Fujitsu UTY-RNRGZ2 Handleiding


Add to my manuals
25 Pages

advertisement

Fujitsu UTY-RNRGZ2 Handleiding | Manualzz
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
UTY-RNRYZ2
UTY-RNRGZ2
UTY-RNRXZ2
ONDERDEELNR. 9380859673
Nederlands
AFSTANDSBEDIENING (BEDRADE TYPE)
GEBRUIKERSHANDLEIDING
3-8
ONDERDEELNR. 9380859673
BEDRADE AFSTANDSBEDIENING
3-8-1
3-8-2
3-8-3
3-8-4
3-8-5
3-8-6
3-8-7
Inhoud
INLEIDING
Ŷ VEILIGHEIDSMAATREGELEN ..................................... 3
Ŷ SYSTEEMSCHETS ........................................................ 3
1 Terminologie ................................................................... 3
2 Wachtwoordcon¿guratie ................................................. 4
3 Namen van onderdelen .................................................. 4
1 MONITOR
1-1
1-1-1
1-1-2
1-1-3
1-1-4
Monitor .................................................................... 5
Monitormodus-scherm ............................................. 5
Statusweergave ....................................................... 5
Kinderslot ................................................................. 6
Noodstop .................................................................. 6
2 BEDIENING
2-1
Aan en Uit ................................................................ 7
2-2
Bedieningsinstellingen ......................................... 7
2-2-1
2-2-2
2-2-3
Stel de Werkingsstand in ......................................... 7
Stel de Temperatuur in ............................................. 7
Stel de Ventilatorsnelheid in..................................... 7
3 INSTELLING
3-1
Selecteer de Instellingsitems ............................... 8
3-2
Instelling luchtstroomrichting.............................. 8
3-2-1
3-2-2
3-2-3
3-3
3-3-1
3-3-2
3-3-3
3-4
3-4-1
3-4-2
3-4-3
3-5
3-5-1
3-5-2
3-5-3
3-5-4
3-5-5
3-5-6
VT Uitblaasrichting ................................................... 8
HZ Uitblaasrichting ................................................... 8
Individuele Verticaal Vast ......................................... 8
Instellen programma.............................................. 9
Aan Schakeling ........................................................ 9
Uit Schakeling .......................................................... 9
Auto Uit Schakeling ................................................ 10
Instellen weekprogramma (voor beheerder) .....11
Activeer programma ............................................... 11
Programma instellen .............................................. 11
Instellen vrije dag ................................................... 12
Extra Instellingen ..................................................13
Economie ............................................................... 13
Instelling temp. Auto retour (voor de beheerder) ... 13
Temperatuurbereik (voor de beheerder) ................ 14
Antivries (voor de beheerder) ................................ 14
Aanwezigheidsdetectie (voor de beheerder) ......... 14
Energiebesparing Ventilator
(Voor beheerder) .................................................... 15
3-6
Instellen Zomertijd (Daylight Saving Time) instellen
(voor de beheerder) ..............................................15
3-7
Voorkeur (voor de beheerder) .............................15
3-7-1
3-7-2
3-7-3
Nl-1
Calibratie ................................................................ 16
Instellen Achtergrond verlichting ............................ 16
Contrast.................................................................. 17
3-9
3-9-1
3-9-2
3-9-3
3-9-4
Initialiseren (voor de beheerder) .........................17
Instellen Taal .......................................................... 17
Datum Instellen ...................................................... 17
Temperatuur Toestel............................................... 18
R.C. Keuze Groepsnaam ....................................... 19
R.C. Sensorinstelling.............................................. 19
Instellen wachtwoord ............................................. 19
Scherm symb. Instel. ............................................. 20
Onderhoud (voor beheerder) .............................. 20
Fout Historie ........................................................... 21
Instellingen ............................................................. 21
Reset Filter Alarm................................................... 21
Versie .................................................................... 21
4 BEDIENINGSTIPS
4-1
4-1-1
4-1-2
4-1-3
4-1-4
4-1-5
Selecteerbare modi (voor VRF-systeem) .......... 22
Warmtewinningssysteem ....................................... 22
Wanneer binneneenheden zijn aangesloten voor
alleen koelen in warmtewinningssysteem.............. 22
RB-prioriteitsaansluiting in
warmtewinningssysteem ........................................ 22
Warmtepompsysteem ............................................ 22
Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in
warmtepompsysteem ............................................. 22
4-2
Veri¿catiescherm wanneer instelling
voltooid is.............................................................. 22
4-3
Instelbare temperatuurbereik ............................. 22
5 ANDERS
5-1
Omtrekafmetingen ............................................... 23
5-2
Speci¿caties ......................................................... 23
5-3
Foutcode ............................................................... 23
Schermstructuur
Modus
Instellen uitblaas richting
Koelen
2-2-1
Drogen
Auto
Verw.
3-2
Ventilatie
1
3
Individuele Verticaal Vast
Annuleer
OK
Terug
Temperatuur
2-2-2
Horizontaal
Verticaal
Instellen programma
26.0
3-3
°C
Aan Schakeling
[Deactiveer]
Uit Schakeling
[Deactiveer]
[Deactiveer]
Auto Uit Schakeling
Annuleer
OK
Terug
Ventilatie
Instellen weekprogramma
2-2-3
3-4
Auto
1-1-1
Vr. 10:00AM
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
Ventilatie
Annuleer
°C
Status
Activeer programma
[Geen]
Programma instellen
[Geen]
Instellen vrije dag
[Geen]
OK
Terug
Auto
Extra Instellingen
Menu
3-5
Hoofdmenu
Temp Auto Terug
Temp.bereik
Anti-Vorst
Volgende
pg
Terug
Pagina 1/ 2
Instellen uitblaas
richting
Pagina 1/ 2
Eco
3-5-2
3-5-3
3-5-4
3-5-5
Programma
Extra Instellingen
Weekprogramma
3-5-1
Instellingen
Pagina 2/ 2
Aanwezigheidsdetectie
Eco Ventilator
3-5-6
Volgende
pg
Monitor
3-1
Vorige
pg
Terug
Hoofdmenu
Instellen Zomertijd
Pagina 2/ 2
Instellen Zomertijd
3-6
Voorkeuren
Initialiseren
Onderhoud
Annuleer
Vorige
pg
Monitor
Activeer
Deactiveer
OK
3-7-1
Voorkeuren
3-7
Calibratie
Achtergrond
Contrast
3-7-2
3-7-3
Terug
Initialiseren
Status
Pagina 1/ 3
Pagina 1/ 4
Luchtstroom
Verticaal
1
Individueel
Eco
Instellen Taal
Datum
Instellen
Temperatuur
Toestel
R.C. Keuze
Groepsnaam
Horiz.
3
Anti-Vorst
Uit
Uit
Volgende
pg
Monitor
Volgende
pg
Terug
Storing
Initialiseren
Status
Pagina 2/ 4
3-8
R.C. Beperking
Aangepast gebruik
• In Onderhoud
• Geblokkeerd
• Mode Conflict
Monitor
1-1-2
Vorige
pg
Pagina 2/ 3
Master
Bediening
R.C. Sensor
Scherm symb.
Instel.
Wachtwoord
Terug
Volgende
pg
Vorige
pg
Initialiseren
Status
Vorige
pg
Status
Terug
Volgende
pg
Monitor
I.U. Number
3-8-3
3-8-4
3-8-5
♦
3-8-6
3-8-7
♦
♦
Vorige
pg
Storing
Onderhoud
Pagina 4/ 4
Aangepast gebruik
• Aanwezigheidsdetectie
• Energiebesparing Ventilator
Vorige
pg
Pagina 3/ 3
Master/Slave
instelling
Pagina 3/ 4
Aangepast gebruik
• Beperkt gebruik
• Temperatuur Beperking
• Energie besparing
• Ontdooiing
• Olie recuperatie
Monitor
Volgende
pg
Storing
3-8-1
3-8-2
Reset Filter
Versie
Volgende
pg
Onderhoud
Pagina 1/ 5
Adres
Pagina 2/ 3
Test Run
02-01
3-9
Foutcode
14,15, 41, 44
Terug
Instellingen
Terug
Storing
Storing
Pagina 1/ 3
Fout Historie
Volgende
pg
R.C. adres
Functie
Instelling
I.U adres test
Terug
Vorige
pg
Onderhoud
Pagina 3/ 3
Wijzig wachtwoord
Installateur
Terug
Volgende
pg
Initializeren
3-9-1
3-9-2
3-9-3
3-9-4
♦
♦
♦
♦
♦
♦
Vorige
pg
Ƈ: Voor installateur
Nl-2
INLEIDING
Ŷ VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• De „VEILIGHEIDSMAATREGELEN” aangegeven in de handleiding bevatten belangrijke informatie met betrekking tot uw
veiligheid. Zorg ervoor dat u ze in acht neemt.
Dit symbool duidt op procedures die,
indien niet juist uitgevoerd, mogelijk
WAARSCHUWING kunnen leiden tot de dood of ernstig
Ŷ SYSTEEMSCHETS
1 Terminologie
Systeem-gerelateerde termen (Ƈ is voor VRF-systeem)
(a)
(b)
letsel voor de gebruiker.
In het geval van een storing (brandgeur, etc.), stop de werking
onmiddellijk, zet de stroom uit en raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel.
(c)
Repareer zelf geen beschadigde kabels. Laat het bevoegd onderhoudspersoneel het doen. Onjuist werk zal een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Bij het verplaatsen, raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel
voor deïnstallatie en installatie van deze eenheid.
Raak het niet aan met natte handen. Dit kan een elektrische
schok veroorzaken.
Als kinderen de unit kunnen benaderen, neemt u preventieve
maatregelen, zodat ze de unit niet kunnen bereiken.
(d)
(e)
Repareer of pas niet zelf aan. Het kan storing of een ongeval
veroorzaken.
Gebruik geen brandbare gassen in de buurt van de unit. Het
kan brand van lekkend gas veroorzaken.
Gooi het verpakkingsmateriaal op een veilige manier weg.
Scheur de plastic verpakkingszakken door, en gooi deze weg
zodat kinderen er niet mee kunnen spelen. Er bestaat een
gevaar op verstikking als kinderen met de originele plastic zakken spelen.
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale mogelijkheden,
of die een gebrek hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze
onder toezicht staan of instructies hebben gekregen omtrent
het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Houd toezicht over kinderen zodat ze niet met het apparaat
spelen.
OPGELET
Deze markering geeft handelingen
aan die, indien onjuist uitgevoerd,
plotseling kunnen resulteren in persoonlijk letsel voor de gebruiker of
schade aan eigendommen.
Zet geen containers met vloeistof op deze unit.
Dit kan leiden tot oververhitting, brand of een elektrische
schok.
(f)
(g)
(h)
(i)
(j)
(k)
Stel dit product niet direct bloot aan water. Hierdoor kunnen
problemen, elektrische schokken of oververhitting worden
veroorzaakt.
Plaats geen elektrische apparaten binnen 1 m (40 inch) van
deze unit. Dit kan leiden tot een defect of storing.
Gebruik geen vuur in de buurt van deze unit en plaats ook
geen verwarmingsapparaat in de buurt. Dit kan een defect
veroorzaken.
Raak de knoppen niet met scherpe voorwerpen aan. Hierdoor
kunnen letsel, problemen of elektrische schokken ontstaan.
Steek geen voorwerpen in de gleufdelen van deze unit. Hierdoor kunnen problemen, verhitting of elektrische schokken
ontstaan.
Nl-3
(l)
VRF-systeem Ƈ:
VRF (Variable Refrigerant Flow) is een groot multi-systeem
dat effectief een grote verscheidenheid aan ruimtes in grote
gebouwen tot persoonlijke woningen voorziet van airconditioning.
Ander systeem:
Multi of enkel type aircosysteem anders dan VRF-systeem.
Warmtewinningssysteem Ƈ:
De binneneenheid wordt aangesloten op de buiteneenheid
via een RB-eenheid in dit systeem. RB-eenheden van een
enkel type en 4-systeem multi-typen zijn beschikbaar. Wanneer een bepaalde RB Groep binnenunits de koelfunctie uitvoert, kan een andere RB Groep binnenunits de verwarmen
functie uitvoeren. Raadpleeg a.u.b. (e) voor RB Groep. Een
binneneenheid aangesloten op een buiteneenheid zonder
tussenkomst van een RB-eenheid is alleen voor koelen.
Warmtepompsysteem:
Dit is standaard systeem. In dit systeem, kunnen de binnenunits tegelijkertijd geen koelfunctie verwarmen functie
uitvoeren.
RB-groep [voor warmtewinningssysteem] Ƈ:
Een groep van binneneenheden aangesloten op een enkel
type RB-eenheid of elk systeem van een multi-type RBeenheid. In de RB Groep, kunnen de binnenunits tegelijkertijd geen koelfunctie verwarmen functie uitvoeren.
R.C. Groep (Afstandsbedieningsgroep):
Dit vormt een groep door binneneenheden te verbinden met
afstandsbedieningskabel. Één binnenunit die niet gegroepeerd is tevens een R.C. Groep. Dit is de minimale eenheid
van werking.
Koelsysteem:
Dit is een systeem dat bestaat uit binneneenheden en
buiteneenheden die door dezelfde koelleidingen verbonden
zijn.
Systeem Ƈ:
Dit is 1 of 2 of meer koelingssystemen aangesloten met
dezelfde transmissiekabel.
Centrale regelaar Ƈ:
Een centrale afstandsbediening kan meerdere R.C. regelen
Groepen. Er is een systeemregelaar, aanraakschermbediening en een centrale afstandsbediening.
Standaard afstandsbediening:
Een standaard afstandsbediening kan alleen 1 R.C. Groep
beheersen. Deze unit komt hiermee overeen. Deze unit kan
niet worden gebruikt in combinatie met een 3-draden type
bedrade afstandsbediening. Een draadloze afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met dit apparaat.
Custom Auto:
Instellen van zowel de koelen en verwarmen temperaturen. Tijdens de Custom Auto modus werking, wanneer de
kamertemperatuur de ingestelde temperatuur voor koelen
overschrijdt, wordt de koelfunctie uitgevoerd, en wanneer
de kamertemperatuur beneden de ingestelde temperatuur
voor verwarmen komt, wordt de verwarmenfunctie uitgevoerd. (Kan alleen worden gebruikt, wanneer de instellen
van de binnenunit compatibel met de functie geldig is.)
Deadband:
De deadband is de minimale waarde voor het verschil
tussen de ingestelde temperatuur voor het koelen en de
ingestelde temperatuur voor verwarmen (= ingestelde
temperatuur koelen - ingestelde temperatuur verwarmen) in
de Custom Auto modus. Het verschil tussen de ingestelde
temperatuur voor het koelen en verwarmen in de Custom
Auto modus, mag niet kleiner zijn dan de deadband. De
deadband wordt in de binnenunit ingesteld. Teneinde dit te
wijzigen, raadpleeg bevoegd onderhoudspersoneel.
Adresgerelateerde termen
(m) Binneneenheidadres Ƈ:
Dit is een ID individueel toegewezen aan elke binneneenheid.
(n) Afstandsbedieningadres:
Dit is een ID individueel toegewezen afzonderlijk van het
binneneenheidadres naar binneneenheden die een R.C.
vormen. Groep.
3 Namen van onderdelen
(a)
2 Wachtwoordcon¿guratie
Dit apparaat kan de volgende 2 soorten wachtwoorden instellen:
(a)
(b)
Wachtwoord
Dit is een wachtwoord voor de beheerder. Wachtwoord
wordt opgevraagd door de instelling die beheer vereist.
Voor een beschrijving van de wachtwoordinstelling en
-wijziging raadpleeg [3. INSTELLING] ĺ[3.8 Initialiseren]ĺ[3-8-6 Instellen wachtwoord].
Installatie wachtwoord
Dit wachtwoord wordt gevraagd voor belangrijke instellingen tijdens de installatie.
(b)
(c)
(d)
(a)
Aanraakpaneeldisplay
• Wanneer het scherm wordt aangeraakt of de aan/uitknop wordt ingedrukt terwijl de achtergrondverlichting is
ingeschakeld, zal de achtergrondverlichting inschakelen.
De achtergrondverlichting gaat 30 of 60 seconden na de
laatste bediening uit. Wanneer de achtergrondverlichting is gedeactiveerd, gaat deze niet branden. Voor een
beschrijving van de instelling van de achtergrondverlichting, raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-7 Voorkeur]ĺ[3-7-2
Instellen Achtergrond verlichting].
Opmerking
Als u uw wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met
uw lokale dealer.
• Raak het aanraakpaneel lichtjes aan met uw vingertoppen. Een in de handel verkrijgbare styluspen kan ook
worden gebruikt. Als er te hard op het display wordt
gedrukt of als deze wordt bediend met een stang, potlood
of balpen, enz., kan deze krassen of beschadigd raken.
• Raak niet 2 of meer plaatsen gelijktijdig aan. Een correcte
bediening kan niet worden uitgevoerd.
(b)
(c)
(d)
• Wanneer u het aanraakscherm reinigt, voorkomt het instellen van het kinderslot verkeerde bedieningen. (Raadpleeg [1 MONITOR]ĺ [1-1 Monitor] ĺ [1-1-3 Kinderslot].)
Gebruik bij het reinigen geen reinigingsmiddel of alcohol,
verfverdunner, enz., Dit kan leiden tot ongevallen of het
uiterlijk verslechteren.
LED-lampje (Stroomindicator)
Gaat branden wanneer de binneneenheid in werking is.
Knippert wanneer er een fout is ontstaan.
Aan/uit-toets
Kamertemperatuursensor (binnenkant)
Instelling is vereist om deze sensor te gebruiken. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [3-8-5 R.C.
Sensorinstelling].
Nl-4
1 MONITOR
Mode Mismatch. De functie die niet gelijktijdig kan
werken is geselecteerd. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave].
De Aan-timer, Uit-timer of Auto Uit-timer is ingesteld.
Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-3 Instellen programma].
De wekelijkse timer is ingesteld. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-4 Instellen weekprogramma].
De automatische retourinstelling van de ingestelde
temperatuur is ingesteld. Raadpleeg [3 INSTELLING]
ĺ [3-5 Extra Instellingen] ĺ [3-5-2 Temp Auto Terug].
Dit geeft aan dat het tijd wordt dat u het ¿lter schoonmaakt. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-9 Onderhoud] ĺ [3-9-3 Reset Filter Alarm].
De temperatuursensor van deze unit wordt gebruikt.
Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [38-5 R.C. Sensorinstelling].
1-1 Monitor
1-1-1
Monitormodus-scherm
Monitormodus-scherm is het thuis-scherm van deze unit.
(a)
(d)
(i)
(b)
Kantoor
Vr. 10:00AM
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
(i)
(c)
Ventilatie
(e)
Auto
°C
Ruimte Temp.
(i)
26.0°C
Status
Menu
(h)
(g)
(f)
Voor de schermweergave anders dan Chinees, gebruikt dit
product een Bitmap-lettertype gemaakt en ontwikkeld door
Ricoh Company, Ltd.
1-1-2
(a)
(b)
(c)
(d)
R.C. Groepsnaam:
Naam van de afstandsbedieninggroep waarop deze unit is
aangesloten. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren]
ĺ [3-8-4 R.C. Keuze Groepsnaam].
Klok:
Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8 Initialiseren] ĺ [3-8-2
Datum Instellen].
Modus:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar
het „Modus”-scherm. Raadpleeg [2 BEDIENING] ĺ [2-2 Bedieningsinstellingen] ĺ [2-2-1 Stel de Werkingsstand in].
Temperatuur:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar
het temperatuurinstellingsscherm. Raadpleeg [2 BEDIENING]
ĺ [2-2 Bedieningsinstellingen] ĺ [2-2-2 Stel de Temperatuur
in].
Wanneer de bedieningsmodus is
ingesteld op [(Custom) Auto], wordt
Temperatuur
de ingestelde temperatuur voor
Koelen 28.0°C
koelen en verwarmen weergegeven.
Verw.
(e)
(f)
(g)
(h)
(i)
Statusweergave
De instellingsstatus van de afstandsbediening en binneneenheid
worden weergegeven.
Raak [Status] aan op het monitormodus-scherm. „Status”-scherm wordt
weergegeven.
Er is een fout opgetreden. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave] ĺ < Foutinformatiescherm >.
Bediening vanaf deze unit is niet toegestaan door de
centrale regelaar. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave].
Koelen
26.0
Ventilatie
°C
Auto
Menu
Het „Status”-scherm heeft 2, 3 of 4 pagina's die worden geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Wanneer
de [Monitor] wordt aangeraakt, keert het scherm terug naar het
monitormodus-scherm.
(*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund,
worden niet weergegeven.)
< Pagina 1 >
Status
Pagina 1/ 4
Luchtstroom
Verticaal
1
Individueel
Eco
Horiz.
3
Anti-Vorst
Uit
Uit
Volgende
pg
Monitor
• Luchtstroom*:
De instelling van de richting van de luchtstroom wordt weergegeven. De instelling verschijnt alleen voor binneneenheden
die de luchtstroomrichtingen kunnen instellen.
„Individueel” wordt alleen weergegeven wanneer deze
afstandsbediening is aangesloten op de binneneenheid die
de geschikte functie ondersteunt. Wanneer de instelling is
uitgevoerd, wordt [䅜 ] weergegeven. Raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-2 Instelling luchtstroomrichting]ĺ[3-2-3 Individuele
Verticaal Vast].
• Eco:
AAN of UIT van de spaarzaamheidsinstelling wordt weergegeven.
• Anti-Vorst*:
AAN of UIT van de antivriesinstelling wordt weergegeven.
< Pagina 2 >
Status
Pagina 2/ 4
R.C. Beperking
Aangepast gebruik
• In Onderhoud
• Geblokkeerd
• Mode Conflict
Monitor
Nl-5
Temperatuur
Status
20.0°C
Ventilatie:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar
het instelscherm van de ventilatorsnelheid. Raadpleeg [2
BEDIENING] ĺ [2-2 Bedieningsinstellingen] ĺ [2-2-3 Stel de
Ventilatorsnelheid in].
RuimteTemp.:
De omgevingstemperatuur die door deze unit wordt gedetecteerd wordt weergegeven. Raadpleeg [3 INSTELLING] ĺ [3-8
Initialiseren] ĺ [3-8-7 Scherm symb. Instel.].
Menu:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar
het „Menu”-scherm. Raadpleeg [3 INSTELLING].
Status:
Wanneer dit wordt aangeraakt, schakelt het display over naar
het „Status”-scherm. Raadpleeg [1-1-2 Statusweergave].
Statuspictogrammen:
Vr. 10:00AM
Modus
Vorige
pg
Volgende
pg
• R.C. Beperking:
De functies waarvan de werking van dit apparaat en type
draadloze afstandsbediening niet is toegestaan door de centrale regelaar worden met pictogrammen weergegeven. De
inhoud van elk pictogram is als volgt:
Ontdooiing:
Tijdens het opwarmen, voert de buiten-eenheid ontdooien uit.
De werking van de binneneenheidventilator wordt gedurende
deze tijd gestopt.
Olie recuperatie:
De buiten-eenheid voert olieherstel uit. De ventilator van de
binnen-eenheid stopt mogelijk gedurende deze tijd.
:Alle bewerkingen
:Aan en Uit
:Aan
:Functie-instelling
:Temperatuurinstelling
:Timerinstelling
Aanwezigheidsdetectie:
Deze functie is ingeschakeld. Raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-5
Extra Instellingen]ĺ[3-5-5 Aanwezigheidsdetectie].
:Reset Filter
Energiebesparing Ventilator:
Deze functie is ingeschakeld. Raadpleeg [3 INSTELLING]ĺ[3-5
Extra Instellingen]ĺ[3-5-6 Energiebesparing Ventilator].
Wanneer u de verboden functie
probeert te bedienen of in te stellen,
wordt het volgende scherm weergegeven en is bediening of instelling
niet mogelijk. Wanneer de [Sluit]
wordt aangeraakt, keert het scherm
terug naar het scherm voor bewerking werd uitgevoerd.
Deze instelling is verboden.
Sluit
< Foutinformatiescherm >
[Storing] wordt alleen weergegeven wanneer er een foutgeschiedenis bestaat. Wanneer de [Storing] wordt aangeraakt, schakelt
het display over naar het „Storing”-scherm. Raadpleeg [5-3 Foutcode] voor de fouten.
< Pagina 2 (tot 3 of 4) >
Status
Storing
Pagina 1/ 4
Luchtstroom
Status
Pagina 3/ 4
Aangepast gebruik
• Beperkt gebruik
• Temperatuur Beperking
• Energie besparing
• Ontdooiing
• Olie recuperatie
Monitor
Vorige
pg
Status
Pagina 4/ 4
Aangepast gebruik
• Aanwezigheidsdetectie
• Energiebesparing Ventilator
Eco
Monitor
Horiz.
02-01
3
Foutcode
14,15, 41, 44
Anti-Vorst
Uit
Monitor
Volgende
pg
Pagina 1/ 5
Adres
Verticaal
1
Individueel
Uit
Volgende
pg
Storing
Volgende
pg
Terug
Vorige
pg
• Aangepast gebruik (Pagina 2, 3 of 4)
De status van de binneneenheid wordt weergegeven. Wanneer de weer te geven inhoud 3 overschrijdt, worden deze op
de volgende pagina weergegeven (Pagina 3 of 4). De statusinhoud is als volgt:
(Alleen items die de binneneenheid ondersteunt of items in
werking worden weergegeven.)
In Onderhoud:
Binneneenheid wordt nagekeken. De werking van de binneneenheid wordt gedurende deze tijd gestopt.
Geblokkeerd:
Binneneenheid wordt gedwongen gestopt door externe input.
Mode ConÀict:
Een modus die niet gelijktijdig kan worden gebruikt met een
hoofd-binneneenheid of andere werkende binneneenheid wordt
ingesteld in dezelfde RB-groep van een warmteherstelsysteem
of in hetzelfde koelsysteem van een warmtepompsysteem. In
dit geval, omdat de stand naar de ventilatorstand is geschakeld, reset naar een stand die gelijktijdig gebruikt kan worden.
Raadpleeg [4 BEDIENINGSTIPS] ĺ [4-1 Selecteerbare modi]
voor de standen die gelijktijdig gebruikt kunnen worden.
Beperkt gebruik:
Deze inhoud wordt weergegeven bij de Slave-binneneenheid
wanneer hoofd-binneneenheid is ingesteld in het koelsysteem
of RB-groep waarop deze eenheid is aangesloten. Wanneer
er geen hoofd-binneneenheid is ingesteld, betekent dit dat
er reeds een andere binneneenheid in werking is. Alleen een
stand ingesteld door hoofd-binneneenheid of een stand die
gelijktijdig met een andere werkende binneneenheid bediend
kan worden, kan worden geselecteerd. Raadpleeg [4.BEDIENINGSTIPS] voor de standen die gelijktijdig gebruikt kunnen
worden.
Temperatuur Beperking:
De temperatuurinstelling van de binneneenheid wordt beperkt
door de centrale regelaar.
1-1-3
Kinderslot
Als dit scherm wordt weergegeven
door het monitormodusscherm aan te
raken, staat het systeem op kinderslot.
Kinderslot
• Kinderslot instellen/resetten:
Druk gedurende 4 seconden of langer op de Aan/Uit-knop
terwijl u een gebied buiten de bedieningssectie van het monitormodusscherm aanraakt (geen reactie, zelfs niet bij aanraking). Instellen/resetten kan worden uitgevoerd, zelfs terwijl de
binneneenheid is gestopt. De instelling kan niet worden uitgevoerd bij schermen anders dan het monitormodusscherm.
Vr. 10:00AM
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
Ventilatie
°C
Status
1-1-4
Auto
Menu
Noodstop
Dit scherm wordt weergegeven als er
voor het systeem een noodstop werd
uitgevoerd door een bediening van
buitenaf. Zodra de noodstop wordt
gereset, wordt het monitormodusscherm weergegeven.
Noodstop
Energie besparing:
De energiebesparing wordt ingesteld door Energiebeheer
voor Systeemregelaar.
Nl-6
2 BEDIENING
2-2-2
2-1 Aan en Uit
(1)
Druk op de [Aan/Uit]-knop.
Stel de Temperatuur in
(1)
Raak [Temperatuur] op het monitormodusscherm aan.
(2)
„Temperatuur”-scherm wordt weergegeven. Pas de kamertemperatuur aan met de [ ] of [ ].
(1)
(2)
Vr. 10:00AM
Vr. 10:00AM
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
Ventilatie
°C
Status
Auto
Menu
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
LED-lampje
°C
Status
Auto
26.0
Koelen
Verw.
28.0
20.0
°C
°C
De Aan/Uit-knop kan niet bediend worden op schermen
anders dan het monitormodusscherm.
Opmerkingen
• Wanneer de „Temperatuurbereik” is ingesteld, voldoet de
selecteerbare temperatuur aan de instelling. Raadpleeg [3
INSTELLING] ĺ [3-5 Extra Instellingen] ĺ [3-5-3 Temperatuurbereik].
2-2 Bedieningsinstellingen
Stel de Werkingsstand in
(3)
(1)
Raak [Modus] aan op het monitormodusscherm.
(2)
„Modus”-scherm wordt weergegeven. Selecteer de werkingsstand.
(1)
(2)
Vr. 10:00AM
Modus
Koelen
Temperatuur
26.0
Modus
Ventilatie
°C
Koelen
Drogen
Auto
Ventilatie
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het monitormodusscherm.
2-2-3
Stel de Ventilatorsnelheid in
(1)
Raak de [Ventilatie] op het monitormodusscherm aan.
(2)
„Ventilatie”-scherm wordt weergegeven. Selecteer de ventilatorsnelheid met de [ ] of [ ].
(1)
(2)
Verw.
Auto
Vr. 10:00AM
Status
Menu
Afhankelijk van het binnenunit
model, [(Custom) Auto] wordt
weergegeven in plaats van
[Auto].
Annuleer
Modus
Auto
OK
Temper
ogen
26.0
26.
tilatie
Verw.
°C
Auto
OK
Opmerkingen
• Alleen standen die geselecteerd kunnen worden, worden
weergegeven. De standen die geselecteerd kunnen worden
kunnen verschillen, afhankelijk van de systeemcon¿guratie
en werkingsstatus. Raadpleeg [4.BEDIENINGSTIPS]ĺ[4-1
Selecteerbare modi].
• Wanneer de „Ventilatie” is geselecteerd, kan de temperatuur niet
worden ingesteld.
Vr. 10:00AM
Modus
Temperatuur
Ventilatie
Ventilatie
Auto
Status
Menu
• [Auto] of [(Custom) Auto] modus kan in de R.C. Groep worden gebruikt, waarin de Master Binnenunit is ingesteld. Het
wordt niet in een andere R.C. Groep weergegeven.
• Wanneer de werkingsstand wordt geschakeld in een warmteherstelsysteem, kan de werkingsvoorbereiding een tijdje
duren, maar dit is geen storing.
(3)
Nl-7
OK
• Het bereik van de instelbare temperatuur verschilt afhankelijk van de werkingsstand. Raadpleeg [4 BEDIENINGSTIPS]ĺ[4-3 Instelbaar temperatuurbereik].
Opmerking
2-2-1
OK
Temperatuur
Annuleer
Het LED-lampje blijft branden terwijl de binneneenheid in
werking is.
°C
Annuleer
Menu
Wanneer de bedieningsmodus
is ingesteld op [(Custom) Auto],
moet de koelen en verwarmen
temperatuur worden ingesteld.
Aan/Uit-toets
Temperatuur
Ventilatie
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het monitormodusscherm.
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
°C
Status
(3)
Ventilatie
Ventilatie
Auto
Auto
Menu
Annuleer
OK
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het monitormodusscherm.
3 INSTELLING
3-2-1
3-1 Selecteer de Instellingsitems
(1)
Raak [Menu] aan op het monitormodusscherm.
(1)
Raak [Verticaal] op het „Instellen uitblaas richting”-scherm aan.
(2)
Het „VT Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [ ] of [ ] aan en stel de luchtstroomrichting
of „Swing” in.
Vr. 10:00AM
Modus
Temperatuur
Koelen
26.0
Ventilatie
(1)
Auto
°C
VT Uitblaasrichting
(2)
Instellen uitblaas richting
Verticaal
Status
1
(2)
„Hoofdmenu”-scherm wordt weergegeven.
Het scherm heeft 2 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
(Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund,
worden niet weergegeven.)
Hoofdmenu
Pagina 1/ 2
Hoofdmenu
Programma
Instellen Zomertijd
Voorkeuren
Weekprogramma
Instellingen
Initialiseren
Onderhoud
Monitor
Vorige
pg
Monitor
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, wordt elk
instellingenscherm weergegeven. Raadpleeg de beschrijving van elk item voor meer informatie. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug
naar dit scherm. Wanneer [Monitor] wordt aangeraakt, keert
het scherm terug naar het monitormodusscherm.
Raak [Instellen uitblaas richting]
in het „Hoofdmenu”-scherm aan.
(3)
3-2-2
HZ Uitblaasrichting
(1)
Raak [Horizontaal] op het „Instellen uitblaas richting”-scherm aan.
(2)
Het „HZ Uitblaasrichting instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [ ] of [ ] aan en stel de luchtstroomrichting
of „Swing” in.
(1)
(2)
Instellen uitblaas richting
Verticaal
HZ Uitblaasrichting instellen
Horizontaal
3
1
Terug
Hoofdmenu
5
Annuleer
Pagina 1/ 2
Instellen uitblaas
richting
Programma
Weekprogramma
Instellingen
(3)
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt nadat de gegevens zijn
overgedragen aan de binneneenheid, keert de display
terug naar het „Instellen uitblaas richting”-scherm.
Volgende
pg
3-2-3
Voor binneneenheden zonder de aanpassingsfunctie van
luchtstroomrichting, wordt [Instellen uitblaas richting] niet
weergegeven.
Instellen uitblaas richting
Verticaal
OK
3
Opmerking
Het „Instellen uitblaas richting”scherm wordt weergegeven.
Wanneer de [Verticaal] of
[Horizontaal] wordt aangeraakt,
wordt elk instellingenscherm
weergegeven.
Annuleer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt na het instellen, worden de gegevens overgedragen naar de binneneenheid
en keert de weergave terug naar het „Instellen uitblaas
richting”-scherm.
1
Monitor
(2)
4
Terug
3-2 Instelling luchtstroomrichting
(1)
1
3
1
Pagina 2/ 2
Instellen uitblaas
richting
Volgende
pg
VT Uitblaasrichting instellen
Horizontaal
Menu
„Individuele Verticaal Vast” kan alleen worden gebruikt met
cassettemodel binneneenheid die deze functie ondersteunt.
De richting van de luchtstroom kan worden ingesteld voor elke
uitgang van enkele of meerdere binneneenheden die zijn aangesloten op deze afstandsbediening.
(1)
Raak [Individuele Verticaal Vast] aan op het „Instellen
uitblaas richting”-scherm.
(2)
Wanneer meerdere binnenunits zijn aangesloten op deze
afstandsbediening, wordt het binneneenheidselectiescherm
weergegeven. Wanneer slechts één binneneenheid is
aangesloten, wordt het scherm van (3) weergegeven. Als het
scherm (2) 2 pagina’s bevat, kunnen deze geschakeld worden door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Wanneer
deze afstandsbediening is aangesloten op meerdere binneneenheden, wordt het adres (XX-XX) weergegeven voor elke
binneneenheid. Raak de in te stellen binneneenheid aan. [䅜]
wordt weergegeven bij de ingestelde binneneenheden.
Horizontaal
1
3
Terug
Wanneer de Binneneenheid geen horizontale richting van
de luchtstroom aanpassingsfunctie heeft, wordt [Horizontaal] niet weergegeven en de luchtstroomrichting kan niet
worden ingesteld.
Wanneer deze afstandsbeInstellen uitblaas richting
diening is aangesloten op de
Verticaal
cassettemodel binneneenheid
1
met individuele luchtstroomreIndividuele Verticaal Vast
gelfunctie, wordt, [Individuele
Verticaal Vast] weergegeven.
Terug
Individuele Verticaal Vast
(1)
(2)
Instellen uitblaas richting
01-01
1
Voor deze bewerking, raadpleeg „3-2-3 Individuele Verticaal Vast”.
Wanneer [OK] of [Annuleer] wordt aangeraakt bij elk instellingsscherm, keert de weergave terug naar dit scherm.
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het scherm terug
naar het „Hoofdmenu”-scherm.
Opmerking
Wanneer deze eenheid wordt gebruikt in combinatie met een
draadloze afstandsbediening, komt de luchtstroomrichting
van de binneneenheid mogelijk niet overeen met de richting
die wordt aangegeven op deze eenheid.
Individuele Verticaal Vast
Pagina 1/ 2
Toestel 1 Toestel 2 Toestel 3 Toestel 4
Verticaal
01-02
01-03
01-04
Toestel 5 Toestel 6 Toestel 7 Toestel 8
Individuele Verticaal Vast
Terug
01-05
Terug
01-06
01-07
01-08
Volgende
pg
Reset
Opmerkingen
• Om de instelling luchtstroomrichting van alle weergegeven
binneneenheden te wissen, raak [Reset] aan. Wanneer [Ja]
van het bevestigingsscherm wordt aangeraakt, wordt de
instelling gewist en schakelt deze terug naar de instelling
luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3-2-1).
• Als u de volgorde van de binneneenheden weergegeven op
het selectiescherm wilt wijzigen, neem dan contact op met
uw installateur of het servicepersoneel.
Nl-8
(3)
Het selectiescherm van de uitgangspoort dat de luchtstroomrichting instelt wordt weergegeven. Raak de in te
stellen uitgangspoort aan. Controleer de positie van elke
uitgangspoort op basis van de „ ”-markering van de behuizing van de binneneenheid.
(3)
Positie van de markering
Schakel de Aan Schakeling in.
(2)
„Aan Schakeling”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Aan Schakeling”-scherm.
(3)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan.
(2)
Binnendeel 1
Uitblaas 1
(3)
Aan Schakeling
Uitblaas 2
Activeer/Deactiveer
Uitblaas 3
Uitblaas 4
Terug
Reset
Werking Start Tijd
Annuleer
Opmerkingen
• Wanneer de instelling luchtstroomrichting van „Verticaal”
(Raadpleeg 3-2-1) wordt ingesteld bij de uitgangspoort,
wordt „—” weergegeven op het uitgangspoortscherm.
• Om alle vier de uitgangspoortinstellingen te wissen, raak
[Reset] aan. Wanneer [Ja] van het bevestigingsscherm
wordt aangeraakt, wordt de instelling gewist en schakelt
deze terug naar de instelling luchtstroomrichting van „Verticaal” (Raadpleeg 3-2-1).
(4)
Het instellingsscherm van de
luchtstroomrichting wordt weergegeven. Raak [ ] of [ ] aan
en stel de luchtstroomrichting of
„Swing” in.
Programma
Weekprogramma
Instellingen
Monitor
(5)
Stel de tijd in door [
] aan te raken.
(5)
Werking Start Tijd
OK
Instellen programma
Aan Schakeling
[Deactiveer]
Uit Schakeling
[Deactiveer]
Auto Uit Schakeling
[Deactiveer]
Volgende
pg
Terug
Annuleer
Vr. 10:00AM
[Activeer]
Werking Start Tijd
Vr. 10:00AM
In
• Auto Uit Schakeling:
Wanneer de werking van de binneneenheid wordt gestart
door de Aan/Uit-knop van deze eenheid, stopt de werking
na de ingestelde tijd.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer
elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave
terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt,
keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
[In 0.5 hr.]
hr.
OK
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Aan Schakeling”-scherm.
Opmerking
Maximaal 24 uur kan worden ingesteld.
Pas de instelling toe.
(6) Raak [OK] aan op het „Aan
Schakeling”-scherm. Nadat het
instellingwijzigingsscherm is
weergegeven, keert de display terug naar het „Instellen
programma”-scherm.
3-3-2
(1)
• Uit Schakeling:
De werkende binneneenheid stopt met werken na de
ingestelde tijd.
Aan Schakeling
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Werking Start Tijd
Annuleer
[Activeer]
[In 0.5 hr.]
OK
Uit Schakeling
Raak [Uit Schakeling] aan op het
„Instellen programma”-scherm.
Wanneer het „Wachtwoord
controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord
in en raak [OK] aan.
Instellen programma
Aan Schakeling
[Deactiveer]
Uit Schakeling
[Deactiveer]
Auto Uit Schakeling
[Deactiveer]
Terug
Schakel de Uit Schakeling in.
(2)
„Uit Schakeling”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan.
(3)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan.
(2)
(3)
Uit Schakeling
Activeer/Deactiveer
Werking Stop Tijd
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Activeer
[Deactiveer]
[In 0.5 hr.]
Deactiveer
Aan Schakeling
Annuleer
Nl-9
] of [
0.5
1
• Aan Schakeling:
De gestopte binneneenheid start met werken na de ingestelde tijd.
(1)
OK
Raak [Werking Start Tijd] aan op het „Aan Schakeling”scherm. Het „Werking Start Tijd”-scherm wordt weergegeven.
De volgende timerinstellingen zijn mogelijk:
3-3-1
Annuleer
(4)
Enable/Disable
„Instellen programma”-scherm wordt weergegeven.
(1)
(2)
Instellen uitblaas
richting
OK
Uitblaas 1
Raak [Programma] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
Pagina 1/ 2
Deactiveer
Stel de Werkingsstarttijd in
Aan Schakeling
3-3 Instellen programma
Hoofdmenu
[In 0.5 hr.]
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Aan Schakeling”-scherm.
Binnendeel 1
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (3).
Wanneer de [Terug] wordt aangeraakt op het scherm van (3),
keert het display terug naar het scherm van (2).
Wanneer de [Terug] wordt aangeraakt op het scherm van (2),
keert het display terug naar het scherm van (1).
(2)
Activeer
[Deactiveer]
(4)
Annuleer
(1)
Activeer/Deactiveer
Vr. 10:00AM
Raak [Aan Schakeling] aan
op het „Instellen programma”scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt
weergegeven, voer dan het
wachtwoord in en raak [OK] aan.
Instellen programma
Aan Schakeling
[Deactiveer]
Uit Schakeling
[Deactiveer]
Auto Uit Schakeling
Terug
[Deactiveer]
OK
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Uit Schakeling”-scherm.
Stel de Werkingsstoptijd in
Stel het tijdsbereik van de Automatisch uit-timer in
(4)
(6)
Raak [Instellen Tijd] on het „Auto Uit Schakeling”-scherm.
(7)
„Instellen Tijdschema”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Tijds bereik] aan.
(5)
Raak [Werking Stop Tijd] aan op het „Uit Schakeling”scherm. Het „Werking Stop Tijd”-scherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in door [
] of [
] aan te raken.
(4)
(6)
(5)
Uit Schakeling
Activeer/Deactiveer
Werking Stop Tijd
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Vr. 10:00AM
In
[Activeer]
Werking Stop Tijd
0.5
Werking Stop Tijd
Annuleer
hr.
Annuleer
Annuleer
[Activeer]
(8)
Opmerking
Maximaal 24 uur kan worden ingesteld.
Starttijd
[ – ]
Stoptijd
OK
Uit Schakeling
Werking Stop Tijd
Annuleer
[In 0.5 hr.]
OK
(9)
Instellen programma
Aan Schakeling
[Deactiveer]
Uit Schakeling
[Deactiveer]
Auto Uit Schakeling
[Deactiveer]
(3)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan.
(3)
Werking Stop Tijd
Annuleer
Activeer
OK
(10)
Vr. 10:00AM
[Bereik]
Starttijd
[--:--]
Stoptijd
[--:--]
Annuleer
Starttijd
Vr. 10:00AM
Uur
min.
08
40
OK
Annuleer
AM
OK
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display Weergave”.
(11) Raak [Stoptijd] aan op het „Instellen Tijdschema”-scherm.
(12) „Stoptijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de eindtijd in
door [ ] of [ ] aan te raken.
(12)
Instellen Tijdschema
[In 30 min.]
Tijds bereik
Deactiveer
[ – ]
Annuleer
OK
OK
Stel de Werkingsstoptijd in
(4)
Raak [Werking Stop Tijd] aan op het „Auto Uit Schakeling”scherm.
(5)
Het „Werking Stop Tijd” tijdscherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in met [ ] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld
binnen een bereik van 30 tot 240 minuten in stappen van 10
minuten.
Vr. 10:00AM
[Bereik]
Starttijd
[08:40AM]
Stoptijd
[--:--]
Annuleer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Auto Uit Schakeling”-scherm.
(4)
Annuleer
Raak [Starttijd] aan op het „Instellen Tijdschema”-scherm.
(11)
Activeer/Deactiveer
[Deactiveer]
Instellen Tijd
Continue
Opmerking
„Auto Uit Schakeling”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Activeer/Deactiveer] aan op het „Auto Uit Schakeling”scherm.
Vr. 10:00AM
Werkingsspecificatie
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen Tijdschema”-scherm.
Terug
(2)
Activeer/Deactiveer
Tijds bereik
(10) „Starttijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de starttijd in
door [ ] of [ ] aan te raken op het „Starttijd”-scherm.
Instellen Tijdschema
Schakel de Automatisch uit-timer in.
Auto Uit Schakeling
[--:--]
OK
[Activeer]
Auto Uit Schakeling
(2)
[--:--]
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen Tijdschema”-scherm. Wanneer [Continue] is geselecteerd, ga naar (14).
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Raak [Auto Uit Schakeling] aan
op het „Instellen programma”scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt
weergegeven, voer dan het
wachtwoord in en raak [OK] aan.
Vr. 10:00AM
[Continue]
Annuleer
„Tijds bereik” wordt weergegeven. Bij het speci¿ceren van
een tijdsbereik voor „Auto Uit
Schakeling”, raak [Werkingsspeci¿catie] aan, en bij het inschakelen van de instelling voor de
hele dag, raak [Continue] aan.
Tijds bereik
(1)
Tijds bereik
[In 30 min.]
(9)
3-3-3
Instellen Tijdschema
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Uit Schakeling”-scherm.
Pas de instelling toe.
(6) Raak [OK] aan op het „Uit
Schakeling”-scherm. Nadat het
instellingwijzigingsscherm is
weergegeven, keert de display terug naar het „Instellen
programma”-scherm.
Vr. 10:00AM
Instellen Tijd
[In 0.5 hr.]
OK
(7)
Auto Uit Schakeling
OK
Stoptijd
Vr. 10:00AM
Uur
min.
05
40
Annuleer
PM
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen Tijdschema”-scherm.
(13) Raak [OK] aan op het „InstelInstellen Tijdschema
Vr. 10:00AM
len Tijdschema”-scherm. Het
Tijds bereik
[Bereik]
scherm keert terug naar het
[08:40AM]
Starttijd
scherm „Auto Uit Schakeling”[05:40PM]
Stoptijd
scherm.
Annuleer
OK
(5)
Auto Uit Schakeling
Activeer/Deactiveer
Werking Stop Tijd
Vr. 10:00AM
[Activeer]
[In 30 min.]
[ – ]
Instellen Tijd
Annuleer
OK
Werking Stop Tijd
Vr. 10:00AM
Na de manuele werking
In
30
min.
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Auto Uit Schakeling”-scherm.
Nl-10
Pas de instelling toe.
(14) Raak [OK] aan op het „Auto Uit
Schakeling”-scherm. Nadat het
instellingwijzigingsscherm is
weergegeven, keert de display terug naar het „Instellen
programma”-scherm.
3-4-2
Auto Uit Schakeling
Activeer/Deactiveer
[Activeer]
[In 30 min.]
Werking Stop Tijd
Instellen Tijd
Programma instellen
Vr. 10:00AM
Selecteer het in te stellen schema.
(1)
Raak [Programma instellen] aan op het „Programma
instellen”-scherm.
(2)
„Instellen programma”-scherm wordt weergegeven. Wanneer [Programma 1] of [Programma 2] wordt aangeraakt,
wordt elk instellingenscherm weergegeven.
[08:40AM–05:40PM]
Annuleer
OK
3-4 Instellen weekprogramma (voor beheerder)
(1)
(2)
Instellen weekprogramma
Wekelijks werkingsschema kan worden ingesteld. Twee schemapatronen kunnen worden aangemaakt. Tot maximaal 8 tijdsinstellingen voor elke dag kunnen worden ingesteld.
Programma instellen
Activeer programma
[Programma 1]
Programma instellen
[Geen]
Instellen vrije dag
[Geen]
Programma 1
[Geen]
Programma 2
[Geen]
Terug
Terug
(1)
Raak [Weekprogramma] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
Nadat het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK] aan.
Selecteer de dag van de week
(2)
„Instellen weekprogramma”-scherm wordt weergegeven.
(3)
Selecteer door de dag van de week aan te raken waarop de
werking volgens het schema moet worden uitgevoerd. De
instellingen voor 4 keer worden weergegeven op dit scherm.
Wanneer de inhoud is geveri¿eerd, schakel de pagina door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
(4)
Wanneer het schemaweergavegebied wordt aangeraakt,
schakelt het display naar het instellingenscherm van elke
dag van de week.
(1)
(2)
Hoofdmenu
Pagina 1/ 2
Instellen uitblaas
richting
Weekprogramma
Programma
Instellingen
Instellen weekprogramma
Activeer programma
[Geen]
Programma instellen
[Geen]
Instellen vrije dag
[Geen]
Volgende
pg
Monitor
Terug
(3)
De volgende inhoud is ingesteld:
Programma 1
• Activeer programma:
Het te gebruiken schema is geselecteerd of de wekelijkse
timer is tijdelijk uitgeschakeld.
• Programma instellen:
Het dagelijkse werkingsschema is aangemaakt. Twee
schemapatronen kunnen worden aangemaakt. Tot
maximaal 8 tijdsinstellingen voor elke dag kunnen worden
ingesteld.
• Instellen vrije dag:
Wekelijks timer kan worden uitgeschakeld voor een willekeurige dag binnen bereik van 1 week. Dit is handig
wanneer de werking niet noodzakelijk is op feestdagen,
enz. Wanneer de ingesteld dag is verstreken, wordt de
instelling gewist.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, wordt elk
instellingenscherm weergegeven. Raadpleeg de beschrijving van elk item voor meer informatie. Wanneer elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave terug
naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert
het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
3-4-1
Zo.
1
2
3
4
Raak [Activeer programma] aan op het „Instellen
weekprogramma”-scherm.
(2)
Het „Activeer programma”-scherm wordt weergegeven.
Selecteer en raak [Programma 1] of [Programma 2] aan.
(2)
Instellen weekprogramma
(3)
––
––
––
––
––
––
––
––
Timer
Verw.
Kopiëer
(5)
Vr.
Za.
––°c
––°c
––°c
––°c
Volgende
pg
Het instelscherm voor elke dag
van de week heeft 3 pagina's die
worden geschakeld door aanraken van [Volgende pg] of [Vorige
pg]. Instelling van maximaal 3
keer kan worden weergegeven
op 1 pagina.
[Geen]
Programma 1
Programma instellen
[Geen]
Programma 2
Instellen vrije dag
[Geen]
Zo.
Ma.
––:––
––:––
––:––
––:––
1
2
3
4
Terug
Vr. 10:00AM
Di.
Wo. Do.
––
––
––
––
––
––
––
––
Timer
Verw.
Kopiëer
Vr.
Za.
––°c
––°c
––°c
––°c
Volgende
pg
Maandag
Pagina 1/ 3
1
––:––
––
––
––.–°c
2
––:––
––
––
––.–°c
3
––:––
––
––
––.–°c
Volgende
pg
Annuleer
OK
(6)
De items die kunnen worden ingesteld voor één tijd zijn
[Start Tijd], [Aan/Uit], [Modus] en [Temperatuur]. Wanneer
elk item wordt aangeraakt, wordt elk instellingsscherm
weergegeven. Om de instelling van de geselecteerde tijd
te wissen, raak [Verwijder] aan. Wanneer [Verwijder] wordt
aangeraakt, wordt er een veri¿catiescherm weergegeven.
Wanneer [Ja] wordt aangeraakt op het scherm, wordt de
instelling gewist.
(7)
Raak de [Start Tijd] aan op het scherm van (6), en stel de
tijd in met [ ] of [ ].
(6)
(7)
Start Tijd
Aan/Uit
––:––
––
Modus
Temperatuur
––
––.–°c
Annuleer
Geen
Annuleer
Programma 1
Door aanraken van elke tijd van [1] tot [8], kunnen gedetailleerde instellingen voor die tijd worden ingesteld.
Start Tijd
Activeer programma
Verwijder
OK
Uur
Vr. 10:00AM
min.
8
40
Annuleer
AM
OK
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar het scherm „Instellen weekprogramma”-scherm.
Opmerking
Om een schema dat reeds is ingesteld uit te schakelen, raak
[Geen] aan op scherm van (2).
Nl-11
Wo. Do.
Maandag 01
Activeer programma
Terug
––:––
––:––
––:––
––:––
Vr. 10:00AM
Di.
Stel het schema in voor elke dag van de week.
Selecteer het te gebruiken schema.
(1)
Ma.
Terug
Activeer programma
(1)
(4)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
Opmerking
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display Weergave”.
(8)
Raak [Aan/Uit] aan op het
scherm van (6), en selecteer
[Aan], [Uit] of [Vast].
Bij het uitvoeren van een andere instelling voor andere
dagen van de week, herhaalt u (3) tot (11).
Aan/Uit
Aan
Vast
Uit
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
Opmerking
Wanneer [Vast] is geselecteerd, wordt de toestand van de
binneneenheid direct voor de werking van de timer, vastgehouden. Wanneer de werking aan/uit en instelling handmatig
werden gewijzigd voor de werking van de timer, worden de
nieuwe werking en instellingen vastgehouden.
(9)
Raak [Modus] aan op het scherm van (6), en selecteer de
werkingsstand.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
(10) Raak [Instel Temp.] aan op het scherm van (6), en pas de
kamertemperatuur aan met [ ] of [ ].
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (6).
(9)
(10)
Modus
Temperatuur
Koelen
Drogen
Auto
Ventilatie
Verw.
26.0
Vast
Annuleer
OK
Ma.
––:––
––:––
––:––
1
2
3
Vr. 10:00AM
Di.
Wo. Do.
––
––
––
Vr.
––
––
––
:Kopieren
:Plakken
Plakken
OK
Programma 1
Zo.
Ma.
1 08:00 AM
2 10:00 AM
3 12:00 AM
Za.
––.–°c
––.–°c
––.–°c
Annuleer
Vr. 10:00AM
Di.
Wo. Do.
Aan
––
––
Vr.
Drogen
Koelen
––
:Kopieren
Za.
28.0°c
26.0°c
24.0°c
:Plakken
Annuleer
OK
Vervang
Programma 1
Vast
Nee
Cool
Heat
28.0
20.0
Hold
Hold
°C
OK
Wissen van een dag van de week instelling.
Om de ingestelde inhoud van
Programma 1
elke dag van de week te wissen,
Zo. Ma. Di.
selecteer de objectieve dag van
1 08:00 AM Aan
2
10:00 AM ––
de week en raak [Timer Verw.]
3 12:00 PM ––
aan.
4 03:00 PM Uit
Timer
Verw.
Terug
<Voorbeeldprogramma>
Aan/Uit
Modus
Ja
OK
Cancel
Tijd
Volgende
pg
Programma 1
Zo.
Za.
28.0°c
26.0°c
24.0°c
––°c
Copier data. Ok?
Set Temp.
°C
Raak vervolgens de te plakken
dag van de week aan. Wanneer
[Plakken] wordt aangeraakt,
wordt een gestippelde balk
weergegeven over de te plakken
dag van de week. Ga verder met
plakken op andere dagen van de
week.
Om het plakken te annuleren,
raak de geselecteerde dag van
de week aan en raak [Vervang]
aan.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, wordt er een veri¿catiescherm weergegeven.
Wanneer de [Ja] op het veri¿ catiescherm wordt aangeraakt,
wordt de instelling geplakt.
Vr. 10:00AM
Vr.
°C
Annuleer
Indien u de bedieningsmodus
heeft ingesteld op [(Custom)
Auto] of [Hold], moet de koelen
en verwarmen temperatuur
worden ingesteld.
Kopieer de instelling van elke dag van de week.
(12) De inhoud van instelling uitgeProgramma 1
voerd op een bepaalde dag van
Zo. Ma. Di. Wo. Do.
de week kan worden gekopieerd
1 08:00 AM Aan
Drogen
2
AM ––
Koelen
naar andere dagen van de week. 3 10:00
––
12:00 PM ––
Raak de te kopiëren dag van de
4 03:00 PM Uit
––
Timer
week aan en raak [Kopiëer] aan.
Terug
Kopiëer
Verw.
Temp.
[1]
08:00 AM
Aan
Drogen
28 °C
[2]
10:00 AM
Vast
Koelen
26 °C
[3]
12:00 PM
Vast
Vast
24 °C
Ochtend
Een veri¿catiescherm wordt
weergegeven. Wanneer [Ja]
wordt aangeraakt, wordt de
instelling gewist.
Vr. 10:00AM
Wo. Do.
Vr.
Za.
28.0°c
26.0°c
24.0°c
––°c
Drogen
Koelen
––
––
Volgende
pg
Kopiëer
Programma 1
De selectie wordt gereset. Ok?
Nee
Ja
Namiddag
Nacht
–
[4]
3:00 PM
Uit
–
–
[5]
5:00 PM
Aan
Vast
Vast
[6]
7:00 PM
Vast
Vast
26 °C
[7]
9:00 PM
Uit
–
–
[8]
–
–
–
–
Beëindig de instelling van elke dag van de week.
(11) Wanneer [OK] wordt aangeraakt Maandag01
op het scherm van (6), keert het
Aan/Uit
Start Tijd
Aan
08:00 AM
display terug naar het scherm
van (5). Bij het doorgaan van
Temperatuur
Modus
28.0°c
Drogen
instelling van dezelfde dag van
de week, herhaal (5) tot (11).
Verwijder
OK
Annuleer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt
op het scherm van (5), keert het
display terug naar het scherm
van (3).
Maandag
Pagina 1/ 3
1
08:00 AM
Aan
Drogen
28.0°c
2
10:00 AM
––
Koelen
26.0°c
3
12:00 PM
––
––
24.0°c
Volgende
pg
Annuleer
Een balk wordt weergegeven
boven de dag van de week met
een schema ingesteld.
OK
Beëindig de schema-instelling.
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het scherm van (2).
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt op het scherm van (2),
keert het display terug naar het
scherm van (1).
3-4-3
Zo.
1
2
3
4
Vr. 10:00AM
Ma.
Di.
Wo. Do.
08:00 AM
10:00 AM
12:00 PM
03:00 PM
Aan
––
––
Uit
Drogen
Koelen
––
––
Timer
Verw.
Kopiëer
Terug
Vr.
Zo.
1
2
3
4
Vr. 10:00AM
Ma.
Di.
Wo. Do.
08:00 AM
10:00 AM
12:00 PM
03:00 PM
Aan
––
––
Uit
Drogen
Koelen
––
––
Timer
Verw.
Kopiëer
Terug
Vr.
Za.
28.0°c
26.0°c
24.0°c
––°c
Volgende
pg
Instellen vrije dag
Stel de dag van de week in waarop de wekelijkse timer tijdelijk moet worden uitgeschakeld. Wanneer de ingestelde dag
is verstreken, wordt de instelling gewist.
(1) Raak [Instellen vrije dag] aan op het „Instellen
weekprogramma”-scherm.
(2) „Instellen vrije dag”-scherm wordt weergegeven. Wanneer
de dag van de week waarop de wekelijkse timer niet moet
worden uitgevoerd wordt aangeraakt, wordt er een vinkje
weergegeven.
(1)
(2)
Instellen weekprogramma
Programma 1
Programma 1
Instellen vrije dag
Activeer programma
[Programma 1]
Programma instellen
[Stel in]
Instellen vrije dag
[Geen]
Za.
28.0°c
26.0°c
24.0°c
––°c
Volgende
pg
Zo.
Ma.
Di.
Wo. Do.
Vr.
Za.
:Dag zonder programma
Terug
Annuleer
OK
Nl-12
Wanneer de instelling is voltooid, drukt u op [OK]. Nadat
het scherm instelling voltooid wordt weergegeven, keert het
display terug naar het „Instellen weekprogramma”-scherm.
3-5 Extra Instellingen
(1)
Raak [Instellingen] aan op het
„Hoofdmenu”-scherm.
Hoofdmenu
3-5-1
Aan/uit van economisch
(1)
Raak [Eco] aan op het „Extra Instellingen”-scherm.
(2)
„Eco”-scherm wordt weergegeven. Raak [Aan] of [Uit] op
het „Eco”-scherm aan.
Pagina 1/ 2
Instellen uitblaas
richting
Economie
(1)
Programma
(2)
Extra Instellingen
Weekprogramma
„Extra Instellingen”-scherm wordt weergegeven. Wanneer
het scherm meerdere pagina’s bevat, kunnen deze worden
geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
Extra Instellingen
Pagina 1/ 2
Eco
Temp Auto Terug
Temp.bereik
Anti-Vorst
Terug
Volgende
pg
Extra Instellingen
Temp Auto Terug
Aan
Temp.bereik
Anti-Vorst
Uit
Volgende
pg
Annuleer
OK
Wanneer u [OK] aanraakt, worden de gegevens overgedragen aan de binneneenheid, en vervolgens keert het display
terug naar het „Extra Instellingen”-scherm.
Eco Ventilator
3-5-2
Vorige
pg
(1)
De volgende inhoud is ingesteld:
(*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.)
• Eco:
De temperatuurinstelling wordt na een bepaalde tijd automatisch aangepast. Het stroomverbruik wordt onderdrukt
door de temperatuur hoog in te stellen tijdens koelen en
laag tijdens verwarmen.
• Temp Auto Terug (voor de beheerder):
Zelfs als de temperatuurinstelling wordt gewijzigd tijdens
het koelen of verwarmen, na de ingestelde tijd, keert de
temperatuur automatisch terug naar de ingestelde temperatuur.
• Anti-Vorst* (voor de beheerder):
Antivries is een functie die lage temperatuur verwarming
uitvoert om bevriezing van waterleidingen en de apparatuur te voorkomen, wanneer airconditioning functie is
uitgeschakeld, in gebieden waar de buitentemperatuur
kan dalen tot onder het vriespunt.
Als er waterlijnen zijn ver van het apparaat of binnen de
buitenmuren, kan deze functie niet voldoende bescherming bieden tegen vorst.
• Aanwezigheidsdetectie* (voor de beheerder):
„Aanwezigheidsdetectie” detecteert het ontbreken van
een persoon in de kamer en voert de volgende energiebesparing uit. Voor details over „Aanwezigheidsdetectie”,
raadpleeg de gebruikershandleiding van de binneneenheid.
Raak [Temp Auto Terug] aan op
het „Extra Instellingen” -scherm.
Wanneer het „Wachtwoord
controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord
in en raak [OK] aan.
Extra Instellingen
Pagina 1/ 2
Eco
Temp Auto Terug
Temp.bereik
Anti-Vorst
Volgende
pg
Terug
(2)
„Instelling temp. Auto retour”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Instelling temp. Auto
retour”-scherm.
(3)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
(2)
(3)
Activeer/Deactiveer
Instelling temp. Auto retour
Activeer/Deactiveer
[Deactiveer]
Activeer
Tijd Terug / Temp. Terug
Koelen/Drogen
Verw.
60min. / 28.0°c
60min. / 23.0°c
Annuleer
Deactiveer
Annuleer
OK
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar „Instelling temp. Auto retour”-scherm.
Stel de terugkeertijd en temperatuur in
(4)
Raak [Tijd Terug / Temp. Terug] aan op het „Instelling temp.
Auto retour”-scherm.
(5)
„Instellen”-scherm wordt weergegeven. Wanneer [Koelen/
Drogen] of [Verw.] op het „Instellen”-scherm wordt aangeraakt, worden het tijd- en temperatuur instellingsscherm
weergegeven.
(4)
[Bewaar Automatisch]
Wanneer het ontbreken voortduurt voor de ingestelde tijd,
schakelt de werking over op energiebesparing.
(5)
Instelling temp. Auto retour
Activeer/Deactiveer
Instelling
[Activeer]
Koelen/Drogen
60min. / 28.0°c
Verw.
60min. / 23.0°c
Tijd Terug / Temp. Terug
Koelen/Drogen
[Automatisch Uit]
Wanneer het ontbreken voortduurt voor de ingestelde tijd,
stopt de werking van de binneneenheid.
• Eco Ventilator* (voor beheerder):
Wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt tijdens
de koelingswerking, werkt de ventilator in fases en wordt
energie bespaard.
Instelling temp. Auto retour (voor de beheerder)
Schakel de Instelling temp. Auto retour in
• Temp.bereik (voor de beheerder):
Stroomverbruik door overmatig temperatuur instellen wordt
onderdrukt door beperken van het bereik van temperatuurinstelling voor elke werkingsstand van automatisch, koelen/
drogen of verwarmen.
Verw.
Annuleer
(6)
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer
elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave
terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt,
keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
(7)
Nl-13
Eco
Terug
Pagina 2/ 2
Aanwezigheidsdetectie
Terug
Eco
Instellingen
Volgende
pg
Monitor
(2)
Pagina 1/ 2
60min. / 28.0°c
60min. / 23.0°c
Terug
OK
Stel de tijd en temperatuur in
door [ ] of [ ] aan te raken. De
tijd kan worden ingesteld binnen
een bereik van 10 tot 120 minuten in stappen van 10 minuten.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen”-scherm.
Koelen/Drogen
Tijd Terug
60
min.
Annuleer
Temp. Terug
28.0
°C
OK
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het „Instelling temp. Auto retour”-scherm.
Pas de instelling toe.
(8) Raak [OK] aan op het „Instelling temp. Auto retour”-scherm.
Nadat instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert het
display terug naar het „Extra
Instellingen”-scherm.
3-5-3
(1)
Instelling temp. Auto retour
Activeer/Deactiveer
[Activeer]
Tijd Terug / Temp. Terug
60min. / 28.0°c
60min. / 23.0°c
Koelen/Drogen
Verw.
Annuleer
OK
Temperatuurbereik (voor de beheerder)
Raak [Temp.bereik] op het „Extra
Instellingen”-scherm. Wanneer
het „Wachtwoord controle”scherm wordt weergegeven, voer
dan het wachtwoord in en raak
[OK] aan.
3-5-4
Extra Instellingen
Pagina 1/ 2
Eco
Temp Auto Terug
Temp.bereik
Anti-Vorst
(1)
Volgende
pg
Terug
„Temperatuurbereik”-scherm wordt weergegeven.
Schakel de Temperatuurbereik
(2)
Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Temperatuurbereik”scherm.
(3)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
(2)
Pas de instelling toe.
(7) Raak [OK] aan op het
„Temperatuurbereik”-scherm.
Nadat instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert het
display terug naar het „Extra
Instellingen”-scherm.
Activeer/Deactiveer
[Activeer]
Limiet Laag
18.0°c
26.0°c
18.0°c
Auto
Koelen/Drogen
Verw.
Annuleer
– Limiet Hoog
–
30.0°c
–
30.0°c
–
24.0°c
OK
Antivries (voor de beheerder)
Raak [Anti-Vorst] aan op het
„Extra Instellingen”-scherm.
Wanneer het „Wachtwoord
controle”-scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord
in en raak [OK] aan.
Aan/Uit van de Anti-Vorst
(2) „Anti-Vorst”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [Aan] of [Uit]
op het „Anti-Vorst”-scherm.
Extra Instellingen
Pagina 1/ 2
Eco
Temp Auto Terug
Temp.bereik
Anti-Vorst
Volgende
pg
Terug
Anti-Vorst
Aan
Uit
Annuleer
OK
(3)
Activeer/Deactiveer
Auto
Koelen/Drogen
Verw.
Limiet Laag
18.0°c
18.0°c
10.0°c
Annuleer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, wordt een gegevensoverdracht uitgevoerd en nadat het instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert het display terug naar het „Extra
Instellingen”-scherm.
Activeer/Deactiveer
Temperatuurbereik
[Deactiveer]
Activeer
– Limiet Hoog
–
30.0°c
–
30.0°c
–
30.0°c
Deactiveer
Annuleer
OK
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het „Temperatuurbereik”-scherm.
3-5-5
(4)
Raak [Limiet Laag - Limiet Hoog] aan op het
„Temperatuurbereik”-scherm.
(5)
„Instellen”-scherm wordt weergegeven. Raak [Auto], [Koelen/Drogen] of [Verw.] aan op het „Instellen”-scherm.
(4)
Raak [Aanwezigheidsdetectie] aan op het „Extra
Instellingen”-scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”scherm wordt weergegeven, voer dan het wachtwoord in en
raak [OK] aan.
(2)
„Aanwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Bewaar Automatisch] of [Automatisch Uit] aan op het
„Aanwezigheidsdetectie”-scherm.
(1)
(5)
Temperatuurbereik
Activeer/Deactiveer
Auto
Koelen/Drogen
Verw.
Limiet Laag
18.0°c
18.0°c
10.0°c
Annuleer
– Limiet Hoog
–
30.0°c
–
30.0°c
–
30.0°c
Elk instellingenscherm wordt
weergegeven. Stel de bovengrens en ondergrens van de
temperatuur in door [ ] of [ ]
aan te raken.
Pagina 2/ 2
Aanwezigheidsdetectie
Auto
[18.0°c – 30.0°c]
Koelen/Drogen
[18.0°c – 30.0°c]
Verw.
[10.0°c – 30.0°c]
OK
Voor een binnenunit die [(Custom)
Auto] in de bedieningsmodus
aangeeft, moet [Koelen/Drogen]
en [Verw.] worden ingesteld. Deze
instelling komt tot uitdrukking in
iedere bedieningsmodus van
[(Custom) Auto], [Koelen],
[Drogen] en [Verw.].
(2)
Extra Instellingen
Instelling
[Activeer]
Aanwezigheidsdetectie (voor de beheerder)
(1)
Stel de Limiet Laag - Limiet Hoog in
(6)
Temperatuurbereik
Terug
Terug
Eco Ventilator
Aanwezigheidsdetectie
Bewaar Automatisch
[Deactiveer]
Automatisch Uit
[Deactiveer]
Vorige
pg
Terug
Elk instellingenscherm wordt weergegeven.
Instelling van Bewaar Automatisch
Instelling
Koelen/Drogen
[18.0°c – 30.0°c]
Verw.
(3)
Raak [Bewaar Automatisch] op het
„Aanwezigheidsdetectie”-scherm aan. „Bewaar
Automatisch”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/
Deactiveer] aan op het „Bewaar Automatisch”-scherm.
(4)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
[10.0°c – 30.0°c]
Terug
Auto
Limiet Laag
Limiet Hoog
(3)
(4)
Bewaar Automatisch
18.0
°C
Annuleer
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
30.0
Activeer/Deactiveer
°C
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen”-scherm. Als [Terug] op het „Instellen”scherm wordt aangeraakt, keert het display terug naar de
„Temperatuurbereik”-scherm.
Afwezigheidsdetectie
Annuleer
[Deactiveer]
Activeer
[In 30 min.]
Deactiveer
OK
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Bewaar Automatisch”-scherm.
Opmerking
De instelbare bovengrenswaarde en ondergrenswaarde kunnen verschillen afhankelijk van het model binneneenheid en
de instelling bij de installatie.
Nl-14
(5)
Raak [Afwezigheidsdetectie] aan op het „Bewaar
Automatisch”-scherm.
(6)
Het „Afwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in met [ ] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld
op 15, 30, 45, 60, 90, 120 of 180 min.
(5)
3-5-6
(1)
Raak [Eco Ventilator] aan op het „Extra Instellingen”scherm. Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt
weergegeven, voer dan het wachtwoord in en raak [OK]
aan.
(2)
„Energiebesparing Ventilator”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Energiebesparing Ventilator”scherm.
(6)
Bewaar Automatisch
Activeer/Deactiveer
Vr. 10:00AM
[Deactiveer]
Afwezigheidsdetectie
Vr. 10:00AM
In
30
Afwezigheidsdetectie
Annuleer
[In 30 min.]
min.
OK
Annuleer
Energiebesparing Ventilator
(Voor beheerder)
(1)
(2)
OK
Extra Instellingen
Pagina 2/ 2
Aanwezigheidsdetectie
Opmerking
Instelling van Automatisch Uit
(7)
Raak [Automatisch Uit] aan op het „Aanwezigheidsdetectie”scherm. „Automatisch Uit”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Automatisch Uit”scherm.
(8)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Raak [Activeer] aan op het „Activeer/Deactiveer”-scherm.
Activeer
Deactiveer
Wanneer de detectietijd hetzelfde is als, of langer is dan
„Automatisch Uit” is ingesteld bij „Bewaar Automatisch”, dan
werkt „Bewaar Automatisch” niet.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Bewaar Automatisch”-scherm. Wanneer [OK] op
het „Bewaar Automatisch”-scherm wordt aangeraakt, keert
het display terug naar het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm.
Energiebesparing Ventilator
Eco Ventilator
Terug
Vorige
pg
Annuleer
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Extra Instellingen”-scherm.
3-6 Instellen Zomertijd (Daylight Saving
Time) instellen (voor de beheerder)
De tijdweergave en werking van de timer lopen 1 uur voor op de
gebruikelijke tijd.
(1) Raak [Instellen Zomertijd] aan
Hoofdmenu
Pagina 2/ 2
op het „Hoofdmenu”-scherm.
Instellen Zomertijd
Voorkeuren
Initialiseren
Onderhoud
Monitor
(7)
Activeer/Deactiveer
Afwezigheidsdetectie
Annuleer
Vr. 10:00AM
Activeer/Deactiveer
Activeer
[Deactiveer]
Deactiveer
[In 24 hr.]
Annuleer
OK
OK
De Instellen Zomertijd in- of uitschakelen
(1) „Instellen Zomertijd”-scherm
Instellen Zomertijd
wordt weergegeven. Selecteer
Activeer
[Activeer] of [Deactiveer] op het
„Instellen Zomertijd”-scherm.
Deactiveer
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Automatisch Uit”-scherm.
Annuleer
(9)
Activeer/Deactiveer
Vr. 10:00AM
[Deactiveer]
Afwezigheidsdetectie
Vr. 10:00AM
In
24
Afwezigheidsdetectie
3-7 Voorkeur (voor de beheerder)
Instellingen van het aanraakscherm
(10)
Automatisch Uit
[In 24 hr.]
(1)
Raak [Voorkeuren] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
(2)
„Voorkeuren”-scherm wordt weergegeven.
(1)
(2)
hr.
Hoofdmenu
Annuleer
OK
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar „Hoofdmenu”-scherm.
Raak [Afwezigheidsdetectie] aan op het „Automatisch Uit”scherm.
(10) Het „Afwezigheidsdetectie”-scherm wordt weergegeven.
Stel de tijd in met [ ] of [ ]. De tijd kan worden ingesteld
op 1 tot 24 uur.
Annuleer
OK
Opmerking
Wanneer de detectietijd hetzelfde is als, of korter is dan
„Bewaar Automatisch” is ingesteld bij „Automatisch Uit”, dan
werkt „Bewaar Automatisch” niet.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Automatisch Uit”-scherm. En wanneer [OK] op
het „Automatisch Uit”-scherm wordt aangeraakt, keert het
display terug naar het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm.
Wanneer [Terug] op het „Aanwezigheidsdetectie”-scherm
wordt aangeraakt, keert het display terug naar het „Extra
Instellingen”-scherm.
Nl-15
Vorige
pg
(8)
Automatisch Uit
(9)
OK
Pagina 2/ 2
Voorkeuren
Instellen Zomertijd
Voorkeuren
Calibratie
Initialiseren
Onderhoud
Contrast
Monitor
Vorige
pg
Achtergrond
Terug
De volgende inhoud is ingesteld:
• Calibratie:
Wanneer de aangeraakte positie en de overeenkomstige
positie niet overeenkomen op het scherm, voer dan deze
instelling uit.
• Achtergrond:
Inschakelen/uitschakelen, helderheid en uitschakeltijd van
de achtergrondverlichting kan worden ingesteld.
• Contrast:
Pas het contrast van het scherm aan.
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer
elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave
terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt,
keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
3-7-1
3-7-2
(1)
Instellen Achtergrond verlichting
Raak [Achtergrond] aan op het
„Voorkeuren”-scherm.
Voorkeuren
Calibratie
Achtergrond
Contrast
Calibratie
Terug
(1)
Raak [Calibratie] aan op het „Voorkeuren”-scherm.
(2)
„Calibratie”-scherm wordt weergegeven. Raak [Start] aan
op het „Calibratie”-scherm.
(1)
Schakel de achtergrondverlichting in of uit
(2)
„Instellen Achtergrond verlichting”-scherm wordt weergegeven. Raak [Activeer/Deactiveer] aan op het „Instellen
Achtergrond verlichting”-scherm.
(3)
Het „Activeer/Deactiveer”-scherm wordt weergegeven.
Selecteer [Activeer] of [Deactiveer].
(2)
Voorkeuren
Calibratie
Calibratie
Kalibreer het scherm door het aanraken van
de 3 markeerpunten (+) die weergegeven
zijn op het scherm
Achtergrond
Contrast
(2)
Druk op de (Start) knop om de kalibratie te
starten
Annuleer
Terug
Start
(3)
Activeer/Deactiveer
(3)
Raak het midden van de [+]-markering aan.
(4)
De [+]-markering wordt linksonder in het scherm weergegeven. Raak het midden van deze markering aan.
(3)
Activeer/Deactiveer
Instellen Achtergrond verlichting
[Activeer]
Helderheid
Annuleer
Activeer
[30s]
Auto uitschakelen
Deactiveer
[2]
Annuleer
OK
OK
(4)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm.
Opmerking
Druk op het middenpunt van het markeerpunt
(+)
(5)
Druk op het middenpunt van het markeerpunt
(+)
De [+]-markering wordt rechtsonder in het scherm weergegeven. Raak het midden van deze
markering aan.
Stel de tijd in totdat de achtergrondverlichting wordt uitgeschakeld.
Druk op het middenpunt van het markeerpunt
(+)
(6)
Indien ingesteld op „Deactiveer”, is instelling van [Auto
uitschakelen] en [Helderheid] niet nodig. (Kan niet worden
ingesteld) Ga naar (8).
(4)
Raak [Auto uitschakelen] aan op het „Instellen Achtergrond
verlichting”-scherm.
(5)
„Auto uitschakelen”-scherm wordt weergegeven. Selecteer
[60s] of [30s].
De [+]-markeringen worden nogmaals één voor één weergegeven op 3 punten in het scherm. Raak het midden van
elke markering aan.
(4)
(5)
Activeer/Deactiveer
[Activeer]
Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+)
ter bevestiging
Druk op het middenpunt van het
markeerpunt (+)
Druk op het middenpunt van het
markeerpunt (+)
Helderheid
Annuleer
60s
[30s]
Auto uitschakelen
Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+)
ter bevestiging
Auto uitschakelen
Instellen Achtergrond verlichting
30s
[2]
Annuleer
OK
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm.
Pas de helderheid van de achtergrondverlichting aan
Druk nogmaals op de 3 markeerpunten (+)
ter bevestiging
(6)
Raak [Helderheid] aan op het „Instellen Achtergrond
verlichting”-scherm.
(7)
„Helderheid”-scherm wordt weergegeven. Pas de helderheid aan met de [ ] of [ ].
Druk op het middenpunt van het
markeerpunt (+)
(7)
Wanneer de kalibratie succesvol was, keert het scherm
terug naar het „Voorkeuren”-scherm.
(6)
(7)
Activeer/Deactiveer
Als de kalibratie van het aanraakscherm is mislukt
Scherm toont dat kalibratie is
mislukt. Om kalibratie te herhaKalibratie is mislukt. Om opnieuw te proberen
len, raakt u [Opnieuw] aan en
druk op de (Opnieuw) toets
herhaal stap (2) tot (6).
Annuleer
Opnieuw
Helderheid
Instellen Achtergrond verlichting
[Activeer]
[30s]
Auto uitschakelen
Helderheid
Annuleer
[2]
OK
3
2
1
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instellen Achtergrond verlichting”-scherm.
Pas de instelling toe.
(8) Nadat de instelling is voltooid,
raakt u [OK] aan op „Instellen Achtergrond verlichting”scherm.
Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert
het display terug naar het
„Voorkeuren”-scherm.
Instellen Achtergrond verlichting
Activeer/Deactiveer
[Activeer]
[30s]
Auto uitschakelen
[2]
Helderheid
Annuleer
OK
Nl-16
3-7-3
• R.C. Sensor*:
Deze instelling gebruikt de sensor van deze eenheid om
de kamertemperatuur te meten. De kamertemperatuur
kan worden waargenomen op een positie dichter bij de
persoon dan de binneneenheid. Fabrieksinstellingen worden „Niet Actief”.
Contrast
(1)
Raak [Contrast] aan op het „Voorkeuren”-scherm.
(2)
„Contrast”-scherm wordt weergegeven. Pas het contrast
aan met [ ] of [ ].
(1)
• Master Bediening: Ƈ
(2)
Voorkeuren
• Wachtwoord:
Het wachtwoord kan worden ingesteld of gewijzigd. Bovendien, kan verzoek om wachtwoord voor de volgende
instellingsitems worden ingesteld.
Contrast
Calibratie
Achtergrond
5
4
3
2
1
Contrast
Terug
Annuleer
• Aan Schakeling (3-3-1)
OK
• Uit Schakeling (3-3-2)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar het „Voorkeuren”-scherm.
• Auto Uit Schakeling (3-3-3)
• Weekprogramma (3-4)
• Instelling temp. Auto retour (3-5-2)
• Temp.bereik (3-5-3)
3-8 Initialiseren (voor de beheerder)
• Anti-Vorst* (3-5-4)
Voor deze instelling uit bij de installatie. De instelling kan ook na
de installatie wordt gewijzigd.
• Aanwezigheidsdetectie* (3-5-5)
(1)
Raak [Initialiseren] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
• Eco Ventilator* (3-5-6)
(2)
Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voert u het wachtwoord (of installatiewachtwoord) in
en raakt u [OK] aan.
• Initialiseren (3-8)
(1)
• Onderhoud (3-9)
• Instellingen Display:
Weergave van het ¿lterteken en kamertemp. kunnen worden geschakeld tussen zichtbaar en onzichtbaar.
(2)
Hoofdmenu
Pagina 2/ 2
Wachtwoord controle
• R.C. Master/Slave Ƈ
Geef wachtwoord
Instellen Zomertijd
Initialiseren
Monitor
(3)
Voorkeuren
Onderhoud
Vorige
pg
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Annuleer
Pagina 1/ 3
Initialiseren
Instellen Taal
Datum
Instellen
R.C. Sensor
Temperatuur
Toestel
R.C. Keuze
Groepsnaam
Wachtwoord
Volgende
pg
Terug
Initialiseren
Terug
Pagina 2/ 3
3-8-1
(1)
Master
Bediening
Scherm symb.
Instel.
Vorige
pg
Instellen Taal
Raak [Instellen Taal] aan op het
„Initialiseren”-scherm. „Instellen
Taal”-scherm wordt weergegeven.
Volgende
pg
Pagina 3/ 3
Master/Slave
instelling
Wanneer het in te stellen item wordt aangeraakt, schakelt
de weergave over naar elk instellingenscherm. Wanneer
elke instelling is voltooid of geannuleerd, keert de weergave
terug naar dit scherm. Wanneer [Terug] wordt aangeraakt,
keert het scherm terug naar het „Hoofdmenu”-scherm.
OK
Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het scherm
„Initialiseren”-scherm weergegeven. Het scherm heeft 3
pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige
pg] aan te raken.
Initialiseren
• I.U. Number* Ƈ
CL
(2)
I.U. Number
De volgende inhoud is ingesteld. (Ƈ: voor installateur)
(*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.)
• Datum Instellen:
Het displayformaat van de datum en tijd worden ingesteld.
Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, blijven de datum
en tijd gedurende ongeveer 7 dagen actueel met behulp
van de ingebouwde batterij. Wanneer de stroom gedurende een langere tijd wordt uitgeschakeld, moeten de datum
en tijd gereset worden.
• Temperatuur Toestel:
De weergegeven temperatuureenheid wordt gewijzigd
naar „°C” of „°F”. Fabrieksinstelling is „°C”.
• R.C. Keuze Groepsnaam:
De groepsnaam van de afstandsbediening kan worden
ingesteld of gewijzigd.
Nl-17
Datum
Instellen
Temperatuur
Toestel
R.C. Keuze
Groepsnaam
Volgende
pg
Dit scherm bevat 2 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken. Raak de taal die
u wilt gebruiken aan.
Vorige
pg
• Instellen Taal:
De weergegeven taal wordt gewijzigd. De weer te geven
talen zijn Engels (fabrieksinstelling), Chinees, Frans,
Duits, Spaans, Pools, Russisch, Italiaans, Grieks, Portugees, Turks en Nederlands.
Pagina 1/ 3
Instellen Taal
Terug
Instellen Taal
Terug
Initialiseren
Français
Русский
Deutsch
Español
Język
polski
Português
Volgende
pg
OK
Annuleer
Pagina 2/ 2
Italiano
Ελληνικά
Türkçe
Dutch
Vorige
pg
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar „Initialiseren”-scherm.
3-8-2
(1)
Instellen Taal
ѣᮽ
Annuleer
(3)
Pagina 1/ 2
English
Datum Instellen
Raak [Datum Instellen] aan
op het „Initialiseren”-scherm.
„Datum Instellen”-scherm wordt
weergegeven.
Initialiseren
Pagina 1/ 3
Instellen Taal
Datum
Instellen
Temperatuur
Toestel
R.C. Keuze
Groepsnaam
Terug
Volgende
pg
Stel de datum en tijd in
(2)
(3)
Raak [Datum en Tijd Instellen] aan op het „Datum Instellen”scherm. „Datum en Tijd Instellen”-scherm wordt weergegeven.
(10)
(11)
Datum Weergave
Raak [Datum] aan op het „Datum en Tijd Instellen”-scherm.
„Datum”-scherm wordt weergegeven.
(2)
Dag/Maand/Jaar
Maand/Dag/Jaar
Zo. 12:00AM
Datum
Tijd
01/ 01/2017
12:00 AM
12:00-11:59AM/PM
Instellen Zomertijd
Terug
Deactiveer
Annuleer
] of [
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Datum en Tijd
Instellen”-scherm.
]
OK
Datum
Dag
Maand
Jaar
01
01
2017
Annuleer
OK
(5)
Raak [Tijd] aan op het „Datum en Tijd Instellen”-scherm.
(6)
„Tijd”-scherm wordt weergegeven. Stel de tijd in met [
[ ].
Datum
Tijd
01/ 01/2017
Dag/Maand/Jaar
Tijd Weergave
12:00-11:59AM/PM
Instellen Zomertijd
min.
12
00
OK
00:00–11:59 AM/PM
00:00–23:59
Annuleer
OK
Datum Instellen
Datum en Tijd Instellen
Display Weergave
Terug
Temperatuur Toestel
Annuleer
(1)
Raak [Temperatuur Toestel] aan op het „Initialiseren”scherm.
(2)
„Temperatuur Toestel”-scherm wordt weergegeven. Selecteer [°C] of [°F]. (De standaardinstelling is „°C”).
AM
Deactiveer
Annuleer
Vr. 10:00AM
12:00–11:59 AM/PM
Zo. 12:00AM
Uur
12:00 AM
Datum Weergave
Sluit de datuminstelling af
(14) Wanneer [Terug] op het „Date
Setting”-scherm wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het „Initialiseren”-scherm.
3-8-3
Tijd
OK
Tijd Weergave
] of
(6)
Zo. 12:00AM
Annuleer
(13) Wanneer de [OK]-toets op het „Display Weergave”-scherm
wordt aangeraakt, nadat een instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert de weergave terug naar het „Datum Instellen”-scherm.
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display Weergave”.
Datum en Tijd Instellen
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Display Weergave”scherm.
Zo. 12:00AM
Opmerking
(5)
Annuleer
12:00–11:59AM/PM
(12) „Tijd Weergave”-scherm wordt
weergegeven. Selecteer het
gewenste formaat.
Dag/Maand/Jaar
Tijd Weergave
Stel de Datum in door [
aan te raken.
Vr. 10:00AM
Datum Weergave
Tijd Weergave
Datum Weergave
Display Weergave
Display Weergave
Jaar/Maand/Dag
Datum en Tijd Instellen
Datum en Tijd Instellen
Vr. 10:00AM
Dag/Maand/Jaar
(3)
Datum Instellen
(4)
(11) Raak [Tijd Weergave] aan op het „Display Weergave”scherm.
OK
Wanneer de [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Datum en Tijd Instellen”-scherm.
(1)
(2)
Initialiseren
Pagina 1/ 3
Temperatuur Toestel
Opmerking
Instellen Taal
Datum
Instellen
°C
Formaat van het instellingenscherm komt overeen met de
voorkeur van de „Display Weergave”.
Temperatuur
Toestel
R.C. Keuze
Groepsnaam
°F
Terug
(7)
Wanneer de [OK] van de „Datum en Tijd Instellen”-scherm
wordt aangeraakt, nadat een instellingveranderingsscherm
wordt weergegeven, keert het scherm terug naar het „Datum Instellen”-scherm.
Volgende
pg
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar „Initialiseren”-scherm.
Stel het Display Weergave van de datum en tijd in
(8)
Raak [Display Weergave] aan op het „Datum Instellen”scherm.
(9)
„Display Weergave”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Datum Weergave] aan.
(8)
(9)
Datum Instellen
Display Weergave
Datum en Tijd Instellen
Display Weergave
Terug
Vr. 10:00AM
Datum Weergave
Dag/Maand/Jaar
Tijd Weergave
12:00–11:59AM/PM
Annuleer
OK
(10) „Datum Weergave”-scherm wordt weergegeven. Selecteer
het gewenste formaat.
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm
terug naar het „Display Weergave”-scherm.
Nl-18
3-8-4
(1)
R.C. Keuze Groepsnaam
Raak [R.C. Keuze Groepsnaam] aan op het „Initialiseren”scherm.
3-8-6
Initialiseren
„R.C. Keuze Groepsnaam”scherm wordt weergegeven.
Pagina 1/ 3
Instellen Taal
Datum
Instellen
Temperatuur
Toestel
R.C. Keuze
Groepsnaam
(1)
Instellen wachtwoord
Raak [Wachtwoord] aan op het
„Initialiseren”-scherm.
Initialiseren
Beschrijving van het scherm
Scherm symb.
Instel.
Wachtwoord
Volgende
pg
Terug
Pagina 2/ 3
Master
Bediening
R.C. Sensor
Vorige
pg
Terug
Volgende
pg
Wijzig het wachtwoord
(a)
(2)
„Instellen wachtwoord”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Verander Wachtwoord] aan.
(3)
„Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven. Voer
het huidige wachtwoord in en raak [OK] aan.
(d)
(2)
(e)
(b)
(3)
Instellen wachtwoord
Wachtwoord controle
Geef wachtwoord
Verander Wachtwoord
(f)
(a)
(b)
(c)
(d)
(e)
(f)
Invoergebied:
Wanneer de beschikbare aantal tekens is overschreden,
wordt „Over” weergegeven aan de rechterkant. (Alfabet 12
tekens, Chinees 8 tekens)
Tekentoetsen:
Raak dezelfde toets aan totdat het te gebruiken teken wordt
weergegeven.
Toets voor Stsndaard:
[Verdieping, Berging, Kantoor, Vergader, Receptie, Kamer,
Kamer nummer, Voorzijde, Zijkant, Entrée, Uitgang, Oost,
West, Zuid, Noord, Raam] wordt geregistreerd. Raak de
[Stsndaard]-toets aan totdat de te gebruiken zin wordt weergegeven.
Spatie-toets
Backspace-toets
Cursortoetsen
Wijzig de R.C. Groepsnaam
(2)
Raak iedere toets aan en voer de naam in. Wanneer [OK]
wordt aangeraakt, nadat een instellingsveranderingsscherm wordt weergegeven, keert het scherm terug naar
„Initialiseren”-scherm.
3-8-5
R.C. Sensorinstelling
(1)
Stel de [R.C. Sensor] in op het „Initialiseren”-scherm.
(2)
„R.C. Sensor”-scherm wordt weergegeven. Raak [Actief]
aan.
(1)
(2)
Initialiseren
Pagina 2/ 3
R.C. Sensor
Master
Bediening
Actief
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Niet Actief
Terug
Vorige
pg
Volgende
pg
Annuleer
(4)
Als het ingevoerde wachtwoord
juist is, wordt het „Verander
Wachtwoord”-scherm weergegeven.
4
8
9
OK
Verander Wachtwoord
Geef nieuw wachtwoord
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
CL
Annuleer
OK
Wanneer het nieuwe wachtwoord is ingevoerd en [OK]
wordt aangeraakt, nadat het instellingwijzigingsscherm
wordt weergegeven, keert de weergave terug naar het
„Instellen wachtwoord”-scherm.
Verzoek om wachtwoord van het instel item Aan/uit is ingesteld.
(5) Raak [Instelling Aanpassen] aan Instellen wachtwoord
op het „Instellen wachtwoord”Verander Wachtwoord
scherm.
Instelling Aanpassen
Terug
„Instelling Aanpassen”-scherm wordt weergegeven. Het
scherm heeft 3 of 4 pagina’s die worden gewisseld door
[Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
Instelling Aanpassen
Pagina 1/ 4
Instelling Aanpassen
Pagina 2/ 4
Aan Schakeling
[Uit]
Weekprogramma
[Aan]
Uit Schakeling
[Uit]
Temp Auto Terug
[Aan]
Volgende
pg
Instelling Aanpassen
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, nadat de gegevens zijn
verzonden
naar de binneneenheid, keert het display terug naar het
„Initialiseren”-scherm.
3
7
Het standaard wachtwoord is „0000” (4 cijfers).
Annuleer
OK
2
6
Opmerking
Auto Uit Schakeling
R.C. Sensor
1
5
Annuleer
Terug
(c)
0
CL
Instelling Aanpassen
[Aan]
Temperatuurbereik
OK
Annuleer
Pagina 3/ 4
Vorige
pg
Instelling Aanpassen
[Aan]
Volgende
pg
OK
Pagina 4/ 4
Anti-Vorst
[Aan]
Initialiseren
[Aan]
Aanwezigheidsdetectie
[Aan]
Onderhoud
[Aan]
Eco Ventilator
[Aan]
Annuleer
Vorige
pg
Volgende
pg
OK
Annuleer
Vorige
pg
OK
Opmerking
Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund
worden niet weergegeven.
Nl-19
(6)
(7)
Wanneer in te stellen of te wissen wachtwoordverzoek item
wordt aangeraakt, wordt elk instellingenscherm weergegeven.
Raak [Aan] of [Uit] aan.
Aan Schakeling
(Voorbeeld van „Aan
Aan
Schakeling”-scherm)
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Instelling Aanpassen”scherm.
Pas de instelling toe.
(8) Nadat de instelling is voltooid,
raakt u [OK] aan op het „Instelling Aanpassen”-scherm.
(Voorbeeldpagina 1/4)
Uit
Annuleer
Pas de instelling toe.
(6) Wanneer de instelling voltooid
is, raak dan [OK] aan op het
„Scherm symb. Instel.”-scherm.
Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keert
het display terug naar het
„Initialiseren”-scherm.
Instelling Aanpassen
Pagina 1/ 4
Aan Schakeling
[Uit]
[Uit]
Uit Schakeling
Wanneer het „Wachtwoord controle”-scherm wordt weergegeven, voert u het wachtwoord (of installatiewachtwoord) in
en raakt u [OK] aan.
(1)
(2)
Hoofdmenu
Instellen Zomertijd
Voorkeuren
Initialiseren
Onderhoud
Verander Wachtwoord
Monitor
Instelling Aanpassen
Pagina 2/ 2
Initialiseren
(3)
Pagina 2/ 3
R.C. Sensor
Master
Bediening
Wachtwoord
Scherm symb.
Instel.
Vorige
pg
Vorige
pg
„Scherm symb. Instel.”-scherm wordt weergegeven. Raak
[Filter indicatie] aan op het „Scherm symb. Instel.”-scherm.
(3)
„Filter indicatie”-scherm wordt weergegeven. Raak [Zichtbaar] of [Niet Zichtbaar] aan.
(3)
Filter indicatie
[Niet Zichtbaar]
Annuleer
Zichtbaar
Niet Zichtbaar
OK
Annuleer
2
3
4
6
7
8
9
OK
Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het
„Onderhoud”-scherm weergegeven. Het scherm heeft 3
pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg] of [Vorige
pg] aan te raken.
Pagina 1/ 3
Onderhoud
Pagina 2/ 3
Fout Historie
Instellingen
Test Run
Reset Filter
Versie
Adres Binnendeel
Volgende
pg
Terug
Terug
R.C. adres
Vorige
pg
Functie
Instelling
Volgende
pg
Pagina 3/ 3
Wijzig wachtwoord
Installateur
(2)
Ruimte Temp.
1
5
Volgende
pg
Filterteken zichtbaar/niet zichtbaar
[Zichtbaar]
0
CL
Annuleer
Onderhoud
Filter indicatie
Wachtwoord controle
Geef wachtwoord
Instellen wachtwoord
Terug
Scherm symb. Instel.
OK
Raak [Onderhoud] aan op het „Hoofdmenu”-scherm.
Onderhoud
(2)
Annuleer
(2)
OK
Scherm symb. Instel.
Raak [Scherm symb. Instel.] aan
op het „Initialiseren”-scherm.
[Zichtbaar]
(1)
[Aan]
Volgende
pg
Terug
(1)
Ruimte Temp.
3-9 Onderhoud (voor beheerder)
Nadat het instellingwijzigingsscherm is weergegeven, keer
de weergave terug naar het „Instellen wachtwoord”-scherm.
3-8-7
[Zichtbaar]
Veri¿catie, bediening en instelling voor beheerdersinformatie
wordt uitgevoerd.
Auto Uit Schakeling
Wanneer [Terug] op het „Instellen wachtwoord”-scherm wordt
aangeraakt, keert het display
terug naar het „Initialiseren”scherm.
Filter indicatie
OK
Annuleer
(9)
Scherm symb. Instel.
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Scherm symb. Instel.”-scherm.
Ruimte Temp. zichtbaar/niet zichtbaar
Terug
Initializeren
Vorige
pg
Veri¿catie, bediening en instelling van de volgende inhoud
wordt uitgevoerd. (Ƈ: voor installateur)
(*: Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund, worden niet weergegeven.)
• Fout Historie:
De foutgeschiedenis kan worden geveri¿eerd/gewist.
• Instellingen:
De status van elke instelling kan worden geveri¿eerd als
een lijst.
• Reset Filter*:
Nadat het ¿lter van de binneneenheid is gereinigd, kan het
¿lterteken worden gereset.
(4)
Raak [Ruimte Temp.] aan op het „Scherm symb. Instel.”scherm.
• Versie:
Het softwareversienr. van deze eenheid kan worden geveri¿eerd.
(5)
„Ruimte Temp.”-scherm wordt weergegeven. Selecteer
[Zichtbaar] of [Niet Zichtbaar].
• Test Run Ƈ
(4)
(5)
Filter indicatie
[Zichtbaar]
Ruimte Temp.
[Niet Zichtbaar]
Annuleer
• Adres Binnendeel Ƈ
• Functie Instelling Ƈ
Ruimte Temp.
Scherm symb. Instel.
OK
• R.C. adres Ƈ
Zichtbaar
• Wijzig wachtwoord Installateur Ƈ
• Initializeren Ƈ
Niet Zichtbaar
Annuleer
OK
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, keert de weergave terug
naar het „Scherm symb. Instel.”-scherm.
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt bij een andere instelling dan initialisatie, keert de weergave terug naar het
„Hoofdmenu”-scherm. Wanneer de initialisatie wordt uitgevoerd, wordt het instellingsscherm bij het initiële opstarten
weergegeven.
Nl-20
3-9-1
(1)
Fout Historie
3-9-3
Raak [Fout Historie] aan op het
„Onderhoud”-scherm.
Onderhoud
Pagina 1/ 3
Fout Historie
Instellingen
Reset Filter
Versie
(2)
Nr.
1
2
3
4
5
6
Datum
2017/ 8/ 1
2017/ 7/30
2017/ 7/25
2017/ 7/22
2017/ 7/22
2017/ 7/21
Tijd
11:00 AM
2:53 AM
8:53 AM
11:00 AM
11:00 AM
11:00 AM
Adres
002-01
002-02
002-02
002-01
002-01
002-01
Volgende
pg
Terug
Pagina 1/ 2
Code
141
143
143
141
141
141
Wis alles
Fout Historie
Nr.
7
8
9
10
11
Datum
2017/ 7/ 1
2017/ 7/10
2017/ 7/ 5
2017/ 7/ 2
2017/ 7/ 2
Tijd
11:00 AM
2:53 AM
8:53 AM
11:00 AM
11:00 AM
Vorige
pg
Terug
Wis alles
Wanneer [Terug] na veri¿catie wordt aangeraakt, keert de
weergave terug naar het „Onderhoud”-scherm.
Raak [Wis alles] aan op het „Fout Historie”-scherm.
(2)
Een veri¿catiescherm wordt weergegeven. Wanneer [Ja]
wordt aangeraakt nadat de geschiedenis is gewist, keert de
weergave terug naar het „Fout Historie”-scherm.
(1)
(1)
Nr.
1
2
3
4
5
6
Datum
2017/ 8/ 1
2017/ 7/30
2017/ 7/25
2017/ 7/22
2017/ 7/22
2017/ 7/21
Tijd
11:00 AM
2:53 AM
8:53 AM
11:00 AM
11:00 AM
11:00 AM
Terug
3-9-2
(2)
Onderhoud
Pagina 1/ 3
Fout Historie
Instellingen
Reset Filter
Versie
Adres
002-01
002-02
002-02
002-01
002-01
002-01
Volgende
pg
Pagina 1/ 2
Code
141
143
143
141
141
141
Wis alles
Terug
3-9-4
(1)
Volgende
pg
Nee
Ja
Onderhoud
Pagina 1/ 3
Fout Historie
Instellingen
Reset Filter
Versie
Volgende
pg
„Instellingen”-scherm wordt weergegeven. Het scherm
heeft 5 pagina’s die worden gewisseld door [Volgende pg]
of [Vorige pg] aan te raken.
(Items die niet door de binneneenheid worden ondersteund,
worden niet weergegeven.)
Pagina 1/ 5
[Deactiveer]
[0.5hr.]
[Deactiveer]
[0.5hr.]
[Deactiveer]
[30min.]
[–]
Aan Schakeling
– Werking Start Tijd
Uit Schakeling
– Werking Stop Tijd
Auto Uit Schakeling
– Werking Stop Tijd
– Tijds bereik
Volgende
pg
Terug
Instellingen
Pagina 3/ 5
[Deactiveer]
[18.0°c – 30.0°c]
[18.0°c – 30.0°c]
[10.0°c – 30.0°c]
[Dag/Maand/Jaar]
[12:00–11:59AM/PM]
Temperatuurbereik
– Auto
– Koelen/Drogen
– Verw.
Datum Weergave
Tijd Weergave
Terug
Vorige
pg
Instellingen
Instellingen
Pagina 2/ 5
Weekprogramma
STemp Auto Terug
– Koelen/Drogen
– Verw.
Terug
[Deactiveer]
[Deactiveer]
[60min. / 28.0°c]
[60min. / 23.0°c]
Vorige
pg
Instellingen
Pagina 4/ 5
[Deactiveer]
[°C]
[Niet Actief]
Instellen Zomertijd
Temperatuur Toestel
R.C. Sensor
Scherm symb. Instel.
– Filter indicatie
– Ruimte Temp.
Terug
Volgende
pg
[Zichtbaar]
[Niet Zichtbaar]
Vorige
pg
Volgende
pg
Pagina 5/ 5
[Master]
[Activeer]
[30s]
[2]
[3]
Master/Slave instelling
Achtergrondverlichting
– Auto uitschakelen
– Helderheid
Contrast
Terug
Volgende
pg
OK
Versie
Raak [Versie] aan op het „Onderhoud”-scherm.
(1)
(2)
Onderhoud
Pagina 1/ 3
Fout Historie
Instellingen
Reset Filter
Versie
Terug
Verwijder het foutmeldingen overzicht. Ok?
Terug
Instellingen
Annuleer
Versie
E000V00P00L00
Fout Historie
Instellingen
Raak [Instellingen] aan op het
„Onderhoud”-scherm.
Reset Filter Alarm
Het filter alarm wordt gereset. OK?
(2)
Fout Historie
Vorige
pg
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert het display terug
naar het „Onderhoud”-scherm.
Nl-21
Wanneer [OK] wordt aangeraakt, schakelt het ¿lterteken
van de binneneenheid uit en keert de weergave terug naar
het „Onderhoud”-scherm.
„Versie”-scherm wordt weergegeven.
Wanneer [Terug] wordt aangeraakt, keert de weergave
terug naar het „Onderhoud”-scherm.
(1)
(2)
(2)
Pagina 2/ 2
Code
141
143
143
141
141
Adres
002-01
002-02
002-02
002-01
002-01
Wis de foutgeschiedenis
(1)
Raak [Reset Filter] aan op het „Onderhoud”-scherm.
Nadat het gegevensoverdrachtscherm wordt weergegeven,
wordt het „Reset Filter Alarm”-scherm weergegeven.
„Fout Historie”-scherm wordt weergegeven. Wanneer het
scherm meerdere pagina’s bevat, kunnen deze worden
geschakeld door [Volgende pg] of [Vorige pg] aan te raken.
Fout Historie
(3)
(1)
Volgende
pg
Terug
Reset Filter Alarm
Volgende
pg
Terug
4 BEDIENINGSTIPS
4-1-4
4-1 Selecteerbare modi (voor VRF-systeem)
(a)
(a)
(b)
(c)
Warmtewinningssysteem
Wanneer één binneneenheid is aangesloten op een RB-unit
Kunnen alle modi worden geselecteerd.
Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in een
RB-groep, kan alleen de geselecteerde in de master-binneneenheid (*1) worden gebruikt. (*1: „Ventilatie” kan niet
worden geselecteerd bij de binneneenheid met inbegrip van
de master-binneneenheid.)
Wanneer een master-binneneenheid niet is ingesteld in de
RB-groep, raadpleeg de onderstaande tabel.
Status
Koelen, Drogen
Auto of Custom
Auto, Verwarmen,
Ventilatie
Andere binneneenheid is in
ontvochtigingswerking.
Koelen, Drogen
Auto of Custom
Auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Drogen, Ventilatie
Verwarmen
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Drogen, Ventilatie
Andere binneneenheid is in
antivrieswerking.
4-1-2
Wanneer binneneenheden zijn aangesloten
voor alleen koelen in warmtewinningssysteem
Raadpleeg de volgende tabel:
Status
Te allen tijde
4-1-3
(a)
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Verwarmen
Drogen, Ventilatie
RB-prioriteitsaansluiting in warmtewinningssysteem
Voor binneneenheden of RB-groepen door RB-prioriteitsaansluiting, raadpleeg de volgende tabel:
Status
Koelingsprioriteit wordt ingesteld door externe input.
Verwarmingsprioriteit wordt
ingesteld door externe input.
Selecteerbaar
(b)
Niet selecteerbaar
Andere binneneenheid is in
koelingswerking.
Andere binneneenheid is in
verwarmingswerking.
(a)
Selecteerbaar
Niet selecteerbaar
Koelen, Drogen
Auto of Custom
Auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmen
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Drogen, Ventilatie
Raadpleeg de volgende tabel:
Status
Er zijn beperkingen met betrekking tot de selecteerbare modi,
afhankelijk van de systeemcon¿guratie en werkingsstatus.
4-1-1
Warmtepompsysteem
Andere binneneenheid is in
koelingswerking.
Koelen, Drogen
Auto of Custom
Auto, Verwarmen,
Ventilatie
Andere binneneenheid is in
ontvochtigingswerking.
Koelen, Drogen
Auto of Custom
Auto, Verwarmen,
Ventilatie
Andere binneneenheid is in
verwarmingswerking.
Verwarmen
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Drogen, Ventilatie
Andere binneneenheid is in
antivrieswerking.
Verwarmen
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Drogen, Ventilatie
Wanneer een master-binneneenheid is ingesteld in een
koelsysteem, kan alleen de geselecteerde in de masterbinneneenheid (*2) worden gebruikt. (*2: „Ventilatie” kan
niet worden geselecteerd bij de binneneenheid met inbegrip
van de master-binneneenheid.)
4-1-5
(a)
Niet selecteerbaar
Selecteerbaar
Buiteneenheid prioriteitsaansluiting in warmtepompsysteem
Raadpleeg de volgende tabel:
Status
Niet selecteerbaar
Selecteerbaar
Koelingsprioriteit wordt ingesteld door externe input.
Koelen, Drogen
Auto of Custom
Auto, Verwarmen,
Ventilatie
Verwarmingsprioriteit wordt
ingesteld door externe input.
Verwarmen
Auto of Custom
Auto, Koelen,
Drogen, Ventilatie
4-2 Veri¿catiescherm wanneer instelling
voltooid is
Het veri¿catiescherm dat wordt
(Voorbeeld van het scherm)
weergegeven wanneer een instelAan Schakeling
ling voltooid is, wordt ongeveer 3
seconden weergegeven. Wanneer dit
Wijziging Instelling
scherm wordt aangeraakt, schakelt
het display over naar het volgende
scherm.
4-3 Instelbare temperatuurbereik
Het instelbare temperatuurbereik door bedieningsstand en instelling van de binneneenheid wordt in onderstaande tabel getoond.
Koelen/Drogen
18 tot 30 °C (64 tot 88 °F)
Verwarmen
VRF-systeem: 10 tot 30 °C (48 tot 88 °F)
Ander systeem: 16 tot 30 °C (60 tot 88 °F)
Custom Auto
Auto
Hetzelfde als het bovengenoemde bereik, maar er zijn
temperaturen die niet door de deadband kunnen worden
ingesteld.
18 tot 30 °C (64 tot 88 °F)
Nl-22
5 ANDERS
5-1 Omtrekafmetingen
Eenheid: mm (inch)
120 (4-3/4)
120 (4-3/4)
20,4 (13/16)
5-2 Speci¿caties
Modelnaam
UTY-RNR¿Z2
Ingangsspanning
DC 12 V
Stroomverbruik
Max. 0,3 W
Display
3,8 inch FSTN LCD-display
(255 × 160 pixels)
met aanraakscherm
Bereik gebruikstemperatuur
0 tot 40 °C (32 tot 104 °F)
Luchtvochtigheidsbereik bij
gebruik
20 tot 90 % (geen condensvorming)
Bereik opslagtemperatuur
-10 tot 60 °C (14 tot 140 °F)
Luchtvochtigheidsbereik bij
opslag
20 tot 90 % (geen condensvorming)
Afmetingen
[H × B × D mm (inch)]
120 × 120 × 20,4
(4-3/4 × 4-3/4 × 13/16)
Gewicht [g (oz)]
220 (7,76)
5-3 Foutcode
Voor details over fouten van de binneneenheid of buiteneenheid
bij controle van de foutinhoud, raadpleeg de foutcodes in elke
installatiehandleiding.
Foutcode
Inhoud
CC.1
Sensorfout
C2.1
Transmissie PCB-fout
12.1
Communicatiefout bedrade afstandsbediening
12.3
Aantal apparaten in systeem bedrade afstandsbediening
overschreden
Nl-23
12.4
Opstartfout systeem bedrade afstandsbediening
26.4
Dubbel adres in systeem bedrade afstandsbediening
26.5
Fout adresinstelling systeem bedrade afstandsbediening
15.4
Dataregistratiefout

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement