Metabo Mega 590/90 D 400/3/50, Mega 400-50 W, Mega 400-50 D, Mega 550-90 D, Mega 700-90 D Handleiding


Add to my manuals
68 Pages

advertisement

Metabo Mega 590/90 D 400/3/50, Mega 400-50 W, Mega 400-50 D, Mega 550-90 D, Mega 700-90 D Handleiding | Manualzz
Mega 400-50 W
Mega 400-50 D
Mega 550-90 D
Mega 700-90 D
Originalbetriebsanleitung 5
Original Instructions 9
Notice originale 13
Originele gebruikershandleiding 17
Istruzioni per l'uso originali 21
Manual original 25
Manual de instruções original 29
Originalbruksanvisning 33
fi
no
da
pl
el
hu
ru
Alkuperäinen käyttöohje 37
Original bruksanvisning 41
Original brugsanvisning 45
Oryginalna instrukcja obsługi 49
Πρωτότυπο οδηγιών λειτουργίας 53
Eredeti használati utasítás 57
Оригинальное руководство по эксплуатации 61
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
9
14
10
11
12
15
16
13
1
2
3
4
7
6
5
20
19
18
17
2
13
A
B
C
D
18
9
E
F
14
G
H
3
13.
*1) Serial Number
A
l/min
Mega 400-50 W
Mega 400-50 D
Mega 550-90 D
Mega 700-90 D
01536..
01537..
01540..
01542..
393
393
510
650
F
l/min
300
300
390
490
Leff
l/min
255
255
350
420
p
bar
10
10
11
11
V
l
50
50
90
90
a
-
3
3
3
3
z
-
2
2
2
2
Nm
-
22 - 27
22 - 27
22 - 27
22 - 27
n0
2900
2900
2900
2900
P1
kW
2,2
2,2
3,0
4,0
U
V
230 (1~ 50 Hz)
400 (3~ 50 Hz)
400 (3~ 50 Hz)
400 (3~ 50 Hz)
I
A
14,5
4,3
7,6
8,1
F
A
16
6,3
10
10
IP
-
IP 44
IP 44
IP 44
IP 44
mm2 ->
mm2 ->
2 ->
G
.
30 m
3 x 1,5 mm
3 x 2,5 mm2 -> 50 m
3 x 1,5
30 m
3 x 2,5 mm2 -> 50 m
3 x 1,5
30 m
3 x 2,5 mm2 -> 50 m
3 x 1,5 mm2 -> 30 m
3 x 2,5 mm2 -> 50 m
A
mm
1050 x 410 x 817
1050 x 410 x 817
1126 x 490 x 917
1188 x 520 x 1110
Tmax
°C
+ 40
+ 40
+ 40
+ 40
Tmin
°C
+5
+5
+5
+5
Oel
-
m
kg
73
73
124
152
LpA/KpA
dB(A)
86 / 3
86 / 3
87 / 3
88 / 3
LWA/KWA
dB(A)
93 / 3
93 / 3
96 / 3
97 / 3
*5) LWA(M)/LWA(G)
dB(A)
89,1 / 93
89,1 / 93
94,8 / 96
95,4 / 97
4
9. Reparatur
7
de DEUTSCH
Nm
A
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
8
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
B
K
L
M
N
O
P
9
11
A
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
12
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
B
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
K
L
M
N
O
P
13
14
15
A
B
16
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
K
L
M
N
O
P
Originele gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
1.Conformiteitsverklaring
2.Beoogd gebruik
3.Algemene veiligheidsinstructies
4.Speciale veiligheidsvoorschriften
5.Overzicht
6.Ingebruikname
7.Bediening
8.Service en onderhoud
9.Reparatie
10.Milieubescherming
11.Problemen en storingen
12.Technische gegevens
1. Conformiteitsverklaring
Wij verklaren op eigen en uitsluitende
verantwoording dat: Deze compressoren,
geïdentificeerd door type en serienummer *1),
voldoen aan alle relevante bepalingen van de
richtlijnen *2) en normen *3). testende instantie
van afgifte *4), gemeten LWA(M) /
gegarandeerde LWA(G)
geluidsvermogensniveau *5), technische
documentatie bij *6) - zie pagina 4.
2. Beoogd gebruik
Dit apparaat is bestemd voor het genereren an
perslucht voor pneumatische gereedschappen op
professioneel gebied.
Het gebruik op medisch gebied, in de
voedingsmiddelenindustrie evenals voor het
vullen van zuurstofflessen is niet toegestaan.
Explosieve, brandbare of voor de gezondheid
gevaarlijke gassen mogen niet worden
aangezogen. In explosieve ruimtes is het gebruik
niet toegestaan.
Iedere andere toepassing geldt als
onreglementair gebruik. Door onreglementair
gebruik, veranderingen aan het apparaat of door
gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant
gekeurd en vrijgegeven zijn, kunnen niet te
voorziene beschadigingen ontstaan!
Kinderen, jongeren en niet geïnstrueerde
personen mogen het apparaat en de hieraan
aangesloten pneumatische gereedschappen niet
gebruiken.
Gebruik het apparaat alleen onder toezicht.
3. Algemene
veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING – Lees de
gebruiksaanwijzing om het risico van letsel
te verminderen.
Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING – Lees alle
veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Als de veiligheidsinstructies en aanwijzingen niet
in acht worden genomen, dan kan dit een
elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en
aanwijzingen goed met het oog op toekomstig
gebruik! Geef uw gereedschap alleen met deze
documenten aan anderen door. U en alle andere
gebruikers moeten zich indien nodig te allen tijde
kunnen informeren.
3.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed
verlicht. Een rommelige of onverlichte
werkomgeving kan tot ongevallen leiden.
b) Werk met het gereedschap niet in een
explosieve omgeving waarin zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stof bevinden.
Gereedschappen veroorzaken vonken die het stof
of de dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens
het gebruik van het apparaat uit de buurt.
3.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het gereedschap
moet in het stopcontact passen. De stekker
mag in geen geval worden veranderd. Gebruik
geen adapterstekkers in combinatie met
geaarde gereedschappen. Onveranderde
stekkers en passende stopcontacten verminderen
het risico van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met
geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van
buizen, verwarmingen, fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door
een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard
is.
c) Houd apparaat uit de buurt van regen en
vocht. Het binnendringen van water in
gereedschap vergroot het risico van een
elektrische schok.
d) Gebruik de aansluitleiding niet voor een
verkeerd doel, om het gereedschap te dragen,
op te hangen of om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Houd de
aansluitleiding uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende
apparaatdelen. Beschadigde of in de war
geraakte aansluitleidingen vergroten het risico van
een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met het
gereedschap werkt, dient u alleen
verlengsnoeren te gebruiken die voor gebruik
buitenshuis geschikt zijn. Het gebruik van een
voor gebruik buitenshuis geschikt verlengsnoer
beperkt het risico van een elektrische schok.
3.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
bedacht te werk tijdens het gebruik van een
gereedschap. Gebruik geen gereedschap als
u moe bent of als u onder invloed staat van
drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van
onoplettendheid bij het gebruik van het
gereedschap kan tot ernstige verwondingen
leiden.
b) Draag persoonlijke beschermingsmiddelen
en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van
persoonlijke beschermingsmiddelen zoals een
stofmasker, slipvaste veiligheidsschoenen,
veiligheidshelm of gehoorbescherming,
afhankelijk van het soort en gebruik van het
gereedschap, vermindert het risico op letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen.
Verzeker u ervan dat het gereedschap
uitgeschakeld is voordat u het op de
stroomvoorziening aansluit, het oppakt of het
draagt. Wanneer u bij het dragen van het
gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de
stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen
leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of
schroefsleutels voordat u het gereedschap
inschakelt. Gereedschap of sleutels in een
draaiend deel van het apparaat kunnen tot
verwondingen leiden.
e) Vermijd een abnormale lichaamshouding.
Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in
evenwicht blijft. Daardoor kunt u het
gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden. Houd haren
en kleding uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren
kunnen door bewegende delen worden
meegenomen.
h) Waan u door de vertrouwdheid met het
gereedschap na veelvuldig gebruik niet in
zekerheid en negeer de veiligheidsinstructies
voor het gereedschap niet. Onvoorzichtig te
werk gaan kan binnen een fractie van een seconde
tot ernstig letsel leiden.
3.4 Gebruik van en omgang met het
gereedschap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor
uw werkzaamheden het daarvoor bestemde
gereedschap. Met het passende gereedschap
werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
NEDERLANDS nl
b) Gebruik geen gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Een apparaat dat niet meer
kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact voordat
u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt
of het gereedschap weglegt. Deze
voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten
van het gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikt gereedschap buiten
het bereik van kinderen. Laat het apparaat niet
gebruiken door personen die er niet mee
vertrouwd zijn of deze aanwijzingen niet
hebben gelezen. Apparaten zijn gevaarlijk
wanneer ze door onervaren personen worden
gebruikt.
e) Onderhoud gereedschappen en
toebehoren zorgvuldig. Controleer of
beweeglijke onderdelen feilloos functioneren
en niet klem zitten, of onderdelen gebroken of
beschadigd zijn, of de werking van het
apparaat wordt belemmerd. Laat beschadigde
delen repareren voordat u het apparaat
gebruikt. Veel ongevallen worden veroorzaakt
door slecht onderhouden gereedschap.
g) Gebruik apparaten, toebehoren,
inzetgereedschap enz. volgens de
aanwijzingen. Let daarbij op de
arbeidsomstandigheden en de uit te voeren
werkzaamheden. Het gebruik van gereedschap
voor andere dan de voorziene toepassingen kan
tot gevaarlijke situaties leiden.
h) Zorg ervoor dat grepen en grijpvlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet zijn.
Gladde grepen en grijpvlakken maken een veilige
bediening en de controle van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk.
3.5 Service
a) Laat het gereedschap alleen repareren
door gekwalificeerd en vakkundig personeel
en alleen met originele reserveonderdelen.
Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid
van het gereedschap in stand blijft.
3.6 Overige veiligheidsinstructies
– Deze gebruikershandleiding is bedoeld voor
personen met technische basiskennis in de
omgang met apparaten zoals het hier
beschreven apparaat. Wanneer u geen enkele
ervaring heeft met dergelijke apparaten, moet u
eerst een beroep doen op de hulp van ervaren
personen.
– Voor schade die ontstaat, omdat geen nota
werd genomen van deze gebruikershandleiding,
aanvaardt de fabrikant geen aansprakelijkheid.
De informatie in deze gebruikershandleiding is als
volgt gekenmerkt:
Gevaar!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel
of milieuschade.
Gevaar voor elektrische schok!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel
door elektrische schok.
Let op!
Waarschuwing voor materiële schade.
4. Speciale
veiligheidsvoorschriften
De volgende restrisico's zijn principieel aanwezig
bij persluchtapparatuur en kunnen ook niet
volledig door veiligheidsmaatregelen worden
geëlimineerd:
4.1 Letselgevaar door vrijkomende
perslucht en onderdelen, die door
de perslucht worden meegesleurd!
– Richt de perslucht nooit op mensen of dieren.
– Zorg ervoor, dat alle gebruikte
persluchtapparaten en toebehoren geschikt zijn
voor de werkdruk of via een drukregelaar
worden aangesloten.
– Houd er tijdens het losmaken van de
snelkoppeling rekening mee, dat de in de
17
nl NEDERLANDS
persluchtslang aanwezige perslucht plotseling
ontsnapt. Houd daarom het los te maken
uiteinde van de persluchtslang vast.
– Controleer of alle schroefverbindingen altijd
stevig zijn vastgedraaid.
– Voer nooit zelf reparaties uit aan het apparaat!
Alleen gekwalificeerd personeel mag reparaties
aan compressoren, drukvaten en pneumatische
apparaten uitvoeren.
4.2 Gevaar door gesmeerde perslucht!
– Gebruik gesmeerde perslucht uitsluitend voor
pneumatisch gereedschap, dat geschikt is voor
gesmeerde perslucht.
– Gebruik een persluchtslang voor gesmeerde
perslucht niet voor pneumatisch gereedschap,
dat niet geschikt is voor gesmeerde perslucht.
– Vul autobanden enz. niet met gesmeerde
perslucht.
4.3 Gevaar voor brandwonden aan de
oppervlakken van de
persluchtvoerende onderdelen!
– Laat het apparaat voor
onderhoudswerkzaamheden afkoelen.
4.4 Gevaar voor verwondingen en
kneuzingen aan bewegende delen!
– Neem het apparaat nooit in gebruik zonder
gemonteerde veiligheidsvoorziening.
– Houd er rekening mee, dat het apparaat na het
bereiken van de minimale druk automatisch
start! – Controleer of het apparaat gescheiden is
van het stroomnet alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
– Controleer dat zich tijdens het inschakelen
(bijvoorbeeld na onderhoudswerkzaamheden)
geen montagegereedschap of losse onderdelen
meer in het apparaat bevinden.
4.5 Gevaar door onvoldoende
persoonlijke
beschermingsmiddelen!
– Draag gehoorbescherming.
– Draag een veiligheidsbril.
– Draag tijdens stofgenererende werkzaamheden
of als voor de gezondheid gevaarlijke gassen,
nevel of damp ontstaat een adembescherming.
– Draag geschikte werkkleding.
– Draag slipvast schoeisel.
4.6 Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
– Zorg dat het elektrisch apparaat evenals de
toebehoren goed onderhouden worden. Neem
hierbij de onderhoudsvoorschriften in acht.
– Controleer het apparaat voor iedere
ingebruikname op eventuele beschadigingen:
Voor het verdere gebruik van het gereedschap
moeten veiligheidsuitrustingen,
veiligheidsvoorzieningen of licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig worden onderzocht op
optimaal en correct functioneren. Een
beschadigd apparaat mag pas weer worden
gebruikt nadat het deskundig is gerepareerd.
– Controleer of de scharnierende onderdelen
correct functioneren en niet klemmen. Alle
onderdelen dienen juist gemonteerd te zijn en te
voldoen aan alle voorwaarden om een goede
werking van het elektrisch apparaat te
garanderen.
– Laat beschadigde beveiligingen of onderdelen
deskundig en door een gekwalificeerde vakman
herstellen of vervangen.
4.7 Overige veiligheidsinstructies
– Neem de bijzondere veiligheidsinstructies in de
betreffende hoofdstukken in acht.
– Neem eventueel de speciale richtlijnen- of
ongevalpreventievoorschriften voor de omgang
met compressoren en pneumatisch
gereedschap van de beroepsvereniging in acht.
– Neem de wettelijke voorschriften voor het
gebruik van te controleren installaties in acht.
– Houd er tijdens gebruik en opslag van het
apparaat rekening mee, dat vrijkomend
condensaat en andere hulpstoffen de omgeving
18
kunnen verontreinigen en schade aan het milieu
kunnen veroorzaken.
– Houd rekening met omgevingsinvloeden.
4.8 Symbolen op het apparaat
(afhankelijk van het model)
Lees de gebruikershandleiding.
Waarschuwing voor persoonlijk letsel
door het aanraken van hete onderdelen.
Veiligheidsbril dragen.
Waarschuwing voor de automatische
start.
Waarschuwing voor gevaarlijke
elektrische spanning.
Gewaarborgde geluidsvermogensniveau.
Let op de draairichting.
4.9 Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsventiel
Het veerbelaste veiligheidsventiel (4) wordt
geactiveert, indien de toegestane maximale druk
wordt overschreden.
5. Overzicht
Zie pagina 2.
1 Compressor
2 Drukreservoir
3 Condensventiel
4 Veiligheidsventiel
5 Manometer regeldruk
6 Drukregelaar
7 Manometer keteldruk
8 Aan-/uit-schakelaar
9 Luchtfilter / luchtfilterbehuizing
10 Olie-afsluitdop *
11 Oliekijkglas *
12 Olieaftapplug *
13 Perslucht aansluiting (snelkoppeling, niet
geassembleerd), ongeregelde perslucht *
14 Beschermrooster van de V-snaar *
15 Transportgreep *
16 Kabelopwikkeling *
17 Filterdrukregelaar
18 Persluchtsmeerapparaat
19 Perslucht aansluiting (snelkoppeling),
gereguleerde, gefilterde, olievrije perslucht
20 Perslucht aansluiting (snelkoppeling),
gereguleerde, gefilterde, gesmeerde
perslucht
* afhankelijk van model / uitvoering
6. Ingebruikname
6.1 Montage (afhankelijk van het model)
1. Monteer de wielen zoals aangegeven (zie afb.
A, pagina 3).
2. Monteer de persluchtaansluiting (13) zoals
aangegeven (zie afb. B, pagina 3).
6.2 Condensventiel controleren
Controleer of het condensventiel (3) gesloten is.
6.3 Oliepijl controleren
Oliepeil van de compressor via het oliekijkglas
(11) controleren. Indien nodig olie tot aan het
midden van het oliekijkglas (11) bijvullen.
Oliekwaliteit zie hoofdstuk 12. Technische
gegevens.
1. Olie-afsluitdop (10) eraf draaien.
2. Olie tot het midden van het oliekijkglas (11) of
de markering vullen.
3. Olie-afsluitdop (10) weer erop draaien.
6.4 Pneumatische olie
Zie afb. C, pagina 3.
1. Persluchtsmeerapparaat (18) open draaien.
2. Pneumatische olie vullen: Het oliepeil moet
tussen beide markeringen staan.
3. Persluchtsmeerapparaat (18) weer dicht
draaien.
6.5 Opstelling
De plaats waar het apparaat wordt neergezet
moet voldoen aan de volgende eisen:
– Droog, vorsvrij
– Stevige, horizontale en vlakke ondergrond
Gevaar!
Door foutieve installatie kunnen ernstige
ongelukken ontstaan.
– Beveilig het apparaat tegen wegrollen, kantelen
en glijden.
– Veiligheidsvoorzieningen en
bedieningselementen moeten vrij toegankelijk
zijn.
– Apparaat niet op de zijkant plaatsen. Er kan olie
uit het apparaat lekken!
6.6 Transport
– Apparaat niet op de zijkant plaatsen. Er kan olie
uit het apparaat lekken!
– Trek het apparaat niet aan de slang of het
netsnoer. Apparaat met behulp van de
transportgreep (15) transporteren.
7. Bediening
7.1 Netaansluiting
Gevaar! Elektrische spanning.
Gebruik het apparaat uitsluitend in een droge
omgeving.
Gebruik het apparaat alleen aan een stroombron,
die voldoet aan de volgende eisen: Stopcontact
moet volgens de voorschriften geïnstalleerd,
geaard en getest zijn; Beveiliging conform de
technische gegevens.
Het snoer moet zo gelegd worden dat het de
werkzaamheden niet kan bemoeilijken en dat het
snoer niet beschadigd kan raken.
Controleer iedere keer of het apparaat is
uitgeschakeld, voordat u de netstekker in het
stopcontact steekt.
Het snoer moet beschermd worden tegen hitte,
bijtende vloeistoffen en scherpe randen.
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met
voldoende doorsnede (zie hoofdstuk
12. Technische gegevens).
Gebruik verlengsnoeren voor gebruik buitenshuis.
Gebruik in de open lucht alleen hiervoor
toegelaten en overeenkomstig gekenmerkte
verlengsnoeren.
Schakel de compressor niet uit door aan de
netstekker te trekken, maar met behulp van de
aan-/uit-schakelaar.
Schakel altijd een aardlekschakelaar (RCD) met
een max. aanspreekstroom van 30 mA voor de
machine.
Bij draaistroomuitvoering:
Draairichting controleren!
Afhankelijk van de fasen is het mogelijk, dat de
motor ook in de verkeerde richting draait. Dit kan
leiden tot schade aan het apparaat. Vandaar
dient u na iedere nieuwe verbinding de
draairichting te controleren: De riemschijf van de
compressor moet in de richting van de pijl (op het
beschermrooster van de V-snaar (14)) draaien.
Bij een verkeerde draairichting moeten de fasen
van de netstekker worden verwisseld:
1. Netstekker uit het stopcontact trekken.
2. Met een schroevendraaier zoals weergegeven
de fasen verwisselen (zie afb. D, pagina 3): De
schakelaar met een schroevendraaier een
beetje naar binnen drukken en 180° draaien.
NEDERLANDS nl
7.2 Perslucht genereren
1. Apparaat met behulp van de aan-/uitschakelaar (8) inschakelen en afwachten,
totdat de maximale keteldruk wordt bereikt
(compressor wordt uitgeschakeld). De
keteldruk wordt weergegeven op de keteldrukmanometer (7).
Attentie!
De ingestelde regeldruk mag niet hoger zijn dan
de maximale werkdruk van de aangesloten
pneumatische gereedschappen!
2. Regeldruk via de drukregelaar (6) instellen. De
actuele regeldruk wordt weergegeven op de
regeldruk-manometer (5).
3. Persluchtslang aan de persluchtaansluiting
aansluiten:
– Perslucht aansluiting (13) voor
ongereguleerde, ongefilterde perslucht
– Perslucht aansluiting (19) voor gereguleerde,
gefilterde, olievrije perslucht
– Perslucht aansluiting (20) voor gereguleerde,
gefilterde, gesmeerde perslucht (hoeveelheid
olie instellen met de stelschroef (zie afb. E,
pagina 3).)
4. Pneumatisch gereedschap aansluiten. Nu
kunt u met het pneumatisch gereedschap
werken.
5. Schakel het apparaat uit, als u niet direct
verder wilt werken. Trek vervolgens de
netstekker uit het stopcontact.
6. Condensaat van het drukreservoir dagelijks
via het condensventiel (3) weg laten lopen.
8. Service en onderhoud
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan het
apparaat begint:
Apparaat uitschakelen. Netstekker uit het
stopcontact trekken. Wacht totdat het apparaat
stil staat. Zorg ervoor, dat het apparaat en alle
gebruikte pneumatische gereedschappen en
toebehoren drukloos zijn.
Laat het apparaat en de gebruikte pneumatische
gereedschappen en toebehoren afkoelen.
Na alle werkzaamheden aan het apparaat:
Alle veiligheidsvoorzieningen weer in gebruik
nemen en controleren. Controleer dat zich geen
gereedschap of soortgelijke meer in het apparaat
bevindt.
Andere dan de in dit hoofdstuk beschreven
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen
uitsluitend door geschoold personeel worden
uitgevoerd.
8.1 Belangrijke informatie
Onderhoud en controles moeten volgens de
wettelijke eisen conform de installatie en de
gebruikswijze van het apparaat worden gepland
en uitgevoerd.
Toezichthoudende autoriteiten kunnen de
indiening van de juiste documentatie verlangen.
8.2 Regelmatig onderhoud
Attentie!
Controleer aan de nieuwe compressor (1) het
aanhaalmoment van de cilinderkopschroeven (zie
hoofdstuk 12. Technische gegevens) na de
eerste 50 en 250 bedrijfsuren.
Iedere keer voor het begin van de
werkzaamheden
– Persluchtslangen controleren op
beschadigingen; Indien nodig vervangen.
– Schroefverbindingen op goede zitting
controleren en indien nodig aantrekken.
– Aansluitkabel op beschadigingen controleren en
indien nodig laten vervangen door een
elektricien.
– Oliepeil van het persluchtsmeerapparaat (18)
controleren. Indien nodig pneumatische olie
bijvullen.
Dagelijks
– Condensaat van het drukreservoir via het
condensventiel (3) weg laten lopen.
Na elke periode van 50 bedrijfsuren
– Luchtfilter (9) reinigen (zie afb. F, pagina 3).
– Oliepeil van de compressor via het oliekijkglas
(11) controleren en indien nodig bijvullen. (Zie
hoofdstuk 6.)
– Condenswater aan de filterdrukregelaar (17) af
laten lopen.
– Luchtfilter in de filter-drukregelaar reinigen of
vervangen. (Zie afb. G, pagina 3).
– V-snaar controleren (zie afb. H, pagina 3).
Beschermrooster van de V-snaar (14) eraf
schroeven. V-snaar controleren en indien nodig
opnieuw spannen of vervangen. Voor het
instellen van de spanning van de snaar draait u
vier schroeven aan de voet van de motor los en
verschuift u de motor. Schroeven aan de voet
van de motor weer aantrekken.
Beschermrooster van de V-snaar (14) weer
monteren.
Na elke periode van 250 bedrijfsuren
– Luchtfilter (9) reinigen of vervangen (zie afb. F,
pagina 3).
Na elke periode van 500 bedrijfsuren
– Olie volledig weg laten lopen via de
olieaftapplug (12) en vervangen. (Zie hoofdstuk
6.)
Na elke periode van 1000 bedrijfsuren
– Inspectie uit laten voeren in een servicewerkplaats. Hierdoor wordt de levensduur van
de compressor aanzienlijk verhoogd.
8.3 Apparaat bewaren
1. Apparaat uitschakelen en netstekker eruit
trekken.
2. Maak het drukreservoir en alle aangesloten
pneumatische gereedschappen drukvrij.
3. Condensaat van het drukreservoir via het
condensventiel (3) weg laten lopen.
4. Apparaat op een dergelijke manier bewaren,
dat onbevoegden het niet in gebruik kunnen
nemen.
5. Apparaat niet op de zijkant plaatsen. Er kan
olie uit het apparaat lekken!
Attentie!
Het apparaat niet in de openlucht of in een
vochtige omgeving bewaren.
Bij vorstgevaar
Attentie!
Vorst (< 5 °C) brengt onherstelbare schade aan
het apparaat en de toebehoren aan omdat deze
altijd water bevatten! Als er kans op vorst bestaat,
moet het apparaat samen met de toebehoren
worden opgeborgen.
9. Reparatie
Gevaar!
Reparaties aan deze gereedschappen mogen
alleen uitgevoerd worden door elektromonteurs!
Neem voor gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Lijsten met reserveonderdelen kunt u via
www.metabo.com downloaden.
10. Milieubescherming
Gevaar!
Het condensaat uit het drukreservoir bevat
olieresten en/of milieubelastende
verontreinigingen. Verwijder het condensaat op
een milieuvriendelijke manier via het KCA!
Gevaar!
Het condensaat uit de filterdrukregelaar bevat
olieresten en/of milieubelastende
verontreinigingen. Verwijder het condensaat op
een milieuvriendelijke manier via het KCA!
Gevaar!
Verwijder de afgedankte olie uit de condensator op
een milieuvriendelijke manier via het KCA!
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en
toebehoren.
Uitsluitend voor EU-landen: Geef uw
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG
inzake gebruikte elektrische en elektronische
apparaten en de vertaling hiervan in de nationale
wetgeving dienen oude apparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
11. Problemen en storingen
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan het
apparaat begint:
Apparaat uitschakelen. Netstekker uit het
stopcontact trekken. Wacht totdat het apparaat
stil staat. Zorg ervoor, dat het apparaat en alle
gebruikte pneumatische gereedschappen en
toebehoren drukloos zijn. Laat het apparaat en de
gebruikte pneumatische gereedschappen en
toebehoren afkoelen.
Verdere werkzaamheden dan de in dit hoofdstuk
beschreven werkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
elektricien of het service-center in uw land.
Na alle werkzaamheden aan het apparaat:
Alle veiligheidsvoorzieningen weer in gebruik
nemen en controleren. Controleer dat zich geen
gereedschap of soortgelijke meer in het apparaat
bevindt.
De compressor werkt niet:
▪ Er is geen netspanning.
– Controleer het snoer, de stekker, het
stopcontact en de zekering.
▪ De netspanning is te laag.
– Gebruik verlengsnoeren met voldoende
doorsnede (zie hoofdstuk 12. Technische
gegevens). Als het gereedschap koud is:
Verlengsnoer vermeiden. Als het gereedschap
koud is: Laat de druk van het drukreservoir
ontsnappen.
▪ De compressor werd uitgeschakeld door aan de
netstekker te trekken terwijl het apparaat nog
was ingeschakeld.
– Compressor met behulp van de aan-/uitschakelaar (8) in eerste instantie uitschakelen
en vervolgens weer inschakelen.
▪ De motor is oververhit, bijv. door onvoldoende
koeling (koelribben afgedekt).
– Compressor met behulp van de aan-/uitschakelaar (8) uitschakelen.
– Oorzaak van de oververhitting verhelpen.
Ongeveer tien minuten laten afkoelen
– Compressor met behulp van de aan-/uitschakelaar (8) opnieuw inschakelen.
Compressor draait zonder voldoende druk op
te bouwen.
▪ Condensventiel lekt.
– Controleer of het condensventiel (3) gesloten
is.
– Afdichting van de ventielschroef controleren,
indien nodig vervangen.
▪ Terugslagklep lekt.
– Terugslagklep in een service-werkplaats laten
reviseren.
Pneumatisch gereedschap krijgt niet
voldoende druk.
▪ Drukregelaar is niet ver genoeg open gedraaid.
– Drukregelaar (6) verder open draaien.
▪ Slangverbinding tussen compressor en
pneumatisch gereedschap lekt.
19
– Slangverbinding controleren; beschadigde
onderdelen indien nodig vervangen.
12. Technische gegevens
Toelichting op de gegevens van pagina 3.
Wijzigingen en technische verbeteringen
voorbehouden.
A
= zuigkracht
F
= vulvermogen
Leff
= effectieve levering bij 80% max. druk
p
= max. druk
V
= ketelgrootte
a
= aantal luchtuitlaten
z
= aantal cilinders
Nm
= aanhaalmoment van de
cilinderkopschroeven
n0
= max. toerental
P1
= nominaal vermogen
U
= aansluitspanning
I
= nominale stroom
F
= min. beveiliging
IP
= beschermingsklasse
G
= maximale totale lengte en diameter van
de verlengsnoeren
A
= afmetingen (lxbxh)
Tmax = max. opslag-/bedrijfstemperatuur *
= min. opslag-/bedrijfstemperatuur **
Tmin
Oel
= Hoeveelheid olie en kwaliteit bij het
verversen van de olie (afhankelijk van
het model)
m
= gewicht
* = De levensduur van enkele componenten zoals
bijv. de afdichting in de terugslagklep wordt
duidelijk verminderd, als de compressor bij hoge
temperaturen (max. opslag-/bedrijfstemperatuur
en hoger) wordt gebruikt.
** = Bij temperaturen onder de min. opslag-/
bedrijfstemperatuur bestaat vorstgevaar voor het
condensaat en drukreservoir.
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
betreffende geldige norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van
de emissie van het gereedschap en een
vergelijking van de verschillende gereedschappen
mogelijk. Afhankelijk van het gebruik, de toestand
van het gereedschap of het inzetgereedschap kan
de daadwerkelijke belasting hoger of lager
uitvallen. Neem voor de beoordeling pauzes en
fasen met een lagere belasting in aanmerking.
Bepaal op basis van de overeenkomstig
aangepaste taxatiewaarden maatregelen ter
bescherming van de gebruiker, bijv.
organisatorische maatregelen.
Typische A-gekwalificeerd geluidsniveau:
= geluidsdrukniveau
LpA
LWA
= geluidsvermogensniveau
LWA(M) = gemeten geluidsvermogensniveau
conform 2000/14/EG
LWA(G) = gegarandeerd geluidsvermogensniveau
conform 2000/14/EG
KpA, KWA= onzekerheid
Draag gehoorbescherming!
Gegevens op het typeplaatje:
A
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
Fabrikant
Artikel-, versie-, serienummer
Apparaatbenaming
Aansluitspanning/frequentie
K
L
M
N
O
P
J
K
L
M
N
O
P
Nominaal opgenomen vermogen
Nominale stroom/beschermingsgraad
Max. toerental
Max. druk
CE-markering - Dit apparaat voldoet aan de
EU-richtlijnen overeenkomstig de
conformiteitsverklaring
Bouwjaar
Zuigkracht
Vulvermogen
Toerental condensator
Aantal cilinders
Ketelgrootte
Afvalsymbool (zie hoofdstuk 10.)
21
22
23
A
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
B
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
K
L
M
N
O
P
6.5 Montaje
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
K
L
M
N
O
P
29
6.4 Encher com óleo pneumático
31
pt PORTUGUÊS
32
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
K
L
M
N
O
P
8
9
10
11
12
13
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
K
L
M
N
O
P
35
sv SVENSKA
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
36
37
9. Korjaus
39
A
J
K
L
M
N
O
P
40
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
K
L
M
N
O
P
42
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
43
A
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
44
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
B
K
L
M
N
O
P
45
46
A
48
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
B
K
L
M
N
O
P
49
50
51
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
K
L
M
N
O
P
53
54
56
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
K
L
M
N
O
P
58
9. Javítás
59
A
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
YYYY
B
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
K
L
M
N
O
P
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
62
6. Ввод в эксплуатацию
6.1 Сборка (в зависимости от модели)
1. Установите колеса, как показано на
рисунке (см. рис. A, стр. 3).
2. Установите патрубок подачи сжатого
воздуха, (13) как показано на рисунке (см.
рис. B, стр. 3).
ru РУССКИЙ
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
01532XX0 9998812345
Basic 250-24 W OF
1~ 230 V
50 Hz
P1 1,50 kW
S3
I = 6,0 A
IP 20
2850 min -1
8 bar / 116 psi
220 l/min
120 l/min
2850 min -1
1
24 l
YYYY
K
L
M
N
O
P
170 27 2320 - 1219

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement