advertisement
Online
Gebruikershandleiding
MFC-J6530DW
MFC-J6930DW
MFC-J6935DW
BELANGRIJKE KENNISGEVING
De volgende in deze handleiding beschreven functies zijn op het moment van uw aankoop mogelijk niet beschikbaar:
• Automatisch bijsnijden in de scan opties
• Aanp. aan pag.
in de kopieer opties
• Autom. recht (Aut. rechtleggen) in de kopieer opties
• Inktbespar kopie (Inktbespar Kopiëren)
• Dun papier kopiëren
• Boek kopiëren
• Kopiëren met watermerk
Deze functies worden in januari 2017 beschikbaar.
Om deze functies te activeren, downloadt u de meest recente firmware en software:
• Ga naar solutions.brother.com/up2 voor de meest recente firmware.
• Om te controleren of er nieuwe softwareversies zijn gaat u naar de pagina Downloads in het
Brother Solutions Center op support.brother.com
en downloadt u een compleet pakket van drivers
& software .
© 2016 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken)
i
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken)
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista ® SP2 of recenter, Windows ® 7,
ii
iii
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi
Uw machine voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven 412
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser............. 462
Verzenden of ontvangen van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser.......... 508
IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van
iv
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web
Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® ) 607
v
vi
vii
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt
Voordat u uw Brother-machine gebruikt
•
•
•
1
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt
> Definities van opmerkingen
Definities van opmerkingen
We gebruiken de volgende symbolen en afspraken doorheen deze Gebruikershandleiding:
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
BELANGRIJK
OPMERKING
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien genegeerd, lichte of matige verwondingen tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een nietwerkend product.
OPMERKING geeft informatie over de bedieningsomgeving, installatievoorwaarden of speciale gebruiksvoorwaarden.
Onder pictogrammen van tips vindt u nuttige hints en extra informatie.
Vetgedrukt
Cursief
Courier New
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van een elektrische schok.
Vetgedrukte tekst verwijst naar knoppen op het bedieningspaneel van de machine of het scherm van de computer.
Cursief gedrukte tekst benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant onderwerp.
Tekst in het lettertype Courier New betreft meldingen die op het LCD-scherm van de machine worden weergegeven.
Verwante informatie
•
Voordat u uw Brother-machine gebruikt
2
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt
> Handelsmerken
Handelsmerken
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows Server, SharePoint, Internet Explorer, Excel, PowerPoint,
OneNote, OneDrive en Microsoft Edge zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Apple, Macintosh, Safari, iPad, iPhone, iPod touch en OS X zijn handelsmerken van Apple Inc., die in de
Verenigde Staten en andere landen wettig zijn gedeponeerd.
App Store is een dienstmerk van Apple Inc.
AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc.
Nuance en PaperPort zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance Communications, Inc.
of dochterbedrijven in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Wi-Fi ® , Wi-Fi Alliance ® en Wi-Fi Direct ® zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Wi-Fi Alliance ® .
WPA ™ , WPA2 ™ , Wi-Fi Protected Setup ™ en het Wi-Fi Protected Setup ™ -logo zijn handelsmerken van Wi-Fi
Alliance ® .
Flickr en het Flickr-logo zijn handelsmerken en/of wettig gedeponeerde handelsmerken van Yahoo! Inc.
Android, Gmail, Google Cloud Print, Google Drive, Google Play, Google Chrome, Chrome OS en Google zijn handelsmerken van Google Inc. Voor het gebruik van deze handelsmerken is toestemming van Google nodig.
Mozilla en Firefox zijn gedeponeerde handelsmerken van de Mozilla Foundation.
Het Bluetooth-woordmerk is eigendom van Bluetooth SIG, Inc., en elk gebruik van dit merk door Brother
Industries, Ltd. vindt plaats in licentie.
Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Evernote en het Evernote Elephant-logo zijn handelsmerken van Evernote Corporation en worden onder licentie gebruikt.
Mopria ® is een wettig gedeponeerd handelsmerk en een dienstmerk van Mopria Alliance, Inc. in de Verenigde
Staten en andere landen. Ongeautoriseerd gebruik is strikt verboden.
WordPerfect is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation en/of haar dochterondernemingen in
Canada, de Verenigde Staten en/of andere landen.
Elk bedrijf waarvan de softwarenaam in deze handleiding is vermeld, bezit een Gebruiksrechtovereenkomst die specifiek is voor de eigen programma’s.
Handelsnamen en productnamen van andere bedrijven op producten van Brother, bijbehorende documenten en andere materialen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Verwante informatie
•
Voordat u uw Brother-machine gebruikt
3
Home > Voordat u uw Brother-machine gebruikt
> Belangrijke opmerking
Belangrijke opmerking
• Gebruik dit product alleen in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden.
• Waar Windows ® 10 in dit document wordt vermeld, wordt ook Windows
Windows ® 10 Education en Windows ® 10 Enterprise bedoeld.
® 10 Home, Windows ® 10 Pro,
• Windows Server ® 2008 staat in dit document voor Windows Server ® 2008 en Windows Server ® 2008 R2.
• In deze gebruikershandleiding worden de LCD-meldingen van de MFC-J6930DW gebruikt, tenzij anders aangegeven.
• In deze gebruikershandleiding worden de afbeeldingen van de MFC-J6930DW gebruikt, tenzij anders aangegeven.
• De schermen in deze gebruikershandleiding dienen alleen ter illustratie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke schermen.
• Tenzij anders aangegeven, zijn de schermen in deze handleiding afkomstig van Windows ® 7 en OS X v10.10.x. De schermen op uw computer kunnen afhankelijk van uw besturingssysteem variëren.
• Als LCD-meldingen, namen van knoppen op het bedieningspaneel, of andere aanwijzingen afhankelijk van het land verschillen, worden de aanwijzingen voor elk land weergegeven.
• De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
BELANGRIJKE KENNISGEVING
De volgende in deze handleiding beschreven functies zijn op het moment van uw aankoop mogelijk niet beschikbaar:
• Automatisch bijsnijden in de scan opties
• Aanp. aan pag.
in de kopieer opties
• Autom. recht (Aut. rechtleggen) in de kopieer opties
• Inktbespar kopie (Inktbespar Kopiëren)
• Dun papier kopiëren
• Boek kopiëren
• Kopiëren met watermerk
Deze functies worden in januari 2017 beschikbaar.
Om deze functies te activeren, downloadt u de meest recente firmware en software:
• Ga naar solutions.brother.com/up2 voor de meest recente firmware.
• Om te controleren of er nieuwe softwareversies zijn gaat u naar de pagina Downloads in het Brother
Solutions Center op support.brother.com
en downloadt u een compleet pakket van drivers & software .
Verwante informatie
•
Voordat u uw Brother-machine gebruikt
•
Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
•
Meerdere visitekaartjes en foto's scannen (Automatisch bijsnijden)
•
De Instellingen van de Scan-knop via ControlCenter4 (Windows ® ) wijzigen
•
Aangepaste scaninstellingen (Windows ® )
•
Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
TWAIN-driverinstellingen (Windows ® )
•
Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
•
Kopiëren in inkt besparen-modus
4
•
•
Vooraf ingestelde kopieerinstellingen
•
•
Functietabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
•
Functietabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
5
Home > Inleiding op uw machine van Brother
Inleiding op uw machine van Brother
•
•
Overzicht van het bedieningspaneel
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
•
•
•
•
Hulpprogramma's van Brother openen (Windows ® )
6
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Voordat u uw machine gebruikt
Voordat u uw machine gebruikt
Controleer eerst het volgende voordat u een afdrukopdracht opgeeft:
• Controleer of de software en drivers van Brother zijn geïnstalleerd.
• Voor gebruikers van een USB- of netwerkkabel: Controleer dat de interfacekabel goed is aangesloten.
Het juiste papiertype selecteren
Voor afdrukken van hoge kwaliteit is het belangrijk om de juiste soort papier te selecteren. Zorg ervoor dat u de informatie over acceptabel papier hebt gelezen voordat u papier koopt, en om het afdrukgebied te bepalen op basis van de instellingen in de printerdriver.
Gelijktijdig afdrukken, scannen en faxen
Uw machine kan gegevens van uw computer afdrukken terwijl een fax in het geheugen wordt verzonden of ontvangen, of terwijl er een document naar de computer wordt gescand. Tijdens het afdrukken via de computer wordt het versturen van de fax niet onderbroken. Als de machine echter kopieert of een fax op papier ontvangt, onderbreekt de machine het afdrukken en gaat daar pas weer mee verder nadat het kopiëren is voltooid of de hele fax is ontvangen.
Firewall (Windows ® )
Als uw computer wordt beschermd door een firewall en u niet via het netwerk kunt afdrukken of scannen, of PC-
FAX kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall aanpassen. Als u de Windows ® Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewallinstellingen al ingesteld. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw persoonlijke firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant indien u een andere firewall gebruikt.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
7
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht van het bedieningspaneel
Overzicht van het bedieningspaneel
MFC-J6530DW
1 2 3 4
1. Liquid Crystal Display (LCD) touchscreen
Krijg toegang tot menu's en opties door erop te drukken op het touchscreen.
Wijzig de hoek van het bedieningspaneel door het omhoog te brengen.
2. Menuknoppen
(Terug)
Druk hierop om terug te gaan naar het vorige menu.
(Home)
Druk hierop om terug te keren naar het Home-scherm.
(Annuleren)
Druk hierop om een handeling te stoppen.
3. Kiestoetsen
Druk op de cijfers om telefoon- of faxnummers te kiezen en het aantal kopieën in te voeren.
4. Aan/uit-indicatie
Het LED-lampje brandt afhankelijk van of de machine aan of uit staat.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, knippert het LED-lampje.
5
8
5.
Aan/uit
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te zetten. Op het touchscreen wordt enkele seconden [Afsluiten] weergegeven, waarna de machine wordt uitgeschakeld. Wanneer u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de machine hebt aangesloten, blijft het toestel of het apparaat altijd beschikbaar..
Als u de machine met hebt uitgeschakeld, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op peil te houden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1 2 3 4 5
6
1.
Het pictogram van NFC (Near Field Communication)
U kunt kaartverificatie gebruiken door met de IC-kaart het NFC-pictogram op het bedieningspaneel aan te raken.
Als uw Android ™ -apparaat de NFC-functie ondersteunt, kunt u op dezelfde manier documenten afdrukken vanaf uw apparaat of scannen naar uw apparaat.
2. Liquid Crystal Display (LCD) touchscreen
Krijg toegang tot menu's en opties door erop te drukken op het touchscreen.
Wijzig de hoek van het bedieningspaneel door het omhoog te brengen.
9
3. Menuknoppen
(Terug)
Druk hierop om terug te gaan naar het vorige menu.
(Home)
Druk hierop om terug te keren naar het Home-scherm.
(Annuleren)
Druk hierop om een handeling te stoppen.
4. Kiestoetsen
Druk op de cijfers om telefoon- of faxnummers te kiezen en het aantal kopieën in te voeren.
5. Aan/uit-indicatie
Het LED-lampje brandt afhankelijk van of de machine aan of uit staat.
Wanneer de machine in de slaapstand staat, knippert het LED-lampje.
6.
Aan/uit
Druk op om de machine aan te zetten.
Houd ingedrukt om de machine uit te zetten. Op het touchscreen wordt enkele seconden [Afsluiten] weergegeven, waarna de machine wordt uitgeschakeld. Als u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de machine hebt aangesloten, blijft het toestel of het apparaat altijd beschikbaar.
Als u de machine met hebt uitgeschakeld, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit op peil te houden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan en de afdrukkwaliteit op peil te houden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
•
NFC (Near-Field Communication)
10
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht van het touchscreen-LCD
Overzicht van het touchscreen-LCD
MFC-J6530DW
Er zijn drie beginschermen die u kunt openen door op d of c te drukken.
Via het beginscherm kunt u snelkoppelingen, het scherm met Wi-Fi-instellingen, het instellingenscherm en het inktniveauscherm openen.
Beginscherm 1
1 2
3 4 5 6 7
In dit scherm wordt de status van de machine weergegeven wanneer de machine niet actief is. Dit beginscherm wordt ook het gereedscherm genoemd. Als dit scherm wordt weergegeven, betekent dit dat de machine gereed is voor de volgende opdracht.
Beginscherm 1 biedt toegang tot de functies [Fax] , [Kopiëren] en [Scannen] .
Beginscherm 2
1 2
3 4 5 6 7
Beginscherm 2 biedt toegang tot extra functies, zoals [Web] , [Apps] en [USB] .
Beginscherm 3
1 2
3 4 5 6 7
Beginscherm 3 biedt toegang tot extra functies, zoals [Snelkopp. kopie A3] en [Download software] .
1.
Datum & tijd
Geeft de datum en tijd weer die op de machine zijn ingesteld.
11
2.
Stille modus
Dit pictogram verschijnt wanneer de instelling [Stille modus] is ingesteld op [Aan] .
Als u de stille modus instelt, produceert de machine minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer.
3.
[Snelkopp.]
Maak snelkoppelingen aan voor veelgebruikte handelingen zoals een fax verzenden, kopiëren, scannen,
Web Connect en Apps-services.
• Er zijn drie snelkoppelingschermen. In elk scherm kunt u vier snelkoppelingen programmeren.
• Druk op d of c om de andere snelkoppelingschermen weer te geven.
4.
Status draadloze verbinding
De volgende pictogrammen geven de status van het draadloze netwerk weer:
Uw machine heeft geen verbinding met het draadloze toegangspunt.
Druk op deze knop om draadloze instellingen te configureren. Meer informatie uu Installatiehandleiding
Er is verbinding met het draadloze netwerk.
In elk van de beginschermen geeft een indicator met drie niveaus de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan.
Het draadloze toegangspunt kan niet worden gedetecteerd.
De instelling voor de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
U kunt de draadloze instellingen configureren door op de knoppen voor de draadloze status te drukken.
5.
[Instell.]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Instell.] -menu.
6.
[Inkt]
Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is. Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Inkt] -menu.
Wanneer een inktcartridge bijna aan vervanging toe is of er iets aan mankeert, wordt het foutpictogram weergegeven op de inktkleur.
7.
Modi:
• [Fax]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de faxmodus.
12
•
•
•
•
•
• [Kopiëren]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de kopieermodus.
[Scannen]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de scanmodus.
[Web]
Druk hierop om de Brother-machine met een internetservice te verbinden.
[Apps]
Druk hierop om verbinding te maken met de Brother Apps-service.
[USB]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [USB] -menu.
[Snelkopp. kopie A3]
Druk hierop om via dit menu met voorinstellingen op formaat A3 of Ledger te kopiëren.
• [Download software]
Druk hierop om informatie weer te geven over het downloaden en installeren van software voor mobiele apparaten en computers.
8.
[Opgesl. faxen:]
8
[Opgesl. faxen] geeft aan hoeveel ontvangen faxen zich in het geheugen bevinden.
Druk op om de faxen af te drukken.
9.
[Nieuwe faxen:]
9
Wanneer [Faxvb.] op [Aan] is ingesteld, wordt bij [Nieuwe faxen] weergegeven hoeveel nieuwe faxen u hebt ontvangen en in het geheugen hebt opgeslagen.
Druk op om de faxen op het touchscreen weer te geven.
Wanneer u een fax met meerdere papierformaten ontvangt (bijvoorbeeld een pagina met A4-gegevens en een pagina met A3-gegevens), wordt op de machine mogelijk een bestand voor elk papierformaat gemaakt en opgeslagen, zodat op het touchscreen wordt weergegeven dat meerdere faxen zijn ontvangen.
13
10.
Waarschuwingspictogram
10
Het waarschuwingspictogram verschijnt wanneer er een fout- of onderhoudsbericht is; druk op om de details te bekijken en druk vervolgens op om terug te keren naar Gereed.
• Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY CO., LTD.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Er zijn drie beginschermen die u kunt openen door naar links of rechts te vegen of op d of c te drukken.
Via het beginscherm kunt u snelkoppelingen, het scherm met Wi-Fi-instellingen, het instellingenscherm en het inktniveauscherm openen.
Beginscherm 1
1 2
3 4 5 6 7
In dit scherm wordt de status van de machine weergegeven wanneer de machine niet actief is. Dit beginscherm wordt ook het gereedscherm genoemd. Als dit scherm wordt weergegeven, betekent dit dat de machine gereed is voor de volgende opdracht.
U kunt het Gereedscherm wijzigen.
Beginscherm 1 biedt toegang tot de functies [Fax] , [Kopie] en [Scannen] .
Beginscherm 2
1 2
3 4 5 6 7
Beginscherm 2 biedt toegang tot extra functies, zoals [Web] , [Apps] en [USB] .
14
Beginscherm 3
1 2
3 4 5 6 7
Beginscherm 3 biedt toegang tot extra functies, zoals [Snelkopp. kopie A3] en [Download Software] .
1.
Datum & tijd
Geeft de datum en tijd weer die op de machine zijn ingesteld.
2.
Stille modus
Dit pictogram verschijnt wanneer de instelling [Stille modus] is ingesteld op [Aan] .
Als u de stille modus instelt, produceert de machine minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer.
3.
[Snelkopp.]
Maak snelkoppelingen aan voor veelgebruikte handelingen zoals een fax verzenden, kopiëren, scannen,
Web Connect en Apps-services.
• Er zijn drie tabbladen voor snelkoppelingen beschikbaar, met zes snelkoppelingen op elk tabblad.
• Druk op onder aan het scherm om de beginschermen te openen.
15
4.
Status draadloze verbinding
De volgende pictogrammen geven de status van het draadloze netwerk weer:
Uw machine heeft geen verbinding met het draadloze toegangspunt.
Druk op deze knop om draadloze instellingen te configureren. Meer informatie uu Installatiehandleiding
Er is verbinding met het draadloze netwerk.
In elk van de beginschermen geeft een indicator met drie niveaus de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan.
Het draadloze toegangspunt kan niet worden gedetecteerd.
De instelling voor de draadloze verbinding is uitgeschakeld.
U kunt de draadloze instellingen configureren door op de knoppen voor de draadloze status te drukken.
5.
[Instell.]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Instell.] -menu.
6.
[Inkt]
Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is. Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Inkt] -menu.
Wanneer een inktcartridge bijna aan vervanging toe is of er iets aan mankeert, wordt het foutpictogram weergegeven op de inktkleur.
7.
Modi:
• [Fax]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de faxmodus.
•
• [Kopie]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de kopieermodus.
[Scannen]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de scanmodus.
•
•
•
•
•
[Web]
Druk hierop om de Brother-machine met een internetservice te verbinden.
[Apps]
Druk hierop om verbinding te maken met de Brother Apps-service.
[USB]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [USB] -menu.
[Snelkopp. kopie A3]
Druk hierop om via dit menu met voorinstellingen op formaat A3 of Ledger te kopiëren.
[Download Software]
Druk hierop om informatie weer te geven over het downloaden en installeren van software voor mobiele apparaten en computers.
16
8.
[Opgesl. faxen:]
8
[Opgesl. faxen] geeft aan hoeveel ontvangen faxen zich in het geheugen bevinden.
Druk op om de faxen af te drukken.
9.
[Nieuwe faxen:]
9
Wanneer [Faxvooruitblik] op [Aan] is ingesteld, wordt bij [Nieuwe faxen] weergegeven hoeveel nieuwe faxen u hebt ontvangen en in het geheugen hebt opgeslagen.
Druk op om de faxen op het touchscreen weer te geven.
Wanneer u een fax met meerdere papierformaten ontvangt (bijvoorbeeld een pagina met A4-gegevens en een pagina met A3-gegevens), wordt op de machine mogelijk een bestand voor elk papierformaat gemaakt en opgeslagen, zodat op het touchscreen wordt weergegeven dat meerdere faxen zijn ontvangen.
10.
Waarschuwingspictogram
10
Het waarschuwingspictogram verschijnt wanneer er een fout- of onderhoudsbericht is; druk op om de details te bekijken en druk vervolgens op om terug te keren naar Gereed.
• Dit product maakt gebruik van het lettertype van ARPHIC TECHNOLOGY CO., LTD.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
•
•
•
Lawaai bij het afdrukken verminderen
•
•
17
•
Snelkoppelingen voor kopiëren op A3-formaat gebruiken
•
18
Home > Inleiding op uw machine van Brother >
Overzicht van het touchscreen-LCD
> Nieuwe informatie van Brother
Nieuwe informatie van Brother
MFC-J6530DW
Wanneer berichtinstellingen als [Bericht van Brother] en [Firmware Auto Check] op [Aan] staan, wordt nieuwe informatie van Brother in de informatiebalk weergegeven.
Druk op om de details weer te geven.
Een internetverbinding is benodigd en mogelijk worden kosten in rekening gebracht.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Wanneer berichtinstellingen als [Bericht van Brother] en [Firmware Auto Check] op [Aan] staan, wordt nieuwe informatie van Brother in de informatiebalk weergegeven.
Druk op om de details weer te geven.
Een internetverbinding is benodigd en mogelijk worden kosten in rekening gebracht.
19
Verwante informatie
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
20
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Overzicht instellingenscherm
Overzicht instellingenscherm
MFC-J6530DW
Wanneer u op [Instell.] drukt, wordt de machinestatus op het touchscreen weergegeven.
Via het instellingenmenu hebt u toegang tot alle instellingen van uw Brother-machine.
4 5
1
2
6
7
3 8
1.
[Onderhoud]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de volgende menu's:
• [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)]
• [Printkop reinigen]
• [Verwijder papierresten]
• [Inktvolume]
• [Inktcartridgemodel]
• [Afdrukopties]
2.
[Stille modus]
Hiermee geeft u de instelling voor de stille modus weer.
Druk hierop om het menu [Stille modus] te openen.
Wanneer dit menu is ingesteld op [Aan] , wordt in het beginscherm weergegeven.
3.
[Faxvb.]
Geeft het faxvoorbeeld weer.
Druk hierop om het menu [Faxvb.] te openen.
4. Ontvangstmodus
Geeft de huidige ontvangstmodus aan.
5.
[Datum en tijd (Datum & Tijd)]
Geeft de datum en tijd weer.
Druk hierop om het menu [Datum en tijd (Datum & Tijd)] te openen.
6.
[Wi-Fi]
Druk hierop om een draadloze netwerkverbinding in te stellen.
Als u gebruikmaakt van een draadloze verbinding geeft een indicator met drie niveaus signaalsterkte van het draadloze netwerk aan.
7.
[Lade- instelling]
Druk hierop om het menu [Lade- instelling] te openen.
Gebruik de opties uit het menu Lade-instelling om het papierformaat en -type te wijzigen.
8.
[Alle instell.]
Druk hierop om een menu met alle instellingen van de machine te openen.
de huidige
21
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Wanneer u op [Instell.] drukt, wordt de machinestatus op het touchscreen weergegeven.
Via het instellingenmenu hebt u toegang tot alle instellingen van uw Brother-machine.
1 2 3 4
5
8 7 6
1. Ontvangstmodus
Geeft de huidige ontvangstmodus aan.
2.
[Onderhoud]
Druk hierop om toegang te krijgen tot de volgende menu's:
• [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)]
• [Printkop reinigen]
• [Verwijder papierresten (Verwijder papier.)]
• [Inktvolume]
• [Inktcartridgemodel]
• [Afdrukopties]
3.
[Wi-Fi]
Druk hierop om een draadloze netwerkverbinding in te stellen.
Als u gebruikmaakt van een draadloze verbinding geeft een indicator met drie niveaus signaalsterkte van het draadloze netwerk aan.
4.
[Datum en tijd]
Geeft de datum en tijd weer.
Druk hierop om het menu [Datum en tijd] te openen.
5.
[Stille modus]
Hiermee geeft u de instelling voor de stille modus weer.
Druk hierop om het menu [Stille modus] te openen.
Wanneer dit menu is ingesteld op [Aan] , wordt in het beginscherm weergegeven.
6.
[Alle instell.]
Druk hierop om een menu met alle instellingen van de machine te openen.
7.
[Faxvooruitblik]
Geeft het faxvoorbeeld weer.
Druk hierop om het menu [Faxvooruitblik] te openen.
8.
[Lade-instell.]
Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Lade-instell.] -menu.
Gebruik de opties uit het menu Lade-instelling om het papierformaat en -type te wijzigen.
de huidige
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
22
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
•
23
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Bediening van het touchscreen
Bediening van het touchscreen
MFC-J6530DW
• Druk met een vinger op het touchscreen om alle instellingen, functies en beschikbare opties weer te geven.
Druk op d c of a b om er doorheen te bladeren.
BELANGRIJK
Raak het touchscreen NOOIT met een scherp object, zoals een ballpoint of styluspen, aan. Dit kan de machine beschadigen.
Raak het touchscreen NIET direct aan nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken of de machine hebt aangezet. Dit kan resulteren in een fout.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
• Druk met een vinger op het touchscreen om alle instellingen, functies en beschikbare opties weer te geven.
Veeg naar links, rechts, naar boven of beneden of druk op d c of a b om er doorheen te bladeren.
BELANGRIJK
Raak het touchscreen NOOIT met een scherp object, zoals een ballpoint of styluspen, aan. Dit kan de machine beschadigen.
Raak het touchscreen NIET direct aan nadat u de stekker in het stopcontact hebt gestoken of de machine hebt aangezet. Dit kan resulteren in een fout.
24
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
25
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Het Gereedscherm instellen
Het Gereedscherm instellen
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
U kunt het beginscherm wijzigen in het scherm [Scherm 1] , [Scherm 2] , [Scherm 3] ,
[Snelkoppelingen 1] , [Snelkoppelingen 2] of [Snelkoppelingen 3] .
Wanneer de machine niet wordt gebruikt of u op drukt, wordt het door u ingestelde scherm weer op de machine weergegeven.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Scherminst.] >
[Startscherm] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Scherm 1] , [Scherm 2] , [Scherm 3] ,
[Snelkoppelingen 1] , [Snelkoppelingen 2] of [Snelkoppelingen 3] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
Het nieuwe beginscherm wordt weergegeven.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
•
Het standaardscherm van de kopieer- of scanmodus instellen
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
26
Home > Inleiding op uw machine van Brother >
Het Gereedscherm instellen > Het standaardscherm van de
kopieer- of scanmodus instellen
Het standaardscherm van de kopieer- of scanmodus instellen
MFC-J6530DW
U kunt het standaardscherm van de scanmodus wijzigen.
1. Druk op
Scannen] .
[Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Scherminst.]
2. Druk op a of b om de scanopties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie in het standaardscherm.
> [Scherm
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
U kunt het standaardscherm van de kopieer- en scanmodus wijzigen.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• om het kopieerscherm te wijzigen:
Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Scherminst.] >
[Scherm Kopiëren] .
• om het scanscherm te wijzigen:
Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Scherminst.] >
[Scherm Scannen] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de kopieer- of scanopties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie in het standaardscherm.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
27
Home > Inleiding op uw machine van Brother > Hulpprogramma's van Brother openen (Windows
® )
Hulpprogramma's van Brother openen (Windows ® )
Brother Utilities is een programma om toepassingen op te starten dat gemakkelijk toegang biedt tot alle op uw apparaat geïnstalleerde Brother-toepassingen.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op
• Windows ® 8
(Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Tik of klik op ( Brother Utilities ) op het Starten -scherm of op het bureaublad.
• Windows ® 8.1
Verplaats uw muis naar de linkerbenedenhoek van het Starten -scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten -scherm naar boven om het
Toepassingen -scherm te laten verschijnen).
Wanneer het
• Windows ® 10
Toepassingen -scherm verschijnt, tikt of klikt u op ( Brother Utilities ).
Klik op > Alle apps > Brother > Brother Utilities .
2. Selecteer uw machine.
3. Selecteer de bewerking die u wilt gebruiken.
Verwante informatie
•
Inleiding op uw machine van Brother
•
De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken (Windows ® )
28
Home > Inleiding op uw machine van Brother >
Hulpprogramma's van Brother openen (Windows ® )
> De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken (Windows ® )
De installatie van de Brother-software en -drivers ongedaan maken
(Windows ® )
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
• Windows ® 8
Tik of klik op ( Brother Utilities ) op het Starten -scherm of op het bureaublad.
• Windows ® 8.1
Verplaats uw muis naar de linkerbenedenhoek van het Starten -scherm en klik op (als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten -scherm naar boven om het
Toepassingen -scherm te laten verschijnen).
( Brother Utilities ).
Wanneer het Toepassingen -scherm verschijnt, tikt of klikt u op
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Brother > Brother Utilities .
2. Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Installatie ongedaan maken .
Volg de instructies in het dialoogvenster om de installatie van de software en drivers ongedaan te maken.
Verwante informatie
•
Hulpprogramma's van Brother openen (Windows ® )
29
Papierverwerking
•
•
30
Home > Papierverwerking > Papier plaatsen
Papier plaatsen
•
Plaats papier in lade 1 / lade 2
•
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
•
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
•
•
•
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
31
> Plaats papier in lade 1 / lade 2
Plaats papier in lade 1 / lade 2
•
Plaats papier van A4-, Letter- of Executive-formaat in lade 1 / lade 2
•
Plaats papier van A3-, Ledger- of Legal-formaat in lade 1 / lade 2
•
•
32
> Plaats papier in lade 1 / lade 2
> Plaats papier van A4-,
Letter- of Executive-formaat in lade 1 / lade 2
Plaats papier van A4-, Letter- of Executive-formaat in lade 1 / lade 2
• Als de optie [Contr. papier (Controleer papier)] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCDscherm.
• Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
• Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op de machine of computer wijzigen.
Hierdoor kan de machine automatisch vanuit de juiste lade papier invoeren als de optie Automatische ladeinstelling op de machine of in de printerdriver is ingeschakeld. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
• In lade 2 kunt u alleen normaal papier gebruiken.(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Onderstaande instructies beschrijven hoe u papier in lade 1 plaatst. De stappen voor lade 2 zijn vrijwel gelijk.MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
1
2
2. Trek de papierlade volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Wanneer u papier in lade 2 plaatst, verwijdert u het bovendeksel (1) van de lade.
1
3. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel ze af op het formaat van het papier. Doe vervolgens hetzelfde met de papiergeleider voor de lengte (2).
Zorg dat het driehoekje (3) op de papiergeleider voor de breedte (1) en voor de lengte (2) naar de markering voor het gebruikte papier wijst.
33
1
3
3
2
Zet de stop (4) omhoog als u papier van Executive-formaat in de lade plaatst.
4
4. Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet omgekruld of gekreukt is.
34
5. Plaats papier voorzichtig met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade.
Liggende afdrukstand
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
Als u papier wilt toevoegen voordat de lade leeg is, verwijdert u al het papier uit de lade en combineert u dit met het papier dat u toevoegt. Waaier de stapel papier altijd los om te voorkomen dat meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd.
6. Zorg dat de papiergeleider voor de lengte (1) de randen van het papier aanraakt.
1
7. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig af op het papier.
Zorg dat de papiergeleiders de randen van het papier aanraken.
1
8. Controleer of het papier plat en onder de markering voor de maximale hoeveelheid papier (1) in de lade ligt.
Als u te veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
35
1
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Wanneer u papier in lade 2 hebt geplaatst, plaatst u het bovendeksel weer op de lade.
9. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
BELANGRIJK
Duw de lade NIET met kracht of gehaastheid in de machine. Hierdoor kan het papier vastlopen of wordt het mogelijk niet goed ingevoerd.
10. Trek de papiersteunklep naar buiten tot deze op zijn plaats vergrendelt.
11. Wijzig indien nodig de instelling voor het papierformaat in het menu van de machine.
36
Verwante informatie
•
Plaats papier in lade 1 / lade 2
•
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
37
> Plaats papier in lade 1 / lade 2
> Plaats papier van A3-,
Ledger- of Legal-formaat in lade 1 / lade 2
Plaats papier van A3-, Ledger- of Legal-formaat in lade 1 / lade 2
• Als de optie [Contr. papier (Controleer papier)] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCDscherm.
• Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
• Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op de machine of computer wijzigen.
Hierdoor kan de machine automatisch vanuit de juiste lade papier invoeren als de optie Automatische ladeinstelling op de machine of in de printerdriver is ingeschakeld. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
• In lade 2 kunt u alleen normaal papier gebruiken.(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Onderstaande instructies beschrijven hoe u papier in lade 1 plaatst. De stappen voor lade 2 zijn vrijwel gelijk.MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
1
2
2. Trek de papierlade volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Wanneer u papier in lade 2 plaatst, verwijdert u het bovendeksel (1) van de lade.
1
3. Plaats de lade op een plat oppervlak.
Duw de groene schuifknop naar links en verleng de lade tot deze op zijn plaats klikt.
38
4. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig in en stel ze af op het formaat van het papier. Doe vervolgens hetzelfde met de papiergeleider voor de lengte (2).
Zorg dat het driehoekje (3) op de papiergeleider voor de breedte (1) en voor de lengte (2) naar de markering voor het gebruikte papier wijst.
1
3
3
2
5. Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet omgekruld of gekreukt is.
39
6. Plaats papier voorzichtig met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade.
Staande afdrukstand
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de papierinvoer.
Als u papier wilt toevoegen voordat de lade leeg is, verwijdert u al het papier uit de lade en combineert u dit met het papier dat u toevoegt. Waaier de stapel papier altijd los om te voorkomen dat meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd.
7. Zorg dat de papiergeleider voor de lengte (1) de randen van het papier aanraakt.
1
8. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig af op het papier.
Zorg dat de papiergeleiders de randen van het papier aanraken.
1
9. Controleer of het papier plat en onder de markering voor de maximale hoeveelheid papier (1) in de lade ligt.
Als u te veel papier in de lade plaatst, kan het papier vastlopen.
40
1
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Wanneer u papier in lade 2 hebt geplaatst, plaatst u het bovendeksel weer op de lade.
10. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
BELANGRIJK
Duw de lade NIET met kracht of gehaastheid in de machine. Hierdoor kan het papier vastlopen of wordt het mogelijk niet goed ingevoerd.
11. Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
1
2
41
12. Wijzig indien nodig de instelling voor het papierformaat in het menu van de machine.
VOORZICHTIG
Plaats de machine zo dat de lade niet over de rand van de tafel of het bureau uitsteekt en iemand er tegenaan kan stoten. Hierdoor kan de machine vallen en letsel veroorzaken.
Haal het papier uit de lade voordat u de lade naar binnen duwt.
Plaats de lade op een plat oppervlak.
Duw de groene schuifknop naar links en duw de voorkant van de lade naar binnen tot deze op zijn plaats klikt. Plaats het papier in de lade.
Verwante informatie
•
Plaats papier in lade 1 / lade 2
42
> Plaats papier in lade 1 / lade 2
> Fotopapier in lade 1 plaatsen
Fotopapier in lade 1 plaatsen
• Als de optie [Contr. papier (Controleer papier)] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCDscherm.
• Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
• Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op de machine of computer wijzigen.
Hierdoor kan de machine automatisch vanuit de juiste lade papier invoeren als de optie Automatische ladeinstelling op de machine of in de printerdriver is ingeschakeld. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
1
2
2. Trek de papierlade volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Zet de stop voor Foto L-formaat (1) omhoog als u papierformaat Foto L (9 x 13 cm) in de lade plaatst.
• Zet de stop voor Foto-formaat (2) omhoog als u papierformaat Foto (10 x 15 cm) in de lade plaatst.
• Zet de stop voor Foto 2L-formaat (3) omhoog als u papierformaat Foto 2L (13 x 18 cm) in de lade plaatst.
Druk de papiergeleiders voor de breedte (4) voorzichtig in en stel deze af op het papierformaat.
4
1
2
3
4. Plaats maximaal 20 vellen fotopapier in de lade met de afdrukzijde naar beneden .
Als u meer dan 20 vellen fotopapier in de lade plaatst kan dit papierstoringen veroorzaken.
43
5. Stel de papiergeleiders voor de breedte (1) voorzichtig af op het papier.
Zorg dat de papiergeleiders de randen van het papier aanraken en dat het papier vlak in de lade ligt.
1
6. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
BELANGRIJK
Duw de lade NIET met kracht of gehaastheid in de machine. Hierdoor kan het papier vastlopen of wordt het mogelijk niet goed ingevoerd.
7. Trek de papiersteunklep naar buiten tot deze op zijn plaats vergrendelt.
8. Wijzig indien nodig de instelling voor het papierformaat in het menu van de machine.
Verwante informatie
•
Plaats papier in lade 1 / lade 2
•
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
44
> Plaats papier in lade 1 / lade 2
> Enveloppen in lade 1 plaatsen
Enveloppen in lade 1 plaatsen
• Als de optie [Contr. papier (Controleer papier)] op [Aan] is ingesteld en u de papierlade uit de machine trekt, wordt u via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen. Wijzig indien nodig het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCDscherm.
• Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
• Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op de machine of computer wijzigen.
Hierdoor kan de machine automatisch vanuit de juiste lade papier invoeren als de optie Automatische ladeinstelling op de machine of in de printerdriver is ingeschakeld. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
• Druk voordat u enveloppen in de lade plaatst de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk.
uu Verwante informatie : Over enveloppen
1. Als de papiersteunklep (1) open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun (2) naar binnen.
1
2
2. Trek de papierlade volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
3. Plaats maximaal 10 enveloppen met de afdrukzijde naar beneden in de papierlade. Als u meer dan 10 enveloppen in de lade plaatst kan dit papierstoringen veroorzaken.
Als de omslag zich aan de lange zijde van de enveloppen bevindt, plaatst u de enveloppen met de omslag aan de linkerkant in de lade, zoals aangegeven in de illustratie. Duw de papiergeleiders voor de breedte (1) en lengte (2) voorzichtig in en stel ze af op het formaat van de enveloppen.
Controleer of de enveloppen vlak in de lade liggen.
2
1
45
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen een voor een in de papierlade als er meerdere tegelijk naar binnen worden getrokken.
4. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
BELANGRIJK
Duw de lade NIET met kracht of gehaastheid in de machine. Hierdoor kan het papier vastlopen of wordt het mogelijk niet goed ingevoerd.
5. Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
2
1
6. Wijzig indien nodig de instelling voor het papierformaat in het menu van de machine.
Verwante informatie
•
Plaats papier in lade 1 / lade 2
•
•
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
46
> Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Gebruik de MF-lade voor speciale afdrukmedia, zoals fotopapier of enveloppen.
• Als de optie [Contr. papier (Controleer papier)] op [Aan] is ingesteld en u papier in de MFlade plaatst, wordt u via het LCD-scherm gevraagd of u de papiersoort en het papierformaat wilt wijzigen.
Wijzig indien nodig het papierformaat en de papiersoort volgens de instructies op het LCD-scherm.
• Plaats één formaat en soort papier tegelijk in de lade.
• Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op de machine of computer wijzigen.
Hierdoor kan de machine automatisch vanuit de juiste lade papier invoeren als de optie Automatische ladeinstelling op de machine of in de printerdriver is ingeschakeld.
1. Open de MF-lade.
Wanneer u een groter formaat papier dan A4 of Letter wilt plaatsen, schuift u de lade met beide handen uit tot deze op zijn plaats klikt.
47
2. Schuif de geleiders van de MF-lade voorzichtig naar het papierformaat dat u wilt gebruiken.
3. Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet omgekruld of gekreukt is.
4. Plaats het papier voorzichtig met de afdrukzijde naar boven in de MF-lade.
• A4, Letter of Executive gebruiken
Liggende afdrukstand
• A3, Ledger, Legal, Folio, Mexico Legal, India Legal, A5, A6, enveloppen, Foto, Foto L, Foto 2L of indexkaart gebruiken
Staande afdrukstand
48
Plaats enveloppen met de afdrukzijde naar boven en met de omslag aan de linkerkant in de lade, zoals aangegeven in de afbeelding.
uu Verwante informatie : Over enveloppen
Als u geen papier in de MF-lade kunt plaatsen, duwt u de ontgrendelingshendel (1) naar de achterkant van de machine en plaatst u het papier opnieuw.
1
49
5. Verschuif de papiergeleiders van de MF-lade voorzichtig met beide handen, zodat het papier er precies doorheen past.
• Duw de papiergeleiders NOOIT te strak tegen het papier. Hierdoor kan het papier omvouwen en vastlopen.
• Plaats het papier in het midden van de MF-lade tussen de papiergeleiders. Als het papier niet goed in het midden ligt, trekt u het eruit en plaatst u het opnieuw goed in het midden.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Bij gebruik van A4-, Letter- of kleinere formaten
Trek de papiersteunklep naar buiten tot deze op zijn plaats vergrendelt.
• bij gebruik van groter papier dan A4 of Letter of enveloppen
Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
2
1
7. Wijzig indien nodig de instelling voor het papierformaat in het menu van de machine.
50
Controleer of er niet meer wordt afgedrukt voordat u de MF-lade sluit.
Verwante informatie
•
•
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
51
> Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
Gerelateerde modellen : MFC-J6530DW
Plaats één vel speciale afdrukmedia per keer in deze sleuf.
Wanneer u papier in de sleuf voor handmatige invoer plaatst, wordt de machine automatisch in de modus voor handmatige invoer gezet.
1. Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer.
2. Verschuif de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer zodat het te gebruiken papier er precies doorheen past.
3. Plaats één vel in de sleuf voor handmatige invoer met de afdrukzijde naar boven .
Plaats met beide handen een vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. Het papier moet tegen de papierinvoerrol komen. Laat het papier los als u voelt dat het door de machine naar binnen wordt getrokken.
De LCD geeft [Handmatige invoersleuf is gereed] weer.
Lees de instructies op het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
52
• A4, Letter of Executive gebruiken
Liggende afdrukstand
• A3, Ledger, Legal, Folio, Mexico Legal, India Legal, A5, A6, enveloppen, Foto, Foto L, Foto 2L of indexkaart gebruiken
Staande afdrukstand
• Plaats enveloppen met de afdrukzijde naar boven en met de omslag aan de linkerkant in de lade, zoals aangegeven in de afbeelding.
uu Verwante informatie : Over enveloppen
• Wanneer u een envelop of een vel dik papier wilt plaatsen, moet u de envelop of het papier in de sleuf voor handmatige invoer duwen totdat u de papierinvoerrollen voelt trekken.
53
BELANGRIJK
• Plaats NOOIT meer dan één vel tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer. Als u dit wel doet, kan het papier vastlopen. Als u meerdere pagina's wilt afdrukken, moet u wachten tot u op het touchscreen wordt geïnstrueerd het volgende vel te plaatsen.
• Plaats NOOIT papier in de sleuf voor handmatige invoer wanneer u afdrukt vanuit de papierlade. Als u dit wel doet, kan het papier vastlopen.
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Bij gebruik van A4-, Letter- of kleinere formaten
Trek de papiersteunklep naar buiten tot deze op zijn plaats vergrendelt.
• bij gebruik van groter papier dan A4 of Letter of enveloppen
Trek de papiersteun (1) uit tot deze vastklikt, en vouw dan de papiersteunklep (2) uit.
2
1
• Als het document niet op één pagina past, wordt u gevraagd nog een pagina te laden. Plaats nog een vel papier in de sleuf voor handmatige invoer en druk vervolgens op [OK] .
• Wanneer u papier van formaat A4 of Letter in de sleuf voor handmatige invoer plaatst, houdt de machine de afgedrukte pagina vast zodat deze niet valt. Als het afdrukken is voltooid, trekt u de afgedrukte pagina naar buiten en drukt u op [OK] .
• Controleer of er niet meer wordt afgedrukt voordat u de klep van de sleuf voor handmatige invoer sluit.
• Wanneer er papier in de sleuf voor handmatige invoer is geplaatst terwijl een testpagina, fax of rapport werd afgedrukt, wordt dat papier uitgeworpen.
• Tijdens de reinigingscyclus van het apparaat wordt het papier uit de sleuf voor handmatige invoer uitgeworpen. Wacht tot de reinigingscyclus is voltooid en plaats het papier vervolgens in de sleuf voor handmatige invoer.
54
Verwante informatie
•
•
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
55
> Onbedrukbaar gedeelte
Onbedrukbaar gedeelte
Hoe groot het onbedrukbare gebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing.
De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken binnen de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is.
Losse vellen
Enveloppen
Losse vellen
Enveloppen
Boven (1)
3 mm
12 mm
Links (2)
3 mm
3 mm
Onder (3)
3 mm
12 mm
Rechts (4)
3 mm
3 mm
De afdrukfunctie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen en tweezijdig afdrukken.
Verwante informatie
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
56
> Papierinstellingen
Papierinstellingen
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
•
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
•
Een standaardlade voor een specifieke taak instellen
•
•
Waarschuwing dat papier bijna op is wijzigen
•
De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
57
> Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
Stel het papierformaat en de papiersoort voor de lade in.
• Voor de beste afdrukkwaliteit stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
• Wanneer u een ander papierformaat in de lade plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat op het
LCD-scherm van de machine wijzigen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Lade- instelling] .
2. Druk op [Papiersoort] .
3. Druk op a of b om de opties voor papiersoorten weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
4. Druk op [Papierformaat] .
5. Druk op a of b om de papierformaatopties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
6. Druk op .
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Lade-instell.] .
2. Druk op de gewenste lade-optie.
3. Druk op [Papiersoort] .
4. Druk op het gewenste papiertype.
Gebruik alleen normaal papier in lade 2.
5. Druk op [Papierformaat] .
6. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de opties voor het papierformaat weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
7. Druk op .
Het papier wordt met de bedrukte zijde naar boven op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Verwante informatie
•
•
Plaats papier van A4-, Letter- of Executive-formaat in lade 1 / lade 2
•
•
•
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
•
58
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
59
> De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
Als de instelling Controleer papier is ingesteld op [Aan] en u de papierlade uit de machine trekt of papier in de
MF-lade plaatst, wordt u via het LCD-scherm gevraagd of u de instellingen voor het papierformaat en de papiersoort wilt wijzigen.
De standaardinstelling is [Aan] .
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] .
2. Druk op a of b om de optie [Contr. papier (Controleer papier)] weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Druk op [Aan] of [Uit] .
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] >
[Contr. papier (Controleer papier)] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Plaats papier van A4-, Letter- of Executive-formaat in lade 1 / lade 2
•
•
•
60
> Een standaardlade voor een specifieke taak instellen
Een standaardlade voor een specifieke taak instellen
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
U kunt de standaardlade die de machine voor elke modus gebruikt wijzigen.
Met [Autom. ladesel.] stelt u de machine in om papier in te voeren vanuit de meest geschikte lade voor het papiertype en -formaat dat u hebt ingesteld.
De machine voert papier uit de meest geschikte lade in volgens de ladeprioriteit die u hebt ingesteld.
Afhankelijk van uw model zijn sommige laden mogelijk niet beschikbaar.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] .
• Om af te drukken in de kopieermodus, drukt u op [Lade-instelling: Kopiëren] >
[Ladegebruik] .
• Om binnengekomen faxen af te drukken, drukt u op [Lade-instelling: Faxen] > [Ladegebruik] .
• Om foto's af te drukken, drukt u op [Lade-instelling: JPEG-afdruk (media)] >
[Ladegebruik] .
2. Druk op de gewenste lade-optie.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
61
> De ladeprioriteit wijzigen
De ladeprioriteit wijzigen
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Wijzig de standaardladeprioriteit die de machine voor elke modus gebruikt.
Als [Autom. ladesel.] is geselecteerd als lade-instelling, kiest de machine de meest geschikte lade voor het papiertype en -formaat in volgorde van de ingestelde ladeprioriteit.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] .
2. Druk op de optie [Lade-instelling: Kopiëren] , [Lade-instelling: Faxen] , [Ladeinstelling: Afdrukken] of [Lade-instelling: JPEG-afdruk (media)] .
3. Druk op [Ladeprioriteit] .
4. Druk op de gewenste optie.
5. Druk op .
Verwante informatie
•
62
> Waarschuwing dat papier bijna op is wijzigen
Waarschuwing dat papier bijna op is wijzigen
Gerelateerde modellen : MFC-J6935DW
Als u voor de waarschuwing dat het papier bijna op is [Aan] hebt ingesteld, geeft de machine een melding wanneer de papierlade bijna leeg is.
De standaardinstelling is [Aan] .
Daarnaast kunt u in de kopieermodus bij de optie Ladeselectie een pictogram weergeven dat de resterende hoeveelheid papier aangeeft.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Lade-instelling] >
[Meld. bijna leeg] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
63
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door de papiersoort die u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt geselecteerd, moet u de optie
Papiersoort altijd instellen op het type papier dat u in de lade hebt geplaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, kringlooppapier en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
• Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat papier) of glanzend papier, moeten op het tabblad Normaal van de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu van de machine altijd de juiste afdrukmedia zijn geselecteerd.
• Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade.
• Als u fotopapier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
• Raak het afgedrukte oppervlak van het papier vlak na het afdrukken niet aan; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.
Verwante informatie
•
•
•
Afdrukmedia behandelen en gebruiken
•
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
64
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > Aanbevolen
afdrukmedia
Aanbevolen afdrukmedia
Voor de beste afdrukkwaliteit bevelen we aan om het in de tabel vermelde papier van Brother te gebruiken.
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voordat u grote hoeveelheden papier koopt.
Brother-papier
Papiersoort
A3 Normaal
A3 Glanzend Foto
A3 Inkjet (Mat)
A4 Normaal
A4 Glanzend Foto
A4 Inkjet (Mat)
10 x 15 cm Glanzend Foto
Item
BP60PA3
BP71GA3
BP60MA3
BP60PA
BP71GA4
BP60MA
BP71GP
Verwante informatie
•
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
65
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > Afdrukmedia
behandelen en gebruiken
Afdrukmedia behandelen en gebruiken
• Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
• Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde van het fotopapier niet aanraakt.
BELANGRIJK
Gebruik NOOIT de volgende soorten papier:
• Papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1
1
1. Als het papier een krul van 2 mm of meer heeft, kan het vastlopen.
• Hoogglanzend of erg gestructureerd papier
• Papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• Papier met een breedlopende vezel
Verwante informatie
•
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
66
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > Over
enveloppen
Over enveloppen
• Gebruik uitsluitend enveloppen met een gewicht van 80 tot 95 g/m².
• Sommige envelopformaten vereisen dat u de marges in de toepassing instelt. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u veel enveloppen afdrukt.
BELANGRIJK
Gebruik GEEN enveloppen
• die niet stevig zijn;
• met vensters;
• met reliëf (verhoogd opschrift);
• met sluithaken of nietjes;
• die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
• zelfklevend zijn
• dubbele flappen hebben
Zelfklevend Dubbele omslagen
Het kan zijn dat u problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
• Druk voordat u enveloppen in de lade plaatst de flappen, randen en hoeken naar beneden om ze zo plat mogelijk te maken (zie illustraties).
Waaier de stapel enveloppen goed door om te voorkomen dat ze vastlopen of verkeerd worden ingevoerd.
BELANGRIJK
Plaats de enveloppen een voor een in de papierlade als er meerdere tegelijk naar binnen worden getrokken.
67
Verwante informatie
•
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
•
•
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
•
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
68
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia > De juiste
afdrukmedia selecteren
De juiste afdrukmedia selecteren
•
Type en formaat papier voor elke functie
•
Afdrukstand en capaciteit van de papierladen
•
Door de gebruiker gedefinieerde papierformaten in de printerdriver gebruiken
•
•
Plaats papier van A4-, Letter- of Executive-formaat in lade 1 / lade 2
•
•
•
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
•
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
69
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia >
De juiste afdrukmedia selecteren
> Type en formaat papier voor elke functie
Type en formaat papier voor elke functie
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Fax Kopiëre n
Rechtstreeks afdrukken
JPEG afdrukk en
PDF afdrukk en
Printer
Losse vellen A3
A4
Ledger
Letter
Legal
Mexico Legal
Kaarten
India Legal
Folio
Executive
A5
A6
Foto's
Foto L
Foto 2L
Indexkaart
Enveloppen C5 Envelop
DL-Envelop
Com-10
Monarch
297 x 420 mm
210 x 297 mm
279,4 x 431,8 mm
215,9 x 279,4 mm
215,9 x 355,6 mm
215,9 x 339,85 mm
215 x 345 mm
215,9 x 330,2 mm
184,1 x 266,7 mm
148 x 210 mm
105 x 148 mm
10 x 15 cm
9 x 13 cm
13 x 18 cm
13 x 20 cm
162 x 229 mm
110 x 220 mm
104,7 x 241,3 mm
98,4 x 190,5 mm
1 PDF afdrukken is alleen beschikbaar voor MFC-J6935DW
Verwante informatie
•
De juiste afdrukmedia selecteren
-
-
-
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
-
-
-
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ja
-
-
-
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
-
-
-
-
-
Ja
-
Ja
Ja
-
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
-
-
-
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
70
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia >
De juiste afdrukmedia selecteren
> Afdrukstand en capaciteit van de papierladen
Afdrukstand en capaciteit van de papierladen
Papierlade 1
Papierlade 2
(MFC-J6930DW/
MFC-J6935DW)
Multifunctionele lade (MF-
(MFC-J6930DW/
MFC-J6935DW)
Sleuf voor handmatige invoer
(MFC-J6530DW)
Papierformaat
<Liggend>
A4, Letter, Executive
<Staand>
A3, Ledger, Legal, Mexico
Legal, India Legal, Folio,
A5, A6, Enveloppen (C5,
Com-10, DL, Monarch),
Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto 2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Papiersoorten
Normaal papier, kringlooppapier
Inkjetpapier
Glanzend papier, Foto
Indexkaart
Enveloppen
<Liggend>
A4, Letter
<Staand>
A3, Ledger, Legal, Mexico
Legal, India Legal, Folio
<Liggend>
A4, Letter, Executive
<Staand>
A3, Ledger, Legal, Mexico
Legal, India Legal, Folio,
A5, A6, Enveloppen (C5,
Com-10, DL, Monarch),
Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto 2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Normaal papier, kringlooppapier
Normaal papier, kringlooppapier
Inkjetpapier
Glanzend papier, Foto
Indexkaart
Enveloppen
<Liggend>
A4, Letter, Executive
<Staand>
A3, Ledger, Legal, Mexico
Legal, India Legal, Folio,
A5, A6, Enveloppen (C5,
Com-10, DL, Monarch),
Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto 2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Normaal papier,
Inkjetpapier, Glanzend papier, kringlooppapier,
Foto en Enveloppen
1
2
Bij gebruik van normaal papier van 80 g/m²
We raden u aan voor glanzend papier de MF-lade te gebruiken.
Verwante informatie
•
De juiste afdrukmedia selecteren
Aantal vellen
20
20
30
10
250
100
20 (Maximaal A4/Letter)
5 (Boven A4/Letter)
20 (Maximaal A4/Letter)
5 (Boven A4/Letter)
50
20 (Maximaal A4/Letter)
5 (Boven A4/Letter)
1
71
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia >
De juiste afdrukmedia selecteren
> Door de gebruiker gedefinieerde papierformaten in de printerdriver gebruiken
Door de gebruiker gedefinieerde papierformaten in de printerdriver gebruiken
Door gebruiker gedefinieerd formaat
• Breedte: 88,9 mm - 297,0 mm
• Hoogte: 127,0 mm - 431,8 mm
Afdrukstand
Staand
• (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Lade 1 en 2 kunnen niet worden gebruikt voor door de gebruiker gedefinieerde papierformaten.
Verwante informatie
•
De juiste afdrukmedia selecteren
72
> Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia >
De juiste afdrukmedia selecteren
> Papiergewicht en -dikte
Papiergewicht en -dikte
Papiersoort
Losse vellen
Gewicht
64 tot 120 g/m²
Dikte
0,08 tot 0,15 mm Normaal papier, kringlooppapier
Inkjetpapier
64 tot 200 g/m²
Max. 220 g/m²
0,08 tot 0,25 mm
Max. 0,25 mm
Max. 0,25 mm
Max. 0,15 mm
Max. 0,52 mm
Kaarten
Enveloppen
Indexkaart
Max. 200 g/m²
Max. 120 g/m²
80 tot 95 g/m²
1
2
3
BP71 260 g/m² is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
Max. 0,3 mm voor MF-lade (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Max. 220 g/m² voor MF-lade (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Verwante informatie
•
De juiste afdrukmedia selecteren
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
73
Home > Papierverwerking > Documenten plaatsen
Documenten plaatsen
•
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen
•
Documenten op de glasplaat plaatsen
•
74
Documenten plaatsen > Documenten in de ADF (automatische
documentinvoer) plaatsen
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen
Er kunnen meerdere vellen in de ADF worden geplaatst. Deze worden vel voor vel ingevoerd.
Gebruik papier van een formaat en gewicht dat voldoet aan de specificaties in de volgende tabel. Waaier de stapel altijd los voordat u het papier in de ADF plaatst.
Documentformaten en -gewichten
Breedte:
Papiergewicht:
148 tot 431,8 mm
105 tot 297 mm
64 tot 90 g/m²
1 Maximaal 900 mm bij gebruik van de functie voor lang papier.
BELANGRIJK
• Trek NOOIT aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen of gescheurd of geniet, of dat is vastgemaakt met paperclips, lijm of plakband.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
• Zorg dat de inkt of correctievloeistof op een document volledig droog is.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Via de ADF kunt u dubbelzijdige documenten tot maximaal A3-formaat faxen, kopiëren of scannen.
1. Waaier de stapel papier goed door.
2. Stel de papiergeleiders (1) af op het documentformaat.
1
3. Plaats uw document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF, zoals getoond in de illustratie, tot u voelt dat het document de invoerrollen raakt en de machine een piepsignaal geeft.
75
Als u een document van klein formaat hebt geplaatst en dit niet kunt verwijderen, brengt u de ADFdocumentsteun (1) omhoog en verwijdert u het document aldus.
1
BELANGRIJK
Laat GEEN documenten achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan papier in de ADF vastlopen.
Verwante informatie
•
•
•
•
•
76
Documenten plaatsen > Documenten op de glasplaat plaatsen
Documenten op de glasplaat plaatsen
Gebruik de glasplaat om te faxen, te kopiëren of een blad per keer te scannen.
Ondersteunde documentformaten
Lengte:
Breedte:
Gewicht:
Max. 431,8 mm
Max. 297 mm
Max. 2 kg
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
1. Til het documentdeksel op.
2. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat (zie illustratie).
3. Sluit het documentdeksel.
BELANGRIJK
Als u een boek of een lijvig document scant, laat het deksel dan NIET dichtvallen en druk er niet op.
Verwante informatie
•
•
•
•
77
Documenten plaatsen > Onscanbaar gedeelte
Onscanbaar gedeelte
Het onscanbaar gedeelte van een pagina hangt af van de instellingen in de toepassing die u gebruikt.
Onderstaande afbeeldingen tonen de typische onscanbare afmetingen.
Gebruik Documentformaat
Fax
Kopiëren
Scannen
Verwante informatie
•
A3
A4
Ledger
Letter
Legal
Alle papierformaten
Boven (1)
Onder (3)
3 mm
1 mm
Links (2)
Rechts (4)
4,5 mm
3 mm
3,7 mm
4 mm
3 mm
1 mm
78
Afdrukken
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
79
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Windows
® )
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
•
Documenten afdrukken (Windows ® )
•
Annuleer een afdruktaak (Windows ® )
•
Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows ® )
•
Afdrukken als poster (Windows ® )
•
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows ® )
•
Druk automatisch af als folder (Windows ® )
•
Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows ® )
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows ® )
•
Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows ® )
•
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
80
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Foto's afdrukken (Windows ® )
Foto's afdrukken (Windows ® )
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Controleer of u de juiste media in de papierlade hebt geplaatst.
BELANGRIJK
• Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
• Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade.
4. Klik op het tabblad Normaal .
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Mediatype en selecteer vervolgens het type papier dat u gebruikt.
BELANGRIJK
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt geselecteerd, moet u de optie
Mediatype altijd instellen op het type papier dat u in de lade hebt geplaatst.
6. Klik op de keuzelijst Papierformaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
7. Schakel indien nodig het selectievakje Zonder marges in.
8. Selecteer voor de Kleurmodus de optie Natuurlijk of Levendig .
9. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
10. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren (1 - 999) in.
11. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
12. Klik op OK .
13. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
81
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Documenten afdrukken (Windows ® )
Documenten afdrukken (Windows ® )
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
4. Klik op het tabblad Normaal .
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Mediatype en selecteer vervolgens het type papier dat u gebruikt.
BELANGRIJK
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt geselecteerd, moet u de optie
Mediatype altijd instellen op het type papier dat u in de lade hebt geplaatst.
6. Klik op de keuzelijst Papierformaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
7. Selecteer voor de Kleurmodus de optie Natuurlijk of Levendig .
8. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
9. Voer in het veld Aantal het gewenste aantal exemplaren (1 - 999) in.
10. Om meerdere pagina's op één vel papier of één pagina van uw document op meerdere vellen af te drukken, klikt u op de vervolgkeuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteert u vervolgens uw opties.
11. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
12. Klik op OK .
13. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
82
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Annuleer een afdruktaak (Windows ® )
Annuleer een afdruktaak (Windows ® )
Als een afdruktaak naar de afdrukwachtrij werd verzonden en niet werd afgedrukt of foutief naar de afdrukwachtrij werd verzonden, moet u het mogelijk verwijderen zodat daaropvolgende taken kunnen worden afgedrukt.
1. Dubbelklik op het printerpictogram in de taakbalk.
2. Selecteer de afdruktaak die u wilt annuleren.
3. Klik op het menu Document .
4. Selecteer Annuleren .
5. Klik op Ja .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
83
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Meer dan één pagina op één vel papier
(N-in-1) afdrukken (Windows ® )
Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows ® )
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal .
4. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
5. Klik op de keuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteer vervolgens de optie 2 op 1 , 4 op 1 , 9 op 1 of 16 op 1 .
6. Klik op de keuzelijst Paginavolgorde en selecteer vervolgens uw papiervolgorde.
7. Klik op de keuzelijst Rand en selecteer vervolgens uw randtype.
8. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
9. Klik op OK en voltooi vervolgens uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
84
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Afdrukken als poster (Windows ® )
Afdrukken als poster (Windows ® )
Uw afdrukformaat vergroten en het document in postermodus afdrukken.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal .
4. Klik op de keuzelijst Meerdere pag. afdrukken en selecteer vervolgens de optie 1 op 2x2 pagina's of 1 op
3x3 pagina's .
5. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
6. Klik op OK .
7. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
85
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows ® )
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows ® )
• Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier gesloten is.
• Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst.
• Gebruik normaal of dun papier. Gebruik GEEN bankpostpapier.
• Dun papier kan gaan kreukelen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal .
4. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
5. Klik op de keuzelijst Tweezijdig/boekje en selecteer vervolgens Tweezijdig .
6. Klik op de knop Instellingen voor tweezijdig .
7. Selecteer een van de opties uit het menu Type tweezijdig .
Wanneer tweezijdig is geselecteerd, zijn er voor elke afdrukrichting vier typen tweezijdige bindrichtingen beschikbaar:
Optie voor Staand Beschrijving
Lange rand (links)
Lange rand (rechts)
86
Optie voor Staand Beschrijving
Korte rand (boven)
Korte rand (onder)
Optie voor Liggend Beschrijving
Lange rand (boven)
Lange rand (onder)
Korte rand (rechts)
Korte rand (links)
8. Vink het selectievakje Inbindmarge aan als u ook de inbindwaarde in inch of millimeter wilt opgeven.
9. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
10. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
Bij gebruik van deze optie is de functie Zonder rand niet beschikbaar.
11. Klik opnieuw op OK en voltooi vervolgens uw afdruktaak.
87
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
•
Druk automatisch af als folder (Windows ® )
88
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Druk automatisch af als folder
(Windows ® )
Druk automatisch af als folder (Windows ® )
Gebruik deze optie om een document in een folderopmaak af te drukken met tweezijdig afdrukken. Het document wordt in de juiste paginanummering geordend en u kunt de afgedrukte pagina's in het midden vouwen zonder de volgorde van de gedrukte pagina's te wijzigen.
• Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier gesloten is.
• Gekruld papier moet glad worden gestreken voordat het weer in de papierlade wordt geplaatst.
• Gebruik normaal of dun papier. Gebruik GEEN bankpostpapier.
• Dun papier kan gaan kreukelen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal .
4. Selecteer in het veld Afdrukstand de optie Staand of Liggend om de afdrukstand in te stellen.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Tweezijdig/boekje en selecteer vervolgens de optie Folder .
6. Klik op de knop Instellingen voor tweezijdig .
7. Selecteer een van de opties in het menu Type tweezijdig .
Voor elke afdrukstand zijn er twee manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt:
Optie voor Staand Beschrijving
Links inbinden
Rechts inbinden
89
Optie voor Liggend Beschrijving
Boven inbinden
Onder inbinden
8. Selecteer een van de opties in het menu Folder afdrukken .
Optie
Alle pagina's tegelijk
Beschrijving
Elke pagina wordt afgedrukt in folderformaat (vier pagina's per vel, twee pagina's per zijde). Vouw uw afdruk in het midden om een folder te maken.
Onderverdelen in sets
Met deze optie drukt u de volledige folder af in sets van kleinere individuele folders, die u in het midden kunt vouwen zonder de volgorde van de pagina's te moeten wijzigen. U kunt het aantal vellen papier in elk kleiner foldertje opgeven (van 1-15).
Deze optie is handig wanneer een afgedrukte folder veel pagina's bevat en moet worden gevouwen.
9. Vink het selectievakje Inbindmarge aan als u ook de inbindwaarde in inch of millimeter wilt opgeven.
10. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
11. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
Bij gebruik van deze optie is de functie Zonder rand niet beschikbaar.
12. Klik op OK .
13. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
•
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows ® )
90
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows ® )
Een document in kleur in grijstinten afdrukken (Windows ® )
In de modus Grijstinten is de afdruksnelheid sneller dan in de kleurmodus. Als uw document kleur bevat, en u
Grijstinten selecteert, wordt uw document in 256 niveaus van grijstinten afgedrukt.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd .
4. Voor Kleur / Grijstinten selecteert u Grijstinten .
5. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
6. Klik op OK .
7. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
91
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows ® )
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows ® )
Sommige types afdrukmedia hebben mogelijk meer tijd nodig om te drogen. Pas de optie Vlekken reduceren aan als afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Geavanceerd .
4. Klik op de knop Andere afdrukopties .
5. Selecteer de optie Vlekken reduceren aan de linkerzijde van het scherm.
6. Selecteer een van de volgende opties:
Mediatype
Normaal papier
Optie
Tweezijdig afdrukken of
Enkelvoudig afdrukken
Uit
Glanzend papier Uit
Aan
Laag
Hoog
Beschrijving
Selecteer deze modus om af te drukken met een normale afdruksnelheid waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Selecteer deze modus om op een lagere snelheid af te drukken waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Selecteer deze modus om met dezelfde afdruksnelheid af te drukken als met Laag , maar dan met minder inkt.
Selecteer deze modus om af te drukken met een normale afdruksnelheid waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Selecteer deze modus om op een lagere snelheid af te drukken waarbij minder inkt wordt gebruikt.
7. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
8. Klik op OK .
9. Beëindig uw afdruktaak.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
92
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows ® )
Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows ® )
Afdrukprofielen zijn vooraf ingestelde profielen waarmee u snel toegang hebt tot regelmatig gebruikte afdrukconfiguraties.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Afdrukprofielen .
4. Selecteer in de lijst met afdrukprofielen het gewenste profiel.
De profielinstellingen worden getoond aan de linkerkant van het venster van de printerdriver.
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als de instellingen naar wens zijn voor uw afdruktaak, klikt u op OK .
• Om de instellingen te wijzigen, gaat u terug naar het tabblad Normaal of Geavanceerd , wijzigt u de instellingen en klikt u vervolgens op OK .
93
Om de volgende maal dat u afdrukt het tabblad Afdrukprofielen aan de voorkant van het venster weer te geven, vinkt u het selectievakje Tabblad Afdrukprofielen altijd eerst tonen.
aan.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Een afdrukprofiel maken of verwijderen (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
94
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
® )
Een afdrukprofiel maken of verwijderen (Windows ® )
U kunt tot 20 nieuwe afdrukprofielen met aangepaste instellingen toevoegen.
1. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
2. Selecteer Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX de naam is van uw model) en klik vervolgens op de knop afdrukeigenschappen of voorkeuren.
Het venster van de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Normaal en het tabblad Geavanceerd en configureer de afdrukinstellingen die u voor het nieuwe afdrukprofiel wenst.
4. Klik op het tabblad Afdrukprofielen .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om een nieuw afdrukprofiel te maken, doet u het volgende: a. Klik op Profiel toevoegen .
Het dialoogvenster Profiel toevoegen verschijnt.
b. Voer de naam van het nieuwe afdrukprofiel in het veld Naam in.
c. Klik in de lijst met pictogrammen op het pictogram dat dit profiel moet voorstellen.
d. Klik op OK .
De naam van het nieuwe afdrukprofiel wordt toegevoegd aan de lijst in het tabblad Afdrukprofielen .
Om een afdrukprofiel te verwijderen, doet u het volgende: a. Klik op Profiel verwijderen .
Het dialoogvenster Profiel verwijderen verschijnt.
b. Selecteer het profiel dat u wilt wissen.
c. Klik op Verwijderen .
d. Klik op Ja .
e. Klik op Sluiten .
Verwante informatie
•
Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows ® )
95
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Wijzig de standaard printerinstellingen
(Windows ® )
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows ® )
Wanneer u de afdrukinstellingen van een toepassing wijzigt, zijn de wijzigingen alleen van toepassing op de documenten die u met de betreffende toepassing afdrukt. Om de afdrukinstellingen voor alle Windows ® toepassingen te wijzigen, moet u de eigenschappen van de printerdriver configureren.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Voor Windows Vista ® en Windows Server ® 2008
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers .
• Voor Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2
Klik op (Starten) > Apparaten en printers .
• Voor Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server ® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server ® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is) en selecteer vervolgens Eigenschappen van printer . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver.
3. Klik op het tabblad Algemeen en vervolgens op de knop Voorkeursinstellingen...
of
Voorkeursinstellingen...
.
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
4. Selecteer de afdrukinstellingen die u als standaardinstellingen wilt gebruiken voor al uw Windows ® programma's.
5. Klik op OK .
6. Sluit het dialoogvenster met de printereigenschappen.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
96
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
> Afdrukinstellingen (Windows ® )
Afdrukinstellingen (Windows ® )
Normaal Tabblad
1. Mediatype
Selecteer het mediatype dat u wilt gebruiken. Voor een optimaal afdrukresultaat past de machine automatisch de afdrukinstellingen aan het geselecteerde mediatype aan.
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u een type normaal papier gebruikt waarop inkt langzaam droogt. Tekst kan enigszins vervagen met deze instelling.
2. Afdrukkwaliteit
Selecteer de gewenste afdrukresolutie. De afdrukkwaliteit en -snelheid beïnvloeden elkaar: hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken.
3. Papierformaat
Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit standaardpapierformaten of een aangepast papierformaat instellen.
97
Zonder marges
Selecteer deze optie om foto's zonder randen af te drukken. Omdat de afbeeldingsgegevens iets groter worden aangemaakt dan het papierformaat dat u gebruikt, worden de randen van foto iets bijgesneden.
Voor sommige combinaties van mediatype en kwaliteit of in sommige toepassingen kunt u de optie Zonder rand mogelijk niet selecteren.
4. Kleurmodus
Selecteer de gewenste kleurmodus.
5. Afdrukstand
Selecteer de afdrukstand (staand of liggend) voor uw afdruk.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
6. Aantal
Typ in dit veld het aantal exemplaren (1-999) dat u wilt afdrukken.
Sorteren
Selecteer deze optie om sets van uit meerdere pagina's bestaande documenten in de oorspronkelijke paginavolgorde af te drukken. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt en vervolgens opnieuw afgedrukt volgens het aantal exemplaren dat u hebt gekozen.
Als deze optie niet is geselecteerd, wordt van elke pagina het gekozen aantal exemplaren afgedrukt voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
Omgekeerde volgorde
Selecteer deze optie om uw document in omgekeerde volgorde af te drukken. De laatste pagina van het document wordt als eerste afgedrukt.
7. Meerdere pag. afdrukken
Selecteer deze optie om meerder pagina's van een enkel vel papier of één pagina van een document op meerdere vellen af te drukken.
Paginavolgorde
Selecteer de paginavolgorde als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
Rand
Selecteer het type rand als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
8. Tweezijdig/boekje
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier af te drukken of een document als dubbelzijdig boekje af te drukken.
Instellingen voor tweezijdig knop
Klik op deze knop om het type tweezijdig binden te selecteren. Voor elke afdrukstand zijn vier typen tweezijdig binden beschikbaar.
9. Papierbron (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Selecteer een papierbron die overeenstemt met uw afdrukvoorwaarden of -doel.
98
Geavanceerd Tabblad
1. Kleur / Grijstinten
Selecteer afdrukken in kleur of in grijstinten. In de grijstintenmodus is de afdruksnelheid sneller dan in de kleurenmodus. Als uw document kleur bevat en u grijstinten selecteert, wordt uw document afgedrukt met
256 niveaus grijstinten.
2. Kleur verbetering
Selecteer deze optie om kleurverbetering in te schakelen. Deze functie analyseert uw afbeelding om de scherpte, witbalans en kleurdichtheid ervan te verbeteren. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van het formaat van de afbeelding en de specificaties van uw computer.
3. Inktbespaarstand
Selecteer deze optie om af te drukken met lichtere kleuren en de contouren te benadrukken. De hoeveelheid inkt die wordt bespaard, is afhankelijk van het type document dat u afdrukt. In de Inktbespaarstand kunnen uw afdrukken er anders uitzien dan op uw scherm.
De inktbespaarstand wordt ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
4. Scaling
Selecteer deze opties om het formaat van de pagina's in uw document te vergroten of te verkleinen.
99
Aanpassen aan papierformaat
Selecteer deze optie om de paginagrootte aan te passen aan het opgegeven papierformaat. Als u deze optie selecteert, selecteert u het gewenste papierformaat in de vervolgkeuzelijst.
Vrij
Selecteer deze optie om de pagina's van het document handmatig te vergroten of te verkleinen. Wanneer u deze optie selecteert, typt u een waarde in het veld.
5. In spiegelbeeld afdrukken
Selecteer deze optie om de afbeelding omgekeerd (van links naar rechts) op de pagina af te drukken.
6. Ondersteboven afdrukken
Selecteer deze optie om de afgedrukte afbeelding 180 graden te draaien.
7. Watermerk gebruiken
Selecteer deze optie om een logo of tekst als watermerk op uw document af te drukken. Selecteer een van de vooraf ingestelde watermerken, voeg een nieuw watermerk toe of gebruik een afbeeldingsbestand dat u hebt aangemaakt.
8. Kop/Voetregel printen
Selecteer deze optie om de datum, tijd en gebruikersnaam op het document af te drukken.
9. Verificatie van gebruiker
Met deze functie kunt u de beperkingen voor elke gebruiker bevestigen.
10. Andere afdrukopties knop
Overdrachtsmodus wijzigen
U kunt de wijze waarop afdrukgegevens naar de printer worden overgedragen wijzigen om de afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren.
Geavanceerde kleurinstellingen
Selecteer de methode waarmee de machine stippen rangschikt om halftonen weer te geven.
U kunt de kleur wijzigen zodat deze de weergave op het scherm het dichtst benadert.
Vlekken reduceren
Sommige types afdrukmedia hebben mogelijk meer tijd nodig om te drogen. Pas deze optie aan als afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt.
Kleurgegevens van printer opvragen
Selecteer deze optie om de afdrukkwaliteit te optimaliseren met behulp van de fabrieksinstellingen die speciaal voor uw machine zijn ingesteld. Gebruik deze optie als u de machine hebt vervangen of het netwerkadres van de machine hebt gewijzigd.
Afdrukarchief
Selecteer deze optie om de afdrukgegevens als pdf-bestand op uw computer op te slaan.
Oneven regels reduceren
Selecteer deze optie om de afdrukuitlijning aan te passen als de tekst wazig of afbeeldingen vaag worden afgedrukt.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Windows ® )
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
•
Documenten afdrukken (Windows ® )
•
Meer dan één pagina op één vel papier (N-in-1) afdrukken (Windows ® )
•
Afdrukken als poster (Windows ® )
100
•
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Windows ® )
•
Druk automatisch af als folder (Windows ® )
•
Een vooraf ingesteld afdrukprofiel gebruiken (Windows ® )
•
Wijzig de standaard printerinstellingen (Windows ® )
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
101
Home > Afdrukken > Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
•
Druk een document af (Macintosh)
•
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
•
Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Macintosh)
•
Druk een document in kleur af in grijstinten (Macintosh)
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Macintosh)
•
102
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Foto's afdrukken (Macintosh)
Foto's afdrukken (Macintosh)
1. Controleer of u de juiste media in de papierlade hebt geplaatst.
BELANGRIJK
• Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
• Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade.
2. Klik vanuit een toepassing, zoals Apple Preview, op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
3. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
4. Klik op het snelmenu Formaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
Om foto's zonder marge af te drukken, selecteert u een optie papierformaat zonder rand.
5. Klik op de Richting die overeenkomt met de manier waarop u de foto wilt afdrukken.
6. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen .
De Afdrukinstellingen -opties verschijnen.
7. Klik op het snelmenu Mediatype en selecteer vervolgens het gewenste mediatype.
BELANGRIJK
Zorg altijd dat de optie voor Mediatype overeenkomt met het type papier dat u in de lade hebt geplaatst om de best mogelijke afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt opgegeven.
8. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
9. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
103
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Druk een document af (Macintosh)
Druk een document af (Macintosh)
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
3. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
4. Klik op het snelmenu Formaat en selecteer vervolgens uw papierformaat.
5. Selecteer de Richting -optie die overeenstemt met de manier waarop u het document wilt afdrukken.
6. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen .
De Afdrukinstellingen -opties verschijnen.
7. Klik op het snelmenu Mediatype en selecteer vervolgens het gewenste mediatype.
BELANGRIJK
Zorg altijd dat de optie voor Mediatype overeenkomt met het type papier dat u in de lade hebt geplaatst om de best mogelijke afdrukkwaliteit te verkrijgen voor de instellingen die u hebt opgegeven.
8. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
9. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
•
104
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Automatisch op beide zijden van het
papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
3. Selecteer de Richting -optie die overeenstemt met de manier waarop u het document wilt afdrukken.
4. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Lay-out .
De Lay-out -instelopties verschijnen.
5. Selecteer in het hoofdstuk Dubbelzijdig de optie Korte kant binden of Lange kant binden .
6. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
Bij gebruik van deze optie is de functie Zonder rand niet beschikbaar.
7. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
105
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Druk meer dan één pagina af op één vel
papier (N-in-1) (Macintosh)
Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Macintosh)
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Lay-out .
De Lay-out -instelopties verschijnen.
4. Klik op het snelmenu Pagina’s per vel en selecteer vervolgens het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken.
5. Selecteer de optie Lay-outrichting .
6. Klik op het snelmenu Rand en selecteer vervolgens uw randtype.
7. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
8. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
106
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Druk een document in kleur af in
grijstinten (Macintosh)
Druk een document in kleur af in grijstinten (Macintosh)
In de modus Grijstinten is de afdruksnelheid sneller dan in de kleurmodus. Als uw document kleur bevat, en u
Grijstinten selecteert, wordt uw document in 256 niveaus van grijstinten afgedrukt.
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen .
De Afdrukinstellingen -opties verschijnen.
4. Klik op het snelmenu Kleur / Grijstinten en selecteer vervolgens de optie Grijstinten .
5. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
6. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
107
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Vlekken op afdrukken en papierstoringen
voorkomen (Macintosh)
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Macintosh)
Sommige types afdrukmedia hebben mogelijk meer tijd nodig om te drogen. Pas de optie Vlekken reduceren aan als afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt.
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen .
De Afdrukinstellingen -opties verschijnen.
4. Klik op de Geavanceerd -lijst met afdrukinstellingen.
5. Klik op het menu Vlekken reduceren .
6. Selecteer een van de volgende opties:
Mediatype
Normaal papier
Glanzend papier
Optie
Tweezijdig afdrukken of
Enkelvoudig afdrukken
Uit
Aan
Uit
Laag
Hoog
Beschrijving
Selecteer deze modus om af te drukken met een normale afdruksnelheid waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Selecteer deze modus om op een lagere snelheid af te drukken waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Selecteer deze modus om met dezelfde afdruksnelheid af te drukken als met Laag , maar dan met minder inkt.
Selecteer deze modus om af te drukken met een normale afdruksnelheid waarbij een normale hoeveelheid inkt wordt gebruikt.
Selecteer deze modus om op een lagere snelheid af te drukken waarbij minder inkt wordt gebruikt.
7. Wijzig indien nodig nog andere afdrukinstellingen.
8. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
108
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh) > Afdrukopties (Macintosh)
Afdrukopties (Macintosh)
Pagina-instelling
1. Formaat
Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit standaardpapierformaten of een aangepast papierformaat instellen.
2. Richting
Selecteer de afdrukstand (staand of liggend) voor uw afdruk.
Als uw toepassing een vergelijkbare instelling bevat, raden we u aan de afdrukstand via deze toepassing in te stellen.
3. Vergroot/verklein
Typ een waarde in het veld om de paginagrootte aan de passen aan het geselecteerde papierformaat.
109
Lay-out
1. Pagina’s per vel
Selecteer het aantal pagina's dat u op één vel wilt afdrukken.
2. Lay-outrichting
Selecteer de paginavolgorde als u meerdere pagina's op een enkel vel wilt afdrukken.
3. Rand
Selecteer het type rand als u meerdere pagina's op een enkel vel papier wilt afdrukken.
4. Dubbelzijdig (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Selecteer of op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt.
5. Keer paginarichting om
Selecteer deze optie om de afgedrukte afbeelding 180 graden te draaien.
6. Spiegel horizontaal
Selecteer deze optie om de afbeelding omgekeerd (van links naar rechts) op de pagina af te drukken.
110
Papierafhandeling
1. Sorteer pagina's
Selecteer deze optie om sets van uit meerdere pagina's bestaande documenten in de oorspronkelijke paginavolgorde af te drukken. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt één volledig exemplaar van uw document afgedrukt en vervolgens opnieuw afgedrukt volgens het aantal exemplaren dat u hebt gekozen.
Als deze optie niet is geselecteerd, wordt van elke pagina het gekozen aantal exemplaren afgedrukt voordat de volgende pagina van het document wordt afgedrukt.
2. Paginavolgorde
Selecteer de paginavolgorde.
3. Pas aan papierformaat aan
Selecteer deze optie om de paginagrootte van uw document aan te passen aan het geselecteerde papierformaat.
4. Doelpapierformaat
Selecteer het papierformaat waarop u wilt afdrukken.
5. Verklein alleen
Selecteer deze optie als u de grootte van de pagina's wilt verkleinen als deze te groot zijn voor het geselecteerde papierformaat. Als deze optie is geselecteerd en het document is ingesteld op papier dat kleiner is dan het papier dat u gebruikt, wordt het document op de originele grootte afgedrukt.
111
Afdrukinstellingen
1. Mediatype
Selecteer het mediatype dat u wilt gebruiken. Voor een optimaal afdrukresultaat past de machine automatisch de afdrukinstellingen aan het geselecteerde mediatype aan.
2. Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u een type normaal papier gebruikt waarop inkt langzaam droogt. Tekst kan enigszins vervagen met deze instelling.
3. Afdrukkwaliteit
Selecteer de gewenste afdrukresolutie. De afdrukkwaliteit en -snelheid beïnvloeden elkaar: hoe hoger de kwaliteit, hoe langer het duurt om het document af te drukken.
4. Kleur / Grijstinten
Selecteer afdrukken in kleur of in grijstinten. In de grijstintenmodus is de afdruksnelheid sneller dan in de kleurenmodus. Als uw document kleur bevat en u grijstinten selecteert, wordt uw document afgedrukt met
256 niveaus grijstinten.
5. Papierbron (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Selecteer een papierbron die overeenstemt met uw afdrukvoorwaarden of -doel.
6. Geavanceerd
Overdrachtsmodus wijzigen
U kunt de wijze waarop afdrukgegevens naar de printer worden overgedragen wijzigen om de afdrukkwaliteit of afdruksnelheid te verbeteren.
Oneven regels reduceren
Selecteer deze optie om de afdrukuitlijning aan te passen als de tekst wazig of afbeeldingen vaag worden afgedrukt.
Vlekken reduceren
Sommige types afdrukmedia hebben mogelijk meer tijd nodig om te drogen. Pas deze optie aan als afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt.
112
Andere afdrukopties
Papier dikte
Selecteer de geschikte papierdikte.
Bi-directioneel afdrukken
Selecteer deze optie om de afdruksnelheid te verhogen. Wanneer deze optie is geselecteerd, drukt de printkop in beide richtingen af. Wanneer deze optie niet is geselecteerd, drukt de printkop in slechts één richting af waardoor de afdrukkwaliteit beter, maar de afdruksnelheid lager wordt.
Omgevingsomstandigheden kunnen soms van invloed zijn op de beweging van de printkop. Dit kan ertoe leiden dat verticale lijnen niet goed worden afgedrukt. Schakel de functie Bi-directioneel afdrukken uit als dit probleem zich voordoet.
Kleurinstellingen
1. Kleurmodus
Selecteer de gewenste kleurmodus.
2. Geavanceerde kleurinstellingen
Klik op het driehoekje om de geavanceerde kleur-instellingen weer te geven. Schakel het selectievakje
Kleurverbetering in en stel de opties vervolgens met de schuifknoppen in. Dit proces kan enkele minuten duren, afhankelijk van de grootte van de afbeelding en de specificaties van uw computer.
Verwante informatie
•
Afdrukken vanaf uw computer (Macintosh)
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
113
•
•
Druk een document af (Macintosh)
•
Automatisch op beide zijden van het papier afdrukken (Automatisch tweezijdig afdrukken) (Macintosh)
•
Druk meer dan één pagina af op één vel papier (N-in-1) (Macintosh)
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
114
Home > Afdrukken > Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
•
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
•
PDF-bestanden rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
115
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation > Compatibele USB-
flashstations
Compatibele USB-flashstations
BELANGRIJK
De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning aan USB-flashstations en digitale camera's die gebruikmaken van de USB-massaopslagstandaard. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Compatibele geheugenkaarten
USB-flashstation
Sleuf
USB-sleuf
Compatibele USB-flashstations
USB-klasse
Subklasse USB-massaopslag
Overdrachtsprotocol
Indeling
Sectorgrootte
Versleuteling
1 NTFS-indeling wordt niet ondersteund.
Klasse USB-massaopslag
SCSI of SFF-8070i
Alleen bulkoverdracht
FAT12/FAT16/FAT32/exFAT
Max. 4096 bytes
Versleutelde apparaten worden niet ondersteund.
Verwante informatie
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
116
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation > Foto's rechtstreeks
vanaf een USB-flashstation afdrukken
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
Zelfs wanneer uw machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto's rechtstreeks vanaf een USBflashstation afdrukken, documenten scannen en rechtstreeks op USB-flashgeheugen opslaan.
•
Belangrijke informatie over het afdrukken van foto's
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
117
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Belangrijke informatie over het afdrukken van foto's
Belangrijke informatie over het afdrukken van foto's
Uw machine is compatibel met beeldbestanden van moderne digitale camera's en USB-flashstations. Lees echter onderstaande punten om fouten te vermijden:
• De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend).
• Direct afdrukken van foto´s moet apart van het afdrukken van foto´s met de computer worden uitgevoerd.
(Het is niet mogelijk om deze bewerkingen gelijktijdig uit te voeren.)
•
De machine kan maximaal 999 bestanden lezen 1
op een USB-flashstation.
Let op het volgende:
• Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal de machine alle geldige afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of meer afbeeldingen beschadigd zijn. Beschadigde afbeeldingen worden niet afgedrukt.
• Deze machine ondersteunt USB-flashstations die door Windows ® zijn geformatteerd.
Verwante informatie
•
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
1
Ook de map op een USB-flashstation wordt meegeteld.
118
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
Foto's vooraf bekijken en afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
Een foto-indexvel (miniaturen) vanaf een USB-flashstation afdrukken
•
Foto's afdrukken op afbeeldingsnummer
•
Foto's afdrukken met automatisch bijsnijden
•
Foto's zonder rand afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
De datum uit uw fotogegevens afdrukken
•
Afdrukinstellingen voor foto's
119
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> Foto's vooraf bekijken en afdrukken vanaf een USB-flashstation
Foto's vooraf bekijken en afdrukken vanaf een USB-flashstation
U kunt foto's op het LCD-scherm bekijken voordat u deze afdrukt. U kunt ook beelden afdrukken die op een
USB-flashstation zijn opgeslagen.
• Als uw foto's grote bestanden zijn, kan het langer duren voordat elke foto wordt weergegeven.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Druk op d of c om de foto die u wilt afdrukken weer te geven en druk er dan op.
Om alle foto's af te drukken, drukt u ter bevestiging op [All.afd (Alles pr)] en vervolgens op [Ja] .
4. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
5. Druk op [OK] .
6. Herhaal de laatste drie stappen tot u alle af te drukken foto's hebt geselecteerd.
7. Druk op [OK] .
8. Controleer de weergegeven lijst met opties.
9. Om de afdrukinstellingen te wijzigen, drukt u op [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] .
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
10. Druk op [Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
120
3. Veeg met uw vinger naar links of rechts of druk op d of c om de gewenste foto weer te geven en druk erop.
Om alle foto's af te drukken, drukt u ter bevestiging op [Alles afdr.] en vervolgens op [Ja] .
4. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
5. Druk op [OK] .
6. Herhaal de laatste drie stappen tot u alle af te drukken foto's hebt geselecteerd.
7. Druk op [OK] .
8. Controleer de weergegeven lijst met opties.
9. Om de afdrukinstellingen te wijzigen, drukt u op [Afdr.inst] .
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
10. Druk op [Start] .
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
Afdrukinstellingen voor foto's
121
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> Een foto-indexvel (miniaturen) vanaf een USB-flashstation afdrukken
Een foto-indexvel (miniaturen) vanaf een USB-flashstation afdrukken
U kunt een foto-indexvel afdrukken waarop alle foto's op uw USB-flashstation in miniatuur staan afgebeeld.
• De machine wijst nummers aan de foto's toe (bijvoorbeeld nr. 1, nr. 2, nr. 3, enz.).
Andere nummers of bestandsnamen die door uw digitale camera of computer ter identificatie van de foto's zijn toegekend, worden door de machine niet herkend.
• Alleen bestandsnamen van 20 tekens of minder worden correct op de indexpagina afgedrukt.
• Bestandsnamen worden niet correct afgedrukt als ze niet-alfanumerieke tekens bevatten die niet in het alfabet voorkomen, maar deze niet-alfanumerieke tekens zijn niet van invloed op de afdrukinstellingen van de foto's.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Indexafdrukken (Index afdrukken)] > [Indexvel afdrukken
(Index afdrukken)] .
3. Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, drukt u op [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] .
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
Optie
Papiersoort
Beschrijving
Selecteer de papiersoort.
Papierformaat Selecteer het papierformaat.
4. Druk op [Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Indexafdruk] .
3. Druk op [Indexvel afdrukken (Index afdrukken)] .
4. Als u de afdrukinstellingen wilt wijzigen, drukt u op [Afdr.inst] .
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
Optie
Papiersoort
Beschrijving
Selecteer de papiersoort.
Papierformaat Selecteer het papierformaat.
5. Druk op [Start] .
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
Foto's afdrukken op afbeeldingsnummer
122
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> Foto's afdrukken op afbeeldingsnummer
Foto's afdrukken op afbeeldingsnummer
Voordat u een afzonderlijke foto kunt afdrukken, moet u de indexpagina (miniaturen) afdrukken om het afbeeldingsnummer te achterhalen.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Indexafdrukken (Index afdrukken)] > [Foto's afdrukken] .
3. Voer de afbeeldingsnummers in die u wilt afdrukken van het foto-indexvel. Nadat u de afbeeldingsnummers hebt geselecteerd, drukt u op [OK] .
• U kunt meerdere nummers in één keer invoeren door komma's of een koppelteken te gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1, 3, 6 in om afbeelding 1, 3 en 6 af te drukken. Gebruik een koppelteken om een reeks afbeeldingen af te drukken. Voer bijvoorbeeld 1-5 in om afbeelding 1 tot en met 5 af te drukken.
• Voer maximaal 12 tekens (inclusief komma's en koppeltekens) in om op te geven welke foto's u wilt afdrukken.
4. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
5. Om de afdrukinstellingen te wijzigen, drukt u op [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] .
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
6. Druk op [Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Indexafdruk] .
3. Druk op [Foto's afdrukken op indexnr. (Foto's afdrukken met behulp van Indexnr.)] .
4. Voer de afbeeldingsnummers in die u wilt afdrukken van het foto-indexvel. Nadat u de afbeeldingsnummers hebt geselecteerd, drukt u op [OK] .
• U kunt meerdere nummers in één keer invoeren door komma's of een koppelteken te gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1, 3, 6 in om afbeelding 1, 3 en 6 af te drukken. Gebruik een koppelteken om een reeks afbeeldingen af te drukken. Voer bijvoorbeeld 1-5 in om afbeelding 1 tot en met 5 af te drukken.
• Voer maximaal 12 tekens (inclusief komma's en koppeltekens) in om op te geven welke foto's u wilt afdrukken.
5. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
6. Om de afdrukinstellingen te wijzigen, drukt u op [Afdr.inst] .
123
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
7. Druk op [Start] .
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
Een foto-indexvel (miniaturen) vanaf een USB-flashstation afdrukken
•
Afdrukinstellingen voor foto's
124
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> Foto's afdrukken met automatisch bijsnijden
Foto's afdrukken met automatisch bijsnijden
Als uw foto te lang of te breed is voor de ruimte die u hebt geselecteerd in uw lay-out, wordt een deel van het beeld automatisch afgesneden.
• De fabrieksinstelling is Aan. Als u de hele foto wilt afdrukken, zet u de instelling op Uit.
• Als u de instelling [Bijsnijd(crop)] uitschakelt, dient u ook de instelling [Zonder rand] uit te schakelen.
Bijsnijden: Aan
Bijsnijden: Uit
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Druk op d of c om elke foto weer te geven. Druk op de gewenste foto en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
5. Druk op [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] > [Bijsnijd(crop)] .
6. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op of [OK] .
8. Druk op [Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de afzonderlijke foto's weer te geven. Druk op de gewenste foto en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
5. Druk op [Afdr.inst] > [Bijsnijd(crop)] .
6. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op of [OK] . Druk op [Start] .
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
125
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> Foto's zonder rand afdrukken vanaf een USB-flashstation
Foto's zonder rand afdrukken vanaf een USB-flashstation
Met deze optie wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier. Het afdrukken zal langer duren.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Druk op d of c om elke foto weer te geven. Druk op de gewenste foto en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
5. Druk op [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] > [Zonder rand] .
6. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op of [OK] .
8. Druk op [Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de afzonderlijke foto's weer te geven. Druk op de gewenste foto en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
5. Druk op [Afdr.inst] > [Zonder rand] .
6. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op of [OK] . Druk op [Start] .
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
126
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> De datum uit uw fotogegevens afdrukken
De datum uit uw fotogegevens afdrukken
U kunt de datum afdrukken die al in de fotogegevens is opgenomen. De datum wordt in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Om deze instelling te kunnen gebruiken, moet de foto de datumgegevens bevatten.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Druk op d of c om elke foto weer te geven. Druk op de gewenste foto en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
5. Druk op [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] > [Datum afdr.] .
6. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op of [OK] .
8. Druk op [Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [JPEG afdruk] > [Selecteer bestanden] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de afzonderlijke foto's weer te geven. Druk op de gewenste foto en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
5. Druk op [Afdr.inst] > [Datum afdr.] .
6. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
7. Wanneer u klaar bent, drukt u op of [OK] . Druk op [Start] .
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
127
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation >
Foto's rechtstreeks vanaf een USB-flashstation afdrukken
> Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brothermachine
> Afdrukinstellingen voor foto's
Afdrukinstellingen voor foto's
MFC-J6530DW
Druk op de knop [Afdr.inst (Afdrukinstell.)] om de onderstaande instellingen weer te geven.
Optie
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Afdrukindeling (Afdruklay-out)
Helderheid
Contrast
Bijsnijd(crop)
Zonder rand
Datum afdr.
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Beschrijving
Selecteer de afdrukresolutie voor uw type document.
Als u de optie Inkjetpapier selecteert bij Papiersoort , kunt u alleen Fijn selecteren.
Selecteer de papiersoort.
Selecteer het papierformaat.
Selecteer de afdruklay-out.
Hiermee kunt u de helderheid instellen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Hoe hoger het contrast, des te scherper en levendiger een beeld eruitziet.
Hiermee kunt u het beeld rond de marge bijsnijden om het aan het papier- of afdrukformaat aan te passen. Schakel deze functie uit wanneer u volledige afbeeldingen wilt afdrukken of ongewenst bijsnijden wilt vermijden.
Hiermee wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier.
Hiermee kunt u de datum op foto's laten afdrukken.
Hiermee kunt u de afdrukinstellingen die u vaak gebruikt opslaan door deze als standaardinstellingen te definiëren.
Hiermee worden gewijzigde afdrukinstellingen naar de fabrieksinstellingen hersteld.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Druk op de knop [Afdr.inst] om de onderstaande instellingen weer te geven.
Optie
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Ladeselectie
Afdrukindeling (Afdruklay-out)
Helderheid
Contrast
Bijsnijd(crop)
Beschrijving
Selecteer de afdrukresolutie voor uw type document.
Als u de optie Inkjetpapier selecteert bij Papiersoort , kunt u alleen Fijn selecteren.
Selecteer de papiersoort.
Selecteer het papierformaat.
Selecteer de lade.
Selecteer de afdruklay-out.
Hiermee kunt u de helderheid instellen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Hoe hoger het contrast, des te scherper en levendiger een beeld eruitziet.
Hiermee kunt u het beeld rond de marge bijsnijden om het aan het papier- of afdrukformaat aan te passen. Schakel deze functie uit
128
Optie
Zonder rand
Datum afdr.
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Beschrijving wanneer u volledige afbeeldingen wilt afdrukken of ongewenst bijsnijden wilt vermijden.
Hiermee wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier.
Hiermee kunt u de datum op foto's laten afdrukken.
Hiermee kunt u de afdrukinstellingen die u vaak gebruikt opslaan door deze als standaardinstellingen te definiëren.
Hiermee worden gewijzigde afdrukinstellingen naar de fabrieksinstellingen hersteld.
Verwante informatie
•
Foto's afdrukken vanaf een USB-flashstation op de Brother-machine
•
Foto's vooraf bekijken en afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
Foto's afdrukken op afbeeldingsnummer
129
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation > PDF-bestanden
rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
PDF-bestanden rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
Gerelateerde modellen : MFC-J6935DW
U kunt PDF-bestanden rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation.
Het is niet mogelijk om PDF-bestanden van 2 GB of groter af te drukken.
BELANGRIJK
Om schade aan uw machine te voorkomen, mag u GEEN ander apparaat dan een USB-flashstation op de
USB Direct-interface aansluiten.
1. Plaats een USB-flashstation in de USB-sleuf.
2. Druk op [PDF afdruk] .
Als Beveiligd functieslot op uw machine is ingeschakeld, krijgt u mogelijk geen toegang tot Direct Print.
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het PDF-bestand dat u wilt afdrukken weer te geven en druk er vervolgens op.
4. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
5. Controleer de weergegeven lijst met opties.
6. Om de afdrukinstellingen te wijzigen, drukt u op [Afdr.inst] .
Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
Optie
Printkwaliteit
Papierformaat
Beschrijving
Selecteer de afdrukresolutie voor uw type document.
Selecteer het papierformaat.
Ladeselectie Selecteer de lade.
Meerdere pagina's Selecteer deze optie om meerdere pagina's van een enkel vel papier of één pagina van een document op meerdere vellen af te drukken.
Tweezijdig (2-zijdig) Selecteer het type dubbelzijdig binden.
130
Optie
Sorteren
PDF-optie
Beschrijving
Schakel deze optie in om sets van uit meerdere pagina's bestaande documenten in de oorspronkelijke paginavolgorde af te drukken.
Selecteer deze optie om een PDF-bestand met markeringen of stempels af te drukken.
7. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
BELANGRIJK
Koppel het USB-flashstation NIET los van de USB Direct-interface tot de machine klaar is met afdrukken.
Verwante informatie
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
131
Scannen
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
•
Scan vanaf uw computer (Windows ® )
•
Scan vanaf uw computer (Macintosh)
•
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
132
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
•
Letter- of A4-documenten van meerdere pagina's scannen
•
Foto's en afbeeldingen scannen
•
Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
•
Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
•
Meerdere visitekaartjes en foto's scannen (Automatisch bijsnijden)
•
Scannen naar een bewerkbaar tekstbestand met OCR
•
•
Gescande gegevens naar een e-mailserver verzenden
•
•
Scan naar netwerk (Windows ® )
•
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista ® SP2 of recenter, Windows ®
7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
•
De Instellingen van de Scan-knop via ControlCenter4 (Windows ® ) wijzigen
•
De Instellingen van de Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh) wijzingen
133
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Letter- of A4documenten van meerdere pagina's scannen
Letter- of A4-documenten van meerdere pagina's scannen
Wanneer u een A4- of Letter-document van meerdere pagina's scant, plaatst u de korte zijde bovenaan voor staande documenten en plaatst u de lange zijde bovenaan voor liggende documenten.
Scanresultaat Afdrukstand van het document
Lange zijde eerst
ADF Glasplaat
Korte zijde eerst
ADF Glasplaat
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
134
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Foto's en afbeeldingen scannen
Foto's en afbeeldingen scannen
Gescande foto's of afbeeldingen rechtstreeks naar uw computer verzenden.
Gebruik de scanknop op de machine om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Voor permanente wijzigingen gebruikt u de software ControlCenter van Brother.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar afbeelding] .
3. Als de machine is aangesloten op het netwerk, drukt u op a of b om de computer waarnaar u de gegevens wilt verzenden weer te geven en drukt u vervolgens op de computernaam.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
5. Druk op de optie [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Instellen op app.] .
Om de optie [Scaninstellingen] te kunnen gebruiken, moet ControlCenter geïnstalleerd zijn op een computer die op de machine is aangesloten.
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Resolutie
Helderheid
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Bestandstype Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Documentgrtte (Documentform.) Selecteer uw documentformaat.
Selecteer het helderheidsniveau.
135
Optie
Contrast
ADF auto- schfh.corr.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
7. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [naar computer] weer te geven.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [naar computer] .
5. Druk op [naar afbeelding] .
6. Als de machine via het netwerk is verbonden, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om de computer weer te geven naar waar u de gegevens wilt verzenden, en drukt u vervolgens op de naam van de computer.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het LCD-scherm de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
8. Om beide zijden van het document te scannen, drukt u op [2-zijdige scan] en selecteert u vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de lange zijde om te slaan.
136
Optie Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de korte zijde om te slaan.
9. Druk op de optie [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Inst. op apparaat (Instellen op app.)] .
Om de optie [Scaninstellingen] te kunnen gebruiken, moet ControlCenter geïnstalleerd zijn op een computer die op de machine is aangesloten.
10. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
11. Druk op [Start] .
137
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
138
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
Gescande gegevens als een PDF-bestand in een map opslaan
Documenten scannen en deze in een map op uw computer als PDF-bestanden opslaan.
Gebruik de scanknop op de machine om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Voor permanente wijzigingen gebruikt u de software ControlCenter van Brother.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar bestand] .
3. Als de machine is aangesloten op het netwerk, drukt u op a of b om de computer waarnaar u de gegevens wilt verzenden weer te geven en drukt u vervolgens op de computernaam.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder extra instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
5. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Bestandstype Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Documentgrtte (Documentform.) Selecteer uw documentformaat.
Helderheid Selecteer het helderheidsniveau.
Contrast
ADF auto- schfh.corr.
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
139
Optie
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
6. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [naar computer] weer te geven.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [naar computer] .
5. Druk op [naar bestand] .
6. Als de machine via het netwerk is verbonden, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om de computer weer te geven naar waar u de gegevens wilt verzenden, en drukt u vervolgens op de naam van de computer.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het LCD-scherm de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
8. Om beide zijden van het document te scannen, drukt u op [2-zijdige scan] en selecteert u vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de lange zijde om te slaan.
140
Optie
2-zijdige scan: korte zijde
Beschrijving
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de korte zijde om te slaan.
9. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
10. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
141
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
Hiermee kunt u zonder tussenkomst van een computer documenten scannen en vervolgens rechtstreeks opslaan op een USB-flashstation.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Plaats een USB-flashstation in uw machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
3. Druk op [Scannen naar media] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
Uw eigen standaardinstellingen instellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op de optie
[Nieuwe standaard] en vervolgens op [Ja] .
De fabrieksinstellingen herstellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op de optie
[Fabrieksinstell.] en vervolgens op [Ja] .
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
5. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrtte
(Documentform.)
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Helderheid
Contrast
Automatisch bijsnijden
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
ADF auto- schfh.corr.
Hiermee kunt u het bestand hernoemen.
Selecteer de volgorde waarin de datum, telleraantallen en andere onderdelen in de bestandsnamen worden weergegeven.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt meerdere documenten via de glasplaat scannen en deze rechtstreeks op een USB-flashstation opslaan. De machine maakt na het scannen van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aan.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
142
Optie
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Gevoeligheid geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor de machine is om blanco pagina's te detecteren.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
6. Druk op [Start] .
7. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn. Zorg er na het scannen voor dat u [Voltooien] kiest voordat u het USB-flashstation uit de machine haalt.
BELANGRIJK
Tijdens het lezen van de gegevens wordt een bericht op het LCD-scherm weergegeven. Koppel het netsnoer NIET los of haal het USB-flashstation NIET uit de machine wanneer het de gegevens leest. U kunt gegevens verliezen of het USB-flashstation beschadigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Plaats een USB-flashstation in de machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
3. Druk op [Scannen naar media] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
Uw eigen standaardinstellingen instellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op de optie
[Nieuwe standaard] en vervolgens op [Ja] .
De fabrieksinstellingen herstellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op
[Fabrieksinstell.] en vervolgens op [Ja] .
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
5. Om beide zijden van het document te scannen (alleen voor MFC-J6930DW/MFC-J6935DW), drukt u op [2zijdige scan] en selecteert u vervolgens het documenttype.
143
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de lange zijde om te slaan.
Scanresultaat
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de korte zijde om te slaan.
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
2-zijdige scan
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Beschrijving
Hiermee selecteert u de 2-zijdige scanmodus.
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Helderheid
Contrast
Automatisch bijsnijden
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
Hiermee kunt u het bestand hernoemen.
Selecteer de volgorde waarin de datum, telleraantallen en andere onderdelen in de bestandsnamen worden weergegeven.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt meerdere documenten via de glasplaat scannen en deze rechtstreeks op een USB-flashstation opslaan. De machine maakt na het scannen van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aan.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
144
Optie
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Gevoeligheid geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor de machine is om blanco pagina's te detecteren.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
7. Druk op [Start] .
8. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn. Zorg er na het scannen voor dat u [Voltooien] kiest voordat u het USB-flashstation uit de machine haalt.
BELANGRIJK
Tijdens het lezen van de gegevens wordt een bericht op het LCD-scherm weergegeven. Koppel het netsnoer NIET los of haal het USB-flashstation NIET uit de machine wanneer het de gegevens leest. U kunt gegevens verliezen of het USB-flashstation beschadigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
•
•
145
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
> Compatibele USB-flashstations
Compatibele USB-flashstations
BELANGRIJK
De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning aan USB-flashstations en digitale camera's die gebruikmaken van de USB-massaopslagstandaard. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Compatibele geheugenkaarten
USB-flashstation
Sleuf
USB-sleuf
Compatibele USB-flashstations
USB-klasse
Subklasse USB-massaopslag
Overdrachtsprotocol
Indeling
Sectorgrootte
Versleuteling
1 NTFS-indeling wordt niet ondersteund.
Klasse USB-massaopslag
SCSI of SFF-8070i
Alleen bulkoverdracht
FAT12/FAT16/FAT32/exFAT
Max. 4096 bytes
Versleutelde apparaten worden niet ondersteund.
Verwante informatie
•
Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
Gescande gegevens op een USB-flashstation opslaan
146
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Meerdere visitekaartjes en foto's scannen (Automatisch bijsnijden)
Meerdere visitekaartjes en foto's scannen (Automatisch bijsnijden)
U kunt meerdere documenten tegelijk via de glasplaat scannen. Na het scannen worden met behulp van de functie Automatisch bijsnijden van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aangemaakt.
Richtlijnen voor automatisch bijsnijden
1
1 3
2
4
2 1
1. 10 mm of meer
2. 20 mm of meer (onderzijde)
• Deze instelling is alleen beschikbaar voor rechthoekige of vierkante documenten.
• Als uw document te lang of te breed is, werkt deze instelling niet zoals hier beschreven.
• Houd bij het plaatsen van documenten de randen van de glasplaat vrij, zoals in de illustratie getoond.
• Plaats de documenten met een tussenruimte van minimaal 10 mm naast elkaar op de glasplaat.
• Bij Automatisch bijsnijden wordt de scheve hoek van het document op de glasplaat aangepast. Deze functie werkt echter niet als het document meer dan 10 graden scheef op de glasplaat ligt.
• Om de functie Automatisch bijsnijden te kunnen gebruiken, moet de ADF leeg zijn.
• De functie Automatisch bijsnijden is beschikbaar voor maximaal 32 documenten, afhankelijk van de grootte van de documenten.
MFC-J6530DW
1. Plaats documenten op de glasplaat.
• Om documenten te scannen met de functie Automatisch bijsnijden, legt u de documenten op de glasplaat.
• De functie Automatisch bijsnijden wordt ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
2. Plaats een USB-flashstation in uw machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
3. Druk op [Scannen naar media] > [Opties] > [Automatisch bijsnijden] .
4. Druk op [Aan] .
5. Druk op [OK] .
6. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Volg de instructies op het LCD-scherm om de scanopdracht te voltooien.
147
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats documenten op de glasplaat.
• Om documenten te scannen met de functie Automatisch bijsnijden, legt u de documenten op de glasplaat.
• De functie Automatisch bijsnijden wordt ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
2. Plaats een USB-flashstation in de machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
3. Druk op [Scannen naar media] > [Opties] > [Automatisch bijsnijden] .
4. Druk op [Aan] .
5. Druk op [OK] .
6. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Volg de instructies op het LCD-scherm om de scanopdracht te voltooien.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
•
148
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Scannen naar een bewerkbaar tekstbestand met OCR
Scannen naar een bewerkbaar tekstbestand met OCR
Met behulp van OCR-technologie (optical character recognition) kan de machine de tekens in een gescand document naar tekst converteren. Vervolgens kunt u deze tekst met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze bewerken.
• De functie Scannen naar OCR is voor bepaalde talen beschikbaar.
• Gebruik de scanknop op de machine om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Om definitieve wijzigingen te maken, gebruikt u de ControlCenter-software van Brother.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar OCR] .
3. Als de machine is aangesloten op het netwerk, drukt u op a of b om de computer waarnaar u de gegevens wilt verzenden weer te geven en drukt u vervolgens op de computernaam.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
5. Druk op de optie [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Instellen op app.] .
Om de optie [Scaninstellingen] te kunnen gebruiken, moet ControlCenter geïnstalleerd zijn op een computer die op de machine is aangesloten.
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
149
Optie Beschrijving
Documentgrtte (Documentform.) Selecteer uw documentformaat.
Helderheid Selecteer het helderheidsniveau.
Contrast Selecteer het contrastniveau.
ADF auto- schfh.corr.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Verwijder achtergr.kleur
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
7. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [naar computer] weer te geven.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [naar computer] .
5. Druk op [naar OCR] .
6. Als de machine via het netwerk is verbonden, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om de computer weer te geven naar waar u de gegevens wilt verzenden, en drukt u vervolgens op de naam van de computer.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het LCD-scherm de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
8. Om beide zijden van het document te scannen, drukt u op [2-zijdige scan] en selecteert u vervolgens het documenttype.
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de lange zijde om te slaan.
150
Optie Beschrijving
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de korte zijde om te slaan.
9. Druk op de optie [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Inst. op apparaat (Instellen op app.)] .
Om de optie [Scaninstellingen] te kunnen gebruiken, moet ControlCenter geïnstalleerd zijn op een computer die op de machine is aangesloten.
10. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
11. Druk op [Start] .
151
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
152
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Scannen naar emailbijlage
Scannen naar e-mailbijlage
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
• Gebruik de scanknop op de machine om tijdelijke wijzigingen aan de scaninstellingen aan te brengen. Voor permanente wijzigingen gebruikt u de software ControlCenter van Brother.
• De functie Scannen naar e-mail ondersteunt geen webmaildiensten. Gebruik de functie Scannen naar afbeelding of Scannen naar bestand om een document of afbeelding te scannen en vervolgens als emailbijlage te versturen.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar computer] > [naar e-mail] .
3. Als de machine is aangesloten op het netwerk, drukt u op a of b om de computer waarnaar u de gegevens wilt verzenden weer te geven en drukt u vervolgens op de computernaam.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine scant het document en slaat het op als een bestandsbijlage. Vervolgens start de machine uw e-mailtoepassing en opent deze een nieuw, leeg e-mailbericht met het gescande bestand als bijlage.
5. Druk op de optie [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Instellen op app.] .
Om de optie [Scaninstellingen] te kunnen gebruiken, moet ControlCenter geïnstalleerd zijn op een computer die op de machine is aangesloten.
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
153
Optie
Resolutie
Beschrijving
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Bestandstype Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Documentgrtte (Documentform.) Selecteer uw documentformaat.
Helderheid Selecteer het helderheidsniveau.
Contrast Selecteer het contrastniveau.
ADF auto- schfh.corr.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Verwijder achtergr.kleur
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
7. Druk op [Start] .
De machine scant het document en slaat het op als een bestandsbijlage. Vervolgens start de machine uw emailtoepassing en opent deze een nieuw, leeg e-mailbericht met het gescande bestand als bijlage.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [naar computer] weer te geven.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [naar computer] .
5. Druk op [naar e-mail] .
6. Als de machine via het netwerk is verbonden, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om de computer weer te geven naar waar u de gegevens wilt verzenden, en drukt u vervolgens op de naam van de computer.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het LCD-scherm de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine scant het document en slaat het op als een bestandsbijlage. Vervolgens start de machine uw e-mailtoepassing en opent deze een nieuw, leeg e-mailbericht met het gescande bestand als bijlage.
8. Om beide zijden van het document te scannen, drukt u op [2-zijdige scan] en selecteert u vervolgens het documenttype.
154
Optie
2-zijdige scan: lange zijde
Beschrijving
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de lange zijde om te slaan.
2-zijdige scan: korte zijde
Hiermee scant u een document waarbij de pagina's worden gelezen door ze aan de korte zijde om te slaan.
9. Druk op de optie [Scaninstellingen] en druk vervolgens op [Inst. op apparaat (Instellen op app.)] .
Om de optie [Scaninstellingen] te kunnen gebruiken, moet ControlCenter geïnstalleerd zijn op een computer die op de machine is aangesloten.
10. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
155
11. Druk op [Start] .
De machine scant het document en slaat het op als een bestandsbijlage. Vervolgens start de machine uw emailtoepassing en opent deze een nieuw, leeg e-mailbericht met het gescande bestand als bijlage.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
156
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Gescande gegevens naar een e-mailserver verzenden
Gescande gegevens naar een e-mailserver verzenden
U kunt gescande gegevens rechtstreeks vanaf uw Brother-machine naar uw e-mailserver sturen om e-mail zonder computer te verzenden.
• Als u deze functie wilt gebruiken, gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
, klikt u op de pagina van uw model op Downloads en downloadt u het installatieprogramma voor Internet Fax.
• Om gescande gegevens naar een e-mailserver te zenden, moet u uw machine eerst configureren om te communiceren met uw netwerk en mailserver. U kunt deze items configureren met het bedieningspaneel van uw machine, Beheer via een webbrowser, Remote Setup of BRAdmin Professional 3.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [nr e-mailserver] .
3. Voer een van de volgende handelingen uit om het e-mailadres van de bestemming in te voeren:
• Om het e-mailadres handmatig in te voeren, drukt u op [Handmatig] en voert u vervolgens het emailadres in met behulp van de tekenknoppen op de LCD. Wanneer u klaar bent, drukt u op [OK] .
• Als het e-mailadres in het adresboek van de machine is opgeslagen, drukt u op [Adresboek] en selecteert u vervolgens het e-mailadres.
Druk op [OK] .
4. Controleer het e-mailadres en druk vervolgens op [Volg.] .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
Uw eigen standaardinstellingen instellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op de optie
[Nieuwe standaard] en vervolgens op [Ja] .
De fabrieksinstellingen herstellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op de optie
[Fabrieksinstell.] en vervolgens op [Ja] .
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
6. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Resolutie Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Bestandstype
Contrast
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Documentgrtte (Documentform.)
Helderheid
Selecteer uw documentformaat.
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
157
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
7. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts om [nr e-mailserver] weer te geven en druk er vervolgens op.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [nr e-mailserver] .
5. Voer een van de volgende handelingen uit om het e-mailadres van de bestemming in te voeren:
• Om het e-mailadres handmatig in te voeren, drukt u op [Handmatig] en voert u vervolgens het emailadres in met behulp van de tekenknoppen op het LCD-scherm. Wanneer u klaar bent, drukt u op
[OK] .
• Als het e-mailadres in het adresboek van de machine is opgeslagen, drukt u op [Adresboek] en selecteert u vervolgens het e-mailadres.
Druk op [OK] .
6. Controleer het e-mailadres en druk vervolgens op [Volg.] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
Uw eigen standaardinstellingen instellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op de optie
[Nieuwe standaard] en vervolgens op [Ja] .
De fabrieksinstellingen herstellen: druk nadat u de instellingen hebt gewijzigd op
[Fabrieksinstell.] en vervolgens op [Ja] .
• Druk op [Start] om het scannen te starten zonder verdere instellingen te wijzigen.
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
8. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Beschrijving
2-zijdige scan
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Hiermee selecteert u de 2-zijdige scanmodus.
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Resolutie Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Bestandstype Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Documentgrootte
Helderheid
Selecteer uw documentformaat.
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Selecteer het helderheidsniveau.
158
Optie
Contrast
Beschrijving
Selecteer het contrastniveau.
• Om de instellingen als snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
9. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op het
LCD-scherm om de scantaak te vervolledigen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
159
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Scan naar FTP
Scan naar FTP
Documenten rechtstreeks naar een FTP-server scannen wanneer u de gescande informatie moet delen. Voor extra gebruiksgemak configureert u verschillende profielen om uw favoriete Scannen naar FTP-bestemmingen op te slaan.
•
Een Scannen naar FTP-profiel instellen
•
Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
160
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Een
Scannen naar FTP-profiel instellen
Een Scannen naar FTP-profiel instellen
Installeer een Scannen naar FTP-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een FTP-locatie te scannen en te uploaden.
Wij raden Microsoft ® Internet Explorer ® 8/11/ en Microsoft Edge ™ voor Windows ® en Safari 9 voor Macintosh aan. Zorg er tevens voor dat JavaScript en Cookies altijd zijn ingeschakeld, welke browser u ook gebruikt.
Controleer of de webbrowser compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1 als u een andere webbrowser gebruikt.
1. Start uw webbrowser.
Voer "http://IP-adres van de machine" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
Standaard is er geen wachtwoord nodig. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Selecteer de optie FTP en klik vervolgens op Indienen .
5. Klik op het Scannen naar FTP/netwerkprofiel -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Voer in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De
LCD van de machine geeft deze naam weer.
161
8. Voer in het veld Host-adres het hostadres in (bijvoorbeeld: ftp.example.com; maximaal 64 tekens) of het IPadres (bijvoorbeeld: 192.23.56.189).
9. Wijzig de instelling voor Poortnummer die wordt gebruikt voor toegang tot de FTP-server. De standaard voor deze instelling is poort 21. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden gewijzigd.
10. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) van degene die toestemming heeft om gegevens naar de FTP-server te schrijven.
11. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
12. Om veilig te scannen met behulp van SSL/TLS-communicatie, stelt u de optie SSL/TLS in. Wijzig indien nodig de instelling CA-certificaat .
13. Voer in het veld Directory opslaan het pad in (maximaal 60 tekens) naar de map op de FTP-server waarin u de gescande gegevens wilt opslaan. Voer geen backslash in het begin van het pad in (zie voorbeeld).
14. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een bestandsnaam uit een van de vooraf ingestelde namen of uit door de gebruiker gedefinieerde namen. U kunt de door de gebruiker gedefinieerde namen en stijl van de bestandsnamen instellen in het menu Bestandsnaam voor scans in de linkernavigatiebalk.
15. Klik op de vervolgkeuzelijst Kwaliteit en selecteer vervolgens een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie
Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
16. Klik op de vervolgkeuzelijst Type bestand en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
17. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens de documentgrootte uit de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
18. Als u via de ADF een document wilt scannen dat op lang papier is afgedrukt, selecteert u Aan bij de optie
Lang papier scannen (ADF) . (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
19. Selecteer Automatisch bij ADF Automatisch rechtleggen om de machine zo in te stellen dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand vanuit de
ADF (automatische documentinvoer). (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
20. Als u lege pagina's in het document uit de scanresultaten wilt verwijderen, selecteert u Aan bij de optie Lege pag. overslaan . (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
21. Klik op de vervolgkeuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer het niveau in de lijst. U kunt deze functie gebruiken om de achtergrondkleur van documenten te verwijderen om de gescande gegevens leesbaarder te maken.
22. Stel de optie Passieve modus in op Aan of Uit, afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en de firewall van het netwerk. De standaardinstelling is Aan. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet gewijzigd te worden.
23. Klik op Indienen .
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
Verwante informatie
•
162
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
FTP > Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
Gescande gegevens naar een FTP-server uploaden
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar FTP] .
3. Druk op a of b om een van de geregistreerde FTP-serverprofielen te selecteren.
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
Wanneer u klaar bent met de instellingen, drukt u op [Start] .
• Als het profiel volledig is ingevuld, drukt u op [Start] .
Nadat u op [Start] drukt, wordt op het LCD-scherm [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de FTP-server is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
5. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrtte
(Documentform.)
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Helderheid
Contrast
ADF auto- schfh.corr.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Hiermee kunt u het bestand hernoemen.
Selecteer de volgorde waarin de datum, telleraantallen en andere onderdelen in de bestandsnamen worden weergegeven.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
163
Optie
Gevoeligheid geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Gebruikersnaam
Beschrijving
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor de machine is om blanco pagina's te detecteren.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
Voer de gebruikersnaam in.
• Om het profiel als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
6. Druk op [Start] om met scannen te starten.
Op de LCD wordt het bericht [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de FTPserver is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts om [naar FTP] weer te geven en druk er vervolgens op.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [naar FTP] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om een van de geregistreerde FTP-serverprofielen te selecteren.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
Wanneer u klaar bent met de instellingen, drukt u op [Start] .
• Als het profiel volledig is ingevuld, drukt u op [Start] .
Nadat u op [Start] drukt, wordt op het LCD-scherm [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de FTP-server is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
7. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
2-zijdige scan
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Beschrijving
Hiermee selecteert u de 2-zijdige scanmodus.
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
164
Optie
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Helderheid
Contrast
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Gevoeligheid geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Gebruikersnaam
Beschrijving
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Hiermee kunt u het bestand hernoemen.
Selecteer de volgorde waarin de datum, telleraantallen en andere onderdelen in de bestandsnamen worden weergegeven.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor de machine is om blanco pagina's te detecteren.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
Voer de gebruikersnaam in.
• Om het profiel als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
8. Druk op [Start] om met scannen te starten.
Op de LCD wordt het bericht [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de FTPserver is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
Verwante informatie
•
165
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Scan naar netwerk
(Windows ® )
Scan naar netwerk (Windows ® )
Documenten rechtstreeks naar een CIFS-server op uw lokale netwerk scannen. Voor extra gebruiksgemak kunt u verschillende profielen configureren om uw favoriete Scannen naar netwerk-bestemmingen op te slaan.
•
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
•
Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
166
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
Installeer een Scannen naar netwerk-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een CIFS-server te scannen en te uploaden.
• We raden Microsoft ® Internet Explorer ® 8/11 en Microsoft Edge ™ voor Windows ® aan. Zorg ervoor dat
JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Controleer of de webbrowser compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1 als u een andere webbrowser gebruikt.
1. Start uw webbrowser.
Voer "http://IP-adres van de machine" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
Standaard is er geen wachtwoord nodig. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Selecteer de optie Netwerk en klik vervolgens op Indienen .
5. Klik op het Scannen naar FTP/netwerkprofiel -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
7. Voer in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De
LCD van de machine geeft deze naam weer.
8. Voer in het veld Netwerkmapnaam het pad in naar de map op de CIFS-server waarin u de gescande gegevens wilt opslaan.
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een bestandsnaam uit een van de vooraf ingestelde namen of uit door de gebruiker gedefinieerde namen. U kunt de door de gebruiker
167
gedefinieerde namen en stijl van de bestandsnamen instellen in het menu Bestandsnaam voor scans in de linkernavigatiebalk.
10. Klik op de vervolgkeuzelijst Kwaliteit en selecteer vervolgens een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie
Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
11. Klik op de vervolgkeuzelijst Type bestand en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
12. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens de documentgrootte uit de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
13. Als u via de ADF een document wilt scannen dat op lang papier is afgedrukt, selecteert u Aan bij de optie
Lang papier scannen (ADF) . (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
14. Selecteer Automatisch bij ADF Automatisch rechtleggen om de machine zo in te stellen dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand vanuit de
ADF (automatische documentinvoer). (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
15. Als u lege pagina's in het document uit de scanresultaten wilt verwijderen, selecteert u Aan bij de optie Lege pag. overslaan . (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
16. Klik op de vervolgkeuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer het niveau in de lijst. U kunt deze functie gebruiken om de achtergrondkleur van documenten te verwijderen om de gescande gegevens leesbaarder te maken.
17. Om dit profiel met een pincode te beveiligen selecteert u in het veld Pincode gebruiken voor verificatie de optie Aan .
18. Als u Aan selecteerde voor het veld Pincode gebruiken voor verificatie , voert u een viercijferige pincode in het veld Pincode in.
19. Om een verificatiemethode in te stellen, selecteert u de gewenste methode bij Verificatiemethode .
20. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam (maximaal 96 tekens) in van degene die toestemming heeft om gegevens te schrijven naar de map die in het veld Netwerkmapnaam is opgegeven. Als de gebruikersnaam deel uitmaakt van een domein, voert u de gebruikersnaam in een van de volgende vormen in: gebruiker@domein domein\gebruiker
21. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
22. Om het adres van de Kerberos-server handmatig in te stellen, voert u in het veld Kerberos-serveradres het adres van de Kerberos-server in (bijvoorbeeld: kerberos.voorbeeld.com; tot 64 tekens).
23. Klik op Indienen .
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
24. U moet de SNTP (netwerktijdserver) configureren of u moet zelf de datum, tijd en tijdzone goed instellen op het bedieningspaneel. De tijd moet overeenstemmen met de tijd die door de Kerberos-server en CIFS-server wordt gebruikt.
Verwante informatie
•
Scan naar netwerk (Windows ® )
•
De datum en tijd instellen met Beheer via een webbrowser
168
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Een Scannen naar netwerk-profiel instellen > De datum en tijd instellen met Beheer via een
webbrowser
De datum en tijd instellen met Beheer via een webbrowser
Zorg ervoor dat de instellingen van de datum en tijd en tijdzone correct zijn ingestemd via Beheer via een webbrowser of het bedieningspaneel zodat de tijd van de machine overeenkomt met de tijd die wordt gebruikt door de server die de verificatie verschaft.
Begin met stap 2 als u al een venster van Beheer via een webbrowser geopend hebt.
1. Start uw webbrowser.
Voer "http://IP-adres van de machine" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
Standaard is er geen wachtwoord nodig. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Beheerder .
3. Klik op het Datum&tijd -menu in de linkernavigatiebalk.
4. Voer in de Datum -velden de datum in.
5. Selecteer de 12-uursklok of 24-uursklok als uw Type klok (alleen voor sommige landen beschikbaar).
6. Voer in de Tijd -velden de tijd in.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Tijdzone het tijdsverschil tussen uw locatie en UTC. De tijdzone voor het oosten van de Verenigde Staten en Canada is bijvoorbeeld UTC-05:00.
8. Klik op de optie Aan voor Aut. zomertijd om de machine in te stellen dat de klok automatisch wordt aangepast aan de zomer-/wintertijd. In de lente gaat de klok dan één uur vooruit en in de herfst één uur terug
(alleen in sommige landen beschikbaar).
9. Klik op Indienen .
169
Verwante informatie
•
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
170
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
Gescande gegevens naar een CIFS-server uploaden
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [naar netwerk] .
3. Druk op a of b om een van de profielen voor Scannen naar Netwerk te selecteren.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
Wanneer u klaar bent met de instellingen, drukt u op [Start] .
• Als het profiel volledig is ingevuld, drukt u op [Start] .
Nadat u op [Start] drukt, wordt op het LCD-scherm [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de CIFS-server is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
5. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrtte
(Documentform.)
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Helderheid
Contrast
ADF auto- schfh.corr.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Hiermee kunt u het bestand hernoemen.
Selecteer de volgorde waarin de datum, telleraantallen en andere onderdelen in de bestandsnamen worden weergegeven.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
171
Optie
Geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Gevoeligheid geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Gebruikersnaam
Beschrijving
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor de machine is om blanco pagina's te detecteren.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
Voer de gebruikersnaam in.
• Om het profiel als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
6. Druk op [Start] om met scannen te starten.
Op de LCD wordt het bericht [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de CIFSserver is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts om [naar netwerk] weer te geven en druk er vervolgens op.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [naar netwerk] .
5. Druk op a of b om een van de profielen voor Scannen naar Netwerk te selecteren.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het LCD-scherm de vier cijfers van de pincode voor de betreffende computer in en drukt u vervolgens op [OK] .
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om de instellingen te wijzigen, drukt u op [Opties] en gaat u vervolgens naar de volgende stap.
• Als het profiel niet volledig is ingevuld (bijvoorbeeld wanneer de accountnaam en het wachtwoord om in te loggen ontbreken of wanneer de kwaliteit of het bestandstype niet is geselecteerd), wordt u gevraagd om de ontbrekende informatie in te voeren.
Wanneer u klaar bent met de instellingen, drukt u op [Start] .
• Als het profiel volledig is ingevuld, drukt u op [Start] .
Nadat u op [Start] drukt, wordt op het LCD-scherm [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de CIFS-server is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
7. Selecteer de scaninstellingen die u wilt wijzigen en druk vervolgens op [OK] .
Optie
2-zijdige scan
Beschrijving
Hiermee selecteert u de 2-zijdige scanmodus.
172
Optie
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Scantype
Resolutie
Bestandstype
Documentgrootte
Lang pap. scan (ADF)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Stijl voor naam
Helderheid
Contrast
ADF auto-sch.corr. (ADF autoschfhcor)
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Geen lege pagina's
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Gevoeligheid geen lege pag.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwijder achtergr.kleur
Gebruikersnaam
Beschrijving
Hiermee selecteert u het scantype voor uw document.
Selecteer de scanresolutie voor uw document.
Hiermee selecteert u de bestandsindeling voor uw document.
Selecteer uw documentformaat.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Hiermee kunt u het bestand hernoemen.
Selecteer de volgorde waarin de datum, telleraantallen en andere onderdelen in de bestandsnamen worden weergegeven.
Selecteer het helderheidsniveau.
Selecteer het contrastniveau.
U kunt eventuele scheefstand van documenten die via de ADF zijn gescand aanpassen.
Wanneer u Aan hebt geselecteerd, worden blanco pagina's overgeslagen.
Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor de machine is om blanco pagina's te detecteren.
Hiermee kunt u instellen hoeveel achtergrondkleur moet worden verwijderd.
Voer de gebruikersnaam in.
• Om het profiel als een snelkoppeling op te slaan, drukt u op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] . Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
8. Druk op [Start] om met scannen te starten.
Op de LCD wordt het bericht [Aansluiten bezig] weergegeven. Wanneer de verbinding met de CIFSserver is gelukt, begint de machine te scannen. Als u de glasplaat gebruikt, plaatst u de volgende pagina en drukt u op [Doorgaan] . Druk op [Voltooien] als er geen pagina's meer te scannen zijn.
Verwante informatie
•
Scan naar netwerk (Windows ® )
173
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista ® SP2 of recenter, Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
Web Services voor scannen op uw netwerk (Windows Vista ® SP2 of recenter, Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
Met het Web Services-protocol kunnen gebruikers van Windows Vista ® (SP2 of recenter), Windows ® 7,
Windows ® 8 en Windows ® 10 scannen met een machine van Brother op het netwerk. U moet de driver via Web
Services installeren.
•
Met Web Services kunt u de drivers voor scannen installeren (Windows Vista ® ,
Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
•
•
Scaninstellingen voor Web Services configureren
174
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
Web Services kunt u de drivers voor scannen installeren (Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 en
Windows ® 10)
Met Web Services kunt u de drivers voor scannen installeren (Windows
Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
Gebruik Web Services om printers op het netwerk te monitoren.
• Controleer of de software en drivers van Brother zijn geïnstalleerd.
• Controleer of de hostcomputer en de Brother-machine zich op hetzelfde subnet bevinden en of de router foutloos is geconfigureerd zodat gegevensuitwisseling tussen twee apparaten mogelijk is.
• U moet het IP-adres op uw machine van Brother configureren voordat u deze instelling configureert.
• Voor Windows Server ® 2008, Windows Server ® 2012 en Windows Server ® 2012 R2 dient u Print Services te installeren.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ®
Klik op (Starten) > Netwerk .
De Web Services-naam van de machine wordt samen met het printerpictogram weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op de machine die u wilt installeren.
• Windows ® 7
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Netwerk en internet > Computers en apparaten in het netwerk weergeven .
De Web Services-naam van de machine wordt samen met het printerpictogram weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op de machine die u wilt installeren.
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > Apparaten > Een apparaat toevoegen .
De Webservicesnaam van de machine wordt weergegeven.
• Windows ® 8.1
Beweeg de muisaanwijzer naar de rechteronderhoek van het bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Pc-instellingen wijzigen > PC en devices > Apparaten > Een apparaat toevoegen .
De Webservicesnaam van de machine wordt weergegeven.
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Een apparaat toevoegen .
• De Web Services-naam van de Brother-machine is de modelnaam en het MAC-adres (Ethernet-adres) van uw machine (bijv. Brother MFC ‑ XXXX (modelnaam) [XXXXXXXXXXXX] (MAC-adres/Ethernetadres)).
• (Windows ® 8/Windows ® 10)
Beweeg de muis over de naam van de machine om informatie over de machine weer te geven.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® /Windows ® 7
Klik op Installeren in het menu dat wordt weergegeven.
175
• Windows ® 8/Windows ® 10
Selecteer de machine die u wilt installeren.
Om de installatie van de drivers ongedaan te maken, klikt u op Verwijderen of ( Apparaat verwijderen ).
Verwante informatie
•
176
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
10) > Scannen met Web Services vanaf de machine van Brother (Windows Vista
® SP2 of recenter,
Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
Scannen met Web Services vanaf de machine van Brother (Windows
Vista ® SP2 of recenter, Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
Als u de driver voor scannen via Web Services hebt geïnstalleerd, hebt u toegang tot het scanmenu van Web
Services op het LCD-scherm van uw Brother-machine.
• Bepaalde tekens in de berichten op het LCD-scherm kunnen vervangen zijn door spaties indien de taalinstellingen van uw besturingssysteem en uw Brother-machine verschillend zijn.
• Als op het LCD-scherm een melding verschijnt dat er onvoldoende geheugen is, kiest u een kleiner formaat in het menu Papierformaat of een lagere resolutie in het menu Resolutie (dpi) .
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] > [WS scannen (WS Scan)] .
3. Druk op a of b om het gewenste scantype te selecteren en druk hier vervolgens op.
4. Druk op a of b om de computer waarnaar u de gegevens wilt verzenden weer te geven en druk vervolgens op de computernaam.
5. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Scannen] .
3. Veeg naar links of rechts om [WS scannen (WS Scan)] weer te geven en druk er vervolgens op.
Het pictogram verplaatst zich naar het midden van het aanraakscherm en licht blauw op.
4. Druk op [WS scannen (WS Scan)] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de scanopties weer te geven en druk vervolgens op het scantype.
6. Veeg naar omhoog of omlaag of druk op a of b om de naam van de computer naar waar u gegevens wilt verzenden weer te geven, en druk vervolgens op de naam van de computer.
7. Druk op [Start] .
De machine begint met scannen.
Verwante informatie
•
177
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
10) > Scaninstellingen voor Web Services configureren
Scaninstellingen voor Web Services configureren
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ®
Klik op
• Windows ® 7
Klik op
(Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Scanners en camera's .
(Starten) > Apparaten en printers .
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Apparaten en printers weergeven .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ®
Klik op uw machine en klik vervolgens op de knop Profielen voor scannen . Het dialoogvenster
Profielen voor scannen verschijnt.
• Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de machine en selecteer vervolgens Profielen voor scannen...
. Het dialoogvenster Profielen voor scannen verschijnt.
3. Selecteer het scanprofiel dat u wilt gebruiken.
4. Zorg ervoor dat de scanner die u in de lijst Scanner hebt geselecteerd een Brother-machine is die Web
Services voor scannen ondersteunt, en klik vervolgens op de knop Als standaard instellen .
5. Klik op Bewerken...
.
Het dialoogvenster Standaardprofiel bewerken verschijnt.
6. Selecteer de instellingen voor Bron , Papierformaat , Kleurenindeling , Bestandstype , Resolutie (dpi) ,
Helderheid en Contrast .
7. Klik op de knop Profiel opslaan .
Deze instellingen worden toegepast wanneer u scant met het Web Services-protocol.
Als u wordt gevraagd om een scantoepassing te selecteren, selecteert u in de lijst Windows ® Faxen en scannen of Windows ® Photo Gallery.
Verwante informatie
•
178
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> De Instellingen van de
Scan-knop via ControlCenter4 (Windows ® ) wijzigen
De Instellingen van de Scan-knop via ControlCenter4 (Windows ® ) wijzigen
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Scaninstellingen apparaat .
Het dialoogvenster Scaninstellingen apparaat verschijnt.
4. Klik op het tabblad van de "Scannen naar"-actie die u wilt wijzigen ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ).
5. Wijzig de instellingen als nodig.
6. Klik op OK .
179
Elk tabblad stemt overeen met een scanfunctie, zoals hieronder getoond.
Deze instellingen kunnen worden gewijzigd.
Klik op de tabbladen en wijzig vervolgens de instellingen.
Naam tabblad
Afbeelding
OCR
Bestand
Corresponderende functie
Scannen naar Afbeelding
Scannen naar OCR
Scannen naar e-mail
Scannen naar Bestand
Instellingen
Type Bestand
Doelprogramma
OCR-taal (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Doelmap
Scanlocatie
Prioriteit van bestandsgrootte
Resolutie
Type Scan
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
Automatisch bijsnijden
ID-kaartscan
Geavanceerde inst.
Standaard
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Beschikbare functies
Afbeelding OCR
Ja Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
-
Type Bestand
Selecteer het bestandstype dat u voor de gescande gegevens wilt gebruiken.
Doelprogramma
Selecteer de doeltoepassing uit de vervolgkeuzelijst.
OCR-taal
Stel de OCR-taal in die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document(alleen op bepaalde modellen beschikbaar).
Bestandsnaam
Voer een voorvoegsel in voor uw bestandsnaam, indien nodig.
Doelmap
Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
Scanlocatie
Selecteer het keuzerondje Map of SharePoint om op te geven waar u uw gescande documenten wilt opslaan.
Prioriteit van bestandsgrootte
Pas de compressieverhouding van de gescande afbeelding aan. Wijzig de bestandsgrootte door de Prioriteit van bestandsgrootte -schuifbalk naar rechts of links te verplaatsen.
180
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Bestand
Ja
-
-
Ja
-
Ja
Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Type Scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
• Automatisch
Gebruik voor elk documenttype. Deze modus kiest automatisch de geschikte kleurdiepte van het document.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van het document in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte .
• Als u de optie 1 - 2 (A4) selecteert, wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5formaat.
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van de Helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Contrast in te stellen.
Automatisch bijsnijden
Scan meerdere documenten die op de glasplaat gelegd zijn. De machine maakt na het scannen van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aan.
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Klik in het dialoogvenster voor de scaninstellingen op de knop Geavanceerde inst.
om geavanceerde instellingen te configureren.
• Verwijder doorlopers/Patronen
Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
• Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
181
• Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Scanresultaten weergeven
Hiermee toont u het totale aantal pagina's dat is opgeslagen en de blanco pagina's die zijn overgeslagen op uw computerscherm. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• ADF autom. rechtzetten
Tijdens het scannen van het document vanuit de ADF (automatische documentinvoer), corrigeert de machine automatisch scheeftrekken van het document. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Standaard
Selecteer deze optie om voor alle instellingen de fabrieksinstellingen te herstellen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
•
182
> Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
> De Instellingen van de
Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh) wijzingen
De Instellingen van de Scan-knop met ControlCenter2 (Macintosh) wijzingen
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
2. Houd de CTRL-toets op uw toetsenbord ingedrukt en klik op de scanbestemming ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ) waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
3. Klik op het tabblad Bedieningsknop Apparaat .
De instellingen voor de door u geselecteerde scanbestemming verschijnen.
Het volgende voorbeeld toont de instellingen van Scannen naar Afbeelding .
Instellingen
Doelprogramma / E-mailprogramma
Type Bestand
Beschikbare functies
Afbeeldi ng
OCR E-mail
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Bestand
-
Ja
183
Bestandsgrootte
OCR-taal
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Doelbestandslocatie
Bestandsnaam
Datum in bestandsnaam invoegen
Bestemmingsfolder
Resolutie
Type Scan
Documentgrootte
ID-kaartscan
Geavanceerde inst.
Terugzetten Standaard Instellingen
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Doelprogramma/E-mailprogramma
Selecteer met welke toepassing gescande gegevens worden geopend. U kunt alleen een toepassing selecteren die op de computer is geïnstalleerd.
• Toevoegen
Voeg een toepassing aan het snelmenu toe.
Tik in het veld Programmanaam de naam van de toepassing (maximaal 30 tekens) en selecteer de gewenste toepassing door op de knop Browse te klikken. Selecteer de optie Type Bestand in het snelmenu.
• Verwijderen
Verwijder een toepassing die u aan het snelmenu hebt toegevoegd.
Selecteer de toepassing in het snelmenu Programmanaam en klik vervolgens op Verwijderen .
Type Bestand
Selecteer het bestandstype dat u voor de gescande gegevens wilt gebruiken.
Bestandsgrootte
Wijzig de bestandsgrootte door de schuifregelaar Bestandsgrootte naar links of rechts te schuiven.
OCR-taal
U kunt de OCR-taal instellen die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document (alleen beschikbaar voor bepaalde modellen).
Doelbestandslocatie
Klik op de knop Wijzigen...
om de prefix van de bestandsnaam en het pad van de bestemmingsmap te wijzigen.
Bestandsnaam
Typ indien nodig een prefix voor uw bestandsnaam in. Om de prefix voor de functies Afbeelding , OCR en Email te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
.
Datum in bestandsnaam invoegen
Voert automatisch de datum in de bestandsnaam van de gescande afbeelding in. Om de datum in de bestandsnaam in te voegen voor de functie Afbeelding , OCR en E-mail klikt u op Wijzigen...
.
Bestemmingsfolder
Om de map voor de functie Afbeelding , OCR en E-mail te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
. Klik op Browse om de map te selecteren waarin u uw gescande document wilt opslaan. Selecteer de optie Map weergeven om na het scannen automatisch de bestemmingsmap voor het Bestand weer te geven.
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
184
Resolutie
Selecteer een scanresolutie uit het snelmenu Resolutie . Hogere resoluties vergen meer geheugen en overdrachttijd, maar produceren een verfijndere scanafbeelding.
Type Scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
• Automatisch
Gebruik deze optie voor alle soorten documenten. Deze modus kiest automatisch een geschikte kleurendiepte voor het document.
Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van het document in het snelmenu Documentgrootte .
• Als u de optie 1 - 2 (A4) selecteert, wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5formaat.
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Klik in het dialoogvenster voor de scaninstellingen op de knop Geavanceerde inst.
om geavanceerde instellingen te configureren.
• Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
• Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones.
• ADF autom. rechtzetten
Tijdens het scannen van het document vanuit de ADF (automatische documentinvoer), corrigeert de machine automatisch scheeftrekken van het document. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Achtergrondkleur verwijderen
Hiermee verwijdert u de basiskleur van documenten, zodat de gescande gegevens beter worden herkend. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u uit drie instellingen kiezen: hoog, middelmatig of laag.
• Blanco pagina overslaan
Hiermee verwijdert u blanco pagina's van het document uit de scanresultaten. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
185
• Scanresultaten weergeven
Hiermee toont u het totale aantal pagina's dat is opgeslagen en de blanco pagina's die zijn overgeslagen. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
Terugzetten Standaard Instellingen
Selecteer deze optie om voor alle instellingen de fabrieksinstellingen te herstellen.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van de scanknop op uw Brother-machine
186
> Scan vanaf uw computer (Windows ® )
Scan vanaf uw computer (Windows ® )
Er zijn verschillende manieren waarop u uw computer kunt gebruiken om foto's en documenten op uw machine van Brother te scannen. Gebruik de softwaretoepassingen van Brother of uw favoriete scantoepassing.
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Scannen met Nuance ™ PaperPort ™ 14 of een andere Windows ® -toepassing
•
Scan met Windows ® Photo Gallery of Windows ® Faxen en scannen
•
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer installeren (Windows ® )
187
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) > Scan met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Gebruik de Home-modus van ControlCenter4 om toegang te krijgen tot de belangrijkste functies van uw machine.
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van
•
Scaninstellingen voor de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows ® )
188
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Selecteer het Type document .
5. Wijzig de Scanformaat van het document, indien nodig.
6. Klik op ( Scan ).
De machine start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
7. Als u meerdere pagina's hebt gescand via de ADF, klikt u op de pijlen naar links of rechts om een voorbeeld van elke gescande pagina weer te geven.
8. Snijd indien nodig het gescande beeld bij.
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op ( Opslaan ) om gescande gegevens op te slaan.
• Klik op ( Afdrukken ) om gescande gegevens af te drukken.
• Klik op ( Openen met toepassing ) om gescande gegevens in een andere toepassing te openen.
• Klik op ( E-mail verzenden ) om gescande gegevens toe te voegen aan een e-mail.
• Klik op ( OCR ) om uw gescande document te converteren naar een bewerkbaar tekstbestand. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
189
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Open met een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
190
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® ) > Selecteer het documenttype met
de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
• Selecteer de optie Type document die overeenstemt met het type origineel dat u wilt scannen.
Optie
Foto
Beschrijving
600 x 600 dpi 24bit Kleur
Tekst en figuren 300 x 300 dpi 24bit Kleur
Tekst zwart-wit 200 x 200 dpi Zwart-wit
Aangepast 300 x 300 dpi (standaard 24bit Kleur knop Aangepaste instellingen .
) Selecteer de gewenste scaninstellingen met de
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Aangepaste scaninstellingen (Windows ® )
191
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® ) >
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
> Aangepaste scaninstellingen (Windows ® )
Aangepaste scaninstellingen (Windows ® )
Selecteer Aangepast in de lijst Type document om geavanceerde scaninstellingen te wijzigen.
• Selecteer Aangepast en klik daarna op de knop Aangepaste instellingen .
Het dialoogvenster Aangepaste scaninstellingen verschijnt.
U kunt de volgende instellingen wijzigen:
Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Type Scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
Automatisch
Gebruik voor elk documenttype. Deze modus kiest automatisch de geschikte kleurdiepte van het document.
Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
192
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van de Helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Contrast in te stellen.
Automatisch bijsnijden
Scan meerdere documenten die op de glasplaat gelegd zijn. De machine maakt na het scannen van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aan.
Continu scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Tweezijdig scannen
Schakel dit selectievakje in om beide zijden van het document te scannen. Wanneer u de functie voor automatisch tweezijdig scannen gebruikt, moet u afhankelijk van de lay-out van uw origineel de optie
Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het gecreëerde gegevensbestand correct wordt weergegeven. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Configureer geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde inst.
in het dialoogvenster
Scaninstellingen te drukken.
Verwijder doorlopers/Patronen
• Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Scanresultaten weergeven
Hiermee toont u het totale aantal pagina's dat is opgeslagen en de blanco pagina's die zijn overgeslagen op uw computerscherm. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
ADF autom. rechtzetten
Tijdens het scannen van het document vanuit de ADF (automatische documentinvoer), corrigeert de machine automatisch scheeftrekken van het document. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwante informatie
•
Selecteer het documenttype met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
193
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® ) > De scangrootte wijzigen met
behulp van de home-modus van ControlCenter4 (Windows ® )
De scangrootte wijzigen met behulp van de home-modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Voor een hogere scansnelheid selecteert u het exacte formaat van het document in het vervolgkeuzemenu
Scanformaat .
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
194
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® ) > Snijd een gescand beeld bij met
de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Snijd een gescand beeld bij met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
Met de bijsnijdfunctie op de beeldbewerkingsbalk kunt u ongewenste delen uit uw gescande afbeelding snijden.
Gebruik de Inzoomen - en Uitzoomen -functies om het bijsnijden beter te zien.
Beeldbewerkingsbalk
1. Opnieuw starten
Hiermee annuleert u alle wijzigingen die u op de geselecteerde afbeelding hebt toegepast. De bewerkte afbeelding wordt naar zijn oorspronkelijke staat hersteld.
2. Passend
Hiermee geeft u de gescande afbeelding schermvullend weer.
3. Inzoomen
Hiermee zoomt u op de gescande afbeelding in.
4. Uitzoomen
Hiermee zoomt u op de gescande afbeelding uit.
5. Bijsnijden en bewerken
Verwijdert de buitenste delen van de afbeelding. Klik op de knop Bijsnijden en bewerken en wijzig vervolgens het frame om het gebied te bevatten die u na het bijsnijden wilt behouden.
6. Paginateller
Geeft het paginanummer weer van de gescande pagina die in de image viewer wordt weergegeven. Om een andere pagina weer te geven, selecteert u het gewenste paginanummer in de vervolgkeuzelijst.
Als u meerdere pagina's hebt gescand, kunt u de volgende of vorige gescande pagina bekijken door op de linker- of rechterpijlknoppen in het voorbeeldvenster te klikken.
1. Scan een document.
2. Klik op ( Bijsnijden en bewerken ) om de gescande afbeelding te bewerken.
Het venster Bijsnijden en bewerken - ControlCenter4 verschijnt.
195
a. Breidt de gescande afbeelding uit zodat de volledige afbeelding in het venster past.
b. Hiermee zoomt u op de afbeelding in.
c. Hiermee zoomt u op de afbeelding uit.
d. Hiermee draait u de afbeelding 90 graden linksom.
e. Hiermee draait u de afbeelding 90 graden rechtsom.
f. Klik en sleep het kader om het gebied dat u wilt bijsnijden te vergroten of verkleinen.
3. Klik op OK .
De bewerkte afbeelding wordt in de Image viewer weergegeven.
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
196
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® ) > Druk gescande gegevens af met
de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Druk gescande gegevens af met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
Een document op uw machine van Brother scannen en vervolgens exemplaren afdrukken met de functies van de printerdriver die beschikbaar zijn in ControlCenter4.
1. Scan een document.
2. Klik op Afdrukken .
a. Hier wordt getoond hoeveel afbeeldingen zijn geselecteerd en hoeveel exemplaren van elke afbeelding worden afgedrukt.
b. Klik op de knop Eigenschappen om specifieke printerinstellingen te wijzigen.
c. Selecteer de opties Papierformaat , Mediatype en Lay-out . De huidige instellingen worden door een blauw vierkant omringd.
3. Configureer de afdrukinstellingen en klik vervolgens op de knop Afdrukken starten .
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
197
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® ) > Open met een toepassing met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Open met een toepassing met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
Met de knop Openen met toepassing kunt u een afbeelding direct in uw grafische toepassing scannen om deze te bewerken.
1. Klik op de knop Openen met toepassing .
2. Selecteer de toepassing in de vervolgkeuzelijst en klik vervolgens op OK .
De afbeelding wordt geopend in de door u geselecteerde toepassing.
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
198
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de
Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Selecteer het Type document .
5. Wijzig indien nodig de grootte van het document.
6. Klik op ( Scan ).
De machine start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
7. Klik op de knop naar rechts of links om een afdrukvoorbeeld van elke gescande pagina te bekijken.
8. Klik op Opslaan .
Het dialoogvenster Opslaan verschijnt.
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Type Bestand en selecteer vervolgens een PDF-bestand.
199
Om het document als een met een wachtwoord beveiligd PDF-bestand op te slaan, selecteert u Veilige
PDF Enkele pagina (*.pdf) of Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf) uit de vervolgkeuzelijst Type
Bestand , klikt u op en voert u het wachtwoord in.
10. Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op de Wijzigen -knop indien nodig.
11. Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
12. Klik op OK .
Het gescande document wordt als een pdf-bestand in de bestemmingsmap opgeslagen.
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
200
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Selecteer Startmodus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats documenten in de ADF (automatische documentinvoer).
Om beide zijden van een document automatisch te scannen, gebruikt u de ADF (automatische documentinvoer) en niet de glasplaat.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Onder Type document selecteert u Aangepast en klikt u vervolgens op de knop Aangepaste instellingen .
Het dialoogvenster Aangepaste scaninstellingen verschijnt.
5. Vink het selectievakje Tweezijdig scannen aan.
6. Selecteer de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant , afhankelijk van de originele lay-out (zie tabel voor lay-outvoorbeelden).
201
Instelling voor tweezijdig scannen Lay-out origineel
Inbinden aan de lange kant
Inbinden aan de korte kant
Scanresultaat
7. Configureer andere Aangepaste scaninstellingen , indien nodig.
8. Klik op OK .
9. Klik op ( Scan ).
De machine start het scannen en de gescande afbeelding wordt in de viewer weergegeven.
10. Klik op de knop naar rechts of links om een afdrukvoorbeeld van elke gescande pagina te bekijken.
11. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op ( Opslaan ) om gescande gegevens op te slaan.
• Klik op ( Afdrukken ) om gescande gegevens af te drukken.
• Klik op ( Openen met toepassing ) om gescande gegevens in een andere toepassing te openen.
• Klik op ( E-mail verzenden ) om gescande gegevens toe te voegen aan een e-mail.
• Klik op ( OCR ) om uw gescande document te converteren naar een bewerkbaar tekstbestand. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
202
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Startmodus van ControlCenter4
> Scaninstellingen voor de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Scaninstellingen voor de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Instellingen
Type Bestand
Doelprogramma
OCR-taal (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Scanlocatie
Map weergeven
Prioriteit van bestandsgrootte
-
-
-
-
-
Beschikbare functies
Openen met toepassi ng
OCR E-mail verzende n
-
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
-
-
-
-
-
-
-
-
Ja
Opslaan
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Type Bestand
Selecteer het bestandstype dat u voor de gescande gegevens wilt gebruiken.
Voor E-mail verzenden en Opslaan :
• Windows Bitmap (*.bmp)
• JPEG (*.jpg) (aanbevolen voor de meeste gebruikers voor het scannen van foto's)
• TIFF Enkele pagina (*.tif)
• TIFF Multi-Page (*.tif)
• Portable Network Graphics (*.png)
• PDF Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• Hoge compressie PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Hoge compressie PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Veilige PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• XML Paper Specification (*.xps) (de XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista ® ,
Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10 of wanneer u toepassingen gebruikt die XML Paper
Specification-bestanden ondersteunen)
• Microsoft Office Word (*.docx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office PowerPoint (*.pptx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office Excel (*.xlsx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Voor OCR :
• Text (*.txt)
• HTML 3.2 (*.htm)
• HTML 4.0 (*.htm)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
203
• WordPad (*.rtf)
• RTF Word 2000 (*.rtf)
• WordPerfect 9, 10 (*.wpd)
• Microsoft Excel 2003, XP (*.xls)
Doelprogramma
Selecteer de doeltoepassing uit de vervolgkeuzelijst.
OCR-taal
Stel de OCR-taal in die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document (alleen op bepaalde modellen beschikbaar).
Bestandsnaam
Klik op Wijzigen om het voorvoegsel van de bestandsnaam te wijzigen.
Scanlocatie
Selecteer het keuzerondje Map of SharePoint om op te geven waar u uw gescande documenten wilt opslaan.
Map weergeven
Selecteer deze optie om na het scannen automatisch de bestemmingsmap weer te geven.
Prioriteit van bestandsgrootte
Pas de compressieverhouding van de gescande afbeelding aan. Wijzig de bestandsgrootte door de Prioriteit van bestandsgrootte -schuifbalk naar rechts of links te verplaatsen.
Aangepaste instellingen
Selecteer de optie Aangepast , klik op de knop Aangepaste instellingen en wijzig de instellingen.
Scanformaat
Selecteer het exacte formaat van het document in het keuzemenu Scanformaat .
Verwante informatie
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
204
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) > Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
De geavanceerde modus van ControlCenter4 biedt u meer controle over de details van de machinefuncties en maakt het u mogelijk om ééndruk-scanacties aan te passen.
•
Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van
•
Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van
•
Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van
•
Scannen naar een Office-bestand met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows ® )
205
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Gescande foto's of afbeeldingen rechtstreeks naar uw computer verzenden.
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop Afbeelding .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
206
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
• Vink het selectievakje Voorbeeldscan aan om het gescande beeld te bekijken en te configureren.
6. Klik op Scan .
De machine begint met scannen. Het beeld wordt geopend in de door u geselecteerde toepassing.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
207
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Gescande gegevens opslaan in een map als een PDF-bestand met de
Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Gescande gegevens opslaan in een map als een PDF-bestand met de
Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Documenten scannen en deze in een map op uw computer als PDF-bestanden opslaan.
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
208
4. Klik op de knop Bestand .
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Type Bestand en selecteer vervolgens een PDF-bestand.
Om het document als een met een wachtwoord beveiligd PDF-bestand op te slaan, selecteert u Veilige
PDF Enkele pagina (*.pdf) of Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf) uit de vervolgkeuzelijst Type
Bestand , klikt u op en voert u het wachtwoord in.
6. Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
7. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de resolutie en de kleur.
Om een voorbeeld van de gescande afbeelding te zien en deze te configureren, vinkt u het selectievakje
Voorbeeldscan aan.
8. Klik op Scan .
De machine begint met scannen. Het bestand wordt opgeslagen in de door u geselecteerde map.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
209
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde
modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats documenten in de ADF (automatische documentinvoer).
Om beide zijden van een document automatisch te scannen, gebruikt u de ADF (automatische documentinvoer) en niet de glasplaat.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop voor de instelling die u wilt wijzigen ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ).
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Schakel het selectievakje Tweezijdig scannen in.
6. Selecteer de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant , afhankelijk van de originele lay-out (zie tabel voor lay-outvoorbeelden).
Instelling voor tweezijdig scannen Lay-out origineel
Inbinden aan de lange kant
Scanresultaat
210
Instelling voor tweezijdig scannen Lay-out origineel
Inbinden aan de korte kant
Scanresultaat
7. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
8. Klik op Scan .
De machine begint met scannen.
U hebt nu de standaardinstellingen gewijzigd voor uw geselecteerde Scannen naar-actie. Deze instellingen worden actief de volgende keer dat een van de scanopties ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ) voor deze actie wordt geselecteerd.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
211
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats een identiteitskaart op de glasplaat.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
212
4. Klik op de knop Bestand .
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Schakel het selectievakje ID-kaartscan in.
Het instructiedialoogvenster verschijnt.
6. Lees de instructies op het scherm en druk vervolgens op OK .
7. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de scanlocatie, de resolutie en de kleur.
8. Klik op Scan .
De machine scant één zijde van de identiteitskaart.
9. Als de machine klaar is met het scannen van de eerste zijde, draait u de identiteitskaart om en klikt u vervolgens op Doorgaan om de andere zijde te scannen.
10. Klik op Voltooien .
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
213
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
• Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
• De functie Scannen naar e-mail ondersteunt geen webmaildiensten. Gebruik de functie Scannen naar afbeelding of Scannen naar bestand om een document of afbeelding te scannen en vervolgens als emailbijlage te versturen.
De machine scant naar uw standaard e-mailprogramma.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop E-mail .
214
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
• Vink het selectievakje Voorbeeldscan aan om het gescande beeld te bekijken en te configureren.
6. Klik op Scan .
De machine begint met scannen. Uw standaard e-mailprogramma opent en de gescande afbeelding wordt als bijlage aan een nieuwe, lege e-mail toegevoegd.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
215
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus
van ControlCenter4 (Windows ® )
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Met behulp van OCR-technologie (optical character recognition) kan de machine de tekens in een gescand document naar tekst converteren. Vervolgens kunt u deze tekst met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze bewerken.
• Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop OCR .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
216
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
• Om de bestandsnaam te wijzigen, klikt u op Wijzigen .
• Om Doelmap te wijzigen, klikt u op het pictogram van de map.
• Vink het selectievakje Voorbeeldscan aan om het gescande beeld te bekijken en te configureren.
6. Klik op Scan .
De machine scant het document, converteert het naar een bewerkbare tekst en stuurt het vervolgens naar uw standaard tekstverwerkingsprogramma.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
217
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Scannen naar een Office-bestand met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Scannen naar een Office-bestand met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
De machine kan gescande gegevens converteren naar een Microsoft ® Word-, Microsoft ® PowerPoint ® - of
Microsoft ® Excel ® -bestand.
• Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
• Om deze functie te kunnen gebruiken, moet uw computer verbinding hebben met het internet.
1. Plaats uw document.
2. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
3. Klik op het tabblad Scan .
4. Klik op de knop E-mail of Bestand .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
5. Klik op de vervolgkeuzelijst Type Bestand en selecteer vervolgens de optie Microsoft Office Word (*.docx) ,
Microsoft Office PowerPoint (*.pptx) of Microsoft Office Excel (*.xlsx) .
6. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
7. Klik op de knop Scan .
Als een melding over de internetverbinding verschijnt, leest u de informatie en klikt u op OK .
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
218
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® ) > Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4
(Windows ® )
Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4
(Windows ® )
Instellingen
Type Bestand
Doelprogramma
OCR-taal (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Bestandsnaam
Doelmap
Scanlocatie
Map weergeven
Venster Opslaan als weergeven
Prioriteit van bestandsgrootte
Voorbeeldscan
Resolutie
Type Scan
Documentgrootte
Helderheid
Contrast
Continu scannen
Tweezijdig scannen (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Automatisch bijsnijden
ID-kaartscan
Geavanceerde inst.
Standaard
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Beschikbare functies
Afbeelding OCR
Ja Ja
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Type Bestand
Selecteer het bestandstype dat u voor de gescande gegevens wilt gebruiken.
Voor Afbeelding , E-mail en Bestand :
• Windows Bitmap (*.bmp)
• JPEG (*.jpg) (aanbevolen voor de meeste gebruikers voor het scannen van foto's)
• TIFF Enkele pagina (*.tif)
• TIFF Multi-Page (*.tif)
• Portable Network Graphics (*.png)
• PDF Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Enkele pagina (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• PDF/A Meerdere pagina's (*.pdf) (aanbevolen voor het scannen en delen van documenten)
• Hoge compressie PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Hoge compressie PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
-
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Bestand
Ja
-
-
Ja
219
• Veilige PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Veilige PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• XML Paper Specification (*.xps) (de XML Paper Specification is beschikbaar voor Windows Vista ® ,
Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10 of wanneer u toepassingen gebruikt die XML Paper
Specification-bestanden ondersteunen)
Voor OCR :
• Text (*.txt)
• HTML 3.2 (*.htm)
• HTML 4.0 (*.htm)
• Doorzoekbare PDF Enkele pagina (*.pdf)
• Doorzoekbare PDF Meerdere pagina's (*.pdf)
• WordPad (*.rtf)
• RTF Word 2000 (*.rtf)
• WordPerfect 9, 10 (*.wpd)
• Microsoft Excel 2003, XP (*.xls)
Voor E-mail en Bestand :
• Microsoft Office Word (*.docx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office PowerPoint (*.pptx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Microsoft Office Excel (*.xlsx) (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Doelprogramma
Selecteer de doeltoepassing uit de vervolgkeuzelijst.
OCR-taal
Stel de OCR-taal in die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document(alleen op bepaalde modellen beschikbaar).
Bestandsnaam
Klik op Wijzigen om het voorvoegsel van de bestandsnaam te wijzigen.
Doelmap
Klik op het pictogram van de map en blader naar de map waarin u de gescande documenten wilt opslaan.
Scanlocatie
Selecteer het keuzerondje Map of SharePoint om op te geven waar u uw gescande documenten wilt opslaan.
Map weergeven
Selecteer deze optie om na het scannen automatisch de bestemmingsmap weer te geven.
Venster Opslaan als weergeven
Selecteer deze optie als u telkens wanneer u scant de bestemming voor de gescande afbeelding wilt opgeven.
Prioriteit van bestandsgrootte
Pas de compressieverhouding van de gescande afbeelding aan. Wijzig de bestandsgrootte door de Prioriteit van bestandsgrootte -schuifbalk naar rechts of links te verplaatsen.
Voorbeeldscan
Selecteer Voorbeeldscan om een voorbeeld van uw afbeelding te zien en ongewenste gedeelten bij te snijden alvorens te scannen.
Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
220
Type Scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
• Automatisch
Gebruik voor elk documenttype. Deze modus kiest automatisch de geschikte kleurdiepte van het document.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van het document in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte .
• Als u de optie 1 - 2 (A4) selecteert, wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5formaat.
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van de Helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het niveau van het Contrast in te stellen.
Continu scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Tweezijdig scannen
Schakel dit selectievakje in om beide zijden van het document te scannen. Wanneer u de functie voor automatisch tweezijdig scannen gebruikt, moet u afhankelijk van de lay-out van uw origineel de optie
Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het gecreëerde gegevensbestand correct wordt weergegeven. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Automatisch bijsnijden
Scan meerdere documenten die op de glasplaat gelegd zijn. De machine maakt na het scannen van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aan.
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Geavanceerde inst.
Configureer de geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde inst.
te klikken in het dialoogvenster voor de scaninstellingen.
221
• Verwijder doorlopers/Patronen
Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
• Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
• Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Scanresultaten weergeven
Hiermee toont u het totale aantal pagina's dat is opgeslagen en de blanco pagina's die zijn overgeslagen op uw computerscherm. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
ADF autom. rechtzetten
Tijdens het scannen van het document vanuit de ADF (automatische documentinvoer), corrigeert de machine automatisch scheeftrekken van het document. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Standaard
Selecteer deze optie om voor alle instellingen de fabrieksinstellingen te herstellen.
Verwante informatie
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
222
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) > Scannen met Nuance
™ PaperPort ™ 14 of een andere Windows ® -toepassing
Scannen met Nuance ™ PaperPort ™ 14 of een andere Windows ® toepassing
U kunt de toepassing Nuance ™ PaperPort ™ 14 gebruiken om te scannen.
• Om Nuance ™ PaperPort ™ 14 te downloaden, klikt u op ( Brother Utilities ), selecteert u Doe meer in de linkernavigatiebalk en klikt u vervolgens op PaperPort .
• Nuance ™ PaperPort ™ 14 ondersteunt Windows Vista ® (SP2 of recenter), Windows ® 7, Windows ® 8,
Windows ® 8.1, Windows ® 10 Home, Windows ® 10 Pro, Windows ® 10 Education en Windows ® 10
Enterprise.
• Klik voor gedetailleerde instructies over het gebruik van elke toepassing op het Help -menu van de toepassing en vervolgens op Startgids op het Help -lint.
De scaninstructies in deze stappen zijn voor PaperPort ™ 14. Voor andere Windows ® -toepassingen zijn deze stappen vergelijkbaar. PaperPort ™ 14 ondersteunt de TWAIN- en WIA-driver; in deze stappen wordt de TWAIN-driver (aanbevolen) gebruikt.
• Afhankelijk van het model van uw machine is Nuance ™ PaperPort ™ 14 mogelijk niet inbegrepen. Gebruik in dit geval een andere softwaretoepassing om te scannen.
1. Plaats uw document.
2. Start PaperPort ™ 14.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik met uw computer op (Starten) > Alle programma's > Nuance PaperPort 14 > PaperPort .
• Windows ® 8
Klik op ( PaperPort ).
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Nuance PaperPort 14 > PaperPort .
3. Klik op het Bureaublad -menu en vervolgens op Scaninstellingen op het Bureaublad -lint.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen verschijnt aan de linkerzijde van het scherm.
4. Klik op Selecteren...
.
5. Selecteer TWAIN: TW-Brother MFC-XXXX of TWAIN: TW-Brother MFC-XXXX LAN (waarbij MFC-XXXX voor de modelnaam van uw machine staat) in de lijst met beschikbare scanners. Om de WIA-driver te gebruiken, selecteert u de Brother-driver met de naam "WIA".
6. Schakel in het deelvenster Scannerdialoogvenster weergeven het selectievakje Scannen of foto ophalen in.
7. Klik op Scannen .
Het dialoogvenster voor het instellen van de scanner verschijnt.
223
8. Wijzig indien nodig de instellingen in het venster voor het instellen van de scanner.
9. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens uw documentgrootte.
Om beide zijden van het document te scannen (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW):
Automatisch tweezijdig scannen is alleen mogelijk vanuit de ADF (automatische documentinvoer).
U kunt Vooraf scannen niet gebruiken om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
10. Klik op Voorbeeldscan als u vóór het scannen een voorbeeld van uw afbeelding wilt weergeven en ongewenste delen wilt bijsnijden.
11. Klik op Starten .
Het scannen wordt gestart.
Verwante informatie
•
Scan vanaf uw computer (Windows ® )
•
TWAIN-driverinstellingen (Windows ® )
224
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
® )
TWAIN-driverinstellingen (Windows ® )
• De namen van de onderdelen en de waarden die u kunt toekennen, zijn afhankelijk van de machine.
• De optie Helderheid is alleen beschikbaar wanneer u de opties Zwart-wit , Grijs (Foutdiffusie) , Ware grijstinten of 24bit kleur selecteert uit de Type scan -instellingen.
• De optie Contrast is alleen beschikbaar wanneer u de opties Grijs (Foutdiffusie) , Ware grijstinten of
24bit kleur selecteert uit de Type scan -instellingen.
1. Scan
Selecteer de optie Foto , Web of Tekst afhankelijk van het soort document dat u wilt scannen.
Scan (beeldtype)
Foto
Web
Tekst
Gebruiken voor het scannen van foto's.
Gebruiken voor het toevoegen van het gescande beeld aan webpagina's.
Gebruiken voor het scannen van tekstdocumenten.
Resolutie
300 x 300 dpi
100 x 100 dpi
200 x 200 dpi
Type scan
24bit kleur
24bit kleur
Zwart-wit
225
2. Resolutie
Selecteer een scanresolutie in de vervolgkeuzelijst Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
3. Type scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
4. Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van uw document in de vooraf ingestelde scanformaten.
Als u Afwijkende selecteert, wordt het dialoogvenster Afwijkende documentgrootte weergegeven en kunt u de documentgrootte opgeven.
5. Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het helderheidsniveau in te stellen.
6. Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het contrastniveau in te stellen.
7. Tweezijdig scannen
Scan beide zijden van het document. Wanneer u de functie voor automatisch tweezijdig afdrukken gebruikt, moet u de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren in de vervolgkeuzelijst Tweezijdig scannen zodat de pagina's in de juiste richting liggen wanneer u deze omdraait.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
226
8. Automatisch bijsnijden
Scan meerdere documenten die op de glasplaat gelegd zijn. De machine maakt na het scannen van elk document aparte bestanden of een enkel bestand van meerdere pagina's aan.
9. Geavanceerde instellingen
Configureer geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner te drukken.
• Papier
Autom. rechtmaken
Stel de machine zo in dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand vanuit de ADF (automatische documentinvoer).
Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
• Verbetering
Verwerking op de achtergrond
• Verwijder doorlopers/Patronen
Hiermee voorkomt u doordrukken van de inkt.
• Achtergrondkleur verwijderen
Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.
Colour Drop (Kleur verwijderen)
Hiermee selecteert u een kleur die u uit de gescande afbeelding wilt verwijderen.
Opmaak vetgedrukte letters
Hiermee kunt u de tekens van het origineel benadrukken door ze vet te maken.
Correctie van wazige tekens
Hiermee corrigeert u onderbroken of onvolledige tekens van het origineel om ze beter leesbaar te maken.
Randen benadrukken
Hiermee maakt u de tekens van het origineel scherper.
Ruis verminderen
Met deze instelling verbetert u de kwaliteit van gescande beelden. De optie Ruis verminderen is beschikbaar wanneer u de optie 24bit kleur en de scanresolutie 300 x 300 dpi , 400 x 400 dpi of 600 x 600 dpi selecteert.
• Papier hanteren
Opvullen van randen
Hiermee vult u de vier randen van de gescande afbeelding met de geselecteerde kleur en breedte in.
Blanco pagina overslaan
Verwijder de lege pagina's van het document uit de scanresultaten. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Doorlopend scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Verwante informatie
•
Scannen met Nuance ™ PaperPort ™ 14 of een andere Windows ® -toepassing
•
227
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) > Scan met Windows
® Photo Gallery of
Windows ® Faxen en scannen
Scan met Windows ® Photo Gallery of Windows ® Faxen en scannen
De toepassingen Windows ® Photo Gallery of Windows ® Faxen en scannen zijn andere opties die u voor scannen kunt gebruiken.
• Deze toepassingen maken gebruik van de WIA-scannerdriver.
• Als u een gedeelte van een pagina wilt bijsnijden na het vooraf scannen van het document, moet u scannen via de glasplaat (ook wel flatbed genoemd).
1. Plaats uw document.
2. Start uw scantoepassing. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• (Windows ® Photo Gallery)
Klik op Bestand > Van camera of scanner importeren .
• (Windows ® Faxen en scannen)
Klik op Bestand > Nieuw > Zoeken .
3. Selecteer de scanner die u wilt gebruiken.
4. Klik op Importeren of OK .
Het dialoogvenster Nieuwe scan verschijnt.
5. Wijzig indien nodig de instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner.
De scanresolutie kan op maximaal 1200 dpi worden ingesteld. Gebruik de Scanner Toepassing -software van Brother Utilities als u met een hogere resolutie wilt scannen.
228
Als uw machine tweezijdig scannen ondersteunt en u beide zijden van uw document wilt scannen, selecteert u Papierinvoer (dubbelzijdig scannen) als Bron .
6. Klik op Zoeken .
De machine begint het document te scannen.
Verwante informatie
•
Scan vanaf uw computer (Windows ® )
•
WIA-driver instellen (Windows ® )
229
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) >
Scan met Windows ® Photo Gallery of
Windows ® Faxen en scannen > WIA-driver instellen (Windows
® )
WIA-driver instellen (Windows ® )
Papierinvoer
Selecteer de optie Documentinvoer of Flatbed uit de vervolgkeuzelijst.
Type afbeelding (Afbeeldingstype)
Selecteer Kleurenafbeelding , Zwart-witafbeelding , Zwart-witafbeelding of tekst of Aangepaste instellingen voor het type document dat u wilt scannen.
Om geavanceerde instellingen te wijzigen, klikt u op de koppeling De kwaliteit van de gescande foto aanpassen .
Paginagrootte
De optie Paginaformaat is beschikbaar wanneer u de Documentinvoer selecteert als de Papierinvoer optie.
230
Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het contrastniveau in te stellen.
Resolutie (dpi)
Selecteer een scanresolutie in de lijst Resolutie (dpi) . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Verwante informatie
•
Scan met Windows ® Photo Gallery of Windows ® Faxen en scannen
231
> Scan vanaf uw computer (Windows ® ) > BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer
installeren (Windows ® )
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer installeren (Windows ® )
BookScan Enhancer en Whiteboard Enhancer zijn beeldverwerkingsprogramma's. Met BookScan Enhancer kunt u afbeeldingen die u uit boeken scant automatisch corrigeren. Met Whiteboard Enhancer kunt u tekst en afbeeldingen in foto's die van een whiteboard zijn genomen opschonen en verbeteren.
Deze toepassingen zijn niet beschikbaar voor de Windows Server ® -serie.
• De machine dient te zijn ingeschakeld en op de computer te zijn aangesloten.
• De computer dient een internetverbinding te hebben.
• U dient als beheerder te zijn aangemeld.
1. Klik op ( Brother Utilities ).
2. Selecteer uw machine in de vervolgkeuzelijst.
3. Selecteer Doe meer in de linkernavigatiebalk.
4. Klik op BookScan&WhiteBoard Suite en volg de aanwijzingen op het scherm om het programma te installeren.
Verwante informatie
•
Scan vanaf uw computer (Windows ® )
232
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
Scan vanaf uw computer (Macintosh)
Er zijn verschillende manieren waarop u uw Macintosh kunt gebruiken om foto's en documenten op uw machine van Brother te scannen. Gebruik de softwaretoepassingen van Brother of uw favoriete scantoepassing.
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Macintosh)
233
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
Gebruik de ControlCenter-software van Brother om foto's te scannen en als JPEG- of PDF-bestand of in een andere bestandsindeling op te slaan.
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met ControlCenter2
•
Scan automatisch beide zijden van een document met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Beide zijden van een ID-kaart scannen met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scannen naar een Office-bestand met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scaninstellingen voor ControlCenter2 (Macintosh)
234
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
Gescande foto's of afbeeldingen rechtstreeks naar uw computer verzenden.
1. Plaats uw document.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop Afbeelding .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
235
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, het bestemmingspad, de resolutie en de kleur.
Om de bestandsnaam of bestemming te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
.
6. Klik op de knop Starten met scannen .
De machine begint met scannen. Het gescande beeld wordt geopend in de door u geselecteerde toepassing.
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
236
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
> Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met ControlCenter2 (Macintosh)
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met
ControlCenter2 (Macintosh)
1. Plaats uw document.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop Bestand .
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
237
5. Klik op het snelmenu Type Bestand en selecteer vervolgens een PDF-bestand.
Om het document als een met een wachtwoord beveiligd PDF-bestand op te slaan, selecteert u Beveiligde
PDF (*.pdf)...
uit het snelmenu Type Bestand , voert u het wachtwoord in de velden Wachtwoord en
Wachtwoord opnieuw in en klikt u vervolgens op OK .
6. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals de bestandsnaam, de bestemmingsmap, de resolutie en de kleur.
7. Klik op de knop Starten met scannen .
De machine begint met scannen. Het bestand wordt opgeslagen in de door u geselecteerde map.
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
238
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
> Scan automatisch beide zijden van een document met ControlCenter2 (Macintosh)
Scan automatisch beide zijden van een document met ControlCenter2
(Macintosh)
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats documenten in de ADF (automatische documentinvoer).
Om beide zijden van een document automatisch te scannen, gebruikt u de ADF (automatische documentinvoer) en niet de glasplaat.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop voor scaninstellingen ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ) die u wilt gebruiken.
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
5. Vink het selectievakje Tweezijdig scannen aan.
6. Selecteer de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant , afhankelijk van de originele lay-out (zie tabel voor lay-outvoorbeelden).
Instelling voor tweezijdig scannen Lay-out origineel
Inbinden aan de lange kant
Scanresultaat
239
Instelling voor tweezijdig scannen Lay-out origineel
Inbinden aan de korte kant
Scanresultaat
7. Configureer indien nodig de andere instellingen.
8. Klik op de knop Starten met scannen .
De machine begint met scannen.
U hebt nu de standaardinstellingen gewijzigd voor uw geselecteerde Scannen naar-actie. Deze instellingen worden actief de volgende keer dat op dit scantype ( Afbeelding , OCR , E-mail of Bestand ) voor deze actie wordt geklikt.
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
240
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
> Beide zijden van een ID-kaart scannen met ControlCenter2 (Macintosh)
Beide zijden van een ID-kaart scannen met ControlCenter2 (Macintosh)
1. Plaats een identiteitskaart op de glasplaat.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop Bestand .
Het dialoogvenster met scaninstellingen verschijnt.
241
5. Schakel het selectievakje ID-kaartscan in.
Het instructiedialoogvenster verschijnt.
6. Lees de instructies op het scherm en druk vervolgens op OK .
7. Configureer indien nodig de andere instellingen.
8. Klik op de knop Starten met scannen .
De machine scant één zijde van de identiteitskaart.
9. Als de machine klaar is met het scannen van de eerste zijde, draait u de identiteitskaart om en klikt u vervolgens op Doorgaan om de andere zijde te scannen.
10. Klik op Voltooien .
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
242
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
> Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Macintosh)
Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Macintosh)
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
De functie Scannen naar e-mail ondersteunt geen webmaildiensten. Gebruik de functie Scannen naar afbeelding of Scannen naar bestand om een document of afbeelding te scannen en vervolgens als emailbijlage te versturen.
1. Plaats uw document.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop E-mail .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
243
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, het bestemmingspad, de resolutie en de kleur.
Om de bestandsnaam of bestemming te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
.
6. Klik op de knop Starten met scannen .
De machine begint met scannen. Uw standaard e-mailprogramma opent en de gescande afbeelding wordt als bijlage aan een nieuwe, lege e-mail toegevoegd.
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
244
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
> Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2 (Macintosh)
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2
(Macintosh)
Met behulp van OCR-technologie (optical character recognition) kan de machine de tekens in een gescand document naar tekst converteren. Vervolgens kunt u deze tekst met een tekstverwerkingsprogramma naar keuze bewerken.
De functie Scannen naar OCR is voor bepaalde talen beschikbaar.
1. Plaats uw document.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop OCR .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
245
5. Wijzig indien nodig de scaninstellingen zoals het bestandsformaat, de bestandsnaam, het bestemmingspad, de resolutie en de kleur.
Om de bestandsnaam of bestemming te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
.
6. Klik op de knop Starten met scannen .
De machine scant het document, converteert het naar een bewerkbare tekst en stuurt het vervolgens naar uw standaard tekstverwerkingsprogramma.
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
246
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scannen naar een Office-bestand met ControlCenter2 (Macintosh)
Scannen naar een Office-bestand met ControlCenter2 (Macintosh)
Uw machine kan gescande gegevens naar een Microsoft ® Word-bestand of een Microsoft ® PowerPoint ® bestand converteren.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet uw computer verbinding hebben met het internet.
1. Plaats uw document.
2. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
3. Klik op het tabblad SCAN .
4. Klik op de knop E-mail of Bestand .
Het dialoogvenster voor scaninstellingen verschijnt.
5. Klik op het snelmenu Type Bestand en selecteer vervolgens de optie Microsoft Office Word (*.docx) of
Microsoft Office PowerPoint (*.pptx) .
Als een melding over de internetverbinding verschijnt, leest u de informatie en klikt u op OK .
6. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
7. Klik op de knop Starten met scannen .
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
247
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scaninstellingen voor ControlCenter2 (Macintosh)
Scaninstellingen voor ControlCenter2 (Macintosh)
Instellingen
Doelprogramma / E-mailprogramma
Type Bestand
Bestandsgrootte
OCR-taal
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Doelbestandslocatie
Bestandsnaam
Datum in bestandsnaam invoegen
Bestemmingsfolder
Venster Opslaan als weergeven
Resolutie
Type Scan
Documentgrootte
Continu scannen
Tweezijdig scannen
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
ID-kaartscan
Scannerinterface weergeven
Geavanceerde inst.
Terugzetten Standaard Instellingen
Beschikbare functies
Afbeelding OCR E-mail
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Bestan d
-
Ja
Ja
-
Doelprogramma/E-mailprogramma
Selecteer met welke toepassing gescande gegevens worden geopend. U kunt alleen een toepassing selecteren die op de computer is geïnstalleerd.
• Toevoegen
Voeg een toepassing aan het snelmenu toe.
Tik in het veld Programmanaam de naam van de toepassing (maximaal 30 tekens) en selecteer de gewenste toepassing door op de knop Browse te klikken. Selecteer de optie Type Bestand in het snelmenu.
• Verwijderen
Verwijder een toepassing die u aan het snelmenu hebt toegevoegd.
Selecteer de toepassing in het snelmenu Programmanaam en klik vervolgens op Verwijderen .
Type Bestand
Selecteer het bestandstype dat u voor de gescande gegevens wilt gebruiken.
Bestandsgrootte
Wijzig de bestandsgrootte door de schuifregelaar Bestandsgrootte naar links of rechts te schuiven.
OCR-taal
U kunt de OCR-taal instellen die overeenstemt met de taal van de tekst van het gescande document (alleen beschikbaar voor bepaalde modellen).
248
Doelbestandslocatie
Klik op de knop Wijzigen...
om de prefix van de bestandsnaam en het pad van de bestemmingsmap te wijzigen.
Bestandsnaam
Typ indien nodig een prefix voor uw bestandsnaam in. Om de prefix voor de functies Afbeelding , OCR en Email te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
.
Datum in bestandsnaam invoegen
Voert automatisch de datum in de bestandsnaam van de gescande afbeelding in. Om de datum in de bestandsnaam in te voegen voor de functie Afbeelding , OCR en E-mail , klikt u op Wijzigen...
.
Bestemmingsfolder
Om de map voor de functie Afbeelding , OCR en E-mail te wijzigen, klikt u op Wijzigen...
. Klik op Browse om de map te selecteren waarin u uw gescande document wilt opslaan. Selecteer de optie Map weergeven om na het scannen automatisch de bestemmingsmap voor het Bestand weer te geven.
Venster Opslaan als weergeven
Selecteer deze optie als u telkens wanneer u scant de bestemming voor de gescande afbeelding wilt opgeven.
Resolutie
Selecteer een scanresolutie uit het snelmenu Resolutie . Hogere resoluties vergen meer geheugen en overdrachttijd, maar produceren een verfijndere scanafbeelding.
Type Scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware Grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit Kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
• Automatisch
Gebruik deze optie voor alle soorten documenten. Deze modus kiest automatisch een geschikte kleurendiepte voor het document.
Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van het document in het snelmenu Documentgrootte .
• Als u de optie 1 - 2 (A4) selecteert, wordt de gescande afbeelding verdeeld in twee documenten van A5formaat.
Continu scannen
Selecteer deze optie om meerdere pagina's te scannen. Na het scannen van een pagina kunt u doorgaan of stoppen met scannen.
Tweezijdig scannen
Schakel dit selectievakje in om beide zijden van het document te scannen. Wanneer u de functie Automatisch dubbelzijdig scannen gebruikt, moet u, afhankelijk van de lay-out van het originele document, de optie
Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het aangemaakte gegevensbestand correct weergegeven wordt. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
249
ID-kaartscan
Vink dit selectievakje aan om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina af te drukken.
Scannerinterface weergeven
Selecteer dit selectievakje om na het maken van een voorbeeldscan van het document een deel van de gescande pagina bij te snijden.
Geavanceerde inst.
Configureer de geavanceerde instellingen door op de knop Geavanceerde inst.
te klikken in het dialoogvenster voor de scaninstellingen.
• Helderheid
Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen.
• Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones.
• ADF autom. rechtzetten
Tijdens het scannen van het document vanuit de ADF (automatische documentinvoer), corrigeert de machine automatisch scheeftrekken van het document. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Achtergrondkleur verwijderen
Selecteer deze optie om de basiskleur van documenten te verwijderen, zodat de gescande gegevens beter worden herkend. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u uit drie instellingen kiezen: hoog, middelmatig of laag.
• Blanco pagina overslaan
Hiermee verwijdert u blanco pagina's van het document uit de scanresultaten. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Scanresultaten weergeven
Hiermee toont u het totale aantal pagina's dat is opgeslagen en de blanco pagina's die zijn overgeslagen. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
Terugzetten Standaard Instellingen
Selecteer deze optie om voor alle instellingen de fabrieksinstellingen te herstellen.
Verwante informatie
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
250
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Macintosh)
Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Macintosh)
U kunt ook scannen met TWAIN-compatibele toepassingen. Raadpleeg de handleiding van uw toepassing voor meer informatie over de scanprocedure.
1. Start uw grafische toepassing en selecteer de scanfunctie.
Het dialoogvenster voor de installatie van de scanner verschijnt.
2. Wijzig indien nodig de scaninstellingen, zoals de opties Resolutie , Type scan of beeld aanpassen .
3. Klik op het snelmenu Documentgrootte en selecteer vervolgens uw documentgrootte.
4. Klik op de optie Voorbeeldscan om een voorbeeld van uw afbeelding te zien en ongewenste gedeelten bij te snijden alvorens te scannen.
• Zodra u een documentgrootte hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte aanpassen door de muisknop ingedrukt te houden en de muisaanwijzer te verslepen over het gedeelte dat u wilt scannen.
• Om beide zijden van het document te scannen (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW):
Automatisch tweezijdig scannen is alleen mogelijk vanuit de ADF (automatische documentinvoer).
U kunt het scangebied niet aanpassen.
U kunt Vooraf scannen niet gebruiken om een voorbeeld van de afbeelding te bekijken.
5. Klik op Starten .
Het scannen wordt gestart.
Verwante informatie
•
Scan vanaf uw computer (Macintosh)
•
TWAIN-driverinstellingen (Macintosh)
251
> Scan vanaf uw computer (Macintosh)
> Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Macintosh)
> TWAIN-driverinstellingen (Macintosh)
TWAIN-driverinstellingen (Macintosh)
4
5
6
1
2
3
• Namen van de onderdelen en waarden die u kunt toekennen, zijn afhankelijk van de machine.
• De instelling Contrast is alleen beschikbaar wanneer u de opties Grijs (Foutdiffusie) , Ware grijstinten of 24bit kleur selecteert in de Type scan -opties.
1. Resolutie
Selecteer een scanresolutie in het snelmenu Resolutie . Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
2. Type scan
Selecteer uit een reeks kleurdiepten voor de scan.
• Zwart-wit
Gebruiken voor tekst of lijntekeningen.
• Grijs (Foutdiffusie)
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode om gesimuleerde grijze beelden te creëren zonder daarbij gebruik te maken van echte grijze punten.
Zwarte punten worden in een bepaald patroon geplaatst om een grijze schijn te geven.)
• Ware grijstinten
Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat hij tot 256 tinten grijs gebruikt.
• 24bit kleur
Gebruiken om een afbeelding aan te maken met de nauwkeurigste kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt het meeste geheugen en de langste overdrachtstijd.
3. Documentgrootte
Selecteer het exacte formaat van uw document in de vooraf ingestelde scanformaten.
• Als u Afwijkende selecteert, kunt u de documentgrootte specificeren.
252
4. beeld aanpassen
Klik op de knop beeld aanpassen om andere beeldkwaliteiten aan te passen.
Helderheid
U kunt het niveau voor de Helderheid instellen door de schuifregelaar naar links of rechts te schuiven om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. U kunt ook een waarde in het vak invoeren om de helderheid in te stellen.
Contrast
Verhoog of verlaag het Contrast door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vak invoeren om het contrast in te stellen.
Ruis verminderen
Met deze optie verbetert u de kwaliteit van de gescande afbeeldingen. De optie Ruis verminderen is beschikbaar wanneer u de optie 24bit kleur en de scanresolutie 300 x 300 dpi , 400 x 400 dpi of 600 x
600 dpi geselecteerd hebt.
5. Tweezijdig scannen
Als u dit selectievakje aanvinkt, worden beide zijden van het document gescand. Wanneer u de functie
Automatisch dubbelzijdig scannen gebruikt, moet u, afhankelijk van de lay-out van het originele document, de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant selecteren om ervoor te zorgen dat het aangemaakte gegevensbestand correct weergegeven wordt.
(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
6. Beeld draaien
Bewerk de gescande afbeelding.
Verwante informatie
•
Scannen met behulp van TWAIN-compatibele toepassingen (Macintosh)
253
> Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
•
Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
254
> Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
> Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
Het e-mailrapport voor scantaken instellen met Beheer via een webbrowser
Als u een document scant, stuurt de machine automatisch een e-mailrapport van scantaken naar het geregistreerde e-mailadres.
1. Start uw webbrowser.
Voer "http://IP-adres van de machine" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
Standaard is er geen wachtwoord nodig. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op .
2. Klik op het tabblad Scannen .
3. Klik op het E-mailrapport voor scantaken -menu in de linkernavigatiebalk.
4. In het veld Adres van beheerder voert u het e-mailadres in.
5. Voor de gewenste scanfuncties selecteert u Aan om een e-mailrapport van scantaken te verzenden.
6. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Scaninstellingen configureren met Beheer via een webbrowser
255
Kopiëren
•
•
Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
•
•
Kopieën met paginalay-out maken (N op 1 of Poster)
•
Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
•
•
Snelkoppelingen voor kopiëren op A3-formaat gebruiken
•
Kopiëren in inkt besparen-modus
•
•
Vooraf ingestelde kopieerinstellingen
256
> Een document kopiëren
Een document kopiëren
MFC-J6530DW
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Plaats uw document.
3. Druk op [Kopiëren] .
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
4. Wijzig indien nodig de kopieerinstellingen.
Wanneer u ander papier dan normaal papier van A4-formaat in de lade plaatst, moet u de instellingen bij
[Papierformaat] en [Papiersoort] wijzigen door op [Opties] te drukken.
Optie
(Aantal kopieën)
Opties
Aanduidingen huidige instellingen
Beschrijving
Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op of + .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op OK .
• Voer het aantal exemplaren met behulp van de kiestoetsen in.
Druk op wijzigen.
om alleen de kopieerinstellingen voor de volgende kopie te
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op OK .
Druk op het gedeelte dat in de vorige stap op het scherm werd aangegeven om deze instellingen alleen voor de volgende fax te wijzigen.
• Vergr/verkl (Vergr./verkl.)
• Dubbelzijdig
• Papierformaat
• Kwaliteit
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op OK .
257
Als u klaar bent met het kiezen van nieuwe opties, kunt u ze opslaan door op de knop [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] te drukken.
5. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
Druk op om het kopiëren te stoppen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Zorg ervoor dat u papier met het juiste formaat in de papierlade hebt geplaatst.
2. Plaats uw document.
3. Druk op [Kopie] .
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
4. Wijzig indien nodig de kopieerinstellingen.
Wanneer u ander papier dan normaal papier van A4-formaat in de lade plaatst, moet u de instellingen bij
[Papierformaat] en [Papiersoort] wijzigen door op [Opties] te drukken.
Optie
(Aantal kopieën)
Voorinstellingen voor kopiëren
Opties
Aanduidingen huidige instellingen
Beschrijving
Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op of + .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op OK .
• Voer het aantal exemplaren met behulp van de kiestoetsen in.
U kunt kopiëren met uiteenlopende instellingen door op de knoppen te drukken die al in de machine zijn ingesteld.
Om deze instellingen te selecteren, drukt u op en veegt u naar links of rechts of drukt u op d of c .
Druk op wijzigen.
om alleen de kopieerinstellingen voor de volgende kopie te
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op OK .
•
Druk op de volgende pictogrammen om deze instellingen alleen voor de volgende kopie te wijzigen.
Vergroten/verkleinen
258
Optie
•
•
•
Beschrijving
2-zijdige kopie
Ladeselectie
Kwaliteit
Als u klaar bent met het selecteren van nieuwe opties, kunt u ze opslaan door op de knop [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] te drukken.
5. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
Druk op om het kopiëren te stoppen.
Verwante informatie
•
•
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen
•
Documenten op de glasplaat plaatsen
•
Vooraf ingestelde kopieerinstellingen
•
259
> Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
Gekopieerde afbeeldingen vergroten of verkleinen
Selecteer een vergrotings- of verkleiningspercentage om uw gekopieerde gegevens een ander formaat te geven.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopiëren] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Vergr/verkl (Vergr./verkl.)] .
5. Druk op a of b om de beschikbare opties weer te geven en druk vervolgens op de optie die u wilt wijzigen.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [Vergroten] of [Verkleinen] hebt geselecteerd, drukt u op het gewenste vergrotingsof verkleiningspercentage.
• Als u de optie [Aangepast (25-400%)] hebt geselecteerd, drukt u op (Backspace) om het weergegeven percentage te wissen of drukt u op d om de cursor te verplaatsen, en voert u vervolgens een vergrotings- of verkleiningspercentage tussen [25%] en [400%] in.
Druk op [OK] .
• Als u de optie [100%] of [Aanp. aan pag.] hebt geselecteerd, gaat u naar de volgende stap.
7. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde opties en druk vervolgens op [OK] .
8. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
Als u de optie [Aanp. aan pag.] hebt geselecteerd, wordt de kopieergrootte afgestemd op het papierformaat dat op de machine is ingesteld.
• De optie [Aanp. aan pag.] werkt niet naar behoren als het document op de glasplaat meer dan 3 graden schuin ligt. Gebruik de documentgeleiders aan de linker- en bovenzijde om uw document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
• De optie [Aanp. aan pag.] is niet beschikbaar voor documenten van Legal-formaat.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
260
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Vergroten/verkleinen] .
5. Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b om de beschikbare opties weer te geven en druk vervolgens op de optie die u wilt wijzigen.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [Vergroten] of [Verkleinen] hebt geselecteerd, drukt u op het gewenste vergrotingsof verkleiningspercentage.
• Als u de optie [Aangepast (25-400%)] hebt geselecteerd, drukt u op (Backspace) om het weergegeven percentage te wissen of drukt u op d om de cursor te verplaatsen, en voert u vervolgens een vergrotings- of verkleiningspercentage tussen [25%] en [400%] in.
Druk op [OK] .
• Als u de optie [100%] of [Aanp. aan pag.] hebt geselecteerd, gaat u naar de volgende stap.
7. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde opties en druk vervolgens op [OK] .
8. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
Als u de optie [Aanp. aan pag.] hebt geselecteerd, wordt de kopieergrootte afgestemd op het papierformaat dat op de machine is ingesteld.
• De optie [Aanp. aan pag.] werkt niet naar behoren als het document op de glasplaat meer dan 3 graden schuin ligt. Gebruik de documentgeleiders aan de linker- en bovenzijde om uw document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
• De optie [Aanp. aan pag.] is niet beschikbaar voor documenten van Legal-formaat.
Verwante informatie
•
•
261
> Kopieën sorteren
Kopieën sorteren
Meerdere kopieën sorteren. Pagina's worden gestapeld in de orde waarin ze worden ingevoerd, dat is: 1, 2, 3 enzovoort.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopiëren] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Stapel/Sorteer] > [Sorteer] .
5. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen en druk vervolgens op [OK] .
6. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
Als u het document in de ADF hebt geplaatst, scant de machine het document en begint vervolgens met afdrukken.
7.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Om meerdere kopieën te sorteren, drukt u op [Opties] > [Stapel/Sorteer] > [Sorteer] .
5. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen en druk vervolgens op [OK] .
6. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur
Start] .Als u het document in de ADF (automatische documentinvoer) hebt geplaatst, scant de machine de pagina's en begint vervolgens met afdrukken.
7.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
262
Verwante informatie
•
263
> Kopieën met paginalay-out maken (N op 1 of Poster)
Kopieën met paginalay-out maken (N op 1 of Poster)
De functie N-in-1-kopiëren bespaart papier door twee of vier pagina's van uw document op één pagina van de kopie te kopiëren. De posterfunctie verdeelt uw document in secties en vergroot vervolgens de secties zodat u ze tot een poster kunt samenvoegen. Om een poster af te drukken, gebruikt u de glasplaat.
• Zorg ervoor dat het papierformaat op A4, A3, Letter of Ledger is ingesteld.
• U kunt slechts één posterkopie per keer maken.
Met de functie 1 op 2 kopieert u één vel papier van A3- of Ledger-formaat op twee vellen papier van A4- of
Letter-formaat.
U kunt slechts één 1 op 2-kopie per keer maken.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopiëren] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Pagina layout (Pagina lay-out)] .
5. Druk op a of b om de opties weer te geven en druk vervolgens op de optie naar keuze.
264
Optie
Uit(1op1)
2 op 1 (staand)
2 op 1 (liggend)
2op1(ID)
(Met behulp van de glasplaat)
-
Beschrijving
4 op 1 (staand)
4 op 1 (liggend)
1>2
(Met behulp van de glasplaat)
Poster(2x1)
(Met behulp van de glasplaat)
Poster(2x2)
(Met behulp van de glasplaat)
Poster(3x3)
(Met behulp van de glasplaat)
6. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen en druk vervolgens op [OK] .
7. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
Als u het document in de ADF hebt geplaatst of een poster maakt, worden de pagina's door de machine gescand en wordt het afdrukken gestart.
265
8.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Pagina layout (Pagina lay-out)] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de opties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Optie
Uit(1op1)
2 op 1 (staand)
-
Beschrijving
2op1(liggend)
2op1(ID)
(Met behulp van de glasplaat)
4 op 1 (staand)
4 op 1 (liggend)
1>2
(Met behulp van de glasplaat)
Poster(2x1)
(Met behulp van de glasplaat)
266
Optie
Poster(2x2)
(Met behulp van de glasplaat)
Beschrijving
Poster(3x3)
(Met behulp van de glasplaat)
6. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen en druk vervolgens op [OK] .
7. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
Als u het document in de ADF hebt geplaatst of een poster maakt, worden de pagina's door de machine gescand en wordt het afdrukken gestart.
8.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Verwante informatie
•
267
> Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
Verminder de hoeveelheid papier die u gebruikt door op beide zijden van het papier te kopiëren.
• U moet uit de volgende opties een tweezijdige kopieerlay-out kiezen voordat u tweezijdig kunt beginnen te kopiëren.
• De lay-out van uw originele document bepaalt welke tweezijdige kopieerlay-out u moet kiezen.
• We raden u aan enkelzijdige documenten voor 2-zijdig kopiëren in de ADF te plaatsen.
• (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
U kunt dubbelzijdige documenten (maximaal formaat A3) kopiëren met de ADF.
• (MFC-J6530DW)
Als u handmatig tweezijdige kopieën maakt van een tweezijdig document, gebruikt u de glasplaat.
• U kunt alleen normaal papier in het formaat A4, Letter, A5, A3, Ledger, Legal, Folio, Mexico Legal of India
Legal gebruiken.
Staand
Enkelzijdig naar tweezijdig (lange zijde omdraaien)
Enkelzijdig naar tweezijdig (korte zijde omdraaien)
Tweezijdig naar tweezijdig
2 2
Tweezijdig naar enkelzijdig (lange zijde omdraaien)
Tweezijdig naar enkelzijdig (korte zijde omdraaien)
Liggend
Enkelzijdig naar tweezijdig (lange zijde omdraaien)
Enkelzijdig naar tweezijdig (korte zijde omdraaien)
Tweezijdig naar tweezijdig
268
Tweezijdig naar enkelzijdig (lange zijde omdraaien)
Tweezijdig naar enkelzijdig (korte zijde omdraaien)
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopiëren] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Om meerdere kopieën te sorteren, drukt u op [Opties] > [Stapel/Sorteer] > [Sorteer] .
5. Druk op a of b om de optie [Dubbelzijdig] weer te geven en druk er vervolgens op.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u tweezijdige kopieën wilt maken van een enkelzijdig document, volgt u de onderstaande stappen: a. Druk op [Lay-out] en vervolgens op [Lange zijde omslaan] of [Korte zijde omslaan] om de lay-outopties te wijzigen.
b. Druk op [1-zijdig
⇒
2-zijdig] .
• Als u handmatig tweezijdige kopieën wilt maken van een tweezijdig document, drukt u op [2zijdig ⇒ 2-zijdig] .
Gebruik de glasplaat om handmatig tweezijdige kopieën van tweezijdige documenten te maken.
7. Controleer uw instellingen op het touchscreen en druk op [OK] .
8. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] . Als u het document in de ADF hebt geplaatst, scant de machine het document en begint vervolgens met afdrukken.
9.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Raak de afgedrukte pagina NIET aan voordat deze de tweede keer is uitgeworpen. De machine drukt de eerste zijde af, werpt het papier uit en voert het papier vervolgens weer in om de tweede zijde af te drukken.
Als de afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt, drukt u op [Instell.] > [Onderhoud]
> [Afdrukopties] > [Verminder vlekken] en verandert u de instellingen.
269
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Om meerdere kopieën te sorteren, drukt u op [Opties] > [Stapel/Sorteer] > [Sorteer] .
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [2-zijdige kopie] weer te geven en druk er vervolgens op.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u tweezijdige kopieën wilt maken van een enkelzijdig document, volgt u de onderstaande stappen: a. Druk op [Lay-out] en vervolgens op [Lange zijde omslaan] of [Korte zijde omslaan] om de lay-outopties te wijzigen.
b. Druk op [1-zijdig
⇒
2-zijdig] .
• Als u automatisch tweezijdige kopieën wilt maken van een tweezijdig document, drukt u op [2zijdig ⇒ 2-zijdig] .
Plaats uw document in de ADF (automatische documentinvoer) om de functie voor automatisch tweezijdig kopiëren te gebruiken.
• Als u enkelzijdige kopieën wilt maken van een tweezijdig document, volgt u de onderstaande stappen: a. Druk op [Lay-out] en vervolgens op [Lange zijde omslaan] of [Korte zijde omslaan] om de lay-outopties te wijzigen.
b. Druk op [2-zijdig
⇒
1-zijdig] .
Plaats uw document in de ADF (automatische documentinvoer) om de functie voor automatisch tweezijdig kopiëren te gebruiken.
7. Controleer uw instellingen op het touchscreen en druk op [OK] .
8. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] . Als u het document in de ADF hebt geplaatst, scant de machine de pagina's en begint vervolgens met afdrukken.
9.
Als u de glasplaat gebruikt, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Raak de afgedrukte pagina NIET aan voordat deze de tweede keer is uitgeworpen. De machine drukt de eerste zijde af, werpt het papier uit en voert het papier vervolgens weer in om de tweede zijde af te drukken.
Als de afdrukken vlekken bevatten of het papier vastloopt, drukt u op [Instell.] > [Onderhoud]
> [Afdrukopties] > [Verminder vlekken] en verandert u de instellingen.
Verwante informatie
•
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
270
> Een identiteitskaart kopiëren
Een identiteitskaart kopiëren
Gebruik de functie [2op1(ID)] om beide zijden van een identiteitskaart op één pagina te kopiëren, waarbij het originele kaartformaat wordt behouden.
• Zorg ervoor dat het papierformaat op A4 of Letter is ingesteld.
• U dient zich bij het kopiëren van identiteitskaarten aan de daarvoor geldende regels te houden. Meer informatie uu Handleiding product veiligheid
MFC-J6530DW
1. Plaats uw identiteitskaart met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
a a d b c a. 3 mm of groter (boven, links) b. 207 mm c. 145 mm d. scangebied
2. Druk op [Kopiëren] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Pagina layout (Pagina lay-out)] > [2op1(ID)] .
5. Controleer en bevestig de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [OK] .
6. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
De machine begint één zijde van de identiteitskaart te scannen.
271
7. Als de machine klaar is met het scannen van de eerste zijde, draait u de identiteitskaart om en klikt u vervolgens op [Doorgaan] om de andere zijde te scannen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw identiteitskaart met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.
a a d b c a. 3 mm of groter (boven, links) b. 207 mm c. 145 mm d. scangebied
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Pagina layout (Pagina lay-out)] > [2op1(ID)] .
5. Controleer en bevestig de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [OK] .
6. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
De machine begint één zijde van de identiteitskaart te scannen.
7. Als de machine klaar is met het scannen van de eerste zijde, draait u de identiteitskaart om en klikt u vervolgens op [Doorgaan] om de andere zijde te scannen.
Verwante informatie
•
272
> Snelkoppelingen voor kopiëren op A3-formaat gebruiken
Snelkoppelingen voor kopiëren op A3-formaat gebruiken
U kunt uw document op papierformaat Ledger of A3 kopiëren met een indeling, bijvoorbeeld in notitiestijl. Ook kunt u 2-op-1-kopieën en vergrote en verkleinde kopieën maken.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op d of c om de optie [Snelkopp. kopie A3] weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Als informatie wordt weergegeven op het touchscreen, leest u deze informatie en drukt u ter bevestiging op
[OK] .
4. Druk op d of c om opties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Optie
A3 2 op 1
Beschrijving
A3
A4 ⇒ A3
A3 ⇒ A4
A4 + not. (L) (A4 + notitie (L))
A4 + not. (S) (A4 + notitie (S))
A4+raster
A4+blanco (A4 + blanco)
A4 midden
5. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
273
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u meer instellingen wilt wijzigen, gaat u naar de volgende stap.
• Wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op de optie [Mono start] of [Kleur
Start] om het kopiëren te starten.
7. Druk op [Opties] .
8. Druk op de instelling die u wilt wijzigen.
9. Druk op uw nieuwe optie.
10. Herhaal de laatste twee stappen om indien nodig nog andere instellingen te wijzigen.
11. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [OK] .
12. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
13.
Als u de glasplaat gebruikt wanneer u de optie [A3 2 op 1] selecteert, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Snelkopp. kopie A3] weer te geven en druk erop.
3. Als informatie wordt weergegeven op het touchscreen, leest u deze informatie en drukt u ter bevestiging op
[OK] .
4. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de opties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Optie
A3 2op1
Beschrijving
A3
A4
⇒
A3
A3 ⇒ A4
A4 + notit(L)
274
Optie
A4 + notit(S)
A4+raster
A4+blanco (A4 + blanco)
A4 midden
Beschrijving
5. Druk op [OK] .
6. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u meer instellingen wilt wijzigen, gaat u naar de volgende stap.
• Wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op de knop [Mono start] of [Kleur
Start] om het kopiëren te starten.
8. Druk op [Opties] .
9. Druk op de instelling die u wilt wijzigen.
10. Druk op uw nieuwe optie. Herhaal deze laatste twee stappen als u nog meer instellingen wilt wijzigen.
11. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [OK] .
12. Druk op [Mono start] of [Kleur Start] .
13.
Als u de glasplaat gebruikt wanneer u de optie [A3 2op1] selecteert, herhaalt u de volgende stappen voor elke pagina van het document:
• Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk vervolgens op [Doorgaan] om de pagina te scannen.
• Wanneer alle pagina's zijn gescand, drukt u op [Voltooien] .
Verwante informatie
•
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
275
> Kopiëren in inkt besparen-modus
Kopiëren in inkt besparen-modus
Wanneer u inkt besparen-modus selecteert, drukt de machine kleuren lichter af en benadrukt hij de omtrekken van de afbeeldingen.
• De hoeveelheid inkt die wordt bespaard, is afhankelijk van het type document dat u afdrukt.
• De inktbespaarstand kan ervoor zorgen dat de afdrukken er anders uitzien dan uw originele document.
• De inktbespaarstand wordt ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopiëren] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Geavanc. inst. (Geavanceerde inst.)] > [Inkt besparen] .
5. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen en druk vervolgens op [OK] .
6. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Kopie] .
3. Voer het aantal exemplaren op een van de volgende manieren in:
• Druk op het touchscreen op [-] of [+] .
• Druk op om het toetsenbord op het touchscreen weer te geven en voer vervolgens het aantal exemplaren via het toetsenbord in. Druk op [OK] .
• Voer het aantal exemplaren in met behulp van de kiestoetsen.
4. Druk op [Opties] > [Geavanceerde instellingen] > [Inkt besparen] .
5. Controleer de weergegeven lijst met geselecteerde instellingen en druk vervolgens op [OK] .
6. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [Mono start] of [Kleur Start] .
Verwante informatie
•
276
•
277
> Kopieeropties
Kopieeropties
MFC-J6530DW
Om kopieerinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop [Opties] .
Optie
Kwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Beschrijving
Selecteer de kopieerresolutie voor uw type document.
Selecteer een papiersoort.
Als u op een speciale papiersoort kopieert, stelt u de machine in op die papiersoort voor een optimale afdrukkwaliteit.
Selecteer een papierformaat.
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert, moet u de instelling voor het papierformaat wijzigen.
Vergr/verkl (Vergr./ verkl.)
100%
Vergroten
Verkleinen
Aanp. aan pag.
Aangepast (25-400%)
-
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Hiermee past u het kopieerformaat aan het ingestelde papierformaat aan.
Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Verhoog de dichtheid om de tekst donkerder te maken.
Verlaag de dichtheid om de tekst lichter te maken.
Selecteer deze optie om meerdere kopieën te stapelen of sorteren.
Stapelen Sorteren
Pagina layout
(Pagina lay-out)
( Type lay-out )
1 2 1 1
1 2 2 2
Hiermee kunt u N op 1, 2 op 1 (id), 1 op 2 of posterkopieën maken.
Hiermee selecteert u de gewenste lay-out.
4 op 1 Poster
Autom. rechtl (Auto rechtleg.)
(Met behulp van de glasplaat)
Hiermee corrigeert u scheefstand van kopieën.
Deze optie is alleen beschikbaar als het document minder dan 3 graden scheef is.
278
Optie
Dubbelzijdig
Beschrijving
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier te kopiëren.
1-zijdig→2-zijdig
2-zijdig→2-zijdig
2 2
Geavanc. inst.
(Geavanceerde inst.)
Inkt besparen
Hiermee worden kleuren lichter afgedrukt en de randen van afbeeldingen geaccentueerd.
Dun papier kopiëren
Hiermee voorkomt u dat de afdruk op de andere zijde doorschemert.
Boek kopiëren
Hiermee worden donkere randen en scheefstand gecorrigeerd bij het kopiëren via de glasplaat.
Watermerk kop.
Hiermee kunt u tekst als een watermerk in uw document plaatsen.
279
Optie Beschrijving
Achtergr.kleur verwijderen
Verwijdert de achtergrondkleur van het document in kopieën. De witte achtergrond wordt duidelijker. Dit bespaart wat inkt en kan bepaalde kopieën leesbaarder maken.
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Hiermee kunt u de kopieerinstellingen die u vaak gebruikt opslaan door deze als standaardinstellingen te definiëren.
Hiermee herstelt u de kopieerinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
• U kunt de huidige instellingen opslaan door op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] te drukken.
• De functies Inkt besparen, Dun papier kopiëren, Boek kopiëren en Watermerk kopiëren worden ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Om kopieerinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop [Opties] .
Optie
Kwaliteit
Beschrijving
Selecteer een kopieerresolutie voor uw type document.
Papiersoort
Papierformaat
Selecteer een papiersoort.
Als u op een speciale papiersoort kopieert, stelt u de machine in op die papiersoort voor een optimale afdrukkwaliteit.
Selecteer een papierformaat.
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert, moet u de instelling voor het papierformaat wijzigen.
Ladeselectie Selecteer de lade met het beste papiertype en -formaat voor uw document.
Vergroten/verkleinen 100% -
Vergroten
Verkleinen
Aanp. aan pag.
Aangepast (25-400%)
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Hiermee past u het kopieerformaat aan het ingestelde papierformaat aan.
Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Verhoog de dichtheid om de tekst donkerder te maken.
Verlaag de dichtheid om de tekst lichter te maken.
Selecteer deze optie om meerdere kopieën te stapelen of sorteren.
280
Optie Beschrijving
Stapelen Sorteren
Pagina layout
(Pagina lay-out)
( Type lay-out )
1 2 1 1
1 2 2 2
Hiermee kunt u N op 1, 2 op 1 (id), 1 op 2 of posterkopieën maken.
Hiermee selecteert u de gewenste lay-out.
4 op 1 Poster
Autom. recht (Aut.
rechtleggen)
(Met behulp van de glasplaat)
2-zijdige kopie
Hiermee corrigeert u scheefstand van kopieën.
Deze optie is alleen beschikbaar als het document minder dan 3 graden scheef is.
Selecteer deze optie om op beide zijden van het papier te kopiëren.
1-zijdig -> 2-zijdig
2-zijdig -> 2-zijdig
2
2-zijdig→1-zijdig
2
Geavanceerde instellingen
Inkt besparen
Hiermee worden kleuren lichter afgedrukt en de randen van afbeeldingen geaccentueerd.
281
Optie Beschrijving
Dun papier kopiëren
Hiermee voorkomt u dat de afdruk op de andere zijde doorschemert.
Boek kop. (Boek kopiëren)
Hiermee worden donkere randen en scheefstand gecorrigeerd bij het kopiëren via de glasplaat.
Watermerk kop.
Hiermee kunt u tekst als een watermerk in uw document plaatsen.
Achtergr.kleur verwijderen
Verwijdert de achtergrondkleur van het document in kopieën. De witte achtergrond wordt duidelijker. Dit bespaart wat inkt en kan bepaalde kopieën leesbaarder maken.
• U kunt de huidige instellingen opslaan door op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] te drukken.
• De functies Inkt besparen, Dun papier kopiëren, Boek kopiëren en Watermerk kopiëren worden ondersteund door technologie van Reallusion, Inc.
Verwante informatie
•
•
•
282
> Vooraf ingestelde kopieerinstellingen
Vooraf ingestelde kopieerinstellingen
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
U kunt kopiëren met diverse instellingen door op de knoppen te drukken die al in de machine zijn opgesteld.
Druk op c om de voorinstellingen voor kopiëren te openen.
Optie
A4 ⇒ A3
Beschrijving
Een A4-document vergroten naar A3-formaat.
Kopiëren met de normale kwaliteit.
Normaal
2-zijd.(1 ⇒ 2)
2-zijd.(2 ⇒ 2)
2op1(id)
Selecteer een dubbelzijdige kopieerlay-out voordat u een dubbelzijdige kopie maakt. De lay-out van uw document bepaalt welke dubbelzijdige lay-out u moet selecteren.
2op1
Beide zijden van uw identiteitskaart op een enkele pagina kopiëren in het originele kaartformaat.
Twee pagina's op één pagina kopiëren.
283
Optie
Poster
Inktbesp.
Boek
Verwante informatie
•
•
•
Beschrijving
Uw document in secties verdelen om als poster af te drukken.
Hiermee vermindert u de hoeveelheid inkt die voor kopiëren wordt gebruikt.
Hiermee worden donkere randen en scheefstand gecorrigeerd bij het kopiëren van een boek via de glasplaat.
284
Faxen
•
•
•
Voicehandelingen en faxnummers
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
•
285
Home > Faxen > Een fax verzenden
Een fax verzenden
•
Een fax verzenden vanaf uw Brother-machine
•
Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
•
•
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
•
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
•
•
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
•
De instelling voor automatisch opnieuw kiezen van faxnummers wijzigen
•
Een fax die wordt verzonden annuleren
•
Een wachtende fax controleren en annuleren
•
286
> Een fax verzenden vanaf uw Brother-machine
Een fax verzenden vanaf uw Brother-machine
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document in de ADF (automatische documentinvoer) of op de glasplaat.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvb.] is ingesteld op [Aan] , drukt u op
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
[Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Voer het faxnummer op een van de volgende manieren in:
• Via de kiestoetsen (voer het faxnummer handmatig in.)
Druk met behulp van de kiestoetsen op alle cijfers van het nummer.
• [Herkies] (Hiermee wordt het laatst gebelde nummer opnieuw gekozen.)
Druk op [Herkies] .
• [Uitg. Gesprek (Uitg. gesprek)] (Hiermee selecteert u een nummer in het overzicht van uitgaande berichten.)
Druk op [Oproep- overzicht] > [Uitg. Gesprek (Uitg. gesprek)] .
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen] .
• [Overzicht beller-id] (Hiermee selecteert u een nummer in het belleroverzicht.)
Druk op [Oproep- overzicht] > [Overzicht beller-id] .
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen] .
• [Adresboek] (Hiermee selecteert u een nummer in het adresboek.)
Druk op [Adresboek] .
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen] .
Druk op , voer de eerste letter van de naam in en druk op [OK] . Druk op de gewenste naam. Als de naam twee nummers heeft, drukt u op het gewenste nummer. Druk op [Toepassen] .
Wanneer de LDAP-zoekfunctie beschikbaar is, wordt het resultaat op het touchscreen weergegeven met
.
287
4. Druk op [Opties] > [Documentgrtte (Documentform.)] .
Selecteer de gewenste documentgrootte. Druk op [OK] .
5. Wijzig indien nodig de faxinstellingen.
Optie Beschrijving
Opties Druk op om alleen de faxinstellingen voor de volgende fax te wijzigen.
Druk op OK wanneer u klaar bent.
Aanduidingen huidige instellingen
Druk op het gedeelte dat op het scherm wordt aangegeven om deze instellingen alleen voor de volgende fax te wijzigen.
• Documentgrtte (Documentform.)
• Faxresolutie
• Contrast
Druk op OK wanneer u klaar bent.
6. Druk op [Fax Start] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de ADF gebruikt, begint de machine met scannen en wordt het document verzonden.
• Als u de glasplaat gebruikt en [Mono] bij [Kleurinstelling] selecteert, begint de machine met het scannen van de eerste pagina.
Ga naar de volgende stap.
• Als u de glasplaat gebruikt en [Kleur] bij [Kleurinstelling] selecteert, wordt u via het touchscreen gevraagd of u een kleurenfax wilt verzenden.
Druk ter bevestiging op [Ja (kleurenfax)] . De machine kiest het nummer en begint het document te verzenden.
8. Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen [Volgende Pagina?] wordt weergegeven:
• Druk op [Nee] als u klaar bent met het scannen van pagina's.Het document wordt verzonden.
• Druk op [Ja] om de volgende pagina te scannen. Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op
[OK] . De machine begint met het scannen van de pagina.
Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document in de ADF (automatische documentinvoer) of op de glasplaat.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Aan] , drukt u op
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
[Fax] > [Faxen verzenden] .
288
3. Voer het faxnummer op een van de volgende manieren in:
• Via de kiestoetsen (voer het faxnummer handmatig in.)
Druk met behulp van de kiestoetsen op alle cijfers van het nummer.
• [Herkies] (Hiermee wordt het laatst gebelde nummer opnieuw gekozen.)
Druk op [Oproephist.] > [Herkies] .
• [Uitgaand gesprek] (Hiermee selecteert u een nummer in het overzicht van uitgaande berichten.)
Druk op [Oproephist.] > [Uitgaand gesprek] .
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen] .
• [Overzicht beller-id] (Hiermee selecteert u een nummer in het belleroverzicht.)
Druk op [Oproephist.] > [Overzicht beller-id] .
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen] .
• [Adresboek] (Hiermee selecteert u een nummer in het adresboek.)
Druk op [Adresboek] .
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer het gewenste nummer en druk vervolgens op [Toepassen] .
Druk op , voer de eerste letter van de naam in en druk op [OK] . Druk op de gewenste naam. Als de naam twee nummers heeft, drukt u op het gewenste nummer. Druk op [Toepassen] .
Wanneer de LDAP-zoekfunctie beschikbaar is, wordt het resultaat op het touchscreen weergegeven met
.
4. Druk op [Documentgrootte] .
Selecteer de gewenste documentgrootte.
5. Wijzig indien nodig de faxinstellingen.
Optie Beschrijving
Opties
Aanduidingen huidige instellingen
Druk op om alleen de faxinstellingen voor de volgende fax te wijzigen.
Druk op OK wanneer u klaar bent.
•
Druk op de volgende pictogrammen om deze instellingen alleen voor de volgende fax te wijzigen:
Documentgrootte
• Faxresolutie
289
Optie
•
•
Beschrijving
Contrast
2-zijdige fax
6. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de ADF gebruikt, begint de machine met scannen en wordt het document verzonden.
• Als u de glasplaat gebruikt en [Zwart-wit] bij [Kleurinstelling] selecteert, begint de machine met het scannen van de eerste pagina.
Ga naar de volgende stap.
• Als u de glasplaat gebruikt en [Kleur] bij [Kleurinstelling] selecteert, wordt u via het touchscreen gevraagd of u een kleurenfax wilt verzenden.
Druk ter bevestiging op [Ja (kleurenfax)] . De machine kiest het nummer en begint het document te verzenden.
8. Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen [Volgende Pagina? (Volgende pagina?)] wordt weergegeven:
• Druk op [Nee] als u klaar bent met het scannen van pagina's. De machine begint met het verzenden van het document.
• Druk op [Ja] om de volgende pagina te scannen. Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op
[OK] . De machine begint met het scannen van de pagina.
Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.
Verwante informatie
•
•
290
> Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
Een dubbelzijdige fax vanuit de ADF verzenden
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Voordat u een dubbelzijdige fax verzendt, moet u de opmaak voor 2-zijdig scannen selecteren. Selecteer Lange rand of Korte rand, afhankelijk van de lay-out van uw document.
1. Plaats het document in de ADF.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [2-zijdige fax] .
4. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als het document wordt omgeslagen over de lange zijde, drukt u op de optie [2-zijdige scan: lange zijde] .
• Als het document wordt omgeslagen over de korte zijde, drukt u op de optie [2-zijdige scan: korte zijde] .
5. Druk op [OK] .
6. Voer het faxnummer in.
7. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
Verwante informatie
•
291
> Een fax handmatig verzenden
Een fax handmatig verzenden
Met handmatig fax verzenden kunt u het kiezen, bellen en de faxontvangsttonen horen terwijl u een fax verzendt.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort.
3. Kies het faxnummer op de externe telefoon.
4. Als u faxtonen hoort, drukt u op en vervolgens op [Fax starten] .
• Druk op [Verzenden] als u de glasplaat gebruikt.
5. Plaats de hoorn van het externe toestel weer op de haak.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort.
3. Kies het faxnummer op de externe telefoon.
4. Als u faxtonen hoort, drukt u op en vervolgens op [Fax start (Fax Start)] .
• Druk op [Verzenden] als u de glasplaat gebruikt.
5. Plaats de hoorn van het externe toestel weer op de haak.
Verwante informatie
•
292
> Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek
Aan het einde van een gesprek kunt u een fax verzenden naar de andere partij voordat u allebei ophangt.
MFC-J6530DW
1. Vraag de ontvanger om te wachten op de faxtonen (piepjes) en vervolgens op de starttoets te drukken en dan op te hangen.
2. Plaats uw document.
3. Druk op om de knop [Fax starten] weer te geven.
4. Druk op [Fax starten] .
• Druk op [Verzenden] als u de glasplaat gebruikt.
5. Plaats de hoorn van het externe toestel weer op de haak.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Vraag de ontvanger om te wachten op de faxtonen (piepjes) en vervolgens op de starttoets te drukken en dan op te hangen.
2. Plaats uw document.
3. Druk op om de knop [Fax start (Fax Start)] weer te geven.
4. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
• Druk op [Verzenden] als u de glasplaat gebruikt.
5. Plaats de hoorn van het externe toestel weer op de haak.
Verwante informatie
•
293
> Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden
(groepsverzenden)
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden
(groepsverzenden)
Gebruik de functie groepsverzenden om dezelfde fax tegelijkertijd naar meerdere faxnummers te verzenden.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
• Adresboeknummers moeten in het geheugen van de machine zijn opgeslagen voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen.
• Ook groepsnummers moeten in het geheugen van de machine zijn opgeslagen voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen. Groepsnummers bevatten een groot aantal opgeslagen adresboeknummers zodat u sneller kunt kiezen.
MFC-J6530DW
U kunt een fax tegelijkertijd rondsturen naar groepen, adresboeknummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers.
Als u geen van de adresboeknummers voor groepen gebruikt, kunt u faxen rondsturen naar maximaal 250 verschillende nummers.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvb.] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Rondsturen] .
4. Druk op [Nummer toevoeg.] .
U kunt op de volgende manier nummers aan de rondzending toevoegen:
• Druk op [Nummer toevoeg.] en voer een faxnummer in via de kiestoetsen. Druk op [OK] .
Als u Internetfax hebt gedownload:
Als u een fax wilt rondsturen via e-mail, drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u op [OK] .
• Druk op [Toevoegen uit adresboek] . Druk op a of b om de nummers die u wilt toevoegen aan de rondzending weer te geven. Schakel de selectievakjes in van de nummers die u wilt toevoegen.
Wanneer u klaar bent, drukt u op [OK] .
• Druk op [Zoeken in adresboek] . Voer de eerste letter van de naam in en druk op [OK] . Druk op de naam en vervolgens op het nummer dat u wilt toevoegen.
Herhaal deze stap om nog meer faxnummers in te voeren.
5. Wanneer u klaar bent, drukt u op [OK] .
6. Druk op [Fax Start] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de ADF gebruikt, begint de machine met scannen en wordt het document verzonden.
• Als u de glasplaat gebruikt, begint de machine met het scannen van de eerste pagina.
Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen [Volgende Pagina?] wordt weergegeven:
Druk op [Nee] als u klaar bent met het scannen van pagina's. Het document wordt verzonden.
294
Druk op [Ja] om de volgende pagina te scannen. Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op [OK] . De machine begint met het scannen van de pagina.
Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.
Als het bericht [Geheugen vol] verschijnt, drukt u op of [Stoppen] om te annuleren of [Nu verzenden] om de dusver gescande pagina's te verzenden.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
U kunt een fax tegelijkertijd rondsturen naar groepen, adresboeknummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers.
Als u geen van de adresboeknummers voor groepen gebruikt, kunt u faxen rondsturen naar maximaal 250 verschillende nummers.
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Rondsturen] .
4. Druk op [Nummer toevoeg.] .
U kunt op de volgende manier nummers aan de rondzending toevoegen:
• Druk op [Nummer toevoeg.] en voer een faxnummer in via de kiestoetsen. Druk op [OK] .
Als u Internetfax hebt gedownload:
Als u een fax wilt rondsturen via e-mail, drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u op [OK] .
• Druk op [Toevoegen uit adresboek] . Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de nummers weer te geven die u aan de groepsverzending wilt toevoegen. Selecteer de selectievakjes van de nummers die u wilt toevoegen.
Wanneer u klaar bent, drukt u op [OK] .
• Druk op [Zoeken in adresboek] . Voer de eerste letter van de naam in en druk op [OK] . Druk op de naam en vervolgens op het nummer dat u wilt toevoegen.
Herhaal deze stap om nog meer faxnummers in te voeren.
5. Druk op [OK] wanneer u klaar bent.
6. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de ADF gebruikt, begint de machine met scannen en wordt het document verzonden.
• Als u de glasplaat gebruikt, begint de machine met het scannen van de eerste pagina.
Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen [Volgende Pagina? (Volgende pagina?)] wordt weergegeven:
Druk op [Nee] als u klaar bent met het scannen van pagina's. De machine begint met het verzenden van het document.
Druk op [Ja] om de volgende pagina te scannen. Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op [OK] . De machine begint met het scannen van de pagina.
Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.
295
• Hoeveel geheugen op de machine beschikbaar is, hangt af van het soort opdrachten in het geheugen en de nummers die u gebruikt voor het rondsturen. Als u de fax naar het maximale aantal nummers stuurt, kunt u de tweevoudige werking en uitgestelde fax niet gebruiken.
• Als de melding [Geheugen vol] wordt weergegeven, drukt u op of [Stoppen] om de taak te annuleren of op [Nu verzenden] om de tot dusver gescande pagina's te verzenden.
Verwante informatie
•
•
Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
296
> Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden
(groepsverzenden) > Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
Een aan de gang zijnde groepsverzending annuleren
Tijdens het groepsverzenden kunt u de fax die nu wordt verzonden of de hele groepsverzendingstaak annuleren.
MFC-J6530DW
1. Druk op om naar het beginscherm terug te keren.
2. Druk op .
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de volledige zending wilt annuleren, drukt u op [Volledige zending] . Druk ter bevestiging op
[Ja] of druk op [Nee] om af te sluiten zonder te annuleren.
• Als u het huidige nummer dat wordt gekozen wilt annuleren, drukt u op de naam of het nummer op het touchscreen. Druk ter bevestiging op [Ja] of druk op [Nee] om af te sluiten zonder te annuleren.
• Als u wilt afsluiten zonder te annuleren, drukt u op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om naar het beginscherm terug te keren.
2. Druk op .
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de volledige zending wilt annuleren, drukt u op [Volledige zending] . Druk ter bevestiging op
[Ja] of druk op [Nee] om af te sluiten zonder te annuleren.
• Als u het huidige nummer dat wordt gekozen wilt annuleren, drukt u op de naam of het nummer op het touchscreen. Druk ter bevestiging op [Ja] of druk op [Nee] om af te sluiten zonder te annuleren.
• Als u wilt afsluiten zonder te annuleren, drukt u op .
Verwante informatie
•
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
297
> Een fax in realtime verzenden
Een fax in realtime verzenden
Wanneer u een fax verzendt, scant de machine het document in het geheugen voordat het dit verzendt. Zodra de telefoonlijn vrij is, kiest de machine het nummer en wordt de fax verzonden. Als u een belangrijk document onmiddellijk wilt verzenden zonder dat u moet wachten terwijl de machine de scan uit zijn geheugen ophaalt, verzendt u de fax snel door [Direct Verzend (Direct verzend)] in te schakelen.
• Als u een kleurenfax verzendt of als het geheugen van de machine vol is en u een zwart-witfax vanuit de
ADF verzendt, wordt het document direct verzonden (zelfs als [Direct Verzend (Direct verzend)] is ingesteld op [Uit] ).
• Bij Direct verzenden met de glasplaat werkt de functie voor automatisch opnieuw kiezen niet.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvb.] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Direct Verzend (Direct verzend)] .
4. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
5. Druk op [OK] .
6. Voer het faxnummer in.
7. Druk op [Fax Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Direct Verzend (Direct verzend)] .
4. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
5. Druk op [OK] .
6. Voer het faxnummer in.
7. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
Verwante informatie
•
298
> Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip (uitgestelde fax)
U kunt maximaal 50 faxen opslaan in het geheugen van de machine die binnen de volgende vierentwintig uur moeten worden verzonden.
Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvb.] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Tijdklok] .
4. Druk op [Tijdklok] .
5. Druk op [Aan] .
6. Druk op [Tijd inst.] .
7. Voer via het touchscreen de tijd waarop u de fax wilt verzenden in. Druk op [OK] .
Het aantal pagina's dat u in het geheugen kunt scannen is afhankelijk van de hoeveelheid en het type gegevens.
8. Druk op [OK] .
9. Voer het faxnummer in.
10. Druk op [Fax Start] .
• Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar de volgende stap .
11. Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen [Volgende Pagina?] wordt weergegeven:
• Druk op [Nee] als u klaar bent met het scannen van pagina's.
• Druk op [Ja] om de volgende pagina te scannen. Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op
[OK] . De machine begint met het scannen van de pagina.
Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Druk op [Fax] .
Als [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] > [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Tijdklok] .
4. Druk op [Tijdklok] .
5. Druk op [Aan] .
6. Druk op [Tijd inst.] .
7. Voer via het touchscreen de tijd waarop u de fax wilt verzenden in. Druk op [OK] .
299
Het aantal pagina's dat u in het geheugen kunt scannen is afhankelijk van de hoeveelheid en het type gegevens.
8. Druk op [OK] .
9. Voer het faxnummer in.
10. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
• Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar de volgende stap .
11. Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen [Volgende Pagina? (Volgende pagina?)] wordt weergegeven:
• Druk op [Nee] als u klaar bent met het scannen van pagina's.
• Druk op [Ja] om de volgende pagina te scannen. Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op
[OK] . De machine begint met het scannen van de pagina.
Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.
Verwante informatie
•
300
> De instelling voor automatisch opnieuw kiezen van faxnummers wijzigen
De instelling voor automatisch opnieuw kiezen van faxnummers wijzigen
Als u automatisch een fax verzendt en de lijn bezet is, kiest de machine het nummer automatisch drie keer opnieuw met tussenpozen van vijf minuten wanneer u de instelling voor automatisch opnieuw kiezen hebt ingesteld op [Aan] .
De standaardinstelling is [Aan] .
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Fax autom. herk. (Fax automatisch herkiezen)] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Autom. herkiezen] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
301
> Een fax die wordt verzonden annuleren
Een fax die wordt verzonden annuleren
MFC-J6530DW
1. Druk op om naar het beginscherm terug te keren.
2. Druk op om een fax die al wordt verzonden te annuleren.
3. Wanneer u op drukt terwijl de machine bezig is met kiezen of verzenden, wordt [Taak annuleren?] op het touchscreen weergegeven. Druk op [Ja] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om naar het beginscherm terug te keren.
2. Druk op om een fax die al wordt verzonden te annuleren.
3. Wanneer u op drukt terwijl de machine bezig is met kiezen of verzenden, wordt [Taak annuleren?] op het touchscreen weergegeven. Druk op [Ja]
Verwante informatie
•
•
302
> Een wachtende fax controleren en annuleren
Een wachtende fax controleren en annuleren
Volg deze stappen om faxen te bekijken of te annuleren die in het geheugen van de machine zijn opgeslagen en wachten om te worden verzonden. Als er geen faxtaken in het geheugen zitten, geeft de LCD [Geen opdrachten] weer. U kunt een faxtaak annuleren voor deze wordt verzonden.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Rest. jobs] .
2. Doe het volgende voor elke faxtaak die u wilt controleren of annuleren: a. Druk op a of b om door de wachtende taken te bladeren. Druk indien gewenst op de taak die u wilt annuleren.
b. Druk op [OK] .
c. Druk ter bevestiging op [Ja] of druk op [Nee] om af te sluiten zonder te annuleren.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Rest. jobs] .
2. Doe het volgende voor elke faxtaak die u wilt controleren of annuleren: a. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om door de wachtende taken te bladeren. Druk indien gewenst op de taak die u wilt annuleren.
b. Druk ter bevestiging op [Annul.] .
c. Druk ter bevestiging op [Ja] of druk op [Nee] om af te sluiten zonder te annuleren.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op .
Verwante informatie
•
•
303
> Faxopties
Faxopties
MFC-J6530DW
Om faxverzendinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop [Opties] .
Optie
Faxresolutie
Contrast
Documentgrtte (Documentform.)
Lang pap. scan (Lang pap scan)
Rondsturen
(alleen zwart-wit)
Voorbeeld
(alleen zwart-wit)
Kleurinstelling
Tijdklok
(alleen zwart-wit)
Verzamelen
(alleen zwart-wit)
Direct Verzend (Direct verzend)
Internationaal
Oproepoverz
Adresboek
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Beschrijving
Hiermee stelt u de resolutie voor uitgaande faxen in.
De faxkwaliteit kan vaak worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Als uw document heel licht of heel donker is, kunt u de faxkwaliteit mogelijk verbeteren door het contrast te wijzigen.
Hiermee stelt u de documentgrootte voor uitgaande faxen in.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Hiermee kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers tegelijk verzenden.
• Hiermee kunt u een faxbericht eerst bekijken voordat u het verzendt.
• U kunt geen kleurenfax verzenden wanneer Voorbeeld is ingesteld op Aan .
Stel in of de faxen in zwart-wit of kleur worden verzonden.
• Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen van de machine worden opgeslagen en worden direct door de machine verzonden.
• Gebruik de ADF als u kleurenfaxen van meerdere pagina's wilt verzenden.
• U kunt geen kleurenfax verzenden wanneer Voorbeeld is ingesteld op Aan .
Hiermee stelt u het tijdstip in waarop uitgestelde faxen worden verzonden.
Bespaar energie door alle vertraagde faxen die voor hetzelfde tijdstip en faxnummer zijn gepland als één fax te verzenden om op transmissietijd te besparen.
U kunt een fax direct verzenden zonder te hoeven wachten tot de machine de scan uit het geheugen heeft opgehaald.
Schakel deze functie in als u problemen ondervindt met het verzenden van faxen naar het buitenland.
Hiermee selecteert u een nummer in het overzicht van uitgaande berichten.
Hiermee selecteert u een nummer in het adresboek.
Hiermee kunt u uw instellingen als de standaardinstellingen opslaan.
Hiermee worden alle fabrieksinstellingen hersteld.
U kunt de huidige instellingen opslaan door op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] te drukken.
Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
304
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Om faxverzendinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop [Opties] .
Optie
Faxresolutie
2-zijdige fax
Contrast
Documentgrootte
Lang pap. scan (Lang pap scan)
Rondsturen
(alleen zwart-wit)
Voorbeeld
(alleen zwart-wit)
Kleurinstelling
Tijdklok
(alleen zwart-wit)
Verzamelen
(alleen zwart-wit)
Direct Verzend (Direct verzend)
Internationaal
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Beschrijving
Hiermee stelt u de resolutie voor uitgaande faxen in.
De faxkwaliteit kan vaak worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen.
Hiermee stelt u 2-zijdig scannen in.
Hiermee kunt u het contrast instellen.
Als uw document heel licht of heel donker is, kunt u de faxkwaliteit mogelijk verbeteren door het contrast te wijzigen.
Hiermee stelt u de documentgrootte voor uitgaande faxen in.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Hiermee kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers tegelijk verzenden.
Hiermee kunt u een faxbericht eerst bekijken voordat u het verzendt.
Stel in of de faxen in zwart-wit of kleur worden verzonden.
• Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen van de machine worden opgeslagen en worden direct door de machine verzonden.
• Gebruik de ADF als u kleurenfaxen van meerdere pagina's wilt verzenden.
Hiermee stelt u het tijdstip in waarop uitgestelde faxen worden verzonden.
Bespaar energie door alle vertraagde faxen die voor hetzelfde tijdstip en faxnummer zijn gepland als één fax te verzenden om op transmissietijd te besparen.
U kunt een fax direct verzenden zonder te hoeven wachten tot de machine de scan uit het geheugen heeft opgehaald.
Schakel deze functie in als u problemen ondervindt met het verzenden van faxen naar het buitenland.
Hiermee kunt u uw instellingen als de standaardinstellingen opslaan.
Hiermee worden alle fabrieksinstellingen hersteld.
U kunt de huidige instellingen opslaan door op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] te drukken.
Er wordt u gevraagd of u dit als een snelkoppeling wilt opslaan. Volg de instructies op het LCD-scherm.
Verwante informatie
•
•
Een fax verzenden vanaf uw Brother-machine
305
Home > Faxen > Faxen ontvangen
Faxen ontvangen
•
•
•
De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
•
De faxontvangststempel instellen
•
Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
•
•
306
> Instellingen ontvangstmodus
Instellingen ontvangstmodus
•
•
•
Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
•
De F/T-beltijd (dubbel belsignaal) instellen
•
307
> Overzicht van ontvangstmodi
Overzicht van ontvangstmodi
In sommige ontvangstmodi worden oproepen automatisch beantwoord ( [Alleen Fax (Alleen fax)] en
[Fax/Telefoon] ). Mogelijk wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt.
Alleen Fax
In de modus [Alleen Fax (Alleen fax)] wordt elke oproep automatisch als fax beantwoord.
Fax/Telefoon
De modus [Fax/Telefoon] helpt u om inkomende oproepen af te handelen doordat wordt herkend of het een fax of een telefoongesprek betreft. De oproepen worden als volgt verwerkt:
• Faxen worden automatisch ontvangen.
• Een telefoongesprek activeert het dubbele belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen.
Het dubbele belsignaal is een snel belsignaal afkomstig van uw machine.
Handmatig
De modus [Handmatig] schakelt alle automatische antwoordfuncties.
Als u in de modus [Handmatig] een fax wilt ontvangen, neemt u de hoorn van het externe toestel op.
Wanneer u faxtonen hoort (korte herhaalde pieptonen), drukt u op de Startknop en selecteert u vervolgens
[Ontvangen] om de fax te ontvangen. U kunt ook de functie Fax Waarnemen gebruiken om faxen te ontvangen door de hoorn op te nemen van een toestel op dezelfde lijn als die van de machine.
Ext. TEL/ANT (extern antwoordapparaat)
In de modus [Ext. TEL/ANT] beheert een extern antwoordapparaat uw inkomende oproepen.
Binnenkomende oproepen worden op de volgende manieren afgehandeld:
• Faxen worden automatisch ontvangen.
• Bellers kunnen een bericht op het externe antwoordapparaat achterlaten.
Verwante informatie
•
•
Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
•
De F/T-beltijd (dubbel belsignaal) instellen
•
•
Een extern antwoordapparaat aansluiten
308
> Kies de juiste ontvangstmodus
Kies de juiste ontvangstmodus
U dient een ontvangstmodus te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn.
Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen.
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Nee
Nee
Alleen Fax
(Alleen fax)
Handmatig
Fax/Telefoon
Ja
Ext. TEL/ANT
Ja
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Ontvangstmodus] .
2. Druk op a of b om de optie [Alleen Fax (Alleen fax)] , [Fax/Telefoon] , [Ext. TEL/ANT] of
[Handmatig] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op .
[Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Ontvangstmod.] .
2. Druk op de optie [Alleen Fax (Alleen fax)] , [Fax/Telefoon] , [Ext. TEL/ANT] of
[Handmatig] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Opdrachten voor afstandsbediening
•
Een extern antwoordapparaat aansluiten
•
309
> Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
Wanneer iemand uw machine belt, hoort u het geluid van normale telefoontonen. Het aantal keren dat de telefoon overgaat wordt bepaald door de optie belvertraging.
• De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de modus [Alleen Fax (Alleen fax)] en
[Fax/Telefoon] overgaat.
• Als u een extern of tweede toestel op dezelfde lijn als de machine gebruikt, selecteert u het maximumaantal belsignalen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Belvertraging] .
2. Voer het gewenste aantal keer in dat u wilt dat de lijn overgaat voordat de oproep wordt beantwoord.
Als u [0] selecteert, antwoordt de machine onmiddellijk en belt de lijn helemaal niet (alleen beschikbaar in enkele landen).
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Belvertraging] .
2. Voer het gewenste aantal keer in dat u wilt dat de lijn overgaat voordat de oproep wordt beantwoord.
Als u [0] selecteert, antwoordt de machine onmiddellijk en belt de lijn helemaal niet (alleen beschikbaar in enkele landen).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
•
Werken met externe of tweede toestellen
•
•
310
> De F/T-beltijd (dubbel belsignaal) instellen
De F/T-beltijd (dubbel belsignaal) instellen
Wanneer u de ontvangstmodus op [Fax/Telefoon] instelt en de oproep een fax betreft, ontvangt uw machine deze automatisch. Als de oproep echter een normale oproep is, laat de machine het F/T-belsignaal horen (een dubbel belsignaal) gedurende de tijd die u hebt bepaald in de optie F/T-beltijd. Wanneer u het dubbele belsignaal hoort, betekent dit dat u een normale oproep op de lijn ontvangt.
Omdat het dubbele belsignaal alleen op de Brother-machine kan worden ingesteld, gaan externe en tweede toestellen niet over. U kunt echter de oproep op elke telefoon beantwoorden.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [F/T beltijd] .
2. Voer in hoe vaak de machine een dubbel belsignaal geeft om u te waarschuwen dat u een normale telefoonoproep hebt.
3. Druk op .
Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, blijft de machine overgaan gedurende het aantal seconden dat u hebt geselecteerd.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [F/T beltijd] .
2. Voer in hoe vaak de machine een dubbel belsignaal geeft om u te waarschuwen dat u een normale telefoonoproep hebt.
3. Druk op .
Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, blijft de machine overgaan gedurende het aantal seconden dat u hebt geselecteerd.
Verwante informatie
•
•
•
Werken met externe of tweede toestellen
311
> Stel Fax waarnemen in
Stel Fax waarnemen in
Als Fax waarnemen Aan is: De machine kan faxen automatisch ontvangen, zelfs als u de oproep beantwoordt.
Wanneer op het LCD-scherm een melding verschijnt dat een fax wordt ontvangen of wanneer u gepiep hoort op de telefoonlijn, legt u de hoorn weer neer. Uw machine doet de rest.
Als Fax waarnemen Uit is: Wanneer u bij de machine in de buurt bent en een faxoproep beantwoordt door de hoorn op te nemen, drukt u op de Start-knop en selecteert u vervolgens [Ontvangen] om de fax te ontvangen.
Als u de oproep op een tweede of extern toestel hebt beantwoord, drukt u op * 51 .
• Als Fax waarnemen is ingesteld op [Aan] , maar uw machine de faxoproep niet overneemt wanneer u de hoorn van een tweede of extern toestel opneemt, moet u de code voor activeren op afstand intoetsen: * 51 .
• Als u faxen verzendt vanaf een computer op dezelfde telefoonlijn en deze faxen door de machine worden onderschept, stelt u Fax Waarnemen in op [Uit] .
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Fax Waarnemen] .
2. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Fax Waarnemen
(Fax waarnemen)] .
2. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
•
Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
•
Werken met externe of tweede toestellen
•
•
312
> Faxvoorbeeld
Faxvoorbeeld
Met de functie Faxvoorbeeld kunt u ontvangen faxen op het LCD-scherm bekijken.
•
•
313
> Faxvoorbeeld > Faxvoorbeeld inschakelen
Faxvoorbeeld inschakelen
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
• Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld, wordt bij gebruik van de functies Fax Doorzenden, PC-Fax ontv.
en Doorzenden naar Cloud geen reservekopie van ontvangen faxen afgedrukt, zelfs als u Backup Print op
[Aan] hebt ingesteld.
• Hoewel de datum en tijd van ontvangst op faxen worden afgedrukt wanneer de instelling
Faxontvangststempel is ingeschakeld, worden deze datum en tijd niet in het faxvoorbeeld weergegeven.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Faxvb.] .
3. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
Op het touchscreen wordt u medegedeeld dat ontvangen faxen in het vervolg niet zullen worden afgedrukt.
4. Druk op [Ja] .
5. Druk op .
Als zich nog faxen in het geheugen bevinden wanneer u Faxvoorbeeld uitschakelt, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Doorgaan] als u de opgeslagen faxen niet wilt afdrukken.
Druk ter bevestiging op [Ja] .
Uw faxen worden verwijderd.
• Druk op [Alle faxen afdrukken vóór verwijderen (Alle faxen afdrukken alvorens te verwijderen)] als u alle opgeslagen faxen wilt afdrukken.
• Druk op [Annul.] als u Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Faxvooruitblik] .
3. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
Op het touchscreen wordt u medegedeeld dat ontvangen faxen in het vervolg niet zullen worden afgedrukt.
4. Druk op [Ja] .
5. Druk op .
Als zich nog faxen in het geheugen bevinden wanneer u Faxvoorbeeld uitschakelt, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Doorgaan] als u de opgeslagen faxen niet wilt afdrukken.
Druk ter bevestiging op [Ja] .
Uw faxen worden verwijderd.
• Druk op [Alle faxen afdrukken vóór verwijderen (Alle faxen afdrukken alvorens te verwijderen)] als u alle opgeslagen faxen wilt afdrukken.
• Druk op [Annuleren] als u Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen.
314
Verwante informatie
•
315
> Faxvoorbeeld > Afdrukvoorbeeld nieuwe faxen
Afdrukvoorbeeld nieuwe faxen
Wanneer een fax wordt ontvangen, verschijnt een bericht op het LCD-scherm.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
• Als u een fax wilt zien die al is bekeken, drukt u op [Fax] en [Ontvangen faxen] .
MFC-J6530DW
1. Druk op om nieuwe faxen weer te geven.
2. In de faxlijst worden oude en nieuwe faxen weergegeven. Naast nieuwe faxen wordt een blauwe markering weergegeven.
Druk op de gewenste fax.
316
Als u alle faxen in de lijst wilt afdrukken of verwijderen, drukt u op [Afdr./verw.] .
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Alles afdrukken (nwe faxen) (Alles afdrukken (nieuwe faxen))] om alle faxen die u nog niet hebt bekeken af te drukken.
• Druk op [Alles afdrukken (oude faxen)] om alle faxen die u hebt bekeken af te drukken.
• Druk op [Alles verwijderen (nieuwe faxen)] om alle faxen die u nog niet hebt bekeken te verwijderen.
• Druk op [Alles verwijderen (oude faxen)] om alle faxen die u hebt bekeken te verwijderen.
3. Voer de volgende handelingen uit door op de bijbehorende knoppen te drukken (zie tabel):
Knop
of
of
Resultaat
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
Verticaal bladeren.
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
De fax verwijderen.
Druk ter bevestiging op Ja .
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Teruggaan naar het faxoverzicht.
Start De fax afdrukken.
Als de fax uit één pagina bestaat, wordt deze afgedrukt. Via het touchscreen wordt u gevraagd of u de fax uit het geheugen wilt verwijderen. Om de fax te verwijderen, drukt u op
Ja . Om de fax in het geheugen te bewaren, drukt u op Nee .
Als de fax uit meerdere pagina's bestaat, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Druk op Alle Pag Afdruk.
om het hele bericht af te drukken. Via het touchscreen wordt u gevraagd of u de fax uit het geheugen wilt verwijderen. Om de fax te verwijderen, drukt u op Ja . Om de fax in het geheugen te bewaren, drukt u op Nee .
• Druk op Alleen huidige afdr.
om alleen de weergegeven pagina af te drukken.
• Druk op Afdr. vanaf deze pag.
om vanaf de weergegeven pagina tot en met de laatste pagina af te drukken.
• Als het een grote fax betreft, kan het even duren voordat deze wordt weergegeven.
• Op het touchscreen worden het huidige paginanummer en het totale aantal pagina's van het faxbericht weergegeven. Als het faxbericht uit meer dan 99 pagina's bestaat, wordt het totale aantal pagina's als
“XX” weergegeven.
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om nieuwe faxen weer te geven.
317
2. In de faxlijst worden oude en nieuwe faxen weergegeven. Naast nieuwe faxen wordt een blauwe markering weergegeven.
Druk op de gewenste fax.
Als u alle faxen in de lijst wilt afdrukken of verwijderen, drukt u op [Afdr./verw.] .
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Alles afdr.(nwe faxen) (Alles afdrukken (nieuwe faxen))] om alle faxen die u nog niet hebt bekeken af te drukken.
• Druk op [Alles afdrukken (oude faxen)] om alle faxen die u hebt bekeken af te drukken.
• Druk op [Alles verwijderen (nieuwe faxen)] om alle faxen die u nog niet hebt bekeken te verwijderen.
• Druk op [Alles verwijderen (oude faxen)] om alle faxen die u hebt bekeken te verwijderen.
3. Voer de volgende handelingen uit door op de bijbehorende knoppen te drukken (zie tabel):
Knop
of
of
Resultaat
De fax vergroten.
De fax verkleinen.
Verticaal bladeren.
Horizontaal bladeren.
De fax rechtsom draaien.
318
Knop Resultaat
De fax verwijderen.
Druk ter bevestiging op Ja .
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Teruggaan naar het faxoverzicht.
Start De fax afdrukken.
Als de fax uit één pagina bestaat, wordt deze afgedrukt. U wordt via het touchscreen gevraagd de faxen uit het geheugen te verwijderen. Druk op Ja om de fax te verwijderen.
Druk op Nee om de fax in het geheugen te bewaren.
Als de fax uit meerdere pagina's bestaat, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Druk op Alle Pag Afdruk. (Alle pag afdruk.) om het hele bericht af te drukken.
U wordt via het touchscreen gevraagd de faxen uit het geheugen te verwijderen. Druk op
Ja om de fax te verwijderen. Druk op Nee om de fax in het geheugen te bewaren.
• Druk op Alleen huidige afdr.
om alleen de weergegeven pagina af te drukken.
• Druk op Afdr. vanaf deze pag.
om vanaf de weergegeven pagina tot en met de laatste pagina af te drukken.
• Als het een grote fax betreft, kan het even duren voordat deze wordt weergegeven.
• Op het touchscreen worden het huidige paginanummer en het totale aantal pagina's van het faxbericht weergegeven. Als het faxbericht uit meer dan 99 pagina's bestaat, wordt het totale aantal pagina's als
“XX” weergegeven.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
319
> De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
Wanneer de functie [Auto reductie (Autoreductie)] op [Aan] is ingesteld, worden binnenkomende faxpagina's die te groot zijn aangepast aan het formaat van uw papier. De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het paginaformaat van de fax en de opgegeven instelling van het papierformaat.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Auto reductie
(Autoreductie)] .
2. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Auto reductie
(Autoreductie)] .
2. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
320
> De faxontvangststempel instellen
De faxontvangststempel instellen
De machine instellen om de datum en tijd van ontvangst boven aan elke pagina van een binnenkomende fax af te drukken. Zorg daarbij wel dat u de huidige datum en tijd instelt.
Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Fax Rx stempel
(Stempel Fax RX)] .
2. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] >
[Faxontvangststempel] .
2. Druk op [Aan] (of [Uit] ).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
321
> Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
Een fax ontvangen aan het einde van een telefoongesprek
Als u aan de telefoon spreekt die is aangesloten op uw machine van Brother en de andere partij ook aan een telefoon spreekt die met zijn fax is verbonden, dan kan de andere partij u aan het einde van het gesprek een fax verzenden voordat u beiden ophangt.
• De ADF moet leeg zijn.
MFC-J6530DW
1. Vraag de andere partij om de fax in zijn of haar machine te plaatsen en vervolgens op de start- of verzendtoets te drukken.
2. Druk op om de knop [Fax starten] weer te geven.
3. Als u faxtonen hoort (langzame, herhaalde tonen), drukt u op [Fax starten] .
4. Druk op [Ontvangen] om de fax te ontvangen.
5. Plaats de hoorn weer op de haak.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Vraag de andere partij om de fax in zijn of haar machine te plaatsen en vervolgens op de start- of verzendtoets te drukken.
2. Druk op om de knop [Fax start (Fax Start)] weer te geven.
3. Als u faxtonen hoort (langzame, herhaalde tonen), drukt u op [Fax start (Fax Start)] .
4. Druk op [Ontvangen] om de fax te ontvangen.
5. Plaats de hoorn weer op de haak.
Verwante informatie
•
322
> Opties voor geheugenontvangst
Opties voor geheugenontvangst
Gebruik de opties voor geheugenontvangst om binnenkomende faxen af te handelen terwijl u zich niet bij de machine bevindt. U kunt slechts één optie voor geheugenontvangst tegelijk gebruiken.
U kunt Geheugenontvangst instellen op:
• Fax doorzenden
• Fax opslaan
• PC-FAX Ontvangen
• Doorzenden naar Cloud
De machine zendt uw ontvangen faxen door naar internetservices.
• Uit
Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
•
Inkomende faxen doorzenden naar een andere machine
•
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
•
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer
•
Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
•
Ontvangst in geheugen uitschakelen
•
Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
•
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
323
> Opties voor geheugenontvangst > Inkomende faxen doorzenden naar
een andere machine
Inkomende faxen doorzenden naar een andere machine
Gebruik de functie Fax doorzenden om de door u ontvangen faxen automatisch naar een andere machine door te zenden.
Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Geheugenontv.] .
2. Druk op a of b om de optie [Fax Doorzenden (Fax doorzenden)] weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Voer via de kiestoetsen het doorzendnummer (maximaal 20 cijfers) in.
Druk op [OK] .
I-Fax-gebruikers:
Als u een fax wilt doorzenden naar een e-mailadres drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u op
[OK] .
4. Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] .
• Als u [Backup Print: Aan] selecteert, worden ontvangen faxen afgedrukt zodat u over een kopie beschikt.
• Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld, wordt er geen reservekopie van ontvangen faxen afgedrukt, zelfs niet als u [Backup Print: Aan] selecteert.
• Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze kleurenfax alleen afgedrukt, maar niet doorgestuurd naar het geprogrammeerde doorzendnummer.
5. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Geheugenontv.] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Fax Doorzenden (Fax doorzenden)] weer te geven en druk vervolgens op [Fax Doorzenden (Fax doorzenden)] .
3. Voer via de kiestoetsen het doorzendnummer (maximaal 20 cijfers) in. Druk op [OK] .
I-Fax-gebruikers:
Als u een fax wilt doorzenden naar een e-mailadres drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u op
[OK] .
4. Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] .
324
• Als u [Backup Print: Aan] selecteert, worden ontvangen faxen afgedrukt zodat u over een kopie beschikt.
• Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld, wordt er geen reservekopie van ontvangen faxen afgedrukt, zelfs niet als u [Backup Print: Aan] selecteert.
• Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze kleurenfax alleen afgedrukt, maar niet doorgestuurd naar het geprogrammeerde doorzendnummer.
5. Druk op .
Verwante informatie
•
325
> Opties voor geheugenontvangst > Inkomende faxen in het
machinegeheugen opslaan
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
Gebruik de functie Fax opslaan om ontvangen faxen in het geheugen van de machine op te slaan. Vraag uw opgeslagen faxen op vanaf een faxapparaat op een andere locatie met behulp van de codes voor afstandsbediening. De machine drukt een reservekopie van elke opgeslagen fax af.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Geheugenontv.] .
2. Druk op a of b om de optie [Fax Opslaan (Fax opslaan)] weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Geheugenontv.] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Fax Opslaan (Fax opslaan)] weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Faxen van op afstand doorsturen
•
Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
•
Opdrachten voor afstandsbediening
326
> Opties voor geheugenontvangst > Gebruik PC-Fax Ontvangen om
ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows ® )
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows ® )
Schakel de functie PC-Fax Ontvangen in, sla inkomende faxen automatisch op in het geheugen van uw machine en verzendt ze vervolgens naar uw computer. Gebruik uw computer voor het weergeven en het opslaan van deze faxen.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen. Als u een kleurenfax ontvangt, wordt de kleurenfax afgedrukt, maar niet naar de computer verzonden.
• Voordat u PC-Fax Ontvangen kunt instellen, moet u de software en drivers van Brother op uw computer installeren. Controleer of de computer is aangesloten en is ingeschakeld. Het programma PC-FAX
Ontvangen moet op uw computer geconfigureerd zijn.
Zelfs als uw computer is uitgeschakeld, worden faxberichten ontvangen en in het geheugen van de machine opgeslagen. Wanneer u de computer en de software voor PC-Fax ontvangen opstart, worden de faxberichten automatisch naar de computer overgezet.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [PC-Fax ontv.] .
2. Druk op [Aan] .
Op het touchscreen wordt de melding [Gebruik het programma PC-Fax ontvangen op uw computer.] weergegeven.
3. Druk op [OK] .
4. Druk op [<USB>] of op de naam van de computer waarop u de faxen wilt ontvangen als u zich in een netwerk bevindt. Druk op [OK] .
5. Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] .
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld, wordt er geen reservekopie van ontvangen faxen afgedrukt, zelfs niet als u [Backup Print: Aan] selecteert.
6. Druk op .
Herhaal deze stappen om de doelcomputer te wijzigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [PC-Fax ontv.] .
2. Druk op [Aan] .
Op het touchscreen wordt de melding [Gebruik het programma PC-Fax ontvangen op uw computer.] weergegeven.
3. Druk op [OK] .
4. Druk op [<USB>] of op de naam van de computer waarop u de faxen wilt ontvangen als u zich in een netwerk bevindt. Druk op [OK] .
5. Druk op [Backup Print: Aan] of [Backup Print: Uit] .
Wanneer Faxvoorbeeld is ingeschakeld, wordt er geen reservekopie van ontvangen faxen afgedrukt, zelfs niet als u [Backup Print: Aan] selecteert.
327
6. Druk op .
Herhaal deze stappen om de doelcomputer te wijzigen.
Verwante informatie
•
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
Faxen overbrengen naar uw computer
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
328
> Opties voor geheugenontvangst > Opties voor ontvangst in geheugen
wijzigen
Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
Als er zich in het geheugen van uw machine ontvangen faxen bevinden wanneer u de optie Ontvangst uit geheugen wijzigt, wordt op het LCD-scherm een van de volgende vragen weergegeven:
MFC-J6530DW
• Als ontvangen faxen al zijn afgedrukt, verschijnt de volgende vraag op het touchscreen: [Alle documenten wissen?]
Als u op [Ja] drukt, worden alle faxen in het geheugen gewist voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxberichten in het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
• Als zich faxen in het geheugen bevinden die niet zijn afgedrukt, verschijnt de volgende vraag op het touchscreen: [Alle faxen afdrukken?]
Als u op [Ja] drukt, worden alle faxen in het geheugen afgedrukt voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxberichten in het geheugen niet afgedrukt en blijft de instelling ongewijzigd.
• Als zich nog ontvangen faxen in het geheugen bevinden wanneer u de machine van [Fax Doorzenden
(Fax doorzenden)] , [Doorsturen naar cloud (Naar cloud doorst.)] , of [Fax Opslaan
(Fax opslaan)] overzet op [PC-Fax ontv.] , drukt u op [<USB>] of de naam van de computer als u zich in een netwerk bevindt en drukt u vervolgens op [OK] . U wordt gevraagd of u Reserveafdruk wilt inschakelen.
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
[Fax ⇒ PC zenden?]
Als u op [Ja] drukt, worden faxen in het geheugen naar uw computer verzonden voordat de instelling wijzigt.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxberichten in het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
• Als ontvangen faxen al zijn afgedrukt, verschijnt de volgende vraag op het touchscreen: [Alle documenten wissen?]
Als u op [Ja] drukt, worden alle faxen in het geheugen gewist voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxberichten in het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
• Als zich faxen in het geheugen bevinden die niet zijn afgedrukt, verschijnt de volgende vraag op het touchscreen: [Alle faxen afdrukken?]
Als u op [Ja] drukt, worden alle faxen in het geheugen afgedrukt voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxberichten in het geheugen niet afgedrukt en blijft de instelling ongewijzigd.
• Als zich nog ontvangen faxen in het geheugen bevinden wanneer u de machine van [Fax Doorzenden
(Fax doorzenden)] , [Doorsturen naar cloud (Naar cloud doorst.)] , of [Fax Opslaan
(Fax opslaan)] overzet op [PC-Fax ontv.] , drukt u op [<USB>] of de naam van de computer als u zich in een netwerk bevindt en drukt u vervolgens op [OK] . U wordt gevraagd of u Reserveafdruk wilt inschakelen.
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
[Fax ⇒ PC zenden?]
329
Als u op [Ja] drukt, worden faxen in het geheugen naar uw computer verzonden voordat de instelling wijzigt.
Als u op [Nee] drukt, worden de faxberichten in het geheugen niet gewist en blijft de instelling ongewijzigd.
Verwante informatie
•
•
Ontvangst in geheugen uitschakelen
330
> Opties voor geheugenontvangst > Ontvangst in geheugen
uitschakelen
Ontvangst in geheugen uitschakelen
Schakel geheugenontvangst uit als u niet wilt dat de machine inkomende faxen opslaat of overbrengt.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Geheugenontv.] .
2. Druk op [Uit] .
Op het touchscreen wordt [Alle faxen afdrukken?] of [Alle documenten wissen?] weergegeven als zich faxen in het geheugen van de machine bevinden.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Geheugenontv.] .
2. Druk op [Uit] .
Op het touchscreen wordt [Alle faxen afdrukken?] of [Alle documenten wissen?] weergegeven als zich faxen in het geheugen van de machine bevinden.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Opties voor ontvangst in geheugen wijzigen
•
•
331
> Opties voor geheugenontvangst > Een fax in het geheugen van de
machine afdrukken
Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-wit faxen.
• Nadat u de fax hebt afgedrukt, wordt deze uit het geheugen verwijderd.
MFC-J6530DW
Als u [Fax Opslaan (Fax opslaan)] selecteert, kunt u alle faxen in het geheugen afdrukken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Print document] .
U kunt de faxen uit het geheugen ook afdrukken door op [Opgesl. faxen] op het touchscreen drukken.
2. Druk op [Ja] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Als u [Fax Opslaan (Fax opslaan)] selecteert, kunt u alle faxen in het geheugen afdrukken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Print document] .
U kunt de faxen uit het geheugen ook afdrukken door op [Opgesl. faxen] op het touchscreen drukken.
2. Druk op [Ja] .
Verwante informatie
•
•
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
•
•
332
> Opties voor faxen op afstand
Opties voor faxen op afstand
Gebruik Afstandsbediening om uw machine te bellen vanaf een toetstelefoon of faxapparaat en gebruik een toegangscode op afstand en opdrachten op afstand om faxberichten op te halen.
•
Stel een toegangscode op afstand in
•
Uw toegangscode op afstand gebruiken
•
Opdrachten voor afstandsbediening
•
Faxen van op afstand doorsturen
•
Wijzig het nummer voor fax doorzenden
333
> Opties voor faxen op afstand > Stel een toegangscode op afstand in
Stel een toegangscode op afstand in
Stel een toegangscode op afstand in om toegang te krijgen tot uw machine van Brother en deze te beheren, zelfs als u niet in de buurt van de machine bent.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Afst.bediening] .
2. Voer met de kiestoetsen een driecijferige code in met de nummers [0] tot en met [9] , [*] of [#] (de vooraf ingestelde '*' kan niet worden gewijzigd).
Druk op [OK] .
•
• Gebruik NIET dezelfde code als voor activering op afstand (*51) of deactivering op afstand (#51).
Als u uw code wilt verwijderen, houdt u
*), en drukt u vervolgens op [OK] .
ingedrukt om terug te keren naar de inactieve instelling (---
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Afst.bediening] .
2. Voer met de kiestoetsen een driecijferige code in met de nummers [0] tot en met [9] , [*] of [#] (de vooraf ingestelde '*' kan niet worden gewijzigd).
Druk op [OK] .
•
• Gebruik NIET dezelfde code als voor activering op afstand (*51) of deactivering op afstand (#51).
Als u uw code wilt verwijderen, houdt u
*), en drukt u vervolgens op [OK] .
ingedrukt om terug te keren naar de inactieve instelling (---
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Uw toegangscode op afstand gebruiken
•
Werken met externe of tweede toestellen
•
334
> Opties voor faxen op afstand > Uw toegangscode op afstand
gebruiken
Uw toegangscode op afstand gebruiken
1. Kies uw faxnummer op een toetstelefoon of op een ander faxapparaat als u zich niet bij de Brother-machine bevindt.
2. Als uw machine de oproep beantwoordt, toetst u onmiddellijk de driecijferige toegangscode in, gevolgd door
*.
3. De Brother-machine geeft met de volgende signalen aan of er een faxbericht is ontvangen:
• Eén lange pieptoon - de machine heeft ten minste één fax ontvangen
• Geen piepjes - de machine heeft geen fax ontvangen
4. De machine geeft twee korte geluidssignalen om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
• Als u na 30 seconden nog geen opdracht hebt ingevoerd, wordt de verbinding verbroken.
• Als u een ongeldige opdracht invoert, hoort u drie piepjes.
5. Als u klaar bent, drukt u op 9 en vervolgens op 0 om uw machine te deactiveren.
6. Hang op.
• Als uw machine is ingesteld op de modus [Handmatig] en u gebruikmaakt van afstandsbediening, wacht u ongeveer 100 seconden nadat uw faxnummer begint over te gaan en voert u binnen 30 seconden uw toegangscode in.
• In sommige landen is deze functie mogelijk niet beschikbaar of wordt deze functie niet door uw lokale telefoonbedrijf ondersteund.
Verwante informatie
•
•
Stel een toegangscode op afstand in
335
> Opties voor faxen op afstand > Opdrachten voor afstandsbediening
Opdrachten voor afstandsbediening
Gebruik de opdrachten op afstand in deze tabel om toegang te krijgen tot faxopdrachten en -opties wanneer u niet bij de machine van Brother bent. Wanneer u de machine belt en uw toegangscode op afstand (drie cijfers gevolgd door *) invoert, laat het systeem twee korte pieptonen horen en moet u een opdracht op afstand invoeren (kolom 1), gevolgd door een van de opties (kolom 2) voor die opdracht.
Werkingsinformatie Opdrachten op afstand
95
Opties
Wijzig de instellingen Fax doorzenden of
Fax opslaan
1 UIT
2 Fax doorzenden
4 Nummer voor fax doorzenden
6 Fax opslaan
U kunt Uit selecteren nadat u al uw berichten hebt opgehaald of gewist.
Eén lange pieptoon betekent dat de wijziging wordt geaccepteerd. Als u drie korte pieptonen hoort, kunt u geen wijziging doorvoeren omdat iets niet werd ingesteld (een nummer voor fax doorzenden werd bijvoorbeeld niet geregistreerd). U kunt uw nummer voor fax doorzenden registreren door 4 in te voeren. Nadat u het nummer hebt geregistreerd, werkt Fax doorzenden.
96 Een fax ophalen
2 Alle faxen opvragen
3 Faxen uit het geheugen wissen
Voer een faxnummer van een faxapparaat op afstand in om opgeslagen faxberichten te ontvangen.
Als u één lange pieptoon hoort, werden faxberichten uit het geheugen gewist.
97 De ontvangststatus controleren
1 Fax Controleer of uw machine faxen heeft ontvangen.
Als dat zo is, hoort u één lange pieptoon. Als dat niet zo is, hoort u drie korte pieptonen.
98
90
De ontvangstmodus wijzigen
1 Extern antwoordapparaat
2 Fax/Tel-modus
3 Alleen fax
Verlaten
Eén lange pieptoon betekent dat de wijziging werd geaccepteerd.
Druk op 9 0 om de afstandsbediening te stoppen.
Wacht op de lange pieptoon en hang vervolgens op.
Verwante informatie
•
•
Wijzig het nummer voor fax doorzenden
•
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
•
Faxen van op afstand doorsturen
•
336
> Opties voor faxen op afstand > Faxen van op afstand doorsturen
Faxen van op afstand doorsturen
Bel uw machine van Brother van op om het even welke toetstelefoon of faxapparaat om inkomende faxen naar een andere machine door te sturen.
• Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u Fax opslaan of Faxvoorbeeld inschakelen.
1. Kies het nummer van uw faxmachine.
2. Als uw machine de oproep beantwoordt, toetst u de toegangscode in (drie cijfers gevolgd door *). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3. Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op 9 6 2.
4. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het faxnummer (maximaal 20 cijfers) in van het faxapparaat waarheen de faxberichten moeten worden doorgezonden, gevolgd door ##.
U kunt * en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt op # drukken om een pauze in het faxnummer in te voegen.
5. Wacht totdat u één lange piep van de machine hoort en hang op. Uw Brother-machine stuurt alle inkomende faxen naar het door u ingevoerde nummer door. Uw faxberichten worden vervolgens door het andere faxapparaat afgedrukt.
Verwante informatie
•
•
Inkomende faxen in het machinegeheugen opslaan
•
Opdrachten voor afstandsbediening
337
> Opties voor faxen op afstand > Wijzig het nummer voor fax
doorzenden
Wijzig het nummer voor fax doorzenden
1. Kies het nummer van uw faxmachine.
2. Als uw machine de oproep beantwoordt, toetst u de toegangscode in (drie cijfers gevolgd door *). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
3. Als u twee korte piepjes hoort, drukt u op 9 5 4.
4. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nieuwe nummer (maximaal 20 cijfers) in van de faxmachine waarheen de faxberichten moeten worden doorgezonden, gevolgd door ##.
U kunt * en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt op # drukken om een pauze in het faxnummer in te voegen.
5. Als u klaar bent, drukt u op 9 0 om toegang op afstand stop te zetten.
6. Wacht totdat u één lange piep van de machine hoort en hang op.
Verwante informatie
•
•
Opdrachten voor afstandsbediening
338
Home > Faxen > Voicehandelingen en faxnummers
Voicehandelingen en faxnummers
•
•
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
339
Voicehandelingen en faxnummers
> Voicehandelingen
Voicehandelingen
•
Een telefoongesprek aannemen in de ontvangstmodus Fax/Telefoon
340
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Een telefoongesprek aannemen in de ontvangstmodus Fax/Telefoon
Een telefoongesprek aannemen in de ontvangstmodus Fax/Telefoon
Als de machine in de Fax/Telefoon-modus staat, wordt het dubbele belsignaal (een pseudo/dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft.
Neem de hoorn van de haak als u zich bij de machine bevindt en druk vervolgens op de knop [Ophalen] om het gesprek te beantwoorden.
Als u de oproep aanneemt op een tweede toestel, neemt u de hoorn van de haak tijdens het dubbele belsignaal en drukt u vervolgens op #51 tussen de belsignalen in. Als er niemand aan de lijn is of als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de oproep terug naar de machine door op *51 te drukken.
Verwante informatie
•
341
Voicehandelingen en faxnummers
> Faxnummers opslaan
Faxnummers opslaan
•
•
Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
•
Adresboeknummers van de geschiedenis van nummerweergave bewaren
•
Namen of nummers in het adresboek wijzigen of wissen
342
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Adresboeknummers opslaan
Adresboeknummers opslaan
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] .
2. Ga als volgt te werk: a. Druk op [Bewerken] > [Nw adres toev. (Nw. adres toev.)] > [Naam] .
b. Voer de naam (maximaal 16 tekens) in met behulp van het touchscreen. Druk op [OK] .
c. Druk op [Adres 1] .
d. Voer het eerste fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) met behulp van het touchscreen. Druk op
[OK] .
• Druk op [Pauze] om een pauze tussen nummers in te voegen. U kunt zo vaak als nodig op [Pauze] drukken om de pauze te verlengen.
• Vergeet niet het netnummer op te geven wanneer u een fax- of telefoonnummer invoert. Afhankelijk van het land worden de namen en het overzicht van de nummerweergave mogelijk onjuist weergegeven als het fax- of telefoonnummer zonder netnummer wordt opgeslagen.
• Als u Internetfax hebt gedownload:
Als u een e-mailadres wilt opslaan voor de functies Internetfax of Scannen naar e-mail, drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u vervolgens op [OK] .
e. Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 2] . Voer het tweede fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
f. Druk ter bevestiging op [OK] .
Om nog een adresboeknummer op te slaan, herhaalt u deze stappen.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] .
2. Ga als volgt te werk: a. Druk op [Bewerken] > [Nw adres toev.] > [Naam] .
b. Voer de naam (maximaal 16 tekens) in met behulp van het touchscreen. Druk op [OK] .
c. Druk op [Adres 1] .
d. Voer het eerste fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) met behulp van het touchscreen. Druk op
[OK] .
• Druk op [Pauze] om een pauze tussen nummers in te voegen. U kunt zo vaak als nodig op [Pauze] drukken om de pauze te verlengen.
• Vergeet niet het netnummer op te geven wanneer u een fax- of telefoonnummer invoert. Afhankelijk van het land worden de namen en het overzicht van de nummerweergave mogelijk onjuist weergegeven als het fax- of telefoonnummer zonder netnummer wordt opgeslagen.
• Als u Internetfax hebt gedownload:
Als u een e-mailadres wilt opslaan voor de functies Internetfax of Scannen naar e-mail, drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u vervolgens op [OK] .
343
e. Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 2] . Voer het tweede fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
f. Druk ter bevestiging op [OK] .
Om nog een adresboeknummer op te slaan, herhaalt u deze stappen.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
344
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
U kunt adresboeknummers van de geschiedenis van uitgaande oproepen opslaan.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Oproep- overzicht] > [Uitg. Gesprek (Uitg. gesprek)] .
2. Druk op a of b om het nummer dat u wilt opslaan weer te geven en druk er dan op.
3. Druk op [Bewerken] > [Aan adresboek toevoegen (Toev. aan adresboek)] > [Naam] .
Als u het nummer uit het overzicht van uitgaande gesprekken wilt verwijderen, drukt u op [Bewerken] >
[Verwijder] . Druk ter bevestiging op [Ja] .
4. Voer de naam (maximaal 16 tekens) in met behulp van het touchscreen. Druk op [OK] .
5. Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 2] . Voer het tweede fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] om het fax- of telefoonnummer dat u wilt opslaan te bevestigen.
7. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Oproephist.] > [Uitgaand gesprek] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer dat u wilt opslaan weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Druk op [Bewerken] > [Toevoegen aan adresboek] > [Naam] .
Als u het nummer uit het overzicht van uitgaande gesprekken wilt verwijderen, drukt u op [Bewerken] >
[Verwijder] . Druk ter bevestiging op [Ja] .
4. Voer de naam (maximaal 16 tekens) in met behulp van het touchscreen. Druk op [OK] .
5. Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 2] . Voer het tweede fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] om het fax- of telefoonnummer dat u wilt opslaan te bevestigen.
7. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
345
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Adresboeknummers van de geschiedenis van nummerweergave bewaren
Adresboeknummers van de geschiedenis van nummerweergave bewaren
Als u een abonnement voor nummerweergave hebt bij uw telefoonbedrijf, kunt u adresboeknummers van inkomende oproepen in de geschiedenis van nummerweergave bewaren.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Oproep- overzicht] > [Overzicht beller-id] .
2. Druk op a of b om de naam of het nummer dat u wilt opslaan weer te geven en druk er dan op.
3. Druk op [Bewerken] > [Aan adresboek toevoegen (Toev. aan adresboek)] > [Naam] .
Als u het nummer uit het belleroverzicht wilt verwijderen, drukt u op [Bewerken] > [Verwijder] . Druk ter bevestiging op [Ja] .
4. Voer de naam (maximaal 16 tekens) in met behulp van het touchscreen. Druk op [OK] .
5. Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 2] . Voer het tweede fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] om het fax- of telefoonnummer dat u wilt opslaan te bevestigen.
7. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Oproephist.] > [Overzicht beller-id] .
2. Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b om de naam of het nummer weer te geven dat u wilt opslaan en druk er vervolgens op.
3. Druk op [Bewerken] > [Toevoegen aan adresboek] > [Naam] .
Als u het nummer uit het belleroverzicht wilt verwijderen, drukt u op [Bewerken] > [Verwijder] . Druk ter bevestiging op [Ja] .
4. Voer de naam (maximaal 16 tekens) in met behulp van het touchscreen. Druk op [OK] .
5. Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 2] . Voer het tweede fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] om het fax- of telefoonnummer dat u wilt opslaan te bevestigen.
7. Druk op .
Verwante informatie
•
•
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
346
Voicehandelingen en faxnummers
>
> Namen of nummers in het adresboek wijzigen of wissen
Namen of nummers in het adresboek wijzigen of wissen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Wijzigen] om de namen of fax- of telefoonnummers te bewerken.
Druk op a of b om het nummer dat u wilt afdrukken weer te geven en druk er dan op.
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op [Naam] . Voer de nieuwe naam (maximaal 16 tekens) via het touchscreen in. Druk op [OK] .
Als u het eerste fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 1] . Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u op [Adres 2] . Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
Druk op [OK] om te beëindigen.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor te plaatsen zodat het teken dat u wilt wijzigen wordt gemarkeerd, en drukt u vervolgens op . Voer het nieuwe teken in.
• Als u nummers wilt verwijderen, drukt u op a of b om [Verwijder] weer te geven en drukt u er vervolgens op.
Selecteer de fax- of telefoonnummers die u wilt wissen door erop te drukken zodat er een rood vinkje bij staat, en druk vervolgens op [OK] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Wijzigen] om de namen of fax- of telefoonnummers te bewerken.
Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer dat u wilt wijzigen weer te geven en druk er vervolgens op.
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op [Naam] . Voer de nieuwe naam (maximaal 16 tekens) via het touchscreen in. Druk op [OK] .
Als u het eerste fax- of telefoonnummer wilt opslaan, drukt u op [Adres 1] . Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
Als u het tweede fax- of telefoonnummer wilt wijzigen, drukt u op [Adres 2] . Voer het nieuwe fax- of telefoonnummer in (maximaal 20 cijfers) via het touchscreen. Druk op [OK] .
Druk op [OK] om te beëindigen.
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor te plaatsen zodat het teken dat u wilt wijzigen wordt gemarkeerd, en drukt u vervolgens op . Voer het nieuwe teken in.
• Als u nummers wilt verwijderen, drukt u op [Verwijder] .
Selecteer de fax- of telefoonnummers die u wilt wissen door erop te drukken zodat er een rood vinkje bij staat, en druk vervolgens op [OK] .
347
3. Druk op .
Verwante informatie
•
348
Voicehandelingen en faxnummers
> Groepen voor groepsverzenden instellen
Groepen voor groepsverzenden instellen
Met een groep, die u in het adresboek kunt opslaan, kunt u dezelfde fax naar meerdere nummers verzenden.
MFC-J6530DW
Eerst moet u elk faxnummer in het adresboek opslaan. Vervolgens kunt u deze als nummers in de groep opnemen. Elke groep heeft een eigen adresboeknummer. U kunt maximaal zes groepen opslaan en u kunt maximaal 198 nummers aan een grote groep toewijzen.
1. Druk op [Fax] > [Adres- boek] .
2. Ga als volgt te werk: a. Druk op [Bewerken] > [Groepen instellen] > [Naam] .
b. Voer de groepsnaam (maximaal 16 tekens) via het touchscreen in. Druk op [OK] .
c. Druk op [Toevoegen/verw.] .
d. U kunt adresboeknummers aan de groep toevoegen door erop te drukken zodat ze met een rood vinkje worden gemarkeerd. Druk op [OK] .
e. Controleer de weergegeven lijst met namen en nummers die u hebt geselecteerd en druk vervolgens op
[OK] om de groep op te slaan.
Herhaal deze stappen om nog een groep op te slaan voor rondsturen.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Eerst moet u elk faxnummer in het adresboek opslaan. Vervolgens kunt u deze als nummers in de groep opnemen. Elke groep heeft een eigen adresboeknummer. U kunt maximaal zes groepen opslaan en u kunt maximaal 198 nummers aan een grote groep toewijzen.
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] .
2. Ga als volgt te werk: a. Druk op [Bewerken] > [Groep instell. (Groepsinstell.)] > [Naam] .
b. Voer de groepsnaam (maximaal 16 tekens) via het touchscreen in. Druk op [OK] .
c. Druk op [Toevoegen/verw.] .
d. U kunt adresboeknummers aan de groep toevoegen door erop te drukken zodat ze met een rood vinkje worden gemarkeerd. Druk op [OK] .
e. Controleer de weergegeven lijst met namen en nummers die u hebt geselecteerd en druk vervolgens op
[OK] om de groep op te slaan.
Herhaal deze stappen om nog een groep op te slaan voor rondsturen.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Voicehandelingen en faxnummers
•
Een groepsverzendingsnaam wijzigen
•
•
Een groepsverzendingslid toevoegen of verwijderen
349
•
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
•
350
Voicehandelingen en faxnummers
>
Groepen voor groepsverzenden instellen > Een
groepsverzendingsnaam wijzigen
Een groepsverzendingsnaam wijzigen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] > [Wijzigen] .
2. Druk op a of b om de groep die u wilt wijzigen weer te geven en druk er dan op.
3. Druk op [Naam] .
4. Voer de nieuwe groepsnaam (maximaal 16 tekens) via het touchscreen in. Druk op [OK] .
Een opgeslagen naam wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om het onjuiste teken met de cursor te markeren. Druk vervolgens op .
Voer het nieuwe teken in.
5. Druk op [OK] .
6. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] > [Wijzigen] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste groep weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Druk op [Naam] .
4. Voer de nieuwe groepsnaam (maximaal 16 tekens) via het touchscreen in. Druk op [OK] .
Een opgeslagen naam wijzigen:
Als u een teken wilt wijzigen, drukt u op d of c om het onjuiste teken met de cursor te markeren. Druk vervolgens op .
Voer het nieuwe teken in.
5. Druk op [OK] .
6. Druk op .
Verwante informatie
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
351
Voicehandelingen en faxnummers
>
Groepen voor groepsverzenden instellen > Een
groepsverzending wissen
Een groepsverzending wissen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] > [Verwijder] .
2. Druk op a of b om de groep die u wilt verwijderen weer te geven en druk er dan op.
3. Druk op [OK] .
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] > [Verwijder] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste groep weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Druk op [OK] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
352
Voicehandelingen en faxnummers
>
Groepen voor groepsverzenden instellen > Een
groepsverzendingslid toevoegen of verwijderen
Een groepsverzendingslid toevoegen of verwijderen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] > [Wijzigen] .
2. Druk op a of b om de groep die u wilt wijzigen weer te geven en druk er dan op.
3. Druk op a of b om [Toevoegen/verw.] weer te geven en druk er vervolgens op.
4. Druk op a of b om het nummer dat u wilt toevoegen of verwijderen weer te geven.
5. Doe het volgende voor elk nummer dat u wilt wijzigen:
• Als u een nummer aan de groep wilt toevoegen, drukt u op het selectievakje van het nummer om een vinkje toe te voegen.
• Als u een nummer uit de groep wilt verwijderen, drukt u op het selectievakje van het nummer om het vinkje te verwijderen.
6. Druk op [OK] .
7. Druk op [OK] .
8. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Fax] > [Adresboek] > [Bewerken] > [Wijzigen] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste groep weer te geven en druk er vervolgens op.
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Toevoegen/verw.] weer te geven en druk er vervolgens op.
4. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de nummer weer te geven die u wilt toevoegen of wissen.
5. Doe het volgende voor elk nummer dat u wilt wijzigen:
• Als u een nummer aan de groep wilt toevoegen, drukt u op het selectievakje van het nummer om een vinkje toe te voegen.
• Als u een nummer uit de groep wilt verwijderen, drukt u op het selectievakje van het nummer om het vinkje te verwijderen.
6. Druk op [OK] .
7. Druk op [OK] .
8. Druk op .
Verwante informatie
•
Groepen voor groepsverzenden instellen
353
Home > Faxen > Telefoondiensten en externe apparaten
Telefoondiensten en externe apparaten
•
•
Het type telefoonlijn instellen
•
Bellen via internet (VoIP) /Telefoonlijnstoring
•
•
354
Telefoondiensten en externe apparaten > Nummerweergave
Nummerweergave
Met de functie Beller ID kunt u gebruikmaken van de nummerweergavedienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt aangeboden. Met deze dienst worden het telefoonnummer, of de naam (indien beschikbaar), van de beller op het display weergegeven wanneer de telefoon overgaat.
• De melding [ID onbekend] geeft aan dat de oproep afkomstig is van buiten het gebied dat uw nummerweergavedienst beslaat.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor meer informatie.
Wanneer u een oproep beantwoordt, verdwijnt de nummerweergave-informatie van het LCD-scherm en wordt deze bewaard in het geheugen van de nummerweergave.
Bekijk de lijst of selecteer er een nummer en fax voor, voeg het aan het adresboek toe of wis het uit de geschiedenis.
U kunt een lijst afdrukken met informatie over de oproepen die uw machine heeft ontvangen.
• Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
• De dienst nummerweergave varieert per provider. Neem contact op met uw telefoonbedrijf om te vragen of deze dienst beschikbaar is.
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
•
Adresboeknummers van de geschiedenis van nummerweergave bewaren
•
•
355
Telefoondiensten en externe apparaten >
Nummerweergave > Nummerweergave
inschakelen
Nummerweergave inschakelen
Als u op de dienst Nummerweergave op uw telefoonlijn bent geabonneerd, zet u nummerweergave op Aan om het nummer van de beller op de LCD weer te geven wanneer u wordt gebeld.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Diversen] > [Beller ID] .
2. Druk op [Aan] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Diversen] > [Beller ID] .
2. Druk op [Aan] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
356
Telefoondiensten en externe apparaten > Het type telefoonlijn instellen
Het type telefoonlijn instellen
Wanneer u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u een telefoonlijntype selecteren dat overeenkomt met de functies van uw lijn.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Tel lijn inst] .
2. Druk op [Normaal] , [PBX] of [ISDN] .
3. Als u [PBX] hebt geselecteerd, voert u de volgende stappen uit: a. Druk op [Aan] of [Altijd] .
• Als u [Aan] selecteert, kiest de machine alleen een kengetal vóór het faxnummer wanneer op [R] wordt gedrukt.
• Wanneer u [Altijd] selecteert, kiest de machine altijd een kengetal voor het faxnummer.
b. Druk op [Buitenlijn] .
c. Voer het kengetal in via het touchscreen en druk vervolgens op [OK] .
Gebruik de nummers 0 tot en met 9, #, l en !. U kunt ! niet met andere cijfers of tekens gebruiken.
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Tel lijn inst] .
2. Druk op [Normaal] , [PBX] of [ISDN] .
3. Als u [PBX] hebt geselecteerd, voert u de volgende stappen uit: a. Druk op [Aan] of [Altijd] .
• Als u [Aan] selecteert, kiest de machine alleen een kengetal vóór het faxnummer wanneer op [R] wordt gedrukt.
• Wanneer u [Altijd] selecteert, kiest de machine altijd een kengetal voor het faxnummer.
b. Druk op [Buitenlijn] .
c. Voer het kengetal in via het touchscreen en druk vervolgens op [OK] .
Gebruik de nummers 0 tot en met 9, #, l en !. U kunt ! niet met andere cijfers of tekens gebruiken.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
•
357
Telefoondiensten en externe apparaten >
Het type telefoonlijn instellen
> PBX en doorverbinden
PBX en doorverbinden
De standaardinstelling van [Tel lijn inst] op de machine is [Normaal] , zodat u de machine op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN) kunt aansluiten. De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break
Recall). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. Druk op de knop [R] om deze functie te gebruiken.
U kunt een druk op de knop [R] programmeren als onderdeel van een nummer dat in het adresboek is opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het programmeren van het adresboek eerst op [R] (op het LCD verschijnt ‘!’), waarna u het telefoonnummer invoert. Hierdoor hoeft u niet telkens op [R] te drukken voordat u een nummer via het adresboek kiest. Uw type telefoonlijn moet echter op de machine op PBX zijn ingesteld om deze programmering te gebruiken.
Verwante informatie
•
Het type telefoonlijn instellen
358
Telefoondiensten en externe apparaten > Bellen via internet (VoIP) /Telefoonlijnstoring
Bellen via internet (VoIP) /Telefoonlijnstoring
VoIP is een telefoonsysteem dat gebruikmaakt van een internetverbinding in plaats van een traditionele telefoonlijn. Telefoonbedrijven bieden vaak pakketten met VoIP-, internet- en kabeldiensten.
Uw machine werkt mogelijk niet met bepaalde VoIP-systemen. Wanneer u uw machine wilt gebruiken voor het versturen en ontvangen van faxen op een VoIP-systeem, moet u zorgen dat één uiteinde van uw telefoonsnoer is aangesloten op de LINE-ingang van de machine. Het andere uiteinde van het telefoonsnoer kan worden aangesloten op een modem, telefoonadapter, splitter of soortgelijk apparaat.
Neem contact op met uw VoIP-provider voor informatie over het aansluiten van uw machine op het VoIPsysteem.
Nadat u uw machine op het VoIP-systeem hebt aangesloten, controleert u of er een kiestoon is. Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon hoort. Neem contact op met uw VoIP-provider als er geen kiestoon is.
Wanneer u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van faxen via een VoIP-systeem, kunt u de modemsnelheid van de machine het best instellen op [Basic (voor VoIP)] .
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
Storing op de telefoonlijn/VoIP
359
Telefoondiensten en externe apparaten > Extern antwoordapparaat
Extern antwoordapparaat
U kunt een extern antwoordapparaat op dezelfde lijn als uw machine aansluiten. Als uw antwoordapparaat een oproep beantwoordt, 'luistert' de machine naar de faxtonen van het verzendende faxapparaat. Als faxtonen worden waargenomen, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen worden waargenomen, wordt de beller met uw antwoordapparaat verbonden en wordt [Telefoon] op het LCDscherm weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (de aanbevolen instelling is twee belsignalen). Dit komt omdat uw machine de faxtonen pas kan horen wanneer het externe antwoordapparaat de oproep beantwoordt. De verzendende machine verzendt faxtonen gedurende nog acht tot tien seconden. We raden aan om de bespaarstand op uw externe antwoordapparaat niet te gebruiken als er meer dan vier beltonen nodig zijn om het te activeren.
1
1
1 Antwoordapparaat
BELANGRIJK
Sluit een antwoordapparaat NOOIT elders aan op dezelfde telefoonlijn.
Als u problemen hebt om faxen te ontvangen, verlaag dan de instelling van de belvertraging op uw externe antwoordapparaat.
Verwante informatie
•
Telefoondiensten en externe apparaten
•
Een extern antwoordapparaat aansluiten
•
Een uitgaand bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
•
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
•
360
Telefoondiensten en externe apparaten >
Extern antwoordapparaat > Een extern
antwoordapparaat aansluiten
Een extern antwoordapparaat aansluiten
1. Stel uw externe antwoordapparaat in op één of twee belsignalen.
De instelling voor belvertraging van de machine is niet van toepassing.
2. Neem het uitgaande bericht op uw externe antwoordapparaat op.
3. Stel het antwoordapparaat in op het aannemen van oproepen.
4. Stel de ontvangstmodus op uw machine op [Ext. TEL/ANT] in.
Verwante informatie
•
•
•
•
361
Telefoondiensten en externe apparaten >
Extern antwoordapparaat > Een uitgaand
bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
Een uitgaand bericht (OGM) op uw externe antwoordapparaat opnemen
1. Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw bericht. Dit geeft uw machine de gelegenheid om naar faxtonen te luisteren.
Wij adviseren om aan het begin van uw uitgaande bericht eerst een stilte van vijf seconden op te nemen zodat faxtonen duidelijk door de machine kunnen worden waargenomen. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als uw machine problemen heeft met de ontvangst moet u het uitgaande bericht opnieuw opnemen en deze stilte inlassen.
2. Neem een bericht van maximaal 20 seconden op.
3. Beëindig uw bericht van 20 seconden met uw code voor activeren op afstand voor wie handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: “Spreek na de pieptoon een boodschap in of druk op '51 en Start om een fax te versturen.'
Verwante informatie
•
362
Telefoondiensten en externe apparaten >
Extern antwoordapparaat > Aansluiting op
meerdere lijnen (PBX)
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw machine aan te sluiten. Wanneer u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om de machine op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de machine wordt geactiveerd wanneer het systeem telefoonoproepen ontvangt. Als alle inkomende oproepen worden beantwoord door een telefonist(e), raden we aan om de ontvangstmodus op [Handmatig] in te stellen.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine onder alle omstandigheden naar behoren werkt als deze is aangesloten op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen eerst contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.
Verwante informatie
•
363
Telefoondiensten en externe apparaten > Externe en tweede toestellen
Externe en tweede toestellen
•
Een extern of tweede toestel aansluiten
•
Werken met externe of tweede toestellen
•
364
Telefoondiensten en externe apparaten >
> Een extern of tweede toestel aansluiten
Een extern of tweede toestel aansluiten
U kunt een afzonderlijke telefoon op uw machine aansluiten zoals in onderstaande diagram getoond.
1
2
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Zorg ervoor dat de kabel van de externe telefoon niet meer dan drie meter lang is.
Verwante informatie
•
365
Telefoondiensten en externe apparaten >
> Werken met externe of tweede toestellen
Werken met externe of tweede toestellen
Wanneer u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of een extern toestel, kunt u de oproep naar de machine doorverbinden met behulp van de code voor activeren op afstand. Als u op de code voor activeren op afstand *51 drukt, begint de machine met het ontvangen van de fax.
Als de machine een telefoonoproep beantwoordt en een dubbel belsignaal laat horen zodat u kunt overnemen, kunt u de oproep beantwoorden op een tweede toestel door op de code voor deactiveren op afstand #51 te drukken.
Als u een telefoontje aanneemt en er is niemand aan de lijn:
U moet ervan uitgaan dat u een handmatig verzonden fax ontvangt.
Toets *51 in en wacht tot u het tjirpende geluid hoort of tot op het LCD-scherm [Ontvangst] wordt weergegeven en hang dan op.
U kunt ook de functie Fax Waarnemen gebruiken om het telefoontje automatisch door uw machine te laten aannemen.
Verwante informatie
•
•
Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
•
•
Stel een toegangscode op afstand in
•
De F/T-beltijd (dubbel belsignaal) instellen
366
Telefoondiensten en externe apparaten >
> Codes op afstand gebruiken
Codes op afstand gebruiken
Code voor activeren op afstand
Als u een faxoproep aanneemt op een tweede of extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door het intoetsen van de code voor activeren op afstand *51 . Wacht tot u de tjirpende geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op de haak.
Als u een faxoproep op de externe telefoon beantwoordt, kunt u de machine opdragen om de fax te ontvangen door op de Start-knop te drukken en vervolgens de ontvangstoptie te selecteren.
Code voor deactiveren op afstand
Wanneer u een normaal telefoontje ontvangt terwijl de machine in de modus Fax/Telefoon staat, wordt na de aanvankelijke belvertraging het snelle dubbele belsignaal gebruikt. Als u de oproep aanneemt op een tweede toestel, kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen door te drukken op #51 (zorg ervoor dat u hierop drukt tussen de belsignalen in).
Als de machine een telefoonoproep beantwoordt en een dubbel belsignaal laat horen zodat u kunt overnemen, kunt u de oproep beantwoorden op de externe telefoon door op [Ophalen] te drukken.
Verwante informatie
•
•
De codes voor afstandsbediening wijzigen
•
Stel een toegangscode op afstand in
•
367
Telefoondiensten en externe apparaten >
>
Codes op afstand gebruiken > De codes voor afstandsbediening wijzigen
De codes voor afstandsbediening wijzigen
De vooraf ingestelde code voor activering op afstand is *51 . De vooraf ingestelde code voor activering op afstand is #51 . Wanneer de verbinding iedere keer wordt verbroken wanneer u probeert om vanaf een ander toestel toegang te krijgen tot uw externe antwoordapparaat, is het raadzaam om de driecijferige code te wijzigen in een ander driecijferige code met de nummers 0-9, *, #.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Act.Op Afst.] .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de code voor activering op afstand wilt wijzigen, drukt u op [Afstandscode] . Voer de nieuwe code in en druk op [OK] .
• Als u de code voor deactiveren op afstand wilt wijzigen, drukt u op [Deactiveren (Desact. code)] .
Voer de nieuwe code in en druk vervolgens op [OK] .
• Wanneer u de codes niet wilt wijzigen, gaat u naar de volgende stap .
• Als u de codes voor afstandsbediening [Uit] (of [Aan] ) wilt zetten, drukt u op [Act.Op Afst.] . Druk op [Uit] (of [Aan] ).
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Ontvangstmenu] > [Act.Op Afst.] .
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de code voor activering op afstand wilt wijzigen, drukt u op [Afstandscode] . Voer de nieuwe code in en druk op [OK] .
• Als u de code voor deactiveren op afstand wilt wijzigen, drukt u op [Deactiveren (Desact. code)] .
Voer de nieuwe code in en druk vervolgens op [OK] .
• Wanneer u de codes niet wilt wijzigen, gaat u naar de volgende stap .
• Als u de codes voor afstandsbediening [Uit] (of [Aan] ) wilt zetten, drukt u op [Act.Op Afst.] . Druk op [Uit] (of [Aan] ).
3. Druk op .
Verwante informatie
•
368
Faxrapporten
•
De stijl van het verzendrapport instellen
•
De intervalperiode van het faxjournaal instellen
•
369
Faxrapporten > De stijl van het verzendrapport instellen
De stijl van het verzendrapport instellen
U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. Dit rapport vermeldt de naam of faxnummer van de partij, de tijd en datum van de transmissie, de duur van de transmissie, het aantal verzonden pagina's en of de transmissie wel of niet is gelukt.
Voor het verzendrapport zijn verschillende instellingen mogelijk:
Optie
Aan
Aan (+afb.)
Alleen fout
Alleen fout
(+afbeelding)
Beschrijving
Drukt een rapport af na elke verzonden fax.
Drukt een rapport af na elke verzonden fax.
Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport weergegeven.
Drukt een rapport af als uw fax niet is verzonden vanwege een transmissiefout.
Drukt een rapport af als uw fax niet is verzonden vanwege een transmissiefout.
Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport weergegeven.
Het rapport wordt niet afgedrukt.
Uit
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kies rapport] > [Verzendrapp.
(Verz.rapport)] .
2. Druk op de gewenste optie.
Als u [Aan (+afb.)] of [Alleen fout (+afbeelding)] selecteert, verschijnt de afbeelding niet op het verzendrapport als Direct verzenden is ingesteld op [Aan] . Bij het verzenden van een kleurenfax wordt de afbeelding niet op het rapport weergegeven.
3. Druk op .
Als de verzending goed is verlopen, wordt [OK] naast [RESULT] op het verzendrapport weergegeven. Als de verzending niet goed is verlopen, wordt [FOUT] naast [RESULT] weergegeven.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kies rapport] > [Verzendrapp.
(Verz.rapport)] .
2. Druk op de gewenste optie.
Als u [Aan (+afb.)] of [Alleen fout (+afbeelding)] selecteert, verschijnt de afbeelding niet op het verzendrapport als Direct verzenden is ingesteld op [Aan] . Bij het verzenden van een kleurenfax wordt de afbeelding niet op het rapport weergegeven.
3. Druk op .
Als de verzending goed is verlopen, wordt [OK] naast [RESULT] op het verzendrapport weergegeven. Als de verzending niet goed is verlopen, wordt [FOUT] naast [RESULT] weergegeven.
Verwante informatie
•
370
Faxrapporten > De intervalperiode van het faxjournaal instellen
De intervalperiode van het faxjournaal instellen
U kunt de machine zo instellen dat er op vaste tijden een faxjournaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen).
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kies rapport] > [Journaal tijd
(Journaalper.)] .
2. Druk op [Journaal tijd (Journaalper.)] .
3. Druk op a of b om een interval te selecteren.
• 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine drukt het rapport op het opgegeven tijdstip af en verwijdert vervolgens alle taken uit het journaalgeheugen. Als het geheugen van de machine vol is omdat het maximum van 200 taken is bereikt en de door u geselecteerde tijd nog niet is verstreken, wordt het faxjournaal voortijdig afgedrukt en worden vervolgens alle taken uit het geheugen gewist. Als u een extra rapport wilt voordat het tijd is om dit automatisch af te drukken, kunt u er een afdrukken zonder dat de taken worden gewist.
• Na 50 faxen
Het journaal wordt afgedrukt als 50 taken in de machine zijn opgeslagen.
4. Als u 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen hebt geselecteerd, drukt u op [Tijd] en voert u de tijd via het touchscreen in. Druk op [OK] .
5. Als u [Elke 7 dagen (Om de 7 dagen)] hebt geselecteerd, drukt u op [Dag] . Druk op a of b om de optie [Elke maandag] , [Elke dinsdag] , [Elke woensdag] , [Elke donderdag] , [Elke vrijdag] , [Elke zaterdag] of [Elke zondag] weer te geven en druk vervolgens op de eerste dag voor de 7-daagse aftelperiode.
6. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kies rapport] > [Journaal tijd
(Journaalper.)] .
2. Druk op [Journaal tijd (Journaalper.)] .
3. Veeg omhoog of omlaag, of druk op a of b om een interval te selecteren.
• 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine drukt het rapport op het opgegeven tijdstip af en verwijdert vervolgens alle taken uit het journaalgeheugen. Als het geheugen van de machine vol is omdat het maximum van 200 taken is bereikt en de door u geselecteerde tijd nog niet is verstreken, wordt het faxjournaal voortijdig afgedrukt en worden vervolgens alle taken uit het geheugen gewist. Als u een extra rapport wilt voordat het tijd is om dit automatisch af te drukken, kunt u er een afdrukken zonder dat de taken worden gewist.
• Na 50 faxen
Het journaal wordt afgedrukt als 50 taken in de machine zijn opgeslagen.
4. Als u 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen hebt geselecteerd, drukt u op [Tijd] en voert u de tijd via het touchscreen in. Druk op [OK] .
5. Als u [Elke 7 dagen (Om de 7 dagen)] hebt geselecteerd, drukt u op [Dag] . Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Elke maandag] , [Elke dinsdag] , [Elke woensdag] , [Elke donderdag] , [Elke vrijdag] , [Elke zaterdag] of [Elke zondag] weer te geven en druk vervolgens op de eerste dag voor de 7-daagse aftelperiode.
371
6. Druk op .
Verwante informatie
•
•
De machine instellen om automatisch uit te gaan
372
PC-FAX
•
•
373
®
PC-FAX voor Windows ®
•
Overzicht van PC-FAX (Windows ® )
•
Een fax verzenden met PC-FAX (Windows ® )
•
Ontvang faxen op uw computer (Windows ® )
374
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® )
Overzicht van PC-FAX (Windows ® )
Verminder het papierverbruik en bespaar tijd door de PC-FAX-software van Brother te gebruiken om faxen rechtstreeks van uw machine te sturen.
•
PC-FAX configureren (Windows ® )
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
375
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) > PC-FAX
configureren (Windows ® )
PC-FAX configureren (Windows ® )
Voordat u faxen met PC-FAX verzendt, personaliseert u de verzendopties in elk tabblad van het dialoogvenster
PC-FAX instelling .
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Verzenden instellen .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Verzenden instellen .
Het dialoogvenster PC-FAX instelling verschijnt.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Klik op het tabblad Gebruikersinformatie en selecteer vervolgens uw gebruikersinformatie in de velden.
Elke Microsoft ® -account kan over zijn eigen aangepaste Gebruikersinformatie scherm beschikken voor aangepaste kopteksten en voorbladen voor faxen.
• Klik op het tabblad Verzenden en voer vervolgens het nummer voor een buitenlijn (indien nodig) in het veld Buitenlijn toegang in. Vink het selectievakje Kop opnemen aan om de kopinformatie bij te voegen.
• Klik op het tabblad Adresboek en selecteer vervolgens het adresboek dat u voor PC-FAX wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst Adressenlijst selecteren .
3. Klik op OK .
376
Verwante informatie
•
Overzicht van PC-FAX (Windows ® )
377
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) > Uw
adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
Voeg leden en groepen toe, bewerk en wis deze om het Adresboek van Brother te personaliseren.
•
Een naam aan PC-FAX-adresboek toevoegen (Windows ® )
•
Een groep in uw PC-FAX-adresboek aanmaken (Windows ® )
•
Namen of groepen bewerken in uw PC-FAX-adresboek (Windows ® )
•
Een naam of groep uit uw PC-Fax-adresboek verwijderen (Windows ® )
•
Uw PC-FAX-adresboek exporteren (Windows ® )
•
Importeer informatie naar uw PC-FAX-adresboek (Windows ® )
378
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) >
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® ) > Een naam aan PC-FAX-adresboek toevoegen
(Windows ® )
Een naam aan PC-FAX-adresboek toevoegen (Windows ® )
Voeg nieuwe mensen en hun faxinformatie toe aan het PC-Faxadresboek als u een fax met Brother PC-
Faxsoftware wilt verzenden.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op .
Het dialoogvenster Adresboek Leden Setup verschijnt.
379
3. Voer de informatie van het lid in de overeenstemmende velden in. Alleen het veld Naam is vereist.
4. Klik op OK .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
380
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) >
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® ) > Een groep in uw PC-FAX-adresboek aanmaken
(Windows ® )
Een groep in uw PC-FAX-adresboek aanmaken (Windows ® )
Maak een groep aan om dezelfde PC-FAX naar diverse ontvangers tegelijk te groepsverzenden.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op .
Het dialoogvenster Adresboek Groepen Setup verschijnt.
381
3. Voer de naam van de nieuwe groep in het veld Groepsnaam in.
4. Selecteer in het veld Beschikbare Namen elke naam die u in de groep wilt opnemen en klik vervolgens op
Toevoegen >> .
Leden die aan de groep werden toegevoegd verschijnen in het vak Groepsleden .
5. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Elke groep kan maximaal 50 leden bevatten.
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
382
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) >
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® ) > Namen of groepen bewerken in uw PC-FAX-adresboek
(Windows ® )
Namen of groepen bewerken in uw PC-FAX-adresboek (Windows ® )
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Selecteer het lid of de groep die u wilt bewerken.
3. Klik op ( Eigenschap ).
4. Informatie van een lid of groep wijzigen.
5. Klik op OK .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
383
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) >
(Windows ® )
Een naam of groep uit uw PC-Fax-adresboek verwijderen (Windows ® )
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Selecteer het lid of de groep die u wilt wissen.
3. Klik op ( Verwijder ).
4. Wanneer het dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, klikt u op OK .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
384
> Overzicht van PC-FAX (Windows ®
adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
> Uw PC-FAX-adresboek exporteren (Windows
® )
Uw PC-FAX-adresboek exporteren (Windows ® )
U kunt het adresboek exporteren als een ASCII-tekstbestand (*.csv), een vCard (een elektronisch visitekaartje) of Kiesgegevens externe setup en het op uw computer opslaan.
• U kunt de groepsinstellingen niet exporteren wanneer u de gegevens van het Adresboek exporteert.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op het Bestand -menu en selecteer vervolgens Exporteren .
3. Selecteer een van de volgende zaken:
• Tekst...
Het dialoogvenster Selecteer Items verschijnt. Ga naar stap 4.
• vCard...
U moet het lid selecteren dat u uit uw adresboek wilt exporteren voordat u deze optie selecteert.
Blader naar de map waar u de vCard wilt opslaan, voer de naam van de vCard in het veld
Bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan .
• Kiesgegevens externe setup
Blader naar de map waar u de gegevens wilt opslaan, voer de bestandsnaam in het veld
Bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan .
385
4. Selecteer in het veld Beschikbare items de gegevens die u wilt exporteren en klik vervolgens op
Toevoegen >> .
Selecteer en voeg de items toe in de volgorde waarin u ze in de lijst wilt zien.
5. Als u naar een ASCII-bestand exporteert, selecteert u onder het onderdeel Deelteken de optie Tab of
Komma om de gegevensvelden te scheiden.
6. Klik op OK .
7. Blader naar de map op uw computer waar u de gegevens wilt opslaan, voer de bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
386
> Overzicht van PC-FAX (Windows ® ) >
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® ) > Importeer informatie naar uw PC-FAX-adresboek
(Windows ® )
Importeer informatie naar uw PC-FAX-adresboek (Windows ® )
U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv), vCards (elektronische visitekaartjes) of Kiesgegevens externe setup importeren naar uw adresboek.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek (Versturen) .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Adressenboek
(Versturen) .
Het dialoogvenster Adresboek verschijnt.
2. Klik op het Bestand -menu en selecteer vervolgens Importeren .
3. Selecteer een van de volgende zaken:
• Tekst...
Het dialoogvenster Selecteer Items verschijnt. Ga naar stap 4.
• vCard...
Ga naar stap 7.
• Kiesgegevens externe setup
Ga naar stap 7.
4. Selecteer in het veld Beschikbare items de gegevens die u wilt importeren en klik vervolgens op
Toevoegen >> .
387
U moet in de lijst Beschikbare items velden selecteren en toevoegen in dezelfde volgorde als waarin ze in het te importeren tekstbestand staan.
5. Als u een ASCII-bestand importeert, selecteert u onder het gedeelte Deelteken de optie Tab of Komma om de gegevensvelden te scheiden.
6. Klik op OK .
7. Blader naar de map waar u de gegevens wilt importeren, voer de bestandsnaam in en klik vervolgens op
Openen .
Verwante informatie
•
Uw adresboek van PC-Fax configureren (Windows ® )
388
> Een fax verzenden met PC-FAX (Windows ® )
Een fax verzenden met PC-FAX (Windows ® )
PC-FAX ondersteunt alleen zwart-wit faxen. Een zwart-wit fax wordt verzonden zelfs als de originele gegevens in kleur zijn en het ontvangende faxapparaat kleurenfaxen ondersteunt.
1. Maak een bestand op uw computer in een willekeurige applicatie.
2. Selecteer het afdrukcommando in uw toepassing.
3. Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en voltooi dan uw afdrukhandeling.
Het dialoogvenster Brother PC-FAX verschijnt.
4. Tik een faxnummer op een van de volgende manieren:
• Klik op de cijfers op de kiestoetsen om het nummer in te voeren en klik vervolgens op Verzendadres toevoegen .
Als u het selectievakje Verboden nummers aanvinkt, wordt er ter bevestiging een dialoogvenster weergegeven waarin u met behulp van het toetsenbord het faxnummer opnieuw kunt invoeren. Met deze functie vermijdt u dat verzendingen op de verkeerde bestemming terechtkomen.
• Klik op de toets Adresboek en selecteer vervolgens een naam of een groep uit het adresboek.
Als u een vergissing hebt gemaakt, kunt u alle gegevens wissen met de toets Alles wissen .
5. Om een voorblad in te voegen, vinkt u het selectievakje Voorblad toevoegen aan. U kunt ook op klikken om een voorblad aan te maken of te bewerken.
6. Klik op Start om de fax te verzenden.
• Klik op Afbreken om de fax te annuleren.
• Als u een nummer opnieuw wilt kiezen, klikt u op Herkiezen om de laatste vijf faxnummers te tonen en klikt u vervolgens op Start .
Verwante informatie
•
389
> Ontvang faxen op uw computer (Windows ® )
Ontvang faxen op uw computer (Windows ® )
De PC-FAX-software van Brother gebruiken om faxen op uw computer te ontvangen, ze op het scherm te tonen en alleen de gewenste faxen af te drukken.
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
390
> Ontvang faxen op uw computer
> Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
Met de software PC-FAX Ontvangen van Brother kunt u faxen weergeven en opslaan op uw computer. Dit programma wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de software en drivers van Brother installeert en werkt op lokale of via het netwerk aangesloten apparaten.
• PC-FAX Ontvangen ondersteunt alleen zwart-wit faxen. Wanneer u een kleurenfax ontvangt, drukt uw machine de kleurenfax af op uw machine, maar wordt de fax niet naar uw computer verzonden.
Wanneer u de computer uitschakelt, blijft de machine binnenkomende faxen in het geheugen van de machine opslaan. Op de LCD van de machine wordt weergegeven hoeveel faxen in het geheugen zijn opgeslagen.
Wanneer u deze toepassing start, worden alle ontvangen faxen automatisch in één keer naar uw computer verzonden. U kunt de optie Reserveafdruk inschakelen. Met deze optie drukt de machine de fax af voordat deze wordt verzonden naar uw computer of voordat de computer wordt uitgeschakeld. U kunt de reserveafdrukinstellingen vanaf uw Brother-machine instellen.
Verwante informatie
•
Ontvang faxen op uw computer (Windows ® )
•
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
•
Bekijk ontvangen PC-FAX-berichten (Windows ® )
•
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows ® )
391
> Ontvang faxen op uw computer
> Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
> PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
We bevelen aan om het selectievakje Start het PC-FAX Receive op de computer startup aan te vinken zodat de software automatisch opstart en alle faxen bij opstart kan doorverzenden.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
2. Bevestig het bericht en klik op Ja .
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt. Het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) wordt weergegeven op de taakbalk van de computer.
Verwante informatie
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
•
Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
•
Uw Brother-machine toevoegen aan PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
392
> Ontvang faxen op uw computer
> Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
> PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
> Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
Stel uw computer in voor PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
1. Dubbelklik op het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) op de taakbalk.
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt.
2. Klik op Instellingen .
3. Configureer deze opties als nodig:
Voorkeuren
Stel in om PC-Fax Ontvangen automatisch te starten wanneer u Windows ® start.
Opslaan
Geef het pad op voor het opslaan van bestanden die via PC-Fax worden ontvangen en selecteer de gewenste bestandsindeling.
Upload to (Uploaden naar)
Configureer het pad naar de SharePoint ® -server en selecteer de optie om automatisch of handmatig te uploaden (alleen beschikbaar voor beheerders).
Apparaat
Selecteer de Brother-machine waarop u bestanden via PC-Fax wilt ontvangen.
Vergrendelen (alleen beschikbaar voor beheerders)
U kunt gebruikers die geen beheerdersrechten hebben verhinderen om de bovenstaande opties te wijzigen.
4. Klik op OK .
Verwante informatie
•
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
393
> Ontvang faxen op uw computer
> Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
> PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
> Uw Brother-machine toevoegen aan PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
Uw Brother-machine toevoegen aan PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
• Als u de machine installeerde met de instructies voor een netwerkgebruiker, dan zou de machine al voor uw netwerk geconfigureerd moeten zijn.
1. Dubbelklik op het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) op de taakbalk.
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt.
2. Klik op Instellingen .
3. Klik op Apparaat > Toevoegen .
4. Selecteer de juiste verbindingsmethode.
Selecteer uw apparaat in de onderstaande resultaten.
De aangesloten Brother-machines worden weergegeven. Selecteer een apparaat in de lijst. Klik op OK .
Voer het IP-adres in van uw apparaat
Voer het IP-adres van de machine in het veld IP-adres in en klik vervolgens op OK .
394
5. Als u de computernaam die op het LCD-scherm van de machine wordt weergegeven wilt wijzigen, typt u in het veld Voer de weergavenaam voor uw pc in (max. 15 tekens) de nieuwe naam.
6. Klik op OK .
Verwante informatie
•
PC-FAX Ontvangen van Brother op uw computer activeren (Windows ® )
395
> Ontvang faxen op uw computer
> Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
> Bekijk ontvangen PC-FAX-berichten
(Windows ® )
Bekijk ontvangen PC-FAX-berichten (Windows ® )
Ontvangststatus
Pictogram Aangegeven status
Stand-bymodus
Geen ongelezen berichten
Bezig met ontvangen van berichten
Ontvangen berichten
Ongelezen berichten
1. Dubbelklik op het pictogram ( PC-FAX Ontvangen ) op de taakbalk.
Het venster PC-FAX Receive (PC-FAX Ontvangen) verschijnt.
2. Klik op een fax in de lijst om deze te bekijken.
3. Wanneer u klaar bent, klikt u op in de rechterbovenhoek van het venster om het te sluiten.
396
Zelfs nadat het venster gesloten is, is PC-Fax Ontvangen nog steeds actief en blijft het pictogram ( PC-
FAX Ontvangen ) op de taakbalk van uw computer weergegeven. Om PC-Fax Ontvangen af te sluiten, klikt u op het pictogram op de taakbalk en vervolgens op Sluiten .
Verwante informatie
•
Faxen ontvangen met PC-FAX Ontvangen (Windows ® )
397
PC-FAX > PC-FAX voor Macintosh
PC-FAX voor Macintosh
Gebruik de PC-Fax-software van Brother om faxen rechtstreeks vanaf uw Macintosh te verzenden zonder ze af te drukken. Deze functie bespaart u papier en tijd.
•
Zend faxen vanuit uw toepassing (Macintosh)
398
> Zend faxen vanuit uw toepassing (Macintosh)
Zend faxen vanuit uw toepassing (Macintosh)
PC-FAX biedt alleen ondersteuning voor zwart-witfaxen. Er wordt altijd een zwart-witfax verzonden, zelfs als de oorspronkelijke gegevens in kleur zijn en het ontvangende faxapparaat kleurfaxen ondersteunt.
1. Maak een document in een Macintosh-toepassing.
2. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens de optie Fax verzenden .
4. Klik op het snelmenu Uitvoer en selecteer vervolgens de optie Fax .
5. Tik een faxnummer in het veld Invoer Faxnummer in en klik vervolgens op Toevoegen .
Het faxnummer wordt weergegeven in het veld Bestemming Faxnummers .
399
Indien u een fax naar meerdere nummers wilt verzenden, klikt u op de knop Toevoegen nadat u het eerste faxnummer hebt ingevoerd en voert u het volgende faxnummer in. De bestemmingsfaxnummers worden weergegeven in het veld Bestemming Faxnummers .
6. Klik op Druk af om de fax te verzenden.
Verwante informatie
•
400
Netwerk
•
Ondersteunde basisnetwerkfuncties
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
•
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
•
•
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
401
Home > Netwerk > Ondersteunde basisnetwerkfuncties
Ondersteunde basisnetwerkfuncties
De afdrukserver ondersteunt diverse functies afhankelijk van het besturingssysteem. In de volgende tabel ziet u welke netwerkfuncties en verbindingen door de verschillende besturingssystemen worden ondersteund.
Besturingssystemen
Afdrukken
Scannen
PC-Fax verzenden (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
PC-Fax ontvangen (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
BRAdmin Light
Beheer via een webbrowser
Remote Setup (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Status Monitor
Driver Deployment Wizard
Vertical Pairing (alleen
Windows ® 7, Windows ® 8 en
Windows ® 10)
Windows Vista ®
Windows ® 7
Windows ® 8
Windows ® 10
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Windows Server ®
2008/2012/2012 R2
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
OS X v10.9.5
OS X v10.10.x
OS X v10.11.x
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Verwante informatie
•
1
2
U kunt BRAdmin Light downloaden via de pagina van uw model op support.brother.com
.
U kunt BRAdmin Professional 3 downloaden via de pagina van uw model op support.brother.com
.
402
Home > Netwerk > Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Configureer en wijzig de netwerkinstellingen van uw Brother-machine met behulp van een hulpprogramma voor beheer.
•
Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
•
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
403
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's > Meer informatie over
netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Meer informatie over netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
Beheer via een webbrowser
Beheer via een webbrowser is een hulpprogramma dat een standaardwebbrowser gebruikt om uw machine te beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket
Layer). Typ het IP-adres van uw machine in de webbrowser om de instellingen van de afdrukserver weer te geven of te wijzigen.
BRAdmin Light (Windows ® )
BRAdmin Light is ontworpen voor de voorbereidende installatie van Brother-apparaten op het netwerk. Met dit hulpprogramma kunt u naar Brother-producten in het netwerk zoeken, de status bekijken en de basisnetwerkinstellingen, zoals het IP-adres, configureren.
Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om
BRAdmin Light te downloaden.
• Als u gebruikmaakt van Windows ® Firewall of van de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Nadat u gecontroleerd hebt of u kunt afdrukken, configureert u de software-instellingen aan de hand van de instructies.
BRAdmin Professional 3 (Windows ® )
BRAdmin Professional 3 is een hulpprogramma dat meer geavanceerde functies biedt voor het beheren van apparaten van Brother die op een netwerk aangesloten zijn. Dit hulpprogramma kan ook worden gebruikt om in uw netwerk te zoeken naar Brother-producten en voor het weergeven van de apparaatstatus via een venster dat gelijkaardig is aan Windows ® Verkenner, waarin de status van elk apparaat in verschillende kleuren wordt aangegeven. U kunt netwerk- en apparaatinstellingen configureren en daarnaast apparaatfirmware bijwerken vanaf een Windows ® -computer op uw LAN. Daarnaast kan BRAdmin Professional 3 een log bijhouden van de activiteiten van Brother-apparaten in uw netwerk en deze loggegevens exporteren.
• Ga naar de Downloads -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
om de meest recente versie van het hulpprogramma BRAdmin Professional 3 van Brother te downloaden.
• Knooppuntnaam: de knooppuntnaam is te vinden in het huidige venster van BRAdmin Professional 3.
De standaardnaam is “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk (waarbij “xxxxxxxxxxxx” staat voor het MAC-adres/Ethernet-adres van de machine).
• Als u gebruikmaakt van Windows ® Firewall of van de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma, moet u deze tijdelijk uitschakelen. Nadat u gecontroleerd hebt of u kunt afdrukken, configureert u de software-instellingen aan de hand van de instructies.
Remote Setup (Windows ® en Macintosh)
Remote Setup is een programma waarmee u vele machine- en netwerkinstellingen kunt configureren vanuit een
Windows ® - of Macintosh-toepassing. Wanneer u deze toepassing start, worden de instellingen op uw machine automatisch naar uw computer gedownload en op het computerscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar het apparaat overbrengen.
Dit hulpprogramma kan worden gebruikt voor een USB-aansluiting of een netwerkaansluiting.
Verwante informatie
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
404
Home > Netwerk > Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te
configureren
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
We raden u aan de installatie-cd-rom te gebruiken om uw machine op het draadloos netwerk aan te sluiten.
•
Voor u de machine van Brother configureert voor een draadloos netwerk
•
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-
•
Uw machine voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi
•
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven
•
De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
•
405
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Voor u de machine van Brother configureert voor een draadloos netwerk
Voor u de machine van Brother configureert voor een draadloos netwerk
Controleer eerst het volgende voordat u een draadloos netwerk probeert te configureren:
• Voordat u draadloze instellingen configureert, moet u weten wat uw netwerknaam (SSID) en netwerksleutel zijn. Als u een draadloos bedrijfsnetwerk gebruikt, moet u ook uw gebruikers-ID en wachtwoord kennen.
Als u de veiligheidsinformatie niet kent, neemt u contact op met de fabrikant van de router, uw systeembeheerder of uw internetprovider.
• Voor optimale resultaten wanneer u op de gebruikelijke wijze afdrukt, plaatst u de machine van Brother zo dicht mogelijk bij de draadloze LAN-toegangspoort/router. Zorg dat er zo min mogelijk obstakels tussen de router en de machine staan. Grote voorwerpen en muren tussen de twee apparaten en storingssignalen van andere elektronische apparaten kunnen de snelheid van gegevensoverdracht negatief beïnvloeden.
Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en applicaties. Als u grote bestanden afdrukt, zoals omvangrijke documenten met een combinatie van tekst en grote grafische afbeeldingen, is de bedrade Ethernet-methode wellicht sneller (alleen mogelijk op ondersteunde modellen). Met USB worden de gegevens het snelst overgedragen.
• De machine van Brother kan weliswaar in zowel een bedraad als een draadloos netwerk worden gebruikt
(alleen ondersteunde modellen), maar u kunt slechts een van deze methoden tegelijk gebruiken. Het is echter wel mogelijk om tegelijk een draadloze verbinding en een Wi-Fi Direct-verbinding, of een bedrade verbinding (alleen op ondersteunde modellen) en een Wi-Fi Direct-verbinding te gebruiken.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
406
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw machine voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi
Protected Setup ™ (WPS)
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Als uw draadloze toegangspunt/router WPS (drukknopconfiguratie) ondersteunt, kunt u WPS gebruiken via het bedieningspaneel op de machine om de instellingen voor uw draadloze netwerk te configureren.
Routers of toegangspoorten die WPS ondersteunen, zijn voorzien van het volgende symbool:
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [WPS] .
2. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
De draadloze installatiewizard wordt gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
3. Wanneer u via het touchscreen wordt gevraagd om WPS te starten, drukt u op de WPS-knop op uw draadloze toegangspunt/router. Druk vervolgens op [OK] op de machine. Uw machine probeert automatisch verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
Als de verbinding van uw draadloze apparaat tot stand is gekomen, wordt [Verbonden] op het LCD-scherm weergegeven.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om de benodigde drivers en software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [WPS] .
2. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
3. Wanneer u via het touchscreen wordt gevraagd om WPS te starten, drukt u op de WPS-knop op uw draadloze toegangspunt/router. Druk vervolgens op [OK] op de machine. Uw machine probeert automatisch verbinding te maken met uw draadloze netwerk.
Als de verbinding van uw draadloze apparaat tot stand is gekomen, wordt [Verbonden] op het beeldscherm weergegeven.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om de benodigde drivers en software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
407
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
408
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw machine voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected
Setup ™ (WPS)
Uw machine voor een draadloze netwerk configureren met de pinmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Als de draadloze LAN-toegangspoort/router ondersteuning biedt voor WPS, kunt u de PIN-methode (persoonlijk identificatienummer) gebruiken om de draadloze netwerkinstellingen te configureren.
De pinmethode is een van de verbindingsmethoden die door de Wi-Fi Alliance ® zijn ontwikkeld. Door op de registrar (een apparaat dat het draadloze LAN beheert) een pincode in te voeren die is aangemaakt door een enrollee (de machine), kunt u het draadloze netwerk en beveiligingsinstellingen configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw draadloze LAN-toegangspoort/router voor meer informatie over het inschakelen van de WPS-modus.
Type A
Verbinding wanneer de draadloze LAN-toegangspunt/router (1) tevens dienst doet als de registrar.
1
Type B
Verbinding wanneer een ander apparaat (2), zoals een computer, wordt gebruikt als de registrar.
1
2
Routers of toegangspoorten die WPS ondersteunen, zijn voorzien van het volgende symbool:
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [WPS met pincode] .
2. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
De draadloze installatiewizard wordt gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
409
3. Op het LCD-scherm wordt een achtcijferige pincode weergegeven en de machine begint naar een draadloze
LAN-toegangspoort/router te zoeken.
4. Typ op een computer in het netwerk in de adresbalk van de browser het IP-adres van het apparaat dat u als de registrar gebruikt. (Voorbeeld: http://192.168.1.2)
5. Ga naar de instellingenpagina van WPS, voer de pincode in en volg de instructies op het scherm.
• De registrar is doorgaans de draadloze LAN-toegangspoort/router.
• De instelpagina zal verschillen afhankelijk van het merk van uw draadloze LAN-toegangspunt/router.
Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze LAN-toegangspoort/router is geleverd.
Als u een computer met Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10 als registrar gebruikt, gaat u als volgt te werk:
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ®
Klik op (Starten) > Netwerk > Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen .
• Windows ® 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Een apparaat toevoegen .
• Als u een computer met Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10 als registrar wilt gebruiken, moet u deze eerst in uw netwerk registreren. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze LAN-toegangspoort/router is geleverd.
• Als u Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10 als een registrar gebruikt, kunt u de printerdriver installeren na de draadloze configuratie door de aanwijzingen op het scherm te volgen. Om het volledige driver- en softwarepakket te installeren, gebruikt u de installatieschijf van Brother.
7. Selecteer de machine en klik op Volgende .
8. Typ de pincode die op het LCD-scherm van de machine wordt weergegeven en klik vervolgens op Volgende .
9. Selecteer uw netwerk en klik vervolgens op Volgende .
10. Klik op Sluiten .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Wi-Fi] > [WPS met pincode] .
2. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
3. Op het LCD-scherm wordt een achtcijferige pincode weergegeven en de machine begint naar een draadloze
LAN-toegangspoort/router te zoeken.
4. Typ op een computer in het netwerk in de adresbalk van de browser het IP-adres van het apparaat dat u als de registrar gebruikt. (Voorbeeld: http://192.168.1.2)
5. Ga naar de instellingenpagina van WPS, voer de pincode in en volg de instructies op het scherm.
410
• De registrar is doorgaans de draadloze LAN-toegangspoort/router.
• De instelpagina zal verschillen afhankelijk van het merk van uw draadloze LAN-toegangspunt/router.
Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze LAN-toegangspoort/router is geleverd.
Als u een computer met Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10 als registrar gebruikt, gaat u als volgt te werk:
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ®
Klik op (Starten) > Netwerk > Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen .
• Windows ® 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Apparaten en printers > Een apparaat toevoegen .
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Een apparaat toevoegen .
• Als u een computer met Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10 als registrar wilt gebruiken, moet u deze eerst in uw netwerk registreren. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding die bij de draadloze LAN-toegangspoort/router is geleverd.
• Als u Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10 als een registrar gebruikt, kunt u de printerdriver installeren na de draadloze configuratie door de aanwijzingen op het scherm te volgen. Om het volledige driver- en softwarepakket te installeren, gebruikt u de installatieschijf van Brother.
7. Selecteer de machine en klik op Volgende .
8. Typ de pincode die op het LCD-scherm van de machine wordt weergegeven en klik vervolgens op Volgende .
9. Selecteer uw netwerk en klik vervolgens op Volgende .
10. Klik op Sluiten .
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
411
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw machine voor een draadloos netwerk configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven
MFC-J6530DW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u de machine configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
Open Systeem
Gedeelde sleutel
WPA/WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
GEEN
WEP
WEP
AES
TKIP
Netwerksleutel
-
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
AES
Netwerksleutel
12345678
Als uw router gebruikmaakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel wordt gebruikt. De machine van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
De draadloze installatiewizard wordt gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op a of b om de optie
[<Nieuwe SSID>] weer te geven en druk er vervolgens op.
5. Druk op [OK] .
6. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK] .
Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
7. Druk op [Infrastructuur] .
8. Selecteer de verificatiemethode en druk erop.
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [Open systeem] hebt geselecteerd, drukt u op [Geen] of [WEP] .
412
Als u [WEP] als versleutelingstype hebt geselecteerd, voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op
[OK] .
• Als u de optie [Gedeelde sleutel] hebt geselecteerd, voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [WPA/WPA2-PSK] hebt geselecteerd, drukt u op [TKIP+AES] of [AES] .
Voer de WPA-sleutel in en druk vervolgens op [OK] .
• Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
• De machine van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
10. De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als de verbinding van uw draadloze apparaat tot stand is gekomen, wordt [Verbonden] op het LCD-scherm weergegeven.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om de benodigde drivers en software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u de machine configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
Open Systeem
Gedeelde sleutel
WPA/WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
GEEN
WEP
WEP
AES
TKIP
Netwerksleutel
-
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Communicatiemodus
Infrastructuur
Verificatiemethode
WPA2 ‑ PSK
Versleutelingsmodus
AES
Netwerksleutel
12345678
Als uw router gebruikmaakt van WEP-versleuteling, voert u de sleutel in die als eerste WEP-sleutel wordt gebruikt. De machine van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om [<Nieuwe SSID>] weer te geven. Druk op [<Nieuwe SSID>] en vervolgens op [OK] .
5. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK] .
413
Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
6. Druk op [Infrastructuur] als u daar om wordt gevraagd.
7. Selecteer de verificatiemethode.
8. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [Open systeem] hebt geselecteerd, selecteert u het versleutelingstype [Geen] of
[WEP] en drukt u erop.
Als u [WEP] als versleutelingstype hebt geselecteerd, voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op
[OK] .
• Als u de optie [Gedeelde sleutel] hebt geselecteerd, voert u de WEP-sleutel in en drukt u vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [WPA/WPA2-PSK] hebt geselecteerd, drukt u op [TKIP+AES] of [AES] .
Voer de WPA-sleutel in en druk vervolgens op [OK] .
• Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
• De machine van Brother ondersteunt alleen het gebruik van de eerste WEP-sleutel.
9. De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als de verbinding van uw draadloze apparaat tot stand is gekomen, wordt [Verbonden] op het beeldscherm weergegeven.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om de benodigde drivers en software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
•
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
414
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren
MFC-J6530DW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u de machine configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Wachtwoord Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
LEAP CKIP
Gebruikers-ID
EAP-FAST/NONE AES
TKIP
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
EAP-FAST/GTC
TKIP
PEAP/MS-CHAPv2 AES
TKIP
PEAP/GTC
AES
TKIP
AES
EAP-TTLS/CHAP
AES
TKIP
AES
EAP-TTLS/MS-
CHAP
EAP-TTLS/MS-
CHAPv2
EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
AES
Gebruikers-ID
Brother
-
-
Wachtwoord
12345678
415
• Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
• Als u de machine wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
De draadloze installatiewizard wordt gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op a of b om de optie
[<Nieuwe SSID>] weer te geven en druk er vervolgens op.
5. Druk op [OK] .
6. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK] .
Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
7. Druk op [Infrastructuur] .
8. Selecteer de verificatiemethode en druk erop.
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [LEAP] hebt geselecteerd, voert u het gebruikers-ID in en drukt u vervolgens op [OK] .
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [EAP-FAST] , [PEAP] of [EAP-TTLS] selecteerde, selecteert u de interne verificatiemethode [NONE] , [CHAP] , [MS-CHAP] , [MS-CHAPv2] , [GTC] of [PAP] .
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de interne verificatiemethode verschillen.
Selecteer het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] .
Selecteer de verificatiemethode [No Verification] , [CA] of [CA + Server ID] .
Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID, gebruikers-ID en wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op [OK] voor elke optie.
Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op [OK] voor elke optie.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, geeft de machine [No Verification] weer.
• Als u de optie [EAP-TLS] hebt geselecteerd, selecteert u op het versleutelingstype [TKIP+AES] of
[AES] .
De machine geeft een lijst weer met beschikbare clientcertificaten. Selecteer het certificaat.
Selecteer de verificatiemethode [No Verification] , [CA] of [CA + Server ID] .
Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en drukt u op [OK] voor elke optie.
Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op [OK] .
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, geeft de machine [No Verification] weer.
10. De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als de verbinding van uw draadloze apparaat tot stand is gekomen, wordt [Verbonden] op het LCD-scherm weergegeven.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om de benodigde drivers en software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
416
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u de machine configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.
1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
Netwerknaam (SSID)
Wachtwoord Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
Gebruikers-ID
LEAP
EAP-FAST/NONE
CKIP
AES
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
TKIP
AES
TKIP
EAP-FAST/GTC AES
TKIP
PEAP/MS-CHAPv2 AES
PEAP/GTC
EAP-TTLS/CHAP
EAP-TTLS/MS-
CHAP
EAP-TTLS/MS-
CHAPv2
EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
TKIP
AES
TKIP
AES
TKIP
AES
Bijvoorbeeld:
Netwerknaam (SSID)
HELLO
-
-
Communicatiemod us
Infrastructuur
Verificatiemethode Versleutelingsmodu s
EAP-FAST/MS-
CHAPv2
AES
Gebruikers-ID
Brother
Wachtwoord
12345678
417
• Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
• Als u de machine wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [WLAN] > [Inst. Wizard] .
3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja] .
Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
4. De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om [<Nieuwe SSID>] weer te geven. Druk op [<Nieuwe SSID>] en vervolgens op [OK] .
5. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK] .
Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
6. Druk op [Infrastructuur] als u daar om wordt gevraagd.
7. Selecteer de verificatiemethode.
8. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie [LEAP] hebt geselecteerd, voert u het gebruikers-ID in en drukt u vervolgens op [OK] .
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op [OK] .
• Als u de optie [EAP-FAST] , [PEAP] of [EAP-TTLS] selecteerde, selecteert u de interne verificatiemethode [NONE] , [CHAP] , [MS-CHAP] , [MS-CHAPv2] , [GTC] of [PAP] .
Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de interne verificatiemethode verschillen.
Selecteer het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] .
Selecteer de verificatiemethode [No Verification] , [CA] of [CA + Server ID] .
Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID, gebruikers-ID en wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op [OK] voor elke optie.
Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op [OK] voor elke optie.
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, geeft de machine [No Verification] weer.
• Als u de optie [EAP-TLS] hebt geselecteerd, selecteert u op het versleutelingstype [TKIP+AES] of
[AES] .
De machine geeft een lijst weer met beschikbare clientcertificaten. Selecteer het certificaat.
Selecteer de verificatiemethode [No Verification] , [CA] of [CA + Server ID] .
Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en drukt u op [OK] voor elke optie.
Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op [OK] .
Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in de machine, geeft de machine [No Verification] weer.
9. De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als de verbinding van uw draadloze apparaat tot stand is gekomen, wordt [Verbonden] op het beeldscherm weergegeven.
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Om de benodigde drivers en software voor uw apparaat te installeren, plaatst u de installatieschijf van Brother in uw computer of gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model.
418
Verwante informatie
•
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
419
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Wi-Fi Direct ® gebruiken
Wi-Fi Direct ® gebruiken
•
Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
420
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
Afdrukken of scannen vanaf uw mobiele apparaat met Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct is een van de draadloze configuratiemethodes die door de Wi-Fi Alliance ® zijn ontwikkeld. Hiermee kunt u een beveiligd draadloos netwerk configureren tussen uw Brother-machine en een mobiel apparaat, zoals een Android ™ -apparaat, Windows ® -apparaat, iPhone, iPod touch of iPad, zonder gebruik van een toegangspunt.
Wi-Fi Direct biedt ook ondersteuning voor het configureren van een draadloos netwerk met behulp van de drukknop- of PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS). U kunt ook een draadloos netwerk configureren door handmatig een SSID en wachtwoord op te geven. De Wi-Fi Direct-functie van uw Brother-machine biedt ondersteuning voor WPA2 ™ -beveiliging met AES-versleuteling.
1
1. Mobiel apparaat
2. Uw Brother-machine
2
• De machine van Brother kan weliswaar in zowel een bedraad (alleen ondersteunde modellen) als een draadloos netwerk worden gebruikt, maar u kunt slechts een van deze methoden tegelijk gebruiken. U kunt echter niet tegelijkertijd een draadloze netwerkverbinding en Wi-Fi Direct-verbinding, of een netwerkverbinding en Wi-Fi Direct-verbinding gebruiken.
• Het apparaat dat Wi-Fi Direct ondersteunt kan groepseigenaar worden. Als u het Wi-Fi Direct-netwerk configureert, doet de groepseigenaar dienst als toegangspoort.
Verwante informatie
•
421
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
Uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren via het bedieningspaneel van de machine.
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
422
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Overzicht van de
configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
Hierna volgen vijf methoden voor het configureren van uw Brother-machine in een draadloze netwerkomgeving.
Selecteer de gewenste methode voor uw omgeving.
Controleer eerst welke configuratiemethode voor uw mobiele apparaat geschikt is.
1. Ondersteunt uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving
Ga naar stap 2
Ga naar stap 3
2. Ondersteunt uw mobiele apparaat de drukknopmethode voor configuratie van Wi-Fi Direct?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
3. Biedt uw mobiele apparaat ondersteuning voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving
Ga naar stap 4 uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
4. Biedt uw mobiele apparaat ondersteuning voor drukknopconfiguratie voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)?
Optie
Ja
Nee
Beschrijving uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS) uu Verwante informatie : Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Om de functie Brother iPrint&Scan te gebruiken in een Wi-Fi Direct-netwerk die geconfigureerd is via drukknopconfiguratie met behulp van Wi-Fi Direct of via pinmethodeconfiguratie met behulp van Wi-Fi Direct, moet Android ™ 4.0 of recenter geïnstalleerd zijn op het apparaat dat u gebruikt om Wi-Fi Direct te configureren.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
423
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™
424
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met behulp van de drukknopmethode
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de drukknopmethode
MFC-J6530DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Directnetwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek voor Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.
(Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.)] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Drukknop] .
2. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (zie voor instructies de gebruikershandleiding bij uw mobiele apparaat ) wanneer [Schakel Wi-Fi Direct in op het andere apparaat. Druk dan op
[OK]. (Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk dan op [OK].)] wordt weergegeven. Druk op [OK] op de Brother-machine.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wanneer uw Brother-machine de groepseigenaar (G/E) is, sluit u uw mobiele apparaat rechtstreeks aan op de machine.
• Wanneer uw Brother-machine niet de groepseigenaar (G/E) is, zal deze namen van beschikbare apparaten weergeven voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Zoek nogmaals naar beschikbare apparaten door op [Opn.
scannen] te drukken.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, wordt [Verbonden] weergegeven. De Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Directnetwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Drukknop] .
2. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (zie voor instructies de gebruikershandleiding bij uw mobiele apparaat ) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op
[OK].] wordt weergegeven. Druk op [OK] op de Brother-machine.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wanneer uw Brother-machine de groepseigenaar (G/E) is, sluit u uw mobiele apparaat rechtstreeks aan op de machine.
425
• Wanneer uw Brother-machine niet de groepseigenaar (G/E) is, zal deze namen van beschikbare apparaten weergeven voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Zoek nogmaals naar beschikbare apparaten door op [Opn.
scannen] te drukken.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat is geslaagd, wordt de melding [Verbonden] op het LCD-scherm van de machine weergegeven. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
426
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-
Fi Protected Setup ™ (WPS)
MFC-J6530DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor WPS (PBC; Push Button Configuration), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek voor Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.
(Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.)] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] >
[Groepseigenaar] > [Aan] .
2. Druk op [Drukknop] .
3. Activeer de WPS-configuratiemethode via de drukknopmethode voor uw mobiele apparaat (zie de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor instructies). Wanneer [Schakel Wi-Fi Direct in op het andere apparaat. Druk dan op [OK]. (Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat.
Druk dan op [OK].)] op het LCD-scherm verschijnt, drukt u op [OK] op uw machine.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, wordt [Verbonden] weergegeven. De Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor WPS (PBC; Push Button Configuration), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] >
[Groepseigenaar] > [Aan] .
2. Druk op [Drukknop] .
3. Activeer de WPS-configuratiemethode via de drukknopmethode voor uw mobiele apparaat (zie de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor instructies). Wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op [OK].] op het LCD-scherm verschijnt, drukt u op [OK] op uw machine.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat is geslaagd, wordt de melding [Verbonden] op het LCD-scherm van de machine weergegeven. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
427
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
428
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met behulp van de PIN-methode
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode
MFC-J6530DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek voor Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.
(Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.)] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Pincode] .
2. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (zie voor instructies de gebruikershandleiding bij uw mobiele apparaat ) wanneer [Schakel Wi-Fi Direct in op het andere apparaat. Druk dan op
[OK]. (Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk dan op [OK].)] wordt weergegeven. Druk op [OK] op de Brother-machine.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als uw Brother-machine groepseigenaar (G/E) is, zal deze wachten op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode] wordt weergegeven, voert u de pincode die wordt weergegeven op uw mobiele apparaat op de machine in. Druk op [OK] . Volg de instructies.
Als de pincode weergegeven wordt op uw Brother-machine, voert u de pincode in op uw mobiele apparaat.
• Wanneer uw Brother-machine niet de groepseigenaar (G/E) is, zal deze namen van beschikbare apparaten weergeven voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Zoek nogmaals naar beschikbare apparaten door op [Opn.
scannen] te drukken.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op [Pincode tonen] om de pincode weer te geven op uw machine en voer de pincode in op uw mobiele apparaat. Volg de instructies.
Druk op [Pincode invoeren] om de pincode die op uw mobiele apparaat wordt weergegeven op de machine in te voeren en druk vervolgens op [OK] . Volg de instructies.
Als er geen pincode op uw mobiele apparaat wordt weergegeven, drukt u op uw Brother-machine op
. Ga terug naar stap 1 en probeer het opnieuw.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, wordt [Verbonden] weergegeven. De Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Direct, volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven. Druk op [OK] om verbinding te maken.
429
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Pincode] .
2. Activeer Wi-Fi Direct op uw mobiele apparaat (zie voor instructies de gebruikershandleiding bij uw mobiele apparaat ) wanneer [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op
[OK].] wordt weergegeven. Druk op [OK] op de Brother-machine.
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als uw Brother-machine groepseigenaar (G/E) is, zal deze wachten op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode] wordt weergegeven, voert u de pincode die wordt weergegeven op uw mobiele apparaat op de machine in. Druk op [OK] . Volg de instructies.
Als de pincode weergegeven wordt op uw Brother-machine, voert u de pincode in op uw mobiele apparaat.
• Wanneer uw Brother-machine niet de groepseigenaar (G/E) is, zal deze namen van beschikbare apparaten weergeven voor het configureren van een Wi-Fi Direct-netwerk. Selecteer het mobiele apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Zoek nogmaals naar beschikbare apparaten door op [Opn.
scannen] te drukken.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op [Pincode tonen] om de pincode weer te geven op uw machine en voer de pincode in op uw mobiele apparaat. Volg de instructies.
Druk op [Pincode invoeren] om de pincode die op uw mobiele apparaat wordt weergegeven op de machine in te voeren en druk vervolgens op [OK] . Volg de instructies.
Als er geen pincode op uw mobiele apparaat wordt weergegeven, drukt u op uw Brother-machine op
. Ga terug naar stap 1 en probeer het opnieuw.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat is geslaagd, wordt de melding [Verbonden] op het LCD-scherm van de machine weergegeven. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
430
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS)
MFC-J6530DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek voor Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.
(Wi-Fi Direct-verbindingsverzoek ontvangen. Druk op [OK] om te verbinden.)] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] >
[Groepseigenaar] > [Aan] > [Pincode] .
2. Als [Schakel Wi-Fi Direct in op het andere apparaat. Druk dan op [OK]. (Activeer
Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk dan op [OK].)] wordt weergegeven, activeert u de
WPS-configuratiemethode met pincode (zie de handleiding bij uw mobiele apparaat voor instructies) en drukt u vervolgens op uw Brother-machine op [OK] .
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
3. De machine wacht op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode] wordt weergegeven, voert u de pincode die wordt weergegeven op uw mobiele apparaat op de machine in. Druk op
[OK] .
Als de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, wordt [Verbonden] weergegeven. De Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Als uw mobiele apparaat ondersteuning biedt voor de PIN-methode of voor Wi-Fi Protected Setup ™ (WPS), volgt u deze stappen om een Wi-Fi Direct-netwerk te configureren:
Wanneer de machine de Wi-Fi Direct-aanvraag van uw mobiele apparaat ontvangt, wordt de melding
[Verzoek om Wi-Fi Direct-verbinding ontvangen. Druk op [OK] om verbinding te maken.] weergegeven. Druk op [OK] om verbinding te maken.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] >
[Groepseigenaar] > [Aan] > [Pincode] .
2. Als [Activeer Wi-Fi Direct op ander apparaat. Druk vervolgens op [OK].] wordt weergegeven, activeert u de WPS-configuratiemethode met pincode (zie de handleiding bij uw mobiele apparaat voor instructies) en drukt u vervolgens op uw Brother-machine op [OK] .
Hiermee wordt de Wi-Fi Direct-instelling gestart.
3. De machine wacht op een verbindingsaanvraag van uw mobiele apparaat. Wanneer [Pincode] wordt weergegeven, voert u de pincode die op uw mobiele apparaat wordt weergegeven op de machine in. Druk op
[OK] .
Als de verbinding met uw mobiele apparaat is geslaagd, wordt de melding [Verbonden] op het LCD-scherm van de machine weergegeven. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
431
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
432
Andere methoden om uw machine van Brother voor een draadloos netwerk te configureren
> Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren > Uw Wi-Fi Direct-netwerk
handmatig configureren
Uw Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren
MFC-J6530DW
Als uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct of WPS niet ondersteunt, moet u een Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Handmatig] .
2. De machine geeft de SSID-naam en het SSID-wachtwoord weer. Ga naar het scherm met de instellingen voor draadloze netwerken op uw mobiele apparaat en voer de SSID-naam en het SSID-wachtwoord in.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat tot stand is gebracht, wordt [Verbonden] weergegeven. De Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Als uw mobiele apparaat Wi-Fi Direct of WPS niet ondersteunt, moet u een Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureren.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Wi-Fi Direct] > [Handmatig] .
2. De machine geeft de SSID-naam en het SSID-wachtwoord weer. Ga naar het scherm met de instellingen voor draadloze netwerken op uw mobiele apparaat en voer de SSID-naam en het SSID-wachtwoord in.
Als de verbinding met uw mobiele apparaat is geslaagd, wordt de melding [Verbonden] op het LCD-scherm van de machine weergegeven. De Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen zijn voltooid.
Verwante informatie
•
Uw Wi-Fi Direct-netwerk configureren
•
Overzicht van de configuratie van een Wi-Fi Direct-netwerk
433
Home > Netwerk > Geavanceerde netwerkfuncties
Geavanceerde netwerkfuncties
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
•
Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
434
Geavanceerde netwerkfuncties > Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
Het netwerkconfiguratierapport biedt een overzicht van de netwerkconfiguratie, inclusief de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
• Knooppuntnaam: de knooppuntnaam wordt weergegeven in het huidige netwerkconfiguratierapport. De standaardnaam is “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk (waarbij “xxxxxxxxxxxx” staat voor het MAC-adres/Ethernet-adres van de machine).
• Als achter [IP Address] in het netwerkconfiguratierapport 0.0.0.0 wordt weergegeven, wacht u één minuut en probeert u het opnieuw af te drukken.
• Het rapport bevat de instellingen van uw machine, zoals het IP-adres, het subnetmasker, de knooppuntnaam en het MAC-adres, bijvoorbeeld:
IP-adres: 192.168.0.5
Subnetmasker: 255.255.255.0
Knooppuntnaam: BRN000ca0000499
MAC-adres: 00-0c-a0-00-04-99
MFC-J6530DW
1. Druk op
[Ja] .
[Instell.] > [Alle instell.]
Het netwerkconfiguratierapport wordt afgedrukt.
> [Print lijsten] > [Netwerkconfiguratie] >
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op
[Ja] .
[Instell.] > [Alle instell.]
Het netwerkconfiguratierapport wordt afgedrukt.
> [Print lijsten] > [Netwerkconfiguratie] >
Verwante informatie
•
•
Beheer via een webbrowser openen
•
Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows ® )
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
•
•
AirPrint uit-/inschakelen met Beheer via een webbrowser
•
435
Geavanceerde netwerkfuncties > Faxen via internet (I-Fax)
Faxen via internet (I-Fax)
Met het I-faxprogramma van Brother kunt u via internet faxdocumenten versturen en ontvangen. Documenten worden als TIFF-bijlagen bij een e-mailbericht verzonden. Uw computer kan documenten verzenden en ontvangen zolang er een toepassing op is geïnstalleerd waarmee TIFF-bestanden kunnen worden gegenereerd en weergegeven. U kunt elke gewenste TIFF-viewer gebruiken. Documenten die via de Brother-machine worden verzonden, worden automatisch geconverteerd naar TIFF-indeling. Als u berichten via uw Brother-machine wilt verzenden en ontvangen, moet de e-mailtoepassing van uw computer ondersteuning bieden voor MIME
(Multipurpose Internet Mail Extensions).
Als u deze functie wilt gebruiken, gaat u naar het Brother Solutions Center op support.brother.com
, klikt u op de pagina van uw model op Downloads en downloadt u het installatieprogramma voor I-Fax.
5
2
4
1
3
6
1. Faxapparaat (zender)
2. Telefoonlijn
3. Uw Brother-machine (ontvanger/zender)
4. Internet
5. Een computer ontvangt een doorgestuurd e-mailbericht
6. Een faxapparaat ontvangt een doorgestuurd faxbericht
• I-Fax ondersteunt alleen het verzenden en ontvangen van documenten in zwart-wit en het formaat
Letter of A4.
• Documenten van Ledger- of A3-formaat worden bij verzending automatisch tot Letter- of A4-formaat verkleind.
Verwante informatie
•
•
Belangrijke informatie over internetfax (I-Fax)
•
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
•
•
Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
436
Geavanceerde netwerkfuncties >
Faxen via internet (I-Fax) > Belangrijke informatie
over internetfax (I-Fax)
Belangrijke informatie over internetfax (I-Fax)
Internetfaxen op een LAN-systeem lijkt veel op e-mailen; het is echter niet hetzelfde als faxen via een vaste telefoonlijn. Houd bij internetfaxen rekening met het volgende:
• Factoren zoals de locatie van de ontvanger, de structuur van de LAN en hoe druk het circuit (zoals het internet) is, kunnen ervoor zorgen dat het iets langer dan gewoonlijk duurt eer het systeem een foutmail verzendt.
• Vertrouwelijke documenten kunt u het beste niet via internet maar via de vaste telefoonlijn verzenden. Dit is veiliger.
• Als het e-mailsysteem van de beoogde ontvanger niet MIME-compatibel is, kunt u documenten niet via
Internetfax versturen. Controleer dit zo mogelijk vooraf en houd er rekening mee dat niet alle servers een foutmelding sturen.
• Als een document te groot is voor verzending via Internetfax, komt het mogelijk niet aan bij de beoogde ontvanger.
• U kunt geen wijzigingen aanbrengen in het lettertype of de tekengrootte van de tekst in internet-e-mails die u ontvangt.
Verwante informatie
•
437
Geavanceerde netwerkfuncties >
Faxen via internet (I-Fax) > Uw Brother-machine
configureren voor e-mail en internetfax
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
Voordat u een internetfax kunt verzenden of ontvangen, moet u uw Brother-machine zodanig configureren dat de machine met uw netwerk en uw e-mailserver kan communiceren. U kunt deze items configureren met het bedieningspaneel van de machine, Beheer via een webbrowser, Remote Setup of BRAdmin Professional 3. U kunt het beste Beheer via een webbrowser gebruiken om de optionele items te configureren.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Klik in het veld POP3/IMAP4/SMTP op Geavanceerde instellingen en configureer de volgende instellingen:
• E-mailinstellingen verzenden (SMTP)
Poort
Serververificatiemethode
SMTP-VERIF Accountnaam
SMTP-VERIF Accountwachtwoord
• E-mailinstellingen ontvangen (POP3/IMAP4)
Protocol
Naam van mailbox
Wachtwoord voor mailbox
Als u één van onderstaande gegevens niet kent, neem dan contact op met uw systeembeheerder.
7. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
Het dialoogvenster Configuratie voor e-mail verzenden/ontvangen testen verschijnt.
8. Volg de instructies in het dialoogvenster om de huidige instellingen te testen.
Verwante informatie
•
•
Begininstellingen voor e-mail en internetfax
•
Een fax via internet verzenden
•
Internetfaxen automatisch ontvangen
•
•
438
Geavanceerde netwerkfuncties >
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
> Begininstellingen voor e-mail en internetfax
Begininstellingen voor e-mail en internetfax
Configureer indien nodig de verzend- en ontvangstopties met Beheer via een webbrowser voordat u een fax via internet verstuurt.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Fax .
5. Klik op I-Fax in de linkernavigatiebalk.
6. Klik op E-mail verzenden en configureer de volgende instellingen:
• E-mailonderwerp
• Formaatlimiet
• Ontvangstbevestiging vragen (Verzenden)
7. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
•
Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
439
Geavanceerde netwerkfuncties >
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
> Een fax via internet verzenden
Een fax via internet verzenden
Faxen via internet lijkt op het versturen van een gewone fax. Zorg dat de gegevens van de beoogde ontvanger in uw e-mailadresboek zijn opgeslagen en plaats het te faxen document in uw Brother-machine.
• Als de computer waarnaar u een document wilt verzenden geen gebruikmaakt van Windows Server ®
2008/2012/2012 R2, Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 of Windows ® 10, vraagt u de eigenaar van de computer om software te installeren waarmee u TIFF-bestanden kunt weergeven.
• Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) als het document uit meerdere pagina's bestaat.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als Faxvoorbeeld is ingesteld op [Uit] , drukt u op [Fax] .
• Als Faxvoorbeeld is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] en vervolgens op [Faxen verzenden] .
3. Om de instellingen voor het verzenden van faxen te wijzigen, drukt u op [Opties] .
4. Druk op a of b om door de faxinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u erop en kiest u uw voorkeuren. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen, drukt u op
[OK] .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op en voer vervolgens het e-mailadres in.
• Druk op [Adresboek] , selecteer het e-mailadres van de geadresseerde en druk vervolgens op
[Toepassen] .
6. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
De machine begint met scannen. Zodra het document is gescand, wordt het via uw SMTP-server naar de geadresseerde doorgestuurd. U kunt het verzenden annuleren door tijdens het scannen op de toets te drukken. Zodra het document is verzonden, activeert de machine de stand-bymodus.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wanneer [Uit] is ingesteld voor Faxvoorbeeld, drukt u op [Fax] .
• Wanneer [Aan] is ingesteld voor Faxvoorbeeld, drukt u op [Fax] en [Faxen verzenden] .
3. Als u de instellingen voor het verzenden van faxen wilt wijzigen, drukt u op [Opties] .
4. Veeg met uw vinger omhoog of omlaag of druk op a of b om door de faxinstellingen te bladeren. Wanneer de gewenste instelling wordt weergegeven, drukt u erop en geeft u uw voorkeur aan. Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, drukt u op [OK] .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op en voer het e-mailadres in.
• Druk op [Adresboek] , kies het e-mailadres van de geadresseerde en druk vervolgens op
[Toepassen] .
6. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
440
De machine begint met scannen. Zodra het document is gescand, wordt het via uw SMTP-server doorgestuurd naar de ontvanger. U kunt het verzenden annuleren door tijdens het scannen op de toets te drukken. Zodra het document is verzonden, activeert de machine de stand-bymodus.
Verwante informatie
•
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
441
Geavanceerde netwerkfuncties >
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
> Internetfaxen automatisch ontvangen
Internetfaxen automatisch ontvangen
Configureer indien nodig de ontvangstopties met Beheer via een webbrowser om automatische faxen via internet te ontvangen.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Fax .
5. Klik op I-Fax in de linkernavigatiebalk.
6. Klik op E-mail ontvangen en configureer de volgende instellingen:
• Autom. pollen
• Regelmaat van pollen
• Koptekst van mail afdrukken
• Foutieve inkomende e-mail verwijderen/lezen
• Ontvangstbevestiging verzenden (Ontvangen)
Er zijn twee manieren waarop u e-mailberichten kunt ontvangen:
• Via POP3/IMAP4 op regelmatige tijdstippen
• POP3/IMAP4, handmatig opgevraagd
Bij ontvangst van POP3/IMAP4 moet de machine uw e-mailserver pollen om de gegevens te ontvangen. Het pollen kan gebeuren op ingestelde intervallen (u kunt bijvoorbeeld de machine configureren om elke tien minuten de e-mailserver te pollen) of u kunt de server handmatig pollen.
7. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
442
• Als uw machine e-mailgegevens begint te ontvangen, wordt op het LCD-scherm [Ontvangen
(Ontvangst)] weergegeven. De e-mail wordt automatisch afgedrukt.
• Als er gegevens binnenkomen terwijl er geen papier in de machine zit, slaat de machine de ontvangen gegevens op in het geheugen. Deze gegevens worden automatisch afgedrukt zodra er weer papier in de machine is geplaatst.
• Als de ontvangen e-mail geen tekst zonder opmaak is, of een bestandsbijlage niet de bestandsindeling
TIFF heeft, wordt de foutmelding " BIJGESLOTEN FILE WORDT NIET ONDERSTEUND " afgedrukt.
• Als de ontvangen e-mail te groot is, wordt de foutmelding " E-MAIL FILE IS TE GROOT " afgedrukt.
• Als Foutieve inkomende e-mail verwijderen/lezen op Aan (de standaardwaarde) is ingesteld, wordt de foutmelding automatisch verwijderd van (POP3) of gelezen op (IMAP4) de e-mailserver.
Verwante informatie
•
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
•
Hoe op de computer wordt aangegeven dat een fax via internet is ontvangen
•
Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
443
Geavanceerde netwerkfuncties >
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
> De server handmatig pollen
De server handmatig pollen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [E-mail/IFAX] > [Handmatig ontvangen] > [Ja] .
2. Op het LCD-scherm wordt [Ontvangen (Ontvangst)] weergegeven en uw machine drukt de gegevens vanaf de e-mailserver af.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [E-mail/IFAX] > [Handmatig ontvangen] > [Ja] .
2. Op het LCD-scherm wordt [Ontvangen (Ontvangst)] weergegeven en de gegevens van de emailserver worden afgedrukt.
Verwante informatie
•
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
•
Hoe op de computer wordt aangegeven dat een fax via internet is ontvangen
•
Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
444
Geavanceerde netwerkfuncties >
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
> De server handmatig pollen > Hoe op de computer wordt
aangegeven dat een fax via internet is ontvangen
Hoe op de computer wordt aangegeven dat een fax via internet is ontvangen
Wanneer een computer een internetfax ontvangt, is het faxdocument als bijlage toegevoegd aan een emailbericht. In de onderwerpregel van dit bericht wordt aangekondigd dat uw e-mailserver een internetfax heeft ontvangen. U kunt wachten tot uw Brother-machine de e-mailserver pollt of u kunt de e-mailserver handmatig pollen om de inkomende gegevens te ontvangen.
Verwante informatie
•
•
Internetfaxen automatisch ontvangen
445
Geavanceerde netwerkfuncties >
Faxen via internet (I-Fax) > Internetfaxopties
Internetfaxopties
•
Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
•
Relayverzending instellen op uw Brother-machine
•
Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
•
•
Uw Brother-machine configureren voor e-mail en internetfax
446
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
Ontvangen e-mail- en faxberichten doorsturen
Gebruik Brother I-fax om e-mailberichten of standaardfaxberichten naar een andere computer, een faxapparaat of een andere I-Fax-machine door te sturen. Schakel de doorstuurfunctie in via Beheer via een webbrowser.
2 4
1
3
1. Faxapparaat (zender)
2. Telefoonlijn
3. Uw Brother-machine (ontvanger/zender)
4. Internet
5. Een computer ontvangt een doorgestuurd e-mailbericht
5
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Fax .
5. Klik op Opties Remote Fax .
6. Selecteer Fax Doorzenden in het veld Drzenden/Opsln/Cloud .
7. Vink het selectievakje E-mailadres in FAX DOORZENDENnummer aan en voer vervolgens het e-mailadres van de bestemmeling in.
8. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
•
•
•
Begininstellingen voor e-mail en internetfax
•
Internetfaxen automatisch ontvangen
447
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Relayverzending instellen op uw Brother-machine
Relayverzending instellen op uw Brother-machine
Uw Brother-machine kan een via internet ontvangen bericht heruitzenden (relayeren). Het bericht wordt in dat geval via een vaste telefoonlijn doorgestuurd naar een ander faxapparaat. Gebruik de functie Relayeren als u een document ver weg (bijvoorbeeld naar het buitenland) wilt faxen om communicatiekosten te besparen.
2
4
1
1. Faxapparaat met internet
2. Internet
3. Uw Brother-machine
4. Telefoonlijn
5. Faxapparaat
3 5
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Fax .
5. Klik op I-Fax in de linkernavigatiebalk.
6. Klik op Relayeren en configureer de volgende instellingen:
• Relayeren
Stel de Relayeren in op Aan .
• Vertrouwde domeinen
448
Configureer de domeinnaam van uw machine op de machine die het document naar de traditionele faxmachine zal sturen. Om uw machine als een relayeerapparaat te gebruiken, dient u de vertrouwde domeinnaam op te geven (het gedeelte van de naam na het "@"-teken) bij de machine. Selecteer zorgvuldig een vertrouwd domein: elke gebruiker op een vertrouwd domein kan de relayeerfunctie gebruiken. U kunt maximaal vijf domeinnamen registreren.
• Relayeerrapport
Geef op of u al dan niet een rapport wilt afdrukken nadat de machine de relayeerfunctie heeft gebruikt.
7. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
•
Relayeren vanaf uw Brother-machine
•
449
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Relayverzending instellen op uw Brother-machine > Relayeren vanaf uw Brother-machine
Relayeren vanaf uw Brother-machine
Gebruik de functie Relay-groepsverzending om e-mails vanaf uw machine naar een gewoon faxapparaat te verzenden.
123456789
1
[email protected](fax#123456789)
1. Internet
In dit voorbeeld is het e-mailadres van uw machine [email protected] en wilt u vanaf uw machine een document verzenden naar een standaardfaxapparaat in Engeland met het e-mailadres [email protected]. U wilt dat uw machine het document via een vaste telefoonlijn verstuurt.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw document.
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als Faxvoorbeeld is ingesteld op [Uit] , drukt u op [Fax] .
• Als Faxvoorbeeld is ingesteld op [Aan] , drukt u op [Fax] en vervolgens op [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Rondsturen] > [Nummer toevoeg.] .
4. U kunt op de volgende manieren e-mailadressen toevoegen:
• Druk op [Nummer toevoeg.] en vervolgens op , voer het e-mailadres in en druk op [OK] .
• Druk op [Toevoegen uit adresboek] . Druk op het selectievakje van het e-mailadres dat u wilt toevoegen. Nadat u alle e-mailadressen hebt geselecteerd die u nodig hebt, drukt u op [OK] .
• Druk op [Zoeken in adresboek] . Voer de naam in en druk op [OK] . De zoekresultaten worden weergegeven. Druk op de naam en vervolgens op het e-mailadres dat u wilt toevoegen.
Hieronder ziet u hoe u het e-mailadres en telefoonnummer invoert:
[email protected](fax#123456789)
Faxnummer
E-mailadres
Het woord “fax#” moet samen met het telefoonnummer tussen haakjes in het adres worden opgenomen.
Nadat u alle faxnummers hebt ingevoerd, drukt u op [OK] .
5. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats uw document.
450
2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wanneer [Uit] is ingesteld voor Faxvoorbeeld, drukt u op [Fax] .
• Wanneer [Aan] is ingesteld voor Faxvoorbeeld, drukt u op [Fax] en [Faxen verzenden] .
3. Druk op [Opties] > [Rondsturen] > [Nummer toevoeg.] .
4. U kunt op de volgende manieren e-mailadressen toevoegen:
• Druk op [Nummer toevoeg.] en vervolgens op , voer het e-mailadres in en druk op [OK] .
• Druk op [Toevoegen uit adresboek] . Druk op het selectievakje van het e-mailadres dat u wilt toevoegen. Nadat u alle e-mailadressen hebt geselecteerd die u nodig hebt, drukt u op [OK] .
• Druk op [Zoeken in adresboek] . Voer de naam in en druk op [OK] . De zoekresultaten worden weergegeven. Druk op de naam en vervolgens op het e-mailadres dat u wilt toevoegen.
Hieronder ziet u hoe u het e-mailadres en telefoonnummer invoert:
[email protected](fax#123456789)
Faxnummer
E-mailadres
Het woord “fax#” moet samen met het telefoonnummer tussen haakjes in het adres worden opgenomen.
Nadat u alle faxnummers hebt ingevoerd, drukt u op [OK] .
5. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
Verwante informatie
•
Relayverzending instellen op uw Brother-machine
451
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Relayverzending instellen op uw Brother-machine > Relayeren vanaf uw computer
Relayeren vanaf uw computer
Gebruik de functie Relay-groepsverzending om e-mails vanaf uw computer naar een gewoon faxapparaat te verzenden.
Sommige e-mailtoepassingen bieden geen ondersteuning voor het verzenden van een e-mail naar meerdere faxnummers. In dat geval kunt u slechts naar één faxapparaat tegelijk relayeren.
123456789
1
[email protected](fax#123456789)
1. Internet
Als u een e-mail naar een gewoon faxapparaat verzendt, verschilt de methode voor het invoeren van het faxnummer van het faxapparaat, afhankelijk van de mailtoepassing die u gebruikt.
1. Maak in uw e-mailtoepassing een nieuw e-mailbericht en typ het e-mailadres van de relaymachine en het faxnummer van het eerste faxapparaat in het vak AAN.
Hieronder ziet u hoe u het e-mailadres en faxnummer invoert:
[email protected](fax#123456789)
Faxnummer
E-mailadres
Het woord “fax#” moet samen met het telefoonnummer tussen haakjes in het adres worden opgenomen.
Voor Microsoft ® Outlook ® moet u de adresinformatie als volgt in het adresboek invoeren:
Naam: faxnr.123456789
E-mailadres: [email protected]
2. Typ het e-mailadres van de relaymachine en het faxnummer van het tweede faxapparaat in het vak AAN.
3. Verzend de e-mail.
Verwante informatie
•
Relayverzending instellen op uw Brother-machine
452
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
• Met Verification Mail voor verzenden kunt u een melding opvragen van het ontvangststation waar uw I-fax of e-mail werd ontvangen en verwerkt.
• Het verzendrapport voor ontvangst wordt naar het verzendende station gestuurd zodra een internetfax of email goed is ontvangen en verwerkt.
Om deze functie te gebruiken, stelt u de optie [Notification] in de opties [Setup Mail RX] en [Setup
Mail TX] in van het bedieningspaneelmenu van uw machine van Brother.
Verwante informatie
•
•
Het verzendrapport voor verzending inschakelen
•
Het verzendrapport voor ontvangst inschakelen
453
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
> Het verzendrapport voor verzending inschakelen
Het verzendrapport voor verzending inschakelen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [E-mail/IFAX] > [Mail-TX instellen (Setup Mail TX)] > [Notification] .
2. Als deze is ingesteld op [Aan] , wordt een aanvullend veld met informatie bij de gegevens verzonden. Dat veld heeft de naam “MDN”.
De ontvanger moet de optie MDN ondersteunen om een dergelijke bevestiging te kunnen verzenden, anders wordt de aanvraag voor een bevestiging genegeerd.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [E-mail/IFAX] > [Setup Mail TX]
> [Notification] .
2. Als deze is ingesteld op [Aan] , wordt een aanvullend veld met informatie bij de gegevens verzonden. Dat veld heeft de naam “MDN”.
De ontvanger moet de optie MDN ondersteunen om een dergelijke bevestiging te kunnen verzenden, anders wordt de aanvraag voor een bevestiging genegeerd.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
454
Geavanceerde netwerkfuncties >
> Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
> Het verzendrapport voor ontvangst inschakelen
Het verzendrapport voor ontvangst inschakelen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [E-mail/IFAX] > [Mail-RX instellen (Setup Mail RX)] > [Notification] .
2. Druk op een van de drie mogelijke instellingen:
Optie
Ontvangstbericht
Aan
Ontvangstbericht
MDN
Ontvangstbericht
Uit
Beschrijving
Als Ontvangstbericht is ingesteld op Aan wordt een standaardbericht verzonden aan de verzender om een goede ontvangst en verwerking van het bericht te bevestigen.
Welk bericht wordt verzonden, is afhankelijk van de aanvraag die de afzender heeft gedaan.
Voorbeeld:
Successvol : Ontvangen Van <Mail Address> (Successvol :
Ontvangen van <Mail Address>)
Als Ontvangstbericht is ingesteld op MDN , wordt een bericht verzonden aan de verzender om een goede ontvangst en verwerking van het bericht te bevestigen als het verzendende station een verzoek om bevestiging naar het veld MDN heeft verzonden.
Als Ontvangstbericht is ingesteld op Uit , worden alle vormen van ontvangstbevestiging uitgeschakeld en worden er geen berichten verzonden aan de afzender, ook niet als daar om wordt gevraagd.
• Om een verzendbevestigingsbericht te verzenden, moet de verzender de volgende instellingen configureren:
Stel [Notification] in [Mail-TX instellen (Setup Mail TX)] in op [Aan] .
Stel [Koptekst] in [Mail-RX instellen (Setup Mail RX)] in op [Alle] of [Onderw.
+Van+Aan] .
• Om een verzendbevestigingsbericht te ontvangen, moet de ontvanger de volgende instellingen configureren:
Stel [Notification] in [Mail-RX instellen (Setup Mail RX)] in op [Aan] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [E-mail/IFAX] > [Setup Mail RX]
> [Notification] .
2. Druk op een van de drie opties:
Optie
Ontvangstbericht
Aan
Beschrijving
Als Ontvangstbericht is ingesteld op Aan wordt een standaardbericht verzonden aan de verzender om een goede ontvangst en verwerking van het bericht te bevestigen.
455
Optie
Ontvangstbericht
MDN
Ontvangstbericht
Uit
Beschrijving
Welk bericht wordt verzonden, is afhankelijk van de aanvraag die de afzender heeft gedaan.
Voorbeeld:
Successvol : Ontvangen Van <Mail Address> (Successvol :
Ontvangen van <Mail Address>)
Als Ontvangstbericht is ingesteld op MDN , wordt een verzendrapport naar het verzendende station verzonden als dit station een verzoek om bevestiging naar het veld MDN heeft verzonden.
Wanneer Ontvangstbericht is ingesteld op Uit , worden er geen berichten verzonden aan de afzender, ook niet als daar om wordt gevraagd.
• Om het verzendbevestigingsbericht te verzenden, moet de verzender de volgende instellingen configureren:
Stel [Notification] in het menu [Setup Mail TX] in op [Aan] .
Stel [Header] in het menu [Setup Mail RX] in op [Alle] of [Onderw.+Van+Aan] .
• Om het verzendbevestigingsbericht te ontvangen, moet de ontvanger de volgende instellingen configureren:
Stel [Notification] in het menu [Setup Mail RX] in op [Aan] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
Bevestigingsbericht internetfax (I-Fax)
456
Geavanceerde netwerkfuncties >
foutmelding
I-fax-foutmelding
Als er een leveringsfout is bij het verzenden van een I-fax, verzendt de mailserver een foutmelding terug naar de machine van Brother en wordt de foutmelding afgedrukt.
Als er een fout is bij de ontvangst van een I-fax, dan wordt een foutmelding afgedrukt, bijvoorbeeld: "Het bericht dat naar de machine wordt verzonden is niet in een TIFF-indeling."
Om de foutmail te ontvangen en op uw machine te laten afdrukken, schakelt u in [Setup Mail RX] de optie
[Header] naar [Alle] of [Onderw.+Van+Aan] .
Verwante informatie
•
457
Geavanceerde netwerkfuncties > Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
De LDAP-functie stelt u in staat om op uw server naar bepaalde informatie te zoeken, zoals faxnummers en emailadressen. Wanneer u de faxfunctie, de internetfaxfunctie of de functie Scannen naar e-mailserver gebruikt, kunt u met behulp van de LDAP-zoekfunctie faxnummers of e-mailadressen zoeken.
• De LDAP-functie biedt geen ondersteuning voor vereenvoudigd Chinees, traditioneel Chinees of
Koreaans.
• De LDAP-functie ondersteunt LDAPv3.
• De LDAP-functie biedt geen ondersteuning voor SSL/TLS.
• Om met uw LDAP-server te kunnen communiceren, gebruikt u Simple Authentication.
Verwante informatie
•
•
De LDAP-configuratie wijzigen met Beheer via een webbrowser
•
Een LDAP-zoekopdracht uitvoeren via het bedieningspaneel van de machine
458
Geavanceerde netwerkfuncties >
De LDAP-configuratie wijzigen met Beheer via een webbrowser
Gebruik Beheer via een webbrowser om uw LDAP-instellingen in een webbrowser te configureren.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Schakel het selectievakje LDAP in en klik vervolgens op Indienen .
7. Start uw Brother-machine opnieuw op om de configuratie te activeren.
8. Selecteer op uw computer in het tabblad Adresboek van Beheer via een webbrowser LDAP in de linkernavigatiebalk.
• LDAP-zoekopdracht
• Adres LDAP-server
• Poort (De standaardpoort is 389.)
• Beginpunt zoekopdracht
• Verificatie
• Gebruikersnaam
Of deze optie beschikbaar is, is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
• Wachtwoord
Of deze optie beschikbaar is, is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
Als Kerberos-verificatie door de LDAP-server wordt ondersteund, raden we aan om Kerberos als verificatiemethode te selecteren. Dit protocol biedt een sterke verificatie tussen de LDAP-server en uw machine.
Voor Kerberos-verificatie moet u het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver) of moet u de datum, tijd en tijdzone correct instellen met behulp van het bedieningspaneel.
• Kerberos-serveradres
Of deze optie beschikbaar is, is afhankelijk van de gebruikte verificatiemethode.
• Time-out voor LDAP
• Kenmerk van naam (Zoeksleutel)
• Kenmerk van e-mail
• Kenmerk van faxnummer
9. Klik op Indienen wanneer u klaar bent. Zorg ervoor dat in het veld Status OK af te lezen is.
Verwante informatie
•
Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
459
Geavanceerde netwerkfuncties >
Een LDAP-zoekopdracht uitvoeren via het bedieningspaneel van de machine
Zodra u de LDAP-instellingen hebt geconfigureerd, kunt u de LDAP-zoekfunctie gebruiken om faxnummers of emailadressen te vinden die u gebruikt voor:
• Een fax verzenden
• Een internetfax verzenden
• Scannen naar e-mailserver
• De LDAP-functie ondersteunt LDAPv3.
• De LDAP-functie biedt geen ondersteuning voor SSL/TLS.
• Afhankelijk van het beveiligingsbeleid dat door uw netwerkbeheerder wordt gehanteerd, dient u mogelijk
Kerberos of Simple Authentication te gebruiken om verbinding te maken met de LDAP-server.
• Voor Kerberos-verificatie moet u het SNTP-protocol configureren (netwerktijdserver) of moet u de datum, tijd en tijdzone correct instellen met behulp van het bedieningspaneel.
MFC-J6530DW
1. Druk op om te zoeken.
2. Voer via het LCD-scherm de eerste tekens in van hetgeen u zoekt.
• U kunt maximaal 15 tekens invoeren.
• Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
3. Druk op [OK] .
Het LDAP-zoekresultaat wordt op het LCD-scherm weergegeven waarbij voor de zoekresultaten die in het lokale adresboek zijn gevonden het pictogram wordt weergegeven.
• Als de server of het lokale adresboek geen zoekresultaten opleveren, wordt [Geen resultaten gevonden. (Resultaten niet gevonden.)] 60 seconden op het LCD-scherm weergegeven.
4. Druk op a of b om de gewenste naam weer te geven.
5. Druk op de naam.
Om de details van de naam weer te geven, drukt u op [Details (Detail)] .
6. Als er meerdere faxnummers of e-mailadressen zijn gevonden, wordt u gevraagd er één te selecteren. Druk op [Toepassen] . Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u een normale fax of internetfax verzendt, drukt u op [Fax start (Fax Start)] .
• Als u naar de e-mailserver scant, plaatst u het document, drukt u op [Volg.] , en vervolgens op
[Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om te zoeken.
2. Voer via het LCD-scherm de eerste tekens in van hetgeen u zoekt.
• U kunt maximaal 15 tekens invoeren.
• Meer informatie over tekst invoeren uu Appendix
460
3. Druk op [OK] .
Het LDAP-zoekresultaat wordt op het LCD-scherm weergegeven waarbij voor de zoekresultaten die in het lokale adresboek zijn gevonden het pictogram wordt weergegeven.
• Als de server of het lokale adresboek geen zoekresultaten opleveren, wordt [Geen resultaten gevonden.] 60 seconden op het LCD-scherm weergegeven.
4. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste naam weer te geven.
5. Druk op de naam.
Om de details van de naam weer te geven, drukt u op [Details (Detail)] .
6. Als er meerdere faxnummers of e-mailadressen zijn gevonden, wordt u gevraagd er één te selecteren. Druk op [Toepassen] . Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u een normale fax of internetfax verzendt, drukt u op [Fax start (Fax Start)] .
• Als u naar de e-mailserver scant, plaatst u het document, drukt u op [Volg.] , en vervolgens op
[Start] .
Verwante informatie
•
Een LDAP-zoekopdracht configureren en uitvoeren
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
461
Geavanceerde netwerkfuncties > De tijd synchroniseren met de SNTP-server met
behulp van Beheer via een webbrowser
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
Het Simple Network Time Protocol (SNTP) wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd die door de machine voor verificatie met de SNTP-tijdserver wordt gebruikt. (Dit is niet de tijd die op het LCD-scherm van de machine wordt weergegeven.) U kunt de tijd van de machine automatisch of handmatig synchroniseren met de
UTC-tijd (Coordinated Universal Time) van de SNTP-tijdserver.
•
De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
•
Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
•
De LDAP-configuratie wijzigen met Beheer via een webbrowser
•
Een LDAP-zoekopdracht uitvoeren via het bedieningspaneel van de machine
462
Geavanceerde netwerkfuncties >
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
> De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
De datum en tijd configureren met Beheer via een webbrowser
Configureer de datum en tijd om de tijd die door de machine wordt gebruikt, te synchroniseren met die van de
SNTP-tijdserver.
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op Datum&tijd in de linkernavigatiebalk.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Tijdzone het tijdverschil tussen uw locatie en UTC. De tijdzone voor het oosten van de VS en Canada is bijvoorbeeld UTC-05:00.
6. Controleer de instellingen voor de Tijdzone .
7. Schakel het selectievakje Synchroniseer met SNTP-server in.
8. Klik op Indienen .
463
Verwante informatie
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
464
Geavanceerde netwerkfuncties >
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
> Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
Het SNTP-protocol configureren met Beheer via een webbrowser
Configureer het SNTP-protocol om de tijd te synchroniseren die door de machine voor verificatie met de door de
SNTP-tijdserver bijgehouden tijd wordt gebruikt.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Schakel het selectievakje SNTP in om de instelling te activeren.
7. Start uw Brother-machine opnieuw op om de configuratie te activeren.
8. Klik naast het selectievakje van SNTP op Geavanceerde instellingen en volg onderstaande instructies:
Optie
Status
Synchronisatiestatus
Methode SNTP-server
Beschrijving
Geeft aan of het SNTP-protocol in- of uitgeschakeld is.
Controleer de meest recente synchronisatiestatus.
Selecteer AUTO of STATISCH .
• AUTO
Als uw netwerk een DHCP-server omvat, haalt de SNTP-server automatisch het adres van die server op.
• STATISCH
Typ hier het gewenste adres.
465
Optie
Adres primaire SNTP-server
Adres secundaire SNTPserver
Poort primaire SNTP-server
Poort secundaire SNTPserver
Synchronisatie-interval
Beschrijving
Typ hier het serveradres (maximaal 64 tekens).
Het adres van de secundaire SNTP-server wordt gebruikt als een back-up voor het adres van de primaire SNTP-server. Als de primaire server niet beschikbaar is, zal de machine contact opnemen met de secundaire
SNTP-server.
Typ hier het poortnummer (1 tot 65535).
De poort van de secundaire SNTP-server wordt gebruikt als een back-up voor de poort van de primaire SNTP-server. Als de primaire poort niet beschikbaar is, zal de machine contact opnemen met de secundaire
SNTP-poort.
Typ de waarde voor het aantal uren waarna de server opnieuw een synchronisatie moet uitvoeren (1 tot 168 uur).
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
De tijd synchroniseren met de SNTP-server met behulp van Beheer via een webbrowser
466
Home > Netwerk > Technische informatie voor gevorderde gebruikers
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
•
De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
•
467
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
> De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
U kunt de instellingen van de afdrukserver via het bedieningspaneel op de machine naar de fabriekswaarden terugzetten. Hiermee worden alle gegevens, zoals het wachtwoord en het IP-adres, naar hun oorspronkelijke instellingen teruggezet.
• Deze functie herstelt alle fabrieksinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk.
• U kunt de fabrieksinstellingen van de afdrukserver ook herstellen met BRAdmin Light, BRAdmin
Professional 3 of Beheer via een webbrowser.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Netw. resetten] .
2. Er verschijnt een melding om het resetten te bevestigen. Druk gedurende twee seconden op [OK]
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Netw. resetten] .
2. Er verschijnt een melding om het resetten te bevestigen. Druk gedurende twee seconden op [OK] .
Het apparaat wordt opnieuw opgestart.
Verwante informatie
•
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
468
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
> Het WLAN-rapport afdrukken
Het WLAN-rapport afdrukken
Het WLAN-rapport geeft de draadloze status van uw machine weer. Als de draadloze verbinding niet is gelukt, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Print lijsten] > [WLAN-rapport] > [Ja] .
Het WLAN-rapport wordt afgedrukt.
Als het WLAN-rapport niet wordt afgedrukt, controleer dan of er een fout op de machine is opgetreden. Als er geen zichtbare fouten zijn, wacht u één minuut en probeert u daarna het rapport nogmaals af te drukken.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Print lijsten] > [WLAN-rapport] > [Ja] .
Het WLAN-rapport wordt afgedrukt.
Als het WLAN-rapport niet wordt afgedrukt, controleer dan of er een fout op de machine is opgetreden. Als er geen zichtbare fouten zijn, wacht u één minuut en probeert u daarna het rapport nogmaals af te drukken.
Verwante informatie
•
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
•
469
Technische informatie voor gevorderde gebruikers
>
Het WLAN-rapport afdrukken > Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
Als op het draadloos LAN-rapport wordt vermeld dat de verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u de overeenstemmende instructies in de tabel:
Foutcode
TS-01
TS-02
TS-03
TS-04
TS-05
TS-06
Probleem en suggesties voor oplossingen
De draadloze instelling is niet geactiveerd, schakel de draadloze instelling in.
Als er een netwerkkabel op uw machine is aangesloten, ontkoppelt u deze alvorens de draadloze netwerkinstelling van uw machine in te schakelen.
Het draadloze toegangspunt of de draadloze router kan niet worden gedetecteerd.
1. Controleer de volgende punten:
• Koppel de stroomtoevoer naar het draadloze toegangspunt/router los, wacht 10 seconden en sluit hem vervolgens weer aan.
• Als uw draadloze toegangspunt/router gebruikmaakt van de functie voor filteren op MACadres, controleert u of het MAC-adres van de Brother-machine in het filter wordt toegestaan.
2. Als u de SSID en beveiligingsgegevens (SSID/verificatiemethode/versleutelingsmethode/ netwerksleutel) handmatig hebt ingevoerd, klopt deze informatie mogelijk niet.
Controleer de SSID en beveiligingsgegevens en voer waar nodig opnieuw de juiste informatie in.
Dit apparaat ondersteunt geen SSID/ESSID van 5 GHz en u moet een SSID/ESSID van 2,4
GHz selecteren. Controleer of het toegangspunt/de router op 2,4 GHz of op de gemengde modus 2,4 GHz/5 GHz is ingesteld.
De ingevoerde veiligheidsinstelling van het draadloze netwerk is mogelijk onjuist. Controleer de draadloze netwerkinstellingen.
Als u niet over deze gegevens beschikt, kunt u deze aan uw netwerkbeheerder vragen.
De verificatiemethode en de versleutelingsmethode die door het geselecteerde draadloze toegangspunt of de geselecteerde draadloze router worden gebruikt, worden niet ondersteund door uw machine.
Wijzig de verificatie- en de versleutelingsmethode van het draadloze toegangspunt/de draadloze router. Uw machine ondersteunt de volgende verificatiemethoden:
• WPA-Personal
TKIP of AES
• WPA2-Personal
TKIP of AES
• Open
WEP of Geen (zonder versleuteling)
• Gedeelde sleutel
WEP
Als uw probleem hiermee niet is verholpen, zijn de door u ingevoerde SSID- of netwerkinstellingen mogelijk onjuist. Controleer de draadloze netwerkinstellingen.
De beveiligingsgegevens (SSID/netwerksleutel) zijn onjuist.
Controleer de SSID en netwerksleutel.
De gegevens voor draadloze beveiliging (verificatiemethode/versleutelingsmethode/ netwerksleutel) zijn onjuist.
Controleer de gegevens voor draadloze beveiliging (verificatiemethode/versleutelingsmethode/ netwerksleutel).
470
Foutcode
TS-07
TS-08
Probleem en suggesties voor oplossingen
Een WLAN-toegangspunt/router waarop WPS is ingeschakeld, kan niet worden gedetecteerd door de machine.
Als u verbinding wilt maken met WPS, moet u zowel uw machine als het WLANtoegangspunt/de router bedienen. Controleer de verbindingsmethode voor WPS op het WLANtoegangspunt/de router en probeer het opnieuw.
Raadpleeg de documentatie bij uw WLAN-toegangspunt/router als u niet weet hoe u uw WLANtoegangspunt/router moet bedienen met WPS. U kunt ook de fabrikant van het WLANtoegangspunt/de router of uw netwerkbeheerder om advies vragen.
Er zijn twee of meer WLAN-toegangspunten gedetecteerd waarop WPS is ingeschakeld.
• Zorg dat er slechts één WLAN-toegangspunt of router met actieve WPS-methode binnen bereik is en probeer het opnieuw.
• Probeer het na een paar minuten opnieuw om storing door andere toegangspunten te vermijden.
Gegevens voor draadloze beveiliging (SSID/verificatiemethode/versleutelingsmethode/netwerksleutel) van uw WLAN-toegangspunt/router bevestigen. v
1. De standaard veiligheidsinstellingen kunnen op een etiket bevestigd aan het WLAN-toegangspunt/de router staan. Het kan ook zijn dat de naam van de fabrikant of het modelnummer van het/de WLANtoegangspunt/router als de standaardbeveiligingsinstellingen worden gebruikt.
2. Raadpleeg de documentatie die u bij uw WLAN-toegangspunt/router hebt ontvangen voor informatie over het achterhalen van de veiligheidsinstellingen.
• Als het WLAN-toegangspunt/de router zo is ingesteld dat deze de SSID niet verzendt, wordt de SSID niet automatisch gedetecteerd. U moet de SSID-naam handmatig invoeren.
• De netwerksleutel wordt ook wel het wachtwoord, de beveiligingssleutel of de versleutelingssleutel genoemd.
Raadpleeg de documentatie bij uw WLAN-toegangspunt/router als u de SSID en draadloze veiligheidsinstellingen van uw WLAN-toegangspunt/router niet kent of als u niet weet hoe u de configuratie kunt wijzigen. U kunt ook de fabrikant van het toegangspunt/de router of uw internetprovider of netwerkbeheerder om advies vragen.
Verwante informatie
•
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
471
Beveiliging
•
Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
•
•
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
•
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
472
> Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
Voor u netwerkbeveiligingsfuncties gebruikt
Uw Brother-machine gebruikt enkele van de meest recente protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling.
Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemene netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot de machine te verhinderen.
Wij raden u aan om de protocollen FTP en TFTP uit te schakelen. Toegang tot de machine via deze protocollen is niet veilig. Houd er echter rekening mee dat als u FTP uitschakelt, de functie Scannen naar
FTP ook wordt uitgeschakeld.
Verwante informatie
•
473
> Secure Function Lock 3.0
Secure Function Lock 3.0
Secure Function Lock 3.0 van Brother verhoogt de beveiliging door te beperken welke functies op uw Brothermachine beschikbaar zijn.
•
Voor u Secure Function Lock 3.0 gebruikt
•
Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
•
Scannen met Secure Function Lock 3.0
•
De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
•
Extra functies van Secure Function Lock 3.0
•
Een nieuwe identiteitskaart registreren via het bedieningspaneel van de machine
474
> Voor u Secure Function Lock 3.0 gebruikt
Voor u Secure Function Lock 3.0 gebruikt
Gebruik Beveiligd functieslot om wachtwoorden te configureren, paginalimieten voor bepaalde gebruikers in te stellen en hun toegang te verlenen tot enkele of alle functies die hier worden vermeld.
U kunt de volgende instellingen voor Secure Function Lock 3.0 configureren of wijzigen met behulp van Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3 (Windows ® ):
• Afdrukken
Hieronder vallen ook afdruktaken die via AirPrint, Google Cloud Print ™ en Brother iPrint&Scan worden verzonden.
Als u de aanmeldnaam van gebruikers vooraf registreert, hoeven de gebruikers hun wachtwoord niet in te voeren wanneer ze de afdrukfunctie gebruiken.
• Kopie
• Scannen
Hieronder vallen ook scantaken die via Brother iPrint&Scan worden verzonden.
• Fax (alleen ondersteunde modellen)
Verzenden
Ontvangen
• Media
Afdrukken van
Scannen naar
• Web Connect (alleen ondersteunde modellen)
• Apps (alleen ondersteunde modellen)
• Paginalimiet (*)
• Kleurenafdruk
• Paginatellers
• Kaartnummer (NFC ID) (alleen ondersteunde modellen)
Als u de kaart-ID's van gebruikers vooraf registreert, kan een geregistreerde gebruiker de machine activeren door het NFC-symbool op de machine aan te raken met zijn geregistreerde kaart.
Verwante informatie
•
475
> Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via
een webbrowser
Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op het Functie gebruikersbeperking -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer Beveiligd functieslot .
7. Klik op Indienen .
8. Klik op het Beperkte functies -menu in de linkernavigatiebalk.
9. Typ een groepsnaam of gebruikersnaam in het veld Gebruikerslijst / Beperkte functies .
10. Schakel in de kolom Afdrukken en de andere kolommen een selectievakje in of uit om de weergegeven functie te beperken.
11. Als u de paginalimiet wilt configureren, schakelt u het selectievakje Aan in de kolom Paginalimiet in en typt u het maximumaantal in het veld Max. pagina's .
12. Klik op Indienen .
13. Klik op het Gebruikerslijst -menu in de linkernavigatiebalk.
14. Voer in het veld Gebruikerslijst de gebruikersnaam in.
15. Typ in het veld Pincode een viercijferig wachtwoord.
16. Als u de kaart-ID van de gebruiker wilt registreren, voert u het kaartnummer in het veld Kaartnummer (NFC
ID) in (alleen op bepaalde modellen beschikbaar).
17. Selecteer Gebruikerslijst / Beperkte functies in de vervolgkeuzelijst voor elke gebruiker.
18. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
•
De machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Beheer via een webbrowser
476
> Scannen met Secure Function Lock 3.0
Scannen met Secure Function Lock 3.0
Scanbeperkingen opgeven (voor beheerders)
Met Secure Function Lock 3.0 kan een beheerder bepalen welke gebruikers mogen scannen. Als de scanfunctie is uitgeschakeld voor algemene gebruikers, hebben alleen gebruikers voor wie het selectievakje Scannen is ingeschakeld, het recht om te scannen.
De scanfunctie gebruiken (voor gebruikers met beperkte rechten)
• Scannen via het bedieningspaneel van de machine:
Gebruikers met beperkte rechten moeten hun pincode invoeren op het bedieningspaneel van de machine om de scanmodus te activeren.
• Scannen vanaf een computer:
Gebruikers met beperkte rechten moeten hun pincode invoeren op het bedieningspaneel van de machine voordat ze vanaf hun computer kunnen scannen. Als ze dit niet doen, wordt een foutmelding op het computerscherm weergegeven.
Als de machine ID-kaartverificatie ondersteunt, hebben geregistreerde gebruikers ook toegang tot de scanmodus door het NFC-symbool op het bedieningspaneel van de machine aan te raken met hun IDkaart.
Verwante informatie
•
477
> De openbare modus configureren voor Secure Function
Lock 3.0
De openbare modus configureren voor Secure Function Lock 3.0
Gebruik het scherm Secure Function Lock om de openbare modus in te stellen. Deze modus beperkt welke functies beschikbaar zijn voor algemene gebruikers. Algemene gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot functies die via instellingen van openbare modus beschikbaar zijn.
De openbare modus omvat eveneens afdruktaken verzonden via AirPrint, Google Cloud Print ™ en Brother iPrint&Scan.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Beheerder .
5. Klik op het Functie gebruikersbeperking -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Selecteer Beveiligd functieslot .
7. Klik op Indienen .
8. Klik op het menu Beperkte functies .
9. Schakel in de rij Openbare modus een selectievakje in of uit om de weergegeven functie te beperken.
10. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
478
> Extra functies van Secure Function Lock 3.0
Extra functies van Secure Function Lock 3.0
Configureer de volgende functies in het scherm Secure Function Lock:
Alle tellers resetten
Klik op Alle tellers resetten in de kolom Paginatellers om de paginateller te resetten.
Exporteren als CSV-bestand
Klik op Exporteren als CSV-bestand om de actuele paginateller inclusief Gebruikerslijst / Beperkte functies als een CSV-bestand te exporteren.
Kaartnummer (NFC ID) (alleen ondersteunde modellen)
Klik op het menu Gebruikerslijst en voer vervolgens het kaart-ID van een gebruiker in in het veld
Kaartnummer (NFC ID) . U kunt uw identiteitskaart voor verificatie gebruiken.
Laatste tellerstand
Klik op Laatste tellerstand als u wilt dat de pagina de paginatelling onthoudt nadat de teller werd gereset.
Teller automatisch terugstellen
Klik op Teller automatisch terugstellen om het tijdsinterval voor het resetten van de paginateller te configureren. Kies een dagelijks, wekelijks of maandelijks interval.
Verwante informatie
•
479
> Een nieuwe identiteitskaart registreren via het
bedieningspaneel van de machine
Een nieuwe identiteitskaart registreren via het bedieningspaneel van de machine
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Raak het NFC-symbool op het bedieningspaneel van de machine aan met een geregistreerde identiteitskaart.
2. Druk linksboven in het scherm op .
3. Druk op [Kaart registreren (Kaar registreren)] .
4. Raak het NFC-symbool aan met een nieuwe identiteitskaart.
Het nummer van de nieuwe identiteitskaart wordt op de machine geregistreerd.
Voor de ondersteunde types identiteitskaarten, raadpleegt u Veelgestelde vragen en probleemoplossing in het Brother Solutions Center op support.brother.com
.
5. Druk op [OK] .
Verwante informatie
•
480
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS
•
Certificaten en Beheer via een webbrowser
481
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS > Certificaten en Beheer via een
webbrowser
Certificaten en Beheer via een webbrowser
U moert een certificaat configureren om uw met een netwerk verbonden machine van Brother veilig met
SSL/TLS te beheren. U moet Beheer via een webbrowser gebruiken om een certificaat te configureren.
•
Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
•
Een certificaat aanmaken en installeren
•
482
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser > Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
Uw Brother-machine ondersteunt het gebruik van meerdere beveiligingscertificaten, zodat de machine veilig kan worden geverifieerd en er veilig mee kan worden gecommuniceerd. De volgende functies voor beveiligingscertificaten kunnen op de machine worden gebruikt:
• SSL/TLS-communicatie
• SSL-communicatie voor SMTP/POP3/IMAP4 (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
• IEEE 802.1x-verificatie
De Brother-machine biedt ondersteuning voor:
• Vooraf geïnstalleerd certificaat
Uw machine bevat een vooraf geïnstalleerd zelf-ondertekend certificaat. Met dit certificaat kunt u gebruikmaken van SSL/TLS-communicatie zonder een ander certificaat te hoeven maken of installeren.
Het vooraf geïnstalleerde, zelfondertekende certificaat kan uw communicatie niet beschermen tegen gevaren. Voor een betere beveiliging raden wij u aan een certificaat te gebruiken dat uitgevaardigd werd door een vertrouwde organisatie.
• Zelf-ondertekend certificaat
Deze afdrukserver geeft zijn eigen certificaat uit. Met dit certificaat kunt u eenvoudig gebruikmaken van SSL/
TLS-communicatie zonder een ander certificaat van een CA te moeten maken of installeren.
• Certificaat van een certificeringsinstantie (CA)
U kunt een certificaat van een certificeringsinstantie (CA) op twee manieren installeren. Als u al een certificaat van een CA hebt of een certificaat van een externe betrouwbare CA wilt gebruiken:
Bij gebruik van een CSR (ondertekeningsverzoek) van deze afdrukserver.
Bij het importeren van een certificaat en een geheime sleutel.
• Certificaat van certificeringsinstantie (CA)
Om een CA-certificaat te gebruiken dat de CA identificeert en over de private sleutel ervan beschikt, dient u vóór de configuratie van de beveiligingsfuncties van het netwerk een CA-certificaat van de CA te importeren.
• Als u gebruik wil maken van SSL/TLS-communicatie raden we u aan eerst advies in te winnen bij de systeembeheerder.
• Als u fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstelt, worden het certificaat en de geheime sleutel die zijn geïnstalleerd verwijderd. Als u hetzelfde certificaat en dezelfde geheime sleutel wilt behouden, exporteer ze dan voorafgaand aan het herstellen van de fabrieksinstellingen en installeer ze na afloop opnieuw.
Verwante informatie
•
Certificaten en Beheer via een webbrowser
•
483
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser > Een certificaat aanmaken en installeren
Een certificaat aanmaken en installeren
•
Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
•
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
•
Een CA-certificaat importeren en exporteren
484
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat
Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat
U kunt uit twee soorten beveiligingscertificaten kiezen: gebruik een zelfondertekend certificaat of gebruik een certificaat van een certificeringsinstantie (CA).
Hier vindt u een kort overzicht van de vereiste handelingen, afhankelijk van de gekozen optie.
Optie 1
Zelf-ondertekend certificaat
1. Maak een zelfondertekend certificaat aan met Beheer via een webbrowser.
2. Installeer het zelfondertekende certificaat op uw computer.
Optie 2
Certificaat van een CA
1. Maak een CSR (Certificate Signing Request) aan met Beheer via een webbrowser.
2. Installeer het certificaat uitgevaardigd door de CA op uw Brother-machine met Beheer via een webbrowser.
3. Installeer het certificaat op uw computer.
Verwante informatie
•
Een certificaat aanmaken en installeren
485
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken
•
Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windows ® -gebruikers met beheerrechten
•
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-machine
486
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op Zelf ondertekend certificaat maken .
8. Voer een Algemene naam en een Geldigheidsdatum in.
• De lengte van de Algemene naam is minder dan 64 bytes. Voer een identificator in zoals een IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze machine via
SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u het IPPS- of HTTPS-protocol gebruikt en een andere naam in de URL invoert dan de Algemene naam die werd gebruikt voor het zelfondertekende certificaat.
9. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Algoritme van openbare sleutel . De standaardinstelling is
RSA (2048-bits) .
10. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Digest-algoritme . De standaardinstelling is SHA256 .
11. Klik op Indienen .
12. Klik op Netwerk .
13. Klik op Protocol .
14. Klik op HTTP-serverinstellingen .
15. Selecteer het certificaat dat u wilt configureren in de vervolgkeuzelijst Selecteer het certificaat .
16. Klik op Indienen .
Het volgende scherm verschijnt.
487
17. Klik op Ja om de afdrukserver opnieuw op te starten.
Het zelfondertekende certificaat wordt aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van de machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het zelfondertekende certificaat op uw computer worden geïnstalleerd.
Verwante informatie
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
488
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
® -gebruikers met beheerrechten
Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windows ® -gebruikers met beheerrechten
De volgende stappen zijn voor Microsoft ® Internet Explorer ® . Als u een andere webbrowser gebruikt, raadpleegt u de documentatie van uw webbrowser voor hulp bij de installatie van certificaten.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• (Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows Server ® 2008)
Klik op (Starten) > Alle programma's .
• (Windows ® 8)
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram ( Internet Explorer ) op de taakbalk.
• (Windows ® 10)
Klik op (Start) > Alle apps > Accessoires > Internet Explorer .
• (Windows Server ® 2012 en Windows Server ® 2012 R2)
Klik op ( Internet Explorer ) en klik vervolgens met de rechtermuisknop op het pictogram
( Internet Explorer ) op de taakbalk.
2. Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik daarna op Als administrator uitvoeren .
Als het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven:
• (Windows Vista ® ) Klik op Doorgaan (Toestaan) .
• (Windows ® 7/Windows ® 8/Windows ® 10) Klik op Ja .
3. Typ "https://IP-adres van machine/" in de adresbalk van uw browser om toegang te krijgen tot uw machine
(hierbij staat "IP-adres van machine" voor het gekozen IP-adres van de machine of de gekozen naam van het knooppunt voor het certificaat).
489
4. Klik op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen).
5. Klik op Certificaatfout en klik daarna op Certificaat weergeven .
6. Klik op Certificaat installeren...
.
490
7. Wanneer de Wizard Certificaat importeren verschijnt, klikt u op Volgende .
8. Selecteer Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan en klik daarna op Bladeren… .
9. Selecteer Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik daarna op OK .
10. Klik op Volgende .
491
11. Klik op Voltooien .
12. Klik op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is.
De vingerafdruk (duimafdruk) wordt afgedrukt op het netwerkconfiguratierapport.
13. Klik op OK .
Het zelfondertekende certificaat is geïnstalleerd op uw computer en de SSL/TLS-communicatie is beschikbaar.
Verwante informatie
•
Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren
•
Het zelf ondertekende certificaat importeren
492
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw
Brother-machine
U kunt de zelfondertekende certificaten opslaan op uw Brother-machine en beheren via importeren en exporteren.
•
Het zelf ondertekende certificaat importeren
•
Het zelf ondertekende certificaat exporteren
493
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren >
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-machine
> Het zelf ondertekende certificaat importeren
Het zelf ondertekende certificaat importeren
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren .
8. Blader naar het bestand dat u wilt importeren.
9. Typ het wachtwoord als het bestand versleuteld is en klik vervolgens op Indienen .
Het zelfondertekende certificaat is nu op uw machine geïmporteerd.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het zelfondertekende certificaat eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Verwante informatie
•
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-machine
•
Het zelfondertekende certificaat installeren voor Windows ® -gebruikers met beheerrechten
494
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Een zelf ondertekend certificaat aanmaken en installeren >
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-machine
> Het zelf ondertekende certificaat exporteren
Het zelf ondertekende certificaat exporteren
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op Exporteren naast Certificaten .
8. Als u het bestand wilt versleutelen, voert u een wachtwoord in het veld Wachtwoord invoeren in.
Als het veld Wachtwoord invoeren leeg is, wordt uw uitvoerbestand niet versleuteld.
9. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in en klik vervolgens op
Indienen .
10. Klik op Opslaan .
11. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
Het zelfondertekende certificaat is nu naar uw computer geëxporteerd.
U kunt het zelfondertekende certificaat ook importeren op uw computer.
Verwante informatie
•
Het zelfondertekende certificaat importeren en exporteren op uw Brother-machine
495
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
Als u al een certificaat van een externe betrouwbare CA hebt, kunt u het certificaat en de geheime sleutel opslaan op de machine en deze beheren via importeren en exporteren. Als u geen certificaat van een externe betrouwbare CA hebt, maakt u een CSR (Certificate Signing Request) aan, stuurt u dit naar een CA voor verificatie en installeert u het ontvangen certificaat op uw machine.
•
Een CSR (Certificate Signing Request) aanmaken
•
Een certificaat installeren op uw Brother-machine
•
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
496
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Een CSR (Certificate Signing Request) aanmaken
Een CSR (Certificate Signing Request) aanmaken
Een CSR (Certificate Signing Request) is een aanvraag die naar een certificeringsinstantie (CA) wordt verzonden om de kwalificaties in het certificaat te verifiëren.
Het is aan te raden een hoofdcertificatie van de CA op de computer te installeren voordat u de CSR aanmaakt.
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op CSR maken .
8. Voer een Algemene naam (vereist) in en voeg bijkomende informatie over uw Organisatie toe (optioneel).
• U moet de coördinaten van uw bedrijf verschaffen zodat een CA uw identiteit kan controleren en bevestigen aan de buitenwereld.
• De lengte van de Algemene naam moet minder dan 64 bytes zijn. Voer een identificator in zoals een
IP-adres, naam van een knooppunt of domeinnaam die u zult gebruiken om toegang te krijgen tot deze printer via SSL/TLS-communicatie. De naam van het knooppunt wordt standaard weergegeven. De
Algemene naam is vereist.
• Een waarschuwing wordt weergegeven als u een andere naam in de URL invoert dan de openbare naam die werd gebruikt voor het certificaat.
• De lengte van de Organisatie , de Organisatorische eenheid , de Plaats en de Provincie moet minder dan 64 bytes zijn.
• De Land/Regio moet een ISO 3166-landcode van twee tekens zijn.
• Als u een X.509v3-certificaatextensie configureert, vinkt u het vakje Uitgebreide partitie configureren aan en selecteert u vervolgens Automatisch (IPv4 registreren) of Handmatig .
9. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Algoritme van openbare sleutel . De standaardinstelling is
RSA (2048-bits) .
10. Selecteer uw instelling in de vervolgkeuzelijst Digest-algoritme . De standaardinstelling is SHA256 .
11. Klik op Indienen .
497
De CSR wordt weergegeven op uw scherm. Sla de CSR op als bestand of kopieer het naar een online CSRformulier van een certificeringsinstantie.
12. Klik op Opslaan .
• Volg het beleid van uw CA aangaande de methode om een CSR te versturen naar uw CA.
• Als u gebruikmaakt van de basis-CA van onderneming van Windows Server ® 2008/2012/2012 R2, raden wij u aan de webserver te gebruiken als certificaatsjabloon voor het aanmaken van het veilige clientcertificaat. Als u een clientcertificaat aanmaakt voor een IEEE 802.1x-omgeving met EAP-TLSverificatie, raden wij u aan Gebruiker te gebruiken als certificaatsjabloon. Voor meer informatie gaat u naar het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Verwante informatie
•
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
498
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Een certificaat installeren op uw Brother-machine
Een certificaat installeren op uw Brother-machine
Wanneer u een certificaat ontvangt van een CA, volgt u onderstaande stappen om het te installeren op de afdrukserver:
Alleen een certificaat dat uitgevaardigd is met de CSR van uw machine kan op de machine worden geïnstalleerd. Als u een andere CSR wilt aanmaken, dient u ervoor te zorgen dat het certificaat geïnstalleerd is voordat u een andere CSR aanmaakt. U mag pas een nieuwe CSR aanmaken als het certificaat op de machine geïnstalleerd is. Als u dat niet doet, wordt de CSR die u hebt aangemaakt vóór de installatie ongeldig.
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op Certificaat installeren .
8. Blader naar het bestand met het certificaat dat werd uitgevaardigd door de CA en klik vervolgens op
Indienen .
Het certificaat is met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet de hoofdcertificatie van de CA eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Verwante informatie
•
Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
499
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
Sla het certificaat en de geheime sleutel op de machine op en beheer deze via importeren en exporteren.
•
Een certificaat en geheime sleutel importeren
•
Het certificaat en de private sleutel exporteren
500
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
> Een certificaat en geheime sleutel importeren
Een certificaat en geheime sleutel importeren
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren .
8. Blader naar het bestand dat u wilt importeren.
9. Typ het wachtwoord als het bestand versleuteld is en klik vervolgens op Indienen .
Het certificaat en de geheime sleutel zijn met succes geïmporteerd in uw machine.
Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet de hoofdcertificatie van de CA eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder.
Verwante informatie
•
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
501
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren
> Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
> Het certificaat en de private sleutel exporteren
Het certificaat en de private sleutel exporteren
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op Certificaat .
7. Klik op Exporteren naast Certificaten .
8. Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen.
Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast.
9. Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen .
10. Klik op Opslaan .
11. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
Het certificaat en de geheime sleutel zijn geëxporteerd naar uw computer.
U kunt het certificaat ook importeren op uw computer.
Verwante informatie
•
Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren
502
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Een CA-certificaat importeren en exporteren
Een CA-certificaat importeren en exporteren
U kunt CA-certificaten op uw Brother-machine importeren, exporteren en opslaan.
•
•
503
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Een CA-certificaat importeren en exporteren > Een
CA-certificaat importeren
Een CA-certificaat importeren
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op CA-certificaat .
7. Klik op CA-certificaat importeren .
8. Blader naar het bestand dat u wilt importeren.
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Een CA-certificaat importeren en exporteren
504
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser >
Een certificaat aanmaken en installeren
> Een CA-certificaat importeren en exporteren > Een
CA-certificaat exporteren
Een CA-certificaat exporteren
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het tabblad Beveiliging .
6. Klik op CA-certificaat .
7. Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren .
8. Klik op Indienen .
9. Klik op Opslaan .
10. Bepaal waar op uw computer u het geëxporteerde certificaat wilt opslaan en sla het vervolgens op.
Verwante informatie
•
Een CA-certificaat importeren en exporteren
505
> Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS >
Certificaten en Beheer via een webbrowser > Meerdere certificaten beheren
Meerdere certificaten beheren
U kunt meerdere certificaten op uw machine installeren en elk van deze certificaten beheren met Beheer via een webbrowser. Ga in Beheer via een webbrowser naar het scherm Certificaat of CA-certificaat om certificaatinhoud te bekijken of certificaten te verwijderen of exporteren.
Maximaal aantal certificaten dat kan worden opgeslagen op de Brothermachine
5 Zelf ondertekend certificaat of certificaat uitgevaardigd door een CA
CA-certificaat 6
U kunt het beste één certificaat minder dan het maximum opslaan en zodoende een plaats vrijhouden voor het geval een certificaat verloopt. Importeer bij het verlopen van een certificaat een nieuw certificaat op de gereserveerde plaats en verwijder het verlopen exemplaar. Hierdoor voorkomt u configuratiefouten.
• Wanneer u gebruikmaakt van HTTPS/IPPS, IEEE 802.1x of een ondertekend pdf-bestand moet u opgeven welk certificaat u gebruikt.
• Als u gebruikmaakt van SSL voor SMTP/POP3/IMAP4-communicatie (alleen beschikbaar op bepaalde modellen) hoeft u geen certificaat op te geven. Het benodigde certificaat wordt automatisch gekozen.
Verwante informatie
•
Certificaten en Beheer via een webbrowser
506
> E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
•
Verzenden of ontvangen van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
•
E-mailberichten verzenden met gebruikersverificatie
•
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen met behulp van SSL/TLS
507
> E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
> Verzenden of ontvangen van emailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
Verzenden of ontvangen van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
We bevelen aan om Beheer via een webbrowser te gebruiken voor de configuratie van veilig verzenden van emailberichten met gebruikersverificatie, of verzenden en ontvangen van e-mailberichten met behulp van SSL/
TLS.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Klik in het veld POP3/IMAP4/SMTP op Geavanceerde instellingen en controleer of POP3/IMAP4/SMTP de status Ingeschakeld heeft.
7. Configureer de POP3/IMAP4/SMTP -instellingen.
• Controleer of de e-mailinstellingen juist zijn door na het configureren een test-e-mail te verzenden.
• Raadpleeg uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) als u niet weet wat de instellingen van de
POP3-/IMAP4-/SMTP-server zijn.
8. Klik op Indienen wanneer u klaar bent.
Het dialoogvenster Configuratie voor e-mail verzenden/ontvangen testen verschijnt.
9. Volg de instructies in het dialoogvenster om de huidige instellingen te testen.
Verwante informatie
•
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
•
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen met behulp van SSL/TLS
508
> E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
> E-mailberichten verzenden met gebruikersverificatie
E-mailberichten verzenden met gebruikersverificatie
Uw Brother-machine ondersteunt de methode SMTP-AUTH voor het verzenden van e-mails via een e-mailserver die gebruikersverificatie vereist. Deze methode voorkomt dat onbevoegde gebruikers toegang krijgen tot de emailserver.
U kunt SMTP-AUTH gebruiken voor het verzenden van e-mailmeldingen, e-mailrapporten en I-faxen.
U kunt het beste Beheer via een webbrowser gebruiken om de SMTP-verificatie te configureren.
Instellingen van de e-mailserver
U moet de SMTP-verificatiemethode van uw machine instellen overeenkomstig de verificatiemethode die door uw e-mailserver wordt gebruikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) voor meer informatie over de instellingen van uw e-mailserver.
Om de SMTP-serververificatie in te schakelen: in het POP3/IMAP4/SMTP -scherm van Beheer via een webbrowser, onder Serververificatiemethode , moet u SMTP-VERIF selecteren.
Verwante informatie
•
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
509
> E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
> E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen met behulp van SSL/TLS
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen met behulp van SSL/TLS
Uw Brother-machine ondersteunt SSL/TLS-methoden voor het verzenden of ontvangen van e-mailberichten via een e-mailserver die beveiligde SSL/TLS-communicatie vereist. Om e-mails te verzenden of ontvangen via een e-mailserver die gebruikmaakt van SSL/TLS-communicatie, moet u SMTP over SSL/TLS, POP3 over SSL/TLS of IMAP4 over SSL/TLS configureren.
U kunt het beste Beheer via een webbrowser gebruiken om SSL/TLS te configureren.
Servercertificaat verifiëren
Als u onder SSL/TLS de optie SSL of TLS selecteert, wordt het selectievakje Servercertificaat verifiëren automatisch aangevinkt.
• Voordat u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat is uitgegeven door de certificeringsinstantie die het servercertificaat heeft ondertekend. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om na te vragen of het importeren van een CA-certificaat noodzakelijk is.
• Als u het servercertificaat niet hoeft te verifiëren, schakelt u het selectievakje Servercertificaat verifiëren uit.
510
Poortnummer
Als u SSL of TLS selecteert voor SMTP, POP3 of IMAP4, wordt de Poort -waarde afgestemd op het protocol. Als u het poortnummer handmatig wilt wijzigen, voert u het poortnummer in nadat u SSL of TLS voor de SSL/TLS instellingen hebt gekozen.
U moet de POP3/IMAP4/SMTP-communicatiemethode van uw machine instellen in overeenstemming met de methode die door uw e-mailserver wordt gebruikt. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider voor meer informatie over de instellingen van uw e-mailserver.
In de meeste gevallen zijn voor beveiligde webmailservices de volgende instellingen vereist:
SMTP
POP3
IMAP4
Poort
Serververificatiemethode
SSL/TLS
Poort
SSL/TLS
Poort
SSL/TLS
25
SMTP-VERIF
TLS
995
SSL
993
SSL
Verwante informatie
•
E-mailberichten veilig verzenden of ontvangen
•
Verzenden of ontvangen van e-mailberichten configureren via Beheer via een webbrowser
511
> IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
•
Wat is IEEE 802.1x-verificatie?
•
•
IEEE 802.1x-verificatiemethodes
512
> IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
> Wat is
IEEE 802.1x-verificatie?
Wat is IEEE 802.1x-verificatie?
IEEE 802.1x is een IEEE-standaard voor bedrade en draadloze netwerken die de toegang van onbevoegde netwerkapparaten verhindert. Uw Brother-machine (aanvrager) verstuurt een verificatieaanvraag naar een
RADIUS-server (verificatieserver) via uw toegangspunt of HUB. Nadat uw aanvraag werd geverifieerd door de
RADIUS-server, krijgt uw machine toegang tot het netwerk.
Verwante informatie
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
513
> IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
> IEEE
802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser
IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser
• Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.
• Voordat u het servercertificaat verifieert, moet u het CA-certificaat importeren dat door de certificeringsinstantie die het servercertificaat heeft ondertekend is uitgegeven. Neem contact op met uw netwerkbeheerder of internetprovider (ISP) om na te vragen of het importeren van een CA-certificaat noodzakelijk is.
U kunt IEEE 802.1x-verificatie ook configureren met:
• BRAdmin Professional 3 (bedraad en draadloos netwerk)
• De wizard voor de draadloze instellingen via het bedieningspaneel (draadloos netwerk)
• De wizard voor de draadloze instellingen op de cd-rom (draadloos netwerk)
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Optie Beschrijving
Bedraad netwerk Klik op het tabblad Bedraad en selecteer Authenticatie 802.1x in de linkernavigatiebalk.
Draadloos netwerk Klik op het tabblad Draadloos en selecteer Draadloos (Bedrijf) in de linkernavigatiebalk.
6. Configureer de instellingen voor IEEE 802.1x-verificatie.
514
• Als u IEEE 802.1x-verificatie voor bedrade netwerken wilt inschakelen, selecteert u Ingeschakeld voor
Status 802.1x vast op de pagina Authenticatie 802.1x .
• Als u EAP-TLS -verificatie gebruikt, moet u het clientcertificaat kiezen dat geïnstalleerd is (weergegeven met certificaatnaam) voor verificatie in de vervolgkeuzelijst Clientcertificaat .
• Als u EAP-FAST -, PEAP -, EAP-TTLS - of EAP-TLS -verificatie selecteert, kunt u de verificatiemethode selecteren in de vervolgkeuzelijst Verificatie servercertificaat . Verifieer het servercertificaat met behulp van het CA-certificaat dat vooraf werd geïmporteerd op de machine en dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat ondertekende.
Selecteer een van de volgende verificatiemethoden in de vervolgkeuzelijst Verificatie servercertificaat :
Optie
Geen verificatie
CA-cert.
Beschrijving
Het servercertificaat kan altijd vertrouwd worden. De verificatie wordt niet uitgevoerd.
De verificatiemethode voor het controleren van de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat, door gebruik te maken van het CA-certificaat dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend.
De verificatiemethode om de algemene naam 1
van het servercertificaat te controleren, naast de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat.
CA-cert. + serverid
7. Klik op Indienen als u klaar bent met de configuratie.
Voor bedrade netwerken: na de configuratie sluit u uw machine aan op het netwerk met IEEE 802.1xondersteuning. Druk na enkele minuten het netwerkconfiguratierapport af om de < Wired IEEE 802.1x
>status te controleren.
Optie Beschrijving
Success De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld en de verificatie is gelukt.
Failed
Off
De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld; de verificatie is echter mislukt.
De bedrade IEEE 802.1x-functie is niet beschikbaar.
Verwante informatie
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
•
Ondersteunde functies voor beveiligingscertificaten
1 De verificatie van de algemene naam vergelijkt de algemene naam van het servercertificaat met de tekenreeks die geconfigureerd werd voor het Server-id . Voor u deze methode gebruikt, neemt u contact op met uw systeembeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat en configureert u vervolgens naast de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat ook de waarde voor Server-id .
515
> IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
> IEEE
802.1x-verificatiemethodes
IEEE 802.1x-verificatiemethodes
LEAP (draadloos netwerk)
Cisco Systems, Inc. heeft Lightweight Extensible Authentication Protocol (LEAP) ontwikkeld dat gebruikmaakt van een gebruikers-ID en wachtwoord voor de verificatie.
EAP-FAST
Cisco Systems, Inc. heeft Extensible Authentication Protocol-Flexible Authentication via Secured Tunneling
(EAP-FAST) ontwikkeld dat gebruikmaakt van een gebruikers-ID en wachtwoord voor de verificatie, en van symmetrische sleutelalgoritmes voor het verkrijgen van een getunneld verificatieproces.
De Brother-machine ondersteunt de volgende inwendige verificatiemethoden:
• EAP-FAST/NONE
• EAP-FAST/MS-CHAPv2
• EAP-FAST/GTC
EAP-MD5 (bedraad netwerk)
Extensible Authentication Protocol-Message Digest Algorithm 5 (EAP-MD5) maakt gebruik van een gebruikers-ID en een wachtwoord voor vraag-antwoordverificatie.
PEAP
Protected Extensible Authentication Protocol (PEAP) is een versie van de EAP-methode die door Cisco
Systems, Inc., Microsoft ® Corporation en RSA Security is ontwikkeld. PEAP maakt een versleutelde Secure
Sockets Layer (SSL)/Transport Layer Security (TLS)-tunnel tussen een client en een verificatieserver voor de verzending van een gebruikers-ID en wachtwoord. PEAP zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
De Brother-machine ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
• PEAP/MS-CHAPv2
• PEAP/GTC
EAP-TTLS
Extensible Authentication Protocol-Tunneled Transport Layer Security (EAP-TTLS) werd ontwikkeld door Funk
Software en Certicom. EAP ‑ TTLS creëert een gelijkaardige versleutelde SSL-tunnel als bij PEAP tussen een client en een verificatieserver voor het verzenden van een gebruikersidentificatie en wachtwoord. EAP ‑ TTLS zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
De Brother-machine ondersteunt de volgende interne verificatiemethoden:
• EAP-TTLS/CHAP
• EAP-TTLS/MS-CHAP
• EAP-TTLS/MS-CHAPv2
• EAP-TTLS/PAP
EAP-TLS
Extensible Authentication Protocol-Transport Layer Security (EAP-TLS) vereist verificatie van het digitale certificaat bij zowel een client als een verificatieserver.
Verwante informatie
•
IEEE 802.1x-verificatie gebruiken voor een bedraad of draadloos netwerk
516
Mobiel/Web Connect
•
•
•
•
Mobiel afdrukken voor Windows ®
•
•
•
NFC (Near-Field Communication)
517
Home > Mobiel/Web Connect > Brother Web Connect
Brother Web Connect
•
•
Onlineservices bij Brother Web Connect
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
•
•
Documenten scannen en uploaden met Brother Web Connect
•
Een document met behulp van Brother Web Connect uploaden vanaf een extern geheugenapparaat
•
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
•
•
FaxForward naar Cloud of E-mail
•
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother
•
518
> Overzicht Brother Web Connect
Overzicht Brother Web Connect
Druk op het touchscreen op (Web) of (Apps) om Brother Web Connect te gebruiken.
Bepaalde websites bieden services waarmee gebruikers afbeeldingen en bestanden naar de betreffende website kunnen uploaden en bekijken. Met uw Brother-machine kunt u afbeeldingen scannen en naar deze services uploaden. Daarnaast kunt u afbeeldingen die al naar deze services zijn geüpload downloaden en afdrukken.
1
3
2
4
1. Afdrukken
2. Scannen
3. Foto's, afbeeldingen, documenten en andere bestanden
4. Web Service
U kunt Brother Web Connect alleen gebruiken als uw Brother-machine verbonden is met een netwerk dat toegang heeft tot internet (via een draadloze of kabelverbinding).
Voor netwerken waarop een proxyserver wordt gebruikt, moet de machine ook voor het gebruik van een proxyserver zijn geconfigureerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u twijfels hebt over uw netwerkconfiguratie.
Een proxyserver is een computer die bemiddelt tussen computers zonder een rechtstreekse internetverbinding enerzijds en het internet anderzijds.
Verwante informatie
•
519
> Onlineservices bij Brother Web Connect
Onlineservices bij Brother Web Connect
Gebruik Brother Web Connect om online-services te openen vanaf uw Brother-machine: Sommige van deze webservices bieden zakelijke versies aan.
Om Brother Web Connect te kunnen gebruiken, moet u een account hebben bij de onlineservice die u wilt gebruiken. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer naar de website van de desbetreffende service te gaan.
U hoeft geen account aan te maken om Brother CreativeCenter te gebruiken. (Brother CreativeCenter is alleen op bepaalde modellen beschikbaar.)
Google Drive ™
Een onlineservice voor het opslaan, bewerken, delen en synchroniseren van bestanden.
URL: drive.google.com
Flickr ®
Een onlineservice voor het delen van foto's. Hier kunt u foto's uploaden, in albums organiseren en met andere gebruikers delen.
URL: www.flickr.com
Een service voor sociaal netwerken die ook de mogelijkheid biedt om afbeeldingen te uploaden en met andere gebruikers te delen.
URL: www.facebook.com
Evernote ®
Een onlineservice voor het opslaan en beheren van bestanden.
URL: www.evernote.com
Dropbox
Een onlineservice voor het opslaan, delen en synchroniseren van bestanden.
URL: www.dropbox.com
OneDrive ®
Een onlineservice voor het opslaan, delen en beheren van bestanden.
URL: https://onedrive.live.com
Box
Een onlineservice voor het bewerken en delen van documenten.
URL: www.box.com
OneNote ®
Een onlineservice voor het bewerken en delen van documenten.
URL: www.onenote.com
Brother CreativeCenter
Een website met verschillende sjablonen zoals kaarten, brochures en kalenders die u kunt afdrukken op uw
Brother-machine. (alleen in bepaalde landen en op bepaalde modellen beschikbaar) www.brother.com/creativecenter
Raadpleeg de website van de desbetreffende service voor meer informatie over een van deze services.
In de volgende tabel wordt beschreven welke bestandstypen u met de functie Brother Web Connect kunt gebruiken:
520
Toegankelijke services
Afbeeldingen downloaden en afdrukken of op media opslaan
Gescande afbeeldingen uploaden
Flickr ®
JPEG
JPEG
Google Drive ™
Evernote ®
Dropbox
OneDrive ®
Box
JPEG
DOC
DOCX
XLS
XLSX
PPT
PPTX
JPEG
DOCX
XLSX
PPTX
JPEG
OneNote ®
JPEG
DOC
DOCX
XLS
XLSX
PPT
PPTX
JPEG
DOCX
XLSX
PPTX
-
Brother
CreativeCenter
(alleen afdrukken)
-
Op media opgeslagen afbeeldingen uploaden
FaxForward naar de onlineservices
(alleen in bepaalde landen en op bepaalde modellen beschikbaar)
JPEG
JPEG
JPEG
TIFF
JPEG
TIFF
-
-
• Niet alle services zijn in alle landen verkrijgbaar.
• Voor Hongkong, Taiwan en Korea
Brother Web Connect ondersteunt alleen bestandsnamen in het Engels. Bestandsnamen in de lokale taal kunnen niet worden gedownload.
Verwante informatie
•
521
> Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
Connect
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
•
Brother-software installeren voor het gebruik van Brother Web Connect
•
De instellingen van de proxyserver configureren via het bedieningspaneel van de machine
•
De instellingen van de proxyserver configureren met Beheer via een webbrowser
522
>
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
> Brother-software installeren voor het gebruik van Brother Web Connect
Brother-software installeren voor het gebruik van Brother Web Connect
Voor de initiële installatie van Brother Web Connect is een computer met toegang tot het internet vereist en moet de software van de Brother-machine zijn geïnstalleerd.
Voor Windows ® :
Om de software van Brother te installeren en de machine te configureren voor afdrukken via een bedraad of draadloos netwerk, raadpleegt u de uu Installatiehandleiding die u bij uw Brother-machine hebt ontvangen.
Voor Macintosh:
Om de software van Brother te installeren, gaat u in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads voor uw model.
Verwante informatie
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
523
>
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
> De instellingen van de proxyserver configureren via het bedieningspaneel van de machine
De instellingen van de proxyserver configureren via het bedieningspaneel van de machine
Als uw netwerk een proxyserver gebruikt, moeten de volgende proxyservergegevens op de machine worden geconfigureerd.
• Adres van proxyserver
• Poortnummer
• Gebruikersnaam
• Wachtwoord
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Web Connect -instellingen
(Web Connect- instellingen)] > [Proxy-instell.] > [Proxy-verbinding] .
2. Druk op [Aan] .
3. Druk op de gewenste optie en voer de proxyservergegevens in.
Druk op [OK] .
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk] > [Web Connect-instellingen
(Instell. Web Connect)] > [Proxy-instell.] > [Proxy-verbinding] .
2. Druk op [Aan] .
3. Druk op de gewenste optie en voer de proxyservergegevens in.
Druk op [OK] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
524
>
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web
> De instellingen van de proxyserver configureren met Beheer via een webbrowser
De instellingen van de proxyserver configureren met Beheer via een webbrowser
Als uw netwerk een proxyserver gebruikt, moeten de volgende proxyservergegevens met Beheer via een webbrowser worden geconfigureerd:
• Adres van proxyserver
• Poortnummer
• Gebruikersnaam
• Wachtwoord
Wij raden Microsoft ® Internet Explorer ® 8/11 voor Windows ® en Safari 9 voor Macintosh aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Controleer of de webbrowser compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1 als u een andere webbrowser gebruikt.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Zorg ervoor dat het selectievakje Proxy is aangevinkt en klik vervolgens op Indienen .
7. Klik in het veld Proxy op Geavanceerde instellingen .
8. Voer de proxyservergegevens in.
9. Klik op Indienen .
Verwante informatie
•
Voorwaarden voor het gebruik van Brother Web Connect
525
> Brother Web Connect instellen
Brother Web Connect instellen
•
Overzicht van de instellingen voor Brother Web Connect
•
Een account voor elke onlineservice maken voordat u Brother Web Connect gebruikt
•
Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
•
Een account op uw Brother-machine registreren voor Brother Web Connect
•
Brother Web Connect instellen voor Brother CreativeCenter
526
>
> Overzicht van de instellingen voor Brother Web Connect
Overzicht van de instellingen voor Brother Web Connect
Configureer de instellingen voor Brother Web Connect aan de hand van de volgende procedure (als u Brother
CreativeCenter gebruikt, dient u deze procedure niet te volgen):
Stap 1: maak een account aan bij de service die u wilt gebruiken.
Ga op een computer naar de website van de service en maak een account aan. (Als u al een account hebt, hoeft u er niet nog een te maken.)
1
3 2
1. Gebruikersregistratie
2. Webservice
3. Account verkrijgen
Stap 2: vraag toegang aan voor Brother Web Connect.
Start Brother Web Connect op een computer en vraag een tijdelijke id aan.
1
3 2
1. Accountinformatie invoeren
2. Brother Web Connect-programmapagina
3. Tijdelijk id verkrijgen
Stap 3: registreer uw accountinformatie bij uw machine zodat u toegang krijgt tot de service die u wilt gebruiken.
Voer het tijdelijke id in om de service op uw machine in te schakelen. Geef de accountnaam op zoals deze op de machine moet worden weergegeven en voer een pincode in als u er een wilt gebruiken.
1
2
1. Tijdelijk id invoeren
2. Webservice
Uw Brother-machine kan nu gebruikmaken van de service.
527
Verwante informatie
•
528
>
> Een account voor elke onlineservice maken voordat u Brother Web Connect gebruikt
Een account voor elke onlineservice maken voordat u Brother Web
Connect gebruikt
Om met Brother Web Connect toegang tot een onlineservice te kunnen krijgen, moet u een account bij die service hebben. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer naar de website van de desbetreffende service te gaan. Meld u na het maken van een account aan en gebruik de account eenmaal met een computer voordat u de functie Brother Web Connect gebruikt. Als u dit niet doet, krijgt u mogelijk geen toegang tot de service met Brother Web Connect.
Als u al een account hebt, hoeft u er niet nog een te maken.
Na het aanmaken van een account bij de onlineservice die u wilt gebruiken, vraagt u toegang aan tot Brother
Web Connect.
Als u de service als gast gebruikt, hoeft u geen account te maken. Gasten kunnen alleen bepaalde services gebruiken. Als de optie voor gastgebruikers niet beschikbaar is voor de service die u wilt gebruiken, moet u een account aanmaken.
Verwante informatie
•
529
>
> Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
Toegang aanvragen voor Brother Web Connect
Om met Brother Web Connect toegang te kunnen krijgen tot online services, moet u eerst toegang tot Brother
Web Connect aanvragen op een computer waarop de software van Brother is geïnstalleerd.
1. Open de website van het programma Brother Web Connect:
Optie Beschrijving
Windows Vista ®
Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities , klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Doe meer en klik vervolgens op Brother Web Connect .
Windows
Windows
®
®
8
10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Doe meer en klik vervolgens op Brother Web Connect .
Windows ® 8.1
Verplaats uw muis naar de benedenlinkerhoek van het Starten -scherm en klik op
(als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u van de onderkant van het Starten -scherm naar boven om het Toepassingen -scherm te laten verschijnen).
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Doe meer en klik vervolgens op Brother Web Connect .
Macintosh Klik op Ga in de Finder -balk, Programma’s > Brother > Utilities > Brother Web
Connect .
U kunt de website ook rechtstreeks openen:
Typ bwc.brother.com
in de adresbalk van de webbrowser.
De webpagina van Brother Web Connect wordt geopend.
De eerste keer dat u Brother Web Connect opent, moet u uw land, taal en modelnaam opgeven en vervolgens op Next te klikken om naar de volgende stap te gaan en de gewenste service te selecteren.
530
2. Selecteer de service die u wilt gebruiken.
Het werkelijke scherm kan afwijken van het bovenstaande scherm.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm en vraag toegang aan.
Wanneer u klaar bent, wordt uw tijdelijke id weergegeven.
4. Noteer uw tijdelijke id. U hebt deze nodig om accounts voor de machine te registreren. De tijdelijke id blijft 24 uur geldig.
5. Sluit de webbrowser.
Nu u een toegangs-id voor Brother Web Connect hebt, moet u deze op uw machine registreren en vervolgens vanaf uw machine naar de gewenste webservice gaan.
Verwante informatie
•
531
>
> Een account op uw Brother-machine registreren voor Brother Web Connect
Een account op uw Brother-machine registreren voor Brother Web
Connect
Voer uw accountgegevens voor Brother Web Connect in en configureer uw machine zodat deze via Brother Web
Connect toegang tot de gewenste service kan krijgen.
• U moet toegang aanvragen voor Brother Web Connect om een account op uw machine te kunnen registreren.
• Controleer voordat u een account registreert of de juiste datum en tijd zijn ingesteld op het bedieningspaneel van de machine.
MFC-J6530DW
1. Druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op a of b om de service weer te geven waarvoor u zich wilt registreren.
Druk op de naam van de service.
3. Druk op [OK] als informatie over Brother Web Connect wordt weergegeven.
4. Druk op [Account registreren/verwijderen] > [Account registreren] .
5. De machine laat een bericht zien met het verzoek de tijdelijke id in te voeren die u hebt ontvangen toen u toegang tot Brother Web Connect aanvroeg.
Druk op [OK] .
6. Voer het tijdelijke id in via het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
Als de informatie die u invoert, niet overeenkomt met de tijdelijke id die u hebt ontvangen toen u toegang aanvroeg, of als de tijdelijke id is verlopen, wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven.
Voer het juiste tijdelijke id in of vraag opnieuw toegang aan, waardoor u een nieuw tijdelijk id krijgt.
7. De machine laat een bericht zien met het verzoek om de naam van de account in te voeren zoals deze op het LCD-scherm moet worden weergegeven.
Druk op [OK] .
8. Voer de naam in via het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Ja] om een pincode voor het account in te stellen. (De pincode beschermt het account tegen toegang door onbevoegden.) Voer een viercijferig nummer in en druk vervolgens op [OK] .
• Druk op [Nee] als u geen pincode wilt instellen.
Wanneer de door u ingevoerde accountgegevens worden weergegeven, controleert u of deze correct zijn.
10. Druk op [Ja] om de door u ingevoerde gegevens te registreren.
11. Druk op [OK] .
De account is geregistreerd en uw machine heeft nu toegang tot de service.
532
12. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de service weer te geven waarvoor u zich wilt registreren.
Druk op de naam van de service.
3. Druk op [OK] als informatie over Brother Web Connect wordt weergegeven.
4. Druk op [Account registreren/verwijderen] > [Account registreren] .
5. De machine laat een bericht zien met het verzoek de tijdelijke id in te voeren die u hebt ontvangen toen u toegang tot Brother Web Connect aanvroeg.
Druk op [OK] .
6. Voer het tijdelijke id in via het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
Als de informatie die u invoert, niet overeenkomt met de tijdelijke id die u hebt ontvangen toen u toegang aanvroeg, of als de tijdelijke id is verlopen, wordt er een foutmelding op het LCD-scherm weergegeven.
Voer het juiste tijdelijke id in of vraag opnieuw toegang aan, waardoor u een nieuw tijdelijk id krijgt.
7. De machine laat een bericht zien met het verzoek om de naam van de account in te voeren zoals deze op het LCD-scherm moet worden weergegeven.
Druk op [OK] .
8. Voer de naam in via het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
9. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op [Ja] om een pincode voor de account in te stellen. (De pincode beschermt de account tegen toegang door onbevoegden.) Voer een viercijferig nummer in en druk op [OK] .
• Druk op [Nee] als u geen pincode wilt instellen.
Wanneer de door u ingevoerde accountgegevens worden weergegeven, controleert u of deze correct zijn.
10. Druk op [Ja] om de door u ingevoerde gegevens te registreren.
11. Druk op [OK] .
De account is geregistreerd en uw machine heeft nu toegang tot de service.
12. Druk op .
Verwante informatie
•
533
>
> Brother Web
Connect instellen voor Brother CreativeCenter
Brother Web Connect instellen voor Brother CreativeCenter
Brother Web Connect werkt automatisch met Brother CreativeCenter. U hoeft geen instellingen door te voeren om de kalenders, visitekaartjes, posters en kaarten te maken die u kunt downloaden via www.brother.com/ creativecenter .
Brother CreativeCenter is niet in alle landen beschikbaar.
Verwante informatie
•
534
> Documenten scannen en uploaden met Brother
Web Connect
Documenten scannen en uploaden met Brother Web Connect
Upload uw gescande foto's en documenten rechtstreeks naar een webservice zonder een computer te gebruiken.
• Bij het scannen en uploaden van JPEG-bestanden is zwart-wit scannen niet beschikbaar.
• Bij het scannen en uploaden van doorzoekbare pdf's of Microsoft ® Office-bestanden is zwart-wit en grijs scannen niet beschikbaar.
• Bij het scannen en uploaden van JPEG-bestanden wordt elke pagina als afzonderlijk bestand gedownload.
• Geüploade documenten worden opgeslagen in het album From_BrotherDevice .
Raadpleeg de website van de desbetreffende service voor informatie over beperkingen, zoals het formaat van documenten of het aantal documenten dat kan worden geüpload.
Als u wegens de functie Secure Function Lock (beschikbaar voor bepaalde modellen) een beperkte gebruiker bent van Web Connect, kunt u de gescande gegevens niet uploaden.
MFC-J6530DW
1. Laad uw document.
2. Druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• U kunt ook drukken op [Scannen] > [naar web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op a of b om de service weer te geven die de host is van de account waarnaar u wilt uploaden.
Druk op de naam van de service.
4. Druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er dan op.
5. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
6. Druk op a of b om [Upload van scanner] weer te geven.
Druk op [Upload van scanner] .
• Als u op [Scannen] > [naar web] hebt gedrukt, wordt deze optie niet weergegeven.
• Afhankelijk van de service wordt deze optie mogelijk niet weergegeven.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Laad uw document.
2. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
535
• U kunt ook drukken op [Scannen] > [naar web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de service weer te geven die de host is van het account dat u wilt uploaden.
Druk op de naam van de service.
4. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er vervolgens op.
5. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
6. Druk op [Upload van scanner] .
Afhankelijk van de service wordt deze optie mogelijk niet weergegeven.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
536
> Een document met behulp van Brother Web
Connect uploaden vanaf een extern geheugenapparaat
Een document met behulp van Brother Web Connect uploaden vanaf een extern geheugenapparaat
U kunt documenten die zijn opgeslagen op media, zoals een USB-flashstation dat is aangesloten op de machine, rechtstreeks naar een webservice uploaden.
• Geüploade documenten worden opgeslagen in het album From_BrotherDevice .
• USB-flashstations worden alleen op bepaalde modellen ondersteund.
Raadpleeg de website van de desbetreffende service voor informatie over beperkingen, zoals het formaat van documenten of het aantal documenten dat kan worden geüpload.
Als u wegens de functie Beveiligd functieslot (beschikbaar voor bepaalde modellen) beperkt bent in het gebruik van Web Connect, kunt u geen documenten uploaden die op media zijn opgeslagen.
BELANGRIJK
U mag het USB-flashstation NIET verwijderen zolang er een melding op het LCD-scherm staat. Anders kunnen het USB-flashstation of de daarop opgeslagen gegevens beschadigd raken.
(Voor Hongkong, Taiwan en Korea)
Brother Web Connect ondersteunt alleen bestandsnamen in het Engels. Bestandsnamen in de lokale taal kunnen niet worden geüpload.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in uw machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
2. Druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op a of b om de service weer te geven die de host is van de account waarnaar u wilt uploaden.
Druk op de naam van de service.
4. Druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er dan op.
5. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
6. Druk op a of b om [Upload vanaf medium] weer te geven.
Druk op [Upload vanaf medium] .
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in uw machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
2. Druk op [Web] .
537
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de service weer te geven die de host is van het account dat u wilt uploaden.
Druk op de naam van de service.
4. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er vervolgens op.
5. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
6. Druk op [Upload vanaf medium] .
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
538
> Documenten downloaden en afdrukken met
Brother Web Connect
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
Documenten die naar uw account zijn geüpload, kunnen rechtstreeks naar de machine worden gedownload en worden afgedrukt. Documenten die andere gebruikers naar hun eigen accounts hebben geüpload om die te delen, kunnen ook naar uw machine worden gedownload en worden afgedrukt wanneer u gerechtigd bent om deze documenten weer te geven. Bepaalde services bieden gastgebruikers de mogelijkheid om openbare documenten weer te geven. Wanneer u als gastgebruiker toegang hebt tot een service of een account, kunt u documenten bekijken die de eigenaar openbaar heeft gemaakt. Er gelden voor deze documenten dus geen weergavebeperkingen.
Als u documenten van andere gebruikers wilt downloaden, moet u gerechtigd zijn om de desbetreffende albums of documenten weer te geven.
Als u wegens de functie Secure Function Lock (beschikbaar voor bepaalde modellen) een beperkte gebruiker bent voor Web Connect, kunt u de gegevens niet downloaden.
De beperkingfunctie van de pagina Secure Function Lock is van toepassing op de afdruktaak die gebruik maakt van Web Connect.
Voor Hongkong, Taiwan en Korea
Brother Web Connect ondersteunt alleen bestandsnamen in het Engels. Bestandsnamen in de lokale taal kunnen niet worden gedownload.
Verwante informatie
•
•
Downloaden en afdrukken met webservices
•
Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
539
>
Documenten downloaden en afdrukken met
Brother Web Connect > Downloaden en afdrukken met webservices
Downloaden en afdrukken met webservices
Zie Verwante informatie uu Verwante informatie
MFC-J6530DW
1. Druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op a of b om de service weer te geven die de host is van het document dat u wilt downloaden en afdrukken.
Druk op de naam van de service.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u zich wilt aanmelden bij de service, drukt u op a of b om uw accountnaam weer te geven en drukt u erop. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
• Als u de service als gastgebruiker wilt gebruiken, drukt u op a of b om [Dienst gebruiken als gast] weer te geven en drukt u erop. Druk op [OK] wanneer de informatie over toegang als gastgebruiker wordt weergegeven.
4. Druk op a of b om [Downld naar afdruk] weer te geven.
Druk op [Downld naar afdruk] .
• Als u de service als gast gebruikt, typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
• Voor Flickr ® :
Druk op [Uw album] om uw eigen documenten van de service te downloaden.
Als u documenten van andere gebruikers van de service wilt downloaden, drukt u op [Album van andere gebruiker] en typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
5. Druk op a of b om het gewenste album weer te geven en druk erop.
• Een album is een collectie documenten. Welke term in de praktijk wordt gebruikt, is echter afhankelijk van de gebruikte service. Bij gebruik van Evernote ® moet u bijvoorbeeld eerst het notitieboek en vervolgens de notitie selecteren.
• Bij bepaalde services hoeven documenten niet in albums te worden opgeslagen. Selecteer
[Ongesorteerde bestanden tonen] of [Ongesorteerde foto's weergeven] als u documenten wilt selecteren die niet in albums zijn opgeslagen. U kunt geen documenten van andere gebruikers downloaden als deze niet in een album zijn opgeslagen.
6. Druk op de miniatuur van het document dat u wilt afdrukken. Controleer het document op het LCD-scherm en druk op [OK] . Selecteer nog meer documenten die u wilt afdrukken (maximaal 10 documenten).
7. Druk wanneer u klaar bent op [OK] .
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
540
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de service weer te geven die de host is van het document dat u wilt downloaden en afdrukken.
Druk op de naam van de service.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u zich met uw account wilt aanmelden bij de service, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om uw accountnaam weer te geven en drukt u erop. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
• Als u de service als gastgebruiker wilt gebruiken, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om
[Dienst gebruiken als gastgebruiker] weer te geven en drukt u erop. Druk op [OK] wanneer de informatie over toegang als gastgebruiker wordt weergegeven.
4. Druk op [Downld naar afdruk] .
• Als u de service als gast gebruikt, typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
• Voor Flickr ® :
Druk op [Uw album] om uw eigen documenten van de service te downloaden.
Als u documenten van andere gebruikers van de service wilt downloaden, drukt u op [Album van andere gebruiker] en typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de naam van het gewenste album weer te geven en druk er vervolgens op.
• Een album is een collectie documenten. Welke term in de praktijk wordt gebruikt, is echter afhankelijk van de gebruikte service. Bij gebruik van Evernote ® moet u bijvoorbeeld eerst het notitieboek en vervolgens de notitie selecteren.
• Bij bepaalde services hoeven documenten niet in albums te worden opgeslagen. Selecteer
[Ongesorteerde bestanden tonen] of [Ongesorteerde foto's weergeven] als u documenten wilt selecteren die niet in albums zijn opgeslagen. U kunt geen documenten van andere gebruikers downloaden als deze niet in een album zijn opgeslagen.
6. Druk op de miniatuur van het document dat u wilt afdrukken. Controleer het document op het LCD-scherm en druk op [OK] . Selecteer nog meer documenten die u wilt afdrukken (maximaal 10 documenten).
7. Druk wanneer u klaar bent op [OK] .
8. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
•
Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
541
>
Documenten downloaden en afdrukken met
Brother Web Connect > Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
Brother CreativeCenter-sjablonen downloaden en afdrukken
Brother CreativeCenter is niet in alle landen beschikbaar.
MFC-J6530DW
1. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op a of b om [Afdr van "CreativeCenter"-sjablonen] weer te geven.
Druk op [Afdr van "CreativeCenter"-sjablonen] .
3. Druk op a of b om de gewenste categorie weer te geven en druk erop.
4. Selecteer het gewenste bestand. Voer het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken en druk dan op [OK] .
Herhaal deze stap tot u alle bestanden hebt geselecteerd die u wilt afdrukken.
5. Druk wanneer u klaar bent op [OK] .
Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de aanbevolen afdrukinstellingen wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op [Afdr van "CreativeCenter"-sjablonen] .
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de gewenste categorie weer te geven en druk er vervolgens op.
4. Selecteer het gewenste bestand. Voer het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken en druk dan op [OK] .
Herhaal deze stap tot u alle bestanden hebt geselecteerd die u wilt afdrukken.
5. Druk wanneer u klaar bent op [OK] .
Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de aanbevolen afdrukinstellingen wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
Documenten downloaden en afdrukken met Brother Web Connect
542
•
Downloaden en afdrukken met webservices
543
> Een document met behulp van Brother Web
Connect downloaden en opslaan vanaf een extern geheugenapparaat
Een document met behulp van Brother Web Connect downloaden en opslaan vanaf een extern geheugenapparaat
U kunt JPEG-, PDF- en Microsoft ® Office-bestanden downloaden van een service en deze rechtstreeks opslaan op media die op de machine zijn aangesloten. Documenten die andere gebruikers naar hun eigen accounts hebben geüpload om die te delen, kunnen ook naar uw machine worden gedownload als u gerechtigd bent om deze documenten weer te geven. Bepaalde services bieden gastgebruikers de mogelijkheid om openbare documenten weer te geven. Wanneer u als gastgebruiker toegang hebt tot een service of een account, kunt u documenten bekijken die de eigenaar openbaar heeft gemaakt. Er gelden voor deze documenten dus geen weergavebeperkingen.
• Controleer of er voldoende ruimte beschikbaar is op uw USB-flashstation.
• Als u documenten van andere gebruikers wilt downloaden, moet u gerechtigd zijn om de desbetreffende albums of documenten weer te geven.
• USB-flashstations worden alleen op bepaalde modellen ondersteund.
• Gedownloade bestanden krijgen een naam die op de huidige datum is gebaseerd. De eerste afbeelding die op 1 juli wordt opgeslagen, krijgt bijvoorbeeld de naam 07010001.jpg. De datumnotatie voor de bestandsnaam is ook afhankelijk van de regio-instelling.
• Afbeeldingen worden opgeslagen in de map “BROTHER”, die u kunt vinden op het hoofdniveau van het medium.
BELANGRIJK
U mag het USB-flashstation NIET verwijderen zolang er een melding op het LCD-scherm staat. Anders kunnen het USB-flashstation of de daarop opgeslagen gegevens beschadigd raken.
MFC-J6530DW
1. Plaats een USB-flashstation in uw machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
2. Druk op d of c om [Web] weer te geven.
Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op a of b om de service weer te geven die de host is van het document dat u wilt downloaden.
Druk op de naam van de service.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u zich wilt aanmelden bij de service, drukt u op a of b om uw accountnaam weer te geven en drukt u erop. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
• Als u de service als gastgebruiker wilt gebruiken, drukt u op a of b om [Dienst gebruiken als gast] weer te geven en drukt u erop. Druk op [OK] wanneer de informatie over toegang als gastgebruiker wordt weergegeven.
5. Druk op a of b om [Downld naar medium] weer te geven.
Druk op [Downld naar medium] .
544
• Als u de service als gast gebruikt, typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
• Voor Flickr ® :
Druk op [Uw album] om uw eigen documenten van de service te downloaden.
Als u documenten van andere gebruikers van de service wilt downloaden, drukt u op [Album van andere gebruiker] en typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
• Een album is een collectie documenten. Welke term in de praktijk wordt gebruikt, is echter afhankelijk van de gebruikte service. Bij gebruik van Evernote ® moet u bijvoorbeeld eerst het notitieboek en vervolgens de notitie selecteren.
• Bij bepaalde services hoeven documenten niet in albums te worden opgeslagen. Selecteer
[Ongesorteerde bestanden tonen] of [Ongesorteerde foto's weergeven] als u documenten wilt selecteren die niet in albums zijn opgeslagen. U kunt geen documenten van andere gebruikers downloaden als deze niet in een album zijn opgeslagen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Plaats een USB-flashstation in uw machine.
Het LCD-scherm verandert automatisch.
2. Druk op [Web] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de service weer te geven die de host is van het document dat u wilt downloaden.
Druk op de naam van de service.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Als u zich met uw account wilt aanmelden bij de service, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om uw accountnaam weer te geven en drukt u erop. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
• Als u de service als gastgebruiker wilt gebruiken, veegt u omhoog of omlaag of drukt u op a of b om
[Dienst gebruiken als gastgebruiker] weer te geven en drukt u erop. Druk op [OK] wanneer de informatie over toegang als gastgebruiker wordt weergegeven.
5. Druk op [Downld naar medium] .
• Als u de service als gast gebruikt, typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
• Voor Flickr ® :
Druk op [Uw album] om uw eigen documenten van de service te downloaden.
Als u documenten van andere gebruikers van de service wilt downloaden, drukt u op [Album van andere gebruiker] en typt of selecteert u de accountnaam van de gebruiker van wie u documenten wilt downloaden.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
545
• Een album is een collectie documenten. Welke term in de praktijk wordt gebruikt, is echter afhankelijk van de gebruikte service. Bij gebruik van Evernote ® moet u bijvoorbeeld eerst het notitieboek en vervolgens de notitie selecteren.
• Bij bepaalde services hoeven documenten niet in albums te worden opgeslagen. Selecteer
[Ongesorteerde bestanden tonen] of [Ongesorteerde foto's weergeven] als u documenten wilt selecteren die niet in albums zijn opgeslagen. U kunt geen documenten van andere gebruikers downloaden als deze niet in een album zijn opgeslagen.
Verwante informatie
•
546
> FaxForward naar Cloud of E-mail
FaxForward naar Cloud of E-mail
• Gebruik de functie FaxDoorst. n. Cloud om uw inkomende faxen automatisch naar uw accounts door te sturen met de beschikbare onlineservices.
1
1. Webservice
• Gebruik de functie FaxDoorst. n. e-mail om uw inkomende faxen automatisch als e-mailbijlagen naar een inbox te sturen.
Verwante informatie
•
•
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
•
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail uitschakelen
547
>
FaxForward naar Cloud of E-mail > Fax
doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail inschakelen
Schakel de functie Fax doorzenden in om binnenkomende faxen automatisch als e-mailbijlagen door te zenden naar een online service of een inbox.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor zwart-witfaxen.
• Als u Fax doorsturen inschakelt, kunt u de volgende functies niet gebruiken:
[Fax Doorzenden (Fax doorzenden)]
[Fax Opslaan (Fax opslaan)]
[PC-Fax ontv.]
MFC-J6530DW
1. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op a of b om [FaxForward naar Cloud/E-mail] weer te geven.
Druk op [FaxForward naar Cloud/E-mail] .
Als informatie over [FaxForward naar Cloud/E-mail] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
3. Druk op [Aan] .
4. Druk op [Doorsturen naar cloud] of [Doorsturen naar E-mail] .
• Als u [Doorsturen naar cloud] hebt geselecteerd, kiest u de online service waarmee u de faxen wilt ontvangen en geeft u uw accountnaam op.
• Als u [Doorsturen naar E-mail] hebt geselecteerd, selecteert u het e-mailadres waarop u de faxen als e-mailbijlagen wilt ontvangen.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op [FaxForward naar Cloud/E-mail] .
Als informatie over [FaxForward naar Cloud/E-mail] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
3. Druk op [Aan] .
548
4. Druk op [Doorsturen naar cloud] of [Doorsturen naar E-mail] .
• Als u [Doorsturen naar cloud] hebt geselecteerd, kiest u de online service waarmee u de faxen wilt ontvangen en geeft u uw accountnaam op.
• Als u [Doorsturen naar E-mail] hebt geselecteerd, selecteert u het e-mailadres waarop u de faxen als e-mailbijlagen wilt ontvangen.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
FaxForward naar Cloud of E-mail
•
549
>
FaxForward naar Cloud of E-mail > Fax
doorzenden naar Cloud of E-mail uitschakelen
Fax doorzenden naar Cloud of E-mail uitschakelen
Schakel de functie Fax doorzenden uit als u niet langer wilt dat binnenkomende faxen automatisch als emailbijlagen naar een online service of inbox worden doorgezonden.
Als het machinegeheugen nog ontvangen faxen bevat, kunt u Fax doorzenden niet uitschakelen.
MFC-J6530DW
1. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op a of b om [FaxForward naar Cloud/E-mail] weer te geven.
Druk op [FaxForward naar Cloud/E-mail] .
Als informatie over [FaxForward naar Cloud/E-mail] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
3. Druk op [Uit] .
4. Druk op [OK] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op [FaxForward naar Cloud/E-mail] .
Als informatie over [FaxForward naar Cloud/E-mail] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
3. Druk op [Uit] .
4. Druk op [OK] .
Verwante informatie
•
FaxForward naar Cloud of E-mail
550
> Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
Wanneer u bepaalde delen van een document omkadert met een rode pen en het document vervolgens scant, worden de contourgebieden vastgelegd en kunnen deze als afbeeldingen op verschillende manieren worden verwerkt.
Contourgebieden scannen
Wanneer u een rode pen gebruikt om delen van een document te omkaderen en vervolgens het document scant, worden de contourgebieden als afzonderlijke JPEG-bestanden gescand en opgeslagen naar een medium of cloudservice.
Webservice
Contourgebieden kopiëren (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Wanneer u een rode pen gebruikt om delen van een document te omkaderen en vervolgens het document scant, worden deze contourgebieden eruit gehaald, opnieuw ingedeeld en samen afgedrukt.
Contourgebieden knippen (alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
Wanneer u een rode pen gebruikt om delen van een document te omkaderen en vervolgens het document scant, worden deze contourgebieden verwijderd en wordt de resterende informatie afgedrukt.
551
Contouren aanbrengen
Correcte contourstijl Incorrecte contourstijl
• Gebruik een rode pen of markeerstift met een punt van 1,0-10,0 mm breed, dat wil zeggen een extra fijne punt tot een extra dikke markeerpunt.
• Contourgebieden die met een dikke rode lijn zijn omkaderd zijn duidelijker zichtbaar. Gebruik echter geen pen of marker met een bredere punt dan hierboven aangegeven.
• De rode omkadering mag niet worden onderbroken en de lijn mag niet meerdere keren worden gekruist.
• Het contourgebied moet een lengte en een breedte hebben van minimaal 1 cm.
• Als het papier echter een donkere achtergrondkleur heeft, is het omkaderde gebied mogelijk niet duidelijk zichtbaar.
Verwante informatie
•
•
Een document omkaderen en scannen naar de cloud
•
Een document omkaderen en scannen naar een USB-flashstation met Brother Web Connect
•
Een contourgebied kopiëren met Brother Web Connect
•
Een contourgebied knippen met Brother Web Connect
552
>
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
> Een document omkaderen en scannen naar de cloud
Een document omkaderen en scannen naar de cloud
De gebieden die met een rode pen zijn omkaderd, worden als afzonderlijke JPEG-bestanden gescand en opgeslagen naar een cloudservice.
MFC-J6530DW
1. Omkader met een dikke rode pen of markeerstift de gebieden van het document die u wilt scannen.
2. Plaats uw document.
3. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op a of b om [Contour&scan] weer te geven.
Druk op [Contour&scan] .
Als informatie over [Contour&scan] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op
[OK] .
5. Druk op [Opslaan naar cloud] .
6. Druk op a of b om de gewenste service weer te geven en druk erop.
7. Druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er dan op.
8. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
9. Wanneer u wordt gevraagd om het scanformaat van uw document op te geven, selecteert u het formaat van het document dat u scant.
10. Druk op [OK] .
De machine scant de documenten en begint deze te uploaden. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op de LCD om de scantaak te vervolledigen.
11. Druk op [OK] .
12. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Omkader met een dikke rode pen of markeerstift de gebieden van het document die u wilt scannen.
2. Plaats uw document.
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op [Contour&scan] > [Opslaan naar cloud] .
553
Als informatie over [Contour&scan] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op
[OK] .
5. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de gewenste service weer te geven, en druk erop.
6. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er vervolgens op.
7. Als het scherm voor het invoeren van de pincode wordt weergegeven, voert u de viercijferige pincode in en drukt u op [OK] .
8. Wanneer u wordt gevraagd om het scanformaat van uw document op te geven, selecteert u het formaat van het document dat u scant.
9. Druk op [OK] .
De machine scant de documenten en begint deze te uploaden.
Verwante informatie
•
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
554
>
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
> Een document omkaderen en scannen naar een USBflashstation met Brother Web Connect
Een document omkaderen en scannen naar een USB-flashstation met
Brother Web Connect
De gebieden die met een rode pen zijn omkaderd, worden als afzonderlijke JPEG-bestanden gescand en opgeslagen op een medium.
• Plaats het USB-flashstation voordat u het scannen start.
• USB-flashstations worden alleen op bepaalde modellen ondersteund.
• Gescande bestanden krijgen een naam die op de huidige datum is gebaseerd. De eerste afbeelding die op 1 juli wordt opgeslagen, krijgt bijvoorbeeld de naam 07010001.jpg. De datumnotatie voor de bestandsnaam is ook afhankelijk van de regio-instelling.
• Afbeeldingen worden opgeslagen in de map “BROTHER”, die u kunt vinden op het hoofdniveau van het medium.
BELANGRIJK
U mag het USB-flashstation NIET verwijderen zolang er een melding op het LCD-scherm staat. Anders kunnen het USB-flashstation of de daarop opgeslagen gegevens beschadigd raken.
MFC-J6530DW
1. Omkader met een dikke rode pen of markeerstift de gebieden van het document die u wilt scannen.
2. Plaats uw document.
3. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op a of b om [Contour&scan] weer te geven.
Druk op [Contour&scan] .
Als informatie over [Contour&scan] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op
[OK] .
5. Druk op [Opsl naar geh.krt] .
6. Wanneer u wordt gevraagd om het scanformaat van uw document op te geven, selecteert u het formaat van het document dat u scant.
7. Druk op [OK] .
De machine scant het document. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op de
LCD om de scantaak te vervolledigen.
8. Druk op [OK] .
9. Druk op .
555
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Omkader met een dikke rode pen of markeerstift de gebieden van het document die u wilt scannen.
2. Plaats uw document.
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op [Contour&scan] > [Opsl naar geh.krt] .
Als informatie over [Contour&scan] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op
[OK] .
5. Als op het LCD-scherm wordt weergegeven dat u het scanformaat moet opgeven, selecteert u het scanformaat van het document dat u scant.
6. Druk op [OK] .
De machine scant het document.
Verwante informatie
•
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
556
>
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
> Een contourgebied kopiëren met Brother Web Connect
Een contourgebied kopiëren met Brother Web Connect
Nadat de machine het document heeft gescand, worden de contourgebieden afgedrukt.
MFC-J6530DW
1. Omkader met een dikke rode pen of markeerstift de documentgebieden die u wilt kopiëren.
2. Plaats uw document.
3. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op a of b om [Contour&kopie] weer te geven.
Druk op [Contour&kopie] .
5. Druk op [Contourgeb. kop.] .
Als informatie over [Contourgeb. kop.] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
6. Wijzig indien nodig [Afdrukkwaliteit] of [Papierformaat] . Druk op [OK] .
7. Druk op [OK] .
De machine scant het document. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op de
LCD om de scantaak te vervolledigen.
8. Druk op [OK] .
9. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Omkader met een rode pen de documentgebieden die u wilt kopiëren.
2. Plaats uw document.
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op [Contour&kopie] > [Contourgeb. kop.] .
Als informatie over [Contourgeb. kop.] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
5. Wijzig indien nodig [Afdrukkwaliteit] of [Papierformaat] . Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] .
557
De machine scant het document.
Verwante informatie
•
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
558
>
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
> Een contourgebied knippen met Brother Web Connect
Een contourgebied knippen met Brother Web Connect
Nadat de machine het document heeft gescand, wordt het document zonder de contourgebieden afgedrukt.
MFC-J6530DW
1. Omkader met een dikke rode pen of markeerstift de documentgebieden die u wilt verwijderen.
2. Plaats uw document.
3. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op a of b om [Contour&kopie] weer te geven.
Druk op [Contour&kopie] .
5. Druk op [Contourgeb. knip.] .
Als informatie over [Contourgeb. knip.] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
6. Wijzig indien nodig [Afdrukkwaliteit] of [Papierformaat] . Druk op [OK] .
7. Druk op [OK] .
De machine scant het document. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op de
LCD om de scantaak te vervolledigen.
8. Druk op [OK] .
9. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Omkader met een rode pen de documentgebieden die u wilt verwijderen.
2. Plaats uw document.
3. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
4. Druk op [Contour&kopie] > [Contourgeb. knip.] .
Als informatie over [Contourgeb. knip.] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
5. Wijzig indien nodig [Afdrukkwaliteit] of [Papierformaat] . Druk op [OK] .
6. Druk op [OK] .
559
De machine scant het document.
Verwante informatie
•
Delen van uw documenten omkaderen, scannen en kopiëren of knippen met Brother Web Connect
560
> NotitieAfdruk en NotitieScan
NotitieAfdruk en NotitieScan
•
Overzicht van NotitieAfdruk en NotitieScan
•
De sjablonen voor het vel en de map afdrukken
•
Een notitievel scannen naar de cloud
•
Een notitievel naar een USB-flashstation scannen
561
>
NotitieAfdruk en NotitieScan > Overzicht van
NotitieAfdruk en NotitieScan
Overzicht van NotitieAfdruk en NotitieScan
Gebruik deze functie om notitievellen en mappen waarin deze worden opgeslagen af te drukken en om notitievellen te scannen zodat elke pagina met notities wordt opgeslagen als een JPEG-bestand.
De afgedrukte notitievellen kunnen in tweeën of vieren worden gevouwen, gebruikt en worden opgeslagen in mappen. Nadat u op een notitievel hebt geschreven dat vooraf is afgedrukt met lijnen of een rooster, scant u het notitievel en slaat u uw notities op een medium of in een cloudservice op.
NotitieAfdruk
Selecteer een specifieke stijl voor een notitievel of notitiemap die u wilt afdrukken.
1
1. Brother-cloud
NotitieScan
Nadat u op uw notitievel hebt geschreven, kunt u elk deel met notities opslaan als een JPEG-bestand. Wanneer u de stijl 2-, 4- of 8-in-1 gebruikt, wordt elke pagina met notities opgeslagen als een afzonderlijk JPEG-bestand.
1. Webservice
U moet de notitiesjablonen van Brother gebruiken om de functie NotitieScan goed te kunnen gebruiken.
Sjablonen voor een notitievel:
1 in 1, Notitiestijl 2 in 1, Gestipte grafiekstijl
4 in 1, Notitiestijl 8 in 1, Rasterstijl
Sjablonen voor een notitiemap:
562
Het gebruik van notitievellen en notitiemappen
1 2
1
1. Druk het sjabloon af en vouw het langs de stippellijnen.
2. Noteer uw notities.
3. Kleef indien nodig de randen vast en perforeer de map.
4. Bewaar notities voor toekomstig gebruik in de map.
Verwante informatie
•
3
4
563
>
NotitieAfdruk en NotitieScan > De sjablonen voor
het vel en de map afdrukken
De sjablonen voor het vel en de map afdrukken
MFC-J6530DW
1. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op a of b om [NotitieScan] weer te geven.
Druk op [NotitieScan] .
3. Druk op [Notitie en map afdrukken sjabloon] .
Als informatie over [Notitie en map afdrukken sjabloon] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Druk op [Notitie-indeling] of [Notitiemap] .
5. Selecteer de gewenste categorie en pagina-indeling.
• Er is een notitiemap ontworpen voor het type notities dat u wilt afdrukken.
• Wanneer de map is afgedrukt, vouwt u het papier langs de stippellijnen en zet u de gevouwen gedeelten vast met bijvoorbeeld plakband. U kunt een perforator gebruiken om de map te kunnen gebruiken in een verzamelmap.
6. Geef het aantal kopieën op dat u wilt afdrukken en druk op [OK] .
7. Herhaal de vorige twee stappen als u een andere indeling wilt selecteren.
8. Druk op [OK] .
9. Druk op [OK] .
Het afdrukken wordt gestart.
10. Druk op [OK] .
11. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
2. Druk op [NotitieScan] > [Notitie en map afdrukken sjabloon] .
Als informatie over [Notitie en map afdrukken sjabloon] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
564
3. Druk op [Notitie-indeling] of [Notitiemap] .
4. Selecteer de gewenste categorie en pagina-indeling.
• Er is een notitiemap speciaal ontworpen voor het type notities dat u wilt afdrukken.
• Wanneer de map is afgedrukt, vouwt u het papier langs de stippellijnen en zet u de gevouwen gedeelten vast met bijvoorbeeld plakband. U kunt een perforator gebruiken om de map te kunnen gebruiken in een verzamelmap.
5. Geef het aantal kopieën op dat u wilt afdrukken en druk op [OK] .
6. Herhaal de vorige twee stappen als u een andere indeling wilt selecteren.
7. Druk op [OK] .
8. Druk op [OK] .
Het afdrukken wordt gestart.
Verwante informatie
•
565
>
NotitieAfdruk en NotitieScan > Een notitievel
scannen naar de cloud
Een notitievel scannen naar de cloud
Elke pagina van uw notitievel wordt als een afzonderlijk JPEG-bestand opgeslagen.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw notitievel.
2. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op a of b om [NotitieScan] weer te geven.
Druk op [NotitieScan] .
4. Druk op [Notities scannen] > [Opslaan naar cloud] .
Als informatie over [Notities scannen] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
5. Druk op a of b om de gewenste service weer te geven en druk erop.
6. Druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er dan op.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Laad uw notitievellen.
2. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op [NotitieScan] > [Notities scannen] > [Opslaan naar cloud] .
Als informatie over [Notities scannen] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om de gewenste service weer te geven, en druk erop.
5. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om uw accountnaam weer te geven en druk er vervolgens op.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om deze bewerking te voltooien.
Verwante informatie
•
566
>
NotitieAfdruk en NotitieScan > Een notitievel naar
een USB-flashstation scannen
Een notitievel naar een USB-flashstation scannen
Elke pagina van uw notitievel wordt als een afzonderlijk JPEG-bestand opgeslagen.
• Plaats het USB-flashstation voordat u het scannen start.
BELANGRIJK
U mag het USB-flashstation NIET verwijderen zolang er een melding op het LCD-scherm staat. Anders kunnen het USB-flashstation of de daarop opgeslagen gegevens beschadigd raken.
MFC-J6530DW
1. Plaats uw notitievel.
2. Druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op a of b om [NotitieScan] weer te geven.
Druk op [NotitieScan] .
4. Druk op [Notities scannen] > [Opsl naar geh.krt] .
Als informatie over [Notities scannen] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
5. Druk op [OK] .
De machine scant het document. Als u de glasplaat van de machine gebruikt, volgt u de instructies op de
LCD om de scantaak te vervolledigen.
6. Druk op [OK] .
7. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Laad uw notitievellen.
2. Veeg naar links of rechts of druk op d of c om [Apps] weer te geven.
Druk op [Apps] .
• Als op het LCD-scherm van de machine informatie over de internetverbinding wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
• Op het LCD-scherm worden af en toe updates of aankondigingen over Brother Web Connect-functies weergegeven. Lees de informatie en druk dan op [OK] .
3. Druk op [NotitieScan] > [Notities scannen] > [Opsl naar geh.krt] .
567
Als informatie over [Notities scannen] wordt weergegeven, leest u de informatie en drukt u vervolgens op [OK] .
4. Druk op [OK] .
De machine scant het document.
Verwante informatie
•
568
Home > Mobiel/Web Connect > Google Cloud Print
™
Google Cloud Print ™
•
Overzicht Google Cloud Print ™
•
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt
•
Afdrukken via Google Chrome ™ of Chrome OS ™
•
Afdrukken via Google Drive ™ voor mobiele apparaten
•
Afdrukken via Gmail ™ -webmailservice voor mobiele apparaten
569
Google Cloud Print ™ > Overzicht Google Cloud Print
™
Overzicht Google Cloud Print ™
Google Cloud Print ™ is een service van Google waarmee u met behulp van een voor een netwerk geschikt apparaat (zoals een mobiele telefoon of een computer) kunt afdrukken naar een printer die is geregistreerd in uw
Google-account, zonder dat u daarvoor de printerdriver op het apparaat zelf hoeft te installeren.
Om af te drukken vanuit Android ™ -toepassingen moet u de Google Cloud Print ™ -toepassing via de Google
Play ™ Store-app installeren.
1
2
3 4
1. Afdrukverzoek
2. Internet
3. Google Cloud Print ™
4. Afdrukken
Verwante informatie
•
570
Google Cloud Print ™ > Voordat u Google Cloud Print
™ gebruikt
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt
•
Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print ™
•
De machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Google Chrome ™
•
De machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Beheer via een webbrowser
571
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt > Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print
™
Netwerkinstellingen voor Google Cloud Print ™
Om Google Cloud Print ™ te kunnen gebruiken, moet uw Brother-machine zijn aangesloten op een netwerk dat via een bedrade of draadloze verbinding toegang tot het internet heeft. uu Installatiehandleiding of verwante onderwerpen in deze handleiding om de machine correct aan te sluiten en te configureren.
Verwante informatie
•
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt
572
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt > De
machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Google Chrome ™
De machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Google Chrome ™
Controleer of u al een Google-account hebt. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer of mobiel apparaat naar de website van Google te gaan ( https://accounts.google.com/signup ).
Controleer of uw Brother-machine inactief is voordat u het registratieproces start.
De stappen in dit gedeelte zijn voorbeelden voor Windows-gebruikers.
De schermen op uw computer kunnen hiervan afwijken, afhankelijk van uw besturingssysteem en omgeving.
1. Open Google Chrome ™ op uw computer.
2. Klik op het menupictogram van Google Chrome ™ en vervolgens op Instellingen > Geavanceerde instellingen weergeven...
.
3. Klik in het gedeelte Google Cloud Print op Beheren .
U moet inloggen op uw Google-account om de beschikbare apparaten weer te geven.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om de machine te registreren.
5. Wanneer een bevestigingsbericht op de machine verschijnt, drukt u op OK.
Als het bevestigingsbericht niet op het LCD-scherm van de machine verschijnt, herhaalt u deze stappen.
6. Wanneer de Brother-machine succesvol is geregistreerd, wordt deze weergegeven in het veld Mijn apparaten .
Verwante informatie
•
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt
573
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt > De
machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Beheer via een webbrowser
De machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Beheer via een webbrowser
Controleer of u al een Google-account hebt. Als u nog geen account hebt, maakt u er een door op een computer of mobiel apparaat naar de website van Google te gaan ( https://accounts.google.com/signup ).
Controleer of uw Brother-machine inactief is voordat u het registratieproces start.
Controleer voordat u de machine registreert of de juiste datum en tijd zijn ingesteld op het bedieningspaneel van de machine. uu Verwante informatie
1. Controleer of de Brother-machine op hetzelfde netwerk is aangesloten als de computer of het mobiele apparaat.
2. Start uw webbrowser.
3. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Het IP-adres van de machine vindt u in het Netwerk-menu op het bedieningspaneel van de machine.
• Als u een wachtwoord voor Beheer via een webbrowser hebt ingesteld, voert u in het veld Inloggen het wachtwoord in en klikt u vervolgens op .
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Controleer of Google Cloud Print is geselecteerd en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen .
574
7. Controleer of Status is ingesteld op Ingeschakeld . Klik op Registreren .
8. Wanneer een bevestigingsbericht op het LCD-scherm van de machine verschijnt, drukt u op [OK] .
Als het bevestigingsbericht niet op het LCD-scherm van de machine verschijnt, herhaalt u deze stappen.
9. Klik op Google .
10. Het aanmeldscherm voor Google Cloud Print ™ wordt weergegeven. Meld u aan bij uw Google-account en volg de aanwijzingen op het scherm om uw machine te registreren.
11. Wanneer u de machine hebt geregistreerd, keert u terug naar Beheer via een webbrowser en controleert u of
Registratiestatus is ingesteld op Geregistreerd .
Als uw machine de functie Beveiligd functieslot ondersteunt, kunt u zelfs als afdrukken via pc voor alle gebruikers is uitgeschakeld via Google Cloud Print ™ afdrukken. Om afdrukken via Google Cloud Print ™ voor bepaalde gebruikers uit te sluiten, schakelt u Google Cloud Print ™ via Beheer via een webbrowser uit of opent u de openbare modus van de functie Beveiligd functieslot en schakelt u afdrukken voor openbare gebruikers uit. uu Verwante informatie
Verwante informatie
•
Voordat u Google Cloud Print ™ gebruikt
•
575
•
Secure Function Lock 3.0 configureren met Beheer via een webbrowser
576
Google Cloud Print ™ > Afdrukken via Google Chrome
™ of Chrome OS ™
Afdrukken via Google Chrome ™ of Chrome OS ™
1. Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
2. Open de webpagina die u wilt afdrukken.
3. Klik op het menupictogram van Google Chrome ™ .
4. Klik op Print (Afdrukken) .
5. Selecteer uw machine in de printerlijst.
6. Wijzig indien nodig uw afdrukinstellingen.
7. Klik op Print (Afdrukken) .
Verwante informatie
•
577
Google Cloud Print ™ > Afdrukken via Google Drive
™ voor mobiele apparaten
Afdrukken via Google Drive ™ voor mobiele apparaten
1. Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
2. Ga via de webbrowser op uw Android ™ - of Apple-apparaat naar Google Drive ™ .
3. Open het document dat u wilt afdrukken.
4. Tik op het menupictogram.
5. Tik op Print (Afdrukken) .
6. Selecteer uw machine in de printerlijst.
7. Wijzig indien nodig uw afdrukinstellingen.
8. Tik op Print (Afdrukken) .
Verwante informatie
•
578
Google Cloud Print ™ > Afdrukken via Gmail
™ -webmailservice voor mobiele apparaten
Afdrukken via Gmail ™ -webmailservice voor mobiele apparaten
1. Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
2. Ga via de webbrowser op uw Android ™ - of Apple-apparaat naar de Gmail ™ -webmailservice.
3. Open de e-mail die u wilt afdrukken.
4. Tik op het menupictogram.
Als Print (Afdrukken) naast de naam van de bijlage wordt weergegeven, kunt u ook de bijlage afdrukken.
Tik op Print (Afdrukken) en volg de instructies op uw mobiele apparaat.
5. Tik op Print (Afdrukken) .
6. Selecteer uw machine in de printerlijst.
7. Wijzig indien nodig uw afdrukinstellingen.
8. Tik op Print (Afdrukken) .
Verwante informatie
•
579
Home > Mobiel/Web Connect > AirPrint
AirPrint
•
•
•
•
•
Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen)
580
Overzicht AirPrint
AirPrint is een mobiele afdrukoplossing voor Apple-besturingssystemen waarmee u draadloos foto's, e-mailberichten, webpagina's en documenten kunt afdrukken vanaf een iPad, iPhone, iPod touch of
Macintosh-computer zonder dat u daarvoor een driver hoeft te installeren.
Bovendien kunt u met AirPrint rechtstreeks vanaf een Macintosh-computer faxen verzenden zonder ze eerst af te drukken en documenten naar uw Macintosh-computer scannen.
Ga naar de Apple-website voor meer informatie.
Verwante informatie
•
581
AirPrint > Voordat u AirPrint gebruikt
Voordat u AirPrint gebruikt
•
Netwerkinstellingen voor het gebruik van AirPrint
•
AirPrint uit-/inschakelen met Beheer via een webbrowser
582
> Netwerkinstellingen voor het gebruik van AirPrint
Netwerkinstellingen voor het gebruik van AirPrint
Voor het gebruik van AirPrint moet uw mobiele apparaat verbonden zijn met het draadloze netwerk waarop ook uw Brother-machine is aangesloten. AirPrint ondersteunt draadloze verbindingen in de infrastructuurmodus of met Wi-Fi Direct ® .
Raadpleeg voor het configureren van een draadloos netwerk op uw mobiele apparaat de gebruikershandleiding van dat apparaat. U vindt een koppeling naar de gebruikershandleiding van uw mobiele apparaat op de Applewebsite door in Safari op te tikken.
uu Installatiehandleiding of verwante onderwerpen in deze handleiding om de Brother-machine voor een draadloos netwerk te configureren . Als een bedraad netwerk door uw machine wordt ondersteund, kunt u een netwerkkabel gebruiken om een draadloze toegangspoort/router aan te sluiten.
Raadpleeg de verwante onderwerpen in deze online handleiding als uw Brother-machine Wi-Fi Direct ® ondersteunt en u de Brother-machine voor een Wi-Fi Direct ® -netwerk wilt configureren.
Verwante informatie
•
•
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren met de drukknopmethode van Wi-Fi Protected
•
583
> AirPrint uit-/inschakelen met Beheer via een webbrowser
AirPrint uit-/inschakelen met Beheer via een webbrowser
Controleer of de Brother-machine op hetzelfde netwerk is aangesloten als de computer.
1. Start uw webbrowser.
2. Voer "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op het tabblad Netwerk .
5. Klik op het Protocol -menu in de linkernavigatiebalk.
6. Om AirPrint uit te schakelen, schakelt u het selectievakje AirPrint uit. Om AirPrint in te schakelen, schakelt u het selectievakje AirPrint in.
AirPrint is standaard ingeschakeld.
7. Klik op Indienen .
8. Start uw machine opnieuw op om de configuratie te activeren.
Verwante informatie
•
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
584
AirPrint > Afdrukken met AirPrint
Afdrukken met AirPrint
•
Afdrukken van iPad, iPhone of iPod touch
•
Voordat u afdrukt met AirPrint (OS X)
•
585
> Afdrukken van iPad, iPhone of iPod touch
Afdrukken van iPad, iPhone of iPod touch
De afdrukprocedure kan per toepassing variëren. In onderstaand voorbeeld wordt Safari gebruikt.
1. Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
2. Open vanuit Safari de pagina die u wilt afdrukken.
3. Tik op of .
4. Tik op Afdrukken .
5. Controleer of uw Brother-machine is geselecteerd.
6. Als een andere machine (of geen printer) is geselecteerd, tikt u op Printer .
Een lijst met beschikbare machines verschijnt.
7. Tik op de naam van uw machine.
8. Geef de gewenste opties op, zoals het aantal af te drukken pagina's of tweezijdig afdrukken (indien ondersteund door uw machine).
9. Tik op Afdrukken .
Verwante informatie
•
586
> Voordat u afdrukt met AirPrint (OS X)
Voordat u afdrukt met AirPrint (OS X)
Voeg de Brother-machine op uw Macintosh-computer aan de lijst met printers toe voordat u met OS X afdrukt.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het menu Apple.
2. Klik op Afdrukken en scannen of Printers en scanners .
3. Klik op het pictogram + onder het printerpaneel aan de linkerkant.
4. Klik op Voeg printer of scanner toe… . Het scherm Toevoegen verschijnt.
5. Selecteer uw Brother-machine en selecteer vervolgens AirPrint in het snelmenu Gebruik .
6. Klik op Toevoegen .
Verwante informatie
•
587
> Afdrukken met AirPrint (OS X)
Afdrukken met AirPrint (OS X)
De afdrukprocedure kan per toepassing variëren. In onderstaand voorbeeld wordt Safari gebruikt. Controleer of uw Brother-machine in de printerlijst op uw Macintosh-computer wordt vermeld voordat u de afdrukprocedure start.
1. Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
2. Gebruik Safari op uw Macintosh-computer om de pagina te openen die u wilt afdrukken.
3. Klik op het Archief -menu en selecteer vervolgens Druk af .
4. Controleer of uw Brother-machine is geselecteerd. Als een andere machine (of geen printer) is geselecteerd, klikt u op het snelmenu Printer en selecteert u uw Brother-machine.
5. Geef de gewenste opties op, zoals het aantal af te drukken pagina's of tweezijdig afdrukken (indien ondersteund door uw machine).
6. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
588
AirPrint > Scannen met AirPrint
Scannen met AirPrint
•
Voordat u scant met AirPrint (OS X)
•
589
> Voordat u scant met AirPrint (OS X)
Voordat u scant met AirPrint (OS X)
• Voeg de Brother-machine op uw Macintosh-computer aan de lijst met scanners toe voordat u met OS X scant.
• Scannen in zwart-wit wordt op dit moment niet door OS X v10.9 ondersteund.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het menu Apple.
2. Klik op Printers en scanners .
3. Klik op het pictogram + onder het scannerpaneel aan de linkerkant.
4. Klik op Voeg printer of scanner toe… .
Het scherm Voeg toe verschijnt.
5. Selecteer uw Brother-machine en selecteer vervolgens AirPrint in het snelmenu Gebruik .
6. Klik op Voeg toe .
Verwante informatie
•
590
> Scannen met AirPrint (OS X)
Scannen met AirPrint (OS X)
Controleer of uw Brother-machine in de scannerlijst op uw Macintosh-computer wordt vermeld voordat u de scanprocedure start.
1. Plaats uw document.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het menu Apple.
3. Klik op Printers en scanners .
4. Selecteer uw Brother-machine in de scannerlijst.
5. Klik op het tabblad Scan en klik vervolgens op de knop Open scanner… .
Het scannervenster verschijnt.
6. Als u het document in de ADF (automatische documentinvoer) plaatst, vinkt u het selectievakje Gebruik documentlade aan en bepaalt u het formaat van uw document in het snelmenu voor het instellen van de scangrootte.
7. Selecteer de bestemmingsmap of bestemmingstoepassing in het snelmenu voor het instellen van de bestemming.
8. Klik op Toon details om indien nodig de scaninstellingen te wijzigen.
U kunt de afbeelding handmatig bijsnijden door de muisaanwijzer over het gedeelte dat u wilt scannen te slepen wanneer u vanaf de glasplaat scant.
9. Klik op Scan .
Verwante informatie
•
591
AirPrint > Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen)
Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen)
•
Voordat u een fax met AirPrint (OS X) verzendt
•
Een fax verzenden met AirPrint (OS X)
592
Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen) > Voordat u
een fax met AirPrint (OS X) verzendt
Voordat u een fax met AirPrint (OS X) verzendt
Voeg de Brother-machine op uw Macintosh-computer aan de printerlijst toe voordat u een fax verstuurt. Zorg ervoor dat uw Brother-machine met de telefoonlijn is verbonden en correct werkt.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het menu Apple.
2. Klik op Afdrukken en scannen of Printers en scanners .
3. Klik op het pictogram + onder het printerpaneel aan de linkerkant.
4. Klik op Voeg printer of scanner toe… . Het scherm Toevoegen verschijnt.
5. Selecteer uw Brother-machine en selecteer vervolgens AirPrint in het snelmenu Gebruik .
6. Klik op Toevoegen .
Verwante informatie
•
Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen)
593
Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen) > Een fax
verzenden met AirPrint (OS X)
Een fax verzenden met AirPrint (OS X)
Controleer of uw Brother-machine in de printerlijst op uw Macintosh-computer wordt vermeld. Apple TextEdit wordt in onderstaand voorbeeld gebruikt.
• AirPrint ondersteunt alleen faxdocumenten in zwart-wit.
• Uw machine ondersteunt de functie Beveiligd functieslot. Faxverzending via AirPrint is niet beschikbaar als elke gebruiker beperkte rechten voor het versturen van faxen heeft.
1. Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
2. Open op uw Macintosh-computer het bestand dat u als fax wilt verzenden.
3. Klik op het Archief -menu en selecteer vervolgens Druk af .
4. Klik op het snelmenu Printer en selecteer vervolgens Brother MFC-XXXX - Fax (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat).
5. Voer de gegevens van geadresseerde van de fax in.
6. Klik op Fax .
Verwante informatie
•
Een fax verzenden met AirPrint (voor MFC-modellen)
594
Home > Mobiel/Web Connect > Mobiel afdrukken voor Windows
®
Mobiel afdrukken voor Windows ®
Mobiel afdrukken voor Windows ® is een functie om draadloos af te drukken vanaf uw mobiele Windows ® apparaat. U kunt verbinding maken met hetzelfde netwerk als waarop de Brother-machine is aangesloten en afdrukken zonder dat u de printerdriver op het apparaat hoeft te installeren. Deze functie wordt door een groot aantal Windows ® -apps ondersteund.
2
3
1. Mobiel Windows ® -apparaat (Windows ® 10 Mobile of recenter)
2. Wi-Fi ® -verbinding
3. Uw Brother-machine
Verwante informatie
•
595
Home > Mobiel/Web Connect > Mopria
® Print Service
Mopria ® Print Service
Mopria ® Print Service is een afdrukfunctie op Android ™ -mobiele apparaten (Android ™ versie 4.4 of recenter) die is ontwikkeld door de Mopria ® Alliance. Met deze functionaliteit kunt u verbinding maken met hetzelfde netwerk als waarop uw machine is aangesloten en afdrukken zonder verdere configuratietaken te hoeven uitvoeren.
Afdrukken wordt door een groot aantal native Android ™ -apps, waaronder Google Chrome ™ , Gmail ™ en Gallery, ondersteund.
2
1 3
1. Android ™ 4.4 of recenter
2. Wi-Fi ® -verbinding
3. Uw Brother-machine
U moet de Mopria ® Print Service downloaden via de Google Play ™ Store en op uw Android ™ -apparaat installeren. Voordat u deze service kunt gebruiken, moet u deze inschakelen.
Verwante informatie
•
596
Home > Mobiel/Web Connect > Brother iPrint&Scan
Brother iPrint&Scan
Met Brother iPrint&Scan kunt u vanaf verschillende mobiele apparaten afdrukken en scannen.
• Voor Android ™ -apparaten
Met Brother iPrint&Scan kunt u zonder tussenkomst van een computer direct vanaf een Android ™ -apparaat de functies op de Brother-machine gebruiken.
U kunt Brother iPrint&Scan via de Google Play ™ Store-app downloaden en installeren.
• Voor Apple-apparaten
Met Brother iPrint&Scan kunt u functies van uw Brother-machine rechtstreeks gebruiken vanaf uw Appleapparaat.
Download en installeer Brother iPrint&Scan via de App Store.
• Voor Windows ® -apparaten
Met Brother iPrint&Scan kunt u zonder tussenkomst van een computer direct vanaf een Windows ® -apparaat de functies op de Brother-machine gebruiken.
Download en installeer Brother iPrint&Scan via de Microsoft ® Store.
Meer informatie uu Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan Ga naar de Handleidingen pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Verwante informatie
•
597
Home > Mobiel/Web Connect > NFC (Near-Field Communication)
NFC (Near-Field Communication)
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
NFC (Near Field Communication) voorziet in eenvoudige transacties, gegevensuitwisseling en draadloze verbindingen tussen twee apparaten die zich dicht bij elkaar bevinden.
Wanneer de NFC-functie door uw Android ™ -apparaat wordt ondersteund, kunt u gegevens (foto's, pdfbestanden, tekstbestanden, webpagina's en e-mailberichten) afdrukken vanaf het apparaat of foto's en documenten scannen naar het apparaat door het apparaat even tegen het NFC-symbool op het bedieningspaneel te houden.
U moet Brother iPrint&Scan op uw Android ™ -apparaat downloaden en installeren om deze functie te kunnen gebruiken. Meer informatie uu Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan Ga naar de
Handleidingen -pagina van uw model in het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Verwante informatie
•
•
Overzicht van het bedieningspaneel
598
ControlCenter
Gebruik het hulpprogramma ControlCenter van Brother om veelgebruikte toepassingen snel te openen. Met
ControlCenter hebt u direct toegang tot bepaalde toepassingen.
•
•
599
> ControlCenter4 (Windows ® )
ControlCenter4 (Windows ® )
•
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows ® )
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Stel de Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows ® )
•
Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Stel de Brother-machine in vanaf uw computer (Windows ® )
•
Het adresboek van uw machine instellen met ControlCenter4 (Windows ® )
600
> ControlCenter4 (Windows ® ) > Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4
(Windows ® )
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows ® )
ControlCenter4 beschikt over twee bedieningsmodi: Startmodus en Geavanceerde modus . U kunt modi op elk gewenst moment wisselen.
Startmodus
Geavanceerde modus
• Startmodus
601
Met de Home-modus van ControlCenter4 krijgt u eenvoudig toegang tot de belangrijkste functies van uw machine.
• Geavanceerde modus
De geavanceerde modus van ControlCenter4 biedt u meer controle over de details van de machinefuncties en maakt het u mogelijk om ééndruk-scanacties aan te passen.
Om de bedieningsmodus te wijzigen:
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en selecteer vervolgens Open .
2. Klik op de knop Configuratie en selecteer vervolgens Modus selecteren .
3. Het dialoogvenster om de modus te selecteren wordt weergegeven. Selecteer de optie Startmodus of
Geavanceerde modus .
4. Klik op OK .
Verwante informatie
•
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
602
> ControlCenter4 (Windows ® ) > Scan met de Startmodus van ControlCenter4
(Windows ® )
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
Gebruik de Home-modus van ControlCenter4 om toegang te krijgen tot de belangrijkste functies van uw machine.
•
Scan met de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met de Startmodus van
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Startmodus van
•
Scaninstellingen voor de Startmodus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows ® )
603
> ControlCenter4 (Windows ® ) > Scan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
Scan met de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
De geavanceerde modus van ControlCenter4 biedt u meer controle over de details van de machinefuncties en maakt het u mogelijk om ééndruk-scanacties aan te passen.
•
Scan foto's en grafische afbeeldingen met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
•
Scan automatisch beide zijden van een document met de Geavanceerde modus van
•
Beide zijden van een ID-kaart scannen met de Geavanceerde modus van
•
Scannen naar een e-mailbijlage met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met de Geavanceerde modus van
•
Scannen naar een Office-bestand met de Geavanceerde modus van ControlCenter4
•
Scaninstellingen voor de Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
•
Wijzig de bedieningsmodus in ControlCenter4 (Windows ® )
604
> ControlCenter4 (Windows ® ) > Stel de Brother-machine in met ControlCenter4
(Windows ® )
Stel de Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows ® )
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Remote Setup .
4. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw machine op te slaan.
605
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op de machine af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar de machine zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar de machine te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als een foutmelding verschijnt, bevestig dan dat uw gegevens correct zijn en klik vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar de machine te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar de machine te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
5. Klik op OK .
• Als uw computer door een firewall is beschermd en u Remote Setup niet kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 137 en 161 mogelijk te maken.
• Als u de Windows ® Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld.
Verwante informatie
•
•
606
> ControlCenter4 (Windows ® ) > Maak een aangepast tabblad aan met de
Geavanceerde modus van ControlCenter4 (Windows ® )
Maak een aangepast tabblad aan met de Geavanceerde modus van
ControlCenter4 (Windows ® )
U kunt tot drie aangepaste tabbladen aanmaken, telkens met maximaal vijf aangepaste knoppen, met uw eigen voorkeursinstellingen.
Selecteer Geavanceerde modus als modusinstelling voor ControlCenter4.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op de knop Configuratie en selecteer vervolgens Aangepast tabblad maken .
Er wordt een aangepast tabblad aangemaakt.
3. Om de naam van het aangepaste tabblad te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het aangepaste tabblad en selecteert u vervolgens Naam aangepast tabblad wijzigen .
4. Klik op de knop Configuratie , selecteer Aangepaste knop maken en selecteer vervolgens de knop die u wilt aanmaken.
Het dialoogvenster voor instellingen verschijnt.
5. Tik de naam van de knop in en wijzig vervolgens indien nodig de instellingen. Klik op OK .
De instelopties verschillen afhankelijk van de knop die u selecteert.
607
U kunt het aangemaakte tabblad, de knoppen of instellingen wijzigen of verwijderen. Klik op de knop
Configuratie en volg vervolgens het menu.
Verwante informatie
•
608
> ControlCenter2 (Macintosh)
ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Schakel de functie Automatisch laden in (Macintosh)
•
Het adresboek van de machine instellen met ControlCenter2 (Macintosh)
609
> Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
Gebruik de ControlCenter-software van Brother om foto's te scannen en als JPEG- of PDF-bestand of in een andere bestandsindeling op te slaan.
•
Scan met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Sla gescande gegevens als PDF-bestand op naar een map met ControlCenter2
•
Scan automatisch beide zijden van een document met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Beide zijden van een ID-kaart scannen met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scan naar een e-mailbijlage met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scan naar een bewerkbaar tekstbestand (OCR) met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scannen naar een Office-bestand met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Scaninstellingen voor ControlCenter2 (Macintosh)
610
> Stel de Brother-machine in met ControlCenter2
(Macintosh)
Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
2. Klik op het tabblad INSTELLINGEN APPARAAT .
3. Klik op de knop Remote Setup .
Het scherm Programma Remote Setup verschijnt.
4. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw machine op te slaan.
611
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op de machine af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar de machine zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens te uploaden naar de machine en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar de machine te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als er een foutmelding verschijnt, voert u de juiste gegevens nogmaals in en klikt u vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar de machine te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar de machine te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
5. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
•
612
> Schakel de functie Automatisch laden in
(Macintosh)
Schakel de functie Automatisch laden in (Macintosh)
Schakel Automatisch laden in zodat ControlCenter2 automatisch wordt geopend zodra u uw Macintosh opstart.
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
2. Klik op de knop Configuratie en selecteer vervolgens Voorkeuren .
3. Schakel het selectievakje Start het ControlCenter op de computer startup in.
4. Klik op OK .
Verwante informatie
•
613
Problemen oplossen
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, controleert u eerst elk van de onderstaande items om het probleem te identificeren en volgt u de tips voor het oplossen van problemen.
U kunt de meeste problemen zelf oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Bezoek ons op support.brother.com
.
Klik op Veelgestelde vragen en probleemoplossing en zoek uw modelnaam.
Controleer eerst het volgende:
• Het netsnoer van de machine is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld.
• Alle oranje beschermende onderdelen van de machine zijn verwijderd.
• De inktcartridges zijn op de juiste wijze geïnstalleerd.
• Het scannerdeksel en de klep ter verwijdering van vastgelopen papier zijn volledig gesloten.
• Het papier is op de juiste manier in de papierlade geplaatst.
• De interfacekabels zijn goed aangesloten op de machine en de computer, of de draadloze verbinding is zowel op de machine als uw computer ingesteld.
• (Voor netwerkmodellen) De toegangspoort (voor een draadloze verbinding), router of hub is ingeschakeld en de verbindingsknop knippert.
• Op het LCD-scherm van de machine worden meldingen weergegeven.
Als u met de controles het probleem niet hebt opgelost, identificeer dan het probleem en uu Verwante informatie
Verwante informatie
•
•
•
•
Als u problemen hebt met de machine
•
De gegevens van de machine controleren
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
•
•
•
Problemen met Google Cloud Print ™
•
614
Home > Problemen oplossen > Fout- en onderhoudsberichten
Fout- en onderhoudsberichten
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten, kunnen fouten voorvallen en moeten verbruiksartikelen mogelijk worden vervangen. Als dit gebeurt, identificeert uw machine de fout of vereiste routineonderhoud en toont hij het geschikte bericht. De meest voorkomende fout- en onderhoudsberichten vindt u in de tabel.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Als u meer tips nodig hebt, gaat u naar de pagina van uw model Veelgestelde vragen en probleemoplossing in het
Brother Solutions Center op support.brother.com
.
• (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Als een foutmelding op het touchscreen verschijnt en uw Android ™ -apparaat de NFC-functie ondersteunt, houdt u het apparaat even tegen het NFC-symbool op het bedieningspaneel om het
Brother Solutions Center te openen en door de laatste FAQ's (veelgestelde vragen) voor uw apparaat te bladeren. (Mogelijk worden hiervoor kosten in rekening gebracht door uw telefoonaanbieder.)
Controleer of de NFC-instellingen op uw Brother-machine en Android ™ -apparaat zijn ingeschakeld.
• Verwijzingen naar Verwante informatie vindt u onder aan deze pagina.
MFC-J6530DW
Foutmelding
Aanraakscherm init.
mislukt (Touchscreen init. Mislukt)
Afgebroken (Verb.
verbroken)
Alleen BK afdr.
(Alleen Z/W afdr.)
Vervang inkt. (Inkt vervangen.)
Oorzaak
Het touchscreen werd aangeraakt voordat het inschakelen was voltooid.
Mogelijk is er vuil aanwezig tussen de onderste rand van het touchscreen en het kader eromheen.
De andere persoon of de faxmachine van de andere persoon heeft de oproep beëindigd.
Een of meer kleurencartridges zijn aan vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken in zwartwit afdrukken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het touchscreen wordt weergegeven, werken de volgende functies als volgt:
• Afdrukken
Als het mediatype is ingesteld op
Normaal papier op het tabblad
Normaal , en Grijstinten is gekozen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver, kunt u de machine als zwart-witprinter gebruiken.
• Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal Papier (Normaal
Actie
Zorg ervoor dat niets het touchscreen raakt of erop steunt, vooral wanneer u de machine inschakelt.
Steek een stuk stevig papier tussen het onderste deel van het touchscreen en het frame en schuif het stuk papier heen en weer om het vuil te verwijderen.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen.
Als oproepen geregeld onderbroken worden en u een VoIP-systeem (Voice over IP) gebruikt, kunt u proberen de compatibiliteit te wijzigen naar Basis (voor
VoIP).
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
Vervang de inktcartridges.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
Hoewel in de kolom Oorzaak opties worden weergegeven voor het gebruik van de machine nadat deze foutmelding verschijnt, kunt u de machine mogelijk pas weer gebruiken nadat u de inktcartridge(s) onder de volgende voorwaarden hebt vervangen:
• Als u de stekker uit het stopcontact verwijdert of de inktcartridge verwijdert.
• Als u de optie Langzaam drogend papier op de machine of in de printerdriver selecteert.
615
Foutmelding
Communicatiefout
Deksel is open.
Document vastgelopen/te lang
(Documentstoring/te lang)
Foute inktkleur
Foute lade-inst.
(Verkeerde ladeinstell)
Geen antw/Bezet
Geen apparaat
Oorzaak papier) , kunt u kopieën in zwart-wit maken.
• Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal Papier (Normaal papier) , worden de faxen op de machine in zwart-wit ontvangen en afgedrukt.
Er is een communicatiefout opgetreden wegens een slechte verbinding.
Actie
Het scannerdeksel zit niet goed dicht.
Verzend de fax nogmaals of sluit de machine aan op een andere telefoonlijn.
Als het probleem nog niet verholpen is, neemt u contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen controleren.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Controleer of het telefoonsnoer en de interfacekabel (indien gebruikt) op de juiste manier in de kabelgoot liggen en achter uit de machine komen.
Het deksel van de inktcartridge zit niet goed dicht.
Het document is niet goed geplaatst of ingevoerd, of het document dat via de
ADF is gescand, is te lang.
Er is een inktcartridge op de verkeerde positie geïnstalleerd.
De machine-instellingen voor het papierformaat en de lade komen niet overeen met het formaat van het papier in de gebruikte lade.
Het gebelde nummer antwoordt niet of is bezet.
Bij het configureren van het Wi-Fi Directnetwerk vindt de Brother-machine uw mobiele apparaat niet.
Sluit het deksel van de inktcartridge (het moet vastklikken).
Verwijder het vastgelopen document en druk vervolgens op . Plaats het document op de juiste wijze in de ADF
(automatische documentinvoer).
uu Verwante informatie : Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF) uu Verwante informatie : Vastgelopen documenten
Controleer welke inktcartridges niet op de plek van de juiste kleur zijn geïnstalleerd en plaats deze in de correcte positie.
Volg de instructies op het touchscreen en probeer opnieuw af te drukken.
Configureer de papierformaatinstelling voor de lade volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Controleer het nummer en probeer het opnieuw.
• Zorg ervoor dat de Wi-Fi Direct-modus geactiveerd is op de machine en op het mobiele apparaat.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brother-machine.
• Verplaats uw Brother-machine en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Als u het Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureert, dient u ervoor te zorgen dat u het correcte wachtwoord ingevoerd hebt.
• Als uw mobiele apparaat over een configuratiepagina beschikt voor het verkrijgen van een IP-adres, dient u
616
Foutmelding
Geen Beller ID (Geen beller ID)
Geen bestand
Geen contact
Geen papier ingev.
(Geen pap. Ingev.)
Geen papier ingevoerd
[Lade #1] (Lade nazien [Lade #1])
Geen papier ingevoerd
[Lade #2] (Lade nazien [Lade #2])
Geheugen vol
Oorzaak
Er is geen overzicht van inkomende oproepen beschikbaar. Er zijn geen oproepen binnengekomen of u bent niet geabonneerd op de nummerweergavedienst van uw telefoonbedrijf.
Het USB-flashstation in het mediastation bevat geen JPG-bestand.
De Brother-machine en uw mobiele apparaat kunnen niet communiceren tijdens de Wi-Fi Directnetwerkconfiguratie.
Het papier in de machine is op of het papier is niet juist in de papierlade geplaatst.
Het papier is niet in het midden van de sleuf voor handmatige invoer geplaatst.
De klep ter verwijdering van vastgelopen papier is niet goed gesloten.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen.
Het geheugen van de machine is vol.
Actie
Neem contact op met uw telefoonbedrijf als u nummerweergave (Beller ID) wilt gebruiken.
uu ervoor te zorgen dat het IP-adres van uw mobiele apparaat geconfigureerd werd via DHCP.
Verwante informatie
Nummerweergave
:
Plaats het juiste USB-flashstation opnieuw in de sleuf.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brother-machine.
• Verplaats uw Brother-machine en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Ga na of u de correcte pincode ingevoerd hebt als u de PIN-methode van WPS gebruikt.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Plaats opnieuw papier in de lade en volg de instructies op het LCD-scherm.
• Verwijder het papier uit de lade, plaats het vervolgens opnieuw en volg de instructies op het LCD-scherm.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
Verwijder het papier, plaats het opnieuw in het midden van de sleuf voor handmatige invoer en volg de instructies op het LCDscherm.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan beide zijden goed is gesloten.
uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Als een fax wordt verzonden of een kopieerbewerking wordt uitgevoerd:
• Druk op of Stoppen of Sluiten , wacht tot de andere bewerkingen zijn voltooid en probeer het vervolgens opnieuw.
• Druk op Nu verzenden om de tot dan toe gescande pagina's te verzenden.
• Druk op Deelafdruk om de tot dan toe gescande pagina's te kopiëren.
• Wis de gegevens in het geheugen.
Om extra geheugen vrij te maken, kunt
617
Foutmelding Oorzaak
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen.
Actie u de functie voor ontvangen in het geheugen uitschakelen.
uu Verwante informatie : Ontvangst in geheugen uitschakelen
• Hiermee drukt u faxen af die in het geheugen zijn opgeslagen.
uu Verwante informatie : Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Herhaaldelijk geen papierinvoer
(Herhaaldelijk Lade nazien)
Herhaaldelijke papierstoringen
(Herh. vastgelopen papier)
Het maximumaantal apparaten is al verbonden via Wi-Fi
Direct.
Hub is Onbruikbaar.
(Hub is onbruikbaar.)
Inkt bijna op
Inktabsorb. bijna vol
(Inkabsorb. bijna vol)
Inktabsorbeerkussen vol
(Inktabsorbtiekussent je vol)
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of een stuk afgescheurd papier.
Er zijn al twee mobiele apparaten aangesloten op het Wi-Fi Direct-netwerk wanneer de Brother-machine de groepseigenaar (G/E) is.
Een hub of een USB-flashstation met een hub is aangesloten op de USB Direct
Interface.
Een of meer inktcartridges zijn bijna aan vervanging toe. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax door uw machine afgedrukt als een zwart-witfax.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen of stukjes papier uit de machine.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
Na het verbreken van de huidige verbinding tussen uw Brother-machine en een ander mobiel apparaat, probeert u de
Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren. U kunt de verbindingsstatus controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
uu Verwante informatie : Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
Hubs, inclusief USB-flashstations met een ingebouwde hub, worden niet ondersteund. Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U kunt doorgaan met afdrukken totdat Vervang inkt wordt weergegeven op het touchscreen.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
• U kunt zelfs nog scannen als het inktniveau laag is of de cartridge aan vervanging toe is.
Een van de inktopvangbakjes is bijna vol. Een van de inktopvangbakjes moet binnenkort worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice of uw plaatselijke Brother-servicecenter.
Een van de inktopvangbakjes is vol. Voor optimale prestaties van uw Brothermachine moeten deze onderdelen regelmatig onderhouden en uiteindelijk vervangen worden. Omdat periodiek onderhoud voor deze onderdelen vereist is, valt vervanging van de onderdelen niet onder de garantie. Na hoeveel tijd deze artikelen aan vervanging toe zijn, is afhankelijk van het aantal keren dat het inktsysteem moet worden doorgespoten en gespoeld om het te reinigen. Tijdens de verschillende doorspuit- en spoelbewerkingen loopt er inkt in deze vakjes. Hoe vaak doorspuit- en
Een van de inktopvangbakjes moet worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-servicecenter om een afspraak te maken voor een onderhoudsbeurt.
Redenen om een reiniging uit te voeren:
1. De machine voert automatisch een reiniging uit als u het netsnoer loskoppelt en weer aansluit.
2. Nadat vastgelopen papier is verwijderd, wordt de machine automatisch gereinigd voordat de
618
Foutmelding
Installeer inkt
Kan inktvol. niet detecteren
(Inktvolume niet gedetecteerd)
Kan niet detect.
Lade-instellingen
Instellingen van lade
1
Instellingen van lade
2
Medium is vol.
Oorzaak Actie spoelbewerkingen voor reinigingsdoeleinden worden uitgevoerd, is afhankelijk van verschillende omstandigheden. Als u de machine bijvoorbeeld vaak aan- en uitzet, worden er veel reinigingscycli uitgevoerd, omdat de machine bij inschakelen automatisch wordt gereinigd. Als u inkt van een andere leverancier gebruikt, resulterend in slechte afdrukkwaliteit, wordt er waarschijnlijk vaak gereinigd om de afdrukkwaliteit te verbeteren. Hoe vaker de machine moet worden gereinigd, hoe sneller de vakjes vol raken.
Reparaties die voortvloeien uit het gebruik van verbruiksartikelen die niet van Brother afkomstig zijn, worden mogelijk niet gedekt door de vermelde productgarantie.
volgende ontvangen pagina wordt afgedrukt.
3. De machine wordt automatisch gereinigd wanneer deze langer dan
30 dagen niet is gebruikt
(onregelmatig gebruik).
4. De machine wordt automatisch gereinigd nadat inktcartridges van dezelfde kleur 12 maal zijn vervangen.
Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd.
Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, is het mogelijk dat de machine de hoeveelheid inkt niet detecteert.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en plaats hem langzaam opnieuw tot deze stevig op zijn plaats klikt.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
U hebt een nieuwe inktcartridge te snel geïnstalleerd en de machine heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd.
Een gebruikte cartridge is opnieuw geïnstalleerd.
Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, is het mogelijk dat de machine de inktcartridge niet detecteert.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer hem langzaam opnieuw tot deze stevig op zijn plaats klikt.
uu Verwante informatie vervangen
: De inktcartridges
Verwijder de gebruikte inktcartridge en plaats een nieuwe.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
De inktcartridge moet worden vervangen. Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge.
Er zit een luchtbel in de nieuwe inktcartridge.
Draai de inktcartridge langzaam om zodat de inkttoevoermond naar beneden wijst en installeer de cartridge daarna opnieuw.
Er is een inktcartridge voor het verkeerde
Brother-model geïnstalleerd.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de instelling om het papiertype en grootte te bevestigen is ingeschakeld.
Controleer de modelnummers op de inktcartridges en installeer de juiste cartridges.
Om dit bevestigingsbericht niet weer te geven, stelt u de instelling in op Uit.
uu Verwante informatie : De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
Het USB-flashstation waarmee u werkt bevat al 999 bestanden.
Uw machine kan alleen op uw USBflashstation opslaan als zich hierop minder dan 999 bestanden bevinden.
619
Foutmelding
Onbruikb. app.
Koppel USB-apparaat los.
Onbruikb. app.
Maak apparaat los van voor- aansluiting, zet machine uit en weer aan (Koppel apparaat los van frontconnector en zet de machine uit en vervolgens aan)
Onjuiste cartridge
Onvoldoende faxgeheugen
Papierformaat komt niet overeen
Papierformaat onjuist
[Lade 1]
Papierformaat onjuist
[Lade 2]
Oorzaak
Op het USB-flashstation waarvan u gebruikmaakt, is onvoldoende vrije ruimte beschikbaar om de documenten te scannen.
Een USB-apparaat of een USBflashstation dat niet wordt ondersteund, is aangesloten op de USB Direct Interface.
Actie
Verwijder ongebruikte bestanden en probeer het opnieuw.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt van het USB-flashstation om ruimte vrij te maken en probeer het vervolgens opnieuw.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface. Schakel de machine uit en vervolgens weer in.
Op de USB Direct Interface is een defect apparaat aangesloten.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface en druk op om de machine uit en dan weer in te schakelen.
Het modelnummer van de inktcartridge is niet compatibel met uw machine.
Het faxgeheugen is vol.
De papierformaatinstelling komt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.
OF -
De afdrukstand is niet geschikt voor het papierformaat.
OF -
U hebt de papiergeleiders in de lade niet ingesteld op het gebruikte papierformaat.
Controleer of het cartridgemodelnummer voor uw machine geschikt is.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wis de gegevens in het geheugen.
Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen uitschakelen.
uu Verwante informatie : Ontvangst in geheugen uitschakelen
• Druk de faxen in het geheugen af.
uu Verwante informatie : Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
1. Controleer of het papierformaat dat u op het LCD-scherm van de machine hebt geselecteerd overeenkomt met het papierformaat in de lade.
uu Verwante informatie : Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
2. Controleer of u het papier in de juiste richting hebt ingevoerd en de papiergeleiders op het juiste papierformaat hebt ingesteld.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
3. Volg de instructies op het LCD-scherm nadat u het formaat en de richting van het papier hebt gecontroleerd.
Bij afdrukken vanaf de computer moet u ervoor zorgen dat het in de printerdriver gekozen papierformaat overeenkomt met het formaat van het papier in de lade.
uu Verwante informatie :
Afdrukinstellingen (Windows ®
Afdrukopties (Macintosh)
) of
620
Foutmelding
Papierlade niet gedetecteerd
Papierlade 1 niet gedetecteerd
(Papierlade #1 niet gedetecteerd)
Papierlade 2 niet gedetecteerd
(Papierlade #2 niet gedetecteerd)
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Oorzaak
De papierlade is niet goed ingebracht.
Er zit papier of een vreemd voorwerp in de machine waardoor de papierlade niet goed kan worden ingebracht.
Actie
Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
Trek de papierlade uit de machine en verwijder het vastgelopen papier of het voorwerp. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden of verwijderen uu
Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Rest. gegevens in geheugen
Scan onmogelijk XX
Temperatuur hoog
Temperatuur laag
Vast voor/achter
Vast voor
Vast achter
Handmatige invoersleuf vastgel.
Voor/handm.
invoersleuf vastgel.
Vast in lade2
Opnieuw vast XX
De machine heeft een mechanisch probleem.
OF -
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of een stuk afgescheurd papier.
Open het scannerdeksel en verwijder eventuele vreemde voorwerpen en papiersnippers uit het binnenste van de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
U kunt aanvullende handelingen proberen om vastgelopen papier te verwijderen.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
(Als u ontvangen faxen niet kunt afdrukken, brengt u ze over naar een ander faxapparaat of naar uw computer.) uu Verwante informatie : Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Er zitten nog afdrukgegevens in het geheugen van de machine.
De machine heeft een mechanisch probleem.
De kamertemperatuur is te hoog.
Druk op . De machine annuleert de taak en verwijdert deze uit het geheugen.
Probeer opnieuw te printen.
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en steek deze na een paar minuten weer in het stopcontact.
(Als u ontvangen faxen niet kunt afdrukken, brengt u ze over naar een ander faxapparaat of naar uw computer.) uu Verwante informatie : Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Verlaag de temperatuur in de ruimte en laat de machine vervolgens afkoelen tot kamertemperatuur. Probeer het opnieuw als de machine is afgekoeld.
De kamertemperatuur is te laag.
Zodra de kamer warmer is, geeft u de machine de tijd om tot kamertemperatuur op te warmen. Probeer opnieuw wanneer de machine is opgewarmd.
Het papier is vastgelopen in de machine.
Verwijder het vastgelopen papier.
uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
De papiergeleiders zijn niet op het juiste papierformaat afgesteld.
Als het papier opnieuw vastloopt, probeert u de storing op een andere manier te verhelpen.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
Controleer of de papiergeleiders op het juiste papierformaat zijn afgesteld.
621
Foutmelding
Verbindingsfout
Vervang inkt
Verzend Fout
(Verzendfout)
Onjuiste instellingen voor documentformaat
Oorzaak
De papiersteun is niet juist in de machine geïnstalleerd.
Er is meer dan één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer geplaatst.
OF -
Er is een nieuw vel papier in de sleuf voor handmatige invoer geplaatst voordat u hiertoe opdracht kreeg via het touchscreen.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen.
Actie
Zorg ervoor dat de papiersteun volledig in de machine is geïnstalleerd.
uu Verwante informatie : Papier is voor in de machine vastgelopen
Plaats nooit meer dan één vel tegelijk in de sleuf voor handmatige invoer. Plaats het volgende vel papier pas in de sleuf voor handmatige invoer als u hiertoe opdracht krijgt via het touchscreen.
Verwijder het vastgelopen papier.
uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Andere apparaten proberen tegelijk verbinding te maken met het Wi-Fi Directnetwerk.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe. De machine stopt alle printbewerkingen. Als er geheugenruimte is, worden zwart-witfaxen in het geheugen opgeslagen. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax als een zwart-witfax in het geheugen opgeslagen.
Zorg ervoor dat er geen andere apparaten verbinding proberen te maken met het Wi-
Fi Direct-netwerk en probeer de Wi-Fi
Direct-instellingen opnieuw te configureren.
Vervang de inktcartridges.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
• U kunt zelfs nog scannen als het inktniveau laag is of de cartridge aan vervanging toe is.
De optie voor het documentformaat komt niet overeen met het formaat van uw faxdocument.
Selecteer de juiste optie voor het documentformaat en druk vervolgens nogmaals op Fax Start .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Foutmelding
Aanraakscherm initialiseren mislukt
Afgebroken (Verb.
verbroken)
Alleen zwart-wit afdrukken
Vervang inkt.
Oorzaak
Het touchscreen werd aangeraakt voordat het inschakelen was voltooid.
Actie
Zorg ervoor dat niets het touchscreen raakt of erop steunt, vooral wanneer u de machine inschakelt.
Mogelijk is er vuil aanwezig tussen de onderste rand van het touchscreen en het kader eromheen.
De andere persoon of de faxmachine van de andere persoon heeft de oproep beëindigd.
Een of meer kleurencartridges zijn aan vervanging toe.
Steek een stuk stevig papier tussen het onderste deel van het touchscreen en het frame en schuif het stuk papier heen en weer om het vuil te verwijderen.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen.
Als oproepen geregeld onderbroken worden en u een VoIP-systeem (Voice over IP) gebruikt, kunt u proberen de compatibiliteit te wijzigen naar Basis (voor
VoIP).
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
Vervang de inktcartridges.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
622
Foutmelding Oorzaak
U kunt nog ongeveer vier weken in zwartwit afdrukken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het touchscreen wordt weergegeven, werken de volgende functies als volgt:
• Afdrukken
Als het mediatype is ingesteld op
Normaal papier op het tabblad
Normaal , en Grijstinten is gekozen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver, kunt u de machine als zwart-witprinter gebruiken.
• Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap.
kunt u kopieën in zwart-wit maken.
• Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op
Normaal pap.
, worden de faxen op de machine in zwart-wit ontvangen en afgedrukt.
Er is een communicatiefout opgetreden wegens een slechte verbinding.
Actie
Hoewel in de kolom Oorzaak opties worden weergegeven voor het gebruik van de machine nadat deze foutmelding verschijnt, kunt u de machine mogelijk pas weer gebruiken nadat u de inktcartridge(s) onder de volgende voorwaarden hebt vervangen:
• Als u de stekker uit het stopcontact verwijdert of de inktcartridge verwijdert.
• Als u de optie Langzaam drogend papier op de machine of in de printerdriver selecteert.
Communicatiefout
Deksel is open.
Het scannerdeksel zit niet goed dicht.
Verzend de fax nogmaals of sluit de machine aan op een andere telefoonlijn.
Als het probleem nog niet verholpen is, neemt u contact op met het telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen controleren.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Controleer of het telefoonsnoer en de interfacekabel (indien gebruikt) op de juiste manier in de kabelgoot liggen en achter uit de machine komen.
Foute lade-inst.
(Verkeerde ladeinstellingen)
Geen antw/Bezet
Geen apparaat
Het deksel van de inktcartridge zit niet goed dicht.
Document vast/te lang Het document is niet goed geplaatst of ingevoerd, of het document dat via de
ADF is gescand, is te lang.
Het gebelde nummer antwoordt niet of is bezet.
Bij het configureren van het Wi-Fi Directnetwerk vindt de Brother-machine uw mobiele apparaat niet.
Sluit het deksel van de inktcartridge (het moet vastklikken).
Verwijder het vastgelopen document en druk vervolgens op . Plaats het document op de juiste wijze in de ADF
(automatische documentinvoer).
uu Verwante informatie : Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF) uu Verwante informatie : Vastgelopen documenten
Volg de instructies op het touchscreen en probeer opnieuw af te drukken.
De machine-instellingen voor het papierformaat en de lade komen niet overeen met het formaat van het papier in de gebruikte lade.
Configureer de papierformaatinstelling voor de lade volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Controleer het nummer en probeer het opnieuw.
• Zorg ervoor dat de Wi-Fi Direct-modus geactiveerd is op de machine en op het mobiele apparaat.
623
Foutmelding
Geen Beller ID (Geen beller ID)
Geen bestand
Geen contact
Geen papier ingev.
(Geen pap. Ingev.)
Geen papier ingevoerd
[Lade 1] (Lade nazien
[Lade #1])
Geen papier ingevoerd
[MF-lade] (Geen papierinv. [MP-lade])
Geen papier ingevoerd
[Lade 2] (Lade nazien
[Lade #2])
Geheugen vol
Oorzaak Actie
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brother-machine.
• Verplaats uw Brother-machine en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Als u het Wi-Fi Direct-netwerk handmatig configureert, dient u ervoor te zorgen dat u het correcte wachtwoord ingevoerd hebt.
• Als uw mobiele apparaat over een configuratiepagina beschikt voor het verkrijgen van een IP-adres, dient u ervoor te zorgen dat het IP-adres van uw mobiele apparaat geconfigureerd werd via DHCP.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf als u nummerweergave (Beller ID) wilt gebruiken.
uu Verwante informatie :
Nummerweergave
Er is geen overzicht van inkomende oproepen beschikbaar. Er zijn geen oproepen binnengekomen of u bent niet geabonneerd op de nummerweergavedienst van uw telefoonbedrijf.
Het USB-flashstation in het mediastation bevat geen JPG-bestand.
De Brother-machine en uw mobiele apparaat kunnen niet communiceren tijdens de Wi-Fi Directnetwerkconfiguratie.
Het papier in de machine is op of het papier is niet juist in de papierlade geplaatst.
Het papier is niet in het midden van de
MF-lade geplaatst.
De klep ter verwijdering van vastgelopen papier is niet goed gesloten.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen.
Het geheugen van de machine is vol.
Plaats het juiste USB-flashstation opnieuw in de sleuf.
• Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw Brother-machine.
• Verplaats uw Brother-machine en het mobiele apparaat naar een ruimte zonder obstakels.
• Ga na of u de correcte pincode ingevoerd hebt als u de PIN-methode van WPS gebruikt.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Plaats opnieuw papier in de lade en volg de instructies op het LCD-scherm.
• Verwijder het papier uit de lade, plaats het vervolgens opnieuw en volg de instructies op het LCD-scherm.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
Verwijder het papier, plaats het opnieuw in het midden van de MF-lade en volg de instructies op het LCD-scherm.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan beide zijden goed is gesloten.
uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Als een fax wordt verzonden of een kopieerbewerking wordt uitgevoerd:
624
Foutmelding Oorzaak Actie
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen.
• Druk op of Stoppen of Sluiten , wacht tot de andere bewerkingen zijn voltooid en probeer het vervolgens opnieuw.
• Druk op Nu verzenden om de tot dan toe gescande pagina's te verzenden.
• Druk op Deelafdruk om de tot dan toe gescande pagina's te kopiëren.
• Wis de gegevens in het geheugen.
Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen uitschakelen.
uu Verwante informatie : Ontvangst in geheugen uitschakelen
• Hiermee drukt u faxen af die in het geheugen zijn opgeslagen.
uu Verwante informatie : Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Herhaaldelijk geen papierinvoer
(Herhaaldelijk Lade nazien)
Herhaaldelijke papierstoringen
(Herh. vastgelopen papier)
Het maximumaantal apparaten is al verbonden via Wi-Fi
Direct.
Hub is Onbruikbaar.
(Hub is onbruikbaar.)
Inkt bijna op
Inktabsorb. bijna vol
(Inkabsorb. bijna vol)
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of een stuk afgescheurd papier.
Er zijn al twee mobiele apparaten aangesloten op het Wi-Fi Direct-netwerk wanneer de Brother-machine de groepseigenaar (G/E) is.
Een hub of een USB-flashstation met een hub is aangesloten op de USB Direct
Interface.
Een of meer inktcartridges zijn bijna aan vervanging toe. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax door uw machine afgedrukt als een zwart-witfax.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen of stukjes papier uit de machine.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
Na het verbreken van de huidige verbinding tussen uw Brother-machine en een ander mobiel apparaat, probeert u de
Wi-Fi Direct-instellingen opnieuw te configureren. U kunt de verbindingsstatus controleren door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
uu Verwante informatie : Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
Hubs, inclusief USB-flashstations met een ingebouwde hub, worden niet ondersteund. Ontkoppel het apparaat van de USB Direct Interface.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U kunt doorgaan met afdrukken totdat Vervang inkt wordt weergegeven op het touchscreen.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
• U kunt zelfs nog scannen als het inktniveau laag is of de cartridge aan vervanging toe is.
Een van de inktopvangbakjes is bijna vol. Een van de inktopvangbakjes moet binnenkort worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice of uw plaatselijke Brother-servicecenter.
625
Foutmelding
Inktabsorbeerkussen vol
(Inktabsorbtiekussent je vol)
Installeer inkt
Instellingen van lade
1
Instellingen van lade
2
MF-lade-instellingen
(MP-ladeinstellingen)
Kan inktvolume niet detecteren
Oorzaak Actie
Een van de inktopvangbakjes is vol. Voor optimale prestaties van uw Brothermachine moeten deze onderdelen regelmatig onderhouden en uiteindelijk vervangen worden. Omdat periodiek onderhoud voor deze onderdelen vereist is, valt vervanging van de onderdelen niet onder de garantie. Na hoeveel tijd deze artikelen aan vervanging toe zijn, is afhankelijk van het aantal keren dat het inktsysteem moet worden doorgespoten en gespoeld om het te reinigen. Tijdens de verschillende doorspuit- en spoelbewerkingen loopt er inkt in deze vakjes. Hoe vaak doorspuit- en spoelbewerkingen voor reinigingsdoeleinden worden uitgevoerd, is afhankelijk van verschillende omstandigheden. Als u de machine bijvoorbeeld vaak aan- en uitzet, worden er veel reinigingscycli uitgevoerd, omdat de machine bij inschakelen automatisch wordt gereinigd. Als u inkt van een andere leverancier gebruikt, resulterend in slechte afdrukkwaliteit, wordt er waarschijnlijk vaak gereinigd om de afdrukkwaliteit te verbeteren. Hoe vaker de machine moet worden gereinigd, hoe sneller de vakjes vol raken.
Reparaties die voortvloeien uit het gebruik van verbruiksartikelen die niet van Brother afkomstig zijn, worden mogelijk niet gedekt door de vermelde productgarantie.
Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd.
Een van de inktopvangbakjes moet worden vervangen. Neem contact op met de klantenservice van Brother of uw plaatselijke Brother-servicecenter om een afspraak te maken voor een onderhoudsbeurt.
Redenen om een reiniging uit te voeren:
1. De machine voert automatisch een reiniging uit als u het netsnoer loskoppelt en weer aansluit.
2. Nadat vastgelopen papier is verwijderd, wordt de machine automatisch gereinigd voordat de volgende ontvangen pagina wordt afgedrukt.
3. De machine wordt automatisch gereinigd wanneer deze langer dan
30 dagen niet is gebruikt
(onregelmatig gebruik).
4. De machine wordt automatisch gereinigd nadat inktcartridges van dezelfde kleur 12 maal zijn vervangen.
Dit bericht wordt weergegeven wanneer de instelling om het papiertype en grootte te bevestigen is ingeschakeld.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en plaats hem langzaam opnieuw tot deze stevig op zijn plaats klikt.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
Om dit bevestigingsbericht niet weer te geven, stelt u de instelling in op Uit.
uu Verwante informatie : De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
Kan niet detect.
Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, is het mogelijk dat de machine de hoeveelheid inkt niet detecteert.
U hebt een nieuwe inktcartridge te snel geïnstalleerd en de machine heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd.
Een gebruikte cartridge is opnieuw geïnstalleerd.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer hem langzaam opnieuw tot deze stevig op zijn plaats klikt.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
Verwijder de gebruikte inktcartridge en plaats een nieuwe.
626
Foutmelding
Lade 1 bijna leeg
Lade 2 bijna leeg
Medium vol. (Media is vol.)
Nog gegevens in geheugen
Oorzaak Actie
Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, is het mogelijk dat de machine de inktcartridge niet detecteert.
Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
De inktcartridge moet worden vervangen. Vervang de cartridge door een originele
Brother-inktcartridge.
Er zit een luchtbel in de nieuwe inktcartridge.
Er is een inktcartridge voor het verkeerde
Brother-model geïnstalleerd.
Draai de inktcartridge langzaam om zodat de inkttoevoermond naar beneden wijst en installeer de cartridge daarna opnieuw.
Controleer de modelnummers op de inktcartridges en installeer de juiste cartridges.
De papierlade is bijna leeg.
Plaats papier in de lege papierlade die aangegeven wordt op het LCD-scherm.
Het USB-flashstation waarmee u werkt bevat al 999 bestanden.
Op het USB-flashstation waarvan u gebruikmaakt, is onvoldoende vrije ruimte beschikbaar om de documenten te scannen.
Er zitten nog afdrukgegevens in het geheugen van de machine.
Uw machine kan alleen op uw USBflashstation opslaan als zich hierop minder dan 999 bestanden bevinden.
Verwijder ongebruikte bestanden en probeer het opnieuw.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt van het USB-flashstation om ruimte vrij te maken en probeer het vervolgens opnieuw.
Op de USB Direct Interface is een defect apparaat aangesloten.
Druk op . De machine annuleert de taak en verwijdert deze uit het geheugen.
Probeer opnieuw te printen.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface en druk op om de machine uit en dan weer in te schakelen.
Onbruikb. app.
Apparaat loskoppelen van frontconnector en machine uit- en weer aanzetten
Onbruikb. app.
Maak het USB-apparaat los.
Onjuiste cartridge
Onjuiste inktkleur
Onvoldoende faxgeh.
Een USB-apparaat of een USBflashstation dat niet wordt ondersteund, is aangesloten op de USB Direct Interface.
Ontkoppel het apparaat van de USB
Direct Interface. Schakel de machine uit en vervolgens weer in.
Het modelnummer van de inktcartridge is niet compatibel met uw machine.
Er is een inktcartridge op de verkeerde positie geïnstalleerd.
Het faxgeheugen is vol.
Controleer of het cartridgemodelnummer voor uw machine geschikt is.
Controleer welke inktcartridges niet op de plek van de juiste kleur zijn geïnstalleerd en plaats deze in de correcte positie.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Wis de gegevens in het geheugen.
Om extra geheugen vrij te maken, kunt u de functie voor ontvangen in het geheugen uitschakelen.
uu Verwante informatie : Ontvangst in geheugen uitschakelen
• Druk de faxen in het geheugen af.
uu Verwante informatie : Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
627
Foutmelding
Papierform. onjuist
Papierformaat onjuist
[Lade 1]
Papierformaat onjuist
[MF-lade]
(Papierformaat onjuist [MP-lade])
Papierformaat onjuist
[Lade 2]
Papierlade 1 niet gedetecteerd
(Papierlade #1 niet gedetecteerd)
Papierlade 2 niet gedetecteerd
(Papierlade #2 niet gedetecteerd)
Reinigen onmog. XX
Initialiseren onmogelijk XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
Oorzaak
De papierformaatinstelling komt niet overeen met het formaat van het papier in de lade.
OF -
De afdrukstand is niet geschikt voor het papierformaat.
OF -
U hebt de papiergeleiders in de lade niet ingesteld op het gebruikte papierformaat.
Actie
1. Controleer of het papierformaat dat u op het LCD-scherm van de machine hebt geselecteerd overeenkomt met het papierformaat in de lade.
uu Verwante informatie : Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
2. Controleer of u het papier in de juiste richting hebt ingevoerd en de papiergeleiders op het juiste papierformaat hebt ingesteld.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
3. Volg de instructies op het LCD-scherm nadat u het formaat en de richting van het papier hebt gecontroleerd.
Bij afdrukken vanaf de computer moet u ervoor zorgen dat het in de printerdriver gekozen papierformaat overeenkomt met het formaat van het papier in de lade.
uu Verwante informatie :
Afdrukinstellingen (Windows ®
Afdrukopties (Macintosh)
) of
De papierlade is niet goed ingebracht.
Er zit papier of een vreemd voorwerp in de machine waardoor de papierlade niet goed kan worden ingebracht.
De machine heeft een mechanisch probleem.
OF -
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of een stuk afgescheurd papier.
De machine heeft een mechanisch probleem.
Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
Trek de papierlade uit de machine en verwijder het vastgelopen papier of het voorwerp. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden of verwijderen uu
Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Open het scannerdeksel en verwijder eventuele vreemde voorwerpen en papiersnippers uit het binnenste van de machine. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
U kunt aanvullende handelingen proberen om vastgelopen papier te verwijderen.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
(Als u ontvangen faxen niet kunt afdrukken, brengt u ze over naar een ander faxapparaat of naar uw computer.) uu Verwante informatie : Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en steek deze na een paar minuten weer in het stopcontact.
(Als u ontvangen faxen niet kunt afdrukken, brengt u ze over naar een ander faxapparaat of naar uw computer.) uu Verwante informatie : Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
628
Foutmelding
Temperatuur hoog
Temperatuur laag
Vast voor/achter
Vast voor
Vast achter
Vast in MF-lade (Vast in MP-lade)
Voor/MF-lade vastgelopen (Voor/MPlade vastgelopen)
Vast in lade2
Opnieuw vast XX
Verbindingsfout
Vervang inkt
Verzend Fout
(Verzendfout)
Onjuiste instellingen voor documentformaat
Oorzaak
De kamertemperatuur is te hoog.
De kamertemperatuur is te laag.
Actie
Verlaag de temperatuur in de ruimte en laat de machine vervolgens afkoelen tot kamertemperatuur. Probeer het opnieuw als de machine is afgekoeld.
Zodra de kamer warmer is, geeft u de machine de tijd om tot kamertemperatuur op te warmen. Probeer opnieuw wanneer de machine is opgewarmd.
Het papier is vastgelopen in de machine.
Verwijder het vastgelopen papier.
uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Als het papier opnieuw vastloopt, probeert u de storing op een andere manier te verhelpen.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
De papiergeleiders zijn niet op het juiste papierformaat afgesteld.
De papiersteun is niet juist in de machine geïnstalleerd.
Er heeft zich papierstof opgehoopt op het oppervlak van de papierdoorvoerrollen.
Andere apparaten proberen tegelijk verbinding te maken met het Wi-Fi Directnetwerk.
Controleer of de papiergeleiders op het juiste papierformaat zijn afgesteld.
Zorg ervoor dat de papiersteun volledig in de machine is geïnstalleerd.
uu Verwante informatie : Papier is voor in de machine vastgelopen
Maak de papierdoorvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Zorg ervoor dat er geen andere apparaten verbinding proberen te maken met het Wi-
Fi Direct-netwerk en probeer de Wi-Fi
Direct-instellingen opnieuw te configureren.
Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe. De machine stopt alle printbewerkingen. Als er geheugenruimte is, worden zwart-witfaxen in het geheugen opgeslagen. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax als een zwart-witfax in het geheugen opgeslagen.
Vervang de inktcartridges.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
• U kunt zelfs nog scannen als het inktniveau laag is of de cartridge aan vervanging toe is.
De optie voor het documentformaat komt niet overeen met het formaat van uw faxdocument.
Selecteer de juiste optie voor het documentformaat en druk vervolgens nogmaals op Fax start (Fax
Start) .
Verwante informatie
•
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
Foutmeldingen bij het gebruik van de functie Brother Web Connect
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
•
De instelling voor het controleren van het papier wijzigen
•
Storing op de telefoonlijn/VoIP
•
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen
629
•
•
•
•
Papier plaatsen in de sleuf voor handmatige invoer
•
•
Papier is voor in de machine vastgelopen
•
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
•
Ontvangst in geheugen uitschakelen
•
Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
•
•
Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MF-lade)
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
630
Fout- en onderhoudsberichten > Uw faxen of faxjournaalrapport
overbrengen
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
Als de LCD het volgende toont:
• [Reinigen onmog. XX]
• [Initialiseren onmogelijk XX]
• [Print onmogelijk XX]
• [Scan onmogelijk XX]
We bevelen dat u uw faxen naar een andere faxmachine of naar uw computer overbrengt.
uu Verwante informatie : Faxen overbrengen naar een andere faxmachine uu Verwante informatie : Faxen overbrengen naar uw computer
U kunt het faxjournaalrapport ook overbrengen om te zien of er faxen zijn die u moet overbrengen.
uu Verwante informatie : Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
Verwante informatie
•
•
Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
•
Faxen overbrengen naar uw computer
•
Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
•
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows ® )
•
De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
•
•
Overzicht van de resetfuncties
•
Papier is voor in de machine vastgelopen
•
Papier is achter in de machine vastgelopen
631
Fout- en onderhoudsberichten >
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
> Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
U kunt de faxoverdrachtmodus alleen activeren als uw stations-ID is ingesteld.
MFC-J6530DW
1. Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Service] > [Dataoverdracht] > [Fax overdracht (Faxoverdracht)] .
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als op het touchscreen [Geen dataopslag] wordt weergegeven, zijn er geen faxen meer in het geheugen van de machine.
Druk op [Sluiten] en vervolgens op .
• Voer het faxnummer in waarnaar de faxen moeten worden doorgestuurd.
4. Druk op [Fax Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Service] > [Dataoverdracht] > [Fax overdracht (Faxoverdracht)] .
3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als op het touchscreen [Geen dataopslag] wordt weergegeven, zijn er geen faxen meer in het geheugen van de machine.
Druk op [Sluiten] en vervolgens op .
• Voer het faxnummer in waarnaar de faxen moeten worden doorgestuurd.
4. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
Verwante informatie
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
632
Fout- en onderhoudsberichten >
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
> Faxen overbrengen naar uw computer
Faxen overbrengen naar uw computer
U kunt de faxen van het geheugen van uw machine overbrengen naar uw computer.
MFC-J6530DW
1. Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.
2. Controleer of de Brother-software en drivers op uw computer zijn geïnstalleerd en schakel vervolgens PC-
FAX Ontvangen op uw computer in. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Selecteer Alle programma's > Brother > Brother Utilities in het menu ( Starten ).
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam
(indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op
Ontvangen .
3. Lees en bevestig de instructies op uw computer.
Faxen in het geheugen van de machine worden automatisch naar uw computer verzonden.
Wanneer faxen in het geheugen naar uw computer worden verzonden:
Zorg ervoor dat u [PC-Fax ontv.] op de machine hebt ingesteld.
Als er zich faxen in het geheugen van de machine bevinden wanneer u PC-Fax Ontvangen instelt, wordt u via het touchscreen gevraagd of u de faxen naar uw computer wilt overbrengen. Als Faxvoorbeeld is uitgeschakeld, wordt u gevraagd of u reservekopieën wilt afdrukken.
Druk op [Ja] om alle faxen in het geheugen naar uw computer over te brengen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.
2. Controleer of de Brother-software en drivers op uw computer zijn geïnstalleerd en schakel vervolgens PC-
FAX Ontvangen op uw computer in. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Selecteer Alle programma's > Brother > Brother Utilities in het menu ( Starten ).
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op Ontvangen .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam
(indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op PC-FAX en klik vervolgens op
Ontvangen .
3. Lees en bevestig de instructies op uw computer.
Faxen in het geheugen van de machine worden automatisch naar uw computer verzonden.
633
Wanneer faxen in het geheugen naar uw computer worden verzonden:
Zorg ervoor dat u [PC-Fax ontv.] op de machine hebt ingesteld.
Als er zich faxen in het geheugen van de machine bevinden wanneer u PC-Fax Ontvangen instelt, wordt u via het touchscreen gevraagd of u de faxen naar uw computer wilt overbrengen. Als Faxvoorbeeld is uitgeschakeld, wordt u gevraagd of u reservekopieën wilt afdrukken.
Druk op [Ja] om alle faxen in het geheugen naar uw computer over te brengen.
Verwante informatie
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
Gebruik PC-Fax Ontvangen om ontvangen faxen over te brengen naar uw computer (alleen Windows ® )
634
Fout- en onderhoudsberichten >
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
> Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
Als u uw stations-ID niet hebt ingesteld, kunt u niet naar faxoverbrengmodus schakelen.
MFC-J6530DW
1. Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Service] > [Dataoverdracht] >
[Rapporttransfer] .
3. Voer het faxnummer in waarnaar het faxjournaal moet worden doorgestuurd.
4. Druk op [Fax Start] .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op om de fout tijdelijk te onderbreken.
2. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Service] > [Dataoverdracht] >
[Rapporttransfer] .
3. Voer het faxnummer in waarnaar het faxjournaal moet worden doorgestuurd.
4. Druk op [Fax start (Fax Start)] .
Verwante informatie
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
635
Fout- en onderhoudsberichten > Foutmeldingen bij het gebruik van de
functie Brother Web Connect
Foutmeldingen bij het gebruik van de functie Brother Web Connect
Uw Brother-machine geeft een foutmelding weer als er zich een fout voordoet. De meest voorkomende foutmeldingen vindt u in het volgende schema.
U kunt de meeste fouten zelf oplossen. Wanneer u deze tabel hebt gelezen en toch assistentie nodig hebt, gaat u naar het Brother Solutions Center en raadpleegt u de veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar support.brother.com
.
Verbindingsfout
Foutmeldingen
(MFC-J6530DW)
Verbindingsfout 02
Netwerk is niet verbonden.
Controleer of apparaat is verbonden met het netwerk.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Verbindingsfout 02
Netwerk is niet verbonden.
Controleer of apparaat is verbonden met het netwerk.
(MFC-J6530DW)
Verbindingsfout 03
Verbinding met server mislukt. Controleer de netwerkinstellingen.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Verbindingsfout 03
Verbinding met server mislukt. Controleer de netwerkinstellingen.
(MFC-J6530DW)
Verbindingsfout 07
Verbinding met server mislukt. Stel juiste datum/ tijd in.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Verbindingsfout 07
Verbinding met server mislukt. Stel juiste datum/ tijd in.
Oorzaak
De machine is niet met een netwerk verbonden.
• De netwerk- of serverinstellingen zijn incorrect.
• Er is een probleem met het netwerk of de server.
De instellingen voor datum en tijd zijn incorrect.
Handelwijze
• Controleer of de netwerkverbinding in orde is.
• Als de optie Web of Apps kort na het inschakelen van de machine is ingedrukt, is er mogelijk nog geen netwerkverbinding tot stand gebracht. Wacht even en probeer het opnieuw.
•
•
Controleer of de netwerkinstellingen juist zijn of wacht even en probeer het later nogmaals.
Als de optie Web of Apps kort na het inschakelen van de machine is ingedrukt, is er mogelijk nog geen netwerkverbinding tot stand gebracht. Wacht even en probeer het opnieuw.
Geef de juiste instellingen voor datum en tijd op. Houd er rekening mee dat de fabrieksinstellingen van datum en tijd mogelijk zijn hersteld als het netsnoer van de machine is ontkoppeld.
636
Verificatiefout
Foutmeldingen
Verificatiefout 01
Onjuiste pincode. Voer de juiste pincode in.
Verificatiefout 02
Id onjuist of verlopen, of deze tijdelijke id is al in gebruik. Voer de juiste id in of vraag een nieuwe tijdelijke id aan.
Tijdelijke id blijft 24 uur geldig.
Verificatiefout 03
Schermnaam is al geregistreerd. Gebruik een andere schermnaam.
Oorzaak
De door u ingevoerde pincode om toegang te krijgen tot de account, is onjuist. De pincode is het viercijferige nummer dat u hebt ingevoerd toen u de account voor de machine registreerde.
U hebt een onjuiste tijdelijke id ingevoerd.
De tijdelijke ID die u hebt ingevoerd, is verlopen. Een tijdelijke ID blijft 24 uur geldig.
Handelwijze
Voer de juiste pincode in.
Voer de juiste tijdelijke id in.
Vraag opnieuw toegang aan voor
Brother Web Connect en gebruik de nieuwe tijdelijke id die u vervolgens ontvangt om de account voor de machine te registreren.
De naam die u als schermnaam hebt ingevoerd, is al geregistreerd door een andere gebruiker van de service.
Geef een andere schermnaam op.
Serverfout
Foutmeldingen
Serverfout 01
Verificatie ongeldig. Vraag nieuwe tijdelijke id aan en registreer account opnieuw.
Serverfout 03
Uploaden mislukt. Nietondersteund bestand of beschadigde gegevens.
Controleer gegevens.
Serverfout 13
Dienst tijdelijk niet beschikbaar. Probeer het later opnieuw.
Oorzaak
De verificatiegegevens van de machine (die nodig zijn om de service op te roepen) zijn verlopen of ongeldig.
Het bestand dat u wilt uploaden, kan een van de volgende problemen hebben:
• Het bestand overschrijdt een van de limieten van de service, bijvoorbeeld voor het aantal pixels of de bestandsgrootte.
• Het bestandstype wordt niet ondersteund.
• Het bestand is beschadigd.
Er is een probleem waardoor de service momenteel niet kan worden gebruikt.
Handelwijze
Vraag opnieuw toegang aan voor
Brother Web Connect om een nieuw tijdelijk id aan te vragen, en gebruik het nieuwe id om de account te registreren bij de machine.
Het bestand kan niet worden gebruikt:
• Controleer de beperkingen voor formaat of indeling van de service.
• Sla het bestand op als een ander type bestand.
• Zorg, indien mogelijk, voor een nieuwe, niet beschadigde versie van het bestand.
Wacht even en probeer het opnieuw.
Wanneer de melding opnieuw wordt weergegeven, start u de service via een computer om te controleren of deze al dan niet beschikbaar is.
Snelkoppelingsfout
Foutmeldingen
Snelkoppelinsgfout 02
Account is ongeldig.
Registreer het account en de snelkoppeling opnieuw na het verwijderen van deze snelkoppeling.
Oorzaak
De snelkoppeling kan niet worden gebruikt, omdat de account na het opslaan van de snelkoppeling is verwijderd.
Handelwijze
Verwijder de snelkoppeling en registreer de account én de snelkoppeling opnieuw.
637
Verwante informatie
•
638
Home > Problemen oplossen > Vastgelopen documenten
Vastgelopen documenten
•
Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
•
Een document is aan de onderzijde van de ADF vastgelopen
•
Het document is in de ADF vastgelopen
•
Papiersnippers die in de ADF (automatische documentinvoer) zijn vastgelopen verwijderen
•
639
> Een document is aan de bovenzijde van de
ADF vastgelopen
Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
1. Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF.
2. Open het ADF-deksel.
3. Verwijder het vastgelopen document door het omhoog te trekken.
4. Sluit het ADF-deksel.
5. Druk op .
BELANGRIJK
Sluit de ADF-klep zorgvuldig door er op het midden op te drukken, om toekomstige papierstoringen te voorkomen.
Verwante informatie
•
640
> Een document is aan de onderzijde van de
ADF vastgelopen
Een document is aan de onderzijde van de ADF vastgelopen
1. Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF.
2. Til de ADF-documentsteun omhoog en verwijder het vastgelopen papier.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
641
> Het document is in de ADF vastgelopen
Het document is in de ADF vastgelopen
1. Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF.
2. Til het documentdeksel op.
3. Trek het vastgelopen document naar rechts eruit.
4. Sluit het documentdeksel.
5. Druk op .
Verwante informatie
•
642
> Papiersnippers die in de ADF (automatische documentinvoer) zijn vastgelopen verwijderen
Papiersnippers die in de ADF (automatische documentinvoer) zijn vastgelopen verwijderen
1. Til het documentdeksel op.
2. Steek een stuk stevig papier, bijvoorbeeld een briefkaart, in de ADF om kleine stukjes papier los te duwen.
3. Sluit het documentdeksel.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
643
Home > Problemen oplossen > Printer of papier vastgelopen
Printer of papier vastgelopen
Vastgelopen papier lokaliseren en verwijderen.
•
Papier is voor in de machine vastgelopen
•
Papier is achter in de machine vastgelopen
•
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
644
Printer of papier vastgelopen > Papier is voor in de machine vastgelopen
Papier is voor in de machine vastgelopen
Als een van de volgende berichten over een papierstoring op het LCD-scherm wordt weergegeven, volgt u de volgende stappen:
• [Vast voor/achter] , [Opnieuw vast voor/achter]
• [Vast voor] , [Opnieuw vast voor]
• [Voor/MF-lade vastgelopen (Voor/MP-lade vastgelopen)] , [Voor/MF-lade opnieuw vastgelopen (Voor/MP-lade opnieuw vastgelopen)]
• [Voor/handmatige invoersleuf vastgelopen] , [Opnieuw vast voor/handmat. inv.]
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Als er papier in de MF-lade ligt, verwijder dit dan. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
3. Trek lade 1 (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
Als het foutbericht op het LCD-scherm een herhaling betreft, bijvoorbeeld [Opnieuw vast voor/ achter] , tilt u de papiersteun (1) omhoog en trekt u deze in een schuine hoek volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
Als u klaar bent, gaat u naar de volgende stap.
4. Trek het vastgelopen papier (1) langzaam eruit.
1
645
Als het foutbericht op het LCD-scherm een herhaling betreft, bijvoorbeeld [Opnieuw vast voor/ achter] , doet u het volgende: a. Til de klep ter verwijdering van vastgelopen papier omhoog en verwijder het vastgelopen papier.
b. Controleer zorgvuldig of zich nog vastgelopen papier in de machine (1) bevindt.
1
Als u klaar bent, gaat u naar de volgende stap.
5. Gebruik beide handen en de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) in de geopende stand te zetten.
1
6. Trek het vastgelopen papier (1) langzaam uit de machine.
646
1
Als het foutbericht op het LCD-scherm een herhaling betreft, bijvoorbeeld [Opnieuw vast voor/ achter] , verplaatst u de printkop (indien nodig) om eventueel papier uit dit gedeelte te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen papierresten in de hoeken van de machine (1) en (2) achterblijven.
1 2
Als u klaar bent, gaat u naar de volgende stap.
BELANGRIJK
• Als de printkop zich in de rechterhoek bevindt (zie illustratie), kunt u de printkop niet verplaatsen. Sluit de scannerklep en sluit het netsnoer opnieuw aan. Open nogmaals de scannerklep en houd ingedrukt tot de printkop in het midden staat. Haal vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder het papier.
• Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen af met zeep of een schoonmaakmiddel.
7. Gebruik de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel voorzichtig te sluiten.
647
8. Als [Vast voor/achter] of [Opnieuw vast voor/achter] wordt weergegeven, doet u het volgende: a. Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine.
1 b. Controleer zorgvuldig of zich nog papier in de machine bevindt en trek dit er langzaam uit.
c. Sluit de klep ter verwijdering van vastgelopen papier. Zorg dat de klep goed gesloten is.
9. Als [Voor/MF-lade vastgelopen (Voor/MP-lade vastgelopen)] of [Voor/MF-lade opnieuw vastgelopen (Voor/MP-lade opnieuw vastgelopen)] op het LCD-scherm wordt weergegeven, moet u de MF-lade zorgvuldig onderzoeken op vastgelopen papier. Duw de ontgrendelingshendel (1) naar de achterkant van de machine en trek het vastgelopen papier vervolgens uit de MF-lade.
648
1
10. Als [Voor/handm. invoersleuf vastgel.] of [Opnieuw vast voor/handmat. inv.] op het
LCD-scherm wordt weergegeven, moet u de sleuf voor handmatige invoer zorgvuldig onderzoeken op vastgelopen papier en deze vervolgens langzaam uit de machine trekken.
11. Als het foutbericht op het LCD-scherm een herhaling betrof, bijvoorbeeld [Opnieuw vast voor/achter] , en u de papiersteun hebt verwijderd, plaatst u deze stevig terug in de machine. Zorg ervoor dat de papiersteun goed over de daarvoor bestemde richels glijdt.
12. Duw lade 1 langzaam volledig in de machine.
13. Steek de stekker weer in het stopcontact.
649
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
Verwante informatie
•
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
•
650
Printer of papier vastgelopen > Papier is achter in de machine vastgelopen
Papier is achter in de machine vastgelopen
Als een van de volgende berichten over een papierstoring op het LCD-scherm wordt weergegeven, volgt u de volgende stappen:
• [Vast achter] , [Opnieuw vast achter]
• [Vast in MF-lade (Vast in MP-lade)] , [Opnieuw vast in MF-lade (Opnieuw vast in
MP-lade)]
• [Handmatige invoersleuf vastgelopen] , [Handmatige invoersleuf opnieuw vastgelopen]
• [Vast in lade2] , [Opnieuw vast in lade2]
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Als er papier in de MF-lade ligt, verwijder dit dan. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
3. Trek lade 1 (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Als [Vast in lade2] of [Opnieuw vast in lade2] op het LCD-scherm wordt weergegeven, trekt u lade 2 (2) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
2
Als u klaar bent, gaat u naar de volgende stap.
4. Als [Vast achter] , [Opnieuw vast achter] , [Vast in lade2] of [Opnieuw vast in lade2] op het LCD-scherm wordt weergegeven, doet u het volgende: a. Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine.
1 b. Trek het vastgelopen papier langzaam uit de machine.
651
c. Sluit de klep ter verwijdering van vastgelopen papier. Zorg dat de klep goed gesloten is.
5. Als [Vast in MF-lade (Vast in MP-lade)] of [Opnieuw vast in MF-lade (Opnieuw vast in MP-lade)] op het LCD-scherm wordt weergegeven duwt u de ontgrendelingshendel (1) naar de achterkant van de machine en trekt u het vastgelopen papier vervolgens uit de MF-lade.
1
6. Als [Handmatige invoersleuf vastgel.] of [Handm. invoersleuf opn. vastgel.] wordt weergegeven, trekt u het vastgelopen papier langzaam uit de sleuf voor handmatige invoer.
7. Gebruik beide handen en de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) in de geopende stand te zetten.
652
1
8. Trek het vastgelopen papier (1) langzaam uit de machine.
1
Als het foutbericht op het LCD-scherm een herhaling betreft, bijvoorbeeld [Opnieuw vast achter] , verplaatst u de printkop (indien nodig) om eventueel papier uit dit gedeelte te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen papierresten in de hoeken van de machine (1) en (2) achterblijven.
1 2
Als u klaar bent, gaat u naar de volgende stap.
BELANGRIJK
• Als de printkop zich in de rechterhoek bevindt (zie illustratie), kunt u de printkop niet verplaatsen. Sluit de scannerklep en sluit het netsnoer opnieuw aan. Open nogmaals de scannerklep en houd ingedrukt tot de printkop in het midden staat. Haal vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder het papier.
653
• Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen af met zeep of een schoonmaakmiddel.
9. Gebruik de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel voorzichtig te sluiten.
10. (MFC-J6530DW) Duw lade 1 langzaam volledig in de machine.
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW) Duw lade 1 en lade 2 (indien verwijderd) langzaam volledig in de machine.
11. Steek de stekker weer in het stopcontact.
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
654
Verwante informatie
•
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
•
655
Printer of papier vastgelopen > Papiersnippers verwijderen
Papiersnippers verwijderen
MFC-J6530DW
1. Als er herhaaldelijk achter elkaar een papierstoring optreedt (3 of meer keer ), wordt u via het LCD-scherm gevraagd de papierresten te verwijderen.
Druk op [Ja] om naar het beginscherm terug te keren.
2. Druk op [Instell.] > [Onderhoud] > [Verwijder papierresten] .
3. Volg de instructies op het LCD-scherm om het vastgelopen papier te lokaliseren en te verwijderen.
Tijdens deze procedure moet u het onderhoudsvel (bij uw machine meegeleverd) in liggende richting in de sleuf voor handmatige invoer plaatsen. (Als u niet over het onderhoudsvel beschikt, gebruikt u een dikker vel papier van A4- of Letter-formaat, zoals glanzend papier.)
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Als er herhaaldelijk achter elkaar een papierstoring optreedt (3 of meer keer ), wordt u via het LCD-scherm gevraagd de papierresten te verwijderen.
Druk op [Ja] om naar het beginscherm terug te keren.
2. Druk op [Instell.] > [Onderhoud] > [Verwijder papierresten (Verwijder papier.)] .
3. Volg de instructies op het LCD-scherm om het vastgelopen papier te lokaliseren en te verwijderen.
Verwante informatie
•
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
Papier is voor in de machine vastgelopen
•
Papier is achter in de machine vastgelopen
656
Home > Problemen oplossen > Als u problemen hebt met de machine
Als u problemen hebt met de machine
Voor technische ondersteuning neemt u contact op met de customer support van Brother.
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, raadpleegt u de volgende onderwerpen. U kunt de meeste problemen zelf oplossen.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar support.brother.com
.
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet afkomstig zijn van Brother, kan dit invloed hebben op de afdrukkwaliteit, de prestaties van de hardware en de betrouwbaarheid van de machine.
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
•
•
•
Problemen met Google Cloud Print ™
•
657
Als u problemen hebt met de machine > Problemen met de
papierverwerking en afdrukproblemen
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
Afdrukproblemen
Probleem
Er kan niet worden afgedrukt
Suggesties
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het scherm van de machine een foutmelding weergeeft.
uu Verwante informatie : Fout- en onderhoudsberichten
Controleer of de machine online is:
• Windows Vista ® en Windows Server ® 2008
Klik op / Starten > Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer
(waarbij XXXX uw modelnaam is). Zorg ervoor dat Printer online gebruiken niet in de lijst staat. Als het in de lijst staat, klik dan op deze optie om de driver op Online in te stellen.
• Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2
Klik op / Starten > Apparaten en printers . Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is) en klik op
Afdruktaken weergeven . Klik op Printer in de menubalk. Zorg ervoor dat
Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op de Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is). Klik op Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op
Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep
Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op de Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is). Klik op Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op
Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows Server ® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op de Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is). Klik op Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op
Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
• Windows Server ® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven . Klik met de rechtermuisknop op de
Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is). Klik op
Afdruktaken weergeven . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver. Klik in de menubalk op Printer en zorg ervoor dat Printer offline gebruiken niet is geselecteerd.
Een of meerdere inktcartridges zijn leeg.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
658
Probleem Suggesties
Als oude, niet-afgedrukte gegevens in de spooler van de printerdriver blijft, verhindert dit het afdrukken van nieuwe afdruktaken. Open het printerpictogram en wis alle gegevens als volgt:
• Windows Vista ® en Windows Server ® 2008
Klik op / Starten > Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Printers .
• Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2
Klik op / Starten > Apparaten en printers > Printers en faxapparaten .
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven >
Printers .
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep
Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven > Printers .
• Windows Server ® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven > Printers .
• Windows Server ® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven > Printers .
• OS X v10.9.5, 10.10.x, 10.11.x
Klik op de Systeemvoorkeuren...
> Printers en scanners .
Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina.
Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
uu Verwante informatie : Onbedrukbaar gedeelte
Kop- of voettekst is zichtbaar wanneer het document op het scherm wordt weergegeven, maar wordt niet afgedrukt.
Kan afdrukken van 'Paginalay-out' niet uitvoeren.
De afdruksnelheid is te traag.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
Wijzig de instelling in de printerdriver. Als u de hoogste resolutie selecteert, duurt het langer om de gegevens te verwerken, te versturen en af te drukken. Probeer de andere kwaliteitsinstellingen in de printerdriver als volgt:
• Windows ®
Schakel het selectievakje Kleur verbetering op het tabblad Geavanceerd in de printerdriver uit.
• Macintosh
Kies Kleurinstellingen in de printerdriver, klik op Geavanceerde kleurinstellingen en schakel het selectievakje Kleur verbetering uit.
Schakel de functie Zonder Marges uit. Afdrukken zonder rand is trager dan normaal afdrukken.
uu Verwante informatie : Afdrukinstellingen (Windows ® ) of Foto's afdrukken
(Macintosh)
Schakel de stille modus uit. In de stille modus is de afdruksnelheid langzamer.
uu Verwante informatie : Lawaai bij het afdrukken verminderen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Probleem
Slechte afdrukkwaliteit
Suggesties
Controleer de afdrukkwaliteit.
659
Probleem
Witte lijnen in tekst of grafische afbeeldingen.
Suggesties uu Verwante informatie : De afdrukkwaliteit controleren
Zorg ervoor dat de instellingen voor het type media in de printerdriver of de instelling Type Papier in het menu van de machine overeenkomen met het soort papier dat u gebruikt.
uu Verwante informatie : Het papierformaat en de papiersoort wijzigen uu Verwante informatie : Afdrukinstellingen (Windows ® ) of Afdrukopties
(Macintosh)
Zorg ervoor dat uw inktcartridges vol zijn. De volgende zaken kunnen inkt doen samenklonteren:
• De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken.
• De inktcartridges bevinden zich al meer dan zes maand in uw machine.
• De inktcartridge is mogelijk niet correct opgeslagen vóór gebruik.
Zorg ervoor dat u originele inkt van Brother gebruikt. Het gebruik van andere cartridges dan cartridges van Brother of het hervullen van gebruikte cartridges met inkt van andere merken wordt afgeraden.
Zorg ervoor dat u een van de aanbevolen soorten papier gebruikt.
uu Verwante informatie : Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine is tussen 20 °C tot
33 °C.
Reinig de printkop.
uu Verwante informatie : De printkop van uw Brother-machine schoonmaken uu Verwante informatie : De printkop vanaf uw computer schoonmaken
(Windows ® ) of De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
Gebruik originele inkt van Brother.
Gebruik het aanbevolen type papier.
uu Verwante informatie : Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom om te zorgen dat de printkop regelmatig, maar minder vaak, wordt gereinigd.
De machine print blanco pagina's. Controleer de afdrukkwaliteit.
uu Verwante informatie : De afdrukkwaliteit controleren
Gebruik originele inkt van Brother.
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u de machine het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u de machine weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur om de
Tekens en regels zijn vlekkerig.
machine uit te zetten. Bij gebruik van krijgt de machine net genoeg stroom om te zorgen dat de printkop regelmatig, maar minder vaak, wordt gereinigd.
Controleer de uitlijning.
uu Verwante informatie : De afdrukuitlijning van uw machine van Brother controleren uu Verwante informatie : Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer
(Windows ® ) of De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
Verander de afdrukinstellingen.
uu Verwante informatie : De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
660
Probleem
Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef.
Er zit een vlek midden boven op de afgedrukte pagina.
Op de afdruk zitten vlekken of het lijkt of de inkt vlekt.
De inkt vlekt of is vochtig bij het gebruik van glanzend fotopapier.
Er zitten vlekken op de achterkant of onder aan de pagina.
De machine drukt dichte lijnen af op de pagina.
De afdrukken zijn gekreukeld.
Suggesties
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de papiergeleiders goed zijn afgesteld.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
uu Verwante informatie : Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
uu Verwante informatie : Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
Zorg dat het papier met de bedrukbare zijde naar beneden in de papierlade ligt.
Gebruik originele inkt van Brother.
Zorg er bij gebruik van fotopapier voor dat het papier met de glanzende zijde naar beneden in de lade ligt en dat u de juiste papiersoort hebt ingesteld. Als u een foto vanaf de computer afdrukt, stelt u het mediatype in de printerdriver in.
Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende
(bedrukbare) oppervlak naar beneden.
uu Verwante informatie : Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld.
Controleer of er inkt op de geleiderol zit.
uu Verwante informatie : De geleiderollen van de machine schoonmaken
Gebruik originele inkt van Brother.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
Controleer of er inkt op de papierinvoerrollen zit.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Windows ®
Selecteer Omgekeerde volgorde op het tabblad Normaal van de printerdriver.
• Windows ®
Selecteer het tabblad Geavanceerd in de printerdriver, klik op Andere afdrukopties en vervolgens op Geavanceerde kleurinstellingen . Vink het selectievakje Bi-directioneel afdrukken uit.
• Macintosh
Kies Afdrukinstellingen in de printerdriver, klik op Geavanceerd , kies
Andere afdrukopties en schakel het selectievakje Bi-directioneel afdrukken uit.
Gebruik originele inkt van Brother.
Problemen met de papierverwerking
Probleem Suggesties
De machine voert geen papier in.
Zorg ervoor dat de papierlade helemaal is ingeduwd tot hij op zijn plaats klikt.
Zorg ervoor dat de klep ter verwijdering van vastgelopen papier achteraan de machine gesloten is.
Als op het LCD-scherm van de machine het bericht Vastgelopen papier wordt weergegeven en het probleem niet verholpen is uu Verwante informatie : Fouten onderhoudsberichten
Als de papierlade leeg is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
661
Probleem
Fotopapier wordt niet goed ingevoerd.
De machine voert meerdere pagina’s in.
Het papier is vastgelopen.
Papier loopt opnieuw vast.
Het papier loopt vast bij dubbelzijdig kopiëren of afdrukken.
Suggesties
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de papierlade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Maak de papierinvoerrollen schoon.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Zorg ervoor dat het papier voldoet aan de specificaties voor de machine.
uu Verwante informatie : Papiergewicht en -dikte
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
• Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst.
• Verwijder al het papier uit de lade en waaier de stapel papier goed door.
Plaats het papier vervolgens terug in de lade.
• Zorg ervoor dat u het papier niet te ver naar binnen duwt.
uu Verwante informatie : Papier plaatsen
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is.
uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Controleer of het scheidingskussen in de papierlade schoon is.
uu Verwante informatie : Het scheidingskussentje reinigen uu Verwante informatie : Printer of papier vastgelopen
Controleer of de papiergeleiders op het juiste papierformaat zijn afgesteld.
Gebruik de instellingen voor het voorkomen van papierstoringen.
Voor kopiëren uu Verwante informatie : De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
Voor afdrukken uu Verwante informatie : Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen
(Windows ® ) of Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Macintosh)
Als papier vaker vastloopt, kan het zijn dat een stukje papier in de machine vastzit. Controleer of er nog papier vastzit in de machine.
uu Verwante informatie : Papiersnippers verwijderen
Als papier vaak vastloopt tijdens tweezijdig kopiëren of tweezijdig afdrukken, zijn de papierinvoerrollen mogelijk vuil. Reinig de papierinvoerrollen.
uu Verwante informatie : De papierinvoerrollen schoonmaken
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem
• Tekst te dicht op elkaar
• Horizontale strepen
• Er ontbreken delen van de bovenste en onderste zinnen
• Ontbrekende lijnen
Ontvangen faxen hebben zwarte lijnen
Suggesties
Dit is meestal te wijten aan een slechte telefoonlijn. Maal een kopie; als de kopie er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
De linker- en rechtermarge zijn afgebroken of een enkele pagina wordt afgedrukt op twee pagina's.
De scanner van de afzender is mogelijk vuil. Vraag de afzender een kopie te maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van de afzender. Probeer of u de fax van een ander faxapparaat kunt ontvangen.
Wanneer de ontvangen faxen zijn opgesplitst en afgedrukt op twee pagina's of wanneer u een bijkomende blanco pagina krijgt, is het ingestelde papierformaat misschien niet correct.
uu Verwante informatie : Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
662
Probleem
Ontvangen kleurenfaxen worden alleen in zwart-wit afgedrukt.
Suggesties
Schakel Automatische verkleining in.
uu Verwante informatie : De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
Vervang de kleureninktcartridges die leeg of bijna leeg zijn en vraag de afzender om de kleurenfax opnieuw te versturen.
uu Verwante informatie : De inktcartridges vervangen
Verwante informatie
•
Als u problemen hebt met de machine
•
•
•
•
•
De afdrukkwaliteit controleren
•
Het papierformaat en de papiersoort wijzigen
•
Aanvaardbaar papier en andere afdrukmedia
•
De printkop van uw Brother-machine schoonmaken
•
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Windows ® )
•
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
•
De afdrukuitlijning van uw machine van Brother controleren
•
Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer (Windows ® )
•
De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
•
•
De geleiderollen van de machine schoonmaken
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
•
•
De paginagrootte van een te grote inkomende fax verkleinen
•
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
•
•
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows ® )
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Macintosh)
•
Het scheidingskussentje reinigen
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
•
Lawaai bij het afdrukken verminderen
•
663
Als u problemen hebt met de machine > Telefoon- en faxproblemen
Telefoon- en faxproblemen
Telefoonlijn of -verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en in de LINE-aansluiting van de machine is gestoken.
Als u zich abonneert op DSLof VoIP-diensten, neemt u contact op met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen.
Als u een VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de VoIP-instelling te wijzigen naar Basis (voor VoIP) . Hiermee verlaagt u de modemsnelheid en wordt de
ECM-modus (Error Connection Mode) uitgeschakeld.
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
(Alleen beschikbaar voor enkele landen.)
Wijzig de Toon/Puls-instelling.
uu Verwante informatie : Toon of puls instellen Kiesmodus
Als er een externe telefoon is aangesloten op de machine, stuurt u een handmatige fax door de hoorn van de externe telefoon op te nemen en het nummer te kiezen met behulp van de externe telefoon. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort voordat u een fax verzendt.
Als er geen kiestoon is, sluit dan een werkende telefoon en telefoonsnoer aan op de aansluiting. Pak vervolgens de hoorn van een externe telefoon op en luister of u een kiestoon hoort. Als er nog steeds geen kiestoon is, vraag dan uw telefoonbedrijf om het snoer en/of de wandcontactdoos te controleren.
De machine neemt niet op wanneer er wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling.
uu Verwante informatie : Kies de juiste ontvangstmodus
Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt. Als er nog steeds geen antwoord is, controleert u of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en de LINEaansluiting van de machine steekt. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de machine niet overgaat wanneer u deze belt.
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem
De machine registreert een spraakverbinding als faxtonen.
Een faxoproep naar de machine overzetten.
Speciale functies op een enkele lijn.
Suggesties
Als Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Schakel de machine uit door op te drukken. Dit probleem kunt u wellicht vermijden door de functie Fax waarnemen uit te schakelen.
uu Verwante informatie : Stel Fax waarnemen in
Als u vanaf een tweede of externe telefoon hebt opgenomen, moet u de code voor activeren op afstand intoetsen (de fabrieksinstelling is *51). Als u vanaf een externe telefoon hebt opgenomen, drukt u op de Startknop om de fax te ontvangen.
Hang op zodra uw machine opneemt.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave,
Nummerweergave, Voicemail, een antwoordapparaat, een alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt met uw machine, kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: Als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of verstoren. De ECM-modus (foutencorrectie) van Brother kan helpen om dit probleem te verhelpen. Deze situatie heeft betrekking op telefoonsystemen, en
664
Probleem
Faxen ontvangen
Probleem
Kan geen fax ontvangen.
Suggesties komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen, raden we aan om een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies te gebruiken.
Suggesties
Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en in de LINE-aansluiting van de machine is gestoken.
Als u zich abonneert op DSL- of VoIP-diensten, neemt u contact op met uw serviceaanbieder voor informatie over aansluitingen. Als u een VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de VoIP-instelling te wijzigen naar Basis (voor VoIP) .
Hiermee verlaagt u de modemsnelheid en wordt de ECM-modus (Error
Connection Mode) uitgeschakeld.
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. Dit is afhankelijk van de externe apparaten en telefoonmaatschappijdiensten die aangesloten zijn op dezelfde lijn als uw Brother-machine.
uu Verwante informatie : Kies de juiste ontvangstmodus
• Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de stand Alleen
Fax.
• Als uw machine van Brother een lijn deelt met een extern antwoordapparaat, selecteert u de stand Extern antwoordapparaat. In de stand Extern antwoordapparaat ontvangt uw Brother-machine automatisch inkomende faxen, en bellers kunnen een bericht achterlaten op uw antwoordapparaat.
• Als uw machine van Brother een lijn deelt met andere telefoontoestellen en u wilt dat de machine automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, selecteert u de Fax/Tel-modus. In de Fax/Tel-modus ontvangt uw Brothermachine automatisch faxen en produceert deze een dubbel belsignaal om u op een telefoonoproep te attenderen.
• Selecteer de stand Handmatig als u niet wilt dat uw Brother-machine automatisch inkomende faxen beantwoordt. In de stand Handmatig moet u elke inkomende oproep beantwoorden en de machine activeren om faxen te ontvangen.
De oproep wordt mogelijk beantwoord door een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie voordat uw Brother-machine opneemt. Verlaag de instelling voor belvertraging om dit te testen:
• Als de ontvangstmodus op Alleen Fax of Fax/Tel is ingesteld, vermindert u de belvertraging tot één keer overgaan.
uu Verwante informatie : Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
• Als de ontvangstmodus is ingesteld op Extern antwoordapparaat, vermindert u het aantal keer overgaan dat u hebt ingesteld op uw antwoordapparaat tot twee keer.
• Als de ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, past u de belvertraging
NIET aan.
Laat iemand anders u een testfax sturen:
• Als u de testfax goed hebt ontvangen, werkt uw machine naar behoren.
Vergeet niet om de belvertraging of de instelling van het antwoordapparaat weer terug te zetten op de oorspronkelijke instelling. Als het probleem met het ontvangen van faxen zich opnieuw voordoet als u de belvertraging weer op de oorspronkelijke instelling hebt gezet, beantwoordt een persoon, een apparaat of een dienst de faxoproep voordat uw machine kan reageren.
• Als u de fax niet hebt ontvangen, verstoort wellicht een ander apparaat of een dienst de ontvangst van de fax, of is er een probleem met uw faxlijn.
665
Probleem
Faxen verzenden
Probleem
Kan geen fax verzenden.
Slechte verzendkwaliteit.
Het verzendrapport meldt
RESULT:NG.
Suggesties
Als u een antwoordapparaat (stand Extern antwoordapparaat) op dezelfde lijn gebruikt als de machine van Brother, controleert u of uw antwoordapparaat goed is ingesteld.
uu Verwante informatie : Een extern antwoordapparaat aansluiten
1. Sluit het externe antwoordapparaat aan zoals getoond in de afbeelding.
uu Verwante informatie : Extern antwoordapparaat
2. Stel uw antwoordapparaat in op een of twee keer overgaan.
3. Neem het uitgaande bericht op uw antwoordapparaat op.
• Neem vijf seconden stilte op aan het begin van uw uitgaande bericht.
• Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
• Beëindig uw uitgaande bericht met uw code voor activeren op afstand voor wie handmatig faxen wil verzenden. Bijvoorbeeld: "Spreek een bericht in na de toon, of druk op *51 en verzend een fax."
4. Stel uw antwoordapparaat in om oproepen te beantwoorden.
5. Stel de ontvangstmodus van uw Brother-machine in op Extern antwoordapparaat.
uu Verwante informatie : Kies de juiste ontvangstmodus
Controleer of de optie Fax waarnemen op uw machine van Brother is ingeschakeld. Met de functie Fax waarnemen kunt u een fax ook ontvangen wanneer u de oproep op een extern of tweede toestel hebt aangenomen.
uu Verwante informatie : Stel Fax waarnemen in
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, of als u een VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op
Basis (voor VoIP) te zetten.
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
Als u uw machine op een PBX- of ISDN-lijn aansluit, stel dan de menu-instelling van Telefoonlijn in op uw type telefoon.
uu Verwante informatie : Het type telefoonlijn instellen
Suggesties
Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of het telefoonsnoer in de telefoonwandaansluiting en in de LINE-aansluiting van de machine is gestoken.
Als u zich abonneert op DSLof VoIP-diensten, neemt u contact op met uw serviceprovider voor informatie over aansluitingen.
Als u een VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de VoIP-instelling te wijzigen naar Basis (voor VoIP) . Hiermee verlaagt u de modemsnelheid en wordt de
ECM-modus (Error Connection Mode) uitgeschakeld.
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
Druk het Verzendrapport af en controleer of er een fout is.
uu Verwante informatie : Rapporten afdrukken
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Vraag de andere partij om na te gaan of er papier zit in de ontvangende machine.
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit slecht is, reinigt u de scanner.
uu Verwante informatie : De scanner schoonmaken
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Verzend de fax opnieuw.
Als u een bericht via PC-FAX verzendt en in het verzendrapport RESULT:NG staat, is het geheugen van de machine wellicht vol. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen, faxen afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen of een uitgestelde fax annuleren. Als het probleem nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
666
Probleem
Verzonden faxen zijn blanco.
Het formaat van de verzonden fax verschilt met het documentformaat.
Verticale zwarte lijnen bij het verzenden.
Suggesties uu Verwante informatie : Geheugenontvangst uitschakelen uu Verwante informatie : Een fax in het geheugen van de machine afdrukken uu Verwante informatie : Een fax die wordt verzonden annuleren uu Verwante informatie : Een wachtende fax controleren en annuleren
Als u uw machine op een PBX- of ISDN-lijn aansluit, stel dan de menu-instelling van Telefoonlijn in op uw type telefoon.
uu Verwante informatie : Het type telefoonlijn instellen
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, of als u een VoIP-systeem gebruikt, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op
Basis (voor VoIP) te zetten.
uu Verwante informatie : Storing op de telefoonlijn/VoIP
Laad het document op de juiste manier.
uu Verwante informatie : Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF) uu Verwante informatie : Documenten op de glasplaat plaatsen
De machine detecteert mogelijk niet het juiste documentformaat van bepaalde documenten, zoals donkergekleurde documenten en transparanten.
Selecteer het juiste documentformaat voor uw document.
(MFC-J6935DW)
De documentsensor in de ADF detecteert mogelijk het verkeerde documentformaat. Reinig de documentsensor van de ADF.
uu Verwante informatie : De documentsensor van de ADF reinigen
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Maak de glazen strook schoon.
uu Verwante informatie : De scanner schoonmaken
Verwante informatie
•
Als u problemen hebt met de machine
•
•
Storing op de telefoonlijn/VoIP
•
•
Toon of puls instellen Kiesmodus
•
•
•
Stel het aantal keren in dat de machine overgaat voordat deze antwoordt (Belvertraging)
•
Een extern antwoordapparaat aansluiten
•
•
Het type telefoonlijn instellen
•
•
•
De documentsensor van de ADF reinigen
•
Ontvangst in geheugen uitschakelen
•
Een fax in het geheugen van de machine afdrukken
•
Een fax die wordt verzonden annuleren
•
Een wachtende fax controleren en annuleren
•
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen
•
Documenten op de glasplaat plaatsen
667
Als u problemen hebt met de machine >
> Stel de kiestoondetectie in
Stel de kiestoondetectie in
Door de kiestoon op [Waarneming] in te stellen, wordt de tijd tot de kiestoon wordt waargenomen verkort.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Kiestoon] .
2. Druk op [Waarneming] of [Geen detectie] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Kiestoon] .
2. Druk op [Waarneming] of [Geen detectie] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
668
Als u problemen hebt met de machine >
> Storing op de telefoonlijn/VoIP
Storing op de telefoonlijn/VoIP
Als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een fax door een mogelijke storing op de telefoonlijn, of als u een VoIP-systeem gebruikt, raden we u aan de modemsnelheid te wijzigen om faxstoringen tot een minimum te beperken.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Compatibel] .
2. Druk op de gewenste optie.
• [Basic (voor VoIP)] verlaagt de modemsnelheid tot 9.600 bps en schakelt het ontvangen van kleurenfaxen en ECM uit, behalve voor het verzenden van kleurenfaxen. Gebruik deze instelling alleen indien nodig, bijvoorbeeld als u vaak storing op de telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste VoIP-voorzieningen te verbeteren, raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in [Basic (voor VoIP)] .
• [Normaal] stelt de modemsnelheid in op 14.400 bps.
• [Hoog] stelt de modemsnelheid in op 33.600 bps.
3. Druk op .
• VoIP (Voice over IP) is een telefoonsysteem dat gebruikmaakt van een internetverbinding in plaats van een traditionele telefoonlijn.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Compatibel] .
2. Druk op de gewenste optie.
• [Basic (voor VoIP)] verlaagt de modemsnelheid tot 9.600 bps en schakelt het ontvangen van kleurenfaxen en ECM uit, behalve voor het verzenden van kleurenfaxen. Gebruik deze instelling alleen indien nodig, bijvoorbeeld als u vaak storing op de telefoonlijn hebt.
Om de compatibiliteit met de meeste VoIP-voorzieningen te verbeteren, raadt Brother aan de instelling bij
Compatibel te wijzigen in [Basic (voor VoIP)] .
• [Normaal] stelt de modemsnelheid in op 14.400 bps.
• [Hoog] stelt de modemsnelheid in op 33.600 bps.
3. Druk op .
• VoIP (Voice over IP) is een telefoonsysteem dat gebruikmaakt van een internetverbinding in plaats van een traditionele telefoonlijn.
Verwante informatie
•
•
Bellen via internet (VoIP) /Telefoonlijnstoring
•
669
Als u problemen hebt met de machine > Overige problemen
Overige problemen
Problemen met kopiëren
Probleem
Kan geen kopie maken.
Op kopieën worden zwarte lijnen of strepen afgedrukt.
Suggesties
Neem contact op met uw beheerder om uw instellingen voor Secure Function
Lock te controleren.
Zwarte lijnen op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook, de glasplaat, en de witte balk en het witte plastic erboven.
uu Verwante informatie : De scanner schoonmaken A
Kopieën bevatten zwarte vlekken. Zwarte vlekken op kopieën worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glasplaat en het witte plastic erboven.
uu Verwante informatie : De scanner schoonmaken
Er verschijnen regelmatig donkere lijnen.
Controleer en wijzig de papierinvoer.
uu Verwante informatie : De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen
De kopieën zijn blanco.
Slechte kopieerresultaten bij het gebruik van de ADF.
Bij gebruik van de ADF is het papierformaat van kopieën groter dan verwacht.
(MFC-J6935DW)
De functie Aanp. aan pag. werkt niet goed.
Laad het document op de juiste manier.
uu Verwante informatie : Documenten plaatsen in de automatische documentinvoer (ADF) uu Verwante informatie : Documenten op de glasplaat plaatsen
Gebruik de glasplaat.
uu Verwante informatie : Documenten op de glasplaat plaatsen
De documentsensor in de ADF detecteert mogelijk het verkeerde documentformaat. Reinig de documentsensor van de ADF.
uu Verwante informatie : De documentsensor van de ADF reinigen
Controleer of het document niet scheef op de glasplaat ligt. Leg het document recht en probeer het opnieuw.
De machine detecteert mogelijk niet het juiste documentformaat van bepaalde documenten, zoals donkergekleurde documenten en transparanten. De optie
Passend op pagina werkt daardoor mogelijk niet.
Selecteer in plaats van Passend op pagina een vergrotings- of verkleiningspercentage, afhankelijk van het formaat van uw document en papier.
Problemen met scannen
Probleem
Bij de start van de scan verschijnen TWAIN- of WIAfouten. (Windows ® )
Suggesties
Zorg dat de Brother TWAIN- of WIA-driver als primaire bron is geselecteerd in uw scantoepassing. Klik in Nuance ™ PaperPort ™ 14 bijvoorbeeld op Bureaublad >
Scaninstellingen > Selecteren...
om de Brother TWAIN-/WIA-driver te selecteren.
670
Probleem
Er verschijnt een TWAIN-fout wanneer het scannen begint.
(Macintosh)
Suggesties
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd in uw scantoepassing.
U kunt ook documenten scannen met de ICA-scannerdriver.
Probeer de scanresolutie te verhogen.
OCR (optische tekstherkenning) werkt niet.
Slechte scanresultaten bij het gebruik van de ADF. (Er verschijnen zwarte lijnen in de gescande gegevens.)
Reinig de witte balk en de glazen strook eronder.
uu Verwante informatie : De scanner schoonmaken
Gebruik de glasplaat.
uu Verwante informatie : Documenten op de glasplaat plaatsen
Het formaat van de scanresultaten verschilt van het documentformaat.
(MFC-J6935DW)
De machine detecteert mogelijk niet het juiste documentformaat voor bepaalde documenten, zoals donkergekleurde documenten en transparanten. Daardoor werkt de optie Automatisch voor het documentformaat mogelijk niet.
Selecteer een andere formaatoptie dan Automatisch , afhankelijk van het formaat van uw document.
De documentsensor in de ADF detecteert mogelijk het verkeerde documentformaat. Reinig de documentsensor van de ADF.
uu Verwante informatie : De documentsensor van de ADF reinigen
Problemen met rechtstreeks foto's afdrukken
Probleem
Een gedeelte van de foto ontbreekt op de afdruk.
Suggesties
Zorg ervoor dat de functies Afdrukken zonder rand en Bijsnijden zijn uitgeschakeld.
uu Verwante informatie : Foto's zonder rand afdrukken vanaf een USBflashstation uu Verwante informatie : Foto's afdrukken met automatisch bijsnijden
Problemen met software
Probleem
Afdrukken lukt niet.
“Apparaat bezet” wordt op het computerscherm weergegeven.
Suggesties
Verwijder de Brother-driver en installeer deze opnieuw.
Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat.
Verwante informatie
•
Als u problemen hebt met de machine
•
•
•
De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen
•
Documenten in de ADF (automatische documentinvoer) plaatsen
•
Documenten op de glasplaat plaatsen
•
Foto's zonder rand afdrukken vanaf een USB-flashstation
•
Foto's afdrukken met automatisch bijsnijden
•
De documentsensor van de ADF reinigen
•
671
Als u problemen hebt met de machine > Netwerkproblemen
Netwerkproblemen
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows ® )
•
Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
•
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
•
672
Als u problemen hebt met de machine >
hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows ® )
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows ® )
Gebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding om de netwerkinstellingen van de
Brother-machine te herstellen. Dit hulpprogramma wijst het juiste IP-adres en subnetmasker toe.
• Windows Vista ® /Windows ® 7/Windows ® 8/Windows ® 10
U dient zich als beheerder aan te melden.
• Controleer of de Brother-machine is ingeschakeld en op hetzelfde netwerk als uw computer is aangesloten.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Optie
Windows Vista ® /
Windows ® 7
Windows
Windows
®
®
8/
10
Beschrijving
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan).
Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op
Netwerkverbinding repareren .
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op
Hulpmiddelen en klik vervolgens op Netwerkverbinding repareren .
• Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, voert u een van de volgende stappen uit:
Windows Vista ® : Klik op Toestaan .
Windows ® 7/Windows ® 8/Windows ® 10: Klik op Ja .
2. Volg de instructies op uw computerscherm.
3. Controleer de diagnose door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
Het hulpprogramma voor het herstellen van netwerkverbindingen wordt automatisch gestart als u de optie
Hulpprogramma voor verbindingsherstel inschakelen selecteert via de Status Monitor. Klik met de rechtermuisknop in het Status Monitor-venster en klik vervolgens op Overige instellingen >
Hulpprogramma voor verbindingsherstel inschakelen . Dit is niet aan te raden wanneer uw netwerkbeheerder het IP-adres heeft ingesteld op Statisch, aangezien het IP-adres hiermee automatisch wordt gewijzigd.
Als zelfs na het gebruik van het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding het juiste IP-adres en subnetmasker nog steeds niet zijn toegewezen, vraagt u de netwerkbeheerder om deze informatie.
Verwante informatie
•
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
673
Als u problemen hebt met de machine >
Netwerkproblemen > Waar kan ik
netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
•
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
674
Als u problemen hebt met de machine >
Netwerkproblemen > Het lukt niet
om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
Het lukt niet om de configuratie van het draadloze netwerk te voltooien.
Schakel de draadloze router uit en vervolgens weer in. Probeer opnieuw de draadloze instellingen te configureren. Als het niet lukt om het probleem op te lossen, volgt u de onderstaande instructies:
Onderzoek het probleem met behulp van het WLAN-rapport.
Oorzaak
Uw beveiligingsinstellingen
(SSID/Netwerksleutel) zijn niet juist.
Het MAC-adres van uw
Brother machine wordt niet toegestaan.
Uw draadloze LANtoegangspoort/router staat in de sluimerstand (geeft de
SSID niet door).
Actie
• Bevestig de veiligheidsinstellingen met het hulpprogramma
Wireless Setup Helper. Voor meer informatie en om het hulpprogramma te downloaden, gaat u naar de Downloads pagina van uw model op het Brother Solutions Center via support.brother.com
.
• Controleer of u de juiste beveiligingsinstellingen gebruikt.
Raadpleeg de handleiding die u bij uw draadloze LANtoegangspoort/router hebt ontvangen voor informatie over het achterhalen van de veiligheidsinstellingen.
Het kan ook zijn dat de naam van de fabrikant of het modelnummer van de draadloze LAN-toegangspoort/router als de standaardbeveiligingsinstellingen worden gebruikt.
Neem hierover contact op met de fabrikant van de toegangspoort/router, uw internetprovider of netwerkbeheerder.
Controleer of het MAC-adres van de Brother-machine in het filter wordt toegestaan. U vindt het MAC-adres via het bedieningspaneel van de Brother-machine.
• Voer de juiste SSID-naam of netwerksleutel handmatig in.
• Controleer de SSID-naam of de netwerksleutel in de handleiding die u bij uw draadloze LAN-toegangspoort/router hebt ontvangen en configureer de draadloze netwerkinstallatie opnieuw.
Uw beveiligingsinstellingen
(SSID/wachtwoord) zijn niet correct.
U maakt gebruik van
Android ™ 4.0.
• Bevestig de SSID en het wachtwoord.
Wanneer u het netwerk handmatig configureert, worden de
SSID en het wachtwoord op uw machine van Brother weergegeven. Als uw mobiele apparaat handmatige configuratie ondersteunt, worden de SSID en het wachtwoord weergegeven op het scherm van uw mobiel apparaat.
Als de verbinding van uw mobiele apparaat (ongeveer zes minuten na gebruik van Wi-Fi Direct) wordt verbroken, probeert u de drukknopconfiguratie met WPS (aanbevolen) en stelt u de machine van Brother als een G/E in.
Plaats uw Brother-machine binnen een afstand van ongeveer 1 meter van het mobiele apparaat wanneer u de instellingen van het
Wi-Fi Direct-netwerk configureert.
Verplaats uw Brother-machine naar een plaats zonder obstakels.
Uw Brother-machine bevindt zich te ver van uw mobiele apparaat.
Er bevinden zich obstakels
(muren of meubels bijvoorbeeld) tussen uw machine en het mobiele apparaat.
Er bevindt zich een draadloze computer,
Bluetooth-apparaat, magnetron of digitale draadloze telefoon in de buurt van de Brothermachine of het mobiele apparaat.
Verwijder andere apparaten uit de buurt van de Brother-machine of het mobiele apparaat.
Interface
Draadloos
Draadloos
Draadloos
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
Wi-Fi Direct
675
Oorzaak
Als u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en geprobeerd maar de configuratie van Wi-Fi Direct nog steeds niet kunt voltooien, voer dan een van de volgende zaken uit:
Actie
• Schakel uw Brother-machine uit en daarna weer in. Probeer vervolgens de instellingen van Wi-Fi Direct opnieuw te configureren.
• Als u uw Brother-machine als een client-pc gebruikt, bevestig dan het aantal apparaten die tot het huidige Wi-Fi Direct netwerk zijn toegelaten en controleer hoeveel apparaten zijn verbonden.
Interface
Wi-Fi Direct
Voor Windows ®
Als uw draadloze verbinding verbroken is en u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en geprobeerd, raden we u aan het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding te gebruiken.
Verwante informatie
•
•
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren wanneer de SSID niet wordt doorgegeven
•
676
Als u problemen hebt met de machine >
Netwerkproblemen > Mijn Brother-
machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX
Ontvangen via het netwerk.
Oorzaak
De toegang tot het netwerk wordt door uw beveiligingssoftware geblokkeerd. (De functie netwerkscannen werkt niet. )
Er werd geen beschikbaar
IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine.
Actie
• Windows
®
Configureer de beveiligings-/firewallsoftware van derden om
Netwerkscannen toe te staan. Om poort 54925 toe te voegen voor netwerkscannen, voert u onderstaande informatie in:
Bij Naam :
Voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer :
Voer 54925 in.
Bij Protocol :
Selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/ firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.
• Macintosh
Start ControlCenter2. Klik op het snelmenu Model en selecteer vervolgens Andere… . Het venster Device Selector verschijnt.
Selecteer opnieuw uw netwerkmachine, zorg ervoor dat Status op inactief staat en klik vervolgens op OK .
De toegang tot het netwerk wordt door uw beveiligingssoftware geblokkeerd. (De functie
PC-Fax Ontvangen via het netwerk werkt niet.)
(Windows ® )
Stel de beveiligings-/firewallsoftware van derden in om PC-FAX ontvangen toe te staan. Om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk, voert u onderstaande informatie in:
• Bij Naam :
Voer een beschrijving in, bijvoorbeeld Brother PC-Fax ontvangen.
• Bij Poortnummer :
Voer 54926 in.
• Bij Protocol :
Selecteer UDP.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw beveiligings-/ firewallsoftware of neem contact op met de softwarefabrikant.
De toegang tot het netwerk wordt door uw beveiligingssoftware geblokkeerd.
Beveiligingssoftware blokkeert mogelijk de toegang zonder een beveiligingswaarschuwing weer te geven, zelfs na een succesvolle installatie.
Om toegang toe te staan, raadpleegt u de instructies voor uw beveiligingssoftware of neemt u contact op met de softwarefabrikant.
• Bevestig het IP-adres en het subnetmasker.
Controleer of de IP-adressen en subnetmaskers van uw computer en het Brother-apparaat juist zijn en zich in hetzelfde netwerk bevinden.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie over hoe u het IP-adres en Subnetmasker verifieert.
• Windows
®
Bevestig het IP-adres en het subnetmasker met het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding.
• Macintosh
Controleer uw netwerkapparaten aan de hand van de pingopdracht. Voor meer informatie over het controleren van uw netwerkinstellingen uu Verwante informatie : Netwerkapparaten controleren met de pingopdracht .
Interface
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
677
Oorzaak
De mislukte afdruktaak staat nog steeds in de afdrukwachtrij van de computer.
Uw machine van Brother is niet met het draadloze netwerk verbonden.
Actie
• Als de mislukte afdruktaak nog steeds in de afdrukwachtrij van uw computer staat, verwijdert u deze.
• Dubbelklik anders in de volgende map op het printerpictogram en annuleer alle documenten:
Windows Vista ®
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers .
Windows ® 7
Klik op (Starten) > Apparaten en printers > Printers en faxapparaten .
Windows
®
8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen
> Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven > Printers .
Windows
®
10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm .
Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven > Printers .
Windows Server ® 2008
Klik op start > Configuratiescherm > Printers .
Windows Server ® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen
> Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven > Printers .
Windows Server ® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
OS X v10.9.5, 10.10.x, 10.11.x
Klik op Systeemvoorkeuren...
> Printers en scanners .
Druk het WLAN-rapport af en controleer de foutcode op het afgedrukte rapport.
Interface
Bedraad/ draadloos
Draadloos
Als u al het bovenstaande hebt gecontroleerd en geprobeerd maar de Brother-machine nog steeds niet afdrukt en scant, verwijdert u de software en drivers van Brother en installeert u deze opnieuw.
Verwante informatie
•
•
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows ® )
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
•
Netwerkapparaten controleren met de pingopdracht
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
678
Als u problemen hebt met de machine >
controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
Controle
Controleer of uw
Brother-machine, toegangspoort/router of netwerkhub is ingeschakeld.
Actie
Controleer het volgende:
• Het netsnoer is goed aangesloten en de machine van Brother is ingeschakeld.
• De toegangspoort/router of hub is ingeschakeld en de verbindingsknop knippert.
• Alle beschermende verpakkingsmaterialen zijn van de machine verwijderd.
• De inktcartridges zijn op de juiste wijze geïnstalleerd.
• Het scannerdeksel en de klep ter verwijdering van vastgelopen papier zijn volledig gesloten.
• Het papier is op de juiste manier in de papierlade geplaatst.
• (Voor bedrade netwerken) Een netwerkkabel is stevig aangesloten op de Brother-machine en de router of hub.
Controleer of u de
Brother-machine kunt pingen vanaf uw computer.
Controleer of de
Brother-machine verbinding heeft met het draadloze netwerk.
Ping de Brother-machine vanaf uw computer door bij de Windows ® opdrachtprompt of in een Macintosh-toepassing het IP-adres of de knooppuntnaam te typen: ping <ipaddress> of <nodename> .
• Succesvol: Uw Brother-machine werkt correct en is op hetzelfde netwerk aangesloten als uw computer.
• Niet succesvol: Uw Brother-machine is niet aangesloten op hetzelfde netwerk als uw computer.
(Windows ® )
Raadpleeg de netwerkbeheerder en gebruik het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding om het IP-adres en het subnetmasker te herstellen.
(Macintosh)
Controleer of het IP-adres en het subnetmasker correct zijn ingesteld.
Druk het WLAN-rapport af en controleer de foutcode op het afgedrukte rapport.
Interface
Bedraad/ draadloos
Bedraad/ draadloos
Draadloos
Als u al het bovenstaande gecontroleerd en geprobeerd hebt, maar nog steeds problemen ondervindt, raadpleegt u de handleiding van uw draadloze LAN-toegangspoort/router voor het vinden van de SSID- en netwerksleutelgegevens en stelt u deze correct in.
Verwante informatie
•
•
Netwerkapparaten controleren met de pingopdracht
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
•
Het hulpprogramma voor het herstellen van de netwerkverbinding gebruiken (Windows ® )
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
•
Foutcodes in het rapport voor draadloos LAN
679
Als u problemen hebt met de machine >
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
> Netwerkapparaten controleren met de pingopdracht
Netwerkapparaten controleren met de pingopdracht
Controleer de IP-adressen van uw computer en Brother-machine en controleer vervolgens of het netwerk correct werkt.
>> Configureer het IP-adres op uw computer (Windows ® )
>> Configureer het IP-adres op uw computer (Macintosh)
>> Configureer het IP-adres op uw Brother-machine
Configureer het IP-adres op uw computer (Windows ® )
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op / Starten > Alle programma's > Accessoires > Opdrachtprompt
• Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Als de menubalk verschijnt, klikt u op Zoeken > Opdrachtprompt .
• Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Opdrachtprompt .
2. Typ "ipconfig" en druk vervolgens op Enter op uw toetsenbord.
3. Controleer de waarden van het IPv4-adres en het subnetmasker.
4. Typ "exit" en druk vervolgens op Enter op uw toetsenbord.
Configureer het IP-adres op uw computer (Macintosh)
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het Apple-menu.
2. Klik op Netwerk > Geavanceerd > TCP/IP
3. Controleer de waarden van het IPv4-adres en het subnetmasker.
Configureer het IP-adres op uw Brother-machine
Druk het netwerkconfiguratierapport af en controleer de waarden van het IP-adres en het subnetmasker.
Controleer de IP-adressen van uw computer en de Brother-machine. Controleer of de netwerkadresgedeelten hetzelfde zijn. Als het subnetmasker bijvoorbeeld "255.255.255.0" is, is het normaal dat alleen de hostadresgedeelten verschillen.
IP-Adres
Netwerkadres
192.168.100.
Hostadres
250
Subnetmasker 255.255.255.
0
Stel het laatste nummer, dat overeenkomt met "0" in het subnetmasker, in op 1–254.
Als het subnetmasker "255.255.255.0" is, zijn er doorgaans geen problemen. Gebruik dezelfde waarde voor al uw computers.
Verwante informatie
•
Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten naar behoren werken.
680
•
Mijn Brother-machine kan niet afdrukken, scannen of PC-FAX Ontvangen via het netwerk.
681
Als u problemen hebt met de machine > Problemen met Google Cloud
Print ™
Problemen met Google Cloud Print ™
Probleem
Mijn Brother-machine wordt niet weergegeven in het printeroverzicht.
Afdrukken lukt niet.
Ik kan mijn Brother-machine niet bij Google Cloud Print ™ registreren.
Ik zie geen informatie op mijn Brother-machine wanneer ik deze bij Google Cloud Print ™ probeer te registreren, zelfs niet nadat ik de registratiestappen heb herhaald.
Suggesties
Controleer of de machine is ingeschakeld.
Controleer of Google Cloud Print
™
is ingeschakeld.
Controleer of de machine is geregistreerd bij Google
Cloud Print ™ opnieuw.
. Als dit niet het geval is, probeer het dan
Controleer of de machine is ingeschakeld.
Controleer de netwerkinstellingen. uu Verwante informatie
Bepaalde bestanden kunnen mogelijk niet worden afgedrukt of zien er niet precies zo uit als weergegeven.
Zorg ervoor dat uw machine is aangesloten op een netwerk met internetverbinding.
Controleer of de correcte datum en tijd op de machine zijn ingesteld.
Controleer of uw Brother-machine inactief is wanneer u deze registreert bij Google Cloud Print ™ .
Verwante informatie
•
Als u problemen hebt met de machine
•
682
Als u problemen hebt met de machine > Problemen met AirPrint
Problemen met AirPrint
Probleem
Mijn Brother-machine wordt niet weergegeven in het printeroverzicht.
Afdrukken lukt niet.
Ik probeer een document van meerdere pagina's af te drukken vanaf een Apple-apparaat, maar ALLEEN de eerste pagina wordt afgedrukt.
Suggesties
Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
Controleer de netwerkinstellingen. uu Verwante informatie
Plaats het mobiele apparaat dichter bij uw draadloze toegangspunt/router of uw Brother-machine.
Controleer of uw Brother-machine is ingeschakeld.
Controleer de netwerkinstellingen. uu Verwante informatie
Zorg ervoor dat u de laatste versie van iOS hebt.
Raadpleeg het volgende artikel van Apple voor meer informatie over AirPrint: support.apple.com/kb/HT4356 .
Verwante informatie
•
Als u problemen hebt met de machine
•
683
Home > Problemen oplossen > De gegevens van de machine controleren
De gegevens van de machine controleren
Doe het volgende om het serienummer, de firmwareversie en firmware-update van uw machine te controleren.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Machine-info] .
2. Druk op een van de volgende opties:
• [Serienummer]
Hiermee controleert u het serienummer van uw machine.
• [Firmware-versie]
Hiermee controleert u de firmwareversie van uw machine.
• [Firmware bijwerken (Firmware-update)]
Hiermee werkt u de machine bij met de meest recente firmware.
• [Firmware Auto Check]
U kunt informatie over de firmware in het beginscherm bekijken.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Machine-info] .
2. Druk op een van de volgende opties:
• [Serienummer]
Hiermee controleert u het serienummer van uw machine.
• [Firmware-versie]
Hiermee controleert u de firmwareversie van uw machine.
• [Firmware bijwerken]
Hiermee werkt u de machine bij met de meest recente firmware.
• [Firmware Auto Check]
U kunt informatie over de firmware in het beginscherm bekijken.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
684
Home > Problemen oplossen > Uw machine resetten
Uw machine resetten
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Terugstellen (Reset)] .
2. Druk op de resetoptie die u wilt gebruiken.
3. Houd [OK] twee seconden ingedrukt om de machine opnieuw op te starten.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Reset] .
2. Druk op de resetoptie die u wilt gebruiken.
3. Houd [OK] twee seconden ingedrukt om de machine opnieuw op te starten.
Verwante informatie
•
•
Overzicht van de resetfuncties
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
685
> Overzicht van de resetfuncties
Overzicht van de resetfuncties
De volgende resetfuncties zijn beschikbaar:
1.
[Apparaat terugstellen (Machine resetten)]
Hiermee kunt u alle machine-instellingen die u hebt veranderd, zoals datum en tijd en belvertraging, herstellen.
Het adresboek, faxrapporten en oproepgeschiedenis blijven behouden.
2.
[Netwerk]
U kunt de fabrieksinstellingen van de afdrukserver resetten (inclusief wachtwoord en IP-adresgegevens).
3.
[Adresboek en fax]
Met de functie Adresboek en fax kunt u de volgende instellingen herstellen:
• Adresboek
(Adresboek en Groepen instellen)
• Geprogrammeerde faxtaken in het geheugen
(Tijdklok en Verzamelen)
• Stations-ID
(Naam en Fax)
• Opties voor afstandsbediening
(Fax doorzenden)
• Rapport
(Verzendrapport, Adresboek en Fax Journaal)
• Overzicht
(Overzicht beller-id en Uitg. Gesprek)
• Faxen in het geheugen
4.
[Alle instell.]
Gebruik de resetfunctie voor de instellingen om alle instellingen van de machine te resetten naar de instellingen die in de fabriek werden ingesteld.
Brother raadt u ten zeerste aan om deze functie uit te voeren wanneer u de machine wegdoet.
Koppel de interfacekabel los voordat u [Netwerk] of [Alle instell.] kiest.
Verwante informatie
•
•
Uw faxen of faxjournaalrapport overbrengen
686
Routineonderhoud
•
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
Uw machine van Brother controleren
•
De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
•
Uw Brother-machine verpakken en verzenden
687
Home > Routineonderhoud > De inktcartridges vervangen
De inktcartridges vervangen
Uw Brother-machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de vier cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, wordt een melding weergegeven.
Op het LCD-scherm wordt aangegeven welke inktcartridge bijna leeg of aan vervanging toe is. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm om de inktcartridges in de juiste volgorde te vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen, bevat de inktcartridge nog een kleine hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen dat de lucht de printkopset uitdroogt en beschadigt.
VOORZICHTIG
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoel ze dan onmiddellijk met water en raadpleeg een arts als u zich zorgen maakt.
BELANGRIJK
Brother raadt u met klem af de bij uw machine geleverde inktcartridges met andere inkt te vullen. We bevelen u ook ten zeerste aan om alleen vervangende inktcartridges van het merk Brother te blijven gebruiken.
Gebruik of poging tot gebruik van mogelijk niet-compatibele inkt en/of cartridges in de Brother-machine kan de machine beschadigen en/of tot een gebrekkige afdrukkwaliteit leiden. Onze garantie is niet van toepassing op problemen veroorzaakt door het gebruik van ongeautoriseerde inkt en/of cartridges van derden. Om uw aanschaf te beschermen en de beste prestatie van de machine van Brother te verkrijgen, raden we ten strengste het gebruik van originele inktcartridges van Brother aan.
1. Open het deksel van de inktcartridge (1).
Als een of meer van de inktcartridges aan vervanging toe is, wordt op het LCD-scherm [Alleen zwartwit afdrukken] of [Vervang inkt] weergegeven.
1
Als de zwarte cartridge leeg is, is [Vervang inkt] de enige melding die verschijnt. U moet de zwarte cartridge vervangen.
2. Druk op de ontgrendelingshendel om de cartridgekleur die op het LCD-scherm wordt weergegeven te ontgrendelen en de cartridge uit de machine te verwijderen, zoals in de illustratie getoond.
688
3. Open de verpakking met de nieuwe inktcartridge voor de kleur die op het LCD-scherm wordt aangegeven en haal vervolgens de inktcartridge eruit.
BELANGRIJK
• Raak het met (1) gemarkeerde gebied op de cartridge NOOIT aan. De cartridge wordt dan mogelijk niet gedetecteerd door de machine.
1
• Schud alleen de zwarte inktcartridge 15 keer horizontaal heen en weer, zoals afgebeeld, voordat u deze in de machine plaatst.
4. Plaats de inktcartridge in de richting van de pijl op het etiket.
Elke kleur heeft zijn eigen vaste positie.
689
5. Duw voorzichtig op het deel met de aanduiding 'PUSH' tot de cartridgehendel vastklikt. Sluit vervolgens het deksel van de inktcartridge.
Er wordt automatisch een reset uitgevoerd voor de inktstippenteller.
• Als u een inktcartridge hebt vervangen, bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCD-scherm mogelijk gevraagd om te bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is (bijvoorbeeld [Veranderde u Zwarte inkt] ). Selecteer [Ja] voor elke nieuwe cartridge die u hebt geïnstalleerd om de inktstippenteller voor die kleur te resetten. Als de geïnstalleerde inktcartridge niet nieuw is, moet u [Nee] selecteren.
• Als [Geen inktcartridge (Geen inktpatroon)] of [Kan niet detect.] op het LCDscherm wordt weergegeven nadat u de inktcartridge hebt geïnstalleerd, controleert u of de inktcartridge correct is geïnstalleerd. Verwijder de inktcartridge en plaats hem langzaam opnieuw tot deze op zijn plaats klikt.
BELANGRIJK
• Schud NIET met de inktcartridges. Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen af met zeep of een schoonmaakmiddel.
• Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze aan vervanging toe zijn, anders weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
• Raak NOOIT de houders voor de cartridges aan; de inkt kan anders vlekken op uw huid achterlaten.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een inktcartridge in de verkeerde positie hebt geïnstalleerd, wordt op het LCD-scherm [Verkeerde kleur inkt] weergegeven.
Controleer welke inktcartridges niet op de juiste kleurpositie zijn geïnstalleerd en plaats deze in de correcte positie.
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na het openen in de machine en verbruik deze binnen zes maanden na de installatie. Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de uiterste verbruiksdatum die op de cartridgeverpakking vermeld staat.
• Maak de inktcartridge NOOIT open en knoei er niet mee; hierdoor kan de cartridge inkt verliezen.
Verwante informatie
•
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
690
•
Uw Brother-machine verpakken en verzenden
691
Home > Routineonderhoud > Uw machine van Brother schoonmaken
Uw machine van Brother schoonmaken
•
•
De documentsensor van de ADF reinigen
•
De printkop van uw Brother-machine schoonmaken
•
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Windows ® )
•
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
•
•
De buitenkant van de machine schoonmaken
•
De geleiderollen van de machine schoonmaken
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
•
Het scheidingskussentje reinigen
•
De papierinvoerrollen schoonmaken
•
De papierdoorvoerrollen voor papierlade 2 reinigen
692
Uw machine van Brother schoonmaken
> De scanner schoonmaken
De scanner schoonmaken
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Til het documentdeksel op (1). Reinig de glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met water.
1
3
2
3. Reinig de witte balk (1) en de glazen strook (2) in de ADF met een pluisvrije doek die is bevochtigd met water.
1
2
4. (MFC-J6930DW/MFC-J6935DW) Open de klep van de glasplaat(1) en reinig de witte balk (2) en de glazen strook (3) met een pluisvrije doek die is bevochtigd met water.
1
2
3
693
Nadat u de glasplaat en glazen strook hebt gereinigd, voelt u met uw vingertoppen of er nog vuil op zit. Als u vuil voelt, reinigt u de glasstrook en met name het vuile gedeelte opnieuw. Het kan zijn dat u het schoonmaken drie of vier keer moet herhalen. Maak na elke schoonmaakbeurt een kopie.
Als er vuil of correctievloeistof op de glazen strook zit, is er een verticale streep zichtbaar op de afdruk.
Nadat de glazen strook is gereinigd, is de verticale streep verdwenen.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
•
694
Uw machine van Brother schoonmaken
> De documentsensor van de ADF reinigen
De documentsensor van de ADF reinigen
Gerelateerde modellen : MFC-J6935DW
Door de documentsensor van de ADF regelmatig te reinigen, kan worden voorkomen dat de machine het verkeerde documentformaat detecteert.
1. Reinig de ADF-documentsensor (1) met een droge, zachte, pluisvrije doek.
1
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
•
695
Uw machine van Brother schoonmaken
> De printkop van uw Brothermachine schoonmaken
De printkop van uw Brother-machine schoonmaken
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden, maakt de machine automatisch en wanneer nodig de printkop schoon. Als er een probleem met de afdrukkwaliteit is, kunt u het schoonmaakproces handmatig starten.
• Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale streep of een leeg gedeelte door de tekst of afbeeldingen loopt, dient u de printkop te reinigen. Geef afhankelijk van de probleemkleur op of u alleen zwart, drie kleuren tegelijk (geel/cyaan/magenta), of alle vier kleuren tegelijk wilt reinigen.
• Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
• Wanneer de kop te vaak wordt gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de printkop aanraakt, kan deze blijvend worden beschadigd en kan de garantie erop vervallen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Inkt] > [Printkop reinigen] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Printkop reinigen] drukken.
2. Druk op [Alleen zwart] , [Alleen kleur] of [Allemaal (Allen)] .
3. Druk op [Normaal] , [Sterk] of [Zeer sterk (Sterkst)] .
4. Druk op [Start] .
De machine reinigt de printkop.
• Als u de printkop hebt gereinigd en de afdruk daarmee niet verbeterd is, probeer dan om voor elke kleur waarmee u problemen ondervindt een vervangende originele inktcartridge van Brother te installeren.
Reinig de printkop opnieuw. Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of uw Brother-leverancier.
• U kunt de printkop ook vanaf uw computer reinigen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Inkt] > [Printkop reinigen] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Printkop reinigen] drukken.
2. Druk op [Alleen zwart] , [Alleen kleur] of [Alle inkt] .
3. Druk op [Normaal] , [Sterk] of [Zeer sterk (Sterkst)] .
4. Druk op [Start] .
De machine reinigt de printkop.
696
• Als u de printkop hebt gereinigd en de afdruk daarmee niet verbeterd is, probeer dan om voor elke kleur waarmee u problemen ondervindt een vervangende originele inktcartridge van Brother te installeren.
Reinig de printkop opnieuw. Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of uw Brother-leverancier.
• U kunt de printkop ook vanaf uw computer reinigen.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Windows ® )
•
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
697
Uw machine van Brother schoonmaken
> De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Windows ® )
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Windows ® )
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden, maakt de machine automatisch en wanneer nodig de printkop schoon. Als er een probleem met de afdrukkwaliteit is, kunt u het schoonmaakproces handmatig starten.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Voor Windows Vista ® en Windows Server ® 2008
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers .
• Voor Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2
Klik op (Starten) > Apparaten en printers .
• Voor Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server ® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server ® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Apparaten en printers weergeven .
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX voor de naam van uw model staat) en selecteer vervolgens Voorkeursinstellingen voor afdrukken . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver.
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
3. Klik op het tabblad Onderhoud .
4. Selecteer een van de volgende opties:
Optie
Afdrukkwaliteit controleren...
Printkop reinigen...
Beschrijving
Hiermee kunt u de testpagina afdrukken en de afdrukkwaliteit controleren.
Hiermee kunt u het reinigingsproces handmatig starten. Selecteer deze functie als een regel of blanco stukken in tekst of afbeeldingen op de testpagina voorkomen.
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie Afdrukkwaliteit controleren...
hebt geselecteerd, klikt u op Start .
De testpagina wordt afgedrukt.
• Als u de optie Printkop reinigen...
hebt geselecteerd, selecteert u als reinigingstype de optie Alleen zwart , Alleen kleur of Alle en klikt u vervolgens op Volgende .
6. Selecteer de optie Normaal , Sterk of Zeer sterk als reinigingssterkte en klik vervolgens op Volgende .
7. Klik op Start .
Het reinigen wordt gestart.
698
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De printkop van uw Brother-machine schoonmaken
699
Uw machine van Brother schoonmaken
> De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
De printkop vanaf uw computer schoonmaken (Macintosh)
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden, maakt de machine automatisch en wanneer nodig de printkop schoon. Als er een probleem met de afdrukkwaliteit is, kunt u het schoonmaakproces handmatig starten.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het Apple-menu.
2. Selecteer Printers en scanners en vervolgens de machine.
3. Klik op de knop Opties en toebehoren...
.
4. Klik op het tabblad Onderhoud en vervolgens op de knop Open Printerhulpprogramma .
Het Status Monitor-venster verschijnt.
5. Klik op het menu Besturing en selecteer vervolgens Onderhoud .
6. Selecteer een van de volgende opties:
Optie
Afdrukkwaliteit controleren...
Printkop reinigen...
Beschrijving
Hiermee kunt u de testpagina afdrukken en de afdrukkwaliteit controleren.
Hiermee kunt u het reinigingsproces handmatig starten. Selecteer deze functie als een regel of blanco stukken in tekst of afbeeldingen op de testpagina voorkomen.
7. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als u de optie Afdrukkwaliteit controleren...
hebt geselecteerd, klikt u op Start .
De testpagina wordt afgedrukt.
• Als u de optie Printkop reinigen...
hebt geselecteerd, selecteert u als reinigingstype de optie Alleen zwart , Alleen kleur of Alle en klikt u vervolgens op Volgende .
8. Selecteer de optie Normaal , Sterk of Zeer sterk als reinigingssterkte en klik vervolgens op Volgende .
9. Klik op Start .
Het reinigen wordt gestart.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De printkop van uw Brother-machine schoonmaken
700
Uw machine van Brother schoonmaken
> Het LCD-scherm schoonmaken
Het LCD-scherm schoonmaken
BELANGRIJK
Gebruik GEEN vloeibare reinigingsmiddelen (inclusief ethanol).
1. Houd ingedrukt om de machine uit te zetten. Op het LCD-scherm wordt enkele seconden [Afsluiten] weergegeven voordat de stroom wordt uitgeschakeld.
2. Reinig het LCD-scherm met een droge, zachte, pluisvrije doek.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
701
Uw machine van Brother schoonmaken
> De buitenkant van de machine schoonmaken
De buitenkant van de machine schoonmaken
BELANGRIJK
• Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals verdunner of benzine, beschadigt de buitenkant van de machine.
• Gebruik GEEN reinigingsmiddelen die ammoniak bevatten.
• Gebruik GEEN isopropylalcohol om het bedieningspaneel te reinigen. Het paneel kan hierdoor barsten.
1. Als de papiersteunklep open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen.
2. Trek de papierladen (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
1
3. Maak de buiten- en binnenkant van de machine schoon met een droge, pluisvrije doek.
4. Verwijder alles wat eventueel nog in de papierlade vastzit. Maak de binnen- en buitenkant van de papierlade schoon met een droge, pluisvrije doek.
5. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
702
Uw machine van Brother schoonmaken
> De geleiderollen van de machine schoonmaken
De geleiderollen van de machine schoonmaken
WAARSCHUWING
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact voordat u de geleiderol reinigt. Als u dit niet doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
1. Gebruik beide handen en de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel in de geopende stand te zetten.
2. Reinig de geleiderol van de machine (1) en het gedeelte eromheen en veeg eventuele inkt weg met een droge, zachte, pluisvrije doek.
2
1
BELANGRIJK
Zorg dat u de negen uitsteeksels (2) NIET verbuigt of er te hard op drukt. Hierdoor kunt u schade veroorzaken.
3. Sluit het scannerdeksel voorzichtig met beide handen.
4. Sluit het netsnoer weer aan.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
703
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
704
Uw machine van Brother schoonmaken
> De papierinvoerrollen schoonmaken
De papierinvoerrollen schoonmaken
Als de papierinvoerrollen bevuild zijn door inktvlekken of papierstof kan dit invoerproblemen veroorzaken.
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Als de papiersteunklep open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen.
3. Trek de papierlade (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
4. Til de papiersteun (1) omhoog en trek deze in een schuine hoek volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
5. Reinig de voorzijde van de papierinvoerrollen (1) in een heen en weer gaande beweging met een zachte, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. Wrijf de rollen na het reinigen na met een droge, zachte, pluisvrije doek om al het vocht te verwijderen.
1
6. Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (2) en reinig vervolgens de achterzijde van de papierinvoerrollen (1) met een zachte, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. Wrijf de rollen na het reinigen na met een droge, zachte, pluisvrije doek om al het vocht te verwijderen.
705
2 1
7. Duw de papierlade stevig terug in de machine. Zorg ervoor dat de papiersteun goed over de daarvoor bestemde richels glijdt.
8. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
9. Sluit het netsnoer weer aan.
Gebruik de machine pas weer wanneer de rollen droog zijn. Als u de machine gebruikt terwijl de rollen nog niet droog zijn, kunnen er problemen met het invoeren van het papier optreden.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
706
Uw machine van Brother schoonmaken
> Het scheidingskussentje reinigen
Het scheidingskussentje reinigen
Door het scheidingskussentje regelmatig te reinigen, kan worden voorkomen dat de machine meerdere vellen papier invoert wanneer er zich slechts enkele vellen papier in de lade bevinden.
1. Als de papiersteunklep open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen.
2. Trek de papierladen (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
1
3. Reinig het kussen (1) met een zachte, pluisvrije doek die met water is bevochtigd.
Gebruik na het reinigen van het kussen een droge, zachte, pluisvrije doek om al het vocht te verwijderen.
1
4. Duw de papierladen langzaam volledig in de machine.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
707
Uw machine van Brother schoonmaken
> De papierinvoerrollen schoonmaken
De papierinvoerrollen schoonmaken
Door de papierdoorvoerrollen regelmatig schoon te maken zorgt u ervoor dat het papier steeds goed doorgevoerd wordt en er geen papierstoringen optreden.
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Als de papiersteunklep open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen.
3. Trek de papierlade (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
4. Til de papiersteun (1) omhoog en trek deze in een schuine hoek volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
5. Reinig de papierdoorvoerrollen (1) met een zachte, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. Draai de rollen langzaam rond zodat het hele oppervlak gereinigd wordt. Wrijf de rollen na het reinigen na met een droge, zachte, pluisvrije doek om al het vocht te verwijderen.
1
6. Duw de papierlade stevig terug in de machine. Zorg ervoor dat de papiersteun goed over de daarvoor bestemde richels glijdt.
708
7. Duw de papierlade langzaam volledig in de machine.
8. Sluit het netsnoer weer aan.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
•
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
709
Uw machine van Brother schoonmaken
> De papierdoorvoerrollen voor papierlade 2 reinigen
De papierdoorvoerrollen voor papierlade 2 reinigen
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Als de papiersteunklep open is, klapt u deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen.
3. Trek lade 2 (1) volledig uit de machine, zoals aangegeven door de pijl.
1
4. Reinig de papierdoorvoerrollen voor lade 2 (1) met een zachte, pluisvrije doek die met water is bevochtigd.
Draai de rollen langzaam rond zodat het hele oppervlak gereinigd wordt. Wrijf de rollen na het reinigen na met een droge, zachte, pluisvrije doek om al het vocht te verwijderen.
1
5. Duw lade 2 langzaam volledig in de machine.
6. Sluit het netsnoer weer aan.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother schoonmaken
710
Home > Routineonderhoud > Uw machine van Brother controleren
Uw machine van Brother controleren
•
De afdrukkwaliteit controleren
•
De afdrukuitlijning van uw machine van Brother controleren
•
Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer (Windows ® )
•
De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
•
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Macintosh)
711
Uw machine van Brother controleren
> De afdrukkwaliteit controleren
De afdrukkwaliteit controleren
Als vage of gestreepte kleuren en tekst op uw afdrukken verschijnen, kunnen de spuitmondjes van de printkop verstopt zijn. Druk het controleblad van de afdrukkwaliteit af en kijk naar het pijpcontrolepatroon.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Inkt] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] >
[Contr. afdrukkwaliteit (Controleer afdrukkwaliteit)] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Contr. afdrukkwaliteit (Controleer afdrukkwaliteit)] drukken.
2. Druk op [Start] .
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt afgedrukt.
3. Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het vel.
4. Op het touchscreen verschijnt een vraag over de afdrukkwaliteit. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als alle lijnen duidelijk en zichtbaar zijn, drukt u op [Nee] en vervolgens op om de controle van de afdrukkwaliteit te beëindigen.
• Als er lijnen ontbreken (zie Niet OK hieronder), drukt u op [Ja] .
OK
Niet OK
5. Via het touchscreen wordt u gevraagd de afdrukkwaliteit van elke kleur te controleren. Druk op het patroonnummer (1–4) dat het afdrukresultaat het dichtst benadert.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als het reinigen van de printkop noodzakelijk is, drukt u op [Start] om de reinigingsprocedure te starten.
• Als het reinigen van de printkop niet nodig is, wordt het Onderhoud-scherm opnieuw weergegeven op het touchscreen. Druk op .
7. Nadat de reinigingsprocedure is voltooid, wordt u via het touchscreen gevraagd of u de testpagina
Afdrukkwaliteit nogmaals wilt afdrukken. Druk op [Ja] en vervolgens op [Start] .
712
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt nogmaals afgedrukt. Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het vel papier.
Als u de printkop hebt gereinigd en de afdruk daarmee niet verbeterd is, probeer dan om voor elke kleur waarmee u problemen ondervindt een vervangende originele inktcartridge van Brother te installeren. Reinig de printkop opnieuw. Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de printkop aanraakt, kan deze blijvend worden beschadigd en kan de garantie erop vervallen.
Als een spuitmondje van een printkop verstopt is, ziet de afdruk er zo uit.
Nadat het spuitmondje van de printkop gereinigd is, zijn de strepen verdwenen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Inkt] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] >
[Contr. afdrukkwaliteit (Controleer afdrukkwaliteit)] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Contr. afdrukkwaliteit (Controleer afdrukkwaliteit)] drukken.
2. Druk op [Start] .
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt afgedrukt.
3. Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het vel.
4. Op het touchscreen verschijnt een vraag over de afdrukkwaliteit. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als alle lijnen duidelijk en zichtbaar zijn, drukt u op [Nee] en vervolgens op om de controle van de afdrukkwaliteit te beëindigen.
• Als er lijnen ontbreken (zie Niet OK hieronder), drukt u op [Ja] .
713
OK
Niet OK
5. Via het touchscreen wordt u gevraagd de afdrukkwaliteit van elke kleur te controleren. Druk op het patroonnummer (1–4) dat het afdrukresultaat het dichtst benadert.
6. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als het reinigen van de printkop noodzakelijk is, drukt u op [Start] om de reinigingsprocedure te starten.
• Als het reinigen van de printkop niet nodig is, wordt het Onderhoud-scherm opnieuw weergegeven op het touchscreen. Druk op .
7. Nadat de reinigingsprocedure is voltooid, wordt u via het touchscreen gevraagd of u de testpagina
Afdrukkwaliteit nogmaals wilt afdrukken. Druk op [Ja] en vervolgens op [Start] .
De testpagina Afdrukkwaliteit wordt nogmaals afgedrukt. Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het vel papier.
Als u de printkop hebt gereinigd en de afdruk daarmee niet verbeterd is, probeer dan om voor elke kleur waarmee u problemen ondervindt een vervangende originele inktcartridge van Brother te installeren. Reinig de printkop opnieuw. Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is, neemt u contact op met de klantenservice van
Brother of uw Brother-leverancier.
BELANGRIJK
Raak de printkop NOOIT aan. Als u de printkop aanraakt, kan deze blijvend worden beschadigd en kan de garantie erop vervallen.
714
Als een spuitmondje van een printkop verstopt is, ziet de afdruk er zo uit.
Nadat het spuitmondje van de printkop gereinigd is, zijn de strepen verdwenen.
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
715
Uw machine van Brother controleren
> De afdrukuitlijning van uw machine van Brother controleren
De afdrukuitlijning van uw machine van Brother controleren
Als uw afgedrukte tekst wazig wordt of de afbeeldingen vaag worden na transport van de machine, past u de afdrukuitlijning aan.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Inkt] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] >
[Uitlijning] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Uitlijning] drukken.
2. Druk op [Volg.] .
3. Druk op a of b om het papierformaat weer te geven waarvan de afdrukuitlijning moet worden aangepast en druk erop.
4. Druk op [Basisuitlijning] of [Geavanceerde uitlijning] .
5. Plaats het geselecteerde papierformaat in de lade en druk op [Start] .
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
(A)
6. Druk voor patroon A op a of b om het nummer van de proefafdruk met de minst zichtbare verticale strepen
(1-9) weer te geven en druk erop (in het voorbeeld is 6 de beste keuze). Druk op [OK] .
Herhaal deze stap voor de rest van de patronen.
Wanneer het uitlijnen van het afdrukken niet goed is ingesteld, ziet de tekst er, zoals hieronder, vaag uit.
Wanneer het uitlijnen van het afdrukken goed is ingesteld, ziet de tekst er als volgt uit.
7. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Inkt] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] >
[Uitlijning] .
716
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Uitlijning] drukken.
2. Druk op [Volg.] .
3. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om het papierformaat weer te geven waarvan de uitlijning moet worden aangepast en druk er vervolgens op.
4. Druk op [Basisuitlijning] of [Geavanceerde uitlijning] .
5. Plaats het geselecteerde papierformaat in de lade en druk op [Start] .
De testpagina Uitlijning wordt afgedrukt.
(A)
6. Veeg voor patroon A omhoog of omlaag of druk op a of b om het nummer van de proefafdruk met de minst zichtbare verticale strepen (1-9) weer te geven en druk erop (in het voorbeeld is 6 de beste keuze). Druk op
[OK] .
Herhaal deze stap voor de rest van de patronen.
Wanneer het uitlijnen van het afdrukken niet goed is ingesteld, ziet de tekst er, zoals hieronder, vaag uit.
Wanneer het uitlijnen van het afdrukken goed is ingesteld, ziet de tekst er als volgt uit.
7. Druk op .
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
717
Uw machine van Brother controleren
> Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer (Windows ® )
Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer (Windows ® )
Als uw afgedrukte tekst wazig wordt of de afbeeldingen vaag worden na transport van de machine, past u de afdrukuitlijning aan.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Voor Windows Vista ® en Windows Server ® 2008
Klik op (Starten) > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers .
• Voor Windows ® 7 en Windows Server ® 2008 R2
Klik op (Starten) > Apparaten en printers .
• Voor Windows ® 8
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server ® 2012
Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op het menu Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware op
Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows Server ® 2012 R2
Klik op Configuratiescherm op het start -scherm. Klik in de groep Hardware op Apparaten en printers weergeven .
• Voor Windows ® 10
Klik op > Alle apps > Systeem > Configuratiescherm . Klik in de groep Hardware en geluiden op
Apparaten en printers weergeven .
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Brother MFC-XXXX Printer (waarbij XXXX uw modelnaam is) en selecteer vervolgens Eigenschappen van printer . Als de opties voor de printerdriver verschijnen, selecteert u uw printerdriver.
3. Klik op het tabblad Algemeen en vervolgens op de knop Voorkeursinstellingen...
of
Voorkeursinstellingen...
.
Het dialoogvenster voor de printerdriver wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Geavanceerd .
5. Klik op de knop Andere afdrukopties .
6. Selecteer de optie Oneven regels reduceren .
7. Selecteer een van de volgende opties:
Optie Beschrijving
A3, JIS B4, Registerpapier Pas de afdrukuitlijning aan voor papier van formaat A3, JIS B4 (alleen beschikbaar in bepaalde landen) en Ledger.
A4, Letter
Andere afmetingen
Pas de afdrukuitlijning aan voor papier van formaat A4 en Letter.
Pas de afdrukuitlijning aan voor andere papierformaten.
8. Klik op OK om terug te keren naar het venster van de printerdriver.
9. Klik op OK .
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
718
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
719
Uw machine van Brother controleren
> De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
Als uw afgedrukte tekst wazig wordt of de afbeeldingen vaag worden na transport van de machine, past u de afdrukuitlijning aan.
1. Klik in een toepassing zoals Apple TextEdit op het menu Archief en selecteer vervolgens Druk af .
2. Selecteer Brother MFC-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is).
Klik op de knop Toon details voor meer opties voor de pagina-instelling.
3. Klik op het snelmenu van de toepassing en selecteer vervolgens Afdrukinstellingen .
De Afdrukinstellingen -opties verschijnen.
4. Klik op de Geavanceerd -lijst met afdrukinstellingen.
5. Klik op het menu Oneven regels reduceren .
6. Selecteer een van de volgende opties:
Optie Beschrijving
A3, JIS B4, Registerpapier Pas de afdrukuitlijning voor A3-, JIS B4- (alleen beschikbaar in enkele landen) en Ledger-papier aan.
A4, Letter
Andere afmetingen
Pas de afdrukuitlijning voor A4- en Letter-papier aan.
Pas de afdrukuitlijning voor papier van andere afmetingen aan.
7. Wijzig indien nodig nog andere printerinstellingen.
8. Klik op Druk af .
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
720
Uw machine van Brother controleren
> Het inktvolume controleren
Het inktvolume controleren
Hoewel op het LCD-scherm een inktvolumepictogram wordt weergegeven, kunt u ook via het inktmenu een groot diagram weergeven waarop wordt aangegeven hoeveel inkt in elke cartridge over is.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Inkt] > [Inktvolume] . Op het touchscreen wordt het inktvolume weergegeven.
• U kunt ook drukken op [Instell.] > [Onderhoud] > [Inktvolume] .
• Als de inktcartridge een probleem heeft of bijna aan vervanging toe is, wordt een van de volgende pictogrammen weergegeven.
De inkt is bijna op.
De inktcartridge is bijna aan vervanging toe.
Er is een probleem met de inktcartridge.
• Om de modelnummers van de inktcartridges te controleren of af te drukken, drukt u op om terug te gaan naar het menuscherm [Inkt] .
Druk op [Inktcartridgemodel] en volg de instructies op het touchscreen.
2. Druk op .
U kunt het inktniveau ook vanaf uw computer controleren.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Inkt] > [Inktvolume] . Op het touchscreen wordt het inktvolume weergegeven.
• U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Inktvolume] drukken.
• Als de inktcartridge een probleem heeft of bijna aan vervanging toe is, wordt een van de volgende pictogrammen weergegeven.
De inkt is bijna op.
De inktcartridge is bijna aan vervanging toe.
Er is een probleem met de inktcartridge.
• Om de modelnummers van de inktcartridges te controleren of af te drukken, drukt u op om terug te gaan naar het menuscherm [Inkt] .
Druk op [Inktcartridgemodel] en volg de instructies op het touchscreen.
2. Druk op .
U kunt het inktniveau ook vanaf uw computer controleren.
721
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
•
•
Documenten afdrukken (Windows ® )
•
Druk een document af (Macintosh)
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
722
Uw machine van Brother controleren
> De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
Het hulpprogramma Status Monitor is een softwaretool die u zelf kunt configureren en waarmee u de status van een of meer apparaten kunt controleren. U kunt hiermee onmiddellijk op de hoogte worden gesteld van foutmeldingen.
• Ga op een van de volgende manieren te werk:
Dubbelklik op het pictogram in de taakbalk.
Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet gedaan). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Status Monitor .
Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ), klik vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam
(indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op
Status Monitor .
Problemen oplossen
Klik op de knop Problemen oplossen om naar de website voor het oplossen van problemen te gaan.
Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
Klik op de knop Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
voor meer informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
Foutpictogrammen
Pictogram Beschrijving
De inkt is bijna op.
De inktcartridge is bijna aan vervanging toe.
Er is een probleem met de inktcartridge.
723
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
•
Indicatoren van de Status Monitor en hun betekenis (Windows ® )
•
Schakel de functie Toon Status Monitor uit (Windows ® )
•
De Status Monitor uitschakelen (Windows ® )
•
Annuleer een afdruktaak (Windows ® )
•
724
Uw machine van Brother controleren
® )
Indicatoren van de Status Monitor en hun betekenis (Windows ® )
Wanneer u uw computer opstart, verschijnt het pictogram Brother Status Monitor in de taakbalk.
• Een groen pictogram geeft aan dat het apparaat stand-by staat.
• Een geel pictogram duidt op een waarschuwing.
• Een rood pictogram geeft aan dat er een fout is opgetreden.
• Een grijs pictogram geeft aan dat de machine offline is.
Verwante informatie
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
725
Uw machine van Brother controleren
® )
Schakel de functie Toon Status Monitor uit (Windows ® )
Deze functie laat u weten of er een probleem is met een apparaat dat door uw computer wordt gecontroleerd. De standaardinstelling is Alleen bij afdrukken vanaf deze pc . Doe het volgende om deze functie uit te schakelen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram of venster ( Brother Status Monitor ), selecteer de optie
Instellingen voor Status Monitor en klik vervolgens op Opties .
Het venster Opties verschijnt.
2. Selecteer het tabblad Basis en vervolgens Uit voor Status Monitor weergeven .
3. Klik op OK .
Zelfs als de functie Toon Status Monitor is uitgeschakeld kunt u de status op elk gewenst moment controleren door de Status Monitor weer te geven.
Verwante informatie
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
726
Uw machine van Brother controleren
® )
De Status Monitor uitschakelen (Windows ® )
1. Klik met de rechtermuisknop op het ( Brother Status Monitor )-pictogram of -venster en selecteer vervolgens Exit .
2. Klik op OK .
Verwante informatie
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Windows ® )
727
Uw machine van Brother controleren
> De status van de machine vanaf uw computer controleren (Macintosh)
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Macintosh)
Het hulpprogramma Status Monitor van Brother is een configureerbaar programma dat de status van een apparaat controleert en een melding geeft als zich een fout voordoet. U kunt Status Monitor ook gebruiken om
Beheer via een webbrowser te openen.
1. Selecteer Systeemvoorkeuren...
in het Apple-menu.
2. Selecteer Printers en scanners en vervolgens de machine.
3. Klik op de knop Opties en toebehoren...
.
4. Klik op het tabblad Onderhoud en vervolgens op de knop Open Printerhulpprogramma .
Het Status Monitor-venster verschijnt.
Problemen oplossen
Klik op de knop Problemen oplossen om naar het Brother Solutions Center te gaan, waar u veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen vindt.
Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
Klik op de knop Zoekt u vervangende verbruiksartikelen?
voor meer informatie over originele verbruiksartikelen van Brother.
De status van de machine updaten
Om de meest recente status van de machine te bekijken terwijl het venster Status Monitor is geopend, klikt u op het pictogram . Om de interval in te stellen waarmee de statusinformatie van de machine door de software wordt bijgewerkt, klikt u op het menu Brother Status Monitor en selecteert u vervolgens
Voorkeuren...
.
Beheer via een webbrowser (alleen met een netwerkverbinding)
Open Beheer via een webbrowser door op het scherm Status Monitor op het machinepictogram te klikken. U kunt een standaardwebbrowser gebruiken om uw machine met HTTP (Hyper Text Transfer
Protocol) te beheren.
728
Foutpictogrammen
Pictogram
Verwante informatie
•
Uw machine van Brother controleren
•
Beheer via een webbrowser openen
Beschrijving
De inkt is bijna op.
De inktcartridge is bijna aan vervanging toe.
Er is een probleem met de inktcartridge.
729
Home > Routineonderhoud > De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen
De papierinvoer corrigeren om de verticale lijnen te verminderen
Pas de papierinvoer aan om de verticale lijnen te verminderen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Inkt] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] >
[Corr. papierinvoer (Corrigeer papierinvoer)] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Corr. papierinvoer (Corrigeer papierinvoer)] drukken.
2. Druk op de knop [Volg.] en volg daarna de instructies op het touchscreen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Inkt] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] >
[Corr. papierinvoer (Corrigeer papierinvoer)] .
U kunt ook op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)] > [Corr. papierinvoer (Corrigeer papierinvoer)] drukken.
2. Druk op de knop [Volg.] en volg daarna de instructies op het touchscreen.
Verwante informatie
•
•
730
Home > Routineonderhoud > De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
De afdrukinstellingen wijzigen bij afdrukproblemen
Als de afdrukkwaliteit matig is, selecteert u deze opties, afhankelijk van uw wensen.
Deze opties zijn alleen beschikbaar wanneer u handelingen op de machine uitvoert, zoals kopiëren.
Wanneer u afdrukt vanaf uw computer, wijzigt u de instellingen in de printerdriver.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukopties] .
2. Druk op een van de volgende opties:
Optie Beschrijving
Verminder vlekken Selecteer deze optie, afhankelijk van uw papiertype en of u enkelzijdig of tweezijdig afdrukt als er vlekken op de afdrukken zitten of het papier vastloopt.
Verminder oneven regels
Selecteer deze optie, afhankelijk van uw papierformaat, als de afdruk oneven lijnen bevat.
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u een type normaal papier gebruikt waarop inkt langzaam droogt.
3. Volg de LCD-menu's.
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Onderhoud] > [Afdrukopties] .
2. Druk op een van de volgende opties:
Optie Beschrijving
Verminder vlekken Selecteer deze optie, afhankelijk van uw papiertype en of u enkelzijdig of tweezijdig afdrukt als er vlekken op de afdrukken zitten of het papier vastloopt.
Verminder oneven regels
Selecteer deze optie, afhankelijk van uw papierformaat, als de afdruk oneven lijnen bevat.
Langzaam drogend papier
Selecteer deze optie als u een type normaal papier gebruikt waarop inkt langzaam droogt.
3. Volg de LCD-menu's.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Kopiëren op beide zijden van het papier (tweezijdig kopiëren)
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Windows ® )
731
•
Vlekken op afdrukken en papierstoringen voorkomen (Macintosh)
•
Controleer de afdrukuitlijning vanaf uw computer (Windows ® )
•
De afdrukuitlijning vanaf uw computer controleren (Macintosh)
•
Afdrukinstellingen (Windows ® )
•
732
Home > Routineonderhoud > Uw Brother-machine verpakken en verzenden
Uw Brother-machine verpakken en verzenden
• Gebruik het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal van de machine wanneer u de machine vervoert. Als u de machine niet goed inpakt, wordt eventuele schade die daaruit voortkomt niet door de garantie gedekt.
• De machine dient passend te worden verzekerd voor het vervoer.
BELANGRIJK
Het is belangrijk dat u de machine na een afdruktaak de printkop laat “parkeren”. Luister zorgvuldig of de mechanische geluiden van de machine zijn gestopt voordat u de stekker uit het stopcontact verwijdert. Indien u de machine dit parkeerproces niet laat voltooien, kan dit leiden tot afdrukproblemen en mogelijke schade aan de printkop.
1. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
2. Gebruik beide handen en de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel in de geopende stand te zetten. Haal vervolgens de stekker van de machine uit de telefoonaansluiting en haal het telefoonsnoer uit de machine.
3. Koppel de interfacekabel van de machine los, indien deze is aangesloten.
4. Verwijder het oranje beschermingsonderdeel uit zijn compartiment in de machine.
5. Gebruik de vingergrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel voorzichtig te sluiten.
6. Open het deksel van de inktcartridge.
7. Druk op de ontgrendelingshendels van de inktcartridges om ze te ontgrendelen en verwijder ze vervolgens uit de machine.
733
8. Breng de oranje bescherming aan en sluit het kapje van de inktcartridge.
BELANGRIJK
• Zorg ervoor dat het plastic lipje aan de linkerkant van de oranje bescherming (1) goed op zijn plaats klikt (2).
1
2
• Als u de oranje bescherming niet kunt vinden, vervoert u de machine zonder dit onderdeel. Laat tijdens het vervoer GEEN inktcartridges in de machine zitten.
9. Verpak de machine in de plastic zak.
10. Verpak de machine met het originele verpakkingsmateriaal in de originele doos, zoals hieronder afgebeeld.
Verpak de gebruikte inktcartridge niet in de doos.
734
11. Sluit de doos en tape deze stevig dicht.
Verwante informatie
•
•
735
Machine-instellingen
Pas instellingen en functies aan, maak snelkoppelingen aan en werk met opties weergegeven op de LCD van de machine om van uw machine van Brother een efficiënter werkmiddel te maken.
•
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen
•
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
736
Home > Machine-instellingen > De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen
•
In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
•
•
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
•
•
Instellingen- en functietabellen
737
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen > In
het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
In het geval van stroomstoring (opslag in geheugen)
• Uw menu-instellingen zijn permanent opgeslagen en gaan niet verloren.
• Tijdelijke instellingen (bijvoorbeeld: Contrast en internationale modus) gaan verloren.
• De datum en tijd en geprogrammeerde faxtimertaken (zoals uitgesteld verzenden) blijven circa 24 uur behouden.
• Andere faxopdrachten in het geheugen van de machine blijven bewaard.
Verwante informatie
•
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen
738
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Algemene instellingen
Algemene instellingen
•
Het volume van de machine wijzigen
•
Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
•
De aftelling naar Slaapstand instellen
•
De machine instellen om automatisch uit te gaan
•
•
•
De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
•
Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
•
•
Toon of puls instellen Kiesmodus
•
Het Kiezen van een foutief nummer voorkomen (Kiesbeperking)
•
Lawaai bij het afdrukken verminderen
•
De weergegeven taal op de LCD wijzigen
•
De toetsenbordinstelling wijzigen
739
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Het volume van de machine wijzigen
Het volume van de machine wijzigen
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Volume] .
2. Druk op een van de volgende opties:
Optie
Belvolume
Beschrijving
Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.
Piepen U kunt het volume aanpassen van het signaal als u op een knop drukt, een fout maakt of nadat u een fax hebt verzonden of ontvangen.
Luidspreker Hiermee stelt u het volume van de luidspreker in.
3. Druk op a of b om de optie [Uit] , [Laag] , [Half] of [Hoog] weer te geven, en druk vervolgens op de gewenste optie.
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Volume] .
2. Druk op een van de volgende opties:
Optie
Belvolume
Beschrijving
Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.
Toon U kunt het volume aanpassen van het signaal als u op een knop drukt, een fout maakt of nadat u een fax hebt verzonden of ontvangen.
Luidspreker Hiermee stelt u het volume van de luidspreker in.
3. Druk op de optie [Uit] , [Laag] , [Half] of [Hoog] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
740
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
Automatisch wijzigen voor zomer-/wintertijd
U kunt de machine zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld.
De machine wordt dan automatisch in de lente een uur vooruit gezet en in de herfst een uur achteruit. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd in de [Datum en tijd] -instelling hebt ingevoerd.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Datum en tijd (Datum & Tijd)] > [Aut. zomertijd] .
3. Druk op [Aan] of [Uit] .
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Datum en tijd] > [Automatische zomertijd (Aut. zomertijd)] .
3. Druk op [Aan] of [Uit] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
741
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De aftelling naar Slaapstand instellen
De aftelling naar Slaapstand instellen
Door de slaapstand (of stroombespaarstand) in te stellen kunt u stroom besparen. Wanneer de machine in de slaapstand staat, handelt hij alsof hij uitgeschakeld is. Zodra er echter een afdruktaak of fax binnenkomt, ontwaakt de machine en begint met afdrukken. Volg de onderstaande instructies om een tijdvertraging
(aftelperiode) in te stellen waarna de machine in de slaapstand gaat.
• De timer start opnieuw als een bewerking op de machine wordt uitgevoerd, zoals het ontvangen van een fax of afdruktaak.
• De fabrieksinstelling is vijf minuten.
• Wanneer de machine in de slaapstand gaat, dooft het achtergrondlicht op het LCD-scherm.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Slaapstand] .
2. Druk op a of b om de optie [1Min] , [2Min.] , [3Min.] , [5Min.] , [10Min.] , [30Min.] of [60Min.] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Slaapstand] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [1Min] , [2Min.] , [3Min.] , [5Min.] , [10Min.] ,
[30Min.] of [60Min.] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
De machine instellen om automatisch uit te gaan
742
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De machine instellen om automatisch uit te gaan
De machine instellen om automatisch uit te gaan
Met de functie Autom. uit kunt u stroom besparen. U kunt opgeven na hoeveel tijd de machine automatisch wordt uitgeschakeld nadat de slaapstand is geactiveerd. Wanneer deze functie is ingesteld op [Uit] , dient u de machine handmatig uit te schakelen.
Druk op om de machine weer in te schakelen nadat deze automatisch is uitgeschakeld.
De machine wordt niet automatisch uitgezet wanneer:
• De machine is op een telefoonlijn aangesloten.
• De machine is op een draadloos netwerk aangesloten.
• De machine is op een draadloos netwerk aangesloten.
• [WLAN Activeren (WLAN activeren)] is ingesteld op [Aan] of [WLAN] is geselecteerd voor
[Netwerk I/F]
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Autom. uit] .
2. Druk op a of b om de optie [Uit] , [1uur] , [2uren] , [4uren] of [8uren] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Aut. uitschak.] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [Uit] , [1uur] , [2uren] , [4uren] of [8uren] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
De intervalperiode van het faxjournaal instellen
•
De aftelling naar Slaapstand instellen
743
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De datum & tijd instellen
De datum & tijd instellen
De LCD geeft de datum en tijd weer. Als deze niet juist zijn, voer ze opnieuw in. U kunt de datum en tijd toevoegen aan elke fax die u verzendt door uw stations-ID in te stellen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Datum en tijd (Datum & Tijd)] .
3. Druk op [Datum] .
4. Voer op het touchscreen de laatste twee cijfers van het jaar in en druk op [OK] .
5. Voer op het touchscreen twee cijfers voor de maand in en druk op [OK] .
6. Voer op het touchscreen twee cijfers voor de dag in en druk op [OK] .
7. Druk op [Tijd] .
8. Voer de tijd (in 24-uursnotatie) via het touchscreen in.
Druk op [OK] .
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.)
9. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Datum en tijd] .
3. Druk op [Datum] .
4. Voer op het touchscreen de laatste twee cijfers van het jaar in en druk op [OK] .
5. Voer op het touchscreen twee cijfers voor de maand in en druk op [OK] .
6. Voer op het touchscreen twee cijfers voor de dag in en druk op [OK] .
7. Druk op [Tijd] .
8. Voer de tijd (in 24-uursnotatie) via het touchscreen in.
Druk op [OK] .
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.)
9. Druk op .
Verwante informatie
•
•
De machine registreren bij Google Cloud Print ™ met Beheer via een webbrowser
•
744
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De tijdzone instellen
De tijdzone instellen
Stel op de machine de tijdzone voor uw locatie in.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Datum en tijd (Datum & Tijd)] > [Tijdzone] .
3. Voer uw tijdzone in.
4. Druk op [OK] .
5. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] .
2. Druk op [Datum en tijd] > [Tijdzone (Time Zone)] .
3. Voer uw tijdzone in.
4. Druk op [OK] .
5. Druk op .
Verwante informatie
•
745
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
De helderheid van de LCD-achtergrond aanpassen
Als u de LCD niet goed kunt lezen, kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [LCD instell.] >
[Schermverlicht] .
2. Druk op de optie [Licht] , [Half] of [Donker] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [LCD instell. (LCDinstell.)] > [Schermverlicht] .
2. Druk op de optie [Licht] , [Half] of [Donker] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
746
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
Wijzigen hoe lang het achtergrondlicht van de LCD aan blijft
U kunt instellen hoelang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden nadat u er voor het laatst op hebt gedrukt.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [LCD instell.] >
[Lichtdim-timer] .
2. Druk op a of b om de optie [10Sec.] , [30Sec.] , [1Min] , [2Min.] , [3Min.] of [5Min.] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [LCD instell. (LCDinstell.)] > [Lichtdim-timer] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de optie [10Sec.] , [30Sec.] , [1Min] , [2Min.] , [3Min.] of [5Min.] weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
747
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Uw stations-ID instellen
Uw stations-ID instellen
Stel de stations-ID van de machine in als u wilt dat de datum en tijd op elke verzonden fax staan.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Stations-ID] .
2. Druk op [Fax] .
3. Voer uw faxnummer (maximaal 20 cijfers) op het touchscreen in en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [Naam] .
5. Voer uw naam (maximaal 20 tekens) in via het touchscreen, en druk vervolgens op [OK] .
• Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale symbolen. (De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.)
• Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd en dit wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor onder het onjuiste teken te plaatsen. Druk op en voer vervolgens het correcte teken in.
• Druk op [Spatie] om een spatie in te voegen.
6. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Stations-ID] .
2. Druk op [Fax] .
3. Voer uw faxnummer (maximaal 20 cijfers) op het touchscreen in en druk vervolgens op [OK] .
4. Druk op [Naam] .
5. Voer uw naam (maximaal 20 tekens) in via het touchscreen, en druk vervolgens op [OK] .
• Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale symbolen. (De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.)
• Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd en dit wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor onder het onjuiste teken te plaatsen. Druk op en voer vervolgens het correcte teken in.
• Druk op [Spatie] om een spatie in te voegen.
6. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Faxen overbrengen naar een andere faxmachine
•
Het faxjournaalrapport overbrengen naar een andere faxmachine
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
•
748
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Toon of puls instellen Kiesmodus
Toon of puls instellen Kiesmodus
Uw machine van Brother is ingesteld voor een kiesservice met toon. Als u een pulskiessysteem (kiesschijf) heeft, moet u de kiesmodus wijzigen.
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Toon/Puls] .
2. Druk op [Toon] of [Puls] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Toon/Puls] .
2. Druk op [Toon] of [Puls] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
749
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Het Kiezen van een foutief nummer voorkomen (Kiesbeperking)
Het Kiezen van een foutief nummer voorkomen (Kiesbeperking)
Deze functie is bedoeld om te voorkomen dat gebruikers per ongeluk een verkeerd telefoon- of faxnummer kiezen. U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen, het adresboek, snelkoppelingen en LDAP zoeken.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kiesbeperking] .
2. Druk op een van de volgende opties:
• [Kiestoetsen]
• [Adresboek]
Als u nummers van het adresboek combineert bij het kiezen, dan wordt het adres herkend als invoer via het toetsenbord en wordt het niet beperkt.
• [Snelkopp.]
• [LDAP-server]
3. Druk op een van de volgende opties:
Optie
# tweemaal invoeren
Aan
Uit
Beschrijving
U wordt gevraagd het nummer opnieuw in te voeren. Nadat u het juiste nummer hebt ingevoerd, begint de machine met kiezen. Als u een verkeerd nummer invoert, wordt op het touchscreen een foutmelding weergegeven.
De machine beperkt alle faxen en uitgaande oproepen voor die kiesmethode.
De machine legt de kiesmethode geen beperkingen op.
• De instelling [# tweemaal invoeren] werkt niet als u een extern toestel gebruikt voordat u het nummer invoert. U wordt dan niet gevraagd het nummer opnieuw in te voeren.
• Als u [Aan] of [# tweemaal invoeren] selecteert, kunt u de functie Groepsverzenden niet gebruiken.
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Fax] > [Kiesbeperking] .
2. Druk op een van de volgende opties:
• [Cijfertoetsen]
• [Adresboek]
Als u nummers van het adresboek combineert bij het kiezen, dan wordt het adres herkend als invoer via het toetsenbord en wordt het niet beperkt.
• [Snelk. (Snelkopp.)]
• [LDAP-server]
3. Druk op een van de volgende opties:
750
Optie
# tweemaal invoeren
Aan
Uit
Beschrijving
U wordt gevraagd het nummer opnieuw in te voeren. Nadat u het juiste nummer hebt ingevoerd, begint de machine met kiezen. Als u een verkeerd nummer invoert, wordt op het touchscreen een foutmelding weergegeven.
De machine beperkt alle faxen en uitgaande oproepen voor die kiesmethode.
De machine legt de kiesmethode geen beperkingen op.
• De instelling [# tweemaal invoeren] werkt niet als u een extern toestel gebruikt voordat u het nummer invoert. U wordt dan niet gevraagd het nummer opnieuw in te voeren.
• Als u [Aan] of [# tweemaal invoeren] selecteert, kunt u de functie Groepsverzenden niet gebruiken.
4. Druk op .
Verwante informatie
•
751
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > Lawaai bij het afdrukken verminderen
Lawaai bij het afdrukken verminderen
Als u de stille modus instelt, produceert de machine minder lawaai bij het afdrukken. Als de stille modus is ingeschakeld, wordt de afdruksnelheid langzamer.
De fabrieksinstelling is [Uit] .
• Wanneer de Stille modus is ingeschakeld, wordt in het beginscherm weergegeven.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Stille modus] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Stille modus] .
2. Druk op [Aan] of [Uit] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
•
Overzicht van het touchscreen-LCD
•
Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen
752
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De weergegeven taal op de LCD wijzigen
De weergegeven taal op de LCD wijzigen
Wijzig de taal van de LCD, indien nodig.
Deze functie is in sommige landen niet beschikbaar.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Taalkeuze] .
2. Druk op uw taal.
3. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.] > [Taalkeuze] .
2. Druk op uw taal.
3. Druk op .
Verwante informatie
•
753
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Algemene instellingen > De toetsenbordinstelling wijzigen
De toetsenbordinstelling wijzigen
Gerelateerde modellen : MFC-J6530DW
U kunt het type toetsenbord voor de LCD kiezen.
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.] > [Toetsenb.instell.] .
2. Druk op [QWERTY] of [ABC] .
3. Druk op .
Verwante informatie
•
754
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Uw
favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
•
•
Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
755
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling > Snelkoppelingen toevoegen
Snelkoppelingen toevoegen
U kunt de fax-, kopieer-, scan-, internetverbindings- en appinstellingen die u het meest gebruikt als snelkoppelingen instellen. Later kunt u op de snelkoppeling drukken om deze instellingen toe te passen in plaats van ze handmatig opnieuw in te voeren.
Afhankelijk van uw model zijn sommige snelkoppelingmenu's mogelijk niet beschikbaar.
De volgende instructies beschrijven hoe u een kopieersnelkoppeling toevoegt. De stappen voor het toevoegen van een fax-, scan-, internetverbindings- of appsnelkoppeling zijn grotendeels vergelijkbaar.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Snelkopp.] .
2. Druk op d of c om de snelkoppelingsschermen weer te geven.
3. Druk op waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
4. Druk op a of b om [Kopiëren] weer te geven.
5. Druk op [Kopiëren] .
6. Druk op [Opties] .
7. Druk op a of b om de beschikbare instellingen weer te geven en druk dan op de instelling die u wilt wijzigen.
8. Druk op a of b om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven en druk dan op de gewenste optie.
Herhaal deze en de vorige stappen tot u alle instellingen voor deze snelkoppeling hebt geselecteerd. Druk op
[OK] wanneer u klaar bent.
9. Druk op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] .
10. Lees en bevestig de weergegeven lijst met instellingen die u hebt geselecteerd en druk vervolgens op [OK] .
11. Voer een naam voor de snelkoppeling in via het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
Bij het toevoegen van snelkoppelingen voor faxen of scannen, wordt u gevraagd of u hier een eenknopskoppeling van wilt maken. Volg de instructies op het LCD-scherm.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Als beginscherm 1, 2 of 3 verschijnt, drukt u op [Snelkopp.] .
2. Druk op een tabblad van [1] tot [3] .
3. Druk op waar u nog geen snelkoppeling hebt toegevoegd.
4. Druk op [Kopie] .
5. Druk op [Opties] .
6. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de beschikbare instellingen weer te geven en druk vervolgens op de instelling die u wilt wijzigen.
7. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de beschikbare opties voor de instelling weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
Herhaal deze en de vorige stappen tot u alle instellingen voor deze snelkoppeling hebt geselecteerd. Druk op
[OK] wanneer u klaar bent.
8. Druk op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] .
9. Lees en bevestig de weergegeven lijst met instellingen die u hebt geselecteerd en druk vervolgens op [OK] .
756
10. Voer een naam voor de snelkoppeling in via het LCD-scherm en druk vervolgens op [OK] .
Bij het toevoegen van snelkoppelingen voor faxen of scannen, wordt u gevraagd of u hier een eenknopskoppeling van wilt maken. Volg de instructies op het LCD-scherm.
Verwante informatie
•
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
757
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling > Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
U kunt de instellingen in een snelkoppeling wijzigen.
U kunt snelkoppelingen voor internetverbindingen of snelkoppelingen voor apps niet wijzigen. Wanneer u deze wilt wijzigen, verwijdert u deze en voegt u vervolgens een nieuwe snelkoppeling toe.
MFC-J6530DW
1. Druk op [Snelkopp.] .
2. Druk op d of c om de snelkoppeling weer te geven die u wilt wijzigen.
3. Houd de snelkoppeling die u wilt wijzigen ingedrukt.
4. Druk op [Bewerken] .
Om de snelkoppeling te verwijderen, drukt u op [Verwijder] . Om de naam van de snelkoppeling te bewerken, drukt u op [Naam wijzigen] en volgt u de LCD-menu's.
5. Wijzig de instellingen voor de snelkoppeling die u hebt geselecteerd.
6. Druk op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
7. Druk ter bevestiging op [OK] .
Bij het wijzigen van snelkoppelingen voor faxen of scannen, wordt u gevraagd of u hier een eenknopskoppeling van wilt maken. Volg de instructies op het LCD-scherm.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Als beginscherm 1, 2 of 3 verschijnt, drukt u op [Snelkopp.] .
2. Druk op een tabblad van [1] tot [3] om de snelkoppeling die u wilt wijzigen weer te geven.
3. Houd de snelkoppeling die u wilt wijzigen ingedrukt.
4. Druk op [Bewerken] .
Om de snelkoppeling te verwijderen, drukt u op [Verwijder] Om de naam van de snelkoppeling te bewerken, drukt u op [Naam wijzigen] en volgt u de LCD-menu's.
5. Wijzig de instellingen voor de snelkoppeling die u hebt geselecteerd.
6. Druk op [Opsl. als snelkopp. (Opslaan als snelkoppeling)] wanneer u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
7. Druk ter bevestiging op [OK] .
Bij het wijzigen van snelkoppelingen voor faxen of scannen, wordt u gevraagd of u hier een eenknopskoppeling van wilt maken. Volg de instructies op het LCD-scherm.
Verwante informatie
•
Uw favoriete instellingen opslaan als een snelkoppeling
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
758
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Rapporten afdrukken
Rapporten afdrukken
•
•
•
•
759
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Rapporten afdrukken > Rapporten
Rapporten
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendcontrole
Met Verzendcontrole drukt u een verzendrapport van de laatste transmissie af.
Adresboek
Het adresboekrapport drukt een alfabetische lijst met namen en nummers af die in het geheugen van het adresboek zijn opgeslagen.
Faxjournaal
Het faxjournaal is een lijst met informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzenden, RX betekent ontvangen)
(Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10)
Met de faxjournaalbeheersoftware kunt u het Faxjournaal weergeven en afdrukken vanaf uw computer. Ga in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model om de software te downloaden.
Gebruikersinstellingen
Het gebruikersinstellingenrapport drukt een lijst met uw huidige instellingen af.
Netwerkconfiguratie
Het netwerkconfiguratierapport drukt een lijst met uw huidige netwerkinstellingen af.
WLAN-rapport
Met het WLAN-rapport drukt u de verbindingsdiagnose van het draadloze LAN af.
Geschiedenis van nummerweergave
Het belleroverzicht is een lijst met de beschikbare informatie over nummerweergave (beller-ID's) van de 30 laatst ontvangen faxen en telefoongesprekken.
Verwante informatie
•
760
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Rapporten afdrukken > Een rapport afdrukken
Een rapport afdrukken
MFC-J6530DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Print lijsten] .
2. Druk op a of b om de rapportopties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op [Ja] .
4. Druk op .
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
1. Druk op [Instell.] > [Alle instell.] > [Print lijsten] .
2. Veeg omhoog of omlaag of druk op a of b om de rapportopties weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
3. Druk op [Ja] .
4. Druk op .
Verwante informatie
•
•
761
Instellingen- en functietabellen
•
Instellingstabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
•
Functietabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
•
Instellingstabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
•
Functietabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
762
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
Instellingstabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
Gerelateerde modellen : MFC-J6530DW
De volgende tabellen geven u inzicht in de menuopties op uw machine.
[Instell.]
Niveau 1
( Datum en tijd
(Datum & Tijd) )
Niveau 2
Datum
Tijd
Aut. zomertijd
-
-
Niveau 3
-
Onderhoud
Wi-Fi
Tijdzone
Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)
Printkop reinigen
-
-
-
Verwijder papierresten
Inktvolume
Inktcartridgemodel
Afdrukopties
-
TCP/IP
Inst. Wizard
WLAN-assistent (WLAN
Assistant)
-
WPS
WPS met pincode -
-
-
-
-
-
Verminder vlekken
Verminder oneven regels
Langzaam drogend papier
Status WLAN
MAC-adres -
Omschrijvingen
Voeg de datum en tijd toe op het scherm en in de hoofdingen van de faxen die u verzendt.
Hiermee stelt u de machine in voor automatische aanpassing aan de zomer-/ wintertijd.
Stel uw tijdzone in.
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het LCD-scherm.
Hiermee verwijdert u een stuk papier uit de machine volgens de instructies op het LCDscherm.
Controleer het beschikbare inktvolume.
Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges.
Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken.
Hiermee voorkomt u lijnen op het papier tijdens het afdrukken.
Gebruik deze instelling wanneer u afdrukt op een type normaal papier waarop de inkt heel langzaam droogt.
Hiermee stelt u het TCP/IP-protocol in.
Configureer handmatig uw interne afdrukserver.
U kunt met de cd-rom van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de WPS met een PIN-code.
Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer.
Hiermee kunt u het MAC-adres van de machine weergeven.
763
Niveau 1
Stille modus
Ladeinstelling
Faxvb.
Alle instell.
Niveau 2
-
Papiersoort
Papierformaat
-
-
-
-
-
Niveau 3
-
-
Omschrijvingen
Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken.
Stel het papiertype in de papierlade in.
Stel het papierformaat in de papierlade in.
Hiermee kunt u ontvangen faxen bekijken op de LCD.
Configureer de gedetailleerde instellingen.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.]
Niveau 1
Onderhoud
Papiersoort
Papierformaat
Contr. papier
(Controleer papier)
-
-
-
Stille modus
Volume
LCD instell.
Scherminst.
Niveau 2
Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)
Printkop reinigen
Verwijder papierresten
Inktvolume
Inktcartridgemodel
Afdrukopties
-
Belvolume
Piepen
Luidspreker
Schermverlicht
Lichtdim-timer
Scherm Scannen
Niveau 3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het LCD-scherm.
Hiermee verwijdert u een stuk papier uit de machine volgens de instructies op het
LCD-scherm.
Controleer het beschikbare inktvolume.
Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges.
Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken.
Hiermee voorkomt u lijnen op het papier tijdens het afdrukken.
-
-
-
Verminder vlekken
Verminder oneven regels
Langzaam drogend papier
-
-
-
Gebruik deze instelling wanneer u afdrukt op een type normaal papier waarop de inkt heel langzaam droogt.
Stel het papiertype in de papierlade in.
Stel het papierformaat in de papierlade in.
Controleer de papiersoort en het papierformaat wanneer u de lade uit de machine trekt.
Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken.
Pas het belvolume aan.
Pas het volume van de waarschuwingstoon aan.
Pas het luidsprekervolume aan.
Past de helderheid van de LCDachtergrond aan.
Hiermee stelt u in hoelang de achtergrondverlichting van het LCDscherm blijft branden nadat u er voor het laatst op hebt gedrukt.
Hiermee kunt u de standaardinstellingen van het scanscherm opgeven.
764
Niveau 1
Instellingen voor meldingen
Niveau 2
Documentwaarschuwing
Niveau 3
-
Kopieertip -
Toetsenb.instell.
Slaapstand
Scanresult. (Geen lege pag.)
-
-
-
Autom. uit -
Omschrijvingen
Hiermee wordt een waarschuwing gegeven als er nog een document op de glasplaat ligt.
Hiermee worden de plaatsingsindicaties voor documenten weergegeven wanneer u de documentklep opent.
Hiermee wordt een scanresultaat weergegeven na het overslaan van blanco pagina's.
Selecteer het type toetsenbord voor de
LCD.
Selecteer hoe lang de machine inactief moet blijven voordat deze in Slaapstand gaat.
Geef op hoe na hoeveel tijd de machine automatisch in de slaapstand gaat.
Als deze functie is uitgeschakeld, gaat de machine niet automatisch uit.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Instellingen snelkoppelingen]
Niveau 1 Niveau 2 Omschrijvingen
(Selecteer snelkoppelingknop.) Naam wijzigen Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Bewerken Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Verwijder Wis de snelkoppeling.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Fax]
Niveau 1 Niveau 2
Ontvangstmenu Belvertraging
Ontvangstmodus
F/T beltijd
Faxvoorbeeld
Fax Waarnemen
Act.Op Afst.
Auto reductie
(Autoreductie)
PC-Fax ontv.
-
-
Niveau 3 Omschrijvingen
Hiermee kunt u instellen hoe vaak het belsignaal moet overgaan voordat de machine reageert in de modus Alleen fax of Fax/Tel.
-
-
Selecteer de ontvangstmodus die het best aan uw behoeften voldoet.
Stel de lengte van het dubbel belsignaal in Fax/Tel-modus in.
-
-
Hiermee kunt u ontvangen faxen bekijken op de LCD.
Ontvang faxberichten automatisch wanneer u een oproep beantwoordt en faxtonen hoort.
Hiermee kunt u oproepen op een tweede of extern toestel aannemen en de machine via een code in- of uitschakelen.
U kunt deze codes personaliseren.
Verklein het formaat van inkomende faxen.
-
Geheugenontv.
-
Hiermee stelt u de machine in om faxen naar uw computer te verzenden.
U kunt de beveiligingsfunctie Back-up afdrukken inschakelen.
Hiermee stelt u de machine in om faxberichten door te sturen of om inkomende faxen in het geheugen (zodat u deze kunt ophalen wanneer u zich niet bij uw machine bevindt) of de cloudservice op te slaan.
765
Niveau 1
Ontvangstmenu
Niveau 2
Fax Rx stempel
(Stempel Fax RX)
Kies rapport Verzendrapp.
(Verz.rapport)
Journaal tijd
(Journaalper.)
Print document
Afst.bediening
Kiesbeperking
Rest. jobs
Diversen
-
-
Kiestoetsen
Adresboek
Snelkopp.
LDAP-server
-
Beller ID
-
-
Niveau 3 Omschrijvingen
-
Als u Fax doorzenden of Doorsturen naar Cloud selecteert, kunt u de beveiligingsfunctie Back-up afdrukken inschakelen.
Hiermee drukt u boven aan ontvangen faxen de tijd en datum van ontvangst af.
-
-
-
-
-
-
-
-
Selecteer de voorbereidende installatie voor het verzendrapport.
Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch afdrukken van het faxjournaal.
Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen selecteert, kunt u de tijd voor de optie instellen.
Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de week instellen.
Hiermee drukt u binnengekomen faxen af die in het geheugen van de machine zijn opgeslagen.
Stel uw eigen code in voor afstandsbediening.
Stel de machine in om het kiezen te beperken bij gebruik van de kiestoetsen.
Stel de machine in om het kiezen te beperken bij gebruik van het adresboek.
Stel de machine in om het kiezen te beperken bij gebruik van een snelkoppeling.
Hiermee stelt u kiesbeperking in voor het gebruik van een
LDAP-zoekopdracht.
Hiermee kunt u controleren welke geplande taken in het geheugen van de machine zijn opgeslagen en geselecteerde taken annuleren.
Hiermee kunt u de opgeslagen gegevens van de laatste 30 bellers bekijken of afdrukken.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk]
Niveau 1 Niveau 2
LAN met kabel TCP/IP
Niveau 3
Opstartmethode
(BOOT Method)
Niveau 4
-
IP-adres (IP
Address)
Subnetmasker
(Subnet Mask)
Gateway
-
-
-
Knooppuntnaam
WINSconfiguratie
WINS-server
-
-
-
Omschrijvingen
Selecteer de opstartmethode die het best aan uw behoeften voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire WINS-server.
766
Niveau 1 Niveau 2
LAN met kabel TCP/IP
Niveau 3
DNS-server
APIPA
Niveau 4
-
-
IPv6 -
WLAN
Ethernet
Status bedraad
MAC-adres
-
-
-
TCP/IP Opstartmethode
(BOOT Method)
-
-
-
-
IP-adres (IP
Address)
Subnetmasker
(Subnet Mask)
Gateway
Knooppuntnaam
WINSconfiguratie
WINS-server
-
-
-
-
-
-
DNS-server
APIPA
-
-
IPv6 -
Omschrijvingen
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u de machine in om automatisch het IP-adres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het
IPv6-protocol in of uit.
Meer informatie over het gebruik van het IPv6protocol vindt u in het
Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Selecteer de ethernetlinkmodus.
Bekijk de huidige bedrade status.
Hiermee kunt u het MACadres van de machine weergeven.
Selecteer de opstartmethode die het best aan uw behoeften voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire WINS-server.
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u de machine in om automatisch het IP-adres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
Hiermee kunt u het IPv6protocol voor een draadloos LAN in- of uitschakelen. Meer informatie over het gebruik van het IPv6protocol vindt u in het
Brother Solutions Center via support.brother.com
.
767
Niveau 1
WLAN
Niveau 2
Inst. Wizard
WLAN-assistent
(WLAN Assistant)
-
Niveau 3
-
WPS -
WPS met pincode -
Wi-Fi Direct
Status WLAN
MAC-adres
Drukknop
Status
Signaal
SSID
Comm. Modus
(Comm. modus)
-
-
-
-
-
-
-
Pincode -
-
-
Niveau 4
-
-
Handmatig -
Groepseigenaar -
Apparaatgegevens Apparaatnaam
-
-
SSID -
IP-adres (IP
Address)
Statusinformatie Status
-
-
Omschrijvingen
Configureer handmatig uw interne afdrukserver.
U kunt met de cd-rom van
Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de WPS met een PIN-code.
Bekijk de huidige status van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige SSID.
Bekijk de huidige communicatiemodus.
Hiermee kunt u het MACadres van de machine weergeven.
Hiermee configureert u uw Wi-Fi Directnetwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee kunt u uw Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.
Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi
Directnetwerkinstellingen.
Stel uw machine als de
Groepseigenaar in.
Hiermee wordt de apparaatnaam van uw machine weergegeven.
Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.
Wanneer de machine niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCDscherm weergegeven.
Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw machine weergeven.
Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi
Direct-netwerk weer.
768
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Wi-Fi Direct Statusinformatie Signaal
Verb. insch.
-
E-mail/IFAX
(Beschikbaar nadat Internetfax
(I-Fax) is gedownload.)
E-mailadres
(Mail Address)
Server inst.
(Serverinstell.)
-
SMTP
POP3/IMAP4
Niveau 4
-
-
-
Server
Poort
Aut. voor SMTP
SSL/TLS
Certificering controlren
(Certificaat controleren)
Protocol
Server
Poort
Mailbox Naam
(Mailbox naam)
Wachtw. postvak
(Wachtw. postbus)
Map selecteren
(Selecteer map)
SSL/TLS
Certificering controlren
Selecteer het protocol voor het ontvangen van een e-mail van de server.
Voer de servernaam en adres in.
Voer het poortnummer in.
Hiermee voert u de naam van het postvak in.
(maximaal 60 tekens)
Voer het wachtwoord in om op de server aan te melden.
(maximaal 32 tekens)
Hiermee selecteert u de opgegeven map in het postvak met het IMAP4protocol.
Verzend of ontvang een e-mail via een emailserver die veilige
SSL/TLS-communicatie vereist.
Verifieer automatisch het
Servercertificaat.
Omschrijvingen
Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Directnetwerk nagaan.
Wanneer uw machine als
Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.
Hiermee schakelt u de
Wi-Fi Direct-verbinding in of uit.
Hiermee voert u het emailadres in.
(maximaal 60 tekens)
Voer de SMTPservernaam en -adres in.
Voer het SMTPpoortnummer in.
Selecteer de beveiligingsmethode voor e-mailmeldingen.
Hiermee kunt u een email verzenden of ontvangen via een emailserver waarvoor beveiligde SSL-/TLScommunicatie vereist is.
Verifieer automatisch het
SMTP-servercertificaat.
769
Niveau 1
E-mail/IFAX
(Beschikbaar nadat Internetfax
(I-Fax) is gedownload.)
Bericht van
Brother
Web Connect instellingen
(Web Connectinstellingen)
Netwerk I/F
Netw.
resetten
Niveau 2
Server inst.
(Serverinstell.)
Mail-RX instellen (Setup
Mail RX)
Autom. polling
(Auto Polling)
Mail-TX instellen (Setup
Mail TX)
Niveau 3
POP3/IMAP4
Koptekst
Fout mail verw./lezen
(Foutmail verw./lezen)
Notification
Afzender
Onderwerp
(Sender
Subject)
Formaatlimiet
Notification
Niveau 4
(Certificaat controleren)
APOP
Autom. polling
(Auto Polling)
Pollingfrequentie
(Poll-frequentie)
-
-
-
-
Omschrijvingen
Schakel APOP in of uit.
Hiermee controleert u de server automatisch op nieuwe berichten.
Hiermee stelt u het interval voor het controleren van nieuwe berichten op de server in.
Hiermee selecteert u de inhoud van de kopregel die wordt afgedrukt.
Hiermee stelt u de machine in om foutberichten automatisch te verwijderen.
Ontvang meldingsberichten.
Hiermee kunt u het onderwerp bekijken.
Formaatlimiet
Max.grootte (MB)
-
Beperk de grootte van emaildocumenten.
Relayeren instellen (Setup
Relay)
Handmatig ontvangen
Bericht van
Brother
Status
Proxy-instell.
-
-
Groepsverz.
Groepsdomein
(Relay-domein)
Relayeerrapport
(Relay-rapport)
-
-
-
-
-
-
Proxyverbinding
Adres -
Poort -
Gebruikersnaam -
Wachtwoord -
-
-
-
-
-
-
-
Verzend meldingsberichten.
Stuur een document door naar een ander faxapparaat.
Registreer de domeinnaam.
Druk het relayeerrapport af.
Controleer handmatig de
POP3- of IMAP4-server voor nieuwe berichten.
Hiermee kunt u berichten en meldingen van Brother weergeven.
Wijzig de instellingen voor de internetverbinding.
Hiermee selecteert u het netwerkverbindingstype.
Zet alle netwerkinstellingen terug
770
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Omschrijvingen naar de fabrieksinstellingen.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Print lijsten]
Niveau 1
Verzendrapport
Adresboek
Fax Journaal
(Faxjournaal)
Gebruikersinst
Netwerkconfiguratie
WLAN-rapport
Overzicht beller-ID
Omschrijvingen
Hiermee drukt u een verzendrapport af van de laatste transmissie.
Druk een lijst met namen en nummers in het adresboek af.
Druk een lijst met informatie over uw 200 laatste inkomende en uitgaande faxen af.
(TX betekent Verzenden. RX betekent Ontvangen.)
Druk een lijst van uw instellingen af.
Druk een lijst van uw netwerkinstellingen af.
Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af.
Hiermee drukt u een lijst af met de beschikbare informatie over nummerweergave (beller-ID's) van de 30 laatst ontvangen faxen en telefoongesprekken.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Machine-info]
Niveau 1
Serienummer
Firmware-versie
Firmware bijwerken
(Firmware-update)
Firmware Auto Check
Niveau 2
-
Omschrijvingen
Hiermee controleert u het serienummer van uw machine.
Main-versie Hiermee controleert u de firmwareversie van uw machine.
Hiermee werkt u de machine bij met de meest recente firmware.
U kunt informatie over de firmware in het beginscherm bekijken.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.]
Niveau 1
Datum en tijd (Datum
& Tijd)
Stations-ID
Toon/Puls
(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)
Fax autom. herk. (Fax automatisch herkiezen)
Kiestoon
Tel lijn inst
Compatibel
-
-
-
-
Niveau 2 Omschrijvingen
Datum
Tijd
Voeg de datum en tijd toe op het scherm en in de hoofdingen van de faxen die u verzendt.
Aut. zomertijd Hiermee stelt u de machine in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.
Tijdzone
Fax
Stel uw tijdzone in.
Hiermee kunt u opgeven welke naam en welk faxnummer moeten worden afgedrukt op elke pagina die u faxt.
Naam
Selecteer de kiesmodus.
Hiermee kunt u de machine instellen om het laatste faxnummer opnieuw te kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.
Maak de pauzedetectie van de kiestoon korter.
Hiermee selecteert u het type telefoonlijn.
Hiermee past u de synchronisatie aan bij verzendproblemen.
771
Niveau 1 Niveau 2
Terugstellen (Reset) Apparaat terugstellen
(Machine resetten)
Netwerk
Adresboek en fax
Alle instell.
Taalkeuze
(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)
-
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
Omschrijvingen
VoIP-providers bieden faxondersteuning middels verschillende standaards. Als u regelmatig transmissiefouten ondervindt, selecteert u Minimaal (voor VoIP).
Hiermee kunt u alle machine-instellingen die u hebt veranderd, zoals datum en tijd en belvertraging, herstellen.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Wis alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen.
Herstel alle instellingen van de machine naar de fabrieksinstellingen.
Wijzig uw LCD-taal.
772
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Functietabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
Functietabellen (2,7"(67,5 mm) modellen met touchpanel)
Gerelateerde modellen : MFC-J6530DW
[Fax] (wanneer [Faxvb.] is ingesteld op [Uit] )
Niveau 1
Herkies(Pauze)
Adresboek
Oproepoverzicht
Opties
Niveau 2
-
( Zoeken:
Bewerken
-
Herkies
)
Uitg. Gesprek
(Uitg. gesprek)
Overzicht bellerid
Faxresolutie
Contrast
Documentgrtte
(Documentform.)
Lang pap. scan
(Lang pap scan)
Rondsturen
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Bel het laatste gebelde nummer opnieuw. Wanneer u een fax- of telefoonnummer op het touchpaneel invoert, wijzigt Opnieuw bellen op de LCD naar
Pauze. Druk op Pauze wanneer u een uitstel nodig hebt tijdens het kiezen van nummers zoals toegangscodes en creditcard-nummers. U kunt ook een pauze opslaan wanneer u adressen opstelt.
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht.
Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven.
Details
(Detail)
(Dit verschijnt uitsluitend wanneer
LDAP aan staat.)
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Toepassen Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Toepassen Selecteer een nummer uit de geschiedenis van
Bewerken uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
-
-
Toepassen Selecteer een nummer uit de
Bewerken nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Stel de resolutie voor uitgaande faxen in.
-
Pas het contrast aan.
Hiermee stelt u de documentgrootte voor uitgaande faxen in.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Voorbeeld
Kleurinstelling
Nummer toevoeg.
-
-
Verzend hetzelfde faxbericht naar meer dan een faxnummer.
Bekijk een afdrukvoorbeeld van een faxbericht voordat u het verzendt.
Stel in of de faxen in zwart-wit of kleur worden verzonden.
773
Niveau 1
Opties
Niveau 2
Tijdklok
Verzamelen
Niveau 3
Tijdklok
Tijd inst.
-
-
Omschrijvingen
Stel de tijd van de dag in waarop de uitgestelde faxen worden verzonden.
Combineer uitgestelde faxen naar hetzelfde faxnummer op hetzelfde ogenblik van de dag tot één transmissie.
Verzend een fax zonder gebruik van het geheugen.
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Direct Verzend
(Direct verzend)
Internationaal
Oproepoverz
Adresboek
Nieuwe standaard -
Fabrieksinstell.
-
-
Herkies
Uitg.
Gesprek
(Uitg.
gesprek)
Overzicht beller-id
Stel dit in op Aan als u problemen hebt om internationale faxen te verzenden.
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Selecteer een nummer uit de geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
(
-
Zoeken:
Bewerken
)
Selecteer een nummer uit de nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht.
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Sla uw instellingen als de standaard op.
Zet alle faxinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
[Fax] (wanneer [Faxvb.] is ingesteld op [Aan] )
Niveau 1
Faxen verzenden
Niveau 2 Niveau 3
Herkies(Pauze) -
Adresboek
( Zoeken: )
Niveau 4
-
-
Details
(Detail)
Omschrijvingen
Bel het laatste gebelde nummer opnieuw. Wanneer u een fax- of telefoonnummer op het touchpaneel invoert, wijzigt Opnieuw bellen op de
LCD naar Pauze. Druk op Pauze wanneer u een uitstel nodig hebt tijdens het kiezen van nummers zoals toegangscodes en creditcard-nummers.
U kunt ook een pauze opslaan wanneer u adressen opstelt.
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht.
Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven.
774
Niveau 1
Faxen verzenden
Niveau 2
Adresboek
Oproepoverzicht
Opties
Niveau 3
( Zoeken: )
Bewerken
-
Herkies
Uitg. Gesprek
(Uitg. gesprek)
Overzicht beller-id
Faxresolutie
Contrast
Documentgrtte
(Documentform.)
Lang pap. scan
(Lang pap scan)
Rondsturen
Voorbeeld
Kleurinstelling
Tijdklok
Verzamelen
Direct Verzend
(Direct verzend)
Internationaal
Oproepoverz
Niveau 4 Omschrijvingen
(Dit verschijnt uitsluitend wanneer
LDAP aan staat.)
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Toepassen Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Toepassen Selecteer een nummer uit de
Bewerken geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
-
-
Toepassen Selecteer een nummer uit de
Bewerken nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Stel de resolutie voor uitgaande faxen in.
Pas het contrast aan.
Hiermee stelt u de documentgrootte voor uitgaande faxen in.
-
Nummer toevoeg.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Verzend hetzelfde faxbericht naar meer dan een faxnummer.
-
-
Tijdklok Stel de tijd van de dag in waarop de
Tijd uitgestelde faxen worden verzonden.
inst.
Combineer uitgestelde faxen naar hetzelfde faxnummer op hetzelfde ogenblik van de dag tot één transmissie.
-
-
Bekijk een afdrukvoorbeeld van een faxbericht voordat u het verzendt.
Stel in of de faxen in zwart-wit of kleur worden verzonden.
Verzend een fax zonder gebruik van het geheugen.
Stel dit in op Aan als u problemen hebt om internationale faxen te verzenden.
Herkies
Uitg.
Gesprek
(Uitg.
gesprek)
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Selecteer een nummer uit de geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
775
Niveau 1
Faxen verzenden
Ontvangen faxen
(Ontvangen
Faxen)
Adresboek
Oproepoverzicht
Niveau 2
Opties
Niveau 3
Oproepoverz
Adresboek
Nieuwe standaard -
Fabrieksinstell.
-
-
Niveau 4
Overzicht beller-id
( Zoeken: )
Omschrijvingen
Selecteer een nummer uit de nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht.
Bewerken Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
-
Sla uw instellingen als de standaard op.
Zet alle faxinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Afdr./verw.
Alles afdrukken
(nwe faxen)
(Alles afdrukken
(nieuwe faxen))
Alles afdrukken
(oude faxen)
Alles verwijderen
(nieuwe faxen)
Alles verwijderen
(oude faxen)
-
-
-
-
-
-
Druk de nieuw ontvangen faxen af.
Druk de oude ontvangen faxen af.
Wis de nieuw ontvangen faxen.
Wis de oude ontvangen faxen.
( Zoeken:
Bewerken
)
Details (Detail)
(Dit verschijnt uitsluitend wanneer
LDAP aan staat.)
-
-
-
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht.
Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven.
-
Herkies
Uitg. Gesprek
(Uitg.
gesprek)
Toepassen
-
Toepassen
Bewerken
-
-
-
-
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Selecteer een nummer uit de geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
776
Niveau 1
Oproepoverzicht
Niveau 2
Overzicht beller-id
Niveau 3
Toepassen
Bewerken
Niveau 4
-
-
Omschrijvingen
Selecteer een nummer uit de nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
[Kopiëren]
Niveau 1
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Opties
Niveau 2
-
Kwaliteit
Papiersoort
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
Papierformaat
Vergr/verkl (Vergr./ verkl.)
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Pagina layout (Pagina lay-out)
Type lay-out
(Wanneer u A3 of Ledger instelt en daarna 2 op 1 of
Poster 2x2 kiest)
Autom. rechtl (Auto rechtleg.)
Dubbelzijdig
-
-
-
-
-
-
100%
Vergroten
Verkleinen
-
-
Aanp. aan pag.
Aangepast
(25-400%)
Hiermee selecteert u de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Selecteer het papiertype dat overeenstemt met het papier in de papierlade.
Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade.
-
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Hiermee past u het kopieerformaat aan het ingestelde papierformaat aan.
Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
Pas de dichtheid aan.
Selecteer om meerdere kopieën te stapelen of te sorteren.
Hiermee kunt u N-in-1, 2 op 1 (id), 1 op 2 of posterkopieën maken.
Geavanc. inst.
(Geavanceerde inst.)
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
-
-
-
Hiermee stelt u de machine in om scheve kopieën te corrigeren.
Schakel tweezijdig kopiëren in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.
Hiermee selecteert u geavanceerde kopieerinstellingen.
Sla uw instellingen als de standaard op.
Zet alle faxinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
777
[Scannen]
Niveau 1 naar media
(Wanneer een USBflashstation is geplaatst)
Niveau 2
Overige acties
Scannen naar
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling) naar computer naar bestand nr e-mailserver
(Beschikbaar nadat
Internetfax (I-Fax) is gedownload.) naar FTP
Niveau 3
-
-
-
Niveau 4
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee kunt u zonder tussenkomst van een computer documenten scannen en vervolgens rechtstreeks opslaan op een USB-flashstation.
naar OCR naar e-mail
Overige acties
Scannen naar
Adresboek
Handmatig
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar afbeelding Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
-
Volg.
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Scan documenten en sla deze naar een map op uw computer op.
-
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Scan foto's of afbeeldingen naar uw grafische toepassingen.
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Bestemmingen
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Opties
-
Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
Verzend gescande gegevens naar een emailserver door uw machine toe te laten om te communiceren met uw netwerk en mailserver.
Scan documenten rechtstreeks naar een
FTP-server op.
778
Niveau 1 naar netwerk
Niveau 2
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
-
Niveau 3
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
-
-
-
Niveau 4
-
Omschrijvingen
Documenten rechtstreeks naar een
CIFS-server op uw lokale netwerk scannen.
naar web
WS scannen (WS
Scan)
(Verschijnt na installatie van een webservicescanner, die wordt weergegeven in de netwerkverkenner op uw computer.)
Overige acties
Scannen naar
Scannen
Scannen vr email
Scannen voor faxen
Scannen voor afdr.
-
-
-
-
-
[Web]
Niveau 1 Omschrijvingen
Web Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
-
-
-
-
-
Upload gescande gegevens naar een internetdienst.
Hiermee scant u gegevens met het Web
Service-protocol.
[Apps]
Niveau 1 Omschrijvingen
Apps Hiermee maakt de machine verbinding met de Brother Apps-service.
[USB]
Niveau 1
JPEG afdruk
Niveau 2
Selecteer bestanden
Niveau 3
OK
Scannen naar media
-
All.afd
(Alles pr)
Indexafdrukken
(Index afdrukken)
Indexvel afdrukken
(Index afdrukken)
Foto's afdrukken
-
Web -
Niveau 4
Afdr.inst
(Afdrukinstell.)
-
Afdr.inst
(Afdrukinstell.)
Omschrijvingen
Met deze opties kunt u uw foto's aanpassen.
U kunt alle foto's op uw USBflashstation afdrukken.
Hiermee drukt u een pagina met miniaturen af.
Afdr.inst
(Afdrukinstell.)
-
-
U kunt foto's afdrukken door de indexnummers te kiezen.
Hiermee kunt u documenten naar een USB-flashstation scannen.
Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
779
[Snelkopp. kopie A3]
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
A3 2 op 1
A3
A4 ⇒ A3
A3 ⇒ A4
A4 + not. (L) (A4 + notitie (L))
A4 + not. (S) (A4 + notitie (S))
A4+raster
A4+blanco (A4 + blanco)
A4 midden
Opties Kwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Dichtheid
Autom. rechtl
(Auto rechtleg.)
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Bekijk het beschikbare papiertype.
Stel het papierformaat in de papierlade in.
Pas de dichtheid aan.
Hiermee stelt u de machine in om scheve kopieën te corrigeren.
[Download software]
Niveau 1 Omschrijvingen
Download software Hiermee geeft u informatie weer over het downloaden en installeren van software voor mobiele apparaten en computers.
[Snelkopp.]
Niveau 1
Snelk. toevgn
(Snelk.toevoegen)
Niveau 2
Kopiëren
Fax
Scannen
Web
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Wijzig de instellingen in de kopieeropties.
naar computer(bestand)
Hiermee wijzigt u de instellingen in de faxopties.
Scan documenten en sla deze naar een map op uw computer op.
naar computer(OCR) Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
naar computer(beeld) naar computer(email)
Scan foto's of afbeeldingen naar uw grafische toepassingen.
Een gescand document als emailbijlage verzenden.
naar media nr e-mailserver
(Beschikbaar nadat
Internetfax (I-Fax) is gedownload.) naar netwerk
Hiermee kunt u zonder tussenkomst van een computer documenten scannen en vervolgens rechtstreeks opslaan op een USB-flashstation.
Hiermee kunt u een zwart-wit- of kleurendocument naar uw emailserver scannen.
naar FTP
-
Verzend gescande gegevens naar een CIFS-server op uw lokale netwerk of op het internet.
Verzend gescande gegevens via
FTP.
Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
780
Niveau 1
Snelk. toevgn
(Snelk.toevoegen)
Deze lijst verschijnt als u 2 seconden op een snelkoppelingspictogram drukt.
Bew./verw.
Niveau 2
Apps
Naam wijzigen
Bewerken
Niveau 3
-
-
-
Verwijder
(Selecteer snelkoppelingknop.)
-
Naam wijzigen
Bewerken
Verwijder
Omschrijvingen
Hiermee maakt de machine verbinding met de Brother Appsservice.
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
[Inkt]
Niveau 1
Inktvolume
Inktcartridgemodel
Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)
Printkop reinigen
Verwijder papierresten
Afdrukopties
Niveau 2
-
-
-
-
-
Verminder vlekken
Verminder oneven regels
Omschrijvingen
Controleer het beschikbare inktvolume.
Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges.
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het
LCD-scherm.
Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het
LCD-scherm.
Hiermee verwijdert u een stuk papier uit de machine volgens de instructies op het LCD-scherm.
Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken.
Hiermee voorkomt u lijnen op het papier tijdens het afdrukken.
Langzaam drogend papier
Gebruik deze instelling wanneer u afdrukt op een type normaal papier waarop de inkt heel langzaam droogt.
(Wi-Fi-instellingen)
Niveau 1
Inst. Wizard
WLAN-assistent (WLAN
Assistant)
WPS
Omschrijvingen
Configureer handmatig uw interne afdrukserver.
U kunt met de cd-rom van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Wanneer u een USB-flashstation in de USB-sleuf hebt geplaatst.
Niveau 1
JPEG afdruk
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u het fotomenu.
Scannen naar media Hiermee kunt u documenten naar een USB-flashstation scannen.
Web Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
781
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
•
782
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
Instellingstabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
De instellingentabellen bieden inzicht in de menuselecties en -opties die u in de programma's van de machine tegenkomt.
[Instell.]
Niveau 1 Niveau 2
Datum
( Datum en tijd )
Tijd -
Automatische zomertijd (Aut.
zomertijd)
-
Tijdzone (Time Zone) -
Niveau 3
-
Onderhoud Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)
-
Wi-Fi
Printkop reinigen
Verwijder papierresten
(Verwijder papier.)
Inktvolume
Inktcartridgemodel
Afdrukopties
TCP/IP
Inst. Wizard
WLAN-assistent
WPS
WPS met pincode
Status WLAN
-
-
-
-
-
-
Verminder vlekken
Verminder oneven regels
Langzaam drogend papier
-
-
-
-
Omschrijvingen
Voeg de datum en tijd toe op het scherm en in de hoofdingen van de faxen die u verzendt.
Hiermee stelt u de machine in voor automatische aanpassing aan de zomer-/ wintertijd.
Stel uw tijdzone in.
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het LCDscherm.
Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het LCD-scherm.
Hiermee verwijdert u een stuk papier uit de machine volgens de instructies op het LCDscherm.
Controleer het beschikbare inktvolume.
Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges.
Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken.
Hiermee voorkomt u lijnen op het papier tijdens het afdrukken.
Gebruik deze instelling wanneer u afdrukt op een type normaal papier waarop de inkt heel langzaam droogt.
Hiermee stelt u het TCP/IP-protocol in.
Configureer handmatig uw interne afdrukserver.
U kunt met de cd-rom van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de
WPS met een PIN-code.
Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer.
783
Niveau 1
Wi-Fi
Niveau 2
MAC-adres
Stille modus -
Lade-instell.
Lade #1
Lade #2
MF-lade (MP-lade)
Faxvooruitblik -
Alle instell.
-
[Instell.] > [Alle instell.] > [Standaardinst.]
Niveau 1
Onderhoud
Ladeinstelling
Niveau 2
Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)
Printkop reinigen
Verwijder papierresten
(Verwijder papier.)
-
Inktvolume
Inktcartridgemodel
Afdrukopties
Lade #1
Lade #2
MF-lade (MP-lade)
-
-
Niveau 3
-
-
Verminder vlekken
Verminder oneven regels
Langzaam drogend papier
Papiersoort
Papierformaat
Papierformaat
Papiersoort
Papierformaat
Omschrijvingen
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het LCD-scherm.
Hiermee verwijdert u een stuk papier uit de machine volgens de instructies op het
LCD-scherm.
Controleer het beschikbare inktvolume.
Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges.
Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken.
Hiermee voorkomt u lijnen op het papier tijdens het afdrukken.
Gebruik deze instelling wanneer u afdrukt op een type normaal papier waarop de inkt heel langzaam droogt.
Hiermee kunt u het papiertype voor papierlade 1 instellen.
Hiermee kunt u het papierformaat voor papierlade 1 instellen.
Hiermee kunt u het papierformaat voor papierlade 2 instellen.
Hiermee kunt u het soort papier voor de
MF-lade instellen.
Hiermee kunt u het papierformaat voor de MF-lade instellen.
784
Niveau 1
Ladeinstelling
Stille modus
Volume
LCD instell.
(LCD-instell.)
Scherminst.
Niveau 2
Lade-instelling:
Kopiëren
Niveau 3
Ladegebruik
Omschrijvingen
Kies de lade die voor het maken van kopieën wordt gebruikt.
Ladeprioriteit U kunt de ladeprioriteit voor kopiëren wijzigen.
Lade-instelling: Faxen Ladegebruik Kies de lade die voor faxen wordt gebruikt.
Lade-instelling:
Afdrukken
Ladeprioriteit U kunt de ladeprioriteit voor faxen wijzigen.
Ladeprioriteit U kunt de ladeprioriteit voor afdrukken vanaf uw computer wijzigen.
Lade-instelling: JPEGafdruk (media)
Meld. bijna leeg
(MFC-J6935DW)
Contr. papier
(Controleer papier)
-
Ladegebruik
Ladeprioriteit Hiermee verandert u de ladeprioriteit voor het afdrukken van foto's vanaf een USBflashstation.
-
Hiermee selecteert u welke lade wordt gebruikt voor het afdrukken van foto's vanaf een USB-flashstation.
Hiermee selecteert u of een melding moet worden weergegeven dat de papierlade bijna leeg is.
-
-
Hiermee wordt het papiertype en formaat gecontroleerd wanneer u de lade uit de machine trekt of papier in de MFlade plaatst.
Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken.
Belvolume
Toon
Luidspreker
Schermverlicht
Lichtdim-timer
Startscherm
-
-
-
-
-
-
Pas het belvolume aan.
Pas het volume van de waarschuwingstoon aan.
Pas het luidsprekervolume aan.
Past de helderheid van de LCDachtergrond aan.
Hiermee stelt u in hoelang de achtergrondverlichting van het LCDscherm blijft branden nadat u er voor het laatst op hebt gedrukt.
Hiermee kunt u kiezen welk scherm moet worden weergegeven wanneer u op het beginscherm ( ) drukt.
Instellingen voor meldingen
Scherm Kopiëren
Scherm Scannen
Documentwaarschuwing
Kopieertip
Scanresult. (Geen lege pag.)
-
-
-
-
-
Hiermee kunt u de standaardinstellingen van het kopieerscherm opgeven.
Hiermee kunt u de standaardinstellingen van het scanscherm opgeven.
Hiermee wordt een waarschuwing gegeven als er nog een document op de glasplaat ligt.
Hiermee worden de plaatsingsindicaties voor documenten weergegeven wanneer u de documentklep opent.
Hiermee wordt een scanresultaat weergegeven na het overslaan van blanco pagina's.
785
Niveau 1
Slaapstand
Niveau 2
-
Aut. uitschak.
-
Niveau 3
-
-
Omschrijvingen
Selecteer hoe lang de machine inactief moet blijven voordat deze in Slaapstand gaat.
Geef op hoe na hoeveel tijd de machine automatisch in de slaapstand gaat.
Als deze functie is uitgeschakeld, gaat de machine niet automatisch uit.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Inst. snelkoppelingen (Instellingen snelkoppelingen)]
Niveau 1 Niveau 2 Omschrijvingen
(Selecteer snelkoppelingknop.) Naam wijzigen Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Bewerken Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Verwijder Wis de snelkoppeling.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Fax]
Niveau 1 Niveau 2
Ontvangstmenu Belvertraging
Ontvangstmod.
F/T beltijd
Faxvooruitblik
Fax Waarnemen (Fax waarnemen)
Act.Op Afst.
Auto reductie
(Autoreductie)
PC-Fax ontv.
-
-
Niveau 3 Omschrijvingen
-
-
Hiermee kunt u instellen hoe vaak het belsignaal moet overgaan voordat de machine reageert in de modus
Alleen fax of Fax/Tel.
Selecteer de ontvangstmodus die het best aan uw behoeften voldoet.
-
-
-
Stel de lengte van het dubbel belsignaal in Fax/Telmodus in.
Hiermee kunt u ontvangen faxen bekijken op de LCD.
Ontvang faxberichten automatisch wanneer u een oproep beantwoordt en faxtonen hoort.
Hiermee kunt u oproepen op een tweede of extern toestel aannemen en de machine via een code in- of uitschakelen. U kunt deze codes personaliseren.
Verklein het formaat van inkomende faxen.
-
Geheugenontv.
Faxontvangststempel
Kies rapport Verzendrapp.
(Verz.rapport)
Journaal tijd
(Journaalper.)
-
-
-
-
Hiermee stelt u de machine in om faxen naar uw computer te verzenden.
U kunt de beveiligingsfunctie Back-up afdrukken inschakelen.
Hiermee stelt u de machine in om faxberichten door te sturen of om inkomende faxen in het geheugen (zodat u deze kunt ophalen wanneer u zich niet bij uw machine bevindt) of de cloudservice op te slaan.
Als u Fax doorzenden of Doorsturen naar Cloud selecteert, kunt u de beveiligingsfunctie Back-up afdrukken inschakelen.
Hiermee drukt u boven aan ontvangen faxen de tijd en datum van ontvangst af.
Selecteer de voorbereidende installatie voor het verzendrapport.
Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch afdrukken van het faxjournaal.
786
Niveau 1
Kies rapport
Niveau 2
Print document -
Afst.bediening
-
Kiesbeperking Cijfertoetsen
Adresboek
Rest. jobs
Snelk. (Snelkopp.)
LDAP-server
-
Diversen Beller ID
-
-
Niveau 3 Omschrijvingen
-
Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen selecteert, kunt u de tijd voor de optie instellen.
Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de week instellen.
Hiermee drukt u binnengekomen faxen af die in het geheugen van de machine zijn opgeslagen.
Stel uw eigen code in voor afstandsbediening.
Stel de machine in om het kiezen te beperken bij gebruik van de kiestoetsen.
-
-
-
-
-
Stel de machine in om het kiezen te beperken bij gebruik van het adresboek.
Stel de machine in om het kiezen te beperken bij gebruik van een snelkoppeling.
Hiermee stelt u kiesbeperking in voor het gebruik van een LDAP-zoekopdracht.
Hiermee kunt u controleren welke geplande taken in het geheugen van de machine zijn opgeslagen en geselecteerde taken annuleren.
Hiermee kunt u de opgeslagen gegevens van de laatste 30 bellers bekijken of afdrukken.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Printer]
(MFC-J6935DW)
Niveau 1
Emulatie
Tweezijdig (2zijdig)
Opdracht HP-lade
Printer resetten
Niveau 2
-
2-zijdige afdruk
-
-
Niveau 3 Omschrijvingen
-
-
-
Selecteer de emulatiemodus.
Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en kies lange zijde of korte zijde.
Hiermee selecteert u de juiste versie van HP LaserJetemulatie.
Herstel de printerinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Netwerk]
Niveau 1 Niveau 2
LAN met kabel TCP/IP
Niveau 3
Opstartmethode
(BOOT Method)
Niveau 4
-
IP Address
Subnet Mask
Gateway
Knooppuntnaam
WINSconfiguratie
WINS Server
-
-
-
-
-
-
Omschrijvingen
Selecteer de opstartmethode die het best aan uw behoeften voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire WINS-server.
787
Niveau 1 Niveau 2
LAN met kabel TCP/IP
Niveau 3
DNS Server
APIPA
Niveau 4
-
-
IPv6 -
WLAN
Ethernet
Status bedraad
MAC-adres
-
-
-
TCP/IP Opstartmethode
(BOOT Method)
-
-
-
-
IP Address
Subnet Mask
Gateway
Knooppuntnaam
WINSconfiguratie
WINS Server
-
-
-
-
-
-
DNS Server
APIPA
-
-
IPv6 -
Omschrijvingen
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u de machine in om automatisch het IP-adres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
Hiermee schakelt u het
IPv6-protocol in of uit.
Meer informatie over het gebruik van het IPv6protocol vindt u in het
Brother Solutions Center via support.brother.com
.
Selecteer de ethernetlinkmodus.
Bekijk de huidige bedrade status.
Hiermee kunt u het MACadres van de machine weergeven.
Selecteer de opstartmethode die het best aan uw behoeften voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het Subnetmasker in.
Voer het Gateway-adres in.
Voer de knooppuntnaam in.
Selecteer de WINSconfiguratiemodus.
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire WINS-server.
Specificeer het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server.
Hiermee stelt u de machine in om automatisch het IP-adres van het link-localadresbereik toe te wijzen.
Hiermee kunt u het IPv6protocol voor een draadloos LAN in- of uitschakelen. Meer informatie over het gebruik van het IPv6-protocol vindt u in het Brother Solutions
Center via support.brother.com
.
788
Niveau 1
WLAN
Niveau 2
Inst. Wizard
WLAN-assistent
Niveau 3
-
-
WPS -
WPS met pincode -
Wi-Fi Direct
Status WLAN
MAC-adres
Drukknop
Status
Signaal
SSID
Comm. Modus
(Comm. modus)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Niveau 4
-
-
Pincode -
Handmatig -
Groepseigenaar -
Apparaatgegevens Apparaatnaam
-
-
SSID -
IP Address
Statusinformatie Status
-
-
Omschrijvingen
Configureer handmatig uw interne afdrukserver.
U kunt met de cd-rom van
Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met behulp van de WPS met een PIN-code.
Bekijk de huidige status van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk.
Bekijk de huidige SSID.
Bekijk de huidige communicatiemodus.
Hiermee kunt u het MACadres van de machine weergeven.
Hiermee configureert u uw
Wi-Fi Directnetwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Hiermee kunt u uw Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.
Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi
Direct-netwerkinstellingen.
Stel uw machine als de
Groepseigenaar in.
Hiermee wordt de apparaatnaam van uw machine weergegeven.
Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.
Wanneer de machine niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCDscherm weergegeven.
Hiermee kunt u het huidige
IP-adres van uw machine weergeven.
Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi
Direct-netwerk weer.
789
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Wi-Fi Direct Statusinformatie Signaal
Interf. insch.
(InterfaceActiv)
-
NFC
E-mail/IFAX
(Beschikbaar nadat Internetfax
(I-Fax) is gedownload.)
Mail Address -
Server instellen SMTP
POP3/IMAP4
Niveau 4
-
-
-
-
Server
Poort
Aut. voor SMTP
SSL/TLS
Omschrijvingen
Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Directnetwerk nagaan.
Wanneer uw machine als
Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.
Hiermee schakelt u de Wi-
Fi Direct-verbinding in of uit.
Hiermee schakelt u NFCfunctie in of uit.
Hiermee voert u het emailadres in.
(maximaal 60 tekens)
Voer de SMTPservernaam en -adres in.
Voer het SMTPpoortnummer in.
Selecteer de beveiligingsmethode voor e-mailmeldingen.
Hiermee kunt u een e-mail verzenden of ontvangen via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL-/
TLS-communicatie vereist is.
Verifieer automatisch het
SMTP-servercertificaat.
Certificaat verifiëren
(Certificaat contr.)
Protocol
Server
Poort
Mailbox Naam
(Mailbox naam)
Wachtw. postvak
(Wachtw. postbus)
Map selecteren
(Selecteer map)
SSL/TLS
Selecteer het protocol voor het ontvangen van een email van de server.
Voer de servernaam en adres in.
Voer het poortnummer in.
Hiermee voert u de naam van het postvak in.
(maximaal 60 tekens)
Voer het wachtwoord in om op de server aan te melden.
(maximaal 32 tekens)
Hiermee selecteert u de opgegeven map in het postvak met het IMAP4protocol.
Verzend of ontvang een email via een e-mailserver die veilige SSL/TLScommunicatie vereist.
790
Niveau 1
E-mail/IFAX
(Beschikbaar nadat Internetfax
(I-Fax) is gedownload.)
Bericht van
Brother
Netwerk I/F
Netw.
resetten
Niveau 2 Niveau 3
Server instellen POP3/IMAP4
E-mail RX instellen (Setup
Mail RX)
E-mail TX instellen (Setup
Mail TX)
Relayeren instellen (Setup
Relay)
Handmatig ontvangen
Bericht van
Brother
Status
Web Connectinstellingen
(Instell. Web
Connect)
Proxy-instell.
-
-
Autom. pollen
(Auto Polling)
Koptekst
Fout mail verw./lezen
(Foutmail verw./lezen)
Notification
Sender Subject
Size Limit
Notification
Groepsverzenden
(Relaisfax)
Relayeerdomein
(Relay-domein)
Relayeerrapport
(Relay-rapport)
-
-
-
-
-
-
-
Proxyverbinding
Adres -
Poort -
Gebruikersnaam -
Wachtwoord -
-
-
-
-
Niveau 4
Certificaat verifiëren
(Certificaat contr.)
APOP
Autom. pollen
(Auto Polling)
Pollingfrequentie
(Poll-frequentie)
-
-
-
-
Size Limit
Max.grootte (MB)
-
-
-
Omschrijvingen
Verifieer automatisch het
Servercertificaat.
Schakel APOP in of uit.
Hiermee controleert u de server automatisch op nieuwe berichten.
Stel het interval in voor de controle van nieuwe berichten op de server.
Hiermee selecteert u de inhoud van de kopregel die wordt afgedrukt.
Hiermee stelt u de machine in om foutberichten automatisch te verwijderen.
Ontvang meldingsberichten.
Hiermee kunt u het onderwerp bekijken.
Beperk de grootte van emaildocumenten.
Verzend meldingsberichten.
Stuur een document door naar een ander faxapparaat.
Registreer de domeinnaam.
Druk het relayeerrapport af.
Controleer handmatig de
POP3- of IMAP4-server voor nieuwe berichten.
Hiermee kunt u berichten en meldingen van Brother weergeven.
Wijzig de instellingen voor de internetverbinding.
Hiermee selecteert u het netwerkverbindingstype.
Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
791
[Instell.] > [Alle instell.] > [Print lijsten]
Niveau 1
Verzendrapport
Adresboek
Fax Journaal
(Faxjournaal)
Gebruikersinst
Netwerkconfiguratie
WLAN-rapport
Overzicht beller-id
Omschrijvingen
Hiermee drukt u een verzendrapport af van de laatste transmissie.
Druk een lijst met namen en nummers in het adresboek af.
Druk een lijst met informatie over uw 200 laatste inkomende en uitgaande faxen af.
(TX betekent Verzenden. RX betekent Ontvangen.)
Druk een lijst van uw instellingen af.
Druk een lijst van uw netwerkinstellingen af.
Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af.
Hiermee drukt u een lijst af met de beschikbare informatie over nummerweergave (beller-ID's) van de 30 laatst ontvangen faxen en telefoongesprekken.
[Instell.] > [Alle instell.] > [Machine-info]
Niveau 1
Serienummer
Niveau 2
-
Omschrijvingen
Hiermee controleert u het serienummer van uw machine.
Firmware-versie Main-versie Hiermee controleert u de firmwareversie van uw machine.
Firmware bijwerken Hiermee werkt u de machine bij met de meest recente firmware.
Firmware Auto Check U kunt informatie over de firmware in het beginscherm bekijken.
Reset
[Instell.] > [Alle instell.] > [Stand.instel.]
Niveau 1
Datum en tijd
Stations-ID
Toon/Puls
(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)
-
Autom. herkiezen -
Fax
Naam
Niveau 2
Datum
Tijd
Automatische zomertijd (Aut.
zomertijd)
Tijdzone (Time
Zone)
Kiestoon
Tel lijn inst
Compatibel
-
-
-
Apparaat terugstellen
Omschrijvingen
Voeg de datum en tijd toe op het scherm en in de hoofdingen van de faxen die u verzendt.
Hiermee stelt u de machine in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.
Stel uw tijdzone in.
Hiermee kunt u opgeven welke naam en welk faxnummer moeten worden afgedrukt op elke pagina die u faxt.
Selecteer de kiesmodus.
Hiermee kunt u de machine instellen om het laatste faxnummer opnieuw te kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.
Maak de pauzedetectie van de kiestoon korter.
Hiermee selecteert u het type telefoonlijn.
Hiermee past u de synchronisatie aan bij verzendproblemen.
VoIP-providers bieden faxondersteuning middels verschillende standaards. Als u regelmatig transmissiefouten ondervindt, selecteert u Minimaal (voor VoIP).
Hiermee kunt u alle machine-instellingen die u hebt veranderd, zoals datum en tijd en belvertraging, herstellen.
792
Niveau 1
Reset
Taalkeuze
(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)
Niveau 2
(Machine resetten)
Omschrijvingen
Netwerk Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Adresboek en fax Wis alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen.
Alle instell.
-
Herstel alle instellingen van de machine naar de fabrieksinstellingen.
Wijzig uw LCD-taal.
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
793
De instellingen van de machine vanaf het bedieningspaneel wijzigen >
Instellingen- en functietabellen > Functietabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
Functietabellen (3,7"(93,4 mm) modellen met touchpanel)
Gerelateerde modellen : MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
[Fax] (Wanneer [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Uit] )
Niveau 1
Adresboek
Oproephist.
Opties
Niveau 2
( Zoeken:
Bewerken
-
Herkies
)
Uitgaand gesprek
Overzicht bellerid
Faxresolutie
2-zijdige fax
Contrast
Documentgrootte
Lang pap. scan
(Lang pap scan)
Rondsturen
-
-
-
-
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAP-server gezocht.
Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven.
Details
(Detail)
(Dit verschijnt uitsluitend wanneer
LDAP aan staat.)
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Toepassen Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Toepassen Selecteer een nummer uit de geschiedenis van
Bewerken uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Toepassen Selecteer een nummer uit de
Bewerken nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
-
Stel de resolutie voor uitgaande faxen in.
Stel het formaat voor tweezijdig scannen in.
Pas het contrast aan.
Hiermee stelt u de documentgrootte voor uitgaande faxen in.
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Voorbeeld
Kleurinstelling
Tijdklok
Verzamelen
Nummer toevoeg.
-
-
Tijdklok
Tijd inst.
-
Verzend hetzelfde faxbericht naar meer dan een faxnummer.
Bekijk een afdrukvoorbeeld van een faxbericht voordat u het verzendt.
Stel in of de faxen in zwart-wit of kleur worden verzonden.
Stel de tijd van de dag in waarop de uitgestelde faxen worden verzonden.
Combineer uitgestelde faxen naar hetzelfde faxnummer op hetzelfde ogenblik van de dag tot
één transmissie.
794
Niveau 1
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Niveau 2
Direct Verzend
(Direct verzend)
Internationaal
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
-
-
-
Niveau 3
-
-
Omschrijvingen
Verzend een fax zonder gebruik van het geheugen.
Stel dit in op Aan als u problemen hebt om internationale faxen te verzenden.
Sla uw instellingen als de standaard op.
Zet alle faxinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
[Fax] (Wanneer [Faxvooruitblik] is ingesteld op [Aan] )
Niveau 1
Faxen verzenden
Niveau 2
Adresboek
Oproephist.
Opties
Niveau 3
(
Bewerken
-
Zoeken:
Herkies
)
Niveau 4
-
Omschrijvingen
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAPserver gezocht.
Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven.
Details
(Detail)
(Dit verschijnt uitsluitend wanneer
LDAP aan staat.)
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Toepassen Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Uitgaand gesprek Toepassen Selecteer een nummer uit de
Bewerken geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Overzicht bellerid
Toepassen
Bewerken
Selecteer een nummer uit de nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Faxresolutie Stel de resolutie voor uitgaande faxen in.
2-zijdige fax
Contrast
Documentgrootte
-
-
-
Stel het formaat voor tweezijdig scannen in.
Pas het contrast aan.
Hiermee stelt u de documentgrootte voor uitgaande faxen in.
795
Niveau 1
Faxen verzenden
Ontvangen faxen
Adresboek
Niveau 2
Opties
Niveau 3
Lang pap. scan
(Lang pap scan)
Rondsturen
Voorbeeld
Kleurinstelling
Tijdklok
Verzamelen
Direct Verzend
(Direct verzend)
Internationaal
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
-
Niveau 4 Omschrijvingen
-
Nummer toevoeg.
-
U kunt lange documenten via de ADF scannen.
Verzend hetzelfde faxbericht naar meer dan een faxnummer.
Bekijk een afdrukvoorbeeld van een faxbericht voordat u het verzendt.
-
Tijdklok Stel de tijd van de dag in waarop de
Tijd uitgestelde faxen worden verzonden.
inst.
-
Stel in of de faxen in zwart-wit of kleur worden verzonden.
Combineer uitgestelde faxen naar hetzelfde faxnummer op hetzelfde ogenblik van de dag tot één transmissie.
-
-
-
-
-
Verzend een fax zonder gebruik van het geheugen.
Stel dit in op Aan als u problemen hebt om internationale faxen te verzenden.
Sla uw instellingen als de standaard op.
Zet alle faxinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Afdr./verw.
Alles afdr.(nwe faxen) (Alles afdrukken (nieuwe faxen))
-
Alles afdrukken
(oude faxen)
Alles verwijderen
(nieuwe faxen)
-
-
Alles verwijderen
(oude faxen)
-
-
-
Druk de nieuw ontvangen faxen af.
Druk de oude ontvangen faxen af.
Wis de nieuw ontvangen faxen.
Wis de oude ontvangen faxen.
( Zoeken:
Bewerken
)
Details (Detail)
(Dit verschijnt uitsluitend wanneer
LDAP aan staat.)
-
-
-
Als LDAP is uitgeschakeld, wordt in het lokale adresboek gezocht.
Als LDAP is ingeschakeld, wordt in het lokale adresboek en op de LDAPserver gezocht.
Hiermee wordt uitgebreide informatie over het geselecteerde adres weergegeven.
Toepassen -
Hiermee kunt u nummers in het adresboek opslaan, wijzigen en verwijderen en nummers voor groepsverzending instellen.
Begin een fax ter verzenden met behulp van het adresboek.
796
Niveau 1 Niveau 2
Oproepoverz Herkies
Uitgaand gesprek
Overzicht beller-id
Niveau 3
-
Toepassen
Bewerken
Toepassen
Bewerken
-
-
-
-
Niveau 4
-
Omschrijvingen
Bel het laatste nummer dat u belde opnieuw.
Selecteer een nummer uit de geschiedenis van uitgaande oproepen en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
Selecteer een nummer uit de nummerweergavegeschiedenis en verzend er vervolgens een fax naar, voeg het aan het adresboek toe of wis het.
[Kopie]
Niveau 1
Vooraf ingesteld
(Verschijnt wanneer u op c drukt.)
Niveau 2
A4
⇒
A3
Normaal
2-zijd.(1 ⇒ 2)
2-zijd.(2 ⇒ 2)
2op1(id)
2op1
Poster
Inktbesp.
Boek
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Opties Kwaliteit
Niveau 3
-
-
Papiersoort
Papierformaat
-
-
-
Ladeselectie -
Vergroten/verkleinen 100%
Vergroten
Dichtheid
Stapel/Sorteer
Pagina layout
(Pagina lay-out)
Verkleinen
Aanp. aan pag.
Aangepast
(25-400%)
-
-
-
Omschrijvingen
Selecteer de gewenste instellingen.
Sla de huidige instellingen als een snelkoppeling op.
Hiermee selecteert u de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Selecteer het papiertype dat overeenstemt met het papier in de papierlade.
Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade.
Selecteer de te gebruiken lade voor kopieermodus.
-
Selecteer een vergrotingspercentage voor de volgende kopie.
Selecteer een verkleiningspercentage voor de volgende kopie.
Hiermee past u het kopieerformaat aan het ingestelde papierformaat aan.
Voer een vergrotings- of verkleiningspercentage in.
Pas de dichtheid aan.
Selecteer om meerdere kopieën te stapelen of te sorteren.
Hiermee kunt u N-in-1, 2 op 1 (id), 1 op 2 of posterkopieën maken.
797
Niveau 1
Opties
Niveau 2
Type lay-out
(Wanneer u A3 of Ledger instelt en daarna 2 op 1 of
Poster 2x2 kiest)
Autom. recht (Aut.
rechtleggen)
2-zijdige kopie
Niveau 3
-
-
-
Geavanceerde instellingen
-
Omschrijvingen
Hiermee kunt u N-in-1, 2 op 1 (id), 1 op 2 of posterkopieën maken.
Hiermee stelt u de machine in om scheve kopieën te corrigeren.
Schakel tweezijdig kopiëren in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.
Hiermee selecteert u geavanceerde kopieerinstellingen.
[Scannen]
Niveau 1 naar media
(Wanneer een USBflashstation is geplaatst) naar computer
Niveau 2
Overige acties
Scannen naar
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling) naar bestand naar OCR naar e-mail
-
-
Niveau 3
-
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc) naar afbeelding Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer USB of pc)
Niveau 4
-
-
-
Omschrijvingen
Hiermee kunt u zonder tussenkomst van een computer documenten scannen en vervolgens rechtstreeks opslaan op een USB-flashstation.
Scan documenten en sla deze naar een map op uw computer op.
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
Scan foto's of afbeeldingen naar uw grafische toepassingen.
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Een gescand document als e-mailbijlage verzenden.
798
Niveau 1 nr e-mailserver
(Beschikbaar nadat
Internetfax (I-Fax) is gedownload.) naar FTP naar netwerk naar web
Niveau 2
Overige acties
Scannen naar
Adresboek
Handmatig
Volgende
-
Niveau 3
-
-
-
-
-
Bestemmingen
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
Bestemmingen
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
Overige acties
Scannen naar
(Selecteer profielnaam)
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
Opties
Opsl. als snelkopp.
(Opslaan als snelkoppeling)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Niveau 4
-
-
-
WS scannen (WS
Scan)
(Verschijnt na installatie van een webservicescanner, die wordt weergegeven in de netwerkverkenner op uw computer.)
Overige acties
Scannen naar
Scannen
Scannen vr email
Scannen voor faxen
Scannen voor afdr.
-
-
-
-
-
[Web]
Niveau 1 Omschrijvingen
Web Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
-
-
-
-
-
[Apps]
Niveau 1 Omschrijvingen
Apps Hiermee maakt de machine verbinding met de Brother Apps-service.
Omschrijvingen
Verzend gescande gegevens naar een emailserver door uw machine toe te laten om te communiceren met uw netwerk en mailserver.
Scan documenten rechtstreeks naar een
FTP-server op.
Documenten rechtstreeks naar een
CIFS-server op uw lokale netwerk scannen.
Upload gescande gegevens naar een internetdienst.
Hiermee scant u gegevens met het Web
Service-protocol.
799
[USB]
Niveau 1
PDF afdruk
(MFC-J6935DW)
JPEG afdruk
Scannen naar media
Web
[Snelkopp.]
Niveau 1
Snelkoppeling toevoegen
Niveau 2
(Selecteer een
PDF-bestand.)
Selecteer bestanden
Indexafdruk
-
-
Niveau 2
Kopie
Niveau 3
-
OK
Alles afdr.
Indexvel afdrukken
(Index afdrukken)
Foto's afdrukken op indexnr.
(Foto's afdrukken met behulp van
Indexnr.)
-
Afdr.inst
U kunt foto's afdrukken door de indexnummers te kiezen.
-
-
Niveau 4 Omschrijvingen
Afdr.inst
Hiermee drukt u direct een PDFbestand vanaf een USB-flashstation af.
Afdr.inst
Met deze opties kunt u uw foto's aanpassen.
U kunt alle foto's op uw USBflashstation afdrukken.
Afdr.inst
Hiermee drukt u een pagina met miniaturen af.
-
Hiermee kunt u documenten naar een USB-flashstation scannen.
Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
[Snelkopp. kopie A3]
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
A3 2op1
A3
A4 ⇒ A3
A3 ⇒ A4
A4 + notit(L)
A4 + notit(S)
A4+raster
A4+blanco (A4 + blanco)
A4 midden
Opties Kwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Ladeselectie
Dichtheid
Autom. recht
(Aut.
rechtleggen)
Omschrijvingen
Hiermee selecteert u de kopieerresolutie voor uw documenttype.
Bekijk het beschikbare papiertype.
Stel het papierformaat in de papierlade in.
Hiermee stelt u de machine in om automatisch de lade te selecteren die het meest geschikte papier bevat.
Pas de dichtheid aan.
Hiermee stelt u de machine in om scheve kopieën te corrigeren.
[Download Software]
Niveau 1 Omschrijvingen
Download Software Hiermee geeft u informatie weer over het downloaden en installeren van software voor mobiele apparaten en computers.
Niveau 3
-
Omschrijvingen
Wijzig de instellingen in de kopieeropties.
800
Niveau 1
Snelkoppeling toevoegen
Deze lijst verschijnt als u 2 seconden op een snelkoppelingspictogram drukt.
Bew./ verw.
Niveau 2
Fax
Scannen
Web
Apps
Naam wijzigen
Bewerken
Verwijder
(Selecteer snelkoppelingknop.)
Niveau 3 nr e-mailserver
(Beschikbaar nadat
Internetfax (I-Fax) is gedownload. ) naar netwerk
Omschrijvingen
naar computer(bestand)
Hiermee wijzigt u de instellingen in de faxopties.
Hiermee kunt u een zwart-wit- of kleuren document naar uw computer scannen.
naar computer(OCR) Hiermee kunt u gescande documenten naar een bewerkbaar tekstbestand converteren.
naar computer(beeld)
Scan een kleurenfoto naar uw grafische toepassing.
naar computer(email) naar media
Scan een document in zwart-wit of kleur naar uw e-mailtoepassing.
Hiermee kunt u zonder tussenkomst van een computer documenten scannen en vervolgens rechtstreeks opslaan op een USB-flashstation.
Hiermee kunt u een zwart-wit- of kleurendocument naar uw emailserver scannen.
naar FTP
-
-
-
-
-
Naam wijzigen
Verzend gescande gegevens naar een CIFS-server op uw lokale netwerk of op het internet.
Verzend gescande gegevens via
FTP.
Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
Hiermee maakt de machine verbinding met de Brother Appsservice.
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
Bewerken
Verwijder
Wijzig de naam van de snelkoppeling.
Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.
Wis de snelkoppeling.
[Inkt]
Niveau 1
Inktvolume
Inktcartridgemodel
Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)
Printkop reinigen
Niveau 2
-
-
-
-
Omschrijvingen
Controleer het beschikbare inktvolume.
Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges.
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het
LCD-scherm.
Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het
LCD-scherm.
801
Niveau 1
Verwijder papierresten
(Verwijder papier.)
Afdrukopties
Niveau 2
-
Verminder vlekken
Verminder oneven regels
Omschrijvingen
Hiermee verwijdert u een stuk papier uit de machine volgens de instructies op het LCD-scherm.
Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken.
Hiermee voorkomt u lijnen op het papier tijdens het afdrukken.
Langzaam drogend papier
Gebruik deze instelling wanneer u afdrukt op een type normaal papier waarop de inkt heel langzaam droogt.
(Wi-Fi-instellingen)
Niveau 1 Omschrijvingen
Inst. Wizard Configureer handmatig uw interne afdrukserver.
WLAN-assistent U kunt met de cd-rom van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.
WPS Configureer uw draadloze netwerkinstellingen met de drukknopmethode.
Wanneer u een USB-flashstation in de USB-sleuf hebt geplaatst.
Niveau 1
PDF afdruk
(MFC-J6935DW)
Omschrijvingen
Hiermee drukt u direct een PDF-bestand vanaf een USB-flashstation af.
JPEG afdruk Hiermee selecteert u het fotomenu.
Scannen naar media Hiermee kunt u documenten naar een USB-flashstation scannen.
Web Verbind de machine van Brother met een internetdienst.
Verwante informatie
•
Instellingen- en functietabellen
•
802
Home > Machine-instellingen > De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
•
De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
•
De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup
•
Waar kan ik netwerkinstellingen van de Brother-machine vinden?
•
Netwerkbeheersoftware en -hulpprogramma's
803
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
Beheer via een webbrowser is een hulpprogramma dat een standaardwebbrowser gebruikt om uw machine te beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket
Layer).
•
Wat is Beheer via een webbrowser?
•
Beheer via een webbrowser openen
•
Een aanmeldwachtwoord voor Beheer via een webbrowser instellen
804
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
> Wat is Beheer via een webbrowser?
Wat is Beheer via een webbrowser?
Beheer via een webbrowser is een hulpprogramma dat een standaardwebbrowser gebruikt om uw machine te beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket
Layer). Typ het IP-adres van uw machine in de webbrowser om de instellingen van de afdrukserver weer te geven of te wijzigen.
• Wij raden Microsoft ® Internet Explorer ® 8/11 voor Windows ® en Safari 9 voor Macintosh aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Controleer of de webbrowser compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1 als u een andere webbrowser gebruikt.
• Het is van belang dat u op uw netwerk het TCP/IP-protocol gebruikt en een geldig IP-adres in de afdrukserver en de computer hebt geprogrammeerd.
• Het werkelijke scherm kan afwijken van het bovenstaande scherm.
Verwante informatie
•
De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
805
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
> Beheer via een webbrowser openen
Beheer via een webbrowser openen
• We raden u aan het HTTPS-beveiligingsprotocol te gebruiken wanneer u instellingen configureert via
Beheer via een webbrowser.
• Wanneer u HTTPS gebruikt voor de configuratie van Beheer via een webbrowser, geeft uw browser een waarschuwingscherm weer.
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen.
Als u de protocolinstellingen wijzigt, moet u, nadat u op Indienen hebt geklikt, de machine opnieuw opstarten om de configuratie te activeren.
Verwante informatie
•
De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
•
Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
•
De status van de machine vanaf uw computer controleren (Macintosh)
806
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
> Een aanmeldwachtwoord voor
Beheer via een webbrowser instellen
Een aanmeldwachtwoord voor Beheer via een webbrowser instellen
Wij raden u aan het aanmelden te beveiligen met een wachtwoord, zodat niet zomaar iedereen toegang heeft tot
Beheer via een webbrowser.
1. Start uw webbrowser.
2. Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).
Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2
• Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
Bijvoorbeeld: http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
• Voor Macintosh gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
3. Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
4. Klik op Beheerder .
5. Voer het gewenste wachtwoord in het veld Invoeren: nieuw wachtwoord in (8 tot 32 tekens).
6. Typ het wachtwoord nogmaals in het veld Bevestigen: nieuw wachtwoord .
7. Klik op Indienen .
Voer voortaan het wachtwoord in het veld Inloggen in en klik op telkens wanneer u Beheer via een webbrowser opent.
Nadat u alle instellingen hebt geconfigureerd, meldt u zich af door op te klikken.
Als u niet eerder een aanmeldingswachtwoord ingesteld hebt, kunt u ook een wachtwoord instellen door op de knop Configureer het wachtwoord te klikken op de webpagina van de machine.
Verwante informatie
•
De instellingen van uw machine wijzigen met Beheer via een webbrowser
807
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup
De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup
Met het programma Remote Setup kunt u vanaf uw computer heel wat instellingen van uw Brother-machine configureren. Wanneer u het programma Remote Setup start, worden de instellingen van uw Brother-machine automatisch naar uw computer gedownload en op uw scherm weergegeven. Als u de instellingen op uw computer wijzigt, kunt u deze direct naar de machine overbrengen.
•
•
808
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup > Remote Setup (Windows
® )
Remote Setup (Windows ® )
•
Stel de Brother-machine in vanaf uw computer (Windows ® )
•
Stel de Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows ® )
•
Het adresboek van uw machine instellen met ControlCenter4 (Windows ® )
809
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup >
> Stel de
Brother-machine in vanaf uw computer (Windows ® )
Stel de Brother-machine in vanaf uw computer (Windows ® )
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Windows Vista ® en Windows ® 7
Klik op (Starten) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities .
Klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Remote Setup .
• Windows ® 8 en Windows ® 10
Klik op ( Brother Utilities ) en vervolgens op de vervolgkeuzelijst en selecteer uw modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik in de linkernavigatiebalk op Hulpmiddelen en klik vervolgens op Remote
Setup .
Het venster van het programma Remote Setup wordt weergegeven.
Wanneer uw machine via een netwerk is verbonden, voert u indien nodig het wachtwoord in.
2. Configureer de instellingen als nodig.
810
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw machine op te slaan.
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op de machine af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar de machine zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar de machine te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als een foutmelding verschijnt, bevestig dan dat uw gegevens correct zijn en klik vervolgens op OK .
811
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar de machine te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar de machine te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
3. Klik op OK .
• Als uw computer door een firewall is beschermd en u Remote Setup niet kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 137 en 161 mogelijk te maken.
• Als u de Windows ® Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld.
Verwante informatie
•
•
812
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup >
> Stel de
Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows ® )
Stel de Brother-machine in met ControlCenter4 (Windows ® )
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Remote Setup .
4. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw machine op te slaan.
813
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op de machine af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar de machine zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar de machine te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als een foutmelding verschijnt, bevestig dan dat uw gegevens correct zijn en klik vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar de machine te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar de machine te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
5. Klik op OK .
• Als uw computer door een firewall is beschermd en u Remote Setup niet kunt gebruiken, moet u mogelijk de instellingen van de firewall configureren om communicatie via poortnummer 137 en 161 mogelijk te maken.
• Als u de Windows ® Firewall gebruikt en de software en drivers van Brother vanaf de cd-rom hebt geïnstalleerd, zijn de benodigde firewall-instellingen al ingesteld.
Verwante informatie
•
•
814
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup >
> Het adresboek van uw machine instellen met ControlCenter4 (Windows ® )
Het adresboek van uw machine instellen met ControlCenter4
(Windows ® )
Gebruik Remote Setup via CC4 om nummers van het adresboek op uw computer toe te voegen of te wijzigen.
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik op het pictogram ( ControlCenter4 ) in de taakbalk en klik vervolgens op Open .
2. Klik op het tabblad Apparaatinstellingen .
3. Klik op de knop Adresboek .
Het Adresboek opent in een venster van Remote Setup.
4. Voeg als nodig informatie toe aan het adresboek of werk deze bij.
5. Klik op OK .
Verwante informatie
•
•
815
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup > Remote Setup (Macintosh)
Remote Setup (Macintosh)
•
Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
•
Het adresboek van de machine instellen met ControlCenter2 (Macintosh)
816
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup >
Remote Setup (Macintosh) > Stel de
Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
Stel de Brother-machine in met ControlCenter2 (Macintosh)
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
2. Klik op het tabblad INSTELLINGEN APPARAAT .
3. Klik op de knop Remote Setup .
Het scherm Programma Remote Setup verschijnt.
4. Configureer de instellingen als nodig.
Exporteren
Klik om de huidige configuratie-instellingen naar een bestand op te slaan.
Klik op Exporteren om uw adresboek of alle instellingen voor uw machine op te slaan.
817
Importeren
Klik om een bestand te importeren en de instellingen te lezen.
Afdrukken
Klik om de geselecteerde items op de machine af te drukken. U kunt de gegevens niet afdrukken tot deze naar de machine zijn geüpload. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens te uploaden naar de machine en klik vervolgens op Afdrukken .
OK
Klik om het uploaden van gegevens naar de machine te starten en verlaat vervolgens het programma
Remote Setup. Als er een foutmelding verschijnt, voert u de juiste gegevens nogmaals in en klikt u vervolgens op OK .
Afbreken
Klik om het programma Remote Setup te verlaten zonder gegevens naar de machine te uploaden.
Toepassen
Klik om gegevens naar de machine te uploaden zonder het programma Remote Setup te verlaten.
5. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
•
818
De instellingen van de machine wijzigen vanaf een computer
> De instellingen van de machine wijzigen met behulp van Remote Setup >
Remote Setup (Macintosh) > Het
adresboek van de machine instellen met ControlCenter2 (Macintosh)
Het adresboek van de machine instellen met ControlCenter2
(Macintosh)
Gebruik Remote Setup via ControlCenter2 om nummers van het adresboek op uw computer toe te voegen of te wijzigen.
Als Beveiligd functieslot is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet gebruiken.
1. Klik in de menubalk Finder op Ga > Programma’s > Brother en dubbelklik vervolgens op het pictogram
( ControlCenter ).
Het scherm ControlCenter2 verschijnt.
2. Klik op het tabblad INSTELLINGEN APPARAAT .
3. Klik op de knop Adresboek .
Het Adresboek opent in een venster van Remote Setup.
4. Voeg als nodig informatie toe aan het adresboek of werk deze bij.
5. Klik op OK wanneer u klaar bent.
Verwante informatie
•
•
819
Appendix
•
•
Tekst invoeren in uw Brother-machine
•
Informatie over kringlooppapier
820
Home > Appendix > Specificaties
Specificaties
Algemene specificaties
Printertype
Printkop Zwart-wit
Kleur
Geheugencapaciteit
LCD-scherm (liquid crystal display)
Stroombron
Stroomverbruik
Inkjet
Piëzo met 420 spuitmondjes × 1
Piëzo met 420 spuitmondjes × 3
• MFC-J6530DW
128 MB
• MFC-J6930DW
256 MB
• MFC-J6935DW
512 MB
• MFC-J6530DW
2,7-inch (67,5 mm) TFT LCD-kleurentouchscreen
• MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
3,7-inch (93,4 mm) TFT LCD-kleurentouchscreen
AC 220 tot 240 V 50/60 Hz
• MFC-J6530DW
Kopiëren
: Circa 27 W
Stroom Uit
• MFC-J6930DW
Kopiëren
: Circa 29 W
Stroom Uit
• MFC-J6935DW
Kopiëren
: circa Circa 29 W
Slaapstand 4 : circa Circa 1,7 W
: circa Circa 0,04 W
821
Afmetingen • MFC-J6530DW
305 mm
575 mm
477 mm
766 mm
• MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
467 mm
374,5 mm
575 mm
477 mm
834 mm
Gewicht
Geluidsemissie Geluidsdruk In bedrijf
• MFC-J6530DW
19,6 kg
• MFC-J6930DW
23,6 kg
• MFC-J6935DW
23,7 kg
50 dB(A) (Circa)
Geluidskracht
Kopiëren
(Nederland)
LWAd =6,38 B(A) (Zwart-wit)
(België)
LWAd =5,96 B(A) (Zwart-wit)
(Nederland)
LWAd =6,38 B(A) (Kleur)
822
Geluidsemissie Geluidskracht
Kopiëren
(België)
LWAd =6,02 B(A) (Kleur)
Temperatuur
Vochtigheid
In bedrijf
Beste afdrukkwaliteit
In bedrijf
10 tot 35 °C
20 tot 33 °C
20 tot 80% (niet condenserend)
Beste afdrukkwaliteit
ADF (automatische documentinvoer)
20 tot 80% (niet condenserend)
Max. 50 pagina's
Papier: 80 g/m²
3
4
7
8
1
2
5
6
9
10
11
Diagonaal gemeten
Gemeten wanneer de machine is aangesloten op de USB-interface. Het stroomverbruik kan enigszins afwijken, afhankelijk van de gebruiksomgeving of slijtage van onderdelen.
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
Gemeten volgens IEC 62301, versie 2.0.
Zelfs wanneer de machine uitstaat, wordt deze van tijd tot tijd automatisch ingeschakeld voor onderhoud van de printkop en vervolgens weer uitgeschakeld
Bij gebruik van de ADF, enkelzijdig afdrukken en scannen, resolutie: standaard / document: ISO/IEC 24712 afgedrukt patroon.
Lawaai afhankelijk van afdrukomstandigheden.
In overeenstemming met ISO9296
Kantoorapparatuur met LWAd boven 6,30 B(A) is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar mensen geconcentreerd denkwerk moeten verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimtes worden geplaatst om geluidshinder te voorkomen.
(Nederland)
Kopieersnelheid: 16 kpm (zwart-wit) / 15 kpm (kleur)
(België)
Kopieersnelheid: 9 kpm (zwart-wit) / 9 kpm (kleur)
Deze kopieersnelheden zijn gemeten in overeenstemming met de Blue Angel (RAL-UZ171)-specificatie.
MFC-J6530DW: Maximaal 30 pagina's bij kopiëren met de sorteerfunctie.
Documentgrootte
Documentgrootte Breedte ADF
Lengte ADF
105 tot 297 mm
148 tot 431,8 mm
Breedte glasplaat max. 297 mm
Lengte glasplaat max. 431,8 mm
1 Maximaal 900 mm bij gebruik van de functie voor lang papier.
Specificaties afdrukmedia
Papierinvoer Papierlade #1 Papiertype
Papierformaat
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, kringlooppapier
(Liggend)
A4, Letter, Executive
(Staand)
A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio,
A5, A6, Enveloppen (C5, Com-10, DL, Monarch),
Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto 2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Max. 250 vel normaal papier van 80 g/m²
Papierlade #2
(MFC-J6930DW/
MFC-J6935DW)
Maximale papiercapaciteit
Papiertype
Papierformaat
Normaal papier, Kringlooppapier
(Liggend)
A4, Letter
(Staand)
823
Papierinvoer Papierlade #2
(MFC-J6930DW/
MFC-J6935DW)
Multifunctionele lade (Multif. lade)
(MFC-J6930DW/
MFC-J6935DW)
Maximale papiercapaciteit
Papiertype
Papierformaat
A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio
Max. 250 vel normaal papier van 80 g/m²
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, kringlooppapier
(Liggend)
A4, Letter, Executive
(Staand)
A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio,
A5, A6, Enveloppen (C5, Com-10, DL, Monarch),
Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto 2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Max. 100 vel normaal papier van 80 g/m² Maximale papiercapaciteit
Papiertype
Sleuf voor handmatige invoer
(MFC-J6530DW)
Papierformaat
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, kringlooppapier
(Liggend)
A4, Letter, Executive
(Staand)
A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio,
A5, A6, Enveloppen (C5, Com-10, DL, Monarch),
Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto 2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Max. 1 vel Maximale papiercapaciteit
Papieruitvoer
• Maximaal A4/Letter-formaat
Max. 100 vel normaal papier van 80 g/m² (naar lade uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven)
• Boven A4/Letter-formaat
Max. 50 vel normaal papier van 80 g/m² (naar lade uitgevoerd met de bedrukte zijde naar boven)
1
2
Bij afdrukken op glanzend papier verwijdert u bedrukte pagina's direct nadat deze zijn uitgevoerd uit de papieruitvoerlade om vlekken te voorkomen.
We raden u aan voor glanzend papier de MF-lade te gebruiken.
Faxspecificaties
Compatibiliteit
Modemsnelheid
Scanbreedte
(Enkelzijdig document)
Scanbreedte en -lengte
(Tweezijdig document)
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Afdrukbreedte
Grijstint
• ITU-T Supergroep 3
• Automatic Fallback: 33.600 bps
288 mm (A3)
Breedte: 288 mm (A3) (ADF)
Lengte: 425,8 mm (ADF)
291 mm (A3)
Z/W: 8 bits (256 niveaus)
Kleur: 24 bits (8 bits per kleur/256 niveaus)
203 dpi Resolutie
(Horizontaal)
Resolutie Standaard:
824
(Verticaal)
Adresboek
98 dpi (Zwart)
196 dpi (Kleur)
Fijn:
196 dpi (Zwart)
196 dpi (Kleur)
Superfijn:
392 dpi (Zwart)
Foto's:
196 dpi (Zwart)
100 namen × 2 nummers of e-mailadressen
Groepen Max. 6
Groepsverzenden
Automatisch opnieuw kiezen
250 (200 adresboeknummers/50 handmatig gekozen nummers)
3 keer met tussenpozen van 5 minuten
Verzenden vanuit het geheugen
Ontvangst zonder papier
1
2
E-mailadressen zijn beschikbaar als Internetfax (I-Fax) is gedownload.
"Pagina's" verwijst naar het "ITU-T Testdiagram #1" (een typische zakelijke brief, standaardresolutie, MMR-code).
Kopieerspecificaties
Kleur/Zwart-wit
Breedte kopie
Meerdere kopieën
Vergroten/verkleinen
Resolutie
Automatisch tweezijdig afdrukken
Ja/Ja
Stapelt/sorteert max. 99 pagina’s
25% tot 400% (in stappen van 1%)
Kan maximaal 1.200 × 4.800 dpi afdrukken
Papiersoort Normaal papier, Kringlooppapier
Papierformaat A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio, A4, A5,
Letter
1 Bij kopiëren op A3-formaat.
Specificaties USB-flashstation
Compatibele media
JPEG afdrukken Resolutie
Papiersoort
Max. 1.200 × 4.800 dpi
Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, kringlooppapier
PDF afdrukken
(MFC-J6935DW)
Papierformaat A4, Letter, Ledger, A3, Foto (10 × 15 cm), Foto 2L (13 × 18 cm)
Bestandsformaat JPEG (Progressief JPEG-formaat wordt niet ondersteund)
Resolutie Max. 1.200 × 1.800 dpi
Papiersoort
Papierformaat
Normaal papier, Kringlooppapier
A4, Letter, A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio, A5, A6
Bestandsformaat PDF versie 1.7
Sannen naar media Bestandsformaat JPEG, PDF (kleur, grijs)
TIFF, PDF (Zwart-wit)
825
1 USB-flashstation niet meegeleverd. Full-Speed USB 2.0. USB-massaopslagklasse tot 256 GB. Ondersteunde indelingen: FAT12/FAT16/
FAT32/exFAT
Scannerspecificaties
Kleur/Zwart-wit
TWAIN-compatibel
WIA-compatibel
ICA-compatibel
Kleurintensiteit
Ja/Ja
Ja
(Windows Vista ® / Windows ® 7 / Windows ® 8 / Windows ® 10)
(OS X v10.9.5 / 10.10.x /10.11.x)
Ja
(Windows Vista ® / Windows ® 7 / Windows ® 8 / Windows ® 10)
Ja (OS X v10.9.5 / 10.10.x /10.11.x)
48-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
Grijstinten
Resolutie
16-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)
Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 1
Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) (vanaf glasplaat)
Max. 600 × 600 dpi (optisch) (vanuit ADF)
Scanbreedte en -lengte
(Enkelzijdig document)
(Glasplaat)
Breedte: max. 295 mm
Lengte: max. 429,8 mm
(ADF)
Breedte: max. 295 mm
Lengte: max. 429,8 mm
Scanbreedte en -lengte
(dubbelzijdig document)
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Breedte: max. 295 mm (ADF)
Lengte: max. 429,8 mm (ADF)
1 Maximaal 1200 × 1200 dpi scannen met de WIA-driver in Windows Vista ® , Windows ® 7, Windows ® 8 en Windows ® 10 (resolutie max.
19200 × 19200 dpi kan worden geselecteerd met het hulpprogramma van de scanner).
Printerspecificaties
Emulatie
(MFC-J6935DW)
Resolutie
Zonder rand
Automatisch tweezijdig afdrukken
Afdruksnelheid
PCL6, BR-Script3, PDF versie 1.7, XPS versie 1.0
Max. 1.200 × 4.800 dpi
291 mm [297 mm (zonder rand)] 2
A4, Letter, A3, Ledger, A6, Foto (10 x 15 cm), Foto L (9 x 13 cm), Foto
2L (13 x 18 cm), Indexkaart (13 x 20 cm)
Papiersoort Normaal papier, Kringlooppapier
Papierformaat A3, Ledger, Legal, Mexico Legal, India Legal, Folio, A4, A5, Letter,
Executive
Ga voor gedetailleerdere specificaties naar www.brother.com
.
1
2
Bij afdrukken op A3-formaat.
Wanneer de optie Zonder rand is ingeschakeld.
Interfacespecificaties
USB
Gebruik een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 5 m.
826
LAN Gebruik een Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger.
Draadloos LAN IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus)
IEEE 802.11g/n (Wi-Fi Direct)
NFC
(MFC-J6930DW/MFC-J6935DW)
Ja
1
2
Uw machine heeft een Hi-speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden aangesloten op een computer die beschikt over een USB 1.1-interface.
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Netwerkspecificaties
U kunt uw machine aansluiten op een netwerk en zo gebruikmaken van afdrukken en scannen via het netwerk, PC-fax Verzenden, PC-Fax Ontvangen (alleen Windows ® ) en Remote Setup.
Brother BRAdmin Light (alleen Windows ® ) netwerkbeheersoftware is ook als download beschikbaar in het
Brother Solutions Center. Ga in het Brother Solutions Center op support.brother.com
(Windows ® ) Als u uitgebreidere beheersoftware nodig hebt, gebruikt u de meest recente versie van het hulpprogramma Brother BRAdmin Professional. Ga in het Brother Solutions Center op support.brother.com
naar de pagina Downloads van uw model om de software te downloaden.
Beveiliging van het draadloze netwerk WEP 64/128 bits, WPA-PSK (TKIP/
Ja Hulpprogramma voor configuratie van draadloos netwerk
WPS
1 Wi-Fi Direct ondersteunt alleen WPA2-PSK (AES).
Specificaties van computervereisten
Ondersteunde besturingssystemen en softwarefuncties
Versie van het computerplatform en het besturingssysteem
Pc-interface
10/100 Base-TX
(Ethernet)
Draadlo os
802.11b/ g/n
Processor
Wind ows ® bestu
ringss ystee m
Windows
Vista
Windows ® 7
Afdrukken
Scannen
Windows ®
8
Windows ® 8.
Windows ® 10
Home
Windows ® 10
Pro
Windows ® 10
Education
Windows ® 10
32-bits (x86) of 64-bits
(x64) processor
Hardeschijfruimte voor installatie voor drivers Voor toepassingen
(Inclusief drivers)
500 MB 1,3 GB
650 MB
827
Macin toshbestu ringss ystee m
Windows
Server ® 2008
Windows
Server ®
R2
2008
Windows
Server ® 2012
Windows
Server ®
R2
2012
OS X v10.9.5
OS X v10.10.x
OS X v10.11.x
N.v.t.
Afdrukken
Afdrukken
Scannen
64-bits (x64) processor
Intel
®
Processor
50 MB
80 MB
N.v.t.
550 MB
1
2
3
4
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Voor WIA, 1200 x 1200 resolutie. Met de Brother-scannertoepassing is verbetering tot max. 19.200 x 19.200 dpi mogelijk.
Nuance ™ PaperPort ™ 14 ondersteunt Windows Vista ® (SP2 of recenter), Windows ® 7, Windows ® 8, Windows ® 8.1, Windows ® 10 Home,
Windows ® 10 Pro, Windows ® 10 Education en Windows ® 10 Enterprise.
PC-Fax ondersteunt alleen zwart-wit.
Voor de recentste driverupdates bezoekt u support.brother.com
en gaat u naar de pagina Downloads voor uw model.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn de eigendom van hun respectieve bedrijven.
Verwante informatie
•
828
Home > Appendix > Tekst invoeren in uw Brother-machine
Tekst invoeren in uw Brother-machine
• De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
• De toetsenbordindeling kan variëren al naar gelang de functie die u instelt.
MFC-J6530DW
Wanneer u tekst op uw Brother-machine moet invoeren, wordt een toetsenbord op het touchscreen weergegeven.
• Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale tekens.
• Druk op om te schakelen tussen kleine letters en hoofdletters.
• Druk op d of c om de cursor naar links of rechts te verplaatsen.
Spaties invoegen
• Druk op [Spatie] om een spatie in te voegen. Of u kunt op c drukken om de cursor te verplaatsen.
Corrigeren
• Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd en dit wilt wijzigen, drukt u op d of c om het onjuiste teken te markeren. Druk op en voer vervolgens het correcte teken in.
• Als u een teken wilt invoegen, drukt u op d of c om de cursor naar de juiste positie te verplaatsen. Vervolgens voert u het teken in.
• Druk op voor elk teken dat u wilt wissen, of houd ingedrukt om alle tekens te wissen.
MFC-J6930DW/MFC-J6935DW
Wanneer u tekst op uw Brother-machine moet invoeren, wordt een toetsenbord op het touchscreen weergegeven.
829
• Druk op om te schakelen tussen letters, cijfers en speciale tekens.
• Druk op om te schakelen tussen kleine letters en hoofdletters.
• Druk op d of c om de cursor naar links of rechts te verplaatsen.
Spaties invoegen
• Druk op [Spatie] om een spatie in te voegen. Of u kunt op c drukken om de cursor te verplaatsen.
Corrigeren
• Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd en dit wilt wijzigen, drukt u op d of c om het onjuiste teken te markeren. Druk op en voer vervolgens het correcte teken in.
• Als u een teken wilt invoegen, drukt u op d of c om de cursor naar de juiste positie te verplaatsen. Vervolgens voert u het teken in.
• Druk op voor elk teken dat u wilt wissen, of houd ingedrukt om alle tekens te wissen.
Verwante informatie
•
•
Dezelfde fax naar meer dan een bestemmeling verzenden (groepsverzenden)
•
Adresboeknummers van uitgaande oproepen opslaan
•
Adresboeknummers van de geschiedenis van nummerweergave bewaren
•
Een groepsverzendingsnaam wijzigen
•
•
Snelkoppelingen wijzigen of verwijderen
830
Home > Appendix > Informatie over kringlooppapier
Informatie over kringlooppapier
• Kringlooppapier heeft dezelfde kwaliteit als nieuw papier. Normen die op modern kringlooppapier van toepassing zijn, garanderen dat het voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen voor verschillende afdrukprocessen. Fabrikanten die de vrijwillige overeenkomst ten aanzien van beeldapparatuur hebben getekend, leveren apparatuur die geschikt is voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan de norm
EN 12281:2002.
• Het kopen van kringlooppapier spaart natuurlijke hulpbronnen en bevordert de kringloopeconomie. Papier wordt gefabriceerd met cellulosevezels uit hout. Het verzamelen en recyclen van papier zorgt voor een optimaal gebruik van natuurlijke hulpbronnen doordat deze vezels keer op keer worden hergebruikt.
• Het productieproces van kringlooppapier is korter. De vezels zijn al eerder bewerkt, waardoor er minder water, energie en chemicaliën worden verbruikt.
• Het recyclen van papier heeft het voordeel dat koolstof wordt bespaard door papierproducten op een andere manier te verwerken dan via de vuilnisbelt of verbranding. Vuilnisbelten produceren methaangas, wat in hoge mate bijdraagt aan het broeikaseffect.
Verwante informatie
•
831
DUT
Versie 0
advertisement
Key Features
- Business Inkjet Colour printing
- 1200 x 4800 DPI
- A3 35 ppm
- Colour copying Colour scanning Mono faxing
- Apple AirPrint, Brother iPrint & Scan, Google Cloud Print, Mopria Print Service
- Direct printing
- USB port Wi-Fi Ethernet LAN Near Field Communication (NFC)
- Internal memory: 256 MB Built-in processor 576 MHz
- 23.6 kg
Related manuals
advertisement