Raak aan.

4 Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.

Alle bestanden verwijderen

U kunt in één keer alle bestanden op de geheugenkaart wissen.

1 Raak in de afspeelmodus → z → VerwijderAlles aan.

2 Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.

113

Weergeven en bewerken

Foto's weergeven

Een foto vergroten

U kunt foto's vergroten wanneer u ze in de afspeelmodus bekijkt. Tevens kunt u de bijsnijdfunctie gebruiken om het uitvergrote gedeelte op het scherm als een nieuw bestand op te slaan.

Uitvergroot gebied

Sleep het scherm om een ander deel van de foto te bekijken.

Draai de opdrachtkeuzeknop om een foto te vergroten.

Pictogram Beschrijving

Keer terug naar de originele weergave.

Snij de foto (de camera zal het als een nieuw bestand opslaan).

U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze uitspreiden op het scherm om een foto te verkleinen of te vergroten. Het scherm reageert langzamer dan wanneer u de opdrachtkeuzeknop gebruikt.

Een diashow weergeven

U kunt foto's als diavoorstelling weergeven, u kunt diverse effecten aan de diavoorstelling toevoegen en u kunt achtergrondmuziek laten afspelen.

1 Raak in de afspeelmodus → z → Opties voor

diashow aan.

2 Selecteer een effect voor de diavoorstelling.

• Ga door naar stap 3 om een diashow zonder effecten te starten.

Optie

Afsp.mod.

* Standaard

Beschrijving

Stel dit in om de diashow wel of niet te herhalen.

(Eenmaal afspelen*, Herhalen)

Interval

Stel het interval tussen foto's in.

(1 sec.*, 3 sec., 5 sec., 10 sec.)

Muziek

Effect

Achtergrondmuziek instellen.

Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.

• Raak Uit aan om effecten te annuleren.

114

Weergeven en bewerken >

Foto's weergeven

3 Raak aan.

4 Raak Diashow starten aan.

5 De diashow weergeven.

• Raak aan om te pauzeren.

• Raak aan om door te gaan.

• Raak aan om de diashow te stoppen en naar de afspeelmodus terug te keren.

• Raak aan om het volumeniveau aan te passen.

Automatisch draaien

Als Automatisch draaien is ingeschakeld, worden de foto's die u verticaal hebt gemaakt automatisch gedraaid, zodat ze horizontaal op het scherm passen.

U stelt als volgt opties voor Automatisch draaien in:

Raak in de afspeelmodus

Autom. draaien

→ z →

een optie aan.

Een afdrukbestelling maken (DPOF)

Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u het aantal kopieën instellen die moeten worden afgedrukt.

De camera bewaart de DPOF-informatie in de MISC-map op de geheugenkaart. Als u DPOF-gegevens voor uw foto's hebt ingesteld, kunt u de geheugenkaart naar een printshop brengen om de foto's te laten afdrukken. U kunt de afdrukvolgorde van bestanden in RAW-indeling niet instellen.

Foto's met afmetingen die breder zijn dan het papier, worden mogelijk langs de linker- en rechterrand afgesneden. Zorg ervoor dat de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert.

1 Selecteer in de afspeelmodus een foto en raak dan aan.

2 Raak z → DPOF aan.

3 Raak / aan om het aantal kopieën in te stellen.

• Raak / aan om een andere foto te selecteren.

4 Raak aan.

115

Weergeven en bewerken

Video's afspelen

In de afspeelmodus kunt u video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan en video's bijsnijden om op te slaan als een ander bestand.

Bediening van videoweergave

Pictogram

/

/

/

Beschrijving

Vorige bestand weergeven/terug scannen. (Elke keer dat u de pictogram aanraakt terwijl u de video afspeelt, kunt u de scansnelheid in deze volgorde wijzigen: 2X, 4X, 8X.)

Afspelen onderbreken of hervatten.

Stop het afspelen en keer naar het vorig scherm terug.

Volgende bestand weergeven/vooruit scannen. (Elke keer dat u de pictogram aanraakt terwijl u de video afspeelt, kunt u de scansnelheid in deze volgorde wijzigen: 2X, 4X, 8X.)

Het volume aanpassen of het geluid dempen.

U kunt ook de opdrachtkeuzeknop draaien om vooruit of terug te scannen.

Draai nogmaals om sneller te scannen (2X, 4X, 8X).

Een video tijdens het afspelen bijsnijden

1 Selecteer in de afspeelmodus een video en raak dan aan.

2 Raak aan om de video af te spelen.

3 Raak op het punt aan waar u wit dat het knippen begint.

4 Raak aan.

5 Raak aan om de video verder af te spelen.

6 Raak op het punt aan waar u wit dat het knippen eindigt.

7 Raak aan.

8 Raak aan om de video te knippen.

• U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de handgrepen te slepen die worden weergegeven op de voortgangsbalk.

9 Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u Ja aan.

U kunt een video die is opgenomen in de 3D-modus niet bijsnijden.

De originele video moet minstens 10 seconden lang zijn.

De camera slaat de bewerkte video op als een nieuw bestand en laat de originele video ongewijzigd.

116

Weergeven en bewerken >

Video's afspelen

Een beeld tijdens het afspelen afzonderlijk opslaan

1 Raak tijdens het kijken naar de video op het punt aan waar u het beeld wilt vastleggen.

2 Raak aan.

U kunt geen foto maken van een video die is opgenomen in de 3D-modus.

De opgeslagen afbeelding heeft dezelfde resolutie als de originele video.

De vastgelegde afbeelding wordt opgeslagen als een nieuw bestand.

117

Weergeven en bewerken

Foto's bewerken

Fotobewerkingstaken uitvoeren, zoals formaat wijzigen, draaien of rode ogen verwijderen. Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen met verschillende bestandsnamen. Foto's die zijn vastgelegd in bepaalde modi kunnen niet worden bewerkt met de functie Afbeelding bewerken.

Afbeeldingen bewerken:

Blader in de afspeelmodus naar een foto en raak dan

aan.

U kunt in de afspeelmodus ook afbeeldingen bewerken door een foto te selecteren en daarna

Afbeelding bewerken aan te raken.

Sommige afbeeldingen kunnen niet worden bewerkt met de functie voor

Afbeelding bewerken. Gebruik in dit geval software voor het bewerken van afbeeldingen.

De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.

Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera ze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die u draait of waarvan u het formaat handmatig wijzigt, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.

U kunt geen foto's bewerken wanneer u bestanden weergeeft als een map.

Open de map en selecteer een foto om elke foto te bewerken.

Een foto bijsnijden

1 Raak → aan.

2 Sleep de hoeken van het vak om het formaat van het gedeelte aan te passen.

3 Sleep het vak om de locatie van het gedeelte aan te passen.

4 Raak aan.

5 Raak aan om op te slaan.

118

Weergeven en bewerken >

Foto's bewerken

Een foto draaien

1 Raak → aan.

2 Raak een optie aan.

Draaien : Rechts 90 gr.

Het formaat van foto's wijzigen

U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan.

1 Raak → aan.

2 Raak een optie aan.

Res.wijz : 10.1M 3:2

3 Raak aan.

4 Raak aan om op te slaan.

U kunt in de afspeelmodus ook een foto draaien door

Draaien

een gewenste optie

aan te raken.

De camera overschrijft het originele bestand.

→ z →

3 Raak aan.

4 Raak aan om op te slaan.

De beschikbare optie voor formaat wijzigen zijn afhankelijk van het oorspronkelijke formaat van de foto.

119

Weergeven en bewerken >

Foto's bewerken

Uw foto's aanpassen

U kunt vastgelegde foto's corrigeren door de helderheid, het contrast of de verzadiging aan te passen.

1 Raak aan.

2 Raak een optie aan.

Optie

Origineel

Automatisch aanpassen

Helderheid

Contrast

Kleurverzadiging

RGB-aanpassing

Kleurtemperatuur

Belichting

Tint

Beschrijving

Oorspronkelijke afbeelding herstellen

Automatisch helderheid, contrast, of verzadiging aanpassen

Helderheid aanpassen

Contrast aanpassen

Verzadiging aanpassen

RGB-waarden aanpassen

Kleurtemperatuur aanpassen

Belichting aanpassen

Tinten aanpassen

3 Sleep de schuif of raak +/- aan om de optie aan te passen.

• Als u Automatisch aanpassen, selecteert, gaat u door naar stap 4.

4 Raak aan.

5 Raak aan om op te slaan.

120

Weergeven en bewerken >

Foto's bewerken

Gezichten aanpassen

1 Raak → aan.

2 Sleep de schuif of raak +/- aan om de optie aan te passen.

• Wanneer de waarde hoger wordt, wordt de huidskleur helderder en gladder.

3 Raak aan.

• Raak aan om de correctie te annuleren.

4 Raak aan om op te slaan.

Rode ogen verminderen

1 Raak → aan.

2 Raak aan.

• Raak aan om de correctie te annuleren.

3 Raak aan om op te slaan.

121

Weergeven en bewerken >

Foto's bewerken

Intelligent filter-effecten toepassen

U kunt speciale effecten op uw foto's toepassen.

1 Raak → een optie aan.

Intelligent filter : Vignetten

Optie

Uit

Vignetten

Miniatuur

Gekleurd potlood

Waterverf

Aquarel

Beschrijving

Geen effect

Retrokleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen.

Een effect toepassen waarmee het onderwerp in miniatuur wordt weergegeven.

Het effect van een schilderij met gekleurde potloden toepassen.

Het effect van een waterverfschilderij toepassen.

Een verwassen effect toepassen.

Optie

Olieverfschets

Inktschets

Acryl

Negatief

Rood

Groen

Blauw

Geel

Beschrijving

Geef uw foto het uiterlijk van een schets in olie.

Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.

Het effect van een acrylschilderij toepassen.

Een negatiefeffect toepassen.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van rood.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van groen.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van blauw.

Verzadiging van alle kleuren ongedaan maken behalve van geel.

2 Raak aan.

3 Raak aan om op te slaan.

122

Hoofdstuk

4

Draadloos netwerk

Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.

Draadloos netwerk

Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren

Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren.

Verbinding maken met een WLAN

1 Raak op het modusscherm Wi-FiAutomatische back-up,

E-mail, SNS en cloud, of Samsung Link aan.

2 Raak → Wi-Fi-instelling aan.

• Volg in sommige modi de instructies op het scherm totdat het scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven.

• De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.

3 Raak een toegangspunt aan.

Vernieuwen

Samsung1

Samsung2

Samsung3

Samsung4

• Raak Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare toegangspunten te vernieuwen.

• Raak Draadloos netwerk toevoegen aan om handmatig een toegangspunt toe te voegen. De naam van uw toegangspunt moet in het Engels zijn om deze handmatig te kunnen toevoegen.

Pictogram Beschrijving

Ad-hoctoegangspunt

Beveiligd toegangspunt

WPS-toegangspunt

Signaalsterkte

Open de opties voor netwerkinstellingen.

• Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)

• Als een aanmeldingspagina verschijnt, dient u

'De aanmeldingsbrowser gebruiken' te raadplegen. (pag. 125)

• Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera verbinding met het WLAN.

• Als u een door toegangspunt ondersteunde WPS-profiel selecteert, raakt u → WPS PIN-verbinding aan en daarna voert u op het toegangspunt een pincode in. U kunt ook een door

WPS-profiel ondersteunde toegangspunt aansluiten door →

WPS knopverbinding op de camera aan te raken en daarna op het toegangspunt op de knop WPS te drukken.

124

Draadloos netwerk >

Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren

Netwerkopties instellen

1 Ga in het scherm Wi-Fi-instellingen naar een toegangspunt en raak dan aan.

2 Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.

Optie

Netwerkwachtwoord

IP-instelling

Beschrijving

Geef het netwerkwachtwoord in.

Stel het IP-adres automatisch of handmatig in.

Het IP-adres handmatig instellen

1 Ga in het scherm Wi-Fi-instellingen naar een toegangspunt en raak dan aan.

2 Raak IP-instellingHandmatig aan.

3 Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.

Optie

IP

Beschrijving

Hier voert u het statische IP-adres in.

Subnetmasker Hier voert u het subnetmasker in.

Gateway Hier voert u de gateway in.

DNS-server Hier voert u het DNS-adres in.

De aanmeldingsbrowser gebruiken

U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.

Pictogram Beschrijving

De aanmeldingsbrowser sluiten.

Naar de vorige pagina gaan.

Naar de volgende pagina gaan.

Stoppen met het laden van de pagina.

De pagina opnieuw laden.

Sommige items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina die u weergeeft. Dit wijst niet op een defect.

De aanmeldingsbrowser mag niet automatisch worden gesloten nadat u op enkele pagina's hebt aangemeld. Als dit gebeurt, sluit u de aanmeldingsbrowser door , aan te raken en daarna gaat u door met de gewenste handeling.

Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.

125

Draadloos netwerk >

Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren

Tips over netwerkverbinding

• U moet een geheugenkaart plaatsen om de Wi-Fi-functies te gebruiken.

• De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt.

• Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het duurt om verbinding te maken met het netwerk.

• Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.

• Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven.

• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord.

• Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.

• Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord verschillen.

• Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.

• Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met toegangspunten. U kunt geen verbinding met een netwerk maken via een printer.

• U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op een tv.

• Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement.

• Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.

• Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis

WLAN-netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service.

• Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft.

• De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.

• De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de

WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.

• De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden.

• Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.

• Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de batterij volledig is opgeladen.

• U kunt geen bestanden uploaden of verzenden die zijn vastgelegd in verschillende modi.

• Bestanden die u overdraagt naar een ander apparaat, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat. Gebruik in dit geval een computer om de bestanden af te spelen.

126

Draadloos netwerk >

Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren

Tekst ingeven

Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de pictogrammen in de tabel kunt u de cursor verplaatsen, de hoofdletters wijzigen. Raak een toets aan om in te geven.

Pictogram Beschrijving

De cursor verplaatsen.

Stoppen met tekst invoeren en terugkeren naar de vorige pagina.

Hoofdletters wijzigen.

Schakelen tussen de symbool-/nummerstand en normale stand.

De invoertaal wijzigen.

Een spatie ingeven.

De weergegeven tekst opslaan.

De laatste letter verwijderen.

U kunt in sommige modi alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht de schermtaal.

U kunt maximaal 64 tekens ingeven.

Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde invoermodus.

Blijf een toets aanraken om het teken in te geven in de rechterbovenhoek van de toets.

127

Draadloos netwerk

Bestanden automatisch opslaan op een smartphone

De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch opgeslagen op de smartphone.

De functie AutoShare wordt door smartphones van de Galaxy-serie, Galaxy

Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie wordt gebruikt, dient u de firmware van het apparaat naar de nieuwste versie bij te werken. Als de firmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie mogelijk niet goed presteren.

Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung

Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA

App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013 of later.

Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.

Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.

U moet een geheugenkaart plaatsen om deze functie te gebruiken.

Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs als u de opnamemodus wijzigt.

Deze functie wordt in bepaalde modi mogelijk niet ondersteund of niet beschikbaar met bepaalde opnameopties.

1 Raak op de camera, in de opnamemodus, aan.

2 Raak op de camera 1 → AutoShareAan aan.

• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te downloaden, raakt u Volgende aan.

3 Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.

• Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de applicatie inschakelt.

• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.

Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga verder met stap 6.

4 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera.

• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.

5 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera.

• Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze automatisch aangesloten.

• Een pictogram die de verbindingsstatus toont ( ), verschijnt op het scherm van de camera.

6 Maak een foto met de camera.

• De gemaakte foto wordt opgeslagen op de camera en overgedragen naar de smartphone.

• Als u een video maakt, wordt deze alleen opgeslagen op de camera.

128

Draadloos netwerk

Foto's of video's naar een smartphone verzenden

De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone.

De functie MobileLink wordt door smartphones van de Galaxy-serie, Galaxy

Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie wordt gebruikt, dient u de firmware van het apparaat naar de nieuwste versie bij te werken. Als de firmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie mogelijk niet goed presteren.

Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung

Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA

App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013 of later.

Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.

Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden.

Als u bestanden selecteert op de camera, kunt u bestanden weergegeven die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden is afhankelijk van de opslagruimte van de smartphone.

Als u Full HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u bestanden mogelijk niet afspelen op bepaalde apparaten.

Wanneer u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, kan de Wi-Fiverbinding van het apparaat worden verbroken.

U kunt geen RAW-bestanden verzenden.

1 Raak op het modusscherm Wi-FiMobileLink aan.

• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te downloaden, raakt u Volgende aan.

2 Raak op de camera een verzendingsoptie aan.

• Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw smartphone gebruiken om bestanden die zijn opgeslagen op de camera te bekijken en delen.

• Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u bestanden selecteren die moeten worden verzonden van de camera.

3 Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.

• Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de applicatie inschakelt.

• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.

Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga verder met stap 6.

129

Draadloos netwerk >

Foto's of video's naar een smartphone verzenden

4 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera.

• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.

5 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera.

• Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze automatisch aangesloten.

6 Selecteer op de smartphone of camera de bestanden die u wilt overdragen van de camera.

7 Raak op de smartphone de knop Kopiëren aan of raak op de camera Verzenden aan.

• De camera verzendt de bestanden.

130

Draadloos netwerk

Een smartphone als externe ontspanner gebruiken

De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.

De functie Remote Viewfinder wordt door smartphones van de Galaxy-serie,

Galaxy Tab-modellen of iOS-apparaten ondersteund. Voordat deze functie wordt gebruikt, dient u de firmware van het apparaat naar de nieuwste versie bij te werken. Als de firmware-versie niet de meest recente is, kan deze functie mogelijk niet goed presteren.

Installeer Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat voor u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden bij Samsung

Apps, de Google Play Store of de Apple App Store. Samsung SMART CAMERA

App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn gemaakt in 2013 of later.

Als u Samsung SMART CAMERA App wilt installeren en starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de NFC-functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera. Deze functie wordt ondersteund op smartphones met Android OS 2.3 of hoger.

Deze functie is niet beschikbaar op iOS-apparaten.

Deze functie is niet beschikbaar in de 3D-modus.

1 Raak op het modusscherm Wi-FiRemote Viewfinder aan.

• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te downloaden, raakt u Volgende aan.

2 Schakel Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.

• Schakel op iOS-apparaten de Wi-Fi-functie in voordat u de applicatie inschakelt.

• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van een NFC-code (pag. 29) op de camera.

Controleer of de smartphone is aangesloten op uw camera en ga verder met stap 5.

3 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera.

• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.

131

Draadloos netwerk >

Een smartphone als externe ontspanner gebruiken

4 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera.

• Als de smartphone eerder is aangesloten op de camera, wordt deze automatisch aangesloten.

5 Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.

Pictogram Beschrijving

Flitsoptie

*

Timerinstelling

Fotoformaat

Opslaglocatie

Schakelt tussen VGA en QVGA

• Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet beschikbaar op uw camera.

• De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet als u deze functie gebruikt.

• De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten

en 2.1

.

* Voor iOS-apparaten is alleen de optie voor de opslaglocatie beschikbaar.

6 Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen.

• De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.

• U kunt op het scherm het gebied waarop u de focus wilt richten, aanraken.

7 Laat los om de foto te maken.

• Foto's die naar de smartphone worden opgeslagen, worden naar de grootte 1616X1080 gebracht als u in een opname maakt of naar

1920X1080 wanneer u in de resolutie 2.1

een opname maakt.

Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.

De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera bevinden als u deze functie wilt gebruiken.

Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u hebt losgelaten op de smartphone.

De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:

er is een inkomende oproep op de smartphone.

de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.

het geheugen is vol.

-

de verbinding van het apparaat met het WLAN wordt verbroken.

de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.

u gedurende ongeveer 5 minuten geen bewerkingen uitvoert terwijl er verbinding is.

132

Draadloos netwerk

Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden

U kunt foto's of video's die u met de camera hebt vastgelegd, draadloos verzenden naar een pc.

Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc

1 Installeer i-Launcher op de pc (pag. 163)

2 Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.

3 Als het pictogram Automatische back-up wordt weergegeven, klikt u op het pictogram.

• Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc en de informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera.

Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.

• U kunt de informatie over de pc ook op de camera opslaan door de pc en camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi.

4 Verwijder de camera van de pc.

Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. Als er geen internetverbinding beschikbaar is, moet u het programma installeren vanaf de bijgeleverde cd.

Foto's of video's verzenden naar een pc

1 Raak op het modusscherm Wi-FiAutomatische back-up aan.

• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt de toepassing te downloaden, raakt u Volgende aan.

• U moet de informatie voor de back-upcomputer instellen om de functie Automatische back-up te gebruiken. Zie voor meer informatie 'Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc'. (pag. 133) Als het programma Automatische back-up is geïnstalleerd op uw pc, slaat u de pc-informatie op via een

USB-kabel of Wi-Fi-verbinding.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

2 Selecteer een back-upcomputer.

• Als u vooraf een back-up hebt uitgevoerd, gaat u door naar de volgende stap.

133

Draadloos netwerk >

Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden

3 Raak OK aan.

• Raak Annuleren aan om het verzenden te annuleren.

• U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera.

• De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc.

• Als de overdracht is voltooid, wordt de camera automatisch binnen ongeveer 30 seconden uitgeschakeld. Raak Annuleren aan om naar het vorige scherm terug te keren en voorkom dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld.

• Om uw pc automatisch uit te schakelen nadat de overdracht is voltooid, raakt u Pc afsluiten na back-up aan.

• Selecteer om de back-up pc te wijzigen.

Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het toegangspunt dat is verbonden met de pc.

De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.

Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.

Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop uitgeschakeld op uw camera.

U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te verzenden.

De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.

Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden.

Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw camera opnieuw aansluit op een andere pc.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u deze functie gebruikt.

U kunt maximaal 1000 recent bestanden verzenden.

In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.

Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.

134

Draadloos netwerk

Foto's of video's via e-mail verzenden

U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.

E-mailinstellingen wijzigen

In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)

Uw gegevens opslaan

1 Raak op het modusscherm Wi-FiE-mail aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

2 Raak aan.

3 Raak Instelling afzender aan.

4 Raak het vak Naam aan, voer uw naam in en raak daarna

aan.

Instelling afzender

Naam

E-mail

Opslaan Reset

5 Raak het vak E-mail aan, voer uw e-mailadres in en raak daarna aan.

6 Raak Opslaan aan om uw wijzigingen op te slaan.

• Raak Reset aan om uw informatie te verwijderen.

135

Draadloos netwerk >

Foto's of video's via e-mail verzenden

Een e-mailwachtwoord instellen

1 Raak op het modusscherm Wi-FiE-mail aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

2 Raak aan.

3 Raak Wachtwoord instellenAan aan.

• Raak Uit aan om het wachtwoord te deactiveren.

4 Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u OK aan.

5 Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.

6 Geef het wachtwoord nogmaals in.

7 Als het pop-upbericht verschijnt, raakt u OK aan.

Als u uw wachtwoord kwijtraakt, kunt u het resetten door op het scherm

Wachtwoordinstellingen Reset aan. Als u de informatie reset, wordt de eerder door de gebruiker opgeslagen instellingeninformatie, e-mailadres en onlangs verzonden e-maillijst verwijderd.

136

Draadloos netwerk >

Foto's of video's via e-mail verzenden

Het e-mailwachtwoord wijzigen

1 Raak op het modusscherm Wi-FiE-mail aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

2 Raak aan.

3 Raak Wachtwoord wijzigen aan.

4 Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.

5 Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.

6 Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in.

Foto's of video's via e-mail verzenden

U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Zie

' Tekst ingeven ' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 127)

1 Raak op het modusscherm Wi-FiE-mail aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

2 Raak het vak Afzender aan, voer uw e-mailadres in en raak daarna aan.

• Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch ingevoegd. (pag. 135)

• Raak → een adres aan om een adres van de lijst vorige verzenders te gebruiken.

137

Draadloos netwerk >

Foto's of video's via e-mail verzenden

3 Raak het vak Ontvanger aan, voer uw e-mailadres in en raak daarna aan.

• Raak → een adres aan om een adres van de lijst vorige ontvangers te gebruiken.

• Raak aan om aanvullende ontvangers toe te voegen. U kunt tot

30 ontvangers invoeren.

• Raak aan om een adres van de lijst te verwijderen.

4 Raak Volgende aan.

5 Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.

• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 7 MB zijn.

6 Raak Volgende aan.

7 Selecteer het opmerkingenvak aan, voer u opmerkingen in en raak daarna aan.

8 Raak Verzenden aan.

• De camera verzendt de e-mail.

Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of herkend als spam.

U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.

U kunt een e-mail niet verzenden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M en de langste video die u kunt uploaden is een video die is opgenomen met

. Als de geselecteerde fotoresolutie hoger is dan 2M, dan wordt de grootte automatisch naar een lagere resolutie gebracht.

Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

U kunt ook in de afspeelmodus een e-mail verzenden door

Delen (Wi-Fi)

E-mail aan te raken.

138

Draadloos netwerk

Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken

Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden.

Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden te uploaden naar bepaalde websites, moet u de website bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit.

Een website openen

1 Raak op het modusscherm Wi-FiSNS en cloud aan.

2 Selecteer een website.

• Als het pop-upbericht verschijnt dat u vraagt een account te maken, raakt u OK aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

3 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.

• Raadpleeg 'Tekst ingeven' voor informatie over tekst invoeren.

(pag. 127)

• Als u verbinding hebt gemaakt met SkyDrive, raadpleeg dan

'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 125)

• Raak → een id aan om een id van de lijst te selecteren.

• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld.

Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website voor het delen van bestanden hebben.

139

Draadloos netwerk >

Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken

Foto's of video's uploaden

1 Open de website met uw camera.

2 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.

• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 10 MB zijn. (Op sommige websites kan het totale aantal bestanden afwijken.)

3 Raak Uploaden aan.

• Op sommige websites kunt u uw opmerkingen invoeren door het opmerkingenvak aan te raken. Raadpleeg 'Tekst ingeven' voor informatie over tekst invoeren. (pag. 127)

U kunt voor Facebook een upload-map instellen door

Map

uploaden (Facebook) op het lijstenscherm van de website aan te raken.

U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M en de langste video die u kunt uploaden is een video die is opgenomen met

. Als de geselecteerde fotoresolutie hoger is dan 2M, dan wordt de grootte automatisch naar een lagere resolutie gebracht. (Op sommige websites kan de maximale fotoresolutie verschillend zijn.)

De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van de geselecteerde website.

Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider.

De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.

De snelheid waarmee u foto's kunt uploaden en webpagina's kunt openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

U kunt ook in de afspeelmodus foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden uploaden door

Delen (Wi-Fi)

een gewenste website aan te raken.

U kunt naar sommige websites geen video's uploaden.

Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat gewijzigd in 2M terwijl de hoogte-breedteverhouding gelijk blijft.

140

Draadloos netwerk

Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken

U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag

Samsung Link of bestanden weergegeven op een Samsung Link-apparaat die is aangesloten op hetzelfde toegangspunt.

Foto's uploaden naar online opslag

1 Raak op het modusscherm Wi-FiSamsung Link

Webopslag aan.

• Als het richtlijnenbericht verschijnt, raakt u OK aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een

WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.

(pag. 124)

• Raak

Uploadgrootte afb. aan om voor geüploade foto's de grootte te wijzigen.

• Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u van de lijst selecteren door → Webopslag wijzigen aan te raken.

2 Voer uw id en wachtwoord in en raak daarna Aanmelding

OK aan.

• Zie 'Tekst ingeven' voor meer informatie over het ingeven van tekst.

(pag. 127)

• Raak

een id aan om een id van de lijst te selecteren.

• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld.

Om deze functie te gebruiken, moet u met uw pc een Samsung Linkaccount maken, evenals een account met een aangesloten online opslagservice. Na het maken van accounts te voltooien, voegt u uw online opslagaccount aan Samsung Link toe.

3 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en raak dan

Uploaden aan.

Als u meerdere webopslagservices hebt geregistreerd, selecteert u eerst een webopslag.

U kunt geen videobestanden naar de online opslag van Samsung Link uploaden.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.

U kunt ook in de afspeelmodus foto's uploaden door

Delen (Wi-Fi)

Samsung Link aan te raken.

141

Draadloos netwerk >

Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken

Foto's of video's op apparaten weergeven die Samsung Link ondersteunen

1 Raak op het modusscherm Wi-FiSamsung Link

Apparaten in de buurt aan.

• Als het richtlijnenbericht verschijnt, raakt u Ja aan.

• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een

WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.

• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 124)

• U kunt ook zo instellen om alleen geselecteerde of alle apparaten toe te staan verbinding te maken door op het scherm

DLNA-toegangsbeheer aan te raken.

• Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere apparaten uw camera kunnen vinden.

2 Verbind het Samsung Link-apparaat met een netwerk en schakel dan naar de Samsung Link-functie.

• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor meer informatie.

3 Laat op de camera het Samsung Link-apparaat verbinding maken met uw camera.

4 Selecteer op het Samsung Link-apparaat een camera om verbinding mee te maken.

5 Blader op het Samsung Link-apparaat naar de gedeelde foto's of video's.

• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren naar de foto's of video's op het Samsung Link-apparaat.

• Afhankelijk van het type Samsung Link-apparaat of de netwerkconditie worden video's mogelijk niet vloeiend afgespeeld.

Toegangspunt

S

Een camera is met een tv verbonden die via WLAN Samsung Link ondersteunt.

142

Draadloos netwerk >

Samsung Link om bestanden te verzenden, gebruiken

U kunt maximaal 1000 recent bestanden delen.

Op een Samsung Link-apparaat kunt u alleen foto's of video's weergeven die met uw camera zijn vastgelegd.

Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een Samsung

Link-apparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt.

Als de camera met 2 Samsung Link-apparaten is verbonden, kan het afspelen langzamer verlopen.

Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.

U kunt deze functie alleen met andere apparaten gebruiken die Samsung

Link ondersteunen.

Gedeelde foto's of video's worden niet op het Samsung Link-apparaat opgeslagen. Zij kunnen echter in de camera worden opgeslagen om aan de specificaties van het apparaat te voldoen.

Het overdragen van foto's of video's naar het Samsung Link-apparaat kan enige tijd duren. Dit hangt af van de netwerkverbinding, het aantal bestanden die moeten worden gedeeld, of de grootte van de bestanden.

Als u de camera niet op normale wijze uitschakelt (bijv. door de batterij te verwijderen) terwijl op een Samsung Link-apparaat foto's of video's worden weergegeven, dan beschouwt het apparaat de camera nog als verbonden.

De volgorde van de foto's of video's op de camera kan verschillen met die op het Samsung Link-apparaat.

Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.

Terwijl u foto's of video's op het Samsung Link-apparaat weergeeft, terwijl u continu de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of aanvullende handelingen op het apparaat uitvoert, dan kan dit voorkomen dat deze functie juist werkt.

Als u op een Samsung Link-apparaat de bestanden op de camera in een nieuwe volgorde plaatst of opnieuw sorteert, dan moet u het eerste instellingenproces herhalen om de lijst bestanden op het apparaat bij te werken.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

Wij raden u aan een netwerkkabel te gebruiken om uw Samsung Linkapparaat met uw toegangspunt te verbinden. Dit minimaliseert het 'haperen' van de video die u bij streaming-inhoud kunt ervaren.

Om met de functie Apparaten in de buurt op een Samsung Linkapparaat bestanden weer te geven, schakelt u op uw toegangspunt de multicastmodus in.

U kunt 3D-bestanden alleen weergeven op 3D-tv's of -monitors.

143

Draadloos netwerk

Foto's verzenden via Wi-Fi Direct

Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie

Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.

1 Schakel op het apparaat de optie Wi-Fi Direct in.

2 Scroll op de camera in de afspeelmodus naar een foto.

3 Raak → Delen (Wi-Fi)Wi-Fi Direct aan.

• In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk verzenden.

• Wanneer in miniatuurweergaven kunt u meerdere foto's selecteren.

Raak Uploaden aan als u klaar bent met het selecteren van foto's.

4 Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op de camera.

• Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is ingeschakeld.

• U kunt uw camera ook selecteren in de apparatenlijst van het betreffende Wi-Fi Direct-apparaat.

5 Geef op het apparaat de camera toestemming om verbinding te maken met het apparaat.

• De foto wordt verzonden naar het apparaat.

U kunt maximaal 20 bestanden per keer verzenden.

Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.

Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-apparaat, moet u het apparaat bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.

144

Hoofdstuk

5

Camera-instellingenmenu

Hier leest u alles over de menu's met gebruikersinstellingen en algemene instellingen.

U kunt de instellingen aan uw voorkeuren en behoeften aanpassen.

Camera-instellingenmenu

Gebruikersinstellingen

Met deze instellingen kunt u de gebruiksomgeving aanpassen.

U stelt als volgt gebruikersopties in:

Raak in de opnamemodus

→ 5 →

een optie aan.

Beschikbare items en de volgorde hiervan kunnen verschillen, afhankelijk van de opname-omstandigheden.

Auto ISO bereik

U kunt voor ISO Auto de maximale ISO-waarde voor de diverse belichtingsstappen instellen.

Optie

1/3 stap

1 stap

* Standaard

Waarde

ISO 125, ISO 160, ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500,

ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250, ISO 1600, ISO 2000,

ISO 2500, ISO 3200*

ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200*

ISO aanpassen

ISO-stap

U kunt het formaat voor de ISO-waarde instellen op 1/3 of 1 stap.

Ruisonderdrukking

Gebruik Ruisonderdrukking om zichtbare ruis in foto's te verminderen.

Optie

Hoge ISO ruisonderdr.

Lange ruisonderdr.

* Standaard

Beschrijving

Deze functie vermindert de ruis die zich kan voordoen als u een hoge ISO-gevoeligheid instelt. (Uit, Hoog,

Normaal*, Laag)

Deze functie vermindert de ruis wanneer u de camera voor lange belichting instelt. (Uit, Aan*)

146

Camera-instellingenmenu >

Gebruikersinstellingen

Bracketing instellen

U kunt de opties instellen voor AE BKT, WB BKT en F Wiz BKT.

Optie

AE BKT instellen

WB BKT instellen

Fotowiz. bkt instel.

Beschrijving

Belichtingsinterval instellen. (-/+0.3 EV*, -/+0.7 EV,

-/+1 EV, -/+1.3 EV, -/+1.7 EV, -/+2 EV, -/+2.3 EV,

-/+2.7 EV, -/+3 EV)

Stel van de 3 foto's tussen haakjes het bereik van de witbalans-interval in. (AB-/+3*, AB-/+2, AB-/+1,

MG-/+3, MG-/+2, MG-/+1)

Zo wordt met AB-/+3 de waarde voor oranje plus of min drie stappen bijgesteld. Met MG-/+3 wordt de magentawaarde met dezelfde hoeveelheid bijgesteld.

3 Fotowizard-instellingen selecteren die de camera gebruikt om de 3 foto's te maken die met de bracketingfunctie worden gemaakt.

DMF (Direct Manual Focus)

U kunt de scherpstelling handmatig aanpassen door de scherpstelring te draaien nadat u hebt scherpgesteld door [Ontspanknop] half in te drukken. Deze functie is mogelijk niet bij alle lenzen beschikbaar.

147

Camera-instellingenmenu >

Gebruikersinstellingen

Kleurruimte

Met de optie voor kleurruimte kunt u methoden selecteren voor het weergeven van kleuren. Digitale beeldapparaten zoals digitale camera's, monitoren en printers hebben hun eigen methode voor de weergave van kleuren, de zogenaamde kleurruimte.

Optie sRGB

Adobe RGB

Beschrijving sRGB (Standard RGB) is een internationale specificatie om de kleurruimte te definiëren die is gemaakt door de IEC (International Electrotechnical

Commission). sRGB wordt algemeen gebruikt voor de weergave van kleuren op pc-monitoren en is tevens de standaardkleurruimte voor Exif. sRGB wordt aangeraden voor reguliere foto's en voor foto's die u op internet wilt publiceren.

Adobe RGB wordt voor commercieel drukwerk gebruikt en heeft een groter kleurenbereik dan sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u foto's gemakkelijk bewerken op een computer. Het is belangrijk om te weten dat afzonderlijke programma's over het algemeen een beperkt aantal kleurruimtes ondersteunen.

Adobe RGB sRGB

Als de kleurruimte is ingesteld op Adobe RGB, dan worden foto's opgeslagen als '_SAMXXXX.JPG'.

148

Camera-instellingenmenu >

Gebruikersinstellingen

Vervormingscorrectie

U kunt de vervorming die zich vanuit de lenzen kan voordoen, corrigeren.

Deze functie is met sommige lenzen niet beschikbaar.

Als aanpassingsmodus opslaan

U kunt uw eigen opnamemodi aken door opties aan te passen en deze op te slaan. (C1, C2, of C3) (pag. 65)

Gebruikersdisplay

U kunt opnamegegevens op het scherm weergeven of weglaten.

1

London

F

2

iFn aanpassen

U kunt opties selecteren die kunnen worden aangepast wanneer u op

[i-Function] drukt op een i-Function-lens.

Optie

Diafragma

Sluitertijd

EV

ISO

Witbalans

Z

Beschrijving

De diafragmawaarde aanpassen.

De sluitertijd aanpassen.

De belichtingswaarde aanpassen.

De ISO-waarde aanpassen.

Instellen om de witbalans aan te passen.

Het zoompercentage aanpassen.

3

Nr.

Beschrijving

1

Datum/tijd

De datum en tijd weergeven.

2

Pictogrammen

Pictogrammen aan de rechterkant weergeven in de opnamemodus.

149

Camera-instellingenmenu >

Gebruikersinstellingen

Nr.

Beschrijving

Histogram

Het histogram op het scherm in- of uitschakelen.

3

Het histogram

Een histogram is een grafiek die de verdeling van de helderheid in het beeld toont. Een histogram dat naar links neigt, duidt op een donker beeld. Een histogram dat naar rechts neigt, duidt op een licht beeld.

De hoogte van de grafiek houdt verband met de kleurinformatie. De grafiek wordt hoger als een bepaalde kleur veel voorkomt.

Onvoldoende belichting Normale belichting Te veel belichting

Toetsafbeelding

U kunt de functie die aan de knop Aanpassen (

F

) is toegewezen, op het scherm of met de knop DIRECT LINK op de camera wijzigen.

Knop

Aangepast

DIRECT LINK

* Standaard

Functie

Stel een functie in voor de knop Aangepast.

Uit*: niet de knop Aangepast gebruiken.

Optisch voorb.: voer voor de huidige lensopeningswaarde de functie Diepte van veldvoorbeeld uit. (pag. 23)

WB-sneltoets (witbalans): de functie Aangepaste witbalans uitvoeren.

RAW-sneltoets+: sla een bestand in de RAW+JPEGindeling op. Raak de knop opnieuw aan om een bestand in JPEG-indeling op te slaan.

Reset: sommige instellingen resetten.

AEL: de automatische belichtingsfunctie vergrendelen.

AEL-vergr.: de automatische belichtingsvergrendeling blijven uitvoeren na de opname.

Stel een functie van de knop DIRECT LINK in.

(AutoShare*, MobileLink, Remote Viewfinder,

Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud,

Samsung Link)

150

Camera-instellingenmenu >

Gebruikersinstellingen

Rasterlijn

Selecteer een hulplijn om u te helpen een scène op te stellen.

(Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)

AF-lamp

Schakel de AF-lamp in om op donkere plaatsen beter automatisch te kunnen scherpstellen. De autofocus werkt op donkere plaatsen beter als de AF-lamp is ingeschakeld.

151

Camera-instellingenmenu

Instellingen

Leren hoe u de instellingen van de camera kunt configureren.

Opties instellen bij

Instellingen:

Raak in de opname- of afspeelmodus een optie aan.

→ q →

Onderdeel

Geluid

Snel tonen

* Standaard

Beschrijving

Systeemvolume: stel het geluidsvolume in of schakel alle geluid in het geheel uit. (Uit, Laag,

Middel*, Hoog)

Zelfs als het systeemvolume is uitgeschakeld, geeft de camera een geluid weer wanneer een video of diashow wordt afgespeeld.

AF-geluid: het geluid in- of uitschakelen dat de camera maakt als u de ontspanknop half indrukt.

(Uit, Aan*)

Toetsgeluid: het geluid in- of uitschakelen dat de camera maakt als u op de knoppen drukt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*)

De duur instellen voor Snel tonen; de tijd gedurende welke een foto direct na het maken wordt weergegeven. (Uit, 1 sec*, 3 sec, 5 sec, Vasthouden)

Onderdeel

Display aanpassen

* Standaard

Beschrijving

Stel de helderheid van het scherm, de automatische helderheidsoptie, de schermkleur of niveaumeter in.

Helderheid display: u kunt de helderheid van het display handmatig aanpassen.

Helderheid autom.: schakel automatisch de helderheid aan of uit. (Uit, Aan*)

Displaykleur: de kleur van het display handmatig aanpassen.

Horizontale kalibratie: de niveaumeter kalibreren.

Als de niveaumeter niet waterpas is, plaatst u de camera op een vlakke ondergrond en volgt u de instructies op het scherm.

U kunt de optie Horizontale kalibratie niet openen in de afspeelmodus.

U kunt de peilmeter niet kalibreren in de staande stand.

Scherm auto. Uit

Stel de tijd voor weergave uit in. De weergave wordt uitgeschakeld als u de camera gedurende de door u ingestelde tijd niet gebruikt.

(Uit, 30 sec*, 1 min, 3 min, 5 min, 10 min)

152

Camera-instellingenmenu >

Instellingen

Onderdeel

Spaarstand

Language

Datum en tijd

* Standaard

Beschrijving

Stel de tijd voor voeding uit in. De camera wordt uitgeschakeld als u deze gedurende de door u ingestelde tijd niet gebruikt. (30 sec, 1 min*, 3 min,

5 min, 10 min, 30 min)

De ingestelde uitschakeltijd blijft ook na het vervangen van de batterij bewaard.

De spaarstand werkt mogelijk niet als de camera op een computer of televisie is aangesloten of een diavoorstelling of film afspeelt.

De taal instellen van de informatie op het scherm.

Stel datum, tijd, datumnotatie, tijdzone en of de datum op foto's moet worden afgedrukt, in.

(Tijdzone, Datum/tijd, Datumtype, Type tijd,

Afdruk)

De datum verschijnt rechtsonder in het beeld.

Wanneer u een foto afdrukt, kan het zijn dat sommige printers de datum niet goed kunnen afdrukken.

Onderdeel

Video

Anynet+ (HDMI-CEC)

HDMI-uitvoer

* Standaard

Beschrijving

Kies het video-uitvoersignaal dat in uw land wordt gebruikt. Dit is nodig voor wanneer de camera op een extern videoapparaat zoals een monitor of HDTV wordt aangesloten.

NTSC: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, etc

PAL (ondersteunt alleen PAL B, D, G, H, of I):

Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken,

Finland, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië,

Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland, Singapore,

Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand, Noorwegen, enzovoort

Als de camera is aangesloten op een HDTV die

Anynet+ (HDMI-CEC) ondersteunt, kunt u deze met de afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie in te schakelen.

Uit: u kunt niet met de afstandsbediening van de tv de weergavefunctie van de camera gebruiken.

Aan*: u kunt met de afstandsbediening van de tv de weergavefunctie van de camera gebruiken.

Als u de camera met een HDMI-kabel op een HDTV aansluit, kunt u de resolutie van het beeld wijzigen.

NTSC: Auto*, 1080p, 720p, 480p,

576p (activeert alleen als PAL is geselecteerd)

Als de geselecteerde resolutie niet door de

HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd.

153

Camera-instellingenmenu >

Instellingen

Onderdeel

Best.naam

* Standaard

Beschrijving

Stel de notatie van bestandsnamen in.

Standaard*: SAM_XXXX.JPG (sRGB)/

_SAMXXXX.JPG (Adobe RGB)

Datum:

sRGB-bestanden - MMDDXXXX.JPG. Bijvoorbeeld voor een foto die op 1 jan. werd gemaakt, zal de bestandsnaam 0101XXXX.jpg zijn.

-

Adobe RGB-bestanden - MDDXXXX.JPG voor de maanden januari tot en met september. Voor de maanden oktober tot en met december wordt het maandnummer vervangen door de letters A (okt.),

B (nov.) en C (dec.).

Een foto die op 3 februari is gemaakt, heet bijvoorbeeld _203XXXX.jpg. Een foto die op

5 oktober is gemaakt, heet _A05XXXX.jpg.

Onderdeel

Bestandsnr.

Maptype

* Standaard

Beschrijving

Stel de notatie voor bestands- en mapnummering in.

Reset: na het gebruik van de resetfunctie begint de bestandsnummering weer bij 0001.

Serie*: de bestandsnummering loopt door, ook als u een nieuwe geheugenkaart plaatst, de kaart formatteert of alle foto's wist.

De eerste mapnaam is 100PHOTO, en als u de sRGB-kleurruimte en de standaardbestandsnaamgeving hebt gekozen, heet het eerste bestand SAM_0001.

Het bestandsnummer wordt steeds met één opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.

Ook mapnummers worden steeds met één opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.

Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999.

Bestandsnummers worden volgens de

DCF-specificaties (Design rule for Camera File system) toegekend.

Als u een bestandsnaam wijzigt, bijvoorbeeld op een computer, kan het bestand niet meer op de camera worden weergegeven.

Stel het type map in.

Standaard*: XXXPHOTO

Datum: XXX_MMDD

154

Camera-instellingenmenu >

Instellingen

Onderdeel

Formatt.

* Standaard

Beschrijving

De geheugenkaart formatteren. Tijdens het formatteren worden alle bestanden verwijderd, inclusief beveiligde bestanden. (Ja, Nee)

Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart door een ander merk camera, door een computer of in een geheugenkaartlezer laat formatteren.

Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u er beelden op vastlegt.

Apparaatgegevens

De firmwareversie van de body en de lens, MAC-adres en het netwerkcertificeringsnummer weergeven of de firmware bijwerken.

Firmware bijwerken: de firmware van de camerabody of lens bijwerken. (Toestel, Lens)

U kunt van www.samsung.com upgrades voor de firmware downloaden.

U kunt geen firmware-upgrade uitvoeren als de batterij niet volledig is opgeladen. Laad de batterij volledig op voordat u een firmware-upgrade uitvoert.

Bij een firmware-upgrade worden de gebruikersinstellingen en waarden gereset.

(De datum, tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.)

Schakel de camera niet uit zolang het upgradeproces actief is.

Onderdeel

GPS

* Standaard

Beschrijving

Geocodering: instellen dat foto's worden gemaakt met locatiegegevens met behulp van GPS (Global

Positioning System). De locatiegegevens worden in de

Exif-gegevens van de foto opgeslagen. (Uit, Aan*)

Geldige tijdsinst. GPS: geef de tijdslimiet op waarna de laatste locatiegegevens moeten worden gebruikt wanneer de camera geen GPS-signalen ontvangt.

Als de camera na de opgegeven tijd geen GPS-signalen ontvangt, worden er geen locatiegegevens op de foto's vastgelegd.

(15 sec*, 30 sec, 1 min, 3 min, 10 min, 30 min)

Locatieweergave: instellen om de locatiegegevens op het scherm weer te geven in de opnamemodus.

De locatiegegevens worden alleen in het Koreaans weergegeven wanneer u zich in Korea bevindt en de schermtaal op Koreaans is ingesteld. Wanneer er een andere taal is ingesteld, verschijnen de locatiegegevens in het Engels. (Uit, Aan*)

GPS resetten: stel dit in om voor GPS-satellieten te zoeken die het dichtst bij uw huidige positie zijn.

(Ja, Nee)

Als u de GPS-functie wilt gebruiken, moet u een optioneel GPS-apparaat aanschaffen.

155

Camera-instellingenmenu >

Instellingen

Onderdeel

Sensor reinigen

Reset

Open bronlicenties

* Standaard

Beschrijving

Sensor reinigen: verwijder stof van de sensor.

Bij inschakelen: de sensor wordt telkens bij het inschakelen van de camera gereinigd. (Uit*, Aan)

Aangezien deze camera gebruikmaakt van verwisselbare lenzen, kan er bij het wisselen van de lens stof op de sensor komen. Dit kan resulteren in zichtbare stofdeeltjes op de foto. Het wordt aanbevolen om niet in een stoffige omgeving lenzen te wisselen. Zorg ook dat de lensdop bevestigd is als de lens niet wordt gebruikt.

Het instellingenmenu en de opnameopties opnieuw instellen zodat ze weer op de fabrieksinstellingen staan. (Instellingen voor datum en tijd, taal en videouitvoer worden niet gewijzigd.) (Ja, Nee)

Open Source-licenties weergeven.

156

Hoofdstuk

6

Verbinding maken met externe apparaten

Profiteer optimaal van de mogelijkheden van deze camera door het apparaat op externe apparaten zoals een computer,

HDTV of 3D-televisie aan te sluiten.

Verbinding maken met externe apparaten

Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie

U kunt foto's of video's bekijken door de camera met een optionele

HDMI-kabel op een HDTV (3D TV) aan te sluiten.

Bestanden weergeven op een HDTV

1 Raak in opname- of afspeelmodus → q →

HDMI-uitvoer

→ een optie aan. (pag. 153)

2 Schakel de camera en de HDTV uit.

3 Sluit de camera op de HDTV aan met de optionele

HDMI-kabel.

5 Schakel de camera in.

• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een HDTV.

6 Bedien de camera om foto's weer te geven of video's af te spelen.

Als u de HDMI-kabel gebruikt, kunt u de camera via de Anynet+(CEC)methode op een HDTV aansluiten.

Als de HDTV Anynet+(CEC) ondersteunt, wordt de televisie automatisch ingeschakeld wanneer deze samen met de camera wordt gebruikt. Deze functie is mogelijk niet op alle HDTV's beschikbaar.

Wanneer de camera met een HDMI-kabel op een HDTV is aangesloten, kunnen er geen foto's of video's met de camera worden gemaakt.

Wanneer de camera op een HDTV is aangesloten, zijn bepaalde weergavefuncties van de camera mogelijk niet beschikbaar.

De tijdsduur waarna de camera en een HDTV met elkaar zijn verbonden kan variëren, afhankelijk van de gebruikte geheugenkaart. Hoewel de hoofdfunctie van een geheugenkaart het zorgen voor een grotere overdrachtssnelheid is, is het niet noodzakelijk zo dat een geheugenkaart met een grote overdrachtssnelheid ook snel is in combinatie met de HDMI-functie.

4 Schakel uw HDTV in en selecteer de HDMI-videobron.

158

Verbinding maken met externe apparaten >

Bestanden weergeven op een HDTV of een 3D-televisie

Bestanden weergeven op een 3D-televisie

U kunt foto's of video's weergeven die in 3D-modus zijn vastgelegd, of met de 3D Panorama-optie in Smart-modus op een 3D TV.

1 Raak in opname- of afspeelmodus → q →

HDMI-uitvoer

→ een optie aan. (pag. 153)

2 Schakel uw camera en 3D TV uit.

3 Sluit de camera op de 3D-televisie aan met de optionele

HDMI-kabel.

6 Ga naar een 3D-bestand en raak aan om naar de

3D-modus te schakelen.

• Raak aan om naar de 2D-modus te schakelen.

7 Schakel de 3D-functie van uw televisie in.

• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer informatie.

8 Bedien de camera om 3D-foto's weer te geven of 3D-video's af te spelen.

U kunt een MPO-bestand niet weergeven in 3D-effect op televisies die deze indeling niet ondersteunen.

Gebruik een gepaste 3D-bril als u een MPO-bestandof een 3D-videobestand op een 3D-tv weergeeft.

Als u foto's maakt in 3D-panoramamodus wordt het 3D-effect mogelijk minder duidelijk dan foto's die zijn gemaakt in de 3D-modus met een

3D-lens.

4 Schakel uw 3D-televisie in en selecteer de HDMI-videobron.

5 Schakel de camera in.

• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een 3D-televisie.

Bekijk de 3D-foto's of -video's die zijn vastgelegd met uw camera niet gedurende langere tijd op een 3D-televisie of 3D-monitor. Dit kan onaangename symptomen tot gevolg hebben, zoals vermoeide ogen, vermoeidheid, misselijkheid, en meer.

159

Verbinding maken met externe apparaten

Bestanden naar de computer overbrengen

Draag bestanden op een geheugenkaart over naar uw computer door de camera met de computer te verbinden.

Bestanden naar een Windows-computer overbrengen

De camera aansluiten als verwisselbare schijf

U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.

1 Schakel de camera uit.

2 Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.

3 Schakel de camera in.

• De computer herkent de camera automatisch.

4 Selecteer op uw computer Deze computerVerwisselbare

schijf

DCIM100PHOTO of 101_0101.

5 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de computer of sla ze daar op.

Als Maptype is ingesteld op Datum, wordt de mapnaam weergegeven als

'XXX_MMDD'. Als u bijvoorbeeld op 1 januari een opname maakt, wordt de mapnaam '101_0101'.

U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera.

Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.

De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.

Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de camera mogelijk niet naar behoren.

160

Verbinding maken met externe apparaten >

Bestanden naar de computer overbrengen

De camera loskoppelen (Windows XP)

Met Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 lijken de manier waarop de camera moet worden losgemaakt, sterk op elkaar.

1 Zorg dat er op dat moment geen gegevens tussen de camera en de computer worden uitgewisseld.

• Als het statuslampje op de camera knippert, betekent dit dat er gegevens worden overgedragen. Wacht totdat het statuslampje niet meer knippert.

2 Klik op op de werkbalk in de rechterbenedenhoek van uw computerscherm.

Bestanden naar een Mac-computer overbrengen

Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.

1 Schakel de camera uit.

2 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan.

3 Klik op het pop-upbericht.

4 Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat veilig is verwijderd.

5 Verwijder de USB-kabel.

U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op de camera.

Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden worden beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.

Als u probeert de USB-kabel in de HDMI-poort te steken, werkt de camera mogelijk niet naar behoren.

161

Verbinding maken met externe apparaten >

Bestanden naar de computer overbrengen

3 Schakel de camera in.

• De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram voor een verwisselbare schijf weer.

4 Open de verwisselbare schijf.

5 Breng foto's of video's naar de Mac-computer over.

162

Verbinding maken met externe apparaten

Programma's op een computer gebruiken

U kunt met de gegeven programma's bestanden weergeven en bewerken.

U kunt ook draadloos de bestanden naar een computer verzenden.

i-Launcher gebruiken

Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en biedt u een koppeling om het programma PC Auto Backup te downloaden.

Programma's installeren vanaf de meegeleverde cd

1 Plaats de installatie-cd in uw computer.

2 Selecteer een taal.

3 Selecteer een programma om te installeren.

4 Volg de aanwijzingen op het scherm.

5 Klik op Exit (Afsluiten) om de installatie te voltooien.

Beschikbare programma's wanneer u i-Launcher gebruikt

Onderdeel

Multimedia Viewer

Beschrijving

U kunt bestanden weergeven met Multimedia

Viewer.

Firmware Upgrade U kunt de firmware van de camera downloaden.

PC Auto Backup

U kunt foto's of video's die u met de camera hebt vastgelegd, draadloos verzenden naar een pc.

Vereisten voor Windows OS

Onderdeel

Processor

RAM

Besturingssysteem*

Schijfruimte

Overig

Vereisten

Intel Core 2 Duo

®

2.0 GHz of hoger/

AMD Phenom™ 2.4 GHz of hoger

Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)

Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7,

Windows 8

Minimaal 250 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)

CD-ROM-station

1024x768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280x1024 pixels en ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen)

• USB 2.0-poort

• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/

ATI X1600 series of hoger

Microsoft DirectX 9.0c of hoger

* Een 32-bit versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd—zelfs op 64-bit edities van Windows XP,

Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.

163

Verbinding maken met externe apparaten >

Programma's op een computer gebruiken

De vereisten zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand van de computer.

Als de computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet correct afgespeeld.

De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van niet-gekwalificeerde computers zoals een computer die u zelf hebt samengesteld.

Vereisten voor Mac OS

Onderdeel

Besturingssysteem

RAM

Schijfruimte

Overig

Vereisten

Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van

PowerPC)

Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen)

Minimaal 110 MB

USB 2.0-poort, CD-ROM-station

i-Launcher openen

Selecteer op uw computer start

Alle programma'sSamsung

i-Launcher

Samsung i-Launcher. Of klik op uw Mac OS-computer op

Applications (Toepassingen)

Samsungi-Launcher.

164

Verbinding maken met externe apparaten >

Programma's op een computer gebruiken

Multimedia Viewer gebruiken

Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik in het scherm van

Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.

Multimedia Viewer ondersteunt de volgende indelingen:

-

-

Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)

Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO

Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.

Foto's weergeven

1

Nr.

Beschrijving

1 Best.naam

2 Vergroot gedeelte

3 Histogram

4 Het geselecteerde bestand openen.

5 Histogram-knop

6 Naar links draaien/naar rechts draaien.

7

Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan.

8 De foto aanpassen aan het scherm.

9 De foto op origineel formaat weergeven.

10 Inzoomen/uitzoomen

11 Schakelen tussen de 2D- en 3D-modus.

2

3

11 10 9 8 7 6 5 4 165

Verbinding maken met externe apparaten >

Programma's op een computer gebruiken

Video's weergeven

1

Nr.

Beschrijving

6 Pauze

7 Naar het vorige bestand gaan.

8 Voortgangsbalk

De firmware downloaden

Klik in het scherm van Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.

2

Het programma PC Auto Backup downloaden

Klik vanaf het scherm van Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Voor informatie over het installeren van het programma Automatische back-up pc dient u pagina 133 te raadplegen.

8 7 6 5 4

Nr.

Beschrijving

1 Best.naam

2 Het volume aanpassen.

3 Het geselecteerde bestand openen.

4 Naar het volgende bestand gaan.

5 Stop

3

166

Verbinding maken met externe apparaten >

Programma's op een computer gebruiken

Adobe Photoshop Lightroom installeren

1 Plaats de DVD-ROM Adobe Photoshop Lightroom in uw computer.

2 Selecteer een taal.

3 Volg de aanwijzingen op het scherm.

Adobe Photoshop Lightroom gebruiken

Foto's die met een camera gemaakt zijn, worden vaak omgezet naar een

JPEG-indeling en opgeslagen in het geheugen volgens de instellingen van de camera op het moment van de opname. RAW-bestanden worden niet omgezet naar een JPEG-indeling, maar zonder aanpassingen in het geheugen opgeslagen. Met Adobe Photoshop Lightroom kunt u de belichting, witbalans, tinten, contrast en kleuren van foto's kalibreren.

U kunt ook JPEG- of TIFF-bestanden en RAW-bestanden bewerken.

Raadpleeg de handleiding bij het programma voor meer informatie.

167

Hoofdstuk

7

Bijlagen

Informatie over foutberichten, onderhoud van de camera, tips voor het oplossen van problemen, specificaties en optionele accessoires.

Bijlagen

Foutmeldingen

Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.

Foutmeldingen

Lens vergrend

Kaartfout

Geheugen vol

Mogelijke oplossing

De lens is vergrendeld. Draai de lens linksom totdat u een klik hoort. (pag. 46)

• Schakel de camera uit en weer in.

• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug.

• Formatteer de geheugenkaart.

Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.

Geen foto Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's.

Bestandsfout

Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter.

Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart.

Foutmeldingen

Max. aant. mappen en bestanden bereikt.

Vervang kaart

Error 00

Error 01/02

Mogelijke oplossing

Bestandsnamen komen niet overeen met de

DCF-norm. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart.

(pag. 155)

Schakel de camera uit, ontkoppel de lens en plaats deze weer terug. Neem contact op met een servicecenter als de melding blijft verschijnen.

Schakel de camera uit, verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Neem contact op met een servicecenter als de melding blijft verschijnen.

169

Bijlagen

Onderhoud van de camera

Reiniging van de camera

Cameralens en -scherm

Gebruik een borsteltje om stof te verwijderen en veeg de lens met een zachte doek af. Als enige stof achterblijft, brengt u een reinigingsmiddel voor lenzen op een stuk reinigingspapier aan en veegt u hiermee voorzichtig over de lens.

Beeldsensor

Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er stof op foto's zichtbaar zijn doordat de beeldsensor aan de buitenlucht is blootgesteld geweest.

Dit is geen probleem en blootstelling aan stof is iets wat bij alledaags gebruik van de camera gebeurt. U kunt stof van de sensor verwijderen met de functie voor sensorreiniging. (pag. 156) Als er na het reinigen van de sensor nog stof achterblijft, neemt u contact op met een servicecenter.

Steek de blazer niet in de opening van de vatting.

Camerabehuizing

Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.

Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen.

Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.

170

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

De camera gebruiken of opbergen

Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera

• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.

• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert.

• Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, bijvoorbeeld in een auto die in de zon staat.

• Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.

• Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te voorkomen.

• Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de camera.

• Berg de camera niet op met mottenballen.

Gebruik op het strand of aan de waterkant

• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.

• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken.

Camera voor langere tijd opbergen

• Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een afgesloten houder plaatsen.

• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.

• De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera wordt ingeschakeld als de batterij langere tijd niet in de camera is geplaatst.

171

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen

Als u de camera van een koude omgeving naar een warme overbrengt, kan zich op de lens of interne componenten van de camera condensatie vormen. In deze situatie dient u de camera uit te schakelen en ten minste

1 uur te wachten. Als zich condensatie vormt op de geheugenkaart, dient u de geheugenkaart uit de camera te halen en te wachten tot al het vocht is verdampt voordat u het kunt terugplaatsen.

Overige aandachtspunten

• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.

• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van de camera kan beïnvloeden.

• Schakel de camera uit wanneer u deze niet gebruikt.

• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet blootstelt aan schokken.

• Bewaar de camera in het etui om het scherm te beschermen tegen externe krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen.

• Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is.

Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken.

Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.

• Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren.

Deze apparaten kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing veroorzaken.

• Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken.

• Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek.

• Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld.

Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken.

• De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.

• Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is ingeschakeld, kan de kleur van het scherm tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt.

• Verf of metaal op de buitenkant van de camera kan allergieën, jeukende huid, eczeem of opzwelling veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u enige van deze symptomen ervaart, dient u onmiddellijk te stoppen met het gebruik van de camera en een arts te raadplegen.

• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.

• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt.

172

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Geheugenkaart

Ondersteunde geheugenkaart

Dit product biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten microSD

(Secure Digital), micromicroSDHC (Secure Digital High Capacity) of microSDXC (Secure Digital eXtended Capacity).

Geheugenkaartadapter

Geheugenkaart

Om met een computer of geheugenkaartlezer gegevens te lezen, plaatst u de geheugenkaart in een geheugenkaartadapter.

173

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Capaciteit van de geheugenkaart

De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een SD-kaart van 2 GB gebaseerd.

Foto

Formaat

20.0M (5472X3648)

10.1M (3888X2592)

5.9M (2976X1984)

2.0M (1728X1152)

Burst

16.9M (5472X3080)

7.8M (3712X2088)

4.9M (2944X1656)

2.1M (1920X1080)

13.3M (3648X3648)

7.0M (2640X2640)

4.0M (2000X2000)

1.1M (1024X1024)

346

512

1015

217

336

559

2149

Superhoog

130

277

471

1053

430

153

417

670

1349

227

465

752

2471

Hoog

163

356

570

1426

514

190

568

896

1700

284

592

1203

2819

Normaal

217

505

727

1941

638

251

-

-

-

-

-

-

-

Kwaliteit

RAW

39

-

-

-

-

-

32

35

36

38

34

36

37

RAW + S.Fijn

30

33

35

37

-

31

33

35

37

38

35

36

37

RAW + Fijn

31

34

36

37

-

32

RAW + Normaal

33

35

36

38

-

34

34

36

37

38

36

37

37

174

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Formaat

Hoge kwaliteit

Kwaliteit

Ongeveer 17' 21"

Normaal

Ongeveer 21' 44"

1920X1080 (30 fps)

*

1920X1080 (15 fps)

1920X810 (24 fps)

Ongeveer 23' 02"

Ongeveer 21' 11"

Ongeveer 28' 50"

Ongeveer 26' 31"

Video

1280X720 (60 fps)

1280X720 (30 fps)

640X480 (30 fps)

Ongeveer 16' 33"

Ongeveer 28' 38"

Ongeveer 70' 48"

Ongeveer 20' 42"

Ongeveer 35' 53"

Ongeveer 88' 58"

Om te delen (30 fps)

Ongeveer 213' 41" Ongeveer 271' 09"

* is alleen met enkele Smart-fitleropties beschikbaar.

De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie.

Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden.

Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.

De maximale opnametijd is 29 minuten en 59 seconden per bestand.

De maximale opnametijd is 20 minuten als u selecteert.

De maximale afspeeltijd van video's Om te delen is 30 seconden per bestand.

175

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten

• Zorg dat geheugenkaarten niet aan hele koude of hele warme temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F) worden blootgesteld. Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten slecht functioneren.

• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen de camera en de geheugenkaart hierdoor beschadigen.

• Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.

• Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.

• Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen.

• Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.

• Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld.

• Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige magnetische velden.

• Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen.

• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.

• Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor geheugenkaarten, in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.

• Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.

• Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde schijf of cd/dvd.

• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.

• Gebruik een geheugenkaart die voldoet aan de standaardvereisten.

De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.

176

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

De batterij

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.

Batterijspecificaties

Onderdeel

Model

Type

Capaciteit

Voltage

Beschrijving

BP1130

Lithium-ionbatterij

1130 mAh

7,6 V

Oplaadtijd* (wanneer de batterij volledig ontladen is)

Ongeveer 215 min

* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te laden.

Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:

De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met de fabrikant.

Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven wijze op.

Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer.

Plaats de batterij niet in een magnetron.

Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een badkamer of douche.

Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens.

Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een afgesloten ruimte.

Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.

Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging.

Haal de batterij niet uit elkaar en maak er geen gat in met een scherp voorwerp.

Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.

Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen.

Stel de batterij niet bloot aan temperaturen van 60 °C (140 °F) of hoger.

Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.

De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.

Richtlijnen voor afvoer

Voer de batterij met zorg af.

Werp de batterij nooit in een open vuur.

Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale regelgeving.

Richtlijnen voor het opladen van de batterij

Wissel de batterij alleen volgens de methode zoals in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. De batterij kan vlam vatten of exploderen als het niet juist wordt geladen.

177

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Werkduur van de batterij

Opnamemodus

Foto's

Video's

Gemiddelde tijdsduur/aantal foto's

Ongeveer 170 min/Ongeveer 340 foto's

Ongeveer 130 min (Neem video's op met een

1920X1080 resolutie en 30 fps.)

• De cijfers hierboven zijn gebaseerd op de CIPA-testnormen. De resultaten die u tijdens het gebruik behaalt, kunnen hiervan afwijken.

• De daadwerkelijk beschikbare opnameduur verschilt en is afhankelijk van achtergrond, de tijd tussen opnamen en de gebruiksomstandigheden.

• Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.

Bericht Batterij bijna leeg

Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en wordt de melding 'Batterij bijna leeg' weergegeven.

De batterij gebruiken

• Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen (onder 0 °C/32 °F of boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken.

• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera.

• Trek niet aan de netvoedingskabel om de stekker uit het stopcontact te trekken. Dit kan brand of elektrische schok veroorzaken.

• Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en levensduur van de batterij afnemen.

• Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.

• Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden opbergt terwijl de batterij is geplaatst, loopt de batterij leeg. U kunt mogelijk een volledig lege batterij niet meer opladen.

• Wanneer u de camera langere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij voortdurend laat leeglopen, nemen de capaciteit en levensduur mogelijk af, wat kan leiden tot defecten, brand of explosies.

178

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Waarschuwingen voor het gebruik van de batterij

Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.

Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen.

Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van de batterij en tijdelijke of permanente schade aan batterijen veroorzaken of brand of een elektrische schok.

De batterij opladen

• Controleer als het statuslampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst.

• Als de camera is ingeschakeld tijdens het opladen, laadt de batterij mogelijk niet volledig op. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt.

• Gebruik de camera niet wanneer u de batterij oplaadt. Dit kan brand of een schok veroorzaken.

• Trek niet aan de netvoedingskabel om de stekker uit het stopcontact te trekken. Dit kan brand of elektrische schok veroorzaken.

• Laat de batterij minstens 10 minuten opladen voordat u de camera inschakelt.

• Als u de camera aansluit op een externe stroombron wanneer de batterij leeg is, zorgen functies die veel stroom verbruiken ervoor dat de camera wordt uitgeschakeld. Als u de camera normaal wilt gebruiken, moet u de batterij opladen.

• Als u het netsnoer aansluit wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het statuslampje ongeveer 30 minuten branden.

• Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode statuslampje wordt uitgeschakeld.

• Als het indicatielampje rood knippert, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.

• Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het statuslampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.

• Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten.

Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen.

• Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op.

Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.

179

Bijlagen >

Onderhoud van de camera

Opmerkingen over opladen als een computer is aangesloten

• Gebruik alleen de bijgeleverde USB-kabel.

• De batterij laadt wellicht niet op als:

-

-

-

u een USB-hub gebruikt andere USB-apparaten zijn aangesloten op de computer u de kabel hebt aangesloten op de poort aan de voorzijde van de computer de USB-poort van uw computer ondersteunt niet de stroomuitvoerstandaard

(5 V, 500 mA).

Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften

• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen.

• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden.

180

Bijlagen

Voordat u contact opneemt met een servicecenter

Wanneer u problemen met het toestel ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter.

Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, moet u ook de onderdelen meenemen die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de batterij.

Probleem

De camera kan niet worden ingeschakeld

De camera wordt plotseling uitgeschakeld

De batterij raakt snel leeg

Mogelijke oplossing

• Controleer of de batterij in de camera is geplaatst.

Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst.

Laad de batterij op.

• Laad de batterij op.

Uw camera staat mogelijk in de spaarstand of het display wordt automatisch uitgeschakeld.

(pag. 153)

• De camera wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door extreme hitte beschadigd raakt. Schakel de camera weer in.

• Bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) kan de batterij sneller leeg raken. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken.

Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op.

• Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt.

Probleem

Er kunnen geen foto's worden gemaakt

De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.

De camera wordt warm

Tijdens het gebruik kan de camera opwarmen.

Dit is normaal en zou niet de levensduur of prestatie van uw camera moeten beïnvloeden.

Er wordt onverwachts geflitst

Mogelijke oplossing

• Er is geen ruimte op de geheugenkaart.

Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart.

• Formatteer de geheugenkaart.

De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart.

Controleer of de camera is ingeschakeld.

• Laad de batterij op.

• Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst.

De flitser werkt niet

De datum en tijd kloppen niet

Het scherm of de knoppen werken niet

Wegens statische elektriciteit kan de flitser afgaan. De camera heeft geen storingen.

• Mogelijk is de flitser ingesteld op Uit. (pag. 101)

In bepaalde modi kunt u de flitser niet gebruiken.

Stel de datum en tijd in onder het menu q.

(pag. 153)

Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.

181

Bijlagen >

Voordat u contact opneemt met een servicecenter

Probleem

De geheugenkaart heeft een fout

Uw computer herkent een microSDXC- geheugenkaart niet.

Mogelijke oplossing

• Schakel de camera uit en weer in.

• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug.

• Formatteer de geheugenkaart.

Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 176) microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT- bestandssysteem. Als u microSDXCgeheugenkaarten wilt gebruiken op een Windows

XP-computer, kunt u het stuurprogramma voor het exFATbestandssysteem downloaden en bijwerken via de website van Microsoft.

Uw televisie of computer kan geen foto's of video's weergeven die zijn opgeslagen op een microSDXC- geheugenkaart.

microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT- bestandssysteem. Zorg ervoor dat het externe apparaat compatibel is met het exFATbestandssysteem voordat u de camera aansluit op het apparaat.

Kan geen bestanden weergeven

Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen).

In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven.

Probleem

De foto's zijn onscherp

Mogelijke oplossing

• Zorg dat de gekozen scherpsteloptie geschikt is voor het soort opname dat u wilt maken.

Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.

Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 170)

De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren

Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 77)

De foto is te licht of te donker.

Foto's zijn vervormd

Het afspeelscherm verschijnt niet op het aangesloten externe apparaat

De foto is over- of onderbelicht.

• Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan.

Pas de ISO-waarde aan. (pag. 76)

• Schakel de flitser uit of in. (pag. 101)

• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 104)

Deze camera kan een minimale vervorming hebben wanneer er een groothoeklens wordt gebruikt waarmee een grote beeldhoek mogelijk is. Dit is normaal en wijst niet op een defect.

Controleer of de HDMI-kabel goed op de externe monitor is aangesloten.

Zorg dat er bruikbare opnamen op de geheugenkaart staan.

182

Bijlagen >

Voordat u contact opneemt met een servicecenter

Probleem

De computer herkent de camera niet

Mogelijke oplossing

• Controleer of de USB-kabel correct is aangesloten.

• Controleer of de camera is ingeschakeld.

Controleer of u een ondersteund besturingssysteem gebruikt.

Tijdens het overbrengen van bestanden verbreekt de computer de verbinding

De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan.

De computer kan geen video's afspelen i-Launcher werkt niet naar behoren

Video's worden mogelijk in bepaalde programma's voor het afspelen van video's niet afgespeeld. Als u videobestanden wilt afspelen die zijn vastgelegd met uw camera, gebruikt u het programma

Multimedia Viewer dat u met het programma i-Launcher kunt installeren op uw computer.

• Sluit i-Launcher af en start het programma opnieuw.

Afhankelijk van de specificaties en omgeving van uw computer, wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dit geval op

start

Alle programma's

Samsung

i-Launcher

Samsung i-Launcher op uw

Windows-computer. (Windows 8: open het startscherm en selecteer select All apps (Alle apps)

Samsung i-Launcher.) Of klik op

Applications (Toepassingen)

Samsung

i-Launcher op uw Mac OS-computer.

Probleem

Ik kan geen DPOF voor RAW-bestanden instellen

Mogelijke oplossing

U kunt DPOF niet instellen voor RAW-bestanden.

Autofocus werkt niet

AEL-functie werkt niet

Lens werkt niet

De externe flitser of

GPS werkt niet

Het scherm voor de datum- en tijdinstellingen wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt

• Het onderwerp is niet in focus. Wanneer het onderwerp zich buiten het AF-gebied bevindt, beweegt u de camera zodanig dat het AFgebied over het onderwerp valt en drukt u

[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.

• Het onderwerp is te dichtbij. Neem een stap naar achteren en maak de opname.

• De scherpstelling is op MF ingesteld.

Schakel over naar de AF-modus.

De AEL-functie werkt niet in de modi Auto,

Handmatig en Smart. Selecteer een andere modus om deze functie te gebruiken.

• Zorg dat de lens goed is geplaatst.

• Verwijder de lens van de camera en monteer het opnieuw.

Controleer of de externe flitser goed is geplaatst en is ingeschakeld.

Stel de datum en tijd opnieuw in.

• Dit scherm verschijnt wanneer de interne krachtbron van de camera volledig is ontladen.

Plaats een volledig opgeladen batterij en wacht ten minste 72 uur in uitgeschakelde toestand tot de interne krachtbron weer is opgeladen.

183

Bijlagen

Cameraspecificaties

Beeldsensor

Type

Sensorformaat

Effectieve pixels

CMOS

23,5 X 15,7 mm

Ongeveer 20,3 megapixels

Totaalaantal pixels

Kleurenfilter

Lensvatting

Type

Ongeveer 21,6 megapixels

RGB-primairekleurenfilter

Samsung NX-vatting

Beschikbare lens

Beeldstabilisatie

Type

Samsung-lenzen

Lens-shift (afhankelijk van de lens)

Modus

Lensvervormingscorrectie

Uit/Modus 1/Modus 2

Uit/Aan (afhankelijk van de lens) i-Function

Z (X1.2, 1.4, 1.7, 2.0)

Stofreductie

Type Ultrasoon transport

Scherm

Type

Formaat

Resolutie

Gezichtsveld

Hoek

Gebruikersscherm

Scherpstelling

Type

Scherpstelpunt

Modus

AF-hulplampje

TFT-LCD met aanraakpaneel (aanraakbediening van het C-type ingeschakeld)

3,7 mm (Ongeveer 93,8")

WVGA (800X480) 1152k punten

Ongeveer 100 %

Hersteld

Rasterlijn, Pictogrammen, Histogram,

Afstandsschaal, Niveaumeter

Contrast AF

• Selectie: 1 punt (vrije selectie)

Multi: Normaal 21 punten, Tot bijna 35 punten

• Gezichtsdetectie: max. 10 gezichten

• Tracking AF van object

Enkelvoudige AF, Continu AF, Handm. scherpstellen, Aanraak AF en Sluiter

Groene LED

184

Bijlagen >

Cameraspecificaties

Sluiter

Type

Sluitertijd

Belichting

Lichtmetingssysteem

Compensatie

AE-vergrendeling

ISO-equivalent

Elektronisch gestuurde verticaal lopende spleetsluiter

Automatisch: 1/4000-30 sec.

• Handmatig: 1/4000-30 sec. (1/3 EV Stap)

Bulb (tijdslimiet: 4 min.)

TTL 221 (17 X 13) Bloksegment

Lichtmeting: Multi, Centr. gewogen, Spot

Metingsbereik: EV 0-18 (ISO100 · 30 mm, F2)

±3 EV (1/3 EV Stap)

Knop Aanpassen

• 1 stap: Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400,

ISO 800, ISO 1600, ISO 3200, ISO 6400,

ISO 12800, ISO 25600

1/3 stap: Auto, ISO 100, ISO 125, ISO 160,

ISO 200, ISO 250, ISO 320, ISO 400, ISO 500,

ISO 640, ISO 800, ISO 1000, ISO 1250,

ISO 1600, ISO 2000, ISO 2500, ISO 3200,

ISO 4000, ISO 5000, ISO 6400, ISO 8000,

ISO 10000, ISO 12800, ISO 16000, ISO 20000,

ISO 25600

Transportmodus

Modus

Continuopnamen

Burst-opname

1 opname, Serieopname, Burst (alleen 5M),

Timer, Belichtingstrap (Automatische belichting,

Witbalans, Fotowizard)

• JPEG: Hoog (8 fps), Normaal (5 fps)

RAW: Hoog (8 fps), Normaal (5 fps)

• 10, 15, of 30 frames per seconde

Tot 30 opnamen per druk op sluiter

Opnametrapje

Zelfontspanner

Ontspanknop

Flitser

Type

Automatische belichtingsbracketing (±3 EV),

Witbalansbracketing, Fotowizardbracketing

2-30 sec. (1 tweede interval)

SR2NX02 (via Micro USB-poort) (optioneel)

Modus

Richtgetal

Beeldhoek

Externe flitser (bundel met SEF8A)

Smart Flitser, Auto, Automatisch rode ogen onderdrukken, Invulflits, Invulflits + Rode ogen,

1e gordijn, 2e gordijn, Uit

8 (gebaseerd op ISO 100) (SEF8A)

28 mm (35 mm filmequivalent)

Synchronisatiesnelheid Minder dan 1/180 sec.

EV flitser -2-+2 EV (0,5 EV Stap)

185

Bijlagen >

Cameraspecificaties

Externe flitser

Microaanpassing

Optionele externe flitsers van Samsung:

SEF42A, SEF220A

Synchronisatieterminal Hot-shoe

Witbalans

Modus

Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt,

Wit TL-licht, NW TL-licht, Daglicht-TL, Kunstlicht,

WB flitser, Aangep. instelling, Kleurtemperatuur

(handmatig)

Oranje/Blauw/Groen/Magenta respectievelijk

7 stappen

Dynamisch bereik

Uit/HDR-bereik+/HDR

Fotowizard

Modus

Parameter

Opname

Standaard, Helder, Portret, Landschap, Bos,

Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Aangepast 1,

Aangepast 2, Aangepast 3

Kleur, Kleurverzadiging, Scherpte, Contrast

Modus

Auto, Smart, Expert (Programma,

Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig,

Aangepast), Wi-Fi

Smart-modus

Intelligent filter

Formaat

Kwalit.

RAW-standaard

Kleurruimte

Gezichtscorrectie, Beste gezicht, Landschap,

Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama,

Waterval, Silhouet, Zon onder, Nacht, Vuurwerk,

Lichtspoor, Creatieve opname

Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,

Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,

Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel

• JPEG (3:2): 20.0M (5472X3648),

10.1M (3888X2592), 5.9M (2976X1984),

5.0M (2736X1824) (alleen Burst-modus),

2.0M (1728X1152)

JPEG (16:9): 16.9M (5472X3080),

7.8M (3712X2088), 4.9M (2944X1656),

2.1M (1920X1080)

• JPEG (1:1): 13.3M (3648X3648),

7.0M (2640X2640), 4.0M (2000X2000),

1.1M (1024X1024)

RAW: 20.0M (5472X3648)

* 3D-modus met 3D-lens is alleen beschikbaar met

JPEG (16:9) 4.1M (2688X1512) of 2.1M (1920X1080).

Superhoog, Hoog, Normaal

SRW (ver.2.0.0) sRGB, Adobe RGB

186

Bijlagen >

Cameraspecificaties

Video

Type

Indeling

Film AE-modus

Videoclip

Intelligent filter

Formaat

Opnamesnelheid

Multi Motion

Kwaliteit

Geluid

Bewerken

MP4 (H.264)

Video: H.264, Geluid: AAC

Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit,

Handmatig

Audio aan/uit (Opnameduur: Maximaal 29' 59'')

Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,

Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,

Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel

1920X1080, 1920X810, 1280X720, 640X480,

320X240 (Om te delen)

30 fps, 24 fps (alleen beschikbaar met 1920X810),

15 fps (alleen beschikbaar met Intelligent filter opties) x0.25 (alleen 640X480, 320X240), x0.5 (1280X720 (alleen 30 fps), 640X480,

320X240), x1, x5, x10, x20

Hoge kwaliteit, Normaal

Stereo

Stilstaand beeld als foto vastleggen,

Video inkorten

Weergave

Type

Bewerken

Intelligent filter

Opslag

Media

Bestandsindeling

GPS

Type

Functionaliteit

Eén afbeelding, Miniaturen (15/28), Diashow,

Film

Intelligent filter, Anti-rode ogen, Tegenl.,

Res.wijz, Draaien, Gezichtretouch., Helderheid,

Contrast

Vignetten, Miniatuur, Gekleurd potlood,

Waterverf, Aquarel, Olieverfschets, Inktschets,

Acryl, Negatief, Rood, Groen, Blauw, Geel

Extern geheugen (optioneel): microSD-kaart (2 GB gegarandeerd), microSDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd), microSDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd)

(Klasse 6 en hoger aanbevolen)

RAW (SRW (ver.2.0.0)), JPEG (EXIF 2.21),

MPO (3D), MP4 (Film), DCF, DPOF 1.1

Geotagging met een optionele GPS-module

(WGS 84)

Locatienaam (alleen beschikbaar in het Engels en Koreaans)

187

Bijlagen >

Cameraspecificaties

Draadloos netwerk

Type

Functie

IEEE 802.11b/g/n

MobileLink, Remote Viewfinder, Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud, Samsung Link,

AutoShare, Wi-Fi Direct

NFC

Ja

Interface

Digitale uitvoer

Video-uitvoer

USB 2.0 (micro USB-aansluiting)

• NTSC, PAL (instelbaar)

• HDMI

Externe ontspanknop Ja (micro USB)

Externe microfoon Ja

Gelijkstroomingang Gelijkstroom 5,0 V, 1A via microUSB

Energiebron

Type

Heroplaadbare batterij: BP1130 (1130 mAh)

* Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.

Afmetingen (B x H x D)

119 x 64,5 x 35,7 mm (zonder uitsteeksels)

Gewicht

228 g (zonder batterij en geheugenkaart)

Bedrijfstemperatuur

0-40 °C

Bedrijfsluchtvochtigheid

5-85 %

Software i-Launcher, Adobe Photoshop Lightroom

* Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd om de prestaties te verbeteren.

* Andere merken en productnamen zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaars.

188

Bijlagen

Woordenlijst

Toegangspunt

Een toegangspunt is een apparaat waarmee draadloze apparaten verbinding kunnen maken met een bedraad netwerk.

Ad-hocnetwerk

Een ad-hocnetwerk is een tijdelijk verbinding voor het delen van bestanden of een internetverbinding tussen computers en apparaten.

AdobeRGB

Adobe RGB wordt gebruikt voor commercieel afdrukken en heeft een groter kleurenbereik dan sRGB. Door het grotere kleurenbereik kunt u foto's gemakkelijk bewerken op een computer.

AEB (Opnamereeks met verschillende belichtingen)

Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.

AEL/AFL (Vergrendeling automatische belichting/ vergrendeling automatische scherpstelling)

Met deze functies kunt u de belichting of scherpstelling vergrendelen op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen of als u de belichting wilt berekenen.

AF (Autofocus)

Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen.

AMOLED (Active-matrix organic light-emitting diode)/

LCD (Liquid Crystal Display)

AMOLED is een scherm dat erg dun en licht is en waarvoor geen achtergrondverlichting nodig is. LCD is een scherm dat algemeen wordt gebruikt in consumentenelektronica. Dit scherm heeft een afzonderlijke achtergrondverlichting, zoals CCFL of LED, nodig om kleuren te reproduceren.

Diafragma

Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt.

189

Bijlagen >

Woordenlijst

Bewegingsonscherpte (vaag)

Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de

OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren.

Compositie

Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat.

Cloudcomputing

Cloudcomputing is een technologie waarmee u gegevens kunt opslaan op externe servers en de gegevens kunt gebruiken op een apparaat met internettoegang.

DCF (Design rule for Camera File system)

Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan

Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA).

Kleurruimte

Het kleurenbereik dat de camera kan zien.

Scherptediepte

De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag.

Kleurtemperatuur

Kleurtemperatuur is een maat in graden Kelvin waarmee de tint van een bepaald type lichtbron wordt aangegeven. Wanneer de kleurtemperatuur toeneemt, heeft de kleur van de lichtbron een blauwiger tint. Wanneer de kleurtemperatuur afneemt, heeft de kleur van de lichtbron een rodere tint.

Bij 5500 graden Kelvin is de kleur van de lichtbron vergelijkbaar met die van de zon rond het middaguur.

DPOF (Digitale afdrukbestelling)

Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de kaart voor eenvoudig afdrukken.

190

Bijlagen >

Woordenlijst

EV (Belichtingswaarde)

Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde belichting.

EV-compensatie

Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren.

Exif (Exchangeable Image File Format)

Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandindeling voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries

Development Association (JEIDA).

Belichting

De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken.

Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.

Flitser

Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden met weinig licht.

Brandpuntsafstand

De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek.

Histogram

Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto niet goed is belicht.

H.264/MPEG-4

Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. Deze codec kan video van goede kwaliteit leveren bij lage bitsnelheden ontwikkeld door JVT (Joint Video Team).

191

Bijlagen >

Woordenlijst

Beeldsensor

Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn

CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide

Semiconductor).

IP (Internet Protocol)-adres

Een IP-adres is een uniek nummer dat wordt toegewezen aan elk apparaat dat verbinding heeft gemaakt met internet.

ISO-waarde

De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.

JPEG (Joint Photographic Experts Group)

Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie.

Lichtmeting

De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen.

MF (Handmatige scherpstelling)

Een systeem dat de cameralens handmatig scherpstelt op het onderwerp.

U kunt de scherpstelring gebruiken om scherp te stellen op een onderwerp.

MJPEG (Motion JPEG)

Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.

MPO (Multi Picture Object)

Een indeling voor beeldbestanden waarbij een bestand meerdere beelden bevat. Een MPO-bestand levert een 3D-effect op MPO-compatibele schermen, zoals 3D-televisies of 3D-monitors.

192

Bijlagen >

Woordenlijst

Ruis

Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels.

Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.

NFC (Near Field Communication)

NFC is een set met standaards voor radiocommunicatie op zeer korte afstand. U kunt NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of gegevens uit te wisselen met andere apparaten.

PAL (Phase Alternate Line)

Een coderingsnorm voor videokleur die in verschillende landen in Afrika,

Azië, Europa en het Midden-Oosten wordt gebruikt.

Kwaliteit

Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden.

NTSC (National Television System Committee)

Een coderingsnorm voor videokleur die vooral wordt gebruikt in Japan,

Noord-Amerika, de Filippijnen, Zuid-Amerika, Zuid-Korea en Taiwan.

RAW (onbewerkte CCD-gegevens)

De oorspronkelijke, niet-verwerkte gegevens die rechtstreeks afkomstig zijn van de beeldsensor van de camera. Witbalans, contrast, verzadiging, scherpte en andere gegevens kunnen worden bewerkt met bewerkingssoftware voordat het beeld wordt gecomprimeerd naar een standaardbestandsindeling.

Optische zoom

Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.

Resolutie

Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie.

193

Bijlagen >

Woordenlijst

Sluitertijd

De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen.

sRGB (Standard RGB)

Internationale norm voor kleurruimte, vastgesteld door de IEC

(International Electrotechnical Commission). Deze norm is vastgesteld op basis van kleurruimte voor computermonitoren en wordt ook gebruikt als de standaardkleurruimte voor Exif.

Vignetten

Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst.

Witbalans (kleurbalans)

Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.

Wi-Fi

Wi-Fi is een technologie waarmee elektronische apparaten draadloos gegevens kunnen uitwisselen via een netwerk.

WPS (Wi-Fi Protected Setup)

WPS is een technologie voor beveiliging van draadloze thuisnetwerken.

194

Bijlagen

Optionele accessoires

Lens

SAMSUNG 18-55 mm

F3.5-5.6 OIS III

SAMSUNG 16 mm F2.4

SAMSUNG 20-50 mm

F3.5-5.6 ED II

SAMSUNG 20 mm F2.8

SAMSUNG 30 mm F2 SAMSUNG 50-200 mm

F4-5.6 ED OIS III

SAMSUNG 60 mm F2.8

Macro ED OIS SSA

SAMSUNG 18-200 mm

F3.5-6.3 ED OIS

Lens

SAMSUNG 85 mm F1.4 ED SSA SAMSUNG 12-24 mm F4-5.6 ED

SAMSUNG 45 mm F1.8

SAMSUNG 45 mm F1.8 [T6] 2D/3D

Externe flitser

SEF42A

GPS

GPS10

SEF220A

195

Bijlagen >

Optionele accessoires

Draadontspanner (micro USB-type) Microfoon

SR2NX02

Oplaadbare batterij

EM10

Batterijoplader

BP1130

Cameratas

Geheugenkaart

BC3NX01

Camera-etui

Filter

USB-kabel HDMI-kabel

Polslus

De afbeeldingen kunnen afwijken van de werkelijke artikelen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van deze optionele accessoires voor meer informatie.

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires. Samsung is niet verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van accessoires van derden ontstaat.

196

Bijlagen

Index

A

Aanraak AF 88

Aanraakscherm 40

Adobe Photoshop Lightroom 167

Afbeelding aanpassen

Foto's aanpassen 120

Gezichten aanpassen 121

Rode ogen 121

Autofocus 82

Automatische back-up 133

Bestanden overbrengen

Mac 161

Windows 160

Brandpuntsafstand 20

C

Camera

Aansluiten als verwisselbare

schijf 160

Indeling 29

Loskoppelen (Windows) 161

Op pc aansluiten 160

Cameraspecificaties 184

B

Batterij

Let op 177

Opladen 34

Plaatsen 33

Belichtingstrap 96

Belichtingswaarde (EV) 15, 104

Bestanden

Beveiligen 112

Fototype 75

Type video 106

Verwijderen 113

D

Datum/tijd 153

Diafragma 15, 19

Diashow 114

Digitale afdrukbestelling

(DPOF) 115

DIRECT LINK 31

Display type 44

Draadloos netwerk 124

Draaien 119

F

F-getal 15

Flitser

Bounce-fotografie 26

Flitsopties 101

Intensiteit 102

Richtgetal 25

Focus Peaking 90

Foto's

Bewerken 118

Opname-instellingen 74

Vergroten 114

Weergeven op 3D-televisie 159

Weergeven op camera 110

Weergeven op HDTV 158

Fotowizard 80

G

Geheugenkaart

Let op 173

Plaatsen 33

Gezichten aanpassen 121

H

Helderheid display 152

Houding 13

I

i-Function 67

i-Launcher 163

Instellingen 152

Intelligent filter

Afspeelmodus 122

Opnamemodus 81

In-/uitfaden 107

ISO-waarde 76

i-Zoom 69

197

Bijlagen >

Index

K

Kleurruimte 148

L

Lenzen

Markeringen 49

Onderdelen 45

Ontgrendelen 46

Vergrendelen 46

L.meting 98

M

Miniaturen 110

MobileLink 129

Modus Beste gezicht 58

O

Onderhoud 170

One Touch-opname 89

Opladen 34

Opnamemodi

Aangepast 65

Auto 55

Handmatig 64

Opnemen 66

Prioriteit lensopening 62

Prioriteit sluiter 63

Programma 61

Smart 57

Optionele accessoires

De flitser aansluiten 51

GPS-module aansluiten 53

Indeling van GPS-module 53

Onderdelen van flitser 50

Optische beeldstabilisatie (OIS) 93

P

Panoramamodus 59

Pictogrammen

Afspeelmodus 43

Opnamemodus 41

Resolutie

Afspeelmodus 119

Opnamemodus (film) 106

Opnamemodus (foto) 74

Rode ogen-effect

Afspeelmodus 121

Opnamemodus 102

S

Samsung Link 141

Scherpstelhulp 90

Scherptediepte 16, 21

Servicecenter 181

Sluitertijd 17, 19

Smartpaneel 39

Snelheid 94

Spaarstand 153

R

Regel van derden 23

Remote Viewfinder 131

T

Televisie 158

Timer 95

Tracking AF 88

U

Uitpakken 28

V

Vergroten 114

Video Out 153

Video's

Opnemen 66

Opties 106

Vastleggen 117

Weergeven 116

W

Witbalans 77

3

3D-modus 70

198

Bijlagen

Correcte verwijdering van dit product

(elektrische & elektronische afvalapparatuur)

(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)

Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USBkabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.

Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.

Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.

Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product

(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)

Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen

Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu.

Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.

199

LET OP

ER BESTAAT ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS U DE BATTERIJ VERVANGT

DOOR EEN BATTERIJ VAN EEN ONJUIST TYPE.

VERWIJDER OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE INSTRUCTIES.

Deze apparatuur mag in alle EU-landen worden gebruikt.

In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt.

200

Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement

Table of contents