Roland JD-Xi Synthesizer Owner's Manual

Add to My manuals
22 Pages

advertisement

Roland JD-Xi Synthesizer Owner's Manual | Manualzz
Een cross-oversynthesizer: analoog + digitaal
55 In de JD-Xi worden door analoge circuits gegenereerde geluiden van een echte analoge
synthesizer versmolten met Roland's gewaardeerde SuperNATURAL-apparaat voor
synthesizergeluiden van professionele kwaliteit.
55 Gebruik krachtige en unieke geluiden om uzelf vrij te uiten.
Gebruikershandleiding
Patternsequencer
55 Met de ingebouwde patternsequencer kunt u intuïtief frasen en drumpatronen opnemen
die u te binnen schieten. Als opnamemodus kunt u kiezen voor TR-REC, realtime opnemen of
opnemen in stappen. Het zal u dus geen moeite kosten om looptracks te creëren, ook al is een
klavier bespelen niet uw sterkste punt.
Tal van vocale functies
55 Behalve vocoder- en AutoPitch-functies die gebruikmaken van uw stem om karakteristieke
geluiden te creëren, is er een Auto Note-functie die u het klavier laat “bespelen” met behulp
van de toon van uw stem. De JD-Xi is overladen met functies die zelfs met alleen uw stem
prettig zijn om te gebruiken.
Synchroniseren met uw computer of andere apparatuur
55 De JD-Xi biedt USB-audio-/MIDI-functionaliteit waarmee u uw performance en stem op uw
computer-DAW kunt opnemen. Er zijn ook MIDI-connectoren waarmee u andere hardware
kunt aansluiten voor een gesynchroniseerde performance. Met behulp van USB en MIDI kunt
u samen met een verscheidenheid van andere apparatuur gebruikmaken van de JD-Xi.
Inhoudsopgave
Paneelbeschrijvingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Patronen spelen en opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bovenpaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Basisbediening van de patternsequencer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
TR-REC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Realtime opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Opnemen in stappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De JD-Xi leren kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Het apparaat in- of uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Een geluid kiezen (programma) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Favoriete geluiden (programma's) gebruiken (Favorite) . . . . . . . 5
Algemene instellingen voor de JD-Xi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Performen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De menuschermen openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een arpeggio spelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Terugkeren naar de fabrieksinstellingen (FACTORY RESET). . . . . 14
Toonverbuiging of vibrato toepassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Gegevens back-uppen en herstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het klavierbereik in octaafeenheden veranderen. . . . . . . . . . . . . 6
Instellingen voor een in de handel verkrijgbare microfoon. . . . . 15
Sneltoets naar het Portamento-instelscherm. . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Synchroniseren en opnemen met andere apparaten. . . . . . . . . . 15
Van Favorite-geheugenbank veranderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Alleen via de rechterzijde de klik uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De microfoon gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een extern apparaat in de plaats van een microfoon gebruiken.
7
Lijst van sneltoetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Het geluid bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Troubleshooting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Audiostroom in een programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
De helderheid en dikte aanpassen (FILTER) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
De geluidssterkte en de envelope aanpassen (AMP/ENV). . . . . . 8
Het geluid moduleren (LFO) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Kracht en ruimtelijkheid toevoegen (EFFECTS). . . . . . . . . . . . . . . 9
Programma- en effectinstellingen bewerken. . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Een geluid opslaan (programma) (WRITE) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Andere opnamemethodes dan TR-REC, opnemen in stappen
en realtime opnemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Gebruikershandleiding (dit document)
Lees dit eerst. In deze gebruikershandleiding staat wat u moet weten om de JD-Xi te kunnen gebruiken.
PDF-handleiding (download via het internet)
55 Parameter Guide (Engels)
Hierin worden alle parameters van de JD-Xi verklaard.
55 MIDI Implementation (Engels)
Dit is gedetailleerde informatie over MIDI-berichten.
1.
De PDF-handleiding verkrijgen
Voer de volgende URL in op uw computer.
http://www.roland.com/manuals/
2.
Kies “JD-Xi” als de productnaam.
Lees zorgvuldig de hoofdstukken “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en de
Gebruikershandleiding (p. 18)), voordat u het apparaat gaat gebruiken. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om
er bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de hele gebruikershandleiding. Deze handleiding moet als handige
referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Copyright © 2015 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
4
2
12
5
13
14
15
3
6
7
8
9
10
11
16
17
1
Microfoon
pagina 7
MIC-aansluiting
Sluit de bijgeleverde microfoon aan op deze aansluiting. Als een extern
apparaat is aangesloten op de INPUT-aansluiting op het achterpaneel,
krijgt de INPUT-aansluiting voorrang.
* Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon, stel de SYSTEMparameter Mic Sel dan in op “Other” (p. 15).
4
2
Display
5
3
6
7
8
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
Op sommige schermen annuleert u hiermee de bewerking die op dat
ogenblik wordt uitgevoerd.
[Enter]-knop
Druk op deze knop om een waarde te bevestigen of een bewerking uit te
voeren.
[Shift]-knop
Gebruik deze knop in combinatie met andere knoppen of regelaars om
bewerkingsschermen te openen voor elke functie.
2
Master Volume
TEMPO
Temporegelaar
Specificeert het tempo van het arpeggio of de patternsequencer.
[Tap]-knop
Druk minstens drie keer op de knop in kwartnootintervallen van het
gewenste tempo.
Program (Pattern) Value [-] [+]-knoppen
[Exit]-knop
pagina 5
Hiermee past u het volume aan dat wordt uitgestuurd via de OUTPUTaansluitingen en de PHONES-aansluiting.
Verplaats de cursor naar links/rechts.
Hiermee opent u het menuscherm.
Om bewerkte gegevens op te slaan, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en
drukt u op de [Menu/Write]-knop.
Analog Synth
[Master Volume]-regelaar
Cursor [K] [J]-knoppen
[Menu/Write]-knop
pagina 5
Hier kunt u een klank selecteren voor de Analog Synth-partij.
Bediening
Selecteer een programma.
Om van geheugenbank te veranderen, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt
en gebruikt u de Value [-] [+]-knoppen.
Gebruik deze knoppen om waarden te bewerken in de verschillende
bewerkingsschermen.
Digital Synth
Hier kunt u klanken selecteren voor de Digital Synth-partij of de Drums-partij.
Geeft uiteenlopende informatie weer voor de bediening.
* De uitleg in deze handleiding omvat illustraties waarin de standaardweergave
van het display wordt afgebeeld. Het is echter mogelijk dat uw apparaat een
nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv. met nieuwe geluiden),
zodat de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in de
handleiding.
pagina 5
Hier kunt u de partij selecteren die door het klavier wordt gespeeld.
[Auto Note]-knop
Hiermee schakelt u de Auto Note-functie in en uit (p. 7).
Part Select (Part Mute)
9
OCTAVE
pagina 6
[Down] [Up]-knoppen
Hiermee verhoogt of verlaagt u het klavier in stappen van één octaaf.
10
ARPEGGIO
pagina 6
U kunt een arpeggio spelen door gewoon een akkoord ingedrukt te
houden op het klavier.
11
PATTERN SEQUENCER
pagina 10
U kunt uw klavierspel of regelaarbewegingen opnemen en steeds weer
herhalen.
12
FILTER
pagina 8
Hier kunt u filterinstellingen uitvoeren.
13
AMP/ENV
pagina 8
Hier kunt u het volume en de tijdsafhankelijke verandering van het
volume specificeren.
Gebruikershandleiding
14
LFO
16
pagina 9
Door gebruik te maken van de LFO om verschillende aspecten van het
geluidssignaal te moduleren, kunt u effecten toepassen zoals vibrato of
tremolo.
15
EFFECTS
17
pagina 9
Favorite/Pattern Sequencer
pagina 5
Hier kunt u favoriete geluiden beheren en de
patternsequencer bedienen.
pagina 10
Toonverbuiging/Modulatie
pagina 6
U kunt dit gebruiken om de toon te wijzigen of vibrato toe te passen.
Hier kunt u effectinstellingen uitvoeren.
Achterpaneel
Sluit uw gitaar of digitale
audiospeler hier aan.
Computer
* Als een extern apparaat is aangesloten
op de INPUT-aansluiting, is de MICaansluiting op het bovenpaneel niet
beschikbaar.
Voor aansluiting van MIDI-apparaat.
Snoerhaak
18
19
24 25 26 27
20
21
Versterkte luidsprekers
22 23
Stopcontact
Netstroomadapter
* Zet het volume altijd lager en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten en storingen van de apparatuur te voorkomen.
18
DC IN-aansluiting
24
Sluit de bijgeleverde netstroomadapter aan op deze aansluiting.
* Als u onvoorziene stroomonderbrekingen (als de stekker per ongeluk uit het
stopcontact wordt getrokken) of overmatige belasting op de DC IN-aansluiting
wilt voorkomen, moet u het netsnoer verankeren met de snoerhaak, zoals u
kunt zien in de afbeelding.
19
[POWER]-schakelaar
Hiermee schakelt u het apparaat in of uit (p. 4).
20
USB COMPUTER-poort
Sluit deze aansluitingen aan op uw luidsprekers.
Gebruik de L/MONO-aansluiting als de output monauraal is.
Als u dat wilt, kunt u de kliktoon van de metronoom apart uitsturen (p. 15).
25
26
MIDI-poort (IN/OUT)
LINE/GUITAR-keuzeschakelaar
Verandert de ingangsimpedantie van de INPUT (MONO)-aansluiting. Kies
LINE of GUITAR naargelang wat aangewezen is voor het apparaat dat is
aangesloten.
23
55 Waterleidingen (kunnen schokken of elektrocutie veroorzaken)
55 Gasleidingen (kunnen brand of explosies veroorzaken)
55 Geaarde telefoonkabel of bliksemafleider (kunnen in geval van
bliksem gevaarlijk zijn)
INPUT (MONO)-aansluiting
Sluit uw gitaar of digitale audiospeler hier aan.
* Als er aansluitingskabels met weerstanden worden gebruikt, kan het
volumeniveau van op de INPUT (MONO)-aansluiting aangesloten apparatuur
laag zijn. Als dit het geval is, gebruikt u aansluitingskabels die geen
weerstanden bevatten.
Aardingsaansluiting
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde installatie kunt u bij
het aanraken van het apparaat, een aangesloten microfoon of de metalen
onderdelen van overige voorwerpen, zoals gitaren, een licht onprettig
gevoel of ruwheid ervaren. Dit wordt veroorzaakt door een zeer kleine
elektrische lading, die volkomen onschadelijk is. Als u zich hierover echter
zorgen maakt, kunt u ervoor kiezen om de aardingsklem (zie afbeelding)
met een externe aarding te verbinden. Als het apparaat is geaard, kan
er, afhankelijk van de details van uw installatie, een licht bromgeluid
optreden. Als u niet precies weet hoe u het apparaat moet aansluiten,
raden we u aan om contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland-leverancier, zoals vermeld op de
pagina “Informatie”.
Ongeschikte plaatsen voor aansluiting
Deze connectoren kunnen worden aangesloten op andere MIDI-apparaten
om MIDI-berichten te ontvangen en te verzenden (p. 15).
22
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
Door gebruik te maken van een in de handel verkrijgbare USB
2.0-kabel om deze poort op uw computer aan te sluiten, kunt u de JD-Xi
synchroniseren met het DAW van uw computer via USB MIDI, of het geluid
van de JD-Xi opnemen op uw DAW via USB-audio (p. 15).
21
OUTPUT (L/MONO, R/CLICK OUT)-aansluitingen
27
Veiligheidsgleuf (N)
http://www.kensington.com/
3
Inleiding
De JD-Xi leren kennen
Controllergedeelte
Het controllergedeelte is wat u gebruikt om
te performen.
Zo worden de acties van een performer,
zoals “het klavier bespelen”, naar het
klankgeneratorgedeelte verzonden, waardoor
geluid wordt voortgebracht.
Het controllergedeelte van de JD-Xi bestaat
uit het klavier, de toonverbuigings- en
modulatiewieltjes, en de paneelknoppen en
-regelaars.
Geluidsgeneratorgedeelte
Het geluidsgeneratorgedeelte creëert het
geluid.
Als antwoord op de performancegegevens
die vanuit het controllergedeelte worden
verzonden, genereert dit gedeelte elektrisch
de golfvorm die de basis vormt van het
geluid, en wijzigt het de helderheid en
de geluidssterkte om een ongelofelijke
verscheidenheid van geluiden voort te
brengen.
Op het geluidsgeneratorgedeelte van de
JD-Xi kunt u de paneelregelaars en -knoppen
gebruiken om verschillende aspecten van het
geluid, zoals de golfvorm, de toonhoogte, de
helderheid en de geluidssterkte, onmiddellijk
te veranderen.
JD-Xi
Programma
Geluidsgeneratorgedeelte (4 partijen)/
Effectgedeelte
Controllergedeelte
Klavier
Digital Synth 1-partij
Regelaar
Digital Synth 2-partij
Wieltje
Drums-partij
Effects
Analog Synth-partij
Systeem
Arpeggio
Programma
Patternsequencer
Programma
Een programma bestaat uit vier partijen: Digital Synth 1, Digital Synth 2, Drums en Analog Synth.
Een door u bewerkt programma kan worden opgeslagen als een gebruikersprogramma
(64 programma's in elke geheugenbank E–H).
Vooraf ingesteld
programma
Gebruikersprogramma
Geheugenbank Nummer
A–D
01–64
E–H
01–64
Klank
U kunt één klank selecteren voor elke partij.
* Voor een analoge-synthesizerklank bestaan de oscillator-, suboscillator- en filtergedeelten uit analoge circuits.
Effectgedeelte
De JD-Xi bevat vier effecteenheden. Effectinstellingen worden opgeslagen binnen elk programma (p. 9).
Arpeggio
Deze functie speelt automatisch een arpeggio overeenkomstig de toetsen die u ingedrukt houdt. Arpeggio-instellingen worden opgeslagen binnen elk programma (p. 6).
Patternsequencer
Met deze functie kunt u performen terwijl patronen van een aantal maten worden teruggespeeld. U kunt ook uw eigen originele patronen creëren en opslaan in een
programma (p. 10).
Systeem
Deze zone slaat systeemparameterinstellingen op die bepalen hoe de JD-Xi werkt (p. 13).
Het apparaat in- of uitschakelen
* Zorg ervoor onderstaande procedure te volgen om alle apparaten
in te schakelen zodra alles correct is aangesloten (p. 3). Wanneer u
apparatuur in de verkeerde volgorde inschakelt, bestaat het risico
op apparaatstoringen of -defecten.
* Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
1. Voordat u de JD-Xi inschakelt, moet u de volgende twee vragen
beantwoorden:
2.
3.
4.
4
55 Zijn uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon correct aangesloten?
55 Staat de aangesloten apparatuur uit?
Draai de [Master Volume]-regelaar op het bovenpaneel volledig
naar links.
Zet de [POWER]-schakelaar aan die zich op het achterpaneel van
de JD-Xi bevindt.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld, duurt het even (enkele seconden)
voordat het normaal werkt.
Zet de aangesloten apparatuur aan en verhoog het volume tot
een geschikt niveau.
Het apparaat uitschakelen
1.
2.
3.
Voordat u het apparaat uitschakelt, moet u de volgende twee
vragen beantwoorden:
55 Hebt u het volume van de aangesloten apparatuur op het
minimumniveau gezet?
55 Hebt u zelf gecreëerde geluiden of patronen opgeslagen?
Schakel alle aangesloten audioapparaten uit.
Zet de [POWER]-schakelaar van de JD-Xi uit.
Gebruikershandleiding
Een geluid kiezen (programma)
* Terwijl u de [Shift]-knop
ingedrukt houdt, wordt op de
bovenste regel de naam van
Programmanummer Maat–maatslag het programma weergegeven.
Bovenscherm
Geheugenbank
programma
A64
1-1
120
256:Synth Lead01
Analog Synth-partij
[Oscillator]-knop
(golfvormindicator)
Tempo
Hiermee selecteert u de golfvorm die de basis
vormt van het geluid van de Analog Synth-partij.
De golfvorm waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
T (zaagtandgolf), S (driehoeksgolf), U (blokgolf)
Klanknummer: Klanknaam
* Geluiden waarvoor geen klanknummer wordt
weergegeven, zijn geluiden die werden bewerkt voor
een individueel programma. Als u wilt terugkeren naar
het oorspronkelijke geluid nadat u van geluid bent
veranderd of het geluid hebt bewerkt, houdt u de
[Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de [Enter]-knop.
[Sub OSC]-knop
Hiermee wordt de oscillator van een extra geluidslaag voorzien. U kunt kiezen uit
1 octaaf lager (brandt) of 2 octaven lager (knippert).
De suboscillator is alleen voor blokgolven.
Pulsbreedteregelaar
Hiermee specificeert u de pulsbreedte.
Als de oscillator is ingesteld op U (blokgolf), specificeert deze regelaar de
breedte van het bovenste gedeelte van de pulsgolf (d.w.z. de pulsbreedte) als een
percentage van een volledige cyclus.
Door de waarde te verlagen, wordt de pulsbreedte smaller tot de pulsbreedte op
een blokgolf gelijkt (pulsbreedte = 50 %).
Door de waarde te verhogen, wordt de pulsbreedte breder, waardoor een meer
karakteristiek geluid wordt voortgebracht.
Een programma kiezen
1.
Gebruik de Program (Pattern) Value
[-] [+]-knoppen om een programma te
selecteren.
Om van geheugenbank te veranderen,
houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en
gebruikt u de Value [-][+]-knoppen
(vooraf ingestelde geheugenbanken A–D,
gebruikersgeheugenbanken E–H).
Een partij om te spelen kiezen
Part Select-knoppen
[Digital Synth 1]-knop
Tone [-] [+]-knoppen
1.
2.
Selecteer een klank.
Gebruik de Part Select-knop om een Analog Synth te kiezen.
Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren.
MEMO
U kunt de [Oscillator]-knop gebruiken om de golfvorm te veranderen die de basis
vormt van het geluid.
[Digital Synth 2]-knop
[Drums]-knop
[Analog Synth]-knop
1.
Druk op de Part Select-knop
van de partij die u wilt spelen.
Favoriete geluiden (programma's) gebruiken (Favorite)
MEMO
U kunt verschillende partijen niet tegelijkertijd selecteren en spelen. U kunt er
echter voor zorgen dat verschillende partijen tegelijkertijd hoorbaar zijn door die
partijen in een patroon op te nemen.
[Favorite]-knop
Een klank kiezen
Gebruik deze knop om uw favoriete geluiden (programma's) te registreren en op
te roepen.
Digital Synth 1/2-partij
[01]–[16]-knoppen
Categoriewiel (categorie-indicator)
U kunt als volgt de categorie selecteren die het
basisgeluidstype specificeert.
De categorie waarvan de indicator brandt, is
geselecteerd.
Tone [-] [+]-knoppen
1.
2.
Selecteer een klank.
Gebruik deze knoppen om Favorite 01–16 te selecteren.
Een Favorite selecteren
1.
Druk op de [Favorite]-knop om deze te doen branden.
2.
Druk op een van de [01]–[16]-knoppen om een favoriet geluid te
selecteren.
Gebruik de Part Select-knoppen om Digital Synth 1/2 te
selecteren.
Draai aan het categoriewiel (categorie-indicator) om de categorie
te selecteren die het basisgeluidstype specificeert.
* Vocoder/AutoPitch kan voor slechts één partij worden gebruikt.
Bovendien wordt de Analog Synth-partij niet-beschikbaar als u
Vocoder/AutoPitch selecteert.
3. Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren.
Drums-partij
Als u op een knop drukt waarin niets is geregistreerd, geeft het scherm “Not
Registered!” aan.
Een Favorite registreren
1.
2.
2.
Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren
(drumkit).
De Drums-partij laat u met elke toets een ander instrument bespelen. De naam
van het instrument is boven elke toets gedrukt; bijvoorbeeld “BD1”.
Houd de [Favorite]-knop ingedrukt en druk op de [01]–[16]-knop
waarin u het geselecteerde programma wilt registreren.
OPMERKING
Als u een programma hebt bewerkt, moet u dat programma eerst opslaan voordat
u het als een favoriet registreert (p. 9).
Selecteer een klank (drumkit).
Gebruik de Part Select-knoppen om Drums te
selecteren.
Selecteer een programma dat u wilt registreren als een favoriet.
Het programma dat op dat ogenblik is geselecteerd, wordt in die knop
geregistreerd.
Tone [-] [+]-knoppen
1.
De nummerknoppen worden de Favorite-selectieknoppen.
Een Favorite wissen
1.
Terwijl de [Favorite]-knop is ingeschakeld, houdt u de [Erase]knop ingedrukt en drukt u op de [01]–[16]-knop waarvan u de
registratie wilt wissen.
Van Favorite-geheugenbank veranderen
& “Van Favorite-geheugenbank veranderen” (p. 6)
5
Performen
Een arpeggio spelen
Druk op de ARPEGGIO [ON]-knop om deze te doen branden;
de arpeggiofunctie wordt ingeschakeld.
Een “arpeggio” is een performancetechniek waarbij de noten
van een akkoord op verschillende ogenblikken worden
gespeeld.
ARPEGGIO [ON]-knop
De vasthoudinstelling gebruiken
1.
Wanneer het arpeggio is uitgeschakeld, wordt Key Hold ingeschakeld door op de
ARPEGGIO [Key Hold]-knop te drukken. Daardoor kunt u de noten aanhouden
alsof u het demperpedaal aan het indrukken bent.
ARPEGGIO [Key Hold]-knop
Het arpeggio bewerken
Hiermee schakelt u de vasthoudfunctie in en uit.
Druk op de ARPEGGIO [ON]-knop om deze te doen branden.
Houd enkele noten ingedrukt.
1.
Er wordt een arpeggio gespeeld.
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de ARPEGGIO [ON]knop.
2.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om een arpeggiostijl te
selecteren.
3.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om van parameter te
veranderen, en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de waarde te
veranderen.
4.
Wanneer de instelling is uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Het tempo wijzigen
1.
Draai aan de temporegelaar.
MEMO
2.
3.
4.
Bij wijze van alternatief kunt u het tempo instellen door minstens drie keer in
kwartnootintervallen van het gewenste tempo op de [Tap]-knop te drukken.
55 De tempo-instelling wordt gedeeld met het patroon.
Hiermee verandert u de toonhoogte.
Door het wieltje naar u toe te bewegen, wordt
de toonhoogte verlaagd. Door het van u weg te
bewegen, wordt de toonhoogte verhoogd.
Wanneer u het wieltje loslaat, keert het terug naar
het midden.
[Mod]-wieltje
Hiermee past u vibrato toe.
Wanneer het wieltje volledig naar u toe is bewogen, wordt er geen effect
toegepast. Door het wieltje van u weg te bewegen, wordt het effect groter.
Het wieltje verandert niet van positie wanneer u het loslaat.
Het klavierbereik in octaafeenheden veranderen
OCTAVE [Down] [Up]-knoppen
Deze knoppen veranderen het klavier in stappen van één octaaf
(maximaal ±3 octaven).
Als de octaaf is veranderd, branden de OCTAVE [Down][Up]knoppen.
Door tegelijkertijd op de OCTAVE [Down][Up]-knoppen te drukken, wordt de
waarde op 0 gesteld.
* De OCTAVE [Down][Up]-knoppen hebben geen invloed op de
Drums-partij.
MEMO
De octaafinstelling kan afzonderlijk voor elke partij worden uitgevoerd, en wordt
opgeslagen in het programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
6
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om de cursor te verplaatsen
naar het item dat u wilt bewerken.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de gewenste waarde in te
stellen.
& R
aadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
Wanneer de instelling is uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Het geluid dat u creëert, zal veranderen als u een regelaar van positie verandert of
een ander programma selecteert, en zal verloren gaan als u de JD-Xi uitschakelt.
Wanneer u een geluid hebt gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een
programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
55 Het tempo wordt opgeslagen voor elk individueel programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
[Pitch]-wieltje
Dit scherm verschijnt ook als u op de [Menu/Write]-knop drukt en “Arpeggio Edit”
selecteert.
Opslaan
MEMO
Toonverbuiging of vibrato toepassen
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de ARPEGGIO [ON]knop.
<ARPEGGIO> 001
Basic 1 (a)
Een arpeggiostijl selecteren
1.
De vasthoudfunctie wordt ingeschakeld. Als u een ander akkoord speelt terwijl de
vasthoudfunctie is ingeschakeld, verandert het arpeggio ook.
MEMO
Hiermee schakelt u de arpeggiofunctie in en uit.
1.
2.
Druk op de ARPEGGIO [Key Hold]-knop.
Sneltoets naar het Portamento-instelscherm
1.
2.
Druk lang op de [Menu/Write]-knop.
Het PORTAMENTO-scherm verschijnt.
Knop
Uitleg
[Tap]-knop
[Tempo]-regelaar
Schakelt portamento in/uit.
Past de portamentotijd aan.
Druk op de [Exit]-knop om dit scherm te verlaten.
Van Favorite-geheugenbank veranderen
1.
2.
3.
Favorieten worden georganiseerd in 16 geheugenbanken.
U kunt 16 van uw favoriete geluiden (programma's) in elke geheugenbank registreren.
Druk op de [Favorite]-knop om naar de Favorite-modus te gaan.
Druk lang op de [Shift]-knop; een van de [01]–[16]-knoppen
knippert.
De knipperende knop geeft de huidige geheugenbank aan.
Om van geheugenbank te veranderen, drukt u op een knop die
niet knippert.
Als bijvoorbeeld de [01]-knop knippert, gaat u van Bank 01 naar Bank 02 door op
de [02]-knop te drukken.
MEMO
Een favoriet onthoudt de partij die was geselecteerd toen u de favoriet registreerde.
Wanneer u van favoriet verandert, wordt het programma opgeroepen terwijl de
onthouden partij is geselecteerd.
Als u bijvoorbeeld onmiddellijk de Analog-partij wilt oproepen, moet u ervoor zorgen
dat de Analog-partij is geselecteerd wanneer u de favoriet registreert; wanneer u die
favoriet later oproept, gebeurt dat terwijl de Analog-partij is geselecteerd.
Gebruikershandleiding
De microfoon gebruiken
* Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon,
stel de SYSTEM-parameter Mic Sel dan in op “Other”.
Gebruikt u een in de handel verkrijgbare microfoon, pas
dan de parameter INPUT Level aan.
* Dit instrument is uitgerust
TIP:
HOT
met een INPUT-aansluiting
1: GND
1: GND
RING: COLD 2: HOT
van het XLR-type.
SLEEVE: GND
Bedradingsschema's
voor deze aansluiting
worden weergegeven
3: GND
3: GND
in de afbeelding.
Controleer eerst de
bedradingsschema's van andere apparatuur die u wilt aansluiten voordat u
de aansluitingen maakt.
* Er kan akoestische feedback optreden afhankelijk van de locatie van de
microfoons ten opzichte van de luidsprekers. Dit kan worden voorkomen door:
55 De richting van de microfoon te wijzigen;
55 De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen;
55 Het volume te verlagen.
1.
4.
Wanneer de instellingen zijn uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Vocoder- en AutoPitch-instellingen worden afzonderlijk opgeslagen voor elk
programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
2: HOT
Houd bij het gebruik van Vocoder en AutoPitch rekening
met het volgende:
55 Vocoder en AutoPitch kunnen alleen worden gebruikt voor een
Digital Synth-partij.
55 Als Vocoder of AutoPitch zijn geselecteerd, brengt de Analog Synthpartij geen geluid voort.
55 Het effect werkt mogelijk niet correct als u een ander geluid dan
een menselijke stem invoert, of als u het systeem in een lawaaierige
omgeving gebruikt.
Auto Note
Auto Note is een functie die de toonhoogte van uw stem detecteert, en die
toonhoogte speelt. Door uw stem in te voeren, kunt u noten spelen alsof u het
klavier bespeelt.
Sluit de bijgeleverde microfoon aan op de MIC-aansluiting.
Nadat u de microfoon hebt aangesloten, moet u de richting en de hoek ervan
aanpassen.
In de plaats van de bijgeleverde microfoon kunt u ook gebruikmaken van een
in de handel verkrijgbare dynamische microfoon of van een apparaat dat wordt
aangesloten op de INPUT-aansluiting.
U kunt de microfoon niet gebruiken als een apparaat is
aangesloten op de INPUT-aansluiting.
1.
2.
Druk op de [Auto Note]-knop om deze te doen branden.
Voer uw stem in via de microfoon; er weerklinkt geluid, ook al
bent u het klavier niet aan het bespelen.
MEMO
Als u Auto Note gebruikt om een patroon op te nemen, is de Pitch Bend Range
vastgesteld op 24. Als u Auto Note uitschakelt en het patroon terugspeelt, kan de
toonhoogteverandering anders zijn dan tijdens de opname. Als u wilt dat een met
Auto Note opgenomen patroon op dezelfde manier wordt teruggespeeld als toen
het werd opgenomen, verandert u de Pitch Bend Range in 24.
& Raadpleeg de "Parameter Guide" (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
Als er zowel op de MIC-aansluiting als op de INPUT-aansluiting apparaten zijn
aangesloten, is de JD-Xi zodanig ontworpen dat voorrang wordt gegeven aan
de INPUT-aansluiting, wat betekent dat de MIC-aansluiting niet beschikbaar is.
Als u de microfoon wilt gebruiken, moet u elk apparaat van de INPUTaansluiting loskoppelen.
Instelling
1.
2.
3.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om een parameter te
selecteren, en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de waarde van
die parameter te bewerken.
Menu
Parameter
[Shift] + Cursor [K] [J] Cursor [K] [J]
INPUT
4.
Waarde
Value [-] [+]
Level
-20–+40 dB (invoerniveau voor MIC en INPUT)
(invoerniveau)
Attached (bij gebruik van de bijgeleverde
Mic Sel
microfoon), Other (bij gebruik van een in de
(Mic select)
handel verkrijgbare dynamische microfoon)
OFF, ON (schakelt de ruisonderdrukker in en uit)
NS SW
(schakelt het geluid uit tijdens stille periodes)
0–127 (volume waarop de ruisonderdrukking
NS Threshold
begint)
0–127 (tijd van wanneer de ruisonderdrukking
NS Release
begint tot het volume 0 bereikt)
U kunt een gitaar of een audiospeler aansluiten op de INPUT (MONO)-aansluiting
op het achterpaneel en die op dezelfde manier als met een microfoon gebruiken
met de vocoder- of Auto Note-functie.
1.
Sluit uw apparaat aan op de INPUT-aansluiting op het
achterpaneel.
Als er een apparaat is aangesloten op de INPUT (MONO)-aansluiting op het
achterpaneel, is de microfooningang aan de bovenzijde uitgeschakeld.
2.
Stel de LINE/GUITAR-keuzeschakelaar op toepasselijke wijze in
voor het apparaat dat u hebt aangesloten.
Wanneer de instellingen zijn uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
De instellingen worden automatisch opgeslagen.
Vocoder/Auto Pitch
1.
2.
3.
Een extern apparaat in de plaats van een microfoon gebruiken
De “Vocoder” voegt effecten toe aan een menselijke stem. Als u uw stem door de
vocoder laat gaan, kunt u er een toonloze, robotachtige klank aan geven.
Regel de toonhoogte door het klavier te bespelen.
AutoPitch-geluiden ontstoren een onregelmatige toonhoogte, waardoor een
geluid met een gecorrigeerde toonhoogte wordt voortgebracht. Door een
traptredebeperking toe te passen op de toonhoogteverandering, wordt een
mechanisch effect gecreëerd.
Gebruik het categoriewiel om “Vocoder/AutoPitch” te selecteren.
Gebruik de Tone [-] [+]-knoppen om een klank te selecteren.
Vocaliseer in de microfoon terwijl u het klavier bespeelt.
Selecteer de GUITAR-stand als u een gitaar hebt aangesloten, en selecteer de
LINE-stand als u een klavier of een audiospeler hebt aangesloten.
3.
Pas het invoerniveau aan, zoals wordt beschreven in stappen 2–5
van “Een microfoon gebruiken”.
OPMERKING
55 De Vocoder-, AutoPitch- en Auto Note-functies zijn geoptimaliseerd
voor vocale invoer. Een onverwacht geluid kan het gevolg zijn als u
audio invoert via een gitaar of een audiospeler.
55 Het effect werkt mogelijk niet correct als u een ander geluid dan
een menselijke stem invoert, of als u het systeem in een lawaaierige
omgeving gebruikt.
Als u een AutoPitch-klank hebt geselecteerd, hoeft u het klavier niet te bespelen.
Instelling
1.
2.
3.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Vocoder Edit” of “AutoPitch
Edit” te selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om een parameter te selecteren,
en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de waarde van die
parameter te bewerken.
& R
aadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
De Parameter Guide (PDF) verkrijgen
1.
Voer de volgende URL in op uw computer.
2.
Kies de “JD-Xi” als de productnaam.
http://www.roland.com/manuals/
7
Het geluid bewerken
Audiostroom in een programma
Een programma bestaat uit vier partijen. Het geluid van elke partij wordt naar het effectgedeelte verzonden.
Hoewel de instellingen van het effectgedeelte worden gedeeld door het volledige programma, kunnen effecten voor elke partij afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Analog Synth
OSC
FILTER
AMP
Drums
WAVE
TVF
OSC
OSC
LFO
FILTER
Selecteer een geluid
Effect 1
LFO
FILTER
Digital Synth 1
EFFECTS
TVA
Digital Synth 2
Pas de helderheid
LFO
van het geluid aan
AMP
AMP
Flanger
Fuzz
Phaser
Compressor
Ring Mod
Bit Crusher
Slicer
Delay
Reverb
* U kunt de combinatie van “effect aan/uit”-instellingen voor elke partij kiezen
(p. 9).
De helderheid en dikte aanpassen (FILTER)
De geluidssterkte en de envelope aanpassen (AMP/ENV)
Het AMP-gedeelte bevat parameters die het volume regelen.
De “envelope” is de vorm van de volumeveranderingen vanaf
het ogenblik waarop een instrument begint te klinken tot het
geluid is weggestorven. Op een klavierinstrument specificeert de
envelope de manier waarop het volume verandert, te beginnen
op het ogenblik waarop u een toets indrukt, en hoe het geluid
wegsterft nadat u de toets hebt losgelaten.
Het FILTER-gedeelte bevat parameters die het karakter en
de karakteristieke kenmerken van het geluid bepalen.
[Cutoff]-regelaar (afsnijindicator)
Met deze regelaar specificeert u de afsnijfrequentie van
de filter.
De filter waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
[Level]-regelaar
[Type]-knop
Hiermee stelt u het volume in.
Met deze knop verandert u van filtertype (voor Analog
Synth is alleen LPF beschikbaar).
[Envelope]-regelaar
Door de regelaar naar links te draaien, wordt een korter geluid met een sterkere
attack voortgebracht; door de regelaar naar rechts te draaien, wordt de attack
zachter en de release langer.
[Resonance]-regelaar
Resonantie benadrukt het geluid in de zone van de afsnijfrequentie van de filter.
Envelope
Digital Synth-/Drums-partij
U kunt Digital LPF (laagdoorlaatfilter), HPF (hoogdoorlaatfilter), BPF
(banddoorlaatfilter) of PKG (piekfilter) gebruiken.
Analog LPF is niet beschikbaar.
U kunt de helling van de filter veranderen.
& Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
HPF
Reverb
Delay
Pas de geluidssterkte
aan
LFO
LPF
Effect 2
Distortion
BPF
Volume
Geluid eindigt
S
A
PKG
Noot aan
Resonantie
D
R
Tijd
Noot uit
A: attacktijd
Tijd vanaf het ogenblik waarop u de toets indrukt tot het geluid het
maximumniveau bereikt
Tijd waarin het niveau van het maximumniveau afneemt tot het
sustainniveau
S: sustaintijd Volume waarop het geluid zal worden aangehouden terwijl u de
toets ingedrukt houdt
R: releasetijd Tijd waarin het geluid wegsterft nadat u de toets hebt losgelaten
D: decaytijd
Afsnijzone
Frequentie
Analog Synth-partij
Met de [Envelope]-regelaar past u de A/D/S/R-parameters in één bewerking
effectief aan.
Voor de Drums-partij kunt u dit voor elk instrument (elke noot) afzonderlijk
bewerken.
Als u A/D/S/R apart wilt bewerken, voert u “Tone Edit” in en voert u de instellingen
uit ([Menu/Write]-knop 0 kies “Tone Edit”).
& Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie.
Alleen Analog LPF is beschikbaar.
Analog LPF
Resonantie
Afsnijzone
Frequentie
* Aangezien de Analog LPF gebruikmaakt van een analoog circuit,
kan het geluid worden beïnvloed door de temperatuur en de
toestand van de stroomtoevoer.
8
De Parameter Guide (PDF) verkrijgen
1.
Voer de volgende URL in op uw computer.
2.
Kies de “JD-Xi” als de productnaam.
http://www.roland.com/manuals/
Gebruikershandleiding
Het geluid moduleren (LFO)
LFO staat voor laagfrequente oscillator. Dat is een
oscillator met een zeer lage frequentie. Deze oscillator
kan verschillende golfvormen uitvoeren, met inbegrip
van de sinusgolf, de driehoeksgolf, de blokgolf en de
zaagtandgolf.
Door gebruik te maken van de LFO om verschillende
aspecten van het geluidssignaal te moduleren, kunt u
effecten toepassen zoals vibrato of tremolo.
[Destination]-regelaar
Hiermee specificeert u wat de LFO zal beïnvloeden.
De bestemming waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
Bestemming
Pitch
Filter
Golfvormkeuzeregelaar
Hiermee selecteert u de golfvorm van de LFO.
De golfvorm waarvan de indicator brandt, is geselecteerd.
S (driehoeksgolf), R (sinusgolf), T (zaagtandgolf), U (blokgolf), W
(Sample & Hold), RND (willekeurige golf)
Amp
Uitleg
Door LFO toe te passen op de toonhoogte, wordt vibrato
voortgebracht.
Door LFO toe te passen op het filter, wordt een wah-effect
voortgebracht.
Door LFO toe te passen op de versterker, wordt tremolo
voortgebracht.
OPMERKING
Het LFO-effect wordt niet toegepast op de Drums-partij.
[Rate]-regelaar
Hiermee bepaalt u de snelheid van de LFO.
[Depth]-regelaar
Hiermee specificeert u de diepte van de LFO.
Kracht en ruimtelijkheid toevoegen (EFFECTS)
1.
2.
Met “Effects” kunt u het geluid op
verschillende manieren wijzigen
of verbeteren, bijvoorbeeld door
galm toe te voegen of het geluid
te vertragen.
3.
4.
[Effects ON/OFF]-knop
U kunt de effecten specificeren die door elke partij worden gebruikt. De
combinatie verandert telkens als u op de [Effects ON/OFF]-knop drukt. De
indicatoren bovenaan links van elke regelaar gaan branden om de beschikbare
effecten aan te geven.
Het geluid passeert door “Effect 1” 0 “Effect 2” 0 “Delay” 0 “Reverb”, in die
volgorde, en alleen de ingeschakelde effecten zullen worden toegepast.
Effect 1
Effect 2
Distortion
Flanger
Fuzz
Phaser
Compressor
Ring Mod
Bit Crusher
Slicer
Programma- en effectinstellingen bewerken
Delay
Delay
Reverb
1.
[Effect 1/2]-regelaar
Met deze knop selecteert u het effecttype.
Effect 1
Effect 2
Distortion, Fuzz, Compressor, Bit Crusher
Flanger, Phaser, Ring Mod, Slicer
[Delay]-regelaar
Met deze regelaar past u de delaydiepte aan.
[Reverb]-regelaar
Met deze regelaar past u de reverbdiepte aan.
Effectinstellingen worden afzonderlijk opgeslagen voor elk programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Het bewerkingsscherm voor elk item verschijnt.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om de parameter te selecteren
die u wilt bewerken, en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de
waarde van die parameter te bewerken.
& R
aadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
Wanneer de bewerking is uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Een geluid dat u creëert, zal veranderen als u de regelaars verplaatst of als u een
andere klank of programma selecteert. Het zal bovendien verloren gaan als u de
JD-Xi uitschakelt.
Wanneer u een geluid hebt gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een
programma.
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de [Menu/Write]-knop.
Het naaminvoerscherm verschijnt.
Name:
[Ent]
Init Program
Met deze regelaar past u de diepte van het effect aan.
Effect 1/2 [Type]-knop
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Program Edit”, “Tone Edit”
of “Effects Edit” te selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Een geluid opslaan (programma) (WRITE)
Reverb
& Raadpleeg
‌
de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters van elk effect en een verbindingsdiagram.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
2.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om de cursor te verplaatsen,
en gebruik de Value [-] [+]-knoppen om tekens te selecteren.
3. Wanneer u de naam hebt gespecificeerd, drukt u op de [Enter]-knop.
4. Gebruik de Program (Pattern) Value [-] [+]-knoppen om het
opslagdoel te selecteren.
* Als u een nummer specificeert waarin al gegevens zijn opgeslagen,
wordt de naam van het programma op de onderste regel
weergegeven. Door gegevens in dat nummer op te slaan, zal het
programma worden overschreven en zullen de vorige gegevens
worden gewist.
5. Druk op de [Enter]-knop.
6.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
Druk op de [Enter]-knop.
Er verschijnt een scherm waarop Complete ! wordt weergegeven, en de gegevens
zijn opgeslagen.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [Exit]-knop.
* Schakel het apparaat NOOIT uit terwijl u instellingen aan het
opslaan bent.
9
Patronen spelen en opnemen
Basisbediening van de patternsequencer
* Als u “All” selecteert, worden de patronen van alle partijen gewist.
* SysEX-berichten (System Exclusive) zijn MIDI-berichten die worden
opgenomen als de TX Edit Data-instelling op ON staat.
Met de patternsequencer kunt u
klavierperformances en bewerkingen met regelaars
opnemen en steeds weer herhalen.
Wanneer u opneemt, wordt de via Part Select
geselecteerde partij opgenomen.
Alle noten wissen bij een specifieke stap
Als er noten zijn opgenomen in de [01]–[16]-knoppen, verhindert de
uitschakeling van een knop met een noot (de knop doven) dat de noot
klinkt. Dit dempt de noot alleen en wist de noot niet; als u de knop
opnieuw inschakelt (de knop doen branden), hervat de noot.
[Real Time Rec]-knop
Creëer een patroon door uw klavierperformance realtime op te nemen.
[Step Rec]-knop
Creëer een patroon door uw klavierperformance stapsgewijs op te nemen.
1.
[Erase]-knop
Wis een opgenomen patroon of een deel van een patroon.
[s]-knop
Een patroon kopiëren
1.
Speel of stop het patroon.
Wilt u de noten van een stap volledig wissen, stop dan het patroon,
houd de [Erase]-knop ingedrukt en druk op de knop van de stap die
u wilt wissen.
U kunt als volgt een patroon uit een ander programma kopiëren.
Houd de [Menu/Write]-knop ingedrukt en druk op de [10]-knop.
Het Pattern Copy-scherm verschijnt.
Het aantal maten wijzigen
1.
2.
3.
<Pattern Copy>
Program
A01
U kunt een patroon maken van maximaal vier maten lang.
Hier leest u hoe u dit kunt wijzigen.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Pattern Length” te
selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om het aantal maten te selecteren,
en druk op de [Enter]-knop.
Het scherm vraagt: “With copying ?”
2.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om het nummer te selecteren
van het programma vanwaaruit moet worden gekopieerd, en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
3.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om de partij vanwaaruit moet
worden gekopieerd en de partij waarnaar moet worden gekopieerd
te selecteren, en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
With Copying ?
[Exit]:N [Ent]:Y
Knop
[Enter]-knop
[Exit]-knop
4.
<Pattern Copy>
D1 -> D1
Uitleg
Als het aantal maten wordt vergroot, worden maten vanuit
het originele patroon gekopieerd.
Lege maten worden toegevoegd.
* Zelfs als u het aantal maten in het patroon verandert, zal het
terugkeren naar het originele aantal als u een ander programma
selecteert voordat u het gewijzigde programma opslaat.
Druk op de [Enter]- of [Exit]-knop om het aantal maten te veranderen.
Het aantal maten veranderen dat wordt weergegeven door de
[01]–[16]-knoppen tijdens het terugspelen of opnemen
1.
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op een van de
[01]–[04]-knoppen (als de schaalinstelling tweeëndertigste noten is,
drukt u op een van de [01]–[08]-knoppen).
De cijfers op de knoppen geven het maatnummer weer (halve maten als de
schaalinstelling tweeëndertigste noten is).
Als de instelling vier maten van zestiende noten is, drukt u op de [Shift]-knop om de
[01]–[04]-knoppen te laten oplichten. De huidige maat knippert.
Als de instelling vier maten van tweeëndertigste noten is, drukt u op de [Shift]-knop
om de [01]–[08]-knoppen te laten oplichten, waardoor u met halve maten kunt
werken.
De toonladder veranderen
1.
2.
3.
4.
U kunt als volgt de ritmische nootwaarde van elke stap veranderen.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Scale Setting” te selecteren,
en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om triolen van 8e noten ( ),
16e noten ( ) of 32e noten ( ) te selecteren.
Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
4.
Scherm
Kopieerbron
Kopieerbestemming
D1->D1
D1->D2
D2->D1
D2->D2
Drum
Analog
All
Digital Synth 1-partij
Digital Synth 1-partij
Digital Synth 2-partij
Digital Synth 2-partij
Drums-partij
Analog-partij
All-partijen
Digital Synth 1-partij
Digital Synth 2-partij
Digital Synth 1-partij
Digital Synth 2-partij
Drums-partij
Analog-partij
All-partijen
* De patroongegevens en -klanken worden gekopieerd. Programma's
en effectinstellingen worden niet gekopieerd.
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om te selecteren wat u wilt
kopiëren, en druk op de [Enter]-knop.
<Pattern Copy>
Pattern+Sound
Waarde
Value [-] [+]
Pattern+Sound
Sound Only
Pattern Only
Uitleg
Het patroon en het geluid worden gekopieerd.
Alleen het geluid wordt gekopieerd.
Alleen het patroon wordt gekopieerd.
MEMO
De JD-Xi kan geluidsinstellingen niet opslaan als individuele klanken.
Wilt u een klank van een ander programma gebruiken, gebruik dan de instelling
Pattern Copy Sound Only om de klant te kopiëren. (Effectinstellingen kunnen niet
worden gekopieerd.)
Een volledig patroon wissen
1.
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de [Erase]-knop.
Het Pattern Erase-scherm verschijnt.
<Pattern Erase>
Digital1
2.
10
Gebruik de Value [-] [+]-knoppen om het gedeelte (Digital 1,
Digital 2, Drum, Analog, SysEx, All) dat u wilt wissen, te selecteren en
druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Een specifieke partij dempen (Part Mute)
1.
Dit is handig wanneer u een specifieke partij wilt dempen terwijl een patroon
wordt gespeeld.
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en druk op de Part Select-knop.
De geselecteerde partij wordt gedempt. U kunt desgewenst verschillende
partijen selecteren.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke toestand, houdt u nogmaals de
[Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de Part Select-knop.
Gebruikershandleiding
TR-REC
[01]–[16]-knop
Wat is TR-REC?
1.
2.
3.
U kunt als volgt specificeren of een instrument wel of niet bij elke stap zal klinken.
Druk op een Part Select-knop om de partij te selecteren die u wilt
opnemen.
Als het Drums-gedeelte is geselecteerd, drukt u op een noot op het klavier om het
instrument op te geven dat u wilt opnemen.
Als u het Drums-gedeelte selecteert, maakt u afzonderlijke opnamen voor elk
instrument dat aan elke noot van het klavier is toegewezen (geluiden zoals kick, snare
enzovoort).
Druk op de [01]–[16]-knoppen om deze te doen branden voor elke
stap waarbij u wilt dat het instrument klinkt.
3.
Figuur 1
Om een noot te wissen, drukt u op de overeenkomstige [01]–[16] knop om deze te
doen uitgaan.
Druk op de [s]-knop om het patroon te spelen.
U kunt de “aan/uit”-toestand van de [01]–[16]-knoppen zelfs tijdens het terugspelen
veranderen.
Wanneer u een patroon hebt gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een
programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
Digital Synth-partij / Analog Synth-partij
1.
2.
TR-REC is een methode om de [01]–[16]-knoppen te gebruiken om te
specificeren op welk ogenblik elk instrument zal klinken.
Telkens als de frase wordt gespeeld of gestopt, is TR-REC beschikbaar.
U kunt het gebruiken terwijl u naar een ritme luistert dat u zelf hebt
gecreëerd.
Om bijvoorbeeld het drumpatroon te creëren dat wordt weergegeven
in figuur 1, moet u de instellingen uitvoeren die worden weergegeven
in figuur 2.
U kunt TR-REC gebruiken voor een Digital Synth-partij of de Analog Synth-partij, op
dezelfde manier als voor een Drums-partij.
Bespeel de toets die u wilt opnemen met behulp van TR-REC.
Gebruik de [01]–[16]-knoppen om elke stap waarbij u wilt dat een
noot klinkt, te doen branden.
Figuur 2
Stapnummer
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16
Gesloten hi-hat
Kleine trom
Grote trom
Knop brandt
Druk op de [s]-knop om het patroon terug te spelen.
55 U kunt akkoorden invoeren door op de [01]–[16]-knoppen te drukken,
terwijl u een akkoord ingedrukt houdt op het klavier.
55 De nootduur (Gate Time) is vastgesteld op 80 %. De klavierdynamiek
(Velocity) verandert naargelang van de kracht waarmee u de toets aanslaat.
55 Als u TR-REC wilt gebruiken om opnieuw noten in te voeren tijdens een
stap waarbij u al eerder een noot invoerde, of die noten bevat van een
vooraf ingesteld patroon, moet u eerst de bestaande noten wissen.
Terwijl het terugspelen van patronen is gestopt, houdt u de [Erase]knop ingedrukt en drukt u op de knop van het stapnummer dat u wilt
wissen. Wanneer u gebruikmaakt van opnemen in stappen of realtime
opnemen, worden de originele noten automatisch gewist en vervangen
(overschreven) door de pas ingevoerde noten.
Knop brandt niet
Voor de Drums-partij doet het bespelen van een instrument op het
klavier de [01]–[16]-knoppen branden of uitgaan, om aan te geven bij
welke stappen het instrument zal klinken.
Als u op een van de [01]–[16]-knoppen drukt, switcht die knop tussen
aan een uit, waardoor wordt bepaald of het instrument bij die stap wel
of niet zal klinken.
Realtime opnemen
1.
2.
3.
4.
5.
U kunt als volgt een patroon creëren door uw klavierperformance realtime op te
nemen. Uw performance wordt opgenomen door deze als een extra laag op het
geselecteerde patroon aan te brengen.
Druk op een Part Select-knop om de partij te selecteren die u wilt
opnemen.
Druk op de [Real Time Rec]-knop.
Druk op de [s]-knop om de opname te starten.
Tijdens het afspelen kunt u ook op de [Real Time Rec]-knop drukken om de opname
te starten.
Bespeel het klavier.
Als de Drums-partij is geselecteerd, zullen de boven elke toets gedrukte geluiden
(instrumenten) klinken. U kunt ook akkoorden opnemen.
Verplaatsingen van de regelaars en de wieltjes worden ook opgenomen.
Druk op de [Real Time Rec]-knop om de opname te stoppen.
Metronoominstellingen
1.
2.
3.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
4.
Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
Selecteer “SYSTEM” en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Selecteer de Click-parameter (p. 13) en gebruik de Value
[-] [+]-knoppen om de instelling te wijzigen.
Een deel van een frase of een drumpatroon wissen
Tijdens het afspelen/opnemen kunt u de [Erase]-knop ingedrukt houden om het
geselecteerde gedeelte (in het geval van het Drums-gedeelte het instrument van de
toets die u als laatste hebt ingedrukt) te wissen voor de duur dat u de knop ingedrukt
houdt.
Tips voor realtime opnemen
Als u realtime opneemt terwijl het patroon wordt gespeeld, wordt realtime opnemen
automatisch tenietgedaan wanneer u het einde van het patroon bereikt (d.w.z. het
ogenblik waarop het patroon opnieuw van in het begin wordt teruggespeeld).
Wilt u doorgaan met realtime opnemen terwijl de loop wordt gespeeld, schakel dan
de SYSTEM-parameter “Loop Rec” in.
Houd bij de opname van effectregelaarbewegingen
rekening met het volgende:
U kunt realtime opnemen gebruiken om bewegingen van de Effect 1-, Effect 2-,
Delay- en Reverb-regelaars op te nemen.
Maar aangezien effectregelaarbewegingen voor het volledige programma worden
opgeslagen, worden de effectregelaarbewegingen niet gewist, zelfs niet als u het
volledige patroon wist.
* Aangezien door u opgenomen effectregelaarbewegingen niet
kunnen worden gewist, zult u opnieuw moeten opnemen.
De bewerkte parameters worden opgeslagen wanneer u het scherm voor
systeeminstellingen verlaat.
11
Opnemen in stappen
U kunt als volgt een patroon creëren door uw klavierperformance stapsgewijs op te
nemen. De nieuw opgenomen noten worden toegevoegd aan het geselecteerde
patroon.
[01]–[16]-knop
1.
2.
De knop van de partij die wordt opgenomen, knippert.
Gebruik de Part Select-knoppen om de partij te selecteren die u wilt
opnemen.
Druk op de [Step Rec]-knop.
3.
Speel één noot op het klavier.
4.
Herhaal stap 3 om elke stap op te nemen.
MEMO
55 Druk op de [Erase]-knop om de gegevens bij een stap te wissen (of een
rust in te voeren).
De [01]-knop knippert.
Het volgende scherm wordt weergegeven tot u stopt met opnemen.
55 Om een boogje in te voeren, drukt u op de ARPEGGIO [Key Hold]-knop.
55 Om de stap te veranderen die u aan het opnemen bent, drukt u op een
van de [01]–[16]-knoppen.
Step Rec
Velocity:Real
55 Als u de maten wilt wijzigen, houdt u de [Shift]-knop ingedrukt en drukt u
op een van de [01]–[04]-knoppen (als de schaalinstelling tweeëndertigste
noten is, drukt u op een van de [01]–[08]-knoppen).
U kunt de Cursor [K] [J]-knoppen gebruiken om een parameter te selecteren, en de
Value [-] [+]-knoppen gebruiken om de waarde van die parameter te bewerken.
Parameter
Waarde
Velocity (klavierdynamiek)
Real (de werkelijk gespeelde dynamiek),
1–127 (vaste dynamiek)
Gate Time (duur van de noot)
5–100 %
Cursor [K] [J]
Value [-] [+]
Die noot wordt opgenomen bij stap 1. De positie gaat automatisch naar stap 2, en de
[02]-knop knippert.
U kunt een akkoord opnemen door verschillende noten te selecteren.
5.
& ‌Als u het aantal maten wilt wijzigen, raadpleegt u “Het aantal maten
wijzigen” (p. 10).
Druk op de [Step Rec]-knop om de opname te stoppen.
Andere opnamemethodes dan TR-REC, opnemen in stappen en realtime opnemen
1.
2.
3.
U kunt ook opnemen met behulp van de volgende methodes.
Houd de stapknop ([01]–[16]-knoppen) ingedrukt waarvoor u een
noot wilt invoeren.
Bespeel het klavier terwijl u de stapknop ingedrukt houdt.
Laat de stapknop los.
4.
Druk op de [s]-knop om het patroon terug te spelen.
55 Met deze opnamemethode worden de aanvankelijk bestaande noten niet
gewist; de door u ingevoerde noten worden aan de opname toegevoegd.
55 De nootduur (Gate Time) is vastgesteld op 80 %. De klavierdynamiek
(Velocity) verandert naargelang van de kracht waarmee u de toets
aanslaat.
Een patroon opslaan
Een patroon dat u creëert, zal verdwijnen als u een ander programma
selecteert of als u de JD-Xi uitschakelt. Wanneer u een patroon hebt
gecreëerd dat u leuk vindt, moet u het opslaan als een programma.
& “Een geluid opslaan (programma) (WRITE)” (p. 9)
12
Algemene instellingen voor de JD-Xi
Gebruikershandleiding
Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)
1.
2.
U kunt als volgt algemene instellingen uitvoeren voor de JD-Xi zelf.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren, en druk
vervolgens op de [Enter]-knop.
GENERAL
LCD Contrast 10
Parameter
Waarde
[Shift] + Cursor [K] [J]
Cursor [K] [J]
Value [-] [+]
LCD Contrast
Illumination
1–10
ON, OFF
OFF
Tempo Lock
ON
OFF
Loop Rec
ON
Velo Curv
(snelheidscurve)
LIGHT
MEDIUM
HEAVY
KEY TOUCH
Curve Offset
(snelheidscurvecompensatie)
-10–+9
Velocity
REAL
1–127
Master Tune
415,3–466,2 [Hz]
Output Gain
-12–+12 [dB]
SOUND
Mode
CLICK
Level
Sound
Accent SW
Level
Mic Sel
(microfoonselectie)
INPUT
NS SW
(ruisonderdrukkerschakelaar)
NS Threshold
(ruisonderdrukkerdrempel)
NS Release
(ruisonderdrukkerrelease)
Houd de [Shift]-knop ingedrukt en gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen
om de menuoptie te selecteren die u wilt bewerken.
4.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om de parameter te selecteren die
u wilt bewerken, en gebruik vervolgens de Value [-] [+]-knoppen om de
instelling van die parameter te bewerken.
5.
Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
De parameters die u bewerkt, worden opgeslagen wanneer u het scherm voor
systeeminstellingen verlaat.
Menu
GENERAL
3.
OFF
PLAY-ONLY
REC-ONLY
PLAY&REC
ALWAYS
0–10
TYPE1
TYPE2
TYPE3
TYPE4
OFF, ON
-20–+40 dB
Attached
Other
OFF, ON
Uitleg
Past het contrast van het display aan.
Specificeert of de knoppen branden wanneer deze op een bewerking wachten.
Als u tijdens het terugspelen van programma verandert, verandert het tempo in het tempo van het pas
geselecteerde programma.
Als u tijdens het terugspelen van programma verandert, wordt het tempo van het vorige programma
behouden.
Wanneer u realtime opneemt, eindigt de opname wanneer de laatste stap van het patroon wordt
bereikt.
De opname gaat door tot u realtime opnemen stopt (door nogmaals op de [Real Time Rec]-knop te
drukken).
Stelt de gevoeligheid van het klavier in.
Hiermee wordt het klavier op een lichte gevoeligheid ingesteld. U kunt fortissimo (ff ) spelen met een
lichtere aanraking dan de MEDIUM-instelling. Het klavier voelt dus lichter aan. Deze instelling maakt het
kinderen gemakkelijker, die minder sterke handen hebben.
Hiermee wordt het klavier op de normale gevoeligheid ingesteld.
Hiermee wordt het klavier op een zware gevoeligheid ingesteld. U moet het klavier krachtiger bespelen
dan bij de MEDIUM-instelling om fortissimo (ff ) te spelen. Het klavier voelt dus zwaarder aan. Dankzij
deze instelling kunt u meer expressie toevoegen wanneer u dynamisch speelt.
Past de snelheidscurve van het klavier aan.
Lagere waarden zorgen ervoor dat het klavier lichter aanvoelt.
Hogere waarden zorgen ervoor dat het klavier zwaarder aanvoelt.
Past de snelheidswaarde aan die zal worden verzonden wanneer u het klavier bespeelt.
Feitelijke klaviersnelheid zal worden verzonden.
Een vaste snelheidswaarde zal worden verzonden, ongeacht de manier waarop u speelt.
Past de algemene tuning van de JD-Xi aan.
Het display geeft de frequentie weer van de A4-noot (middelste A).
Past de uitgangsversterking aan via de uitgang van de JD-Xi.
Wanneer er bijvoorbeeld relatief weinig stemmen klinken, kunt u door het doen toenemen van de
uitgangsversterking het meest geschikte uitvoerniveau verkrijgen voor opnames en andere doeleinden.
Specificeert hoe de klik zal klinken.
Er klinkt geen klik.
De klik klinkt wanneer een song wordt gespeeld.
De klik klinkt wanneer een song wordt opgenomen.
De klik klinkt wanneer een song wordt gespeeld of opgenomen.
De klik klinkt altijd.
Past het klikvolume aan.
Selecteert het klikgeluid.
Conventioneel metronoomgeluid (eerste maatslag is een bel)
Klikgeluid
Geluidssignaal
Koebelgeluid
Voegt een accent toe aan het klikgeluid.
Past het invoerniveau van de MIC- en INPUT (MONO)-aansluitingen aan.
Selecteert de microfoon die is aangesloten op de MIC-aansluiting.
Indien de bijgeleverde microfoon wordt gebruikt
Indien een in de handel verkrijgbare microfoon wordt gebruikt (alleen dynamische microfoons)
Schakelt de ruisonderdrukker in en uit.
De ruisonderdrukker is een functie die de ruis onderdrukt tijdens periodes van stilte.
0–127
Past het volume aan waarop de ruisonderdrukking toegepast begint te worden.
0–127
Past de tijd aan van wanneer de ruisonderdrukking begint tot het volume 0 bereikt
Local Switch
OFF, ON
Prog Rx/Tx Ch
1–16, OFF
Tx Edit Data
OFF, ON
Soft Through
OFF, ON
Sync Mode
MASTER
MIDI
SLAVE
USB Drv
(USB-stuurprogramma)
GENERIC, VENDOR
ClockSource
MIDI, USB
Bepaalt of de interne geluidsgenerator is losgekoppeld (OFF) van het controllergedeelte (klavier,
toonverbuigings-/modulatiewieltje, knoppen, regelaars, enz.); of niet is losgekoppeld (ON).
Normaal gezien laat u dit op “ON” staan. Kies de “OFF”-instelling als u wilt dat de bewerkingen op de JD-Xi
alleen de DAW-software op uw computer regelen.
Specificeert het kanaal dat wordt gebruikt om MIDI-berichten voor het programma te verzenden en te
ontvangen.
Specificeert of veranderingen die u aanbrengt aan de instellingen van een programma, zullen worden
verzonden als systeemexclusieve berichten (ON), of niet zullen worden verzonden (OFF).
Als dit op “ON” staat, zullen inkomende MIDI-berichten van de MIDI IN-connector worden doorgestuurd
zonder verandering via de MIDI OUT-connector.
Specificeert het synchronisatiebericht dat de JD-Xi zal gebruiken voor de bewerking.
De JD-Xi zal de master zijn. Kies voor deze instelling wanneer u alleen de JD-Xi gebruikt, of wanneer u
een ander apparaat met de JD-Xi synchroniseert.
De JD-Xi zal de slave zijn. Kies deze instelling als u wilt dat de JD-Xi synchroniseert met MIDI Clockberichten die worden ontvangen van een ander MIDI-apparaat.
Stelt het USB-stuurprogramma in (p. 15).
* Deze instelling zal effect hebben wanneer u het apparaat uitschakelt en vervolgens opnieuw
inschakelt.
Wanneer de Sync Mode is ingesteld op “SLAVE”, specificeert deze instelling of de JD-Xi synchroniseert
met synchronisatieberichten van de MIDI IN-connector (MIDI) of met synchronisatieberichten van de
USB-poort (USB).
13
De menuschermen openen
1.
2.
3.
4.
Gegevens back-uppen en herstellen
U kunt een back-up maken van de gegevens van de JD-Xi op uw computer, en die
gegevens vanaf uw computer indien nodig herstellen naar de JD-Xi.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om het item te selecteren dat
u wilt bewerken, en druk op de [Enter]-knop.
* Sluit de JD-Xi aan op uw computer via USB, voordat u een back-up
maakt of gegevens herstelt.
Het overeenkomstige bewerkingsscherm verschijnt.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om de parameter te selecteren
die u wilt bewerken, en gebruik de Value [-][+]-knoppen om de
waarde van die parameter te bewerken.
Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
Gegevens back-uppen (Backup)
1.
2.
Bewerkbare items
SYSTEM (p. 13)
Arpeggio Edit
Voer instellingen uit die de
werkconfiguratievandevolledigeJD-Xi
beïnvloeden.
Open het Arpeggio Edit-scherm.
Program Edit
Open het Program Edit-scherm.
Tone Edit
Open het Tone Edit-scherm.
Effects Edit
Open het Effects Edit-scherm.
Vocoder Edit
Pattern Length
Open het scherm waar u de lengte
van het patroon specificeert.
Scale Setting
Open in de patternsequencer het
scherm waar u de nootwaarde van
elke stap specificeert.
AutoPitch Edit
Open het AutoPitch Edit-scherm.
3.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Backup” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
4.
Er gaat een map open op uw computerscherm, waarin het bestand
wordt weergegeven waarvan een back-up zal worden gemaakt.
5.
VERSION INFO
& R
aadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer informatie over de
parameters.
Verander het bestand dat wordt weergegeven niet van naam.
Kopieer het weergegeven bestand naar uw computer.
MEMO
Voer verschillende handige functies
uit.
Geef de versie van het
JD-Xi-systeemprogramma weer.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “UTILITY” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
UTILITY
Backup
UTILITY (p. 14)
Open het Vocoder Edit-scherm.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
6.
Wanneer u een USB-kabel gebruikt om de JD-Xi op uw computer aan
te sluiten en Backup uit te voeren, verschijnt de map “JD-Xi” op uw
computerscherm. Kopieer die map volledig naar uw computer.
Om de gegevens te herstellen, kopieert u de map “JD-Xi” volledig.
Een back-up of herstel van gegevens gebeurt niet correct als u alleen de
map “BACKUP” in de map “JD-Xi” kopieert, of als u maar enkele bestanden
kopieert.
Maak de verbinding met de JD-Xi op uw computer ongedaan
(maak het apparaat los).
De JD-Xi keert terug naar het normale scherm.
MEMO
Wanneer u gegevens back-upt of herstelt, kunnen er gevallen zijn waarin de backup of het herstel niet wordt uitgevoerd, zelfs niet als u de JD-Xi loskoppelt van
uw computer. Is dat het geval, koppel de JD-Xi dan los van uw computer en druk
vervolgens op de [Exit]-knop van de JD-Xi.
Gebruikt u een Mac, koppel de JD-Xi dan eerst los en zorg er vervolgens voor dat
u in laatste instantie op de [Exit]-knop van de JD-Xi drukt.
Gegevens herstellen (Restore)
Terugkeren naar de fabrieksinstellingen
(FACTORY RESET)
1.
2.
3.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “UTILITY” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
1.
2.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
3.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Restore” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
4.
5.
Er gaat een map open op uw computerscherm.
6.
Maak de verbinding met de JD-Xi op uw computer ongedaan
(maak het apparaat los).
Completed.
Turn off power
Factory Reset ?
[Ent]:Y [Exit]:N
Als u wilt annuleren, drukt u op de [Exit]-knop.
7.
Schakel de JD-Xi uit en vervolgens opnieuw in.
Druk op de [Enter]-knop voor de uitvoering.
Schakel de JD-Xi uit en vervolgens opnieuw in.
Items die worden geïnitialiseerd door Factory Reset
55 Alle gebruikersprogramma's (met inbegrip van arpeggio's, patronen en
effecten)
55 Systeeminstellingen
14
Kopieer het bestand waarvan u op uw computer een back-up hebt
gemaakt, naar de weergegeven map.
Het herstellen begint wanneer de verbinding ongedaan is gemaakt.
Wanneer het herstellen is voltooid, geeft het display “Completed. Turn off power”
aan.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “Factory Reset” te
selecteren, en druk op de [Enter]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
4.
5.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “UTILITY” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
Let op in de back-upmodus
Wanneer u in de back-upmodus komt, wordt de USB MIDI- en USBaudiofunctionaliteit tijdelijk gestopt. Zolang kunt u de JD-Xi niet gebruiken
als een invoer-/uitvoerapparaat voor uw computer.
Wanneer u de back-upmodus verlaat, zal de USB MIDI- en USB-audiomodus
hervatten en opnieuw beschikbaar worden.
Wees u ervan bewust dat u, afhankelijk van uw software, de invoer-/
uitvoerapparaatinstellingen mogelijk opnieuw moet uitvoeren.
Algemene instellingen voor de JD-Xi
Gebruikershandleiding
Instellingen voor een in de handel verkrijgbare microfoon
1.
2.
3.
Andere instellingen zijn vereist naargelang van of u gebruikmaakt van de
bijgeleverde microfoon bij de JD-Xi of van een in de handel verkrijgbare
microfoon (alleen dynamische microfoons worden ondersteund).
Alleen via de rechterzijde de klik uitvoeren
1.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knop om “SYSTEM” te selecteren, en
druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Selecteer “Mic Sel” en gebruik vervolgens de Value [-] [+]-knoppen
om “Other” te selecteren.
U kunt als volgt alleen het klikgeluid, zoals de metronoom, uitvoeren.
Houd de [Menu/Write]-knop ingedrukt en druk op de [16]-knop.
Het klikgeluid wordt uitgevoerd via de rechterzijde van OUTPUT en de
hoofdtelefoon.
De linkerzijde voert het instrumentale geluid uit (het geluid van het linker- en
rechterkanaal gemixt).
Om terug te keren naar de vorige instelling, houdt u de [Menu/Write]-knop
opnieuw ingedrukt en drukt u op de [16]-knop.
* Deze instelling is tijdelijk; ze kan niet worden opgeslagen.
INPUT
Mic Sel:
Menu
Parameter
[Shift] + Cursor [K] [J] Cursor [K] [J]
INPUT
De kliktoon en het volume veranderen
Other
Bewerk de “Sound”- of “Level”-parameters in het “CLICK”-menu in de
systeeminstellingen.
& ‌Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer
informatie over de systeeminstellingen.
Waarde
Value [-] [+]
MEMO
Attached (Indien de bijgeleverde
Mic Sel
microfoon wordt gebruikt)
(microfoonselectie) Other (indien een in de handel
verkrijgbare microfoon wordt gebruikt)
Als u hebt gespecificeerd dat de klik alleen via de rechterzijde wordt
uitgevoerd, wordt het klikgeluid van de OUTPUT R-aansluiting
gemengd met de uitvoer als u alleen op de OUTPUT L/MONOaansluiting een kabel aansluit. In dat geval kunt u ook op de OUTPUT
R-zijde een kabel of een blinde stekker aansluiten, zodat het klikgeluid
niet via OUTPUT L wordt uitgevoerd.
OPMERKING
Als dit is ingesteld op “Attached”, wordt 5 V vermogen toegevoerd via
de MIC-aansluiting.
Als u gebruikmaakt van een in de handel verkrijgbare microfoon met
de “Attached”-instelling, kan de microfoon beschadigd raken. Zorg
ervoor dat u de “Other”-instelling kiest.
4.
Wanneer de instellingen zijn uitgevoerd, drukt u meermaals op de
[Exit]-knop om terug te keren naar het bovenscherm.
Synchroniseren en opnemen met andere apparaten
De JD-Xi kan MIDI-klokberichten (F8) verzenden en ontvangen om het tempo
te synchroniseren. Het apparaat kan ook MIDI-startberichten (FA) en MIDIstopberichten (FC) verzenden en ontvangen om te starten of te stoppen.
De MIDI-verzend-/ontvangstkanalen zijn kanaal 1 voor de Digital Synth 1-partij,
kanaal 2 voor de Digital Synth 2-partij, kanaal 10 voor de Drums-partij en kanaal 3
voor de Analog Synth-partij.
Door aan een regelaar te draaien, zal het overeenkomstige
controleveranderingsbericht worden verzonden.
Raadpleeg “MIDI Implementation” (PDF) voor meer informatie.
Download het stuurprogramma
Om de JD-Xi te gebruiken met de “VENDOR”-instelling, moet u het
stuurprogramma downloaden via de volgende URL en op uw computer
installeren.
Raadpleeg de volgende URL voor meer informatie over de installatie.
& http://www.roland.com/support/
OPMERKING
Sluit de JD-Xi pas aan op uw computer wanneer de installatie van het
stuurprogramma is voltooid.
Hebt u de JD-Xi al aangesloten, dan moet u het apparaat loskoppelen en
opnieuw aansluiten wanneer de installatie van het stuurprogramma is
voltooid.
Synchroniseren met andere apparaten
Door in de handel verkrijgbare MIDI-kabels aan te sluiten op de JD-Xi, kunt u het
apparaat synchroniseren met andere apparaten.
Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer informatie
over MIDI-gerelateerde instellingen.
Synchroniseren en opnemen op een DAW via USB
Als de JD-Xi is aangesloten op uw computer via een in de handel verkrijgbare USB
2.0-kabel, kunt u het apparaat synchroniseren met een DAW op uw computer via
USB MIDI, en het geluid van de JD-Xi opnemen op uw DAW via USB-audio.
Surf naar de website van Roland voor meer informatie over werkingseisen en
ondersteunde besturingssystemen.
1.
2.
3.
& http://www.roland.com/support/
Het USB-stuurprogramma specificeren
U kunt als volgt het USB-stuurprogramma specificeren dat zal worden gebruikt
wanneer de JD-Xi is aangesloten op uw computer via de USB COMPUTER-poort.
Druk op de [Menu/Write]-knop.
Gebruik de Cursor [K] [J]-knoppen om “SYSTEM” te selecteren, en
druk op de [Enter]-knop.
Het instelscherm verschijnt.
Selecteer “USB Drv” en gebruik de Value [-][+]-knoppen om de
instelling te veranderen.
Menu
Parameter Waarde
[Shift] + Cursor [K] [J]
Cursor [K] [J]
Value [-] [+]
USB Drv
VENDOR (Kies dit als u een USB-stuurprogramma
wilt gebruiken dat werd gedownload van de
website van Roland.)
GENERIC (Kies dit als u het algemene USBstuurprogramma wilt gebruiken dat deel uitmaakt
van het besturingssysteem van uw computer.)
MIDI
MEMO
Als u die instelling wilt veranderen, moet u de USB-kabel eerst loskoppelen.
4.
5.
Druk meermaals op de [Exit]-knop om terug te keren naar het
bovenscherm.
De bewerkte parameter wordt opgeslagen wanneer u het scherm voor
systeeminstellingen verlaat.
Schakel de JD-Xi uit en vervolgens opnieuw in.
Nadat u de “USB Drv”-instelling hebt veranderd en opgeslagen, moet u het
apparaat uitschakelen en vervolgens opnieuw inschakelen om het systeem
correct te laten functioneren.
15
Lijst van sneltoetsen
“[A] + [B]” geeft de bewerking “de [A]-knop ingedrukt houden en op de [B]-knop drukken” aan.
Sneltoets
Uitleg
Value [-] + [+]
[Shift]
[Shift] + Value [-] [+]
[Shift] + [Menu]
Om de waarde snel te veranderen, houdt u een van de knoppen ingedrukt en drukt u op de andere knop.
Geeft de naam van het programma weer op de bovenste regel van het display.
Verandert de programmageheugenbank
Laat het scherm WRITE verschijnen.
Dempt de geselecteerde partij. U kunt ook verschillende partijen selecteren.
Om terug te keren naar de oorspronkelijke toestand, houdt u nogmaals de [Shift]-knop ingedrukt en drukt u op de Part Select-knop.
Verandert van geluid binnen een programma, of keert na bewerking terug naar het originele geluid.
Laat het scherm Arpeggio Edit verschijnen.
Verandert de maten van het patroon dat wordt weergegeven door de [01]–[16]-knoppen tijdens het terugspelen of opnemen
Terwijl u [Shift] ingedrukt houdt, geven knoppen [01]–[04] de maat aan (halve maten als de toonladderinstelling Thirty-second Note is).
Als de instelling vier maten van zestiende noten is, gaan de [01]–[04]-knoppen branden door op de [Shift]-knop te drukken, en knippert de
huidige maat. Als de instelling vier maten van tweeëndertigste noten is, gaan de [01]–[08]-knoppen branden door op de [Shift]-knop te drukken,
waardoor u met stappen van halve maten kunt werken.
[Shift] + Part Select-knop
[Shift] + [Enter]
[Shift] + ARPEGGIO [ON]
[Shift] + [01]–[04]-knop
([01]–[08]-knoppen wanneer de
toonladderinstelling Thirty-second Note is)
Wanneer Favorite-modus actief is
[Shift] + [01]–[16]-knop
[Shift] + [Erase]
[Shift] + CURSOR [K]
[Shift] + CURSOR [J]
Lang drukken [Menu/Write]
[Menu/Write] + [10]-knop
[Menu/Write] + [16]-knop
Wanneer u een naam invoert
[Shift] + [K]-knop
Wanneer u een naam invoert
[Shift] + [J]-knop
16
Verandert de Favorite-geheugenbank.
Laat het scherm Pattern Erase verschijnen.
Switcht tussen hoofdmenuopties in instelschermen zoals schermen voor systeeminstellingen of bewerkingsschermen.
Laat het Portamento-instelscherm verschijnen.
Laat het scherm Pattern Copy verschijnen.
Voert het klikgeluid uit via de rechterzijde van de hoofdtelefoo‑n en de OUTPUT.
Wist het teken op de plaats van de cursor.
Voegt een spatie toe op de plaats van de cursor.
Troubleshooting
Gebruikershandleiding
Als de JD-Xi niet functioneert zoals u verwacht, moet u eerst de volgende punten controleren. Is het probleem daarmee niet opgelost, neem dan contact op met uw dealer of een Rolandservicestation in de buurt.
Problemen met betrekking tot het geluid
Probleem
Oorzaak/actie
Als u geen geluid hoort wanneer u het klavier bespeelt, moet u nagaan of de Local Switch is uitgeschakeld.
Er is geen geluid
Zorg ervoor dat de Local Switch-instelling is ingeschakeld.
Specifieke toonhoogtebereiken klinken niet De Drums-partij klinkt niet in het hoge register, waar geen instrumenten (geluiden) zijn toegekend.
Is de LINE/GUITAR-keuzeschakelaar op het achterpaneel juist ingesteld?
Het volumeniveau van het instrument
dat is aangesloten op de INPUT (MONO)Gebruikt u misschien een aansluitingskabel met een weerstand?
aansluiting, is te laag.
Gebruik een aansluitingskabel zonder weerstand.
Staat de [Key Hold]-knop misschien aan?
Wanneer ik het klavier bespeel, stoppen de
Als Key Hold is ingeschakeld, worden de noten die u op het klavier speelt aangehouden.
noten niet
Druk op de [Key Hold]-knop om deze uit te schakelen.
Met de JD-Xi kunt u een verscheidenheid van effecten toepassen, maar wanneer u van geluid (programma) verandert, zal het aan het geluid
Het geluid wordt afgesneden als ik van geluid (programma) toegekende type effect veranderen.
(programma) verander
Op dat ogenblik wordt het geluid gedempt om het onverwachte geluid te voorkomen dat anders zou worden voortgebracht ten gevolge van de
discrepantie tussen het geluid dat op dat ogenblik wordt gehoord, en het type effect.
Hoewel dezelfde klank is geselecteerd, klinkt
Binnen een programma kan het gespecificeerde geluid (klank) verder worden gewijzigd door de parameters van elke partij, zoals de panning- en
deze anders wanneer ik ernaar luister in het
octaafinstellingen, de filterafsnijding en de effecten. Om die reden kan het geluid anders zijn dan wanneer u die klank oproept en speelt.
programma
Staat de systeeminstelling “Sync Mode” (p. 13) misschien op “SLAVE”?
Ik kan geen arpeggio's spelen.
Als “Sync Mode” op “SLAVE” staat, moet de JD-Xi MIDI-klokberichten ontvangen van een extern apparaat.
Het patroon kan niet worden gespeeld
U moet “Sync Mode” op “MASTER” laten staan, tenzij u de JD-Xi met een extern apparaat synchroniseert.
In de Analog Synth-partij bestaan de oscillator-, suboscillator- en filtergedeelten uit analoge circuits. Het geluid kan dus worden beïnvloed door
Het geluid van de Analog Synth verandert
de temperatuur of de toestand van de stroomtoevoer.
Problemen met betrekking tot de microfoon
Probleem
Oorzaak/actie
Er is geen geluid wanneer ik een microfoon
aansluit
Is er misschien een apparaat aangesloten op de INPUT-aansluiting op het achterpaneel?
Koppel het apparaat los van de INPUT-aansluiting op het achterpaneel.
U kunt de ruis verminderen met behulp van de ruisonderdrukker.
Pas in het “INPUT”-menu van de systeeminstellingen de parameters “NS SW”, “NS Threshold” en “NS Release” aan.
& ‌Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer informatie over de systeeminstellingen.
Gebruikt u misschien een condensatormicrofoon?
De JD-Xi ondersteunt geen condensatormicrofoons.
Is de “Mic Sel”-parameter in het INPUT-menu van de SYSTEM-instelling juist ingesteld?
& ‌Raadpleeg “Systeeminstellingen uitvoeren (SYSTEM)” (p. 13) voor meer informatie over de systeeminstellingen.
De microfoon vangt ruis op
Geen geluid of ontoereikend volume uit de
microfoon
Problemen met betrekking tot effecten
Probleem
Oorzaak/actie
Effecten niet toegepast
Controleer de volgende punten terwijl u de Parameter Guide (PDF) raadpleegt.
55 Staat de effectschakelaar misschien uit? Controleer de “aan/uit”-instelling van elk effect.
55 Zijn de verschillende effectinstellingen juist?
55 Is de Output Assign van elke partij ingesteld op “Effect 1”, “Effect 2”, “Delay” of “Reverb”?
55 Effecten worden niet toegepast als het verzendniveau voor elk effect is ingesteld op 0. Controleer de instellingen.
55 Zelfs als het verzendniveau voor elk effect hoger is dan 0, worden effecten niet toegepast als het uitvoerniveau, het vertragingsniveau of het
galmniveau van het effect zijn ingesteld op 0. Controleer elke instelling.
Problemen met betrekking tot MIDI-apparaten of externe apparaten
Probleem
Oorzaak/actie
Exclusieve berichten worden niet ontvangen
De JD-Xi brengt geen geluid voort wanneer
een externe sequencer of een extern
MIDI-klavier is aangesloten op de MIDI INconnector
Stemt het apparaat-ID-nummer van het verzendapparaat overeen met het apparaat-ID-nummer van de JD-Xi?
Het apparaat-ID-nummer is vastgesteld op “17”.
Zorg ervoor dat het MIDI-verzendkanaal van uw externe MIDI-apparaat overeenstemt met het MIDI-ontvangstkanaal van de JD-Xi. De kanalen
die worden gebruikt door de JD-Xi om MIDI-berichten te verzenden en te ontvangen, liggen vast en kunnen niet worden veranderd.
Partij
Digital Synth 1
Digital Synth 2
Drums
Analog Synth
MIDI-ontvangstkanaal
MIDI-verzendkanaal
1
2
10
3
1
2
10
3
Het is gebruikelijk dat drumkitperformancegegevens worden verzonden en ontvangen op MIDI-kanaal 10.
Specificaties
Klavier
Stroomtoevoer
Stroomverbruik
Afmetingen
Gewicht
Accessoires
Roland JD-Xi: synthesizerklavier
37 toetsen (met snelheid)
Netstroomadapter
1000 mA
575 (b) x 245 (d) x 85 (h) mm
2,2 kg
Gebruikershandleiding, netstroomadapter, microfoon
* De specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zijn, in het belang van
productverbetering, onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande
kennisgeving.
17
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Als u het apparaat volledig wilt uitschakelen, trekt
u de stekker uit het stopcontact
Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter
en het correcte voltage
Zelfs wanneer het apparaat is
uitgeschakeld, betekent dit niet dat dit
apparaat volledig van de stroomtoevoer
is losgekoppeld. Als u de stroomtoevoer
volledig wilt afsluiten, zet u de aan-uitknop op het
apparaat uit en trekt u de stekker uit het stopcontact.
Steek de stekker van het netsnoer daarom in een
stopcontact dat gemakkelijk bereikbaar is.
Gebruik alleen de netstroomadapter die
bij het apparaat wordt geleverd. Ga na of
het lijnvoltage van het elektriciteitsnet
overeenkomt met het ingangsvoltage dat
op de netstroomadapter wordt weergegeven. Andere
netstroomadapters gebruiken mogelijk een andere
polariteit of zijn ontworpen voor een ander voltage.
Het gebruik van dergelijke adapters kan resulteren in
schade, defecten of elektrische schokken.
LET OP
Ga voorzichtig om met de aardingsklem
Als u de schroef van de aardingsklem
verwijdert, moet u deze onmiddellijk
vervangen. Laat deze nergens liggen zodat
er geen risico bestaat dat deze per ongeluk
wordt ingeslikt door kleine kinderen. Wanneer u de
schroef opnieuw bevestigt, moet u ervoor zorgen dat
deze stevig vastzit en niet kan loskomen.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Plaatsing
• Laat geen voorwerpen op het klavier liggen. Dat
kan leiden tot defecten, zoals toetsen die geen
signaal meer geven.
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur
van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst,
kunnen de rubberen voetstukken mogelijk het
oppervlak verkleuren of ontsieren.
U kunt een stuk vilt of stof onder de rubberen
voetstukken plaatsen om dit te voorkomen. Zorg er
in dat geval voor dat het apparaat niet verschuift of
per ongeluk in beweging komt.
Onderhoud
• Reinig het apparaat regelmatig met een zachte,
droge doek of een lichtjes bevochtigde doek.
Gebruik een doek die met een zachte, nietschurende zeepoplossing is bevochtigd om
hardnekkig vuil te verwijderen. Veeg hierna het
apparaat grondig schoon met een zachte, droge
doek.
Reparatie en gegevens
• Voordat het apparaat voor reparaties wordt
verzonden, maakt u een back-up van de gegevens
die op het apparaat zijn opgeslagen of noteert
u de nodige gegevens op papier als u dat wilt.
Tijdens de reparatie doen wij uiteraard ons uiterste
best om de gegevens die op uw apparaat zijn
opgeslagen, te behouden, maar er kunnen gevallen
zijn waarbij de opgeslagen inhoud niet kan
worden hersteld, bijvoorbeeld wanneer het fysieke
geheugen beschadigd is geraakt. Roland kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor het herstel van
opgeslagen inhoud die verloren is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
• De gegevens die zijn opgeslagen op het apparaat,
kunnen verloren gaan door storingen, onjuist
gebruik enzovoort. Om dergelijk onherstelbaar
gegevensverlies te voorkomen, moet u regelmatig
back-ups maken van de gegevens die u op het
apparaat hebt opgeslagen.
• Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
het herstel van opgeslagen inhoud die verloren is
gegaan.
• Voer nooit druk uit op het display en sla er nooit
tegen.
Intellectueel eigendomsrecht
• Het opnemen van audio of video, kopiëren,
wijzigen, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren
of uitzenden van materiaal onder auteursrecht
(muziek, video's, uitzendingen, liveoptredens
enzovoort) dat geheel of gedeeltelijk eigendom is
van een derde, is wettelijk niet toegestaan zonder
de toestemming van de auteursrechteigenaar.
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden die de
auteursrechten van een derde kunnen schenden.
Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
schendingen van auteursrechten van derden door
uw gebruik van dit apparaat.
• De auteursrechten op de inhoud van dit product
(golfvormgegevens van het geluid, stijlgegevens,
begeleidende patronen, frasegegevens, audioloops
en beeldgegevens) zijn voorbehouden door Roland
Corporation.
• Kopers van dit product hebben de toestemming
de betreffende inhoud (behalve songgegevens
zoals demosongs) te gebruiken voor het aanmaken,
uitvoeren, opnemen en verdelen van originele
muziekuitvoeringen.
• Kopers van dit product hebben GEEN toestemming
om de betreffende inhoud in de oorspronkelijke
of een gewijzigde vorm aan het apparaat te
onttrekken met als doel het verspreiden van een
opgenomen medium met de betreffende inhoud of
het ter beschikking stellen van deze inhoud via een
computernetwerk.
• MMP (Moore Microprocessor Portfolio)
verwijst naar een patentportfolio betreffende
microprocessorarchitectuur, ontworpen door
Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft
van de TPL Group de licentie verkregen tot gebruik
van deze technologie.
• Roland, SuperNATURAL en Slicer zijn gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van de Roland
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
• De bedrijfsnamen en productnamen in dit
document zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
For EU Countries
产品中有害物质的名称及含量
有害物质
×
×
×
×
本表格依据SJ/T 11364的规定编制。
О: 表示该有害物质在该部件所有均质材料中的含量均在GB/T 26572 规定的限量要求以下。
×: 表示该有害物质至少在该部件的某一均质材料中的含量超出GB/T 26572的限量要求。
(企业可在此处,根据实际情况对上表中打“×”的技术原因进行进一步说明。)
For the USA
Model Name :
Type of Equipment :
Responsible Party :
Address :
Telephone :
DECLARATION OF CONFORMITY
Compliance Information Statement
JD-Xi
SYNTHESIZER KEYBOARD
Roland Corporation U.S.
5100 S. Eastern Avenue Los Angeles, CA 90040-2938
(323) 890-3700
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules.
These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause
harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular
installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning
the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
– Reorient or relocate the receiving antenna.
– Increase the separation between the equipment and receiver.
– Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
– Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions:
(1) this device may not cause harmful interference, and
(2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B limit.
Any unauthorized changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s
authority to operate the equipment.
For Canada
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
For Korea
Manufacturer: 2036-1 Nakagawa, Hosoe-cho, Kita-ku, Hamamatsu, Shizuoka 431-1304, JAPAN
Importer:
ENA 23 Zone 1 nr. 1620 Klaus-Michael Kuehnelaan 13, 2440 Geel, BELGIUM
Roland Service Centers and Distributors
When you need repair service, access this URL and find your nearest Roland Service Center or authorized Roland distributor in
your country.
http://roland.cm/service
*
5
1
0
0
0
4
2
2
7
1
-
0
6
*

advertisement

Related manuals

Download PDF

advertisement