advertisement
▼
Scroll to page 2
of 25
GEBRUIKERSHANDLEIDING BEDRADE AFSTANDSBEDIENING Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. UTY-RNRYZ2 UTY-RNRGZ2 UTY-RNRXZ2 ONDERDEELNR. 9380859673 Nederlands AFSTANDSBEDIENING (BEDRADE TYPE) GEBRUIKERSHANDLEIDING 3-8 ONDERDEELNR. 9380859673 BEDRADE AFSTANDSBEDIENING 3-8-1 3-8-2 3-8-3 3-8-4 3-8-5 3-8-6 3-8-7 Inhoud INLEIDING Ŷ VEILIGHEIDSMAATREGELEN ..................................... 3 Ŷ SYSTEEMSCHETS ........................................................ 3 1 Terminologie ................................................................... 3 2 Wachtwoordcon¿guratie ................................................. 4 3 Namen van onderdelen .................................................. 4 1 MONITOR 1-1 1-1-1 1-1-2 1-1-3 1-1-4 Monitor .................................................................... 5 Monitormodus-scherm ............................................. 5 Statusweergave ....................................................... 5 Kinderslot ................................................................. 6 Noodstop .................................................................. 6 2 BEDIENING 2-1 Aan en Uit ................................................................ 7 2-2 Bedieningsinstellingen ......................................... 7 2-2-1 2-2-2 2-2-3 Stel de Werkingsstand in ......................................... 7 Stel de Temperatuur in ............................................. 7 Stel de Ventilatorsnelheid in..................................... 7 3 INSTELLING 3-1 Selecteer de Instellingsitems ............................... 8 3-2 Instelling luchtstroomrichting.............................. 8 3-2-1 3-2-2 3-2-3 3-3 3-3-1 3-3-2 3-3-3 3-4 3-4-1 3-4-2 3-4-3 3-5 3-5-1 3-5-2 3-5-3 3-5-4 3-5-5 3-5-6 VT Uitblaasrichting ................................................... 8 HZ Uitblaasrichting ................................................... 8 Individuele Verticaal Vast ......................................... 8 Instellen programma.............................................. 9 Aan Schakeling ........................................................ 9 Uit Schakeling .......................................................... 9 Auto Uit Schakeling ................................................ 10 Instellen weekprogramma (voor beheerder) .....11 Activeer programma ............................................... 11 Programma instellen .............................................. 11 Instellen vrije dag ................................................... 12 Extra Instellingen ..................................................13 Economie ............................................................... 13 Instelling temp. Auto retour (voor de beheerder) ... 13 Temperatuurbereik (voor de beheerder) ................ 14 Antivries (voor de beheerder) ................................ 14 Aanwezigheidsdetectie (voor de beheerder) ......... 14 Energiebesparing Ventilator (Voor beheerder) .................................................... 15 3-6 Instellen Zomertijd (Daylight Saving Time) instellen (voor de beheerder) ..............................................15 3-7 Voorkeur (voor de beheerder) .............................15 3-7-1 3-7-2 3-7-3 Nl-1 Calibratie ................................................................ 16 Instellen Achtergrond verlichting ............................ 16 Contrast.................................................................. 17 3-9 3-9-1 3-9-2 3-9-3 3-9-4 Initialiseren (voor de beheerder) .........................17 Instellen Taal .......................................................... 17 Datum Instellen ...................................................... 17 Temperatuur Toestel............................................... 18 R.C. Keuze Groepsnaam ....................................... 19 R.C. Sensorinstelling.............................................. 19 Instellen wachtwoord ............................................. 19 Scherm symb. Instel. ............................................. 20 Onderhoud (voor beheerder) .............................. 20 Fout Historie ........................................................... 21 Instellingen ............................................................. 21 Reset Filter Alarm................................................... 21 Versie .................................................................... 21 4 BEDIENINGSTIPS 4-1 4-1-1 4-1-2 4-1-3 4-1-4 4-1-5 Selecteerbare modi (voor VRF-systeem) .......... 22 Warmtewinningssysteem ....................................... 22 Wanneer binneneenheden zijn aangesloten voor alleen koelen in warmtewinningssysteem.............. 22 RB-prioriteitsaansluiting in warmtewinningssysteem ........................................ 22 Warmtepompsysteem ............................................ 22 Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in warmtepompsysteem ............................................. 22 4-2 Veri¿catiescherm wanneer instelling voltooid is.............................................................. 22 4-3 Instelbare temperatuurbereik ............................. 22 5 ANDERS 5-1 Omtrekafmetingen ............................................... 23 5-2 Speci¿caties ......................................................... 23 5-3 Foutcode ............................................................... 23 Schermstructuur Modus Instellen uitblaas richting Koelen 2-2-1 Drogen Auto Verw. 3-2 Ventilatie 1 3 Individuele Verticaal Vast Annuleer OK Terug Temperatuur 2-2-2 Horizontaal Verticaal Instellen programma 26.0 3-3 °C Aan Schakeling [Deactiveer] Uit Schakeling [Deactiveer] [Deactiveer] Auto Uit Schakeling Annuleer OK Terug Ventilatie Instellen weekprogramma 2-2-3 3-4 Auto 1-1-1 Vr. 10:00AM Modus Temperatuur Koelen 26.0 Ventilatie Annuleer °C Status Activeer programma [Geen] Programma instellen [Geen] Instellen vrije dag [Geen] OK Terug Auto Extra Instellingen Menu 3-5 Hoofdmenu Temp Auto Terug Temp.bereik Anti-Vorst Volgende pg Terug Pagina 1/ 2 Instellen uitblaas richting Pagina 1/ 2 Eco 3-5-2 3-5-3 3-5-4 3-5-5 Programma Extra Instellingen Weekprogramma 3-5-1 Instellingen Pagina 2/ 2 Aanwezigheidsdetectie Eco Ventilator 3-5-6 Volgende pg Monitor 3-1 Vorige pg Terug Hoofdmenu Instellen Zomertijd Pagina 2/ 2 Instellen Zomertijd 3-6 Voorkeuren Initialiseren Onderhoud Annuleer Vorige pg Monitor Activeer Deactiveer OK 3-7-1 Voorkeuren 3-7 Calibratie Achtergrond Contrast 3-7-2 3-7-3 Terug Initialiseren Status Pagina 1/ 3 Pagina 1/ 4 Luchtstroom Verticaal 1 Individueel Eco Instellen Taal Datum Instellen Temperatuur Toestel R.C. Keuze Groepsnaam Horiz. 3 Anti-Vorst Uit Uit Volgende pg Monitor Volgende pg Terug Storing Initialiseren Status Pagina 2/ 4 3-8 R.C. Beperking Aangepast gebruik • In Onderhoud • Geblokkeerd • Mode Conflict Monitor 1-1-2 Vorige pg Pagina 2/ 3 Master Bediening R.C. Sensor Scherm symb. Instel. Wachtwoord Terug Volgende pg Vorige pg Initialiseren Status Vorige pg Status Terug Volgende pg Monitor I.U. Number 3-8-3 3-8-4 3-8-5 ♦ 3-8-6 3-8-7 ♦ ♦ Vorige pg Storing Onderhoud Pagina 4/ 4 Aangepast gebruik • Aanwezigheidsdetectie • Energiebesparing Ventilator Vorige pg Pagina 3/ 3 Master/Slave instelling Pagina 3/ 4 Aangepast gebruik • Beperkt gebruik • Temperatuur Beperking • Energie besparing • Ontdooiing • Olie recuperatie Monitor Volgende pg Storing 3-8-1 3-8-2 Reset Filter Versie Volgende pg Onderhoud Pagina 1/ 5 Adres Pagina 2/ 3 Test Run 02-01 3-9 Foutcode 14,15, 41, 44 Terug Instellingen Terug Storing Storing Pagina 1/ 3 Fout Historie Volgende pg R.C. adres Functie Instelling I.U adres test Terug Vorige pg Onderhoud Pagina 3/ 3 Wijzig wachtwoord Installateur Terug Volgende pg Initializeren 3-9-1 3-9-2 3-9-3 3-9-4 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Vorige pg Ƈ: Voor installateur Nl-2 INLEIDING Ŷ VEILIGHEIDSMAATREGELEN • De „VEILIGHEIDSMAATREGELEN” aangegeven in de handleiding bevatten belangrijke informatie met betrekking tot uw veiligheid. Zorg ervoor dat u ze in acht neemt. Dit symbool duidt op procedures die, indien niet juist uitgevoerd, mogelijk WAARSCHUWING kunnen leiden tot de dood of ernstig Ŷ SYSTEEMSCHETS 1 Terminologie Systeem-gerelateerde termen (Ƈ is voor VRF-systeem) (a) (b) letsel voor de gebruiker. In het geval van een storing (brandgeur, etc.), stop de werking onmiddellijk, zet de stroom uit en raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel. (c) Repareer zelf geen beschadigde kabels. Laat het bevoegd onderhoudspersoneel het doen. Onjuist werk zal een elektrische schok of brand veroorzaken. Bij het verplaatsen, raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel voor deïnstallatie en installatie van deze eenheid. Raak het niet aan met natte handen. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. Als kinderen de unit kunnen benaderen, neemt u preventieve maatregelen, zodat ze de unit niet kunnen bereiken. (d) (e) Repareer of pas niet zelf aan. Het kan storing of een ongeval veroorzaken. Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van de unit. Het kan brand van lekkend gas veroorzaken. Gooi het verpakkingsmateriaal op een veilige manier weg. Scheur de plastic verpakkingszakken door, en gooi deze weg zodat kinderen er niet mee kunnen spelen. Er bestaat een gevaar op verstikking als kinderen met de originele plastic zakken spelen. Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale mogelijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen omtrent het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat spelen. OPGELET Deze markering geeft handelingen aan die, indien onjuist uitgevoerd, plotseling kunnen resulteren in persoonlijk letsel voor de gebruiker of schade aan eigendommen. Zet geen containers met vloeistof op deze unit. Dit kan leiden tot oververhitting, brand of een elektrische schok. (f) (g) (h) (i) (j) (k) Stel dit product niet direct bloot aan water. Hierdoor kunnen problemen, elektrische schokken of oververhitting worden veroorzaakt. Plaats geen elektrische apparaten binnen 1 m (40 inch) van deze unit. Dit kan leiden tot een defect of storing. Gebruik geen vuur in de buurt van deze unit en plaats ook geen verwarmingsapparaat in de buurt. Dit kan een defect veroorzaken. Raak de knoppen niet met scherpe voorwerpen aan. Hierdoor kunnen letsel, problemen of elektrische schokken ontstaan. Steek geen voorwerpen in de gleufdelen van deze unit. Hierdoor kunnen problemen, verhitting of elektrische schokken ontstaan. Nl-3 (l) VRF-systeem Ƈ: VRF (Variable Refrigerant Flow) is een groot multi-systeem dat effectief een grote verscheidenheid aan ruimtes in grote gebouwen tot persoonlijke woningen voorziet van airconditioning. Ander systeem: Multi of enkel type aircosysteem anders dan VRF-systeem. Warmtewinningssysteem Ƈ: De binneneenheid wordt aangesloten op de buiteneenheid via een RB-eenheid in dit systeem. RB-eenheden van een enkel type en 4-systeem multi-typen zijn beschikbaar. Wanneer een bepaalde RB Groep binnenunits de koelfunctie uitvoert, kan een andere RB Groep binnenunits de verwarmen functie uitvoeren. Raadpleeg a.u.b. (e) voor RB Groep. Een binneneenheid aangesloten op een buiteneenheid zonder tussenkomst van een RB-eenheid is alleen voor koelen. Warmtepompsysteem: Dit is standaard systeem. In dit systeem, kunnen de binnenunits tegelijkertijd geen koelfunctie verwarmen functie uitvoeren. RB-groep [voor warmtewinningssysteem] Ƈ: Een groep van binneneenheden aangesloten op een enkel type RB-eenheid of elk systeem van een multi-type RBeenheid. In de RB Groep, kunnen de binnenunits tegelijkertijd geen koelfunctie verwarmen functie uitvoeren. R.C. Groep (Afstandsbedieningsgroep): Dit vormt een groep door binneneenheden te verbinden met afstandsbedieningskabel. Één binnenunit die niet gegroepeerd is tevens een R.C. Groep. Dit is de minimale eenheid van werking. Koelsysteem: Dit is een systeem dat bestaat uit binneneenheden en buiteneenheden die door dezelfde koelleidingen verbonden zijn. Systeem Ƈ: Dit is 1 of 2 of meer koelingssystemen aangesloten met dezelfde transmissiekabel. Centrale regelaar Ƈ: Een centrale afstandsbediening kan meerdere R.C. regelen Groepen. Er is een systeemregelaar, aanraakschermbediening en een centrale afstandsbediening. Standaard afstandsbediening: Een standaard afstandsbediening kan alleen 1 R.C. Groep beheersen. Deze unit komt hiermee overeen. Deze unit kan niet worden gebruikt in combinatie met een 3-draden type bedrade afstandsbediening. Een draadloze afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met dit apparaat. Custom Auto: Instellen van zowel de koelen en verwarmen temperaturen. Tijdens de Custom Auto modus werking, wanneer de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur voor koelen overschrijdt, wordt de koelfunctie uitgevoerd, en wanneer de kamertemperatuur beneden de ingestelde temperatuur voor verwarmen komt, wordt de verwarmenfunctie uitgevoerd. (Kan alleen worden gebruikt, wanneer de instellen van de binnenunit compatibel met de functie geldig is.) Deadband: De deadband is de minimale waarde voor het verschil tussen de ingestelde temperatuur voor het koelen en de ingestelde temperatuur voor verwarmen (= ingestelde temperatuur koelen - ingestelde temperatuur verwarmen) in de Custom Auto modus. Het verschil tussen de ingestelde temperatuur voor het koelen en verwarmen in de Custom Auto modus, mag niet kleiner zijn dan de deadband. De deadband wordt in de binnenunit ingesteld. Teneinde dit te wijzigen, raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel. Adresgerelateerde termen (m) Binneneenheidadres Ƈ: Dit is een ID individueel toegewezen aan elke binneneenheid. (n) Afstandsbedieningadres: Dit is een ID individueel toegewezen afzonderlijk van het binneneenheidadres naar binneneenheden die een R.C. vormen. Groep. 3 Namen van onderdelen (a) 2 Wachtwoordcon¿guratie Dit apparaat kan de volgende 2 soorten wachtwoorden instellen: (a) (b) Wachtwoord Dit is een wachtwoord voor de beheerder. Wachtwoord wordt opgevraagd door de instelling die beheer vereist. Voor een beschrijving van de wachtwoordinstelling en -wijziging raadpleeg [3. INSTELLING] ĺ[3.8 Initialiseren]ĺ[3-8-6 Instellen wachtwoord]. Installatie wachtwoord Dit wachtwoord wordt gevraagd voor belangrijke instellingen tijdens de installatie. (b) (c) (d) (a) Aanraakpaneeldisplay • Wanneer het scherm wordt aangeraakt of de aan/uitknop wordt ingedrukt terwijl de achtergrondverlichting is ingeschakeld, zal de achtergrondverlichting inschakelen. De achtergrondverlichting gaat 30 of 60 seconden na de laatste bediening uit. Wanneer de achtergrondverlichting is gedeactiveerd, gaat deze niet branden. Voor een beschrijving van de instelling van de achtergrondverlichting, raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-7 Voorkeur]ĺ[3-7-2 Instellen Achtergrond verlichting]. Opmerking Als u uw wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met uw lokale dealer. • Raak het aanraakpaneel lichtjes aan met uw vingertoppen. Een in de handel verkrijgbare styluspen kan ook worden gebruikt. Als er te hard op het display wordt gedrukt of als deze wordt bediend met een stang, potlood of balpen, enz., kan deze krassen of beschadigd raken. • Raak niet 2 of meer plaatsen gelijktijdig aan. Een correcte bediening kan niet worden uitgevoerd. (b) (c) (d) • Wanneer u het aanraakscherm reinigt, voorkomt het instellen van het kinderslot verkeerde bedieningen. (Raadpleeg [1 MONITOR]ĺ [1-1 Monitor] ĺ [1-1-3 Kinderslot].) Gebruik bij het reinigen geen reinigingsmiddel of alcohol, verfverdunner, enz., Dit kan leiden tot ongevallen of het uiterlijk verslechteren. LED-lampje (Stroomindicator) Gaat branden wanneer de binneneenheid in werking is. Knippert wanneer er een fout is ontstaan. Aan/uit-toets Kamertemperatuursensor (binnenkant) Instelling is vereist om deze sensor te gebruiken. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [3-8-5 R.C. Sensorinstelling]. Nl-4 1 MONITOR Mode Mismatch. De functie die niet gelijktijdig kan werken is geselecteerd. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave]. De Aan-timer, Uit-timer of Auto Uit-timer is ingesteld. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-3 Instellen programma]. De wekelijkse timer is ingesteld. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-4 Instellen weekprogramma]. De automatische retourinstelling van de ingestelde temperatuur is ingesteld. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-5 Extra Instellingen] ĺ [3-5-2 Temp Auto Terug]. Dit geeft aan dat het tijd wordt dat u het ¿lter schoonmaakt. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-9 Onderhoud] ĺ [3-9-3 Reset Filter Alarm]. De temperatuursensor van deze unit wordt gebruikt. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [38-5 R.C. Sensorinstelling]. 1-1 Monitor 1-1-1 Monitormodus-scherm Monitormodus-scherm is het thuis-scherm van deze unit. (a) (d) (i) (b) Kantoor Vr. 10:00AM Modus Temperatuur Koelen 26.0 (i) (c) Ventilatie (e) Auto °C Ruimte Temp. (i) 26.0°C Status Menu (h) (g) (f) Voor de schermweergave anders dan Chinees, gebruikt dit product een Bitmap-lettertype gemaakt en ontwikkeld door Ricoh Company, Ltd. 1-1-2 (a) (b) (c) (d) R.C. Groepsnaam: Naam van de afstandsbedieninggroep waarop deze unit is aangesloten. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [3-8-4 R.C. Keuze Groepsnaam]. Klok: Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [3-8-2 Datum Instellen]. Modus: Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het „Modus”-scherm. Raadpleeg [2 BEDIENING] ĺ [2-2 Bedieningsinstellingen] ĺ [2-2-1 Stel de Werkingsstand in]. Temperatuur: Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het temperatuurinstellingsscherm. Raadpleeg [2 BEDIENING] ĺ [2-2 Bedieningsinstellingen] ĺ [2-2-2 Stel de Temperatuur in]. Wanneer de bedieningsmodus is ingesteld op [(Custom) Auto], wordt Temperatuur de ingestelde temperatuur voor Koelen 28.0°C koelen en verwarmen weergegeven. Verw. (e) (f) (g) (h) (i) Statusweergave De instellingsstatus van de afstandsbediening en binneneenheid worden weergegeven. Raak [Status] aan op het monitormodus-scherm. „Status”-scherm wordt weergegeven. Er is een fout opgetreden. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave] ĺ < Foutinformatiescherm >. Bediening vanaf deze unit is niet toegestaan door de centrale regelaar. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave]. Koelen 26.0 Ventilatie °C Auto Menu Het „Status”-scherm heeft 2, 3 of 4 pagina's die worden geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Wanneer de [Monitor] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het monitormodus-scherm. (*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.) < Pagina 1 > Status Pagina 1/ 4 Luchtstroom Verticaal 1 Individueel Eco Horiz. 3 Anti-Vorst Uit Uit Volgende pg Monitor • Luchtstroom*: De instelling van de richting van de luchtstroom wordt weergegeven. De instelling verschijnt alleen voor binneneenheden die de luchtstroomrichtingen kunnen instellen. „Individueel” wordt alleen weergegeven wanneer deze afstandsbediening is aangesloten op de binneneenheid die de geschikte functie ondersteunt. Wanneer de instelling is uitgevoerd, wordt [䅜 ] weergegeven. Raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-2 Instelling luchtstroomrichting]ĺ[3-2-3 Individuele Verticaal Vast]. • Eco: AAN of UIT van de spaarzaamheidsinstelling wordt weergegeven. • Anti-Vorst*: AAN of UIT van de antivriesinstelling wordt weergegeven. < Pagina 2 > Status Pagina 2/ 4 R.C. Beperking Aangepast gebruik • In Onderhoud • Geblokkeerd • Mode Conflict Monitor Nl-5 Temperatuur Status 20.0°C Ventilatie: Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het instelscherm van de ventilatorsnelheid. Raadpleeg [2 BEDIENING] ĺ [2-2 Bedieningsinstellingen] ĺ [2-2-3 Stel de Ventilatorsnelheid in]. RuimteTemp.: De omgevingstemperatuur die door deze unit wordt gedetecteerd wordt weergegeven. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [3-8-7 Scherm symb. Instel.]. Menu: Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het „Menu”-scherm. Raadpleeg [3 INSTELLING]. Status: Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het „Status”-scherm. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave]. Statuspictogrammen: Vr. 10:00AM Modus Vorige pg Volgende pg • R.C. Beperking: De functies waarvan de werking van dit apparaat en type draadloze afstandsbediening niet is toegestaan door de centrale regelaar worden met pictogrammen weergegeven. De inhoud van elk pictogram is als volgt: Ontdooiing: Tijdens het opwarmen, voert de buiten-eenheid ontdooien uit. De werking van de binneneenheidventilator wordt gedurende deze tijd gestopt. Olie recuperatie: De buiten-eenheid voert olieherstel uit. De ventilator van de binnen-eenheid stopt mogelijk gedurende deze tijd. :Alle bewerkingen :Aan en Uit :Aan :Functie-instelling :Temperatuurinstelling :Timerinstelling Aanwezigheidsdetectie: Deze functie is ingeschakeld. Raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-5 Extra Instellingen]ĺ[3-5-5 Aanwezigheidsdetectie]. :Reset Filter Energiebesparing Ventilator: Deze functie is ingeschakeld. Raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-5 Extra Instellingen]ĺ[3-5-6 Energiebesparing Ventilator]. Wanneer u de verboden functie probeert te bedienen of in te stellen, wordt het volgende scherm weergegeven en is bediening of instelling niet mogelijk. Wanneer de [Sluit] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het scherm voor bewerking werd uitgevoerd. Deze instelling is verboden. Sluit < Foutinformatiescherm > [Storing] wordt alleen weergegeven wanneer er een foutgeschiedenis bestaat. Wanneer de [Storing] wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het „Storing”-scherm. Raadpleeg [5-3 Foutcode] voor de fouten. < Pagina 2 (tot 3 of 4) > Status Storing Pagina 1/ 4 Luchtstroom Status Pagina 3/ 4 Aangepast gebruik • Beperkt gebruik • Temperatuur Beperking • Energie besparing • Ontdooiing • Olie recuperatie Monitor Vorige pg Status Pagina 4/ 4 Aangepast gebruik • Aanwezigheidsdetectie • Energiebesparing Ventilator Eco Monitor Horiz. 02-01 3 Foutcode 14,15, 41, 44 Anti-Vorst Uit Monitor Volgende pg Pagina 1/ 5 Adres Verticaal 1 Individueel Uit Volgende pg Storing Volgende pg Terug Vorige pg • Aangepast gebruik (Pagina 2, 3 of 4) De status van de binneneenheid wordt weergegeven. Wanneer de weer te geven inhoud 3 overschrijdt, worden deze op de volgende pagina weergegeven (Pagina 3 of 4). De statusinhoud is als volgt: (Alleen items die de binneneenheid ondersteunt of items in werking worden weergegeven.) In Onderhoud: Binneneenheid wordt nagekeken. De werking van de binneneenheid wordt gedurende deze tijd gestopt. Geblokkeerd: Binneneenheid wordt gedwongen gestopt door externe input. Mode ConÀict: Een modus die niet gelijktijdig kan worden gebruikt met een hoofd-binneneenheid of andere werkende binneneenheid wordt ingesteld in dezelfde RB-groep van een warmteherstelsysteem of in hetzelfde koelsysteem van een warmtepompsysteem. In dit geval, omdat de stand naar de ventilatorstand is geschakeld, reset naar een stand die gelijktijdig gebruikt kan worden. Raadpleeg [4 BEDIENINGSTIPS] ĺ [4-1 Selecteerbare modi] voor de standen die gelijktijdig gebruikt kunnen worden. Beperkt gebruik: Deze inhoud wordt weergegeven bij de Slave-binneneenheid wanneer hoofd-binneneenheid is ingesteld in het koelsysteem of RB-groep waarop deze eenheid is aangesloten. Wanneer er geen hoofd-binneneenheid is ingesteld, betekent dit dat er reeds een andere binneneenheid in werking is. Alleen een stand ingesteld door hoofd-binneneenheid of een stand die gelijktijdig met een andere werkende binneneenheid bediend kan worden, kan worden geselecteerd. Raadpleeg [4.BEDIENINGSTIPS] voor de standen die gelijktijdig gebruikt kunnen worden. Temperatuur Beperking: De temperatuurinstelling van de binneneenheid wordt beperkt door de centrale regelaar. 1-1-3 Kinderslot Als dit scherm wordt weergegeven door het monitormodusscherm aan te raken, staat het systeem op kinderslot. Kinderslot • Kinderslot instellen/resetten: Druk gedurende 4 seconden of langer op de Aan/Uit-knop terwijl u een gebied buiten de bedieningssectie van het monitormodusscherm aanraakt (geen reactie, zelfs niet bij aanraking). Instellen/resetten kan worden uitgevoerd, zelfs terwijl de binneneenheid is gestopt. De instelling kan niet worden uitgevoerd bij schermen anders dan het monitormodusscherm. Vr. 10:00AM Modus Temperatuur Koelen 26.0 Ventilatie °C Status 1-1-4 Auto Menu Noodstop Dit scherm wordt weergegeven als er voor het systeem een noodstop werd uitgevoerd door een bediening van buitenaf. Zodra de noodstop wordt gereset, wordt het monitormodusscherm weergegeven. Noodstop Energie besparing: De energiebesparing wordt ingesteld door Energiebeheer voor Systeemregelaar. Nl-6 2 BEDIENING 2-2-2 2-1 Aan en Uit (1) Druk op de [Aan/Uit]-knop. Stel de Temperatuur in (1) Raak [Temperatuur] op het monitormodusscherm aan. (2) „Temperatuur”-scherm wordt weergegeven. Pas de kamertemperatuur aan met de [ ] of [ ]. (1) (2) Vr. 10:00AM Vr. 10:00AM Modus Temperatuur Koelen 26.0 Ventilatie °C Status Auto Menu Modus Temperatuur Koelen 26.0 LED-lampje °C Status Auto 26.0 Koelen Verw. 28.0 20.0 °C °C De Aan/Uit-knop kan niet bediend worden op schermen anders dan het monitormodusscherm. Opmerkingen • Wanneer de „Temperatuurbereik” is ingesteld, voldoet de selecteerbare temperatuur aan de instelling. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-5 Extra Instellingen] ĺ [3-5-3 Temperatuurbereik]. 2-2 Bedieningsinstellingen Stel de Werkingsstand in (3) (1) Raak [Modus] aan op het monitormodusscherm. (2) „Modus”-scherm wordt weergegeven. Selecteer de werkingsstand. (1) (2) Vr. 10:00AM Modus Koelen Temperatuur 26.0 Modus Ventilatie °C Koelen Drogen Auto Ventilatie Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het monitormodusscherm. 2-2-3 Stel de Ventilatorsnelheid in (1) Raak de [Ventilatie] op het monitormodusscherm aan. (2) „Ventilatie”-scherm wordt weergegeven. Selecteer de ventilatorsnelheid met de [ ] of [ ]. (1) (2) Verw. Auto Vr. 10:00AM Status Menu Afhankelijk van het binnenunit model, [(Custom) Auto] wordt weergegeven in plaats van [Auto]. Annuleer Modus Auto OK Temper ogen 26.0 26. tilatie Verw. °C Auto OK Opmerkingen • Alleen standen die geselecteerd kunnen worden, worden weergegeven. De standen die geselecteerd kunnen worden kunnen verschillen, afhankelijk van de systeemcon¿guratie en werkingsstatus. Raadpleeg [4.BEDIENINGSTIPS]ĺ[4-1 Selecteerbare modi]. • Wanneer de „Ventilatie” is geselecteerd, kan de temperatuur niet worden ingesteld. Vr. 10:00AM Modus Temperatuur Ventilatie Ventilatie Auto Status Menu • [Auto] of [(Custom) Auto] modus kan in de R.C. Groep worden gebruikt, waarin de Master Binnenunit is ingesteld. Het wordt niet in een andere R.C. Groep weergegeven. • Wanneer de werkingsstand wordt geschakeld in een warmteherstelsysteem, kan de werkingsvoorbereiding een tijdje duren, maar dit is geen storing. (3) Nl-7 OK • Het bereik van de instelbare temperatuur verschilt afhankelijk van de werkingsstand. Raadpleeg [4 BEDIENINGSTIPS]ĺ[4-3 Instelbaar temperatuurbereik]. Opmerking 2-2-1 OK Temperatuur Annuleer Het LED-lampje blijft branden terwijl de binneneenheid in werking is. °C Annuleer Menu Wanneer de bedieningsmodus is ingesteld op [(Custom) Auto], moet de koelen en verwarmen temperatuur worden ingesteld. Aan/Uit-toets Temperatuur Ventilatie Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het monitormodusscherm. Modus Temperatuur Koelen 26.0 °C Status (3) Ventilatie Ventilatie Auto Auto Menu Annuleer OK Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het monitormodusscherm. 3 INSTELLING 3-2-1 3-1 Selecteer de Instellingsitems (1) Raak [Menu] aan op het monitormodusscherm. (1) Raak [Verticaal] op het „Instellen uitblaas richting”-scherm aan. (2) Het „VT Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [ ] of [ ] aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in. Vr. 10:00AM Modus Temperatuur Koelen 26.0 Ventilatie (1) Auto °C VT Uitblaasrichting (2) Instellen uitblaas richting Verticaal Status 1 (2) „Hoofdmenu”-scherm wordt weergegeven. Het scherm heeft 2 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. (Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.) Hoofdmenu Pagina 1/ 2 Hoofdmenu Programma Instellen Zomertijd Voorkeuren Weekprogramma Instellingen Initialiseren Onderhoud Monitor Vorige pg Monitor Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm weergegeven. Raadpleeg de beschrijving van elk item voor meer informatie. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Monitor] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het monitormodusscherm. Raak [Instellen uitblaas richting] in het „Hoofdmenu”-scherm aan. (3) 3-2-2 HZ Uitblaasrichting (1) Raak [Horizontaal] op het „Instellen uitblaas richting”-scherm aan. (2) Het „HZ Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [ ] of [ ] aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in. (1) (2) Instellen uitblaas richting Verticaal HZ Uitblaasrichting instellen Horizontaal 3 1 Terug Hoofdmenu 5 Annuleer Pagina 1/ 2 Instellen uitblaas richting Programma Weekprogramma Instellingen (3) OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt nadat de gegevens zijn overgedragen aan de binneneenheid, keert de display terug naar het „Instellen uitblaas richting”-scherm. Volgende pg 3-2-3 Voor binneneenheden zonder de aanpassingsfunctie van luchtstroomrichting, wordt [Instellen uitblaas richting] niet weergegeven. Instellen uitblaas richting Verticaal OK 3 Opmerking Het „Instellen uitblaas richting”scherm wordt weergegeven. Wanneer de [Verticaal] of [Horizontaal] wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm weergegeven. Annuleer Wanneer [OK] wordt aangeraakt na het instellen, worden de gegevens overgedragen naar de binneneenheid en keert de weergave terug naar het „Instellen uitblaas richting”-scherm. 1 Monitor (2) 4 Terug 3-2 Instelling luchtstroomrichting (1) 1 3 1 Pagina 2/ 2 Instellen uitblaas richting Volgende pg VT Uitblaasrichting instellen Horizontaal Menu „Individuele Verticaal Vast” kan alleen worden gebruikt met cassettemodel binneneenheid die deze functie ondersteunt. De richting van de luchtstroom kan worden ingesteld voor elke uitgang van enkele of meerdere binneneenheden die zijn aangesloten op deze afstandsbediening. (1) Raak [Individuele Verticaal Vast] aan op het „Instellen uitblaas richting”-scherm. (2) Wanneer meerdere binnenunits zijn aangesloten op deze afstandsbediening, wordt het binneneenheidselectiescherm weergegeven. Wanneer slechts één binneneenheid is aangesloten, wordt het scherm van (3) weergegeven. Als het scherm (2) 2 pagina’s bevat, kunnen deze geschakeld worden door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Wanneer deze afstandsbediening is aangesloten op meerdere binneneenheden, wordt het adres (XX-XX) weergegeven voor elke binneneenheid. Raak de in te stellen binneneenheid aan. [䅜] wordt weergegeven bij de ingestelde binneneenheden. Horizontaal 1 3 Terug Wanneer de Binneneenheid geen horizontale richting van de luchtstroom aanpassingsfunctie heeft, wordt [Horizontaal] niet weergegeven en de luchtstroomrichting kan niet worden ingesteld. Wanneer deze afstandsbeInstellen uitblaas richting diening is aangesloten op de Verticaal cassettemodel binneneenheid 1 met individuele luchtstroomreIndividuele Verticaal Vast gelfunctie, wordt, [Individuele Verticaal Vast] weergegeven. Terug Individuele Verticaal Vast (1) (2) Instellen uitblaas richting 01-01 1 Voor deze bewerking, raadpleeg „3-2-3 Individuele Verticaal Vast”. Wanneer [OK] of [Annuleer] wordt aangeraakt bij elk instellingsscherm, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. Opmerking Wanneer deze eenheid wordt gebruikt in combinatie met een draadloze afstandsbediening, komt de luchtstroomrichting van de binneneenheid mogelijk niet overeen met de richting die wordt aangegeven op deze eenheid. Individuele Verticaal Vast Pagina 1/ 2 Toestel 1 Toestel 2 Toestel 3 Toestel 4 Verticaal 01-02 01-03 01-04 Toestel 5 Toestel 6 Toestel 7 Toestel 8 Individuele Verticaal Vast Terug 01-05 Terug 01-06 01-07 01-08 Volgende pg Reset Opmerkingen • Om de instelling luchtstroomrichting van alle weergegeven binneneenheden te wissen, raak [Reset] aan. Wanneer [Ja] van het bevestigingsscherm wordt aangeraakt, wordt de instelling gewist en schakelt deze terug naar de instelling luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3-2-1). • Als u de volgorde van de binneneenheden weergegeven op het selectiescherm wilt wijzigen, neem dan contact op met uw installateur of het servicepersoneel. Nl-8 (3) Het selectiescherm van de uitgangspoort dat de luchtstroomrichting instelt wordt weergegeven. Raak de in te stellen uitgangspoort aan. Controleer de positie van elke uitgangspoort op basis van de „ ”-markering van de behuizing van de binneneenheid. (3) Positie van de markering Schakel de Aan Schakeling in. (2) „Aan Schakeling”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Aan Schakeling”-scherm. (3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan. (2) Binnendeel 1 Uitblaas 1 (3) Aan Schakeling Uitblaas 2 Activeer/Deactiveer Uitblaas 3 Uitblaas 4 Terug Reset Werking Start Tijd Annuleer Opmerkingen • Wanneer de instelling luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3-2-1) wordt ingesteld bij de uitgangspoort, wordt „—” weergegeven op het uitgangspoortscherm. • Om alle vier de uitgangspoortinstellingen te wissen, raak [Reset] aan. Wanneer [Ja] van het bevestigingsscherm wordt aangeraakt, wordt de instelling gewist en schakelt deze terug naar de instelling luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3-2-1). (4) Het instellingsscherm van de luchtstroomrichting wordt weergegeven. Raak [ ] of [ ] aan en stel de luchtstroomrichting of „Swing” in. Programma Weekprogramma Instellingen Monitor (5) Stel de tijd in door [ ] aan te raken. (5) Werking Start Tijd OK Instellen programma Aan Schakeling [Deactiveer] Uit Schakeling [Deactiveer] Auto Uit Schakeling [Deactiveer] Volgende pg Terug Annuleer Vr. 10:00AM [Activeer] Werking Start Tijd Vr. 10:00AM In • Auto Uit Schakeling: Wanneer de werking van de binneneenheid wordt gestart door de Aan/Uit-knop van deze eenheid, stopt de werking na de ingestelde tijd. Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. [In 0.5 hr.] hr. OK Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Aan Schakeling”-scherm. Opmerking Maximaal 24 uur kan worden ingesteld. Pas de instelling toe. (6) Raak [OK] aan op het „Aan Schakeling”-scherm. Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert de display terug naar het „Instellen programma”-scherm. 3-3-2 (1) • Uit Schakeling: De werkende binneneenheid stopt met werken na de ingestelde tijd. Aan Schakeling Vr. 10:00AM Activeer/Deactiveer Werking Start Tijd Annuleer [Activeer] [In 0.5 hr.] OK Uit Schakeling Raak [Uit Schakeling] aan op het „Instellen programma”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. Instellen programma Aan Schakeling [Deactiveer] Uit Schakeling [Deactiveer] Auto Uit Schakeling [Deactiveer] Terug Schakel de Uit Schakeling in. (2) „Uit Schakeling”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan. (3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan. (2) (3) Uit Schakeling Activeer/Deactiveer Werking Stop Tijd Vr. 10:00AM Activeer/Deactiveer Activeer [Deactiveer] [In 0.5 hr.] Deactiveer Aan Schakeling Annuleer Nl-9 ] of [ 0.5 1 • Aan Schakeling: De gestopte binneneenheid start met werken na de ingestelde tijd. (1) OK Raak [Werking Start Tijd] aan op het „Aan Schakeling”scherm. Het „Werking Start Tijd”-scherm wordt weergegeven. De volgende timerinstellingen zijn mogelijk: 3-3-1 Annuleer (4) Enable/Disable „Instellen programma”-scherm wordt weergegeven. (1) (2) Instellen uitblaas richting OK Uitblaas 1 Raak [Programma] aan op het „Hoofdmenu”-scherm. Pagina 1/ 2 Deactiveer Stel de Werkingsstarttijd in Aan Schakeling 3-3 Instellen programma Hoofdmenu [In 0.5 hr.] Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Aan Schakeling”-scherm. Binnendeel 1 Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het scherm van (3). Wanneer de [Terug] wordt aangeraakt op het scherm van (3), keert het display terug naar het scherm van (2). Wanneer de [Terug] wordt aangeraakt op het scherm van (2), keert het display terug naar het scherm van (1). (2) Activeer [Deactiveer] (4) Annuleer (1) Activeer/Deactiveer Vr. 10:00AM Raak [Aan Schakeling] aan op het „Instellen programma”scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. Instellen programma Aan Schakeling [Deactiveer] Uit Schakeling [Deactiveer] Auto Uit Schakeling Terug [Deactiveer] OK Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Uit Schakeling”-scherm. Stel de Werkingsstoptijd in Stel het tijdsbereik van de Automatisch uit-timer in (4) (6) Raak [Instellen Tijd] on het „Auto Uit Schakeling”-scherm. (7) „Instellen Tijdschema”-scherm wordt weergegeven. Raak [Tijds bereik] aan. (5) Raak [Werking Stop Tijd] aan op het „Uit Schakeling”scherm. Het „Werking Stop Tijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de tijd in door [ ] of [ ] aan te raken. (4) (6) (5) Uit Schakeling Activeer/Deactiveer Werking Stop Tijd Vr. 10:00AM Activeer/Deactiveer Vr. 10:00AM In [Activeer] Werking Stop Tijd 0.5 Werking Stop Tijd Annuleer hr. Annuleer Annuleer [Activeer] (8) Opmerking Maximaal 24 uur kan worden ingesteld. Starttijd [ – ] Stoptijd OK Uit Schakeling Werking Stop Tijd Annuleer [In 0.5 hr.] OK (9) Instellen programma Aan Schakeling [Deactiveer] Uit Schakeling [Deactiveer] Auto Uit Schakeling [Deactiveer] (3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan. (3) Werking Stop Tijd Annuleer Activeer OK (10) Vr. 10:00AM [Bereik] Starttijd [--:--] Stoptijd [--:--] Annuleer Starttijd Vr. 10:00AM Uur min. 08 40 OK Annuleer AM OK Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de voorkeur van de „Display Weergave”. (11) Raak [Stoptijd] aan op het „Instellen Tijdschema”-scherm. (12) „Stoptijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de eindtijd in door [ ] of [ ] aan te raken. (12) Instellen Tijdschema [In 30 min.] Tijds bereik Deactiveer [ – ] Annuleer OK OK Stel de Werkingsstoptijd in (4) Raak [Werking Stop Tijd] aan op het „Auto Uit Schakeling”scherm. (5) Het „Werking Stop Tijd” tijdscherm wordt weergegeven. Stel de tijd in met [ ] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld binnen een bereik van 30 tot 240 minuten in stappen van 10 minuten. Vr. 10:00AM [Bereik] Starttijd [08:40AM] Stoptijd [--:--] Annuleer Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Auto Uit Schakeling”-scherm. (4) Annuleer Raak [Starttijd] aan op het „Instellen Tijdschema”-scherm. (11) Activeer/Deactiveer [Deactiveer] Instellen Tijd Continue Opmerking „Auto Uit Schakeling”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Auto Uit Schakeling”scherm. Vr. 10:00AM Werkingsspecificatie Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen Tijdschema”-scherm. Terug (2) Activeer/Deactiveer Tijds bereik (10) „Starttijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de starttijd in door [ ] of [ ] aan te raken op het „Starttijd”-scherm. Instellen Tijdschema Schakel de Automatisch uit-timer in. Auto Uit Schakeling [--:--] OK [Activeer] Auto Uit Schakeling (2) [--:--] Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen Tijdschema”-scherm. Wanneer [Continue] is geselecteerd, ga naar (14). Vr. 10:00AM Activeer/Deactiveer Raak [Auto Uit Schakeling] aan op het „Instellen programma”scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. Vr. 10:00AM [Continue] Annuleer „Tijds bereik” wordt weergegeven. Bij het speci¿ceren van een tijdsbereik voor „Auto Uit Schakeling”, raak [Werkingsspeci¿catie] aan, en bij het inschakelen van de instelling voor de hele dag, raak [Continue] aan. Tijds bereik (1) Tijds bereik [In 30 min.] (9) 3-3-3 Instellen Tijdschema OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Uit Schakeling”-scherm. Pas de instelling toe. (6) Raak [OK] aan op het „Uit Schakeling”-scherm. Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert de display terug naar het „Instellen programma”-scherm. Vr. 10:00AM Instellen Tijd [In 0.5 hr.] OK (7) Auto Uit Schakeling OK Stoptijd Vr. 10:00AM Uur min. 05 40 Annuleer PM OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen Tijdschema”-scherm. (13) Raak [OK] aan op het „InstelInstellen Tijdschema Vr. 10:00AM len Tijdschema”-scherm. Het Tijds bereik [Bereik] scherm keert terug naar het [08:40AM] Starttijd scherm „Auto Uit Schakeling”[05:40PM] Stoptijd scherm. Annuleer OK (5) Auto Uit Schakeling Activeer/Deactiveer Werking Stop Tijd Vr. 10:00AM [Activeer] [In 30 min.] [ – ] Instellen Tijd Annuleer OK Werking Stop Tijd Vr. 10:00AM Na de manuele werking In 30 min. Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Auto Uit Schakeling”-scherm. Nl-10 Pas de instelling toe. (14) Raak [OK] aan op het „Auto Uit Schakeling”-scherm. Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert de display terug naar het „Instellen programma”-scherm. 3-4-2 Auto Uit Schakeling Activeer/Deactiveer [Activeer] [In 30 min.] Werking Stop Tijd Instellen Tijd Programma instellen Vr. 10:00AM Selecteer het in te stellen schema. (1) Raak [Programma instellen] aan op het „Programma instellen”-scherm. (2) „Instellen programma”-scherm wordt weergegeven. Wanneer [Programma 1] of [Programma 2] wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm weergegeven. [08:40AM–05:40PM] Annuleer OK 3-4 Instellen weekprogramma (voor beheerder) (1) (2) Instellen weekprogramma Wekelijks werkingsschema kan worden ingesteld. Twee schemapatronen kunnen worden aangemaakt. Tot maximaal 8 tijdsinstellingen voor elke dag kunnen worden ingesteld. Programma instellen Activeer programma [Programma 1] Programma instellen [Geen] Instellen vrije dag [Geen] Programma 1 [Geen] Programma 2 [Geen] Terug Terug (1) Raak [Weekprogramma] aan op het „Hoofdmenu”-scherm. Nadat het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. Selecteer de dag van de week (2) „Instellen weekprogramma”-scherm wordt weergegeven. (3) Selecteer door de dag van de week aan te raken waarop de werking volgens het schema moet worden uitgevoerd. De instellingen voor 4 keer worden weergegeven op dit scherm. Wanneer de inhoud is geveri¿eerd, schakel de pagina door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. (4) Wanneer het schemaweergavegebied wordt aangeraakt, schakelt het display naar het instellingenscherm van elke dag van de week. (1) (2) Hoofdmenu Pagina 1/ 2 Instellen uitblaas richting Weekprogramma Programma Instellingen Instellen weekprogramma Activeer programma [Geen] Programma instellen [Geen] Instellen vrije dag [Geen] Volgende pg Monitor Terug (3) De volgende inhoud is ingesteld: Programma 1 • Activeer programma: Het te gebruiken schema is geselecteerd of de wekelijkse timer is tijdelijk uitgeschakeld. • Programma instellen: Het dagelijkse werkingsschema is aangemaakt. Twee schemapatronen kunnen worden aangemaakt. Tot maximaal 8 tijdsinstellingen voor elke dag kunnen worden ingesteld. • Instellen vrije dag: Wekelijks timer kan worden uitgeschakeld voor een willekeurige dag binnen bereik van 1 week. Dit is handig wanneer de werking niet noodzakelijk is op feestdagen, enz. Wanneer de ingesteld dag is verstreken, wordt de instelling gewist. Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm weergegeven. Raadpleeg de beschrijving van elk item voor meer informatie. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. 3-4-1 Zo. 1 2 3 4 Raak [Activeer programma] aan op het „Instellen weekprogramma”-scherm. (2) Het „Activeer programma”-scherm wordt weergegeven. Selecteer en raak [Programma 1] of [Programma 2] aan. (2) Instellen weekprogramma (3) –– –– –– –– –– –– –– –– Timer Verw. Kopiëer (5) Vr. Za. ––°c ––°c ––°c ––°c Volgende pg Het instelscherm voor elke dag van de week heeft 3 pagina's die worden geschakeld door aanraken van [Volgende pg] of [Vorige pg]. Instelling van maximaal 3 keer kan worden weergegeven op 1 pagina. [Geen] Programma 1 Programma instellen [Geen] Programma 2 Instellen vrije dag [Geen] Zo. Ma. ––:–– ––:–– ––:–– ––:–– 1 2 3 4 Terug Vr. 10:00AM Di. Wo. Do. –– –– –– –– –– –– –– –– Timer Verw. Kopiëer Vr. Za. ––°c ––°c ––°c ––°c Volgende pg Maandag Pagina 1/ 3 1 ––:–– –– –– ––.–°c 2 ––:–– –– –– ––.–°c 3 ––:–– –– –– ––.–°c Volgende pg Annuleer OK (6) De items die kunnen worden ingesteld voor één tijd zijn [Start Tijd], [Aan/Uit], [Modus] en [Temperatuur]. Wanneer elk item wordt aangeraakt, wordt elk instellingsscherm weergegeven. Om de instelling van de geselecteerde tijd te wissen, raak [Verwijder] aan. Wanneer [Verwijder] wordt aangeraakt, wordt er een veri¿catiescherm weergegeven. Wanneer [Ja] wordt aangeraakt op het scherm, wordt de instelling gewist. (7) Raak de [Start Tijd] aan op het scherm van (6), en stel de tijd in met [ ] of [ ]. (6) (7) Start Tijd Aan/Uit ––:–– –– Modus Temperatuur –– ––.–°c Annuleer Geen Annuleer Programma 1 Door aanraken van elke tijd van [1] tot [8], kunnen gedetailleerde instellingen voor die tijd worden ingesteld. Start Tijd Activeer programma Verwijder OK Uur Vr. 10:00AM min. 8 40 Annuleer AM OK OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar het scherm „Instellen weekprogramma”-scherm. Opmerking Om een schema dat reeds is ingesteld uit te schakelen, raak [Geen] aan op scherm van (2). Nl-11 Wo. Do. Maandag 01 Activeer programma Terug ––:–– ––:–– ––:–– ––:–– Vr. 10:00AM Di. Stel het schema in voor elke dag van de week. Selecteer het te gebruiken schema. (1) Ma. Terug Activeer programma (1) (4) Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het scherm van (6). Opmerking Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de voorkeur van de „Display Weergave”. (8) Raak [Aan/Uit] aan op het scherm van (6), en selecteer [Aan], [Uit] of [Vast]. Bij het uitvoeren van een andere instelling voor andere dagen van de week, herhaalt u (3) tot (11). Aan/Uit Aan Vast Uit Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het scherm van (6). Opmerking Wanneer [Vast] is geselecteerd, wordt de toestand van de binneneenheid direct voor de werking van de timer, vastgehouden. Wanneer de werking aan/uit en instelling handmatig werden gewijzigd voor de werking van de timer, worden de nieuwe werking en instellingen vastgehouden. (9) Raak [Modus] aan op het scherm van (6), en selecteer de werkingsstand. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het scherm van (6). (10) Raak [Instel Temp.] aan op het scherm van (6), en pas de kamertemperatuur aan met [ ] of [ ]. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het scherm van (6). (9) (10) Modus Temperatuur Koelen Drogen Auto Ventilatie Verw. 26.0 Vast Annuleer OK Ma. ––:–– ––:–– ––:–– 1 2 3 Vr. 10:00AM Di. Wo. Do. –– –– –– Vr. –– –– –– :Kopieren :Plakken Plakken OK Programma 1 Zo. Ma. 1 08:00 AM 2 10:00 AM 3 12:00 AM Za. ––.–°c ––.–°c ––.–°c Annuleer Vr. 10:00AM Di. Wo. Do. Aan –– –– Vr. Drogen Koelen –– :Kopieren Za. 28.0°c 26.0°c 24.0°c :Plakken Annuleer OK Vervang Programma 1 Vast Nee Cool Heat 28.0 20.0 Hold Hold °C OK Wissen van een dag van de week instelling. Om de ingestelde inhoud van Programma 1 elke dag van de week te wissen, Zo. Ma. Di. selecteer de objectieve dag van 1 08:00 AM Aan 2 10:00 AM –– de week en raak [Timer Verw.] 3 12:00 PM –– aan. 4 03:00 PM Uit Timer Verw. Terug <Voorbeeldprogramma> Aan/Uit Modus Ja OK Cancel Tijd Volgende pg Programma 1 Zo. Za. 28.0°c 26.0°c 24.0°c ––°c Copier data. Ok? Set Temp. °C Raak vervolgens de te plakken dag van de week aan. Wanneer [Plakken] wordt aangeraakt, wordt een gestippelde balk weergegeven over de te plakken dag van de week. Ga verder met plakken op andere dagen van de week. Om het plakken te annuleren, raak de geselecteerde dag van de week aan en raak [Vervang] aan. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, wordt er een veri¿catiescherm weergegeven. Wanneer de [Ja] op het veri¿ catiescherm wordt aangeraakt, wordt de instelling geplakt. Vr. 10:00AM Vr. °C Annuleer Indien u de bedieningsmodus heeft ingesteld op [(Custom) Auto] of [Hold], moet de koelen en verwarmen temperatuur worden ingesteld. Kopieer de instelling van elke dag van de week. (12) De inhoud van instelling uitgeProgramma 1 voerd op een bepaalde dag van Zo. Ma. Di. Wo. Do. de week kan worden gekopieerd 1 08:00 AM Aan Drogen 2 AM –– Koelen naar andere dagen van de week. 3 10:00 –– 12:00 PM –– Raak de te kopiëren dag van de 4 03:00 PM Uit –– Timer week aan en raak [Kopiëer] aan. Terug Kopiëer Verw. Temp. [1] 08:00 AM Aan Drogen 28 °C [2] 10:00 AM Vast Koelen 26 °C [3] 12:00 PM Vast Vast 24 °C Ochtend Een veri¿catiescherm wordt weergegeven. Wanneer [Ja] wordt aangeraakt, wordt de instelling gewist. Vr. 10:00AM Wo. Do. Vr. Za. 28.0°c 26.0°c 24.0°c ––°c Drogen Koelen –– –– Volgende pg Kopiëer Programma 1 De selectie wordt gereset. Ok? Nee Ja Namiddag Nacht – [4] 3:00 PM Uit – – [5] 5:00 PM Aan Vast Vast [6] 7:00 PM Vast Vast 26 °C [7] 9:00 PM Uit – – [8] – – – – Beëindig de instelling van elke dag van de week. (11) Wanneer [OK] wordt aangeraakt Maandag01 op het scherm van (6), keert het Aan/Uit Start Tijd Aan 08:00 AM display terug naar het scherm van (5). Bij het doorgaan van Temperatuur Modus 28.0°c Drogen instelling van dezelfde dag van de week, herhaal (5) tot (11). Verwijder OK Annuleer Wanneer [OK] wordt aangeraakt op het scherm van (5), keert het display terug naar het scherm van (3). Maandag Pagina 1/ 3 1 08:00 AM Aan Drogen 28.0°c 2 10:00 AM –– Koelen 26.0°c 3 12:00 PM –– –– 24.0°c Volgende pg Annuleer Een balk wordt weergegeven boven de dag van de week met een schema ingesteld. OK Beëindig de schema-instelling. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het scherm van (2). Wanneer [Terug] wordt aangeraakt op het scherm van (2), keert het display terug naar het scherm van (1). 3-4-3 Zo. 1 2 3 4 Vr. 10:00AM Ma. Di. Wo. Do. 08:00 AM 10:00 AM 12:00 PM 03:00 PM Aan –– –– Uit Drogen Koelen –– –– Timer Verw. Kopiëer Terug Vr. Zo. 1 2 3 4 Vr. 10:00AM Ma. Di. Wo. Do. 08:00 AM 10:00 AM 12:00 PM 03:00 PM Aan –– –– Uit Drogen Koelen –– –– Timer Verw. Kopiëer Terug Vr. Za. 28.0°c 26.0°c 24.0°c ––°c Volgende pg Instellen vrije dag Stel de dag van de week in waarop de wekelijkse timer tijdelijk moet worden uitgeschakeld. Wanneer de ingestelde dag is verstreken, wordt de instelling gewist. (1) Raak [Instellen vrije dag] aan op het „Instellen weekprogramma”-scherm. (2) „Instellen vrije dag”-scherm wordt weergegeven. Wanneer de dag van de week waarop de wekelijkse timer niet moet worden uitgevoerd wordt aangeraakt, wordt er een vinkje weergegeven. (1) (2) Instellen weekprogramma Programma 1 Programma 1 Instellen vrije dag Activeer programma [Programma 1] Programma instellen [Stel in] Instellen vrije dag [Geen] Za. 28.0°c 26.0°c 24.0°c ––°c Volgende pg Zo. Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. :Dag zonder programma Terug Annuleer OK Nl-12 Wanneer de instelling is voltooid, drukt u op [OK]. Nadat het scherm instelling voltooid wordt weergegeven, keert het display terug naar het „Instellen weekprogramma”-scherm. 3-5 Extra Instellingen (1) Raak [Instellingen] aan op het „Hoofdmenu”-scherm. Hoofdmenu 3-5-1 Aan/uit van economisch (1) Raak [Eco] aan op het „Extra Instellingen”-scherm. (2) „Eco”-scherm wordt weergegeven. Raak [Aan] of [Uit] op het „Eco”-scherm aan. Pagina 1/ 2 Instellen uitblaas richting Economie (1) Programma (2) Extra Instellingen Weekprogramma „Extra Instellingen”-scherm wordt weergegeven. Wanneer het scherm meerdere pagina’s bevat, kunnen deze worden geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Extra Instellingen Pagina 1/ 2 Eco Temp Auto Terug Temp.bereik Anti-Vorst Terug Volgende pg Extra Instellingen Temp Auto Terug Aan Temp.bereik Anti-Vorst Uit Volgende pg Annuleer OK Wanneer u [OK] aanraakt, worden de gegevens overgedragen aan de binneneenheid, en vervolgens keert het display terug naar het „Extra Instellingen”-scherm. Eco Ventilator 3-5-2 Vorige pg (1) De volgende inhoud is ingesteld: (*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.) • Eco: De temperatuurinstelling wordt na een bepaalde tijd automatisch aangepast. Het stroomverbruik wordt onderdrukt door de temperatuur hoog in te stellen tijdens koelen en laag tijdens verwarmen. • Temp Auto Terug (voor de beheerder): Zelfs als de temperatuurinstelling wordt gewijzigd tijdens het koelen of verwarmen, na de ingestelde tijd, keert de temperatuur automatisch terug naar de ingestelde temperatuur. • Anti-Vorst* (voor de beheerder): Antivries is een functie die lage temperatuur verwarming uitvoert om bevriezing van waterleidingen en de apparatuur te voorkomen, wanneer airconditioning functie is uitgeschakeld, in gebieden waar de buitentemperatuur kan dalen tot onder het vriespunt. Als er waterlijnen zijn ver van het apparaat of binnen de buitenmuren, kan deze functie niet voldoende bescherming bieden tegen vorst. • Aanwezigheidsdetectie* (voor de beheerder): „Aanwezigheidsdetectie” detecteert het ontbreken van een persoon in de kamer en voert de volgende energiebesparing uit. Voor details over „Aanwezigheidsdetectie”, raadpleeg de gebruikershandleiding van de binneneenheid. Raak [Temp Auto Terug] aan op het „Extra Instellingen” -scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. Extra Instellingen Pagina 1/ 2 Eco Temp Auto Terug Temp.bereik Anti-Vorst Volgende pg Terug (2) „Instelling temp. Auto retour”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Instelling temp. Auto retour”-scherm. (3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm. (2) (3) Activeer/Deactiveer Instelling temp. Auto retour Activeer/Deactiveer [Deactiveer] Activeer Tijd Terug / Temp. Terug Koelen/Drogen Verw. 60min. / 28.0°c 60min. / 23.0°c Annuleer Deactiveer Annuleer OK OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar „Instelling temp. Auto retour”-scherm. Stel de terugkeertijd en temperatuur in (4) Raak [Tijd Terug / Temp. Terug] aan op het „Instelling temp. Auto retour”-scherm. (5) „Instellen”-scherm wordt weergegeven. Wanneer [Koelen/ Drogen] of [Verw.] op het „Instellen”-scherm wordt aangeraakt, worden het tijd- en temperatuur instellingsscherm weergegeven. (4) [Bewaar Automatisch] Wanneer het ontbreken voortduurt voor de ingestelde tijd, schakelt de werking over op energiebesparing. (5) Instelling temp. Auto retour Activeer/Deactiveer Instelling [Activeer] Koelen/Drogen 60min. / 28.0°c Verw. 60min. / 23.0°c Tijd Terug / Temp. Terug Koelen/Drogen [Automatisch Uit] Wanneer het ontbreken voortduurt voor de ingestelde tijd, stopt de werking van de binneneenheid. • Eco Ventilator* (voor beheerder): Wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt tijdens de koelingswerking, werkt de ventilator in fases en wordt energie bespaard. Instelling temp. Auto retour (voor de beheerder) Schakel de Instelling temp. Auto retour in • Temp.bereik (voor de beheerder): Stroomverbruik door overmatig temperatuur instellen wordt onderdrukt door beperken van het bereik van temperatuurinstelling voor elke werkingsstand van automatisch, koelen/ drogen of verwarmen. Verw. Annuleer (6) Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. (7) Nl-13 Eco Terug Pagina 2/ 2 Aanwezigheidsdetectie Terug Eco Instellingen Volgende pg Monitor (2) Pagina 1/ 2 60min. / 28.0°c 60min. / 23.0°c Terug OK Stel de tijd en temperatuur in door [ ] of [ ] aan te raken. De tijd kan worden ingesteld binnen een bereik van 10 tot 120 minuten in stappen van 10 minuten. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen”-scherm. Koelen/Drogen Tijd Terug 60 min. Annuleer Temp. Terug 28.0 °C OK Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Instelling temp. Auto retour”-scherm. Pas de instelling toe. (8) Raak [OK] aan op het „Instelling temp. Auto retour”-scherm. Nadat instellingwijzigingsscherm wordt weergegeven, keert het display terug naar het „Extra Instellingen”-scherm. 3-5-3 (1) Instelling temp. Auto retour Activeer/Deactiveer [Activeer] Tijd Terug / Temp. Terug 60min. / 28.0°c 60min. / 23.0°c Koelen/Drogen Verw. Annuleer OK Temperatuurbereik (voor de beheerder) Raak [Temp.bereik] op het „Extra Instellingen”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. 3-5-4 Extra Instellingen Pagina 1/ 2 Eco Temp Auto Terug Temp.bereik Anti-Vorst (1) Volgende pg Terug „Temperatuurbereik”-scherm wordt weergegeven. Schakel de Temperatuurbereik (2) Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Temperatuurbereik”scherm. (3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm. (2) Pas de instelling toe. (7) Raak [OK] aan op het „Temperatuurbereik”-scherm. Nadat instellingwijzigingsscherm wordt weergegeven, keert het display terug naar het „Extra Instellingen”-scherm. Activeer/Deactiveer [Activeer] Limiet Laag 18.0°c 26.0°c 18.0°c Auto Koelen/Drogen Verw. Annuleer – Limiet Hoog – 30.0°c – 30.0°c – 24.0°c OK Antivries (voor de beheerder) Raak [Anti-Vorst] aan op het „Extra Instellingen”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. Aan/Uit van de Anti-Vorst (2) „Anti-Vorst”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [Aan] of [Uit] op het „Anti-Vorst”-scherm. Extra Instellingen Pagina 1/ 2 Eco Temp Auto Terug Temp.bereik Anti-Vorst Volgende pg Terug Anti-Vorst Aan Uit Annuleer OK (3) Activeer/Deactiveer Auto Koelen/Drogen Verw. Limiet Laag 18.0°c 18.0°c 10.0°c Annuleer Wanneer [OK] wordt aangeraakt, wordt een gegevensoverdracht uitgevoerd en nadat het instellingwijzigingsscherm wordt weergegeven, keert het display terug naar het „Extra Instellingen”-scherm. Activeer/Deactiveer Temperatuurbereik [Deactiveer] Activeer – Limiet Hoog – 30.0°c – 30.0°c – 30.0°c Deactiveer Annuleer OK OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Temperatuurbereik”-scherm. 3-5-5 (4) Raak [Limiet Laag - Limiet Hoog] aan op het „Temperatuurbereik”-scherm. (5) „Instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [Auto], [Koelen/Drogen] of [Verw.] aan op het „Instellen”-scherm. (4) Raak [Aanwezigheidsdetectie] aan op het „Extra Instellingen”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. (2) „Aanwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven. Raak [Bewaar Automatisch] of [Automatisch Uit] aan op het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm. (1) (5) Temperatuurbereik Activeer/Deactiveer Auto Koelen/Drogen Verw. Limiet Laag 18.0°c 18.0°c 10.0°c Annuleer – Limiet Hoog – 30.0°c – 30.0°c – 30.0°c Elk instellingenscherm wordt weergegeven. Stel de bovengrens en ondergrens van de temperatuur in door [ ] of [ ] aan te raken. Pagina 2/ 2 Aanwezigheidsdetectie Auto [18.0°c – 30.0°c] Koelen/Drogen [18.0°c – 30.0°c] Verw. [10.0°c – 30.0°c] OK Voor een binnenunit die [(Custom) Auto] in de bedieningsmodus aangeeft, moet [Koelen/Drogen] en [Verw.] worden ingesteld. Deze instelling komt tot uitdrukking in iedere bedieningsmodus van [(Custom) Auto], [Koelen], [Drogen] en [Verw.]. (2) Extra Instellingen Instelling [Activeer] Aanwezigheidsdetectie (voor de beheerder) (1) Stel de Limiet Laag - Limiet Hoog in (6) Temperatuurbereik Terug Terug Eco Ventilator Aanwezigheidsdetectie Bewaar Automatisch [Deactiveer] Automatisch Uit [Deactiveer] Vorige pg Terug Elk instellingenscherm wordt weergegeven. Instelling van Bewaar Automatisch Instelling Koelen/Drogen [18.0°c – 30.0°c] Verw. (3) Raak [Bewaar Automatisch] op het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm aan. „Bewaar Automatisch”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/ Deactiveer] aan op het „Bewaar Automatisch”-scherm. (4) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm. [10.0°c – 30.0°c] Terug Auto Limiet Laag Limiet Hoog (3) (4) Bewaar Automatisch 18.0 °C Annuleer Vr. 10:00AM Activeer/Deactiveer 30.0 Activeer/Deactiveer °C OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen”-scherm. Als [Terug] op het „Instellen”scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar de „Temperatuurbereik”-scherm. Afwezigheidsdetectie Annuleer [Deactiveer] Activeer [In 30 min.] Deactiveer OK Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Bewaar Automatisch”-scherm. Opmerking De instelbare bovengrenswaarde en ondergrenswaarde kunnen verschillen afhankelijk van het model binneneenheid en de instelling bij de installatie. Nl-14 (5) Raak [Afwezigheidsdetectie] aan op het „Bewaar Automatisch”-scherm. (6) Het „Afwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven. Stel de tijd in met [ ] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld op 15, 30, 45, 60, 90, 120 of 180 min. (5) 3-5-6 (1) Raak [Eco Ventilator] aan op het „Extra Instellingen”scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan. (2) „Energiebesparing Ventilator”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan op het „Energiebesparing Ventilator”scherm. (6) Bewaar Automatisch Activeer/Deactiveer Vr. 10:00AM [Deactiveer] Afwezigheidsdetectie Vr. 10:00AM In 30 Afwezigheidsdetectie Annuleer [In 30 min.] min. OK Annuleer Energiebesparing Ventilator (Voor beheerder) (1) (2) OK Extra Instellingen Pagina 2/ 2 Aanwezigheidsdetectie Opmerking Instelling van Automatisch Uit (7) Raak [Automatisch Uit] aan op het „Aanwezigheidsdetectie”scherm. „Automatisch Uit”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Automatisch Uit”scherm. (8) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm. Activeer Deactiveer Wanneer de detectietijd hetzelfde is als, of langer is dan „Automatisch Uit” is ingesteld bij „Bewaar Automatisch”, dan werkt „Bewaar Automatisch” niet. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Bewaar Automatisch”-scherm. Wanneer [OK] op het „Bewaar Automatisch”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm. Energiebesparing Ventilator Eco Ventilator Terug Vorige pg Annuleer Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Extra Instellingen”-scherm. 3-6 Instellen Zomertijd (Daylight Saving Time) instellen (voor de beheerder) De tijdweergave en werking van de timer lopen 1 uur voor op de gebruikelijke tijd. (1) Raak [Instellen Zomertijd] aan Hoofdmenu Pagina 2/ 2 op het „Hoofdmenu”-scherm. Instellen Zomertijd Voorkeuren Initialiseren Onderhoud Monitor (7) Activeer/Deactiveer Afwezigheidsdetectie Annuleer Vr. 10:00AM Activeer/Deactiveer Activeer [Deactiveer] Deactiveer [In 24 hr.] Annuleer OK OK De Instellen Zomertijd in- of uitschakelen (1) „Instellen Zomertijd”-scherm Instellen Zomertijd wordt weergegeven. Selecteer Activeer [Activeer] of [Deactiveer] op het „Instellen Zomertijd”-scherm. Deactiveer Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Automatisch Uit”-scherm. Annuleer (9) Activeer/Deactiveer Vr. 10:00AM [Deactiveer] Afwezigheidsdetectie Vr. 10:00AM In 24 Afwezigheidsdetectie 3-7 Voorkeur (voor de beheerder) Instellingen van het aanraakscherm (10) Automatisch Uit [In 24 hr.] (1) Raak [Voorkeuren] aan op het „Hoofdmenu”-scherm. (2) „Voorkeuren”-scherm wordt weergegeven. (1) (2) hr. Hoofdmenu Annuleer OK OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar „Hoofdmenu”-scherm. Raak [Afwezigheidsdetectie] aan op het „Automatisch Uit”scherm. (10) Het „Afwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven. Stel de tijd in met [ ] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld op 1 tot 24 uur. Annuleer OK Opmerking Wanneer de detectietijd hetzelfde is als, of korter is dan „Bewaar Automatisch” is ingesteld bij „Automatisch Uit”, dan werkt „Bewaar Automatisch” niet. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Automatisch Uit”-scherm. En wanneer [OK] op het „Automatisch Uit”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm. Wanneer [Terug] op het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Extra Instellingen”-scherm. Nl-15 Vorige pg (8) Automatisch Uit (9) OK Pagina 2/ 2 Voorkeuren Instellen Zomertijd Voorkeuren Calibratie Initialiseren Onderhoud Contrast Monitor Vorige pg Achtergrond Terug De volgende inhoud is ingesteld: • Calibratie: Wanneer de aangeraakte positie en de overeenkomstige positie niet overeenkomen op het scherm, voer dan deze instelling uit. • Achtergrond: Inschakelen/uitschakelen, helderheid en uitschakeltijd van de achtergrondverlichting kan worden ingesteld. • Contrast: Pas het contrast van het scherm aan. Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. 3-7-1 3-7-2 (1) Instellen Achtergrond verlichting Raak [Achtergrond] aan op het „Voorkeuren”-scherm. Voorkeuren Calibratie Achtergrond Contrast Calibratie Terug (1) Raak [Calibratie] aan op het „Voorkeuren”-scherm. (2) „Calibratie”-scherm wordt weergegeven. Raak [Start] aan op het „Calibratie”-scherm. (1) Schakel de achtergrondverlichting in of uit (2) „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm. (3) Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [Activeer] of [Deactiveer]. (2) Voorkeuren Calibratie Calibratie Kalibreer het scherm door het aanraken van de 3 markeerpunten (+) die weergegeven zijn op het scherm Achtergrond Contrast (2) Druk op de (Start) knop om de kalibratie te starten Annuleer Terug Start (3) Activeer/Deactiveer (3) Raak het midden van de [+]-markering aan. (4) De [+]-markering wordt linksonder in het scherm weergegeven. Raak het midden van deze markering aan. (3) Activeer/Deactiveer Instellen Achtergrond verlichting [Activeer] Helderheid Annuleer Activeer [30s] Auto uitschakelen Deactiveer [2] Annuleer OK OK (4) Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm. Opmerking Druk op het middenpunt van het markeerpunt (+) (5) Druk op het middenpunt van het markeerpunt (+) De [+]-markering wordt rechtsonder in het scherm weergegeven. Raak het midden van deze markering aan. Stel de tijd in totdat de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld. Druk op het middenpunt van het markeerpunt (+) (6) Indien ingesteld op „Deactiveer”, is instelling van [Auto uitschakelen] en [Helderheid] niet nodig. (Kan niet worden ingesteld) Ga naar (8). (4) Raak [Auto uitschakelen] aan op het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm. (5) „Auto uitschakelen”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [60s] of [30s]. De [+]-markeringen worden nogmaals één voor één weergegeven op 3 punten in het scherm. Raak het midden van elke markering aan. (4) (5) Activeer/Deactiveer [Activeer] Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+) ter bevestiging Druk op het middenpunt van het markeerpunt (+) Druk op het middenpunt van het markeerpunt (+) Helderheid Annuleer 60s [30s] Auto uitschakelen Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+) ter bevestiging Auto uitschakelen Instellen Achtergrond verlichting 30s [2] Annuleer OK OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm. Pas de helderheid van de achtergrondverlichting aan Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+) ter bevestiging (6) Raak [Helderheid] aan op het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm. (7) „Helderheid”-scherm wordt weergegeven. Pas de helderheid aan met de [ ] of [ ]. Druk op het middenpunt van het markeerpunt (+) (7) Wanneer de kalibratie succesvol was, keert het scherm terug naar het „Voorkeuren”-scherm. (6) (7) Activeer/Deactiveer Als de kalibratie van het aanraakscherm is mislukt Scherm toont dat kalibratie is mislukt. Om kalibratie te herhaKalibratie is mislukt. Om opnieuw te proberen len, raakt u [Opnieuw] aan en druk op de (Opnieuw) toets herhaal stap (2) tot (6). Annuleer Opnieuw Helderheid Instellen Achtergrond verlichting [Activeer] [30s] Auto uitschakelen Helderheid Annuleer [2] OK 3 2 1 Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm. Pas de instelling toe. (8) Nadat de instelling is voltooid, raakt u [OK] aan op „Instellen Achtergrond verlichting”scherm. Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert het display terug naar het „Voorkeuren”-scherm. Instellen Achtergrond verlichting Activeer/Deactiveer [Activeer] [30s] Auto uitschakelen [2] Helderheid Annuleer OK Nl-16 3-7-3 • R.C. Sensor*: Deze instelling gebruikt de sensor van deze eenheid om de kamertemperatuur te meten. De kamertemperatuur kan worden waargenomen op een positie dichter bij de persoon dan de binneneenheid. Fabrieksinstellingen worden „Niet Actief”. Contrast (1) Raak [Contrast] aan op het „Voorkeuren”-scherm. (2) „Contrast”-scherm wordt weergegeven. Pas het contrast aan met [ ] of [ ]. (1) • Master Bediening: Ƈ (2) Voorkeuren • Wachtwoord: Het wachtwoord kan worden ingesteld of gewijzigd. Bovendien, kan verzoek om wachtwoord voor de volgende instellingsitems worden ingesteld. Contrast Calibratie Achtergrond 5 4 3 2 1 Contrast Terug Annuleer • Aan Schakeling (3-3-1) OK • Uit Schakeling (3-3-2) Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar het „Voorkeuren”-scherm. • Auto Uit Schakeling (3-3-3) • Weekprogramma (3-4) • Instelling temp. Auto retour (3-5-2) • Temp.bereik (3-5-3) 3-8 Initialiseren (voor de beheerder) • Anti-Vorst* (3-5-4) Voor deze instelling uit bij de installatie. De instelling kan ook na de installatie wordt gewijzigd. • Aanwezigheidsdetectie* (3-5-5) (1) Raak [Initialiseren] aan op het „Hoofdmenu”-scherm. • Eco Ventilator* (3-5-6) (2) Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voert u het wachtwoord (of installatiewachtwoord) in en raakt u [OK] aan. • Initialiseren (3-8) (1) • Onderhoud (3-9) • Instellingen Display: Weergave van het ¿lterteken en kamertemp. kunnen worden geschakeld tussen zichtbaar en onzichtbaar. (2) Hoofdmenu Pagina 2/ 2 Wachtwoord controle • R.C. Master/Slave Ƈ Geef wachtwoord Instellen Zomertijd Initialiseren Monitor (3) Voorkeuren Onderhoud Vorige pg 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Annuleer Pagina 1/ 3 Initialiseren Instellen Taal Datum Instellen R.C. Sensor Temperatuur Toestel R.C. Keuze Groepsnaam Wachtwoord Volgende pg Terug Initialiseren Terug Pagina 2/ 3 3-8-1 (1) Master Bediening Scherm symb. Instel. Vorige pg Instellen Taal Raak [Instellen Taal] aan op het „Initialiseren”-scherm. „Instellen Taal”-scherm wordt weergegeven. Volgende pg Pagina 3/ 3 Master/Slave instelling Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. OK Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het scherm „Initialiseren”-scherm weergegeven. Het scherm heeft 3 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Initialiseren • I.U. Number* Ƈ CL (2) I.U. Number De volgende inhoud is ingesteld. (Ƈ: voor installateur) (*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.) • Datum Instellen: Het displayformaat van de datum en tijd worden ingesteld. Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, blijven de datum en tijd gedurende ongeveer 7 dagen actueel met behulp van de ingebouwde batterij. Wanneer de stroom gedurende een langere tijd wordt uitgeschakeld, moeten de datum en tijd gereset worden. • Temperatuur Toestel: De weergegeven temperatuureenheid wordt gewijzigd naar „°C” of „°F”. Fabrieksinstelling is „°C”. • R.C. Keuze Groepsnaam: De groepsnaam van de afstandsbediening kan worden ingesteld of gewijzigd. Nl-17 Datum Instellen Temperatuur Toestel R.C. Keuze Groepsnaam Volgende pg Dit scherm bevat 2 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Raak de taal die u wilt gebruiken aan. Vorige pg • Instellen Taal: De weergegeven taal wordt gewijzigd. De weer te geven talen zijn Engels (fabrieksinstelling), Chinees, Frans, Duits, Spaans, Pools, Russisch, Italiaans, Grieks, Portugees, Turks en Nederlands. Pagina 1/ 3 Instellen Taal Terug Instellen Taal Terug Initialiseren Français Русский Deutsch Español Język polski Português Volgende pg OK Annuleer Pagina 2/ 2 Italiano Ελληνικά Türkçe Dutch Vorige pg OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar „Initialiseren”-scherm. 3-8-2 (1) Instellen Taal ѣᮽ Annuleer (3) Pagina 1/ 2 English Datum Instellen Raak [Datum Instellen] aan op het „Initialiseren”-scherm. „Datum Instellen”-scherm wordt weergegeven. Initialiseren Pagina 1/ 3 Instellen Taal Datum Instellen Temperatuur Toestel R.C. Keuze Groepsnaam Terug Volgende pg Stel de datum en tijd in (2) (3) Raak [Datum en Tijd Instellen] aan op het „Datum Instellen”scherm. „Datum en Tijd Instellen”-scherm wordt weergegeven. (10) (11) Datum Weergave Raak [Datum] aan op het „Datum en Tijd Instellen”-scherm. „Datum”-scherm wordt weergegeven. (2) Dag/Maand/Jaar Maand/Dag/Jaar Zo. 12:00AM Datum Tijd 01/ 01/2017 12:00 AM 12:00-11:59AM/PM Instellen Zomertijd Terug Deactiveer Annuleer ] of [ Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Datum en Tijd Instellen”-scherm. ] OK Datum Dag Maand Jaar 01 01 2017 Annuleer OK (5) Raak [Tijd] aan op het „Datum en Tijd Instellen”-scherm. (6) „Tijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de tijd in met [ [ ]. Datum Tijd 01/ 01/2017 Dag/Maand/Jaar Tijd Weergave 12:00-11:59AM/PM Instellen Zomertijd min. 12 00 OK 00:00–11:59 AM/PM 00:00–23:59 Annuleer OK Datum Instellen Datum en Tijd Instellen Display Weergave Terug Temperatuur Toestel Annuleer (1) Raak [Temperatuur Toestel] aan op het „Initialiseren”scherm. (2) „Temperatuur Toestel”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [°C] of [°F]. (De standaardinstelling is „°C”). AM Deactiveer Annuleer Vr. 10:00AM 12:00–11:59 AM/PM Zo. 12:00AM Uur 12:00 AM Datum Weergave Sluit de datuminstelling af (14) Wanneer [Terug] op het „Date Setting”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Initialiseren”-scherm. 3-8-3 Tijd OK Tijd Weergave ] of (6) Zo. 12:00AM Annuleer (13) Wanneer de [OK]-toets op het „Display Weergave”-scherm wordt aangeraakt, nadat een instellingwijzigingsscherm wordt weergegeven, keert de weergave terug naar het „Datum Instellen”-scherm. Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de voorkeur van de „Display Weergave”. Datum en Tijd Instellen OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Display Weergave”scherm. Zo. 12:00AM Opmerking (5) Annuleer 12:00–11:59AM/PM (12) „Tijd Weergave”-scherm wordt weergegeven. Selecteer het gewenste formaat. Dag/Maand/Jaar Tijd Weergave Stel de Datum in door [ aan te raken. Vr. 10:00AM Datum Weergave Tijd Weergave Datum Weergave Display Weergave Display Weergave Jaar/Maand/Dag Datum en Tijd Instellen Datum en Tijd Instellen Vr. 10:00AM Dag/Maand/Jaar (3) Datum Instellen (4) (11) Raak [Tijd Weergave] aan op het „Display Weergave”scherm. OK Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Datum en Tijd Instellen”-scherm. (1) (2) Initialiseren Pagina 1/ 3 Temperatuur Toestel Opmerking Instellen Taal Datum Instellen °C Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de voorkeur van de „Display Weergave”. Temperatuur Toestel R.C. Keuze Groepsnaam °F Terug (7) Wanneer de [OK] van de „Datum en Tijd Instellen”-scherm wordt aangeraakt, nadat een instellingveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar het „Datum Instellen”-scherm. Volgende pg Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar „Initialiseren”-scherm. Stel het Display Weergave van de datum en tijd in (8) Raak [Display Weergave] aan op het „Datum Instellen”scherm. (9) „Display Weergave”-scherm wordt weergegeven. Raak [Datum Weergave] aan. (8) (9) Datum Instellen Display Weergave Datum en Tijd Instellen Display Weergave Terug Vr. 10:00AM Datum Weergave Dag/Maand/Jaar Tijd Weergave 12:00–11:59AM/PM Annuleer OK (10) „Datum Weergave”-scherm wordt weergegeven. Selecteer het gewenste formaat. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar het „Display Weergave”-scherm. Nl-18 3-8-4 (1) R.C. Keuze Groepsnaam Raak [R.C. Keuze Groepsnaam] aan op het „Initialiseren”scherm. 3-8-6 Initialiseren „R.C. Keuze Groepsnaam”scherm wordt weergegeven. Pagina 1/ 3 Instellen Taal Datum Instellen Temperatuur Toestel R.C. Keuze Groepsnaam (1) Instellen wachtwoord Raak [Wachtwoord] aan op het „Initialiseren”-scherm. Initialiseren Beschrijving van het scherm Scherm symb. Instel. Wachtwoord Volgende pg Terug Pagina 2/ 3 Master Bediening R.C. Sensor Vorige pg Terug Volgende pg Wijzig het wachtwoord (a) (2) „Instellen wachtwoord”-scherm wordt weergegeven. Raak [Verander Wachtwoord] aan. (3) „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven. Voer het huidige wachtwoord in en raak [OK] aan. (d) (2) (e) (b) (3) Instellen wachtwoord Wachtwoord controle Geef wachtwoord Verander Wachtwoord (f) (a) (b) (c) (d) (e) (f) Invoergebied: Wanneer de beschikbare aantal tekens is overschreden, wordt „Over” weergegeven aan de rechterkant. (Alfabet 12 tekens, Chinees 8 tekens) Tekentoetsen: Raak dezelfde toets aan totdat het te gebruiken teken wordt weergegeven. Toets voor Stsndaard: [Verdieping, Berging, Kantoor, Vergader, Receptie, Kamer, Kamer nummer, Voorzijde, Zijkant, Entrée, Uitgang, Oost, West, Zuid, Noord, Raam] wordt geregistreerd. Raak de [Stsndaard]-toets aan totdat de te gebruiken zin wordt weergegeven. Spatie-toets Backspace-toets Cursortoetsen Wijzig de R.C. Groepsnaam (2) Raak iedere toets aan en voer de naam in. Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar „Initialiseren”-scherm. 3-8-5 R.C. Sensorinstelling (1) Stel de [R.C. Sensor] in op het „Initialiseren”-scherm. (2) „R.C. Sensor”-scherm wordt weergegeven. Raak [Actief] aan. (1) (2) Initialiseren Pagina 2/ 3 R.C. Sensor Master Bediening Actief Wachtwoord Scherm symb. Instel. Niet Actief Terug Vorige pg Volgende pg Annuleer (4) Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het „Verander Wachtwoord”-scherm weergegeven. 4 8 9 OK Verander Wachtwoord Geef nieuw wachtwoord 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 CL Annuleer OK Wanneer het nieuwe wachtwoord is ingevoerd en [OK] wordt aangeraakt, nadat het instellingwijzigingsscherm wordt weergegeven, keert de weergave terug naar het „Instellen wachtwoord”-scherm. Verzoek om wachtwoord van het instel item Aan/uit is ingesteld. (5) Raak [Instelling Aanpassen] aan Instellen wachtwoord op het „Instellen wachtwoord”Verander Wachtwoord scherm. Instelling Aanpassen Terug „Instelling Aanpassen”-scherm wordt weergegeven. Het scherm heeft 3 of 4 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Instelling Aanpassen Pagina 1/ 4 Instelling Aanpassen Pagina 2/ 4 Aan Schakeling [Uit] Weekprogramma [Aan] Uit Schakeling [Uit] Temp Auto Terug [Aan] Volgende pg Instelling Aanpassen Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat de gegevens zijn verzonden naar de binneneenheid, keert het display terug naar het „Initialiseren”-scherm. 3 7 Het standaard wachtwoord is „0000” (4 cijfers). Annuleer OK 2 6 Opmerking Auto Uit Schakeling R.C. Sensor 1 5 Annuleer Terug (c) 0 CL Instelling Aanpassen [Aan] Temperatuurbereik OK Annuleer Pagina 3/ 4 Vorige pg Instelling Aanpassen [Aan] Volgende pg OK Pagina 4/ 4 Anti-Vorst [Aan] Initialiseren [Aan] Aanwezigheidsdetectie [Aan] Onderhoud [Aan] Eco Ventilator [Aan] Annuleer Vorige pg Volgende pg OK Annuleer Vorige pg OK Opmerking Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund worden niet weergegeven. Nl-19 (6) (7) Wanneer in te stellen of te wissen wachtwoordverzoek item wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm weergegeven. Raak [Aan] of [Uit] aan. Aan Schakeling (Voorbeeld van „Aan Aan Schakeling”-scherm) Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Instelling Aanpassen”scherm. Pas de instelling toe. (8) Nadat de instelling is voltooid, raakt u [OK] aan op het „Instelling Aanpassen”-scherm. (Voorbeeldpagina 1/4) Uit Annuleer Pas de instelling toe. (6) Wanneer de instelling voltooid is, raak dan [OK] aan op het „Scherm symb. Instel.”-scherm. Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert het display terug naar het „Initialiseren”-scherm. Instelling Aanpassen Pagina 1/ 4 Aan Schakeling [Uit] [Uit] Uit Schakeling Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voert u het wachtwoord (of installatiewachtwoord) in en raakt u [OK] aan. (1) (2) Hoofdmenu Instellen Zomertijd Voorkeuren Initialiseren Onderhoud Verander Wachtwoord Monitor Instelling Aanpassen Pagina 2/ 2 Initialiseren (3) Pagina 2/ 3 R.C. Sensor Master Bediening Wachtwoord Scherm symb. Instel. Vorige pg Vorige pg „Scherm symb. Instel.”-scherm wordt weergegeven. Raak [Filter indicatie] aan op het „Scherm symb. Instel.”-scherm. (3) „Filter indicatie”-scherm wordt weergegeven. Raak [Zichtbaar] of [Niet Zichtbaar] aan. (3) Filter indicatie [Niet Zichtbaar] Annuleer Zichtbaar Niet Zichtbaar OK Annuleer 2 3 4 6 7 8 9 OK Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het „Onderhoud”-scherm weergegeven. Het scherm heeft 3 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Pagina 1/ 3 Onderhoud Pagina 2/ 3 Fout Historie Instellingen Test Run Reset Filter Versie Adres Binnendeel Volgende pg Terug Terug R.C. adres Vorige pg Functie Instelling Volgende pg Pagina 3/ 3 Wijzig wachtwoord Installateur (2) Ruimte Temp. 1 5 Volgende pg Filterteken zichtbaar/niet zichtbaar [Zichtbaar] 0 CL Annuleer Onderhoud Filter indicatie Wachtwoord controle Geef wachtwoord Instellen wachtwoord Terug Scherm symb. Instel. OK Raak [Onderhoud] aan op het „Hoofdmenu”-scherm. Onderhoud (2) Annuleer (2) OK Scherm symb. Instel. Raak [Scherm symb. Instel.] aan op het „Initialiseren”-scherm. [Zichtbaar] (1) [Aan] Volgende pg Terug (1) Ruimte Temp. 3-9 Onderhoud (voor beheerder) Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keer de weergave terug naar het „Instellen wachtwoord”-scherm. 3-8-7 [Zichtbaar] Veri¿catie, bediening en instelling voor beheerdersinformatie wordt uitgevoerd. Auto Uit Schakeling Wanneer [Terug] op het „Instellen wachtwoord”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Initialiseren”scherm. Filter indicatie OK Annuleer (9) Scherm symb. Instel. OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Scherm symb. Instel.”-scherm. Ruimte Temp. zichtbaar/niet zichtbaar Terug Initializeren Vorige pg Veri¿catie, bediening en instelling van de volgende inhoud wordt uitgevoerd. (Ƈ: voor installateur) (*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.) • Fout Historie: De foutgeschiedenis kan worden geveri¿eerd/gewist. • Instellingen: De status van elke instelling kan worden geveri¿eerd als een lijst. • Reset Filter*: Nadat het ¿lter van de binneneenheid is gereinigd, kan het ¿lterteken worden gereset. (4) Raak [Ruimte Temp.] aan op het „Scherm symb. Instel.”scherm. • Versie: Het softwareversienr. van deze eenheid kan worden geveri¿eerd. (5) „Ruimte Temp.”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [Zichtbaar] of [Niet Zichtbaar]. • Test Run Ƈ (4) (5) Filter indicatie [Zichtbaar] Ruimte Temp. [Niet Zichtbaar] Annuleer • Adres Binnendeel Ƈ • Functie Instelling Ƈ Ruimte Temp. Scherm symb. Instel. OK • R.C. adres Ƈ Zichtbaar • Wijzig wachtwoord Installateur Ƈ • Initializeren Ƈ Niet Zichtbaar Annuleer OK Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Scherm symb. Instel.”-scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt bij een andere instelling dan initialisatie, keert de weergave terug naar het „Hoofdmenu”-scherm. Wanneer de initialisatie wordt uitgevoerd, wordt het instellingsscherm bij het initiële opstarten weergegeven. Nl-20 3-9-1 (1) Fout Historie 3-9-3 Raak [Fout Historie] aan op het „Onderhoud”-scherm. Onderhoud Pagina 1/ 3 Fout Historie Instellingen Reset Filter Versie (2) Nr. 1 2 3 4 5 6 Datum 2017/ 8/ 1 2017/ 7/30 2017/ 7/25 2017/ 7/22 2017/ 7/22 2017/ 7/21 Tijd 11:00 AM 2:53 AM 8:53 AM 11:00 AM 11:00 AM 11:00 AM Adres 002-01 002-02 002-02 002-01 002-01 002-01 Volgende pg Terug Pagina 1/ 2 Code 141 143 143 141 141 141 Wis alles Fout Historie Nr. 7 8 9 10 11 Datum 2017/ 7/ 1 2017/ 7/10 2017/ 7/ 5 2017/ 7/ 2 2017/ 7/ 2 Tijd 11:00 AM 2:53 AM 8:53 AM 11:00 AM 11:00 AM Vorige pg Terug Wis alles Wanneer [Terug] na veri¿catie wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Onderhoud”-scherm. Raak [Wis alles] aan op het „Fout Historie”-scherm. (2) Een veri¿catiescherm wordt weergegeven. Wanneer [Ja] wordt aangeraakt nadat de geschiedenis is gewist, keert de weergave terug naar het „Fout Historie”-scherm. (1) (1) Nr. 1 2 3 4 5 6 Datum 2017/ 8/ 1 2017/ 7/30 2017/ 7/25 2017/ 7/22 2017/ 7/22 2017/ 7/21 Tijd 11:00 AM 2:53 AM 8:53 AM 11:00 AM 11:00 AM 11:00 AM Terug 3-9-2 (2) Onderhoud Pagina 1/ 3 Fout Historie Instellingen Reset Filter Versie Adres 002-01 002-02 002-02 002-01 002-01 002-01 Volgende pg Pagina 1/ 2 Code 141 143 143 141 141 141 Wis alles Terug 3-9-4 (1) Volgende pg Nee Ja Onderhoud Pagina 1/ 3 Fout Historie Instellingen Reset Filter Versie Volgende pg „Instellingen”-scherm wordt weergegeven. Het scherm heeft 5 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. (Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.) Pagina 1/ 5 [Deactiveer] [0.5hr.] [Deactiveer] [0.5hr.] [Deactiveer] [30min.] [–] Aan Schakeling – Werking Start Tijd Uit Schakeling – Werking Stop Tijd Auto Uit Schakeling – Werking Stop Tijd – Tijds bereik Volgende pg Terug Instellingen Pagina 3/ 5 [Deactiveer] [18.0°c – 30.0°c] [18.0°c – 30.0°c] [10.0°c – 30.0°c] [Dag/Maand/Jaar] [12:00–11:59AM/PM] Temperatuurbereik – Auto – Koelen/Drogen – Verw. Datum Weergave Tijd Weergave Terug Vorige pg Instellingen Instellingen Pagina 2/ 5 Weekprogramma STemp Auto Terug – Koelen/Drogen – Verw. Terug [Deactiveer] [Deactiveer] [60min. / 28.0°c] [60min. / 23.0°c] Vorige pg Instellingen Pagina 4/ 5 [Deactiveer] [°C] [Niet Actief] Instellen Zomertijd Temperatuur Toestel R.C. Sensor Scherm symb. Instel. – Filter indicatie – Ruimte Temp. Terug Volgende pg [Zichtbaar] [Niet Zichtbaar] Vorige pg Volgende pg Pagina 5/ 5 [Master] [Activeer] [30s] [2] [3] Master/Slave instelling Achtergrondverlichting – Auto uitschakelen – Helderheid Contrast Terug Volgende pg OK Versie Raak [Versie] aan op het „Onderhoud”-scherm. (1) (2) Onderhoud Pagina 1/ 3 Fout Historie Instellingen Reset Filter Versie Terug Verwijder het foutmeldingen overzicht. Ok? Terug Instellingen Annuleer Versie E000V00P00L00 Fout Historie Instellingen Raak [Instellingen] aan op het „Onderhoud”-scherm. Reset Filter Alarm Het filter alarm wordt gereset. OK? (2) Fout Historie Vorige pg Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Onderhoud”-scherm. Nl-21 Wanneer [OK] wordt aangeraakt, schakelt het ¿lterteken van de binneneenheid uit en keert de weergave terug naar het „Onderhoud”-scherm. „Versie”-scherm wordt weergegeven. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert de weergave terug naar het „Onderhoud”-scherm. (1) (2) (2) Pagina 2/ 2 Code 141 143 143 141 141 Adres 002-01 002-02 002-02 002-01 002-01 Wis de foutgeschiedenis (1) Raak [Reset Filter] aan op het „Onderhoud”-scherm. Nadat het gegevensoverdrachtscherm wordt weergegeven, wordt het „Reset Filter Alarm”-scherm weergegeven. „Fout Historie”-scherm wordt weergegeven. Wanneer het scherm meerdere pagina’s bevat, kunnen deze worden geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Fout Historie (3) (1) Volgende pg Terug Reset Filter Alarm Volgende pg Terug 4 BEDIENINGSTIPS 4-1-4 4-1 Selecteerbare modi (voor VRF-systeem) (a) (a) (b) (c) Warmtewinningssysteem Wanneer één binneneenheid is aangesloten op een RB-unit Kunnen alle modi worden geselecteerd. Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in een RB-groep, kan alleen de geselecteerde in de master-binneneenheid (*1) worden gebruikt. (*1: „Ventilatie” kan niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met inbegrip van de master-binneneenheid.) Wanneer een master-binneneenheid niet is ingesteld in de RB-groep, raadpleeg de onderstaande tabel. Status Koelen, Drogen Auto of Custom Auto, Verwarmen, Ventilatie Andere binneneenheid is in ontvochtigingswerking. Koelen, Drogen Auto of Custom Auto, Verwarmen, Ventilatie Verwarmen Auto of Custom Auto, Koelen, Drogen, Ventilatie Verwarmen Auto of Custom Auto, Koelen, Drogen, Ventilatie Andere binneneenheid is in antivrieswerking. 4-1-2 Wanneer binneneenheden zijn aangesloten voor alleen koelen in warmtewinningssysteem Raadpleeg de volgende tabel: Status Te allen tijde 4-1-3 (a) Selecteerbaar Niet selecteerbaar Auto of Custom Auto, Koelen, Verwarmen Drogen, Ventilatie RB-prioriteitsaansluiting in warmtewinningssysteem Voor binneneenheden of RB-groepen door RB-prioriteitsaansluiting, raadpleeg de volgende tabel: Status Koelingsprioriteit wordt ingesteld door externe input. Verwarmingsprioriteit wordt ingesteld door externe input. Selecteerbaar (b) Niet selecteerbaar Andere binneneenheid is in koelingswerking. Andere binneneenheid is in verwarmingswerking. (a) Selecteerbaar Niet selecteerbaar Koelen, Drogen Auto of Custom Auto, Verwarmen, Ventilatie Verwarmen Auto of Custom Auto, Koelen, Drogen, Ventilatie Raadpleeg de volgende tabel: Status Er zijn beperkingen met betrekking tot de selecteerbare modi, afhankelijk van de systeemcon¿guratie en werkingsstatus. 4-1-1 Warmtepompsysteem Andere binneneenheid is in koelingswerking. Koelen, Drogen Auto of Custom Auto, Verwarmen, Ventilatie Andere binneneenheid is in ontvochtigingswerking. Koelen, Drogen Auto of Custom Auto, Verwarmen, Ventilatie Andere binneneenheid is in verwarmingswerking. Verwarmen Auto of Custom Auto, Koelen, Drogen, Ventilatie Andere binneneenheid is in antivrieswerking. Verwarmen Auto of Custom Auto, Koelen, Drogen, Ventilatie Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in een koelsysteem, kan alleen de geselecteerde in de masterbinneneenheid (*2) worden gebruikt. (*2: „Ventilatie” kan niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met inbegrip van de master-binneneenheid.) 4-1-5 (a) Niet selecteerbaar Selecteerbaar Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in warmtepompsysteem Raadpleeg de volgende tabel: Status Niet selecteerbaar Selecteerbaar Koelingsprioriteit wordt ingesteld door externe input. Koelen, Drogen Auto of Custom Auto, Verwarmen, Ventilatie Verwarmingsprioriteit wordt ingesteld door externe input. Verwarmen Auto of Custom Auto, Koelen, Drogen, Ventilatie 4-2 Veri¿catiescherm wanneer instelling voltooid is Het veri¿catiescherm dat wordt (Voorbeeld van het scherm) weergegeven wanneer een instelAan Schakeling ling voltooid is, wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. Wanneer dit Wijziging Instelling scherm wordt aangeraakt, schakelt het display over naar het volgende scherm. 4-3 Instelbare temperatuurbereik Het instelbare temperatuurbereik door bedieningsstand en instelling van de binneneenheid wordt in onderstaande tabel getoond. Koelen/Drogen 18 tot 30 °C (64 tot 88 °F) Verwarmen VRF-systeem: 10 tot 30 °C (48 tot 88 °F) Ander systeem: 16 tot 30 °C (60 tot 88 °F) Custom Auto Auto Hetzelfde als het bovengenoemde bereik, maar er zijn temperaturen die niet door de deadband kunnen worden ingesteld. 18 tot 30 °C (64 tot 88 °F) Nl-22 5 ANDERS 5-1 Omtrekafmetingen Eenheid: mm (inch) 120 (4-3/4) 120 (4-3/4) 20,4 (13/16) 5-2 Speci¿caties Modelnaam UTY-RNR¿Z2 Ingangsspanning DC 12 V Stroomverbruik Max. 0,3 W Display 3,8 inch FSTN LCD-display (255 × 160 pixels) met aanraakscherm Bereik gebruikstemperatuur 0 tot 40 °C (32 tot 104 °F) Luchtvochtigheidsbereik bij gebruik 20 tot 90 % (geen condensvorming) Bereik opslagtemperatuur -10 tot 60 °C (14 tot 140 °F) Luchtvochtigheidsbereik bij opslag 20 tot 90 % (geen condensvorming) Afmetingen [H × B × D mm (inch)] 120 × 120 × 20,4 (4-3/4 × 4-3/4 × 13/16) Gewicht [g (oz)] 220 (7,76) 5-3 Foutcode Voor details over fouten van de binneneenheid of buiteneenheid bij controle van de foutinhoud, raadpleeg de foutcodes in elke installatiehandleiding. Foutcode Inhoud CC.1 Sensorfout C2.1 Transmissie PCB-fout 12.1 Communicatiefout bedrade afstandsbediening 12.3 Aantal apparaten in systeem bedrade afstandsbediening overschreden Nl-23 12.4 Opstartfout systeem bedrade afstandsbediening 26.4 Dubbel adres in systeem bedrade afstandsbediening 26.5 Fout adresinstelling systeem bedrade afstandsbediening 15.4 Dataregistratiefout
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement