advertisement
▼
Scroll to page 2
of 94
GB D NL D 03/12 GB Current Clamp VC - 602 Page 26 - 47 F NL Stroomtang VC - 602 Pagina 72 - 93 Best.-Nr. / Item No. / N° de commande / Bestelnr.: 12 01 63 D GB F NL 2 Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie darauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Bewahren Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf.! Eine Auflistung der Inhalte finden Sie im Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 7. These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference! A list of contents with page numbers can be found on page 29. Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.! Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 51. Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 75. 3 D 4 Ohm +) 왘❘ V~ A~ 13 19 22 200 mV 20 V 1000 V ±(0,5%+3dgt) ±(0,5%+3dgt) ±(0,5%+3dgt) 0,1 mV 10 mV 1V Frequenz 20 A 20 A 200 A 200 A 1000 A 1000 A Kalibrierbar bis bis ab Widerstand 200 Ohm 2 kOhm 20 kOhm 200 kOhm 2 MOhm 20 MOhm ±(2,5%+5dgts) ±(3,5%+5dgts) ±(1,5%+5dgts) ±(3,0%+5dgts) ±(2,0%+5dgts) ±(3,5%+5dgts) 0,01 A 0,01 A 0,1 A 0,1 A 1A 1A 50 bis 60Hz 61 bis 400Hz 50 bis 60 Hz 61 bis 400 Hz 50 bis 60Hz 61 bis 400Hz 40 A / max. 400 Hz 400 A/ max. 200 Hz 400 A/ max. 100 Hz ±(2,0%+5dgts) „ „ „ „ „ 0,1 Ohm 1 Ohm 10 Ohm 0,1 kOhm 1 kOhm 10 kOhm 1 mV ±(3,5%+5dgts) 100 nF (=0,1µF) Frequenzmessung ±(0,5%+3dgts) ±(0,5%+3dgts) ±(0,5%+3dgts) 1 Hz 10 Hz 100 Hz 2 kHz 20 kHz 40 kHz GB 26 32 Ohm +) 왘❘ 200 µF V= = Direct voltage measurement V~ A~ = AC current measurement 35 42 Fault Unusual resistance values 44 45 F 40kHz ohms +) 왘❘ 200 µF = Mesure de capacité V= V~ A~ (= 20 000 000 ohms) 63 cordon noir cordon noir 64 67 400Hz 200Hz 100Hz 200 Ohms ±(2,0%+5dgts) „ 2 kOhms „ 20 kOhms „ 200 kOhms „ 2 MOhms „ 20 MOhms 0,1 Ohms 1 Ohms 10 Ohms 0,1 kOhms 1 kOhms 10 kOhms 69 71 NL Geachte klant, Met deze stroomtang VC - 602 heeft u een meetapparaat volgens de laatste stand van de techniek aangeschaft. Het verenigt de voordelen van een handzame tangampèremeter en de voordelen van een multimeter in een apparaat. De opbouw is volgens DIN VDE 0411, deel 1 voor meetapparaten = EN 61010-1 resp. EN 61010-2-32 (voor stroomtangen). Bovendien is het apparaat EMV-getest en voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit is bewezen; de betreffende documenten bevinden zich bij de fabrikant. Om dit zo te houden en gebruik zonder gevaar te garanderen, moet u zich als gebruiker beslist aan deze bedieningshandleiding houden! Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Nederland: Tel. 053 / 428 54 80 Ma - vr. 09.00 - 20.00 uur 72 Gebruik waarvoor de stroomtang VC 602 bedoeld is Meten, omvormen (halleffectsensor) en weergeven van wisselstromen van 0,1 A (=100mA) tot max. 1000 Arms. Metingen van gelijkspanningen tot max 1000 VDC Metingen van wisselspanningen tot max 750 VACrms Metingen van weerstanden tot 20 MOhm Frequentiemetingen tot max. 40 kHz Doorgangstest (onder 75 Ohm akoestisch) en diodetest Capaciteitsmetingen (van uni- en bipolaire condensatoren) tot max. 200 µF (199,9) Het meetapparaat mag niet in geopende toestand, met geopend batterijvak, resp. bij ontbrekende batterijvakdeksel gebruikt worden. Het gebruik in vochtige ruimtes of buiten resp. onder ongunstige omgevingsomstandigheden is niet toegestaan. Ongunstige omgevingsomstandigheden zijn: - natheid of een te hoge luchtvochtigheid - stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen - sterke trillingen - sterke magneetvelden, zoals in de buurt van machines of andere luidsprekers. - onweer resp. onweerachtige omstandigheden zoals sterke elektrostatische velden enz. Een andere toepassing dan hierboven beschreven leidt tot beschadiging van het apparaat, bovendien zijn hieraan gevaren verbonden, zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schok enz. Het totale product mag niet veranderd resp. omgebouwd worden. U dient zich beslist te houden aan de veiligheidsbepalingen!. 73 Instelelementen (afbelding zie uitklappagina). 1 4-mm-veiligheidsbus voor de aansluiting van de rode meetleiding voor spanningsmetingen tot max. 1000 VDC resp. 750 VACrms 2 4-mm-veiligheidsbus voor de aansluiting van de zwarte meetleiding = COM of massabus 3 4-mm-veiligheidsbus "HzFOhm 왘❘ " voor de aansluiting van de rode meetleiding voor frequentiemetingen, capaciteitsmetingen, weerstandsmetingen en diodetests/doorgangscontrole. 4 LC-Display (3 1/2-cijferig, grootste aanduidingswaarde: 1999) 5 Draaischakelaar (= meetfunctieschakelaar) voor de instelling van de meetfuncties frequentiemeting, weerstandsmeting, doorgangscontrole/diodetest, capaciteitsmeting, gelijkspanningsmeting, wisselspanningsmeting, wisselstroommeting, met "OFF"-positie (apparaat uit). 6 Toets "M MAX" voor de maximale waarderegistratie 7 Toets "H HOLD" voor de functie "Data Hold" (meetwaarde vasthouden) 8 Stroomtangbereik met 8a tangopeningshendel, 8b handbescherming, 8c tangopening met een openingswijde van max. 57 mm (voor "omsluiten" van enkele stroomdraden, leidingssystemen enz.) Grijp beslist nooit tijdens de meting van stromen naast de handbescherming Let op! Levensgevaar bij het aanraken van elektrische draden! 9 Batterijvak aan de onderkant van de behuizing (een schroef). Let beslist, voor uw eigen veiligheid, op de max. ingangsgroottes. 74 Inhoudsopgave pagina Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .72 Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 Bedieningselementen (uitklappagina) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .74 Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75 Veiligheidsbepalingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .75 Introductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 Handhaving, ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .79 Doorvoeren van metingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82 Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89 Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .89 Onderhoud en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .90 Technische gegevens, meettoleranties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .91 Veiligheidsbepalingen Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Wij zijn niet verantwoordelijk voor schades die daaruit resulteren. Bij letsel van personen of schade aan zaken, die door onjuist gebruik of het niet naleven van de veiligheidsbepalingen zijn veroorzaakt, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie. • Het apparaat is volgens EN 61010-1 resp. volgens EN 61010-232, opgebouwd en getest en heeft de fabriek in veiligheidstechnische perfecte staat verlaten. Om dit zo te houden en zeker te 75 zijn van gebruik zonder gevaar, moet de gebruiker zich houden aan de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ("Let op" en "Aanwijzingen"!) die in deze handleiding genoemd zijn. Volgende symbolen zijn in acht te nemen: = Let op! Aanrakingsgevaarlijke spanningen! Levensgevaarlijk! = Lees deze gebruiksaanwijzing CAT III = Overspanningscategorie III (drie) = Veiligheidsklasse II (dubbele isolatie) • Het meetapparaat mag voor installaties in de overspanningscategorie III (3) volgens IEC 664 gebruikt worden, indien de spanning in de meetkring 1000 VDC resp. 750 VACrms niet overschreden wordt. • Meetapparaten en toebehoren zijn geen spelgoed en horen niet thuis in kinderhanden! • In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBOvoorschriften. • In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen dient het gebruik van meetapparaten alleen te gebeuren onder toezicht van geschoold personeel. • Wees bijzonder voorzichtig met de omgang van spanningen > 25 V wissel- (AC) resp. > 35V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen kunt u bij het aanraken van elektrische leidingen een levensgevaarlijke schok krijgen.. • Schakel eerst de stroombron stroomvrij en leid de stroomtang om de kabel die u wilt meten. Schakel de stroombron weer in en stel het vereiste stroommeetbereik in bij het meetapparaat. Na het beëindigen van de meting schakelt u eerst de stroombron 76 stroomvrij en verwijdert u de stroomtang van de de stroombron. • Voor iedere wisseling van het meetbereik dient u de stroomtang (stroomrail, leiding enz.) te verwijderen van het te meten object. • Voor iedere stroommeting dient u de meetleidingen van de stroomtang te verwijderen. • Controleer voor iedere meting uw meetapparaat resp. de meetsnoeren op beschadiging(en). • Gebruik voor de metingen alleen de meetsnoeren die bij het apparaat meegeleverd zijn. Alleen deze zijn toegelaten. • Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat u de meetpunten en de te meten aansluitingen (te meten punten) tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. • De max. spanning tegen aarde incl. de meetspanning mag in geen geval 1000 VDC resp. VACrms (in CAT II) overschrijden. • Vermijd bij iedere meting, vooral tijdens een stroommeting, een te hoge luchtvochtigheid, damp. Tijdens het doorvoeren van metingen moeten de handen, schoenen en de grond beslist droog zijn. • Stromen > 1000 A kunnen de stroomtang beschadigen. Het moet erop gelet worden, dat tijdens een meting uitsluitend een (1) geïsoleerde leiding (max. doorsnede 57 mm) omvat wordt. Een meting om een meeraderige kabel (enkelfasig) is niet mogelijk. Worden daarentegen twee of meerdere geïsoleerde leidingen (totaaldoorsnede max. 57 mm) van een meerfasig systeem omsloten, zo is de afgelezen waarde overeenkomend met de vectorsom van de enkele stromen. • Werk met deze meter niet in ruimtes of bij ongunstige omgevingscondities, waarin/-bij brandbare gassen, dampen of stoffen 77 aanwezig (kunnen) zijn. Vermijd voor uw eigen veiligheid beslist het vochtig of nat worden van het meetapparaat resp. de meetkabels. Vermijdt het gebruik in de directe omgeving van a) sterke magnetische velden (luidsprekers, magneten) b) elektromagnetische velden (transformatoren, motoren, spoelen, relais, beschermingen, elektromagneten enz.) c: elektrostatische velden (op-/ontladingen) d: zendantennes of HF-generatoren • Gebruik de meter niet vlak voor, tijdens of vlak naar een onweer (blikseminslag)! (energierijke overspanningen!). Let er op, dat uw handen, schoenen, kleding, de grond, het meetapparaat resp. meetkabels, schakelingen en schakeldelen enz. beslist droog zijn. • Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het apparaat buiten werking te stellen en te beschermen tegen het per ongeluk in gebruik nemen door derden. U kunt er van uitgaan dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is als: - het apparaat zichtbaar beschadigd is - het apparaat niet meer werkt - na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden - na transport onder moeilijke omstandigheden. • Gebruik het meetapparaat nooit gelijk, als dit van een koude naar een warme ruimte wordt overgebracht. Het daarbij ontstane condenswater kan onder omstandigheden het apparaat vernielen. Laat het apparaat oningeschakeld op kamertemperatuur komen. 78 Introductie De stroomtang VC - 602 is een combinatie van een tangampèremeter en een 3 1/2-cijferige digitale multimeter. Scheidingen van de meetstroomkringen, zoals bij "gangbare" multimeters (met meetleidingen) zijn niet van toepassing. U kunt de te meten stromen direct aan de enkele stroomverzorgingsleidingen (geisoleerde enkelleiding) met een apparaat bepalen (net zoals een stroomomvormingsspoel). Als zinvolle ondersteuning bezit het meetapparaat een "Hold"-functie welke de op het moment gemeten meetwaarde "invriest", dit betekent ge waardes vasthoudt wanneer de "Hold"-toets ingedrukt wordt. Met de "MAX"-toets kunnen maximale waarden bepaald worden. Behalve wisselstroommetingen kunnen met dit meetapparaat spanningsmetingen tot max. 1000 VDC resp. 750 VACrms en weerstandsmetingen tot 20 MOhm doorgevoerd worden. Bovendien beschikt dit meetapparaat over een frequentiemeetbereik tot max. 49 kHz, een diodetester voor verschillende halfgeleider en een doorgangstester. Bij weerstanden kleiner dan ca. 75 Ohm is een akoestisch signaal te horen. Iets bijzonders in deze serie is, dat de mogelijkheid bestaat condensatoren tot max. 200 µF te meten. De stroomtang is geschikt voor hobby-doeleinden en ook universeel inzetbaar voor beroeps- of schoolmatig gebruik. Handhaving, ingebruikname A) Inbouwen/vervangen van de batterij Opdat uw meter zonder problemen functioneert, moet deze voorzien zijn van een 9-V-blokbatterij (type 6F22 of derg.). Zodra het batterijsymbool onder links op het display verschijnt, moet de batterij vervangen worden. Hiertoe handelt u als volgt: - Maak de meter los van het meetcircuit, verwijder alle meetkabels. 79 - schakel hem uit (draaischakelaar op "OFF") en - schroef met een hiervoor geschikte schroevendraaier de bevestigingsschroef van de batterijvakdeksel los! - Haal de afdekking voorzichtig af. - Maak de lege batterij los van de aansluitclip en - vervang de batterij door een nieuwe van hetzelfde type. - Let bij het inleggen van de batterijen op de juiste poling (+ en -). - Nadat de batterij vervangen is moet u het batterijvak weer zorgvuldig sluiten. - Let er bij het sluiten op, dat de draden van de aansluitclip (rood en zwart) niet afgeklemd worden. Gebruik het meetapparaat nooit in geopende toestand! Levensgevaarlijk! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs tegen uitlopen beschermde batterijen kunnen corroderen, waardoor er chemicaliën vrij kunnen komen, die schadelijk zijn voor uw gezondheid resp. het batterijvak vernielen. Lege batterijen horen bij het klein chemisch afval en moeten daarom milieuvriendelijk verwijderd worden. Hiertoe vindt u in vele winkels speciale verzamelbakken. B Ingebruikname Instelelementen meetfunctieschakelaar of draaischakelaar Via de draaischakelaar wordt het meetapparaat in- als ook uitgeschakeld (OFF). 80 De meetfunctieschakelaar mag tijdens de meting in geen geval verdraaid worden, omdat daardoor het meetapparaat vernielt kan worden (afbraakvonken) resp. er voor u als gevolg daarvan bij spanningen > 25 VACrms resp. 35 VDC een levensgevaarlijke situatie kan ontstaan. Overschrijd nooit de max. ingangsgroottes, aangezien er door een beschadiging aan het meetapparaat voor u een levensgevaarlijke situatie kan ontstaan. De verschillende meetbereiken zijn in een hele cirkel aangeduid (met de klok mee vanaf "OFF") en door de schakelaar te draaien te kiezen: 40kHz Ohm = Weerstandsmeting tot 20 MOhm +) 왘❘ = Doorgangstest (akoestisch) en diodetest = Capaciteitsmeting V= = Gelijkspanningsmeting V~ = Wisselspanningsmeting A~ = Wisselstroommeting C Gebruiksstand Gebruik de stroomtang alleen zo dat u de vloeibare kristalweergave (engels kort: LCD) kunt lezen resp. de digitale weergave naar uw toe wijst. 81 Doorvoeren van metingen A) Algemeen A1 Meetleidingen Gebruik voor alle metingen, behalve wisselstroom, uitsluitend de meetsnoeren welke met het apparaat meegeleverd worden. Voor wisselstroommetingen moeten de meetsnoeren van het meetapparaat verwijderd worden. A2 Hold - Functie Wanneer u een meetwaarde wilt vasthouden (bijv. voor de registratie) moet u een keer op de toets "H HOLD" drukken (boven de draaischakelaar). De momenteel gemeten waarde wordt nu "ingevroren". Het desbetreffende symbool "HOLD" verschijnt boven links op het display. Als u verder wilt gaan met meten, drukt u nog eens op de toets "HOLD". Hierop verschijnt direct de momenteel gemeten waarde en het symbool verdwijnt. A3 MAX - Functie Voor maximumwaardemetingen (stijgende stromen enz.) gebruikt u de toets "M MAX". Hierop worden alleen nog de hoogst gemeten meetwaarden aangegeven. Op het display is verder het symbool MAX aangegeven. Om deze maximumwaardefunctie te verlaten, moet u opnieuw op de toets "M MAX" drukken. B Wisselspanningsmeting Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes, ook niet bij het meten van interferen gelijkspanningen (bijv. bromspanning). Max. 750 VAC rms. 82 Raak geen schakelingen of onderdelen van schakelingen aan, als u daarin spanningen > 25 VACrms of 35 VDC meet. Voor het meten van wisselspanningen handelt u als volgt: 1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het rode meetsnoer met de bus "VOLT" (rechts). 2. Stel de draaischakelaar op "V~ 200" of "V~ 750" 3. Verbind de meetpunten met het meetobject (belasting, schakeling enz.). 4. De momenteel gemeten waarde wordt nu weergegeven. Het wisselspanningsmeetbereik "V~" geeft een ingangsweerstand van ca. 4,5 Mohm op, parallel aan ca. 30 pF. Aanwijzing! Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het zijn dat bij blootliggende meetsnoeren (niet met een te meten object verbonden) een of andere meetwaarde ("fantoommeetwaarde") getoond wordt. Deze "verschijning" is normaal en verdwijnt, zodra u uw meting uitvoert. C Gelijkspanningsmeting Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes, ook niet bij het meten van interferen gelijkspanningen (bijv. bromspanning). Max. 1000 VDC. Raak geen schakelingen of onderdelen van schakelingen aan, als u daarin spanningen > 25 VACrms of 35 VDC meet. 83 Voor het meten van gelijkspanningen handelt u als volgt: 1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het rode meetsnoer met de bus "VOLT" (rechts). 2. Zet de draaischakelaar op "V= 200 m" of "V= 20V" of "V= 1000" 3. Verbind de meetpunten met het meetobject (belasting, schakeling enz.). 4. De desbetreffende polariteit van de meetwaarde wordt tegelijkertijd met de momentele meetwaarde weergegeven. Het gelijkspanningsbereik "V=" geeft een ingangsweerstand van ca. 10 Mohm op. Zodra bij de gelijkspanningsmeting een "-" voor de meetwaarde verschijnt, is de gemeten spanning negatief (of de meetsnoeren zijn verwisseld). Aanwijzing! Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het zijn dat bij blootliggende meetsnoeren (niet met een te meten object verbonden) een of andere meetwaarde ("fantoommeetwaarde") getoond wordt. Deze "verschijning" is normaal en verdwijnt, zodra u uw meting uitvoert. D Wisselstroommeting Voor het meten van wisselstromen handelt u als volgt: Zet de draaischakelaar op "A~ 20" of op "A~ 200" of op "A~ 1000". Omsluit niet meer als een geisoleerde draad in een enkelfasig systeem of meerdere geïsoleerde draden van een meerfasig systeem. Let beslist hierbij op de veiligheidsbepalingen ! Onder aan de "tang" bevindt zich een handbescherming, een kunststofverdikking. Grijp tijdens het meten / tijdens het omsluiten van leidingen of een 84 stroomrail nooit buiten de handbescherming -- LEVENSGEVAAR ! De draad/draden moet(en) zich vrij in het stroomsensorbereik ("tangopening") laten bewegen. Let tijdens het aflezen erop, dat de leiding zich zo goed als mogelijk in het centrum (in het midden van de opening) bevindt. Meet geen stromen in meetcircuits, waarin spanningen > 1000 VDC resp. 750 VACrms aanwezig kunnen zijn, hierdoor kan het meetapparaat beschadigd worden en voor uw zou een levensgevaarlijke situatie kunnen ontstaan. Meet beslist geen stromen boven 1000 A.. E Weerstandsmeting Overtuig u er van, dat alle te meten delen van schakelingen, schakelingen en modules alsmede andere meetobjecten spanningloos zijn. Voor de weerstandsmeting handelt u als volgt: 1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus (midden) en het rode meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " (links). 2. Zet de draaischakelaar op "Ohm" (200 - 2k - 20k - 200k - 2M 20M). 3. Test de doorgang van de meetleidingen doordat u beide meetpunten met elkaar verbindt. Hierop moet zich een weerstandswaarde van ca. 0 Ohm instellen. 4. Nu verbindt u de testpunten met het meetobject. Nu wordt de meetwaarde weergeven, indien het meettraject niet te hoogohmig of onderbroken is. 85 Aanwijzing! Als u een weerstandsmeting uitvoert, moet u er opletten dat de meetpunten die u met de testpunten aanraakt, vrij zijn van vuil, olie, soldeerlak of dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen de meetwaarde vervalsen. Zodra er "OL" (voor Overload = Overbelasting of overloop) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden resp. is het meettraject onderbroken. In de bereiken "2 Mohm" en "20 Mohm" kan het zijn, dat het display wat tijd nodig heeft om te stabiliseren. F Diodetest / Doorgangscontrole Voor het meten van diodes of halfgeleidertrajecten resp. voor een doorgangscontrole handelt u als volgt: 1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " . 2. Zet de draaischakelaar op " 왘❘ +))" en verbind de testpunten met het meetobject, een spanningsloze halfgeleidertraject, de rode testpunt aan de anode, de zwarte testpunt aan de kathode (deze is meestal gekenmerkt met een kleurring, -punt of derg.). Als u een diodetraject in doorlaatrichting test, wordt een spanning vanaf ca. 0,25 V (Germanium) of 0,7 V (Silicium) tot ca. 3,0 V (resp. 250 mV, 700 mV tot ca. 3000 mV) gemeten, indien het diodetraject niet defect is. Als u nu de testpunten omruilt, dus rood aan kathode en zwart aan anode, controleert u de zog. blokkeerrichting van het diodetraject. Verschijnt hierna "OL", is de diode in orde. Wordt daarentegen een spanningswaarde weergegeven, heeft u het meetobject fout aangesloten of het is defect. Bovendien kunt u bij meetwaarden < 100 mV een akoestisch signaal horen. 86 3. Dit akoestische signaal hoort u ook tijdens een doorgangstest voor weerstanden met minder dan 75 Ohm. Let er bij de diodetest resp. bij de doorgangscontrole beslist op dat de diode resp. de schakeling, waarin deze eventueel ingebouwd is, spanningloos moet zijn. Alle aanwezige capaciteiten moeten ontladen zijn. zwarte meetsnoer rode meetsnoer zwarte meetsnoer rode meetsnoer Doorlaatrichting Blokkeerichting G Frequentiemeting Uitsluitend bij de frequentiemeting beschikt het meetapparaat over een zog. AUTO RANGE. Dit betekent dat het meetbereik zich zelfstandig instelt, telkens naar aanliggende frequentie, en is te herkennen aan de positie van de decimale punt. Voor de meting van een frequentie handelt u als volgt: 1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " (links). 2. Zet de draaischakelaar op "40kHz". 3. Verbind de testpunten met het meetobject (generator of derg.). Let beslist op de maximale ingangsgroottes! Bij spanningen groter als 25 VAC resp. 35 VDC bestaat bij aanraking levensgevaar. 87 Schakel tijdens de metingen niet om op een andere meetfunctie resp. op een ander bereik. Bij spanningen kleiner dan ca. 2 Vrms zijn geen frequentiemetingen mogelijk. H Capaciteitsmeting Ontlaadt iedere condensator, voordat u deze met de meter verbindt. Bij het kortsluiten van condensatoren kunnen er energierijke ontladingen plaatsvinden. Voorzichtig in ruimtes waarin zich stof, brandbare gassen, dampen of vloeistoffen (kunnen) bevinden. ==> Gevaar voor explosies! Raak geen aansluitingen aan bij condensatoren met spanningen > 35 VDC resp. 25 VAC. Voorzichtig! Levensgevaarlijk! Voer geen metingen aan condensatoren uit, wanneer deze in schakelingen/schakeldelen ingebouwd zijn. Voor het meten van condensatoren tot max. 199,9 µF (200) handelt u als volgt: 1. Verbind het zwarte meetsnoer met de COM-bus en het rode meetsnoer met de bus "HzFOhm 왘❘ " . 2. Zet de draaischakelaar op "200 µF". 3. Verbind de testpunten met de beslist spanningsloze condensator. Let bij het meten van elektrolytcondensatoren (Elco) op de "+" en "-" (poling). 88 Verwijdering Is de stroomtang VC-602, ondanks dat de voeding (9-V-blokbatterij) nog werkt, niet meer te gebruiken resp. niet meer te repareren, moet u deze volgens de wettelijke voorschriften verwijderen. Verhelpen van storingen Met deze stroomtang VC-602 heeft u een apparaat volgens de laatste stand van de techniek aangeschaft. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Daarom wordt hierna beschreven, hoe u enige van deze storingen relatief gemakkelijk zelf kunt verhelpen, let hierbij beslist op de veiligheidsbepalingen! Probleem Mogelijke oorzaak geen spanningsmeting mogelijk. Bevindt zich de meetleiding in de COM- en de VOLT-bus? Geen display bij ingeschakeld apparaat Is de batterij leeg ? Zeldzame weerstandswaarde Is de te meten weerstand in een schakeling ingebouwd? Tijdens het openen van het apparaat of verwijderen van delen, behalve wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningsgeleidende delen vrijkomen. Ook aansluitplaatsen kunnen spanningsgeleidend zijn. Voordat u begint met een onderhoudsbeurt, een reparatie of delen of bouwgroepen uitwisselt, moet het apparaat uit ieder spanningsbron en meetcircuit verwijderd worden, wanneer voor de werkzaamheden het apparaat geopend moet worden. Wanneer een onderhoud of reparatie van het 89 geopende apparaat alleen onder spanning kan geschieden, mag dit beslist alleen een vakman uitvoeren, welke vertrouwd is met de gevaren en voorschriften hierover (VDE-0100, VDE-0701, VDE-0683). - Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat van alle spanningsbronnen en meetcircuit's losgemaakt is. Onderhoud en verzorging De stroomtang VC-602 is tot het vernieuwen van de batterij na en af en toe schoonmaken helemaal onderhoudsvrij. Bij zelfstandige veranderingen of reparaties aan of in het meetapparaat vervalt het recht op garantie. Het vervangen van de batterij is beschreven onder "handhaving" Voor het schoonmaken van het apparaat resp. van het displayvenster neemt u een schone, niet pluizende, antistatische, droge doek. Gebruik voor het schoonmaken geen koolstofhoudende schoonmaakmiddelen of benzine, alcohol of dergelijke. Daardoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor het schoonmaken ook geen gereedschap met scherpe kanten, schroevendraaiers of metalen borstels of dergelijke. 90 Technische gegevens, meettoleranties Technische gegevens Display (weergave) . . . . . . . . . . .: 1/2-cijferig LC-display tot 1999, cijferhoogte 21 mm, met automatische polariteitsaanduiding Max. meetsnelheid . . . . . . . . . . .: 2,5 metingen per seconde Max. ingangsstroom DC/AC . . .: 1000 A, resp. max 1200 A max. 60s Max. leidingdoorsnede . . . . . . . .: 57 mm, rond resp. 70 x 18 mm als stroomrail Werktemperatuur . . . . . . . . . . . .: 0°C tot +50°C relatieve luchtvochtigheid . . . . . .: < 70 %, niet condenserend Opslagtemperatuur . . . . . . . . . .: -20°C tot +60°C (rel. LV < 80%, niet cond., batterij verwijdert) Temperatuur voor garandeerde precisie . . . . . . . . .: +23°C ±5 K Temperatuur-coëfficiënt . . . . . . .: 0,1 x aangegeven precisie/K extra meetfout in het bereik van 0 tot 18°C en van 28°C tot 50°C Batterijtype . . . . . . . . . . . . . . . . .: 1 x 9-V-blokbatterij, type NEDA 1604 of JIS 006P of IEC6LF22 of derg. Levensduur batterij . . . . . . . . . . .: ca. 300 uren (met Alkaline-batterij) Max. werkhoogte . . . . . . . . . . . .: 2000 m over NN (= max. 6562 ft of voet) Verontreinigingsgraad . . . . . . . . .: "2" resp. klasse "2". Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .: ca. 502g (met batterij) Afmetingen (l x b x h) . . . . . . . . .: ca. 277 x 102 x 49 mm 91 Meettoleranties Aanduiding van de precisie in ± (% van de aflezing + aantal posities = digits = dgt(s).) Precisie gedurende 1 jaar bij een temperatuur van +23°C ±5K, met een rel. luchtvochtigheid van kleiner dan 70 %. De opwarmtijd bedraagt 1 minuut. Gebruiksaard Meetbereik Precisie Resolutie Frequentie Gelijk200 mV ±(0,5%+3dgt) 0,1 mV spanning 20 V). ±(0,5%+3dgt) 10 mV 1000 V). ±(0,5%+3dgt) 1 V). Max. ingangsspanning in het 200 mV-bereik: 500 VDC resp.. 350VACrms max. 15s Wissel200 V). ±(1,5%+4dgts) 0,1 V spanning 750 V ±(1,5%+4dgts) 1 V geldig voor het frequentiebereik van 50 Hz tot 500 Hz Wisselstroom 20 A ±(2,5%+5dgts) 0,01 A 50 tot 60Hz 20 A ±(3,5%+5dgts) 0,01 A 61 tot 400Hz 200 A ±(1,5%+5dgts) 0,1 A 50 tot 60 Hz 200 A ±(3,0%+5dgts) 0,1 A 61 tot 400 Hz 1000 A ±(2,0%+5dgts) 1 A 50 tot 60Hz 1000 A ±(3,5%+5dgts) 1 A 61 tot 400Hz Calibreerbaar tot 40 A / max. 400 Hz tot 400 A/ max. 200 Hz vanaf 400 A/ max. 100 Hz Weerstand 200 Ohm ±(2,0%+5dgts) 0,1 Ohm „ 2 kOhm 1 Ohm „ 20 kOhm 10 Ohm „ 0,1 kOhm 200 kOhm „ 2 MOhm 1 kOhm „ 20 MOhm 10 kOhm De spanning aan het open meettraject bedraagt max. 3 V in het 200-Ohm-bereik, resp. 0,3 V in de overige bereiken. Diodetest 2000 mV ±(1,5%+2dgts) 1 mV Teststroom ca. 1 mA; testspanning < 3 V Doorgangstester: akoestisch signaal bij weerstanden kleiner dan 75 Ohm, meetspanning ca. 3,0 V max. Aanspreektijd: 500 ms 92 Capaciteits200 µF meeting Meetfrequentie ca. 42 Hz Frequentie2 kHz meting 20 kHz 40 kHz ±(3,5%+5dgts) 100 nF (=0,1µF) ±(0,5%+3dgts) ±(0,5%+3dgts) ±(0,5%+3dgts) 1 Hz 10 Hz 100 Hz Min. ingangsspanning (gevoeligheid) 2Vrms Minimale pulsbreedte > 7,5 µs Puls/pauzeverhouding tussen > 30% en < 70% Maximale ingangsgroottes, bescherming tegen overbelasting Spanningsmeting : In het 200-mV-gelijksspanningsmeetbereik max. 500 VDC resp. 350 VACrms max. 15 s lang, in de overige bereiken en wisselspanningsbereiken1000 VDC resp. 750 VACrms (rms = effectief) Stroommeting : 1000 A, resp. max 1200 A max. 60s lang Weerstandsmeting : max. 20 Mohm, Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms Doorgangstester : Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms Diodetest Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms Capaciteitsmeting : max. 200 µF, Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms Frequentiemeting : max. 40 kHz, Overbelastingsbeveiliging 500 VDC resp. VACrms Overschrijd in geen geval de max. toelaatbare ingangsgroottes en ook een overbelasting kan onder ongunstige omstandigheden u meetapparaat vernielen resp. het leven van de gebruiker in gevaar brengen. 93 D Impressum GB Imprint F 100 % Recyclingpapier. Chloorvrij gebleekt. NL Impressum Deze gebruiksaanwijzing is een publikatie van Conrad Electronic Ned BV. Alle rechten, inclusief de vertaling, voorbehouden. Reprodukties van welke aard dan ook, fotokopie, microfilm of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, alleen met schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook in uittreksel, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2012 by Conrad Electronic Ned BV. Printed in Germany. V3_0312_01/HD
advertisement
* Your assessment is very important for improving the workof artificial intelligence, which forms the content of this project
Related manuals
advertisement