advertisement
▼
Scroll to page 2
of 122
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider. * Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft. * Drukfouten voorbehouden. World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.:GH68-09509A Dutch. 03/2006. Rev. 1.0 SGH-D520 Gebruiksaanwijzing Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen bij het tanken Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Speciale voorschriften Accessoires en batterijen Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon • De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. • Gooi oude batterijen weg volgens de geldende richtlijnen. Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Deskundige technische service Alarmnummer bellen Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 108 voor meer informatie over veiligheid. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets . Belangrijke veiligheidsinformatie De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur. Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. 1 Over deze handleiding • In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken. Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel onder de knie te krijgen. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan en deze vervolgens selecteren. → [ ] < > 2 Speciale functies op uw telefoon • Foto's bewerken U kunt uw foto's bijsnijden, draaien en een decoratief tintje geven. Ook kunt u de grootte van uw foto's wijzigen. • Muziekspeler U kunt uw telefoon gebruiken als MP3-speler om MP3-bestanden af te spelen. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [ ] Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Voorbeeld: <Menu> Camera en camcorder U kunt de cameramodule op uw telefoon gebruiken om een foto te nemen of een video-opname te maken. Bestanden bekijken U kunt documenten in diverse indelingen in de telefoon bekijken zonder dat deze vervormd worden. • MMS (Multimedia Message Service) U kunt MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen, videoclips en geluidsfragmenten verzenden. • Bluetooth Met behulp van de gratis, draadloze Bluetooth-technologie kunt u mediabestanden overzetten en verbinding maken met andere apparaten. • E-mail U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, videoclips en geluidsfragmenten in bijlagen verzenden. • Zien door wie u wordt gebeld U kunt zien door wie u wordt gebeld, doordat de foto van de beller wordt weergegeven. • Visitekaartje U kunt visitekaartjes maken met uw telefoonnummer en uw profiel. Dit elektronische visitekaartje is een handig middel om uzelf aan anderen voor te stellen. • Web browser U kunt draadloos verbinding maken met het internet zodat u de meest actuele informatie en allerlei mediacontent kunt ophalen. • Java U kunt één van de meegeleverde Java™-games spelen en nieuwe games downloaden. • Spraakrecorder Hiermee kunt u memo's of geluiden opnemen. Speciale functies op uw telefoon • 3 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Toetsen, functies en locaties Aan de slag 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon De telefoon installeren en opladen ............................. 7 De telefoon aan- en uitzetten .................................... 8 Toetsen en display ................................................... 9 Toegang tot menufuncties........................................ 11 De telefoon aanpassen ............................................ 12 Zelf bellen en oproepen beantwoorden ...................... 15 Andere functies van de telefoon gebruiken 15 Aan de slag met de camera, de muziekspeler, de webbrowser en andere speciale functies De camera gebruiken .............................................. 15 Muziekbestanden afspelen ....................................... 16 4 Surfen op internet .................................................. De telefoonlijst gebruiken ........................................ Berichten verzenden ............................................... Berichten bekijken .................................................. Bluetooth gebruiken................................................ 18 18 20 22 23 Tekst ingeven 25 AB-stand, T9-stand, Cijferstand en Symboolstand Telefoneren 28 Geavanceerde belfuncties Menuopties 33 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 106 Hulp bij het oplossen van problemen Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 108 Index 116 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> voor toegang tot de menustand. 1 Oproepenlijsten 1 2 3 4 5 6 7 blz. 33 Laatste oproepen blz. Gemiste oproepen blz. Uitgaande oproepen blz. Ontvangen oproepen blz. blz. Alles verwijderen blz. Gespreksduur * blz. Gesprekskosten 33 33 34 34 34 34 34 2 Telefoonlijst blz. 35 1 2 3 4 5 6 7 8 blz. 35 blz. 36 blz. 37 blz. 38 blz. 39 blz. 39 blz. 39 blz. 40 Contactpersonen Contact toevoegen Groep Snelkiezen Mijn visitekaartje Eigen nummer Beheer Servicenummers* 3 Toepassingen blz. 40 5 Berichten blz. 56 1 Muziekspeler 2 Spraakrecorder 3 Foto bewerken 4 Java/Games 5 Wereldklok 6 Alarm 7 Calculator 8 Omrekenen 9 Timer 10 Stopwatch 11 Sleutelbeheer 12 SIM AT* blz. 40 blz. 44 blz. 45 blz. 48 blz. 48 blz. 49 blz. 50 blz. 50 blz. 51 blz. 51 blz. 51 blz. 52 1 2 3 4 5 6 blz. 56 blz. 60 blz. 65 blz. 66 blz. 67 blz. 73 4 Browser blz. 52 1 2 3 4 5 6 7 blz. 52 blz. 54 blz. 55 blz. 55 blz. 55 blz. 55 blz. 55 Startpagina URL invoeren Favorieten Opgeslagen pagina's Geschiedenis Cache leegmaken Browserinstellingen Bericht maken Mijn berichten Standaardberichten Alles verwijderen Instellingen Geheugenstatus 6 Mijn bestanden blz. 73 1 2 3 4 5 6 blz. 74 blz. 75 blz. 76 blz. 77 blz. 78 blz. 80 Afbeeldingen Video's Muziek Geluiden Andere bestanden Geheugenstatus 7 Agenda blz. 80 8 Camera blz. 84 9 Instellingen blz. 91 1 2 3 4 5 6 7 8 9 blz. 91 blz. 91 blz. 93 blz. 94 blz. 95 blz. 96 blz. 99 blz. 102 blz. 103 Tijd en datum Telefooninstellingen Displayinstellingen Geluidsinstellingen Verlichting Netwerkdiensten Bluetooth Beveiliging Verbindingsinstellingen 10 Instellingen terugzetten blz. 105 * Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIMkaart wordt ondersteund. 5 Uitpakken De telefoon Overzicht van de onderdelen Toetsen, functies en locaties Luidspreker Flitser Telefoon Display Reisadapter Navigatietoetsen (Omhoog/ Omlaag/Links/ Rechts) Batterij Gebruiksaanwijzing Bij de lokale Samsung-dealer kunt u diverse accessoires kopen. De onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsung-dealer kunnen per land en per provider verschillen. 6 Volumetoetsen Linkerfunctietoets Nummerkeuze toets Aansluitpunt headset Alfanumerieke toetsen Toetsen voor speciale functies Cameralens Webtoegangstoets/ bevestigingstoets Rechterfunctietoets Aan/Uit/Menu afsluiten Microfoon Toets voor verwijderen Cameratoets Aan de slag Plaats de batterij. De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Plaats het klepje van de batterij weer terug. Informatie over de SIM-kaart Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-code, beschikbare extra diensten en dergelijke) opgeslagen. De telefoon installeren en opladen Verwijder het deksel van de batterij. Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen door [ ] ingedrukt te houden. Sluit de reisadapter aan op de telefoon. Plaats de SIM-kaart. Zorg dat de goudkleurige contactpunten naar beneden gericht zijn. Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. 7 Aan de slag Haal het netsnoer van de adapter uit het stopcontact als de telefoon volledig is opgeladen (het batterijsymbool knippert niet meer). Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. Haal de adapter uit de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten De telefoon aanzetten Batterijsymbool Als de batterij bijna leeg is: • hoort u een waarschuwingstoon, • wordt een melding weergegeven dat de batterij bijna leeg is en • knippert het batterijsymbool . 8 Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. De telefoon uitzetten 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. 3. Geef indien nodig de PIN-code in en druk op <OK>. 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. Toetsen blokkeren Als u de blokkering wilt opheffen, drukt u op <Ontgr.> en vervolgens op <OK>. Toetsen en display Toetsen De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. In de standby-stand: rechtstreeks uw favoriete menu's openen.blz. 92 In de menustand: door menuopties bladeren. In de standby-stand: de webbrowser starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren of de invoer bevestigen. Bellen of oproepen beantwoorden. In de standby-stand: de recent gebelde nummers weergeven of de nummers weergeven waarvan u een oproep hebt gemist of ontvangen. Aan de slag Als u de telefoon sluit, worden de toetsen automatisch vergrendeld, zodat er niets gebeurt als deze per ongeluk worden ingedrukt. Tekens in het display of een item in een toepassing verwijderen. Een oproep beëindigen. Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit te zetten. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. Cijfers, letters en enkele speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden om verbinding te maken met de voicemailserver. Houd [0] ingedrukt om een internationale toegangscode in te voeren. Speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de stille stand in of uit te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen nummers in te voeren. 9 Aan de slag Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand met de telefoon open: het toetstoonvolume aanpassen. Met de telefoon gesloten: ingedrukt houden om het display in te schakelen. In de standby-stand: ingedrukt houden om de camera aan te zetten. In de camerastand: een foto nemen of een video-opname maken. Sterkte ontvangstsignaal In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt niet bellen en geen oproepen ontvangen GPRS-netwerk Er wordt verbinding gemaakt met het GPRS-netwerk Verbonden met internet Display Roamingnetwerk Indeling Symbolen hier worden diverse symbolen weergegeven. Tekst en afbeeldingen hier worden berichten, instructies en ingevoerde gegevens weergegeven. Menu 10 Symbolen* Contacten Functietoetsindicatoren hier ziet u de huidige functie die aan de toets is toegewezen. Nieuw bericht Nieuw e-mailbericht Nieuw voicemailbericht Doorschakelfunctie actief blz. 96 Thuiszone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Verbonden met Bluetooth handsfree carkit of headset Bluetooth actiefblz. 100 Toegang tot menufuncties De De functie van een functietoets functietoetsen hangt af van de context waarin deze wordt gebruikt. Onder in het gebruiken display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Aan de slag Kantoorzone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Gesynchroniseerd met computer MP3 wordt afgespeeld Afspelen van MP3 is onderbroken Kies Terug Alarm ingesteldblz. 49 Beltoon ingesteld op trilstandblz. 94 Stille stand (trillen) Stille stand (dempen) Microfoon tijdens een gesprek uitgeschakeld Batterijsterkte Druk op de linkerfunctietoets om de gemarkeerde optie te selecteren. Druk op de rechterfunctietoets om terug te keren naar het vorige menuniveau. * Welke symbolen op het display worden weergegeven, is afhankelijk van het land en de provider. 11 Aan de slag Een optie selecteren 1. Druk op de betreffende functietoets. 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies>, <OK> of [ ] om de weergegeven functie of de geselecteerde optie te bevestigen. 4. Gebruik voor het afsluiten een van de volgende methoden: • Druk op <Terug> om één niveau omhoog te gaan. • Druk op [ ] om terug te keren naar de standby-stand. Sneltoetsen gebruiken 12 Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. Voor de indexnummers 10, 11 en 12 drukt u respectievelijk op [0], [ ] en [ ]. De telefoon aanpassen Displaytaal 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Telefooninstellingen → Taal. 2. Selecteer een taal. Belmelodie 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Instellingen → Geluidsinstellingen → Inkomende oproep → Beltoon. 2. Selecteer een beltooncategorie. 3. Selecteer een beltoon. 4. Druk op <Opslaan>. U kunt op het display een achtergrond voor de standby-stand instellen. Kleurpatroon menu's 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Displayinstellingen → Achtergrond → Hoofddisplay. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Instellingen → Displayinstellingen → Kleurpatroon. 2. Selecteer een afbeeldingscategorie. 2. Selecteer een kleurpatroon. 3. Selecteer een afbeelding. 4. Druk op <Opslaan>. U kunt de kleur van de displayonderdelen, zoals de titelbalk en de markeringsbalk, aanpassen. Aan de slag Achtergrond standby-stand Sneltoetsen voor menu's U kunt de navigatietoetsen instellen als sneltoetsen om uw favoriete menu's weer te geven. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Telefooninstellingen → Sneltoetsen. 2. Selecteer een toets. 3. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. 13 Aan de slag Stille stand Telefoonblokkering U kunt de telefoon in de stille stand zetten zodat u anderen niet stoort met de geluiden van uw telefoon. 3. Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt. 4. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. U kunt de telefoon met een wachtwoord beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. Bij het aanzetten van de telefoon wordt u dan om het wachtwoord gevraagd. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Instellingen → Beveiliging → Wachtwoord wijzigen. 2. Geef het standaardwachtwoord 00000000 in en druk op <OK>. 14 5. Selecteer Telefoon vergrendelen. 6. Selecteer Inschakelen. 7. Geef het wachtwoord in en druk op <OK>. Zelf bellen en oproepen beantwoorden Een oproep tot 1. Geef in de standby-stand het netnummer en stand brengen abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. 3. U kunt de oproep beëindigen door op [ ] te drukken. Een oproep beantwoorden 1. Druk op [ ] wanneer de telefoon overgaat. Het volume aanpassen tijdens een gesprek Druk op [ / ]. 2. U kunt de oproep beëindigen door op [ ] te drukken. Andere functies van de telefoon gebruiken Aan de slag met de camera, de muziekspeler, de webbrowser en andere speciale functies De camera gebruiken Een foto nemen 1. Open de telefoon. 2. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 3. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens aan. 4. Druk op [ ] of [ ]om de foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen. 5. Druk op <OK> om nog een foto te nemen. 15 Andere functies van de telefoon gebruiken Een foto bekijken 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Mijn bestanden → Afbeeldingen → Foto's. 2. Selecteer de gewenste foto. 1. Houd in de standby-stand [ ] Een videoingedrukt om de camera aan te opname maken zetten. 2. Druk op [1] om over te schakelen naar de opnamestand. 3. Druk op [ ]of [ ] om de opname te starten. Een videoopname afspelen 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Mijn bestanden → Video's → Videoclips. 2. Selecteer de gewenste video-opname. Muziekbestanden afspelen Muziekbestand U kunt de volgende methoden gebruiken: naar de • Downloaden van internet telefoon blz. 52 kopiëren • Downloaden van een computer met behulp van het programma Samsung PC Studio Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio • Ontvangen via Bluetooth blz. 102 4. Druk op [ ], < > of [ ] om de opname te stoppen. De video-opname wordt automatisch opgeslagen. 5. Druk op <OK> als u nog een video-opname wilt maken. 16 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Toepassingen → Muziekspeler. 2. Druk op <Opties> en kies Toevoegen aan playlist → Alles toevoegen of Bestanden toevoegen. 3. Als u Bestanden toevoegen hebt gekozen, drukt u op [ ] om de gewenste bestanden te selecteren en vervolgens op <Kies>. 4. Druk op <Terug> om terug te gaan naar het scherm van de muziekspeler. Muziekbestanden afspelen 1. Druk in het scherm van de muziekspeler op [ ]. Andere functies van de telefoon gebruiken Een playlist maken 2. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: • : hiermee onderbreekt/ hervat u het afspelen. • Links: hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. • Rechts: hiermee gaat u naar het volgende bestand. • Omhoog: hiermee opent u de playlist. • / : hiermee past u het volume aan. • Omlaag: hiermee stopt u het afspelen. 17 Andere functies van de telefoon gebruiken 18 Surfen op internet De telefoonlijst gebruiken Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos op internet surfen en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en materiaal van websites downloaden. Een item toevoegen In het telefoongeheugen: 1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opties>. De browser starten Druk in de standby-stand op [ ]. 2. Selecteer Contactpersoon opslaan → Telefoon → een type nummer. Navigeren op internet • Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseritems te bladeren. • Druk op [ selecteren. • Druk op <Terug> om terug te gaan naar de vorige pagina. 3. Geef de gegevens voor de contactpersoon in: Voornaam, Achternaam, Mobiele telefoon, Thuis, Kantoor, Fax, Overig, E-mail, Beller-id, Beltoon, Groep en Notitie. • Als u naar de volgende pagina wilt gaan, drukt u op <Opties> en selecteert u Ga → Vooruit. • Druk op <Opties> om de browseropties weer te geven. ] om een optie te 4. Druk op <Opslaan> om de vermelding op te slaan. Op de SIM-kaart: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefoonlijst → Mijn visitekaartje. 2. Geef uw contactgegevens in. 2. Kies Contactpersoon opslaan → SIM. 3. Druk op <Opslaan> om het visitekaartje op te slaan. 3. Geef een naam in. 4. Als u het visitekaartje wilt verzenden, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden via → een verzendmethode. 4. Druk op <Opslaan> om de vermelding op te slaan. Een item zoeken Een visitekaartje maken en verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Contacten>. Andere functies van de telefoon gebruiken 1. Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opties>. 2. Toets de beginletters van de gewenste naam in. 3. Selecteer een item. 4. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te bellen of op [ ] om de gegevens voor de contactpersoon te wijzigen. 19 Andere functies van de telefoon gebruiken Berichten verzenden Een SMSbericht (tekstbericht) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten → Bericht maken → SMS-bericht. 2. Geef de berichttekst in. 3. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 4. Geef de bestemmingsnummers in. 5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. 20 Een MMSbericht (multimediabericht) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten → Bericht maken → MMS-bericht. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op [ ]. 4. Selecteer Afbeelding en video of Geluid. 5. Als u Afbeelding en video hebt gekozen, selecteert u Afbeelding toevoegen of Video toevoegen en voegt u een afbeelding of een videoclip toe. Bij Geluid kiest u Geluid toevoegen en voegt u een geluidsfragment toe. 6. Selecteer Bericht. 8. Druk op <Opties> en selecteer Verzenden. 5. Geef de tekst van het e-mailbericht in en druk op [ ]. Andere functies van de telefoon gebruiken 7. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ]. 6. Selecteer Bijlage toevoegen. 9. Geef bestemmingsnummers of adressen in. 7. Voeg afbeeldingen, videoclips, geluidsfragmenten, muziek- of documentbestanden toe. 10. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. 8. Druk op <Opties> en selecteer Verzenden. 9. Geef e-mailadressen in. Een e-mailbericht verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten → Bericht maken→ E-mail. 10. Druk op [ ] om het e-mailbericht te verzenden. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 4. Selecteer Bericht. 21 Andere functies van de telefoon gebruiken Berichten bekijken Een SMSbericht bekijken Vanuit Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Mijn berichten → Postvak IN. Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer het bericht in Postvak IN. 2. Selecteer een MMS-bericht ( ). Vanuit Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Mijn berichten → Postvak IN. 2. Selecteer een SMS-bericht ( ). Een MMSbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Druk op <Opties> en selecteer Ophalen. 3. Selecteer het bericht in Postvak IN. 22 Een e-mailbericht bekijken 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Mijn berichten → E-mail Postvak IN. 2. Selecteer een account. 3. Druk op <Ja> om nieuwe e-mailberichten of berichtkoppen te downloaden. 5. Als u een berichtkop hebt geselecteerd, drukt u op <Opties> en selecteert u Ophalen om de berichttekst van het e-mailbericht te bekijken. Bluetooth gebruiken De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie waardoor u de telefoon draadloos met andere Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor handsfree bellen en de telefoon op afstand bedienen. Bluetooth activeren Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Instellingen → Bluetooth → Activering → Aan. Andere functies van de telefoon gebruiken 4. Selecteer een e-mailbericht of een berichtkop. 1. Druk in de standby-stand op Zoeken naar <Menu> en selecteer een BluetoothInstellingen → Bluetooth → apparaat en dit Mijn apparaten → Zoeken koppelen naar nieuwe apparaten. 2. Selecteer een apparaat. 3. Geef een Bluetooth-PIN-code in of, indien aanwezig, de Bluetooth-PIN-code van het andere apparaat. Druk vervolgens op <OK>. Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. 23 Andere functies van de telefoon gebruiken Gegevens verzenden 1. Open een toepassing, Telefoonlijst, Mijn bestanden of Agenda. 2. Blader naar een item. 3. Druk op <Opties> en selecteer Verzenden via → Bluetooth. 4. Selecteer een apparaat. 5. Toets, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Gegevens ontvangen Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetoothfunctie op de telefoon zijn ingeschakeld. Druk indien nodig op <Ja> om te bevestigen dat u gegevens wilt ontvangen. 24 Tekst ingeven AB-stand, T9-stand, Cijferstand en Symboolstand Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst of de agenda kunt u tekst ingeven met de AB-, T9-, Cijfer- of Symboolstand. De AB-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het display wordt weergegeven. Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletter Kleine letter De tekstinvoerstand wijzigen • • • Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de T9-stand ( ) en de AB-stand ( ). Afhankelijk van het land is het ook mogelijk een invoerstand weer te geven voor de taal van uw land. Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of om naar de cijferstand te schakelen ( ). Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te schakelen. spatie (Een SMS-bericht opstellen in de GSM-alfabetcodering) 25 Tekst ingeven Andere bewerkingen in de AB-stand • • • • Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Geef vervolgens de volgende letter in. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De T9-stand gebruiken 26 Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om in de T9-stand het woord Hallo in te voeren. T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt, kan veranderen. 2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. 3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt weergegeven. Druk op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. Voor Of en Me worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en geef het volgende woord in. Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Andere bewerkingen in de T9-stand Een woord ingeven in de T9-stand • 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het ingeven van een woord. Druk voor elke letter de toets één keer in. • Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. • Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle talen. 1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt. Als er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display VoegToe weergegeven. 3. Druk op <VoegToe>. 4. Geef het gewenste woord in met de AB-stand en druk op <OK>. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Tekst ingeven • Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. De symboolstand gebruiken In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Actie Werkwijze Meer symbolen weergeven Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Een symbool selecteren Druk op de desbetreffende cijfertoets. De ingevoerde symbolen wissen Druk op [C]. De symbolen invoegen Druk op <OK>. 27 Telefoneren Geavanceerde belfuncties Een oproep tot stand brengen 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. • Druk op [C] om het laatste cijfer te verwijderen of houd [C] ingedrukt om alle tekens in het display te wissen. • Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen tussen nummers. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. 28 Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te selecteren.blz. 35 U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen.blz. 38 U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIM-kaart door het nummer van de locatie in te toetsen dat u tijdens het opslaan van het nummer hebt toegewezen. 1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en druk op [ ]. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers te bladeren. 3. Druk op <Kies nr.> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Gemiste oproepen bekijken Sluit de telefoon of druk op [ Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven. Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Tonen>. 2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Druk op <Opnemen> of [ nemen. De headset gebruiken ]. Een oproep beantwoorden ] om de oproep aan te Tips bij het beantwoorden van een oproep • • • Als de optie Met elke toets antwoorden is ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken, behalve op <Weigeren> en [ ].blz. 93 Druk op <Weigeren> of op [ ] om een oproep te weigeren. Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de instelling van de Volumetoets.blz. 92 Telefoneren Een gesprek beëindigen U kunt de headset gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. De knop op de headset werkt als volgt: Actie Werkwijze Laatst gebelde nummer herhalen Houd de knop twee keer ingedrukt. 29 Telefoneren Actie Werkwijze Oproep beantwoorden Druk op de knop. Gesprek beëindigen Druk op de knop. Beschikbare opties tijdens een gesprek Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Het volume regelen tijdens een gesprek Gebruik de volumetoets [ / ] om het volume van de luidspreker tijdens een gesprek te regelen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Een gesprek in de wacht zetten en eruit halen Druk op <In wacht> of <Ophalen> om een oproep in de wacht te zetten of uit de wacht te halen. 30 Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als deze functie door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <In wacht> om de oproep in de wacht te zetten. 2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke manier. 3. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken te schakelen. 4. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Een tweede oproep beantwoorden U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent, als deze functie door het netwerk wordt ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie hebt ingeschakeld.blz. 97 De luidsprekerfunctie gebruiken Gebruik de luidsprekerfunctie om op een korte afstand van de telefoon gesprekken te voeren. Druk op [ ] en vervolgens op <Ja> om de luidsprekerfunctie in te schakelen. Druk nogmaals op de toets om weer over te schakelen naar de normale luidspreker. Opties tijdens een gesprek Druk op <Opties> om de volgende opties tijdens een gesprek weer te geven: • Luidspreker aan/Normaal: hiermee schakelt u de luidspreker in of schakelt u terug naar de normale stand. • Overschakelen naar headset/Overschakelen naar telefoon: hiermee schakelt u de oproep over naar een Bluetooth-headset of handsfree carkit of terug naar de telefoon. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de headset eerst op de telefoon aansluiten.blz. 100 • Menu: hiermee kunt u de menuopties van de telefoon weergeven. • Microfoon aan/Microfoon uit: hiermee kunt u de microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw gesprekspartner u niet kan horen, en vervolgens weer inschakelen. • Toetstonen uit/Toetstonen aan: hiermee schakelt u de toetstonen in of uit. Telefoneren 1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. 31 Telefoneren Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de optie Toetstonen aan selecteren. • • • • 32 DTMF verzenden: hiermee kunt u de toetstonen (DTMF, Dual Tone Multi Frequency) als groep verzenden. Toetstonen zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U hoort deze tonen wanneer u op de cijfertoetsen drukt. Deze optie is handig bij het ingeven van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. Telefoonlijst: hiermee opent u de lijst met contactpersonen. Oproep in wacht beëindigen: hiermee beëindigt u het gesprek dat in de wacht staat. Doorverbinden: hiermee verbindt u het huidige gesprek door naar een gesprekspartner die in de wacht staat. Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek verbroken. • • Deelnemen: hiermee kunt u een multipartygesprek tot stand brengen door een beller in de wacht toe te voegen aan het huidige gesprek. Er kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een multiparty-gesprek. Eén selecteren: hiermee selecteert u één van de deelnemers van het multiparty-gesprek. U kunt dan van de volgende opties gebruikmaken: Privé: hiermee kunt u een privégesprek voeren met een van de deelnemers van het multipartygesprek. De andere deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven praten. Wanneer het privégesprek beëindigd is, kunt u Deelnemen kiezen om beiden terug te keren naar het multiparty-gesprek. Verwijderen: hiermee beëindigt u de verbinding met een van de deelnemers van het multipartygesprek. Menuopties Een overzicht van alle menuopties Oproepenlijsten (menu 1) In dit menu kunt u zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat de duur van gesprekken was. U kunt ook de kosten van uw oproepen bekijken (als deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund). Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Oproepenlijsten om dit menu te openen. Laatste oproepen (menu 1.1) In dit menu worden de laatste oproepen (uitgaande, ontvangen en gemiste oproepen) weergegeven. Oproepgegevens bekijken 1. Druk op [Links] of [Rechts] om naar een ander type oproep te gaan. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst met oproepen te bladeren. 3. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te bekijken of op [ ] om een nummer te kiezen. Opties voor oproepgegevens Terwijl u de details van een oproep bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Bellen: hiermee kunt u het nummer eventueel wijzigen en bellen. • Contactpersoon opslaan: hiermee slaat u het nummer in de telefoonlijst op. • Bericht verzenden: hiermee verzendt u een SMS- of MMS-bericht naar het geselecteerde nummer. • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde of alle oproepgegevens. Gemiste oproepen (menu 1.2) In dit menu worden de laatste gemiste oproepen weergegeven. 33 Menuopties Uitgaande oproepen (menu 1.3) • In dit menu worden de meest recent gekozen nummers weergegeven. • Ontvangen oproepen (menu 1.4) • In dit menu worden de meest recent ontvangen oproepen weergegeven. Alles verwijderen (menu 1.5) Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen oproepen verwijderen. 1. Druk op [ ] om de typen oproepen te selecteren die u wilt verwijderen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. Gespreksduur (menu 1.6) In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en inkomende gesprekken weergegeven. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. 34 Duur laatste oproep: hiermee kunt u de duur van de laatste oproep bekijken. Totaal uitgaande oproepen: hiermee kunt u de totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken. Totaal ontvangen oproepen: hiermee kunt u de totale duur van alle inkomende oproepen bekijken. Druk op <Opn inst.> om de gesprekstellers op nul te zetten. U moet hiervoor het wachtwoord voor de telefoon ingeven. Het wachtwoord is standaard ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen. blz. 103 Gesprekskosten (menu 1.7) Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is niet bedoeld voor factureringsdoeleinden. • Kosten laatste oproep: hiermee kunt u de kosten van de laatste oproep bekijken. • • • (menu 2) U kunt telefoonnummers opslaan op de SIM-kaart en in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel: de Telefoonlijst. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefoonlijst om dit menu te openen. Telefoonlijst (menu 2) • Telefoonlijst Menuopties • Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten van alle oproepen bekijken. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Max. kosten instellen, moet u de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen. Max. kosten: hier kunt u de maximumkosten controleren die zijn ingesteld bij Max. kosten instellen. Tellers op nul: hiermee kunt u de kostentellers terugzetten op nul. Max. kosten instellen: hiermee kunt u de maximaal toegestane kosten instellen voor uw oproepen. Prijs/eenheid: hiermee kunt u het tarief instellen dat wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. Contactpersonen (menu 2.1) In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst opzoeken. Een item opzoeken 1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de naam in de lijst. 3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te bellen of op [ ] om de detailgegevens voor de contactpersoon te wijzigen. 35 Menuopties 36 Opties voor de telefoonlijst Contact toevoegen (menu 2.2) Terwijl u de gegevens van een contactpersoon bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de contactpersoon bewerken. • Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS- of MMS-bericht naar het geselecteerde nummer of een e-mailbericht aan het geselecteerde adres verzenden. • Kopiëren naar: hiermee kopieert u de contactpersoon naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart. • Verzenden via: hiermee verzendt u de contactgegevens via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde contactpersoon. In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de telefoonlijst toevoegen. Een nummer opslaan in het telefoongeheugen 1. Selecteer Telefoon. 2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de contactpersoon in. • Voornaam/Achternaam: hier geeft u de naam in. • Mobiele telefoon/Thuis/Kantoor/Fax/ Overig: hier kunt u een nummer(s) toevoegen in de gewenste categorie. • E-mail: hier kunt u een e-mailadres toewijzen. • Beller-id: hiermee koppelt u aan het contact een afbeelding, die u ziet als u een oproep van die persoon ontvangt. • Beltoon: hiermee wijst u een beltoon toe aan het nummer die u hoort als u een oproep van die persoon ontvangt. • 1. Selecteer SIM. 2. Geef de gegevens van de contactpersoon in. • Naam: hier geeft u de naam in. • Telefoonnummer: hier geeft u het telefoonnummer in. • Locatie: hier kunt u een locatienummer toewijzen. U kunt alleen een afbeelding, beltoon of groep toewijzen als de contactpersoon is opgeslagen in het telefoongeheugen. 3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Met dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen indelen. Een nieuwe belgroep maken 1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 2. Geef een naam in voor de groep. 3. Selecteer de regel voor de beller-identificatie en stel een afbeelding in. 4. Selecteer de regel voor de beltoon en stel een melodie in. 5. Druk op <Opslaan> om de groep op te slaan. Telefoonlijst (menu 2) Een nummer opslaan op de SIM-kaart Groep (menu 2.3) Menuopties Groep: hiermee wijst u de contactpersoon toe aan een belgroep. • Notitie: hier kunt u een notitie over de persoon toevoegen. 3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Leden toevoegen aan een belgroep 1. Selecteer een groep. 2. Druk op <VoegToe>. 3. Druk op [ ] om de contactpersonen te selecteren die moeten worden toegevoegd. 4. Druk op <Kies>. 37 Menuopties Belgroepen beheren Nummers voor snelkiezen toewijzen Terwijl u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee geeft u de leden van de geselecteerde groep weer. • Toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe groep toe. • Wijzigen: hiermee wijzigt u de eigenschappen van de groep. • Bericht verzenden: hiermee verzendt u een SMS-, MMS- of e-mailbericht naar de gewenste groepsleden. • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde groep of alle groepen. Groepsleden worden echter niet verwijderd uit de telefoonlijst. 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). De toets 1 is gereserveerd voor de voicemailserver. 2. Selecteer een contactpersoon in de lijst met contactpersonen. 3. Selecteer een nummer als er meerdere nummers voor de contactpersoon bestaan. Snelkiezen (menu 2.4) In dit menu kunt u de toetsen 2 tot en met 9 toewijzen aan 8 van de nummers die u het meest belt, zodat u deze snel kunt kiezen. 38 Nummers voor snelkiezen beheren Druk in het scherm Snelkiezen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Toevoegen: hiermee wijst u een nummer toe aan een nog niet toegewezen toets. • Tonen: hiermee kunt u de naam en het nummer bekijken die aan een toets zijn toegewezen. • Wijzigen: hiermee wijst u een ander nummer aan een toets toe. • Verwijderen: hiermee wist u de instellingen voor snelkiezen voor een toets. • Houd in de standby-stand de desbetreffende toets ingedrukt. • Mijn visitekaartje (menu 2.5) Visitekaartje opslaan De procedure voor het maken van een visitekaartje is identiek aan die voor het opslaan van een telefoonnummer in het telefoongeheugen.blz. 36 Opties voor visitekaartjes Als u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het visitekaartje. • Verzenden via: hiermee verzendt u het visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. Eigen nummer (menu 2.6) Met dit menu kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam ingeven aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Telefoonlijst (menu 2) In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar anderen verzenden. Visitekaartjes uitwisselen: hiermee kunt u via Bluetooth visitekaartjes met iemand uitwisselen. Verwijderen: hiermee verwijdert u het visitekaartje. Menuopties Snelkiezen gebruiken Beheer (menu 2.7) In dit menu kunt u de vermeldingen in de telefoonlijst beheren. • Opslaglocatie: hiermee kunt u een standaardgeheugenlocatie selecteren waarin contactpersonen moeten worden opgeslagen. Als u Altijd vragen selecteert, wordt u telkens wanneer u een nummer opslaat, gevraagd een geheugenlocatie te selecteren. 39 Menuopties • • • Alles kopiëren naar: hiermee kunt u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren, of omgekeerd. Alles verwijderen: hiermee kunt u alle contactpersonen in het telefoongeheugen, op de SIM-kaart, of beide verwijderen. Geheugenstatus: hiermee kunt u controleren hoeveel contactpersonen u hebt opgeslagen in het telefoongeheugen en op de SIM-kaart. Servicenummers (menu 2.8) In dit menu kunt u de lijst met servicenummers bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en het voicemailnummer. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. 1. Blader naar het gewenste nummer. 2. Druk op <Kies nr.> of [ ]. 40 Toepassingen (menu 3) In dit menu kunt u Java-games spelen, muziekbestanden afspelen en foto's bewerken. U kunt uw telefoon ook als voicerecorder, wekker, calculator, converter en stopwatch gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Toepassingen om dit menu te openen. Muziekspeler (menu 3.1) Gebruik dit menu om naar muziek te luisteren. Eerst moet u de muziekbestanden opslaan in het telefoongeheugen. Gebruik een optionele Bluetooth-stereoheadset voor muziek van hoge kwaliteit. Normale hoofdtelefoons zijn niet geschikt voor de mediaspeler. Muziekbestanden downloaden of ontvangen Een playlist samenstellen 1. Druk in het scherm van de muziekspeler op <Opties> en kies Toevoegen aan playlist. 2. Selecteer een van de volgende opties: • Alles toevoegen: hiermee voegt u alle bestanden in het telefoongeheugen toe aan de playlist. • Bestanden toevoegen: hiermee voegt u bepaalde bestanden toe aan de playlist. Muziekbestanden afspelen 1. Druk in het scherm van de muziekspeler op <Opties> en kies Afspelen via. 2. Selecteer Telefoon als u de luidspreker wilt gebruiken. Selecteer A/V headset als u een Bluetoothheadset wilt gebruiken en deze wilt koppelen. Toepassingen (menu 3) De gedownloade of ontvangen bestanden worden opgeslagen in de map Muziek.blz. 76 3. Als u Bestanden toevoegen hebt gekozen, selecteert u de gewenste bestanden en drukt u op <Kies>. 4. Druk op <Terug> om terug te gaan naar het scherm van de muziekspeler. Menuopties U kunt de volgende methoden gebruiken om muziekbestanden in het telefoongeheugen op te slaan: • Downloaden van internetblz. 52 • Downloaden van een computer met behulp van het programma Samsung PC Studio Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio • Ontvangen via een actieve Bluetoothverbindingblz. 102 Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Functie Hiermee onderbreekt of hervat u het afspelen. Links Hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. 41 Menuopties Toets Functie Rechts Hiermee gaat u naar het volgende bestand. Omhoog Hiermee opent u de playlist. Omlaag Hiermee stopt u het afspelen. / 42 Hiermee regelt u het volume. 1 Hiermee schakelt u het 3D-geluid in of uit. 2 Hiermee wijzigt u de animatie die wordt weergegeven tijdens het afspelen. 3 Hiermee wijzigt u de herhaalstand. 4 Hiermee wijzigt u de equalizerstand. 5 Hiermee wijzigt u het type kleurpatroon. 6 Hiermee schakelt u de shufflestand in of uit. Opties voor de mediaspeler Druk in het scherm van de muziekspeler op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen via: hiermee selecteert u de uitvoermodus voor het geluid: Telefoon of A/V headset. • Afspelen/Pauzeren: hiermee kunt u het afspelen starten of onderbreken. • Overbrengen naar telefoon: hiermee schakelt u de uitvoer van het geluid over naar de luidspreker van de telefoon. • Openen: hiermee opent u de playlist van het huidige album of de lijst met muziekalbums. Aan de lijst met albums kunt u meerdere albums toevoegen. • Ga naar Muziek: hiermee gaat u naar de map Muziek. • Verzenden via: hiermee verzendt u het huidige bestand via e-mail of Bluetooth. • • • • Toepassingen (menu 3) • 3D-geluid: hiermee schakelt u het 3D-geluid in of uit. Animatie: hiermee wijzigt u de afspeelanimatie en selecteert u hoelang de achtergrondverlichting blijft branden als u MP3-bestanden afspeelt. Kleurpatroon: hiermee selecteert u een type kleurpatroon. Volume: hiermee selecteert u een volumeniveau. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven licentiesleutels. Menuopties • Instellen als: hiermee stelt u het bestand in als beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon voor een vermelding in de telefoonlijst. Sleutel activeren: hiermee haalt u een licentiesleutel op als de sleutel voor het geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is. Uit playlist verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand uit de playlist. Instellingen: hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor het afspelen van muziekbestanden. Herhaalstand: hiermee selecteert u een herhaalstand. Shuffle: hiermee wordt de muziek in willekeurige volgorde afgespeeld. MP3 heeft voorrang boven andere geluiden: hiermee stelt u in dat de muziekspeler doorgaat met het afspelen van muziekbestanden, ook al hebt u de toepassing verlaten. Equalizer: hiermee selecteert u een equalizerinstelling. De playlist openen Druk in het scherm van de mediaspeler op [Omhoog]. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen via: hiermee kunt u de uitvoermodus voor het geluid selecteren (Telefoon of A/V headset) en vervolgens het geselecteerde bestand afspelen. 43 Menuopties • • • • • • • • • 44 Toevoegen aan playlist: hiermee voegt u bestanden toe aan de playlist. Ga naar albumlijst: hiermee geeft u de lijst met albums weer. Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het geselecteerde bestand naar een ander album. Kopiëren naar: hiermee kopieert u het geselecteerde bestand naar een ander album. Verplaatsen in playlist: hiermee verplaatst u het geselecteerde bestand naar de gewenste positie in de playlist. Sleutel activeren: hiermee haalt u een nieuwe licentiesleutel op als de sleutel voor het geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is. Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of alle bestanden uit de playlist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven licentiesleutels. Spraakrecorder (menu 3.2) Via dit menu kunt u spraakmemo's opnemen. Een spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn. Een spraakmemo opnemen 1. Druk op [ ] om de opname te starten. 2. Spreek uw memo in de microfoon in. Druk op [ ] als u de opname wilt onderbreken of hervatten. 3. Druk op <Stoppen> of op [Omlaag] om de opname te beëindigen. Het spraakmemo wordt automatisch opgeslagen. 4. Druk op [ ] om het spraakmemo te beluisteren of op [Omhoog] om een nieuw memo op te nemen. Een spraakmemo afspelen 1. Druk in het scherm Spraakrecorder op <Opties> en kies Ga naar spraakmemolijst. 2. Selecteer een spraakmemo. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Functie Hiermee onderbreekt of hervat u het afspelen. • Limiet voor e-mail: kies deze instelling als u een spraakmemo opneemt dat moet worden toegevoegd aan een e-mailbericht. Max. 1 uur: hiermee neemt u een spraakmemo op van maximaal 1 uur. Foto bewerken (menu 3.3) Hiermee gaat u terug in een notitie. Rechts Hiermee gaat u verder in een notitie. In dit menu kunt u uw foto's bewerken met behulp van de verschillende bewerkopties. Hiermee regelt u het volume. Effecten toepassen Hiermee stopt u het afspelen. 1. Druk op <Opties> en kies Nieuwe foto → Openen of Foto nemen 2. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto. 3. Druk op <Opties> en kies Effecten → een effect. 4. Druk op <Gereed>. 5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als. 6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op <OK>. / De opnamestand wijzigen U kunt de opnamestand voor de spraakrecorder wijzigen. De maximale opnametijd wordt bepaald door deze instelling. Voordat u een spraakmemo opneemt, drukt u op <Opties> en kiest u Instellingen → een opnamestand: • Limiet voor MMS-bericht: kies deze instelling als u een spraakmemo opneemt dat moet worden toegevoegd aan een MMS-bericht. Toepassingen (menu 3) Links Omlaag Menuopties Toets • 45 Menuopties Aanpassen 1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto. 2. Druk op <Opties> en kies Aanpassen → een optie: • Afmetingen wijzigen: hiermee wijzigt u de afmetingen van de foto. • Roteren: hiermee draait u de foto 90 graden. • Omdraaien: hiermee spiegelt u de foto. 3. Druk op <Gereed>. 4. Druk op <Opties> en kies Opslaan als. 5. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op <OK>. Bijsnijden 1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto. 2. Druk op <Opties> en kies Bijsnijden. 3. Verplaats het kader voor bijsnijden naar het gewenste deel van de afbeelding. Druk op <Opties> en kies Afmetingen wijzigen om de grootte van het kader te wijzigen. 46 4. Druk op <Opties> en kies Gereed. 5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als. 6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op <OK>. Visuele effecten toevoegen U kunt uw foto's versieren door er een kader, een afbeelding of een tekst aan toe te voegen. 1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto. 2. Druk op <Opties> en kies Invoegen → een type effect. 3. Selecteer een item of geef tekst in die u wilt invoegen. 4. Pas de positie van het ingevoegde item aan en druk op <Gereed>. 5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als. 6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op <OK>. Stempel samenvoegen 6. Druk op <Opties> om de volgende opties voor het bewerken van de stempel weer te geven: • Afmetingen wijzigen: hiermee wijzigt u de afmetingen van de stempel. • Verplaatsen: hiermee wijzigt u de positie van de stempel. • Roteren: hiermee draait u de stempel. • Stempelkleur: hiermee wijzigt u de kleur van de stempel. • Schaduw aan: hiermee past u een schaduw op de stempel toe. 7. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Gereed. 8. Druk op <Opties> en kies Opslaan als. 9. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op <OK>. Menuopties Toepassingen (menu 3) Met deze bewerkoptie kunt u een contourstempel van een foto maken en deze samenvoegen met een andere foto. Met deze optie kunt u van een foto een ansichtkaart maken door een foto van een handgeschreven bericht te maken en deze samen te voegen met een foto. 1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto. 2. Druk op <Opties> en kies Samenvoegstempel. De achtergrondfoto wordt weergegeven in het afbeeldingsvak naast . 3. Druk op <Opties> en kies Afbeelding toevoegen. 4. Voeg een foto toe door een foto te selecteren of een foto te maken. De toegevoegde foto wordt weergegeven in het afbeeldingsvak naast . Deze wordt de stempel. 5. Druk op <Opties> en kies Samenvoegen. De stempelfoto wordt als contour toegevoegd aan de achtergrondfoto. 47 Menuopties Java/Games (menu 3.4) • Dit menu biedt toegang tot de vooraf geïnstalleerde Java-games en gedownloade Java-toepassingen. • Een vooraf geïnstalleerd game openen 1. Selecteer Mijn games → een game. 2. Druk op [ ]. • Opties voor Java-toepassingen • Druk in de lijst met toepassingen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Start: hiermee wordt de geselecteerde toepassing gestart. • Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u de toepassing naar een andere map. • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde toepassing of alle toepassingen, behalve de vooraf geïnstalleerde games. • Vergrendelen/Ontgrendelen: hiermee blokkeert u de toepassing zodat deze niet kan worden verwijderd, of heft u de blokkering op. 48 • • Details: hiermee bekijkt u de eigenschappen van de toepassing. Machtigingen: hiermee stelt u de machtigingen in voor diensten waarvoor extra kosten worden berekend zoals netwerktoegang en SMS. Upgrade: hiermee kunt u de toepassing upgraden naar de nieuwste versie. Informatie verzenden via SMS: hiermee verzendt u de URL van de toepassing via SMS. Geheugenstatus: hiermee geeft u geheugengegevens voor toepassingen weer. Instellingen: hiermee selecteert u een verbindingsprofiel dat moet worden gebruikt voor toepassingen waarvoor netwerktoegang vereist is. U kunt ook een profiel maken of bewerken. blz. 103 Wereldklok (menu 3.5) In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en bekijken hoe laat het in een ander deel van de wereld is. 1. Selecteer het type alarm. 2. Stel de alarmopties in: • Alarm: hiermee schakelt u het alarm in. • Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het alarm moet afgaan. • am/pm: selecteer am of pm in de 12-uursnotatie. • Herhalen: hiermee selecteert u een herhaaloptie. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. 3. Druk op <Opslaan>. Zomertijd toepassen 1. Druk in de wereldkaart op <Opties> en kies Zomertijd instellen. 2. Druk op [ ] om de gewenste tijdzones te selecteren. 3. Druk op <Opslaan>. Alarm (menu 3.6) Met dit menu kunt u een alarm instellen. Het type belsignaal voor een normaal alarm komt overeen met de beltoon voor inkomende oproepen. Een wekalarm wordt niet beïnvloed door uw geluidsinstellingen. Toepassingen (menu 3) Een alarm instellen 1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om naar de gewenste plaats te bladeren. De tijdlijn verschuift en de lokale tijd en datum van de desbetreffende zone worden weergegeven. 2. Druk op [ ] om de plaats als uw lokale tijdzone op te slaan. Menuopties De wereldklok bekijken Een alarm uitzetten • • Als het geen wekalarm betreft, kunt u op elke willekeurige toets drukken. Bij de wekker moet u op <Bevest.> of [ ] drukken. U kunt op een willekeurige toets drukken, behalve ] om het alarm vijf minuten <Bevest.> en [ later opnieuw te laten afgaan. Dit kunt u maximaal vijf keer doen. 49 Menuopties Het alarm laten afgaan als de telefoon is uitgeschakeld Selecteer in het scherm Alarm Automatisch aan → Aan. Als de telefoon is uitgeschakeld op het tijdstip dat het alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en gaat het alarm af. Een alarm uitschakelen 1. Selecteer het alarm dat u wilt uitschakelen. 2. Selecteer Uit op de regel Alarm. 3. Druk op <Opslaan>. Calculator (menu 3.7) Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 1. Geef het eerste getal in. • Druk op <.()> om een decimaalteken of een haakje in te voegen. • Druk op [ ] of [ ] om de cursor te verplaatsen. 50 2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies. 3. Geef het tweede getal in. 4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken. 5. Herhaal zo nodig de procedure vanaf stap 2 om de berekening voort te zetten. Omrekenen (menu 3.8) Met dit menu kunt u veel voorkomende omrekeningen uitvoeren, bijvoorbeeld van vreemde valuta en temperaturen. 1. Selecteer een omrekenfunctie. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke eenheid te selecteren en druk op [Omlaag]. 3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en druk op [Omlaag]. • Druk op [ ] om een decimaalteken in te voeren. • Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in boven nul (+) of onder nul (-). Voor het omrekenen van valuta's kunt u de wisselkoersen bekijken en instellen door op <Koersen> te drukken. In dit menu kunt u een periode opgeven gedurende welke de telefoon aftelt. De telefoon laat een signaal horen wanneer de opgegeven periode is verstreken. De timer starten 1. Druk op <Instellen>. 2. Geef de duur van de aftelperiode in en druk op <OK>. 3. Druk op [ ] om het aftellen te starten. De timer stoppen • Druk op een willekeurige toets om de timer te stoppen als deze afgaat. Druk in het scherm Timer op [ stoppen voordat deze afgaat. ] om de timer te Stopwatch (menu 3.10) Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De maximale tijd is tien uur. 1. Druk op [ ] om de stopwatch te starten. 2. Druk op [ ] om de tussentijd te bekijken. Dit kunt u maximaal vier keer doen. Toepassingen (menu 3) Timer (menu 3.9) • Menuopties 4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde eenheid voor de omrekening te selecteren. De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde getal wordt weergegeven. Sleutelbeheer (menu 3.11) Via dit menu beheert u de licentiesleutels die u hebt aangevraagd voor het activeren van media-inhoud die is vergrendeld door DRM-systemen. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee opent u de desbetreffende mediacontent. • Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde licentiesleutel. 51 Menuopties • • • Ga naar Mijn berichten: hiermee gaat u naar het bericht dat de mediacontent bevat. Ga naar Mijn bestanden: hiermee opent u de betreffende map met bestanden. Details: hiermee opent u de eigenschappen van de licentiesleutel. SIM AT (menu 3.12) Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Toolkit) ondersteunt en aanvullende diensten levert, zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling. Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de diensten die uw provider biedt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. 52 Browser (menu 4) Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op internet surfen. Zo hebt u toegang tot actuele informatie en allerlei soorten mediacontent, zoals games, achtergronden, beltonen en MP3-bestanden. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Browser. Startpagina (menu 4.1) Met dit menu maakt de telefoon verbinding met het netwerk en wordt de startpagina van de internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in de standby-stand op [ ] te drukken. Navigeren met de webbrowser Actie Werkwijze Door de browseritems bladeren Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. • Een browseritem selecteren Druk op [ ] of druk op <Opties> en kies Ga naar. • Teruggaan naar de vorige pagina Druk op <Terug> of druk op <Opties> en kies Ga → Terug. • Naar de volgende pagina gaan Druk op <Opties> en kies Ga → Vooruit. • Opties voor webpagina's Druk in een willekeurige webpagina op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Ga naar: hiermee opent u de gekoppelde webpagina. • Ga naar startpagina: hiermee gaat u terug naar de startpagina. • URL invoeren: hier kunt u handmatig een adres (URL) ingeven. • • • • Ga: hiermee gaat u achteruit of vooruit door de pagina's in de geschiedenis. Opnieuw laden: hiermee laadt u de huidige pagina opnieuw met bijgewerkte informatie. Favorieten: hiermee voegt u de huidige pagina toe aan uw lijst met favorieten of opent u deze lijst. URL verzenden: hiermee verzendt u de URL van de huidige pagina via SMS of e-mail. Naar Bureaublad-weergave/Naar SmartFitweergave: hiermee wijzigt u de weergave van de browser. Opslaan: hiermee slaat u de geselecteerde afbeelding of pagina op. Paginadetails: hiermee geeft u de eigenschappen van de pagina weer. Browseropties: hier kunt u de diverse instellingen voor de browser wijzigen. Cache: hier kunt u de cachemodus wijzigen of de cache legen. De cache is een tijdelijk geheugen waarin recent bekeken webpagina's worden opgeslagen. Browser (menu 4) Werkwijze Menuopties Actie 53 Menuopties Cookies: hiermee kunt u de acceptatie van cookies wijzigen en cookies verwijderen. Cookies zijn stukjes persoonlijke gegevens die tijdens het surfen naar de webserver worden verzonden. Voorkeuren: hiermee wijzigt u de browserweergave en de geluidsinstellingen. Certificaten: hiermee geeft u gegevens van certificaten weer. Browserinfo: hiermee geeft u de versie- en copyrightgegevens van de browser weer. De browser afsluiten Druk op [ ] om de netwerkverbinding te verbreken en de browser af te sluiten. URL invoeren (menu 4.2) In dit menu kunt u handmatig een URL-adres ingeven en de betreffende webpagina openen. U voegt u de ingevoerde URL toe aan de lijst met favorieten door Favoriet toevoegen te selecteren. 54 Favorieten (menu 4.3) Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan zodat u snel naar een webpagina kunt gaan. Een favoriet toevoegen 1. Druk op <VoegToe>. Als een favoriet al is opgeslagen, drukt u op <Opties> en kiest u Favoriet toevoegen. 2. Geef een titel in voor de favoriet en druk op [Omlaag]. 3. Geef een URL-adres in en druk op <Opslaan>. Een pagina uit de favorieten openen Als u een favoriet selecteert, wordt de webbrowser gestart en de desbetreffende webpagina geopend. Opties voor favorieten Druk in het scherm Favorieten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Ga naar: hiermee opent u de webpagina met favoriet. • • • • Opgeslagen pagina's (menu 4.4) Deze optie biedt toegang tot de lijst met pagina's die u hebt opgeslagen tijdens het surfen. U kunt een lijst openen met pagina's die u onlangs hebt geopend. Als u een URL in de lijst selecteert, wordt de betreffende webpagina geopend. Cache leegmaken (menu 4.6) Browser (menu 4) • Geschiedenis (menu 4.5) Menuopties • Ga naar startpagina: hiermee gaat u naar de startpagina. URL invoeren: hier kunt u handmatig een adres (URL) ingeven. Favoriet wijzigen: hiermee wijzigt u het URLadres en de naam van de favoriete pagina. Favoriet toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe favoriet toe. URL verzenden: hiermee verzendt u de URL van de favoriet via SMS of e-mail. Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde favoriet of alle favorieten. In dit menu kunt u de gegevens wissen die tijdelijk zijn opgeslagen in de cache. Browserinstellingen (menu 4.7) Via dit menu kunt u een verbindingsprofiel selecteren dat moet worden gebruikt voor de draadloze verbinding met internet. U kunt ook een profiel toevoegen of wijzigen.blz. 103 Als u een koppeling selecteert, maakt de telefoon verbinding met internet en wordt de gekoppelde pagina geopend. 55 Menuopties Berichten (menu 5) Via het menu Berichten kunt u SMS-, MMS- en e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u functies voor serverberichten en infoberichten gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. Bericht maken (menu 5.1) Gebruik dit menu om berichten te maken en te verzenden. SMS-bericht (menu 5.1.1) Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten met eenvoudige afbeeldingen, animaties en melodieën verzenden en ontvangen. 1. Geef het bericht in. Het maximumaantal tekens dat in een bericht is toegestaan, varieert per provider. Als het maximumaantal tekens in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. 56 2. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven voor het maken van een bericht: • Opslaan en verzenden: hiermee wordt het bericht in Postvak UIT opgeslagen en vervolgens verzonden. • Alleen verzenden: hiermee wordt het bericht alleen verzonden. • Invoegen: hiermee voegt u een standaardbericht, vermelding uit de telefoonlijst of een favoriet toe aan de tekst. • Afbeelding toevoegen/Animatie toevoegen/Melodie toevoegen: hiermee voegt u een eenvoudige afbeelding, animatie of melodie toe. • Bijvoegen: hiermee voegt u gegevens van een contactpersoon als visitekaartje of agendagegevens als databestand toe. • Opslaan in: hiermee slaat u het bericht op in een andere postbus. • Taal kiezen: hiermee wijzigt u de taal voor de T9-invoerstand. • • MMS (Multimedia Message Service) is een service waarmee u berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden van de ene telefoon naar een andere telefoon of naar een e-mailadres kunt verzenden. 1. Selecteer de regel Onderwerp. 2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op [ ]. • De maximaal toegestane grootte voor een bericht kan per provider verschillen. • Afhankelijk van het type bestand of DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden doorgestuurd. Berichten (menu 5) MMS-bericht (menu 5.1.2) 3. Selecteer de regel Afbeelding en video of Geluid en voeg een afbeelding, videoclip of een geluidsbestand toe. Menuopties Tekstopmaak: hiermee wijzigt u de opmaak. Invoermethode: hiermee wijzigt u de tekstinvoerstand. 3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Opslaan en verzenden of Alleen verzenden. 4. Geef een bestemmingsnummer in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. 5. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. 4. Selecteer de regel Bericht. 5. Geef de tekst van het bericht in en druk op [ ]. 6. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of de tekst van het bericht. • Afbeelding wijzigen/Video wijzigen/Geluid wijzigen: hiermee vervangt u een toegevoegd item. • Voorbeeld: hiermee kunt u het bericht bekijken zoals het wordt weergegeven op de telefoon van de ontvanger. 57 Menuopties • • • • • • • • 58 Tonen: hiermee opent u de geselecteerde bijlage. Verzenden: hiermee verzendt u het bericht. Opslaan in: hiermee slaat u het bericht op in een andere postbus. Pagina toevoegen: hiermee voegt u pagina's toe. Blader naar een pagina door op [Links] of [Rechts] te drukken. Pagina verwijderen: hiermee verwijdert u een toegevoegde pagina. Pagina wijzigen: hiermee wijzigt u hoelang de pagina wordt weergegeven of gaat u een pagina verder. Bijvoegen: hiermee voegt u vermeldingen in de telefoonlijst als visitekaartjes, of agendagegevens als databestand toe, of voegt u documentbestanden toe die zijn opgeslagen in de map Andere bestanden. Onderwerp verwijderen/Bericht verwijderen/Media verwijderen/Geluid verwijderen/Verwijderen: hiermee verwijdert u een toegevoegd item. 7. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. 8. Geef een telefoonnummer of e-mailadres in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. 9. Druk op [ ] om het bericht te verzenden. E-mail (menu 5.1.3) U kunt e-mailberichten met tekst, geluiden en afbeeldingen maken en verzenden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een e-mailservice en uw e-mailprofiel en -account instellen.blz. 70 1. Selecteer de regel Onderwerp. 2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 3. Selecteer de regel Bericht. 4. Geef de tekst van het e-mailbericht in en druk op [ ]. 5. Selecteer de regel Bijlage toevoegen en selecteer een van de volgende opties: • • Andere bestanden: hiermee voegt u documentbestanden toe die zijn opgeslagen in de map Andere bestanden. • Verzenden: hiermee verzendt u het e-mailbericht. • Opslaan in: hiermee slaat u het e-mailbericht op in een andere postbus. • Bijvoegen: hiermee voegt u visitekaartjes of agenda-items toe als databestand. 6. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of de tekst. Afbeelding toevoegen/Video toevoegen/ Geluid toevoegen/Muziek toevoegen/ Andere bestanden: hiermee voegt u mediaof documentbestanden toe die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen. • Tonen: hiermee opent u de geselecteerde bijlage. • Verzenden: hiermee verzendt u het e-mailbericht. • Opslaan in: hiermee slaat u het e-mailbericht op in een andere postbus. • Bijvoegen: hiermee voegt u visitekaartjes of agenda-items toe als databestand. • Onderwerp verwijderen/Bericht verwijderen: hiermee verwijdert u het onderwerp of de tekst. • Bijlage verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde bijlage. • Alle bijlagen verwijderen: hiermee verwijdert u alle bijlagen. 7. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. Berichten (menu 5) Afhankelijk van het type bestand of DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden doorgestuurd. • Menuopties Afbeelding toevoegen/Video toevoegen/ Geluid toevoegen/Muziek toevoegen: hiermee voegt u mediabestanden toe die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen. 59 Menuopties 8. Geef een of meer e-mailadressen in. Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. 9. Druk op [ ] om het e-mailbericht te verzenden. Mijn berichten (menu 5.2) Via dit menu hebt u toegang tot de berichten die u hebt ontvangen of verzonden, of waarvan het verzenden is mislukt. Postvak IN (menu 5.2.1) In deze map worden alle berichten opgeslagen die u hebt ontvangen, met uitzondering van e-mailberichten. Berichten bekijken De volgende symbolen kunnen in de lijst met berichten worden weergegeven om het type bericht aan te duiden: • SMS • MMS 60 • • • • • • MMS-melding ( : wordt opgehaald, : ophalen mislukt) Voicemail Webserverbericht Configuratiebericht met netwerkparameters van uw serviceprovider Infobericht van uw provider. Afleveringsrapport voor uw verzonden berichten • Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) kunnen berichten met webinhoud mogelijk niet worden doorgestuurd. • Met het symbool ! naast een bericht wordt aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijs berichtsymbool wijst op een lage prioriteit. Opties voor berichten Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: MMS-berichten/MMS-meldingen • Ophalen: hiermee haalt u het MMS-bericht op van de MMS-server. • Beantwoorden via SMS-bericht: hiermee beantwoordt u de afzender via SMS. • Beantwoorden via MMS-bericht: hiermee beantwoordt u de afzender via MMS. • Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht over. • Media kopiëren: hiermee slaat u mediacontent uit het bericht op in het telefoongeheugen. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht wordt gewist. • Details: hiermee geeft u de details van het bericht weer. Menuopties Berichten (menu 5) SMS-berichten • Antwoorden via: hiermee stuurt u een antwoord naar de afzender via SMS of MMS. • Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. • Verplaatsen naar telefoon/Verplaatsen naar SIM: hiermee verplaatst u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen en vice versa. • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht over. • Media kopiëren: hiermee slaat u mediacontent uit het bericht op in het telefoongeheugen. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht wordt gewist. U kunt alleen berichten beveiligen die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen. • Nr. blokkeren: hiermee voegt u het nummer van de afzender toe aan de blokkeerlijst zodat de berichten van de afzender worden geweigerd. 61 Menuopties Configuratieberichten • Installeren: hiermee past u de in het bericht opgegeven configuratie toe op de telefoon. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht wordt gewist. Serverberichten • Ga naar URL: hiermee maakt u verbinding met de URL in het bericht. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht over. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht wordt gewist. Infoberichten • Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in het telefoongeheugen. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. 62 • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht over. Ontvangstbevestiging • Verwijderen: hiermee verwijdert u de ontvangstbevestiging. • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit de ontvangstbevestiging over. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat de ontvangstbevestiging wordt verwijderd. Concepten (menu 5.2.2) Deze map bevat berichten die u hebt opgeslagen om ze later te verzenden. Als u een bericht selecteert, wordt dit in de wijzigstand geopend zodat u het kunt bewerken en verzenden. Postvak UIT (menu 5.2.3) • In deze map worden berichten opgeslagen die worden verzonden of waarvan het verzenden is mislukt. Verzonden berichten (menu 5.2.4) In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt verzonden. Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht over. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht wordt gewist. • Details: hiermee geeft u de details van het bericht weer. Berichten (menu 5) Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Opnieuw verzenden: hiermee verzendt u het bericht opnieuw. • Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht over. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht. • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht wordt gewist. Menuopties De status van het bericht wordt door middel van de volgende symbolen aangeduid: • wordt verzonden • verzenden mislukt Details: hiermee geeft u de details van het bericht weer. 63 Menuopties E-mail Postvak IN (menu 5.2.5) In deze map worden e-mailberichten opgeslagen die u hebt ontvangen. Een e-mailbericht bekijken 1. Selecteer een e-mailaccount. 2. Druk op <Ja> wanneer Controleren op nieuwe e-mail wordt weergegeven, of druk op <Opties> en selecteer Controleren op nieuwe e-mail. De telefoon maakt verbinding met de e-mailserver en nieuwe e-mailberichten worden gedownload. De volgende pictogrammen kunnen in de lijst worden weergegeven om de status van het e-mailbericht aan te geven: • opgehaald van de server • wordt opgehaald • ophalen mislukt Met het symbool ! naast een bericht wordt aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Een grijs berichtsymbool betekent dat het bericht een lage prioriteit heeft. 64 3. Selecteer een e-mailbericht of een berichtkop. 4. Druk op [ ] of [ ] om andere pagina's in het e-mailbericht te verzenden. 5. Druk op [Links] of [Rechts] om het vorige of volgende e-mailbericht te verzenden. Opties voor e-mailberichten Terwijl u het e-mailbericht of de berichtkop bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Ophalen: hiermee haalt u de tekst van het e-mailbericht op van de e-mailserver. • Beantwoorden: hiermee stuurt u de afzender of de afzender en alle ontvangers een antwoord. • Doorsturen: hiermee kunt u het e-mailbericht naar anderen doorsturen • Verwijderen: hiermee wist u het e-mailbericht. • Nr. blokkeren: hiermee voegt u het e-mailadres van de afzender of het onderwerp toe aan de filterlijst, zodat e-mailberichten van dat adres of met dat onderwerp worden geweigerd. • • Mijn mappen (menu 5.2.6) Met dit menu kunt u nieuwe mappen maken en uw berichten ordenen. Een nieuwe map maken 1. Druk op <Ja>. 2. Geef een mapnaam in en druk op <OK>. Opties voor mappen Druk in de lijst met mappen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • • Openen: hiermee opent u de geselecteerde map. Map toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe map toe. Naam map wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de map. Verwijderen: hiermee verwijdert u de geselecteerde map. Berichten (menu 5) • • • Menuopties • Overnemen: hiermee neemt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het e-mailbericht over. Media kopiëren: hiermee slaat u de bijlagen van het e-mailbericht op in het geheugen van de telefoon. Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het e-mailbericht wordt verwijderd. Details: hiermee bekijkt u de eigenschappen van het e-mailbericht. Standaardberichten (menu 5.3) Met dit menu kunt u standaardberichten maken en gebruiken voor berichten die u veel gebruikt. Standaard SMS-berichten (menu 5.3.1) U kunt standaard SMS-berichten maken met zinnen die u vaak gebruikt, zodat u deze kunt ophalen en invoegen wanneer u een SMS-bericht opstelt. Een standaardbericht maken 1. Selecteer een lege locatie. 2. Geef een bericht in en druk op <OK>. 65 Menuopties Opties voor standaardberichten Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het geselecteerde standaardbericht. • Bericht verzenden: hiermee kunt u een nieuw bericht opstellen en verzenden. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde standaardbericht. • Nieuwe toevoegen: hiermee voegt u een nieuw standaardbericht toe. Standaard MMS-berichten (menu 5.3.2) U kunt vooraf geïnstalleerde standaard MMS-berichten of standaardberichten die u hebt opgeslagen gebruiken bij het opstellen van een MMS-bericht. Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee opent u het geselecteerde standaardbericht. • Wijzigen: hiermee wijzigt u het standaardbericht. 66 • • Verzenden: hiermee kunt u een nieuw bericht opstellen en verzenden. Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde standaardbericht of alle standaardberichten, behalve de vooraf gedefinieerde standaardberichten. Alles verwijderen (menu 5.4) Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende berichtenmappen tegelijk verwijderen. 1. Druk op [ ] om de berichtenmappen te selecteren die u leeg wilt maken. Als u twee keer op de toets drukt, worden de berichttypen weergegeven zodat u kunt opgeven welke typen moeten worden gewist. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op [ ] om het selectievakje in te schakelen voor het verwijderen van beveiligde berichten en druk vervolgens op <Ja>. 4. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. Instellingen (menu 5.5) SMS-berichten (menu 5.5.1) • • Berichten (menu 5) Via dit menu kunt u de SMS-instellingen wijzigen. • Verzendinstellingen: hier stelt u de opties voor het verzenden van SMS-berichten in: Antwoordpad: hiermee verzendt u met uw bericht een verzoek om een leesbevestiging. Afleverbericht: hier kunt u instellen dat u op de hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn afgeleverd. Ondersteunde tekenset: hier selecteert u een tekenset. Als u Automatisch selecteert, wordt de tekenset gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken ingeeft. Het gebruik van de Unicode-tekenset brengt het maximum aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt op uw telefoon standaard Automatisch gebruikt als tekenset. • Drager selecteren: selecteer hetzij GSM, hetzij GPRS-voorkeur, afhankelijk van uw netwerk. Nr. blokkeren: hier slaat u de telefoonnummers op waarvan u berichten wilt weigeren. Huidig profiel: hiermee selecteert u een profiel voor de SMS-instellingen. Profielinstellingen: hiermee stelt u de eigenschappen van elk profiel in. SMS-centrale: hier kunt u het nummer van de SMS-server opslaan of wijzigen. Standaardbestemming: hier geeft u de standaardbestemming in. Deze wordt weergegeven in het eerste veld in het veld Ontvangers. Standaardtype: hier stelt u het standaardberichttype in. De provider zet de berichten om in de gekozen indeling. Geldigheidsduur: hier stelt u in hoelang uw berichten op de SMS-server opgeslagen moeten blijven. Naam instelling: hier geeft u een profielnaam in. Menuopties Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor het gebruik van de berichtenservice. 67 Menuopties MMS-berichten (menu 5.5.2) Via dit menu kunt u de MMS-instellingen wijzigen. • Verzendinstellingen: hier kunt u de opties voor het verzenden van MMS-berichten instellen: Afleverbericht: hier stelt u in dat u op de hoogte moet worden gesteld wanneer uw berichten zijn afgeleverd. Adres verbergen: hiermee stelt u in dat uw adres moet worden verborgen op de telefoon van de ontvanger. Leesbevestiging: hiermee verzendt u met uw berichten een verzoek om een leesbevestiging. Prioriteit: hiermee kunt u een prioriteit instellen voor uw berichten. Vervaldatum: hier stelt u in hoelang uw berichten op de MMS-server opgeslagen moeten blijven. Aflevertijd: hier stelt u in hoelang moet worden gewacht voordat berichten worden verzonden. Grootte uitgaand bericht: hiermee selecteert u een maximumgrootte voor bijgevoegde items voor berichten. 68 • Ophaalinstellingen: hiermee stelt u de opties in voor het ontvangen van MMS-berichten: Onbekende afzenders weigeren: hiermee weigert u berichten van onbekende afzenders. Reclame toestaan: hiermee accepteert u reclame. Informatie toestaan: hiermee accepteert u infoberichten. Rapport zenden: hier stelt u in dat de afzender op de hoogte moet worden gesteld wanneer u zijn bericht hebt ontvangen. Ontvangst eigen netwerk: hier geeft u op of nieuwe berichten automatisch moeten worden opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van uw eigen provider bevindt. Ontvangst roamingnetwerk: hier geeft u op of nieuwe berichten automatisch moeten worden opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van een ander netwerk bevindt. Via dit menu kunt u standaard e-mailinstellingen wijzigen. U kunt het e-mailprofiel en de instellingen voor de e-mailaccount niet wijzigen tijdens het ophalen of verzenden van e-mailberichten. • Verzendinstellingen: hier kunt u de opties instellen voor het verzenden van e-mailberichten. Berichten (menu 5) E-mailberichten (menu 5.5.3) Kopie verzenden naar uzelf: hiermee verzendt u een kopie van uw e-mailberichten naar uw e-mailaccount. Afleverbericht: hier stelt u in dat u een melding van het netwerk ontvangt wanneer uw e-mailberichten zijn afgeleverd. Leesbevestiging: hiermee verzendt u een verzoek om een leesbevestiging mee met het e-mailbericht. Antwoordadres: hier stelt u een e-mailadres in voor het ontvangen van leesbevestigingen van ontvangers van uw e-mailberichten. Prioriteit: hiermee stelt u de prioriteit van e-mailberichten in. Inclusief handtekening: hiermee voegt u uw naam, telefoonnummer, een eenvoudig memo of een vaste regel toe aan uw e-mailberichten. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam in uw handtekening. Telefoonnummer wijzigen: hiermee wijzigt u het telefoonnummer in uw handtekening. Menuopties • De volgende opties zijn beschikbaar voor ontvangst binnen thuisnetwerk en ontvangst in buitenland: - Automatisch: berichten worden automatisch opgehaald van de server. - Weigeren: alle berichten worden geweigerd. - Handmatig: er wordt een melding op de telefoon weergegeven. Met de optie Ophalen kunt u nieuwe berichten handmatig downloaden. Profiel: hiermee selecteert u een verbindingsprofiel voor MMS. U kunt ook een profiel maken of bewerken.blz. 103 69 Menuopties • 70 Opmerking wijzigen: hiermee wijzigt u de vaste regel in uw handtekening. Ontvanginstellingen: hier kunt u de opties instellen voor het ontvangen van e-mailberichten: Controle-interval: hiermee geeft u op hoe vaak op de server moet worden gecontroleerd of er e-mailberichten zijn binnengekomen. Als u Niet melden selecteert, kunt u de functie Controleren op nieuwe e-mail gebruiken om handmatig te controleren of er e-mailberichten zijn binnengekomen. Leesbevestiging: hiermee geeft u op of de telefoon een leesbevestiging verzendt voor inkomende e-mailberichten. Als u Antwoordherinnering selecteert, wordt u gevraagd een leesbevestiging te verzenden. Weigeren indien groter dan: hiermee geeft u de maximum toegestane grootte voor inkomende e-mailberichten op. De telefoon weigert e-mailberichten die de opgegeven grootte overschrijden. • • Downloadmethode: hier stelt u in of alleen de e-mailberichtkoppen worden gedownload of de berichtkoppen en de tekst van het bericht. Kopie van berichten op server laten: kopieën van e-mailberichten blijven na het ophalen op de e-mailserver staan. Blokkeerlijst: hier kunt u e-mailadressen of onderwerpen opgeven zodat berichten van die adressen of met die onderwerpen worden geweigerd. E-mailaccount: hiermee stelt u uw e-mailaccount in en selecteert u welke account moet worden gebruikt. Huidig account: hier selecteert u een account. Accountinstellingen: hiermee configureert u e-mailaccounts met verschillende e-mailservers. Stel voor elke account de gewenste opties in: - Accountnaam: hier geeft u een naam in voor de geselecteerde account. - Gebruikersnaam: hier geeft u een gebruikersnaam in. - POP3-poort: hier geeft u het nummer van de POP3-poort in. - Gebruikersnaam: hier geeft u de POP3gebruikersnaam in. - Wachtwoord: hier geeft u het POP3wachtwoord in. - SMTP-verificatie gebruiken: hiermee schakelt u SMTP-verificatie in, waardoor de gebruiker zich moet aanmelden voordat deze e-mailberichten kan verzenden. - Zelfde als POP3: kies of u voor de SMTP-server dezelfde parameters wilt gebruiken als voor de POP3-server. - SMTP-gebruikersnaam: hier geeft u de SMTP-gebruikersnaam in. - SMTP-wachtwoord: hier geeft u het SMTP-wachtwoord in. - APOP aanmelden: hiermee maakt u een verbinding met de server met behulp van de APOP-aanmeldprocedure. Menuopties Berichten (menu 5) - E-mailadres: hier geeft u uw e-mailadres in. - SMTP-server: hier geeft u het IP-adres of de hostnaam van de server voor de uitgaande e-mailberichten in. - SMTP-poort: hier geeft u het nummer van de SMTP-poort in. - Eerst verbinden met POP3-server/Eerst verbinden met IMAP4-server: hiermee wordt verbinding gemaakt met de POP3- of IMAP4server voor verificatie voordat er verbinding wordt gemaakt met de SMTP-server voor het verzenden van e-mailberichten. - Protocoltype: hier selecteert u het protocol voor de server voor inkomende e-mailberichten. De overige opties zijn afhankelijk van de instellingen voor het protocoltype. Als het protocoltype POP3 is: - POP3-server: hier geeft u het IP-adres of de hostnaam in van de server voor de inkomende e-mailberichten. 71 Menuopties - Beveiligde verbinding: hiermee wordt een beveiligde verbinding voor de e-mailservice gebruikt. Als het protocoltype IMAP4 is: - IMAP4-server: hier geeft u het IP-adres of de hostnaam in van de server voor de inkomende e-mailberichten. - IMAP4-port: hier geeft u het nummer van de IMAP4-poort in. - Gebruikersnaam: hier geeft u de IMAP4gebruikersnaam in. - Wachtwoord: hier geeft u het IMAP4wachtwoord in. - SMTP-verificatie gebruiken: hiermee schakelt u SMTP-verificatie in, waardoor de gebruiker zich moet aanmelden voordat deze e-mailberichten kan verzenden. - Zelfde als IMAP4: kies of u voor de SMTP-server dezelfde parameters wilt gebruiken als voor de IMAP4-server. 72 • - SMTP-gebruikersnaam: hier geeft u de SMTP-gebruikersnaam in. - SMTP-wachtwoord: hier geeft u het SMTP-wachtwoord in. - Inclusief bijlagen: als u deze optie selecteert, kunt u e-mailberichten met bijlagen ophalen. - Ophaallimiet e-mail: hier stelt u het aantal berichtkoppen in dat u wilt ophalen van de server. - Beveiligde verbinding: er wordt een beveiligde verbinding voor de e-mailservice gebruikt. E-mailprofiel: hiermee selecteert u een verbindingsprofiel voor e-maildiensten. U kunt ook een profiel maken of wijzigen.blz. 103 Serverberichten (menu 5.5.4) U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van serverberichten van de draadloze webserver. • Ontvangen: hiermee stelt u in hoe serverberichten worden ontvangen. • Blokkeerlijst: hier kunt u geblokkeerde serveradressen beheren. Mijn bestanden (menu 6) U kunt de instellingen voor het ontvangen van infoberichten wijzigen. • Ontvangen: hier geeft u op of u infoberichten wilt ontvangen of niet. • Kanaallijst: hiermee geeft u de kanalen aan waarvan u infoberichten wilt ontvangen. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. • Taal: hiermee selecteert u de voorkeurstalen waarin infoberichten worden weergegeven. Via het menu Mijn bestanden kunt u afbeeldingen, video's, muziekbestanden en geluidsbestanden openen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt voor elke map. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Mijn bestanden om dit menu te openen. Tips voor DRM (Digital Rights Management) Mijn bestanden (menu 6) Geheugenstatus (menu 5.6) Menuopties Infoberichten (menu 5.5.5) In verband met het DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat u een sleutel nodig hebt om bepaalde media-items die u hebt gedownload van het internet of via MMS hebt ontvangen, te kunnen openen. U kunt de sleutel aanvragen bij de website die de rechten op de inhoud heeft. Gebruik hiervoor de optie Sleutel activeren. De lijst kan de volgende pictogrammen bevatten: • : item met geldige sleutel dat kan worden doorgestuurd. • : item zonder geldige sleutel dat kan worden doorgestuurd. 73 Menuopties • • : item met geldige sleutel dat niet kan worden doorgestuurd. : item zonder geldige sleutel dat niet kan worden doorgestuurd. Uw provider ondersteunt alleen DRM-bestanden met onbeperkte toegang of toegang op basis van aantallen. Afbeeldingen (menu 6.1) Dit menu bevat foto's die u hebt genomen en afbeeldingen die u hebt gedownload, ontvangen in berichten of geïmporteerd via uw computer. Een afbeelding bekijken 1. Selecteer een map met afbeeldingen. 2. Selecteer een afbeelding. Een diapresentatie bekijken U kunt uw foto's in de vorm van een diapresentatie bekijken, waarbij alle foto's in de huidige map achtereenvolgens worden weergegeven. 1. Selecteer Foto's. 74 2. Druk op <Opties> en selecteer Diapresentatie. 3. Selecteer een weergavesnelheid. De diapresentatie begint. 4. Druk op <Stoppen> om de diapresentatie te stoppen. Opties voor afbeeldingen Terwijl u een afbeelding bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met afbeeldingen. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • Instellen als: hiermee stelt u de afbeelding in als achtergrond of als beller-identificatie voor een vermelding in de telefoonlijst. • Wijzigen: hier kunt u de afbeelding bewerken met behulp van de functie Foto bewerken als het een foto betreft die u met de camera van de telefoon hebt gemaakt.blz. 45 • • • • • In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt opgenomen of gedownload, die u in een bericht hebt ontvangen of hebt geïmporteerd uit uw computer. Videoclips die zijn opgenomen met andere apparaten, zoals camcorders, worden mogelijk niet goed afgespeeld. Mijn bestanden (menu 6) • Video's (menu 6.2) Menuopties • • Sleutel activeren: hiermee haalt u een licentiesleutel op als de sleutel voor het geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is. Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Verplaatsen naar Favoriete afbeeldingen/ Verplaatsen naar Foto's/Verplaatsen naar Gedownloade afbeeldingen: hiermee verplaatst u het bestand naar een andere map. Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden delen met andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand wordt gewist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven licentiesleutels. Videoclips afspelen 1. Selecteer een map met video's. 2. Selecteer een videoclip. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toets Functie Hiermee onderbreekt of hervat u het afspelen. Links Hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. Als u de toets ingedrukt houdt, gaat u in een bestand terug. 75 Menuopties Toets Functie Rechts Hiermee gaat u naar het volgende bestand. Als u de toets ingedrukt houdt, gaat u in een bestand vooruit. / Omlaag • Hiermee regelt u het volume. Hiermee stopt u het afspelen. Opties voor videoclips Druk na het afspelen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met video's. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • Instellen als achtergrond: hiermee stelt u de videoclip (als deze is opgeslagen als 3GP-bestand) in als achtergrond voor het display. • Sleutel activeren: hiermee haalt u een licentiesleutel op als de sleutel voor het geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is. 76 • • • • • • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Verplaatsen naar Favoriete video's/ Verplaatsen naar Videoclips/Verplaatsen naar Gedownloade video's: hiermee verplaatst u het bestand naar een andere map. Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden delen met andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand wordt gewist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven licentiesleutels. Muziek (menu 6.3) In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die u hebt gedownload of die u uit uw computer hebt geïmporteerd. Selecteer een bestand. De mediaspeler wordt geopend.blz. 41 Dit menu bevat spraakmemo's die u hebt opgenomen en geluidsbestanden die u hebt gedownload, ontvangen in berichten of geïmporteerd uit uw computer. Een geluidsbestand afspelen 1. Selecteer een map met geluiden. 2. Selecteer een geluidsbestand. Zie Spraakrecorder voor het beluisteren van een spraakmemo.blz. 44 Opties voor geluidsbestanden Tijdens het afspelen van een muziekbestand kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • • • • • • Mijn bestanden (menu 6) Geluiden (menu 6.4) • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met geluiden. Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. Instellen als: hiermee stelt u het geluid in als beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon voor een vermelding in de telefoonlijst. Sleutel activeren: hiermee haalt u een licentiesleutel op als de sleutel voor het geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is. Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Verplaatsen naar Favoriete geluiden/ Verplaatsen naar Spraakmemolijst/ Verplaatsen naar Gedownloade geluiden: hiermee verplaatst u het bestand naar een andere map. Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden delen met andere Bluetooth-apparaten. Menuopties Als u in dit menu een bestand afspeelt dat niet is toegevoegd aan de playlist in de muziekspeler, wordt het afspelen op de achtergrond niet ondersteund. • 77 Menuopties • • • Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand wordt gewist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven licentiesleutels. Andere bestanden (menu 6.5) U kunt met de volgende toetsen het document bekijken: Toets Functie Omhoog/ Omlaag/ Links/ Rechts Hiermee kunt u binnen de pagina navigeren. Via dit menu kunt u documenten en bestanden in diverse indelingen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen, bekijken zonder dat deze beschadigd raken. Beschikbare bestandsindelingen zijn DOC, XLS, PPT, PDF en TXT. 78 /1 Hiermee zoomt u in. /3 Hiermee zoomt u uit. Hiermee wordt het document aangepast aan de paginagrootte. Een bestand bekijken 2 Selecteer een bestand. Picsel File Viewer wordt gestart en het bestand wordt geopend. Hiermee gaat u terug naar de eerste pagina. 4 Hiermee gaat u terug naar de vorige pagina. 5 Hiermee draait u het document. 6 Hiermee gaat u naar de volgende pagina. • Afhankelijk van de bestandsgrootte of de geheugencapaciteit van Picsel File Viewer is het mogelijk dat een bestand niet op de juiste manier wordt geopend. • Als een document talen bevat die niet worden ondersteund door Picsel File Viewer, wordt de inhoud van het document niet goed weergegeven. Functie 8 Hiermee gaat u naar de laatste pagina. Opties voor documenten Terwijl u een document bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Weergave met volledig scherm/Normale weergave: hiermee wijzigt u de weergave in Weergave met volledig scherm of Normale weergave. • Zoomen: hiermee zoomt u in- of uit. • Passend maken: hiermee kunt u het document aanpassen aan de paginagrootte, of de breedte of hoogte van het scherm. • Ga naar: hiermee gaat u naar een andere pagina in het document. • • • • • • • Roteren: hiermee draait u het document. Scherm pannen/Normaal pannen: hiermee wijzigt u de navigatiemodus in per scherm of per vooraf ingestelde pixel. Besturingsbalk verbergen/Besturingsbalk weergeven: hiermee kunt u de besturingsbalk met snelkoppelingen in de weergave met volledig scherm verbergen of weergeven. Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden delen met andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand wordt gewist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Mijn bestanden (menu 6) Hiermee wijzigt u de weergave in Weergave met volledig scherm of Normale weergave. • • Menuopties Toets 79 Menuopties • Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken in Picsel File Viewer. Geheugenstatus (menu 6.6) Via dit menu kunt geheugeninformatie bekijken voor media-items in het geheugen van de telefoon. Voor het telefoongeheugen drukt u op [Links] of [Rechts] om de geheugenstatus te bekijken op grootte of op aantal items. Agenda (menu 7) Via het menu Agenda kunt u uw dagelijkse afspraken bijhouden. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Agenda om dit menu te openen. De agenda bekijken Als u het menu Agenda opent, wordt de agenda in de maandweergave weergegeven, waarin de huidige datum wordt aangegeven met een blauw vak. 80 Een dag selecteren • • • Druk op [Links] of [Rechts] om naar een andere dag te gaan. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar een andere week te gaan. Druk op [ / ] om naar een andere maand te gaan. Opties voor de kalender Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Weergavevorm: hiermee wijzigt u de weergave van de agenda.blz. 83 • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe. volgende gedeelte • Ga naar: hiermee gaat u naar de huidige datum of geeft u een bepaalde datum op. • Sorteren op: hiermee kunt u items op type sorteren. • U kunt terugkerende items alleen verwijderen in de dagweergave. • Een agenda-item toevoegen In de agenda kunt u afspraken, verjaardagen, notities en taken opslaan. U kunt meerdere items op een dag opslaan. Een afspraak ingeven 1. Selecteer een datum in de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Afspraak. 3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen: • • • • • • • • • • Onderwerp: hier geeft u een titel voor de afspraak in. Details: hier geeft u de details van de afspraak in. Begindatum en Begintijd: hier geeft u de begindatum en -tijd voor de afspraak in. am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. Einddatum en Eindtijd: hier geeft u de einddatum en -tijd voor de afspraak in. am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. Locatie: hier geeft u gegevens in over de locatie van de afspraak. Alarm: hiermee stelt u een alarm in voor de afspraak. Vóór: hier stelt u in hoelang voor de begintijd van de afspraak het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. Herhalen: hier stelt u een herhaalpatroon voor de afspraak in. Agenda (menu 7) • Gemiste alarms agenda-items: hiermee bekijkt u items waarvan u het alarm hebt gemist. Geheugenstatus: hiermee bekijkt u geheugeninformatie voor de in de agenda opgeslagen items. • Menuopties Verwijderen: hiermee verwijdert u opgeslagen items uit de agenda. Er zijn verschillende verwijderopties. 81 Menuopties • Tot: hier stelt u de einddatum voor het herhaalpatroon voor de afspraak in. 4. Druk op <Opslaan> om de afspraak op te slaan. Een verjaardag ingeven 1. Selecteer een datum in de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Verjaardag. 3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen: • Gebeurtenis: hier geeft u de gegevens van de verjaardag in. • Datum: hier geeft u de datum in. • Alarm: hier stelt u een alarm voor de verjaardag in. • Vóór: hier stelt u in hoelang voor de verjaardag het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. • Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het alarm moet afgaan. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. 82 Elk jaar herhalen: hiermee wordt u elk jaar aan de verjaardag herinnerd. 4. Druk op <Opslaan> om de verjaardag op te slaan. • Een notitie ingeven 1. Selecteer een datum in de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Notitie. 3. Geef een notitie in en druk op <Opslaan> Een taak ingeven 1. Selecteer een datum in de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Taak. 3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen: • Taak: hier geeft u de gegevens voor de taak in. • Begindatum: hier geeft u de begindatum in. • Einddatum: hier geeft u de einddatum in. • Prioriteit selecteren: hiermee stelt u de prioriteit in. 4. Druk op <Opslaan> om de taak op te slaan. Een item bekijken • Afspraak • Verjaardag • Taak • Notitie 1. Selecteer een datum in de agenda om de items voor die dag weer te geven. 2. Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken. 3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items voor de geselecteerde dag weer te geven. Opties Tijdens het bekijken van een item kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het item. • • • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe. Verzenden via: hiermee verzendt u het item via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth. Weergavevorm: hiermee wijzigt u de weergave van de agenda. Verwijderen: hiermee wist u het item. Geheugenstatus: hiermee kunt u geheugeninformatie bekijken voor de in de agenda opgeslagen items. Agenda (menu 7) Items openen • • Menuopties Als u items in de agenda hebt ingevoerd, worden onderaan de agenda de symbolen en het aantal items op een dag weergegeven. Items in een andere weergavevorm bekijken U kunt de agendaweergave wijzigen in Dagweergave of Weekweergave. Druk op <Opties> en selecteer Weergavevorm → dag- of weekweergave. Dagweergave In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde datum bekijken. Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken. 83 Menuopties De volgende symbolen kunnen verschijnen om de status van het item aan te duiden: • Alarm ingesteld • Terugkerend item • Prioriteit taak (rood: hoog, blauw: normaal, grijs: laag) • Voltooide taak • Maak geen foto's van personen zonder hun toestemming. • Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik van camera's niet is toegestaan. • Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van een ander. Een foto nemen Weekweergave In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde week bekijken. Een cel op het rooster geeft aan dat er een afspraak is. Selecteer een cel van de gewenste datum. Camera (menu 8) U kunt de in de telefoon geïntegreerde cameramodule gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te maken. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Camera, of houdt u [ ingedrukt. 84 ] U kunt foto's nemen in verschillende standen. De camera maakt JPEG-foto's. Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen. 1. Open het menu Camera of houd [ ] ingedrukt om de camera in te schakelen. 2. Breng eventuele gewenste wijzigingen aan. • Druk op < > om de cameraopties weer te geven.volgende gedeelte • U kunt de toetsen gebruiken om de camerainstellingen te wijzigen of naar andere standen over te schakelen.blz. 86 4. Actie Werkwijze Druk op <Opties>. blz. 87 De foto verwijderen Druk op [C] en vervolgens op <Ja>. Terugkeren naar de fotostand Druk op <OK>. Cameraopties in de fotostand Druk in de fotostand op < > om de volgende opties weer te geven: • Video opnemen: hiermee schakelt u over naar de video-opnamestand. • Opnamestand: hiermee kunt u een foto nemen in de volgende standen: • • • • • • 85 Camera (menu 8) Opties voor foto's weergeven Eén opname: hiermee maakt u een foto in de normale stand. U kunt selecteren of een foto automatisch moet worden opgeslagen. Multishot: hiermee neemt u een reeks foto's achter elkaar. U kunt aangeven hoeveel foto's worden genomen en hoe snel dit gebeurt. Mozaïekopname: hiermee neemt u een reeks foto's die u in één kader opslaat. U kunt de indeling selecteren. Effecten: hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u een speciaal effect toe. Kaders: hiermee voegt u een decoratief kader toe. Flits: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser. Timer: hiermee kunt u een vertraging instellen voordat een foto wordt genomen. Ga naar Foto's: hiermee wordt de map Foto's geopend. Instellingen: hiermee wijzigt u de standaardinstellingen voor het maken van foto's. Grootte: hier selecteert u een beeldgrootte. Menuopties 3. Druk op [ ] of op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen in de map Foto's. Menuopties Kwaliteit: hiermee selecteert u een instelling voor de beeldkwaliteit. Zoeker: hiermee selecteert u een voorbeeldscherm. Sluitergeluid: hiermee selecteert u het geluid dat u hoort als u de sluiterknop, [ ] of [ ]. indrukt. Zoomgeluid: hiermee schakelt u het geluidseffect bij zoomen in of uit. Geluid helderheid: hiermee schakelt u het geluidseffect bij aanpassing van de helderheid in of uit. Witbalans: hiermee wijzigt u de kleurbalans van het beeld. U kunt de foto warmer of koeler laten lijken. ISO: hiermee wijzigt u de ISO-instelling. Met deze instelling bepaalt u de gevoeligheid van de camera. Selecteer in situaties met weinig licht een hogere ISO-instelling. Met een hogere ISO-waarde werkt de sluiterknop van de camera sneller en is de camera gevoeliger voor licht. Met hogere ISOinstellingen kan een afbeelding vervormd raken. 86 • Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken in de fotostand. Gebruik van de toetsen in de fotostand In de fotostand kunt u met de toetsen de camera-instellingen aanpassen. Toets Functie Links/ Rechts Hiermee past u de helderheid aan. Omhoog/ Omlaag Hiermee zoomt u in en uit. Hiermee spiegelt u het beeld verticaal. Hiermee geeft u het spiegelbeeld weer. 1 Hiermee schakelt u over naar de opnamestand.blz. 88 2 Hiermee wijzigt u de beeldgrootte. 3 Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit. • 4 Hiermee wijzigt u de fotostand. • 5 Hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u een speciaal effect toe. • 6 Hiermee wijzigt u de ISO-instellingen. 7 Hiermee selecteert u een decoratief kader. 8 Hiermee stelt u de timer in. 9 Hiermee gaat u naar de map Foto's. 0 Hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser. Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm. Hiermee wijzigt u de witbalans. • • • • • Opties voor foto's • Als u een foto hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee opent u één foto uit meerdere foto's. Nog een foto: hiermee gaat u terug naar de fotostand. Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. Instellen als: hiermee stelt u de foto in als achtergrond voor het scherm of als afbeelding voor de nummerweergave voor een vermelding in de telefoonlijst. Wijzigen: hiermee kunt u de foto wijzigen via de functie Foto bewerken.blz. 45 Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Ga naar Foto's: hiermee wordt de map Foto's geopend.blz. 74 Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand wordt gewist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Camera (menu 8) Functie Menuopties Toets 87 Menuopties Een video opnemen 5. Actie U kunt een video opnemen van het beeld dat op het camerascherm wordt weergegeven en deze video opslaan. 1. Druk in de fotostand op [1]. 2. Breng eventuele gewenste wijzigingen aan. • Druk op < > om de cameraopties weer te geven.volgende gedeelte • U kunt de toetsen gebruiken om de camerainstellingen te wijzigen of naar andere standen over te schakelen.blz. 89 3. Druk op [ ] of [ ] om de opname te starten. 4. Druk op [ ], < > of [ ] om de opname te stoppen. De video wordt automatisch opgeslagen in de map Videoclips. 5. Actie 88 Werkwijze De videoclip afspelen [ ]. Opties voor videoclips weergeven Druk op <Opties>. blz. 90 Werkwijze De videoclip verwijderen Druk op [C] en vervolgens op <Ja>. Terugkeren naar de opnamestand Druk op <OK>. Cameraopties in de opnamestand Druk in de opnamestand op < > om de volgende opties weer te geven: • Foto nemen: hiermee schakelt u over naar de fotostand. • Effecten: hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u een speciaal effect toe. • Flash: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser. • Timer: hiermee stelt een vertraging in voordat de camera begint met opnemen. • Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map Videoclips. • Camera (menu 8) • Geluid bij zoomen: hiermee schakelt u het geluidseffect bij zoomen in of uit. Geluid helderheid: hiermee schakelt u het geluidseffect bij aanpassing van de helderheid in of uit. Witbalans: hiermee wijzigt u de kleurbalans van het beeld. U kunt de video warmer of koeler laten lijken. Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken in de opnamestand. Menuopties Instellingen: hiermee kunt u de volgende instellingen voor het opnemen van een video wijzigen: Opnamestand: hiermee selecteert u een opnamestand voor de video. Selecteer Limiet voor MMS/achtergrond om een video op te nemen die geschikt is voor een bericht of die kan worden ingesteld als achtergrond. De videoclip wordt opgeslagen in de 3GP-indeling. Kies Normaal om een video op te nemen binnen de limiet van het geheugen dat op dat moment beschikbaar is. De videoclip wordt opgeslagen in de MP4-indeling. Grootte: hier selecteert u de framegrootte. Kwaliteit: hier selecteert u de beeldkwaliteit. Zoeker: hiermee selecteert u een voorbeeldscherm. Geluid opnemen: hiermee neemt u geluiden op bij een videoclip. Gebruik van de toetsen in de opnamestand In de opnamestand kunt u met de toetsen van uw telefoon de camera-instellingen aanpassen: Toets Functie Links/ Rechts Hiermee past u de helderheid aan. Omhoog/ Omlaag Hiermee zoomt u in- en uit. 89 Menuopties Toets Functie Toets Functie Hiermee spiegelt u het beeld verticaal. 0 Hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser. Hiermee geeft u het spiegelbeeld weer. 1 Hiermee schakelt u over naar de fotostand.blz. 84 2 Hiermee wijzigt u de framegrootte. 3 Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit. 4 Hiermee wijzigt u de opnamestand voor de video. 5 Hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u een speciaal effect toe. 7 Hiermee schakelt u het geluid in- of uit. 8 Hiermee stelt u de timer in. 9 Hiermee gaat u naar de map Videoclips. Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm. 90 Hiermee wijzigt u de witbalans. Opties voor videoclips Als u een videoclip hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Nog een video: hiermee gaat u terug naar de opnamestand. • Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand via MMS, e-mail of Bluetooth. • Instellen als achtergrond: hiermee stelt u de videoclip (als deze is opgeslagen als 3GP-bestand) in als achtergrond voor het display. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand. • Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. • • • • • • Instellingen (menu 9) Het menu Instellingen biedt toegang tot diverse opties waarmee u de instellingen van uw telefoon kunt aanpassen aan uw voorkeuren en behoeften. U kunt hier ook de oorspronkelijke instellingen herstellen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Instellingen om dit menu te openen. Tijd en datum (menu 9.1) Met dit menu kunt u de tijd en datum wijzigen die op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd en datum instelt, moet u in het menu Wereldklok de tijdzone opgeven.blz. 48 • Instellingen (menu 9) • Tijd instellen: hier geeft u de huidige tijd in. am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. Tijdnotatie: hiermee selecteert u de tijdnotatie. Datum instellen: hier geeft u de huidige datum in. Datumnotatie: hier selecteert u de indeling van de datum. Begindag agenda: hiermee stelt u in met welke dag van de week de agenda begint. Menuopties • Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map Videoclips.blz. 75 Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand wordt gewist. Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het bestand weer. Telefooninstellingen (menu 9.2) U kunt de instelling van veel functies van de telefoon aan uw eigen wensen aanpassen. Sommige menu's zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit is afhankelijk van uw provider. Taal (menu 9.2.1) In dit menu kunt u een van de beschikbare talen selecteren voor de tekst in het display. Als u Automatisch selecteert, wordt dezelfde taal als die op de SIM-kaart gebruikt. 91 Menuopties Welkomstbericht (menu 9.2.2) Met dit menu kunt u de tekst ingeven die kort als begroeting wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Schuifinstellingen (menu 9.2.3) In dit menu kunt u instellen hoe de telefoon reageert wanneer u deze opent voor een inkomende oproep en wanneer u deze sluit terwijl u een functie gebruikt. • Omhoog: hiermee stelt u in of u een oproep wilt beantwoorden door de telefoon te openen. • Omlaag: hiermee stelt u in of het menu dat u gebruikt, bewaard moet blijven wanneer u de telefoon sluit. Als u Omlaag instelt op Bewerking voortzetten, werkt de toetsenvergrendeling alleen in de standbystand. Sneltoetsen (menu 9.2.4) U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde menu's te openen. Via dit menu kunt u een menuoptie aan een toets toewijzen. 92 Een menu toewijzen aan een sneltoets 1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt gebruiken. 2. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. Opties voor sneltoetsen Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u een menu toewijzen of wijzigen. • Verwijderen: hiermee kunt u de toewijzing aan de geselecteerde sneltoets ongedaan maken. • Alles verwijderen: hiermee worden alle toewijzingen aan sneltoetsen ongedaan gemaakt. Volumetoets (menu 9.2.5) Gebruik dit menu om in te stellen of de beltoon wordt uitgeschakeld of een oproep wordt geweigerd als u [ / ] ingedrukt houdt wanneer er een oproep binnenkomt. Extra instellingen (menu 9.2.6) Via dit menu kunt u de instellingen voor het display wijzigen. Achtergrond (menu 9.3.1) U kunt het standby-scherm op het display instellen. • Hoofddisplay: hier kunt u een afbeelding of videoclip selecteren die moet worden weergegeven op het display. • • • Tekstpositie: hier selecteert u een positie voor de tekst. Als u niet wilt dat tekst wordt weergegeven in de standby-stand, selecteert u Uit. Lettertype: hier selecteert u een lettertype. Tekstkleur: hier selecteert u een kleur voor het lettertype. Pictogram: hier stelt u in dat op het standbyscherm een pictogram wordt weergegeven in plaats van het logo van de provider. Dit is alleen beschikbaar als u een pictogram hebt ontvangen in een bericht. Instellingen (menu 9) Displayinstellingen (menu 9.3) • Menuopties U kunt de functies voor automatische nummerherhaling en beantwoording van oproepen inen uitschakelen. • Automatisch herhalen: hiermee stelt u in dat maximaal tien keer wordt geprobeerd een telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het niet gelukt is verbinding te krijgen. • Met elke toets antwoorden: hiermee kunt u een inkomende oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve [ ] en <Weigeren>. Stijl hoofdmenu (menu 9.3.2) U kunt een weergavestijl instellen voor het scherm van het hoofdmenu. Kleurpatroon (menu 9.3.3) Hier kunt u een kleurpatroon selecteren voor de menustand. Helderheid (menu 9.3.4) U kunt de helderheid van het display aanpassen aan wisselende lichtsituaties. 93 Menuopties Kleur bij kiezen nr. (menu 9.3.5) Toetstoon (menu 9.4.2) In dit menu kunt u een kleur selecteren voor de cijfers die u ingeeft wanneer u een nummer kiest. Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. Info beller weergeven (menu 9.3.6) Via dit menu kunt u instellen dat op de telefoon meldingen worden weergeven over gemiste oproepen, met de informatie over de beller van wie u het laatst een oproep hebt gemist. Geluidsinstellingen (menu 9.4) Met dit menu kunt u de verschillende geluidsinstellingen aanpassen. Inkomende oproep (menu 9.4.1) Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor inkomende oproepen wijzigen. • Beltoon: hiermee selecteert u een beltoon voor de oproep. • Volume: hiermee selecteert u een beltoonvolume. • Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. 94 U kunt het toetstoonvolume aanpassen met [ / ] in de standby-stand. Berichttoon (menu 9.4.3) Met dit menu kunt u het belsignaal afzonderlijk instellen voor inkomende SMS-, MMS-, e-mail- en infoberichten. • Toon: hier kunt u een van de vele berichttonen selecteren. • Type belsignaal: hier geeft u op hoe u wilt worden gewaarschuwd wanneer er een bericht binnenkomt. • Herhaling: hier kunt u opgeven hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Toon bij in-/uitschakelen (menu 9.4.4) Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Klepsignaal (menu 9.4.5) • Indicatietoon: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen wanneer er een pop-upvenster wordt weergegeven. Verlichting (menu 9.5) Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon u in de stille stand waarschuwt bij een inkomende oproep of bericht, alarm, enz. Via dit menu kunt u de instellingen voor de verlichting wijzigen. Extra tonen (menu 9.4.7) Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon instellen. • Minuutsignaal: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden van de gespreksduur. • Verbindingstoon: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als een uitgaande oproep wordt verbonden met het systeem. • Signaal bij oproep: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het alarm moet afgaan. Instellingen (menu 9) Stille stand (menu 9.4.6) Menuopties Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het openen of sluiten van de telefoon. Backlight (menu 9.5.1) U kunt selecteren hoelang de verlichting of het display aan moeten blijven. • Hoofddisplay normaal: hier selecteert u hoelang de achtergrondverlichting aan moet blijven. • Hoofddisplay gedimd: hier selecteert u hoelang het display gedimd blijft nadat de achtergrondverlichting is uitgeschakeld. Na een bepaalde tijd wordt het display uitgeschakeld. Toetsverlichting (menu 9.5.2) Hier kunt u de opties instellen voor de toetsverlichting. • Altijd: de toetsverlichting is altijd ingeschakeld. 95 Menuopties • • 's Nachts: de toetsverlichting is alleen ingeschakeld tussen vijf uur 's middags en 9 uur 's ochtends. Aangepast: hier kunt u zelf opgeven wanneer de toetsverlichting moet worden ingeschakeld. Extern lampje (menu 9.5.3) Via dit menu kunt u het gebruik van het standbylampje op de voorzijde van de telefoon in- of uitschakelen. Dit lampje knippert met regelmatige tussenpozen als het netwerk beschikbaar is. Netwerkdiensten (menu 9.6) Met dit menu geeft u de netwerkdiensten weer. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Oproepen doorschakelen (menu 9.6.1) Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 96 1. Selecteer een doorschakeloptie: • Altijd: hiermee worden alle oproepen doorgeschakeld. • In gesprek: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u in gesprek bent. • Neemt niet op: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u niet opneemt. • Onbereikbaar: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. • Alles annuleren: hiermee worden alle doorschakelopties geannuleerd. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt doorschakelen. 3. Selecteer Activeren. Selecteer Uitschakelen om het doorschakelen van oproepen uit te schakelen. 4. Ga naar de regel Doorschakelen naar. 5. Geef het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld. Oproepen blokkeren (menu 9.6.2) Alles annuleren: hiermee annuleert u alle blokkeeropties, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen kunt ontvangen. • Blokkeerwachtwoord wijzigen: hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. 3. Selecteer Activeren. Als u de blokkeerfunctie wilt uitzetten, selecteert u Uitschakelen. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw provider hebt gekregen en druk op <Kies>. Instellingen (menu 9) Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: • Alle uitgaande oproepen: hiermee blokkeert u alle uitgaande oproepen. • Internationaal: hiermee blokkeert u internationale oproepen. • Internationaal behalve thuisland: hiermee is het alleen toegestaan te bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt (in het buitenland) en naar uw eigen land. • Alle inkomende oproepen: hiermee blokkeert u inkomende oproepen. • Inkomend in buitenland: hiermee blokkeert u alle inkomende oproepen wanneer u de telefoon in het buitenland gebruikt. • Menuopties 6. Als u Neemt niet op hebt geselecteerd, gaat u naar de regel Seconden en selecteert u hoelang wordt gewacht voordat een oproep wordt doorgeschakeld. 7. Druk op <Kies>. Wisselgesprek (menu 9.6.3) Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer de typen oproepen waarop deze functie van toepassing moet zijn. 2. Selecteer Activeren. Selecteer Uitschakelen om de functie uit te zetten. 97 Menuopties Netwerk kiezen (menu 9.6.4) Voicemailserver (menu 9.6.6) Met deze netwerkdienst kunt u handmatig het netwerk selecteren dat moet worden gebruikt tijdens roaming buiten uw eigen netwerk, of kunt u het netwerk automatisch laten kiezen. Met dit menu kunt u het nummer van de voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten openen. U kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee netwerken. U moet het nummer van de voicemailserver opslaan voordat u toegang kunt krijgen tot de server. Informeer bij uw provider naar het nummer. • Nummerweergave (menu 9.6.5) Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u belt. Als u Standaard selecteert, wordt de standaardinstelling van het netwerk gebruikt. Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet wijzigen. 98 • Verbinden met voicemailserver: hiermee maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u uw voicemailberichten kunt beluisteren. Nummer voicemailserver: hier geeft u het telefoonnummer van de voicemailserver in. Besloten gebruikersgroep (menu 9.6.7) Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande oproepen beperken tot een geselecteerde gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider voor gedetailleerde informatie over het maken van besloten gebruikersgroepen. • Indexlijst: hiermee kunt u indexnummers voor besloten gebruikersgroepen toevoegen, verwijderen of activeren. • U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen: GSM 1900 en een combinatie van GSM 900/1800. Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Als u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar gegevens mee uitwisselen, handsfree bellen of de telefoon op afstand bedienen. Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos verbinding maken tussen elektronische apparaten die compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal 10 meter. Omdat de apparaten communiceren via radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat niet te kunnen zien. Instellingen (menu 9) Band selecteren (menu 9.6.8) Bluetooth (menu 9.7) Menuopties • Buiten groep OK: hiermee kunnen ook nummers worden gebeld die niet in de besloten gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze optie is afhankelijk van uw abonnement voor de besloten gebruikersgroep. Standaardgroep: hiermee schakelt u de standaard besloten gebruikersgroep in, als u er een hebt ingesteld bij uw provider. Als u wilt bellen, kunt u de standaard besloten gebruikersgroep kiezen zonder dat u een groep in de lijst hoeft te selecteren. • Als er voorwerpen tussen de apparaten staan, is het mogelijk dat de afstand waarop de apparaten kunnen communiceren, afneemt. • Voor de beste resultaten wordt aanbevolen de Bluetooth-functionaliteit niet samen met andere mediafuncties zoals de spraakrecorder, camera en MP3-speler te gebruiken. • Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel met de telefoon. 99 Menuopties De Bluetooth-functie instellen Het menu Bluetooth bevat de volgende opties: • Activering: hiermee activeert of deactiveert u de Bluetooth-functie. • Mijn apparaten: hiermee zoekt u naar Bluetoothapparaten waarmee u verbinding kunt maken. • Zichtbaarheid van mijn telefoon: hiermee stelt u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen zoeken naar uw telefoon. • Naam van mijn telefoon: hiermee wijst u een Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze naam wordt op andere apparaten weergegeven. • Veilige modus: hiermee bepaalt u of u om bevestiging wordt gevraagd wanneer andere apparaten toegang tot uw gegevens proberen te krijgen. • Bluetooth-services: hiermee kunt u de beschikbare Bluetooth-diensten weergeven. 100 Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit koppelen 1. Kies Mijn apparaten vanuit de Bluetoothinstellingsopties. 2. Kies Zoeken naar nieuwe apparaten. Nadat het zoeken is voltooid, wordt een lijst weergegeven met apparaten waarmee u verbinding kunt maken. De volgende symbolen geven aan om wat voor type apparaat het gaat: • Stereoheadset • Printer • Computer • PDA • Mobiele telefoon • Onbekend apparaat • Mono headset/Handsfree carkit De kleur van het symbool geeft de status van het apparaat aan: • Grijs voor niet-gekoppelde apparaten • Blauw voor gekoppelde apparaten • Rood voor apparaten die momenteel verbinding hebben met uw telefoon Opties voor apparaten Druk in de lijst met apparaten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Verbinden: hiermee maakt u verbinding met een headset of handsfree carkit. • Verbinding verbreken: hiermee verbreekt u de verbinding met het apparaat. • Door bestanden bladeren: hiermee kunt u zoeken naar gegevens op het apparaat en deze rechtstreeks importeren in de telefoon. • • • Servicelijst: hiermee opent u de lijst met Bluetooth-diensten van het apparaat. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van het gekoppelde apparaat. Apparaat goedkeuren/Apparaat niet goedkeuren: hiermee bepaalt u of u wilt worden gevraagd om toestemming wanneer andere apparaten proberen verbinding te maken met de telefoon. Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat of alle apparaten uit de lijst. Gegevens verzenden via Bluetooth 1. Activeer de Bluetooth-functie. 2. Selecteer de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt verzenden. 3. Blader naar het gewenste item en druk op <Opties>. Instellingen (menu 9) Sommige apparaten, met name headsets en handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PINcode, zoals 0000. Als het andere apparaat een code heeft, moet u deze ingeven. • Menuopties 3. Selecteer een apparaat. 4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft deze niet te onthouden. Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. 101 Menuopties 4. Kies Verzenden via → Bluetooth. De telefoon zoekt naar apparaten binnen het bereik en er wordt een lijst met beschikbare apparaten weergegeven. 5. Selecteer een apparaat. 6. Geef, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die vereist is voor het koppelen en druk op <OK>. Gegevens ontvangen via Bluetooth Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetooth-functie op de telefoon zijn ingeschakeld. 1. Als een niet-goedgekeurd Bluetooth-apparaat gegevens naar uw telefoon probeert te verzenden, kunt u op <Ja> drukken als u het apparaat toegang tot uw telefoon wilt verlenen. 2. Druk op <Ja> om de gegevens te ontvangen. Beveiliging (menu 9.8) Met dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik door de verschillende toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart te gebruiken. 102 Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-/PIN2code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door uw PUK-/PUK2code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze codes krijgt u van uw provider. Controle PIN-code (menu 9.8.1) Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen gebruik door onbevoegden. Als deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet, de PIN-code ingeven. PIN-code wijzigen (menu 9.8.2) Met dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. De functie Controle PIN-code moet zijn ingeschakeld om de PIN-code te kunnen wijzigen. Telefoon vergrendelen (menu 9.8.3) Met dit menu kunt u de telefoon blokkeren zodat deze niet door onbevoegden kan worden gebruikt. Als deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht cijfers ingeven. Wachtwoord wijzigen (menu 9.8.4) In dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon wijzigen. Met dit menu kunt u toegang tot berichten, bestanden of alle menuopties op de telefoon blokkeren, behalve oproepfuncties. Als een privacyoptie ingeschakeld is, moet u het wachtwoord van de telefoon ingeven als u de geblokkeerde items of functies wilt gebruiken. SIM vergrendelen (menu 9.8.6) Met dit menu kunt u instellen dat uw telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de SIM-blokkeringscode ingeven als u een andere SIM-kaart wilt gebruiken. Als uw SIM-kaart de FDN-modus ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de telefoonnummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. PIN2-code wijzigen (menu 9.8.8) Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u dit menu gebruiken om uw huidige PIN2-code te wijzigen. Verbindingsinstellingen (menu 9.9) Met dit menu kunt u de profielen maken en aanpassen waarin de instellingen staan voor verbindingen tussen de telefoon en het netwerk. U hebt deze instellingen nodig als u de webbrowser wilt gebruiken of als u MMS- of e-mailberichten wilt versturen. Instellingen (menu 9) Privacy (menu 9.8.5) FDN-modus (Menu 9.8.7) Menuopties Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga naar het menu Wachtwoord wijzigen om het wachtwoord te wijzigen. De telefoon is standaard ingesteld voor verbindingen met het netwerk. Als u de instellingen wijzigt zonder de instructies van de provider te raadplegen, is het mogelijk dat de webbrowser, MMS- en e-mailfuncties niet goed werken. 103 Menuopties Een profiel maken 1. Druk op <Nieuw>. Als er al een profiel is opgeslagen, drukt u op <Opties> en kiest u Nieuwe verbinding toevoegen. 2. Geef de profielparameters op: • Profielnaam: hier geeft u een profielnaam in. • URL startpagina: hier geeft u het URL-adres van de pagina in die u wilt instellen als startpagina. • Proxy: hier kunt u de proxyserver activeren en deactiveren. • IP-adres: hier geeft u het IP-adres van de proxyserver in. • Poort: hier geeft u het poortnummer van de proxyserver in. • Wachttijd: hiermee stelt u een periode in waarna de verbinding met het netwerk wordt verbroken, als er binnen de opgegeven periode geen gegevensverkeer heeft plaatsgevonden. 104 • • • • DNS: hiermee kunt u de DNS-adressen (Domain Name Server) activeren en deactiveren. DNS 1 en DNS 2: hier geeft u het primaire en secundaire DNS-adres in. Drager: hier selecteert u het type drager voor het netwerk. Geavanceerde instellingen: hiermee wijzigt u de geavanceerde opties. Afhankelijk van de ingestelde drager verschillen de beschikbare opties. Als de drager is ingesteld op GPRS: APN: hier geeft u de naam van het toegangspunt in. Gebruikersnaam: hier geeft u de gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het uw wachtwoord in. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee wijzigt u het geselecteerde profiel. • Verwijderen: hiermee verwijdert u het profiel. • Nieuwe verbinding toevoegen: hiermee voegt u een nieuw profiel toe. Via dit menu kunt u de oorspronkelijke instellingen van de telefoon herstellen. 1. Druk op [ ] om de categorieën instellingen te selecteren die u wilt terugzetten. 2. Druk op <Opn inst.>. 3. Druk op <Ja> om het terugzetten van de oorspronkelijke instellingen te bevestigen. 4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is standaard ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen. blz. 103 Instellingen (menu 9) Opties voor profielen Instellingen terugzetten (menu 9.10) Menuopties Wanneer de drager is ingesteld op GSM: Inbelnummer: hier geeft u het PPPtelefoonnummer in. Gebruikersnaam: hier geeft u de gebruikersnaam in. Wachtwoord: hier geeft u het uw wachtwoord in. Type data-oproep: hier selecteert u een oproeptype voor gegevensoverdracht. 3. Druk op <Opslaan> om het profiel op te slaan. 105 Problemen oplossen Hulp bij het oplossen van problemen U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig telefoontje naar een medewerker van de klantenservice besparen, door eerst een aantal eenvoudige controles uit te voeren die in dit gedeelte worden besproken. Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende berichten worden weergegeven: "Plaats SIM-kaart" • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. "Wachtwoord ingeven" • De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld. U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. "PIN ingeven" • U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de PIN-code ingeven die u bij de SIM-kaart hebt gekregen. 106 • De functie Controle PIN-code is ingeschakeld. Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PIN-code ingeven. U kunt deze functie uitschakelen met de menuoptie Controle PINcode. "PUK invoeren" • Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code ingevoerd, waardoor de telefoon nu geblokkeerd is. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt gekregen. "Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet uitgevoerd" wordt weergegeven. • De verbinding met het netwerk is verbroken. Het kan zijn dat het signaal te zwak is op de plaats waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf een andere locatie. • U probeert een functie te gebruiken waarvoor u geen abonnement hebt bij uw provider. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. Iemand probeert u tevergeefs te bellen. • Controleer of de telefoon is ingeschakeld. (Houd [ ] langer dan een seconde ingedrukt.) • Controleer of u het juiste mobiele netwerk gebruikt. • Controleer of u de optie voor het blokkeren van inkomende oproepen misschien hebt ingeschakeld. Uw gesprekspartner hoort u niet. • Controleer of u de microfoon hebt ingeschakeld. • Controleer of u de telefoon dicht genoeg bij uw mond houdt. De microfoon bevindt zich aan de onderzijde van de telefoon. De telefoon begint te piepen en het bericht "Waarschuwing. Batterij bijna leeg" knippert op het display. • De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de batterij weer op. De geluidskwaliteit van de oproep is slecht. • Controleer de signaalsterkte op het display ( ). Hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te sterker is het signaal (van sterk ( ) tot zwak ( )). • Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast. Problemen oplossen U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet gekozen. • Controleer of u op [ ] hebt gedrukt. • Controleer of u op toegang hebt tot het juiste mobiele netwerk. • Controleer of u de optie voor het blokkeren van uitgaande oproepen misschien hebt ingeschakeld. Wanneer u een nummer uit de telefoonlijst opnieuw kiest, wordt er geen nummer gebeld. • Controleer via de functie Lijst met contacten of het nummer op de juiste manier is opgeslagen. • Sla het nummer zo nodig opnieuw op. 107 De batterij wordt niet goed opgeladen of de telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld. • Maak de contactpunten voor het opladen van de telefoon en de batterij schoon met een zachte doek. Mocht u het probleem aan de hand van de bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: • Het typenummer en het serienummer van de telefoon • Uw garantie-informatie • Een duidelijke beschrijving van het probleem Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. 108 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid SAR-certificeringsinformatie Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiogolven. De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie) zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand, te kunnen garanderen. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de telefoon is. De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was 0,679 W/kg. Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht, moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. SAR-tests worden uitgevoerd onder normale gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SARniveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die nodig is om het netwerk te kunnen bereiken. Voorschriften voor het gebruik van batterijen • • • * De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is 2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de netwerkband. Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd zijn. Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven manier. Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt. De standby- en beltijd zijn sterk afhankelijk van de signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de parameters die door de provider zijn ingesteld. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.* 109 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • • • • 110 De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt, is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. Een volledig opgeladen batterij die niet wordt gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch ontladen. Gebruik alleen batterijen en opladers die door Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Sluit de batterij niet langer dan een week op een oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat minder lang mee. Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de laadcapaciteit van de batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen. • • • Leg de batterij niet in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en levensduur van de batterij verminderen. Probeer de batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C (32 °F). Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en – polen van de batterij (de metalen strips op de batterij) direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigd raken. Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi ze niet in het vuur. Verkeersveiligheid Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden wilt gebruiken. Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke gevallen contact op met de fabrikant voor een andere oplossing. Gebruiksomgeving Pacemakers Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen van Wireless Technology Research. Als u ook maar een vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de telefoon onmiddellijk uitzetten. Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een ander apparaat wilt aansluiten, moet u de veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote voordeel brengt echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid met zich mee, een verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen. 111 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gehoorapparaten Verbod op mobiel bellen Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een andere oplossing. Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet toegestaan is. Andere medische apparaten Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe radiosignalen. U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen. Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan. Voertuigen Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op met de fabrikant of dealer van uw auto. Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur die in uw auto is geïnstalleerd. 112 Omgevingen met explosiegevaar Schakel de telefoon uit in een omgeving met explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg. Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots (zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Alarmnummer bellen Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit alleen op uw mobiele telefoon. U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is ingeschakeld en u zich in een servicegebied met voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider. Zo belt u een alarmnummer: 1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is. 2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op [ ]. Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het blokkeren van gesprekken, moet u deze functies misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem contact op met uw provider. Overige belangrijke veiligheidsinformatie • • Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te vervallen. Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van uw voertuig moet uitzetten. 113 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • • • • 114 Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de telefoon of de onderdelen of accessoires van de telefoon. Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er rekening mee houden dat deze met flink veel kracht wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur, in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het vliegtuig en is daarom verboden. Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden vervolgd. Verzorging en onderhoud De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier hebben van dit product. • • • • • Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of stikken in de kleine onderdelen. Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die de elektronica aantasten. Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan de telefoon beschadigd raken. Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen dan beschadigd kunnen raken. Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte. Door de hoge temperatuur gaan elektronische apparaten minder lang mee, kunnen batterijen beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of smelten. • • • • • • • • Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan oogbeschadigingen opleveren. Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes of aangepaste accessoires kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent radioapparatuur. Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar zal men u van advies dienen en indien nodig voor reparatie zorgen. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich condens in de telefoon vormen, waardoor de elektronische componenten van de telefoon beschadigd kunnen raken. Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegenaan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen de interne onderdelen beschadigd raken. Maak de telefoon niet schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een zachte doek gedrenkt in een sopje van water en zachte zeep. Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de bewegende onderdelen van het apparaat verstopt raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt. Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon kan oververhit raken en ontploffen. Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt, verandert het label in de telefoon dat waterschade aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van de telefoon niet meer onder de garantie van de fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet verstreken. 115 Index A AB-stand, tekstinvoer • 25 Achtergrond • 93 Achtergrondafbeelding • 93 Afbeeldingen, gedownload • 74 Agenda • 80 Alarm • 49 Alarmnummer bellen • 113 Antwoorden met elke toets • 93 Automatisch herhalen • 93 B Band kiezen • 99 Batterij bijna leeg, symbool • 8 opladen • 7 voorschriften • 109 Batterij bijna leeg, symbool • 8 Beantwoorden oproep • 29 tweede oproep • 30 Beldisplay, instellen • 94 Belgroepen • 37 116 Belsignaal berichten • 94 inkomende oproepen • 94 Berichten begroeting • 92 configuratie • 62 e-mail • 58, 64 info • 62, 73 MMS • 57, 61 server 62, 72 SMS • 56, 61 Berichten maken e-mail • 58 MMS • 57 SMS • 56 Berichttoon • 94 Besloten gebruikersgroep (CUG) • 98 Bestandsviewer • 78 Beveiliging, oproepen • 102 Blokkeren, oproepen • 97 Bluetooth instellingen • 100 ontvangen, gegevens • 102 verzenden, gegevens • 101 Browser, web • 52 C Calculator • 50 Camera foto's • 84 video's • 88 Configuratieberichten • 60 D Datum instellen • 91 Display helderheid • 93 indeling • 10 instellingen • 93 symbolen • 10 taal • 91 verlichting, instellen • 95 Documentbestanden • 78 Doorschakelen, oproepen • 96 DRM (Digital Rights Management) • 73 DTMF-tonen verzenden • 32 E E-mailberichten bekijken • 64 instelling • 69 maken/verzenden • 58 verwijderen • 64 F FDN-modus • 103 Foto bewerken • 45 Foto's bekijken • 74 bewerken • 45 maken • 84 G Games • 48 I In- en uitschakelen microfoon • 31 telefoon • 8 Infoberichten • 62, 73 Internationale gesprekken • 28 Internet • 52 J Java-toepassingen • 48 K Kleptoon • 95 Kleur • 93 L Laatste nummer herhalen • 28 Luidspreker • 31 Nummers opslaan • 36 Nummerweergave • 94, 98 M O Menustijl • 93 Mijn bestanden • 73 Minutensignaal • 95 MMS-berichten bekijken • 60 instelling • 68 maken/verzenden • 57 verwijderen • 61 Multiparty-gesprek • 32 Muziek, gedownload • 76 Muziekspeler • 40 N Namen ingeven • 25 zoeken • 35 Netwerk kiezen • 98 Netwerkband, kiezen • 99 Netwerkdiensten • 96 Nummer herhalen automatisch • 93 handmatig • 28 Omrekenen • 50 Ontvangen berichten e-mail • 64 MMS/SMS • 60 Ontvangen oproepen • 34 Opnemen spraakmemo's • 44 video's • 88 Oproepen beantwoorden • 29 blokkeren • 97 doorschakelen • 96 doorverbinden • 32 in de wacht zetten • 30 nummer herhalen • 28 tot stand brengen • 28 weigeren • 29 wisselgesprek • 97 Oproepenlijst gemist • 33 ontvangen • 34 uitgaand • 34 P PIN2-code wijzigen • 103 PIN-code wijzigen • 102 Postvak IN, berichten e-mail • 64 MMS/SMS • 60 Postvak UIT, berichten • 63 Privacy • 103 Problemen oplossen • 106 Index Geheugenstatus berichten • 73 gedownloade items • 80 mijn bestanden • 80 telefoonlijst 40 Geluiden, gedownload • 77 Geluidsinstellingen • 94 Gemiste oproepen • 33 Gespreksduur • 34 Gesprekskosten • 34 Gezondheids- en veiligheidsinformatie • 108 S Serverberichten • 62, 72 SIM-kaart plaatsen • 7 vergrendelen • 103 SMS-berichten bekijken • 60 instelling • 67 maken/verzenden • 56 verwijderen • 61 Snelkiezen • 38 Sneltoetsen • 92 Spraakrecorder afspelen • 44 opnemen • 44 Standaardbericht • 65 117 Index Stille stand ingeven • 14 instelling • 95 Stopwatch • 51 Symbolen, beschrijving • 10 T T9-stand, tekstinvoer • 26 Taal selecteren • 91 Tekens ingeven • 25 Telefoon aan- en uitzetten • 8 display • 10 resetten • 105 symbolen • 10 uitpakken • 6 vergrendelen • 102 wachtwoord • 103 Telefoon opnieuw instellen • 105 Telefoonlijst beheren • 39 opties • 36 snelkiezen • 38 toevoegen • 36 verwijderen • 36, 40 zoeken • 35 118 Tijd instellen • 91 Tijd verlichting instellen • 94 display • 95 toetsen • 95 Timer • 51 Toetstonen aan/uit • 31 selecteren • 94 volume • 94 Toon bij in-/uitschakelen • 94 U Uitgaande oproepen • 34 V Veiligheidsinformatie • 108 Verbindingstoon • 95 Vergrendelen menuopties • 103 SIM-kaart • 103 telefoon • 102 Verkeersveiligheid • 111 Verlichtingsinstellingen • 95 Verwijderen e-mail • 63, 64, 66 items • 83 MMS • 61, 63, 66 Verwijderen (vervolg) oproepenlijsten • 33 SMS • 61, 63, 66 telefoonlijst • 36, 40 Verzonden berichten • 63 Verzorging en onderhoud • 114 Video's afspelen • 75 opnemen • 88 Visitekaartje • 39 Voicemailserver • 98 W Wachtstand, gesprek • 30 Wachtwoord oproepen blokkeren • 97 telefoon • 103 Webbrowser favorieten • 54 toegang • 52 Welkomstbericht • 92 Wereldklok • 48 Wisselgesprek • 97 : EN 60950-1:2001 : EN 301 489-01 v1.4.1 (08-2002) EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002) EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002) : EN 50360:2001 EN 50361:2001 : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003) EN 300 328 v1.4.1 (04-2003) * Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre. (plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2006. 02. 06 Yong-Sang Park / verkoopmanager en wordt op verzoek ter beschikking gesteld. (Vertegenwoordiging in de EU) Samsung Electronics QA Lab. De technische documentatie wordt beheerd door: BABT, Balfour House, Churchfield Road, Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK Kenmerk: 0168 De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/ 5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s): Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld. Netwerk SAR Veiligheid EMC waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere normatieve documenten. (naam en adres van fabrikant*) - Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350 Gefabriceerd door: (Typenaam) SGH-D520 (Productbeschrijving) GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth Draagbare mobiele telefoon Het volgende product: Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement