advertisement
Configureren van instellingen op het beeldscherm
U kunt de display informatie in- en uitschakelen door te drukken op [8] (DISP). U kunt afzonderlijke instellingen configureren voor de OPNAME en WEERGAVE modi.
Informatiedisplay aan
Informatiedisplay +
Histogram aan
Informatiedisplay uit
Toont informatie betreffende de beeldinstellingen, enz.
Schakelt het tonen van de camera instelling en andere indicators in, samen
met een histogram (pagina 150).
Histogram
Geen informatie wordt getoond
Gebruiken van het histogram op het scherm om de belichting te controleren
Geeft een histogram weer op het beeldscherm dat u kunt gebruiken om de belichting te controleren van een beeld voordat u het opneemt. U kunt ook het histogram tijdens de WEERGAVE modus tonen voor informatie over de belichtingsniveau’s van de beelden.
• U kunt d.m.v. toetsaanpassing (pagina 77) de [4] en [6] toetsen
configureren zodat ze de instelling van de EV verschuiving (pagina
44) regelen en EV verschuiving uitvoeren terwijl u de resultaten op
het histogram op het scherm bekijkt.
Histogram
LET OP
• Een op het midden geconcentreerd histogram is geen garantie voor een optimale belichting. Het opgenomen beeld kan over- of onderbelicht zijn zelfs als het histogram op het midden geconcentreerd is.
• U kunt mogelijk geen optimale histogramconfiguratie verkrijgen door de beperkingen van de belichtingscompensatie.
• Het gebruik van de flitser alsmede bepaalde omstandigheden tijdens het opnemen kunnen er de oorzaak van zijn dat het histogram een belichting aangeeft die afwijkt van de feitelijke belichting van het beeld ten tijde van de opname.
149 Configureren van instellingen op het beeldscherm
Gebruiken van het histogram
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld voorstelt uitgedrukt in het aantal beeldpunten. De verticale as stelt het aantal beeldpunten voor terwijl de horizontale as de helderheid aangeeft. Mocht het histogram er om de één of andere reden te eenzijdig uit zien, dan kunt u m.b.v. de EV verschuiving de balans naar links of rechts bewegen om zo een betere balans te verkrijgen. Een optimale belichting kan worden verkregen door EV verschuiving zodat de grafiek zo veel mogelijk rond het midden is geconcentreerd. Voor beelden kunt u zelfs afzonderlijke histogrammen tonen voor R (rood), G (groen) en B (blauw).
Voorbeelden van histogrammen
Een histogram dat naar links neigt, is het resultaat van een beeld dat over het algemeen donker is.
De donkere gedeelten van het beeld kunnen zelfs
“geheel verduisterd” worden als het histogram te ver naar links neigt.
Een histogram dat naar rechts neigt, is het resultaat van een beeld dat over het algemeen licht is. Een histogram dat te ver naar rechts neigt kan de oorzaak zijn van witte vlekken op de lichtere plaatsen van het beeld.
Een goed gebalanceerd histogram is het resultaat wanneer het algehele beeld een optimale helderheid heeft.
150 Configureren van instellingen op het beeldscherm
advertisement
Related manuals
advertisement
Table of contents
- 2 Uitpakken
- 3 Lees dit eerst!
- 4 Inhoudsopgave
- 9 Algemene gids
- 10 Inhoud van het beeldscherm
- 12 Snelstartgids
- 12 Wat is een digitale camera?
- 13 Wat kunt u doen met uw CASIO camera
- 14 Laad voor het gebruik eerst de accu op.
- 14 Opladen van de accu
- 15 Plaatsen van de accu
- 17 Configureren van de basisinstellingen bij de eerste maal dat u de camera inschakelt.
- 18 Klaar maken van een geheugenkaart
- 18 Ondersteunde geheugenkaarten
- 19 Inleggen van een geheugenkaart
- 20 Formatteren (resetten) van een nieuwe geheugenkaart
- 21 In- en uitschakelen van de camera
- 21 Inschakelen van de spanning
- 21 Uitschakelen van de camera
- 22 Opnemen van een foto
- 25 De camera op de juiste wijze vasthouden
- 26 Bekijken van foto’s
- 27 Wissen van beelden
- 27 Wissen van een enkel bestand
- 27 Wissen van alle bestanden
- 28 Voorzorgsmaatregelen voor het opnemen van foto’s
- 28 Beperkingen ten aanzien van de autofocus
- 29 Foto leerprogramma
- 29 Gebruiken van het controlepaneel
- 30 Speciferen van de items op het controlepaneel
- 31 Veranderen van de beeldgrootte (Formaat)
- 34 Gebruiken van de flitser (Flits)
- 36 Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- 37 Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- 38 Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- 39 Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend)
- 40 Specificeren van de methode voor het opslaan van doorlopende sluiterbeelden
- 42 Gebruiken van gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
- 44 Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
- 45 Veranderen van de Datum/Tijd stijl van het controlepaneel
- 45 Opnemen met zoom
- 46 Overschakelpunt tussen optische zoom en digitale zoom
- 48 Filmen met de Schmink modus (Schmink)
- 49 Opnemen van filmbeelden en geluid
- 49 Opnemen van een film
- 51 Gebruiken van vooropname Film
- 52 Opnemen van een foto terwijl u een film aan het opnemen bent
- 52 Alleen opnemen van het geluid (Spraakopname)
- 53 Weergeven van een geluidsopname
- 54 Gebruiken van BEST SHOT
- 54 Wat behelst BEST SHOT?
- 54 Enkele voorbeeldscènes
- 54 Opnemen van een beeld met BEST SHOT
- 57 Uw eigen BEST SHOT instellingen creëren
- 58 Opnemen met AUTO BEST SHOT
- 59 Opnemen van ID foto’s
- 60 Opnemen van beelden van Visitekaartjes en documenten
- 61 Opnemen van een Zelfportret
- 62 Isoleren van bewegende onderwerpen (Multimotion Beelden)
- 63 Geavanceerde instellingen
- 63 Gebruiken van menu’s op het scherm
- 65 OPNAME modus instellingen (OPNAME)
- 65 Selecteren van een scherpstelmodus (Scherpstellen)
- 68 Gebruiken van Doorlopende sluiter (Doorlopend)
- 69 Gebruiken van de zelfontspanner (Zelfontspanner)
- 70 Gebruiken van de automatische sluiter (Automatische sluiter)
- 74 Opnemen met Gezichtsdetectie (Gezichtsdetec.)
- 74 Verminderen van de effecten van het bewegen van de camera of het bewegen van het onderwerp (Anti Shake)
- 75 Specificeren van het Autofocus gebied (AF gebied)
- 75 Gebruiken van het Autofocus hulplamp (AF Assist. Lamp)
- 76 Veranderen van de vorm van het Scherpstelkader (Scherpstelkader)
- 76 In- en uitschakelen van de digitale zoom (Digitale Zoom)
- 77 Toewijzen van functies aan de [<] en [>] toetsen (L/R toets)
- 77 Opnemen met de Snelsluiter (Snelsluiter)
- 78 Weergeven van een schermraster (Raster)
- 78 Inschakelen van Beeldcontrole (Beeldcontrole)
- 78 Gebruiken van Icoonhulp (Icoonhulp)
- 79 Configureren van de default instellingen bij inschakelen van de spanning (Geheugen)
- 80 Beeldkwaliteit instellingen (Kwaliteit)
- 80 Specificeren van het Fotoformaat (Formaat)
- 80 Specificeren van de Fotobeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Foto))
- 81 Specificeren van de Filmbeeld Kwaliteit (Kwaliteit (Film))
- 81 Corrigeren van de beeldhelderheid (EV verschuiving)
- 82 Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- 83 Specificeren van de ISO gevoeligheid (ISO)
- 83 Specificeren van de Meetfunctie (Meten)
- 83 Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- 84 Gebruiken van ingebouwde Kleurenfilters (Kleurenfilter)
- 84 Instellen van de beeldscherpte (Scherpte)
- 84 Instellen van de Kleurverzadiging (Verzadiging)
- 84 Instellen van het beeldcontrast (Contrast)
- 84 Specificeren van de Flitsintensiteit (Flitsintensiteit)
- 85 Bekijken van Foto’s en Films
- 85 Bekijken van foto’s
- 85 Bekijken van een film
- 86 Bekijken van doorlopende sluiterbeelden
- 87 Wissen van doorlopende sluiterbeelden
- 88 Opdelen van een doorlopende sluitergroep
- 89 Inzoomen op een beeld op het scherm
- 90 Tonen van het beeldmenu
- 90 Weergeven van beelden op het kalenderscherm
- 91 Bekijken van Foto’s en Films op een televisiescherm
- 93 Andere weergavefuncties (WEERGAVE)
- 93 Weergeven van een Diashow (Slideshow) op de camera (Diashow)
- 94 Opslaan van muziek van uw computer naar het geheugen van de camera
- 96 Layouten van foto’s met Layout afdruk (Layout afdruk)
- 97 Creëren van een foto of van filmbeelden (MOTION PRINT)
- 98 Monteren van een film op de camera (Filmbewerking)
- 100 Optimaliseren van de helderheid van het beeld (Belichting)
- 100 Gebruiken van Rode Ogen Correctie (Rode Ogen Correctie)
- 101 Bijstellen van de witbalans (Witbalans)
- 102 Veranderen van de helderheid van een bestaande foto (Helderheid)
- 102 Keystone correctie (Keystone)
- 103 Gebruiken van kleurencorrectie om de kleuren van een oude foto te corrigeren (Kleurencorrectie)
- 104 Selecteren van beelden om af te drukken (DPOF afdr.)
- 104 Beschermen van een bestand tegen wissen (Beveiligen)
- 105 Bewerken van de datum en de tijd van een beeld (Datum/Tijd)
- 105 Roteren van een beeld (Rotatie)
- 106 Heraanpassen van de afmetingen van een foto (Form. Aanpassen)
- 106 Trimmen van een foto (Trimmen)
- 107 Toevoegen van geluid aan een foto (Dubben)
- 108 Weergeven van een foto met geluid
- 109 Kopiëren van bestanden (Kopiëren)
- 110 Dynamische Foto
- 110 Creëren van een onderwerpbeeld dat ingevoegd wordt (Dynamische Foto)
- 112 Invoegen van een onderwerp in een achtergrondbeeld (Dynamische Foto)
- 113 Afdrukken
- 113 Afdrukken van foto’s
- 114 Direct aansluiten op een printer die compatibel is met PictBridge
- 116 Gebruiken van DPOF om beelden te specificeren die afgedrukt dienen te worden en het aantal afdrukken
- 119 Gebruiken van de camera met een computer
- 119 Wat u kunt doen m.b.v. een computer...
- 120 Gebruiken van de camera met een Windows computer
- 121 Bekijken en opslaan van beelden op een computer
- 125 Weergeven van films
- 125 Uploaden van filmbestanden naar YouTube
- 127 Oversturen van beelden van uw computer naar het geheugen van de camera
- 129 Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden)
- 129 Gebruikersregistratie
- 130 Gebruiken van de camera met een Macintosh computer
- 130 Aansluiten van de camera op uw computer en opslaan van bestanden
- 133 Automatisch oversturen van beelden en ze beheren op uw Macintosh
- 133 Weergeven van een film
- 134 Bekijken van gebruikersdocumentatie (PDF bestanden)
- 134 Gebruikersregistratie
- 134 Gebruiken van een Eye-Fi draadloze SD geheugenkaart om beelden over te sturen (Eye-Fi)
- 136 Bestanden en mappen
- 137 Geheugenkaartdata
- 139 Andere instellingen (Instellen)
- 139 OPNAME modus controlepaneel display (_ Paneel)
- 140 Bijstellen van de helderheid van het beeldscherm (Scherm)
- 140 Uitschakelen van Eye-Fi kaartcommunicatie (Eye-Fi)
- 141 Configureren van geluidsinstellingen bij de camera (Geluiden)
- 141 Configureren van een startbeeld (Start)
- 142 Specificeren van de methode voor het aanmaken van een serienummer voor een bestandnaam (Bestand nr.)
- 142 Configureren van de wereldtijd instellingen (Wereldtijd)
- 143 Tijdstempel van foto’s (Tijdstempel)
- 144 Instellen van de klok van de camera (Bijstellen)
- 144 Specificeren van de datumstijl (Datumstijl)
- 145 Specificeren van de displaytaal (Language)
- 145 Bevestigen van de sluimerinstellingen (Sluimer)
- 146 Configureren van de instellingen van de automatische stroomonderbreker (Automatisch Spanning Uit)
- 146 Configureren van de [_] en [>] instellingen (OPNAME/WEERGAVE)
- 147 Configureren van de USB protocol instellingen (USB)
- 147 Selecteren van de horizontale:verticale verhouding van het scherm en het video uitgangssysteem (Video uitgang)
- 148 Formatteren van het ingebouwde geheugen of van een geheugenkaart (Formatteren)
- 148 Terugstellen van de camera op de originele fabrieksinstellingen (Reset)
- 149 Configureren van instellingen op het beeldscherm
- 149 Gebruiken van het histogram op het scherm om de belichting te controleren
- 150 Gebruiken van het histogram
- 151 Appendix
- 151 Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik
- 159 Stroomvoorziening
- 159 Opladen
- 159 Vervangen van de accu
- 160 Voorzorgsmaatregelen voor de accu
- 160 In het buitenland gebruiken van de camera
- 161 Gebruiken van een geheugenkaart
- 161 Vervangen van de geheugenkaart
- 163 Computersysteem vereisten voor meegeleverde software
- 164 Terugstellen van de oorspronkelijke default instellingen
- 167 Wanneer niet alles van een leien dakje gaat...
- 167 Oplossen van moeilijkheden
- 171 Boodschappen in het display
- 174 Aantal foto’s/Filmopnametijd/Spraakopnametijd
- 176 Technische gegevens