Toro Recycler 48cm Lawn Mower Walk Behind Mower Handleiding

Add to My manuals
24 Pages

advertisement

Toro Recycler 48cm Lawn Mower Walk Behind Mower Handleiding | Manualzz

Form No. 3367-823 Rev B

48 cm Recycler gazonmaaier

Modelnr.: 20951—Serienr.: 311000001 en hoger

Gebruikershandleiding

Inleiding

Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van borstelig gras of voor gebruik in de landbouw.

Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.

U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren.

Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het

serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.

Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd

(Figuur 2) met de volgende veiligheidssymbolen, die

duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.

1.

Veiligheidssymbool

Figuur 2

Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen.

Belangrijk

attendeert u op bijzondere technische informatie en

Opmerking

duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient.

Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring.

Voor models waarvan het aantal PK is aangegeven, is de bruto PK door de motorfabrikant gemeten in laboratoriumomstandigheden gemeten volgens

SAE J1940. Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheids-, emissie- en gebruiksvoorschriften, zal de motor van dit type gazonmaaiers in de praktijk veel minder PK hebben.

Laat de bedieningsorganen en het afgesteld motortoerental ongemoeid, anders kan er een onveilige situatie ontstaan waardoor u letsel kunt oplopen.

Figuur 1

1.

Plaatje met modelnummer en serienummer

U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder:

Modelnr.:

Serienr.:

© 2012—The Toro® Company

8111 Lyndale Avenue South

Bloomington, MN 55420

Veiligheid

Onjuist gebruik of onderhoud van deze maaier kan letsel tot gevolg hebben. Houd u aan deze veiligheidsinstructies om het risico op letsel te verminderen.

Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op veilig gebruik. Als u zich echter niet houdt aan de volgende instructies kan dit lichamelijk letsel tot gevolg hebben.

Registreer uw product op www.Toro.com.

Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)

Gedrukt in de VS

Alle rechten voorbehouden

Het is van essentieel belang dat u en eventuele andere gebruikers van de maaier de inhoud van deze handleiding lezen en begrijpen voordat de motor voor het eerst wordt gestart om maximale veiligheid en de beste prestaties te garanderen en zodat u kennis over het product opdoet. Let men name op het symbool voor veiligheidswaarschuwingen

(Figuur 2) dat Voorzichtig, Waarschuwing of

Gevaar - 'instructie voor persoonlijke veiligheid' kan betekenen. Zorg dat u de instructies leest en begrijpt, dit is belangrijk voor de veiligheid.

Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk letsel.

Algemene veiligheidsregels met betrekking tot de maaimachine

De volgende instructies zijn ontleend aan EN 836.

Deze machine kan handen en voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Als u de veiligheidsinstructies niet opvolgt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Instructie

• Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met bedieningsorganen en weet hoe u de machine moet gebruiken.

• Laat nooit kinderen of personen die de instructies niet kennen, de maaimachine gebruiken. Voor de bestuurder kan een wettelijke minimumleeftijd gelden.

• Onthoud dat de bestuurder verantwoordelijk is voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen.

• Zorg ervoor dat u de uitleg over alle pictogrammen op de maaimachine en in de instructies hebt gelezen en begrepen.

Benzine

WAARSCHUWING

: brandstof is licht ontvlambaar.

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen.

• Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die speciaal daarvoor bedoeld zijn.

• Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken.

• Vul brandstof bij voordat u de motor start. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is.

• Probeer de motor niet te starten als er brandstof is gemorst. Verwijder de machine dan uit de buurt van de plek waar is gemorst, en voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen.

• Doe steeds de dop weer zorgvuldig op brandstoftanks en -containers.

Vóór ingebruikname

• Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten.

• Inspecteer eerst grondig het terrein waar u de machine wilt gebruiken en verwijder alle stenen, takken, draden, botten of andere vreemde voorwerpen.

• Controleer vóór gebruik altijd of de beschermplaten en veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders en grasvangers, op hun plaats zitten en naar behoren werken.

• Controleer vóór het gebruik de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden.

Starten

• Houd de maaimachine niet schuin als u de motor aanzet, behalve als u de machine schuin moet houden om te starten. Houd de machine in dat geval niet schuiner dan nodig is, en til alleen de zijde op die het verst van u verwijderd is.

• Houd u bij het starten van de motor zorgvuldig aan de voorschriften en houd uw voeten uit de buurt van de maaimes(sen) en niet vóór de afvoeropening.

Gebruiksaanwijzing

• Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de machine gebruikt, met name kinderen en huisdieren.

• Maai uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.

• Let op kuilen in het terrein en andere verborgen gevaren.

• Houd handen en voeten uit de buurt van draaiende onderdelen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.

• U mag een maaimachine nooit optillen of dragen terwijl de motor loopt.

• Ga zeer voorzichtig te werk als u een loopmaaimachine achteruitrijdt of naar u toetrekt.

• Lopen, nooit rennen.

2

• Hellingen:

– Maai niet op al te steile hellingen.

– Wees uiterst voorzichtig op hellingen.

– Maai dwars over een helling, nooit helling op en af, en wees uiterst voorzichtig als u op een helling van richting verandert.

– Zorg dat u op hellingen altijd stevig staat.

• Neem gas terug als u de tractie-koppeling inschakelt, vooral wanneer de machine in een hoge versnelling staat. Verminder de snelheid op een helling en in een scherpe bocht om te voorkomen dat de machine kantelt of dat u de controle over de machine verliest.

• Zorg ervoor dat het mes stilstaat als u de maaimachine schuin moet houden om oppervlakken over te steken die niet met gras zijn begroeid, en als u de machine naar het terrein brengt waar u moet maaien of daar weer weghaalt.

• Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, omdat zich daar giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.

• Zet de motor af,

– als u de maaimachine achterlaat.

– voordat u brandstof bijvult.

– voordat u de grasvanger verwijdert.

– voordat u de maaihoogte instelt, tenzij die vanaf de bestuurderspositie kan worden ingesteld.

• Zet de motor af en maak de bougiekabel los:

– voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt.

– voordat u de maaimachine controleert, reinigt of er werkzaamheden aan verricht.

– als u een vreemd voorwerp heeft geraakt, moet u de maaimachine op beschadigingen controleren en reparaties uitvoeren voordat u de machine opnieuw start en weer in gebruik neemt.

– als de maaimachine abnormaal begint te trillen

(direct controleren).

• Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.

Als u bliksem ziet of donder hoort in het gebied, gebruik de machine dan niet; ga schuilen.

• Let op het verkeer als u in de buurt van een weg werkt of deze oversteekt.

Onderhoud en opslag

• Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is.

• Gebruik geen hoge druk als u werktuigen op de machine reinigt.

• Als er zich brandstof in de tank bevindt, mag u de machine niet opslaan in een afgesloten ruimte waar brandstofdampen in contact kunnen komen met open vuur of vonken.

• Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een afgesloten ruimte opslaat.

• Om het risico van brand te verminderen, moet u de motor, de geluiddemper, het accucompartiment en de benzinetank vrij van gras, bladeren of overtollig vet houden.

• U moet de onderdelen van de grasvanger en de afvoergeleider veelvuldig controleren en, indien nodig, vervangen door onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen.

• Vervang versleten of beschadigde onderdelen met het oog op een veilig gebruik.

• Vervang geluiddempers die gebreken vertonen.

• Als het nodig is de brandstoftank af te tappen, doe dit dan buiten.

• Verander de instellingen van de motor niet en voorkom overbelasting van de motor. Laat de motor niet met een te hoog toerental lopen omdat dit de kans op ongevallen kan vergroten.

• Let op dat bij machines met meerdere messen andere messen kunnen gaan draaien doordat u een mes draait.

• Wees voorzichtig als u de machine afstelt en voorkom dat uw vingers bekneld raken tussen de draaiende messen en de vaste onderdelen van de machine.

Om de beste prestaties en een veilig gebruik te verzekeren, dient u uitsluitend originele

Toro-onderdelen en accessoires te gebruiken.

Gebruik nooit

universele

onderdelen en accessoires; deze kunnen de veiligheid in gevaar brengen.

Geluidsdruk

Deze machine oefent een geluidsdruk van 89 dBA uit op het gehoor van de gebruiker, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA. De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN 836.

Geluidsniveau

Deze machine heeft een gegarandeerd geluidsniveau van

96 dBA, met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA.

Het geluidsniveau is vastgesteld volgens de procedures in ISO 11094.

3

Hand-arm vibratie

Gemeten trillingsniveau op de linkerhand = 3,8 m/s

2

Gemeten trillingsniveau op de rechterhand = 5,4 m/s 2

Veiligheids- en instructiestickers

Belangrijk:

Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang beschadigde stickers.

Onzekerheidswaarde (K) = 2,2 m/s 2

De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836.

Merkteken van fabrikant

1.

Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele

Toro-maaimachine is.

110-7059

1.

Raadpleeg de

Gebruikershandleiding.

2.

Verwijder de sticker van de zekeringdoos.

3.

Verwijder het deksel van de zekeringdoos.

4.

Plaats de zekering.

5.

Plaats het deksel van de zekeringdoos terug.

6.

Start de motor.

1.

Maaihoogte

110-7178

110-7126

1.

Waarschuwing – Raadpleeg de

Gebruikershandleiding.

2.

Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd—Maak de bougiekabel los alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.

3.

De machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders op een veilige afstand van de machine.

4.

Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd

– Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.

5.

Machine kan voorwerpen uitwerpen—Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.

1.

Maaihoogte

120-0193

4

104-7953

1.

Waarschuwing – Raadpleeg de

Gebruikershandleiding

voor informatie over het opladen van de accu. Bevat lood, niet weggooien.

2.

Raadpleeg de

Gebruikershandleiding.

5

Montage

Belangrijk:

Verwijder de beschermfolie van de motor en werp deze weg.

1

De handgreep monteren

Geen onderdelen vereist

Figuur 4

Procedure

WAARSCHUWING

Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt.

• Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep in- of uitklapt.

• Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

1. Verwijder de handgreepknoppen van de

maaierbehuizing (Figuur 3).

Belangrijk:

Leid de kabels naar de buitenzijde van de handgreep terwijl u de handgreep plaatst.

2

Graszak monteren

Geen onderdelen vereist

Procedure

Figuur 3

1.

Handgreepknoppen (2)

2. Zet de handgreep in de werkstand.

3. Plaats de handgreepknoppen die u tijdens stap 1 hebt verwijderd terug en draai deze vast (Figuur 3).

4. Beweeg de bovenste handgreep naar de gewenste stand en draai de bovenste handgreepknop stevig

vast (Figuur 4).

Figuur 5

Schuif de zak over het draadframe.

6

1. Verwijder het accudeksel en de accu en ga naar de

zekeringhouder (Figuur 8).

Figuur 6

Klik de klemmen op het draadframe.

1.

Schroef

2.

Accudeksel

Figuur 8

3.

Zekeringhouder

4.

Accu

2. Plaats de zekering (uit de zak met losse onderdelen)

in de zekeringhouder (Figuur 9).

Figuur 9

Figuur 7

Gemonteerde graszak.

Opmerking:

De machine wordt geleverd met een zekering in het gebruikerspakket en een andere zekering in de accubak.

3. Plaats de accu en het accudeksel terug.

3

De zekering monteren

Geen onderdelen vereist

Procedure

De maaimachine wordt geleverd met een 40 A zekering, die het elektrische startsysteem beveiligt.

Belangrijk:

U kunt de machine pas starten met het elektrische startsysteem of de accu opladen als de zekering is gemonteerd.

4

De accu opladen

Geen onderdelen vereist

Procedure

Zie Accu opladen in het hoofdstuk Onderhoud.

7

5

De motor bijvullen met olie

Benodigde onderdelen voor deze stap:

0,59 l

SAE 30 reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF,

SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute

(API) of hoger (niet bij de maaier geleverd).

Algemeen overzicht van de machine

Procedure

De maaimachine wordt geleverd zonder olie in het carter.

1. Verwijder de peilstok (Figuur 10).

Figuur 10

Figuur 11

1.

Bedieningsstang voor maaimes

2.

Bovenste deel van de handgreep

8.

9.

Maaihoogtehendel (2)

Bougie

3.

Bovenste handgreepknop 10.

Hendel voor recycling/opvangen

4.

Contactsleuteltje

5.

Achterklep

11.

Dop van brandstoftank

12.

Handgreepknop

6.

Peilstok/vulbuis (niet afgebeeld)

13.

Grasvanger

7.

Luchtfilter (niet afgebeeld) 14.

Handgreep van startkoord

2. Giet

langzaam

olie in de vulbuis totdat het peil de

VOL

-markering op de peilstok bereikt (Figuur 10).

Niet te vol vullen.

Maximaal vullen: 0,59 l, type:

SAE 30 reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie

SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum

Institute (API) of hoger.

3. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.

Belangrijk:

Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren

; daarna moet dit elk jaar gebeuren.

Zie De motorolie verversen.

Specificaties

Type

20951

Gewicht

34kg

Lengte

79cm

Breedte

51cm

Hoogte

41cm

8

Gebruiksaanwijzing

De brandstoftank vullen

GEVAAR

Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief.

Brand of explosie van benzine kan brandwonden veroorzaken.

• Om te voorkomen dat een statische lading de benzine tot ontbranding kan brengen, moet u het benzinevat en/of de maaimachine voordat u de tank vult op de grond plaatsen, niet op een voertuig of een ander object.

• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem gemorste benzine op.

• Rook niet als u omgaat met benzine, en houd benzine uit de buurt van open vuur of brandstof.

• Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat en buiten bereik van kinderen.

Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale

benzine van een bekend merk (Figuur 12).

Belangrijk:

Om startproblemen bij het volgende seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit benzine die ouder is dan 30 dagen.

Bijvullen

-markering op de peilstok staat, giet dan

lanzaam

voldoende olie in de vulbuis totdat het peil de

Vol

-markeringhop de peilstok bereikt.

Niet te vol vullen.

(Maximaal vullen: 0,59 l, type: SAE 30 reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie SF, SG,

SH, SJ, SL van het American Petroleum Institute

(API) of hoger).

3. Plaats de peilstok.

De maaihoogte instellen

WAARSCHUWING

Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.

• Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.

• Plaats uw vingers niet onder de behuizing als u de maaihoogte instelt.

VOORZICHTIG

Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken.

Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper.

Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Stel de vooren achterwielen op dezelfde hoogte in.

Opmerking:

Om de maaimachine hoger te zetten, moet u de beide maaihoogtehendels naar voren bewegen; om de machine lager te zetten, moet u deze

naar achteren bewegen (Figuur 13).

Figuur 12

Het motoroliepeil controleren

Onderhoudsinterval:

Bij elk gebruik of dagelijks—Het motoroliepeil controleren.

1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal

terug (Figuur 10).

2. Haal de peilstok eruit en controleer het

oliepeil (Figuur 10). Als het peil onder de

Figuur 13

Opmerking:

De maaihoogte-instellingen zijn als volgt:

A = 21 mm; B = 33 mm; C = 50 mm; D = 67 mm; E

= 84 mm; en F = 98 mm.

9

De hoogte van handgreep instellen

U kunt de bovenste handgreep hoger of lager zetten in een stand die u comfortabel vindt.

Opmerking:

U kunt de bovenste handgreep niet hoger zetten dan de hoek van de onderste handgreep.

1. De bovenste handgreepschroef losdraaien

(Figuur 14).

Figuur 16

De motor starten

1. Houd de bedieningsstang van het maaimes

(Figuur 17) tegen de handgreep.

Figuur 14

2. Zet de bovenste handgreep in de gewenste stand

(Figuur 15).

Figuur 17

1.

Bedieningsstang voor maaimes

2. Draai het contactsleuteltje (Figuur 18) of trek aan de

handgreep van het startkoord (Figuur 19).

Figuur 15

3. Draai de bovenste handgreepknop stevig vast

(Figuur 16).

Figuur 18

10

Figuur 19

Opmerking:

Als de motor na enkele pogingen niet wil starten, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

De zelfaandrijving gebruiken

Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig vooruit met uw handen op het bovenste deel van de handgreep en uw ellebogen naast uw lichaam. De maaimachine past zich automatisch aan uw loopsnelheid

aan (Figuur 20 en Figuur 21).

bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten.

Om de motor af te zetten, laat u de bedieningsstang van

het maaimes los (Figuur 22).

Belangrijk:

Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

Figuur 22

Figuur 20

Maaisel recyclen

Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om maaisel en bladafval naar het gazon te recyclen.

Opmerking:

De grasvanger kan op de maaimachine blijven als u het maaisel gaat recyclen.

Om het maaisel te recyclen, zet u de hendel voor recycling/opvangen in de

Recycling

modus (Figuur 23).

Figuur 21

Figuur 23

1.

Recycling-modus

De motor afzetten

Onderhoudsinterval:

Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de

Het maaisel opvangen

Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen.

11

WAARSCHUWING

Door een versleten grasvanger kunnen steentjes en andere voorwerpen worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of de omstanders.

Uitgeworpen voorwerpen kunnen ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen aan de gebruiker of omstanders.

Controleer de graszak regelmatig. Plaats een nieuwe Toro-grasvanger als de oude is beschadigd.

Figuur 25

WAARSCHUWING

Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.

Om het maaisel op te vangen, moet u de grasvanger monteren (zie Grasvanger monteren) en de hendel voor recyclen/opvangen in de

opvangmodus

mode

zetten(Figuur 24).

Figuur 26

1.

Opvangmodus

Figuur 24

De grasvanger plaatsen

Zet de achterklep (Figuur 25) omhoog, monteer de grasvanger (Figuur 26) en laat de achterklep vervolgens

zakken.

De graszak verwijderen

Om de zak te verwijderen, voert u bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit.

Achteruitworp gebruiken

Gebruik de achteruitworp als u zeer hoog gras maait.

Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen (zie Grasvanger verwijderen) alvorens de achterafuitworp te gebruiken. De hendel voor recyclen/opvangen moet in de

opvang

modus

(Figuur 24) staan.

WAARSCHUWING

Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.

Tips voor bediening en gebruik

Algemene maaitips

• Verwijder stokken, stenen, draden, takken en ander vuil die het mes kan raken, uit het werkgebied.

12

• Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.

• Als de maaimachine toch een voorwerp raakt of begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten, de bougiekabel losmaken en de maaimachine op beschadiging controleren.

• De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint.

• Vervang indien nodig het maaimes door een

Toro-mes

Gras maaien

• U moet telkens niet meer dan ongeveer eenderde van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien. Zie De maaihoogte instellen.

• Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, moet u maaien op de maximale maaihoogte en met een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de maaimachine verstopt raken en de motor afslaan.

• Maai uitsluitend droog gras of droge bladeren. Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de maaimachine verstopt kan raken of de motor kan afslaan.

WAARSCHUWING

Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Maai uitsluitend in droge omstandigheden.

• Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.

• Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen:

– Vervang het maaimes of laat het slijpen.

– Loop langzamer tijdens het maaien.

– Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte.

– Maai het gras vaker.

– Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien.

– Stel de maaihoogte bij de voorwielen één stand lager in dan bij de achterwielen. Bijvoorbeeld: zet de maaihoogte van de voorwielen op 51 mm en die van de achterwielen op 64 mm.

Bladeren fijnmaken

• Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.

• Als er een laag bladeren van meer dan 12 cm op het gazon ligt, moet u de voorwielen een of twee uitsparingen hoger zetten dan de achterwielen.

• Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.

13

Onderhoud

Opmerking:

Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.

Aanbevolen onderhoudsschema

Onderhoudsinterval

Na de eerste 5 bedrijfsuren

Bij elk gebruik of dagelijks

Om de 100 bedrijfsuren

Vóór de stalling

Jaarlijks

Onderhoudsprocedure

• Ververs de motorolie.

• Het motoroliepeil controleren.

• Controleer of de motor binnen 3 seconden stopt nadat u de bedieningsstang van het maaimes hebt losgelaten.

• Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de maaimachine.

• Reinig het koelsysteem (zie de gebruikershandleiding van de motor).

• Vervang de bougie (zie de gebruikershandleiding van de motor).

• Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of de machine stalt.

• Vervang het filter vaker als de maaier onder zeer stoffige omstandigheden wordt gebruikt.

• Controleer de bougie (zie de gebruikershandleiding van de motor).

• Ververs de motorolie.

• Tandwieloverbrenging smeren.

• Het bovenste deel van de handgreep smeren

• Vervang het maaimes of laat het slijpen (vaker als de snijrand snel bot wordt).

• Zie de Gebruikershandleiding van de motor voor eventuele verdere onderhoudsprocedures.

Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden

1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.

2. Trek de bougiekabel los van de bougie (Figuur 27)

voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.

Figuur 27

3. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de bougie.

Belangrijk:

Voordat u de machine kantelt om olie te verversen of het mes te vervangen, moet u de machine gebruiken totdat de benzinetank leeg is. Als u de machine moet kantelen voordat de benzinetank leeg is, dient u de benzine met een handpomp uit de tank te pompen. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant, met het luchtfilter naar boven.

WAARSCHUWING

Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief en kan brandwonden veroorzaken.

Laat de motor drooglopen of pomp de benzine met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel.

Het luchtfilter vervangen

Onderhoudsinterval:

Jaarlijks—Vervang het filter vaker als de maaier onder zeer stoffige omstandigheden wordt gebruikt.

1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie "Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden".

2. Open het luchtfilterdeksel en verwijder het oude

luchtfilter (Figuur 28).

14

Figuur 30

Figuur 28

3. Monteer een nieuw luchtfilter en plaats het luchtfilterdeksel terug.

Motorolie verversen

Onderhoudsinterval:

Na de eerste 5 bedrijfsuren

Jaarlijks

Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme olie stroomt beter en voert vervuilingen beter mee.

1. Voer de voorbereidingen voor het onderhoud uit, zie

Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

2. Verwijder de peilstok (Figuur 29).

4. Giet

langzaam

olie in de vulbuis totdat het peil de

Vol

-markering op de peilstok bereikt (Figuur 31).

Niet te vol vullen.

(Maximaal vullen: 0,59 l, type:

SAE 30 reinigingsolie, met onderhoudsclassificatie

SF, SG, SH, SJ, SL van het American Petroleum

Institute (API) of hoger).

Figuur 31

Figuur 29

3. Kantel de machine op de zijkant (met het luchtfilter naar boven) om de oude olie via de vulbuis weg te

laten lopen (Figuur 30).

5. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.

6. Geef de oude olie af bij een erkend inzamelpunt.

De tandwieloverbrenging smeren

Onderhoudsinterval:

Jaarlijks—Tandwieloverbrenging smeren.

1. Maak de wielbouten op de

achter

wielen los en verwijder de achterwielen.

2. Smeer olie op de tandwieloverbrenging zoals wordt

getoond in Figuur 32.

15

De zelfaandrijving afstellen

Als de zelfaandrijving van uw maaimachine niet goed werkt, moet u de kabel van de zelfaandrijving afstellen.

1. Draai de moer op de kabelbevestiging los (Figuur 35).

Figuur 32

3. Monteer de achterwielen.

Het bovenste deel van de handgreep smeren

Onderhoudsinterval:

Jaarlijks

Smeer jaarlijks of zo vaak als nodig de linker- en rechterkant van de bovenste handgreep in met een silicone smeerspray met lage viscositeit.

1. Spuit het plastic uiteinde van de binnenste handgreep

in (Figuur 33).

1.

Kabelbevestiging

Figuur 35

2. Trek de bovenste handgreep helemaal naar achteren.

Opmerking:

Zie Het bovenste deel van de handgreep smeren als de hangreep stroef beweegt.

3. Trek de kabelmantel naar beneden tot de speling in

de blootgelegde kabel weg is (Figuur 36).

Figuur 33

Opmerking:

Gebruik het rietje dat bij de spuitbus hoort om de spray te kunnen richten.

2. Duw de bovenste handgreep helemaal naar beneden en spuit het binnenste plastic oppervlak van de

buitenhendel in (Figuur 34).

Figuur 34

1.

Blootgelegde kabel

Figuur 36

4. Duw de kabelmantel 3 mm omhoog.

Opmerking:

U kunt een liniaal langs de bovenzijde van de zwarte kabelbevestiging houden en meten hoe ver het boveneind van de kabelmantel beweegt

(Figuur 37).

16

1.

Kabelbevestiging

Figuur 37

2.

Kabelmantel

Opmerking:

Het omhoog duwen van de kabelmantel verlaagt de rijsnelheid. Het omlaag duwen van de mantel verhoogt de rijsnelheid.

5. Draai de moer goed vast.

6. Start de maaimachine en controleer de afstelling.

Opmerking:

Als de zelfaandrijving niet goed is afgesteld, moet u deze procedure herhalen.

Het maaimes vervangen

Onderhoudsinterval:

Jaarlijks

Belangrijk:

U hebt een momentsleutel nodig om het mes op correcte wijze te monteren

. Als u geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer.

Controleer het mes wanneer de benzinetank leeg is.

Een beschadigd of gescheurd mes moet direct worden vervangen. Als de snijrand bot is of bramen vertoont, moet u het mes laten slijpen of vervangen.

WAARSCHUWING

Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

Gebruik handschoenen als u het mes monteert.

1. Maak de bougiekabel los van de bougie. Zie

Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden.

2. Kantel de maaimachine op zijn zij met het luchtfilter naar boven.

3. Gebruik een blok hout om het mes stil te houden

(Figuur 38).

Figuur 38

4. Verwijder het mes en bewaar alle

bevestigingselementen (Figuur 38).

5. Monteer het nieuwe mes en alle bevestigingselemen-

ten (Figuur 38).

Belangrijk:

De gebogen uiteinden van het mes moeten naar de behuizing van de maaimachine wijzen.

6.

Gebruik een momentsleutel om de mesbout vast te draaien met een torsie van 82 Nm.

Belangrijk:

Een bout die is vastgedraaid met een torsie van 82 Nm, zit erg vast. Zet het mes vast met een stuk hout en plaats uw volle gewicht achter de (dop)sleutel om de bout goed vast te draaien. Het is erg moeilijk om deze bout te vast te draaien.

De maaimachine reinigen

Onderhoudsinterval:

Bij elk gebruik of dagelijks

WAARSCHUWING

Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt aan de onderkant van de maaimachine.

• Draag oogbescherming.

• Blijf in de bedrijfsstand (achter de handgreep).

• Houd omstanders uit de buurt.

1. Plaats de machine op een vlak, verhard oppervlak, laat de motor lopen en spuit een straal water voor het

rechter

achterwiel (Figuur 39).

17

Opmerking:

Het opspattende water komt dan in de baan van het maaimes en spoelt het maaisel weg.

Stalling

Stal de maaimachine op een koele, schone en droge plaats.

Figuur 39

2. Als er geen maaisel meer onder vandaan komt, draait u de kraan dicht en brengt u de maaimachine naar een droge plaats.

3. Laat de motor een paar minuten lopen om de behuizing te drogen zodat deze niet gaat roesten.

Benzine aftappen uit de brandstoftank

1. Zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld.

2. Verwijder de bougiekabel van de bougie.

3. Verwijder de dop van de brandstoftank.

4. Gebruik een handpomp, om de brandstof in een schoon, goedgekeurd benzineopslagvat over te hevelen.

5. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.

6. Laat de motor draaien totdat deze afslaat.

7. Start de motor weer, om zeker te zijn dat er geen benzine meer in de carburator is achtergebleven.

Voorbereidingen voor stalling

WAARSCHUWING

Benzinedampen kunnen tot ontploffing komen.

• Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen.

• Stal de maaimachine nooit in een afgesloten ruimte in de nabijheid van open vuur.

• Laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt.

1. Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult, moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine volgens de voorschriften van de fabrikant.

2. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan benzine.

3. Start het opnieuw.

4. Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de brandstof voldoende verbruikt.

5. Verwijder de bougiekabel van de bougie.

6. Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in het bougiegat en trek verschillende keren langzaam aan het startkoord om de olie over de cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in de stallingsperiode te voorkomen.

7. Monteer de bougie zonder deze vast te draaien.

8. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.

De handgreep inklappen

WAARSCHUWING

Als de handgreep verkeerd wordt in- en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt.

• Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep in- of uitklapt.

• Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer.

1. Zet de beide knoppen waarmee de handgreep aan het frame is bevestigd los tot u de handgreep vrij

kunt bewegen (Figuur 40).

18

Figuur 40

1.

Handgreepknoppen (2) 2.

Bovenste handgreepknop

2. Beweeg de handgreep naar voren zoals word getoond

in Figuur 40.

3. Zet de bovenste handgreepknop los en klap de

bovenste handgreep in zoals in Figuur 40.

De maaimachine uit de stalling halen

1. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met behulp van het startkoord om overtollige olie uit de cilinder te verwijderen.

2. Plaats de bougie en draai hem met behulp van een momentsleutel vast met een torsie van 20 Nm.

3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.

19

Opmerkingen:

20

Opmerkingen:

21

Opmerkingen:

22

Dealer:

Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt

Balama Prima Engineering Equip.

B-Ray Corporation

Casco Sales Company

Ceres S.A.

CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd.

Cyril Johnston & Co.

Equiver

Femco S.A.

G.Y.K. Company Ltd.

Geomechaniki of Athens

Guandong Golden Star

Hako Ground and Garden

Hako Ground and Garden

Hayter Limited (U.K.)

Hydroturf Int. Co Dubai

Hydroturf Egypt LLC

Ibea S.P.A.

Irriamc

Irrigation Products Int'l Pvt Ltd.

Jean Heybroek BV.

Lely (U.K.) Limited

Maquiver S.A.

Maruyama Mfg. Co. Inc.

Metra Kft

Mountfield a.s.

Munditol S.A.

Oslinger Turf Equipment SA

Oy Hako Ground and Garden Ab

Parkland Products Ltd.

Prochaska & Cie

RT Cohen 2004 Ltd.

Riversa

Roth Motorgerate GmBh & Co.

Sc Svend Carlsen A/S

Solvert S.A.S.

Spypros Stavrinides Limited

Surge Systems India Limited

T-Markt Logistics Ltd.

Toro Australia

Toro Europe BVBA

Lijst met internationale dealers

Land:

Turkije

Hongkong

Korea

Puerto Rico

Costa Rica

Sri Lanka

Noord-Ierland

Mexico

Guatemala

Japan

Griekenland

China

Zweden

Noorwegen

Verenigd Koninkrijk

Verenigde Arabische Emiraten

Egypte

Italië

Portugal

India

Nederland

Verenigd Koninkrijk

Colombia

Japan

Hongarije

Tsjechië

Argentinië

Ecuador

Finland

Nieuw-Zeeland

Oostenrijk

Israël

Spanje

Duitsland

Denemarken

Frankrijk

Cyprus

India

Hongarije

Australië

België

86 22 83960789

31 30 639 4611

44 1480 226 800

57 1 236 4079

81 3 3252 2285

36 1 326 3880

420 255 704 220

54 11 4 821 9999

593 4 239 6970

358 987 00733

64 3 34 93760

43 1 278 5100

972 986 17979

34 9 52 83 7500

49 7144 2050

45 66 109 200

33 1 30 81 77 00

357 22 434131

91 1 292299901

36 26 525 500

61 3 9580 7355

32 14 562 960

Telefoonnummer:

90 216 344 86 74

852 2155 2163

82 32 551 2076

787 788 8383

506 239 1138

94 11 2746100

44 2890 813 121

52 55 539 95444

502 442 3277

81 726 325 861

30 10 935 0054

86 20 876 51338

46 35 10 0000

47 22 90 7760

44 1279 723 444

97 14 347 9479

202 519 4308

39 0331 853611

351 21 238 8260

374-0269 Rev A

Toro Garantie

Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt

The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming Toro

Warranty Company, geven krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen, mits het product uitsluitend voor huiselijke doeleinden* is gebruikt.

De volgende perioden zijn van toepassing vanaf de datum van aankoop:

Producten

Motorgazonmaaiers

Riders

Gazon- & Tuintractoren

Elektrische trimmers en bladblazers

Sneeuwruimers

Zero Turn maaiers

Garantieperiode

2 jaar garantie

2 jaar garantie

2 jaar garantie

2 jaar garantie

2 jaar garantie

2 jaar garantie

*De oorspronkelijke koper is de persoon die het Toro product oorspronkelijk heeft gekocht

*Normale huiselijke doeleinden betekent gebruik van het product op het terrein dat bij uw huis hoort. Gebruik op meer dan één locatie of gebruik op een werkplaats of gebruik voor verhuur wordt als commercieel gebruik beschouwd. Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing.

Garantie voor commercieel gebruik

Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie verleend tegen materiaalgebreken en fabricagefouten gedurende de volgende perioden vanaf de datum van de oorspronkelijke aankoop:

Producten

Motorgazonmaaiers

Riders

Gazon- & Tuintractoren

Elektrische trimmers en bladblazers

Sneeuwruimers

Zero Turn maaiers

Garantieperiode

90 dagen garantie

90 dagen garantie

90 dagen garantie

90 dagen garantie

90 dagen garantie

45 dagen garantie

Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice

Als u van mening bent dat een Toro product materiaalgebreken of fabricagefouten vertoont, moet u deze procedure volgen:

1.

Neem contact op met de verkoper om het product te laten nakijken of te repareren. Als u om wat voor reden dan ook geen contact kunt opnemen met de verkoper, neem dan contact op met een andere erkende Toro-dealer om onderhoud te laten plegen.

2.

Breng het product met uw aankoopbewijs (kwitantie) naar de servicedealer. Als u om enige reden ontevreden bent over het onderzoek van de servicedealer of de verleende hulp, verzoeken wij u contact met ons op te nemen via:

Customer Care Department, Consumer Division

The Toro Company

8111 Lyndale Avenue South

Bloomington, MN 55420-1196 VS

Manager: Technical Product Support: 001–952–887–8248

Zie bijgevoegde lijst met dealers

Plichten van de eigenaar

U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de

Gebruikershandleiding

. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of dit wordt uitgevoerd door de dealer of uzelf.

Zaken en gevallen die niet onder de garantie vallen

Buiten deze expliciete garantie vallen:

De kosten voor regelmatig onderhoud of onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn, zoals rotormessen (schoepen), schrapermessen, riemen, brandstof, smeermiddelen, olie verversen, bougies, kabels/koppelingen of afstelling van remmen

Elk product of onderdeel dat is veranderd of verkeerd is gebruikt en moet worden vervangen of worden gerepareerd als gevolg van ongelukken of gebrekkig onderhoud.

Reparatie die noodzakelijk is omdat oude brandstof (ouder dan één maand) is gebruikt of het brandstofsysteem niet goed is voorbereid op een periode van buitengebruikstelling van langer dan één maand.

Motor en transmissie. Deze vallen onder de toepasselijke fabrieksgarantie met aparte algemene voorwaarden

Alle reparatiewerkzaamheden die onder deze garantie vallen, moeten worden uitgevoerd door een Erkende Toro servicedealer, waarbij Toro goedgekeurde vervangingsonderdelen dienen te worden gebruikt.

Algemene voorwaarden

De koper wordt beschermd door de nationale wetgeving van elk land.

De rechten waarover de koper beschikt op grond van deze wetgeving, worden niet beperkt door deze garantie.

374-0268 Rev A

advertisement

Related manuals

advertisement