advertisement
▼
Scroll to page 2
of
16
BEDIENUNGSANLEITUNG MODE EMPLOI (GEBRUIKSAANWIJZING ZANUSSI WASCH-TROCKENAUTOMAT LAVANTE SECHANTE AUTOMATIQUE WASDROOGAUTOMAAT WDS 1012 INHOUD Waarschuwingen Installatie . Transportbeveiliging . Plaatsen Watertoevoer . Waterafvoer Elektrische aansluiting Gebruik Bedieningspaneel en bediening Schakelaar voor sopafkoeling Wasmiddeihouder en programmakaart Bedieningselementen Programma instellen. . . . . 2 . © Adviezen en tips voor het wassen en drogen . Wasmiddelen . Tips voor het drogen . Textielbehandelingssymbolen . Volgorde van handelingen Was- en droogprogramma's Onderhoud Buitenkant . Wasmiddelhouder a Voorzorgsmaatregelen bij vriestemperaturen . Afvoerfilter . Toevoerfiltertje Eenvoudige storingen . biz. blz. biz. biz. biz. biz. biz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. biz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. 31 32 32 32 32 33 33 34 34 34 34 34-35 35 36 36-37 37 38 39 40-41 42 42 42 42 42 42 43 TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN hoogte 85 cm breedte 60 cm diepte 57 cm NETSPANNING/-FREQUENTIE 220-230 V / 50 Hz AANSLUITWAARDE 2200 W ZEKEREN MET MINIMAAL 10A WATERLEIDINGDRUKGRENZEN minimum 5 N/cm* maximum 80 N/cm? Wassen Drogen MAXIMUM VULGEWICHT Katoen 4,5 kg 2,25 kg Synthetika 2 kg 1,5 kg Wol 1 kg niet drogen CENTRIFUGEERTOERENTAL 1000/min. ( € Dit toestel voldoet aan de EG-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG 30 WAARSCHUWINGEN Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken. Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt. = Indien u tiidens de aflevering een schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier. ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN = Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten gebruiken. » De glasdeur (voorlader) kan tijdens het gebruik zeer heet worden. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat zolang het in werking is. INSTALLATIE = Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist verwijderd zijn, alvorens het appa- raat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken in de omgeving kan het gevolg zijn van het niet of niet geheel verwijderen van de transportbeveiliging. = Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elek- trische huisinstallatie ten behoeve van de installa- tie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daar- toe bevoegd persoon uitgevoerd worden. = Een eventueel noodzakelijke wijziging van de wa- tertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden. = Overtuig u ervan dat na de installatie of het verplaat- sen het apparaat niet op het aansiuitsnoer staat. GEBRUIK = Was en droog geen artikelen in de was - en droog- automaat die hier niet voor geschikt zijn. Raad- pleeg het textielonderhoudsetiket. = Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betref- fende adviezen in de gebruiksaanwijzing. = Met vluchtige stoffen, zoals alcohol, benzine, terpenti- ne en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de was- en droogautomaat. Indien zulke reinigingsmidde- len gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijde- ren, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is. = Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen. = Overtuig u ervan dat, voor u een artikel in de was- automaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen gesloten zijn en eventueel loshangen- de knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed; herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, roest- en grasvlekken. Was bh’s met beugels niet in de wasautomaat. a Objecten zoals munten, veiligheidsspelden, naal- den, spijkers, schroeven en andere harde of scher- pe materialen behoren niet in de wasautomaat; Zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. a Indien uw wasautomaat aansluitend ook kan drogen, zorgt u er dan voor dat zich in de trommel geen plastic artikel, zoals wasmiddeibol en derge- like bevindt, de hete drooglucht kan het plastic doen smelten. =» Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasartikel toebren- gen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter. m Kik, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval IS, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing. = Kleine huisdieren hebben de gewoonte in de trom- mel van de wasautomaat (voorlader) te kruipen. Hebt u zo'n huisdier, controleer dan eerst en sluit daarna pas de vuldeur. = Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ont- staan van een muffe lucht. = Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer af door, athankelijk van de wijze van installatie, de ste- ker uit het stopcontact te nemen of de badkamer- trekschakelaar op de UIT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht. SERVICE - REPARATIES = Tracht, in geval van een storing of defect, dit appa- raat niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kun- nen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ELGROEP SERVICE. AFDANKEN = Maak het oude apparaat dat u, in afwachting van het weghalen of wegbrengen zolang terzijde zet onbruikbaar. Knip het netsnoer eraf en verwijder de deursluiting. Informeer bij de gemeente wie het oude apparaat ophaalt of waar u het moet bezor- gen, teneinde er zeker van te zijn dat het apparaat zorgvuldig verschrot of gerecycled wordt. s Alle gebruikte materialen zijn “milieu-vriendelijk”. Ze kunnen zonder gevaren bij het afval worden gezet. De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen: >PE< voor polyethyleen >PS< voor polystyreen >PP< voor polypropyleen Wij adviseren u, het karton in een container voor oud papier te deponeren. 31 INSTALLATIE Transportbeveiliging Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligin- gen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt. Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aange- bracht worden. U gaat als volgt te werk: Schroef met een sleutel de rechtse schroef aan de achterkant van de machine los. Leg de machine voor- zichtig op z’'n achterkant; zodanig dat de slangen niet kunnen beschadi- gen. P0233 Verwijder het polystyrene vulblok uit de onderkant van de machine. Trek voorzichtig de rechter plastic zak (1) uit de machine, terwijl hij naar het midden van de machine getrokken wordt. Trek nu ook de linker plastic zak (2) uit de machine. N P0256 | Zet de machine rechtop en verwijder de 2 overige schroeven uit de achterwand. Verwijder de drie plastic afstandshulzen uit de gaten waar de schroeven in zaten. Dicht de vrijgekomen gaten af met de, bij de gebruiks- aanwijzing verpakte, stopsels. 32 Plaatsen Plaats de machine op een viakke, harde vioer. Laat een houten vioer met een 5 cm dikke hardhoutenplaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De ver- stevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centime- ters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eron- der kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen. Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermo- gelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluit- snoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen. Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van een of twee van de ver- stelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circule- ren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voet- jes stevig tegen de vloer staat: ook dat is zeer belan- grijk. Draai, na het waterpas stellen, de contramoeren van alle vier de voetjes stevig tegen de machinebo- dem. Gebruik hiervoor een schroevendraaier. Watertoevoer Draai, nadat u eerst het filtertje “A” in de wartel hebt gelegd, de wartel van de toevoerslang stevig op de De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaat- sen, koop dan een langere, complete, hogedrukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. Het andere eind van de toevoerslang, aan de machi- nekant, kan naar alle richtingen verdraaid worden. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien. Waterafvoer De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen: Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uit- stromende water, van de rand kan schieten. Bij- voorbeeld met een touw- tie aan de kraan of een haak in de muur op han- gen. In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftak- king moet boven de siphon (stankafsluiter) Zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt. In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm. Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp gro- ter moet zijn dan de buitendiameter van het slang- eind. De afvoerslang legt u vanuit de machinekant over de vloer en pas bij de afvoermogelijkheid omhoog. Elektrische aansluiting De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluit- snoer en steker met aardcontacten. De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcon- tact met (aangesloten en functionerende) aardcontac- ten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zoge- heten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg uw installateur. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan boven- staande veiligheidsvoorschriften. 33 GEBRUIK Bedieningspaneel en bediening ZANUSSI 1 Schakelaar voor sopafkoeling De machine is op een zo laag mogelijk waterge- a... | bruik ingesteld. Dat bete- e 7 kent onder andere dat ENCON a geen koud water gebruikt o Ne > wordt om het sop na het wassen af te koelen. Het kan gewenst zijn om zeer heet sop, boven 60°C, wel af te koelen voor de machine het afpompt. Bij- voorbeeld om te voorkomen dat kunststof afvoerbuizen vervormten. Het schakelaartje voor de omschakeling naar wel sop afkoelen, bevindt zich achter het front van de wasmiddelhouder, links in het bedieningspaneel. a Verwijder de wasmiddelhouder geheel uit het be- dieningspaneel. Trek hem daartoe naar voren tot hij stuit, druk op de toets links-achterin en trek de houder uit de machine (zie blz. 42). m Draai, met behulp van een schroevendraaier, het schakelaartje met de pijl op het thermometersymbool. m Schuif de wasmiddelhouder weer terug in de ma- chine. POIS: 2 Wasmiddelhouder en programmakaart Symbolen UJ Voorwasmiddel U Hoofdwasmiddel ES Wasverzachter Indien u de programmakaart op te voorkant van de wasmiddelhouder door een kaart in een andere taal wenst te vervangen: beschermfolie verwijderen en de kaart over de bestaande op de wasmiddelhouder plakken. 34 3 Drogercontrolelampje Dit lampje brandt als het droogprogramma H of L in werking is. 4 Droogtijdkiezer Uy Met deze knop kiest u, rechtsom draaiend, de gewens- te droogtijd. Door een druk op de knop springt deze vanzelf naar voren. Voor het automatisch aansluitend drogen stelt u de klok voortijds in. Blauwe cijfers betekent: drogen met normale temperatuur Groene cijfers betekent: drogen met verlaagde temperatuur Afkoelfase A Opdat het goed kan afkoelen, wordt 8 minuten vóór beéindiging van het programma automatisch de afkoel- fase ingeschakeld. De afkoelfase mag in geen geval verkort of onderbroken of zelfs geheel overgeslagen worden. Verbrandingsge- vaar! 5 Toets «verlagen centrifugeertoerental» LO) Door het voortijds indrukken van deze toets verlaagt u het centrifugeertoerental tot 850/min in de programma’s voor katoen en linnen en tot 450/min in de programma's voor synthetika, fiinwas en wol (programma R). Als het was goed aansluitend wordt gedroogd, bevelen wij aan om deze toets niet in te drukken, om energie en tijd te sparen. 6 AAN/UIT-toets Bó Door het indrukken van deze toets schakelt u de machi- ne AAN; het controlelampie (8) brandt. Met dezelfde toets schakelt u de machine ook UIT. 7 Draaiknop voor temperatuurkeuze () Met deze draaiknop kiest u de gewenste wastempera- tuur. Knop linksom of rechtsom instellen. U kunt ook met de temperatuur van het ingekomen lei- dingwater wassen, door de knop op « À » in te stellen. 8 Controlelampje «lichtnet» Dit lampje gaat branden wanneer de machine in bedrijf IS. 9 Draaiknop voor programmakeuze Met de programmaknop kiest u, rechtsom draaiend, het gewenste programma. Programma instellen = Alleen wassen Vulgewichten: Kook- en bontwas: max. 4,5 kg Synthetika: max. 2 kg Wol: max. 1 kg - wasmiddel en wasverzachter in de vakjes van de wasmiddelhouder gieten; - extra funktie LO) kiezen; - gewenste temperatuur en wasprogramma kiezen; - AAN/UIT-toets indrukken = Alleen drogen Vulgewichten: Kook- en bontwas: Synthetika: - droogtijdsduur instellen; max. 2,25 kg max. 1,5 kg - droogprogramma H of L instellen; - AAN/UIT-toets indrukken. Wassen & drogen (NON-STOP-gebruik) Wassen met automatisch aansluitend drogen kan voor: = de programma's kook- of bontwas m synthetika = de extra programma's D-F-G en R. Voor deze automatische bewerking mag, dus ook voor het wassen, de hoeveelheid wasgoed niet meer bedragen dan: 2,25 kg voor kook- of bontwas en 1,5 kg voor synthetika. - Droogtijdsduur instellen; - Temperatuur en wasprogramma kiezen; - AAN/UIT-toets indrukken. 35 Adviezen en tips voor het wassen en drogen. Was niet te lang opsparen In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit. Sorteren Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afge- drukte kaart voor de behandelingssymbolen aandach- tig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet in de krachtige katoen-programma’s mag was- sen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het kleur afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/ katoen, vallen onder «synthetika». Zwakke stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder «fijnwas». Het wolwasprogramma is een speciaal programma voor «zuivere scheerwol». Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat het krimpt en/of vervilt in de wasmachine. Voorwas In principe doet u geen voorwas. Uw nieuwe machine, in combinatie met de moderne wasmiddelen, wast ook zonder voorwas schoon. Dat spaart energie, tijd, water en wasmiddel. Indien echter het wasgoed zeer vuil is, bijvoorbeeld garagekleding of slagerskleding, kan een voorwas met biologisch voorwasmiddel gewenst zijn. Het voorwasmiddel doet u in vakje (UJ. Temperaturen Wij adviseren u kookwas (witte katoen en linnen) met 60°C in plaats van 95°C te wassen. Als het goed niet al te vuil is wordt het ook dan schoon. Het spaart zo’n dertig procent aan energie. Datzelfde geldt, in mindere mate, ook voor lichtbonte was. Normaal wast u dit goed met 60°C. Is het was goed weinig vuil, dan wordt het met 40°C ook nog schoon. Donkerbonte was wast u met een temperatuur niet hoger dan 40°C. Wast u lichtbont en donkerbont door elkaar, dan stelt u volgens donkerbont in, dus niet hoger dan 40°C. Witte en lichtgekleurde synthetika kan doorgaans met 60°C gewassen worden. Maar ook hier geldt dat het ook met 40°C schoon wordt als het niet al te vuil is. Donkergekleurde synthetika, fiinwas en wol wast u met een temperatuur niet hoger dan 40°C. Geeft één van de etiketten 30°C aan, dan kiest u voor de gehele was 30°C. Meestal kan het betreffende artikel wel tegen 40°C, maar de fabrikant van uw wasautomaat kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade door wassen met te hoge temperatuur. 36 Hoeveel wasgoed in de trommel? Eigenlijk zoudt u het wasgoed steeds moeten wegen. Van katoen en linnen (kook- en bontwas) mag u een bepaalde maximum hoeveelheid in kilogrammen in de trommel doen (zie Technische gegevens). Ook voor synthetika en wol gelden maximum hoeveelheden in kilogrammen. Wegen is omslachtig, daarom geven wij u een ander hulpmiddel: Katoen en linnen: wassen: volle trommel, maar niet proppen drogen: tweederde trommel Sterke synthetika en kreukherstellende stoffen wassen: tweederde trommel drogen: tweederde trommel Fijnwas (acryl e.d.) wassen: tweederde trommel drogen: tweederde trommel. Wol (zie etiket) wassen: halve trommel drogen: niet in de machine. Vóór u het wasgoed in de trommel doet Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken. Spijkers, spelden, paper- clips en dergelijke kunnen grote schade aan uw machine en het wasgoed aanrichten. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak. Behandel moeilijke vlekken, zoals die van gras, roest, teer, vert, ballpoint, voortijds met een viekkenoplosser. Gebruikt u, bijvoorbeeld voor het verwijderen van verf, een vluchtige stof, zoals terpentine en dergelijke, dan moet u met wassen wachten tot het kledingstuk geheel uitgedampt is. De fabrikant van uw wasautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het gebruik van vluchtige, brandbare of giftige stoffen. LET OP - Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids- spelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken. - Was bh's met beugels niet in de wasautomaat. Welke wasmiddelen gebruiken? Een gouden regel is: gebruik altijd machine-wasmidde- len, dus nooit handwasmiddel of zeep in de machine. Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Houdt u aanvankelijk aan de doseringen die de fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor kook- of bontwas, bleekvrije wasmiddelen voor bontwas, speciale fiinwas- middelen, machine-wolwasmiddelen en biologische Traditionele poeder-wasmiddelen Deze wasmiddelen doet u in de vakjes UJ voor de voorwas en UJ voor de hoofdwas. Vloeibare wasmiddelen Gebruikt u een vioeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direkt in het vakje UJ voor het hoofd- wasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poe- dervormig wasmiddel te gebruiken. Gebruik, omdat uw nieuwe machine ook (heet) kan drogen nooit een doseerbol of andere doseermid- delen welke door de hitte kunnen smelten. Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA's, MICRO's en dergelijke). Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt. Uw nieuwe machine is van een sopcirculatiesysteem voorzien, waardoor het wasmiddel uitstekend en zon- der verspilling verdeeld wordt. Wasverzachter Uw machine is ingericht voor het automatisch dose- ren, tijdens de laatste spoelgang, van een hoe- veelheid vioeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken, maar in bepaalde omstandigheden kan het toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld voor katoen wat u, met name als dat bin- nenshuis gebeurt, aan de lijn droogt; het voelt dan min- der stug aan. Of voor synthetika, als u dat in de machine droogt; het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Doseer volgens de voorschriften van de fabrikant van de wasverzachter, doch nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of meer dan de aanduiding voor het maximum in het vakje aangeeft. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen. Waterontharder Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is. Waterhardheid Duitse Franse Bereik Ei h еге! 'genschap schaal schaal 1 zacht 0- 7 0-15 2 middelmatig 8-14 16-25 3 hard 15-21 20-37 4 zeer hard meer dan 21 meer dan 37 Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een «kalkbindende» stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutech- nische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediénten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk teveel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil op te vangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houdt u zich aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel. Tips voor zuinig wassen = Voor normaal verontreinigd wasgoed zijn de pro- gramma’s zonder voorwas bedoeld. In vergelijking met een programma met voorwas besparen ze wasmiddel en water. а Het zuinigst wast u met een volle trommel. = Door een geschikte voorbehandeling kunnen viekken en lichte verontreinigingen verwijderd wor- den. m Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzin- gen van de wasmiddelfabrikant. Tips voor het drogen = De natte was moet goed gecentrifugeerd zijn. Hoe hoger het centrifugeertoerental, hoe korter de beno- digde droogtijd en hoe lager het energieverbruik. a Let op het textielbehandelingsetiket. Daarop vindt u 00k die voor het drogen van wasgoed in de trommel- droger. In deze gebruiksaanwijzing vindt u een kaart afgedrukt waarin de symbolen verklaard worden. = Alleen in water gewassen textiel mag in de machi- ne gedroogd worden. Met ontviambare of giftige middelen gereinigd textiel mag niet in de machine gedroogd worden. Verder mogen niet in de machine gedroogd worden: - Wol en met wol gemengde textiel. Wol kan krimpen en/of vervilten. - Erg tere weefsels, zoals acryl, zijde en syntheti- sche vitrages. Schuimrubber en textiel waarin schuimrubber verwerkt is. - Gilasvezel en textiel waarin glasvezel verwerkt is. - Textiel dat erg pluist of waarvan de kanten gemak- kelijk rafelen. Belangrijk. De waterkraan moet ook tijdens het droog- programma open blijven, omdat de machine enig koelwater voor het condenseren gebruikt. Het koelwa- ter en het tot water gecondenseerde verdampte vocht vloeien via de normale afvoerslang in de afvoer. 37 SO 21 19 (SL0) ucojel91 'Heg 'SMLA UBA Z0H999 Jewwnuolib do 9g°G| | ueA Buiyewano 100p usbllxien a ‘«Ogy ¡axe » elyeoq ¡ey ul enewojul 109NN 38 ¡9wwo1 Boop ut usboup 18IN |enxo) эбцэеолэбащтн |211X8) ajeWION NIAY0HQA "T13NWNOUWL Ñ WN CN ©, ©, ‘иебэолэо 1ajem Leaf :Ie100A US “UapiiiseBnJUSO ue -Jsods- ‘shuiBluies auoy ‘Buibomeq sayosiueyosw Biuiem “Buipnoyisajoja aBoy “Bulpejeg ejualí :Jueyajeq ¡9y.19 ap 1apuo deeujs eq ONINVITO Ada Ylyobow syfijomneu s! 4 jou Buibluiey ‘uee jopprusoido uayinigef el ey uenef [rz 19BIUI91 YosILUeYo ep 100A puejseg |e100A UNZz s1aNaj eq =NIWNOLS 1) JO 8119} JOUI PIajAJUO USPIOM jSIU ¡e)SSSUI USULINY [83412 8p Ul 4 JO d lu LejeyINYy =NaSDINI3Y uabiuias yosiwayo JSIN Buibluies operoedg Buiblules auomarn) HOSINFHD ‘1924115 394 UBA douyj6a. ap do uejund ap seeu uezfimuen uojund a Е Ъ' ТЫ |-Й К-- uals JOIN uals mne USy[.S LIE uaylis 199H yBow jaIN lpebow Buissojdo эрипрлел и эрришуээЭкиооцо рлеедиеоиодеб jo 1ejemyoe|g jeLu Leyajg pnoy N-1 4319 Jyoimab sjewixew jay UBA v, 10) €/, :Buipejog 'sewuesBo1d ep.neyeBpeof6 (SM) 1eeNejaIDOS JOM [EEUONEWSJUI JOY J00P JEW Usa|Ne Us USEMIedns puelnisin :aulyoew op ul SEMIOM "PNOYy JO mne| sempueH "1Yyomab ajewixew jay UeA Jay ep 1ow uape|aq 5 suyyew «yeewa6 uliz puejje)s.euynay ¿o/ue uepeaaq sjezen eyosijeyluÁs SIP USJOHILE 100A :s,eWLelBo 1dyney- uy — ‘s euwe1bo1dsem onjey ue -18Bds ‘-3 400 ua1oyeq s,ewuwe1boidsem auomeb ap 10 | NISSYM 2 'uapltiyosiano Jeiu azap :uee usinjesodue) esegierjao) 1sBooy ap usneB ueggo) ep ul uajejeS ed E LUeyam 1911 yoo sempuey ewwelboud Bulwe1bo1d ewuuebo.d ешшелбом ешшелбола euuesBold ewwelboid = ‘UBSSEM BIN ojeus usaIy -SEMJOM -yNo1}-RUY UOOMBK) -Xnoy-NUY UOOM@H) -MN8JM-1UV UCOMOD) © = BX AA A A A AA A A QD o с = «OUIYIELUSEM «OUIYOEUISEM $ мп до же» NITOGINASSONITAANVHIIGTIIILXIL 3 dome 2 ‚© pd © -- Volgorde van handelingen Wassen en drogen (NON-STOP-gebruik) NON-STOP-gebruik is mogelijk bij kook- en bontwas synthetika Belading: kook- en bontwas max 2,25 kg synthetika max 1,5 kg Vóór het in gebruik nemen Voer een wasgang zonder wasgoed ult, opdat vetre- sten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrom- mel en de kuip verwijderd worden. Programma: bonte was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel. 1 Doe het wasgoed in de trommel Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen was- goed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot. 2 Doe wasmiddel in het vakje Trek de wasmiddelhou- der uit het bedieningspa- neel tot hij stuit. Meet de gewenste hoe- veelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel UJ. Gaat u ook voorwassen, doe dan een biologisch voorwasmiddel in het vakje J. 3 Doe, eventueel, wasverzachter in het Giet, indien gewenst, was- verzachter in het daarvoor bestemde vakje Overschrijd het nivo MAX niet. 4 Schakel, indien noodzakelijk, de scha- kelaar voor sopafkoeling om (alleen voor het programma “Kookwas 95°C”). 5 Kies de gewenste droogtijd Druk de knop van de droogtijden-klok in en draai hem rechtsom op het gewenste (geschatte) aantal minuten. Kies de blauwe cijfers voor katoen en linnen of de groe- ne cijfers voor synthetika en kreukherstellende stoffen. 6 Stel de temperatuur in Draai de draaiknop voor de temperatuurregeling op de gewenste tempera- tuur. 7 Kies het gewenste programma en start de machine Draai de programmaknop op het gewenste programma. Druk op de AAN/UIT-toets: het lichtnet-controlelampije brandt en de machine werkt het gekozen programma automatisch af. P0216 8 De machine is klaar De machine stopt automatisch. Schakel de machine UIT door de AAN/UIT-toets in te drukken. Het controlelampje gaat uit. Wacht één tot twee minuten alvorens de vuldeur te ope- nen; die tijd heeft de elektrische deurvergrendeling nodig om te ontgrendelen. Draai de kraan dicht en neem de steker uit het stopcon- tact of trek de badkamertrekschakelaar op UIT. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven. Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine uit kan dampen. 39 KATOEN EN LINNEN Wassen: max belading 4,5 kg Progr. Temp. programma Beschrijving Keuze-toets Voorwassen 40°C Kookwas о_ОБо А 60°-95° |те! voorwas Somer 60°-95°C JO) (erg vuil) Centrifugeren Kookwas Wassen 60°-95°C B 60°-95° |zonder voorwas Spoelen e) (normaal vuil) Centrifugeren Wassen 40°-60°C Bontwas C 40-60 Spoelen (normaal vuil) Centrifugeren 1© Compleet spoelprogramma D Spoelen ` Centrifugeren © 1 maal spoelen met wasverzachter F Wasverzachten Centrifugeren © G Centrifugeren Lang centrifugeren JO) Drogen: max belading 2,25 kg Droogtijdkiezer 0-100 min., blauwe cijfers Programma Textielsoort Droogtegraad Hoeveelheid Minuten 2,25 kg 75-85 Kastdroog H gecentrifugeerd met 1000/min. 2,25 kg 50-60 Strijkdroog 1 kg 30-40 40 SYNTHETIKA, FIINWAS EN WOL Wassen: max belading 2 kg, wol 1 kg Het laatste spoelwater wordt niet automatisch afgepompt, teneinde kreukvorming te voorkomen indien het was- goed niet na het beéindigen van het programma uit de machine zou worden genomen. Om het water af te pompen kiest u het programma R of S. Progr. Temp. programma Beschrijving Keuze-toets Voorwassen 40°C Synthetika o_ANO J 40°-60° |met voorwas Spoolen 40°-60°C (erg vuil) Spoelstop Synthetika Wassen 40°-60°C K 40°-60° |zonder voorwas Spoelen (normaal vuil) Spoelstop о о |. Wassen 30°-40°C M 30°-40° |Fijnwas Spoelen Spoelstop Wassen 40°C N 40° Wol ©) Spoelen Spoelstop Compleet P Spoelen spoelprogramma Spoelstop 1 maal spoeler Q Wasverzachten met wasverzachter Spoelstop R Centrifugeren Kort centrifugeren S Afpompen Water afvoeren Drogen: max belading 1,5 kg Droogtijdkiezer 0-100 min., groene cijfers Programma Textielsoort Droogtegraad Hoeveelheid Minuten 1,5 kg 80-90 Kastdroog Synthetika, 1 kg 60-70 L gecentrifugeerd met 650/min. 1,5 kg 60-70 Strijkdroog 1 kg 40-50 41 ONDERHOUD De buitenkant De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huis- houdschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmid- delen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit alcohol, terpentine en der- gelijke oplosmiddelen. De wasmiddelhouder Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan. Maak de wasmiddelhouder af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de houder geheel uit de machine nemen door op de pal, links achterin, te drukken. De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u, ten behoeve van het schoonmaken, verwijde- ren Ook in de behuizing van de wasmiddelhouder kan zich op den duur wasmid- del verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de houder terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder was- goed, een spoelgang doen. P0038 Voorzorgsmaatregelen bij vriestemperatu- ren Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan tempe- raturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatrege- len worden getroffen. - Draai de waterkraan dicht en schroef de toevoer- slang los. - Stel een willekeurig wasprogramma in en zet de machine enkele seconden lang aan. - Leg het uiteinde van de afvoerslang in een kom en laat de machine enkele seconden lang afpompen. - Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wil gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is. 42 Het afvoerfilter Het afvoerfilter is bedoeld voor het opvangen van grove pluis en rafels. Raakt het filter verstopt, dan zal onherroepelijk programmastoring optreden. Controleer regelmatig of het filter schoon is. Open het klepje. PU861 Plaats een schaaltje onder het filter en schroef het filter linksom los. Reinig het filter onder de stromende kraan. P0040 Wanneer u merkt dat de machine langer over het wateropnemen gaat doen, verdient het aan- beveling om het toevoer- filtertje te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervol- gens draait u de slang- wartel van de kraan af. Trek met een platbektang het filtertje uit z'n behuizing. Reinig het filtertje met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan. 7 P0041 > EENVOUDIGE STORINGEN De machine start niet = Kijk of u de vuldeur goed gesioten hebt. ® Kijk of de betreffende groepzekering heel is. = Kijk of u de programmaknop juist ingesteld en de AAN/UIT-toets ingedrukt hebt. De machine neemt geen water op: = Staat de waterkraan open? « Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit. = [oevoerslang bekneld of geknikt geraakt? = Toevoertiltertje verstopt? = Vuldeur goed gesloten? De machine neemt wel water op, maar dat stroomt er door de afvoer weer uit: m Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vioer waarop de machine staat. Raadpleeg het betref- fende hoofdstuk. De machine pompt niet af en/of centrifu- geert niet: = Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt? = Afvoerfilter verstopt? = Programma met spoelstop gekozen? = Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? Er ligt water op de vioer: = Teveel wasmiddel gebruikt? = Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage. = Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nau- welijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is. = |s het afvoerfilter stevig aangeschroefd? = |s de wasmiddelhouder schoon? De machine dreunt of is erg luidruchtig: a Zin alle transportbeveiligingen verwijderd? = Leunt de machine ergens tegenaan? = Staan alle stelvoeten stevig tegen de vloer en zijn de contramoeren goed tegen de machinebodem gedraaid? » Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel? Het wasresultaat is niet als gewoonlijk = Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd. Onderdosering leidt tot vergrauwing van het was- goed en tot kalkaanslag in het toestel. Nauwkeuriger doseren! = Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld? = Hebt u het juiste programma en de juiste tempera- tuur gekozen? = ls de machine overladen? De machine droogt niet: = Droogtijden-klok ingesteld? = Waterkraan open? (moet open staan) a Afvoerfilter verstopt? = Teveel wasgoed in de machine? (max 2,25 kg katoen of 1,5 kg synthetika) = Juiste droogtijd ingesteld? De deur kan niet geopend worden = |s de machine in bedrijf? = {Is de deur nog vergrendeld? Kunt u de storing niet zelf lokaliseren of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, model- nummer en aankoopdatum van uw machine; de servi- en. 43 124 979 63/0 ET 567891011 12/96 LE 1800
advertisement
Related manuals
advertisement