HP 15-af100 Notebook PC series (Touch) Handleiding


Add to my manuals
76 Pages

advertisement

HP 15-af100 Notebook PC series (Touch) Handleiding | Manualzz

Gebruikershandleiding

© Copyright 2015 HP Development Company,

L.P.

AMD is een handelsmerk van Advanced Micro

Devices, Inc. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door

Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel, Celeron, Centrino en Pentium zijn handelsmerken van Intel Corporation in de

Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de groep bedrijven onder de naam Microsoft.

Zie voor DTS patenten http://patents.dts.com

.

Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing

Limited. DTS, het symbool, & DTS en het symbool samen zijn geregistreerde handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc. © DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden .

Kennisgeving over het product

In deze handleiding worden de functies beschreven die op de meeste producten beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle functies op uw computer beschikbaar.

Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities van Windows. Voor deze computer is mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk aangeschafte hardware, stuurprogramma's en/of software vereist om volledig te kunnen profiteren van de functionaliteit van Windows. Ga naar http://www.microsoft.com

voor meer informatie.

Voor de meest recente gebruikershandleiding gaat u naar http://www.hp.com/support en selecteert u uw land of regio. Selecteer Drivers

en downloads en volg de instructies op het scherm.

Softwarevoorwaarden

Door het installeren, kopiëren, downloaden of anderszins gebruiken van een softwareproduct dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd, bevestigt u dat u gehouden bent aan de voorwaarden van de HP EULA (End User

License Agreement). Indien u niet akkoord gaat met deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend aanspraak maken op de mogelijkheid het gehele, ongebruikte product

(hardware en software) binnen 14 dagen te retourneren, voor een volledige restitutie op basis van het restitutiebeleid van de desbetreffende verkoper.

Neem contact op met de verkoper voor meer informatie of om te vragen om een volledige restitutie van de prijs van de computer.

De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.

Eerste editie: augustus 2015

Onderdeelnummer van document:

824454-331

Kennisgeving aangaande de veiligheid

WAARSCHUWING!

U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals gedefinieerd door de International Standard for Safety of

Information Technology Equipment (IEC 60950-1).

iii

iv Kennisgeving aangaande de veiligheid

Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)

BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn geconfigureerd met een Intel® Pentium® N35xx/N37xxprocessor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem.

Wijzig op deze modellen de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2

processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op. U moet de fabrieksinstellingen herstellen om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.

v

vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)

Inhoudsopgave

1 Direct aan de slag .......................................................................................................................................... 1

De HP Apps Store bezoeken .................................................................................................................................. 1

Aanbevolen procedures ......................................................................................................................................... 1

Meer HP-bronnen ................................................................................................................................................... 2

2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................. 4

Hardware opzoeken ............................................................................................................................................... 4

Software opzoeken ................................................................................................................................................ 4

Rechterkant ........................................................................................................................................................... 5

Linkerkant .............................................................................................................................................................. 6

Onderdelen ............................................................................................................................................................ 7

Onderdelen aan de ................................................................................................................................................. 9

Touchpad ............................................................................................................................................. 9

Lampjes ............................................................................................................................................. 10

Knoppen ............................................................................................................................................ 11

Toetsen .............................................................................................................................................. 12

Actietoetsen gebruiken ..................................................................................................................... 12

Onderdelen aan de ............................................................................................................................................... 14

Labels ................................................................................................................................................................... 14

Het plaatsen van een SIM-kaart (alleen bepaalde producten) ........................................................................... 15

3 Verbinding maken met een netwerk .............................................................................................................. 17

Verbinding maken met een draadloos netwerk ................................................................................................. 17

Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken ................................................................ 17

Toets voor de vliegtuigmodus ........................................................................................ 17

Voorzieningen van het besturingssysteem ................................................................... 17

Verbinding maken met een WLAN .................................................................................................... 18

HP Mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten) ....................................................... 18

HP DataPass gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................................................... 19

GPS gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................................... 19

Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten) ...... 19

Verbinding maken met een bekabeld netwerk: LAN (alleen bepaalde producten) ........................................... 20

Gegevens en stations delen en software openen ............................................................................................... 20

4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken ........................................................................................................ 21

Een webcam of 3D-camera gebruiken (alleen bepaalde producten) ................................................................. 21

vii

viii

Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 21

Luidsprekers aansluiten .................................................................................................................... 21

Headsets aansluiten .......................................................................................................................... 22

Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 22

Video gebruiken ................................................................................................................................................... 22

Videoapparaten aansluiten met een VGA-kabel (alleen bepaalde producten) ............................... 23

Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) ............................. 23

HDMI-audio configureren ............................................................................................... 24

Videoapparaten aansluiten met een Displayport-kabel (alleen bepaalde producten) ................... 25

Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde producten) ......................................................................................................................................... 26

Intel WiDi-gecertificeerde beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde producten) .... 26

5 Navigeren op het scherm .............................................................................................................................. 27

Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken ................................................................... 27

Tikken ................................................................................................................................................ 27

Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 27

Schuiven met twee vingers (alleen touchpad) ................................................................................. 28

Tikken met twee vingers (alleen touchpad) ..................................................................................... 28

Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm) ........................................................................... 28

Het toetsenbord en de optionele muis gebruiken .............................................................................................. 29

Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken ............................................................................... 29

6 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 30

De slaap- en sluimerstand activeren en beëindigen .......................................................................................... 30

De slaapstand handmatig activeren of beëindigen .......................................................................... 30

Slaapstand handmatig activeren en sluimerstand beëindigen (alleen bepaalde producten) ........ 30

Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand of sluimerstand (de slaap- of sluimerstand beëindigen) ................................................................................................................. 31

Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken ........................................................................... 32

Werkt op accuvoeding ......................................................................................................................................... 32

Door de gebruiker vervangbare accu ................................................................................................ 32

Accu-informatie zoeken .................................................................................................................... 34

Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 35

Lage acculading herkennen .............................................................................................................. 35

Problemen met een laag accuniveau verhelpen .............................................................................. 36

Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is ..... 36

Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is ........... 36

Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan beëindigen ...................................................................................................................... 36

Door de gebruiker vervangbare accu bewaren ................................................................................ 36

Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren ................................................................................ 36

Netvoeding gebruiken ......................................................................................................................................... 36

Veelvoorkomende problemen met energiebeheer oplossen .......................................................... 37

Computer afsluiten (uitschakelen) ..................................................................................................................... 38

7 Computer onderhouden ............................................................................................................................... 39

Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 39

Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 39

Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 39

HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) ............................................................. 39

De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 40

Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren ............................................................................. 40

Computer schoonmaken ..................................................................................................................................... 40

Reinigingsprocedures ....................................................................................................................... 41

Het beeldscherm reinigen .............................................................................................. 41

De zijkanten en het deksel reinigen ............................................................................... 41

De touchpad, het toetsenbord of de muis reinigen (alleen bepaalde producten) ........ 41

Reizen met of verzenden van de computer ........................................................................................................ 41

8 Computer en gegevens beveiligen ................................................................................................................. 43

Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 43

Windows-wachtwoorden instellen ................................................................................................... 43

Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen ................................................................................... 44

De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................................... 44

Internetbeveiligingssoftware gebruiken ............................................................................................................ 46

Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................ 46

Firewallsoftware gebruiken .............................................................................................................. 46

Software-updates installeren ............................................................................................................................. 46

HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................................................... 47

Draadloos netwerk beveiligen ............................................................................................................................ 47

Back-up maken van applicaties en gegevens ..................................................................................................... 47

Een optionele beveiligingskabel gebruiken ........................................................................................................ 47

9 Setup Utility (BIOS) gebruiken ...................................................................................................................... 49

Setup Utility (BIOS) starten ................................................................................................................................. 49

Setup Utility (BIOS) bijwerken ............................................................................................................................. 49

BIOS-versie vaststellen ..................................................................................................................... 49

BIOS-update downloaden ................................................................................................................. 50

Een tablet en toetsenbord synchroniseren (alleen bepaalde producten) ......................................................... 51

ix

x

10 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ...................................................................................... 52

HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden ........................................................ 53

11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten ................................................................................................. 54

Herstelmedia en back-ups maken ...................................................................................................................... 54

HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) .................................................................... 54

Hulpprogramma's van Windows gebruiken ........................................................................................................ 55

Herstellen ............................................................................................................................................................ 56

Herstellen met HP Recovery Manager .............................................................................................. 56

Wat u moet weten voordat u begint ............................................................................... 56

De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................... 57

HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen ................................................................ 58

De opstartvolgorde van de computer wijzigen .............................................................. 58

De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) ................................... 58

12 Specificaties ............................................................................................................................................. 60

Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 60

Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 60

13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 62

14 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 63

Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) ................................................. 63

Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 63

Index ............................................................................................................................................................. 64

1 Direct aan de slag

Deze computer is een krachtig hulpmiddel waarmee u uw werkprestaties en entertainmentervaring kunt verbeteren. Dit hoofdstuk bevat informatie over wat u na de configuratie van uw computer moet doen en waar u meer HP-bronnen kunt vinden. U leest hier ook wat u allemaal voor leuke dingen met uw computer kunt doen.

De HP Apps Store bezoeken

De HP Apps Store biedt een ruime keuze aan populaire games, entertainment- en muziekapps, productiviteitsapps en exclusieve apps bij HP die u naar uw bureaublad kunt downloaden. De selectie wordt regelmatig bijgewerkt en bevat regionale inhoud en landspecifieke aanbiedingen. Controleer regelmatig de

HP Apps Store voor nieuwe en bijgewerkte functies.

BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de HP Apps Store verbonden zijn met internet.

Een app bekijken en downloaden:

1.

Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Store.

– of –

Selecteer het pictogram Store naast het zoekvak van de taakbalk.

2.

Selecteer HP picks om alle beschikbare apps weer te geven.

OPMERKING: HP picks is alleen in bepaalde landen beschikbaar.

3.

Selecteer de app die u wilt downloaden en volg de instructies op het scherm. Als de download voltooid is, verschijnt de app in het scherm Alle apps.

Aanbevolen procedures

Nadat u de computer hebt geconfigureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te profiteren van uw slimme investering:

Maak een back-up van uw harde schijf door herstelmedia te maken. Zie Back-ups maken, herstellen en terugzetten op pagina 54

.

● Als u dat nog niet heeft gedaan, verbindt u de computer met een bekabeld of draadloos netwerk.

Raadpleeg

Verbinding maken met een netwerk op pagina 17

voor meer informatie.

● Leer de hardware en software van de computer kennen. Raadpleeg

Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 en

Entertainmentvoorzieningen gebruiken op pagina 21

voor meer informatie.

Koop antivirussoftware of voer een update uit. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 46 .

De HP Apps Store bezoeken 1

Meer HP-bronnen

Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.

Bron Inhoud

Installatie-instructies

De app Aan de slag

U opent de app Aan de slag als volgt:

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.

HP ondersteuning

Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP . Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/ country/us/en/wwcontact_us.html

.

● Overzicht van computerinstallatie en -functies

Een breed aanbod van informatie over procedures en tips voor het oplossen van problemen

Online chatten met een technicus van HP

● Telefoonnummers voor ondersteuning

● Locaties HP Servicecentrum

Handleiding voor veiligheid en comfort

U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen.

– of –

Ga naar http://www.hp.com/ergo .

● Aanwijzingen voor een optimale werkplek

● Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort en minder risico op lichamelijk letsel

● Informatie over elektrische en mechanische veiligheid

Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu

U krijgt als volgt toegang tot dit document:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen.

● Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)

Beperkte garantie*

U krijgt als volgt toegang tot dit document:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc en selecteer vervolgens Garantie

en services.

● Specifieke garantiegegevens voor deze computer

2 Hoofdstuk 1 Direct aan de slag

Bron Inhoud

– of –

Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments .

U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen. Als u het product in Azië of Oceanië hebt gekocht, kunt u HP aanschrijven op: Hewlett Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office,

Singapore 911507. Vermeld de productnaam, uw naam, telefoonnummer en postadres.

Meer HP-bronnen 3

2 Vertrouwd raken met de computer

Hardware opzoeken

Ga als volgt te werk om de op uw computer geïnstalleerde hardware weer te geven:

▲ Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer.

U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd.

Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-

BIOS op fn + esc (alleen bepaalde producten).

Software opzoeken

Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is geïnstalleerd:

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens Alle apps.

– of –

Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Programma's en onderdelen.

4 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Rechterkant

Onderdeel

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

Aan/uit-lampje

Lampje van de vaste schijf

Geheugenkaartlezer

USB 2.0-poort

Optischeschijfeenheid

Uitwerpknop van de optischeschijfeenheid

Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel

Beschrijving

● Aan: De computer is ingeschakeld.

● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde componenten worden uitgeschakeld.

● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.

● Wit knipperend: er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf.

Hiermee kunnen optionele geheugenkaarten worden gelezen waarop u gegevens kunt opslaan, bekijken, beheren en delen.

Ga als volgt te werk om een kaart te plaatsen:

1.

Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de computer gericht.

2.

Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart aan totdat deze goed op zijn plaats zit.

Ga als volgt te werk om een kaart te verwijderen:

▲ Trek de kaart uit het slot.

Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub.

Afhankelijk van de computer kan in dit station een optische schijf worden gelezen of kan een optische schijf worden gelezen en naar een optische schijf worden geschreven.

OPMERKING: Ga voor informatie over schijfcompatibiliteit naar de webpagina voor ondersteuning. Volg de instructies op de webpagina om uw computer te selecteren. Selecteer Drivers

en downloads en volg de instructies op het scherm.

Opent de schijflade.

Hier kunt u een optionele beveiligingskabel bevestigen op de computer.

OPMERKING: De beveiligingskabel is bedoeld om dieven te ontmoedigen, maar kan mogelijk niet voorkomen dat de computer wordt gestolen of beschadigd.

Rechterkant 5

Linkerkant

(4)

(5)

(7)

(8)

(9)

Onderdeel

(1)

(2)

(3)

(6)

Netvoedingsconnector

Beschrijving

Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.

Lampje van de netvoedingsadapter/accu

Ventilatieopening

Externemonitorpoort (alleen bepaalde producten)

RJ-45-netwerkconnector met statuslampjes

HDMI poort (USB-poort)

USB 3.0-poort

USB 2.0-poort

● Wit: De netvoedingsadapter is aangesloten en de accu is volledig opgeladen.

● Wit knipperend: De netvoedingsadapter is niet aangesloten en de accu heeft een lage acculading bereikt.

● Oranje: De netvoedingsadapter is aangesloten en de accu wordt opgeladen.

● Uit: De accu wordt niet opgeladen.

Deze openingen zorgen voor de luchtkoeling van de interne onderdelen.

OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.

Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten.

Hierop sluit u een netwerkkabel aan.

● Wit: het netwerk is aangesloten.

● Oranje: er vindt een nieuwe activiteit plaats in het netwerk.

Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video- of audioapparaat, zoals een high-definition televisie, andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een snel HDMI 1.4-apparaat (High-Definition Multimedia Interface).

Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub.

Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub.

Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang

(microfoon)

Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang

6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Onderdeel Beschrijving biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.

WAARSCHUWING!

Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over

voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid.

U krijgt als volgt toegang tot dit document:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen.

OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.

OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audioin (microfoon) ondersteunt.

Onderdelen

Onderdeel

(1) Interne beeldschermschakelaar

Beschrijving

Wanneer u het beeldscherm dichtdoet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld en de slaapstand geactiveerd.

Onderdelen 7

Onderdeel Beschrijving

(2)

(3)

(4)

WLAN-antenne*

Webcamlampje

Webcam

– of –

3D-camera (alleen bepaalde producten)

OPMERKING: de interne beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer.

Met deze antennes voor draadloze communicatie worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos Local Area

Network (WLAN's).

Aan: de webcam is in gebruik.

Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Op sommige producten kunt u videovergaderingen houden en online chatten via streaming video.

Om de webcam of de 3D-camera te gebruiken, doet u het volgende:

▲ Typ camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Camera.

OPMERKING: Een 3D-camera legt 3D-beelden vast en geeft ze weer op het computerscherm. Deze bevat aanvullende hardware

(een 3D-camerasensor en een 3D-laserprojector) en speciale software. Open de app Intel RealSense Welkom bij Intel RealSense voor meer informatie over het gebruik van een 3D-camera. Ga naar de app Intel RealSense Technology om toegang te krijgen tot apps voor de 3D-camera.

(5) Interne microfoon Hiermee kunt u geluid opnemen.

*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Houd de gebieden rondom de antennes vrij voor een optimale signaaloverdracht.

Voor meer informatie over de regelgeving voor draadloze communicatie, gaat u naar het artikel Informatie over voorschriften,

veiligheid en milieu en raadpleegt u de sectie die van toepassing is op uw land of regio.

U krijgt als volgt toegang tot dit document:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen.

8 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Onderdelen aan de

Touchpad

Onderdeel

(1) Touchpadzone

(2)

(3)

Linkerknop van het touchpad

Rechterknop van het touchpad

Beschrijving

Hiermee worden uw vingerbewegingen gelezen om de pointer te verplaatsen of items op het scherm te activeren.

OPMERKING:

Zie Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken op pagina 27 voor meer informatie.

Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.

Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.

Onderdelen aan de 9

Lampjes

Onderdeel

(1)

(2)

Caps Lock-lampje

Lampje voor Geluid uit

Beschrijving

Aan: Caps lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord typt u nu alles in hoofdletters.

● Oranje: het geluid van de computer is uitgeschakeld.

● Uit: het geluid van de computer is ingeschakeld.

10 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Knoppen

Onderdeel

(1) Aan/uit-knop

Beschrijving

● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uitknop om de computer in te schakelen.

● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/ uit-knop om de slaapstand te activeren.

● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.

● Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen.

VOORZICHTIG: De aan/uit-knop ingedrukt houden, resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens.

Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures geen resultaat hebben, houdt u de aan/uit-knop minstens vijf seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.

Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw energie-instellingen.

▲ Typ energie in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Energie- en slaapstandinstellingen.

– of –

Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens Energiebeheer.

Onderdelen aan de 11

Toetsen

Onderdeel

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6) esc -toets fn -toets

Windows-toets

Actietoetsen

Num Lock -toets

Geïntegreerd numeriek toetsenblok

Beschrijving

Druk op deze toets in combinatie met de fn -toets om systeeminformatie weer te geven.

Als u op deze toets drukt in combinatie met de esc -toets, actietoetsen of de spatiebalk worden er systeemfuncties uitgevoerd die veel worden gebruikt.

Opent het Startmenu.

OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, wordt het Startmenu afgesloten.

Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.

OPMERKING: Bij bepaalde producten wordt met de actietoets f5 de functie voor stralende achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld.

Hiermee schakelt u tussen de navigatiefuncties en numerieke functies op het geïntegreerde numerieke toetsenblok.

Wanneer num lock is ingeschakeld, kan het toetsenblok worden gebruikt als een extern numeriek toetsenblok.

Actietoetsen gebruiken

● Met een actietoets voert u de aan de toets toegewezen functie uit.

● Het pictogram op elk van de actietoetsen geeft de functie aan die aan de toets is toegewezen.

● Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.

Pictogram Beschrijving

Hiermee opent u Help en ondersteuning met zelfstudieprogramma's, informatie over het besturingssysteem

Windows en de computer, antwoorden op vragen en updates voor de computer.

Help en ondersteuning voorziet ook in hulpmiddelen voor geautomatiseerde probleemoplossing en toegang tot de ondersteuning.

12 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Pictogram Beschrijving

Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.

Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.

Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als u bijvoorbeeld op deze toets drukt terwijl er een monitor is aangesloten op de computer, wordt er geschakeld tussen weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm en de monitor.

Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).

Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.

Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.

Hiermee speelt u het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of Blu-rayschijf (BD) af.

Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.

Hiermee speelt u het volgende muziekstuk van een audio-cd of het volgende gedeelte van een dvd of bd af.

Hiermee schakelt u de vliegtuigmodus en de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.

OPMERKING: De toets voor de vliegtuigmodus wordt ook wel knop voor draadloze communicatie genoemd.

OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan worden gemaakt.

Onderdelen aan de 13

Onderdelen aan de

Onderdeel

(1) Accuvergrendeling

Beschrijving

Hiermee kunt u de accu in de accuruimte vergrendelen.

(2)

(3)

Accuruimte

Accu uitwerpen

Hierin bevindt zich de accu.

Hiermee kunt u de accu uitwerpen.

(4) Luidsprekers (2) Deze produceren geluid.

Labels

De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.

BELANGRIJK: Controleer de volgende locaties voor de in dit gedeelte beschreven labels: de onderkant van de computer, in de accuruimte (alleen bepaalde producten), onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.

● Servicelabel—Biedt belangrijke informatie voor het identificeren van uw computer. Wanneer u contact opneemt met Ondersteuning, moet u waarschijnlijk het serie-, product- en modelnummer opgeven.

Zoek deze nummers op voordat u contact opneemt met Ondersteuning.

14 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

Het servicelabel lijkt op een van de onderstaande voorbeelden. Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met het servicelabel van uw computer.

Onderdeel

(1) Serienummer

(2) Productnummer

(3) Garantieperiode

(4) Modelnummer (alleen bepaalde producten)

Onderdeel

(1) Modelnaam (alleen bepaalde producten)

(2) Productnummer

(3) Serienummer

(4) Garantieperiode

● Label(s) met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer.

● Label(s) met keurmerken voor apparatuur voor draadloze communicatie: Deze labels bevatten informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/ regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.

Het plaatsen van een SIM-kaart (alleen bepaalde producten)

VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een SIM-kaart om beschadiging van de connectoren te voorkomen.

Het plaatsen van een SIM-kaart (alleen bepaalde producten) 15

Ga als volgt te werk om een SIM-kaart te plaatsen:

1.

Schakel de computer uit met behulp van de opdracht Afsluiten.

2.

Sluit het beeldscherm.

3.

Ontkoppel alle externe apparaten die op de computer zijn aangesloten.

4.

Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.

5.

Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accuruimte naar u toegekeerd.

6.

Verwijder de accu.

7.

Plaats de SIM-kaart in het SIM-kaartslot en druk de SIM-kaart aan totdat deze stevig vastzit.

OPMERKING: De SIM-kaart in uw computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte.

OPMERKING: Bekijk de afbeelding in de accuruimte om te bepalen hoe de SIM-kaart in de computer moet worden geplaatst.

Als u een SIM-kaart wilt verwijderen, drukt u de SIM-kaart iets naar binnen en verwijdert u deze vervolgens uit de sleuf.

16 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer

3 Verbinding maken met een netwerk

U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met deze wereld in contact komt.

Verbinding maken met een draadloos netwerk

Uw computer beschikt mogelijk over een of meer van de volgende apparaten voor draadloze communicatie:

● WLAN-apparaat: via dit apparaat maakt u verbinding met draadloze lokale netwerken (ook wel Wi-Finetwerk, draadloos LAN of WLAN genoemd) in bedrijfsruimtes, bij u thuis en in openbare ruimtes, zoals vliegvelden, restaurants, cafés, hotels en universiteiten. In een draadloos netwerk communiceert de computer met een draadloze router of een draadloos toegangspunt.

● HP-module voor mobiel breedband: biedt u een draadloze verbinding via een WWAN (wireless wide-area network), een veel groter gebied. Aanbieders van mobiele netwerkdiensten zetten basisstations op

(vergelijkbaar met zendmasten voor mobiele telefonie) die dekking bieden in hele regio’s, provincies of zelfs landen.

● Bluetooth-apparaat: een apparaat waarmee u een PAN (personal area network) tot stand kunt brengen, zodat u verbinding kunt maken met andere apparaten die draadloze communicatie via Bluetooth ondersteunen, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera's. Binnen een

PAN communiceert elk apparaat direct met andere apparaten en moeten apparaten zich op relatief korte afstand (doorgaans 10 meter) van elkaar bevinden.

Voor meer informatie over draadloze technologie, internet en netwerken raadpleegt u de app Aan de slag.

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.

Voorzieningen voor draadloze communicatie gebruiken

Met een of meer van deze functies kunt u de apparaten voor draadloze communicatie in uw computer regelen:

● Toets voor de vliegtuigmodus (ook wel de knop of toets voor draadloze communicatie genoemd)

● Voorzieningen van het besturingssysteem

Toets voor de vliegtuigmodus

De computer bevat mogelijk een toets voor de vliegtuigmodus, een of meer apparaten voor draadloze communicatie en een of twee lampjes voor draadloze communicatie. Alle apparaten voor draadloze communicatie op de computer worden in de fabriek ingeschakeld.

Het lampje voor draadloze communicatie geeft niet de status van afzonderlijke apparaten voor draadloze communicatie aan, maar de status van deze apparaten als groep.

Voorzieningen van het besturingssysteem

Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen.

Verbinding maken met een draadloos netwerk 17

U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt:

1.

Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens

Configuratiescherm.

2.

Selecteer Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum.

Raadpleeg voor meer informatie de app Aan de slag.

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.

Verbinding maken met een WLAN

OPMERKING: Om thuis internet te gebruiken, opent u een account bij een internetprovider. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.

Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:

1.

Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.

2.

Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en maak verbinding met een van de beschikbare netwerken.

Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.

OPMERKING: als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit mogelijk dat u zich buiten het bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.

OPMERKING: Als u het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken niet ziet, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus en selecteert u Netwerkcentrum openen.

Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Er verschijnt een lijst met opties om handmatig te zoeken naar een netwerk en hier verbinding mee te maken, of om een nieuwe netwerkverbinding te maken.

3.

Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.

Nadat u verbinding hebt gemaakt, selecteert u het pictogram voor de netwerkstatus helemaal rechts op de taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.

OPMERKING: het effectieve bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de

WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste obstakels zoals wanden en vloeren.

HP Mobiel breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)

Uw computer met HP Mobiel breedband heeft ingebouwde ondersteuning voor diensten voor mobiel breedband. In combinatie met een mobiel netwerk biedt uw nieuwe computer u volledige vrijheid: u kunt verbinding maken met internet, e-mailen en uw bedrijfsnetwerk bereiken zonder dat u daarvoor een Wi-Fihotspot nodig hebt.

OPMERKING: Als uw computer wordt geleverd inclusief HP DataPass, zijn de instructies in dit gedeelte niet van toepassing. Zie

HP DataPass gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 19

.

Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP-module voor mobiel breedband nodig om de dienst voor mobiel breedband te activeren. U kunt dit nummer vinden op een label aan de onderkant van de computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.

18 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk

– of –

U kunt het nummer ook als volgt vinden:

1.

Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk.

2.

Selecteer Verbindingsinstellingen weergeven.

3.

Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus in het gedeelte Mobiel breedband.

Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een SIM-kaart (Subscriber

Identity Module). Een SIM-kaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identificatienummer (PIN), en over het netwerk. Op sommige computers is een SIM-kaart vooraf geïnstalleerd. Als de SIM-kaart niet vooraf is geïnstalleerd, wordt deze geleverd bij de documenten voor HP Mobiel breedband of wordt deze apart geleverd door de aanbieder van de mobiele netwerkdiensten.

Informatie over HP Mobiel breedband en over de manier waarop u de diensten van een aanbieder van mobiele netwerkdiensten activeert, vindt u in het pakket met informatie over HP Mobiel breedband dat bij de computer is geleverd.

HP DataPass gebruiken (alleen bepaalde producten)

Met HP DataPass krijgt u toegang tot mobiel breedband zonder jaarcontracten, creditcard of extra kosten.

Met HP DataPass zet u gewoon het apparaat aan, registreert u zich en maakt u verbinding. HP DataPass omvat een maandelijks datapakket bij aanschaf van het apparaat. Raadpleeg http://www.hp.com/go/ hpdatapass voor meer informatie.

GPS gebruiken (alleen bepaalde producten)

De computer kan zijn voorzien van een GPS-apparaat (Global Positioning System). GPS-satellieten geven locatie-, snelheids- en richtinggegevens door aan systemen die met GPS zijn uitgerust.

Raadpleeg de Help van de software voor HP GPS and Location voor meer informatie.

Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde producten)

Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten vroeger werden aangesloten. Voorbeelden van dergelijke apparaten:

● computers (desktopcomputer, notebookcomputer)

● telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone)

● imagingapparaten (printers, camera's)

● geluidsapparatuur (hoofdtelefoons, luidsprekers)

● muis

● extern toetsenbord

Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN (Personal Area

Network - persoonlijk netwerk) van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Voor meer informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten raadpleegt u de helpfunctie bij de Bluetooth-software.

Verbinding maken met een draadloos netwerk 19

Verbinding maken met een bekabeld netwerk: LAN (alleen bepaalde producten)

Gebruik een LAN-verbinding als u de computer direct wilt aansluiten op een router in uw huis (in plaats van draadloos werken) of als u de computer wilt aansluiten op een bestaand netwerk in uw kantoor.

De aansluiting op een LAN vereist een 8-pins RJ-45-(netwerk)kabel en een netwerkaansluiting op de computer.

U sluit de netwerkkabel als volgt aan:

1.

Sluit de netwerkkabel aan op de netwerkconnector (1) van de computer.

2.

Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een router.

OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.

Gegevens en stations delen en software openen

Wanneer uw computer deel uitmaakt van een netwerk, kunt u ook informatie op andere computers raadplegen. Computers die zijn aangesloten op het netwerk kunnen software en gegevens met elkaar uitwisselen.

Zie de informatie in de app Aan de slag voor meer informatie over het delen van bestanden, mappen of stations.

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.

OPMERKING: Wanneer een schijf zoals een dvd-film of -spel beveiligd is tegen kopiëren, kan deze niet worden gedeeld.

20 Hoofdstuk 3 Verbinding maken met een netwerk

4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken

Gebruik uw computer van HP als entertainment-hub om via de webcam uw sociale contacten te onderhouden, geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk films. Of sluit externe apparaten zoals een monitor, projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van de computer een nog krachtiger entertainmentcentrum te maken.

Een webcam of 3D-camera gebruiken (alleen bepaalde producten)

Uw computer heeft een geïntegreerde webcam of 3D-camera die videobeelden vastlegt en foto's maakt. Op sommige producten kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten.

▲ Typ voor toegang tot de webcam camera in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens

Camera in de lijst met apps.

OPMERKING: Een 3D-camera legt 3D-beelden vast en geeft ze weer op het scherm. Deze bevat aanvullende hardware (een 3D-camerasensor en een 3D-laserprojector) en speciale software. Open de app Intel

RealSense Welkom bij Intel RealSense voor meer informatie over het gebruik van een 3D-camera. Ga naar de app Intel RealSense Technology om toegang te krijgen tot apps voor de 3D-camera.

Audio gebruiken

Op uw computer of op bepaalde producten met een externe optischeschijfeenheid kunt u muziek-cd’s afspelen, muziek downloaden en beluisteren, audio-inhoud van internet (inclusief radio) streamen of audio opnemen, of audio en video mixen om multimedia te maken. Om uw luisterervaring te verbeteren sluit u externe audioapparaten, zoals luidsprekers of hoofdtelefoons, aan.

Luidsprekers aansluiten

U kunt bekabelde luidsprekers op de computer aansluiten door deze op een USB-poort of op de audiouitgang (van een hoofdtelefoon) op de computer of een dockingstation aan te sluiten.

Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de computer. Zie

HDMI-audio configureren op pagina 24

voor informatie over het aansluiten van high-definition luidsprekers op de computer. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit.

Een webcam of 3D-camera gebruiken (alleen bepaalde producten) 21

Headsets aansluiten

WAARSCHUWING!

Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid.

U krijgt als volgt toegang tot dit document:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens

Gebruikershandleidingen.

Hoofdtelefoons die zijn gecombineerd met een microfoon worden headsets genoemd. U kunt bekabelde headsets op de audio-uitgang (hoofdtelefoon)/audio-ingang (microfoon) op de computer aansluiten.

Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat om draadloze headsets op de computer aan te sluiten.

Geluidsinstellingen gebruiken

Gebruik geluidsinstellingen om het systeemvolume aan te passen, systeemgeluiden te wijzigen of audioapparaten te beheren.

Ga als volgt te werk om de geluidsinstellingen te bekijken of te wijzigen:

▲ Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm, selecteer

Hardware en geluiden en selecteer vervolgens Geluid.

– of –

Klik met de rechtermuisknop op de knop Start, selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en

geluiden en selecteer vervolgens Geluid.

Uw computer beschikt mogelijk over een geavanceerd geluidssysteem van Bang & Olufsen, DTS, Beats Audio of een andere leverancier. De computer kan daarom geavanceerde audiovoorzieningen hebben die kunnen worden geregeld via een configuratiescherm voor audio dat specifiek is voor uw audiosysteem.

Gebruik het Audio-configuratiescherm voor het bekijken en beheren van audio-instellingen.

▲ Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm, selecteer

Hardware en geluiden en selecteer vervolgens het configuratiescherm voor uw audiosysteem.

– of –

Klik met de rechtermuisknop op de knop Start, selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en

geluiden en selecteer vervolgens het configuratiescherm voor uw audiosysteem.

Video gebruiken

Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt bekijken en video en films kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken als u geen verbinding hebt met een netwerk.

Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor, projector of tv aan te sluiten.

22 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken

BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van de computer. Volg de instructies van de fabrikant van het apparaat.

Raadpleeg HP Support Assistant voor informatie over het gebruik van de videovoorzieningen.

Videoapparaten aansluiten met een VGA-kabel (alleen bepaalde producten)

OPMERKING: Als u een VGA-videoapparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u apart moet aanschaffen.

Als u het beeld van het computerscherm op een externe VGA-monitor wilt weergeven of wilt projecteren

(bijvoorbeeld voor een presentatie), sluit u een monitor of projector aan op de VGA-poort van de computer.

1.

Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector aan op de VGA-poort van de computer, zoals aangegeven in de afbeelding.

2.

Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavestatussen:

Alleen computerscherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.

Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.

Uitspreiden: Hiermee wordt het beeld uitgespreid weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.

Alleen tweede scherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.

Telkens wanneer u op f4 drukt, verandert de weergavetoestand.

OPMERKING: Als u de optie Uitbreiden kiest, moet u voor de beste resultaten de schermresolutie van het externe apparaat als volgt verhogen: Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Vormgeving en persoonlijke instellingen.

Selecteer onder Weergave Schermresolutie aanpassen.

Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten)

OPMERKING: Als u een HDMI-apparaat op de computer wilt aansluiten, hebt u een HDMI-kabel nodig die u apart moet aanschaffen.

Video gebruiken 23

Als u het beeld van het computerscherm op een high-definition-televisie of -monitor wilt weergeven, sluit u het high-definition-apparaat aan de hand van de volgende instructies aan:

1.

Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer.

2.

Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de high-definition televisie of monitor.

3.

Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavetoestanden:

Alleen computerscherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.

Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.

Uitspreiden: Hiermee wordt het beeld uitgespreid weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.

Alleen tweede scherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.

Telkens wanneer u op f4 drukt, verandert de weergavetoestand.

OPMERKING: Als u de optie Uitbreiden kiest, moet u voor de beste resultaten de schermresolutie van het externe apparaat als volgt verhogen: Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Vormgeving en persoonlijke instellingen.

Selecteer onder Weergave Schermresolutie aanpassen.

HDMI-audio configureren

HDMI is de enige video-interface die high-definition video en audio ondersteunt. Ga als volgt te werk om

HDMI-audio in te schakelen nadat u een HDMI-tv op de computer heeft aangesloten:

1.

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten.

2.

Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat.

3.

Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.

24 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken

Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven:

1.

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik daarna op Afspeelapparaten.

2.

Klik op het tabblad Afspelen op Luidsprekers.

3.

Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.

Videoapparaten aansluiten met een Displayport-kabel (alleen bepaalde producten)

OPMERKING: Als u een digitaal weergaveapparaat wilt aansluiten op de computer, hebt u een Dual-Mode

DisplayPort (DP-DP)-kabel nodig die u apart moet aanschaffen.

Op de Dual-Mode DisplayPort kunt u een digitaal weergaveapparaat, zoals een hoogwaardige monitor of projector, aansluiten. De Dual-mode DisplayPort levert betere prestaties dan de VGA-externemonitorpoort en zorgt voor betere digitale aansluitmogelijkheden.

1.

Sluit het ene uiteinde van de Dual-Mode DisplayPort-kabel aan op de Dual-Mode DisplayPort van de computer.

2.

Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het digitale weergaveapparaat.

3.

Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavetoestanden:

Alleen computerscherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.

Dupliceren: hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.

Uitspreiden: Hiermee wordt het beeld uitgespreid weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.

Alleen tweede scherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.

Telkens wanneer u op f4 drukt, verandert de weergavetoestand.

OPMERKING: Als u de optie Uitbreiden kiest, moet u voor de beste resultaten de schermresolutie van het externe apparaat als volgt verhogen: Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Vormgeving en persoonlijke instellingen.

Selecteer onder Weergave Schermresolutie aanpassen.

Video gebruiken 25

Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde producten)

Volg de onderstaande stappen om met Miracast compatibele draadloze schermen te zoeken en weer te geven zonder uw huidige apps te verlaten.

Miracast openen:

▲ Typ projecteren in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm. Klik op Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm.

OPMERKING: Voor meer informatie over welk type beeldscherm u heeft (Miracast-compatibel of Intel WiDi), raadpleegt u de documentatie die bij uw tv of secundair weergaveapparaat is meegeleverd.

Intel WiDi-gecertificeerde beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde producten)

Gebruik Intel WiDi voor het draadloos projecteren van afzonderlijke bestanden zoals foto's, muziek of video's of om het volledige computerscherm op een tv of een secundair weergaveapparaat te dupliceren.

Intel WiDi, een premiumoplossing van Miracast, maakt het makkelijk en probleemloos om uw secundaire weergaveapparaat te koppelen; maakt duplicatie op volledig scherm mogelijk; en zorgt voor betere snelheid, kwaliteit en schaling. Met Intel WiDi Media Share (alleen bepaalde producten) kunt u eenvoudig multitasken en heeft u hulpprogramma's ter beschikking om afzonderlijke mediabestanden te selecteren en naar uw secundaire weergaveapparaat te slepen.

U maakt op de volgende manier verbinding met Intel WiDi-gecertificeerde beeldschermen:

▲ Typ projecteren in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm. Klik op Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm.

Intel WiDi openen:

▲ Typ Intel WiDi in het zoekvak van de taakbalk en klik vervolgens op Intel WiDi.

Intel WiDi Media Share openen:

▲ Typ Intel WiDi Media Share in het zoekvak van de taakbalk en klik op Intel WiDi Media Share.

26 Hoofdstuk 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken

5 Navigeren op het scherm

Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken

Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het computerscherm navigeren en de aanwijzer besturen. U kunt ook de linker- en rechterknoppen van het touchpad gebruiken zoals u de corresponderende knoppen van een externe muis zou gebruiken. Om op een aanraakscherm te navigeren

(alleen bepaalde producten) raakt u het scherm aan met behulp van de bewegingen die in dit hoofdstuk worden beschreven.

U kunt bewegingen ook aanpassen en demonstraties van de werking ervan bekijken. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Hardware en geluiden. Klik onder Apparaten en printers op Muis.

OPMERKING: Tenzij anders vermeld kunnen bewegingen worden gebruikt op een touchpad of op een aanraakscherm (alleen bepaalde producten).

Tikken

U kunt op de volgende manieren op het computerscherm navigeren:

● Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken (alleen bepaalde producten)

● Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken

● Het toetsenbord en de optionele muis gebruiken (de muis moet afzonderlijk worden aangeschaft)

Gebruik de beweging tikken/dubbeltikken om een item op het scherm te selecteren of te openen.

● Wijs een item op het scherm aan en tik met uw vinger in de touchpadzone of op het aanraakscherm om het item te selecteren. Dubbeltik op een item om het te openen.

Zoomen door met twee vingers te knijpen

Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen.

● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden in de touchpadzone of op het aanraakscherm en beweeg ze daarna naar elkaar toe.

● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden in de touchpadzone of op het aanraakscherm en beweeg ze daarna van elkaar af.

Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken 27

Schuiven met twee vingers (alleen touchpad)

Gebruik het schuiven met twee vingers om naar boven, naar beneden of opzij te schuiven op een pagina of afbeelding.

● Plaats twee vingers iets uit elkaar op het touchpadgebied en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.

Tikken met twee vingers (alleen touchpad)

Tik met twee vingers om het menu voor een object op het scherm te openen.

OPMERKING: Als u met twee vingers tikt, wordt dezelfde actie uitgevoerd als wanneer u met de rechtermuisknop klikt.

● Tik met twee vingers op de touchpadzone om het menu Opties voor het geselecteerde object te openen.

Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm)

Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen.

● Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin u wilt bewegen.

● Om een object te verplaatsen, blijft u met uw vinger op een object drukken en sleept u met uw vinger om het object te verplaatsen.

28 Hoofdstuk 5 Navigeren op het scherm

Het toetsenbord en de optionele muis gebruiken

Met het toetsenbord en de muis kunt u typen, items selecteren, schuiven en dezelfde functies uitvoeren als bij gebruik van aanraakbewegingen. Met actietoetsen en toetsencombinaties op het toetsenbord kunt u bepaalde functies uitvoeren.

TIP: Met de Windows-toets op het toetsenbord of de Windows-knop op een tablet kunt u snel terugkeren naar het startscherm vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows. Als u opnieuw op de knop of toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.

OPMERKING: Afhankelijk van het land of de regio waarin u woont, is het mogelijk dat uw toetsenbord andere toetsen en toetsenbordfuncties heeft dan de toetsen en functies die in dit gedeelte worden beschreven.

Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken

De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Zie

Toetsen op pagina 12 voor meer informatie over het geïntegreerde numerieke toetsenblok.

Onderdeel

Num Lock -toets

Geïntegreerd numeriek toetsenblok

Beschrijving

Hiermee regelt u de werking van het geïntegreerde numerieke toetsenblok. Druk op de toets om te schakelen tussen de standaard numerieke functie op een extern toetsenblok (deze functie is standaard ingeschakeld) en de navigatiefunctie (aangeduid met pijlen op de toetsen).

OPMERKING: De toetsenblokfunctie die actief is op het moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld.

Standaard ingesteld om te werken als een extern numeriek toetsenblok. Druk op de num lock -toets om te schakelen tussen deze numerieke functie en de navigatiefunctie (aangeduid met de pijltoetsen).

Het toetsenbord en de optionele muis gebruiken 29

6 Energiebeheer

Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen netvoedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden.

De slaap- en sluimerstand activeren en beëindigen

Windows kent twee energiebesparende standen, de slaapstand en de sluimerstand.

● Slaapstand: de slaapstand wordt automatisch geactiveerd na een periode van inactiviteit. Uw werk wordt opgeslagen, zodat u uw werk zeer snel kunt hervatten. U kunt de slaapstand ook handmatig activeren. Zie

De slaapstand handmatig activeren of beëindigen op pagina 30

voor meer informatie.

● Sluimerstand: de sluimerstand wordt automatisch geactiveerd wanneer de accu een kritiek laag ladingsniveau bereikt. In de sluimerstand wordt uw werk opgeslagen in een sluimerstandbestand op de vaste schijf en wordt de computer uitgeschakeld. U kunt de sluimerstand ook handmatig activeren. Zie

Slaapstand handmatig activeren en sluimerstand beëindigen (alleen bepaalde producten) op pagina 30

voor meer informatie.

VOORZICHTIG: Activeer de slaap- of sluimerstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe mediakaart. Zo vermindert u het risico van mogelijke verslechtering van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.

De slaapstand handmatig activeren of beëindigen

U kunt op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:

● Sluit het beeldscherm.

● Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Slaapstand.

U kunt op een van de volgende manieren de slaapstand beëindigen:

● Druk kort op de aan-uitknop.

● Als de computer gesloten is, opent u het beeldscherm.

● Druk op een toets op het toetsenbord.

● Tik op het touchpad.

Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan-uitlampjes branden en wordt het scherm weer weergegeven.

OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw

Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.

Slaapstand handmatig activeren en sluimerstand beëindigen (alleen bepaalde producten)

U kunt gebruikers als volgt de sluimerstand handmatig laten activeren en energiebeheerinstellingen en timeouts laten wijzigen via het onderdeel Energiebeheer.

30 Hoofdstuk 6 Energiebeheer

1.

Typ energie-opties in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Energiebeheer.

– of –

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer vervolgens Energie-

opties.

2.

Selecteer Het gedrag van de aan-uitknop bepalen in het linkerdeelvenster.

3.

Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn en selecteer vervolgens

Sluimerstand in het veld Als ik op de aan-uitknop druk.

– of –

Selecteer onder Afsluitinstellingen het vak Sluimerstand om de optie Sluimerstand weer te geven in het menu Energie.

4.

Selecteer Wijzigingen opslaan.

U beëindigt de sluimerstand als volgt:

▲ Druk kort op de aan-uitknop.

Wanneer de sluimerstand wordt beëindigd, gaan de aan-uitlampjes branden en wordt het scherm weer weergegeven.

OPMERKING: Als u een wachtwoord hebt ingesteld dat nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet u uw

Windows-wachtwoord opgeven voordat uw werk weer op het scherm verschijnt.

Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand of sluimerstand (de slaap- of sluimerstand beëindigen)

Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de sluimerstand:

1.

Typ energie-opties in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Energiebeheer.

– of –

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer vervolgens Energie-

opties.

2.

Selecteer in het linkerdeelvenster Een wachtwoord vereisen bij uit slaapstand komen.

3.

Selecteer Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.

4.

Selecteer Een wachtwoord vereisen (aanbevolen).

OPMERKING: Om een wachtwoord voor uw gebruikersaccount te maken of het bestaande wachtwoord te wijzigen, selecteert u Het wachtwoord voor uw gebruikersaccount instellen of

wijzigen en volgt u de instructies op het scherm. Als u geen gebruikerswachtwoord hoeft te maken of te wijzigen, gaat u naar stap 5.

5.

Selecteer Wijzigingen opslaan.

De slaap- en sluimerstand activeren en beëindigen 31

Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken

De energiemeter bevindt zich op de Windows-taakbalk. Met behulp van de energiemeter krijgt u snel toegang tot de instellingen van Energiebeheer en kunt u de resterende acculading bekijken.

● Plaats de muisaanwijzer op het pictogram van de energiemeter om het percentage resterende acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven .

Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter en selecteer een item in de lijst om toegang te krijgen tot Energiebeheer. U kunt ook energie-opties typen in het zoekvak van de taakbalk en vervolgens Energiebeheer selecteren.

Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Wanneer u de muisaanwijzer op het pictogram plaatst als de accu bijna leeg is, wordt er een bericht weergegeven.

Werkt op accuvoeding

Wanneer zich een opgeladen accu in de computer bevindt en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer is uitgeschakeld en niet is aangesloten op een externe voedingsbron, loopt de accu in de computer langzaam leeg. De computer geeft een bericht weer wanneer de accu bijna leeg is.

De accuwerktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is aangesloten, en andere factoren.

Door de gebruiker vervangbare accu

WAARSCHUWING!

Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde door de gebruiker vervangbare accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP.

VOORZICHTIG: Bij het verwijderen van een door de gebruiker te vervangen accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat er gegevens verloren gaan.

Raadpleeg de stappen en de afbeelding die het meest overeenkomen met uw computer om de door de gebruiker vervangbare accu te verwijderen:

1.

Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accu naar u toegekeerd.

2.

Verschuif de accuontgrendeling (1) om de accu los te koppelen.

OPMERKING: De accuvergrendeling keert automatisch terug naar haar oorspronkelijke stand.

32 Hoofdstuk 6 Energiebeheer

3.

Verwijder de accu (2) uit de computer.

– of –

1.

Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accu naar u toegekeerd.

2.

Verschuif de accuontgrendeling(1) om de accu te ontgrendelen en vervolgens de andere accuontgrendeling (2) om de accu uit te werpen.

OPMERKING: De accuvergrendeling keert automatisch terug naar haar oorspronkelijke stand.

3.

Verwijder de accu (3) uit de computer.

– of –

1.

Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accu naar u toegekeerd.

2.

Verschuif de accuontgrendeling(1) om de accu te ontgrendelen en vervolgens de andere accuontgrendeling (2) om de accu uit te werpen.

OPMERKING: De accuvergrendeling keert automatisch terug naar haar oorspronkelijke stand.

Werkt op accuvoeding 33

3.

Kantel de accu (3) omhoog en verwijder de accu (4) uit de computer.

– of –

1.

Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond.

2.

Verschuif de accuvergrendeling (1) om de accu los te koppelen.

OPMERKING: De accuvergrendeling keert automatisch terug naar haar oorspronkelijke stand.

3.

Kantel de accu omhoog (2) en verwijder de accu (3) uit de computer.

Accu-informatie zoeken

U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's:

1.

Typ ondersteuning in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app HP Support Assistant.

– of –

34 Hoofdstuk 6 Energiebeheer

Klik op het vraagtekenpictogram in de taakbalk.

2.

Selecteer achtereenvolgens Mijn PC, het tabblad Diagnoseprogramma's en hulpprogramma's en HP

Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen, neemt u contact op met de ondersteuning.

HP Support Assistant biedt de volgende hulpprogramma’s en informatie over de accu:

● HP Accucontrole

● Informatie over soorten accu's, specificaties, levensduur en capaciteit.

Accuvoeding besparen

Gebruik de volgende tips om accustroom te besparen en de levensduur van de accu te maximaliseren:

● Verlaag de helderheid van het scherm.

● Selecteer de instelling Energiespaarstand in Energiebeheer.

● Als de computer langer dan twee weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron, verwijdert u de door de gebruiker vervangbare accu en bergt u de accu op een koele, droge plaats op.

● Schakel draadloze apparaten uit wanneer u deze niet gebruikt.

● Ontkoppel ongebruikte externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron, zoals een externe vaste schijf die op een USB-poort aangesloten is.

● Zet alle optionele externe mediakaarten die u niet gebruikt, stop, schakel ze uit of verwijder ze.

● Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken.

Lage acculading herkennen

Als een accu de enige voedingsbron van de computer is en een laag of kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:

● Het acculampje (alleen bepaalde producten) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan.

– of –

Het energiemeterpictogram geeft een lage of kritiek lage acculading aan.

OPMERKING:

Raadpleeg Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 32

voor meer informatie over de energiemeter.

Wanneer de acculading een kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende:

● Als de sluimerstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, blijft de computer nog even in de slaapstand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld, waarbij nietopgeslagen werk verloren gaat.

● Als de sluimerstandvoorziening is ingeschakeld en de computer aan staat of in de slaapstand staat, wordt de sluimerstand geactiveerd.

Werkt op accuvoeding 35

Problemen met een laag accuniveau verhelpen

Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is

Sluit een van de volgende apparaten op de computer en op een externe voedingsbron aan:

● Netvoedingsadapter

● Optioneel docking- of uitbreidingsapparaat

● Optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft

Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is

Sla uw werk op en sluit de computer af.

Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan beëindigen

1.

Vervang een lege, door de gebruiker vervangbare accu (alleen bepaalde producten) door een opgeladen accu of sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en op een externe voedingsbron.

2.

Beëindig de sluimerstand door kort op de aan-uitknop te drukken.

Door de gebruiker vervangbare accu bewaren

VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen, om beschadiging van de accu te voorkomen.

Verwijder de accu en bewaar deze apart op een koele, droge plaats als een computer meer dan twee weken niet wordt gebruikt en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. Zo bespaart u acculading.

Een opgeborgen accu moet elke 6 maanden worden gecontroleerd. Wanneer de capaciteit minder is dan 50 procent, laadt u de accu op voordat u de accu weer opbergt.

Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren

WAARSCHUWING!

verminder het risico van brand of brandwonden: probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren; veroorzaak geen kortsluiting tussen de externe contactpunten; laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur.

Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's.

Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot dit document:

▲ Typ ondersteuning in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het vraagtekenpictogram in de taakbalk.

Netvoeding gebruiken

Raadpleeg de poster Installatie-instructies die meegeleverd is in de doos van de computer voor informatie over het aansluiten van de computer op netvoeding.

De computer gebruikt geen accustroom wanneer de computer is aangesloten op de netvoeding via een goedgekeurde netvoedingsadapter of een optioneel docking- of uitbreidingsapparaat.

36 Hoofdstuk 6 Energiebeheer

WAARSCHUWING!

Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde netvoedingsadapter, een door HP geleverde vervangende adapter of een door HP geleverde compatibele adapter.

Sluit in de volgende gevallen de computer aan op de netvoeding:

WAARSCHUWING!

Laad de computeraccu niet op aan boord van een vliegtuig.

● Wanneer u een accu oplaadt of kalibreert.

● Wanneer u systeemsoftware installeert of aanpast.

● Wanneer u informatie schrijft naar een schijf (alleen bepaalde producten).

● Wanneer u Schijfdefragmentatie uitvoert op computers met interne vaste schijven

● Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert.

Wanneer u de computer op de netvoeding aansluit gebeurt het volgende:

● De accu wordt opgeladen.

● De helderheid van het beeldscherm wordt verhoogd.

Het pictogram van de energiemeter verandert van vorm.

Wanneer u de netvoeding loskoppelt, gebeurt het volgende:

● De computer schakelt over naar accuvoeding.

● De helderheid van het beeldscherm wordt automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen.

Het pictogram van de energiemeter verandert van vorm.

Veelvoorkomende problemen met energiebeheer oplossen

Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding:

● De computer wordt niet ingeschakeld.

● Het display wordt niet ingeschakeld.

● De aan-uitlampjes worden niet ingeschakeld.

Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen:

1.

Schakel de computer uit.

2.

Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer, sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter en sluit het netsnoer aan op een stopcontact.

3.

Schakel de computer in.

● Als de aan-uitlampjes aan gaan, werkt de netvoedingsadapter naar behoren.

● Als de aan-uitlampjes uit blijven, controleert u of de verbinding tussen de netvoedingsadapter en de computer en de verbinding tussen het netsnoer en het stopcontact goed is.

● Als de netvoedingsadapter op de juiste wijze is aangesloten maar de aan-uitlampjes toch uit blijven, werkt de netvoedingsadapter niet en moet deze worden vervangen.

Netvoeding gebruiken 37

Neem contact op met de klantenondersteuning voor informatie over het verkrijgen van een vervangende netvoedingsadapter.

Computer afsluiten (uitschakelen)

VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Zorg dat u uw werk opslaat voor u de computer uitschakelt.

Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.

Sluit de computer af in de volgende gevallen:

● Als u de accu moet vervangen of toegang wilt tot onderdelen in de computer

● Wanneer u externe hardware aansluit die niet op een USB- of videopoort kan worden aangesloten.

● Wanneer de computer lange tijd niet wordt gebruikt en de externe voedingsbron wordt losgekoppeld

Hoewel u de computer kunt uitschakelen met de aan-uitknop, wordt u aangeraden om de opdracht Afsluiten van Windows te gebruiken.

OPMERKING: Als de computer in de slaap- of sluimerstand staat, moet u eerst de slaap- of sluimerstand beëindigen door kort op de aan-uitknop te drukken.

1.

Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af.

2.

Selecteer de knop Start, het pictogram Energie en daarna Afsluiten.

Als de computer niet reageert en het niet mogelijk is de hiervoor beschreven afsluitprocedures te gebruiken, probeert u de volgende noodprocedures in de beschreven volgorde:

● Druk op ctrl + alt + delete , selecteer het pictogram Energie en selecteer daarna Afsluiten.

● Druk op de aan-uitknop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt.

● Koppel de computer los van de externe voedingsbron.

● Verwijder de accu (bij producten met een door de gebruiker vervangbare accu).

38 Hoofdstuk 6 Energiebeheer

7 Computer onderhouden

Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.

Prestaties verbeteren

Door de computer regelmatig te onderhouden met hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en

Schijfopruiming kunt u de prestaties van uw computer aanzienlijk verbeteren.

Schijfdefragmentatie gebruiken

HP adviseert om uw vaste schijf ten minste één keer per maand te defragmenteren met

Schijfdefragmentatie.

OPMERKING: Schijfdefragmentatie hoeft niet te worden uitgevoerd voor SSD's (solid-state drives).

U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt:

1.

Sluit de computer aan op een netvoedingsbron.

2.

Typ defragmenteren in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens De stations

defragmenteren en optimaliseren.

3.

Volg de instructies op het scherm.

Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie.

Schijfopruiming gebruiken

Gebruik Schijfopruiming om op de vaste schijf naar overbodige bestanden te zoeken die u veilig kunt verwijderen. Maak schijfruimte vrij zodat de computer efficiënter werkt.

U gebruikt Schijfopruiming als volgt:

1.

Typ schijf in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Schijfruimte vrijmaken door

onnodige bestanden te verwijderen of Apps verwijderen om schijfruimte vrij te maken.

2.

Volg de instructies op het scherm.

HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten)

HP 3D DriveGuard beschermt een vaste schijf door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te houden wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen:

● U laat de computer vallen.

● U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten en terwijl de computer op accuvoeding werkt.

Kort hierna wordt de normale werking van de vaste schijf hersteld door HP 3D DriveGuard.

Prestaties verbeteren 39

OPMERKING: Alleen interne vaste schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een vaste schijf die is geplaatst in een optioneel dockingapparaat of is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd door HP 3D DriveGuard.

OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden.

Zie de helpfunctie van de software HP 3D DriveGuard voor meer informatie.

De status van HP 3D DriveGuard herkennen

Het vasteschijflampje op de computer verandert van kleur, ten teken dat een schijf in de ruimte van de primaire vaste schijf en/of een schijf in de ruimte van de secundaire vaste schijf (alleen bepaalde producten) is geparkeerd. Als u wilt nagaan of een schijf momenteel wordt beschermd of is geparkeerd, bekijkt u het pictogram op het Windows-bureaublad in het systeemvak helemaal rechts op de taakbalk.

Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren

HP raadt u aan regelmatig uw programma's en stuurprogramma's bij te werken. Met updates worden problemen opgelost en worden nieuwe functies en opties op de computer geïnstalleerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat oude grafische onderdelen niet meer correct werken met de nieuwste spelsoftware. Zonder het nieuwste stuurprogramma zou u niet optimaal gebruik kunnen maken van uw apparatuur.

Ga naar http://www.hp.com/support om de meest recente versie van programma's en stuurprogramma's van

HP te downloaden. U kunt zich ook registreren als u automatisch berichten wilt ontvangen wanneer er nieuwe updates beschikbaar zijn.

Volg deze instructies om uw programma's en stuurprogramma's bij te werken:

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Updates en selecteer vervolgens Controleren op updates en

berichten.

3.

Volg de instructies op het scherm.

Computer schoonmaken

Gebruik de volgende producten voor het veilig reinigen van uw computer:

● Dimethyl benzyl ammoniumchloride met een concentratie van maximaal 0,3 procent (bijvoorbeeld wegwerpdoekjes van verschillende merken)

● Glasreinigingsmiddel zonder alcohol

● Oplossing van water en milde zeep

● Droge microvezel-reinigingsdoek of een zeemlap (antistatische doek zonder olie)

● Antistatische veegdoekjes

VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan uw computer kunnen veroorzaken. Gebruik een bepaald schoonmaakmiddel pas als u zeker weet dat het geen alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoffen bevat.

40 Hoofdstuk 7 Computer onderhouden

Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kan krassen achterlaten op de computer. In de loop der tijd kunnen in deze krassen vuildeeltjes en reinigingsmiddelen achterblijven.

Reinigingsprocedures

Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer.

WAARSCHUWING!

Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld.

1.

Schakel de computer uit.

2.

Koppel de netvoeding los.

3.

Koppel alle externe apparaten los.

VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten. Als er vloeistoffen op het oppervlak terecht komen, kunnen er interne onderdelen beschadigd raken.

Het beeldscherm reinigen

Maak het beeldscherm schoon met een zachte, pluisvrije doek bevochtigd met een alcoholvrij glasreinigingsmiddel. Zorg ervoor dat het beeldscherm droog is voordat u de computer sluit.

De zijkanten en het deksel reinigen

Gebruik voor het reinigen van de zijkanten en het deksel een zachte microvezeldoek of een zeem die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen. U kunt ook een hiervoor geschikt wegwerpdoekje gebruiken.

OPMERKING: Wanneer u het deksel van de computer reinigt, maakt u ronddraaiende bewegingen om het vuil te verwijderen.

De touchpad, het toetsenbord of de muis reinigen (alleen bepaalde producten)

WAARSCHUWING!

Voorkom elektrische schokken of schade aan interne onderdelen en gebruik geen stofzuiger om het toetsenbord te reinigen. Een stofzuiger kan stofdeeltjes achterlaten op het oppervlak van het toetsenbord.

VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat er geen vloeistof tussen de toetsen komt.

● Gebruik voor het reinigen van het touchpad, het toetsenbord of de muis een zachte microvezel-doek of een zeemlap die bevochtigd is met een van de eerder genoemde reinigingsmiddelen. U kunt ook een hiervoor geschikt wegwerpdoekje gebruiken.

● Om te voorkomen dat de toetsen vast komen te zitten en om vuil, pluizen en vuildeeltjes te verwijderen, gebruikt u een spuitbus met perslucht en een rietje.

Reizen met of verzenden van de computer

Als u de computer wilt meenemen op reis of als u de computer wilt verzenden, neemt u de volgende tips in acht om de apparatuur te beschermen.

● Ga als volgt te werk om de computer gereed te maken voor transport:

Reizen met of verzenden van de computer 41

◦ Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid.

◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten.

◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los.

◦ Schakel de computer uit.

● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer.

● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage.

VOORZICHTIG: stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.

In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.

● Als u de computer tijdens een vlucht wilt gebruiken, luister dan naar dan naar mededelingen tijdens de vlucht waarin wordt aangegeven wanneer u de computer mag gebruiken. Elke maatschappij heeft eigen regels voor het gebruik van computers tijdens vluchten.

● Verzend een computer of schijfeenheid in goed beschermend verpakkingsmateriaal. Vermeld op de verpakking dat het om breekbare apparatuur gaat.

● Het gebruik van draadloze apparaten is mogelijk in sommige omgevingen niet toegestaan. Dit kan het geval zijn aan boord van een vliegtuig, in ziekenhuizen, in de buurt van explosieven en op gevaarlijke locaties. Als u niet zeker weet wat het beleid is ten aanzien van het gebruik van een bepaald apparaat, kunt u het beste vooraf toestemming vragen voordat u de computer inschakelt.

● Neem de volgende suggesties in acht als u de computer in het buitenland wilt gebruiken:

◦ Informeer naar de douanebepalingen voor computers in de landen of regio's die u gaat bezoeken.

◦ Controleer de netsnoer- en adaptervereisten voor elke locatie waar u de computer wilt gebruiken.

De netspanning, frequentie en stekkers kunnen per land of regio verschillen.

WAARSCHUWING!

Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.

42 Hoofdstuk 7 Computer onderhouden

8 Computer en gegevens beveiligen

Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsoplossingen die worden geboden door het besturingssysteem

Windows, applicaties van HP, Setup Utility (BIOS) en andere software van derden kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens beschermen tegen uiteenlopende risico's zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.

BELANGRIJK: Mogelijk zijn niet alle in dit hoofdstuk genoemde beveiligingsvoorzieningen beschikbaar op uw computer.

Wachtwoorden gebruiken

Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens en online transacties te beveiligen. Er kunnen verschillende soorten wachtwoorden worden ingesteld. Toen u de computer bijvoorbeeld voor de eerste keer configureerde, werd u gevraagd een gebruikerswachtwoord in te stellen om de computer te beveiligen. Aanvullende wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Setup

Utility (BIOS) van HP dat vooraf is geïnstalleerd op de computer.

Wellicht vindt u het handig om hetzelfde wachtwoord te gebruiken voor een voorziening van Setup Utility

(BIOS) en een beveiligingsvoorziening van Windows.

Gebruik de volgende tips voor het maken en opslaan van wachtwoorden:

● Om het risico te beperken dat u geen toegang meer heeft tot bepaalde voorzieningen van de computer, moet elk wachtwoord worden vastgelegd en op een veilige plaats worden bewaard. Bewaar de wachtwoorden niet in een bestand op de computer.

● Volg, bij het maken van wachtwoorden, de voorschriften die worden gesteld door het programma.

● Wijzig uw wachtwoorden ten minste één keer per kwartaal.

● Een ideaal wachtwoord is lang en bestaat uit letters, leestekens, symbolen en cijfers.

● Voordat u de computer verzendt voor reparatie, maakt u een back-up van uw bestanden. Verwijder daarna vertrouwelijke bestanden en alle wachtwoordinstellingen.

Ga als volgt te werk voor meer informatie over Windows-wachtwoorden, zoals wachtwoorden voor de schermbeveiliging:

▲ Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

Windows-wachtwoorden instellen

Wachtwoord

Gebruikerswachtwoord

Beheerderswachtwoord

Functie

Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount.

Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op beheerdersniveau.

Wachtwoorden gebruiken 43

Wachtwoord Functie

OPMERKING: Met dit wachtwoord krijgt u geen toegang tot de inhoud van Setup Utility (BIOS).

Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen

Wachtwoord

Beheerderswachtwoord

Opstartwachtwoord

Functie

● Dit wachtwoord moet worden opgegeven om toegang te krijgen tot Setup Utility (BIOS).

● Als u het beheerderswachtwoord vergeten bent, kunt u

Setup Utility (BIOS) niet openen.

● Dit wachtwoord moet worden opgegeven wanneer u de computer inschakelt of opnieuw opstart of wanneer u de sluimerstand beëindigt.

● Als u het opstartwachtwoord vergeet, kunt u de computer niet meer inschakelen of opnieuw opstarten en kunt u de slaapstand niet meer beëindigen.

Ga als volgt te werk om een beheerders- of opstartwachtwoord in Setup Utility (BIOS) in te stellen, te wijzigen of te verwijderen:

VOORZICHTIG: Wees zeer voorzichtig wanneer u wijzigingen aanbrengt in Setup Utility (BIOS). Fouten kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.

OPMERKING: Als u Setup Utility wilt opstarten, zet u de computer in de notebookstand en gebruikt u het toetsenbord dat is aangesloten op de notebook. Als u het schermtoetsenbord in de tabletmodus gebruikt, hebt u geen toegang tot Setup Utility.

1.

Start als volgt Setup Utility (BIOS):

● Computers of tablets met een toetsenbord:

▲ Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk daarna op F10 .

● Tablets zonder toetsenbord:

1.

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze ingedrukt.

– of –

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze ingedrukt.

2.

Tik op F10.

2.

Druk op Beveiliging en volg de instructies op het scherm.

De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.

De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten)

Sommige producten zijn voorzien van een geïntegreerde vingerafdruklezer.

44 Hoofdstuk 8 Computer en gegevens beveiligen

Als u de vingerafdruklezer wilt gebruiken, moet u op de computer een gebruikersaccount en een wachtwoord instellen en vervolgens met de HP SimplePass-software één of meer vingerafdrukken registreren.

Registreer als volgt vingerafdrukken met HP SimplePass:

1.

Schuif een vinger over de vingerafdruksensor om HP SimplePass te starten.

2.

Selecteer Aan de slag wanneer het welkomstscherm voor HP SimplePass verschijnt.

3.

HP SimplePass vraagt u om met uw rechterwijsvinger over de sensor te vegen.

4.

Veeg drie keer met uw vinger om de registratie te voltooien.

Als de registratie is voltooid, ziet u in de afbeelding een groene cirkel op de desbetreffende vinger.

5.

Herhaal stap 1 tot en met 4 om een extra vingerafdruk te registreren.

De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten) 45

Internetbeveiligingssoftware gebruiken

Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen, kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirus- en firewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie. Het is noodzakelijk om beveiligingssoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen en andere veiligheidsrisico's. Wij raden u dringend aan de proefaanbieding te upgraden of de door u gewenste software aan te schaffen om de computer volledig te beveiligen.

Antivirussoftware gebruiken

Computervirussen kunnen programma's, hulpprogramma's of het besturingssysteem buiten werking stellen of de werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld.

Het is noodzakelijk om antivirussoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen.

Er is op uw computer mogelijk een antivirusprogramma vooraf geïnstalleerd. Wij raden u aan de door u gewenste antivirussoftware te gebruiken om uw computer volledig te beveiligen.

Voor meer informatie over computervirussen typt u support in het zoekvak van de taakbalk en selecteert u vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

Firewallsoftware gebruiken

Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Een firewall kan software zijn die u op de computer en/of het netwerk installeert, of een combinatie van hardware en software.

Er zijn twee soorten firewalls waaruit u kunt kiezen:

● Hostgebaseerde firewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd.

● Netwerkgebaseerde firewalls die tussen het ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.

Wanneer een firewall is geïnstalleerd op een systeem, worden alle gegevens die vanaf en naar het systeem worden verzonden, gecontroleerd en vergeleken met een reeks door de gebruiker gedefinieerde beveiligingscriteria. Gegevens die niet aan deze criteria voldoen, worden geblokkeerd.

Software-updates installeren

Werk de software van HP, Windows en externe software regelmatig bij om eventuele problemen met de beveiliging op te lossen en de prestaties van de software te verbeteren.

VOORZICHTIG: Microsoft stuurt meldingen over Windows-updates. Deze updates kunnen ook beveiligingsupdates bevatten. Installeer alle updates van Microsoft zodra u een melding ontvangt. Zo beschermt u de computer tegen beveiligingslekken en computervirussen.

U kunt deze updates automatisch installeren.

46 Hoofdstuk 8 Computer en gegevens beveiligen

Ga als volgt te werk om de instellingen te bekijken of te wijzigen:

1.

Selecteer de knop Start, selecteer Instellingen en selecteer vervolgens Bijwerken en beveiliging.

2.

Selecteer Windows Update en volg de instructies op het scherm.

3.

Als u een tijdstip wilt opgeven voor het installeren van updates, selecteert u Geavanceerde opties en volgt u de instructies op het scherm.

HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten)

HP Touchpoint Manager is een IT-cloudoplossing waarmee bedrijven hun activa op effectieve wijze kunnen beheren en beveiligen. Met HP Touchpoint Manager zijn uw apparaten beveiligd tegen schadelijke software en andere aanvallen, wordt de status van het apparaat gecontroleerd en bent u minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen met het apparaat en beveiligingsproblemen van de eindgebruiker. U kunt de software snel downloaden en installeren. Dit is veel voordeliger dan wanneer u intern op zoek gaat naar een oplossing.

Draadloos netwerk beveiligen

Schakel bij het instellen van een WLAN of het gebruiken van een bestaand WLAN altijd beveiligingsvoorzieningen in om uw netwerk te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. WLAN's in openbare gelegenheden, zoals hotspots in cafés en op luchthavens, bieden mogelijk geen extra beveiliging.

Back-up maken van applicaties en gegevens

Maak regelmatig een back-up van uw software-applicaties en gegevens om deze te beveiligen tegen permanent verlies of schade door een virusaanval of een software- of hardwarestoring.

Een optionele beveiligingskabel gebruiken

Van de apart aan te schaffen beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan.

Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.

Beveiligingskabels vormen slechts één onderdeel van een volledige beveiligingsoplossing die moet worden geïmplementeerd om de kans op diefstal te minimaliseren.

Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte.

1.

Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen.

2.

Steek de sleutel (1) in het beveiligingskabelslot (2).

HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten) 47

3.

Steek het beveiligingskabelslot in het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel.

4.

Haal de sleutel uit het slot en bewaar deze op een veilige plaats.

48 Hoofdstuk 8 Computer en gegevens beveiligen

9 Setup Utility (BIOS) gebruiken

Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.

OPMERKING: Als u Setup Utility wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is op uw notebook. Met het schermtoetsenbord, dat wordt weergegeven in de tabletmodus, hebt u geen toegang tot Setup Utility.

Setup Utility (BIOS) starten

VOORZICHTIG: Wees zeer voorzichtig wanneer u wijzigingen aanbrengt in Setup Utility (BIOS). Fouten kunnen ertoe leiden dat de computer niet meer goed functioneert.

OPMERKING: Als u Setup Utility wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is op uw notebook. Met het schermtoetsenbord, dat wordt weergegeven in de tabletmodus, hebt u geen toegang tot Setup Utility.

● Computers of tablets met een toetsenbord:

▲ Zet de computer aan of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk vervolgens op f10 .

● Tablets zonder toetsenbord:

1.

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt.

– of –

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt.

2.

Tik op f10.

Setup Utility (BIOS) bijwerken

Op de website van HP is de meest recente versie van Setup Utility (BIOS) beschikbaar.

De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn ingepakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaqs worden genoemd.

Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en het oplossen van problemen.

BIOS-versie vaststellen

Om te bepalen of u Setup Utility (BIOS) moet bijwerken, controleert u eerst welke BIOS-versie op uw computer is geïnstalleerd.

Setup Utility (BIOS) starten 49

Ga als volgt te werk om de BIOS-versiegegevens weer te geven (ook wel de ROM-datum en het systeem-BIOS genoemd):

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Selecteer Mijn pc en selecteer vervolgens Specificaties.

– of –

▲ Gebruik Setup Utility (BIOS).

Ga als volgt te werk om Setup Utility (BIOS) te gebruiken:

1.

Start Setup Utility (BIOS) (zie Setup Utility (BIOS) starten op pagina 49 ).

2.

Selecteer Main (Hoofd), selecteer System Information (Systeeminformatie) en noteer de BIOS-versie.

3.

Selecteer Exit (Afsluiten), selecteer No (Nee) en volg de instructies op het scherm.

Zie BIOS-update downloaden op pagina 50 om te controleren of er een nieuwere BIOS-versie beschikbaar

is.

BIOS-update downloaden

VOORZICHTIG: om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron. Volg de onderstaande instructies tijdens het downloaden en installeren:

● Schakel de stroomvoorziening van de computer niet uit door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen.

● Zet de computer niet uit en activeer de slaapstand niet.

● Zorg dat u geen apparaten, kabels of snoeren plaatst, verwijdert, aansluit of loskoppelt.

OPMERKING: Als de computer op een netwerk is aangesloten, neemt u contact op met de netwerkbeheerder voordat u software-updates installeert, vooral als het gaat om updates van het systeem-

BIOS.

1.

Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

2.

Klik op Updates en klik vervolgens op Controleren op updates en berichten.

3.

Volg de instructies op het scherm om de computer te selecteren en de BIOS-update te zoeken die u wilt downloaden.

4.

Voer in de downloadsectie de volgende stappen uit: a.

Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is geïnstalleerd en vergelijk ze. Als de update recenter is dan uw BIOS-versie, noteert u de datum,

50 Hoofdstuk 9 Setup Utility (BIOS) gebruiken

naam of een ander typerend kenmerk van de update. Aan de hand van deze gegevens kunt u de update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload.

b.

Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de vaste schijf.

Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload. U hebt dit pad nodig wanneer u klaar bent om de update te installeren.

De procedures voor de installatie van BIOS-updates kunnen verschillen. Voer de instructies op het scherm pas uit als de download is voltooid. Als er geen instructies verschijnen, gaat u als volgt te werk:

1.

Typ bestand in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Verkenner.

2.

Dubbelklik op de aanduiding van de vasteschijfeenheid. De vasteschijfaanduiding is gewoonlijk Lokaal station (C:).

3.

Volg het pad dat u eerder hebt genoteerd en open de map waarin de update is opgeslagen.

4.

Dubbelklik op het bestand met de extensie .exe (bijvoorbeeld bestandsnaam.exe).

De installatie van het BIOS begint.

5.

Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.

OPMERKING: nadat op het scherm is aangegeven dat de installatie is geslaagd, kunt u het gedownloade bestand van de vaste schijf verwijderen.

Een tablet en toetsenbord synchroniseren (alleen bepaalde producten)

Wanneer u bij een tablet met een afneembaar toetsenbord de tablet aansluit op het toetsenbord en de computer vervolgens opnieuw opstart, controleert Setup Utility (BIOS) of de geïntegreerde Controllerfirmware op het toetsenbord moet worden gesynchroniseerd. Als dit het geval is, wordt de synchronisatie gestart. Als de synchronisatie wordt onderbroken, wordt 10 seconden lang een meldingsscherm weergegeven voordat de tablet opnieuw opstart en opnieuw probeert te synchroniseren.

OPMERKING: De geïntegreerde Controller-firmware synchroniseert ALLEEN als de accu van de tablet of het toetsenbord meer dan 50% is opgeladen, of als de tablet is aangesloten op netvoeding.

Een tablet en toetsenbord synchroniseren (alleen bepaalde producten) 51

10 Het gebruik van HP PC Hardware

Diagnostics (UEFI)

HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.

OPMERKING: Als u het BIOS wilt openen op een convertible computer, moet u de computer in de notebookmodus zetten en moet u het toetsenbord gebruiken dat aangesloten is op uw tablet. Met het schermtoetsenbord, dat wordt weergegeven in de tabletmodus, hebt u geen toegang tot het BIOS.

U kunt HP PC Hardware Diagnostics UEFI als volgt starten:

1.

Start het BIOS:

● Computers of tablets met een toetsenbord:

▲ Zet de computer aan of start deze opnieuw op en druk snel op esc .

● Tablets zonder toetsenbord:

▲ Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt.

– of –

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt.

2.

Druk of tik op f2 .

Het BIOS zoekt op drie plaatsen en in de onderstaande volgorde naar diagnoseprogramma's: a.

Aangesloten USB-station

OPMERKING: Zie

HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden op pagina 53

om het hulpprogramma van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USBstation te downloaden.

b.

Vaste schijf c.

BIOS

3.

Wanneer het diagnoseprogramma wordt geopend, selecteert u het soort diagnosetest dat u wilt uitvoeren en volgt u de instructies op het scherm. Druk op een tablet op de knop Geluid zachter om een diagnosetest te stoppen.

OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen op een computer of tablet met een toetsenbord, drukt u op esc .

52 Hoofdstuk 10 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)

HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden

Er zijn twee opties voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat:

Download de nieuwste UEFI-versie:

1.

Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags . De startpagina van HP PC Diagnostics wordt weergegeven.

2.

Klik op de koppeling downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer vervolgens

Uitvoeren.

Download een bepaalde versie van UEFI voor een specifiek product:

1.

Ga naar http://www.hp.com/support en selecteer uw land. De pagina van HP ondersteuning wordt weergegeven.

2.

Klik op Drivers en downloads.

3.

Voer de productnaam in het tekstvak in en klik op Start.

– of –

Klik op Nu zoeken zodat HP uw product automatisch kan detecteren.

4.

Selecteer uw computermodel en het besturingssysteem.

5.

Volg in het gedeelte Diagnosehulpmiddelen de instructies op het scherm om de gewenste UEFI-versie te selecteren en te downloaden.

HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden 53

11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten

Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende processen. Voor de meeste producten zijn dit standaardprocedures.

● Herstelmedia en back-ups maken

● Het systeem herstellen

Raadpleeg de app HP Support Assistant voor meer informatie.

▲ Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant.

– of –

Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.

BELANGRIJK: Als u herstelprocedures uitvoert op een tablet, moet de accu van de tablet ten minste 70% zijn opgeladen voordat u het herstelproces start.

BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het toetsenborddock voordat u begint met het uitvoeren van een herstelproces.

Herstelmedia en back-ups maken

De volgende methoden voor het maken van herstelmedia en back-ups zijn alleen op bepaalde producten beschikbaar. Kies de beschikbare methode, afhankelijk van uw computermodel.

● Gebruik HP Recovery Manager om HP Herstelmedia te maken nadat u de computer hebt geconfigureerd.

Met deze stap wordt een back-up gemaakt van de HP Herstelpartitie op de computer. De back-up kan gebruikt worden om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de vaste schijf beschadigd of vervangen is. Zie

HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 54

voor informatie over het maken van herstelmedia. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 55 voor informatie over de herstelopties die beschikbaar zijn met de

herstelmedia.

● Gebruik de hulpprogramma's van Windows voor het maken van systeemherstelpunten en back-ups van persoonlijke gegevens.

Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 56 voor meer informatie.

OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.

HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten)

Controleer indien mogelijk of de herstelpartitie en de Windows-partitie aanwezig zijn. Selecteer in het menu

Start de optie Verkenner en selecteer vervolgens Deze computer.

● Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, neemt u contact op met de ondersteuning van HP om herstelmedia aan te vragen. Raadpleeg het boekje Telefoonnummers voor

wereldwijde ondersteuning dat bij de computer is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support , selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.

54 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten

U kunt de hulpprogramma's van Windows gebruiken voor het maken van systeemherstelpunten en

back-ups van persoonlijke gegevens. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 55

.

● Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, gebruikt u HP Recovery Manager om herstelmedia te maken nadat u de computer hebt geconfigureerd. Met HP Herstelmedia kunt u een systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt. Wanneer u systeemherstel uitvoert, worden het oorspronkelijke besturingssysteem en de programma's die standaard zijn geïnstalleerd opnieuw geïnstalleerd en worden de instellingen voor de programma's geconfigureerd. HP

Herstelmedia kunnen ook gebruikt worden om het systeem aan te passen of voor het herstellen van de fabrieksimage wanneer u een vaste schijf vervangt.

◦ U kunt slechts één set herstelmedia maken. Wees voorzichtig met deze herstelmiddelen en bewaar ze op een veilige plaats.

◦ HP Recovery Manager onderzoekt de computer en bepaalt de benodigde opslagcapaciteit voor de vereiste media.

◦ Om herstelschijven te maken, moet uw computer beschikken over een vaste schijf met de mogelijkheid dvd's te schrijven, en dient u uitsluitend lege dvd-r, dvd+r, dvd-r dl of dvd+r dlschijven te gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd

±rw en bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven). Deze schijven zijn namelijk niet compatibel met de software van HP Recovery Manager. U kunt ook een leeg USB-flashstation van hoge kwaliteit gebruiken.

◦ Als uw computer geen geïntegreerde optischeschijfeenheid heeft die dvd's kan schrijven, maar u toch dvd-herstelmedia wilt maken, kunt u een optionele externe optischeschijfeenheid

(afzonderlijk aan te schaffen) gebruiken om herstelschijven te maken. Als u een externe optischeschijfeenheid gebruikt, moet deze direct worden aangesloten op een USB-poort op de computer. De schijf kan niet worden aangesloten op een USB-poort op een extern apparaat, zoals een USB-hub. Als u zelf geen dvd-media kunt maken, kunt u herstelschijven voor uw computer aanvragen bij HP. Raadpleeg het boekje Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning dat bij de computer is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support , selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.

◦ Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia maakt.

◦ Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet.

◦ U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van herstel-dvd's.

Het branden van de huidige dvd wordt dan voltooid door HP Recovery Manager. De volgende keer dat u HP Recovery Manager start, wordt u gevraagd om door te gaan met het proces.

HP Herstelmedia maken:

BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het toetsenborddock voordat u deze stappen uitvoert.

1.

Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Recovery Manager.

2.

Selecteer Herstelmedia maken en volg de instructies op het scherm.

Als u het systeem ooit moet herstellen, raadpleegt u

Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 56

.

Hulpprogramma's van Windows gebruiken

Met hulpprogramma's van Windows kunt u herstelmedia, systeemherstelpunten en back-ups maken van persoonlijke gegevens.

Hulpprogramma's van Windows gebruiken 55

OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld.

Voor meer informatie en stappen raadpleegt u de app Aan de slag.

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.

Herstellen

Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen. Kies de methode die het best past bij uw situatie en expertiseniveau:

BELANGRIJK: Sommige methoden zijn niet op alle producten beschikbaar.

● Windows biedt verschillende opties voor het herstellen vanaf een back-up, het vernieuwen van de computer en het herstellen van de computer naar de oorspronkelijke staat. Voor meer informatie raadpleegt u de app Aan de slag.

▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag.

● Als u een probleem met een vooraf geïnstalleerd(e) applicatie of stuurprogramma wilt oplossen, gebruikt u de optie Installeer stuurprogramma’s en/of toepassingen opnieuw in HP Recovery Manager

(alleen op bepaalde producten) om de specifieke applicatie of het stuurprogramma opnieuw te installeren.

▲ Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer HP Recovery Manager, selecteer

Installeer stuurprogramma’s en/of toepassingen opnieuw en volg de instructies op het scherm.

● Als u de Windows-partitie wilt herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinhoud, kunt u kiezen voor de optie Systeemherstel op de HP Herstelpartitie (alleen op bepaalde producten) of gebruikt u de HP

Herstelmedia. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 56 voor meer informatie. Zie

HP

Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 54 als u nog geen herstelmedia hebt

gemaakt.

● Als u op bepaalde producten de oorspronkelijke fabriekspartitie en -inhoud van de computer wilt herstellen, of als u de vaste schijf hebt vervangen, gebruikt u de optie Fabrieksinstellingen herstellen

van HP Herstelmedia. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 56 voor meer informatie.

● Als u op bepaalde producten de herstelpartitie wilt verwijderen om ruimte op de vaste schijf terug te winnen, biedt HP Recovery Manager de optie Herstelpartitie verwijderen.

Zie De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) op pagina 58

voor meer informatie.

Herstellen met HP Recovery Manager

Met de software van HP Recovery Manager kunt u de computer herstellen naar de oorspronkelijke staat door gebruik te maken van de eerder gemaakte of bij HP aangevraagde HP Herstelmedia of de HP Herstelpartitie

(alleen op bepaalde producten). Zie

HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 54

als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.

Wat u moet weten voordat u begint

● Met HP Recovery Manager wordt alleen software hersteld die standaard is geïnstalleerd. Voor software die niet bij deze computer is meegeleverd, moet de software worden gedownload van de website van de fabrikant of moet de software opnieuw worden geïnstalleerd vanaf het installatiemedium dat door de fabrikant is geleverd.

56 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten

BELANGRIJK: Gebruik HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel voor het oplossen van problemen met uw computer.

Gebruik HP Herstelmedia als de vaste schijf van de computer vastloopt. Zie HP Herstelmedia maken

(alleen bepaalde producten) op pagina 54 als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.

● Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen (alleen op bepaalde producten) moet u HP Herstelmedia gebruiken. Zie

HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 54

als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt.

● Als u met uw computer geen HP Herstelmedia kunt maken of als de HP Herstelmedia niet werken, kunt u herstelmedia voor de computer aanvragen bij de ondersteuning van HP. Raadpleeg het boekje

Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning dat bij de computer is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.com/support , selecteer uw land of regio en volg de instructies op het scherm.

BELANGRIJK: Met HP Recovery Manager worden niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens gemaakt. Maak een back-up van alle persoonlijke gegevens die u wilt behouden voordat u deze software gebruikt.

Met de HP Herstelmedia kunt u uit de volgende herstelopties kiezen:

OPMERKING: Wanneer u het herstelproces start, ziet u alleen de opties die beschikbaar zijn voor de computer.

● Systeemherstel: hiermee wordt het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw geïnstalleerd en worden de instellingen van de standaard geïnstalleerde programma's geconfigureerd.

● Fabrieksinstellingen herstellen: hiermee wordt de computer hersteld naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen doordat alle gegevens van de vaste schijf worden verwijderd en de vaste schijf opnieuw wordt gepartitioneerd. Vervolgens worden het besturingssysteem en de standaard geïnstalleerde software opnieuw geïnstalleerd.

Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u alleen een systeemherstelbewerking uitvoeren.

De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten)

Met de HP Herstelpartitie (alleen bepaalde producten) kunt u het systeem herstellen zonder dat u herstelschijven of een USB-flashdrive nodig hebt. Dit type herstel kan alleen worden gebruikt als de vaste schijf nog werkt.

Ga als volgt te werk om HP Recovery Manager te starten vanaf de HP Herstelpartitie:

BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het toetsenborddock voordat u deze stappen uitvoert (alleen bepaalde producten).

1.

Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Recovery Manager en selecteer vervolgens

HP-herstelomgeving.

- of -

Druk op een computer of tablet met een aangesloten toetsenbord op f11 terwijl de computer wordt opgestart, of druk op f11 en houd deze knop ingedrukt terwijl u op aan/uit-knop drukt.

Voor tablets zonder toetsenbord:

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f11 .

– of –

Herstellen 57

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f11 .

2.

Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties.

3.

Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm.

HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen

U kunt HP Recovery-media gebruiken om het originele systeem te herstellen. Deze methode kan gebruikt worden als uw systeem geen HP Recovery-partitie heeft of als de harde schijf niet goed werkt.

1.

Maak indien mogelijk een back-up van al uw persoonlijke bestanden.

2.

Plaats de HP Herstelmedia en start de computer opnieuw op.

OPMERKING: als de computer niet automatisch opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u de opstartvolgorde van de computer. Zie

De opstartvolgorde van de computer wijzigen op pagina 58

.

3.

Volg de instructies op het scherm.

De opstartvolgorde van de computer wijzigen

Als de computer niet opnieuw opstart in HP Recovery Manager, wijzigt u de opstartvolgorde van de computer.

Dit is de volgorde van de apparaten in het BIOS, waar de computer naar opstartinformatie zoekt. U kunt de selectie wijzigen naar een optischeschijfeenheid of een USB-flashdrive.

Voor het wijzigen van de opstartvolgorde:

BELANGRIJK: Sluit op een tablet met een afneembaar toetsenbord het toetsenbord aan op het toetsenborddock voordat u deze stappen uitvoert.

1.

Plaats de HP Herstelmedia.

2.

Het BIOS openen:

Voor computers of tablets met een aangesloten toetsenbord:

▲ Zet de computer of tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de opstartopties weer te geven.

Voor tablets zonder toetsenbord:

▲ Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de knop Geluid zachter en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f9.

– of –

Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f9.

3.

Selecteer de optische schijf of de USB-flashdrive vanaf waar u wilt opstarten.

4.

Volg de instructies op het scherm.

De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten)

Met de software van HP Recovery Manager kunt u de HP Herstelpartitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken.

58 Hoofdstuk 11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten

BELANGRIJK: Nadat u de HP Herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP

Herstelmedia maken vanaf de HP Herstelpartitie. Maak daarom HP Herstelmedia voordat u de herstelpartitie

verwijdert. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 54

.

OPMERKING: De optie Herstelpartitie verwijderen is alleen beschikbaar op producten die deze functie ondersteunen.

Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen:

1.

Typ recovery in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens HP Recovery Manager.

2.

Selecteer Herstelpartitie verwijderen en volg de instructies op het scherm.

Herstellen 59

12 Specificaties

Ingangsvermogen

De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer.

De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben. Hoewel de computer kan worden gevoed via een aparte gelijkstroomvoedingsbron, wordt u dringend verzocht de computer alleen aan te sluiten via een netvoedingsadapter of een gelijkstroombron die door HP is geleverd en goedgekeurd voor gebruik met deze computer.

De computer is geschikt voor gelijkstroom binnen de volgende specificaties. De bedrijfsnetspanning en werkstroom variëren per platform. U vindt de bedrijfsspanning en werkstroom van de computer op het label met kennisgevingen.

Ingangsvermogen

Netspanning in bedrijf en werkstroom

Capaciteit

19,5 V gelijkstroom bij 2,31 A - 45 W

19,5 V gelijkstroom bij 3,33 A - 65 W

19,5 V gelijkstroom bij 4,62 A - 90 W

19,5 V gelijkstroom bij 6,15 A - 120 W

19,5 V gelijkstroom bij 7,69 A - 150 W

Gelijkstroomstekker van externe HP voeding

OPMERKING: dit product is ontworpen voor IT-elektriciteitsnetten in Noorwegen met een fasefasespanning van maximaal 240 V wisselspanning.

Omgevingsvereisten

Factor

Temperatuur

In bedrijf

Buiten bedrijf

Metrisch

5°C tot 35°C

-20°C tot 60°C

Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie)

In bedrijf 10% tot 90%

Buiten bedrijf

Maximale hoogte (zonder drukcabine)

5% tot 95%

VS

41°F tot 95°F

-4°F tot 140°F

10% tot 90%

5% tot 95%

60 Hoofdstuk 12 Specificaties

In bedrijf

Buiten bedrijf

-15 m tot 3048 m

-15 m tot 12.192 m

-50 ft tot 10.000 ft

-50 ft tot 40.000 ft

Omgevingsvereisten 61

13 Elektrostatische ontlading

Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt.

Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.

Neem de volgende voorschriften in acht om het risico van schade aan de computer of een schijfeenheid, of verlies van gegevens te beperken:

● Als in de instructies voor het verwijderen of installeren van onderdelen wordt aangegeven dat u de computer moet loskoppelen, controleer dan eerst of de computer goed is geaard.

● Bewaar onderdelen in de antistatische verpakking totdat u klaar bent om ze te installeren.

● Raak pinnen, aansluitingen en circuits niet aan. Zorg dat u elektronische onderdelen zo min mogelijk hoeft aan te raken.

● Gebruik niet-magnetisch gereedschap.

● Raak voordat u de onderdelen aanraakt, een ongeverfd metalen oppervlak aan, zodat u niet statisch geladen bent.

● Als u een onderdeel verwijdert, doet u het in een antistatische verpakking.

62 Hoofdstuk 13 Elektrostatische ontlading

14 Toegankelijkheid

HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve apparaten.

Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten)

HP-producten ondersteunen een breed scala aan assistieve technologieën in het besturingssysteem en kunnen worden geconfigureerd voor het gebruik met aanvullende assistieve technologieën. Gebruik de zoekfunctie op uw apparaat voor meer informatie over de assistieve functies.

OPMERKING: Voor aanvullende informatie over een bepaald product voor gehandicapten, kunt u contact opnemen met de klantenondersteuning voor dat product.

Contact opnemen met ondersteuning

Wij zijn voortdurend bezig met het verbeteren van de toegankelijkheid van onze producten en services en ontvangen graag feedback van gebruikers. Als u problemen ondervindt met een product of als u ons wilt vertellen over toegankelijkheidsfuncties die u hebben geholpen, neemt u contact met ons op door te bellen naar +1 (888) 259-5707, van maandag tot vrijdag tussen 6:00 en 21:00 North American Mountain Time. Als u doof of slechthorend bent en TRS/VRS/WebCapTel gebruikt, neemt u contact met ons op als u technische ondersteuning nodig hebt of vragen hebt over toegankelijkheid door te bellen naar +1 (877) 656-7058, van maandag tot vrijdag tussen 06:00 en 21:00 North American Mountain Time.

OPMERKING: Ondersteuning is alleen in het Engels.

Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) 63

Index

Symbolen en getallen

3D-camera, herkennen 8

A aan/uit

accu 32

Wisselstroom 36

aan/uit-knop herkennen 11

aan/uit-lampjes, herkennen 5

aanbevolen procedures 1

accu

afvoeren 36 bewaren 36

informatie zoeken 34

lage acculading 35 ontladen 35

problemen met een laag

accuniveau verhelpen 36

stroom besparen 35

vervangbaar door gebruiker 32

Accu-informatie zoeken 34

accutemperatuur 36

accu uitwerpen 14 accuvergrendeling, herkennen 14

accuvoeding 32

actietoetsen 12 herkennen 12

activeren, slaap- en sluimerstand

30

afsluiten 38

Antivirussoftware, gebruiken 46

audio-uitgang (hoofdtelefoon)/ audio-ingang (microfoon)

herkennen 6

B

Back-up maken, van software en

gegevens 47

back-ups 54

Batterijklep herkennen 14

Bedrijfs-WLAN, verbinding 18

beveiligingskabel, sleuf herkennen

5

beveiligingskabel bevestigen 47

bevestigen

optionele beveiligingskabel 47

bewaren, accu 36

bewegingen op het aanraakscherm schuifbeweging met één vinger

28

Bewegingen op het touchpad en aanraakscherm

tikken 27

zoomen door met twee vingers te

knijpen 27

BIOS

starten, Setup Utility 49

update downloaden 50

update uitvoeren 49 versie vaststellen 49

Bluetooth, label 15

Bluetooth-apparaat 17, 19

bovenkant

bovenkant 9

C

caps lock-lampje herkennen 10

computer, reizen 36

computer reageert niet 38

Computer schoonmaken 40

Connector, netvoeding 6

D

de computer uitschakelen 38

Draadloos netwerk, beveiligen 47

Draadloos netwerk (WLAN)

effectief bereik 18 verbinding maken 18

verbinding met bedrijfs-WLAN

18

verbinding met openbaar WLAN

18

Draadloze communicatie, knop 17

Draadloze communicatie, voorzieningen

Besturingssysteem 17 knop 17

Dual-mode DisplayPort

verbinding maken 25

E

Elektrostatische ontlading 62

energiebeheer 30

energie-instellingen gebruiken 32 energiemeter gebruiken 32

esc-toets, herkennen 12

externemonitorpoort 23

externe-monitorpoort herkennen 6

externe netvoeding gebruiken 36

F

Firewallsoftware 46

fn-toets herkennen 12

G

geheugenkaart, herkennen 5 geheugenkaartlezer, herkennen 5

geïntegreerd numeriek toetsenblok,

herkennen 12

geïntegreerd numeriek toetsenblok

gebruiken 29

geïntegreerd numeriek toetsenblok

herkennen 29

geluidsinstellingen gebruiken 22

geminimaliseerde image maken 56

geminimaliseerde image

terugzetten 57

GPS 19

H

HDMI, audio configureren 24

HDMI poort (USB-poort)

herkennen 6

verbinding maken 23

headsets aansluiten 22

herstel

media 58

met HP herstelmedia 55

schijven 58

USB-flashdrive 58

herstellen

HP Recovery Manager 56

Ondersteunde schijven 55

opties 56

schijven 55

64 Index

starten 57

systeem 56

herstelmedia

maken 54

maken met HP Recovery

Manager 55

herstelpartitie

verwijderen 58

het toetsenbord en de optionele muis

gebruiken 29

high-definitionapparatuur,

aansluiten 23, 25, 26

HP 3D DriveGuard 39

HP Apps Store bezoeken 1

HP-bronnen 2

HP DataPass 19

HP herstelmedia

herstel 58

HP Herstelmedia

maken 54

HP Herstelpartitie

herstellen 57

verwijderen 58

HP Mobiel breedband

activeren 18

IMEI-nummer 18

MEID-nummer 18

HP PC Hardware Diagnostics (UEFI)

gebruiken 52

HP Recovery Manager

opstartproblemen oplossen 58

starten 57

HP Touchpoint Manager 47

I

IMEI-nummer 18

In-/uitgangen audio-uitgang (hoofdtelefoon)/

audio-ingang (microfoon) 6 netwerk 6

RJ-45 (netwerk) 6

informatie zoeken

hardware 4 software 4

Ingangsvermogen 60

instellingen voor energiebeheer

gebruiken 32

instellingen voor energiemeter

gebruiken 32

interne beeldschermschakelaar

herkennen 7

interne microfoons herkennen 8

Internetbeveiligingssoftware,

gebruiken 46

K kennisgevingen

label met kennisgevingen 15

labels met keurmerk voor

draadloze communicatie 15

knoppen

linkerknop van touchpad 9 rechterknop van touchpad 9

voeding 11

kritiek lage acculading 35

L label met keurmerk voor draadloze

communicatie 15

labels

Bluetooth 15 kennisgevingen 15

keurmerk voor draadloze

communicatie 15

Serienummer 14 service 14

WLAN 15

lage acculading 35

lampje geluid uit herkennen 10

lampjes

aan/uit 5

caps lock 10 geluid uit 10

harde schijf 5

netvoedingsadapter/accu 6

RJ-45-netwerkstatus 6

lampjes voor de RJ-45-

netwerkstatus, herkennen 6

lampje van de vaste schijf 5

lampje voor draadloze

communicatie 17

Luidsprekers

herkennen 14

verbinding maken 21

M

MEID-nummer 18

Miracast 26

mobiel breedband

activeren 18

IMEI-nummer 18

MEID-nummer 18

muis, externe

voorkeuren instellen 27

N

netvoedingsadapter/accu 6

netvoedingsadapter testen 37

netvoedingsconnector herkennen 6 netwerkconnector, herkennen 6

Num Lock-toets herkennen 29

O

Omgevingsvereisten 60

onderdelen

linkerkant 6

rechterzijde 5

onderhoud

HP 3D DriveGuard 39

programma's en stuurprogramma's bijwerken

40

Onderhoud

Schijfdefragmentatie 39

Schijfopruiming 39

Onderhoud van computer 40

onderkant

onderkant 14

Onderkant 15

ondersteunde schijven, herstel 55

oorspronkelijk systeem, herstellen

56

Openbaar WLAN, verbinding 18

Opstartvolgorde

wijzigen 58

optische schijf, herkennen 5

P poorten

externe monitor 6, 23

HDMI 6, 23, 25

Miracast 26

USB 2.0 5, 6

USB 3.0 6

VGA 23

productnaam en productnummer,

van computer 14

programma's en stuurprogramma's

bijwerken 40

Index 65

R

reizen met de computer 15, 36, 41

RJ-45-netwerkconnector,

herkennen 6

S

Schijfdefragmentatie, software 39

Schijfopruiming, software 39

schuiven met één vinger op

aanraakscherm 28

schuiven met twee vingers,

touchpadbeweging 28

Serienummer 14

Serienummer, van computer 14 servicelabels zoeken 14

Setup Utility (BIOS), wachtwoorden

44

SIM-kaart

plaatsen 15

Slaap- en sluimerstand.

activeren 30

Slaapstand

activeren 30 beëindigen 30

sleuven

beveiligingskabel 5 geheugenkaartlezer 5

Sluimerstand

activeren 30 beëindigen 30

geactiveerd bij kritiek lage

acculading 35

software

HP 3D DriveGuard 39

Software

Schijfdefragmentatie 39

Schijfopruiming 39

software-updates installeren 46

systeemherstel 56

systeemherstelpunt

maken 55

systeemherstelpunt, maken 54

T

temperatuur 36

Tikken met twee vingers,

touchpadbeweging 28

tikken op touchpad en bewegingen

voor het aanraakscherm 27

toegankelijkheid 63

toetsen

actie 12 esc 12 fn 12

vliegtuigmodus 13

Windows 12

toetsenbord en een optionele muis

gebruiken 29

toets voor de vliegtuigmodus 17

toets voor vliegtuigmodus 13

Touchpad

gebruiken 27

knoppen 9

Touchpad-bewegingen

schuiven met twee vingers 28 tikken met twee vingers 28

Touchpad gebruiken 27

Touchpadzone herkennen 9

U

uitwerpen, accu 14

USB 2,0-poort, herkennen 5, 6

USB 3,0-poort, herkennen 6

V van het beeldscherm

beeldscherm 7

Ventilatieopeningen, herkennen 6

Verbinding maken met WLAN 18

verzenden van de computer 41

VGA-poort, verbinding maken met

23

Video 22

vingerafdrukken registreren 44

vingerafdruklezer

gebruiken 44

vliegtuigmodus 17

W

Wachtwoordbeveiliging instellen

voor beëindigen slaapstand 31

Wachtwoorden

Setup Utility (BIOS) 44

Windows 43

Wachtwoorden gebruiken 43

webcam

gebruiken 21

herkennen 8 webcamlampje herkennen 8

Windows

systeemherstelpunt 54, 55

Windows-hulpprogramma's

gebruiken 55

Windows-toets, herkennen 12

Windows-wachtwoorden 43

WLAN-antennes herkennen 8

WLAN-apparaat 15

WLAN label 15

WWAN-apparaat 18

Z zoomen door met twee vingers te knijpen, bewegingen op het

touchpad en aanraakscherm 27

66 Index

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Key Features

  • Laptop Clamshell Blue
  • AMD A8 A8-7410 2.2 GHz
  • 39.6 cm (15.6") HD 1366 x 768 pixels LED backlight Gloss 16:9
  • 8 GB DDR3L-SDRAM 1 x 8 GB
  • 1 TB HDD DVD Super Multi
  • AMD Radeon R5
  • Ethernet LAN 10,100 Mbit/s 4.0
  • Lithium-Ion (Li-Ion) 41 Wh 45 W
  • Windows 10 Home 64-bit

Related manuals

advertisement

Table of contents