- Home
- Domestic appliances
- Small kitchen appliances
- Coffee makers
- Coffee making accessories
- Aeg-Electrolux
- E3781-5-M
- Handleiding
advertisement
▼
Scroll to page 2
of 48
E3781-5 Gebruiksaanwijzing Elektrisch inbouwfornuis 2 Inhoud Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit. Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het apparaat. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat. Inhoud Gebruiksaanwijzing 3 Veiligheidsvoorschriften 3 Beschrijving van het apparaat Totaalaanzicht Bedieningspaneel Uitrusting oven Accessoires oven Voor het in gebruik nemen Dagtijd instellen en wijzigen Reinigen voor het in gebruik nemen Bedienen van de kookzones Kookstand instellen Bedienen van de oven Oven in- en uitschakelen Snelopwarmen Ovenfuncties Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen Vetfilter plaatsen/verwijderen Klokfuncties Overige functies 4 4 6 6 6 7 7 7 8 9 10 10 13 13 1 3 2 14 15 15 20 Toepassingen, tabellen en tips Kooktabel Bakken Braden Vlak-grilleren Ontdooien Drogen met hetelucht Wecken Reiniging en onderhoud Buitenkant apparaat Ovenruimte Accessoires Vetfilter Pyrolytische reiniging Inschuifroosters Ovenverlichting Bakovendeur Het glas van deur van de bakoven Wat is er aan de hand als … 22 22 23 29 31 32 32 33 34 34 34 34 35 35 36 37 37 39 43 Afvalverwerking 44 Service 47 In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Gebruiksaanwijzing 3 Gebruiksaanwijzing 1 Veiligheidsvoorschriften Elektrische veiligheid • Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten. • In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstallatie uitschakelen. • Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel. Veiligheid voor kinderen • Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is. Veiligheid tijdens het gebruik • Personen (waaronder begrepen kinderen) die op grond van hun fysieke, sensorische of verstandelijke vermogens, dan wel op grond van onervarenheid of onkunde niet in staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, dienen dit apparaat niet zonder het toezicht of zonder de instructies van een verantwoordelijke persoon te gebruiken. • Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmiddelen worden gebruikt. • Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet in aanraking komen of onder de hete ovendeur ingeklemd raken. • Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de ovenruimte heet. • Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in de buurt van de oven. 3 Aanwijzing met betrekking tot acrylamide Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen. Op deze manier voorkomt u beschadiging van het apparaat • Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen, enzovoort op de bodem omdat daarmee het email van de oven door de ontstane hitteconcentratie wordt beschadigd. • Fruitsappen die van de bakplaat druppelen, veroorzaken vlekken die niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is. • Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur. • Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden beschadigd en kunnen verkleuringen ontstaan. 4 Beschrijving van het apparaat • Als gevolg van heftige stoten, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het glas breken. • Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit ontbranden. • Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan hierdoor beschadigd raken. • Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen terecht kan komen. 3 Informatie emaillaag Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie. Beschrijving van het apparaat Totaalaanzicht Bedieningspaneel Deurgreep Glazen deur Beschrijving van het apparaat 5 Bedieningspaneel Bedrijfscontrolelampje Temperatuur-/tijdindicatie Functietoetsen Ovenfuncties Temperatuur-/tijdkeuze Kookzoneschakelaar Kookzoneschakelaar Uitrusting oven Bovenwarmte en grillelement Ovenverlichting Inzetniveaus Vetfilter Verwarmingselement in de achterwand Onderwarmte Uitneembaar inschuifrooster 6 Beschrijving van het apparaat Dampafvoer uit de oven De damp uit de oven wordt via het achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid. Binnenkant deur Aan de binnenkant van de ovendeur is de nummering van de inzetniveaus van de ovenweergegeven. Bovendien treft u beknopte informatie aan over de ovenfuncties, aanbevolen inzetniveaus en temperaturen voor de bereiding van de meest gebruikelijke gerechten. Accessoires oven Rooster Voor servies, bak- en braadvormen, braden en grillen. Bakplaat Voor gebak en koekjes. Vetopvangbak De vetopvangbak dient bij het baken en braden resp. als opvangbak voor het vet. Voor het in gebruik nemen 7 Voor het in gebruik nemen Dagtijd instellen en wijzigen 3 De oven functioneert alleen als u de dagtijd hebt ingesteld. Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Dagtijd automatisch. 1. Voor het wijzigen van een reeds ingestelde tijd, de toets Selectie zo vaak indrukken tot het functielampje Dagtijd knippert. 2. Met de schakelaar stellen. / de actuele dagtijd in- Na ca. 5 seconden dooft het knipperen en geeft de klok de ingestelde dagtijd aan 3 Het apparaat is klaar voor gebruik. De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als de kinderbeveiliging is uitgeschakeld en geen van de klokfuncties Kookwekker, Duur of Einde en geen oven-functies zijn ingesteld. Reinigen voor het in gebruik nemen 1 3 Voordat u de oven voor de eerste keer gebruikt, moet u deze eerst grondig reinigen. Let op: gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen! U zou de oppervlakken hiermee kunnen beschadigen. Gebruik bij metalen oppervlakken de hiervoor in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen. 8 Bedienen van de kookzones 1. 2. 3. 4. Functiekiezer instellen op verlichting Licht . Neem alle toebehoren en inschuifroosters uit de oven en reinig ze met een warm sopje. Maak ook de oven schoon met een warm sopje en wrijf deze vervolgens droog. Neem de voorzijde van het apparaat af met een vochtige doek. Bedienen van de kookzones 3 Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke informatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud. Kookstanden • In de bereiken 1 - 9 kunt u de kookstanden instellen. • Tussenstanden kunt u in de bereiken 2 tot 7 kiezen. 2 3 1 = laagste vermogen 9 = hoogste vermogen Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie. Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust. Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten. links voor links achter rechts achter Kookzoneschakelaar rechts voor Bedienen van de kookzones Kookstand instellen 1. Kookstand kiezen. 2. Om te stoppen met koken terugdraaien naar de uit-stand. 9 10 Bedienen van de oven Bedienen van de oven 3 De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en temperatuurkeuze uitgerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende schakelaar. De schakelaar komt dan naar buiten. Oven in- en uitschakelen Temperatuur-/tijdindicatie Snelverwarmen Verwarmings-indicatie Bedrijfscontrolelampje Toets Snelverwarmen Ovenfuncties Toets Selectie Indicatiewisseling De oven inschakelen De schakelaar Ovenfuncties op de gewenste functie draaien. Het bedrijfscontrolelampje licht op. De temperatuurindicatie toont de voorgestelde temperatuur voor de gekozen ovenfunctie. De oven begint te verwarmen. Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, klinkt er een signaal. Temperatuur-/tijdkeuze Bedienen van de oven 11 Oventemperatuur wijzigen Met de schakelaar / de temperatuur naar boven of naar beneden wijzigen. De instelling vindt plaats op stappen van 5 °C. Temperatuur controleren De toetsen Snelopwarmen en Selectie gelijktijdig indrukken. De oventemperatuur van dat moment verschijnt in de temperatuurindicatie. De oven uitschakelen Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties in de stand Uit draaien. 3 Koelventilator Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld. 12 3 Bedienen van de oven Verwarmings-indicatie Indicatie opwarmen Na het inschakelen van de ovenfunctie geven de langzaam na elkaar oplichtende balken aan, hoever de oven reeds opgewarmd is. Indicatie snelverwarmen Na het inschakelen van de functie snelverwarmen geven de na elkaar knipperende balken aan dat de functie snelverwarmen in werking is. Bovendien brandt de balk naast het symbool . Indicatie restwarmte Na het uitschakelen van de oven geven de nog oplichtende balken de resterende restwarmte in de oven aan. Bedienen van de oven 13 Snelopwarmen 1 3 Na het kiezen van een ovenfunctie kan met behulp van de extrafunctie Snelopwarmen de lege oven in relatief korte tijd worden voorverwarmd. Let op: Gerecht pas in de oven plaatsen, als Snelopwarmen beëindigd is en de oven in de gewenste functie werkt. 1. Gewenste ovenfunctie instellen (bijv. Conventioneel ). Eventueel temperatuurvoorstel wijzigen. 2. Toets Snelopwarmen indrukken. De balk naast het symbool brandt. De na elkaar knipperende balken geven aan dat Snelopwarmen in werking is. Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur lichten de balken van de verwarmingsindicatie op en de balk naast het symbool gaat uit. Er klinkt een signaal. De oven verwarmt nu in de eerder ingestelde ovenfunctie en temperatuur verder. U kunt het gerecht nu in de oven plaatsen. De functie Snelopwarmen kan bij de ovenfuncties Hete luchtmet ring , Pizza hetelucht , Conventioneel en Infratherm tevens ingeschakeld worden. Ovenfuncties Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar: Ovenfunctie Toepassing Licht Met deze functie kunt u de binnenzijde van de oven verlichten, bijvoorbeeld om deze schoon te maken. Hete luchtmet ring Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte. Pizza hetelucht Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een intensievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij boven-/onderwarmte. Conventioneel Voor het bakken en braden op één niveau. Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één niveau. Deze functie is ook geschikt voor gratineren. Grill groot Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoeveelheden en om te roosteren. Grill klein Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het midden van het rooster worden geplaatst en om te roosteren. Ontdooien Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen. Onderwarmte Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem. Pyrolyse Voor pyrolytische zelfreiniging van de oven. Hierbij wordt achtergebleven vuil in de oven verbrand. Na het afkoelen kunnen de resten vervolgens uit de oven worden geveegd. De oven wordt verhit tot circa 500 °C. 14 Bedienen van de oven Rooster, baakplaat en vetopvangbak plaatsen 3 Uittrek- en kantelbeveiliging Ter beveiliging tegen het uittrekken, hebben alle inschuifdelen aan de linker kant een kleine bolling naar onderen. Schuif de inschuifdelen er zo in dat de bolling in het bakgedeelte zich achterin bevindt. Deze bolling is ook belangrijk voor de kantelbeveiliging van de inschuifdelen. Baakplaat resp. vetopvangbak plaatsen: Schuif de bakplaat resp. de vetopvangbak tussen de geleidestangen van het gekozen niveau. 3 Rooster plaatsen: Plaats het rooster zodanig, dat de beide voetjes naar onder wijzen. Schuif het rooster tussen de geleidestangen van het gekozen niveau. Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt, is het vaatwerk bovendien beschermd tegen afglijden. Rooster en vetopvangbak plaatsen: Plaats het rooster op de vetopvangbak. Schuif de vetopvangbak tussen de geleidestangen van het gekozen niveau. Bedienen van de oven 15 Vetfilter plaatsen/verwijderen Het vetfilter alleen gebruiken bij het braden, om het verwarmingselement in de achterwand te beschermen tegen vetspatten. Vetfilter plaatsen Vetfilter bij de greep vastpakken en de beide steuntjes van boven naar beneden in de opening tegen de achterwand van de oven (ventilatoropening) plaatsen. Vetfilter verwijderen Het vetfilter bij de greep vastpakken en naar boven uit de oven nemen. Klokfuncties Temperatuur-/tijdindicatie Functielampjes voor klok Toets Selectie Indicatiewisseling Duur Om in te stellen hoe lang de oven ingeschakeld moet zijn. Einde Om in te stellen wanneer de oven weer moet worden uitgeschakeld. Kookwekker Om een korte tijd in te stellen. Na afloop klinkt een signaal. Deze functie heeft geen invloed op de werking van de oven. Dagtijd Met deze functie kunt u de dagtijd instellen, veranderen of opvragen (zie ook het hoofdstuk „Voor het in gebruik nemen“). 16 3 3 Bedienen van de oven Aanwijzingen met betrekking tot de klokfuncties • Na het kiezen van een klokfunctie knippert het betreffende functielampje gedurende ca. 5 seconden. Gedurende deze tijd kan met de schakelaar / de gewenste tijd ingesteld of gewijzigd worden. • Na het instellen van de gewenste tijd knippert het functielampje opnieuw ca. 5 seconden. Daarna brandt het functielampje. De ingestelde tijd begint op de achtergrond af te tellen. • Na afloop van de klokfunctie Duur en Einde moet de schakelaar ovenfuncties op ”0“ worden gezet. • Met de toets Indicatie kan tussen oventemperatuur en dagtijd worden gewisseld. Opvragen van de ingestelde of resterende tijd De toets Selectie zo vaak indrukken tot de betreffende klokfunctie knippert of de resterende tijd wordt aangegeven. Kookwekker 1. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het functielampje Kookwekker knippert. 2. Met de schakelaar / de gewenste tijd instellen (max. 99.00minuten). Het functielampje Kookwekker brandt. Als 90% van de ingestelde tijd verlopen is, klinkt een signaal. Bedienen van de oven Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt een signaal. Het knipperen en het signaal uitschakelen: Willekeurige toets indrukken Duur 1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen. 2. De toets Selectie zo vaak indrukken tot het functielampje Duur knippert. 3. Met de schakelaar dingstijd instellen. / de gewenste berei- Het functielampje Duur brandt en de oven is direct aan. 17 18 Bedienen van de oven Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De oven schakelt automatisch uit. Het knipperen en het signaal uitschakelen: De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten. Einde 1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen. 2. Toets Selectie zo vaak indrukken, tot het functielampje Einde knippert. 3. Met de schakelaar keltijd instellen. / de gewenste uitscha- Het functielampje Einde brandt en de oven is direct aan. Bedienen van de oven 19 Als de ingestelde tijd verlopen is, knippert ”0.00“ en het functielampje. Er klinkt gedurende 2 minuten een signaal. De oven schakelt automatisch uit. Het knipperen en het signaal uitschakelen: De schakelaar ovenfuncties op ”0“ zetten. 3 Duur en Einde in combinatie Duur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt als de oven op een later tijdstip automatisch in- en uitgeschakeld moet worden. 1. Ovenfunctie en temperatuur kiezen. 2. Met de functie Duur de bereidingstijd instellen die het gerecht nodig heeft. In dit geval 1 uur. 3. Met de functie Einde het tijdstip instellen, waarop het gerecht klaar moet zijn. In dit geval om 14:05 uur. 20 Bedienen van de oven De functielampjes Duur en Einde branden en in de display wordt de temperatuur aangegeven. In dit geval 200°C. De oven wordt op het berekende tijdstip automatisch ingeschakeld. In dit geval om 13:05 uur. En na afloop van de ingevoerde duur wordt de oven weer uitgeschakeld. In dit geval om 14:05 uur. Overige functies Indicatie-uitschakeling 2 3 U kunt energie besparen door de tijdindicatie uit te schakelen. Tijdindicatie uitschakelen 1. Schakelaar / naar rechts draaien en vasthouden. 2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de indicatie donker wordt De indicatie wordt automatisch ingeschakeld wanneer het apparaat weer in gebruik wordt genomen. Wanneer u het apparaat weer uitschakelt, gaat de dagtijdindicatie weer uit. De tijdindicatie weer inschakelen om de dagtijd weer voortdurend te laten aangeven. Tijdindicatie inschakelen 1. Schakelaar / naar rechts draaien en vasthouden. 2. Bovendien toets Selectie indrukken tot de indicatie weer verschijnt. Bedienen van de oven 21 Kinderbeveiliging van de oven 3 De oven heeft een kinderbeveiliging. Zodra de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan de oven niet worden gebruikt. Om de kinderbeveiliging in te kunnen schakelen mag er geen ovenfunctie geselecteerd zijn. Kinderbeveiliging inschakelen 1. Schakelaar / naar links draaien en vasthouden. 2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ verschijnt. De kinderbeveiliging is nu ingeschakeld. Kinderbeveiliging uitschakelen 1. Schakelaar / naar links draaien en vasthouden. 2. Tevens de toets Selectie indrukken tot in de indicatie ”SAFE“ dooft. De kinderbeveiliging is nu uitgeschakeld en de oven weer klaar voor gebruik. 3 Automatische uitschakeling van de oven Als de oven na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of wanneer de temperatuur niet wordt veranderd, dan wordt de oven automatisch uitgeschakeld. In de temperatuurindicatie knippert de laatst ingestelde temperatuur. De oven schakelt automatisch uit bij een oventemperatuur van. 30 - 120°C 120 - 200°C 200 - 250°C 250 - max°C 3 na na na na 12,5 uur 8,5 uur 5,5 uur 3,0 uur Ingebruikname na automatische uitschakeling Schakel de oven helemaal uit. Daarna kunt u de oven weer in gebruik nemen. De automatische uitschakeling wordt opgeheven als de klokfunctie Duur of Einde ingesteld is. 22 Toepassingen, tabellen en tips Toepassingen, tabellen en tips Kooktabel De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. KookKookproces stand 0 Geschikt voor Duur Aanwijzingen/tips Nawarmte, uit-stand Warm houden Warm houden van gare gerechten Naar behoefte Afdekken Smelten Hollandaisesaus, smelten van boter, chocolade, gelatine 5-25 min. Tussendoor omroeren Stollen Schuimomelet, bouillon met ei 10-40 min. Met deksel bereiden 2-3 Wellen Wellen van rijst en melkgerechten Verhitten van kant-en-klaargerechten 25-50 min. Minimaal dubbele hoeveelheid vloeistof aan de rijst toevoegen, melkgerechten tussendoor roeren 3-4 Stomen Stoven Stoven van groente, vis Vlees sudderen 20-45 min. Bij groente weinig vocht toevoegen (een paar eetlepels) Koken van aardappels 20-60 min. Weinig vloeistof gebruiken, bijvoorbeeld: max. ¼ l water per 750 g aardappels Koken van grotere hoeveelheden, eenpansgerechten en soep 60-150 min. Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten 1 1-2 4-5 Koken 6-7 Zacht braden Schnitzel, cordon bleu, karbonade, gehaktballen, braad- Voortdurend bakken worst, lever, roux, eieren, omelets, oliebollen Tussendoor keren 7-8 Sterk braden Aardappel koekjes, lendestukken, steaks, pannenkoeken Tussendoor keren 9 5-15 min. per pan Aan de kook brenAan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aangen Aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites bra den Frituren Toepassingen, tabellen en tips 3 1 23 Wij adviseren om bij het aan de kook brengen of het aanbraden de hoogste kookstand in te stellen en vervolgens gerechten met een langere kooktijd op de gewenste kookstand gaar te laten worden. Oververhitte vetten en oliën vatten zeer snel vlam. Let op! Brandgevaar! Bakken Ovenfunctie: Hete luchtmet ring of Conventioneel Bakvormen • Voor Conventioneel zijn vormen van donker metaal en gecoate vormen geschikt. • Voor Hete luchtmet ring zijn ook vormen van licht metaal geschikt. Inbrengsleuven • Bakken met Conventioneel is altijd slechts op één niveau mogelijk. • Met Hete luchtmet ring kunt u op maximaal 3 bakplaten tegelijk bakken: 1 bakplaat: bijvoorbeeld inzetniveau 3 1 bakvorm: bijvoorbeeld inzetniveau 1 2 bakplaten: bijvoorbeeld inzetniveau 1 en 3 3 bakplaten: inzetniveau 1, 3 en 5 24 3 2 Toepassingen, tabellen en tips Algemene aanwijzingen • Bakblik met de schuine kant naar voren plaatsen! • U kunt met Conventioneel of Hete luchtmet ring ook twee vormen tegelijk naast elkaar op het rooster bakken. Het bakproces duurt nauwelijks langer. Bij diepgevroren gerechten kunnen de geplaatste bakplaten tijdens het gaarproces kromtrekken. Dit wordt veroorzaakt door het grote temperatuurverschil tussen het diepgevroren gerecht en de oventemperatuur. Als de bakplaten zijn afgekoeld trekken ze weer recht. Aanwijzingen bij de baktabellen In de tabellen vindt u een keuze aan gerechten met de bijbehorende temperatuurvoorschriften, tijden en inzetniveaus. • De temperaturen en baktijden zijn richtwaarden. De waarden zijn namelijk afhankelijk van de samenstelling van het deeg, de hoeveelheid en de bakvorm. • Wij adviseren om de eerste keer de laagste temperatuurwaarde in te stellen en pas indien gewenst, bijv. als een sterkere bruining is gewenst of als de baktijd te lang duurt, een hogere temperatuur te kiezen. • Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk gebak. • Bij het op meerdere niveaus bakken van gebak op bakplaten of in vormen kan de baktijd 10-15 minuten langer zijn. • Bereid vochtig gebak, zoals bijvoorbeeld pizza's en vruchtengebak, op één niveau. • Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. In de loop van het bakproces wordt het gebak overal even bruin. • Uw nieuwe oven kan een ander bak-/braadgedrag vertonen als uw oude apparaat. Pas daarom de instellingen (temperatuur, baktijden) en inzetniveaus zoals u die gewend bent aan de aanbevelingen in de onderstaande tabel aan. Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen, om de nawarmte te gebruiken. Tenzij anders aangegeven, gelden de waarden in de tabellen voor het plaatsen van een gerecht in de koude oven. Baktabel Bakken op één inzetniveau Soort gebak Ovenfunctie Inzet-niveau Tempe-ratuur °C Tijd uur: min. Gebak in vormen Tulband Hete luchtmet ring 1 150-160 0:50-1:10 Zandgebak/koningstaart Hete luchtmet ring 1 140-160 1:10-1:30 Biscuittaart Hete luchtmet ring 1 140 0:25-0:40 Biscuittaart Conventioneel 1 160 0:25-0:40 Toepassingen, tabellen en tips Soort gebak Ovenfunctie 25 Inzet-niveau Tempe-ratuur °C Tijd uur: min. Taartbodem van zandtaartdeeg Hete luchtmet ring 3 170-1801) 0:10-0:25 Taartbodem van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-170 0:20-0:25 Dichte appeltaart Conventioneel 1 170-190 0:50-1:00 Appeltaart (2vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst) Hete luchtmet ring 1 160 1:10-1:30 Appeltaart (2vormen Ø20cm, diagonaal geplaatst) Conventioneel 1 180 1:10-1:30 Hete luchtmet ring 1 160-180 0:30-1:10 Conventioneel 1 170-190 1:00-1:30 Conventioneel 3 170-190 0:30-0:40 160-1801) 0:40-1:00 2301) 160-180 0:25 0:30-1:00 Hartige taart (bijv. quiche lorraine) Kwarktaart Gebak op het bakblik Gistbroodje/-krans Kerststol Conventioneel 3 Brood (roggebrood) -eerst -dan Conventioneel 1 Roomsoezen/tompoezen Conventioneel 3 160-1701) 0:15-0:30 Biscuitrol Conventioneel 3 180-2001) 0:10-0:20 Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40 Conventioneel 3 190-2101) 0:15-0:30 Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)2) Hete luchtmet ring 3 150 0:35-0:50 Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg)2) Conventioneel 3 170 0:35-0:50 Vruchtentaart op zandtaartdeeg Hete luchtmet ring 3 160-170 0:40-1:20 Plaatkoek met kwetsbaar beleg (bijv. kwark, room, honing) Conventioneel 3 160-1801) 0:40-1:20 Hete luchtmet ring 1 180-2001) 0:30-1:00 0:10-0:25 Kruimelgebak droog Boter-/suikerkoek Pizza (met veel beleg)2) Pizza (dun) Hete luchtmet ring 1 200-2201) Turks brood Hete luchtmet ring 1 200-220 0:08-0:15 Zwitsers fruitpuddinkje Hete luchtmet ring 1 180-200 0:35-0:50 Koekjes van zandtaartdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:06-0:20 Sprits Hete luchtmet ring 3 140 0:20-0:30 Koekjes 26 Toepassingen, tabellen en tips Inzet-niveau Tempe-ratuur °C Tijd uur: min. Conventioneel 3 1601) 0:20-0:30 Koekjes van roerdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:15-0:20 Schuimgebak, baiser Hete luchtmet ring 3 80-100 2:00-2:30 Bitterkoekjes Hete luchtmet ring 3 100-120 0:30-0:60 Koekjes van gistdeeg Hete luchtmet ring 3 150-160 0:20-0:40 Soort gebak Sprits Ovenfunctie 1) Koekjes van bladerdeeg Hete luchtmet ring 3 170-180 0:20-0:30 Broodjes Hete luchtmet ring 3 1601) 0:20-0:35 Conventioneel 3 1) 180 0:20-0:35 Hete luchtmet ring 3 1401) 0:20-0:30 3 1) 0:20-0:30 Broodjes Kleine cakejes (20stuks/blik) Kleine cakejes (20stuks/blik) Conventioneel 170 1) Oven voorverwarmen 2) Opvangplaat of braadslede gebruiken Bakken op meerdere niveaus Hetelucht met Hete luchtmet ring ring Soort gebak Niveau van onderen Tijd uur: min. 2 niveaus 3 niveaus Temperatuur ºC Roomsoezen/tompoezen 1/4 --- 160-1801)) 0:35-0:60 Droog kruimelgebak 1/3 --- 140-160 0:30-0:60 Koekjes van zandtaartdeeg 1/3 1/3/5 150-160 0:15-0:35 Sprits 1/3 1/3/5 140 0:20-0:60 Koekjes van roerdeeg 1/3 --- 160-170 0:25-0:40 Schuimgebak, baiser 1/3 --- 80-100 2:10-2:50 Bitterkoekjes 1/3 --- 100-120 0:40-1:20 Met gist gebakken koekjes 1/3 --- 160-170 0:30-0:60 0:30-0:50 Gebak op de bakplaat Koekjes Koekjes van bladerdeeg 1/3 --- 170-1801) Broodjes 1/4 --- 160 0:30-0:45 --- 1401) 0:25-0:40 Kleine cakejes (20stuks/blik) 1) Oven voorverwarmen 1/4 Toepassingen, tabellen en tips 27 Baktips Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De onderkant van het ge- Verkeerde inschuifhoogte bak is te licht van kleur Gebak lager inschuiven Het gebak zakt in (wordt klef, papperig, vochtig) Te hoge baktemperatuur Baktemperatuur iets lager instellen Te korte baktijd Baktijd verlengen Baktijden kunnen niet worden verkort door een hogere baktemperatuur Te veel vocht in het deeg Gebruik minder vloeistof Let op de kneedtijden, in het bijzonder bij het gebruik van keukenmachines Te lage baktemperatuur Baktemperatuur hoger instellen Te lange baktijd Baktijd verkorten Gebak is te droog Gebak wordt ongelijkma- Te hoge baktemperatuur en te tig bruin korte baktijd Gebak wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd Baktemperatuur lager instellen en baktijd verlengen Het deeg is ongelijkmatig verdeeld Het deeg gelijkmatig over de bakplaat verdelen Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen Te lage temperatuur Baktemperatuur iets hoger instellen Vetfilter is geplaatst Vetfilter verwijderen 28 Toepassingen, tabellen en tips Tabel Pizza hetelucht Inzetniveau Temperatuur °C Tijd uur: min. Pizza (dun) 1 180 - 2001) 20 - 30 Pizza (met veel beleg) 1 180 - 200 20 - 30 Swabische pizza 1 180 - 200 45 - 60 Spinazietaart 1 160 -180 45 - 60 Quiche Lorraine 1 170 - 190 40 - 50 Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90 Kwarktaart op bakplaat 1 140 - 160 50 - 60 Appeltaart, dicht 1 150 - 170 50 - 70 Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60 Turks brood 1 250 - 2701) 10 - 20 Bladerdeegtaart 1 160 - 1801) 40 - 50 Flammekuchen (brood) 1 250 - 2701) 12 - 20 1 180 - 2001) 15 - 25 Soort gebak Piroggen (gevulde broodjes) 1) Oven voorverwarmen Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Gerecht Ovenfunctie Inzetniveau Temperatuur °C Tijd uur: min. Pastaschotel Conventioneel 1 180-200 0:45-1:00 Lasagne Conventioneel 1 180-200 0:25-0:40 Infratherm 1 160-170 0:15-0:30 Gegratineerde groente1) Gegratineerd stokbrood1) Infratherm 1 160-170 0:15-0:30 Zoete ovenschotels Conventioneel 1 180-200 0:40-0:60 Visschotels Conventioneel 1 180-200 0:30-1:00 Infratherm 1 160-170 0:30-1:00 Gevulde groente 1) Oven voorverwarmen Toepassingen, tabellen en tips 29 Tabel diepgevroren kant-en-klare gerechten Gerecht Ovenfunctie Inzetniveau Temperatuur °C Tijd volgens aanwijvolgens aanwijzingen van de fa- zingen van de fabrikant brikant Diepvriespizza Conventioneel 3 Patates frites1) (300-600 g) Infratherm 3 Stokbrood Conventioneel 3 volgens aanwijvolgens aanwijzingen van de fa- zingen van de fabrikant brikant Vruchtentaart Conventioneel 3 volgens aanwijvolgens aanwijzingen van de fa- zingen van de fabrikant brikant 200-220 volgens aanwijzingen van de fabrikant 1) Opmerking: patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren Braden Ovenfunctie: Conventioneel of Infratherm Braadservies • Om te braden is ieder hittebestendig servies geschikt (zie opgave fabrikant!). • Grote braadstukken kunt u direct in de braadslede braden of op het rooster met hieronder de braadslede. • Wij adviseren alle magere vleessoorten in een braadpan met deksel te braden. Op deze manier blijft het vlees sappiger. • Alle soorten vlees die een korstje moeten krijgen, kunt u in een braadpan zonder deksel braden. 3 Aanwijzingen met betrekking tot de braadtabel De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. • Wij raden u aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden. • Om het inbranden van vrijkomende vleessappen of vet te voorkomen, adviseren wij een beetje vloeistof in het braadservies te doen. • Braadstukken naar behoefte (na 1/2 - 2/3 van de braadtijd) keren. • Grote braadstukken en gevogelte gedurende de braadtijd meerdere keren met braadvocht begieten. Daarmee bereikt u een beter braadresultaat. • Schakel de oven ca. 10 minuten voor het einde van de braadtijd uit, om te profiteren van de restwarmte. 30 Toepassingen, tabellen en tips Braadtabel Soort vlees Hoeveelheid Ovenfunctie Inzetniveau Temperatuur °C Tijd uur: min. 1 200-250 2:00-2:30 Rundvlees Stoofvlees 1-1,5 kg Conventioneel Rosbief of ossenhaas per cm dikte - Van binnen rood (rare) per cm dikte Infratherm 1 190-2001) 0:05-0:06 - van binnen roze (medium) per cm dikte Infratherm 1 180-190 0:06-0:08 - doorbakken (well done) per cm dikte Infratherm 1 170-180 0:08-0:10 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00 Varkensvlees Schouderstuk, nekstuk, ham Kotelet, casselerrib 1-1,5 kg Infratherm 1 170-180 1:00-1:30 750 g-1 kg Infratherm 1 160-170 0:45-1:00 1 kg Infratherm 1 160-180 1:30-2:00 1,5-2 kg Infratherm 1 160-180 2:00-2:30 Lamsbout, lamsgebraad 1-1,5 kg Infratherm 1 150-170 1:15-2:00 Lamsrug 1-1,5 kg Infratherm 1 160-180 1:00-1:30 Hazenrug, hazenbout tot 1 kg Conventioneel 3 220-2501) 0:25-0:40 Ree-/hertenrug 1,5-2 kg Conventioneel 1 210-220 1:15-1:45 Ree-/hertenbout 1,5-2 kg Conventioneel 1 200-210 1:30-2:15 Stukken gevogelte per 200250g Infratherm 1 200-220 0:35-0:50 Halve kip per 400500g Infratherm 1 190-210 0:35-0:50 Kip, poularde 1-1,5 kg Infratherm 1 190-210 0:45-1:15 Eend 1,5-2 kg Infratherm 1 180-200 1:15-1:45 Gehakt Kalfsvlees Kalfsbraadstuk Kalfsbout Lamsvlees Wild Gevogelte Toepassingen, tabellen en tips Soort vlees Gans Hoeveelheid Ovenfunctie 31 Inzetniveau Temperatuur °C Tijd uur: min. 3,5-5 kg Infratherm 1 160-180 2:30-3:30 Kalkoen 2,5-3,5 kg Infratherm 1 160-180 1:45-2:30 Kalkoen 4-6 kg Infratherm 1 140-160 2:30-4:00 1-1,5 kg Conventioneel 1 210-220 0:45-1:15 Vis (stoven) Hele vissen 1) Oven voorverwarmen Vlak-grilleren 1 3 Ovenfunctie: Grill klein of Grill groot met maximale temperatuurinstelling Let op: bij het grilleren moet de ovendeur altijd gesloten zijn. De lege oven met de grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen! • Voor grillen het rooster op het aanbevolen gebruiksniveau plaatsen. • De opvangbak altijd op het 1e gebruiksniveau van onderaf plaatsen. • De grilltijden zijn richtwaarden. • Grilleren is bijzonder geschikt voor platte stukken vlees en vis. Grilltabel Gerecht Inzetniveau Tijd 1e zijde 2e zijde Frikadellen 4 8-10 min. 6-8 min. Varkenshaas 4 10-12 min. 6-10 min. Braadworst 4 8-10 min. 6-8 min. Runderhaas, kalfsfilet 4 6-7 min. 5-6 min. Runderfilet, rosbief (ca. 1 kg) 3 10-12 min. 10-12 min. Geroosterd brood 1) 3 4-6 min. 3-5 min. Snacks op toast 3 6-8 min. --- 1) Niet voorverwarmen 32 Toepassingen, tabellen en tips Ontdooien Ovenfunctie: Ontdooien (zonder temperatuurinstelling) • Uitgepakte etenswaren op een bord op het rooster plaatsen. • Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels, omdat deze de ontdooitijd aanzienlijk verlengen. • Om te ontdooien plaatst u het rooster op het eerste niveau van onderen. Ontdooitabel Ontdooitijd min. Nadooitijd min. Kip, 1000 g 100-140 20-30 Kip op een omgekeerd schoteltje in een groot bord leggen Na de helft van de tijd keren Vlees, 1000g 100-140 20-30 Na de helft van de tijd keren Vlees, 500g 90-120 20-30 Na de helft van de tijd keren Forel, 150g 25-35 10-15 --- Aardbeien, 300g 30-40 10-20 --- Boter, 250g 30-40 10-15 --- Slagroom, 2 x 200g 80-100 10-15 Slagroom kan ook met nog licht bevroren deeltjes goed worden geklopt 60 60 Gerecht Gebak, 1400g Opmerking --- Drogen met hetelucht Ovenfunctie: Hete luchtmet ring • Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegd rooster. • U bereikt een beter resultaat als u na de helft van de tijd de oven uitschakelt, opent en gedurende de nacht laat afkoelen. • Daarna het gerecht verder laten drogen. Inzetniveau Temperatuur in °C 1 niveau 2 niveaus Tijd in uren (richtwaarde) Bonen 60-70 3 1/4 6-8 Paprika (reepjes) 60-70 3 1/4 5-6 Soepgroenten 60-70 3 1/4 5-6 Paddestoelen 50-60 3 1/4 6-8 Kruiden 40-50 3 1/4 2-3 Gerecht Groenten Toepassingen, tabellen en tips Inzetniveau Temperatuur in °C 1 niveau 2 niveaus Tijd in uren (richtwaarde) Pruimen 60-70 3 1/4 8-10 Abrikozen 60-70 3 1/4 8-10 Appelschijven 60-70 3 1/4 6-8 Peren 60-70 3 1/4 6-9 Gerecht 33 Fruit Wecken Ovenfunctie: Onderwarmte • Gebruik voor het inmaken/wecken alleen in de handel gebruikelijke glazen van hetzelfde formaat. • Glazen met een schroefdeksel - of bajonetsluiting en metalen blikken zijn ongeschikt. • Voor het wecken gebruikt u het eerste inzetniveau van onderen. • Gebruik voor het wecken de bakplaat. Hierop kunt u maximaal zes glazen met elk een inhoud van één liter plaatsen. • De glazen moeten allemaal tot dezelfde hoogte zijn gevuld en zijn dichtgeklemd. • Plaats de glazen zodanig op de bakplaat, dat ze elkaar niet aanraken. • Giet ca. 1/2 liter water in de bakplaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat. • Zodra de vloeistof in de eerste glazen begint te parelen (bij 1-liter-glazen na ca. 35-60 minuten), schakelt u de oven uit of verlaagt u de temperatuur tot 100°C (zie de tabel). Wecktabel De opgegeven wecktijden en temperaturen zijn richtwaarden. Product Temperatuur in°C Wecken tot het parelen begint in min. Doorkoken bij 100°C in min. Aardbeien, bosbessen, frambozen, rijpe kruisbessen 160-170 35-45 --- Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15 160-170 35-45 10-15 Wortels1) 160-170 50-60 5-10 Paddestoelen1) 160-170 40-60 10-15 Komkommers 160-170 50-60 --- Gemengd tafelzuur 160-170 50-60 15 Bessen Steenvruchten Peren, kweeperen, pruimen Groente 34 Reiniging en onderhoud Temperatuur in°C Wecken tot het parelen begint in min. Doorkoken bij 100°C in min. Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20 Bonen 160-170 50-60 --- Product 1) In de uitgeschakelde oven laten staan Reiniging en onderhoud 1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet het apparaat zijn uitgeschakeld en zijn afgekoeld. Waarschuwing: Om veiligheidsredenen het apparaat niet reingen met een stoom- of hogedrukreiniger. Let op: geen schuurmiddelen, scherp reinigingsgereedschap of schuursponsjes gebruiken. Geen bijtende schuurmiddelen of scherpe metalen schrapers gebruiken om het glas van de ovendeur te reinigen. Hierdoor kan het oppervlak bekrast raken en kan het glas uiteindelijk breken. Buitenkant apparaat • De voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje afnemen. • Bij een metalen front een in de handel verkrijgbaar onderhoudsmiddel gebruiken. • Geen schuurmiddelen en schuursponsjes gebruiken. Ovenruimte 1 3 3 1 Waarschuwing: Voor het reinigen moet de oven uitgeschakeld en afgekoeld zijn. Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen zijn dan makkelijk te verwijderen en kunnen niet inbranden. Door de Pyrolyse kan niet verwijderde aanslag verkleuring van de oppervlakte van het materiaal veroorzaken. 1. Voor het reinigen de ovenverlichting inschakelen. 2. De oven elke keer na het gebruik met een sopje afnemen en drogen. Bij hardnekkige verontreiniging met Pyrolyse reinigen. Attentie! Als u ovenspray gebruikt, beslist de aanwijzingen van de fabrikant opvolgen. Accessoires Alle inschuifdelen (rooster, bakplaat, inschuifroosters enz.) elke keer na het gebruik afwassen en goed afdrogen. Kort laten inweken zorgt voor makkelijker schoonmaken. Reiniging en onderhoud 35 Vetfilter 1. Het vetfilter in een heet sopje of in de afwasautomaat reinigen. 2. Als het vuil sterk is ingebrand in wat water en 2-3 eetlepels afwasmiddel voor afwasautomaten uitkoken. Pyrolytische reiniging 1 1 3 3 3 Waarschuwing: De bakoven wordt tijdens dit proces zeer heet. Kleine kinderen absoluut uit de buurt houden. Let op! Alvorens de pyrolytische reiniging uit te voeren, moeten alle uitneembare delen inclusief de inschuifroosters uit de bakoven worden verwijderd. Als u gebruik maakt van de als speciale accessoires leverbare braadsleden, moeten deze voorafgaand aan de pyrolytische reiniging worden verwijderd. Als niet alle inschuifroosters of braadsleden zijn verwijderd, verschijnt in de tijdindicatie ’C1’. Het pyrolytische reinigingsproces kan in dit geval door een veiligheidsuitschakeling ter bescherming van de inschuifroosters/braadsleden niet worden gestart. Pyrolytische reiniging 1. Grove stukken vuil eerst met de hand verwijderen. 2. Kies de ovenfunctie Pyrolyse . – Op het display verschijnt "3:15", – Het symbool Duur knippert ca. 5 seconden. Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start. De Licht is buiten werking. Bij het bereiken van de gespecificeerde temperatuur wordt de deur vergrendeld. De balkjes van de verwarmingsindicatie lichten op totdat de deur weer is ontgrendeld. Duur van de pyrolytische reiniging veranderen 1. Ga te werk zoals beschreven bij "Pyrolytische reiniging". 2. Zolang Duur knippert, met of de gewenste duur selecteren: "2:15" of "3:15". Duur knippert ca. 5 seconden. Daarna gaat de pyrolytische reiniging van start. Indien Duur niet meer knippert, wederom de toets Selectie indrukken en vervolgens de instelling uitvoeren. Uitschakeltijd van de pyrolytische reiniging veranderen De uitschakeltijd kan met de klokfunctie Einde worden veranderd (binnen 2 min. na het instellen van de pyrolytische reiniging). Wanneer wordt welke pyrolytische reiniging gebruikt: P2 - 2:15 = Pyrolyse licht: voor licht vervuilde oven. P1 - 3:15 = Pyrolyse intensief: voor sterk vervuilde oven, 36 Reiniging en onderhoud Inschuifroosters Om de zijwanden schoon te maken kunnen de inschuifroosters links en rechts in de oven worden losgenomen. Inschuifroosters losnemen Roosters eerst voor van de ovenwand wegtrekken (1) en dan achter losnemen (2). 3 Inschuifroosters inzetten Belangrijk! De afgeronde einden van de geleidingsstangetjes moeten naar voren wijzen! Bij het inzetten de roosters eerst achter weer inhangen (1) en dan voor inzetten en aandrukken (2). Reiniging en onderhoud 37 Ovenverlichting 1 3 Waarschuwing: Kans op kortsluiting! Voor het vervangen van de ovenlamp: – oven uitschakelen! – zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen. Om de ovenlamp en het afdekglas te beschermen een doekje op de bodem van de oven leggen. Ovenlamp vervangen/glas reinigen 1. Afdekglas linksom draaien, losnemen en schoonmaken. 2. Indien nodig: oververlichting 40 watt, 230 V 300 °C hittebestendig vervangen. 3. Afdekglas weer aanbrengen. Bakovendeur Om het binnenste van de bakoven gemakkelijker te kunnen kunt u de bakovendeur van uw apparaat eruit halen. Bakovendeur eruit halen 1. Bakovendeur volledig openen. 2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van de deur volledig uitklappen. 38 Reiniging en onderhoud 3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendelstand (circa 45°). 3 4. Pak met beide handen de zijkanten van de bakovendeur vast en trek de deur van de bakoven schuin naar boven er uit (Let op : Zwaar!). Leg de bakovendeur met de buitenkant naar boven op een zacht, vlak oppervlak neer, bijvoorbeeld op een deken, om krassen te vermijden. Bakovendeur erin schuiven 1. Pak met beide handen de bakovendeur aan de kant van de greep vast en houd deze in een hoek van circa 45°. Plaats de uitsparingen aan de onderkant van de bakovendeur op de scharnieren van de bakoven. Laat de deur tot de aanslag naar onder glijden. 2. Bakovendeur volledig openen. Reiniging en onderhoud 39 3. Zet de klemhendel (A) aan de beide deurscharnieren terug in de oorspronkelijke positie. 4. Bakovendeur sluiten. Het glas van deur van de bakoven 1 De bakovendeur is uitgerust met vier achter elkaar aangebrachte glasplaten. De binnenste glasplaten kunnen eraf gehaald worden, tijdens het reinigen. Let op! Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral aan de zijkanten van de voorruit, kan het glas breken. De glasplaten van de deur demonteren 1. Bakovendeur volledig openen. 2. Klemhendel (A) aan de beide scharnieren van de deur volledig uitklappen. 40 Reiniging en onderhoud 3. Sluit de bakovendeur tot de eerste vergrendelstand (circa 45°). 4. Pak de deurafschermer (B) aan de bovenkant van de deuraan beide kanten vast en druk deze naar binnen om de klemvergrendeling los te maken. Trek vervolgens de deurafschermer van boven eraf. 5. Pak de glasplaten een voor een aan de rand vast en trek ze uit de geleiding vanaf boven eruit. Reinig de glasplaten Reinig grondig de glasplaten met spoelmiddel. Droog daarna de glasplaat goed af. 3 Glasplaten weer terug in de deur zetten 1. Schuif aan de onderkant van deur de glasplaten een voor een schuin vanaf boven in het profiel van de deur en laat ze zakken. De beide kleine glasplaten eerst en daarna de grote glasplaat. Reiniging en onderhoud 2. Pak de deurafschermer (B) aan de zijkanten vast, breng deze aan de binnenkant van de rand van de deur aan en steek vervolgens de deurafschermer (B) op de bovenkant van de deur. 3 Aan de openzijde van de deurafschermer (B) bevindt zich een geleiderail (C). Deze moet tussen de buitenste deurruit en de geleidehoek (D) erin worden geschoven. De klemvergrendeling (E) moet vast gezet zijn. 3. Bakovendeur volledig openen. 41 42 Reiniging en onderhoud 4. Zet de klemhendel (A) aan de beide deurscharnieren terug in de oorspronkelijke positie. 5. Bakovendeur sluiten. Wat is er aan de hand als … 43 Wat is er aan de hand als … Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De kookzones functioneren niet. Gebruiksaanwijzing inbouwkookveld in acht nemen De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld Schakel de oven in De dagtijd is niet ingesteld Stel de dagtijd in De noodzakelijke instellingen zijn niet uitgevoerd Controleer de instellingen De automatische uitschakeling heeft de oven uitgeschakeld Zie Automatische uitschakeling De zekering in de meterkast is doorgeslagen Controleer de zekering. Als de zekering herhaaldelijk doorslaat, neem dan contact op met een erkend elektrotechnisch installateur. De ovenlamp is defect Vervang de ovenlamp De ovenverlichting valt uit De pyrolyse functioneert niet Inschuifroosters/braadsleden zijn Verwijder de inschuifroosters/ (in de tijdindicatie verschijnt niet uit de oven verwijderd braadsleden C1) 1 3 In de tijdindicatie verschijnt F2 De deur is niet goed gesloten of de deurvergrendeling is defect Sluit de deur goed; schakel het apparaat door middel van de zekering of de aardlekschakelaar in de meterkast uit en weer aan. Verschijnt deze melding vaker, neem dan contact op met onze serviceafdeling In de tijdindicatie verschijnt een foutcode die hierboven niet is genoemd Fout in de elektronica Schakel het apparaat door middel van de zekering of de aardlekschakelaar in de meterkast uit en weer aan. Verschijnt deze melding vaker, neem dan contact op met onze serviceafdeling Wanneer u de storing niet kunt verhelpen met de hierboven gegeven aanwijzingen, neem dan contact op met uw vakhandel of met onze service-afdeling. Waarschuwing! Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden. Bij een onjuiste bediening wordt het bezoek van de servicetechnicus ook tijdens de garantieperiode in rekening gebracht. 44 3 Afvalverwerking Aanwijzingen voor apparaten met een metalen voorzijde: Vanwege de koele voorzijde van uw apparaat kan er zich, na het openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedurende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster. Afvalverwerking 2 2 1 Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers. Oud apparaat verwijderen W Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Waarschuwing: Opdat er geen gevaar meer kan ontstaan, moeten afgedankt apparaten voor het weggooien onbruikbaar worden gemaakt. Stekker uit het stopcontact trekken en aansluitsnoer van het apparaat verwijderen. Afvalverwerking 45 46 Afvalverwerking Service 47 Service Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen. Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afdeling. Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: – Modelaanduiding – Productnummer (PNC) – Serienummer (S-No.) (u vindt deze nummers op het typeplaatje) – Soort storing – Eventuele foutmelding die het apparaat aangeeft Om ervoor te zorgen dat u de benodigde nummers van uw apparaat bij de hand heeft, raden wij u aan deze hier te noteren: Modelaanduiding: ..................................... PNC: ..................................... S-No: ..................................... www.electrolux.com 822 721 201-A-060608-01 Wijzigingen voorbehouden www.aeg-electrolux.nl www.aeg-electrolux.be
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement