Shindaiwa T251 Trimmer Handleiding


Add to my manuals
32 Pages

advertisement

Shindaiwa T251 Trimmer Handleiding | Manualzz

1Deksel NEDERLANDS (Oorspronkelijke instructies)

BEDIENINGSHANDLEIDING GRASTRIMMER/BOSMAAIER T251 C251

WAARSCHUWING LEES DE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR EN VOLG DE RE GELS VOOR VEILIG GEBRUIK.

HET NIET OPVOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES EN REGELS KAN ERNSTIG LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.

Inhoud

Veilig gebruik van uw product............................................................................................. 3

Beschrijving ........................................................................................................................ 8

Voordat u begint ................................................................................................................. 9 Paklijst ........................................................................................................................... 9

Montage....................................................................................................................... 10 Versie met rondhandgreep .......................................................................................... 10 Versie met U-vormige handgreep................................................................................ 10

Beschermkap monteren............................................................................................... 11 Nylondraadkop monteren ............................................................................................ 11 Uitbalanceren .............................................................................................................. 11

Brandstof voorbereiden ............................................................................................... 13

Motorbediening ................................................................................................................. 14 De motor starten .......................................................................................................... 14

De motor stoppen ........................................................................................................ 15

Maaien .............................................................................................................................. 16

Gebruik van het schouderharnas................................................................................. 17 Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop....................................................... 17

Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad ...................................................... 19

Onderhoud en verzorging ................................................................................................. 20 Onderhoudsrichtlijnen.................................................................................................. 20 Onderhoud en verzorging ............................................................................................ 20

Opslag ......................................................................................................................... 28

Specificaties...................................................................................................................... 29

Conformiteitsverklaring ..................................................................................................... 30

2

Veilig gebruik van uw product Veilig gebruik van uw product

Belangrijke informatie

WAARSCHUWING

Lees de bedieningshandleiding voordat u het product gaat gebruiken.

Over uw bedieningshandleiding

In deze handleiding vindt u de benodigde informatie voor de montage, de bediening en het onderhoud van uw pro duct. Lees deze aandachtig en zorg ervoor dat u de inhoud begrijpt.

Bewaar de handleiding altijd op een gemakkelijk bereikbare plaats.

 

Indien u de bedieningshandleiding hebt verloren of deze onleesbaar is geworden, schaf dan een nieuw exemplaar aan bij uw dealer.

De eenheden die worden gebruikt in deze handleiding zijn SI-eenheden (International System of Units). De cijfers tus sen haakjes zijn referentiewaarden en er kan, in enkele gevallen, sprake zijn van kleine omrekenfouten.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

Juist gebruik van dit product

Dit product is een krachtige lichtgewichtmachine met een benzinemotor, ontworpen om op moeilijk bereikbare plaat sen onkruid te verwijderen, gras te maaien en kreupelhout te zagen.

Gebruik deze machine niet voor andere dan de hiervoor genoemde doeleinden.

 

Wijzigingen van de inhoud van deze handleiding bij upgrades van het product zonder voorafgaande kennisgeving zijn voorbehouden. Sommige gebruikte illustraties kunnen verschillen van het product om de uitleg te verduidelij ken.

Raadpleeg uw dealer in het geval van onduidelijkheden of problemen.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

Wijzigingen van het product zijn niet toegestaan

U mag het product niet wijzigen.

Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen leiden. Alle defecten die voortvloeien uit een wijziging van het product worden niet gedekt door de garantie van de fabrikant.

Gebruik het product niet zonder dat het is gecontroleerd en onderhouden

U dient het product niet te onderhouden wanneer het niet is gecontroleerd en onderhouden. Zorg u er altijd voor dat het product regelmatig wordt gecontroleerd en onderhouden.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

Uitlenen en overdragen van uw product

Indien u het product dat beschreven staat in deze handleiding uitleent aan een derde, zorg u dan voor dat de persoon die het product leent ook de handleiding ontvangt.

Indien u dit product overhandigt aan een derde, voeg er dan de bedieningshandleiding bij.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

Gebruikers van het product

Het product mag niet gebruikt worden door:

vermoeide mensen

  

mensen die alcohol hebben gedronken mensen die medicijnen gebruiken zwangere vrouwen

    

mensen met een slechte fysieke conditie mensen die de bedieningshandleiding niet hebben gelezen kinderen Houd er rekening mee dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongevallen van of gevaren voor andere personen of hun eigendommen.

Niet opvolgen van deze instructies kan een ongeval tot gevolg hebben.

Het ontstekingssysteem van dit product genereert elektromagnetische velden tijdens het bedienen ervan. Magneti sche velden kunnen invloed hebben op pacemakers of pacemakers ontregelen. Om gezondheidsrisico's te vermin deren, bevelen we aan dat dragers van pacemakers hun arts en pacemakerfabrikant raadplegen alvorens dit product te bedienen.

3

Veilig gebruik van uw product

WAARSCHUWING

Trillingen en kou

Het vermoeden bestaat dat een aandoening genaamd Fenomeen van Raynaud, dat van invloed is op de vingers van bepaalde personen, wordt veroorzaakt door blootstelling aan trillingen en kou. Blootstelling aan trillingen en kou kan een tintelend en branderig gevoel veroorzaken, waardoor de vingers bleek en gevoelloos worden. De volgende voor zorgsmaatregelen worden ten zeerste aangeraden omdat niet bekend is bij welke mate van blootstelling de ver schijnselen optreden.

Houd uw lichaam warm; met name hoofd en nek, voeten en enkels, en handen en polsen.

Zorg voor een goede doorbloeding door tijdens regelmatige werkonderbrekingen krachtige armbewegingen te maken en door niet te roken.

Beperk het aantal uren dat u met de machine werkt. Probeer elke dag een aantal werkzaamheden te verrichten waarbij u niet hoeft te werken met de trimmer of andere handbediende apparatuur.

Hebt u last van pijnlijke, rode en opgezwollen vingers, gevolgd door verbleken en gevoelloosheid van de vingers, raadpleeg dan een arts alvorens u zich opnieuw blootstelt aan kou en trillingen.

Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.

RSI-aandoeningen (herhalingsoverbelasting)

Het vermoeden bestaat dat overbelasting van de spieren en pezen in de vingers, handen, armen en schouders kan leiden tot irritatie, zwellingen, gevoelloosheid, slapheid en extreme pijn in de zojuist genoemde lichaamsdelen. Be paalde herhalende handbewegingen zorgen voor een hoger risico van het ontwikkelen van herhalingsoverbelasting (RSI). Doe het volgende om de kans op RSI te verminderen:

Vermijd het gebruik van uw pols in gebogen, uitgestrekte of verdraaide positie.

Neem regelmatig een pauze om herhaling tot een minimum te beperken en om de handen te laten rusten. Vermin der de snelheid en de kracht waarmee u herhalingsbewegingen maakt.

Doe oefeningen om de hand- en armspieren te verstevigen.

Raadpleeg een arts indien u last hebt van een tintelend gevoel, gevoelloosheid of pijn in vingers, handen, polsen en armen. Hoe eerder RSI wordt vastgesteld, des te beter kunnen permanente zenuw- en spierbeschadigingen worden voorkomen.

Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.

Juiste instructie

Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies en een veiligheidsuitrusting.

 

Zorg dat u precies weet hoe de machine wordt bediend en gebruikt.

Weet hoe u de machine moet stoppen en de motor moet afzetten.

 

Zorg dat u weet hoe een machine snel van het harnas kan worden losgemaakt.

Zorg dat niemand de machine gebruikt zonder de juiste instructies.

Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.

Beschermende kleding dragen

Draag uw haar zo dat het tot op uw schouders komt.

Draag geen stropdassen, sierraden of losse kleding die door de machine kunnen wor den gegrepen.

Draag geen schoeisel zonder neus (slippers, sandalen etc.), loop niet blootsvoets of met blote benen.

Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of ander ernstig letsel tot gevolg hebben.

Draag beschermende uitrusting

Draag altijd de volgende beschermende uitrusting wanneer u met de grastrimmer werkt.

1. Hoofdbescherming (helm): Beschermt het hoofd 2. Oorbeschermers of oordoppen: Beschermen het gehoor 3. Veiligheidsbril: Beschermt de ogen 4. Gelaatsscherm: Beschermt het gelaat 5. Veiligheidshandschoenen: Beschermen de handen tegen kou en trillingen 6. Passende werkkleding (lange mouwen, lange broek): Beschermt het lichaam 7. Stevige antisliplaarzen (met veiligheidsneus) of antislipschoenen (met vei ligheidsneus): Beschermen de voeten 8. Scheenbescherming: Beschermt de benen

Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan oog- of gehoorbeschadiging of ander ernstig letsel tot gevolg hebben.

Gebruik indien nodig de onderstaand vermelde veiligheidsuitrusting.

Mondkap: Beschermt de ademhalingsorganen

Bijennet: Beschermt tegen aanvallen van bijen

4

Veilig gebruik van uw product

WAARSCHUWING

Omgeving voor gebruik en bediening

Gebruik het product niet:

onder slechte weersomstandigheden.

   

op steile hellingen of onstabiele of glibberige oppervlakken.

's avonds of op donkere plaatsen met een slecht zicht.

Wanneer u het product op een licht hellend terrein gebruikt, werk dan met vlakke bewegingen en volg de contour van het terrein.

Als u valt of uitglijdt, of het product niet correct bedient, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.

Voor uw eigen gezondheid en voor een veilige en comfortabele werkprocedure, dient u de machine te gebruiken bin nen een temperatuurbereik van de buitenlucht van − 5 o C tot 40 o C.

Niet opvolgen van deze instructies kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben.

Voorbereid zijn in geval van een verwonding

Zorg ervoor dat u bent voorbereid in het onwaarschijnlijke geval van een ongeval of verwonding.

EHBO-doos

Windsels en zwachtels (om eventuele bloedingen te stoppen)

Fluit of mobiele telefoon (om hulp in te roepen)

Indien u geen eerste hulp kunt uitvoeren of hulp van anderen kunt vragen kan de verwonding verslechteren.

Veiligheid heeft de hoogste prioriteit in geval van vuur of rookontwikkeling

Indien er vuur uit de motor komt of uit een andere plaats dan de uitlaatopening, breng dan altijd eerst uzelf in veiligheid.

Werp met een schop zand of gelijksoortig materiaal op het vuur om te voorkomen dat het zich ver spreidt, of blus het met een brandblusser.

Een paniekreactie kan ertoe leiden dat de brand zich uitbreidt en er grotere schade ontstaat.

Waarschuwingsmededelingen

GEVAAR

Dit symbool in combinatie met het woord

"GEVAAR"

vestigt de aan dacht op handelingen of omstandig heden die ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.

WAARSCHU WING

Dit symbool in combinatie met het woord

"WAARSCHUWING"

hebben.

vestigt de aandacht op handelingen of om standigheden die ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kunnen

LET OP!

"LET OP"

hebben.

geeft aan dat er een poten tieel gevaarlijke situatie is, die wan neer die niet wordt vermeden, licht tot matig lichamelijk letsel tot gevolg kan

Overige aanduidingen

Het pictogram met een cirkel en een schuine streep geeft aan dat hetgeen wordt ge toond, verboden is.

OPMERKING

Deze ingesloten boodschap bevat tips voor gebruik, verzorging en on derhoud van het product.

BELANGRIJK

Omkaderde tekst met het woord

" BELANGRIJK"

bevat belangrijke in formatie over het gebruik, de contro le, het onderhoud en de opslag van het product dat beschreven staat in deze handleiding.

Symbolen

Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas sing Lees de bedieningshandlei ding aandachtig door Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas sing De maximumsnelheid van de as van het maaiaccessoire in t/min 5

Veilig gebruik van uw product Symboolvorm/vorm Symboolvorm/vorm Symboolbeschrijving/toepas sing Draag oog-, oor- en hoofdbe scherming Symboolbeschrijving/toepas sing Bewaar een afstand van 15 meter ten opzichte van om standers Draag voetbescherming en handschoenen Benzine- en oliemengsel Noodstop Waarschuwing!

Gelanceerde voorwerpen!

Waarschuwing, zwenkt zij waarts uit Gebruik zonder beschermkap niet toegestaan Gebruik van metalen snijbla den niet toegestaan Gebruik van nylondraadkop niet toegestaan Gebruik het product niet op plaatsen met een slechte ven tilatie Pas op voor vuur Stand "Koude start" van chokehendel (choke dicht) Stand "In bedrijf" van choke hendel (choke open) Afstelling carburateur - Stationair toerental U-handgreep Rondhandgreep Pas op voor plaatsen met hoge temperatuur Gegarandeerd geluidsvermo genniveau Motor starten Pas op voor elektrische schokken Opvoerpomp (starten) 6

Veilig gebruik van uw product  

Veiligheidssticker(s)

De veiligheidssticker, zoals hieronder getoond, is bevestigd aan de producten die in deze handleiding beschreven staan. Zorg ervoor dat u begrijpt wat de sticker betekent voordat u het product gaat gebruiken.

Indien de sticker onleesbaar wordt door slijtage of beschadiging, of de sticker heeft losgelaten en is verloren, schaf dan een vervangende sticker bij uw dealer aan en bevestig de sticker op de plaats die in de onderstaande illustratie wordt getoond. Zorg ervoor dat de sticker altijd leesbaar is. 1. Veiligheidssticker (onderdeelnummer 890617-43130) 2. Veiligheidssticker (onderdeelnummer X505-002310) 7

Beschrijving Beschrijving 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Haakse overbrenging

Beschikking over twee tandwie len om de hoek van de roterende as te veranderen.

Maaiaccessoire

Nylondraadkop voor het maaien van gras en onkruid.

Beschermkap

Voorziening waarmee de gebruiker wordt beschermd tegen onvoorzien contact met de snij kop en gelanceerde voorwerpen.

Afsnijmes

zwad.

Snij hiermee de nylondraad door om de draadlengte aan te passen aan het desbetreffende

Asbuis

Deel van de machine dat de behuizing voor de krachtoverbrengingsas vormt.

Rondhandgreep

Lichtgewicht, geschikt voor de trim mer met nylondraad.

U-vormige handgreep

rondhandgreep.

Heeft dezelfde configuratie als een fietsstuur om de kracht die nodig is voor het werken met de machine te verminderen in vergelijking met een

Ophangpunt

Voorziening waaraan het harnas kan wor den vastgehaakt.

9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.

Ontstekingsschakelaar

"Schuifschakelaar" aan de bo venzijde van de behuizing van de handgastrekker; schuif de schakelaar naar voren in de RUN-stand en naar achteren in de STOP-stand.

Handgastrekker

Wordt door de vinger van de gebrui ker geactiveerd om het motortoerental te regelen.

Handgastrekkerblokkering

Blokkeert de handgas trekker in de stationaire stand totdat u met uw rechter hand een stevige grip hebt om de handgreep.

Luchtfilterdeksel

Dekt het luchtfilter af.

Brandstoftankdop

Voor het afsluiten van de brandstof tank.

Brandstoftank

Bevat brandstof en een brandstoffilter.

Starthendel

Trek aan de hendel om de motor te star ten.

Geluiddemperkap

kan aanraken.

Dekt de geluiddemper af, zodat de gebruiker het hete oppervlak van de geluiddemper niet

Bougie Schouderharnas

Verstelbare riemen om de machine aan op te hangen.

Type en serienummer

8

Voordat u begint

Paklijst

   De volgende onderdelen zijn apart verpakt in de doos.

Als u de doos hebt uitgepakt, dient u de onderdelen te controleren.

Neem contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt of defect is.

Voordat u begint 1. Motor en asbuis 2. Beschermkap (voor nylondraadkop) 3. Schouderharnas 4. Rondhandgreep 5. Nylondraadkop 6. Bedieningshandleiding 7. Borgpen 8. Dopsleutel 9. L-sleutel 1. Motor en asbuis 2. U-handgreep 3. Beschermkap (voor nylondraadkop) 4. Schouderharnas 5. Nylondraadkop 6. Bedieningshandleiding 7. Handgreepmontagebout 8. Sluitring 9. Hangreepmontagebeugel (bovenste) 10. Hangreepmontagebeugel (onderste) 11. Borgpen 12. Dopsleutel 13. L-sleutel 9

Voordat u begint

Montage

WAARSCHUWING

Lees de bedieningshandleiding aandachtig door om ervoor te zorgen dat u het product correct mon teert.

Gebruik van een product dat niet correct is gemonteerd, kan tot een ongeval of ernstig letsel leiden.

Versie met rondhandgreep Rondhandgreep

Monteer de rondhandgreep (A) en de beugel (C) op de aandrijf as-eenheid.

Plaats de handgreep in een comfortabele werkhouding en draai de bouten (B) vast. E: Pijl F: Naar motor

LET OP!

Monteer de handgreep zodanig dat er geen veiligheids stickers worden afgedekt.

Versie met U-vormige handgreep U-handgreep

1. Plaats de bovenste montagebeugel (A) voor de handgreep in de onderste montagebeugel (D) en zet de handgreep vast door de montagebout (8 mm) (B) licht aan te draaien.

2. Stel de schuine stand van de handgreep bij tot u een stand bereikt waar u goed mee kunt werken en draai de montage bout stevig vast.

C: Sluitring E: Pijl F: Naar motor

LET OP!

Monteer de handgreep zodanig dat er geen veiligheids stickers worden afgedekt.

3. Om te voorkomen dat de handgaskabel (I) losraakt, dient u deze met kabelklemmen (G) aan de asbuis (H) (op 2 plaat sen) en aan de rechter U-handgreep (op 1 plaats) vast te zetten.

10

Beschermkap monteren

Voordat u begint

LET OP!

Stel de speling van het draadeinde (J) aan de carbura teurzijde (L) na montage af op 1 mm - 2 mm.

K: Moeren 1. Plaats beschermkap (A) op het bevestigingsdeel van de haakse overbrenging en draai 4 bouten (B) vast.

Nylondraadkop monteren

1. Plaats de borgpen (A) in een gat aan de rechterzijde van de haakse overbrenging en druk tegelijkertijd de klemveer krachtig naar links.

2. Plaats de borgpen verder in de bevestigingsgleuf (B) van de snijbladklem om de uitgaande as vast te zetten.

LET OP

Zet de uitgaande as stevig vast met de borgpen om te voorkomen dat de as gaat roteren wanneer de nylon draadkop wordt bevestigd.

3. Schroef de nylondraadkop (C) (linksom) op de as tot de kop stevig vastzit.

4. Verwijder de borgpen.

Uitbalanceren Schouderharnas verstellen

WAARSCHUWING

Dit product is ontworpen voor verschillende lichaamsgrootten, maar voor zeer lange personen kan de machine mo gelijk niet worden afgesteld. Gebruik de machine niet indien uw voeten het maaiaccessoire kunnen raken wanneer de machine aan het harnas is bevestigd.

BELANGRIJK

 Het uitbalanceren kan worden beïnvloed door de lichaamsgrootte van een persoon. Tevens is het mogelijk dat bij sommige machines de uitbalanceringsprocedure bij sommige personen niet werkt. Indien het schouderharnas niet past of niet goed kan worden versteld, neem dan contact op met uw dealer.

11

Voordat u begint    Het meegeleverde schouderharnas is geschikt voor volwas sen personen met een normale lichaamsbouw en een lengte van 150 cm - 195 cm en een taille van 60 cm - 120 cm.

Gebruik een schouderharnas indien dat is bijgeleverd of wan neer dat in deze handleiding wordt aanbevolen. Stel het har nas en het ophangpunt (A) van de machine zo af dat het maaiaccessoire enkele centimeters boven de grond hangt (B).

Het maaiaccessoire en de beschermkap dienen in alle richtin gen horizontaal te blijven. Bevestig de machine aan de rech terkant van het harnas, zoals afgebeeld.

De machine uitbalanceren voor horizontale snijkopro tatie

  Schuif het ophangpunt op en neer om het juiste evenwicht te vinden. Verdraai de klem voor het nivelleren van het maaiac cessoire en de beschermkap. Zet het geheel in de goede po sitie vast. Indien het ophangpunt van een vrij roterend type is, heeft de machine de neiging zijwaarts te kantelen. U dient echter toch het maaiaccessoire en de beschermkap in de rich ting van de voor-achteras te nivelleren.

Voor het uitbalanceren en nivelleren, zoals hiervoor werd om schreven, dient de klem mogelijk te worden verplaatst en die nen de harnasbanden mogelijk opnieuw te worden versteld. Bovendien kan het nodig zijn om elk soort maaiaccessoire en elk soort beschermkap op de machine uit te balanceren.

LET OP!

Monteer het ophangpunt niet verder van u af dan de pijl markering ( ).

12

Voordat u begint

Brandstof voorbereiden

GEVAAR

 

Niet bijvullen als de motor nog warm is of nog draait.

Roken en open vuur is verboden bij het bijvullen van brandstof.

Als u dat doet, kan de brandstof ontbranden en brand veroorzaken, wat brandwonden tot gevolg kan hebben.

WAARSCHUWING

     

Vul geen brandstof bij in een afgesloten ruimte. Vul de brandstoftank altijd in de buitenlucht en op onbegroeide grond. Vul het product niet bij op een laadplatform van een vrachtauto of op andere, soortgelijke plaatsen.

De brandstoftanks/blikken kunnen onder druk staan. Draai brandstoftankdoppen altijd langzaam los zodat het druk verschil geleidelijk wordt opgeheven.

Anders kan wordt de brandstof mogelijk naar buiten gespoten.

Dep eventuele overgelopen of gemorste brandstof op.

Gemorste brandstof kan brand en brandwonden veroorzaken als deze ontbrandt.

Controleer of er geen lekkages zijn rondom de brandstofvulbuis, het rubber of de dop nadat brandstof is bijgevuld. Indien u lekkende of uitlopende brandstof waarneemt, dient u onmiddellijk met het gebruik van het product te stop pen en contact op te nemen met uw dealer om de machine te laten repareren.

Brandstoflekken kunnen brand veroorzaken.

Bewaar de bijvultank op een beschutte plaats en op een veilige afstand van vuur.

Gebruik een goedgekeurd brandstofreservoir.

BELANGRIJK

  Als brandstof wordt een mengsel gebruikt van normale benzine met motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. Loodvrije benzine met minimaal octaangehalte van 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen brandstof die methylalcohol of meer dan 10% ethylalcohol bevat.

Brandstof veroudert naarmate deze langer wordt bewaard. Meng niet meer brandstof dan u binnen dertig (30) dagen nodig denkt te hebben.

Brandstof

   Aanbevolen mengverhouding: 50:1 (2%) voor ISO-L-EGD (ISO/CD 13738), JASO FC, FD en aanbevolen shindaiwa-olie.

Gebruik nooit tweetaktolie die bedoeld is voor watergekoelde motoren, motoren van motorfietsen.

Meng de benzine en de olie niet direct in de brandstoftank.

Brandstofvoorraad

  Vul de tank niet tot aan de vulopening (A). Houd de brandstof op het voorgeschreven niveau (tot aan de onderzijde van de vulhals (B) van de brandstoftank).

Draai de brandstofdop na het vullen goed dicht.

13

Motorbediening Motorbediening

De motor starten

WAARSCHUWING Neem bij het starten van de motor extra aandachtig de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:

Ga ten minste 3 meter van de plaats staan waar u de brandstof hebt bijgevuld.

   

Plaats het product op een vlakke, goed geventileerde plaats.

Controleer of er geen brandstoflekkages zijn.

Inspecteer de metalen snijbladen op barsten.

Controleer de machine op loszittende moeren en bouten.

  

Zorg voor genoeg ruimte rondom het product en laat geen personen of dieren toe in de buurt van het product.

Start de motor met de handgastrekker in de stationairstand.

Houd het product stevig tegen de grond als u de motor start.

Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.

Controleer of er abnormale trillingen of geluiden zijn als de motor is gestart. Gebruik het product niet als u abnormale trillingen of geluiden waarneemt. Neem contact op met uw dealer om de machine te laten repareren.

Ongevallen waarbij onderdelen losraken en vallen, kunnen verwondingen of ernstig letsel veroorzaken.

De uitlaatdampen van de motor bevatten giftige gassen. Gebruik dit product niet in afgesloten of andere slecht geventileerde ruimtes.

De uitlaatdampen kunnen vergiftiging veroorzaken.

Raak geluiddemper, bougie, haakse overbrenging en andere hete onderdelen niet aan terwijl de motor draait of voor enige tijd nadat deze uit staat.

U kunt zich branden als u een heet onderdeel aanraakt.

Raak bougie, bougiekabel en andere onderdelen onder hoge spanning niet aan terwijl de motor draait.

U kunt een elektrische schok krijgen als u onderdelen die onder hoge spanning staan, aanraakt terwijl het pro duct in bedrijf is.

Als het maaiaccessoire ook roteert wanneer de handgastrekker bij het starten van de motor in de stationairstand staat, stel dan de carburateur goed af voordat u het product gebruikt.

Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.

Wanneer de motor met de handgasvergrendeling wordt gestart, roteert het maaiaccessoire. Start de motor, trek dan onmiddellijk iets aan de handgastrekker zodat de handgasvergrendeling wordt ontgrendeld. Gebruik de handgas vergrendeling nooit tijdens het werk.

Het roterende snijblad kan letsel veroorzaken.

OPMERKING

  Trek de startergreep eerst zachtjes, en dan sneller uit. Trek het starterkoord niet verder dan 2/3 van de lengte uit.

Laat de startergreep niet los als deze terugveert.

Starten van een koude motor

(Sluit de bougiekap aan als het product langere tijd in opslag is geweest.) 1. Verwijder de afdekking van het snijblad.

2. Plaats het product op een horizontaal oppervlak, ondersteun het met een balk of ander geschikt hulpmiddel en controleer of het maaiaccessoire niet in aanraking komt met het grond oppervlak of een andere hindernis.

3. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Start.

4. Controleer of de handgastrekker (D) in de stationairstand staat.

14

Motorbediening 5. Zet de chokehendel (F) in de stand "Koude start" (E).

6. Druk beurtelings op de opvoerpomp (H) en laat hem weer los totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.

7. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast zoals in de afbeel ding wordt getoond, en trek enkele malen aan de starter greep (I).

8. Zet, wanneer u een plofgeluid hoort en de motor direct stopt, de chokehendel in de werkstand "Run" (G) en blijf aan de startergreep trekken om de motor te starten.

9. Als de motor niet stopt, beweegt u de chokehendel lang zaam weer naar de stand "Run".

10. Laat de motor een tijdje stationair warmdraaien.

 Gebruik de handgasvergrendeling (C) als de motor moeilijk kan worden gestart. (Trek de handgastrekker volledig uit en breng de handgasvergrendeling omlaag. Druk tegelijkertijd op de handgastrekkerblokkering (B) en laat de handgastrekker los om de handgasvergrendeling te activeren. Start de motor, trek dan onmiddellijk de handgastrekker enigszins uit zodat de handgasvergrendeling wordt ontgrendeld.).

Starten van een warme motor De motor stoppen

1. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Start.

2. Controleer of de handgastrekker (D) in de stationairstand staat.

3. Controleer of de chokehendel in de werkstand "Run" staat.

4. Is er geen brandstof te zien in de opvoerpomp, druk dan beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.

5. Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de trimmer zo dicht mogelijk bij de motor stevig vast en trek aan de star tergreep om de motor te starten.

1. Zet de handgastrekker (B) in de stand voor stationair toeren tal en stel de motor in op stationair (laag toerental).

2. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Stop.

3. Stop de motor in een noodsituatie onmiddellijk met behulp van de ontstekingsschakelaar.

4. Als de motor niet stopt, zet de chokehendel dan in de stand "Koude start". De motor zal dan afslaan en tot stilstand ko men (noodstop).

 Wanneer de motor niet stopt nadat de ontstekingsschakelaar is bediend, moet de ontstekingsschakelaar door uw dealer ge controleerd en gerepareerd worden voordat u het product weer mag gebruiken.

5. Koppel altijd de bougiekabel los van de bougie om er zeker van te zijn dat de motor niet kan starten voordat u met de machine werkt of deze onbewaakt achterlaat.

15

Maaien Maaien

GEVAAR

Stop de motor altijd indien er zich een verstopping in de maaiaccessoire voordoet.

Wanneer een opstopping wordt verholpen en de maaiaccessoire plotseling start, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.

Gebruik het product niet wanneer de beschermkap niet is aangebracht.

Objecten die kunnen afketsen van het maaiaccessoire, kunnen tot een ongeval of ernstig letsel leiden.

Het gebied binnen een straal van 15 m geldt als gevarenzone. Neem bij gebruik van het product de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.

Laat geen kinderen en andere personen of dieren in de gevarenzone toe.

Wanneer een andere persoon binnen de gevarenzone komt, schakel dan de motor uit om de rotatie van het maaiaccessoire te stoppen.

Wanneer u de gebruiker benadert, waarschuw hem dan door van buiten de gevarenzone twijgjes in zijn richting te werpen en overtuig u ervan dat de motor is uitgeschakeld en dat het maaiaccessoire niet langer draait.

Als er meerdere personen met het product werken, moet bepaald worden hoe zij met elkaar moeten communiceren en moeten zij op een afstand van ten minste 15 m van elkaar werken.

Objecten die van het maaiaccessoire afketsen, en aanraking van het maaiaccessoire kunnen blindheid of een dodelijk onge val veroorzaken.

WAARSCHUWING

Controleer, voordat u met de werkzaamheden begint, het terrein waar u gaat werken en ver wijder eventuele steentjes en lege blikjes die van het maaiaccessoire kunnen afketsen, als mede stukjes touw of draad die zich om het maaiaccessoire kunnen wikkelen.

Er kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaakt worden als vreemde voorwerpen van het maaiac cessoire afketsen of als draad of ander materiaal dat zich om het product gewonden heeft, wegge slingerd wordt.

Schakel in de volgende situaties de motor onmiddellijk uit en overtuig u ervan dat het maaiaccessoire gestopt is, voordat u onderdelen van het product gaat controleren. Vervang alle beschadigde onderdelen.

Wanneer het maaiaccessoire tijdens het werk een steen, boom, paal of ander soortgelijk obstakel raakt.

Wanneer het product plotseling abnormaal begint te trillen.

Het blijven gebruiken van defecte onderdelen kan een ongeval of ernstig letsel tot gevolg hebben.

Houd het maaiaccessoire niet omhoog wanneer u met het product werkt. U moet niet werken met het maaiaccessoire hoger dan kniehoogte geheven.

Wanneer het maaiaccessoire hoger dan kniehoogte wordt geheven, bevindt het rotatievlak zich dichter bij het gelaat en ieder voorwerp dat van het maaiaccessoire wordt weggeslingerd, kan een ongeval of ernstig letsel veroorzaken.

Vervoeren van het product

Wanneer u zich in de onderstaande situaties bevindt, schakel dan de motor uit en overtuig u ervan dat het snijblad niet langer draait, breng vervolgens de snijbladbescherming aan en draai de geluiddemper in een richting van u af.

Verplaatsen naar de plaats waar u de werkzaamheden wilt verrichten.

Verplaatsen naar een andere locatie tijdens het verrichten van de werkzaamheden.

 

De plaats verlaten waar u de werkzaamheden hebt verricht.

Het niet opvolgen van deze instructies kan brandwonden of ernstig letsel tot gevolg hebben.

Indien u het product met de auto transporteert, maak dan de brandstoftank leeg, breng de snijbladbescherming aan en zet het product stevig vast om verschuiven te voorkomen.

Rijden met de auto terwijl de brandstoftank is gevuld, kan brand tot gevolg hebben.

 

Gebruik het product nooit met één hand.

Klem de handgrepen stevig vast tussen uw duim en overige vingers.

16

Maaien

Gebruik van het schouderharnas

    Bevestig de trimmer altijd op de juiste manier met het schou derharnas.  Gesp de gordel vast. De gordel dient strak te zitten.

Bevestig het product aan het harnas.

Doe het schouderharnas over de linkerschouder en stel de banden zodanig af dat de snelloskoppelingspin zich net on der uw middel bevindt.

 Controleer of de machine goed is bevestigd door het maai accessoire over de grond te bewegen.

Verander, indien nodig, de positie van het ophangpunt.

Het schouderharnas kan in noodgevallen snel worden los gekoppeld. Trek bij brand of andere noodgevallen aan de snelloskoppelingspin (A) om het product los te maken van uw lichaam.

Basismaaiwerk bij gebruik van de nylondraadkop

WAARSCHUWING

  

Onjuist gebruik van het maaiaccessoire kan leiden tot ernstig letsel. Lees alle veiligheidsinstructies die in deze hand leiding worden beschreven en volg ze op.

Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen door YAMABIKO Corporation.

Wanneer er zich na het afstellen van de lengte van de nylondraad te veel nylondraad achter het afsnijmes bevindt, kan het draad eraf schieten zodra de nylondraadkop begint te roteren.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

Nylondraad afstellen

     Laat de nylondraadkop niet sneller roteren dan 10000 t/min.

Druk de drukknop van de spoel licht tegen het grondoppervlak bij een rotatiesnelheid van minder dan 4500 t/min wanneer u het nylondraad vrij laat komen.

Het afsnijmes op de beschermkap stelt het snijzwad automa tisch in door de nylondraden in gelijke stukken te snijden zodra het accessoire begint te roteren.

Wanneer u met een kleiner snijzwad werkt dan de maximum lengte, snijdt u twee nylondraden in gelijke lengtes door.

Wanneer de nylon lijn wordt ingekort, raak de tikknop (A) van de spoel lichtjes tegen het grondoppervlak en de lijn wordt los gelaten uit de spoel om los te komen.

Maaien

  Dit houdt in dat u de trimmer voorzichtig bij het materiaal brengt dat u wilt maaien. Kantel de kop licht zodat de afval deeltjes van u vandaan worden geleid. Indien u materiaal maait dat zich tegen een barrière bevindt, zoals een hek, muur of boom, gebruik dan een hoek waarbij afvaldeeltjes die tegen de barrière aankomen, van u vandaan worden geleid.

Verplaats de nylondraadkop langzaam totdat het gras tot aan de barrière wordt gemaaid, maar vermijd contact tussen de draad en de barrière. Wanneer u gras maait in de buurt van draadgaas of harmonicagaas, maai dan slechts tot aan het gaas. Indien u te ver gaat, knapt de draad af op het gaas.

 Trimmen is bedoeld om de stengels van onkruid een voor een te maaien. Houd de nylondraadkop onderaan tegen het on kruid, nooit hoger, anders kan het onkruid heen en weer be wegen en in de draad blijven haken. In plaats van het onkruid in één keer door te snijden, gebruikt u het uiterste uiteinde van de draad om langzaam door de stengel te snijden.

1. Hoek 2. Afvaldeeltjes omhoog 17

Maaien

Afmaaien Aftoppen en kanten maaien

 Dit houdt het maaien van grote grasvlakten in door de trimmer in een horizontale boog te zwaaien. Maak een vloeiende, ge makkelijke beweging. Probeer het gras niet te af te hakken. Kantel de nylondraadkop zodat de afvaldeeltjes tijdens de maaibeweging van u vandaan worden weggeworpen. Ga ver volgens zonder gras te maaien terug voor een volgende maai beweging. Indien u goed bent beschermd en het niet erg vindt als afvaldeeltjes in uw richting worden geslingerd, kunt u in beide richtingen maaien.

  Deze beide handelingen worden verricht met een onder een steile hoek gekantelde nylondraadkop. Aftoppen (A) betekent dat de bovenste begroeide laag wordt verwijderd, waardoor de kale grond overblijft. Kanten maaien (B) houdt in dat het gras wordt gemaaid op plekken waar het over een stoep of oprit hangt. Tijdens zowel kanten maaien als aftoppen, dient de machine onder een steile hoek te worden gehouden, zodat af valdeeltjes en losgeraakt zand en stenen, niet in uw richting komen, zelfs als ze van de harde ondergrond worden afge ketst.

Hoewel de afbeelding laat zien hoe u kanten moet maaien en moet aftoppen, dient elke gebruiker zelf te bepalen wat voor zijn lichaamsgrootte en maaisituatie de ideale hoeken zijn.

  Voor bijna alle maaihandelingen geldt dat u de nylondraadkop het beste zo kunt kantelen dat er contact wordt gemaakt aan de zijde van de draadcirkel waar de draad van u en de be schermkap vandaan beweegt (zie de bijbehorende afbeel ding). Hierdoor worden de afvaldeeltjes van u vandaan weggeworpen.

Indien de kop naar de verkeerde zijde wordt gekanteld, zullen de afvaldeeltjes uw kant uitschieten. Indien de nylondraadkop plat tegen de grond wordt gehouden zodat het gras over de gehele lengte van de draad wordt gemaaid, schieten de afval deeltjes uw kant op, wordt de motor door de weerstand afge remd en wordt er veel draad verbruikt.

 Nylondraadkop draait linksom. Het mes bevindt zich aan de linkerzijde van de beschermkap.

1. Afvaldeeltjes 2. Maai aan deze zijde   Duw de draad niet in stug onkruid, bomen of gaashekken.

Door de draad in kippengaas, harmonicagaas of dichte be planting te duwen, kunnen afgeknapte draaduiteinden naar de gebruiker worden geslingerd. De beste methode is om tot aan een barrière, zoals hierboven beschreven, te maaien, maar zorg dat de draad nooit in of door het obstakel komt. Maai niet dicht bij een obstakel of barrière.

 Zorg dat de nylondraad geen contact kan maken met kapotte draadomheiningen. Draaddelen die door de trimmer zijn afge broken, kunnen met hoge snelheden worden weggeslingerd.

18

Maaien

Regels voor veilige bediening bij metalen snijblad

WAARSCHUWING

  

Neem bij het maaien de volgende instructies in acht.

Controleer of het snijblad stevig op zijn plaats is bevestigd.

Vervang de beschermkap als deze beschadigd is of barsten vertoont.

Vervang de moer van het snijblad als deze versleten raakt.

 

Snijd met het snijblad niet in de grond.

Gebruik de machine niet als het snijblad bot, verbogen, gebroken of verkleurd is en als de moer versleten of beschadigd is.

Laat de motor niet onbelast op volle snelheid draaien.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

Gebruik alleen maaiaccessoires die zijn aanbevolen door YAMABIKO Corporation. YAMABIKO Corporation is niet verantwoordelijk voor het falen van snijapparaten, hulpstukken of accessoires die niet zijn getest en goedgekeurd door YAMABIKO Corporation voor gebruik met dit apparaat.

Het type snijblad dat gebruikt wordt moet overeenkomen met het type en de grootte van het materiaal dat u wilt maai en. Een ongeschikt of bot snijblad kan zeer ernstig letsel veroorzaken. Snijbladen moeten scherp zijn. Botte snijbla den verhogen de kans op terugslag en letsel aan uzelf en omstanders.

Plastic/nylon gras/onkruidsnijbladen mogen gebruikt worden daar waar de nylondraadkop wordt gebruikt. Ge bruik dit snijblad niet voor zwaar onkruid of kreupelhout.

Het snijblad met 3 snijvlakken is speciaal ontworpen voor het maaien van onkruid en gras. Vermijd letsel als ge volg van een terugslag of bladbreuk en gebruik het snijblad met 3 snijvlakken niet voor struiken of bomen.

 

8-tands onkruid/grassnijblad is ontworpen voor gras, tuinafval en dichtbegroeid onkruid. Gebruik dit snijblad niet voor keupelhout of zware, houtachtige begroeiing, 19 mm diameter of groter.

22-tands rooiblad is ontworpen voor dicht struikgewas en jonge boompjes tot een diameter van 64 mm.

 

80-tands bosmaaiblad is ontworpen voor het snijden van kreupelhout en houtachtige begroeiing tot aan 13 mm diameter.

Beschadigde of gebarsten snijbladen kunnen ongevallen en ernstig letsel veroorzaken.

Terugslag Het fenomeen dat optreedt wanneer het snijblad in contact komt met een boom, paal, steen of ander hard object terwijl het met hoge snelheid draait en reageert door krachtig en bliksemsnel terug te springen, wordt terugslag genoemd.

Terugslag kan ertoe leiden dat u de controle over het product verliest en is bijzonder gevaarlijk.

  

Met name wanneer het snijbladkwart rechtsvoor (B) een struik of soortgelijk object raakt, zal het snijblad de machine plotseling acherwaarts naar rechts laten schieten.

Maai niet van links naar rechts, om terugslag te voorkomen. Let er goed op dat het snijblad geen harde objecten raakt.

Zorg er tijdens het maaien voor dat het object dat u maait niet verder reikt dan 1/3 van de linker voorzijde het snijblad (A).

Anders kan letsel of een dodelijk ongeval het gevolg zijn.

Onkruid afmaaien

   Dit houdt het maaien in door het maaiaccessoire in een hori zontale boog te zwaaien. Op deze manier kunnen grote opper vlakken gras en onkruid worden gemaaid. Afmaaien is geen geschikte manier om dik, stug onkruid of houtachtige begroei ing te zagen.

Wanneer het maaiaccessoire in een jonge boom of een struik vast komt te zitten, gebruik het maaiaccessoire dan niet als een hefboom om dit op te lossen. Hierdoor raakt het maaiac cessoire beschadigd.

Zet in plaats daarvan de motor af en duw de jonge boom of de struik weg om de snijbladen vrij te maken.

19

Onderhoud en verzorging Onderhoud en verzorging

WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u het product controleert of onderhoudt na gebruik:

Schakel de motor uit en probeer niet het product te controleren of te onderhouden voordat de motor is afgekoeld.

U kunt zich branden.

Verwijder de bougiekap voordat u controle- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

Als het product onverwacht start, kan dit een ongeval veroorzaken.

BELANGRIJK

  Vakkennis is vereist bij de controle en het onderhoud. Indien u de controle en het onderhoud van het product niet zelf kunt uitvoeren of een fout niet zelf kunt oplossen, raadpleeg dan uw dealer. Probeer niet het product te demonteren.

Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten. Het gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.

Onderhoudsrichtlijnen

Onderdeel Luchtfilter Brandstoffilter Bougie Carburateur Koelsysteem Geluiddemper Geluiddemper Haakse overbrenging Starter Afsnijmes Brandstofsysteem Schroeven, bouten en moeren Onderhoud Reinigen / vervangen Inspecteren / reinigen / vervangen Inspecteren / reinigen / afstellen / vervangen Afstellen / vervangen en afstellen Inspecteren / reinigen Inspecteren/vastdraaien Reinigen Smeren Inspecteren Inspecteren / reinigen Inspecteren Inspecteren, vastdraaien / ver vangen Pagina

21 21

23

21

22 22 22

23

-

21

Vóór het gebruik

• • • • • • • •

Maandelijks

• •

•**

•*

* Of 50 uur, afhankelijk van welke het eerst optreedt. ** Or 100 hours, whichever occurs first.

BELANGRIJK

 De tijdsintervallen zijn maximumwaarden. Het feitelijk gebruik en uw ervaring bepalen de frequentie van noodzakelijk onder houd.

Onderhoud en verzorging

Neem bij vragen of problemen contact op met uw dealer.

20

Onderhoud en verzorging

Luchtfilter reinigen

1. Sluit de choke. Draai de knop van het luchtfilterdeksel los en verwijder het luchtfilterdeksel (B).

2. Verwijder het luchtfilter (A) (het luchtfilter bevindt zich in het luchtfilterdeksel).

3. Veeg vuil van het filter of reinig met perslucht vanaf de kant van de carburateur.

4. Breng het luchtfilter weer met het deksel aan nadat u het luchtfilter aan het deksel hebt gemonteerd.

5. Draai de knop van het luchtfilterdeksel vast.

OPMERKING

 Plaats het luchtfilter terug in het frame van reinigerbehui zing.

Brandstoffilter vervangen

1. Verwijder brandstoftank met behulp van een stuk staaldraad of iets dergelijks.

brandstoffilter (A) via de vulopening van de 2. Trek het oude filter uit de brandstofleiding (B).

3. Installeer een nieuw brandstoffilter.

OPMERKING

 Vervang het filter als dit overmatig vuil is of niet meer goed past.

Afstelling van de carburateur

WAARSCHUWING

   

U MAG HET STATIONAIR TOERENTAL ALLEEN AANPASSEN door te draaien aan de stelschroef van het stationair toerental (T).

Tijdens het afstellen van de carburateur kan het maaiaccessoire bewegen. Wees zeer voorzichtig en let op het maai accessoire, zodat u zich niet verwondt aan het bewegende snijblad.

Wanneer de carburateur is afgesteld, dient het maaiaccessoire niet te bewegen bij een stationair toerental, anders kan dit leiden tot ernstig lichamelijk letsel.

Behalve het stationair toerental, mag u GEEN andere carburateur-gerelateerde afstellingen uitvoeren. Alle andere af stellingen MOETEN worden uitgevoerd door een bevoegde service dealer, anders kan dit leiden tot ernstig lichame lijk letsel vanwege een defecte motor.

LET OP

Neem bij problemen met de carburateur contact op met een bevoegde service dealer.

Elke machine wordt in de fabriek getest en de carburateur wordt goed afgesteld voor een maximale prestatie.

Reinig of vervang het luchtfilter, start de motor en laat deze ge durende enkele minuten op bedrijfstemperatuur komen voordat u de carburateur afstelt.

Ga als volgt te werk om de carburateur af te stellen: Draai de schroef (T) voor het afstellen van het stationaire toe rental rechtsom totdat het maaiaccessoire begint te draaien, draai de schroef (T) vervolgens linksom totdat het maaiacces soire stopt met draaien. Draai de schroef (T) uit, linksom, en nog 1 extra slag.

21

Onderhoud en verzorging

OPMERKING

Indien de carburateur niet naar behoren kan worden afgesteld met de stelschroef van het stationair toerental (T), dient u con tact op te nemen met een bevoegde service dealer.

Onderhoud van koelsysteem

BELANGRIJK

Om de juiste bedrijfstemperatuur van de motor te handhaven, dient koellucht onbelemmerd door de cilindervinnen te kunnen bewegen. Deze luchtstroom voert de verbrandingswarmte weg van de motor. Oververhitting en een vast gelopen motor kunnen optreden als:

De luchtinlaten zijn geblokkeerd, waardoor er geen koellucht bij de cilinder komt,

Stof en gras aan de buitenkant van de cilinder. Dit vormt een isolerende laag op de motor en verhindert afvoer van de warmte.

Het verwijderen van blokkades in de koeling of het reinigen van de cilindervinnen wordt "normaal onderhoud" genoemd. Sto ringen als gevolg van het niet onderhouden vallen niet onder de garantie.

  Verwijder stof en vuil dat tussen de koelribben (A) zit.

Verwijder voor elk gebruik het vuil dat zich in het inlaatrooster aan de onderkant van de motor, tussen de brandstoftank en de starter, heeft opgehoopt.

Luchtinlaat

Geluiddemper reinigen Controleer het brandstofsysteem

 Koolafzetting in de demper (A) zal leiden tot een lager motor vermogen en oververhitting. Vonkvangerscherm moet regel matig worden gecontroleerd. Verwijder verontreinigingen van de geluiddemper.

BELANGRIJK

De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad pleeg indien nodig uw dealer.

   Controleren vóór elk gebruik.

Controleer nadat brandstof is bijgevuld dat er geen lekkages zijn rondom de brandstofvulbuis (A), het rubber (B) of de dop (C).

Ingeval van lekkage of andere uitscheiding van brandstof is er brandgevaar. Stop de machine onmiddellijk en verzoek uw dealer de machine te inspecteren en te repareren.

22

Onderhoud en verzorging

Bougie controleren

a: 0,6 - 0,7 mm 1. Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.

2. Controleer de elektrode op slijtage.

3. Inspecteer isolator op olie of andere resten.

4. Als de bougie vuil is, moet u deze reinigen. Niet zandstralen om te reinigen. Het achterblijvende zand zal de motor be schadigen.

5. Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de ke ramiek barsten vertoont, vervang deze dan door nieuwe on-

derdelen. (zie Specificatiespagina 29)

6. Haal aan met 15 N·m - 17 N·m (150 kgf·cm tot 170 kgf).

 De vonktest (om te controleren of de bougie voor ontsteking zorgt) moet door uw dealer worden uitgevoerd.

Haakse overbrenging

1. Verwijder de bougie (A) en aftapschroef (B) van de haakse overbrenging (C).

2. Vul vet bij in de overbrenging totdat oud vet naar buiten wordt geduwd. Gebruik indien nodig een lagedrukpomp.

OPMERKING

 Gebruik universeel lithiumvet van een goede kwaliteit.

3. Breng de aftapschroef en bougie opnieuw aan.

Methode voor wisselen beschermkap (optie)

 Er zijn twee soorten beschermkappen: één wordt alleen voor een nylondraadkop gebruikt en de andere alleen voor een me talen snijblad. Wanneer u een metalen snijblad gebruikt, dient u de beschermkap voor metalen snijbladen te gebruiken.

1. Draai de bout (A) aan de rechterkant van de beugel (B) he lemaal los om de beschermkap te verschuiven. De bout zelf kan niet uit de beugel verwijderd worden.

2. Schuif, terwijl u op de knop (C) drukt, de beschermkap (D) naar links en verwijder deze.

3. Plaats de beschermkap van het andere type (E) in de sleuf en schuif de kap naar rechts totdat hij niet meer verder kan. Zorg dat u de bout weer vastdraait.

Snijblad monteren (optie)

WAARSCHUWING

     

Draag altijd stevige handschoenen wanneer u aan het snijblad werkt.

Wanneer u het snijblad tijdens het maaien vervangt, zorg er dan eerst voor dat de motor uitgeschakeld is en dat het blad niet meer beweegt.

Als u het product omdraait om het snijblad te vervangen, controleer dan eerst of de brandstoftankdop stevig geslo ten is.

Probeer het snijblad nooit met één hand of zonder de dopsleutel te monteren. Monteer het snijblad zorgvuldig met behulp van de meegeleverde dopsleutel en zet het blad stevig vast.

Gebruik geen ander gereedschap om het snijblad vast te draaien dan de meegeleverde dopsleutel; pneumatisch of elektrisch gereedschap kan het snijblad vaster draaien dan noodzakelijk waardoor de moer of de uitgaande as defect raakt.

Wanneer u een versleten moer en afdichtmanchet voor het snijblad gebruikt, kan het snijblad losraken. Vervang ze door nieuwe.

Anders kan een ernstig ongeval, letsel of brand het gevolg zijn.

23

Onderhoud en verzorging 1. Inspecteer snijbladen (A) voordat ze worden gemonteerd. Controleer de scherpte. Botte snijbladen vergroten het risico op terugslagreacties van het snijblad. Kleine barsten kunnen leiden tot breuken, waardoor snijbladdelen tijdens werk zaamheden kunnen wegschieten. Verwijder gebarsten snij bladen, ongeacht de grootte van de barst.

2. Plaats de borgpen (B) in een gat aan de rechterzijde van de haakse overbrenging en druk tegelijkertijd de klemveer krachtig naar links.

3. Plaats de borgpen verder in de bevestigingsgleuf (C) van de snijbladklem om de uitgaande as vast te zetten.

4. Verwijder met behulp van de dopsleutel de moer (D), afdicht manchet (E) en onderste snijbladklem (F).

5. Draai het snijblad, de onderste snijbladklem, de afdichtman chet en de moer met de hand vast.

Het snijblad controleren

LET OP

Zet de uitgaande as stevig vast met de borgpen om te voorkomen dat de as gaat roteren wanneer het snijblad wordt bevestigd. Anders kan de moer waarmee het snij blad wordt vastzet, niet goed worden vastgedraaid.

6. Draai de moer (linksom) vast met een dopsleutel. Draai de moer nooit vast wanneer u er met uw gewicht op steunt. Hierdoor kan de moerdraad afbreken.

7. Verwijder de borgpen.

   Gebruik alleen het snijblad dat door de fabrikant voor dit model wordt aanbevolen.

Wanneer er een barst in het snijblad zit, gebruik dit dan niet en vervang het door een nieuw snijblad.

Zorg dat het snijblad op de juiste manier is aangebracht in overeenstemming met de instructies.

   Het snijblad kan worden omgedraaid als het na enige tijd bot is geworden door slijtage.

Trillingen zullen toenemen wanneer het blad beschadigd of verbogen is.

Vervang het blad door een nieuw blad.

Indien u het snijblad wilt bijvijlen, vijl dan de 3 snijvlakken ge lijkmatig met behulp van een platte vijl zoals in de afbeelding wordt getoond. Als u dit niet doet, wordt de balans verstoord en zullen de trillingen toenemen.

24

Nylondraadkop controleren

Onderhoud en verzorging 1. Zorg dat elke rand van de 2 klempallen van de behuizing zo ver mogelijk naar de buitenste rand van het betreffende dek selvenster wordt gespreid.

2. Controleer de bevestiging van de maaikop op de trimmer en draai de maaikop vast als deze loszit.

3. Controleer of de maaikop is vervormd en of er abnormale geluiden klinken wanneer u de maaikop handmatig roteert. Doorbuigingen of abnormale geluiden kunnen leiden tot ab normale trillingen of ervoor zorgen dat de bevestiging aan de trimmer losraakt tijdens het roteren. Dit is erg gevaarlijk.

4. Inspecteer het deksel en de drukknop op slijtage. Als er op de onderkant van de drukknop een sleuf verschijnt, of als er een sleuf verschijnt op de bodem van het deksel bij de uit voeropening voor de nylondraad, vervang ze dan door gave nieuwe onderdelen.

5. Controleer de maaikop op barsten of beschadigingen. Ver vang de delen met barsten of beschadigingen door nieuwe onderdelen.

Nylondraad vervangen

GEVAAR

Schakel de motor van de trimmer helemaal uit en overtuig u ervan dat de nylondraadkop niet meer roteert, voordat u de vervangingsprocedure begint.

Anders zou dit tot een ongeval of ernstig letsel kunnen leiden.

WAARSCHUWING

Gebruik alleen flexibel, niet-metalen draad dat door de YAMABIKO Corporation wordt aanbevolen.

Anders kan een ongeval of ernstig letsel het gevolg zijn.

1. Druk de klempallen (op twee plaatsen) naar binnen en ver wijder het deksel. Het is eenvoudiger om ze één voor één te verwijderen.

2. Verwijder de spoel.

3. Als de hoeveelheid nylondraad op de spoel bijna op is, ver wijder dan de resterende draad van de spoel en wikkel aan de hand van de stappen (4) en volgende de nieuwe draad op de spoel. Wanneer de draad op de spoel gesmolten is en vastzit, verwijder dan de gehele draad terwijl u het gesmol ten en vastzittende deel eraf haalt. Wikkel de verwijderde draad opnieuw op de spoel volgens de stappen (4) en vol gende.

4. Buig de draad op 12 cm vanaf het midden van de gehele lengte en haak het gebogen gedeelte in de inkeping van de tussenafscheiding.

5. Wikkel de draad stevig in de groef van de spoel en volg daar bij de wikkelrichting van de draad LH (linksom).

25

Onderhoud en verzorging 6. Wanneer de draad tot aan het einde is opgewikkeld, haakt u beide uiteinden in de betreffende inkeping in de spoel om de draad voorzichtig vast te zetten. Zorg dat er ongeveer 10cm draad per inkeping blijft uitsteken.

7. Breng de inkepingen voor de draad in de spoel op één lijn met de groeven van de openingen en plaats de spoel in het deksel.

8. Trek de draad uit het deksel. (A) Verwijder de draad uit de betreffende inkeping in de spoel, en (B) haal de draad door de groef van de betreffende opening.

9. Bevestig het deksel op de behuizing. (C) Lijn de openingen van het deksel uit met de uitsparingen van de behuizing, en (D) druk de pallen van de behuizing in de betreffende ven sters van het deksel totdat de pallen stevig in de vensters passen.

GEVAAR

Zorg dat alle buitenste randen van de behuizingspallen bijna volledig naar de buitenste randen van het betref fende venster van het deksel uitspreiden.

Worden de pallen te los bevestigd, dan kunnen onderdelen van het deksel of de machine wegschieten als de snijkop wordt gedraaid. Dit is erg gevaarlijk.

26

Onderhoud en verzorging

Tabel voor het oplossen van problemen

BELANGRIJK

 Gebruik uitsluitend originele vervangende onderdelen en verbruiksmaterialen of aanbevolen producten en componenten.

Het gebruik van onderdelen van andere fabrikanten of niet-aanbevolen componenten kan een defect tot gevolg hebben.

Probleem

De motor start niet Motor start moeilijk, rotatie schommelt Motor start, maar geen acceleratie mogelijk De motor stopt De motor kan niet worden afgezet Het maaiaccessoi re draait als de mo tor stationair loopt Er komt brandstof in de over loopbuis

Diagnose

Er komt geen brandstof in de overloopbuis De bougie is vuil of vochtig

Oorzaak

1. Er is geen brandstof in de brandstoftank 2. De stopschakelaar staat in de stand Stop 3. Te veel aangezogen brandstof 4. Elektrisch 5. Carburateur defect of inwendige onder delen klemmen motorstoring 1. Verslechtering van brandstof 2. Carburateurprobleem

Oplossing

1. Brandstofvoorraad 2. In de Start-stand zet ten 3. Start de motor na on derhoud 4. Raadpleeg uw dealer 5. Raadpleeg uw dealer 6. Raadpleeg uw dealer we brandstof 2. Raadpleeg uw dealer 1. Brandstoffilter teur klemmen verstopt 2. Brandstofsysteem is verstopt 3. Inwendige onderdelen van de carbura 1. Verslechtering van brandstof 2. Onjuiste 3. Koolafzetting probleem gen 2. Raadpleeg uw dealer 3. Raadpleeg uw dealer 1. Vervangen 2. Aanpassen of vervan gen 3. Reinigen vervan gen 4. Raadpleeg uw dealer 1. Luchtfilter 2. Brandstoffilter verontreinigd 3. Brandstofdoorgang geblokkeerd 4. Probleem met de carburateurafstelling 5. Geblokkeerde uitlaat- of demperope ning 1. Probleem met de carburateurafstelling 2. Elektrisch 1. Probleem met de carburateurafstelling 2. Beschadigde gen 2. Reinigen gen 3. Raadpleeg uw dealer 4. Afstellen 5. Reinigen vervan 1. Afstellen 2. Raadpleeg uw dealer 1. Voer en raadpleeg uw dea ler uit 1. Afstellen 2. Raadpleeg uw dealer   Raadpleeg uw dealer in het geval van een probleem dat niet wordt behandeld in bovenstaande tabel.

Neem contact op met uw dealer voor inname en verwerking van het product of delen daarvan in overeenstemming met de nationale regelgeving.

Fabrikant: YAMABIKO CORPORATION

1-7-2 Suehirocho, Ohme, Tokyo 198-8760 JAPAN

Geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa: CERTIFICATION EXPERTS B.V.

Postbus 5047, Merwedeweg 2, 3621 LR Breukelen, Nederland 27

Onderhoud en verzorging

Opslag Opbergen gedurende langere perioden (langer dan 30 dagen)

WAARSCHUWING

Sla de machine niet op in gesloten ruimtes waar ook brandstof aanwezig is, of in de nabijheid van open vuur of op plaatsen waar vonkvorming optreedt.

Dit zou brand kunnen veroorzaken.

Bij opslag van het product gedurende langere periodes (30 dagen of langer) dienen de volgende voorbereidingen voor de opslag te worden getroffen.

1. Laat de brandstoftank volledig leeglopen over de kale grond. Laat geen brandstof aflopen in een afgesloten ruimte.

2. Druk meermaals beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los om de brandstof uit de opvoerpomp te verwijderen.

3. Start de motor en laat deze stationair lopen totdat hij vanzelf tot stilstand komt.

4. Zet de ontstekingsschakelaar (A) in de stand Stop.

5. Laat het apparaat voldoende afkoelen en verwijder vervol gens alle vet, olie, vuil, stof en ander materiaal van de bui tenzijde van de trimmer.

6. Voer de in deze handleiding voorgeschreven periodieke controles uit.

7. Controleer of de schroeven en moeren goed zijn aange haald. Draai eventueel loszittende schroeven en moeren vast.

8. Verwijder de bougie (B) en giet de vereiste hoeveelheid (cir ca 10 ml) schone, verse tweetakt-motorolie via het montage gat voor de bougie in de cilinder.

9. Plaats een schone doek over het montagegat voor de bou gie.

10. Trek 2 tot 3 maal aan de startergreep om de motorolie in de cilinder te verdelen.

11. Controleer de plaats van de zuiger via de bougieopening. Trek langzaam aan de starthendel totdat de zuiger het hoog ste punt van zijn slag bereikt en laat hem op dat punt staan.

12. Monteer de bougie. (Sluit de bougiekap niet aan (C).) 13. Breng de snijbladbescherming aan over het snijblad en wik kel het motorgedeelte in een plastic zak of ander afdekmid del; sla het product op in een droge, stofvrije ruimte, buiten bereik van kinderen.

28

Specificaties Specificaties

Buitenafmetingen:

Lengte × breedte × hoogte (zonder maaiacces soire)

Massa:

Machine zonder brandstof, maaiaccessoire en harnas (ISO11806-1: 2011) Machine met brandstof, gespecificeerd maaiaccessoire, beschermkap en harnas Machine zonder brandstof, maaiaccessoire, beschermkap en harnas

Inhoud:

Brandstoftank (vol)

Brandstof: Gasoline

Olie Mengverhouding

T251

1780 × 340 × 329 mm 5,8 kg 6,6 kg 5,3 kg 500 mL 6,2 kg 7,1 kg 5,8 kg

C251

1780 × 666 × 528 mm Normale benzine. Loodvrije benzine met minimaal oc taangehalte van 89 wordt aanbevolen. Gebruik geen brandstof die methylalcohol of meer dan 10% ethylalco hol bevat.

Motorolie voor luchtgekoelde tweetaktmotoren. ISO-L EGD (ISO/CD 13738), JASO FC, FD en aanbevolen Shindaiwa-olie 50:1 deel (

2%

)

Maaiaccessoire:

Nylondraadsnijkop (snijzwad) Schroefdraad Maat nylon maaidraad (diameter) Lengte nylondraad

Gear Case:

overbrengingsverhouding en smering Rotatierichting van de uitgaande as, van bovenaf gezien maximale rotatiefrequentie van de spil F4 (430) Linkshandige draad M10 × 1,25 steek 3,0 mm 2,0 m Reductie 1,36 en lithiumvet van goede kwaliteit Linksom 8240 omw/min

Motor:

Bougie Starter Type Carburateur Magneet Transmissie Cilinderinhoud Maximale asremkracht (ISO 8893) Brandstofverbruik bij maximaal motorvermogen Aanbevolen maximaal motortoerental (met STD-accessoire) Aanbevolen stationair motortoerental Luchtgekoelde tweetakt-ééncilinder Membraantype Vliegwielmagneet, CDI-systeem NGK BPMR8Y Trekstarter Automatische centrifugekoppeling 25,4 cm 0,9 kW 3 0,60 L/uur 9400 omw/min

2006/42/EG Vibratie

(ISO 22867) a

Geluidsdrukniveau

hv, eq (ISO 22868) LpAeq

Geluidsstroomniveau

(ISO 22868) L WARa Linker handvat Rechter handvat Onzekerheid K Onzekerheid K pA Onzekerheid K WA 2900 ±100 r/min 4,2 m/s 2 4,3 m/s 2 1,2 m/s 2 92,5 dB(A) 1,5 dB(A) 104,2 dB(A) 2,1 dB(A) Wijzigingen van specificaties zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.

2,6 m/s 3,4 m/s 1,2 m/s 2 2 2 92,5 dB(A) 1,5 dB(A) 104,2 dB(A) 2,1 dB(A) 29

Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring De hierna genoemde fabrikant: YAMABIKO CORPORATION 1-7-2 Suehirocho Ohme, Tokyo 198-8760 JAPAN Deze conformiteitsverklaring wordt uitgegeven onder de volledige verantwoordelijkheid van de fabrikant.

verklaart dat de hierna gespecificeerde nieuwe machine:

GRASTRIMMER/BOSMAAIER Merk: Shindaiwa Type: T251/C251

geassembleerd door: ECHO MACHINERY (SHENZHEN) CO., LTD 53 Block, Bantian Industrial Area, Baoan District, Shenzhen City, Guang Dong, 518126, P.R.C

voldoet aan: * de vereisten van Richtlijn

2006/42/EG

(gebruik van geharmoniseerde norm

EN ISO 11806-1: 2011

) * de vereisten van Richtlijn

2014/30/EU

(gebruik van geharmoniseerde norm

EN ISO 14982: 2009

) * de vereisten van Richtlijn

2011/65/EU

(gebruik van geharmoniseerde norm

EN 50581: 2012

) * de vereisten van Richtlijn

2000/14/EG

Conformiteitbeoordelingsprocedure volgens

ANNEX V

Gemeten geluidsvermogenniveau: 104 dB(A) T251, 106 dB(A) C251 Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 107 dB(A) T251, 109 dB(A) C251 Serienummer 38010001 tot 38100000 Tokio, 1 maart 2019

YAMABIKO CORPORATION Masayuki Kimura Algemeen directeur Afdeling kwaliteitscontrole De geautoriseerde vertegenwoordiger in Europa die bevoegd is het technische dossier samen te stellen.

Bedrijf: CERTIFICATION EXPERTS B.V.

Adres: Postbus 5047, Merwedeweg 2, 3621 LR Breukelen, Ne derland

De heer Richard Glaser

30

1Opmerkingen en achteromslag

MEMORANDUM

31

1-7-2 Suehirocho, Ohme, Tokyo 198-8760 JAPAN TEL.: 81-428-32-6118. FAX: 81-428-32-6145

.

© 2019 X753202-0501

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement