Conrad VC-602 Handleiding


Add to my manuals
94 Pages

advertisement

Conrad VC-602 Handleiding | Manualzz
GB
D
NL
D
03/12
GB
Current Clamp VC - 602
Page 26 - 47
F
NL
Stroomtang VC - 602
Pagina 72 - 93
Best.-Nr. / Item No. / N° de commande / Bestelnr.:
12 01 63
D
GB
F
NL
2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt.
Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und
Handhabung. Achten Sie darauf, auch wenn Sie dieses
Produkt an Dritte weitergeben.
Bewahren Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum
Nachlesen auf.!
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie im Inhaltsverzeichnis
mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 7.
These operating instructions belong with this product.
They contain important information for putting it into
service and operating it. This should be noted also
when this product is passed on to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future
reference!
A list of contents with page numbers can be found on page 29.
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient
des recommandations en ce qui concerne sa mise en
service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et
ceci également lorsque vous remettez le produit à des
tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à
la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 51.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan
belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog
eens kunt nalezen!
U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 75.
3
D
4
Ohm
+) 왘❘
V~
A~
13
19
22
200 mV
20 V
1000 V
±(0,5%+3dgt)
±(0,5%+3dgt)
±(0,5%+3dgt)
0,1 mV
10 mV
1V
Frequenz
20 A
20 A
200 A
200 A
1000 A
1000 A
Kalibrierbar
bis
bis
ab
Widerstand
200 Ohm
2 kOhm
20 kOhm
200 kOhm
2 MOhm
20 MOhm
±(2,5%+5dgts)
±(3,5%+5dgts)
±(1,5%+5dgts)
±(3,0%+5dgts)
±(2,0%+5dgts)
±(3,5%+5dgts)
0,01 A
0,01 A
0,1 A
0,1 A
1A
1A
50 bis 60Hz
61 bis 400Hz
50 bis 60 Hz
61 bis 400 Hz
50 bis 60Hz
61 bis 400Hz
40 A / max. 400 Hz
400 A/ max. 200 Hz
400 A/ max. 100 Hz
±(2,0%+5dgts)
„
„
„
„
„
0,1 Ohm
1 Ohm
10 Ohm
0,1 kOhm
1 kOhm
10 kOhm
1 mV
±(3,5%+5dgts)
100 nF (=0,1µF)
Frequenzmessung
±(0,5%+3dgts)
±(0,5%+3dgts)
±(0,5%+3dgts)
1 Hz
10 Hz
100 Hz
2 kHz
20 kHz
40 kHz
GB
26
32
Ohm
+) 왘❘
200 µF
V=
= Direct voltage measurement
V~
A~
= AC current measurement
35
42
Fault
Unusual
resistance values
44
45
F
40kHz
ohms
+) 왘❘
200 µF
= Mesure de capacité
V=
V~
A~
(= 20 000 000 ohms)
63
cordon
noir
cordon
noir
64
67
400Hz
200Hz
100Hz
200 Ohms ±(2,0%+5dgts)
„
2 kOhms
„
20 kOhms
„
200 kOhms
„
2 MOhms
„
20 MOhms
0,1 Ohms
1 Ohms
10 Ohms
0,1 kOhms
1 kOhms
10 kOhms
69
71
NL
Geachte klant,
Met deze stroomtang VC - 602 heeft u een meetapparaat volgens
de laatste stand van de techniek aangeschaft. Het verenigt de voordelen van een handzame tangampèremeter en de voordelen van
een multimeter in een apparaat.
De opbouw is volgens DIN VDE 0411, deel 1 voor meetapparaten = EN 61010-1 resp. EN 61010-2-32 (voor stroomtangen).
Bovendien is het apparaat EMV-getest en voldoet aan de eisen
van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit is bewezen; de betreffende documenten bevinden
zich bij de fabrikant.
Om dit zo te houden en gebruik zonder gevaar te garanderen, moet
u zich als gebruiker beslist aan deze bedieningshandleiding houden!
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze
Nederland: Tel. 053 / 428 54 80
Ma - vr. 09.00 - 20.00 uur
72
Gebruik waarvoor de stroomtang VC 602
bedoeld is
Meten, omvormen (halleffectsensor) en weergeven van wisselstromen van 0,1 A (=100mA) tot max. 1000 Arms.
Metingen van gelijkspanningen tot max 1000 VDC
Metingen van wisselspanningen tot max 750 VACrms
Metingen van weerstanden tot 20 MOhm
Frequentiemetingen tot max. 40 kHz
Doorgangstest (onder 75 Ohm akoestisch) en diodetest
Capaciteitsmetingen (van uni- en bipolaire condensatoren) tot max.
200 µF (199,9)
Het meetapparaat mag niet in geopende toestand, met geopend
batterijvak, resp. bij ontbrekende batterijvakdeksel gebruikt worden.
Het gebruik in vochtige ruimtes of buiten resp. onder ongunstige
omgevingsomstandigheden is niet toegestaan. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn:
- natheid of een te hoge luchtvochtigheid
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
- sterke trillingen
- sterke magneetvelden, zoals in de buurt van machines of andere luidsprekers.
- onweer resp. onweerachtige omstandigheden zoals sterke
elektrostatische velden enz.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven leidt tot beschadiging van het apparaat, bovendien zijn hieraan gevaren verbonden, zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schok enz. Het totale
product mag niet veranderd resp. omgebouwd worden. U dient
zich beslist te houden aan de veiligheidsbepalingen!.
73
Instelelementen
(afbelding zie uitklappagina).
1 4-mm-veiligheidsbus voor de aansluiting van de rode meetleiding voor spanningsmetingen tot max. 1000 VDC resp. 750
VACrms
2 4-mm-veiligheidsbus voor de aansluiting van de zwarte meetleiding = COM of massabus
3 4-mm-veiligheidsbus "HzFOhm 왘❘ " voor de aansluiting van de
rode meetleiding voor frequentiemetingen, capaciteitsmetingen,
weerstandsmetingen en diodetests/doorgangscontrole.
4 LC-Display (3 1/2-cijferig, grootste aanduidingswaarde: 1999)
5 Draaischakelaar (= meetfunctieschakelaar) voor de instelling van
de meetfuncties frequentiemeting, weerstandsmeting, doorgangscontrole/diodetest, capaciteitsmeting, gelijkspanningsmeting,
wisselspanningsmeting, wisselstroommeting, met "OFF"-positie
(apparaat uit).
6 Toets "M MAX" voor de maximale waarderegistratie
7 Toets "H HOLD" voor de functie "Data Hold" (meetwaarde vasthouden)
8 Stroomtangbereik met 8a tangopeningshendel, 8b handbescherming, 8c tangopening met een openingswijde van max. 57 mm
(voor "omsluiten" van enkele stroomdraden, leidingssystemen
enz.)
Grijp beslist nooit tijdens de meting van stromen
naast de handbescherming Let op! Levensgevaar
bij het aanraken van elektrische draden!
9 Batterijvak aan de onderkant van de behuizing (een schroef).
Let beslist, voor uw eigen veiligheid, op de max. ingangsgroottes.
74
Inhoudsopgave
pagina
Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72
Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is . . . . . . . . . . . . . . . . . .73
Bedieningselementen (uitklappagina) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74
Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Veiligheidsbepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75
Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Handhaving, ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79
Doorvoeren van metingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82
Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89
Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90
Technische gegevens, meettoleranties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91
Veiligheidsbepalingen
Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Wij zijn niet verantwoordelijk voor schades die daaruit resulteren.
Bij letsel van personen of schade aan zaken, die door onjuist gebruik of het niet naleven van de veiligheidsbepalingen zijn veroorzaakt, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk
recht op garantie.
• Het apparaat is volgens EN 61010-1 resp. volgens EN 61010-232, opgebouwd en getest en heeft de fabriek in veiligheidstechnische perfecte staat verlaten. Om dit zo te houden en zeker te
75
zijn van gebruik zonder gevaar, moet de gebruiker zich houden
aan de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ("Let op" en
"Aanwijzingen"!) die in deze handleiding genoemd zijn. Volgende
symbolen zijn in acht te nemen:
= Let op! Aanrakingsgevaarlijke spanningen! Levensgevaarlijk!
= Lees deze gebruiksaanwijzing
CAT III = Overspanningscategorie III (drie)
= Veiligheidsklasse II (dubbele isolatie)
• Het meetapparaat mag voor installaties in de overspanningscategorie III (3) volgens IEC 664 gebruikt worden, indien de spanning in de meetkring 1000 VDC resp. 750 VACrms niet overschreden wordt.
• Meetapparaten en toebehoren zijn geen spelgoed en horen niet
thuis in kinderhanden!
• In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBOvoorschriften.
• In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen dient het gebruik van meetapparaten alleen te gebeuren
onder toezicht van geschoold personeel.
• Wees bijzonder voorzichtig met de omgang van spanningen > 25
V wissel- (AC) resp. > 35V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze
spanningen kunt u bij het aanraken van elektrische leidingen een
levensgevaarlijke schok krijgen..
• Schakel eerst de stroombron stroomvrij en leid de stroomtang
om de kabel die u wilt meten. Schakel de stroombron weer in en
stel het vereiste stroommeetbereik in bij het meetapparaat. Na
het beëindigen van de meting schakelt u eerst de stroombron
76
stroomvrij en verwijdert u de stroomtang van de de stroombron.
• Voor iedere wisseling van het meetbereik dient u de stroomtang
(stroomrail, leiding enz.) te verwijderen van het te meten object.
• Voor iedere stroommeting dient u de meetleidingen van de
stroomtang te verwijderen.
• Controleer voor iedere meting uw meetapparaat resp. de meetsnoeren op beschadiging(en).
• Gebruik voor de metingen alleen de meetsnoeren die bij het apparaat meegeleverd zijn. Alleen deze zijn toegelaten.
• Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat
u de meetpunten en de te meten aansluitingen (te meten punten)
tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt.
• De max. spanning tegen aarde incl. de meetspanning mag in geen geval 1000 VDC resp. VACrms (in CAT II) overschrijden.
• Vermijd bij iedere meting, vooral tijdens een stroommeting, een
te hoge luchtvochtigheid, damp. Tijdens het doorvoeren van metingen moeten de handen, schoenen en de grond beslist droog
zijn.
• Stromen > 1000 A kunnen de stroomtang beschadigen. Het
moet erop gelet worden, dat tijdens een meting uitsluitend een
(1) geïsoleerde leiding (max. doorsnede 57 mm) omvat wordt.
Een meting om een meeraderige kabel (enkelfasig) is niet mogelijk.
Worden daarentegen twee of meerdere geïsoleerde leidingen (totaaldoorsnede max. 57 mm) van een meerfasig systeem omsloten, zo is de afgelezen waarde overeenkomend met de vectorsom van de enkele stromen.
• Werk met deze meter niet in ruimtes of bij ongunstige omgevingscondities, waarin/-bij brandbare gassen, dampen of stoffen
77
aanwezig (kunnen) zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid beslist
het vochtig of nat worden van het meetapparaat resp. de meetkabels. Vermijdt het gebruik in de directe omgeving van
a) sterke magnetische velden (luidsprekers, magneten)
b) elektromagnetische velden (transformatoren, motoren, spoelen, relais, beschermingen, elektromagneten enz.)
c: elektrostatische velden (op-/ontladingen)
d: zendantennes of HF-generatoren
• Gebruik de meter niet vlak voor, tijdens of vlak naar een onweer
(blikseminslag)! (energierijke overspanningen!). Let er op, dat uw
handen, schoenen, kleding, de grond, het meetapparaat resp.
meetkabels, schakelingen en schakeldelen enz. beslist droog zijn.
• Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet
meer mogelijk is, dient u het apparaat buiten werking te stellen
en te beschermen tegen het per ongeluk in gebruik nemen door
derden. U kunt er van uitgaan dat gebruik zonder gevaar niet
meer mogelijk is als:
- het apparaat zichtbaar beschadigd is
- het apparaat niet meer werkt
- na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden
- na transport onder moeilijke omstandigheden.
• Gebruik het meetapparaat nooit gelijk, als dit van een koude
naar een warme ruimte wordt overgebracht. Het daarbij ontstane
condenswater kan onder omstandigheden het apparaat vernielen. Laat het apparaat oningeschakeld op kamertemperatuur komen.
78
Introductie
De stroomtang VC - 602 is een combinatie van een tangampèremeter en een 3 1/2-cijferige digitale multimeter.
Scheidingen van de meetstroomkringen, zoals bij "gangbare" multimeters (met meetleidingen) zijn niet van toepassing. U kunt de te
meten stromen direct aan de enkele stroomverzorgingsleidingen
(geisoleerde enkelleiding) met een apparaat bepalen (net zoals een
stroomomvormingsspoel). Als zinvolle ondersteuning bezit het
meetapparaat een "Hold"-functie welke de op het moment gemeten meetwaarde "invriest", dit betekent ge waardes vasthoudt
wanneer de "Hold"-toets ingedrukt wordt. Met de "MAX"-toets
kunnen maximale waarden bepaald worden.
Behalve wisselstroommetingen kunnen met dit meetapparaat
spanningsmetingen tot max. 1000 VDC resp. 750 VACrms en weerstandsmetingen tot 20 MOhm doorgevoerd worden. Bovendien beschikt dit meetapparaat over een frequentiemeetbereik tot max. 49
kHz, een diodetester voor verschillende halfgeleider en een doorgangstester. Bij weerstanden kleiner dan ca. 75 Ohm is een akoestisch signaal te horen. Iets bijzonders in deze serie is, dat de mogelijkheid bestaat condensatoren tot max. 200 µF te meten.
De stroomtang is geschikt voor hobby-doeleinden en ook universeel inzetbaar voor beroeps- of schoolmatig gebruik.
Handhaving, ingebruikname
A) Inbouwen/vervangen van de batterij
Opdat uw meter zonder problemen functioneert, moet deze voorzien zijn van een 9-V-blokbatterij (type 6F22 of derg.). Zodra het batterijsymbool onder links op het display verschijnt, moet de batterij
vervangen worden. Hiertoe handelt u als volgt:
- Maak de meter los van het meetcircuit, verwijder alle meetkabels.
79
- schakel hem uit (draaischakelaar op "OFF") en
- schroef met een hiervoor geschikte schroevendraaier de bevestigingsschroef van de batterijvakdeksel los!
- Haal de afdekking voorzichtig af.
- Maak de lege batterij los van de aansluitclip en
- vervang de batterij door een nieuwe van hetzelfde type.
- Let bij het inleggen van de batterijen op de juiste poling (+ en -).
- Nadat de batterij vervangen is moet u het batterijvak weer zorgvuldig sluiten.
- Let er bij het sluiten op, dat de draden van de aansluitclip (rood
en zwart) niet afgeklemd worden.
Gebruik het meetapparaat nooit in geopende toestand! Levensgevaarlijk!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs tegen uitlopen beschermde
batterijen kunnen corroderen, waardoor er chemicaliën vrij kunnen komen, die schadelijk zijn voor
uw gezondheid resp. het batterijvak vernielen.
Lege batterijen horen bij het klein chemisch afval
en moeten daarom milieuvriendelijk verwijderd worden. Hiertoe vindt u in vele winkels speciale verzamelbakken.
B Ingebruikname
Instelelementen meetfunctieschakelaar of draaischakelaar
Via de draaischakelaar wordt het meetapparaat in- als ook uitgeschakeld (OFF).
80
De meetfunctieschakelaar mag tijdens de meting in
geen geval verdraaid worden, omdat daardoor het
meetapparaat vernielt kan worden (afbraakvonken)
resp. er voor u als gevolg daarvan bij spanningen >
25 VACrms resp. 35 VDC een levensgevaarlijke situatie kan ontstaan.
Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, aangezien er door een beschadiging aan het meetapparaat voor u een levensgevaarlijke situatie kan ontstaan.
De verschillende meetbereiken zijn in een hele cirkel aangeduid
(met de klok mee vanaf "OFF") en door de schakelaar te draaien te
kiezen:
40kHz
Ohm
= Weerstandsmeting tot 20 MOhm
+) 왘❘
= Doorgangstest (akoestisch) en diodetest
= Capaciteitsmeting
V=
= Gelijkspanningsmeting
V~
= Wisselspanningsmeting
A~
= Wisselstroommeting
C Gebruiksstand
Gebruik de stroomtang alleen zo dat u de vloeibare kristalweergave
(engels kort: LCD) kunt lezen resp. de digitale weergave naar uw
toe wijst.
81
Doorvoeren van metingen
A) Algemeen
A1 Meetleidingen
Gebruik voor alle metingen, behalve wisselstroom, uitsluitend de
meetsnoeren welke met het apparaat meegeleverd worden. Voor
wisselstroommetingen moeten de meetsnoeren van het meetapparaat verwijderd worden.
A2 Hold - Functie
Wanneer u een meetwaarde wilt vasthouden (bijv. voor de registratie) moet u een keer op de toets "H HOLD" drukken (boven de
draaischakelaar). De momenteel gemeten waarde wordt nu "ingevroren". Het desbetreffende symbool "HOLD" verschijnt boven
links op het display. Als u verder wilt gaan met meten, drukt u nog
eens op de toets "HOLD". Hierop verschijnt direct de momenteel
gemeten waarde en het symbool verdwijnt.
A3 MAX - Functie
Voor maximumwaardemetingen (stijgende stromen enz.) gebruikt u
de toets "M MAX". Hierop worden alleen nog de hoogst gemeten
meetwaarden aangegeven. Op het display is verder het symbool
MAX aangegeven. Om deze maximumwaardefunctie te verlaten,
moet u opnieuw op de toets "M MAX" drukken.
B Wisselspanningsmeting
Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes, ook niet bij het meten van interferen
gelijkspanningen (bijv. bromspanning). Max. 750
VAC rms.
82
Raak geen schakelingen of onderdelen van schakelingen aan, als u daarin spanningen > 25 VACrms of
35 VDC meet.
Voor het meten van wisselspanningen handelt u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het
rode meetsnoer met de bus "VOLT" (rechts).
2. Stel de draaischakelaar op "V~ 200" of "V~ 750"
3. Verbind de meetpunten met het meetobject (belasting, schakeling enz.).
4. De momenteel gemeten waarde wordt nu weergegeven.
Het wisselspanningsmeetbereik "V~" geeft een ingangsweerstand
van ca. 4,5 Mohm op, parallel aan ca. 30 pF.
Aanwijzing!
Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het zijn dat bij
blootliggende meetsnoeren (niet met een te meten object verbonden) een of andere meetwaarde ("fantoommeetwaarde")
getoond wordt. Deze "verschijning" is normaal en verdwijnt,
zodra u uw meting uitvoert.
C Gelijkspanningsmeting
Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes, ook niet bij het meten van interferen
gelijkspanningen (bijv. bromspanning). Max. 1000
VDC.
Raak geen schakelingen of onderdelen van schakelingen aan, als u daarin spanningen > 25 VACrms of
35 VDC meet.
83
Voor het meten van gelijkspanningen handelt u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het
rode meetsnoer met de bus "VOLT" (rechts).
2. Zet de draaischakelaar op "V= 200 m" of "V= 20V" of "V= 1000"
3. Verbind de meetpunten met het meetobject (belasting, schakeling enz.).
4. De desbetreffende polariteit van de meetwaarde wordt tegelijkertijd met de momentele meetwaarde weergegeven.
Het gelijkspanningsbereik "V=" geeft een ingangsweerstand van
ca. 10 Mohm op. Zodra bij de gelijkspanningsmeting een "-" voor
de meetwaarde verschijnt, is de gemeten spanning negatief (of de
meetsnoeren zijn verwisseld).
Aanwijzing!
Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het zijn dat bij
blootliggende meetsnoeren (niet met een te meten object verbonden) een of andere meetwaarde ("fantoommeetwaarde")
getoond wordt. Deze "verschijning" is normaal en verdwijnt,
zodra u uw meting uitvoert.
D Wisselstroommeting
Voor het meten van wisselstromen handelt u als volgt:
Zet de draaischakelaar op "A~ 20" of op "A~ 200" of op "A~ 1000".
Omsluit niet meer als een geisoleerde draad in een enkelfasig systeem of meerdere geïsoleerde draden van een meerfasig systeem.
Let beslist hierbij op de veiligheidsbepalingen !
Onder aan de "tang" bevindt zich een handbescherming, een kunststofverdikking. Grijp tijdens het meten / tijdens het omsluiten van leidingen of een
84
stroomrail nooit buiten de handbescherming -- LEVENSGEVAAR !
De draad/draden moet(en) zich vrij in het stroomsensorbereik
("tangopening") laten bewegen. Let tijdens het aflezen erop, dat de
leiding zich zo goed als mogelijk in het centrum (in het midden van
de opening) bevindt.
Meet geen stromen in meetcircuits, waarin spanningen > 1000 VDC resp. 750 VACrms aanwezig kunnen zijn, hierdoor kan het meetapparaat beschadigd worden en voor uw zou een levensgevaarlijke
situatie kunnen ontstaan. Meet beslist geen stromen boven 1000 A..
E Weerstandsmeting
Overtuig u er van, dat alle te meten delen van schakelingen, schakelingen en modules alsmede andere
meetobjecten spanningloos zijn.
Voor de weerstandsmeting handelt u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het
rode meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " (links).
2. Zet de draaischakelaar op "Ohm" (200 - 2k - 20k - 200k - 2M 20M).
3. Test de doorgang van de meetleidingen doordat u beide meetpunten met elkaar verbindt. Hierop moet zich een weerstandswaarde van ca. 0 Ohm instellen.
4. Nu verbindt u de testpunten met het meetobject. Nu wordt de
meetwaarde weergeven, indien het meettraject niet te hoogohmig of onderbroken is.
85
Aanwijzing!
Als u een weerstandsmeting uitvoert, moet u er opletten dat de
meetpunten die u met de testpunten aanraakt, vrij zijn van vuil,
olie, soldeerlak of dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen de meetwaarde vervalsen.
Zodra er "OL" (voor Overload = Overbelasting of overloop) op
het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden resp. is het meettraject onderbroken.
In de bereiken "2 Mohm" en "20 Mohm" kan het zijn, dat het
display wat tijd nodig heeft om te stabiliseren.
F Diodetest / Doorgangscontrole
Voor het meten van diodes of halfgeleidertrajecten resp. voor een
doorgangscontrole handelt u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode
meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " .
2. Zet de draaischakelaar op " 왘❘ +))" en verbind de testpunten met
het meetobject, een spanningsloze halfgeleidertraject, de rode
testpunt aan de anode, de zwarte testpunt aan de kathode (deze
is meestal gekenmerkt met een kleurring, -punt of derg.).
Als u een diodetraject in doorlaatrichting test, wordt een spanning vanaf ca. 0,25 V (Germanium) of 0,7 V (Silicium) tot ca. 3,0 V
(resp. 250 mV, 700 mV tot ca. 3000 mV) gemeten, indien het diodetraject niet defect is.
Als u nu de testpunten omruilt, dus rood aan kathode en zwart
aan anode, controleert u de zog. blokkeerrichting van het diodetraject.
Verschijnt hierna "OL", is de diode in orde. Wordt daarentegen
een spanningswaarde weergegeven, heeft u het meetobject fout
aangesloten of het is defect.
Bovendien kunt u bij meetwaarden < 100 mV een akoestisch signaal horen.
86
3. Dit akoestische signaal hoort u ook tijdens een doorgangstest
voor weerstanden met minder dan 75 Ohm.
Let er bij de diodetest resp. bij de doorgangscontrole beslist op dat de diode resp. de schakeling,
waarin deze eventueel ingebouwd is, spanningloos
moet zijn. Alle aanwezige capaciteiten moeten ontladen zijn.
zwarte
meetsnoer
rode
meetsnoer
zwarte
meetsnoer
rode
meetsnoer
Doorlaatrichting
Blokkeerichting
G Frequentiemeting
Uitsluitend bij de frequentiemeting beschikt het meetapparaat over
een zog. AUTO RANGE. Dit betekent dat het meetbereik zich
zelfstandig instelt, telkens naar aanliggende frequentie, en is te herkennen aan de positie van de decimale punt.
Voor de meting van een frequentie handelt u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode
meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " (links).
2. Zet de draaischakelaar op "40kHz".
3. Verbind de testpunten met het meetobject (generator of derg.).
Let beslist op de maximale ingangsgroottes!
Bij spanningen groter als 25 VAC resp. 35 VDC bestaat bij aanraking levensgevaar.
87
Schakel tijdens de metingen niet om op een andere
meetfunctie resp. op een ander bereik. Bij spanningen kleiner dan ca. 2 Vrms zijn geen frequentiemetingen mogelijk.
H Capaciteitsmeting
Ontlaadt iedere condensator, voordat u deze met de
meter verbindt. Bij het kortsluiten van condensatoren kunnen er energierijke ontladingen plaatsvinden. Voorzichtig in ruimtes waarin zich stof, brandbare gassen, dampen of vloeistoffen (kunnen) bevinden. ==> Gevaar voor explosies!
Raak geen aansluitingen aan bij condensatoren met
spanningen > 35 VDC resp. 25 VAC. Voorzichtig! Levensgevaarlijk!
Voer geen metingen aan condensatoren uit,
wanneer deze in schakelingen/schakeldelen ingebouwd zijn.
Voor het meten van condensatoren tot max. 199,9 µF (200) handelt
u als volgt:
1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode
meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " .
2. Zet de draaischakelaar op "200 µF".
3. Verbind de testpunten met de beslist spanningsloze condensator. Let bij het meten van elektrolytcondensatoren (Elco) op de
"+" en "-" (poling).
88
Verwijdering
Is de stroomtang VC-602, ondanks dat de voeding (9-V-blokbatterij) nog werkt, niet meer te gebruiken resp. niet meer te repareren,
moet u deze volgens de wettelijke voorschriften verwijderen.
Verhelpen van storingen
Met deze stroomtang VC-602 heeft u een apparaat volgens de
laatste stand van de techniek aangeschaft. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Daarom wordt hierna beschreven,
hoe u enige van deze storingen relatief gemakkelijk zelf kunt verhelpen, let hierbij beslist op de veiligheidsbepalingen!
Probleem
Mogelijke oorzaak
geen spanningsmeting mogelijk.
Bevindt zich de meetleiding in de
COM- en de VOLT-bus?
Geen display bij
ingeschakeld apparaat
Is de batterij leeg ?
Zeldzame
weerstandswaarde
Is de te meten weerstand in
een schakeling ingebouwd?
Tijdens het openen van het apparaat of verwijderen
van delen, behalve wanneer dit handmatig mogelijk
is, kunnen spanningsgeleidende delen vrijkomen.
Ook aansluitplaatsen kunnen spanningsgeleidend
zijn. Voordat u begint met een onderhoudsbeurt,
een reparatie of delen of bouwgroepen uitwisselt,
moet het apparaat uit ieder spanningsbron en
meetcircuit verwijderd worden, wanneer voor de
werkzaamheden het apparaat geopend moet worden. Wanneer een onderhoud of reparatie van het
89
geopende apparaat alleen onder spanning kan geschieden, mag dit beslist alleen een vakman uitvoeren, welke vertrouwd is met de gevaren en voorschriften hierover (VDE-0100, VDE-0701, VDE-0683).
- Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat van alle spanningsbronnen en meetcircuit's losgemaakt is.
Onderhoud en verzorging
De stroomtang VC-602 is tot het vernieuwen van de batterij na en
af en toe schoonmaken helemaal onderhoudsvrij. Bij zelfstandige
veranderingen of reparaties aan of in het meetapparaat vervalt het
recht op garantie.
Het vervangen van de batterij is beschreven onder "handhaving"
Voor het schoonmaken van het apparaat resp. van het displayvenster neemt u een schone, niet pluizende, antistatische, droge doek.
Gebruik voor het schoonmaken geen koolstofhoudende schoonmaakmiddelen of benzine, alcohol of
dergelijke. Daardoor wordt het oppervlak van het
meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief.
Gebruik voor het schoonmaken ook geen gereedschap met scherpe kanten, schroevendraaiers of
metalen borstels of dergelijke.
90
Technische gegevens, meettoleranties
Technische gegevens
Display (weergave) . . . . . . . . . . .: 1/2-cijferig LC-display tot 1999,
cijferhoogte 21 mm, met automatische polariteitsaanduiding
Max. meetsnelheid . . . . . . . . . . .: 2,5 metingen per seconde
Max. ingangsstroom DC/AC . . .: 1000 A, resp. max 1200 A max.
60s
Max. leidingdoorsnede . . . . . . . .: 57 mm, rond resp. 70 x 18 mm
als stroomrail
Werktemperatuur . . . . . . . . . . . .: 0°C tot +50°C
relatieve luchtvochtigheid . . . . . .: < 70 %, niet condenserend
Opslagtemperatuur . . . . . . . . . .: -20°C tot +60°C (rel. LV < 80%,
niet cond., batterij verwijdert)
Temperatuur voor
garandeerde precisie . . . . . . . . .: +23°C ±5 K
Temperatuur-coëfficiënt . . . . . . .: 0,1 x aangegeven precisie/K extra meetfout in het bereik van 0
tot 18°C en van 28°C tot 50°C
Batterijtype . . . . . . . . . . . . . . . . .: 1 x 9-V-blokbatterij, type NEDA
1604 of JIS 006P of IEC6LF22 of
derg.
Levensduur batterij . . . . . . . . . . .: ca. 300 uren (met Alkaline-batterij)
Max. werkhoogte . . . . . . . . . . . .: 2000 m over NN (= max. 6562 ft
of voet)
Verontreinigingsgraad . . . . . . . . .: "2" resp. klasse "2".
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .: ca. 502g (met batterij)
Afmetingen (l x b x h) . . . . . . . . .: ca. 277 x 102 x 49 mm
91
Meettoleranties
Aanduiding van de precisie in ± (% van de aflezing + aantal posities
= digits = dgt(s).) Precisie gedurende 1 jaar bij een temperatuur van
+23°C ±5K, met een rel. luchtvochtigheid van kleiner dan 70 %. De
opwarmtijd bedraagt 1 minuut.
Gebruiksaard Meetbereik Precisie
Resolutie Frequentie
Gelijk200 mV
±(0,5%+3dgt)
0,1 mV
spanning
20 V).
±(0,5%+3dgt)
10 mV
1000 V).
±(0,5%+3dgt)
1 V).
Max. ingangsspanning in het 200 mV-bereik: 500 VDC resp..
350VACrms max. 15s
Wissel200 V).
±(1,5%+4dgts) 0,1 V
spanning
750 V
±(1,5%+4dgts) 1 V
geldig voor het frequentiebereik van 50 Hz tot 500 Hz
Wisselstroom 20 A
±(2,5%+5dgts) 0,01 A
50 tot 60Hz
20 A
±(3,5%+5dgts) 0,01 A
61 tot 400Hz
200 A
±(1,5%+5dgts) 0,1 A
50 tot 60 Hz
200 A
±(3,0%+5dgts) 0,1 A
61 tot 400 Hz
1000 A
±(2,0%+5dgts) 1 A
50 tot 60Hz
1000 A
±(3,5%+5dgts) 1 A
61 tot 400Hz
Calibreerbaar tot
40 A / max. 400 Hz
tot
400 A/ max. 200 Hz
vanaf 400 A/ max. 100 Hz
Weerstand
200 Ohm
±(2,0%+5dgts) 0,1 Ohm
„
2 kOhm
1 Ohm
„
20 kOhm
10 Ohm
„
0,1 kOhm
200 kOhm
„
2 MOhm
1 kOhm
„
20 MOhm
10 kOhm
De spanning aan het open meettraject bedraagt max. 3 V in het 200-Ohm-bereik, resp. 0,3 V in de overige bereiken.
Diodetest
2000 mV
±(1,5%+2dgts) 1 mV
Teststroom ca. 1 mA; testspanning < 3 V
Doorgangstester: akoestisch signaal bij weerstanden
kleiner dan 75 Ohm, meetspanning ca. 3,0 V max. Aanspreektijd: 500 ms
92
Capaciteits200 µF
meeting
Meetfrequentie ca. 42 Hz
Frequentie2 kHz
meting
20 kHz
40 kHz
±(3,5%+5dgts)
100 nF (=0,1µF)
±(0,5%+3dgts)
±(0,5%+3dgts)
±(0,5%+3dgts)
1 Hz
10 Hz
100 Hz
Min. ingangsspanning (gevoeligheid) 2Vrms
Minimale pulsbreedte > 7,5 µs
Puls/pauzeverhouding tussen > 30% en < 70%
Maximale ingangsgroottes, bescherming tegen overbelasting
Spanningsmeting
: In het 200-mV-gelijksspanningsmeetbereik max. 500 VDC resp.
350 VACrms max. 15 s lang, in
de overige
bereiken en wisselspanningsbereiken1000 VDC resp. 750
VACrms (rms = effectief)
Stroommeting
: 1000 A, resp. max 1200 A max.
60s lang
Weerstandsmeting
: max. 20 Mohm, Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp.
VACrms
Doorgangstester
: Overbelastingsbeveiliging
500
VDC resp. VACrms
Diodetest
Overbelastingsbeveiliging
500
VDC resp. VACrms
Capaciteitsmeting
: max. 200 µF, Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms
Frequentiemeting
: max. 40 kHz, Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms
Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes en ook een overbelasting kan onder
ongunstige omstandigheden u meetapparaat vernielen resp. het leven van de gebruiker in gevaar brengen.
93
D
Impressum
GB Imprint
F
100 %
Recyclingpapier.
Chloorvrij
gebleekt.
NL
Impressum
Deze gebruiksaanwijzing is een publikatie van Conrad Electronic Ned BV.
Alle rechten, inclusief de vertaling, voorbehouden. Reprodukties van welke aard dan ook,
fotokopie, microfilm of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, alleen met
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Nadruk, ook in uittreksel, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Conrad Electronic Ned BV. Printed in Germany.
V3_0312_01/HD

advertisement

Was this manual useful for you? Yes No
Thank you for your participation!

* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project

Related manuals

advertisement

Languages

Only pages of the document in Dutch were displayed