- Home
- Domestic appliances
- Small kitchen appliances
- Coffee makers
- Coffee making accessories
- Bulex
- AQGAS C 160L
- De handleiding
advertisement
ACCUMULATEUR A GAZ / GASBOILER / GAS-VORRATSWASSERHEIZER
Notice d’emploi et manuel d’installation
Gebruiksaanwijzing en
Installatiehandleiding
Bedienungs- und
Installationsanleitung
AQGAS C 130L
AQGAS C 130N
AQGAS C 160L
AQGAS C 160N
AQGAS C 190L
AQGAS C 190N
Gebruiksaanwijzing
Inhoudstafels
1 Algemeen ..............................................................................24
1.1 Opbouw ...........................................................................................24
1.2 Algemeen .........................................................................................25
1.3 Typeoverzicht ...................................................................................26
1.4 Aanduiding .......................................................................................26
2 Veiligheidsvoorschriften ........................................................27
2.1 Veiligheidsvoorschriften ...................................................................27
2.2 Waarschuwingen ..............................................................................28
2.3 Voorschriften, normen en richtlijnen .................................................28
3. Bediening ..............................................................................29
3.1 In bedrijf nemen ...............................................................................29
3.2 Warmwatertemperatuur instellen .....................................................30
3.3 Uit bedrijf nemen ..............................................................................30
3.4 Vorstbeveiliging ...............................................................................31
3.5 Onderhoud .......................................................................................31
3.6 Herstarten na een storing ................................................................31
3.7 Ontgrendelen schouwbeveiliging .....................................................32
23
1 Algemeen
1.1 Opbouw
1
2
19
18
17
16
15
14
5
6
3
4
7
8
Legende
1 Warmwateraansluiting R 3/4
2 Opbergvak handleiding
3 Temperatuurvoeler
4 Temperatuurbegrenzer
5 Bedieningsknop
6 Gasblok
7 Piëzo-ontsteker
8 Spiegel (controle waakvlam)
9 Verstelbare voetsteunen
24
13
12
11
10
9
10 Houder
11 Waakvlam
12 Brander
13 Koudwateraansluiting R 3/4
14 Waterkuip
15 Thermische isolatie
16 Rookgasafvoerkanaal
17 Spiraal
18 Magnesium beschermingsanode
19 Trekonderbreker
1.2 Algemeen
1.2.1 Eerste installatie
De Bulex gasboiler AQGAS moet door een erkend installateur geïnstalleerd worden die verantwoordelijk is voor het naleven van de bestaande voorschriften, normen en richtlijnen.
Schade die ontstaat door het niet naleven van deze bedienings- en installatievoorschriften valt niet onder de garantie.
1.2.2 Fabrieksgarantie gewaarborgd tegen alle materiaal- en constructiefouten voor een periode van
één jaar vanaf de datum vermeld op het aankoopfactuur dat u heel nauwkeurig dient bij te houden.
1. Het toestel moet door een erkend gekwalificeerd vakman geplaatst worden, onder zijn volledige verantwoordelijkheid, en zal erop letten dat de normen en installatievoorschriften nageleefd worden.
2. Het toestel moet voorzien worden van een geldig bewijs van goedkeuring door de officiële Belgische instanties.
3. Het is enkel aan de technici van de
Bulex fabriek toegelaten om herstellingen of wijzigingen aan het toestel onder garantie uit te voeren, opdat de waarborg van toepassing zou blijven. De originele onderdelen moeten in het Bulex-toestel gemonteerd zijn, zoniet wordt de waarborg geannuleerd.
4. Teneinde de waarborg te laten gelden, moet u ons de garantiekaart volledig ingevuld, ondertekend en gefrankeerd terugzenden binnen de veertien dagen na de installatie!
De waarborg wordt niet toegekend indien de slechte werking van het toestel het gevolg is van een slechte regeling, door het gebruik van een niet overeenkomstige energie, een verkeerde of gebrekkige installatie, de niet-naleving van de gebruiksaanwijzing die bij het toestel gevoegd is, door het niet opvolgen van de normen betreffende de installatievoorsch riften, het type van lokaal of verluchting, verwaarlozing, overbelasting, bevriezing, elke normale slijtage of elke handeling van overmacht.
In dit geval zullen onze prestaties en de geleverde onderdelen aangerekend worden. Bij facturatie, opgesteld volgens de algemene voorwaarden van de na-verkoopdienst, wordt deze steeds opgemaakt op de naam van de persoon die de oproep heeft verricht en/of de naam van de persoon bij wie het werk is uitgevoerd, behoudens voorafgaand schriftelijk akkoord van een derde persoon (bv. huurder, eigenaar, syndic, enz.) die deze factuur uitdrukkelijk ten zijne laste neemt. Het factuurbedrag zal contant betaald moeten worden aan de fabriekstechnicus die het werk heeft uitgevoerd.
Het herstellen of vervangen van onderdelen tijdens de garantieperiode heeft geen verlenging van de waarborg tot gevolg. De toekenning van garantie sluit elke betaling van schadevergoeding uit en dit tot voor om het even welke reden ze ook gevraagd wordt. Voor elk verschil, zijn enkel de Tribunalen van het district waar de hoofdzetel van de vennootschap gevestigd is, bevoegd.
25
1.2.3 Juiste gebruik
Elk misbruik van de toepassing is verboden!.
De Bulex AQGAS-gasboilers zijn speciaal voor de bereiding van warm water ontwikkeld. De AQGAS-boiler is een direct gestookte staande warmwaterboiler voor gesloten (drukvaste) installaties. Zij waarborgen een groot comfort inzake de toevoer van warm water voor gezinnen en in de nijverheid.
De AQGAS-gasboilers kunnen in een woonruimte, kelder, berging of een ander lokaal geïnstalleerd worden.
De Bulex gasboilers mogen uitsluitend voor de bovengenoemde doeleinden gebruikt worden. Namelijk het bereiden van warm water.
1.3 Typeoverzicht
Inhoud
Nominaal vermogen
Nominale belasting
Bestemming - (ISO 3166)
Categorie keuring
Gassoort
(fabrieksinstelling)
V
S
[dm 3 (l)]
Q n
[kW]
P n
[kW]
AQGAS C130L
AQGAS C130N
130
7.3
AQGAS C160L
AQGAS C160N
160
8.3
AQGAS C190L
AQGAS C160N
190
8.9
8.4
9.2
BE (België)
10
I
2E+
/I
3+
type B11BS
G 20/25 - 20/25 mbar (aardgas/verrijkt gas)
1.4 Aanduiding
De CE-markering geeft aan dat de toestellen :
-
AQGAS C130L
AQGAS C130N
-
-
-
AQGAS C160L
AQGAS C160N
AQGAS C190L
AQGAS C160N conform tabel ‘typeoverzicht – pag. 4’ voldoen aan de basiseisen van de richtlijn voor gastoestellen (richtlijnen 90/396/
EWG).
26
2 Veiligheidsvoorschriften
2.1 Veiligheidsvoorschriften
2.1.1 Opstelling, instelling
Laat voor uw eigen veiligheid de installatie, onderhouds- en herstellingswerkzaamheden alsmede de eerste ingebruikname uitsluitend door een erkend installateur uitvoeren.
Deze is tevens verantwoordelijk voor de controle en eventuele herstellingen alsmede wijzigingen van de gasdruk.
-
-
-
-
2.1.2 Gasreuk
Handel bij gasreuk als volgt :
-
Doe geen licht aan of uit en gebruik geen andere elektrische schakelaars.
Gebruik geen telefoon in de nabije omgeving.
Gebruik geen vuur (bijv. aanstekers, lucifers) in de nabije omgeving.
Niet roken.
De gaskraan sluiten.
Ramen en deuren openen.
De gasmaatschappij of een erkend
Installateur verwittigen.
-
-
-
2.1.3 Wijzigingen
Wijzig zelf niets aan of in :
de gasboiler, de toevoerleidingen (gas & water), de afvoerleidingen (water & rookgassen), verzegelde of met verf gekenmerkte onderdelen (uitsluitend een erkend installateur of de technieker van Bulex mag hier aan werken).
Het verbod op wijzigingen geldt ook voor bouwkundige voorzieningen in de nabijheid van het toestel die de veilige werking van het toestel nadelig kunnen beïnvloeden.
-
-
-
-
-
Voorbeelden hiervoor zijn:
Hoge-en lage ventilatieroosters in deuren, plafonds, ramen en wanden mogen niet afgesloten worden. Bedek bijvoorbeeld geen ventilatieroosters met kledingstukken. Bij het leggen van een nieuwe vloerbedekking mogen de ventilatieroosters aan de onderkant van de deuren niet afgesloten of verkleind worden.
De ongehinderde toevoer van lucht naar het apparaat mag niet beïnvloed worden. Let hier in het bijzonder op bij het neerzetten van kasten, schappen e.d. onder het apparaat. Er gelden voorschriften voor het plaatsen van het apparaat in een kast. Informeer hiernaar bij Uw installateur.
Openingen voor de toevoer en afvoer van lucht moeten vrijgehouden worden.
Let erop dat bijv. het afdichten van openingen tijdens werkzaamheden nadien weer vrij gemaakt worden.
De gasboiler AQGAS mag niet in een ruimte geïnstalleerd worden waar andere toestellen lucht afzuigen met behulp van ventilatoren, zonder dat nodige aanpassingen aan de ventilatieroosters zijn doorgevoerd (bijv. dampkappen, wasdrogers).
Bij de inbouw van dubbele beglazing moet U in samenspraak met uw installateur ervoor zorgen dat de toevoer van voldoende verbrandingslucht naar het apparaat gegarandeerd blijft. Voor wijzigingen aan het toestel of in de nabijheid daarvan moet in ieder geval een erkende installateur geraadpleegd worden.
27
2.1.4 Explosieve en licht ontvlambare stoffen
Geen explosieve en licht ontvlambare producten (bijv. benzine, verven etc.) in de opstellingsruimte van het toestel gebruiken of stockeren.
2.1.5 Inspectie en onderhoud
Laat het toestel éénmaal per jaar controleren door een erkende installateur.
Sluit hiervoor eventueel een onderhoudscontract af.
2.2 Waarschuwingen
2.2.1 Verbrandingsgevaar
Verbrandingsgevaar!
Let er voor op dat het water uit de warmwaterkraan heel heet kan zijn. De beschermingsplaat voor de brander kan eveneens warm worden. Opletten voor verbrandingsgevaar.
2.2.2 Afloop
Daar tijdens de opwarming van de waterinhoud, om veiligheidsredenen, water uit het veiligheidsventiel kan druppen is het aangeraden deze aan de riolering aan te sluiten. Deze veiligheidsgroep mag onder geen enkele voorwaarde afgedicht worden.
2.2.3 Schade
Bij eventueel schade aan de AQGAS gasboiler onmiddellijk een erkend installateur of de dienst-na-verkoop van
Bulex raadplegen.
2.2.4 Lekken
Bij lekken in de warmwaterleiding tussen de gasboiler en de aftappunten onmiddellijk de algemene koudwaterkraan sluiten en de lekken door een erkend installateur laten herstellen.
2.2.5 Corrosiebescherming
Gebruik geen spuitbussen, oplosmiddelen, chloorhoudende reinigingsmiddelen, verf, lijm, of dergelijke producten in de nabijheid van het toestel. Deze stoffen kunnen onder ongunstige omstandigheden roestvorming in de gasboiler en de schoorsteen veroorzaken.
2.2.6 Vorstbeveiliging
Bij vorstgevaar moet de Bulex gasboiler in bedrijf gehouden worden of volledig geledigd worden.
2.3 Voorschriften, normen en richtlijnen
De plaatsing, installatie en eerste ingebruikname van de Bulex AQGAS gasboiler mag enkel uitgevoerd worden door een erkend installateur die, onder zijn verantwoordelijkheid de bestaande normen en de installatievoorschriften naleeft.
Deze brochure moet aan de gebruiker overhandigd worden.
De installatie dient uitgevoerd te worden in overeenstemming met de volgende normen, voorschriften en richtlijnen:
Alle bestaande voorschriften van de plaatselijke watermaatschappij en de
BELGAQUA-voorschriften,
Alle NBN-voorschriften in verband met drinkwatervoorziening en reglementen waaronder de NBN E 29–804,
-
-
-
De Belgische norm NBN D 51- OO3 voor brandstoffen lichter dan lucht,
Alle NBN-voorschriften voor elektrohuishoudelijke toestellen m.a.w.:
NBN C 73 - 335 - 30
NBN C 73 - 335 - 35
NBN 18 - 300
NBN 92 - 101 enz.
De ARAB-voorschriften.
28
-
-
De gasboiler moet geplaatst worden op een onontvlambare vloer of ondergrond. Men moet eveneens in acht nemen dat sommige verven zich ontbinden bij hitte. In het geval dat er brandbare producten in de nabijheid van de gasboiler zouden staan, moet een thermische bescherming voorzien worden.
Bij de eerste in bedrijfstelling moet de installateur zowel de gas- als de wateraansluitingen van de installatie en het toestel op dichtheid controleren.
3. Bediening
3.1 In bedrijf nemen
3.1.1 Koudwaterafsluitkraan openen
3.1.2 Gaskraan openen
• De gaskraan openen door de hendel volledig naar links tot de aanslag te draaien.
3.1.3 Brander starten
3
1
2
•
•
De koudwaterafsluitkraan (A) openen door deze volledig naar links tot de aanslag te draaien.
Open een warmwaterkraan totdat er water uitstroomt, zodat u verzekerd bent dat de AQGAS-boiler volledig met water gevuld is.
•
•
Verdraai de bedieningsknop (1) naar de stand “ontsteking“ .
De bedieningsknop (1) indrukken en gelijktijdig de knop van de piëzoontsteker (2) meermaals indrukken totdat de waakvlam brandt. Het branden van de waakvlam kan visueel doorheen het kijkvenster (3) nagegaan worden.
29
•
•
•
•
De bedieningsknop (1) ± 10 – 15 seconden ingedrukt houden.
De bedieningsknop (1) loslaten.
Regel nu de gewenste warmwatertemperatuur.
Indien de waakvlam dooft, de vorige handelingen herhalen. Indien de waakvlam na verscheidene pogingen steeds dooft, dient de gasleiding eerst zorgvuldig ontlucht te worden.
3.2 Warmwatertemperatuur instellen respectievelijk overeen met temperaturen van min. 40 tot max. 70 °C.
Om economische en hygiënische redenen wordt de sanitaire aquastaat fabrieks ingesteld op een temperatuur van 60 °C.
Het is aanbevolen zich aan deze instelling te houden - zeker wanneer het water veel kalk bevat.
3.3 Uit bedrijf nemen
2 1
1
Wanneer er warm water wordt getapt via een waterkraan, stroomt er koud water in de boiler waar het verwarmd wordt tot de temperatuur ingesteld op de aquastaat.
De AQGAS-boiler schakelt automatisch aan of uit bij het al of niet bereiken van deze ingestelde temperatuur op de aquastaat (bedieningsknop 1).
De AQGAS-boiler is verbonden met de waterleiding door middel van de koudwateraansluiting en met de aftapkranen door middel van de warmwateraansluiting.
De warmwatertemperatuur is traploos instelbaar op de bedieningsknop (1).
De standen 1 tot en met 7 stemmen
•
•
Draai de bedieningsknop (1) naar de stand “uit” ( ).
De gaskraan (2) sluiten.
30
3.4 Vorstbeveiliging
3
1 2
Bij vorstgevaar moet de Bulex gasboiler in bedrijf gehouden worden of volledig geledigd worden.
•
•
•
•
Ga hiervoor als volgt te werk :
Sluit de gaskraan en koudwaterkraan door deze naar rechts te draaien tot aan de aanslag.
Open alle warmwaterkranen die op de
Bulex gasboiler zijn aangesloten zodat het toestel en de leidingen geheel leeglopen.
Laat de waterinhoud van de AQGAS gasboiler volledig leeglopen door de aflaatkraan op de koudwaterleiding open te draaien.
Een aflaatkraan op de installatie dient door de installateur voorzien te worden.
3.5 Onderhoud
Om de continuïteit, betrouwbaarheid en lange levensduur te waarborgen raden wij
U om Uw Bulex gasboiler regelmatig te laten controleren/onderhouden door een erkend installateur. Het is in vele gevallen mogelijk hiervoor een onderhoudscontract af te sluiten.
Voor wat betreft de externe onderdelen en de ommanteling volstaat het deze te reinigen met een vochtig doek en eventueel een beetje detergent.
•
3.6 Herstarten na een storing
Indien de AQGAS-gasboiler na een storing niet meer automatisch opstart, dient u deze manueel terug bedrijfsklaar te stellen.
Draai hiervoor de bedieningsknop
(1) naar de stand “uit” ( ). Na een wachttijd van ± 1 minuut de gasboiler terug bedrijfsklaar stellen volgens hoofdstuk „in bedrijf nemen“ pag. 9. Bij een eerste in bedrijf name of na een lange stilstand is het volledig normaal dat de gasboiler door luchtvorming meermaals uit gaat en herstart moet worden.
•
•
Als de gasboiler steeds in storing blijft gaan, dient een erkend installateur of de
Dienst-naverkoop van Bulex geraadpleegd te worden.
Als het toestel niet juist werkt, mag deze niet meer in bedrijf genomen worden. Raadpleeg uw installateur.
De AQGAS-boiler uit bedrijf nemen en de gaskraan sluiten.
31
3.7 Ontgrendelen schouwbeveiliging Dit zou tot levensgevaarlijke situaties kunnen leiden!
Beveiligingsinrichtingen mogen onder geen enkele voorwaarden buiten werking gesteld worden.
1
Uw Bulex AQGAS-gasboiler is uitgerust met een thermische terugslagbeveiliging
(TTB). Deze zal de gasboiler uitschakelen indien er zich terugslag of schouwproblemen voordoen. In de trekonderbreker van het toestel is een voelersysteem ingebouwd dat bij storing of terugslagproblemen de waakvlam dooft.
•
•
Het ontgrendelen van deze schouwbeveiliging gebeurt als volgt:
De stift (1) van de schouwbeveiliging indrukken.
De gasboiler in bedrijf nemen volgens hoofdstuk ‘in bedrijf nemen’ pag. 9.
•
Als het toestel niet juist werkt, mag deze niet meer in bedrijf genomen worden.
Raadpleeg uw installateur.
De AQGAS-boiler uit bedrijf nemen en de gaskraan sluiten.
32
Installatievoorschriften
Inhoudstafel
1 Installatie ...............................................................................34
1.1 Voorwoord ........................................................................................34
1.2 Afmetingen (mm) .............................................................................34
1.3 Opstelling .........................................................................................34
1.4 Gasinstallatie ...................................................................................35
1.5 Wateraansluiting ..............................................................................36
1.6 Schoorsteenaansluiting ....................................................................37
1.7 Bevestiging schouwbeveiliging (TTB) ..............................................38
2 In bedrijf stelling ....................................................................39
2.1 Bedrijfsklaar stellen ..........................................................................39
2.2 Gasdruk controleren ........................................................................39
2.3 Branderdruk controleren ..................................................................40
2.4 Controle van de goede werking .......................................................41
2.5 Informeren van de gebruiker ............................................................42
3 Controle/Onderhoud ..............................................................42
3.1 Inspectie en onderhoud ...................................................................42
3.2 Onderdelen ......................................................................................42
3.3 Magnesiumanode controleren .........................................................42
3.4 Waterkuip reinigen ...........................................................................42
3.5 Ommanteling ....................................................................................42
3.6 Brander en rookgasafvoer reinigen ..................................................43
3.7 Controle van de goede werking .......................................................43
4 Technische gegevens ............................................................44
33
1 Installatie
1.1 Voorwoord
Bij eventueel schade aan de AQGAS gasboiler onmiddellijk een erkend installateur of de dienst-na-verkoop van
Bulex raadplegen. Laat voor uw eigen veiligheid de installatie, onderhoudsen herstellingswerkzaamheden alsmede de eerste ingebruikname uitsluitend door een erkend installateur uitvoeren.
De Bulex gasboiler AQGAS moet door een erkend installateur geïnstalleerd worden die verantwoordelijk is voor het naleven van de bestaande voorschriften, normen en richtlijnen.
Deze is tevens verantwoordelijk voor de controle en eventuele herstellingen alsmede wijzigingen van de gasdruk.
Controleer eveneens of de gassoort vermeld op de kenplaatgegevens van de AQGAS-boiler overeenstemt met de gasinstallatie.
1.2 Afmetingen (mm)
1
A B
Ø 510
198
2
40
580
50 121
4
3
90
1
5
150
101
Legende
1 Trekonderbreker
2 Gasaansluiting
3 Warmwateraansluiting R 3/4
4 Koudwateraansluiting R 3/4
5 Magnesium beschermingsanode
Toestel
A
Maat (mm)
B
1340 1205
AQGAS C130L
AQGAS C130L
AQGAS C160L
AQGAS C160L
AQGAS C190L
AQGAS C190L
1530
1720
1395
1585
1.3 Opstelling
De lucht nodig voor de verbranding moet vrij zijn van chemische stoffen zoals: fluor, chloor, zwavel (bv.: kapsalon, drukkerijen,
… enz.).
34
Sprays, oplossings- en einigingsmiddelen, verven, lijmen, enz... bevatten substanties, die bij de werking van de AQGASgasboiler, het corrosieproces doen versnellen zowel in het toestel als in de schoorsteen.
De nodige ventilatieroosters (hoge- en lage ventilatie) dienen volgens de geldende normen en voorschriften aanwezig te zijn.
Bij de keuze van de opstellingsplaats dient rekening gehouden te worden met het gewicht van de boiler en de waterinhoud.
Raadpleeg hiervoor de technische gegevens (rugzijde).
1.3.1 Opstellingsplaats
De AQGAS-gasboiler moet in een vorstvrije ruimte in de buurt van de schoorsteen opgesteld worden. Bij de inbouw in een hoek of een nis moet er rekening gehouden worden dat er voldoende plaats vrij blijft om een onderhoudsbeurt of herstellingswerken te kunnen uitvoeren. De brander moet volledig uitgebouwd en de magnesium beschermingsanode verwijderd kunnen worden.
De bedieningsknoppen van de gasboiler moeten geheel vrij blijven.
1.3.2 Plaatsing
Ter plaatse de boiler van het transportpalet op zijn plaats kantelen. De uitbalancering van de boiler kan gebeuren aan de hand van de instelbare steunvoeten.
1.4 Gasinstallatie
1 2
De gasinstallatie en de eerste ingebruikname mogen enkel door een erkend installateur uitgevoerd worden.
De plaatselijke voorschriften en de bepalingen van de gasmaatschappij dienen aangehouden te worden.
•
•
•
•
De diameter van de gasleiding dient in functie van het brandervermogen en de totale afstand van de leiding bepaald te worden.
Het gasblok van de AQGAS-boiler heeft twee ingangen (1 en 2), waardoor de gasleiding of onderaan ofwel via de zijkant
(links) aangesloten kan worden.
De gasleiding op ingang 1 of 2 aansluiten.
De niet-gebruikte ingang lekdicht maken d.m.v. een stop. Controleren op dichtheid!
Op de gastoevoerleiding dient de installateur een gaskraan te monteren en lekdicht op de gasaansluiting van de
AQGAS-boiler aan te sluiten.
Alle aansluitingen en verbindingen op dichtheid controleren.
35
Vooraleer de gasleiding aan te sluiten, eerst de volledige gasleiding doorblazen zodat eventuele verstoppingen of gedeeltelijke verstoppingen door ophoping van onreinheden, vet, dichtingsmateriaal,
… enz verwijderd worden.
1.5 Wateraansluiting
II
I
2 1
5 4
II
I
3
Legende
1 Koudwatertoevoerleiding
2 Veiligheidsgroep sanitair
3 Aflaatkraan
36
4 Warmwaterleiding
5 Omloopcircuit
Tussen de sanitaire veiligheidsgroep en de AQGAS-boiler mag geen afsluitkraan of andere afsluiters voorzien zijn.
•
•
•
Voor de AQGAS-boiler is het verplicht een veiligheidsgroep met al of niet een drukreductor op de koudwatertoevoer te plaatsen. (Bijvoorbeeld: artikelnummer
8246).
Er moet worden gecontroleerd of de waterdruk op de plaats van de installatie niet hoger is dan de toelaatbare werkingsdruk van 6 bar van de boiler.
Voorzie de nodige veiligheidsinrichtingen (2) op de koudwatertoevoerleiding (1) naar de
AQGAS-boiler en volgens de geldende plaatselijke normen en voorschriften.
Bij waterdrukken onder 4,8 bar volstaat het een sanitaire veiligheidsgroep (art. n° 8246) te voorzien.
Bij waterdrukken boven de 4,8 bar moet naast een sanitaire veiligheidsgroep
(art. n° 8246) eveneens een drukreductor (art. n° 8247) voorzien worden. Het is aan te bevelen om reeds vanaf een waterdruk van 7 bar een veiligheidsgroep met een drukreduktor te installeren.
Plaats de sanitaire veiligheidsgroep boven de boiler zodat deze steeds tijdens onderhoudswerkzaamheden goed toegankelijk is. Daar gedurende het opwarmen van het boilerwater het watervolume zal toenemen is het mogelijk dat er een gedeelte wegloopt via de veiligheidsgroep. Monteer de veiligheidsgroep zodanig dat personen in de nabijheid geen risico lopen voor verbranding door het wegstromen van eventueel heet water of damp via de afvoer. De diameter van de
•
• afvoerleiding dient minstens even groot of groter te zijn dan de diameter van de veiligheidsgroep.
De veiligheidsgroep mag onder geen enkele voorwaarde of omstandigheid kunnen afgesloten worden.
Voorzie een aflaatkraan op de koudwatertoevoerleiding, zodat de installatie en de AQGAS-gasboiler geledigd kan worden.
De warmwaterinstallatie en eventueel het sanitair omloopcircuit aansluiten.
Vermits een omloopcircuit meer energie vraagt, zal ze slechts worden aangesloten wanneer het gaat om relatief ver afgelegen aftappunten.
Wanneer een omloopcircuit noodzakelijk is, moet de circulatiepomp uitgerust zijn met een bedieningsklok conform de richtlijnen van de maatregelen betreffende de verwarmingsinstallaties.
1.6 Schoorsteenaansluiting
1.6.1 Schoorsteenaansluiting
1
2
≥ 50 cm
De schoorsteenaansluiting dient te geschieden overeenkomstig de NBN
D 61-001 norm. De aansluitingsdiameter
37
• van de trekonderbreker is terug te vinden op de rugzijde van de handleiding.
plaats het afvoerkanaal
(1, Ø 90 mm) in de trekonderbreker (2).
• het afvoerkanaal moet eerst minimum
50 cm verticaal oplopen en dan pas met behulp van een bocht met de schoorsteen verbonden worden.
• het afvoerkanaal van de rookgassen tussen de gasboiler AQGAS en de schoorsteen dient progressief in stijgende lijn van ± 3° gemonteerd te worden.
Het afvoerkanal mag niet voorbij de vrije opening van het schoornsteenkanaal steken.
1.6.2 Reductiering
1.7 Bevestiging schouwbeveiliging
1
2
(TTB)
1
3
2
•
•
Aanpassing schoorsteenaansluiting
Plaats de reductiering (3) in de trekonderbreker.
plaats het afvoerkanaal (1, Ø 80 mm) in de reductiering (3).
Gebruik de reductiering (Ø 80 mm) indien nodig bij de vervanging van een bestaande installatie.
5
4
3
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Montage van de thermische schouwbeveiliging :
De trekonderbreker monteren.
Het voelerelement (1) bevestigen op de trekonderbreker.
Kleef de kabelbaan (2) op de zijkant van de gasboiler.
De capillaire leiding in de kabelbaan aanbrengen.
Het deksel van het gasblok verwijderen.
De moer (3) van het thermokoppel verwijderen.
Schroef het tussenstuk (4) in de plaats van het thermokoppel in het gasblok.
Het voelerelement met behulp van de aansluitstekker (5) op het tussenstuk aansluiten.
De moer (3) van het thermokoppel in het tussenstuk (4) schroeven.
38
2 In bedrijf stelling
2.1 Bedrijfsklaar stellen
1
2.2 Gasdruk controleren
2
1
2
•
•
•
Elke AQGAS-gasboiler is fabrieksingesteld en behoeft geen supplementaire gasinstelling. Desondanks is het eventueel nodig de dynamische gasdruk te controleren. Zie paragraaf
‘Gasdruk controleren’.
Monteer de trekonderbreker (1).
Monteer het beschermdeksel (2) van de brander.
Neem de gasboiler conform de gebruiksaanwijzing in gebruik.
.
Controleer de gassoort vermeld op de kenplaatgegevens van de AQGAS-boiler met de gastoevoer.
•
Het gasdebiet voor aardgas is fabrieksingesteld bij de productie van alle AQGAS-gasboilers, hetgeen elke bijkomende gasregeling overbodig maakt.
De gasdruk van de toevoerleiding moet nagezien worden bij de inbedrijfstelling en overeenstemmen met de hieronder vermelde waarden. De minimum ingangsdruk, te meten op de meetnippel van de gasaansluiting van de gasboiler, controleren met de brander in werking.
De volgende gasdrukken dienen gerespecteerd te worden :
Gassoort
Aardgas:
2E+, G20 (aardgas)
2E+, G25 (verrijktgas)
Vloeibaar gas
3+, butaan
3+, propaan
Gasdruk
20 mbar
25 mbar
28-30 mbar
37 mbar
Bij een gasdruk buiten het genoemde bereik mag de gasboiler niet in gebruik genomen worden.
39
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De controle van de gasdruk wordt gemeten op de meetnippel van de gasaansluiting. Ga daarbij als volgt te werk :
Sluit de gaskraan. Draai de schroef (1) van de meetnippel geheel los.
Sluit een manometer aan. Open de gaskraan.
Neem de gasboiler conform de gebruiksaanwijzing in gebruik.
Lees de gasdruk af. Zie gasdrukken.
Bij een gasdruk buiten het genoemde bereik mag het toestel niet in gebruik genomen worden.
Neem de gasboiler uit bedrijf door de bedieningsknop (2) naar stand ‘UIT’
( ) te draaien.
Sluit de gaskraan. Verwijder de manometer.
De schroef (1) van de meetnippel weer dichtdraaien. Open de gaskraan.
Alle verbindingen op dichtheid controleren.
2.3 Branderdruk controleren
2
•
•
•
•
•
•
• Sluit een manometer aan.
Open de gaskraan.
•
•
Neem de gasboiler conform de gebruiksaanwijzing in gebruik.
• Lees de gasdruk af. Zie tabel.
Bij een afwijking van minder dan ±15% dient geen enkele controle of aanpassing uitgevoerd te worden. Indien de afwijking groter is dan ±15% dienen zowel de voorinspuiter en de branderinspuiters nagekeken te worden met de waarden opgegeven in de volgende tabel. Blijkt dat na deze controle alles correct is maar de gasboiler nog steeds een afwijking vertoont, dient de dienst-na-verkoop van
Bulex gecontacteerd te worden.
Neem de gasboiler uit bedrijf door de bedieningsknop (2) naar stand ‘UIT’
( ) te draaien.
Sluit de gaskraan.
Verwijder de manometer.
De schroef (1) van de meetnippel weer dichtdraaien.
Open de gaskraan.
Alle verbindingen op dichtheid controleren.
1
•
• Sluit de gaskraan.
Draai de schroef (1) van de meetnippel geheel los.
40
Typetoestel Nominale belasting
(kW)
Kenmerk
Voorinspuiter indicatie op de inspuiter
Kenmerk
Waakflam inspuiter indicatie op de inspuiter
Kenmerk
Brander- inspuiter indicatie op de inspuiter
Gasdebiet
(l/min)
Gassoort: Aardgas H (G20)**; fabrieks ingesteld voor Ws (Wo)** =15,0 kWh/m 3 ,
Hi (Hu)** = 9,5 kWh/m 3
AQGAS C130L
AQGAS C130N
AQGAS C160L
AQGAS C160N
AQGAS C190L
AQGAS C190N
8.4
9.2
10
280
222
32
280
305
14.7
16.1
17.5
Branderdruk
(mbar)
7.4
9.3
8.4
Gassoort: Aardga L**; Ws (Wo)** =12,4 kWh/m 3 , Hi (Hu)** = 8,5 kWh/m 3
AQGAS C130L
AQGAS C130L
AQGAS C160L
AQGAS C160N
AQGAS C190L
AQGAS C190N
8.4
9.2
10
280
222
32
280
305
16.5
18
19.6
9.3
11.6
10.5
•
•
•
•
•
Gassoort: Vloeibaar gas B/P (PB)**; G 30/31 – 28-30/37mbar
AQGAS C130L
AQGAS C130L
8.4
230
AQGAS C160L
AQGAS C160N
9.2
AQGAS C190L
AQGAS C190N
10
220
** oude aanduidingen tussen haakjes
23
155
170
2.4 Controle van de goede werking
Neem de AQGAS-gasboiler.
De volledige gasinstallatie op dichtheid controleren.
De waakvlam controleren.
Controleer het vlammenbeeld van de brander. (tap eventueel water zodat de gasboiler start).
Controleer de correcte afvoer van
•
•
•
4.4 / 5.8
4.8 / 6.3
5.2 / 6.8
21 / 26.9
24.7 / 31.4
23.7 / 30.4
de rookgassen. (met behulp van een deprimometer de onderdruk meten of met behulp van een spiegeltje aan de uitgang van de trekonderbreker te houden).
De volledige hydraulische installatie op dichtheid controleren.
Controleer alle beveiligingen op hun correcte werking.
Maak de klant vertrouwd met de
41
• bediening van de gasboiler en overhandig de bedieningsvoorschriften.
Raad een onderhoudscontract aan.
•
•
•
2.5 Informeren van de gebruiker
De gebruiker van het toestel moet ingelicht worden over het gebruik en de werking ervan. Daarbij dienen in het bijzonder de volgende maatregelen genomen te worden :
Overhandigen van de gebruiksaanwijzing.
Instructies betreffende de maatregelen voor de afvoer van de rookgassen en in het bijzonder de nadruk leggen op het feit dat deze maatregelen niet gewijzigd mogen worden.
Attent maken op de noodzaak van een regelmatige controle/onderhoud van het toestel.
3 Controle/Onderhoud
3.1 Inspectie en onderhoud
Laat de gasboiler éénmaal per jaar controleren door een erkende installateur of door de dienst-na-verkoop van
Bulex. Sluit hiervoor eventueel een onderhoudscontract af.
3.2 Onderdelen
De verschillende onderdelen van de
AQGAS-gasboiler kunnen terug gevonden worden in de wisselstukkencatalogus.
Deze kan aangevraagd worden bij de groothandelaar of rechtstreeks bij Bulex
België.
Wanneer tijdens een onderhoudsbeurt onderdelen vervangen worden, mogen uitsluitend originele wisselstukken van
Bulex gebruikt worden.
3.3 Magnesiumanode controleren
1
De Bulex sanitaire gasboiler is uitgerust met een magnesium beschermingsanode
(1).
De anode moet ten minste eenmaal per jaar worden verwijderd om de staat ervan na te kunnen gaan. In functie van de kwaliteit van het water wordt aanbevolen de boiler op geregelde tijdstippen volledig te laten ontkalken.
Indien de diameter van de anode kleiner dan 12 mm en de oppervlakte niet meer homogeen verdeeld is, dient zij vervangen te worden door een nieuwe originele magnesiumanode.
3.4 Waterkuip reinigen
In functie van de kwaliteit van het water wordt aanbevolen de boiler op geregelde tijdstippen volledig te reinigen.
Bij sterk kalkhoudend water is het aangeraden regelmatig de boiler te laten ontkalken. Ledig eerst compleet de boiler en de waterkuip goed spoelen.
3.5 Ommanteling
Een vochtige doek, eventueel gedrenkt in zeepwater, volstaat om de buitenste delen van de boiler te reinigen.
Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen
(om het even welk schuurmiddel, benzine, enz.).
42
3.6 Brander en rookgasafvoer reinigen
•
• De gaskraan sluiten.
Rookgaskanaal reinigen :
• Verwijder de trekonderbreker en neem de rookgasspiraal uit het afvoerkanaal.
Het rookgasspiraal ontdoen van alle onreinheden en eventuele roetresten.
Rein maken met behulp van water en een beetje detergent.
Brander reinigen :
Verwijder het deksel vooraan het gasblok..
•
•
Reinig volledig de brander en de waakvlam.
nakijken van het thermokoppel, waakvlaminspuiter en de ontstekingselektrode..
3
2
1
• Ee brander volledig uitbouwen. Ga hiervoor als volgt te werk:
- de schroefverbinding van de gasleiding (1) op het gasblok losmaken.
- de schroef (2) verwijderen.
- het gasblok naar rechts verplaatsen en de houder uit de opening (3) nemen.
- de brander compleet uit de verbrandingskamer nemen door deze eerst voldoende te laten zakken en dan pas langs voren uit te nemen..
1 2
• Plaats de brander terug in de omgekeerde werkvolgorde. Let er wel voor op dat bij het terug plaatsen van de brander in de verbrandingskamer, de nok (1) wel degelijk in de trechter (2) ingeschoven wordt.
•
•
•
•
•
3.7 Controle van de goede werking
Kijk na elke controle/ onderhoudswerkzaamheden altijd de volgende zaken na :
Neem de gasboiler in bedrijf.
Controleer de gasboiler op dichtheid.
Controleer de afvoer van de rookgassen.
Controleer het vlammenbeeld van de brander.
Controleer alle beveiligingen op hun correcte werking.
43
4 Technische gegevens
Gasboiler
Nominaal inhoud Vs
Nominaal vermogen Pn
Nominale warmtebelasting Qn i.f.v. de onderste verbrandingswaarde Hi
Warmwatertemperatuur instelbereik
Opwarmtijd 1) voor (∆υ = 45 K)
Onderhoudsverbruik 1)
Toegelaten werkingsdruk
Warmwaterdebiet in continu 1)
Puntdebiet
Rookgastemperatuur
Rookgasdebiet
Minimale schoorsteentrek
CO
2
- gehalte
Gasdebiet :
Verrijktgas G20 (9,5 kWh/m 3 )
Aardgasl G25 (8,5kWh/m 3 )
Vloeibaar gas B/P
Dynamische gasdruk in bedrijf :
Verrijktgas 2E+, G20
Aardgas 2E+, G25
Vloeibaar gas 3+, Butaan
Vloeibaar gas 3+, Propaan
Koudwateraansluiting
Warmwateraansluiting
Einheit dm 3 kW kW
°C
(l) min kWh/24h bar l/h (kW) l/10 min
°C kg/h mbar
% m m
3
3 kg/h mbar mbar mbar mbar
-
/h
/h
AQGAS C130L
AQGAS C130N
130
7.3
8.4
61
3.5
209 (7.3)
143
140
29
4
0.9
1.0
AQGAS C160L
AQGAS C160N
160
8.3
9.2
40...70
66
4
6
238 (8.3)
186
130
30
0.05
4.5
1.0
1.1
0.8
20
25
28-30
37
R 3/4
Gasaansluiting
Schoorsteenaansluiting
Hoogte (tot de trekonderbreker)
Doormeter
-
Ø mm mm mm
1338
90 (80 avec adapteur)
Gewicht leeg Kg 50
Totaal gewicht Kg 180
1) volgens EN 89
3) 620 mm inclusief koudwateraansluitflenzen en deksel van het gasblok
4) 12 mm voor koper met klemverbinding
Rp 3/8 4)
1530
512 (620)
58
218
3)
AQGAS C190L
AQGAS C190N
190
8.9
10.0
71
4.5
255 (8.9)
223
130
31
4.8
1.1
1.2
1721
65
255
Wijzingen voorbehouden. Gelieve het signalisatieplaatje te consulteren voor de juiste gassoort. Voor schade die door het niet in acht nemen van deze installatievoorschriften ontstaan, nemen wij geen verantwoordelijkheid.
44
Bulex
Chaussée de Mons, 1425
Bergensesteenweg, 1425
1070 Bruxelles - Brussel
Téléphone: 02 555 13 13
Télécopie: 02 555 13 14
Site Internet : www.bulex.be
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 3 Algemeen
- 3 1.1 Opbouw
- 4 1.2 Algemeen
- 5 1.3 Typeoverzicht
- 5 1.4 Aanduiding
- 6 Veiligheidsvoorschriften
- 6 2.1 Veiligheidsvoorschriften
- 7 2.2 Waarschuwingen
- 7 2.3 Voorschriften, normen en richtlijnen
- 8 3. Bediening
- 8 3.1 In bedrijf nemen
- 9 3.2 Warmwatertemperatuur instellen
- 9 3.3 Uit bedrijf nemen
- 10 3.4 Vorstbeveiliging
- 10 3.5 Onderhoud
- 10 3.6 Herstarten na een storing
- 11 3.7 Ontgrendelen schouwbeveiliging
- 13 Installatie
- 13 1.1 Voorwoord
- 13 1.2 Afmetingen (mm)
- 13 1.3 Opstelling
- 14 1.4 Gasinstallatie
- 15 1.5 Wateraansluiting
- 16 1.6 Schoorsteenaansluiting
- 17 1.7 Bevestiging schouwbeveiliging (TTB)
- 18 In bedrijf stelling
- 18 2.1 Bedrijfsklaar stellen
- 18 2.2 Gasdruk controleren
- 19 2.3 Branderdruk controleren
- 20 2.4 Controle van de goede werking
- 21 2.5 Informeren van de gebruiker
- 21 Controle/Onderhoud
- 21 3.1 Inspectie en onderhoud
- 21 3.2 Onderdelen
- 21 3.3 Magnesiumanode controleren
- 21 3.4 Waterkuip reinigen
- 21 3.5 Ommanteling
- 22 3.6 Brander en rookgasafvoer reinigen
- 22 3.7 Controle van de goede werking
- 23 Technische gegevens