- No category
advertisement
▼
Scroll to page 2
of 84
PF8231RVS Handleiding NL Handleiding NL 3 - NL 41 Belangrijk om te weten - Important à savoir Tip - Conseil FR 3 - FR 41 INHOUD Uw fornuis Inleiding Bedieningspaneel Beschrijving oven Beschrijving inductiekookplaat Eerste gebruik De oven De inductiekookplaat 4 5 6 7 8 8 11 Bediening van de inductiekookplaat Kinderslot Kookstanden Oven gebruiken Oveninstellingen Ovenfuncties Timer Aanvullende functies kiezen 14 16 16 17 19 21 25 27 Let op! Algemeen De inductiekookplaat reinigen De oven reinigen Inschuifgeleiders verwijderen en reinigen. Demonteren ovendeur Demonteren ovenruit Aqua clean-functie Ovenlamp vervangen 29 29 29 30 31 32 33 33 34 Gebruik Reinigen Problemen oplossen Algemeen Storingstabellen 35 35 Algemeen Elektrische aansluiting Plaatsing 38 38 39 Installatie Technische specificaties 40 Uw oven en het milieu Afvoer van het apparaat en de verpakking 41 NL 3 UW FORNUIS Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van dit Pelgrim fornuis. In het ontwerp van dit product heeft optimale gebruikersvriendelijkheid centraal gestaan. Het fornuis biedt een uitgebreide reeks instellingen, zodat u altijd de juiste bereidingswijze kunt kiezen. In deze handleiding leest u hoe u dit fornuis het best kunt gebruiken. Naast informatie over de bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie die u tijdens het gebruik van het apparaat van pas kan komen. Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het apparaat gaat gebruiken! Lees deze handleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik. De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd. NL 4 UW FORNUIS Bedieningspaneel 1 2 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Bedieningsknop zone linksvoor Bedieningsknop zone linksachter Functieknop oven Display Kinderslot Minder Timer-toets Meer Start/stop Temperatuurknop oven Bedieningsknop zone rechtsvoor Bedieningsknop zone rechtsachter Opmerking: Voor de beste toetsrespons raakt u de toetsen met een groot deel van uw vingertop aan. Telkens als u, tijdens gebruik, op een toets drukt, klinkt er een kort geluidssignaal. NL 5 UW FORNUIS Beschrijving oven 1 2 Niveau 1 3 4 5 6 1. 2. 3. 4. 5. 6. Bedieningspaneel Insteekniveau’s Ovendeur Handgreep Opberglade Verstelbare voetjes De volgende toebehoren worden bij uw oven geleverd: • Diepe bakplaat. • Bakplaat. • Ovenrooster. Opmerking Raadpleeg de bereidingsrichtlijnen in deze handleiding om het juiste accessoire voor uw gerechten te bepalen. NL 6 UW FORNUIS Beschrijving kookplaat 1 4 2 3 5 1. 2. 3. 4. 5. Kookzone linksachter (1,2/1,4 Kw Ø 165 mm) Kookzone linksvoor (1,4/2,0 kw Ø 185 mm) Kookzone rechtsvoor (1,2/1,4 Kw Ø 165 mm) Kookzone rechtsachter (2,0/2,3 Kw Ø 205 mm) Restwarmte-indicatie per zone NL 7 UW FORNUIS Eerste gebruik Huidige tijd instellen Wanneer u het apparaat voor het eerst op het elektriciteitsnet aansluit, licht de display op. Na drie seconden gaan het kloksymbool en “12:00” knipperen op de display. Minder- en meer-toets Start/stop-toets Timer-toets 1. Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om de huidige tijd in te stellen. Door de toetsen langer in te drukken, kunt u de waarden in de display sneller instellen. 2. Bevestig de instellingen door op ‘start/stop’ te drukken. Als u nergens op drukt, worden de instellingen na drie seconden automatisch opgeslagen. U kunt de huidige tijd altijd instellen door 2 keer op de ‘timer-toets’ te drukken. Vervolgens stelt u met de ‘minder- of meer-toets’ de huidige tijd in. Bevestig de instellingen door op ‘timer-toets’ te drukken. De oven • Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen. • Schakel de oven één uur lang in op de hoogste temperatuur met boven- en onderwarmte. Tijdens de fabricage gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd. • Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een ‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de afzuigkap in. • Na het afkoelen de oven met warm water reinigen. • Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept of in de tabellen van deze gebruiksaanwijzing is vermeld. Energiebewust ovengebruik • Open de ovendeur zo weinig mogelijk. • Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur (bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten meestoven kan ook. NL 8 UW FORNUIS • Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan 10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft. • Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven. Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar laat de deur dicht. • Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of wanneer een recept dit aangeeft. • Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven. • Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt. Ovenservies • In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken. • Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water. Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten. • Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen. Bodem niet afdekken • Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het email leiden. • Vervuiling van de ovenbodem door het lekken uit een springvorm wordt voorkomen door van aluminiumfolie een bakje te vouwen en dat onder de vorm op het rooster te zetten of door bakpapier onder de vorm te leggen. Tijdinstelling • Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of het gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan de ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en sluiten van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet voordat driekwart van de bereidingstijd is verstreken. NL 9 UW FORNUIS Warm houden • U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen te voorkomen. Vlees braden • Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen gewichtsverlies optreedt. • Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden. Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel hiervan) per 500 g vlees. Braadtijden • Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees. Bij gebruik van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot 20 minuten langere braadtijd worden aangehouden. • Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/ of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen. • Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan enkele lepels water toe. • Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt. NL 10 UW FORNUIS De inductiekookplaat Pannen voor inductiekoken Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen. Let op • Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor inductiekoken. • Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en inductiekoken met: ▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm; ▷ een vlakke bodem. • Het beste zijn pannen met het ‘Class Induction’ keurmerk. Tip Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn. Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt. Geschikt Ongeschikt Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrijstaal Solide geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper Kunststof Aluminium Let op Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen: • op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te droog is; • door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken. Let op • Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst. • Gebruik de kookplaat niet als werkvlak. • Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen. NL 11 UW FORNUIS Let op Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie. Minimale pandiameter De minimale pandiameter bedraagt 11 cm (bij een kookzone van Ø 160) en 14,5 cm (bij een kookzone van Ø 200). Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in. Snelkookpannen Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct. Veiligheid kookplaat • Een sensor controleert ononderbroken de temperatuur van de onderdelen van de kookplaat. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd. • Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch de kookactiviteit. Wen uzelf echter aan altijd de kookplaat of zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te voorkomen. • Wanneer de kookzone 10 minuten geen pan detecteert schakelt hij uit. Veiligheid kookpannen • Elke kookzone is voorzien van een sensor die ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan controleert om elk risico op oververhitting bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan te vermijden. NL 12 UW FORNUIS Veiligheid metalen voorwerpen • Een klein voorwerp zoals een te kleine kookpan (kleiner dan 10 cm), een vork of een lepel wordt door de kookplaat niet als een kookpan gedetecteerd. Het display van de zone knippert en de kookplaat wordt niet ingeschakeld. Oververhittingsbeveiligingen Het toestel kan oververhit raken, wanneer: • de pan de warmte niet goed geleidt; • vet of olie op een hoge stand verhit wordt; • er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook ventilatiebeveiliging bij het installatievoorschrift). In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone, respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties: • de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets laten afnemen; • wanneer dit niet helpt zal de kookplaat uitschakelen en de melding E2 in de displays laten zien. Wanneer de kookplaat voldoende is afgekoeld verdwijnt de melding E2 weer en kunt u het toestel opnieuw inschakelen. Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd wordt door: • pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden; • vet of olie op een lagere stand te verhitten; • voldoende luchtcirculatie. Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt. NL 13 GEBRUIK Bediening van de Inductiekookplaat Instellen De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-indicatie, automatische kookduurbegrenzing, aankookautomaat en kinderslot. Op deze en de volgende pagina’s kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze voorzieningen. Inschakelen 1. Zet een pan op een kookzone. 2. Draai de knop van de betreffende zone met de klok mee om het gewenste vermogen in te stellen. Vermogen instellen 1. Stel een hoger of lager vermogen in door de knop te draaien. • De kookzones hebben 9 standen + Boost ‘P’. • Het vermogen van de grote zone(s) is instelbaar van 70 - 2000 Watt en het vermogen van de kleine zone(s) van 40 - 1400 Watt. Uitschakelen • Schakel de zone uit door de betreffende knop weer terug in de uitgangspositie te draaien. Aankookautomaat De aankookautomaat is geschikt voor het snel aan de kook brengen van gerechten en vervolgens op een lagere stand doorkoken. De aankookautomaat schakelt zelf terug naar de doorkookstand. 1. Zet een pan op een kookzone. 2. Draai de knop van de betreffende zone tegen de klok in en houd deze vast totdat er een signaal klinkt. Een “A” verschijnt in het display. 3. Stel binnen 5 sec. een gewenste doorkookstand in met de draaiknop. Wanneer u geen doorkookstand instelt, schakelt de zone weer uit. Zodra de doorkookstand ingesteld is, knippert in het display afwisselend een “A” en de ingestelde doorkookstand. Wanneer de aankooktijd verstreken is, stopt het knipperen en wordt de doorkookstand permanent in het display getoond. • Schakel de aankookautomaat uit door de knop terug te draaien naar stand 0. NL 14 GEBRUIK Kookstand Aankooktijd in seconden 1 48 2 144 3 230 4 312 5 408 6 408 7 168 8 216 Stand ‘P’ (boost • Stand P is geschikt voor het aan de kook brengen van water. Deze stand is te hoog voor het verhitten van boter of melk en veel te hoog voor ontdooien (zie hoofdstuk ‘Kookstanden’). Restwarmte-indicator • Na een intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog enkele minuten warm blijven. • Zolang de kookzone warm is, zal er een “H” in het display blijven staan. Kookduurbegrenzing Wanneer de tijd verstreken is schakelt de zone automatisch uit. Kookduurbegrenzing is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze stopfunctie wordt automatisch ingeschakeld indien u uw kookplaat na een bereiding vergeet uit te zetten. NL 15 GEBRUIK De kookplaat kan na het uitschakelen gewoon opnieuw ingeschakeld worden. De tijd is afhankelijk van de ingestelde kookstand: Kookstand Uren 1 6 2 3 6 5 4 5 6 7 8 5 4 1,5 1,5 1,5 9 1,5 P 1,5 Kinderslot kookplaat Uw kookplaat beschikt over een kinderslot waarmee u de kookplaat kunt vergrendelen wanneer deze niet in gebruik is: • op het moment dat de kookplaat is uitgeschakeld (met het oog op reiniging van de kookplaat) of om onbedoeld inschakelen (bijv. door kinderen) te voorkomen; Inschakelen • Draai beide (linker) knoppen linksom (terwijl de andere knoppen in de nulstand blijven staan). • In het display verschijnt een “L” als teken dat het kinderslot is ingeschakeld. Uitschakelen • Op dezelfde manier kan het kinderslot uitgeschakeld worden. Na het uitschakelen van het kinderslot verschijnt een “0” in het display. NL 16 GEBRUIK Kookstanden Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan. Gebruik stand 9 voor: • snel aan de kook brengen; • slinken van bladgroenten; • verhitten van olie en vet; • onder druk brengen van een snelkookpan. Gebruik stand 8 voor: • aanbraden van vlees; • bakken van vis; • bakken van omeletten; • bakken van gekookte aardappelen; • frituren. Gebruik stand 7 voor: • bakken van dikke pannenkoeken; • bakken van dik, gepaneerd vlees; • uitbakken van spek of bacon; • bakken van rauwe aardappelen; • bakken van wentelteefjes; • bakken van gepaneerde vis. Gebruik stand 6 en 5 voor: • doorkoken; • ontdooien van harde groenten; • bakken en garen van dun vlees. Gebruik stand 1 t/m 4 voor: • trekken van bouillon; • bereiden van stoofvlees; • smoren van groenten; • smelten van chocolade; • smelten van kaas. NL 17 GEBRUIK Oven gebruiken Functieknop oven Temperatuurknop Grill-instelling (ook regulier 250 °C) NL 18 De oven heeft 10 ovenfuncties en 1 reinigingsfunctie. Raadpleeg de tabel en kies de juiste ovenfunctie voor het gerecht. 1. Zet het gerecht in de oven. Voor de meeste gerechten moet u de oven eerst voorverwarmen. 2. Draai de ‘Functieknop oven’ naar de gewenste instelling. 3. Stel met de ‘temperatuurknop’ de gewenste temperatuur in (tussen 50-275 °C). Als u een instelling kiest met ‘kleine grill/grote grill’, dan draait u de ‘temperatuurknop’ naar de grill-instelling. 4. Selecteer desgewenst een bereidingstijd door op de ‘timer-toets’ te drukken en stel met de ‘minder- of meer-toets’ de gewenste tijd in. 5. Druk op de ‘start/stop-toets’. De ingestelde ovenfunctie wordt gestart en de oven wordt tot de geselecteerde temperatuur verwarmd. Het temperatuursymbool in de display brandt. Als de geselecteerde temperatuur is bereikt, gaat het temperatuursymbool in de display uit. Opmerkingen • De temperatuur kan tijdens de bereidingstijd worden gewijzigd. • Bereidingstijden zijn ruwe schattingen en kunnen afhankelijk van een aantal voorwaarden variëren. • Voor een aantal gerechten moet de oven worden voorverwarmd. • Als u ovenpapier gebruikt, moet dit bestand zijn tegen hoge temperaturen. • Tijdens het bereiden van grotere stukken vlees of gerechten waarin deeg is verwerkt, zoals pastei, komt veel stoom vrij dat op de ovendeur kan condenseren. Dit is een normaal verschijnsel dat niet van invloed is op het functioneren van het apparaat. Veeg na beëindiging van het bereidingsproces de deur en het glas droog. • Voorkom dat er condensatie (dauw) ontstaat en laat het gerecht dat is verhit niet afkoelen in een gesloten oven. GEBRUIK Oveninstellingen Kies aan de hand van de tabel de juiste ovenfunctie. Raadpleeg ook de bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht. Functie Beschrijving Aanbevolen temp. °C Snel voorverwarmen Met deze functie kunt u de oven snel opwarmen tot de gewenste temperatuur. Deze functie is niet geschikt om een gerecht te bereiden! Als de oven tot op de gewenste temperatuur is verwarmd, is het verwarmingsproces voltooid. 160 Bovenwarmte + onderwarmte De warmte wordt gegenereerd door de verwarmingselementen boven en onder in het apparaat. Deze instelling is geschikt voor bakken en braden. 200 Kleine grill Het gerecht wordt verwarmd door het verwarmingselement van de grill boven. 240 Grote grill Het gerecht wordt verwarmd door het verwarmingselement (de grill) dat zich bovenin de oven bevindt. Het bovenste verwarmingselement wordt tegelijkertijd geactiveerd om het effect van de elementen te vergroten. 240 Grill + ventilator De warmte die door de bovenste verwarmingselementen wordt gegenereerd, wordt door de ventilator verspreid. Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van vlees en vis. 170 Hete lucht + onderwarmte De combinatie hete lucht en onderwarmte zorgt voor een knapperig en bruin resultaat. 200 Hete lucht Het gerecht wordt verwarmd door hete lucht die vanuit de achterkant van de oven wordt aangevoerd. Deze instelling maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal voor bakken. 180 Onderwarmte + ventilator Het gerecht wordt verwarmd door het onderste verwarmingselement en wordt door de ventilator verspreid. 180 NL 19 GEBRUIK Bordenwarmen Met deze functie verwarmt u borden en kommen voor, voordat u eten serveert. Zo koelt het eten minder snel af. 60 Ontdooien De lucht circuleert zonder dat de verwarmingselementen zijn geactiveerd. Alleen de ventilator wordt geactiveerd. Dit wordt gebruikt voor het langzaam ontdooien van bevroren gerechten. Aqua clean Door de hete stoom wordt de binnenzijde van de oven nat, waardoor u de oven eenvoudig kunt reinigen. Het Aqua Clean-programma duurt slechts 30 minuten. 70 Elke ovenfunctie heeft een aantal basis- of standaardinstellingen die u kunt aanpassen. De oven temperatuur aanpassen • Draai de ‘Functieknop oven’ naar de gewenste ovenfunctie. • Stel met de ‘temperatuurknop’ de gewenste temperatuur in. NL 20 GEBRUIK Ovenfuncties Snel voorverwarmen Met deze functie verwarmt u de oven snel tot de gewenste temperatuur. Deze functie is niet geschikt om een gerecht te bereiden! • Draai de ‘Functieknop oven’ in de stand ‘snel voorverwarmen’. • Stel met de ‘temperatuurknop’ de gewenste temperatuur in. Opmerking: Nadat u de oven hebt gestart met de ‘start/top-toets’, begint het voorverwarmen. Als de geselecteerde temperatuur is bereikt, gaat het temperatuursymbool in de display uit. Bovenwarmte + onderwarmte De warmte wordt gegenereerd door de verwarmingselementen boven en onder in het apparaat. Deze instelling is geschikt voor traditioneel bakken en braden. 2 • De bakplaat of het grillrooster wordt doorgaans op niveau 2 geplaatst. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C* • Voorverwarmen wordt aanbevolen. * De glazen schalen die u gebruikt, moeten bestand zijn tegen temperaturen van 30 - 275 °C. NL 21 GEBRUIK Kleine grill Het gerecht wordt verwarmd door het grillelement. 3 2 • Voor het grillen wordt het grillrooster doorgaans op niveau 3 geplaatst, en de bakplaat op niveau 2. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C • Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het vlees snel aanbranden. • Verwarm de oven 5 minuten voor. Grote grill De warmte komt van het bovenste element en het grillelement. Bijzonder handig voor schotels en gebakken gerechten die een echte bodemkorst of bruining nodig hebben. Gebruik dit net voor het einde van de bak- of braadtijd. 3 2 • Plaats voor het grillen het ovenrooster op het derde inschuifniveau en de bakplaat op het tweede inschuifniveau. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C. NL 22 GEBRUIK Grill + ventilator De warmte die door het bovenste verwarmingselement wordt gegenereerd, wordt door de ventilator verspreid. Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van vlees, vis, gevogelte en groenten. U hoeft het gerecht niet om te draaien en het krijgt een knapperige textuur. 3 2 • Voor het grillen wordt het grillrooster doorgaans op niveau 3 geplaatst, en de bakplaat op niveau 2. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C • Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het vlees snel aanbranden. • Verwarm de oven 5 minuten voor. Hete lucht + onderwarmte Het gerecht wordt verwarmd met de combinatie hete lucht en onderwarmte. Deze instelling kan worden gebruikt voor een knapperig en bruin resultaat. 2 • De bakplaat of het grillrooster wordt doorgaans op niveau 2 geplaatst. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C* • Voorverwarmen wordt aanbevolen. * De glazen schalen die u gebruikt, moeten bestand zijn tegen temperaturen van 30 - 275 °C. NL 23 GEBRUIK Hete lucht Het gerecht wordt verwarmd door hete lucht afkomstig van een ventilator en het verwarmingselement achter in de oven. Deze instelling maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal voor bakken. 2 • Positioneer de plaat op niveau 2. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C* • Voorverwarmen wordt aanbevolen. Onderwarmte + ventilator Het gerecht wordt verwarmd door het onderste verwarmingselement en wordt door de ventilator verspreid. Deze instelling wordt gebruikt voor het bakken van gistdeeggebak en het conserveren van fruit en groenten. 2 • Positioneer de plaat op niveau 2. • Temperatuurstand: 30 - 275 °C* • Voorverwarmen wordt aanbevolen. * De glazen schalen die u gebruikt, moeten bestand zijn tegen temperaturen van 30 - 275 °C. NL 24 GEBRUIK Bordenwarmer Met deze functie verwarmt u borden en kommen voor, voordat u eten serveert. Zo koelt het eten minder snel af. Ontdooien Bij de ontdooifunctie zorgt de ventilator voor circulatie van de lucht. Er zijn geen verwarmingselementen ingeschakeld. Gebruik deze functie voor het langzaam ontdooien van bevroren gerechten (cakes, biscuit, koekjes, brood, broodjes en bevroren fruit). • Draai het gerecht om nadat de helft van de ontdooitijd verstreken is, roer het door en/of haal grote stukken los als die door bevriezing aan elkaar vast zitten. Timer Klok instellen • Druk 2 maal op de ‘timer-toets’. • Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om de huidige tijd in te stellen. • Bevestigen met de ‘timer-toets’. ‘Bereidingstijd’ functie • In deze stand kunt u instellen hoe lang de oven moet werken (bereidingstijd). ‘Eindtijd’ functie • In deze stand kunt u instellen hoe laat de oven moet worden uitgeschakeld. Er moet wel eerst een bereidingstijd worden ingesteld. Zorg dat de klok nauwkeurig is ingesteld op de huidige tijd. Een bereidingstijd instellen • Selecteer een ovenfunctie met de ‘Functieknop oven’ en stel de temperatuur in. • Druk op de ‘timer-toets’ om de functie ‘bereidingstijd’ te selecteren. Op de display licht het pictogram voor ‘bereidingstijd’ op. NL 25 GEBRUIK • Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om de bereidingstijd in te stellen. • Druk op de ‘timer-toets’ om de ingestelde tijd op te slaan. • Druk op de ‘start/stop-toets’ om het kookproces te starten. De verstreken bereidingstijd wordt weergegeven. Een bereidingstijd en eindtijd instellen • Selecteer een ovenfunctie met de ‘Functieknop oven’ en stel de temperatuur in. • Druk op de ‘timer-toets’ om de functie ‘bereidingstijd’ te selecteren. Op de display licht het pictogram voor ‘bereidingstijd’ op • Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om de bereidingstijd in te stellen. • Druk op de ‘timer-toets’ om de ingestelde tijd op te slaan. • Druk opnieuw 2x op de ‘timer-toets’. Op de display licht het pictogram voor ‘eindtijd’ op. • Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om de eindtijd in te stellen. • Druk op de ‘start/stop-toets’ om het kookproces te starten. De oven start op de ingestelde eindtijd minus de bereidingstijd. De verstreken bereidingstijd wordt dan weergegeven. ‘Voorbeeld: • Huidige tijd: 12:00 • Bereidingstijd: 2 uur • Einde van de bereiding: 18:00 uur • U stelt eerst de bereidingstijd in, bijvoorbeeld 2 uur (zie ‘ Een bereidingstijd instellen’). Stel daarna een eindijtd (18:00 uur) in (zie ‘Een eindtijd instellen’). • Druk op de ‘start/stop-toets’ om het kookproces te starten. De timer wacht tot het tijd is om het bereidingsproces te starten. Het temperatuursymbool licht nu op. De oven wordt automatisch ingeschakeld (16:00 uur) en wordt op het geselecteerde tijdstip (18:00 uur) uitgeschakeld. ‘Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt de oven automatisch uitgeschakeld (einde bereiding). Er klinkt een geluidssignaal dat u kunt uitschakelen door de ‘start/stop’ of ‘timer’ toets te drukken. Het geluidssignaal wordt na één minuut automatisch uitgeschakeld. NL 26 GEBRUIK De functie ‘keukenwekker’ • De functie ‘keukenwekker’ kan onafhankelijk van de oven worden gebruikt. De hoogst mogelijke instelling is 23 uur en 59 minuten. De laatste minuut van de looptijd wordt in seconden weergegeven. U annuleert alle timerfuncties door de tijd in te stellen op “0”. Na enkele minuten waarin het apparaat niet actief is, wordt er overgeschakeld naar stand-by. Het huidige tijdstip verschijnt en de geselecteerde timerfunctie licht op. Aanvullende functies kiezen Een aantal instellingen is niet beschikbaar bij alle programma’s; als dit het geval is wordt u hier met een geluidssignaal op attent gemaakt. Kinderslot-toets Kinderslot Met het kinderslot van de oven kunt u het bedieningspaneel vergrendelen, om onbedoeld gebruik van de oven te voorkomen. • U activeert het kinderslot door een aantal seconden op de ‘kinderslot-toets’ te drukken. In de display verschijnt 5 seconden ‘Loc’. Dit geeft aan dat alle functies zijn vergrendeld. • Druk nogmaals een aantal seconden op de toets om het kinderslot te deactiveren. Opmerking: Als het kinderslot is geactiveerd en er geen timerfunctie is ingesteld (alleen de klok wordt weergegeven), werkt de oven niet. Als het kinderslot wordt geactiveerd nadat er een timerfunctie is ingesteld, zal de oven gewoon werken; de instellingen kunnen dan echter niet worden gewijzigd. Wanneer het kinderslot is geactiveerd, kunnen ovenfuncties of aanvullende functies niet worden gewijzigd. Het bereidingsproces kan alleen worden beëindigd door de ‘Functieknop oven’ naar “0” te draaien. Het kinderslot blijft geactiveerd, ook nadat de oven is uitgeschakeld. Het kinderslot moet zijn gedeactiveerd voordat u een nieuw systeem kunt kiezen. NL 27 GEBRUIK Ovenlamp • De ovenlamp gaat automatisch branden als een ovenfunctie wordt geselecteerd en er op ‘start/stop’ wordt gedrukt. Minder-toets Minder- en meer-toets Meer-toets Minder- en meer-toets Geluidssignaal De sterkte van het geluidssignaal kan worden ingesteld als er geen timerfunctie is geactiveerd (alleen de tijd wordt weergegeven). • Houd de ‘minder-toets’ 5 seconden ingedrukt. Er verschijnt ‘Vol’ op de display, daarna een aantal streepjes die volledig zijn verlicht. • Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om een van drie volumeniveaus te kiezen (een, twee of drie streepjes) of geen geluid (Off). • De instelling wordt na 3 seconden automatisch opgeslagen en de tijd wordt weergegeven. Contrast van display verminderen • Houd de ‘meer-toets’ 5 seconden ingedrukt. Er verschijnt ‘Bri’ op de display, daarna een aantal streepjes die volledig zijn verlicht. • Druk op de ‘minder- of meer-toets’ om het dimniveau van de display aan te passen (een, twee of drie streepjes). Na drie seconden wordt de instelling automatisch opgeslagen. Na een stroomstoring blijven de aanvullende functie-instellingen slechts enkele minuten opgeslagen. Vervolgens worden alle instellingen, met uitzondering van het geluidssignaal en het kinderslot, teruggezet naar de fabrieksstandaard. NL 28 REINIGEN Let op Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie of schoonmaken wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen of de schakelaar in de meterkast op nul te zetten. Gebruik geen stoomreiniger of hogedruk-stoomreiniger om het toestel te reinigen. Algemeen Voorzijde van toestel Reinig het oppervlak met een vloeibaar, niet-schurend schoonmaakmiddel voor gladde oppervlakken en een zachte doek. Breng het schoonmaakmiddel aan op de doek en veeg het vuil weg; spoel daarna met water. Breng het schoonmaakmiddel niet rechtstreeks op het oppervlak aan. Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen, scherpe voorwerpen of staalwol, want hierdoor ontstaan er krassen op het toestel. Roestvrijstalen frontpanelen Reinig het oppervlak met een zacht reinigingsmiddel (zeepsop) en een zacht sponsje dat het materiaal niet krast. Gebruik geen schurende of op oplosmiddelen gebaseerde reinigingsmiddelen. Als u deze instructies niet opvolgt, kan de behuizing beschadigd raken. Gelakte en kunststof oppervlakken Reinig de knoppen met een zachte doek en vloeibare schoonmaakmiddelen die geschikt zijn om gladde, gelakte oppervlakken te reinigen. U kunt ook reinigingsmiddelen gebruiken die speciaal voor dit soort oppervlakken werden ontwikkeld. In dit geval volgt u de instructies op van de fabrikant. Geëmailleerde delen De gehele binnenoven alsook de bak- en braadplaat zijn geheel geëmailleerd. U kunt ze het beste reinigen met een warm sopje. Inductiekookplaat reinigen Dagelijkse reiniging • Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken. NL 29 REINIGEN • Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken. • Nadrogen met keukenpapier of een droge doek. Hardnekkige vlekken • Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen. • Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn. • Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar. • Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper. Nooit gebruiken • Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen. • Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes. De oven reinigen Reinig de oven regelmatig om te voorkomen dat vet- en voedselresten zich ophopen, met name op de oppervlakken aan de binnen- en buitenkant, de deur en de afdichting. • Reinig de oppervlakken aan de buitenkant met een zachte doek en warm water met zeep. Veeg na met een schone natte doek en droog de oppervlakken af. • Verwijder spetters en vlekken op de oppervlakken aan de binnenkant met een doek met zeep. Veeg na met een schone natte doek en droog de oppervlakken af. • Was de binnenkant van de oven. Belangrijk • Let erop dat er GEEN water in de ventilatieopeningen komt. • Gebruik NOOIT schurende schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen. • Zorg er ALTIJD voor dat de afdichting van de deur schoon is. Zo voorkomt u de ophoping van vuil en kunt u de deur goed sluiten. NL 30 REINIGEN Inschuifgeleiders verwijderen en reinigen. Gebruik conventionele schoonmaakmiddelen om de inschuifgeleiders te reinigen. • Pak de inschuifgeleiders aan de onderkant vast en kantel ze naar het midden van de oven (A). • Haal de inschuifgeleiders los uit de gaten in de achterwand (B). B A NL 31 REINIGEN Demonteren ovendeur 1. Open eerst de deur volledig (zo ver als mogelijk is). 2. Roteer de blokkeerhendels 90° terug. 3. Sluit de deur langzaam totdat de blokkeerhendels op een lijn liggen met de scharnieruitsparingen. Til bij een hoek van 15° (ten opzichte van de positie van een gesloten deur) de deur enigszins op en trek hem los van beide scharnieruitsparingen op het apparaat. Om de deur weer terug te plaatsen herhaalt u deze handelingen in omgekeerde volgorde. Wanneer het openen of sluiten van de deur lastig gaat, controleer dan of de scharnieren goed in hun uitsparingen geplaatst zijn. Zorg er altijd voor dat de sluitingen correct in hun openingen vallen. Laat de scharnierbevestiging nooit naar buiten springen, omdat de centrale veren erg sterk zijn en verwondingen kunnen veroorzaken. NL 32 REINIGEN Demonteren ovenruit Het glas van de ovendeur kan van binnen gereinigd worden, maar u moet het glas dan uit de deur verwijderen. Verwijder eerst de ovendeur (zie het hoofdstuk ‘Demonteren ovendeur’) 1. Til de beugels aan de linker- en rechterkant van de deur een beetje op (markering 1 op de beugel) en trek deze iets van het glas af (markering 2 op de beugel). 2. Pak het glas aan de onderkant en til dit voorzichtig omhoog om het uit de steun te verwijderen. 3. Het binnenste derde glas (afhankelijk van het model) kan worden verwijderd door het voorzichtig op te tillen en te verwijderen. Verwijder ook de rubber afdichtingen rond het glas. Om de ovenruit te vervangen moet u de omgekeerde volgorde van de procedure aanhouden. De markeringen (halve cirkels) op de deur en de ovenruit moeten overlappen. Aqua clean-functie Met de Aqua clean-functie en een vochtige doek verwijdert u eenvoudig vet en vuil van de ovenwanden. De Aqua clean-functie gebruiken Gebruik het reinigingsprogramma alleen als de oven koud is. Als de oven heet is, is het nog moeilijker om vuil en vet te verwijderen met het programma. 1. Verwijder alle accessoires en insteekgeleiders uit de oven. 2. Giet ongeveer 0,15 liter water onder in de lege oven. 3. Draai de ‘Functieknop oven’ naar ‘Aqua clean’. 4. Stel de temperatuur in op 70°C en de tijd op 30 minuten. 5. Na 30 minuten zullen de voedselresten aan de emaillen wanden voldoende geweekt zijn om ze met een vochtige doek te verwijderen. NL 33 REINIGEN Ovenlamp vervangen De lamp (E14, 230-240 V, 25 W, 300 °C) is een gebruiksartikel en valt daarom niet onder de garantie. Maak het toestel spanningsloos door de stekker uit de stopcontact te verwijderen of de zekering in de meterkast uit te schakelen! Lamp in de achterwand 1. Draai het afdekkapje linksom om het te verwijderen. 2. Draai de lamp uit de fitting. Let op; de lamp kan zeer heet zijn! Gebruik bescherming voor het verwijderen van de lamp. NL 34 PROBLEMEN OPLOSSEN Algemeen Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst. Storingstabel Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op de website ‘www.pelgrimservice.nl’. Inductiekookplaat Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Bij het in werking stellen verschijnen Dit is de standaard opstartroutine. Normale werking. Afkoeling van de kookplaat. Normale werking. Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na enkele er tekens in de displays. De ventilatie blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld. De kookplaat geeft bij de eerste kookbeurten een lichte geur af. keren koken. Ventileer de keuken. De kookpannen maken lawaai Dit wordt veroorzaakt door de Bij een hoge kookstand is dit tijdens het koken. doorstroming van de energie van de normaal bij bepaalde pannen. Dit is kookplaat naar de kookpan. niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat. Nadat u een kookzone heeft De gebruikte kookpan is niet Gebruik een goede pan (zie ingeschakeld toont de display het geschikt voor koken op inductie of ‘pannen’. pandetectiesymbool. heeft een te kleine diameter. Een kookzone stopt plotseling met De ingestelde timertijd is voorbij. de werking en er klinkt een signaal. Schakel het signaal uit door op een willekeurige toets te drukken. De kookplaat werkt niet en er Geen stroomtoevoer door defecte Controleer de zekering of de verschijnt niets in de display. voeding of foutieve aansluiting. elektrische schakelaar (bij een Bij het inschakelen van de kookplaat Verkeerde aansluiting van de slaat de zekering van de installatie kookplaat. toestel zonder stekker). Controleer de elektrische aansluiting. door. NL 35 PROBLEMEN OPLOSSEN Symptoom Mogelijke oorzaak Foutcode E2. Toestel oververhit. Oplossing Laat het toestel afkoelen en kook op lagere stand verder. Foutcode U400. De spanning is te hoog en/of Controleer/verander de elektrische een verkeerde aansluiting van de aansluiting. kookplaat. Foutcode . Foutcode . Overige foutcodes. Het kinderslot is ingeschakeld. Zie ‘Kinderslot’. U hebt een toets te lang bediend. Bedien de toetsen niet te lang. Overige. Neem contact op met de Servicedienst. Oven Het gerecht wordt niet bereid • Controleer of de timer is ingesteld en er op de ‘start-toets’ is gedrukt. • Sluit de deur goed. • Controleer of er geen zekering is doorgebrand en er geen stroomonderbreker is geactiveerd. Het gerecht is te gaar of niet gaar genoeg • Controleer of de juiste bereidingstijd is ingesteld. • Controleer of de juiste temperatuur is ingesteld. Bij een elektronische storing wordt de display gereset • Haal de stekker uit het stopcontact en steek deze er weer in. • Stel de tijd opnieuw in. Er zit condens aan de binnenkant van de oven • Dit is normaal. Veeg de oven na gebruik schoon. De ventilator blijft werken nadat de oven is uitgezet • Dit is normaal. De koelventilator blijft, nadat de oven is gestopt, mogelijk nog een tijdje werken. Er is een luchtstroom voelbaar bij de deur en de buitenkant van het apparaat • Dit is normaal. NL 36 PROBLEMEN OPLOSSEN Licht weerkaatst bij de deur en de buitenkant van het apparaat • Dit is normaal. Er ontsnapt stoom bij de deur of de ventilatieopeningen • Dit is normaal. Tijdens de werking van de oven, en met name in de ontdooifunctie, klinken klikgeluiden • Dit is normaal. De oven opbergen en repareren Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemonteur. Als er onderhoud moet worden gepleegd, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met de klantenservice van Pelgrim. Houd de volgende informatie bij de hand wanneer u belt: • Het modelnummer en serienummer (vermeld op de binnenzijde van de ovendeur) • Garantiegegevens • Een duidelijke omschrijving van het probleem Kies een schone, droge plek als u de oven tijdelijk moet opbergen, aangezien stof en vocht het apparaat kunnen beschadigen. NL 37 INSTALLATIE Algemeen Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten. De elektrische aansluiting moeten voldoen aan de nationale en lokale voorschriften. Let op! Dit toestel moet altijd geaard zijn. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend uitvoeren door vakmensen die door de fabrikant zijn geautoriseerd, anders vervalt de garantie. Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het apparaat spanningsvrij gemaakt worden. Het apparaat is alleen spanningsvrij als: • de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld, of • de zekering van de huisinstallatie er geheel is uitgedraaid, of • de stekker uit het stopcontact is getrokken. Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door originele Pelgrim onderdelen. Alleen van die onderdelen kan Pelgrim garanderen dat zij aan de veiligheidseisen voldoen. Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Elektrische aansluiting 230-240 V~ - 50 Hz Raadpleeg de aansluitschema’s op de achterzijde van het toestel. Maak de nodige doorverbindingen op het aansluitblok! • 3 fase aansluiting (3 1N 400V~ / 50hz - 3x 16a) NL 38 INSTALLATIE • Wandcontactdoos en stekker moeten altijd bereikbaar blijven. • Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met delen van het apparaat die heet kunnen worden. • Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u er voor zorgen dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht. • Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd. Plaatsing • Wanneer het fornuis wordt geplaatst naast een hoge kast of een andere wand van brandbaar materiaal, houd dan minimaal 50 mm afstand tussen het fornuis en deze wanden. • Houd ook een afstand van minimaal 650 mm aan tussen de kookplaat en een eventueel boven de kookplaat geplaatste afzuigkap. • Als het fornuis in een keukenmeubel wordt geplaatst moet de minimale ruimte worden aangehouden. • Als het fornuis vast tussen keukenkastjes wordt ingebouwd dan moet de bekleding van het meubel bestand zijn tegen temperaturen van minimaal 90 °C. Waterpas stellen Met de stelvoetjes is het fornuis in hoogte verstelbaar. Wilt u het fornuis op een verhoging plaatsen, zorg er dan voor dat deze hier niet vanaf kan glijden. Let op! Controleer na installatie van het toestel of de branders goed werken. Het vlambeeld moet regelmatig en stabiel zijn in volstand, terwijl de branders niet mogen uitgaan in kleinstand. NL 39 TECHNISCHE SPECIFICATIES NL 40 Model PF8231RVS Voedingsbron 230 V ~ 50 Hz Energieverbruik Maximaal vermogen Kookplaat Hetelucht vermogen Grillfunctie (klein) Grillfunctie (groot) Onderwarmte Bovenwarmte 10400 W 7200 W 2100 W 1600 W 2700 W 1000 W 1100 W Koelmethode Motor koelventilator Afmetingen Afmetingen apparaat: B 600 x H 900 x D 600 mm Volume oven 67 L UW OVEN EN HET MILIEU Afvoer van het apparaat en de verpakking Dit product is gemaakt van duurzame materialen. Aan het einde van zijn nuttige leven moet het apparaat echter op een verantwoorde manier worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informeren. De verpakking van het apparaat is recyclebaar. Er is gebruikgemaakt van de volgende materialen: • karton • polyethyleen wikkel (PE) • CFC-vrij polystyreen (hard PS-schuim) Gooi deze materialen op een verantwoorde manier weg conform de wettelijke bepalingen. Op het product staat een pictogram van een afvalcontainer met een kruis erdoor. Dit geeft aan dat huishoudelijke apparatuur afzonderlijk moet worden afgevoerd. Het apparaat mag aan het einde van zijn nuttige leven dan ook niet worden verwerkt via de normale afvalstroom. U moet het inleveren bij een gemeentelijk afvalinzamelingspunt of bij een verkooppunt dat dit voor u aanbiedt. Door huishoudelijke apparatuur afzonderlijk in te zamelen, wordt voorkomen dat het milieu en de volksgezondheid schade wordt berokkend. De materialen die bij de vervaardiging van dit apparaat zijn gebruikt, kunnen worden hergebruikt en dat betekent een aanzienlijke besparing in energie en grondstoffen. Verklaring van overeenstemming Wij verklaren hierbij dat onze producten voldoen aan de betreffende Europese richtlijnen, normen en voorschriften, alsook aan alle vereisten in de normen waarnaar wordt verwezen. NL 41 NL 42 4 5 6 7 8 8 11 14 15 16 17 18 19 21 25 27 29 29 29 30 31 31 32 33 33 34 Utilisation Nettoyage 35 38 38 39 Installation 40 41 FR 3 FR 4 1 2 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 4 5 6 7 8 9 10 11 12 FR 5 VOTRE CUISINIÈRE Description four 1 2 3 4 5 6 1. 2. 3. 4. 5. 6. VOTRE CUISINIÈRE 1 4 2 3 5 1. 2. 3. 4. 5. FR 7 VOTRE CUISINIÈRE FR 8 VOTRE CUISINIÈRE VOTRE CUISINIÈRE FR 10 VOTRE CUISINIÈRE Inadequat Class Induction L’acier inoxydable FR 11 VOTRE CUISINIÈRE VOTRE CUISINIÈRE 1 48 2 144 3 230 4 312 5 408 6 408 7 168 8 216 FR 15 UTILISATION Kookstand 1 Uren 6 2 6 3 4 5 6 5 5 4 1,5 7 1,5 8 1,5 9 1,5 P 1,5 FR 16 FR 17 Touche de fonction four FR 18 160 200 240 240 170 200 180 180 FR 19 60 70 FR 20 UTILISATION 2 FR 21 UTILISATION 3 2 3 2 FR 22 3 2 2 FR 23 UTILISATION 2 2 FR 24 UTILISATION Minuteur UTILISATION FR 26 UTILISATION • UTILISATION Touche moins Touche plus FR 28 FR 29 FR 30 B A FR 31 FR 32 Fonction Aqua clean FR 34 Solution en marche. La ventilation continue de cuisson. la casserole. cuisson. FR 35 RÉSOLUTION DES PROBLÈMES Symptom Solution FR 36 RÉSOLUTION DES PROBLÈMES FR 37 FR 38 FR 39 SPÉCIFICATIONS TECHNIQUES FR 40 Modèle PF8231RVS 230 V ~ 50 Hz 10400 W 7200 W 2100 W 1600 W 2700 W 1000 W 1100 W L 600 x H 900 x P 600 mm Volume four 67 L VOTRE FOUR ET L’ENVIRONNEMENT FR 41 FR 42 04 (05-15) 700005882000
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project